CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 932
CRIV 51 COM 932
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DE L
'I
NTÉRIEUR
,
DES
A
FFAIRES
GÉNÉRALES ET DE LA
F
ONCTION PUBLIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
B
INNENLANDSE
Z
AKEN
,
DE ALGEMENE
Z
AKEN EN HET
O
PENBAAR
A
MBT
mardi
dinsdag
25-04-2006
25-04-2006
Après-midi
Namiddag
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE






























cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders ­ Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu inté-
gral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit des
interventions ; les annexes se trouvent dans une brochure
séparée (PLEN: couverture blanche; COM: couverture
saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken; de
bijlagen zijn in een aparte brochure opgenomen
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
Plenum
COM
réunion de commission
COM
Commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 932
25/04/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i

SOMMAIRE
INHOUD
Question de M. Mark Verhaegen au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "la tenue de
base de la police intégrée" (n° 11113)
1
Vraag van de heer Mark Verhaegen aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de basiskledij van de geïntegreerde
politie" (nr. 11113)
1
Orateurs: Mark Verhaegen, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Mark Verhaegen, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de M. Mark Verhaegen au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "les contrôles
routiers axés sur la consommation de drogues"
(n° 11194)
3
Vraag van de heer Mark Verhaegen aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de verkeerscontroles naar
drugsgebruik" (nr. 11194)
3
Orateurs: Mark Verhaegen, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Mark Verhaegen, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de Mme Sabien Lahaye-Battheu au
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur
"la situation quant au traitement des demandes
d'intervention financière de l'État après les pluies
abondantes des 3 et 4 juillet 2005" (n° 11277)
5
Vraag van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan
de vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken over "de stand van zaken in
de behandeling van de aanvragen tot financiële
Staatstussenkomst na de overvloedige regenval
van 3 en 4 juli 2005" (nr. 11277)
5
Orateurs: Sabien Lahaye-Battheu, Patrick
Dewael
, vice-premier ministre et ministre de
l'Intérieur
Sprekers: Sabien Lahaye-Battheu, Patrick
Dewael
, vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de M. Joseph Arens au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "l'occupation
de plusieurs églises par des sans-papiers"
(n° 11335)
7
Vraag van de heer Joseph Arens aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de bezetting van verscheidene
kerken door mensen zonder papieren" (nr. 11335)
7
Orateurs: Joseph Arens, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Joseph Arens, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de M. Joseph Arens au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "la formation
préparatoire des agents auxiliaires de police dans
le cadre de la promotion sociale" (n° 11336)
10
Vraag van de heer Joseph Arens aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de voorbereidende opleiding van de
hulpagenten van politie in het kader van de
sociale promotie" (nr. 11336)
10
Orateur: Joseph Arens
Spreker: Joseph Arens
Question de M. Joseph Arens au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "les arrêtés
de nomination à la police fédérale" (n° 11337)
11
Vraag van de heer Joseph Arens aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de benoemingsbesluiten bij de
federale politie" (nr. 11337)
11
Orateurs: Joseph Arens, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Joseph Arens, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de M. Joseph Arens au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "l'emploi de
personnel CALog en vue d'assurer 'l'accueil' dans
les bâtiments de la police fédérale" (n° 11338)
12
Vraag van de heer Joseph Arens aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "het inzetten van CALog-personeel
voor 'onthaaltaken' in de gebouwen van de
federale politie" (nr. 11338)
12
Orateurs: Joseph Arens, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Joseph Arens, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de Mme Marie Nagy au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "la diffusion
14
Vraag van mevrouw Marie Nagy aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
14
25/04/2006
CRIV 51
COM 932
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
d'images des centres fermés" (n° 11284)
Zaken over "het uitzenden van beelden van de
gesloten centra" (nr. 11284)
Orateurs: Marie Nagy, Patrick Dewael, vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Marie Nagy, Patrick Dewael, vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken
Question de M. Servais Verherstraeten au vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la
situation de séjour précaire des étrangers qui ne
peuvent être rapatriés (les étrangers qui ne
peuvent pas rentrer dans leur pays pour des
raisons indépendantes de leur volonté)"
(n° 11341)
16
Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de
vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de precaire verblijfssituatie van niet-
repatrieerbare vreemdelingen (vreemdelingen die
buiten hun wil om niet kunnen terugkeren)"
(nr. 11341)
16
Orateurs: Servais Verherstraeten, Patrick
Dewael
, vice-premier ministre et ministre de
l'Intérieur
Sprekers: Servais Verherstraeten, Patrick
Dewael
, vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de Mme Marleen Govaerts au vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les
lieux de résidence de la terroriste turque F. Erdal"
(n° 11348)
20
Vraag van mevrouw Marleen Govaerts aan de
vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de verblijfplaatsen van de Turkse
terroriste F. Erdal" (nr. 11348)
20
Orateurs: Marleen Govaerts, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers:
Marleen Govaerts, Patrick
Dewael, vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de Mme Magda De Meyer au vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les
contrats de sécurité et de prévention 2006"
(n° 11367)
22
Vraag van mevrouw Magda De Meyer aan de
vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de veiligheids- en
preventiecontracten 2006" (nr. 11367)
22
Orateurs: Magda De Meyer, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Magda De Meyer, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de M. Éric Libert au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "l'enquête
menée par la VUB avec l'appui du registre
national du SPF Intérieur" (n° 11375)
23
Vraag van de heer Éric Libert aan de vice-eerste
minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"de enquête die de VUB met de steun van de
dienst van het rijksregister van de
FOD Binnenlandse Zaken organiseert"
(nr. 11375)
23
Orateurs: Éric Libert, Patrick Dewael, vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Éric Libert, Patrick Dewael, vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken
Question de M. Éric Libert au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "l'attitude de
la police à l'aéroport de Bruxelles-National à
l'égard des passagers allophones" (n° 11376)
25
Vraag van de heer Éric Libert aan de vice-eerste
minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"de houding van de politie ten aanzien van
anderstalige passagiers op de luchthaven van
Brussel-Nationaal" (nr. 11376)
25
Orateurs: Éric Libert, Patrick Dewael, vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Éric Libert, Patrick Dewael, vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken
Question de Mme Nahima Lanjri au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "les enfants
dans les centres fermés" (n° 11377)
27
Vraag van mevrouw Nahima Lanjri aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "kinderen in gesloten centra"
(nr. 11377)
27
Orateurs: Nahima Lanjri, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Nahima Lanjri, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de Mme Marleen Govaerts au vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les
rixes entre Indiens à Saint-Trond et aux alentours"
31
Vraag van mevrouw Marleen Govaerts aan de
vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "rellen met Indiërs in en rond Sint-
31
CRIV 51
COM 932
25/04/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
iii
(n° 11379)
Truiden" (nr. 11379)
Orateurs: Marleen Govaerts, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers:
Marleen Govaerts, Patrick
Dewael, vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
CRIV 51
COM 932
25/04/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DE L'INTERIEUR,
DES AFFAIRES GENERALES ET
DE LA FONCTION PUBLIQUE
COMMISSIE VOOR DE
BINNENLANDSE ZAKEN, DE
ALGEMENE ZAKEN EN HET
OPENBAAR AMBT
du
MARDI
25
AVRIL
2006
Après-midi
______
van
DINSDAG
25
APRIL
2006
Namiddag
______

La séance est ouverte à 14.33 heures par M. Joseph Arens, président.
De vergadering wordt geopend om 14.33 uur door de heer Joseph Arens, voorzitter.
01 Vraag van de heer Mark Verhaegen aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de basiskledij van de geïntegreerde politie" (nr. 11113)
01 Question de M. Mark Verhaegen au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la tenue de
base de la police intégrée" (n° 11113)
01.01 Mark Verhaegen (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, in zijn omzendbrief van 7 november 2001 kondigde uw
voorganger, minister van Binnenlandse Zaken Duquesne, aan dat hij
een koninklijk besluit over de basisuitrusting zou opstellen dat de
samenstelling, de dracht en de bevoorrading van de basisuitrusting
van de geïntegreerde politie zou regelen. Die omzendbrief had de
bedoeling uitleg te verstrekken over de wetgevende en
reglementerende teksten die toen eerlang zouden verschijnen.

Minister Duquesne hanteerde ­ volgens hem wegens tijdsgebrek ­
een vrij merkwaardige werkwijze. Het was immers altijd nog mogelijk
beleidsvoorbereidend werk te verrichten. Tot op heden is er van dat
wetgevend werk niet veel in huis gekomen. Voor eenmaal is dat
misschien gelukkig, want het huidige systeem zorgt niet alleen voor
een grote administratieve werklast. Het is ook zeer moeilijk te
hanteren door de overheden en de korpschefs die een gezond
financieel beleid willen voeren. Dat maakt de begroting van een
bedrag dat mag worden gespendeerd, uiteraard niet gemakkelijk.

In een informatieblaadje aan de personeelsleden van de
geïntegreerde politie wordt door de federale politie verduidelijkt dat
het puntensysteem in het belang van de dienst moet worden benut.
Daarnaast vermeldt men dat personeelsleden die op rust worden
gesteld, zich toch nog bijvoorbeeld sportkledij zouden kunnen
aanschaffen. Die twee aanbevelingen staan volgens mij haaks op
elkaar. Het aanbieden van sportkledij aan personeelsleden die snel
het korps zullen verlaten, bijvoorbeeld omdat zij met pensioen gaan, is
zeker niet in het belang van de dienst. Die dubbelzinnigheid leidt tot
verschillende praktijken in onze 196 politiezones en in de
verschillende diensten van de federale politie.

Een ander probleem duikt geregeld op bij mobiliteit van de agenten.
Heel wat korpsen laten hun personeelsleden bij mobiliteit niet toe het
01.01 Mark Verhaegen (CD&V):
Dans une circulaire du 7
novembre 2001, l'ancien ministre
Duquesne avait annoncé un arrêté
royal sur la composition, le port et
l'approvisionnement de
l'équipement de base de la police
intégrée. Depuis lors, cet arrêté
n'a toujours pas été promulgué.

Le système de points actuel
entraîne une charge administrative
considérable. Il est, d'autre part,
d'un emploi extrêmement
complexe pour les chefs de corps
et les autorités qui veulent
s'assurer une gestion financière
saine. Dans la revue d'information
du personnel, la police fédérale
précise que le système de points
doit être utilisé dans l'intérêt du
service mais indique, d'autre part,
que les membres du personnel qui
prennent leur pension peuvent
encore acquérir des tenues de
sport. Ce n'est pourtant pas dans
l'intérêt du service ! Cette
ambiguïté entraîne des
applications fort diverses dans les
196 zones de police.

Un autre problème se pose à
intervalles réguliers sur le plan de
25/04/2006
CRIV 51
COM 932
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
puntensaldo op te gebruiken. Hierdoor worden de kosten
doorgeschoven naar de ontvangende korpsen. Ook hier is diversiteit
troef en is er weinig sprake van een geïntegreerde politie.

Een derde en laatste probleem is dat de federale overheid niet in staat
is haar aspiranten de beloofde basisuitrusting full aan te bieden. Dat
heeft andermaal tot gevolg dat de kosten om aan een full uitrusting te
geraken, worden doorgeschoven naar de korpsen die de aspiranten
aanwerven. Eens te meer worden hier de kosten van het federaal op
het lokaal niveau afgewenteld.

Mijnheer de minister, ik wil u daarom een drietal vragen stellen. Ten
eerste, in hoeverre overweegt u, teneinde de administratieve werklast
van het systeem te verminderen en meer blauw op straat te krijgen,
belangenconflicten te vermijden en het statuut op een gelijke manier
toe te passen, het puntensysteem grondig te evalueren en eventueel
te vervangen door een kledijvergoeding?

Ten tweede, wanneer verwacht u dat het koninklijk besluit
basisuitrusting zal worden uitgevaardigd?

Ten slotte, wanneer zal de federale politie, die al op 1 januari 2001
opgericht werd, in staat zijn om alle in de rondzendbrief vermelde
uitrustingsstukken te leveren?

Ik dank u voor het antwoord.
la mobilité interne. Beaucoup de
corps ne permettent pas à leurs
membres du personnel qui mutent
d'épuiser leur solde de points de
telle sorte que le coût lié à ce
solde est déplacé vers le nouveau
corps des intéressés. Ici aussi, on
constate une diversité
surabondante et on ne trouve, au
fond, nulle trace d'une police
intégrée. Par-dessus le marché, le
pouvoir fédéral n'est pas à même
d'offrir intégralement à ses
aspirants l'équipement de base
promis, si bien que ce coût est
également déplacé vers les corps
qui recrutent ces aspirants.

Le ministre envisage-t-il de
soumettre le système des points à
une évaluation approfondie et de
le remplacer, le cas échéant, par
une indemnité pour la tenue?
Quand l'arrêté royal relatif à
l'équipement de base sera-t-il
enfin promulgué? Quand la police
fédérale sera-t-elle en mesure de
fournir à son personnel tout
l'équipement mentionné dans la
circulaire?
01.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de dienstdoende voorzitter,
collega, ik kan u meedelen dat in de artikels 20 en 21 van het ontwerp
van Koninklijk Besluit, wordt voorzien in een uniformcommissie. Deze
commissie zal ten minste om de vijf jaar de noodzaak tot
herwaardering van het puntenaantal onderzoeken en ook adviezen
verstrekken inzake alle aspecten van het uniform. Dit ontwerp van KB,
houdende de regeling van het uniform van de geïntegreerde politie,
zal eerstdaags tot ondertekening worden voorgelegd.

In het kader van meer blauw op straat, was de eerste bezorgdheid
van de federale politie inderdaad, zoals u terecht heeft aangestipt, de
totstandkoming van de essentiële stukken van de basisuitrusting. Ik
kan u meedelen dat de stukken van de basisuitrusting vandaag
beschikbaar zijn, met uitzondering van thermisch ondergoed,
rolkraag, dienstkaarthouder, de panty's, de beschermhoes van de
kepie en de broekrok. Deze stukken maken er geen deel van uit. Ze
zullen op het einde van dit jaar, begin 2007, effectief beschikbaar zijn.
01.02 Patrick Dewael, ministre:
Le projet d'arrêté royal prévoit la
constitution d'une commission
`uniformes' qui examinera tous les
cinq ans au moins la nécessité de
revaloriser le nombre de points et
qui formulera un avis en la
matière. Ce projet sera signé dans
les tout prochains jours.

Dans le cadre de l'objectif d'une
présence policière accrue dans les
rues, la première préoccupation de
la police fédérale concernait la
mise à disposition des éléments
essentiels de l'équipement de
base. La plupart de ces éléments
sont à présent disponibles et les
pièces manquantes seront
fournies début 2007.
01.03 Mark Verhaegen (CD&V): Mijnheer de minister, ik dank u voor
uw antwoord. U sprak over het puntensysteem en de
kledijvergoeding. Ik heb, als burgemeester, nog een klein korps geleid
met een politiecommissaris en enkele agenten. Ik weet nog dat het
heel goed werkte en dat men volgens de noodwendigheden het
uniform of de uitrusting kon aankopen. Het voordeel zou zijn dat men
01.03 Mark Verhaegen (CD&V):
Afin de maîtriser les coûts de
fonctionnement des services de
police, il faudra éviter que des
excès ou des abus se produisent.
Le système à points doit être
CRIV 51
COM 932
25/04/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
een soort van verdeelsleutel heeft en een soort rugzakje meekrijgt
met kledijkrediet, als men overgeplaatst wordt. Het puntensysteem
blijft dus eigenlijk bestaan. Men kan punten opsparen en men wil die
dan in extremis, op het laatste ogenblik, nog te gelde maken.

Ik geef een voorbeeld. Het aanbieden van sportkledij is blijkbaar wel
nog begrepen in het systeem. Welnu, ik heb mij laten vertellen dat
een aantal mannelijke personeelsleden zelfs badpakken hebben
besteld voor hun vrouwen of levensgezellinnen. Ik stel dus voor om
daarop wat aandachtiger toe te zien. Het is in het belang van de
dienst, en van de betaalbaarheid van de politie, dat dergelijke
excessen uitgesloten kunnen worden. Daarom wil ik u nog de goede
raad geven om iets te doen aan alle mogelijke wantoestanden. Ik zeg
niet dat iedereen dit doet, maar ik heb op het terrein wel vastgesteld
dat dergelijke zaken gebeuren.

Als er dan toch een puntensysteem is, dan moet men zich beperken
tot wat nodig is voor de uitrusting van de politie. Ik hoop ook dat de
nieuwkomers, de rekruten, voldoende gekleed zullen worden door de
federale politie. Ik stel vast dat die mensen bij ons aankomen in
"gendarmebroeken". Zij moeten nog helemaal gekleed worden. De
federale overheid zou dus iets meer inspanningen moeten doen
daarvoor.
modifié. J'espère que le
gouvernement fédéral s'efforcera
aussi de munir les nouvelles
recrues des équipements
nécessaires.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Vraag van de heer Mark Verhaegen aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de verkeerscontroles naar drugsgebruik" (nr. 11194)
02 Question de M. Mark Verhaegen au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les contrôles
routiers axés sur la consommation de drogues" (n° 11194)
02.01 Mark Verhaegen (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik heb u nog ondervraagd, schriftelijk en mondeling, over
verkeerscontroles en druggebruik. Ik heb u gezegd dat de cijfers
verontrustend zijn en dat er meer druggebruik is dan ooit tevoren. Ook
in het verkeer zijn er heel wat problemen.

Na mijn schriftelijke vraag van 2 december 2005 hebt u cijfers
gegeven volgens dewelke de lokale politiediensten quasi geen
controles naar druggebruik in het verkeer meer uitvoeren. De federale
politie daarentegen zou in 2005 plots het tienvoudige aan
drugcontroles in het verkeer hebben uitgevoerd in vergelijking met
2004. Dat is voor mij totaal onwaarschijnlijk. Nergens blijkt uit de
bewuste tabel van de federale politie op welk grondgebied, in welke
gemeente of politiezone, dergelijke controles verricht werden noch
welke drugs bij deze controles geviseerd werden. Bovendien werd
altijd gesteld dat politionele aangelegenheden inzake weggebruik een
basisfunctie zijn van de lokale politie, terwijl hier vrijwel alleen federale
opdrachten inzake drugcontrole worden verstrekt. Vandaar mijn
vragen.

Mijnheer de minister, bent u zich bewust van het veiligheidsprobleem
door het gebruik van drugs in het verkeer? Hoe verklaart u de
frappante daling van het aantal drugcontroles door de lokale politie,
terwijl gelijktijdig er een spectaculaire toename is bij de federale
politie? Welke methode werd hier door de federale politie toegepast?
Hoeveel manuren ­ dit om een vergelijking te kunnen maken ­
02.01 Mark Verhaegen (CD&V):
Il ressort des statistiques de 2005
que depuis un certain temps, la
police locale contrôle à peine la
présence de consommateurs de
drogues dans la circulation. En
revanche, la police fédérale aurait
contrôlé ce phénomène pas moins
de dix fois plus qu'en 2004. Mais
cette annonce manque totalement
de crédibilité car elle n'est étayée
par aucune information concernant
le lieu de ces contrôles et la nature
des drogues visées. En outre, la
surveillance de la circulation
routière est expressément une
fonction de base de la police
locale.

Le ministre est-il informé de ce
problème de sécurité routière dû à
la consommation de drogues par
certains usagers de la route?
Combien d'heures-hommes la
police fédérale a-t-elle consacrées
à ces contrôles spécifiques et où
25/04/2006
CRIV 51
COM 932
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
werden hieraan besteed? Welke locaties werden hiervoor
uitgekozen? Welke concrete initiatieven zult u nemen om
drugcontroles in het verkeer op te voeren? Welke maatregelen zult u
nemen om het afnemen van drugcontroles in het verkeer op het
terrein te vereenvoudigen voor de politiefunctionarissen? Hoe ver
staat het bijvoorbeeld met het project Rosita II dat u al hebt
aangekondigd? Kunt u daarvan reeds resultaten voorleggen?
a-t-elle effectué ces contrôles?
Quelles initiatives le ministre
compte-t-il prendre pour étendre et
simplifier ces contrôles? À quels
résultats a abouti le projet ROSITA
2?
02.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, ik verwijs eerst
en vooral naar mijn antwoord in de commissievergadering van 23
november, op een gelijkaardige vraag. De nieuwe vraag is gebaseerd
op cijfers van het jaar 2005. Die zijn afkomstig van de vereniging van
alcohol en andere drugproblemen. Uit mijn vorig antwoord hebt u
kunnen opmaken dat het vrij moeilijk is inzake die materie überhaupt
aan volledige gegevens te geraken. Ik heb toen alle politiezones laten
bevragen inzake de jaren 2003 en 2004. Ik heb die resultaten dan ook
meegedeeld.

Navraag bij de diensten van de federale politie en ook bij de
genoemde vereniging, bevestigt niet dat de controles op drugs in het
verkeer zo'n wending zouden hebben gekend. De federale politie
deelt mij mee dat voor het jaar 2005 er eigenlijk nog geen gegevens
aan de VAD werden verstrekt.

Om geldige uitspraken te kunnen doen over de evolutie van het aantal
controles moeten alle lokale politiezones opnieuw afzonderlijk worden
bevraagd. Dat vraagt tijd. Ik beschik ook niet over de gegevens van
de lokale politie voor 2005. Wat de federale politie betreft, werden er
in 2004 door de wegpolitie in totaal 4.988 manuren pro-actieve
controles verricht naar drugs achter het stuur. Voor 2005 was dat
cijfer 4.130 manuren. Dus, van een vertienvoudiging is alvast geen
sprake.

In totaal werden er 525 testbatterijen afgenomen in 2004 en 398 in
2005.

De locaties worden uitgekozen op autosnelwegen of aanverwante
wegen en waar het risico zich het meest voordoet, in de buurt van
bijvoorbeeld dansgelegenheden of op locaties waar houseparty's
plaatsvinden.

De federale en de lokale politie nemen ook deel aan internationale
acties die gericht zijn tegen drugtoerisme en grensoverschrijdende
drugcriminaliteit. Ik denk bijvoorbeeld aan de actie "Etoile" van
september vorig jaar en aan de toch wel spectaculaire resultaten die
aan die actie kunnen worden gelinkt.

Door de federale politie worden nu jaarlijks de
verkeersonveiligheidfenomenen geanalyseerd en wordt ook in een
deel van de capaciteit daarvoor voorzien. Tevens zullen de resterende
personeelsleden die de opleiding "drugs in het verkeer" nog niet
hebben gehad, alsnog die opleiding moeten volgen.

Het Rosita II-project is een project van de Europese Commissie met
betrekking tot de evaluatie van een mondvochttest voor
drugscontroles in het verkeer. Ik heb u de vorige keer geantwoord dat
de resultaten van dit project in het eerste semester van dit jaar
werden verwacht.
02.02 Patrick Dewael, ministre:
J'ai déjà répondu de façon
circonstanciée à une question
similaire le 23 novembre 2005 en
fournissant les chiffres concernant
2003 et 2004.

Les services de la police fédérale
et la «Vereniging voor Alcohol- en
andere Drugsproblemen»
(VAD)
n'ont pas confirmé que les
contrôles routiers anti-drogues
auraient connu une telle évolution.
La police fédérale signale
qu'aucune donnée n'a encore été
fournie à la VAD pour l'année
2005.

Pour se faire une idée précise des
contrôles routiers axés sur la
consommation de drogues, il faut
collecter des données auprès de
toutes les zones de police locales.
Je ne dispose pas encore des
chiffres concernant 2005. En
2004, la police fédérale a effectué
des contrôles à raison de 4 988
heures-hommes, contre 4 130 en
2005. Il n'est donc aucunement
question d'un décuplement. Un
total de 525 batteries de tests ont
été réalisées en 2004, contre 398
en 2005.

Pour ces contrôles, on choisit
spécialement les sites où les
risques sont les plus importants,
c'est-à-dire, par exemple, les
abords des dancings et les house-
parties. Les polices fédérale et
locale participent également à des
actions internationales de lutte
contre la criminalité
transfrontalière liée à la drogue.

Chaque année, la police fédérale
analyse les problèmes d'insécurité
routière et mobilise à cette fin une
partie de sa capacité. Les
membres du personnel qui n'ont
CRIV 51
COM 932
25/04/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5

Om u een juiste stand van zaken te kunnen geven, denk ik ook dat
het aangewezen is om de minister van Justitie te ondervragen. Tot
zover mijn antwoord.
pas encore suivi la formation
`conduite sous l'influence de
drogues' seront bientôt invités à y
participer.

Les résultats du projet ROSITA-2
concernant l'évaluation d'un test
de salive sont attendus au cours
du premier semestre de cette
année. M. Verhaegen ferait mieux
de s'adresser à la ministre de la
justice pour obtenir un état
d'avancement plus précis du
dossier.
02.03 Mark Verhaegen (CD&V): Mijnheer de minister, ik dank u voor
uw antwoord. Het was voor mij niet eenvoudig om al die cijfers op te
lijsten en in een tabel te krijgen. Ik ben daarin uiteindelijk toch
geslaagd. Ik heb dan ook de cijfers gekregen die u citeert. Het zou
misschien beter zijn als nauwlettender zou worden toegekeken dat
alle controles worden opgelijst. Men zou daar werk van kunnen
maken, zodat wij die cijfers voorhanden hebben. Dat zijn immers zeer
belangrijke gegevens.

Tot slot hoop ik ook op een vereenvoudiging van de controles. U
vernoemde de speekseltest. Die is voor ons ook heel belangrijk.
Vandaag moet men bijna voortgaan op uiterlijke tekenen van de
automobilist. Dat is voor ons geen goede manier. Ik hoop dat hierin
snel beterschap komt zodat wij op een snelle, accurate en degelijke
manier de controles kunnen laten uitvoeren.

Ik blijf er dan ook voor pleiten om de resultaten te krijgen die u hebt
aangekondigd voor het eerste kwartaal van dit jaar.
02.03 Mark Verhaegen (CD&V): Il
n'est effectivement pas facile de
compiler toutes les données. Il
faudrait réaliser une mise à jour
plus précise des données des
contrôles. Bien entendu, nous
sommes également partisans
d'une simplification des contrôles.
Il serait quand même préférable
de pouvoir se baser sur des tests
de salive que de devoir se baser
uniquement sur des signes
extérieurs. Nous attendons
impatiemment les résultats de
l'étude.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

Le président: A l'ordre du jour figure maintenant la question n° 11218 de Mme Galant. Celle-ci étant
absente pour la seconde fois sans avoir prévenu les services, en application du Règlement, sa question est
retirée.
03 Vraag van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan de vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken over "de stand van zaken in de behandeling van de aanvragen tot financiële
Staatstussenkomst na de overvloedige regenval van 3 en 4 juli 2005" (nr. 11277)
03 Question de Mme Sabien Lahaye-Battheu au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la
situation quant au traitement des demandes d'intervention financière de l'État après les pluies
abondantes des 3 et 4 juillet 2005" (n° 11277)
03.01 Sabien Lahaye-Battheu (VLD): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de vice-premier, ik heb een vraag die eigenlijk niet zo goed
past bij het weer van vandaag maar ik zou ze toch willen stellen. Het
gaat over de overvloedige regenval van 3 en 4 juli van vorig jaar in
West-Vlaanderen. Op dat ogenblik zijn meer dan 3.000 West-
Vlamingen het slachtoffer geworden van die overvloedige regenval. Zij
hebben een schadeaangifte gedaan bij de gemeente die het dossier
heeft doorgestuurd naar de provincie. Het dossier wordt in een derde
fase overgemaakt aan een deskundige voor de schaderaming. Dan
komt het bij het Rampenfonds terecht voor uitbetaling.
03.01 Sabien Lahaye-Battheu
(VLD): Après les pluies
abondantes des 3 et 4 juillet 2005,
plus de 3 000 habitants de Flandre
occidentale ont introduit une
demande d'indemnisation auprès
du Fonds des calamités. Quel
montant le Fonds des calamités
dégage-t-il pour ces personnes?
Combien de dossiers la province
25/04/2006
CRIV 51
COM 932
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6

Als ik goed kan tellen zijn we vandaag negen maanden na die ramp.
Ik had graag geweten hoeveel geld er eigenlijk ter beschikking gesteld
wordt om die slachtoffers te vergoeden. Hoeveel dossiers hebt u al
ontvangen van de provincie West-Vlaanderen op de dienst
Rampenschade? Wat is de gemiddelde termijn tussen het doorsturen
van een dossier aan het Rampenfonds en de effectieve uitbetaling
aan de slachtoffers? In hoeveel dossiers is er al uitbetaald? Een
laatste vraag, binnen welke termijn wordt voorzien dat iedereen zal
vergoed zijn?

Voorzitter: Mark Verhaegen.
a-t-elle déjà transmis en vue du
paiement à la direction des
Calamités? Quel est le délai entre
le transfert du dossier et le
paiement effectif? Dans combien
de dossiers les paiements ont-ils
déjà été effectués? Pour quel
montant? Quand l'ensemble des
personnes lésées auront-elles été
indemnisées?
Président: Mark Verhaegen.
03.02 Minister Patrick Dewael: Ik geef een schematisch antwoord op
de verschillende vragen die u stelt.

Ten eerste, het Rampenfonds stelt geen geld ter beschikking per
specifieke ramp. Er wordt over gewaakt dat er altijd voldoende
middelen in kas zijn, waarmee men alle toegekende
staatstussenkomsten zonder vertraging kan uitbetalen. Maar voor
2006 werd er al in meer dan 11.500.000 euro voorzien.

Ten tweede, tot op heden zijn er 102 dossiers doorgestuurd om
uitbetaald te worden.

Ten derde, de eerste betaling van een dossier gebeurt normalerwijs
binnen de 15 werkdagen. In alle 102 dossiers werd er reeds uitbetaald
voor een totaalbedrag van 1.306.379 euro.

Ten slotte is het onmogelijk om een exacte einddatum voor de
afhandeling van dossiers te bepalen. Die termijn is afhankelijk van
verschillende factoren, bijvoorbeeld de snelheid waarmee geteisterde
zijn dossier vervolledigt, het aantal dossiers, de complexiteit van de te
onderzoeken dossiers, de mogelijkheid om een beroepsprocedure op
te starten en ook de wederbeleggingsverplichting.

Wat ik u wel kan meedelen, is dat er gelet op het grote aantal
ingediende dossiers - ik heb dit ook aangekondigd tijdens een
werkbezoek ter plaatse - bijkomend personeel ter beschikking is
gesteld van de provinciegouverneur, precies om een vlotte
doorstroming van de dossiers te faciliteren.
03.02 Patrick Dewael, ministre:
Le Fonds des catastrophes ne
libère pas d'argent pour une
catastrophe spécifique. On veille
néanmoins à ce qu'il y ait toujours
assez de liquidités en caisse pour
verser sans retard toutes les
interventions octroyées. En 2006,
plus de 11,5 millions d'euros ont
été libérés. 102 dossiers ont déjà
été transmis pour paiement. Le
premier paiement est
normalement effectué dans les 15
jours ouvrables. Le paiement a
déjà été réalisé pour l'ensemble
des 102 dossiers, à concurrence
d'un montant de 1,3 million
d'euros.

Il est impossible de fixer une
échéance dans le traitement des
dossiers. Celle-ci dépend en effet
de différents facteurs comme la
rapidité à laquelle la victime
complète son dossier, la
complexité des dossiers ou le fait
qu'un recours soit éventuellement
engagé...

J'ai décidé de mettre du personnel
supplémentaire à la disposition du
gouverneur.
03.03 Sabien Lahaye-Battheu (VLD): Mijnheer de minister, u zegt
dat de provincie 102 van de meer dan 3000 dossiers al zijn
doorgestuurd naar het rampenfonds. Dat is eigenlijk een beperkt
aantal, vergeleken met het totaal. Heel wat dossiers zijn nog altijd in
behandeling bij de provincie West-Vlaanderen.
03.03 Sabien Lahaye-Battheu
(VLD): Seule une centaine de
dossiers a déjà été transmise au
Fonds des calamités, sur un total
de plus de 3 000! Quantité de
dossiers doivent donc encore être
traités par le conseil provincial.
03.04 Minister Patrick Dewael: Ja, zo is dat. In commissie kan ik hier
wat dieper op ingaan dan in plenum. De indruk dat die dossiers bij
mijn administratie blijven liggen, is niet juist. Na de erkenning begint
03.04 Patrick Dewael, ministre: Il
est inexact que ces dossiers sont
en souffrance à mon cabinet. Ce
CRIV 51
COM 932
25/04/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
pas het eigenlijke proces van opmaak van de dossiers en is men
afhankelijk van andere factoren, zoals de snelheid en de degelijkheid
waarmee de dossiers door de mensen worden klaargemaakt. We
vragen altijd om er een goed dossier van te maken, foto's bij te
voegen etc. Dat gebeurt echter niet altijd. Ten tweede, de provincie
krijgt een aantal ambtenaren tijdelijk ter beschikking, precies om die
dossiers zo snel mogelijk bij mij te krijgen. Het is pas wanneer ze bij
mij komen dat ik kan overgaan tot de uitbetaling.
n'est qu'à partir du moment où une
catastrophe a été reconnue que le
processus de confection des
dossiers peut débuter. Il est
primordial à cet égard que les
victimes introduisent un dossier
dûment complété. De plus, j'ai
prévu un renforcement temporaire
du personnel.
03.05 Sabien Lahaye-Battheu (VLD): Tot wanneer duurt die
tijdelijke versterking?
03.05 Sabien Lahaye-Battheu
(VLD): Jusqu'à quand ces effectifs
supplémentaires seront-ils
disponibles?
03.06 Minister Patrick Dewael: Die duurt tot de afhandeling van het
schadegeval. Dat komt regelmatig terug op de Ministerraad en dat
wordt altijd verlengd zolang de dossiers nog niet geliquideerd zijn. Een
drietal maanden geleden is dat nog verlengd geworden.
03.06 Patrick Dewael, ministre:
Jusqu'à ce que tous les dossiers
soient clôturés.
03.07 Sabien Lahaye-Battheu (VLD): Kunt u zeggen hoeveel
ambtenaren extra ondersteunen?
03.07 Sabien Lahaye-Battheu
(VLD): Combien de collaborateurs
supplémentaires seront-ils mis à
disposition?
03.08 Minister Patrick Dewael: Uit het hoofd kan ik u dat niet zeggen,
maar ik heb het meegedeeld toen ik ter plekke ben geweest. Ik heb
Kortemark bezocht en van daaruit het aantal meegedeeld voor West-
Vlaanderen. Op één dag heb ik zowel Henegouwen, West-
Vlaanderen en Oost-Vlaanderen, meer bepaald de streek rond
Oudenaarde, aangedaan. Overal zijn er tijdelijke krachten ter
beschikking gesteld, daar kan ik u de details van laten geworden.
03.08 Patrick Dewael, ministre:
J'ai communiqué le nombre exact
lors de ma visite à Kortemark. Je
vous ferai parvenir les détails par
écrit.
03.09 Sabien Lahaye-Battheu (VLD): Dank u wel, mijnheer de
minister.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

De voorzitter: Vraag nr. 11284 van mevrouw Nagy is uitgesteld. Vraag nr. 11309 van de heer De Coene is
omgezet in een schriftelijke vraag.
04 Question de M. Joseph Arens au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "l'occupation de
plusieurs églises par des sans-papiers" (n° 11335)
04 Vraag van de heer Joseph Arens aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "de bezetting van verscheidene kerken door mensen zonder papieren" (nr. 11335)
04.01 Joseph Arens (cdH): Monsieur le président, monsieur le
ministre, j'interviendrai une fois de plus sur la problématique de
l'occupation des églises par les sans-papiers.

Samedi dernier, j'ai été appelé avec les autres parlementaires
fédéraux de la province du Luxembourg à rencontrer des familles à
Erezée, à l'initiative du bourgmestre de cette commune. Là, nous
nous sommes rendu compte, comme un peu partout, que celles et
ceux qui occupent aujourd'hui ces églises sont des sans-papiers qui
séjournent parmi nous depuis trois, quatre ou cinq ans. Leur dossier
date du début de l'an 2000 ou de 2001 au plus tard.
04.01 Joseph Arens (cdH): In
verband met de bezetting van
kerken werd ik samen met andere
parlementsleden verzocht om in
Erezée een aantal gezinnen te
ontmoeten. Wij hebben
vastgesteld dat de betrokkenen al
drie, vier of vijf jaar in ons land
verblijven.

Wat zal u ondernemen met
25/04/2006
CRIV 51
COM 932
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8

Monsieur le ministre, mes questions sont très simples.

Que comptez-vous faire par rapport à ce mouvement d'occupation
des églises?

Comptez-vous faire exécuter l'ordre de quitter le territoire pour
certains ou comptez-vous régulariser leur situation comme vous
l'avez fait il y a quelques semaines pour celles et ceux qui occupaient
d'autres églises?

Ma dernière question est quelque peu dépassée aujourd'hui puisque
j'ai pu prendre connaissance, au travers d'articles de presse, du fait
que le gouvernement s'était grandement penché sur cette
problématique vendredi dernier. Certes, si la nouvelle procédure en
cours au niveau d'un nouveau projet de loi règlera ­ je l'espère ­ le
problème de celles et ceux qui introduisent leur demande de
régularisation maintenant, elle ne règlera, hélas, pas le problème des
personnes qui sont dans une situation illégale et qui occupent nos
églises aujourd'hui.

Acceptez-vous aujourd'hui de consentir les efforts nécessaires à
l'examen des deux aspects de la problématique, à savoir la rédaction
d'un projet de loi qui accélèrera effectivement le processus de
traitement des dossiers et une réponse à donner aux gens qui se
trouvent actuellement dans l'illégalité?
betrekking tot de personen die in
dergelijke situaties verkeren?
Zal u het bevel om het
grondgebied te verlaten laten
uitvoeren of hun situatie
regulariseren?

Bent u er vandaag toe bereid de
nodige inspanningen te leveren
om een wetsontwerp uit te werken
teneinde het proces voor de
behandeling van de dossiers te
bespoedigen en in te spelen op de
vraag van die personen, die
momenteel onwettig in ons land
verblijven?
04.02 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, cher
collègue, durant ces derniers mois, plusieurs rencontres ont eu lieu
entre, d'une part, l'Office des étrangers et mes représentants et,
d'autre part, une délégation des sans-papiers qui occupent certaines
églises.

Le dialogue débute toujours en rappelant que, dans un État de droit,
la réglementation en vigueur doit être respectée, ce avec quoi vous
serez sans doute d'accord. De plus, un exposé a été fait sur les
possibilités prévues par le législateur dans le cadre du traitement
individuel d'un dossier. On souligne avant tout que l'occupation d'une
église ne peut signifier un traitement de faveur. Ce serait en effet
injuste pour les demandeurs d'asile qui ont tenu compte des décisions
prises à leur égard.

Comme je l'ai déjà dit précédemment, je ne peux pas, en tant que
ministre, me mêler aux discussions des instances d'asile
indépendantes. Je dois exécuter correctement la loi. Si une demande
devant les instances d'asile a été refusée, je dois respecter cette
décision, tout comme et surtout ceux qui ont demandé l'asile.

Finalement, il faut répéter qu'il n'y aura pas de régularisation
collective. Je pense que le traitement individuel du dossier est la seule
approche justifiée et je confirme une fois de plus que je prends mes
responsabilités à cet égard. L'administration de l'Office des étrangers
dispose d'instructions claires à ce sujet.

On en discutera pendant le traitement des projets de loi qui ont été
approuvés par le Conseil des ministres de vendredi dernier sur la
réforme du Conseil d'État, sur la réforme de la procédure d'asile, sur
la création des commissions ad hoc. À ce moment là, j'expliquerai à
04.02 Minister Patrick Dewael:
De voorbije maanden zijn er
verscheidene gesprekken geweest
tussen de Dienst
Vreemdelingenzaken en mijn
vertegenwoordigers enerzijds en
een delegatie van de mensen
zonder papieren die een aantal
kerken bezetten anderzijds. Het
eerste wat men hun gezegd heeft,
is dat je in een rechtsstaat de
regels moet naleven. Vervolgens
hebben we uitgelegd welke
wettelijke mogelijkheden er zijn in
de behandeling van de individuele
dossiers. We hebben hun vooral
duidelijk gemaakt dat ze met hun
bezettingsactie in de kerken geen
voorkeursbehandeling kunnen
afdwingen.

Als een aanvraag in het kader van
de asielprocedure wordt
afgewezen, moeten de asielzoeker
en ikzelf die beslissing
respecteren. Er komt geen
collectieve regularisatie. De
individuele behandeling van elk
dossier is de enige juiste aanpak.

We zullen hier nog verder over
CRIV 51
COM 932
25/04/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
nouveau que je prends mes responsabilités.

En résumé, lorsqu'une demande d'asile ou une procédure a duré trop
longtemps, un titre de séjour est généralement délivré. Il en va de
même si des motifs médicaux l'exigent ou dans le cas de situations
humanitaires graves. Toutefois, cela ne peut se faire d'une façon
collective; il faut toujours vérifier si l'ordre public est respecté, etc.
Durant ce débat parlementaire, que j'estime très important, des
éclaircissements supplémentaires seront apportés.
discussiëren bij de bespreking van
de door de Ministerraad
goedgekeurde wetsontwerpen
betreffende de hervorming van de
asielprocedure. Verscheidene
commissies zullen zich hierover
buigen, en ik zal eens te meer
doen wat ik moet doen.
Samengevat komt het erop neer
dat er doorgaans een
verblijfsvergunning toegekend
wordt wanneer de behandeling
van een asielaanvraag of een
procedure te lang aangesleept
heeft. Dat gebeurt ook als er
dringende medische of
humanitaire redenen zijn. Een
collectieve benadering is evenwel
uit den boze, en de openbare orde
moet te allen tijde gevrijwaard
worden.
Tijdens het parlementaire debat
zal er nog nadere toelichting
verstrekt kunnen worden.
04.03 Joseph Arens (cdH): Monsieur le ministre, je vous remercie
pour votre réponse. Cependant, il me semble qu'il y a une confusion
entre les différentes fractions politiques au niveau de l'appellation
"régularisation collective". Pour notre part, nous voulons que soient
établis des critères clairs pour que chaque dossier puisse être traité
de la même façon et qu'il ne relève pas uniquement ­ pardonnez-moi
de le dire ainsi ­ de la seule discrétion du ministre. Autrement dit,
nous souhaitons que chaque dossier soit examiné individuellement
mais à partir de critères identiques pour tous, ce qui n'est pas
nécessairement le cas aujourd'hui dans le contexte juridique qui est le
nôtre.
04.03 Joseph Arens (cdH): Er
bestaat blijkbaar verwarring over
het begrip "collectieve
regularisatie": wij van onze kant
pleiten voor duidelijke criteria,
opdat de dossiers individueel ­
maar wel op grond van dezelfde
criteria ­ zouden kunnen worden
behandeld en niet louter van de
discretionaire bevoegdheid van de
minister zouden afhangen.
04.04 Patrick Dewael, ministre: Monsieur Arens, je suis persuadé
qu'il y aura toujours des cas pour lesquels tout le monde sera
d'accord pour dire que l'expulsion ou le rapatriement de la personne
serait tout à fait injuste, même si les personnes concernées ne
répondent pas aux critères absolus.

Pour ma part, je veux éviter que, d'un coté, il y ait les instances d'asile
et, de l'autre, une compétence que l'on appelle "discrétionnaire" et
non "arbitraire" du ministre de l'Intérieur qui juge au cas par cas en
tenant compte de l'avis de son administration.

Si on confie cette compétence à une commission, je suis persuadé
qu'une nouvelle catégorie naîtra. Je pense ici aux personnes qui ne
répondent pas aux critères pour demander l'asile, qui ne répondent
pas aux critères clairs de la loi mais à propos desquelles on dira au
ministre que, pour des raisons humanitaires, elles ne méritent pas
d'être expulsées. On fera alors une nouvelle fois appel à ma
conscience. Je n'ai pas de problème avec cette dernière, mais je veux
éviter que l'on crée à nouveau un droit d'effectuer une demande par
laquelle, même si une personne déterminée ne répond pas aux
critères de la loi, on se permet de faire appel au ministre, de
04.04 Minister Patrick Dewael:
Zelfs als men de bevoegdheid om
dossiers individueel te beoordelen
aan een commissie toevertrouwt,
zal er een nieuwe categorie van
mensen ontstaan die niet aan de
welomlijnde criteria van de wet
voldoen maar van wie men zal
zeggen dat ze niet mogen worden
uitgewezen. Dan zal men opnieuw
een beroep doen op mijn geweten.

Degenen die pleiten voor de
oprichting van een commissie
teneinde de criteria objectiever te
maken, moeten inzien dat zulks
eenvoudigweg onmogelijk is. In
alle landen geldt de discretionaire
bevoegdheid; landen zoals
Frankrijk die er op een bepaald
ogenblik van zijn afgestapt, komen
25/04/2006
CRIV 51
COM 932
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
l'interpeller dans cette enceinte ou de mener des actions dans des
églises ou ailleurs.

Cette problématique devra être clarifiée à l'occasion des débats
parlementaires. Il faut que ceux qui réclament une commission pour
objectiver les critères sachent que cela n'est pas possible. En effet, il
y aura toujours des cas où vous essaierez de me convaincre ou
j'essaierai de vous convaincre qu'il ne faut pas expulser une personne
déterminée même si elle ne répond pas aux critères de la loi. Ce
pouvoir discrétionnaire existe dans tous les pays et ceux qui, comme
la France, l'ont abandonné à un moment donné y reviennent.
nu op die beslissing terug.
04.05 Joseph Arens (cdH): Monsieur le président, je remercie le
ministre pour sa réponse et j'espère que le débat sera rapidement
organisé dans ce parlement.

Monsieur le ministre, pouvez-vous me dire si ces projets de loi ont
déjà été déposés? Si non, quand le seront-ils?
04.05 Joseph Arens (cdH): Ik
hoop dat het debat weldra kan
plaatsvinden.
Werden die wetsontwerpen reeds
ingediend? Zo neen, wanneer zal
dat gebeuren?
04.06 Patrick Dewael, ministre: Ils ont été approuvés et seront
déposés dans les jours à venir. Les travaux pourront donc être
organisés la semaine prochaine ou la semaine suivante. Pour ma
part, j'estime que nous devrons prendre le temps de les traiter de
façon approfondie.
04.06 Minister Patrick Dewael: Ze
zullen eerstdaags worden
ingediend.
04.07 Joseph Arens (cdH): Je vous remercie, monsieur le ministre.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
05 Question de M. Joseph Arens au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la formation
préparatoire des agents auxiliaires de police dans le cadre de la promotion sociale" (n° 11336)
05 Vraag van de heer Joseph Arens aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "de voorbereidende opleiding van de hulpagenten van politie in het kader van de sociale
promotie" (nr. 11336)
05.01 Joseph Arens (cdH): Monsieur le président, monsieur le
ministre, dans le cadre de la promotion sociale, une formation est
proposée aux agents auxiliaires de police en vue de les préparer aux
épreuves de sélection qu'ils devront ultérieurement présenter devant
le service de recrutement et de sélection de la police fédérale. Ces
formations sont dispensées par les académies de police.

Il me revient néanmoins que lesdites formations diffèrent
considérablement d'une académie à l'autre et qu'elles sont rarement
en adéquation avec les épreuves qui devront être subies par les
candidats à l'issue de celles-ci. De plus, cette procédure de sélection
se conclut par un nombre non négligeable d'échecs et démotive
fortement le personnel concerné qui aspire légitimement à améliorer
sa position au sein de l'institution.

Monsieur le ministre, pourriez-vous m'indiquer le taux de réussite des
auxiliaires de police à cette sélection ainsi que celui des autres
cadres?

Le taux de réussite des auxiliaires à cette épreuve de sélection est-il
comparable au taux de réussite des candidats issus du civil?
05.01 Joseph Arens (cdH): In het
kader van de sociale promotie
kunnen hulpagenten een opleiding
aan de politiescholen volgen die
hen op de examens van de
rekruterings- en selectiedienst van
de federale politie voorbereidt.

Die opleidingen verschillen
blijkbaar van de ene politieschool
tot de andere en staan zelden in
verhouding tot de examens die de
kandidaten nadien moeten
afleggen. Bovendien vallen tijdens
die selectieprocedure heel wat
kandidaten af en wordt het
betrokken personeel er sterk door
gedemotiveerd.

Wat is het slaagpercentage van de
hulpagenten en dat van de andere
personeelsleden? Valt het
CRIV 51
COM 932
25/04/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
Les formations préparatoires dispensées sont-elles en adéquation
avec les épreuves de sélection?
slaagpercentage van de
hulpagenten te vergelijken met dat
van burgers die zich kandidaat
stellen? Staat de voorbereidende
opleiding in verhouding tot de
selectieproeven?
05.02 Patrick Dewael, ministre: Ik zal niet zo snel lezen als de
vraagsteller.

Monsieur le président, en 2003, 168 agents auxiliaires ont participé au
concours d'addition au cadre de base, 59 ayant été lauréats, ce qui
représente un taux de réussite de 35%. En 2004, il y a eu 28 lauréats
pour 87 candidats et, en 2005, 40 lauréats pour 147 candidats, pour
des taux de 32 et de 27%.

Ces mêmes années, le taux de réussite aux épreuves de sélection
des candidats externes était respectivement de 16, 7 et 10%. Les
chances d'un interne d'accéder au cadre de base sont
incontestablement plus élevées que celles d'un candidat qui ne fait
pas encore partie des forces de police. Les informations chiffrées que
j'ai obtenues ne croisent pas les données de la formation préparatoire
avec celles de la réussite du concours. Je ne peux donc pas attribuer
à la formation préparatoire les meilleurs résultats des agents, même
si les gens de terrain me disent que c'est effectivement un gage
d'avenir pour l'agent, ce qui démontrerait l'adéquation de cette
formation à sa finalité.

L'instauration de la possibilité de promouvoir ses meilleurs éléments
me semble aller de soi dans toute structure et les moyens à mettre en
oeuvre à cette fin ne peuvent pas pour autant gaspiller l'attribution des
fonctions de promotion. Il y a une distinction nette entre les
compétences d'un agent de police et celles d'un inspecteur de police.
Ce sont des profils de fonction bien distincts auxquels correspondent
des critères de sélection différents. Si une formation peut aider le
candidat à mieux affronter la sélection, l'objectif n'est certainement
pas de le dispenser de cette dernière.
05.02 Minister Patrick Dewael: In
2003 zijn 59 van de 168
hulpagenten die aan het
toelatingsexamen voor het
basiskader hebben deelgenomen,
geslaagd, wat neerkomt op een
slaagpercentage van 35 procent.
In 2004 waren er 28 geslaagden
op 87 (32 procent) en in 2005 40
op 147 (27 procent).

Voor dezelfde periodes bedroeg
het slaagpercentage van de
externe kandidaten 16, 7 en 10
procent. De slaagkansen van een
interne kandidaat zijn hoger dan
die van een kandidaat die nog niet
bij de politie werkt. Bij gebrek aan
onderzoek kan men echter niet
met stelligheid beweren dat de
betere score van de agenten aan
hun vooropleiding te danken is,
ook al lijkt die daar inderdaad toe
bij te dragen.

Het lijkt me eigen aan elke
organisatie dat men de beste
krachten tracht te bevorderen.
Maar een agent moet niet over
dezelfde vaardigheden beschikken
als een politie-inspecteur. Daarom
werden er andere functieprofielen
en selectiecriteria voor
onderscheiden ambten opgesteld.
De opleiding is bedoeld als een
ruggensteuntje voor de kandidaat
en niet als vervanging van de
selectieproeven.
05.03 Joseph Arens (cdH): Je remercie le ministre pour cette
réponse.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
06 Question de M. Joseph Arens au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les arrêtés de
nomination à la police fédérale" (n° 11337)
06 Vraag van de heer Joseph Arens aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "de benoemingsbesluiten bij de federale politie" (nr. 11337)
06.01 Joseph Arens (cdH): Monsieur le président, monsieur le 06.01 Joseph Arens (cdH): Het
25/04/2006
CRIV 51
COM 932
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
ministre, je suis surpris par ce que j'ai appris: il paraît que la police
fédérale n'estime plus nécessaire de publier les arrêtés de nomination
du personnel. Certains membres ne seraient donc pas au courant de
leur nomination.

Monsieur le ministre, confirmez-vous la véracité de ces faits? Cette
manière de procéder ne me semble pas efficace. En effet, elle génère
un manque d'informations pour le personnel concerné. Celui-ci n'est
pas prévenu. Il ne sait pas, par exemple, quelle attitude adopter vis-à-
vis de sa mutuelle et d'autres organismes.

Je le répète, cette situation me surprend. Elle m'a été soumise à
plusieurs reprises ces dernières semaines. Qu'en est-il exactement?
lijkt erop dat de federale politie het
niet meer nodig acht om de
benoemingsbesluiten van het
personeel te publiceren. Dit zorgt
onvermijdelijk voor een gebrek
aan informatie voor het betrokken
personeel.

Klopt dit?
06.02 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, je déduis de
la question de M. Arens qu'elle concerne la statutarisation, c'est-à-dire
la nomination des membres du personnel contractuel au sein de la
police fédérale. Ces derniers sont informés personnellement de leur
nomination par le directeur de la direction à laquelle ils appartiennent.
Les autres nominations sont publiées au Bulletin du personnel,
distribué parmi les services de police, tant sous format papier que par
voie électronique sur le site interne. De plus, chaque nomination est
notifiée au membre du personnel en question.

Il me semble dès lors que les membres du personnel concernés sont
informés plus efficacement que par la voie d'une publication au
Moniteur belge, qui, à cette époque de simplification administrative,
n'est en effet plus effectuée de manière systématique par la police
fédérale.

Vous posez votre question de façon générale, mais si vous avez
connaissance de cas concrets où ces formalités n'auraient pas été
accomplies, n'hésitez pas à me les communiquer.
06.02 Minister Patrick Dewael:
Contractuele personeelsleden
binnen de federale politie worden
persoonlijk op de hoogte gebracht
van hun benoeming door de
directeur van hun directie.
Andere benoemingen worden
gepubliceerd in het
Personeelsbulletin.
De betrokken personeelsleden
worden zo op een doeltreffender
manier op de hoogte gebracht dan
door een publicatie in het
Staatsblad.

Indien u weet hebt van concrete
gevallen waar deze formaliteiten
niet gerespecteerd worden, mag u
mij dit zeker melden.
06.03 Joseph Arens (cdH): Monsieur le ministre, c'est pratiquement
généralisé, et cela me surprend beaucoup dans certains cas. Mais je
vous ferai part de certains dossiers précis pour que l'on puisse
vérifier...
06.03 Joseph Arens (cdH): Ik zal
u enkele specifieke dossiers voor
onderzoek bezorgen.
06.04 Patrick Dewael, ministre: Et pour que je puisse communiquer
ma réponse.
06.05 Joseph Arens (cdH): Monsieur le président, je remercie le
ministre pour cette réponse.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
07 Question de M. Joseph Arens au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "l'emploi de
personnel CALog en vue d'assurer 'l'accueil' dans les bâtiments de la police fédérale" (n° 11338)
07 Vraag van de heer Joseph Arens aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "het inzetten van CALog-personeel voor 'onthaaltaken' in de gebouwen van de federale politie"
(nr. 11338)
07.01 Joseph Arens (cdH): Monsieur le président, monsieur le
ministre, il me revient que de plus en plus de membres du personnel
CALog sont engagés en vue d'assurer les tâches d'accueil au sein
des bâtiments de la police fédérale. Or, les tâches exécutées se
07.01 Joseph Arens (cdH): Naar
het schijnt worden steeds meer
CALOG-personeelsleden ingezet
voor het onthaal van bezoekers en
CRIV 51
COM 932
25/04/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
rapportent autant à l'accueil des visiteurs qu'à des missions de
sécurité. Je dispose d'ailleurs de certains documents qui prouvent
l'exactitude de ce qui m'a été rapporté.

Monsieur le ministre, vu la spécificité de ces missions et n'étant
porteur d'aucun mandat judiciaire, ce personnel ne devrait-il pas se
soumettre aux conditions imposées par la loi Tobback en ce qui
concerne la formation relative aux services de gardiennage?
voor veiligheidsopdrachten in de
gebouwen van de federale politie.

Deze mensen hebben geen
gerechtelijk mandaat. Dienen zij
dan niet te voldoen aan de
voorwaarden zoals omschreven in
de wet-Tobback met betrekking tot
de opleiding voor de
bewakingsdiensten?
07.02 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, chers
collègues, la loi réglementant la sécurité privée, à savoir la loi
Tobback, n'est pas applicable aux personnes qui exercent des
activités relevant de son champ d'application mais dont le statut et la
fonction sont définis en vertu d'une autre loi. Or, le CALog dispose de
son propre statut.

Les choses sont moins claires en ce qui concerne la définition de ces
missions. La loi s'est en effet limitée à exclure que cette catégorie de
personnel exécute des missions de police, missions qui demeurent le
monopole de leurs collègues du cadre opérationnel.

La surveillance des infrastructures policières et le contrôle de l'accès
à ces lieux ne sont pas, à proprement parler, des missions de police.
Elles pourraient donc être assumées par le personnel CALog. En
outre, raisonnablement, nous ne pouvons pas tenir un discours de
renforcement de la capacité opérationnelle des services de police.
Ceci n'est pas possible tout en admettant qu'une partie non
négligeable de celle-ci soit "hypothéquée" dans les commissariats,
ceci pour accomplir des missions dont chacun s'accorde à
reconnaître qu'elles ne requièrent pas la qualité policière.
07.02 Minister Patrick Dewael:
Met de wet-Tobback wordt de
sector van de privé-
bewakingsondernemingen
geregeld. Die wet geldt niet voor
personen wier statuut en functie
overeenkomstig een andere wet
bepaald worden, zoals het
CALOG-personeel.

Deze personeelsleden mogen in
principe geen politietaken
uitvoeren; dat blijft het monopolie
van hun collega's van het
operationeel kader.

De bewaking van de infrastructuur
en de toegangscontrole zijn stricto
sensu geen politietaken.
Bovendien kan er geen sprake zijn
van een versterking van de
operationele capaciteit van de
politiediensten als we tegelijkertijd
toegeven dat een gedeelte van het
politiepersoneel "vastzit" op het
politiebureau om taken uit te
voeren waarvoor je eigenlijk geen
gekwalificeerd politieagent hoeft te
zijn.
07.03 Joseph Arens (cdH): Monsieur le ministre, je vous remercie
pour votre réponse. Cependant, on me garantit qu'à certains endroits,
ce personnel est même obligé de faire des rondes de sécurité ce qui,
à mon sens, représente une réelle mission de police. Je vous le
signale: cela me semble délicat pour des personnes qui n'ont pas la
formation pour exécuter ce type de missions.
07.03 Joseph Arens (cdH): Op
sommige plaatsen zou CALOG-
personeel verplicht worden
veiligheidspatrouilles uit te voeren,
wat wel degelijk een politietaak is,
en dat zonder ad-hocopleiding.
07.04 Patrick Dewael, ministre: Monsieur Arens, j'entends bien la
nécessité d'un certain renforcement de la sécurité juridique. Celle-ci
passe par la définition d'un cadre réglementaire plus formel régissant
l'intervention du personnel CALog dans ce type de fonctions sans aller
toutefois jusqu'à l'application de la loi réglementant la sécurité privée.
07.04 Minister Patrick Dewael:
We moeten wel degelijk zorgen
voor meer rechtszekerheid door te
voorzien in een formeel
reglementair kader tot regeling van
de inzet van het CALOG-
personeel, zonder daarom de wet-
Tobback hier te gaan toepassen.
L'incident est clos.
25/04/2006
CRIV 51
COM 932
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
Het incident is gesloten.

Président: Joseph Arens.
Voorzitter: Joseph Arens.
08 Question de Mme Marie Nagy au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la diffusion
d'images des centres fermés" (n° 11284)
08 Vraag van mevrouw Marie Nagy aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "het uitzenden van beelden van de gesloten centra" (nr. 11284)
08.01 Marie Nagy (ECOLO): Monsieur le ministre, nous avons eu
connaissance du passage dans les centres fermés d'un journaliste
congolais accompagné d'un agent de liaison de l'Office des étrangers.
Ces deux personnes ont souhaité filmer et s'entretenir avec des
détenus congolais dans chaque centre fermé. Nous sommes
extrêmement préoccupés par cette affaire et nous vous demandons
des explications.

D'après nos informations, il s'agirait d'un programme qui viserait à
dissuader d'éventuels candidats à l'exil au Congo par la diffusion de
ce film. Leur venue aux centres 127 et 127bis a été très mal vécue
par les demandeurs d'asile congolais qui ont reconnu le journaliste et
protesté contre sa présence. Un témoin a affirmé que la cour du
centre fermé de Bruges avait été filmée alors que les demandeurs
d'asile congolais s'y trouvaient.

Outre l'extrême ambiguïté d'utiliser l'image coercitive du centre fermé
dans un but de dissuasion, ce programme tel que nous en avons
connaissance, pose de nombreuses questions. Nous nous
demandons comment l'Office des étrangers a pu envisager d'utiliser
l'image des demandeurs d'asile ou des déboutés du droit d'asile
enfermés en vue d'une diffusion dans leur pays d'origine. La diffusion
de ces images pourrait mettre en danger leur sécurité en cas de
retour. Comment justifier l'utilisation de personnes qui sont déjà
privées de leur droit fondamental de liberté de mouvement, alors
même que l'arrêté royal du 2 août 2002, dans son article 40, stipule
que les occupants des centres fermés ne peuvent être exposés à la
curiosité publique?

Au vu de la gravité de la situation, nous vous prions instamment de
nous fournir les explications suivantes. Quelle est la finalité officielle
de ce projet? Comment l'Office des étrangers a-t-il pu envisager
d'utiliser des demandeurs d'asile, déboutés ou en procédure, en les
exposant publiquement dans un but de dissuasion au Congo? De
plus, nous avons appris que le film aurait déjà été diffusé. Les
personnes filmées s'en inquiètent avec raison. L'administration a-t-elle
évalué les risques que pouvaient encourir ces demandeurs d'asile?
Au vu des réactions hostiles des demandeurs d'asile congolais au
centre 127, et des risques que peuvent courir les demandeurs d'asile
en cas de retour au Congo, on peut penser que l'Office des étrangers
a outrepassé sa mission. Comment ce projet a-t-il été présenté aux
Congolais détenus? Comment a été choisi le journaliste? Qui est-il?
Connaissez-vous son engagement personnel au Congo? Sa position
influente peut-elle nuire aux demandeurs d'asile qui le connaissent?
08.01 Marie Nagy (ECOLO): Naar
verluidt zou een Congolese
journalist, die vergezeld was van
een verbindingsambtenaar van de
Dienst Vreemdelingenzaken, in
alle gesloten centra Congolese
gedetineerden hebben gefilmd en
gesprekken met hen hebben
gevoerd.

Een en ander zou bestemd zijn
voor een programma dat tot doel
heeft Congolezen die overwegen
om uit Congo te vluchten, af te
schrikken. De komst van de
betrokkenen naar de centra 127
en 127bis is in zeer slechte aarde
gevallen bij de Congolese
asielzoekers, die de journalist
hebben herkend en tegen zijn
aanwezigheid hebben
geprotesteerd.

Hoe is het mogelijk dat de Dienst
Vreemdelingenzaken heeft
overwogen om beelden van
opgesloten asielzoekers of
personen wier asielaanvraag werd
afgewezen in het land van
herkomst van de betrokkenen te
laten uitzenden? De verspreiding
van die beelden zou hun veiligheid
in geval van een terugkeer naar
hun land in het gedrang kunnen
brengen. Hoe rechtvaardigt u dat
personen die al verstoken zijn van
het fundamenteel recht op
bewegingsvrijheid op die manier te
kijk worden gezet, terwijl artikel 40
van het koninklijk besluit van 2
augustus 2002 bepaalt dat de
bewoners van de gesloten centra
niet aan publieke belangstelling
onderworpen mogen worden?

Wat is de officiële bedoeling van
het opzet?
CRIV 51
COM 932
25/04/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
08.02 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, chère
madame, la campagne d'information baptisée "opération Vanda na
mboka", qui signifie "assieds-toi au pays", a pour but de sensibiliser
de la manière la plus large la population congolaise quant aux risques
de l'immigration clandestine. Le projet s'adresse aux populations les
plus vulnérables. Il leur montre les dangers de la clandestinité et la
dure réalité de l'immigration, avec ses incertitudes. Il est prévu
d'organiser des débats et des forums.

À cela s'ajoute la diffusion des émissions produites par des chaînes
de télévision et de radio autour du thème de l'immigration. Il est
également prévu de promouvoir le dialogue et la tolérance. En outre,
on prévoit de faciliter la mise en place de relais qui pourront dispenser
une information objective sur l'immigration légale.

Je vous donne également quelques précisions sur le reportage réalisé
par un journaliste congolais et les images qu'il a tournées. Non
seulement les personnes maintenues en centre fermé mais
également les Congolais vivant en Belgique et les candidats à
l'immigration au Congo ont été invités à participer au reportage. Le
consentement de chaque personne filmée ou interviewée a
explicitement été demandé à l'avance. Ainsi, le journaliste n'a pas pu
filmer au Centre 127 pour le motif que personne n'a donné son
accord.

Non seulement l'autorisation des personnes a été demandée mais
des explications ont également été fournies sur l'objectif du reportage.

Ceci étant précisé, vous n'ignorez pas que dans les centres fermés, il
n'y a pas de demandeurs d'asile en procédure. Le journaliste n'a dès
lors pas rencontré de candidats réfugiés en cours de procédure. Les
Congolais qui se trouvent en centre fermé sont soit des demandeurs
d'asile déboutés, soit des personnes qui étaient en séjour irrégulier
sur notre territoire.

Par ailleurs, les personnes interviewées ont été invitées à partager
leur expérience telle qu'elles l'ont vécue au quotidien. Il n'était pas
question de faire état d'une éventuelle demande d'asile. Ce n'était pas
le but du reportage. Ces personnes ont partagé leur histoire sous
l'angle de l'immigration et des difficultés qu'elles ont personnellement
rencontrées.

Le choix du journaliste a été motivé par la renommée dudit journaliste
en République démocratique du Congo et par la grande audience que
connaissent ses émissions auprès de la population congolaise. Il est
par ailleurs connu pour avoir de l'expérience dans l'organisation de
campagnes de prévention. Je peux vous assurer que le journaliste n'a
reçu aucune information sur la situation individuelle des personnes
rencontrées.

En conclusion, je m'étonne de la réaction de certaines personnes.
Toute personne qui a participé à ce projet l'a fait volontairement et en
toute connaissance de cause. En outre, les personnes qui ont refusé
d'y participer ne sont pas impliquées dans le projet.
08.02 Minister Patrick Dewael:
De informatiecampagne met als
titel «Assieds-toi au pays» wil de
Congolese bevolking zo ruim
mogelijk sensibiliseren voor de
gevaren van de clandestiene
immigratie. Daarnaast zullen
televisie en radio uitzendingen
wijden aan het immigratiethema.

De personen die in het gesloten
centrum worden vastgehouden, de
in ons land verblijvende
Congolezen en de Congolese
kandidaat-immigranten werd
gevraagd aan de reportage deel te
nemen.

De instemming van iedere
persoon die werd gefilmd of
geïnterviewd werd uitdrukkelijk en
voorafgaandelijk gevraagd en de
bedoeling van de reportage werd
toegelicht. De journalist heeft
overigens niet kunnen filmen in het
centrum 127 omdat niemand
daartoe de toelating had gegeven.

De journalist had geen ontmoeting
met kandidaat-vluchtelingen
waarvan de procedure hangende
is.

De geïnterviewde personen werd
gevraagd of ze hun immigratie-
ervaringen en de moeilijkheden
die ze daarbij ondervonden, wilden
delen. Het doel van de reportage
was niet dat op een eventuele
asielaanvraag zou worden
ingegaan.

Er werd voor die journalist
gekozen op grond van de
bekendheid die hij in de
Democratische Republiek Congo
geniet en van de hoge kijkcijfers
waarop zijn uitzendingen in Congo
kunnen bogen. Hij heeft trouwens
ook ervaring als organisator van
preventiecampagnes. Hij heeft
geen informatie ontvangen over de
individuele toestand van de
personen die hij heeft ontmoet.
08.03 Marie Nagy (ECOLO): Monsieur le président, je remercie le
ministre, même si sa réponse est néanmoins inquiétante. Je ne me
prononce pas sur l'objectif du film, mais sur le fait de se rendre en
08.03 Marie Nagy (ECOLO): Ik
maak me vooral zorgen over het
feit dat men in het gesloten
25/04/2006
CRIV 51
COM 932
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
centre fermé.

Vous dites que le film met en scène uniquement des demandeurs
d'asile déboutés et aucun en cours de procédure. Nous avons déjà eu
l'occasion de débattre de la question. En effet, les personnes qui ont
introduit un recours devant le Conseil d'État sont toujours en
procédure et ne sont pas déboutées du droit d'asile. Donc, je voudrais
être certaine que ce n'est le cas d'aucune des personnes filmées.

Vous sous-entendez que les personnes qui sont déboutées d'une
demande d'asile sont, par définition, des immigrants. Cependant,
elles ont fait une demande d'asile et ce film pourrait dès lors leur
causer des problèmes lors d'un retour éventuel dans leur pays. Je
trouve votre réponse un peu légère et de ce fait, je vais continuer à
examiner de près qui a été filmé dans le préau de la cour du centre
fermé de Bruges et vérifier si on peut les identifier.

Vous dites que tous ceux qui ont été filmés ont dû donner leur
autorisation. Est-ce le cas pour ceux qui ont été filmés dans la cour du
centre fermé de Bruges? Vous semblez l'affirmer mais tout cela
mérite confirmation.

J'éprouve des difficultés avec la méthode consistant à demander à
des personnes, toujours en procédure ou déboutées, d'apparaître
dans un film qui va être présenté dans le pays qu'elles quittaient en
demandant l'asile en Belgique. Je trouve que c'est assez
extraordinaire et inquiétant comme réponse.
centrum heeft kunnen filmen. Ik wil
uw aandacht erop vestigen dat de
mensen die beroep bij de Raad
van State hebben aangetekend,
nog niet uitgeprocedeerd zijn en
nog niet afgewezen werden. Ik wil
dus de zekerheid hebben dat de
mensen die gefilmd werden, zich
niet in die toestand bevonden.

Gelet op moeilijkheden die de
personen die een asielaanvraag
hebben ingediend, bij hun
uitwijzing naar hun land van
herkomst kunnen ondervinden,
vind ik dat u er in uw antwoord
nogal licht overheen gaat.

Ik zal de beelden van de
binnenplaats van het gesloten
centrum te Brugge bestuderen om
uit te maken of sommige personen
herkend kunnen worden. Hebben
zij ook toestemming tot filmen
gegeven?
08.04 Patrick Dewael, ministre: Pas celles qui ont été interviewées.
08.05 Marie Nagy (ECOLO): Donc, les personnes qui ont été filmées
dans la cour du centre de Bruges n'ont pas donné leur autorisation
pour être filmées.
08.06 Patrick Dewael, ministre: Je vous ai donné ma réponse. C'est
toujours dangereux quand vous commencez à interpréter!
08.06 Minister Patrick Dewael: Ik
heb u mijn antwoord verstrekt.
08.07 Marie Nagy (ECOLO): Monsieur le ministre, vous ne m'avez
pas donné de réponse en ce qui concerne le centre fermé de Bruges.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09 Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de precaire verblijfssituatie van niet-repatrieerbare vreemdelingen (vreemdelingen die
buiten hun wil om niet kunnen terugkeren)" (nr. 11341)
09 Question de M. Servais Verherstraeten au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la
situation de séjour précaire des étrangers qui ne peuvent être rapatriés (les étrangers qui ne peuvent
pas rentrer dans leur pays pour des raisons indépendantes de leur volonté)" (n° 11341)
09.01 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, wij zijn uiteraard in blijde verwachting van uw
ontwerp met betrekking tot de wijziging van de asielprocedure. Los
van dat gegeven is het zo dat, eens er een definitieve uitspraak is, er
uiteindelijk nog al dan niet een repatriëring dient te volgen. Die
repatriëring kan hetzij vrijwillig, wanneer de betrokkenen zelf bereid
zijn terug naar hun land van herkomst te gaan, hetzij, bij gebreke aan
vrijwilligheid, op een gedwongen, geforceerde wijze.
09.01 Servais Verherstraeten
(CD&V): Lorsqu'un dossier de
demande d'asile fait l'objet d'un
avis négatif, le demandeur d'asile
est finalement rapatrié
volontairement ou de force.
Certains pays d'origine de ces
demandeurs d'asile refusent
CRIV 51
COM 932
25/04/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17

Mijnheer de minister, het is zo dat wij in sommige gevallen blijkbaar
geconfronteerd worden met het niet-erkennen door het land van
herkomst van de vreemdeling. Het land van herkomst wil dan geen
laissez passer afleveren aan de betrokken vreemdeling. Dat gebeurt
zelfs wanneer de betrokkene vrijwillig bereid is geweest om naar zijn
land van herkomst terug te keren.

Vooral voor OCMW's stelt zich dan een bijzonder probleem aangezien
ze geen hulp meer mogen bieden aan de uitgeprocedeerde betrokken
vreemdeling.

Mijnheer de minister, daarom heb ik volgende vragen aan u.

Onder welke voorwaarden wordt iemand als niet-repatrieerbaar
beschouwd?

Kan dit ook wanneer de vreemdeling concrete bewijzen levert van
niet-repatrieerbaarheid, bijvoorbeeld weigering van een laissez
passer?

Wat verstaat de dienst Vreemdelingenzaken onder overmacht om
terug te keren?

Welke procedures moeten hiervoor worden opgestart?

Welke maatregelen neemt u om tot een oplossing te komen in
dergelijke dossiers?

Mijnheer de minister, voor de lokale besturen, welke houding moet het
OCMW innemen wanneer het met een dergelijk dossier wordt
geconfronteerd? Is het humaan om dergelijke vreemdelingen elke
vorm van steun te ontzeggen?
cependant parfois d'identifier leurs
sujets et de les reprendre et
refusent de délivrer un laissez-
passer, même lorsqu'il s'agit d'un
retour volontaire. Les CPAS ne
peuvent en outre plus accorder
d'assistance aux demandeurs
d'asile déboutés.

Quand quelqu'un est-il considéré
comme non rapatriable?
Qu'entend l'Office des étrangers
par cas de force majeure? Quelles
sont les procédures d'application
dans ce cas? Quelles mesures le
ministre prend-il pour résoudre ce
problème? Quelle attitude les
CPAS doivent-ils adopter?
09.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, ik zou eerst en
vooral in herinnering willen brengen dat in principe elk land geacht is
zijn onderdanen terug te nemen. Dat is een internationale verplichting.

Bij een vrijwillige terugkeer komt het de vreemdeling zelf toe een
reisdocument aan te vragen bij zijn diplomatieke vertegenwoordiging.
In principe verkeert de vreemdeling dan in de mogelijkheid zijn
afkomst te bewijzen ten aanzien van de autoriteiten van zijn
herkomstland door middel van documenten of bijvoorbeeld ook door
verifieerbare verklaringen. Wanneer de vreemdeling uitdrukkelijk te
kennen geeft dat hij wenst te vertrekken, zijn de buitenlandse
diplomatieke posten normaal altijd bereid om bedoeld reisdocument
af te leveren. Dat gaat doorgaans vlot en zonder rompslomp.

De vreemdeling kan, als hij dat zou wensen, ook altijd een beroep
doen op de administratieve bijstand van een aantal organisaties, zoals
bijvoorbeeld de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM), Caritas
en andere internationale verenigingen. Hij kan zijn aanvraag dus ten
individuele doen of een beroep doen op een organisatie die daarin is
gespecialiseerd.

Bij een gedwongen verwijdering ­ dat is altijd de laatste schakel in de
ketting en ook de minst aangename ­ is het altijd de taak van de
Belgische overheid om op dat ogenblik voor de vreemdeling bedoeld
09.02 Patrick Dewael, ministre:
Chaque pays est soumis à une
obligation internationale de
rapatrier ses ressortissants. En
cas de retour volontaire, l'étranger
doit demander lui-même un
document de voyage auprès de sa
représentation diplomatique sur la
base de documents ou de
déclarations vérifiables prouvant
son origine. Les postes
diplomatiques étrangers sont alors
en règle générale toujours
disposés à délivrer le document.
L'étranger peut en outre faire
appel à des organisations telles
que l'International Organization for
Migration et Caritas.

S'il s'agit d'une expulsion forcée,
les autorités belges doivent
demander le document de voyage.
Les autorités du pays d'origine
refusent toutefois de temps à autre
25/04/2006
CRIV 51
COM 932
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
reisdocument te bekomen bij de bevoegde diplomatieke post.

De afgifte van het document kan door verschillende elementen
worden bemoeilijkt. Een voorbeeld is het gebrek aan medewerking
dat de autoriteiten van het land van herkomst geven, omdat de
vreemdeling kenbaar maakt dat hij niet uit vrije wil vertrekt. Een ander
voorbeeld is dat de vreemdeling onjuiste of helemaal geen
persoonsgegevens verstrekt. U zal dus wel begrijpen dat ik een
gebrek aan medewerking van de vreemdeling om aan een maatregel
gevolg te geven, onmogelijk kan belonen door de afgifte van enig
verblijfsdocument. Dat kan ik uiteraard niet doen.

Indien hij kan aantonen dat hij door overmacht niet kan terugkeren
naar zijn land van herkomst, worden zijn documenten in voorkomend
geval tijdelijk verlengd. Er is onder andere sprake van overmacht
wegens medische redenen. Een medische reden is ook een van de
elementen dat uitdrukkelijk wordt weerhouden in het wetsontwerp dat
voorbije vrijdag werd goedgekeurd op de Ministerraad. Wij zullen
daarover dus binnenkort in de commissie kunnen debatteren.

Er is ook sprake van overmacht, als bijvoorbeeld de commissaris-
generaal voorziet in een niet-terugleidingsclausule*. Ik geef u het
voorbeeld van voormalig commissaris-generaal Smet die dat heeft
gedaan bij Afghanen. Dat waren afgewezen asielzoekers, maar
omdat bepaalde delen van Afghanistan op dat ogenblik broeihaarden
van geweld waren, was het wenselijk de betrokkenen voorlopig niet te
laten terugreizen. Met andere woorden, er wordt dan een beroep
gedaan op de niet-terugleidingsclausule. Dat is de subsidiaire
bescherming die in het wetsontwerp dat op de Ministerraad werd
goedgekeurd, uitdrukkelijk wordt weerhouden.

Mijnheer Verherstraeten, ik kom nu op uw vraag terug. Teneinde de
terugkeer van vreemdelingen die onwettig op ons grondgebied
verblijven, structureel te vergemakkelijken, wordt ook altijd gepoogd
om met zoveel mogelijk landen readmissieakkoorden* af te sluiten of
om minstens tot administratieve werkafspraken te komen. Met
sommige landen gaat dat heel vlot en heel gemakkelijk. Zij verlenen
op dat vlak ook alle mogelijke faciliteiten.

Wat betreft eventuele steunverlening aan vreemdelingen die illegaal
op ons grondgebied verblijven, moet ik u verwijzen naar de minister
van Maatschappelijke Integratie. U weet dat er bepaalde gerechtelijke
uitspraken zijn, onder meer van het Arbitragehof, die voorzien in
bepaalde verplichtingen inzake steunverlening. Dat is niet de
bevoegdheid van de minister van Binnenlandse Zaken, maar wel die
van de heer Dupont.
de collaborer parce que l'étranger
indique qu'il ne souhaite pas partir
de son plein gré. Un problème se
présente également lorsque
l'étranger ne fournit pas de
données personnelles ou qu'il
fournit des données erronées. Je
ne puis évidemment
«récompenser» d'un document de
séjour quiconque ne collabore pas
à l'exécution d'une mesure
valable.

Si un étranger est en mesure de
prouver qu'il ne peut pas retourner
pour des raisons de force
majeure, le délai d'expiration de
ses documents est prolongé. Il est
question de force majeure si des
raisons médicales peuvent être
invoquées ou si le commissaire
général aux réfugiés prévoit une
clause de non-reconduite. Les
raisons médicales ont par ailleurs
été inscrites dans le projet de loi
adopté par le Conseil des
ministres vendredi.

Pour faciliter structurellement le
retour des étrangers, nous
essayons toujours de conclure des
accords de réadmission avec un
maximum de pays ou d'organiser
des réunions de travail
administratives.

Le ministre de l'Intégration sociale
est compétent pour l'aide aux
étrangers en séjour illégal sur le
territoire.
09.03 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de minister, dank u
voor uw antwoord. In uw antwoord schetst u concrete situaties
waarmee ik het uiteraard eens ben, daar u de wet schetst.

Ik stelde deze vraag naar aanleiding van een paar concrete dossiers
waarbij het OCMW van de gemeente waar ik woon, Mol, werd
betrokken en in welk verband deze instantie en ik meen ook uw
kabinet, contact opnamen met de dienst Vreemdelingenzaken. De
betrokken uitgeprocedeerden waren bereid vrijwillig terug te keren
naar hun land van herkomst, maar men kreeg geen laissez-passer
van het land van herkomst. Uiteraard ging het wellicht niet over een
09.03 Servais Verherstraeten
(CD&V): J'ai posé cette question
parce que j'ai eu connaissance de
trois cas concrets dans lesquels
est intervenu le CPAS de ma
commune. Il s'agit de demandeurs
d'asile en fin de droits qui
souhaitent rentrer volontairement
dans leur pays d'origine mais n'ont
pas obtenu le laissez-passer
nécessaire. Le CPAS ne pouvant
CRIV 51
COM 932
25/04/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
groot aantal dossiers. Wat onze gemeente betrof, ging het om een
drietal zaken, maar het zou mij verbazen dat die concrete situatie zich
alleen daar heeft voorgedaan.

Daar zit men met de volgende problematiek. Betrokkenen zijn
uitgeprocedeerd en men mag hen geen uitkeringen meer geven. Zij
willen naar hun land van herkomst, maar kunnen de vonnissen of
arresten niet respecteren. Zij zitten tussen wal en schip. Dan komt
men natuurlijk in een inhumane situatie terecht. Het gaat om mensen
die zich willen schikken naar de wet.

Er zijn zo al OCMW's geconfronteerd met de wetgeving. Men kan dan
als lokaal bestuur uiteraard zijn goed hart tonen, en dat zal men op de
meeste plaatsen ook wel trachten te doen, maar er zijn natuurlijk ook
limieten aan de portemonnee van een OCMW, mijnheer de minister.
Ik pleit voor een antwoord in dergelijke specifieke situaties. Als u
verwijst naar uw collega van Maatschappelijke Integratie, meen ik dat
het over dringende medische hulpverlening gaat. Maar in dat geval,
als de goede wil er is ­ en de goede wil moet natuurlijk aangetoond
worden, dat lijkt mij evident, aan de hand van bepaalde gegevens ­
vind ik dat hoe dan ook andere steun moet mogelijk zijn.
leur venir en aide, ils sont
littéralement assis entre deux
chaises dans une situation
devenue inhumaine. La plupart
des pouvoirs locaux sont disposés
à se montrer bienveillants mais
leurs budgets ne sont évidemment
pas illimités. Dans les cas que j'ai
esquissés, il devrait être possible
d'accorder une aide aux
demandeurs qui se trouvent dans
ce genre de situations
inconfortables. A mon avis, le
ministre de l'Intégration sociale a
surtout un rôle à jouer en matière
d'aide médicale urgente.
09.04 Minister Patrick Dewael: Collega Verherstraeten, ik kan uw
redenering volgen als het gaat om het risico om tussen wal en schip
te geraken wegens de onwil van een land om mee te werken in geval
van gedwongen repatriëringen. Als er echter gevallen bestaan waarbij
dat ook bij vrijwillige terugkeer gebeurt, breng mij hiervan dan op de
hoogte.

Er zijn zo een paar landen die ons nog altijd voor problemen plaatsen.
Congo was zo een land. Ik kan u wel meedelen dat ik er uiteindelijk in
geslaagd ben met Congo wel een re-admissieakkoord te sluiten. Ik ga
volgende week trouwens naar dat land om een aantal andere
incentives te geven ­ op het vlak van mijn departement: het
Rijksregister, de burgerlijke stand, en noem maar op ­ om aan
capacity building te doen. Ik meen dat wij hen moeten helpen, zeker
als zij blijk geven van de bereidheid hun re-admissieverplichting na te
komen. Maar er zijn nog een paar landen die effectief nalaten dat te
doen.

Wat de steunverlening en de maatschappelijke integratie betreft, gaat
het niet alleen om medische hulpverlening. Het is collega Dupont die
de hele hulp en steunverlening moet realiseren in lokale
opvanginitiatieven en open asielcentra. De open asielcentra behoren,
zoals u weet, niet tot de bevoegdheid van het departement van
Binnenlandse Zaken.

Destijds heb ik daarvoor gepleit, maar men heeft het gesplitst
gehouden. Het is altijd zo geweest: enerzijds Binnenlandse Zaken en
anderzijds Maatschappelijke Integratie. Dat verklaart ook, herinner u,
dat de aankoop van een aantal vakantiecentra niet de bevoegdheid
van collega Duquesne was, maar van een andere minister.
09.04 Patrick Dewael, ministre:
Certains se retrouvent
effectivement dans une situation
où ils sont assis entre deux
chaises parce que leur pays
d'origine refuse de collaborer avec
notre pays mais il s'agit alors,
dans leur cas, de rapatriement
forcé. M. Verherstraeten peut
toujours me fournir des exemples
de cas de retour volontaire qui
posent problème. Entre-temps, j'ai
tout de même réussi à conclure un
accord de réadmission avec la
République démocratique du
Congo. Je vais d'ailleurs me
rendre dans ce pays la semaine
prochaine pour donner des
incitants en matière de «capacity
building».

L'octroi d'une aide et l'intégration
sociale vont bien au-delà de l'aide
médicale. Le ministre Dupont est
compétent pour l'aide dispensée
dans les centres d'accueil locaux
et les centres d'asile ouverts. A
l'époque, j'ai vainement plaidé
pour une certaine centralisation
des compétences. Par exemple,
l'acquisition de centres de
vacances ne relevait pas de mon
prédécesseur, M. Duquesne.
09.05 Servais Verherstraeten (CD&V): Ik weet wel dat er verliezen
geleden zijn bij de wederverkoop.
09.05 Servais Verherstraeten
(CD&V): La seule chose que je
25/04/2006
CRIV 51
COM 932
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
sais, c'est que la revente s'est
soldée par une perte.
09.06 Minister Patrick Dewael: De maatregel was nodig op dat
ogenblik. U bent het eens met een humane opvang, u zal die
maatregelen toch niet betwisten?
09.06 Patrick Dewael, ministre: A
l'époque, ces mesures étaient
nécessaires. M. Verherstraeten,
qui est partisan d'un accueil
humain, n'en contestera pas
l'opportunité.
09.07 Servais Verherstraeten (CD&V): Neen.
09.08 Minister Patrick Dewael: Als het nodig is, is het nodig.
09.09 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de minister,
volgens mij hebben de uitgeprocedeerden enkel recht op dringende
medische hulpverlening. Ik meen dat de problematiek zich ook in
verband met Nigeria voordoet, maar ik zal de individuele dossiers
doorgeven.

Ik wil er echter voor pleiten om de problematiek in het algemeen op te
lossen en niet enkel inzake concrete dossiers die door mij of door
andere collega's worden aangehaald. De personen in kwestie voldoen
niet meer aan de connotatie "hangende procedure", want ze zijn
uitgeprocedeerd. Daardoor hebben ze, zo dacht ik, enkel recht op
dringende medische hulp.
09.09 Servais Verherstraeten
(CD&V): Je considère que les
demandeurs d'asile déboutés
n'ont droit qu'à l'aide médicale
urgente mais je ferai parvenir au
ministre les dossiers individuels.
Je prône quant à moi une solution
globale et j'espère que le ministre
examinera ce dossier avec son
collègue ministre.
09.10 Minister Patrick Dewael: Na het antwoord van de Raad van
State is de betrokkene uitgeprocedeerd en is geen aanvrager van
asiel meer, maar heeft wel recht op maatschappelijke hulp.
09.11 Servais Verherstraeten (CD&V): Die hulp krijgt hij ook, maar
goed...
09.12 Minister Patrick Dewael: Bezorg mij de dossiers.
09.13 Servais Verherstraeten (CD&V): Dat zal ik doen en ik zou u
dankbaar zijn mocht u die problematiek in de besprekingen met uw
collega van Maatschappelijke Integratie of iemand van het kabinet
aankaarten.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
10 Vraag van mevrouw Marleen Govaerts aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de verblijfplaatsen van de Turkse terroriste F. Erdal" (nr. 11348)
10 Question de Mme Marleen Govaerts au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les lieux
de résidence de la terroriste turque F. Erdal" (n° 11348)
10.01 Marleen Govaerts (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, uit de verslagen van de Comités P en I van
vorige week blijkt dat het zich onttrekken aan de opgelegde
verblijfplaats strafbaar is, met name op basis van artikel 175 van de
Vreemdelingenwet. Daarom is het belangrijk deze piste verder te
onderzoeken en na te gaan of de Veiligheid van de Staat de minister
van Binnenlandse Zaken wel op de hoogte bracht van al haar
verplaatsingen.
10.01 Marleen Govaerts (Vlaams
Belang): Je me demande si la
Sécurité de l'État a bien informé le
ministre de tous les lieux où Mme
Erdal a résidé en Belgique. Il me
revient que cette dernière aurait
habité à Saint-Trond de fin 2003 à
début 2004. À cette époque, elle
CRIV 51
COM 932
25/04/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21

Uit welingelichte bron heb ik vernomen dat terroriste Erdal ook in Sint-
Truiden een paar nachten verbleven heeft, in de Koningin Astridstraat
10 en niet in de Leopold II-straat zoals ik eerst had vermeld.
Ondertussen heb ik dat kunnen nagaan. Het onderzoek is nog
lopende. Ik zal binnenkort dus met ander bewijsmateriaal kunnen
komen. Zij zou daar hebben gelogeerd onder de naam Alper. Zij
betaalde 25 euro per nacht. Zij kwam daar haar petekindje bezoeken,
het kindje van de familie Aydogan, dat bij ons in Sint-Truiden in
behandeling was. Dat moet eind 2003 of 2004 geweest zijn. Het juiste
tijdstip weet ik nog niet maar dat kom ik wel te weten. In die periode
werden in Sint-Truiden heel veel dikke Mercedessen gesignaleerd
met Duitse nummerplaten en Turkse inzittenden. Dat is maar een
detail.

Mijnheer de minister, ik zou van u willen weten of u op de hoogte bent
van het feit dat mevrouw Erdal in Sint-Truiden verbleven heeft. Onze
burgemeester was gisteren niet op de hoogte. De politie in Sint-
Truiden ook niet. Ik hoop dat u als minister iets meer weet. Zo niet,
dan moet ik naar minister Onkelinx gaan, want dan is het duidelijk dat
er absoluut geen uitwisseling of samenspraak is.

Zij heeft in Charlerloi, Brussel en Knokke gewoond. Ik wil weten wat u
weet over Sint-Truiden. Volgens sommige berichten zou ze zich thans
in Cyprus schuilhouden. Anderen spreken over Duitsland, gezien haar
connecties met de familie Aydogan. De kans zou groot zijn dat zij mee
is gegaan naar Duitsland en zich daar schuilhoudt.

Mijnheer de minister, wat weet u van deze zaak?
séjournait chez un couple turc
originaire d'Allemagne. Le ministre
en a-t-il été informé? D'après
certaines rumeurs, Mme Erdal se
serait enfuie à Chypre, mais il se
pourrait qu'elle se trouve en
Allemagne puisqu'elle y a des
amis turcs.
10.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, zoals gezegd
heb ik maar één adres gekend, dat mij in gesloten omslag is
meegedeeld geworden door mijn voorganger op het ogenblik dat ik op
het departement ben gekomen. Dat adres is ook ongewijzigd
gebleven. Wat u naar voren brengt en wat daarvan aan is, daarover
wordt zoveel gezegd. Ik kan u wel bevestigen dat de verblijfplaatsen
van mevrouw Erdal, in het belang van de betrokkene maar ook van de
openbare orde, geheim waren. Noch de ligging, noch de timing van
het verblijf werden publiek bekend gemaakt. Die adressen staan ook
vermeld in het verslag van het onderzoek van het Comité P met
betrekking tot mevrouw Erdal. Ik kan u wel zeggen dat de diverse
mededelingen die inderdaad het voorwerp hebben uitgemaakt van
een persverslaggeving, niet altijd met de realiteit overeenstemmen.
De opsporing van mevrouw Erdal maakt deel uit van een gerechtelijk
onderzoek. U verwijst in dat verband onder andere naar Cyprus. Het
gerechtelijk onderzoek valt onder de bevoegdheid van de collega voor
Justitie.
10.02 Patrick Dewael, ministre:
Lors de mon entrée en fonction au
ministère de l'Intérieur, mon
prédécesseur m'a communiqué
l'adresse de Mme Erdal. Cette
adresse n'a pas été modifiée.

Pour des raisons de sécurité, les
résidences de Mme Erdal ont été
tenues secrètes. Ni les
localisations ni le timing de son
séjour n'ont été révélés. Ces
adresses figurent dans le rapport
du Comité P. Ce que la presse a
écrit à ce sujet ne correspond pas
toujours à la réalité. La recherche
de Mme Erdal fait l'objet d'une
enquête qui relève de la
compétence de la ministre de la
Justice.
10.03 Marleen Govaerts (Vlaams Belang): Dank u, mijnheer de
minister. Ik heb al een heel groot vermoeden dat die juffrouw wel in
Sint-Truiden verbleef. Als ik dat binnenkort met harde bewijzen zal
aantonen, zal dat een bijkomend element zijn waaruit blijkt dat de
bewaking of opvolging van juffrouw Erdal niet helemaal verliep zoals
het moest. De politie had minstens op de hoogte kunnen worden
gebracht. Het is de zoveelste plaats waarheen zij is getrokken, weg
10.03 Marleen Govaerts (Vlaams
Belang): Je pense que le dossier
Erdal n'a pas été suivi avec la
rigueur dont on se prévaut
aujourd'hui. En effet, Mme Erdal
se déplaçait non seulement chez
le médecin mais elle rendait
25/04/2006
CRIV 51
COM 932
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22
van haar verplichte verblijfplaats. Dit niet alleen voor
doktersbezoeken, zoals vorige week bleek uit het verslag van de
kamercommissie, ook voor familiebezoek. Ik zal bij de minister van
Justitie te rade gaan, want blijkbaar stond zij al aan het hoofd van de
staatsveiligheid. Zoals ze het vorige week in de commissie voor de
Justitie voorzichtig heeft uitgedrukt, was zij de baas van de
Staatsveiligheid. Ze heeft dan ook alles blijkbaar heel goed geheim
gehouden.
également visite à des membres
de sa famille. Cet élément a
pourtant été tenu secret.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De voorzitter: Vraag nr. 11350 van mevrouw Hilde Claes is uitgesteld. Vraag nr. 11364 van de heer Benoit
Drèze is uitgesteld.
11 Vraag van mevrouw Magda De Meyer aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de veiligheids- en preventiecontracten 2006" (nr. 11367)
11 Question de Mme Magda De Meyer au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les
contrats de sécurité et de prévention 2006" (n° 11367)
11.01 Magda De Meyer (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, collega's, mijn vraag handelt over de veiligheids- en
preventiecontracten 2006. Er heerst bij de gemeentebesturen onvrede
wegens de vrij krappe informatieperiode nadat de mededeling was
verstuurd dat er een nieuwe procedure was voor de indiening van de
contractvoorstellen voor het lopende jaar 2006.

De gemeentebesturen werden voor het eerst via een mail van het
Vast Secretariaat voor Preventiebeleid ervan op de hoogte gebracht
dat er een nieuwe procedure voor contractvoorstellen van het lopende
jaar van toepassing werd. De mail zei dat de voorstellen binnen
moesten zijn tegen 15 april. Een en ander verliep wel een beetje
moeizaam, vermits er op dat moment nog geen ministerieel besluit
was verschenen. Uiteindelijk is dat ministerieel besluit verschenen op
14 april. Alles zou nu moeten binnen zijn tegen eind april. Dat is toch
alweer een vrij krappe manier van werken. Het lijkt mij erg moeilijk,
want de op te maken roosters en de contractvoorstellen betekenen
toch een aanzienlijke werklast bovenop de reeds hoge werkdruk van
de stedelijke preventiedienst en zullen op een onaanvaardbaar korte
termijn moeten worden ingediend.

Voor zover ik begrepen heb, moeten die contractvoorstellen ook nog
eens goedgekeurd worden door de gemeenteraad. Ik weet niet of dat
idee aangehouden is. Het betekent dat men een gemeenteraad moet
afwachten. Dat is toch allemaal nogal krap. Dat lijkt mij echt
onaanvaardbaar te zijn.

Bovendien zegt men mij dat er voor nieuwe contracten een studie
moet gebeuren. Dat kan toch onmogelijk gebeuren op veertien dagen
tijd? Ik vraag mij af waarom dat allemaal zo krap bemeten is. Wat is
de oorzaak dat de informatie zo laat is verstrekt aan de
gemeentebesturen?
11.01 Magda De Meyer (sp.a-
spirit): À la fin du mois de mars de
cette année, les administrations
communales ont été informées,
par le Secrétariat permanent à la
politique de prévention, de
l'existence d'une nouvelle
procédure pour le dépôt des
propositions de contrat pour 2006.
Ces propositions devaient d'abord
être déposées pour le 15 avril
mais l'arrêté ministériel paru le 14
avril a fixé la date butoir à la fin
avril. Les services de prévention
sont dans l'incapacité de déposer
des propositions en quinze jours,
d'autant plus que celles-ci doivent
être approuvées par le conseil
communal. Pourquoi les
communes ont-elles été informées
si tardivement?
11.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, mevrouw De
Meyer, ik heb de contractsteden en ­gemeenten reeds in november
2005 op de hoogte gebracht van de voortzetting van hun contract voor
het jaar 2006. Ik heb in die brief ook op gewezen dat, ten eerste, 2006
moet worden beschouwd als een voorbereidingsjaar voor een nieuw
11.02 Patrick Dewael, ministre:
Les villes et les communes ont été
informées en novembre 2005 de la
prorogation des contrats en 2006.
Je soulignais dans mon courrier
CRIV 51
COM 932
25/04/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
23
systeem, een systeem van strategische contracten die vanaf 2007
voor een periode van vier jaar zouden worden gesloten, overigens
met uitvoering van besluitvorming van de Ministerraad van 30 en
31 maart 2004, en, ten tweede, dat ook in het voorbereidingsjaar zij
hun lokale veiligheidssituatie moeten analyseren en evalueren. Voor
2006 zal bovendien elk nieuw ingediend project moeten worden
verantwoord op basis van een uitgevoerde veiligheidsdiagnose.

Vanuit mijn administratie werd op 24 maart inderdaad een mail
gestuurd aan de preventieambtenaren en dus niet aan de
gemeentebesturen.

Aan de preventieambtenaren werd gevraagd om hun contractvoorstel
in te dienen tegen 15 april 2006 en dat ter administratieve
voorbereiding van het contract.

Ieder jaar moeten de contractvoorstellen worden ingediend. Het is dus
geen nieuwe procedure. Maar uit een bekommernis van misschien
administratieve vereenvoudiging, werd de lay-out van het veiligheids-
en preventiecontract ietwat herwerkt. De contracten 2006 geven enkel
nog een korte situering van het project, de strategische doelstellingen,
de acties en het daarvoor uitgetrokken budget weer, terwijl vroeger
elk project helemaal moest worden omschreven.

De preventieambtenaren werden sinds juni 2005 via informatiesessies
en opleidingen uitgebreid geïnformeerd over de wijze van indiening
van de contractvoorstellen. Mijn administratie geeft mij te kennen dat
49 van de 73 voorstellen reeds zijn ingediend en ook geen enkel
probleem met zich meebrengen. Het is dus een kwestie van mekaar
een beetje te vinden.
que l'année 2006 doit être
considérée comme une année
préparatoire pour les nouveaux
contrats qui seront conclus pour
quatre ans à partir de 2007, que
les communes doivent analyser et
évaluer la situation sécuritaire
locale et qu'également en 2006,
tout nouveau projet doit reposer
sur un diagnostic de sécurité
établi.

Le 24 mars 2006, mon
administration a adressé un e-mail
aux fonctionnaires chargés de la
prévention pour leur demander
d'introduire avant le 15 avril leur
proposition de contrat en vue de
leur préparation administrative.
Les propositions de contrat doivent
être introduites chaque année et il
n'est donc nullement question
d'une nouvelle procédure. En
outre, depuis juin 2005, les
fonctionnaires de prévention sont
amplement informés de la
procédure simplifiée qui est
prévue pour le dépôt des
propositions de contrat.

Mon administration me fait savoir
que 49 propositions sur 73 ont
déjà été introduites et qu'aucun
problème ne se pose.
11.03 Magda De Meyer (sp.a-spirit): Er zitten hoe dan ook 14 dagen
tussen de publicatie van het ministerieel besluit waarin voor het eerst
klaar en duidelijk en officieel de richtlijnen worden bekendgemaakt, en
de deadline voor de indiening van de projecten. Dat lijkt me een
beetje krap te zijn, te meer daar u zelf zegt dat het een uitvoering is
van vroegere beslissingen. Ik vraag me af waarom het ministerieel
besluit zo lang op zich heeft laten wachten. Dat is eigenlijk mijn vraag.
11.03 Magda De Meyer (sp.a-
spirit): Le délai prévu entre l'arrêté
ministériel et la date limite aurait
pu être plus long. Pourquoi cet
arrêté s'est-il fait attendre si
longtemps?
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
12 Question de M. Éric Libert au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "l'enquête menée
par la VUB avec l'appui du registre national du SPF Intérieur" (n° 11375)
12 Vraag van de heer Éric Libert aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"de enquête die de VUB met de steun van de dienst van het rijksregister van de FOD Binnenlandse
Zaken organiseert" (nr. 11375)
12.01 Éric Libert (MR): Monsieur le président, monsieur le ministre,
mes deux questions ont trait à la légalité ainsi qu'à la courtoisie
linguistique. La première concerne l'attitude de la police à l'aéroport
de Bruxelles-National à l'égard des passagers allophones. Est-ce bien
celle-là, monsieur le président?
25/04/2006
CRIV 51
COM 932
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24
Le président: Non, votre première question concerne l'enquête menée par la VUB avec l'appui du service
du registre national du SPF Intérieur.
12.02 Éric Libert (MR): Je commencerai donc par cette question-là!

Monsieur le ministre, un de mes correspondants francophones,
domicilié dans une des six communes à facilités, m'a signalé que son
fils avait été sélectionné par le service du registre national pour
participer à une enquête effectuée par le département de sociologie
de la VUB, à propos des activités de la jeunesse en Flandre.

Cette enquête est effectuée pour le compte du ministère de la
Communauté flamande. Il a ainsi reçu une série de documents, mais
il se fait que ceux-ci étaient rédigés dans leur intégralité
exclusivement en néerlandais, alors que son appartenance
linguistique devait, à mon sens, manifestement être connue d'un
service tel que le service du registre national qui, par essence, est
fédéral.

Ce service étant un service central au sens des lois sur l'emploi des
langues en matière administrative, il avait, me semble-t-il, l'obligation
de s'adresser en français à ce correspondant conformément à
l'article 41, §1
er
des lois précitées et conformément également à une
jurisprudence constante de la CPCN.

En conséquence, monsieur le ministre, pouvez-vous me confirmer le
fait qu'il y a, en l'espèce, infraction d'ordre linguistique et, dans
l'affirmative, les mesures que vous comptez prendre à l'égard du
service du registre national pour l'inviter à respecter à l'avenir la
législation linguistique dans les communes à facilités, bien entendu.
Pouvez-vous également me faire savoir le nombre de jeunes
sélectionnés pour cette étude ainsi que leur répartition en fonction de
leur domiciliation dans les 35 communes de l'arrondissement Hal-
Vilvorde?
12.02 Éric Libert (MR): Een
Franstalige inwoner van een
faciliteitengemeente liet me weten
dat zijn zoon door de dienst van
het rijksregister geselecteerd werd
om deel te nemen aan een
enquête in verband met de
activiteiten van de jeugd in
Vlaanderen.
De documenten waren uitsluitend
in het Nederlands opgesteld,
terwijl de dienst van het
rijksregister wel degelijk van zijn
taalaanhorigheid op de hoogte
moet zijn.
Die dienst is een centrale dienst in
de zin van de wetten op het
gebruik van de talen in
bestuurszaken en had zich dus in
het Frans tot betrokkene moeten
richten.
Kan u bevestigen dat de
taalwetten werden overtreden? Zo
ja, welke maatregelen zal u ten
aanzien van de dienst van het
rijksregister nemen? Hoeveel
jongeren werden voor die studie
geselecteerd en hoe zijn ze over
de 35 gemeenten van het
arrondissement Halle-Vilvoorde
verspreid?
12.03 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, la
Commission de la protection de la vie privée a autorisé la VUB et son
donneur d'ordre, l'administration de la Culture du département de
l'Aide sociale, de la Santé publique et de la Culture du ministère de la
Communauté flamande, à obtenir communication des données du
registre national mentionnée à l'article 3 de la loi relative au registre
national, sous la forme d'un échantillon aléatoire comprenant 2.250
habitants de la Région flamande et de la Région bruxelloise de rôle
linguistique néerlandais, âgés de 14 à 18 ans en 2006.

La demande formulée par la VUB a pour but de développer un
"Moniteur de la jeunesse" qui donnera périodiquement un aperçu de
l'univers, des conditions de vie et des activités des enfants et des
jeunes en Flandre. Un formulaire d'enquête a été rédigé par la VUB,
ainsi qu'une lettre de contact. Les données "nom, prénom et
résidence principale" étaient nécessaires pour contacter correctement
les personnes concernées.

Étant donné que l'enquête est réalisée par voie postale et afin de
préserver le caractère anonyme des données recueillies via l'enquête,
la Commission de la protection de la vie privée a stipulé que les
informations du registre national susmentionnées ne seraient pas
véritablement transmises au demandeur. Elles seraient utilisées par
12.03 Minister Patrick Dewael:
De Commissie voor de
bescherming van de persoonlijke
levenssfeer heeft de VUB, die met
de enquête belast werd, en de
opdrachtgever, de Vlaamse
Gemeenschap, toestemming
verleend om met gegevens van
het rijksregister te werken.
Teneinde het anonieme karakter
van de gegevens te vrijwaren heeft
de Commissie voor de
bescherming van de persoonlijke
levenssfeer daarbij bepaald dat de
informatie uit het rijksregister niet
aan de aanvrager zou worden
meegedeeld. De diensten van het
rijksregister zouden de
contactbrief, het enquêteformulier
en een eventuele aanmaning
versturen.

Het gaat om een enquête van de
CRIV 51
COM 932
25/04/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25
les services du registre national; ceux-ci procéderaient pour le compte
du demandeur à l'envoi de la lettre de contact, du formulaire
d'enquête et d'un éventuel rappel.

Il s'agissait d'une enquête de la VUB pour le compte de la
Communauté flamande et relative aux activités de la jeunesse en
Flandre. Tous les formulaires ont donc été établis exclusivement en
néerlandais et le registre national n'est intervenu en ce qui concerne
la transmission desdits formulaires que comme intermédiaire.

En outre, la lettre de contact transmise via le registre explicite le
caractère purement facultatif de la participation à l'enquête.
L'extraction des données proprement dites est effectuée par le
registre national. Les paramètres concernant cette extraction ont été
communiqués par la VUB et respectés.

Comme mentionné ci-dessus, l'enquête concerne 2.250 personnes
résidant en Région flamande et en Région bruxelloise de rôle
linguistique néerlandais, qui auront entre 14 et 18 ans en 2006 et qui
ont été tirées au sort dans un échantillon aléatoire.

En ce qui concerne l'arrondissement administratif de Hal-Vilvorde,
226 jeunes ont été contactés. Je vous remets bien volontiers le
tableau établi par mon administration qui reprend le nombre de jeunes
contactés par commune dans cet arrondissement.
VUB voor rekening van de
Vlaamse Gemeenschap over de
activiteiten van jongeren in
Vlaanderen. Er werd dan ook met
eentalig Nederlandse formulieren
gewerkt. In de contactbrief werd
bovendien duidelijk gewezen op
het facultatieve karakter van
deelname aan de enquête.

Er werden 2 250 personen
bevraagd in het Vlaamse en in het
Brusselse Gewest,
Nederlandstaligen die in 2006
tussen 14 en 18 jaar oud zullen
zijn en die uitgeloot werden.

In het administratief
arrondissement Halle-Vilvoorde
werden 226 jongeren
gecontacteerd. Ik geef u een tabel
met het aantal jongeren dat per
gemeente gecontacteerd werd.
12.04 Éric Libert (MR): Monsieur le ministre, il me semble à
première vue, et sous réserve d'examen, que la qualité en laquelle est
intervenu le service central du Registre national est indifférente en
l'espèce. Que le service agisse d'initiative ou en qualité
d'intermédiaire, cela ne l'exonère pas de l'obligation prévue à l'article
41, §1
er
des lois linguistiques en matière administrative, qui lui impose
de s'adresser dans la langue connue de l'habitant.

Je vous rappelle également que, s'agissant d'une jurisprudence
constante de la CPCL, je vous cite deux décisions, sections
néerlandophone et francophone réunies, du 6 décembre 1990 et du
15 septembre 1993, spécifiant qu'il appartient à l'autorité
administrative, et qui plus est au Registre national qui dispose de
toutes les données, de rechercher l'appartenance linguistique des
intéressés. Il me semble que dans ce cas, même si le registre est
intervenu en qualité d'intermédiaire, il lui appartenait de rechercher
l'appartenance linguistique et, au départ du résultat obtenu,
d'adresser les correspondances soit en français soit en néerlandais,
selon cette appartenance.
12.04 Éric Libert (MR): Op het
eerste gezicht komt het mij voor
dat de inwoner altijd in zijn taal
moet worden aangesproken,
ongeacht het feit of de centrale
dienst van het nationaal register
als dusdanig of als tussenpersoon
optreedt.

Constante rechtspraak van het
VCT bepaalt dat het de taak is van
de administratieve overheid om uit
te zoeken tot welke taalgroep de
geïnteresseerden behoren.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
13 Question de M. Éric Libert au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "l'attitude de la
police à l'aéroport de Bruxelles-National à l'égard des passagers allophones" (n° 11376)
13 Vraag van de heer Éric Libert aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"de houding van de politie ten aanzien van anderstalige passagiers op de luchthaven van Brussel-
Nationaal" (nr. 11376)
13.01 Éric Libert (MR): Monsieur le président, monsieur le ministre,
ma question traite de courtoisie linguistique. En effet, certaines
personnes, ne parlant pas ou pas suffisamment bien le néerlandais,
13.01 Éric Libert (MR): Een
aantal Franstaligen hebben me
gesignaleerd dat sommige
25/04/2006
CRIV 51
COM 932
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
26
se sont plaintes de l'attitude adoptée par d'aucuns. Ainsi, plusieurs
correspondants francophones m'ont signalé l'attitude parfois
discriminatoire de certains policiers en service à l'aéroport de
Bruxelles-National à l'égard des passagers ne s'exprimant pas ou
difficilement en néerlandais.

Or, il me semble que ces policiers doivent observer une attitude aussi
courtoise et aussi impartiale avec les uns qu'avec les autres.

Je connais toute l'attention que vous entendez réserver à la qualité
des services de police sur l'ensemble du territoire.

En conséquence, monsieur le ministre, pouvez-vous me faire savoir
quelles sont les mesures que vous comptez prendre à l'égard de ce
service de police afin de veiller à ce qu'il fasse preuve de courtoisie
envers tous ceux ­ et ils sont nombreux dans notre pays puisque
Bruxelles est une plaque tournante internationale ­ qui ne parlent pas
le néerlandais. Pourriez-vous également me dire si vous êtes
régulièrement saisi de plaintes à ce propos?
politieagenten op de luchthaven
van Zaventem passagiers die
geen of slecht Nederlands
spreken, soms discriminerend
behandelen.

Welke maatregelen zal u treffen
om die politiedienst ertoe te
bewegen zich hoffelijk en
onbevooroordeeld ten aanzien van
de Nederlandsonkundigen te
gedragen? Ontvangt u hierover
regelmatig klachten?
13.02 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, monsieur
Libert, bien qu'il s'agisse d'une unité néerlandophone, le détachement
de sécurité de la police fédérale de l'aéroport de Zaventem est
considéré comme un service régional sui generis. Des membres du
personnel francophone y sont donc détachés afin de veiller à ce que
les citoyens francophones puissent être aidés dans leur langue.

Le membre du personnel à titre individuel n'est pas nécessairement
bilingue, mais les policiers unilingues sont invités à demander l'appui
d'un collègue bilingue ou appartenant à l'autre rôle linguistique si cela
s'avère nécessaire lors d'un contact avec le public de l'aéroport.

Le service est organisé de façon à pouvoir satisfaire autant que
possible les usagers dans leur propre langue.

Vu le contexte international auquel la police aéronautique est
confrontée, l'emploi d'autres langues que le français et le néerlandais
est reconnu comme utile.

Les membres du personnel, qui désirent suivre une formation
concernant une langue reconnue comme étant utile tels le français,
l'allemand et l'anglais, peuvent bénéficier d'une intervention financière
dans les frais d'inscription ainsi que d'une comptabilisation d'un quota
d'heures.

De plus, en cas de réussite d'un examen organisé par Selor, ils
peuvent bénéficier d'une prime de bilinguisme. Dans le cadre de la
mobilité, la connaissance des langues est évaluée durant les
entretiens de sélection et est bien évidemment considérée comme un
point positif.

Monsieur Libert, vu que vous ne spécifiez pas les date et heure de
l'incident que vous évoquez, il ne m'est pas possible de vous
répondre avec plus de précision. Depuis 2004, deux plaintes à ce
sujet ont été enregistrées par la police aéronautique de Bruxelles-
National.
13.02 Minister Patrick Dewael:
Het veiligheidsdetachement
Nationale Luchthaven van de
federale politie is een gewestelijke
dienst sui generis. Franstalige
politieambtenaren worden er
gedetacheerd om de Franstalige
burgers in hun eigen taal voort te
helpen.


De dienst is zo georganiseerd dat
de reizigers zoveel mogelijk in hun
eigen taal te woord worden
gestaan.

De politieagenten die een
opleiding in een voor de dienst als
nuttig erkende taal willen volgen,
krijgen daarvoor een financiële
tegemoetkoming voor de
inschrijvingskosten en kredieturen.

Bovendien hebben de kandidaten
recht op een tweetaligheidspremie
wanneer ze slagen voor het Selor-
examen.

Sinds 2004 noteerde de
luchtvaartpolitie van de luchthaven
van Brussel-Nationaal twee
klachten hierover.
Het incident is gesloten.
CRIV 51
COM 932
25/04/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
27
L'incident est clos.
14 Vraag van mevrouw Nahima Lanjri aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "kinderen in gesloten centra" (nr. 11377)
14 Question de Mme Nahima Lanjri au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les enfants
dans les centres fermés" (n° 11377)
14.01 Nahima Lanjri (CD&V): Mijnheer de minister, ik heb de
voorbije week op het terrein wat aan verkenning gedaan. Ik heb zowel
het gesloten centrum 127bis in Steenokkerzeel als het centrum in
Merksplas bezocht en heb vooral de situatie van gezinnen met
kinderen in de gesloten centra onderzocht.

Begin april waren er ongeveer 55 kinderen in gesloten centra in
België. Dat aantal varieert. In Merksplas waren er zaterdag
bijvoorbeeld 6 gezinnen met in totaal 11 kinderen tussen de bijna 1
jaar en 13 jaar.

Het verblijf daar is uiteraard niet evident, niet voor de ouders en zeker
en vast ook niet voor de kinderen. Zo wordt er een strak regime
gevolgd, dat soms doet denken aan een gevangenisregime. De
polyvalente zaal wordt om halftien afgesloten en dan moet men naar
de individuele kamers. Zelfs die gaan om 10 uur 's avonds op slot,
wat me erg verwonderde. Ik meen dat men dat anders kan oplossen.
Als andere ruimtes afgesloten zijn, zoals de gangen en de
buitendeuren, is het afsluiten van de individuele kamer toch wel erg
ingrijpend. Bovendien zit men zonder televisie of wat dan ook op die
kamer, de lichten op de gang gaan uit enzovoort.

Ik heb dat zelf gezien. Een tijdje geleden heeft ook de Waalse
kinderrechtencommissaris Claude Lelièvre een bezoek gebracht aan
het centrum in Vottem. Hij bracht een rapport uit met een aantal
aanbevelingen, die hij aan u als bevoegde minister bezorgde, alsook
aan minister Dupont en de eerste minister.

Ik verwijs naar uw recente uitspraken in debatten waar u de belofte
deed om kinderen tijdens het tweede semester, wanneer ze in de
laatste rechte lijn zitten naar het einde van het schooljaar, niet meer
van de schoolbanken te plukken.

Ik heb mij ook laten vertellen dat in de centra ongeveer 30% en soms
40% van de mensen die daar terecht zijn gekomen, uiteindelijk om
een of andere reden wordt vrijgelaten zonder te worden gerepatrieerd,
om een of andere reden. Dat percentage vind ik eigenlijk vrij hoog.

Ik heb dus een aantal vragen.

Ten eerste, wat zult u doen met het rapport dat u al een tijdje geleden
gekregen hebt? Wat zijn uw conclusies?

U hebt de belofte gedaan om tijdens het tweede semester geen
kinderen meer van de schoolbanken te halen. Nochtans heb ik zelf
kunnen vaststellen dat in die verschillende centra kinderen zitten die
recht hebben op onderwijs. Dat strookt toch niet met de rechten van
het kind en het kinderrechtenverdrag, dat we toch moeten naleven.
Bovendien had u het zelf ook al gezegd. Ik vond het dus raar dat die
kinderen er toch zaten op dit ogenblik. Hoe verklaart u dat? Wat gaat
u eraan doen?
14.01 Nahima Lanjri (CD&V):
Début avril 2006, on dénombrait
55 enfants parmi les occupants
des centres fermés. Le centre
fermé de Merksplas abrite
actuellement six ménages
comptant au total onze enfants
âgés de un à treize ans. Le régime
strict et sévère de ces centres est
particulièrement pénible pour les
parents et les enfants.

Après avoir visité le centre fermé
de Vottem, le commissaire wallon
aux droits de l'enfant, M. Claude
Lelièvre, a fourni un rapport au
premier ministre, M. Verhofstadt,
ainsi qu'à MM. Dewael et Dupont.
Quelles conclusions le ministre
tire-t-il de ce rapport?

Le ministre s'est engagé à ne plus
interrompre la scolarité des
enfants pendant le deuxième
semestre de l'année scolaire. Or,
des enfants séjournent toujours
dans les centres fermés 127bis et
à Merksplas. Comment le ministre
l'explique-t-il? Quelles dispositions
envisage-t-il de prendre?

Ces enfants n'ont pas choisi ce
mode de vie. On peut imaginer
des solutions de rechange pour
s'en occuper: aux Pays-Bas, par
exemple, ils sont placés dans des
familles d'accueil avec l'accord de
leurs parents. Quelles solutions de
remplacement le ministre
envisage-t-il? Comment pense-t-il
rendre plus agréable l'accueil des
clandestins dans les centres
fermés?

Une aile du Centre 127bis n'est
pas utilisée. Pourquoi?

Combien de personnes quittent les
centres fermés de leur propre
volonté et combien le font sous la
contrainte? Quels sont les critères
25/04/2006
CRIV 51
COM 932
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
28

Wat kan er volgens u nog gebeuren om de opvang van die mensen in
die centra te verbeteren? Ik denk dan concreet aan op zijn minst
infrastructurele maatregelen die mogelijk moeten maken dat
bijvoorbeeld de deuren niet meer vast kunnen, zodat het strakke
gevangenisregime toch wel wordt verlaten. Het is evenwel een
gesloten centrum en dat blijft zo.

Dan stelt zich het probleem van de kinderen: die hebben niet gekozen
voor het statuut dat hun ouders hebben. Hun ouders zijn illegaal,
maar de kinderen kunnen daar niet aan doen. Voor hen moet echt
naar alternatieven worden gezocht. Ik vraag mij ook af of u zelf
mogelijke alternatieven ziet, zonder te willen discrimineren tussen
mensen met en mensen zonder kinderen. Ik heb zelf wat
rondgekeken en ben tot de conclusie gekomen dat er in Nederland
alternatieven bestaan of worden aangeboden, als bijvoorbeeld het
met toestemming van de ouders opnemen in een pleeggezin. Acht u
het haalbaar om, mits akkoord van de ouders, de kinderen tijdens de
week bij een pleeggezin onder te brengen? Of wat denkt u van het
onder elektronisch toezicht plaatsen van de ouders? Niet de kinderen
natuurlijk. Of zijn er nog andere alternatieven? Er moet echt naar
worden gezocht. Mijn voorbeelden zijn misschien niet ideaal, maar
mogelijk hebt u er betere. Ik luister graag naar uw suggesties.

Hoe komt het dat in Centrum 127bis een vleugel volledig leeg staat?
Hoe zit het met de bezetting van de andere centra? Hoeveel mensen
gaan er vanuit de centra vrijwillig terug en hoeveel gedwongen? Mij
was ook niet duidelijk wanneer de beveiligde vluchten worden
ingeschakeld. Ik meen dat ook gedwongen terugkeer soms met een
lijnvlucht gebeurt. Kunt u dat verschil nog eens uitleggen en mij de
percentages geven hoeveel gedwongen uitwijzingen er waren in 2005
en hoeveel beveiligde vluchten? Ik zou vooral ook uw standpunt willen
kennen inzake alternatieven voor het opvangen van gezinnen met een
oplossing voor die kinderen.
en matière de vols sécurisés? Qui
en décide? Combien de vols
sécurisés ont-ils été organisés en
2005?
14.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, ik heb
inderdaad kennis van de conclusies van de Franstalige
kinderrechtencommissaris met betrekking tot het gesloten centrum in
Vottem.

Hij stelt dat hij heeft kunnen vaststellen dat de directie en de
personeelsleden van het gesloten centrum hun taak op een correcte
wijze uitoefenen en trachten het verblijf van de bewoners zo
aangenaam mogelijk te maken. Hij bevestigt dat inspanningen
werden geleverd om de centra te humaniseren. Dat staat ook in het
verslag van de commissaris, maar in de pers heb ik daar minder over
gelezen. Dat wordt daar allemaal in beschreven.

Hij stelt anderzijds dat er zich beter geen kinderen zouden bevinden in
een gesloten centrum. Op zich is dat ook een verdedigbare stelling.
Hij voegt er onmiddellijk aan toe dat als er geen alternatief is, de
verblijfsduur zo kort mogelijk moet zijn. Tot nu toe zitten we nog altijd
op dezelfde golflengte. Stel u even in mijn plaats: ik denk dat niemand
voor zijn plezier dergelijke maatregelen neemt. Als men mij een
alternatief zou kunnen aanbieden, ben ik altijd bereid dat te
onderzoeken. Ik heb echter ook altijd gezegd dat als er geen
alternatief is, we toch wel iets moeten doen met gezinnen met
kinderen.
14.02 Patrick Dewael, ministre:
Dans son rapport sur le centre
fermé de Vottem, le commissaire
francophone aux droits de l'enfant
précise que la direction et le
personnel remplissent
correctement leurs tâches et qu'ils
s'efforcent de rendre le séjour le
plus agréable possible. Il confirme
en outre que des efforts ont été
accomplis pour humaniser les
centres.

D'autre part, il indique qu'il est
préférable de ne pas enfermer des
enfants dans un centre fermé. Si
aucune autre solution n'existe, le
séjour doit en tout cas être limité
au minimum. À son estime,
séparer les enfants des parents
constitue une solution moins
bonne encore.
CRIV 51
COM 932
25/04/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
29

Anders zou men hen in feite systematisch kunnen vrijstellen of niet
meer onderhevig maken aan de repatriëringsverplichting. Het is het
een of het ander. Ook scheiding van de ouders en de kinderen lijkt
hem en mij trouwens ook nog een minder goede oplossing te zijn. Dat
vind ik helemaal niet te verantwoorden.

Nogmaals, als ik de conclusies grosso modo nog eens samen met u
overloop, kan ik mij grotendeels aansluiten bij die bevindingen. Ik heb
mijn administratie ook gevraagd om na te gaan op welke manier we
werk zouden kunnen maken van de specifieke bemerkingen die de
kinderrechtencommissaris maakt om een aantal zaken nog beter op
punt te stellen. Het gaat om een aantal infrastructurele maatregelen,
een verhoging van het aantal opvoeders en een nog meer
doorgedreven samenwerking met het Office Nationale de l'Enfance.

In uitvoering van het regeerakkoord wens ik er alles aan te doen om
het verblijf in de gesloten centra zo kort en zo humaan mogelijk te
maken. Zo staat het in het regeerakkoord. Er staat helemaal niet in
dat dit niet kan. Vier partijen van de meerderheid hebben die stelling
alleszins onderschreven, uiteraard met de conditie dat het zo kort en
humaan mogelijk gebeurt.

Wat betreft de verwijdering van gezinnen met kinderen jonger dan
18 jaar, pas ik de omzendbrief van 29 april 2003 toe. Ik moet er wel
op wijzen dat veel gezinnen die opgesloten worden in het kader van
de Dublin-akkoorden worden teruggestuurd naar het land waar zij
voorheen verbleven en waar de kinderen ook school liepen. De
schoolse loopbaan van deze kinderen komt dan ook niet in het
gedrang.

We hebben dus prioriteit gegeven aan de Dublin-gevallen. Dublin-
gevallen zijn mensen die eigenlijk asiel hebben aangevraagd in een
land dat de Dublin-conventie heeft ondertekend en dan toch naar hier
komen. Ze komen hier dan ook asiel shoppen. Ik denk dat het in
belang is van een correcte uitvoering van die conventie dat ze zo snel
mogelijk effectief teruggaan naar het land waar ze hun eerste
aanvraag hebben ingediend, waarover trouwens nog altijd geen
uitspraak is gebeurd. Men kan niet in verschillende landen
tegelijkertijd asiel aanvragen. Als men in die landen asiel heeft
aangevraagd, lopen de kinderen meestal ook in dat eerste land
school. We moeten er dan voor zorgen dat ze zo snel mogelijk terug
naar dat eerste land worden overgebracht.

Het is juist dat in een aantal gevallen niet kan worden overgegaan tot
effectieve verwijdering van iemand die opgesloten is, in 20 tot 25%
van de gevallen. Dat hangt soms samen met het verzet van de
vreemdeling. U weet dat zich verzetten iets is waarmee men rekening
moet houden. In een aantal gevallen leidt dat effectief tot een aantal
pogingen die dan moeten worden overgedaan.

Het hangt ook samen met de moeilijkheid ­ dat heeft collega
Verherstraeten daarjuist gevraagd ­ om reisdocumenten te verkrijgen
binnen een vooropgestelde termijn. Ik streef ernaar zoveel mogelijk
readmissieakkoorden af te sluiten teneinde de
verwijderingsmodaliteiten te vereenvoudigen. Het is veel
gemakkelijker als de betrokken landen van herkomst ter zake hun
medewerking verlenen.
Nous nous trouvons en majeure
partie sur la même longueur
d'ondes et j'ai dès lors chargé mon
administration de suivre les
observations spécifiques du
commissaire. Outre des mesures
infrastructurelles, il s'agit d'une
augmentation du nombre
d'éducateurs et d'une collaboration
plus étroite avec l'Office national
de l'enfance.

En exécution de l'accord de
gouvernement, j'entends réduire et
humaniser au maximum le séjour
dans les centres fermés. En ce qui
concerne l'expulsion des ménages
avec enfants, j'applique la
circulaire du 29 avril 2003.
Lorsque des ménages sont
renvoyés dans le pays de la
première demande d'asile dans le
cadre des accords de Dublin, le
parcours scolaire des enfants n'est
pas menacé parce qu'ils allaient
déjà à l'école dans ce pays.

Dans 20 à 25 % des cas,
l'étranger ne peut être éloigné, soit
parce qu'il s'oppose à son
éloignement, soit parce que le
document de voyage idoine ne
peut être obtenu à temps. Mon
objectif est de simplifier les
modalités d'éloignement par le
biais d'accords de réadmission
passés avec les pays d'origine.
Les 628 places disponibles dans
les centres fermés sont l'objet
d'une utilisation maximale. Une
aile du Centre 127bis est
inoccupée parce qu'un
encadrement complet ne peut être
garanti.

Lorsqu'un rapatriement par vol
commercial n'est pas possible,
mon administration a pour mission
d'organiser des vols sécurisés
conformément aux
recommandations de la
commission Vermeersch. En
2005, treize vols de ce type ont eu
lieu et nous avons en outre
participé à cinq vols organisés par
un autre pays européen qui ont
permis de rapatrier 107 étrangers.
Le nombre total de rapatriements
25/04/2006
CRIV 51
COM 932
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
30

Momenteel zijn er in de gesloten centra 628 plaatsen die maximaal
benut worden. Een vleugel van het gesloten centrum 127bis wordt
momenteel niet gebruikt, aangezien ik niet wens dat er vleugels
gebruikt worden indien de noodzakelijke omkadering niet volledig is
gewaarborgd.

Wat ten slotte uw vraag inzake de beveiligde vluchten aangaat, kan ik
u nog meedelen dat mijn administratie de opdracht heeft om
dergelijke vluchten te organiseren indien ten gevolge van het verzet
van een vreemdeling een repatriëring via een commerciële vlucht niet
mogelijk is. Dit zijn de schakels, zoals de commissie Vermeersch ze
achtereenvolgens beschreven heeft. Als het niet gaat met een
commerciële vlucht, dan moet eventueel een beveiligde vlucht worden
overwogen. In 2005 heb ik er zo 13 laten organiseren.

Ik heb mij ook akkoord verklaard met de deelname aan vijf beveiligde
vluchten die werden georganiseerd door een ander Europees land.
Soms maken wij afspraken ter zake tussen de verschillende landen.
Als Nederland, Duitsland en Frankrijk vluchten organiseren naar
bepaalde landen en wij hebben een aantal "klanten" om mee te
sturen, is het gemakkelijker als wij het gezamenlijk doen, uiteraard op
basis van het wederkerigheidsprincipe. Via die vluchten werden er in
totaal 107 vreemdelingen gerepatrieerd.

Het totale aantal repatriëringen ­ dat was ook een van uw vragen ­
bedroeg 6.565.
s'est élevé à 6565.
14.03 Nahima Lanjri (CD&V): Mijnheer de minister, ik heb nog een
paar opmerkingen. Eerst en vooral wil ik opmerken dat ook ik geen
enkel verwijt heb aan de directie. Ook ik werd in de twee centra heel
correct ontvangen, samen met de collega-parlementsleden. Ik weet
uiteraard dat de directie haar best doet.

U zult evenwel ook zelf weten - ik neem aan dat u er ook al geweest
bent ­ dat de infrastructuur van het centrum 127 echt vervallen is. Er
zijn heel weinig aanpassingen voor kinderen. In Merksplas is het al
veel beter. In 127bis laat het echt nog veel te wensen over. Het
regime in Merksplas is dan weer veel te streng. Misschien kan men
daar het voorbeeld van het centrum 127 volgen. Ik verwijs naar de
kamers die 's avonds op slot gaan. Dat kan echt niet.

U zegt dat u bereid bent een aantal infrastructurele maatregelen te
nemen. Ik hoop dat u dit op korte termijn zult doen. Ik stel voor dat ik
u hierover binnenkort opnieuw ondervraag, zodat u de kans hebt om
te bekijken welke infrastructurele maatregelen er zullen komen. De
directie kent de minpunten van haar centrum. Zij weet waaraan er
gewerkt moet worden, ook de organisaties weten dit.

Ik heb u ook gevraagd naar alternatieven. Volgens uw voorstel moet
het zo kort en zo humaan mogelijk. Dat klopt, maar op het
gemiddelde dat wij naar beneden kunnen halen, zijn er nog altijd
uitzonderingen: personen die maandenlang daarin moeten zitten. Ik
vraag u dus toch alternatieven te zoeken voor de gevallen die daar te
lang moeten zitten. Een paar dagen tot een week is natuurlijk kort,
maar een maand of twee maanden is echt wel te lang.

In tegenstelling tot wat u hebt gezegd over kinderen die op school
14.03 Nahima Lanjri (CD&V):
Certes, la direction fait ce qu'elle
peut, mais il n'empêche que les
infrastructures du Centre 127bis
sont vétustes. Par ailleurs, les
équipements sont peu adaptés
aux enfants. Sur ce point-là, la
situation à Merksplas est
meilleure, mais en revanche, le
régime à Merksplas est trop
sévère. J'espère que les
réaménagements au niveau de
l'infrastructure seront réalisés le
plus rapidement possible.

Nous estimons bien entendu
également qu'il faut écourter
autant que possible le séjour dans
un centre fermé, mais il y aura
toujours des résidents de plus
longue durée. D'où la nécessité de
trouver des solutions de rechange.

Le ministre a promis qu'aucun
enfant ne sera enlevé de l'école au
cours du second semestre. Même
le principe du pays de la première
demande ne justifie pas à mes
yeux le renvoi d'enfants avant
qu'ils n'aient pu terminer leur
CRIV 51
COM 932
25/04/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
31
zitten, zegt u nu dat het gaat over kinderen die worden teruggestuurd
naar het land waar zij al onderwijs hebben gevolgd, met name de
Dublin-landen waar zij hun eerste aanvraag hebben gedaan. Ik ga
akkoord met het principe dat die personen naar die landen moeten
worden teruggestuurd. U hebt gezegd dat u tijdens het tweede
semester geen kinderen van de schoolbanken zou wegplukken. Ik
heb echter gezien dat het hier ging over kinderen die al een aardig
mondje Nederlands spraken en dus op zijn minst al één schooljaar
hier hebben gevolgd. Dan vind ik het niet logisch dat u ze terugstuurt.

Het terugsturen van kinderen die hier bijvoorbeeld één maand zijn, is
iets anders. Het terugsturen van kinderen, bijvoorbeeld naar
Griekenland, die dit schooljaar hier zijn begonnen maar die het hier
niet kunnen afmaken, is toch een heel andere interpretatie dan in het
begin. Ik begrijp uw redenering wel wanneer u het hebt over kinderen
die hier bijvoorbeeld maar een week of vijf weken zijn en die hier nog
geen school hebben gelopen. Dat is een heel andere categorie.

Ik vraag u de situatie van die kinderen en van die gezinnen na te
gaan. Ik vraag u kinderen die hier vanaf het begin van het schooljaar
zijn of zelfs langer, niet terug te sturen. Ik vraag u zich te houden aan
de geest van uw belofte en die kinderen niet terug te sturen.

Hierbij laat ik het, maar ik zal er met andere collega's op terugkomen.
Misschien hebben wij op dat ogenblik meer tijd om er een grondig
debat aan te wijden.
année scolaire.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
15 Vraag van mevrouw Marleen Govaerts aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "rellen met Indiërs in en rond Sint-Truiden" (nr. 11379)
15 Question de Mme Marleen Govaerts au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les rixes
entre Indiens à Saint-Trond et aux alentours" (n° 11379)
15.01 Marleen Govaerts (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, regelmatig vechten in Sint-Truiden rivaliserende
groepen Sikhs met elkaar. Zij doen dat nog steeds met mes en dolk.

Halen de relletjes niet altijd de pers, dan zien de inwoners van Sint-
Truiden en omgeving de gevolgen wel op de straatstenen, namelijk
bloedvlekken.

De burgemeesters van Sint-Truiden en Borgloon zijn de bevoegde
personen om op te treden.

Eergisteren kwam het echter weer tot een rel aan een van de
Sikhstempels rond Sint-Truiden, namelijk in Hoepertingen. De politie
durfde niet optreden zoals nodig is bij een controle op illegalen, omdat
Sikhs een dolk of kirpan onder hun kleed dragen. Zo verontschuldigde
de korpschef zich op VTM voor het niet kunnen uitvoeren van een
controle op illegalen aan de Sikhstempel. Ik heb het juist nog eens
nagekeken op de videocassette. De korpschef heeft inderdaad
gezegd dat zij niet durfde optreden.

Na de recente gebeurtenissen in Brussel-Centraal is de angst
natuurlijk te begrijpen. Waar gaan we echter naartoe, als zelfs de
politie al niet meer durft optreden?
15.01 Marleen Govaerts (Vlaams
Belang): À Saint-Trond, les Sikhs
brandissent régulièrement des
couteaux et des poignards lors
des rixes qui opposent des
groupes rivaux. Récemment, des
bagarres ont à nouveau éclaté
mais la police n'a pas osé
intervenir «parce que les Sikhs
portent un poignard sacré, le
`kirpan'», a déclaré le chef de
corps local.

En janvier 2004 déjà, le ministre
m'a répondu dans le cadre de
l'heure des questions en séance
plénière que ces `kirpans' sont
effectivement une forme prohibée
de port d'armes. Deux ans plus
tard, les Sikhs continuent toutefois
à porter ces poignards, pas
uniquement lors de manifestations
religieuses, mais également en
25/04/2006
CRIV 51
COM 932
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
32

In De Standaard stond gisteren letterlijk: "Uiteindelijk is de politie
moeten afdruipen, terwijl zij nog een zestigtal personen moest
controleren." Vandaag, op 25 april 2006, staat, opnieuw in de
Standaard: "De politie moest afdruipen."

Reeds in januari 2004 ondervroeg ik de minister over de kirpan. De
minister bevestigde tijdens de plenaire vergadering dat het dragen
van de kirpan door de Sikhsgemeenschap verboden wapendracht is.
Nu zijn we april 2006, maar nog steeds dragen de mannen dolken
onder hun kleren, zoals eergisteren op VTM werd gemeld.

Ik beschik ook over recente foto's van mannelijke Indiërs die een dolk
tonen die aan een riem onder hun kleed hangt. De dolk wordt dus niet
alleen tijdens religieuze manifestaties gedragen, maar ook gewoon op
straat. Bij ons in Sint-Truiden lopen die mannen rond met een kirpan.

Hoe is het mogelijk dat de Indiërs nog steeds dolken bij zich kunnen
dragen? Worden zij ooit op het dragen gecontroleerd?

Welke maatregelen heeft de minister getroffen na mijn vraag nr. 265
van 15 januari 2004?

Welke bijkomende maatregelen zal de minister nemen om te
voorkomen dat de politie in de toekomst nog schrik moet hebben om
tussenbeide te komen in ruzies met de Sikhsgemeenschap?

Zal de minister specifieke maatregelen treffen voor religieuze dolken?

Ik heb nog een bijkomende vraag. Zal de minister ingaan op de eis
van de Sikhsmannen om onze agenten hun schoenen te laten uitdoen
en een hoofddoek te laten dragen uit respect voor hun geloof?
rue.

Comment une telle situation est-
elle possible? Quelles mesures le
ministre a-t-il prises à la suite de
ma question qui date d'il y a plus
de deux ans déjà? Quelles
mesures supplémentaires le
ministre prendra-t-il pour éviter
que la police ne doive craindre
d'intervenir? Prendra-t-il des
mesures spécifiques contre ces
poignards sacrés? Accèdera-t-il à
la demande des Sikhs de
n'autoriser l'entrée dans le temple
que sans chaussures et la tête
couverte?
15.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, ik verwijs naar
de informatie die mij werd overgemaakt door de verantwoordelijke
lokale politie. Op 23 april heeft de politiezone kanton Borgloon op
vraag van de burgemeester van Borgloon met arrondissementele
ondersteuning van andere politiediensten een controle uitgevoerd in
en aan die nieuwe Sikhtempel te Hoepertingen.

De afgelopen weken waren bij de politie en de bestuurlijke overheid
signalen binnengekomen inzake overlast en ordeverstoring. Bij een
eerste toevallige controle ongeveer drie weken geleden is door
interventietroepen vastgesteld dat van de 20 aanwezige Sikhs 15
illegaal in het land verbleven.

Het opzet van deze actie was een zicht te krijgen op de huidige
toestand. Het was de bedoeling om een zogenaamde zachte controle
uit te oefenen. Er werden specifieke richtlijnen aan het personeel
gegeven. Iedereen binnen het gebouw opereerde in burger. Het
waren ook de verantwoordelijken van de tempel zelf die in eerste
instantie bereidwillige medewerking verleenden.

Nadat ongeveer 25 illegalen bestuurlijk werden aangehouden werd de
menigte door een verantwoordelijke van de VZW opgeruid. Nadat die
persoon bestuurlijk was aangehouden werden de politie-inspecteurs
aangevallen en geraakten ze geïsoleerd. Op dat ogenblik waren er
nog ongeveer 50 Sikhs in het gebouw aanwezig die nog gecontroleerd
15.02 Patrick Dewael, ministre:
La police locale m'a fait savoir
que, le 23 avril 2006, la zone de
police du canton de Borgloon a
effectué, à la demande du
bourgmestre et avec le renfort
d'autres services de police, un
contrôle administratif dans le
temple Sikh de Hoepertingen. Les
forces de police avaient
effectivement perçu des signes de
nuisances et de troubles de
l'ordre. Il y a trois semaines, un
premier contrôle fortuit avait déjà
permis de repérer la présence de
quinze illégaux.

L'objectif poursuivi était d'opérer
un contrôle `en douceur'. Le
personnel avait reçu des directives
spécifiques et seuls des agents en
civil ont pénétré dans le temple.
Au départ, les responsables du
temple avaient accepté de
collaborer.
CRIV 51
COM 932
25/04/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
33
moesten worden.

Toen ongeveer 30 van hen een kruispunt hebben geblokkeerd door te
gaan zitten voor een politievoertuig met aangehouden personen,
waarbij het kinderen waren die voor de politievoertuigen plaatsnamen,
heeft de bevelhebbende officier beslist om de actie onmiddellijk op te
schorten. De situatie dreigde te escaleren. De veiligheid van de
politiemensen kon niet meer worden gegarandeerd.

In verband met het dragen van rituele dolken werd door de politie
punctueel processen-verbaal opgesteld tegen de in overtreding zijnde
illegalen.

Zoals ik op 15 januari 2004 met betrekking tot de kirpan heb verklaard
gaat men er ten onrechte van uit dat men hier te maken heeft met
religieuze tekenen of symbolen. Het gaat dus wel degelijk om
verboden wapendracht. Het gaat dus om een misdrijf. Inbeslagname
van het verboden wapen is dus geen daad van administratieve, maar
wel van gerechtelijke politie. Het is dus de minister van Justitie die
daarover gegevens kan verschaffen.

Verder ga ik ervan uit dat de verantwoordelijke lokale politie
desgevallend op instructie van het parket verder de nodige initiatieven
zal nemen.

Mijnheer de voorzitter, dat was mijn antwoord op de vraag. Ik zeg het
nogmaals, dit is wat mij aan informatie gegeven werd door de
verantwoordelijke lokale politie. Ik neem aan dat dit ook binnen de
lokale instanties verder zal worden opgevolgd.

Après l'arrestation administrative
de deux douzaines d'illégaux, un
responsable de l'asbl a cependant
incité la foule à se soulever et les
inspecteurs de police ont été
attaqués. A ce moment, cinquante
Sikhs non encore contrôlés étaient
toujours présents dans le temple.
Une trentaine de Sikhs ont ensuite
bloqué un carrefour. Des enfants
se sont postés devant les
véhicules de police. Devant le
risque de voir la situation
dégénérer, l'officier en chef a
donné l'ordre de suspendre
l'intervention.

Le port du kirpan constitue
effectivement une forme prohibée
de port d'arme. Comme il s'agit
dès lors d'un délit, la saisie d'une
arme prohibée constitue un acte
de police judiciaire. Sur ce point, je
vous renvoie à la ministre de la
Justice. Pour le reste, je considère
que la police locale prendra les
initiatives qui s'imposent,
éventuellement sur instruction du
parquet.
15.03 Marleen Govaerts (Vlaams Belang): Mijnheer de minister, de
politie is toch gemachtigd om die dolken af te nemen? Het gaat toch
om verboden wapendracht? Waarom doet de politie dat dan niet?

Op die twee jaar tijd is er nog niets gebeurd. Al die mannen dragen
nog altijd een dolk bij zich. Er werd dus niet opgetreden door de lokale
politie.

Het gaat er niet alleen om dat er daar kinderkoetsen gezet werden.
De korpschef heeft letterlijk gezegd dat ook de messen een rol
spelen. De korpschef sprak vooral over de oudere mannen, maar
volgens mij, hoe ouder ze zijn, hoe groter het mes, want ze hebben
allemaal een mes bij zich. Daarom durfde de politie niet opgetreden.
De korpschef zei letterlijk: "Ze waren bang voor de messen die de
mannen onder hun kleren droegen."

Ik vind dat het niet kan in ons land dat de politie bang moet zijn om op
te treden omdat die mannen toevallig messen bij zich dragen. Zij
mogen helemaal geen messen bij zich hebben, dat is heel duidelijk.

Ik zal regelmatig, als ik een van hen nog eens tegenkom, vragen of hij
zijn mes nog bij zich heeft. Dan zal ik het moeten doen als de politie
het niet doet.
15.03 Marleen Govaerts (Vlaams
Belang): Les services de police
sont tout de même autorisés à leur
confisquer ces poignards.
Comment se fait-il qu'ils les
portent toujours? Il est
inacceptable que les services de
police eux-mêmes craignent
d'intervenir.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
25/04/2006
CRIV 51
COM 932
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
34
La réunion publique de commission est levée à 16.14 heures.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 16.14 uur.