CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 915
CRIV 51 COM 915
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DE LA
J
USTICE
C
OMMISSIE VOOR DE
J
USTITIE
mardi
dinsdag
18-04-2006
18-04-2006
Matin
Voormiddag
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu inté-
gral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit des
interventions ; les annexes se trouvent dans une brochure
séparée (PLEN: couverture blanche; COM: couverture
saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken; de
bijlagen zijn in een aparte brochure opgenomen
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
Plenum
COM
réunion de commission
COM
Commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 915
18/04/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i
SOMMAIRE
INHOUD
Question de M. Stijn Bex à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "Google et la
protection de la vie privée" (n° 11042)
1
Vraag van de heer Stijn Bex aan de vice-eerste
minister en minister van Justitie over "Google en
privacy" (nr. 11042)
1
Orateurs: Stijn Bex, Laurette Onkelinx, vice-
première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Stijn Bex, Laurette Onkelinx, vice-
eerste minister en minister van Justitie
Question de M. Melchior Wathelet au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur et à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "la
présence de Fehriye Erdal à Chypre" (n° 11076)
4
Vraag van de heer Melchior Wathelet aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken en aan de vice-eerste minister en minister
van Justitie over "de aanwezigheid van Fehriye
Erdal in Cyprus" (nr. 11076)
4
Orateurs: Melchior Wathelet, président du
groupe cdH, Laurette Onkelinx, vice-
première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Melchior Wathelet, voorzitter van
de cdH-fractie, Laurette Onkelinx, vice-eerste
minister en minister van Justitie
Question de M. Melchior Wathelet à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "la
lutte contre l'absentéisme scolaire" (n° 11077)
5
Vraag van de heer Melchior Wathelet aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over
"maatregelen tegen het schoolverzuim"
(nr. 11077)
5
Orateurs: Melchior Wathelet, président du
groupe cdH, Laurette Onkelinx, vice-
première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Melchior Wathelet, voorzitter van
de cdH-fractie, Laurette Onkelinx, vice-eerste
minister en minister van Justitie
Question de M. David Geerts à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "l'action
menée par le parquet de Turnhout dans le milieu
du cyclisme" (n° 11092)
6
Vraag van de heer David Geerts aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
actie van het parket van Turnhout in het
wielermilieu" (nr. 11092)
6
Orateurs: David Geerts, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: David Geerts, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Justitie
Question de M. Tony Van Parys à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur
"l'arrêté royal du 5 avril 2006 portant démission de
l'administrateur général de la Sûreté de l'État"
(n° 11147)
7
Vraag van de heer Tony Van Parys aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "het
koninklijk besluit van 5 april 2006 houdende
ontslag van de administrateur-generaal van de
Staatsveiligheid" (nr. 11147)
7
Orateurs:
Tony Van Parys, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers: Tony Van Parys, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de Mme Sabien Lahaye-Battheu à la
vice-première ministre et ministre de la Justice sur
"le retard encouru dans le traitement des
demandes visant à obtenir une habilitation de
sécurité pour les entreprises" (n° 11123)
10
Vraag van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan
de vice-eerste minister en minister van Justitie
over "de achterstand in de behandeling van de
aanvragen voor een firmaveiligheidsmachtiging"
(nr. 11123)
10
Orateurs: Sabien Lahaye-Battheu, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers: Sabien Lahaye-Battheu, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de Mme Sabien Lahaye-Battheu à la
vice-première ministre et ministre de la Justice sur
"l'exécution des peines d'emprisonnement
subsidiaire" (n° 11124)
12
Vraag van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan
de vice-eerste minister en minister van Justitie
over "het uitvoeren van vervangende
gevangenisstraffen" (nr. 11124)
12
Orateurs: Sabien Lahaye-Battheu, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice, Francis Van den Eynde
Sprekers: Sabien Lahaye-Battheu, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie, Francis Van den Eynde
Questions jointes de
14
Samengevoegde vragen van
13
- M. Tony Van Parys à la vice-première ministre et
ministre de la Justice sur "l'initiative de ne plus
poursuivre les petits délits" (n° 11219)
14
- de heer Tony Van Parys aan de vice-eerste
minister en minister van Justitie over "het niet
meer vervolgen van kleine misdrijven" (nr. 11219)
13
18/04/2006
CRIV 51
COM 915
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
- M. Patrick De Groote à la vice-première ministre
et ministre de la Justice sur "l'initiative de ne plus
poursuivre les 'petits délits'" (n° 11226)
14
- de heer Patrick De Groote aan de vice-eerste
minister en minister van Justitie over "het niet
meer vervolgen van zogenaamde kleine
misdrijven" (nr. 11226)
13
- M. Bart Laeremans à la vice-première ministre et
ministre de la Justice sur "le classement sans
suite de petits délits" (n° 11229)
14
- de heer Bart Laeremans aan de vice-eerste
minister en minister van Justitie over "de
seponering van kleine misdrijven" (nr. 11229)
13
- M. Claude Marinower à la vice-première ministre
et ministre de la Justice sur "la liste d'infractions à
classer sans suite établie par le procureur
d'Audenarde" (n° 11240)
14
- de heer Claude Marinower aan de vice-eerste
minister en minister van Justitie over "de lijst van
de procureur van Oudenaarde van te seponeren
misdrijven" (nr. 11240)
13
- M. Guido De Padt à la vice-première ministre et
ministre de la Justice sur "la politique en matière
de classements sans suite" (n° 11247)
14
- de heer Guido De Padt aan de vice-eerste
minister en minister van Justitie over "het
seponeringsbeleid" (nr. 11247)
13
- M. Melchior Wathelet à la vice-première ministre
et ministre de la Justice sur "l'absence de
poursuites pour certains 'petits' délits" (n° 11257)
14
- de heer Melchior Wathelet aan de vice-eerste
minister en minister van Justitie over "het niet
meer vervolgen van sommige 'kleine' misdrijven"
(nr. 11257)
13
- M. Walter Muls à la vice-première ministre et
ministre de la Justice sur "l'initiative de ne plus
poursuivre les 'petits délits'" (n° 11261)
14
- de heer Walter Muls aan de vice-eerste minister
en minister van Justitie over "het niet meer
vervolgen van 'kleine misdrijven'" (nr. 11261)
13
Orateurs: Tony Van Parys, Patrick De
Groote, Bart Laeremans, Claude
Marinower, Guido De Padt, Melchior
Wathelet, président du groupe cdH, Walter
Muls, Laurette Onkelinx, vice-première
ministre et ministre de la Justice, Luc Goutry
Sprekers: Tony Van Parys, Patrick De
Groote, Bart Laeremans, Claude
Marinower, Guido De Padt, Melchior
Wathelet, voorzitter van de cdH-fractie,
Walter Muls, Laurette Onkelinx, vice-eerste
minister en minister van Justitie, Luc Goutry
Question de Mme Sabien Lahaye-Battheu à la
vice-première ministre et ministre de la Justice sur
"l'entrée en vigueur de la loi qui instaure une
troisième voie d'accès à la magistrature"
(n° 11125)
30
Vraag van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan
de vice-eerste minister en minister van Justitie
over "de inwerkingtreding van de wet die een
derde toegangsweg tot de magistratuur opent"
(nr. 11125)
30
Orateurs: Sabien Lahaye-Battheu, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers: Sabien Lahaye-Battheu, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Questions jointes de
31
Samengevoegde vragen van
31
- M. Luc Goutry à la vice-première ministre et
ministre de la Justice sur "les problèmes
techniques persistants du complexe pénitentiaire
de Bruges" (n° 11146)
31
- de heer Luc Goutry aan de vice-eerste minister
en minister van Justitie over "aanslepende
technische problemen in het penitentiair complex
in Brugge" (nr. 11146)
31
- M. Patrick De Groote à la vice-première ministre
et ministre de la Justice sur "la grève au sein de
l'établissement pénitentiaire de Bruges"
(n° 11176)
31
- de heer Patrick De Groote aan de vice-eerste
minister en minister van Justitie over "de
gevangenisstaking in Brugge" (nr. 11176)
31
Orateurs: Luc Goutry, Patrick De Groote,
Laurette Onkelinx, vice-première ministre et
ministre de la Justice
Sprekers: Luc Goutry, Patrick De Groote,
Laurette Onkelinx, vice-eerste minister en
minister van Justitie
CRIV 51
COM 915
18/04/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DE LA JUSTICE
COMMISSIE VOOR DE JUSTITIE
du
MARDI
18
AVRIL
2006
Matin
______
van
DINSDAG
18
APRIL
2006
Voormiddag
______
De vergadering wordt geopend om 10.20 uur door mevrouw Martine Taelman, voorzitter.
La séance est ouverte à 10.20 heures par Mme Martine Taelman, présidente.
01 Vraag van de heer Stijn Bex aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "Google en
privacy" (nr. 11042)
01 Question de M. Stijn Bex à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "Google et la
01.01 Stijn Bex (sp.a-spirit): Mevrouw de voorzitter, mevrouw de
minister, collega's, u kent allemaal de voordelen van het systeem
Google. Ik denk dat we allemaal wel eens zaken hebben opgezocht,
er zijn ook steeds meer en meer mensen die dat elke dag doen.
Dankzij Google vinden tientallen miljoenen mensen per dag de
informatie die ze zoeken. Ik denk dat dat een ongelooflijke
vooruitgang is en u zult mij zeker niet horen twijfelen aan de
voordelen van het systeem. Alleen is het zo dat wanneer mensen
gebruikmaken van het systeem Google, ze feitelijk hun privacy op het
internet opgeven.
Ik geef een korte technische uitleg. Google slaat alle zoekopdrachten
en ip-adressen, het specifieke nummer dat iedere computer met een
internetadres heeft, op en bewaart die gegevens omzeggens tot in het
oneindige. Iedere gebruiker krijgt ook een persoonlijk cookie: een
stukje software dat het internetgedrag volgt en dat tot in 2038 geldig
is. Via het ip-adres en de cookie zijn alle zoekopdrachten in theorie
herleidbaar tot specifieke gebruikers.
Ondanks de talrijke voordelen van het systeem plaats Google ons
toch voor een aantal belangrijke privacyproblemen. Een eerste
voorbeeld is dat, wanneer iemand in het raam van een sollicitatie iets
over een bepaald persoon wil opzoeken, hij alle informatie die over
die persoon op het internet staat netjes op een presenteerblaadje
krijgt. Dat werd mooi geïllustreerd in een column van Dominique
Deckmyn in De Standaard, die een geval beschreef waarin Google-
baas Eric Schmidt een koekje van eigen deeg kreeg voorgeschoteld:
de journaliste schreef een artikel vol met details over het inkomen en
de vrijetijdsbesteding van de Google-baas.
Misschien is dat op zich een leuke zaak, maar het betekent ook dat
elke sollicitant door een firma waarbij hij solliciteert ook even door de
Google kan worden gehaald. Dat gebeurt ook in de praktijk. Wanneer
er zaken op het internet staan over die persoon die hij toch liever tot
zijn privé-sfeer had gerekend, kan dat toch wel echt problematisch
zijn.
01.01 Stijn Bex (sp.a-spirit): Tout
utilisateur de Google expose en
fait sa vie privée sur l'internet étant
donné que Google conserve
automatiquement toutes les
recherches et les adresses IP.
Chaque utilisateur se voit
également attribuer un "cookie",
valable jusqu'en 2038. Toutes les
recherches peuvent théoriquement
être rattachées à des utilisateurs
spécifiques par le biais de
l'adresse IP et du "cookie".
Google pose des problèmes en
termes de protection de la vie
privée. Google permet par
exemple également d'obtenir les
données privées d'un postulant.
On peut par ailleurs se demander
dans quelle mesure les autorités
peuvent s'approprier des données
et des recherches effectuées par
le biais de Google. Dans le cadre
d'une enquête menée aux États-
Unis sur la pornographie sur
l'internet, un tribunal a récemment
décidé que Google devait
collaborer avec les autorités et
communiquer 50.000 adresses
internet. Nous nous demandons si
la loi belge sur la protection de la
vie privée est encore suffisante et
nous plaidons pour une
sensibilisation du public aux
risques liés à Google. Aux Pays-
Bas, le site web ontgoogelen.nl a
18/04/2006
CRIV 51
COM 915
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
Een tweede probleem dat zich met Google stelt is de vraag in
hoeverre de overheid beslag kan leggen op gegevens en
zoekopdrachten die Google uitgevoerd heeft. In de Verenigde Staten
is dat op dit moment een hot issue omdat de overheid aldaar in het
kader van een onderzoek naar porno op het internet de zoektermen
van een bepaalde week en een miljoen webadressen in haar bezit
wenst te hebben. Google wou die gegevens niet zomaar ter
beschikking stellen en liet de zaak voor de rechter komen. De rechter
besliste echter dat Google toch verplicht is om samen te werken met
de overheid. Hoewel ze geen inzage moeten gegeven in de databank
met zoektermen moeten ze toch 50.000 webadressen van
internetgebruikers overhandigen aan het gerecht.
In België hebben we een goede wet op de bescherming van de
persoonlijke levenssfeer, maar ik denk toch dat we ons kunnen
afvragen of deze wet nog volstaat in de snel evoluerende
technologische maatschappij. Moeten we er niet minstens voor
zorgen dat mensen zich bewust zijn van het feit dat wanneer zij een
zoekopdracht ingeven via Google, zij hun privacy voor een stuk te
grabbel gooien?
In Nederland bestaat sinds kort een webiste ontgoogelen.nl - u kunt
het ook lezen als ontgoochelen - waarop mensen terechtkunnen met
vragen over Google en hoe ze zich tegen deze zoekmachine kunnen
wapenen.
Mevrouw de minister, ik had u graag enkele vragen gesteld.
Ten eerste, deelt u de mening dat systemen zoals Google, hoewel ze
ontegensprekelijk hun goede kanten hebben, een ernstig gevaar
inhouden voor de privacy op het internet, zeker wanneer mensen zich
daarvan niet bewust zijn?
Ten tweede, hoe kan een particulier, bijvoorbeeld de sollicitant uit het
voorbeeld dat ik u zojuist gaf, in ons land bekomen dat
privacygevoelige informatie in verband met zijn persoon niet langer
teruggevonden kan worden via een zoekmachine zoals Google? Dat
zou eigenlijk een moderne toepassing van de privacywet moeten zijn.
De vraag is echter of die toepassing ook bestaat.
Ten derde, vindt u het aangewezen om de bevolking te informeren
over de schat aan privacygevoelige informatie die een zoekmachine
zoals Google bewaart op basis van zoekopdrachten? Zult u actie
ondernemen om mensen te informeren over de mogelijkheden om te
vermijden dat die privacygevoelige informatie op het net terechtkomt,
bijvoorbeeld via zo'n site naar Nederlands voorbeeld?
été récemment créé à cet effet.
Google représente-t-il un danger
sérieux pour la vie privée?
Comment éviter que des
informations à caractère privé
soient retrouvées par le biais d'un
moteur de recherche? Serait-il
opportun d'informer la population
sur le danger ainsi que sur les
moyens d'éviter que des
informations à caractère privé ne
se retrouvent sur le net?
01.02 Minister Laurette Onkelinx: Mevrouw de voorzitter, zoals
andere zoekmotoren gebruikt Google cookies. Dat zijn kleine
bestanden die onder andere dienen om de surfer te identificeren en
hem te volgen door bij te houden welke sleutelwoorden hij vraagt en
welke sites hij gebruikt. Google inventariseert op deze manier wat de
gebruiker interesseert en stuurt hem daarna gerichte reclame. Het
gebruik van deze geregistreerde gegevens kan natuurlijk een
mogelijke aantasting van de privacy tot gevolg hebben. Bepaalde
diensten die opgelegd worden door Google zoals desktop-search zijn
veel indringender omdat het aan de gebruiker toelaat een kopie van al
zijn geïnformatiseerde documenten achter te laten op het internet. De
01.02
Laurette Onkelinx,
ministre: Comme d'autres moteurs
de recherche, Google a recours à
des "cookies" pour identifier le
surfeur en stockant les mots-clés
qu'il recherche et les adresses des
sites qu'il visite. L'utilisation de ces
données peut déboucher sur des
violations de la vie privée. Certains
services imposés par Google, tels
que "desktop search", sont
CRIV 51
COM 915
18/04/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
algemene gebruiksvoorwaarden van g-mail vermelden en ik citeer:
"Resterende kopieën van uw berichten kunnen op onze systemen
bewaard blijven, zelfs nadat u ze gewist heeft uit uw mailbox of nadat
u uw account heeft afgesloten."
Elke gebruiker kan via zijn internetprogramma de cookies na elk
gebruik van zijn computer verwijderen. In internetexplorer bijvoorbeeld
volstaat het dat te doen via het menu "tools internetoptions".
Anderzijds aanvaardt de gebruiker, door gebruik te maken van de
diensten van Google, zoals voor die van de andere zoekmotoren, de
gebruiksvoorwaarden ervan zoals ze opgelegd worden door de
uitbaters. Het secretariaat van de commissie voor de Bescherming
van de Private Levenssfeer is van mening dat Google
verantwoordelijk kan worden gesteld voor het verwerken van
gegevens van persoonlijke aard en derhalve onderworpen is aan de
wet van 8 december 1992 over de bescherming van de private
levenssfeer ten overstaan van de verwerking van persoonsgegevens.
Deze wet voorziet erin dat de verwerking van gegevens kan
plaatsvinden met name wanneer dat nodig is ter uitvoering van een
contract waarvan de betrokken persoon partij is of ter uitvoering van
pre-contractuele maatregelen die op vraag van die partij werden
genomen.
Deze gegevens kunnen echter niet worden bijgehouden voor een
duur die langer is dan de finaliteiten waarvoor ze werden verkregen
en later worden verwerkt. De betrokken persoon kan bovendien altijd
vragen dat die gegevens worden gewijzigd, weggehaald of er elk
gebruik van verbieden.
Ten derde, het verstrekken van preventieve informatie inzake de
gevaren die het gebruik van zoekmotoren op het internet kunnen
opleveren, behoort niet tot de bevoegdheid van mijn ministerie.
beaucoup plus envahissants car,
avec ces derniers, il se peut
qu'une copie de tous les
documents informatisés soit
stockée sur l'internet. Cette
possibilité est explicitement
évoquée dans les conditions
générales d'utilisation de G-mail.
Chaque utilisateur peut effacer les
"cookies" en passant par le menu
d'Internet Explorer. Par ailleurs,
l'utilisation d'un moteur de
recherche implique l'acceptation
des conditions d'utilisation.
Le secrétariat de la Commission
de la protection de la vie privée
estime que Google peut être
considéré comme responsable du
traitement de données privées et
qu'il est soumis à la loi du 8
décembre 1992 relative à la
protection de la vie privée. Cette
loi limite les possibilités de
stockage des données et dispose
qu'il doit toujours être possible de
modifier ou de supprimer des
données et que l'intéressé peut
interdire toute utilisation de ces
informations.
La divulgation d'informations
préventives ne relève pas de ma
compétence.
01.03 Stijn Bex (sp.a-spirit): Mevrouw de minister, ik wil u danken
voor uw omstandig antwoord. Google bewaart de gegevens die
internetgebruikers invoeren tot 2038 en lijkt daarmee toch minstens
de geest van wat wij bedoeld hebben met de privacywet te
overtreden.
Ik besef ook dat het niet eenvoudig is, men moet soms de bluts met
de buil nemen, en Google heeft dermate grote voordelen voor
gebruikers, dat men ook wel bereid is om een stuk van zijn privacy
daaraan op te geven. Ik denk evenwel dat het aangewezen is dat
mensen zich bewust zijn van die problematiek. Ik denk dat het heel
goed is dat wij een wettelijke regeling hebben, maar dat heel veel
mensen zich niet bewust zijn van het feit dat Google zodanig veel
informatie over hun persoon bewaart.
Het zou een goede zaak zijn wanneer de overheid daarover duidelijk
informatie zou verspreiden. Mevrouw de minister, u zegt dat dit niet tot
uw bevoegdheid behoort, maar tot de bevoegdheid van welke minister
behoort dergelijke informatie dan wel?
01.03 Stijn Bex (sp.a-spirit): Le
fait que Google conserve des
données jusqu'en 2038 est à tout
le moins en contradiction avec
l'esprit de la loi sur la protection de
la vie privée. Google offre bien sûr
de nombreux avantages, pour
lesquels les utilisateurs sont peut-
être prêts à renoncer à une partie
de leur vie privée, mais ils doivent
toutefois être bien conscients du
problème. Il faut donc que les
autorités les informent à ce sujet.
Si la ministre n'est pas
compétente dans ce dossier, à qui
faut-il s'adresser?
01.04 Minister Laurette Onkelinx: Het behoort tot de bevoegdheid
van de Gemeenschappen.
01.04
Laurette Onkelinx,
ministre: La prévention est une
compétence qui relève des
18/04/2006
CRIV 51
COM 915
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
Communautés.
01.05 Stijn Bex (sp.a-spirit): Bedankt.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
02 Question de M. Melchior Wathelet au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur et à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "la présence de Fehriye Erdal à Chypre" (n° 11076)
02 Vraag van de heer Melchior Wathelet aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken en aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de aanwezigheid van Fehriye Erdal
in Cyprus" (nr. 11076)
02.01 Melchior Wathelet (cdH): Madame la présidente, cette
question avait été déposée avant les vacances et pourrait dès lors
paraître quelque peu obsolète. A l'époque, nous avions appris grâce à
la télévision turque NTV que Mme Erdal avait été vue dans une
station balnéaire sur le territoire chypriote. Les autorités turques
auraient signifié aux autorités chypriotes qu'elles recherchaient Mme
Erdal.
Madame la ministre, j'avais posé cette question au ministre de
l'Intérieur mais il me semble qu'elle peut aussi vous être adressée.
Des mesures avaient-elles été prises à la suite de cette information?
Un contact a-t-il été établi avec les autorités chypriotes et turques sur
le plan policier et judiciaire? Si oui, dans quel sens?
En résumé, quelle est la situation actuelle de ce dossier, sans
évidemment dévoiler d'éventuelles informations confidentielles?
02.01 Melchior Wathelet (cdH):
Voor de paasvakantie meldde de
Turkse tv-zender NTV dat Fehriye
Erdal in Cyprus gesignaleerd zou
zijn. De Turkse autoriteiten zouden
de Cypriotische overheid hebben
laten weten dat mevrouw Erdal in
Turkije geseind staat.
Heeft men wat met die informatie
gedaan? Werd er contact
opgenomen met de Cypriotische
en Turkse autoriteiten op
politioneel en juridisch niveau? Zo
ja, wat werd er besproken?
Bepaalde informatie uit het dossier
is vertrouwelijk, maar kan u,
afgezien daarvan, de stand van
zaken van
het dossier
uiteenzetten?
02.02 Laurette Onkelinx, ministre: C'est en effet le 24 mars dernier
que des médias turcs ont laissé entendre que Mme Erdal aurait été
aperçue sur l'île de Chypre, plus particulièrement dans le sud, à
Larnaca. Le même jour, les Affaires étrangères et la Sûreté de l'État
ont établi des contacts avec leurs homologues turcs et chypriotes afin
d'obtenir de plus amples informations. Des renseignements fournis
par les différentes autorités contactées, il est assez rapidement
ressorti que Mme Erdal n'avait pas été aperçue à Chypre.
Pour votre parfaite information, je vous signale que le parquet fédéral
m'a indiqué que de nombreuses sources s'étaient manifestées
jusqu'à maintenant pour signaler la présence de Mme Erdal en
plusieurs endroits du globe: en Belgique, dans l'Union européenne et
au-delà. Absolument toutes les pistes sont examinées. Certaines ont
été jugées crédibles, d'autres beaucoup moins. Mais, de toute façon,
nous prenons très au sérieux toutes les informations qui nous sont
transmises au sujet de Mme Erdal.
02.02 Minister Laurette
Onkelinx: Op 24 maart
jongstleden gaven de Turkse
media te kennen dat mevrouw
Erdal op Cyprus gespot zou zijn.
Diezelfde dag nog hebben
Buitenlandse Zaken en de
Veiligheid van de Staat contact
opgenomen met hun Turkse en
Cypriotische collega's om meer
informatie te vragen. Uit de door
de onderscheiden gecontacteerde
instanties verstrekte informatie
bleek dat mevrouw Erdal niet op
Cyprus gesignaleerd was.
Het federale parket laat mij weten
dat vele getuigen mevrouw Erdal
op verschillende plaatsen in de
wereld gespot hebben. Alle tips
worden nagetrokken. Sommige
tips werden geloofwaardig
bevonden, andere minder. Wij
trekken alle informatie die we
CRIV 51
COM 915
18/04/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
krijgen over mevrouw Erdal
grondig na.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
03 Question de M. Melchior Wathelet à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "la lutte
03 Vraag van de heer Melchior Wathelet aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over
"maatregelen tegen het schoolverzuim" (nr. 11077)
03.01 Melchior Wathelet (cdH): Madame la présidente, madame la
ministre, dans le journal "La Libre Belgique" du 22 mars 2006, j'ai lu
que vous aviez l'intention d'adjoindre, dès le 1
er
septembre 2006, un
criminologue à chaque parquet de la Jeunesse pour travailler
notamment à la lutte contre l'absentéisme scolaire. Ce serait une
manière de répondre à une demande du ministre de l'Enseignement
flamand, M. Frank Vandenbroucke, qui suggère de faire poursuivre
par les parquets les parents des enfants "brosseurs".
Madame la ministre, avez-vous consulté les gouvernements des
Communautés française et germanophone quant à cette nouvelle
mesure qui, je l'imagine, a été prise en collaboration avec elles?
Quelle a été leur réaction? Quelle est leur position?
Quelles sont les raisons sur lesquelles se fonde le choix d'un
criminologue plutôt que d'un éducateur ou d'un psychologue, qui
aurait pu se concentrer sur le volet psychologique des parents plutôt
que sur le volet "criminologie" en tant que tel? Quel est l'apport d'un
criminologue en la matière?
Quelles seront les missions et les pouvoirs de ces personnes?
Quelles seront leurs capacités à contraindre, à poursuivre ou à
amener les parents à prendre des mesures lorsque leur enfant
n'assiste pas aux cours?
03.01 Melchior Wathelet (cdH):
In "La Libre Belgique" van 22
maart wordt uw voornemen
aangekondigd om aan elk
jeugdparket een criminoloog toe te
voegen die onder meer met de
strijd tegen het schoolverzuim zou
worden belast. Daarmee zou u
inspelen op een verzoek van de
Vlaamse minister van Onderwijs
die suggereert om ouders van
spijbelende kinderen te vervolgen.
Heeft u dienaangaande de
regeringen van de Franse en de
Duitstalige Gemeenschap
geraadpleegd? Wat is hun
standpunt ter zake?
Wat is de inbreng van een
criminoloog in het kader van dat
soort opdrachten? Een psycholoog
zou bijvoorbeeld voor een andere
benadering kunnen zorgen.
Wat zijn de taken en de
bevoegdheden van de
betrokkenen?
03.02 Laurette Onkelinx, ministre: Madame la présidente, je dirais
que l'article de "La Libre Belgique" est une interprétation libre de la
réponse que j'ai donnée dans cette commission aux questions posées
par M. Marinower et Mme Claes, il y a deux semaines environ. Ceux
qui étaient présents ou qui ont pu lire le compte rendu constateront
que j'ai donné d'autres informations que celles qui ont été reprises
dans l'article en question.
Le ministre Vandenbroucke m'a envoyé son plan d'action à titre
d'information, en annonçant que le Parlement flamand en débattrait le
7 mars. Le plan d'action n'était donc, à ce moment-là, pas encore
définitif. En outre, le rapport annonce que, dans quelques mois, une
note me serait transmise avec l'inventaire des problèmes en vue
d'introduire des débats bilatéraux sur l'approche commune des
dossiers d'obligation scolaire. J'ai déclaré que j'attendrais bien
évidemment cette note avant d'entreprendre une initiative particulière.
J'ai aussi rappelé que, dans le cadre de la réforme de la loi de 1965,
03.02 Minister Laurette
Onkelinx: Het artikel in "La Libre
Belgique" is een vrije interpretatie
van mijn antwoord op de vragen
die twee weken geleden door de
heer Marinower en mevrouw Claes
werden gesteld. In mijn antwoord
had ik eigenlijk andere elementen
meegedeeld.
Minister Vandenbroucke heeft mij,
ter informatie, zijn actieplan
meegedeeld dat indertijd nog niet
definitief was. Bovendien zal mij
nog een nota worden toegestuurd
met een overzicht van de
problemen die ter zake rijzen. Die
nota moet dienen als inleiding voor
18/04/2006
CRIV 51
COM 915
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
j'ai décidé de renforcer les parquets. Vous le savez puisque vous
avez suivi de près les travaux. Vingt-sept criminologues seront
adjoints aux parquets de la Jeunesse et aux tribunaux de la Jeunesse
à partir, je l'espère, du 1
er
septembre 2006. Outre leur tâche principale
en matière de protection de la jeunesse, ces criminologues pourront
également être chargés de la problématique de l'absentéisme
scolaire, par exemple dans le cadre du rappel à la loi.
Il est prématuré d'organiser des contacts avec la Communauté
française en la matière. Comme je viens de l'expliquer, il s'agit d'une
tâche qui cadre à cent pour cent avec les compétences de la Justice,
en exécution de la loi du 29 juin 1983 sur l'obligation scolaire.
J'ai parlé des criminologues pour rappeler ce que nous avons
convenu dans le cadre du projet de réforme de la loi de 1965. Les
criminologues sont un apport important demandé par les gens de
terrain. Je confirme que l'on pourra leur proposer plusieurs tâches; le
rappel à la loi pourrait être l'une d'elles, tout comme, par exemple,
essayer de trouver des règlements amiables avec les parents et les
enfants afin d'éviter un renvoi devant le tribunal de la Jeunesse. Mais
cela, c'est toute la philosophie de la loi de 1965 dont nous reparlerons
cet après-midi!
de bilaterale debatten dien-
aangaande. Ik wacht op die nota
alvorens een initiatief te nemen.
In het kader van de hervorming
van de wet van 1965 zullen 27
criminologen aan de jeugd-
parketten en
rechtbanken
worden toegevoegd.
Het is nog te vroeg om daarover
reeds overleg te plegen met de
Franse Gemeenschap.
Overeenkomstig de wet op de
schoolplicht behoort die opdracht
tot de bevoegdheden van Justitie.
De criminologen vormen een
belangrijke inbreng waarop de
actoren in het veld hebben
aangedrongen. Men kan hun
verscheidene taken opleggen,
zoals het uitspreken van een
terechtwijzing of het zoeken naar
een minnelijke schikking om te
voorkomen dat de zaak naar de
jeugdrechtbank wordt verwezen.
Maar die benadering ligt in de lijn
van de wet van 1965 waarop we
vanmiddag zullen terugkomen.
03.03 Melchior Wathelet (cdH): Si je comprends bien la base de
votre réponse, vous me dites que vingt-sept criminologues seront
adjoints aux parquets de la Jeunesse. Ils pourront être engagés dans
la lutte contre l'absentéisme scolaire avec, par exemple, un rappel à
la loi.
C'est une piste que vous mettez sur la table et qui figurera parmi les
points de discussion. Tout se fera en parfaite coordination avec les
Communautés le cas échéant.
03.03 Melchior Wathelet (cdH):
Het gaat dus om een denkspoor
dat nog besproken zal worden en
bovendien zal over alles overleg
met de Gemeenschappen worden
gepleegd.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van de heer David Geerts aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de actie
van het parket van Turnhout in het wielermilieu" (nr. 11092)
04 Question de M. David Geerts à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "l'action
menée par le parquet de Turnhout dans le milieu du cyclisme" (n° 11092)
04.01 David Geerts (sp.a-spirit): Mevrouw de voorzitter, collega's,
mevrouw de minister, eind maart was er weer eens hommeles in
sportland. Het wielermilieu stond in rep en roer door een actie van het
parket van Turnhout. Bij een aantal huiszoekingen werden
dopingproducten gevonden, zowel bij professionele wielrenners en
hun omgeving als bij een aantal amateurs.
04.01 David Geerts (sp.a-spirit):
Le parquet de Turnhout a effectué
quelques perquisitions dans les
milieux cyclistes.
Quels médicaments dopants a-t-
on trouvé lors de ces perquisitions
CRIV 51
COM 915
18/04/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
Bij ons in de regio heeft de actie enige opschudding veroorzaakt.
Daarom heb ik de volgende, heel concrete vragen.
Welke middelen werden er gevonden en in welke hoeveelheid?
Werden in het dossier ondertussen personen in beschuldiging
gesteld?
et en quelle quantité? Des
personnes ont-elles déjà été
inculpées?
04.02 Minister Laurette Onkelinx: Mevrouw de voorzitter, mijnheer
Geerts, deze vraag betreft de rechtstreekse inhoud van een lopend,
gerechtelijk onderzoek. De wet schrijft voor dat de communicatie
omtrent gerechtelijke onderzoeken via het bevoegde parket en na
goedkeuring door de onderzoeksrechter gebeurt.
Gelieve mij te verontschuldigen, maar in mijn hoedanigheid van
minister van Justitie kan ik u de gevraagde informatie dan ook niet
verschaffen.
04.02
Laurette Onkelinx,
ministre: Cette question porte sur
le contenu d'une enquête en
cours. La communication relative à
ce dossier relève de la
responsabilité du parquet. En ma
qualité de ministre de la Justice, je
ne puis fournir ces informations.
04.03 David Geerts (sp.a-spirit): Mevrouw de minister, ik zal in dat
geval de resultaten van het gerechtelijk onderzoek afwachten.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Collega's, een aantal leden met samengevoegde vragen zijn aanwezig, terwijl een aantal
andere leden momenteel nog niet aanwezig zijn.
05 Vraag van de heer Tony Van Parys aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "het
koninklijk besluit van 5 april 2006 houdende ontslag van de administrateur-generaal van de
Staatsveiligheid" (nr. 11147)
05 Question de M. Tony Van Parys à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "l'arrêté
royal du 5 avril 2006 portant démission de l'administrateur général de la Sûreté de l'État" (n° 11147)
05.01 Tony Van Parys (CD&V): Mevrouw de voorzitter, mevrouw de
vice-eerste minister, tijdens het paasreces werden in de media
berichten gepubliceerd in verband met het ontslag van Koen Dassen,
met name dat Koen Dassen zijn ontslag als administrateur-generaal
van de Veiligheid van de Staat zou hebben ingetrokken.
Het bericht was nog niet koud of het koninklijk besluit waarbij aan
Koen Dassen eervol ontslag wordt verleend, werd gepubliceerd in het
Belgisch Staatsblad van 5 april 2006. Dat is een merkwaardige
opeenvolging van feiten: de publicatie dat het ontslag werd
ingetrokken en de publicatie van het koninklijk besluit dat aan de heer
Dassen eervol ontslag verleende.
Ik wil dan ook weten wat er precies is gebeurd. Heeft Koen Dassen op
een bepaald ogenblik zijn ontslag als administrateur-generaal van de
Veiligheid van de Staat ingetrokken? Bestaat hieromtrent een
schriftelijk document op het kabinet of op de FOD Justitie? Is hij
desgevallend op die beslissing teruggekomen? Als dat het geval was,
waarom is hij daarop teruggekomen? Werd hieromtrent overleg
gepleegd tussen de minister van Justitie en de eerste minister? Zijn er
toezeggingen gedaan aan de gewezen administrateur-generaal met
betrekking tot zijn toekomstige loopbaan?
Ik wil tevens vernemen waarom het koninklijk besluit waarbij eervol
ontslag werd verleend aan de administrateur-generaal pas op
5 april 2006 werd genomen, gelet op het feit dat diens ontslagaanbod
05.01 Tony Van Parys (CD&V):
Peu après que les médias ont
annoncé que M. Koen Dassen
aurait retiré sa démission de sa
fonction d'administrateur général
de la Sûreté de l'État, l'arrêté royal
du 5 avril 2006 portant sa
démission honorable a été publié
au Moniteur belge du 7 avril 2006.
M. Koen Dassen a-t-il, à un
moment donné, effectivement
retiré sa démission? Existe-t-il un
document écrit? Pourquoi est-il
éventuellement revenu sur cette
décision? Une concertation a-t-elle
été organisée à ce sujet entre la
ministre de la Justice et le premier
ministre? Des promesses ont-elles
été faites à l'intéressé? Pourquoi
l'arrêté royal n'a-t-il été publié que
plusieurs mois après la démission
effective?
Combien de candidats y a-t-il à sa
succession? Toutes les
18/04/2006
CRIV 51
COM 915
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
reeds dateert van 30 januari 2006. Er zijn dus ongeveer drie maanden
verlopen tussen het aanbod van ontslag en het koninklijk besluit
houdende eervol ontslag.
Ik wil erop wijzen dat het ontslag eervol was. Ik leid daaruit af dat de
regering de heer Dassen niets te verwijten heeft in de opeenvolgende
dossiers-Epsi, -Erdal en de CIA-vluchten.
Ten slotte, hoeveel kandidaten zijn er voor de opvolging? Zijn al de
kandidaatstellingen ontvankelijk? Komen de Franstalige kandidaten in
aanmerking? Wanneer zal er een nieuwe administrateur-generaal van
de Veiligheid van de Staat zijn?
candidatures sont-elles
recevables? Les francophones
entrent-ils en ligne de compte?
Quand le nouvel administrateur
général sera-t-il nommé?
05.02 Minister Laurette Onkelinx: Mevrouw de voorzitter, mijnheer
Van Parys, ik heb de indruk dat u een storm in een glas water
ontketent. U bent op de hoogte van het feit dat de brief met eervol
ontslag uit zijn functies als administrateur-generaal van de Veiligheid
van de Staat mij op 30 januari jongstleden werd toegezonden.
Aangezien dit bij de overheid de gewoonte is en teneinde te zorgen
voor een optimale overgang van zijn opdrachten die erkend zijn bij de
theorie van de facto ambtenaar, vond ik het efficiënter om het
ontslagbesluit tegelijk uit te vaardigen met de komst van de
administrateur.
De heer Dassen heeft echter het hoofd moeten bieden aan herhaalde
persoonlijke aanvallen tegen zijn persoon via de pers en wilde op een
bepaald moment terugkomen op zijn beslissing zodat hij, volgens
hemzelf, beter in staat zou zijn zich te verdedigen.
Er werd contact met hem opgenomen, zowel door de eerste minister
als door mijn kabinet, om te peilen naar hetgeen hij echt wilde. De
heer Dassen heeft zijn verzoek om ontslag op 30 maart 2006
bevestigd. Ik vond het dus verstandiger het officieel te acteren via
koninklijk besluit waarbij in afwachting van de komst van zijn
vervanger het leidende team uiteraard kon aanblijven.
U zult in het Staatsblad van 7 april ook hebben kunnen vaststellen dat
wij een ministerieel besluit hebben gepubliceerd tot oprichting van een
selectiecomité belast met het geven van advies over iedere
ingestuurde kandidatuur voor de vervanging van de administrateur-
generaal.
Ik heb deze selectieprocedure inderdaad zoveel mogelijk willen
objectiveren met het inwinnen van het advies van experts. Dit
selectiecomité is samengesteld uit de voorzitter van het College van
procureurs-generaal, de heer Schins, de voorzitter van het Comité I,
de heer Delepierre, de afgevaardigd bestuurder van de Selor, de heer
Van Hemelrijck, en zijn tweetalige adjunct, de heer Michel.
Dit comité zal zich uitspreken over de ontvankelijkheid van de
kandidaturen, over de professionele vaardigheden van de kandidaten
en over hun leidinggevende capaciteiten.
Men zal mij zo snel mogelijk van iedere kandidaat een verslag
bezorgen. Op 28 maart 2006, de uiterste verzendingsdatum van de
kandidaatstellingen, ontving ik zes sollicitatiebrieven en ook op 1 april
kreeg ik nog één kandidatuur toegestuurd. Deze kandidaturen werden
05.02
Laurette Onkelinx,
ministre: J'ai l'impression que M.
Van Parys veut provoquer une
tempête dans un verre d'eau.
J'ai reçu la lettre de démission de
M. Dassen le 30 janvier. J'ai
estimé qu'il était préférable, pour
que la transition se déroule de
manière optimale, de faire
coïncider l'arrêté de démission et
l'arrivée du nouvel administrateur
général. Comme M. Dassen s'est
senti personnellement visé par la
presse, il a voulu revenir sur sa
décision à un moment donné pour
pouvoir mieux assurer sa défense.
Nous avons alors - le premier
ministre et mon cabinet - pris
contact avec lui pour connaître ses
intentions exactes. M. Dassen a
confirmé sa démission le 30 mars
et j'ai donc décidé de faire acter
celle-ci officiellement par arrêté
royal, étant entendu qu'en
attendant l'entrée en fonction d'un
successeur, l'équipe dirigeante
pouvait bien sûr rester en place.
L'arrêté ministériel instaurant un
comité de sélection destiné à
formuler un avis à propos des
candidatures a été publié dans la
même édition du Moniteur belge,
le 7 avril. J'ai créé ce comité pour
que la procédure soit la plus
objective possible. Il se compose
du président du collège des
procureurs généraux, du président
du comité R, de l'administrateur
délégué de Selor et de son adjoint
bilingue. Ce comité jugera de la
recevabilité des candidatures, des
qualités professionnelles et des
aptitudes à diriger des candidats. Il
CRIV 51
COM 915
18/04/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
overgemaakt aan de leden van het selectiecomité zodat deze snel de
agenda van hun werkzaamheden kunnen bepalen, de
ontvankelijkheid van de kandidaturen kunnen onderzoeken en contact
kunnen opnemen met de verschillende kandidaten.
Vermits dit selectiecomité werd samengesteld wens ik me niet uit te
spreken over de ontvankelijkheidsvoorwaarden van de kandidaturen
aangezien deze kwestie bij voorkeur aan voornoemd comité moet
worden voorgelegd. Zodra ik een advies ontvangen heb, zal ik een
definitief standpunt innemen over alle vragen die werden gesteld.
formulera un rapport à ce sujet
dans les meilleurs délais.
J'ai reçu six lettres de candidature
dans le délai imparti et une
dernière par la suite. Je ne
souhaite pas me prononcer à
propos de la recevabilité des
candidatures, cela ressortit à la
compétence du comité. Je
prendrai définitivement position
dès que le comité aurait fait son
rapport.
05.03 Tony Van Parys (CD&V): Mevrouw de voorzitter, ik wou de
minister in de repliek het volgende meedelen. Ik neem dus nogmaals
akte van het eervol ontslag van de heer Dassen, waaruit ik dus afleid,
vermits dit niet wordt tegengesproken door de minister, dat de
regering de heer Dassen niets te verwijten heeft noch in het dossier
Epsi, noch in het dossier Erdal, noch in het dossier van de CIA-
vluchten. Ik kan me moelijk voorstellen dat men eervol ontslag zou
verlenen in het geval daar fundamentele bezwaren zouden bestaan.
Ten tweede, stel ik vast dat, na het ontslag van de heer Dassen, of
het ontslagaanbod van 30 januari, de heer Dassen dat ontslag
klaarblijkelijk nadien heeft ingetrokken. U bent daar nogal sibillijns
over, mevrouw de minister, maar het is wel een opvallend gegeven.
Het intrekken van dat ontslag is dan gevolgd door een nieuwe daad,
namelijk het intrekken van het intrekken van het ontslag, waarna de
heer Dassen dan definitief ontslag heeft gekregen.
Ik kan de heer Dassen enigszins begrijpen. Als hij gedurende
maanden en ik excuseer mij voor het woord de pispaal is geweest
van de regering ondanks zijn loyauteit, dan begrijp ik uiteindelijk wel
dat hij het voor bekeken houdt.
U hebt echter wel een probleem met uw ontslagbesluit van 5 april
2006, omdat in dat ontslagbesluit met geen woord wordt gerept over
het intrekken van het ontslagaanbod door de heer Dassen, op basis
waarvan ik tot de conclusie moet komen dat dit koninklijk besluit niet
overeenstemt met de werkelijkheid. Een koninklijk besluit dat niet
overeenstemt met de werkelijkheid, mevrouw de minister, u weet wat
voor een koninklijk besluit dat dan eigenlijk is.
Tot slot, op basis van wat in de pers is verschenen in verband met de
kandidaten voor de opvolging, wil ik het volgende zeggen. U hebt zich
ertoe geëngageerd dat de nieuwe administrateur-generaal
Nederlandstalig zou zijn, omdat de adjunct Franstalig is. Kunt u
bevestigen dat de nieuwe administrateur-generaal Nederlandstalig
moet zijn? Ik stel immers vast dat er drie Franstalige kandidaten zijn,
die in principe niet ontvankelijk zijn omdat de adjunct Franstalig is.
Als het juist is wat in de pers is verschenen, namelijk dat twee
magistraten van de zetel kandidaat zijn, alsook de heer Buyse die al
eens ontslag heeft genomen als adjunct-administrateur-generaal, is
de keuze voor de selectiecommissie niet eenvoudig. Kiezen voor de
heer Buyse is misschien niet evident omdat de man al eens ontslag
heeft genomen als adjunct. De andere kandidaten zijn magistraten
05.03 Tony Van Parys (CD&V):
Étant donné qu'il s'agit d'une
démission honorable, le
gouvernement estime manifeste-
ment que M. Dassen n'a rien à se
reprocher dans un certain nombre
de dossiers importants. L'arrêté
royal relatif à sa démission occulte
toutefois la vérité étant donné qu'il
n'est fait nulle part mention du fait
qu'il a d'abord présenté sa
démission pour ensuite la retirer
avant de finalement renoncer à la
retirer.
La ministre confirme-t-elle son
engagement selon lequel le nouvel
administrateur général sera
néerlandophone? Ne craint-elle
dès lors pas qu'il sera très difficile
de faire un choix parmi les
candidats actuels?
18/04/2006
CRIV 51
COM 915
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
van de zetel en magistraten van de zetel moeten ontslag nemen als
zij administrateur-generaal worden. Ik denk niet dat iemand op dit
ogenblik administrateur-generaal wil worden zonder enig vangnet,
wetende welke gevolgen dit kan hebben.
Ik vrees dat u de vacatures opnieuw zult moeten openen, mevrouw de
minister.
05.04 Laurette Onkelinx, ministre: Madame la présidente, ce n'est
pas à M. Van Parys que j'ai demandé de faire la sélection des
candidats, mais à un comité de quatre spécialistes. Par ailleurs, je
confirme qu'à partir du moment où l'administrateur général adjoint est
francophone, le premier doit être néerlandophone. Pour le reste, si
son avis est certainement très intéressant, je me fie davantage aux
quatre spécialistes que j'ai cités tout à l'heure.
05.04 Minister Laurette
Onkelinx: Het klopt dat, wanneer
de adjunct-administrateur-
generaal Franstalig is, de
administrateur-generaal
Nederlandstalig moet zijn.
De mening van de heer Van Parys
mag dan wel hoogst interessant
zijn, toch heb ik meer vertrouwen
in het comité van vier specialisten
dat de opdracht kreeg de
kandidaten te selecteren.
05.05 Tony Van Parys (CD&V): (...)
05.06 Laurette Onkelinx, ministre: Bien entendu!
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan de vice-eerste minister en minister van Justitie
over "de achterstand in de behandeling van de aanvragen voor een firmaveiligheidsmachtiging"
(nr. 11123)
06 Question de Mme Sabien Lahaye-Battheu à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur
"le retard encouru dans le traitement des demandes visant à obtenir une habilitation de sécurité pour
les entreprises" (n° 11123)
06.01 Sabien Lahaye-Battheu (VLD): Mevrouw de voorzitter,
mevrouw de vice-premier, steeds meer Belgische bedrijven wijzen mij
erop dat zij moeite hebben om in het kader van sommige
overheidsopdrachten met niet-militaire doeleinden offertes in te
dienen, omdat zij niet over een zogenaamde
firmaveiligheidsmachtiging beschikken.
De wettelijke regeling is, naar verluidt, dat het luik persoonlijke en
fysieke veiligheid van zo'n machtiging eerst moet worden onderzocht
door de Veiligheid van de Staat, die hierover advies moet geven. Na
een gunstig advies van de Veiligheid van de Staat en daarna van de
FOD Economie voor het luik de financiële en economische aspecten
kan de machtiging worden toegekend en kan het betrokken bedrijf
meedingen naar zulke overheidsopdrachten.
Mevrouw de vice-premier, blijkbaar kampt de Veiligheid van de Staat
met een aanzienlijke achterstand bij de behandeling van die
aanvragen, waardoor bedrijven bestellingen mislopen of dreigen mis
te lopen. In het kader van het overheidsbeleid ter ondersteuning van
het technologisch potentieel en de innovatie is dergelijke vertraging
naar mijn mening onaanvaardbaar. Volgens mijn bronnen bedraagt
die vertraging meer dan een jaar. Ik heb daar volgende vragen bij.
06.01 Sabien Lahaye-Battheu
(VLD): Des entreprises de plus en
plus nombreuses éprouvent des
difficultés à introduire des offres
pour des marchés publics sans
finalité militaire mais pour lesquels
une habilitation de sécurité est
requise. Une telle habilitation peut
être accordée sur avis favorable
du SPF Économie et de la Sûreté
de l'État mais cette dernière est
manifestement confrontée à un
sérieux arriéré.
La ministre est-elle au fait de cet
arriéré? Pourrait-elle fournir un
aperçu des dossiers en cours de
traitement? Quelles mesures
prendra-t-elle pour remédier aux
problèmes? Dans quel délai
pense-t-elle que cet arriéré sera
résorbé?
CRIV 51
COM 915
18/04/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
Bent u op de hoogte van de vertraging bij de Veiligheid van de Staat?
Kunt u een overzicht geven van de hangende dossiers en de
gemiddelde duur dat zij daar blijven hangen? Hebt u reeds
maatregelen genomen om de toestand te verhelpen? Wat zult u in de
toekomst doen om die achterstand te laten inlopen? Tegen welke
periode denkt u dat de achterstand kan worden ingehaald?
06.02 Minister Laurette Onkelinx: Mevrouw, tot voor kort was het
enkel de algemene dienst Inlichtingen en Veiligheid van de
krijgsmacht, die de veiligheidsmachtigingen voor zijn rekening nam
ten gunste van privé-ondernemingen.
Toen de algemene dienst Inlichtingen en Veiligheid een gedeelte van
zijn personeel verloor in het voordeel van de federale politie, werd
beslist dat de Veiligheid van de Staat zich bezig zou houden met de
veiligheidsmachtigingen van de firma's die in een burgerlijke context
bedrijvig zijn, wat een personeelsprobleem met zich meebracht. Zij
heeft echter reeds personeel kunnen vrijmaken om ten minste de
procedure van toekenning van de veiligheidsmachtigingen reeds te
beginnen. Zij heeft ook contact genomen met haar collega's van de
militaire veiligheid om de procedures te standaardiseren en elke
discriminatoire behandeling tegenover de firma's te vermijden, of ze
nu in een burgerlijke of een militaire context bedrijvig zijn.
Dat heeft natuurlijk enige tijd gevergd. Er zijn op het ogenblik 35
aanhangige dossiers. De Veiligheid van de Staat heeft in maart 2006
de procedure van machtiging voor 7 firma's kunnen beginnen. De
procedures betreffende de 28 andere firma's zullen de komende
maanden aangevat worden, naar gelang van de aanvangsdata van de
vragen en de dringendheid vereist voor de toegang tot bepaalde
openbare aanbestedingen. Indien de vragen voor machtiging op
hetzelfde ritme binnen blijven komen, hoopt de Veiligheid van de
Staat haar achterstand terzake tegen september 2006 te kunnen
inhalen.
06.02
Laurette Onkelinx,
ministre: Lors du transfert à la
police fédérale du personnel du
service général du Renseignement
et de la Sécurité des Forces
armées, il a été décidé que la
Sûreté de l'État rédigerait
désormais les avis en vue de
l'attribution ou non d'une habili-
tation de sécurité aux entreprises.
La Sûreté de l'État ne disposait
initialement pas du personnel
nécessaire à cet effet mais a veillé
dans l'intervalle à ce que quelques
membres du personnel puissent
démarrer la procédure d'attribution
des habilitations. La Sûreté de
l'État s'emploie également à
standardiser les procédures et à
éviter un traitement discriminatoire
dans les dossiers militaires et non
militaires.
Trente-cinq dossiers sont
actuellement en cours de traite-
ment. Sept procédures en vue de
la délivrance d'une autorisation ont
déjà été entamées en mars 2006.
Les autres dossiers seront traités
dans les mois à venir en fonction
de la date de la demande et de
l'urgence de l'offre. La Sûreté de
l'Etat espère avoir résorbé le
retard actuel pour le mois de
septembre 2006.
06.03 Sabien Lahaye-Battheu (VLD): Mevrouw de voorzitter, ik heb
een korte repliek. Ik onthoud dat mevrouw de minister het probleem
erkent. Er is dus een personeelsprobleem.
Mevrouw de minister, belangrijker is dat u het aanpakt en dat u zegt
dat er personeel wordt ingezet om die procedure te beginnen. Er
wordt ook gewerkt uw tweede belangrijke mededeling aan
standaardprocedures. De achterstand moet ingelopen zijn tegen
september 2006. Ik denk dat dat een positief bericht is voor de
bedrijven die wachten op de behandeling van hun aanvraag. Ik zal het
blijven volgen.
06.03 Sabien Lahaye-Battheu
(VLD): Les entreprises en question
se réjouiront de cette réponse
positive.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
18/04/2006
CRIV 51
COM 915
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
07 Vraag van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan de vice-eerste minister en minister van Justitie
over "het uitvoeren van vervangende gevangenisstraffen" (nr. 11124)
07 Question de Mme Sabien Lahaye-Battheu à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur
"l'exécution des peines d'emprisonnement subsidiaire" (n° 11124)
07.01 Sabien Lahaye-Battheu (VLD): Mevrouw de voorzitter,
mevrouw de minister, als een strafrechter in zijn vonnis een boete
oplegt, gaat dit altijd gepaard met het uitspreken van een
vervangende gevangenisstraf voor het geval de boete niet wordt
betaald. In de praktijk blijkt, mijns inziens, dat geen enkele
vervangende gevangenisstraf wordt uitgevoerd.
Mevrouw de vice-premier, beschikt u over cijfers die het tegendeel
bewijzen en dat er de voorbije drie jaar toch vervangende
gevangenisstraffen zouden zijn uitgevoerd na niet-betaling van de
boete? Indien het antwoord negatief is, kan men zich afvragen wat het
nut is van het opleggen van een vervangende gevangenisstraf. Geeft
u toe dat terzake een probleem bestaat? Wat ziet u als oplossing?
07.01 Sabien Lahaye-Battheu
(VLD): Un juge pénal qui inflige
une amende dans un de ses
jugements prononce toujours une
peine d'emprisonnement subsi-
diaire au cas où l'amende ne
serait pas payée. Dans la pratique,
ces peines d'emprisonnement ne
sont cependant jamais exécutées.
La ministre peut-elle nous
communiquer le nombre de peines
d'emprisonnement subsidiaires
réellement exécutées? Quelle est
l'utilité de cette peine accessoire?
07.02 Minister Laurette Onkelinx: Mevrouw de voorzitter, artikel 40
van het Strafwetboek verplicht de rechter een boetevervangende
gevangenisstraf uit te spreken telkens hij een boete oplegt. In geval
de veroordeelde de opgelegde boete niet betaalt, wordt een
onderzoek verricht naar zijn solvabiliteit en wordt overgegaan, hetzij
tot een gedwongen uitvoering, hetzij tot de uitvoering van de
boetevervangende gevangenisstraf.
Het initiatief tot de strafuitvoering ligt bij het openbaar ministerie. De
laatste drie jaar werd het volgend aantal boetevervangende
gevangenisstraffen door het parket ten uitvoer gelegd: in 2003, 1256
boetevervangende gevangenisstraffen, in 2004, 811 en in 2005, 606.
Het overgrote deel van de ten uitvoeringlegging van voormelde
vervangende gevangenisstraffen betreft tenuitvoerleggingen na een
herroeping van de voorwaardelijke invrijheidstelling of de voorlopige
invrijheidstelling.
Er bestaan geen cijfergegevens over de vervangende
gevangenisstraffen die effectief zijn ondergaan. Er kunnen zich
immers verscheidene situaties voordoen. Zo moeten veroordeelden
tot een gevangenisstraf ter vervanging van een werkstraf en
veroordeelden die ter beschikking van de regering zijn gesteld,
effectief een vervangende gevangenisstraf ondergaan.
De veroordeelden die geen recht op verblijf in het land hebben en
uitsluitend een of meerdere vervangende gevangenisstraffen moeten
ondergaan, worden onmiddellijk ter beschikking gesteld van de dienst
Vreemdelingenzaken.
Het past daarenboven om de aandacht te vestigen op het feit dat met
de vervangende gevangenisstraffen rekening wordt gehouden bij de
berekening van de toelaatbaarheidsdatum voor de voorwaardelijke
invrijheidsstelling.
Gelet op hetgeen ik zonet heb aangehaald, blijkt de vervangende
gevangenisstraf een intimiderend drukkingsmiddel en overweeg ik
07.02
Laurette Onkelinx,
ministre: L'article 40 du Code
pénal oblige le juge à prononcer
une peine d'emprisonnement
subsidiaire lorsqu'il inflige une
amende. Si le condamné ne paie
pas l'amende, il est procédé à une
enquête de solvabilité qui peut
mener à l'exécution forcée ou à
l'exécution de la peine
d'emprisonnement.
L'initiative d'exécution de la peine
ressortit au ministère public. En
2003, 1.256 peines d'emprison-
nement subsidiaires ont été
exécutées. En 2004, ce chiffre a
été de 811 et en 2005 il a été de
606. Étant donné que divers
scénarios sont ensuite possibles,
on ne dispose pas du nombre de
peines d'emprisonnement
effectivement purgées.
Lors du calcul de la date
d'admissibilité de la libération
conditionnelle, les peines d'empri-
sonnement subsidiaires sont
comptabilisées.
Il ne fait aucun doute que la peine
d'emprisonnement subsidiaire
constitue un moyen de pression.
Je n'ambitionne donc nullement
son abolition.
CRIV 51
COM 915
18/04/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
bijgevolg momenteel geenszins haar afschaffing.
07.03 Sabien Lahaye-Battheu (VLD): Mevrouw de minister, bedankt
voor uw uitvoerig antwoord. Uit de cijfers die u geeft, stel ik vast dat
het aantal zaken waarin een vervangende gevangenisstraf of de
uitvoering daarvan wordt gevraagd, fel verminderen. In 2003 waren er
nog meer dan 1.200 zaken, terwijl er in 2005 nog maar 600 zulke
zaken zijn. Ik stel dus vast dat er maar in een klein aantal zaken,
vooral ten aanzien van mensen die een gevangenisstraf hebben
opgelopen, iets gebeurt met die vervangende gevangenisstraf, maar
ik blijf erbij dat in veel gevallen, als een boete niet wordt betaald op
dat vlak is er een probleem dat enkele maanden geleden trouwens
het voorwerp vormde van een debat met uw collega, minister
Reynders een vervangende gevangenisstraf volgens mij niet wordt
uitgevoerd.
Mijn pleidooi heeft helemaal niet de bedoeling om de vervangende
gevangenisstraf af te schaffen. Het uwe ook niet. Die afschaffing zou
namelijk tot straffeloosheid leiden.
Ik zal de schriftelijke weergave van uw antwoord nog duidelijk nalezen
en ik kom er misschien nog op terug.
07.03 Sabien Lahaye-Battheu
(VLD): Je déduis des statistiques
de la ministre qu'au cours des
dernières années, le nombre de
causes imposant une peine
d'emprisonnement subsidiaire a
fortement baissé. En général, la
peine d'emprisonnement subsi-
diaire n'est pas exécutée, surtout
pour un défaut de paiement d'une
amende.
Je constate que la ministre adhère
à mon plaidoyer pour la non-
abolition de la peine d'emprison-
nement subsidiaire.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Collega's, op de agenda staan nog twee vragen van mevrouw Lahaye-Battheu, een vraag
van de heer Van den Eynde en een vraag van de heer Marinower. Er zijn echter zeven leden aanwezig voor
een samengevoegde vraag over het niet meer vervolgen van kleine misdrijven. Ik kijk naar de collega's die
normaliter prioriteit hebben. De heer Wathelet moet dringend vertrekken. Ik vraag u dus of deze
samengevoegde vragen eerst gesteld mogen worden.
07.04 Francis Van den Eynde (Vlaams Belang): Mevrouw de
voorzitter, ik sta zeer graag mijn beurt af. Ik zou het volgende willen
afspreken. Het is nu 11.05 uur. Als die zeven collega's hun vraag
stellen, de minister antwoordt en er zijn nog replieken, dan denk ik dat
ik nu niet meer aan bod zal komen. Ik zou u dan ook willen vragen om
mij de volgende keer op de plaats te zetten die mij dan toekomt. Ik
heb er echter geen probleem mee om nu mijn beurt af te staan.
De voorzitter: Dank u, mijnheer Van den Eynde. Wij zullen daarvoor zorgen.
08 Samengevoegde vragen van
- de heer Tony Van Parys aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "het niet meer
vervolgen van kleine misdrijven" (nr. 11219)
- de heer Patrick De Groote aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "het niet meer
vervolgen van zogenaamde kleine misdrijven" (nr. 11226)
- de heer Bart Laeremans aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de seponering van
kleine misdrijven" (nr. 11229)
- de heer Claude Marinower aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de lijst van de
procureur van Oudenaarde van te seponeren misdrijven" (nr. 11240)
- de heer Guido De Padt aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "het
seponeringsbeleid" (nr. 11247)
- de heer Melchior Wathelet aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "het niet meer
vervolgen van sommige 'kleine' misdrijven" (nr. 11257)
- de heer Walter Muls aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "het niet meer
vervolgen van 'kleine misdrijven'" (nr. 11261)
08 Questions jointes de
18/04/2006
CRIV 51
COM 915
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
- M. Tony Van Parys à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "l'initiative de ne plus
poursuivre les petits délits" (n° 11219)
- M. Patrick De Groote à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "l'initiative de ne plus
poursuivre les 'petits délits'" (n° 11226)
- M. Bart Laeremans à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "le classement sans suite
de petits délits" (n° 11229)
- M. Claude Marinower à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "la liste d'infractions à
classer sans suite établie par le procureur d'Audenarde" (n° 11240)
- M. Guido De Padt à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "la politique en matière de
classements sans suite" (n° 11247)
- M. Melchior Wathelet à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "l'absence de
poursuites pour certains 'petits' délits" (n° 11257)
- M. Walter Muls à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "l'initiative de ne plus
poursuivre les 'petits délits'" (n° 11261)
08.01 Tony Van Parys (CD&V): Mevrouw de voorzitter, het was toch
een opvallende mededeling van de procureur des Konings van
Oudenaarde toen hij liet weten dat een aantal zogenaamde kleine
misdrijven niet meer zou worden vervolgd. Zo werd het gezegd: het
niet meer vervolgen van zogenaamde kleine misdrijven. Het was nog
meer opvallend dat de minister van Binnenlandse Zaken zich daarbij
aansloot. Wij kunnen aannemen dat de procureur des Konings van
Oudenaarde op een bepaald ogenblik verklaringen aflegt die
onvolledig of onjuist zijn, maar als de minister van Binnenlandse
Zaken die echter mee ondersteunt, dan wordt het natuurlijk een
standpunt van de regering.
De misdrijven waarover het gaat, zijn onder meer caféruzies,
winkeldiefstallen, beledigingen, valse alarmmeldingen, niet-betaalde
brandstofleveringen. Recent hebben we over dat laatste trouwens nog
vernomen dat die steeds talrijker worden. Mevrouw de minister, ik stel
in de eerste plaats vast dat die boodschap van de procureur des
Konings van Oudenaarde en de minister van Binnenlandse Zaken,
Patrick Dewael, een zeer negatieve boodschap en een zeer slecht
signaal is, vooral ten aanzien van de potentiële daders en de
potentiële slachtoffers. Het betekent immers dat men aan de daders
zegt: "Doe maar op, wij gaan toch niet vervolgen!" Aan de slachtoffers
zegt men dan weer: "Kijk, er zal geen gevolg gegeven worden aan die
daden. U bent wel slachtoffer, maar Justitie houdt zich eigenlijk niet
met u bezig." Wij kunnen dat zeer negatieve signaal alleszins niet
aanvaarden, niet van de procureur des Konings van Oudenaarde en
zeker niet van de minister van Binnenlandse Zaken.
De vraag die ik zou willen stellen aan de minister van Justitie, die
bevoegd is voor het vervolgingsbeleid, is of zij het standpunt van de
minister van Binnenlandse Zaken deelt, namelijk dat die zogenaamde
kleine misdrijven niet meer zullen worden vervolgd. Is het standpunt
van de minister van Binnenlandse Zaken overlegd met de minister
van Justitie? Zal in de toekomst tegen dergelijke misdrijven geen
vervolging meer worden ingesteld?
Ten slotte zou ik de minister van Justitie willen vragen of terzake een
richtlijn van het College van procureurs-generaal bestaat. Het is
immers het College van procureurs-generaal dat vervolgingsbeleid
uitstippelt. Komt er een richtlijn van het College van procureurs-
generaal voor de arrondissementen en de verschillende procureurs
dat dergelijke misdrijven niet meer zullen worden vervolgd.
08.01 Tony Van Parys (CD&V):
Les déclarations du procureur du
Roi d'Audenarde relatives à la
non-poursuite des petits délits,
comme les bagarres dans les
cafés, les vols à l'étalage et les
insultes, ont été approuvées par
M. Dewael et donc également par
le gouvernement. Il s'agit bien
entendu d'un très mauvais signal,
à l'adresse des acteurs potentiels
comme à celle des victimes
éventuelles.
Comment la ministre de la Justice
réagit-elle aux propos du
procureur et de son collègue?
S'est-elle déjà concertée avec M.
Dewael? Est-il exact que les petits
délits échapperont dorénavant aux
poursuites? De quels délits
s'agira-t-il, le cas échéant? Une
directive à l'attention de
l'ensemble des arrondissements
judiciaires sera-t-elle rédigée?
CRIV 51
COM 915
18/04/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
08.02 Patrick De Groote (N-VA): Mevrouw de voorzitter, de
procureurs des Konings van Oudenaarde heeft de politiekorpsen uit
de regio gewoon meegedeeld dat bepaalde feiten niet tot vervolging
zullen leiden en dus eigenlijk geseponeerd zullen worden, zodat de
lokale politie hieraan geen energie meer hoeft te spenderen.
Ik sluit mij graag aan bij wat de heer Van Parys zegt. De minister van
Binnenlandse Zaken steunt dit initiatief volmondig en wil het zelfs naar
andere gerechtelijke arrondissementen en politiezones uitgebreid
zien. Ik zou er toch willen op wijzen dat men geen tijd meer gaat
besteden aan de kleine criminaliteit, wat duidelijk een verkeerd en
onaanvaardbaar signaal is.
De daders zullen inderdaad denken dat ze mogen doen wat ze willen
omdat het toch niet meer wordt vervolgd. De slachtoffers vinden dus
geen gehoor bij de overheid en voelen zich uiteraard in de kou
gelaten. Dit zal het onveiligheidgevoel doen toenemen. Ik denk dat dit
niet de bedoeling kan zijn. Dit signaal kan mijns inziens alleen maar
leiden tot een nog groter gevoel van straffeloosheid.
Heel belangrijk in deze materie vind ik ook dat als kleine bedrijven niet
meer worden vervolgd, de bedrijven uit de middencategorie snel als
normaal zullen worden beschouwd en niet meer als zwaarwegend.
Daardoor kan de tolerantiegraad naar een gevaarlijk niveau
verschuiven. Als kleine misdrijven niet meer worden vervolgd, dan
komt er zeker een normvervaging, vandaar mijn vragen bij dit dossier,
mevrouw de minister.
Had u weet van de visie van de procureur des Konings van
Oudenaarde? Deelt u deze visie? Bent u het eens met het standpunt
van de minister van Binnenlandse Zaken? Was er voorafgaandelijk
overleg tussen uw collega en uzelf? Is de visie van de procureur des
Konings van Oudenaarde besproken met de procureur-generaal uit
zijn rechtsgebied? Heeft het voltallige College van procureurs-
generaal zich reeds over deze materie gebogen? Zult u initiatieven
nemen in alle gerechtelijke arrondissementen pro of contra deze
visie?
08.02 Patrick De Groote (N-VA):
L'initiative du procureur du Roi
d'Audernarde a été approuvée la
semaine dernière par le ministre
de l'Intérieur qui souhaite même
l'étendre à d'autres arrondis-
sements judiciaires et zones de
police. Un tel signal est bien sûr
très mauvais et ne fera
qu'accroître le sentiment
d'insécurité.
La ministre était-elle déjà au
courant de la position du procureur
du Roi d'Audenarde? Partage-t-
elle son point de vue et celui du
ministre de l'Intérieur? Le point de
vue du procureur en question a-t-il
fait l'objet d'une discussion
préalable avec le procureur
général de son ressort? Le
Collège des procureurs généraux
s'est-il déjà exprimé sur cette
question? La ministre a-t-elle
l'intention de prendre une initiative
à l'égard des arrondissements
judiciaires?
08.03 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Mevrouw de voorzitter,
mevrouw de minister, de woorden van de procureur des Konings van
Oudenaarde waren in elk geval waanzinnig. Ze zullen er immers toe
leiden dat elk vertrouwen in het gerecht zal worden ontnomen.
Handelaars, winkeliers, zelfstandigen, mensen die hun brood
verdienen met de verkoop van benzine, zullen in de toekomst als het
ware genoodzaakt zijn om zelf het recht in handen te nemen als zij
willen dat er nog enige preventieve werking van hun daden uitgaat.
Mevrouw de minister, wat destijds werd gezegd door de procureur van
Oudenaarde, doet mij denken aan uw eigen uitspraken in verband
met benzinediefstal.
U hebt eind januari of begin februari 2006 zelf verklaard dat de
parketten zich niet te veel met dat soort zaken moeten bezighouden
en dat de parketten geen incassobureau zijn voor de pompbedienden
en de verspreiders van benzine. Toen wij u over uw uitspraken
ondervroegen, hebt u uiteindelijk uw woorden teruggenomen.
Ik zal even uw woorden van toen citeren. U hebt toen het volgende
08.03 Bart Laeremans (Vlaams
Belang): Les déclarations du
procureur du Roi d'Audenarde
sont franchement aberrantes.
Elles entraînent la disparition
totale de la confiance des citoyens
dans le fonctionnement de la
justice. Certains petits indé-
pendants je pense notamment
aux exploitants de stations-service
envisageront certainement à
l'avenir de se faire justice eux-
mêmes.
Début février, la ministre de la
Justice s'était exprimée sur la
poursuite de petits délits. À la suite
de protestations, elle a rapidement
dû revenir sur ses déclarations
selon lesquelles les parquets ne
18/04/2006
CRIV 51
COM 915
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
gezegd: "Het is correct dat de eventuele beslissing tot klasseren
zonder gevolg wordt genomen door een magistraat die telkens
rekening houdt met veelvuldige criteria, zoals herhaling van misdadige
feiten door een zelfde dader en de omstandigheden waarin het
strafbaar feit werd gepleegd. Het bedrag van het nadeel is op zich
zeker geen criterium voor systematische klassering."
U hebt dus uw eigen verklaringen rechtgezet door te zeggen dat het
gerecht zeker niet systematisch zal klasseren. Nu stellen wij vast dat
de procureur het tegenovergestelde zegt en wel wil overgaan tot
systematische klassering.
Nadien kreeg hij nog gelijk ook, niet alleen van de minister van
Binnenlandse Zaken, maar ook van Brice De Ruyver, de
veiligheidsexpert van de huidige regering of de eerste minister. Het
was vorige week pas laat in de namiddag na de fameuze uitspraken
van minister Dewael, dat de eerste minister uiteindelijk op de rem is
gaan staan en verklaarde dat er geen kleine criminaliteit bestaat en
dat de feiten toch moeten worden vervolgd.
Mevrouw de chaos, er heerste een totale chaos bij de huidige
regering, waarbij iedereen een totaal andere mening verkondigde en
er een heel disparaat beeld ontstond van Justitie. Het zal beslist nog
maar eens het vertrouwen van de handelaars en de zelfstandigen in
Justitie wegnemen.
Wij hadden graag geweten wat uw mening is over het hele verhaal.
Hebt u uiteindelijk de procureur van Oudenaarde teruggefloten? Hebt
u hem duidelijk gezegd dat zijn verklaringen helemaal ingaan tegen
het rechtsgevoel en tegen de elementaire rechtvaardigheid of zult u
het experiment van Oudenaarde een kans geven en alles zomaar
verder laten gebeuren?
Werd u ondertussen ook in kennis gesteld van het standpunt van de
minister van Binnenlandse Zaken? Heeft hij u gecontacteerd? Heeft
hij u, zoals aangekondigd, gevraagd de bewuste praktijk uit te breiden
tot alle parketten en tot het hele land? Dat zou immers de waanzin ten
top zijn. Op die manier wordt de anarchie in ons land geïnstalleerd en
wordt het signaal gegeven dat er volop mag worden gestolen. De
kleine criminaliteit zal dan immers niet meer worden vervolgd.
Iedereen mag dan gewoon zijn ding doen in de winkels en aan de
benzinepomp.
Bent u ingegaan op het voorstel van minister Dewael of hebt u het
nog niet ontvangen?
Heeft de regering overlegd over deze kwestie?
Kunt u uw standpunt terzake duidelijk maken?
sont pas des bureaux
d'encaissement et qu'ils ne doivent
par conséquent pas s'occuper des
délits relatifs aux pompes à
essence.
Dans un premier temps, les
propos du procureur concerné ont
été approuvés, d'abord par le
ministre de l'Intérieur et ensuite
par le conseiller en sécurité du
gouvernement, M. De Ruyver. Ce
n'est que lorsque le premier
ministre lui-même a eu des échos
de la levée de boucliers provoquée
par ces propos qu'il a nié le fait
que certains délits seraient
dorénavant classés sans suite.
Cette situation chaotique au sein
du gouvernement ne contribue
bien évidemment pas à restaurer
la confiance du citoyen en la
Justice.
Quelle est l'opinion de Mme
Onkelinx quant aux propos du
procureur? Partage-t-elle son point
de vue ou l'a t-elle déjà rappelé à
l'ordre? La ministre approuve-t-elle
la réaction de M. Dewael? Cette
question a-t-elle fait l'objet de
discussions au sein du
gouvernement?
08.04 Claude Marinower (VLD): Mevrouw de voorzitter, ten eerste,
ik heb met de heer De Padt afgesproken dat het eerste deel van mijn
vraag, dat specifiek betrekking heeft op het initiatief van de procureur
van Oudenaarde, door hem zal worden behandeld.
Naar aanleiding daarvan werd er een aantal verklaringen afgelegd. Ik
ben blij dat mevrouw Lanjri hier ook aanwezig is, want degenen die de
08.04 Claude Marinower (VLD):
Un représentant du parquet
anversois vient régulièrement en
commission Sécurité Intégrale de
la ville d'Anvers afin de donner des
précisions quant à la politique en
matière de poursuites. À cette
CRIV 51
COM 915
18/04/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
werkzaamheden van de commissie Veiligheid en Integrale
Veiligheidszorg van Antwerpen volgen, weten dat die zonale
veiligheidsplannen daar ook regelmatig besproken worden en dat die
lijst van prioriteiten ook regelmatig werd besproken de voorbije drie,
vier jaar in Antwerpen. Ter gelegenheid daarvan is een
vertegenwoordiger van het Antwerpse parket in dit geval iedere keer
de eerste substituut toelichting komen geven, niet over de feiten,
maar over het gegeven dat er een lijst bestaat van bepaalde feiten
waarvoor om opportuniteitsredenen wat overigens altijd het geval is
geweest het parket zal seponeren, niet zal vervolgen, en van andere
feiten waarvoor het wel zal vervolgen, geval per geval.
Ik heb de uitzending "Voor de dag" donderdagmorgen gemist, maar ik
heb mij de moeite getroost de eerste reactie van de minister van
Binnenlandse door te nemen. Ik heb ze ongeveer neergeschreven
vanmorgen, opdat er geen verkeerde citaten zouden ontstaan. Hij zei
heel duidelijk: "arrondissement per arrondissement." Hij gaf het
voorbeeld van de caféruzies, van de vechters die het allemaal al eens
zijn geworden tegen de tijd dat er een proces-verbaal opgesteld zou
kunnen zijn. Die lijst zou dus geen statisch gegeven zijn. De
prioriteiten zouden dan ook verschillend afgebakend worden per
arrondissement. Dat is trouwens ook iets wat de vertegenwoordiger
van het parket van Antwerpen steeds voor ogen heeft, dat het
wisselend kan zijn, naargelang van de prioriteiten, die anders kunnen
zijn per arrondissement.
Hij heeft gepleit voor vereenvoudiging en een nog betere afstemming
van politie en parket om de tijd te beperken die gestoken wordt in het
opstellen van een dossier en het afnemen van een vijftiental verhoren.
Ik heb terzake trouwens nog eens geluisterd naar het betoog van de
woordvoerster van het Antwerpse parket, die heel duidelijk heeft
gezegd dat was op vrijdag 14 april, in "Lopende zaken", meen ik
dat de beleidsplannen, die vertrouwelijk zijn voor een deel, en dat het
vervolgingsbeleid, dat ook vertrouwelijk is voor een deel, al sinds
2000 in Antwerpen bestaan.
Ik las trouwens in een krant, vorige zaterdag in de weekenduitgave,
dat de redactie zich de moeite had getroost naar ieder parket
afzonderlijk te telefoneren om te weten wat er bij elk parket gebeurt.
Men ziet dan dat naargelang van het betrokken parket er totaal
verschillende afspraken gemaakt kunnen zijn en dat wat dat betreft de
autonomie van de verschillende parketten ook gerespecteerd is.
Ik meen begrepen te hebben uit de uitspraken van de procureur van
Oudenaarde dat het vooral ging om vereenvoudiging waar het
mogelijk is en dat niemand ooit gepleit heeft voor straffeloosheid. Ik
moet trouwens zeggen, mijnheer Laeremans, dat ik het een beetje
cynisch vind of ironisch, u mag het invullen zoals u wil dat de
verantwoordelijke voor de veiligheid in uw eigen partij in verdenking
gesteld is voor een tiental feiten. Die zaak zal eerlang voor de
raadkamer komen. Uitgerekend hij heeft nadat uw partij gezegd
heeft dat het schandalig is dat men openbaar maakt welke daden niet
vervolgd zouden worden de dag daarop op zijn website, via de heer
Dewinter, de Antwerpse lijst van de kleine misdrijven laten publiceren.
Hij zal wel weten en aan den lijve ondervonden hebben voor welke
feiten men wel of niet verdacht kan worden. Dat is een nooit te
versmaden voordeel.
occasion, l'on indique quels délits
sont poursuivis pour des raisons
d'opportunité et lesquels ne le sont
pas. Une telle liste de priorités ne
peut pas rester figée; elle doit être
fixée spécifiquement pour chaque
arrondissement, ce qu'a confirmé
le ministre de l'Intérieur dans sa
réaction aux propos du procureur
du Roi d'Audenarde. À cette
occasion, M. Dewael a également
plaidé en faveur d'une meilleure
harmonisation entre les missions
du parquet et celles de la police.
J'ai cru comprendre que le
procureur d'Audenarde entendait
simplifier les procédures dans la
mesure du possible et que
personne ne plaidait pour
l'impunité. On relèvera un certain
cynisme dans le fait que le
responsable de la sécurité du
Vlaams Belang soit lui-même
suspecté d'une dizaines de faits.
Par l'intermédiaire de M. Dewinter,
il a par ailleurs fait publier sur son
site internet la liste anversoise des
petites infractions concernées,
alors que le Vlaams Belang avait
estimé la veille encore qu'il était
scandaleux que les actes non
poursuivis soient rendus publics.
Des accords sont conclus avec les
parquets. Mme Reyniers, du
parquet d'Anvers, a rappelé à juste
titre que ce dernier devait traiter un
total de 50.000 dossiers par an,
rien que pour cette région. Il est
impossible de poursuivre chaque
fait. De plus, d'autres méthodes
mènent à de meilleurs résultats. À
Gand, des procès-verbaux
simplifiés sont délivrés depuis
longtemps pour les infractions
mineures.
Se base-t-on partout sur des plans
de sécurité régionaux? Je
suppose que certains faits ne sont
pas poursuivis par exemple parce
que l'auteur n'a pas été retrouvé
ou parce qu'il existe des solutions
plus rapides. Par ailleurs, la loi
relative aux sanctions
administratives dans les com-
munes a été adoptée récemment.
18/04/2006
CRIV 51
COM 915
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
Er worden afspraken gemaakt tussen de parketten. Mevrouw
Reyniers van het Antwerps parket had geen ongelijk om eraan te
herinneren dat er in Antwerpen alleen reeds 50.000 dossiers per jaar
binnenkomen. Men kan vragen, hopen en vorderen dat elk
afzonderlijk feit kan leiden tot een vervolging. De practici onder ons
weten dat dat onmogelijk is. Bovendien worden betere resultaten
bereikt door andere methodes toe te passen. Wat het verkort proces-
verbaal betreft, stel ik uit de verklaringen van de heer De Smet van de
Gentse politie vast dat parket en politie in Gent reeds geruime tijd
geleden beslist hebben om een verkort proces-verbaal op te stellen
voor kleinere misdrijven. Dat is dus ook niet nieuws in Gent.
Het feit is dat bepaalde afspraken moeten bestaan. Graag verneem ik
van de minister in haar antwoord of er overal gewerkt wordt met
regionale veiligheidsplannen, zoals dat het geval is in Antwerpen maar
ook elders worden toegepast? Graag verneem ik welke signalen
daaruit voortvloeien? Wordt er gepleit voor straffeloosheid? Ik dacht
van niet, door niemand. Is het correct dat bepaalde feiten uiteindelijk
niet vervolgd geraken? Ja, vanzelfsprekend neem ik aan.
Zo wordt van een aantal feiten de dader niet gevonden of wordt door
andere maatregelen een oplossing gevonden, die veel sneller zal zijn
dan het vervolgen van de tienduizenden feiten en bovendien, mijns
inziens, niet te verwaarlozen, de wet inzake de gemeentelijke
administratieve sancties, die niet zo lang geleden werd goedgekeurd.
Mijnheer Laeremans, inzake dat debat is uw partij noch in de
commissie, noch in de plenaire ooit tussenbeide gekomen. Wat de
gemeentelijke administratieve sancties betreft, werden reeds cijfers
bekendgemaakt van verschillende arrondissementen, niet het minst
over Antwerpen. Gemeentelijke administratieve sancties zijn een
oplossing gebleken niet ideaal maar een goede poging tot oplossing
voor een hele reeks van feiten die niet meer vervolgd werden. Dat is
ook de basisgedachte van die wet.
Mevrouw de voorzitter, ik rond af met de vragen.
Mevrouw de minister, in welke arrondissementen wordt het systeem
reeds toegepast? Is op korte termijn reeds in overleg voorzien met het
College van procureurs-generaal?
Le parti de M. Laeremans n'est
jamais intervenu dans ce débat. Il
ressort des statistiques de divers
arrondissements que cette loi offre
une réelle solution pour des faits
qui n'étaient plus poursuivis. Dans
quels arrondissements ce système
est-il déjà appliqué? Va-t-on
organiser rapidement une
concertation avec le Collège des
procureurs généraux?
08.05 Guido De Padt (VLD): Mevrouw de voorzitter, mevrouw de
minister, ik behoor tot het gerechtelijk arrondissement van procureur
Herman Daens. Naar aanleiding van een werkbezoek van minister
Dewael heb ik vorige week mee kennis kunnen nemen van hetgeen
de procureur de dag nadien op vraag van de pers maar wellicht
onvolledig heeft aangekondigd, in casu dat hij er de voorkeur aan
geeft dat de politie minder manuren besteedt aan misdrijven waarvan
men op voorhand met grote waarschijnlijkheid weet dat ze
geseponeerd worden. De commotie die rond die uitspraak is ontstaan,
is, mijns inziens, iet of wat overtrokken, omdat dezelfde procureur
meer dan een jaar geleden over dat initiatief tekst en uitleg heeft
gegeven in InfoRevue, een tijdschrift van de geïntegreerde politie.
Ik citeer uit dat tijdschrift, waarvan ik aanneem dat velen onder u
dergelijke tijdschriften lezen. De procureur schrijft dat hij een lijst heeft
opgemaakt van feiten die in aanmerking komen voor seponering.
Vervolgens schrijft hij, en ik citeer: "De lijst moet uiteraard met alle
08.05 Guido De Padt (VLD): Le
procureur d'Audenarde, M. Daens,
a annoncé la semaine dernière
son souhait que la police consacre
moins d'heures-homme aux délits
dont on sait à l'avance qu'ils
seront très probablement classés
sans suite. L'effervescence
suscitée est quelque peu
exagérée car il y a plus d'un an, le
procureur s'expliquait déjà à ce
sujet dans l'"InfoRevue". À
l'époque, il avait déclaré avoir
établi une liste de faits
susceptibles de déboucher sur un
classement sans suite en ajoutant
toutefois qu'il ne s'agissait pas
CRIV 51
COM 915
18/04/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
magistraten worden afgetoetst en zo'n lijst mag ook geen verkeerd
signaal geven. Het is geen vrijgeleide naar straffeloosheid". "De
bedoeling", schrijft hij, "is minder energie te besteden aan zaken die
met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid het voorwerp
zullen uitmaken van seponering wegens opportuniteitsredenen en zo
capaciteit vrij te maken die zinvol kan worden besteed aan andere
zaken of ook, wat de politie betreft, aan preventieve activiteiten in het
raam van community-politie". Zo staat met zoveel worden te lezen in
dat tijdschrift voor geïntegreerde politie, gegevens in se waarvan wij al
geruime tijd op de hoogte kunnen zijn.
Ik verwijs trouwens ook naar een omzendbrief van het College van
procureurs-generaal, die bijvoorbeeld over een misdrijf zoals misbruik
van vertrouwen met een nadeel van minder dan 200 euro, een
afhandeling via een vereenvoudigd proces-verbaal oplegt. Dergelijk
proces-verbaal gaat trouwens ook niet meer naar het parket en wordt
in feite automatisch geseponeerd.
Er is dus in feite niets nieuw onder de zon op dat vlak. Een en ander
heeft natuurlijk vooral te maken met het feit dat politie en gerecht
kampen met capaciteitsproblemen en het trouwens ook zo is,
mijnheer Van Parys, dat seponeren ook gebeurde op het ogenblik dat
de huidige democratische oppositiepartijen aan het bewind waren.
d'un gage d'impunité. Pour le
procureur, l'objectif consistait à
libérer de la capacité pour d'autres
affaires ainsi que pour des
activités préventives dans le cadre
de la police de proximité
("community policing").
La circulaire COL8/2005 du
collège des procureurs généraux
prévoyait déjà qu'un délit tel que
l'abus de confiance impliquant un
préjudice inférieur à 200 euros
devait être réglé par le biais d'un
procès-verbal simplifié. Ces
procès-verbaux ne sont plus
transmis au parquet et sont donc
automatiquement classés sans
suite. Il n'y a donc rien de neuf.
Les classements sans suite
étaient déjà habituels lorsque
l'opposition démocratique actuelle
était encore au pouvoir.
08.06 Tony Van Parys (CD&V): (...)
De voorzitter: Mijnheer Van Parys, thans heeft de heer De Padt het woord. U kunt straks repliceren.
08.07 Guido De Padt (VLD): Ik ben van oordeel dat er rond deze
zaak wellicht een verkeerde perceptie is ontstaan en dat de burger
wellicht ten onrechte de indruk kan krijgen dat men bepaalde feiten
straffeloos mag begaan.
Mevrouw de minister, een duidelijke communicatie van uwentwege
over het seponeringsbeleid en transparantie terzake zijn absoluut
noodzakelijk, vandaar een aantal vragen.
Ten eerste, kunt u zeggen hoeveel en welke strafbare gedragingen in
2004 en 2005 om opportuniteitsredenen werden geseponeerd?
Ten tweede, had u rechtstreeks of onrechtstreeks kennis van het
initiatief van de procureur van Oudenaarde en staat u achter het
beleid van de procureur?
Ten derde, hoeveel van de opgesomde, strafbare gedragingen in de
Col-8 en de Col 8/2005 van de procureurs-generaal, werden
sedertdien afgehandeld via een VPV?
Ten vierde, welke bijkomende politionele en gerechtelijke capaciteit
daar komt het waarschijnlijk wel een beetje op aan zou nodig zijn
om alle in het Strafwetboek en andere wetten vastgelegde strafbare
gedragingen die nu om opportuniteitsredenen worden geseponeerd,
daadwerkelijk te vervolgen?
08.07 Guido De Padt (VLD): La
ministre doit aujourd'hui informer
de manière plus transparente
parce qu'une perception erronée
s'est formée et que le citoyen a le
sentiment que certains faits
peuvent être commis impunément.
Combien de comportements
répréhensibles, et lesquels, ont été
classés sans suite en 2004 et en
2005 pour des motifs
d'opportunité? La ministre avait-
elle été informée directement ou
indirectement de l'initiative du
procureur d'Audenarde? Soutient-
elle sa politique? Quels
comportements répréhensibles
énumérés dans la circulaire
COL8/2005 ont-ils déjà été réglés
par le biais d'un procès-verbal
simplifié? De combien de dossiers
s'agit-il? Quelle capacité policière
et judiciaire supplémentaire faut-il
pour que tous les comportements
répréhensibles classés sans suite
pour des motifs d'opportunité
soient effectivement poursuivis?
08.08 Melchior Wathelet (cdH): Madame la présidente, je ne vais 08.08 Melchior Wathelet (cdH):
18/04/2006
CRIV 51
COM 915
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
pas revenir sur les déclarations de certains quotidiens flamands,
suivant lesquelles le procureur du Roi d'Audenarde aurait établi avec
les cinq zones de police de son arrondissement judiciaire cette
fameuse liste de petits délits que le parquet ne poursuivrait plus pour
des raisons d'opportunité. Donc, je suppose que ce sont des
questions d'opportunité de poursuite, de classification et de priorités
qui justifieraient que certaines infractions ne soient plus poursuivies.
Certaines sont quand même importantes: bagarres de café, petits
vols dans les magasins, non-paiement de carburant, fausses alertes à
la bombe, et ainsi de suite.
Le ministre de l'Intérieur a déclaré qu'il souhaitait étendre cette
initiative à tous les arrondissements judiciaires et à toutes les zones
de police.
La FEDIS s'est insurgée, à mon sens à juste titre, contre cette
décision en rappelant que les vols dans les magasins représentaient
annuellement plus d'1% du chiffre d'affaires de leur distribution, soit
environ 500 millions d'euros. Évidemment, annoncer préalablement
que ces infractions ne seraient plus poursuivies et seraient
directement classées sans suite ne va pas les aider à lutter contre
cette petite criminalité qui les gêne dans leur travail.
Ensuite, déclarer que certains délits ne seront plus poursuivis parce
qu'ils ne représentent plus des priorités est peut-être justement le
meilleur moyen d'en faire des priorités! Imaginez une personne qui
entend aujourd'hui que le non-paiement de carburant ne sera plus
poursuivi: c'est la meilleure façon de transformer le non-paiement en
priorité judiciaire par la suite!
Nous nous rendons tous compte que les parquets doivent avoir des
priorités et qu'il incombe au procureur du Roi de les définir en fonction
des circonstances. Mais dire que certains délits ne seront plus
poursuivis comme tels, cela pose un vrai problème et me semble
donner un mauvais signal.
Madame la ministre, j'en viens à mes questions.
Étiez-vous au courant de la politique de classement sans suite menée
par le parquet d'Audenarde?
Quelle est votre position à l'égard de cette initiative? Cette priorité a-t-
elle été choisie en accord avec vous? Que pensez-vous de son
annonce visant à signaler clairement les petits délits qui ne seront
plus poursuivis?
Comment et dans quel arrondissement judiciaire cette politique est-
elle menée? Et quels sont les délits concernés?
Partagez-vous l'idée du ministre de l'Intérieur, non seulement de
soutenir cette initiative, mais également de l'étendre à d'autres
arrondissements judiciaires et à l'ensemble du pays?
Comment cette initiative s'intègre-t-elle dans la note-cadre de sécurité
intégrale des 30 et 31 mars 2004, le plan national de sécurité et les
directives de politique criminelle décidées par vous-même et le
Collège des procureurs généraux?
Volgens een aantal Vlaamse
kranten zou de procureur des
Konings van Oudenaarde een lijst
hebben opgesteld met kleine
misdrijven die het parket, om
opportuniteitsredenen, niet langer
zou vervolgen.
De minister van Binnenlandse
Zaken wil dat initiatief tot alle
gerechtelijke arrondissementen en
tot alle politiezones uitbreiden.
FEDIS heeft terecht tegen die
beslissing geprotesteerd en wijst
erop dat de winkeldiefstallen
jaarlijks meer dan 1 procent van
de omzet van de distributiesector
uitmaken.
Het vormt dan ook een probleem
dat gesteld wordt dat bepaalde
misdrijven als dusdanig niet meer
zullen worden vervolgd.
Was u op de hoogte van het
seponeringsbeleid van het parket
van Oudenaarde?
Wat is uw mening daaromtrent?
Werd die prioriteit in samenspraak
met de justitieminister vast-
gesteld? Wat vindt u ervan dat de
kleine misdrijven naar aanleiding
waarvan geen vervolging meer zal
worden ingesteld, openbaar
worden gemaakt?
Hoe en in welk arrondissement
wordt zo'n beleid gevoerd? Om
welke misdrijven gaat het?
Meent u, met de minister van
Binnenlandse Zaken, dat dit
initiatief moet worden toegejuicht
en in de rest van het land
navolging verdient?
Hoe kadert dit initiatief in de
kadernota integrale veiligheid van
30 en 31 maart 2004, in het
nationaal veiligheidsplan en in de
richtlijnen van het strafrechtelijk
beleid die door u en door het
college van procureurs-generaal
werden goedgekeurd?
Is er een overleg met het College
van procureurs-generaal gepland?
CRIV 51
COM 915
18/04/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21
Une concertation avec le Collège des procureurs généraux a-t-elle été
prévue? A-t-elle eu lieu? Est-elle prévue dans le futur? Une
concertation avec le ministre de l'Intérieur est-elle planifiée? Partagez-
vous l'ensemble de ses propos?
Par voie de presse, vous avez déclaré vouloir simplifier le travail
policier pour des infractions de moindre importance. Pouvez-vous
préciser comment vous envisagez cette simplification et quelles sont
ces infractions de moindre importance?
Zal er tevens met de minister van
Binnenlandse
Zaken worden
overlegd? Staat u achter al diens
uitlatingen?
U heeft verklaard dat u het werk
van de politie voor kleinere
misdrijven wil vereenvoudigen.
Kan u toelichten hoe u die
vereenvoudiging ziet en om welke
misdrijven het precies gaat?
08.09 Walter Muls (sp.a-spirit): Mevrouw de voorzitter, mevrouw de
minister, de procureur des Konings van Oudenaarde heeft eigenlijk
twee dingen gecommuniceerd. Hij zei eerst en vooral dat voor
bepaalde feiten een vereenvoudigd verslag zal worden opgesteld.
Verschillende collega's hebben het hierover gehad en ik kan mij
vinden in de argumenten die vanuit de academische wereld en de
praktijk worden aangehaald. Ik kan er inkomen dat men bijvoorbeeld
voor een banale caféruzie geen hele politiezone moet alarmeren of
geen vijftien processen-verbaal moet opstellen om uiteindelijk toch te
moeten vaststellen dat er om opportuniteitsredenen niet wordt
vervolgd. Zijn tweede opmerking had betrekking op die
vereenvoudigde verslagen waartoe hij in overleg met zijn politiezones
toe komt en terzake had hij het over een automatische seponering.
Sommigen hebben de link doorgetrokken en zij hebben gezegd dat er
nooit zal worden vervolgd en dat dit straffeloosheid betekent.
Het toeval wil dat ik zondag naar Oudenaarde ben geweest. Het was
daar kermis. Stel dat ik daar betrokken zou zijn geraakt in een
caféruzie met iemand die al een paar keer zo'n vereenvoudigd verslag
op zijn boterham heeft gekregen. Die persoon weet dat die feiten
geseponeerd zullen worden, terwijl ik misschien met een probleem zit
van schade of slagen die ik gekregen heb. Een seponering betekent
niet automatisch dat er nooit een vervolging zal worden ingesteld. Ik
heb het geluk dat ik als jurist weet dat men zich nog burgerlijke partij
kan gaan stellen als slachtoffer of dat ik rechtstreeks kan dagvaarden.
Ik heb het geluk dat ik dat weet, maar wordt dit ook meegedeeld aan
slachtoffers die bij zulke feiten betrokken raken? Ik begrijp dat men
seponeert om opportuniteitsredenen, maar ik meen dat de
slachtoffers op zijn minst op de hoogte moeten worden gebracht van
het feit dat dit niet automatisch het einde hoeft te zijn.
Zal de procureur des Konings van Oudenaarde, en alle procureurs
overigens, de opdracht geven om bij feiten die toch zullen worden
geseponeerd, zowel aan de slachtoffers als aan de daders mede te
delen dat dit niet noodzakelijk definitief is? Hebt u over deze
gegevens die door de procureur van Oudenaarde werden
bekendgemaakt, overleg gepleegd met uw collega van Binnenlandse
Zaken? Heeft de procureur van Oudenaarde overleg gepleegd met de
Raad van de procureurs des Konings, de minister van Justitie of de
minister van Binnenlandse Zaken? Collega Marinower heeft er
daarnet op gewezen: aan de ene kant is er het arrondissement
Oudenaarde, maar in andere arrondissementen wordt blijkbaar een
andere politiek gevolgd om misdrijven te seponeren.
We komen dan weer bij het gegeven dat men, als men toevallig aan
de ene kant van de arrondissementsgrens zit niet wordt vervolgd,
08.09 Walter Muls (sp.a-spirit):
Le procureur d'Audenarde a dit
d'une part que certains faits
feraient l'objet d'un procès-verbal
simplifié, ce que je puis
comprendre. Il a d'autre part
évoqué dans ce cadre les rapports
simplifiés et les classements sans
suite automatiques, ce qui risque
selon certains d'entraîner un
phénomène d'impunité. Je puis
comprendre que l'on procède à
des classements sans suite pour
des motifs d'opportunité mais les
victimes ont le droit de savoir
qu'elles peuvent encore se
constituer partie civile ou procéder
à une citation directe. Le procureur
d'Audenarde demandera-t-il que
ces informations soient
communiquées aux victimes et
aux auteurs des faits?
La ministre a-t-elle eu un entretien
avec le ministre de l'Intérieur à
propos des déclarations faites par
le procureur? Celui-ci s'est-il
concerté avec le conseil des
procureurs du Roi, le ministre de
la Justice ou le ministre de
l'Intérieur? Chaque arrondis-
sement mène sa propre politique.
Ne serait-il pas temps de mener,
en ce qui concerne les
classements sans suite, une
politique basée sur le modèle
néerlandais?
18/04/2006
CRIV 51
COM 915
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22
maar als men aan de andere kant zit wel wordt vervolgd. Ik stel mij
dan de vraag of het nu eindelijk geen tijd wordt dat wij in ons land,
zoals dat in Nederland gebeurt, werk maken van een echt sepotbeleid
zoals dat in Nederland heet, waarbij de minister van Justitie bij het
begin van de ambtstermijn aan het parlement komt uitleggen welke
feiten zullen worden vervolgd, welke feiten geen prioriteit vormen en
welke feite zelfs eenvoudigweg zullen geseponeerd worden.
De volgende vraag is de belangrijkste. Welk standpunt zult u nu
innemen met betrekking tot het gegeven dat de procureur des
Konings van Oudenaarde zegt dat er zal geseponeerd worden en dat
hij zelfs zegt dat er automatisch zal geseponeerd worden? Zult u
daarmee instemmen of zult u terzake een en ander rechtzetten?
08.10 Minister Laurette Onkelinx: Mevrouw de minister, het initiatief
van de procureur des Konings te Oudenaarde, waarrond er de laatste
dagen veel media-aandacht is geweest betreft een lokaal initiatief
waarvan ik vooraf niet op de hoogte werd gebracht. Ik heb
ondertussen dan ook het initiatief genomen om via de normale,
officiële weg dit wil zeggen via de procureur-generaal te Gent
uitleg te vragen over dit initiatief. Ik zal deze problematiek vervolgens
ook bespreken met het College van procureurs-generaal.
Ondertussen heeft de procureur des Konings te Oudenaarde mij laten
weten dat zijn initiatief zeker niet de bedoeling heeft om een vorm van
straffeloosheid voor bepaalde misdrijven in te voeren. De enige
betrachting van de procureur was een poging om zoveel mogelijk
nutteloos werk voor de politiediensten te vermijden.
Dit belet echter niet dat ik nauwgezet zal nagaan of het initiatief van
het parket te Oudenaarde al dan niet in overeenstemming is met de
filosofie van de gemeenschappelijke omzendbrief van het College van
procureurs-generaal, Col 8/2005, in verband met de vereenvoudigde
processen-verbaal en het autonoom politioneel onderzoek. De
filosofie van de Col wat betreft de APO-regeling bestaat erin dat de
politiediensten zelf een aantal onderzoeksmaatregelen kunnen
uitvoeren zonder daarvoor het initiatief van het parket te moeten
afwachten.
Het gaat bijvoorbeeld om verhoren van getuigen.
Wanneer het APO-dossier op het parket terechtkomt, oordeelt de
procureur des Konings dan zoals bij de gewone processen-verbaal
over de opportuniteit van de vervolging. Het gaat om een beoordeling,
geval per geval. De APO-regeling houdt dan ook zeker geen
deresponsabilisering van de politiediensten in.
Het initiatief van de procureur des Konings te Oudenaarde voert
klaarblijkelijk in wezen naast de reeds bestaande procedures van het
vereenvoudigd proces-verbaal en het autonoom politioneel onderzoek
nog een derde soort procedure in, met name bij bepaalde categorieën
van misdrijven die als minder ernstig worden beschouwd en die
worden gepleegd door een bepaalde categorie van daders, namelijk
geen eerdere precedenten op naam van de verdachte, geen
minderjarige, niet voor intrafamiliaal geweld enzovoort, en die meestal
worden geseponeerd door het parket. Om opportuniteitsredenen
wordt een vereenvoudigd proces-verbaal opgesteld dat, in
tegenstelling met de normale vereenvoudigde processen-verbaal,
08.10
Laurette Onkelinx,
ministre: L'initiative du procureur
du Roi à Audenarde est une
initiative locale, dont je n'ai pas été
avertie au préalable. J'ai demandé
au procureur général à Gand de
m'éclairer sur le sujet et
j'aborderai le problème avec le
Collège des procureurs généraux.
Entre-temps, le procureur du Roi à
Audenarde m'a indiqué qu'il ne
s'agit pas d'instaurer une forme
d'impunité pour certains délits,
mais bien d'éviter le plus possible
tout travail inutile aux services de
police. Je vérifierai si ceci est
compatible avec la circulaire COL
8/2005 du collège des procureurs
généraux. La philosophie en est
qu'en cas d'enquête policière
autonome (EPA), les services de
police peuvent procéder eux-
mêmes, sans mandat du parquet,
à une série de mesures d'enquête
- comme l'audition de témoins, par
exemple. Lorsque le dossier EPA
parvient au parquet, le procureur
du Roi se prononce au cas par cas
à propos de l'opportunité de
poursuivre. Le système EPA
n'entraîne donc aucunement une
déresponsabilisation des services
de police.
L'initiative prise à Audenarde
instaure semble-t-il une nouvelle
procédure, en plus du procès-
verbal simplifié et de l'EPA. Pour
certaines catégories de délits
moins graves commis par une
catégorie bien précise d'auteurs et
qui sont le plus souvent classés
sans suite par le parquet pour des
CRIV 51
COM 915
18/04/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
23
direct naar de procureur des Konings wordt doorgestuurd.
Bij ontvangst van dergelijk proces-verbaal controleert de procureur of
die tweede APO-light-procedure wel mocht worden toegepast in dat
bepaald dossier. Indien dat mocht, wordt het proces-verbaal zonder
gevolg geklasseerd. Indien niet, dan worden er bij kantschrift
bijkomende opdrachten uitgeschreven.
Het initiatief van de procureur van Oudenaarde gaat dan ook op het
eerste gezicht een stap verder dan hetgeen is voorzien in de Col
8/2005. Er wordt namelijk op voorhand meegedeeld aan de
politiediensten dat bepaalde categorieën van minder ernstige
misdrijven zonder gevolg zullen worden geklasseerd.
Mocht dit leiden tot deresponsabilisering, ik bedoel een feitelijke
depenalisering, dan is dat voor mij niet aanvaardbaar.
Ten slotte kan ik u ook meedelen dat mijn collega, de minister van
Binnenlandse Zaken, toen hij verklaarde dat hij het initiatief van het
parket van Oudenaarde steunde en dat hij mij zou vragen om dit
initiatief als algemene regel in het strafrechterlijke beleid in te voeren,
hij dit gedaan heeft zonder vooraf overleg met mij en a fortiori, met de
regering.
Ik wacht echter op de officiële volledige uitleg van de procureur van
Oudenaarde en de procureur-generaal van Gent alvorens ik mij
definitief wens uit te spreken over het al dan niet aanvaardbaar
karakter van de nieuwe APO-light-procedure. Ik zal er echter over
waken dat er geen verkeerd signaal aan de burger wordt gegeven. Er
mag geen sprake zijn van geïnstitutionaliseerde straffeloosheid van
bepaalde vormen van misdrijven. De parketten moeten blijven
nagaan, geval per geval, of vervolging al dan niet aangewezen is.
motifs d'opportunité, un procès-
verbal simplifié est dressé et
immédiatement transmis au
procureur du Roi. Celui-ci doit
alors décider s'il convenait ou non
d'appliquer une version simplifiée
de l'EPA. Le procès-verbal est
classé sans suite ou des devoirs
supplémentaires sont ordonnés.
La version simplifiée de l'EPA
dépasse donc manifestement la
portée de la circulaire. La police
est en effet informée à l'avance du
fait que certaines catégories
d'infractions mineures seront
classées sans suite. Si cette
situation devait entraîner un
déresponsabilisation, elle est
inacceptable. Le ministre de
l'Intérieur a déclaré qu'il appuyait
cette initiative, mais il l'a fait sans
se concerter avec moi-même et
avec le gouvernement.
J'attends les explications du
procureur du Roi d'Audenarde et
du procureur général de Gand
avant de m'exprimer sur cette
version simplifiée de l'EPA. Je ne
souhaite certainement pas
instaurer une impunité institution-
nalisée de certains délits. Le
parquet doit continuer à examiner
au cas par cas si des poursuites
s'imposent.
De voorzitter: Alvorens ik het woord geef voor de replieken, zou ik u willen vragen die replieken beknopt te
houden, rekening houdend met de collega's die nog wachten met hun vragen en die zo elegant waren om
aan deze vraag voorrang te verlenen.
08.11 Tony Van Parys (CD&V): Mevrouw de voorzitter, ik zal even
bondig zijn als degenen die daarnet vragen hebben gesteld.
Ik wil de minister van Justitie bijzonder danken voor haar zeer
duidelijk en helder antwoord. Ze heeft zeer duidelijk gezegd dat ze het
onaanvaardbaar vindt dat bepaalde categorieën van misdrijven
systematisch en automatisch zonder gevolg worden geklasseerd en
worden gedepenaliseerd. Ze heeft uitdrukkelijk gezegd dat ze tegen
een geïnstitutionaliseerde straffeloosheid is.
Ik geloof dat dit een heel duidelijk signaal is. Want onze collega's van
de VLD hebben er een potje van gemaakt in hun betogen. Ze hebben
de indruk gewekt dat de autonome politieafhandeling eigenlijk
hetzelfde was als dat wat de procureur in Oudenaarde heeft gezegd.
08.11 Tony Van Parys (CD&V):
La ministre estime à juste titre que
le classement sans suite de
certains délits et l'institution-
nalisation de l'impunité sont
inacceptables. Je me réjouis de ce
que Mme Onkelinx rappelle son
collègue M. Dewael et le procureur
du Roi d'Audenarde à l'ordre.
08.12 Guido De Padt (VLD):...dat is de procedure.
18/04/2006
CRIV 51
COM 915
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24
08.13 Tony Van Parys (CD&V): De autonome politieafhandeling
betekent dat de politie het dossier behandelt, maar dat het parket
oordeelt over de opportuniteit van de vervolging en er geen
automatische depenalisering is of klassering zonder gevolg.
08.14 Guido De Padt (VLD): ...
08.15 Tony Van Parys (CD&V): Mijnheer De Padt, de minister van
Justitie heeft het glashelder uiteengezet. In het systeem van de
procureur van Oudenaarde en het systeem van Patrick Dewael, zullen
bepaalde categorieën van misdrijven systematisch zonder gevolg
geklasseerd worden, met name caféruzies, winkeldiefstallen,
beledigingen, valse alarmmeldingen en het niet-betalen van
brandstoffen.
Wij zijn het absoluut niet eens met het standpunt van de VLD,
mijnheer De Padt en mijnheer Marinower. Wij zijn het niet eens met
het standpunt van mijnheer Dewael. Wij zijn bijzonder verheugd over
het feit, mevrouw de voorzitter, dat de minister van Justitie hier zeer
scherp en duidelijk de minister van Binnenlandse Zaken terugfluit,
alsook de procureur des Konings van Oudenaarde want dit is
natuurlijk een bijzonder slecht signaal naar de potentiële daders, en
zeker naar de slachtoffers toe. Stel u voor dat de slachtoffers in deze
verplicht zouden worden om een klacht met de burgerlijke
partijstelling in te dienen. Dit zou natuurlijk de aanfluiting zijn van een
beleid in de richting van de slachtoffers. Ik denk dat de minister van
Justitie duidelijke taal heeft gesproken en dat de minister van
Binnenlandse Zaken in deze materie terecht op zijn plaats is gezet.
08.15 Tony Van Parys (CD&V):
Obliger les victimes à déposer
plainte avec constitution de partie
civile est en contradiction avec le
respect des droits des victimes.
08.16 Patrick De Groote (N-VA): Mevrouw de minister, ik dank u
voor uw antwoord. Ik meen inderdaad, zoals collega Van Parys zei,
dat u heel duidelijk was. We zijn verheugd dat u zowel de procureur
als de minister van Binnenlandse Zaken eigenlijk terugwijst. Wat
betreft de procureur, de politieke kleur blijkt duidelijk wanneer we hier
de betogen van sommige collega's hebben gehoord.
Ik hoorde daarnet de opmerking: seponering betekent niet dat er geen
vervolging meer kan komen. Dan vraagt men echter van het
slachtoffer dat het zich burgerlijke partij gaat stellen. Denk maar aan
het kostenplaatje! Welnu, ik noem dit een passief vervolgingsbeleid.
Een burger die zelf het initiatief moet nemen ten aanzien van de
daders. Ik pleit toch voor een meer actief vervolgingsbeleid, waarbij
de overheid haar verantwoordelijkheid neemt en dat doet men hier in
deze situatie duidelijk niet.
Mevrouw de minister heeft ook duidelijk laten merken dat ze niet op
de hoogte werd gebracht dat dit om persoonlijke initiatieven gaat en
ook duidelijk uitleg gaat vragen aan de procureur-generaal. Men kan
dan natuurlijk zeggen dat dit initiatief niet de bedoeling had om de
straffeloosheid in te voeren, maar ik heb daar toch mijn bedenkingen
bij. We moeten ervoor opletten, als we zo verder gaan in deze
rechtsstaat, niet meer en meer een normvervaging te creëren. In die
zin is er nog hoop, want het antwoord van mevrouw de minister was
duidelijk.
08.16 Patrick De Groote (N-VA):
La position de Mme Onkelinx est
claire: elle réprouve l'initiative du
procureur du Roi d'Audenarde et
le soutien qu'y a donné M. Dewael.
Le fait que la société attende de la
victime qu'elle se constitue partie
civile entraîne une politique de
poursuites passive. Les autorités
doivent veiller à ce que la politique
de poursuites soit active.
L'initiative du procureur du Roi
d'Audenarde contribue à un
estompement de la norme.
08.17 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, het
antwoord van mevrouw de minister was duidelijk maar uiteindelijk
geeft ze nog altijd niet veel perspectief voor het fundament van het
08.17 Bart Laeremans (Vlaams
Belang): Le noeud du problème
est le manque d'effectifs au sein
CRIV 51
COM 915
18/04/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25
probleem, voor de kern van het probleem. De kern van het probleem
is dat de parketten onderbemand zijn, veel te weinig mensen en veel
te weinig middelen hebben om die tienduizenden problemen die op
hen afkomen, en die verschillende misdrijven waarmee ze
ondergesneeuwd zitten, op een behoorlijke manier af te handelen.
Daar zit de essentie van het probleem.
De essentie van het probleem is dat Justitie te weinig middelen en
mensen geeft aan de parketten. In de buurlanden hebben de
parketten administratieve ondersteuning. Hier vraagt men veel te veel
van de parketmagistraten zelf. U geeft op dat vlak geen enkel
perspectief, net als de vorige ministers van Justitie, want het
probleem is niet nieuw, het dateert al van veel vroeger. U bent
blijkbaar nog altijd niet van plan iets te ondernemen. De parketten
worden onderbemand.
des parquets. Ceux-ci sont dans
l'incapacité de traiter les dizaines
de milliers de dossiers qui affluent
chaque année. Cette situation ne
date pas d'hier et la ministre
actuelle n'y apporte, en connais-
sance de cause, pas davantage
de solution que ses prédéces-
seurs. Les dossiers classés sans
suite sont innombrables pour des
raisons d'opportunité, faute de
personnel et de moyens. On
s'indigne de ce qu'un membre du
Vlaams Belang a placé une
circulaire de la ville d'Anvers sur
son site internet alors que le
procureur du Roi d'Audenarde a
lui-même lancé l'information. Les
documents qui indiquent quels
délits ne seront plus poursuivis
existent effectivement. C'est un
signal d'impunité.
08.18 Tony Van Parys (CD&V): (...)
08.19 Bart Laeremans (Vlaams Belang): U bent minister van Justitie
geweest, mijnheer Van Parys. Wij hebben altijd gezegd dat er meer
middelen en mensen naar Justitie zouden gaan, als wij op dat vlak
wat meer te zeggen zouden hebben, en in de eerste plaats naar de
parketten, want daar is de verwaarlozing al lang bezig. Er wordt
massaal geseponeerd door de opportuniteit en wegens veel te weinig
mensen en veel te weinig middelen. Men houdt heel bewust de
parketten onderbemand. Men zegt dat de gevangenissen te klein zijn
en dat er te veel rechtszaken zouden komen, maar men is fout van bij
het begin. Men moet de parketten veel meer middelen geven. De
parketten zijn het zenuwcentrum van de misdaadvervolging. Men
verwaarloost ze bewust.
Ten tweede, men ergert zich eraan dat een lid van onze politieke partij
op zijn website een rondzendbrief van Antwerpen zet, maar het
probleem is niet zozeer dat ze bekendgemaakt worden, want vroeg of
laat zouden ze toch uitlekken. De procureur van Oudenaarde is er zelf
mee naar buiten gekomen. Het is niet abnormaal dat ook soortgelijke
documenten van Antwerpen naar buiten komen. Gebeurt het niet via
ons, dan gebeurt het via de politiediensten. Het feit is wel dat er
documenten bestaan dat is het probleem waarin men op voorhand
meedeelt dat men niet zal vervolgen in een bepaald soort zaken. Daar
zit men fout. Men moet altijd het signaal geven dat misdrijven
vervolgd moeten worden.
Het enige waarover men kan spreken met de politiediensten is de
methode waarmee gewerkt moet worden. Ik ben het ermee eens dat
er efficiënt pv's moeten worden opgemaakt, dat er eventueel verkorte
pv's opgemaakt worden en dat overbodig werk vermeden moet
worden. Desnoods moet men daarvoor een aantal cursussen
inrichten en de politiemensen op de juiste manier opleiden, maar voor
het overige mag het signaal absoluut niet zijn dat men misdrijven niet
zal vervolgen, want dat is inderdaad straffeloosheid.
08.19 Bart Laeremans (Vlaams
Belang): Je suis déçu que la
ministre n'offre pas de
perspectives aux indépendants,
qui ont déjà le sentiment
aujourd'hui que leurs plaintes ne
sont pas prises au sérieux. Des
méthodes plus efficaces peuvent
certainement être trouvées pour le
dépôt de la plainte, par exemple
par le biais du courrier
électronique, comme le propose
Unizo. Les commerçants
pourraient avoir l'autorisation
d'afficher des photos des auteurs.
L'efficacité de cette méthode a
déjà été démontrée.
Le procureur et le ministre de
l'Intérieur ont, en effet, été
rappelés à l'ordre mais aucune
autre initiative n'est prise.
18/04/2006
CRIV 51
COM 915
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
26
Het ontgoochelt mij ook dat u aan de winkeliers, aan de zelfstandigen
helemaal geen perspectief geeft om hen beter te ondersteunen. Nu al
is er bij de zelfstandigen een gevoel dat er met hen geen rekening
wordt gehouden, dat de feiten niet vervolgd worden en dat de
klachten niet ernstig genomen worden. Men zou bijvoorbeeld naar
een meer efficiënte methode voor het indienen van klachten kunnen
gaan. Waarom kan men, zoals UNIZO terecht voorstelt, geen klacht
indienen via e-mail en die dan eventueel nadien ondertekenen, tijdens
een korte verschijning op het politiebureau of een kort bezoek van de
politiediensten in de winkel? Men kan het veel efficiënter maken. Men
kan het veel nuttiger maken. Men kan de mensen opnieuw
aanmoedigen om een klacht in te dienen, in plaats van, zoals
vandaag, hen te ontmoedigen om klacht in te dienen.
Ten slotte zijn er ook nog andere perspectieven en mogelijkheden,
maar ook daarover spreekt u niet. Men zou bijvoorbeeld winkels de
toelating kunnen geven om beelden van de daders op te hangen,
zoals in een wassalon gebeurd is. Het heeft nadien tot gunstige
resultaten geleid, want zij werden daardoor aangehouden. Men kan
ook beelden op een website plaatsen. Dat zou, in overleg met de
politie, een nuttig voorstel kunnen zijn, maar men geeft de winkeliers
helemaal geen perspectief. Men zegt gewoon dat er eigenlijk niet veel
zal veranderen. Hoogstens wordt de procureur van Oudenaarde
teruggefloten of worden de minister van Binnenlandse Zaken en de
heer Brice De Ruyver teruggefloten, maar voor de rest verandert er
niets en blijft alles bij het oude. De miserie bij de parketten blijft
voortduren. Wij betreuren het hartsgrondig.
08.20 Claude Marinower (VLD): Mevrouw de voorzitter, ik begrijp
niet waar de indruk wordt gewekt dat hier gepleit wordt voor
straffeloosheid, zeker niet door mijzelf en ook niet door de heer De
Padt, die straks nog aan het woord zal komen. Niemand heeft hier
voor straffeloosheid gepleit. Er is hier gepleit voor het respecteren van
de autonomie van de parketten die sinds jaren bestaat, van zonale
veiligheidsplannen die bestaan, van verslagen die daarover bestaan,
van prioriteitslijsten die bestaan en die geen enkel nieuw element
inhouden. Ik heb in de gemeenteraad in Antwerpen bij de bespreking
van de zonale veiligheidsplannen nooit iemand iets horen zeggen over
het opstellen van de prioriteitenlijsten. In het debat dat daarover is
gevoerd, is duidelijk gezegd dat opportuniteitsredenen altijd hebben
bestaan. Mijnheer Van Parys, dat weet u beter dan wie ook.
08.20 Claude Marinower (VLD):
Personne n'a plaidé pour
l'impunité. Nous demandons
seulement que l'on respecte
l'autonomie des parquets. Les
projets de politique zonaux et les
listes de priorités ne datent pas
d'hier. Le classement pour des
motifs d'opportunité a toujours
existé, M. Van Parys le sait
pertinemment.
08.21 Tony Van Parys (CD&V): (...)
08.21 Tony Van Parys (CD&V):
Oui, mais on n'a jamais opéré par
catégories!
08.22 Claude Marinower (VLD): Ik heb een beetje moeite om te
begrijpen, dat zal mijn verstand waarschijnlijk te boven gaan, dat u
zich donderdag heeft beklaagd over het bekendmaken van lijsten en
vrijdag dezelfde lijsten op de website plaatst. Ik heb een beetje moeite
met die kronkel.
08.22 Claude Marinower (VLD):
En tout cas, je ne comprends pas
qu'un jour, l'on dénonce la
révélation de listes de priorités et
qu'un autre jour, l'on publie
personnellement une telle liste sur
un site web.
08.23 Bart Laeremans (Vlaams Belang): (...)
08.23 Bart Laeremans (Vlaams
Belang): C'est justement pour
dénoncer leur existence!
CRIV 51
COM 915
18/04/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
27
08.24 Claude Marinower (VLD): Uw zeer jonge en weinig te zeggen
hebbende collega's Dewinter en Annemans weten dat sinds 2003. Ik
heb de verslagen bij mij, mijnheer Laeremans. Ik kan ze u tonen. Die
lijsten bestaan al heel lang.
Ik neem aan dat het, zoals in veel gevallen, eigen lijst eerst zal zijn,.
Dat kan dan wel worden meegedeeld.
In elk geval is het zo dat niemand hier voor straffeloosheid heeft
gepleit. Dat er gepleit is voor een betere afstemming van de werking
van politie en parket waardoor er een ontlasting van het parket is,
zonder dat dit enigszins gepaard kan gaan met straffeloosheid, moet
iedereen toejuichen. Een betere wisselwerking van het werk tussen
parket en politie kan alleen maar worden toegejuicht. Het zal zorgen
voor een snellere afhandeling. Het zal ook, in de mate van het
mogelijke, zorgen voor een inperking van de gerechtelijke
achterstand, die er nog altijd is. Men kan nog tientallen of honderden
parketmagistraten aannemen, dan nog is er niets opgelost.
Ik denk trouwens dat het parket in Antwerpen en ook andere
parketten inmiddels hun volledig kader hebben. De weerklank
daarvan is ook te vinden in het vervolgingsbeleid van bijvoorbeeld
Antwerpen.
08.24 Claude Marinower (VLD):
MM. Dewinter et Annemans sont
depuis longtemps au courant de
leur existence. Sans doute
s'impose-t-il en l'occurrence de
"privilégier la propre liste"?
Nous ne pouvons que nous réjouir
d'une meilleure harmonisation des
tâches de la police et des
parquets, ce qui permettra de
décharger ces derniers. Une telle
évolution contribuera également à
la réduction de l'arriéré judiciaire.
08.25 Guido De Padt (VLD): Mevrouw de voorzitter, mevrouw de
minister, collega's, ik betreur dat ik van de minister geen cijfers heb
gekregen. Ik heb daar in mijn vraag uitdrukkelijk om gevraagd, maar
ik heb ze niet gekregen. Ik zal die misschien eens schriftelijk moeten
opvragen.
Aan de andere kant raad ik de heer Van Parys toch heel hard aan om
eens de omzendbrief COL 8 van 2005 van de procureurs-generaal te
lezen. Ik weet ook wel dat het APO naar het parket gaat, maar er zijn
ook nog de EVPV's, de eenvoudige vereenvoudigde processen-
verbaal, en die gaan niet naar het parket. In de omzendbrief worden
die feiten allemaal goed en duidelijk omschreven. Die feiten, zoals
bedrieglijke verberging, het niet naleven van bezoekrecht en
dergelijke meer, worden via een dergelijk pv afgewerkt en gaan niet
naar het parket. Die worden dus duidelijk omschreven in die
omzendbrief.
08.25 Guido De Padt (VLD) : Je
regrette de ne pas avoir reçu de
chiffres de la part de la ministre.
M. Van Parys devrait lire la
circulaire COL8/2005 du collège
des procureurs généraux. Je sais
bien que les EPO sont transmises
aux parquets, mais on ne peut en
dire autant des procès-verbaux
simplifiés, auxquels on a recours
pour des faits qui sont clairement
décrits par la circulaire.
08.26 Tony Van Parys (CD&V): (...) Van vorig jaar?
08.27 Guido De Padt (VLD): Van 2005.
08.28 Tony Van Parys (CD&V): Goed, maar dan was ik geen
minister van Justitie.
De voorzitter: Collega's, de heer De Padt heeft het woord.
08.29 Guido De Padt (VLD): Ik wil enkel aangeven dat datgene
waarover we vandaag zo'n grote discussie voeren in feite al een
ganse tijd bestaat.
08.30 Tony Van Parys (CD&V): (...)
08.31 Guido De Padt (VLD): Mijnheer Van Parys, laat me misschien
18/04/2006
CRIV 51
COM 915
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
28
eens uitspreken. Het bestaat al een ganse tijd en is trouwens al meer
dan een jaar aangekondigd. Ik heb de indruk dat jullie de vakliteratuur
niet zo goed lezen en ik raad u aan om dat eens goed te doen.
08.32 Tony Van Parys (CD&V): Ik ken het, maar wil het gerust nog
eens lezen, dat is geen probleem.
08.33 Guido De Padt (VLD): Als u het kent zou u in dat verband
duidelijke taal moeten spreken en niet alleen verwijzen naar de
afhandeling van de APO's zelf.
Mevrouw de minister, ik zou dus graag hebben dat u in de toekomst
een debat besteedt aan het seponeringsbeleid: het aantal feiten,
welke misdrijven er worden geseponeerd en dergelijke meer. Daar
moet duidelijke uitleg over komen. Ik heb die uitleg gevraagd, maar
niet gekregen.
08.33 Guido De Padt (VLD): Je
pense que la politique des
classements sans suite mérite un
débat. J'ai demandé des explica-
tions claires, mais je ne les ai
hélas pas obtenues.
08.34 Melchior Wathelet (cdH): Madame la présidente, je tiens tout
d'abord à remercier Mme la ministre pour sa réponse claire et
précise.
En la matière, l'équilibre est difficile à trouver car il faut pouvoir se
distancier de certaines déclarations qui ont été faites tout en ne se
désolidarisant pas de ses collègues. La réponse consiste donc à dire
à chaque fois qu'il s'agit d'initiatives personnelles du procureur du Roi
d'Audenarde et du ministre de l'Intérieur.
On peut regretter que, pour une matière aussi importante, les
initiatives n'aient pas été prises de commun accord après discussion.
Un procureur du Roi décide de faire une conférence de presse en
allant "een stap verder"; je reprends ici les mots de la ministre. Par
définition, il s'agit de dossiers transmis aux parquets. Et c'est le
procureur du Roi qui déclare que ces dossiers seront classés sans
suite. Par définition, on va "een stap verder". Pourquoi? Parce qu'ici il
n'est pas question de circulaire. Ce n'est plus du cas par cas; on
globalise un certain nombre d'infractions en partant du principe que
ces dernières ne seront plus poursuivies et seront classées sans
suite.
Voilà les raisons pour lesquelles j'estime que ce genre d'initiative
aurait pu être pris avec l'accord de la hiérarchie, des procureurs
généraux et de la ministre. Je pense d'ailleurs avoir compris que telle
est la réponse de cette dernière. Je me réjouis que les procureurs
généraux seront saisis de ce dossier.
J'en arrive au ministre de l'Intérieur. En effet, un procureur du Roi, qui
dépend du ministère de la Justice, fait une déclaration et c'est le
ministre de l'Intérieur qui donne son point de vue en disant que c'est
tout à fait positif et que cette décision devrait s'étendre à d'autres
parquets alors que ce genre de propos va à l'encontre de la circulaire
et qu'il est question d'associer de plus en plus la Justice et l'Intérieur.
Pourtant, dans ce cas, le ministre de l'Intérieur a fait une déclaration
sans consulter la ministre de la Justice. Cette dernière vient de nous
le dire. De plus, la déclaration du procureur du Roi est regrettable et
n'est pas conforme à la circulaire. Il me semble qu'une réflexion avec
la ministre de la Justice sur cette question aurait été utile, ce afin
d'éviter ce type de dérapage et que Mme la ministre de la Justice ne
soit obligée de venir s'expliquer devant nous aujourd'hui pour dire qu'il
08.34 Melchior Wathelet (cdH):
De minister antwoordt telkens
weer dat het om een persoonlijk
initiatief gaat van de procureur des
Konings van Oudenaarde en van
de minister van Binnenlandse
Zaken. Dat vind ik jammer. Een
procureur des Konings houdt een
persconferentie waarop hij
aankondigt dat men voor bepaalde
overtredingen niet langer vervolgd
zal worden. Dat soort
aankondigingen had men met
goedvinden van de procureurs-
generaal en de minister kunnen
doen.
Een procureur des Konings doet
dus bepaalde uitspraken, en de
minister van Binnenlandse Zaken
haakt erop in met de mededeling
dat die beslissing uitgebreid moet
worden tot andere parketten,
zonder de minister van Justitie
daarin te kennen. Het ware
wellicht nuttig geweest om
hierover met de minister te
overleggen, om dat soort situaties
waarin men zich duidelijk
vergaloppeert, te vermijden.
De minister van Justitie heeft ons
verzekerd dat men zeker geen
globaal sepositiebeleid zal voeren
ten aanzien van bepaalde
misdrijven. Het is betreurens-
waardig dat we de nodige woorden
vuil hebben moeten maken aan de
persconferentie van de procureur
des Konings van Oudenaarde en
de uitspraak van de minister van
CRIV 51
COM 915
18/04/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
29
s'agissait d'une initiative personnelle, donc sans son accord et sans
l'accord du gouvernement.
Enfin, je voudrais remercier Mme la ministre qui nous a fait clairement
savoir qu'il n'y aurait pas de classement sans suite globalisé d'un
certain nombre de délits.
Il est regrettable que l'on ait dû parler de la conférence de presse du
procureur du Roi d'Audenarde et de la déclaration du ministre de
l'Intérieur. En effet, Mme la ministre de la Justice doit parfois être
fatiguée de devoir stipuler à chaque fois qu'il s'agit d'initiatives
personnelles et faire le point concernant certaines dispositions.
Binnenlandse Zaken.
08.35 Walter Muls (sp.a-spirit): Mevrouw de voorzitter, ik zal kort
zijn.
Ten eerste, ik ben verheugd dat de minister aangeeft dat uiteindelijk
nog altijd een magistraat zal beslissen of er al dan niet een
seponering komt en dat er dus geen automatische seponering is.
Ten tweede, ik hoor dat de valse alarmen niet meer zullen worden
vervolgd. Dat is misschien nog een geluk voor een bepaalde, politieke
partij die goedkope systeempjes uitdeelt aan de bevolking. Anders
zou zij misschien alle boetes moeten betalen voor de mensen die met
het alarm problemen hebben. Zij zou misschien beter de verloren
werkuren van de politie vergoeden, die moet optreden telkenmale zo
een alarmpje afgaat.
08.35 Walter Muls (sp.a-spirit) :
Je me réjouis que la ministre
confirme qu'il appartient à un
magistrat de décider de classer
sans suite ou non et qu'il n'existe
dès lors pas de classement sans
suite automatique.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08.36 Claude Marinower (VLD): Mevrouw de voorzitter, mag ik u,
met het akkoord van mevrouw Lahaye-Battheu, eerst het woord
vragen over de regeling van de werkzaamheden?
Tot hoe laat denkt u door te gaan, zodat iedereen zijn schikkingen kan
treffen?
De voorzitter: Wij hebben net gevraagd of het mogelijk is om deze namiddag door te gaan met de
mondelinge vragen. Voor de minister zou dat kunnen vanaf 14.30 uur.
08.37 Claude Marinower (VLD): Mevrouw de voorzitter, ik kan dan
zeker niet aanwezig zijn.
De voorzitter: Mevrouw de minister, wij gaan zeker nog door tot 12.30 uur.
08.38 Laurette Onkelinx, ministre: Comme normalement les travaux
reprenaient à 15.30 heures, j'ai fixé une réunion. Je peux
effectivement revenir plus tôt, à 14.30 heures, pour faire une heure de
questions, de 14.30 heures à 15.30 heures, avant de reprendre les
débats sur la loi de 1965. Si on pouvait arrêter à 12.15 heures, cela
me permettrait de tenir la réunion que j'avais prévue.
08.39 Luc Goutry (CD&V): Mevrouw de voorzitter, ik wil enkel
opmerken dat ik samen met de heer De Groote een samengevoegde
vraag hebben. Wij hebben ons ingespannen om hier ook samen te
zijn. Deze namiddag moet ik de commissie voor de Volksgezondheid
voorzitten. Ik kan mij dan moeilijk vrijmaken. Het moet mogelijk zijn
18/04/2006
CRIV 51
COM 915
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
30
om onze vraag nog te stellen.
De voorzitter: Uw vraag is in elk geval de derde. Ik neem aan dat dit nog wel zal lukken. Kunnen wij dan
afspreken dat... Mijnheer Marinower, vermits u in de begeleidingscommissie voor het Comité I zit, neem ik
aan dat u ook niet kunt. Enkel de dames Lahaye en Lanjri zouden deze namiddag kunnen komen.
08.40 Bart Laeremans (Vlaams Belang): (...).
De voorzitter: We doen nu dus verder tot 12.15 uur en om 14.30 uur volgt er nog een uurtje waarin vragen
kunnen worden gesteld.
09 Vraag van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan de vice-eerste minister en minister van Justitie
over "de inwerkingtreding van de wet die een derde toegangsweg tot de magistratuur opent"
(nr. 11125)
09 Question de Mme Sabien Lahaye-Battheu à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur
"l'entrée en vigueur de la loi qui instaure une troisième voie d'accès à la magistrature" (n° 11125)
09.01 Sabien Lahaye-Battheu (VLD): Mevrouw de voorzitter,
mevrouw de minister, het is een korte vraag in verband met de derde
toegangsweg tot de magistratuur. Ik heb u daarover reeds een aantal
keren ondervraagd. Het gaat over het feit dat advocaten met een
lange balie-ervaring kunnen worden vrijgesteld van het examen
inzake beroepsbekwaamheid en alleen nog een mondeling examen
moeten afleggen om toegelaten te worden tot de magistratuur.
U hebt in een vorig antwoord gezegd dat de wet volgens u van kracht
zou worden op 1 januari 2006. Volgens mij is het KB tot op vandaag
nog steeds niet gepubliceerd. Vanwaar komt de opgelopen
vertraging? Wanneer zal het worden gepubliceerd?
09.01 Sabien Lahaye-Battheu
(VLD): La loi ouvrant une troisième
voie d'accès à la magistrature a
été publiée au Moniteur belge du
13 mai 2005. La loi permet aux
avocats ayant une longue
expérience au barreau de ne plus
devoir présenter qu'un examen
oral. La ministre avait annoncé en
septembre de l'année dernière que
la loi entrerait en vigueur au 1er
janvier 2006 mais l'arrêté
d'exécution nécessaire à l'entrée
en vigueur de la loi n'a toujours
pas été publié. Quels sont les
motifs de ce retard? Quand l'arrêté
royal en question sera-t-il publié?
09.02 Minister Laurette Onkelinx: Mevrouw de voorzitter, na het
antwoord dat ik in september gaf en waarin ik verklaarde dat de wet in
werking zou treden in januari 2006 zijn er in de loop van de maand
november bij het Arbitragehof twee verzoekschriften tot
nietigverklaring ingediend tegen deze wet.
Ik heb de mogelijkheid onderzocht deze wet in werking te laten treden
ondanks het risico van een eventuele nietigverklaring ervan door het
Arbitragehof. Na dit onderzoek heb ik besloten de wet op 30 mei
eerstkomende in werking te laten treden. Het KB zal in de komende
dagen worden ondertekend en zo snel mogelijk in het Belgisch
Staatsblad worden gepubliceerd.
Gelet op de vermoedelijke datum waarop het arrest van het
Arbitragehof zal worden gewezen dat is normaal gezien tussen
september en december 2006 is het mogelijk de eerste mondelinge
examens inzake beroepsbekwaamheid in te richten voor de
kandidaten die dat wensen. De Hoge Raad voor de Justitie zal
uiteraard hun aandacht vestigen op het feit dat de wet thans het
voorwerp is van een verzoekschrift tot nietigverklaring.
Rekening houdend met de vereiste termijnen, zowel voor het afleggen
van het examen als voor de benoeming tot het ambt van magistraat,
09.02
Laurette Onkelinx,
ministre: En novembre de l'année
dernière, deux requêtes en
annulation de la loi ont été
déposées auprès de la Cour
d'arbitrage. J'ai fait examiner la
possibilité d'instaurer malgré tout
ladite réglementation. La loi
entrera en vigueur au 30 mai.
L'arrêté royal sera signé dans les
jours qui viennent et sera ensuite
publié dans les meilleurs délais. Le
Conseil supérieur de la justice
devra toutefois tenir compte du fait
que la loi fait l'objet d'une requête
en annulation. Compte tenu de
tous les délais à respecter, il ne
sera procédé à aucune nomination
avant l'arrêt de la Cour d'arbitrage,
de manière à garantir la sécurité
juridique.
CRIV 51
COM 915
18/04/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
31
zal er echter in elk geval geen benoeming werkelijk kunnen
plaatsvinden alvorens het Arbitragehof het arrest heeft gewezen.
Zodoende zal de rechtszekerheid gegarandeerd zijn aangezien er
geen enkele magistraat benoemd zal zijn op grond van de wet op de
derde toegangsweg zonder de zekerheid dat het hof deze nieuwe wet
wel degelijk heeft bekrachtigd.
09.03 Sabien Lahaye-Battheu (VLD): Mevrouw de voorzitter,
mevrouw de minister, u zei dat het op 30 mei in werking treedt.
09.04 Minister Laurette Onkelinx: Het moet 13 mei zijn, excuseer
mij.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Dan geef ik nogmaals het woord aan mevrouw Lahaye-Battheu voor haar volgende vraag.
09.05 Minister Laurette Onkelinx: Mevrouw de voorzitter, dit
onderwerp komt aan bod in het wetsontwerp dat vanmiddag wordt
besproken.
De voorzitter: Mevrouw Lahaye-Battheu, kunt u uw vraag deze namiddag dan stellen in het kader van de
bespreking van dit wetsontwerp?
09.06 Sabien Lahaye-Battheu (VLD): Geen probleem.
10 Samengevoegde vragen van
- de heer Luc Goutry aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "aanslepende
technische problemen in het penitentiair complex in Brugge" (nr. 11146)
- de heer Patrick De Groote aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
gevangenisstaking in Brugge" (nr. 11176)
10 Questions jointes de
- M. Luc Goutry à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "les problèmes techniques
persistants du complexe pénitentiaire de Bruges" (n° 11146)
- M. Patrick De Groote à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "la grève au sein de
l'établissement pénitentiaire de Bruges" (n° 11176)
10.01 Luc Goutry (CD&V): Mevrouw de voorzitter, mevrouw de
minister, begin december 2005 heb ik u al ondervraagd over de
aanslepende technische problemen in de gevangenis van Brugge. Dat
is een vrij nieuw, groot en duur complex.
We hebben ondertussen moeten vaststellen dat er, ondanks ons
aandringen en ondanks de acties die het personeel elke vrijdag voert
als protest tegen de gang van zaken, nog niet veel is gebeurd.
U hebt mij begin december bevestigd dat er grote problemen waren
met de veiligheidscircuits, dat stukken niet meer leverbaar zouden
zijn, enzovoort. U hebt gezegd dat er zou worden bekeken hoe dit zou
kunnen worden aangepakt en hoe deze problemen zouden kunnen
worden verholpen.
De zaak wordt dringend. Het gaat om een gevangenis die nog maar
vijftien jaar oud is en die toch al zeer duidelijke sporen van slijtage
vertoont. Het gaat niet alleen om het gebouw waar het onder meer op
diverse plaatsen binnenregent, maar ook om allerlei mankementen
10.01 Luc Goutry (CD&V): Début
décembre, j'avais déjà posé
plusieurs questions à la ministre
sur les problèmes techniques
persistants à la prison de Bruges.
La ministre avait confirmé leur
existence et annoncé une série de
mesures mais les problèmes
persistent néanmoins. Le toit fuit,
le système central de contrôle est
encore tombé en panne ce
vendredi, les pièces détachées
nécessaires ne sont pas
disponibles.
Cette situation constitue une
menace pour la sécurité du
personnel et est également
synonyme d'un important surcroît
18/04/2006
CRIV 51
COM 915
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
32
aan technische installaties, zoals de veiligheidsinstallaties enzovoort.
Het personeel moest vorige vrijdag bijvoorbeeld in een soort
noodtoestand optreden aangezien er niets meer werkte. De deuren
konden niet meer open of dicht, het centrale besturings- en
beveiligingssysteem lag plat en de mensen stonden daar terwijl er
niets meer kon worden gedaan. Dat blijkt uit de laatste informatie die
ik heb gekregen.
Al deze zaken wegen zwaar op het personeel. Er moeten meer
mensen worden ingezet. Als de veiligheid niet elektronisch wordt
verzekerd, moet dat worden ondervangen met mankracht. Bovendien
is het heel onveilig voor het personeel. Door de technische problemen
moet er doorlopend meer personeel worden ingezet. Daar komt nog
bij dat het niet-openen van de medische afdelingen in Lantin en Sint-
Gillis al voor meer druk zorgt voor de ziekenboeg in Brugge. U kunt
zich dus voorstellen dat de ongerustheid en vooral het ongenoegen
toeneemt, wat elke vrijdag resulteert in acties.
Mevrouw de minister, u had bovendien gezegd dat er
opvolgingsvergaderingen zouden zijn. Er zou helemaal in het begin
een vergadering zijn belegd en er zou ook op 31 maart een
vergadering zijn geweest. Daartussen zijn er echter geen
vergaderingen doorgegaan. Dat zorgt opnieuw voor ontevredenheid
bij het personeel. Men heeft nu met een soort noodplan gevraagd om
twintig extra beambten om al deze problemen te kunnen oplossen,
zoniet zou men verder gaan met de werkonderbrekingen op vrijdag.
Mijn vragen zijn de volgende. Welke mankementen en problemen
werden reeds concreet aangepakt sinds begin december?
Waarom gingen die beloofde maandelijkse opvolgingsvergaderingen
verschillende keren niet door?
Hoe zult u nu reageren op de ontevredenheid van het personeel?
Komen er in afwachting van technische oplossingen extra beambten?
Kunt u mij een min of meer precies overzicht geven van de
verschillende vastgestelde technische problemen aan het gebouw en
aan de bewakings- en beveiligingsinstallaties?
de travail. De plus, l'absence de
sections médicales dans les
prisons de Lantin et de Saint-Gilles
augmente encore la charge de
travail. Le personnel demande dès
lors qu'il soit immédiatement
remédié aux défaillances
techniques ou que le personnel
soit renforcé par vingt membres
de personnel supplémentaires.
À quels problèmes s'est-on déjà
attelé depuis début décembre?
Pourquoi les réunions de suivi
mensuelles promises n'ont-elles
pas eu lieu? Comment la ministre
entend-elle réagir face au
mécontentement du personnel?
L'effectif sera-t-il renforcé? La
ministre peut-elle donner un relevé
de tous les problèmes techniques?
10.02 Patrick De Groote (N-VA): We kunnen inderdaad vaststellen
dat tijdens de maand april in Brugge op vrijdag het werk wordt
onderbroken van 18.00 uur tot 22.00 uur, zoals collega Goutry reeds
aanhaalde.
Er zijn dus inderdaad een aantal technische problemen. De
gevangenis is ongeveer vijftien jaar oud. Er was een elektronische
beveiliging maar blijkbaar moet er, door gebrek aan onderhoud, meer
en meer met sleutels worden gewerkt. Men weet al jaren dat er voor
de elektronica geen reservestukken meer in voorraad zijn. Maar er
komt nog altijd geen oplossing. Er zijn verschillende elektronische
veiligheidscircuits uitgevallen en het systeem is zo verouderd dat er
nergens wisselstukken te vinden zijn om deze te herstellen.
Het gevolg daarvan is dat de deuren niet meer elektrisch geopend
kunnen worden, dat bepaalde alarmen niet meer werken en dat de
10.02 Patrick De Groote (N-VA):
Les lacunes techniques de la
prison de Bruges posent en effet
un grand nombre de problèmes.
Ainsi, le personnel est obligé
d'ouvrir les portes des cellules
individuellement avec une clé. Par
ailleurs, les consultations et les
admissions dans la section
médicale ne font qu'augmenter en
raison de la fermeture d'infirmeries
dans d'autres prisons, cependant
qu'aucune nouvelle infirmerie ne
voit le jour.
Le personnel des prisons exige
CRIV 51
COM 915
18/04/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
33
interfonie in verschillende delen van het gebouw onbruikbaar is. Dit
schept inderdaad, zoals mijn collega ook al aanhaalde, gevaarlijke
toestanden voor de veiligheid van het personeel, van de instelling en
ook van de gedetineerden.
De problemen zijn eigenlijk tweeërlei. Het eerste probleem heb ik net
aangehaald. Het tweede probleem is het personeelstekort.
De laatste tijd is er een enorme toename van consultaties en
opnames in het ziekenhuis. Het is geen uitzondering dat er per dag
zo'n 18 beambten dienst doen in het AZ te Brugge. Hiervoor is
eigenlijk in het kader slechts in vier ambtenaren voorzien. Sinds de
sluiting van de ziekenboeg van Sint-Gillis en de niet-opening van het
medisch centrum in Lantin, krijgt het PCB eigenlijk een toevloed van
gedetineerden die verzorging nodig hebben.
In Brugge moet er ingestaan worden voor het hele landsgedeelte
terwijl het eigenlijk voorzien was dat enkel de gedetineerden uit de
Vlaamse instellingen er kwamen.
Daarom heb ik een aantal vragen, mevrouw de minister.
Het gevangenispersoneel eist minstens 20 tijdelijke beambten om de
extra werkdruk door de technische mankementen te compenseren.
De lokale directie berekende de nood aan extra personeel op 12 tot
14 personen voor de duur van de herstelling, maar de centrale
overheid heeft het extra personeel begroot op 6 personen.
Heeft men de berekening van de nood aan personeel van de centrale
overheid vergeleken met die van de lokale directie? Hoe komt men
eigenlijk tot een verschillende uitkomst?
Zal de minister tijdelijk personeel ter beschikking stellen? Zo ja,
hoeveel?
Zijn de technische mankementen inderdaad te wijten aan een gebrek
aan onderhoud? Hoeveel werd er de afgelopen jaren voor onderhoud
betaald? Wie is hiervoor uiteindelijk verantwoordelijk?
Heeft de minister zicht op de duur van de onderhoudswerken? Welke
technische problemen werden ondertussen reeds aangepakt?
l'affectation de vingt personnes
supplémentaires afin de mieux
faire face à la charge de travail. La
direction locale estime qu'un total
de douze à quatorze personnes
seraient nécessaires, tandis que
les autorités centrales estiment les
besoins à six personnes. La
ministre peut-elle expliquer ces
différences d'appréciations?
Mettra-t-elle du personnel à la
disposition de cet établissement?
Est-il exact que les problèmes
techniques seraient dus à un
manque d'entretien? Quel a été le
coût des entretiens réalisés au
cours des dernières années? Qui
en est responsable? La ministre
connaît-elle la date du début des
travaux ainsi que leur durée?
10.03 Minister Laurette Onkelinx: Mevrouw de voorzitter, in de
gevangenis te Brugge worden een aantal deuren, omroepinstallaties,
alarmen en camera's gestuurd door een centraal computersysteem
met een aantal aftakkingen, subcentra. De celdeuren worden niet
elektrisch gestuurd maar werken met een mechanisch slot.
De besturingsinstallatie te Brugge dateert uit de jaren 80 en werd
sindsdien onderhouden door een onderhoudscontract. De kostprijs in
2006 van het onderhoudscontract voor het specifieke onderhoud van
de elektrische sloten bedraagt 422.020 euro. De installatie is
ondertussen dermate verouderd dat bepaalde elektronische
onderdelen niet meer op de markt te verkrijgen zijn. Daarom werd
sinds begin december 2005 gestart met de vervanging van de
stuurinstallatie van een aantal subcentra die gelegen zijn op de
kruispunten van de drie gevangenissen. Deze centra zijn ondertussen
in werking. Blijft nog de overname te realiseren van deze centra door
10.03
Laurette Onkelinx,
ministre: À la prison de Bruges,
certaines portes, installations de
sonorisation, systèmes d'alarme et
caméras sont commandés par un
système informatique central
comportant une série de sous-
centraux. Les portes des cellules
sont équipées d'une serrure
mécanique.
L'installation brugeoise date des
années 1980 et a été entretenue
depuis par le biais d'un contrat de
maintenance. En 2006, le prix de
l'entretien des mécanismes de
18/04/2006
CRIV 51
COM 915
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
34
de hoofdcentrale. Verwacht wordt dat dit de komende weken zal
kunnen gebeuren.
De ideale oplossing is een volledige vervanging van het verouderde
computersysteem door een volledig vernieuwd systeem. Dit is echter
de bevoegdheid van de Regie der Gebouwen. In december 2005 heb
ik een brief gestuurd naar minister Reynders, bevoegd voor de regie,
teneinde de nodige stappen te ondernemen om het
besturingssysteem volledig te vervangen.
Op 22 maart 2006 en op 10 april 2006 vonden vergaderingen plaats
met de Regie der Gebouwen en met de aannemer die instaat voor het
onderhoud om na te gaan wat de mogelijkheden waren om een snelle
oplossing te zoeken voor de technische defecten. Een offerte van de
firma werd ontvangen om op korte termijn de installatie terug
operationeel te maken. De bedragen zijn evenwel van die aard dat
een aanbesteding met een lastenboek en het uitschrijven van een
overheidsopdracht noodzakelijk zal zijn.
Tegen het einde van 2006 zou gestart kunnen worden met de werken,
die ongeveer een zestal maanden zouden duren en ongeveer 1
miljoen euro zouden kosten.
Op het basisoverlegcomité van 31 maart 2006 werd voorgesteld om
tijdelijk en uitzonderlijk zes extra agenten buiten kader te voorzien die
ingezet worden op de plaatsen waar de elektronische systemen falen.
De situatie zal geëvalueerd worden in functie van de vooruitgang van
de herstelling van de elektronische subcentra.
fermeture s'élevait à 422.020
euros. En raison de la vétusté de
l'installation, certaines pièces ne
sont plus disponibles. C'est
pourquoi il a été procédé à partir
de décembre 2005 au
remplacement du dispositif de
commande de certains sous-
centraux, qui sont désormais
opérationnels. La reprise de ces
centraux par le central principal
aura lieu au cours des prochaines
semaines.
L'idéal serait bien sûr de
remplacer complètement le
système existant. Cela relève de la
Régie des Bâtiments, à laquelle
j'ai adressé un courrier dans ce
sens en décembre.
Des réunions ont eu lieu le 23
mars et le 10 avril avec la Régie
des Bâtiments et l'entrepreneur
chargé de la maintenance. Elles
ont donné lieu à une offre tendant
à rendre l'installation à nouveau
opérationnelle à court terme.
Cependant, les montants sont tels
qu'une adjudication publique est
indispensable. Les travaux
devraient débuter d'ici à la fin de
2006. Ils dureront six mois et
coûteront un million d'euros
environ.
Le 31 mars, le comité de
concertation de base a proposé
d'affecter provisoirement et
exceptionnellement six agents
supplémentaires aux endroits où
le système électronique ne
fonctionne pas. La situation sera
évaluée sur la base de
l'avancement de la réparation des
sous-centraux électroniques.
10.04 Luc Goutry (CD&V): Mevrouw de minister, als ik het allemaal
goed begrijp, dan gaat het om een omvangrijke zaak. Het gaat niet
over een paar mankementen. U spreekt zelfs over een volledige
vervanging van de apparatuur.
Het verwondert mij wel dat er ondertussen een onderhoudscontract
liep van zo maar even 20 miljoen Belgische frank, en dat men,
ondanks dat onderhoudscontract, in een toestand aanbelandt waarbij
men plots voor de feiten staat van een nieuwe aanbesteding, een
volledige vervanging. Ik vraag mij dan af wat die firma, die daar het
onderhoud heeft moeten verzorgen, ondertussen heeft gedaan. Die
10.04 Luc Goutry (CD&V): Je ne
comprends pas que des sommes
importantes aient été payées
chaque année pour un contrat
d'entretien alors qu'à présent, le
remplacement complet du
système s'avère quand même
nécessaire. Je crains également
que l'engagement de six membres
du personnel supplémentaires ne
suffira pas à éviter toute action
CRIV 51
COM 915
18/04/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
35
had toch op voorhand moeten zien aankomen dat er daaromtrent
problemen zijn? 20 miljoen per jaar voor een onderhoudscontract is
toch niet min.
De conclusie luidt ook dat het nog heel wat tijd in beslag zal nemen.
Er is sprake van eind 2006, ten vroegste. Dat verloopt via een
aanbesteding, en we weten allemaal hoe dat gaat. Er is een gesplitste
verantwoordelijkheid met de Regie der Gebouwen onder de
bevoegdheid van minister Reynders.
Ondertussen zit men in de puree: er zijn te weinig mensen. Zes
volstaat niet om die problemen op te vangen. Ik vermoed, als u het
daarbij laat en niet bijkomend nog meer mensen voorziet, dat er
wellicht verdere acties vanuit het personeel zullen komen. Ik begrijp
dat ook een beetje. Bij zulke serieuze problemen, waarvoor er geen
directe oplossingen in zicht zijn en waarbij men onvoldoende
ondersteund wordt, is het begrijpelijk dat de mensen in het verzet
gaan.
future du personnel.
10.05 Patrick De Groote (N-VA): Het is inderdaad een ernstig
dossier. Ik heb het antwoord gehoord en wil u er voor danken: voor
het antwoord althans en niet voor het dossier.
Men stelt inderdaad vast dat er mankementen zijn aan het centraal
computersysteem. U had het daarnet over het onderhoudscontract.
Het systeem wordt dus blijkbaar toch onderhouden, maar we stellen
vast dat er toch niks werkt. Over dat onderhoudscontract kunnen we
dus ook vragen stellen. Ook de vaststelling dat bepaalde
elektronische onderdelen niet meer te verkrijgen zijn, is natuurlijk een
ramp. U schreef een brief en stelt zelf dat er een volledig nieuw
systeem moet komen en dat dat de bevoegdheid is van de Regie der
Gebouwen.
Mevrouw de minister, het is een goede zaak dat u zegt ernaar te
streven om op korte termijn een oplossing te vinden. Daarnaast heeft
u echter ook gezegd dat tegen eind 2006 wordt gestart met werken,
die weliswaar zes maanden zullen duren. U voorziet in zes extra
agenten en ik sluit me volledig aan bij wat collega Goutry heeft
gezegd: dat is te weinig en beantwoordt niet aan de vraag van de
sector zelf. De problemen kunnen niet opgevangen worden met zes
mensen.
U stelt dat er een evaluatie komt. Ik wil hier aandringen op een snelle
evaluatie en op meer ondersteuning, want ik vrees dat de acties zich
zullen uitbreiden.
10.05 Patrick De Groote (N-VA):
Je me réjouis de ce que la ministre
soit convaincue de l'importance de
ce dossier. Le non-fonctionnement
d'un ordinateur central au sein
d'une prison est bien entendu un
fait très grave. Qu'en est-il dès lors
du contrat de maintenance? Le fait
que certains éléments de
l'ordinateur ne puissent plus être
remplacés n'est pas davantage de
nature à inspirer confiance. Je
constate qu'un nouveau système
informatique est envisagé mais
cette décision relève évidemment
de la compétence de la Régie des
Bâtiments.
Il convient de trouver le plus
rapidement possible une solution
aux problèmes rencontrés par
l'établissement pénitentiaire. Il est
louable que la ministre envisage
l'engagement de six personnes
supplémentaires mais
cette
mesure est en fait insuffisante
pour résoudre les problèmes.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 12.16 uur.
La réunion publique de commission est levée à 12.16 heures.