CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 928
CRIV 51 COM 928
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DE LA
S
ANTÉ PUBLIQUE
,
DE
L
'E
NVIRONNEMENT ET DU
R
ENOUVEAU DE LA
S
OCIÉTÉ
C
OMMISSIE VOOR DE
V
OLKSGEZONDHEID
,
HET
L
EEFMILIEU EN DE MAATSCHAPPELIJKE
H
ERNIEUWING
mardi
dinsdag
25-04-2006
25-04-2006
Matin
Voormiddag
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu inté-
gral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit des
interventions ; les annexes se trouvent dans une brochure
séparée (PLEN: couverture blanche; COM: couverture
saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken; de
bijlagen zijn in een aparte brochure opgenomen
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
Plenum
COM
réunion de commission
COM
Commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 928
25/04/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i
SOMMAIRE
INHOUD
Question de Mme Talbia Belhouari au ministre de
la Fonction publique, de l'Intégration sociale, de la
Politique des grandes villes et de l'Égalité des
chances sur "la mise en place des points d'appui
juridique pour les femmes d'origine étrangère"
(n° 10861)
1
Vraag van mevrouw Talbia Belhouari aan de
minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke
Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
over "de oprichting van de contactpunten voor
rechtsbijstand voor vrouwen van buitenlandse
origine" (nr. 10861)
1
Orateurs:
Talbia Belhouari, Christian
Dupont, ministre de la Fonction publique, de
l'Intégration sociale, de la Politique des
grandes villes, de l'Égalité des chances
Sprekers:
Talbia Belhouari, Christian
Dupont, minister van Ambtenarenzaken,
Maatschappelijke Integratie,
Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
Question de Mme Talbia Belhouari au ministre de
la Fonction publique, de l'Intégration sociale, de la
Politique des grandes villes et de l'Égalité des
chances sur "la fracture numérique et l'accès à
l'informatique" (n° 10862)
2
Vraag van mevrouw Talbia Belhouari aan de
minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke
Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
over "de digitale kloof en de toegang tot de
informatica" (nr. 10862)
2
Orateurs:
Talbia Belhouari, Christian
Dupont, ministre de la Fonction publique, de
l'Intégration sociale, de la Politique des
grandes villes, de l'Égalité des chances
Sprekers:
Talbia Belhouari, Christian
Dupont, minister van Ambtenarenzaken,
Maatschappelijke Integratie,
Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
Question de Mme Talbia Belhouari au ministre de
la Fonction publique, de l'Intégration sociale, de la
Politique des grandes villes et de l'Égalité des
chances sur "la localisation de l'institut européen
de l'égalité des chances" (n° 11091)
5
Vraag van mevrouw Talbia Belhouari aan de
minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke
Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
over "de vestigingsplaats van het Europees
instituut voor gelijke kansen" (nr. 11091)
5
Orateurs:
Talbia Belhouari, Christian
Dupont, ministre de la Fonction publique, de
l'Intégration sociale, de la Politique des
grandes villes, de l'Égalité des chances
Sprekers:
Talbia Belhouari, Christian
Dupont, minister van Ambtenarenzaken,
Maatschappelijke Integratie,
Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
Question de M. Stijn Bex au ministre de la
Fonction publique, de l'Intégration sociale, de la
Politique des grandes villes et de l'Égalité des
chances sur "les musulmans, les jeunes
musulmans et la sexualité holebi" (n° 10776)
6
Vraag van de heer Stijn Bex aan de minister van
Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie,
Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen over
"moslims, moslimjongeren en holebiseksualiteit"
(nr. 10776)
6
Orateurs: Stijn Bex, Christian Dupont,
ministre de la Fonction publique, de
l'Intégration sociale, de la Politique des
grandes villes, de l'Égalité des chances
Sprekers: Stijn Bex, Christian Dupont,
minister van Ambtenarenzaken,
Maatschappelijke Integratie,
Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
Question de M. Francis Van den Eynde au
ministre de la Fonction publique, de l'Intégration
sociale, de la Politique des grandes villes et de
l'Égalité des chances sur "une plainte déposée
par le Centre pour l'égalité des chances et la lutte
contre le racisme" (n° 10895)
10
Vraag van de heer Francis Van den Eynde aan de
minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke
Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
over "een klacht neergelegd door het Centrum
voor gelijkheid van kansen en voor
racismebestrijding" (nr. 10895)
10
Orateurs: Francis Van den Eynde, Christian
Dupont, ministre de la Fonction publique, de
l'Intégration sociale, de la Politique des
grandes villes, de l'Égalité des chances
Sprekers: Francis Van den Eynde, Christian
Dupont, minister van Ambtenarenzaken,
Maatschappelijke Integratie,
Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
Question de M. Yvan Mayeur au ministre de la
Fonction publique, de l'Intégration sociale, de la
Politique des grandes villes et de l'Égalité des
chances sur "la première Journée nationale de
lutte contre l'homophobie prévue pour le 17 mai"
(n° 10907)
12
Vraag van de heer Yvan Mayeur aan de minister
van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke
Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
over "de eerste Nationale Dag tegen homofobie
die gepland is op 17 mei" (nr. 10907)
12
Orateurs: Yvan Mayeur, Christian Dupont,
Sprekers: Yvan Mayeur, Christian Dupont,
25/04/2006
CRIV 51
COM 928
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
ministre de la Fonction publique, de
l'Intégration sociale, de la Politique des
grandes villes, de l'Égalité des chances
minister van Ambtenarenzaken,
Maatschappelijke Integratie,
Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
Question de Mme Magda De Meyer au ministre
de la Fonction publique, de l'Intégration sociale,
de la Politique des grandes villes et de l'Égalité
des chances sur "les indépendants provenant des
nouveaux États membres de l'Union européenne"
(n° 11172)
13
Vraag van mevrouw Magda De Meyer aan de
minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke
Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
over "de zelfstandigen uit de nieuwe Europese
lidstaten" (nr. 11172)
13
Orateurs: Magda De Meyer, Christian
Dupont, ministre de la Fonction publique, de
l'Intégration sociale, de la Politique des
grandes villes, de l'Égalité des chances
Sprekers: Magda De Meyer, Christian
Dupont, minister van Ambtenarenzaken,
Maatschappelijke Integratie,
Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
Question de Mme Sabien Lahaye-Battheu au
ministre de la Fonction publique, de l'Intégration
sociale, de la Politique des grandes villes et de
l'Égalité des chances sur "le fonctionnement du
plan de répartition des demandeurs d'asile"
(n° 11291)
15
Vraag van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan
de minister van Ambtenarenzaken,
Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid
en Gelijke Kansen over "de werking van het
spreidingsplan voor asielzoekers" (nr. 11291)
15
Orateurs: Sabien Lahaye-Battheu, Christian
Dupont, ministre de la Fonction publique, de
l'Intégration sociale, de la Politique des
grandes villes, de l'Égalité des chances
Sprekers: Sabien Lahaye-Battheu, Christian
Dupont, minister van Ambtenarenzaken,
Maatschappelijke Integratie,
Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
Question de Mme Sabien Lahaye-Battheu au
ministre de la Fonction publique, de l'Intégration
sociale, de la Politique des grandes villes et de
l'Égalité des chances sur "le contrôle des
demandeurs d'asile effectué par les CPAS"
(n° 11292)
17
Vraag van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan
de minister van Ambtenarenzaken,
Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid
en Gelijke Kansen over "de controle van
asielzoekers door de OCMW's" (nr. 11292)
17
Orateurs: Sabien Lahaye-Battheu, Christian
Dupont, ministre de la Fonction publique, de
l'Intégration sociale, de la Politique des
grandes villes, de l'Égalité des chances
Sprekers: Sabien Lahaye-Battheu, Christian
Dupont, minister van Ambtenarenzaken,
Maatschappelijke Integratie,
Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
Question de Mme Sabien Lahaye-Battheu au
ministre de la Fonction publique, de l'Intégration
sociale, de la Politique des grandes villes et de
l'Égalité des chances sur "l'accompagnement
d'illégaux qui rentrent dans leur pays d'origine"
(n° 11293)
19
Vraag van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan
de minister van Ambtenarenzaken,
Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid
en Gelijke Kansen over "de begeleiding van
illegalen die terugkeren naar hun land van
herkomst" (nr. 11293)
19
Orateurs: Sabien Lahaye-Battheu, Christian
Dupont, ministre de la Fonction publique, de
l'Intégration sociale, de la Politique des
grandes villes, de l'Égalité des chances
Sprekers: Sabien Lahaye-Battheu, Christian
Dupont, minister van Ambtenarenzaken,
Maatschappelijke Integratie,
Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
CRIV 51
COM 928
25/04/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DE LA SANTE
PUBLIQUE, DE
L'ENVIRONNEMENT ET DU
RENOUVEAU DE LA SOCIETE
COMMISSIE VOOR DE
VOLKSGEZONDHEID, HET
LEEFMILIEU EN DE
MAATSCHAPPELIJKE
HERNIEUWING
du
MARDI
25
AVRIL
2006
Matin
______
van
DINSDAG
25
APRIL
2006
Voormiddag
______
La séance est ouverte à 11.08 heures par M. Yvan Mayeur, président.
De vergadering wordt geopend om 11.08 uur door de heer Yvan Mayeur, voorzitter.
01 Question de Mme Talbia Belhouari au ministre de la Fonction publique, de l'Intégration sociale, de
la Politique des grandes villes et de l'Égalité des chances sur "la mise en place des points d'appui
juridique pour les femmes d'origine étrangère" (n° 10861)
01 Vraag van mevrouw Talbia Belhouari aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke
Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen over "de oprichting van de contactpunten voor
rechtsbijstand voor vrouwen van buitenlandse origine" (nr. 10861)
01.01 Talbia Belhouari (PS): Monsieur le ministre, pendant le congé
de carnaval, vous avez annoncé l'instauration des premiers points
d'appui juridique pour les femmes d'origine étrangère dans les trois
régions du pays. Il s'agit, selon vous, d'un projet-pilote qui prévoit la
création de deux antennes spécialisées dans le statut juridique des
femmes d'origine étrangère. Je me réjouis du lancement de ce projet
qui aidera les 400.000 femmes d'origine étrangère vivant dans notre
pays, mais aussi les acteurs concernés par cette thématique.
Quelle est la durée de ce projet?
Il est question de premiers centres d'appui; cela sous-entend-il que
d'autres centres verront le jour? Envisagez-vous une évaluation, et
dans quel délai?
Les questions touchant au droit international privé sont complexes,
car elles relèvent de plusieurs systèmes juridiques. Des réformes ont
eu lieu. Outre la décision visant à lancer des campagnes d'information
et de sensibilisation des personnes visées par cette question, et
compte tenu des réformes ayant modifié le Code étranger du droit de
la famille et le Code belge de droit international privé, des accords de
coopération seront-ils conclus afin que les dispositions légales soient
respectées et pleinement mises en oeuvre?
01.01 Talbia Belhouari (PS): Ik
ben blij met de oprichting van
contactpunten voor rechtsbijstand
voor allochtone vrouwen in de drie
Gewesten van ons land. Dit is een
interessant pilotproject, zowel voor
de vrouwen zelf als voor de
actoren die er uit hoofde van hun
juridisch statuut bij betrokken zijn.
Hoelang zal dat project lopen?
Hoeveel contactpunten voor
rechtsbijstand komen er? Zal u
een en ander evalueren, en binnen
welke termijn zal u dat doen?
Zullen er, gelet op de voorbije
hervormingen,
samenwerkingsakkoorden worden
gesloten om de naleving van de
wetsbepalingen te garanderen?
01.02 Christian Dupont, ministre: Madame Belhouari, de
nombreuses femmes d'origine étrangère résidant en Belgique sont
encore victimes de discriminations liées aux législations de leur pays
d'origine relatives au droit familial. Des avancées notables ont été
01.02 Minister Christian Dupont:
Ondanks de vooruitgang die de
afgelopen jaren geboekt werd,
worden allochtone vrouwen nog
25/04/2006
CRIV 51
COM 928
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
observées au cours des dernières années, notamment avec la
réforme du Code de la famille au Maroc. Mais il subsiste des
obstacles légaux et pratiques pour que chacun ou chacune puisse
exercer ses droits et se faire entendre sur un pied d'égalité.
C'est la raison pour laquelle nous avons créé les points d'appui, qui
consistent à renforcer les services juridiques existants et ainsi
permettre de développer une expertise dans ces matières
particulièrement techniques. L'objectif est très concret: il s'agit
d'apporter une première aide, un premier soutien, et un suivi
individualisé aux femmes qui rencontrent ces difficultés, le plus
souvent dans le contexte d'un conflit familial.
Quatre juristes ont été mis à la disposition de deux associations
spécialisées, l'Association pour le droit des étrangers et le "Vlaams
Minderhedencentrum", dont l'ancrage sur le terrain est reconnu. Des
permanences juridiques accessibles à tous et une aide téléphonique
ont été mises en place à Bruxelles et en collaboration avec les
centres régionaux d'intégration, en Flandre et en Wallonie: à
Charleroi, Liège, Mons, Namur, Verviers, Anvers, Gand, Hasselt et
Malines. J'ai insisté pour que nos partenaires travaillent en réseau
avec les acteurs de terrain, ceci afin d'être reconnus et d'être
aisément accessibles aux personnes souffrant le plus de la précarité
sur le plan juridique, économique ou culturel. Les points d'appui
juridique ont au moins cet avantage d'avoir des antennes
décentralisées et de travailler avec des associations, ce qui permet
d'élargir leur champ d'activité et de multiplier leurs lieux d'activité.
La question du financement de ce projet s'est posée dès le départ. Il
est garanti par l'Institut pour l'égalité des hommes et des femmes
jusqu'à fin 2007. La question de la pérennité du projet a été soulevée
en conférence interministérielle. Les ministres régionaux ont décidé
de soutenir le projet, ce qui se traduit en particulier par des formations
pour une série de personnes, policiers, magistrats, avocats
spécialisés, juges de première instance, officiers d'état civil, juristes,
etc.
Une évaluation de l'ensemble du projet sera conduite en 2007, en
temps utiles afin de pouvoir poursuivre le projet. Au sujet des contacts
bilatéraux avec les pays étrangers, je me permets de vous renvoyer à
ma collègue la ministre de la Justice. La Belgique est tenue d'informer
les pays étrangers de l'évolution de sa législation. L'adoption récente
d'un Code belge de droit personnel qui neutralise les effets de la
répudiation lorsqu'elle est prévue dans la loi nationale a fait l'objet je
peux vous l'assurer d'une information officielle auprès des
gouvernements des pays concernés.
altijd gediscrimineerd in
familierechtelijke vraagstukken.
De contactpunten zijn er gekomen
om die vrouwen te helpen
wettelijke of praktische
impedimenten uit de weg te
ruimen die hen beletten hun
rechten te doen gelden.
De aangeboden diensten
omvatten onder meer een 24-
uursrechtsbijstand en telefonische
hulpverlening. Om ook voor de
kwetsbaarste bevolkingsgroepen
toegankelijk te zijn wordt er
gewerkt met gedecentraliseerde
contactpunten en wordt er nauw
samengewerkt met verenigingen
in het veld.
Het project zal voor eind 2007
worden geëvalueerd aangezien de
financiering ervan tot die datum
gewaarborgd is. Ook de Gewesten
worden erbij betrokken; zij leveren
hun bijdrage in de vorm van
opleidingen voor professionele
beroepsbeoefenaars
(politiepersoneel, rechters,
ambtenaren van de burgerlijke
stand, enz.).
Wat de bilaterale betrekkingen
met het buitenland betreft, verwijs
ik u naar de minister van Justitie.
Ik kan u evenwel verzekeren dat
België de betrokken buitenlandse
regeringen op de hoogte heeft
gebracht van het feit dat het
onlangs een Wetboek van
personenrecht heeft aangenomen.
01.03 Talbia Belhouari (PS): Monsieur le ministre, je vous remercie
pour ces réponses et vous félicite pour cette initiative qui répond à
une grande demande.
01.03 Talbia Belhouari (PS): Ik
wil u feliciteren met dit initiatief dat
aan een belangrijke vraag
tegemoetkomt.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
02 Question de Mme Talbia Belhouari au ministre de la Fonction publique, de l'Intégration sociale, de
la Politique des grandes villes et de l'Égalité des chances sur "la fracture numérique et l'accès à
l'informatique" (n° 10862)
CRIV 51
COM 928
25/04/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
02 Vraag van mevrouw Talbia Belhouari aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke
Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen over "de digitale kloof en de toegang tot de
informatica" (nr. 10862)
02.01 Talbia Belhouari (PS): Monsieur le ministre, en tant que
ministre de l'Égalité des chances, de l'Intégration sociale et de la
Fonction publique, tout le monde connaît votre engagement social.
Vous coordonnez le plan national de lutte contre la fracture numérique
et ce plan devrait permettre à toute une partie de la population
d'accéder à internet par la proposition d'un pack "internet pour tous"
qui coûte plus ou moins 1.000 euros.
Cependant, le public qui fréquente les associations socioculturelles
est un public défavorisé, fragilisé sur le plan socio-économique. Je
pense notamment aux chômeurs et aux personnes bénéficiant d'une
aide du CPAS. Nous connaissons les montants accordés à ces
personnes: un isolé reçoit, par exemple, 625 euros; d'autres, aux
alentours de 800 euros. Or, c'est précisément ce public, qui comprend
des hommes, des femmes et des jeunes, qui a le plus besoin de cet
outil, qu'il peut exploiter pour la recherche d'un emploi, par exemple,
ou pour l'apprentissage du français ou du néerlandais.
Monsieur le ministre, en cette matière, quelles sont vos actions en
faveur de ce public? Comptez-vous soutenir les associations dans
lesquelles les femmes peuvent s'initier à internet, et dès lors l'utiliser?
02.01 Talbia Belhouari (PS): U
staat in voor de coördinatie van
het nationaal actieplan ter
bestrijding van de digitale kloof,
dat in een "internetpakket voor
iedereen" voorziet waarvan de
kostprijs circa duizend euro
bedraagt. Dat lijkt een vrij hoog
bedrag voor de kansarmen, die
het meest nood hebben aan dat
instrument.
Welke acties heeft u op touw
gezet ter attentie van die
doelgroep? Zal u het werk van de
verenigingen en met name van de
organisaties die vrouwen de kans
geven om zich de grondbeginselen
van het internet eigen te maken en
dat instrument te gebruiken,
steunen.
02.02 Christian Dupont, ministre: Monsieur le président, je
coordonne effectivement, avec mon collègue Peter Vanvelthoven, le
plan national de lutte contre la fracture numérique. Ce plan national a
été adopté à l'unanimité en conférence interministérielle et comporte
trois volets: un volet sensibilisation, un volet d'accès à la formation
aux technologies de l'information et de la communication, et en
particulier internet. Le plan reprend plus d'une trentaine d'actions et
pas simplement le pack "internet pour tous" et il vise précisément
les publics fragilisés numériquement, dont les personnes à faibles
revenus ou les femmes qui, pour des raisons diverses, n'utilisent que
peu ou pas les technologies.
Les espaces publics numériques représentent une partie importante
du plan. Ils permettent à ces publics d'accéder à internet
gratuitement. Il y a eu une expérience pilote sur dix espaces publics
numériques au sein desquels le matériel était mis à disposition et une
formation était donnée aux personnes intéressées. J'ai eu l'occasion
de prendre part à quelques expériences remarquables, dont celle du
Resto du Coeur de Saint-Gilles. L'apprentissage et la maîtrise de l'outil
par des publics fragilisés y étaient tout à fait remarquables. Ces gens
qui étaient des analphabètes d'internet six mois auparavant étaient
capables, après la formation, de prendre eux-mêmes un groupe en
charge. C'est vraiment de cette manière que nous voyons la lutte
contre la fracture numérique pour les publics défavorisés. C'est, du
moins, un des principaux axes d'entrée.
Un nouvel appel à projet a été lancé et les espaces publics
numériques s'élèveront à 60 à la fin de cette année. Pour l'an
prochain, nous avons les moyens de lancer 300 espaces publics
numériques qui seront établis dans des associations, des
bibliothèques, bref dans tout lieu public qui respecte notre charte qui
consiste à en accorder gratuitement l'accès, de permettre la formation
02.02 Minister Christian Dupont:
Samen met minister Peter
Vanvelthoven sta ik inderdaad in
voor de coördinatie van het
nationaal actieplan ter bestrijding
van de digitale kloof. Dat plan
werd in de interministeriële
conferentie goedgekeurd en
berust op drie pijlers: de
sensibilisering voor, de toegang tot
en de opleiding op het stuk van de
informatie- en
communicatietechnologie,
inzonderheid internet. Het omvat
een dertigtal acties en is bestemd
voor de digibeten uit de kansarme
milieus, onder wie personen met
een laag inkomen of vrouwen die,
om welke reden dan ook, slechts
weinig gebruik maken van die
technologie.
De openbare computerruimten
waar die personen gratis op het
internet kunnen surfen vormen
een belangrijk onderdeel van dat
plan. Ik heb aan enkele
opmerkelijke experimenten
deelgenomen, waaronder dat van
het Restaurant voor daklozen van
Sint-Gillis. Personen die zes
maanden geleden nog volstrekte
25/04/2006
CRIV 51
COM 928
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
et d'utiliser un matériel agréé "espace public numérique". L'ensemble
du pays sera ainsi doté d'environ 360 espaces publics numériques.
On en réalisera une cartographie de manière à pouvoir examiner les
zones nécessitant des efforts ciblés.
La partie du pack "internet pour tous" qui nous concerne plus
particulièrement répond à votre demande et à vos objections. Il est
évident qu'une allocation de 665 euros par mois ne permet pas
d'acheter facilement un ordinateur à 1.000 euros ni d'attendre
patiemment le remboursement des 21% de TVA via un crédit d'impôt
qui n'aura peut-être d'ailleurs pas lieu d'être en raison du montant des
revenus.
En ce qui nous concerne, nous avons accordé un budget aux CPAS
pour pouvoir préfinancer la partie TVA. Donc, les candidats qui
auraient les moyens de le faire et qui le souhaiteraient peuvent obtenir
cette aide directement du CPAS et non deux ans plus tard via une
mesure de type fiscal.
Vous m'interrogez également sur les efforts à entreprendre en faveur
des femmes. L'enquête à laquelle nous nous sommes livrés dans le
cadre du plan de lutte contre la fracture numérique a montré que la
fracture existait également entre les milieux favorisés et défavorisés,
entre les chômeurs, etc. Elle existe également au sein de la famille
elle-même entre les hommes et les femmes. En effet, les hommes
ont plus facilement accès à internet que les femmes. Donc, un des
axes de notre plan national est de soutenir le monde associatif qui
s'occupe plus spécialement du public féminin, car c'est un des
partenaires de premier choix pour lutter contre la fracture numérique.
Étant donné que vous soulevez cette belle question, je voudrais
rappeler ma conviction profonde. Je ne suis pas fasciné par internet
mais j'en suis néanmoins un utilisateur convaincu.
Je suis surtout convaincu que le fait de ne pas maîtriser cet outil
aujourd'hui peut vous priver de certains services de base. Pour les
personnes les plus défavorisées, cela devient essentiel sur deux
plans au moins. Le premier est celui de l'emploi. La plupart des
grandes entreprises européennes, celles qui embauchent encore pas
mal, lancent d'abord leurs offres d'emploi sur internet. Si vous n'y
avez pas accès, vous arrivez second. Même chose au niveau du
logement. On nous l'a dit à Saint-Gilles, je pense: beaucoup de biens
sont annoncés sur internet. Malheureusement, il y a aussi certains
services prioritairement accessibles si pas encore exclusivement
sur internet. C'est un effet de mode mais c'est aussi une évolution
inévitable de notre société.
Nous réagissons à cette évolution en prévoyant dans nos services
des possibilités concomitantes: à la fois un formulaire électronique et
sa version papier car, jusqu'à preuve du contraire, tout le monde n'a
pas encore un accès à internet chez soi.
digibeten waren, bleken na de
opleiding in staat om zelf een
groep te begeleiden. Het is op die
manier dat wij werk willen maken
van de bestrijding van de digitale
kloof voor de kansarmen.
Bij de OCMW's heb ik een
twintigtal bijkomende openbare
computerruimten in het leven
geroepen. Er werd een nieuwe
projectoproep gelanceerd om hun
aantal tegen het einde van dit jaar
op zestig te brengen. Volgend jaar
zullen we bovendien 300 openbare
computerruimten creëren bij
verenigingen, bibliotheken,
kortom, op alle openbare plaatsen
die aan bepaalde voorwaarden
(bijv. gratis internettoegang en
begeleiding) voldoen.
Ons land zal dus in totaal 360
openbare computerruimten tellen.
We zullen ze in kaart brengen
teneinde te achterhalen welke
zones een gerichte aanpak
vergen.
Het pakket « Internet voor
iedereen » is slechts één aspect
van het plan. Ik heb er een
aanvullend maatschappelijk
hoofdstuk aan toegevoegd,
teneinde het OCMW-publiek dat
zich geen computer van 1 000
euro kan veroorloven de
mogelijkheid te bieden een
rechtstreekse financiële bijdrage te
genieten die met een
belastingkrediet overeenstemt. De
OCMW's kunnen rekenen op een
budget van 500 000 euro om die
opdracht tot een goed einde te
brengen.
Het onderzoek dat we in het kader
van het strijdplan tegen de digitale
kloof hebben gevoerd, heeft
aangetoond dat er niet alleen een
kloof bestaat tussen bevoorrechte
en kansarme milieus, maar ook
tussen mannen en vrouwen in
hetzelfde gezin. Een van de pijlers
van ons nationaal actieplan
bestaat dan ook in de
ondersteuning van het
verenigingsleven, met name van
CRIV 51
COM 928
25/04/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
vrouwenorganisaties. In onze strijd
tegen de digitale kloof zijn zij
immers een uitgelezen partner.
Vandaag is het om twee redenen
belangrijk dat kansarmen met
internet leren omgaan. Ten eerste
om werk te vinden, vermits de
grote Europese ondernemingen
hun werkaanbiedingen eerst via
internet bekendmaken. En ten
tweede voor hun huisvesting,
vermits veel woningen op internet
worden aangeboden. Bovendien
zijn een aantal diensten bij
voorrang of zelfs uitsluitend via
internet toegankelijk. Het gaat om
een onomkeerbare
maatschappelijke evolutie.
Vermits heel wat mensen thuis
nog niet over een internettoegang
beschikken, bieden onze diensten
de twee mogelijkheden, dus zowel
elektronische als papieren
formulieren, aan.
02.03 Talbia Belhouari (PS): La réponse à la deuxième question
étant relativement complète, je me propose d'enchaîner avec la
troisième question.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
03 Question de Mme Talbia Belhouari au ministre de la Fonction publique, de l'Intégration sociale, de
la Politique des grandes villes et de l'Égalité des chances sur "la localisation de l'institut européen de
l'égalité des chances" (n° 11091)
03 Vraag van mevrouw Talbia Belhouari aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke
Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen over "de vestigingsplaats van het Europees instituut
voor gelijke kansen" (nr. 11091)
03.01 Talbia Belhouari (PS): Monsieur le ministre, le Parlement
européen a récemment donné son feu vert à la création d'un futur
Institut européen de l'Égalité des Chances. Je me réjouis bien
entendu de cette initiative. La dimension européenne de cet institut
représente une plus-value non négligeable au vu de ce qui existe déjà
dans les différents pays de l'Union européenne. Toutefois, une
inconnue demeure quant à la localisation géographique de cet institut.
Je sais qu'une demande a été introduite par le fédéral et la Région de
Bruxelles-Capitale afin que ce nouvel institut soit implanté à Bruxelles.
Je m'empresse de dire que vous avez partiellement répondu à ma
question lors du comité d'avis pour l'émancipation sociale qui a eu lieu
la semaine dernière.
Je soutiens évidemment cette demande. C'est pourquoi, monsieur le
ministre, je vous sollicite afin de savoir si vous avez obtenu des
nouvelles sur l'évolution de ce dossier. En outre, si le choix devait se
porter, comme je le souhaite, sur Bruxelles, quelles seraient les
03.01 Talbia Belhouari (PS): Het
Europees Parlement heeft
recentelijk de oprichting van een
Europees instituut voor gelijke
kansen goedgekeurd, dat een
meerwaarde heeft ten aanzien van
de instituten die al in de
onderscheiden lidstaten bestaan.
Het federale niveau en het
Brussels Gewest hebben Brussel
als vestigingsplaats voor dat
instituut voorgedragen.
Hoever staat dat dossier? Hoe
zouden de oprichting en de
samenstelling van dat instituut
worden geregeld indien het zich in
25/04/2006
CRIV 51
COM 928
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
modalités de la création dudit institut? Et de quelle manière celui-ci
serait-il composé?
Brussel zou vestigen?
03.02 Christian Dupont, ministre: Madame Belhouari, de
nombreuses bonnes raisons plaident pour que l'Institut européen de
l'Égalité des Chances s'établisse à Bruxelles: la proximité des
institutions européennes, le fait que cet institut ne dispose
actuellement pas d'énormes moyens, la grande expertise des Belges
en matière d'égalité hommes-femmes et donc le fait que nous soyons
un pays avancé en ce domaine.
C'est la raison pour laquelle nous avons suggéré, en conférence
interministérielle, de soumettre la candidature de la Belgique. Le
gouvernement a marqué son accord à ce sujet. Mais cela pose un
problème particulier; en effet, une décision du Conseil européen
prévoit que les nouvelles institutions européennes s'établiront dans
les nouveaux pays membres. D'après nos informations, la Lettonie,
l'Estonie et la Slovaquie sont candidates.
Officiellement, la candidature de la Belgique n'a pas encore été
introduite - bien que proposée - en raison de cette règle. Comme les
discussions sont en cours à propos de la composition et du
fonctionnement de l'institut, mais aussi du siège des institutions
européennes, vous nous permettrez d'attendre le moment opportun
pour glisser la candidature belge.
Quant aux missions de l'institut, ce volet est encore en pleine
discussion. Des amendements ont été déposés au Parlement
européen au cours de deux réunions qui se sont tenues ces deux
derniers mois. La prochaine aura lieu le 3 mai. La plupart de ces
amendements confortent le rôle de soutien que devrait jouer l'institut
en termes d'égalité, ainsi que sa fonction d'expert technique.
Pour être franc, je pense que ce n'est pas impossible, mais ce sera
difficile. Ce n'est pas perdu, mais pas gagné non plus. Certes, les
candidatures de pays éloignés sont affaiblies par les frais et difficultés
de fonctionnement. Néanmoins, il faut tenir compte de la décision
compréhensible du Conseil européen.
Je vous ai livré toutes les informations dont j'avais connaissance avec
la plus grande honnêteté.
03.02 Minister Christian Dupont:
De vestiging van het Europees
Instituut voor gelijke kansen te
Brussel zou uiting geven aan de
belangstelling die ons land voor
die aangelegenheid aan de dag
legt. Ik heb dus naar aanleiding
van de Ministerraad van 17 maart
2006 een pleidooi in die zin
gehouden en de minister van
Buitenlandse Zaken gevraagd dat
hij de kandidatuur van België een
duwtje in de rug zou geven. Ik
geloof echter niet dat de
kandidatuur van ons land al
officieel werd ingediend, rekening
houdend met de regel die
voorschrijft dat de nieuwe
Europese instellingen in de nieuwe
lidstaten worden gevestigd.
De besprekingen over de
samenstelling en de opdrachten
van dat Instituut zijn nog aan de
gang. Het Europees Parlement
heeft tijdens de plenaire
vergadering van maart 2006 53
amendementen op het voorstel
van de Commissie ingediend. Die
worden besproken in de groep
sociale vraagstukken. De reeds
goedgekeurde amendementen
onderstrepen de opdrachten op
het vlak van ondersteuning en
expertise van het Instituut. De
bespreking over de andere
amendementen wordt voortgezet.
Het lijkt me dus niet onmogelijk
dat dat Instituut in Brussel komt,
maar het zal wel zeer moeilijk zijn!
03.03 Talbia Belhouari (PS): Monsieur le président, je tiens à vous
remercier de m'avoir permis de poser successivement trois questions.
Le président: Avec plaisir, madame Belhouari!
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van de heer Stijn Bex aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie,
Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen over "moslims, moslimjongeren en holebiseksualiteit"
(nr. 10776)
04 Question de M. Stijn Bex au ministre de la Fonction publique, de l'Intégration sociale, de la
Politique des grandes villes et de l'Égalité des chances sur "les musulmans, les jeunes musulmans et
la sexualité holebi" (n° 10776)
CRIV 51
COM 928
25/04/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
04.01 Stijn Bex (sp.a-spirit): Mijnheer de minister, wij hebben vorige
week de stemming gehad, in de Senaat, over de wet die het voor
holebikoppels definitief mogelijk maakt kinderen te adopteren wat een
heel goede zaak is. In verband met die stemming wordt wel eens de
vraag gesteld of de holebibeweging in ons land eigenlijk nog wel een
opdracht heeft? Valt er nog iets te doen nu wij al die zaken wettelijk
geregeld hebben?
Daarom wil ik vandaag graag verwijzen naar een recente studie door
enkele geneeskundestudenten, waaruit blijkt dat moslimmeisjes,
indien zij zich outen, sancties als verstoting en verbanning mogen
verwachten of dat alleszins die meisjes voor zichzelf zo'n toekomst
weggelegd zien indien zij zich zouden outen.
Uit die studie blijkt dat moslimmeisjes die holebigevoelens hebben die
gevoelens sterk zouden onderdrukken. Het gaat niet alleen over
moslimmeisjes; ook moslimjongens staan voor een moeilijke keuze
wanneer zij homo blijken te zijn. Zij moeten dan vaak voor een
dubbelleven kiezen.
Nu, islam en holebiseksualiteit geven een aantal problemen. Het is
zeker niet exclusief voorbehouden aan de islam om voor die
problemen te zorgen. Ik zal vrijdag aanstaande een mars bijwonen in
Krakau, in Polen, waarvan men moeilijk kan zeggen dat het een
islamland is. Het is eerder de katholieke kerk die er daar voor kiest
holebi's te onderdrukken. Ik wil daar eens zelf gaan kijken of het
inderdaad zo is dat de politie daar toestaat dat skinheads betogers
bekogelen met stenen en dergelijke. Maar daar gaat mijn vraag nu
niet over.
De islam doet toch nogal wat problemen rijzen, of beter, de houding
van de islam tegenover homoseksualiteit is toch nogal problematisch.
Ik wil een Nederlandse imam, El Moumni citeren, die stelt dat
homoseksualiteit een ziekte, die zegt dat homo's "minder dan
varkens" zijn. Ook in het boek "De weg van de moslim" staat letterlijk:
"Homo's verdienen de doodstraf. Doodt hen door het hoogste gebouw
in de buurt te zoeken, waarna men ze vanaf het terras met het hoofd
naar beneden gooit. Vervolgens doodt men ze met stenen."
Er zijn zeker ook tegenovergestelde tendensen. Men kan elementen
daarvoor in de koran terugvinden. Enkele toonaangevende Britse
moslimleiders hebben ook al stelling ingenomen tegen homofobie en
er zijn ook zeker parlementsleden van allochtone afkomst die daarin
een belangrijke rol te spelen hebben. Dat neemt echter niet weg dat
het tegenwoordig toch een groot probleem blijft om als holebi in een
moslimfamilie geboren te worden.
In België bestaan er weinig aanspreekpunten die specifiek gericht zijn
op moslimholebi's. De organisatie Merhaba is een Brusselse VZW en
een van de weinige die zich daarmee bezighoudt. De mainstream
holebi-organisaties richten zich niet expliciet tot moslims. Vlaams
minister van Gelijke Kansen Kathleen Van Brempt heeft in haar
beleidsprioriteiten voor dit jaar wel gezegd dat zij contact zal zoeken
met Merhaba en samen met deze VZW en de Holebifederatie wil
nadenken, om homoseksualiteit bespreekbaar te maken in de diverse
allochtone gemeenschappen.
04.01 Stijn Bex (sp.a-spirit) :
Dans des franges importantes de
la communauté musulmane de
notre pays, l'homosexualité
demeure un grand tabou. Une
étude réalisée récemment par
quelques étudiants en médecine
démontre que les jeunes filles
musulmanes qui sont
homosexuelles ou bisexuelles
répriment leur orientation sexuelle
par crainte d'être rejetées par leur
communauté. Quant aux jeunes
hommes musulmans qui sont
homosexuels, ils sont souvent
contraints de mener une double
vie.
Quoique d'autres religions ne
soient pas toujours tolérantes vis-
à-vis de l'homosexualité et de la
bisexualité, certains propos tenus
par des représentants de l'islam
sont particulièrement choquants.
Selon l'imam néerlandais El-
Moumni, les homosexuels
méritent la peine de mort. En
revanche, un certain nombre de
dirigeants musulmans britanniques
prennent position contre
l'homophobie.
En Région bruxelloise, l'asbl
Merhaba est l'un des rares points
de contact vers lesquels peuvent
se tourner les musulmans et les
musulmanes qui sont de tendance
homosexuelle ou bisexuelle. La
plupart des organisations de
défense des droits des
homosexuels et bisexuels ne
s'adressent pas explicitement aux
musulmans. La ministre flamande
Van Brempt a l'intention de se
concerter avec Merhaba et la
fédération des homosexuels et
bisexuels afin de faire en sorte
que l'homosexualité puisse
désormais être débattue au sein
des communautés allochtones. Le
ministre flamand Marino Keulen et
la ministre néerlandaise Rita
Verdonk ont pris ensemble, en
2005, des initiatives visant à
empêcher l'exclusion de
l'homosexualité dans la
communauté musulmane.
25/04/2006
CRIV 51
COM 928
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
In het kader hiervan is bij de Holebifederatie recentelijk de zoete
dialoog, een project rond allochtone holebi's, van start gegaan. Ook
Vlaams minister voor Inburgering Marino Keulen heeft in 2005 nog
een oproep gedaan om holebi-seksualiteit bespreekbaar te maken in
de islam.
Ook de Nederlandse minister Rita Verdonk, horresco referens
misschien, wil de discussie over het holebi-thema bij allochtone
jongeren op gang trekken. Zij heeft daar in november 2005 een
bedrag van 350.000 euro voor vrijgemaakt.
Mijnheer de minister, u heeft zelf het initiatief genomen, of uw
voorgangster en u heeft het verdergezet, om een interculturele
dialoog te voeren.
Wanneer we de conclusies van die interculturele dialoog bekijken,
komt er heel weinig terug over dit thema. Eigenlijk moet men het gaan
zoeken in een zinnetje op pagina 37 waar gesteld wordt dat deze
allochtone jongeren heen en weer geslingerd worden tussen twee
culturen en twee levenswijzen. Maar zelfs daar moet men al van
bijzonder goede wil zijn om de problematiek van bespreekbaarheid
van homoseksualiteit te herkennen.
Naar aanleiding van de studie waarnaar ik daarstraks verwezen heb,
wou ik u graag volgende vragen stellen.
Is er bij het opstellen van het verslag van de interculturele dialoog ook
gepraat over moslimjongeren en holebi-seksualiteit? Want het is niet
omdat het niet expliciet in het verslag staat, dat er niet over gepraat
zou zijn.
Bent u op de hoogte van de studie van de universiteit van Antwerpen
of van gelijkaardige studies?
Steunt u onze vraag om het holebi-thema bespreekbaar te maken bij
moslimjongeren?
Tenslotte, op welke manier zou u dergelijke initiatieven dan willen
ondersteunen?
Le ministre Dupont a poursuivi
l'initiative de son prédécesseur
visant à organiser un Dialogue
Interculturel. Or dans le rapport de
ce Dialogue, je n'ai trouvé aucune
référence textuelle à ce problème.
A-t-il été aussi question, au cours
de ce dialogue interculturel, des
musulmans et de l'homosexualité
ou de la bisexualité?
Le ministre a-t-il connaissance
d'études portant sur ce problème?
Soutient-il la demande visant à
faire en sorte que l'homosexualité
soit dorénavant un thème
négociable dans la communauté
musulmane? Comment le ministre
compte-t-il s'y prendre pour
appuyer des initiatives allant dans
ce sens?
04.02 Minister Christian Dupont: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Bex, tijdens de werkzaamheden van de interculturele dialoog was de
holebi-thematiek zeker aangesneden. De commissie heeft de vzw
Merhaba ontvangen en samen hebben zij het thema besproken.
Verder had de interculturele dialoog het doel om over de meest
voorkomende discriminaties van personen van vreemde origine te
spreken. Dat is ook bijvoorbeeld de reden waarom er niet gesproken
wordt over personen met een handicap.
Verder stelt u vast dat in het verslag niet letterlijk verwezen wordt naar
de holebi-problematiek. U verwijst bijvoorbeeld naar bladzijde 3. Maar
als u verder leest, dan ziet u een expliciete verwijzing naar het thema
dat u aangehaald hebt, denk ik. Ik citeer: "Die jongeren worden heen
en weer geslingerd tussen twee culturen. De commissie heeft
getuigenissen verzameld van jonge vrouwen, jonge mannen en jonge
holebi's uit de moslimgemeenschap die dat bevestigen".
Zo hebben wij ook een getuigenis van een woordvoerder van een
04.02 Christian Dupont, ministre:
Lors du Dialogue interculturel, la
commission a abordé la
problématique holebi avec l'asbl
Merhaba. Le Dialogue interculturel
avait pour objectif d'aborder les
discriminations les plus fréquentes
envers des personnes d'origine
étrangère. La commission a réuni
des témoignages de jeunes
homosexuel(le)s et bisexuel(le)s
de la communauté musulmane qui
confirment que ces jeunes sont
sans cesse ballottés entre deux
cultures. Selon le porte-parole
d'une association de défense des
allochtones homosexuels, il ne
figure ni dans le Coran ni dans la
CRIV 51
COM 928
25/04/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
vereniging van homoseksuele allochtonen, die zegt: "Noch in de
koran, noch in de bijbel staat geschreven dat holebi's van de daken
gegooid moeten worden met hun hoofd naar beneden. De
representatieve organen van de islam moeten een duidelijke positie
innemen die elk beroep op haat en uitsluiting afwijst. Wat de
moskeeën doen, is zeer belangrijk, maar ook het Executief van de
moslims moet inzake verdraagzaamheid een duidelijk standpunt
innemen." Dat is een citaat.
Ik ben op de hoogte van de studies. Ik heb de studie rond de
Copingmechanismen zelf niet helemaal gelezen, maar toch wel de
conclusies ervan. Het lijkt mij een zeer interessante studie. Ik vind dat
er een paar nuttige aanbevelingen in die studie staan, bijvoorbeeld de
dringende vraag naar cultuursensitieve psychologen.
U vraagt of ik voorstander ben van de bespreekbaarheid van het
holebi-thema bij moslimjongeren. Daarop kan ik alleen maar positief
antwoorden. Als minister van Gelijke Kansen bestaat mijn opdracht
erin om de taboes te doorbreken en zo voor iedereen en elk individu
een maatschappij te creëren waar hij of zij gerespecteerd wordt,
ongeacht seksuele geaardheid, origine, geloof en geslacht.
Het bespreekbaar maken van de holebiseksualiteit is een belangrijke
rol van het onderwijs. Vooral in het onderwijs moet dat gebeuren. Ik
ben natuurlijk bereid om sensibiliserings- en informatiecampagnes te
steunen rond dat thema.
Inmiddels vind ik dat men op het terrein voor de volgende uitdaging
staat.
De mainstream holebi-organisaties moeten hun krachten
samenbundelen om het debat open te trekken naar alle delen van de
maatschappij. Een positief en goed voorbeeld is de interculturele
radio Kifkif in Vlaanderen, die ook een uitzendtijd en een
samenwerking met de holebiradio Uit De Kast heeft, die duizenden
allochtone jongeren bereikt.
Mijnheer Bex, dat is mijn antwoord. Men moet het natuurlijk
bespreekbaar maken, taboes doorbreken en iedereen respecteren in
zijn keuzen.
Bible que les holebis doivent être
jetés du haut des maisons la tête
la première et les organes
représentatifs de l'islam, donc
l'Exécutif des musulmans
également, doivent adopter une
position claire qui rejette la haine
et l'exclusion.
J'ai lu les conclusions de l'étude
de Van Thurnhout et Maurissen.
L'une des recommandations utiles
est le recrutement urgent de
psychologues sensibles au
contexte culturel. En ma qualité de
ministre de l'Égalité des chances,
je souhaite bien entendu que le
thème holebi puisse être abordé
avec les jeunes musulmans et que
les tabous soient levés. Je suis
par ailleurs partisan d'une société
où chaque individu est respecté,
quels que soient son orientation
sexuelle, son origine, ses
convictions et son sexe.
L'enseignement doit jouer un rôle
important en ce qui concerne le
dialogue. Je peux à cet égard
soutenir des campagnes de
sensibilisation et les principales
organisations holebi doivent
conjuguer leurs efforts pour que le
débat soit mené dans toutes les
composantes de la société. En
collaboration avec la chaîne
radiophonique Uit de Kast, KifKif
touche des milliers de jeunes
allochtones.
04.03 Stijn Bex (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, ik wil de minister
danken voor zijn antwoord. Ik ben verheugd over het feit dat hij zich
achter de redenering in mijn vraag schaart. Ik ga volledig akkoord met
de belangrijke rol die is weggelegd voor het onderwijs. Op Vlaams
niveau pleinten wij ervoor om de bespreekbaarheid van
holebiseksualtiteit op te nemen in de eindtermen.
Ik ben ook op de hoogte van de goede samenwerking tussen Kifkif en
Uit De Kast en ik juich dat zeker toe, maar ik heb eigenlijk weinig
concrete voornemens van u gehoord, mijnheer de minister, om vanuit
het federale beleidsniveau hierrond effectief acties te ondernemen.
Bent u dat van plan? Zal u dat onderzoeken of zegt u dat het eerder
een taak van de deelstaten is? Dan is het ook goed dat die deelstaten
dat weten. Ik heb daar op zich weinig problemen mee. Mogen wij over
dit thema in de toekomst op het federale beleidsniveau effectieve
inspanningen verwachten?
04.03 Stijn Bex (sp.a-spirit): Je
me félicite de l'adhésion du
ministre à l'idée qui sous-tend ma
question, mais je n'ai guère
entendu de déclarations d'intention
du fédéral. Le ministre considère-t-
il ce dossier comme une matière
communautaire?
25/04/2006
CRIV 51
COM 928
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
04.04 Minister Christian Dupont: Ik neem akte van uw
verwachtingen inzake onze meer actieve vormen van sensibilisering.
Ik zal kijken wat wij effectief kunnen doen.
04.04 Christian Dupont, ministre:
Je prends acte des attentes de M.
Bex. Je verrai ce que nous
pouvons effectivement faire.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van de heer Francis Van den Eynde aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke
Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen over "een klacht neergelegd door het Centrum voor
gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding" (nr. 10895)
05 Question de M. Francis Van den Eynde au ministre de la Fonction publique, de l'Intégration sociale,
de la Politique des grandes villes et de l'Égalité des chances sur "une plainte déposée par le Centre
pour l'égalité des chances et la lutte contre le racisme" (n° 10895)
05.01 Francis Van den Eynde (Vlaams Belang): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, deze vraag is tegelijk bedoeld als
protest en als parlementaire vraag. Het protest heeft te maken met de
termijn waarop uw departement parlementaire vragen beantwoordt en
met de wijze waarop. De vraag heeft betrekking op de inhoud van het
antwoord.
Eerst de termijn. In het jaarverslag 2002 van het Centrum voor
gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding stond op bladzijde
40 te lezen onder de titel "Verdere bespreking van georganiseerd
racisme" dat in november 2002 een jonge leraar van Marokkaanse
afkomst in Borgerhout, ingevolge racisme werd vermoord. Ik heb dat
natuurlijk gelezen in 2003, want het verslag van 2002 verschijnt in
2003. Ik heb op 21 augustus 2003 ik herhaal: 2003! een vraag
gesteld om te informeren naar de reden waarom die moord in het
verslag van het Centrum stond. Iedereen wist immers dat het
gerechtelijk onderzoek het racisme als motief volledig had uitgesloten.
Dat werd ook met zoveel woorden meegedeeld door het parket
destijds.
Nogmaals, de vraag dateert van 21 augustus 2003. Het antwoord is
gekomen in maart 2006, dus 3 jaar later. Nu zou men nog kunnen
zeggen dat het misschien een lang en omstandig antwoord is
geweest. Mijnheer de minister, ik wil u het antwoord voorlezen. Ik zal
dit in extenso doen, zonder vermelding van punt of komma, want daar
stond zelfs geen punt of komma in. Ik lees: "Het Centrum voor
gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding heeft op
13 mei 2002 klacht neergelegd". Dan staat er wel een punt. Point
final. Meer staat er niet in. Drie jaar voor dergelijk antwoord.
Mijn eerste vraag: waarom moet men drie jaar wachten op een
antwoord van dit allooi?
Tweede vraag. In feite is dit geen antwoord. Ik vraag waarom men
klacht heeft ingediend wegens racisme in een zaak die niets met
racisme te maken had. Men zou nog kunnen aannemen dat men dit
toen dacht en meende er goed aan te doen met die klacht in te
dienen. Dan is het wel straf en onaanvaardbaar dat dit feit staat
vermeld in het jaarverslag 2002, want op het ogenblik dat dit werd
samengesteld wist men al lang dat dit er niets mee te maken had. Ik
vraag u: gaan wij er op dit ogenblik in dit land van uit dat racisme dat
is waartegen het Centrum klacht neerlegt?
05.01 Francis Van den Eynde
(Vlaams Belang): Le rapport
annuel 2002 du Centre de l'Égalité
des Chances et de la Lutte contre
le Racisme (CECLR) indique
qu'un jeune enseignant d'origine
marocaine a été assassiné en
novembre 2002, à Borgerhout,
pour des motifs racistes, alors
même que l'enquête judiciaire a
totalement exclu toute motivation
de cet ordre. J'ai posé une
question à ce propos le 21 août
2003 mais je n'ai reçu la réponse
qu'en mars 2006. La réponse
précisait que le CECLR a introduit
une plainte le 13 mai 2002.
Pourquoi m'a-t-il fallu attendre
trois ans pour obtenir une telle
réponse? Pourquoi une plainte
pour racisme a-t-elle été déposée
dans une affaire qui n'a rien à voir
avec le racisme? Dans ce pays,
faut-il entendre par «racisme» ce
contre quoi le CECLR porte
plainte?
CRIV 51
COM 928
25/04/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
Is dat nu het enige ijkpunt? Is dat het enige criterium? Is dat de enige
maatstaf? Als het Centrum zegt dat iets racisme is dan is het dat ook
en dan gaan we allemaal in geef acht staan, de vingers op de naad
van de broek en met een militaire groet beamen we dan dat zoiets
racisme is. Ik had daarover graag een verklaring gekregen.
05.02 Minister Christian Dupont: Mijnheer de voorzitter, ik zal
misschien een en ander herhalen.
Het Centrum voor gelijkheid van kansen en racismebestrijding
behandelt in alle onafhankelijkheid dus niet op aanvraag van een
minister de individuele klachten wegens inbreuken tegen de wetten
die het racisme bestraffen en kan de slachtoffers, indien nodig,
bijstaan wanneer zij naar de rechter stappen. Net zoals voor gelijk
welke klacht stelt het gerecht - en alleen het gerecht - vast of de
constitutieve elementen van een inbreuk worden vastgesteld.
Aangezien het gerechtelijk onderzoek nog steeds aan de gang is - wij
beschikken niet over dezelfde informatie - eist het principe van de
scheiding der machten dat ik in dit geval geen commentaar geef over
de zaak die u vermeldt.
05.02 Christian Dupont, ministre:
Le CECLR traite de manière
indépendante des plaintes
individuelles pour des infractions
aux lois contre le racisme et peut
assister les victimes lorsqu'elles
s'adressent au tribunal. Quelle que
soit la plainte, seul le tribunal est
autorisé à constater si les
éléments constitutifs d'une
infraction sont présents. Dans
cette affaire, l'instruction est
encore en cours. Étant donné le
principe de la séparation des
pouvoirs, je ne peux faire aucun
commentaire.
05.03 Francis Van den Eynde (Vlaams Belang): Mijnheer de
minister, mijn eerste vraag was hoe het komt dat men drie jaar wacht.
U hebt daarop niet geantwoord.
05.03 Francis Van den Eynde
(Vlaams Belang): Pourquoi ai-je
dû attendre aussi longtemps pour
obtenir une réponse?
05.04 Minister Christian Dupont: Omdat er geen ander antwoord is
dan dat de zaak nog aan de gang is. Dat is toch een antwoord.
Bovendien is er de scheiding der machten.
05.04 Christian Dupont, ministre:
Parce que l'instruction est encore
en cours et parce qu'il y a
séparation des pouvoirs.
05.05 Francis Van den Eynde (Vlaams Belang): Dat had men drie
jaar geleden ook kunnen zeggen. De scheiding der machten werd niet
in de tussentijd ingevoerd!
U zegt dat het Centrum zich bekommert om individuele klachten.
Neem mij niet kwalijk, maar ik heb het verslag erop nagekeken en het
gaat niet over een individuele klacht, het gaat over een klacht van het
Centrum.
Indien er een scheiding der machten is en men geen enkele conclusie
kan trekken zolang het onderzoek nog aan de gang is, mag het
Centrum dit ook niet doen. Het Centrum mag dit niet catalogeren als
racisme als het gerecht en alleen het gerecht, zoals u beklemtoonde,
daarover kan oordelen.
Ik kom dan bij een laatste opmerking. Het onderzoek is misschien
nog niet achter de rug, maar het parket heeft al heel lang geleden
medegedeeld dat deze zaak niets te maken heeft met racisme, maar
met een geesteszieke. Hoogstwaarschijnlijk is het dossier om die
reden niet afgehandeld. Men zal waarschijnlijk nooit tot een
strafvervolging overgaan tenzij er nieuwe elementen aan het licht
komen.
Dat is het. Ik zou durven aandringen in de toekomst toch sneller te
antwoorden, en misschien iets meer accuraat.
05.05 Francis Van den Eynde
(Vlaams Belang) : Il y a trois ans,
c'était déjà la même rengaine. Il
ne s'agit nullement d'une plainte
individuelle mais d'une plainte du
CECLR. Et, même si on tient
compte de l'argument de la
séparation des pouvoirs, le
CECLR ne peut cataloguer l'affaire
étant donné que, comme le
ministre l'a si bien souligné, seul le
tribunal est autorisé à le faire. Le
parquet a communiqué, il y a
longtemps de cela déjà, que
l'auteur était un malade mental. Et
c'est probablement pour cela que
l'affaire n'a jamais été traitée,
précisément parce qu'on sait
pertinemment qu'à défaut
d'éléments neufs, on ne pourra
sans doute jamais procéder à la
poursuite pénale. Je me permets
néanmoins d'insister pour avoir
des réponses à la fois plus rapides
et plus précises.
25/04/2006
CRIV 51
COM 928
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
06 Question de M. Yvan Mayeur au ministre de la Fonction publique, de l'Intégration sociale, de la
Politique des grandes villes et de l'Égalité des chances sur "la première Journée nationale de lutte
contre l'homophobie prévue pour le 17 mai" (n° 10907)
06 Vraag van de heer Yvan Mayeur aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke
Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen over "de eerste Nationale Dag tegen homofobie die
gepland is op 17 mei" (nr. 10907)
06.01 Yvan Mayeur (PS): Monsieur le ministre, si vous n'y voyez pas
d'inconvénient, je vais poser la question de mon banc.
Le Parlement a voté une résolution qui inscrit le 17 mai comme
Journée nationale de lutte contre l'homophobie.
Des progrès ont été accomplis et les personnes homosexuelles
peuvent aujourd'hui davantage s'assumer publiquement et sortir de
l'ombre. Néanmoins, de nombreuses difficultés subsistent; la question
de M. Bex y faisait également allusion.
Il est donc encore nécessaire de marquer positivement, en quelque
sorte de faire une discrimination positive sur ces orientations
sexuelles non majoritaires. La Journée nationale de lutte contre
l'homophobie devrait être l'occasion de travailler ces aspects positifs
et de mettre davantage en valeur la contribution positive que les gays
et lesbiennes, comme toute autre personne, apportent dans la
société.
Cette date ayant été choisie, monsieur le ministre, quelles initiatives
comptez-vous prendre pour réunir, par exemple, les associations
représentatives du secteur et voir comment organiser concrètement
cette Journée nationale contre l'homophobie?
Comme suggéré dans la résolution votée au Parlement le 23 mai
dernier, des contacts ont-ils été pris avec les gouvernements
régionaux et communautaires pour que, au niveau de leurs
compétences, ils prennent également des initiatives dans le cadre de
cette Journée nationale de lutte contre l'homophobie, voulue par le
Parlement fédéral?
06.01 Yvan Mayeur (PS): Op 17
mei wordt voor het eerst in ons
land een "Nationale Dag tegen
homofobie" georganiseerd.
Er werd al heel wat vooruitgang
geboekt. Vandaag kunnen
homoseksuelen zich veel
gemakkelijker outen, wat echter
niet betekent dat alle problemen
van de baan zouden zijn. De
"Nationale Dag tegen homofobie"
biedt de gelegenheid om de
positieve bijdrage van de homo's
en lesbiennes aan onze
maatschappij in het licht te stellen.
Welke initiatieven zal u nemen om
die "Nationale Dag tegen
homofobie" concreet vorm te
geven? In de resolutie die op 23
mei jongstleden door het federaal
Parlement werd aangenomen,
werd voorgesteld over die
aangelegenheid overleg te plegen
met de gewestelijke en
communautaire regeringen opdat
zij ook initiatieven zouden nemen.
Werd daaraan reeds uitvoering
gegeven?
06.02 Christian Dupont, ministre: Monsieur le président, la journée
du 17 mai est en effet une date très symbolique puisque c'est à cette
date qu'en 1991 et on voit les progrès qu'on a pu accomplir
l'Organisation mondiale de la Santé a supprimé l'homosexualité de la
liste des maladies mentales.
06.02 Minister Christian Dupont:
17 mei is inderdaad een datum
met een hoge symboolwaarde,
want op 17 mei 1991 schrapte de
Wereldgezondheidsorganisatie
homoseksualiteit van de lijst van
geestesziekten.
06.03 Yvan Mayeur (PS): (...)
06.04 Christian Dupont, ministre: On voit le chemin qui a été fait
depuis.
Comme la Journée de la Femme, l'instauration d'une telle journée au
niveau national constitue un moyen efficace de mobiliser et de
conscientiser l'opinion. J'entends présenter prochainement un dossier
06.04 Minister Christian Dupont:
Zo'n Dag tegen homofobie is een
efficiënte manier om de publieke
opinie te sensibiliseren en te
mobiliseren. Ik zal de Ministerraad
eerdaags vragen die dag als
CRIV 51
COM 928
25/04/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
au Conseil des ministres pour inscrire cette journée parmi les dates
symboliques de notre calendrier. Dans cet esprit, je me joindrai aux
associations LGTB, à la Ligue des droits de l'Homme et au Centre
pour l'Égalité des chances, le 17 mai prochain à la Maison des
Parlementaires, pour une matinée de réflexion et de dialogue
consacrés à la lutte contre l'homophobie. À cette occasion, mes
collègues de la Communauté française, Mme Arena, et de la
Communauté flamande, M. Vandenbroucke, seront également invités
à présenter les actions positives mises en place pour lutter contre
l'homophobie dans nos écoles. Cette journée sera donc l'occasion
d'articuler la réflexion et l'action de l'ensemble des niveaux de pouvoir
sur le problème de l'homophobie.
J'insisterai plus particulièrement sur un des aspects qui concerne la
violence, qui est, à mon avis, assimilable à la violence en matière de
xénophobie. Celle-ci mérite d'être objectivée et de faire l'objet d'une
information spécifique vers les policiers et les magistrats. Dans le
cadre de la préparation de cette journée, j'aurai un contact avec mon
collègue de l'Intérieur et ma collègue de la Justice afin d'adopter une
attitude commune et de formuler des propositions en la matière.
symbolische datum op onze
kalender in te schrijven.
Op 17 mei eerstkomend zal ik met
de organisaties van holebi's en
transseksuelen, de Ligue des
droits de l'homme en het Centrum
voor gelijkheid van kansen en voor
racismebestrijding een ochtend
om de tafel gaan zitten om na te
denken over manieren om
homofobie te bestrijden. Minister-
president Arena en minister
Vandenbroucke zullen uitgenodigd
worden de positieve acties in onze
scholen voor te stellen.
Ik zal meer specifiek ingaan op het
probleem van het geweld,
waarover politie en magistratuur
meer in het bijzonder gebrieft
zouden moeten worden.
Ten slotte zal ik met mijn collega's
van Binnenlandse Zaken en
Justitie contact opnemen teneinde
voorstellen hierover te formuleren.
06.05 Yvan Mayeur (PS): Monsieur le ministre, je vous remercie. Je
suis très heureux que les résolutions du Parlement ne restent pas
lettre morte quand elles arrivent à l'exécutif.
06.05 Yvan Mayeur (PS): Ik ben
erg blij dat de resoluties van het
Parlement geen dode letter blijven.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Vraag van mevrouw Magda De Meyer aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke
Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen over "de zelfstandigen uit de nieuwe Europese
lidstaten" (nr. 11172)
07 Question de Mme Magda De Meyer au ministre de la Fonction publique, de l'Intégration sociale, de
la Politique des grandes villes et de l'Égalité des chances sur "les indépendants provenant des
nouveaux États membres de l'Union européenne" (n° 11172)
07.01 Magda De Meyer (sp.a-spirit): Mijnheer de minister, mijn
vraag gaat over de zelfstandigen uit de nieuwe Europese lidstaten. Uit
verschillende OCMW's bereiken ons berichten over problemen met
zogenaamde zelfstandigen uit de nieuwe lidstaten of de Peco-landen.
Deze mensen zien een vestiging als zelfstandige vaak als enige
mogelijkheid om hun verblijf in België te regulariseren of te verlengen.
Het systeem is als volgt: men dient een aanvraag in bij het plaatselijk
gemeentebestuur dat onmiddellijk een attest immatriculatie model B
geeft voor vijf maanden vermits er voor EU- en Peco-onderdanen
geen beroepskaart vereist is. De enige voorwaarde is dat ze binnen
deze termijn van vijf maanden werkelijk bewijzen dat ze effectief een
zelfstandige activiteit uitoefenen.
Om dat te doen gaan ze dan natuurlijk een beroep kiezen waarvoor
geen vestigingsattest vereist is en geen diploma cursus
bedrijfsbeheer, bijvoorbeeld zelfstandige huis-aan-huisverdeler van
07.01 Magda De Meyer (sp.a-
spirit): Les ressortissants issus
des PECO considèrent souvent
l'établissement en tant
qu'indépendant comme le seul
moyen de régulariser ou de
prolonger leur séjour en Belgique.
Les demandeurs reçoivent
d'emblée de l'administration
communale une attestation
d'immatriculation modèle B,
valable cinq mois. Au cours de
cette période, ils doivent prouver
qu'ils sont effectivement en
mesure d'exercer l'activité
indépendante. Ils cherchent
25/04/2006
CRIV 51
COM 928
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
dagbladen in hoofdberoep. Tijdens deze periode van vijf maanden
hebben deze mensen, die meestal niet de middelen hebben om een
zelfstandige activiteit op te zetten, recht op OCMW-steun als ze geen
of onvoldoende inkomen hebben, de facto een leefloon.
Indien ze niet tijdig de benodigde formulieren indienen waarmee ze
effectief hun zelfstandige arbeid kunnen aantonen, krijgen ze een
uitwijzingsbevel waartegen opnieuw beroep mogelijk is. Tijdens dit
beroep, dat trouwens lang kan aanslepen, is er weer recht op steun
vermits de betrokkenen nog altijd zijn ingeschreven in het
vreemdelingenregister.
Het probleem voor het OCMW is dat het deze mensen niet kan
tewerkstellen of activeren in het kader van een of andere
tewerkstellingsmaatregel. Tijdens de beroepsprocedure kunnen ze
ook geen zelfstandige activiteit uitoefenen. Het OCMW is dus eigenlijk
gedwongen om deze mensen te ondersteunen en kan hen geen
activering aanbieden.
Diegenen die er dan toch in slagen om zich te vestigen als
zelfstandigen beschikken trouwens meestal niet over de
noodzakelijke financiële middelen om een activiteit op te zetten. Op
het moment waarop dan de kwartaalbijdrage voor zelfstandigen
arriveert, stelt er zich een probleem. Er moet dan een bedrag worden
neergelegd. De minimale kwartaalbijdrage is 475 euro. De gezinnen
die dan rond moeten komen van het bedelen van die kranten hebben
een habbekrats als inkomen. Ze kloppen veel uren tegen slechte
betaling en zijn dan niet in staat om de kwartaalbijdrage te betalen.
Samengevat, via dit attest van immatriculatie, de zogenaamde paarse
kaart, in afwachting van de vestiging als zelfstandige wordt hier
eigenlijk een systeem van sociale dumping en sociale afhankelijkheid
bij mensen in precaire situaties georganiseerd. Ik weet niet of de
minister ook al gehoord heeft van deze filière? Zijn er mogelijkheden
om hier enig soelaas te bieden?
souvent une activité ne requérant
aucune attestation d'établissement
ni aucun diplôme en gestion
d'entreprise, telle que la
distribution de « toutes boîtes » à
titre principal. Pendant cette
période de cinq mois, ils peuvent
en outre bénéficier d'un revenu
d'intégration par l'intermédiaire du
CPAS. Toutefois, s'ils ne peuvent
prouver leur activité d'indépendant
dans les délais impartis, ils
reçoivent un ordre d'expulsion. Ils
peuvent se pourvoir en appel de
cette décision et bénéficient dans
ce cas-là également d'une
assistance.
Le CPAS ne peut employer ni
activer les demandeurs dans le
cadre des mesures existantes
d'aide à l'emploi. En outre, les
intéressés ne peuvent exercer
d'activité indépendante tant que la
procédure d'appel est en cours.
Ceux qui parviennent néanmoins à
s'établir en tant qu'indépendant ne
disposent souvent pas des
moyens financiers nécessaires
pour démarrer effectivement leur
activité et s'acquitter de la
cotisation trimestrielle minimale de
475 euros. Cette situation
engendre le dumping social et la
dépendance.
Le ministre a-t-il conscience du
problème? Comment pourrait-il y
remédier?
07.02 Minister Christian Dupont: Mijnheer de voorzitter, mevrouw De
Meyer, ik ben mij bewust van de door u aangekaarte onmogelijke
problematiek.
Het betreft in hoofdzaak, als men de prioriteiten in de chronologie ziet,
de voorwaarden waaraan de EU-onderdanen uit de nieuwe lidstaten
moeten voldoen om toegang en vestiging te krijgen op het Belgisch
grondgebied. Zo begint het: men hoopt toegang en vestiging te
krijgen. Anderzijds gaat het om de voorwaarden waaraan die
bevolkingsgroepen moeten voldoen om een beroepsbedrijvigheid als
zelfstandige te kunnen uitoefenen.
Aangezien die materies niet tot mijn bevoegdheid behoren, verwijs ik
u door naar de bevoegde ministers, namelijk de minister van
Binnenlandse Zaken en de minister van Middenstand. Ik denk
namelijk dat u bij het begin moet beginnen.
Wat mijn materie betreft, is het inderdaad juist dat de door u
07.02 Christian Dupont, ministre:
Je suis conscient du problème.
Toutefois, la question des
conditions auxquelles doivent
satisfaire les ressortissants des
nouveaux États membres de l'UE
pour avoir accès à notre territoire,
s'y établir et y exercer une
profession indépendante relève de
la compétence des ministres de
l'Intérieur et des Classes
moyennes. La base du problème
se situe à ce niveau.
Il est exact que les intéressés ont
droit à l'aide sociale nécessaire
pour pouvoir mener une vie
conforme à la dignité humaine.
CRIV 51
COM 928
25/04/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
geviseerde personen, net als iedereen die zich op het Belgisch
grondgebied bevindt, recht hebben op maatschappelijke hulp indien
dat nodig is om een menswaardig leven te leiden.
Die maatschappelijke verlening kan de vorm aannemen van een
tewerkstelling, waarbij het OCMW als werkgever of begeleider
optreedt of financieel tegemoetkomt in de loonkosten van de
werknemer. Die mogelijkheid bestaat sinds 10 januari 2004.
Ieder verblijfstatuut van EU-onderdanen vereist dat de betrokkenen
over voldoende bestaansmiddelen beschikken. Dat blijft het geval.
Wanneer zij een beroep doen op maatschappelijke dienstverlening,
dan voldoen zij in principe niet meer aan die voorwaarde. Conform de
nieuwe EU-richtlijn inzake vrij verkeer en verblijf, verliest de EU-
onderdaan die een beroep doet op het OCMW zijn verblijfsrecht
echter niet onmiddellijk. Dat zal het geval zijn wanneer de betrokkene
een onredelijke last vormt voor de openbare middelen van de
Belgische Staat.
Ik denk dus dat eerst begonnen moet worden met de vergunning om
een beroepsbedrijvigheid te kunnen uitoefenen, want anders kom ik te
laat, en mogen wij de mensen die met een behoefte leven, niet meer
helpen. Zij moeten toch kunnen bewijzen, als EU-onderdanen, dat zij
de nodige middelen hebben. Maar er zit een termijn tussen het bewijs
en de periode erna. Dat is dus toch een moeilijke kwestie.
Er is geen perfect duidelijk antwoord. Op sociaal gebied moeten wij
helpen. Maar er zijn een paar misbruiken.
Cette aide peut prendre la forme
d'un emploi, le CPAS agissant
comme employeur ou
accompagnateur ou aidant à payer
les coûts salariaux. Cette
possibilité existe d'ailleurs déjà
depuis le 10 janvier 2004. Tout
statut de séjour nécessite en effet
que l'intéressé dispose de moyens
de subsistance suffisants. En
principe, on ne satisfait plus à
cette condition dès lors qu'on fait
appel à l'aide sociale.
Conformément à la nouvelle
directive de l'UE relative au droit
de libre circulation et de séjour, le
ressortissant qui fait appel au
CPAS ne perd cependant pas
immédiatement son droit de
séjour, excepté s'il constitue une
charge déraisonnable pour les
finances publiques de l`État.
Cette matière reste une question
difficile à laquelle on ne peut
apporter de réponse définitive. Sur
le plan social, nous devons
apporter une aide, mais on note
également des abus.
07.03 Magda De Meyer (sp.a-spirit): Absoluut. Ik ben het volledig
eens met de minister waar hij zegt dat de regeling uiteraard begint bij
de minister van Binnenlandse Zaken en de minister van Middenstand.
Ik heb dezelfde vraag gesteld aan de minister van Binnenlandse
Zaken en aan de minister van Middenstand. Ik zal de verschillende
antwoorden bij mekaar leggen.
Het is juist dat u aan het eind van de rit komt en dat u niet anders kan
dan steun geven, terecht ook. Ik betwist het feit niet dat er steun
verleend wordt.
Maar de OCMW's zeiden mij dat ze niet konden activeren. U zegt dat
dat wel kan. Dat is toch wel belangrijk.
Ik zal bij de combinatie van de antwoorden van de 3 ministers zien of
er verdere actie nodig is.
07.03 Magda De Meyer (sp.a-
spirit) : Il est exact que M. Dupont
n'intervient qu'au bout de la chaîne
et qu'il octroie à juste titre un
soutien. Les CPAS m'ont affirmé
qu'ils ne sont pas en mesure
d'activer, ce que le ministre
dément. Je comparerai les
réponses des trois ministres
compétents et j'examinerai sur
cette base si des mesures
complémentaires peuvent être
prises.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Vraag van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan de minister van Ambtenarenzaken,
Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen over "de werking van het
spreidingsplan voor asielzoekers" (nr. 11291)
08 Question de Mme Sabien Lahaye-Battheu au ministre de la Fonction publique, de l'Intégration
sociale, de la Politique des grandes villes et de l'Égalité des chances sur "le fonctionnement du plan
de répartition des demandeurs d'asile" (n° 11291)
08.01 Sabien Lahaye-Battheu (VLD): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, het is een korte vraag over het spreidingsplan
08.01 Sabien Lahaye-Battheu
(VLD): Le nouveau plan de
25/04/2006
CRIV 51
COM 928
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
dat door u begin vorig jaar werd aangepast, waardoor ongeveer 400
gemeenten asielzoekers moesten opvangen in plaats van de
aanvankelijke 120.
De gemeente moet kunnen bewijzen dat de asielzoeker een woning
aangeboden kreeg en dat er inspanningen gedaan werden om de
asielzoeker op te vangen, maar de asielzoeker kan altijd weigeren en
op eigen initiatief een andere woonplaats kiezen.
Ik haal mijn informatie uit een persbericht waarin gesteld wordt dat in
2005 401 Belgische gemeenten gesanctioneerd werden omdat zij
onvoldoende inspanningen tot huisvesting van asielzoekers zouden
hebben geleverd.
Ik wil u gewoon het volgende vragen.
Hoe komt het dat een dergelijk groot aantal gemeenten werd
gesanctioneerd en op welke basis werd de beslissing genomen?
Hebt u bij de gesanctioneerde gemeenten gepeild naar de reden die
zij opgaven of hoe het komt dat ze te weinig inspanningen zouden
geleverd hebben?
Hebt u enige intentie om het spreidingsplan aan te passen in die zin
dat de asielzoeker verplicht moet gaan wonen in de hem toegewezen
gemeente?
répartition des demandeurs d'asile
a eu pour effet que 420
communes, au lieu de 120, ont été
obligées d'accueillir des
demandeurs d'asile. Il faut que la
commune puisse prouver qu'elle a
proposé une habitation à tel
demandeur d'asile et qu'elle a
fourni des efforts pour l'accueillir.
Mais le demandeur d'asile peut
refuser cette offre et choisir de sa
propre initiative un autre domicile.
Il ressort d'un communiqué de
presse qu'en 2005, 401
communes ont été sanctionnées
parce qu'elles avaient fourni des
efforts insuffisants. Pourquoi y en
a-t-il eu autant et sur la base de
quels arguments ont-elles été
sanctionnées? A-t-on déjà cherché
à savoir pourquoi ces communes
avaient fourni trop peu d'efforts?
Le ministre obligera-t-il les
demandeurs d'asile à aller habiter
dans la commune qui leur a été
attribuée?
08.02 Minister Christian Dupont: Mijnheer de voorzitter, de
beoordeling voor de terugbetaling aan 50% of 100% gebeurt voor
ieder dossier afzonderlijk. In 2004 waren er 401 OCMW's, waarvoor
er in minstens 1 dossier minimaal een maandelijkse kostenstaat aan
slechts 50% werd betoelaagd conform de bepalingen van de wet van
1965. Het is dus raadzaam om de cijfers te nuanceren.
OCMW's die slechts in een dossier aan 50% worden betoelaagd,
zitten ook in de cijfers, terwijl zij in hun andere dossiers wel aan 100%
betoelaagd kunnen worden. Men moet dus toch oppassen met de
cijfers.
Peilen wij naar de gesanctioneerde gemeenten? Er wordt niet
systematisch gepeild. Als algemeen principe geldt immers dat de
terugbetaling van de door een OCMW verleende steun voor een
toegewezen asielzoeker aan 50% gebeurt. De algemene regel is dus
dat men 50% krijgt als de asielzoeker niet op het grondgebied van de
gemeente woont. Indien een OCMW een terugbetaling aan 100%
wenst te verkrijgen, dient het de nodige bewijsstukken voor te leggen,
waaruit blijkt dat het OCMW wel degelijk de nodige inspanningen
heeft geleverd, maar dat de asielzoeker verkoos niet op het aanbod in
te gaan. Het bewijs van aanbieding van een woonst wordt geleverd op
basis van een kopie van een sociaal verslag, aangevuld met tastbare
bewijzen van aanbieding van een degelijke en aangepaste
huisvesting, alsook het bewijs van afwijzing door de betrokkene.
Wat de vestigingsplicht betreft, moet ik herhalen dat elke persoon die
legaal in België verblijft, vrijheid van keuze van woonplaats heeft. Bij
de opmaak van de wet met betrekking tot de oprichting van het
wachtregister en het spreidingsplan was het oorspronkelijk de
08.02 Christian Dupont, ministre:
L'évaluation pour un
remboursement à 50 % ou à
100 % s'effectue au cas par cas.
En 2004, 401 CPAS ont perçu la
moitié de la subvention dans au
moins un dossier pendant au
moins un mois, conformément à la
loi de 1965. Autrement dit, les
statistiques incluent également les
CPAS qui n'ont perçu la moitié de
la subvention que dans un seul
dossier.
L'insuffisance d'efforts ne fait pas
l'objet d'une analyse systématique.
Le principe général veut que l'aide
du CPAS ne soit remboursée que
pour moitié lorsque le demandeur
d'asile attribué n'habite pas sur le
territoire de la commune. Si le
CPAS veut obtenir un
remboursement à 100 %, il doit
prouver que le demandeur d'asile
a préféré ne pas accepter l'offre.
La preuve peut être apportée au
moyen d'une copie du rapport
social, des éléments tangibles de
l'offre d'un logement décent et
adapté ou du refus de ce
CRIV 51
COM 928
25/04/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
bedoeling kandidaat-vluchtelingen een verplichte verblijfplaats op te
leggen, maar de Raad van State heeft zich daartegen verzet. Daarom
werden verscheidene maatregelen genomen om te stimuleren dat de
verplichte plaats van toewijzing zo snel mogelijk ook de verblijfplaats
van de asielzoeker wordt. Neem bijvoorbeeld de 50%-maatregel om
te stimuleren dat OCMW's daadwerkelijk een woning aanbieden. Als
bewijs dat een woonst werd aangeboden, kan niet enkel een
eenvoudige typeverklaring gelden. Er moet een stevig dossier met
tastbare bewijzen worden aangeboden. Ook de asielzoeker wordt zelf
gestimuleerd om te zoeken. Indien de asielzoeker zich vanuit een
opvangcentrum voor de eerste keer vestigt in de gemeente van het
OCMW waaraan hij of zij is toegewezen, komt hij of zij in aanmerking
voor een installatiepremie. Dat is niet het geval indien de asielzoeker
zich in een andere gemeente vestigt.
Het blijft een feit dat asielzoekers om begrijpelijke redenen van
menselijke aard vaak wensen te wonen in gemeenten waar zij
lotgenoten of vrienden hebben en dat is vaak in de steden. Tot daar
de stand van zaken.
logement.
Notre pays ne connaît pas
d'obligation d'établissement. Toute
personne qui réside légalement en
Belgique a le libre choix de son
domicile. Le Conseil d'État s'est
opposé à l'objectif initialement
poursuivi lors de la rédaction du
plan de répartition, à savoir
imposer aux candidats réfugiés un
lieu de résidence obligatoire.
Certes, des mesures ont été
élaborées pour faire coïncider
autant que faire se peut le lieu
obligatoire d'attribution avec la
résidence effective du demandeur
d'asile. Il y a ainsi la mesure qui
incite les CPAS à mettre
réellement en place une offre en
matière de logements. En
l'espèce, une simple déclaration
type ne suffit pas, il faut constituer
un solide dossier étayé par des
preuves concrètes. Les
demandeurs d'asile qui
s'établissent pour la première fois
dans les communes auxquelles ils
ont été attribués peuvent en outre
bénéficier d'une prime
d'installation. Ils ne la perçoivent
pas lorsqu'ils s'établissent ailleurs.
Ceci n'empêche cependant pas
que, la plupart du temps, les
demandeurs d'asile s'établissent
toujours de préférence dans des
endroits où habitent déjà des amis
et des connaissances, et le plus
souvent dans les villes.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09 Vraag van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan de minister van Ambtenarenzaken,
Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen over "de controle van asielzoekers
door de OCMW's" (nr. 11292)
09 Question de Mme Sabien Lahaye-Battheu au ministre de la Fonction publique, de l'Intégration
sociale, de la Politique des grandes villes et de l'Égalité des chances sur "le contrôle des demandeurs
d'asile effectué par les CPAS" (n° 11292)
09.01 Sabien Lahaye-Battheu (VLD): Mijnheer de minister,
ontvankelijk verklaarde asielzoekers die toegewezen worden aan een
bepaald OCMW maar en we blijven eigenlijk bij de inhoud van de
vorige vraag verkiezen om zich te huisvesten in bijvoorbeeld een
grotere stad, blijven voor hun financiële steun afhankelijk van het
toegewezen OCMW. Veel OCMW's doen hun best om vanop afstand
de toegewezen asielzoekers verder op te volgen. Ze sturen hun
maatschappelijk assistenten regelmatig uit om bij die asielzoekers
09.01 Sabien Lahaye-Battheu
(VLD): Les demandeurs d'asile
dont le dossier a été déclaré
recevable et qui s'établissent
ailleurs presque toujours dans
une ville que celui qui leur a été
attribué continuent de dépendre de
l'aide financière du CPAS de la
25/04/2006
CRIV 51
COM 928
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
langs te gaan.
Vaak komen ze ter plaatse, wordt mij vanop het terrein gemeld, tot de
vaststelling dat de asielzoeker bijvoorbeeld helemaal niet woont op
het opgegeven adres, dat hij samenwonend is in plaats van zoals
opgegeven alleenstaand, dat hij bijvoorbeeld werkt enz. Er worden
dus allerlei gevallen van fraude ontdekt bij die controlebezoeken.
In die gevallen kan het OCMW besluiten om de financiële steun in te
trekken. Ik vernam van een bepaald OCMW zelfs dat men na een
dergelijke controle tot 30% van de totaal verleende steun moest
intrekken.
Wat is uw reactie op dit misbruik? Voeren alle OCMW's in België
systematisch dergelijke controles uit? Hebt u daar zicht op? Legt u
hen dat op? Overweegt u om als dat niet het geval is die controles
verplicht in te voeren? Zijn er cijfers bekend van de hoeveelheid steun
die jaarlijks na dergelijke controles wordt ingetrokken? Hoeveel
bedraagt dat eventueel procentueel? Hebt u een oplossing voor dit
fenomeen dat zich frequent voordoet en waarbij bepaalde ontvankelijk
verklaarde asielzoekers misbruik maken van het systeem?
commune attribuée. Beaucoup de
CPAS suivent leurs demandeurs
d'asile et mènent une enquête
dans la commune où ils se sont
établis. Il arrive très souvent qu'ils
s'aperçoivent alors que tel
demandeur d'asile ne vit pas à
l'adresse indiquée, est cohabitant
au lieu d'être isolé, travaille au
noir, etc. Lorsqu'il constate une
fraude, le CPAS de la commune
attribuée peut procéder au retrait
de l'aide financière.
Tous les CPAS de notre pays
effectuent-ils systématiquement de
tels contrôles? Le ministre
envisage-t-il d'imposer ce type de
contrôles?
Existe-t-il des statistiques
concernant le montant de l'aide
financière qui est retirée chaque
année à la suite de la découverte
d'abus?
Quelles mesures le ministre
compte-t-il prendre pour mettre un
terme à ces abus, qui sont
manifestement très nombreux?
09.02 Minister Christian Dupont: Ten eerste spreekt het voor zich
dat ik ieder misbruik afkeur.
Ten tweede, een algemeen principe stelt dat vooraleer een OCMW
steun kan verlenen de staat van behoeftigheid dient te worden
vastgesteld. Om ervoor te zorgen dat ieder OCMW ook daadwerkelijk
een sociaal onderzoek zou voeren heeft de federale staat de
terugbetaling van staatssteun verbonden aan de voorwaarde van het
bestaan van een sociaal onderzoek. Dat is artikel 11 van de wet van
1965.
Bovendien wordt de mogelijkheid voorzien dat het steunverlenend
centrum van een toegewezen asielzoeker het OCMW van de
gemeente van feitelijk verblijf om het voeren van een sociaal
onderzoek kan verzoeken.
Wat nu de gevallen van fraude betreft, de inspectiedienst bekijkt de
verslagen per steekproef van het sociaal onderzoek ter plekke bij het
OCMW.
Daarbij worden weinig gevallen van fraude vastgesteld. Cijfers
daaromtrent worden echter niet systematisch bijgehouden. Wat de
situatie zeker zal verbeteren, is het verplicht aansluiten van alle
OCMW's op de Kruispuntbank Sociale Zekerheid en het integreren
van alle begunstigden in het netwerk van de sociale zekerheid. Dat zal
in ieder geval de verdere bestrijding van de sociale fraude ten goede
komen.
09.02 Christian Dupont, ministre:
Il va de soi que les abus commis
par ceux ou celles qui perçoivent
indûment une aide financière d'un
CPAS sont intolérables. Avant
qu'un CPAS ne puisse accorder
une aide, il faut que l'état de
nécessité du demandeur ou de la
demandeuse soit établi. Pour
amener quelque CPAS que ce soit
à mener réellement une enquête
sociale, les pouvoirs publics ont
conditionné le remboursement de
l'aide à la réalisation effective de
l'enquête. La loi du 8 juillet 1976
prévoit que le CPAS qui fournit
l'aide financière a la possibilité de
demander à son pendant dans le
lieu de résidence du demandeur
d'asile de mener une enquête
sociale.
Le service d'inspection effectue
des sondages auprès des CPAS
afin d'obtenir les rapports des
enquêtes sociales. Jusqu'ici, peu
de cas de fraude ont été
CRIV 51
COM 928
25/04/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
In het kader van de optimalisering van de werking van de
inspectiedienst werden daarenboven recent nieuwe procedures
uitgewerkt. De controles worden daardoor op een meer
wetenschappelijke manier uitgevoerd.
Kortom, onze inspectiediensten stellen weinig gevallen van fraude
vast en dankzij de aansluiting op de Kruispuntbank en nieuwe
procedures zullen zij in de toekomst over nog betere middelen
beschikken om de fraude te kunnen bestrijden.
constatés. Cependant, il n'est pas
procédé systématiquement à la
collecte de données chiffrées.
L'affiliation obligatoire de tous les
CPAS à la Banque-carrefour de la
sécurité sociale et l'intégration de
l'ensemble des bénéficiaires dans
le réseau de la sécurité sociale
faciliteront la lutte contre la fraude.
La première opération a entre-
temps déjà été réalisée et la
deuxième est prévue d'ici au 1
er
janvier 2007. De nouvelles
procédures ont en outre été
élaborées en vue d'améliorer le
fonctionnement du service
d'inspection, si bien que les
contrôles pourront désormais être
effectués de manière scientifique.
09.03 Sabien Lahaye-Battheu (VLD): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, u zegt dat de inspectiedienst weinig gevallen
van fraude vaststelt. Dat kan twee dingen betekenen.
Een eerste mogelijkheid is dat fraude amper wordt onderzocht door
OCMW's. Blijkbaar hebt u niet echt zicht op de mate waarin ieder
OCMW de asielzoekers controleert die niet in de eigen gemeente
wonen.. Ik spreek bijvoorbeeld over mijn provincie: West-Vlaanderen.
Dat is ver van Brussel en Antwerpen: de grootsteden waar de meeste
asielzoekers naartoe willen. Ik ken OCMW's die zelf nooit op controle
trekken of het OCMW ter plaatse aanduiden en ik ken OCMW's die
dat wel doen. Mijn vraag is vooral of er geen eenvormige politiek moet
worden gevoerd: ofwel iedereen controleren of laten controleren,
ofwel niemand? Wat is uw visie op dat punt? Dat is vooral mijn vraag.
U zegt dat de Kruispuntbank soelaas zal bieden omdat er meer
informatie zal vrijkomen. Mij wordt gezegd dat als men zoekt naar
asielzoekers men vaak de boodschap niet vermeld of niet gekend
krijgt. Technisch kan ik het niet helemaal juist uitleggen, maar men
heeft mij gezegd dat als men in de Kruispuntbank zoekt, men niet de
informatie vindt die men wil in verband met asielzoekers. Ik signaleer
dat er op dat punt misschien nog een en ander moet worden
vervolledigd.
09.03 Sabien Lahaye-Battheu
(VLD): Je constate qu'on ne
procède pas à un contrôle
systématique des fraudes
potentielles. Si certains CPAS
prennent des initiatives pour
contrôler les demandeurs d'asile
qui relèvent de leur compétence,
d'autres, en revanche, n'en
prennent pas ou peu. Il est grand
temps de s'atteler à réaliser une
certaine uniformité dans ce
domaine.
J'ai appris que la consultation de
la Banque-carrefour concernant un
demandeur d'asile ne donne
presque jamais de résultat.
Comment cela se peut-il?
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
10 Vraag van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan de minister van Ambtenarenzaken,
Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen over "de begeleiding van illegalen
die terugkeren naar hun land van herkomst" (nr. 11293)
10 Question de Mme Sabien Lahaye-Battheu au ministre de la Fonction publique, de l'Intégration
sociale, de la Politique des grandes villes et de l'Égalité des chances sur "l'accompagnement
d'illégaux qui rentrent dans leur pays d'origine" (n° 11293)
10.01 Sabien Lahaye-Battheu (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijn
vraag gaat over de begeleiding van illegalen die terugkeren naar hun
land van herkomst. Naar aanleiding van de voorstelling van het
10.01 Sabien Lahaye-Battheu
(VLD): Lors de la présentation du
rapport annuel de l'Organisation
25/04/2006
CRIV 51
COM 928
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
jaarrapport van de Internationale Organisatie voor Migraties hebt u
benadrukt dat mensen die terugkeren een individuele begeleiding
nodig hebben om de kans op reïntegratie in hun thuisland de beste
kansen te geven.
Er zijn in 2004 en 2005 door de IOM proefprojecten opgezet met
Angola en Congo, waarbij de terugkeerders intensief werden
begeleid. U hebt aangekondigd dat u onderzoekt om voor alle
terugkeerders vooraf een professioneel project uit te tekenen en na te
gaan welke begeleiding er nodig is. U hebt ook gezegd dat u ter
plaatse samenwerkingsakkoorden wil sluiten met de spelers op het
terrein. Er zou vanaf 1 mei, dus vanaf volgende week, een
coördinatiecel binnen Fedasil met de uitwerking van dat plan zijn
belast. De bedoeling van de cel moet zijn om ernaar te streven dat
illegalen en asielzoekers beter worden geïnformeerd dan vandaag het
geval is over vrijwillige terugkeer.
Ik heb over dit actuele onderwerp een aantal concrete vragen,
mijnheer de minister.
Wie zal in die coördinatiecel werken aan dit plan? Hoeveel mensen
zullen daarmee bezig zijn? Hoe zal men concreet te werk gaan?
Vandaag worden asielzoekers door het OCMW over hun
terugkeermodaliteiten geïnformeerd. Zal dat zo blijven of zal dat
veranderen? Zult u mensen op het terrein sturen om informatie te
geven?
Met welke landen ziet u een mogelijkheid om inzake terugkeer samen
te werken? Zijn er al samenwerkingsakkoorden gesloten? Zo ja, met
welke landen?
In welk bijkomend budget hebt u daarvoor voorzien? U zegt dat er
betere informatie en begeleiding moet zijn. Dat kost allemaal geld.
Wat is het bijkomend budget daarvoor?
Mijn laatste vraag betreft betere informatie over vrijwillige terugkeer.
Hoe ziet u dat in de praktijk?
Internationale pour les Migrations
(OIM), le ministre a souligné la
nécessité d'un accompagnement
individuel des illégaux qui rentrent
dans leur pays d'origine, cet
accompagnement étant censé
accroître leurs chances de
réintégration.
En 2004 et 2005, l'OIM a
échafaudé, en concertation avec
l'Angola et la République
démocratique du Congo, des
projets pilotes prévoyant un
accompagnement intensif des
demandeurs d'asile originaires de
ces pays et qui y retournent. Ces
projets sont une grande réussite.
Le ministre a maintenant
l'intention, pour tous les
demandeurs qui rentrent dans leur
pays d'origine, d'élaborer par
avance un projet professionnel
afin de vérifier quel type
d'accompagnement spécifique est
nécessaire. À cette fin, des
accords de collaboration devraient
être signés avec des ONG locales,
des bureaux locaux de l'OIM et les
ambassades belges. À compter du
1
er
mai 2006, une cellule de
coordination au sein de Fedasil
sera chargée de l'élaboration de
ce plan.
Comment cette cellule
fonctionnera-t-elle dans la
pratique? Avec quels pays des
accords de coopération ont-ils été
conclus à ce jour? À combien
s'élèvera le budget prévu pour
l'accompagnement des illégaux
qui rentrent dans leur pays
d'origine? Comment les
demandeurs d'asile et les illégaux
seront-ils informés du
fonctionnement de l'OIM et de la
possibilité de bénéficier d'une
assistance lors de leur retour vers
leur pays d'origine.
10.02 Minister Christian Dupont: Mijnheer de voorzitter, mevrouw
Lahaye-Battheu, om de vrijwillige terugkeer te versterken heb ik
inderdaad een coördinatiecel opgericht bij Fedasil. Deze cel zal vanaf
1 mei operationeel zijn en kan beschikken over vijf personen. Ze moet
met de medewerking van de Internationale Organisatie voor Migratie
en de betrokken partners een actieplan opstellen dat vier
doelstellingen nastreeft.
10.02 Christian Dupont, ministre:
J'ai effectivement créé une cellule
de coordination au sein de Fedasil,
l'administration chargée du
financement et du suivi des
programmes de retour volontaire.
La cellule sera opérationnelle à
er
CRIV 51
COM 928
25/04/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21
Een eerste doelstelling is het doelpubliek en de terreinwerkers beter
informeren. De cel zal informatiemiddelen en programma's
ontwikkelen die bestemd zijn voor asielzoekers, maar ook voor politie,
gemeenten en sociale diensten. De personen die illegaal in het land
verblijven, zullen worden ingelicht via de migrantenverenigingen. De
IOM biedt weliswaar reeds informatie aan de betrokken doelgroep,
maar deze werkwijze moet worden verbeterd om ervoor te zorgen dat
de asielzoekers gedurende de hele procedure optimale en eerlijke
informatie krijgen.
Een tweede doelstelling is de vorming van het opvangpersoneel. Er
zullen opleidingsprogramma's worden opgesteld die bestemd zijn voor
het opvangpersoneel en de maatschappelijke werkers die de
kandidaten voor de vrijwillige terugkeer moeten begeleiden. Dat is een
opdracht die zij tot nu toe nog niet goed kennen. De inhoud van de
opleiding zal betrekking hebben op de situatie en de beschikbare
middelen in het land van opvang, maar ook op de manier waarop er
met de asielzoeker over dit gevoelig onderwerp kan worden
gecommuniceerd.
Een derde doelstelling is het versterken van de begeleiding van
personen vóór de terugkeer en in het land van oorsprong. Het is
belangrijk de begeleiding hier in België te versterken door de noden
en het gewenste type hulp inzake psychosociale, professionele of
financiële begeleiding te beoordelen, maar ook door samen met de
persoon een professioneel project op te stellen op basis van zijn
competenties, motivatie en de concrete mogelijkheden die bestaan in
het land van oorsprong.
Ten slotte is het noodzakelijk de begeleiding van de personen in hun
land van oorsprong te versterken. Deze kan niet beperkt blijven tot
logistieke hulp, maar moet de beste kansen op een waardige en
duurzame herinschakeling bieden.
De samenwerkingsakkoorden en partnerships met de verschillende
actoren in het land van terugkeer zijn bepaald in functie van de
huidige aanvragen voor terugkeer in termen van nationaliteit, maar
ook op basis van individuele aanvragen.
Er bestaan reeds verscheidene initiatieven voor de herinschakeling en
de follow-up bij individuele aanvragen: kwetsbare gevallen, niet-
begeleide minderjarigen, slachtoffers van mensenhandel, bejaarden,
medische gevallen enzovoort; of voor bepaalde nationaliteiten,
namelijk mensen uit Angola, Congo-Kinshasa, Servië-Montenegro,
Armenië.
De mogelijkheden om herinschakelingsparcours aan te bieden zijn
enorm gediversifieerd naar gelang van de bestaande partners, of zij
moeten komen van de Belgische overheid: de IOM-kantoren in de
landen van oorsprong, de ambassades van België, de NGO's. Ik kan
het voorbeeld van Caritas International geven, een belangrijke partner
voor het programma inzake vrijwillige terugkeer. Caritas begeleidt via
zijn lokale antennes in de landen van oorsprong de persoon vanaf zijn
terugkeer en helpt hem een nieuw leven op te bouwen.
Het budget van de coördinatiecel bedraagt 284.000 euro, voor de helft
gefinancierd door Fedasil en voor de helft door het Europees
partir du 1
er
mai 2006 et son
effectif comprendra cinq
personnes. Elle devra arrêter un
plan d'action comportant plusieurs
objectifs concrets.
Elle devra développer des
programmes d'information, non
seulement pour les demandeurs
d'asile eux-mêmes, mais aussi
pour la police, les communes et
les services sociaux. Les
associations d'immigrés
informeront les personnes en
séjour illégal dans notre pays. Les
informations diffusées
actuellement par l'OIM sont
insuffisantes. Les demandeurs
d'asile ont droit à des informations
claires tout au long de leur
procédure.
Des programmes de formation
seront conçus pour le personnel
d'accueil et pour les assistants
sociaux chargés d'accompagner
les candidats au retour volontaire.
Cette formation concernera la
situation dans le pays d'origine,
mais également la manière dont la
communication avec le
demandeur d'asile devra se
dérouler.
Le plan d'action prévoit également
l'accentuation de
l'accompagnement avant le retour
du demandeur d'asile qui regagne
son pays d'origine. Un projet
professionnel est élaboré sur la
base des compétences et de la
motivation du demandeur d'asile
et des possibilités concrètes dans
le pays d'origine. Après le retour, il
ne peut être mis fin à
l'accompagnement qui, en outre,
ne peut se limiter à un soutien
logistique.
Les accords de coopération
conclus avec les acteurs dans les
pays d'origine sont élaborés sur la
base des demandes de retour
actuelles, ventilées en fonction de
la nationalité ou des demandes
individuelles. Plusieurs initiatives
ont déjà été prises pour
l'accompagnement et le suivi des
25/04/2006
CRIV 51
COM 928
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22
Vluchtelingenfonds. Naast dat budget bedraagt de envelop die wordt
gewijd aan de vrijwillige terugkeer, 5.267.000 euro.
cas individuels et de certaines
nationalités.
Les parcours de réinsertion qui
peuvent être proposés sont très
diversifiés. Ils sont développés par
certains partenaires ou par les
autorités belges elles-mêmes.
La cellule de coordination dispose
d'un budget de 284 000 euros,
financé pour moitié par Fedasil et
pour moitié par le Fonds européen
des réfugiés. Outre ce budget, une
enveloppe de 5 267 000 euros est
prévue pour le retour volontaire.
10.03 Sabien Lahaye-Battheu (VLD): Mijnheer de minister, ik heb
nog een korte bedenking. U werkt dus een systeem uit om de
vrijwillige terugkeer te bevorderen en meer uitgeprocedeerden
vrijwillig naar hun land van herkomst te laten terugkeren. U wil ze op
het vlak van informatie zowel in België als in hun eigen land beter
ondersteunen. Ik neem aan dat men maar een keer een beroep zal
kunnen doen op zo'n omkadering? Het is niet zo dat degenen daarna
naar ons land terugkomen, zo opgevangen en begeleid zullen
worden? Ik meen dat die belangrijke voorwaarde toch moet worden
ingeschreven.
10.03 Sabien Lahaye-Battheu
(VLD): Je présume qu'un
demandeur d'asile ne peut
bénéficier d'un tel
accompagnement qu'une seule
fois.
10.04 Minister Christian Dupont: Het is zo.
10.04 Christian Dupont, ministre:
Effectivement.
10.05 Sabien Lahaye-Battheu (VLD): Goed. Ik dank u.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
Le président: La question n
o
11340 de Mme Corinne De Permentier est transformée en question écrite.
La réunion publique de commission est levée à 12.15 heures.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 12.15 uur.