CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 917
CRIV 51 COM 917
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DE L
'E
CONOMIE
,
DE LA
P
OLITIQUE
SCIENTIFIQUE
,
DE L
'E
DUCATION
,
DES
I
NSTITUTIONS SCIENTIFIQUES ET CULTURELLES
NATIONALES
,
DES
C
LASSES MOYENNES ET DE
L
'A
GRICULTURE
C
OMMISSIE VOOR HET
B
EDRIJFSLEVEN
,
HET
W
ETENSCHAPSBELEID
,
HET
O
NDERWIJS
,
DE
N
ATIONALE WETENSCHAPPELIJKE EN
CULTURELE
I
NSTELLINGEN
,
DE
M
IDDENSTAND
EN DE
L
ANDBOUW
mardi
dinsdag
18-04-2006
18-04-2006
Après-midi
Namiddag
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu inté-
gral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit des
interventions ; les annexes se trouvent dans une brochure
séparée (PLEN: couverture blanche; COM: couverture
saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken; de
bijlagen zijn in een aparte brochure opgenomen
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
Plenum
COM
réunion de commission
COM
Commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 917
18/04/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i
SOMMAIRE
INHOUD
Question de Mme Liesbeth Van der Auwera à la
vice-première ministre et ministre du Budget et de
la Protection de la consommation sur "les
indemnités élevées en cas d'annulation d'un
voyage par le voyageur-consommateur"
(n° 10610)
1
Vraag van mevrouw Liesbeth Van der Auwera aan
de vice-eerste minister en minister van Begroting
en Consumentenzaken over "de hoge
vergoedingen bij de annulering van een reis door
de reiziger-consument" (nr. 10610)
1
Orateurs: Liesbeth Van der Auwera, Freya
Van den Bossche, vice-première ministre et
ministre du Budget et de la Protection de la
consommation
Sprekers: Liesbeth Van der Auwera, Freya
Van den Bossche, vice-eerste minister en
minister van Begroting en Consumentenzaken
Question de M. Carl Devlies à la vice-première
ministre et ministre du Budget et de la Protection
de la consommation sur "l'arrêté royal du
25 avril 2004 portant réglementation de
l'organisation des divertissements actifs"
(n° 11234)
4
Vraag van de heer Carl Devlies aan de vice-
eerste minister en minister van Begroting en
Consumentenzaken over "het koninklijk besluit
van 25 april 2004 houdende reglementering van
de organisatie van actieve
ontspanningsevenementen" (nr. 11234)
4
Orateurs: Carl Devlies, Freya Van den
Bossche, vice-première ministre et ministre
du Budget et de la Protection de la
consommation
Sprekers: Carl Devlies, Freya Van den
Bossche, vice-eerste minister en minister van
Begroting en Consumentenzaken
Question de Mme Ingrid Meeus au ministre de
l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "le nouveau site
web de SpamSquad" (n° 11116)
6
Vraag van mevrouw Ingrid Meeus aan de minister
van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de nieuwe website van
SpamSquad" (nr. 11116)
6
Orateurs: Ingrid Meeus, Marc Verwilghen,
ministre de l'Économie, de l'Énergie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique
Sprekers: Ingrid Meeus, Marc Verwilghen,
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid
Question de M. Servais Verherstraeten au
ministre de l'Économie, de l'Énergie, du
Commerce extérieur et de la Politique scientifique
sur "les compensations octroyées au CEN"
(n° 10939)
8
Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "de
compensaties aan het SCK" (nr. 10939)
8
Orateurs: Servais Verherstraeten, Marc
Verwilghen, ministre de l'Économie, de
l'Énergie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique
Sprekers: Servais Verherstraeten, Marc
Verwilghen, minister van Economie, Energie,
Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid
Question de Mme Trees Pieters au ministre de
l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "la mise en
oeuvre de la loi concernant APETRA" (n° 11120)
11
Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de minister
van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de uitvoering van de
wet omtrent APETRA" (nr. 11120)
11
Orateurs: Trees Pieters, Marc Verwilghen,
ministre de l'Économie, de l'Énergie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique
Sprekers: Trees Pieters, Marc Verwilghen,
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid
Question de Mme Muriel Gerkens au ministre de
l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "les semonces
de la Commission européenne en matière de
libéralisation de l'énergie dans les États
membres" (n° 11141)
15
Vraag van mevrouw Muriel Gerkens aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "de
vermaningen van de Europese Commissie inzake
de liberalisering van de energiemarkt in de
lidstaten" (nr. 11141)
15
Orateurs: Muriel Gerkens, Marc Verwilghen,
ministre de l'Économie, de l'Énergie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique
Sprekers: Muriel Gerkens, Marc Verwilghen,
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid
18/04/2006
CRIV 51
COM 917
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
Questions jointes de
18
Samengevoegde vragen van
18
- M. David Geerts au ministre de l'Économie, de
l'Énergie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "l'augmentation
persistante du prix de la bière et une enquête du
Conseil de la concurrence" (n° 11148)
18
- de heer David Geerts aan de minister van
Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de voortdurende
stijging van de bierprijzen en een onderzoek van
de Raad voor de Mededinging" (nr. 11148)
18
- M. Patrick De Groote au ministre de l'Économie,
de l'Énergie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "la domination du
marché par Inbev en Belgique"
18
- de heer Patrick De Groote aan de minister van
Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de marktdominantie
van Inbev in België"
18
Orateurs: David Geerts, Patrick De Groote,
Marc Verwilghen, ministre de l'Économie, de
l'Énergie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique
Sprekers: David Geerts, Patrick De Groote,
Marc Verwilghen, minister van Economie,
Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid
Question de Mme Karine Lalieux au ministre de
l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "les tarifs
sociaux pour l'électricité et le gaz" (n° 11165)
21
Vraag van mevrouw Karine Lalieux aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "de sociale
tarieven voor elektriciteit en gas" (nr. 11165)
21
Orateurs: Karine Lalieux, Marc Verwilghen,
ministre de l'Économie, de l'Énergie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique
Sprekers: Karine Lalieux, Marc Verwilghen,
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid
Question de Mme Hilde Claes au ministre de
l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "la législation
applicable à Elia en ce qui concerne la taille et la
coupe d'arbres" (n° 11200)
22
Vraag van mevrouw Hilde Claes aan de minister
van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de Elia-wetgeving in
verband met het snoeien en kappen van bomen"
(nr. 11200)
22
Orateurs: Hilde Claes, Marc Verwilghen,
ministre de l'Économie, de l'Énergie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique
Sprekers: Hilde Claes, Marc Verwilghen,
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid
Question de Mme Greet van Gool à la ministre
des Classes moyennes et de l'Agriculture sur "la
question des travailleurs dits indépendants
originaires des nouveaux États membres"
(n° 11149)
24
Vraag van mevrouw Greet van Gool aan de
minister van Middenstand en Landbouw over "de
problematiek van de zogenaamde zelfstandigen
uit de nieuwe lidstaten" (nr. 11149)
24
Orateurs: Greet van Gool, Sabine Laruelle,
ministre des Classes moyennes et de
l'Agriculture
Sprekers: Greet van Gool, Sabine Laruelle,
minister van Middenstand en Landbouw
CRIV 51
COM 917
18/04/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DE L'ECONOMIE,
DE LA POLITIQUE SCIENTIFIQUE,
DE L'EDUCATION, DES
INSTITUTIONS SCIENTIFIQUES
ET CULTURELLES NATIONALES,
DES CLASSES MOYENNES ET DE
L'AGRICULTURE
COMMISSIE VOOR HET
BEDRIJFSLEVEN, HET
WETENSCHAPSBELEID, HET
ONDERWIJS, DE NATIONALE
WETENSCHAPPELIJKE EN
CULTURELE INSTELLINGEN, DE
MIDDENSTAND EN DE
LANDBOUW
du
MARDI
18
AVRIL
2006
Après-midi
______
van
DINSDAG
18
APRIL
2006
Namiddag
______
La séance est ouverte à 14.08 heures par Mme Anne Barzin, présidente.
De vergadering wordt geopend om 14.08 uur door mevrouw Anne Barzin, voorzitter.
01 Vraag van mevrouw Liesbeth Van der Auwera aan de vice-eerste minister en minister van
Begroting en Consumentenzaken over "de hoge vergoedingen bij de annulering van een reis door de
reiziger-consument" (nr. 10610)
01 Question de Mme Liesbeth Van der Auwera à la vice-première ministre et ministre du Budget et de
la Protection de la consommation sur "les indemnités élevées en cas d'annulation d'un voyage par le
voyageur-consommateur" (n° 10610)
01.01 Liesbeth Van der Auwera (CD&V): Mevrouw de voorzitter,
mevrouw de minister, in de reissector wordt in het geval dat een
reiziger-consument een reis wil annuleren, vaak een hoge
schadevergoeding aangerekend zonder de mogelijkheid om een
lagere schade in hoofde van de touroperator te bewijzen. Meestal
kunnen reizen na opzeg of na afbellen door de touroperator opnieuw
op de markt worden gebracht. Wettelijk is dienaangaande alleen
bepaald dat de schadevergoeding die de touroperator vraagt
maximum een keer het bedrag van de reis mag zijn.
Als we de contracten die worden gesloten bestuderen, merken we dat
de schadevergoeding die gevraagd wordt zeer hoog is en hoewel de
vergoeding niet het bedrag van een reis bedraagt is ze vaak niet
realistisch. We stellen vast dat de omvang van de schadevergoeding
dikwijls wordt bepaald op basis van het tijdstip dat de reiziger het
contract opzegt. Uit studies en vergelijkingen blijkt dat de meeste
reizen zeven dagen op voorhand worden opgezegd en vaak te wijten
zijn aan ziekte of een ongeval.
Aan de hand van de reiscontractenwet stellen we vast dat in hoofde
van de touroperator uitdrukkelijk in het geval voor overmacht wordt
voorzien. Dit is niet het geval voor de reiziger-consument.
Mevrouw de minister, ik kom tot mijn vragen.
Bent u het ermee eens dat een reiziger-consument wettelijk beroep
01.01 Liesbeth Van der Auwera
(CD&V): Les clauses d'annulation
de voyage des tours-opérateurs
imposent souvent des dommages-
intérêts exorbitants en cas
d'annulation du voyage par leur
client. De plus, le voyageur n'a pas
la possibilité de prouver que le
tour-opérateur a subi un dommage
inférieur à l'indemnité réclamée.
Le tour-opérateur peut en outre
remettre en vente le voyage qui a
été annulé.
La loi sur les contrats de voyage
prévoit que les dommages-intérêts
ne peuvent dépasser le prix du
voyage. Généralement, le montant
inscrit dans les clauses
d'annulation dépend du moment
de l'annulation. Des études ont
démontré que l'annulation, qui
résulte presque toujours d'un cas
de force majeure lié à une maladie
ou à un accident, intervient la
plupart du temps dans la semaine
18/04/2006
CRIV 51
COM 917
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
moet kunnen doen op het begrip "overmacht" om een reis te
annuleren zodat er geen boete verschuldigd is? Bent u van plan een
wetgevend initiatief te nemen met betrekking tot het bepalen van de
omvang van de schadevergoeding? Dit moet, mijns inziens, in overleg
met de sector gebeuren om een juist beeld te krijgen van de omvang
van de schade die een touroperator kan lijden naar aanleiding van het
opzeggen van een reis. Dit kan bepaald worden op basis van het
tijdstip van de opzeg. Bent u van plan andere initiatieven te nemen
indien u niet van plan bent een wetgevend initiatief te nemen en
evenmin in een overleg met de sector voorziet?
qui précède le départ, mais dans
ce cas, le montant des
dommages-intérêts est maximum.
Contrairement au tour-opérateur,
le voyageur ne peut en revanche
invoquer la force majeure.
Pourquoi n'a-t-il pas cette
possibilité? Ne faudrait-il pas
prendre une initiative législative
pour rendre les montants des
dommages-intérêts plus
transparents? Actuellement, les
sommes réclamées sont souvent
tout à fait exorbitantes. Le ministre
a-t-il l'intention de mener une
concertation à ce sujet avec le
secteur des voyages?
01.02 Minister Freya Van den Bossche: De reiziger kan zich zeker
beroepen op overmacht volgens de algemene wettelijke regels in het
Burgerlijk Wetboek.
In de wet van 16 februari 1994 is er inderdaad ten aanzien van de
reisorganisator en bemiddelaar uitdrukkelijk sprake van overmacht.
Daarin heeft u gelijk. Maar dat dat niet uitdrukkelijk in de wet is
ingeschreven wanneer het gaat over de reiziger-consument, mag niet
leiden tot de conclusie dat die zich niet zou kunnen beroepen op dat
principe, dat heel duidelijk in het Burgerlijk Wetboek vervat zit. Ik wil
er ook aan herinneren dat de wet van 14 juli 1991 betreffende de
handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de
consument, meer bepaald artikel 32.10 op dat vlak een bijzondere
bescherming biedt aan de consument door het contractueel beding
als onrechtmatig aan te merken, wanneer dat beding de consument
verbiedt om ook in geval van overmacht zijn contract te verbreken,
anders dan mits betaling van een schadevergoeding.
De gradatie van de schadevergoeding naar gelang van het ogenblik
van annulering lijkt mij te beantwoorden aan de bekommernis om de
schadevergoeding te verbinden aan de werkelijk geleden schade en
dergelijke graduele schadevergoeding lijkt mij niet in strijd te zijn met
de bepalingen die zijn opgenomen in de wet op de handelspraktijken.
De consument is ook beschermd tegen onrechtmatige en hoge
schadebedingen. De wet op de handelspraktijken stelt dat het
onrechtmatig is om schadevergoedingsbedragen vast te stellen die
duidelijk niet evenredig zijn met het nadeel dat door de verkoper kan
worden geleden. Dergelijke bedingen zijn verboden en dus nietig.
Daarnaast komt het de rechter toe om de toetsing te doen van
eventuele contractuele annulatie- en schadebedingen in het licht van
artikel 31 en 32 van de wet.
De benadeelde partij kan zich ook op basis van het gemeenrecht tot
de rechtbank wenden wanneer hij van oordeel is dat een contractueel
overeengekomen schadevergoeding manifest niet in verhouding staat
tot het werkelijke nadeel dat de andere partij effectief lijdt. Hij hoeft
daarvoor niet per se naar de rechter te stappen. Ik weet dat dat voor
vele consumenten een drempel is. Hij kan zich ook wenden tot de
geschillencommissie Reizen.
01.02 Freya Van den Bossche,
ministre: Le voyageur peut
invoquer la force majeure sur la
base du Code civil même si la loi
du 16 février 1994 n'en fait pas
explicitement mention. En vertu de
l'article 32.10 de la loi du 14 juillet
1991 sur les pratiques du
commerce et sur l'information et la
protection du consommateur, les
clauses contractuelles qui ont pour
objet de n'autoriser le
consommateur à rompre le contrat
que moyennant le paiement de
dommages-intérêts, même en cas
de force majeure, sont abusives.
Il semble que le lien établi entre
les dommages-intérêts et le
moment de l'annulation visent à
faire dépendre l'indemnité du
dommage réellement subi, ce qui
n'est pas contraire à la loi sur les
pratiques du commerce. Celle-ci
interdit que les dommages-intérêts
ne soient pas proportionnés au
dommage subi. Le juge peut
vérifier les clauses d'annulation et
de dédommagement. La partie
lésée peut également saisir le
tribunal sur la base du droit
commun ou s'adresser à la
Commission des litiges.
CRIV 51
COM 917
18/04/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
De reisproducten zelf kunnen nogal gevarieerd zijn. Er zijn heel wat
uiteenlopende situaties mogelijk, die een weerslag kunnen hebben op
de bepaling van het reëel geleden nadeel.
In ieder geval is het aantal klachten terzake bij de FOD Economie
heel beperkt en zijn er bij de zaken in verband met annulatie die de
geschillencommissie Reizen behandelt, weinig die handelen over de
hoogte van de schadevergoeding.
Op dit moment is er geen wettelijk initiatief gepland, simpelweg omdat
een en ander wettelijk al is vastgelegd via het Burgerlijk Wetboek,
maar hoe dan ook wordt de wet in verband met reiscontracten
geëvalueerd. In het kader van die evaluatie kan vanzelfsprekend alles
worden bekeken.
01.03 Liesbeth Van der Auwera (CD&V): Mevrouw de voorzitter, ik
ben het eens met de minister wanneer ze zegt dat er algemene
bepalingen bestaan in het Burgerlijk Wetboek en de wet op de
handelspraktijken. Nochtans wijst de praktijk in de reissector helemaal
anders uit.
Mensen zijn wel contractueel verplicht om schadevergoedingen te
betalen. Als we zien dat bij het sluiten van een contract vaak ook een
annuleringsverzekering wordt gesloten, dan lijkt het mij dat de
consument dubbel in het ootje wordt genomen. Enerzijds bestaat het
dat men een schadevergoeding moet betalen, anderzijds krijgt men
automatisch een annuleringsverzekering erbij, waarvan de consument
dan denkt dat hij zich ingedekt heeft in geval van overmacht, wat niet
het geval is. De annuleringsverzekering op zich sluit de gevallen van
ziekte of ongeval uit.
Ik denk dat er wel degelijk initiatief nodig is. Ik betreur ook dat er
daarover geen overleg met de sector kan gebeuren. Dan zou u toch
wel vaststellen dat er daar een probleem rijst. Ik vind het jammer dat
u er zich op deze manier van afmaakt.
01.03 Liesbeth Van der Auwera
(CD&V): La pratique contredit
l'analyse de la ministre. Les
voyageurs sont obligés de payer
une indemnité, souvent trop
élevée d'ailleurs. De plus, le
consommateur est généralement
convaincu que l'assurance
annulation couvre l'annulation du
voyage à la dernière minute en
cas de force majeure, ce qui n'est
toutefois pas le cas. Il faudra
organiser une concertation avec le
secteur tout en légiférant, mais la
réponse de la ministre est tout à
fait insatisfaisante à cet égard.
01.04 Minister Freya Van den Bossche: Ik maak mij nergens vanaf.
Ik denk dat u het probleem fout hebt gesteld. Als ik nu uw repliek
hoor, dan is het probleem dat de annulatieverzekering niet simpelweg
alle vormen van annulatie dekt en dat er blijkbaar mensen zijn die,
omdat zij om een andere reden annuleren dan die vastgelegd in de
verzekering, alsnog een schadevergoeding moeten betalen, terwijl zij
zich er niet aan verwachtten.
Ik vind dat u een goed punt heeft, maar voor verzekeringen is de heer
Verwilghen bevoegd. Overigens was dat ook uw vraag niet. Uw vraag
was: kan de consument zich beroepen op overmacht. Ja, dat kan die,
maar dat neemt niet weg dat u, volgens mij, in uw repliek een punt
hebt.
01.04 Freya Van den Bossche,
ministre: Pour toutes questions en
matière d'assurances, je dois vous
renvoyer à M. Verwilghen.
Il est inexact de dire que le
consommateur n'aurait pas la
possibilité d'invoquer un cas de
force majeure. En revanche, il est
vrai que les clauses du contrat de
l'agence de voyage et de
l'assurance annulation prêtent
souvent à confusion, et que le
voyageur ne se rend pas toujours
bien compte de la couverture
exacte des contrats.
01.05 Liesbeth Van der Auwera (CD&V): Mevrouw de minister, in
de reiscontractenwet staat bepaald dat de schadevergoeding ten
hoogste één keer het bedrag van de reis kan zijn en er wordt niet in
een uitzondering voorzien, zoals die wel uitdrukkelijk in de wet werd
01.05 Liesbeth Van der Auwera
(CD&V): À en croire les
réclamations déposées par des
consommateurs et les nombreux
18/04/2006
CRIV 51
COM 917
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
opgenomen voor de touroperator in gevallen van overmacht. Als wij
de klachten, de lezersbrieven en de consumentenorganisaties
daarover raadplegen, is er wel degelijk een probleem.
courriers de lecteurs publiés à ce
sujet, le problème est réel.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
La présidente: La question n° 10976 de M. Verhaegen est retirée. La question n° 11013 de M. Wathelet et
les questions n
os
11036 et 11037 de Mme Creyf sont reportées.
02 Vraag van de heer Carl Devlies aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en
Consumentenzaken over "het koninklijk besluit van 25 april 2004 houdende reglementering van de
organisatie van actieve ontspanningsevenementen" (nr. 11234)
02 Question de M. Carl Devlies à la vice-première ministre et ministre du Budget et de la Protection de
la consommation sur "l'arrêté royal du 25 avril 2004 portant réglementation de l'organisation des
divertissements actifs" (n° 11234)
02.01 Carl Devlies (CD&V): Mevrouw de minister, mijn vraag is
geïnspireerd door de Vlaamse sportsector. U weet dat ik in de stad
Leuven schepen van Sport ben, dus ik houd mij ook bezig met
sportverenigingen. Ik was ook aanwezig op het congres van het ISB,
het Instituut voor Sportbeheer, u ongetwijfeld bekend, een instelling
die de ganse sportsector in Vlaanderen groepeert, vooral de
gemeentelijke sportdiensten.
Ik las ook het artikel in De Standaard van 6 april jongstleden en ik
mag stellen dat zowel de sportclubs als de sportfederaties en de
sportdiensten zwaar ontgoocheld zijn over de uitwerking van het KB
van 25 april 2004. Men stelt dat dit KB in haar uitwerking zowel visie
mist als gepaard gaat met administratieve last en inconsequentie.
De geest van het KB had immers de bedoeling om commerciële
ontspanningsevenementen met een veiligheidsrisico op een
objectieve manier te toetsen op veiligheid. Dit is op zichzelf een
lovenswaardig initiatief en een duidelijke aanvulling binnen de wet van
9 februari 1994. Uw overlegpartner in deze was de Beroepsfederatie
voor Natuursportondernemingen, BFNO. De BFNO is dan ook een
beroepsfederatie en vertegenwoordigt een groep van
natuursportondernemingen die op zich een programma van risicovolle
sporten aanbieden aan particulieren en bedrijven tegen betaling.
Het huidige KB is in die zin opgesteld dat het veel verder reikt dan
oorspronkelijk de bedoeling was en dus ook de sportsector dekt met
zijn sportclubs en sportdiensten en de jeugdsector met zijn
jeugdbewegingen en jeugddiensten.
Ik wil de minister dan ook twee zaken vragen. Ten eerste, welke visie
heeft de minister op de uitzondering die zij heeft bepaald voor
jeugdbewegingen binnen de sector en niet voor de non-profit
sportsector zoals sportclubs, sportfederaties en sportdiensten?
Binnen de geest van het KB inzake veiligheid en kwaliteit van
productaanbieding lijkt dit een contradictie want de sportsector die,
naar analogie van jeugdbewegingen, ook met vrijwilligers werkt kan
voor een groot deel nog een getuigschrift voorleggen. Ik verwijs naar
de Vlaamse trainersschool. Deze vrijwilligers zijn met andere woorden
gediplomeerd, de verantwoordelijken van de jeugdbewegingen
kunnen dat niet voorleggen.
02.01 Carl Devlies (CD&V): Il est
ressorti d'un congrès du Vlaams
Instituut voor Sportbeheer en
Recreatiebeleid et d'un article paru
dans "De Standaard" de 6 avril
2006 que le secteur flamand du
sport est particulièrement contrarié
par l'arrêté royal du 25 avril 2004.
L'objectif de cet arrêté était de
contrôler de manière objective la
sécurité des divertissements
commerciaux et une concertation
avait été organisée avec la
Fédération Professionnelle des
Entreprises de Sport de Plein Air
(FESP).
La portée de cet arrêté royal
dépasse cependant largement son
objectif initial. Les clubs de sport
et les mouvements de jeunesse
qui tombent également dans son
champ d'application sont, en effet,
confrontés à une importante
paperasserie administrative, alors
qu'un nouveau décret sur la
politique sportive locale vise, lui,
précisément à réduire la charge
administrative à ce niveau.
Pourquoi le ministre est-il prêt à
faire une exception pour les
mouvements de jeunesse mais
pas pour le secteur sportif non
marchand? Le secteur du sport
travaille, lui aussi, avec des
volontaires, qui possèdent pour la
plupart un certificat tandis que les
responsables des mouvements de
jeunesse n'en possèdent le plus
souvent pas. Le ministre peut-il
CRIV 51
COM 917
18/04/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
Ten tweede is de bezorgdheid binnen de sportsector bijzonder groot
over de mogelijke gevolgen van dit KB inzake de verzekering van
evenementen. Welke garanties geeft de minister dat het KB geen
gevolgen heeft voor de bestaande verzekering en het uitwerken van
polissen door verzekeringsmaatschappijen?
In de kantlijn kan ik nog vermelden dat de sportsector en de
sportoverheid de administratieve last trachten in te krimpen en zo
beperkt mogelijk te houden. Ik verwijs naar het nieuwe decreet inzake
lokaal sportbeleid dat wordt voorbereid. Dit KB doet al deze
inspanningen teniet door weer planlast te veroorzaken in plaats van
planlust.
garantir que cet arrêté royal n'aura
pas d'incidence sur les
assurances des clubs sportifs?
02.02 Minister Freya Van den Bossche: Mevrouw de voorzitter, het
is nooit de bedoeling geweest om de sportverenigingen, clubs of
federaties anders te behandelen dan de jeugdwerkinitiatieven. Wat u
zegt, houdt absoluut steek. Vandaar ook een wijziging van het KB dat
sedert enige tijd werd voorbereid. Wij hebben het advies van de Raad
van State hierover ontvangen op 30 maart. De Europese
notificatieprocedure die ook moet gebeuren, eindigt op 28 april.
Onmiddellijk na het einde van deze Europese notificatieprocedure
wordt voorzien in de publicatie van deze gewijzigde versie van het KB.
De basisidee van de geplande wijzigingen werd toegelicht aan de
sportsector, bijvoorbeeld op 14 oktober aan de provinciale sportdienst
te Antwerpen, op 20 oktober tijdens het FROS-weekend in Tongerlo
dat is een amateursportfederatie en op 16 maart op het ISB-
congres in Leuven zelf. Wij hebben de sector ingelicht over de op til
zijnde wijziging die eerder een verduidelijking is, opdat zij zou weten
dat wat geldt voor de jeugdwerkinitiatieven vanzelfsprekend ook op
haar van toepassing zal zijn.
De wijziging houdt het volgende in, ik lees uit artikel 1: "Worden niet
beoogd: de activiteiten ingericht door jeugdwerkinitiatieven, erkend
door de daartoe bevoegde overheden en de activiteiten ingericht door
een sportvereniging, club of federatie voor hun leden, indien deze
activiteiten binnen het normale kader van hun sportactiviteit vallen".
Deze activiteiten vallen dus buiten het toepassingsgebied van het
besluit. De basisidee van de reglementering is commerciële
ontspanningsevenementen objectief te toetsen inzake veiligheid,
maar zowel de sportsector als de jeugdbewegingen die inderdaad met
vrijwilligers werken, niet onder die specifieke reglementering te laten
vallen. Op die manier wordt de administratieve last ook zoveel
mogelijk beperkt. Het zijn immers net die verenigingen die het moeten
hebben van vrijwilligers die vaak worden geplaagd door overmatige
administratieve lasten.
Dat de sportsector werd uitgesloten van het toepassingsgebied was
eigenlijk al zo bepaald, maar werd te weinig expliciet gesteld. Om
verwarring te vermijden wordt dat expliciet gesteld.
Wat betreft het tweede deel van uw vraag, met betrekking tot de
verzekeringen, het volgende. Het besluit zal geen gevolg hebben op
het vlak van verzekeringen voor die sector, vermits zij van de
toepassing worden uitgesloten.
02.02 Freya Van den Bossche,
ministre: L'objectif n'a jamais été
d'établir une distinction entre les
clubs sportifs et les mouvements
de jeunesse. C'est la raison pour
laquelle une adaptation de l'arrêté
royal est en préparation depuis
quelque temps déjà. Nous avons
reçu l'avis du Conseil d'État le 30
mars 2006. La procédure de
notification européenne s'achève
le 28 avril 2006.
Cette adaptation, qui a déjà été
présentée au secteur sportif lors
de différentes réunions, permettra
de préciser que les dispositions
applicables aux mouvements de
jeunesse le sont également aux
milieux sportifs. Étant donné qu'ils
fonctionnent à l'aide de bénévoles,
les milieux sportifs ainsi que les
mouvements de jeunesse ne
ressortissent pas à la
réglementation spécifique aux
événements commerciaux de
loisirs. Les charges
administratives sont dès lors
également limitées autant que
possible.
L'objectif a en fait toujours été
d'exclure le secteur sportif du
champ d'application mais cet
objectif n'est pas mentionné assez
explicitement dans le texte.
L'arrêté royal n'aura donc pas non
plus de répercussions en matière
d'assurances.
02.03 Carl Devlies (CD&V): Mevrouw de minister, als ik het goed
heb begrepen, zal de aanpassing, die u zal doorvoeren, slechts heel
02.03 Carl Devlies (CD&V): La
portée de la modification de
18/04/2006
CRIV 51
COM 917
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
beperkt zijn en voorziet ze enkel in de uitsluiting van bepaalde
toepassingsgebieden. Ik ben dan ook verwonderd dat zoveel tijd
verlopen is sinds het initiële KB werd gepubliceerd. Dit KB heeft toch
heel wat hinder, overlast en administratieve rompslomp veroorzaakt
bij verenigingen.
U bent daar twee jaar mee bezig. Ik stel vast dat er beloftes zijn
gedaan, onder meer in oktober van vorig jaar. Toen werd beloofd om
op zeer korte termijn het nieuwe KB te publiceren. Ik stel vast dat we
andermaal een aantal maanden verder zijn. Mijn vraag is dan ook
wanneer dit KB gepubliceerd zal worden.
l'arrêté royal est donc très
restreinte et implique seulement
que les clubs de sport seront
exclus du champ d'application. Je
m'étonne dès lors que la
publication de cette modification
tarde à ce point. Pendant tout ce
temps, les clubs de sport doivent
assumer des charges
administratives supplémentaires.
En octobre 2005, la ministre avait
promis un nouvel arrêté royal à
brève échéance. Quand sera-t-il
publié?
02.04 Minister Freya Van den Bossche: Ter verduidelijking wil ik nog
zeggen dat het initieel nooit de bedoeling geweest is dat zij onder het
toepassingsgebied zouden vallen en dit blijkt ook uit de
veiligheidsgids die onmiddellijk werd uitgegeven op het moment dat
het KB werd gemaakt. In die gids stond heel duidelijk dat
sportverenigingen niet onder het toepassingsgebied vallen. Wij
hebben ook onmiddellijk een advies gevraagd aan de commissie voor
de Veiligheid van de Consument over de wijze waarop wij dit het
beste in de tekst konden verduidelijken. Zij zijn onmiddellijk met die
procedure gestart.
Wij hebben van in het begin gezegd dat zij niet onder het
toepassingsgebied zouden vallen. Wij hebben de tekst ook in die zin
aangepast zodat het voor iedereen duidelijk zou zijn. Ik heb duidelijk
de intentie gehad om van in het begin duidelijk te zijn.
02.04 Freya Van den Bossche,
ministre: Le guide de sécurité
rédigé à l'occasion de l'arrêté royal
montre qu'il n'a jamais été
question d'inclure les clubs de
sport dans le champ d'application.
Il y est clairement stipulé que ces
clubs sont exclus du champ
d'application. Nous avons en outre
sollicité d'emblée l'avis de la
Commission de la sécurité des
consommateurs sur la manière de
préciser davantage la situation. La
procédure a été mise en route
immédiatement.
02.05 Carl Devlies (CD&V): Ik veronderstel dat u die intentie had,
maar een en ander is blijkbaar toch niet zo duidelijk overgekomen en
dit heeft voor heel wat verwarring gezorgd. Ik zou u dan ook willen
vragen om zo snel mogelijk tot de publicatie van dit KB over te gaan
teneinde elke twijfel weg te nemen.
02.05 Carl Devlies (CD&V):
Certains aspects n'ont
manifestement pas été bien
compris, ce qui a semé pas mal
de confusion. Je demande dès
lors que l'arrêté royal soit publié
dans les plus brefs délais.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van mevrouw Ingrid Meeus aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de nieuwe website van SpamSquad" (nr. 11116)
03 Question de Mme Ingrid Meeus au ministre de l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur et
de la Politique scientifique sur "le nouveau site web de SpamSquad" (n° 11116)
03.01 Ingrid Meeus (VLD): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de
minister, mijn vraag gaat over de nieuwe website van SpamSquad.
SpamSquad is een informele denktank die gemeenschappelijke
oplossingen wil uitwerken om actief de strijd aan te binden tegen
spam. De groep wordt vertegenwoordigd door zowel mensen uit de
privésector als de overheidssector en komt nu ruim twee jaar samen.
Deze werkgroep richtte vorig jaar een informatieve website op over
spam, waarop verschillende tips te lezen waren waardoor men zijn
computer kan beschermen tegen overvloedige spam.
Deze site kreeg op een jaar tijd ongeveer 40.000 bezoekers. Als men
03.01 Ingrid Meeus (VLD):
SpamSquad est une cellule de
réflexion informelle composée de
représentants des pouvoirs publics
et du secteur privé qui veut lutter
contre le spam et qui se réunit
régulièrement depuis avril 2004.
Le groupe de travail a créé en juin
2005 un site internet informatif qui
propose des conseils pour aider
les usagers à lutter contre le
CRIV 51
COM 917
18/04/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
weet dat er in België 4,2 miljoen internetgebruikers zijn, kan men
zeggen dat 40.000 bezoekers slechts een klein aantal is dat de weg
tot deze informatieve website heeft gevonden. Het initiatief is echter
heel goed en zelfs schitterend, maar zou misschien meer
ruchtbaarheid moeten krijgen. Met het toepassen van vier basisregels
die op de website worden beschreven, kan je jezelf en je computer
veel beter beschermen tegen die vervelende spamberichten. Veel
internetgebruikers zijn waarschijnlijk niet op de hoogte van het
bestaan van deze website. Daaraan moet mijn inziens iets worden
gedaan.
Onlangs vernam ik dat SpamSquad van plan is om een nieuwe
website op te richten over spam. Door een vernieuwde website en
vernieuwende ideeën zullen mensen misschien meer interesse krijgen
om naar die website te kijken. Vandaar volgende vragen, mijnheer de
minister.
Wanneer zal de nieuwe website kunnen worden geraadpleegd?
Waarin zal de site verschillen van de huidige site? Wordt er een
reclamecampagne over deze nieuwe website opgezet zodat meer
mensen de weg naar deze website vinden die heel nuttige informatie
bevat?
spam. Après environ un an, le site
a accueilli quelque 40.000
visiteurs, un nombre qui me paraît
limité.
Il s'agit toutefois d'une excellente
initiative qui devrait bénéficier de
davantage de publicité. De
nombreux internautes ne la
connaissent probablement pas.
SpamlSquad voudrait créer un
nouveau site internet. Quand
pourra-t-on le consulter et quelles
seront les différences par rapport
à l'ancien site? Une campagne de
publicité sera-t-elle menée?
03.02 Minister Marc Verwilghen: Mevrouw Meeus, de website geeft
nu al tips om zich te beschermen tegen spam. Maar wat volgens de
informele denktank Spamsquad op de website nog ontbreekt, is meer
praktische informatie over wat technisch mogelijk is om zich te
beschermen tegen spam. Voor velen blijft een computer een
complexe machine, zeker als je termen hoort zoals firewall, anti-
spamfilter en dergelijke. Ook zijn veel mensen eigenlijk niet op de
hoogte van het feit dat eenmaal een computer geïnfecteerd is, deze
zelf kan dienen voor het verzenden van spam, de zogenaamde
botnetwerken.
Het is dus heel belangrijk dat gebruikers de technische middelen leren
aanwenden die er bestaan om de computer zo goed mogelijk te
beschermen.
De nieuwe website zal trachten hierop in te spelen door de moeilijke
technische termen in eenvoudige mensentaal uit te leggen, de
gebruikers bewust te maken voor de mogelijke gevaren, maar vooral
door hen te leren hoe hun computer en zichzelf optimaal te
beschermen.
Er wordt door spam-gallery in voorzien dat de meest voorkomende
spamberichten worden toegelicht, met inbegrip van de gebruikte
technologie om het bericht te verspreiden. De inhoud van deze
nieuwe informatieve modules zal tijdens de komende maanden
opgesteld worden en vervolgens verwerkt worden met de bestaande
informatie om zo te komen tot een duidelijk en overzichtelijk geheel.
De nieuwe website zal na de zomer kunnen geraadpleegd worden.
Wat betreft uw tweede vraag, kan ik alleen maar beamen wat u in uw
vraag aanhaalt namelijk dat zoveel mogelijk gebruikers het bestaan
zouden moeten kennen van de mogelijkheden om zichzelf en hun
computer te beschermen. Het is ook belangrijk voor de anderen, want
computers besmet met hackersoftware, laten toe om op grote schaal
spam te verspreiden.
03.02 Marc Verwilghen, ministre:
Aux dires de SpamSquad, le site
web comporte encore trop peu
d'informations sur les moyens
techniques de protéger les
internautes contre le spam. Un
ordinateur demeure pour
beaucoup un outil extrêmement
complexe. De nombreux
internautes ignorent les dangers
auxquels ils s'exposent. Il faut leur
apprendre à utiliser ces moyens
techniques.
Le nouveau site web apprendra
notamment aux utilisateurs
comment protéger au mieux leur
ordinateur et comment se
prémunir eux-mêmes. Les
nouveaux modules d'information
seront élaborés et achevés dans
les prochains mois. Le nouveau
site web sera consultable à partir
de la fin de l'été. Il ambitionne
d'informer un maximum
d'internautes sur les moyens de
protection disponibles. Un
communiqué sera certainement
publié à ce sujet. SpamSquad
devra trouver les moyens de
sensibiliser le plus d'internautes
possibles.
18/04/2006
CRIV 51
COM 917
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
Er zal dus zeker over deze nieuwe website worden gecommuniceerd.
Binnen Spamsquad zal er worden nagegaan welke de beste manieren
van communiceren zijn om zoveel mogelijk gebruikers te
sensibiliseren. In elk geval weten zij dat zij het succes van de formule
in hun handen houden en zijn ze meer dan wie ook ermee begaan om
dit tot een goed einde te brengen.
03.03 Ingrid Meeus (VLD): Mijnheer de minister, deze nieuwe
website is zeker een heel goed initiatief, vooral met de praktische
informatie. Misschien is het mogelijk om via het
volwassenenonderwijs veel senioren volgen er een cursus internet
voor senioren extra reclame te maken om deze website te
raadplegen. Ik dank de minister voor zijn antwoord.
03.03 Ingrid Meeus (VLD): La
publication d'informations
pratiques sur un site web est une
bonne idée. Il serait peut-être
judicieux d'en informer les
personnes qui fréquentent
l'enseignement pour adultes.
03.04 Minister Marc Verwilghen: Ik neem kennis van uw suggestie.
Ik zal ze aan Spamsquad overmaken om op dat vlak ook een
inspanning te doen.
03.04 Marc Verwilghen, ministre:
Je transmettrai cette proposition à
SpamSquad.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "de compensaties aan het SCK" (nr. 10939)
04 Question de M. Servais Verherstraeten au ministre de l'Économie, de l'Énergie, du Commerce
extérieur et de la Politique scientifique sur "les compensations octroyées au CEN" (n° 10939)
04.01 Servais Verherstraeten (CD&V): Mevrouw de voorzitter,
mijnheer de minister, het is u niet onbekend dat het SCK een
instelling is die vele collega's dierbaar is, waaronder mijzelf, die bij
wijze van spreken aan de voor- of achterdeur ervan wonen.
U weet ook dat deze federale instelling met betrekking tot de
middelen het de laatste jaren erg moeilijk heeft. Er is het gegeven van
de begroting. Als we even naar de begrotingscijfers van 2005 kijken,
zien we dat er bij de opmaak eerst een serieuze stijging was voorzien
van 9.100 kilo euro zoals men dat in begrotingstermen zegt.
Uiteindelijk werd er gewoon een indexaanpassing ten opzichte van
2004 gedaan waarvan men dan wel 3.000 kilo euro afnam.
Bij de budgetcontrole van 2005 bleek dat de beloofde verhoging van
5.500 kilo euro er niet kon komen. Daarna was er de begroting 2006.
Niettegenstaande u bij de begrotingsbesprekingen 2005 had gezegd
dat die vermindering eenmalig zou zijn, is dat niet helemaal het geval
geweest. De dalingen van de begroting 2005 werden immers niet
volledig gecompenseerd.
Wat 2006 betreft, zitten we nu met het gegeven dat de sluiting van
Belgonucleaire op het vlak van budgettering voor het SCK een verlies
van 4.000 kilo euro aan inkomsten betekent. Voeg daarbij nog de
daling van inkomsten bij uit het Fonds voor het Technisch Passief
omwille van de voltooiing van de ontmanteling van de BR3-reactor.
Als we de begrotingsinspanningen bekijken die de diverse regeringen
de laatste vijftien jaar hebben geleverd waarbij alle federale
instellingen hebben moeten inleveren en dus ook het SCK, zien we
dat er voor het SCK sinds 1989 een verlies aan inkomsten is van
maar liefst 12.721 kilo euro.
04.01 Servais Verherstraeten
(CD&V): Ces dernières années, le
Centre fédéral d'études de
l'énergie nucléaire (CEN) a pâti
d'un manque de moyens. La
baisse du budget 2005 n'a été que
partiellement compensée. En
2006, la fermeture de
Belgonucléaire et la diminution des
recettes provenant du fonds du
passif technique ont encore
aggravé cette situation.
Quelles concessions le ministre a-
t-il pu obtenir dans le cadre du
contrôle budgétaire pour permettre
au CEN de disposer de moyens
suffisants et ainsi garantir son
avenir? Comment la perte de
recettes sera-t-elle compensée?
Existe-t-il d'autres solutions pour
améliorer la situation du CEN?
Quel calendrier a été fixé?
Comment le ministre voit-il l'avenir
du CEN, à court et à moyen
terme?
CRIV 51
COM 917
18/04/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
Ik heb de volgende vragen voor u. Gelet op de gevolgen van de
sluiting van het bedrijf Belgonucleaire voor het SCK, wat de
tendensen die al jaren aan de gang zijn enorm heeft versterkt, welke
mogelijkheden hebt u in het licht van de budgettaire controle kunnen
bekomen bij de regering om de middelen van het SCK opnieuw op
niveau te brengen teneinde de toekomst van dit bedrijf te kunnen
garanderen? Hoe denkt u de verloren inkomsten te compenseren?
Wat zijn de resultaten van de budgettaire controle voor het SCK? Zijn
er andere methodes om de positie van het SCK te verbeteren? Indien
ja, welke? In welke timing voorziet u? Hoe ziet u de duurzaamheid
van het SCK op korte en middellange termijn?
04.02 Minister Marc Verwilghen: Mevrouw de voorzitter, mijnheer
Verherstraeten, inzake uw eerste vraag, daar het Studiecentrum voor
Kernenergie namens de Staat 50% aandeelhouder is in
Belgonucleaire, zullen wij onze verantwoordelijkheid in de zaak te
gepasten tijde moeten opnemen.
Inzake uw tweede vraag, ik had graag naar aanleiding van de
budgetcontrole al een volledige, afdoende daarmee bedoel ik
structurele oplossing gevonden. Ik heb die bijvoorbeeld voor het
Europacollege in Brugge kunnen vinden, maar daarover heb ik geen
vraag meer gekregen. In elk geval heb ik, wat het SCK betreft, bij de
verdeling van de fondsen voor innovatie een tijdelijke oplossing
gevonden, zowel voor het SCK als voor het IRE. Dat wil zeggen dat er
in elk geval budgettair dit jaar geen specifieke problemen zullen
kunnen rijzen, zelfs met het budget waarin nu voorzien is. Er zal een
bijpassing moeten gebeuren maar die gelden zullen kunnen
vrijgemaakt worden uit de middelen die ter beschikking komen. Het is
vrij duidelijk dat men naar een structurele, blijvende, oplossing moet
zoeken in deze. Die zal dus ter sprake komen bij de
budgetbespreking 2007, want u weet dat de budgetcontrole er in
eerste instantie op gericht is eventuele ontsporingen aan het licht te
brengen en dat om een budget in evenwicht te houden er tegenover
elke bijkomende uitgave een bijkomende besparing of een nieuwe
inkomst moet staan.
Inzake uw derde en uw vierde vraag, het is reeds lang geweten ik
heb het hier al meermaals gezegd dat ik alle nodige inspanningen
lever en stappen onderneem om de contacten met het buitenland te
bevorderen. Wel is het zo daarmee beantwoord ik eveneens uw
vijfde vraag, inzake de timing waarin ik voorzie dat de opportuniteit
niet steeds vooraf gepland kan worden en dat zeker in de nucleaire
sector vaak een lange periode van studies, besprekingen en
onderhandelingen nodig is om tot het sluiten van een contract te
kunnen komen.
Enkele recente voorbeelden zijn de onderhandelingen van het SCK
met Japan, waarmee nieuwe contracten konden worden gesloten en
die met Brazilië, waarmee na veel moeite en veel aandringen van
mijnentwege uiteindelijk ook een akkoord kon worden gesloten. Ik
sluit hoegenaamd niet uit dat de komende missie naar Rusland ook
een belangrijk onderdeel op dat vlak zal kunnen betekenen. Ik neem
dat permanent mee in de besprekingen.
Inzake uw zesde en laatste vraag, u weet dat op zulk een vraag geen
enkele minister een waterdicht antwoord kan geven. Ik kan u in elk
04.02 Marc Verwilghen, ministre:
Le CEN détient, pour le compte de
l'Etat, 50% des parts de
Belgonucleair. En temps voulu,
nous devrons donc prendre nos
responsabilités.
Lors du contrôle budgétaire déjà,
j'avais préconisé une solution
structurelle, comme pour le
Collège de l'Europe. Concernant le
CEN, une solution temporaire a
été trouvée pour la distribution des
fonds Innovation. Sur le plan
budgétaire, il n'y aura pas de
problèmes cette année. Une
solution structurelle sera
envisagée lors des discussions
budgétaires de 2007. Les
contrôles budgétaires servent en
effet à déceler les dérapages
budgétaires. Toute dépense
supplémentaire doit être
compensée par des économies ou
des recettes nouvelles.
Je répète, aujourd'hui encore, que
je prends toutes les mesures
nécessaires pour favoriser les
contacts avec l'étranger. En ce qui
concerne le calendrier, les
possibilités sont parfois difficiles à
prévoir. Dans le secteur nucléaire,
de longues périodes de
préparation sont souvent
nécessaires avant d'aboutir à un
contact. Les contacts avec le
Japon et le Brésil l'ont une fois de
plus démontré récemment. Une
mission en Russie devrait
prochainement ouvrir des
perspectives.
Je ne peux donner aucune
garantie absolue. Des missions
18/04/2006
CRIV 51
COM 917
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
geval zeggen dat wat het SCK betreft, er in de toekomst nog talrijke
en belangrijke taken zijn weggelegd, zoals de verdere studies inzake
de bescherming van de bevolking en de omgeving tegen stralingen;
het onderzoek naar de aspecten van het afvalbeheer, de veiligheid en
het beheer van de splijtstoffen; de studie naar de maatschappelijke
implicaties van het streven naar duurzame ontwikkeling en er zijn nog
andere mogelijkheden.
Bovendien levert het SCK tevens diensten die gevraagd worden door
de nucleaire industrie, door de medische sector en door de overheid.
Dat zijn naar mijn oordeel voldoende prioritaire opdrachten om het nut
van het SCK in de toekomst veilig te stellen. Daarin volg ik u, en ik
heb u dat trouwens al verschillende keren, naar aanleiding van
vragen, gezegd dat het slechtste wat wij zouden kunnen doen is het
kind met het badwater weggooien en ons op een bepaald ogenblik
ontdoen van wat ik altijd een kroonjuweel heb genoemd voor het
wetenschappelijk beleid van ons land, met name het SCK.
importantes attendent le CEN,
notamment de nouvelles études
sur la protection de la population
et de l'environnement contre les
radiations. Le CEN propose aussi
ses services à l'industrie nucléaire,
au secteur médical et aux pouvoirs
publics. Il a donc à son
programme suffisamment de
missions prioritaires qui devraient
garantir son avenir.
04.03 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de minister, ik dank
u voor uw antwoord. U weet dat ik in dit soort van dossiers zeker niet
wens te polemiseren. Ik ga dat dus ook vandaag niet doen. In mijn
antwoord zal het u echter niet verrassen ik wil niet twijfelen aan uw
bedoelingen terzake dat ik persoonlijk een stukje ontgoocheld ben
om bepaalde redenen.
Ik begrijp wel dat een budgetcontrole niet dient om wat men in het
kader van een begroting niet heeft binnengekregen, compleet recht te
zetten. Hier zaten we echter met een zeer bijzonder nieuw element
dat u niet onbekend was en is: de sluiting van Belgonucleaire en de
enorme repercussies die dat nu al heeft op de reeds prangende en
precaire financiële situatie van het SCK. Eigenlijk werd in de
begrotingsbesprekingen al verwezen naar de mogelijkheid om het
desgevallend recht te trekken bij de budgetcontrole. Nu zegt men bij
die budgetcontrole dat men het zal rechttrekken bij een volgende
begroting.
04.03 Servais Verherstraeten
(CD&V): Je ne veux pas
polémiquer mais cette réponse me
déçoit. J'accepte les explications
du ministre à propos d'un contrôle
budgétaire mais la fermeture de
Belgonucleair est un élément
nouveau dans la discussion. Cette
fermeture a des répercussions
très importantes sur la situation
financière déjà précaire du CEN.
Lors des négociations
budgétaires, il était question d'une
rectification au moment du
contrôle budgétaire, alors que
dans le cadre de ce contrôle, il est
désormais question d'une
rectification dans le prochain
budget.
04.04 Minister Marc Verwilghen: Dan heeft u mijn antwoord niet
goed begrepen.
Het is zo dat in de budgetcontrole niet in een specifiek middel is
voorzien voor dit jaar. Wel is het zo dat van de 300 miljoen euro in het
Ideeënfonds 30 miljoen euro werd toegekend aan de federale
overheid. U weet immers dat het initieel de bedoeling was om het aan
de Gemeenschappen toe te kennen. 30 miljoen euro is toegekend
aan de federale overheid en een belangrijk bedrag van die 30 miljoen
euro, meer dan de helft, mag en moet worden aangewend voor twee
projecten: het SCK en het IRE. Het SCK verkeert natuurlijk in een
totaal andere financiële situatie dan het IRE.
Wat dat betreft biedt dat in elk geval de mogelijkheid om dit jaar alle
problemen die zich zouden kunnen stellen op te vangen. Ik heb u
echter gezegd dat dat nog altijd geen structurele oplossing is, maar
een one-shot-operatie. Ik wil een structurele oplossing.
04.04 Marc Verwilghen, ministre:
Des moyens spécifiques n'ont pas
été prévus dans le cadre du
contrôle budgétaire de cette
année. Sur les 300 millions
d'euros du Fonds des idées, 30
millions vont aux autorités
fédérales. Plus de la moitié de
cette somme est consacrée à
deux projets, à savoir le CEN et
l'IRE. La situation financière du
CEN est totalement différente de
celle de l'IRE. Tous les problèmes
potentiels pour cette année
peuvent ainsi être résolus. Il s'agit
toutefois d'une opération unique.
Je veux une solution structurelle.
04.05 Servais Verherstraeten (CD&V): U spreekt over dat bedrag
en een deel daarvan. Uit uw woorden meen ik te kunnen afleiden dat
04.05 Servais Verherstraeten
(CD&V): La perte n'est ainsi pas
CRIV 51
COM 917
18/04/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
het om het grotere deel daarvan zal gaan, mijnheer de minister. Als
we bijvoorbeeld al de aftrek bekijken ingevolge de begroting 2005, zal
dat zelfs het verlies dat toen werd veroorzaakt en niet volledig werd
gecompenseerd in 2006, niet volledig compenseren, laat staan de
rest.
Ik blijf erbij dat het toch een enorme druk teweegbrengt. Ik vrees dat
een aantal wetenschappers die er op dit ogenblik zitten ontmoedigd
zullen raken en zullen afhaken, zelfs al zouden er later en dat hoop
ik toch structurele oplossingen komen. Zeker in het licht van het feit
dat u aan de vooravond staat van belangrijke beslissingen met
betrekking tot de berging van het laagradioactief afval en in het licht
van het feit dat het eigenlijk de enige streek is die bereid is terzake
enige verantwoordelijkheid op te nemen. Het opnemen van dat stukje
verantwoordelijkheid kan maar gebeuren met begeleiding van de
knowhow die aanwezig is binnen dat bedrijf en die federale instelling.
Ik zie het niet anders.
Ik weet uiteraard dat er budgettaire contraintes zijn, maar ik had liever
gehad dat er toch een iets forsere inhaalbeweging was gebeurd, te
meer omdat er destijds geruchten de ronde deden met betrekking tot
de doorstorting van BTW-heffingen aan IRAS. Ik heb wel begrepen
dat de Inspectie van Financiën daarover een negatief advies heeft
gegeven.
Bovendien zou er via een zijweg een vorm van subsidiëring zijn
geweest.
Mijnheer de minister, ik reken er toch nog op dat, wanneer er zich
opportuniteiten zouden voordoen, ze zouden worden aangewend om
aan de instelling, die dat verdient, extra middelen te geven, al was het
maar om de thans bestaande tewerkstelling en kennis, te kunnen
handhaven.
entièrement compensée. Plusieurs
scientifiques menacent de se
retirer avant que les solutions
structurelles ne soient trouvées.
Le ministre devra très bientôt
prendre des décisions importantes
en matière de dépôt de déchets
faiblement radioactifs. Cette région
est la seule qui est prête à
assumer une responsabilité en la
matière, et la seule manière de le
faire est d'accompagner le savoir-
faire disponible. J'aurais préféré
un mouvement de rattrapage
budgétaire plus radical.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de uitvoering van de wet omtrent APETRA" (nr. 11120)
05 Question de Mme Trees Pieters au ministre de l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur et
de la Politique scientifique sur "la mise en oeuvre de la loi concernant APETRA" (n° 11120)
05.01 Trees Pieters (CD&V): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de
minister, wat de vorige vraag over het Europacollege betreft, wil ik het
eerst de visu zien.
05.02 Minister Marc Verwilghen: Ik heb de brief ter bedanking van
de voorzitter, mevrouw Pieters.
05.03 Trees Pieters (CD&V): Ik ook, mijnheer de minister.
Ik wil het eerst zien...
05.04 Minister Marc Verwilghen: U wilt het cash zien? (Gelach)
05.05 Trees Pieters (CD&V): Niet cash, maar in de cijfers van de
begroting. Mocht ik het bedrag cash zien, zou het ook leuk zijn. Ik wil
de cijfers evenwel in de begroting zien.
05.05 Trees Pieters (CD&V): Le
1
er
décembre 2005, le projet de loi
concernant APETRA a été
18/04/2006
CRIV 51
COM 917
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
Tijdens de begrotingscontrole zullen we hierop dieper ingaan. Dat is
beter dan onszelf thans te feliciteren.
Mijnheer de minister, mijn vraag handelt over de invoering van de wet
inzake Apetra. Op 1 december 2005 werd de wet betreffende de
aanhouding van een verplichte voorraad olie en olieproducten en de
oprichting van een agentschap voor het beheer van een deel van
deze voorraad en tot wijziging van de wet van 10 juni 1997
betreffende algemene regeling voor accijnzen, het voorhanden
hebben, het verkeer daarvan en de controles erop goedgekeurd in de
Kamer. Die wet werd op 13 februari 2006 gepubliceerd in het Belgisch
Staatsblad.
Na de hoorzittingen elkeen die lid is van deze commissie kan dat
getuigen werd het wetsontwerp unaniem goedgekeurd. De
bedenkingen van de petroleumfederatie in de vorm van
amendementen werden niet goedgekeurd. De minister beloofde ons
dat de uitvoeringsbesluiten zeer snel zouden worden genomen omdat
alles bijzonder dringend was. Er hing een boeteclausule van Europa in
de lucht. Alles moest voor eind 2005 worden goedgekeurd, zo snel
mogelijk gevolgd door de koninklijke besluiten.
Op een bepaald ogenblik hebben we gevraagd naar de stand van
zaken met betrekking tot de 17 koninklijke besluiten die moesten
worden uitgewerkt. De minister heeft meegedeeld dat hij reeds een
deel van de koninklijke besluiten aan de Ministerraad had voorgelegd.
De Ministerraad drong er evenwel op aan over alle 17 besluiten te
beschikken vooraleer te beslissen.
In de plenaire vergadering van donderdag 30 maart heeft mevrouw
Van den Bossche, minister van Begroting, verklaard dat de
uitvoeringsbesluiten dat wisten we ondertussen reeds 's vrijdags
op de Ministerraad zouden worden besproken na de afronding van de
begrotingscontrole en nadat in de Kamer een aantal penibele vragen
werden gesteld omtrent de 100 miljoen euro van de
petroleumfederatie. Een beetje tot onze spreekwoordelijke verbazing
heeft de minister verkondigd dat de wet in voege zou treden per 1
oktober 2006.
Daarom is het goed eens na te trekken wat de minister van Economie
over deze zaak gezegd heeft. Eerst moest alles samen op de
Ministerraad worden ingediend. Precies na de begrotingscontrole en
het afronden van de problematiek van de 100 miljoen euro die de
petroleumfederatie en de petroleumunie heeft voorgeschoten en de
beslissing dat de sector nog 12 miljoen moet ophoesten, worden de
volgende dag de koninklijke besluiten op de Ministerraad ingediend.
Dat lijkt ons een beetje raar.
Mijnheer de minister, is er terzake een verband?
Ten tweede, u had gezegd dat die wet eigenlijk zo snel mogelijk in
voege moest treden. Bij een verdere vraagstelling stelde u dat alles
op 1 april 2006 in orde zou zijn, dat die wet ingevoerd zou kunnen
worden. Plots echter zegt de minister van Begroting dat het oktober
2006 zou worden. Wij vragen u dan ook heel concreet waarom er nu
zo lang gewacht moet worden totdat die zo dringende wet in voege
treedt, namelijk op 1 oktober 2006.
approuvé et publié ensuite au
Moniteur belge. Après les
auditions, le projet de loi a été
adopté à l'unanimité. Le ministre a
ensuite promis que les arrêtés
d'exécution seraient pris dans les
meilleurs délais et il a affirmé que
la majorité des 17 arrêtés royaux
étaient déjà prêts, mais que le
Conseil des ministres voulait les
voir avant de prendre une
décision. Mme Van den Bossche a
toutefois déclaré le 30 mars que le
Conseil des ministres examinerait
les arrêtés d'exécution le 31 mars
après la clôture du contrôle
budgétaire et après que plusieurs
questions pénibles sur les 100
millions d'euros de la fédération
pétrolière avaient été posées. Elle
a déclaré ensuite, à notre
étonnement, que la loi entrerait en
vigueur le 1
er
octobre 2006.
Ce concours de circonstances
semble étrange. Y a-t-il un lien?
Le ministre a également déclaré
que tout serait réglé le 1
er
avril
2006, mais voilà qu'on nous
annonce une nouvelle date limite,
reportée jusqu'en octobre 2006.
Pourquoi faut-il attendre si
longtemps? Nous supposons qu'il
s'agit en l'espèce d'une
concession faite à la Fédération
pétrolière, qui a une dent contre le
ministre parce que le système du
"ticketing" est désormais proscrit.
Par ailleurs, certaines
modifications ont été apportées à
l'obligation individuelle de gérer un
stock. Il semble que la Fédération
pétrolière a voulu réaliser une
opération de rattrapage pour
compenser l'impact des mesures
défavorables.
Les négociations avec le secteur
pétrolier sur les 100 millions sont-
elles liées au dossier APETRA?
Nous pensons qu'il y a bel et bien
un lien, car si la publication au
Moniteur belge tardait, c'était,
nous disait-on, parce que le
dossier avait été égaré au cabinet
de M. Reynders.
CRIV 51
COM 917
18/04/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
In antwoord op een interpellatie hebt u aan collega Tant gesuggereerd
dat het mogelijk 1 april zou worden. Wij hebben er zeer sterke
vermoedens over dat, na de lange en vele contacten die wij gehad
hebben met de sector in haar totaliteit, dat halfjaar uitstel eigenlijk een
toegeving is aan de petroleumfederatie die, zoals u zelf zei in
antwoord op een vorige vraag, u rauw lust, omdat het niet meer
toepassen van het ticketingsysteem voor hen een nadelige operatie
zou zijn. Er werd eveneens gefoefeld als ik dat zo mag zeggen
met wat er in de wet staat over de verplichte aanhouding van de
voorraden, die gedaald zouden zijn. Dat heeft minister Van den
Bossche toegegeven. De individuele voorraadplicht zou verminderd
worden. Door die twee operaties is het eigenlijk een doekje voor het
bloeden dat de sector 12 miljoen euro zal ophoesten.
Ik weet dat dat niet allemaal uw bevoegdheid betreft, maar laten we
dan toch toegeven dat, door die beide kanalen, de petroleumfederatie
waarschijnlijk meer zal krijgen dan wat zij moet geven. Het zal voor
haar een goede operatie zijn. Zij heeft een inhaalmanoeuvre
uitgevoerd, zij het via u of via anderen, om de ticketing en de
individuele voorraadverplichting voor een stuk dan toch te
compenseren.
De uitvoeringsbesluiten kwamen in de Ministerraad van 31 maart aan
bod, daags na de begrotingscontrole. Ik wilde u dan ook vragen of de
bespreking van de begroting, dus de onderhandeling met de sector
over die 100 miljoen euro, gelinkt is aan het Apetra-dossier.
Kunt u mij dan ook zeggen wat er naar aanleiding van die bespreking
gewijzigd is in het Apetra-dossier?
Mijnheer de minister, ik moet u ook nog zeggen - collega Tant zal dat
ook aan minister Van den Bossche zeggen - dat wij al langer het
vermoeden hadden dat Apetra gekoppeld was aan de 100
miljoen euro, omdat de verschijning in het Staatsblad zo lang op zich
heeft laten wachten, omdat het dossier op het kabinet van minister
Reynders zoek was. Ook dat is zo'n eigenaardige kronkel waarvan we
niet kunnen zeggen dat er niets aan de hand is.
Tot daar mijn te lange vraag, mevrouw de voorzitter.
05.06 Minister Marc Verwilghen: Mevrouw de voorzitter, collega
Pieters, ik zal korter zijn en heel factueel. U zult zich nog herinneren
dat in mei van vorig jaar de kat de bel werd aangebonden door de
beslissing van het Internationaal Energieagentschap in Parijs dat
afhangt van de OESO. België werd toen met de vinger gewezen voor
het systeem van de ticketing en de bevoorrading. België werd
uitgenodigd om zich op de kortst mogelijke termijn in regel te stellen.
Uw eerste vraag handelde over de uitvoeringsbesluiten die op de
Ministerraad aan bod moesten komen. Op vrijdag 31 maart zijn deze
uitvoeringsbesluiten behandeld. Vervolgens werden ze voor advies
naar de Raad van State gestuurd. Alle andere uitvoeringsbesluiten,
die niet aan bod moesten komen in de Ministerraad, werden al voor
advies naar de Raad van State gestuurd. Dat heel belangrijke deel
van het werk is al achter de rug.
Het inschrijven van de uitvoeringsbesluiten is een zaak, het concreet
05.06 Marc Verwilghen, ministre:
Avant de répondre, je voudrais
rappeler qu'à l'origine de l'affaire
se trouve la décision de l'Agence
internationale de l'énergie à Paris
concernant le système belge de
ticketing.
Tous les arrêtés d'exécution qui
devaient être examinés par le
conseil des ministres l'ont été le 31
mars 2006 et ils ont ensuite été
transmis pour avis au Conseil
d'Etat. Les autres arrêtés
d'exécution avaient déjà été
transmis précédemment au
Conseil d'Etat.
18/04/2006
CRIV 51
COM 917
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
oprichten van het agentschap Apetra is een andere zaak. Er werd
zonder ophouden doorgewerkt deze pluim komt niet mijn kabinet
toe, maar wel mijn administratie - aan het wetgevende kader voor de
oprichting van Apetra. Ik denk daarbij aan het neerschrijven van de
statuten, het uitwerken van het financieel plan en de praktische
uitvoering ervan, namelijk het selecteren van de bekwame personen
die Apetra zullen leiden. Dit laatste betekent dat personen moeten
worden geselecteerd om te zetelen in de raad van bestuur en
personen voor het uitvoeren van de dagelijkse activiteiten. Dit alles
vraagt een zekere tijd maar dat betekent daarom nog geen vertraging.
De datum van 1 oktober is de limietdatum. Niets belet dat het ook
vroeger kan.
Ik kom dan tot uw derde vraag. Ik heb ervoor geopteerd om alle
uitvoeringsbesluiten, die voor overleg naar de Ministerraad moesten,
gezamenlijk in te dienen. U herinnert zich zeker en vast nog uit de
debatten, die destijds in de commissie werden gevoerd naar
aanleiding van de behandeling van het wetsontwerp, dat het om een
zeer technisch dossier gaat. Om aan de Ministerraad een volledig
verhaal te kunnen bieden over wat beoogd wordt met de
uitvoeringsbesluiten en om elk misverstand te kunnen vermijden, was
de enige logische oplossing alle uitvoeringsbesluiten gezamenlijk te
behandelen in de Ministerraad. Dit is trouwens gebeurd op 31 maart
2006.
Wat de mogelijke link tussen het Apetra-dossier en de 100 miljoen
euro prefinanciering betreft, wil ik heel duidelijk zeggen dat er terzake
nooit een link heeft bestaan en dat dit twee volkomen onderscheiden
dossiers zijn. Trouwens, de data bevestigen dit. De wet-Apetra werd
unaniem goedgekeurd door de wetgevende Kamer op 1 december
2005, vooraleer er sprake was van de 100 miljoen prefinanciering.
Ik wil u tenslotte nog een slotopmerking geven. Het probleem in
kwestie is al 35 jaar gekend. Het wordt echter al 20 jaar aangevallen
door de instanties van het Internationaal Energieagentschap. Men
heeft er 20 jaar niets aan kunnen doen. Alle termijnen in acht
genomen en gelet op de opmerking van het Internationaal
Energieagentschap van mei 2005, vind ik het een hele verwezenlijking
om alles in werking te laten treden tegen uiterlijk 1 oktober 2006.
Nous avons travaillé sans relâche
à l'élaboration du cadre législatif
pour la création de l'APETRA et à
la sélection de personnel qualifié
pour le conseil d'administration et
les activités quotidiennes de
l'agence. La date du 1er octobre
est une date limite et nous serons
peut-être prêts plus tôt.
J'ai finalement choisi de déposer
en même temps tous les arrêtés
d'exécution devant être examinés
par le conseil des ministres étant
donné qu'il s'agissait d'un dossier
extrêmement technique et que je
voulais éviter tout malentendu.
Aucun lien n'a jamais été établi
entre le dossier APETRA et le
préfinancement de 100 millions.
La loi APETRA a en effet été
adoptée à l'unanimité le 1er
décembre 2005, avant donc qu'il
ne soit question du
préfinancement.
Je voudrais attirer l'attention sur le
fait que ce dossier traîne depuis
35 ans déjà et que cela fait 20 ans
que la Belgique essuie les
critiques de l'Agence internationale
de l'énergie. Si le dossier peut être
bouclé pour le 1
er
octobre 2006,
nous aurons à mon sens fait du
bon travail.
05.07 Trees Pieters (CD&V): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de
minister, u hebt de eerste drie elementen factueel beantwoord: de
koninklijke besluiten, de uitvoeringsbesluiten, de oprichting van
Apetra, het gezamenlijk indienen van de koninklijke besluiten. Die
feiten kennen we allemaal.
Wat u ontkent is de link van Apetra met het petroleumdossier. U zegt
correct dat Apetra werd opgericht voor er van dit dossier sprake was.
Verdere discussies met andere ministers zullen het misschien
gedeeltelijk of misschien nooit - aantonen, maar duidelijk is dat de
federatie wraak heeft gezocht voor wat zij niet heeft bekomen.
Niemand van ons stond achter de manier waarop zij te werk zijn
gegaan. Het feit dat het dossier kwijt was, dat het werd uitgesteld tot 1
oktober, dat er aan de voorraden werd gesleuteld, maakt voor mij
duidelijk dat de regering met minister Van den Bossche, mogelijk ook
in uw aanwezigheid, een oplossing heeft gezocht om haar gezicht te
redden. U zegt van niet, maar we zullen daarover andere ministers
bevragen en zien wat dat oplevert.
05.07 Trees Pieters (CD&V): Le
ministre nie l'existence d'un lien
entre les deux dossiers alors que
tous les indices vont dans ce sens,
comme la perte du dossier, le
report jusqu'au 1
er
octobre et
l'élaboration fastidieuse des
conditions. Nous pensons que la
Fédération a voulu se venger et
que le gouvernement a tenté de
trouver une solution pour sauver la
face du ministre Van den Bossche.
Nous continuerons à interroger
également d'autres
ministres
jusqu'à ce qu'éclate la vérité sur
les fraudes liées au traitement des
dossiers mazout.
CRIV 51
COM 917
18/04/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
De partijen rond de tafel hebben ook nog iets te vertellen. Zij werden
nooit globaal bij de gesprekken betrokken, enkel individueel per
sectorgroep. Bij het Apetradossier zaten ze echter met zijn allen
samen rond de tafel en ook dat is een reden om te vermoeden dat er
met het stookoliedossier is geknoeid.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
06 Question de Mme Muriel Gerkens au ministre de l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "les semonces de la Commission européenne en matière de
libéralisation de l'énergie dans les États membres" (n° 11141)
06 Vraag van mevrouw Muriel Gerkens aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel
en Wetenschapsbeleid over "de vermaningen van de Europese Commissie inzake de liberalisering
van de energiemarkt in de lidstaten" (nr. 11141)
06.01 Muriel Gerkens (ECOLO): Madame la présidente, monsieur le
ministre, le 4 avril dernier, le commissaire européen en charge de
l'Energie s'est exprimé durement vis-à-vis des Etats membres qui
n'ouvrent pas correctement leur marché de l'énergie. La Belgique était
visée.
06.01 Muriel Gerkens (ECOLO):
Op 4 april jongstleden heeft de
Europese commissaris belast met
de Energie de lidstaten die hun
energiemarkt niet correct
openstellen, streng berispt. Ook
België werd met de vinger
gewezen.
06.02 Marc Verwilghen, ministre: Un des 17 pays.
06.03 Muriel Gerkens (ECOLO): Je sais, je suis consciente des
difficultés mais ce commissaire européen va envoyer une lettre aux
Etats concernés à propos des points pour lesquels ils ne sont pas en
ordre.
Dans le cas de la Belgique, il met en évidence les obligations de
stocks stratégiques pétroliers, mais ce sont les dispositions APETRA
que nous sommes en train de concrétiser. Il pointe également
l'absence, dans le secteur du gaz, de désignation formelle de
l'opérateur de transmission et des conditions discriminatoires pour
l'accès des parties tierces aux réseaux de transport et de distribution
ainsi qu'une transparence insuffisante des tarifs de connexion.
Pourriez-vous nous communiquer la lettre au cas où vous l'auriez
reçue, en nous donnant votre avis sur les différents points relevés par
la Commission européenne? En ce qui concerne le transport du gaz,
on a adopté la loi en juillet 2005 permettant de finaliser la
transposition de la directive de libéralisation. Nous sommes en avril
2006 et sa concrétisation est toujours en attente. Comment
l'expliquez-vous? Est-ce dû à la volonté de scinder les trois activités et
dès lors de désigner des gestionnaires différents pour le transport, le
stockage et le "terminalling" de Zeebrugge?
On cite Gazprom comme candidat gestionnaire de stockage. Avez-
vous négocié avec eux, en échange éventuel du passage du gaz via
les canalisations en Belgique? On sait que les Russes ne sont
spécialement intéressés par le marché belge. Leur objectif est surtout
de pouvoir traverser la Belgique pour exporter notamment en
Angleterre. Dans ce cas, ils veulent disposer de capacités de
stockage.
06.03 Muriel Gerkens (ECOLO):
De verplichtingen om strategische
olievoorraden aan te leggen, het
feit dat er in de gassector formeel
nog geen transmissieoperator
werd aangesteld, de
discriminerende voorwaarden voor
derden om toegang te krijgen tot
de transport- en
distributienetwerken en een
gebrek aan transparantie inzake
de aansluitingstarieven werden op
de korrel genomen. Wat is uw
reactie op de diverse opmerkingen
van de Europese Commissie?
Wat het gasvervoer betreft, werd
de wet in juli 2005 aangepast en
de uitvoering ervan laat nog
steeds op zich wachten. Hoe
verklaart u een en ander?
Gazprom wordt genoemd als
kandidaat-beheerder van de
voorraden. Is dat in ruil voor het
transport van gas via de
pijpleidingen in België? Is het voor
alle gasvervoersbedrijven niet
interessant of zelfs noodzakelijk
om over een dergelijke
opslagcapaciteit te beschikken? In
18/04/2006
CRIV 51
COM 917
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
Cette capacité de stockage n'est-elle pas intéressante, voire
nécessaire, pour toute société de transport de gaz, à savoir la
possibilité de pouvoir gérer du stock? Auquel cas, cette disposition
permettant de scinder les activités m'inquiète. Je me demande si ce
n'est pas une bêtise et si la gestion du transport du gaz ne nécessite
pas de devoir disposer également d'une capacité de stockage de ce
gaz.
D'après mes informations, BUGS (Belgian Underground Gas
Storage), une petite entreprise flamande, s'est proposée pour le
stockage du gaz. Y a-t-il déjà un avis de l'administration "qualité et
sécurité" à ce sujet? Cette administration doit en effet remettre un
avis à chaque fois qu'une société veut s'impliquer là-dedans. Où en
est ce dossier?
Un autre reproche s'adresse à la CREG puisque c'est elle qui
surveille les tarifs, sauf que vous avez clairement diminué ses
compétences. Comment comptez-vous améliorer les choses en
collaboration avec la CREG?
La nomination de quatre des six directeurs se faisant toujours
attendre, n'est-ce pas un facteur de non-conformité dans les
compétences de la CREG?
Enfin, un dernier point est cité et pour lequel j'aimerais obtenir des
informations plus claires: la commission reprocherait l'exemption de
régulation pour certains investissements dans le secteur régulé
(transport et distribution). Qu'en est-il au juste?
dat geval maak ik me zorgen over
de
inwerkingtreding van de
bepaling die de opsplitsing van de
activiteiten mogelijk maakt.
Volgens mijn informatie zou BUGS
(Belgian Underground Gaz
Storage), een klein Vlaams bedrijf,
al aangeboden hebben gas op te
slaan. Heeft het bestuur Kwaliteit
en Veiligheid daarover reeds een
advies gegeven?
Een derde verwijt is aan de CREG
gericht. Is de CREG wel bij
machte de haar toegewezen
bevoegdheden te vervullen,
aangezien de benoeming van vier
van de zes directeuren nog steeds
op zich laat wachten? Tot slot zou
de Commissie ook kritiek uiten op
het feit dat bepaalde investeringen
in de gereguleerde sector
(transport en distributie) aan de
regulering ontsnappen. Kan de
minister me ter verduidelijking
bijkomende informatie
verschaffen?
06.04 Marc Verwilghen, ministre: Madame la présidente, collègue
Gerkens, en ce qui concerne votre première question, je n'ai jusqu'à
présent pas encore obtenu de communication officielle. Dès lors, je
ne suis pas en mesure de vous donner mon avis sur les points y
relevés. Mais je ne manquerai pas de le faire dès que je serai en
possession des documents demandés.
Deuxièmement, la loi du 1
er
juin 2005 a amené plusieurs modifications
structurelles. Ces nouvelles dispositions nécessitent une modification
de quelques arrêtés d'exécution ou l'introduction de nouveaux arrêtés
d'exécution. Plusieurs dispositions de la loi du 1
er
juin 2005 sont par
ailleurs déjà entrées en vigueur en janvier 2006.
En ce qui concerne votre troisième question, l'article 8 de la loi gaz
détermine que la gestion du réseau de transport de gaz naturel, de
l'installation de stockage de gaz naturel et de l'installation de GNL est
assurée par un gestionnaire du réseau de transport de gaz naturel,
par un gestionnaire d'installation de stockage de gaz naturel et par un
gestionnaire d'installation de GNL. Chaque titulaire d'une ou de
plusieurs autorisations de transport de gaz naturel, de stockage de
gaz naturel, en ce compris les autorisations délivrées pour une
installation de GNL, peut introduire sa candidature. Cette disposition
laisse donc la porte ouverte à toute possibilité.
Quatrièmement, étant donné que des négociations sont toujours en
cours, je ne peux hélas vous donner de plus amples informations. Je
voudrais néanmoins signaler que Gazprom n'est pas uniquement
intéressé dans le hub de Zeebrugge mais également et au même
06.04 Minister Marc Verwilghen:
Vooreerst heb ik tot op heden
geen officiële mededeling
ontvangen. Ik ben derhalve niet in
staat u mijn mening te geven over
de aangehaalde punten. Zodra ik
over de gevraagde stukken
beschik, zal ik u mijn standpunt
verduidelijken.
Ten tweede heeft de wet van 1 juni
2005 een aantal structurele
wijzigingen aangebracht, waardoor
de uitvoeringsbesluiten eveneens
moeten worden aangepast.
Ten derde worden de
kandidaturen voor het beheer van
het aardgasvervoersnet, de
opslaginfrastructuur van aardgas
en de LNG- infrastructuur op een
onafhankelijke manier
opengesteld.
Ten vierde kan ik u niet meer
informatie bezorgen over
Gazprom, aangezien de
onderhandelingen nog aan de
CRIV 51
COM 917
18/04/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
niveau dans le stockage dans notre pays.
En réponse à votre cinquième question, il y a un gestionnaire
d'installation de stockage de gaz naturel, même si plusieurs firmes
construisent des facilités de stockage. En plus, chaque firme qui le
désire peut introduire une demande pour l'examen et la construction
de facilités de stockage. La gestion de celle-ci est confiée à un seul
gestionnaire.
Sixièmement, il est exact qu'une entreprise du Nord du pays a conduit
en 2005 des pourparlers et a introduit auprès de la direction générale
de la qualité et de la sécurité, une demande de permis de recherche
et d'exploitation d'un site-réservoir souterrain dans la région sud-ouest
de Turnhout. L'instruction du dossier a toutefois conduit le service
spécialisé de ladite direction générale à soumettre récemment au
ministre un avis négatif concernant cette demande.
Votre septième question concerne les compétences du régulateur. La
CREG est parfaitement en phase avec les objectifs de la Commission
européenne. En aucun cas, les compétences prévues par la
Commission pour les régulateurs ne font défaut à notre régulateur;
vous en aurez la preuve en comparant la législation actuelle avec les
directives européennes.
Dans le segment des tarifs, force est de constater que le régulateur a
été très actif. Les tarifs de transport et de distribution ont
sensiblement diminué depuis la libéralisation. Cela prouve que le
régulateur peut utiliser à bon escient les compétences qui lui sont
imparties et obtenir des résultats.
Dès lors, nous nous attelons actuellement à un élargissement des
possibilités d'intervention du régulateur dans le cadre de la procédure
de tarification. Je ne souhaite pas donner de détail à ce sujet pour
l'instant: la discussion est toujours en cours.
Huitièmement, les membres du comité de direction de la CREG ne
disposent pas d'un vrai statut administratif. Il est nécessaire de
compléter le cadre juridique, notamment en ce qui concerne les
conditions de nomination. Mes services s'attellent à l'élaboration d'un
projet de loi en la matière.
Enfin, la possibilité dont vous parlez dans votre neuvième question est
prévue: nous n'excluons pas un tel régime et étudions l'intégration
d'une telle disposition dans la législation. Sur ce point, notre réponse
sera donc aussi suffisante pour la Commission européenne. Dès que
je recevrai la lettre, j'en enverrai une copie à votre commission afin de
pouvoir suivre l'évolution du contenu de la lettre signée par
M. Piebalgs.
gang zijn.
Ten vijfde: er is één enkele
beheerder van de
opslaginfrastructuur van aardgas,
ook al bouwen verscheiden firma's
opslaginfrastructuur. Het klopt dat
een bedrijf uit het Noorden van het
land een aanvraag heeft ingediend
voor een vergunning voor het
opsporen en exploiteren van een
ondergrondse bergruimte in situ in
de regio Turnhout. De
gespecialiseerde dienst heeft
echter na onderzoek van het
dossier een negatief advies
uitgebracht.
De CREG voldoet volledig aan de
doelstellingen van de Europese
Commissie. We moeten
vaststellen dat de regulator op het
stuk van de tarieven bijzonder
actief is geweest. We werken
momenteel aan een uitbreiding
van de mogelijkheden van de
operator om op te treden in het
kader van de tariferingsprocedure.
De leden van het directiecomité
van de CREG hebben geen echt
administratief statuut. We moeten
het juridisch kader vervolledigen.
Mijn diensten stellen daartoe een
wetsontwerp op.
06.05 Muriel Gerkens (ECOLO): Monsieur le ministre, avez-vous un
délai pour le restant des arrêtés d'exécution encore à prendre pour la
mise en application de cette loi?
06.05 Muriel Gerkens (ECOLO):
Wanneer zullen de resterende
uitvoeringsbesluiten die nodig zijn
voor de uitvoering van die wet,
klaar zijn?
06.06 Marc Verwilghen, ministre: Oui, avant 2007.
06.06 Minister Marc Verwilghen:
Vóór 2007.
18/04/2006
CRIV 51
COM 917
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
06.07 Muriel Gerkens (ECOLO): Vous ne remettez donc pas en
cause le fait de scinder les activités de transport et de stockage?
Vous ne partagez donc pas mon avis selon lequel toute société de
transport devrait bénéficier d'une activité de stockage? Ce n'est pas
nécessaire?
06.07 Muriel Gerkens (ECOLO):
U heeft dus geen vragen bij het
feit dat de transport- en de
opslagactiviteiten gesplitst
worden?
06.08 Marc Verwilghen, ministre: Non, je dis que peuvent travailler
sur le marché un gestionnaire, mais plusieurs firmes.
06.08 Minister Marc Verwilghen:
Nee. Op de markt kunnen een
beheerder en meerdere bedrijven
actief zijn.
06.09 Muriel Gerkens (ECOLO): Un gestionnaire, mais une même
société peut faire à la fois le transport et le stockage tout en étant
soumise à des gestionnaires différents.
06.09 Muriel Gerkens (ECOLO):
Een zelfde bedrijf kan tegelijk het
transport en de opslag verzekeren
en aan verschillende beheerders
onderworpen zijn?
06.10 Marc Verwilghen, ministre: Oui.
06.10 Minister Marc Verwilghen:
Ja.
06.11 Muriel Gerkens (ECOLO): Merci. J'attendrai donc l'avis de la
Commission.
06.11 Muriel Gerkens (ECOLO):
Ik wacht op het advies van de
Commissie.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Samengevoegde vragen van
- de heer David Geerts aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de voortdurende stijging van de bierprijzen en een onderzoek van de Raad
voor de Mededinging" (nr. 11148)
- de heer Patrick De Groote aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de marktdominantie van Inbev in België" (nr. xxxxx)
07 Questions jointes de
- M. David Geerts au ministre de l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur et de la Politique
scientifique sur "l'augmentation persistante du prix de la bière et une enquête du Conseil de la
concurrence" (n° 11148)
- M. Patrick De Groote au ministre de l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "la domination du marché par Inbev en Belgique" (n° xxxxx)
07.01 David Geerts (sp.a-spirit): Mijnheer de minister, wij hebben
reeds verschillende keren over het onderwerp de degens gekruist. Ik
heb u er reeds een aantal vragen over gesteld. Het lijkt er dan op dat
ik hierop zeer gefixeerd ben.
De voorbije weken werden wij geconfronteerd met een zoveelste
stijging van de prijzen. Een van de redenen was de duurdere
grondstof. In het jaarverslag zag men echter dat het anders werd
gestipuleerd.
In het verleden heb ik u reeds een aantal keren gezegd dat volgens
mij een bedrijf een zeer dominante positie heeft op de biermarkt, wat
marktverstorend werkt. Dat monopolie zou, zo zei ik toen reeds, een
stijging en een verschraling van de producten door de verticale
integratie om zo concurrentie onmogelijk te maken, tot gevolg
hebben. Meermaals heb ik dan ook gevraagd om de Raad voor de
Mededinging een onderzoek te laten starten, zodat wij op basis van
dat onderzoek een zicht zouden kunnen hebben op eventueel te
07.01 David Geerts (sp.a-spirit):
Ce sujet a déjà été abordé. Une
nouvelle augmentation des prix de
la bière est intervenue ces
dernières semaines. Inbev la
justifie par l'augmentation du prix
des matières premières, un
argument que contredit
paradoxalement son rapport
annuel. Inbev possède sur le
marché de la bière un monopole
qui se traduit par des
augmentations de prix mais
également par un
appauvrissement des produits.
J'ai déjà demandé à plusieurs
reprises au Conseil de la
CRIV 51
COM 917
18/04/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
nemen maatregelen om een betere concurrentie op de biermarkt
mogelijk te maken.
Voor de derde of vierde keer, denkt u dat naar aanleiding van de
recente gebeurtenissen het niet wenselijk is dat de Raad voor de
Mededinging ambtshalve een onderzoek start?
concurrence de faire procéder à
une étude sur la manière de
réinstaurer une plus grande
concurrence sur le marché de la
bière. Le ministre estime-t-il
souhaitable de demander au
Conseil de procéder d'office à
cette étude?
07.02 Patrick De Groote (N-VA): Mijnheer de minister, ik had eerst
een interpellatieverzoek ingediend, maar de agendering van de vraag
van mijn collega van vandaag was voor mij de aanleiding om de
interpellatie te laten vallen en mij aan te sluiten bij de vraag van
collega Geerts.
De aanleiding is uiteraard de aangekondigde prijsstijging door InBev
en meer nog, de hele bedrijfspolitiek die elke vorm van concurrentie
uitsluit. Op het moment dat de brouwerij stelde de bierprijs te moeten
verhogen wegens de hoge grondstofprijzen, kocht ze nog een
brouwerij, Quinsa, op in Argentinië. Dat is veruit de belangrijkste
brouwer in Argentinië, Paraguay, Uruguay en Bolivia.
Wij weten het allemaal - collega Geerts heeft dat wellicht nog beter
aan den lijve ondervonden dan ik, althans voor de inkomsten - dat
men in 2000 ongeveer 1 euro betaalde voor een pintje, nu is dat 1,60
euro à 1,70 euro. Op zes jaar tijd is de prijs met andere woorden 60%
à 70% gestegen.
Ik heb gezegd dat de gehele bedrijfspolitiek met onder andere de
prijsverhoging van 2,8% alsook de verhuisplannen van InBev naar
Moskou en het gegeven dat InBev vorig jaar 1,024 miljoen euro winst
maakte, een rol spelen. Dat staat allemaal in schril contrast met de
herstructureringen, die nu worden doorgevoerd. Er is ook het
marktaandeel van InBev namelijk 57,2%. Nochtans zagen we dat
InBev bijvoorbeeld in het Verenigd Koninkrijk zes jaar geleden Carling
moest afstoten, omdat de groep, na de overname van Bass Brewers,
aan 32% van het marktaandeel kwam. Hier zit InBev aan 57,2%. Er
zijn dus nog zaken die ik zou kunnen opsommen.
Mijn vraag is, kan de Raad voor de Mededinging een onderzoek naar
de verticale integratie van de biermarkt instellen? Kan die laatste niet
gekoppeld worden aan voorwaarden die tot een economische en
culturele verankering kunnen leiden?
Ik weet natuurlijk hoe moeilijk het allemaal is, want het is een
multinationale onderneming. Het is moeilijk om die te verankeren in
de plaatselijke economie. Maar het zou misschien kunnen door de
brouwerijgroepen te verplichten hun brouwerijvestigingen te behouden
door het aantal exclusiviteitscontracten te koppelen aan een
brouwerijvestiging. Misschien kan dat lukken.
Wil u die piste laten onderzoeken? Kan u ook laten onderzoeken hoe
het gesteld is met de verticale integratie van alle brouwerijen in
België?
Hoeveel exclusiviteitscontracten en andere contracten worden er per
brouwer gesloten?
07.02 Patrick De Groote (N-VA):
Inbev procède à des
augmentations de prix et mène
une politique d'entreprise qui
exclut toute concurrence, par
exemple en achetant la plus
grosse brasserie argentine à un
moment où les prix des matières
premières sont élevés. Alors qu'en
2000 une bière coûtait un euro à
peine, il faut débourser aujourd'hui
1,60 à 1,70 euro.
La politique des prix, les projets de
déménagement et les
restructurations d'Inbev
contrastent violemment avec
l'importance des
bénéfices
réalisés. Ainsi, Inbev possède
actuellement une part de 57,2%
du marché belge.
Le Conseil de la concurrence
pourrait-il procéder à une étude
sur l'intégration verticale du
marché de la bière et des mesures
peuvent-elles être prises au niveau
de l'ancrage économique et
culturel d'une brasserie? Des
contrats d'exclusivité peuvent-ils
être liés au nombre de sièges en
Belgique? Quelle est la répartition
actuelle des contrats d'exclusivité?
18/04/2006
CRIV 51
COM 917
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
Ik denk dat er in de sector toch iets meer transparantie zou moeten
zijn. Ik denk dat de mogelijkheden alleen bij u berusten om ervoor te
zorgen dat de Raad voor de Mededinging ervoor wordt aangesproken.
07.03 Minister Marc Verwilghen: Ik wil u er even aan herinneren dat
de wet van 5 augustus 1991 over de bescherming van de
economische mededinging in werking is getreden op 1 januari 1993.
Sedertdien bestaat er dus geen prijzencontrole meer, behoudens
enkele uitzonderingen, die zich situeren in enkele sociale sectoren
zoals de rusthuizen of in sectoren waar de mededinging onvolkomen
kan worden geacht wegens het bestaan van monopolies bijvoorbeeld
de drinkwaterdistributie. De ondernemingen zijn dus zelf
verantwoordelijk voor hun prijszetting, tenzij ze onder die
uitzonderingen ressorteren. Dat is dus niet het geval voor de
biersector.
Zoals reeds vroeger werd geantwoord, vond de Raad voor de
Mededinging, het tot nu toe niet opportuun om een onderzoek in te
stellen. Daarenboven beschikt de raad niet over de bevoegdheid om
te beslissen om zelf een onderzoek te openen. De raad neemt
beslissingen in mededingingsdossiers, maar het onderzoek wordt
geopend door het korps verslaggevers en het wordt gevoerd in
samenwerking met de dienst van de mededinging, die daartoe van
het korps de nodige instructies krijgt.
Overeenkomstig artikel 23 paragraaf 1C van de wet op de
bescherming van de economische mededinging zoals gecoördineerd
op 1 juli 1999, kan de minister van Economie verzoeken een
onderzoek in te stellen wanneer daartoe ernstige aanwijzingen
bestaan.
Naar aanleiding van de evenementen van de laatste dagen heb ik
besloten om, zoals voorzien in artikel 24 van de wet, de Raad van
Mededinging een brief te schrijven met het verzoek betreffende deze
vermeende restrictieve mededingingspraktijken een onderzoek in te
stellen. De Raad zal dit verzoek voor onderzoek aan het korps van de
verslaggevers zenden. Mijn voorstel is ten minste te wachten op de
resultaten van dit onderzoek om desgevallend een aantal
maatregelen te treffen, indien er naar aanleiding van het verslag
gronden en redenen toe zouden bestaan. Ik denk dat de elementen in
het dossier van die aard zijn dat ik als minister mijn
verantwoordelijkheid diende op te nemen en ik heb dat dan ook
gedaan.
07.03 Marc Verwilghen, ministre:
La loi du 5 août 1991 sur la
protection de la concurrence
économique dispose qu'aucun
contrôle des prix n'est prévu en
Belgique sauf dans certains
secteurs sociaux et
monopolistiques.
À ce jour, le Conseil de la
Concurrence n'a pas jugé
nécessaire d'enquêter sur
l'augmentation des prix de la bière.
L'enquête ne peut être ouverte
que par le corps des rapporteurs,
qui fournit les instructions
nécessaires au Conseil.
Le ministre de l'Économie peut
demander l'ouverture d'une
enquête. J'ai adressé un courrier
au Conseil de la Concurrence à
propos de cette suspicion de
pratique restrictive de la
concurrence. Cette demande sera
transmise au corps des
rapporteurs.
J'attendrai les résultats de
l'enquête avant de prendre des
mesures.
07.04 David Geerts (sp.a-spirit): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de
minister, ik dank u omdat u de Raad hebt gevraagd een onderzoek in
te stellen. We zullen dienen af te wachten wat het korps van
verslaggevers daaromtrent gaat zeggen.
Nog een vraag. Hebt u in uw brief gewag gemaakt van een timing van
het onderzoek?
07.04 David Geerts (sp.a-spirit):
Il convient désormais d'attendre
les conclusions des rapporteurs.
Le ministre leur a-t-il imposé un
délai?
07.05 Minister Marc Verwilghen: Het principe is dat men geen
gewag maakt van een timing van het onderzoek. De wet laat dat ook
niet toe. Ik kan u wel verzekeren dat de werking van het korps en van
de diensten van die aard is dat zij wellicht binnen een zeer
aanvaardbare termijn al met een verslag zullen komen.
07.05 Marc Verwilghen, ministre:
La loi ne le permet pas. Je suis
convaincu que les conclusions
seront achevées dans un délai
très acceptable.
CRIV 51
COM 917
18/04/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21
07.06 Patrick De Groote (N-VA): Mijnheer de minister, u hebt reeds
geantwoord inzake de timing. Ik dank u omdat u een onderzoek wilt
instellen. U hebt het artikel terzake aangehaald. Een onderzoek kan
worden ingesteld op verzoek van de minister indien er ernstige
aanwijzingen bestaan. De aanwijzingen zijn, mijns inziens, inderdaad
ernstig te noemen.
Ik hoop niet alleen dat het onderzoek afdoende resultaten oplevert,
maar vooral dat er meer transparantie op deze markt komt. De
bedrijfspolitiek van InBev zorgt voor schaalvoordelen voor de
brouwerijgroep zelf, maar niet voor de klanten zoals de cafébazen, de
bierhandelaars en de consumenten. Zij kunnen niet van deze
schaalvoordelen genieten. Integendeel, voor deze laatsten is het
veeleer een verschaling.
Mijnheer de minister, ik herhaal dat het me verheugt dat u de
verantwoordelijkheid hebt genomen om deze stappen te zetten.
07.06 Patrick De Groote (N-VA):
Les indices justifiaient en effet
pleinement l'ouverture d'une
enquête. Je félicite le ministre
d'avoir pris ses responsabilités.
J'espère que l'enquête
débouchera sur une plus grande
transparence en la matière. Il est
inacceptable que ni le
consommateur, ni le négociant en
bière, ni l'exploitant d'un débit de
boisson ne puissent profiter de ces
économies d'échelle. Cela doit
changer.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
08 Question de Mme Karine Lalieux au ministre de l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur et
de la Politique scientifique sur "les tarifs sociaux pour l'électricité et le gaz" (n° 11165)
08 Vraag van mevrouw Karine Lalieux aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel
en Wetenschapsbeleid over "de sociale tarieven voor elektriciteit en gas" (nr. 11165)
08.01 Karine Lalieux (PS): Monsieur le ministre, le Conseil des
ministres du 13 février dernier a entériné la décision prise en
septembre 2005 concernant l'évolution des prix de l'énergie. Je vous
avais déjà posé la question, mais vous m'aviez renvoyée chez votre
collègue le ministre des Finances auquel j'ai donc posé la question. Il
m'a répondu qu'il était compétent pour certaines choses, mais vous
pour d'autres. Je vous pose donc les questions pour lesquelles il m'a
dit ne pas être compétent. J'imagine qu'il y a bien quelqu'un qui l'est
au sein du gouvernement.
Il m'a répondu que vous étiez compétent pour les tarifs sociaux sur
l'électricité et le gaz. Il avait été décidé en Conseil des ministres
qu'une seule opération de 5.876.010,3 euros serait exécutée afin que
80% du coût supplémentaire de la facture de gaz et d'électricité pour
les clients sociaux soient couverts.
Monsieur le ministre, où en est la mise en application de cette
mesure? Quand aura lieu l'exécution de ces réductions? Par ailleurs,
le gouvernement a décidé de réformer la loi instituant le tarif social
gaz et électricité dans le marché libéralisé comprenant l'automaticité
et un meilleur prix sur le marché. A cet égard, j'avais déjà déposé une
proposition de loi avec ma collègue Magda De Meyer. Le
gouvernement s'en est un peu inspiré.
Vous aviez créé des groupes de travail. Où en sont-ils? Et quel est le
timing du gouvernement pour la réforme de ce tarif social?
08.01 Karine Lalieux (PS): Op
uw advies heb ik de minister van
Financiën een vraag gesteld over
de op 13 februari door de
ministerraad bekrachtigde
beslissing met betrekking tot de
evolutie van de energieprijzen,
maar hij verwijst mij door naar u
voor bepaalde aspecten van mijn
vraag waarvoor hij niet bevoegd is,
met name wat de sociale tarieven
voor gas en elektriciteit betreft.
In de ministerraad werd beslist
een eenmalig bedrag van
5.876.010 euro vrij te maken dat
80 procent van de extra kost van
de gas- en elektriciteitsfactuur
voor de cliënten die het sociaal
tarief genieten zou dekken. Hoe zit
het met de toepassing van die
maatregel?
Voorts heeft de regering beslist de
wet tot instelling van het sociaal
tarief voor gas en elektriciteit te
hervormen. Hoe zit het met de
opgerichte werkgroepen? Welk
tijdpad heeft de regering voor die
hervorming vooropgesteld?
08.02 Marc Verwilghen, ministre: Madame la présidente, collègue 08.02 Minister Marc Verwilghen:
18/04/2006
CRIV 51
COM 917
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22
Lalieux, pour la réponse aux deux premières questions que vous me
posez, je vous renvoie à la notification du Conseil des ministres, non
du 13 février, mais du 13 janvier 2006. Il y est clairement stipulé que
c'est le ministre des Finances et le secrétaire d'État à la
Modernisation des Finances et à la Lutte contre la fraude fiscale qui
sont chargés de l'application de la mesure mentionnée. Sur ce point, il
n'y a pas de discussion possible.
Quant à vos troisième et quatrième questions, un groupe de travail
concernant l'automaticité a été mis sur pied, en collaboration avec le
ministre de l'Emploi et le secrétaire d'Etat à la Simplification
administrative. Mon but est d'arriver le plus vite possible à une
solution adéquate.
Cependant, les discussions qui ont déjà eu lieu au sein du groupe de
travail qui se réunit très régulièrement démontrent que ceci n'est pas
aussi facile à réaliser qu'on l'estimait de prime abord. C'est une des
raisons pour lesquelles il m'est impossible de vous donner un timing.
Néanmoins, je puis vous assurer que le dossier est suivi de très près
et que je souhaite qu'il progresse le plus rapidement possible.
J'ai bon espoir pour y arriver bientôt avec mes deux collègues. Mais,
pour ce qui concerne le premier point, la notification ne laisse planer
aucun doute.
Wat het antwoord op uw eerste
twee vragen betreft, verwijs ik u
naar de notulen van de
ministerraad, niet van 13 februari,
maar wel van 13 januari 2006.
Daarin wordt duidelijk vermeld dat
de minister van Financiën en de
staatssecretaris voor
Modernisering van de Financiën
en de Strijd tegen de fiscale fraude
met de toepassing van
bovenstaande maatregel belast
zijn.
Wat uw derde en vierde vraag
betreft, werd een werkgroep
opgericht die zich over het
automatisch karakter buigt. Het is
mijn bedoeling zo snel mogelijk tot
een adequate oplossing te komen.
Door de moeilijkheden waarop wij
stuiten, kan ik echter geen precies
tijdpad meedelen.
08.03 Karine Lalieux (PS): Monsieur le ministre, pour les deux
premières questions, le ministre des Finances m'avait dit ne pas être
concerné. Je l'interrogerai donc à nouveau puisque vous ne pouvez
pas me dire si le gouvernement a réalisé cette manoeuvre de cinq
millions d'euros.
Par ailleurs, je comprends la difficulté de mettre en place
l'automaticité: c'est très technique et il faut la participation de la
Banque-Carrefour. Mais comme la libéralisation sera effective le 1
er
juillet pour la Région wallonne et la Région bruxelloise, deux ans
après la Région flamande c'est d'ailleurs cela qui pose problème ,
ce serait bien d'arriver à quelque chose avant cette date. Mais c'est
peut-être un peu rapide.
08.03 Karine Lalieux (PS): Ik zal
de minister van Financiën opnieuw
ondervragen.
Ik begrijp dat de invoering van een
automatisme niet van een leien
dakje loopt. Toch ware het
verkieslijk om tot een resultaat te
komen voor 1 juli, de datum
waarop de vrijmaking een feit
wordt in het Waals en het Brussels
Gewest.
08.04 Marc Verwilghen, ministre: C'est peut-être une information
importante à vos yeux: au début du mois de mai, nous allons observer
un système opérationnel à l'étranger pour l'automaticité de l'attribution
du tarif social, un tarif plus avantageux pour un client dans une
situation plus précaire; il s'agira d'un système étanche. Puisque nous
serons assistés par les membres du groupe de travail, j'ai bon espoir
d'opérer un choix définitif à ce moment-là. C'est surtout l'aspect
technique qui est prépondérant dans ce dossier, assorti de toutes les
garanties possibles.
08.04 Minister Marc Verwilghen:
Ik hoop dat we begin mei een
definitieve keuze zullen kunnen
maken, nadat we een operationeel
systeem in het buitenland hebben
bestudeerd.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09 Vraag van mevrouw Hilde Claes aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de Elia-wetgeving in verband met het snoeien en kappen van bomen"
(nr. 11200)
09 Question de Mme Hilde Claes au ministre de l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur et de
la Politique scientifique sur "la législation applicable à Elia en ce qui concerne la taille et la coupe
d'arbres" (n° 11200)
CRIV 51
COM 917
18/04/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
23
09.01 Hilde Claes (sp.a-spirit): Ik heb een vraag over het recht tot
het snoeien en kappen van bomen in het kader van de Elia-
wetgeving. Mijn vraag heeft een algemene inslag, maar de aanleiding
was zo moet ik toegeven een specifiek incident.
Op vrijdag 3 maart zou Elia in Genk-Noord op een strook gelegen
langs de E314 alle bomen hebben gekapt. U begrijpt mij goed: niet
gesnoeid, maar volledig gekapt. Die groene strook fungeerde voor de
woonbuurt als een groene geluidsbuffer tegen de lawaaihinder van de
E314. U kunt het zich al inbeelden: er kwamen heel wat klachten van
de buurtbewoners. De stad Genk beweert niet op de hoogte te zijn
geweest van die kap. De burgemeester van de stad Genk, die
allerhande klachten heeft ontvangen van de buurtbewoners, beweert
terzake geen bevoegdheid te hebben. Hij verwijst daarvoor naar het
KB van 6 september 1980 en naar de wet op de
elektriciteitsvoorziening, meer bepaald naar het artikel 13.
Mijns inziens roepen die praktijken toch heel wat vragen op. Elia heeft
inderdaad de bevoegdheid om hier en daar wat bomen te snoeien als
dat nodig is, maar heeft, mijns inziens, helemaal niet de wettelijke
bevoegdheid om over te gaan tot kappen. Voor zover ik weet, is er
nog altijd een heel groot verschil tussen snoeien en kappen. Wat dat
betreft, mijnheer de minister, heb ik vandaag een drietal vragen.
Ten eerste, hoe dient men de term snoeien te interpreteren? Blijkbaar
is daar immers onduidelijkheid over, hoe eigenaardig dat ook mag
klinken.
Ten tweede, moet Elia voor een volledige kap een vergunning
aanvragen?
Ten derde, acht u het opportuun dat gemeentebesturen op voorhand
worden ingelicht om alzo de lokale situatie en de neveneffecten van
het snoeien of kappen in te schatten? Zult u desgevallend zelf de
nodige initiatieven nemen om dat als een wettelijke verplichting in te
bouwen?
09.01 Hilde Claes (sp.a-spirit):
Début mars, Elia a fait abattre tous
les arbres se trouvant sur une
bande située le long de l'E314, à
Genk-Noord. Pour les riverains,
cette rangée d'arbres faisait office
de mur anti-bruit naturel et
réduisait le vacarme de
l'autoroute. Il me revient que la
ville de Gand n'aurait pas été
informée des projets d'abattage.
Le bourgmestre de Gand n'a pas
non plus réservé de suite aux
nombreuses plaintes des riverains.
Il a invoqué l'arrêté royal du 6
septembre 1980 et l'article 13 de
la loi sur les distributions d'énergie
électrique pour établir
l'incompétence de l'administration
communale en la matière.
Elia a effectivement le droit
d'élaguer les arbres mais pas de
les abattre. Ne donne-t-elle pas à
la notion d'élagage une
interprétation trop large? Ne doit-
elle pas demander une
autorisation d'abattage? Ne doit-
elle pas avertir les communes de
ses projets? Le ministre envisage-
t-il d'imposer légalement un devoir
d'information?
09.02 Minister Marc Verwilghen: Mevrouw de voorzitter, collega
Claes, Elia bevestigt mij het kappen van een reeks bomen in Genk-
Noord, in een strook langs de E314. Meer precies hebben deze
werken plaatsgevonden onder de 70 kilovolt-hoogspanningslijn van
Stalen naar Houthalen. De werken werden door Elia uitgevoerd in het
kader van een regelmatig onderhoud van de bovengrondse
luchtlijnnetwerken, dit in volledige overeenstemming met de richtlijnen
van het natuurbeheersplan, opgesteld voor het betrokken gebied
Genk en omgeving. Dat is opgesteld, zoals u weet, door het Vlaams
Gewest, afdeling Waters en Bossen van Aminal.
Het beheersplan, dat voor twintig jaar opgesteld is, voorziet er immers
in doorgangen te creëren tussen de verschillende natuurgebieden
rond Genk en de provincie Limburg. Daarmee wil men ook de
oorspronkelijke vegetatie, zoals grasplantjes en heide, terug laten
groeien en bepaalde soorten vogels laten herleven. Evenwel, onder
de voormelde hoogspanningslijn, in een strook van 20 meter, werd
een toelating gegeven voor het kappen van alle bomen met de
bedoeling het beheersplan uit te voeren. De bomen werden gekapt op
basis van een kapvergunning, jaarlijks afgegeven door Aminal aan
09.02 Marc Verwilghen, ministre:
Les abattages ont été effectués
sous la ligne à haute tension de
70 kV qui va de Stalen à
Houthalen. Les travaux ont été
réalisés par Elia dans le cadre de
l'entretien régulier du réseau de
lignes aériennes et sont
parfaitement conformes aux
directives du plan de gestion de la
nature d'Aminal pour la région de
Genk et de ses environs. Ce plan
de gestion est en vigueur pour une
période de vingt ans et vise entre
autres à créer des passages entre
les différents sites naturels de la
région. L'objectif est de redonner
ainsi vie à la végétation initiale -
graminées et bruyères - et d'offrir
de nouvelles chances de survie à
18/04/2006
CRIV 51
COM 917
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24
Elia en mits akkoord van de plaatselijke boswachter van Aminal.
Ik kom op uw bijkomende vraag: moeten nu nog bijkomende
wettelijke maatregelen genomen worden?
Ten eerste rijst de vraag op welk niveau ze moeten genomen worden.
Is dat een federale of regionale bevoegdheid? Ik wil dat hier nog in het
midden laten, maar principieel, gelet op de verschillende
tussenkomsten en kapvergunningen van Aminal en de afspraken die
gemaakt zijn in het beheersplan, zou dat allemaal in die materie
moeten geregeld zijn. Het probleem zou op die manier voor iedereen
afdoende ter kennis moeten gesteld zijn.
certaines espèces d'oiseaux. Une
autorisation a dès lors été
octroyée pour l'abattage de tous
les arbres sous la ligne à haute
tension concernée, dans un rayon
de vingt mètres. Ces arbres ont
été abattus en vertu d'un permis
octroyé chaque année par Aminal
à Elia, en accord avec le garde
forestier local d'Aminal.
Avant de prendre des dispositions
législatives complémentaires, il
faudrait déterminer quel niveau de
pouvoir est compétent en l'espèce.
09.03 Hilde Claes (sp.a-spirit): Mijnheer de minister, ik dank u voor
uw antwoord, waaruit ik begrijp dat in deze zaak de kappingen
volledig conform de wetgeving zouden zijn uitgevoerd. De nodige
vergunningen zouden zijn afgeleverd, maar ik vind het toch wel
eigenaardig dat een gemeentebestuur hiervan geenszins op de
hoogte is en ook niet de nodige informatie krijgt nadat het klachten
krijgt van buurtbewoners.
Ik zal uw antwoord nog eens in detail nalezen, even terugkoppelen en
zien of ik hier eventueel moet terugkomen met een andere vraag of
een ander initiatief.
09.03 Hilde Claes (sp.a-spirit): Je
déduis de votre réponse que les
abattages effectués par Elia au
nord de Genk sont parfaitement
conformes à la législation. Je
m'étonne néanmoins que la ville
de Genk n'en ait pas été informée
et n'ait pas été en mesure de
fournir des informations, pas
même après l'avalanche de
réactions et de plaintes.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
La présidente: Les questions n° 11169 de Mme De Meyer et n°11195 de Mme Ghenne sont reportées.
10 Vraag van mevrouw Greet van Gool aan de minister van Middenstand en Landbouw over "de
problematiek van de zogenaamde zelfstandigen uit de nieuwe lidstaten" (nr. 11149)
10 Question de Mme Greet van Gool à la ministre des Classes moyennes et de l'Agriculture sur "la
question des travailleurs dits indépendants originaires des nouveaux États membres" (n° 11149)
10.01 Greet van Gool (sp.a-spirit): Mevrouw de minister, ik heb u in
het verleden al vragen gesteld over de problematiek van de
schijnzelfstandigen. Het ging toen vooral over de bouwsector, maar
dat is zeker niet de enige sector waar er problemen rijzen. Wij krijgen
ook signalen vanuit verschillende OCMW's over problemen met
zogenaamde zelfstandigen uit de nieuwe lidstaten. Die mensen zien
vaak een functie als zelfstandige als de enige mogelijkheid om hun
verblijf in België te regulariseren of te verlengen. Zij dienen daarvoor
een aanvraag in bij het plaatselijke gemeentebestuur. Dat levert
onmiddellijk een attest van immatriculatie, model B, af voor 5
maanden. Voor EU- en PECOonderdanen is geen beroepskaart
vereist, maar zij moeten binnen die termijn bewijzen dat zij wel
degelijk een activiteit als zelfstandige hebben opgestart. Daarvoor
moeten zij naar het ondernemingsloket om een handelsregister- en
eventueel een BTW-nummer aan te vragen en zeker ook om zich in
te schrijven bij een sociaal verzekeringsfonds voor zelfstandigen.
De meeste beroepen vragen een vestigingsattest of een diploma van
een cursus bedrijfsbeheer. Vandaar dat veel van die mensen op zoek
gaan naar een activiteit waarvoor dat alles niet vereist is. Zo komen er
10.01 Greet van Gool (sp.a-
spirit): J'ai précédemment déjà
posé des questions sur le
problème des faux indépendants.
Plusieurs CPAS signalent des
problèmes en rapport avec de
prétendus indépendants émanant
des nouveaux États membres.
Certains tentent ainsi de
régulariser ou de prolonger leur
séjour en Belgique. S'ils
introduisent une demande auprès
de l'administration communale, ils
obtiennent immédiatement une
attestation d'immatriculation pour
cinq mois.
Les ressortissants de l'Union
européenne et des PECO ne
doivent pas disposer d'une carte
CRIV 51
COM 917
18/04/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25
velen terecht in de distributiesector als zelfstandig huis-aan-huis-
bladverdeler in hoofdberoep. De mensen die erin slagen zich op die
manier te vestigen als zelfstandige, beschikken meestal niet over de
noodzakelijke financiële middelen om hun activiteit op te zetten.
De kwartaalbijdrage bedraagt minimaal 475 euro. Daardoor kan een
gezin niet overleven op de schamele inkomsten van het ronddragen
van kranten, zodat zij echt vele uren tegen slechte betaling werken.
Mevrouw de minister, ik had van u graag een antwoord gekregen op
de volgende vragen. Bent u zich bewust van de problematiek? Ziet u
mogelijkheden er iets aan te doen?
Zijn de sociale verzekeringsfondsen wel bij machte om dergelijke
gevallen, waar het eigenlijk gaat om schijnzelfstandigheid, op te
sporen? Kunnen zij zien, bij de inschrijving bij het
socialezekerheidsfonds als zelfstandige, dat die persoon het
Nederlands of het Frans niet machtig is en eigenlijk ook weinig op de
hoogte is van de sociale wetgeving? Welke middelen hebt u om
daartegen op te treden?
professionnelle mais ils doivent en
revanche prouver qu'ils ont
démarré une activité
d'indépendant. Ils doivent dès lors
également se rendre au guichet
d'entreprise pour y solliciter un
numéro de registre de commerce
et de TVA et s'inscrire auprès
d'une caisse d'assurances
sociales.
Pour la plupart des professions
indépendantes, une attestation
d'établissement et un diplôme en
gestion d'entreprises sont requis.
Ils sont nombreux à chercher une
activité qui ne requiert pas ces
conditions, telle que la distribution
de `toutes boîtes' dans le secteur
de la distribution. Ils ne disposent
souvent pas des moyens
financiers nécessaires au
développement de leurs activités
mais doivent néanmoins acquitter
une cotisation trimestrielle et
vivent dès lors dans l'indigence.
La ministre a-t-elle conscience du
problème? Peut-elle y remédier?
Les caisses d'assurances sociales
sont-elles habilitées à détecter de
tels cas? Savent-elles si
l'indépendant connaît le
néerlandais ou le français et s'il
est au fait de la législation sociale?
10.02 Minister Sabine Laruelle: Mevrouw van Gool, het probleem is
mij wel bekend. De oorsprong ervan ligt bij de LMOE-akkoorden.
Zoals u eraan herinnert, zijn de onderdanen van de beroepskaart
vrijgesteld. Tot aan de uitbreiding bleven zij evenwel onderworpen aan
het LMOE-attest. Dat attest is geen vergunning, wat strijdig zou zijn
met het Europees recht, maar wel een document dat de vrucht is van
de samenwerking tussen mijn administratie en de dienst
Vreemdelingenzaken ter vaststelling dat de persoon aan de
uitoefeningsvoorwaarden van de overwogen
zelfstandigenbedrijvigheid voldoet.
Dat attest is noodzakelijk voor de inschrijving bij de gemeente.
Het vormt zeker een regulerende filter. Evenwel, sedert de uitbreiding
is het attest niet meer vereist, tenzij het gaat om Bulgaarse en
Roemeense onderdanen. In 2005 heeft mijn administratie 2.067
documenten van dat type uitgereikt.
Naast het feit dat de kandidaat-zelfstandigen in het bezit moeten zijn
van het attest, moeten zij zich bij de KBO inschrijven. Dat brengt met
zich mee dat zij voor de handelsbedrijvigheden over de
10.02 Sabine Laruelle, ministre:
J'ai connaissance du problème,
qui résulte des accords conclus
avec les États d'Europe centrale et
orientale (accords PECO). Les
ressortissants des PECO sont
exemptés de l'obligation de
disposer d'une carte
professionnelle. Jusqu'à
l'élargissement européen, ils
restaient toutefois soumis à
l'attestation PECO, un document
qui constate que la personne
satisfait aux conditions d'exercice
de l'activité indépendante.
Cette attestation était
indispensable pour l'inscription à la
commune et constituait un filtre
régulateur. Depuis l'élargissement
de l'Europe, cette attestation est
uniquement requise pour les
18/04/2006
CRIV 51
COM 917
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
26
beheerskennis zouden beschikken. Die is eveneens vereist voor de
bedrijvigheid van dragers van bladen. Die vereisten vormen eveneens
een filter en een controle.
Bovenop de inschrijving bij de KBO moeten de kandidaat-
zelfstandigen zich nog inschrijven bij een sociaal verzekeringsfonds.
Op dat vlak gebeurt er eveneens een controle, in deze zin dat alleen
de personen die in België gedomicilieerd zijn, zich mogen inschrijven.
Daarmee bedoelt men de personen die een verblijfsvergunning
hebben.
Voor de LMOE-onderdanen voorziet de rondzendbrief ter invoering
van het LMOE-attest als voorwaarde voor de verlenging van het
verblijf naast het bewijs van de daadwerkelijke hoedanigheid van
zelfstandige erin dat die onderdanen niet onder het OCMW vallen.
Bepaalde categorieën van buitenlandse werknemers dienen houder te
zijn van de beroepskaart om in België een zelfstandige bedrijvigheid
uit te oefenen. De onderdanen van de Europese Economische Ruimte
en de LMOE dienen zulke verplichtingen niet te vervullen.
De onderdanen van de LMOE die geen lid zijn van de Europese Unie,
dit wil zeggen sedert 1 mei 2004 de Bulgaarse en de Roemeense
onderdanen, dienen daarentegen houder te zijn van een LMOE-attest.
Sedert vorig jaar moeten de sociale verzekeringsfondsen voor
zelfstandigen de aansluiting weigeren van buitenlanders die geen
onderdaan zijn van de Europese Unie en die onregelmatig in België
vertoeven.
Meer bepaald gaat het om de personen die geen beroepskaart
kunnen voorleggen, terwijl zij er over een zouden moeten beschikken
om een zelfstandige bedrijvigheid in België uit te oefenen, en om
Bulgaarse en Roemeense onderdanen die geen bewijs kunnen
leveren van hun inschrijving in een vreemdelingenregister. Zodoende,
indien de betrokkene in het bezit is van een geldig bewijs van
inschrijving in het vreemdelingenregister, zal het fonds die persoon als
zelfstandige aansluiten.
Met betrekking tot de LMOE-onderdanen uit de nieuwe lidstaten van
de Europese Unie die in België een zelfstandige bedrijvigheid komen
uitoefenen, werd er bij de integratie van deze landen bij de Europese
Unie beslist dat zij op dezelfde manier zouden worden behandeld als
de onderdanen van de andere landen van de Europese Unie. Er kan
hun dus op dat vlak geen enkele specifieke verplichting worden
opgelegd.
De fondsen beschikken niet over andere middelen dan
bovenvermelde weigering tot aansluiting om op te treden tegen de in
de mondelinge vraag bedoelde zelfstandigen uit de nieuwe lidstaten.
Ten slotte, ik sta erop u erop te wijzen dat het niet de taak is van de
fondsen om na te gaan of beginnende zelfstandigen al dan niet over
voldoende financiële middelen beschikken om hun activiteit op te
zetten.
ressortissants bulgares et
roumains. En 2005, 2.067
documents ont été délivrés.
Les candidats indépendants
doivent en outre s'inscrire à la
Banque-carrefour des entreprises.
C'est la raison pour laquelle ils
doivent disposer des
connaissances de gestion qui sont
également requises pour les
distributeurs de journaux. Ces
exigences ont aussi une fonction
de contrôle. Les candidats
indépendants doivent en outre
s'affilier à une caisse d'assurances
sociales. Seules les personnes qui
sont domiciliées en Belgique et qui
possèdent donc une autorisation
de séjour peuvent s'affilier.
Une circulaire instaurant
l'attestation pour les ressortissants
des pays d'Europe centrale et
orientale (attestation PECO)
stipule que les ressortissants
PECO qui souhaitent prolonger
leur activité indépendante doivent
posséder une attestation de leur
qualité d'indépendant et ne
peuvent pas dépendre du CPAS.
Certaines catégories de
travailleurs étrangers doivent être
titulaires d'une carte
professionnelle pour pouvoir
exercer une activité d'indépendant
en Belgique.
Ceci n'est pas le cas pour les
ressortissants PECO et les
ressortissants de l'Espace
Économique Européen. Par
contre, les ressortissants
roumains et bulgares doivent être
porteurs d'un certificat PECO.
Depuis l'année dernière, les
caisses d'assurances sociales
doivent refuser les travailleurs
indépendants étrangers s'ils ne
sont pas ressortissants de l'Union
européenne et s'ils séjournent
irrégulièrement en Belgique. Cette
mesure s'applique plus
particulièrement aux personnes
qui ne sont pas détentrices d'une
carte professionnelle, quand celle-
ci est requise, et aux
CRIV 51
COM 917
18/04/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
27
ressortissants bulgares et
roumains qui ne sont pas inscrits
au registre des étrangers. Toute
personne inscrite au registre des
étrangers sera affiliée à la caisse
d'assurances en tant
qu'indépendant.
Les ressortissants des nouveaux
États membres de l'UE qui
exercent une activité indépendante
en Belgique sont traités de la
même manière que les
ressortissants des autres États
membres de l'UE. Aucune
obligation spécifique ne peut leur
être imposée.
Le refus d'affiliation constitue
l'unique moyen auquel peuvent
recourir les caisses d'assurances.
Vérifier que les travailleurs
indépendants qui commencent
une activité disposent de moyens
financiers suffisants n'est pas de
leur ressort.
10.03 Greet van Gool (sp.a-spirit): Mevrouw de minister, ik wil u
bedanken voor uw uitgebreid en omstandig antwoord. Als ik uw
antwoord goed begrijp, is de inschrijving in het
sociaalverzekeringsfonds gekoppeld aan het feit of men al dan niet
wettig in België verblijft Dat moet natuurlijk niet door het
sociaalverzekeringsfonds gecontroleerd worden, maar door de
gemeentebesturen en de federale overheid.
Hier gaat het echter vooral om de kwestie van schijnzelfstandigen, om
mensen die zich inschrijven als zelfstandige maar de facto geen
zelfstandige zijn. Ik leid uit het laatste element van uw antwoord af dat
de sociaalverzekeringsfondsen niet echt veel middelen hebben,
misschien wel om die gevallen te detecteren, maar zeker niet om
daartegen op te treden. Overweegt u bijgevolg, vooral ook omdat u in
het begin zei dat u zich bewust bent van de problematiek, om
daarvoor in de toekomst maatregelen uit te werken. Het gaat nu
eenmaal vaak om schrijnende omstandigheden, die echt passen in de
aanpak van de schijnzelfstandigheid.
10.03 Greet van Gool (sp.a-
spirit): L'inscription à une caisse
d'assurances sociales est donc
surtout liée au caractère légal du
séjour dans le pays. Le contrôle en
la matière relève des
administrations communales et du
gouvernement fédéral et non des
caisses d'assurances sociales. Ma
question portait principalement sur
les faux indépendants, mais les
caisses d'assurances sociales ne
disposent pas de moyens
suffisants pour procéder à des
contrôles en la matière. Des
mesures seront-elles prises à
l'avenir pour contrer ce
phénomène?
10.04 Minister Sabine Laruelle: De nieuwe lidstaten moeten dezelfde
regels respecteren als de oude lidstaten. Wij mogen geen verschil
maken. U hebt gelijk, maar de problematiek van de
schijnzelfstandigen is een andere problematiek. De regering zal
vrijdag of volgende vrijdag in de Ministerraad een project bespreken
over de schijnzelfstandigen. Dat is hier echter niet bedoeld. De
problematiek van de schijnzelfstandigen geldt voor personen die uit
andere lidstaten komen, alsook voor Belgen. Wij moeten beide
problemen regelen.
10.04 Sabine Laruelle, ministre:
La réglementation en vigueur est
identique pour les nouveaux et
pour les `anciens' États membres.
Le phénomène des faux
indépendants constitue un tout
autre problème, dont il sera
question lors du prochain Conseil
des ministres. Toutefois, il s'agira
tant des faux indépendants en
provenance d'autres États
membres européens que des faux
18/04/2006
CRIV 51
COM 917
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
28
indépendants belges.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De bespreking van de vragen en interpellaties eindigt om 15.40 uur.
La discussion des questions et interpellations se termine à 15.40 heures.