CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 909
CRIV 51 COM 909
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DE L
'E
CONOMIE
,
DE LA
P
OLITIQUE
SCIENTIFIQUE
,
DE L
'E
DUCATION
,
DES
I
NSTITUTIONS SCIENTIFIQUES ET CULTURELLES
NATIONALES
,
DES
C
LASSES MOYENNES ET DE
L
'A
GRICULTURE
C
OMMISSIE VOOR HET
B
EDRIJFSLEVEN
,
HET
W
ETENSCHAPSBELEID
,
HET
O
NDERWIJS
,
DE
N
ATIONALE WETENSCHAPPELIJKE EN
CULTURELE
I
NSTELLINGEN
,
DE
M
IDDENSTAND
EN DE
L
ANDBOUW
mardi
dinsdag
28-03-2006
28-03-2006
Après-midi
Namiddag
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu inté-
gral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit des
interventions ; les annexes se trouvent dans une brochure
séparée (PLEN: couverture blanche; COM: couverture
saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken; de
bijlagen zijn in een aparte brochure opgenomen
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
Plenum
COM
réunion de commission
COM
Commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 909
28/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i
SOMMAIRE
INHOUD
Question de Mme Trees Pieters à la ministre des
Classes moyennes et de l'Agriculture sur "les
résultats du sondage réalisé par internet pour
Delta Lloyd" (n° 10909)
1
Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de minister
van Middenstand en Landbouw over "de
resultaten van de internetpeiling voor Delta Lloyd"
(nr. 10909)
1
Orateurs: Trees Pieters, Sabine Laruelle,
ministre des Classes moyennes et de
l'Agriculture
Sprekers: Trees Pieters, Sabine Laruelle,
minister van Middenstand en Landbouw
Interpellation de M. Paul Tant à la ministre des
Classes moyennes et de l'Agriculture sur "la crise
qui frappe le secteur de l'horticulture ornementale
par suite des températures hivernales
particulièrement basses et des frais élevés de
chauffage qui en découlent" (n° 827)
3
Interpellatie van de heer Paul Tant tot de minister
van Middenstand en Landbouw over "de crisis in
de sierteeltsector ten gevolge van de koude winter
en de daaraan verbonden hoge stookkosten"
(nr. 827)
3
Orateurs: Paul Tant, Sabine Laruelle,
ministre des Classes moyennes et de
l'Agriculture
Sprekers: Paul Tant, Sabine Laruelle,
minister van Middenstand en Landbouw
Motions
7
Moties
7
Interpellation de M. Paul Tant à la ministre des
Classes moyennes et de l'Agriculture sur "la crise
de l'influenza aviaire dans les abattoirs de volaille
de Belgique" (n° 829)
8
Interpellatie van de heer Paul Tant tot de minister
van Middenstand en Landbouw over "de aviaire
influenzacrisis in de Belgische
pluimveeslachthuizen" (nr. 829)
8
Motions
17
Moties
17
Orateurs: Paul Tant, Jacques Germeaux,
Sabine Laruelle, ministre des Classes
moyennes et de l'Agriculture, Colette
Burgeon
Sprekers: Paul Tant, Jacques Germeaux,
Sabine Laruelle, minister van Middenstand en
Landbouw, Colette Burgeon
Question de Mme Trees Pieters à la ministre des
Classes moyennes et de l'Agriculture sur "la
décision prise au Conseil des ministres
thématique du 17 mars 2006 d'augmenter le
nombre de dimanches à l'occasion desquels les
magasins sont autorisés à ouvrir" (n° 10964)
18
Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de minister
van Middenstand en Landbouw over "de
beslissing van de Themaministerraad van
17 maart 2006 om het aantal winkelzondagen uit
te breiden" (nr. 10964)
18
Orateurs: Trees Pieters, Sabine Laruelle,
ministre des Classes moyennes et de
l'Agriculture
Sprekers: Trees Pieters, Sabine Laruelle,
minister van Middenstand en Landbouw
Question de M. Patrick De Groote au ministre de
l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "les
reproductions dans les Archives du Royaume"
(n° 10730)
22
Vraag van de heer Patrick De Groote aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "reproducties
in de Rijksarchieven" (nr. 10730)
22
Orateurs:
Patrick De Groote, Marc
Verwilghen, ministre de l'Économie, de
l'Énergie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique
Sprekers:
Patrick De Groote, Marc
Verwilghen, minister van Economie, Energie,
Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid
Question de Mme Colette Burgeon au ministre de
l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "la création d'un
Institut européen de technologie" (n° 10863)
24
Vraag van mevrouw Colette Burgeon aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "de oprichting
van een Europees technologie-instituut"
(nr. 10863)
24
Orateurs:
Colette Burgeon, Marc
Verwilghen, ministre de l'Économie, de
l'Énergie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique
Sprekers:
Colette Burgeon, Marc
Verwilghen, minister van Economie, Energie,
Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid
Questions jointes de
26
Samengevoegde vragen van
26
28/03/2006
CRIV 51
COM 909
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
- Mme Trees Pieters au ministre de l'Économie,
de l'Énergie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "la convention avec le
secteur horeca" (n° 10865)
26
- mevrouw Trees Pieters aan de minister van
Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "het convenant met de
horecasector" (nr. 10865)
26
- M. Ortwin Depoortere au ministre de l'Économie,
de l'Énergie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "la convention horeca"
(n° 10882)
26
- de heer Ortwin Depoortere aan de minister van
Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "het horecaconvenant"
(nr. 10882)
26
Orateurs: Trees Pieters, Ortwin Depoortere,
Marc Verwilghen, ministre de l'Économie, de
l'Énergie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique
Sprekers: Trees Pieters, Ortwin Depoortere,
Marc Verwilghen, minister van Economie,
Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid
Question de Mme Trees Pieters au ministre de
l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "la transposition
de la directive 2001/84/CE relative au droit de
suite au profit de l'auteur d'une oeuvre d'art
originale" (n° 10890)
29
Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de minister
van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de omzetting van
richtlijn 2001/84/EG betreffende het volgrecht ten
behoeve van de auteur van een oorspronkelijk
kunstwerk" (nr. 10890)
29
Orateurs: Trees Pieters, Marc Verwilghen,
ministre de l'Économie, de l'Énergie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique
Sprekers: Trees Pieters, Marc Verwilghen,
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid
Question de M. Dirk Claes au ministre de
l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "le recours
insuffisant au fonds de promotion du
remplacement des compteurs simple tarif par des
compteurs bihoraires et les conséquences pour
les consommateurs" (n° 10892)
32
Vraag van de heer Dirk Claes aan de minister van
Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "het onvoldoende
gebruik van het fonds ter stimulering van het
vervangen van meters met enkelvoudig tarief door
tellers met tweevoudig tarief en de gevolgen
hiervan voor de consument" (nr. 10892)
32
Orateurs: Dirk Claes, Marc Verwilghen,
ministre de l'Économie, de l'Énergie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique
Sprekers: Dirk Claes, Marc Verwilghen,
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid
Question de M. Jacques Germeaux au ministre de
l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "la facturation à
la population de la consommation d'électricité
illégale" (n°s 10900+11002)
34
Vraag van de heer Jacques Germeaux aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "de
aanrekening van illegaal afgetapte stroom aan de
bevolking" (nrs. 10900+11002)
34
Orateurs:
Jacques Germeaux, Marc
Verwilghen, ministre de l'Économie, de
l'Énergie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique
Sprekers:
Jacques Germeaux, Marc
Verwilghen, minister van Economie, Energie,
Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid
Question de M. Jacques Germeaux au vice-
premier ministre et ministre des Finances sur "la
facturation illégale de coûts supplémentaires aux
personnes ayant contracté un crédit hypothécaire"
(n° 11003)
36
Vraag van de heer Jacques Germeaux aan de
vice-eerste minister en minister van Financiën
over "de illegale aanrekening van bijkomende
kosten aan houders van een hypothecair krediet"
(nr. 11003)
36
Orateurs:
Jacques Germeaux, Marc
Verwilghen, ministre de l'Économie, de
l'Énergie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique
Sprekers:
Jacques Germeaux, Marc
Verwilghen, minister van Economie, Energie,
Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid
Question de Mme Simonne Creyf au ministre de
l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "le retrait de
l'Énergie du portefeuille des Affaires
économiques" (n° 10911)
37
Vraag van mevrouw Simonne Creyf aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "het
verdwijnen van energie uit de portefeuille van
Economische Zaken" (nr. 10911)
37
Orateurs: Simonne Creyf, Marc Verwilghen,
ministre de l'Économie, de l'Énergie, du
Sprekers: Simonne Creyf, Marc Verwilghen,
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
CRIV 51
COM 909
28/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
iii
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique
Handel en Wetenschapsbeleid
Question de Mme Simonne Creyf au ministre de
l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "le projet du
gouvernement visant à mieux réglementer le
crédit à la consommation" (n° 10997)
39
Vraag van mevrouw Simonne Creyf aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "het plan van
de regering om het consumentenkrediet aan te
pakken" (nr. 10997)
39
Orateurs: Simonne Creyf, Marc Verwilghen,
ministre de l'Économie, de l'Énergie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique
Sprekers: Simonne Creyf, Marc Verwilghen,
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid
Question de Mme Simonne Creyf au ministre de
l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "les mesures
annoncées en matière d'assurance
hospitalisation" (n° 11029)
41
Vraag van mevrouw Simonne Creyf aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "de
aangekondigde maatregelen met betrekking tot
de hospitalisatieverzekering" (nr. 11029)
41
Orateurs: Simonne Creyf, Marc Verwilghen,
ministre de l'Économie, de l'Énergie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique
Sprekers: Simonne Creyf, Marc Verwilghen,
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid
Question de M. Francis Van den Eynde au
ministre de l'Économie, de l'Énergie, du
Commerce extérieur et de la Politique scientifique
sur "l'indemnisation par l'Office national du
Ducroire de l'usine d'armement wallonne New
Lachaussée" (n° 10917)
43
Vraag van de heer Francis Van den Eynde aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "de
schadeloosstelling door de Nationale
Delcrederedienst van de Waalse wapenfabriek
New Lachaussée" (nr. 10917)
43
Orateurs: Francis Van den Eynde, Marc
Verwilghen, ministre de l'Économie, de
l'Énergie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique
Sprekers: Francis Van den Eynde, Marc
Verwilghen, minister van Economie, Energie,
Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid
Question de Mme Anne-Marie Baeke au ministre
de l'Économie, de l'Énergie, du Commerce
extérieur et de la Politique scientifique sur
"l'incidence des nouvelles évolutions dans le
monde musical sur les droits d'auteur" (n° 11053)
45
Vraag van mevrouw Anne-Marie Baeke aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "de gevolgen
van nieuwe evoluties in de muziekwereld op
auteursrechten" (nr. 11053)
45
Orateurs:
Anne-Marie Baeke, Marc
Verwilghen, ministre de l'Économie, de
l'Énergie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique
Sprekers:
Anne-Marie Baeke, Marc
Verwilghen, minister van Economie, Energie,
Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid
Question de Mme Karine Lalieux au ministre de
l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "la vente de
tickets de concert" (n° 10966)
47
Vraag van mevrouw Karine Lalieux aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "de verkoop
van concerttickets" (nr. 10966)
47
Orateurs: Karine Lalieux, Marc Verwilghen,
ministre de l'Économie, de l'Énergie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique
Sprekers: Karine Lalieux, Marc Verwilghen,
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid
Question de Mme Maya Detiège au ministre de
l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "les
conséquences éventuelles pour la Belgique d'une
amende infligée à AstraZeneca" (n° 10972)
51
Vraag van mevrouw Maya Detiège aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "mogelijke
gevolgen voor België van een boete aan
AstraZeneca" (nr. 10972)
50
Orateurs: Maya Detiège, Marc Verwilghen,
ministre de l'Économie, de l'Énergie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique
Sprekers: Maya Detiège, Marc Verwilghen,
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid
28/03/2006
CRIV 51
COM 909
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
iv
Question de Mme Muriel Gerkens au ministre de
l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "l'avis de la
CREG sur le projet de fusion de Suez avec Gaz
de France" (n° 10937)
52
Vraag van mevrouw Muriel Gerkens aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "het advies
van de CREG over de geplande fusie van Suez
en Gaz de France" (nr. 10937)
53
Orateurs: Muriel Gerkens, Marc Verwilghen,
ministre de l'Économie, de l'Énergie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique
Sprekers: Muriel Gerkens, Marc Verwilghen,
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid
Question de Mme Muriel Gerkens au ministre de
l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "la vente de
3 sites de production par Electrabel" (n° 10938)
55
Vraag van mevrouw Muriel Gerkens aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "de verkoop
van 3 productiesites door Electrabel" (nr. 10938)
55
Orateurs: Muriel Gerkens, Marc Verwilghen,
ministre de l'Économie, de l'Énergie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique
Sprekers: Muriel Gerkens, Marc Verwilghen,
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid
Question de Mme Muriel Gerkens au ministre de
l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "les suites de
l'accord entre les États-Unis et l'Inde en matière
de politique nucléaire sur la politique belge en
matière d'exportation de matières et
d'équipements nucléaires" (n° 11026)
57
Vraag van mevrouw Muriel Gerkens aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "de gevolgen
van het akkoord tussen de Verenigde Staten en
India inzake nucleair beleid voor het Belgisch
uitvoerbeleid van kernmateriaal en kernuitrusting"
(nr. 11026)
57
Orateurs: Muriel Gerkens, Marc Verwilghen,
ministre de l'Économie, de l'Énergie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique
Sprekers: Muriel Gerkens, Marc Verwilghen,
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid
CRIV 51
COM 909
28/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DE L'ECONOMIE,
DE LA POLITIQUE SCIENTIFIQUE,
DE L'EDUCATION, DES
INSTITUTIONS SCIENTIFIQUES
ET CULTURELLES NATIONALES,
DES CLASSES MOYENNES ET DE
L'AGRICULTURE
COMMISSIE VOOR HET
BEDRIJFSLEVEN, HET
WETENSCHAPSBELEID, HET
ONDERWIJS, DE NATIONALE
WETENSCHAPPELIJKE EN
CULTURELE INSTELLINGEN, DE
MIDDENSTAND EN DE
LANDBOUW
du
MARDI
28
MARS
2006
Après-midi
______
van
DINSDAG
28
MAART
2006
Namiddag
______
De vergadering wordt geopend om 14.11 uur door de heer Paul Tant, voorzitter.
La séance est ouverte à 14.11 heures par M. Paul Tant, président.
01 Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de minister van Middenstand en Landbouw over "de
resultaten van de internetpeiling voor Delta Lloyd" (nr. 10909)
01 Question de Mme Trees Pieters à la ministre des Classes moyennes et de l'Agriculture sur "les
résultats du sondage réalisé par internet pour Delta Lloyd" (n° 10909)
01.01 Trees Pieters (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, op 16 maart jongstleden heeft ons opnieuw een
onrustwekkend bericht bereikt via de krant De Standaard. Er zou een
internetpeiling gebeurd zijn voor Delta Lloyd. Daaruit blijkt dat het
ondernemingsklimaat in dit land niet aanzet tot het opstarten van een
eigen zaak. De belangrijkste factor tegen een eigen zaak te beginnen
is vooral het financiële risico.
Zij die een zelfstandig ondernemerschap overwegen, maken zich
vooral zorgen over wat er gebeurt in geval van ziekte of van
faillissement. De grote onzekerheid op dat vlak vormt voor heel wat
kandidaat-starters-ondernemers een hoge drempel. Ook het
ontbreken van het nodige kapitaal en de gebrekkige sociale zekerheid
vormen belangrijke struikelblokken. Verder blijkt uit die peiling ook dat
slechts 7% tevreden is over de steun van de overheid.
Mevrouw de minister, in hetzelfde artikel reageert u en zegt dat u
reeds heel wat maatregelen ten gunste van de zelfstandigen
doorgevoerd hebt. De maatregelen die u totnogtoe nam, blijken echter
onvoldoende duidelijk te zijn en slaan niet aan.
Daarom vraag ik u welke concrete stappen u zal ondernemen om het
aantal zelfstandigen te verhogen.
Ten tweede, wil ik in deze context stellen dat InforVBO dezelfde dag
meldde dat de regering ook voor 2006 de verlenging van de forfaitaire
01.01 Trees Pieters (CD&V):
Dans son édition du 16 mars
2006, le Standaard se faisait
l'écho d'un sondage réalisé sur
l'internet pour Delta Lloyd, dont il
ressort que le climat d'entreprise
belge n'est pas favorable à la
création d'une entreprise propre.
L'importante incertitude quant aux
conséquences d'une maladie de
longue durée ou d'une faillite,
constitue toujours un frein
important. Le manque de capitaux
et les lacunes de la sécurité
sociale constituent d'autres
écueils. Par ailleurs, 7%
seulement des personnes
interrogées sont satisfaites de
l'aide apportée par les pouvoirs
publics, même si la ministre a
souligné dans l'article qu'elle a
déjà pris de nombreuses mesures.
Que pense la ministre de cette
enquête? Que fera-t-elle pour
augmenter le nombre
d'indépendants?
28/03/2006
CRIV 51
COM 909
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
jaarlijkse vennootschapsbijdrage plant. Dat hadden wij wel gedacht.
Belangrijk hierbij is het voorstel om toch minstens een recht op
terugbetaling te verlenen aan die vennootschappen die de bijdragen
voor 2006 effectief zullen betaald hebben op het einde van het jaar,
maar achteraf, nog tijdens 2006, aan vrijstellingsvoorwaarden zullen
voldoen en kunnen voldoen, zoals een faillissement, een gerechtelijk
akkoord of een vereffening.
Dit werd echter niet goedgekeurd wanneer dit besproken is. Volgens
dat artikel vreest men daarenboven dat de bijdrage voor de grotere
vennootschappen opnieuw gevoelig zal verhoogd worden.
Ten eerste, wat denkt u van die internetpeiling?
Ten tweede, zal het terugbetalingsrecht inderdaad geschrapt worden
en worden de tarieven van de vennootschapsbijdrage voor de grotere
bedrijven en eventueel ook de kleine bedrijven verhoogd?
Le bulletin InforFEB du 16 mars
2006 indique que le gouvernement
souhaite prolonger en 2006 la
cotisation annuelle forfaitaire des
sociétés. Cependant, il n'y aurait
pas de droit au remboursement
pour les sociétés qui satisfont aux
conditions d'exemption après avoir
déjà payé la cotisation 2006. De
plus, la cotisation risque
d'augmenter sensiblement pour
les grandes entreprises. Ces
informations sont-elles exactes?
01.02 Minister Sabine Laruelle: Mijnheer de voorzitter, de verhoging
van het aantal zelfstandigen is zeker de kern van mijn bezorgdheden.
Ik kan slechts verwijzen naar mijn algemene beleidsnota waarin de
concrete maatregelen, die ik terzake voorzie, uitvoerig worden
besproken.
Er zullen acties worden gevoerd inzake communicatie en
sensibilisering, bijvoorbeeld informatie aan de leerlingen die achttien
jaar oud zijn.
Wat het recht op terugbetaling betreft, voorziet het koninklijk besluit
van 15 maart 1993 in een aantal gevallen waarop de jaarlijkse
bijdrage ten laste van de vennootschappen niet verschuldigd is. De
toenmalige regering had evenwel vooropgesteld dat indien in die
gevallen de bijdrage evenwel werd betaald, ze niet kan worden
terugbetaald. Het is juist dat er discussies hebben plaatsgevonden
over de gegrondheid van deze maatregel.
Voor dezelfde redenen als in 1993, meer bepaald de zware
administratieve last voor de sociale verzekeringsfondsen, werd
overeengekomen deze maatregelen te behouden, rekening houdend
met het geringe aantal gevallen.
Wat betreft de bedragen die voor 2006 zullen worden geïnd, kan ik u
tot op heden geen antwoord geven, aangezien de regering zich nog
niet over dat ontwerp heeft uitgesproken. We spreken over dit
ontwerp tijdens ons budgettair overleg en discussie, die nog niet
beëindigd is. Indien er een verhoging is, zal ze in geen geval de
eenvoudige indexeringstoepassing overschrijden.
01.02 Sabine Laruelle, ministre:
La hausse du nombre
d'indépendants est ma principale
préoccupation. Je me réfère à ma
note de politique générale, où les
mesures concrètes sont évoquées
en détails. Des campagnes
d'information seront menées,
notamment auprès des étudiants
de 18 ans.
L'arrêté royal du 15 mars 1993
définit les cas dans lesquels les
sociétés ne sont pas redevables
de la cotisation. Le gouvernement
de l'époque a décidé de ne pas
prévoir de droit de remboursement
dans ces cas. Des discussions ont
cependant eu lieu quant au bien-
fondé de cette mesure.
Eu égard aux lourdes charges
administratives que supportent les
caisses d'assurances sociales et
au faible nombre de cas, le
maintien de la mesure a été
convenu. Pour les montants qui
seront perçus en 2006, le
gouvernement ne s'est pas encore
prononcé sur le projet, qui sera
examiné lors des négociations
budgétaires. Une majoration
éventuelle ne dépassera en aucun
cas la simple application de
l'indexation.
01.03 Trees Pieters (CD&V): Ik dank de minister voor het antwoord.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
CRIV 51
COM 909
28/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
Voorzitter: Trees Pieters.
Présidente: Trees Pieters.
02 Interpellatie van de heer Paul Tant tot de minister van Middenstand en Landbouw over "de crisis in
de sierteeltsector ten gevolge van de koude winter en de daaraan verbonden hoge stookkosten"
(nr. 827)
02 Interpellation de M. Paul Tant au ministre des Classes moyennes et de l'Agriculture sur "la crise qui
frappe le secteur de l'horticulture ornementale par suite des températures hivernales particulièrement
basses et des frais élevés de chauffage qui en découlent" (n° 827)
02.01 Paul Tant (CD&V): Mevrouw de voorzitter, mevrouw de
minister, het is niet de eerste keer dat wij over deze aangelegenheid
in de commissie van gedachten kunnen wisselen. Als mijn geheugen
mij niet in de steek laat, dan heb ik u al in de loop van de maand
november ondervraagd over hetzelfde onderwerp en aangedrongen
op maatregelen van regeringswege.
Ik formuleer nog even het probleem in algemene termen. Wij zijn niet
zo talrijk, maar ik meen dat de aanwezigen wel weten dat het
leeuwenaandeel van de verwarmingskosten in de glastuinbouwsector
wordt opgeëist door olie en gas. Wij weten ondertussen dat er een
stijging was van de olieprijs met ongeveer 45%. Bovendien is er een
stijging van de aardgasprijs met 60%. Het is misschien een beetje
eigenaardig dat die stijging zich nu nog meer geprononceerd
voordoet, wat aardgas betreft, maar om dit te begrijpen, moet men
weten dat er een bijzonder systeem is van prijszetting is voor aardgas.
De gasprijs volgt als het ware de olieprijs, met een vertraging van
ongeveer zes maanden. Dat betekent dat wij nu stilaan in de hoogste
prijzen terechtkomen, gezien het tijdsverloop en het moment waarop
de olieproducten het duurst waren. Dat vertaalt zich nu in toenemende
mate in de gasprijs. Het betekent ook dat de mensen die mede de
raad van de regering gevolgd hebben om progressief en om
milieutechnische redenen gebruik te maken van aardgas, vandaag de
rekening daarvoor betalen, in de volle betekenis van het woord.
Daarbij komt dat de langdurige winterperiode die nu hopelijk sinds
een paar dagen helemaal achter de rug is, op zich bijkomende extra
kosten met zich meegebracht heeft.
Mevrouw de minister, in november 2005 verwees u nog, voor een
belangrijk gedeelte, naar de bevoegdheden van de Gewesten en de
Gemeenschappen terzake.
Ik heb wat informatie ingewonnen en heb vernomen dat de Vlaamse
regering onder impuls van Vlaams minister-president Leterme, reeds
een aantal initiatieven heeft genomen. Ik som ze even op: het uitstel
van kapitaalsaflossing op basis van individuele dossiers, de
herfinanciering van bestaande investeringskredieten en de
mogelijkheid voor gespecialiseerde tuinbouwbedrijven tot het
aanvragen van overbruggingskredieten. Men heeft op dat niveau toch
reeds wat actie ondernomen.
Het moet worden gezegd dat er op federaal vlak een actieplan was
om alle energieproducten gebruikt voor land- en tuinbouw vrij te
stellen van accijnzen en energiebijdrage. In het verleden was dit reeds
het geval voor lichte en extra zware stookolie, alsook voor de
grootverbruikers van aardgas en hoogspanningsklanten elektriciteit.
02.01 Paul Tant (CD&V): Dans ce
dossier, j'ai déjà insisté en
novembre 2005 pour que le
gouvernement prenne des
mesures. Le mazout et le gaz
constituent la majeure partie des
frais de chauffage dans le secteur
de l'horticulture en serres. Le prix
du mazout a augmenté d'environ
45 % et le prix du gaz naturel
d'environ 60 %. L'augmentation du
prix du gaz atteint actuellement de
telles proportions, parce que le
prix du gaz naturel suit toujours
celui du mazout avec six mois de
décalage. Les personnes qui ont
suivi les conseils du
gouvernement et qui utilisent le
gaz naturel pour des raisons
techniques et environnementales
en font les frais. L'hiver prolongé a
engendré des coûts
supplémentaires. En novembre, la
ministre s'est référée pour une
large part aux compétences des
Régions et des Communautés. Le
gouvernement flamand a déjà pris
plusieurs initiatives, notamment le
report des remboursements de
capital sur la base de dossiers
individuels, le refinancement des
crédits d'investissement existants
et des crédits de soudure pour les
entreprises horticoles
spécialisées. Grâce au plan
d'action fédéral, les petits
consommateurs de gaz naturel et
les clients basse tension sont
exemptés du paiement des
accises et de la cotisation sur
l'énergie.
Cette décision remonte déjà à la
fin 2004, mais l'arrêté ministériel
n'a été approuvé que le 9
novembre 2005. La semaine
passée, un représentant du
28/03/2006
CRIV 51
COM 909
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
Voortaan worden trouwens ook de kleinverbruikers aardgas - minder
dan 977 megawattuur - en de laagspanningsklanten elektriciteit en
land- en tuinbouw vrijgesteld van accijnzen en energiebijdrage. Ik leg
er echter de nadruk op dat het enkel gaat om kleinverbruikers.
Ik wil mijn spijt uitdrukken over deze beslissing die eind 2004 werd
genomen, maar pas uitwerking kreeg op 9 november 2005 omdat dan
pas het ministerieel besluit ter uitvoering werd goedgekeurd.
Het probleem blijft op dit ogenblik in elk geval bijzonder scherp
gesteld. Ik weet niet of sommige aanwezigen in deze vergadering de
televisie-uitzending van vorige week vrijdag hebben gezien waar een
van de eminente vertegenwoordiger van de glastuinbouwsector - ik
ken de man in kwestie; hij is niet iemand die met een riek schrijft of
vlug overdrijft, maar veeleer een zakelijk type - waarschuwde voor het
feit dat indien deze prijzen een tijdlang aanhouden - een gevolg van
het prijsmechanisme waardoor de verhoogde stookolieprijs wordt
vertaald in de gasprijs - er onvermijdelijk een aantal faillissementen
zouden plaatsvinden en dat de tewerkstelling daaronder zou lijden.
Laten we immers niet vergeten dat de sector staat voor een voltijds
arbeidsequivalent van ongeveer 10.000 werknemers. Dat is toch een
niet-onbelangrijk aantal mensen.
De sector klopte reeds herhaaldelijk aan bij de federale regering met
omstandige nota's en een korf vol voorstellen en desiderata, tot op
heden echter zonder effect. De enige maatregel heb ik daarnet
aangehaald en deze geldt dan nog niet voor de grootverbruikers van
gas. Men heeft totnogtoe geen afdoend antwoord gekregen.
Mag ik u enkele van die ideeën in herinnering brengen, want
ondertussen zouden die toch op de regeringsbanken moeten beland
zijn.
Mevrouw de minister, ik weet dat u voor een aantal dingen wellicht zal
verwijzen naar andere ministers die bevoegd zijn voor het nemen van
specifieke maatregelen. Ik ben het daarmee eens. Alleen kan worden
verwacht dat een minister voor Landbouw die de zorg voor de sector
als een van haar bevoegdheden heeft, het mogelijke doet om haar
collega's tot nuttige actie te bewegen. Ook daarvoor dient het overleg
op de regeringsbanken, denk ik.
Een van de voorstellen die al een tijdje ter tafel liggen en dat enig
soelaas zou kunnen bieden, zonder dat de regering met middelen of
maatregelen over de brug moet komen, is het aanleggen of laten
aanleggen van een energieprovisie. Dat komt hierop neer dat men in
de boekhouding de mogelijkheid zou laten om bij het afsluiten van de
boekhouding 2005 een provisie aan te leggen, wat natuurlijk effect
heeft op de gerealiseerde winst, maar wat dan ook kan gebruikt
worden als een overbruggingskrediet. Bovendien kunnen de verliezen
die men in 2006 lijdt op die manier een stukje worden
gecompenseerd. Persoonlijk vind ik dit een goede, nuttige maatregel,
die risicospreiding in de tijd toelaat.
Eind november werd staatssecretaris Jamar in de commissie voor de
Financiën ondervraagd door collega Muyle. Op basis van het
antwoord van de staatssecretaris zag het er op een bepaald moment
goed uit. Er moest alleen nog gewacht worden op de schriftelijke
bevestiging via het antwoord op de vraag van mevrouw Muyle.
secteur de l'horticulture sous serre
a lancé une mise en garde,
soulignant le risque de faillites et
de pertes d'emplois si les prix se
maintiennent encore longtemps à
un tel niveau. Il s'agit d'un secteur
qui compte 10 000 emplois à
temps plein.
Le secteur a déjà fait part, à
plusieurs reprises, de ses souhaits
au gouvernement. La seule
mesure qui a été prise, et que j'ai
évoquée tout à l'heure, ne vaut
pas pour les grands
consommateurs de gaz. Jusqu'à
présent, le secteur n'a pas encore
obtenu de réponse convaincante.
La ministre de l'Agriculture doit
tout faire pour exhorter ses
collègues habilités à prendre des
mesures spécifiques à passer à
l'action. Une des mesures
susceptibles d'apporter un certain
soulagement est la constitution
d'une provision énergétique lors
de la clôture de l'exercice
comptable 2005. Une telle
opération a un impact sur le
bénéfice réalisé, lequel peut servir
de crédit de soudure et compenser
en partie les pertes subies en
2006. En résumé, cette mesure
permet une répartition des risques
dans le temps. À la fin novembre,
le secrétaire d'État Jamar a
répondu à Mme Muylle qu'il ne
restait plus qu'à attendre une
confirmation écrite.
Nous sommes toutefois fin mars et
le gouvernement n'a pas encore
pris position. Les comptes vont
être clôturés. Si l'on souhaite agir,
c'est maintenant qu'il faut le faire.
La ministre doit exhorter sa
collègue à convertir les
engagements en décisions
concrètes. La situation finit par
s'apparenter à une négligence
coupable. Aucune réduction n'est
prévue pour la facture énergétique
des grands consommateurs de
gaz.
Dans le secteur de
l'horticulture en serres, ceux qui
ont évolué avec leur temps et sont
passés au chauffage au gaz sont
encore plus touchés. Il est
CRIV 51
COM 909
28/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
Ondertussen is het wel einde maart en heeft de regering nog steeds
geen standpunt ingenomen. Als men iets wil doen, moet men dat
dringend doen. Nu is men immers bezig met het afsluiten van de
boeken. Als men provisies wil aanleggen, moet dat nu gebeuren. Het
lijkt mij niet te veel gevraagd dat u zou proberen uw collega zo ver te
brengen dat hij de beloften en engagementen die hij hierover is
aangegaan ten nutte van de sector die u geacht wordt te
vertegenwoordigen en te behartigen, in concrete beslissingen zou
omzetten.
Op de duur ben ik geneigd om te spreken over verzuim en zelfs
schuldig verzuim: maatregelen aankondigen, mensen een greintje
hoop geven terwijl zij in toenemende mate door de bijzondere
weersomstandigheden eerder met verscherpte problemen worden
geconfronteerd.
Een ander probleem waarover ik het al had is dat er voor de
grootverbruikers van gas geen enkele korting op de energiefactuur
bestaat.
De meeste mensen weten dat niet. Van die sector, met name de
glastuinbouw, moet men het economisch belang niet overdrijven maar
men mag het zeker ook niet minimaliseren. Vooral diegenen van de
sector die met hun tijd mee willen evolueren en die ingegaan zijn op
de suggestie van overheidswege om, in plaats van te verwarmen met
stookolie of met steenkool of wat dan ook, eerder om te schakelen
naar gas, zijn nu extra het slachtoffer. Ik meen dat het woord niet
overdreven is.
In feite komt het er op neer dat de goede leerlingen eigenlijk het
meest het slachtoffer zijn. Ik meen dat dit op zich moeilijk duldbaar is.
De vraag is, mevrouw de minister, kan er in België zoals in Nederland
geen tijdelijke constructie opgezet worden die bijvoorbeeld de
zogenaamde G-prijs, de grenswaarde van het gas, in plaats van over
een tijdsinterval van 7 maanden te bepalen, te spreiden over een
periode van 12 maanden? U begrijpt dat wanneer men een langere
referentieperiode krijgt ik heb het over de referentieperiode men
natuurlijk een automatische bijsturing krijgt van de pieken. Dan zal
men dus op het moment dat het schoentje het meeste nijpt het meest
geholpen worden.
In Nederland bijvoorbeeld is die regel van 12 maanden op dit
ogenblik, zij het eenmalig, van kracht. Indien België dat principe
eenmalig zou hanteren zou de hoogste prijs pas in de zomer moeten
worden betaald, op het moment dat de stookkosten minder hoog zijn.
Dat komt er nog bij, als men de evolutie van de seizoenen in rekening
brengt.
De vraag is, mevrouw de minister, of u bereid bent die maatregel op
korte termijn aan te kaarten binnen de regering? Of voorziet u een
andere vorm van compensatie?
Ik herhaal: in godsnaam, denk niet dat ik hier zomaar, omdat mij dit
de kans geeft een interpellatie te houden, deze gelegenheid aangrijp.
Ik probeer de tolk te zijn, welmenend, van een reële zorg, niet in het
minst van de meer dynamische mensen van die sector, die een niet
difficilement tolérable que les bons
élèves soient les dupes. Pourquoi
ne pas mettre en place, comme
aux Pays-Bas, une construction
qui permettrait de baser le prix
frontière du gaz sur une période
de référence de douze plutôt que
de sept mois?
Si cette mesure était appliquée
chez nous, le prix le plus élevé ne
devrait être payé qu'en été, alors
que les coûts de chauffage sont
moins élevés.
La ministre veut-elle soumettre
cette mesure rapidement au
gouvernement? Une autre forme
de compensation est-elle prévue?
Cette problématique touche les
acteurs les plus dynamiques du
secteur. À l'occasion de ma
précédente interpellation, la
ministre a répondu qu'elle
demanderait à la Commission de
dispense des cotisations une
analyse des dossiers du secteur
horticole qui consomme beaucoup
d'énergie.
A-t-on déjà enregistré des
résultats? Quand sera-ce le cas?
Le secrétaire d'État, M. Jamar,
devait consulter les secteurs et
formuler des propositions si
nécessaire. L'a-t-il déjà fait?
28/03/2006
CRIV 51
COM 909
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
onbelangrijke bijdrage leveren inzake economische activiteit en
inzake tewerkstelling.
Daarnaast, mevrouw de minister, wil ik kort even terugkomen op
sommige van uw antwoorden op mijn vorige interpellatie. U had het
toen over de analyse die u zou laten maken door de Commissie voor
Vrijstelling van Bijdragen in verband met de dossiers over de
tuinbouwsector, als een sector die veel energie verbruikt. Mijn vraag is
of die analyse al iets heeft opgeleverd? Zijn daar al resultaten van
bekend? Zo niet, voor wanneer zijn zij voorzien?
Mevrouw de minister, bij gelegenheid van de vorige interpellatie
maakte u zich sterk dat staatssecretaris Jamar de verschillende
sectoren had ontmoet en nog verder zou ontmoeten en dat hij, indien
nodig, nieuwe voorstellen zou voorleggen aan de regering. Is er op
dat vlak iets gebeurd? Is er enig voorstel gekomen? Bent u bereid om
daarop aan te dringen opdat er alsnog effectief concrete maatregelen
zouden worden genomen?
Mevrouw de minister, dat zijn de vragen die ik u wilde voorleggen. Ik
kijk uit naar uw antwoord.
02.02 Minister Sabine Laruelle: Mevrouw de voorzitter, mijnheer
Tant, in antwoord op uw eerste vraag zou ik u eraan willen herinneren
dat de federale regering reeds maatregelen heeft getroffen krachtens
artikel 429, §2, punt i, van de programmawet van 27 december 2004.
Ik herhaal dat gasoline, kerosine, zware stookolie, LPG, aardgas,
elektriciteit, kolen, cokes en bruinkool, uitsluitend gebruikt voor
landbouw, tuinbouw, visteelt en bosbouwwerkzaamheden, onder
speciaal toezicht van accijnzen worden vrijgesteld.
De tweede vraag valt onder de bevoegdheid van mijn collega van
Energie, de heer Marc Verwilghen. Hij deelde mij mee dat de G-
waarde slechts gedeeltelijk in de prijs tussenkomt. Voornoemde
waarde wordt niet gereglementeerd, maar wordt op lange termijn in
de contracten met de gasleveranciers vastgelegd.
De steun aan landbouwbedrijven of aan bedrijven in moeilijkheden is
de uitsluitende bevoegdheid van de Gewesten. Ik herinner u eraan dat
in geval van financiële moeilijkheden de zelfstandigen een aanvraag
tot vrijstelling van sociale bijdragen bij de Commissie voor Vrijstelling
van Bijdragen kunnen indienen. Er werden echter niet meer dossiers
dan vroeger door de sector ingediend.
Ten slotte, ik heb van de specifieke sector geen concrete vragen over
concrete dossiers gekregen.
02.02 Sabine Laruelle, ministre:
En vertu de la loi-programme de
décembre 2004, le gouvernement
fédéral a déjà octroyé une
exonération d'accises aux
secteurs agricole et horticole. M.
Verwilghen m'informe que la
valeur G n'est que partiellement
intégrée au prix. Il n'existe aucune
réglementation en la matière, tout
dépend de l'accord contractuel
avec les fournisseurs de gaz.
L'aide économique aux
entreprises agricoles relève des
compétences régionales. Les
indépendants qui rencontrent des
difficultés de paiement peuvent
bien sûr demander une
exonération de cotisations
sociales mais le nombre de
dossiers déposés par ces secteurs
n'a apparemment pas augmenté.
02.03 Paul Tant (CD&V): Mevrouw de minister, als ik het goed
begrijp dan hebben we te maken met een absolute standstill. De
regering zit erbij en kijkt ernaar, doet niets. Ik reken u dit persoonlijk
aan, mevrouw de minister, u die geacht wordt deze sector vrij goed te
kennen en ervoor betaald wordt om op te komen voor de belangen
van deze mensen. U steekt uw paraplu open en u wijst naar anderen
die iets zouden moeten doen.
U kunt enkel verwijzen naar maatregelen die dateren van 2004 en die
nog een jaar hebben moeten wachten op concrete uitvoering, met
02.03 Paul Tant (CD&V): Nous
nous trouvons manifestement
dans une situation de statu quo
complet. Le gouvernement n'agit
pas. J'estime que la ministre est
personnellement responsable de
cette situation car c'est à elle de
défendre les indépendants. Elle se
borne à se référer aux mesures de
2004, qui n'ont été exécutées
CRIV 51
COM 909
28/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
name november 2005. Als dat de wijze is, mevrouw de minister,
waarop u de belangen behartigt van de sector, dat wil zeggen de
mensen die met eigen investeringen proberen een boterham te
verdienen, dan moet ik zeggen dat zij in een allesbehalve rooskleurige
situatie zitten.
Mevrouw de minister, u verwijst nog eens, bijna tot in den treure, naar
wat er in 2004 werd beslist. Is er sedertdien dan geen crisis?
qu'en novembre 2005. Si c'est
ainsi qu'elle défend les intérêts
des indépendants, ceux-ci
n'auront pas la vie facile.
02.04 Minister Sabine Laruelle: Minder dan geen accijnzen is
onmogelijk, mijnheer Tant. Voor de G-waarden heb ik een antwoord
gegeven en voor de rest kan de sector misschien beter de
institutionele bevoegdheden van de verschillende ministers van de
Gewesten en de federale overheid bekritiseren. De politieke
verantwoordelijkheid inzake de economische toestand en de
economische moeilijkheden op het vlak van land- en tuinbouw, visserij
en bosbouw ligt bij de Gewesten en dit al vanaf 2001. Ik heb dat niet
gevraagd maar het is wel zo.
02.04 Sabine Laruelle, ministre:
Je ne peux faire davantage que de
supprimer les accises. Et les
Régions sont compétentes, depuis
2001 déjà, pour l'aide économique
aux secteurs agricole et horticole.
02.05 Paul Tant (CD&V): Mevrouw de minister, is het juist of niet
juist dat de maatregel van 2004 niet van toepassing is op de
grootverbruikers? Ten tweede, is het juist of niet juist dat een jaar
moest worden gewacht op de uitvoeringsbesluiten dienaangaande?
Ten derde, wat betreft de zogenaamde G-waarde, verwijs ik naar
Nederland. Nederland kon blijkbaar wel ingrijpen. Waarom zou dit dan
in België niet kunnen? Tenzij dat de lethargie erbij zitten en ernaar
kijken het enige devies is van deze regering, en met name van de
minister van landbouw, wat ik betreur.
Het heeft niet veel zin dat we daar voor de rest nog veel woorden aan
besteden. Ik vind persoonlijk, mevrouw, dat u de sector
doodeenvoudig in de steek laat. Ik zal ze dat ook te gepasten tijde
weten mee te delen. Ik zeg dat niet met genoegen. U moet de
mensen eens kennen die inderdaad voor een goed deel op dit
ogenblik in een acute noodsituatie zitten. Mocht u dan tenminste nog
het perspectief openen, zij het in algemene termen in de zin te
proberen dit probleem voor te leggen aan de regering, zou ik daar niet
direct genoegen mee nemen. Ik zeg dit vlak af. In dat geval zou u
evenwel tenminste nog enig perspectief bieden. Dat doet u nu niet. Ik
vind dit ik heb het woord al gebruikt schuldig verzuim.
Mevrouw de voorzitter, mevrouw de minister, ik zal een motie van
aanbeveling indienen, al is het alleen maar om de kans te hebben na
de vakantie, ook in de plenaire zitting van de Kamer, daar nog eens
hartsgrondig onze mening over te kunnen zeggen.
02.05 Paul Tant (CD&V): Est-il
exact, ou non, que les mesures de
2004 ne s'appliquent pas aux
grands consommateurs? N'est-il
pas vrai que l'exécution de ces
mesures s'est fait attendre près
d'un an? Pourquoi ne suivons-
nous pas l'exemple néerlandais en
ce qui concerne le paramètre G?
La ministre laisse tomber le
secteur! A l'heure où tant
d'entreprises sont dans la
détresse, elle devrait au moins
leur offrir des perspectives.
J'estime que son comportement
peut être qualifié de négligence
coupable et je dépose donc une
motion, ne serait-ce que parce que
cela nous permettra d'exprimer
encore une fois notre opinion sur
cette question en séance plénière.
Moties
Motions
Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.
En conclusion de cette discussion les motions suivantes ont été déposées.
Een motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Paul Tant en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellatie van de heer Paul Tant
en het antwoord van de minister van Middenstand en Landbouw,
dringt er bij de minister op aan
dat zij bij absolute prioriteit deze problematiek in de schoot van de regering aankaart en dat zij er bij de
28/03/2006
CRIV 51
COM 909
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
bevoegde ministers op aandringt zo snel mogelijk het nodige te doen om bijkomende faillissementen en het
bijhorend verlies aan arbeidsplaatsen te vermijden."
Une motion de recommandation a été déposée par M. Paul Tant et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de M. Paul Tant
et la réponse de la ministre des Classes moyennes et de l'Agriculture,
demande à la ministre
de veiller à ce que ce problème soit abordé par priorité au sein du gouvernement et d'insister auprès des
ministres compétents pour qu'ils prennent toutes les mesures nécessaires afin d'éviter de nouvelles faillites
et les pertes d'emploi qui en découlent."
Een eenvoudige motie werd ingediend door mevrouw Colette Burgeon.
Une motion pure et simple a été déposée par Mme Colette Burgeon.
Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.
03 Interpellatie van de heer Paul Tant tot de minister van Middenstand en Landbouw over "de aviaire
influenzacrisis in de Belgische pluimveeslachthuizen" (nr. 829)
03 Interpellation de M. Paul Tant à la ministre des Classes moyennes et de l'Agriculture sur "la crise
de l'influenza aviaire dans les abattoirs de volaille de Belgique" (n° 829)
03.01 Paul Tant (CD&V): Mevrouw de voorzitter, mevrouw de
minister, omdat ik interpelleer over de aviaire influenza, zou u kunnen
stellen dat dat tot het bevoegdheidsdomein van de minister van
Volksgezondheid behoort, zodat u er daarmee vanaf bent.
Zulke afwimpelingen zijn nogal eens de gewoonte. De waarheid is
echter dat er grote economische gevolgen zijn aan de aviaire
influenza. Het is namelijk nogal duidelijk dat ministers, wanneer het
erop aankomt ik herhaal dat nog eens even concrete maatregelen
te nemen, zij op mekaar zijn aangewezen. Als er fiscale maatregelen
genomen moeten worden, dan moeten bijvoorbeeld de minister van
Financiën en de staatssecretaris optreden.
Mevrouw de minister, ik dacht dat een en ander ook binnen de
bevoegdheidspakketten onder uw bevoegdheden valt. U bent
namelijk minister van Landbouw. U wordt dus geacht om voor de
economische activiteiten in die sector oog te hebben, met inbegrip
van de dierlijke sector. Daarover gaat het vandaag.
03.01 Paul Tant (CD&V): Cette
interpellation a trait aux
conséquences économiques de la
grippe aviaire. Je n'accepterai pas
que la ministre m'envoie promener
en me disant que l'objet de mon
interpellation est de la compétence
du ministre de la Santé. J'en ai
assez de voir les ministres se
rejeter constamment la
responsabilité les uns sur les
autres.
03.02 Jacques Germeaux (VLD): (...)
03.03 Paul Tant (CD&V): Collega, ik neem aan dat u dat niet zo
graag hoort. Maar ik ben het een beetje beu om onverantwoordelijke
ministers voortdurend de verantwoordelijkheid naar anderen te horen
doorschuiven, en te merken dat zij zelfs niet eens bereid zijn om in
algemene termen voor eigen sectoren op te komen. Dat is voor mij
onaanvaardbaar. Dan vraag ik mij af waarvoor een regering eigenlijk
nog bestaat, tenzij om ministers toe te laten ministertje te spelen.
Want dat gevoelen geeft het mij op dit moment. Als u de antwoorden
op mijn interpellatie van daarnet, en de vorige keer over de
glastuinbouw, gehoord zou hebben, dan zou u niet anders kunnen
dan mij gelijk geven. Ik weet wel dat het in uw positie wat moeilijker is
om uw mening te zeggen, maar daarom moeten wij dat met des te
meer duidelijkheid doen.
03.03 Paul Tant (CD&V): La
grippe aviaire a placé dans une
situation pénible les entreprises
d'abattage et de découpage des
volailles. Les chiffres d'abattage
se sont effondrés. Les
communiqués de presse relatifs à
la grippe aviaire ont provoqué une
chute de la consommation et les
chiffres de vente sont désastreux
depuis cinq mois. Les stocks
congelés ont connu une
croissance telle qu'on peut parler
CRIV 51
COM 909
28/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
Mevrouw de minister, door de aviaire influenza bevinden de Belgische
pluimveeslachterijen en de uitsnijderijen zich momenteel in een
penibele situatie. Dat is al uit allerlei soorten mediaberichten
gebleken. Heel acuut daarbij is natuurlijk het feit dat die
pluimveebedrijven op dit moment hun kippen aan de straatstenen niet
meer kwijt kunnen. De sector klaagt daarbij over een dramatische
evolutie in de slachtcijfers.
Een eerste inzinking deed zich voor in de periode november-
december 2005, een daling met ongeveer vijfhonderdduizend kippen.
Een tweede, zo mogelijk nog dramatischer terugval doet zich voor in
februari 2006 met een daling van ongeveer een miljoen kippen ten
opzichte van de normale activiteit.
Die cijfers, in combinatie met de zorgwekkende prijsevolutie, tonen
aan dat het niet gaat over een aanbodprobleem, maar over een
vraagprobleem. Inderdaad, de consument heeft in sterke mate
afgehaakt. De consumptie van het vlees van pluimvee is enorm
teruggelopen.
De verkoop is gedurende meer dan vijf maanden ondermaats en blijft
nog steeds verslechteren. Ten gevolge van deze exceptioneel slechte
verkoopscijfers zijn de diepvriesvoorraden inmiddels aangegroeid tot
wat men een echte kippenberg zou kunnen noemen. Dergelijke
voorraden aanhouden brengt natuurlijk ook navenante
financieringslasten en toenemende economische risico's met zich
mee. Er wordt nu reeds gesproken van ongeveer 30 miljoen kilogram
kippenvlees in koelhuizen, voornamelijk in de vorm van uitgesneden
vlees. Bovendien worden deze stocks dagelijks afgewaardeerd, ten
gevolge van de negatieve evolutie van de verkoopprijzen. Het spreekt
voor zich dat deze situatie zeer belastend en uitermate risicovol is
voor de Belgische pluimveeslachthuizen. Een snel herstel van de
marktsituatie wordt hoogst onwaarschijnlijk.
De situatie heeft in alle Europese lidstaten een substantiële invloed op
de consumptie. De terugval in november 2005 is daarbij een reactie
op de eerste gevallen aan de buitengrenzen van de Europese Unie en
in enkele zuidelijke lidstaten. De export naar derde landen is bijzonder
penibel en naar sommige klassieke landen en klanten onbestaand. In
minder dan vijf maanden is het exportvolume naar derde landen
gehalveerd. De meeste derde landen hebben nog geen officieel
embargo ingesteld, maar de negatieve berichtgeving en de sfeer
leiden ertoe dat de importeurs heel terughoudend en voorzichtig zijn.
Als voorbeeld kunnen wij stellen dat de meeste Afrikaanse landen in
feite inmiddels hebben afgehaakt, zonder embargo. Ik verwijs onder
meer naar Congo-Brazzaville, Senegal, Sao Tomé, enzovoort.
De houding van de importeurs wordt voornamelijk bepaald door de
voorzichtigheid en de voorzorg omtrent eventuele maatregelen die de
plaatselijke autoriteiten zouden kunnen afkondigen. Dat is afdoend,
als ontrading.
Mevrouw de minister, ik wil uw aandacht erop vestigen dat Frankrijk
en Italië, Europese lidstaten zoals wij, maatregelen hebben genomen.
Ik vermeld ze even. In Frankrijk werd 63 miljoen euro uitgetrokken,
waarvan 25 miljoen voor de pluimveehouders, waaronder 18 miljoen
schadevergoeding voor leegstand en schadevergoeding voor
aujourd'hui d'une montagne de
poulets, avec toutes les charges
de financement et les risques
économiques que cela comporte.
Les conteneurs frigorifiques
contiendraient déjà 30 millions de
kilos de viande de poulet. En
outre, ces stocks perdent chaque
jour de leur valeur. Et un
rétablissement rapide de cette
situation semble peu probable.
Les exportations ont diminué de
moitié en moins de cinq mois. Les
pays africains ont déjà
complètement décroché.
La France et l'Italie ont déjà pris
des mesures. Le gouvernement
français a dégagé 63 millions pour
aider le secteur de la volaille. Le
gouvernement italien, 220 millions.
La Belgique fera-t-elle également
un effort pour venir en aide au
secteur avicole?
AVEC, la fédération européenne
de l'industrie avicole, a introduit un
plan d'action auprès de la
Commission européenne pour
dégager des fonds destinés au
cofinancement notamment du
rachat d'oeufs à couver et de
stocks de produits surgelés et à
l'abattage de poules. Elle souhaite
également l'introduction d'une
clause visant à limiter les
importations et le lancement d'une
campagne pour restaurer la
confiance du consommateur. La
Belgique incitera-t-elle la
Commission européenne à
exécuter ce plan d'action?
Est-il exact que le Conseil
Agriculture de la semaine dernière
a décidé de modifier la législation
européenne pour rendre
impossible la concrétisation de la
proposition d'AVEC? Quelle est la
position de la Belgique à cet
égard? La décision prise lors du
Conseil européen de l'Agriculture
est-elle définitive ou le plan
d'action peut-il encore faire l'objet
de discussions?
28/03/2006
CRIV 51
COM 909
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
onverkoopbare broedeieren en eendagskuikens, 3 miljoen voor de
pluimveehouders in de beschermingszone rond de haard in Ain, 3
miljoen voor de vermindering van de sociale lasten en interestlasten
en 1 miljoen reserve voor de bedrijven met buitenloop.
Daarnaast werd 30 miljoen uitgetrokken voor de industrie, 2 miljoen
voor een televisiepromotiecampagne, 2,5 miljoen voor de voorlichting
van het grote publiek en ten slotte 3,5 miljoen voor de opvang van de
tijdelijke werkloosheid. Tot zover de samenstelling van de
maatregelen die men van Franse zijde heeft genomen ten bedrage
van in totaal 63 miljoen euro. In Italië werd 220 miljoen euro
uitgetrokken waarvan 120 miljoen voor de pluimveehouders en
100 miljoen voor de steun aan de toeleverende en de verwerkende
pluimvee-industrie met onder meer de lasten in verband met
technische werkloosheid, vrijstelling sociale bijdrage en BTW,
enzovoort.
Mevrouw de minister, zal de Belgische regering, naar analogie van de
geciteerde Europese landen, bepaalde maatregelen uitwerken of
reeds uitgewerkt om deze sector die door de AI-crisis enorm hard
wordt getroffen een helpende hand te bieden. Welke maatregelen
heeft de regering reeds genomen en welke is ze van plan te nemen?
Indien niet, waarom niet? Laat men maar gebeuren? Vindt men dat er
te veel pluimveeslachterijen zijn? Vindt men dat het niet op een paar
pluimveebedrijven aankomt? Het interesseert mij te vernemen wat uw
houding is.
Daarnaast werd door de Europese vereniging voor de pluimvee-
industrie waarbij de sector is aangesloten, reeds een actieplan
neergelegd bij de Europese Commissie dat erop neerkomt dat er
fondsen zouden worden vrijgemaakt voor de cofinanciering voor
onder meer het opkopen van broedeieren, het vervroegd slachten van
moederdieren, het opkopen van diepvriesstocks pluimveevlees,
enzovoort. Daarnaast pleit AVEC voor het instellen van een
zogenaamde vrijstellingsclausule om de import te beperken en
financiële middelen om een voorlichtingscampagne te starten om het
consumentenvertrouwen opnieuw op te krikken.
Mevrouw de minister, ik wil op dat vlak vernemen of de Belgische
regering de Europese Commissie terzake ondersteunen en
stimuleren om dit actieplan te realiseren. Ten tweede, hoe zal de
regering dat doen? Ten derde, klopt het dat de Landbouwraad zich
vorige week in het kader van dit voorstel zoals door AVEC
geformuleerd enkel heeft beslist dat de Europese wetgeving zou
worden aangepast om iets dergelijks onmogelijk te maken? Ten
vierde, wat is dan de houding van de Belgische regering in deze? Is
het beslissingsproces in de Landbouwraad daarmee afgerond of kan
er in volgende landbouwraden nog voorts van gedachten worden
gewisseld over dit actieplan?
Ik zie uw antwoord tegemoet.
03.04 Jacques Germeaux (VLD): Ik zou enkele vragen willen stellen
aan mijnheer Tant.
De voorzitter: Waarom hebt u dan geen toegevoegde vraag gemaakt?
03.05 Jacques Germeaux (VLD): Ik ben amper een week in uw
CRIV 51
COM 909
28/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
commissie.
De voorzitter: U kon daarrond geen vraag stellen?
03.06 Jacques Germeaux (VLD): Bij een interpellatie mag ik toch
tussenkomen?
De voorzitter: Ja, maar heel kort.
03.07 Jacques Germeaux (VLD): Nee, ik denk dat ik mijn tijd heb,
mevrouw de voorzitter. Mijnheer Tant heeft zijn tijd genomen en ik
heb deze problematiek toch wel gevolgd in de Senaat. Ik ben verrast
door de houding die uw partij hier aanneemt, mevrouw de voorzitter.
Indien er maatregelen moeten worden genomen zoals mijnheer Tant
die voorstelt, dan heb ik daar alle begrip voor. Maar ik wil
benadrukken dat er heel wat stemmingmakerij is geweest rond de
aviaire influenza en dat uw partij niet vreemd is aan die
stemmingmakerij. Men moet op de eerste plaats terug vertrouwen
geven aan de consument.
03.07 Jacques Germeaux (VLD):
L'attitude du CD&V est
surprenante. Ce parti mène un
discours démagogique pour
manipuler l'opinion publique au
sujet de la grippe aviaire, alors
qu'il faudrait précisément tout faire
pour rétablir la confiance du
consommateur.
03.08 Paul Tant (CD&V): Ik eis het recht op om daarop te
antwoorden.
03.09 Jacques Germeaux (VLD): Dat zal u straks van de minister
krijgen, denk ik.
De voorzitter: Nee, u krijgt dat te persoonlijken titel.
03.10 Jacques Germeaux (VLD): Ik denk dat aan de
stemmingmakerij...
03.11 Paul Tant (CD&V): Wat verstaat u onder stemmingmakerij?
03.11 Paul Tant (CD&V):
Discours démagogique? Comment
cela?
03.12 Jacques Germeaux (VLD): Stemmingmakerij is uiteindelijk
continu de regering interpelleren of de nodige maatregelen in het
kader van de aviaire griep zijn genomen. Als men spreekt over
schade, moet men in de eerste plaats afwachten wat de gevolgen
zullen zijn van een fenomeen waar we pas mee geconfronteerd
worden en waar we de grootheid nog niet van kunnen inschatten.
Ik meen me te herinneren dat in België tot op vandaag nog geen
enkel geval van aviaire influenza is vastgesteld, in Frankrijk en
Duitsland wel. Ik begrijp dat daar het vertrouwen van de consument
anders is geraakt. Dat wij een stuk van de rekening mee betalen
omdat de grenzen heel klein zijn, is ook logisch. Ik ben ervan
overtuigd dat u goed geïnformeerd bent, mijnheer Tant. Ik denk dat
onze minister van Volksgezondheid wie ben ik om hem te
verdedigen, ik heb er alle bewondering voor een zeer...
03.12 Jacques Germeaux (VLD):
Vous n'arrêtez pas d'interpeller le
gouvernement sur ce sujet!
De voorzitter: Wilt u uw tussenkomst afronden? Mijnheer Germeaux,
ik heb daarnet het Reglement geconsulteerd. U mag tussenbeide
komen in de repliek maar niet na de vraagsteller. U moet uw betoog
afronden.
La présidente: Le Règlement
stipule que M. Germeaux doit
attendre les répliques pour dire ce
qu'il a à dire.
03.13 Jacques Germeaux (VLD): Mevrouw de voorzitter, het is even
wennen, mijnheer Tant. Ik wil gewoon stellen dat het volgens mij nog
03.13 Jacques Germeaux (VLD):
Je veux juste dire qu'il est encore
28/03/2006
CRIV 51
COM 909
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
te vroeg is om een schademeting te kunnen doen aangezien we niet
met de concrete problematiek zijn geconfronteerd.
trop tôt pour connaître l'ampleur
précise des dommages causés
par la grippe aviaire. Aucun cas de
grippe aviaire n'a jusqu'à présent
été détecté en Belgique.
De voorzitter: Daarmee hebt u uw vraag gesteld. Mijnheer Tant, u hebt het recht om te antwoorden.
03.14 Paul Tant (CD&V): Mevrouw de voorzitter, ik zal bijzonder kort
zijn. Een interpellatie in de Kamer richt zich tot een minister en niet
naar een lid. U kan natuurlijk een vraag stellen. Wat heeft iemand in
beschuldiging stellen omdat in andere media interpellaties zouden zijn
gehouden, met de zaak te maken!? Bovendien komt u hier praten
over de verantwoordelijkheid van de minister van Volksgezondheid. U
hebt misschien het onderwerp van de interpellatie niet goed gelezen.
Ik hou een interpellatie...
03.14 Paul Tant (CD&V): Ceci est
ma première interpellation sur ce
sujet.
Je tiens à signaler à M. Germeaux
qu'une interpellation doit être
adressée à un membre du
gouvernement et non pas à un
collègue membre de la Chambre.
03.15 Jacques Germeaux (VLD): Mevrouw de voorzitter, over het
vertrouwen van de consument
03.16 Paul Tant (CD&V): Neen, zelfs niet over het vertrouwen van
de consument. Ik houd een interpellatie gericht tot een bevoegd
minister die mee verantwoordelijk is voor het voortbestaan van de
pluimveesector en de pluimveeslachterijen. Daar gaat het over, over
niets anders!
Mevrouw de voorzitter, u weet dat ik burgemeester ben van
Kruishoutem. Alleen voor de eieren moet u in Kruishoutem zijn,
kippen vind je blijkbaar overal. Knoop het goed in uw oren!
03.16 Paul Tant (CD&V): M.
Germeaux m'accuse parce que
d'autres ont développé des
interpellations ailleurs. Où est le
bien-fondé de ses remarques?
Une interpellation doit être
adressée à la ministre. Mme
Laruelle est en partie responsable
de l'avenir du secteur avicole.
C'est précisément le sujet de mon
interpellation.
03.17 Minister Sabine Laruelle: Mevrouw de voorzitter, de
slachthuizen en uitsnijdingbedrijven bevinden zich inderdaad in een
penibele situatie naar aanleiding van het voorkomen in de Europese
Unie van geïsoleerde gevallen van vogelgriep in de wilde fauna.
Deze gevallen hebben een reactie van wantrouwen teweeggebracht
vanwege de verbruiker ten aanzien van gevogeltevlees. Zij zijn
evenwel niet de enigen. De kwekers verkopen sedert half februari hun
dieren met verlies. De Belgische situatie is echter niet zo erg als in
Frankrijk, Italië en Duitsland, waar er vogelgriep aanwezig is.
Dans ces pays, la grippe aviaire a débarqué, ce qui n'est pas encore
le cas chez nous.
03.17 Sabine Laruelle, ministre:
La situation des abattoirs et des
ateliers de découpe est très
difficile. Des cas isolés de grippe
aviaire ayant été détectés dans
l'Union européenne, la confiance
du consommateur est au plus bas
pour ce qui est de la volaille.
Depuis la mi-février, les éleveurs
vendent à perte, même si la
situation n'est pas encore aussi
dramatique en Belgique qu'en
France, en Italie et en Allemagne.
Ik herhaal nog eens dat de steunmaatregelen voor de economische
toestand in de landbouwsector, en dus ook in de pluimveesector,
onder de bevoegdheid van de Gewesten vallen.
Je tiens à souligner que les
mesures de soutien économique
au secteur agricole et donc
également au secteur avicole
relèvent des Régions.
Cela, on peut le regretter ou pas, mais la situation économique des
entreprises agricoles et horticoles, d'élevage de volaille, de vaches
laitières, des producteurs de chicons, de tomates ou de chicorée est
de la compétence des Régions. Le jour où, en tant que ministre
De dag waarop ik als federaal
minister van Landbouw een
maatregel uitvaardig of bepaalde
uitspraken doe over deze materie,
CRIV 51
COM 909
28/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
fédérale de l'Agriculture, j'oserai prendre une mesure ou m'exprimer à
ce sujet, je ne devrai pas attendre longtemps une réaction somme
toute logique de mes homologues régionaux.
Rien n'empêche aujourd'hui une Région de proposer à la Commission
européenne des mesures de soutien pour la situation économique
difficile que connaissent certains secteurs; cela s'appelle des aides
d'État. La Commission est toujours prête à analyser cas par cas ces
situations.
zullen mijn gewestelijke
ambtgenoten begrijpelijkerwijze
reageren.
Niets belet een Gewest de
Europese Commissie voor te
stellen aan bepaalde sectoren
staatssteun toe te kennen. De
Commissie is altijd bereid elke
aanvraag afzonderlijk te
bestuderen.
Tijdens de ministerraad van de Europese ministers van Landbouw op
20 maart heb ik eens te meer deze dramatische toestand van de
markt in België in herinnering gebracht, na overleg met mijn
gewestelijke collega. De bevoegdheid voor de economische situatie
ligt bij de Gewesten, niet op federaal vlak.
Ik heb de Europese Commissie ertoe uitgenodigd bijkomende
maatregelen te treffen op Europees vlak, zoals de uitbreiding van de
lijst met landen voor de uitvoerrestituties. De Europese Commissie
heeft al beslist tot een verhoging van de uitvoerrestituties, maar dat is
niet voldoende.
Dan is er ook nog de vermindering van het aantal eieren die
uitgebroed moeten worden, met compensatie voor de fokkers,
evenals evacuatiemaatregelen voor de stock van bevroren producten
en de invoer van vrijwarende maatregelen om te vermijden dat de
interne maatregelen van de Europese Unie zouden worden
tegengewerkt door de import van derde landen.
Commissaris Fischer Boel heeft de noodzaak erkend om de huidige
bepalingen uit te breiden, dit door concrete maatregelen die op het
vlak van de oorsprong van de keten zouden inwerken. Zij zal
voorstellen doen die tijdens de zitting van april zouden moeten worden
goedgekeurd.
J'ai évoqué la situation sur le
marché belge lors du Conseil
agricole européen du 20 mars,
après une concertation avec les
ministres régionaux. J'ai demandé
à la Commission européenne de
prendre des mesures
supplémentaires, par exemple un
élargissement du régime des
restitutions à l'exportation. La
Commission s'est déjà résolue à
cette mesure, mais il faudra aller
plus loin et prévoir, par exemple,
des compensations pour les
éleveurs et des mesures relatives
aux importations. La Commissaire
européenne Fischer Boel a
reconnu qu'un élargissement des
dispositions actuelles était
nécessaire. Elle formulera des
propositions, qui devront être
adoptées lors de la réunion prévue
en avril.
03.18 Paul Tant (CD&V): Mevrouw de minister, mevrouw de
voorzitter...
La présidente: Je ne suis pas ministre, monsieur Tant.
03.19 Sabine Laruelle, ministre: M. Tant a fait un lapsus.
03.20 Paul Tant (CD&V): Je n'avais aucune raison de commettre un
lapsus.
Ik kan mij voorstellen dat het u allemaal inderdaad blijkbaar bitter
weinig kan schelen. Dat is toch de uitspraak, letterlijk, van de minister:
mij kan het niets schelen? Waarvan akte.
Mevrouw, u zegt laten wij het daar eens over hebben, mijnheer
Germeaux dat inzake de steunmaatregelen die moeten uitgaan van
de Gewesten, de economische steunmaatregelen, niets de regio's
belet voorstellen te doen.
U kent de bevoegdheidsregeling die dankzij de vorige paarse regering
tot stand gekomen is wat de mogelijkheid betreft op het vlak van de
03.20 Paul Tant (CD&V): Il est
clair que cette question ne
préoccupe guère Mme Laruelle.
Il n'est peut-être pas du ressort de
Mme Laruelle de prendre des
mesures d'aide économique, mais
elle représente notre politique
agricole au niveau européen. Pour
l'Europe, les Régions n'existent
pas. Puis-je rappeler à
M. Germaux que c'est la coalition
violette précédente qui a instauré
cette répartition des
28/03/2006
CRIV 51
COM 909
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
Europese instellingen onze stem te laten horen. U weet of u weet
niet, mijnheer Germeaux dat voor Europa de regio's niet bestaan.
Voor Europa bestaan de regio's niet! Het is België dat bestaat! Het is
dus de Belgische overheid die terzake kan optreden.
Alleen, mevrouw, is het vaak een probleem dat is de grote zegening
van de voorliggende bevoegdheidsregeling dat als Vlaanderen en
Wallonië het niet met elkaar eens zijn, de minister er alleen bij kan
zitten en zwijgen. Ik zeg niet dat het enig verschil zou maken, hoor,
maar in elk geval: dat is het resultaat van de bevoegdheidsregeling
die u tot stand hebt gebracht, dat regio's die inderdaad
verantwoordelijkheid dragen niet eens rechtstreeks...
Mevrouw, u moet mij maar tegenspreken als ik mij vergis. Neen
schudden volstaat niet. De waarheid is dat als het erop aankomt de
Belgische stem op Europees vlak te laten horen, men langs uw loket
moet passeren. Zo is het.
Inzake de Europese maatregelen zelf, heb ik een reeks suggesties
opgesomd, uitgaande van AVEK. U getroost zich niet eens de moeite
daarbij stil te staan. Dat is een organisatie die opkomt voor de
belangen van de mensen uit de sector. Europa is niet een naamloze
entiteit boven ons. Het is samengesteld uit vertegenwoordigers van
lidstaten.
Is dat ook niet waar? Neen?
compétences?
Il est regrettable que la ministre ne
daigne même pas examiner les
propositions d'AVEC.
Le gouvernement belge pourrait
au moins défendre certaines de
ces revendications légitimes au
niveau européen.
03.21 Sabine Laruelle, ministre: Monsieur Tant, je vous répondrai
après car, si je vous interromps, Mme Pieters me dira, à juste titre,
que c'est vous qui avez la parole.
03.22 Paul Tant (CD&V): En effet, c'est la règle.
Mevrouw de minister, het zou niet abnormaal zijn dat de Belgische
regering zich ten minste engageert om op Europees vlak de
pleitbezorger te zijn van een aantal van die gerechtvaardigde eisen.
Of kan dat ook weer niet, mevrouw de minister? Of trekt u het zich
niet aan?
03.23 Colette Burgeon (PS): Madame la présidente, à cet égard,
j'aimerais intervenir ensuite dans le débat afin d'expliquer, si vous le
voulez bien, une petite expérience de vie.
03.24 Sabine Laruelle, ministre: Je crois qu'il est nécessaire que je
rappelle certaines décisions qui ont été prises en 2001 sur
l'organisation institutionnelle de notre pays et sur la représentation de
la Belgique au niveau du Conseil européen des ministres de
l'Agriculture.
Monsieur Tant, je vous apprends peut-être quelque chose mais
sachez que la problématique de la grippe aviaire est aujourd'hui
surtout un problème de santé animale, éventuellement de santé
publique. Je vous rappelle que ces domaines sont de la compétence
du gouvernement fédéral, de mon collègue de la Santé publique. Il y a
également l'aspect économique des choses vous avez raison de le
souligner , avec une perte de confiance des consommateurs, une
diminution des ventes et une accumulation des stocks. Quand je
m'exprime au nom de la Belgique, vous pouvez dire tout ce que vous
03.24 Minister Sabine Laruelle:
De vogelgriep is op dit moment in
de eerste plaats een probleem
voor de diergezondheid, en
mogelijk voor de volksgezondheid.
Ik wil u erop wijzen dat de federale
regering daarvoor bevoegd is.
U mag over mij zeggen wat u wil,
het laat mij Siberisch koud. Ik stel
alleen maar vast dat België op de
Milieuraad meer dan twee miljoen
euro verloren heeft omdat de
minister die er in december moest
zijn, vroeger vertrokken is. Ik heb
CRIV 51
COM 909
28/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
voulez sur moi, peu me chaut!
Je constate qu'au niveau du Conseil de l'Environnement, grâce à un
système tournant, la Belgique a perdu plus de 2 millions d'euros parce
que le ministre qui devait être présent en décembre est parti plus tôt!
Pour ma part, je suis jusqu'à présent restée jusqu'à la fin des
Conseils européens!
Comment s'y prend-on pour définir la position belge? On se réunit
avec les Régions, car elles ont des compétences évidentes au niveau
économique et des compétences en matière de promotion, et avec le
gouvernement fédéral car nous avons aussi des compétences en la
matière.
Si un cas de grippe aviaire est déclaré, c'est le gouvernement fédéral
qui va détruire les volailles, indemniser le producteur, mais si celui-ci
ne peut pas remplir son étable, qu'il y a un vide pendant plusieurs
mois, ce sont les Régions qui devront intervenir au point de vue
économique.
Je sais comment les choses se passent ici. On se connaît un peu
depuis le temps. Vous pouvez dire tout ce que vous voulez sur moi,
que je suis incompétente, personnellement cela ne me fait ni chaud ni
froid!
On définit donc la position belge. J'exprime ensuite la position de la
Belgique, concertée entre les différents acteurs, au niveau européen.
Je vous ai rappelé dans ma réponse ce que j'ai dit au nom de la
Belgique au niveau économique. En effet, sur le plan sanitaire, la
Belgique s'en sort bien. Qu'ai-je demandé au nom de la Belgique?
Plutôt que d'obliger chaque État ou chaque Région à introduire un
dossier spécifique pour obtenir des aides d'État qui prennent du
temps, j'ai demandé de définir un cadre européen.
Au niveau des exportations, cela ne va pas. J'ai demandé qu'on nous
permette de prendre un certain nombre de mesures pour nos
Régions. Le problème, aujourd'hui, est que nous sommes en
surproduction car la consommation ne suit plus.
Nous avons demandé à Mme Fischer Boel qu'elle nous permette de
détruire un certain nombre d'ateliers voire de maintenir les poussins
plus longtemps en vie pour essayer de diminuer ce qui arrive à la
consommation. La Belgique a demandé qu'il y ait une compensation
payée en partie par l'Europe et en partie par les États membres.
Si Mme Fischer Boel propose cette mesure en avril et que la Belgique
l'accepte, que cela vous plaise ou non, ce sont les Régions qui
devront la mettre en oeuvre! Cela vous donnera la possibilité de
m'interpeller à nouveau et de dire que je suis incompétente.
Vous pouvez dire ce que vous voulez ici mais je me rends compte
qu'au niveau du Conseil européen de l'Agriculture, les choses se
passent bien avec mes collègues régionaux et avec mes collègues du
gouvernement fédéral parce que nous nous concertons, parce que
nous nous parlons et parce que nous n'essayons pas de prendre le
dessus sur l'autre ou de jouer des tours de cochon à l'autre. Quand
mon collègue flamand, M. Leterme, fait des conférences à propos de
l'agriculture, il le dit! Il dit que les choses se passent bien et que je
de vergaderingen van de
Europese Raden tot nu toe altijd
uitgezeten.
België doet het goed op
gezondheidsgebied. Namens
België heb ik gevraagd dat men
een Europees kader zou
vastleggen, in plaats van elke
lidstaat of regio te verplichten een
specifiek dossier in te dienen om
staatssteun te krijgen.
Voor de uitvoer is er een
probleem. Wij zitten met een
overproductie, want er wordt niet
genoeg meer geconsumeerd. Wij
hebben mevrouw Fisher Boel
gevraagd dat zij zou toestaan dat
wij een aantal ateliers zouden
sluiten, of dat wij de kuikens
langer in leven zouden laten om
de hoeveelheden van wat
consumptieklaar is te verminderen
en dat men een compensatie zou
toekennen die gedeeltelijk door de
Europese Unie en gedeeltelijk
door de lidstaten zou worden
betaald.
Als die maatregel goedgekeurd
wordt, zal de uitvoering ervan
onder de Gewesten ressorteren.
U kan hier zeggen wat u wil, maar
mijn collega's van de Gewesten
erkennen dat ik het spel correct
speel. En ook al treed ik daarmee
niet op de voorgrond, toch kan ik
op die manier ons land goed
vertegenwoordigen en vooral de
belangen van de landbouwers
goed verdedigen. En dat zijn
precies mijn belangrijkste
doelstellingen!
Ik houd me aan een institutioneel
kader dat mijn bewegingsruimte
beperkt.
28/03/2006
CRIV 51
COM 909
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
joue le jeu correctement. Mon collègue wallon dit la même chose, et
pourtant nous ne sommes pas du même parti! Même si vous
considérez que si je n'étais pas là, ce serait la même chose, je
considère que si mes collègues régionaux reconnaissent que je joue
le jeu correctement, cela veut dire que je ne me mets pas en avant,
que je ne marche pas sur leurs pieds, que je ne fais pas le matamore
devant vous en racontant n'importe quoi. Je considère cela comme
une reconnaissance de mon travail. Et si cela ne me permet pas de
me mettre en avant, cela me permet de bien représenter la Belgique,
et c'est mon principal objectif!
Bien représenter la Belgique et surtout bien défendre les agriculteurs
sont mes objectifs. Sur ce point-là, monsieur Tant, vous n'avez pas de
leçon à me donner!
03.25 Paul Tant (CD&V): Ik heb geen interpellatieverzoek ingediend
om u lessen te leren. Ik weet trouwens niet of dat veel zin zou
hebben, maar ik laat dat in het midden. Wanneer ik geïnterpelleerd
heb, is het doodeenvoudig omdat er zich u ontkent het niet een
acute noodsituatie voordoet. Ik vraag u dat u zou proberen doen wat u
kan om daaraan het hoofd te bieden. U verwijst voortdurend naar de
Gewesten en de Gemeenschappen. Het is waar dat zij in heel deze
geschiedenis een rol te spelen hebben. Dat sluit niet uit dat u
ondertussen federaal minister van Landbouw bent en dat u met name
wat de maatregelen betreft die Europees overleg vragen, een rol zou
spelen. Ik zeg niet dat u dat niet probeert te doen, minstens ten dele.
03.26 Sabine Laruelle, ministre: Vous dites ce que vous voulez. Moi,
je joue dans un cadre institutionnel qui n'est pas évident.
03.27 Paul Tant (CD&V): Mevrouw, beseft u eigenlijk wat u vertelt?
U zegt maar wat u wilt, het interesseert u niet. Dit is het Parlement,
mevrouw, waar parlementsleden vanuit de brede samenleving
aandacht vragen voor een probleem en vragen dat de minister er iets
probeert aan te doen. Liefst zouden wij hebben dat tot men tot een
dialoog, een overleg zou komen over de meest geschikte
maatregelen. Waarom u iedere keer zo hautain voordoen of zich
persoonlijk aangevallen voelen? U zegt dat de aangewezen weg voor
initiatieven op Europees vlak het overleg is tussen de regio's en de
federale overheid. Ik beaam dat. Ik zou alleen willen weten of u reeds
enig initiatief heeft genomen om dat overleg over dit soort van
problematiek op gang te brengen. U bent verantwoordelijk voor het
Europese beleid.
U verwijst systematisch naar problemen die niets met de kern van
deze interpellatie te maken hebben, namelijk het probleem van de
volksgezondheid. Ik beken dat er een probleem is op dat vlak. Het is
een van mijn bezorgdheden maar ik ondervraag Rudy Demotte niet.
Ik ondervraag u, mevrouw de minister, in uw bevoegdheid als minister
van Landbouw. Wat is daar nu verkeerd aan verdorie? U zegt dat ik
om het even wat zeg. Blijkbaar antwoordt u ook om het even wat. Zo
meen ik het althans te begrijpen. Mevrouw, u moet goed weten dat u
een aardige bijdrage levert aan de geloofwaardigheid van onze
instelling. Formidabel! De minister komt voor het Parlement verklaren
dat wat ik zeg geen enkel belang heeft. Weeg uw woorden, mevrouw!
Ik heb tot nu toe niet gesproken over een onbevoegd minister. Ik heb
alleen gesproken over het feit dat op een aantal punten naar mijn
03.27 Paul Tant
(CD&V):
Manifestement, la question
n'intéresse pas la ministre et elle
dit un peu n'importe quoi. En
principe, le Parlement est
précisément un lieu où l'on peut
poser des questions susceptibles
de faire naître un dialogue.
Pourquoi la ministre prend-elle la
chose de haut et pourquoi se sent-
elle personnellement agressée?
La concertation entre les régions
et le pouvoir fédéral est bel et bien
la voie indiquée pour préparer des
initiatives au niveau européen,
mais la ministre a-t-elle déjà pris
une initiative dans ce sens?
La ministre parle
systématiquement de toutes
sortes de problèmes qui n'on rien
à voir avec mon interpellation. La
santé publique n'a rien à voir avec
ma question. J'interroge la
ministre pour ses compétences en
matière d'agriculture. Si elle
déclare ici que ce que je dis n'a
pas le moindre intérêt, elle porte
CRIV 51
COM 909
28/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
gevoel bijkomende maatregelen zouden kunnen worden genomen.
Dat is alles wat ik heb gezegd. Ik vraag om de inspanning op dat vlak
te vergroten gelet op het acute karakter van de nood die u zelf
onderkent. Wat is daar nu mis mee?
In ons type van bestel, mevrouw, behoort het niet tot de
wetmatigheden dat een minister het Parlement de les komt lezen,
maar wel het omgekeerde. Dat zijn de ijzeren wetmatigheden van ons
systeem. Ik kan aannemen dat iemand die nooit parlementaire
ervaring heeft opgedaan niet goed weet in welk stuk ze speelt. Dat is
wat ik afleid uit uw antwoorden en de manier waarop u niet alleen mij
maar ook andere collega's behandelt.
Als u op dit elan doorgaat, vind ik dat een Belgisch minister
onwaardig.
Ik wou dit toch even gezegd hebben. Ik zal een motie van aanbeveling
indienen wat mij toelaat om daarop nog eens terug te komen.
atteinte à la crédibilité de cette
institution. La seule chose que je
demande, c'est si des mesures
supplémentaires peuvent être
prises. Ce n'est pas à la ministre
de faire la leçon au Parlement,
mais plutôt l'inverse. Je déduis de
sa réponse qu'elle n'a pas
d'expérience parlementaire et je
trouve son attitude indigne d'un
ministre.
03.28 Colette Burgeon (PS): Madame la présidente, je ne vous
parlerai pas d'un sondage, mais d'une situation que j'ai vécue sur le
terrain.
Monsieur Tant, vous dites qu'il y a des problèmes. Près de chez moi,
dans une ferme où l'on élève des lapins et des poulets, tout un
chacun peut aller s'acheter de la viande ou des aliments tout
préparés. À présent, quand vous voulez vous y procurer un poulet,
vous n'en trouvez plus. En effet, avant l'arrivée de la grippe aviaire,
les gens ont fait leurs provisions et ont entreposé des poulets dans
leurs congélateurs. La fermière n'a pas diminué ses prix; à la limite,
elle attend que ses poulets aient suffisamment engraissé pour les tuer
et les conserver dans ses frigos avant de les vendre.
Évidemment, il ne s'agit pas ici d'une grosse entreprise: c'est une
ferme familiale. J'ai vécu ce cas et je ne suis pas la seule. Je me
demande si le secteur est vraiment en danger, pour le moment, au vu
de cette expérience vécue voici quelques semaines et qui se
reproduit régulièrement, car il est toujours impossible de s'y procurer
un poulet.
03.28 Colette Burgeon (PS): Ik
zal u een voorbeeld geven dat uit
het leven gegrepen is. Vlakbij mij
bevindt zich een boerderij waar
men kippen en konijnen kweekt en
waar iedereen vlees of bereide
eetwaren kan kopen. Maar nu zijn
daar geen kippen meer te krijgen.
Met het oog op een eventuele
vogelgriepepidemie zijn de
mensen aan het hamsteren
geslagen en hebben ze kippen in
hun diepvries gestoken.
Die boerderij is uiteraard een
familiebedrijf. Maar ik vraag me af
of de sector werkelijk gevaar loopt.
Moties
Motions
Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.
En conclusion de cette discussion les motions suivantes ont été déposées.
Een motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Paul Tant en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellatie van de heer Paul Tant
en het antwoord van de minister van Middenstand en Landbouw,
vraagt de minister
- er bij de regering op aan te dringen de nodige financiële en andere ondersteunende maatregelen te
nemen teneinde deze zwaar getroffen sector te beschermen;
- op Europees vlak alsnog de vragen en eisen van AVEC (de Europese vereniging voor de pluimvee-
industrie) in de mate van het mogelijke te ondersteunen."
Une motion de recommandation a été déposée par M. Paul Tant et est libellée comme suit:
"La Chambre,
28/03/2006
CRIV 51
COM 909
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
ayant entendu l'interpellation de M. Paul Tant
et la réponse de la ministre des Classes moyennes et de l'Agriculture,
demande à la ministre
- d'insister auprès du gouvernement pour qu'il prenne toutes les mesures de soutien, financier et autres,
nécessaires à la sauvegarde de ce secteur particulièrement touché par la crise;
- de soutenir dans la mesure du possible au niveau européen les demandes et exigences de l'AVEC (la
Fédération européenne de l'industrie avicole)."
Een eenvoudige motie werd ingediend door mevrouw Colette Burgeon en door de heer Jacques Germeaux.
Une motion pure et simple a été déposée par Mme Colette Burgeon et par M. Jacques Germeaux.
Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.
Voorzitter: Paul Tant.
Président: Paul Tant.
04 Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de minister van Middenstand en Landbouw over "de
beslissing van de Themaministerraad van 17 maart 2006 om het aantal winkelzondagen uit te breiden"
(nr. 10964)
04 Question de Mme Trees Pieters à la ministre des Classes moyennes et de l'Agriculture sur "la
décision prise au Conseil des ministres thématique du 17 mars 2006 d'augmenter le nombre de
dimanches à l'occasion desquels les magasins sont autorisés à ouvrir" (n° 10964)
04.01 Trees Pieters (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, de federale regering besliste op de Themaministerraad van
17 maart 2006 om het aantal winkelzondagen uit te breiden. Tot nu
toe konden winkels drie zondagen openblijven. In de toekomst zullen
dit er zes worden. Als gemeenten het willen, kunnen de winkeliers op
hun grondgebied dit uitbreiden tot 9 zondagen per jaar. Daarenboven
worden ook de criteria om als toeristische gemeente gekwalificeerd te
worden, versoepeld. Dat is al in het verleden gebeurd en wij hebben
daarover gediscuteerd.
Deze de facto verruiming van de openingstijden is een kaakslag in het
gezicht van de kleinere winkeliers. In september heb ik hier verwezen
naar een onderzoek uit 2004, uitgevoerd door UNIZO, waaruit bleek
dat 82 procent van de winkeliers tegen een verruiming van de
openingstijden is. 87 procent verwacht geen enkele omzetstijging bij
langere openingstijden. De kosten zullen natuurlijk wel stijgen,
waardoor de winsten zullen dalen.
Ook de consumenten zijn geen vragende partij, zo bleek uit een
onderzoek dat recentelijk door TestAankoop gebeurd is.
De enigen die van een verruiming van het aantal koopzondagen
zullen profiteren, zijn winkelketens en grootwarenhuizen. Tot onze
grote verbazing hebben ook de meeste van die grote winkelketens en
grootwarenhuizen, op enkele na, zich uitgesproken tegen de
beslissing van de Themaministerraad van 17 maart, alhoewel zij
gemakkelijker een rotatiesysteem kunnen organiseren voor hun
personeel om de ruimere openingstijden in te vullen. Voor kleinere
zelfstandige winkeliers is dat veel moeilijker. De Belgische
winkelsector kent nu al een gemiddelde van 67 uur per week, de
meest ruime openingstijden van Europa.
Ik vraag u de overwegingen. Wij hebben daar onze mening over. De
04.01 Trees Pieters (CD&V): Lors
du conseil des ministres du 17
mars 2006, le gouvernement
fédéral a décidé de faire passer de
trois à six dimanches par an le
nombre de dimanches où les
magasins peuvent ouvrir. Les
communes pourront
même
autoriser les commerçants à ouvrir
leur boutique neuf dimanches par
an. En plus, les critères pour
devenir une commune touristique
seront assouplis.
Toutes ces mesures sont un
camouflet pour les petits
commerçants. En septembre,
j'avais déjà fait référence à une
étude de 2004 réalisée à la
demande de l'Unizo qui avait
montré que 82 % des
commerçants étaient opposés à
une extension des heures
d'ouverture et que 87 % d'entre
eux pensaient qu'une telle
extension ne ferait pas augmenter
leur chiffre d'affaires. Selon Test-
Achats, les consommateurs n'en
sont pas non plus demandeurs.
Nous avons été surpris de
constater que les chaînes de
grands magasins et les grandes
CRIV 51
COM 909
28/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
VLD heeft in het regeerakkoord een aantal elementen ingeschreven in
verband met openingsuren en openingszondagen. Het blijkt dat dit de
uitvoering is, weliswaar gedeeltelijk, van het regeerakkoord.
Werd hiervoor het advies van beroeps- en consumentenorganisaties
ingewonnen? Uit de pers en uit persoonlijke contacten vernemen wij
dat zij allemaal tegen zijn.
Welke concrete wijzigingen zullen aangebracht worden in de
procedure voor erkenning als toeristisch centrum? Zijn er
berekeningen gemaakt om uit te wijzen hoeveel nieuwe toeristische
centra dat is het belangrijkste in deze nieuwe regeling zullen
ontstaan?
surfaces se prononcent contre une
augmentation du nombre de
dimanches commerçants
quoiqu'elles soient les seules qui
pourraient en profiter étant donné
qu'elles peuvent organiser plus
facilement un système de rotation
pour leur personnel. Dans notre
pays, le secteur des magasins
connaît, déjà aujourd'hui, les
heures d'ouverture les plus
étendues d'Europe.
Pourquoi la ministre a-t-elle décidé
d'accroître le nombre de
dimanches commerçants? A-t-elle
recueilli l'avis des organisations
professionnelles et de
consommateurs? En quoi la
procédure que doit suivre une
commune pour être reconnue
comme centre touristique sera-t-
elle modifiée? Combien de centres
touristiques supplémentaires la
nouvelle réglementation
contribuera-t-elle à faire naître?
04.02 Minister Sabine Laruelle: Mijnheer de voorzitter, de verhoging
van het aantal toegestane openingen op zondag in de handel betreft
de tewerkstelling van het loontrekkend personeel in de distributie. Het
gaat om een wijziging van de wetgeving op de arbeid en het is de
bevoegdheid van de minister van Werk.
Mijn wetsontwerp dat door de Ministerraad werd goedgekeurd,
behoudt de huidige openingsuren en versterkt het principe van de
wekelijkse rustdag om het sociale leven en het gezinsleven van de
handelaars te vrijwaren.
Er wordt trouwens in geen enkele verandering voorzien wat de
erkenning van de door de minister van Middenstand erkende
toeristische centra betreft.
Wat de door de minister van Werk erkende toeristische centra betreft,
kan ik u slechts uitnodigen om hem terzake te ondervragen, net zoals
over de openingstijden op zondag.
04.02 Sabine Laruelle, ministre:
L'augmentation du nombre de
dimanches à l'occasion desquels
les magasins seront autorisés à
ouvrir concerne l'emploi de
personnel salarié dans le secteur
de la distribution et dès lors la
législation du travail, qui relève du
ministre de l'Emploi. Mon projet de
loi, qui a été approuvé par le
Conseil des ministres, maintient
les heures d'ouverture actuelles,
renforce le principe du jour de
repos hebdomadaire obligatoire et
n'apporte aucune modification aux
règles relatives aux centres
touristiques reconnus par le
ministre de l'Emploi. Les questions
relatives à l'ouverture des
magasins le dimanche devraient
également lui être adressées.
04.03 Trees Pieters (CD&V): Ik heb echt geen zin om nog met u
voort te discussiëren. De heer Tant heeft verwezen naar die eeuwige
arrogantie. Ik heb net zoveel zin als bij mijn eerste vraag om te
zeggen: "Bedankt voor het antwoord". Maar dit laat ik niet passeren.
De vraag is gesteld aan Vanvelthoven, die heel duidelijk gesteld heeft
dat het punt naar de NAR gaat. Van Quickenborne heeft in een radio-
uiteenzetting gezegd dat het punt niet naar de NAR gaat, maar een
beslissing van de regering is. Iedereen zegt neen tegen uw
04.03 Trees Pieters (CD&V): En
réponse à mes questions, le
ministre de l'Emploi a répondu que
l'avis du CNT serait demandé.
Mais à la radio, le secrétaire d'État
Van Quickenborne a démenti cette
information. Tout le monde, ou
presque, est opposé au projet de
loi de la ministre Laruelle mais elle
28/03/2006
CRIV 51
COM 909
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
wetsontwerp. Alleen FEDIS heeft nog niet uitdrukkelijk gezegd wat ze
wil, omdat ze intern met een tegenstelling zit. Toch gaat u door met de
uitvoering in het klein van wat u in een groot pakket hebt
aangekondigd in de regeringsverklaring. U gaat daarop door om het
aantal zondagsopeningen te verhogen en dat uitsluitend voor een
gemeente, die ik niet ga noemen.
persiste à essayer de le faire
adopter dans l'intérêt exclusif
d'une seule commune.
04.04 Minister Sabine Laruelle: Er zijn twee bevoegdheden in het
spel. Er is de bevoegdheid van de minister van Middenstand. Wat heb
ik gezegd? In mijn wetsontwerp staat dat de winkels open zullen
mogen zijn vanaf 5 uur in de voormiddag tot 20 uur in de namiddag en
vrijdag tot 21 uur. Dat is dus alles samen 91 uur lang aan
openingsuren. Dat is net zoals nu. Ik verander daar dus niks aan. Ik
spreek over mijn bevoegdheid en leg uit wat ik heb gedaan.
Uw vraag gaat over zondag. Tot nu toe en in de toekomst, kan of mag
een handelaar zijn winkel zondagnamiddag openen. Maar hij kan
alleen drie zondagen per jaar werknemers in de winkel inzetten.
04.04 Sabine Laruelle, ministre:
Mon projet de loi ne modifiera en
rien les heures d'ouverture. Les
magasins pourront ouvrir leurs
portes de 5 heures à 20 heures et
jusqu'à 21 heures le vendredi.
Tout comme aujourd'hui, les
commerçants pourront ouvrir leur
boutique le dimanche après-midi
mais ils ne seront autorisés à
embaucher du personnel à cette
fin que trois dimanches après-midi
par an.
Autrement dit, l'indépendant peut actuellement ouvrir son magasin le
dimanche. On lui demande uniquement de fermer un jour par
semaine. Cependant, il ne peut employer du personnel que trois
dimanches par an.
Le gouvernement a proposé de permettre aux indépendants
d'employer du personnel six dimanches par an et de donner la
possibilité aux communes d'octroyer encore trois dimanches
supplémentaires par an.
Madame Pieters, je comprends que vous puissiez être énervée si
vous avez posé la question à plusieurs ministres et que tous se
renvoient la balle. Néanmoins, donner la possibilité à des
indépendants d'employer du personnel six dimanches plus trois
dimanches par an au lieu de trois par an est bien une législation sur
l'emploi. La meilleure preuve qu'il s'agit d'une législation sur l'emploi,
c'est que le gouvernement a demandé à mon collègue de l'Emploi de
faire un avant-projet en ce sens, qui sera évidemment soumis à
toutes les instances d'avis, comme notre démocratie le prévoit.
Quand mon collègue de l'Emploi aura rédigé cet avant-projet, il le
soumettra bien évidemment pour avis, notamment au Conseil national
du travail.
Une législation sur l'emploi et la demande d'un avis au CNT ne font
pas partie de ma compétence. Dire qu'un indépendant peut employer
du personnel six dimanches par an au lieu de trois, ce n'est pas non
plus de ma compétence. En effet, pour ma part, l'indépendant peut
déjà ouvrir et travailler dans son magasin le dimanche.
Pourquoi le gouvernement a-t-il proposé cela? Cet avant-projet sera
soumis à tous les avis possibles et imaginables. Lorsqu'on ouvre le
dimanche, cela attire un certain nombre de consommateurs. Par
contre, les instances qui représentent les consommateurs nous disent
qu'il n'y a pas de demande de la part des consommateurs. Or,
lorsqu'on ouvre le dimanche, des consommateurs se déplacent.
Pourquoi six dimanches au lieu de trois?
Een zelfstandige mag zijn zaak
dus 's zondags openen. We
vragen hem alleen om een dag
per week te sluiten. Hij mag zijn
personeel echter maar drie
zondagen per jaar doen werken.
De regering heeft voorgesteld om
dat aantal op zes zondagen te
brengen en om de gemeenten de
mogelijkheid te bieden om daar
jaarlijks nog drie zondagen aan toe
te voegen.
Deze aangelegenheid houdt wel
degelijk verband met de wetgeving
betreffende de werkgelegenheid.
Het beste bewijs daarvan is dat de
regering mijn collega van Werk
heeft verzocht een voorontwerp
over deze materie op te stellen. Ik
ben niet bevoegd voor een
wetgevend initiatief inzake de
werkgelegenheid, noch voor het
vragen van advies aan de NAR.
De consumentenorganisaties
zeggen ons dat de consumenten
geen vragende partij zijn. Maar als
de winkels 's zondags open zijn,
krijgen ze wel klanten over de
vloer.
Waarom zes zondagen in de
plaats van drie? Er is Kerstmis,
Nieuwjaar, een braderie per jaar
en twee koopjesperiodes. Met
andere woorden, men kan al op
CRIV 51
COM 909
28/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21
Er is kerstmis, nieuwjaar, une braderie par an et deux périodes de
soldes. Voilà déjà cinq dimanches possibles sans qu'il soit nécessaire
d'apporter une modification quelconque! Ce projet, que mon collègue
va rédiger, sera soumis à toutes les instances d'avis tel que prévu en
cas de modification de la législation sur l'emploi. Vous en dire plus?
Je suis dans l'incapacité de le faire, car ce n'est pas moi qui dois
rédiger l'avant-projet. Quand et pourquoi? Je ne suis pas en mesure
de vous répondre si ce n'est de vous faire part des souhaits du
gouvernement et des raisons pour lesquelles il a souhaité élargir le
nombre de dimanches.
vijf zondagen openhouden zonder
dat er iets aan de regelgeving
moet veranderd worden.
Vermits ik het voorontwerp niet
moet opstellen, kan ik u daarover
geen verdere informatie geven.
De voorzitter: Mevrouw Pieters, u moet nu afronden.
04.05 Trees Pieters (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik kan dat niet
zomaar laten voorbijgaan, zoals ook u het niet kon laten voorbijgaan.
Mevrouw de minister, wij lezen de kranten. Wij zijn ook niet dom. Wij
werken hier al meerdere jaren in deze commissie en wij hebben de
evolutie van heel die problematiek meegemaakt. Ik moet dus ook
geen lessen krijgen van de minister, te pas en te onpas, hoe de
wetgeving in elkaar zit.
Ten eerste, er zijn inderdaad drie zondagen waarop de winkels
geopend mogen worden. En, inderdaad, u hebt gelijk wanneer u zegt
dat er twee ministers bevoegd zijn. Maar dan had ik veel liever gehad
dat de regering eenduidig reageerde en dat de derde minister die
reageert, zegt dat de NAR zal geconsulteerd worden. Immers, de
NAR is een essentiële overleginstantie. Als een minister zegt dat het
advies van de NAR niet nodig is, en dat het regeerakkoord uitgevoerd
wordt, stoor ik mij daar aan.
Ten tweede, u zegt dat het personeel ingeschakeld zal kunnen
worden op 6 zondagen, eventueel op 9 zondagen, in plaats van op 3
zondagen. Personeel inschakelen voor een klein zelfstandig bedrijf is
in vele gevallen niet nodig omdat de zelfstandigen het zelf doen. U
hebt ook gehoord, via de mediakanalen, dat zij geen vragende partij
zijn, dat zij liever de zondagsrust gerespecteerd zien: gesloten om bij
hun gezin en bij hun familie te zijn.
U hebt ook de grootdistributie gehoord, die gezegd heeft: op zondag
moeten wij personeel inzetten aan 300% van de kostprijs; wij zijn
geen vragende partij. Maar u gaat maar door.
U zegt: de consument zal op zondag wel naar de winkel komen. Die
consument is echter ook geen vragende partij! Het zal trouwens de
omzet van die verbruiker niet doen veranderen. De portemonnee is er
en hij zal, misschien dankzij wat leningen als die nog gemakkelijker
toegestaan worden door de banken en de overheid, wat dieper
aangeboord worden, maar uiteindelijk zal de consument rekening
houden met zijn portemonnee.
Ik kan alleen maar zeggen: er is niemand vragende partij voor! Maar
jullie gaan toch door. Het is dus weer een perceptiedossier. U moet
uw slag binnenhalen.
Wij zullen wel zien wat er in de NAR gebeurt, maar ik ben ervan
overtuigd dat er een eenduidig negatief advies zal komen van de
04.05 Trees Pieters (CD&V):
Pourquoi tous les ministres ne
défendent-ils pas le même point
de vue? Les petits indépendants
n'ont pas besoin d'embaucher du
personnel. Ils préfèrent fermer le
dimanche. La grande distribution
n'est pas demanderesse en raison
du triplement des frais de
personnel le dimanche. Personne
n'est demandeur et je suis sûre
que l'avis du CNT sera négatif.
Pourtant, la ministre s'acharne. Il
s'agit manifestement d'un dossier
dont elle veut se servir pour se
faire remarquer dans une optique
électoraliste.
28/03/2006
CRIV 51
COM 909
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22
NAR.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van de heer Patrick De Groote aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel
en Wetenschapsbeleid over "reproducties in de Rijksarchieven" (nr. 10730)
05 Question de M. Patrick De Groote au ministre de l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "les reproductions dans les Archives du Royaume" (n° 10730)
05.01 Patrick De Groote (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, na deze toch wel opwindende momenten zal ik het, vermits
het over archieven gaat, iets rustiger aan doen.
Na de levering van scantoestellen aan de verschillende
Rijksarchieven is het de bezoekers van het Rijksarchief verboden nog
langer digitale foto's of fotokopieën te maken.
De fotokopieën waren in sommige gevallen, voornamelijk bij oude of
kwetsbare stukken, al langer verboden. Bij het hanteren zou het
fotokopietoestel immers te veel schade aanbrengen aan het
materiaal. Daarom werd steeds meer gekozen voor digitale foto's.
Daarbij ondertekende de bezoeker een verklaring dat de foto's niet
voor publicatie, maar louter voor de verwerking werden genomen. In
geval van publicatie werd dan een bedrag betaald dat varieerde
naargelang het om een publicatie in zwart-wit of een kleurenpublicatie
ging.
Vooral studenten, wetenschappelijk onderzoekers en wetenschappers
worden door de maatregel geviseerd.
Over de maatregel heb ik een aantal vragen.
Wat is de motivatie achter voornoemd reproductiebeleid?
Hoe verantwoordt het Rijksarchief het verbod op digitale foto's van
archiefstukken? Waarom kiest ze voor een reproductiemethode die bij
het hanteren op een scanapparaat erg schadelijk kan zijn voor de
archiefstukken?
Ten derde, waarom konden voor de Rijksarchieven bijvoorbeeld geen
digitale fototoestellen worden aangekocht waarvan de foto's voor de
bezoekers konden worden afgedrukt?
Ten vierde, een andere, gelijkaardige, wetenschappelijke instelling
hanteert de politiek dat bijvoorbeeld voor wetenschappelijke
publicaties geen reproductiekosten dienen te worden betaald. Een
digitale fotokopie kost bovendien slechts 0,25 euro per afdruk.
Wat zijn volgens bijvoorbeeld de Koninklijke Bibliotheek zo staat
toch vermeld uitsluitend wetenschappelijke publicaties? Zijn het
publicaties van universiteiten en van geschied- en oudheidkundige
kringen?
Waarom hanteert het Rijksarchief niet een zelfde beleid inzake
reproducties?
Ten slotte, hoeveel heeft de operatie om alle Rijksarchieven van het
05.01 Patrick De Groote (N-VA):
Alors que les Archives du
Royaume disposent aujourd'hui de
scanners, il est interdit aux
visiteurs de prendre des photos
digitales ou des photocopies de
documents d'archives. Les
photocopies étaient déjà interdites
dans certains cas à cause du
risque de détérioration. C'est
pourquoi les photos digitales ont
alors été autorisées. Le visiteur
devait signer une déclaration selon
laquelle il ne prenait pas ces
photos en vue de les publier. En
cas de publication, le visiteur
devait payer pour les clichés. Les
étudiants et les scientifiques
étaient essentiellement visés par
la mesure.
Comment les Archives du
Royaume justifient-elles
l'interdiction de prendre des
photos digitales? Pourquoi choisit-
on de scanner des documents
d'archives? La manipulation de
documents d'archives sur le
scanner peut provoquer des
dommages.
Pourquoi les Archives du
Royaume ne prévoient-elles pas
d'appareils photographiques
digitaux pour les visiteurs?
Pourquoi des frais de reproduction
ne sont-ils pas portés en compte
pour les publications scientifiques?
Pourquoi les Archives du
Royaume mènent-elles en matière
de reproductions une politique
différente de celle des autres
établissements scientifiques?
Combien coûtent les scanners de
l'ensemble des Archives du
Royaume?
CRIV 51
COM 909
28/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
23
nodige scanmateriaal te voorzien, gekost?
05.02 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer de voorzitter, mijnheer De
Groote, bij wijze van algemene inleiding bij de vraag over het
fotograferen van openbare akten uit het Rijksarchief kan ik u
mededelen dat het Rijksarchief bezig is met de voorbereiding van een
reeks vernieuwingen en maatregelen. Daarmee viseert het geenszins
de bezoekers van de studiezalen van de Rijksarchieven, integendeel
zelfs. De positieve hervormingen die worden voorbereid, kaderen
immers in het beleid om kwalitatieve dienstverlening te kunnen
aanbieden.
Waarover gaat het? In eerste instantie gaat het over de motivatie van
het reproductiebeleid. Het beleid inzake de reproductie van
documenten steunt op de wettelijke beschikkingen van de archiefwet
van 1955 en ook op de wetten en decreten over de openbaarheid van
bestuursdocumenten. Aangezien fotokopieermachines ongeschikt zijn
voor het reproduceren van fragiele documenten en registers,
waardoor in het verleden heel wat vragen voor reproducties negatief
moesten worden beantwoord, en het Rijksarchief vooral kwaliteitsvolle
reproducties tegen een redelijke prijs wil afleveren, werd beslist tot de
aankoop van documentscanners, die het mogelijk maken
kwaliteitsvolle, analoge en digitale reproducties af te leveren in de
leeszaal en op aanvraag thuis via internet.
De reproductielijsten en het gehanteerde tarief van de instellingen
werden vastgelegd in het ministerieel besluit van 23 maart 2005 tot
vaststelling van de tarieven voor prestaties geleverd door het
Algemeen Rijksarchief en het Rijksarchief van de provincies.
Ten tweede, verbod op digitale foto's. Om schade aan de
documenten te voorkomen, werd het maken van fotokopieën strikt
gereglementeerd. In afwachting van de aanschaf van de aangepaste
apparatuur werd tijdelijk toegestaan dat bezoekers met eigen
apparatuur een opname maken op voorwaarde dat zij op voorhand
toelating vragen aan het diensthoofd. Door het in gebruik nemen van
de documentscanners kunnen deze restricties vervallen.
U suggereert dat het gebruik van scannerapparatuur zeer schadelijk
zou zijn voor archiefstukken. Dat is een vaststelling die enkel geldt
voor scannerapparatuur van het flatbedtype voor kantoorgebruik en
amateurtoepassingen. De door het Rijksarchief aangeschafte
apparatuur is echter speciaal ontwikkeld voor archieven en
bibliotheken en is dus in staat om te fotokopiëren.
Zodra de documentscanners geïnstalleerd zijn, het personeel een
grondige vorming achter de rug heeft en het nieuw systeem voor de
aanvragen van reproducties in alle Rijksarchieven operationeel is, zal
het gebruik van persoonlijke digitale camera's in de leeszaal verboden
zijn. Het Rijksarchief staat met dit standpunt niet alleen. Ook andere
grote archiefdiensten in binnen- en buitenland staan niet toe dat
bezoekers met hun eigen digitale camera's reproducties maken.
Ten derde, het reproductiebeleid. Bij de publicatie van de tarieven op
23 maart 2005 werd gestreefd naar een zo groot mogelijke
uniformiteit van de tarieven van de wetenschappelijke instellingen die
deel uitmaken van de groep documentatie onder de
programmatorische federale overheidsdienst Wetenschapsbeleid,
05.02 Marc Verwilghen, ministre:
Les Archives du Royaume
instaurent plusieurs nouvelles
mesures qui ne visent nullement
les visiteurs des salles d'étude,
bien au contraire. Il s'agit d'une
réforme positive pour un service
de qualité.
La politique en matière de
reproductions est basée sur la loi
de 1955 relative aux archives ainsi
que sur les lois et les décrets
concernant la publicité des
documents administratifs.
Étant donné que les
photocopieuses ne conviennent
pas à la reproduction de
documents d'archives fragiles et
que les archives du Royaume
souhaitent fournir des
reproductions de qualité à un prix
raisonnable, on a opté pour les
scanners. Aujourd'hui, des
reproductions analogiques et
numériques de qualité sont
fournies dans la salle de lecture et
sur demande introduite via
l'internet. Les tarifs figurent dans
l'arrêté ministériel du 23 mars
2005.
Pour éviter tout endommagement
des documents, la prise de
photocopies a été strictement
réglementée. Dans l'attente d'un
appareillage adapté, les visiteurs
ont temporairement été autorisés
à effectuer eux-mêmes une copie
à condition de demander
préalablement une autorisation à
cet effet. Ces restrictions ne sont
plus applicables à présent que les
scanners sont disponibles.
Les scanners ont été spécialement
développés pour les archives et
les bibliothèques. Leur utilisation
ne risque pas d'endommager les
documents. Dès que les scanners
auront été installés, que le
personnel aura été formé et que la
procédure de demande de
reproductions sera opérationnelle,
les appareils photo numériques
28/03/2006
CRIV 51
COM 909
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24
met name het Rijksarchief, de Koninklijke Bibliotheek en het Studie-
en Documentatiecentrum Oorlog en Hedendaagse Maatschappij. De
prijzen van reproducties en van gebruiksrechten zijn gelijk, namelijk
0,25 euro per blad uit drukwerk, of aangepast aan de specifieke eisen
van de instellingen - bijvoorbeeld 0,30 euro per A4-afdruk voor een
origineel document. Dat prijsverschil kan objectief worden verklaard
door het verschil in behandeling. Een archiefstuk moet veel
zorgvuldiger worden behandeld en het kost veel meer tijd om het
risico op beschadiging te vermijden en te zorgen voor het blijvend
behoud van de originelen.
Ten vierde, kostprijs scannerapparatuur. De 18 bookscanners voor de
18 leeszalen van het Rijksarchief kosten samen 344.880 euro, 21%
BTW niet inbegrepen. Daarenboven moet worden gerekend op extra
uitgaven om de bestel- en betaalwijze zo klantvriendelijk mogelijk te
maken. De totale kostprijs staat bijgevolg tot op heden nog niet
volledig vast.
Tot zover mijn antwoorden op uw verschillende vragen. Het
uitgangspunt daarbij moet echter zijn dat we de bezoekers helemaal
niet uit de studiezalen willen weren. Het tegendeel blijkt uit de
antwoorden die ik u heb gegeven.
personnels seront interdits dans la
salle de lecture.
En ce qui concerne les prix, on
s'est efforcé d'uniformiser au
maximum les tarifs des institutions
scientifiques. Le prix s'élève
normalement à 25 cents par page.
Les différences de prix résultent
des exigences spécifiques de
l'institution et du mode de
traitement différent des
documents.
Les dix-huit scanners disponibles
dans les salles de lecture des
archives du Royaume
représentent un coût de 344 880
euros hors TVA, auquel s'ajoutent
des dépenses supplémentaires
destinées à rendre leur usage
aussi convivial que possible.
05.03 Patrick De Groote (N-VA): Mijnheer de minister, ik dank u
voor uw duidelijk antwoord. Ik heb mijn vraag gesteld omwille van het
informatieve aspect. Het was mij en een aantal andere mensen niet
helemaal duidelijk, maar na uw uitleg is voor mij alles klaar.
05.03 Patrick De Groote (N-VA):
La confusion était relativement
grande en la matière. La réponse
du ministre apporte beaucoup
d'éclaircissements.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
06 Question de Mme Colette Burgeon au ministre de l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "la création d'un Institut européen de technologie" (n° 10863)
06 Vraag van mevrouw Colette Burgeon aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel
en Wetenschapsbeleid over "de oprichting van een Europees technologie-instituut" (nr. 10863)
06.01 Colette Burgeon (PS): Monsieur le président, monsieur le
ministre, il convient de réactualiser quelque peu ma question vu
qu'elle avait été déposée voilà déjà deux semaines et que le Sommet
a eu lieu les 23 et 24 mars.
L'idée de créer un nouveau pôle d'excellence axé sur la technologie a
été proposée par le président de la Commission européenne, José
Manuel Barroso, comme un élément de la relance de la stratégie de
Lisbonne pour la croissance et l'emploi. L'objectif d'un Institut
européen de technologie (IET) serait de renforcer le triangle européen
"recherche-éducation-transfert de technologie" en proposant un
modèle de classe mondiale pour l'enseignement et la recherche grâce
à des partenariats entre le monde universitaire et les entreprises.
Une consultation des parties concernées sur les principales missions,
les objectifs, la valeur ajoutée et l'éventuelle structure de l'IET a eu
lieu en automne 2005 avec pour objectif d'informer la Commission
européenne sur l'opportunité de poursuivre ou non ce projet.
Ce lundi 13 mars, les ministres européens de la Recherche ont
évoqué la création de l'IET. Plusieurs pays, comme le Royaume-Uni,
06.01 Colette Burgeon (PS): De
heer Barroso heeft voorgesteld
een nieuw toonaangevend
kenniscentrum op ter richten dat
zich op technologisch onderzoek
zou toespitsen. Verscheidene
landen, waaronder het Verenigd
Koninkrijk, Luxemburg, Duitsland,
Zweden en België, zouden de
meerwaarde van een dergelijk
instituut in twijfel trekken. Polen,
de Tsjechische Republiek,
Hongarije, Frankrijk en Spanje
steunen daarentegen dit project.
Volgens de European Research
Advisory Board (EURAB), de
adviesgroep van de Commissie
inzake het onderzoeksbeleid, is de
oprichting van een op de
Amerikaanse leest geschoeid
instituut voor spitstechnologie te
CRIV 51
COM 909
28/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25
le Luxembourg, l'Allemagne, la Suède et la Belgique, auraient des
doutes quant à la valeur ajoutée du projet tandis que la Pologne, la
République tchèque, la Hongrie, la France et l'Espagne ont exprimé
leur soutien.
Le propre groupe consultatif de la Commission sur la politique de
recherche, le Comité consultatif européen pour la recherche
(EURAB), indique que le projet de créer un institut de haute
technologie de type américain est trop ambitieux. Le groupe a
prévenu la Commission "qu'un institut de recherche de classe
mondiale ne peut être créé selon une méthode descendante" et que
"le succès du projet de l'IET peut uniquement provenir des
communautés de recherche existantes, soutenues par des primes
pour la recherche et l'innovation".
Monsieur le ministre, la mise en place de l'IET, dont la structure et le
financement restent flous, devait être débattue par les chefs d'État et
de gouvernement des Vingt-cinq au sommet des 23 et 24 mars
dernier. Pouvez-vous nous expliquer la position du gouvernement
belge par rapport à ce projet?
La Commission européenne présentera une proposition officielle
avant la fin 2006. Le premier ministre français, Dominique de Villepin,
souhaite que l'IET soit situé près de Paris. La France pourrait décider
de créer son propre IET, sans tenir compte des décisions prises au
niveau européen. Le risque n'est-il pas réel de voir apparaître une
Europe de la recherche technologique à géométrie variable?
hoog gegrepen. Hoe staat de
Belgische regering ten aanzien
van dat project?
Frankrijk zal misschien zelf een
instituut oprichten, zonder
rekening te houden met de
beslissingen op Europees niveau.
Is de kans niet groot dat het
technologisch onderzoek in
Europa in uiteenlopende richtingen
zal gaan?
06.02 Marc Verwilghen, ministre: Monsieur le président, madame
Burgeon, la Belgique partage l'analyse de la Commission européenne
selon laquelle l'Europe doit continuer à lutter contre le paradoxe de
l'innovation, à savoir une trop maigre traduction de nos produits de
recherche en matière d'innovation. Dès lors, il serait nécessaire de
créer de nouvelles initiatives à l'échelle européenne mais, auparavant,
il y a lieu de réfléchir davantage et ce, avec les Etats membres, sur
les causes de ce paradoxe et les remèdes les plus appropriés.
L'Europe ne pourra résoudre ce problème qu'en stimulant une
meilleure interaction entre l'offre et la demande dans le domaine de la
connaissance.
Grâce notamment aux programmes-cadres pour la recherche, on
constate une stimulation de l'offre en connaissance et en résultats de
recherches. En effet, nos universités ne travaillent plus de manière
isolée, ce qui améliore leur efficacité et leur synergie avec le milieu
économique. Toutefois, malgré l'abondance des données
scientifiques, ces dernières ne rencontrent pas toujours les besoins
de nos entreprises qui, pour être efficientes, doivent avoir de
nombreux produits et services innovants, ce qui n'est pas toujours le
cas actuellement.
Dans ce contexte, la Belgique estime que la création d'un Institut
européen de technologie ne permettra pas aujourd'hui de résoudre le
paradoxe de l'innovation en Europe. Le débat n'est pas mûr; il existe
encore trop d'incertitudes comme, par exemple, la base juridique,
l'impact financier, etc. Par contre, ce paradoxe de l'innovation pourra
être mieux appréhendé par un débat approfondi sur les causes de
nos faibles prestations en matière d'innovation et sur les solutions à
apporter.
06.02 Minister Marc Verwilghen:
België deelt het standpunt van de
Europese Commissie dat Europa
de strijd tegen de paradox van de
innovatie moet voortzetten. De
resultaten van ons innoverend
onderzoek leiden inderdaad te
zelden tot concrete resultaten. Het
kennisaanbod en de
onderzoeksresultaten gaan erop
vooruit, onder meer dankzij de
kaderprogramma's voor het
onderzoek. Onze universiteiten
hebben hun ivoren toren verlaten,
wat hun doeltreffendheid en hun
synergie met de economische
sector bevordert. Toch bieden ze
niet steeds een antwoord op de
noden van onze bedrijven.
Daarom meent België dat de
oprichting van een Europees
technologie-instituut in de huidige
stand van zaken de paradox van
de innovatie in Europa niet zal
kunnen oplossen. Een debat ten
gronde over de oorzaken van onze
zwakke prestatie op het vlak van
innovatie kan echter wel tot een
beter begrip van de paradox van
28/03/2006
CRIV 51
COM 909
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
26
Cette approche me semble d'autant plus préférable qu'elle est en
parfaite harmonie avec les recommandations du rapport Aho. M. Aho
était présent et j'ai senti, au cours des discussions, que l'assemblée
suivait son raisonnement et les recommandations de son rapport. Par
contre, de nombreuses remarques ont été faites à propos de l'Institut.
Beaucoup plus de pays que ceux cités initialement dans votre
question suivent la politique belge. J'ai demandé à M. Aho s'il était
d'avis que l'approche "top down" que veut l'Europe était la bonne
façon de travailler; il m'a répondu que celle-ci ne lui semblait pas être
la méthode indiquée.
En ce qui concerne la deuxième partie de votre question, je pense
que la décision est prématurée, particulièrement si l'on suit les
recommandations du rapport Aho, qui a le soutien du commissaire à
la Recherche, M. Potocnik, et de nombreux Etats membres. Il me
semble que c'est de ce côté-là que l'on trouvera une solution à la
question plutôt que grâce à l'institut tant voulu par M. Barroso.
de innovatie bijdragen. Het
verslag-Aho bevat in dat verband
een aantal zeer interessante
aanbevelingen.
06.03 Colette Burgeon (PS): Monsieur le président, je remercie le
ministre pour ses réponses.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Trees Pieters aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "het convenant met de horecasector" (nr. 10865)
- de heer Ortwin Depoortere aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "het horecaconvenant" (nr. 10882)
07 Questions jointes de
- Mme Trees Pieters au ministre de l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur et de la Politique
scientifique sur "la convention avec le secteur horeca" (n° 10865)
- M. Ortwin Depoortere au ministre de l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "la convention horeca" (n° 10882)
07.01 Trees Pieters (CD&V): Mijnheer de voorzitter, de regering
beloofde een gericht beleid ten aanzien van de horecasector, die
moeilijke tijden beleeft. Zoals u weet, ligt het aantal faillissementen
dubbel zo hoog als in de rest van de economie. Ik heb hier reeds
herhaaldelijk opgeroepen om van de belofte van zo'n zes tot zeven
jaar geleden eindelijk werk te maken.
De voorbije weken heeft zich een nieuwe discussie ontsponnen vanuit
de sector, onder meer omtrent de Europese BTW-norm. Uiteraard
kan ik mij 100% achter dit standpunt scharen, maar ik vind dat meer
kan en moet. Minister Reynders houdt de sector voortdurend een
BTW-verlaging voor als tegemoetkoming aan een sector in
moeilijkheden, maar op Europees niveau kan hij die belofte niet
waarmaken. Het lijkt mij dus logisch dat de regering in afwachting het
geld dat de overheid minder zou ontvangen met de 6%-regeling,
vrijmaakt.
Tot mijn grote verbazing had ik enkele weken geleden een discussie
met de lokale zender, AVS, waar die problematiek toen hangende
was. In een interview met de eerste minister werd hem gevraagd of hij
die gelden het verschil tussen 21% en 6% - niet in de sector kon
inbrengen. Tot mijn grote verbazing heeft de eerste minister
07.01 Trees Pieters (CD&V): Le
secteur de l'horeca est en proie à
de gigantesques difficultés. Le
nombre de faillites est
préoccupant. Le secteur aspire à
la réduction à 6% du taux de TVA.
Le ministre Reynders lance
continuellement diverses
promesses mais il est absolument
incapable de les faire passer au
niveau européen. C'est pourquoi
certains préconisent de réinjecter
dans le secteur les moyens dont le
gouvernement devrait se passer si
le taux de TVA était abaissé. Le
premier ministre en personne, M.
Verhofstadt, a défendu cette
position voici peu, lors d'une
émission de la télévision locale
AVS. Nonobstant cette
approbation de pure forme, le
gouvernement continue de jeter de
CRIV 51
COM 909
28/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
27
geantwoord dat van plan te zijn. Ik heb dat goed in de oren geknoopt
en daar waren nog mensen uit de sector en van de horeca zelf bij die
dat hebben gehoord: de eerste minister zal dus 450 miljoen euro
vrijmaken voor de sector. Dat tussen haakjes.
Tegelijkertijd draait deze regering de sector nog een rad voor de
ogen. Verleden jaar werden onderhandelingen opgezet met de sector
om te komen tot een convenant, zoals gestipuleerd in het
regeerakkoord. De regering beloofde structurele investerings- en
ondersteuningsmaatregelen indien de sector zich engageerde te
"verwitten". Mij lijken de onderhandelingen aan te slepen, omdat de
sector met haar achttien partners rond de tafel er niet in slaagt een
akkoord te bereiken. Dat hebt u hier meerdere keren gezegd op onze
vragen, mijnheer de minister.
Mij komt nu ter ore dat er bij de regering bitter weinig goede wil te
bespeuren valt om op haar beurt haar engagementen na te komen.
Op een vraag van collega Dirk Claes antwoordde u dat 13 februari de
ultieme datum zou zijn voor gesprekken met de sector. Die datum is
ondertussen gepasseerd.
Mijnheer de minister, wat is de stand van zaken omtrent het
convenant en de onderhandelingen met de sector? Wat wordt de
volgende stap?
Collega Wathelet gaf op 13 maart een persconferentie met de
mededeling dat juridisch de mogelijkheid bestaat om een regeling van
6% inzake BTW enkel in België door te voeren. Hij had daar
argumenten voor en heeft die in het lang en in het breed meegedeeld
aan de pers en aan de betrokken minister.
Kunt u tot dezelfde conclusie komen?
la poudre aux yeux du secteur. En
2005, des négociations ont été
lancées avec celui-ci dans le but
de conclure une convention. Le
gouvernement allait proposer des
moyens structurels en matière
d'aide et investissements, en
échange d'une promesse
d'assainissement du secteur
horeca. Ce furent d'interminables
palabres. Le ministre Verwilghen a
alors pointé un doigt accusateur
vers le secteur parce qu'il ne
parvenait pas à un consensus,
mais il m'est toutefois revenu, pour
ma part, que le gouvernement
était particulièrement peu disposé
à faire des concessions au
secteur.
Le mois dernier, le ministre
Verwilghen a indiqué que le 13
février 2006 constituait à son avis
la date ultime pour parvenir à un
accord. Où en sont les
négociations avec le secteur de
l'horeca? Celui-ci est-il parvenu à
atteindre lui-même un accord
consensuel?
Le 13 mars dernier, lors d'une
conférence de presse, notre
collègue M. Wathelet a indiqué
qu'il est parfaitement possible, du
point de vue juridique, de réduire
le taux de TVA à 6 % dans notre
seul pays. Quelle est l'avis du
ministre?
De voorzitter: De heer Depoortere stelt thans zijn vraag over hetzelfde onderwerp.
07.02 Ortwin Depoortere (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister de problematiek is uitvoerig geschetst door
collega Pieters. De heer Claes, de heer Govaerts, mevrouw Pieters
en ikzelf hebben u reeds meerdere malen ondervraagd over de
maatregelen die kunnen genomen worden voor de horeca.
Ik verwijs naar het antwoord dat u mij gegeven hebt in februari. Het
kwam erop neer dat u stelde dat men gelijktijdig over de brug moest
komen. De regering is bereid structurele maatregelen te nemen als
ook de horeca bereid is de sector wit te maken.
Een en ander had besproken moeten worden op 13 februari. Ik neem
aan dat tussen 13 februari en nu de verschillende werkgroepen
sommige zaken in detail moesten bestuderen. Ik merk evenwel dat
het windstil geworden is rond de problematiek. Ik heb er weinig over
vernomen. Daarom wil ik vragen wat de stand van zaken is, wat er
uiteindelijk uit de bus is gekomen en wanneer de regering de nodige
07.02
Ortwin Depoortere
(Vlaams Belang): Par le passé, le
ministre a déclaré à plusieurs
reprises que la bonne volonté
devait venir des deux côtés. Pour
sortir l'horeca de son malaise,
aussi bien le secteur que le
gouvernement n'ont d'autre issue
que d'agir de concert.
Aujourd'hui, le délai du 13 février
est loin déjà et il règne sur ce front
un calme plat. Où en est-on? Un
accord est-il intervenu ou un
nouveau délai a-t-il été fixé?
28/03/2006
CRIV 51
COM 909
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
28
maatregelen zal nemen.
07.03 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer de voorzitter, de gestelde
vraag bevat eigenlijk twee luiken. Het luik BTW waarover ik het straks
zal hebben en het luik over het voorstel tot het verwitten van de
sector.
De onderhandelingen tussen de verschillende organisaties in de
horecasector hebben geleid tot een voorstel waarover de
horecasector op 13 februari effectief een akkoord heeft bereikt. Men
heeft een gezamenlijke positie ingenomen, naar aanleiding van een
voorstel dat de naam draagt van de indiener, te weten het voorstel-
Van Melkebeke. Het is een juridisch-fiscale benadering van de
problematiek waarmee de sector te kampen heeft. In de loop van de
volgende dagen werd het mij overgemaakt. Ik heb het op mijn beurt
overgemaakt aan de minister van Financiën. Daarover wordt
trouwens overlegd met de sector. Het vooropgestelde schema moet
getoetst worden aan de gegevens waarover de bevoegde
administraties, in dit geval Financiën, beschikken. Zij maken een
evaluatie. U wist dat zulks zo'n vijf tot zes weken in beslag zou
nemen.
Die resultaten zijn essentieel voor het verdere overleg want er moet
nu worden teruggekoppeld naar de organisaties om te bepalen wat
daarvan fiscaal en financieel kan worden uitgevoerd. Waar zich
eventueel problemen stellen, moeten deze worden opgelost. Van
zodra dit bekend is, zal er met de sector verder worden gesproken.
De komende weken gaat dit overleg in elk geval door want ik
verwacht op korte termijn de reacties van Financiën. Tot zover het
eerste deel van de vraag.
Het tweede deel van de vraag heeft betrekking op de BTW. Ik zou
daarover te persoonlijken titel zeer graag een aantal zaken zeggen
maar dit is natuurlijk niet de bevoegdheid van de minister van
Economie. Er moeten op dat vlak twee paden worden bewandeld.
Eerst en vooral is er de beslissing die werd genomen op Europees
vlak. Daar waar in het begin werd aangekondigd dat enkel de Duitsers
zich hiertegen verzetten waardoor het dossier niet verder kon worden
afgehandeld, heb ik vastgesteld dat de ministers een oplossing
hebben voorgesteld waardoor de discussie kan worden hernomen.
Op Europees vlak heeft men een onderzoek besteld om te bekijken of
de door de Duitsers ingeroepen motivering aanvaardbaar is. Ten
tweede werd door een van mijn collega's ook voorgesteld om te
komen tot een tarief van 6%. Ik kan hier toch maar moeilijk een
stelling innemen voor een bevoegdheidsterrein dat niet het mijne is.
Als die mogelijkheid bestaat, hoop ik dat deze ten volle wordt benut.
07.03 Marc Verwilghen, ministre:
Le secteur horeca est arrivé in
extremis à un accord de
consensus, juste avant l'expiration
du délai fixé. Cette proposition a
depuis été soumise aux ministres
compétents. Le schéma sur lequel
repose cette proposition doit
maintenant être examiné sur la
base des données dont dispose
l'administration et doit encore être
étudié et évalué. Les résultats
seront rediscutés avec le secteur.
Cette discussion devrait avoir lieu
dans les prochaines semaines.
La question relative à la baisse du
taux de TVA ressortit à la
compétence du ministre des
Finances.
Au niveau européen, le dossier été
contrarié quelque temps par les
Allemands, mais la discussion
peut à présent être poursuivie. Le
bien-fondé des motifs de
l'opposition allemande sera
examiné. Un de mes collègues a
proposé d'appliquer en attendant
le taux de TVA de 6%. Cette
matière ne relevant pas de mes
attributions, je puis difficilement
prendre position sur cette
question. J'espère que toutes les
opportunités seront pleinement
saisies.
07.04 Trees Pieters (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, bedankt voor het antwoord.
Ik kan weinig zeggen over het voorstel-Van Melkebeke. Het heeft een
economisch en een financieel luik. Kunnen wij dit ergens inkijken?
Kunnen wij daarover een oordeel vellen? U zegt dat het zal moeten
worden getoetst op zijn uitvoerbaarheid. Ik veronderstel dat het op
economisch vlak niet veel implicaties zal hebben maar vooral op
fiscaal vlak. U zegt dat de minister van Financiën hierbij betrokken is.
Ik kan echter niet verder oordelen vermits ik niet weet wat in het
voorstel staat.
07.04 Trees Pieters (CD&V): Je
ne connais pas la portée de la
proposition Van Melkebeke, et je
peux donc difficilement en juger.
Pouvons-nous prendre
connaissance de ce texte?
CRIV 51
COM 909
28/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
29
07.05 Minister Marc Verwilghen: Het gaat om een document dat van
de sector zelf komt. Ik zou u willen vragen om u tot de sector te
wenden want ik weet niet of het vrijgegeven mag worden. Als de
sector geen probleem heeft met de vrijgave dan neem ik aan dat ze
het u zelf wel zullen geven.
07.05 Marc Verwilghen, ministre:
Il s'agit d'un document diffusé par
le secteur. Je conseille à Mme
Pieters de frapper à cette porte-là
pour obtenir des informations.
07.06 Trees Pieters (CD&V): Voor de rest hebt u gelijk, BTW is een
bevoegdheid van minister Reynders en van Europa. Tussen haakjes,
Duitsland lag dwars maar ik meen ook begrepen te hebben dat ook
Oostenrijk lange tijd dwars heeft gelegen en dat beiden op een
bepaald moment hebben samengespannen. Ik richt mij tot de sector
om de inhoud van het voorstel-Van Melkebeke te kennen.
07.06 Trees Pieters (CD&V):
C'est ce que je vais faire. Si la
TVA relève de la compétence de
M. Reynders et de l'Union
européenne, il me semble
cependant que l'Autriche aussi
s'est montrée récalcitrante
pendant un bon bout de temps,
rejoignant l'Allemagne dans son
opposition.
07.07 Ortwin Depoortere (Vlaams Belang): Mijnheer de minister, ik
dank u voor uw antwoord. Ik wil het nog hebben over de timing. U
zegt dat op 13 februari het voorstel door de horeca overgemaakt werd
aan u. U hebt het op uw beurt doorgegeven aan de minister van
Financiën die betrokken is. De administratie heeft ongeveer vijf à zes
weken de tijd om het voorstel dus te bestuderen. Mag ik eruit
veronderstellen, mijnheer de minister, dat we na het paasreces u
meer details kunnen vragen en wat de bemerkingen zijn van de
regering op het plan?
07.07
Ortwin Depoortere
(Vlaams Belang): L'administration
dispose de cinq à six semaines
pour étudier la proposition. Je
m'informerai des détails après les
vacances de Pâques.
De voorzitter: Ja, mijnheer de minister. U kan hem niet verbieden vragen te stellen.
07.08 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer de voorzitter, ik kan hem
inderdaad niet verbieden vragen te stellen en misschien zullen zijn
vragen in de commissie voor de Financiën de minister ertoe
aanzetten sneller zijn bevindingen op te stellen.
De voorzitter: Mijnheer de minister, om vragen te voorkomen kunt u niet beter antwoorden dan dat u liefst
zoveel mogelijk vragen krijgt.
07.09 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer de voorzitter, dat is voor
mij geen probleem.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de omzetting van richtlijn 2001/84/EG betreffende het volgrecht ten behoeve
van de auteur van een oorspronkelijk kunstwerk" (nr. 10890)
08 Question de Mme Trees Pieters au ministre de l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur et
de la Politique scientifique sur "la transposition de la directive 2001/84/CE relative au droit de suite au
profit de l'auteur d'une oeuvre d'art originale" (n° 10890)
08.01 Trees Pieters (CD&V): Mijnheer de voorzitter, dit is een
moeilijke aangelegenheid, voor mij toch.
De voorzitter: U bent niet zo volgzaam, bedoelt u?
08.02 Trees Pieters (CD&V): Jawel, maar het is geen gemakkelijke 08.02 Trees Pieters (CD&V): La
28/03/2006
CRIV 51
COM 909
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
30
materie. Als u goed luistert, zult u snappen dat het zeer complex is.
Mijnheer de minister, de auteurswet van 30 juni 1994 kent een
onvervreemdbaar recht toe aan auteurs van plastische werken. Dat
recht, volgrecht genaamd, neemt de vorm aan van een
vergoedingsrecht, berekend op het toewijzingsbedrag van de
plastische kunstwerken die werden verkregen na een openbare
verkoop. Het bedrag van het volgrecht bedraagt 4% van de
verkoopprijs voor zover die verkoopprijs hoger is dan 1.250 euro.
In de nationale wetgevingen van het merendeel van de EU-lidstaten is
in een volgrecht voorzien. Die wetgevingen vertonen op dit ogenblik
verschillen. In het raam van de interne markt werken die verschillen
concurrentieverstorend. Daarom wil de EU een richtlijn om
verschillende wetgevingen te harmoniseren. Zij heeft daaraan gewerkt
en dat resulteerde in richtlijn 2001/84/EEG. Artikel 12 van die richtlijn
bepaalt dat de lidstaten de nodige wettelijke bestuursrechtelijke
bepalingen in werking moeten doen treden om voor 1 januari 2006
aan de richtlijn te voldoen.
Die datum is ondertussen verstreken. Ik wil u daarom de volgende
vragen stellen.
Welke wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen zijn nodig opdat de
Belgische wetgeving aan de richtlijn zou voldoen? Welke tijdsplanning
voorziet u om voornoemde bepalingen in werking te doen treden?
Wanneer komt er een wetsontwerp ter zake naar deze commissie?
Naar aanleiding van richtlijn 2001/84/EEG vond een vergadering van
de raad van bestuur van UBEMA plaats, de Belgisch-Luxemburgse
Unie van de Kunstmarkt. Zij ontwikkelde een standpunt over het
volgrecht en de omzetting ervan in Belgisch recht.
Aangaande hoofdstuk 2, artikel 4, tweede lid, wil UBEMA de eerste
verkoop in de galerie vrijstellen van volgrecht. Aangaande hoofdstuk
2, artikel 5, wil UBEMA dat het Belgische drempelbedrag van
1.250 euro zou opgetrokken worden naar 3.000 euro, zoals voorzien
in de richtlijn en in navolging van andere Europese landen, meer
bepaald van de Beneluxpartners. Ook vraagt UBEMA de mogelijkheid
te bekijken om de heffing van het volgrecht bij wederverkoop binnen
een korte termijn gedeeltelijk te kunnen recupereren.
Die standpunten komen voort uit de bekommernis dat de Belgische
kunstenaars steeds meer gedrongen worden in een nadelige
concurrentiepositie, veroorzaakt door de Belgische wetgeving inzake
het volgrecht en door de BTW-voet van 21%, die de hoogste is in
Europa.
Ik wil daaraan toevoegen, mijnheer de minister dat ik vanmiddag nog
een telefoontje gehad heb van een andere vereniging, de vereniging
van de 28 grootste galerijen van het land waaronder Campo; Guy
Pieters, die u wel kent; enzovoort, die met uw kabinetschef,
Christophe Van Vaerenbergh een onderhoud gehad hebben. Zij zitten
niet helemaal op dezelfde golflengte als UBEMA, omdat zij, zeggen
zij, geconfronteerd worden met een dubbel volgrecht van 4%: zowel
bij aankoop als bij verkoop.
Dat zou een aanzienlijke verhoging van de kostprijs betekenen voor
loi sur le droit d'auteur du 30 juin
1994 reconnaît aux auteurs
d'oeuvres plastiques un droit
inaliénable intitulé «droit de suite».
La plupart des pays de l'UE ont
inscrit ce droit dans leur législation
nationale, mais les différences
entre les différentes législations
créent des distorsions de
concurrence. La directive
2001/87/CE a pour but
d'harmoniser la législation. Son
article 12 dispose que les États
membres doivent arrêter les
dispositions législatives,
réglementaires et administratives
nécessaires pour se conformer à
la directive au plus tard le 1
e
janvier 2006.
Quelles dispositions faut-il insérer
dans la législation belge pour
qu'elle soit conforme à la
directive? Quel échéancier est
prévu à cet effet? Quand le projet
sera-t-il examiné en commission?
L'Union Belgo-Luxembourgeoise
du Marché de l'Art (Ubema)
souhaite que la première vente
d'une galerie soit exemptée du
droit de suite et que le seuil de
1 250 euros soit porté à 3 000
euros. De plus, il conviendrait
d'envisager la possibilité de faire
récupérer en partie la perception
du droit de suite en cas de revente
à court terme. L'Ubema estime
que le droit de suite belge ainsi
que le taux de TVA de 21 % - le
plus élevé d'Europe minent de
plus en plus la compétitivité des
artistes belges.
L'association des 28 plus grandes
galeries du pays, avec laquelle le
chef de cabinet M. Van
Vaerenbergh a eu un entretien,
n'est pas tout à fait sur la même
longueur d'ondes que l'Ubema
parce qu'elle est confrontée à un
double droit de suite. Quelle est la
position du ministre?
CRIV 51
COM 909
28/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
31
de galerijen. Zij vergelijken dat met de veilingen, waar men het
volgrecht niet zou moeten betalen.
Mijn vraag is tweeledig. Wat doet u met Ubema? Ik heb al gehoord
dat er een voorontwerp circuleert, maar nog geen ontwerp.
Wat doet u dan met de 28 grote galerijen?
08.03 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer de voorzitter, mevrouw
Pieters, om de Belgische wetgeving in conformiteit te brengen met de
richtlijn, moet er een aanpassing komen van de artikelen 11 tot en
met 13 van de wet op de auteursrechten en van de
uitvoeringsmaatregelen, die in het koninklijk besluit van 8 juli 1998
vervat zijn. De wijzigingen betreffen voornamelijk het
toepassingsgebied en de tarieven van het volgrecht, alsook de andere
regels tot inning en controle van het volgrecht.
De belangrijkste wijziging die de richtlijn oplegt, betreft de uitbreiding
van het toepassingsgebied van het volgrecht naar de sector van de
galerijen. Overeenkomstig de richtlijn is een volgrecht verschuldigd bij
elke doorverkoop waarbij actoren uit de professionele kunsthandel,
zoals veilinghuizen, kunstgalerijen of andere kunsthandelaren,
betrokken zijn als verkoper, koper of tussenpersoon. Bijgevolg zullen
door de omzetting van de richtlijn en de uitwerking van de
uitvoeringsbesluiten ook de kunstgalerijen onderworpen zijn aan het
volgrecht.
Het wetsontwerp tot omzetting van de richtlijn werd aangepast aan het
advies van de Raad van State en heeft al de goedkeuring gekregen
van de Ministerraad. Het zal trouwens in de loop van de maand april
hier in de commissie worden ingediend.
Het wetsontwerp voorziet in een uitzondering voor de zogenaamde
promotiegalerijen. De uitzondering bestaat erin dat geen volgrecht
verschuldigd zal zijn voor het doorverkopen door galerijen van werken
die rechtstreeks van de kunstenaar werden aangekocht en binnen de
drie jaar worden doorverkocht voor een maximumbedrag van
10.000 euro.
In artikel 5 van het voorontwerp is de bestaande drempel van
1.250 euro aangehouden, maar namens de regering zeg ik u dat het
Parlement de vrijheid heeft om de drempel aan te passen, lees te
verhogen, indien het Parlement dat opportuun acht. De richtlijn
voorziet niet in de mogelijkheid om de heffing van het volgrecht bij
doorverkoop binnen een korte termijn gedeeltelijk te kunnen
recupereren. Het hierboven vermelde wetsontwerp zal uiteraard nog
het voorwerp uitmaken van parlementaire besprekingen.
Aanpassingen op dat ogenblik zijn dus niet uit te sluiten.
08.03 Marc Verwilghen, ministre:
Pour mettre la législation belge en
conformité avec la directive
européenne, il faut modifier les
articles 11 à 13 de la loi du 30 juin
1994 et revoir les mesures
d'exécution.
La directive prévoit que le droit de
suite doit être étendu au secteur
des galeries. Le droit de suite
s'applique ainsi dorénavant à
toutes les ventes dans lesquelles
des négociants en oeuvres d'art
interviennent en tant que
vendeurs, acheteurs ou
intermédiaires.
Le projet de loi transposant la
directive en droit belge a été
modifié conformément à l'avis du
Conseil d'État et sera déposé en
commission dans le courant du
mois d'avril. Ce projet prévoit une
exception pour les galeries de
promotion. Les galeries qui
achètent directement les oeuvres
aux artistes et qui les revendent
dans les trois années qui suivent
pour un montant maximal de
10 000 euros ne devront pas payer
de droit de suite. Si le seuil de
1 250 euros a été conservé dans
le projet, le Parlement peut
toujours en décider autrement.
La directive ne prévoit pas la
possibilité de récupérer
partiellement le prélèvement du
droit de suite en cas de revente à
court terme.
08.04 Trees Pieters (CD&V): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw
antwoord. Als het ontwerp hier ter sprake komt, dan zullen wij zien in
welke zin wij dat kunnen remediëren. Het verheugt mij dat u
openstaat voor aanpassingen die door het Parlement worden
aangebracht. Ik heb nog een bijkomende vraag: wat zijn
promotiegalerijen?
08.05 Minister Marc Verwilghen: Dat zijn de galerijen die
28/03/2006
CRIV 51
COM 909
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
32
kunstwerken die zij op een bepaald ogenblik rechtstreeks van
kunstenaars hebben aangekocht, doorverkopen binnen de drie jaar
en met een maximum van 10.000 euro.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09 Vraag van de heer Dirk Claes aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "het onvoldoende gebruik van het fonds ter stimulering van het vervangen
van meters met enkelvoudig tarief door tellers met tweevoudig tarief en de gevolgen hiervan voor de
consument" (nr. 10892)
09 Question de M. Dirk Claes au ministre de l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "le recours insuffisant au fonds de promotion du remplacement des
compteurs simple tarif par des compteurs bihoraires et les conséquences pour les consommateurs"
(n° 10892)
09.01 Dirk Claes (CD&V): Mijnheer de voorzitter, geachte mijnheer
de minister, u weet ook dat men er op gewestelijk niveau aan denkt
om in een uitbreiding te voorzien van het nachttarief. Dat betekent dat
de burgers ook in het weekend zouden kunnen genieten van het
nachttarief. Mogelijks zou dat ingevoerd worden vanaf 1 januari 2007.
Indien men niet beschikt over een tweevoudig tariefmeter, kan men
daarvan niet genieten. Ik ben eens gaan opzoeken of een
omschakeling wel kan. Een omschakeling is echter vrij duur op dit
moment en afhankelijk van de situatie varieert de kostprijs toch
tussen de 100 en 300 euro. Het weerhoudt er vooral de minder
gegoede gezinnen van om de omschakeling te maken en alzo tot een
rationelere energieaanpak te komen in de eigen woning. Het is
natuurlijk geen probleem voor meer gegoede mensen, zoals wijzelf.
Wij zullen dat wel kunnen doen, indien het geval zich zou voordoen,
maar ik kan mij toch voorstellen dat er gezinnen zijn die de uitgave te
hoog vinden.
In 2003 werd er nog een speciaal fonds in het leven geroepen om
deze omschakeling naar tellers met een tweevoudig uurtarief te
ondersteunen. Dat is een goede maatregel. In totaal werd er zo'n
30 miljoen beschikbaar gemaakt voor dit fonds. Het probleem is dat
volgens mijn informatie een aantal intercommunales dit geld veeleer
heeft aangewend voor andere doelen. Zij hebben het bijvoorbeeld
aangewend voor de ontwikkeling van budgetmeters. Anderen
gebruiken het fonds om de omvorming van tellers waarvoor nog een
drievoudig uurtarief bestond, om te vormen naar een tweevoudig
uurtarief. Een recente studie van de CWAPE, een Waalse
intercommunale, toonde aan dat slechts een klein deel van het
beschikbaar budget uit het fonds door vooral de Waalse gemengde
intercommunales is gebruikt.
Graag had ik van de minister het volgende vernomen.
Welke middelen zijn er nog aanwezig in dat fonds? Voorziet de
minister nog bijkomende middelen in het fonds? Welke maatregelen
heeft de minister reeds eerder genomen om burgers te stimuleren
en/of te helpen in de omschakeling naar een meter met een
tweevoudig uurtarief.
Welke maatregelen plant de minister in de nabije toekomst? Kan de
minister mij zeggen hoeveel gezinnen er vandaag nog steeds enkel
09.01 Dirk Claes (CD&V): À partir
du 1
er
janvier 2007, une extension
du tarif de nuit au week-end
deviendrait possible au niveau
régional. Le passage au double
compteur indispensable coûte
toutefois 100 à 300 euros, ce qui
représente une somme d'argent
considérable, surtout pour les
ménages les plus démunis.
En 2003, un fonds spécial a été
créé pour appuyer le passage aux
compteurs bihoraires. Il s'agissait
de 30 millions d'euros, mais
certaines intercommunales
auraient utilisé l'argent à d'autres
fins, telles que le développement
des compteurs à budget. Il ressort
d'une étude de la Commission
wallonne pour l'énergie que les
intercommunales mixtes en
majorité wallonnes n'ont utilisé
qu'une petite partie du budget
disponible.
Combien d'argent reste-t-il dans le
fonds? Des moyens
supplémentaires seront-ils
dégagés? Comment le ministre
incite-t-il et aide-t-il les citoyens
lors du passage vers un compteur
double? Combien de ménages
disposent-ils d'un compteur simple
et combien d'un compteur double?
Pourriez-vous ventiler les chiffres
par Région?
CRIV 51
COM 909
28/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
33
beschikken over een teller met een enkelvoudig uurtarief? Hoeveel
beschikken er dan over een teller met een tweevoudig uurtarief? Kan
u dat opsplitsen per Gewest?
Mijnheer de minister, ik moet u niet zeggen dat vooral de sociaal
minder gegoede klasse hiervan het slachtoffer dreigt te worden. Het
gaat om mensen die in huurwoningen en kleine arbeiderswoningen
wonen. Vergeet ook niet dat op dit moment heel wat oude woningen
worden opgekocht door jonge gezinnen. Mensen moeten daarvoor
een lening aangaan en als ze dan nog eens die bijkomende kosten
moeten doen van ik heb een voorbeeld meer dan 282 euro plus
BTW, dan zijn dat toch wel serieuze bedragen.
09.02 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Claes, ten eerste, de bedragen die momenteel bij elke
distributienetbeheerder geprovisioneerd zijn voor de vervanging van
een meter van enkelvoudig tarief door een elektronische teller met
tweevoudig tarief, lopen op tot 19,5 miljoen euro. Gemiddeld is nog
80% van de bedragen beschikbaar: 77% in Vlaanderen, 78% in
Wallonië en 100% in Brussel.
Ten tweede, in de aanbevelingen van 12 maart en 17 mei 2003 van
de CREG was in de oprichting voorzien van een fonds van
30 miljoen euro ten voordele van de omschakeling naar een meter
met tweevoudig tarief voor residentiële afnemers. Het verschil met de
geprovisioneerde bedragen wordt grotendeels verklaard door een
gebrek aan stortingen vanwege de Vlaamse distributienetbeheerders
naar aanleiding van de openstelling van de markt in Vlaanderen op
1 juli 2003 en door de toepassing van een verkeerde
berekeningsbasis door een aantal Waalse distributienetbeheerders.
Rekening houdend met de engagementen die in de loop en in het
raam van de hoger bedoelde aanbevelingen door de
distributienetbeheerders genomen waren, meen ik dat die beheerders
maatregelen móeten nemen om ervoor te zorgen dat de ontbrekende
bedragen integraal gestort worden. Ik ben het met u eens: die
bedragen moeten aangewend worden voor die specifieke categorie
die u ook viseert.
Ten derde, het gebruik van de fondsen bij de netbeheerders dient te
gebeuren in overleg met de Gewesten, want dat zijn uiteindelijk de
voogdijoverheden.
In Vlaanderen wordt er van de fondsen gebruikgemaakt om de
budgetmeters met nachtteller te installeren bij afnemers wiens
leveringscontract door de leverancier is opgezegd, omdat er daar een
effectieve reden toe is.
In Wallonië moet het fonds gebruikt worden, prioritair om de plaatsing
van de meters met tweevoudig tarief te vergemakkelijken, want veel
woningen hebben daar maar één meter, ten tweede om de
omschakeling van meters met drievoudig tarief naar meters met
tweevoudig tarief te vergemakkelijken, en ten derde om bij te dragen
bij de plaatsing van de budgettellers.
Te Brussel vindt momenteel overleg plaats met de Gewestelijke
overheid. Heel waarschijnlijk zal daar geopteerd worden voor een
actie ten gunste van elektronische tellers met afstandsbediening, wat
nog een andere mogelijkheid is.
09.02 Marc Verwilghen, ministre:
Les gestionnaires de réseaux de
distribution ont constitué des
provisions à concurrence de 19,5
millions d'euros pour le
remplacement des compteurs
simples par des compteurs
doubles électroniques. Le
provisionnement est encore
disponible à concurrence de 80 %
globalement, selon une répartition
de 77 % en Flandre, 78 % en
Wallonie et 100 % à Bruxelles.
Les recommandations de la CREG
pour 2003 prévoyaient la création
d'un fonds de 30 millions d'euros.
La différence par rapport au
montant provisionné est due au
fait que les gestionnaires de
réseaux flamands ont effectué trop
peu de versements à l'occasion de
l'ouverture du marché le 1
er
juillet
2003. Quelques gestionnaires de
réseau wallons utilisaient par
ailleurs une base de calcul
erronée. Les gestionnaires doivent
veiller à ce que les sommes
manquantes soient intégralement
versées.
Les fonds doivent être utilisés en
concertation avec les Régions. En
Flandre, l'argent est utilisé pour
installer des compteurs à budget
avec système de nuit chez les
clients dont le fournisseur a résilié
le contrat de livraison. En
Wallonie, les fonds doivent être
affectés en priorité au placement
de compteurs doubles. Ils peuvent
également être utilisés pour le
passage de compteurs triples à
des compteurs doubles ou pour le
placement de compteurs à budget.
28/03/2006
CRIV 51
COM 909
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
34
Ten vierde, op de bepaling van de maatregelen als die welke bedoeld
zijn onder het derde punt, behorend tot de Gewestelijke overheden,
heb ik geen impact, want ik heb daarover geen voogdijoverheid.
Ten vijfde, gelet op de hoogdringendheid was het spijtig genoeg niet
mogelijk om de gevraagde gegevens tijdig te verzamelen in verband
met het aantal afnemers dat beschikt over een meter met enkelvoudig
tarief of een teller met tweevoudig tarief. Die cijfers zijn opgevraagd.
Van zodra ik ze ontvang, zal ik ze u meteen bezorgen, zodat u dan
volledig geïnformeerd bent, ook over de statistische kant van uw
vraag.
Les concertations sont encore en
cours avec la Région de Bruxelles-
Capitale, où l'option retenue sera
sans doute le placement de
compteurs électroniques avec
commande à distance.
Il revient aux Régions de prendre
des mesures pour promouvoir le
passage aux compteurs doubles.
Je ne dispose pas encore des
chiffres souhaités par M. Claes
mais je les communiquerai dès
qu'ils seront en ma possession.
09.03 Dirk Claes (CD&V): Mijnheer de minister, het antwoord op die
laatste vraag is natuurlijk wel belangrijk. Als wij exact willen weten
hoeveel gezinnen op dit moment nog met een enkelvoudig uurtarief
door het leven moeten gaan, dan weten we ook welke middelen we
daartegenover moeten zetten.
09.03 Dirk Claes (CD&V): La
réponse à la dernière question est
importante. Si nous savons
exactement combien de
personnes disposent encore d'un
tarif horaire simple, nous
connaîtrons le montant des
moyens à dégager.
09.04 Minister Marc Verwilghen: Er is een vrij spectaculair verschil
tussen Vlaanderen en Wallonië. In Vlaanderen is het tweevoudig
tarief al veel meer doorgedrongen.
09.04 Marc Verwilghen, ministre:
J'ai insisté pour que la transition
soit rapide. En Flandre, le tarif
double est déjà bien plus
largement implanté.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: ik geef thans het woord aan onze recente collega, de heer Germeaux, voor zijn vragen
nr. 10900 en nr. 11002. Die vragen hebben hetzelfde onderwerp, dus ik neem aam dat het een vraag zal
zijn. Als de collega's geen bezwaren hebben, geef ik de heer Germeaux daarna het woord voor zijn vraag
nr. 11003. Het lijkt me immers niet onlogisch dat men, als het enigszins kan, zijn vragen na elkaar kan
stellen.
Mevrouw Creyf, het is beter om niet te protesteren want het kan u nog van pas komen: straks is het aan u
en ook van u staat er nog een vraag achteraan op de agenda.
10 Vraag van de heer Jacques Germeaux aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "de aanrekening van illegaal afgetapte stroom aan de bevolking"
(nrs. 10900+11002)
10 Question de M. Jacques Germeaux au ministre de l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "la facturation à la population de la consommation d'électricité
illégale" (n°
s
10900+11002)
10.01 Jacques Germeaux (VLD): Mijnheer de voorzitter, dat is heel
vriendelijk en bewijst dat u een goed karakter hebt. Door
onwetendheid het zou ook onkunde kunnen zijn werd twee keer
dezelfde vraag ingediend, maar onder een andere nummering. Die
vragen komen hier samen, maar uiteraard zijn het dezelfde vragen.
Mijn vraag gaat over de aanrekening van illegaal afgetapte stroom
aan de bevolking in het algemeen en over een voorbeeld hiervan in
10.01 Jacques Germeaux (VLD):
De plus en plus, les propriétaires
de plantations de cannabis
soutirent illégalement du courant
électrique pour chauffer les locaux
où ils cultivent leurs plants. Les
fournisseurs d'énergie constatent
ces abus mais récupèrent en
CRIV 51
COM 909
28/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
35
het bijzonder dat zich enkele weken geleden in mijn provincie
voordeed. Blijkbaar volstaan voor eigenaars van cannabisplantages
hun grootschalige winsten niet. Meer en meer gaan zij over tot het
illegaal aftappen van stroom, die zij dan aanwenden voor de
verwarming van de ruimtes waarin de cannabisplanten worden
geteeld.
De energieleveranciers stellen die misbruiken vast, maar laten de
tienduizenden kilowattuur stroom in eerste instantie betalen door de
vaak nietsvermoedende opgelichte bedrijven en/of particulieren.
Indien dat niet lukt rekenen de leveranciers het illegale
elektriciteitsverbruik door aan alle verbruikers. Concreet betaalt elke
Belg gemiddeld 2 à 3 euro voor elektriciteit die in feite illegaal wordt
afgetapt. De vraag is dan nog door wie.
Is de minister op de hoogte van voormelde praktijken?
Vindt u het gerechtvaardigd dat de energieleveranciers de opgelichte
bedrijven en/of particulieren of zelfs alle energiegebruikers de
elektriciteitsrekening laten betalen van criminelen uit de
cannabisteelt?
Bent u bereid om maatregelen te nemen die dergelijke praktijken
voortaan onmogelijk maken?
Ten slotte: beschouwt u een uitbreiding van de bevoegdheden van het
centraal orgaan voor de inbeslagneming en de verbeurdverklaring als
een mogelijke denkpiste, uiteraard in overleg met uw collega, de
minister van Justitie, vermits op die wijze de inning van het
elektriciteitsverbruik van een cannabisplantage op het in beslag
genomen drugsgeld mogelijk zou worden.
premier lieu ce manque à gagner
en le facturant aux entreprises
et/ou aux particuliers qui ne se
doutent de rien. S'ils n'y
parviennent pas, ils le récupèrent
sur le dos de tous les
consommateurs. Ainsi, chaque
Belge paie en moyenne 2 à 3
euros pour permettre aux
fournisseurs de compenser cette
perte.
Le ministre est-il informé de cette
pratique? Trouve-t-il légitime que
les fournisseurs d'énergie fassent
payer la note à des entreprises ou
des particuliers, voire à tous les
consommateurs? A-t-il l'intention
d'intervenir? Envisage-t-il en
concertation avec la ministre de la
Justice
d'élargir les
compétences de l'Organe central
pour la Saisie et la Confiscation
(OCSC)?
10.02 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer de voorzitter, collega
Germeaux, mijn antwoord zal bondig zijn.
Ten eerste, zoals u heb ik de feiten vernomen via de media.
Uw tweede vraag, of ik het gerechtvaardigd vind dat de
energieleveranciers de opgelichte bedrijven en/of particulieren laten
betalen voor deze criminele daden. Uiteraard niet, maar zoals u weet
is elektriciteitsdiefstal een strafbaar feit dat, zoals eender welk ander
misdrijf moet worden bestraft. Zij die ten onrechte door deze
criminelen, hun elektriciteitsrekening zouden hebben betaald, kunnen
zich, naar aanleiding van de vaststelling van de feiten, burgerlijke
partij stellen en schadevergoeding eisen.
Wat uw derde en uw vierde vraag betreft. Andermaal, het gaat om
strafbare feiten en daarvoor is uitsluitend de minister van Justitie
bevoegd, eveneens met de bevoegdheden van het Centraal Orgaan
voor Inbeslagneming en Verbeurdverklaring. Dat is een instrument,
een heel belangrijk instrument dat ik indertijd heb gecreëerd, dat
uitstekend werkt maar onder de volle bevoegdheid valt van de
minister van Justitie.
10.02 Marc Verwilghen, ministre:
C'est par les médias que j'ai
appris les faits. Je trouve
totalement injuste que les
fournisseurs d'énergie fassent
payer les entreprises ou les
particuliers pour ces actes
criminels. Car le vol d'électricité
est un fait punissable qu'il convient
de sanctionner, au même titre que
toute infraction. Celles et ceux qui
ont acquitté une facture indue à la
place de ces criminels pourront,
lorsque ces faits seront établis, se
constituer partie civile et réclamer
des dommages-intérêts. Les faits
punissables et les attributions de
l'OCSC sont de la compétence
exclusive de la ministre de la
Justice. L'OCSC, que j'ai créé,
fournit du reste un excellent travail.
10.03 Jacques Germeaux (VLD): Misschien dat ik me daarin vergis,
mijnheer de minister, maar ik zal die vraag dus ook terug stellen aan
de minister van Justitie. Dank u voor uw antwoord.
10.03 Jacques Germeaux (VLD):
Je poserai donc ma question à la
ministre de la Justice.
28/03/2006
CRIV 51
COM 909
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
36
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
11 Vraag van de heer Jacques Germeaux aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over
"de illegale aanrekening van bijkomende kosten aan houders van een hypothecair krediet" (nr. 11003)
11 Question de M. Jacques Germeaux au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "la
facturation illégale de coûts supplémentaires aux personnes ayant contracté un crédit hypothécaire"
(n° 11003)
11.01 Jacques Germeaux (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, uit een onderzoek van de Commissie voor Bank- en
Financie- en Assurantiewezen, de CBFA, is gebleken dat meerdere
bankinstellingen in de loop van 2005 aan houders van een
hypothecair krediet illegale kosten hebben aangerekend.
Klanten die overgingen tot een herfinanciering van hun hypothecair
krediet bij een andere kredietinstelling of tot een vervroegde
terugbetaling van hun krediet kregen een extra factuur van ongeveer
100 euro, bestemd voor de zogenaamde opmaak van een
afrekeningfiche of van een attest waaruit bleek dat het krediet volledig
was aangezuiverd. De aanrekening van dergelijke extra kosten is
echter strijdig met de wet op het hypothecair krediet.
DE CBFA dringt aan op een terugbetaling van de illegaal
aangerekende kosten aan alle klanten die reeds een klacht indienden
of nog zullen indienen.
Mijnheer de minister, bent u op de hoogte van de voormelde
overtredingen van de wet op het hypothecair krediet?
Hoeveel bank- en kredietinstellingen hebben deze praktijken
toegepast?
Bij hoeveel herfinancieringen of vervroegde terugbetalingen zijn er
onterecht extra kosten aangerekend?
Hoeveel gedupeerden hebben reeds klacht ingediend?
Welke maatregelen worden voorzien om erop toe te zien dat de bank-
of kredietinstellingen effectief overgaan tot terugbetaling?
11.01 Jacques Germeaux (VLD):
Une enquête menée par la
Commission bancaire, financière
et des assurances (CBFA) révèle
que plusieurs institutions
bancaires ont illégalement facturé
en 2005 des frais aux titulaires
d'un crédit hypothécaire. La CBFA
préconise le remboursement des
frais indûment facturés à tous les
clients qui ont déjà déposé plainte
ou s'apprêtent à le faire.
Le ministre est-il au fait de ces
infractions? Combien de banques
et d'établissements de crédit ont-
ils appliqué cette pratique?
Combien de plaintes ont déjà été
déposées? Comment veillera-t-on
à ce que les établissements
bancaires ou de crédit procèdent
au remboursement?
11.02 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer de voorzitter, collega
Germeaux, om u te kunnen antwoorden op de verschillende vragen
heb ik vooral mijn licht opgestoken bij de Commissie voor Bank- en
Financie- en Assurantiewezen. Die heeft in enkele dossiers
vastgesteld dat sommige hypotheekondernemingen, het is dus geen
algemene regeling, kosten ten laste hebben gelegd van
kredietnemers die naar haar mening niet verenigbaar zijn met de wet
van 4 augustus 1992 op het hypothecair krediet.
Het betrof inzonderheid dossierkosten ten laste van kredietnemers die
om een handlichting van de hypothecaire lening hadden verzocht
nadat de betrokkenen het krediet volledig hadden terugbetaald. In een
beperkt aantal gevallen ging het ook om het aanrekenen van een
dossierkost voor het bekomen van een afrekening bij een vervroegde
terugbetaling. In die laatste gevallen ging het om individuele acties
waar de betrokken kost in strijd is met het beleid van de
hypotheekonderneming.
11.02 Marc Verwilghen, ministre:
Dans certains dossiers, la CBFA a
constaté que certaines entreprises
hypothécaires ont facturé aux
emprunteurs des frais qu'elle juge
incompatibles avec la loi du 4 août
1992 relative au crédit
hypothécaire. Il s'agissait
principalement de frais de
mainlevée réclamés après le
remboursement intégral du crédit.
La CBFA a mené une enquête qui
a indiqué que les entreprises
hypothécaires interrogées n'ont
pas toutes facturé ces frais. La
CBFA ne dispose d'aucun élément
indiquant qu'on aurait agi de
CRIV 51
COM 909
28/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
37
In verband met de handlichtingkosten heeft de CBFA een onderzoek
ingesteld bij de grote hypotheekondernemingen van het land, die
samen 55% van de markt van hypothecaire kredieten
vertegenwoordigen, alsook bij enkele kleinere ondernemingen.
Daaruit bleek dat zeker niet alle ondervraagde
hypotheekondernemingen de betrokken kosten aanrekenden.
De CBFA heeft geen aanwijzingen dat de instellingen die
handlichtingskosten hebben aangerekend, te kwader trouw zouden
hebben gehandeld. De betrokken instellingen hebben dat gedaan op
basis van een eigen interpretatie van de wet op het hypothecaire
krediet, die verschilt van die van de CBFA.
De betrokken instellingen alsook de Beroepsvereniging voor het
Krediet, die door de CBFA werd geraadpleegd, hebben aanvaard om
zich in de toekomst te schikken naar de interpretatie die gegeven
wordt door de CBFA. Dus zij laten hun eigen interpretatie vallen. De
betrokken instellingen hebben ook aanvaard om aan de klagers de
kosten terug te betalen, maar zonder nadelige erkenning omtrent hun
eigen interpretatie.
De CBFA heeft er op dit ogenblik geen kennis van hoeveel precies
van de 244 ingeschreven of geregistreerde hypotheekondernemingen
de betrokken handlichtingskosten aan de klant hebben aangerekend.
Ik heb dan ook aan de CBFA gevraagd om dat na te gaan en mij
hierover te berichten, alsook over de maatregelen die de betrokken
instellingen voornemens zijn te nemen om te zorgen voor de
terugbetaling van de betrokken kosten aan de klanten die die
onrechtmatig zouden hebben betaald.
Ten slotte heeft de CBFA geen kennis van het aantal klachten dat bij
de hypotheekondernemingen werd ingediend. Zoals reeds hiervoor
aangeduid, hebben alle instellingen waarvan de CBFA weet heeft dat
zij de betrokken handlichtingskosten hebben aangerekend, te kennen
gegeven de kosten aan de klagers terug te betalen. De betrokken
kredietnemers die die kosten hebben uitbetaald, kunnen zich dan ook
wenden tot hun instelling.
Om alle misverstanden voor de toekomst uit de weg te ruimen, heeft
de CBFA midden februari 2006 een circulaire gepubliceerd die een en
ander nog eens duidelijk stelt, zodanig dat er ook geen
interpretatieprobleem in de toekomst meer mogelijk is.
mauvaise foi. Les imputations ont
été effectuées sur la base d'une
interprétation propre de la loi
relative au crédit hypothécaire, qui
diffère de l'interprétation de la
CBFA.
Les établissements concernés et
l'Union professionnelle du crédit
ont accepté de suivre, à l'avenir,
l'interprétation de la CBFA. Les
plaignants ont été remboursés de
leurs frais. Etant donné que la
CBFA ne sait actuellement pas
combien d'entreprises
hypothécaires sur les 244 ont
facturé à leurs clients des frais de
mainlevée, je lui ai demandé de
poursuivre ses investigations. J'ai
demandé à être informé à ce sujet
ainsi que sur les mesures qu'ont
l'intention de prendre les
établissements concernés en ce
qui concerne le remboursement
des frais indûment facturés. La
CBFA ne sait pas combien de
plaintes ont été introduites. Les
emprunteurs qui ont payé des frais
de mainlevée peuvent s'adresser
à leur établissement. Pour éviter
les problèmes d'interprétation à
l'avenir, la CBFA a publié une
circulaire à la mi-février.
11.03 Jacques Germeaux (VLD): Mijnheer de voorzitter, ik dank de
minister voor het duidelijke antwoord.
De voorzitter: Het kan niet korter.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
12 Vraag van mevrouw Simonne Creyf aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel
en Wetenschapsbeleid over "het verdwijnen van energie uit de portefeuille van Economische Zaken"
(nr. 10911)
12 Question de Mme Simonne Creyf au ministre de l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "le retrait de l'Énergie du portefeuille des Affaires économiques"
(n° 10911)
28/03/2006
CRIV 51
COM 909
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
38
12.01 Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, mijn vraag is ingediend op 17 maart en geïnspireerd op een
heel vreemd bericht dat ik las in De Standaard van 16 maart. Onder
de titel "Europees energiebeleid fel afgeslankt" stond in het artikel:
"Op Belgisch vlak wordt de top van volgende week voorbereid op het
kernkabinet van vanavond. Daar ligt een nota klaar die op het kabinet
van de minister van Buitenlandse Zaken, Karel De Gucht, is
voorbereid. Opvallend is dat Energie de facto wordt weggehaald uit de
portefeuille van Economische Zaken (van minister Marc Verwilghen)
omdat er diverse aspecten aan zijn verbonden zoals fiscaliteit,
transport, milieu, onderzoek, ontwikkeling en externe betrekkingen.
Energie wordt dus een centraalgestuurde bevoegdheid.
Mijnheer de minister, wat moeten wij daaruit nu verstaan? Welk soort
bericht is dat nu? Eerst suggereert men dat men Energie uit de
portefeuille van Economische Zaken haalt. Men vernoemt u zelfs. Dat
wekt de indruk dat de bevoegdheden tussen de ministers zullen
worden herschikt. Het zou ook kunnen dat men op administratief vlak
op het niveau van het bestuur aan Energie wijzigingen wenst aan te
brengen.
Wat moeten wij onder een centraalgestuurde bevoegdheid verstaan?
Wat is de rol van de minister van Buitenlandse Zaken in de
organisatie of reorganisatie van enerzijds energie en anderzijds
economie?
Er zou een nota klaarliggen waarin dit allemaal stond. Bestaat er
inderdaad een nota van Buitenlandse Zaken? Is die nota ergens
besproken? Wat kunt u ons over deze zaak vertellen?
12.01 Simonne Creyf (CD&V):
D'après un article publié dans les
éditions du Standaard du 16 mars,
l'énergie serait retirée de fait du
portefeuille du ministre de
l'Économie et deviendrait une
`compétence centrale'. Le cabinet
des Affaires étrangères aurait
préparé une note dans ce sens en
préambule au sommet européen.
Cette information laisse supposer
qu'un remaniement des
compétences ministérielles est
imminent ou que la direction de
l'Énergie sera éventuellement
modifiée.
Qu'entend-on par `une
compétence centrale'? Quel est le
rôle du ministre des Affaires
étrangères dans l'organisation ou
la réorganisation, d'une part de
l'énergie, d'autre part de
l'économie? Existe-t-il une note
des Affaires étrangères? En a-t-il
été débattu quelque part?
12.02 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer de voorzitter, mevrouw
Creyf, ik heb dat bericht ook gelezen en het is je reinste onzin. Het is
onbegrijpelijk dat een journalist die deze materie nochtans van heel
dichtbij opvolgt, de heer Bulcke, zoiets neerschrijft. Mocht hij dat nu
nog bij mij of mijn kabinet hebben getoetst, zou ik kunnen aannemen
dat hij het neerschrijft, maar dat doet hij dus niet.
Wat is de realiteit? U weet dat wij elk kwartaal een belangrijke
informele top van de regeringsleiders en de staatshoofden en ook van
de ministers van Buitenlandse Zaken hebben. Op een bepaald
ogenblik wordt ook een werkverdeling gemaakt. Het is evident dat
deze top onder meer in het licht van energie zou staan.
Hoe wordt dan gewerkt? Er wordt een nota opgesteld over de
Belgische positie terzake. Dat is de positie die ik de week voordien
trouwens ook heb verdedigd op de energietop van de Europese
ministers, bevoegd voor energie. Daar heb ik duidelijk uiteengezet
waar ons land voor ging en waar het voor stond. Dat was een
duidelijke Europese stellingname waarvan een aantal zaken kon
worden gerealiseerd en andere niet.
Die nota is vanzelfsprekend van bij mij gekomen en is naar
Buitenlandse Zaken gegaan. Buitenlandse Zaken dient ze dan in ter
voorbereiding van de top om de positie van België te laten kennen.
Heeft de heer Bulcke zijn wensen voor werkelijkheid aangenomen?
Eerlijk gezegd, ik weet het niet. Een man met zijn kennis van zaken
12.02 Marc Verwilghen, ministre:
Cet article n'est qu'élucubration.
Le journaliste concerné n'a pas
vérifié ses informations auprès de
moi ou de mon cabinet. Un
sommet informel des chefs de
gouvernements et des chefs
d'États européens, ainsi que des
ministres des Affaires étrangères,
a lieu chaque trimestre. A un
moment donné, il est procédé à
une répartition du travail. Il était
clair que le dernier sommet serait
placé sous le signe de l'énergie.
J'ai rédigé la note et j'ai d'ailleurs
défendu la position belge
précédemment, lors du sommet
des ministres européens en
charge de l'énergie. La note a
ensuite été envoyée aux Affaires
étrangères, d'où elle a été
introduite en préparation du
sommet pour faire connaître la
position de la Belgique. Le
journaliste aurait dû le savoir.
CRIV 51
COM 909
28/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
39
zou eigenlijk moeten weten dat dergelijke berichten nonsens zijn.
12.03 Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik ben gerustgesteld.
12.03 Simonne Creyf (CD&V):
Me voilà rassurée.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
13 Vraag van mevrouw Simonne Creyf aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel
en Wetenschapsbeleid over "het plan van de regering om het consumentenkrediet aan te pakken"
(nr. 10997)
13 Question de Mme Simonne Creyf au ministre de l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "le projet du gouvernement visant à mieux réglementer le crédit à la
consommation" (n° 10997)
13.01 Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, de regering heeft een plan om het consumentenkrediet aan
te pakken. Wij hebben dat kunnen lezen in het kader van de
uitvoering van de eerste werf over het belang van de consument.
Op dit ogenblik bestaat er een hele waaier aan consumentenkaarten,
consumentenkredieten en tarieven. Het zijn er zowat 28 in totaal. De
regering zou dat aantal tot 9 willen herleiden. Voor de
kredietopeningen ligt het maximum jaarlijkse kostenpercentage sinds
1997 vast op 19%. De regering wil voornoemd percentage verlagen.
Mijnheer de minister, is er al een concreet plan?
Kunt u ons meer informatie geven over het plan?
Tot welk percentage wil de regering het maximum jaarlijkse
kostenpercentage verlagen?
Mijnheer de minister, ik hoor uit een andere hoek dat de regering van
plan is om voor de hogere kredieten van meer dan 5.000 euro of van
meer dan 10.000 euro, het maximum jaarlijkse kostenpercentage niet
te verlagen, maar te verhogen, namelijk van 12% naar 13%. In de
praktijk gaat het vaak om centralisatiekredieten, waarmee
kredietgevers de verschillende schulden van hun consument in een
grote lening centraliseren.
Mensen die over de maatregel ongerust waren, hebben ons
gesignaleerd dat de regering voor de kleine leningen, enerzijds, het
tarief wil verlagen, maar voor de grote leningen, anderzijds, het
kostenpercentage zou willen verhogen.
Wat is daarvan aan?
Ik neem aan dat er ook met de Raad voor het Verbruik overleg over
de kwestie wordt gepleegd. Wat is de positie van de Raad voor het
Verbruik in het dossier?
13.01 Simonne Creyf (CD&V): Il
existe toute une gamme de cartes
de consommateur, de crédits à la
consommation et de tarifs. Le
gouvernement a manifesté son
intention de réduire ce nombre de
28 à 9. Le pourcentage des frais
annuels liés aux nouveaux crédits
est plafonné à 19% depuis 1997.
Le gouvernement veut faire
baisser ce taux.
Existe-t-il des projets concrets à
cet effet? Jusqu'à quel seuil ce
taux devra-t-il baisser?
En revanche, pour les crédits plus
importants dépassant les 5 000
voire les 10 000 euros, le
gouvernement souhaiterait
augmenter le taux des frais
annuels, qui passerait ainsi de 12
à 13%.
Pouvez-vous faire le point sur ce
dossier? Quelle est la position du
Conseil de la consommation sur
cette question?
13.02 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer de voorzitter, mevrouw
Creyf, ik herinner u even aan het startpunt toen de Raad voor het
Verbruik een aantal voorstellen formuleerde tot het wijzigen van de
maximale jaarlijkse kostenpercentages zoals deze momenteel zijn
vastgelegd in het koninklijk besluit van 4 augustus 1992.
13.02 Marc Verwilghen, ministre:
Le Conseil de la consommation a
effectivement proposé de modifier
les taux annuels maximums. Lors
des discussions entre producteurs
et consommateurs, une
28/03/2006
CRIV 51
COM 909
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
40
Tijdens de gesprekken tussen producenten en consumenten werd
onder meer een basisvoorstel uitgewerkt met betrekking tot een
nieuw rooster met 9 maxima in plaats van de 28 die voordien
bestonden. Over dit rooster dat recent werd besproken door de Raad
bestaat echter nog geen volledige consensus. De besprekingen
erover binnen de Raad zijn momenteel nog aan de gang.
Deze eerste voorstellen werden in een eerste voorontwerp van
koninklijk besluit gegoten en besproken op de Ministerraad van
17 maart 2006. De Ministerraad heeft daarna drie zaken geoordeeld.
Ten eerste, er moet verder advies worden ingewonnen bij de
Nationale Bank van België over het laatste voorstel van matrix dat in
de Raad voor het Verbruik werd besproken en dat trouwens de
volledige goedkeuring wegdraagt van TestAankoop.
Ten tweede, de tarieven liggen te hoog en in ieder geval kan geen
enkel tarief stijgen. Dat is de positie die de regering wenst in te
nemen.
Ten derde, er moet een bijzondere inspanning worden geleverd voor
de kleine kredieten. Die hebben immers ook de hoogste intrestvoeten.
Er werd een brief gericht aan de gouverneur van de Nationale Bank
van België met het verzoek om advies uit te brengen over dit rooster
zoals besproken door de Raad voor het Verbruik. Op basis van deze
adviezen zal ik aan de Ministerraad van 26 april 2006 een definitief
voorstel van nieuwe maximale jaarlijkse kostenpercentages
voorleggen.
Ik wil nog even iets kwijt over het percentage van 13% voor de grote
kredietbedragen waarnaar u verwijst. Dat is een percentage dat in het
door de Raad voor het Verbruik besproken rooster van de maxima
werd opgenomen. De regering heeft hieromtrent nog geen beslissing
genomen. Hierover bestaat trouwens nog geen consensus binnen de
Raad voor het Verbruik. Het is echter vrij duidelijk dat dit in botsing zal
komen met de tweede stelling, namelijk dat de tarieven te hoog liggen
en geen enkel tarief kan stijgen.
proposition de base comprenant
neuf taux maximums a été
élaborée. Elle n'a toutefois pas
encore fait l`objet d'un consensus.
Les discussions se poursuivent.
Les premières propositions ont été
traduites dans un premier avant-
projet d'arrêté royal et elles ont été
examinées lors du Conseil des
ministres du 17 mars 2006. Ce
Conseil a décidé de demander
l'avis de la Banque nationale de
Belgique (BNB) sur la proposition.
Il a estimé ensuite que les taux
sont trop élevés et qu'aucun taux
ne peut en tout cas être
augmenté. On a également estimé
qu'un effort particulier était
nécessaire pour les petits crédits.
Une demande d'avis a été
envoyée par courrier au
gouverneur de la BNB. Je
soumettrai une proposition
définitive au Conseil des ministres
le 26 avril.
Le pourcentage cité de 13% pour
les crédits importants figure dans
le tableau que le Conseil de la
consommation a examiné en
dernier lieu. Le gouvernement n'a
pas encore pris de décision à ce
sujet, faute d'un consensus, mais
il est clair que cette situation est
en contradiction avec la thèse
selon laquelle les taux actuels sont
trop élevés et ne peuvent être
augmentés sous aucun prétexte.
13.03 Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik dank u voor de informatie.
Als u van het standpunt vertrekt dat geen enkel krediet kan stijgen,
meen ik dat ook het maximumkrediet niet kan stijgen. Immers, als
men de schuldoverlast wil doen dalen, dan moet het maximale
jaarlijkse kredietpercentage voor leningen - ook voor de grote
kredieten - naar omlaag gaan. Ik denk dat ze eerder naar 9 of 10%
zouden moeten in plaats van op 12% te blijven. Het kan volgens mij
niet dat het jaarlijkse kostenpercentage zou stijgen en het kan zeker
niet dat het zou stijgen voor de grote kredieten.
Dat is mijn grote zorg op dat vlak.
13.03 Simonne Creyf (CD&V): Si
nous voulons diminuer la charge
de la dette, nous devrons atteindre
des maxima de 9 à 10% au lieu de
12%. Nous ne pouvons pas nous
permettre une hausse des
maxima, certainement pas en ce
qui concerne les crédits
importants.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
CRIV 51
COM 909
28/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
41
14 Vraag van mevrouw Simonne Creyf aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel
en Wetenschapsbeleid over "de aangekondigde maatregelen met betrekking tot de
hospitalisatieverzekering" (nr. 11029)
14 Question de Mme Simonne Creyf au ministre de l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "les mesures annoncées en matière d'assurance hospitalisation"
(n° 11029)
14.01 Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de minister, deze vraag
gaat over de hospitalisatieverzekering. Naar aanleiding van dezelfde
Ministerraad vernamen wij dat de regering nu belooft sociale
bijsturingen in de hospitalisatieverzekering door te voeren.
Onder de welluidende slogan "Eens verzekerd, altijd verzekerd" zou
de hospitalisatieverzekering levenslang gelden, ook voor kinderen die
met een handicap worden geboren of die de ouderlijke woonst
verlaten en zelfs voor de partner na scheiding, uiteraard op
voorwaarde dat zij allen in de betrokken polis waren opgenomen.
Bovendien zou de termijn waarbinnen de verzekeringsmaatschappijen
kunnen opzeggen wanneer blijkt dat de verzekerde een zware of
chronische ziekte heeft of krijgt, dalen van drie jaar naar twee jaar.
In uw communicatie bent u nogal direct geweest door te zeggen dat
vanaf nu een hospitalisatieverzekering levenslang zal gelden. Dat zal
natuurlijk pas het geval zijn, nadat heel de wet zal zijn goedgekeurd.
In tegenstelling tot wat op het eerste gezicht lijkt uit uw communicatie,
gaat het dus om een plan, dat nu nog geen werkelijkheid kan worden
in de praktijk en is dat, denk ik, nog niet definitief beslist.
Ik wil u er terloops nog even aan herinneren dat naar aanleiding van
ons wetsvoorstel hieromtrent, dat dateert van oktober 2003 en waarin
juist een aantal van die principes opgenomen werden, de toenmalige
minister van Economie, minister Fientje Moerman, toen reeds
beloofde dat er een regeringsinitiatief zou komen. Wij hebben
ondertussen in onze commissie, voorzitter, al twee keer de
gelegenheid gehad om daarop terug te komen. Telkenmale werd de
discussie, als ik het zo mag zeggen, een beetje afgeblokt, omdat er
een regeringsinitiatief zou komen en de meerderheid dan verkoos om
te wachten totdat het initiatief van de minister er zou zijn.
Maar goed, ondertussen zijn we tweeënhalf jaar verder en krijg ik
daar nog steeds zeer veel brieven over, mijnheer de minister, van
verenigingen van gepensioneerden, van chronisch zieken enzovoort.
Mijnheer de voorzitter, ik rond af met mijn vragen. Wat is er nu reeds
precies beslist in de regering? In hoeverre is er een akkoord over een
voorontwerp van wet?
Welke maatregelen zullen er effectief worden genomen?
Komt er een levenslange dekking door de hospitalisatieverzekering,
ook in alle door mij opgesomde gevallen?
Wat is de timing? Wat is de stand van zaken?
Is er al overleg gepleegd met de verzekeringsmaatschappijen over de
voorstellen? Het gevolg mag natuurlijk niet zijn dat de premies voor
die hospitalisatiepolissen nog een keer stijgen, wat ze de jongste tijd
al behoorlijk aan het doen zijn.
14.01 Simonne Creyf (CD&V): Le
gouvernement a l'intention de
soumettre les assurances
hospitalisation à des corrections
sociales. L'assurance
hospitalisation resterait ainsi
valable à vie. De plus, le délai
durant lequel les compagnies
d'assurances peuvent résilier la
police, s'il s'avère par exemple
que l'assuré est ou devient
gravement malade, passerait de
trois à deux ans.
Bien que, dans la communication
du ministre, cette intention ait été
présentée comme s'il s'agissait
d'une décision définitive, il ne
s'agit pour l'heure que d'un projet.
Je rappelle, par ailleurs, que nous
avions déjà introduit un projet de
loi à ce propos en octobre 2003,
mais que la discussion a toujours
été retardée parce que la majorité
voulait attendre une initiative du
gouvernement. Deux ans et demi
plus tard, nous en sommes
toujours au même point.
Qu'a décidé le gouvernement?
Existe-t-il un accord sur un avant-
projet de loi? Quel en sera le
contenu? Quel est le calendrier
prévu? Une concertation a-t-elle
déjà eu lieu avec les compagnies
d'assurances? Y a-t-il un accord
avec les assureurs sur les
modifications prévues?
28/03/2006
CRIV 51
COM 909
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
42
Is er een akkoord met de verzekeraars om de wettelijke voorwaarden
aangaande de hospitalisatieverzekering op de manier zoals verklaard,
te wijzigen?
14.02 Minister Marc Verwilghen: Mevrouw de voorzitter, mevrouw
Creyf, ik weet dat men parlementsleden niet mag tegenspreken, maar
ik ga dat nu wel doen. U zult het graag horen want het gaat niet om
een plan, maar om een wetsontwerp.
Het wetsontwerp handelt over de bescherming van zieken en
gehandicapten in de ziekteverzekering, dat wil zeggen in de
hospitalisatieverzekering, de arbeidsongeschiktheidsverzekering, de
invaliditeitsverzekering en de verzekering gewaarborgd inkomen, om
niet te spreken van de niet-verplichte zorgverzekering. Op 17 maart
2006 heeft de Ministerraad zijn fiat gegeven aan dat voorstel dat nu
voor advies bij de Raad van State ligt. Na het advies van de Raad van
State wordt het opnieuw aan de Ministerraad voorgelegd om definitief
te worden goedgekeurd.
Het wetsvoorstel houdt een zeer substantiële verbetering in voor de
verzekerden van ziekteverzekeringen, van degenen die chronisch ziek
zijn of gehandicapt worden in de loop van de verzekering.
Het regelt drie essentiële zaken. Ten eerste, de individuele
ziekteverzekering wordt levenslang gemaakt zowel voor de
verzekeringsnemer als voor zijn gezinsleden die mee in de
verzekering zijn opgenomen. Ten tweede, de onbetwistbaarheid van
de individuele ziekteverzekering wordt nu ook wettelijk geregeld. Ten
derde, er wordt een recht op individuele voortzetting van de
verzekering gecreëerd voor elke verzekerde - dus zowel de
werknemer als de familieleden - in een groepsverzekering. Dit recht
kan uitgeoefend worden zodra de verzekerde om gelijk welke reden,
het voordeel van de groepsverzekering verliest, bijvoorbeeld bij
gedwongen of vrijwillig ontslag, bij faillissement of liquidatie van het
bedrijf, of bij het met pensioen gaan. Er wordt ook een informatieplicht
opgelegd aan de werkgever, eventueel aan de curator of vereffenaar
als het om een vereffening of een faillissement gaat.
Over het wetsontwerp is overlegd met de verzekeringssector, met de
patiëntenverzekeringen en de consumenten. Wat dat betreft is het
een volledig afgewerkt werkstuk. U hebt over een zaak gelijk namelijk
dat het slechts van toepassing wordt zodra de wet is goedgekeurd en
gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.
14.02 Marc Verwilghen, ministre:
Nous avons élaboré un projet de
loi, qui a obtenu le feu vert du
Conseil des ministres et a été
transmis pour avis au Conseil
d'État. Quand celui-ci aura rendu
son avis, le projet fera l'objet d'un
accord définitif du Conseil des
ministres.
Le projet de loi est fondé sur trois
principes. L'assurance
hospitalisation devient un contrat à
vie ; elle devient, en outre,
incontestable et le consommateur
pourra continuer l'assurance
groupe à titre individuel s'il quitte
son employeur pour une raison
quelconque. Une obligation
d'information à cet égard est
imposée à l'employeur ou au
curateur.
Le projet de loi a été élaboré en
concertation avec les assureurs et
les organisations des
consommateurs.
14.03 Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de minister, ik kan met uw
uitgangspunten volledig akkoord gaan, het zijn zeer belangrijke
uitgangspunten. Ik heb ze ook zelf in mijn wetsvoorstel naar voor
geschoven. De prijsbewaking en de betaalbaarheid zullen heel
belangrijke factoren zijn. Ik kan slechts hopen dat alles zo snel
mogelijk kan worden afgerond en er effectief een wetsontwerp in het
Parlement kan worden ingediend, waarover we de discussie kunnen
aanvatten.
14.03 Simonne Creyf (CD&V): Je
souscris aux principes du projet de
loi. Le contrôle des prix s'avérera
essentiel. J'espère que la
procédure aboutira dans les
meilleurs délais et que le projet de
loi sera rapidement déposé au
Parlement.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
15 Vraag van de heer Francis Van den Eynde aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse
CRIV 51
COM 909
28/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
43
Handel en Wetenschapsbeleid over "de schadeloosstelling door de Nationale Delcrederedienst van de
Waalse wapenfabriek New Lachaussée" (nr. 10917)
15 Question de M. Francis Van den Eynde au ministre de l'Économie, de l'Énergie, du Commerce
extérieur et de la Politique scientifique sur "l'indemnisation par l'Office national du Ducroire de l'usine
d'armement wallonne New Lachaussée" (n° 10917)
15.01 Francis Van den Eynde (Vlaams Belang): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, collega's, ik geef het verhaal in
telegramstijl.
Begin vorig jaar ontstond er nogal wat heibel toen vernomen werd dat
het Waalse of beter: Waals-Afrikaanse wapenbedrijf New
Lachaussée zinnens was een wapenfabriek, meer bepaald een
munitiefabriek, te bouwen in Tanzania, te leveren aan Tanzania. Er
was heibel omdat Tanzania precies aan de oostkant ligt van Congo en
van de voormalige mandaatgebieden Rwanda en Burundi en omdat
het precies in die gebieden is dat er tot nu toe een ernstige
burgeroorlog woedt. Het is ook precies in die gebieden dat de
Belgische politiek tot nu toe ei zo na tevergeefs probeert een soort
vredelievende oplossing te vinden.
Die heibel werd zo groot dat de Waalse regering, die nochtans niet
uitblinkt in scrupules, op een zeker ogenblik de toestemming tot
export weigerde. Merkwaardig genoeg was die export ondertussen
verzekerd door de Nationale Delcrederedienst.
Naar mijn bescheiden mening werd de Delcrederedienst in het leven
geroepen om de bedrijven van dit land te helpen in hun exportpolitiek,
met andere woorden om de risico's die zij lopen wanneer ze zaken
doen in het buitenland te minimaliseren. A fortiori gaat het om de
grotere risico's die zij lopen wanneer zij in bepaalde gebieden waar de
stabiliteit niet helemaal zeker is zaken doen. Met andere woorden, u
exporteert om het even wat naar een land waar een crisissfeer heerst
en u kan dat laten verzekeren. Als de export achter de rug is en u
krijgt de beloofde prijs niet, dan bent u daarvoor verzekerd. Op dat
vlak is de Nationale Delcrederedienst een nuttige zaak.
Tot mijn grote verbazing en niet alleen de mijne mochten wij
echter eind vorig jaar vernemen dat de Delcrederedienst New
Lachaussée zou vergoeden voor het niet kunnen leveren van die
fabriek aan Tanzania. Ik moet u eerlijk zeggen: toen brak mijn klomp.
Als men zich daarvoor kan verzekeren, dan gaan de gedekte risico's
immers wel heel ver.
Ik heb u op 15 december hieromtrent een vraag gesteld tijdens het
vragenuurtje in de plenaire vergadering. U hebt mij toen geantwoord
dat die verzekering van Delcredere onderschreven werd voor u het
departement overnam, maar dat u een juridische studie liet maken in
verband met het al dan niet dekken van de kosten die New
Lachaussée zou gemaakt hebben of de winst te dekken die New
Lachaussée zou ontberen door het feit dat de verkoop uiteindelijk niet
plaatsgevonden heeft.
Dat was in december. Dat is drie maanden geleden. Nu kom ik u
vragen wat de resultaten zijn van het onderzoek. Indien de resultaten
zouden zijn dat er vergoed moet worden, welk bedrag zal er dan
vergoed worden?
15.01 Francis Van den Eynde
(Vlaams Belang): Rappelez-vous
l'émoi qu'a suscité l'annonce selon
laquelle l'entreprise wallonne New
Lachaussée avait l'intention de
construire une usine d'armement
en Tanzanie. L'affaire a fait
tellement de bruit que le
gouvernement wallon a finalement
refusé de donner son accord.
Cependant, l'investissement avait
déjà obtenu la garantie du
Ducroire et il nous est revenu fin
de l'année dernière que le
Ducroire devrait indemniser New
Lachaussée pour la non-exécution
du contrat tanzanien.
En réponse à la question que je lui
ai posée à ce sujet en séance
plénière le 15 décembre 2005, le
ministre m'a assuré qu'il ferait
examiner le dossier sur le plan
juridique.
Quels sont les résultats de
l'enquête? Si une décision
d'indemnisation a été prise, sur
quel montant porte-t-elle?
28/03/2006
CRIV 51
COM 909
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
44
15.02 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer de voorzitter, collega Van
den Eynde, het juridisch advies waarover ik gesproken heb in mijn
interventie van 15 december 2005 is intussen verkregen. Ik weet dat u
iets afweet van verzekeringen. De ingeschakelde jurist, hij is een
echte specialist in verzekeringsrecht, heeft na onderzoek duidelijk
gemaakt dat de Nationale Delcrederedienst gehouden is tot het
vergoeden van de schade die in relatie staat tot de werkelijk
gemaakte kosten en uitgaven tot op het ogenblik van de schorsing
van de exportlicentie.
Met andere woorden, New Lachaussée kan nooit meer bekomen dan
haar effectieve kosten en uitgaven tot op het moment van de
schorsing van de licentie. Het is dus ook duidelijk dat de Nationale
Delcrederedienst de solvabiliteit en de terugbetalingcapaciteit van
New Lachaussée niet dekt en dat dit terzake de eventuele
terugbetaling van het voorschot aan de Tanzaniaanse overheid is. Elk
verzoek om terugbetaling zal grondig onderzocht worden door de
Nationale Delcrederedienst binnen dat strakke schema en kader.
Sedertdien heb ik niets meer gehoord van de zaak.
15.02 Marc Verwilghen, ministre:
Il ressort de l'avis juridique que
l'Office du Ducroire ne peut
indemniser que les frais exposés
jusqu'au moment de la suspension
de la licence. En ce qui concerne
le remboursement de l'avance aux
autorités tanzaniennes, l'Office du
Ducroire ne couvre pas la
solvabilité et la capacité de
remboursement de New
Lachaussée. Toute demande de
remboursement est examinée,
mais je n'ai plus rien entendu à ce
sujet.
15.03 Francis Van den Eynde (Vlaams Belang): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, ik zou één bijkomende vraag willen
stellen. Er is dus op dit ogenblik geen echt verzoek geweest van New
Lachaussée? Dat is alleen maar een vraag. Ik zie u knikken dus ik
neem aan dat er geen verzoek is daaromtrent. Over het bedrag kunt u
mij in die omstandigheden niets zeggen.
Mijnheer de minister, er moet mij toch iets van het hart. Ik heb het u
toen reeds gezegd in de plenaire vergadering. De verzekeringspolitiek
van de Delcrederedienst grenst aan het ongelooflijke. Dat kan nu toch
niet. Ik ga een voorbeeld geven. U bent het met mij eens. Stel, ik ben
een wapenexporteur en Rusland is in oorlog met Polen. Polen is een
bondgenoot en Rusland niet, maar verder zijn wij neutraal in die zaak.
Het is een totaal fictieve situatie.
Ik ben een wapenexporteur, ik ga wapens exporteren naar Rusland.
Ik weet op voorhand dat ik die toestemming niet zal krijgen. Ik weet
dat, want anders komt België in een conflictsituatie terecht. Maar ik
sluit mijn contracten af, weet dat die nooit zullen kunnen doorgaan en
word op de vingers getikt door de Vlaamse regering, de Waalse
regering, om het even welke regering. Het mag niet doorgaan. Dan
zeg ik "Ah, maar ik heb mijn contract met de Delcrederedienst. Ze
gaan mij betalen". Dit kan toch niet?
15.03 Francis Van den Eynde
(Vlaams Belang): Il est tout de
même incroyable qu'un tel risque
puisse être assuré. Un fabricant
d'armes peut donc conclure des
contrats d'exportation en sachant
pertinemment que la licence
d'exportation sera retirée. Et il se
fait indemniser pour les contrats
conclus!
15.04 Minister Marc Verwilghen: Er is daar iets dat wringt. Ik heb dus
ook duidelijk te kennen gegeven aan mijn vertegenwoordigers in de
Nationale Delcrederedienst dat, naar de toekomst, dit type van
verzekering natuurlijk niet meer kan. Gelukkig is het type van
verzekering dat werd afgesloten een hele restrictieve verzekering,
maar zij had à la limite kunnen leiden tot die mogelijkheid. Dus wat
dat betreft hebben ze duidelijke instructies gekregen.
15.04 Minister Marc Verwilghen:
C'est exact. J'ai donc ordonné à la
SA Ducroire de ne plus conclure
d'assurances de ce type.
15.05 Francis Van den Eynde (Vlaams Belang): Goed, bedankt
voor uw antwoord.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
CRIV 51
COM 909
28/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
45
16 Vraag van mevrouw Anne-Marie Baeke aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "de gevolgen van nieuwe evoluties in de muziekwereld op
auteursrechten" (nr. 11053)
16 Question de Mme Anne-Marie Baeke au ministre de l'Économie, de l'Énergie, du Commerce
extérieur et de la Politique scientifique sur "l'incidence des nouvelles évolutions dans le monde
musical sur les droits d'auteur" (n° 11053)
16.01 Anne-Marie Baeke (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, we weten allemaal dat de manier waarop
vandaag muziek wordt gekocht en beluisterd de laatste jaren een hele
evolutie aan het ondergaan is. We moeten maar kijken naar berichten
in de kranten van de laatste maanden.
Ik ga u een paar van deze berichten opsommen. EMI wil tegen 2010
een kwart van zijn verkoop digitaal realiseren om het illegale
muziekverkeer tegen te gaan. Men hoopt dit met 50% te kunnen
terugdringen. Er is ook een internetenquête geweest bij jongeren. Een
Gents bureau heeft 700 jongeren tussen 15 en 26 jaar geïnterviewd.
Uit die enquête blijkt dat geen enkele van die geïnterviewde jongeren
nog interesse heeft in de aankoop van cd's. Men vindt dat nutteloos
en men heeft meer interesse in bepaalde songs, terwijl op een cd een
hele lijst staat waarvan er misschien maar twee à drie de interesse
wegdragen van die mensen. We zitten op het vlak van het beluisteren
van muziek in een veranderende maatschappij.
Steeds vaker zullen we dan ook geconfronteerd worden met een
situatie waarin men alleen via het downloaden op het internet muziek
zal kunnen aankopen. Bepaalde platenlabels gaan die weg nu al op.
In België is er The Wack Attack Barrack die beslist heeft om bepaalde
muziekstukken enkel nog via het internet te gaan verkopen omdat
een dergelijke albumrelease financieel heel wat voordeliger is. Men
moet immers geen cd's persen, geen hoezen maken of distributeurs
op pad sturen om het product te verkopen. Bovendien moet men voor
de detailhandel geen winstmarge incalculeren. Het resultaat hiervan is
dat de artiest zelf er ook beter van wordt. Zij beweren dat zij hun
artiesten driemaal meer royalties zullen kunnen uitbetalen dan via het
klassieke systeem van cd's.
Er doet zich dus een hele evolutie voor, maar mijn vraag heeft vooral
betrekking op jeugdhuizen en jeugdverenigingen, een groep die zeker
geïnteresseerd is in deze nieuwe vorm van downloaden van muziek.
Ik kreeg een aantal berichten die een antwoord vereisen. Zij klagen
aan dat zij verplicht worden om gebruik te maken van originele cd's
om muziek te draaien op openbare plaatsen, in hun jeugdhuizen en
op hun fuiven. Dat betekent dat zij eigenlijk niet meer kunnen werken
met hetgeen zij de meest geschikte format vinden, namelijk het
digitaal opslaan van betaalde, losse nummers, die zij dan in hun
jeugdhuizen kunnen afspelen. Dat kan niet. Om die nummers op
openbare plaatsen te draaien, mee te delen volgens de wetgeving,
zijn zij bereid om de originele cd's te gebruiken, maar zij zijn zeker
ook bereid om de eventuele rechten te betalen. Voor hen is het heel
voordelig. Zij kunnen kiezen welke muziek zij draaien. Zij worden niet
geconfronteerd met diefstal of beschadiging van cd's. Technisch is
alles perfect mogelijk. Er zijn genoeg mogelijkheden om muziek
legaal te downloaden in digitale vorm en daarvoor de juiste prijs te
betalen.
16.01 Anne-Marie Baeke (sp.a-
spirit): De plus en plus de
personnes, en particulier des
jeunes, téléchargent des titres au
lieu d'acheter l'ensemble du CD.
En outre, certaines oeuvres
musicales ne sont plus
commercialisées que sur l'internet.
Cette situation engendre des
problèmes: les jeunes se plaignent
de ne pouvoir jouer que les CD
originaux dans les maisons de
jeunes. Les téléchargements
légaux ne peuvent être utilisés
bien que les jeunes soient tout à
fait disposés à acquitter les droits
dus à cet effet. Les
téléchargements sont
manifestement considérés comme
des copies par la Sabam et la
Simim, qui mentionnent la
possibilité de louer de la `musique
de fond' auprès d'un fournisseur
qui acquitte des droits de
reproduction à la Sabam et à la
Simim.
Comment peut-on déterminer si
une chanson figurant sur un
ordinateur portable ou un PC
constitue un téléchargement légal
original ou une copie? La location
auprès de fournisseurs qui
disposent d'une licence `Sabam'
constitue-t-elle la seule possibilité
pour ceux qui souhaitent écouter
de la musique téléchargée dans
un lieu public? L'impossibilité
d'écouter de la musique sur un PC
dans une maison de jeunes
conformément, bien entendu, aux
conditions d'utilisation de la
boutique musicale numérique ne
constitue-t-elle pas une
discrimination sur la base du
support musical?
28/03/2006
CRIV 51
COM 909
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
46
Ik hoor van jeugdverenigingen dat Sabam, wat betreft het
auteursrecht, en Simim, wat betreft de billijke vergoeding, eisen dat er
in alle omstandigheden originele cd's gebruikt worden. Ik geef het
voorbeeld van een jeugdhuis dat daarover gecommuniceerd heeft
met Sabam. Men wil daar gebruikmaken van een pc met legale
downloads. Sabam antwoordde dat men geen gebruik kan maken van
gekopieerde muziek in het openbaar, in cafés, restaurants, winkels
enzovoort, ook niet wanneer de uitbater beschikt over de originele
cd's of wanneer de muziek afgehaald werd van legale internetsites.
Het probleem lijkt te zijn dat die downloads per definitie als een soort
van kopieën worden beschouwd.
Ik moet u niet vertellen dat men daar in de jeugdhuizen wel wat
onbegrip voor heeft, zeker in een context waar er al maar meer
muziek via internet wordt aangeboden.
SABAM en SIMIM geven aan dat er bij downloads naast de
uitvoeringsrechten ook reproductierechten moeten worden betaald om
ze in het openbaar te kunnen afspelen. Ze wijzen daarvoor ook op de
mogelijkheid om die achtergrondmuziek te huren bij een leverancier
die over een licentie beschikt. Het zijn dan die leveranciers die aan
SABAM en SIMIM een vergoeding ter dekking van de
reproductierechten betalen.
Mijn vraag is heel concreet: Hoe kan men gaan bepalen of muziek op
een PC of op een laptop een originele legale download is waarvoor
alle rechten betaald zijn of een kopie is van een legale download? Ik
denk dat we daar met een heel praktisch probleem zitten.
Is voor wie geen originele cd's wil gebruiken als hij die muziek in het
openbaar wil spelen, de huur bij leveranciers die een contract hebben
bij SABAM en SIMIM de enige mogelijkheid voor het moment?
Is het bijvoorbeeld denkbaar dat een jeugdhuis of een vereniging één
computer gebruikt om songs legaal te downloaden en kan deze
computer dan gebruikt worden om een nummer publiek te spelen op
dezelfde wijze als een verzameling originele cd's? In zekere zin
moeten we daar wel de nuance maken dat men dan wel de
gebruikersvoorwaarden van de digitale muziekstore zal moeten
respecteren. Indien daar bezwaar tegen bestaat, behandelen
beheersvennootschappen van auteursrechten en naburige rechten in
de feiten muziek die legaal gedownload is dan niet per definitie als
een kopie? Bestaat er dan in feite ook niet een discriminatie naar de
drager?
16.02 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer de voorzitter, mevrouw
Baeke, het antwoord zal veel korter zijn.
Ten eerste, het gaat om de pure toepassing van de privaatrechtelijke
bewijslast. Artikel 870 van het Gerechtelijk Wetboek bepaalt dat
iedere partij het bewijs moet leveren van de feiten die ze aanvoert.
Koppel dat aan artikel 1315, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek,
volgens hetwelk hij die uitvoering vordert van een verbintenis, het
bestaan daarvan moet bewijzen, dan kan ik zeggen dat onder
voorbehoud van interpretaties die hoven en rechtbanken daaraan
geven, gezegd kan worden dat de partij die het niet toegestaan
gebruik van een werk of een exemplaar van een werk of prestatie
aanvoert, daar ook de bewijslast van draagt. Zo simpel is dat, we
16.02 Marc Verwilghen, ministre:
L'article 870 du Code judiciaire
dispose que chaque partie doit
apporter la preuve des faits qu'elle
avance. Celui qui réclame
l'exécution d'un contrat doit en
prouver l'existence. Lorsqu'une
partie affirme que l'utilisation d'une
oeuvre ou d'une prestation n'est
pas autorisée, elle doit le prouver.
Si les conditions du site musical
ne s'y opposent pas et si un droit
CRIV 51
COM 909
28/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
47
moeten dat niet meer compliceren dan nodig.
Ten tweede, zoals u aangeeft in uw vraag, is het inderdaad
bijvoorbeeld mogelijk, ingevolge artikel 23bis van de auteurswet,
indien de gebruiksvoorwaarden van de digitale muziekstore zich
hiertegen niet verzetten, om de computer en dus ook de draagbare
computer waarop de muziek legaal gedownload werd, aan te sluiten
op luidsprekers van een jeugdhuis of vereniging en bijgevolg de
gedownloade muziek in het openbaar te spelen. Uiteraard zal wel, net
zoals voor het openbaar spelen van muziek vanaf gekochte fysische
exemplaren, het recht van mededeling aan het publiek, ook wel het
openbaar mededelingsrecht of uitvoeringsrecht genoemd, betaald
moeten worden.
De huidige wetgeving maakt dus geen onderscheid op basis van de
drager. Wel is het zo dat de dragers die het resultaat zijn van het
maken van een privé-kopie ik verwijs naar artikel 22, § 1, ten vijfde,
van de auteurswet alleen in familiekring mogen worden gebruikt.
de communication est versé, il est
possible de diffuser en public, par
le biais d'un PC, de la musique qui
a été téléchargée légalement. La
loi n'opère pas de distinction en
fonction du support. Par contre,
une copie privée peut seulement
être utilisée dans le cercle familial.
16.03 Anne-Marie Baeke (sp.a-spirit): Ik dank de minister voor zijn
antwoord. Ik denk dat de wetgeving in die zin wel duidelijk is. Blijkbaar
heeft men er een probleem mee hoe te bewijzen of iets dat werd
gedownload op een pc, het origineel is waarvoor de rechten werden
betaald, dan wel een kopie. Het lijkt mij vooral een technisch
probleem, waarmee men toch rekening zal moeten houden.
16.03 Anne-Marie Baeke (sp.a-
spirit): La loi est claire mais il est
très difficile du point de vue
technique de prouver si une copie
a été téléchargée de manière
légale ou illégale.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
17 Question de Mme Karine Lalieux au ministre de l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur et
de la Politique scientifique sur "la vente de tickets de concert" (n° 10966)
17 Vraag van mevrouw Karine Lalieux aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel
en Wetenschapsbeleid over "de verkoop van concerttickets" (nr. 10966)
17.01 Karine Lalieux (PS): Monsieur le président, monsieur le
ministre, la presse néerlandophone annonce vendredi que vous
auriez conclu un "gentleman's agreement" avec deux gros
organisateurs de concerts, celui de Werchter et celui du Sportpaleis
d'Anvers. L'accord porterait sur la limitation du nombre d'achats à
quatre tickets par personne. L'échange de tickets achetés par internet
et pour bien faire par téléphone pourrait se faire le jour-même du
concert à la caisse. Le ticket reprendrait une série de données
comme l'identité de l'acheteur, son adresse, le prix et le nom du
distributeur. Les tickets revendus par internet seraient illégaux et les
organisateurs établiraient une liste noire des mauvais acheteurs. Cet
accord ne concernerait que les concerts dont les billets sont
rapidement vendus. Voilà pour l'accord.
Monsieur le ministre, voici quelques questions. Avez-vous négocié ce
"gentleman's agreement" avec tout le secteur? Ses principaux
représentants, tant francophones que néerlandophones, ont-ils été
conviés aux négociations dès leur début? Hormis Live Nation et
TeleTicketService avez-vous proposé cet accord à la signature
d'autres acteurs? Pouvez-vous nous détailler plus avant cet accord?
Comment les tickets seront-ils vendus: par internet, chez les
disquaires, par téléphone et en quelle proportion? Qui décidera
d'appliquer cet accord pour tel ou tel concert? Quels seront les
critères? Les noms et autres indications reprises sur les billets seront-
17.01 Karine Lalieux (PS):
Volgens de Nederlandstalige pers
zou u een akkoord hebben
gesloten met twee belangrijke
concertorganisatoren met
betrekking tot de beperking van
het aantal kaartjes dat kan worden
aangekocht: per persoon zou men
zich maar vier tickets mogen
aanschaffen. Het doorverkopen
van kaartjes via internet zou
onwettig zijn en de organisatoren
zouden een zwarte lijst van
verdachte kopers opstellen. Dat
akkoord zou enkel betrekking
hebben op concerten waarvoor de
kaartjes snel verkocht zijn. Heeft u
met de hele sector over die
modaliteiten onderhandeld? Op
welke manier zullen de kaartjes
worden verkocht? Wie zal
beslissen of dat akkoord al of niet
van toepassing is op een concert?
Aan de hand van welke criteria zal
28/03/2006
CRIV 51
COM 909
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
48
ils vérifiés, à quel moment et par qui? Alors que le gouvernement
s'engage à combattre les listes noires, comment un organisateur de
concerts pourrait-il dresser une liste de mauvais payeurs? Si liste il
devait y avoir, ne serait-il pas plus normal de répertorier les pros de la
revente illégale?
Enfin, monsieur le ministre, quand ce système sera-t-il mis en place?
J'ai lu aussi dans la presse qu'il serait prêt pour le festival Rock
Werchter. Pouvez-vous le confirmer?
dat gebeuren? Hoe zullen de
gegevens die op de kaartjes
worden vermeld, worden
gecontroleerd? De regering
verbindt er zich toe het opstellen
van zwarte lijsten tegen te gaan,
maar hoe zal een
concertorganisator een lijst van
wanbetalers kunnen opstellen?
Zou men zich niet moeten
toespitsen op de "professionals"
van de illegale doorverkoop?
Wanneer zal die regeling worden
ingevoerd?
17.02 Marc Verwilghen, ministre: Monsieur le président, madame
Lalieux, j'avais également une réponse pour M. Van den Bergh, mais
je vois qu'il n'est pas présent. Certains éléments de la réponse
préparée seront donc donnés en néerlandais mais, madame Lalieux,
vous aurez la majorité des informations dans votre langue maternelle.
Le président: M. Van den Bergh (question n° 10974) s'est fait excuser, monsieur le ministre.
17.03 Marc Verwilghen, ministre: En réponse à des questions
orales antérieures, j'ai déjà eu l'occasion d'exposer l'analyse sur
laquelle se fonde le "gentleman's agreement". Est-ce la panacée
contre la revente illégale massive de places de concert? La question
reste ouverte. Toutefois, je crois qu'une approche multidisciplinaire
est incontestablement nécessaire. C'est l'une des facettes de celle-ci
que nous pourrons évaluer dans deux ans.
Il a été convenu avec un méga-organisateur et un méga-vendeur de
prendre un certain nombre de mesures d'accompagnement relatives
à la vente des tickets. Ces dispositions s'appliquent uniquement aux
concerts impliquant un gros risque de revente illégale. Ceux-ci sont
déterminés en concertation avec les organisateurs. À ce jour, seul
Rock Werchter a été sélectionné. Bien entendu, on ne pourra ajouter
d'autres concerts à la liste que lorsque leur organisation effective aura
été confirmée. C'est la raison pour laquelle il s'agit d'une liste ouverte.
Il a également été convenu qu'un ticket devait au moins mentionner le
nom et l'adresse de l'acheteur et du vendeur, ainsi que le prix de
vente officiel. Les tickets seront toujours vendus via les canaux que
les vendeurs jugent les plus efficaces. Toutefois, les modalités de
vente doivent nécessairement permettre aux candidats acheteurs
d'avoir une véritable chance de se procurer un ticket. Des initiatives
doivent être prises pour éviter, dans la mesure du possible, la
surcharge du réseau. Quatre tickets peuvent être vendus par
personne.
17.03 Minister Marc Verwilghen:
Met een belangrijke organisator en
verkoper werd overeengekomen
om een reeks maatregelen te
treffen teneinde de ticketverkoop
in goede banen te leiden. Die
bepalingen gelden alleen voor
concerten waarbij het risico dat de
tickets illegaal worden
doorverkocht reëel is. Die
concerten worden in overleg met
de organisatoren vastgelegd. Tot
op heden werd alleen Rock
Werchter geselecteerd, maar de
lijst kan worden uitgebreid.
Tevens werd beslist dat de tickets
minstens de naam en het adres
van de koper en de verkoper
zouden moeten vermelden,
evenals de officiële verkoopprijs.
De tickets zullen altijd verkocht
worden via de kanalen die de
verkopers het meest doeltreffend
achten. De voorwaarden inzake de
verkoop moeten de kandidaat-
kopers evenwel in staat stellen om
daadwerkelijk een ticket te
bemachtigen.
Tickets mogen niet worden doorverkocht zonder instemming van de
verkoper. Als tickets desondanks toch te koop worden aangeboden,
dan kan de verkoper de tickets annuleren. Wie om welke reden ook
niet naar een concert kan gaan, kan wel via de officiële verkopers zijn
tickets opnieuw te koop aanbieden. De verkoper kan dit via een
Les tickets ne peuvent être
revendus sans l'accord du
vendeur, sous peine d'annulation à
l'initiative de ce dernier. Ils
peuvent toutefois être revendus
CRIV 51
COM 909
28/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
49
omruilkassa bij het evenement, maar ook via een website
organiseren. De eerste koper krijgt zijn geld terug, met uitzondering
van reservatie- en verzendingskosten.
De controles zullen door en met de Algemene Directie Controle en
Bemiddeling plaatsvinden. Het is niet de bedoeling om massale
controles uit te voeren. De organisatoren en verkopers werken
momenteel ook een systeem uit om via barcodes een snelle
toegangscontrole mogelijk te maken.
par l'entremise du vendeur officiel.
Ce dernier peut procéder par le
biais d'un guichet d'échange ou
d'un site internet. Le premier
acheteur doit récupérer son
argent, en dehors de frais de
réservation et d'envoi.
Les contrôles sont effectués par la
direction générale Contrôle et
Médiation. Il ne s'agit pas de
procéder à des contrôles massifs.
Les organisateurs et les vendeurs
préparent un système permettant
des contrôles d'accès rapides au
moyen de codes barres.
En ce qui concerne les listes noires, des constats ont montré que
certains revendeurs irréguliers utilisaient des coordonnées, fausses
ou non, afin d'acquérir un maximum de tickets. Si un organisateur ou
un vendeur constate de tels agissements ou annule les tickets d'un
acheteur, il le communique à la direction générale Contrôle et
Médiation; un contrôle sera toujours effectué.
Wat de zwarte lijsten betreft, werd
vastgesteld dat sommige
personen die illegaal tickets
doorverkopen al dan niet valse
personalia doorgeven om zoveel
mogelijk tickets in handen te
krijgen. Die informatie zal aan de
algemene directie Controle en
Bemiddeling worden doorgegeven.
Permanent toezicht is dus
verzekerd.
Controle door de Algemene Directie Controle en Bemiddeling van
allerlei buitenlandse verkoopskanalen blijft uiteraard problematisch.
Indien duidelijk is om welke tickets het gaat, kunnen deze wel worden
geannuleerd.
Het onderzoek door het federaal parket van geïdentificeerde
tussenverkopers is een bevoegdheid van de minister van Justitie. Ik
kan moeilijk in haar plaats antwoorden.
Les divers canaux de vente
étrangers restent difficiles à
contrôler. S'il l'on parvient à
déterminer clairement de quels
tickets il s'agit, ceux-ci peuvent
être annulés.
L'enquête relative aux
intermédiaires identifiés ressortit à
la compétence de la ministre de la
Justice.
Telles sont les réponses que je voulais donner aux deux interpellants.
J'espère ainsi avoir éclairé Mme Lalieux sur le sujet.
17.04 Karine Lalieux (PS): Monsieur le ministre, je vous remercie
pour votre réponse. Un pas a déjà été accompli en la matière. Ce qui
me dérange, c'est le fait que seuls deux organisateurs, certes
dominants dans le secteur, ont été consultés.
17.04 Karine Lalieux (PS): Er
werd al een stap in de goede
richting gezet. Het stoort me
echter dat slechts twee
organisatoren, die weliswaar een
dominante plaats in de sector
innemen, werden geraadpleegd.
17.05 Marc Verwilghen, ministre: Ce sont les Electrabel ...
17.05 Minister Marc Verwilghen:
Ze beheersen de sector bijna
volledig.
Le président: ... des tickets!
28/03/2006
CRIV 51
COM 909
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
50
17.06 Karine Lalieux (PS): Oui, plus ou moins! Donc, si on se
présente devant le Conseil de la concurrence pour Electrabel, on
pourra bientôt le faire aussi pour ClearChannel!
Ce qui me dérange, c'est que ces deux importants organisateurs et
vendeurs, sans vouloir communautariser le débat, sont
néerlandophones. Alors qu'énormément de festivals ont lieu en
Communauté française, leurs organisateurs n'ont pas du tout été
consultés; ces festivals réunissent parfois un nombre très élevé de
membres, comme le festival de Dour ou les Francofolies.
Aussi, un "gentleman's agreement" qui se veut réel pour un secteur
on a soutenu votre intention de vouloir apporter des remaniements eu
égard à cette problématique doit être concocté avec l'ensemble du
secteur et pas seulement avec l'organisateur dominant. Dans le cas
contraire, vous approuveriez qu'il n'y ait plus, demain, dans le secteur
au niveau belge qu'un seul vendeur et un seul organisateur, ce qui
posera question au niveau de l'accès à la culture.
Les contrôles d'identité à l'entrée d'un concert sont encore
problématiques pour moi mais je reviendrai peut-être sur le sujet.
Monsieur le ministre, disposer de ce "gentleman's agreement" dans
son entièreté nous permettrait de savoir comment réagir. Par ailleurs,
je vous demande aussi de rencontrer les autres organisateurs et les
autres vendeurs, notamment les disquaires, qui ne demandent qu'à
vendre des places de concert.
17.06 Karine Lalieux (PS): Die
twee grote organisatoren en
verkopers zijn Nederlandstalig.
Hoewel er bijzonder veel festivals
binnen de Franse Gemeenschap
plaatsvinden, werden de
organisatoren van die
evenementen over het hoofd
gezien. Er moet een
overeenkomst met de sector in zijn
geheel worden gesloten. Zoniet is
het alsof u ermee akkoord gaat
dat er morgen maar een verkoper
en een organisator overblijft, wat
de toegankelijkheid van de cultuur
zeker niet ten goede komt.
De identiteitscontroles aan de
ingang vóór een optreden blijven
volgens mij voor problemen
zorgen.
Het zou interessant zijn indien we
over de volledige overeenkomst
zouden kunnen beschikken. Ik
vraag tevens dat u met de andere
organisatoren en verkopers
overleg zou plegen.
17.07 Marc Verwilghen, ministre: Monsieur le président, je serai très
bref.
Madame Lalieux, je suis tout à fait d'accord avec votre approche. Au
plus on parviendra à convaincre un nombre important d'organisateurs
d'accepter le "gentleman's agreement", au mieux ce sera. Je suis
donc tout à fait ouvert aux organisations que vous venez de
mentionner et je consentirai tous les efforts possibles.
Par ailleurs, en ce qui concerne le contenu, puisque nous avons
convenu d'un "gentleman's agreement", je ne vois aucun problème à
vous remettre le document en question. Je vous en transmettrai
copie.
17.07 Minister Marc Verwilghen:
Ik sta open voor de verzuchtingen
van de organisaties die u daar
vermeldt, en zal alles doen wat in
mijn macht ligt. Ik zie er trouwens
geen been in om u een kopie van
het bewuste document te
bezorgen.
17.08 Karine Lalieux (PS): Encore une fois, vous auriez pu associer
tout le monde dès le début des négociations.
17.08 Karine Lalieux (PS): U had
van in het begin iedereen om de
onderhandelingstafel kunnen
uitnodigen.
17.09 Marc Verwilghen, ministre: J'ai essayé mais tout le monde n'a
pas répondu. Etant donné qu'il s'agit d'un "gentleman's agreement",
ils ne se sentent pas toujours impliqués.
17.09 Minister Marc Verwilghen:
Dat heb ik geprobeerd, maar niet
iedereen is op mijn uitnodiging
ingegaan.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
18 Vraag van mevrouw Maya Detiège aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "mogelijke gevolgen voor België van een boete aan AstraZeneca" (nr. 10972)
CRIV 51
COM 909
28/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
51
18 Question de Mme Maya Detiège au ministre de l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur et
de la Politique scientifique sur "les conséquences éventuelles pour la Belgique d'une amende infligée
à AstraZeneca" (n° 10972)
18.01 Maya Detiège (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik ben heel benieuwd, want dit is een tamelijk moeilijk en
technisch dossier, wat u ook aan de vraagstelling zult merken.
Op 15 juni 2005 legde de Europese Commissie aan het Brits-
Zweedse bedrijf AstraZeneca een boete op van 60 miljoen euro.
Volgens de Commissie misbruikte AstraZeneca zijn dominante positie
en de octrooiwetgeving om goedkope alternatieven voor Losec, een
middel tegen maagzweren, af te blokken. AstraZeneca ging in beroep.
Na een lang onderzoek besloot de Commissie dat AstraZeneca
tussen de periode 1993 en 2000 op verschillende manieren het op de
markt brengen van goedkopere, generische versies van Losec
voorkwam of vertraagde. Volgens de Commissie gaf AstraZeneca
misleidende informatie aan de nationale octrooibureaus in
verschillende EU-landen, waaronder ook België. Daardoor verkreeg
AstraZeneca een langere octrooibescherming of patent voor het goed
verkopende Losec. Bovendien bracht AstraZeneca in een aantal
landen Losec als tabletten op de markt en vroeg het tegelijk om het
op de markt brengen van Losec in capsulevorm te verbieden. Dat
verhinderde de verkoop van de generische Losec-capsules.
Door die handelwijze verhinderde AstraZeneca de toegang tot de
generische vorm, waardoor AstraZeneca de prijzen voor Losec voor
de patiënt en voor het budget kunstmatig hoog hield.
Mijnheer de minister, ik heb mijn vraag reeds aan minister Demotte
voorgelegd. Hij beaamde dat het inderdaad onethisch is, maar
verwees mij door naar u. U zou volgens hem bevoegd zijn voor de
octrooiwetgeving en de naleving van de concurrentieregels, zelfs als
het Volksgezondheid betreft.
Mijnheer de minister, mijn vragen richt ik daarom tot u. Het gaat om
recente cijfers die aantonen dat het geneesmiddelenbudget met 45 tot
66 miljoen euro overschrijden dreigt te worden.
In de pers verschenen nieuwe cijfers die aantonen dat het gebruik van
generische geneesmiddelen in ons land nog altijd minimaal is.
Een ruwe schatting leert ons dat België in die bewuste periode, dus
van 1993 tot 2000, veel te veel heeft uitgegeven aan de terugbetaling
van het geneesmiddel Losec.
Gelet op die gegevens, stel ik voor dat u een aantal stappen zet om
het geneesmiddelenbudget, dat voor een deel verloren is gegaan, te
trachten te compenseren.
Ik wil hierbij wel opmerken dat het antwoord van minister Demotte,
buiten de doorverwijzing naar u, juridisch niet echt steek hield. Hij zei
dat men op basis van het rechtsprincipe non bis in idem geen twee
keer kan worden gestraft voor eenzelfde feit.
Het opleggen van een boete aan AstraZeneca door de commissie
wegens vermeend misbruik van een machtspositie is een sanctie voor
18.01 Maya Detiège (sp.a-spirit):
Le 15 juin 2005, la Commission
européenne a infligé au groupe
pharmaceutique AstraZeneca une
amende de 60 millions d'euros
parce qu'il abusait de sa position
dominante et de la législation
relative aux brevets pour bloquer
les alternatives bon marché du
Losec. AstraZeneca avait transmis
des informations trompeuses aux
offices de brevets nationaux de
plusieurs pays de l'UE, notamment
en Belgique. AstraZeneca a, en
outre, commercialisé le Losec
sous forme de comprimés et
demandé d'interdire les gélules
pour empêcher la vente des
gélules génériques et ainsi
maintenir artificiellement des prix
élevés.
J'ai déjà posé cette question au
ministre Demotte, qui m'a renvoyé
au ministre des Affaires
économiques compétent en
matière de législation relative aux
brevets.
Les chiffres récents montrent que
cette année, le budget des
médicaments risque d'être
dépassé de 45 à 66 millions
d'euros. Les nouveaux chiffres
montrent que les génériques se
vendent très mal. Sur la période
1993-2000, notre pays a trop
dépensé en remboursement du
Losec.
Quelles mesures le ministre a-t-il
l'intention de prendre pour
compenser la perte subie?
Selon le ministre Demotte, on ne
peut être sanctionné deux fois
pour les mêmes faits. Je ne
partage toutefois pas cette
position. L'amende de la
Commission européenne est une
sanction pour méconnaissance du
droit communautaire de la
concurrence. La possibilité pour
les autorités belges d'entamer une
28/03/2006
CRIV 51
COM 909
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
52
het miskennen van het Euromededingingsrecht. Als verdediger van
het Europees belang valt het onder haar exclusieve bevoegdheid
concurrentieverstorend gedrag van firma's of lidstaten aan te pakken.
Dit doet volgens mij niets af van de theoretische mogelijkheid voor
België om stappen te zetten wanneer zij meent door het gedrag van
AstraZeneca te zijn geschaad. Het mogelijkerwijs aanhangig maken
van een procedure door de Belgische overheid voor Belgische
rechtbanken vormt hierbij een procedurele stap van een andere orde
dan de Europese. Hiermee tracht België haar vermeend geleden
schade, te wijten aan een fout die AstraZeneca zou hebben begaan,
door middel van - en dat is belangrijk - een civielrechtelijke vordering
te recupereren.
Aangezien het hier gaat om juridische stappen van een verschillende
orde, doet het rechtsprincipe non bis in idem hieraan totaal geen
afbreuk. Ik weet ook wel dat, indien het aanspannen van een
civielrechtelijke procedure opportuun wordt geacht, er in de praktijk
een zware bewijslast zal rusten op de Belgische overheid.
Volgens mij is het echter zo dat de door Europa opgelegde boete
reeds een ernstige indicatie is van een fout gepleegd door
AstraZeneca. Om die reden vind ik dat België hiervoor moet proberen
schadevergoeding te bekomen door middel van een civielrechtelijke
interne procedure.
Mijnheer de minister, mijn vraag is welke stappen u zult ondernemen.
procédure est d'un autre ordre. La
Belgique tente ainsi de récupérer
les dommages encourus par le
biais d'une action civile.
Quelles démarches le ministre
compte-t-il entreprendre ?
18.02 Minister Marc Verwilghen: Mevrouw Detiège, uit de
onderzoeken van mijn administratie blijkt dat voor België het misbruik
van de machtspositie bestaat uit verkeerde verklaringen van
AstraZeneca betreffende de eerste vergunning voor het in de handel
brengen van het product in de Gemeenschap. Die verkeerde
verklaringen hebben AstraZeneca toegelaten de duur van de
basisbescherming van het octrooi voor Losec op een onwettelijke
wijze te verlengen. In feite heeft die houding een ongerechtvaardigde
bescherming van het octrooi toegelaten voor een periode van zeven
maanden in België. Dat is dus niet niks.
Voor die periode hebben de patiënten en vooral het RIZIV, indien zij
zich benadeeld achten, de mogelijkheid om een vordering tot
schadevergoeding tegen AstraZeneca in te stellen bij de hoven en de
rechtbanken. Zij kunnen dat trouwens doen op basis van artikel 1382
van het Burgerlijk Wetboek, los van de veroordeling en de boete die
zij hebben opgelopen. Ik denk dus dat dat signaal op zichzelf
voldoende is voor de dienst die eigenlijk benadeeld is. De patiënt is
natuurlijk ook benadeeld, maar ik denk niet dat AstraZeneca veel
schrik heeft van patiënten en ik weet niet of veel patiënten wel lust
hebben om tegen AstraZeneca op te treden. Het RIZIV kan dat in elk
geval.
18.02 Marc Verwilghen, ministre:
En Belgique, les abus commis par
la société AstraZeneca concernent
de fausses déclarations à propos
de la première autorisation de
commercialisation, ce qui aura
permis de prolonger abusivement
de sept mois la protection de base
offerte par le brevet.
Le patient, et l'INAMI par
excellence, peuvent toujours se
pourvoir devant les tribunaux ou
les cours pour réclamer une
indemnité de la société
AstraZeneca.
18.03 Maya Detiège (sp.a-spirit): ik dank u voor het antwoord.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
19 Question de Mme Muriel Gerkens au ministre de l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "l'avis de la CREG sur le projet de fusion de Suez avec Gaz de
CRIV 51
COM 909
28/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
53
19 Vraag van mevrouw Muriel Gerkens aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel
en Wetenschapsbeleid over "het advies van de CREG over de geplande fusie van Suez en Gaz de
France" (nr. 10937)
Le président: Madame Gerkens, je serai ravi si vous pouvez faire preuve de brièveté.
19.01 Muriel Gerkens (ECOLO): Monsieur le président, monsieur le
ministre, le gouvernement a demandé un avis à la CREG sur le projet
de fusion entre Suez et Gaz de France. La CREG a rendu cet avis le
6 mars.
Le ministre nous a remis une note synthétisant les travaux de son
cabinet sur l'analyse de cette fusion Suez, Gaz de France, Electrabel
concernant les marchés de l'électricité et du gaz. Dans cette note, on
identifie toute une série de questions, on reprend les différentes
propositions de la CREG tout en donnant des interprétations
multiples. Néanmoins et c'est sans doute logique, cette note ne donne
pas de prise de position et d'appréciation politique.
Sur la base des différents éléments dont le ministre dispose (l'avis de
la CREG, les analyses de la fusion et de cet avis de la CREG),
j'aurais voulu lui demander s'il partageait l'analyse de la CREG. Par
ailleurs, considère-t-il qu'en cas de fusion de Gaz de France et d'EDF,
la décision prise par le gouvernement en janvier 2004, lors du fameux
sommet de Gembloux, à savoir que 25% de la capacité de la
production d'Electrabel devait être accessible à des concurrents ne
serait plus respectée?
J'aurais également voulu connaître son appréciation, en tant que
ministre de l'Énergie, sur les recommandations de la CREG et plus
particulièrement sur:
- la vente de la participation de Gaz de France dans SPE;
- la vente de la participation de Suez dans Distrigaz;
- la diminution forte de la participation de Suez dans Fluxys et dans
Elia;
- le transfert des activités de transit de gaz de Distrigaz & Co vers
Fluxys;
- l'extension du hub de Zeebrugge vers toute la zone de Zeebrugge;
- la régulation du hub de Zeebrugge;
- la vente d'une partie des actifs nucléaires et/ou des droits
d'exploitation des centrales nucléaires.
A-t-il pris contact avec les services de la Commission européenne sur
ce dossier? Je suppose que la réponse est positive depuis le dépôt
de cette question. Quel en est le résultat s'il y en a un?
En outre, qu'en est-il de l'exécution des décisions de la "pax
electrica", à savoir la diminution de la participation d'Electrabel dans
Elia, le commissaire du gouvernement auprès de Suez et la parité au
sein du comité de direction de Fluxys? Je crois qu'elles sont toujours
en négociation mais je suppose que les travaux évoluent avec les
jours qui passent.
19.01 Muriel Gerkens (ECOLO):
De regering heeft de CREG om
een advies verzocht over de
geplande fusie van Suez en Gaz
de France. Het advies werd op 6
maart uitgebracht. De minister
heeft ons tevens een nota over de
gevolgen van die fusie voor de
gas- en de elektriciteitsmarkt
bezorgd.
Deelt u de analyse van de CREG
op grond van die elementen? Vindt
u dat in geval van een fusie van
Gaz de France en EDF, de
beslissing van de regering van
januari 2004 volgens welke 25
procent van de productiecapaciteit
van Electrabel toegankelijk moet
zijn voor concurrenten, niet meer
zou worden nageleefd?
Hoe beoordeelt u, als minister van
Energie, de aanbevelingen van de
CREG? Heeft u in verband met
dat dossier contact opgenomen
met de Europese Commissie, en
met welk resultaat?
Hoe zit het met de uitvoering van
de beslissingen om de participatie
van Electrabel in Elia te
verminderen, een
regeringscommissaris bij Suez te
benoemen en in het directiecomité
van Fluxys een pariteit in te
voeren?
19.02 Marc Verwilghen, ministre: Madame Gerkens, votre première
question se rapportait aux décisions prises à Gembloux les 16 et
17 janvier 2004: elles restent pleinement applicables,
indépendamment de la réalisation ou de la non-réalisation de la
19.02 Minister Marc Verwilghen:
De beslissingen die op 16 en 17
januari 2004 in Gembloux werden
genomen, blijven van toepassing,
28/03/2006
CRIV 51
COM 909
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
54
fusion. Cela signifie donc qu'il faudra en tenir compte même si la
fusion se produit.
L'éventuelle fusion entre Gaz de France et Suez doit être examinée à
trois niveaux: le niveau européen, le niveau des autorités belges de la
concurrence et le niveau du régulateur sectoriel, la CREG.
Pour réagir à votre deuxième question, je puis vous dire
qu'actuellement, je ne dispose que de l'avis de la CREG, approuvé
par le comité de direction. Le conseil général de la CREG doit encore
se prononcer à cet égard. Il est évident que les points de vue de la
Commission européenne et du Conseil de la concurrence seront
aussi très importants. J'en ai besoin pour prendre position en toute
connaissance de cause sur les propositions de mesures à prendre, y
compris celles énumérées dans l'étude de la CREG. J'espère donc
que le conseil général de la CREG donnera très rapidement son point
de vue.
Troisièmement, le premier ministre et moi-même avons effectivement
eu des contacts avec la Commission européenne le vendredi 17 mars
2006. Dans l'état actuel des choses, je ne puis vous communiquer le
résultat de ces discussions: il fait partie du mouvement qui s'est mis
ou se mettra en marche dès la notification d'une fusion éventuelle.
Enfin, votre quatrième et dernière question traitait de l'application des
accords de la "pax electrica": elle est et demeure d'actualité. Tous les
accords que vous évoquez seront donc mis en oeuvre. Il est
indispensable de les exécuter nonobstant ce qui se fera par fusion ou
non.
ongeacht het feit of de fusie al dan
niet doorgaat.
De eventuele fusie tussen Gaz de
France en Suez moet op
Europees en Belgisch niveau en
op het niveau van de CREG, de
sectorale regulator, worden
onderzocht.
Voorlopig beschik ik louter over
het advies van de CREG dat door
het directiecomité werd
goedgekeurd. De algemene raad
van de CREG moet zich nog
uitspreken. Ook het oordeel van
de Europese Commissie en de
Raad voor de Mededinging zullen
erg belangrijk zijn. Op grond
daarvan zal ik immers een
standpunt innemen over de
vereiste maatregelen.
De eerste minister en ikzelf
hebben op 17 maart 2006 contact
gehad met de Europese
Commissie. Ik kan u het resultaat
van die besprekingen nu niet
meedelen.
Ten slotte blijven de akkoorden
betreffende de zogenaamde "pax
electrica" actueel. Ze zullen
allemaal worden uitgevoerd.
19.03 Muriel Gerkens (ECOLO): Monsieur le ministre, vous
considérez que les décisions qui ont été prises, que ce soit par la "pax
electrica" ou par le Conseil des ministres de Gembloux, doivent être
respectées et que des dispositions devront être prises en ce sens.
19.03 Muriel Gerkens (ECOLO):
De beslissingen die in het kader
van de "pax electrica" of door de
ministerraad zijn genomen,
moeten dus worden nageleefd.
19.04 Marc Verwilghen, ministre: Il y en a des supplémentaires, vu
que...
19.05 Muriel Gerkens (ECOLO): Des groupes de travail ont été
créés et des coordinations, des rencontres avec des responsables de
Suez et les membres de gouvernement belges, français, etc. ont
actuellement lieu. Ce qui m'inquiète, c'est que, de toutes ces
réunions, il ne ressort pas de position du gouvernement fédéral belge
sur les différents points que je viens d'évoquer. Actuellement, vous
vous trouvez toujours dans la phase d'analyse.
19.05 Muriel Gerkens (ECOLO):
Er werden werkgroepen opgericht
en er vinden ontmoetingen plaats
tussen managers van Suez en
Belgische en Franse
regeringsleden. Wat me
verontrust, is het feit dat de
Belgische federale regering geen
standpunt inneemt over deze
aangelegenheid.
Er werden werkgroepen opgericht
en er vinden ontmoetingen plaats
tussen managers van Suez en
CRIV 51
COM 909
28/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
55
Belgische en Franse
regeringsleden. Wat me
verontrust, is het feit dat de
Belgische federale regering geen
standpunt inneemt over deze
aangelegenheid.
19.06 Marc Verwilghen, ministre: Vous avez parlé du document en
question et des plus de vingt "topos" qui sont intervenus dans la
discussion. Il va de soi que ceux-ci proviennent des observations et
des recommandations de la CREG et de la concertation constante
entre le gouvernement fédéral et les gouvernements régionaux, y
compris les ministres de l'Énergie.
19.07 Muriel Gerkens (ECOLO): Actuellement, vous examinez les
pistes tous ensemble?
19.08 Marc Verwilghen, ministre: Effectivement.
19.09 Muriel Gerkens (ECOLO): Aucune décision n'a encore été
arrêtée.
19.09 Muriel Gerkens (ECOLO):
Er werd dus nog geen beslissing
genomen?
19.10 Marc Verwilghen, ministre: Non! Nous devons d'abord voir
quelles sont les positions défendues par les uns et les autres. En
fonction de cela, nous prendrons une décision. Nous tenons à le faire
de manière unanime, pour ne pas déforcer notre position.
19.10 Minister Marc Verwilghen:
Neen! We moeten eerst het
standpunt van de overige
betrokkenen achterhalen. Op
grond daarvan zullen we een
eensgezinde beslissing nemen,
teneinde onze positie niet te
verzwakken.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
20 Question de Mme Muriel Gerkens au ministre de l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "la vente de 3 sites de production par Electrabel" (n° 10938)
20 Vraag van mevrouw Muriel Gerkens aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel
en Wetenschapsbeleid over "de verkoop van 3 productiesites door Electrabel" (nr. 10938)
20.01 Muriel Gerkens (ECOLO): Monsieur le président, monsieur le
ministre, nous avions déjà abordé la question de cette première vente
de sites inutilisés par Electrabel. En commission, je vous avais dit
mon étonnement de voir qu'un seul de ces sites était considéré par
Elia comme un site intéressant. Vous m'aviez répondu que cela
dépendait des lois du marché et qu'il fallait faire jouer la concurrence.
J'aurais voulu voir avec vous dans quelle mesure ces sites étaient
capables d'accueillir une centrale, en fonction par exemple de la
proximité du réseau de transport d'électricité, d'un poste de
transformation ou d'un réseau de transport de gaz.
1. Pour ces trois sites: Marchienne-au-Pont, Beringen et Sint-Pieters-
Leeuw, pouvez-vous me donner la distance du réseau électrique et du
réseau de transport de gaz?
2. Y a-t-il sur ces sites un poste de transformation utilisable par
l'exploitant?
3. Pouvez-vous donner une estimation du coût de raccordement de
cette nouvelle centrale aux réseaux de gaz et d'électricité? Cela va
20.01 Muriel Gerkens (ECOLO):
Elia vindt slechts een enkele van
de door Electrabel niet-gebruikte
sites interessant. Wat Marchienne-
au-Pont, Beringen en Sint-Pieters-
Leeuw betreft, op welke afstand
liggen het elektriciteitsnet en het
gasvervoersnet? Beschikken die
sites over een bruikbare
transformatiepost? Hoe hoog
zullen de aansluitingskosten
oplopen? Wie zal die kosten
dragen? Werd er een tijdpad
opgesteld, vergezeld van
modaliteiten voor de verkoop van
die sites? Spoort de keuze van die
drie sites met de beslissingen van
de regering?
28/03/2006
CRIV 51
COM 909
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
56
impliquer la pose de câbles, de tuyaux, la construction de postes de
transformation.
4. Qui va devoir assumer ces frais? Est-ce l'acquéreur du site? A-t-on
prévu une intervention?
5. Y a-t-il un calendrier assorti de modalités pour la vente de ces
sites?
6. Estimez-vous que le choix de ces trois sites est conforme aux
décisions du gouvernement? Dans le cas contraire, quelles mesures
avez-vous prises? Je crois me rappeler que vous aviez dit
qu'Electrabel avait choisi seul ces sites et que vous n'aviez pas d'avis
particulier sur ce choix.
20.02 Marc Verwilghen, ministre: Madame Gerkens, au sujet de vos
deux premières questions, pour le site de Marchienne-au-Pont, le
raccordement de la nouvelle unité peut se faire par le poste à haute
tension de Monceau de 150 MW ou éventuellement par un poste plus
éloigné, ceci dépendant de la puissance de production de l'unité à
installer. Un raccordement au gaz est envisageable mais nécessiterait
un renforcement de l'axe Gosselies-Roux.
Le site de Beringen offre plusieurs possibilités de raccordement si les
investissements de réseau prévus par Elia sont réalisés ou si la
boucle limbourgeoise voit le jour. Le poste de Meerhout situé à 12 km
de Beringen offre d'ores et déjà des capacités de raccordement très
importantes et peut être atteint par le biais d'un conduit souterrain. Un
raccordement au gaz est possible à proximité immédiate du site.
Un poste à haute tension de 150 kilovolts est disponible à proximité
immédiate du site de Sint-Pieters-Leeuw. Un raccordement au réseau
380 kilovolts Breughel, un peu plus éloigné, est également
envisageable. Ce site nécessite un nouveau raccordement au gaz.
En réponse à votre troisième question, je me réfère au tarif de
raccordement approuvé par la CREG. En ce qui concerne le coût de
raccordement d'une nouvelle unité de production au réseau
d'électricité haute tension et au réseau de transport de gaz, je ne
peux vous répondre car cela relève de la politique d'investissement du
vendeur d'un site. Je ne puis ni le déterminer ni l'évaluer à sa place.
En ce qui concerne votre quatrième question, les coûts de
raccordement à l'électricité et au gaz sont toujours pris en charge par
l'utilisateur du réseau, en vertu des dispositions légales.
Pour vos cinquième et sixième questions, je vous renvoie à Electrabel
qui pourra vous procurer davantage d'informations. Le choix des sites
qui seront mis en vente est un choix d'Electrabel qui l'a opéré en toute
indépendance. Electrabel sait de toute façon que le gouvernement a
élaboré un projet de loi prévoyant un prélèvement sur les sites non
utilisés. D'ailleurs, le projet de loi passé en Conseil des ministres est
parti pour avis au Conseil d'Etat.
20.02 Minister Marc Verwilghen:
De site van Marchienne-au-Pont
kan op de hoogspanningspost van
Monceau (150 MW) of op een
verderaf gelegen post worden
aangesloten. Een aansluiting op
het gasnet zou een versterking
van de as Gosselies-Roux
vereisen.
Beringen biedt verscheidene
aansluitingsmogelijkheden; de
post van Meerhout, op twaalf
kilometer afstand, kan via een
ondergrondse leiding worden
bereikt en een gasaansluiting kan
heel dicht bij de site worden
gerealiseerd.
Een 150 kilovolt-
hoogspanningspost is beschikbaar
dicht bij Sint-Pieters-Leeuw, maar
ook de aansluiting op het iets
verderaf gelegen 380 kilovolt
Breughel-net kan worden
overwogen; die site vereist een
nieuwe aansluiting op het gasnet.
Ik verwijs naar het door de CREG
goedgekeurde aansluitingstarief.
Ik kan de kostprijs van de
aansluiting van een nieuwe
productie-eenheid niet in de plaats
van de verkoper van de site
inschatten.
Krachtens de vigerende
wetsbepalingen zijn de
aansluitingskosten voor gas en
elektriciteit altijd voor rekening van
de gebruiker van het net.
Electrabel zal u meer inlichtingen
kunnen geven voor wat uw laatste
subvragen betreft. Electrabel heeft
de sites in alle onafhankelijkheid
CRIV 51
COM 909
28/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
57
gekozen en weet dat de regering
werkt aan een wetsontwerp dat in
een heffing op de niet-gebruikte
sites voorziet. Dat wetsontwerp
werd voor advies naar de Raad
van State verzonden.
20.03 Muriel Gerkens (ECOLO): Monsieur le président, je me
limiterai à dire qu'un suivi du dossier par le gouvernement me semble
important parce qu'il faut que cette mise à disposition de sites
permette une multiplicité d'acteurs et donc de producteurs
concurrents et complémentaires sur le marché et Electrabel n'a pas
cette préoccupation en tête.
20.03 Muriel Gerkens (ECOLO):
De regering moet dat dossier van
nabij volgen. Door het ter
beschikking stellen van die sites
moet het aantal actoren op de
markt fors toenemen, en dat is niet
waar Electrabel naar streeft.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
21 Question de Mme Muriel Gerkens au ministre de l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "les suites de l'accord entre les États-Unis et l'Inde en matière de
politique nucléaire sur la politique belge en matière d'exportation de matières et d'équipements
nucléaires" (n° 11026)
21 Vraag van mevrouw Muriel Gerkens aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel
en Wetenschapsbeleid over "de gevolgen van het akkoord tussen de Verenigde Staten en India inzake
nucleair beleid voor het Belgisch uitvoerbeleid van kernmateriaal en kernuitrusting" (nr. 11026)
21.01 Muriel Gerkens (ECOLO): Monsieur le président, monsieur le
ministre, le jeudi 2 mars, le président des Etats-Unis, George Bush, et
le ministre indien, M. Singh ont conclu un accord historique en
matière de collaboration dans le secteur nucléaire. En effet, une fois
approuvé par le Parlement américain, cet accord permettra à l'Inde
d'accéder aux technologies et combustibles nucléaires américains.
C'est étonnant et remarquable puisque l'Inde n'a pas ratifié le Traité
de non-prolifération, que ce pays dispose de bombes atomiques et
qu'il a été considéré pendant des décennies comme un pays vers
lequel il était défendu d'exporter des matières et des équipements
nucléaires. L'accord qui a été conclu ne prévoit pas de contrôle sur
toutes les installations nucléaires de l'Inde, car ce pays veut garder
les installations du programme militaire à l'abri de tout regard
extérieur.
La conclusion de cet accord qui au départ ne concerne que les Etats-
Unis et l'Inde est évidemment un signal négatif vis-à-vis d'autres pays:
c'est comme s'il n'était plus nécessaire de ratifier le Traité de non-
prolifération. Il y a beaucoup de chances pour que cela soit l'argument
des Iraniens à qui on refuse la maîtrise de l'enrichissement du
matériel nucléaire, alors qu'ils ont ratifié le Traité de non-prolifération.
Ce traité interdit à ses signataires d'aider des pays à développer un
programme nucléaire militaire. A la suite de cet accord, l'Inde pourra
donc plus facilement approvisionner les centrales de combustible
nucléaire américain et pourra trouver une solution pour le manque de
combustible nucléaire pour son programme nucléaire militaire. Il s'agit
bel et bien d'une aide au développement du programme militaire
indien. Cela me semble contraire au Traité de non-prolifération.
Des questions se posent quant aux suites de cet accord tant au
niveau belge qu'au niveau du fameux NSG (Nuclear Suppliers Group)
21.01 Muriel Gerkens (ECOLO):
Na de goedkeuring door het
Amerikaans Parlement van het
samenwerkingsakkoord tussen de
Verenigde Staten en India zal India
dat het non-proliferatieverdrag
(NPT) niet heeft geratificeerd
toegang krijgen tot de
Amerikaanse nucleaire
technologie en kernbrandstoffen.
Het verdrag bepaalt niets over de
controle op de Indiase
kerninstallaties.
Dankzij dat akkoord zal India over
kernbrandstof kunnen beschikken
voor de uitvoering van zijn militair
kernprogramma, wat in strijd is
met het NPT.
Ik vraag me af welke gevolgen dat
akkoord voor België en de NSG
(Nuclear Suppliers Group) heeft.
De NSG omvat de landen die
nucleaire uitrusting of materieel
produceren of uitvoeren. Hun
aanbevelingen inzake de uitvoer
van kernmaterieel hebben een
groot politiek gewicht.
De Verenigde Staten hebben de
Nuclear Suppliers Group (NSG)
28/03/2006
CRIV 51
COM 909
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
58
qui est un groupe de pays qui produisent et/ou exportent des matières
et équipements nucléaires. Bien que ce groupe soit totalement
informel, on sait que les recommandations du NSG en matière de
politique d'exportation ont évidemment un poids politique important.
Selon le journal "Financial Times" du 21 mars 2006, les États-Unis ont
soumis une proposition au NSG visant à assouplir les critères
d'exportation vers l'Inde. Ces propositions ont été discutées lors d'une
réunion du NSG les 22 et 23 mars à Vienne et elles seront discutées
à l'assemblée générale du mois de mai. Des pays comme la Norvège,
les Pays-Bas, la Suède et le Japon seraient contre les propositions
américaines; la France et la Russie les soutiendraient.
Monsieur le ministre, quel est votre avis sur cet accord du 2 mars
conclu entre les États-Unis et l'Inde? Estimez-vous qu'il va à
l'encontre du Traité de non-prolifération ou non? La Belgique suit-elle
la nouvelle position américaine en matière d'exportation des matières
et des équipements nucléaires vers l'Inde? Si oui, pourquoi? Quelle
est la politique actuelle du NSG en matière d'exportation vers des
pays qui n'ont pas ratifié le Traité de non-prolifération?
Des pays membres du NSG ont-ils demandé, ces dernières années,
d'adapter cette politique? Le cas échéant, quelle a été la position de la
Belgique? Quelle est la position que la Belgique a défendue lors de la
réunion du NSG des 22 et 23 mars? Quelle sera la position défendue
par notre pays à l'assemblée du mois de mai? Combien de demandes
d'exportation vers des pays qui n'ont pas ratifié le traité de non-
prolifération ont-elles été soumises à la CANPAN et aux ministres de
l'Énergie durant cette législature? Vers quels pays des demandes ont-
elles été approuvées? De quels pays, équipements ou matières
s'agissait-il?
een voorstel voorgelegd om de
criteria voor export naar India te
versoepelen. Dat voorstel werd
tijdens de jongste vergadering van
de NSG besproken, en zal op de
algemene vergadering in mei
opnieuw aan de orde gesteld
worden.
Wat vindt u van dat akkoord
tussen de Verenigde Staten en
India over het nucleaire beleid? Is
dat akkoord volgens u in strijd met
het non-proliferatieverdrag? Is
België het eens met het
Amerikaanse standpunt inzake de
export van kernmateriaal en
kerninstallaties naar India? Zo ja,
waarom? Wat is de huidige
beleidsvisie van de NSG op het
gebied van uitvoer naar landen die
het non-proliferatieverdrag niet
ondertekend hebben? Zijn er de
jongste jaren stemmen opgegaan
om de NSG om een koerswijziging
te vragen? Zo ja, wat was het
Belgische standpunt daarover?
Welk standpunt verdedigde ons
land op de jongste bijeenkomst
van de NSG? Welk standpunt zal
België op de algemene
vergadering in mei verdedigen?
Hoeveel aanvragen om een
exportvergunning naar landen die
het non-proliferatieverdrag niet
ondertekend hebben werden er
tijdens deze zittingsperiode aan de
Commissie van advies voor de
niet-verspreiding van kernwapens
(CANVEK) en aan de minister van
Energie voorgelegd? Werden die
aanvragen goedgekeurd? Zo ja,
voor welke installaties en welk
materiaal, en naar welke landen
werd er geëxporteerd?
21.02 Marc Verwilghen, ministre: Madame Gerkens, je vous
rappelle que la délégation belge aux réunions du Nuclear Suppliers
Group (NSG) est menée par le SPF Affaires étrangères, assisté par le
SPF Économie-Énergie. Les réponses à ces questions sont fournies
en collaboration avec mon collègue le ministre des Affaires
étrangères, Karel De Gucht.
En ce qui concerne votre première question, l'initiative de coopération
nucléaire civile entre les États-Unis et l'Inde fait actuellement l'objet
d'une étude approfondie. Elle devra obligatoirement passer devant le
Congrès américain avant de pouvoir être présentée comme un
accord.
21.02 Minister Marc Verwilghen:
De Belgische delegatie op de
vergaderingen van de NSG wordt
geleid door de FOD Buitenlandse
Zaken, bijgestaan door de FOD
Economie-Energie. De
antwoorden op deze vragen
werden opgesteld in samenspraak
met minister De Gucht.
De plannen voor samenwerking
tussen de VS en India op het
CRIV 51
COM 909
28/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
59
Le gouvernement des Etats-Unis a néanmoins tenu à informer ses
partenaires au sein du NSG d'un éventuel accord dans le contexte du
régime international de non-prolifération nucléaire. Comme signataire
du Traité de non-prolifération, la Belgique suivra avec la plus grande
attention l'impact que pourrait avoir un tel accord sur le respect des
engagements du Traité et la mise en oeuvre des directives du NSG.
Pour répondre à votre deuxième question, je puis vous dire que la
Belgique s'engage à promouvoir les engagements du Traité et du
NSG et estime, dans ce contexte, que toute nouvelle orientation de la
coopération civile nucléaire avec l'Inde doit être compatible avec
ceux-ci.
Troisième question: actuellement, les directives du NSG interdisent
toute exportation de matière et équipement nucléaires vers des pays
n'ayant pas adhéré au Traité de non-prolifération et n'ayant donc pas
conclu un accord de garantie avec l'Agence Internationale de
l'Énergie Atomique (AIEA). Les demandes d'adaptation des dernières
années portent sur le renforcement des conditions à l'exportation,
telles que l'adhésion au protocole additionnel à l'accord de garantie ou
l'interdiction de conditions spécifiques pour les technologies
sensibles, comme l'enrichissement.
Quatrième et cinquième questions: lors d'un tour de table de la
réunion du groupe consultatif du NSG à Vienne, le 23 mars dernier, la
Belgique a indiqué que d'autres consultations sont nécessaires pour
évaluer l'impact de l'accord américano-indien sur les engagements
internationaux en vigueur, notamment au cours de la prochaine
réunion plénière du NSG. Le NSG ne pourra toutefois se prononcer
sur ce point qu'après les débats au sein du Congrès américain.
La Belgique a également souligné qu'il serait opportun d'envisager
une interaction avec le processus de suivi du Traité, ainsi qu'avec
l'Agence. Cette dernière instance devrait être approchée
prochainement par l'Inde au sujet de l'ouverture des négociations sur
la mise en place d'un système de vérification dans ce pays. Le
directeur général de l'AIEA a déjà publiquement salué cette
perspective.
En ce qui concerne votre dernière question, 10 demandes
d'exportation vers des pays non membres du Traité de non-
prolifération ont été soumises à la Commission d'avis pour la non-
prolifération des armes nucléaires (la CANPAN): 9 pour l'Inde et 1
pour Israël. 7 demandes ont été refusées. Parmi les 3 autres
demandes examinées, 2 concernent l'Inde: il s'agit d'une petite presse
isostatique qui ne devait pas, compte tenu de ses dimensions, être
soumise à l'autorisation préalable et d'un simulateur océanographique
qui a été autorisé. La troisième demande concernant l'exportation
vers Israël d'un fût à haute pression pour la réparation d'une presse
isostatique se trouvant depuis longtemps dans ce pays a été
approuvée.
Vous disposez maintenant de tous les éléments de réponse à vos
questions.
gebied van het gebruik van
kernenergie voor burgerlijke
doeleinden worden momenteel
grondig bestudeerd. Het
Amerikaanse Congres heeft dat
initiatief trouwens nog niet
goedgekeurd.
De Verenigde Staten hebben het
niettemin nodig geacht de NSG-
landen onverwijld op de hoogte te
brengen. België zal aandachtig
nagaan wat de gevolgen van zo
een akkoord kunnen zijn op de
naleving van de in het NPT
aangegane verbintenissen en de
tenuitvoerlegging van de richtlijnen
van de NSG.
België verbindt zich ertoe de in het
raam van het NPT en de NSG
aangegane verbintenissen kracht
bij te zetten en is van oordeel dat
de burgerlijke nucleaire
samenwerking met India daarmee
verenigbaar moet zijn.
De huidige richtlijnen van de NSG
verbieden elke uitvoer van nucleair
materiaal en van nucleaire
uitrustingen naar landen die het
NPT niet hebben ondertekend en
dus geen
veiligheidsgarantieovereenkomst
hebben gesloten met het
Internationaal Agentschap voor
Atoomenergie (IAEA). De vragen
tot wijziging die de voorbije jaren
werden ingediend betroffen een
verscherping van de voorwaarden
voor de export.
Op de vergadering van de
adviesgroep van de NSG van 23
maart jongstleden heeft België
onderstreept dat bijkomende
raadplegingen noodzakelijk zijn
om na te gaan welke invloed het
Amerikaans-Indische akkoord op
de geldende internationale
verbintenissen zal hebben, meer
bepaald naar aanleiding van de
volgende plenaire vergadering van
de NSG. De NSG zal zich hierover
echter pas na de besprekingen in
het Amerikaans Congres kunnen
uitspreken.
28/03/2006
CRIV 51
COM 909
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
60
België heeft er voorts op gewezen
dat het nuttig zou zijn de
samenhang met de follow-up van
het non-proliferatieverdrag en met
de acties van het IAEA niet uit het
oog te verliezen. India zou
binnenkort onderhandelingen met
het IAEA moeten aanvatten met
betrekking tot het uitwerken van
een controleregeling voor zijn
nucleaire installaties.
Tien aanvragen voor de uitvoer
naar landen die het NPT niet
hebben bekrachtigd (negen voor
India en een voor Israël), werden
aan de CANVEK voorgelegd.
Zeven aanvragen werden
geweigerd. Twee van de drie
overige aanvragen betroffen India:
het ging daarbij om een kleine
isostatische pers die niet aan de
voorafgaandelijke goedkeuring
diende te worden onderworpen en
om een oceanografische
simulator. De derde goedgekeurde
aanvraag betrof een hogedrukvat
voor de herstelling van een
isostatische pers dat voor Israël
bestemd was.
21.03 Muriel Gerkens (ECOLO): Monsieur le président, je vois qu'il
va falloir attendre d'avoir plus d'éléments et que le Congrès américain
ait donné son avis pour qu'il y ait une position officielle des Etats
membres du NSG, et donc aussi de la Belgique. Je crois percevoir
dans votre réponse que, même si le mouvement va vers un
renforcement des conditions du Traité de non-prolifération, il y a
néanmoins des ouvertures qui tendent vers une reconnaissance de la
valeur des relations de collaboration avec l'Agence internationale en
dehors de la ratification du Traité.
21.03 Muriel Gerkens (ECOLO):
Uit uw antwoord meen ik te
kunnen afleiden dat de
voorwaarden van het NPT
weliswaar verstrakt worden, maar
dat er ook steeds meer belang
wordt gehecht aan de
samenwerking met het IAEA
waarbij de ratificatie van het
verdrag een secundaire rol speelt.
21.04 Marc Verwilghen, ministre: Il est prématuré de le présenter
ainsi. Il faut attendre le moment où les positions seront prises, ensuite
il y aura une discussion au sein du NSG. Le Traité doit non seulement
être mis en application mais l'avis et l'intervention de l'Agence sont
également absolument nécessaires.
Comme je vous l'ai dit, le directeur de l'Agence internationale a déjà
publiquement salué la perspective d'instaurer un système de
vérification en Inde.
21.04 Minister Marc Verwilghen:
Uw interpretatie is voorbarig. We
moeten eerst afwachten welke
standpunten er zullen worden
ingenomen en vervolgens hoe de
gesprekken binnen de NSG zullen
verlopen. Het verdrag moet
worden toegepast, maar het
Agentschap moet ook zijn advies
geven en zijn opdrachten
nakomen.
21.05 Muriel Gerkens (ECOLO): J'aimerais que la Belgique soit
particulièrement vigilante. Dans le contexte politique dans lequel nous
nous trouvons, je me dis qu'il est difficile de se défendre vis-à-vis de
l'Iran - et la position dure adoptée à son encontre est justifiée - à partir
CRIV 51
COM 909
28/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
61
du moment où un autre Etat, qui n'a pas ratifié le Traité et qui a de
temps en temps des velléités guerrières envers ses voisins, serait
autorisé à développer du matériel nucléaire en dehors des termes du
Traité.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
21.06 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer de voorzitter, wat gebeurt
er met de andere vragen?
De voorzitter: Een aantal leden heeft om uitstel gevraagd. De vragen van de leden die gewoon verstek
hebben laten gaan, zonder te verwittigen, worden als ingetrokken beschouwd.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 17.20 uur.
La réunion publique de commission est levée à 17.20 heures.