CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 934
CRIV 51 COM 934
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DE L
'E
CONOMIE
,
DE LA
P
OLITIQUE
SCIENTIFIQUE
,
DE L
'E
DUCATION
,
DES
I
NSTITUTIONS SCIENTIFIQUES ET CULTURELLES
NATIONALES
,
DES
C
LASSES MOYENNES ET DE
L
'A
GRICULTURE
C
OMMISSIE VOOR HET
B
EDRIJFSLEVEN
,
HET
W
ETENSCHAPSBELEID
,
HET
O
NDERWIJS
,
DE
N
ATIONALE WETENSCHAPPELIJKE EN
CULTURELE
I
NSTELLINGEN
,
DE
M
IDDENSTAND
EN DE
L
ANDBOUW
mercredi
woensdag
26-04-2006
26-04-2006
Après-midi
Namiddag
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu inté-
gral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit des
interventions ; les annexes se trouvent dans une brochure
séparée (PLEN: couverture blanche; COM: couverture
saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken; de
bijlagen zijn in een aparte brochure opgenomen
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
Plenum
COM
réunion de commission
COM
Commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 934
26/04/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i
SOMMAIRE
INHOUD
Questions jointes de
1
Samengevoegde vragen van
1
- M. Melchior Wathelet à la vice-première ministre
et ministre du Budget et de la Protection de la
consommation sur "le futur arrêté royal relatif aux
frais de dossiers" (n° 11013)
1
- de heer Melchior Wathelet aan de vice-eerste
minister en minister van Begroting en
Consumentenzaken over "het toekomstig
koninklijk besluit betreffende de dossierkosten"
(nr. 11013)
1
- Mme Simonne Creyf à la vice-première ministre
et ministre du Budget et de la Protection de la
consommation sur "les frais de dossier réclamés
par les agences de voyages" (n° 11037)
1
- mevrouw Simonne Creyf aan de vice-eerste
minister en minister van Begroting en
Consumentenzaken over "de dossierkosten van
de reisagentschappen" (nr. 11037)
1
Orateurs: Melchior Wathelet, président du
groupe cdH, Simonne Creyf, Freya Van den
Bossche, vice-première ministre et ministre
du Budget et de la Protection de la
consommation
Sprekers: Melchior Wathelet, voorzitter van
de cdH-fractie, Simonne Creyf, Freya Van
den Bossche, vice-eerste minister en minister
van Begroting en Consumentenzaken
Question de Mme Simonne Creyf à la vice-
première ministre et ministre du Budget et de la
Protection de la consommation sur "les accords
collectifs de la consommation" (n° 11036)
7
Vraag van mevrouw Simonne Creyf aan de vice-
eerste minister en minister van Begroting en
Consumentenzaken over "de collectieve
consumentenakkoorden" (nr. 11036)
7
Orateurs: Simonne Creyf, Freya Van den
Bossche, vice-première ministre et ministre
du Budget et de la Protection de la
consommation
Sprekers: Simonne Creyf, Freya Van den
Bossche, vice-eerste minister en minister van
Begroting en Consumentenzaken
Question de M. Guy Hove à la vice-première
ministre et ministre du Budget et de la Protection
de la consommation sur "le crédit à la
consommation" (n° 11402)
9
Vraag van de heer Guy Hove aan de vice-eerste
minister en minister van Begroting en
Consumentenzaken over "het consumptiekrediet"
(nr. 11402)
9
Orateurs: Guy Hove, Freya Van den
Bossche, vice-première ministre et ministre
du Budget et de la Protection de la
consommation
Sprekers: Guy Hove, Freya Van den
Bossche, vice-eerste minister en minister van
Begroting en Consumentenzaken
Question de Mme Magda De Meyer au ministre
de l'Économie, de l'Énergie, du Commerce
extérieur et de la Politique scientifique sur "la
déclaration mensuelle Intrastat et la mention du
code de marchandise sur les factures" (n° 11169)
11
Vraag van mevrouw Magda De Meyer aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over de
maandelijkse Intrastat-aangiften en de vermelding
van goederencodes op facturen" (nr. 11169)
11
Orateurs:
Magda De Meyer, Marc
Verwilghen, ministre de l'Économie, de
l'Énergie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique
Sprekers:
Magda De Meyer, Marc
Verwilghen, minister van Economie, Energie,
Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid
Questions jointes de
12
Samengevoegde vragen van
13
- Mme Véronique Ghenne au ministre de
l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "l'échelonnement
de la facture du mazout" (n° 11195)
12
- mevrouw Véronique Ghenne aan de minister
van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de gespreide betaling
van de stookoliefactuur" (nr. 11195)
13
- Mme Trees Pieters au ministre de l'Économie,
de l'Énergie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "les problèmes relatifs
au paiement étalé de la facture de mazout"
(n° 11286)
13
- mevrouw Trees Pieters aan de minister van
Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de problemen in
verband met de gespreide betaling van de
stookoliefactuur" (nr. 11286)
13
Orateurs: Véronique Ghenne, Trees Pieters,
Marc Verwilghen, ministre de l'Économie, de
l'Énergie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique
Sprekers: Véronique Ghenne, Trees Pieters,
Marc Verwilghen, minister van Economie,
Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid
Question de Mme Anne-Marie Baeke au ministre 16
Vraag van mevrouw Anne-Marie Baeke aan de 16
26/04/2006
CRIV 51
COM 934
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
de l'Économie, de l'Énergie, du Commerce
extérieur et de la Politique scientifique sur "le
fonctionnement de la SEMU" (n° 11320)
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "de werking
van SEMU" (nr. 11320)
Orateurs:
Anne-Marie Baeke, Marc
Verwilghen, ministre de l'Économie, de
l'Énergie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique
Sprekers:
Anne-Marie Baeke, Marc
Verwilghen, minister van Economie, Energie,
Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid
Question de Mme Anne-Marie Baeke au ministre
de l'Économie, de l'Énergie, du Commerce
extérieur et de la Politique scientifique sur "la
poursuite de la perception de la rémunération
équitable" (n° 11321)
18
Vraag van mevrouw Anne-Marie Baeke aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "de verdere
inning van de billijke vergoeding" (nr. 11321)
18
Orateurs:
Anne-Marie Baeke, Marc
Verwilghen, ministre de l'Économie, de
l'Énergie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique
Sprekers:
Anne-Marie Baeke, Marc
Verwilghen, minister van Economie, Energie,
Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid
Question de M. Servais Verherstraeten au
ministre de l'Économie, de l'Énergie, du
Commerce extérieur et de la Politique scientifique
sur "le coût et les modalités d'attribution des
travaux de démantèlement de Belgonucleairee"
(n° 11397)
20
Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "de kosten en
de toewijzing van de ontmanteling van
Belgonucleairee" (nr. 11397)
20
Orateurs: Servais Verherstraeten, Marc
Verwilghen, ministre de l'Économie, de
l'Énergie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique
Sprekers: Servais Verherstraeten, Marc
Verwilghen, minister van Economie, Energie,
Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid
CRIV 51
COM 934
26/04/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DE L'ECONOMIE,
DE LA POLITIQUE SCIENTIFIQUE,
DE L'EDUCATION, DES
INSTITUTIONS SCIENTIFIQUES
ET CULTURELLES NATIONALES,
DES CLASSES MOYENNES ET DE
L'AGRICULTURE
COMMISSIE VOOR HET
BEDRIJFSLEVEN, HET
WETENSCHAPSBELEID, HET
ONDERWIJS, DE NATIONALE
WETENSCHAPPELIJKE EN
CULTURELE INSTELLINGEN, DE
MIDDENSTAND EN DE
LANDBOUW
du
MERCREDI
26
AVRIL
2006
Après-midi
______
van
WOENSDAG
26
APRIL
2006
Namiddag
______
De vergadering wordt geopend om 14.10 uur door de heer Paul Tant, voorzitter.
La séance est ouverte à 14.10 heures par M. Paul Tant, président.
01 Questions jointes de
- M. Melchior Wathelet à la vice-première ministre et ministre du Budget et de la Protection de la
consommation sur "le futur arrêté royal relatif aux frais de dossiers" (n° 11013)
- Mme Simonne Creyf à la vice-première ministre et ministre du Budget et de la Protection de la
consommation sur "les frais de dossier réclamés par les agences de voyages" (n° 11037)
01 Samengevoegde vragen van
- de heer Melchior Wathelet aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en
Consumentenzaken over "het toekomstig koninklijk besluit betreffende de dossierkosten" (nr. 11013)
- mevrouw Simonne Creyf aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en
Consumentenzaken over "de dossierkosten van de reisagentschappen" (nr. 11037)
01.01 Melchior Wathelet (cdH): Madame la ministre, à l'issue du
Conseil des ministres du vendredi 17 mars 2006, vous avez énoncé
l'élaboration d'un arrêté royal portant sur la question des frais de
dossier des agences de voyage, des tour-opérateurs et des
compagnies aériennes. Votre volonté serait de leur interdire la
comptabilisation des frais de dossier en supplément du prix net
affiché. Cette interdiction ne serait pas totale: certains services
seraient encore perçus comme frais de dossier. Vous annoncez en
effet une liste limitative de certaines hypothèses où ces frais seraient
autorisés.
Cette semaine, le secteur a rapidement et vivement réagi à votre
projet. Il lui reproche notamment de mettre des emplois en péril dans
le secteur des agences de voyage et des tour-opérateurs. Certaines
compagnies aériennes vendent des voyages en ligne: les agences de
voyage subissent donc une concurrence accrue de la part des
compagnies aériennes alors que le statut de ces dernières ne leur
permet pas en théorie de vendre des voyages. On a vu aussi entre-
temps une étude démontrant que le prix effectif des tickets d'avion est
très différent du prix affiché. On a pu voir ces résultats dans la presse
la semaine dernière. Cette matière fait l'objet de modifications
incessantes. De plus, la situation des agences de voyage et des tour-
01.01 Melchior Wathelet (cdH):
Naar aanleiding van de
Ministerraad van 17 maart 2006
deelde u mee dat een koninklijk
besluit betreffende de
dossierkosten van de reis-
agentschappen, de touroperators
en de luchtvaartmaatschappijen
werd voorbereid. Het zou in uw
bedoeling liggen het aanrekenen
van dossierkosten bovenop de
aangekondigde nettoprijs te
verbieden. Slechts een beperkt
aantal diensten zou nog als
dossierkosten mogen worden
aangerekend.
Uw plannen stuiten op sterk verzet
vanuit de sector, die u verwijt jobs
op de helling te zetten.
Kan uw ontwerp op regeringssteun
26/04/2006
CRIV 51
COM 934
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
opérateurs est particulièrement difficile vu qu'ils donnent toujours le
prix net que le client devra payer. Par conséquent, le client a
l'impression que le prix affiché par les campagnes de publicité est
inférieur au prix pratiqué par les agences de voyage.
Madame la ministre, avez-vous obtenu le soutien du Conseil des
ministres quant à cette réforme que vous avez annoncée? Avez-vous
consulté Mme Laruelle et les associations professionnelles avant de
présenter cette mesure? Quels sont les critères retenus pour
déterminer les frais de dossier admissibles? Estimez-vous que le fait
de favoriser la vente par internet au moyen de cette mesure puisse
représenter une menace pour l'emploi dans le secteur des agences
de voyage et des tour-opérateurs?
rekenen? Heeft u uw collega van
Middenstand en de beroeps-
organisaties geraadpleegd?
Op grond van welke criteria wordt
uitgemaakt welke dossierkosten
toelaatbaar zijn en welke niet?
Komt de werkgelegenheid in de
sector niet in het gedrang? Met uw
maatregel zal u immers de
verkoop via internet in de hand
werken.
01.02 Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, mijn vraag heb ik ingediend na de Ministerraad van
17 maart, waarin het verbod aangekondigd werd om nog langer
dossierkosten op te leggen aan de reizende consument.
De vereniging van Vlaamse reisbureaus verzet zich tegen een
dergelijk verbod. Het zou immers betekenen dat de rechtstreekse
verkoop via het internet de facto verder wordt gepromoot, daar
internetverkopers nauwelijks dossierkosten moeten maken, en
waardoor de sector van de reisbureaus verder uit de markt zou
worden geconcurreerd, vermits zij voor de effectief gemaakte kosten
geen vergoeding meer mogen vragen.
Zo raamt de vereniging van Vlaamse reisbureaus de gederfde
inkomsten op 17 miljoen euro. Gespreid over een toch wel beperkte
groep van iets meer dan zeshonderd leden, betekent dat toch een
aanzienlijke inkomstenderving.
Mevrouw de minister, is er over die maatregel een akkoord binnen de
Raad voor het Verbruik?
Bent u op de hoogte van de kritiek van de reisbureaus? Wat is uw
reactie daarop?
Hebt u met de betrokken sector vooraf onderhandeld? Zo ja, waarom
kwam het niet tot een akkoord? Zo nee, waarom werd er niet
onderhandeld?
Hoe kan worden verhinderd dat, eens het verbod er is, de reisbureaus
de dossierkosten zonder meer incorporeren in de verkoopprijs zonder
aan te duiden dat het gaat om dossierkosten, en wij met andere
woorden zullen worden geconfronteerd met een vestzak-
broekzakoperatie en met veel minder transparantie dan nu het geval
is?
Vreest u niet voor financiële moeilijkheden voor de reisbureausector,
met mogelijk een aantal faillissementen tot gevolg en verlies van
tewerkstelling?
Verdient het niet de voorkeur om werk te maken van de strijd tegen
de op zijn zachtst gezegd verwarrende reclame, waarbij reclame
wordt gemaakt voor erg goedkope vliegtuigtickets, terwijl tijdens het
boekingsproces taksen allerhande de kostprijs de hoogte injagen?
Wordt rond die problematiek die volgens mij meer mensen
01.02 Simonne Creyf (CD&V):
Le Conseil des ministres du 17
mars 2006 a annoncé l'interdiction
d'encore facturer des frais de
dossier au voyageur-
consommateur. Selon
l'Association flamande des
agences de voyages, une telle
interdiction constitue de facto une
promotion pour la vente directe
par internet. Elle estime à 17
millions d'euros la perte de
revenus qui en résultera pour plus
de 600 membres.
Cette mesure fait-elle l'objet d'un
accord au sein du Conseil de la
Consommation? Que pense la
ministre de la critique des agences
de voyage? A-t-on négocié au
préalable avec le secteur?
Comment éviter une fois
l'interdiction instaurée que les
agences de voyage incluent, sans
les désigner comme tels, les frais
de dossier dans le prix de vente?
La ministre ne craint-elle pas des
difficultés financières dans le
secteur des agences de voyage?
De la publicité est faite pour des
billets d'avion très bon marché
dont le prix subit toutefois une
majoration importante par
l'application de taxes diverses lors
de la réservation. Cette situation
génère la confusion. Ne
conviendrait-il pas de faire de ce
problème une priorité? L'arrêté
royal annoncé par la ministre le
règlera-t-il?
Dans un courrier, la Belgian Travel
Organisation (BTO) relève
CRIV 51
COM 934
26/04/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
bezighoudt, iets ondernomen? Wordt die problematiek mee
opgenomen in het koninklijk besluit dat u hebt aangekondigd?
Ik heb op 25 april een brief ontvangen ik vermoed dat alle
parlementsleden die gekregen hebben, en u wellicht ook, mevrouw de
minister , van de Belgian Travel Organisation, de Union
Professionelle, de wettelijk erkende beroepsvereniging, die de
grootste reisbureaus van België groepeert. Die organisatie uit ook
kritiek op het aangekondigde koninklijk besluit dat het aantal diensten
beperkt verleend door reisbureaus en waarvoor een vergoeding
gevraagd kan worden.
De sector wijst op gevaar voor verlies van tewerkstelling door een
toename van boekingen via internet. Het gaat dan vooral om
vliegtuigtickets via internet. Men kan bijvoorbeeld een ticket kopen
van 15 euro, maar tegen het einde van het verhaal betaalt men bijna
40 euro. Dit is een problematiek die Belgian Travel Organisation
aankaart.
Zij zeggen ook dat het koninklijk besluit stoelt op een onvoldoende
kennis van de sector, want dit is een sector in mutatie en deze
reisbureaus evolueren meer en meer naar persoonlijk reisadvies. Als
dit niet meer kan gebeuren mits het aanrekenen van kosten, dan zal
de cliënt ook niet meer van deze service kunnen genieten.
Mevrouw de minister, graag had ik een antwoord gekregen op deze
vragen.
notamment que l'arrêté royal
traduit une méconnaissance du
secteur. Le secteur des agences
de voyage évolue dans le sens du
conseil individualisé. L'interdiction
de facturer ce service aura pour
effet d'en priver le client. La BTO
craint également des pertes
d'emploi.
01.03 Freya Van den Bossche, ministre: Monsieur le président, il
s'agit d'une mesure prise de manière collégiale par le Conseil des
ministres du 17 mars dernier. Une large consultation a eu lieu, non
seulement avec les ministres mais également avec le Conseil
supérieur des indépendants et des classes moyennes ainsi que le
Conseil de la consommation.
01.03 Minister Freya Van den
Bossche: De maatregel werd op
17 maart door de ministerraad
genomen. Eerst werd er overlegd
met de Hoge Raad voor de
Zelfstandigen en de Kleine en
Middelgrote Ondernemingen en
met de Raad voor het Verbruik.
Er is binnen de Raad voor het Verbruik geen akkoord bereikt over
deze materie.
Ik ben op de hoogte van de kritiek van de reisbureaus, maar de wet
op de handelspraktijken bepaalt heel duidelijk in artikel 3 dat met een
totale prijs moet worden gewerkt. Dat betekent dat artikel 3 moet
worden gerespecteerd bij het te koop aanbieden van een reis. De
aangeduide prijs in een reisbrochure of in een reclameboodschap
moet dezelfde zijn als de prijs die de consument betaalt bij de
reservatie van een reis. Ik heb het dus zowel over de prijzen die in
brochures staan als de prijzen in reclameboodschappen.
De door de consument betaalde prijs moet een totale prijs zijn, met
inbegrip van alle kosten: dossierkosten en taksen. U weet dat er een
uitzondering blijft bestaan en dat is de brandstoftoeslag, wegens de
specificiteit en de bestaande regeling terzake.
De reisbureaus lezen artikel 3 blijkbaar anders. Dit probleem sleept al
meer dan vijf jaar, wat aanleiding geeft tot heel wat juridische
onzekerheid en willekeur. Niet alleen reisbureaus zijn dossierkosten
beginnen te vragen, maar ook steeds meer directe verkopers, zoals
Aucun accord n'a pu être conclu à
ce sujet au sein du Conseil de la
Consommation. J'ai eu
connaissance des critiques des
agences de voyage. Toutefois,
l'article 3 de la loi sur les pratiques
du commerce stipule clairement
que le secteur doit indiquer le prix
global d'un voyage. Le prix
mentionné dans une brochure ou
dans un message publicitaire doit
être celui que le consommateur
devra finalement payer et doit
inclure tous les frais de dossier et
autres taxes. La seule exception à
cette règle concerne le
supplément de carburant, qui peut
être facturé séparément.
Manifestement, les agences de
voyage interprètent différemment
26/04/2006
CRIV 51
COM 934
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
reisorganisatoren en luchtvaartmaatschappijen, eventueel via internet.
Tijdens de werkzaamheden van de Raad voor het Verbruik is
gediscussieerd over het vastleggen van een lijst van diensten van
reisbemiddeling waarvoor afzonderlijk dossierkosten zouden kunnen
worden aangerekend. Op basis van dat advies heb ik aan mijn
administratie gevraagd een KB voor te bereiden betreffende de
aanduiding van de tarieven van bepaalde diensten van
reisbemiddeling. Over dat KB heb ik een officiële consultatie
gehouden via de Raad voor het Verbruik en de Hoge Raad voor de
Zelfstandigen en de KMO.
cet article 3. Ce problème qui
traîne déjà depuis cinq ans
provoque une grande insécurité
juridique et laisse libre cours à
l'arbitraire de certains. Les
agences de voyage ne sont plus
les seules à facturer des frais de
dossier, car de plus en plus de
vendeurs directs tels que des
organisateurs de voyages et des
compagnies aériennes leur
emboîtent le pas, même quand il
s'agit de vente sur l'internet.
Mon administration prépare un
arrêté royal relatif à l'indication des
tarifs de certains services des
intermédiaires de voyages sur la
base d'un avis du Conseil de la
Consommation. J'ai organisé une
consultation officielle relative à cet
arrêté royal par le biais du Conseil
de la Consommation et du Conseil
Supérieur des Indépendants et
des PME.
L'arrêté s'applique seulement aux agences de voyage. Le principe est
d'exiger la transparence de ces frais. Lorsque des frais de dossier
sont exigés, l'agence doit les indiquer au préalable. Tel est le principe
de l'arrêté royal.
Het besluit is alleen van
toepassing op reisbureaus. Het
basisbeginsel is de
doorzichtigheid. Het reisbureau
moet vooraf vermelden hoeveel
dossierkosten het zal aanrekenen.
Die maatregel moet ervoor zorgen dat de markt transparanter wordt
en de consument gemakkelijker prijzen kan vergelijken. Het is immers
veel moeilijker om te vergelijken wanneer achteraf allerlei kosten
worden aangerekend bovenop de prijs die de consument wordt
voorgehouden, want wat is die vergelijkingsbasis nu eenmaal?
Cette mesure doit accroître la
transparence du marché et
permettre au consommateur de
mieux comparer les prix.
L'arrêté ne règle donc que l'indication des prix, en ce compris les frais
de dossier. Les prix restent donc libres.
Het besluit bevat alleen
bepalingen inzake de
prijsaanduiding (met inbegrip van
de dossierkosten). De prijzen
kunnen dus vrij evolueren.
De sector blijft dus vrij om zelfstandig zijn tarieven vast te leggen,
maar de aangeduide prijs moet het voor de consument totale tarief
zijn. Met andere woorden, men zal geen consumenten kunnen lokken
met een lage prijs om daarna torenhoge kosten aan te rekenen, maar
simpelweg de totale prijs moeten aangeven. Dat is eerlijker voor de
consument, die zo kan vergelijken.
Het staat de reisbureaus dus vrij om al dan niet kosten voor
bemiddeling aan te rekenen. Zij kunnen daarvoor kiezen. Dat gaat om
extra kosten bij de kosten van de leveranciers. Als zij die bijkomende
kosten aanrekenen, moet dat wel gebeuren overeenkomstig de via
het KB vastgelegde tarievenlijst. Er zijn diensten waarvoor zij extra
dossierkosten mogen aanrekenen, omdat die extra werk en
Le secteur reste donc libre de fixer
les tarifs en toute indépendance,
mais les prix affichés doivent
correspondre au tarif total, ce qui
permettra au consommateur de
mieux comparer. Les agences de
voyages peuvent donc choisir de
facturer des frais de médiation
mais elles sont tenues de le faire
conformément à la liste tarifaire
fixée par l'arrêté royal.
Les organisateurs de voyages et
CRIV 51
COM 934
26/04/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
dienstverlening voor de consument veronderstellen. Evenwel mag dat
niet voor zo maar om het even wat.
In tegenstelling tot de regeling voor de reisbureaus waarbij dus, onder
sommige omstandigheden en indien vooraf gecommuniceerd, kosten
kunnen worden aangerekend, kan er absoluut geen sprake van zijn
dat reisorganisatoren en vliegtuigmaatschappijen naast de
aangeduide prijs bijkomende kosten aanrekenen aan de consument.
Ik ga daarmee in op uw suggesties omtrent internetverkoop van
vliegtuigtickets die aan andere prijzen worden voorgesteld dan de
uiteindelijk te betalen prijs. Waarom is dat zo? De wet op de
handelspraktijken is daarin duidelijk: de prijs moet schriftelijk,
leesbaar, goed zichtbaar en ondubbelzinnig worden aangeduid. Die
aangeduide prijs moet daarenboven de door de consument te betalen
totale prijs zijn, met inbegrip van alle diensten die door de consument
verplicht moeten worden betaald. Reclameboodschappen mogen niet
misleiden over de prijs.
De algemene directie Controle en Bemiddeling is bevoegd voor de
controle van de wetgeving. In 2004 en 2005 heeft zij een tiental pro
justitia's opgesteld wegens gebrekkige prijsaanduiding tegen
luchtvaartmaatschappijen. In het probleem dat u aanhaalt, werden
dus tien pro justitia's opgesteld: het waren tien
luchtvaartmaatschappijen die vrij aantrekkelijke prijzen meedeelden,
waarna achteraf bleek dat mensen een pak meer moesten betalen.
Dat kadert in versterkt en permanent toezicht van de algemene
directie Controle en Bemiddeling op de prijsaanduiding van de
luchtvaartmaatschappijen. Wij gaan daar ook gewoon mee voort.
Van die tien luchtvaartmaatschappijen hebben ondertussen negen
zich in regel gesteld op basis van die pro justitia's. Of liever, twee
deden dat niet en beide dossiers werden naar het parket verzonden.
Intussen heeft een van de twee ons laten weten zich alsnog neer te
leggen bij de vraag van de algemene directie. Voorlopig is er dus nog
een luchtvaartmaatschappij die dat niet heeft gedaan en in verband
waarmee dus het parket zijn werk zal moeten verrichten.
les compagnies aériennes ne
peuvent facturer au
consommateur des frais excédant
le prix affiché. Cette mesure
permettra de mettre fin aux ventes
abusives sur l'internet. En vertu de
la loi sur les pratiques du
commerce, le prix doit être affiché
par écrit, de manière bien visible et
sans équivoque et le prix total doit
correspondre à ce que le client
doit payer. Les messages
publicitaires ne peuvent jamais
être trompeurs.
La direction générale Contrôle et
Médiation est compétente en
matière de contrôle. En 2004 et en
2005, elle a dressé dix procès-
verbaux contre des compagnies
aériennes pour affichage imparfait
du prix. Neuf d'entre elles
respectent entre-temps les règles.
Un dossier a été transmis au
parquet.
01.04 Melchior Wathelet (cdH): Madame la ministre, à propos du
volet des frais de dossier, vous dites qu'il faut que le prix annoncé au
consommateur corresponde au prix total. Je n'y vois aucun
inconvénient, si ce n'est qu'il n'est pas tout à fait incompatible de dire
à l'avance au consommateur quels seront les frais de dossier et de
laisser libre champ aux agences de voyage de fixer le montant des
frais ainsi que le type de frais qu'elles ont envie d'imposer.
Aujourd'hui, vous semblez nous dire que vous leur laissez une latitude
quant au prix. Je serais tenté de répondre qu'il ne manquerait plus
que vous leur imposiez un prix déterminé pour des services qu'ils
doivent rendre. Cela me semblerait pour le moins contradictoire.
Le consommateur doit être informé et savoir ce que cela va lui coûter
in fine, connaître la manière dont l'agence de voyage travaille et
facture ses services. Il n'est pas toujours possible non plus de fixer un
forfait à la base. Mais j'entends que cette liste va encore être discutée
et que vous avez demandé à votre administration d'avancer une
proposition. Je ne peux que vous inciter à prendre contact avec le
secteur pour que cet arrêté royal soit le plus acceptable possible pour
toutes les parties.
01.04 Melchior Wathelet (cdH):
Wat de dossierkosten betreft, stelt
u dat de vermelde prijs moet
overeenstemmen met de totale
prijs. Dat kan geen probleem zijn,
maar het sluit toch niet
noodzakelijk uit dat de
dossierkosten vooraf zouden
worden bekendgemaakt, ook al
laat u een marge bij het vaststellen
van de prijs. De consument heeft
het recht om te weten wat hij zal
moeten neertellen.
Over de lijst kan nog gepraat
worden. U heeft gezegd dat u nog
het advies van uw administratie
zou inwinnen. Ik raad u aan met
de mensen uit de sector overleg te
plegen opdat het koninklijk besluit
door iedereen aanvaard zou
26/04/2006
CRIV 51
COM 934
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
Par ailleurs, vous avez conclu votre réponse en parlant des
compagnies aériennes. J'ai pu lire la semaine dernière une étude
réalisée par Test-Achats, selon laquelle les prix des billets d'avion
sont de 15 à 20% plus chers que le prix annoncé par les compagnies
aériennes. Pour certaines compagnies, il existe une différence
énorme. Il entre dans vos compétences de veiller à la protection du
consommateur et de faire respecter la loi dans cette matière, pour
que le prix annoncé corresponde au prix payé par le consommateur.
Aujourd'hui, d'après cette étude, ce n'est toujours pas le cas. Peut-
être l'étude donne-t-elle de mauvais chiffres, mais il en ressort
clairement que le prix proposé n'est absolument pas le prix payé in
fine par le client. Il est indispensable de protéger le consommateur en
cette matière.
kunnen worden.
Tot slot, uit een studie van Test-
Aankoop die in de pers is
verschenen, blijkt dat een
vliegtuigticket 15 tot 20 procent
meer kost dan de vermelde prijs!
Het verschil is soms buitensporig.
U moet erop toezien dat de wet
wordt toegepast en dat de
vermelde prijs overeenstemt met
de prijs die de consument moet
betalen.
01.05 Simonne Creyf (CD&V): Mevrouw de minister, wij delen
uiteraard hetzelfde uitgangspunt, namelijk dat het voor de consument
duidelijk moet zijn wat hij krijgt en tegen welke prijs. Ik denk dat de
consument vooral gediend is met transparantie. Wij hebben dit in
andere dossiers ook gezegd. Ik denk bijvoorbeeld aan het aanbod in
de banksector. Als er op dat vlak kosten zijn dan moeten die kosten
ook betaald kunnen worden. Het hoeft niet gratis te zijn, maar men
moet wel weten waarvoor men betaalt. Transparantie en weten
waarvoor men betaalt, moet volgens mij het uitgangspunt zijn voor de
consument op basis waarvan hij dan kan kiezen. Veel liever
transparantie en de mogelijkheid voor die agentschappen om kosten
aan te rekenen op het ogenblik dat men weet waarvoor de kosten zijn.
Ik denk dat er inderdaad totale transparantie moet zijn voor de cliënt.
De vraag is natuurlijk wat de prijsonderdelen zullen zijn als er gewerkt
wordt met een totale prijs. Dossierkosten zullen uiteraard gewoon in
het geheel verwerkt worden. Voor de consument zal dit evenwel veel
minder duidelijk zijn. Transparantie moet volgens mij het uitgangspunt
zijn.
Ik denk dat het daarnaast ook mogelijk moet blijven voor de
agentschappen om reisadvies te geven. Niet iedereen gaat naar een
reisagentschap en bestelt een weekje Tenerife. Er zijn ook mensen
die op reis gaan en naar een reisbureau trekken voor een reisadvies.
Ik denk dat dit ook moet kunnen. Reisbureaus moeten een maximale
service kunnen blijven geven aan mensen met een dergelijke vraag.
Ik moet eerlijk zeggen dat de vliegtuigmaatschappijen nog het
grootste kwaad lijken. Ik zal ze niet bij naam noemen maar iedereen
kent ze. Men maakt reclame voor een reis naar Pisa voor 1 of voor 5
euro maar op het einde betaalt men 4 of 5 keer die prijs. Er zijn
meerdere maatschappijen die dit doen. Men kondigt aan dat men heel
de maand juli voor 5 euro kan vliegen maar als men dan gaat kijken,
stelt men vast dat het enkel gaat om vluchten op een maandag of een
vrijdag. Die misleidende reclame bestaat nog altijd. Ik vind dit eigenlijk
erger dan een reisbureau dat u dossierkosten aanrekent op het
moment dat het u een dienst levert.
Wat dit laatste betreft, hoop ik, mevrouw de minister, dat u daar
verder werk blijft van maken.
01.05 Simonne Creyf (CD&V):
Nous sommes d'accord sur le
principe, à savoir que le
consommateur doit savoir ce qu'il
achète et à quel prix, mais je
pense qu'il doit surtout bénéficier
d'une plus grande transparence.
Les agences de voyages devraient
pouvoir facturer des frais
supplémentaires pour autant que
le consommateur en soit informé.
Quels éléments facturera-t-on
dans le prix global? Les frais de
dossier seront bien entendu
simplement inclus dans ce prix
mais le consommateur ne pourra
pas toujours s'en rendre
clairement compte.
Par ailleurs, les agences de
voyages doivent pouvoir prodiguer
des conseils de voyage et offrir à
cet égard un service maximal.
Les compagnies aériennes sont
probablement les plus à blâmer.
Elles font de la publicité pour des
voyages bon marché qui sont en
réalité bien plus coûteux et
subordonnés à certaines
conditions. Cette publicité
trompeuse demeure monnaie
courante et me semble plus grave
que la facturation de frais de
dossier par une agence de
voyages. J'espère que la ministre
continuera à lutter contre la
publicité trompeuse.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
CRIV 51
COM 934
26/04/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
02 Vraag van mevrouw Simonne Creyf aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en
Consumentenzaken over "de collectieve consumentenakkoorden" (nr. 11036)
02 Question de Mme Simonne Creyf à la vice-première ministre et ministre du Budget et de la
Protection de la consommation sur "les accords collectifs de la consommation" (n° 11036)
02.01 Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ook deze
vraag werd ingediend naar aanleiding van de Ministerraad van
17 maart. Daar werd toen ook beslist dat een wetsontwerp zou
worden opgesteld, krachtens hetwelk consumentenorganisaties en
beroepsfederaties zelf akkoorden zouden kunnen sluiten, collectieve
consumentenakkoorden dus.
De bedoeling blijkt dus te zijn om naar analogie van de collectieve
arbeidsovereenkomsten te komen tot het sluiten van collectieve
consumentenovereenkomsten. Bovendien zouden de energiesector
en de telecomsector prioritair aan bod komen.
Op het eerste gezicht lijkt dit een begrijpelijke ontwikkeling. We
hebben het daarover al gehad in het verleden en ik ben niet gekant
tegen de idee van collectieve consumentenakkoorden. Als we echter
het advies van de Raad voor het Verbruik erop nalezen en de diverse
verklaringen in de media van de betrokken partijen mogen geloven,
zijn deze collectieve consumentenakkoorden volgens een aantal
actoren onrealistisch, om niet te zeggen utopisch.
De voornaamste argumenten van de betrokken partijen om dit
ontwerp min of meer onderuit te halen, zijn het gebrek aan akkoord bij
de Raad voor het Verbruik - waar toch de vertegenwoordigers zitten
van de productie, distributie, de middenstand en de landbouw, precies
degenen die zich verzetten - en het feit dat de telecomsector en de
energiesector geen vertegenwoordigers hebben in die Raad voor het
Verbruik waardoor een collectieve overeenkomst met hen de facto
onmogelijk is.
Zelfs Test-Aankoop, toch de belangrijkste partner bij het sluiten van
de collectieve akkoorden, stelt vast dat er een probleem is met
betrekking tot de telecomsector en de energiesector, terwijl precies
deze sectoren de terreinen zijn waar u als eerste collectieve
consumentenakkoorden wil sluiten.
Mevrouw de minister, mijn vragen zijn de volgende. Wat is uw reactie
op de kritiek die door de vertegenwoordigers van het bedrijfsleven in
de Raad voor het Verbruik werd geuit? Zorgt dit gebrek aan
eensgezindheid bij de Raad voor het Verbruik er niet voor dat de
collectieve akkoorden van bij het begin geen enkele kans maken,
vermits er toch eens een akkoord zal moeten worden gesloten tussen
de consumentenorganisaties en de desbetreffende
beroepsfederaties? Hoe kan een collectieve
consumentenovereenkomst worden gesloten voor de telecomsector
en de energiesector als zij geen vertegenwoordigers hebben binnen
de Raad voor het Verbruik, aangezien zij in België niet beschikken
over een beroepsfederatie? Is er geen probleem met betrekking tot de
representativiteit van de Raad voor het Verbruik om algemeen
bindende akkoorden te sluiten? Welke stappen moeten nog worden
ondernomen alvorens dit ontwerp naar de Kamer kan komen?
Worden er nog bijkomende adviezen ingewonnen?
02.01 Simonne Creyf (CD&V):
Le Conseil des ministres a
approuvé le 17 mars 2006 le projet
de loi qui doit permettre aux
fédérations de consommateurs et
aux fédérations professionnelles
de conclure elles-mêmes des
accords. Par analogie avec les
CCT, le gouvernement veut à
présent également faire en sorte
que puissent être conclues des
conventions collectives de
consommation. Les secteurs de
l'énergie et des
télécommunications seraient
concernés prioritairement.
Cela semble pouvoir se
comprendre à première vue mais,
si l'on en croit l'avis du Conseil de
la Consommation et d'autres
parties concernées, de telles
conventions sont irréalisables. Il
n'y a pas d'accord au Conseil de la
Consommation et les secteurs de
l'énergie et des
télécommunications ne comptent
pas de représentants en son sein.
La conclusion avec eux d'une
convention collective est donc de
facto impossible. Test-Achats
constate également que des
problèmes se posent à propos de
ces secteurs.
Que pense le ministre de la
critique formulée par les
représentants du monde
économique? Les divergences de
vue au sein du Conseil de la
Consommation ne vouent-elles
pas les conventions collectives à
l'échec? Comment conclure un
accord pour les secteurs de
l'énergie et des
télécommunications s'ils ne sont
pas représentés au Conseil? Ne
se pose-t-il en définitive pas de
problèmes de représentativité au
Conseil? Quand le projet sera-t-il
examiné à la Chambre?
02.02 Minister Freya Van den Bossche: Mijnheer de voorzitter, 02.02 Freya Van den Bossche,
26/04/2006
CRIV 51
COM 934
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
collega's, het wetsontwerp dat de Ministerraad op 17 maart aanvaard
heeft, houdt rekening met de verschillende opmerkingen van het
bedrijfsleven. Het bedrijfsleven is niet zozeer tegen afspraken met
consumenten. We hebben overigens reeds heel wat afspraken
gemaakt met het bedrijfsleven en de consumenten. Vorige week nog
hebben we beslist om met het bank- en verzekeringswezen alweer
een dergelijke afspraak te maken. Het bedrijfsleven is veeleer gekant
tegen het principe van een wettelijk kader waarbinnen dergelijke
akkoorden moeten plaatsvinden.
Het wetsontwerp is volledig gebaseerd op de vrijheid van
onderhandelen. Indien men niet wilt onderhandelen komt er geen
consumentenakkoord. Ikzelf ben wel optimistisch. Volgens mij zullen
dergelijke consumentenakkoorden wel tot stand komen, al was het
maar omdat de consumentenorganisaties en beroepsfederaties reeds
meermaals hebben aangetoond unanieme standpunten en afspraken
te kunnen maken binnen de Raad voor het Verbruik. Ik denk aan de
milieureclamecode, de aanbevelingen inzake kinderfeesten, de
gedragscode inzake bankmarketing met betrekking tot jongeren, de
regeling omtrent het beslag van een zichtrekening. Over heel wat
thema's slagen zij er wel in om een gezamenlijk standpunt in te
nemen.
Het spreekt voor zich dat dit wellicht niet voor alles zal lukken. Indien
het niet lukt, behoudt de minister zich het recht voor om rechtstreeks
onderhandelingen met de sector aan te knopen. Waar de sector dit
rechtstreeks met de consument kan doen, geniet dit, mijns inziens, de
voorkeur.
De Raad voor het Verbruik is reeds meer dan 30 jaar het
overlegorgaan tussen consumenten- en beroepsorganisaties. Er
worden reeds jaren afspraken gemaakt tussen deze organisaties
binnen de raad. Ik zou niet durven stellen dat organisaties zoals het
VBO, Unizo, Fedis, Test-Aankoop, vakbonden, de Gezinsbond, niet
representatief zijn.
Het wetsontwerp bepaalt trouwens dat akkoorden verkopers kunnen
viseren die niet noodzakelijk vertegenwoordigd zijn door organisaties
die lid zijn van de Raad voor het Verbruik. In dat geval kan een
akkoord enkel worden uitgewerkt met de medewerking van die
bedrijven van die sector. Het akkoord kan alleen met hun goedkeuring
worden afgesloten.
Een huishoudelijk reglement zal exact de procedure bepalen. Een
consumentenakkoord zal steeds worden voorbereid door een
werkgroep die bestaat uit experts van de betrokken organisaties of
ondernemingen.
Het wetsontwerp werd voor advies voorgelegd aan de Raad van
State. Na het advies zal het opnieuw worden voorgelegd aan de
Ministerraad waarna het zal worden ingediend in de Kamer.
ministre: Le projet de loi a été
approuvé par le conseil des
ministres le 17 mars et tient
compte des remarques émises par
les entreprises. Celles-ci ne sont
pas opposées aux accords avec
les consommateurs mais bien à
un cadre légal à cet effet.
Le projet de loi est donc basé sur
la liberté de négociation, alors que
les organisations de
consommateurs et les fédérations
professionnelles ont déjà prouvé
qu'elles sont capables de se
mettre d'accord au sein du Conseil
de la consommation. Lorsqu'un
accord est impossible à obtenir, le
ministre se réserve le droit
d'entamer des négociations
directement avec le secteur. Les
accords directs avec les
consommateurs sont toutefois
préférables.
Le Conseil de la consommation
existe depuis trente ans en tant
qu'organe de concertation. Je
n'oserais vraiment pas prétendre
que des organisations telles que la
FEB, l'Unizo, la Fedis, Test-
Achats, les syndicats ou la
`Gezinsbond' ne sont pas
représentatifs. Le projet de loi
prévoit par ailleurs que des
accords peuvent également
s'appliquer aux vendeurs qui ne
sont pas membres du Conseil. Un
accord doit dès lors être élaboré
avec la collaboration directe des
entreprises en question. Un
règlement d'ordre intérieur
déterminera les procédures
exactes. Un accord devra toujours
être préparé par un groupe de
travail composé d'experts.
Le projet de loi a été envoyé au
Conseil d'État pour avis et sera
ensuite rediscuté au sein du
conseil des ministres avant d'être
examiné à la Chambre.
02.03 Simonne Creyf (CD&V): Mevrouw de minister, als het kan
werken is het positief en zeker een stap vooruit. Hamvraag is de
afdwingbaarheid van het geheel. U hebt verwezen naar bestaande
akkoorden. Ik hoor u graag de kinderfeesten vermelden. We weten
dat we in de periode rond Sinterklaas altijd opnieuw met dezelfde
02.03 Simonne Creyf (CD&V): Si
cette réglementation s'avère
efficace, il s'agira d'un progrès
mais tout dépend de son caractère
contraignant et c'est là que le bât
CRIV 51
COM 934
26/04/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
vragen overstelpt worden. Er is een akkoord, maar het wordt
onvoldoende nageleefd. Ik herhaal dat de afdwingbaarheid een
cruciaal element is.
Ik ga met u akkoord dat het een positieve zaak is als dergelijke
akkoorden kunnen worden gesloten. De afdwingbaarheid blijft
evenwel een probleem.
Ten derde, ik kan slechts, samen met u, hopen dat er akkoorden
binnen de sector mogelijk zijn. Door wat ik lees in de pers en wegens
het feit dat men het in de Raad voor het Verbruik niet eens geraakt,
vrees ik evenwel dat het waarschijnlijk weer een mooi en
goedbedoeld initiatief is waarvan in de praktijk niet zoveel zal van
terechtkomen.
blesse. J'espère qu'un accord
pourra être obtenu au sein du
secteur mais je crains qu'il sera
fait bien peu de cas de cette
réglementation sur le terrain.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Vraag nr. 11356 van mevrouw Lanjri wordt uitgesteld.
03 Vraag van de heer Guy Hove aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en
Consumentenzaken over "het consumptiekrediet" (nr. 11402)
03 Question de M. Guy Hove à la vice-première ministre et ministre du Budget et de la Protection de la
consommation sur "le crédit à la consommation" (n° 11402)
03.01 Guy Hove (VLD): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister,
consumptiekrediet is heel populair. Mijn vraag is ook een beetje
ingegeven door mijn ervaring als OCMW-voorzitter, omdat ik vaak
geconfronteerd word met de ellende die een opeenvolging van heel
wat kredieten veroorzaakt. Niet alleen de rente is, of was, laag; vele
banken, winkeliers, postorderbedrijven, warenhuizen, enzovoort,
bieden verschillende vormen van krediet aan.
Het succes daarvan wordt onder meer bewezen door de cijfers van de
Nationale Bank. Daaruit blijkt een registratie van 3 miljoen contracten
eind 2005. Dat is twee derde van alle consumptiekredieten. Het
succes kan mede verklaard worden door het feit dat dergelijke
kredieten het de consument mogelijk maken door middel van
gespreide betalingen toch te kunnen overgaan tot relatief grote en
meestal duurdere aankopen. Die flexibele vorm van betalen kan hem
soms letterlijk zeer duur komen te staan. Dergelijke kredieten zijn dus
niet zonder gevaar.
Enige tijd geleden hebt u daarom een preventiecampagne
aangekondigd om de consument te wijzen op die gevaren. Zo waren
er in het afgelopen jaar, 2005, weliswaar iets minder wanbetalers dan
in 2004, maar van de ruim 343.000 wanbetalers hadden 19.000
personen meer dan 4 kredieten lopen.
Ondertussen is er ook een koninklijk besluit gepubliceerd dat het
consumptiekrediet doorzichtiger moet maken. In het verleden heb ik u
ondervraagd over de inning van schulden en de soms ontoelaatbare
praktijken die de incassobureaus daarbij hanteerden. Toen hebt u
geantwoord dat de Algemene Directie Controle en Bemiddeling
controles op de praktijken van de incassobureaus uitvoert. Het ware
misschien nuttig die dienst ook in te schakelen voor controles bij de
verschillende aanbieders van consumptiekredieten.
03.01 Guy Hove (VLD): Le crédit
à la consommation est très
populaire mais c'est une forme de
paiement qui peut s'avérer très
coûteuse pour le consommateur.
C'est la raison pour laquelle le
ministre a annoncé qu'il lancerait
bientôt une campagne de
prévention.
En outre, un arrêté royal censé
accroître la transparence du crédit
à la consommation aurait été
publié. Quelles mesures ont été
inscrites à cet effet dans l'arrêté?
Comment s'effectuera le contrôle?
Le service Contrôle et Médiation
sera-t-il sollicité?
Quelle campagne de prévention le
ministre mènera-t-il et quand la
lancera-t-il? Un code de
déontologie pour le crédit à la
consommation sera-t-il rédigé?
26/04/2006
CRIV 51
COM 934
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
Graag had ik van u dan ook het volgende willen vernemen. Het is
duidelijk dat u een initiatief hebt genomen met dat koninklijk besluit,
maar welke eventueel dwingende maatregelen worden erin vermeld
teneinde de transparantie te verhogen? Hoe zal de controle daarop
verlopen? Zal de Algemene Directie Controle en Bemiddeling daarbij
ingeschakeld worden? Welke preventiecampagne stelt u nog in het
vooruitzicht? Wanneer wordt die gelanceerd? Komt er een soort
deontologische code zoals die geldt voor de incassobureaus?
03.02 Minister Freya Van den Bossche: Mijnheer Hove, op
22 februari 2006 werd het koninklijk besluit tot bepaling van de
financiële gegevens in de prospectus in het Belgisch Staatsblad
gepubliceerd. Het besluit treedt in werking op 1 juni 2006. Zowel de
kredietgever als de kredietbemiddelaar moeten aan de consument
een prospectus ter beschikking stellen.
Het koninklijk besluit stelt de vermeldingen vast die moeten
voorkomen in de prospectus, waaronder een beschrijving van de
aangeboden types kredietovereenkomsten, het kredietbedrag en de
looptijd, betalingsregelingen, het jaarlijks kostenpercentage, de
debetrentevoet, de kosten, de voorwaarden tot kredietopneming en
de zekerheden die door de kredietgever worden geëist. Dat moet
eigenlijk toelaten dat de consument kan vergelijken en het voor hem
meest gepaste krediet kan vinden.
Bij alle nieuwe, belangrijke bepalingen wordt er op systematische
wijze door de algemene directie Controle en Bemiddeling een
algemeen onderzoek ter plaatse uitgevoerd, enkele maanden na het
in werking treden van de nieuwe wettelijke bepalingen. Ook loopt er
een permanent onderzoek naar de reclame van kredietgevers. Omdat
de prospectus als een vorm van reclame wordt beschouwd, zal de
prospectus vanaf de inwerkingtreding op 1 juni 2006 ook het voorwerp
uitmaken van dit permanent onderzoek naar de reclame inzake
consumentenkrediet.
Op 24 februari 2006 heeft de Ministerraad beslist dat 300.000 euro
afkomstig uit de ontvangsten van het Fonds ter Bestrijding van de
Overmatige Schuldenlast gebruikt zal worden voor
informatiecampagnes over overmatige schuldenlast. Hiervoor moet
eerst de bijdrage van de kredietgevers worden verhoogd. Het
wetsontwerp dat hierin voorziet, ligt momenteel voor advies bij de
Raad van State. Het begeleidingscomité van het Fonds ter Bestrijding
van de Overmatige Schuldenlast zal, nadat de nieuwe inkomsten
beschikbaar zijn, de criteria voor de preventiecampagne bepalen.
De FOD Economie zal in elk geval al een informatiecampagne
opstarten opdat de consumenten weten dat ze dankzij de prospectus
de rentevoeten kunnen vergelijken. Voor alle duidelijkheid, de
campagne die wordt opgestart met het geld van het Fonds ter
Bestrijding van de Overmatige Schuldenlast zal zich vooral
concentreren op preventie, het niet aangaan van al te veel schulden,
terwijl de tweede en eerstkomende campagne de mensen veeleer wil
informeren over het feit dat zij, eens zij hebben beslist een krediet te
nemen, de tarieven kunnen vergelijken. Dat zijn dus vanzelfsprekend
twee verschillende doelstellingen.
De wet van 12 juni 1991 op het consumentenkrediet legt al strenge
verplichtingen inzake de verantwoordelijkheid van de kredietgevers en
03.02 Freya Van den Bossche,
ministre: L'arrêté royal déterminant
les informations financières que
devra contenir le prospectus a été
publié le 22 février 2006 et il
entrera en vigueur le 1
er
juin 2006.
Le prêteur et l'intermédiaire de
crédit devront mettre à la
disposition du consommateur un
prospectus contenant les
modalités du crédit pour lui
permettre de comparer facilement
les modalités des différents
crédits.
Quelques mois après l'entrée en
vigueur de l'arrêté royal, le service
Contrôle et Médiation vérifiera sur
place s'il est respecté. En outre,
les publicités faites par les
prêteurs seront soumises à une
enquête permanente. Le
prospectus fera lui aussi partie de
cette enquête.
Le 24 février 2006, le Conseil des
ministres a décidé d'utiliser aux
fins de campagnes d'information
300.000 euros puisés dans le
Fonds de lutte contre le
surendettement. À cet effet, il
conviendra aussi d'augmenter la
cotisation des prêteurs. Le projet
de loi réglant cette question a déjà
été soumis pour avis au Conseil
d'État. Le comité de suivi de ce
Fonds fixera les critères de la
campagne de prévention. Par
ailleurs, le SPF Économie lancera
lui
aussi une campagne
d'information axée sur le
prospectus.
La loi du 12 juin 1991 sur le crédit
à la consommation comporte déjà
des obligations strictes. Un code
de conduite complémentaire ne
me semble dès lors pas
nécessaire.
CRIV 51
COM 934
26/04/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
de -bemiddelaars op zodat een bijkomende gedragscode in het raam
van het consumentenkrediet volgens mij niet nodig is. Het zal wel
zaak zijn om wat nu allemaal wettelijk is afgesproken, heel goed te
controleren.
03.03 Guy Hove (VLD): Ik dank de minister voor haar antwoord.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
De voorzitter: Vraag nr. 11096 van mevrouw Lejeune wordt uitgesteld.
04 Vraag van mevrouw Magda De Meyer aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel
en Wetenschapsbeleid over de maandelijkse Intrastat-aangiften en de vermelding van goederencodes
op facturen" (nr. 11169)
04 Question de Mme Magda De Meyer au ministre de l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "la déclaration mensuelle Intrastat et la mention du code de
marchandise sur les factures" (n° 11169)
04.01 Magda De Meyer (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, collega's, deze vraag is een beetje technisch, maar wel
interessant om het kafkagehalte van onze buitenlandse handel te
reduceren.
Via de maandelijkse Intrastat-aangifte verstrekken de ondernemingen
inlichtingen over hun intracommunautaire goederenstromen. De
Intrastat-aangifte is de wettelijk verplichte aangifte van
goederenbewegingen tussen België en andere EU-lidstaten. De
gegevens van de aangiften dienen voor de opmaak van de
maandelijkse statistieken over de handel van België met de andere
Europese lidstaten. Daarnaast worden die statistieken ook nog
gebruikt door regionale en federale overheden, beroepsfederaties, de
Europese Commissie, internationale organisaties, privé-bedrijven en
dergelijke, alsook door de eigen onderneming. De statistieken maken
het immers mogelijk marktaandelen te berekenen, een vergelijking te
maken van hoeveelheden, prijzen en waarden van producten die een
onderneming in- of uitvoert, en nieuwe markten of
bevoorradingsmogelijkheden op te sporen.
Elke exporteur krijgt van de Nationale Bank een algemeen overzicht
van zijn marktaandeel voor zijn tien belangrijkste producten. Een
onderneming die goederen factureert naar een andere EU-lidstaat,
dient bij het overschrijden van een bepaalde drempel een Intrastat-
aangifte in te dienen. Die wordt dan gebaseerd op goederencodes, de
zogeheten GN8, waaronder elk goed kan worden gecatalogeerd.
Wanneer de goederencodes op de factuur worden vermeld, bestaat
voor elke aangifteplichtige de mogelijkheid om op die manier een
correcte aangifte in te dienen. Bij gebrek aan de goederencodes
wordt het invullen van de Intrastat-aangifte een erg tijdrovende
bezigheid.
Mensen uit de dagelijkse praktijk vertellen mij dat heel wat bedrijven
uit de nieuwe EU-landen geen goederencodes vermelden op de
facturen. Dat leidt ertoe dat heel wat Belgische bedrijven veel tijd
moeten investeren in het invullen van die maandelijkse Intrastat-
aangifte. Zij moeten bij gebrek aan vermeldingen immers zelf de
codes opzoeken, wat niet evident is indien de factuur is opgesteld in
een Oost-Europese taal. Graag had ik dan ook antwoord gekregen op
04.01 Magda De Meyer (sp.a-
spirit): La déclaration Intrastat est
une déclaration, imposée en vertu
de la loi, des mouvements de
marchandises entre la Belgique et
d'autres États membres
européens. Les données qu'elle
comporte sont utilisées pour
l'élaboration des statistiques
relatives au commerce de la
Belgique avec d'autres pays. Pour
remplir la déclaration Intrastat
mensuelle, il convient d'utiliser des
codes de marchandises. De
nombreuses entreprises établies
dans les nouveaux États membres
omettent de mentionner ces codes
sur leurs factures. Les entreprises
belges doivent dès lors les
rechercher elles-mêmes, ce qui
transforme la déclaration Intrastat
en une tâche fastidieuse qui prend
énormément de temps.
Le ministre est-il conscient du
problème? Les entreprises
établies dans les nouveaux pays
de l'UE ne sont-elles pas tenues
d'indiquer les codes sur leurs
factures? Le ministre abordera-t-il
cette question avec ses collègues
européens?
26/04/2006
CRIV 51
COM 934
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
volgende vragen.
Ten eerste, bent u zich bewust van de bovengeschetste problematiek,
mijnheer de minister?
Ten tweede, hebben de bedrijven uit de nieuwe EU-lidstaten de
verplichting om de goederencodes op hun uitgaande facturen te
vermelden?
Ten derde, bent u eventueel bereid om de problematiek met uw
collega's van de Europese Unie te bespreken, om te verkrijgen dat op
iedere factuur aangaande intracommunautair verkeer effectief de
goederencodes verplicht zouden opgenomen worden, om de
afhandeling te vereenvoudigen?
04.02 Minister Marc Verwilghen: Mevrouw De Meyer, in mijn
antwoord op uw eerste vraag wil ik erop wijzen dat de verplichte
vermeldingen op de facturen bepaald worden volgens de in de
verschillende lidstaten van de Europese Unie geldende BTW-
wetgeving. In de Belgische BTW-wetgeving is de vermelding van de
goederencode op de uitgaande facturen niet verplicht. In de geldende
Intrastat-verordeningen wordt het verplicht vermelden van de
goederencode enkel beperkt tot de Intrastat-aangifte zelf, niet
daarbuiten.
Ten tweede, het Instituut voor de Nationale Rekeningen wijst mij erop
dat het in zijn contacten met de aangifteplichtigen voor het opstellen
van de statistieken over de intracommunautaire goederenhandel het
vermelden van de goederencode op de uitgaande facturen steeds
aanbeveelt. De praktijk wijst immers uit dat een uitvoerder in regel
beter geplaatst is om de goederencode van zijn producten te kennen
dan een invoerder. Dat lijkt mij ook normaal. Het verplicht maken van
de vermelding op de uitgaande facturen zou dus niet enkel een
administratieve verlichting betekenen voor de invoerders, doch ook
voor het statistisch instituut dat belast is met het opstellen van de
statistieken, omdat er dan een betere kwaliteit van het basismateriaal
kan worden gegarandeerd. In die zin zou een algemeen Europees
initiatief zeker zinvol zijn.
Ik kom tot uw derde vraag. Ik zal de problematiek melden aan mijn
collega die bevoegd is voor de BTW-regelgeving. Dat is minister
Reynders. Het is aan hem om te beslissen om op Europees niveau
stappen te ondernemen. Mij lijkt in elk geval in het licht van uw
vraag dat een dergelijke ondersteuning zeker en vast de moeite
loont. Ik zal de brief ook in die zin opstellen.
04.02 Marc Verwilghen, ministre:
Les mentions obligatoires sur les
factures sont régies par la
législation en matière de TVA de
chaque État membre. La mention
du code de marchandise sur les
factures de sortie n'est pas
obligatoire en Belgique. Selon les
directives Intrastat, cette mention
n'est exigée que sur la déclaration
Intrastat. L'Institut des Comptes
Nationaux conseille cependant
d'indiquer ce code sur les factures
de sortie parce que l'exportateur
connaît mieux les codes de ses
produits que l'importateur.
La mention obligatoire du code
représenterait un allègement de la
charge administrative des
importateurs et de
l'Institut.
L'initiative européenne me paraît
donc très pertinente. J'évoquerai
ce problème auprès de M.
Reynders, qui devra à son tour
décider s'il évoque cette question
au niveau européen.
04.03 Magda De Meyer (sp.a-spirit): Ik dank de minister voor zijn
positieve reactie op de vragen. Ik zal de vraag ook aan minister
Reynders doorspelen, zodat die van twee zijden komt.
04.03 Magda De Meyer (sp.a-
spirit): Je remercie le ministre pour
cette réponse positive. Je poserai
également cette question à M.
Reynders.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
05 Questions jointes de
- Mme Véronique Ghenne au ministre de l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "l'échelonnement de la facture du mazout" (n° 11195)
CRIV 51
COM 934
26/04/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
- Mme Trees Pieters au ministre de l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur et de la Politique
scientifique sur "les problèmes relatifs au paiement étalé de la facture de mazout" (n° 11286)
05 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Véronique Ghenne aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de gespreide betaling van de stookoliefactuur" (nr. 11195)
- mevrouw Trees Pieters aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de problemen in verband met de gespreide betaling van de
stookoliefactuur" (nr. 11286)
05.01 Véronique Ghenne (PS): Monsieur le président, monsieur le
ministre, en septembre dernier ont été annoncées, haut et fort, les
intentions du gouvernement visant à aider les ménages à se chauffer.
En effet, suite à la hausse continue du prix des produits pétroliers,
certains risquaient d'être dans l'incapacité financière de régler leur
facture de mazout et donc de se chauffer correctement durant l'hiver.
La décision gouvernementale de permettre le paiement étalé des
factures de mazout de chauffage a été, dans un premier temps,
accueillie favorablement, tout au moins chez les consommateurs.
Cependant, déjà à cette époque, un groupe de négociants en
carburants réunis au sein de la Fédération belge des négociants en
combustibles et carburants (BRAFCO) s'était rendu chez le ministre
des Finances pour lui signifier clairement que la formule n'était pas
acceptable.
Le gouvernement est toutefois resté sur sa position et ainsi, depuis le
1
er
janvier, les négociants en combustibles offrant des paiements
échelonnés, selon les conditions minimales décidées par le
gouvernement, peuvent s'enregistrer auprès du SPF Economie.
Or, force est de constater qu'aucun négociant ne s'est encore
enregistré, qu'aucun d'entre eux ne semble proposer les conditions de
paiement arrêtées par le gouvernement. Ces négociants invoquent en
particulier des difficultés de liquidité auxquelles ils devraient faire face
s'ils acceptaient de ne faire payer à leur client qu'un acompte de 25%
de leur facture et s'ils acceptaient la non-obligation de la domiciliation.
Ainsi, récemment, BRAFCO vous a écrit, courrier également transmis
à la presse et auquel vous avez apparemment donné suite en
proposant de les rencontrer.
Mes questions sont donc les suivantes.
- Qu'en est-il pratiquement du système de paiement échelonné selon
les conditions minimales fixées par le gouvernement dans l'arrêté
royal du 20 janvier 2006?
- Des négociants en combustibles proposent-ils ce système à leurs
clients? Dans l'affirmative, combien sont-ils à le faire? Dans la
négative, quelles sont toutes les raisons invoquées justifiant leur
incapacité à le faire?
- Avez-vous déjà rencontré le secteur suite au communiqué de
BRAFCO? Dans la positive, qu'est-il ressorti de cette rencontre?
- Quels moyens seront mis en oeuvre à l'avenir par le gouvernement
pour réellement promouvoir le système d'échelonnement de la facture
mazout et ainsi enfin permettre aux consommateurs d'en bénéficier?
05.01 Véronique Ghenne (PS):
Gezien de voortdurende stijging
van de brandstofprijzen werd de
beslissing van de regering om een
gespreide betaling van de
stookoliefactuur toe te staan
onaanvaardbaar geacht door de
Belgische Federatie der Brand-
stoffenhandelaars (BRAFCO). Bij
de FOD Economie heeft zich nog
geen enkele handelaar
geregistreerd; blijkbaar is niemand
bereid om de door de regering
vooropgestelde
betalingsvoorwaarden te hanteren.
Zijn er effectief handelaars die dat
betalingssysteem aan hun klanten
voorstellen en zo neen, waarom
niet? Hebt u reeds met
vertegenwoordigers van de sector
overlegd? Welke maatregelen zal
u nemen om het systeem van
gespreide betalingen te promoten?
05.02 Trees Pieters (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik zal vrij kort zijn aangezien het niet de eerste keer is dat ik
05.02 Trees Pieters (CD&V): Le
5 avril, la presse s'est fait l'écho de
26/04/2006
CRIV 51
COM 934
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
hierover een vraag stel.
Ik was dan ook niet verbaasd om op woensdag 5 april 2006 het
nieuws te horen dat de gespreide betaling van de stookoliefactuur
helemaal mank loopt. Verwijzend naar eerdere uiteenzettingen in
deze commissie over dit onderwerp kan ik enkel zeggen dat dit grote
nieuws slechts de kroniek was van een aangekondigde miskleun.
Ik heb u herhaalde malen erop gewezen dat geen enkele
brandstofhandelaar het haalbaar vond om zijn klanten een gespreide
betaling aan te bieden, zoals dit door u was vooropgesteld in het
koninklijk besluit. De voorwaarden zijn gewoonweg onmogelijk en de
daaruit voortvloeiende liquiditeitsproblemen kunnen door geen enkele
leverancier worden gedragen. De lijst met leveranciers die de
betalingsvoorwaarden aanbieden die de regering oplegt, is dus op dit
ogenblik leeg. De reactie van u en van uw kabinet zoals genoteerd in
de pers, is de volgende. U blijft het probleem ontkennen. Op
aandringen van BRAFCO zou u dan toch bereid zijn een onderhoud te
hebben met de sector.
Ik was van plan u rond 1 mei nogmaals een vraag over dit dossier te
stellen. U hebt immers altijd gezegd dat er tegen eind april een
evaluatie zou komen van het systeem van de gespreide betaling en
van de lijst van de handelaars die zich hebben aangeboden. Gezien
het falen van het hele project en de mediabelangstelling stel ik mijn
vraag wat vroeger. Bovendien ben ik uitermate benieuwd naar
hetgeen het recente overleg met de sector heeft opgeleverd.
Net zoals mevrouw Ghenne heb ik een aantal vragen. Heeft dat
overleg reeds plaatsgevonden? Wat zijn hiervan de concrete
resultaten? Zullen er wijzigingen worden doorgevoerd aan het
oorspronkelijk koninklijk besluit? Indien ja, welke? Of blijft u
vasthouden aan de regel van 25 km? Is dit haalbaar gezien de huidige
omstandigheden? Wat doet u met de lege lijst die er op dit ogenblik
is?
problèmes concernant
l'échelonnement du payement de
la facture de mazout. Nous
l'avions prévu dans la mesure où
les conditions de payement
imposées par l'arrêté royal en
question sont financièrement
intenables pour tous les
fournisseurs de combustibles. Plus
aucun nom ne figure sur la liste
des fournisseurs qui proposent les
conditions imposées par le
gouvernement mais le ministre
persiste à nier le problème. Sur les
insistances de Brafco, un entretien
avec le secteur a tout de même
été prévu. Vers le 1
er
mai, il aura
été procédé à une évaluation du
payement échelonné et la liste en
question aura été établie.
La concertation avec BRAFCO a-t-
elle déjà eu lieu? Quels en sont les
résultats? L'arrêté royal sera-t-il
modifié? Le ministre s'en tient-il à
la règle des 25 km et comment
résoudra-t-il le problème de la liste
vide?
05.03 Marc Verwilghen, ministre: Monsieur le président, madame
Ghenne, madame Pieters, aujourd'hui le cadre légal des conditions
minimales est conçu sur une base volontaire. Cela signifie que les
négociants en combustibles ont toute liberté d'offrir ou non à leurs
clients un paiement échelonné pour la livraison des combustibles.
S'ils offrent ce service à leurs clients, ils ont le choix de faire
application du système tel qu'il est conçu aujourd'hui par la loi et
l'arrêté royal autorisant le paiement échelonné de la facture mazout
ou de faire application des dispositions prévues dans la loi relative au
crédit à la consommation. Je dois néanmoins souligner que ces
dernières conditions sont beaucoup plus strictes et moins évidentes.
05.03 Minister Marc Verwilghen:
Het wettelijk kader voorziet in een
vrijwillige toepassing. De
handelaars bepalen zelf of ze die
dienst al dan niet aanbieden. Het
staat hen tevens vrij om de
bepalingen van de wet op het
consumentenkrediet toe te
passen.
De Ministerraad van 23 december 2005 heeft mij opdracht gegeven
mijn administratie te gelasten met de uitvoering van een evaluatie van
het systeem van de gespreide betaling en dit over de periode die loopt
van 1 mei tot 31 augustus 2006.
Uw vragen aangaande de door mij eventueel te nemen maatregelen
zowel binnen het kader van de wet de straal van 25 kilometer als
in het koninklijk besluit de aanpassing van de minimumvoorwaarden
waaraan contracten met gespreide betaling moeten beantwoorden
Le Conseil des ministres du 23
décembre 2005 m'a chargé de
procéder à une évaluation du
paiement étalé pour la période
allant du 1
er
mai au 31 août 2006.
Les questions posées par Mme
Pieters sont dès lors prématurées.
CRIV 51
COM 934
26/04/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
zijn nog voorbarig. De periode moet worden afgewacht.
Enfin, j'ai en effet rencontré les représentants du secteur, le vendredi
saint, 14 avril 2006. J'ai pris note de leurs remarques et observations
quant au système de paiement échelonné. Par ailleurs, je leur ai fait
part d'une évaluation du système qui se fera dans les prochaines
semaines. En attendant les résultats de cette évaluation, toutes les
discussions restent ouvertes.
Op 14 april 2006, Goede Vrijdag
dus, heb ik de vertegenwoordigers
van de sector ontvangen en het
systeem zal in de loop van de
komende weken geëvalueerd
worden. Ondertussen kan er over
alles nog gepraat worden.
Ik wil er nog een zaak aan toevoegen. Tijdens de besprekingen is mij
heel duidelijk opgevallen dat het systeem van de gespreide betaling
op zich niet ter discussie staat. Daar zijn zij dus wel voorstander van,
in tegenstelling tot wat zeer vaak in het verleden werd beweerd. Het
gaat alleen om de voorwaarden. Wat dat betreft zijn de gesprekken
die we in navolging van het onderhoud van 14 april hebben
aangekondigd, nog volop aan de gang. Ik denk dus dat we die termijn
in alle geval, samen met de evaluatietermijn, moeten laten
plaatsgrijpen.
Lors de l'entretien, j'ai été frappé
par le fait que le système du
paiement étalé n'est pas mis en
cause, mais bien les conditions y
afférentes. La discussion du 14
avril n'a pas encore abouti. Nous
attendons donc le résultat de ces
concertations et de l'évaluation.
05.04 Véronique Ghenne (PS): Monsieur le ministre, je vous
remercie pour votre réponse dont j'entends bien que nous attendrons
l'évaluation du système. Je n'hésiterai pas à vous interpeller à ce
sujet.
Je voulais simplement souligner le fait que les négociants sont
favorables à l'échelonnement de la facture. Voilà qui est positif. Je
tiens quand même à rappeler que les frais relatifs au chauffage d'un
ménage constituent une part importante de ses revenus. Dès lors, il
est indispensable et essentiel de permettre aux ménages belges de
pouvoir se chauffer en promouvant l'échelonnement de la facture
mazout.
Je vous interrogerai donc à nouveau sur ce dossier.
05.04 Véronique Ghenne (PS):
De handelaars zijn dus niet afkerig
van het systeem van de gespreide
betaling, dat de gezinnen goed
uitkomt aangezien de
verwarmingskosten een grote hap
uit hun budget nemen.
05.05 Trees Pieters (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik stap hier niet zomaar over.
Het probleem was gekend van bij het begin. De sector is inderdaad
niet tegen een gespreide betaling. Vroeger bestond dit ook reeds. De
voorwaarden zijn evenwel veranderd en zijn voor de sector - ik zeg
niet voor de bedrijven - niet haalbaar. Men moet iets doen aan de
25%. U blijft hieraan vasthouden en herhalen dat het hetzelfde
systeem als vroeger is. Dat niemand zich heeft ingeschreven op uw
lijst onze vrees maakt dat dit systeem totaal onwerkbaar is. Indien
u nog wacht tot 31 augustus 2006, de periode van een mogelijke
evaluatie, vrees ik dat er voor die datum niks zal gebeuren. De inhoud
van de vergadering van 14 april laat me vermoeden dat er geen
oplossing is en alles uitgesteld is tot na 31 augustus, tenzij ik het
verkeerd heb begrepen.
05.05 Trees Pieters (CD&V): Le
secteur n'était pas et n'est toujours
pas opposé à l'échelonnement du
paiement qui existait déjà
auparavant mais dont les
conditions ont été revues. Le
ministre doit adapter la règle des
25% obligatoires. Le fait que la
liste reste vide prouve que le
système est inapplicable. La
situation ne changera d'ici au
31 août. La réunion du 14 avril
laisse supposer qu'aucun accord
n'a encore été conclu.
05.06 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer de voorzitter, wat dit
laatste punt betreft, wil ik het volgende kwijt.
Ik wil terugkeren naar de lijst die vroeger bestond. Op die lijst deden
vennootschappen aanbod van hetgeen thans in de voorwaarden is
opgenomen. Op zich is het merkwaardig dat zij zich niet hebben
heringeschreven. Ondertussen heb ik begrepen waarom. Er is een
05.06 Marc Verwilghen, ministre:
Il est étonnant de constater que
sur l'ancienne liste figuraient des
entreprises qui proposaient elles-
mêmes les conditions actuelles
mais qui, à présent, ne s'y
inscrivent pas. Je suppose qu'un
26/04/2006
CRIV 51
COM 934
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
merkwaardig groot verschil tussen de Belgische Petroleumfederatie,
de Belgische Petroleumunie en BRAFCO. De leden van de Belgische
Petroleumunie zijn ook lid van BRAFCO. Wat dit betreft, heeft men tot
op heden gevolg gegeven aan het ordewoord. Dat werd niet onder
stoelen of banken gestopt. Vraag is of men dat verder zal blijven
doen.
Men ziet wel in dat andere sectoren waar de gespreide betaling wel
van toepassing is, zoals gas en elektriciteit, een competitief voordeel
hebben. Indien op een bepaald ogenblik geen gelijkaardige of
vergelijkbare voorwaarden worden ingevoerd, zal dit nadelig werken
voor de oliesector. Zij voelen dit ook aan. Dat is de reden waarom ze
na 14 april hebben gevraagd zich hierover te mogen beraden. Ik ben
er niet zeker van of we op 1 mei zonder lijst zullen staan. Het heeft
geen zin een evaluatie te houden als er geen lijst is. Wachten tot eind
augustus heeft in die omstandigheden ook geen zin. De komende
weken zullen we meer te weten komen over de houding van de drie
groeperingen in kwestie. In het licht daarvan zal verder gehandeld
worden.
mot d'ordre est respecté au sein
du secteur. La question se pose
de savoir si la situation perdurera,
à présent que le secteur du gaz et
de l'électricité propose le paiement
étalé, acquérant ainsi un avantage
concurrentiel. C'est précisément la
raison pour laquelle la concertation
du 14 avril a été demandée. Dans
ces circonstances, il est en effet
vain d'attendre le 31 août. Nous
patienterons encore un peu, puis
nous agirons.
05.07 Trees Pieters (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, de discordantie tussen de petroleumfederatie, de
petroleumunie en BRAFCO is een oud zeer. Dat hebben we duidelijk
aangevoeld in het Apetra-dossier en in het dossier van de
stookoliepremie waar de federatie verplicht werd gedeeltelijk
tussenbeide te komen.
De discussie is bekend. De federatie is zogezegd rijk. De unie en
BRAFCO zijn de verdelers, die in het systeem boeten en eraan
verliezen, een van het toplevel van de unie uitgezonderd. Men zal zich
moeten beraden.
Ik ben al blij dat u zegt dat u met de sector aan tafel zit. De drie
spelers zijn niet van hetzelfde gehalte en de dezelfde inbreng. Ik geef
u nog wat tijd om u daarover te beraden. Wij zullen het blijven volgen.
Het heeft inderdaad geen zin om te wachten tot 31 augustus om de
knoop door te hakken.
De vraag is hoeveel er zich nog op de lijst zullen aandienen. Ik denk
dat alleen constructieve gesprekken met de sector, vooral met de
unie en BRAFCO, want zij zijn de verdelers die het naar de klanten
moeten brengen, een doorbraak kunnen opleveren. Ik denk dat het
raadzaam is om de gesprekken de komende weken voort te zetten en
desgevallend af te ronden.
05.07 Trees Pieters (CD&V): Le
problème de la relation entre les
trois associations ne date pas
d'hier. La Fédération pétrolière est
prétendument la plus riche.
BRAFCO et l'échelon inférieur de
l'Union pétrolière représentent les
distributeurs. Ils supportent les
coûts de ce système. La solution
ne pourra venir que de
discussions constructives avec les
trois acteurs présents sur le
marché.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van mevrouw Anne-Marie Baeke aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "de werking van SEMU" (nr. 11320)
06 Question de Mme Anne-Marie Baeke au ministre de l'Économie, de l'Énergie, du Commerce
extérieur et de la Politique scientifique sur "le fonctionnement de la SEMU" (n° 11320)
06.01 Anne-Marie Baeke (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, collega's, mijn vraag over de werking van SEMU
is ingegeven door het antwoord van Vlaamse minister van Cultuur
Bert Anciaux op een vraag van Vlaams volksvertegenwoordiger Dany
Vandenbossche over de werking van SEMU.
06.01 Anne-Marie Baeke (sp.a-
spirit): Le 16 février 2006, le
ministre flamand de la Culture, M.
Anciaux, a fustigé au Parlement
flamand le fonctionnement de la
CRIV 51
COM 934
26/04/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
De minister heeft nogal vrij zwaar uitgehaald naar SEMU. Hij hekelde
de agressieve toon van SEMU, de afdekkende overeenkomst die ook
werken dekt die niet in het repertoire zitten van SEMU, het redelijk los
omspringen met wat contractueel kan en wat niet kan - ik denk
bijvoorbeeld aan de bevestiging aan de Vlaamse koorkoepel dat er
zoveel gekopieerd mag worden als nodig, wat uitgevers ertoe aanzet
om processen aan te spannen - en het gebrek aan een duidelijke lijst
wat betreft de inhoud van het repertoire van SEMU.
Ik citeer letterlijk uit het antwoord van minister Anciaux: "Wie kan
bewijzen dat dit alles geen lege doos is waarvoor met
gemeenschapsgeld betaald wordt, want het zijn nu veelal de
gemeentelijke besturen die de licenties betalen?"
Minister Anciaux heeft in zijn antwoord ook gezegd dat hij, in
samenspraak en onderling overleg met zijn collega van Onderwijs,
minister Vandenbroucke, en u als federaal minister op korte termijn
consistente antwoorden over de reikwijdte van de
beheersovereenkomst wil.
Het gevolg op het terrein is dat heel wat Vlaamse scholen, koren en
fanfares zich afvragen of zij een licentie met SEMU moeten tekenen
of niet, zeker wanneer een Vlaams minister zich afvraagt of het al dan
niet een lege doos is.
Ik heb de volgende vragen. Ten eerste, zijn de vele klachten uit het
veld over SEMU bekend bij de controledienst op de
beheersvennootschappen? Wat zijn de bevindingen?
Ten tweede, heeft minister Anciaux al contact met u genomen over de
vragen die rijzen in verband met het dossier? Wat is de stand van
zaken op dit ogenblik?
SEMU, une société de gestion
d'éditeurs de musique. Il a
stigmatisé le ton agressif de la
société, la signature d'un accord
qui régit tout, y compris des
oeuvres qui ne font pas partie du
répertoire de la SEMU, la
nonchalance qui préside à
l'application des règles
contractuelles, la confirmation à la
fédération des choeurs flamands
que ces derniers peuvent réaliser
autant de copies qu'ils le désirent
et l'absence d'une liste du
répertoire. Le ministre s'est
également demandé si la SEMU
n'était pas une coquille vide
financée par des fonds
communautaires, vu que ce sont
généralement les administrations
communales qui payent les
licences. Il a annoncé sa volonté
de se concerter avec son collègue
flamand M. Vandenbroucke ainsi
qu'avec le ministre fédéral
Verwilghen afin de fournir
rapidement des réponses
cohérentes concernant la portée
de cette société de gestion.
À la suite de cette volée de bois
vert, les écoles et sociétés
musicales flamandes se
demandent à présent si elles
doivent signer une convention
avec la SEMU.
Quelle attitude adopte le Service
de Contrôle des sociétés de
gestion de droits face aux
nombreuses plaintes concernant
la SEMU? M. Verwilghen a-t-il déjà
été contacté par le ministre
flamand Anciaux au sujet de ce
dossier?
06.02 Minister Marc Verwilghen: Mevrouw Baeke, op uw eerste
vraag over een overzicht van de klachten kan ik u zeggen dat de
controledienst op de beheersvennootschappen in 2000 betreffende
SEMU twee vragen om advies in het kader van artikel 76 van de
auteurswet heeft ontvangen. Krachtens artikel 76 treedt de
vertegenwoordiger van de minister op hetzij uit eigen beweging, hetzij
op verzoek van de minister of van een belanghebbende.
In 2003 werd een advies gevraagd in het kader van artikel 76. Het
betrof een gezamenlijk initiatief van verschillende koepelorganisaties
uit de onderwijssector en de culturele sector in Vlaanderen en in
Brussel. In 2004 werden twee vragen gesteld omtrent
06.02 Marc Verwilghen, ministre:
Le Service de Contrôle des
sociétés de gestion de droits a
reçu deux demandes d'avis
concernant la SEMU en 2000. En
2003 également, différentes
fédérations faîtières se sont unies
pour solliciter un avis. Deux
questions ont été posées en 2004
et 2005 concernant les
conventions entre la SEMU et les
utilisateurs. Depuis début 2006, le
26/04/2006
CRIV 51
COM 934
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
overeenkomsten tussen SEMU en de gebruikers. In 2005 betrof het
eveneens twee vragen, maar dan betreffende de overeenkomst met
gebruikers. In 2006 werd tot nu toe een inlichtingsvraag ingediend. Er
werd een vraag gesteld betreffende de overeenkomst met gebruikers
en een advies gevraagd in het kader van artikel 76 van de auteurswet.
De vragen die aan de controledienst voorgelegd worden betreffen
hoofdzakelijk de representativiteit van SEMU, problemen bij het
raadplegen van het repertoire van SEMU, de tarieven van SEMU, de
verhouding tussen de vergoeding voor de reprografie en het
exclusieve reproductierecht en ten slotte de vraag waarom SEMU de
onderhandelingen met het Franstalig kunstonderwijs later gestart is
dan met het Nederlandstalig kunstonderwijs. Zo hebt u een volledig
overzicht.
Wat uw tweede vraag betreft, is mijn antwoord vrij kort. Ik kan u
melden dat ik met betrekking tot SEMU tot op heden niet
gecontacteerd ben door collega Anciaux.
Service de Contrôle a été contacté
trois fois concernant la SEMU.
La plupart des questions
concernent la représentativité de
la SEMU, les problèmes de
consultation du répertoire, les
tarifs, le rapport entre la
rémunération pour reprographie et
le droit de reproduction exclusif
ainsi que les raisons du
démarrage ultérieur des
négociations avec l'enseignement
artistique francophone.
Le ministre flamand, M. Anciaux,
ne m'a pas encore contacté à
propos de ce dossier.
06.03 Anne-Marie Baeke (sp.a-spirit): Ik dank de minister voor zijn
antwoord.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Vraag van mevrouw Anne-Marie Baeke aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "de verdere inning van de billijke vergoeding" (nr. 11321)
07 Question de Mme Anne-Marie Baeke au ministre de l'Économie, de l'Énergie, du Commerce
extérieur et de la Politique scientifique sur "la poursuite de la perception de la rémunération équitable"
(n° 11321)
07.01 Anne-Marie Baeke (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, het verhaal van Uradex kennen wij, denk ik,
allemaal in de commissie. Het betreft de inning van de billijke
vergoeding.
Mijn vraag is ingegeven naar aanleiding van een vrij uitgebreid
interview in De Morgen van half maart 2006, waar mevrouw
D'Haeseleer van de controledienst op de beheersvennootschappen
wel formeel bevestigt dat het feit dat Uradex zijn vergunning kwijt is,
niet betekent dat zij de billijke vergoeding niet meer zou innen.
Maar tegelijkertijd zegt zij letterlijk en ik citeer: "Het is niet omdat de
vennootschap die de inning doet, haar vergunning kwijt is, dat de wet
verandert. Maar het is inderdaad niet zo'n goed idee om nog meer
geld bij Uradex te doen toekomen. Wij denken aan een blokkering
van de instroom van gelden tot Uradex bewezen heeft dat zij het geld
dat zij al heeft ontvangen, mooi kan verdelen."
Mijnheer de minister, vandaar mijn twee vragen.
Hoe zal in de toekomst de inning van de billijke vergoeding praktisch
in zijn werk gaan? Is het inderdaad de bedoeling dat Uradex die
billijke vergoeding blijft innen? Waar gaat dat geïnde geld naartoe?
Zal dat al dan niet op een eigen rekening worden gestort?
Is er nu ruimte voor een ander beheersvennootschap die de taak van
Uradex kan overnemen? Wat als Uradex in de komende twee jaar
07.01 Anne-Marie Baeke (sp.a-
spirit): Uradex, la société de
gestion qui veillait à la
rémunération équitable des
artistes exécutants, s'est vu retirer
son autorisation. Une
représentante du service de
contrôle des sociétés de gestion a
déclaré dans "De Morgen" du 11
mars 2006 que cela ne signifiait
pas que les rémunérations
équitables ne devaient plus être
payées. On songe en revanche à
un blocage des fonds jusqu'à ce
qu'Uradex prouve que les moyens
perçus peuvent être distribués.
Comment se déroulera à présent
la perception de la rémunération
équitable et quelle sera
l'affectation des fonds? Peut-on
créer une autre société de gestion
qui prendrait le relais d'Uradex?
Qu'adviendra-t-il si Uradex
continue tout de même à distribuer
les fonds? Plusieurs sociétés de
gestion coexisteront-elles bientôt?
CRIV 51
COM 934
26/04/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
bijvoorbeeld kan bewijzen dat zij het geld dat zij al geïnd heeft, toch
goed kan verdelen, dus inderdaad tot een fatsoenlijk systeem
gekomen is? Is het denkbaar dat wij binnenkort in een chaotische
toestand terechtkomen waarbij er opnieuw, zoals in het verleden,
verschillende beheersvennootschappen naast mekaar zullen
bestaan?
07.02 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer de voorzitter, mevrouw
Baeke, een gelijkaardige vraag heb ik reeds eerder van mevrouw
Pieters gekregen. Ik zal u dus een gelijklopend antwoord moeten
geven.
Ten eerste, het klopt inderdaad dat de intrekking van de vergunning
van Uradex, de beheersvennootschap voor de uitvoerende
kunstenaars, niet tot gevolg heeft dat de billijke vergoeding niet meer
betaald zou moeten worden. De uitvoerende kunstenaars hebben
recht op de billijke vergoeding op basis van de artikelen 41 en 42 van
de auteurswet. De intrekking van de vergunning doet niets af aan de
geldigheid van die twee wetsartikelen. De billijke vergoeding blijft, met
andere woorden, verschuldigd.
Gelet op het feit dat de intrekking van de vergunning slechts gevolg
heeft na het verloop van twee jaar te rekenen vanaf de kennisgeving
van de intrekking, blijft Uradex gedurende die twee jaar effectief
bevoegd om de rechten van de uitvoerende kunstenaars te beheren,
met andere woorden de rechten te innen en ze ook te verdelen. In de
praktijk wordt de billijke vergoeding geïnd door Honebel voor de
horeca, FTB voor de bioscopen, Outsourcing Partners voor alle
andere belastingplichtigen, daartoe gemandateerd door Simim en
Uradex. Tot nader order verandert er dus niets op dat vlak.
Ten tweede, zoals reeds aangegeven in eerdere antwoorden, dient
het initiatief tot oprichting van een andere beheersvennootschap voor
het beheer van de rechten van de uitvoerende kunstenaars uit te gaan
van de sector zelf. De wet heeft dat zo gewild. Tot nu toe werden er
nog geen vergunningsaanvragen ingediend in het kader van artikel 67
van de auteurswet en van het koninklijk besluit van 6 april 1995
betreffende de vergunningen.
Indien Uradex de komende twee jaar kan bewijzen dat zij onder meer
in staat is om de geïnde gelden alsnog te verdelen, kan zij een
aanvraag indienen om opnieuw vergund te worden.
Of het denkbaar is dat wij opnieuw in een chaotische toestand
terechtkomen doordat verschillende beheersvennootschappen voor
uitvoerende kunstenaars naast elkaar bestaan, hangt volledig af van
de initiatieven die door de sector zelf genomen zullen worden. De
vraag die we op het einde misschien zullen moeten beantwoorden,
luidt of het wel goed was dat de wetgever gewild heeft dat het de
sector zelf is die dat verder zou inrichten. Laten wij dus minstens dát
afwachten in de komende weken en maanden.
07.02 Marc Verwilghen, ministre:
Le retrait de l'autorisation d'Uradex
ne signifie pas que la
rémunération équitable ne doit
plus être payée puisque les
artistes exécutants y ont droit en
vertu de la loi sur le droit d'auteur.
Uradex demeure compétente pour
la gestion des droits des artistes
exécutants jusqu'à deux ans après
la notification du retrait de
l'autorisation.
Les rémunérations équitables sont
perçues par Honebel pour
l'horeca, par FTB pour les
cinémas et par Outscourcing
Partners pour tous les autres
contribuables. Ces trois
organismes sont mandatés à cet
effet par la Simim et Uradex.
Conformément à la loi sur le droit
d'auteur, l'initiative de créer une
nouvelle société de gestion
appartient au secteur. Aucune
demande d'autorisation n'a été
introduite à ce jour. Si Uradex
prouve que les fonds peuvent être
payés, une demande de
renouvellement de l'autorisation
peut être introduite.
La coexistence de plusieurs
sociétés de gestion n'est possible
que si le secteur prend des
initiatives à cette fin.
07.03 Anne-Marie Baeke (sp.a-spirit): Mijnheer de minister, ik dank
u voor uw antwoord.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
26/04/2006
CRIV 51
COM 934
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
De voorzitter: Collega's, de vragen van de dames Burgeon en Meeus worden uitgesteld.
08 Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "de kosten en de toewijzing van de ontmanteling van
Belgonucleairee" (nr. 11397)
08 Question de M. Servais Verherstraeten au ministre de l'Économie, de l'Énergie, du Commerce
extérieur et de la Politique scientifique sur "le coût et les modalités d'attribution des travaux de
démantèlement de Belgonucleairee" (n° 11397)
08.01 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, mijn vraag heeft betrekking op de jammerlijke
gevolgen van de pijnlijke sluiting van Belgonucleaire te Dessel. De
productie wordt op dit ogenblik langzamerhand stopgezet. Straks zal
moeten worden overgegaan tot de conditionering voor het transport
van de buitenlandse splijtstoffen die nog op het bedrijf aanwezig zijn
en vervolgens moet ook worden overgegaan tot de ontmanteling van
de fabriek, nadat daarvoor de nodige vergunningen zijn verkregen.
Dat zal hoe dan ook maatschappelijke gevolgen hebben in de streek.
Bovendien zal de ontmanteling uiteraard een belangrijk prijskaartje
hebben. Ik zou graag met u van gedachten wisselen over enerzijds
het prijskaartje en anderzijds wie de activiteiten zal uitvoeren. Ten
eerste, op hoeveel worden de ontmantelingskosten geraamd,
mijnheer de minister? Zijn hiervoor de nodige kredieten uitgetrokken?
Destijds liep er een verzekering. Ik heb begrepen dat die verzekering
werd opgezegd. Zijn er waterdichte garanties? Zo ja, welke? Zo neen,
waarom niet? Wat wordt hieraan gedaan?
Mijn volgende vragen hebben betrekking op de ontmanteling zelf, de
timing, de toewijzingsprocedure en de uitvoeringstermijn. Een tweetal
maanden geleden hebt u op vragen van collega's Creyf en Goyvaerts,
terecht, het standpunt vertolkt dat de ontmanteling het beste gebeurt
door expertise die in België aanwezig is en dus door bedrijven die in
België aanwezig zijn. Ook de collega's waren, net zoals u, hierom
bekommerd.
Wat kunnen wij en wat kunt u als minister assertief doen om het
proces met respect voor de aanbestedingsprocedures te begeleiden,
zodat Belgische bedrijven erbij betrokken kunnen worden. Ik denk
meer in het bijzonder aan de bedrijven in de regio, waar expertise op
dit vlak aanwezig is.
De Belgische overheid is voor 50% medeaandeelhouder van
Belgonucleaire. Welke rol zal de Belgische overheid via haar
bestuurders, aangeduid door het SCK, spelen bij de beslissingen die
moeten worden genomen door het bedrijf op het vlak van de
ontmantelingsprocedure? Welke standpunten hebben de
vertegenwoordigers van de Belgische overheid verdedigd? In welke
mate hebben zij de standpunten die u hebt vertolkt in uw antwoord op
de vragen van de collega's, vertolkt? Welke stappen kunnen wij nog
ondernemen om een en ander te helpen sturen?
08.01 Servais Verherstraeten
(CD&V): La Belgonucléaire devra
être démantelée, ce qui entraînera
pour la Région non seulement des
conséquences sociales
importantes mais aussi des coûts
financiers énormes.
A combien est estimé le coût de
ce démantèlement? Les crédits
nécessaires à cette fin sont-ils
disponibles?
Quel calendrier a été fixé? Quelle
sera la procédure d'attribution? Le
ministre peut-il nous assurer que
des entreprises belges, qui
disposent de la compétence
requise en la matière, effectueront
ce démantèlement? Quel rôle les
pouvoirs publics joueront-ils dans
le cadre de cette procédure en
leur qualité d'actionnaires de la
Belgonucléaire? Quelle position
ont adoptée les membres du
conseil d'administration désignés
par le Centre d'études de l'énergie
nucléaire (CEN)?
08.02 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer de voorzitter, collega
Verherstraeten, de kosten voor de ontmanteling van de fabriek van
Belgonucleaire worden in de economische condities van 2006
geëvalueerd op 92 miljoen euro. Belgonucleaire beschikt zeker over
de nodige financiële middelen en desbetreffende activa. De
jaarrekeningen van 2005, waarvan u weet dat ze in mei 2006 zullen
08.02 Marc Verwilghen, ministre:
Dans les conditions économiques
actuelles, le coût du
démantèlement de l'usine est
évalué à 92 millions d'euros.
L'entreprise dispose des moyens
CRIV 51
COM 934
26/04/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21
worden vrijgegeven, zullen dat in elk geval bevestigen. De
jaarrekeningen zelf worden door de bedrijfsrevisoren geanalyseerd en
geverifieerd conform de wettelijke bepalingen terzake. U hebt ook de
vraag gesteld "zo neen, waarom niet", maar dat is dus niet van
toepassing.
Ik kom tot de uitvoeringstermijn en de timing. De eerste stap is het
verkrijgen door Belgonucleaire van de nodige
ontmantelingsvergunning. BN heeft de vergunningsaanvraag bij het
FANC in de loop van de maand april ingediend en verwacht dat de
vergunning verleend zal worden binnen een termijn van twee tot vier
jaar. Dat is de normale termijn die daarvoor voorzien is. De tweede
stap is dan de uitvoering van de ontmanteling zelf. Daarvoor is in een
termijn voorzien die loopt van drie tot vijf jaar.
Nadat de ontmantelingsvergunning bekomen wordt van de bevoegde
overheid, zal de ontmanteling van de fabriek uitgevoerd worden via
een organisatie die door Belgonucleaire te gepasten tijde met een
extern bedrijf zal gedefinieerd worden. Met dit extern bedrijf zal
overeengekomen worden dat ex-Belgonucleaire-medewerkers die
zich willen inschakelen voor de ontmanteling van de fabriek, prioriteit
zullen krijgen bij de selectie van hun personeelsbestand om de
effectieve ontmanteling dan uit te voeren.
Het ontmantelingsafval zal vervolgens overgemaakt worden aan het
NIRAS en verder verwerkt worden in de installaties van zijn industriële
operator, met name Belgoprocess in Dessel.
Bedrijven kunnen op verschillende niveaus deelnemen aan het
ontmantelingsproject van Belgonucleaire, als hoofdcontractant en als
leverancier van specifieke diensten. Een aantal bedrijven uit de regio
komt vanzelfsprekend in aanmerking voor die laatste diensten.
De Belgische overheid is, zoals u weet, via het Studiecentrum voor
Kernenergie in Mol aanwezig in de raad van bestuur van
Belgonucleaire. De toewijzing is nu nog niet besproken, maar dat zal
besproken worden in het licht van de elementen die ik daarnet heb
aangegeven. Dat is de positie die zal worden ingenomen door de
vertegenwoordiger van de Belgische overheid.
financiers et des actifs
nécessaires. Les comptes annuels
de 2005 seront publiés en mai
2006 et seront analysés par le
réviseur d'entreprise.
La Belgonucléaire doit d'abord
obtenir un permis de
démantèlement pour lequel une
demande a été introduite auprès
de l'Agence fédérale de contrôle
nucléaire (AFCN). Le permis sera
octroyé dans un délai de deux à
quatre ans. Pour le
démantèlement, il faut compter de
trois à cinq ans.
La Belgonucléaire réglera
l'organisation du démantèlement
en concertation avec une
entreprise externe. Les anciens
collaborateurs de la
Belgonucléaire auront la priorité
lors de la sélection du personnel.
Les déchets issus du
démantèlement seront traités par
Belgoprocess, à
Dessel.
Différentes entreprises
contribueront au démantèlement.
Pour la prestation de services
spécifiques, il sera fait appel à des
entreprises de la région.
Les autorités belges sont
représentées par l'entremise du
CEN au conseil d'administration.
L'attribution des marchés sera
discutée ultérieurement.
08.03 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de minister, dat
laatste lijkt mij hoe dan ook relevant. Mag ik uit uw woorden afleiden
dat, van uwentwege als voogdijminister, aan deze vertegenwoordigers
de opdracht wordt gegeven om dat standpunt in de raad van bestuur
te vertolken?
Mag ik daarenboven ook nog een suggestie doen? Het FANC zal
uiteindelijk, uiteraard onder de nodige veiligheidsmodaliteiten, een
vergunning afleveren. Mij lijkt het echter niet overbodig dat die
vergunning niet alleen rekening houdt met de terechte prioriteiten van
de ex-werknemers van Belgonucleaire, zij kennen het bedrijf, zij
weten wellicht het best hoe Belgonucleaire moet worden ontmanteld,
maar dat daarnaast, bij de ontmantelingsactiviteiten, ook prioriteit zou
worden gegeven aan expertise in het land en meer specifiek in de
regio aanwezig. Immers, ik deel uw mening dat voor specifieke
diensten de bedrijven in de regio best in aanmerking komen, maar ik
meen ook dat voor de hoofdopdracht en voor het hoofdgegeven
eigenlijk zulks eveneens het geval is en ik zou dit ook graag
08.03 Servais Verherstraeten
(CD&V): J'espère que le ministre
demandera aux représentants de
veiller à ce que les entreprises
locales soient associées au
démantèlement. Notre pays
dispose d'une expertise suffisante
pour que le contrat principal puisse
également être confié à une
entreprise belge.
26/04/2006
CRIV 51
COM 934
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22
geëxpliciteerd zien. Mij lijkt dit een onderdeel te moeten kunnen
vormen van de later te verlenen vergunning door het FANC.
08.04 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer Verherstraeten, wat uw
laatste opmerking betreft, inhoudelijk heb ik geen moeite met de
stelling die u verdedigd. Alleen zou het misplaatst zijn dat de minister
van Economie, die niet de voogdijminister is van het FANC, daarin
positie zou innemen.
Ik denk dat u op dit onderdeel van uw vraag best de aandacht van de
minister van Binnenlandse Zaken, die dan wel de voogdijminister van
het FANC is, vestigt. Mij lijkt het normaal dat het in die zin zou
evolueren en ook wordt opgevat. Het is in elk geval zo dat dit mijn
instructie is aan onze vertegenwoordigers, wat ons aandeel betreft,
via het SCK.
08.04 Marc Verwilghen, ministre:
Je n'y vois aucun inconvénient,
mais je ne puis prendre position
en la matière, étant donné que
l'AFCN relève de la compétence
du ministre de l'Intérieur.
08.05 Servais Verherstraeten (CD&V): Ik dank de minister voor zijn
antwoord. Ik zal de minister van Binnenlandse Zaken er ook over
ondervragen.
Bij de minister van Energie pleit ik ervoor dat hij het aan zijn collega
eveneens souffleert.
De voorzitter: Mijnheer de minister, er wordt dus een energieke aanpak gevraagd.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Vraag nr. 11399 van mevrouw Dieu is uitgesteld.
De bespreking van de vragen en interpellaties eindigt om 15.15 uur.
La discussion des questions et interpellations se termine à 15.15 heures.