CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 916
CRIV 51 COM 916
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DE LA
S
ANTÉ PUBLIQUE
,
DE
L
'E
NVIRONNEMENT ET DU
R
ENOUVEAU DE LA
S
OCIÉTÉ
C
OMMISSIE VOOR DE
V
OLKSGEZONDHEID
,
HET
L
EEFMILIEU EN DE MAATSCHAPPELIJKE
H
ERNIEUWING
mardi
dinsdag
18-04-2006
18-04-2006
Matin
Voormiddag
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu inté-
gral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit des
interventions ; les annexes se trouvent dans une brochure
séparée (PLEN: couverture blanche; COM: couverture
saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken; de
bijlagen zijn in een aparte brochure opgenomen
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
Plenum
COM
réunion de commission
COM
Commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 916
18/04/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i
SOMMAIRE
INHOUD
Question de Mme Hilde Vautmans au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "le
plan de prévention du suicide" (n° 10184)
1
Vraag van mevrouw Hilde Vautmans aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "het plan inzake zelfmoordpreventie"
(nr. 10184)
1
Orateurs: Hilde Vautmans, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Hilde Vautmans, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de Mme Nathalie Muylle au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "les
cages pour les poulets de chair" (n° 10519)
4
Vraag van mevrouw Nathalie Muylle aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de hokken voor vleeskippen" (nr. 10519)
4
Orateurs: Nathalie Muylle, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Nathalie Muylle, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de Mme Dominique Tilmans au ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"les problèmes au sein de l'Institut scientifique de
Santé publique" (n° 10527)
7
Vraag van mevrouw Dominique Tilmans aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de problemen bij het Wetenschappelijk
Instituut Volksgezondheid" (nr. 10527)
7
Orateurs:
Dominique Tilmans, Rudy
Demotte, ministre des Affaires sociales et de
la Santé publique
Sprekers:
Dominique Tilmans, Rudy
Demotte, minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de Mme Nathalie Muylle au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "la
disponibilité de nouvelles marques auriculaires
pour bovins" (n° 10605)
8
Vraag van mevrouw Nathalie Muylle aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de beschikbaarheid van nieuwe
runderoormerken" (nr. 10605)
8
Orateurs: Nathalie Muylle, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Nathalie Muylle, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Questions jointes de
11
Samengevoegde vragen van
10
- M. Mark Verhaegen au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "l'interdiction
d'importation de volaille dans le cadre des
mesures de prévention contre l'influenza aviaire"
(n° 10854)
11
- de heer Mark Verhaegen aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "het
importverbod van gevogelte ter voorkoming van
de aviaire influenza" (nr. 10854)
10
- Mme Colette Burgeon au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "les nouvelles
mesures qui entreront en vigueur au cas où le
virus de la grippe aviaire serait constaté en
Belgique" (n° 10868)
11
- mevrouw Colette Burgeon aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
nieuwe maatregelen die in werking zullen treden
wanneer het vogelgriepvirus in België opduikt"
(nr. 10868)
10
- Mme Colette Burgeon au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "l'opportunité
de faire porter des masques dans les salles
d'attente par les personnes présentant des
symptômes respiratoires" (n° 10870)
11
- mevrouw Colette Burgeon aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
wenselijkheid om patiënten met een
ademhalingsaandoening te verplichten in de
wachtkamers een masker te dragen" (nr. 10870)
10
- Mme Trees Pieters au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "les
conséquences de la grippe aviaire pour les
abbatoirs de volaille en Belgique" (n° 10884)
11
- mevrouw Trees Pieters aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
gevolgen van de vogelgriep voor de Belgische
pluimveeslachthuizen" (nr. 10884)
10
- Mme Colette Burgeon au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "le vaccin
pour l'homme contre le virus H5N1" (n° 10885)
11
- mevrouw Colette Burgeon aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "het
vaccin voor de mens tegen het H5N1-virus"
(nr. 10885)
10
- Mme Colette Burgeon au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "l'éventuelle
levée du confinement des volailles dû à la grippe
aviaire" (n° 11154)
11
- mevrouw Colette Burgeon aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
eventuele opheffing van de ophokplicht voor
pluimvee die werd ingevoerd wegens de
10
18/04/2006
CRIV 51
COM 916
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
vogelgriep" (nr. 11154)
- Mme Colette Burgeon au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "la
collaboration avec nos pays voisins en matière de
grippe aviaire" (n° 11158)
11
- mevrouw Colette Burgeon aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
samenwerking met onze buurlanden op het
gebied van de vogelgriep" (nr. 11158)
10
- Mme Colette Burgeon au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "les tests de
vaccins contre le H5N1 en Belgique" (n° 11159)
11
- mevrouw Colette Burgeon aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
H5N1-vaccintests in België" (nr. 11159)
10
Orateurs: Rudy Demotte, ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique, Mark
Verhaegen, Colette Burgeon, Trees Pieters
Sprekers: Rudy Demotte, minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid, Mark
Verhaegen, Colette Burgeon, Trees Pieters
Question de Mme Nathalie Muylle au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur
"l'arrêté royal fixant les rétributions et cotisations
dues au Fonds budgétaire des matières
premières et des produits" (n° 10784)
20
Vraag van mevrouw Nathalie Muylle aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "het koninklijk besluit tot vaststelling van de
retributies en bijdragen verschuldigd aan het
Begrotingsfonds voor de grondstoffen en de
producten" (nr. 10784)
20
Orateurs: Nathalie Muylle, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Nathalie Muylle, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
CRIV 51
COM 916
18/04/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DE LA SANTE
PUBLIQUE, DE
L'ENVIRONNEMENT ET DU
RENOUVEAU DE LA SOCIETE
COMMISSIE VOOR DE
VOLKSGEZONDHEID, HET
LEEFMILIEU EN DE
MAATSCHAPPELIJKE
HERNIEUWING
du
MARDI
18
AVRIL
2006
Matin
______
van
DINSDAG
18
APRIL
2006
Voormiddag
______
Les questions et les interpellations commencent à 11.05 heures.
Président: M. Yvan Mayeur.
De vragen en interpellaties vangen aan om 11.05 uur.
Voorzitter: de heer Yvan Mayeur.
01 Vraag van mevrouw Hilde Vautmans aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over
"het plan inzake zelfmoordpreventie" (nr. 10184)
01 Question de Mme Hilde Vautmans au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "le
01.01 Hilde Vautmans (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, wij hebben al in oktober dit toch wel heel belangrijke debat
gevoerd in deze commissie. Ik had u toen een mondelinge vraag
gesteld over uw intenties om een nationaal actieplan op te stellen.
Ik hoef niet te herhalen hoe belangrijk de strijd is tegen zelfmoord.
Jaarlijks eist zelfmoord meer levens dan het verkeer of zelfs aids. In
België plegen jaarlijks ongeveer 2.500 mensen zelfmoord. Dat zijn er
zeven per dag. In Vlaanderen komt het neer op drie zelfdodingen per
dag. Tegelijkertijd doen zich vijftien keer meer pogingen voor. In
landen zoals Nederland, Groot-Brittannië, Italië, Spanje en de
Verenigde Staten ligt dat cijfer procentueel heel veel lager.
Toen ik in oktober mijn vraag heb gesteld, zei u dat u absoluut bezig
was met de opstelling van een nationaal actieplan. U had adviezen
opgevraagd bij de Belgian Society of Emergency and Disaster
Medecine en de Hoge Raad voor Hygiëne.
Ik heb u toen, in de commissievergadering, ook het actieplan van
Nederland bezorgd. Nederland heeft een zeer goed actieplan
opgesteld om de strijd tegen zelfmoord aan te gaan.
In dat plan, zo heb ik benadrukt, is ook de rol van de media heel
belangrijk. Ik denk dat wij niet genoeg kunnen beklemtonen hoe
belangrijk dat is. Wetenschappelijke studies tonen aan dat de manier
van berichtgeving inderdaad een invloed heeft op eventueel
kopieergedrag, op eventueel de aanzetting en zo meer. U zei toen dat
u ook de rol van de media zou opnemen in uw plan.
01.01 Hilde Vautmans (VLD):
Chaque année, environ 2.500
personnes se suicident en
Belgique. Le nombre de tentatives
est quinze fois supérieur. Ce
chiffre est sensiblement plus élevé
que dans des pays tels que les
Pays-Bas, la Grande-Bretagne ou
les États-Unis.
Au mois d'octobre, le ministre a
déclaré qu'il s'attelait à un plan
d'action national en matière de
prévention du suicide. Où en est
ce plan d'action? Quelles sont les
conclusions du sous-groupe de
travail Suicide? Des mesures
spécifiques seront-elles prises
pour les groupes à risque tels que
les jeunes, les personnes âgées et
les personnes à orientation
sexuelle différente?
Le plan d'action accorde-t-il
également une attention aux
médias? Comporte-t-il un
protocole relatif à la manière dont
la question du suicide est abordée
18/04/2006
CRIV 51
COM 916
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
(Enkele collega-parlementsleden voeren een onderling gesprek.)
Ik weet niet of dat de gewoonte is, maar ik hoorde mijzelf zelfs niet
meer spreken.
Mijnheer de minister, wij zijn nu enkele maanden verder, en ik wil u
vragen hoever het staat met de effectieve uitwerking van dat plan. Ik
weet dat u maar een van de weinige actoren bent in het spel. Veel
ministers, op verschillende niveaus, zijn daarvoor bevoegd.
Op Vlaams niveau ben ik een aantal heel interessante dingen
tegengekomen. Op Vlaams niveau bestaat er namelijk een gids.
Misschien is die veel te weinig gekend. "Zelfdoding en de pers:
aanbevelingen voor journalisten." Dat is een brochure die werd
gemaakt door de Vlaamse vereniging van beroepsjournalisten, de
raad voor de journalistiek, de K.U.Leuven, de universiteit van Gent en
het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, administratie
Gezondheidszorg. Daarin wordt uitgelegd aan journalisten hoe zij er
best mee omspringen als zij feiten van zelfdoding willen brengen. Er
staan concrete aanbevelingen in. Mijn gesprekken met journalisten
leren mij dat het bestaan van die brochure heel weinig gekend is. De
journalisten proberen een eigen deontologie te volgen, ze proberen
zelf hun gevoel te laten spelen, maar slechts weinigen kennen die
brochure of zijn op de hoogte van de inhoud.
Mijnheer de minister, mijn concrete vragen zijn de volgende.
Hoever staat u met het nationaal actieplan? Ik blijf dat beklemtonen.
Desnoods stel ik er elke week een vraag over.
Ten tweede, wat zijn de conclusies van de subwerkgroep zelfmoord?
Ten derde, zijn er specifieke maatregelen genomen voor de hoge
risicogroepen, namelijk de jongeren, de ouderen, de personen met
een andere seksuele geaardheid?
Ten vierde, hoe zit het met de rol van de media? Neemt u dat mee op
in uw actieplan? Kan er ook op nationaal niveau sprake zijn van een
protocol voor verantwoord rapporteren van zelfmoord, waarin duidelijk
wordt omschreven wat de beste manier is van rapportering daarover?
Ik denk dat de mediabekendheid van die brochure absoluut
noodzakelijk is.
De Choose Life-campagne bestaat erin dat er een overlevingskaart
aan patiënten wordt gegeven wanneer zij het ziekenhuis verlaten na
een zelfmoordpoging en waarop zij een beroep kunnen doen in geval
van een crisis. Wordt deze Choose Life-kaart nu al uitgedeeld in de
ziekenhuizen?
dans les médias? En Flandre, il
existe une brochure comprenant
des recommandations à l'intention
des journalistes mais elle n'est
hélas pas suffisamment connue.
01.02 Minister Rudy Demotte: Mevrouw Vautmans, u hebt gelijk:
zelfmoord blijkt meer dan ooit een verontrustende en zeer complexe
problematiek. Het blijft dan ook een van mijn prioriteiten om
doeltreffende en concrete acties op te zetten.
Zoals ik reeds heb vermeld in het antwoord op uw vorige vraag
waarnaar u zelf verwijst, bestaat er binnen de werkgroep Geestelijke
Gezondheid inmiddels een subwerkgroep die volledig gewijd is aan de
01.02 Rudy Demotte, ministre:
Pour moi, la priorité est toujours
de mener des actions efficaces et
concrètes contre le suicide.
Le sous-groupe de travail Suicide
créé au sein du groupe de travail
Santé mentale s'est déjà réuni à
CRIV 51
COM 916
18/04/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
problematiek van zelfmoord. Die subwerkgroep heeft reeds
verscheidene keren vergaderd. Eerst werd er gewerkt aan een
eenduidige omschrijving van de missie, maar de subwerkgroep heeft
ook reeds een aantal concrete beslissingen genomen.
De subwerkgroep vindt dat er nood is aan statistische en
epidemiologische gegevens voor het hele land, een inventaris van alle
diensten en initiatieven die zich richten op de zelfmoordproblematiek,
een andere inventaris van de good practices, een optimalisering van
de gegevensuitwisseling, de verwezenlijking van de WHO-
aanbevelingen inzake beeldvorming door de media waarover u het
ook had , het oplossen van bestaande knelpunten in het actuele
zorgaanbod en indien nodig aan het opstellen van een protocol
tussen de federale Staat en de deelstaten teneinde het aantal
zelfmoordpogingen en zelfmoorden te doen dalen en de tertiaire
preventie te verbeteren.
Anderzijds heb ik voorstellen voor prioritaire acties uitgewerkt. De
Hoge Gezondheidsraad heeft daarover een advies uitgebracht dat
globaal genomen zeer positief was. Het federaal plan streeft een
dubbele doelstelling na: zowel het aantal zelfmoorden als het aantal
zelfmoordrecidivisten doen dalen.
Een driehoeksaanpak maakt het mogelijk die globale doelstelling te
bereiken. De eerste as betreft de farmaceutische specialiteiten.
Daarmee wordt het gebruik van en de toegang tot geneesmiddelen
verduidelijkt.
De tweede as betreft de therapeutische opvang van
zelfmoordpatiënten. Hiermee willen wij de bestaande middelen voor
de opvang verbeteren.
De derde as betreft ten slotte de therapeutische opvolging. Hiermee
willen wij de bestaande methoden voor de opvang verbeteren om
erop toe te zien dat de zelfmoordpatiënt intensief begeleid wordt.
Voor de invoering van het Federaal Plan ter Bestrijding van Zelfmoord
zullen wij ons op de bestaande structuur baseren. Het is de bedoeling
deze te verbeteren. Vervolgens zal er met de verschillende
deelgebieden overleg gepleegd worden over het plan. Hiermee willen
wij tot een nationaal plan komen.
U kunt natuurlijk ook de verschillende concrete prioritaire acties die ik
voorgesteld heb aan de Hoge Gezondheidsraad krijgen indien u dat
wenst.
plusieurs reprises et a déjà pris
plusieurs décisions concrètes. Le
sous-groupe de travail estime qu'il
faut avoir des données statistiques
et épidémiologiques sur
l'ensemble du pays, dresser un
inventaire de toutes les initiatives
axées sur la problématique du
suicide, optimaliser l'échange des
données, concrétiser les
recommandations de l'OMS en ce
qui concerne l'image que donnent
les médias du suicide et, si
nécessaire, rédiger un protocole
entre l'État fédéral et les entités
fédérées.
Dans l'intervalle, le Conseil
supérieur d'hygiène a émis un avis
positif sur plusieurs actions
prioritaires élaborées par mes
soins.
Pour faire baisser le nombre de
suicides et celui des récidivistes, le
plan fédéral a opté pour une
approche triangulaire: la
dimension pharmaceutique
(explications sur l'emploi de
médicaments), l'accueil
thérapeutique et le suivi
thérapeutique. Il faut améliorer à la
fois l'accueil et le suivi.
Le plan fédéral pour lutter contre le
suicide sera basé sur la structure
actuelle, mais améliorée. Une
concertation avec les entités
fédérées est prévue. À l'issue de
celle-ci, un plan national sera
élaboré.
01.03 Hilde Vautmans (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik blijf een beetje op mijn honger zitten. U zegt dat de
subwerkgroep reeds verschillende keren vergaderd heeft en dat ze
een aantal punten heeft voorgesteld. Dat is uiteraard goed nieuws.
Anderzijds heb ik er echter nog steeds geen zicht op wanneer het
Nationaal Actieplan er zal zijn. U hebt het reeds twee jaar geleden
aangekondigd. 2007 komt dichtbij. Wij zitten reeds in de loop van
2006. Ik zou toch heel graag willen dat er vooruitgang wordt geboekt
en dat het plan er komt. Dan pas kan men immers voortgaan met de
uitvoering ervan.
01.03 Hilde Vautmans (VLD):
Que le sous-groupe de travail ait
déjà fait plusieurs propositions est
certainement une bonne chose,
mais en ce qui concerne le plan
d'action national le flou est total.
Le ministre l'annonce pourtant
depuis deux ans.
Évidemment, de bonnes données
statistiques sont nécessaires.
C'est la raison pour laquelle aux
18/04/2006
CRIV 51
COM 916
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
U zegt dat de subwerkgroep vooral heeft aanbevolen dat er nood was
aan statistische gegevens. Dat klopt ook. In het Nationaal Actieplan
van Nederland wordt er inderdaad een kenniscentrum Suïcide
opgericht om goed empirisch materiaal te verzamelen, om goede
analyses te doen. Dat is inderdaad een eerste stap om acties te
kunnen ondernemen.
Nochtans, ik heb u verschillende schriftelijke vragen gesteld, denk ik
dat er reeds heel wat cijfermateriaal voorhanden is en dat dit toch niet
de allergrootste doelstelling moet zijn. Ik zou heel graag acties zien. U
zegt dat u acties op drie terreinen gaat doen. Ik vind dat heel goed.
Alleen is het toch belangrijk dat er een protocol wordt afgesloten met
de verschillende deelregeringen omdat het deel preventie wel degelijk
ook daar zit. Hetgeen wij moeten doen op federaal niveau is zorgen
voor die therapeutische opvang.
U spreekt ook weinig over de rol van de media. Voor mij is dat een
heel belangrijk punt. Wij kunnen dat nationaal wel aankaarten. Ik zou
daarop echt nogmaals de nadruk willen leggen.
Ik denk dat het niet genoeg benadrukt kan worden hoe er, als men de
kranten openslaat, verslag wordt uitgebracht van die feiten in onze
maatschappij. Ik denk dat het hoogstnodig is dat we daar enkele
richtlijnen over meedelen. Uiteraard zijn de journalisten vrij om die toe
te passen of niet. Het is niet aan ons...
Pays-Bas, par exemple, un centre
d'expertise du suicide a été créé.
Néanmoins, nous disposons déjà
d'une quantité non négligeable de
données chiffrées et c'est
pourquoi il me semble à présent
plus opportun d'entamer des
actions concrètes. Pour ce faire, il
est essentiel d'établir un protocole
avec les gouvernements des
entités fédérées car la prévention
relève de leur compétence.
Je regrette que le ministre ait à
peine évoqué le rôle des médias. Il
me semble pourtant urgent de
fixer des directives pour régler la
manière dont ce sujet est traité
dans les médias.
De voorzitter: Mevrouw Vautmans, het is alleen maar een vraag.
01.04 Hilde Vautmans (VLD): Mijnheer de voorzitter, ik rond af.
Het is niet aan ons om te zeggen of journalisten moeten schrijven. Zij
kunnen dat natuurlijk heel goed. Maar toch wil ik nogmaals erop
aandringen dat het plan er komt.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Vraag van mevrouw Nathalie Muylle aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over
"de hokken voor vleeskippen" (nr. 10519)
02 Question de Mme Nathalie Muylle au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "les
02.01 Nathalie Muylle (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik hoop van niet, maar ik vrees dat we hiermee aan een
nieuw verhaal beginnen.
Vorig jaar hebben we hier vaak, en tot hilariteit van de voorzitter van
de Kamer, het belangrijke dossier van de leghennenrichtlijn
behandeld, waarmee u veel last hebt gehad. Van de Europese
Commissie kwam er een nieuw voorstel tot regeling van de
bezettingsgraad voor vleeskippen. Dat voorstel suggereert, wanneer
men de normen in het kader van het dierenwelzijn sterk volgt, een
maximale bezetting van 38 kilogram kippen per vierkante meter.
Een drietal weken geleden werd in de Landbouwcommissie van het
Europees Parlement een resolutie van een Nederlands
europarlementslid goedgekeurd om de bezettingsgraad met nog eens
10% te verlagen, met name tot 34 kilogram per vierkante meter. Men
02.01 Nathalie Muylle (CD&V):
La directive sur les poules
pondeuses a été examinée l'année
dernière. La Commission
européenne autorise pour l'heure
une occupation maximale de 38 kg
par m². Une résolution déposée il y
a trois semaines vise toutefois à
ramener l'occupation maximale à
34 kg.
Certaines organisations plaident
en Flandre pour une occupation
maximale de 24 à 25 kg par m², ce
qui inquiète le secteur.
CRIV 51
COM 916
18/04/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
verwacht een beslissing van het Europees Parlement vóór de zomer.
Mijnheer de minister, hoe staat België daartegenover? Wij horen in de
wandelgangen dat vooral in Vlaanderen bepaalde organisaties
normen zouden willen zien van 24 tot 25 kilogram per vierkante
meter. Eveneens in de wandelgangen horen wij dat mensen op uw
kabinet, mijnheer de minister, die voorstellen niet ongenegen zouden
zijn. De sector maakt zich, terecht, denk ik, zorgen.
Mijnheer de minister, wat is het standpunt van de Belgische regering?
Welk standpunt zal volgende week op de vergadering van de
Europese ministers van Landbouw op 24 en 25 april worden
ingenomen? Dierenwelzijn is uw bevoegdheid, dus ook de omzetting
van de richtlijn. Daarom zou ik graag van u het Belgische standpunt
inzake de richtlijn over de vleeskippen vernemen.
Quelle sera la position de la
Belgique lors de la réunion des
ministres européens de
l'Agriculture des 24 et 25 avril
2006?
02.02 Minister Rudy Demotte: Mijnheer de voorzitter, mevrouw
Muylle, op 21 maart 2000 heeft het Europees Wetenschappelijk
Comité voor de gezondheid en het welzijn van dieren zijn verslag over
het welzijn van vleeskuikens voorgelegd aan de Europese
Commissie.
De Europese Commissie heeft zich erop gebaseerd om een voorstel
van richtlijn uit te werken, in overleg met deskundigen uit
verschillende lidstaten, dierenbeschermingsorganisaties,
consumentenorganisaties en vertegenwoordigers van de betrokken
sector.
Dit voorstel werd voor het eerst besproken onder het Britse
voorzitterschap. De besprekingen op technisch niveau lopen verder
onder het Oostenrijkse voorzitterschap. De laatste vergadering heeft
plaatsgevonden op 28 februari 2006. Het Europees Parlement
verstrekte zijn advies op 14 februari 2006. Het voorstel van richtlijn
stelt minimumnormen voorop waaraan vleeskuikenhouderijen moeten
voldoen. Zo wordt onder meer bepaald dat de bezettingsdichtheid in
de stallen niet hoger mag zijn dan 30 kilogram per meter. Deze
maximale bezettingsdichtheid mag eventueel verhoogd worden tot 38
kilogram, indien aan een aantal bijkomende strenge eisen wordt
voldaan.
Het zwaartepunt van de controle op het welzijn van deze dieren
bevindt zich in de slachthuizen. Door het evalueren van een aantal
parameters bij de vleeskuikens die worden geslacht, krijgt men een
goed beeld van het welzijn van de dieren op bedrijfsniveau. In het
slachthuis wordt gekeken naar voetzoolontstekingen, als een
belangrijke indicator van het stalklimaat in het algemeen en van de
strooiselkwaliteit in het bijzonder. Uiteraard wordt ook de sterftegraad
als een belangrijk criterium gebruikt. Op basis van die criteria wordt
een welzijnsscore gegeven. Indien de welzijnsscore slecht is, moet
een remediërend actieplan opgesteld worden door de veehouder.
In bepaalde ernstige gevallen wordt een verminderde
bezettingsdichtheid opgelegd en wel tot wanneer de welzijnskoers
voor het bedrijf verbetert. Deze zeer ruwe samenvatting moet u een
idee geven van de inhoud van het dossier.
Zoals reeds gezegd verlopen in dit stadium de besprekingen op het
niveau van de veterinaire deskundigen inzake dierenwelzijn.
02.02 Rudy Demotte, ministre:
La proposition de directive a été
élaborée par la Commission
européenne sur la base d'un
rapport du 21 mars 2000 du
comité scientifique européen pour
la santé et le bien-être des
animaux, après concertation avec
les organisations et les secteurs
concernés. La dernière réunion
relative à cette proposition a eu
lieu le 28 février 2006. La
proposition comporte des normes
minimum pour les poussins de
chair. Le taux d'occupation
maximum est de 30 kg par mètre
carré mais il peut être porté à 38
kg s'il est satisfait à des exigences
supplémentaires.
Le contrôle en matière de bien-
être des animaux a surtout lieu
dans les abattoirs, où un score est
attribué aux entreprises en
fonction de paramètres précis. En
cas de mauvais résultat, l'éleveur
est tenu d'élaborer un plan
d'action.
Au besoin, on peut imposer à
l'éleveur un taux d'occupation
réduit jusqu'à l'amélioration du
score de bien-être.
Dès l'amorce des discussions au
niveau européen, mon
département a convié des
associations de protection des
animaux, des associations
agricoles et des représentants des
Régions pour entendre les
différents points de vue. Le
18/04/2006
CRIV 51
COM 916
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
Bij het begin van de besprekingen op Europees niveau heeft mijn
departement een overleg georganiseerd waarop de
dierenbescherming, de landbouworganisaties en de
vertegenwoordigers van de Gewesten waren uitgenodigd. Er is toen
nota genomen van de verschillende standpunten. Het voorstel van de
Europese Commissie omvat maximale bezettingsdichtheden van
30 kg per meter en 38 kg. Het Europese Parlement stelt daarentegen
strengere normen voorop, namelijk 34 kg per meter met ingang van
2013.
Ik heb het advies van de Raad voor Dierenwelzijn over de
voorgestelde richtlijnen gevraagd. Op basis van dit advies zal ik mijn
standpunt als minister voor Dierenwelzijn formuleren. Ik ben echter
niet de enige minister die een definitief Belgisch standpunt zal
bepalen. Zo zijn de economische belangen op dit ogenblik nog niet
aan bod gekomen.
Op het niveau van het speciaal comité voor de Landbouw zal
aandacht worden besteed aan de economische gevolgen voor de
sector. Mijn federale collega, bevoegd voor Landbouw, en de
gewestelijke landbouwministers zullen een gemeenschappelijk
standpunt proberen te formuleren.
Eenmaal de verschillende Europese werkgroepen hun
werkzaamheden hebben afgerond en een voorstel van richtlijn op de
agenda van de Europese raad van landbouwministers staat, zal in
overleg met de betrokken ministers van Landbouw een
gemeenschappelijk Belgisch standpunt worden bepaald en vertolkt.
Parlement européen souhaite des
normes plus strictes que celles
proposées par la Commission
européenne.
Je formulerai mon point de vue sur
la base de l'avis du Conseil du
bien-être des animaux. Une
position belge définitive requiert
également la contribution d'autres
ministres.
La ministre fédérale et les
ministres régionaux de
l'Agriculture formuleront une
position commune et se
pencheront sur les conséquences
économiques de la directive pour
le secteur.
Une position commune pour la
Belgique sera arrêtée dès que la
directive figurera à l'ordre du jour
du Conseil européen des ministres
de l'Agriculture.
02.03 Nathalie Muylle (CD&V): Mijnheer de minister, bedankt voor
uw uitvoerig antwoord: u heeft het voorstel van de Europese
Commissie heel goed geschetst. Ik begrijp dat u nog moet wachten
op het advies van de Raad voor Dierenwelzijn, een raad waarvan ik
steeds een groot pleitbezorger ben geweest. Toch zou ik u een aantal
aanbevelingen willen meegeven.
Ik denk dat het vandaag niet opportuun zou zijn om als België de
beste leerling van de Europese klas te zijn in dat dossier. U weet als
geen ander welke maatregelen u de voorbije weken hebt moeten
nemen in het kader van de vogelgriep en welke vragen om onder
andere economische maatregelen er vanuit de sector, ook aan u, zijn
gekomen. Ik weet dat ook de Gewesten er zijn en dat ook Europa nu
heel wat toezeggingen heeft gedaan. U weet echter hoe moeilijk de
sector het vandaag heeft.
Wanneer ik dan zie dat de voorbije weken zowel uw federale collega
minister Reynders als minister Laruelle, juist omdat de sector het zo
moeilijk heeft, tot heel wat maatregelen voor de sector heeft beslist,
vraag ik u heel uitdrukkelijk om in dat dossier niet de beste leerling
van Europa te willen zijn. Ik vraag u om gewoon de norm die de
Europese Commissie hanteert u zegt de 30 en de 38 in het kader
van het versterkte dierenwelzijn , te volgen en niet de beste
Europese leerling te willen zijn. Ik vermoed echter dat we het debat
over enkele weken opnieuw zullen kunnen voeren.
02.03 Nathalie Muylle (CD&V):
Étant donné que le secteur
traverse des temps difficiles après
l'apparition de la grippe aviaire,
j'estime que le ministre ne doit pas
essayer d'obtenir des normes plus
sévères que celles proposées par
la Commission européenne.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
CRIV 51
COM 916
18/04/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
03 Question de Mme Dominique Tilmans au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"les problèmes au sein de l'Institut scientifique de Santé publique" (n° 10527)
03 Vraag van mevrouw Dominique Tilmans aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de problemen bij het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid" (nr. 10527)
03.01 Dominique Tilmans (MR): Monsieur le président, monsieur le
ministre, je voulais vous interroger à propos d'importants
dysfonctionnements au sein du département de mycologie à l'Institut
scientifique de Santé publique (ISSP). Je vous en avais déjà touché
un mot.
Les conditions de travail y sont particulièrement désastreuses et
mettent à mal l'efficacité de ce département. Certains contrats déjà,
malheureusement, ne sont plus opérationnels.
On fait état de harcèlement moral, sans doute, mais aussi de retraits
de responsabilité c'est plus grave et de menaces de licenciement,
voire des licenciements puisque des contrats sont déjà perdus.
De plus, deux audits auraient été menés, l'un d'ordre financier et
l'autre d'ordre psychosocial, sans aucune explication envers le
personnel.
Êtes-vous au courant de ces dysfonctionnements?
Vous devez sans doute connaître l'existence de ces audits, mais
connaissez-vous leur contenu? Quels principaux enseignements en
retirez-vous? Quelles mesures concrètes et rapides prendrez-vous
pour tenter de redresser la situation dans ce département très
performant?
03.01 Dominique Tilmans (MR):
De afdeling mycologie van het
Wetenschappelijk Instituut
Volksgezondheid (WIV) zou met
een aantal disfuncties af te
rekenen hebben, die de
doeltreffendheid ervan in het
gedrang brengen.
De werkomstandigheden zijn er
ondermaats: er is sprake van
pesterijen, verantwoordelijkheden
zouden worden afgewenteld en er
zou worden gedreigd met ontslag.
Een aantal arbeidsovereen-
komsten zou al ontbonden zijn.
Er gebeurden ook twee audits, een
financiële en een psychosociale.
Bent u op de hoogte van die
disfuncties? Waarop hadden die
audits precies betrekking en welke
lessen trekt u eruit? Welke
maatregelen zal u nemen om de
toestand in die afdeling recht te
trekken?
03.02 Rudy Demotte, ministre: Monsieur le président, madame
Tilmans, d'abord, le président du SPF m'a informé des problèmes
existant à la section de mycologie de l'ISSP. En raison de ces
problèmes, ce président a fait réaliser, l'année dernière, un audit
interne dont j'ai eu connaissance. Au début du mois de février, le
président a transmis ce dossier au procureur du Roi pour poursuite
d'examen.
En ce qui concerne l'enquête psychosociale, trois plaintes ont été
formulées pour harcèlement moral auprès de la personne de
confiance du SPF. Il appartient à la personne de confiance de mener
une enquête, de transmettre un rapport confidentiel au président qui
devra ensuite prendre les mesures nécessaires.
Je tiens à souligner que la loi du 11 juin 2002 relative à la protection
contre la violence et le harcèlement moral et sexuel au travail garantit
la confidentialité des personnes et de l'enquête, pour des raisons
évidentes.
Par ailleurs, la direction de l'ISSP a mis en place une série de
mesures correctives sur la base des premiers résultats de l'audit
interne.
La première mesure concerne la répartition des tâches du personnel,
03.02 Minister Rudy Demotte:
De voorzitter van de POD heeft
vorig jaar een interne audit laten
uitvoeren omdat zich in de afdeling
mycologie van het WIV een aantal
problemen voordeed. Hij bracht
me van de resultaten op de hoogte
en heeft het dossier voor verder
onderzoek aan de procureur des
Konings overgezonden.
Wat het psychosociale onderzoek
betreft, werden bij de
vertrouwenspersoon van de POD
drie klachten wegens pesten
ingediend. Die moet een
onderzoek voeren en zijn verslag
voorleggen aan de voorzitter, die
de nodige maatregelen moet
nemen. Ik wijs erop dat de wet van
11 juni 2002 betreffende de
bescherming tegen geweld,
pesterijen en ongewenst seksueel
gedrag op het werk de
18/04/2006
CRIV 51
COM 916
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
entre autres la gestion de la collection mycologique, en concertation
avec le SPF Politique scientifique, le mandant.
Les deux autres mesures portent sur la répartition des tâches du
personnel, entre autres pour l'organisation du système qualité et sur
les tâches exécutées, en l'occurrence la suppression d'unités de
production qui ne relèvent pas de la mission essentielle de cet institut.
Ces mesures correctives pourront être suivies d'autres mesures
inspirées par les conclusions de l'audit financier en cours. Voilà ce
que je peux vous dire à ce stade.
geheimhouding waarborgt, zowel
wat de personen als wat het
onderzoek betreft.
De directie van het WIV heeft
voorts een aantal corrigerende
maatregelen genomen op basis
van de eerste resultaten van de
interne audit.
De eerste maatregel betreft de
taakverdeling van het personeel, in
overleg met de POD
Wetenschapsbeleid.
De twee andere maatregelen
hebben betrekking op de uit te
voeren taken en de verdeling
ervan.
Andere maatregelen, die door de
conclusies van de aan de gang
zijnde financiële audit zijn
ingegeven, kunnen nog volgen.
03.03 Dominique Tilmans (MR): Monsieur le ministre, je voudrais
attirer votre attention sur la renommée internationale de ce service,
très bien perçu bien au-delà de nos frontières. Il serait dommage de
perdre ou d'abîmer un outil comme celui-là.
03.03 Dominique Tilmans (MR):
Het ware jammer dat de werking
van een Instituut met
internationale faam op losse
schroeven zou komen te staan.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van mevrouw Nathalie Muylle aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over
"de beschikbaarheid van nieuwe runderoormerken" (nr. 10605)
04 Question de Mme Nathalie Muylle au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "la
disponibilité de nouvelles marques auriculaires pour bovins" (n° 10605)
04.01 Nathalie Muylle (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik zal het kort houden. Ik heb over het onderwerp al veel
schriftelijke vragen gesteld. Omdat het probleem toch niet opgelost
geraakt, stel ik nu een mondelinge vraag.
U weet dat de rundveesector heel wat vragen had bij de vorige
oormerken, die voor heel wat uitval en heel wat problemen in de
sector zorgden.
U had mij in oktober 2005 beloofd dat u nieuwe oormerken zou
erkennen. U had daartoe een aanbesteding uitgeschreven. Na de
aanbesteding werden 5 oormerken van 3 firma's weerhouden en door
u erkend als nieuwe, te leveren oormerken.
De erkenning werd al op 26 juli 2005 toegekend. U verklaarde toen
dat de levering nog niet voor de daaropvolgende weken zou zijn. De
firma's moesten de productie immers nog opstarten. De oormerken
zouden echter zeker eind 2005, dus een drietal maanden na de
erkenning, beschikbaar zijn.
04.01 Nathalie Muylle (CD&V):
Le secteur bovin se pose bien des
questions concernant les marques
auriculaires. J'ai déjà posé de
nombreuses questions écrites à ce
sujet.
Le ministre a promis en octobre
2005 qu'il agréerait de nouvelles
marques auriculaires. Après une
adjudication, cinq marques
auriculaires de trois firmes ont été
agréées comme nouvelles
marques auriculaires. L'agrément
a déjà été accordé le 26 juillet
2005. Les firmes devaient encore
lancer la production et le délai de
livraison des marques auriculaires
s'élèverait à trois mois.
CRIV 51
COM 916
18/04/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
Mijnheer de minister, wij zijn nu vijf maanden na oktober 2005 en
zeven maanden na de beslissing in juli 2005. Er zijn echter nog
steeds geen nieuwe oormerken. De sector maakt daarover nogal wat
problemen. Wij vernemen dat er op het vlak van onderhandelingen
wat problemen zouden zijn tussen DGZ Vlaanderen en de
fabrikanten. De problemen zouden gaan over de
garantievoorwaarden. Hoe kunnen de firma's worden gepenaliseerd
bij uitval? Er zou ook discussie zijn over de bankgaranties.
Mijnheer de minister, u vraagt zich misschien af waarom de sector zo
gevoelig is voor het dossier. U weet heel goed dat in het kader van de
hele cross compliance de rundveehouders, wanneer er uitval is bij
dieren op het vlak van oormerken, vandaag hun premies en Europese
subsidies kunnen kwijtraken, zelfs wanneer dat door één dom voorval
gebeurt.
De sector blijft dus op zijn honger zitten en wacht nog steeds op de
nieuwe oormerken.
Mijnheer de minister, wanneer verwacht u een doorbraak in het
dossier?
Cinq mois plus tard, les nouvelles
marques auriculaires ne sont
toutefois pas encore disponibles.
L'association "Dierengezondheids-
zorg Vlaanderen" et les fabricants
s'opposeraient à propos des
conditions de garantie et des
garanties bancaires. Les firmes
peuvent-elles être sanctionnées?
Il s'agit d'un dossier très délicat
pour le secteur. L'absence de
marques auriculaires risque de
faire perdre aux éleveurs de
bovins leurs subsides européens.
Quand le ministre prévoit-il une
avancée dans ce dossier?
04.02 Minister Rudy Demotte: Mevrouw Muylle, ik heb inderdaad
vastgesteld dat de oormerken die door mij in juli 2005 werden erkend,
nog steeds niet beschikbaar zijn. Ik heb dan ook op 2 februari 2006
de Evaluatiecommissie een schrijven gericht om meer inlichtingen te
bekomen.
De Evaluatiecommissie heeft destijds een gunstig advies voor de
betrokken oormerken afgeleverd. Nadien heeft ze met de drie
fabrikanten die van mij een erkenning bekwamen, een
onderhandelingsprocedure voor de levering opgestart.
De commissie wordt geleid door de twee
dierengezondheidsverenigingen waarin de drie representatieve
landbouworganisaties worden vertegenwoordigd. Wij spreken over de
Boerenbond, het Algemeen Boerensyndicaat en La fédération
wallonne de l'Agriculture.
Het onderzoek van de Evaluatiecommissie is een belangrijke, nieuwe
stap naar een dergelijke kwaliteitsverbetering van de oormerken. Op
basis van zijn ervaringen uit het verleden wil de sector immers
maximale kwaliteitsgaranties bekomen van de firma's die aan de
procedure deelnemen.
Bij de onderhandelingsprocedure voor de levering van de oormerken
wordt door de Evaluatiecommissie momenteel een waarborg vereist
voor de kwaliteit en de leveringsvoorwaarden.
Deze waarborg komt bovenop de reeds wettelijk vastgelegde
voorwaarden. Omwille van deze bijkomende voorwaarden verlopen
de onderhandelingen tussen de producenten en de
evaluatiecommissie zeer moeizaam.
Ik kan u wel meedelen dat de continuïteit van de levering van
oormerken niet in het gedrang komt. Het huidig erkende oormerk, dat
trouwens erkend blijft onder de nieuwe procedure, blijft ondertussen
04.02 Rudy Demotte, ministre:
Les marques auriculaires ne sont
effectivement pas encore
disponibles. J'ai demandé des
informations à la commission
d'évaluation le 2 février 2006. Elle
avait rendu un avis favorable pour
les marques auriculaires
concernées et devait ensuite
entamer des négociations avec les
trois fabricants agréés.
Cette commission est dirigée par
les deux associations de santé
animale, dont font partie les trois
organisations agricoles
représentatives. La commission
doit garantir la qualité des
marques auriculaires. Sur la base
de ses expériences du passé, le
secteur souhaite à présent obtenir
des firmes concernées une
garantie de qualité.
Lors des négociations sur la
livraison des marques auriculaires,
la commission a demandé une
garantie concernant la qualité et
les conditions de livraison.
Ces conditions supplémentaires
pèsent lourdement sur les
négociations entre les producteurs
et la commission d'évaluation. La
continuité de la livraison des
18/04/2006
CRIV 51
COM 916
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
immers beschikbaar en leverbaar.
Ik heb vernomen dat het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van
de Voedselketen een overleg heeft georganiseerd met de
evaluatiecommissie opdat de nieuwe oormerken beschikbaar zouden
zijn voor juli. Ik hoop dat de verschillende engagementen deze keer
zullen worden nagekomen. De nieuwe oormerken zullen vanaf juli
beschikbaar zijn en het stelsel zal vanaf het begin van de zomer van
start kunnen gaan.
Volgens mij zullen wij zo uit de problemen geraken.
marques auriculaires ne sera
cependant pas mise en danger.
L'AFSCA a prévu une concertation
avec la commission d'évaluation
afin de faire en sorte que les
marques auriculaires soient
disponibles avant juillet. J'espère
que cette fois, les engagements
seront tenus. Les nouvelles
marques auriculaires pourront être
utilisées dès le mois de juillet.
04.03 Nathalie Muylle (CD&V): Mijnheer de minister, ik wil u twee
aanbevelingen doen.
Ik weet dat er in het kader van de evaluatiecommissie heel wat
discussie bestaat over de bijkomende voorwaarden. De sector vraagt
echter dat men daarin toch beslissingen neemt. Er zijn immers
mogelijkheden. Er zijn vandaag bedrijven die met bepaalde
voorwaarden instemmen, terwijl andere dat niet doen. Wanneer er
echt geen doorbraak komt, kunt u misschien meedelen welke
oormerken u hebt erkend en welke firma's wel willen voldoen aan
bijvoorbeeld de bankgaranties of de bijkomende voorwaarden
waarover u het hebt. Anderen willen dat niet, maar dan hebben de
rundveehouders de keuze en kunnen zij kiezen voor de bedrijven die
wel instemmen met de voorwaarden. Vandaag behoudt dat ene
bedrijf de monopoliepositie.
U zegt dat de continuïteit altijd verzekerd is geweest. U weet echter
ook dat het vertrouwen van de sector in die oormerken heel klein is.
Men wil een oplossing en ik hoop dan ook dat u rekening zult houden
met deze aanbevelingen.
04.03 Nathalie Muylle (CD&V):
Au sein de la commission
d'évaluation, de
nombreuses
discussions ont trait aux conditions
supplémentaires. Certaines
entreprises approuvent cependant
ces conditions. En l'absence d'une
avancée significative en la
matière, les marques auriculaires
de ces sociétés pourraient
éventuellement être agréées de
sorte que les éleveurs de bovins
puissent opter pour des
entreprises qui souscrivent à ces
conditions. Aujourd'hui, on ne
compte qu'un seul producteur qui
dispose d'une position
monopolistique.
Selon le ministre, la continuité a
toujours été assurée. Il sait
pourtant que le secteur n'a guère
confiance en ces marques
auriculaires.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Samengevoegde vragen van
- de heer Mark Verhaegen aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "het
importverbod van gevogelte ter voorkoming van de aviaire influenza" (nr. 10854)
- mevrouw Colette Burgeon aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de nieuwe
maatregelen die in werking zullen treden wanneer het vogelgriepvirus in België opduikt" (nr. 10868)
- mevrouw Colette Burgeon aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
wenselijkheid om patiënten met een ademhalingsaandoening te verplichten in de wachtkamers een
masker te dragen" (nr. 10870)
- mevrouw Trees Pieters aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de gevolgen
van de vogelgriep voor de Belgische pluimveeslachthuizen" (nr. 10884)
- mevrouw Colette Burgeon aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "het vaccin
voor de mens tegen het H5N1-virus" (nr. 10885)
- mevrouw Colette Burgeon aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
eventuele opheffing van de ophokplicht voor pluimvee die werd ingevoerd wegens de vogelgriep"
(nr. 11154)
- mevrouw Colette Burgeon aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
samenwerking met onze buurlanden op het gebied van de vogelgriep" (nr. 11158)
CRIV 51
COM 916
18/04/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
- mevrouw Colette Burgeon aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de H5N1-
vaccintests in België" (nr. 11159)
05 Questions jointes de
- M. Mark Verhaegen au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "l'interdiction
d'importation de volaille dans le cadre des mesures de prévention contre l'influenza aviaire" (n° 10854)
- Mme Colette Burgeon au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "les nouvelles
mesures qui entreront en vigueur au cas où le virus de la grippe aviaire serait constaté en Belgique"
(n° 10868)
- Mme Colette Burgeon au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "l'opportunité de
faire porter des masques dans les salles d'attente par les personnes présentant des symptômes
respiratoires" (n° 10870)
- Mme Trees Pieters au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "les conséquences
de la grippe aviaire pour les abbatoirs de volaille en Belgique" (n° 10884)
- Mme Colette Burgeon au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "le vaccin pour
l'homme contre le virus H5N1" (n° 10885)
- Mme Colette Burgeon au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "l'éventuelle levée
du confinement des volailles dû à la grippe aviaire" (n° 11154)
- Mme Colette Burgeon au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "la collaboration
avec nos pays voisins en matière de grippe aviaire" (n° 11158)
- Mme Colette Burgeon au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "les tests de
vaccins contre le H5N1 en Belgique" (n° 11159)
Le président: M. Chevalier n'est pas là pour poser ses questions.
Pouvons-nous envisager l'ensemble des questions comme un mini-débat?
05.01 Rudy Demotte, ministre: Monsieur le président, il est
intéressant d'avoir un débat général, mais au bout d'un an, je vais
commencer à répéter les mêmes choses si on poursuit dans ce sens!
Or, je veux éviter la lassitude.
Le président: Très bien, nous commencerons donc avec M. Verhaegen, puis Mme Burgeon et Mme
Pieters. Ensuite, vous répondrez à l'ensemble des questions, monsieur le ministre.
05.02 Mark Verhaegen (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, het vogelinfluenzavirus naderde meer dan een maand
geleden, toen ik mijn vraag indiende, onze landsgrenzen steeds
dichter. Op een bepaald ogenblik vreesden wij dat de vogelgriep als
een wervelwind door Europa zou razen. Gelukkig is dat niet gebeurd.
Ik had een aantal vragen over scherpere toepassing van de regels,
ook om risico's op insleep te voorkomen.
Het probleem is beperkt gebleven tot een aantal specifieke regio's.
Gelukkig is in ons land nog geen geval van vogelgriep vastgesteld. Ik
denk dat dat ermee te maken heeft dat iedereen zijn
verantwoordelijkheid heeft genomen. De burgerzin van onze
hobbypluimveehouders is duidelijk; ik voel dat aan op het terrein. De
meer professionele pluimveehouders volgen ook nauwlettend de
draaiboeken.
Ik heb nog een opmerking inzake de dierentuinen. Zij mochten als
eerste overgaan tot vaccinatie van hun gevogelte. Op een bepaald
moment hebt u gezegd dat vaccinatie het risico zou kunnen inhouden
dat het virus als een latent overdrager zou kunnen worden
gemaskeerd in het dier. Dat heeft uiteraard geen gevolgen voor het
vaccineren van pinguïns, maar voor uitvliegend gevogelte als
ooievaars zou dat risico's kunnen hebben. Wij blijven zitten met
vragen over hoe het vandaag gesteld is met de invoer van in
05.02 Mark Verhaegen (CD&V):
Jusqu'à présent, aucun cas de
grippe aviaire n'a encore été
observé dans notre pays. Il est
clair que les aviculteurs, les
professionnels comme les
amateurs, ont pris leurs
responsabilités mais la prudence
reste de mise.
Les zoos échangent-ils encore des
oiseaux? Des oiseaux sont-ils
encore importés d'autres pays?
Dans l'affirmative, de quels pays
viennent-ils? Comment la
quarantaine est-elle organisée?
18/04/2006
CRIV 51
COM 916
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
gevangenschap gehouden vogels, wat mag en wat niet.
Ten eerste, wordt thans nog gevogelte uitgewisseld tussen de
verschillende dierentuinen of van elders ingevoerd? Zo ja, hoe
gebeurt dan de quarantaine van het gevogelte?
Ten tweede, wordt nog gevogelte ingevoerd vanuit derde landen? Zo
ja, welke? Hoever reikt hier dus het importverbod?
05.03 Colette Burgeon (PS): Monsieur le président, monsieur le
ministre, certaines de mes questions sont un peu dépassées mais
rappeler les informations dont on dispose en la matière ne me semble
pas inutile.
D'après la presse, l'AFSCA devait publier, le 13 mars 2006, les
nouvelles mesures qui entreraient en vigueur au cas où le virus de la
grippe aviaire serait constaté en Belgique. Dans ce cas, les
propriétaires de volailles ne pourraient plus abreuver leurs volatiles
d'eau de rivière ni d'étang et devraient veiller à les préserver de tout
contact avec les oiseaux. Les exportations de volailles vivantes,
d'oiseaux et d'oeufs couvés vers d'autres États de l'Union européenne
seraient interdites, tout comme le transport de ces volailles et oeufs.
En outre, l'usage d'engrais de poulets et de produits dérivés serait
banni, de même que le transport d'animaux biongulés, des chevaux,
des litières et des oeufs provenant d'exploitations actives dans la
volaille. En plus d'un périmètre de trois kilomètres autour des endroits
où aurait été découvert un volatile contaminé, une zone de
surveillance de minimum dix kilomètres serait également instaurée.
Confirmez-vous ces informations parues dans la presse alors que ni
le site web de l'AFSCA ni "Inluenza.be" n'en font mention à ce jour?
D'autres mesures sont-elles envisagées et lesquelles? Quels moyens
de contrôle seraient alors mis en oeuvre par les autorités?
La question de faire systématiquement porter des masques par des
personnes présentant des symptômes respiratoires semble opportune
aujourd'hui. Cette problématique dépasse celle de la grippe aviaire
parce que les patients atteints de tuberculose, de grippe sont aussi
concernés. Plusieurs hôpitaux bruxellois envisageraient d'ailleurs
cette mesure.
Compte tenu des données dont on dispose sur les caractéristiques du
virus et du risque de pandémie dû à la grippe aviaire, estimez-vous
que ces mesures seraient opportunes et pourquoi? Si oui, faudrait-il
les élargir à tous les hôpitaux? D'autres solutions sont-elles
envisageables? Si oui, lesquelles?
Par ailleurs, le premier ministre hongrois, M. Gyurcsany, a affirmé le
14 mars 2006 que des chercheurs de son pays avaient mis au point
un vaccin pour l'homme contre la forme actuelle du virus H5N1 de la
grippe aviaire.
Ce vaccin, qui a été mis au point par la société pharmaceutique
hongroise Omninvest, immuniserait l'homme contre le virus H5N1. Il
s'agirait d'un produit fabriqué à partir d'un gel viral composé
d'aluminium et de phosphate dont personne ne possède actuellement
la technologie. Si le virus devait muter, une nouvelle technologie
05.03 Colette Burgeon (PS):
Volgens de pers zou het FAVV
nieuwe maatregelen
bekendmaken die in werking
zullen treden als het
vogelgriepvirus in België opduikt.
Bevestigt u die informatie, die
noch op influenza.be noch op de
website van het FAVV terug te
vinden is? Overweegt u nog
andere maatregelen? Ware het
gepast om personen met adem-
halingsstoornissen systematisch
maskers te laten dragen?
De Hongaarse premier kondigde
aan dat het Hongaarse
farmaceutische bedrijf Omnivest
een vaccin tegen de vogelgriep
heeft ontwikkeld. Als het virus zou
muteren, zou binnen de acht
weken een volwaardig vaccin
kunnen worden aangemaakt door
middel van
een nieuwe
technologie. Klopt dat? Is dat
prototype door het Europees
Bureau voor de geneesmiddelen-
beoordeling erkend? Zal u dat
vaccin aankopen of op de markt
brengen?
Bovendien zou de ophokplicht eind
april geëvalueerd worden en kan
ze worden afgeschaft indien de
toestand niet evolueert. Beschikt
het FAVV over een algemeen
evaluatiesysteem van de
ophokplicht in ons land? Is de
toestand bevredigend? Zo ja, kan
men niet op die beslissing
vooruitlopen?
Ten slotte heeft de
interministeriële commissaris
Influenza op 30 maart jongstleden
een bezoek aan Nederland
gebracht.
CRIV 51
COM 916
18/04/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
permettrait de fabriquer un véritable vaccin en l'espace de huit
semaines. Cette information est-elle exacte? Quelle est votre position
en la matière? Ce prototype est-il agréé par l'Agence européenne du
médicament? Envisagez-vous l'achat ou la commercialisation de ce
vaccin?
En outre, le confinement des volailles pourrait-il être levé à la fin du
mois d'avril? Selon M. Cassart, porte-parole de l'AFSCA, le
confinement devrait être évalué fin avril et, si la situation ne change
pas, si aucun cas n'est détecté, il pourrait être levé. L'AFSCA
dispose-t-elle d'une évaluation générale du respect des mesures de
confinement dans notre pays? La situation est-elle satisfaisante? Si
oui, pourrait-on anticiper cette décision?
Enfin, le 30 mars dernier, le commissaire interministériel Influenza
s'est rendu aux Pays-Bas pour discuter avec nos collègues de la
problématique des zones frontalières, du stock d'antiviraux et du
vaccin pandémique.
Il est évident qu'il ne s'agit pas là d'un problème uniquement belgo-
néerlandais mais qu'il s'étend à l'Europe entière. Une visite similaire a
été organisée en France; une autre est prévue avec l'équipe
allemande. Par ailleurs, le 23 mars dernier, le commissariat
interministériel Influenza a participé à la concertation bilatérale entre
la Belgique et l'OMS à Genève.
Pourriez-vous nous indiquer concrètement quelles ont été les
principales décisions prises lors de ces différentes réunions?
Une société pharmaceutique belge lance un programme de recherche
clinique international destiné à tester chez l'homme deux vaccins
pandémiques contre la souche H5N1 du virus de la grippe aviaire. Un
essai clinique qui vient de débuter en Allemagne sur 400 volontaires
adultes en bonne santé teste actuellement un vaccin contre la grippe
pandémique. Parallèlement, une autre étude clinique menée en
Belgique sur 400 adultes en bonne santé teste actuellement un vaccin
potentiel contre la grippe pandémique contenant un nouveau type
d'adjuvant. La société pharmaceutique belge espère qu'un vaccin
contenant ce nouvel adjuvant permettra au système immunitaire de
réagir davantage à différentes souches virales H5N1, ce qui
conférerait une protection plus large en cas de menace de pandémie.
Dès lors, pourriez-vous nous informer sur l'état des recherches
menées sur les vaccins H5N1 dans notre pays?
Er heeft een soortgelijk bezoek in
Frankrijk plaatsgevonden en een
ander bezoek is gepland met het
Duitse team. Voorts heeft het
interministerieel commissariaat
Influenza aan het bilateraal
overleg tussen België en de WGO
in Genève deelgenomen.
Welke waren de belangrijkste
beslissingen die op die diverse
vergaderingen werden genomen?
Kan u ons inlichtingen geven over
de stand van het onderzoek met
betrekking tot de H5N1-vaccins in
ons land?
05.04 Trees Pieters (CD&V): Mijnheer de minister, ik heb op 15
maart ook een vraag ingediend over de gevolgen van de vogelgriep
voor de Belgische pluimveeslachthuizen. De verspreiding van de
vogelgriep op het Europese continent heeft ook belangrijke gevolgen
voor de Belgische pluimveesector. Ook al werd in ons land nog geen
zware besmetting met het H5N1-virus vastgesteld, toch vertoonde de
consumptie van pluimvee reeds een aanzienlijke daling, en dat niet
sinds gisteren of vorige maand, maar sinds oktober 2005. Concreet,
de slachthuizen verkochten sindsdien ruim 1 miljoen braadkippen
minder per maand. Uiteraard resulteert dat in overschotten.
Volgens de sector zijn er vandaag reeds voorraden voor
diepvrieskippenvlees die enorm groot zijn en die blijven aangroeien.
05.04 Trees Pieters (CD&V):
Bien qu'aucune contamination par
le virus H5N1 n'ait encore été
constatée dans notre pays, la
consommation de volaille y a
considérablement baissé depuis
octobre 2005. Les excédents qui
en découlent entraînent des coûts
élevés pour les abattoirs de
volaille. La France et l'Italie ont
déjà prévu des millions d'euros
pour le secteur avicole. Quelles
mesures le ministre a-t-il l'intention
18/04/2006
CRIV 51
COM 916
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
Dergelijke voorraden aanhouden brengt enorme financieringslasten
en enorme economische risico's met zich. Dat legt uiteraard een
zware druk op de prijzen.
Uitvoeren naar derde landen is evenmin een eenvoudige oplossing.
Steeds meer landen zijn weigerachtig om ons kippenvlees in te
voeren. Wie dat alles als eerste ondervinden, zijn de
pluimveeslachthuizen en de pluimveeuitsnijderijen. Hun situatie wordt
bijzonder kritiek.
Om de crisis te overbruggen, dringen zich economische
steunmaatregelen op. Andere landen zijn ons daarin voorgegaan.
Frankrijk en Italië reserveerden reeds respectievelijk 63 en 220
miljoen euro voor de pluimveesector.
Mijnheer de minister, ik wil u dan ook vragen welke maatregelen u
neemt op nationaal niveau om de zware gevolgen van de vogelgriep
voor de pluimveesector te compenseren? Welke stappen ondernam u
om op Europees niveau steunmaatregelen te verkrijgen naar
aanleiding van de crisis door de vogelgriep?
de prendre? Quelles démarches le
ministre a-t-il déjà entreprises au
niveau européen?
05.05 Minister Rudy Demotte: Mijnheer Verhaegen, in afwijking van
de Europese voorschriften met betrekking tot de invoer van vogels
mogen de dierentuinen vogels blijven invoeren vanuit derde landen,
als daarvoor een voorafgaande vergunning werd afgeleverd door het
FAVV. Er moet echter aan zeer strikte voorwaarden worden voldaan
vooraleer de vogels tot de collectie van de dierentuin mogen worden
toegelaten.
Zo moeten de vogels vergezeld zijn van een behoorlijk ingevuld
gezondheidsattest en er is voorzien in een quarantaineperiode na de
invoer. In tegenstelling tot de invoer van vogels voor commerciële
doeleinden, waarbij de quarantaineperiode moet worden doorgebracht
in speciaal daarvoor bedoelde voorzieningen, vindt de quarantaine
voor tussen erkende dierentuinen uitgewisselde vogels plaats in de
inrichting zelf. Die uitzondering is mogelijk vanwege het geringe risico
dat de uitwisseling van vogels tussen dergelijke inrichtingen inhoudt.
Dat aan deze inrichtingen een erkenning werd verleend, betekent
noodzakelijkerwijs dat gepaste quarantainevoorzieningen aanwezig
zijn.
Er dient te worden aangestipt dat dit soort invoer zeer weinig
voorkomt, beperkt is tot enkele dieren per jaar en dat de landen van
herkomst van de uitgewisselde dieren niet in besmette gebieden
gelegen zijn. De laatste invoer van een vogel bestemd voor een
Belgische dierentuin gebeurde op 15 maart. Het is een vogel
afkomstig uit een dierentuin gelegen in Texas, in de Verenigde
Staten. Deze invoer was de eerste sinds september 2005.
Wat pluimvee betreft, vindt er thans geen invoer plaats van levend
pluimvee vanuit derde landen met bestemming België. De context
waarin invoervergunningen voor pluimvee en van pluimvee
afkomstige producten kunnen worden verleend, wordt beheerd op het
niveau van de Europese Commissie. De Commissie geeft haar
toestemming nadat werd nagegaan of bepaalde voorwaarden worden
vervuld, waaronder het gezondsheidsstatuut met betrekking tot aviaire
influenza. Deze invoervergunningen worden tijdelijk geschorst zodra
in een derde land een vermoeden van aviaire influenza bestaat.
05.05 Rudy Demotte, ministre:
Les jardins zoologiques peuvent
poursuivre l'importation d'oiseaux
en provenance de pays tiers
moyennant l'autorisation préalable
de l'AFSCA. Un certificat de santé
dûment complété doit
accompagner les oiseaux, qui
doivent être placés en
quarantaine. Ce type d'importation
est limité à quelques animaux par
an et les pays de provenance ne
figurent pas parmi les zones
contaminées.
Aucune volaille vivante n'est
importée depuis des pays tiers à
l'heure actuelle. La Commission
européenne gère les permis
d'importation. Ceux-ci seront
immédiatement suspendus en cas
de suspicion de grippe aviaire
dans un pays tiers. En Belgique, la
délivrance effective des permis a
lieu à la direction centrale de
l'AFSCA. Les permis sont
prolongés seulement si toutes les
conditions imposées par l'Union
européenne sont respectées. Les
inspecteurs frontaliers sont
informés de manière à pouvoir
contrôler les conteneurs.
CRIV 51
COM 916
18/04/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
De daadwerkelijke afgifte van de vergunning heeft plaats in België op
het hoofdbestuur van het FAVV. De vergunning wordt alleen verleend
als aan de door de Europese Unie opgelegde voorwaarden wordt
voldaan. Zij dient als kennisgeving aan de grensinspectieposten die
op de hoogte worden gebracht van de aanstaande aankomst van de
containers zodat de organisatie van controles grondig kan worden
geregeld.
Dans l'enchaînement, je vais répondre également à la question de
Mme Burgeon portant sur les nouvelles mesures entrant en vigueur
au cas où le virus serait constaté en Belgique.
L'annonce par la presse de nouvelles mesures était erronée. Il
s'agissait en réalité de la restructuration, à partir du 13 mars de cette
année, du site web de l'Agence afin de donner un meilleur aperçu des
mesures prévues lors du constat d'un cas ou d'un foyer de grippe
aviaire et des mesures prévues si le H5N1 était constaté en Belgique.
Je peux confirmer que cette information était reprise sur le site
internet de l'Agence alimentaire.
En ce qui concerne l'éventualité d'un foyer, donc le constat du virus
dans la volaille domestique, il n'y a pas de nouvelle réglementation.
On applique l'arrêté ministériel du 26 mars 2003 portant des mesures
temporaires de lutte contre l'influenza aviaire, dont une version
coordonnée du 15 décembre 2005 est consultable sur le site internet
de l'AFSCA. Le nouvel arrêté ministériel du 23 février 2006 portant
des mesures temporaires de protection à la suite de la détection d'un
cas d'influenza aviaire chez les oiseaux sauvages concerne
l'éventualité d'un cas parmi la faune sauvage. Cet arrêté est
également disponible depuis le 13 mars dernier sur le site internet de
l'Agence.
Ces deux arrêtés reflètent l'ensemble des mesures à prendre en cas
d'apparition de l'influenza aviaire soit dans la volaille domestique, soit
parmi les oiseaux sauvages.
Les agents de l'Agence alimentaire sont compétents pour des
contrôles auprès d'opérateurs de la chaîne. Comme je l'ai déjà
indiqué, la police locale est, quant à elle, en charge du contrôle
auprès des particuliers.
Madame Burgeon, j'en arrive à l'autre problème que vous avez
soulevé, celui relatif à l'opportunité de faire porter des masques dans
les salles d'attente.
Premièrement, le principe est qu'un masque respiratoire peut avoir
une utilité dans la mesure où il constitue une barrière physique contre
la propagation de personne à personne des microbes transmissibles
par les voies aériennes, en l'occurrence respiratoires.
Deuxièmement, le port d'un masque est justifié chez un patient
souffrant de maladie respiratoire dont la contagiosité n'est pas
maîtrisée; c'est le cas dans certaines formes de tuberculose ou de la
pneumonie rougeoleuse.
Troisièmement, pour un patient dont l'état correspond à la définition
d'un cas possible ou probable de l'influenza H5N1, les
De in de pers aangekondigde
nieuwe maatregelen berustten op
een misverstand.
De ambtenaren van het
Voedselagentschap zijn bevoegd
voor het uitvoeren van controles bij
de operatoren van de
voedselketen. Zoals ik reeds
stelde, is de lokale politie van haar
kant bevoegd voor de controle bij
de particulieren.
Het is misschien nuttig maskers in
de wachtkamers van de
geneesheren te dragen vermits ze
een fysieke barrière vormen tegen
de verspreiding van via de
luchtwegen overdraagbare
ziektekiemen. Hun gebruik is
aangewezen bij patiënten die aan
ademhalingsziekten lijden waarvan
de besmettelijkheid niet onder
controle is, evenals bij patiënten
die alle symptomen van een
mogelijk H5N1-besmetting
vertonen. In dat laatste geval
beantwoordt het dragen van een
masker aan het beginsel van
bijzondere voorzorg.
Als men het algemeen register van
besmettelijke ziekten in
beschouwing neemt, moet men
steeds hygiënevoorschriften voor
ogen houden. In die context zullen
de diverse werkgroepen zich
uitspreken over de gepastheid van
dergelijke aanbevelingen die ertoe
strekken de verspreiding van
ziektekiemen te beperken. Er
werden maatregelen genomen om
voorraden van maskers aan te
leggen, en dit binnen de
beperkingen die ik hier reeds in
herinnering heb gebracht.
18/04/2006
CRIV 51
COM 916
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
recommandations inhérentes à sa prise en charge préconisent le port
d'un masque. Dans ce cas précis, le port du masque obéit à un
principe d'extrême précaution, dans la mesure où, à ce jour, le virus
H5N1 n'est pas transmissible de personne à personne.
Quatrième point sur lequel je voudrais attirer votre attention: lorsque
l'on considère le registre général des maladies infectieuses, dont on
sait hélas qu'elles ne sont pas maîtrisées, les précautions d'hygiène
doivent toujours être à l'ordre du jour.
Dans ce contexte, les divers groupes de travail seront amenés à se
prononcer sur l'opportunité de telles recommandations visant à limiter
la propagation des germes dans certains contextes critiques par le fait
du lieu, de la fragilité des patients et du degré de contagiosité de la
maladie.
Le cinquième et dernier point relatif à cette problématique porte sur
l'acquisition de stocks de masques pour répondre à de tels besoins
dans l'éventualité d'une pandémie. Vous savez que des mesures ont
été prises par nous-mêmes pour y pourvoir dans les limites que j'ai
déjà rappelées ici.
Mevrouw Pieters, u hebt het over de economische compensaties. U
weet ook dat de economische compensaties tot de bevoegdheid van
de verschillende Gewesten behoren. Ik heb het initiatief genomen
daarover overleg te plegen met de vertegenwoordigers van de
gewestministers. Elk van hen is zich ten volle bewust van de
problematiek. Het komt hun toe om tijdig ondersteuningsmaatregelen
te nemen.
De Europese Commissie laat in principe geen economische
compensatie toe voor de bedrijven.
Op federaal niveau kan de minister van Volksgezondheid uitkeringen
toekennen als dieren worden opgeruimd wegens sanitaire redenen.
Het Sanitair Fonds kan daarvoor worden aangewend.
De regering heeft herhaaldelijk initiatieven genomen om het
vertrouwen van de consument in gevogelteproducten te behouden. Zo
werd namens het raadgevend comité van het voedselagentschap in
het najaar van 2005 een affiche aan de distributiesector ter
beschikking gesteld. Die affiche gaf de neutrale boodschap dat de
gevogelteproducten op de Belgische markt afkomstig zijn van
gezonde dieren, die voor en na de slachting gekeurd worden.
Bovendien heeft de regering mijn voorstel voor een multimediale
communicatiecampagne aanvaard. Het gaat om een radio- en
televisieprogrammatie en folders in de geschreven pers. Ook het
callcenter werd versterkt. In de communicatiecampagne wordt
benadrukt dat de consumptie van die producten even veilig is als
voorheen. U weet ook dat mijn twee collega's, de heer Reynders en
mevrouw Laruelle, specifieke maatregelen genomen hebben om de
sector te ondersteunen in de huidige context.
Les compensations économiques
relèvent de la compétence des
Régions. Je me suis déjà concerté
avec les ministres régionaux et ils
sont pleinement conscients du
problème. En principe, la
Commission européenne
n'accepte pas les compensations
économiques pour les entreprises.
Une allocation peut toutefois être
accordée si des animaux doivent
être détruits pour des motifs
sanitaires.
Le gouvernement a déjà pris
différentes initiatives pour inciter
les consommateurs à continuer à
acheter des produits de volaille.
Une campagne d'affichage a ainsi
été menée à l'automne 2005. Il a
également été prévu de mener
une campagne sur les ondes de la
radio et de la télévision. Des
dépliants seront distribués. Le call-
center a été renforcé. Les
ministres Reynders et Laruelle ont
également pris des mesures visant
à soutenir le secteur.
Je vais suivre l'ordre des questions. Madame Burgeon, vous aviez
soulevé la question du fameux vaccin qui aurait été développé en
Hongrie. A l'instar d'autres sociétés internationales, la société
hongroise Omninvest a travaillé sur un virus de base issu d'un
Wat het beruchte vaccin betreft
dat naar verluidt in Hongarije werd
ontwikkeld, heeft het Hongaarse
Omninvest een H5N1-vaccin
CRIV 51
COM 916
18/04/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
processus anglais d'ingénierie génétique. Ce virus provient d'une des
dernières souches H5N1 qui a été isolée au Vietnam. Selon toute
vraisemblance, la Hongrie a préparé un vaccin H5N1 à partir de ce
produit de base. Les résultats paraissent satisfaisants car, si on en
croit les données, ce vaccin offrirait, sur des adultes sains, plus de
90% de protection.
Au stade actuel, on peut dire que le vaccin hongrois présente des
avantages et des désavantages: d'une part, l'effet protecteur et,
d'autre part, l'utilisation de composants très réactogènes pour la
personne vaccinée. En ce qui concerne la capacité et la technique de
production, bien des éléments restent encore aujourd'hui à
démontrer. Ce vaccin n'a pas obtenu l'agrément de l'EMEA, instance
qui valide les médicaments au niveau de l'Union européenne.
Pour ce qui concerne l'évolution du dossier, je resterai très attentif aux
avis des experts qui auront examiné de plus près l'avancée que
représente ce vaccin hongrois. Il semble toutefois difficile d'espérer
que ce vaccin soit disponible après huit semaines, si on connaît les
contraintes qui sont actuellement incontournables. J'ajouterai aussi
que l'on part ici d'une souche du H5N1 récemment identifiée; cela ne
veut pas dire pour autant que, si demain des formes variantes étaient
connues, l'efficacité dont je viens de parler serait également avérée,
en ce compris dans sa jauge de réactivité élément important à
maîtriser dans la production de ce type de vaccin. Car une nouvelle
souche ou une nouvelle recombinaison peuvent vouloir dire que les
chiffres que je donne apparaissent comme légèrement trop
optimistes. Des scénarios devraient alors être réétudiés: voir si on se
base sur cette souche vaccinale pour l'utiliser et la distribuer ou voir
si, entre-temps, nous avons une nouvelle souche vaccinale plus
efficace qui pourrait être utilisée.
Il s'agit certainement d'un pas intéressant mais ce n'est pas non plus
la réponse absolue que nous pourrions attendre en cas de pandémie.
Madame Burgeon, vous avez également abordé la question des tests
de vaccins H5N1. En relation avec le raisonnement que je viens de
tenir, l'état de la question est assez ouvert car 28 prototypes sont
testés aujourd'hui; ils élargissent le spectre mais ne garantissent pas
la couverture totale.
Les virus influenza sont en fait parmi les virus les plus instables, c'est-
à-dire ceux qui vont trouver les souches évolutives les plus rapides.
Tant l'homme que l'animal sont très sensibles à ces évolutions. Les
recherches technologiques sont donc effectivement extrêmement
modulables. Je rappellerai, comme je l'ai dit déjà dans cette
commission, qu'il y a d'autres candidats à la pandémie. J'ai déjà parlé
du H7 et du H9, qui sont d'autres souches virales, le H2 restant un
bon candidat aussi.
Quant au H5, il contient des formes avec des combinaisons de
neuraminidases différenciées. On parle souvent du H5N1, mais il y a
aussi le H5N2, qui était un des types que nous aurions pu rencontrer
et qui est tout aussi inquiétant. Aujourd'hui, de nombreux protocoles
de recherche sont lancés mais nous n'avons aucune garantie d'avoir
déjà identifié la souche responsable d'une éventuelle pandémie.
aangemaakt op basis van een van
de laatste H5N1-stammen, die in
Vietnam werd geïsoleerd. De
resultaten lijken bevredigend, want
het zou, bij gezonde volwassenen,
meer dan 90 procent bescherming
bieden.
In dit stadium heeft het vaccin
zowel voor- als nadelen: enerzijds
biedt het bescherming, anderzijds
bevat het een aantal sterk
allergene bestanddelen. Het
vaccin beschikt niet over een
goedkeuring van het EMEA, de
Europese instantie die de
geneesmiddelen erkent op het
niveau van de Europese Unie.
Ik zal rekening houden met de
adviezen die de experts zullen
uitbrengen nadat ze dit Hongaarse
vaccin hebben onderzocht.
Rekening houdend met de
bestaande problemen lijkt het
weinig waarschijnlijk dat dat vaccin
binnen acht weken beschikbaar
zou zijn.
Het gaat hier bovendien om een
H5N1 stam die pas recentelijk
werd geïdentificeerd. Het is niet
zeker dat dit soort vaccin nog
doeltreffend is wanneer morgen
varianten ontstaan. In dat geval
kan ofwel van de bestaande stam
gebruik worden gemaakt, maar
kan ook worden nagegaan of
intussen geen nieuwe,
doeltreffender stam werd
gevonden. Dat vaccin vormt dus
een interessante stap in het
onderzoek, maar biedt geen
soelaas wanneer zich een
pandemie zou voordoen.
Op dit ogenblik worden 28
prototypes van H5N1-vaccins
getest. Ze hebben een breder
werkingsgebied, maar bieden
geen volledige bescherming.
Het technologisch onderzoek kan
naar behoeven worden aangepast.
Ik herinner eraan dat nog andere
virusstammen een pandemie
kunnen veroorzaken. Ik heb al
18/04/2006
CRIV 51
COM 916
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
over de virussen H7 en H9
gesproken.
Wat het H5-virus betreft, heeft
men het vaak over het H5N1-virus,
maar daarnaast is er ook nog het
H5N2-virus dat we eventueel
hadden kunnen aantreffen en dat
even gevaarlijk is. We beschikken
over geen enkele zekerheid dat in
de vele onderzoeksprotocollen
waarover we beschikken, de stam
opgenomen is die ooit een
pandemie kan veroorzaken. Die
onzekerheid bezorgt ons slapeloze
nachten.
05.06 Mark Verhaegen (CD&V): Mijnheer de minister, onze
ondertussen vertrokken collega Pieters verwijst naar wat er in
Frankrijk en Italië gebeurt en vraagt zich af of België niet hetzelfde
kan doen.
Uiteraard dank ik u voor uw uitvoerig antwoord. Volgens mij zijn er
vandaag voldoende garanties om de besmettingsinsleep van het
vogelinfluenzavirus tegen te gaan in dierentuinen, ook wat import
betreft. U hebt begrepen dat het grote probleem vandaag een
economisch probleem is: de diepe crisis in de pluimveesector.
Volgens mij moeten er nog krachtige antwoorden worden gegeven. Er
zijn bergen ingevroren kippen, die men nog aan de straatstenen niet
kwijtraakt.
Er zit duidelijk iets tussen de oren van de consument en dat hebben
we al meermaals gezien. Ik ben blij met de regelmatige spots in de
media die de consument meedelen: "Heb vertrouwen; er is niets aan
de hand". Wij moeten daarop blijven drukken, want de crisis van
vandaag heeft alles te maken met het nog aan te scherpen
vertrouwen van de consument.
Voorts hoop ik dat de Belgische regering het voortouw neemt om die
zwaar getroffen sector binnen de verruimde Europese regelgeving
maximaal te ondersteunen.
05.06 Mark Verhaegen (CD&V):
Je prends acte du fait que les
garanties sont suffisantes pour
éviter toute contamination par le
virus de la grippe aviaire dans les
jardins zoologiques, même en cas
d'importation d'oiseaux. Je me
réjouis également de l'accent mis
sur la nécessité de conserver la
confiance du consommateur.
J'espère pour le reste que le
gouvernement apportera un
soutien maximal à ce secteur
durement touché, dans le cadre de
la nouvelle réglementation
européenne.
05.07 Colette Burgeon (PS): Monsieur le président, monsieur le
ministre, je vous remercie pour vos réponses nombreuses.
En ce qui concerne ma question sur les annonces erronées, votre
réponse me rassure: vous n'envisagez pas d'autres mesures. En
effet, l'important est la simplification et éviter l'inutile.
S'agissant de la problématique des vaccins, dans le domaine de la
recherche, ne serait-il pas possible de trouver une solution pour unir
les chercheurs? Chacun travaille dans son pays; je peux comprendre
qu'on veuille garder son bébé, mais pourrait-on au moins faire circuler
les informations, faute de trouver une véritable union?
Quant au confinement, à la fin avril, je vous ai demandé s'il était
possible d'avancer la date; vous ne m'avez pas répondu.
05.07 Colette Burgeon (PS): Uw
antwoord stelt mij gerust in
verband met de foutieve
aankondiging van nieuwe
maatregelen. Zou het met
betrekking tot de vaccins niet
mogelijk zijn een oplossing te
vinden om de krachten van de
vorsers te bundelen? Ten slotte
heeft u niet geantwoord op mijn
vraag met betrekking tot de datum
van het einde van de ophokplicht.
Ik zou eveneens meer inlichtingen
willen over de vergadering van 23
maart jongstleden in Genève.
CRIV 51
COM 916
18/04/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
J'aimerais aussi obtenir des renseignements sur la réunion qui s'est
tenue à Genève le 23 mars dernier.
05.08 Rudy Demotte, ministre: Monsieur le président, madame, sur
les souches virales, je peux dire qu'il existe déjà des collaborations;
aujourd'hui, des réseaux scientifiques échangent l'information,
notamment pour ne pas dupliquer inutilement les recherches. Il reste
néanmoins l'aspect de la concurrence. Comme le secteur du
médicament n'est pas nationalisé à l'échelle planétaire, les
entreprises cherchent à trouver un produit qui leur donne un avantage
économique. La recherche en médicaments ne se fait pas
uniquement pour des raisons philanthropiques!
Mon deuxième élément portera sur la grippe aviaire. La situation en
Belgique et en Europe fait l'objet d'évaluations dans le cadre du
comité scientifique "Influenza"; un avis sera remis pour évaluer la
nécessité de réexaminer les mesures prophylactiques.
Plus singulièrement, sur les mesures de confinement qui concernent
à la fois les éleveurs professionnels et les particuliers, leur mise en
oeuvre actuelle dépend de la compétence de l'AFSCA et des services
de police. À ce jour, en guise de bilan, j'ajouterai que 11 procès-
verbaux ont été dressés. C'est acceptable. Il existera toujours des
"outlaws", des gens en dehors des créneaux. Cependant, aujourd'hui
et globalement, la mesure est acceptée par la population, quoique
désagréable.
La situation peut-elle être considérée comme satisfaisante? Aucune
mesure n'est efficace à 100%. Comme M. Verhaegen, j'aurais envie
de croire que les mesures prises ont eu un effet sur le fait d'être
épargnés jusqu'à présent, mais je ne suis pas certain qu'elles
suffisent, car les migrations se poursuivent.
Si un jour, nous trouvons un ou des oiseaux migrateurs porteurs du
virus, aussi grande soit notre vigilance, nous ne pourrons pas interdire
aux oiseaux infectés de survoler la Belgique, monsieur Verhaegen. Il
faut rester vigilant et déterminer grâce au testing si nous sommes
capables de détecter en temps opportun les oiseaux infectés. Je crois
que notre système de vigilance fonctionne bien; je n'ai pas trop de
craintes à cet égard.
Pour en finir avec la question du confinement, j'ai dit que nous étions
en train de procéder à une évaluation et qu'un relâchement prématuré
des mesures pourrait entraîner des conséquences dramatiques sur le
plan avicole en Belgique et peut-être aussi sur la santé, puisque nous
ne sommes pas à l'abri de ce dont nous discutons depuis longtemps,
à savoir le risque de voir ce virus se recombiner. Nous devons donc
toujours couper court. Évidemment, le retour du beau temps et
l'approche de l'été nous soulagent quelque peu: en effet, le pic de
grippe classique étant derrière nous et cette maladie ne se
développant que de manière marginale en été, nous ne sommes plus
dans une situation de juxtaposition des risques de recombinaison.
Cela dit, on parle effectivement d'alléger ou de supprimer certaines
mesures de confinement fin avril, début mai. Nous sommes toujours
dans ce schéma et nous nous y tiendrons à moins qu'on ne détecte
en Belgique d'ici là un cas de H5N1. Il est possible de libérer les
poulets pour la fête du Travail, ce serait une bonne mesure pour le 1
er
05.08 Minister Rudy Demotte:
Er bestaan al samenwerkings-
verbanden met betrekking tot de
virusstammen. Het klopt echter
dat het onderzoek niet enkel uit
filantropie wordt verricht.
De huidige tenuitvoerlegging van
de ophokmaatregelen valt onder
de bevoegdheid van het FAVV en
de politiediensten. Kan de situatie
als bevredigend worden
beschouwd? Ik wil graag geloven
dat de genomen maatregelen
ertoe hebben bijgedragen dat wij
tot dusver gespaard zijn gebleven,
maar ik ben er niet zeker van dat
zij zullen volstaan, want de
migraties gaan door.
Momenteel evalueren we de
ophokplicht. Als men de
voorzorgsmaatregelen al te vroeg
zou versoepelen, zou dat
dramatische gevolgen kunnen
hebben voor het gevogelte in
België, en misschien ook voor de
volksgezondheid. Eind april of
begin mei zullen we dus zoals
gepland bepaalde ophok-
maatregelen afschaffen, op
voorwaarde dat er ondertussen
geen geval van besmetting met
het H5N1-virus in België wordt
vastgesteld.
18/04/2006
CRIV 51
COM 916
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
mai. Seulement, si on découvrait le 2 mai un cas de H5N1, on en
reviendrait à un confinement généralisé. Pour qu'on ne me reproche
pas de revenir en arrière si jamais cela arrive, je rappelle que cette
possibilité est prévue par le protocole.
Le président: Nous remercions le ministre pour toutes ces informations. Nous allons encore prendre une
question ce matin; les autres seront examinées cet après-midi.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van mevrouw Nathalie Muylle aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over
"het koninklijk besluit tot vaststelling van de retributies en bijdragen verschuldigd aan het
Begrotingsfonds voor de grondstoffen en de producten" (nr. 10784)
06 Question de Mme Nathalie Muylle au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"l'arrêté royal fixant les rétributions et cotisations dues au Fonds budgétaire des matières premières
et des produits" (n° 10784)
06.01 Nathalie Muylle (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, het koninklijk besluit van 14 januari 2004 tot vaststelling van
de retributies en bijdragen verschuldigd aan het Begrotingsfonds voor
grondstoffen en producten bevat een aantal bepalingen aangaande
bestrijdingsmiddelen. In afdeling 2, artikel 2, § 7 van dit besluit staat
dat "iedere persoon die een bestrijdingsmiddel voor landbouwkundig
gebruik op de Belgische markt brengt, dat een van de hiernavolgende
werkzame stoffen bevat" het gaat over atrazin, simazin, diuron en
isoproturon "is gehouden aan een bijdrage van 2,5 euro per
kilogram op de markt gebrachte werkzame stof te betalen aan het
Begrotingsfonds voor de grondstoffen en de producten."
In dit besluit staat dat onder op de markt brengen de verkoop aan een
eerste koper wordt verstaan, door de invoerder op het Belgisch
grondgebied of door de fabrikant in België van het bedoelde product.
"Indien de invoer op Belgisch grondgebied wordt verricht door de
eindgebruiker, is deze laatste de bijdrage verschuldigd." In hetzelfde
KB is er ook een §9 dat zegt dat indien een product waarvoor de
bijdrage geldt opnieuw wordt uitgevoerd dus niet op Belgische
bodem komt de voornoemde bijdrage dan terugbetaald wordt aan
de uitvoerder door het Begrotingsfonds voor grondstoffen en
producten.
Tot op heden is die procedure niet zo gemakkelijk verlopen. Hoewel
het vastlag in het koninklijk besluit, heeft het toch wel wat geduurd
vooraleer die terugbetaling een zaak is geworden.
Mijnheer de minister, wij vernemen dat u bezig bent aan een
voorontwerp van KB waarin u die heffing zou willen uitbreiden naar
alle fytofarmaceutische producten. Vanuit de sector zijn daarover heel
wat vragen.
Hoe bent u van plan deze producten te belasten? Welk
classificatiesysteem wil u daarvoor hanteren? Zult u de inning verder
laten verlopen via de semestriële heffing, zoals dat nu van toepassing
is?
Het is heel belangrijk voor de sector om te weten of de huidige
regeling van §9 van toepassing zal blijven, wat betekent dat voor alle
fytofarmaceutische producten die niet bestemd zijn voor de Belgische
06.01 Nathalie Muylle (CD&V):
L'article 2 de l'arrêté royal du 14
janvier 2004 prévoit que toute
personne qui met sur le marché un
pesticide à usage agricole
renfermant certaines substances
actives est tenue d'acquitter au
Fonds budgétaire des matières
premières et des produits une
cotisation de 2,5 euros. "Mettre sur
le marché" signifie ici "vendre à un
premier acheteur". Si le produit est
réexporté, la cotisation est
remboursée par le même fonds.
Le ministre s'attellerait à un avant-
projet d'arrêté royal qui étendra ce
prélèvement à tous les produits
phytopharmaceutiques. Quel
système de classification le
ministre compte-t-il mettre en
oeuvre à cet égard? Recourra-t-on
également à un prélèvement
semestriel? Quand cet arrêté royal
entrera-t-il en vigueur?
CRIV 51
COM 916
18/04/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21
bodem een terugbetaling door het Begrotingsfonds zou kunnen
gevraagd worden.
Ten slotte, wanneer denkt u dat dit voorontwerp van KB in werking zal
treden?
06.02 Minister Rudy Demotte: Mevrouw Muylle, vandaag bestaan er
twee types van bijdragen op de bestrijdingsmiddelen voor
landbouwkundig gebruik, namelijk een jaarlijkse forfaitaire bijdrage
voor elk erkend middel en een halfjaarlijks te betalen bijdrage voor elk
product dat een of meer van de vier substanties bevat, die door u
werden opgesomd. Het is de bedoeling die beide bijdragen te
vervangen door een type van jaarlijkse bijdrage, die zal gelden voor
alle erkende bestrijdingsmiddelen.
De hoogte van die bijdrage zal afhankelijk zijn van twee factoren, ten
eerste, de hoeveelheid van het product die op de markt werd gebracht
en, ten tweede, de indeling van het product in de gevarencategorieën.
Hoe gevaarlijker het product, hoe hoger de bijdrage zal zijn. De
categorieën worden vastgesteld aan de hand van de wetgeving over
de indeling van gevaarlijke producten.
Het nieuwe bijdragesysteem houdt dus rekening met de invloed van
de verschillende soorten gewasbestrijdingsmiddelen op de
gezondheid en het leefmilieu. Met het systeem genieten de gebruikers
van de minst gevaarlijke producten een financieel voordeel en wordt
een verminderd gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
aangemoedigd.
Het nieuwe systeem is uitgewerkt in een ontwerp van koninklijk besluit
dat het bestaande besluit van 14 januari 2004 zal wijzigen. In het
ontwerp was initieel niet erin voorzien dat de bijdrage wordt
terugbetaald bij export van producten. Op 10 maart heeft de
Ministerraad op mijn voorstel het principe van de terugbetaling bij
export goedgekeurd. Daarenboven heeft dezelfde Ministerraad beslist
dat het bedrag van de bijdrage vermeld moet worden op de factuur
voor professionele gebruikers, teneinde de gebruikers te
sensibiliseren en te informeren.
Het ontwerp van koninklijk besluit dat de nieuwe bijdrage invoert, ligt
momenteel voor advies bij de Raad van State. Na ontvangst van het
advies zal zo snel mogelijk tot ondertekening en publicatie worden
overgegaan. Het besluit zal dan de eerste dag van de maand volgend
op de publicatie in werking treden.
06.02 Rudy Demotte, ministre: Il
existe deux types de cotisations
relatives aux pesticides à usage
agricole: une cotisation forfaitaire
annuelle pour les produits agréés
et une cotisation semestrielle pour
ceux qui contiennent certaines
substances. Nous entendons
remplacer ces deux cotisations par
un seul type de contribution
annuelle.
Le montant de cette cotisation
dépendra de la quantité de produit
mis sur le marché et de
l'appartenance du produit aux
catégories de danger légales. Ce
nouveau système tient donc
compte de l'influence des
pesticides sur la santé et
l'environnement.
Le projet d'arrêté royal modifiant
l'ancien arrêté royal du 14 janvier
2004 prévoit également un
remboursement en cas
d'exportation, même si cette
disposition n'y figurait pas dans un
premier temps. Par ailleurs, le
montant de la cotisation doit être
mentionné sur les factures
adressées aux utilisateurs
professionnels.
Le projet a été soumis pour avis
au Conseil d'État. Il entrera en
vigueur le premier jour du mois
suivant la publication. Cette
dernière devrait avoir lieu aussi
rapidement que possible.
06.03 Nathalie Muylle (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik heb er niets
aan toe te voegen. Het antwoord was volledig.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Le président: La séance continuera cet après-midi.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 12.15 uur.
La réunion publique de commission est levée à 12.15 heures.
18/04/2006
CRIV 51
COM 916
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22