CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 925
CRIV 51 COM 925
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DES
F
INANCES ET DU
B
UDGET
C
OMMISSIE VOOR DE
F
INANCIËN EN DE
B
EGROTING
mercredi
woensdag
19-04-2006
19-04-2006
Après-midi
Namiddag
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE






























cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders ­ Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu inté-
gral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit des
interventions ; les annexes se trouvent dans une brochure
séparée (PLEN: couverture blanche; COM: couverture
saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken; de
bijlagen zijn in een aparte brochure opgenomen
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
Plenum
COM
réunion de commission
COM
Commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 925
19/04/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i

SOMMAIRE
INHOUD
Interpellation de M. Paul Tant à la vice-première
ministre et ministre du Budget et de la Protection
de la consommation sur "l'accord secret entre le
ministre et le secteur pétrolier" (n° 837)
1
Interpellatie van de heer Paul Tant tot de vice-
eerste minister en minister van Begroting en
Consumentenzaken over "het geheime akkoord
tussen de minister en de
petroleumsector" (nr. 837)
1
Orateurs: Paul Tant, Freya Van den
Bossche
, vice-première ministre et ministre
du Budget et de la Protection de la
consommation, Trees Pieters
Sprekers: Paul Tant, Freya Van den
Bossche
, vice-eerste minister en minister van
Begroting en Consumentenzaken, Trees
Pieters
Motions
15
Moties
15
CRIV 51
COM 925
19/04/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DES FINANCES ET
DU BUDGET
COMMISSIE VOOR DE FINANCIËN
EN DE BEGROTING
du
MERCREDI
19
AVRIL
2006
Après-midi
______
van
WOENSDAG
19
APRIL
2006
Namiddag
______

La séance est ouverte à 15.36 heures par M. François-Xavier de Donnea, président.
De vergadering wordt geopend om 15.36 uur door de heer François-Xavier de Donnea, voorzitter.
01 Interpellatie van de heer Paul Tant tot de vice-eerste minister en minister van Begroting en
Consumentenzaken over "het geheime akkoord tussen de minister en de petroleumsector" (nr. 837)
01 Interpellation de M. Paul Tant à la vice-première ministre et ministre du Budget et de la Protection
de la consommation sur "l'accord secret entre le ministre et le secteur pétrolier" (n° 837)
01.01 Paul Tant (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, collega's, ik wou vooraf de minister even feliciteren met de
timing die zij in het dossier heeft weten aan te houden. Op het
gepaste moment kwam zij immers met haar mededeling. Er zijn
ondertussen drie weken verstreken. De aandacht van publiek en
media zal ongetwijfeld een beetje verzwakt zijn.
01.02 Minister Freya Van den Bossche: Mijnheer Tant, u hebt niet te
klagen. Kijk maar naar deze bank.
01.03 Paul Tant (CD&V): Mevrouw de minister, ik klaag niet. Ik stel
alleen vast. Ik ken de politiek al enige tijd. De korte termijn waarop
een probleem in de actualiteit kan worden gehouden, is een van de
kenmerkende eigenschappen geworden. Niemand zal dat loochenen.

Mevrouw de minister, het akkoord dat u met de sector hebt gesloten,
blijft ­ dat wordt door dezelfde media ook enigszins bevestigd ­ op
een aantal punten wazig, onduidelijk en hier en daar enigszins
geheimzinnig. Via mijn interpellatie ­ dat kan u goed uitkomen,
mevrouw de minister ­ proberen wij het probleem te verhelpen.

Mijnheer de voorzitter, ik probeer de zaken in hun context te plaatsen.

De directe aanloop naar de petroleumgeschiedenis is, wat mij betreft,
de goedkeuring van de Apetra-wet. De wet werd op 1 december 2005
door de Kamer goedgekeurd.

De collega's zullen zich wel herinneren dat de minister toen op de
grootste spoed had aangedrongen. Het kon allemaal niet snel genoeg
gaan, en terecht. België was immers al een aantal keren met de
vinger gewezen, omdat het niet in staat bleek op een behoorlijke wijze
de voorraadverplichting na te komen die het op zich moest nemen.
Bijgevolg had de minister een goed argument om de spoed te
bepleiten.
01.03 Paul Tant (CD&V):
L'accord conclu par la ministre
avec le secteur pétrolier reste
imprécis sur plusieurs points. Cet
accord résulte directement de
l'approbation, le 1
er
décembre
2005, de la loi relative à l'Apetra.
01.04 Minister Freya Van den Bossche: Hebt u het over minister
19/04/2006
CRIV 51
COM 925
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
Verwilghen?
01.05 Paul Tant (CD&V): Ik heb het inderdaad over minister
Verwilghen. Ik start dus met de minister waarmee ik ook in de
commissie voor het Bedrijfsleven af en toe te doen heb. Daardoor ken
ik ook het verloop van zaken op dat vlak relatief goed.

Essentieel is ­ dat wil ik toch even in herinnering brengen ­ de grote
spoed waarmee alles moest gebeuren. De minister werd daarin
bijgevallen door de integraliteit van de commissie. Zelfs een groot
deel van de plenaire vergadering geloofde hem. De tekst werd
trouwens bijna eensgezind door de Kamer goedgekeurd, dus ook met
steun van de oppositie.

De minister zei in het kader van de hoorzittingen, dus een tijdje aan
de bespreking van de wet voorafgaande, dat het voorbereidende werk
van de wet klaar moest zijn tegen 1 december 2005 en dat Apetra, de
instantie die de voorraad moet beheren, de facto zou bestaan tegen
eind december 2005.

Tot op dat ogenblik, niets dan goede intenties.

Het tij zou vrij snel keren, mevrouw de minister. Begin februari
signaleert de sector ons ­ ik beklemtoon dit ­ dat er een link bestond
tussen enerzijds de uitvoering van de Apetra-wet en, anderzijds de
terugbetaling van de ondertussen afgedwongen bijdrage zoals ze
eerst werd genoemd. Later bleek het een lening te zijn. Ik heb het
over de fameuze 100 miljoen euro die nodig was om de begroting
sluitend te maken. U herinnert zich dat we het daarover met mekaar
hebben gehad.

Nadat ons deze link was gesignaleerd en er met de uitvoering van de
wet werd getemporiseerd, ondervroegen we minister Verwilghen
daarover. Hij loochende die link maar deelde ons wel mee ­ onze
interpellatie werd ontwikkeld op 14 februari ­ dat 1 juli de vroegste
datum van inwerkingtreding van de wet zou zijn. Eerst had hij de
datum van 1 april vermeld. Minister Verwilghen voegde eraan toe nog
steeds te blijven streven naar 1 april als datum.

Mevrouw de minister, ik kom tot u. Diezelfde link wordt thans vermoed
met betrekking tot de 12 miljoen. U loochent dit en blijft tot op heden
herhalen dat het om een vrijwillige bijdrage gaat zonder tegenprestatie
van de regering.

Mijnheer de voorzitter, graag zou ik nog even de omstandigheden in
herinnering brengen die op de valreep van de begrotingscontrole
leidden tot het akkoord over de 12 miljoen.

Mevrouw de minister, in de loop van februari en maart liet de sector ­
u zal dat met argusogen hebben gevolgd ­ een aantal keren weten
niet bereid te zijn tot enige bijkomende financiële inspanning. Om de
minister toe te laten om minstens het gezicht te redden ­ daar zijn
goede redenen voor, zou ik zeggen ­ werden onderhandelingen
gestart om de sector ervan te overtuigen hoe dan ook een bijdrage te
leveren zoals de minister altijd had aangekondigd. Er moest en zou
een bijdrage zijn!

Wat mij opgevallen is, mevrouw de minister, in de verhalen die ik hier
01.05 Paul Tant (CD&V): Le
ministre Verwilghen avait insisté
alors, à juste titre d'ailleurs, pour
qu'il soit fait diligence car la
Belgique avait déjà été plusieurs
fois rappelée à l'ordre pour non-
respect de ses obligations en
matière de stocks. Les
parlementaires, qui avaient pris
conscience de l'urgence du
dossier, avaient approuvé la loi à
l'unanimité. Pendant les travaux
préparatoires de la loi, le ministre
avait déjà déclaré que l'Apetra,
l'instance chargée de la gestion
des stocks, devrait avoir été mise
en place de facto pour la fin de
l'année 2005.

On allait cependant assister à un
revirement de situation. Début
février 2006, le secteur signalait
qu'il y avait un lien entre
l'exécution de la loi Apetra et le
remboursement de la fameuse
contribution de 100 millions
d'euros qui s'est ensuite avérée
être un emprunt. M. Verwilghen a
démenti ce lien et a annoncé que
la loi n'entrerait probablement en
vigueur que le 1
e
juillet, même s'il
maintenait l'objectif du 1
e
avril.

Nous soupçonnons actuellement
l'existence d'un lien du même
genre dans le cadre des 12
millions d'euros que représente
finalement la contribution du
secteur. Selon la ministre du
Budget, il s'agit d'une contribution
libre qui ne sera pas compensée
par le gouvernement.

Dans le courant des mois de
février et mars, le secteur a fait
savoir à plusieurs reprises qu'il
n'était pas disposé à consentir de
nouveaux efforts financiers. Des
négociations ont donc été
entamées pour que la ministre
puisse sauver la face. Pour ce
faire, elle a appliqué la procédure
du confessionnal, c'est-à-dire
qu'elle a négocié non pas avec le
secteur en tant que tel mais
séparément avec chaque
CRIV 51
COM 925
19/04/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
en daar heb gehoord, is dat u bij die onderhandelingen gebruik hebt
gemaakt van de biechtstoelprocedure. U hebt dus niet onderhandeld
met de sector als geheel, maar hebt wel de diverse
petroleumfederaties los van elkaar ontvangen. Ik kom daar straks
even op terug, want dat valt op.

Om een lang verhaal kort te maken, uiteindelijk werd met sommige,
zeg maar grote spelers ­ ik heb het dus over raffinaderijen en de
grotere bedrijven die een grotere omzet realiseren ­, een akkoord
bereikt dat strandde op 12 miljoen euro. Ik sta daar niet verder bij stil.
Er was een hele evolutie van 100 over 65 en 15 tot uiteindelijk 12
miljoen euro. De vraag is evenwel of het hier een vrijwillige en dus
eenzijdige bijdrage betreft, zonder tegenprestaties, zoals u altijd hebt
volgehouden.

Laat ik vooreerst onderstrepen, voorzitter, dat het woordje gratis bij
onderhandelingen over een economisch probleem en met
economische spelers eigenlijk niet bestaat. Dat zal iedereen u
zeggen. Dat doet ons dus op zich al de wenkbrauwen fronsen. Ik geef
u mee, mevrouw de minister, dat gratis weliswaar een beleidslijn is
voor sommige politici, maar dat u verantwoordelijke bedrijfsleiders dat
woord iets moeilijker zult kunnen ontfutselen.

Mevrouw de minister, wat mij betreft staat het echter vooral als een
paal boven water dat er een direct verband bestaat tussen de timing
van de uitvoering van de Apetra-wet en de zogenaamde vrijwillige
bijdrage. Onze overtuiging gaat vooral terug, naast de redenering van
daarstraks, op de verklaringen van onderhandelaars die mee aan tafel
zaten. Ik heb mij de moeite getroost om op de dag waarop u werd
ondervraagd in het Parlement, een aantal van die mensen te
contacteren. We kenden hen, omdat ze hier ten tonele zijn
verschenen voor de hoorzitting. Het was dus geen groot probleem om
hen te contacteren. Een aantal van die onderhandelaars hebben zelf
zeer nadrukkelijk gesteld dat bij hen al lang het vermoeden bestond ­
het woord dat zij gebruiken, was het woord "aanvoelen" ­ dat er een
verband bestond tussen het getalm dat de regering aan de dag legde
bij de uitvoering van de wet en de terugbetaling van de
stookolielening, met of zonder intrest. Dat is op dit ogenblik een detail
geworden.

Zeker is wel dat sommige van de minder grote spelers altijd hebben
volgehouden dat er eigenlijk ook intrest moest worden betaald op die
lening, maar ik ga daar niet op in. Dat is niet wat wij beweren, maar
wat die mensen ons hebben gezegd. Zij zeggen dat ze daar recht op
hebben, want zij hebben moeten lenen om hun aandeel in de 100
miljoen vanwege de begrotingsproblemen aan de regering ter
beschikking te kunnen stellen.

Bovendien, mevrouw de minister, het uitstel zelve en vooral sommige
modaliteiten van de uitvoering hebben wel degelijk veel belang voor
de sector.

Wat het uitstel betreft, wil ik het volgende zeggen voor degenen die
niet direct met de problematiek zijn vertrouwd. Tot zolang de Apetra-
wet niet effectief van toepassing is, staat de sector zelf in voor het
aanhouden van de strategische voorraden en wordt hij hiervoor
vergoed. Zulks geldt in het bijzonder voor de grote spelers. De
vergoeding neemt de vorm aan van de betaling voor de tickets die ze
fédération. Un accord a finalement
pu être dégagé autour de la
maigre somme de 12 millions
d'euros.

Il n'est toujours pas établi
clairement qu'aucune contrepartie
ne sera exigée pour cette
contribution. La notion de gratuité,
très appréciée par certains
politiques, n'intervient nullement
dans le cadre de négociations
avec des acteurs économiques. Je
ne doute nullement du fait qu'il
existe un lien entre le report de
l'entrée en vigueur de la loi dite
APETRA et la contribution du
secteur. Les négociateurs me
donnent eux-mêmes raison sur ce
point: ils pensent également qu'il
existe un lien entre les deux.

Quelques opérateurs moins
importants ont toujours maintenu
que des intérêts devaient aussi
être payés sur le prêt puisqu'ils
devaient emprunter eux-mêmes
pour avancer l'argent au
gouvernement.

Le report de l'exécution de la loi
Apetra a bel et bien son
importance pour le secteur. En
effet, tant que cette loi n'est pas
d'application, le secteur assure lui-
même le maintien des réserves
stratégiques et ce sont surtout les
grands opérateurs
qui sont
indemnisés à ce titre. Les petits
opérateurs ne bénéficient pas de
cet avantage. C'est entre autres
pour supprimer cette inégalité que
le Parlement a adopté la loi
Apetra: à partir du moment où
l'État reprend l'obligation de
disposer de réserves, la lutte entre
les petites et les grandes
entreprises se joue à armes
égales. Est-ce donc fortuitement
que l'on tarde à exécuter une loi
qui touche principalement les
grands ?

Les grands acteurs qui trouvent
leur intérêt dans ce report sont
donc incidemment aussi les
entreprises qui ont fourni une
contribution financière. Il s'agit en
19/04/2006
CRIV 51
COM 925
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
krijgen. De grote maatschappijen worden geacht fysiek de voorraden
aan te houden. De kleintjes kunnen schuilen bij de groten, maar
moeten daarvoor betalen. Het uitstel van uitvoering komt dus
bijzonder goed uit voor de grote spelers, want die kunnen
ondertussen de inkomsten die het aanhouden van de voorraden hun
verschaft, incasseren zonder bijkomende investering. Met andere
woorden, er is een belang van de sector, zeker wat de grote spelers
betreft, niet wat de kleintjes betreft.

Het kan een beetje raar lijken. Waarom geldt dat voor de kleintjes
niet? Als de voorraadverplichting door de overheid wordt opgenomen,
strijden de grote en de kleine bedrijven met gelijke wapens. Dat was
tot op vandaag niet het geval. Het Parlement heeft dat trouwens
aangevoeld en heeft de Apetra-wet mede vanuit die overweging
goedgekeurd. Hoe dan ook, het uitstel van uitvoering komt zeer goed
uit voor de grotere spelers. Is het dan toeval, mevrouw de minister,
dat niettegenstaande de grote haast waarmee over de wet moest
worden gestemd, zolang wordt getalmd met de uitvoering ervan?
Eerst was gepland dat de wet uitvoerbaar werd op 1 april, nadien was
ze uitvoerbaar op 1 juli en ondertussen zitten we op 1 oktober, als ik
het allemaal goed heb begrepen, al is daarover nog altijd enige
onduidelijkheid. Het zou goed zijn, mocht die onduidelijkheid kunnen
worden opgeheven.

Het eigenaardige is ­ in een aantal bladen las ik dat toeval in de
Wetstraat niet bestaat en ik ben dezelfde mening toegedaan ­ dat het
precies diezelfde grote spelers zijn die over de brug gekomen zijn met
de 12 miljoen en niet de kleinere. Degenen die dus belang hadden bij
het uitstel van de uitvoering zijn dezelfden als degenen die met de
centen over de brug zijn gekomen. Het getalm moest dus
klaarblijkelijk dienen om de sector in de tang te houden, in het
vooruitzicht van het al dan niet terugbetalen, met of zonder intrest,
van de oorspronkelijke aangegane bijdrage, die nadien een lening
bleek te zijn.

In feite staan we nu reeds voor een uitstel. Ik probeer redelijk te
blijven: ik neem aan dat het moeilijk was om die wet uitvoerbaar te
maken binnen het bestek van een paar maanden. De minister had
zich evenwel geëngageerd tegen 1 april. Nu spreekt men ­ en
daarover wou ik u uitleg vragen ­ over 1 oktober. Het verschil is, om
precies te zijn: zes maanden. Om dat in economisch-financiële
termen te vertalen: de sector zelf heeft ons voorgerekend dat het
aanhouden van een dag voorraad 0,8 miljoen euro vertegenwoordigt.
Als we nu spreken over zes maal 30 dagen, dan spreken we over 180
dagen: dat is dus geen klein bier, in tegenstelling tot wat men er soms
probeert over te zeggen.

Wat anderzijds de uitvoeringsmodaliteiten betreft is het een klein
beetje moeilijk. Mevrouw de minister, de dag zelf waarop u de
mededeling hebt gedaan in het Parlement werd me dit langs alle
kanten bevestigd: over die uitvoeringsmodaliteiten werd tegelijk ­
minstens parallel ­ onderhandeld met de sector. U kan zeggen dat
dat niets met mekaar heeft te maken, maar maak dat maar aan de
ganzen wijs, dat gelooft niemand. Er is een zodanige coïncidentie die
door de tijd alleen al wordt bewezen en er is, door de financiële
consequentie, ook een onloochenbaar belang in deze. Ik weet wel dat
het probleem soms iets te ingewikkeld is om er de bredere bevolking
voor te sensibiliseren, maar men hoeft toch geen grote geleerde te
l'occurrence d'un report de six
mois puisqu'il est désormais
question du 1
er
octobre, alors que
la constitution d'un stock d'une
journée représente 0,8 million
d'euros. Nul besoin d'avoir inventé
la poudre pour comprendre que
les négociations sur les deux
dossiers, la mise en oeuvre
d'Apetra et la contribution à
l'allègement de la facture de
mazout se sont déroulées
simultanément et en parallèle.

Le texte de loi adopté stipulait que
les sociétés importantes devraient
conserver des stocks gratuitement
pendant les cinq premières
années, indépendamment du
stock conservé par les autorités.
Un scénario de réduction est
toutefois prévu dès le moment où
plus de 100 millions de tonnes
sont négociées par an. Au
moment des auditions déjà, les
représentants du secteur avaient
néanmoins dit clairement qu'il ne
pouvait être question d'une
obligation de stockage gratuit. En
effet, la gratuité est un concept
inexistant dans le contexte
économique. Le principe figure
pourtant ainsi dans la loi. Selon M.
Verwilghen, l'obligation de
stockage est comprise entre dix et
vingt jours et est dès lors
relativement vague. Le scénario
de réduction devait finalement être
réglé par le Roi: les sociétés qui
vendent plus de 100 millions de
tonnes par an, doivent constituer
un stock obligatoire pendant
quinze jours. Dans le texte
original, le ministre parlait
également de "réduction linéaire",
alors que peu avant le vote, cette
expression a été changée en
"réduction progressive". En ce qui
nous concerne, l'ensemble de ces
éléments font partie du
compromis, une compensation
économique pour la contribution
prétendument volontaire de 12
millions d'euros.

Ma question principale est donc de
savoir si un contrat a été conclu ou
non avec le secteur. La ministre a
CRIV 51
COM 925
19/04/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
zijn om in te zien dat dit geen toeval kan zijn, gezien de grootheid van
het belang.

In de goedgekeurde wet werd bepaald dat de sector zelf ­ het gaat
over de Apetra-wet ­ en met name de grote spelers gedurende de
eerste vijf jaar voorraden zullen moeten aanhouden, los van de
voorraad die de overheid aanhoudt. De minister heeft gezegd dat dit
rond de 75 dagen zal zijn wat door de overheid zelf zal worden
aangehouden. De wet bepaalt dat de sector nog altijd gratis
gedurende vijf jaar zelf een voorraad aanhoudt, zij het in een
afbouwscenario vanaf het moment dat men meer dan 100 miljoen ton
per jaar verhandelt. Verhandelt men meer dan 100 miljoen ton per
jaar, dan moet men ook zelf gedurende 15 dagen voorraden
aanhouden.

Collega's, het merendeel onder u zijn geen lid van de commissie voor
het Bedrijfsleven. Mag ik even in herinnering brengen dat op de
hoorzittingen de vertegenwoordigers van de sector ons zijn komen
zeggen dat die bepaling in het toen voorliggende wetsontwerp over
gratis voorraadverplichting nonsens was. Gratis bestond niet in die
context. Ze zijn zelfs zeer consequent geweest: de sector zelf heeft
amendementen gemaakt en laten verdelen onder de collega's van de
commissie, met de bedoeling die te laten indienen om daarmee een
einde te maken aan de gratis voorraadverplichting. Dat had
economisch dus wel enig belang. Collega Pieters herinnert zich wel
dat bij alle partijen werd gepleit om de voorraadplicht niet in de wet op
te nemen. Toch hebben wij de wet zo goedgekeurd. Wij met zijn allen,
mevrouw de minister, dit voor de duidelijkheid.

Tijdens de bespreking van de Apetra-wet was er vanwege minister
Verwilghen sprake van een voorraadplicht tussen tien en twintig
dagen. Dat was wat algemeen en onduidelijk. Vooral het
afbouwscenario uit die periode wat uiteindelijk vijftien dagen werd,
was niet duidelijk. Dat moest trouwens door de Koning worden
geregeld.

Het eigenaardige was trouwens dat minister Verwilghen, u zal zich dat
nog herinneren, in zijn oorspronkelijke tekst sprak over lineaire
afbouw. Net voor de stemming veranderde hij dat in graduele afbouw.
Ik zeg het u eerlijk, ik begrijp het nog steeds niet goed. Waarom was
het ene woord beter dan het andere? Het had geen enkele legistieke
reden, zoveel is duidelijk.

Het werd door de onderhandelaars zelf verklaard, ook aan de pers.
Nadien heeft men opnieuw wat twijfel weten te zaaien. Er werd
uitdrukkelijk gezegd dat er tegelijk, parallel of op dezelfde plaats, werd
onderhandeld over de afbouw van de voorraadverplichting. die in de
wet in algemene termen was voorzien

Mevrouw de minister, het was voor de regering ­ iedereen zou het
aanvaarden mocht u het zo zeggen ­ trouwens een gedroomde kans
om het gesprek met de sector op gang te houden. Dit moest immers
nog worden uitgewerkt. Het kan geen toeval zijn dat dit op hetzelfde
moment gebeurde. Ik herhaal het, de mensen die met u aan tafel
hebben gezeten hebben het ons zo verteld.

Mevrouw de minister, ook dit is wat ons betreft een onderdeel van het
compromis. Het is eigenlijk een economische tegenprestatie voor de
d'abord prétendu qu'il en était bien
ainsi, promettant même, avec le
soutien du président de la
Chambre, de transmettre le
document à notre assemblée. Par
la suite, il n'a plus été question
que d'une notification du Conseil
des ministres, d'un acte unilatéral
et non d'une véritable convention.
Pour quelle raison a-t-on recouru à
cette procédure du confessionnal?
Peut-être parce qu'elle permettait
de conclure plus aisément des
accords avec les grandes
sociétés, les petites devant
idéalement être écartées?

Si les négociations ont duré
longtemps, c'est à notre avis parce
qu'elles concernaient non
seulement le montant du "beau
geste" mais également, à titre
compensatoire, le report de la loi
relative à l'Apetra. Sans le vouloir,
la ministre a elle-même fait le lien
quand elle a commencé à
énumérer devant les caméras les
mérites de l'Apetra.

N'est-il pas temps que nous
connaissions enfin la teneur réelle
de l'accord conclu? En dépit de
toutes les belles promesses, nous
n'avons en effet encore vu aucun
document. Comment le
gouvernement a-t-il finalement
convaincu le secteur? Pourquoi les
négociateurs étaient-ils finalement
disposés à fournir une contribution
financière? Le gouvernement a
pourtant usé de menaces et de
chantage à leur égard. Ces
méthodes n'ont en tout cas guère
profité à l'image de marque de
l'État. Or, le gouvernement utilise
précisément le climat
d'investissement belge comme
argument pour attirer les
investisseurs étrangers.

Un pays doté d'une économie
ouverte doit être axé sur les
investissements étrangers.
L'action du ministre, même s'il est
couvert par le gouvernement, est
contraire à une telle politique.
Nous avons appris de source
confidentielle que l'ambassade
19/04/2006
CRIV 51
COM 925
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
12 miljoen waarover het hier gaat, maar of ze ooit becijferd is
geworden weet ik niet.

Mevrouw de minister, ik had graag antwoord gekregen op volgende
vragen.

Is er nu ja of neen een overeenkomst geweest, een contract
afgesloten met de sector? Ik herinner mij dat u drie weken geleden in
het halfrond van de Kamer met stelligheid hebt gezegd dat er een
overeenkomst, een contract was. U werd daarin bijgevallen door
voorzitter De Croo toen u zei dat dit document binnen de kortste
keren aan de kamerleden ter beschikking zou worden gesteld.

Dezelfde avond, mevrouw de minister, bleek er dan weer geen
contract meer te bestaan, want u liet par voie de presse weten dat er
alleen maar een betekening was vanwege de Ministerraad. Het ging
om een eenzijdige akte maar geen overeenkomst. Op zichzelf is dat
wel wat ongebruikelijk wanneer men met mensen in een economische
sector onderhandelt. Ik heb zo het stille vermoeden, mevrouw de
minister, dat de biechtstoelprocedure moest dienen om afspraken te
maken met sommigen, die liefst aan anderen niet bekend werden,
met name met de groten, want die hadden wel enkele belangen op
het spel staan. Die belangen vloeien zowel voort uit het uitstel van de
uitvoering als uit de afbouw van de gratis voorraadverplichting.

Wat was de reden, mevrouw de minister, van de
biechtstoelprocedure? Ik ben met dat middel wellicht iets meer
vertrouwd dan u, niet wegens mijn zondiger leven, maar omdat die
binnen een bepaalde opvatting nog altijd een functie te vervullen
heeft. Dat u dat heeft gedaan, verwondert mij een beetje. Kunt u ons
eens zeggen waarom u voor die procedure heeft gekozen? Mevrouw
de minister, is het omdat er toch wel onderscheiden belangen in het
spel waren? Als het antwoord daarop ja is, dan is meteen geantwoord
op de vraag of het hier ging over een gratis geste, want dan is dat
klaarblijkelijk niet het geval. Het ging dan over belangen, waarover
moest worden onderhandeld.

Mevrouw de minister, u hebt een aantal dagen onderhandeld. Mij gaat
u niet overtuigen van het feit dat u dagen nodig hebt om over het
bedrag te spreken. Ik neem aan dat men het daarover niet meteen
eens is, maar dat u daarover dagen moet onderhandelen, I don't
believe it. Dat is naar mijn gevoel op zichzelf al ongeloofwaardig.

Is het juist, mevrouw de minister, dat bij die gelegenheid ook
gesproken werd over de uitvoering van de Apetra-wet? Mevrouw de
minister, u zult wellicht neen antwoorden. Weet u wat mij opgevallen
is in uw verklaring in zowel de Kamer als voor de camera's? Ik ben u
daar toen gezelschap komen houden. Ik heb mijn spiedende oor toen
te luisteren gelegd. Mij is het opgevallen hoe u plots de verdediging
van de Apetra-wet opnam.

Waarom zocht u een motivatie voor de overeenkomst die was bereikt
in de hoge kwaliteit van de Apetra-wet indien beiden niets met elkaar
te maken hebben? Kortom, u hebt zelf de aanleiding gegeven tot de
associatie tussen Apetra en de 12 miljoen, een associatie die
trouwens voor de hand lag.

Mevrouw de minister, andere vraag. Kunt u ons meedelen wat er écht
américaine a réagi de manière
négative. Dans l'intervalle, le
système des intérêts notionnels
est censé attirer de nouveaux
investisseurs mais tout cela est
remis en cause pour 12 millions
d'euros.

Nous avons enfin également dû
constater que les arrêtés
d'exécution de la loi Apetra,
annoncés depuis bien longtemps
déjà, ont été examinés et adoptés
par le conseil des ministres
précisément le lendemain de la
déclaration à propos des 12
millions. Dans ces conditions, qui
oserait encore nier que l'un est la
contrepartie formelle pour l'autre.
CRIV 51
COM 925
19/04/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
werd afgesproken? Op dit punt hebben we nog steeds geen enkel
document gezien. Niettegenstaande de dure eden van voorzitter De
Croo en uzelf hebben we tot op heden nog steeds niets gekregen! We
willen het echt graag weten.

Mevrouw de minister, nog een andere vraag. Waarom waren
sommige onderhandelaars bereid om u geld te geven? Een
merkwaardig beeld. Collega's, ik weet niet of u dit voldoende tot u laat
doordringen. De overheid bedreigt vertegenwoordigers uit een
bepaalde sector met bijkomende taksen en rechten. Deze term werd
herhaaldelijk aangehaald indien de sector niet bereid zou worden
gevonden om te betalen. Mocht een privé-persoon dit doen, dan zou
men spreken van chantage: iemand afdreigen dat hij betaalt ­ een
lening, bijdrage of nog iets anders ­, zo niet zal men hem wel weten
te vinden. Ik druk het lapidair uit, maar dat was de sfeer van die
dagen.

Mevrouw de minister, dat doet uw imago niet veel goed. Alleen al door
het opbod dat ontstond, beter gezegd het afbod, bent u overgekomen
als een echte pingelaarster. Een treurig beeld van een overheid,
collega's, als men omwille van de budgettaire situatie waarin zij
zichzelf heeft gemanoeuvreerd dit soort houding moet aannemen
tegenover een bepaalde sector. Deze houding mevrouw de minister,
op een ogenblik dat uw eerste minister het investeringsklimaat in
België als argument probeert te gebruiken om buitenlandse
investeerders aan te trekken.

Dat staat helemaal haaks op elkaar. Men stelt op die manier het
imago van het land bij buitenlandse investeerders zeker niet in een
gunstig daglicht. Dat lijkt mij nogal duidelijk. Het is tijd dat die historie
van de baan is. Het is de vraag of zij dat al helemaal is, maar wij
zullen eerst naar u luisteren.

Een land met een open economie als het onze is sterk op
buitenlandse investeringen aangewezen. Die zijn trouwens wat op de
terugweg. Wellicht was dat ook de reden waarom de eerste minister
zich de missie heeft opgelegd de verdediging van het
investeringsklimaat in België op zich te nemen. Mevrouw de minister,
wat u hebt gedaan, weliswaar gedekt door de regering, was echter net
het tegenovergestelde.

Ik weet uit vertrouwelijke bron dat bij het begin van de hele
geschiedenis een reactie is geweest van de Amerikaanse ambassade
in Brussel. Er is een onderhoud geweest tussen de ambassadeur en
de eerste minister. De ambassadeur heeft zich beklaagd over de
wijze waarop in die context werd geopereerd. Probeer dat niet te
ontkennen.

Aan het volgende heb ik mij altijd geweldig gestoord. De notionele
intrest ­ beeld u zich in ­ was het nieuwe element dat moest dienen
om investeerders aan te trekken, en misschien is dat ook zo.
Tegelijkertijd verprutst men echter dat imago, weliswaar voor 12
miljoen. Persoonlijk vind ik dat niet zo'n goede zaak.

Mevrouw de minister, ik kom tot mijn laatste vraag. Het is een simpele
vraag. Nadien hebben wij moeten vaststellen dat de
uitvoeringsbesluiten, die allang waren aangekondigd, net de dag na
uw verklaring in de Kamer over de 12 miljoen in de Ministerraad
19/04/2006
CRIV 51
COM 925
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
werden behandeld en goedgekeurd. Wellicht was dat de honorering,
de formele tegenprestatie. Ik heb daarvoor geen andere uitleg.

Het zou mij veel plezier doen mocht u zo precies mogelijk willen
antwoorden op mijn vragen. In elk geval bedank ik ervoor dat ik de
gelegenheid kreeg om ze te stellen, mijnheer de voorzitter.
01.06 Minister Freya Van den Bossche: Ik zal zoveel mogelijk
antwoord geven op uw vragen, zelfs op vragen die betrekking hebben
op mijn collega Verwilghen, al denk ik dat u wellicht een aantal van uw
vragen of een deel van uw betoog zult moeten herhalen voor de
minister die uiteindelijk ook bevoegd is voor de Apetra-wet. U verwijt
mij immers enerzijds dat ik het erover heb, maar anderzijds stelt u mij
alle vragen en vraagt u mij te verduidelijken wat minister Verwilghen
wanneer gezegd en gedaan heeft. Het is niet mijn bedoeling om dat te
doen, maar ik geef u zo goed mogelijk antwoord op uw vragen.

Waarom moest daarover trouwens duidelijk worden
gecommuniceerd? Neem nu dat ik daar niet over zou communiceren
en dat mijn collega's daar niet over zouden communiceren, dan zou u
pas zeggen dat er iets wordt achtergehouden, dan zou u pas zeggen
dat er iets geheim is gebeurd. Dat vond ik niet opportuun. Het is
natuurlijk niet zo onlogisch dat op een moment waarop men
onderhandelt met de sector over die bijdrage, ook de andere dossiers
die betrekking hebben op die sector tijdens de onderhandelingen
worden gefinaliseerd. Is er dus een link, puur tijdsmatig? Ja. Als je
met de sector aan tafel zit, dan praat je ook over andere dossiers, dan
praat je ook over andere zaken. Is er echter een inhoudelijke link
tussen beide dossiers? Geenszins.

Ik herneem even het volledige petroleumdossier. De lening is
terugbetaald, zoals beloofd, vóór eind maart. Omdat zij op dat
moment is terugbetaald, moesten we daar geen intresten op betalen.
U zegt dat althans sommige bedrijven dat tegenspreken. Uw
fractiegenoot heeft dat ook tegengesproken en voorspelde zelfs een
intrest van 12 miljoen euro. Er is geen intrest betaald. Dat moest ook
niet. Voorts was er de bijdrage zelf. Zoals steeds gezegd door de
regering, zou er een bijdrage moeten komen van de petroleumsector
en zou de hoogte ervan samen met de maatregelen die nodig waren
om de bijdrage te kunnen innen, bekeken worden bij de
begrotingscontrole van eind maart. Mijnheer Tant, u kunt mij veel
verwijten maar toch niet dat eind maart vlak voor de paasvakantie
valt.
01.06 Freya Van den Bossche,
ministre: Quelques questions
doivent être adressées à
M. Verwilghen étant donné qu'il ne
m'appartient pas de préciser ses
déclarations.

Une communication claire est
nécessaire car à défaut, l'opinion
pense que certains éléments sont
tus. Les deux dossiers ont été
discutés en même temps avec le
secteur pour des raisons
pratiques, mais ils ne sont pas liés
quant à leur contenu.

Le prêt dans le cadre du dossier
pétrolier a été remboursé avant la
fin mars 2006, de sorte qu'aucun
intérêt n'a été porté en compte.
Par principe, le gouvernement
souhaitait que le secteur pétrolier
apporte effectivement une
contribution étant donné que de
nombreuses entreprises et
familles éprouvent des difficultés
pour payer leur facture d'énergie.
Le secteur peut bien entendu
engranger des bénéfices mais
nous estimions qu'un petit effort
pouvait quand même être
consenti. L'importance de cette
contribution et le mode
d'encaissement seraient fixés lors
du contrôle budgétaire de fin mars
2006.
01.07 Paul Tant (CD&V): Integendeel, ik heb u daarmee
gefeliciteerd mevrouw.
01.08 Minister Freya Van den Bossche: Waarom wilde de regering
een bijdrage? Uit principe. Als zoveel gezinnen en bedrijven het
moeilijk hebben om hun energiefactuur te betalen, dan levert de
regering een inspanning. De regering kan drie dingen doen. Ze kan
zelf die inspanning leveren, in haar eentje, ze kan die inspanning
uitstellen omdat dat nu eenmaal gemakkelijker is - men kan dat dan
vooraf inschrijven in de begroting - of ze kan de sector vragen om zijn
deel te doen.

Deze regering vindt dat wanneer gezinnen en bedrijven het heel
moeilijk hebben met hun energiefactuur en de regering een duidelijke
01.08 Freya Van den Bossche,
ministre: Le 29 mars 2006, le
gouvernement s'est accordé sur
une série d'aspects avec le
secteur pétrolier. Cet accord figure
clairement dans le compte rendu
des discussions bien qu'un accord
ne doive pas être écrit pour faire
foi. Il a été rendu public par un
communiqué de presse commun
et transmis au cabinet restreint à
CRIV 51
COM 925
19/04/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
inspanning doet, dat ook de sector zelf een inspanning kan of mag en
eigenlijk moet doen. Het weze de sector gegund dat het goed gaat. U
heeft ook de afgelopen weken kunnen lezen wat de winsten zijn. Het
is hen absoluut gegund dat de winsten groot en stijgend zijn, maar het
is ook duidelijk dat vele consumenten en bedrijven in het land nood
hadden aan een inspanning en dat die inspanning deels ook uit die
sector moest komen.

Het is dan ook op donderdag 29 maart dat de regering een aantal
afspraken met de Belgische petroleumsector heeft gemaakt. Het
verslag van die afspraken is ook duidelijk en geenszins geheim. Dat is
een akkoord. U weet overigens uit alles wat ons Belgisch recht
beslaat, dat een akkoord niet eens schriftelijk moet zijn om een
akkoord te zijn. Er is hier wel degelijk een schriftelijke neerslag van
dat akkoord. Men heeft een akkoord wanneer er een akkoord is en in
deze is het akkoord bevestigd door een gezamenlijke
perscommuniqué en door een verslag dat uiteindelijk ook als
notificatie aan de kern is meegedeeld. Het heeft geenszins een
geheim karakter.

De lezing daarvan is erg duidelijk wat mij betreft. Ten eerste: de
sector is bereid een bijdrage te leveren van 12 miljoen euro. De
bijdrage wordt verdeeld tussen de maatschappijen op basis van hun
respectievelijke voorraadplicht, met een minimumdrempel van
150.000 ton. Inderdaad, daar staat dat de groten meer betalen dan de
kleinen. Dat is natuurlijk ook niet zo onlogisch, want die groten
kunnen meer betalen dan de kleinen. Dat is meteen ook de reden
waarom het niet onbelangrijk was om met de Belgische
petroleumfederatie, die de groten groepeert, meer overleg te hebben
dan met de rest en andere delen van de sector.

We hebben overleg gehad met iedereen, maar het is niet onlogisch
dat we toch wat meer tijd en moeite investeerden om die gesprekken
te voeren met het gedeelte van de sector die uiteindelijk de bijdragen
zullen betalen.

Er staat ook dat de middelen zullen worden aangewend in initiatieven,
onderzoeken en projecten met het oog op langere termijn
energiebesparende maatregelen, bijvoorbeeld via een fonds. Wat
staat er nog in het verslag? Dat de bijdragen voor de sector niet
vertaald zullen worden in de parameters van een systeem van
maximumprijzen en dat een voor de sector belangrijke afspraak is dat
er in de toekomst regelmatig overleg zal zijn tussen de sector en de
overheid over de omstandigheden waarin de sector opereert in België
en de rechtszekerheid en competitiviteit in het internationaal kader.

Die afspraak is voor de sector van bijzonder groot belang. Zit er in het
akkoord, met andere woorden, iets in voor de sector? Absoluut, want
de sector vindt dat het een heel belangrijke afspraak is, omdat de
sector kan rekenen op rechtszekerheid. De competitiviteit van de
sector wordt immers door de sector samen met de regering op
regelmatige basis bekeken. De sector vond dat een heel belangrijke
afspraak.

Het was dus heel zeker een belangrijke afspraak voor de sector en
natuurlijk net zo goed voor de regering. Tenslotte, wanneer het goed
gaat met sectoren, gaat het goed met de werkgelegenheid in ons
land.
titre de notification. Rien de
mystérieux donc.

Le rapport est très explicite. Le
secteur est disposé à fournir une
contribution de 12 millions d'euros.
La contribution par entreprise est
fonction de son obligation de
stockage, un seuil minimal de
150.000 tonnes étant applicable.
Les grandes entreprises
contribuent donc davantage que
les petites, ce qui explique
pourquoi la concertation a été
menée de manière plus intensive
avec la Fédération pétrolière
belge, qui regroupe les grands
acteurs.

Par ailleurs, le rapport stipule que
les moyens seront affectés à la
recherche et aux projets en
matière d'économies d'énergie. En
outre, les contributions ne seront
pas reflétées dans les paramètres
d'un système de prix maximums.
Une concertation sera
régulièrement organisée entre le
secteur et les autorités à propos
des conditions dans lesquelles le
secteur opère, de la sécurité
juridique et de la compétitivité
internationale. Cet accord est
important pour le secteur comme
pour le gouvernement car un
climat économique favorable
profite à l'emploi.

Il a été communiqué au secteur
que la taxe de stockage sera
diminuée d'un euro lors de l'entrée
en vigueur de la loi. Les accords
sur la gestion des stocks et son
contrôle ne diffèrent pas des
déclarations de M. Verwilghen de
novembre 2005. Celui-ci avait
déclaré à l'époque que l'obligation
de stockage individuelle serait
graduellement supprimée au cours
des cinq premières années
d'activité d'Apetra. Après les
discussions en commission
parlementaire et la concertation
avec le secteur, l'obligation de
stockage individuelle a été fixée à
quinze jours. Elle sera réduite
annuellement de trois jours.
19/04/2006
CRIV 51
COM 925
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10

Wat staat nog in de afspraak? Inzake de nieuwe regelgeving
betreffende het voorraadbeheer en de controle daarop werd aan de
sector meegedeeld ­ dat is dus geen afspraak, in die zin dat het een
onderhandeling is ­ dat de voorraadheffing bij inwerkingtreding met 1
euro zal worden verlaagd.

De afspraken werden meegedeeld via een communicatie die door de
overheid en de sector gezamenlijk werd opgesteld.

Met betrekking tot de nieuwe regelgeving betreffende het
voorraadbeheer en de controle daarop werden geen afspraken
gemaakt die afwijken van wat minister Verwilghen daarover voordien
in de commissie heeft aangekondigd. Ik heb de verslagen er even op
nagelezen. Hoewel ik natuurlijk minister Verwilghen niet ben, heb ik
gemerkt dat uit het verslag duidelijk blijkt dat de individuele
voorraadplicht tijdens de eerste vijf werkingsjaren van Apetra wordt
afgebouwd. Bovendien antwoordt de minister dat het doel is om de
individuele voorraadplicht op vijf jaar tijd tot nul af te bouwen. De
voorraadplicht zal zich ergens tussen tien en twintig dagen situeren.
Uiteindelijk zijn het vijftien dagen geworden.

De afspraak wijkt dus inhoudelijk niet af van wat in november 2005
door de bevoegde minister in de commissie werd meegedeeld. Dat
weet u ook.

De sector wordt vandaag vergoed om voorraden aan te houden. De
overheid zal de voorraadverplichting geleidelijk ­ niet alles in een keer
­ overnemen. Op termijn zal zij, eens de volledige plicht zal zijn
overgenomen, de voorraad aanhouden tegen een lagere kostprijs dan
de sector.

De heffing die de sector ontvangt om voorraden aan te houden, is of
was echter geen cadeautje voor de sector. U stelt het voor alsof de
heffing simpelweg een inkomstenbron is voor de sector. Punt. Neen,
daartegenover staat vandaag de voorraadplicht. Met andere woorden,
het klopt niet wanneer u zegt dat het aanhouden van de
voorraadplicht gedurende een bepaalde tijd simpelweg zomaar een
voordelige inkomstenbron voor de sector is. Dat zou immers bijna
impliceren dat de sector zijn voorraadverplichting niet nauwgezet
nakomt. Als de sector doet wat hij moet doen, dan staat er inderdaad
geld tegenover de verplichting.

In verband met de voorraadverplichting van de petroleumbedrijven ­
wij hebben dit ook meegenomen in de voorbereidende
werkzaamheden voor de wet van 26 januari 2006 ­ was al
aangegeven dat de individuele bewaarplicht van de bedrijven werd
afgebouwd, en dat die, volgens de bevoegde minister van Energie, tot
nul zou worden gebracht. Dat was overigens al in november
meegedeeld.

Conform de wet zal ook de individuele voorraadplicht van 15 dagen
gedurende de 5 eerste werkingsjaren van Apetra gradueel worden
afgebouwd, in een tempo van 3 dagen per jaar - wat eigenlijk ook
lineair is, natuurlijk ­ om uiteindelijk te komen tot 0 dagen, zoals
eerder was gecommuniceerd.

In de parlementaire discussie ging het altijd over een aantal dagen
Le secteur est actuellement
indemnisé pour la conservation
d'un stock, mais les pouvoirs
publics vont progressivement
reprendre cette tâche. Le stock
sera alors conservé à un prix plus
bas. Le secteur doit remplir un réel
devoir en contrepartie du
prélèvement dont il bénéficie pour
la constitution de stocks. Le
prélèvement n'est donc pas un
simple cadeau.

Je me félicite de cet accord,
notamment parce que j'ai ainsi pu
respecter mon engagement relatif
à une contribution du secteur.
Selon moi, M. Verwilghen n'a pas
fait de déclarations contraires à la
vérité. Ce qui me réjouit
également, c'est qu'une
concertation régulière avec le
secteur est prévue au sujet de la
sécurité juridique et de la
compétitivité.
CRIV 51
COM 925
19/04/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
tussen 10 en 20. 15 ligt daar netjes middenin. Ook in de werkgroep,
volgend op de wet van 26 januari, werd 15 dagen steeds als
hypothese aangenomen. Die 15 dagen vindt men terug in de IKW's,
ook overigens in overleg met de sector. Dus, op dat vlak zijn er, meen
ik, alweer geen wijzigingen.

Het is een akkoord met de sector. Het is een akkoord waar ik
bijzonder blij mee ben, omdat ik op die manier een belofte gestand
heb kunnen houden dat wij een bijdrage van de sector zouden krijgen.
Dat was niet alleen voor mij maar voor de volledige regering
belangrijk. Naar mijn aanvoelen en op basis van de verslagen die ik
heb gelezen, heeft minister Verwilghen geen uitspraken gedaan die
achteraf inhoudelijk in de wet niet juist zouden zijn gebleken. U kunt
daarvoor natuurlijk met uw vragen wel terecht bij minister Verwilghen
zelf, maar ik vond het belangrijk alvast even hier de verdediging van
mijn collega op te nemen.

Wat er heel duidelijk in die afspraken met de sector zit en wat
belangrijk is voor de sector, is het geregelde overleg met het oog op
de rechtszekerheid en de competitiviteit van de sector. Dat is
inderdaad iets wat de sector aan ons heeft gevraagd en iets wat de
regering graag met de sector zal doen.

Dat is alles wat er is afgesproken.

De voorzitter: Mijnheer Tant, bent u tevreden met dat antwoord?
01.09 Paul Tant (CD&V): Mevrouw de minister, ik dank u voor het
antwoord. U hebt een aantal zaken verduidelijkt en, wat mij betreft,
zelfs significante antwoorden gegeven.

U verwijst mij naar minister Verwilghen voor een aantal van mijn
opmerkingen en vragen. Dat is terecht, als het gaat over de Apetra-
wet als dusdanig, maar daarover gaat het niet. Het gaat over het al
dan niet bestaan van een link tussen de overeenkomst die u hebt
bereikt enerzijds, en de vraag of er een compensatie is via Apetra,
anderzijds.

Over Apetra hebben wij trouwens ­ het is nuttig dat u dit hoort ­
gisteren, bij monde van mevrouw Pieters, minister Verwilghen
ondervraagd. Collega's, minister Verwilghen zei met de meeste klem
dat er geen enkel verband bestaat. Mevrouw de minister, u hebt het
anders gezegd.
01.09 Paul Tant (CD&V): Les
questions relatives à la loi Apetra
doivent effectivement être
adressées au ministre Verwilghen
mais je voulais savoir s'il y avait un
lien entre l'accord obtenu par Mme
Van den Bossche et une
éventuelle compensation par le
biais d'Apetra. Lorsque Mme
Pieters a interrogé le ministre
Verwilghen à ce sujet, celui-ci a
déclaré qu'il n'y avait aucun lien.
Je déduis cependant le contraire
de la réponse de Mme Van den
Bossche. Les personnes qui ont
négocié à propos d'Apetra se
trouvaient également autour de la
table avec Mme Van den Bossche.
01.10 Minister Freya Van den Bossche: Ik heb gezegd dat er met de
sector vanzelfsprekend ook werd gepraat over de andere dossiers,
maar er is geen link tussen die dossiers, anders dan een destijds,
amai!
01.10 Freya Van den Bossche,
ministre: La discussion a porté
simultanément sur plusieurs
dossiers mais il n'y a pas de lien
entre les différents dossiers.
01.11 Paul Tant (CD&V): Ik heb de tekst bij mij. Ik kan hem u
voorlezen. Het zal niet nodig zijn, want iedereen kan hem vinden in de
documenten van het huis.

Mevrouw Pieters heeft gevraagd: "een parallel in de tijd?" De heer
Verwilghen heeft gezegd dat er geen enkel verband was. Mevrouw de
19/04/2006
CRIV 51
COM 925
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
minister, de mensen die onderhandelen over de Apetra-wet, zijn de
mensen waarmee u aan tafel gezeten hebt. Kom mij niet zeggen dat
er alleen een toevallig verband in de tijd is. Ik zeg u dat het een het
andere mogelijk gemaakt heeft.
01.12 Minister Freya Van den Bossche: Leg mij dan eens uit wat er
inhoudelijk op de Apetra-wet werd toegegeven ten opzichte van
november, waarbij de sector wint. Niets, het is helemaal hetzelfde.
01.12 Freya Van den Bossche,
ministre: Par rapport à novembre
2005, la loi Apetra n'a pas été
modifiée au profit du secteur.
01.13 Paul Tant (CD&V): Mevrouw de minister, ik heb nog niet
gedaan. Ik beweer dat er alvast op dat punt een tegenstrijdigheid
bestaat tussen wat u zegt en wat minister Verwilghen zegt.

Ten tweede, wat de zogenaamde biechtstoelprocedure betreft, zegt u
dat het nogal logisch is dat u meer moeite gedaan hebt om diegenen
te overtuigen die belang hadden bij deze zaak.
01.13 Paul Tant (CD&V): Je
maintiens que les deux ministres
se contredisent. Il est logique que
lors de la procédure du
confessionnal, la ministre se soit
davantage efforcée de convaincre
ceux qui devaient payer et avaient
donc des intérêts dans le dossier.
01.14 Minister Freya Van den Bossche: Neen. Ik heb niet gezegd
"die belang hadden bij deze zaak". Het gaat om diegenen die gingen
betalen. Dat heb ik gezegd.
01.15 Paul Tant (CD&V): Juist. Wat is dat anders dan er belang bij
hebben? Daarmee toont u meteen aan wat de reden van uw
biechtstoelprocedure is. Dat is het verschil in belang van de grote
spelers en de kleine spelers. De grote spelers zijn trouwens diegenen
die met geld over de brug gekomen zijn. Die hebt u dus klaarblijkelijk,
omdat u wist dat hun belangen niet dezelfde waren en omdat u met
die belangen daadwerkelijk wou rekening houden. Anders is er geen
uitleg.
01.15 Paul Tant (CD&V): Les
grandes sociétés ont proposé de
l'argent parce que la ministre était
prête à tenir compte de leurs
intérêts.
01.16 Minister Freya Van den Bossche: Men spreekt op sommige
momenten toch ook apart met het VBO en met Unizo? Dat is toch ook
niet hetzelfde?
01.17 Paul Tant (CD&V): Dat is dus de reden. Mag ik u vragen mij
niet voortdurend te onderbreken. U hebt zich voldoende ingespannen
onmiddellijk na uw mededeling om alles zodanig voor te stellen dat
het min of meer acceptabel was. U hebt gezegd dat 12 miljoen veel
geld is. U hebt het omgezet in Belgische frank om dat aan te tonen.
Dat was toch een gecharmeerde voorstelling van zaken.

U hebt gezegd dat het een bijdrage om niet is, maar ondertussen zegt
u zelf dat het eigenlijk niet om niet is. U hebt zelfs in de keuze van de
procedure waarmee u onderhandeld hebt, op voorhand rekening
gehouden met de belangen die op het spel stonden.

Bovendien is er de onmiskenbare relatie in de tijd. U zegt zelf dat er
een relatie bestond in de tijd, vermits het daar gaat over dezelfde
mensen. Mevrouw de minister, u kan ons veel wijsmaken, maar kom
ons in godsnaam niet zeggen dat ze van pet verwisselden en ook van
verstand verwisselden, dat ze de ene keer zus en de andere keer zo
handelden.

Mevrouw de minister, ik heb nog één spitse vraag. Wanneer zijn de
10 tot 20 dagen 15 dagen geworden?
01.17 Paul Tant (CD&V): La
ministre a également tenté de
gonfler artificiellement la somme
promise de 12 millions d'euros en
la convertissant en anciens francs.
L'essentiel est pour nous que la
contribution n'a pas été accordée
sans contrepartie. Une fois de
plus, dans le choix de la procédure
de négociation, les intérêts des
différentes parties ont été pris en
compte.

La ministre a parlé simultanément
des deux dossiers avec les
mêmes personnes. N'essayez pas
de nous faire croire que les
représentants du secteur ont
toujours scrupuleusement dissocié
les deux dossiers.

Quand a-t-il été décidé de porter
CRIV 51
COM 925
19/04/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
Waar is dat overeengekomen? Wanneer zijn de 10 tot 20 dagen
vrijwillige, gratis voorraadverplichting 15 dagen geworden? Waar is
dat overeengekomen? Niet bij minister Verwilghen, meen ik te weten.
l'obligation de stockage à quinze
jours? Quand même pas à la suite
des négociations avec M.
Verwilghen?
01.18 Minister Freya Van den Bossche: Ik wil de verslagen erop
nakijken. Volgens mij was dat op voorstel van minister Verwilghen. In
de werkgroepen in januari is men met de 15 dagen op de proppen
gekomen, en ook in het overleg met de sector.
01.18 Freya Van den Bossche,
ministre: C'était une proposition
que le ministre, M. Verwilghen,
avait avancée en janvier.
01.19 Paul Tant (CD&V): Maar dat was los van het overleg. Of: in
het overleg gekomen? Ah, goed.
01.20 Minister Freya Van den Bossche: Ook. Hij heeft natuurlijk
overlegd met de sector.
01.21 Paul Tant (CD&V): Ik denk dat dat...
01.22 Minister Freya Van den Bossche: Mag ik zeggen wat ik te
zeggen heb? Minister Verwilghen heeft natuurlijk ook over Apetra
overlegd met de sector. Op welke data en met wie hij dat heeft
gedaan, moet u aan hem vragen. Dat overleg is niet noodzakelijk
hetzelfde als het overleg over de bijdrage, dat is gestart tijdens de
begrotingscontrole. Dat weet u.
01.22 Freya Van den Bossche,
ministre: Bien, sûr, M. Verwilghen
a aussi mené une concertation
avec le secteur et il a également
évoqué la loi relative à l'Apetra.
Mais vous n'ignorez pas que cette
concertation n'est pas celle
concernant la contribution du
secteur pétrolier, qui s'est
seulement déroulée lors du
contrôle budgétaire.
01.23 Paul Tant (CD&V): Het is niet hetzelfde, maar het is wel
gerelateerd.
01.23 Paul Tant (CD&V): Mais il
y a bel et bien un rapport.
01.24 Minister Freya Van den Bossche: In januari is men gestart
met de concretisering van Apetra en daar heeft men het onmiddellijk
gehad over de 15 dagen.

Ten slotte wil ik er nog wel op wijzen dat de inhoud van het genomen
KB de dag na het akkoord negatieve reacties van de sector heeft
uitgelokt. De sector vond het geen positieve zaak dat ze niet meer
werd vergoed voor die voorraadverplichting, ook al wordt die ­ zoals is
vastgelegd ­ afgebouwd. Ik had niet de indruk dat de sector het een
fantastisch nieuw cadeau vond. Integendeel, hij vond het veeleer een
inspanning om nog gedurende 5 jaar, voor een steeds minder groot
aantal dagen, nog een voorraadverplichting te moeten aanhouden.
01.24 Freya Van den Bossche,
ministre: L'arrêté royal a d'ailleurs
suscité des réactions négatives de
la part du secteur. Le fait que
l'obligation de stockage n'est plus
indemnisée mais qu'elle doit
encore être maintenue pendant
cinq ans - fut-ce pendant un
nombre de jours inférieur - , n'est
pas vraiment considéré comme un
cadeau.
01.25 Paul Tant (CD&V): Het ontbreekt er nog aan dat ze halleluja
zingend ­ het is er de periode voor ­ door de straten zouden lopen,
denkend: we zijn erin geslaagd om die voorraadverplichting af te
bouwen. U weet zeker zo goed als ik dat als men ­ en sourdine, want
we hebben er niks over op papier gezien ­ dat soort van deals sluit,
men stilletjes zwijgt over de voordelen die men heeft binnengehaald,
die hoe dan ook niet min zijn.

Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, ik sluit af met een
pijnlijke conclusie. U hebt een gecharmeerde, voor mij voor een goed
stuk gefingeerde, versie gebracht van het akkoord zoals het is
totstandgekomen. U begint een beetje in hetzelfde euvel te hervallen.
01.25 Paul Tant (CD&V): Dans
ce genre d'accords, les avantages
obtenus sont toujours passés sous
silence.

Mme Van den Bossche répète
l'erreur qu'elle avait commise dans
le cadre de la contribution du
secteur pétrolier. Tout comme elle
avait prétendu à cette occasion
que le prêt du secteur serait une
contribution gratuite, elle présente
19/04/2006
CRIV 51
COM 925
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
De vorige keer probeerde u ons wijs te maken dat het ging over een
bijdrage, gratis en voor niets. Nadien bleek het een lening te zijn. Nu
hebt u gezegd dat het een vrijwillige bijdrage is. Dat is het verhaal dat
u hebt gebracht.

Ondertussen is gebleken dat dit niet zo is. Het zou u tot eer strekken
als u dat meteen had gezegd. Wat is er nu op tegen om te zeggen dat
u een akkoord hebt gemaakt, maar er wel voor hebt gezorgd dat de
sector een bijdrage levert? Dan zou er inderdaad een ander beeld
naar voren zijn gekomen, een beeld dat niet hetgene is van wij gaan
op uw hoofd zitten en betalen zul je en dat beeld moet u volhouden
want het is een gratis gift. Dat komt niet met de werkelijkheid overeen.
à présent une version enjolivée et
en partie fictive de l'élaboration de
l'accord. Pour nous, il est clair qu'il
est question non d'une mesure
appliquée sur une base volontaire
mais bien d'un marché dûment
négocié. La ministre aurait gagné
à l'avouer.
De voorzitter: Mijnheer Tant, u bent reeds vijftig minuten bezig. Ik heb u twee interpellaties gegund.
01.26 Paul Tant (CD&V): Mijnheer de voorzitter, geef toe, het was de
moeite.
01.27 Minister Freya Van den Bossche: Mijnheer de voorzitter, ik wil
gewoon zeggen dat ik ook in het Parlement heb aangekondigd op de
dag zelf, dat zat ook duidelijk vervat in de communicatie, in het
communiqué, ik heb het die avond ook in Terzake gezegd, dat er
geregeld overleg met de sector zou zijn, dat zij dat bijzonder
appreciëren en dat dit hetgeen is wat de sector aan ons heeft
gevraagd en ook heeft gekregen. Dat heb ik altijd gezegd.
01.27 Freya Van den Bossche,
ministre: Le communiqué de
presse est clair. Je l'ai explicité le
jour-même au Parlement ainsi
qu'à l'émission "Terzake". Il y aura
bel et bien une concertation avec
le secteur, ce qu'apprécie ce
dernier.
01.28 Paul Tant (CD&V): Mevrouw de minister, het enige verschil is
dat u steeds hebt gesproken over een vrijwilligheid. De waarheid is
dat het een onderhandelde overeenkomst is zoals het in die sector, in
die sfeer gebruikelijk is. Het is donant donant. U hebt opnieuw een
mooiere versie gegeven dan de werkelijkheid inhoudt, draai het en
keer het zoals u wilt.
01.28 Paul Tant (CD&V): À la
seule différence que la ministre a
évoqué le caractère libre de la
mesure, alors qu'en réalité, il
s'agissait d'une négociation basée
sur des concessions de part et
d'autre. La ministre aime trop
édulcorer la vérité.
De voorzitter: Ieder zijn waarheid.
01.29 Paul Tant (CD&V): Mijnheer de voorzitter, het is meer dan dat.
De voorzitter: L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
01.30 Paul Tant (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik wil nog een motie
indienen.

(...): Het is te laat.
01.31 Paul Tant (CD&V): Neen, het is niet te laat. Ik heb nog nooit
geweten dat men op het einde van een zitting een motie weigert.
01.32 Trees Pieters (CD&V): Men had een eenvoudige motie klaar,
dus het is niet te laat.
01.33 Paul Tant (CD&V): Mijnheer de voorzitter, collega's, de inhoud
van de motie strekt er doodeenvoudig toe er bij de regering op aan te
dringen volledig inzage te krijgen.
CRIV 51
COM 925
19/04/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
(...): Het is te laat. Men heeft gezegd dat het incident gesloten is.
01.34 Paul Tant (CD&V): Het is niet te laat. Dan zullen wij in een
andere context ook hetzelfde spelletje spelen als het zo gaat.
Mijnheer de voorzitter, ik dring aan.

(...): (...)
Moties
Motions

Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.
En conclusion de cette discussion les motions suivantes ont été déposées.

Een motie van aanbeveling werd ingediend door mevrouw Trees Pieters en door de heer Paul Tant en luidt
als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellatie van de heer Paul Tant
en het antwoord van de vice-eerste minister en minister van Begroting en Consumentenzaken,
dringt er bij de regering op aan
binnen de kortste keren volledige klaarheid te krijgen over de engagementen die de regering heeft
aangegaan tegenover de petroleumsector als compensatie voor de 12 miljoen bijdrage die ze van diezelfde
sector ontving."

Une motion de recommandation a été déposée par Mme Trees Pieters et par M. Paul Tant et est libellée
comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de M. Paul Tant
et la réponse de la vice-première ministre et ministre du Budget et de la Protection de la consommation,
insiste auprès du gouvernement
pour que ce dernier fasse d'urgence toute la lumière sur les engagements qu'il a pris à l'égard du secteur
pétrolier à titre de compensation pour la contribution de 12 millions que ce secteur lui a versée."

Een eenvoudige motie werd ingediend door mevrouw Anne-Marie Baeke en door de heren Luk Van Biesen
en Dirk Van der Maelen.

Une motion pure et simple a été déposée par Mme Anne-Marie Baeke et par MM. Luk Van Biesen et Dirk
Van der Maelen.

Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 16.27 uur.
La réunion publique de commission est levée à 16.27 heures.