CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 910
CRIV 51 COM 910
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DES
F
INANCES ET DU
B
UDGET
C
OMMISSIE VOOR DE
F
INANCIËN EN DE
B
EGROTING
mardi
dinsdag
28-03-2006
28-03-2006
Après-midi
Namiddag
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE






























cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders ­ Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu inté-
gral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit des
interventions ; les annexes se trouvent dans une brochure
séparée (PLEN: couverture blanche; COM: couverture
saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken; de
bijlagen zijn in een aparte brochure opgenomen
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
Plenum
COM
réunion de commission
COM
Commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 910
28/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i

SOMMAIRE
INHOUD
Question de M. Hendrik Bogaert à la vice-
première ministre et ministre du Budget et de la
Protection de la consommation sur "le calendrier
prévu pour le versement de la remise sur la
facture du gaz" (n° 10929)
1
Vraag van de heer Hendrik Bogaert aan de vice-
eerste minister en minister van Begroting en
Consumentenzaken over "de timing van de
korting op de gasfactuur" (nr. 10929)
1
Orateurs: Hendrik Bogaert, Freya Van den
Bossche
, vice-première ministre et ministre
du Budget et de la Protection de la
consommation
Sprekers: Hendrik Bogaert, Freya Van den
Bossche
, vice-eerste minister en minister van
Begroting en Consumentenzaken
Questions jointes de
3
Samengevoegde vragen van
3
- M. Hendrik Bogaert à la vice-première ministre
et ministre du Budget et de la Protection de la
consommation sur "le prêt de
100 millions d'euros" (n° 10930)
3
- de heer Hendrik Bogaert aan de vice-eerste
minister en minister van Begroting en
Consumentenzaken over "de lening van
100 miljoen euro" (nr. 10930)
3
- M. Hendrik Bogaert à la vice-première ministre
et ministre du Budget et de la Protection de la
consommation sur "la conformité au SEC du prêt
de 100 millions d'euros" (n° 10932)
3
- de heer Hendrik Bogaert aan de vice-eerste
minister en minister van Begroting en
Consumentenzaken over "de Eser-conformiteit
van de lening van 100 miljoen euro" (nr. 10932)
3
- M. Melchior Wathelet à la vice-première ministre
et ministre du Budget et de la Protection de la
consommation sur "la contribution du secteur
pétrolier au financement du chèque-
mazout" (n° 10954)
3
- de heer Melchior Wathelet aan de vice-eerste
minister en minister van Begroting en
Consumentenzaken over "de bijdrage van de
petroleumsector tot de financiering van de
stookoliecheque" (nr. 10954)
3
- M. Hagen Goyvaerts à la vice-première ministre
et ministre du Budget et de la Protection de la
consommation sur "les négociations avec le
secteur pétrolier" (n° 11059)
3
- de heer Hagen Goyvaerts aan de vice-eerste
minister en minister van Begroting en
Consumentenzaken over "de onderhandelingen
met de petroleumsector" (nr. 11059)
3
Orateurs:
Hendrik Bogaert, Melchior
Wathelet, président du groupe cdH, Hagen
Goyvaerts, Freya Van den Bossche
, vice-
première ministre et ministre du Budget et de
la Protection de la consommation
Sprekers:
Hendrik Bogaert, Melchior
Wathelet, voorzitter van de cdH-fractie,
Hagen Goyvaerts, Freya Van den Bossche
,
vice-eerste minister en minister van Begroting
en Consumentenzaken
Question de M. Hendrik Bogaert à la vice-
première ministre et ministre du Budget et de la
Protection de la consommation sur "les intérêts
de retard" (n° 10931)
10
Vraag van de heer Hendrik Bogaert aan de vice-
eerste minister en minister van Begroting en
Consumentenzaken over "de
verwijlinteresten" (nr. 10931)
9
Orateurs: Hendrik Bogaert, Freya Van den
Bossche
, vice-première ministre et ministre
du Budget et de la Protection de la
consommation
Sprekers: Hendrik Bogaert, Freya Van den
Bossche
, vice-eerste minister en minister van
Begroting en Consumentenzaken
Question de M. Carl Devlies à la vice-première
ministre et ministre du Budget et de la Protection
de la consommation sur "les efforts
d'investissements des pouvoirs publics de 1999 à
2005" (n° 11008)
11
Vraag van de heer Carl Devlies aan de vice-
eerste minister en minister van Begroting en
Consumentenzaken over "de
investeringsbesteding van de overheden tussen
1999 en 2005" (nr. 11008)
11
Orateurs: Carl Devlies, Freya Van den
Bossche
, vice-première ministre et ministre
du Budget et de la Protection de la
consommation
Sprekers: Carl Devlies, Freya Van den
Bossche
, vice-eerste minister en minister van
Begroting en Consumentenzaken
Question de M. Carl Devlies à la vice-première
ministre et ministre du Budget et de la Protection
de la consommation sur "la quote-part des
communes dans la dette de
Maastricht" (n° 11009)
12
Vraag van de heer Carl Devlies aan de vice-
eerste minister en minister van Begroting en
Consumentenzaken over "het aandeel van de
gemeenten in de Maastrichtschuld" (nr. 11009)
12
Orateurs: Carl Devlies, Freya Van den
Bossche
, vice-première ministre et ministre
Sprekers: Carl Devlies, Freya Van den
Bossche
, vice-eerste minister en minister van
28/03/2006
CRIV 51
COM 910
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
du Budget et de la Protection de la
consommation
Begroting en Consumentenzaken
Question de M. Carl Devlies à la vice-première
ministre et ministre du Budget et de la Protection
de la consommation sur "la décision du
gouvernement prise le 10 septembre 2004 et la
présentation fallacieuse du budget
2004" (n° 11062)
13
Vraag van de heer Carl Devlies aan de vice-
eerste minister en minister van Begroting en
Consumentenzaken over "de regeringsbeslissing
d.d. 10 september 2004 en de vertekening van de
begroting 2004" (nr. 11062)
13
Orateurs: Carl Devlies, Freya Van den
Bossche
, vice-première ministre et ministre
du Budget et de la Protection de la
consommation
Sprekers: Carl Devlies, Freya Van den
Bossche
, vice-eerste minister en minister van
Begroting en Consumentenzaken
Question de M. Carl Devlies à la vice-première
ministre et ministre du Budget et de la Protection
de la consommation sur "la clôture du budget
2005" (n° 11061)
15
Vraag van de heer Carl Devlies aan de vice-
eerste minister en minister van Begroting en
Consumentenzaken over "de afsluiting van de
begroting 2005" (nr. 11061)
15
Orateurs: Carl Devlies, Freya Van den
Bossche
, vice-première ministre et ministre
du Budget et de la Protection de la
consommation
Sprekers: Carl Devlies, Freya Van den
Bossche
, vice-eerste minister en minister van
Begroting en Consumentenzaken
CRIV 51
COM 910
28/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DES FINANCES ET
DU BUDGET
COMMISSIE VOOR DE FINANCIËN
EN DE BEGROTING
du
MARDI
28
MARS
2006
Après-midi
______
van
DINSDAG
28
MAART
2006
Namiddag
______

De vergadering wordt geopend om 14.39 uur door de heer Bart Tommelein, voorzitter.
La séance est ouverte à 14.39 heures par M. Bart Tommelein, président.

De voorzitter: Mevrouw de minister, we wachten op u. We zitten hier al een kwartier in pole position.
01 Vraag van de heer Hendrik Bogaert aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en
Consumentenzaken over "de timing van de korting op de gasfactuur" (nr. 10929)
01 Question de M. Hendrik Bogaert à la vice-première ministre et ministre du Budget et de la
Protection de la consommation sur "le calendrier prévu pour le versement de la remise sur la facture
du gaz" (n° 10929)
01.01 Hendrik Bogaert (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, in het licht van de nieuwe verklaringen tijdens het weekend -
mijn vraag was ingediend op 20 maart - over de uitbetaling van de
gaskorting wil ik u graag de volgende vraag stellen. Wanneer zal de
korting op de gasfactuur ten laatste aan de verbruiker worden
uitbetaald? Er zijn drie mogelijkheden: a) 31 juli 2006, b) 21 december
2006 - bij het begin van de winter zoals de PS gevraagd heeft - of c)
30 juni 2007.
01.01 Hendrik Bogaert (CD&V):
Ma question a été déposée le 20
mars 2006, mais de nouvelles
déclarations ont été faites sur le
sujet au cours du week-end. La
remise sur la facture du gaz sera-
t-elle payée au consommateur au
plus tard le 31 juillet 2006, le 21
décembre 2006 ou le 30 juin
2007?
01.02 Minister Freya Van den Bossche: Ik zal niet met a, b of c
antwoorden want ik wil u natuurlijk veel meer informatie geven. Op 13
januari 2006 heeft de Ministerraad beslist dat er een korting op de
gasfactuur zou worden toegekend van 6,4% en dat die korting zou
worden berekend op het verbruik van de eerste zes maanden van dit
jaar. De budgettaire impact van de operatie is geraamd op
97 miljoen euro, een gemiddelde korting van 44 euro voor de 2,2
miljoen gezinnen die aardgas verbruiken.

De piste waarmee tot voor kort gewerkt werd bestond erin om de
korting toe te kennen bij de jaarlijkse eindafrekening, dus gebaseerd
op het werkelijke verbruik van de eerste zes maanden van 2006.
Volgens informatie van de diensten van de staatssecretaris voor de
Strijd tegen de fiscale fraude zou dit inderdaad betekenen dat er pas
vanaf juli 2006 een korting kan worden toegekend. De laatste
aardgasverbruiker zou dus de korting in juni 2007 ontvangen tenzij het
technisch mogelijk zou zijn om dat te doen via tussentijdse facturen.
Uit de informatie die de staatssecretaris overmaakte bleek dat echter
zo goed als onmogelijk te zijn voor de sector zelf.

Ik ben er dan ook voorstander van om de korting forfaitair toe te
kennen. Dat is een piste die nu wordt onderzocht. Dat is namelijk de
01.02 Freya Van den Bossche,
ministre: Le 13 janvier 2006, le
Conseil des ministres a décidé
d'octroyer une ristourne de 6,4 %
sur la facture de gaz, calculée en
fonction de la consommation des
six premiers mois de 2006.
L'impact budgétaire de cette
mesure est estimé à 97 millions
d'euros.

Si la ristourne était effectivement
calculée sur la consommation
réelle des premiers mois de
l'année 2006, les derniers
consommateurs concernés ne
l'obtiendraient pas avant juin 2007,
puisqu'il n'est pas possible,
techniquement, de travailler avec
des factures intermédiaires.

Nous avons donc opté pour une
28/03/2006
CRIV 51
COM 910
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
enige manier om alle mensen op korte termijn dat voordeel te geven.
Dat zou dan natuurlijk betekenen dat het niet gebeurt op basis van het
werkelijk verbruik maar dat het gaat om 44 euro per gezin. Dat zou
dan aan elk van die gezinnen, tenminste wat de minister van
Begroting betreft, kunnen betaald worden nog voor het einde van dit
jaar.

Technisch gezien zou dat bedrag aan korting nog voor het einde van
het jaar in mindering kunnen worden gebracht op de tussentijdse
afrekeningen, om het technisch juist te formuleren. Op die manier zou
aan de bezorgdheid die u toch ook hebt geuit om de mensen niet nog
een jaar te laten wachten, wat het automatische gevolg zou zijn van
de eerste piste, tegemoetgekomen worden.

Dat is een piste die op tafel ligt. Voor mij is dat ook de piste waaraan
ik de voorkeur geef. Dat stelt overigens geen begrotingsmatige
problemen, in die zin dat sowieso de volledige uitgaven, ook al
zouden ze gespreid worden over twee jaar, ESER-aanrekenbaar zijn
in 2006.
ristourne forfaitaire de 44 euros
par ménage, qui pourra être
déduite des factures
intermédiaires d'ici la fin de
l'année. Cette possibilité est
examinée en ce moment. Le cas
échéant, cela ne poserait pas de
problèmes pour le budget, dès lors
que le SEC permet d'imputer ces
dépenses à l'exercice 2006.
01.03 Hendrik Bogaert (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, het is inderdaad zo dat wij vonden dat het absoluut niet kon
dat de gaskorting pas in 2007 zou gegeven worden aan de mensen,
temeer daar ze beloofd was voor begin 2006. Minister Reynders is
hier verschillende keren in de commissie komen beloven dat dit begin
2006 of in het eerste kwartaal van 2006 zou zijn. Op zich vinden wij
het reeds goed dat het nu niet in 2007 is.

Als u dan toch beslist om het in 2006 te doen, zou het beter zijn om
voor mijn optie a) te kiezen ­ optie c) is reeds uit de multiple choice ­
althans als u nog de keuze hebt tussen a) en b), aangezien de
observatieperiode op 30 juni achter de rug is. U hebt dan een maand
om uit te betalen. Het gaat toch ten koste van de begroting voor 2006.
Dan moet het organisatorisch toch mogelijk zijn om die instructie door
te geven. Wij zijn nu einde maart. Het zou toch mogelijk moeten zijn
om dat te doen voor eind juli.

Ik vroeg mij ook nog af hoe het technisch zal gebeuren. Zult u het via
een cheque uitbetalen, zoals minister Reynders ooit begonnen was?
01.03 Hendrik Bogaert (CD&V):
Nous trouverions inacceptable que
la remise sur la facture du gaz ne
soit accordée qu'en 2007, le
ministre Reynders ayant promis à
diverses reprises qu'elle serait
octroyée pendant le premier
trimestre de 2006. Étant donné
que la période d'observation se
termine le 30 juin 2006, il devrait
être possible de procéder aux
remboursements avant le 31 juillet
2006. Les consommateurs
recevront-ils un chèque?
01.04 Minister Freya Van den Bossche: Zodra de regering hierover
een beslissing heeft genomen, dat kan dan de beslissing zijn waarvan
ik voorstander ben, namelijk dat forfait, zullen wij ook de vorm precies
beslissen. Dat moet bijvoorbeeld door de gasmaatschappijen worden
verrekend in de tussentijdse factuur. Dat kan ook gebeuren via een
cheque. Over de modaliteiten is nog niets beslist omdat de beslissing
zelf nog niet genomen is. Ik ben er alvast voorstander van. Op korte
termijn zal er een beslissing komen.
01.04 Freya Van den Bossche,
ministre: Nous ne pourrons
décider de la forme que prendra le
remboursement qu'après avoir
déterminé quelle remise sera
accordée. Le remboursement peut
se faire sous forme de chèque,
mais les sociétés gazières
peuvent aussi le répercuter sur les
factures intermédiaires.
01.05 Hendrik Bogaert (CD&V): Mevrouw de minister, bedankt voor
uw antwoord. Het is wel belangrijk om te weten wat de praktische
modaliteiten kunnen zijn, want het zou kunnen dat een van die
mogelijkheden gewoon technisch niet gaat en dat zal dan ook een
impact hebben. Er zijn verschillende mogelijkheden.
01.05 Hendrik Bogaert (CD&V):
Il convient de bien examiner
quelles méthodes sont
techniquement réalisables et quel
sera l'impact de celles-ci
01.06 Minister Freya Van den Bossche: Vandaar dat de modaliteiten
CRIV 51
COM 910
28/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
nog niet werden uitgeklaard.
Ten eerste, de beslissing moet nog volgen. Ten tweede, eens de
beslissing genomen is, gaan we degelijk onderzoeken welke
modaliteit de meest wenselijke is vooraleer we dat definitief instellen.
01.07 Hendrik Bogaert (CD&V): U zegt dat dit uw persoonlijk
standpunt is. Zijn er mensen in de regering die een ander standpunt
hebben hierover? Insinueert u dat?
01.05 Hendrik Bogaert (CD&V):
Certains membres du
gouvernement ne partagent-ils pas
l'avis de la ministre du Budget en
ce qui concerne la ristourne?
01.08 Minister Freya Van den Bossche: Niet noodzakelijk. Het is
alvast waarvoor ik zal pleiten op het moment dat wij dit gesprek
onderling aangaan en dat zal binnen de kortste keren gebeuren.
01.08 Freya Van den Bossche,
ministre: Je l'ignore, mais je
défendrai mon point de vue.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Samengevoegde vragen van
- de heer Hendrik Bogaert aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en
Consumentenzaken over "de lening van 100 miljoen euro" (nr. 10930)
- de heer Hendrik Bogaert aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en
Consumentenzaken over "de Eser-conformiteit van de lening van 100 miljoen euro" (nr. 10932)
- de heer Melchior Wathelet aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en
Consumentenzaken over "de bijdrage van de petroleumsector tot de financiering van de
stookoliecheque" (nr. 10954)
- de heer Hagen Goyvaerts aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en
Consumentenzaken over "de onderhandelingen met de petroleumsector" (nr. 11059)
02 Questions jointes de
- M. Hendrik Bogaert à la vice-première ministre et ministre du Budget et de la Protection de la
consommation sur "le prêt de 100 millions d'euros" (n° 10930)
- M. Hendrik Bogaert à la vice-première ministre et ministre du Budget et de la Protection de la
consommation sur "la conformité au SEC du prêt de 100 millions d'euros" (n° 10932)
- M. Melchior Wathelet à la vice-première ministre et ministre du Budget et de la Protection de la
consommation sur "la contribution du secteur pétrolier au financement du chèque-mazout" (n° 10954)
- M. Hagen Goyvaerts à la vice-première ministre et ministre du Budget et de la Protection de la
consommation sur "les négociations avec le secteur pétrolier" (n° 11059)

De voorzitter: Mijnheer Bogaert, is het hier dezelfde situatie als deze morgen, waarbij u een van de twee
vragen stelt? U hebt namelijk twee samengevoegde vragen.
02.01 Hendrik Bogaert (CD&V): Neen, ik zal ze alle twee stellen.
Het zijn korte vragen.

Mevrouw de minister, hoe vorderen de besprekingen met de olie- en
gasbedrijven in uw streven om aan de oliemaatschappijen alvast 60
miljoen euro te vragen? Wat is eigenlijk uw objectief voor de
gassector? We weten dat het voor de petroleum- of
oliemaatschappijen 60 miljoen euro is. In de pers werd herhaaldelijk
dat bedrag als objectief aangehaald. Ik vroeg mij gewoon af wat
eigenlijk het objectief is bij de onderhandelingen met betrekking tot de
gassector.

In welke maatregelen voorziet u indien hierover geen bereidwilligheid
zou bestaan? Ik zie af en toe mogelijkheden daarvoor in de pers,
maar ik had graag eens uit uw mond vernomen wat de mogelijkheden
zijn.
02.01 Hendrik Bogaert (CD&V):
Qu'en est-il des négociations avec
les sociétés pétrolières sur une
contribution à la réduction sur les
factures de mazout d'un montant
de 60 millions d'euros? Qu'en est-
il pour le secteur du gaz? Quelles
mesures la ministre garde-t-elle en
réserve pour le cas où le secteur
ne se montrerait pas coopératif?
Comment la ministre peut-elle
garantir que le consommateur ne
sera finalement pas le cochon
payeur et que ce n'est pas sur lui
que seront répercutés les
surcoûts? Par rapport aux années
précédentes, à combien s'élève le
28/03/2006
CRIV 51
COM 910
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
Hoe zult u garanderen dat de consument uiteindelijk niet betaalt? U
kunt wel zeggen dat u 60 miljoen euro neemt van de
oliemaatschappijen, maar als die oliemaatschappijen dat de dag
nadien beginnen door te rekenen aan de consument, dan vraagt u in
feite niets aan de oliemaatschappijen. Hoe zult u zich daarvoor
bufferen? Ook in uw hoedanigheid van minister van
Consumentenzaken, dacht ik dat dit wel belangrijk is. Welke garanties
zult u hebben dat het geld effectief van de oliemaatschappijen komt?

De laatste vraag is eigenlijk de beginvraag. De regering heeft altijd
gezegd dat ze elke euro meeropbrengst van accijnzen en BTW aan
de burger zal teruggeven. Hebt u er al zicht op wat die
meeropbrengsten geweest zijn in 2005, maar ook in 2006? We zijn
toch al enkele maanden in het jaar 2006. Ik vroeg mij af wat die
meeropbrengsten op het vlak van BTW en accijnzen zijn voor 2006.
supplément de recettes des
accises et de la TVA en 2005 et
en 2006?
De voorzitter: U hebt uw twee vragen gesteld?
02.02 Hendrik Bogaert (CD&V): Neen, dat is de eerste. Ik zal straks
de volgende vraag stellen.
De voorzitter: Het is weer aan u. Het zijn samengevoegde vragen. U hebt ook collega's die dezelfde vraag
willen stellen.
02.03 Hendrik Bogaert (CD&V): Mevrouw de minister, wat de lening
van 100 miljoen euro betreft, had ik graag van u vernomen of er, in de
meest ruime zin, al een briefwisseling of gesprekken over de ESER-
conformiteit geweest zijn met de Belgische alsook de Europese
bevoegde organisaties. Graag had ik daarbij een kopie ontvangen ­
en een kopie aan de collega's, neem ik aan ­ en ook een woordje
uitleg.
02.03 Hendrik Bogaert (CD&V):
Des entretiens ont-ils déjà eu lieu
avec les instances belges et
européennes compétentes sur la
conformité au SEC du prêt de 100
millions d'euros?
02.04 Melchior Wathelet (cdH): Madame la ministre, ma question
concerne également le fameux remboursement des
cent millions d'euros empruntés au secteur pétrolier en vue de
financer l'intervention de l'État dans le cadre de la facture "mazout".

Lors d'une discussion à la Chambre ces derniers jours, vous avez
déclaré que "le gouvernement part toujours du principe que le secteur
fournira une contribution". Vous avez également précisé que la
question avait été examinée avec le secteur à votre cabinet le 28
février. On parle de soixante millions d'euros dans la presse.

En réponse à vos différentes prises de position, la Fédération
pétrolière, qui regroupe l'ensemble des grosses sociétés pétrolières
belges, dénie le fait que de vraies négociations aient été entamées.
Dans un communiqué de presse du 17 mars 2006, cette Fédération
"estime que si la réduction du prix du mazout de chauffage promise
par le gouvernement devait être mise à charge du secteur, cela
mettrait gravement en cause la sécurité juridique indispensable pour
des investissements industriels". La menace est à peine voilée: "La
répercussion éventuelle de la réduction sur le mazout de chauffage
serait ressentie à l'étranger comme un manque sérieux de sécurité
juridique (...) Les sociétés belges craignent donc que la
problématique puisse nuire sérieusement au climat d'investissement
belge".

De plus, le scénario présenté à l'opinion publique début janvier n'aide
02.04 Melchior Wathelet (cdH):
Volgens de minister gaat de
regering er nog altijd van uit dat de
oliesector de tegemoetkoming van
de overheid in de kosten van de
stookoliefactuur mee zal
financieren. Ze zegt dat de kwestie
besproken werd tijdens een
bijeenkomst met de sector op 28
februari. De Belgische Petroleum
Federatie ontkent evenwel dat de
onderhandelingen van start
gegaan zijn. In een
perscommuniqué van 17 maart
stelt de BPF: "controverses zoals
die over de plotse afwenteling van
de stookoliekorting op de
petroleumsector worden in het
buitenland ervaren als een ernstig
tekort aan rechtszekerheid. Ze zijn
een bedreiging voor toekomstige
investeringen in de Belgische
petroleumsector".

Het begin januari voorgestelde
scenario is niet meteen
CRIV 51
COM 910
28/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
pas à entamer quelque négociation que ce soit avec le secteur dans
un climat sain, serein et de confiance mutuelle.

Une nouvelle fois, la question soulevée par M. Bogaert est tout à fait
pertinente: si effectivement le secteur contribue, comment garantir
que cette contribution ne soit pas, directement ou petit à petit,
répercutée sur le consommateur?

Comment réagissez-vous au communiqué de la Fédération
pétrolière? Vous dites avoir entamé les négociations. Elle dit pour sa
part que les vraies négociations sur la question n'ont pas été
entamées. S'agit-il d'une autre fédération pétrolière? Dans ce cas, je
ne vois pas très bien laquelle. Quelles sont les questions que vous
prétendez avoir examinées avec le secteur? Quels seraient les points
d'accord engrangés? A défaut d'accord avec le secteur, comptez-
vous l'amener à une contribution forcée? Si oui, par quels moyens et
comment garantir l'absence de répercussions dans le chef du
consommateur?
bevorderlijk voor een goed
onderhandelingskader.

Als de sector een bijdrage levert,
hoe gaat u dan garanderen dat die
niet afgewenteld wordt op de
consument?

Hoe reageert de minister op de
mededeling van de
Petroleumfederatie? Zijn de
onderhandelingen van start
gegaan? Welke problemen
werden met de sector onder de
loep genomen? Over welke
punten werd overeenstemming
bereikt? Is de minister van plan de
sector een gedwongen bijdrage op
te leggen bij gebrek aan akkoord?
Zo ja, hoe?
02.05 Hagen Goyvaerts (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
mevrouw de minister, aansluitend bij de inleiding van beide collega's,
in het kader van de begrotingscontrole die u morgen meent te zullen
afronden en zeker in het licht van de onderhandelingen die u gisteren
nog voerde met de mensen van de petroleumsector, kom ik u, bij
wijze van spreken, op deze zonnige dag als eenvoudig parlementslid
vragen hoever het nu staat met die onderhandelingen met de
petroleumsector? kunt u, wat dat betreft, de radiostilte doorbreken en
ons vertellen hoever het staat met uw intentie om een bijdrage aan de
sector op te leggen.
02.05 Hagen Goyvaerts (Vlaams
Belang): Quel est l'état
d'avancement des négociations
avec le secteur pétrolier? Qu'en
est-il de l'intention de la ministre
d'imposer une contribution au
secteur?
02.06 Minister Freya Van den Bossche: Mijnheer de voorzitter, wat
de objectieven betreft, is er ten eerste het objectief van de bijdrage
van de petroleumsector. Ik zou het natuurlijk helemaal hallucinant
vinden om 60 miljoen euro van de petroleumsector te vragen. U weet
dat de kost van de maatregel 140 miljoen euro was. 80 miljoen euro
werd in het Fonds door de overheid zelf gestort en er bleef dus
60 miljoen over als nog te financieren. Het lijkt mij niet redelijk om die
volledige kost door de petroleumsector te laten dragen.

Dat wat ik altijd heb gezegd en waar ik ook bij blijf ­ ook mijn collega's
zeggen dat ­ is dat ik van de sector een bijdrage verwacht. Over de
vorm waarin die bijdrage uiteindelijk zal geleverd worden, worden
gesprekken gevoerd. Het is dan ook te vroeg om te overwegen een
sector te dwingen tot zoiets omdat ik er nog alle geloof in heb dat op
basis van de gesprekken die al gevoerd zijn en die nog gevoerd
worden ­ ze worden ook gevoerd in de sector zelf, door de
onderhandelaars die dan terugkoppelen ­ er nog in onderling overleg
tot een dergelijke bijdrage zou moeten kunnen besloten worden.

Ook wat de gassector betreft, is er geen bedrag vooropgesteld. Ook
daar weer zullen wij op basis van redelijkheid het gesprek aangaan
met de sector om ook van de gassector een bijdrage te vragen. Die
onderhandelingen en gesprekken zullen nog voor de tweede
begrotingscontrole van dit jaar plaatsvinden, dus voor eind juni wat de
gassector betreft. U weet dat er in dat landschap overigens ook een
en ander aan het bewegen is. Het is dus logischer om dat voor de
02.06 Freya Van den Bossche,
ministre: Notre premier objectif est
d'amener le secteur pétrolier à
nous verser une contribution. Le
coût total de cette mesure s'est
élevé à 140 millions d'euros dont
80 millions ont été versés dans le
fonds par les pouvoirs publics eux-
mêmes. Il ne me semble pas
raisonnable que le secteur
pétrolier prenne à sa charge
l'intégralité des 60 millions
restants.

Je ne changerai pas d'avis: je
souhaite que le secteur pétrolier
nous verse une contribution. On
peut discuter de la forme sous
laquelle cette contribution sera
versée. Il est trop tôt pour
envisager une contribution
obligatoire. Je suis en effet
convaincue qu'en négociant avec
le secteur pétrolier, nous pourrons
l'amener à verser une contribution
volontaire.
28/03/2006
CRIV 51
COM 910
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
tweede begrotingscontrole te doen.

Tijdens de huidige begrotingscontrole zorg ik er wel voor dat alvast de
kost van de gasmaatregel, zijnde 96 miljoen euro, wordt gestort in het
Fonds. Daarin is dus in ieder geval voorzien. Alweer betekent dit niet
dat wij geen bijdrage meer zullen vragen van de gassector; het
betekent wel dat de begroting alvast moet kloppen en dat wat wordt
uitgegeven, ook aan de inkomstenzijde van de begroting moet worden
teruggevonden.

Zoals u weet zijn er meeropbrengsten uit BTW. en accijnzen
ingevolge de stijgende energieprijzen. Dat berekende de Inspectie
van Financiën en noteerde het in haar advies van 26 januari 2006
gericht aan de minister van Financiën. Ik heb u dat advies ook laten
overmaken.

Wat de prognoses voor 2006 betreft met betrekking tot de
energieprijzen, kan ik niet anders dan u te verwijzen naar de minister
van Financiën die bevoegd is voor de fiscale ontvangsten. Wat ik wel
weet, is dat uit een simulatie van de Nationale Bank, waarover zij
bericht in haar jaarverslag over 2005, een verdubbeling van de
olieprijs, zoals is gebeurd tussen eind 2003 en eind 2005, voor 2006
een impact heeft op het nationaal inkomen van 0,7% lager als gevolg
van een lagere binnenlandse vraag en een lagere netto-uitvoer. Het
gaat telkens om 0,4% en 0,3% minder. Uit die simulatie blijkt ook dat
het effect op de werkgelegenheid 0,4% bedraagt omdat het
beschikbaar inkomen van particulieren 1,5% onder het normale
niveau ligt.

Pour le secteur gazier, aucun
montant n'a été fixé non plus. Ici
aussi, des négociations seront
menées avant le second contrôle
budgétaire, c'est-à-dire avant la fin
du mois de juin.

Pour le contrôle budgétaire
actuellement en cours, je veillerai
à faire verser dans le fonds les 96
millions requis par la mesure
gazière. Ceci n'implique pas que
nous ne demanderons plus de
contribution au secteur gazier.
Mais le budget ne sera équilibré
que si nous réussissons à faire en
sorte que nos rentrées
compensent nos dépenses.

L'augmentation des prix
énergétiques génère des recettes
supplémentaires sur le plan de la
TVA et des accises. Je vous
renvoie au ministre des Finances
pour ce qui est des prévisions
2006 en ce qui concerne le prix de
l'énergie. Il ressort en tout état de
cause d'une simulation de la
Banque nationale que le
doublement du prix du pétrole
entre 2003 et 2005 entraînera en
2006 une baisse de 0,7% du
revenu national en raison d'une
diminution de la demande
intérieure et d'une baisse des
exportations. L'effet sur l'emploi
sera de 0,4% étant donné que le
revenu disponible pour les
particuliers sera inférieur de 1,5%
au niveau normal.
Comme le gouvernement l'a déjà affirmé, la contribution du secteur
pétrolier, son montant et les mesures éventuelles nécessaires à cet
effet seront examinés lors du contrôle budgétaire de la fin mars, soit
avant la fin de cette semaine-ci.

La Fédération pétrolière et l'Union belge pétrolière ont eu, à plusieurs
reprises, des contacts avec mes services­ je ne sais si on peut les
qualifier de "négociations" ­ plus particulièrement en ce qui concerne
ladite contribution du secteur pétrolier. Leurs fréquents communiqués
de presse à ce propos prouvent qu'elles se sentent concernées par
cette contribution et ses conséquences pour leur secteur. D'autres
entreprises et associations professionnelles au sein du secteur ont
elles-mêmes aussi pris contact concernant l'évaluation de la situation
au gouvernement.

L'objectif est donc d'éclaircir cette problématique avant la fin de la
De gesprekken tussen mijn
diensten en diverse actoren en
organisaties, waaronder de
Belgische Petroleumfederatie en
de Belgische Petroleumunie zijn
nog volop aan de gang. Voor het
einde van de week zullen de in het
kader van de begrotingscontrole
besproken concrete maatregelen
voor de petroleumsector gekend
zijn. Het zou voorbarig zijn om
hierover nu al informatie te geven.
CRIV 51
COM 910
28/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
semaine. L'honorable membre comprendra qu'étant donné que nous
sommes en pleine "négociation" ­ c'est le terme que j'emploierai
quand même ­ il n'est pas de circonstance de déjà communiquer
toutes les informations relatives aux négociations et les mesures
éventuelles.

En résumé, des entretiens avec les différents acteurs et organisations
ont déjà eu lieu et sont encore en cours au sein du secteur pétrolier.
Avant la fin de la semaine, les mesures concrètes se rapportant au
secteur pétrolier seront connues.

Ten slotte, mijnheer de voorzitter, vooraleer u ­ ongeduldig als u bent
­ alweer het woord aan een ander geeft, nog iets over de
100 miljoen euro.

Er is geen officieel standpunt vanwege het INR omtrent de afgesloten
overeenkomst. De regering heeft uiteindelijk ook niet aangedrongen
op een formeel advies, vermits het de intentie is om het bedrag van
100 miljoen euro terug te betalen aan de sector en parallel aan de
huidige overeenkomst, maar vanzelfsprekend buiten het kader ervan,
te opteren voor een bijdrage van de sector. In dat geval wordt de
verstrekte 100 miljoen euro beschouwd als een financiële transactie in
2005 die ­ in kastermen ­ middelen heeft gegenereerd om de
uitbetaling van de korting op de stookoliefactuur veilig te stellen. De
terugbetaling van die lening zal dan ook niet als ESER-uitgave worden
beschouwd.
L'Institut des comptes nationaux
(ICN) n'a pas encore adopté de
position officielle en ce qui
concerne l'accord relatif aux 100
millions d'euros. Le gouvernement
n'a pas insisté sur un avis formel
étant donné que l'objectif est de
rembourser le montant au secteur
dans le cadre de l'accord actuel et
d'opter pour une contribution du
secteur en dehors de ce cadre.
Dans ce cas, la somme de 100
millions d'euros est considérée
comme une transaction financière
en 2005. Le remboursement de ce
prêt ne sera dès lors pas
considéré comme une dépense du
SEC.
02.07 Hendrik Bogaert (CD&V): Mevrouw de minister, ik dank u
voor uw antwoord. Het was een echt antwoord. Wat betreft de
stookolie, vind ik dat u begonnen bent aan een soort strategische
terugtocht, want in het begin moest de volledige som van 100 miljoen
terugbetaald worden. Daarna was het 60 miljoen. Nu zegt u dat het
toch geen 60 miljoen euro moet zijn. Als ik uw antwoord hoor heb ik
stellig de indruk ­ de komende dagen zullen uitwijzen wat er aan de
hand is ­ dat u begonnen bent aan een strategische terugtocht.

Wat betreft het gas, als ik u goed begrepen heb, zult u het verwijzen
naar de tweede begrotingscontrole, in plaats van het nu te regelen.
Dat betekent al een uitstel van heel wat maanden. U zegt dat u ervoor
zult zorgen dat er voldoende middelen staan op de begroting om het
geld uit te keren. Ik heb begrepen dat het 96 zal kosten en dat er 96
op zal staan. Als dat zo is, wat is dan nog uw motivatie om aan de
gassector geld te vragen? Dat was namelijk de reden waarom u aan
de petroleumsector geld vroeg. De maatregel kost 140 miljoen. Er
staat 80 in de begroting. Er is dus een gat van 60 miljoen, waarvan u
nu zegt dat u ze niet meer volledig zult vragen. Als er, betreffende de
gasproblematiek, 96 instaat, en het kost 96, wat is dan op dat
ogenblik uw onderhandelingsbreekijzer om nog geld te vragen aan de
gassector?

Wat betreft de budgettaire weerslag van de stijgende energieprijzen,
ik heb inderdaad een nota gekregen van u, van de inspectie van
Financiën, maar het laatste wat de inspectie zegt ­ het vat eigenlijk de
hele nota samen ­ is dat de inspectie van Financiën volledig
afhankelijk is van de gegevens die zij van de administratie verkrijgt. Zij
02.07 Hendrik Bogaert (CD&V):
En ce qui concerne le mazout, le
ministre a entamé un repli
stratégique. Il fallait d'abord
rembourser 100 millions, ensuite
60 millions et aujourd'hui déjà plus
rien. Et en ce qui concerne le gaz,
le ministre se réfère à la deuxième
discussion budgétaire. Mais si
l'argent est disponible, pourquoi
faut-il encore demander une
contribution au secteur gazier?

Par ailleurs, l'inspection des
Finances indique qu'elle ne
dispose pas des données
nécessaires pour préciser le
montant des recettes
supplémentaires. Les chiffres de la
TVA sont disponibles mais pas
ceux des accises. Je suis très
étonné et j'ai surtout l'impression
que le gouvernement ne veut pas
présenter les chiffres avant la fin
des négociations.

Si la ministre confirme à cet égard
que la réduction gazière sera
28/03/2006
CRIV 51
COM 910
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
is dan ook van mening dat de administratie op dat vlak volledige
duidelijkheid moet scheppen om een advies ten gronde te kunnen
uitbrengen.

Wat gebeurt er? De inspectie van Financiën speelt de bal door naar
de administratie en de administratie naar de inspectie van Financiën.
De inspectie van Financiën zegt zwart op wit dat zij eigenlijk niet
voldoende gegevens heeft om te kunnen zeggen wat precies de
meeropbrengsten zijn. Ik heb de nota heel zorgvuldig doorgelezen. In
de nota staat geen antwoord op de vraag wat de meeropbrengsten
zijn. Er is een getal op geplakt voor de BTW, maar op het vlak van de
accijns zegt de inspectie dat zij het niet weet. Daarom moet ik daarop
voortdurend terugkomen. Ik meen dat u hierop moet antwoorden,
want ik vind het verbazingwekkend dat het getal gewoon niet naar
voren komt. Ik wil niemand vals beschuldigen, maar ik heb de indruk
dat het niet handig zou zijn dat vóór de onderhandelingen naar buiten
komt wat de overheid eraan verdiend heeft, want in dat geval zou u
wellicht in een zwakkere onderhandelingspositie staan de komende
dagen en uren. Misschien is dat de grondslag van het feit dat ik het al
weken na elkaar vraag en geen antwoord krijg. Misschien is dat wel
het juiste antwoord.

Als u zegt dat er forfaitair zal worden gewerkt, dan vraag ik mij nog
altijd af wat het probleem van mevrouw Onkelinx is. Ik dacht dat zij
daarmee problemen had. Zij heeft verwezen naar de vaas van
Reynders. In de zomer van vorig jaar heeft zij gezegd dat het niet kan
dat er forfaitair en met een cheque zal worden gewerkt. Waarom
kunnen wij niet met een cheque werken? Omdat 50 euro voor de een
geen 50 euro voor de ander is. Voor Reynders is dat slechts een vaas
in zijn villa. Ik dacht ze dat toen heeft gezegd.
forfaitaire, je ne comprends pas
l'opposition de Mme Onkelinx aux
chèques.
02.08 Minister Freya Van den Bossche: Nu bent u aan het
repliceren op de vorige vraag. Die vraag was al afgesloten. U mag dat
van mij, maar dit gaat niet meer over het antwoord dat ik nu heb
gegeven. U bent een vraag te laat.
02.08 Freya Van den Bossche,
ministre: Votre réplique concerne
la question précédente.
02.09 Hendrik Bogaert (CD&V): Het spijt mij, maar ik vind het wel
relevant om te vragen wat mevrouw Onkelinx hier nu van vindt.
02.09 Hendrik Bogaert (CD&V):
Il est néanmoins opportun de
savoir ce que Mme Onkelinx en
pense.
02.10 Minister Freya Van den Bossche: Waarom vraagt u dat aan
mij?
02.10 Freya Van den Bossche,
ministre: Pourquoi est-ce à moi
que vous posez cette question?
02.11 Hendrik Bogaert (CD&V): U zit hier toch als vice-minister en
als lid van de regering. Dat is een compliment, mevrouw de minister.

Een vijfde punt gaat over de ESER-normen en de terugbetaling. U
zegt dat het een puur financiële transactie is geweest. Op dat vlak is
er toch een serieuze terugtocht. Er waren heel wat concrete plannen
voor de heffing. Wij hebben daartegen geprotesteerd. Wij zijn dan ook
blij dat hiervan is afgestapt. Nu blijkt dat dit geen ESER-implicaties zal
hebben. Ik zal dat zeer nauwgezet nagaan. Ik vind dit ook een
belangrijk antwoord.
02.11 Hendrik Bogaert (CD&V):
Parce que vous êtes également
vice-première ministre et membre
du gouvernement.
Par ailleurs, la ministre estime que
le remboursement est une
transaction purement financière et
non une dépense SEC. Je me
réjouis de l'absence d'implications
sur le SEC.
02.12 Melchior Wathelet (cdH): Madame la ministre, ma question a
trait plus directement à la contribution du secteur pétrolier. L'approche
02.12 Melchior Wathelet (cdH):
Eerst werd gezegd dat de
CRIV 51
COM 910
28/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
a connu une certaine évolution. Au départ, il s'agissait de rembourser
les 100 millions. Ensuite, c'est devenu une obligation de négocier.
Puis, c'est devenu un remboursement de 60 millions et finalement, ce
sera encore moins de 60 millions. En outre, la Fédération et vous-
même n'êtes pas d'accord sur la manière dont vous vous êtes vus.
Eux disent qu'il n'y a pas eu de vraie négociation. Vous rappelez
aujourd'hui que pour vous, il s'agit bien de négociations. Même là-
dessus, vous n'êtes pas d'accord, alors pour ce qui est de tomber
d'accord sur le montant de la contribution, permettez-moi d'être
sceptique.

Qui plus est, dans son communiqué, la Fédération invoque des
éléments importants à ses yeux, des questions fondamentales en
matière de sécurité juridique et d'investissement industriel étranger.
Je ne vois pas ce qui la ferait changer d'avis aujourd'hui. Je peux
comprendre son désarroi et son hésitation à contribuer en raison du
"cirque" qu'on a vécu au début de cette année.
petroleumsector een bijdrage van
100 miljoen zou terugbetalen,
daarna 60 miljoen en daarna
minder dan 60 miljoen. De
Federatie zegt dat er geen
onderhandelingen zijn geweest,
maar u beweert het tegendeel. Ik
twijfel eraan dat een consensus
zal worden bereikt over het
bedrag. Ik zie niet in wat de
Federatie van mening zou kunnen
doen veranderen.
02.13 Hagen Goyvaerts (Vlaams Belang): Mevrouw de minister, ik
denk dat u wel wat geleerd hebt uit de manier waarop het contract dat
de regering met de oliesector heeft gesloten, is afgehandeld. Uit uw
antwoord maak ik toch ook op dat u wat betreft de gassector een
andere piste zult bewandelen. Het gaat hier dus waarschijnlijk niet
meer om een knip en klaar contract, waarbij desgevallend nog een
compensatie voor de gassector via de prijs kan doorgerekend
worden. Dat zijn, denk ik, toch twee fundamentele verschillen van
aanpak.

Wat echter de manier betreft waarop u nu, ik zal niet zeggen de
aftocht blaast, maar toch probeert om hier onderuit te raken door te
zeggen dat het geen 100 of 60 miljoen zal zijn, maar iets anders, en
dat u wel zult praten tot u tot een overeenkomst komt, zullen we nog
wel zien. Bij een vorige gelegenheid heb ik al gezegd, net als mijn
collega-fractieleider, dat wij benieuwd zijn op welke manier de
liberalen bereid zullen zijn te aanvaarden dat de petroleumsector mee
moet opdraaien voor de bijdrage. De liberalen, die staan toch voor
onder meer vrijemarkteconomie.

Anderzijds stel ik ook vast dat u wat de gassector betreft niet gaat
voor een voorfinanciering via de sector. Het zal in de begroting
ingeschreven worden, weliswaar bij de tweede begrotingscontrole. Ik
denk dat u op dat moment geen argumenten hebt om met de
gassector aan tafel te gaan zitten en klare afspraken daaromtrent te
maken.

Wat de petroleumsector betreft, u moest daar bij wijze van spreken
ergens een trofee halen. Ik vrees dat het nog een bloempje zal zijn of
toch iets in die aard. We wachten het dus af. De begrotingscontrole
duurt geen week meer. Dus ik neem aan dat u daar in de komende
uren toch uit moet raken, anders zullen we verplicht zijn u daarover
weer over te ondervragen, desgevallend in de plenaire vergadering
van donderdag.
02.13 Hagen Goyvaerts (Vlaams
Belang): La ministre a semble-t-il
tiré les leçons de ses expériences
avec le secteur pétrolier et
privilégiera une autre piste pour le
secteur gazier. Nous sommes
toujours curieux d'observer la
réaction des libéraux quand il
apparaîtra que le secteur pétrolier
doit participer à l'intervention.
Finalement, je constate qu'en ce
qui concerne le secteur gazier, il
ne s'agit pas d'un préfinancement
mais bien d'une somme à inscrire
officiellement au budget. Nous
interrogerons à nouveau la
ministre à ce sujet après le
contrôle budgétaire.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van de heer Hendrik Bogaert aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en
Consumentenzaken over "de verwijlinteresten" (nr. 10931)
28/03/2006
CRIV 51
COM 910
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
03 Question de M. Hendrik Bogaert à la vice-première ministre et ministre du Budget et de la
Protection de la consommation sur "les intérêts de retard" (n° 10931)
03.01 Hendrik Bogaert (CD&V): Mevrouw de minister, ik wacht nog
steeds op een antwoord op mijn vraag wat de verwijlintresten voor het
jaar 2005 geweest zijn voor de federale overheid. In de commissie
hebt u toen verklaard dat u reeds een deel van het antwoord
ontvangen had. Ik neem dus aan dat u van een aantal departementen
de gegevens over de verwijlintresten ontvangen hebt. Kunt u het deel
dat u ontvangen hebt, al meedelen aan de commissie en ons er een
kopie van laten nemen?

Ten tweede, als bijkomende vraag had ik graag het totale bedrag van
de verwijlintresten die door de firma's Electrabel en Belgacom voor
het jaar 2005 aan de federale overheid zijn aangerekend, gekregen.
03.01 Hendrik Bogaert (CD&V):
Je n'ai toujours pas reçu de
réponse à ma question sur le
montant des intérêts de retard que
doivent payer les pouvoirs publics
fédéraux pour 2005. Quels
montants la ministre peut-il déjà
communiquer? Combien d'intérêts
de retard Electrabel et Belgacom
ont-ils facturés?
03.02 Minister Freya Van den Bossche: Volgens de inlichtingen, die
de departementen mij hebben meegedeeld, bedraagt het totaal van
de verwijlintresten die in 2005 betaald zijn door de FOD's,
2.312.432 euro.

Wat uw bijkomende vraag betreft, beschikken mijn diensten nu nog
niet over de nodige gegevens. Daarom zal ik de Federale
Overheidsdiensten en de Federale Programmatorische Diensten
daarover aanschrijven, om u die inlichtingen zo snel als enigszins
mogelijk te kunnen bezorgen.
03.02 Freya Van den Bossche,
ministre: En 2005, les services
publics fédéraux ont payé un peu
plus de 2,3 millions d'euros
d'intérêts de retard. Je ne dispose
pas encore des détails relatifs aux
intérêts facturés par Electrabel et
Belgacom mais je vais les
demander aux services publics
fédéraux.
03.03 Hendrik Bogaert (CD&V): Bedoelt u 2,3 miljoen euro voor alle
departementen samen of is dat het cijfer dat u al hebt?
03.03 Hendrik Bogaert (CD&V):
Ce chiffre de 2,3 millions d'euros
représente-t-il le montant total ou
seulement les intérêts de certains
départements? Si c'est le cas,
pour combien de départements ne
dispose-t-on pas encore des
chiffres?
03.04 Minister Freya Van den Bossche: Dat is wat mij tot hiertoe is
meegedeeld.
03.04 Freya Van den Bossche,
ministre: C'est le montant tel qu'il
m'a été communiqué à ce jour et
la majorité des départements
m'ont déjà remis leurs chiffres. Je
vais néanmoins m'informer plus
en détail et je communiquerai les
données à l'auteur de la question.

03.05 Hendrik Bogaert (CD&V): Ik ken een departement waar het al
meer dan 100 miljoen euro is.
03.05 Hendrik Bogaert (CD&V):
Selon mes informations, un
département devrait déjà payer, à
lui seul, 100 millions d'euros.
03.06 Minister Freya Van den Bossche: Tenzij u het hebt over een
gerechtelijke veroordeling kan dat niet. Als het gaat over
verwijlintresten van de FOD's en de POD's, kan dat echt niet. Tenzij
het gaat om een gerechtelijke veroordeling voor iets dat al jarenlang
aansleept en waarvoor dan iets wordt aangerekend - in die zaken
gaat het vaak om hoge bedragen ­ kan dat niet gaan om
verwijlintresten.
03.06 Freya Van den Bossche,
ministre: Des montants aussi
élevés ne peuvent être dus qu'en
cas de condamnation judiciaire.
CRIV 51
COM 910
28/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
03.07 Hendrik Bogaert (CD&V): Begrijp ik het goed dat u zegt dat
de totale som van alle verwijlintresten voor 2005 2,3 miljoen euro
bedraagt?
03.08 Minister Freya Van den Bossche: Dat is de informatie die mij
tot nu toe heeft bereikt. Die is nog niet volledig. Het gros van de
departementen heeft mij echter al geïnformeerd.
03.09 Hendrik Bogaert (CD&V): Hoeveel departementen ontbreken
er dan nog?
03.10 Minister Freya Van den Bossche: Ik zal het voor u nagaan.
03.11 Hendrik Bogaert (CD&V): Ik geef dit gewoon al benchmark.
Wanneer ik kijk naar het blunderboek van het Rekenhof, die dat ook
voor 2004 heeft berekend, is dat absoluut niet de orde van grootte
waarover het toen sprak.
03.12 Minister Freya Van den Bossche: Goed, dan moet ik
misschien eens bekijken wat daar wel en niet in is verrekend en welke
departementen al dan niet al gegevens hebben doorgegeven.
03.13 Hendrik Bogaert (CD&V): Kan ik daar een gedetailleerd
antwoord over krijgen?
03.14 Minister Freya Van den Bossche: Ja.
03.15 Hendrik Bogaert (CD&V): Dank u.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van de heer Carl Devlies aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en
Consumentenzaken over "de investeringsbesteding van de overheden tussen 1999 en
2005" (nr. 11008)
04 Question de M. Carl Devlies à la vice-première ministre et ministre du Budget et de la Protection de
la consommation sur "les efforts d'investissements des pouvoirs publics de 1999 à 2005" (n° 11008)
04.01 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, uit de gegevens die u de commissie de vorige zitting hebt
bezorgd, blijkt dat de globale schuld van de overheid tussen 1999 en
2005 met ongeveer 10 miljard is toegenomen.

Om de stijging van die schuld te kunnen duiden, is het interessant te
weten welke de investeringsinspanningen zijn geweest van de
overheid in de betrokken periode. Ik had graag een overzicht
gekregen van de investeringsinspanningen van de verschillende
overheden waarbij ik ook graag het procentueel aandeel van de
investeringsinspanningen van de gemeenten zou kennen.
04.01 Carl Devlies (CD&V): Il
ressort des données que la
ministre a fournies à la
commission la fois précédente que
la dette globale de l'État a
augmenté de 10 milliards entre
1999 et 2005. Afin d'expliquer
cette hausse, je voudrais consulter
une liste des efforts réalisés par
les différents pouvoirs en matière
d'investissements durant cette
période, avec le pourcentage de la
part des communes.
04.02 Minister Freya Van den Bossche: Mijnheer de voorzitter,
mijnheer Devlies, ik zal u alle cijfers in twee tabellen overhandigen.
Tabel 1 betreft de bruto-investeringen in vaste activa die gecorrigeerd
zijn voor de verkopen. Het gemiddelde aandeel van de lokale
04.02 Freya Van den Bossche,
ministre: Je communique à
l'auteur de la question les chiffres
qu'il a demandés, répartis en deux
28/03/2006
CRIV 51
COM 910
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
overheden in het totaal van de overheidsinvesteringen voor de
periode 1999-2004 bedraagt daarin 45%.

Ik heb nog een tweede tabel in verband met de bruto-investeringen in
vaste activa die niet gecorrigeerd zijn voor de verkopen. In dat geval
gaat het om 43%.

Ik zal u beide tabellen geven waaruit u alles kunt afleiden.
tableaux. Le premier concerne les
investissements bruts en actifs
immobilisés, corrigés au niveau
des ventes. La part moyenne des
pouvoirs locaux dans cet
ensemble est de 45 %. Le
deuxième tableau présente les
investissements bruts sans
correction en ce qui concerne les
ventes. Dans ce tableau, le
pourcentage est de 43 %.
04.03 Carl Devlies (CD&V): Mevrouw de minister, ik dank u voor uw
antwoord en ik stel vast dat de investeringsinspanningen van de
gemeenten toch wel belangrijk zijn in het geheel van de investeringen
die in ons land gebeuren, vermits u het hebt over 45 en 43% van het
geheel. Als men naar het niveau van de gemeenten kijkt, is dat wel
indrukwekkend. Dat is enkel een vaststelling.
04.03 Carl Devlies (CD&V): Je
constate que les efforts consentis
par les communes en matière
d'investissements représentent
une part importante de l'ensemble
des investissements.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van de heer Carl Devlies aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en
Consumentenzaken over "het aandeel van de gemeenten in de Maastrichtschuld" (nr. 11009)
05 Question de M. Carl Devlies à la vice-première ministre et ministre du Budget et de la Protection de
la consommation sur "la quote-part des communes dans la dette de Maastricht" (n° 11009)
05.01 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de voorzitter, deze vraag sluit
naadloos aan op de vorige en heeft ook betrekking op de vaststelling
van die sterke stijging van de globale schuld in de periode 1999-2005
met een bedrag van ongeveer 10 miljard euro, waardoor de globale
overheidsschuld zich thans bevindt op 280 miljard 425 miljoen euro.

Ik zou graag vernemen wat het aandeel van de gemeenten was in
deze globale schuldstijging in de periode 1999-2005 en wat het
gemiddelde aandeel van de gemeenten was in deze periode. Ik kreeg
ook graag het gemiddelde aandeel in het algemeen ten opzichte van
de totale schuld.
05.01 Carl Devlies (CD&V):
Quelle est la part des communes
dans l'augmentation totale de la
dette au cours de la période 1999-
2005 ? Quelle était la part
moyenne des communes? Quelle
était la part moyenne générale par
rapport à la dette totale?
05.02 Minister Freya Van den Bossche: De brutoschuld van de
lokale overheden volgens de definitie van het verdrag van Maastricht
steeg tussen 1999 en 2004 van 10.618 miljoen euro tot 13.809
miljoen euro. De verhouding van die schuld ten opzichte van het bbp
nam lichtjes toe, van 4,5% tot 4,8% van het bbp. Een sterkere stijging
was te merken wat dat betreft in het aandeel van de schuld van de
lokale overheden in de totale Maastrichtschuld, namelijk van 3,9% in
1999 naar 5,1% in 2004. Voor 2005 zijn de schuldcijfers van de
subsectoren nog niet bekend.
05.02 Freya Van den Bossche,
ministre: Entre 1999 et 2004, la
dette brute des autorités
régionales est passée de 10,6
milliards à 13,8 milliards d'euros.
Le rapport entre cette dette et le
PIB a légèrement augmenté,
passant de 4,5 % à 4,8 %. La part
de la dette des autorités locales
dans la dette totale de Maastricht
a augmenté de manière plus
substantielle, soit de 3,9 % à 5,1
%. Nous ne disposons pas encore
de chiffres pour 2005.
05.03 Carl Devlies (CD&V): Ik moet dan toch concluderen dat de
gemeenten wel een inspanning doen met betrekking tot het beheer
van hun schulden: zij zijn slechts voor 30% verantwoordelijk, of
ongeveer 3 miljard, voor de stijging van de globale schuld die
05.03 Carl Devlies (CD&V): Les
communes s'efforcent donc bien
de maîtriser leurs dettes. Elles ne
sont responsables qu'à
CRIV 51
COM 910
28/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
10 miljard beloopt over dezelfde periode. Hun aandeel in de globale
schuldenlast bevindt zich dus tussen 4,8% en 3,9% naargelang de
wijze van berekening. Dat is een heel laag percentage. Als men dat
vergelijkt met de vorige cijfers die we ontvingen, denk ik dat het
duidelijk is dat de gemeenten in België op een andere wijze worden
bestuurd dan het geval is op een ander niveau en zeker op het
federale niveau, dat uiteindelijk verantwoordelijk is voor het
allergrootste gedeelte van de globale overheidsschuld.
concurrence de 30 % de la hausse
de la dette totale. Leur part dans la
dette totale est donc très faible. En
définitive, les autorités fédérales
sont responsables de la majeure
partie de la dette publique totale.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van de heer Carl Devlies aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en
Consumentenzaken over "de regeringsbeslissing d.d. 10 september 2004 en de vertekening van de
begroting 2004" (nr. 11062)
06 Question de M. Carl Devlies à la vice-première ministre et ministre du Budget et de la Protection de
la consommation sur "la décision du gouvernement prise le 10 septembre 2004 et la présentation
fallacieuse du budget 2004" (n° 11062)
06.01 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, wij hebben kennis genomen van het rapport van het
Rekenhof over de nieuwe regels voor de financiering van de
ziekenhuizen. Uit dat rapport kan geconcludeerd worden dat noch de
ziekenhuizen, noch de overheid op voorhand een benaderend inzicht
hebben over wat zij zullen krijgen of ontvangen. Wij hebben ook
vernomen dat de schulden die de overheid nog zou hebben ten
aanzien van de ziekenhuizen op het einde van het jaar ongeveer
0,5 miljard euro zouden bedragen.

Op pagina 42 van het verslag lees ik het volgende: "Als gevolg van de
laattijdige betalingen had de FOD Volksgezondheid op 31 december
2003 een betalingsachterstand opgebouwd van 472,4 miljoen euro.
Voor de volledigheid wordt erop gewezen dat dit bedrag lager ligt dan
de 695,5 miljoen euro die de verzekeringsinstellingen bij het RIZIV
hebben opgegeven. Dat laatste bedrag gaat er echter vanuit dat de
FOD Volksgezondheid binnen dezelfde termijn betaalt als het RIZIV,
dat wil zeggen gemiddeld vier maanden na de maand van prestaties,
terwijl de betalingstermijnen in werkelijkheid verschillend zijn.

Op 10 september 2004 besliste de regering dat het RIZIV het
voorschot van december 2004 ten belope van 107,8 miljoen euro pas
in januari 2005 aan de verzekeringsinstellingen mag storten. Het
aandeel van de staat in de BFM bedraagt 106,3 miljoen euro. Door
die beslissing is, behalve de schuld van de FOD Volksgezondheid aan
de ziekenhuizen, bijkomend nog een schuld ontstaan van het RIZIV
aan de verzekeringsinstellingen."

Ik citeer voort uit het rapport van het Rekenhof: "De
betalingsachterstand van de FOD Volksgezondheid is het gevolg van
historische oorzaken en van recente tekorten op de begroting van de
FOD Volksgezondheid. De beslissing om de betaling van het
voorschot van december 2004 te verschuiven naar januari 2005 kan
bovendien thesaurieproblemen bij de verzekeringsinstellingen
veroorzaken. Het Rekenhof wenst erop te wijzen dat de achterstand
maar kan worden weggewerkt indien bijkomende middelen worden
uitgetrokken en wenst te vernemen of daartoe concrete maatregelen
worden overwogen."
06.01 Carl Devlies (CD&V): Il
ressort du rapport de la Cour des
comptes relatif aux nouvelles
règles de financement des
hôpitaux que ni les pouvoirs
publics, ni les hôpitaux ne peuvent
estimer à l'avance leurs revenus et
leurs dépenses. A la fin de
l'année, les pouvoirs publics
auront encore une dette de 0,5
milliard d'euros en suspens vis-à-
vis des hôpitaux.

Le rapport mentionne qu'au 31
décembre 2003, le SPF Santé
publique accusait un retard de
paiement de 472,4 millions
d'euros. La décision du
gouvernement du 10 septembre
2004 de ne verser à l'INAMI son
avance de décembre 2004 qu'en
janvier 2005 a, à son tour, entraîné
un retard de paiement au niveau
de l'INAMI.

Le retard de paiement s'est
accumulé au fil du temps et a été
aggravé par les déficits
budgétaires. La décision du
gouvernement de différer le
paiement des avances peut
entraîner des problèmes de
trésorerie pour les organismes
auxquels ces avances étaient
destinées. Selon la Cour des
comptes, ce retard ne peut être
résorbé que si des moyens
supplémentaires sont injectés.
28/03/2006
CRIV 51
COM 910
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
Wij bevinden ons daarmee natuurlijk op het domein van uw collega
voor de Volksgezondheid, maar er zijn hoe dan ook toch belangrijke
effecten voor de begroting.

Mevrouw de minister, wat was de reden van de beslissing van
10 september 2004, die tot nu toe niet bekend was en ook nooit in
deze commissievergadering ter sprake is gekomen?

Waarom heeft men dat gedaan? Is dat een vorm van
begrotingstechniek die men gebruikt en hoe zou u die
begrotingstechniek omschrijven? Wat is het effect van deze operatie
op de begroting 2004? Dienen de resultaten van de begroting 2004
dan niet gecorrigeerd te worden?
Sur quel motif reposait la décision
du 10 septembre 2004? Quel en a
été l'effet sur le budget 2004? Ne
faudrait-il pas adapter les résultats
du budget 2004?
06.02 Minister Freya Van den Bossche: Mijnheer de voorzitter,
mijnheer Devlies, u weet dat wat de concretere vraag betreft, mijn
administratie niet over die gegevens beschikt. Collega Demotte
beschikt daar wel over. Ik kan u echter al een antwoord geven op een
aantal aspecten.

Ik wens bijvoorbeeld op te merken dat de betalingsachterstand van de
FOD Volksgezondheid mede te wijten is aan het vroegere
financieringssysteem dat tot 30 juni 2002 van kracht was. Vroeger
werd het aandeel van de Staat in de verpleegdagprijs in de
ziekenhuizen betaald op basis van de door de
verzekeringsinstellingen ingediende facturen. Die facturatie gebeurde
op verzamelstaten per trimester. De FOD Volksgezondheid betaalde
dan tijdens een bepaald begrotingsjaar de facturen voor de prestaties
van het derde en vierde trimester van het voorgaande begrotingsjaar
en de facturen van het eerste en tweede trimester van het lopende
begrotingsjaar.

Zoals minister Demotte in zijn antwoord op de bemerkingen van het
Rekenhof heeft gesteld, is het risico op overschrijding van het globale
budget en de weerslag van de inhaalbedragen - de achterstallige
bedragen die betrekking hebben op het verleden -, sterk verminderd
met het nieuwe financieringssysteem. Ik zou er ook nog willen op
wijzen dat de regering in 2005 een belangrijke inspanning heeft
geleverd om de achterstallige bedragen, de zogeheten positieve
inhaalbedragen die nog betrekking hebben op de dienstjaren 97 en
98, ineens te vereffenen, zoals het Rekenhof ook zelf opmerkt. De
regering heeft daarvoor een budget van 349.646.000 euro
gereserveerd. Wat de verschuiving van een bedrag van 107.800.000
euro van december 2004 naar januari 2005 voor de
verzekeringsinstellingen betreft, is het zo dat die beslissing kaderde in
de begrotingsopvolging 2004 en dient bekeken te worden in het licht
van het veiligstellen van het financieel evenwicht van de sociale
zekerheid.
06.02 Freya Van den Bossche,
ministre: Mon administration ne
dispose pas de toutes les données
demandées.

L'arriéré du SPF Santé publique
est dû en partie au système de
financement appliqué jusqu'au 30
juin 2002. Autrefois, la part de
l'État dans le prix de la journée
d'hospitalisation était payée par
trimestre. Les deux derniers
trimestres de l'année comptable
antérieure et les deux premiers
trimestres de l'année budgétaire
en cours étaient payés à chaque
fois au cours de la même année
budgétaire.

Le ministre Demotte a indiqué, en
réponse aux observations de la
Cour des Comptes, que le
nouveau système de financement
réduit fortement le risque de
dépassement du budget total et
l'effet des manoeuvres de
rattrapage. En 2005, le
gouvernement a réservé un
budget de 349,6 millions d'euros à
la liquidation de paiements en
souffrance. La décision prise en
septembre 2004 de reporter 107
millions d'euros de décembre
2004 à janvier 2005 s'inscrit dans
le cadre de la sécurisation de
l'équilibre financier de la sécurité
sociale.
06.03 Carl Devlies (CD&V): Wat dat laatste betreft, is dit blijkbaar
ook weer een voorbeeld van doorschuifoperaties van het ene
begrotingsjaar naar het andere. Het is een doorschuifoperatie die bij
mijn weten niet gemeld is geworden aan het Parlement. Ik neem daar
nu akte van.
06.03 Carl Devlies (CD&V): Le
Parlement n'a pas été informé de
cette opération de glissement
budgétaire. Il semble que ce type
d'opérations se multiplie d'année
en année.
CRIV 51
COM 910
28/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
Ik stel alleen maar vast dat het systeem om het door te schuiven van
het ene naar het volgende begrotingsjaar, van jaar tot jaar sterker
wordt. Blijkbaar zijn er ook nog een aantal doorschuifoperaties die ons
ontsnappen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Vraag van de heer Carl Devlies aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en
Consumentenzaken over "de afsluiting van de begroting 2005" (nr. 11061)
07 Question de M. Carl Devlies à la vice-première ministre et ministre du Budget et de la Protection de
la consommation sur "la clôture du budget 2005" (n° 11061)
07.01 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, collega's, mijn laatste vraag gaat over hetzelfde onderwerp.
Graag had ik vernomen of er op 31 december 2004 een
betalingsachterstand was van de FOD Volksgezondheid en hoeveel
die betalingsachterstand eventueel bedroeg.

Ik heb dezelfde vraag voor het jaar 2005: wat was de situatie op
31 december 2005? Dan had ik ook graag vernomen of op
31 december 2005 alle voorschotten voor 2005 van het RIZIV, aan de
verzekeringsinstellingen werden betaald. Of is daar ook zo'n
doorschuifoperatie gebeurd, zoals dat het geval was in 2004?

Indien niet alles werd betaald, om welke reden is dat dan? Over welke
maanden en bedragen ging het desgevallend?
07.01 Carl Devlies (CD&V): Le
SPF Santé publique accusait-il un
retard de paiement le 31
décembre 2004 et quel en était le
montant ? Quelle était la situation
au 31 décembre 2005? Toutes les
avances de l'Inami ont-elles été
payées aux organismes assureurs
en 2005 ou a-t-on assisté à des
transferts comme en 2004?
07.02 Minister Freya Van den Bossche: Mijnheer de voorzitter, het
spijt me, maar op die vraag kan ik niet concreter zijn dan het
algemene antwoord dat ik als inleiding op de vraag van daarnet heb
gegeven. Ik zou de heer Devlies willen vragen om die specifieke
elementen bij minister Demotte op te vragen.
07.02 Freya Van den Bossche,
ministre: Je vous renvoie à la
réponse générale que j'ai fournie à
la question précédente. Pour des
données plus concrètes, je vous
invite à vous adresser à M.
Demotte.
07.03 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik stel geen
specifieke vraag inzake Volksgezondheid. Ik vraag gewoon naar
algemene elementen met betrekking tot de begroting en de
rekeningen. Ik vraag gewoon wat de situatie was op
31 december 2004 en op 31 december 2005 met betrekking tot een
bepaalde begrotingspost. Wat de voorschotten van het RIZIV betreft,
vraag ik of er in de loop van 2005 een soortgelijke beslissing werd
genomen zoals in 2004.
07.03 Carl Devlies (CD&V): Je
pose des questions qui relèvent
non pas de la Santé publique mais
du budget et des comptes.
07.04 Minister Freya Van den Bossche: Op uw laatste vraag is het
antwoord negatief.

Wat uw twee eerste vragen betreft moet ik me verontschuldigen: in de
voorbereiding hebben we blijkbaar verkeerdelijk gedacht dat het een
vraag voor Volksgezondheid was. Ik zal die cijfers laten opzoeken en
zal ze u schriftelijk bezorgen. Dat zal overigens niet te lang duren. We
zijn er gewoon verkeerdelijk van uitgegaan dat de vraag niet voor mij
was, maar op het tweede deel van uw vraag is het antwoord: nee.
07.04 Freya Van den Bossche,
ministre: La réponse à la dernière
question est la suivante: non, il n'y
a pas eu d'opération semblable en
2005. Je fournirai par écrit la
réponse aux autres questions de
M. Devlies. C'est manifestement à
tort que je suis partie du principe
que cette question ne m'était pas
destinée.
07.05 Carl Devlies (CD&V): De voorschotten werden dus voor 100%
betaald in 2005? Alle voorschotten met betrekking tot het jaar...
28/03/2006
CRIV 51
COM 910
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
07.06 Minister Freya Van den Bossche: Dezelfde operatie is toen
niet gebeurd.
07.07 Carl Devlies (CD&V): Een andere operatie misschien?
07.08 Minister Freya Van den Bossche: Dat zullen we dan nog
moeten nagaan, natuurlijk.
07.09 Carl Devlies (CD&V): Er bestaan ook nog andere
mogelijkheden. Mijn vraag is in feite of de voorschotten-2005 van het
RIZIV aan de verzekeringsinstellingen volledig betaald zijn.
07.09 Carl Devlies (CD&V): On a
peut-être opté pour une autre
opération. Les avances ont-elles
été toutes intégralement payées?
07.10 Minister Freya Van den Bossche: Dat zal ik voor u volledig
nagaan.
07.10 Freya Van den Bossche,
ministre: Je vais examiner la
question et fournir une réponse
claire à M. Devlies.
07.11 Carl Devlies (CD&V): Zult u mij het antwoord bezorgen?
07.12 Minister Freya Van den Bossche: Absoluut.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 15.23 uur.
La réunion publique de commission est levée à 15.23 heures.