CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 926
CRIV 51 COM 926
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DES
A
FFAIRES SOCIALES
C
OMMISSIE VOOR DE
S
OCIALE
Z
AKEN
mardi
dinsdag
25-04-2006
25-04-2006
Matin
Voormiddag
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu inté-
gral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit des
interventions ; les annexes se trouvent dans une brochure
séparée (PLEN: couverture blanche; COM: couverture
saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken; de
bijlagen zijn in een aparte brochure opgenomen
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
Plenum
COM
réunion de commission
COM
Commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 926
25/04/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i
SOMMAIRE
INHOUD
Question de Mme Greta D'hondt au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur
"l'attestation générale pour les personnes
handicapées" (n° 10825)
1
Vraag van mevrouw Greta D'hondt aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "het algemeen attest voor personen met een
handicap" (nr. 10825)
1
Orateurs: Greta D'hondt, Gisèle Mandaila
Malamba, secrétaire d'État aux Familles et
aux Personnes handicapées
Sprekers: Greta D'hondt, Gisèle Mandaila
Malamba, staatssecretaris voor het Gezin en
Personen met een handicap
Question de M. David Geerts à la secrétaire d'État
aux Familles et aux Personnes handicapées,
adjointe au ministre des Affaires sociales et de la
Santé publique sur "la visite à domicile du
médecin de contrôle" (n° 11212)
3
Vraag van de heer David Geerts aan de
staatssecretaris voor het Gezin en Personen met
een handicap, toegevoegd aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "het
huisbezoek van de controlearts" (nr. 11212)
3
Orateurs: David Geerts, Gisèle Mandaila
Malamba, secrétaire d'État aux Familles et
aux Personnes handicapées
Sprekers: David Geerts, Gisèle Mandaila
Malamba, staatssecretaris voor het Gezin en
Personen met een handicap
Question de M. Benoît Drèze à la secrétaire d'État
aux Familles et aux Personnes handicapées,
adjointe au ministre des Affaires sociales et de la
Santé publique sur "l'accumulation des retards
dans le traitement des demandes d'allocations
aux personnes handicapées" (n° 11181)
4
Vraag van de heer Benoît Drèze aan de
staatssecretaris voor het Gezin en Personen met
een handicap, toegevoegd aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de grote
achterstand bij de verwerking van de aanvragen
om tegemoetkomingen aan personen met een
handicap" (nr. 11181)
4
Orateurs: Benoît Drèze, Gisèle Mandaila
Malamba, secrétaire d'État aux Familles et
aux Personnes handicapées
Sprekers: Benoît Drèze, Gisèle Mandaila
Malamba, staatssecretaris voor het Gezin en
Personen met een handicap
Question de Mme Greta D'hondt à la secrétaire
d'État aux Familles et aux Personnes
handicapées, adjointe au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "l'octroi d'une
carte de stationnement aux personnes souffrant
d'achondroplasie" (n° 11318)
8
Vraag van mevrouw Greta D'hondt aan de
staatssecretaris voor het Gezin en Personen met
een handicap, toegevoegd aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "het
toekennen van een parkeerkaart aan personen
met achondroplasie" (nr. 11318)
8
Orateurs: Greta D'hondt, Gisèle Mandaila
Malamba, secrétaire d'État aux Familles et
aux Personnes handicapées
Sprekers: Greta D'hondt, Gisèle Mandaila
Malamba, staatssecretaris voor het Gezin en
Personen met een handicap
Question de M. David Geerts au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur
"l'octroi de l'indemnité d'incapacité de travail"
(n° 11103)
10
Vraag van de heer David Geerts aan de minister
van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
toekenning van de
arbeidsongeschiktheidsuitkering" (nr. 11103)
10
Orateurs: David Geerts, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: David Geerts, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de Mme Maggie De Block au ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"l'état de la révision de la nomenclature"
(n° 11100)
13
Vraag van mevrouw Maggie De Block aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de stand van zaken van de herijking van de
nomenclatuur" (nr. 11100)
13
Orateurs: Maggie De Block, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Maggie De Block, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de M. Benoît Drèze au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "le
sort des médicaments non utilisés" (n° 11108)
14
Vraag van de heer Benoît Drèze aan de minister
van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
bestemming van niet-gebruikte medicamenten"
(nr. 11108)
14
Orateurs: Benoît Drèze, Rudy Demotte,
Sprekers: Benoît Drèze, Rudy Demotte,
25/04/2006
CRIV 51
COM 926
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Questions jointes de
16
Samengevoegde vragen van
16
- Mme Annemie Turtelboom au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "le
champ d'application du régime de sécurité sociale
d'outre-mer" (n° 11131)
16
- mevrouw Annemie Turtelboom aan de minister
van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "het
toepassingsgebied van het overzeese stelsel voor
sociale zekerheid" (nr. 11131)
16
- Mme Greta D'hondt au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "le rapport de
la Cour des comptes relatif à l'OSSOM"
(n° 11362)
16
- mevrouw Greta D'hondt aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "het
rapport van het Rekenhof over de DOSZ"
(nr. 11362)
16
Orateurs: Annemie Turtelboom, Greta
D'hondt, Rudy Demotte, ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique
Sprekers: Annemie Turtelboom, Greta
D'hondt, Rudy Demotte, minister van Sociale
Zaken en Volksgezondheid
Question de Mme Yolande Avontroodt au ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"l'épidermolyse bulleuse (EB)" (n° 11098)
20
Vraag van mevrouw Yolande Avontroodt aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "Epidermolysis bullosa (EB)" (nr. 11098)
20
Orateurs:
Yolande Avontroodt, Rudy
Demotte, ministre des Affaires sociales et de
la Santé publique
Sprekers:
Yolande Avontroodt, Rudy
Demotte, minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de Mme Karin Jiroflée au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "les
accords intersectoriels flamands concernant
l'accueil extrascolaire" (n° 11136)
22
Vraag van mevrouw Karin Jiroflée aan de minister
van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
VIA-akkoorden buitenschoolse opvang"
(nr. 11136)
22
Orateurs: Karin Jiroflée, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Karin Jiroflée, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de Mme Annemie Turtelboom au
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "les problèmes que rencontrent
certaines organisations du secteur non marchand
pour recruter du personnel à la suite des règles
de financement actuelles" (n° 11163)
24
Vraag van mevrouw Annemie Turtelboom aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de problemen van sommige social
profitorganisaties inzake personeelswerving ten
gevolge van de huidige financieringsregels"
(nr. 11163)
24
Orateurs:
Annemie Turtelboom, Rudy
Demotte, ministre des Affaires sociales et de
la Santé publique
Sprekers: Annemie Turtelboom, Rudy
Demotte, minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de M. Luc Goutry au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "le
traitement expérimental du cancer du sein par
l'Herceptine" (n° 11184)
26
Vraag van de heer Luc Goutry aan de minister
van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
experimentele behandeling van borstkanker met
Herceptine" (nr. 11184)
26
Orateurs: Luc Goutry, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique, Yolande Avontroodt
Sprekers: Luc Goutry, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, Yolande Avontroodt
Question de Mme Greta D'hondt au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "le
transfert de fonds du régime de sécurité sociale
des travailleurs salariés au régime des travailleurs
indépendants" (n° 11272)
32
Vraag van mevrouw Greta D'hondt aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de overheveling van gelden uit de sociale
zekerheid voor werknemers naar het stelsel van
de zelfstandigen" (nr. 11272)
32
Orateurs: Greta D'hondt, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Greta D'hondt, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Questions jointes de
34
Samengevoegde vragen van
34
- M. Benoît Drèze au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "le cumul des
indemnités de maladies professionnelles et
d'accidents de travail avec une pension de survie
34
- de heer Benoît Drèze aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
cumulatie van vergoedingen voor beroepsziekten
en arbeidsongevallen met een rust- en
34
CRIV 51
COM 926
25/04/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
iii
et de retraite" (n° 11295)
overlevingspensioen" (nr. 11295)
- Mme Greet van Gool au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "l'incidence
de l'arrêt de la Cour de cassation sur le régime de
cumul des allocations versées à la suite d'un
accident du travail ou d'une maladie
professionnelle avec une pension" (n° 11380)
34
- mevrouw Greet van Gool aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
weerslag van het arrest van het Hof van cassatie
in verband met de cumulatieregeling van
vergoedingen wegens arbeidsongeval of
beroepsziekte met een pensioen" (nr. 11380)
34
Orateurs: Benoît Drèze, Greet van Gool,
Rudy Demotte, ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique
Sprekers: Benoît Drèze, Greet van Gool,
Rudy Demotte, minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de M. Benoît Drèze au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "les
difficultés à exécuter l'accord social 2005-2010
dans le secteur de la santé" (n° 11363)
37
Vraag van de heer Benoît Drèze aan de minister
van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
moeilijkheden om het sociaal akkoord 2005-2010
in de gezondheidssector uit te voeren" (nr. 11363)
37
Orateurs: Benoît Drèze, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Benoît Drèze, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
CRIV 51
COM 926
25/04/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DES AFFAIRES
SOCIALES
COMMISSIE VOOR DE SOCIALE
ZAKEN
du
MARDI
25
AVRIL
2006
Matin
______
van
DINSDAG
25
APRIL
2006
Voormiddag
______
De vergadering wordt geopend om 10.02 uur door de heer Hans Bonte, voorzitter.
La séance est ouverte à 10.02 heures par M. Hans Bonte, président.
01 Vraag van mevrouw Greta D'hondt aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over
"het algemeen attest voor personen met een handicap" (nr. 10825)
01 Question de Mme Greta D'hondt au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"l'attestation générale pour les personnes handicapées" (n° 10825)
01.01 Greta D'hondt (CD&V): Mevrouw de staatssecretaris, aan
personen met een handicap wordt door de directie-generaal van de
FOD Sociale Zaken voor personen met een handicap, een algemeen
attest afgeleverd waarmee ze hun invaliditeit kunnen bewijzen. Dat
doet natuurlijk bijna geen problemen in het binnenland rijzen.
Gelukkig kunnen personen met een handicap vandaag zich naar het
buitenland begeven en op reis gaan.
Mij wordt gesignaleerd dat personen die gelukkig over die
mogelijkheid beschikken, problemen ondervinden om het attest
herkenbaar en erkenbaar te maken in het buitenland. Alleen al
taalkundig is dat het geval. Blijkbaar is er op dit ogenblik nog geen
Europees attest. Daarom heb ik de volgende vraag.
De zomer is in aantocht en we staan weer voor een toeristisch
seizoen. Het zou toch wel goed zijn dat personen met een handicap
inderdaad ook in het buitenland de voordelen die in het buitenland aan
gehandicapten worden toegekend, kunnen genieten, op voorwaarde
dat zij hun invaliditeit kunnen bewijzen. In heel wat gevallen kunnen zij
dat met het Belgische attest wegens een probleem van leesbaarheid
en erkenning niet.
Mevrouw de staatssecretaris, bent u bereid - misschien bent u
daarmee al bezig en dat zou me nog veel meer verheugen - om in
Europese contacten mee erop aan te dringen dat een dergelijk
Europees conform attest zou kunnen worden opgemaakt. Daarmee
verbonden natuurlijk is de vraag, omdat het er vandaag nog niet is, of
u geen mogelijkheid ziet om ook het Belgische attest in drie of vier
talen te vertalen, al was het alleen nog maar de titel, zodat duidelijk is
dat het om gehandicapten gaat. Dat zou een tijdelijke oplossing
kunnen zijn.
01.01 Greta D'hondt (CD&V): Le
SPF Sécurité sociale octroie aux
personnes handicapées une
attestation générale qui leur
permet de prouver leur handicap.
Cependant, ces personnes
éprouvent souvent des difficultés à
l'étranger parce que cette
attestation n'y est pas connue ou
reconnue. En effet, il n'existe
toujours pas d'attestation
européenne uniforme.
La secrétaire d'État insistera-t-elle,
au niveau européen, pour qu'une
attestation uniforme soit
confectionnée pour les personnes
handicapées?
Serait-il possible, en attendant, de
rédiger le titre de l'attestation
belge en plusieurs langues, de
sorte qu'il puisse au moins être
identifié à l'étranger?
01.02 Gisèle Mandaila Malamba, secrétaire d'État: Monsieur le 01.02 Staatssecretaris Gisèle
25/04/2006
CRIV 51
COM 926
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
président, madame D'hondt, il faut savoir que l'attestation générale
est délivrée après expertise médicale par un médecin de la Direction
générale Personnes handicapées. Cette attestation fixe le degré
d'incapacité de la personne qui a sollicité l'expertise, mais elle est
surtout destinée à faire valoir les droits aux avantages sociaux et
fiscaux sur le plan national.
Il est clair que la personne handicapée qui est titulaire de cette carte
ne peut malheureusement pas faire valoir systématiquement ses
droits à l'étranger. Je pense à des réductions sur les entrées de
musées, par exemple. Le seul document reconnu à l'échelle
européenne est la carte de stationnement. Mais son objectif premier
est de faciliter le stationnement de la personne à mobilité réduite.
Cette carte est délivrée selon des critères nationaux. Or la principale
difficulté que l'on peut éventuellement rencontrer dans l'instauration
d'une carte européenne va être la définition du handicap. Je dois
rappeler qu'il n'existe pas de définition unique de cette notion. Ne
serait-ce qu'au niveau national, le législateur souhaitant satisfaire des
besoins variables selon les personnes handicapées le fait par le biais
de mesures spécifiques en fonction des aspects bien particuliers du
domaine concerné.
C'est ainsi que tant les institutions publiques que privées fixent les
objectifs déterminant les critères en fonction des objectifs poursuivis,
tels que l'accès aux avantages sociaux, l'octroi de cartes de
membres, et ainsi de suite.
Le fait de créer une carte reconnaissant le handicap comporte deux
risques majeurs. Soit ses critères pourraient être trop vastes,
comprenant tous les cas d'espèce. Dès lors, la carte perdra sa
crédibilité. Soit ses critères seront très précis, de sorte qu'elle couvrira
certains cas au détriment d'autres.
Dans ce cas, instaurer la carte pour handicapé risque d'augmenter les
contradictions qui existent à travers les différents concepts propres à
chaque pays.
Cependant, il me semble que réfléchir à l'instauration d'une telle carte
n'est pas inutile mais il faut être conscient que les débats prendront
du temps. Aujourd'hui, vous avez jeté un pavé dans la mare. J'ai
l'intention de prendre des contacts pour voir dans quelle mesure la
distribution de ces cartes pourrait être élargie sans léser les
personnes handicapées. Actuellement, il est question de leur
intégration mais aussi de l'ouverture des frontières. Cette ouverture
ne doit pas être réservée aux personnes valides. Nous allons donc
entamer des démarches en vue d'une uniformisation de la carte pour
personnes handicapées.
Mandaila Malamba: Houders van
zo'n algemeen attest kunnen hun
rechten jammer genoeg niet doen
gelden in het buitenland. Het enige
op Europees niveau erkende
document is de parkeerkaart.
Het attest wordt op basis van
nationaal geldende criteria
uitgereikt. Het grootste probleem
bij de invoering van een Europees
attest is dan ook de definitie van
de handicap. Overheids- en privé-
instellingen leggen doelstellingen
vast in het licht waarvan de
erkenningscriteria worden
bepaald, zoals de toegang tot
sociale voordelen of de toekenning
van lidkaarten. Het gevaar bestaat
dat de voor de invoering van een
kaart met erkenning van de
handicap gehanteerde criteria
ofwel te ruim opgevat zijn (en alle
mogelijke gevallen omvatten),
ofwel te precies zijn, en daardoor
beperkt tot enkele gevallen.
Dat neemt niet weg dat het goed is
dat er over de invoering van zo'n
kaart wordt nagedacht. Ik zal
nagaan in hoeverre de uitreiking
van kaarten verruimd kan worden
zonder dat iemand daardoor
benadeeld wordt. De openstelling
van de grenzen mag niet alleen
valide mensen ten goede komen.
01.03 Greta D'hondt (CD&V): Mevrouw de staatssecretaris, ik dank
u voor uw antwoord. U hebt meer dan gelijk als u zegt dat het een
hele lange weg zou zijn om tot zo een attest te komen en dat het niet
vrij is van risico's, omdat de criteria die men hanteert van land tot land
verschillen, net als de "voordelen" die gehandicapten genieten.
Ik maak mij daar zeker geen illusies over. In heel het sociaal beleid
van Europa moet het een streefdoel blijven. Een Europa zonder
grenzen betekent ook dat wij de criteria best op mekaar afstemmen,
01.03 Greta D'hondt (CD&V): La
procédure à suivre pour obtenir
une telle attestation serait
effectivement longue et, de plus,
les différents États membres de
l'UE n'appliquent pas les mêmes
critères pour la reconnaissance de
personnes handicapées et
n'octroient pas les mêmes
CRIV 51
COM 926
25/04/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
maar dat zal waarschijnlijk pas voor een komende generatie zijn.
Het zou al een stap zijn in de richting van wat wij eigenlijk beogen,
met name de integratie van mensen met een handicap en hun de
kans geven om de wereld te verkennen zoals anderen. Dat op het
attest waarover zij beschikken meerdere talen voorkomen in de
titulatuur, zou de erkenbaarheid ervan al bevorderen. Het is dan aan
de autoriteiten van het land dat zij bezoeken om na te gaan of dit
conform is met hun reglementen inzake kortingen.
avantages à ces personnes. La
mise en concordance de ces
critères dans l'Union européenne
sera sans doute un défi à relever
par la prochaine génération.
La mention de la dénomination de
l'attestation en plusieurs langues
constituerait déjà un progrès pour
de nombreuses personnes
handicapées. Les autorités
étrangères pourraient ainsi vérifier
la conformité de l'attestation avec
la réglementation locale relative à
l'octroi de réductions.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Vraag van de heer David Geerts aan de staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een
handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "het huisbezoek
van de controlearts" (nr. 11212)
02 Question de M. David Geerts à la secrétaire d'État aux Familles et aux Personnes handicapées,
adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "la visite à domicile du médecin
de contrôle" (n° 11212)
02.01 David Geerts (sp.a-spirit): Mevrouw de staatssecretaris, ik
heb opnieuw een mondelinge vraag opgesteld naar aanleiding van
mijn schriftelijke vraag van februari jongstleden. Daarin vroeg ik of
men niet kon onderzoeken of er op het formulier bij een
controlebezoek van de controlearts een datum en eventueel een uur
kon worden geplaatst. De redenering was dat ook personen die zwaar
gehandicapt zijn, vaak met zeer veel hulp van ouders en familieleden,
soms toch het huis verlaten. Als voorbeeld gaf ik personen die af en
toe naar een dagverblijf gingen.
Ik was vrij ontsteld over het antwoord waarbij in een paragraaf alleen
geantwoord werd dat de controlearts dan ook naar het dagverblijf kon
gaan.
Het is niet omdat men zeer zwaar gehandicapt is, dat men d'office
bedlegerig is. Ik ken ouders van kinderen met een ernstige vorm van
het syndroom van Down. Als die dan naar een centrum moeten om
een controlearts te bezoeken, geeft dat zeer veel problemen voor de
betrokkenen, omdat ze uit hun vertrouwde omgeving gehaald worden.
Wanneer dan gesteld wordt dat zij maar dag en nacht moeten
thuisblijven voor een controlebezoek, denk ik dat een beetje te veel
van het goede is. Het gaat niet over misbruiken. Zij misbruiken die
mogelijkheid totaal niet, maar vaak kunnen ze het bezoek dan
plannen.
Dat was mijn enige vraag. Ik heb louter het voorbeeld van een
dagcentrum aangehaald, het was niet bedoeld als een bespreking in
extenso. Daarom blijf ik pleiten voor de mogelijkheid om, aangezien
het om een klein aantal bezoeken gaat, minstens een dag op het
formulier te zetten.
02.01 David Geerts (sp.a-spirit):
En février 2006, j'ai demandé par
écrit à la secrétaire d'État s'il était
possible de mentionner la date et
l'heure de la visite du médecin de
contrôle sur le formulaire de la
visite de contrôle. En effet, les
personnes qui souffrent d'un
handicap grave peuvent
également être amenées à quitter
leur domicile, par exemple pour se
rendre dans un centre d'accueil de
jour. Il m'a été répondu que le
médecin de contrôle peut, dans ce
cas également, se rendre au
centre de jour.
Il serait, quoi qu'il en soit,
préférable pour les intéressés que
la visite de contrôle puisse être
clairement planifiée. On ne peut
pas demander à la personne
contrôlée de rester jour et nuit à la
maison pour être à la disposition
du médecin de contrôle. Quelle est
la position de la secrétaire d'État à
ce sujet?
02.02 Staatssecretaris Gisèle Mandaila Malamba: Mijnheer de 02.02 Staatssecretaris Gisèle
25/04/2006
CRIV 51
COM 926
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
voorzitter, mijnheer Geerts, ik dank u voor uw vraag over het
huisbezoek van de controlearts.
En complément à la réponse écrite que je vous avais donnée, vous
me demandez s'il est possible que le médecin-contrôleur
communique la date et l'heure de sa visite à domicile et si non, pour
quelle raison. Généralement, la date des visites est indiquée à la
personne handicapée; l'heure, malheureusement, n'est pas
mentionnée. Les médecins de la Direction générale Personnes
handicapées donnent comme réponse qu'ils préfèrent ne pas indiquer
l'heure précise pour éviter qu'en cas de retard ou de contre-temps, la
personne soit dans un état de nervosité trop importante. Les
médecins il est vrai organisent leurs visites les unes après les
autres; certains rendez-vous peuvent durer plus longtemps; ils
peuvent rencontrer des contre-temps dus à la circulation ou ils
peuvent modifier leur planning.
Il n'est toutefois pas juste que les personnes handicapées doivent
parfois attendre la visite du médecin toute une journée. J'ai donc
invité l'administration des Personnes handicapées à envisager de
demander aux médecins de mentionner ne fût-ce qu'une tranche
horaire pendant laquelle ils passeront (matin ou après-midi), pour
éviter que la personne ne doive attendre toute la journée. Je suis en
effet bien consciente que le fait d'attendre augmente le stress.
Nous verrons donc s'il n'est pas possible d'agir en ce sens; ce qui
permettrait à la personne handicapée d'organiser son temps, de se
déplacer et de continuer à vivre normalement au quotidien.
Mandaila Malamba: De
controlearts deelt wel de datum,
maar niet het uur van zijn bezoek
mee. Dat is immers moeilijk te
voorspellen, omdat de bezoeken
die hij of zij in de loop van de dag
aflegt, niet allemaal even lang
duren. Zo wordt ook vermeden dat
de gehandicapte persoon onder
stress komt te staan wanneer de
arts niet op het afgesproken uur
aanwezig kan zijn.
Ik zal de administratie vragen mee
te delen of het bezoek 's ochtends
dan wel 's middags zal
plaatsvinden, zodat de mensen
niet de hele dag hoeven te
wachten en tijd kunnen maken
voor iets anders.
02.03 David Geerts (sp.a-spirit): Mevrouw de staatssecretaris, ik
dank u voor uw antwoord, want ik meen dat dit de bedoeling was van
mijn schriftelijke vraag.
02.03 David Geerts (sp.a-spirit):
Vos propos répondent aux
attentes formulées dans ma
question écrite.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
03 Question de M. Benoît Drèze à la secrétaire d'État aux Familles et aux Personnes handicapées,
adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "l'accumulation des retards dans
le traitement des demandes d'allocations aux personnes handicapées" (n° 11181)
03 Vraag van de heer Benoît Drèze aan de staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een
handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de grote
achterstand bij de verwerking van de aanvragen om tegemoetkomingen aan personen met een
handicap" (nr. 11181)
03.01 Benoît Drèze (cdH): Monsieur le président, madame la
ministre, veuillez excuser mon petit retard.
Madame la ministre, dans votre note de politique générale du 24
novembre 2005, vous annonciez la mise en oeuvre d'une politique
visant à réduire les délais d'introduction des demandes d'allocations
aux personnes handicapées grâce à une nouvelle procédure appelée
"Communit-e". Vous annonciez que cette nouvelle procédure devait
être mise en place pour le 30 juin 2006 et réduire le délai de
traitement de trois à quatre semaines, le délai moyen de traitement
des demandes étant aujourd'hui de sept mois et demi. Á l'époque
déjà, nous avions exprimé notre frustration. Passer à six mois et demi
au lieu de sept et demi: c'est encore trop long!
03.01 Benoît Drèze (cdH):
Ondanks de aankondiging op 24
november 2005 van de invoering
tegen 30 juni 2006 van de
"Communit-e"-procedure voor de
verwerking van de aanvragen voor
uitkeringen voor gehandicapten,
waardoor de verwerkingstermijn
van 7,5 tot 6,5 maanden zou
moeten worden teruggebracht,
blijft de achterstand toenemen.
Voor bepaalde dossiers die in
november 2005 werden ingediend,
CRIV 51
COM 926
25/04/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
Nous disions que l'informatisation ne suffisait pas et nous dénoncions
alors un manque crucial de moyens financiers et humains, en
particulier un manque de personnel qualifié. Quatre mois plus tard,
nous constatons que la situation en la matière non seulement ne s'est
pas améliorée mais s'est encore aggravée. Certains généralistes
nous indiquent que des dossiers introduits en novembre 2005 n'ont
toujours pas reçu d'accusé de réception. Quatre mille dossiers
seraient en attente de traitement. Lorsqu'il est contacté par la
population, le personnel du SPF Sécurité sociale se plaindrait d'un
manque crucial de personnel entraînant une situation de quasi-
blocage. Paradoxalement, les centres médicaux provinciaux seraient
progressivement en situation de quasi-chômage technique car ils ne
recevraient plus les dossiers de l'administration centrale qu'au
compte-gouttes.
En ce qui concerne les cartes de stationnement, la situation est
également catastrophique. Certaines demandes restent sans suivi
depuis plus de six mois. Dans une réponse parlementaire du 8 février
dernier à M. T'Sijen en commission des Affaires sociales, vous
annonciez la réduction probable du délai de traitement des demandes
de cartes de trois semaines dans le courant de l'année 2006. Dans
une autre réponse parlementaire récente à la question de M. Goutry
du 8 décembre 2005, vous donniez le détail des intérêts moratoires et
légaux payés au cours des années 2000 à 2004 par l'État. On y
constate l'explosion des montants au cours des années 2002 et 2003.
Cette situation est intolérable; elle coûte cher à l'État et son coût
social est exorbitant.
Les patients décèdent avant que leur dossier n'ait pu être clôturé.
Selon nous, les patients ne peuvent payer le prix de problèmes
d'organisation dans le traitement des demandes. Lorsque les patients
ont droit à une allocation, les risques de retards éventuels doivent être
supportés par l'État et non par les personnes concernées, et pas
seulement via des intérêts moratoires. Voilà pourquoi nous proposons
que, dans les cas où des demandes d'allocations ou de cartes de
stationnement arrivent à l'échéance d'un délai raisonnable, la loi
prévoie que l'avantage demandé soit accordé d'office à titre
transitoire.
Madame la ministre, confirmez-vous les informations que nous
recevons quant aux difficultés croissantes du personnel de
l'administration de traiter les demandes d'allocations et de cartes de
stationnement, et surtout de les traiter dans les délais légaux?
Dans l'affirmative, à quoi attribuez-vous ces difficultés croissantes?
Comptez-vous prendre des mesures d'urgence pour remédier à la
situation ou, tout au moins, pour éviter que les problèmes ne
s'amplifient encore?
Que pensez-vous de l'idée d'un octroi d'office et transitoire dans des
conditions limitées de l'avantage demandé en cas de dépassement
du délai?
En réponse à la question de M. T'Sijen du 8 février dernier, vous vous
étiez engagée à évoquer cette piste avec l'administration. Pouvez-
vous nous informer des résultats de cette consultation?
werd nog altijd geen
ontvangstbewijs gestuurd en de
door de overheid betaalde
verwijlinteresten lopen zeer hoog
op. Wij hebben indertijd het
gebrek aan middelen en
gekwalificeerd personeel aan de
kaak gesteld en ook het personeel
van de FOD Sociale Zekerheid
zou daar zijn beklag over doen.
De gevolgen van de vertraging
moeten niet door de patiënten
maar door de overheid worden
gedragen. Wij stellen voor dat
wanneer de aanvragen om
uitkeringen of parkeerkaarten niet
binnen een redelijke termijn
worden behandeld, de wet zou
bepalen dat het voordeel bij wijze
van overgangsmaatregel
automatisch zou worden
toegekend. Heeft u die
mogelijkheid met de administratie
besproken?
Bevestigt de minister die
moeilijkheden en die achterstand?
Waaraan zijn die volgens haar toe
te schrijven? Welke dringende
maatregelen zal zij nemen om een
en ander te verhelpen?
25/04/2006
CRIV 51
COM 926
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
03.02 Gisèle Mandaila Malamba, secrétaire d'État: Monsieur le
président, le tableau des problèmes concernant les paiements
d'allocations aux personnes handicapées et les demandes de cartes
de stationnement que M. Drèze vient de dresser ne correspond pas
exactement à la réalité.
Il faut savoir que le délai moyen d'une demande d'allocation est plus
court que le délai prévu par la loi qui est de huit mois avec une
tendance vers le bas: 7,4 mois en 2006 contre 7,9 mois en 2004. Ces
chiffres incluent le mois de mars. A cette tendance vers le bas
s'oppose le nombre croissant des demandes: une moyenne de
12.984 par mois en 2006 contre 8.840 par mois en 2004.
Au cours de 2004, plusieurs révisions de loi importantes ont été
réalisées. En 2005, la révision quinquennale des dossiers des
personnes bénéficiant d'une allocation a été réactivée. Grâce à
l'informatisation efficace et aux efforts importants d'un personnel très
motivé, ces révisions de loi, les nouvelles tâches et la croissance
explosive du nombre de demandes n'ont pas eu de conséquences
néfastes pour les délais de traitement et ce, contrairement aux
attentes. En moyenne, 11.147 décisions sont prises par mois en 2006
contre une moyenne de 9.402 décisions par mois en 2004.
A la fin de 2005, il y avait pour toute la Belgique encore plus de
25.000 dossiers chez les médecins de la Direction générale
Personnes handicapées en raison de l'examen médical.
En ce qui concerne les cartes de stationnement, les demandes
accompagnées d'une attestation officielle sont traitées dans un délai
de six semaines. Pour les demandes nécessitant un examen médical,
le délai est de six mois.
Il est dans mon intention d'assurer que le délai de traitement des
demandes d'allocation continue à diminuer et je mets tout en oeuvre
pour cela. À mon avis, une solution structurelle exige la digitalisation
complète du dossier; C'est l'objectif du projet global "Digi-1". Ce projet
vise l'échange digital de toutes les données nécessaires au traitement
administratif d'un dossier. Les données concernent, par exemple,
l'état civil, les impôts, les salaires, etc.
Un premier volet de ce projet a été baptisé "Communit-e". Il vise
l'introduction électronique de la demande via les communes. A l'heure
actuelle, plus de deux tiers des communes de notre pays sont
opérationnelles et normalement au mois de juin, toutes les communes
belges seront équipées du système "Communit-e"; elles pourront
ainsi introduire les dossiers plus rapidement.
Une deuxième réalisation dans le cadre de la digitalisation des
données est le projet "Médic-I". Son objectif est la digitalisation
complète du volet médical du dossier. Dans un proche avenir,
l'échange des données sur les personnes handicapées entre le
médecin traitant et le médecin travaillant pour la Direction générale
Personnes handicapées et le transfert des dossiers médicaux entre
les services administratifs et les médecins travaillant pour la Direction
générale devront pouvoir se faire de façon digitale et ainsi réduire le
délai dans le cadre de l'introduction des dossiers.
En vue de cette réalisation, le service médical de la Direction générale
03.02 Staatssecretaris Gisèle
Mandaila Malamba: De heer
Drèze beschrijft geen reële
situatie. De termijn waarbinnen de
aanvragen behandeld worden is
gemiddeld korter dan de wettelijke
termijn van acht maanden, en kort
almaar verder in. Dankzij een
efficiënte informatisering en
dankzij de inspanningen van het
gemotiveerde personeel hebben
de wetswijzigingen van 2004, de
nieuwe taken en de explosieve
toename van het aantal aanvragen
(12.984 per maand in 2006, tegen
8.840 in 2004) geen nefaste
gevolgen gehad voor de
behandelingstermijnen (gemiddeld
11.147 beslissingen per maand in
2006, tegen 9.402 in 2004). Eind
2005 lagen er nog 25.000 dossiers
bij de Directie-generaal Personen
met een handicap wegens het
medisch onderzoek.
Parkeerkaartaanvragen met een
officieel attest worden binnen een
termijn van zes weken behandeld,
aanvragen waarvoor een medisch
onderzoek vereist is binnen een
termijn van zes maanden.
Die behandelingstermijnen moeten
verder inkrimpen. Voor een
structurele oplossing is een
volledige computerisering van het
dossier nodig. "Communit-e" vormt
het eerste gedeelte van die
operatie.
Met het "Medic-I"-project voor de
volledige computerisering van het
medische gedeelte van het dossier
wil men de uitwisseling van
documenten tussen de huisartsen
en de artsen van de Directie-
generaal Personen met een
handicap, en tussen die artsen en
de administratieve diensten
bevorderen. Te dien einde werkt
de medische dienst van de DG
Personen met een handicap mee
aan het "Be.Health"-project.
Ik heb de administratie
gecontacteerd teneinde tot een
oplossing te komen voor de
gevallen waarin de gemiddelde
termijn wordt overschreden.
CRIV 51
COM 926
25/04/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
collabore activement au projet "Be.Health" c'est-à-dire la digitalisation
du dossier médical au sein du SPF Santé publique.
Toutefois, je suis interpellée régulièrement par des personnes qui
s'inquiètent de la longueur du traitement de leur dossier, délai qui
dépasse largement la moyenne enregistrée. Cette situation
m'inquiète. J'entends bien veiller à ce qu'elle soit améliorée dans les
meilleurs délais. J'ai donc convoqué plusieurs réunions avec
l'administration afin de résoudre cette problématique. Je suis ouverte
à toute proposition allant dans ce sens. Mais je ne peux pas être
d'accord avec la proposition de l'octroi provisoire de la carte de
stationnement ou de l'allocation et ce, pour diverses raisons.
En effet, une des grandes questions liée à la carte de stationnement,
il y a quelques années, était sa crédibilité. Trop de cartes de
stationnement étaient délivrées à des personnes qui ne répondaient
pas aux conditions médicales. C'est pourquoi il avait été décidé
d'instaurer un examen médical systématique. Ainsi, les demandeurs
devaient démontrer leur degré d'incapacité au moyen d'un document
officiel s'ils voulaient que la carte leur soit délivrée. Il s'agissait
d'ailleurs d'une revendication du Conseil supérieur national des
personnes handicapées. Délivrer une carte de stationnement
provisoire reviendrait, selon moi, à entamer le crédit à peine restauré
de la carte de stationnement car à nouveau octroyée à des personnes
qui ne pourraient pas y prétendre à titre définitif.
J'en arrive à l'allocation. Comment octroyer une allocation provisoire?
Sur la base de quelles données médicales? Sur la base de quel
montant, de quel revenu? Que ce soit pour l'octroi provisoire de
l'allocation ou de la carte de stationnement se poserait également la
question de la récupération du montant de l'allocation déjà perçue ou
de la récupération de la carte si, à l'issue de l'expertise, il apparaît que
le demandeur ne pouvait y prétendre. Dans quel délai récupérer et à
quel titre?
Enfin, pareil octroi provisoire créerait une discrimination à l'égard des
personnes qui, sans solliciter une allocation ou une carte de
stationnement, souhaitent subir une expertise médicale fixant leur
degré d'incapacité et permettant la délivrance d'une attestation
ouvrant le droit à différents avantages sociaux et fiscaux. Il est
impossible de leur octroyer ces avantages à titre provisoire.
Pour ce qui est du personnel, au niveau de la Direction générale
Personnes handicapées, nous comptons engager dix personnes dans
le cadre du plan Rosetta dans le but de renforcer l'équipe en charge
du système de Contact Center et de réduire ainsi les délais de
traitement des dossiers.
Ik kan niet instemmen met een
voorlopige toekenning van een
parkeerkaart of een uitkering. Dat
zou immers de geloofwaardigheid
van de parkeerkaart aantasten, die
door de invoering van een
systematisch medisch onderzoek
diende te worden hersteld. Op
welke gronden zou zo'n voorlopige
uitkering dan worden toegekend?
Wat zou het bedrag ervan zijn?
Hoe zal men de onterecht
toegekende kaarten of uitkeringen
terugvorderen? Dergelijk systeem
zou tevens een discriminatie
inhouden van personen die een
medisch onderzoek wensen te
ondergaan om hun rechten op
diverse sociale voordelen vast te
leggen, zonder daarom een
uitkering aan te vragen.
De Directie-generaal personen
met een handicap zal tien
medewerkers aanwerven om het
"Contact Center" te versterken en
de behandelingstermijn van de
dossiers in te korten.
03.03 Benoît Drèze (cdH): Madame la secrétaire d'État, je vous
remercie pour votre réponse détaillée. Au-delà de la querelle des
mots, nos chiffres semblent correspondre.
Vous rappelez à juste titre que le nombre de demandes est une des
sources du problème. En effet, ces dernières années, l'augmentation
a été d'environ 50%. Vous l'avez dit, le délai légal de traitement est de
huit mois. Comme nous constatons que la moyenne est très proche
de l'expiration du délai, donc qu'un nombre important de dossiers ne
respectent pas ce délai, et comme la formule d'octroi provisoire n'est
03.03 Benoît Drèze (cdH):
Omdat er steeds meer aanvragen
worden ingediend, kan de
wettelijke behandelingstermijn van
acht maanden vaak niet nageleefd
worden. Het is duidelijk dat de tien
geplande indienstnemingen niet
volstaan om het personeelsgebrek
te verhelpen. Daarom vraag ik dat
er een wetgevend initiatief zou
25/04/2006
CRIV 51
COM 926
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
pas convaincante ce que je peux comprendre , ce ne sera pas
avec dix engagements Rosetta que la situation trouvera sa solution.
Manifestement, un surcroît nettement plus important de personnel
s'avère nécessaire.
Comme je suis attaché à la notion d'obligation de résultats dans le
chef des autorités publiques, en particulier dans les matières sociales,
à mon avis, la seule manière de pousser les autorités à engager du
personnel est de déposer une proposition de loi pour raccourcir le
délai légal de huit mois, d'une part, et augmenter les pénalités à
charge de l'État en cas de dépassement de ce délai, d'autre part.
Je reviendrai donc prochainement vers vous pour cette discussion.
worden genomen om die termijn in
te korten en de boetes die de
overheid moet betalen bij het
overschrijden van die termijn, te
verhogen.
Ik kom later nog op die kwestie
terug.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van mevrouw Greta D'hondt aan de staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een
handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "het toekennen
van een parkeerkaart aan personen met achondroplasie" (nr. 11318)
04 Question de Mme Greta D'hondt à la secrétaire d'État aux Familles et aux Personnes handicapées,
adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "l'octroi d'une carte de
stationnement aux personnes souffrant d'achondroplasie" (n° 11318)
04.01 Greta D'hondt (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
staatssecretaris, mijn vraag handelt over de toekenning van een
parkeerkaart aan personen met dwerggroei, wat de bekendste naam
is voor een heel geleerde Latijnse uitdrukking.
Ik heb hierover reeds een vraag gesteld aan uw voorgangster,
staatssecretaris Simonis, op 26 mei 2004. Toen kreeg ik de raad dat
de betrokkenen zich maar moesten wenden tot het Centrum voor
gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding. Ik hoop, mevrouw
de staatssecretaris, dat uw antwoord enigszins daarvan zal afwijken.
Ik heb dat antwoord eerlijk gezegd niet durven door te geven aan de
degenen die daarover met mij gepraat hebben. Uiteindelijk zijn wij de
wetgever. Wanneer er problemen zijn, dan is het aan ons om onze
regelgeving aan te passen.
Wat is het probleem? Ik schets het kort. Het spreekt voor zich dat
personen met dwerggroei, die zich gelukkig door middel van
aangepaste auto's ook in het normale verkeer kunnen begeven,
steeds meer last hebben, omdat het parkeren met een schijf alsmaar
vaker vervangen wordt door betalend parkeren. Voor die mensen is
het betalend parkeren een onmogelijke zaak. Zij kunnen gewoon niet
bij de betaalautomaat. Zij kunnen niet bij de muntgleuf en zij kunnen
evenmin een ticket nemen. Ook als men bereid is om te betalen, is er
niet altijd een medeburger in de buurt die bereid is om het geld in de
automaat te steken en het ticket te nemen. Daarom stellen die
mensen deze vraag.
Ik meen dat misbruik hier bijna niet mogelijk is, want het is een van de
handicaps die men visueel kan vaststellen. Men kan niet beweren dat
men die handicap heeft, want men ziet het duidelijk. Mijn vraag is
opnieuw, mevrouw de staatssecretaris, of het mogelijk is om aan die
mensen een parkeerkaart te geven, zodat zij regulier kunnen
parkeren in alle steden of gemeenten.
04.01 Greta D'hondt (CD&V): En
réponse à une question que j'avais
posée dans le passé à propos de
l'octroi d'une carte de
stationnement aux personnes
souffrant d'achondroplasie ou
nanisme, la secrétaire d'État de
l'époque, Mme Simonis, avait
répondu que les intéressés
pouvaient toujours s'adresser au
Centre pour l'égalité des chances
et la lutte contre le racisme. Cette
réponse m'avait paru et me paraît
toujours inacceptable.
De plus en plus, les parkings
payants remplacent l'utilisation du
disque de stationnement. Or les
personnes souffrant
d'achondroplasie sont tout
simplement trop petites et ne
peuvent accéder à leur ticket de
parking. De plus, elles ne peuvent
pas toujours trouver une personne
disponible à proximité pour leur
venir en aide. Il est donc plus
qu'évident que les personnes de
petite taille devraient pouvoir
disposer d'une carte de parking.
J'invite dès lors les villes et les
communes à insister auprès des
producteurs et des distributeurs de
parcmètres pour qu'ils facilitent
l'utilisation de ces appareils, entre
CRIV 51
COM 926
25/04/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
Ik vind ook dat er wellicht een opdracht weggelegd is voor steden en
gemeenten om erop aan te dringen bij de constructeurs van
parkeerautomaten, rekening te houden met alle burgers in het verkeer
en dus ook met personen met dwerggroei, zodat op termijn het is
niet voor morgen parkeerautomaten ook voor hen aangepast
zouden worden.
Mevrouw de staatssecretaris, gaat u ermee akkoord om de nodige
stappen te zetten om aan personen met dwerggroei en personen met
een handicap een parkeerkaart te geven? Als dat werkelijk niet
mogelijk is, welke andere oplossingen ziet u dan vanuit uw
bevoegdheid om die mensen op een wettelijke manier de
mogelijkheid te geven te parkeren op de plaatsen in onze steden en
gemeenten waar betalend parkeren ingevoerd is?
autres pour les personnes
souffrant de ce type de handicap.
S'il n'était vraiment pas possible
de leur octroyer une carte de
stationnement, quelles initiatives la
secrétaire d'État prendrait-elle
pour permettre aux personnes
souffrant d'achondroplasie de se
garer légalement aux
emplacements de parking
payants?
04.02 Gisèle Mandaila Malamba, secrétaire d'État: Monsieur le
président, il existe différents critères pour l'octroi des cartes de
stationnement aux personnes handicapées:
- invalidité permanente d'au moins 80% ou réduction d'autonomie de
12% au minimum;
- invalidité permanente provenant directement des membres
inférieurs ou occasionnant une invalidité d'au moins 50%;
- paralysie complète des membres supérieurs ou amputation de ceux-
ci;
- impossibilité de se déplacer d'au moins 2%;
- invalidité de guerre d'au moins 50%.
Au vu de ces critères et comme vous le mentionnez dans votre
question, des personnes atteintes d'achondroplasie ne bénéficient
pas de la carte de stationnement, à moins qu'elles n'éprouvent
concomitamment des difficultés de déplacement. Le problème posé
ici ne trouve dès lors pas sa solution dans l'octroi d'une carte de
stationnement.
Du reste, cette dernière n'implique pas automatiquement la gratuité
des emplacements réservés aux personnes handicapées. Dans
certaines villes ou communes, il existe une exonération partielle, voire
totale, bénéficiant aux titulaires de la carte de stationnement. En
revanche, dans d'autres communes, cette redevance doit être payée.
À cet effet, la Direction générale Personnes handicapées a mis à jour
au mois d'août une liste détaillant le nombre de communes dans
lesquelles les exonérations existent. Ceci permet d'apporter une
réponse partielle aux personnes concernées.
La question qui se pose ici est celle de l'accès général aux
parcmètres. Malheureusement, ce domaine ne relève pas de mes
compétences, mais des attributions de M. Landuyt. Cette matière
incombant au ministre de la Mobilité, une éventuelle modification des
critères d'octroi de la carte de stationnement n'apporterait pas de
solution globale à ce problème. Donc, aucune modification n'est
envisagée pour le moment.
04.02 Staatssecretaris Gisèle
Mandaila Malamba: Personen
met achondroplasie komen niet in
aanmerking voor een parkeerkaart
voor gehandicapten, tenzij zij zich
moeilijk kunnen verplaatsen. De
kaart betekent trouwens niet
automatisch dat men gratis mag
parkeren. De directie-generaal
Personen met een Handicap heeft
in augustus de lijst met gemeenten
waar vrijstellingen gelden,
bijgewerkt. De vraag betreffende
de toegang tot de parkeermeters
behoort tot de bevoegdheid van
minister Landuyt.
Op dit ogenblik zijn dus geen
wijzigingen gepland.
04.03 Greta D'hondt (CD&V): Mevrouw de staatssecretaris, ik ben
even ongelukkig met dat antwoord als dat ik het in 2004 was. Hoewel,
ik mag eigenlijk niet zeggen dat ik even ongelukkig ben, want u hebt
mij tenminste niet verwezen naar het Centrum voor gelijkheid van
kansen en voor racismebestrijding.
04.03 Greta D'hondt (CD&V):
Pas plus qu'en 2004 suis-je
aujourd'hui satisfaite de la réponse
fournie. Selon la loi, une personne
atteinte de nanisme ne satisfait
pas aux conditions d'obtention
25/04/2006
CRIV 51
COM 926
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
Een oplossing is er natuurlijk niet. Ik ken de regelgeving voor een
parkeerkaart voor een gehandicapte. Ik weet dat iemand met
dwerggroei, in de meeste gevallen, wanneer de betrokkene geen
andere handicap heeft, niet aan de voorwaarden voldoet om een
parkeerkaart voor gehandicapten te krijgen. Er zijn in ons land
natuurlijk geen honderd mogelijkheden.
Al ben ik voor een goede toepassing van de wetgeving en de
regelgeving, toch vind ik het nogal bureaucratisch ik zeg het in alle
eerlijkheid om te zeggen dat iemand niet aan de regelgeving
voldoet, terwijl het zonder meer te zien is dat die mensen in
problemen zitten. Ik weet ook dat niet alle gemeenten een
uitzondering maken op het betalend parkeren voor gehandicapten,
maar een belangrijk deel van de gemeenten doet dat al wel. Van die
gemeenten is er een lijst.
Het wachten op een totaaloplossing duurt bijgevolg verschrikkelijk
lang. Ik denk dat die mensen al heel tevreden zouden zijn met een
gedeeltelijke oplossing, dat zij met bewijs op de autoruit, al is het een
ander bewijs dan de officieel uitgereikte parkeerkaart voor
gehandicapten, kunnen aantonen dat zij problemen hebben. Het is
dus niet uit onwil dat die mensen geen parkeerticket hebben, maar
gewoon uit onmacht, omdat zij niet bij de automaat kunnen.
Ik zal vandaag dus niet met een positief antwoord naar die mensen
gaan, maar ik zal terzake blijven aandringen.
Ik dank u er wel voor dat u die inspanningen wilt doen. Samen met u
ben ik wel heel realistisch in de wetenschap dat wij nog vele, vele
jaren verder zullen zijn alvorens, via de minister van Mobiliteit, de
producenten van parkeermeters gemotiveerd, overtuigd en bereid
zullen zijn om hun productieproces aan te passen, laat staan dat de
gemeenten daarin willen investeren, zeker wanneer er nog maar
recent investeringen zijn gebeurd. In parkeermeters, zelfs al zouden
ze op de markt zijn, zal men niet onmiddellijk herinvesteren.
Ik denk dus dat wij voor betrokkenen in de eerstkomende tien jaar, als
ik dat zo mag uitdrukken, geen oplossing hebben. Ik durf er dus toch
op aandringen ik zal erop terugkomen dat met de diensten van
personen met een handicap en met de minister van Mobiliteit
misschien toch eens nagegaan wordt, desnoods met een
rondzendbrief aan de gemeenten die het betalend parkeren ofwel
uitbesteden ofwel aan stadswachten toevertrouwen, om te vragen of
er rekening kan worden gehouden met een model van attest dat u zelf
opstelt en dat aangeeft dat iemand lijdt aan dwerggroei, en dat
daarvoor niet geverbaliseerd zou worden.
Als men daarvoor niet hoeft te verbaliseren, zou dat al een stap in de
goede richting zijn. Ik hoop dat ik hier niet meer op terug hoef te
komen en dat de creativiteit en de menselijkheid groot genoeg zijn. Zo
niet zal ik dat te gepasten tijde alsnog doen.
d'une carte de stationnement pour
handicapés mais il s'agit à mon
sens d'une approche trop
bureaucratique dès lors que ces
personnes présentent une
malformation évidente. De
nombreuses communes accordent
déjà aux handicapés une
exception au stationnement
payant. Ce n'est pas par mauvaise
volonté que les personnes
atteintes de nanisme n'exposent
aucun ticket de parking dans leur
véhicule mais bien parce qu'elles
ne sont pas en mesure d'utiliser
l'horodateur.
Je remercie la secrétaire d'État
pour ses efforts mais je constate
que les communes n'envisagent
pas, pour l'heure, d'investir dans
l'adaptation de leurs horodateurs.
Je prie instamment la secrétaire
d'État d'établir, en collaboration
avec le ministre de la Mobilité, une
attestation pouvant être délivrée
aux personnes atteintes de
nanisme et qui leur éviterait de
faire l'objet d'une verbalisation
pour absence de ticket de parking.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van de heer David Geerts aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
toekenning van de arbeidsongeschiktheidsuitkering" (nr. 11103)
05 Question de M. David Geerts au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "l'octroi
CRIV 51
COM 926
25/04/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
de l'indemnité d'incapacité de travail" (n° 11103)
05.01 David Geerts (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, het is zeer
heuglijk dat ik zo snel aan bod kan komen om mijn vraag te stellen.
De voorzitter: Het was onbedoeld.
05.02 David Geerts (sp.a-spirit): Mijnheer de minister, ik zou u graag
een vraag stellen over de toekenning van de
arbeidsongeschiktheidsuitkering.
Volgens artikel 100 van de wet betreffende de verplichte verzekering
voor geneeskundige verzorging en uitkering, gecoördineerd op 14 juli
1994, zijn er twee voorwaarden om als arbeidsongeschikt erkend te
worden. De eerste voorwaarde is dat de werknemer alle
werkzaamheid heeft onderbroken. De tweede voorwaarde is dat die
onderbreking het rechtstreekse gevolg is van het intreden of
verergeren van letsels of functionele stoornissen, waarvan erkend
wordt dat ze het vermogen tot verdienen verminderen tot een derde of
minder dan een derde van wat een persoon normaal gezien kan.
Onlangs werd me een casus voorgelegd van een persoon die zelf zijn
ontslag had ingediend, dus vrijwillig werkloos was en na zijn
opzegperiode geen recht had op een werkloosheidsuitkering. Tot hij
een nieuwe job gevonden had, wou hij echter toch een inkomen
hebben en hij vroeg aan zijn huisarts om hem arbeidsongeschikt te
verklaren. De huisarts deed dat en de man ontving een
arbeidsongeschiktheidsuitkering. In tegenstelling tot het eerder
aangehaalde artikel 100 van de wet op de verplichte verzekering voor
geneeskundige verzorging en uitkering, is die werkonderbreking
eigenlijk totaal niet het rechtstreekse gevolg van een stoornis
waardoor het verdienvermogen verminderd is tot minstens 66%. Toch
is het mogelijk dat die persoon een arbeidsongeschiktheidsuitkering
ontvangt.
Naar aanleiding van die situatie wens ik u volgende vragen te stellen.
Ten eerste, bent u op de hoogte van dergelijke praktijken? Ten
tweede: wat is uw mening over de aangehaalde casus die blijkbaar
geen alleenstaand geval is? Andere informatie die ik heb gekregen,
duidt erop dat dergelijke praktijken voornamelijk in de interim-sector
schering en inslag zijn. Ten derde, heeft u concrete plannen om
dergelijke sociale fraude in de toekomst te vermijden? Ten vierde, kan
een efficiënte gegevensdoorstroming tussen de RVA en het RIZIV
een oplossing bieden? Het RIZIV zou dan op tijd kunnen weten
wanneer het gaat over iemand die geen recht heeft op een
werkloosheidsuitkering, omdat hij of zij vrijwillig werkloos is. Tot slot,
kan er door een wetgevend initiatief een oplossing geboden worden,
zodat mensen die vrijwillig werkloos zijn, voor RIZIV-uitkeringen op
dezelfde manier worden behandeld als voor de werkloosheid en in
eerste instantie dus geen uitkering zouden ontvangen? Het gaat hier
immers eigenlijk om een vorm van sociale fraude.
05.02 David Geerts (sp.a-spirit):
L'article 100 de la loi relative à
l'assurance obligatoire soins de
santé et indemnités, coordonnée
le 14 juillet 1994, impose deux
conditions pour être reconnu en
incapacité de travail : le travailleur
doit avoir cessé toute activité et
cette interruption doit être la
conséquence directe de lésions
qui entraînent une réduction de sa
capacité de gain, à un taux égal ou
inférieur au tiers de ce qu'une
personne peut normalement
gagner.
L'on m'a récemment rapporté le
cas d'un homme qui, après avoir
démissionné volontairement, a
demandé à son médecin traitant
de le déclarer en incapacité de
travail, après quoi il a pu percevoir
une indemnité d'incapacité de
travail. Pourtant, l'incapacité de
travail n'était nullement la
conséquence d'une lésion, comme
le prescrit l'article 100.
Le ministre est-il au courant d'une
telle pratique, qui serait monnaie
courante dans le secteur de
l'intérim? Comment le ministre
compte-t-il combattre ce type de
fraude? La solution ne serait-elle
pas de mettre en place une
circulation efficace de l'information
entre l'ONEM et l'INAMI? Une loi
ne pourrait-elle empêcher cette
forme de fraude sociale?
05.03 Minister Rudy Demotte: Mijnheer Geerts, op basis van een
specifieke situatie stelt u een aantal vragen over de controle op de
arbeidsongeschiktheidsuitkeringen. De situatie die u vermeldt, betreft
een persoon die vrijwillig zijn ontslag indiende en dus na zijn
opzegtermijn geen recht had op een werkloosheidsuitkering van de
RVA. Hij diende echter een attest van arbeidsongeschikt in, waarna
05.03 Rudy Demotte, ministre:
M. Geerts évoque le cas d'un
homme qui a volontairement
démissionné mais qui a remis un
certificat d'incapacité de travail et
à qui des indemnités d'incapacité
25/04/2006
CRIV 51
COM 926
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
hij wel een arbeidsongeschiktheidsuitkering kreeg.
In werkelijkheid zijn de zaken lang niet zo eenvoudig. In een situatie
zoals u beschrijft, zijn er twee soorten controles: de administratieve
controle en de medische. Voor het administratieve luik van de
controle, wanneer het ziekenfonds bericht krijgt van een
arbeidsongeschiktheid ondervraagt het de RVA of de werkgever om
de voorwaarden van de verzekerbaarheid van de betrokken persoon
te kennen alsook zijn recht op een uitkering. Wanneer de begindatum
van de ongeschiktheid op het medische attest na de opzegtermijn
valt, is een uitkering niet mogelijk, daar de werkgever, noch de RVA
de info kan verstrekken. Wanneer het begin van de ongeschiktheid
binnen de opzegtermijn valt, zal de werkgever de looninlichtingen
verstrekken met inbegrip van inlichtingen over de opzegtermijn. Het
ziekenfonds zal de ongeschiktheid erkennen, maar zal de uitkering
pas betalen na afloop van de periode van gewaarborgd inkomen en
opzeg.
Het andere luik van de controle op de arbeidsongeschiktheid is de
medische controle. In een situatie zoals u beschrijft, waarin iemand
met een goede gezondheid zijn werk opzegt, is de adviserende
geneesheer verplicht een einde te maken aan de erkenning van de
arbeidsongeschiktheid. Bovendien zal hij de fraude aangeven bij de
dienst voor Geneeskundige Controle van het RIZIV. Uit informatie die
mij door het RIZIV werd verstrekt, blijkt dat dergelijke valse attesten
zeldzaam zijn. Er is geen specifieke reden waarom er aanvullende
maatregelen moeten worden genomen om een situatie zoals dewelke
u beschrijft, te bestrijden. De controlediensten beschikken immers
over de nodige sanctiemiddelen wanneer die fraudepraktijken worden
aangegeven of opgespoord.
Overigens kan de situatie die u beschrijft, ook vanuit een ruimer
standpunt worden bekeken. Wanneer iemand zijn werk opzegt en
hierdoor afstand doet van de sociale beschermingen, die aan een job
verbonden zijn, zowel voor zichzelf als voor zijn familie, dan is dat een
beslissing met ernstige gevolgen.
We moeten toegeven dat er onder de personen die die beslissing
nemen, ook zieke en onevenwichtige mensen zijn.
Voorts zijn er ook situaties waarin mensen op het werk met pesterijen
geconfronteerd worden. Het kan gebeuren dat ze hier in zo'n mate
onder lijden dat ze liever al hun rechten verliezen dan die situatie nog
langer te moeten ondergaan. Tot zover mijn antwoord.
de travail ont dès lors été
octroyées. Il existe deux formes de
contrôle dans pareille situation: un
contrôle administratif et un
contrôle médical.
Dans le cadre du contrôle
administratif, la mutualité
demande les informations utiles à
l'ONEM ou à l'employeur. Si la
date de début de l'incapacité de
travail se situe en dehors du délai
de préavis, la mutualité ne peut
verser d'indemnités puisqu'elle ne
dispose pas des informations
requises. Si par contre cette date
se situe dans le délai de préavis,
la mutualité pourra reconnaître
l'incapacité mais elle ne versera
une indemnité qu'au terme de la
période de revenu garanti et de
préavis.
Le deuxième contrôle est donc
d'ordre médical. Si une personne
en bonne santé - comme dans
l'exemple de M. Geerts - remet
son préavis, le médecin-conseil
est contraint de mettre un terme à
la reconnaissance de l'incapacité
de travail. Il doit en outre signaler
la fraude au Service du Contrôle
médical de l'INAMI, où il m'a été
signalé que les faux certificats
sont rares.
Des mesures complémentaires ne
sont donc pas nécessaires: les
services de contrôle disposent
d'outils suffisants pour dépister les
pratiques frauduleuses et pour les
dénoncer.
Le fait de renoncer à son emploi et
d'abandonner les protections
sociales liées à cet emploi est une
décision lourde de conséquences.
Il s'agit parfois de personnes
malades, déséquilibrées ou
harcelées sur leur lieu de travail.
05.04 David Geerts (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, ik geef een
zeer korte repliek.
Ik ben ervan overtuigd dat er zeker en vast personen zijn wier ontslag
elders zijn oorzaken heeft. U zegt dat de gegevens tonen dat er geen
misbruik van gemaakt wordt, maar hier ging het voornamelijk om
personen die via een uitzendkantoor gewerkt hebben en dan op een
05.04 David Geerts (sp.a-spirit):
Je visais les personnes qui après
avoir travaillé en tant
qu'intérimaires, abusent du
système. Je continuerai à suivre
ce dossier.
CRIV 51
COM 926
25/04/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
oneigenlijke manier het stelsel misbruiken.
We zullen het nog bekijken. Dank u voor uw antwoord.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
La discussion des questions et interpellations est suspendue de 10.48 heures à 11.05 heures.
De bespreking van de vragen en interpellaties wordt geschorst van 10.48 uur tot 11.05 uur.
06 Vraag van mevrouw Maggie De Block aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over
"de stand van zaken van de herijking van de nomenclatuur" (nr. 11100)
06 Question de Mme Maggie De Block au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"l'état de la révision de la nomenclature" (n° 11100)
06.01 Maggie De Block (VLD): Mijnheer de voorzitter, ik zoek mijn
vraag even. Ik heb ze hier. Ik was nog even mijn agenda aan het
vrijhouden. Ik stel dan ook voor dat de commissieleden op tijd komen
als het terug gepland is.
Mijnheer de minister, ik ben zo vrij om hier eens op terug te komen. Ik
weet dat daar onder uw hoede aan gewerkt wordt en u weet dat dit
een van mijn dada's is, de herijking van de nomenclatuur.
Ongeveer een jaar geleden heeft de Kamer haar goedkeuring
verleend aan het wetsontwerp betreffende de beheersing van de
begroting van de gezondheidszorgen en houdende diverse
bepalingen inzake gezondheid. Onder meer door het commissiewerk
werd daarin de oprichting binnen het RIZIV van een comité voor de
vereenvoudiging en de herijking van de nomenclatuur van de
geneeskundige verstrekkingen opgenomen. Sindsdien werd het
terzake eigenlijk stil. Ik weet echter dat daar aan gewerkt wordt en ik
heb u enige tijd de tijd gegeven.
Nu had ik graag willen vernemen of dit comité reeds geïnstalleerd is.
Indien ja, wanneer begint het te werken? Heeft het al enig werk
verricht? Indien niet, welke timing wordt er dan vooropgesteld? Zijn er
eventueel reeds aanbevelingen geformuleerd of is het men het al
eens over een aantal onderdelen waaraan men wil beginnen? We
weten uit de besprekingen van destijds in de commissie dat dit dus
een immens werk zal zijn voor de komende jaren, een niet-aflatende
taak voor de volgende jaren.
06.01 Maggie De Block (VLD): Il
y a environ un an, la Chambre
adoptait un projet de loi visant à
assurer la maîtrise du budget des
soins de santé. Au sein de l'INAMI
serait créé un comité chargé de la
simplification et de la révision de la
nomenclature des prestations de
santé.
Ce comité a-t-il déjà été constitué
et a-t-il déjà formulé des
recommandations? Dans la
négative, quand sera-t-il
constitué?
06.02 Minister Rudy Demotte: Mijnheer de voorzitter, mevrouw De
Block, het comité voor de Permanente Doorlichting van de
Nomenclatuur van Geneeskundige Verstrekkingen werd in de wet
betreffende diverse bepalingen van 23 december 2005 in artikel 68
toegevoegd aan de technisch geneeskundige raad van het RIZIV.
Daardoor zal het comité fungeren als een werkgroep van de
Technische geneeskundige raad.
De administratie van het RIZIV heeft van mij de opdracht gekregen
om het comité samen te stellen. Het ministerieel besluit wordt
opgesteld om mijn vertegenwoordigers in het comité aan te stellen.
De plenaire vergadering van de Technische geneeskundige raad
heeft plaatsgehad op 18 april. Ik verwacht dus het verslag van de
vergadering, want dat is al een week geleden gebeurd.
06.02 Rudy Demotte, ministre:
L'article 68 de la loi du 23
décembre 2005 prévoit qu'il est
institué, auprès du Conseil
technique médical de l'INAMI, un
Comité pour l'examen permanent
de la nomenclature des
prestations de santé.
L'administration de l'INAMI a été
chargée de la composition du
comité, de sorte qu'un arrêté royal
puisse être élaboré.
J'attends le procès-verbal de la
réunion du Conseil technique
25/04/2006
CRIV 51
COM 926
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
médical du 18 avril 2006.
06.03 Maggie De Block (VLD): Dank u wel, mijnheer de minister. Ik
wist eigenlijk niet dat die vergadering op 18 april zou plaatsvinden. U
hebt het verslag van die vergadering dus nog niet.
06.04 Minister Rudy Demotte: Ik heb het nog niet.
06.05 Maggie De Block (VLD): Wat moet ik dan doen? Moet ik er
volgende week op terugkomen?
06.05 Maggie De Block (VLD):
Dois-je dès lors revenir sur la
question la semaine prochaine?
06.06 Medewerker van de minister: Ik zal het u geven.
06.06 Collaborateur du
ministre: Je fournirai le rapport à
Mme De Block.
06.07 Maggie De Block (VLD): Dat is vriendelijk, dank u.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
De voorzitter: Collega's, vooraleer de volgende vraag te behandelen, wil ik u iets voorleggen. Een
kwartiertje geleden is het bericht toegekomen dat minister Vanvelthoven morgen namiddag onmogelijk
aanwezig kan zijn maar met de suggestie om eventueel in de voormiddag bijeen te komen. De vraag is of
we daarop ingaan. Ofwel is het zo dat de commissie morgen namiddag geannuleerd wordt, ofwel kunnen
we effectief morgen voormiddag bijeenkomen.
Vergadering morgen voormiddag? Geen bezwaar? (Nee). Wij zullen het zo meedelen aan de afwezigen.
07 Question de M. Benoît Drèze au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "le sort
07 Vraag van de heer Benoît Drèze aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
bestemming van niet-gebruikte medicamenten" (nr. 11108)
07.01 Benoît Drèze (cdH): Monsieur le président, monsieur le
ministre, des efforts ont déjà été fournis pour alléger la facture des
patients atteints de maladies chroniques, par exemple le "forfait
maladie chronique" ou le MAF, patients qui sont confrontés plus que
d'autres à des frais élevés liés à la multiplication des traitements non
remboursés ou partiellement remboursés.
Un problème particulier continue à toucher ces malades chroniques,
en particulier ceux qui sont "polymédicalisés". Il s'agit souvent de
patients âgés. Ces patients doivent en effet se procurer des
médicaments en grandes quantités pour traiter leurs pathologies
chroniques et ce, notamment pour éviter des déplacements répétés.
Néanmoins, ils sont parfois confrontés à un arrêt du traitement
entamé, soit parce que ce traitement ne convient pas en raison
d'effets secondaires, soit à cause d'interactions médicamenteuses
liées à la prise d'autres médicaments. Ces patients se retrouvent
alors avec une quantité de boîtes de médicaments déjà achetées,
parfois pour des sommes conséquentes.
Jusqu'ici nombre de ces patients avaient pris l'habitude de rapporter
les boîtes non entamées à leur pharmacien qui les remboursait après
vérification de la validité du produit et, généralement, les remettait
intactes en vente. Cette pratique semble aujourd'hui impossible à
cause du code-barre qui figure sur toutes les boîtes. Les patients
07.01 Benoît Drèze (cdH):
Chronische patiënten die veel
geneesmiddelen nemen, moeten
soms stoppen met hun
behandeling.
Sinds de invoering van de
streepjescode echter, blijkt dat ze
ongebruikte geneesmiddelen niet
meer mogen terugbrengen naar
hun apotheker. Het gaat hierbij
veelal om geneesmiddelen die ze
in grote hoeveelheid moeten
kopen omdat ze zich moeilijk
kunnen verplaatsen of omdat de
toegang tot bepaalde
verzorgingsstructuren moeilijk is.
Kunnen chronische patiënten
aanspraak maken op een
terugbetaling van die
geneesmiddelen? Wie is hier
financieel verantwoordelijk voor?
De arts, de apotheker, de patiënt
CRIV 51
COM 926
25/04/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
concernés perdent alors les sommes dépensées pour les
médicaments inutilisés mais doivent en outre payer les médicaments
prescrits en remplacement. La situation est d'autant plus critique pour
les patients à mobilité plus réduite ou qui habitent dans des régions
du pays qui ne disposent pas d'un accès aussi aisé aux structures de
soins.
Dès lors, mes questions sont les suivantes.
Les patients chroniques ont-ils la possibilité de se faire rembourser
les boîtes de médicaments délivrées mais non utilisées?
Dans ce cas, qui est responsable de la prise en charge financière de
ces médicaments non utilisés: le médecin, le pharmacien, le patient
ou l'INAMI?
L'apparition du code-barre sur les boîtes change-t-elle quelque chose
à cette situation?
Une solution spécifique est-elle envisageable pour les patients
chroniques qui font face à des problèmes de mobilité et qui, pour
cette raison, sont obligés de se procurer des boîtes de médicaments
en plus grand nombre, augmentant ainsi les pertes financières en cas
de changement de traitement justifié par des raisons médicales?
zelf of het RIZIV? Wat zijn de
gevolgen van de streepjescode op
de geneesmiddelendoosjes? Kan
in een speciale regeling worden
voorzien voor chronische patiënten
die zich moeilijk kunnen
verplaatsen?
07.02 Rudy Demotte, ministre: Monsieur le président, monsieur
Drèze, de manière générale, la commission des Conventions
pharmaciens et organismes assureurs a proposé, lors de sa réunion
du 28 mars 2002, de ne pas reprendre un produit qui était délivré à un
bénéficiaire. Je ne peux donc répondre qu'à quatre questions
précises que vous posez.
La première a trait à la question de savoir si les patients chroniques
ont la possibilité de se faire rembourser les boîtes de médicaments.
Monsieur Drèze, les bénéficiaires qui souffrent d'une pathologie
chronique n'ont pas la possibilité de remettre ni de se faire
rembourser le ticket modérateur des médicaments qui ont été
prescrits et délivrés mais non utilisés.
J'en arrive à votre deuxième question. Le médecin prescripteur est
responsable du choix de la thérapie et de la prescription qu'il délivre à
son patient. Le bénéficiaire et l'assurance obligatoire de soins devront
quant à eux assumer leur participation dans le coût des médicaments
prescrits et délivrés. Mais pour m'exprimer de façon un peu plus
modérée, je voudrais ajouter qu'il y a aussi une responsabilisation des
médecins sur les profils de prescriptions; nous en avons déjà
largement parlé en commission. A cette occasion, nous avons pu
constater que des corrections pouvaient être apportées.
Troisième élément, cette proposition ne dépend pas de la mise en
place du système relatif au code-barre unique. En revanche, sa mise
en place ne fait que renforcer les propositions quant à l'aspect
technique de la situation.
Quatrième élément, jusqu'à présent, aucune solution spécifique n'a
été envisagée face à cette problématique.
07.02 Minister Rudy Demotte,
minister: De Overeenkomsten-
commissie apothekers-
verzekeringsinstellingen heeft op
28 maart 2002 voorgesteld om
geen geneesmiddelen terug te
nemen van een rechthebbende.
Rechthebbenden met een
chronische ziekte, kunnen het
remgeld van ongebruikte
geneesmiddelen niet laten
kwijtschelden of terugbetalen.
De arts is verantwoordelijk voor de
keuze van het voorschrift; de
rechthebbende en de verplichte
verzekeringsinstelling moeten
tevens hun verantwoordelijkheid
op zich nemen. Maar ook de
artsen zijn verantwoordelijk voor
het type voorschrift dat ze
uitschrijven.
Het aanbrengen van een unieke
streepjescode heeft geen
gevolgen wat dit voorstel betreft.
Er werd geen speciale regeling
getroffen voor de chronische
patiënten die moeite hebben om
zich te verplaatsen.
25/04/2006
CRIV 51
COM 926
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
07.03 Benoît Drèze (cdH): Monsieur le président, monsieur le
ministre, pour être franc, je m'attendais à votre réponse. Vous vous
référez à juste titre à la décision de la commission des Conventions
du 28 mars 2002, qui est une décision prudente, mais qui n'a pas été
appliquée, en tout cas dans certains cas, avant le code-barre. En
effet, les pharmaciens remboursaient les boîtes après vérification et
les remettaient sur le marché. Cela n'engendrait aucune difficulté et
venait en aide aux patients qui avaient acheté des boîtes alors que ce
n'était pas nécessaire.
Depuis l'apparition du code-barre, cette question est plus aiguë et je
pense que vous le comprenez bien. Comme c'est certainement le cas
pour d'autres médecins, je suis contacté par toute une série de
patients pour qui cette situation pose des problèmes financiers. Je
pense ici en particulier aux patients à bas revenus.
Monsieur le ministre, puis-je vous inviter à demander à vos services
de se pencher à nouveau sur cette question et de voir si certains
médicaments, pour lesquels des problèmes de qualité ne peuvent se
poser, ne pourraient pas être repris? Une telle possibilité ne serait
évidemment pas possible pour les médicaments qui doivent être
conservés à basse température. Toutefois, je répète que tous les
médicaments ne nécessitent pas les mêmes précautions et, pour la
plupart, il n'y a aucun risque de perte de qualité.
07.03 Benoît Drèze (cdH): Uw
antwoord verbaast me niet.
De beslissing van de
Overeenkomstencommissie van
28 maart 2002 werd echter niet
systematisch toegepast vóór de
invoering van de streepjescode.
Vandaag is dit wel het geval en de
patiënten met een klein inkomen
dragen er de financiële gevolgen
van.
Kan u uw diensten vragen de
mogelijkheid van een terugname
en terugbetaling van bepaalde
geneesmiddelen waarbij er geen
kwaliteitsproblemen zijn, te
bestuderen?
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Annemie Turtelboom aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "het
toepassingsgebied van het overzeese stelsel voor sociale zekerheid" (nr. 11131)
- mevrouw Greta D'hondt aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "het rapport
van het Rekenhof over de DOSZ" (nr. 11362)
08 Questions jointes de
- Mme Annemie Turtelboom au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "le champ
d'application du régime de sécurité sociale d'outre-mer" (n° 11131)
- Mme Greta D'hondt au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "le rapport de la
Cour des comptes relatif à l'OSSOM" (n° 11362)
08.01 Annemie Turtelboom (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, in het rapport over de leefbaarheid en de perspectieven
van de overzeese sociale zekerheid stelt het Rekenhof vast dat het
stelsel openstaat voor iedereen die buiten de Europese Economische
Ruimte werkt, zonder de voorwaarde van een band met België.
Het Rekenhof noemt deze situatie een risico voor de Belgische Staat.
Dat is zeker zo omdat 86% van de uitgaven van het stelsel worden
gedragen door de Staat. Dat risico mag volgens het Rekenhof niet
onderschat worden, omdat in de bestuursovereenkomst van de
Dienst Overzeese Sociale Zekerheid expliciet staat vermeld dat hij
internationale publiciteitscampagnes mag voeren om het aantal
aangeslotenen op te trekken. Dit zou ertoe kunnen leiden dat een
niet-Europeaan zich bij de Dienst Overzeese Sociale Zekerheid kan
aansluiten, terwijl hij in zijn eigen land werkt. Volgens dit rapport
zouden er op dit ogenblik 296 dergelijke gevallen zijn.
Het Rekenhof stelt dat het openstellen van het stelsel van de
Overzeese Sociale Zekerheid voor alle personen die buiten de
08.01 Annemie Turtelboom
(VLD): Dans son rapport sur
l'Office de sécurité sociale d'outre-
mer (OSSOM), la Cour des
comptes constate que le système
est ouvert à toutes les personnes
qui travaillent en dehors de la
Zone économique européenne
(ZEE), sans qu'un lien avec la
Belgique ne soit requis.
La Cour des comptes précise qu'il
s'agit d'un risque pour l'État qui
supporte 86% des dépenses. Ce
risque ne peut être sous-estimé,
d'autant plus que le contrat de
gestion permet à l'OSSOM de
mener des campagnes
publicitaires internationales pour
CRIV 51
COM 926
25/04/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
Europese Economische Unie en Zwitserland werken de aard van het
stelsel heeft veranderd. Het vindt dat de overheid haar doelstellingen
moet herdefiniëren. Daarom kreeg ik van u graag antwoord op
volgende vragen.
Vindt u het kunnen dat niet-Europeanen zich bij de Dienst Overzeese
Sociale Zekerheid zouden kunnen aansluiten terwijl ze in hun eigen
land blijven werken?
Is de minister bereid om het toepassingsgebied van de Dienst
Overzeese Sociale Zekerheid terug te brengen tot mensen die een
band met België kunnen aantonen?
Vindt u dat de bestuursovereenkomst met de DOSZ moet kunnen
worden aangepast, om te vermijden dat zij publiciteit gaat voeren
waardoor mensen zonder enige band met België zich bij de DOSZ
kunnen aansluiten en daardoor de Belgische overheid kunnen laten
opdraaien voor de financiering van sociale zekerheidsrechten van
niet-Europeanen?
augmenter le nombre d'affiliés. À
l'heure actuelle, environ 300 non-
Européens qui travaillent dans leur
propre pays seraient déjà affiliés.
Selon la Cour des comptes,
l'ouverture de l'OSSOM à
quiconque travaille en dehors de la
ZEE et de la Suisse modifie la
nature du régime et il appartient
dès lors à l'État de redéfinir ses
objectifs.
Le ministre estime-t-il admissible
que des non-Européens s'affilient,
alors qu'ils travaillent dans leur
propre pays? Le ministre est-il
disposé à limiter l'accès à
l'OSSOM aux personnes qui sont
en mesure de démontrer un lien
avec la Belgique? N'estime-t-il pas
que le contrat de gestion devrait
être adapté afin d'éviter que
l'OSSOM n'affilie des personnes
qui n'ont aucun lien avec notre
pays?
08.02 Greta D'hondt (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, mijn vraag gaat inderdaad over de DOSZ, naar aanleiding
van het verslag van het Rekenhof. Dit verslag is vooral appellerend
wat betreft de financiële leefbaarheid of overleefbaarheid van het
stelsel van de DOSZ.
Ik denk dat we hier niet de historiek van de DOSZ vanaf de
missionarissen over de ontwikkelingswerkers tot de huidige situatie
hoeven te schetsen. Wat appellerend is, mijnheer de minister, is dat
dit systeem sterk afwijkt van ons algemeen stelsel van sociale
zekerheid. Alleen als kapitalisatiestelsel leunt het aan bij het
algemeen stelsel van sociale zekerheid. Daarbij zijn de uitkeringen,
hoe raar ook, niet alleen geïndexeerd zijn maar de laatste jaren zelfs
aan de welvaart aangepast. Dit is waarschijnlijk zo interessant dat het
aanleiding heeft gegeven tot niet altijd even correct gebruik. Wat ook
blijkt uit het verslag van het Rekenhof, is dat naast diegenen voor wie
het is bedoeld, ook personen met minder goede bedoelingen dit
instrument van de DOSZ hebben ontdekt. Private buitenlandse
ondernemingen hebben ontdekt dat er in de DOSZ wellicht wat te
rapen valt, omdat de voorwaarden die worden gesteld aan uitkeringen
bij de DOSZ, minder streng en controleerbaar zijn dan bij het
algemene stelsel van de sociale zekerheid.
Zeker voor een kapitalisatiestelsel is het belangrijk om je
engagementen te blijven houden. Nu blijkt dat de uitgaven in de
DOSZ bijna 400 miljoen euro bedragen, terwijl de inkomsten uit
premies van aangeslotenen slechts 80 miljoen euro bedragen. Dat
betekent dus dat drie vierde van de uitgaven betaald worden door de
Belgische belastingbetaler. Wat de pensioenen in de DOSZ betreft,
zouden er nog 6000 betalers van bijdragen zijn terwijl er eigenlijk
44.000 pensioengerechtigden zijn.
08.02 Greta D'hondt (CD&V): Le
régime de l'OSSOM déroge
fortement au régime général de la
sécurité sociale. Les allocations
sont adaptées à la prospérité et,
manifestement, cette formule est
tellement intéressante qu'elle
engendre des abus. Selon le
rapport de la Cour des comptes,
les entreprises étrangères ont
découvert qu'il y avait des
avantages à grappiller parce que
les conditions fixées pour
l'obtention d'allocations sont moins
sévères et moins bien contrôlées
que celles régissant le régime
général de la sécurité sociale.
Il apparaît qu'actuellement, les
dépenses de l'OSSOM s'élèvent à
400 millions d'euros, alors que les
recettes générées par les primes
s'élèvent à seulement 80 millions.
En d'autres termes, trois quarts
des dépenses sont financées par
le contribuable belge. En ce qui
concerne les pensions, il y aurait
6.000 actifs pour 44.000
bénéficiaires d'une pension.
Au début des années 1990, le
25/04/2006
CRIV 51
COM 926
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
Ik herinner mij ook dat de regering in 1993 en de daaropvolgende
uitvoering in 1994 en 1995 een aantal beslissingen heeft genomen die
reeds toen niet-correcte gebruiken van het stelsel van de DOSZ aan
banden had moeten leggen. Blijkbaar is dat niet gebeurd. Volgens de
informatie zou de DOSZ op dit ogenblik voor vier miljard euro
verbintenissen hebben in het kader van het kapitalisatiestelsel. Nu
zou ze geen vier miljard, maar slechts 90 miljoen euro meer hebben.
Wat financiën betreft; zal dit ons allemaal voor zware inspanningen
plaatsen.
Daarom wil ik ook terugkomen op de aanbevelingen van het
Rekenhof. Mijn vragen zijn ook gebaseerd op die aanbevelingen.
Mijnheer de minister, wat zal er gebeuren met de aanbevelingen van
het Rekenhof? Hoe zal de regering de problemen oplossen?
De belangrijkste aanbevelingen van het Rekenhof zijn de volgende.
Ten eerste, de aanpassing van de jaarlijkse referentievoet voor het
vaststellen van de barema's die gebruikt worden om de rente van de
DOSZ te berekenen. Het Rekenhof stelt, niet ten onrechte, dat die in
overeenstemming gebracht zouden moeten worden met de
opgelegde rentevoet in de private levensverzekeringen.
Ten tweede, de aanpassing van de renteberekening aan de kosten
van het levensonderhoud leidt in de huidige vorm tot een te hoge
uitgavengroei. U kent mijn standpunt over de welvaartsvastheid. Als
wij het over de welvaartsvastheid hebben, dan geldt het voor iedereen
en niet in de eerste plaats of alleen voor de DOSZ.
Ten derde, de verzekeringsvoorwaarden voor geneeskundige
verzorging moeten systematisch gecontroleerd worden. Mijnheer de
minister, wij hebben een veel beter systeem in eigen land. Het is
appellerend dat de uitgaven voor gezondheidszorg door de
aangeslotenen bij de DOSZ in het buitenland niet bewezen moeten
worden of niet gecontroleerd kunnen worden.
Ook de mogelijkheid tot individuele contracten voor geneeskundige
verzorging, het feit dat de DOSZ niet langer hypothecaire renten zou
mogen toekennen en het feit dat iedere wereldbewoner zonder link
met België kan aansluiten bij de DOSZ, behoren tot de belangrijkste
opmerkingen van het Rekenhof.
Mijnheer de minister, ik zou graag van u vernemen wat de regering
daaraan en ook aan het enorme verschil tussen inkomsten en
uitgaven op termijn bij de DOSZ zal doen.
gouvernement a pris un train de
mesure pour réduire les abus mais
ces mesures n'ont manifestement
pas porté leurs fruits. Les
obligations de l'OSSOM dans le
cadre du système de capitalisation
représenteraient quatre milliards
d'euros et ce, alors qu'il n'y a plus
que 90 millions en caisse.
La Cour des comptes estime que
le taux de référence pour la
fixation des barèmes de calcul du
taux de l'OSSOM devrait être
aligné sur le taux d'intérêt imposé
dans le cadre des assurances vie
privées. Par ailleurs, l'adaptation
du calcul des taux au coût de la
vie se traduirait par une
augmentation trop importante des
dépenses. À mon sens, la liaison
au bien-être doit valoir pour tous et
non uniquement pour l'OSSOM.
Pour la Cour des comptes, les
conditions d'assurance en matière
de soins médicaux doivent être
systématiquement contrôlées. Il
est donc inadmissible que les
dépenses de soins de santé des
affiliés de l'OSSOM à l'étranger ne
puissent être contrôlées. Les
autres observations de la Cour
des comptes concernent la
possibilité de conclure des
contrats individuels en matière de
soins de santé, le fait que
l'OSSOM ne pourrait plus
accorder de prêt hypothécaire et le
constat que toutes les nationalités
peuvent s'affilier à l'OSSOM, sans
qu'il doive exister un lien avec la
Belgique.
Qu'adviendra-t-il de ces
recommandations de la Cour des
comptes? Que fera le
gouvernement pour remédier à
l'importante différence entre les
recettes et les dépenses à
l'OSSOM?
08.03 Minister Rudy Demotte: Mijnheer de voorzitter, collega's,
alvorens op uw vragen te antwoorden, wil ik u graag laten weten dat ik
samen met mijn collega Bruno Tobback een brief heb gericht aan het
Rekenhof en aan de DOSZ. Daarin worden de maatregelen vermeld
die binnenkort worden genomen om tegemoet te komen aan de
aanbevelingen van het Rekenhof.
08.03 Rudy Demotte, ministre:
Le ministre Tobback et moi-même
avons adressé une lettre à la Cour
des comptes et à l'OSSOM, en y
mentionnant les mesures qui
seront prises pour donner suite
CRIV 51
COM 926
25/04/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
In het bijzonder werd verzocht geen hypothecaire leningen meer toe
te kennen. U moet weten dat het hier om een overblijfsel uit het
verleden gaat en dat er reeds lange tijd geen hypothecaire leningen
meer werden toegekend. Wat de gezondheidszorgen betreft, zal de
nadruk worden gelegd op de opvolging van deze dossiers opdat de
controle grondiger en doeltreffender zou zijn.
Ten eerste, wat het toepassingsgebied van de overzeese sociale
zekerheid betreft, zijn er volgens de cijfers van de DOSZ op een totaal
van 8.150 personen 296 niet-Europeanen bij de dienst aangesloten
op basis van een beroepsbezigheid die zij in eigen land uitoefenen.
Het is niet logisch dat personen die in hun eigen land werken,
genieten van een stelsel voor expats, maar momenteel is het juridisch
wel mogelijk.
Bijgevolg werd er een werkgroep opgericht om dit probleem op te
lossen en om wetgevende voorstellen te doen. Deze werkgroep werkt
ook aan een nieuwe afbakening van het toepassingsgebied van het
stelsel voor overzeese sociale zekerheid opdat de leden van de
DOSZ weer een band zouden hebben met België.
Ten tweede, het aanhangsel bij de bestuursovereenkomst
verduidelijkt dat er is voorzien dat de DOSZ in de loop van 2006 zijn
communicatie- en publiciteitsbeleid in het buitenland zal herzien zodat
het aantal leden toeneemt, wat dus ook meer bijdragen oplevert.
Niettemin moet bij het voeren van deze publiciteit rekening worden
gehouden met de aanbevelingen van het Rekenhof en met de wil om
het toepassingsgebied van de overzeese sociale zekerheid te herzien.
Ten slotte, wat betreft het pensioenstelsel, de gehanteerde rentevoet
en de verbinding met de kosten voor het levensonderhoud, zal mijn
collega Tobback binnenkort de nodige wetswijzigingen voorstellen.
aux recommandations de la Cour
des comptes.
Des prêts hypothécaires ne
peuvent plus être accordés. Il
s'agissait d'un vestige du passé
auquel il n'était plus recouru
depuis longtemps. L'accent sera
mis sur le suivi et sur le contrôle
des dépenses en soins de santé.
Sur un total de 8.150 affiliés à
l'OSSOM, 296 sont des non-
Européens affiliés sur la base
d'une activité professionnelle
exercée dans leur propre pays.
C'est illogique mais pour l'instant
juridiquement possible. Un groupe
de travail a été créé pour formuler
des propositions législatives en
vue de résoudre ce problème. Ce
groupe de travail prépare une
nouvelle délimitation du champ
d'application aux termes de
laquelle les membres de l'OSSOM
devraient posséder un lien avec la
Belgique.
Il est précisé dans l'annexe au
contrat administratif que l'OSSOM
reconsidérera sa politique de
communication à l'étranger en
2006 pour accroître le nombre de
ses membres et, partant, le
montant des cotisations. La
publicité qui sera faite doit
toutefois aussi tenir compte des
recommandations de la Cour des
comptes et des futures mesures
concernant le champ d'application.
Le ministre Tobback présentera
prochainement les modifications
de loi nécessaires en ce qui
concerne le système des
pensions, le taux d'intérêt appliqué
et la liaison avec le coût de la vie.
08.04 Annemie Turtelboom (VLD): Mijnheer de minister, ik dank u
voor uw antwoord. Ik denk dat we het allemaal niet logisch vinden dat
een Amerikaan die in Amerika werkt, kan aansluiten bij ons systeem,
dat eigenlijk inderdaad bedoeld is voor expats...
08.04 Annemie Turtelboom
(VLD): Je crois que nous sommes
d'accord pour dire qu'il n'est pas
logique qu'un étranger travaillant
dans son pays d'origine puisse
s'affilier à notre système.
08.05 Minister Rudy Demotte: Het zou een zin hebben, maar het is
niet logisch.
25/04/2006
CRIV 51
COM 926
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
08.06 Annemie Turtelboom (VLD): Het is niet logisch, vooral omdat
het systeem daarvoor eigenlijk niet bedoeld is. Het is daarvoor niet in
het leven geroepen en het is daarvoor nog altijd niet bedoeld.
Ik ben wel blij dat u daarover een werkgroep opricht. Het gevaar is dat
als iets in een werkgroep zit, het daar vele jaren blijft zitten.
Ik wou u nog eens aanvullend vragen of u een idee heeft wat de
timing moet zijn om in dat dossier te landen. Als men daar geen
timing op zet, bestaat het gevaar dat in een volgend rapport van het
Rekenhof nog exact dezelfde opmerkingen staan en het probleem
nog wat groter is geworden, dat het geëxplodeerd is en dat er nog
meer mensen gebruik van maken. Ik denk dat het echt van belang is
om een timing op dat dossier te zetten. Anders vrees ik dat het lang in
een werkgroep blijft zitten, maar misschien binnen vijf jaar nog niet is
opgelost.
08.06 Annemie Turtelboom
(VLD): Celui-ci n'a d'ailleurs jamais
été conçu pour cela. Je me réjouis
de la décision du ministre de créer
un groupe de travail chargé de
remédier au problème mais
j'espère que nous ne devrons pas
attendre une solution pendant des
années. Il est important de fixer un
calendrier à ce sujet.
08.07 Minister Rudy Demotte: Dat is ook mijn bezorgdheid. Natuurlijk
kan ik zonder werkgroep niet werken. Hier is het nodig om toch op
een zeer technisch vlak concrete voorstellen te krijgen.
Wat het tijdstip betreft, zou ik graag ik zal dat notificeren aan de
leden van de werkgroep voor het einde van het jaar concrete
voorstellen krijgen. Zo niet hebben wij geen mogelijkheid om binnen
het kader van deze legislatuur nog een initiatief te nemen. Kortom,
voor eind december.
08.07 Rudy Demotte, ministre:
Je partage votre préoccupation. Le
groupe de travail est chargé
d'élaborer des solutions concrètes
sur le plan technique. Cela peut
prendre un certain temps mais si
nous voulons encore prendre une
initiative au cours de la présente
législature, il conviendrait que le
groupe de travail en termine pour
la fin 2006.
08.08 Greta D'hondt (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik dank u voor het antwoord. Ik ben altijd blij als er iets
beweegt en de zaken vooruitgaan. Ongeacht de werkgroep en de
techniciteit die tijd vraagt, is het nadien enorm belangrijk dat men zich
eraan houdt.
Ik heb in mijn vraag ook verwezen naar de afspraken die er zijn
gemaakt tussen 1993 en 1995 over het op een andere manier
functioneren van de DOSZ. Nadien werd daaraan geen uitvoering
gegeven. Als wij de besluiten van 1995 erop zouden nazien, zijn wij al
een heel eind op weg zijn om de zaak van de DOSZ te regelen.
Een kleine anekdote. Men moet niet naar Amerika gaan om van de
DOSZ te genieten. Waar de zee tussen België en Zwitserland ligt,
weet ik ook niet. Zwitsers kennen de waarde van het geld nog veel
meer dan veel andere Europeanen. Er zijn ook Zwitsers aangesloten
die niet in België, maar in Zwitserland bij de DOSZ werken. Met
overzee heeft dat zelf niets meer te maken.
Pour la petite histoire: diegenen die de lucrativiteit van het systeem
hadden ontdekt, zijn er dus bij.
08.08 Greta D'hondt (CD&V): Je
me réjouis de toute action
entreprise. La complexité de cette
question laisse à penser que le
groupe de travail n'aura pas
terminé ses travaux en deux
temps, trois mouvements, mais il
importe surtout que l'on respecte
ensuite ce qui aura été convenu.
On s'était déjà mis d'accord entre
1993 et 1995 sur un autre mode
de fonctionnement de l'OSSOM,
mais ces accords n'ont jamais été
exécutés.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09 Vraag van mevrouw Yolande Avontroodt aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "Epidermolysis bullosa (EB)" (nr. 11098)
09 Question de Mme Yolande Avontroodt au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur
CRIV 51
COM 926
25/04/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21
09.01 Yolande Avontroodt (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, deze vraag is mij eigenlijk doorgegeven door de
vertegenwoordiger van de patiënten die lijden aan epidermolysis
bullosa. Deze vraag is er gekomen naar aanleiding van de aandacht
die wij vragen voor zeldzame aandoeningen. Wij zullen deze
namiddag hierover en over orphan drugs waarschijnlijk kunnen
debatteren.
De vraag die de patiënten die lijden aan epidermolysis bullosa stellen,
toont duidelijk aan dat alle zeldzame aandoeningen, waarvoor hetzij
zeldzame of weesgeneesmiddelen al dan niet worden ontwikkeld,
breder moet worden bekeken. Om die reden heb ik deze vraag apart
ingediend. Dit is immers een mooi voorbeeld van de manier waarop
men bottom-up kan werken bij zeldzame aandoeningen met een
totaal zorgprogramma of een reële inschatting van de kosten. Nu
moet men heel gefragmenteerd te werk gaan. Ofwel moet men
aankloppen bij het Bijzonder Solidariteitsfonds en dat is per definitie
individueel waardoor de andere patiënten als groep er niet meer voor
in aanmerking komen, ofwel moet men individuele toelatingen zien te
verkrijgen.
U weet dat dit ongeneeslijke ziekten zijn die erg invaliderend zijn.
Vooral de langdurige wondverzorging bij thuisverpleging of verpleging
in het ziekenhuis heeft echter mijn aandacht getrokken. Als men dit in
uren uitrekent, kan men onmiddellijk vaststellen dat de forfaits, die
daarvoor gelden, zeker onvoldoende zijn. Het is evident dat de
prestaties moeten worden betaald. De intensieve verzorging, de
manier waarop en het menselijke aspect kunnen niet altijd vergoed
worden. Ik denk dat u ervoor zou kunnen zorgen dat de juiste zorg op
de juiste plaats en tegen de juiste vergoeding kan worden verstrekt
wat ook een verbetering zou kunnen betekenen voor de getroffen
patiënten en hun gezinnen.
Ik heb mijn vraag opgesteld met inachtneming van de mogelijke
oplossingen die er nu reeds bestaan bij het Bijzonder
Solidariteitsfonds. Deze oplossingen houden echter een beperking in
omdat zij enkel gelden voor junctionele en distrofische vormen van
epidermolysis bullosa. Er is een nieuwe regelgeving inzake verhoogde
kinderbijslag. Deze vraag had immers betrekking op patiënten die nog
kind zijn. Dit komt uiteraard niet tegemoet aan de noden van
gezinnen. Men heeft een gemiddelde berekend en dat zou soms tot
750 euro per dag kunnen oplopen. Zo'n bedrag kan niemand
ophoesten.
Ik kom dan tot mijn vragen.
Zou u iets kunnen doen aan het probleem van de forfaits voor
thuisverpleging van die specifieke aandoeningen, eventueel met een
aparte nomenclatuur voor de tijdrovende wondzorg? Op welke manier
meent u een oplossing te kunnen bieden per klasse van die
patiënten?
09.01 Yolande Avontroodt
(VLD): Par le biais de cette
question relative aux patients
atteints d'épidermolyse bulleuse
(EB), j'entends attirer l'attention
sur des affections rares qui
requièrent un programme de soins
global et une estimation réelle des
coûts. À l'heure actuelle, les
personnes qui souffrent de ce type
d'affection doivent s'adresser
individuellement à un Fonds
spécial de solidarité ou obtenir des
autorisations individuelles.
Ces maladies sont incurables et
handicapantes. Les forfaits
actuellement octroyés pour les
soins de plaies à long terme ne
sont pas suffisants au regard des
prestations fournies. Or, il incombe
au ministre de faire en sorte que
des soins adéquats puissent être
fournis à l'endroit approprié et au
"juste prix".
À l'heure actuelle, seul le Fonds
spécial de solidarité peut apporter
une solution pour les formes
jonctionnelle et dystrophique de
l'EB. La possibilité d'obtenir des
allocations familiales majorées
existe mais elle ne suffit pas pour
répondre aux besoins des familles,
étant donné que le coût moyen par
jour peut atteindre jusqu'à 750
euros.
Le ministre peut-il augmenter les
forfaits pour les soins à domicile
qui concernent ces affections
spécifiques et instaurer une
nomenclature à part entière pour
les soins de plaies qui exigent
énormément de temps? Quelles
solutions sont-elles proposées
pour les différentes catégories de
patients?
09.02 Minister Rudy Demotte: Mijnheer de voorzitter, mevrouw
Avontroodt, in het kader van het Bijzonder Solidariteitsfonds mocht
het college van geneesheren-directeurs van het RIZIV inderdaad de
tegemoetkoming toekennen voor de noodzakelijke verzorging van
patiënten die aan junctionele en dystrofische epidermolysis bullosa
09.02 Rudy Demotte, ministre:
Le collège des médecins-
directeurs de l'INAMI pouvait
octroyer une intervention pour les
soins indispensables aux patients
25/04/2006
CRIV 51
COM 926
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22
lijden.
De gezondheidswet van 27 april 2005 heeft de mogelijkheden voor
een tegemoetkoming uitgebreid door de invoering van artikel 25ter,
§2, die ertoe strekt een tegemoetkoming te verlenen aan de
rechthebbenden die lijden aan een zeldzame aandoening die een
continue en complexe verzorging vereist. De beoogde patiëntengroep
is dus niet meer beperkt tot de patiënten die aan een van beide
vormen van epidermolysis bullosa lijden, maar tot alle patiënten die
aan de voorwaarden voldoen.
Net als de andere mogelijkheden tot tegemoetkoming vanwege het
Bijzonder Solidariteitsfonds, kan het college van geneesheren-
directeurs van het RIZIV slechts een tegemoetkoming verlenen voor
de verstrekkingen waarvoor niet in een tegemoetkoming is voorzien
op grond van de verordeningsbepalingen van de verzekering voor
geneeskundige verzorging.
De nomenclatuur voor thuisverpleging is niet aangepast voor de
verzorging van epidermolysis bullosa-patiënten. Men kan zich
afvragen of het inschrijven in de nomenclatuur van specifieke
verstrekkingen die beantwoorden aan de zorgbehoeften van de
epidermolysis bullosa-patiënten een goede oplossing is, aangezien
het aantal patiënten dat voor die specifieke geneeskundige
verstrekkingen in aanmerking zou komen, zeer bescheiden is. De
zorgen vereisen een zeer specifieke deskundigheid vanwege de
zorgverlener. De aard en de duur van de zorgen zijn zeer verschillend
van patiënt tot patiënt. Een honorering die rekening houdt met de
gepresteerde tijd, is zeer belangrijk in dit dossier. Die kenmerken
komen niet overeen met de kenmerken die een omschrijving van een
verstrekking in de nomenclatuur zou moeten hebben, met name een
omschrijving die geldig is voor de verzorging van verschillende
patiënten.
qui souffrent d'épidermolyse
bulleuse jonctionnelle et
dystrophique en ayant recours au
Fonds spécial de solidarité.
En vertu de la loi sur la santé du
27 avril 2005, une intervention
peut être octroyée aux
bénéficiaires souffrant d'une
affection rare qui nécessite des
soins continus et complexes. Tous
les patients qui répondent aux
conditions légales peuvent donc
bénéficier de cette intervention.
Le collège des médecins-
directeurs ne peut octroyer une
intervention que pour les
prestations pour lesquelles aucune
intervention n'est prévue en vertu
des dispositions réglementaires de
l'assurance soins de santé.
La nomenclature relative aux soins
à domicile n'est pas adaptée aux
soins apportés au petit nombre de
patients qui souffrent
d'épidermolyse bulleuse. Le
prestataire de soins doit disposer
d'une expertise spécifique et tant
la durée que la nature du
traitement diffèrent d'un patient à
l'autre. Les honoraires doivent
tenir compte de la durée des
prestations. La description dans la
nomenclature doit être applicable
aux soins à apporter aux différents
patients.
09.03 Yolande Avontroodt (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, ik ben niet blind voor de complexiteit van de vraag, maar
ik vrees dat het probleem van de betaalbaarheid voor degenen die
werkelijk dag na dag intensieve zorgen nodig hebben geen oplossing
kan krijgen vermits men de categorieën apart vermeldt. U zegt wel dat
men het uitgebreid heeft, dus niet alleen met betrekking tot die twee
specifieke vormen. Dat is zeker al een positief antwoord. De mensen
zullen zelf wellicht contact opnemen om te zien op welke manier de
juiste kostenvergoeding kan worden gerealiseerd.
09.03 Yolande Avontroodt
(VLD): Aussi longtemps que les
catégories sont mentionnées
séparément, le financement de
ces soins intensifs demeurera un
problème. Je me réjouis
cependant d'entendre que l'on ne
s'attache plus exclusivement à
deux formes spécifiques de
l'affection.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
10 Vraag van mevrouw Karin Jiroflée aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
VIA-akkoorden buitenschoolse opvang" (nr. 11136)
10 Question de Mme Karin Jiroflée au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "les
accords intersectoriels flamands concernant l'accueil extrascolaire" (n° 11136)
CRIV 51
COM 926
25/04/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
23
10.01 Karin Jiroflée (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, betreffende de buitenschoolse opvang vroeg ik u op 8 maart
naar de intenties van het FCUD in verband met de aanvullende
middelen die IBO's krijgen op Vlaams niveau, in uitvoering van de
VIA-akkoorden. U antwoordde toen dat er geen extra federale
middelen zijn en dat er een gesprek zou komen met minister Vervotte.
Intussen heeft de schepen van Welzijn van de stad Leuven, en naar ik
veronderstel ook nog een aantal andere initiatieven, een brief
ontvangen van de Vlaamse minister van Welzijn, mevrouw Vervotte,
die dateert van 24 maart 2006. In die brief staat onder meer dat het
VIA in de begrotingsmiddelen voorziet voor de toepassing van de
voordelen uit het akkoord op alle werknemers van de IBO's waarvan
de weddenkost deels of integraal door de Vlaamse Gemeenschap
gefinancierd wordt. Dat geldt dus zowel wanneer die gedeeltelijke of
volledige financiering geput wordt uit de gesco-middelen van de
Vlaamse begroting voor Werk, als wanneer zij uit de begroting van
Kind & Gezin komt.
Ze herhaalt ook nog eens dat er niet in middelen voorzien wordt voor
die IBO's waarvan de weddekosten integraal ten laste zijn van het
FCUD.
Mijnheer de minister, mijn vraag is heel kort en gaat eigenlijk gewoon
over hetzelfde als de vorige keer.
Moet ik uit dit laatste nu begrijpen dat uw gesprekken over die materie
met minister Vervotte afgelopen zijn en dat er bovendien geen
resultaat van die gesprekken is?
Wat betekent haar alinea over de IBO's die deels door de Vlaamse
Gemeenschap worden gefinancierd? Is er voor de IBO's die deels
Vlaams en deels federaal gefinancierd worden dan wel een akkoord?
Kunt u, heel kort, enige klaarheid brengen in die steeds absurder
wordende zaak?
Mijn vraag dateert al van 30 maart, dus mijn informatie dateert
eveneens van voor die datum. Misschien is er ondertussen nog iets
gebeurd; ik zou het hopen. Het blijft een moeilijke affaire.
Het is niet de enige onrechtvaardigheid die IBO's, door FCUD
gefinancierd, moeten ondergaan. Ik denk in de eerste plaats al aan
het probleem van de coördinator.
Maar wij zouden al een grote stap vooruit zetten moesten we het
aangekaarte probleem al van de baan kunnen helpen.
10.01 Karin Jiroflée (sp.a-spirit):
Le ministre a déjà indiqué dans
une réponse précédente qu'en ce
qui concerne l'accueil
extrascolaire, il n'était pas prévu
de dégager des moyens financiers
fédéraux supplémentaires en
faveur des FPI et qu'une
concertation aurait lieu avec la
ministre flamande, Mme Vervotte.
Le 24 mars, la ministre Vervotte a
adressé une lettre à l'échevine des
affaires sociales de Louvain dans
laquelle elle rappelle qu'il n'y a pas
de moyens disponibles pour les
IAE dont le coût salarial est
intégralement à charge du FESC.
Dois-je en déduire que les
discussions menées avec la
ministre Vervotte sont restées
sans résultat? Un accord a-t-il bel
et bien été conclu pour les IAE
financées en partie par la Flandre
et en partie par le niveau fédéral?
Le ministre peut-il enfin apporter
plus de clarté dans cette affaire
absurde?
10.02 Minister Rudy Demotte: Mijnheer de voorzitter, mevrouw
Jiroflée, de Vlaamse minister van Welzijn, mevrouw Vervotte, heeft
effectief medegedeeld dat de budgetten van de VIA-akkoorden met
betrekking tot de sector van de buitenschoolse kinderopvang, enkel
de tewerkstellingsposten gesubsidieerd door de Vlaamse regering in
aanmerking hebben genomen.
Ik kan enkel bevestigen dat de federale regering geen budgettaire
middelen voorzien heeft om de kostprijs van het Vlaams socio-profit-
akkoord ten laste te nemen, en dat ten gunste van sectoren die niet
10.02 Rudy Demotte, ministre:
La ministre flamande Vervotte a
effectivement fait savoir au secteur
de l'accueil extrascolaire que seuls
les postes de travail subsidiés par
le gouvernement flamand étaient
pris en considération pour les
budgets prévus par les accords
intersectoriels flamands. Le
gouvernement fédéral ne prévoit
25/04/2006
CRIV 51
COM 926
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24
door het akkoord met betrekking tot de federale gezondheidssectoren
gedekt zijn.
Het komt de Vlaamse regering en de sociale partners toe, die het
akkoord met betrekking tot de sectoren behorend tot de bevoegdheid
van de Vlaamse regering gesloten hebben, het toepassingsgebied
van het akkoord te bepalen en de financiering ervan te verzekeren.
pas de moyens budgétaires pour
prendre en charge l'accord
flamand sur le non marchand.
Pour le reste, cette matière relève
de la compétence du
gouvernement flamand.
10.03 Karin Jiroflée (sp.a-spirit): Mijnheer de minister, als ik zo vrij
mag zijn, ik krijg eigenlijk geen antwoord op mijn vraag wat het
gesprek met minister Vervotte, dat u de vorige keer hebt
aangekondigd, heeft opgeleverd.
10.03 Karin Jiroflée (sp.a-spirit):
Quels sont les résultats de la
discussion avec la ministre
Vervotte?
10.04 Minister Rudy Demotte: Niets.
10.04 Rudy Demotte, ministre: Il
n'y a pas eu de résultats.
10.05 Karin Jiroflée (sp.a-spirit): Niets. Er is gewoon niets uit
gekomen?
De voorzitter: Dat komt voor. Iedereen heeft zo wel eens een gesprek!
10.06 Karin Jiroflée (sp.a-spirit): Goed, ik stel vast dat die
onrechtvaardigheid tussen de verschillende financieringsstromen voor
de kinderopvang in dit land blijft bestaan. Ik zal daarop zeker nog
terugkomen in de volgende maanden, want ik vind dat een absurde
situatie die we eigenlijk niet langer kunnen tolereren.
10.06 Karin Jiroflée (sp.a-spirit):
L'injustice provoquée par les
différences de financement au
niveau de l'accueil des enfants est
donc maintenue. Je reviendrai
certainement sur cette situation
intolérable.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
11 Vraag van mevrouw Annemie Turtelboom aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de problemen van sommige social profitorganisaties inzake personeelswerving ten gevolge van
de huidige financieringsregels" (nr. 11163)
11 Question de Mme Annemie Turtelboom au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique
sur "les problèmes que rencontrent certaines organisations du secteur non marchand pour recruter
du personnel à la suite des règles de financement actuelles" (n° 11163)
11.01 Annemie Turtelboom (VLD): Mijnheer de minister, de Sociale
Maribel heeft als doel bijkomende banen te creëren met bijzondere
aandacht voor jonge en laaggeschoolde werknemers. Het ontbreken
van een indexering van de toegekende bedragen, het hoge
percentage hooggeschoolde werknemers en de sterk met de
anciënniteit stijgende barema's maken het voor heel wat social
profitorganisaties in het paritair subcomité voor de opvoedings- en
huisvestingsinrichtingen en diensten moeilijk om voldoende
werknemers te vinden die aan de vereisten beantwoorden.
De regelgeving van de Sociale Maribel verplicht de organisaties om
afhankelijk van het bestede bedrag een aantal uren te realiseren. Dit
aantal uren wordt bepaald door de loonkosten te delen door de
gemiddelde jaarloonkosten, momenteel 33.500 euro, vermenigvuldigd
met 1.976 uur, zijnde 52 weken a rato van 38 uur.
Het probleem is dat mensen die een aantal jaren anciënniteit hebben
opgebouwd en/of loonsupplementen ontvangen voor avond- of
weekendprestaties niet voldoen. Vermits de regelgeving ertoe
11.01 Annemie Turtelboom
(VLD): Le Maribel social a pour
objectif de créer des emplois
supplémentaires pour les jeunes
et les travailleurs peu qualifiés.
Étant donné l'absence d'indexation
des montants alloués, le
pourcentage élevé de travailleurs
hautement qualifiés et la forte
augmentation des barèmes avec
l'ancienneté, les organisations
sociales marchandes arrivent
difficilement à trouver
suffisamment de travailleurs qui
satisfassent aux conditions.
Les organisations doivent réaliser
un certain nombre d'heures en
fonction du montant qui leur est
CRIV 51
COM 926
25/04/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25
verplicht om mensen te engageren met een contract van onbepaalde
duur en de geldende barema's van het Vlaams Fonds toe te passen,
bouwen deze mensen vrij snel anciënniteit op en worden zij die
aanvankelijk voldeden eveneens te duur. Medewerkers die te duur
worden, moeten dan worden opgenomen binnen de
personeelsomkadering die gesubsidieerd wordt door het Vlaams
Fonds voor Sociale Integratie van Personen met een Handicap.
Ook andere werkgelegenheidsmaatregelen dwingen de organisaties
ertoe om jonge medewerkers te zoeken. Zo mogen
bruggepensioneerden enkel worden vervangen door mensen met een
maximale anciënniteit van vijf jaar.
Het Vlaams akkoord voor de social profitsector 2000-2005 kent aan
een aantal medewerkers extra verlofdagen toe en aan medewerkers
vanaf 45 jaar een supplementaire arbeidsduurvermindering. De
middelen die de voorziening in de plaats krijgt om deze extra
afwezigen te compenseren blijken erg krap te zijn. De huidige praktijk
dreigt dus een verdringingseffect te ressorteren waardoor
medewerkers met anciënniteit het moeten afleggen tegen jonge
medewerkers.
Daarom had ik graag van u vernomen of u reeds op de hoogte bent
van het hierboven geschetst probleem. Zijn er op het terrein manifeste
verdringingseffecten merkbaar ten aanzien van werknemers met
enige anciënniteit? Zult u de huidige berekening van de te realiseren
uren aan de hand van de vastgestelde loonkosten evalueren in
overleg met de sector en eventueel bijsturen? Hoe staat u tegenover
de vraag van de sector om indexering van de toegekende bedragen?
alloué. Ce nombre est déterminé
en divisant le coût salarial par un
coût salarial annuel moyen
multiplié ensuite par 1.976 heures.
Les travailleurs doivent être
engagés dans les liens d'un
contrat à durée indéterminée en
respectant des barèmes du Fonds
flamand. Ceux qui ont déjà acquis
plusieurs années d'ancienneté
sont donc trop chers et doivent
être repris dans le cadre du
personnel subventionné par le
Fonds flamand. Les
prépensionnés ne peuvent être
remplacés que par de jeunes
travailleurs ayant une ancienneté
maximum de cinq ans.
Grâce à l'accord flamand en
faveur du secteur social marchand
2000-2005, quelques
collaborateurs de plus de 45 ans
ont bénéficié de plus de jours de
congé ou d'une réduction
supplémentaire de leur temps de
travail. L'intervention perçue par
les organisations
pour ces
prestations est toutefois
insuffisante, ce qui, une fois de
plus, avantage les jeunes
travailleurs.
Le ministre est-il au courant de ce
problème? Des effets d'éviction
sont-ils observés sur le terrain? Le
calcul actuel du nombre d'heures
à réaliser sera-t-il revu? Que
pense le ministre de l'indexation
des montants accordés?
11.02 Minister Rudy Demotte: Mevrouw Turtelboom, de doelstelling
van de Sociale Maribel is natuurlijk netto jobcreatie. In de sectoren
behorend tot de bevoegdheid van de federale regering voorziet de
reglementering erin dat de toegekende jobs aan een aantal criteria
moeten beantwoorden. Ten eerste moeten ze de werkdruk verlagen,
in het bijzonder voor het personeel dat rechtstreeks bij de verzorging
en de dienstverlening betrokken is. Ten tweede moeten ze de
intensiteit en de kwaliteit van de zorg en de dienstverleningen
verbeteren en het comfort van de patiënten of de cliënten
optimaliseren. De reglementering eist geen bijzondere aandacht voor
jonge en laaggeschoolde werknemers.
Sinds 1 januari 2003 voorziet de reglementering erin dat de paritaire
comités het fonds van de tussenkomst in de loonkosten bepalen voor
de werknemers aangeworven in het kader van de Sociale Maribel. De
autonomie van de sociale partners wordt wel omkaderd om te
11.02 Rudy Demotte, ministre:
L'objectif du Maribel social est en
effet de créer des emplois. Les
emplois créés ont pour objectif de
diminuer la charge sur le
personnel directement impliqué
dans les soins et les services. Ils
doivent aussi améliorer la qualité
et l'intensité des soins et le confort
des patients. Aucune attention
particulière n'est demandée à
l'égard des jeunes travailleurs et
des travailleurs peu qualifiés.
Depuis le 1
er
janvier 2003, les
commissions paritaires
25/04/2006
CRIV 51
COM 926
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
26
vermijden dat de verhoging van het loonplafond zou leiden tot het
ontslag van sommige werknemers die werden aangeworven in het
kader van de Sociale Maribel.
Het koninklijk besluit van 18 juli 2002 bevat helemaal niet de in uw
vraag vermelde berekeningsformule. De formule was wel in de
oorspronkelijke reglementering van de Sociale Maribel vervat. Ik
bedoel het koninklijk besluit van 5 februari 1997.
Ik moet eveneens vermelden dat het koninklijk besluit van 18 juli 2002
niet eist dat de werknemers, aangeworven in het kader van de
Sociale Maribel, met een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur
moeten worden aangeworven. Ik weet wel dat sommige collectieve
arbeidsovereenkomsten, afgesloten ter uitvoering van de
reglementering inzake de Sociale Maribel, de jobs voorbehouden voor
aanwervingen met een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur.
Mevrouw Turtelboom, de gesprekken met de sociale partners van de
socio-profitsector over de Sociale Maribel hebben geleid tot de
vaststelling dat de collectieve arbeidsovereenkomsten, ter uitvoering
van deze reglementering, best worden herzien.
Ik ben er vast van overtuigd dat deze herziening de toestand zal
verduidelijken. De herziening zal tot gevolg hebben dat de sectorale
sociale partners de samenhang van hun CAO met de geactualiseerde
eisen van de reglementering beter zullen evalueren. Bovendien is in
onderhandelingen voorzien om een antwoord te bieden aan de
terechte verzuchtingen van de sociale partners over een grotere
stabiliteit van de middelen die ter hunner beschikking worden gesteld
in het kader van de Sociale Maribel.
Mevrouw Turtelboom, ik kan alleen vaststellen dat het antwoord op de
vier concrete vragen die u stelt volledig afhangt van de betrokken
sociale partners. Sommige sectoren hebben het plafond van de
tussenkomst al verhoogd om rekening te houden met de anciënniteit
of de indexering.
déterminent le fonds qui intervient
dans les coûts salariaux.
L'autonomie des partenaires
sociaux est encadrée pour éviter
qu'un rehaussement du plafond
salarial entraîne des
licenciements.
L'arrêté royal du 18 juillet 2002
n'énonce pas la formule que Mme
Turtelboom a indiquée. Elle figure
en fait dans l'arrêté royal du 5
février 1997.
Il n'est pas obligatoire de donner
un contrat à durée indéterminée
aux travailleurs recrutés dans le
cadre du Maribel social. Cette
disposition a pourtant été inscrite
dans certaines CCT. Des
entretiens menés avec le secteur
social ont mis en évidence la
nécessité de revoir certaines CCT,
afin de pouvoir mieux évaluer les
exigences actualisées de la
réglementation. Il est prévu de
négocier avec les partenaires
sociaux une plus grande stabilité
des moyens mis à disposition.
Tout dépend donc des partenaires
sociaux.
11.03 Annemie Turtelboom (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, dan zullen wij wachten op de uitkomst van het overleg om
te zien welke antwoorden er daadwerkelijk op deze vragen komen. Ik
dank u voor uw antwoord.
11.03 Annemie Turtelboom
(VLD): J'attendrai le résultat de
cette concertation.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
12 Vraag van de heer Luc Goutry aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
experimentele behandeling van borstkanker met Herceptine" (nr. 11184)
12 Question de M. Luc Goutry au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "le
traitement expérimental du cancer du sein par l'Herceptine" (n° 11184)
12.01 Luc Goutry (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, collega's, de wegen van de commissies zijn soms
ondoorgrondelijk omdat deze vraag nu plots in de commissie voor de
Sociale Zaken komt. Het gaat eigenlijk over een geneesmiddel. Het
heeft weliswaar met financiering te maken, maar collega Drèze heeft
hierover eigenlijk eenzelfde vraag gesteld en die is in de commissie
voor de Volksgezondheid behandeld. Ze kon daar eerder aan de orde
komen. Anders was ze samengevoegd. De minister zal dus twee keer
CRIV 51
COM 926
25/04/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
27
moeten antwoorden op voor een stuk dezelfde vragen en ook voor
een gedeelte op andere vragen.
12.02 Minister Rudy Demotte: Dat is geen probleem.
De voorzitter: Het Parlement blijft het Parlement, het is één geheel. Er kan ook verwezen worden naar
antwoorden op soortgelijke vragen die in andere commissies gesteld zijn.
12.03 Luc Goutry (CD&V): Ik wil de organisatie niet bekritiseren. Ik
wil alleen maar zeggen dat het daardoor een beetje vervelend is dat
twee keer dezelfde vraag gesteld wordt.
Waarover gaat het?
Naar verluidt keurde het Verzekeringscomité van het RIZIV een
ontwerp-KB goed met betrekking tot de nieuwe behandeling van
borstkanker of althans van een aantal zeer specifieke situaties van
mensen met borstkanker, door middel van een nieuwe
farmaceutische specialiteit, Herceptine. De terugbetaling zou
gebeuren heb ik begrepen op basis van artikel 56 van de
gecoördineerde wet, dus op basis van de administratiekosten van het
RIZIV en niet ten laste van het budget zelf, in afwachting van de
vergoedbaarheid van dit geneesmiddel. Het gaat om een zeer duur
geneesmiddel, waarvan de kosten per jaar en per patiënt geraamd
worden op 25.000 euro.
Ik heb de volgende vragen aan de minister.
Mijnheer de minister, werd het Kenniscentrum voor onderzoek of
advies ingeschakeld, zij het eventueel met een versnelde procedure,
gezien het hier gaat om een zeer concrete vraag voor een
geneesmiddel waarover heel wat wetenschappelijke publicaties zijn
verschenen? Wellicht is het nuttig het Kenniscentrum hierover te
horen.
Ten tweede, aan welke criteria en voorwaarden zal precies moeten
voldaan worden om de terugbetaling van het geneesmiddel te
verkrijgen? Daarover blijkt nogal wat verwarring.
Ten derde, hoeveel en welke patiënten zullen kunnen worden
geholpen?
Ten vierde, zal conform artikel 56 van de wet op de ziekteverzekering,
§2, 2° deze behandeling geconcentreerd worden in enkele
gespecialiseerde centra? Zo ja, welke zijn dat dan? Creëert dat dan
desgevallend niet een groot risico dat heel wat patiënten zouden
verstoken blijven van het middel wanneer zij niet specifiek in dat
centrum hun behandeling gaan halen?
Ten vijfde, in welk budget wordt voorzien in 2006 en ook in 2007?
Waar zal dit budget vandaan komen? Ik denk dat ik daarop zelf al
gedeeltelijk heb gezinspeeld, maar ik wil toch graag bevestiging.
Ten zesde, is er met de betrokken firma, in dit geval de firma Roche,
over deze zeer dure prijs onderhandeld? Met welk resultaat?
Ten zevende, was er daarover overleg in Europees verband, want het
is een geneesmiddel dat in de hele wereld zal worden verspreid? In
12.03 Luc Goutry (CD&V): Le
Comité de l'assurance de l'INAMI
aurait approuvé un projet d'arrêté
royal concernant un nouveau
traitement du cancer du sein
dans certaines situations très
spécifiques par une nouvelle
spécialité pharmaceutique,
l'Herceptine. En attendant la
décision relative au
remboursement de ce
médicament, celui-ci pourrait être
remboursé sur la base de l'article
56 de la loi coordonnée. Le coût
annuel par patiente est estimé à
25.000 euros.
Le Centre d'expertise a-t-il été
consulté? À quels critères doit-il
être satisfait pour que les
patientes aient droit au
remboursement? Combien de
patientes et lesquelles pourront
bénéficier de ce traitement? Le
traitement ne sera-t-il offert que
dans quelques centres
spécialisés? De nombreuses
patientes ne risquent-elles pas de
ne pas avoir accès à ce
traitement? Quel budget est-il
prévu pour 2006 et 2007? Des
négociations ont-elles été menées
avec la firme Roche au sujet du
prix élevé du médicament? Une
concertation a-t-elle eu lieu au
niveau européen? Le médicament
ne sera en effet pas disponible
dans l'ensemble de l'Union.
25/04/2006
CRIV 51
COM 926
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
28
die zin is het misschien goed dat we daarover ook binnen Europees
verband even de violen zouden stemmen.
Dat zijn mijn vragen, mijnheer de minister.
12.04 Minister Rudy Demotte: Ik antwoord altijd graag op de
verschillende vragen terzake, want het is natuurlijk een zeer
belangrijke problematiek. In België zal ongeveer 1 vrouw op de 11
aan borstkanker lijden. Voor sommige vormen van borstkanker zijn er
tot nu toe geen specifieke geneesmiddelen die effectief zijn.
Om concreet te antwoorden op uw vragen, er werd inderdaad een
advies gevraagd aan het Kenniscentrum, maar ik heb dat nog niet
ontvangen. Als ik het krijg, zal ik u natuurlijk laten weten welke de
conclusies zijn in het advies.
In antwoord op uw tweede en derde vraag, de criteria waaraan de
patiënten moeten beantwoorden om in aanmerking te komen voor de
terugbetaling zijn de volgende. Ten eerste, de behandelde
borstkanker is invasief, dus niet gemetastaseerd, en vertoont een
tumorale overexpressie van het HER2-gen, bewezen door een
positieve FISH-test. Ten tweede, de behandelde borstkanker vertoont
ofwel een aantasting van de lymfeklieren, ofwel een tumor groter dan
10 millimeter diameter. Ten derde, de rechthebbende heeft minstens
4 cycli adjuvante en/of neoadjuvante chemotherapie gekregen,
conform de als standaardtherapie erkende chemotherapieschema's,
evenals indien nodig een adjuvante radiotherapie, maximaal 6
maanden daarvoor. Ten vierde, de rechthebbende heeft geen
ejectiefractie van haar linker ventrikel lager dan 55% en of een
cardiale contra-indicatie. Jaarlijks beantwoorden tussen 1.000 en
1.500 patiënten aan die criteria.
Ten vierde, de voorwaarde waaraan de centra moeten voldoen, is dat
ze op jaarbasis operatieve ingrepen uitvoeren bij minstens 150
patiënten bij wie voor het eerst borstkanker welk stadium ook is
vastgesteld. Het bewijs daarvoor bestaat in het overzenden van ofwel
het verslag van het multidisciplinair oncologisch overleg, ofwel het
operatieverslag van de belangrijkste operatieve ingreep, samen met
het anatomo-pathologisch verslag, voor de 150 patiënten met
borstkanker bij wie een nieuwe diagnose werd gesteld en die werden
geopereerd in het centrum in de loop van een jaar, in dit geval 2004 of
2005. Al die documenten worden eerst anoniem gemaakt.
De verplichting om op basis van een multidisciplinair oncologisch
overleg het gebruik van de adjuvante behandeling met Herceptin bij
een patiënt te verantwoorden, is vervat in artikel 12 van het koninklijk
besluit van 21 maart 2003 houdende vaststelling van de normen
waaraan het zorgprogramma voor oncologische basiszorg en het
zorgprogramma voor oncologische adjuvante radiotherapie, indien
nodig; moeten voldoen, maximaal 6 maanden vooraf.
De verplichting om op basis van een multidisciplinair, oncologisch
overleg het gebruik van de adjuvante behandeling met Receptin bij
een patiënt te verantwoorden, is vervat in artikel 12 van het koninklijk
besluit van 21 maart 2003 houdende vaststelling van de normen
waaraan het zorgprogramma voor oncologische basiszorg en het
zorgprogramma voor oncologische adjuvante radiologische therapie
moeten voldoen, indien nodig maximum zes maanden vooraf.
12.04 Rudy Demotte, ministre:
C'est une question très importante
car, en Belgique, environ une
femme sur 11 sera un jour atteinte
d'un cancer du sein. Il n'existe
actuellement pas de médicaments
pour soigner certaines formes
spécifiques du cancer du sein.
Un avis a été demandé au centre
d'expertise mais il n'est pas
encore en ma possession. Pour
qu'il soit procédé au
remboursement, le cancer traité
doit notamment être invasif et pas
métastasé. Chaque année, de
1.000 à 1.500 patientes répondent
aux critères de remboursement. Il
est requis des centres qu'ils
procèdent annuellement à des
interventions chirurgicales à tous
les stades sur au moins 150
patientes chez qui un cancer du
sein a été diagnostiqué pour la
première fois. Un rapport de la
concertation oncologique
pluridisciplinaire ou le rapport de
l'intervention chirurgicale la plus
importante ainsi qu'un rapport
anatomopathologique sont
nécessaires. L'article 12 de l'arrêté
royal du 21 mars 2003 prévoit pour
l'administration d'un traitement
adjuvant au moyen de l'Herceptine
l'obligation de disposer d'un
rapport de la concertation
oncologique pluridisciplinaire.
Le budget de 2006 s'élève à
20.900.801 euros et celui de 2007,
à 23.065.625 euros. L'intervention
concernée est rangée dans les
frais d'administration du Service
des Soins de santé de l'INAMI.
Nous avons négocié avec la firme
Roche. En attendant l'entrée en
vigueur de l'article 56, Roche s'est
engagée à mettre gratuitement à
disposition un certain nombre de
doses de ce médicament. Il s'agit
du nombre de flacons, 16.500 au
total, qui est nécessaire pour
traiter trois cents patientes
CRIV 51
COM 926
25/04/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
29
Ten vijfde, het budget voor 2006 bedraagt 20.900.801 euro. Voor
2007 bedraagt het 23.065.625 euro.
De tegemoetkoming wordt ondergebracht bij de administratiekosten
van de Dienst voor Geneeskundige Verzorging van het Rijksinstituut
voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering.
Ten zesde, er werd inderdaad onderhandeld met de firma Roche. In
afwachting van de inwerkingtreding van artikel 56 van de
overeenkomst heeft de firma Roche zich ertoe verbonden een aantal
dosissen van het geneesmiddel gratis ter beschikking te stellen. Het
gaat hier om het aantal flesjes dat nodig is voor de behandeling van
300 patiënten gedurende een jaar, zijnde 16.500 flesjes. Dat stemt
overeen met een bedrag van 10.3 miljoen euro.
Zodra de nieuwe indicatie is geregistreerd, zal de firma Roche bij de
CTG een aanvraag tot opname op de lijst van vergoedbare
specialiteiten indienen. Tijdens de analyse van de aanvraag zullen
voorstellen worden gedaan om de prijs van het geneesmiddel aan te
passen.
Ten zevende en ten laatste, er werd geen overleg gepleegd met
andere Europese landen. Niettemin hebben verscheidene onder hen
sinds november 2005 programma's ingevoerd voor de toegang tot
een behandeling voor de betrokken patiënten. Zo kunnen de
patiënten de behandeling genieten, zonder te moeten wachten op de
complete resultaten van de Hera-studie.
pendant un an. Le coût s'élève à
10,3 millions d'euros. Dès que la
nouvelle indication aura été
enregistrée, la société Roche
introduira une demande d'insertion
dans la liste des spécialités
indemnisables. Au cours de
l'analyse de la demande, nous
ferons des propositions tendant à
adapter le prix de ce médicament.
Nous ne nous sommes pas
concertés avec d'autres pays
européens. Néanmoins, depuis
novembre 2005, différents pays
ont déjà instauré des programmes
pour l'accès à un traitement.
12.05 Luc Goutry (CD&V): Mijnheer de minister, u geeft veel
interessante informatie.
Ik ben eigenlijk een beetje gefrustreerd, omdat wij moeten spreken
binnen de bepaalde tijd van vraag en antwoord, en op den duur wordt
het een beetje triviaal, gelet op de hoeveelheid vragen die er gesteld
wordt.
Nochtans heb ik het gevoel dat dergelijke vraagstukken nog maar het
begin zijn, het topje van de ijsberg. De komende tien tot vijftien jaar
zullen wij meemaken dat er voortdurend nieuwe, hoogtechnologische
supergeneesmiddelen ontwikkeld zullen worden die enerzijds een
grote hoop en werkzaamheid insluiten, maar anderzijds ook altijd
meer fine tuned zullen zijn, die dus niet alle mensen zullen kunnen
helpen, bijvoorbeeld niet de zevenduizend mensen die in 1998
borstkanker hebben gehad, maar wel, zoals u zegt, misschien
duizend tot vijftienhonderd.
Door de voorstelling, het op de markt komen en de persberichten die
daarover verschenen zijn, zou natuurlijk het zeer grote gevaar van
valse hoop kunnen ontstaan. Nu hoor ik van alle kanten mensen
zeggen dat er een nieuw geneesmiddel is tegen borstkanker. Zij
menen dat zij gered zijn. Zij gaan ervan uit dat dit het geneesmiddel is
tegen borstkanker, maar zij weten niet dat er al vier chemokuren
gepasseerd moeten zijn en dat de patiënt geen hartproblemen mag
hebben. Dat geneesmiddel zal zeer specifiek toegepast moeten
worden, evidence based, enzovoort. Voor de mensen is borstkanker,
de ongeneeslijkheid van de ziekte en het gevaar ervan, een
doembeeld. Nu denken ze gered te zijn.
12.05 Luc Goutry (CD&V): Nous
n'en sommes qu'au début des
développements. Au cours des
prochaines années, de nouveaux
"super médicaments" sophistiqués
et pointus seront constamment
développés. En même temps, de
faux espoirs risquent de naître.
Nombreux sont ceux qui pensent
que le nouveau médicament
contre le cancer du sein constitue
le remède ultime mais il devra être
administré sur la base
d'informations probantes et dans
des cas très spécifiques. Tout
nouvel espoir s'accompagne d'une
énorme pression sociale. Il est
aujourd'hui question d'un montant
de 20 millions d'euros pour un seul
médicament qui est encore en
plein développement et qui ne
pourra aider que 1.500 personnes
tout au plus. Nous ignorons
encore si l'Herceptine vaut son
prix. Le débat portera également
sur les médicaments liés à la
prédisposition génétique.
La décision du ministre de lier le
25/04/2006
CRIV 51
COM 926
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
30
Ik merk dat er daardoor telkens een enorme maatschappelijke druk
ontstaat op u, op ons, op iedereen. Dat leidt, u zegt het zelf, tot een
bedrag van 20 miljoen euro in 2006. Dat is een bedrag dat wij vroegen
in een meerfaseplan voor de palliatieve zorgen, bijvoorbeeld. Het gaat
om 20 miljoen euro voor een geneesmiddel, waarmee wij, hoe
belangrijk dat middel ook is daar doe ik niets vanaf , uiteindelijk
maar duizend tot vijftienhonderd mensen zullen kunnen behandelen,
als alles dan ook nog goed verloopt. Dat geneesmiddel is nog in volle
ontwikkeling. Een en ander lijkt goed te gaan, wat grote hoop
verantwoordt, maar toch moeten wij blijven opletten.
Eigenlijk zitten we daarmee in een keuzedebat. In de komende jaren,
door de prijs van dergelijke geneesmiddelen, zal dat debat steeds
worden herhaald. Denk bijvoorbeeld aan de hele generatie rond
genealogie, die op komst is. Men zal geneesmiddelen ontwikkelen,
naargelang de voorbestemming. De genenpatronen kunnen worden
gediversifieerd. Waarmee u geholpen bent, ben ik misschien niet
geholpen bij een gelijkaardige aandoening. Dat zal natuurlijk zijn prijs
hebben.
Dat laten wij los. Wij staan daar als overheid op te kijken. Wij weten
niet of die geneesmiddelen, zoals Herceptine, hun prijs waard zijn. 1
miljoen per jaar, is dat te veel? Uiteraard wordt ervan geprofiteerd. Er
worden driehonderd gratis dosissen op de markt gebracht, wat een
derde tot een vierde is van het mogelijk aantal geraamde patiënten.
Dat wordt eenmalig gedaan, tot het geneesmiddel ingeburgerd is.
We hebben natuurlijk een veiligheid. U koppelt het aan de centra en
aan het advies van een multidisciplinair kankerteam. Dat is zeer
belangrijk, zodanig dat er bij de mensen toch geen valse hoop
ontstaat.
Mijnheer de voorzitter, ik vat samen. Neemt u het mij niet kwalijk dat
ik iets langer aan het woord was in de repliek dan bij mijn vraag.
Mijnheer de minister, ik denk dat wij hierover moeten doorpraten. Bij
het geneesmiddelenbeleid moeten wij zulke dingen bekijken. Wij
zullen in een toestand komen die volgens mij onbeheersbaar zal zijn.
Elke euro die goed uitgegeven wordt, vormt voor mij geen probleem,
maar als er tien vrouwen zo'n behandeling krijgen terwijl zij die niet
nodig hebben, dan zijn we onmiddellijk 10 miljoen euro kwijt. Dat geld
zou kunnen dienen voor minder hardnekkige behandelingen, of voor
wat anders, zoals ik naar aanleiding van het debat over palliatieve
zorgen naar voren heb gebracht.
Dat is het voornaamste dat ik daarover wilde zeggen.
dossier aux centres et à l'avis
multidisciplinaire d'une équipe
spécialisée en cancérologie est
positive. Toutefois, nous devons
poursuivre la discussion sous
peine de voir la situation devenir
ingérable. L'administration à dix
femmes d'un traitement qui ne leur
est en fait d'aucune utilité
représenterait une perte de dix
millions d'euros qui pourraient être
consacrés à des traitements
moins agressifs ou à un plan
échelonné en matière de soins
palliatifs.
12.06 Minister Rudy Demotte: Mijnheer de voorzitter, ik denk dat wij
nog de gelegenheid zullen hebben daarover te praten. Het is een
maatschappelijk debat, maar er is ook een zeer positieve evolutie in
onze maatschappij. Ik maak een vergelijking met de kleren van
Superconfex. Nu zullen er kleermakers zijn die op zeer gedetailleerde
wijze specifieke vormen van pathologieën zullen kunnen behandelen.
Daarover gaat het.
Nu geeft men in het algemeen moleculen of bestanddelen die
beantwoorden aan een basis van veel pathologieën. Naast de basis
12.06 Rudy Demotte, ministre:
Ce débat n'est ni facile, ni
nouveau, mais il s'agit d'un des
plus importants débats que nous
puissions mener et il mérite d'être
poursuivi.
Les nombreuses conditions
techniques pour le remboursement
des médicaments peuvent générer
CRIV 51
COM 926
25/04/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
31
van die pathologieën zijn er echter zeer specifieke vormen. Zij zullen
nu weliswaar niet altijd een zeer duidelijk en het meest efficiënte
antwoord krijgen, maar toch een begin van antwoord. Dat was vijf jaar
geleden nog niet het geval.
Met deze specifieke vorm van borstkanker was er voor die vrouwen
geen enkele hoop. Dat is natuurlijk een zeer belangrijk
maatschappelijk debat. Ik weet dat het nooit gemakkelijk zal zijn, noch
voor het Parlement, noch voor de minister. Ik vind het echter een van
de belangrijkste debatten die wij in de toekomst zullen moeten
voeren. Daarmee ben ik het eens. Ik zal niet toelaten dat men gelooft
dat het in het verleden anders is geweest. Zelfs in het verleden heeft
men al dezelfde soort debatten gevoerd. Dit is geen nieuw feit. Met de
evolutie van de techniek en de gefinetunede moleculen en
bestanddelen die nu uitkomen, zullen het misschien scherpere
debatten zijn.
De vele technische voorwaarden voor de terugbetaling van
geneesmiddelen kunnen zorgen voor een kloof tussen de hoop van
de betrokkenen en de realiteit. Dat heb ik ook enkele weken geleden
meegemaakt in een zeer moeilijke situatie tijdens een uitzending. Ik
werd geconfronteerd met twee personen die de terugbetaling voor
een specifieke molecule vroegen. Een van hen verwees naar het feit
dat Duitsland dat bestanddeel terugbetaalde. Voor de uitzending had
hij gezegd dat hij ging bewijzen dat de Duitsers efficiënter en
rechtvaardiger zijn dan de Belgen.
Hij kwam zeer gefrustreerd terug uit Duitsland. U weet dat hij daar,
gelet op de mobiliteit van patiënten, theoretisch de molecule kon
krijgen. De indicatie die voor hem geldt, was echter niet vervuld in het
kader van de Duitse wetgeving omdat het een positieve receptor was
en geen negatieve. Hij kwam dus terug in België in het kader van de
uitzending. Intussen had de CTG een gunstig advies verleend over
dezelfde molecule met dezelfde indicaties. U ziet dus dat het steeds
een heel moeilijk debat is.
une fracture entre l'espoir que
nourrissent les personnes
concernées et la réalité. J'ai été
confronté au cours d'une émission
récente à une personne qui s'était
vu refuser une molécule en
Allemagne parce qu'elle ne
satisfaisait pas aux conditions
précises. Ce débat est vraiment
très difficile.
De voorzitter: Ik wil het debat hiermee sluiten.
12.07 Yolande Avontroodt (VLD): Mijnheer de minister, ik wil u
even vragen naar aanleiding van hetgeen de heer Goutry zei over het
Kenniscentrum. We hebben nog veertien dagen de tijd om aanvragen
of studies in te dienen bij het Kenniscentrum. We kunnen, net zoals
we vorig jaar hebben gedaan, nog een aantal opdrachten geven aan
het Kenniscentrum.
Mijnheer de voorzitter, ik wil u als vertegenwoordiger van het
Parlement melden dat het jaarverslag af is, dat het werd gevalideerd
door de raad van bestuur en dat het wordt overgemaakt aan de
Kamervoorzitter. Het zal uiteraard ter beschikking worden gesteld van
de leden. Het is misschien zinvol om daaraan een gezamenlijke
commissie te besteden. Ik denk dat ook leden van de commissie voor
de Sociale Zaken daarin kunnen geïnteresseerd zijn. Dat was het
enige dat ik nog wou zeggen.
De voorzitter: ...
12.08 Yolande Avontroodt (VLD): Mijnheer de voorzitter, ik denk
dat dit zinvol is. Anders worden de volgende keer opnieuw dezelfde
25/04/2006
CRIV 51
COM 926
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
32
vragen gesteld.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
13 Vraag van mevrouw Greta D'hondt aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
overheveling van gelden uit de sociale zekerheid voor werknemers naar het stelsel van de
zelfstandigen" (nr. 11272)
13 Question de Mme Greta D'hondt au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "le
transfert de fonds du régime de sécurité sociale des travailleurs salariés au régime des travailleurs
indépendants" (n° 11272)
13.01 Greta D'hondt (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, de beknoptheid van mijn vraag is omgekeerd evenredig met
het belang dat ik hecht aan het antwoord.
Mijnheer de minister, vanaf 1 januari 2008 zullen de zelfstandigen
verplicht verzekerd zijn voor de gewone medische zorgen. Op zich is
dit een goede zaak, wat mij betreft. De kost van deze maatregel
bedraagt volgens de berekeningen van de regering 451 miljoen euro.
Mijn vraag gaat echter over het volgende. Ik heb vernomen dat voor
de financiering van die 451 miljoen euro 182 miljoen euro zou worden
overgeheveld uit het werknemersstelsel. Mijnheer de minister, als dit
klopt, welke verantwoording kan de regering dan geven voor deze
overheveling van 182 miljoen euro uit het werknemersstelsel naar het
stelsel van de zelfstandigen?
13.01 Greta D'hondt (CD&V): À
partir du 1
er
janvier 2008, les
indépendants devront
obligatoirement être couverts pour
les soins médicaux ordinaires. Le
coût de cette mesure s'élève à
451 millions d'euros. Ce montant
sera financé en partie par le
transfert de 182 millions d'euros
en provenance du régime des
salariés.
Comment le gouvernement peut-il
justifier cela?
13.02 Minister Rudy Demotte: Mijnheer de voorzitter, conform de
beslissing van de regering zullen de kleine risico's vanaf 1 juli 2006
zonder extra sociale bijdrage worden toegekend aan de
rechthebbenden op de inkomensgarantie voor ouderen en de starters.
Zoals u in uw vraag verwoordde, zullen bovendien vanaf
1 januari 2008 alle zelfstandigen en hun personen ten laste, gedekt
worden voor kleine risico's. De kost van deze uitbreiding werd
inderdaad geraamd op 451 miljoen euro. Het gaat hier echter om een
raming voor werknemers die nu reeds ontegensprekelijk onder het
stelsel van de zelfstandigen vallen.
Naast deze kosten die omwille van de situatie van de gerechtigden
geen probleem vormen voor de overheveling naar het stelsel van de
zelfstandigen, bestaan er ook kosten die vandaag integraal worden
gedragen door het werknemersstelsel en dit terwijl zij geheel of
gedeeltelijk door het stelsel van zelfstandigen zouden moeten worden
gedragen. Het gaat hier met name om kosten die worden
gegenereerd door de verzekerden die genieten van artikel 37 van het
sociaal statuut van zelfstandigen (onvoldoende inkomsten om de
sociale bijdrage te betalen) en zich hierdoor mogen inschrijven als
persoon ten laste van een gerechtigde in de algemene regelingen; de
vroegere werknemers, die een zelfstandige activiteit beginnen de
starters -, blijven gedurende de eerste twee kwartalen van hun
activiteit gedekt voor de kleine risico's ten laste van de algemene
regelingen; de kinderen ten laste van gemengde gezinnen
werknemer/zelfstandige , die krachtens de regel van de meest
voordelige regeling een dekking voor kleine risico's genieten ten laste
van de algemene regelingen; de pensioengerechtigde werknemers
met een gemengde loopbaan, die ervoor hebben gekozen zich als
13.02 Rudy Demotte, ministre: À
partir du 1
er
juillet 2006, les `petits
risques' seront octroyés sans
cotisation sociale supplémentaire
aux bénéficiaires du revenu
garanti aux personnes âgées et
aux entrepreneurs débutants. Par
ailleurs, tous les indépendants et
toutes les personnes à leur charge
seront couverts pour les petits
risques à partir du 1
er
janvier 2008.
Le coût de cette extension est
estimé à 451 millions d'euros. Ce
montant représente l'estimation
relative aux travailleurs qui, à
l'heure actuelle, relèvent
incontestablement du régime des
indépendants. En effet, certains
coûts sont intégralement
supportés par le régime des
salariés, aujourd'hui, alors qu'en
réalité ils devraient être supportés
en tout ou en partie par le régime
des indépendants.
Lors du Conseil des ministres de
Gembloux en janvier 2004, il a été
décidé que ces dépenses
devraient être transférées à
concurrence de 182 millions
CRIV 51
COM 926
25/04/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
33
pensioengerechtigde van de algemene regelingen in te schrijven of
die kiezen voor de hoedanigheid van titularis/resident in de algemene
regelingen; de gerechtigden die actief zijn in beide regelingen -
werknemers en zelfstandigen - die allen ten laste zijn van de regeling
voor werknemers als meest voordelige regeling en waarvan de kosten
voor de grote risico's slechts voor de helft worden gecompenseerd ten
voordele van de algemene regelingen; de zelfstandigen die gerechtigd
zijn zich onder voorbehoud in te schrijven als titularis-resident in de
algemene regeling.
Op de Ministerraad in Gemblours van januari 2004 werd besloten dat
deze uitgaven ten belope van 182 miljoen euro zouden moeten
worden teruggebracht naar het stelsel van de zelfstandigen. Er werd
echter ook besloten dat dit stelsel de nodige financiële middelen zou
krijgen om deze last te dragen. Dit valt onder het principe van de
budgettaire neutraliteit. Bijgevolg werd besloten om vanaf 2008 de
lasten voor een bedrag van 182 miljoen euro over te dragen aan het
stelsel van de zelfstandigen. Hieruit volgt dat de middelen die aan
beide stelsels worden toegekend, gewijzigd worden in het kader van
de alternatieve financiering.
d'euros vers le régime des
indépendants. Les moyens
octroyés aux deux systèmes sont
donc modifiés dans le cadre du
financement alternatif.
13.03 Greta D'hondt (CD&V): Dank u voor het antwoord, mijnheer
de minister. Ik wil zeker geen afbreuk doen aan de correctheid van
het antwoord, maar sta mij toch toe om te zeggen dat dit in het kader
van de communicerende vaten tussen de stelsels van sociale
zekerheid in ons land natuurlijk maar een deelbenadering is. Ik wil
daar bij gelegenheid zeker nog eens op terugkomen en mijn
opzoekingswerk, dat ik een paar jaar geleden gedaan heb, nog eens
actualiseren en kijken hoe de stromen nu eigenlijk lopen tussen het
financieren van een stelsel en het verwerven van rechten uit een
stelsel.
Ik wil u maar één voorbeeld geven inzake de kinderbijslagen, waar het
over een zeer hoog bedrag gaat dat door het algemeen
werknemersstelsel betaald wordt voor kinderen uit gemengde
gezinnen. Als we het hebben over de juiste toewijzing van
verplichtingen inzake betaling en het ontvangen van inkomsten,
moeten we het voor de totale sociale zekerheid doen.
Ik moet eerlijk zeggen dat ik moeite heb met deze regeling omdat hier
voor de financiering van een terechte, noodzakelijke uitbreiding van
de verplichting van kleine risico's voor de zelfstandigen, 182 miljoen
wordt overgeheveld van het werknemersstelsel naar het
zelfstandigenstelsel, zelfs al zou men in het werknemersstelsel de
financiering opnieuw effen trekken met de alternatieve financiering.
Daarover gaat mijn vraag niet. Het gaat eigenlijk over het principe dat
vanuit het werknemersstelsel 182 miljoen naar het
zelfstandigenstelsel gaat ter dekking van de kostprijs verbonden aan
de veralgemeende verzekering voor kleine risico's, terwijl de andere
stromen niet in kaart gebracht zijn en men daarvoor niet tezelfdertijd
diezelfde beslissing heeft genomen.
Als men had gezegd dat men van het ene naar het andere moest voor
het ene en van het andere naar het ene voor het andere, dan had ik
ermee kunnen leven. Dan zou dit inderdaad correct geweest zijn. Nu
vind ik dat niet. Ik vind dat men het werknemersstelsel de terechte
uitbreiding van de verzekering kleine risico's voor zelfstandigen, laat
ophoesten. Maar als we de zaken nuchter bekijken, zien we dat het
13.03 Greta D'hondt (CD&V): Ce
système ne me convainc guère,
même si le financement du régime
des salariés est rectifié par le
financement alternatif. Il s'agit de
transférer 182 millions d'euros du
régime des salariés vers celui des
indépendants pour couvrir le coût
de l'assurance généralisée contre
les petits risques, alors que les
autres `flux' n'ont pas été identifiés
et n'ont pas fait l'objet de la même
décision au même moment.
Je ne manquerai pas de revenir
sur ce dossier lors des contrôles
budgétaires de la sécurité sociale.
Enfin, je voudrais vous rappeler
que la plupart des citoyens ont une
carrière mixte et qu'il faudra plutôt
développer un régime de sécurité
sociale plus global dans le futur.
Des transferts ne seront alors plus
requis et le lien entre le paiement
d'une prime, d'une part, et
l'acquisition de droits, d'autre part,
sera le même dans tous les
régimes.
25/04/2006
CRIV 51
COM 926
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
34
grootste deel van de zelfstandigen reeds verzekerd is voor kleine
risico's maar niet in een gesolidariseerd stelsel, wel in een individueel
stelsel. Als u bereid zou zijn om de individuele premies te
solidariseren, zou het budget nodig om tot een algemene verzekering
te komen, vrij klein zijn, gezien het belang van de algemene
verzekering kleine risico's.
Ik zal hierop zeker terugkomen naar aanleiding van begrotingen of
begrotingscontroles van de sociale zekerheid. Dan zal ik de minister
en de regering vragen wat men dan met een aantal andere betalingen
zal doen die nu door het algemene stelsel gebeuren en waarvan men
eigenlijk zou kunnen veronderstellen dat die ten laste zouden moeten
vallen van de stelsels.
Ik wil afsluiten met te zeggen dat nu wij sterk evolueren naar een
samenleving waar een loopbaan nog zelden een unieke loopbaan zal
zijn ik bedoel dan of werknemer of ambtenaar of zelfstandige
maar in het overgrote deel van de gevallen een gemengde loopbaan
van diverse statuten zal zijn, dat wij dan als politici die willen
vooruitdenken, misschien aan een meer algemeen stelsel van sociale
zekerheid moeten denken. Dan is dat soort van transfers van
middelen niet meer nodig en zal de transparantie van een uniek
stelsel van sociale zekerheid inderdaad groter zijn. Ook de band
tussen het betalen van een premie en rechten zou dan in alle stelsels
dezelfde zijn.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
14 Questions jointes de
- M. Benoît Drèze au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "le cumul des
indemnités de maladies professionnelles et d'accidents de travail avec une pension de survie et de
retraite" (n° 11295)
- Mme Greet van Gool au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "l'incidence de
l'arrêt de la Cour de cassation sur le régime de cumul des allocations versées à la suite d'un accident
du travail ou d'une maladie professionnelle avec une pension" (n° 11380)
14 Samengevoegde vragen van
- de heer Benoît Drèze aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de cumulatie van
vergoedingen voor beroepsziekten en arbeidsongevallen met een rust- en overlevingspensioen"
(nr. 11295)
- mevrouw Greet van Gool aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de weerslag
van het arrest van het Hof van cassatie in verband met de cumulatieregeling van vergoedingen
wegens arbeidsongeval of beroepsziekte met een pensioen" (nr. 11380)
14.01 Benoît Drèze (cdH): Monsieur le président, monsieur le
ministre, le 27 février 2006, la Cour de cassation a déclaré illégal un
arrêté royal adopté le 13 janvier 1983 qui limitait à un forfait non
indexé les indemnités de maladies professionnelles et d'accidents de
travail cumulables avec une pension de survie et de retraite. Le motif
invoqué par la Cour de cassation est que l'arrêté royal avait été
adopté en 1983 sans consultation préalable du Conseil d'État, ce que
ne justifiait pas la seule raison invoquée à l'époque, à savoir que les
effets économiques devaient être produits à partir du 1
er
janvier 1983.
L'arrêté royal avait en effet été adopté par le gouvernement Martens-
Gol pour réduire d'urgence les dépenses de sécurité sociale.
Selon la FGTB, 55.000 personnes (42.000 travailleurs et 13.500
veuves) pourraient être concernées par cet arrêt de la Cour de
14.01 Benoît Drèze (cdH):
Volgens een arrest van het Hof
van Cassatie van 27 februari 2006
heeft het koninklijk besluit van 13
januari 1983, dat de vergoedingen
voor beroepsziekten en
arbeidsongevallen die met een
overlevings- of een rustpensioen
kunnen worden gecumuleerd tot
een niet-geïndexeerd forfait
beperkt, geen wettelijke grond.
Volgens het ABVV zouden de
betrokkenen, 42.000 werknemers
en 13.500 weduwen, dan ook
CRIV 51
COM 926
25/04/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
35
cassation et réclamer le paiement de leurs indemnités de maladie non
perçues, et ce avec effet rétroactif. Les montants réclamés pourraient
atteindre jusqu'à 1,25 milliard d'euros, ce qui représente environ 2%
du budget total de la sécurité sociale.
Monsieur le ministre, confirmez-vous ces informations?
En particulier, êtes-vous à même aujourd'hui de distinguer ce que
coûterait la décision de la Cour de cassation, d'une part, pour le
passé soit les effets rétroactifs et, d'autre part, pour le futur par
année budgétaire?
Pouvez-vous nous préciser de quelle manière vous comptez réagir à
cette situation?
kunnen eisen dat de niet
ontvangen vergoedingen alsnog
worden uitbetaald. Die zouden
1,25 miljard euro bedragen en
twee procent van de begroting
voor de sociale zekerheid
vertegenwoordigen.
Kan u een en ander bevestigen?
Welk prijskaartje hangt er aan die
beslissing van het Hof van
Cassatie, zowel wat het verleden
als de toekomst betreft?
14.02 Greet van Gool (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, overeenkomstig de koninklijke besluiten van
13 januari 1983 worden de uitkeringen inzake arbeidsongevallen en
beroepsziekten beperkt vanaf de eerste dag van de maand vanaf
dewelke de betrokkene recht heeft op een pensioen.
In een recent arrest van 17 februari 2006 heeft het Hof van Cassatie
gesteld dat die regeling onwettig is. Hoewel deze uitspraak enkel geldt
voor het betrokken dossier, zou dit toch grote gevolgen kunnen
hebben indien alle personen die zich in een gelijkaardige toestand
bevinden zich op de toepassing ervan zouden beroepen.
Ik verneem dan ook graag van u wat de gevolgen zullen zijn van dit
arrest. Zullen de voormelde koninklijke besluiten worden gewijzigd?
Welke maatregelen zult u nemen?
14.02 Greet van Gool (sp.a-
spirit): Conformément aux arrêtés
royaux du 13 janvier 1983, les
allocations en cas d'accidents du
travail ou de maladies
professionnelles sont limitées dès
le premier jour du mois à partir
duquel est créé un droit à une
pension de retraite ou de survie.
Dans son arrêt du 17 février 2006,
la Cour de cassation a jugé que
cette disposition était illégale. Cet
arrêt ne s'applique qu'à un cas
spécifique, mais pourrait être
invoqué par toutes les personnes
se trouvant dans une situation
analogue.
Quelles sont les conséquences de
cet arrêt? Les arrêtés royaux
seront-ils modifiés? Quelles
mesures le ministre prendra-t-il?
14.03 Rudy Demotte, ministre: Monsieur le président, monsieur
Drèze, madame van Gool, pour comprendre le problème tel qu'il est
formulé, il faudrait tout d'abord le replacer dans son contexte
particulier, à savoir les années 1980, et se rappeler les contraintes en
matière de réduction rapide des dépenses et des dettes cumulées de
l'État.
Parmi les mesures prises à cette époque par le gouvernement
Martens-Gol figure un arrêté royal du 13 janvier 1983 déposé par mon
prédécesseur, M. Dehaene.
14.03 Minister Rudy Demotte:
Een van de maatregelen die in de
jaren tachtig werden genomen om
de staatsuitgaven terug te dringen
is vervat in een koninklijk besluit
van 13 januari 1983.
Destijds heeft die laatste dat wordt hier herhaald dat koninklijk
besluit niet ter advies aan de Raad van State voorgelegd, zich daarbij
beroepend op het feit dat de besparingsmaatregelen dringend
moesten worden ingevoerd. In zijn arrest van 27 februari heeft het Hof
van Cassatie die rechtvaardiging omwille van het dringend karakter
niet aanvaard en het arrest uitgesproken waarop uw vraag is
gebaseerd.
In de huidige stand van zaken heeft dat arrest slechts betrekking op
M. Dehaene, alors qu'il était
ministre, n'a pas soumis cet arrêté
royal au Conseil d'État, estimant
que ces mesures d'économie
devaient être instaurées
d'urgence. Dans l'arrêt récent, la
Cour n'a pas accepté cette
justification.
25/04/2006
CRIV 51
COM 926
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
36
één persoon, maar er zullen waarschijnlijk nog andere beroepen
volgen.
Aujourd'hui, cet arrêt ne concerne
qu'une seule personne mais
d'autres professions suivront
probablement.
Vous m'interrogez sur mes intentions; par conséquent, je ne
m'étendrai pas sur ce qui a déjà été fait. Je me bornerai à citer l'étude
juridique entreprise par l'administration ainsi que la mise sur pied d'un
groupe de travail réunissant les cellules stratégiques des ministres
des Affaires sociales, de l'Emploi et du Budget.
De administratie heeft een
juridische studie uitgevoerd en een
werkgroep werd opgericht, waarin
de strategische cellen van Sociale
Zekerheid, Werk en Begroting
zitting hebben.
Daar deze kwestie het budget van de sociale zekerheid daadwerkelijk
lijkt te bedreigen, zal ik aangepaste wetgevende of regelgevende
bepalingen treffen. Ik zal erop toezien dat alle voorziene regels
hieromtrent worden nageleefd, zodat mijn opvolgers later niet met een
soort van tijdbom worden geconfronteerd. De bepalingen die ik
voorbereid, zullen terugwerkende kracht hebben.
Étant donné que ce problème
pourrait véritablement constituer
une menace pour le budget de la
sécurité sociale, je prendrai les
dispositions législatives ou
réglementaires qui s'imposent. Je
veillerai au respect de toutes les
règles pour que mes successeurs
ne soient pas confrontés à des
problèmes plus tard. Les
dispositions que je prépare auront
un effet rétroactif.
Cette politique de sauvegarde de notre sécurité sociale ne doit
cependant pas nous faire perdre de vue la situation parfois difficile
des pensionnés qui souffrent des séquelles de leur activité
professionnelle, non plus que celle de leurs ayants droit.
Je n'en dirai pas plus aujourd'hui.
We mogen niet vergeten dat die
gepensioneerden of hun
rechtverkrijgenden het soms zeer
moeilijk hebben.
14.04 Benoît Drèze (cdH): Monsieur le ministre, on sent dans le ton
de votre intervention que vous êtes sensible à la situation des
personnes concernées, et pas seulement aux problèmes budgétaires.
J'ajouterai que la majorité des travailleurs concernés, qui sont
notamment des anciens mineurs, ont exercé un métier difficile. Mais,
dans la plupart des cas, ils perçoivent une pension relativement faible.
Nous avons déjà eu l'occasion de débattre sur le faible niveau des
pensions belges et la liaison au bien-être. Il conviendra de mettre cet
élément en perspective durant vos travaux avec vos collègues de
l'Emploi et du Budget.
En tout cas, je me réjouis de deux informations que vous répercutez.
Vous mettez d'abord en évidence que la décision de 1983 a été prise
dans un contexte particulier de déficit important des finances
publiques et de croissance de la dette. Ce n'est plus le cas
aujourd'hui; le contexte est différent.
14.04 Benoît Drèze (cdH): De
situatie van de overheidsfinanciën
is inderdaad niet meer dezelfde.
In de meeste gevallen trekken de
betrokkenen, meer bepaald ex-
mijnwerkers, een relatief laag
pensioen. Er zal over de
welvaartvastheid van de
pensioenen gepraat moeten
worden tijdens de besprekingen
met uw collega's, onder wie de
minister van Begroting, wat toch
betekent dat niet alle hoop
verloren is.
14.05 Rudy Demotte, ministre: (...)
14.06 Benoît Drèze (cdH): Ensuite, la presse avait évoqué le fait que
vous alliez prendre une option avec votre collègue de l'Emploi, mais
vous ajoutez ici que le ministre du Budget sera aussi présent. Ceci
laisse entendre que vous aurez une discussion sur le fond et permet
d'entrevoir un léger espoir pour les personnes concernées - que je
soutiens.
CRIV 51
COM 926
25/04/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
37
14.07 Greet van Gool (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, ik wil de
minister danken voor zijn antwoord. Het is natuurlijk een moeilijke
kwestie. Het gaat erom een evenwicht te vinden tussen de begroting
van de sociale zekerheid en van de Staat en de verdediging van de
belangen van de betrokkenen. Dat laatste is hier zeker ook van
belang omdat het gaat om oudere mensen en ook heel wat
werknemers die hierbij betrokken zijn.
Ik zou er toch voor willen pleiten dat u niet alleen met uw collega's van
Begroting en van Werk zou overleggen maar dat u ook contact zou
opnemen met de sociale partners omdat zij, vooral de vakbonden,
hier het voortouw genomen hebben om die rechtszaken aan te
spannen. Zij treden ook op als de verdedigers van de betrokkenen.
Het lijkt mij een goede zaak dat zij hierbij betrokken worden, zeker als
de maatregelen met terugwerkende kracht genomen worden, zodat zij
kunnen informeren en hun advies daarover geven.
14.07 Greet van Gool (sp.a-
spirit): Il conviendra de trouver un
équilibre entre les contraintes
budgétaires et les intérêts des
personnes concernées. J'insiste
pour que le ministre contacte ses
collègues du Budget et de l'Emploi
ainsi que les partenaires sociaux,
qui ont intenté plusieurs actions en
justice. Les partenaires sociaux
doivent être tenus au courant de
l'évolution du dossier afin qu'ils
puissent informer et conseiller les
personnes concernées.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
15 Question de M. Benoît Drèze au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "les
difficultés à exécuter l'accord social 2005-2010 dans le secteur de la santé" (n° 11363)
15 Vraag van de heer Benoît Drèze aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
moeilijkheden om het sociaal akkoord 2005-2010 in de gezondheidssector uit te voeren" (nr. 11363)
15.01 Benoît Drèze (cdH): Monsieur le président, monsieur le
ministre, le 26 avril 2005, l'accord social 2005-2010 a été conclu entre
le gouvernement fédéral et les partenaires sociaux des secteurs
fédéraux de la santé. Un an après, il semble que la plupart des
dispositions de l'accord ne soient pas finalisées.
Monsieur le ministre, pouvez-vous détailler, d'une part, les mesures
de l'accord qui sont exécutées et, d'autre part, celles qui ne le sont
pas? Quelles en sont les raisons dans les deux cas?
Par ailleurs, je voudrais également développer le volet Emploi de
l'accord.
Cet accord prévoyait une augmentation nette de l'emploi de 7.248
équivalents temps plein, soit environ 10.700 personnes. Sachant que
le nombre d'emplois existant a été estimé à l'époque à 198.245
équivalents temps plein, l'augmentation visée s'élève à 3,7% sur six
ans. Cela représente moins du quart de l'augmentation de l'emploi de
ce secteur au cours des années 1999 à 2004.
Dès le mois de février 2005, je vous ai mis en garde à plusieurs
reprises sur la faiblesse du volet Emploi de l'accord social 2005-2010.
Je ne vous donnais pas deux ans avant de devoir reconsidérer cette
question. Les difficultés apparaissent déjà après un an!
Croyez-vous qu'il est possible, avec 3,7% d'emplois supplémentaires
étalés sur six ans, de tenir compte à la fois des mesures de réduction
du temps de travail, de la problématique des heures supplémentaires,
de celle de la diminution de la charge de travail et de l'amélioration
des normes d'encadrement ainsi que de la croissance des activités?
Ne pensez-vous pas qu'il serait utile d'évaluer la pertinence actuelle
de l'accord conclu à l'époque ainsi que l'opportunité de le remanier?
15.01 Benoît Drèze (cdH): Welke
maatregelen uit het op 26 april
2005 afgesloten sociaal akkoord
2005-2010 voor de
gezondheidssector werden al dan
niet uitgevoerd?
Het hoofdstuk werkgelegenheid
van dat akkoord voorziet in de
creatie van 3,7 procent nieuwe
banen over een periode van zes
jaar. Valt dat streefdoel te rijmen
met de maatregelen op het stuk
van de arbeidstijdverkorting, de
overuren, de daling van de
werklast, de verbetering van de
omkaderingsnormen en de groei
van de activiteiten? Moet niet
worden onderzocht of het akkoord
nog aan de huidige noden
beantwoordt en of het niet moet
worden bijgestuurd?
25/04/2006
CRIV 51
COM 926
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
38
15.02 Rudy Demotte, ministre: Monsieur le président, monsieur
Drèze, pour rappel, l'accord qui a été conclu entre les organisations
représentatives des travailleurs et des employeurs et le
gouvernement avait un objectif ambitieux mais limité qui était de
répondre pendant les cinq prochaines années à des demandes qui
apparaissaient comme justifiées en matière de charge de travail,
d'organisation et de qualité de travail, d'équilibre entre vie
professionnelle et vie privée tout au long de la carrière, de
rémunération du travail et de pouvoir d'achat après la fin de carrière.
L'exécution de ces mesures représente un coût, à vitesse de
croisière, de 471 millions d'euros. L'accord a été conclu à l'intérieur
d'une enveloppe budgétaire globale pour les secteurs public et privé
des secteurs fédéraux de la santé de 391 millions d'euros après cinq
ans, suivant un phasage de 78,2 millions d'euros par an, les mesures
relatives à l'emploi étant exécutées, quant à elles, sur six ans.
Le phasage du financement des mesures prévues pour 2005 et 2006
est respecté:
- l'octroi à tous les agents statutaires du secteur public d'un
complément de pécule de vacances (c'est le passage de 65 à 80%);
- le financement de la première phase de la prime d'attractivité dans
le secteur public au 1
er
décembre 2005;
- le financement de la première phase de la prime d'attractivité dans
le secteur privé au 1
er
octobre 2006;
- les mesures relatives à la fin de carrière et à la création d'emplois
correspondants sont financées depuis le 1
er
octobre 2005;
- le renforcement de l'encadrement dans les blocs opératoires par la
création de 105 équivalents temps plein;
- la création de 16 équivalents temps plein pour la médiation
interculturelle dans les hôpitaux;
- la création de 90 équivalents temps plein pour la réalisation
d'ouvertures d'hôpitaux de jour gériatriques;
- la création de 86 équivalents temps plein dans des initiatives
d'habitations protégées;
- la création de 40 équivalents temps plein dans les soins à domicile;
- la création de 230 équivalents temps plein dans le cadre de la
reconversion de lits de maisons de repos pour personnes âgées en
lits de maisons de repos et de soins.
Le retard pris dans la concrétisation de certaines mesures est
consécutif aux difficultés rencontrées par les partenaires sociaux à
conclure les accords et les conventions collectives prévus,
notamment les conventions relatives, d'une part, au remplacement
immédiat en cas d'absence du personnel et, d'autre part, en ce qui
concerne la remise des horaires de travail et leur respect.
Le texte de l'accord social prévoit que si les partenaires sociaux
n'aboutissent pas à une convention collective sur ces matières, les
ministres des Affaires sociales et de l'Emploi, chacun dans les
domaines relevant de leurs compétences, peuvent prendre des
mesures appropriées.
Je suis donc dans l'attente d'une réponse à une demande d'avis
juridique sur les pouvoirs exacts, respectivement du ministre des
Affaires sociales et du ministre de l'Emploi, pour se substituer, le cas
échéant, aux partenaires sociaux dans le cadre de l'exécution de
l'accord social, notamment en termes de conditions de
15.02 Minister Rudy Demotte:
De maatregelen voor de volgende
vijf jaar op het stuk van werklast,
arbeidsorganisatie en kwaliteit,
evenwicht tussen arbeid en privé-
leven, bezoldiging en koopkracht
na de loopbaan zijn goed voor 471
miljoen euro. De maatregelen
inzake werkgelegenheid, goed
voor een totaalbedrag van 391
miljoen euro, worden over zes jaar
gespreid, en vertegenwoordigen
dus 78,2 miljoen per jaar.
De fasering voor 2005 en 2006
wordt in acht genomen. De
vertragingen zijn toe te schrijven
aan de moeilijkheden om
bepaalde akkoorden en collectieve
arbeidsovereenkomsten af te
sluiten. Indien die er niet komen,
zullen de ministers van Werk en
Sociale Zaken in de plaats van de
sociale partners kunnen treden
voor de uitvoering van het
akkoord, meer bepaald wat de
subsidievoorwaarden en de
normen betreft. Ik wacht op een
juridisch advies betreffende de
bevoegdheidsverdeling tussen de
twee departementen.
CRIV 51
COM 926
25/04/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
39
subventionnement et de normes.
15.03 Benoît Drèze (cdH): Monsieur le ministre, je vous remercie
pour cette réponse détaillée, dans laquelle vous rappelez que l'objectif
de l'époque avait été budgétisé et vous en citez les chiffres. Je tiens
néanmoins à rappeler, comme je l'avais fait voici un an, que ce chiffre
budgétaire, qui peut apparaître très conséquent, est en réalité
inférieur à la norme de croissance de 4,5% des soins de santé. De
plus, en ce qui concerne le volet strictement "emploi" de cet accord,
l'augmentation de l'emploi correspond à moins de la moitié de la
norme de croissance.
Pour ce qui est de votre propre champ de responsabilités, vous
indiquez que tout ce qui a été convenu dans le phasage est
aujourd'hui respecté et il est vrai que la balle est maintenant dans le
camp des partenaires sociaux.
Ma question est donc la suivante: le volet budgétaire et emploi de
l'accord n'est-il pas un carcan trop serré, qui ne permet pas aux
partenaires sociaux de trouver un accord raisonnable pour rencontrer
l'ensemble des objectifs ambitieux sur le plan conceptuel, objectifs
que j'ai indiqués à la fin de ma question et que vous avez repris au
début de votre réponse?
15.03 Benoît Drèze (cdH): Dit
cijfer kan hoog lijken maar is
kleiner dan de groeinorm van
4,5% in de gezondheidszorg en de
stijging van de werkgelegenheid
bedraagt minder dan de helft van
de groeinorm.
Vormen het budgettaire aspect en
de uitvoering van het akkoord
geen te strak keurslijf opdat de
sociale partners alle
vooropgestelde doelstellingen
zouden halen?
15.04 Rudy Demotte, ministre: Monsieur Drèze, la réponse est dans
votre question! Vous pouvez effectivement avoir des accords sociaux
extrêmement généreux qui font l'objet d'un consensus total entre le
patron et l'employeur. Malheureusement, dans les matières qui sont
les nôtres, en soins de santé et affaires sociales, nos ambitions sont
parfois freinées en fonction des moyens mis à disposition.
15.04 Minister Rudy Demotte:
Inderdaad, op ons domein wordt
ons streven soms afgeremd door
de beschikbare middelen.
15.05 Benoît Drèze (cdH): Monsieur le ministre, vous confirmez qu'il
existe un léger ou un grand fossé entre les ambitions conceptuelles et
les moyens mis à disposition. Tout ceci devra être évalué dans les
mois à venir.
15.05 Benoît Drèze (cdH): De
minister bevestigt dat er een kloof
gaapt tussen het streven en de
middelen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
La réunion publique de commission est levée à 12.38 heures.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 12.38 uur.