CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 906
CRIV 51 COM 906
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DES
F
INANCES ET DU
B
UDGET
C
OMMISSIE VOOR DE
F
INANCIËN EN DE
B
EGROTING
mardi
dinsdag
28-03-2006
28-03-2006
Matin
Voormiddag
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE






























cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders ­ Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu inté-
gral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit des
interventions ; les annexes se trouvent dans une brochure
séparée (PLEN: couverture blanche; COM: couverture
saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken; de
bijlagen zijn in een aparte brochure opgenomen
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
Plenum
COM
réunion de commission
COM
Commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 906
28/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i

SOMMAIRE
INHOUD
Question de Mme Trees Pieters au secrétaire
d'État à la Modernisation des Finances et à la
Lutte contre la fraude fiscale, adjoint au ministre
des Finances sur "l'exonération de TVA pour les
artistes exécutants" (n° 10771)
1
Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de
staatssecretaris voor Modernisering van de
Financiën en de Strijd tegen de fiscale fraude,
toegevoegd aan de minister van Financiën over
"de BTW-vrijstelling voor uitvoerende artiesten"
(nr. 10771)
1
Orateurs: Trees Pieters, Hervé Jamar,
secrétaire d'État à la Modernisation des
finances et à la Lutte contre la fraude fiscale
Sprekers: Trees Pieters, Hervé Jamar,
staatssecretaris voor Modernisering van de
Financiën en de Strijd tegen de fiscale fraude
Question de Mme Karine Lalieux au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "les
mesures concernant l'évolution des prix de
l'énergie" (n° 10794)
3
Vraag van mevrouw Karine Lalieux aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over "de
maatregelen met betrekking tot de evolutie van de
energieprijzen" (nr. 10794)
3
Orateurs: Karine Lalieux, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
Sprekers: Karine Lalieux, Didier Reynders,
vice-eerste minister en minister van Financiën
Question de M. Luc Gustin au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "l'apport
d'actions dans un holding propre et la taxation des
plus-values" (n° 10933)
8
Vraag van de heer Luc Gustin aan de vice-eerste
minister en minister van Financiën over "de
inbreng van aandelen in een eigen holding en de
belasting op de meerwaarde" (nr. 10933)
8
Orateurs: Luc Gustin, Didier Reynders, vice-
premier ministre et ministre des Finances
Sprekers: Luc Gustin, Didier Reynders, vice-
eerste minister en minister van Financiën
Question de M. Éric Massin au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "les
conditions de travail au sein de l'administration
des Finances" (n° 10709)
9
Vraag van de heer Éric Massin aan de vice-eerste
minister en minister van Financiën over "de
arbeidsvoorwaarden bij de administratie van
Financiën" (nr. 10709)
9
Orateurs: Éric Massin, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances,
Hendrik Bogaert, Carl Devlies
Sprekers: Éric Massin, Didier Reynders,
vice-eerste minister en minister van Financiën,
Hendrik Bogaert, Carl Devlies
Interpellation de M. Carl Devlies au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "la
convention visant à éviter les doubles impositions
avec Hong Kong" (n° 802)
13
Interpellatie van de heer Carl Devlies tot de vice-
eerste minister en minister van Financiën over
"het dubbelbelastingverdrag met Hongkong"
(nr. 802)
13
Orateurs: Carl Devlies, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances,
Dirk Van der Maelen
, président du groupe
sp.a-spirit
Sprekers: Carl Devlies, Didier Reynders,
vice-eerste minister en minister van Financiën,
Dirk Van der Maelen
, voorzitter van de sp.a-
spirit-fractie
Motions
19
Moties
19
Question de M. Carl Devlies au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "la
nomination de directeurs régionaux et de
directeurs des services dont l'activité s'étend à
tout le pays" (n° 10742)
20
Vraag van de heer Carl Devlies aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over "de
benoeming van gewestelijke directeuren en
directeuren van de diensten waarvan de
werkkring het hele land bestrijkt" (nr. 10742)
20
Orateurs: Carl Devlies, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
Sprekers: Carl Devlies, Didier Reynders,
vice-eerste minister en minister van Financiën
Interpellation et question jointes de
22
Samengevoegde interpellatie en vraag van
22
- M. Carl Devlies au vice-premier ministre et
ministre des Finances sur "l'incidence budgétaire
de la réforme de l'impôt des sociétés" (n° 820)
22
- de heer Carl Devlies tot de vice-eerste minister
en minister van Financiën over "de budgettaire
impact van de hervorming van de
vennootschapsbelasting" (nr. 820)
22
- M. Hagen Goyvaerts au vice-premier ministre et
ministre des Finances sur "le rapport de la Cour
des comptes sur l'impact budgétaire de la
réduction de l'impôt des sociétés" (n° 10906)
22
- de heer Hagen Goyvaerts aan de vice-eerste
minister en minister van Financiën over "het
rapport van het Rekenhof inzake de budgettaire
impact van de verlaging van de
vennootschapsbelasting" (nr. 10906)
22
28/03/2006
CRIV 51
COM 906
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
Orateurs: Carl Devlies, Hagen Goyvaerts,
Didier Reynders
, vice-premier ministre et
ministre des Finances
Sprekers: Carl Devlies, Hagen Goyvaerts,
Didier Reynders
, vice-eerste minister en
minister van Financiën
Motions
28
Moties
28
Orateur: Hendrik Bogaert
Spreker: Hendrik Bogaert
Question de M. Hendrik Bogaert au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "le
calendrier prévu pour le versement de la remise
sur la facture du gaz" (n° 10927)
29
Vraag van de heer Hendrik Bogaert aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over "de
timing van de korting op de gasfactuur"
(nr. 10927)
29
Orateurs: Hendrik Bogaert, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
Sprekers:
Hendrik Bogaert, Didier
Reynders, vice-eerste minister en minister
van Financiën
Questions jointes de
30
Samengevoegde vragen van
30
- M. Hendrik Bogaert au vice-premier ministre et
ministre des Finances sur "le droit de grâce, la
remise d'amendes ou d'accroissement d'impôt et
l'arrêté du Régent du 18 mars 1831" (n° 10928)
30
- de heer Hendrik Bogaert aan de vice-eerste
minister en minister van Financiën over "het
genaderecht, de kwijtschelding van boeten en
belastingverhogingen en het regentbesluit van 18
maart 1831" (nr. 10928)
30
- M. Hendrik Bogaert au vice-premier ministre et
ministre des Finances sur "le droit de grâce, la
remise d'amendes ou d'accroissement d'impôt et
l'arrêté du Régent du 18 mars 1831" (n° 11047)
30
- de heer Hendrik Bogaert aan de vice-eerste
minister en minister van Financiën over "het
genaderecht, de kwijtschelding van boeten en
belastingverhogingen en het regentbesluit van 18
maart 1831" (nr. 11047)
30
Orateurs: Hendrik Bogaert, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
Sprekers:
Hendrik Bogaert, Didier
Reynders, vice-eerste minister en minister
van Financiën
Question de M. Jacques Chabot au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "les
affectations des inspecteurs d'administration
fiscale récemment recrutés" (n° 10989)
32
Vraag van de heer Jacques Chabot aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over "de
aanstelling van de recent aangeworven
inspecteurs bij een fiscaal bestuur" (nr. 10989)
32
Orateurs: Jacques Chabot, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
Sprekers: Jacques Chabot, Didier Reynders,
vice-eerste minister en minister van Financiën
Question de M. Jacques Chabot au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "l'application
de la 'Charte de l'utilisateur des services publics'
au SPF Finances" (n° 10990)
34
Vraag van de heer Jacques Chabot aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over "de
toepassing van het 'Handvest van de gebruiker
van de openbare diensten' bij de FOD Financiën"
(nr. 10990)
34
Orateurs: Jacques Chabot, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
Sprekers: Jacques Chabot, Didier Reynders,
vice-eerste minister en minister van Financiën
Question de M. Jacques Chabot au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "le taux de
TVA applicable aux travaux d'aménagement et de
rénovation de lofts" (n° 10991)
35
Vraag van de heer Jacques Chabot aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over
"het BTW-tarief voor aanpassings- en
renovatiewerken aan lofts" (nr. 10991)
35
Orateurs: Jacques Chabot, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
Sprekers: Jacques Chabot, Didier Reynders,
vice-eerste minister en minister van Financiën
Question de M. Carl Devlies au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "l'évaluation
d'une année de remboursement de la taxe
boursière" (n° 11006)
38
Vraag van de heer Carl Devlies aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over "de
evaluatie 'één jaar teruggave beurstaks'"
(nr. 11006)
37
Orateurs: Carl Devlies, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
Sprekers: Carl Devlies, Didier Reynders,
vice-eerste minister en minister van Financiën
Question de M. Carl Devlies au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "l'application
du minimum forfaitaire des bénéfices" (n° 11007)
39
Vraag van de heer Carl Devlies aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over "de
toepassing van de forfaitaire minimumwinsten"
(nr. 11007)
39
CRIV 51
COM 906
28/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
iii
Orateurs: Carl Devlies, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
Sprekers: Carl Devlies, Didier Reynders,
vice-eerste minister en minister van Financiën
Question de M. Carl Devlies au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "le planning
du SPF Finances pour l'année 2006" (n° 11010)
40
Vraag van de heer Carl Devlies aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over "de
planning van de FOD Financiën voor het jaar
2006" (nr. 11010)
40
Orateurs: Carl Devlies, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
Sprekers: Carl Devlies, Didier Reynders,
vice-eerste minister en minister van Financiën
Question de M. Bart Tommelein au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "la
déduction fiscale pour capital à risque" (n° 11012)
42
Vraag van de heer Bart Tommelein aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over "de
belastingaftrek voor risicokapitaal" (nr. 11012)
42
Orateurs: Bart Tommelein, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
Sprekers: Bart Tommelein, Didier Reynders,
vice-eerste minister en minister van Financiën
Question de M. Guido Tastenhoye au vice-
premier ministre et ministre des Finances sur "les
invitations pour l'inauguration du nouveau Palais
de justice d'Anvers" (n° 11034)
43
Vraag van de heer Guido Tastenhoye aan de
vice-eerste minister en minister van Financiën
over "de uitnodigingen voor de opening van het
nieuwe Justitiepaleis in Antwerpen" (nr. 11034)
43
Orateurs:
Guido Tastenhoye, Didier
Reynders, vice-premier ministre et ministre
des Finances
Sprekers:
Guido Tastenhoye, Didier
Reynders, vice-eerste minister en minister
van Financiën
Question de M. Benoît Drèze au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "les
mesures fiscales annoncées en faveur des bas
salaires et leur impact sur les pièges à l'emploi"
(n° 11044)
44
Vraag van de heer Benoît Drèze aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over "de
aangekondigde fiscale maatregelen voor de lage
lonen en hun impact op de werkloosheidsvallen"
(nr. 11044)
44
Orateurs: Benoît Drèze, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
Sprekers: Benoît Drèze, Didier Reynders,
vice-eerste minister en minister van Financiën
Question de M. Hendrik Bogaert au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "le nouveau
régime fiscal applicable aux allocations
complémentaires accordées dans le cadre des
régimes de Canada Dry et les accords conclus au
niveau de l'administration" (n° 11046)
46
Vraag van de heer Hendrik Bogaert aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over
"het nieuw fiscaal regime voor de aanvullende
vergoedingen in het kader van Canada Dry-
regelingen en de akkoorden op bestuursniveau"
(nr. 11046)
46
Orateurs: Hendrik Bogaert, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
Sprekers:
Hendrik Bogaert, Didier
Reynders, vice-eerste minister en minister
van Financiën
Question de Mme Martine Taelman au vice-
premier ministre et ministre des Finances sur "les
problèmes rencontrés lors de la déclaration
fiscale de titres-services" (n° 11057)
47
Vraag van mevrouw Martine Taelman aan de
vice-eerste minister en minister van Financiën
over "problemen bij de fiscale aangifte van
dienstencheques" (nr. 11057)
47
Orateurs:
Martine Taelman, Didier
Reynders, vice-premier ministre et ministre
des Finances
Sprekers:
Martine Taelman, Didier
Reynders, vice-eerste minister en minister
van Financiën
CRIV 51
COM 906
28/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DES FINANCES ET
DU BUDGET
COMMISSIE VOOR DE FINANCIËN
EN DE BEGROTING
du
MARDI
28
MARS
2006
Matin
______
van
DINSDAG
28
MAART
2006
Voormiddag
______

De vergadering wordt geopend om 10.07 uur door de heer Bart Tommelein, voorzitter.
La séance est ouverte à 10.07 heures par M. Bart Tommelein, président.
01 Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de staatssecretaris voor Modernisering van de Financiën en
de Strijd tegen de fiscale fraude, toegevoegd aan de minister van Financiën over "de BTW-vrijstelling
voor uitvoerende artiesten" (nr. 10771)
01 Question de Mme Trees Pieters au secrétaire d'État à la Modernisation des Finances et à la Lutte
contre la fraude fiscale, adjoint au ministre des Finances sur "l'exonération de TVA pour les artistes
exécutants" (n° 10771)
01.01 Trees Pieters (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
staatssecretaris, op 19 december 2005 heb ik u een vraag gesteld in
de commissie voor de Financiën, over de BTW-vrijstelling voor
uitvoerende artiesten. Tot op heden geldt een BTW-vrijstelling voor
uitvoerende artiesten die een artistieke prestatie verrichten op
voorwaarde dat zij individuele personen zijn en geen rechtspersonen.

Een rechterlijke uitspraak stelde echter dat dit beginsel ingaat tegen
de fiscale neutraliteit. Dus werd op 30 september 2005 beslist dat met
ingang van 1 januari 2006 ook rechtspersonen onderhevig zouden zijn
aan BTW-vrijstelling voor uitvoerende artistieke prestaties.

Het probleem van de fiscale neutraliteit leek hiermee opgelost. Deze
regeling creëerde echter een aantal nieuwe problemen voor de
uitvoerende artiesten. Zo kon bijvoorbeeld een artiest de BTW op de
eigen productiekosten niet meer recupereren. Wat gebeurt er indien
een acteur een toneelvoorstelling opvoert en ook organiseert?

Vele uitvoerende artiesten hebben in de periode sinds 1997
investeringen durven doen omdat de BTW-recuperatie de investering
fiscaal of financieel haalbaar maakte. Zonder de keuze te hebben
zagen de uitvoerende artiesten als rechtspersoon zich nu verplicht om
pro rata de BTW op deze investeringen te herzien en terug te storten.
Met deze aanzienlijke meerkost hebben ze echter in het verleden
nooit rekening kunnen houden bij de berekening van hun verloning als
artiest.

U antwoordde op het ogenblik dat ik die vraag stelde, in december
2005, dat op dat ogenblik een vergadering tussen de sector en de
administratie plaatsvond en dat de administratie de dag nadien een
definitieve beslissing zou nemen. Ik heb mijn vraag dan ook
schriftelijk herhaald aan de minister van Financiën. Hij heeft mij
geantwoord dat de regeling om de BTW-vrijstelling uit te breiden tot
de uitvoerende artiesten-rechtspersonen zou worden uitgesteld tot 1
01.01 Trees Pieters (CD&V):
Jusqu'à présent, lorsqu'ils avaient
le statut de personnes
individuelles et non le statut de
personnes morales, les artistes
exécutants étaient exonérés de la
TVA. Une décision judiciaire a
estimé que cette situation était
contraire à la neutralité fiscale et,
depuis le 1
er
janvier 2006, les
personnes morales peuvent aussi
bénéficier de l'exemption de la
TVA sur les prestations des
artistes exécutants.

Cette nouvelle réglementation a
toutefois débouché sur de
nouveaux problèmes. C'est ainsi
qu'un artiste-personne morale ne
peut plus désormais récupérer la
TVA sur ses propres frais de
production. Depuis 1997, de
nombreux artistes ont cependant
beaucoup investi précisément
parce que le fait de récupérer la
TVA les aidait à pouvoir se le
permettre sur le plan financier.
Aujourd'hui, ils doivent rembourser
la TVA sur ces investissements.

Le 19 décembre 2005, le
secrétaire d'État a déclaré qu'une
réunion était en cours entre le
secteur et son administration et
28/03/2006
CRIV 51
COM 906
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
juli 2006.

Hij antwoordde ook dat hij bovendien zijn administratie de opdracht
had gegeven om de mogelijkheden te onderzoeken die voor alle
betrokkenen in de sector een billijke behandeling op het vlak van
BTW zouden kunnen waarborgen. Ik hoop dat er sinds 20 december
hard gewerkt is om tegen 1 juli 2006 de regeling te optimaliseren en
te finaliseren. Immers, de contracten voor het komend cultureel
seizoen worden nu opgemaakt. Het is dan ook wenselijk te weten
binnen welk kader die contracten moeten worden opgemaakt. Ik wou
u dan ook het volgende vragen.

Is er reeds duidelijkheid over hoe de regeling zal worden ingevoerd op
1 juli 2006? Blijft men erbij dat op die datum ook rechtspersonen
onder de BTW-vrijstelling vallen, of tekenen zich reeds de contouren
af van een geheel nieuwe regeling?

In hoeverre wordt hierover met de sector van de uitvoerende artiesten
overleg gepleegd?

Wanneer weten we iets meer over een definitieve regeling?
qu'une décision définitive serait
prise ensuite. Le ministre des
Finances a néanmoins répondu à
une question écrite que cette
décision serait reportée au 1
er
juillet 2006.

Il devait aussi demander une
étude sur la manière de garantir à
tous les intéressés un traitement
équitable en matière de TVA. Le
secteur doit savoir à temps dans
quel cadre il conviendra d'élaborer
les contrats relatifs à la prochaine
saison culturelle.

Comment la nouvelle
réglementation sera-t-elle
instaurée le 1
er
juillet 2006? Les
personnes morales seront-elles
exemptées de la TVA ou une
nouvelle réglementation est-elle
prévue? Une concertation sera-t-
elle organisée avec le secteur?
Quand la réglementation définitive
sera-t-elle rendue publique?
01.02 Staatssecretaris Hervé Jamar: Mijnheer de voorzitter, mevrouw
Pieters, zoals gesteld in het antwoord op uw mondelinge vraag van 19
december 2005, heb ik inderdaad een onderhoud gehad met de
administratie teneinde hen de opdracht te geven een onderzoek in te
stellen naar de diverse mogelijkheden.

In de eerste plaats kan ik hier bevestigen dat er, na onderhandelingen
met de sector, een uitstel werd verleend tot 1 juli 2006. De
handelingen vermeld in bijlage F van de zesde BTW-richtlijn van
17 mei 1977 van de Raad betreffende de harmonisering van de
wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting, kunnen door de
lidstaten op grond van artikel 28, lid 3, sub B van voornoemde richtlijn
worden vrijgesteld.

De auteurs, kunstenaars en vertolkers van kunstwerken worden
vernoemd in artikel 2 van de bedoelde bijlage F. Ingevolge punt 1 van
bijlage G van de bedoelde richtlijn bestaat er een keuzerecht dat de
lidstaten die, bij wijze van overgang de vrijstelling handhaven, de
belastingplichtige kunnen laten kiezen voor belasting. Dit houdt echter
in dat de mogelijkheid bestaat dat de hiervoor genoemde personen,
zowel de rechtspersonen als de natuurlijke personen, onderworpen
kunnen worden aan de gewone belastingplicht en aldus niet meer
onderworpen zijn aan de vrijstellingsregeling waarin voorzien wordt
door artikel 44, § 2, achtste punt, van het Wetboek BTW.

De administratie onderzoekt momenteel alle mogelijkheden die
geboden worden door de vernoemde richtlijn en zal te gepasten tijde
haar standpunt meedelen. Ik zal evenwel contact opnemen met de
administratie om haar te wijzen op de eventuele gevolgen voor de
contracten die worden gesloten voor het nieuwe culturele seizoen.
01.02 Hervé Jamar, secrétaire
d'État: Il a effectivement été
décidé, après des négociations
avec le secteur en décembre
2005, de reporter la
réglementation jusqu'au 1
er
juillet
2006.

Les opérations visées par la
sixième directive TVA du 17 mai
1977 peuvent être exonérées par
les États membres sur pied de
l'article 28, paragraphe 3, b).
Selon cette directive, les États
membres qui maintiennent
l'exonération à titre transitoire
peuvent accorder à leurs assujettis
le droit d'option pour la taxation. Il
est donc possible d'assujettir les
artistes exécutants, qu'ils soient
des personnes morales ou
physiques, plutôt que de les faire
bénéficier du régime
d'exonération.

Mon administration étudie
actuellement toutes les possibilités
en la matière. Je vais demander à
mon administration de tenir
compte du fait que de nouveaux
contrats sont en cours de
CRIV 51
COM 906
28/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
négociation pour la prochaine
saison.
01.03 Trees Pieters (CD&V): Mijnheer de minister, ik kan uit uw
antwoord alleen opmaken dat u nog altijd geen antwoord kunt geven
op de vraag wat er op 1 juni 2006 zal gebeuren. Dat is eigenlijk niet
meer zo veraf. U zegt dat u uw administratie ervan op de hoogte zult
brengen dat er problemen zijn rond het feit dat er nu contracten
moeten worden gesloten. Mijn vraag werd ingediend op 9 maart. Ik
dacht dat u wat concreter zou kunnen antwoorden, dat u de
problematiek bezorgd zou hebben aan uw administratie en hier zou
komen met een antwoord.

Ik ben ontgoocheld, zoals de vorige keer dat ik u van u geen antwoord
kreeg. Moet ik opnieuw een schriftelijke vraag stellen aan de minister
van Financiën of moet ik hier te gepasten tijde terugkomen? Ik krijg
van u geen antwoord. U geeft een opsomming van de mogelijkheden
in verschillende wetten, maar ik krijg geen antwoord.
01.03 Trees Pieters (CD&V): Le
secrétaire d'État n'est toujours pas
en mesure d'annoncer ce qui se
passera le 1
e
juillet 2006.
J'espérais qu'il pourrait fournir une
réponse plus concrète concernant
les contrats en cours de
négociation. Je suis déçue que le
secrétaire d'État se borne à
énumérer les possibilités légales.
Je devrai continuer à insister pour
obtenir une réponse.
01.04 Hervé Jamar, secrétaire d'État: Madame Pieters, je vous ai
décrit le contexte. Mon collaborateur ici présent poursuit des contacts
avec le secteur. Nous avons encore reçu des mails et des fax dans le
courant de cette dernière journée.

L'expérience nous montre qu'il ne faut pas aller trop vite pour adopter
une position définitive car les situations sont très variables. Peut-être
en aparté, après la partie "officielle" de cette question, Eddy
Weckhuysen, mon collaborateur, pourra en parler avec vous car c'est
un sujet qu'il maîtrise particulièrement bien.

Je ne voudrais pas donner l'impression que ce dossier est mis de
côté. Ce sont des négociations: il faut tenir compte de l'ensemble des
difficultés qui se posent dans ce secteur ainsi que des catégories
différenciées, à savoir les personnes physiques et les personnes
morales, ces dernières étant, semble-t-il, largement majoritaires. Il
faut prendre des dispositions allant dans le sens souhaité. J'espère
vous rassurer quant aux démarches que nous entreprenons.
01.04
Staatssecretaris
Hervé
Jamar: Ik heb de context
geschetst, maar er zijn nog
contacten met de sector, en we
mogen niet te snel een definitief
standpunt innemen.

Het zijn onderhandelingen: je moet
zien welke problemen er in de
sector zijn en welke categorieën er
in het spel zijn, natuurlijke en
rechtspersonen (die laatste
categorie is in de meerderheid). Je
moet dus maatregelen treffen die
in de gewenste richting gaan.
01.05 Trees Pieters (CD&V): Mijnheer de staatssecretaris, u zegt mij
dat u contact hebt met de sector. Dat is al een positieve zaak. Dat
contact is immers heel belangrijk. Men zoekt naar een oplossing voor
de verschillende geledingen van de sector.

Ik zal uw antwoord doorgeven. Bedankt.
01.05 Trees Pieters (CD&V): Il
est déjà réjouissant que le
secrétaire d'État entretienne des
contacts avec le secteur.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
02 Question de Mme Karine Lalieux au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "les
mesures concernant l'évolution des prix de l'énergie" (n° 10794)
02 Vraag van mevrouw Karine Lalieux aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de
maatregelen met betrekking tot de evolutie van de energieprijzen" (nr. 10794)
02.01 Karine Lalieux (PS): Monsieur le président, je remercie mes
collègues de me laisser poser ma question directement.

Monsieur le ministre, le Conseil des ministres du 13 février dernier a
adopté, en exécution de décisions prises en septembre 2005,
02.01 Karine Lalieux (PS):
Ingevolge een aantal in september
2005 genomen beslissingen
keurde de ministerraad op 13
februari 2006 diverse bepalingen
28/03/2006
CRIV 51
COM 906
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
plusieurs mesures concernant l'évolution du prix de l'énergie. Ces
mesures sont les suivantes.

- Pour le propane en vrac et le pétrole lampant, la ristourne proposée
et l'exécution de la mesure ont été approuvées lors du Conseil des
ministres du 13 janvier 2006.
- Pour le gaz naturel, une ristourne de 6,4% est prévue pour les
familles se chauffant au gaz. Cette ristourne sera accordée sur la
facture finale, dès que les dispositions légales auront été prises à cet
effet.
- En ce qui concerne les tarifs sociaux pour l'électricité et le gaz, une
seule opération de 5.876.010,30 euros sera effectuée afin que 80%
du coût supplémentaire de la facture de gaz et d'électricité soient
couverts pour les clients sociaux.

Dès lors, monsieur le ministre, mes questions sont les suivantes. Il
faut savoir que j'avais déjà posé ces questions à M. Verwilghen,
ministre de l'Energie. Je croyais qu'il était compétent. Il m'a répondu
qu'il n'était pas compétent. Par conséquent, je vous les pose.
goed met betrekking tot de
evolutie van de energieprijzen.
Wat is de stand van de
implementatie van die
maatregelen? Waarom werd er
niet gecommuniceerd met de
betrokken consumenten, inzake
bulkpropaangas en
verwarmingspetroleum? Hoe ver is
men gevorderd met de
uitvoeringsbesluiten van die
maatregelen? Vanaf wanneer
worden de kortingen verrekend?
Hoe zit het met de toepassing van
de kortingen voor begunstigden
van
het sociaal gas- en
elektriciteitstarief? Ik heb de vraag
gesteld aan minister Verwilghen,
die mij naar u doorverwees.
02.02 Didier Reynders, ministre: Il vous a dit cela!
02.03 Karine Lalieux (PS): Il m'a dit qu'il n'était pas compétent. Je
peux vous communiquer une copie de sa réponse.

Pour être précise, il m'a répondu que cela ne faisait pas partie de ses
attributions et que vous étiez compétent en cette matière.

Monsieur le ministre, où en est l'application de chacune de ces
mesures? Comment se fait-il qu'aucune communication n'ait été faite
aux consommateurs concernés, notamment pour le gaz propane en
vrac et le pétrole lampant? Où en sont les arrêtés d'exécution de ces
mesures? Quand aura lieu l'exécution de ces réductions? Où en est
la mise en pratique des réductions supplémentaires pour les
personnes bénéficiant des tarifs sociaux gaz et électricité?
02.04 Didier Reynders, ministre: Monsieur le président, madame
Lalieux, je vais tenter de refaire le point sur l'état de la question. Je ne
vais plus revenir sur le volet "mazout de chauffage". D'ailleurs vous
n'en avez pas parlé.
02.05 Karine Lalieux (PS): Non.
02.06 Didier Reynders, ministre: Vous venez ponctuellement dans
cette commission mais le débat y a lieu chaque semaine. Néanmoins,
en termes de communication sur ce point, je voudrais juste rappeler
que les demandes peuvent encore être introduites jusqu'à la fin du
mois de mai.

Tout a été mis en place, tout est organisé mais il est utile de savoir
que les consommateurs peuvent encore rentrer des factures de
mazout pour la période de juin à fin septembre de l'année dernière.

En ce qui concerne le gaz propane en vrac et le pétrole lampant, le 13
janvier dernier et sur ma proposition, le Conseil des ministres a pris
plusieurs mesures pour tenir compte de l'évolution des prix de ces
produits. La mesure principale consiste en une allocation sous forme
de remboursement ­ par analogie avec le mazout ­ à concurrence
02.06 Minister Didier Reynders:
Ik zal even opnieuw een stand van
zaken geven, maar ik kom niet
terug op de maatregelen inzake
huisbrandolie. Dat debat wordt hier
elke week gevoerd. Wat dat
betreft kunnen er evenwel nog tot
eind mei aanvragen worden
ingediend.

Alles is in orde, maar het is zo dat
de consument nog steeds
stookoliefacturen voor de periode
van juni tot september 2005 kan
indienen.
CRIV 51
COM 906
28/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
d'une quote-part maximale de 17,35% du prix réclamé par le
fournisseur lorsqu'il est supérieur à 0,4708 euro le litre de gaz
propane toutes taxes comprises et à 0,5777 euro le litre de pétrole
lampant toutes taxes comprises. Cette intervention concerne les
livraisons effectuées durant la période du 1
er
juin 2005 au 31
décembre 2005. Les demandes d'intervention doivent être introduites
par les ayants-droit au moyen d'un formulaire fourni par
l'administration auprès des offres de contrôle de l'impôt des
personnes physiques, tout comme cela a été fait pour les
remboursements concernant les livraisons de gasoil de chauffage
effectuées entre le 1
er
juin et le 30 septembre 2005.

Concrètement, l'avis concernant l'octroi d'une allocation pour
l'acquisition de gaz propane en vrac et de pétrole lampant destinés au
chauffage d'habitations privées a été publié au Moniteur belge le 24
janvier 2006. Les formulaires de demande de remboursement ont été
disponibles dès le 23 janvier 2006 sur le site internet du SPF
Finances. Au début du mois de février, des formulaires papier étaient
disponibles dans les bureaux de contrôle de l'impôt des personnes
physiques du pays et ils sont disponibles également dans les bureaux
de poste. Comme pour le mazout, cela a pris un peu plus de temps
pour qu'ils soient disponibles dans les bureaux de poste.

Des citoyens ont déjà introduit leur demande. Dès que la mesure a
été prise, nous avons procédé à la publication. Je reconnais que tout
le monde ne scrute par le Moniteur tous les jours ou ne visite pas le
site du département des Finances; même si c'est une erreur de ne
pas regarder tous les jours le site du département. Beaucoup de
personnes y ont accès, madame Lalieux, même de manière indirecte.
Dans beaucoup de services publics, heureusement, on propose cet
accès. À l'issue du Conseil des ministres qui a pris cette décision et
dans les semaines qui ont suivi, nous avons beaucoup communiqué
sur le sujet et lors de conférences de presse, nous avons demandé à
la presse de relayer cette information, ce que je continue à lui
demander aujourd'hui.

Qu'avons-nous comme demandes jusqu'à présent? Pour le gaz
propane, il y a eu 1.576 demandes auprès du contrôle IPP pour un
montant de 83.627 euros. Pour le pétrole lampant, nous avons reçu
287 demandes pour un montant de 2.072 euros.

Pendant ce temps, les applications ICT pour permettre les
remboursements, comme pour le mazout, ont été réalisées et
testées. Toutes les circulaires administratives sont également
rédigées et en place. À partir de la semaine du 20 mars, les
applications deviennent opérationnelles et les contrôles peuvent déjà
introduire les demandes reçues.

Ainsi, en principe ­ et je peux vous le confirmer ­, les premiers
remboursements pour le gaz propane en vrac et le pétrole lampant
pourront être exécutés pour le 30 avril 2006. Pour le début du mois de
mai, nous aurons donc payé les demandes introduites. Je confirme
cependant qu'il est toujours possible d'encore les introduire.

Nous avons fait le maximum en matière de publicité. Nous avons
décidé de tout verser en 2006, si nous arrivons à une solution pour
toucher l'ensemble des consommateurs. Nous nous renseignons
auprès des communes et des CPAS. La Poste dispose des

Voor propaangas in bulk en
verwarmingspetroleum heeft de
ministerraad op 13 januari 2006
maatregelen genomen rekening
houdend met de
prijsveranderingen voor die
producten. De voornaamste
maatregel bestaat in een toelage
in de vorm van een terugbetaling
van maximaal 17,35 procent van
de door de leverancier gevraagde
prijs wanneer die voor propaangas
hoger is dan 0,4708 euro per liter
inclusief alle belastingen en voor
verwarmingspetroleum hoger dan
0,5777 euro per liter inclusief alle
belastingen. Deze
tegemoetkoming geldt voor
leveringen tussen 1 juni en 31
december 2005. De aanvragen
voor de toelage moeten door de
rechthebbenden aan de hand van
een door de administratie geleverd
formulier bij de controlediensten
van de personenbelasting worden
ingediend.

Het advies betreffende de
toekenning van een toelage voor
de aankoop van propaangas in
bulk en petroleum voor de
verwarming van privé-woningen
werd in het Belgisch Staatsblad
van 24 januari 2006 gepubliceerd.
De aanvraagformulieren voor
terugbetaling kunnen sedert 23
januari 2006 van de website van
de FOD Financiën worden
gedownload en zijn sedert februari
jongstleden verkrijgbaar bij de
controlebureaus van de
personenbelasting en de
postkantoren.
Er werden al aanvragen ingediend.
De ministerraad heeft de
beslissing onmiddellijk aan de pers
meegedeeld met de vraag de
informatie te verspreiden.

De controle van de
personenbelasting heeft voor
propaangas 1 576 aanvragen voor
een bedrag van 83 627 euro
ontvangen en voor
verwarmingspetroleum 287
aanvragen voor een bedrag van
2 072 euro.
28/03/2006
CRIV 51
COM 906
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
formulaires. Nous poursuivrons le développement de cette
information auprès du public.

Ainsi, toute l'opération est en route, avec des remboursements qui
interviendront dès le 30 avril pour tous ceux qui ont introduit leur
déclaration.

En ce qui concerne le gaz naturel, la décision prise était de verser une
allocation de 6,4% sur le prix de la consommation pour la période du
1
er
janvier 2006 au 30 juin 2006, au profit des propriétaires, locataires
ou utilisateurs, et pour une seule habitation par ménage, étant donné
le décalage de six mois entre l'augmentation du prix du gaz naturel et
l'augmentation du prix des produits pétroliers.

En l'occurrence, aucun formulaire de demande ne doit être introduit.
La remise sera directement intégrée par le fournisseur de gaz naturel,
par le biais du décompte annuel à partir du mois de juillet 2007. Cette
mesure touche plus de deux millions de consommateurs de gaz
naturel pour le chauffage et pour lesquels un budget d'un peu moins
de 100 millions d'euros - 96, je pense -, avait été prévu.

Les discussions avec les distributeurs de gaz naturel continuent. Les
objectifs sont assez simples: il s'agit de donner la solution la plus
favorable possible aux consommateurs. C'est ce qui nous a fait
prendre la référence du premier semestre 2006 plutôt qu'une période
antérieure et d'avoir un paiement le plus rapidement possible. Dans
cette logique, j'ai déjà confirmé à la commission que nous ferions tout
pour que les versements aient lieu en 2006, ce qui est le souhait de
l'ensemble des membres du gouvernement.

Nous n'en avons pas encore terminé avec le contrôle budgétaire,
mais, comme annoncé, il n'est pas exclu de revoir les modalités ­ pas
les montants, car il s'agit toujours de cette centaine de millions
d'euros ­ et de passer à une solution plus forfaitaire, en fonction des
ménages, afin de pouvoir payer plus rapidement les montants.

La difficulté à laquelle nous sommes confrontés aujourd'hui est liée au
fait que les distributeurs annoncent ne pouvoir intégrer qu'au fur et à
mesure, des factures de régularisation. Or, nous voulons éviter de
reporter trop longuement les paiements.

Comme je l'ai dit la semaine dernière, nous communiquerons sur le
sujet, de manière complète, à la fin du contrôle budgétaire. Je ne
tiens pas à donner aujourd'hui des approximations quant à ce qui va
se passer. En effet, si c'est légèrement différent de ce qui sera décidé
dans deux jours, vous ne me reposerez pas la question mais d'autres
me demanderont le pourquoi de cette différence, de cette hésitation,
dans la communication sur le sujet.

Nous avons communiqué sur ces différentes mesures le 13 janvier
2006, lors la conférence de presse habituelle du Conseil des
ministres. La mesure a dès lors été reprise dans la presse. On
retrouve d'ailleurs des articles de presse à ce propos jusqu'au 16
janvier 2006.

Le 18 janvier 2006, un deuxième communiqué de presse a été
diffusé. Il se trouve toujours sur le site internet du département et a à
nouveau été diffusé pour que la presse puisse reprendre cette

De ICT-toepassingen waarmee de
terugbetalingen kunnen
geschieden, werden uitgewerkt en
getest. De administratieve
circulaires zijn klaar. De
toepassingen zullen vanaf 20
maart operationeel zijn en in het
kader van de controles kunnen de
ontvangen aanvragen al worden
ingevoerd.
De terugbetalingen voor
propaangas in bulk en
verwarmingspetroleum zullen
begin mei 2006 geschieden. Het is
nog altijd mogelijk om aanvragen
in te dienen.
Wij hebben er alles aan gedaan
om zoveel mogelijk ruchtbaarheid
aan die maatregel te geven. Alles
zal in 2006 worden gestort, als wij
alle consumenten kunnen
bereiken.

Met betrekking tot aardgas werd
beslist een vergoeding van 6,4
procent op de verbruikersprijs voor
de periode van 1 januari tot 30 juni
2006 aan de eigenaars, huurders
of gebruikers toe te kennen, en
zulks voor één woning per gezin,
gelet op het tijdsverloop van zes
maanden tussen de stijging van de
aardgasprijzen en die van de
prijzen van olieproducten.
Er hoeft geen enkel
aanvraagformulier te worden
ingediend. De korting zal
rechtstreeks door de
aardgasleveranciers worden
verrekend, via de jaarafrekening
vanaf juli 2007. Die maatregel
komt ruim twee miljoen
verbruikers van aardgas voor de
verwarming ten goede en daartoe
werd er een begrotingskrediet van
minder dan 100 miljoen euro
uitgetrokken.

De besprekingen met de
aardgasverdelers worden
voortgezet. Het is de bedoeling de
consumenten de meest gunstige
oplossing aan te reiken. Wij zullen
er alles aan doen opdat de
desbetreffende bedragen in 2006
worden gestort. De
begrotingscontrole is nog niet rond
CRIV 51
COM 906
28/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
information. Concrètement, différents journaux ont commenté la
mesure le 19 janvier 2006.

La liste de ces journaux m'a été transmise et nous avons continué à
avancer dans cette voie. Outre le Moniteur belge, je vous rappelle
qu'un call center est à disposition, au département des Finances, pour
répondre à toutes les questions que le public pourrait se poser. Je
serais ravi d'envisager d'autres mesures à prendre. Par différents
moyens, nous tentons de contacter ces personnes. Il s'agit
néanmoins d'un public ciblé et il est inutile d'imaginer des campagnes
beaucoup trop larges.

Je vous avoue que c'est la démarche visant à les contacter via leurs
fournisseurs qui a été la plus efficace jusqu'à présent. Les
fournisseurs ont évidemment la meilleure indication sur l'existence de
ces clients.
en wij zouden ook nog kunnen
kiezen voor een meer forfaitaire
formule, afhankelijk van de
gezinnen, om de bedragen sneller
te kunnen uitbetalen.

De moeilijkheden die we vandaag
ondervinden, vloeien voort uit het
feit dat de distributeurs de
afrekeningsfacturen slechts
stapsgewijs kunnen integreren.
We willen evenwel voorkomen dat
de betalingen op de lange baan
worden geschoven.

Op het ogenblik dat we de
begrotingscontrole afronden,
zullen we volledige informatie over
dit onderwerp verstrekken.
Ondertussen verspreid ik liever
geen vage of onvolledige
gegevens.

Tijdens de persconferentie van de
ministerraad op 13 januari 2006
hebben we reeds over deze
maatregelen gecommuniceerd. Op
18 januari 2006 werd een tweede
persbericht verspreid.
Verscheidene kranten hebben de
maatregelen becommentarieerd.
Naast de tekst in het Belgisch
Staatsblad
biedt ook een call
center bij het ministerie van
Financiën antwoord op de vragen
van het publiek. Vermits het
evenwel om een specifieke
doelgroep gaat, zijn al te brede
campagnes niet nuttig.

Tot op heden is het contacteren
van klanten via de leveranciers de
meest doeltreffende werkwijze
gebleken.
02.07 Karine Lalieux (PS): Monsieur le président, je remercie le
ministre pour sa réponse très complète.

Il est vrai que de nombreuses questions sont posées sur les factures
de gaz. Nous sommes continuellement interpellés par les
consommateurs et par les GRD puisque la libéralisation aura lieu en
2007 à Bruxelles. Cela risque de poser problème si on n'a pas pu
clôturer les factures et rembourser d'ici 2007. Dans ce cas, le citoyen
n'y comprendra plus rien, surtout s'il change de fournisseur comme il
en aura le droit à ce moment.

Je suis contente d'entendre qu'après le contrôle budgétaire, il y aura
une communication globale sur le gaz.
02.07 Karine Lalieux (PS): Zowel
de gebruikers als de
distributienetbeheerders stellen
heel wat vragen over de
gasfacturen, want in 2007 wordt
de sector geliberaliseerd. Dat kan
tot problemen leiden wanneer de
facturen niet tijdig kunnen worden
afgewerkt en de terugbetaling niet
voor 2007 kan geschieden. De
burger zal er niets meer van
begrijpen, vooral wanneer hij van
leverancier verandert, wat op dat
28/03/2006
CRIV 51
COM 906
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8

Monsieur le ministre, vous n'avez pas répondu à ma question sur les
tarifs sociaux. Peut-être est-ce M. Verwilghen qui est compétent et qui
n'avait pas lu ma question jusqu'au bout?
ogenblik zijn recht zal zijn. Ik ben
blij dat er na de begrotingscontrole
een globale mededeling volgt over
het gas. U gaf geen antwoord op
mijn vraag betreffende de sociale
tarieven.
02.08 Didier Reynders, ministre: J'essaie de couvrir l'ensemble de
la matière. J'apprends d'ailleurs tous les jours que je suis compétent
pour certains dossiers! Ce n'est pas grave. Néanmoins, sur ce point
précis, je n'ai pas d'éléments particuliers d'information qui doivent être
croisés entre mes deux collègues: le ministre de l'Intégration sociale
et le ministre de l'Énergie.

Quand nous communiquerons à l'issue du contrôle budgétaire, je
veillerai à ce qu'on puisse également faire le point sur les tarifs
sociaux.
02.08 Minister Didier Reynders:
Ik heb een alomvattend antwoord
proberen te geven. Ik beschik niet
over bijzondere informatie in dat
verband. Dat is een zaak voor de
minister van Maatschappelijke
Integratie en Energie. Ik zal ervoor
zorgen dat na afloop van de
begrotingscontrole ook voor
duidelijkheid wordt gezorgd met
betrekking tot de sociale tarieven.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
03 Question de M. Luc Gustin au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "l'apport d'actions
dans un holding propre et la taxation des plus-values" (n° 10933)
03 Vraag van de heer Luc Gustin aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de
inbreng van aandelen in een eigen holding en de belasting op de meerwaarde" (nr. 10933)
03.01 Luc Gustin (MR): Monsieur le président, monsieur le ministre,
ma question concerne l'apport d'actions dans un holding propre et la
taxation des plus-values.

En réponse à la question écrite n° 657 de M. Ludo Van Campenhout
du 23 février 2005, vous avez précisé quatre conditions dans
lesquelles les plus-values qu'une personne physique réalise lors de
l'apport à sa propre holding d'actions constitutives d'une participation
majoritaire ou de contrôle dans une société ne doivent pas être
considérées comme des revenus divers au sens de l'article 90, 1° du
Code des impôts sur les revenus 1992.

La troisième de ces conditions stipule notamment que, pendant une
période de trois ans à compter de l'apport, la distribution de
dividendes par la société opérationnelle n'est pas modifiée par rapport
à précédemment, c'est-à-dire avant l'apport à la société holding. Elle
est d'application immédiate et peut être également invoquée pour le
passé à n'importe quel stade de la procédure.

On comprend aisément que ces conditions, notamment le respect du
délai de trois ans, doivent être strictement respectées pour les
opérations à venir, en particulier pour les opérations à réaliser qui
sont soumises à la Commission des accords fiscaux préalables.

En revanche, pour de telles opérations déjà réalisées dans le passé,
les contribuables concernés ne pouvaient à l'évidence pas prévoir
avec précision les conditions qui seraient un jour fixées par
l'administration pour apprécier si l'opération visée relève ou non de la
gestion normale du patrimoine privé, conditions qui ont été publiées
au Bulletin des Questions et Réponses du 3 octobre 2005.
03.01 Luc Gustin (MR): In uw
antwoord op de schriftelijke vraag
nr. 657 van 23 februari 2005,
ingediend door de heer Ludo Van
Campenhout, heeft u vier
voorwaarden opgesomd
waaronder de meerwaarden die
een natuurlijke persoon
verwezenlijkt bij de inbreng in zijn
eigen holding van aandelen, die
een meerderheids- of een
controlebelang in een
vennootschap uitmaken, niet als
diverse inkomsten moeten worden
aangemerkt.

De derde voorwaarde is dat er
gedurende een periode van drie
jaar vanaf de inbreng niet getornd
wordt aan de uitkering van
dividenden door de
werkmaatschappij.

Het weze duidelijk dat die
voorwaarden voor toekomstige
operaties nageleefd moeten
worden, inzonderheid voor
operaties die voorgelegd moeten
worden aan de Commissie voor
voorafgaande fiscale akkoorden.
CRIV 51
COM 906
28/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
Monsieur le ministre, je souhaiterais que vous m'éclairiez sur la
question de savoir si la troisième condition doit être remplie pour une
transaction pour laquelle les dividendes distribués aux actionnaires
personnes physiques ne sont pas augmentés pendant des années et
pour laquelle les dividendes reçus par la holding, même augmentés,
sont toujours disponibles dans celle-ci pour de nouveaux
investissements ou le financement de sociétés du groupe.
Op het ogenblik waarop de
belastingplichtigen in het verleden
dergelijke transacties uitvoerden,
konden ze natuurlijk niet weten
welke voorwaarden de
administratie later zou vaststellen.

Moet de derde voorwaarde vervuld
zijn voor een transactie waarbij de
aan de aandeelhouders-natuurlijke
personen uitgekeerde dividenden
gedurende jaren niet gestegen zijn
en waarbij de in de holding
gebrachte dividenden, ook al zijn
ze gestegen, nog steeds in de
holding beschikbaar zijn voor
nieuwe investeringen of voor de
financiering van vennootschappen
van de groep?
03.02 Didier Reynders, ministre: Monsieur Gustin, je comprends
l'incertitude dans laquelle se trouvent les contribuables ayant effectué
une opération d'apport d'actions à une holding propre, lorsque celle-ci
s'est effectuée avant la publication de la réponse à la question écrite
n° 657 de M. Van Campenhout. Les conditions pour apprécier si le
contribuable agit dans le cadre de la gestion normale de son
patrimoine privé sont désormais clairement établies pour les
opérations postérieures à la publication de ces conditions. J'estime
néanmoins qu'en ce qui concerne les opérations du passé, le respect
desdites conditions doit être apprécié avec largeur de vue, eu égard
aux incertitudes qui existaient à l'époque.

Comme régulièrement, à travers la réponse que je vous donne, c'est
en même temps une orientation qui est donnée aux services et aux
acteurs pour aller dans la voie d'une interprétation et d'une
appréciation large. A cet égard, on peut considérer qu'on satisfait à la
troisième condition lorsque, pour les transactions du passé, les
dividendes, même augmentés, versés par la société opérationnelle à
la société holding restent disponibles dans celle-ci, fût-ce après le
délai de trois ans pour de nouveaux investissements ou le
financement de sociétés du groupe et qu'ils ne profitent pas aux
actionnaires personnes physiques.

Très concrètement, de façon générale, je souhaite qu'on puisse
interpréter largement les conditions. Pour ce qui concerne la troisième
condition, j'ai souhaité donner une précision parce qu'on est confronté
à un certain nombre de cas où l'interprétation doit pouvoir être large.
03.02 Minister Didier Reynders:
Ik begrijp dat de belastingbetalers
niet goed meer weten waaraan ze
zich moeten houden. Voor de
verrichtingen die na de publicatie
van die voorwaarden werden
uitgevoerd, liggen de voorwaarden
voortaan duidelijk vast. Wat de
verrichtingen uit het verleden
betreft, ben ik echter van oordeel
dat, gelet op het feit dat de
voorwaarden in het verleden
onduidelijk waren, er niet al te
streng op de naleving ervan moet
worden toegekeken.

Men kan ervan uitgaan dat de
derde voorwaarde vervuld is
wanneer voor de transacties uit
het verleden de dividenden ­ zelfs
indien ze verhoogd werden ­ die
door de werkmaatschappij aan de
holding werden uitgekeerd, in deze
laatste beschikbaar blijven.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
04 Question de M. Éric Massin au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "les conditions
de travail au sein de l'administration des Finances" (n° 10709)
04 Vraag van de heer Éric Massin aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de
arbeidsvoorwaarden bij de administratie van Financiën" (nr. 10709)
04.01 Éric Massin (PS): Monsieur le président, monsieur le ministre,
la presse a relayé les propos de la CGSP Ministères fustigeant la
04.01 Éric Massin (PS): In de
pers wees de ACOD op de
28/03/2006
CRIV 51
COM 906
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
mise à mal grandissante des conditions de travail à l'administration
des Finances. Les remarques de l'organisation syndicale pointent une
inadéquation entre les moyens mis en place pour opérer un contrôle
efficace sur les entreprises et la volonté déclarée du gouvernement
de lutter contre la fraude fiscale.

Concrètement, il semble que les effectifs sur le terrain soient en
constante diminution et ce, eu égard aux départs naturels qui ne sont
pas compensés par des recrutements équivalents. Vient s'ajouter une
maîtrise incomplète, selon la CGSP Ministères, de l'outil informatique
dans le chef des agents, qui affecte de facto les tâches de vérification
IPP, TVA ou encore le contrôle du cadastre avant l'attribution du
revenu cadastral. Il semble d'ailleurs que le "datamining" ne soit pas
conclu de manière optimale pour le scannage des déclarations IPP.

La conjonction de ces éléments provoque, dès lors, toujours selon la
CGSP Ministères, une démotivation du personnel et a comme effets
pervers, faute de moyens adaptés, d'accabler les citoyens les plus
facilement repérables plutôt que les entreprises qui sont plus
aguerries à assumer l'administration d'un contrôle fiscal. Si la lutte
contre la fraude doit s'étendre aussi bien aux particuliers, aux petits
indépendants qu'aux entreprises, cette situation, si elle s'avère
exacte, introduit une inégalité effective de traitement face à l'impôt
entre les uns et les autres.

Pouvez-vous dès lors, monsieur le vice-premier ministre, nous
renseigner sur l'état actuel de la situation? Un plan de recrutement
comblant les départs naturels est-il envisagé pour maintenir, voire
augmenter l'efficacité du contrôle sur le terrain? La possibilité de
déclaration électronique, mais aussi le scannage des déclarations doit
en principe dégager du personnel pour effectuer plus de contrôles.
Qu'en est-il de la formation des agents quant à l'utilisation du logiciel
"datamining"? Celui-ci a-t-il fait ou fera-t-il l'objet d'un réajustement
technique pour correspondre au mieux aux pratiques du terrain.
discrepantie tussen de middelen
die de administratie van Financiën
krijgt enerzijds en de plannen van
de regering om de fiscale fraude
aan te pakken anderzijds.
Daardoor raakt het personeel
gedemotiveerd, met als averechts
effect dat de burgers die het
gemakkelijkste doelwit vormen het
hardst aangepakt worden en dat
bedrijven die zich beter
beschermen, buiten schot blijven.
Gevolg: niet iedereen is gelijk voor
de fiscus.

Wat is de huidige stand van
zaken? Komt er een plan om
genoeg nieuwe krachten in dienst
te nemen om de natuurlijke
afvloeiingen te compenseren? Hoe
zit het met de opleiding van de
ambtenaren?
04.02 Didier Reynders, ministre: Monsieur le président, monsieur
Massin, effectivement, les questions ont été reportées en raison des
travaux de la commission portant sur l'examen d'un projet de loi en
matière de marchés publics. Entre-temps, la situation a évidemment
évolué.

Je voudrais tout d'abord rappeler les propos que j'ai tenus en
commission. Dès que l'on évoque le fonctionnement du département
ou d'une administration en général ou même d'une entreprise, on se
réfère aux résultats. Je tiens à nouveau à féliciter les agents du
département qui, malgré tout ce qui est régulièrement dit sur ce
département, font entrer des recettes fiscales ­ en augmentation
constante ­ à travers ce que j'ai moi-même qualifié de "cercle
vertueux". En effet, à en croire les commentaires d'un certain nombre
de membres de cette commission, mais pas vous, je devrais conclure
que, malheureusement les Régions, en particulier la Région
flamande, ne cessent d'accroître la pression fiscale en diminuant les
impôts, étant donné l'augmentation importante des recettes pour les
Régions ­ le contrôle budgétaire le démontre à nouveau ­ eu égard
aux impôts où les tarifs ont baissé. C'est une très bonne chose. Cela
démontre que pour un certain nombre d'impôts ­ les Régions en ont
elles-mêmes été conscientes ­ les tarifs étaient parfois devenus
exorbitants. C'est tout ce qu'il y a à retenir de cette situation. On le
04.02 Minister Didier Reynders:
De belastingontvangsten nemen
voortdurend toe en daarvoor
verdienen de ambtenaren
felicitaties. Ik zal niet nader in
detail op de fiscale fraude ingaan.
Als de begrotingscontrole rond is,
zullen wij daarover een en ander
kunnen meedelen. 280 van de 600
miljoen euro waarover de heer
Jamar het al verscheidene keren
heeft gehad zijn afkomstig van
BTW-carroussels. In antwoord op
uw vraag betreffende de
zelfstandigen en de particulieren,
kan ik zeggen dat die bedragen
niet uit die categorie afkomstig
zijn. Wij weten dat wij hier te
maken hebben met echte en
georganiseerde criminaliteit. Wij
boeken terzake dus resultaten.

Het personeelsplan 2006 voorziet
CRIV 51
COM 906
28/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
constate au niveau des droits d'enregistrement, des donations et des
droits de succession.

Certes, la recette augmente. L'an dernier, elle a dépassé le montant
de 84 milliards d'euros. Mais si je prends les deux derniers mois de
cette année, nous sommes à nouveau à 7,5% de croissance des
recettes, en particulier sur les impôts où les tarifs ont baissé.

Je n'entrerai pas davantage dans les détails en ce qui concerne la
fraude fiscale. Nous aurons l'occasion de faire des communications
sur le sujet à la fin du contrôle budgétaire. Ainsi, sur 600 millions
d'euros dont M. Jamar a déjà fait état à plusieurs reprises, 280
millions émanent des carrousels à la TVA. Pour répondre à votre
question relative aux indépendants ou aux particuliers, ces montants
n'émanent pas de cette catégorie. Nous savons que nous sommes là
dans une criminalité réelle et organisée. Nous obtenons donc des
résultats en la matière.

En ce qui concerne le personnel, en matière d'engagement, le plan de
personnel 2006, qui a déjà été approuvé par le ministre de la Fonction
publique, prévoit le recrutement de trois nouveaux agents statutaires
lors du départ de cinq agents, soit 606 engagements pour 796
départs. Des recrutements supplémentaires sont également prévus à
la suite de tâches, de fonctions, de compétences ou de besoins
incontournables ou nouveaux. Ces recrutements supplémentaires
sont estimés à 162 équivalents temps plein. Nous ne serons pas loin
du remplacement complet. J'attends les derniers accords budgétaires
pour pouvoir concrétiser l'ensemble de ces opérations.

La sélection, sur la base du "datamining", est une méthode
centralisée. Il n'est pas nécessaire de former les agents contrôleurs
pour qu'ils puissent utiliser le logiciel "datamining" lui-même. Les
applications de "reporting" et de "feedback" destinés aux agents
contrôleurs sont commentées dans des manuels d'utilisateurs
détaillés.

La deuxième itération du "datamining" porte sur l'ensemble des
assujettis TVA tenus au dépôt de déclarations périodiques. Il n'est fait
aucune exception selon qu'il s'agisse d'entreprises de personnes
physiques, de personnes morales, d'ASBL, d'associations sans
personnalité juridique, etc., de sorte qu'il ne peut être question d'un
quelconque traitement inégal. L'opération porte, comme vous l'avez
demandé d'ailleurs à plusieurs reprises, sur l'ensemble des acteurs.

En ce qui concerne les déclarations à l'impôt des personnes
physiques, la mise en oeuvre du scanning des déclarations et de
l'application tax-on-web a eu comme conséquence une modification
des méthodes automatisées d'exécution des travaux d'enrôlement.
Cela n'enlèvera rien aux capacités de contrôle qui continueront à être
mises en oeuvre.

Je voudrais terminer, monsieur le président, monsieur Massin, en
vous disant que j'étais un peu étonné ces derniers jours; en effet, je
n'ai plus reçu de questions sur le nombre d'enrôlements! Or, il paraît
que nous sommes en retard et que nous n'arriverons pas à être prêts
pour la fin du mois de juin!

Je me suis dit ­ c'est un vieux réflexe chez moi ­ que, n'ayant pas de
in een structurele vernieuwing op
grond van 3/5 van de bestaande
personeelsformatie. Voorts zijn
bijkomende indienstnemingen
gepland, zodat wij het huidige
personeelsbestand nagenoeg op
peil zullen kunnen houden. De
selectie op basis van datamining is
een gecentraliseerde methode.
Het is niet nodig om daartoe in een
specifieke opleiding van de
controlebeambten te voorzien.

Alle BTW-plichtigen worden
zonder onderscheid aan de
datamining onderworpen. Er is dus
helemaal geen sprake van enige
ongelijke behandeling.
Wat de aangiften in de
personenbelasting betreft, werden
de inkohieringsmethoden als
gevolg van het elektronisch beheer
van de aangiften enigszins
aangepast. Maar dat doet geen
afbreuk aan de
controlemogelijkheden.

Tot slot wil ik benadrukken dat er
thans 3 770 000 inkohieringen
werden ingebracht. We zijn dus
volledig op schema.
28/03/2006
CRIV 51
COM 906
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
questions, c'est que cela se passait bien! Dès lors, j'ai interrogé mon
administration puisque cela intéresse tellement la commission chaque
semaine mais pas cette semaine-ci; hier, nous en étions à 3.770.000
enrôlements réalisés.

Pour une administration qui travaille mal, qui est fortement en retard,
et qui n'arrivera pas à terminer d'ici fin juin, je trouve ce constat positif.
Ce que je regrette, c'est que personne dans mon administration, mais
c'est parce que tout le monde travaille beaucoup, n'a eu le temps
d'avertir certains parlementaires que les choses se passaient bien.
Puisque l'on ne m'a pas posé la question, je donne la réponse moi-
même!

Je me doutais bien que n'ayant reçu aucune demande en séance
plénière et en commission, il devait sûrement y avoir quelque chose
qui se passait bien dans mon administration! Lorsque j'étais à la tête
d'une entreprise ferroviaire, on ne m'a jamais parlé des trains qui
arrivaient à l'heure. On ne m'a jamais parlé que du train ou des trains
qui arrivaient en retard, et c'est normal! Il faut que l'entreprise elle-
même fasse la communication positive.

Au cas où la question devait venir prochainement, je répète qu'au 27
mars, nous en étions à 3.770.000 enrôlements réalisés, et nous
avons encore trois mois devant nous pour terminer les autres. Je
serais ravi de continuer à répondre à des questions sur le thème
"Vous ne serez pas à temps au 30 juin". Les chiffres commencent à
démontrer le contraire!
04.03 Éric Massin (PS): Monsieur le vice-premier ministre, je vous
remercie pour votre réponse. Je tiens tout d'abord à vous signaler que
je n'ai jamais mis en cause le fonctionnement de l'administration
fiscale. J'ai simplement relayé...
04.04 Hendrik Bogaert (CD&V): (...)
04.05 Éric Massin (PS): Monsieur Bogaert, si vous aviez écouté ma
question, vous auriez entendu qu'elle était relative aux conditions de
travail au sein de l'administration des Finances. Je n'ai jamais mis en
cause le fonctionnement de l'administration des Finances. Si vous
avez mal compris ma question, je ne veux pas en assumer la
paternité.

Par ailleurs, monsieur le ministre, j'ai pris bonne note des chiffres dont
vous faites état. Ils ont effectivement été publiés dans la presse ­
pour autant que je m'en rappelle, c'était lundi. Ces chiffres sont très
intéressants, d'autant plus qu'ils sont largement supérieurs à
l'augmentation du produit national brut. On ne peut donc que s'en
satisfaire.

Je serai cependant attentif aux chiffres que vous avancez ­ 600
millions d'euros de rentrées dans le cadre de la lutte contre la fraude
fiscale ­ car lors d'une précédente question, j'avais déjà eu l'occasion
de demander à M. Jamar quels étaient les chiffres relatifs aux
mesures prises dans le passé. Malheureusement, on n'a pas de ligne
budgétaire distincte et on ne pouvait pas voir quel était l'impact de la
lutte contre la fraude fiscale dans son intégralité. En principe, on ne
voyait les résultats que pour les nouvelles mesures et pas pour le
passé. Or, selon moi, il est très intéressant de pouvoir connaître
04.05 Éric Massin (PS): Ik heb
nota genomen van de cijfers die u
vermeldt. Het ware mijns inziens
interessant om de globale
uitwerking van de strijd tegen de
belastingfraude te kennen, met
inbegrip van de maatregelen die in
het verleden werden genomen.

De heer Jamar legde me reeds uit
dat de datamining gecentraliseerd
wordt. Ik maakte me evenwel
zorgen over de gevolgen voor de
controle en de controleurs.

Wat ten slotte de inkohiering
betreft, zie ik niet in waarom we
ons zouden moeten haasten,
aangezien we volgens u toch goed
bezig zijn. We moeten ons aan
een termijn houden en momenteel
doen we dat ook.
CRIV 51
COM 906
28/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
l'impact global de la lutte contre la fraude fiscale, ce qui permet de
tordre le cou à certains canards.

En ce qui concerne le "datamining", M. Jamar m'avait déjà précisé
qu'il était centralisé et qu'on avançait plus loin dans sa mise en
oeuvre. J'avais tout de même indiqué que le volume de travail serait
plus important lors du passage à la deuxième étape du "datamining"
et je m'étais inquiété du recours sur le contrôle et sur les contrôleurs.
Je peux comprendre qu'ils n'en aient pas besoin mais j'estime qu'il
serait peut-être intéressant pour l'information du contrôleur.

Enfin, en ce qui concerne l'enrôlement, je n'étais pas pressé. Il est
vrai qu'on avait parlé d'un retard. Mais M. Jamar avait indiqué dans le
cadre d'une interview que ce retard serait résorbé en mars et en avril.
J'attendais donc cette échéance avant de m'inquiéter. Puisque vous
nous dites qu'on fait bien les choses, je ne vois pas pourquoi il faut se
presser. Nous avons un délai à tenir et nous sommes dedans.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
04.06 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de voorzitter, de minister
maakt de bemerking dat ik niet tijdig een vraag zou stellen met
betrekking tot de inkohieringen van de maand maart.
De voorzitter: Het Reglement stipuleert dat een vraag wordt gesteld en dat een antwoord wordt gegeven.
U hebt een vraag gesteld waarop de minister een antwoord heeft gegeven. Ik heb de minister niemand bij
naam horen noemen en u kunt dus geen persoonlijk feit inroepen.
05 Interpellatie van de heer Carl Devlies tot de vice-eerste minister en minister van Financiën over "het
dubbelbelastingverdrag met Hongkong" (nr. 802)
05 Interpellation de M. Carl Devlies au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "la
convention visant à éviter les doubles impositions avec Hong Kong" (n° 802)
05.01 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik zal straks nog de gelegenheid hebben om terug te komen
op een aantal andere punten die betrekking hebben op het niveau
van de belastingen, de werking van de administratie en de
inkohieringen. Ik ga nu over tot de interpellatie met betrekking tot het
dubbelbelastingverdrag dat met Hongkong werd gesloten.

Ik koppel even terug naar de reis die de minister in het gezelschap
van de eerste minister in Zuidoost-Azië heeft gemaakt op het einde
van het jaar 2005. Er werd onder meer promotie gevoerd voor de
nieuwe wet op de aftrek voor risicokapitaal die op dat moment nog
moest worden gewijzigd. U herinnert zich dat in de programmawet
van december een belangrijke wijziging is aangebracht aan deze wet.
Anderzijds werd ook aandacht besteed aan het
dubbelbelastingverdrag met Hongkong. Ik heb vastgesteld dat dit
dubbelbelastingverdrag voordelen bevat die groter zijn dan bij andere
gelijkaardige verdragen. Bovendien wordt dit dubbelbelastingverdrag
op een meer soepele wijze toegepast dan dit het geval is bij andere
verdragen.

Dit is des te meer opvallend omdat België blijkbaar de enige
Europese jurisdictie is die tot op heden een verdrag met Hongkong is
aangegaan. Hongkong is bovendien een van de weinige landen in de
wereld waar inkomsten van buitenlandse oorsprong, de zogenaamde
05.01 Carl Devlies (CD&V): Mon
interpellation a trait à la convention
visant à éviter les doubles
impositions avec Hong Kong. Cette
convention présente en effet de
plus grands avantages et est
appliquée avec une plus grande
souplesse que d'autres
conventions. Par ailleurs, la
Belgique est la seule juridiction
européenne à avoir conclu une
convention avec Hong Kong. Cet
État est l'un des rares au monde
où les revenus d'origine étrangère
sont exonérés d'impôts, tandis que
les revenus domestiques sont
soumis à un impôt des sociétés de
17,5 %.

Il ressort d'une lecture plus
détaillée qu'il est renoncé à toute
imposition à la source lorsque
l'ayant droit final possède une
participation d'au moins 25 % dans
28/03/2006
CRIV 51
COM 906
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
offshore-inkomsten, volledig vrijgesteld zijn van belastingen. De
inkomsten van binnenlandse oorsprong, de onshore-inkomsten,
worden bovendien onderworpen aan een tarief van
vennootschapsbelasting van 17,5%.

Bij nadere lezing van de teksten wordt onze aandacht gevestigd op
artikel 10.2 waarin wordt afgezien van enige bronbelasting op
dividenden indien de uiteindelijke gerechtigde een participatie van
minimum 25% heeft in de uitkerende vennootschap. Een vrijstelling
van bronheffing breidt de Europese moeder/dochter-richtlijn op die
manier uit naar een niet-Europese jurisdictie. Dit laat toe om vanuit
een dochtervennootschap in Hongkong zowel laag belaste onshore-
inkomsten als onbelaste offshore-inkomsten vrijwel belastingvrij te
repatriëren. In Hongkong wordt afgezien van enige bronbelasting, ook
indien het gaat om dividenden van offshore-vennootschappen uit
Hongkong. In België geldt dan weer de DBI-aftrek die in principe
alleen van toepassing is voor landen met een normaal
belastingregime. Zoals u weet, viel Hongkong niet onder die
toepassing voor het sluiten van het dubbelbelastingverdrag met
België.

Bijzonder eigenaardig is ook dat het dubbelbelastingverdrag met
Hongkong geen specifieke antimisbruikbepaling bevat die de
toekenning van verdragvoordelen aan ondernemingen van de andere
verdragsluitende staten onderwerpt aan voorwaarden. Een
voorwaarde kan bijvoorbeeld zijn dat de onderneming een minimum
aan activiteit moet hebben of dat de eigenaars van de onderneming
inwoners moeten zijn van die staat.

Président: Luk Van Biesen.
Voorzitter: Luk Van Biesen.
la société distributrice de capitaux.
Il est ainsi possible, à partir d'une
filiale établie à Hong Kong, de
rapatrier des revenus domestiques
faiblement taxés comme des
revenus étrangers non taxés sans
pratiquement être redevable
d'aucune taxation.

Il est, par ailleurs, surprenant que
la convention visant à éviter les
doubles impositions avec Hong
Kong ne comporte aucune
disposition anti-abus qui
subordonne l'octroi d'avantages à
des entreprises étrangères à
certaines conditions, comme un
minimum d'activités à Hong Kong.
Dit betekent dat de deur hier wordt opengezet voor het zogeheten
"tax treaty shopping". In concreto betekent dit dat investeerders uit
Hongkong voordelen van het verdrag kunnen genieten voor uitkering
van dividenden aan andere Europese lidstaten, door te werken met
een Belgische holding als tussenvennootschap. De dividenden
kunnen vervolgens belastingvrij transiteren naar China of andere
Aziatische landen. Het omgekeerde geldt evenzeer. Investeerders uit
andere Europese landen of zelfs niet-Europesische landen kunnen
genieten van de verdragvoordelen via de Hongkong­België-structuur.

Ik illustreer dit aan de hand van het volgende voorbeeld. Wanneer
een Belgische vennootschap een dividend uitkeert aan haar Chinese
moeder is in de regel 10% bronheffing van toepassing. Om dit te
vermijden kan de Chinese moeder haar aandelenparticipatie in een
Hongkong-vennootschap onderbrengen, die op haar beurt
aandeelhouder wordt van een Belgische vennootschap, met een
minimum van 25% zoals reeds gezegd. Eerst zal het Belgische
dividend worden doorgestort aan de tussenvennootschap in
Hongkong, die op haar beurt het dividend zal overmaken aan de
Chinese moeder. In België is er vrijstelling van bronheffing ingevolge
het verdrag. In Hongkong is er dan afwezigheid van bronheffing op
uitgaande dividenden. Dit is een concreet voorbeeld van
"tax treaty shopping". De Chinese investeerder koopt zich als het
ware in in de voordelen van het dubbelbelastingverdrag België­
Hongkong.
La porte est dès lors ouverte au
tax treaty shopping. Concrètement,
des investisseurs de Hong Kong
pourront bénéficier d'avantages
contractuels en échange de
l'allocation de dividendes à
d'autres pays membres de l'Union
européenne, alors qu'un holding
belge est la société intermédiaire.
Les dividendes, exemptés
d'impôts, peuvent ensuite être
transférés vers la Chine ou
d'autres pays asiatiques. Le
système fonctionne par ailleurs
également en sens inverse et des
avantages peuvent dès lors être
octroyés à des pays européens et
même non européens via la
connexion Hong Kong ­ Belgique.

Voici un exemple de tax treaty
shopping
: lorsqu'une société belge
alloue un dividende à sa société-
mère chinoise, un prélèvement à la
source de 10 % est en principe
d'application. Pour éviter ce
CRIV 51
COM 906
28/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
Men kan niet zeggen dat dit belastingsontduiking is via veinzing. Het
is veeleer een strak georganiseerd systeem of vorm van
belastingsontwijking. Binnen de OESO is men zich geleidelijk aan
gaan wapenen tegen dergelijke vormen van belastingplanning
wanneer deze de grens van het toelaatbare overschrijden. Wanneer
de techniek ertoe leidt dat het economisch voordeel ten goede komt
aan inwoners van een derde staat die de tussenvennootschap
controleert, strookt dit niet met de intenties van de staten op het
moment dat zij de overeenkomst hebben gesloten. Daarom is in de
mogelijkheid voorzien van de invulling van het begrip "uiteindelijk
gerechtigde" en dan verwijs ik naar artikel 10.2. van het OESO-
model. Het komt ook voor in artikel 10.2. van het verdrag met
Hongkong. In het OESO-model wordt sedert 2003 een economische
opvatting gehanteerd naar analogie van de "beneficial owner" in het
Angelsaksische recht.

Volgens onze informatie hanteert de Belgische administratie een eng
juridische interpretatie waardoor de tussenvennootschap gerechtigd
is op verdragsvoordelen, zelfs wanneer die voordelen geheel of
gedeeltelijk worden doorgegeven aan controlerende aandeelhouders
in een derde staat. Ook tijdens de promotietour van de minister werd
deze interpretatie volgehouden volgens onze informatie. Die
interpretatie is nochtans strijdig met de economische interpretatie van
de OESO. De OESO heeft nog andere aanbevelingen gedaan zoals
bijvoorbeeld de transparancy approach waardoor de bronstaat de
voordelen kan weigeren aan vennootschappen gevestigd in een
partnerstaat maar gecontroleerd door inwoners van een derde staat
en de subject-to-tax vereiste waar in soortgelijke gevallen de
voordelen door de bronstaat toch worden toegekend inzoverre de
inkomsten in de partnerstaat worden onderworpen aan een minimale
belasting. OESO raadt haar lidstaten aan om een aantal
ontsnappingsclausules in te schrijven, zoals de bonafideclausule, de
clausule van de normale activiteit, de belastingverdragclausule, de
beursnoteringsclausule. De Verenigde Staten van Amerika hebben dit
ingevuld door in de door hun afgesloten dubbelbelastingverdragen, in
een zeer ruime antimisbruikbepaling te voorzien. Ik verwijs naar
artikel 12A van het dubbelbelastingverdrag met de Verenigde Staten.

Rekening houdend met de mogelijke vrijstelling van de bronheffing,
voorzien in het dubbelbelastingverdrag met Hongkong, is het toch wel
merkwaardig dat er geen specifieke anti-misbruikbepalingen
vooropgesteld zijn. Er zijn dus weinig mogelijkheden om
tax treaty shopping tegen te gaan. In artikel 27 is wel bepaald dat de
verdragsluitende partijen een beroep kunnen doen op anti-
ontwijkingsbepalingen van hun intern recht. De vraag is welke
maatregel van het Belgisch intern recht toestaat deze tax treaty
shopping te counteren.

Mijn vragen zijn de volgende. Kan de minister toelichting geven over
de promotie die werd gevoerd tijdens de trip naar Zuidoost-Azië?

Welke betekenis geeft de administratie aan het begrip van artikel
10.2, van de uiteindelijk gerechtigden?

Welke maatregel van Belgisch intern recht laat toe om situaties van
tax treaty shopping tegen te gaan? Kan dit eventueel via artikel 344, §
1, van het Wetboek van Inkomstenbelasting?
prélèvement, la société-mère
chinoise peut transférer sa
participation dans une société à
Hong Kong, qui est à son tour
actionnaire dans une société
belge, à concurrence de minimum
25 %. Le dividende belge sera
d'abord reversé à la société à
Hong Kong, qui le transférera à la
société-mère en Chine avec
exonération du prélèvement à la
source. Il s'agit donc d'une forme
très bien organisée d'évasion
fiscale.

Pour lutter contre cette forme de
fraude fiscale, l'OCDE complète à
l'article 10.2 le concept de
`bénéficiaire effectif' par analogie
avec le concept de beneficial
owner
du droit anglo-saxon.

En raison de l'interprétation
juridique stricte de l'administration
fiscale belge, la société écran a
droit aux avantages prévus par la
convention même lorsque ceux-ci
sont entièrement ou partiellement
cédés à des actionnaires
majoritaires dans un État tiers.
Cette interprétation a aussi été
maintenue pendant la tournée de
promotion à travers l'Asie du Sud-
Est bien qu'elle soit contraire à
l'interprétation de l'OCDE.

Quoi qu'il en soit, l'OCDE conseille
aux États membres de prévoir des
échappatoires. Les États Unis l'ont
fait en intégrant dans leurs
conventions visant à éviter les
doubles impositions des
dispositions de lutte contre les
abus dont la portée est très large. Il
est d'autant plus remarquable que
ces dispositions ne figurent pas
dans notre convention
avec Hong Kong, ce qui prive la
Belgique de toute possibilité de
combattre le tax treaty shopping.

Le ministre peut-il nous renseigner
à propos de la promotion menée
lors du voyage en Asie du Sud-
Est ? Quel sens l'administration
donne-t-elle à la notion de
`bénéficiaires effectifs' ? Par le
biais de quelle mesure de droit
28/03/2006
CRIV 51
COM 906
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
Tijdens de andere trip die u hebt gemaakt naar de Verenigde Staten,
mijnheer de minister, was er sprake van een aanpassing van het
dubbelbelastingverdrag met de VS. Ik had graag vernomen hoe dit
evolueert.
interne belge peut-on combattre le
tax treaty shopping ? Est-ce
possible par le biais de l'article
344, §1
er
, du Code de l'impôt sur
les revenus ? Il a été question à ce
sujet, lors d'un voyage aux États-
Unis, d'une adaptation de la
convention visant à éviter les
doubles impositions avec les États-
Unis. Quel est l'état de ce
dossier ?
05.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Devlies, het hoofddoel van de promotiecampagne Invest in Belgium;
Increase your profits was de bekendmaking van de nieuwe fiscale
aftrek voor risicokapitalen, beter bekend onder de naam notionele
intrestaftrek. Tijdens het Aziatische deel van de campagne werd de
belastingverlaging tussen België en Hongkong telkens vermeld
tijdens de investeringsseminaries in Seoel, Tokio en Singapore. In
Hongkong zelf werd een presentatie van 10 minuten aan het
onderwerp besteed. De website Invest in Belgium bevat alle
informatie over het verloop van deze roadshow.

De heer Devlies zegt dat het gebruik van een Hongkong-
dochtervennootschap toelaat om laag belaste onshore inkomsten en
onbelaste offshore inkomsten vrijwel belastingvrij te repatriëren,
aangezien in België de DBI-aftrek geldt. Daarbij moet evenwel
worden opgemerkt dat de DBI-aftrek niet geldt voor dividenden die
uitgesloten zijn, overeenkomstig de specifieke antimisbruikbepaling
van artikel 203 van het WIB '92. Zo kunnen dividenden, uitgekeerd
door Hongkong, worden uitgesloten van de DBI-aftrek op basis van
artikel 203, §1, eerste lid, ten vijfde van het WIB '92. Deze bepaling
viseert specifiek het tussenschuiven van een holding wanneer een
vennootschap, anders dan een beleggingsvennootschap, dividenden
wederuitkeert die overeenkomstig artikel 203, §1, 1-4 van het WIB
'92, zelfs niet in aanmerking zouden komen voor een DBI-aftrek ten
belope van minstens 90%. De DBI-aftrek kan niet worden toegepast
op de dividenden uitgekeerd door deze vennootschap.

Wanneer daarentegen de dividenden, uitgekeerd door een
Hongkong-vennootschap, niet geviseerd zijn door artikel 203, § 1,
eerste lid, 5°, van het WIB '92, zal de DBI-aftrek inderdaad kunnen
worden toegepast voor zover uiteraard de kwantitatieve voorwaarden
zijn vervuld.

De DBI-aftrek kan inderdaad niet worden geweigerd op basis van
artikel 203, §1, eerste lid, 1°, dat dividenden uitsluit die worden
uitgekeerd door een vennootschap die niet aan de
vennootschapsbelasting of aan een buitenlandse belasting van gelijke
aard als die belasting is onderworpen of die gevestigd is in een land
waar de gemeenrechtelijke bepalingen inzake belastingen aanzienlijk
gunstiger zijn dan in België.

Artikel 73, ten vierde, quater van het KB van het WIB '92 somt de
landen op die op deze basis zijn uitgesloten.

Dividenden uitgekeerd door een vennootschap gevestigd in een land
met een territoriaal belastingregime, zoals Hongkong, komen niet
05.02 Didier Reynders, ministre:
L'objectif principal de la campagne
de promotion Invest in Belgium,
Increase your profits
était la
publication de la nouvelle forme de
déduction fiscale que constituent
les intérêts notionnels. Pendant la
partie asiatique de cette
campagne, l'accent a été mis sur
la convention préventive de la
double imposition passée entre la
Belgique et Hong Kong.

M. Devlies dit qu'en se servant
d'une filiale implantée à Hong
Kong, une entreprise peut rapatrier
presque sans payer de taxes des
revenus on-shore faiblement taxés
et des revenus off-shore non taxés
étant donné que la Belgique
connaît un régime de RDT. Ce
régime ne s'applique toutefois pas
aux dividendes, ceux-ci en étant
exclus conformément à la
disposition anti-abus spécifique du
CIR 1992. Les dividendes versés
par la filiale de Hong Kong peuvent
en être exclus sur la base de
l'article 203, §1
er
, premier alinéa,
cinquième point. S'il s'avère que
ces dividendes ne sont pas visés
par cet article, la déduction RDT
pourra s'appliquer pour autant que
les conditions quantitatives soient
remplies.

La déduction RDT ne peut
effectivement pas être refusée sur
la base de l'article 203, §1
er
,
premier alinéa, premier point, qui
exclut les dividendes versés par
une société non assujettie à l'impôt
des sociétés ou établie dans un
pays où les dispositions fiscales
sont beaucoup plus favorables
qu'en Belgique. Ces pays sont
CRIV 51
COM 906
28/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
voor op deze lijst, aangezien een territoriaal belastingregime niet
geacht kan worden aanzienlijk gunstiger te zijn dan het Belgische
regime. Dit wordt ook met zoveel woorden bevestigd in nr. 13 B van
de rondzendbrief van 31 maart 2005 die het dubbelbelastingverdrag
tussen België en Hongkong becommentarieert.

Ook artikel 203, §1, eerste lid, 3° dat dividenden uitsluit die worden
uitgekeerd door "een vennootschap voor zover de inkomsten die ze
verkrijgt, niet zijnde dividenden, hun oorsprong vinden buiten het land
van haar fiscale woonplaats en ze in het land van de fiscale
woonplaats een afzonderlijke belastingregeling genieten die afwijkt
van het gemeen recht", is niet van toepassing op vennootschappen
uit Hongkong. De uitsluiting van buitenlandse inkomsten uit de
belastbare basis leidt er niet toe dat een territoriaal belastingregime
een afzonderlijke belastingregeling zou zijn die afwijkt van het
gemeen recht, wanneer het territoriaal belastingregime in beginsel
van toepassing is op alle vennootschappen die fiscaal resident zijn in
het betrokken land, zoals het geval is voor Hongkong. Enkel wanneer
het territoriaal belastingregime voorbehouden is voor bepaalde
vennootschappen ­ uitzonderingsregime ­ kan de uitsluiting van
artikel 203, §1, eerste lid, 3°, van toepassing zijn.

Het begrip "uiteindelijke gerechtigde" waarnaar in artikel 10, § 2, van
het dubbelbelastingverdrag met Hongkong wordt verwezen, is één
van de uitdrukkingen die in de door België gesloten
belastingverdragen en in het OESO-modelverdrag niet als dusdanig
gedefinieerd zijn. Volgens de algemene interpretatieregel van artikel
3, §2 van dat verdrag, geldt dan de betekenis volgens het nationale
recht ­ in de eerste plaats het belastingrecht ­ van de verdragstaat
die de overeenkomst toepast, tenzij het zinsverband een andere
interpretatie vereist. Dit zinsverband kan onder meer worden afgeleid
uit de commentaar bij artikel 10, §2 van het OESO-modelverdrag,
nrs. 12 tot 12.2, die verduidelijkt dat de betrokken uitdrukking geen
enkele technische inhoud heeft, maar geïnterpreteerd moet worden in
haar context en in het licht van het doel van de overeenkomsten, met
name het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van de
belastingontwijking en ­ontduiking. Zo zal bijvoorbeeld een persoon
die alleen maar optreedt als vertegenwoordiger of andere
gemandateerde voor rekening van de juridische eigenaar van een
aandelenpakket, dan ook zelf geen aanspraak kunnen laten gelden
op de verdragsvoordelen met betrekking tot de met die aandelen
verbonden dividenden.

De verdragsvoordelen zullen geweigerd kunnen worden wanneer
blijkt dat de Hongkong-vennootschap slechts optreedt als
vertegenwoordiger of andere gemandateerde voor rekening van de
juridische eigenaar van een aandelenpakket. De antimisbruikbepaling
van artikel 344, §1, dat in theorie toepasselijk is overeenkomstig
artikel 27 van het verdrag, heeft geen relevantie in die context. Artikel
344, §1, viseert immers het geval waar de juridische kwalificatie die
voor de partijen is gegeven, juist is, maar vervangen kan worden door
een andere, eveneens juiste kwalificatie. Indien blijkt dat de
Hongkong-vennootschap de juridische eigenaar is van het
aandelenpakket, kan die vennootschap niet geherkwalificeerd worden
als een louter vertegenwoordiger.

Mijnheer de voorzitter, wij hebben dus geprobeerd om alle
internationale modellen te volgen, ten voordele van een aantal
énumérés à l'article 73 du CIR
1992.

Les dividendes versés par une
société installée dans un pays doté
d'un système d'imposition
territoriale, ce qui est le cas de
Hong Kong, ne figurent pas sur la
liste étant donné que ce type de
régime n'est pas réputé beaucoup
plus favorable que le régime belge.
Ce point a été confirmé dans une
circulaire du 31 mars 2005
commentant la convention visant à
éviter les doubles impositions entre
la Belgique et Hong Kong.

L'article 203, §1er, premier alinéa,
3° n'est pas d'application aux
sociétés de Hong Kong.
L'exclusion sur cette base n'est
d'application qu'en cas de régime
d'exclusion, c'est-à-dire
uniquement quand le régime
d'imposition territoriale est réservé
à certaines sociétés.

La notion de "bénéficiaire effectif" à
laquelle fait référence l'article 10,
§2 de la convention n'est pas
définie dans les conventions
d'imposition conclues par la
Belgique, pas plus d'ailleurs que
dans la convention type de
l'OCDE. Selon la règle générale
d'interprétation de l'article 3, §2 de
cette convention, il convient donc,
sauf si le contexte exige qu'il en
soit autrement, de lui donner le
sens que lui attribue le droit fiscal
national de l'État signataire de la
convention qui l'applique. Ce
contexte peut être déduit du
commentaire de l'article 10, §2 de
la convention type de l'OCDE dont
il ressort que cette notion
n'englobe aucun critère technique
et qu'elle doit donc être interprétée
dans son contexte et à la lumière
des buts poursuivis par les
conventions. Le but, ici, est donc
d'éviter la double imposition et de
prévenir la fraude et l'évasion
fiscales.

Quiconque intervient en tant que
représentant ou mandataire pour le
compte du propriétaire juridique
28/03/2006
CRIV 51
COM 906
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
investeringen van Belgische vennootschappen in Azië, niet alleen in
Hongkong, en ook van Aziatische vennootschappen in België. Dat is
het eerste verdrag ondertekend met Hongkong aangaande een ander
land.

Wij zetten de toepassing van dat verdrag verder, net zoals we de
verlaging van de vennootschapsbelasting zullen voortzetten.

Ik ben verrast om de vrees te horen of we niet te veel hebben gedaan
voor de belastingverlaging voor de bedrijven. Misschien is er een
contradictie tussen wat er in de commissie voor de Financiën van de
Kamer wordt gevraagd en de vraag van bijvoorbeeld de minister-
president van het Vlaams Gewest. De minister-president heeft
gevraagd om nog een aantal vrijstellingen te geven voor enkele
subsidies van het Vlaams Gewest aan de vennootschappen. Wij
hebben dat allemaal gedaan in december 2005. Er volgen nog
nieuwe vrijstellingen van vennootschapsbelastingen voor een aantal
subsidies en premies, gegeven door de verschillende Gewesten.

Misschien is het nuttig om een vergadering te organiseren tussen de
verschillende fracties in de Kamer en de vertegenwoordigers van de
verschillende gewestelijke regeringen om te weten hoe ver we
moeten gaan met de verlaging van de vennootschapsbelasting.

Ik probeer om een positief antwoord te geven op de vraag van veel
investeerders en op de vragen van de Gewesten. Ook over die
dubbele belasting hebben wij van de Gewesten vragen gekregen.
d'un paquet d'actions ne peut
invoquer lui-même les avantages
des conventions en matière de
dividendes. La disposition anti-
abus de l'article 344, § 1 n'est pas
pertinente dans ce contexte. S'il
s'avère que la société de Hong
Kong est le propriétaire juridique
du paquet d'actions, elle ne peut
alors être requalifiée de simple
représentant.

Nous avons essayé de suivre tous
les modèles internationaux dans le
souci de favoriser les
investissements de sociétés
belges en Asie et, à l'inverse, de
sociétés asiatiques en Belgique.
Nous continuons à appliquer la
convention, tout comme nous
continuons à diminuer l'impôt des
sociétés. Cela m'étonne que
d'aucuns craignent que nous en
ayons trop fait à cet égard. Le
ministre-président flamand a
pourtant encore demandé des
exonérations pour des subsides
aux sociétés. En décembre 2005,
nous avons octroyé des
exonérations et nous devons
poursuivre dans cette voie. Peut-
être faudrait-il prévoir une
concertation entre les groupes
politiques de la Chambre et les
gouvernements régionaux afin de
déterminer le niveau de réduction
de l'impôt des sociétés.
05.03 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik denk dat de
minister grotendeels bevestigt wat ik hier zonet naar voren heb
gebracht. Principieel is die aftrek mogelijk. Dat was bekend en dat
wordt door de minister bevestigd.

Ik vraag me toch nog altijd af welke de juiste interpretatie is van het
begrip "uiteindelijk gerechtigde". De minister blijft bij de juridische
invulling, en gaat niet naar een economische interpretatie over. Dat is
me nog niet ten volle duidelijk.

Voorts wens ik op te merken dat het bijna nooit voorkomt dat België
de toepassing van zijn anti-ontwijkingsbepalingen in verdragssituaties
vrijwaart. Het dubbelbelastingverdrag met Hongkong is een zeer
notoire uitzondering. Dit gebeurde voorheen slechts in vier verdragen
daterend van eind jaren 60 en begin jaren 70, meer bepaald met
Duitsland, Oostenrijk, Zwitserland en Luxemburg. Tussendoor nog
eens in 1991 in het dubbelbelastingverdrag met Egypte. Sommige
van die bepalingen conflicteren immers met
dubbelbelastingbepalingen en gelet op de voorrang van het
dubbelbelastingverdrag op het nationaal recht, blijft de nationale
05.03 Carl Devlies (CD&V): Le
ministre confirme que la déduction
est possible en principe.

Je me demande toujours quelle est
l'interprétation correcte de la notion
de «bénéficiaire effectif». J'ai
l'impression que le ministre s'en
tient au contenu juridique, sans
passer à l'interprétation
économique.

Il est rare que la Belgique
sauvegarde par convention
l'application de ses mesures anti-
évitement. Si certaines dispositions
de conventions préventives de
doubles impositions entrent en
conflit avec des dispositions
nationales, ce sont les premières
CRIV 51
COM 906
28/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
bepaling zonder voorwerp. Alleen een vrijwillige clausule in het
dubbelbelastingverdrag kan dit effect tegengaan.

Ten slotte merk ik op dat artikel 344 §1 van het Wetboek van
Inkomstenbelasting, waarnaar ik verwees in mijn inleiding, duidelijk
niets oplost. De minister heeft duidelijk gezegd dat dit artikel niet van
toepassing is. Ik wil dat uitdrukkelijk benadrukken.
qui priment. Seule l'inclusion d'une
clause volontaire dans la
convention préventive de double
imposition serait de nature à
contrecarrer cet effet.

Je voudrais aussi souligner que le
ministre a dit clairement que
l'article 344, § 1
er
, du CIR ne
s'appliquait pas.
De voorzitter: Meneer Van der Maelen, u wou zich aansluiten bij de interpellatie?
05.04 Dirk Van der Maelen (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, ik wil
de commissie erop wijzen dat er morgen in punt 15 van de agenda
een voorstel van resolutie van mij staat. Die resolutie handelt over het
Belgisch internationaal fiscaal verdragsbeleid en de periodieke
ruggenspraak met het Parlement.

In die resolutie baseer ik mij op een Nederlandse praktijk. In
Nederland legt de minister van Financiën ­ die hoe langer hoe meer
internationaal actief is ­ bij de start van elke regering, een basisnota
neer waarin na debat in het parlement, de uitgangspunten van het
internationaal fiscaal verdragsbeleid van het land worden vastgelegd.
Alle verdragen die internationaal gesloten worden, worden periodiek
getoetst aan die basisnota.

Ik heb met veel aandacht geluisterd naar de vraag van mijnheer
Devlies en naar het antwoord van de minister. Het lijkt me dat zowel
de vraag als het antwoord, verdere studie vergen. Sommige leden
hier zijn misschien bij machte om, bij het aanhoren van de vragen en
het antwoord van de minister, zich al een oordeel te vormen. Ik
behoor daar niet toe. Ik zal het met veel aandacht bestuderen. Ik wil
de commissie uitnodigen om een algemeen debat te voeren over het
Belgisch internationaal fiscaal verdragsbeleid. Er bewegen op dit
ogenblik vele zaken. Ik denk dat het de moeite waard zou zijn voor
deze commissie om er eens een zitting aan te wijden en mensen van
de OESO uit te nodigen om te vragen wie uiteindelijk gerechtigde is
en hoe we het modelverdrag van de OESO moeten interpreteren en
hoe we de verdragen die wij hebben gesloten kunnen toetsen aan het
modelverdrag.

Ik vraag de commissie tijdens een van de volgende vergaderingen
daar eens een goede discussie aan te wijden, beter dan het zoals nu
te doen, weliswaar aan de hand van een weliswaar interessante case
zoals collega Devlies nu ontwikkelt voor Hongkong, maar er zijn ook
andere verdragen. Ik wens dat wij dat allemaal eens op een grondige
wijze zouden bespreken.
05.04 Dirk Van der Maelen (sp.a-
spirit): A l'ordre du jour est
également inscrite ma proposition
de résolution relative à la politique
internationale de la Belgique en
matière de conventions fiscales.
Dans cette résolution, je me base
sur la pratique néerlandaise qui
consiste à prévoir qu'au début de
chaque législature, le ministre des
Finances dépose une note de
base dans laquelle il énonce les
fondements de la politique en
matière de conventions fiscales.
La conformité de toutes les
conventions signées par le
gouvernement avec cette note doit
être vérifiée périodiquement.

Je voudrais convier notre
commission à consacrer un débat
général à notre politique
conventionnelle fiscale. J'estime,
en effet, qu'il vaudrait la peine
d'inviter des responsables de
l'OCDE afin qu'ils nous expliquent
la notion de bénéficiaire effectif et
la manière dont nous pourrions
vérifier la conformité des
conventions que nous avons
signées avec la convention
modèle. Ce vaste problème mérite
une discussion plus approfondie
que celle que nous pouvons
mener dans le cadre d'une
interpellation.
Moties
Motions

Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.
En conclusion de cette discussion les motions suivantes ont été déposées.

Een motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Carl Devlies en luidt als volgt:
"De Kamer,
28/03/2006
CRIV 51
COM 906
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
gehoord de interpellatie van de heer Carl Devlies
en het antwoord van de vice-eerste minister en minister van Financiën,
vraagt de minister
in de dubbelbelastingverdragen (ondermeer in artikel 10.2 van het dubbelbelastingverdrag met Hongkong)
aan het begrip `uiteindelijk gerechtigde' een economische interpretatie te geven."

Une motion de recommandation a été déposée par M. Carl Devlies et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de M. Carl Devlies
et la réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances,
demande au ministre
de donner une interprétation économique à la notion de 'bénéficiaire effectif' telle que mentionnée dans les
conventions tendant à éviter la double imposition (notamment à l'article 10.2 de la convention signée avec
Hong Kong)."

Een eenvoudige motie werd ingediend door de heren Luc Gustin, Jacques Chabot, Luk Van Biesen en Dirk
Van der Maelen.

Une motion pure et simple a été déposée par MM. Luc Gustin, Jacques Chabot, Luk Van Biesen et Dirk
Van der Maelen.

Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.
06 Vraag van de heer Carl Devlies aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de
benoeming van gewestelijke directeuren en directeuren van de diensten waarvan de werkkring het
hele land bestrijkt" (nr. 10742)
06 Question de M. Carl Devlies au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "la nomination
de directeurs régionaux et de directeurs des services dont l'activité s'étend à tout le pays" (n° 10742)
06.01 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, naar aanleiding van zijn benoeming als topman bij de BBI
kondigde de heer Frank Philipsen de oprichting aan van een
vliegende brigade met inspecteurs die in heel België mogen optreden.

Deze vijfde directie zal in Brussel gevestigd zijn met antennes in
Vlaanderen en Wallonië. Ze zal zich vooral bezighouden met de
internationale dossiers en moet tot een snellere afhandeling van
grotere fiscale fraudedossiers leiden.

Verschillende functies van gewestelijk directeur en directeur worden
in andere diensten waarvan de werkkring het hele land bestrijkt, ad
interim uitgeoefend en dit al sinds verschillende jaren.

Mijnheer de minister, ik had graag van u het volgende vernomen, met
betrekking tot de aanstelling van de ad interim-functionarissen. Hoe
past u de vereisten van de tweetaligheid toe in diensten die het hele
land bestrijken bij de aanstelling van hogere functies ad interim in
Brussel? Wordt er systematisch een mondeling en schriftelijk examen
afgenomen alvorens betrokken personen ad interim worden
gepromoveerd tot een hogere functie? Hoe wordt de
selectieprocedure hiertoe geopend zodat iedere tweetalige ambtenaar
dezelfde mogelijkheid krijgt om een hogere functie ad interim uit te
oefenen?

Met betrekking tot de vaste benoemingen in hogere functies bij
diensten waarvan de werkkring het hele land bestrijkt, heb ik volgende
vragen. Bent u de mening toegedaan dat de taalwetgeving in deze
06.01 Carl Devlies (CD&V): Lors
de sa nomination en tant que
grand patron de l'Inspection
spéciale des impôts (ISI), M. Frank
Philipsen a annoncé la création
d'une brigade volante composée
d'inspecteurs. Cette cinquième
direction sera établie à Bruxelles
et traitera principalement les
grands dossiers internationaux.

Dans l'intervalle, plusieurs
fonctions de directeur (régional)
sont exercées par intérim depuis
plusieurs années déjà dans
d'autres services couvrant
l'ensemble du pays.

Comment sont appliquées les
exigences de bilinguisme dans les
services couvrant l'ensemble du
pays et lors de la désignation par
intérim à des fonctions
supérieures? Les intéressés qui
bénéficient d'une promotion
passent-ils systématiquement un
examen oral et écrit? Tout
fonctionnaire bilingue dispose-t-il
CRIV 51
COM 906
28/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21
wordt gerespecteerd wanneer u nalaat voorafgaand advies te vragen
aan de Vaste Commissie voor Taaltoezicht? Binnen welk tijdsbestek
wordt er met de Vaste Commissie voor Taaltoezicht contact
opgenomen voor het verkrijgen van het voorafgaand advies met
betrekking tot de in het vooruitzicht gestelde verdeling van de
betrekkingen over de verschillende taalkaders?

Wanneer zult u overgaan tot het in competitie stellen van de
betrekkingen van het niveau gewestelijk directeur en directeur op de
diensten met een nationale bevoegdheid? Moet de nieuwe
administrateur van de BBI even lang wachten alvorens hij met een
vast taalkader zijn nieuwe vijfde directie kan uitbouwen?
des mêmes possibilités de
sollicitation à une fonction
supérieure par intérim?

L'avis préalable de la Commission
permanente de contrôle
linguistique sera-t-il demandé pour
les nominations définitives à des
fonctions supérieures dans des
services couvrant l'ensemble du
territoire?

Quand les fonctions de directeur
régional et de directeur d'un
service investi de compétences
nationales seront-elles déclarées
vacantes? M. Philipsen devra-t-il
attendre aussi longtemps pour
pouvoir développer sa cinquième
nouvelle direction sur la base d'un
cadre linguistique fixe?
06.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Devlies, de regeling voorzien in het koninklijk besluit van 18 juli 1966
houdende de coördinatie van de wet op het gebruik van de talen in
bestuurszaken, wordt gevolgd voor de verschillende diensten volgens
hun specificiteit: centrale dienst, gewestelijke dienst, nationale
uitvoeringsdienst.

Bij de buitendienst van de Administratie van de Bijzondere
Belastinginspectie bestaan er momenteel slechts gewestelijke
diensten, gevestigd ofwel in het Nederlandstalig of het Franstalig
landsgedeelte of in Brussel-Hoofdstad. In een dienst gehuisvest in
een eentalig taalgebied wordt uitsluitend de taal van het taalgebied
gebruikt en moeten de personeelsleden dan ook niet voldoen aan de
tweetaligheidvereiste. Voor Brussel Hoofdstad geldt de
tweetaligheidvereiste zoals gesteld in artikel 38, §4 van bovenvermeld
koninklijk besluit.

Bij de aanduiding van een hogere functie gelden wat betreft de
tweetaligheidvereiste vanzelfsprekend dezelfde regels als bij
bevorderingen.

De toekenning van een hogere functie gebeurt niet met een algemene
selectieprocedure. Conform artikel 6 van het KB van 8 augustus 1983
betreffende de uitoefening van een hoger ambt, wordt die toegekend
aan de ambtenaar die het meest geschikt wordt bevonden om in de
onmiddellijke behoefte van de dienst te voorzien of wiens aanstelling
het minste bezwaar voor de goede gang van de dienst met zich
meebrengt.

Momenteel onderzoekt de Administratie van de Bijzondere
Belastinginspectie de oprichting van een nieuwe dienst met hoofdzetel
in Brussel-Hoofdstad en twee regionale antennes, een in Vlaanderen
en een in Wallonië. De bevoegdheid bestrijkt het ganse grondgebied,
om grootschalige fraudefenomenen, bijvoorbeeld carrousels,
adequaat aan te pakken.
06.02 Didier Reynders, ministre:
L'arrêté royal du 18 juillet 1966
portant coordination des lois sur
l'emploi des langues en matière
administrative est appliqué pour
les différents services en fonction
de leur spécificité.

Le service extérieur de
l'administration de l'ISI ne
comprend actuellement que des
services régionaux. Dans les
services établis dans une région
unilingue, seule la langue de cette
région est utilisée. Pour la Région
de Bruxelles-Capitale, le
bilinguisme est exigé.

La désignation à une fonction
supérieure est subordonnée aux
mêmes exigences de bilinguisme
qu'une promotion.

En vertu de l'arrêté royal du 8 août
1963, les fonctions supérieures
reviennent non pas aux lauréats
d'une procédure générale de
sélection, mais au fonctionnaire le
plus apte à répondre aux besoins
immédiats du service.

L'ISI étudie actuellement la
possibilité de créer un nouveau
service dont le siège central serait
établi à Bruxelles et qui disposerait
de deux antennes régionales. Ce
28/03/2006
CRIV 51
COM 906
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22
De in de pers verschenen omschrijving "vliegende brigade" is slechts
een literaire omschrijving, die vanzelfsprekend de werkelijke inhoud
van dit project onvoldoende weergeeft. Alle specialisten zijn het
erover eens dat zulke fraudetypes alleen maar succesvol bestreden
kunnen worden mits een gecoördineerde aanpak onder een eenheid
van leiding, met zo kort mogelijke informatielijnen. Strategisch gezien
opteert de pijler fraudebestrijding dan ook voor de enige logische
oplossing van een, volgens de hierboven uitgetekende parameters,
operationele, nationale dienst. Internationale fraude bestrijden vanuit
een gewestelijke invalshoek heeft trouwens geen zin. Het staat tevens
haaks op de strategische en operationele doelstellingen, wat betreft
de fraudebestrijding.

De wijze waarop deze diensten zullen worden georganiseerd, maakt
het voorwerp uit van het Coperfin-project Nationaal Centrum
Fraudebestrijding, waarvan de operationaliseringsstudie werd
aangevat. Hierin zal vanzelfsprekend aandacht worden besteed aan
de na te leven taalwetgeving. Indien bij de verdere organisatie
geopteerd wordt voor een uitvoeringsdienst die het hele land bestrijkt,
zal vanzelfsprekend een taalkader dienen te worden vastgesteld. Op
basis hiervan kan dan in een benoeming, via de reglementair
bepaalde procedure, met inachtneming van de taalwetgeving, voor
deze diensten worden voorzien.
service serait compétent dans le
domaine de la recherche des
fraudes à grande échelle de type
« carrousel ». Le terme de
« brigade volante », lancé dans la
presse, est mal choisi. Le service
ne pourra réaliser ses objectifs
que par une approche coordonnée
basée sur une direction centrale et
une bonne communication. Il me
paraît donc nécessaire de mettre
en place un service national: on ne
va tout de même pas lutter contre
la fraude internationale dans une
perspective régionale ? Le mode
d'organisation concret du Centre
National de Lutte contre la fraude
est encore à l'étude. La législation
linguistique sera respectée.
Lorsqu'on crée un service exécutif
qui couvre l'ensemble du pays,
cette option doit se refléter dans le
cadre linguistique. Les
nominations suivront, dans le
respect des règlements et de la
législation linguistique.
06.03 Carl Devlies (CD&V): Ik zal dit verder opvolgen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Samengevoegde interpellatie en vraag van
- de heer Carl Devlies tot de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de budgettaire
impact van de hervorming van de vennootschapsbelasting" (nr. 820)
- de heer Hagen Goyvaerts aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "het rapport van
het Rekenhof inzake de budgettaire impact van de verlaging van de vennootschapsbelasting"
(nr. 10906)
07 Interpellation et question jointes de
- M. Carl Devlies au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "l'incidence budgétaire de la
réforme de l'impôt des sociétés" (n° 820)
- M. Hagen Goyvaerts au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "le rapport de la Cour des
comptes sur l'impact budgétaire de la réduction de l'impôt des sociétés" (n° 10906)
07.01 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, de hervorming van de vennootschapsbelasting uitgevoerd
via de wet van 24 december 2002 tot wijziging van de
vennootschapsregeling inzake inkomstenbelastingen en tot instelling
van een systeem van voorafgaande beslissingen in fiscale zaken,
werd grotendeels vanaf het aanslagjaar 2004 van kracht.

Uit de behandeling van het toenmalige ontwerp in de
Kamercommissie blijkt duidelijk dat deze hervorming binnen een
budgettair neutraal keurslijf diende te gebeuren. In uw inleidende
uiteenzetting hebt u gezegd, ik citeer: "Om over voldoende
budgettaire middelen te kunnen beschikken voor de verlaging van de
personenbelasting en de vermindering van de sociale lasten moet de
hervorming van de vennootschapsbelasting plaatsvinden in een
07.01 Carl Devlies (CD&V): La
réforme de l'impôt des sociétés
est entrée en vigueur en majeure
partie à partir de l'exercice 2004.
Lors de l'examen du projet de loi
en commission, le ministre a
expliqué clairement que cette
réforme devait s'opérer dans un
cadre budgétaire neutre et que
diverses dépenses fiscales
devraient donc être réduites. Le
ministre a également déclaré que
la Cour des comptes serait
chargée d'un monitoring de
CRIV 51
COM 906
28/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
23
budgettair neutraal kader. Dit betekent dat verschillende fiscale
uitgaven zullen moeten worden verminderd." Verder zei u, ik citeer:
"Om te verifiëren of de budgettaire neutraliteit is gerespecteerd, zal
een beroep worden gedaan op het Rekenhof dat belast zal worden
met een monitoring van de evolutie van de ontvangsten inzake
vennootschapsbelasting. De evaluatie zal gedurende verscheidene
aanslagjaren worden uitgevoerd. Budgettaire neutraliteit houdt in dat
er geen verlies maar ook geen winst is voor de staatskas. Indien de
inkomsten uit de vennootschapsbelastingen toenemen omdat de
belastbare basis groter wordt door een sterkere economische activiteit
zal dit de mogelijkheid creëren om die nominale tarieven verder te
laten dalen. Dalen de inkomsten en komt de budgettaire neutraliteit in
gevaar dan zullen er bijkomende compenserende maatregelen
moeten worden overwogen."

Deze monitoring door het Rekenhof vloeit voort uit artikel 35 van de
wet. Rekening houdend met de data van inwerkingtreding, die het
wetsontwerp voor de verschillende maatregelen in aanmerking neemt,
werd het eerste jaarlijkse evaluatierapport van het Rekenhof pas op
1 maart 2006 aangenomen in de algemene vergadering van het
Rekenhof.

Uit het rapport blijkt nu dat de hervorming van 2002 helemaal niet
budgettair neutraal was, wel integendeel. Zowel een toetsing op basis
van een macro-economisch model als op basis van een detailanalyse
via gegevens van de administratie wijzen op een merkelijke
budgettaire meeropbrengst van respectievelijk 5,9% (circa
422 miljoen euro) en 8,18% (circa 585 miljoen euro). Gelet op het
zeer grote betrouwbaarheidsinterval met betrekking tot de raming van
de aanpassing van het DBI-stelsel kan de raming van de
meeropbrengst zelfs oplopen tot 19,2% of ruim 1,9 miljard euro. Het
Rekenhof concludeert dan ook dat het resultaat van de hervorming
van de vennootschapsbelasting zeer waarschijnlijk positief is.

Ik had graag vernomen, mijnheer de minister, of u de bevindingen van
het Rekenhof onderschrijft. Zo ja, in hoeverre zal de eerder geuite
belofte dan worden nagekomen om de nominale tarieven te verlagen?

Voorzitter: Bart Tommelein.
l'évolution des dépenses en
matière d'impôt des sociétés.

Le premier rapport d'évaluation
annuel de la Cour des comptes n'a
été adopté que lors de
l'assemblée générale du 1
er
mars
2006. Il en ressort que la réforme
de 2002 n'était pas du tout
budgétairement neutre, mais que,
selon différentes estimations, il y
avait un excédent budgétaire
d'environ 420 à 585 millions
d'euros. Selon une estimation
fiable, l'excédent pourrait même
s'élever à 1,9 milliard d'euros. La
Cour des comptes conclut que le
résultat de la réforme de l'impôt
des sociétés sera probablement
positif.

Le ministre souscrit-il aux
observations de la Cour des
comptes? L'engagement de
diminuer les taux nominaux sera-t-
il tenu?
Président: Bart Tommelein.
07.02 Hagen Goyvaerts (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
aansluitend bij de toelichting van de heer Devlies zou ik nog even in
herinnering willen brengen op welke manier het paarsgroene
compromis over het wetsontwerp betreffende de verlaging van de
vennootschapsbelasting tot stand kwam.

Mijnheer de minister, het opzet was een verlaging van het tarief, wat
een uitermate belangrijk element voor de liberalen was. Er was
natuurlijk wel enige argwaan bij uw coalitiepartners ­ toen de
socialisten en de groenen ­, zodat de verlaging moest plaatsvinden in
een budgettair neutraal kader.

Er moesten bijgevolg compenserende maatregelen worden genomen.
De compenserende maatregelen omvatten het schrappen van een
aantal aftrekposten en de retroactieve invoering van een belasting op
de liquidatieboni.
07.02 Hagen Goyvaerts (Vlaams
Belang): Le projet de loi relatif à la
réforme de l'impôt des sociétés
était un compromis de la coalition
arc-en-ciel. Les libéraux
souhaitaient un abaissement du
taux et, pour calmer les
partenaires de la coalition, il a été
convenu que la réduction serait
budgétairement neutre. Des
mesures compensatoires ont été
prises, comme la suppression
d'une série de déductions et
l'instauration avec effet rétroactif
d'un impôt sur les bonis de
liquidation.
28/03/2006
CRIV 51
COM 906
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24
De compensatie op zich was geen voldoende garantie voor de
budgettaire neutraliteit van de operatie. De regering ging dus over tot
het toekennen aan het Rekenhof van een controlefunctie in functie
van de gegenereerde inkomsten. Dat bleek nog niet voldoende te zijn.
Bij wet kende de regering dus aan het Rekenhof het toezicht op de
evolutie van de belastinginkomsten toe. Dat gebeurde in 2002.

Mijnheer de minister, in mijn documentatiemap vond ik nog een
uitspraak die u op 6 juli 2002 zelf deed in de Financieel Economische
Tijd, zoals de krant toen nog werd genoemd. Daarin stelde u over de
budgettaire neutraliteit het volgende: "Als dat niet het geval zou zijn,
zal de regering nieuwe maatregelen opleggen. Als de cijfers beter zijn
dan verwacht, kan de regering beslissen de tarieven nog verder te
laten dalen."

Sinds maart 2006 beschikken wij over een rapport over de evaluatie
van de hervorming van de vennootschapsbelasting en over de
budgettaire neutraliteit. In het rapport kunnen wij min of meer lezen
dat de zogenaamde verlaging van de vennootschapsbelasting van
2002 voor het aanslagjaar 2004 de federale regering zowat 585
miljoen euro opleverde.

Op zich is dat verbazend voor een budgettair neutrale operatie. Ten
tijde van de bespreking van het wetsontwerp waren u en uw
toenmalige collega van Begroting, Johan Vande Lanotte, immers
nogal overtuigd van het cijferwerk en van het rekenwerk dat toentertijd
werd uitgevoerd, zeker wat betreft de betrouwbaarheid ervan.

De daling in de belastingtarieven moest, zoals ik al zei, worden
gecompenseerd. Bijgevolg stellen wij nu vast dat er, om het met een
liberaal woord te zeggen, een terugverdieneffect is. De belastingdruk
is voor de ondernemers dus blijkbaar niet echt gedaald. Anders zou u
geen meeropbrengst van 585 miljoen euro kunnen noteren.

Mijnheer de minister, bijgevolg vond ik het nuttig om u een aantal
vragen over de maatregel te stellen.

Ten eerste, wat is uw standpunt omtrent de conclusie van het rapport
van het Rekenhof inzake de budgettaire neutraliteit van de verlaging
van de vennootschapsbelasting?

Ten tweede, op welke manier zullen de meeropbrengsten
terugvloeien naar het bedrijfsleven?

Ten derde, overweegt u om in een aantal compensatiemaatregelen te
herzien, zoals u in uw uitspraak van 2002 hebt beloofd?
Pour garantir la neutralité
budgétaire, une fonction de
contrôle sur les recettes générées
a été confiée en 2002 à la Cour
des Comptes, qui a ensuite été
chargée de surveiller l'évolution
des recettes fiscales. A l'époque,
le ministre a déclaré au Financieel
Economische Tijd
que le
gouvernement prendrait des
mesures, comme une nouvelle
baisse des taux, si la neutralité
budgétaire était menacée.

Récemment, un rapport a révélé
que la réduction de l'impôt sur les
sociétés en 2002 a rapporté
environ 585 millions d'euros pour
l'exercice d'imposition 2004. En
2002, le ministre, ainsi que M.
Vande Lanotte, également
ministre à l'époque, étaient
convaincus de la fiabilité de leurs
chiffres et de la neutralité
budgétaire de la mesure. Il
apparaît maintenant qu'il y a des
retombées, qu'il convient de
compenser. Selon toute évidence,
la pression fiscale n'a pas
véritablement diminué pour les
responsables d'entreprises
puisque, dans le cas contraire, il
n'y aurait pas de recettes
supplémentaires.

Que pense le ministre du rapport
de la Cour des comptes relatif à la
neutralité budgétaire de la
réduction de l'impôt des sociétés?
Comment les recettes
supplémentaires seront-elles
répercutées vers l'économie? Le
ministre respectera-t-il son
engagement relatif à la révision de
quelques mesures
compensatoires?
07.03 Minister Didier Reynders: Het is juist: het was een neutraliteit
op begrotingsvlak. Ik heb in dat verband veel kritiek gehoord
gedurende de bespreking van de hervorming van de
vennootschapsbelasting, maar nu is er een bevestiging: het was
neutraal. U vroeg naar een aantal nota's.
07.03 Didier Reynders, ministre:
Les critiques étaient nombreuses
au moment de la discussion de la
réforme de l'impôt des sociétés,
mais je peux à présent confirmer
que le résultat budgétaire est
neutre.
07.04 Carl Devlies (CD&V): De conclusie is dat het niet neutraal
was.
07.04 Carl Devlies (CD&V): Selon
la conclusion du rapport, le résultat
n'était pourtant pas neutre.
CRIV 51
COM 906
28/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25
07.05 Minister Didier Reynders: Ja? Ik zal het voorlezen. U heeft
gezegd dat het niet juist was en vroeg naar een aantal nota's van de
Inspectie van Financiën en ­ destijds ­ van Begroting, om een
dergelijke vaststelling te kunnen maken. Het is klaar en duidelijk.
07.06 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de minister, ik heb altijd
duidelijk gesteld dat...
07.07 Minister Didier Reynders: Mijnheer Devlies, u hebt altijd
gezegd dat het niet neutraal zou zijn.
07.08 Carl Devlies (CD&V): Dat is ook zo, omdat u de belastbare
basis...
07.09 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, mag ik een
antwoord geven? Is dat mogelijk?
De voorzitter: Het woord is aan de minister. Mijnheer Devlies, u kan straks repliceren.
07.10 Minister Didier Reynders: Het was toch een fout vanuit uw
standpunt. Het is toch mogelijk om dat te zeggen? Gedurende de
ganse bespreking hebt u gevraagd om meer nota's, om zeker te zijn
dat begrotingsneutraliteit mogelijk was. Nu is dat bevestigd door het
Rekenhof, niet meer dan dat. We hebben alle nodige maatregelen
genomen om een verdere daling van de vennootschapsbelasting te
kunnen bewerkstelligen. Maar goed, verschillende leden van de
commissie hebben gedurende enkele uren herhaald dat het niet ging
en gevraagd naar een nota van minister Vande Lanotte en naar een
nota van de Inspectie van Financiën om het te bevestigen.

Nu hebben we ook een berekening van het Rekenhof. De conclusie
van het rapport van het Rekenhof verheugt me en ik sluit me daarbij
aan. U moet er niet een aantal elementen uitlichten, de conclusie van
het Rekenhof is de volgende. Het Rekenhof stelt dat minstens
budgettaire neutraliteit wordt bereikt en dat het resultaat zeer
waarschijnlijk positief is: "Voor de relatieve toename van de opbrengst
kunnen waarden tot 8,18% als tamelijk veilig worden beschouwd. Nog
gunstiger prognoses die boven de richtwaarde van het macro-
economisch model liggen, zouden voorzichtigheidshalve moeten
worden bevestigd door meer metingen." Er is dus een
begrotingsneutraliteit.

Bij de evaluatie van de budgettaire neutraliteit van de hervorming van
de vennootschapsbelasting, heeft het Rekenhof zich gebaseerd op
cijfers welke door de FOD Financiën met dat doel werden verzameld.
Die cijfers zijn onder meer afkomstig uit de fiscale statistiek. De
gegevens per quote uit de aangifte van de vennootschappen, uit de
gegevensborderellen en uit het formulier 276U van de
investeringsaftrek, worden verzameld in een databank. Dat geheel
van gegevens wordt de fiscale statistiek genoemd.

Daarnaast heeft het Rekenhof bij zijn berekening gebruik gemaakt
van een macro-economisch model dat door de studie- en
documentatiedienst van de FOD Financiën werd opgesteld.
Bovendien werd door het Rekenhof in overleg met de FOD Financiën
een methodologie opgesteld ter evaluatie van de budgettaire
neutraliteit.
07.10 Didier Reynders, ministre:
M. Devlies a toujours prétendu
qu'une telle mesure ne serait pas
neutre mais il était dans l'erreur.
La conclusion de la Cour des
comptes est claire: la neutralité
budgétaire est en tout cas acquise
et le résultat sera très
probablement positif. Selon la
Cour des comptes, pour
l'augmentation relative des
recettes, des valeurs qui atteignent
jusqu'à 8,18 % peuvent être
considérées comme relativement
sûres.

L'évaluation de la Cour des
comptes repose sur des chiffres
puisés spécialement à cet effet par
le SPF Finances dans les
statistiques fiscales, entre autres,
et sur un modèle macro-
économique établi par le service
d'étude et de documentation du
SPF Finances.

Grâce à ces deux décisions, nous
avons anticipé l'arrêt de la Cour
des comptes. La déduction des
intérêts notionnels a été estimée à
560 millions d'euros, soit une
réduction considérable par rapport
à l'estimation de la Cour des
comptes. Nous avons, par ailleurs,
exempté les sociétés de l'impôt
sur les primes régionales de
remise au travail et de transition
professionnelle et des subsides en
28/03/2006
CRIV 51
COM 906
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
26

We hebben niet op de vraag van de heer Devlies gewacht om naar
een daling van de vennootschapsbelasting te gaan. We hebben reeds
een aantal maatregelen voor een berekening genomen voor het
verslag van het Rekenhof. Met twee ondertussen reeds genomen
maatregelen werd geanticipeerd op het besluit van het Rekenhof. De
invoering van de notionele intrestaftrek werd geraamd op 560 miljoen
euro, wat een zeer belangrijke daling is in vergelijking met de raming
van het Rekenhof. Ik heb al veel vragen gekregen van beide
parlementsleden die zeggen dat het duurder zal zijn. Dank u. We
zullen dat zien. Ik blijf bij de raming. Er is dus wel een eerste
beslissing na de
eerste fiscale hervorming inzake de
vennootschappen om naar een nieuwe daling van 560 miljoen euro te
gaan.

Ten tweede is er de vrijstelling van belasting voor de gewestelijke
tewerkstellingspremies en beroepsoverstappremies en van de
kapitaal- en intrestsubsidies in het kader van de economische
expansiewetgeving toegekend aan vennootschappen. Dat is de wet
van december 2005. Sinds vorige week is er ook de vrijstelling voor
subsidies, onderzoek en ontwikkeling, geraamd op in totaal 130
miljoen euro op kruissnelheid. Beide maatregelen impliceren reeds
een verdere verlaging van de werkelijke vennootschapstarieven. Wij
hebben dus al maatregelen genomen, ook op vraag van de
Gewesten, voor een totaal van 690 miljoen euro meer dan de
geraamde kosten van de eerste hervorming.

Ik begrijp uw vraag dus niet. Wij hebben gezegd dat het neutraal zou
zijn en dat is zo. Wat is dan het probleem? U zegt dat we toch iets
moeten doen om toch een daling van de vennootschapsbelasting te
realiseren. Dat is al gebeurd voor 690 miljoen euro sinds de eerste
hervorming met de notionele intrestaftrek en de vrijstelling van een
aantal gewestelijke premies. Wat wilt u dat wij nog meer doen? Ik heb
altijd van u gehoord dat dingen te duur zijn. U hebt altijd een te grote
kost gevreesd inzake de notionele intrestaftrek. Vraagt u nu om nog
meer te doen? Waarvoor? Ik herhaal: we hebben al over 690 miljoen
euro aan nieuwe verlagingen van vennootschapsbelasting beslist.

Ik begrijp uw vraag niet, maar dat is niet erg. De vraag was een
neutrale hervorming te krijgen en dat is gebeurd. Er werd gevraagd
om meer te doen: dat is gebeurd. We moeten nu naar een akkoord
gaan.
capital et en intérêt attribués dans
le cadre de la législation
d'expansion économique. Depuis
la semaine dernière, une
exonération, estimée à 130
millions d'euros, est également
octroyée pour les subventions en
matière de recherche et
développement. Les mesures déjà
prises à ce jour représentent donc
un montant de 690 millions
d'euros.

Nous avons dit que la mesure
serait neutre et elle l'est
effectivement.

07.11 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de voorzitter, de minister
negeert zonder meer het rapport van het Rekenhof. Het rapport stelt
zeer duidelijk dat ingevolge de verbreding van de belastbare basis
uiteindelijk de vermindering van de tarieven niet budgettair neutraal is
geweest. De opbrengst voor de overheid was aldus 585 miljoen extra
op jaarbasis.

Ik heb hier nooit gezegd, mijnheer de minister, dat deze hervorming te
duur zal zijn, wel integendeel. Wij hebben hier discussies gehad
waarbij ik u erop gewezen heb dat de verlaging van de tarieven
onvoldoende zal zijn om de verbreding van de belastbare basis te
compenseren. Wij hebben daar vorig jaar met u en de heer Jamar
een discussie over gehad, onder meer op basis van het rapport van
de KU Leuven van professor Vandenbussche die een studie gemaakt
heeft van de effecten van de belastinghervorming 2002. Door de
07.11 Carl Devlies (CD&V): Le
ministre fait fi du rapport de la
Cour des comptes qui stipule
qu'étant donné l'élargissement de
la base imposable, la baisse des
taux n'a pas été sans
conséquences budgétaires.

J'ai déjà attiré l'attention du
ministre sur le fait que la baisse
des taux ne suffirait peut-être pas
pour compenser l'élargissement
de la base imposable. Une
discussion a été menée à ce sujet
sur la base du rapport du
CRIV 51
COM 906
28/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
27
professor van de KU Leuven werd duidelijk gesteld dat deze
hervorming niet neutraal zou zijn en dat uiteindelijk de belastingdruk
daardoor niet zou dalen. Men heeft daar berekeningen over gemaakt,
men heeft verwezen naar alle maatregelen. Dus voorafgaandelijk aan
de hervorming van 2002 heeft u gedurende een aantal jaren
maatregelen genomen om de belastbare basis te verhogen. De
maatregelen die dan in 2002 genomen zijn, hebben ook nog eens een
verhoging van de belastbare basis met zich meegebracht. Zodoende
werd de verlaging van de tarieven meer dan gecompenseerd, wat nu
wordt bevestigd door het Rekenhof, wat u zonder meer naast u
neerlegt en ontkent.

Ik wens er nog op te wijzen dat in de studie van professor
Vandenbussche gesteld wordt dat het Belgisch feitelijke tarief na de
belastinghervorming ongeveer 8,5% hoger is dan het gemiddelde
Europese tarief, dat van het Europa van de 25 landen. Als men werkt
met het oude Europa van de 15 landen is het verschil 6,4%. Dus de
feitelijke belastingdruk in België op de vennootschappen is 6,4%
hoger dan in de Europese landen van de vroegere 15.

Ik ben trouwens niet de enige die het rapport van het Rekenhof
gelezen heeft. Ik stel ook vast dat het Verbond van Belgische
Ondernemingen kennis heeft genomen van het rapport en dat men
zonder meer zegt dat 600 miljoen euro aan de ondernemingen dient
te worden teruggegeven.

U hebt zichzelf sterk gemaakt in voorafgaande besprekingen, dat
indien zou blijken dat de operatie niet neutraal is en dat zij integendeel
een hogere belastingdruk met zich meegebracht heeft, u achteraf die
zaken zou rechtzetten. Dat doet u niet. U hebt gedurende twee jaar
herhaaldelijk het tegenovergestelde gezegd, dat het een verlaging van
de druk was. Dat is het dus niet.

U verwijst dus nu opnieuw naar de nationele intrest, die wij gesteund
hebben vanuit de oppositie, maar die voor u ook een budgettair
neutrale operatie is, want u hebt daar ook compenserende
maatregelen genomen.

"Dit is een compleet neutrale budgettaire operatie", zo heeft u dit hier
toegelicht in de commissie. Nu komt u dit nog eens verkopen. U
verwijst ook naar de initiatieven van de Vlaamse minister-president. Ik
denk dat het goede initiatieven zijn die door de Vlaamse minister-
president zijn genomen. Gelukkig is er in Vlaanderen nog een
regering die de belangen van onze ondernemingen volgt. Ik
concludeer hier dat u zonder meer het rapport van het Rekenhof
naast zich neerlegt en dat u terugkomt op de engagementen die u
vroeger hebt aangegaan ten opzichte van het Parlement.
professeur Vandenbussche sur la
réforme fiscale de 2002. Cette
réforme n'a pas été neutre sur le
plan budgétaire et n'a pas fait
diminuer la pression fiscale.
L'élargissement de la base
imposable les années précédant
cette réforme fiscale avait, en
effet, plus que compensé la baisse
des taux.

Selon l'étude, depuis la réforme
fiscale, le taux réel belge est de
8,5 % supérieur au taux européen
moyen. Par rapport à l'ancien taux
de l'Europe des 15, la différence
reste de 6,4 %.

La Fédération des entreprises de
Belgique a lu le rapport de la Cour
des comptes et demande que 600
millions d'euros soient
remboursés. Le ministre n'a-t-il
pas clamé qu'il prendrait des
mesures s'il devait finalement
s'avérer que cette opération n'était
pas neutre sur le plan fiscal.

Le ministre se réfère aux intérêts
notionnels qui, grâce à des
mesures compensatoires,
constituent également une
opération neutre sur le plan
budgétaire.

Le ministre a aussi fait référence
aux initiatives du ministre-
président flamand. Voilà au moins
des initiatives qui ne nuisent pas
aux intérêts des entreprises !

Je déduis de la réponse du
ministre qu'il préfère dédaigner le
rapport de la Cour des comptes et
revenir sur l'engagement qu'il a
souscrit vis-à-vis de la Chambre.
07.12 Hagen Goyvaerts (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
wat is een gegeven of gesproken woord van een minister waard. U
doet een vennootschapsbelasting in een neutraal budgettair kader. De
eerste evaluatie van het Rekenhof levert u voor het aanslagjaar 2004
geen budgettaire neutraliteit op, maar 585 miljoen euro. Dat is het
eerste element.

Tweede element: u voert een notionele aftrek in en de kostprijs voor
het eerste jaar is 560 miljoen euro. Die twee compenseren elkaar.
Hetgeen, bij wijze van spreken, al is opgehoest door ondernemend
07.12 Hagen Goyvaerts (Vlaams
Belang): On peut effectivement se
poser la question: que vaut encore
la parole d'un ministre? Le
ministre a parlé d'une opération
neutre du point de vue budgétaire.
Mais selon la Cour des comptes,
ce n'est pas exact car l'année
d'imposition 2004 rapportera au
gouvernement un bonus de 585
28/03/2006
CRIV 51
COM 906
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
28
Vlaanderen, wordt al meteen gebruikt om het volgende te
compenseren, los van het succes dat uw maatregel nog gaat hebben.

Het was de bedoeling van deze regering om iets te doen aan de
competitiviteit van dit land. U moest daar absoluut iets aan doen, en u
zult daar ongetwijfeld nog maatregelen voor moeten nemen ten
opzichte van de buurlanden. Alleszins is het zo dat u uw interpretatie
van budgettaire neutraliteit nogal licht opneemt. Er is een overschot
geboekt, zoals in de analyse van het VBO, waarnaar collega Devlies
verwijst. Ik ben niet de man die de Belgische ondernemingen moet
verdedigen, maar we weten allemaal dat ondernemend Vlaanderen
daar de grootste bijdrage levert. Ik denk dat zij wel eens twee keer
zullen nadenken wanneer zij u nog eens zullen herinneren aan een
volgende verlaging van de vennootschapsbelasting.
millions d'euros.

Le ministre instaure des intérêts
notionnels et le coût sera de 560
millions d'euros pour la première
année. Les deux choses
s'annulent. Tous les profits déjà
réalisés par la Flandre
entreprenante seront d'emblée
utilisés pour compenser le coût
suivant, indépendamment du
succès récolté par cette mesure.
Mais je pense que les entreprises
flamandes s'en souviendront la
prochaine fois qu'une baisse de
l'impôt des sociétés sera inscrite à
l'ordre du jour.
Moties
Motions

Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.
En conclusion de cette discussion les motions suivantes ont été déposées.

Een motie van aanbeveling werd ingediend door de heren Carl Devlies en Hendrik Bogaert en luidt als
volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellatie van de heer Carl Devlies
en het antwoord van de vice-eerste minister en minister van Financiën,
vraagt de minister
om gelet op de bevinding van het Rekenhof, dat de hervorming van de vennootschapsbelasting leidde tot
een stijging van de ontvangsten, de eerder door hem geuite belofte na te komen en de nominale tarieven te
verlagen."

Une motion de recommandation a été déposée par MM. Carl Devlies et Hendrik Bogaert et est libellée
comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de M. Carl Devlies
et la réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances,
demande au ministre
de respecter la promesse qu'il a faite précédemment de réduire les taux nominaux, eu égard aux
conclusions de la Cour des comptes selon lesquelles la réforme de l'impôt des sociétés a débouché sur
une hausse des recettes."

Een eenvoudige motie werd ingediend door de heren Luc Gustin, Jacques Chabot, Luk Van Biesen en Dirk
Van der Maelen.

Une motion pure et simple a été déposée par MM. Luc Gustin, Jacques Chabot, Luk Van Biesen et Dirk
Van der Maelen.

Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.

Mijnheer Bogaert, de heer Wathelet is niet aanwezig voor het stellen van zijn vraag nr. 10955 die was
samengevoegd met uw vraag nr. 10927. U hebt de keuze, in die zin dat u uw vraag kunt uitstellen,
waardoor u ze toch samen met de heer Wathelet kunt stellen, of ze nu kunt stellen. In het laatste geval
wordt een kopie van het antwoord aan de heer Wathelet bezorgd.
CRIV 51
COM 906
28/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
29
07.13 Hendrik Bogaert (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik neem aan
dat de vraag van de heer Wathelet in dezelfde richting gaat, over de
timing. Ik heb geen contact opgenomen met de heer Wathelet. Ik zal
mijn vraag nu stellen, omdat ze al eens werd uitgesteld.
08 Vraag van de heer Hendrik Bogaert aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de
timing van de korting op de gasfactuur" (nr. 10927)
08 Question de M. Hendrik Bogaert au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "le
calendrier prévu pour le versement de la remise sur la facture du gaz" (n° 10927)
08.01 Hendrik Bogaert (CD&V): Mijnheer de voorzitter, het
probleem van de oppositie is dat zij vaak moeilijke vragen stelt.
Vandaar dat ik mijn vraag zo eenvoudig mogelijk gemaakt heb. Ik heb
er namelijk een multiplechoicevraag van gemaakt.

Mijnheer de minister, in het licht van de nieuwe verklaring tijdens het
weekend en de verklaring van uw kabinet aan de pers over de
uitbetaling van de gaskorting, wil ik u graag de volgende vraag stellen.

De korting op de gasfactuur zal ten laatste aan de verbruiker worden
uitbetaald... Het is een multiplechoicevraag. Is het a: op 31 juli 2006?
Is het b: op 21 december 2006? Is het c: 30 juni 2007? Of is het d: dat
kan me niet schelen. Ik weet niet of dit het antwoord is?
08.01 Hendrik Bogaert (CD&V):
Ce week-end, une nouvelle
déclaration a été faite et le cabinet
du ministre a informé la presse
des délais dans lesquels une
remise devrait être accordée sur la
facture du gaz.

Quelle est la date butoir pour le
paiement de la remise aux
consommateurs?
08.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Bogaert, ik heb al een antwoord gegeven aan mevrouw Lalieux in het
begin van de vergadering. Maar goed, dat is niet erg.

Zoals ik vorige week reeds zei, zullen we tot een oplossing komen
tijdens de begrotingscontrole. Na de begrotingscontrole zullen wij alle
details geven. Over betalingen in 2006, al dan niet op forfaitaire basis,
zullen we nog een beslissing nemen.

Ik heb al een antwoord gegeven aan mevrouw Lalieux aan het begin
van deze vergadering. Ik bevestig dat. Ik heb altijd al gezegd dat we
tot een precisering moeten komen na de begrotingscontrole. U zult
dus nog een, twee of drie dagen moeten wachten.
08.02 Didier Reynders, ministre:
J'ai déjà répondu à Mme Lalieux à
ce sujet précédemment lors de la
réunion. Nous trouverons une
solution lors du contrôle
budgétaire. Nous
communiquerons ensuite tous les
détails. Quant aux paiements
forfaitaires ou autres, nous
déciderons encore en 2006.
08.03 Hendrik Bogaert (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik hoor uw opmerking. Het is een beetje vervelend om te
moeten vaststellen ­ niet vandaag, maar in dit dossier, de paar keer
dat ik die vraag stel in het Parlement ­ dat er nooit een antwoord is
gekomen.
08.03 Hendrik Bogaert (CD&V):
Je n'ai toujours pas obtenu de
réponse dans ce dossier.
08.04 Minister Didier Reynders: Mijnheer Bogaert, ik ben geen
student. Als ik uw vragen lees? Er zijn drie mogelijkheden: a, b en c.
Ik ben geen student en zal dat spel dus niet meespelen. Ik baal altijd
van de karikaturale visie van de commissie voor de Financiën.
08.04 Didier Reynders, ministre:
Je ne participe pas à ces petits
jeux. J'en ai assez de la vision
caricaturale qu'ont certains des
travaux de cette commission.
08.05 Hendrik Bogaert (CD&V): Mijnheer de minister, ik versta uw
opmerking niet helemaal goed. U zegt altijd dat wij ofwel te veel ofwel
te moeilijke vragen stellen...
08.06 Minister Didier Reynders: Neen, (...)
08.07 Hendrik Bogaert (CD&V): ... en ik vereenvoudig mijn vraag 08.07 Hendrik Bogaert (CD&V):
28/03/2006
CRIV 51
COM 906
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
30
daarom tot de essentie van de kwestie. Maar dan weigert u nog altijd
te antwoorden. Ik zal moeten blijven zoeken naar de manier waarop ik
die vraag precies moet formuleren, zodanig dat ik misschien toch
eens een antwoord krijg.

Ik zal wat politieke verduidelijking geven, mocht het niet helemaal
duidelijk zijn voor u.

De observatieperiode loopt tot 30 juni. In principe kan er vanaf juli
2006 uitbetaald worden. Mijn vraag luidt of de uitbetaling onmiddellijk
na de observatieperiode zal gebeuren.

21 december is de eerste dag van de winter, en de PS heeft verklaard
dat alles vóór de winter uitbetaald zou zijn. Vandaar dat ik gevraagd
heb naar 21 december 2006.

30 juni 2007 is de datum die gehanteerd zou worden als u, al dan niet
op forfaitaire basis, vasthoudt aan de jaarlijkse afrekening van de
gasfactuur. Dat is de laatste datum waarop een bepaald deel van de
bevolking die jaarlijkse afrekening nog zou krijgen, tellende vanaf het
eerst mogelijke moment, zijnde 1 juli 2006.

Wat voor ons een beetje vervelend is bij het stellen van vragen in de
commissie of in de plenaire vergadering, is dat u er geen of
nauwelijks antwoord op geeft. Via de pers moeten wij dan een en
ander vernemen.
Étant donné que le ministre répète
sans cesse que nous posons trop
de questions ou des questions
trop complexes, j'ai ramené ma
question à l'essentiel. Je continue
à chercher un moyen d'obtenir une
réponse. La date peut être celle du
30 juin étant donné que la période
d'observation arrive alors à
échéance. Le paiement sera-il
effectué immédiatement après
cette date ? Le PS a déclaré que
tout serait payé avant l'hiver. La
date doit donc être celle du 21
décembre. Enfin, il y a la date du
30 juin 2007, la dernière à laquelle
une partie de la population
recevrait le décompte de la facture
de gaz.

C'est tout juste si le ministre
daigne répondre aux questions
que nous posons en commission
ou en séance plénière.
08.08 Minister Didier Reynders: ...
08.09 Hendrik Bogaert (CD&V): Uw kabinet toch wel? Uw kabinet
zegt dat het in elk geval in 2007 zal zijn. U weigert dat echter te
bevestigen als ik u een vraag stel. Ik had dat dus graag uit uw mond
vernomen. Ik neem aan dat dit vandaag gebeurd is, maar het komt
toch weer een week na de feiten. Ik denk dat dit niet zo goed is voor
de werking van onze commissie.
08.09 Hendrik Bogaert (CD&V):
Le cabinet du ministre a déclaré
que la remise serait en tout état de
cause accordée dans le courant
de 2007 mais le ministre se refuse
à confirmer cette information
quand je lui pose la question. Je
suppose donc que la décision a
été prise aujourd'hui, une semaine
après les faits.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09 Samengevoegde vragen van
- de heer Hendrik Bogaert aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "het
genaderecht, de kwijtschelding van boeten en belastingverhogingen en het regentbesluit van 18 maart
1831" (nr. 10928)
- de heer Hendrik Bogaert aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "het
genaderecht, de kwijtschelding van boeten en belastingverhogingen en het regentbesluit van 18 maart
1831" (nr. 11047)
09 Questions jointes de
- M. Hendrik Bogaert au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "le droit de grâce, la remise
d'amendes ou d'accroissement d'impôt et l'arrêté du Régent du 18 mars 1831" (n° 10928)
- M. Hendrik Bogaert au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "le droit de grâce, la remise
d'amendes ou d'accroissement d'impôt et l'arrêté du Régent du 18 mars 1831" (n° 11047)
09.01 Hendrik Bogaert (CD&V): Mijnheer de voorzitter, omdat de
commissie vorige week niet kon doorgaan, heb ik een addendum aan
09.01 Hendrik Bogaert (CD&V):
Un tableau communiqué
CRIV 51
COM 906
28/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
31
deze vraag toegevoegd. De vraag nr. 11047 vervangt eigenlijk de
vraag nr. 10928. Met uw toestemming zal ik slechts een vraag
behandelen.

Mijnheer de minister, in antwoord op mijn vraag nr. 1094 heb ik van u
een tabel gekregen waaruit duidelijk blijkt dat er een ernstige
regionale scheeftrekking bestaat op het vlak van het gebruik van dit
genaderecht. Het gaat over het Regentbesluit van 18 maart 1831 over
de kwijtschelding van boeten en belastingverhogingen. Uit dat
antwoord blijkt in elk geval dat op het vlak van de aanvragen er een
serieuze regionale scheeftrekking bestaat. De regionale verdeling is
als volgt: Wallonië 47%, Brussel 24% en Vlaanderen 28%. Deze
verhouding is in volledige tegenspraak met de socio-economische
realiteit waar u vaak mee schermt wanneer regionale cijfers van
vennootschapsbelasting, zonebelasting of belastingsupplementen
worden besproken in de commissie voor de Financiën.

Ten eerste, vanwaar deze manifeste scheeftrekking? Wat gaat u als
minister van Financiën en vice-premier doen om de lat opnieuw gelijk
te leggen?

Ten tweede, in de eerste vraag had ik een commentaar opgenomen
op de aanvragen. Ik had zoals in mijn vraag nr. 1094 graag dezelfde
regionale spreidingscijfers bekomen op het vlak van de toekenning.
Deze cijfers moeten bestaan aangezien het de centrale diensten zijn
die advies geven. Ik denk dat deze cijfers beschikbaar moeten zijn in
uw belastingdienst.

Ten derde, ik had graag het totale bedrag aan vrijstellingen gekend,
alsook de bedragen per gewestelijke directies voor zowel de
aanvragen van vrijstelling als de effectieve toekenningen.
précédemment révèle une grande
disparité régionale en matière de
recours au droit de grâce ou à la
remise d'amendes ou
d'accroissements d'impôt. La
répartition se présente comme
suit: 47 % pour la Wallonie, 24 %
pour Bruxelles et 28 % pour la
Flandre. Ce rapport est en
flagrante contradiction avec la
réalité socioéconomique.

Comment le ministre explique-t-il
cette disparité? Comment compte-
t-il y remédier? Comment se
répartissent les chiffres en matière
d'octroi sur le plan régional? Quel
est le montant total des
exonérations? Quels sont les
montants par direction régionale,
en ce qui concerne tant les
demandes que les octrois
effectifs?
09.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, mijn
administratie behandelt de verzoekschriften tot kwijtschelding of
vermindering van administratieve geldboeten of
belastingenverhogingen op grond van het Regentbesluit van 18 maart
1831, naargelang zij worden ingediend. Mijn administratie, noch ikzelf
hebben bijgevolg enige directe invloed op het aantal verzoeken en/of
op de regionale spreiding ervan. Het is zeker geen kerntaak, noch
een prioriteit van mijn administratie om in dat verband te zoeken naar
de redenen van de door u aangehaalde verschillen. Er zijn enkel
vragen die wij behandelen.

Omdat voorrang wordt gegeven aan andere prioritaire taken hebben
de centrale diensten van mijn administratie tot op heden geen
statistiek bijgehouden over de regionale spreiding van de beslissingen
waarbij geheel of gedeeltelijk kwijtschelding van boeten en
belastingverhogingen wordt verleend. Mits enig opzoekwerk kunnen
de bijkomende gegevens, die u hebt gevraagd, verzameld worden. Ik
zal u die gegevens laten bezorgen in de loop van de volgende dagen.

Mijnheer de voorzitter, ik heb geen invloed op de brieven die
belastingplichtigen sturen aan mijn administratie. Er zijn verschillen
per provincie, per Gewest of per gezin. Ik heb echter geen invloed op
het aantal vragen.
09.02 Didier Reynders, ministre:
L'administration traite les requêtes
de remise et de modération
d'amendes ou d'accroissements
d'impôt au fur et à mesure de leur
dépôt. Ni l'administration ni moi-
même n'avons une quelconque
influence sur le nombre de
requêtes ou sur la répartition
régionale. Déterminer la cause
des différences régionales ne
constitue dès lors pas notre
priorité. Quelques recherches
nous permettraient toutefois de
réunir les données nécessaires. Je
les communiquerai dans les
prochains jours.
09.03 Hendrik Bogaert (CD&V): Mijnheer de minister, ik dank u voor
uw toezegging om mij die cijfers te bezorgen. Ik had graag geweten
09.03 Hendrik Bogaert (CD&V):
Quand puis-je espérer recevoir les
28/03/2006
CRIV 51
COM 906
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
32
welke timing u daarvoor vooropstelt.
chiffres?
09.04 Minister Didier Reynders: Mijn administratie zegt mij dat dit in
de volgende dagen zal gebeuren.
09.04 Didier Reynders, ministre:
Dans les prochains jours.
09.05 Hendrik Bogaert (CD&V): In de volgende dagen, dus zo snel
mogelijk. Goed.

Wat betreft het eerste deel waar ik de informatie wel al over heb, kunt
u zeggen dat u daar niets mee te maken hebt, maar politiek hebt u
daar natuurlijk wel heel veel mee te maken. Waarom vraagt iemand
dit aan of waarom wordt iemand geadviseerd om zoiets te gaan
aanvragen en daarmee dat Regentbesluit van 1831 te gebruiken? Dat
gebeurt omdat het werkt. Stel dat er gedurende vijf jaar geen enkele
aanvraag wordt goedgekeurd, dan gaat die fiscaal adviseur of
diegene die daar rondhangt ook niet meer aanbevelen om dat aan te
vragen. Op het ogenblik waarop het toekennen ervan wordt
stopgezet, gebeurt die aanvraag ook niet meer.

U gaat mij dus niet zeggen dat 47% of bijna de helft van alle
aanvragen in het ene landsdeel, in Wallonië, een absoluut normale
situatie betekent. Neen, het is de logica zelf dat als er zoveel
aanvragen zijn er ook zoveel toekenningen zijn in Wallonië. Met
andere woorden, dat systeem dat dus in eerste instantie terechtkomt
bij de regionale belastingdirecties wordt op een andere manier
geïnterpreteerd. Dat is mijn interpretatie ervan, u kunt het tegendeel
beweren. Als de helft van die aanvragen voor vrijstelling van boete en
belastingverhoging in Wallonië vallen, de helft, wat totaal niet in
overeenstemming is met de sociaal-economische draagkracht of
welke cijfers ook die er in deze commissie in het verleden gebruikt
zijn, dan gaat u mij niet vertellen dat dit gewoon een normale situatie
is. Het zou kunnen ­ ik ga mijn woorden wikken maar toch proberen
om duidelijk te zijn ­ dat de regionale directies in Wallonië gewoon
een andere interpretatie hebben van dat Regentbesluit van 18 maart
1831 en dat hier met andere woorden wel een scheeftrekking bestaat.

Ik noteer dus dat u weigert om in te grijpen. Ik vind dat zeer erg, ik
vind dat de fiscale lat overal in België gelijk moet liggen en dat de
interpretatie van de fiscale wetten overal in het land gelijk moet zijn. Ik
blijf dus bij mijn vragen en ik ben zeer benieuwd naar de antwoorden
die u zult geven op de bijkomende vragen die ik hierover heb gesteld.
Ik denk immers dat een van de hoekstenen van het vertrouwen van
de burger in de overheid een correcte toepassing van de fiscale
wetten is. Dit moet overal in het land gebeuren. Ik dank u.
09.05 Hendrik Bogaert (CD&V): Il
est également inadmissible de la
part du ministre d'affirmer que les
différences régionales ne sont pas
de son ressort. Si 47% des
demandes sont faites en Wallonie,
le nombre d'octrois est
évidemment aussi beaucoup plus
important. Cette situation résulte
d'une interprétation divergente de
la réglementation par les
différentes directions régionales.
Je constate que le ministre refuse
d'intervenir et je trouve cela
regrettable. Une application
correcte et uniforme de la
législation fiscale est en effet
essentielle pour la confiance des
citoyens envers les autorités.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
10 Question de M. Jacques Chabot au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "les
affectations des inspecteurs d'administration fiscale récemment recrutés" (n° 10989)
10 Vraag van de heer Jacques Chabot aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de
aanstelling van de recent aangeworven inspecteurs bij een fiscaal bestuur" (nr. 10989)
10.01 Jacques Chabot (PS): Monsieur le président, monsieur le
ministre, il me revient que pour les recrutements qui ont eu lieu
récemment dans votre département, bon nombre des inspecteurs
d'administrations fiscales sont ou seront officieusement affectés dans
les services Personnel et Organisation et dans les administrations
10.01 Jacques Chabot (PS): Een
groot aantal van de inspecteurs
van de belastingadministraties die
de jongste tijd in dienst werden
genomen, zijn of zullen worden
CRIV 51
COM 906
28/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
33
centrales. Cette information est-elle exacte et dans quelle mesure?

Dans l'affirmative, ce choix n'est-il pas paradoxal à un moment où il y
a un manque criant de personnel dans les services extérieurs, non
seulement pour taxer mais aussi pour recouvrer l'impôt? Quelles sont
les mesures qui seront prises pour remédier à ce déficit? Le plan de
personnel en tient-il compte et comment?

Qu'en est-il plus particulièrement au niveau de l'enregistrement et du
cadastre, où la problématique de la pyramide des âges se fait
cruellement ressentir, déjà aujourd'hui?

Au niveau de l'administration des contributions directes, les nouveaux
recrutés se plaignent d'être nommés uniquement à l'impôt des
personnes physiques.

Cela signifie-t-il qu'ils ne bénéficieront pas de la formation polyvalente
qui constituait une richesse quant à l'ouverture d'esprit de nos
fonctionnaires? Leur choix de carrière sera-t-il également restreint au
risque d'une sérieuse démotivation?

Par ailleurs, et de manière générale, les nominations interviennent au
1
er
avril et au 1
er
mai, ce qui entraîne une déstabilisation dans les
services.

La prescription pour les enrôlements étant fixée légalement au 30
juin, ne serait-il pas préférable, dans un souci de transparence et
d'organisation, d'opérer ces changements au 1
er
juillet? Qu'en
pensez-vous?
toegewezen aan de diensten
"Personeel en Organisatie" en aan
de diensten van het hoofdbestuur.

Klopt die informatie en is dat niet
vreemd, wetend dat de
buitendiensten over te weinig
personeel beschikken om de
belastingen te berekenen en te
innen? Hoe zal u dat tekort
wegwerken?

Wordt in het personeelsplan
rekening gehouden met het
personeelstekort bij de diensten
van de Registratie en het
Kadaster, waar de vergrijzing een
probleem vormt?

De nieuwe personeelsleden in de
administratie der Directe
Belastingen klagen dat ze enkel
benoemd worden in de diensten
personenbelasting. Zullen ze de
polyvalente opleiding, die hen voor
een hokjesmentaliteit kan
behoeden, kunnen volgen? Of zal
de keuze van hun loopbaan
dusdanig worden beperkt dat ze
gedemotiveerd raken?

De benoemingen vinden
doorgaans plaats op 1 april en op
1 mei en brengen de werking van
de diensten in het gedrang. Meent
u niet dat, aangezien de
inkohieringen tegen 30 juni
moeten gebeuren, het vanuit
organisatorisch oogpunt beter zou
zijn ze op 1 juli te laten
plaatsvinden?
10.02 Didier Reynders, ministre: Monsieur le président, monsieur
Chabot, il n'est pas exact que bon nombre d'inspecteurs de
l'administration fiscale sont ou seront officieusement affectés dans les
services Personnel et Organisation et dans l'administration centrale.
Aucun inspecteur de l'administration fiscale récemment recruté n'a
été, à ma connaissance, affecté dans les services Personnel et
Organisation. Certains inspecteurs de l'administration fiscale ont été
affectés officiellement auprès des services de l'administration
centrale. Ces détachements officiels sont nécessaires au bon
fonctionnement de l'administration et permettent en fin de compte de
simplifier le travail et les tâches des services fiscaux extérieurs.

Les mesures prises pour remédier aux besoins de personnel sont
prévues dans le plan de personnel. Ce plan tient compte des besoins
fonctionnels des administrations, dans la limite des moyens
budgétaires disponibles. Je le disais tout à l'heure, ce plan a été
10.02 Minister Didier Reynders:
Geen enkele inspecteur van de
belastingadministratie die onlang
in dienst is getreden, werd aan de
diensten "Personeel en
Organisatie" toegewezen. Een
aantal kwam wel bij de diensten
van het hoofdbestuur terecht. Die
maatregel is noodzakelijk voor de
goede werking van de
administratie en maakt het
mogelijk het werk van de fiscale
buitendiensten te vereenvoudigen.

De maatregelen die een antwoord
moeten bieden op de
28/03/2006
CRIV 51
COM 906
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
34
approuvé par le ministre de la Fonction publique.

La problématique de la pyramide des âges à l'administration du
Cadastre, de l'Enregistrement et des Domaines est bien connue et
ces paramètres sont également intégrés dans l'approche globale du
plan de personnel de cette administration.

Les nouveaux recrutés à l'administration des contributions directes
seront directement affectés là où les besoins fonctionnels se font le
plus sentir. Une formation complète, répartie sur toute la durée du
stage, leur est dispensée. Il n'y a bien entendu aucune volonté de
restreindre leur choix de carrière et ils peuvent bénéficier de toutes
les mesures existantes dans ce domaine.

Comme vous le souligniez, à un moment où il y a un manque criant
de personnel, tout renfort doit être réalisé le plus rapidement possible.
Postposer des recrutements ou tout autre mouvement de personnel
ne peut être accepté comme un principe de bonne administration.
Nous essayons donc de tenir compte de la remarque que vous avez
formulée, en mettant le plus rapidement possible du personnel à la
disposition des administrations.
personeelsbehoeften, zijn
opgenomen in het personeelsplan,
dat rekening houdt met de
beschikbare begrotingsmiddelen
en door de minister van
Ambtenarenzaken werd
goedgekeurd. Ook met het
probleem van de leeftijdspiramide
in de administratie van het
Kadaster, de Registratie en de
Domeinen werd in het
personeelsplan rekening
gehouden.

De nieuwe personeelsleden in de
administratie der Directe
Belastingen zullen worden ingezet
waar ze het meest nodig zijn.
Tijdens hun stage krijgen ze een
volledige opleiding. Het is zeker
niet de bedoeling hun
loopbaankeuze te beperken.

Indienstnemingen uitstellen is
geen beginsel van goed bestuur.
We stellen het personeel dus zo
vlug mogelijk ten dienste van de
administraties.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
11 Question de M. Jacques Chabot au vice-premier ministre et ministre des Finances sur
"l'application de la 'Charte de l'utilisateur des services publics' au SPF Finances" (n° 10990)
11 Vraag van de heer Jacques Chabot aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de
toepassing van het 'Handvest van de gebruiker van de openbare diensten' bij de FOD Financiën"
(nr. 10990)
11.01 Jacques Chabot (PS): Monsieur le président, monsieur le
ministre, l'objectif de la charte des services publics était d'améliorer la
relation entre le citoyen et les autorités. Cette charte contient surtout
des règles de conduite que les citoyens comme les administrations
fiscales doivent ou devraient respecter.

Il convient de souligner que la relation entre les services publics et
l'utilisateur ne pourra s'améliorer que si celui-ci reconnaît que, s'il peut
faire valoir ses droits, il ne peut méconnaître ses obligations.

Il me revient que plusieurs cours dispensés dans votre département
insistent sur le devoir de vos fonctionnaires de respecter cette charte.

Pourtant, certains auteurs avaient à l'époque parlé d'une
"monstruosité juridique" puisque cette charte est contenue dans une
circulaire de janvier 1993, publiée au Moniteur belge du 22 janvier
1993. Elle est donc dépourvue de valeur normative.

Est-il judicieux de faire respecter cette charte par vos services, alors
qu'elle n'a aucune valeur légale pour le citoyen?
11.01 Jacques Chabot (PS): Het
handvest van de gebruiker van de
openbare diensten had tot doel de
relatie tussen de burgers en de
autoriteiten te verbeteren. Dat
handvest bevat vooral
gedragsregels die de burgers en
de fiscale administraties moeten of
zouden moeten naleven. Is het
zinvol om dat handvest door uw
diensten te doen naleven, terwijl
het geen enkele wettelijke waarde
heeft voor de burgers? Wat is het
standpunt van uw departement
terzake?
CRIV 51
COM 906
28/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
35

Quelle est la position de votre département à cet égard?
11.02 Didier Reynders, ministre: Monsieur le président, monsieur
Chabot, la circulaire n° 370 du 12 janvier 1993 du ministre de la
Fonction publique avait pour but de communiquer à tous les
fonctionnaires la charte de l'utilisateur des services publics,
approuvée le 4 décembre 1992 par le gouvernement de l'époque.
Cette charte est une directive élaborée en vue d'un bon
fonctionnement des services publics, d'après ce qui était dit alors.

Elle contient des principes importants qui, pour la plupart, étaient déjà
ou ont été repris depuis lors dans des dispositions légales ou
réglementaires.

À titre d'exemples, je citerai la loi du 29 juillet 1991 relative à la
motivation formelle des actes administratifs, ainsi que celle du 11 avril
1994 relative à la publicité de l'administration. Certains articles du
statut des agents de l'État ont également été adaptés: je fais
référence à ceux qui imposent "d'exercer les fonctions avec loyauté et
intégrité" ou de "traiter les usagers des services publics avec
compréhension et sans aucune discrimination", ainsi que ceux relatifs
au "droit pour un agent de l'État à la liberté d'expression".

Même si la circulaire précitée n'a pas de valeur normative en soi, il
n'est pas inutile de rappeler, lors de formations, aux fonctionnaires
des départements les principes qu'elle contient et, en tout cas, ceux
qui ont été repris soit dans la législation soit dans la réglementation
sur le statut des agents de l'État.

Il est vrai qu'il conviendrait sans doute de se montrer plus attentifs à
marquer la différence entre les principes repris dans des législations
et réglementations, et ceux qui ne font l'objet que de la circulaire de
l'époque.
11.02 Minister Didier Reynders:
De circulaire van 12 januari 1993
van de minister van
Ambtenarenzaken had tot doel het
handvest van de gebruiker van de
openbare diensten, dat door de
toenmalige regering was
goedgekeurd, aan alle
ambtenaren mee te delen. Die
circulaire mag dan al geen
normatieve waarde hebben, toch
is het nuttig om de beginselen die
erin vervat zijn in herinnering te
brengen, en inzonderheid die
welke ofwel in de wetgeving ofwel
in de regelgeving betreffende het
statuut van het rijkspersoneel
werden opgenomen.

Het klopt dat men er misschien
goed zou aan doen een duidelijker
onderscheid te maken tussen de
beginselen die in de wet- en
regelgevingen werden opgenomen
en die welke enkel in de circulaire
van 1993 vervat zijn.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
12 Question de M. Jacques Chabot au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "le taux de
TVA applicable aux travaux d'aménagement et de rénovation de lofts" (n° 10991)
12 Vraag van de heer Jacques Chabot aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "het
BTW-tarief voor aanpassings- en renovatiewerken aan lofts" (nr. 10991)
12.01 Jacques Chabot (PS): Monsieur le président, monsieur le
ministre, l'Union européenne a maintenu, malgré certaines réticences,
un taux réduit de TVA pour les travaux de rénovation, de
transformation, d'aménagement et de réparation de tout ou partie d'un
immeuble d'habitation d'au moins cinq ans.

Il me revient que des divergences d'interprétation continuent à
subsister, notamment en ce qui concerne les lofts. En effet, l'une des
conditions est que le délai de cinq ans d'ancienneté de l'habitation doit
se calculer à partir de la date de la première occupation. Cette
occupation doit-elle être nécessairement privée? En ce qui concerne
les lofts, il est fréquent que ceux-ci soient aménagés dans des sites
industriels désaffectés. Qu'en est-il fiscalement? Est-ce un taux de
TVA de 6 ou de 21% qui sera appliqué et pourquoi?
12.01 Jacques Chabot (PS): De
Europese Unie behoudt een
verlaagd BTW-tarief voor
renovatie, verbouwing en
herstelling van het geheel of een
gedeelte van een woongebouw
van minstens vijf jaar. Maar er
blijven uiteenlopende interpretaties
mogelijk, meer bepaald wat de
lofts betreft en de voorwaarde
volgens dewelke de termijn van vijf
jaar moet worden berekend vanaf
de datum van de eerste
ingebruikneming. Moet het
gebouw voor privé-doeleinden in
28/03/2006
CRIV 51
COM 906
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
36
Des démolitions sont parfois une étape préalable mais nécessaire à la
transformation d'un loft. Quel est le taux de TVA applicable à ces
travaux de démolition?

Quel est le sort fiscal de ceux qui font appel à un entrepreneur
enregistré mais qui achètent eux-mêmes certains matériaux? Une
ventilation est-elle effectuée ou le tout est-il soumis à une TVA de
21%?

La revue "TVA", numéro 10, fait aussi état du critère de la superficie.
Cela est-il valable en matière de lofts et dans quelle mesure?

Le commentaire administratif a-t-il été corrigé en tenant compte des
modifications intervenues? Si l'administration considère qu'il faut
appliquer une TVA de 21%, elle va réclamer non seulement
l'insuffisance de taxe mais aussi une amende. Cela représente des
suppléments exorbitants, notamment en ce qui concerne les lofts. Le
contribuable peut-il obtenir une garantie préalable qu'il bénéficiera du
taux de TVA réduit? Quelles démarches doit-il effectuer à cet égard et
auprès de quel service? Si l'administration estime que le taux réduit
n'est pas applicable, à qui incombe la charge de la preuve? À
l'administration ou au contribuable? Quelle est la position de votre
département à la suite de l'arrêt de la Cour de cassation du 13 mai
2005?
gebruik zijn genomen? Geldt voor
lofts een BTW-tarief van 6 of 21
procent en waarom?

Aan de verbouwing tot loft gaat
meestal een noodzakelijke
afbraakfase vooraf. Welk BTW-
tarief is van toepassing voor die
afbraakwerken?

Kunnen mensen die een beroep
doen op een geregistreerd
aannemer, maar zelf bepaalde
materialen aankopen twee
tarieven toepassen of wordt alles
aan 21 procent BTW berekend?

BTW-revue nr. 10 maakt ook
gewag van het criterium
oppervlakte. Geldt dit voor lofts en
in welke mate?

Werd de administratieve
commentaar verbeterd rekening
houdend met de doorgevoerde
wijzigingen? Kan de
belastingplichtige vooraf de
garantie krijgen dat hij het
verlaagd BTW-tarief kan
genieten? Welke stappen moet hij
hiervoor nemen en bij welke
dienst? Bij wie berust de bewijslast
indien de administratie oordeelt
dat het verlaagde BTW-tarief niet
van toepassing is? Wat is het
standpunt van uw departement
ingevolge het arrest van het Hof
van Cassatie van 13 mei 2005?
12.02 Didier Reynders, ministre: Monsieur le président, monsieur
Chabot, conformément au point 57 de la circulaire n° 6 du 22 août
1986, c'est la date de la première occupation qui est à prendre en
considération, quelle qu'ait été l'affectation initiale du bâtiment.

Bien qu'ils soient en principe exclus comme tels du bénéfice du taux
réduit, les travaux de démolition peuvent se voir appliquer ce taux
réduit lorsqu'ils constituent le préalable nécessaire à des travaux,
transformations, améliorations qui peuvent eux-mêmes bénéficier de
ce taux (points 34 et 35 de la circulaire).

L'achat direct de matériaux sans placement par le fournisseur est
toujours passible de la taxe au taux applicable à ces matériaux. La
mise en oeuvre de ces matériaux par un tiers assujetti pourrait, en
revanche, bénéficier du taux réduit, toutes conditions étant réunies,
sur le prix réclamé pour cette mise en oeuvre sans que ne soit remis
en cause le taux appliqué à la livraison des matériaux (point 24 de la
circulaire).
12.02 Minister Didier Reynders:
In overeenstemming met de
rondzendbrief nr. 6 van 22
augustus 1986 moet worden
gerekend vanaf de datum van de
eerste ingebruikneming, ongeacht
de oorspronkelijke bestemming
van het gebouw.

Hoewel afbraakwerken in principe
niet in aanmerking komen voor het
verlaagd BTW-tarief, kan dit tarief
er toch op worden toegepast
indien ze noodzakelijk zijn voor de
werken waarvoor wel een verlaagd
BTW-tarief geldt.

Op rechtstreeks aangekocht
materiaal dat niet door een
CRIV 51
COM 906
28/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
37
Le critère de superficie vise avant tout les travaux d'agrandissement
d'un immeuble. En principe, la transformation d'un immeuble
industriel en loft, lorsqu'elle s'appuie de manière significative sur les
éléments essentiels de la structure de l'immeuble à rénover (les murs
extérieurs et les murs portants intérieurs), peut bénéficier du taux de
6% lorsque cette transformation est circonscrite au volume
préexistant de l'immeuble, ce qui est très souvent le cas. Il est
toutefois entendu que sera à considérer comme un travail de
construction échappant à l'application du taux réduit l'érection d'un ou
plusieurs lofts supplémentaires en surélévation ou par adjonction
horizontale à l'immeuble préexistant, lorsque ces nouveaux lofts sont
susceptibles d'être placés sous le régime de la copropriété forcée et
d'être cédés avec l'application de la taxe (point 31.2 de la circulaire).

L'administration publie régulièrement sur Fisconet les informations
nécessaires à l'application correcte de cette taxe. Le service des
décisions anticipées a été créé aux fins de répondre, si j'ose dire, à
votre sixième question. Ses bureaux sont établis rue de la Loi n° 62 à
1040 Bruxelles mais je tiens à préciser qu'à partir du 3 avril, ce
service se trouvera rue Marie-Thérèse n° 1 à 1000 Bruxelles. Son
numéro de téléphone est le 02/579.38.00.

L'administration estime, nonobstant l'arrêt de la Cour de cassation,
que l'article 12.3 A de la sixième directive du Conseil des
Communautés européennes institue la prépondérance du taux
normal. Dès lors, c'est à la personne qui revendique l'application du
taux réduit - qui constitue une exception à la règle - d'apporter la
preuve que les conditions d'application de ce taux réduit sont réunies.
Pour éviter à l'avenir toute controverse à cet égard, l'administration
m'a d'ailleurs soumis un projet d'adaptation de l'article 1
er
de l'arrêté
royal n° 20, relatif au taux de TVA, en vue de transposer en droit
belge la prépondérance du taux normal.
leverancier wordt geplaatst, is het
BTW-tarief dat voor dit materiaal
geldt van toepassing. De
verwerking van dit materiaal door
een derde-belastingplichtige kan
daarentegen wel in aanmerking
komen voor het verlaagde BTW-
tarief.

Het criterium van de oppervlakte
geldt in de eerste plaats voor
verbouwingswerken met het oog
op de uitbreiding van het gebouw.
Op de verbouwing van een
industrieel gebouw tot een loft is in
principe het verlaagde BTW-tarief
van 6 procent van toepassing,
althans als de verbouwingswerken
beperkt blijven tot het bestaande
volume van het gebouw. Het
verlaagde BTW-tarief geldt niet
voor de bouw van een of meer
bijkomende lofts boven op of naast
het bestaande gebouw, wanneer
die nieuwe lofts in het stelsel van
de gedwongen mede-eigendom
kunnen vallen en met toepassing
van de belasting kunnen worden
verkocht.

Op
Fisconet publiceert de
administratie alle informatie die
nodig is voor de correcte
toepassing van de belasting. Er
bestaat ook zoiets als de dienst
Voorafgaande Beslissingen.

De administratie is van oordeel dat
het normale tarief ingevolge de
zesde richtlijn van de Raad van de
Europese Gemeenschappen de
regel is. De bewijslast ligt
dientengevolge bij de persoon die
de toepassing van het verlaagde
tarief vraagt. De administratie
heeft mij een ontwerp voorgelegd
tot aanpassing van het koninklijk
besluit nr. 20 teneinde die richtlijn
om te zetten en de preponderantie
van het normale tarief in het
Belgisch recht te verankeren.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
13 Vraag van de heer Carl Devlies aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de
evaluatie 'één jaar teruggave beurstaks'" (nr. 11006)
13 Question de M. Carl Devlies au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "l'évaluation
28/03/2006
CRIV 51
COM 906
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
38
d'une année de remboursement de la taxe boursière" (n° 11006)
13.01 Carl Devlies (CD&V): Ik kreeg drie dagen geleden een brief
van een belastingplichtige. Hij schrijft: "Ik heb, mede namens mijn
echtgenote, op 9 maart 2005 een aanvraag tot terugbetaling
ingediend, voor een bedrag van 420 euro. Vandaag, meer dan een
jaar later, heb ik van de bevoegde dienst, de Opsporings- en
Documentatiedienst van de Registratie, nog geen enkel teken van
leven ontvangen, zelfs geen ontvangstmelding. Ondanks mijn e-mails,
brieven en telefoonoproepen kan en mag deze dienst zich de luxe
veroorloven alles en iedereen te blijven negeren. Zelfs de
ombudsman stuurt me, zoals blijkt uit hun antwoorden op mijn
brieven, met een kluitje in het riet." Ik heb nog gelijkaardige reacties
van belastingplichtigen ontvangen.

Tot 31 maart 2005 hadden de spaarders de tijd om de beurstaks
terug te vragen die werd geïnd tussen 15 juli 2002 en einde maart
2003. Het gros van de dossiers werd dus ingediend voor einde maart
2005, we zijn nu net een jaar later.

Ik had graag vernomen of intussen alle dossiers werden
geregistreerd. Liggen er nog aanvragen opgeborgen tot ze kunnen
worden verwerkt?

Hoeveel dossiers werden er tot op heden geregistreerd, gecontroleerd
en terugbetaald? Over welke bedragen gaat het?

Welke richtlijnen werden er aan de betrokken ambtenaren gegeven
met betrekking tot de volgorde van de behandeling van de
aanvraagdossiers?

Is het juist dat de betrokken dienst geen telefonische oproepen
aanvaardt of bellende burgers naar de wachtlijst doorschakelt zonder
verdere behandeling van de oproep?

Hoeveel ambtenaren werkten er in voltijds equivalenten voor februari
2005 op de dienst Opsporing en Documentatie? Hoeveel werken er
nu?

Wat is het budgettaire kostenplaatje van deze teruggaveprocedure tot
op heden?
13.01 Carl Devlies (CD&V): La
restitution de la taxe de bourse
indûment perçue se prolonge
interminablement. Tous les
dossiers ont-ils été enregistrés?
Combien de dossiers ont-ils déjà
été vérifiés et considérés comme
pouvant donner lieu à un
remboursement? De quels
montants s'agit-il? Quelles
directives les fonctionnaires ont-ils
reçues en ce qui concerne l'ordre
de traitement de ces dossiers?
Est-il exact que le service
concerné ne répond à aucun appel
téléphonique? Combien de
fonctionnaires travaillaient au
service Recherche et Information
avant février 2005? Combien y
travaillent aujourd'hui? Combien a
coûté à ce jour cette opération de
restitution?
13.02 Minister Didier Reynders: Op 24 maart 2006 waren er 270.042
dossiers behandeld. Voor 226.046 dossiers is de terugbetaling
effectief gebeurd voor een bedrag van 65.098.443,41 euro. De
aanvraag tot teruggave wordt behandeld volgens de periode van
indiening. Vragen om inlichtingen worden door de bevoegde dienst
correct beantwoord. U kunt altijd een belastingplichtige met een vraag
naar mijn Cel sturen. Naast de vaste kern varieert het aantal
personeelsleden van dag tot dag, naargelang van hun
beschikbaarheid.

De kosten van de behandeling van de teruggavedossiers zijn
begrepen in de totale werkingsmiddelen van de Federale
Overheidsdienst Financiën.
13.02 Didier Reynders, ministre:
Le 24 mars, plus de 270.000
dossiers avaient été traités. Pour
près de 230.000 d'entre eux, le
remboursement a déjà été
effectué, pour un montant total de
plus de 65 millions d'euros. L'ordre
de traitement des demandes est
fonction de la date de leur
introduction. Le service compétent
répond comme il se doit aux
demandes de renseignements.
Abstraction faite d'un noyau fixe, le
nombre de membres du personnel
varie constamment.
CRIV 51
COM 906
28/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
39
Les frais relatifs au traitement des
dossiers de remboursement sont
inclus dans les frais de
fonctionnement globaux du SPF.
13.03 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, die correcte antwoorden van de dienst blijken dan toch niet
overeen te komen met hetgeen de belastingplichtigen mij melden. Ik
stel vast dat wij nu één jaar na het verlopen van de aangifteperiode
nog steeds met een hele reeks aanvragen zitten waarvoor zelfs geen
ontvangstmelding gebeurd is. Het is mij ook niet duidelijk of alle
aanvragen ondertussen geregistreerd zijn. Ik kan alleen maar
vaststellen dat de behandeling van deze dossiers op een lamentabele
manier gebeurt en met weinig respect voor de belastingplichtigen. Het
is een beetje een symptoom van een algemene malaise.
13.03 Carl Devlies (CD&V): Le
service fournirait donc une
réponse correcte. Ce n'est pas ce
que me disent de nombreux
contribuables. Un an après la fin
de la période de déclaration, il
reste encore des déclarations pour
lesquelles aucun accusé de
réception n'a été envoyé. On ne
sait par ailleurs pas clairement si
toutes les demandes sont
enregistrées dans l'intervalle. Je
ne puis que constater que
l'examen des dossiers laisse
fortement à désirer; cette situation
me semble être le reflet d'un
malaise général.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
14 Vraag van de heer Carl Devlies aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de
toepassing van de forfaitaire minimumwinsten" (nr. 11007)
14 Question de M. Carl Devlies au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "l'application du
minimum forfaitaire des bénéfices" (n° 11007)
14.01 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, in artikels 41 en 42 van de programmawet van 11 juli 2005,
verschenen in het Belgisch Staatsblad van 12 juli 2005, werd het
artikel 342, §2, van het Wetboek van inkomstenbelasting aangepast.
De nieuwe regeling was onmiddellijk van toepassing op het
aanslagjaar 2005. Het gaat over de forfaitaire minimumwinsten.

Mijnheer de minister, kunt u mij laten weten, aangaande het
aanslagjaar 2005, per gewestelijke directie, hoeveel ondernemingen
en beoefenaars van vrije beroepen geen fiscale aangifte in
inkomstenbelasting invulden of buiten de termijnen vielen, bepaald in
het Wetboek van inkomstenbelasting?

Kunt u die cijfers geven zowel voor natuurlijke personen als voor
rechtspersonen?

Hoe wordt die procedure precies toegepast?

Kunt u laten weten in hoeveel gevallen het minimum van de
belastbare winst of baten van ondernemingen of beoefenaars van een
vrij beroep werd toegepast?
14.01 Carl Devlies (CD&V): Les
articles 41 et 42 de la loi-
programme du 11 juillet 2005 ont
modifié l'article 342 du Code des
impôts sur les revenus relatif au
minimum forfaitaire des bénéfices.

Combien d'entrepreneurs et de
titulaires d'une profession libérale
n'ont-ils pas complété de
déclaration fiscale au cours de
l'exercice d'imposition 2005? Ces
chiffres sont-ils disponibles tant
pour les personnes physiques que
pour les personnes morales?
Comment la procédure est-elle
appliquée? Dans combien de cas
la réglementation pour le minimum
forfaitaire des bénéfices a-t-elle
été appliquée?
14.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, artikel 342,
§3, van het Wetboek van Inkomstenbelasting 1992 kadert in de
procedure van aanslagen van ambtswege en heeft tot doel de
toepassing ervan te versnellen door een forfaitaire raming van de
belastbare grondslag. De nieuwe bepaling kan slechts toegepast
14.02 Didier Reynders, ministre:
L'article 342 du Code des impôts
sur les revenus a pour but
d'accélérer les taxations d'office
en établissant une estimation
28/03/2006
CRIV 51
COM 906
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
40
worden als de belastingplichtige zijn aangifte niet of met behoorlijke
vertraging heeft ingediend, zonder uitstel te hebben gevraagd en
zonder zijn goede trouw te kunnen bewijzen. De omstandigheid
waarbij de aangifte slechts een of twee dagen te laat werd ingediend,
valt dus buiten het toepassingsgebied van artikel 342, §3. Met andere
woorden, er is oog voor de naleving van de beginselen van behoorlijk
bestuur.

Indien artikel 342, §3, werd toegepast en de belastingplichtige dient
alsnog een evenwel laattijdige aangifte in, gebaseerd op
bewijskrachtige gegevens, dan dient de taxatieagent rekening te
houden met die aangifte.

Voormelde principes, evenals concrete richtlijnen inzake de
toepassing van artikel 342, §3, werden opgenomen in de circulaire
van 25 november 2005. Die circulaire is consulteerbaar op de
portaalsite van de FOD Financiën, rubriek Fisconet. Zij werd
opgesteld op basis van de parlementaire werkzaamheden betreffende
die nieuwe bepaling.

De informatie betreffende onder andere het laattijdige karakter van de
aangifte werd aan de heer Devlies reeds medegedeeld in het
antwoord op zijn mondelinge parlementaire vraag nr. 8297 van 18
oktober 2005.

De administratie beschikt niet over cijfergegevens aangaande het
aantal toepassingen van artikel 342, §3. Wat het aantal laattijdige en
niet ingediende aangiften betreft voor het aanslagjaar 2005 ­ toestand
op 24 maart 2006 ­ verwijs ik naar een tabel. Ik zal de cijfers lezen.

Gezien het korte tijdsbestek kon er geen onderscheid gemaakt
worden tussen de laattijdige en niet-ingediende aangiften voor de
ondernemingen in de personenbelasting van zelfstandigen en de vrije
beroepers. Indien de heer Devlies dit wenst, kan een verdere
opsplitsing tussen de winsten en baten worden bezorgd.

Het aantal laattijdige aangiften voor de vennootschapsbelasting
bedraagt 16.824 en voor de personenbelastingen 270.039. De
winsten en baten zijn 36.661. Het aantal niet-ingediende aangiften
voor de vennootschapsbelastingen bedraagt 38.950, voor de
personenbelastingen 341.198 en de winsten en baten zijn 21.692.

Wij zullen proberen, mijnheer de voorzitter, om nog meer statistieken
in dat verband te hebben voor de heer Devlies, misschien in de
volgende weken en maanden.
forfaitaire de la base imposable.
La nouvelle disposition est
appliquée si la déclaration n'a pas
été déposée ou l'a été
tardivement, alors qu'aucun sursis
n'a été demandé. Si le délai n'est
dépassé que de quelques jours, la
disposition n'est pas appliquée.

Si une déclaration est déposée
après que la disposition a été
appliquée, les nouvelles données
sont prises en compte. Ces
directives figuraient dans la
circulaire du 25 novembre 2005.
Ces informations ont déjà été
partiellement fournies en réponse
à la question 8 297 du 18 octobre
2005.

L'administration ne dispose pas de
données concernant le nombre
d'applications de l'article 342, §3.
J'invite celles et ceux qui
souhaiteraient connaître le nombre
de déclarations tardives et non
introduites à prendre
connaissance du tableau. Par
manque de temps, nous n'avons
pas établi de distinction entre les
déclarations dans le secteur de
l'impôt des personnes physiques
des indépendants et les
déclarations des indépendants.
Nous pourrons éventuellement
procéder encore à une subdivision
supplémentaire. Au cours des
prochaines semaines et des
prochains mois, nous tenterons, à
l'intention de M. Devlies, de
collecter encore plus de données
statistiques.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
15 Vraag van de heer Carl Devlies aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de
planning van de FOD Financiën voor het jaar 2006" (nr. 11010)
15 Question de M. Carl Devlies au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "le planning du
SPF Finances pour l'année 2006" (n° 11010)
15.01 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik zou graag wat informatie krijgen over de planning van de
FOD Financiën, met betrekking tot het aanslagjaar 2006. Wanneer zal
er worden overgegaan tot het toezenden van de belastingformulieren
15.01 Carl Devlies (CD&V):
Quand les formulaires de
déclaration d'impôt pour l'exercice
d'imposition 2006 seront-ils
CRIV 51
COM 906
28/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
41
naar de verschillende categorieën van belastingplichtigen? Zullen de
inkohieringen gebeuren tijdens het aanslagjaar zelf?
envoyés aux contribuables? Les
enrôlements seront-ils encore
effectués dans le courant de
l'année d'imposition?
15.02 Didier Reynders, ministre: Monsieur le président, il y a des
délais légaux. On ne va pas me demander à tout moment quel jour
cela va partir?

Depuis des mois, on me dit que cela ne marchera pas du tout pour
les enrôlements. J'ai précisé moi-même tout à l'heure qu'on en avait
déjà réalisé plus de 3.200.000, pour qu'on ne me pose plus la
question.

Il y a des délais légaux et nous allons les respecter. Je ne vais pas
dire sans arrêt que tel jour à telle heure, un document va partir dans
telle direction. Cela suffit! Nous allons respecter les délais légaux.
15.02 Minister Didier Reynders:
Men zegt al maanden dat we op
een mislukking afstevenen. Er
werden echter al meer dan 3,2
miljoen aangiften ingekohierd. Er
zijn wettelijke termijnen en wij
zullen ons daaraan houden. Ik ga
hier niet blijven herhalen dat een
bepaald document op die dag en
dat uur de deur uitgaat.
Het is nu genoeg geweest!
15.03 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik ben zo
vriendelijk om de minister de kans te geven om vooraf wat toelichting
te geven. Nu grijpt hij die kans niet en maakt hij een bemerking met
betrekking tot andere domeinen. Het is wat eigenaardig.

Met betrekking tot de inkohieringen, mijnheer de minister, wijs ik erop
dat we ons bevinden in het jaar 2006 en dat u ons cijfers geeft,
ongevraagd trouwens, die betrekking hebben op de inkomsten van
2004, aanslagjaar 2005.
15.03 Carl Devlies (CD&V): Le
ministre ne réagit pas à ma
demande d'explications sur
l'exercice d'imposition 2006. Le
fait que son administration accuse
déjà un retard important est
indéniable.
15.04 Minister Didier Reynders: ...
15.05 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik dacht dat ik
aan het woord was.
De voorzitter: U bent aan het woord, ja.
15.06 Carl Devlies (CD&V): Dank u wel. Het is duidelijk dat deze
ganse procedure een zeer ruime achterstand heeft. Het zou nogal
dramatisch zijn indien de cijfers die nu worden gegeven, niet zouden
gehaald worden want dat zou betekenen dat men uiteraard naar een
totale catastrofe evolueert. De cijfers die nu worden gegeven binnen
het geheel van de laattijdige afwerking van de inkomsten 2004,
aanslagjaar 2005, komen min of meer overeen met hetgeen
staatssecretaris Jamar in deze commissie heeft gezegd. Alleen
stellen we vast dat men met betrekking tot de maand januari ook nog
een ruime achterstand heeft opgelopen.

Met betrekking tot de maand februari heb ik de minister ondervraagd
en heeft hij mij geantwoord. Dat cijfer was correct. Ik vermoed dat dit
ook het geval is voor de maand maart, maar vermits de maand maart
nog niet volledig ten einde is, heb ik ook nog geen vraag gesteld met
betrekking tot die maand. Maar goed, de minister kan gerust zijn, ik
zal hem daar verder over ondervragen. Ik betreur alleen, nu ik hem de
kans geef om wat informatie te geven met betrekking tot het
aanslagjaar 2006, de minister die kans niet grijpt. Dat behoort
uiteraard tot zijn verantwoordelijkheid. Heel wat mensen wachten
nochtans op deze informatie en vragen wanneer die belastingbrieven
nu precies zullen worden verzonden.
15.06 Carl Devlies (CD&V): Les
chiffres que j'entends à propos de
la clôture tardive de l'exercice
2005 me font craindre le pire. Il
s'avère à présent que même par
rapport au mois de janvier, le
retard s'est encore accru. J'ai déjà
interrogé le ministre à propos du
mois de février, et ma question à
propos du mois de mars suivra
certainement sous peu. Je déplore
que le ministre ne saisisse pas la
chance que je lui donne de fournir
des explications sur l'exercice
2006. Ce silence laisse de
nombreux contribuables sur leur
faim.
28/03/2006
CRIV 51
COM 906
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
42
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

Voorzitter: Carl Devlies.
Président: Carl Devlies.
16 Vraag van de heer Bart Tommelein aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de
belastingaftrek voor risicokapitaal" (nr. 11012)
16 Question de M. Bart Tommelein au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "la déduction
fiscale pour capital à risque" (n° 11012)
16.01 Bart Tommelein (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, collega's, de wet van 22 juni 2005 heeft in het belastingrecht
een aftrek voor risicokapitaal ingevoerd. Het doel van die nieuwe
aftrek is de versterking van het eigen vermogen van Belgische
vennootschappen en Belgische inrichtingen van buitenlandse
vennootschappen, evenals om in België financieringscentra te
behouden of aan te trekken. Naar verluidt blijken er constructies op te
duiken die het oneigenlijk gebruik van de regels beogen.

Overweegt u om de wet tot invoering van een belastingaftrek voor
risicokapitaal, de wet van 22 juni 2005, te wijzigen als de in verband
met die belastingaftrek gebudgetteerde kosten ruim zouden worden
overschreden?
16.01 Bart Tommelein (VLD): La
loi du 22 juin 2005 a introduit une
déduction fiscale pour capital à
risque. Mais le bruit court que des
constructions auraient déjà été
élaborées pour abuser de cette
déduction. Le ministre envisage-t-il
d'adapter la loi si le coût
budgétaire estimé devait être
largement dépassé?
16.02 Minister Didier Reynders: De regering is niet van plan om een
ontwerp in te dienen om de tekst van de wet van 22 juni 2005 te
wijzigen. Wat betreft de door u aangehaalde constructie, zal de
administratie van Financiën zorgen voor een correcte toepassing van
de wet en van het Wetboek inzake inkomstenbelastingen. De wet van
22 juni 2005 en het Wetboek inzake inkomstenbelastingen '92
bevatten voldoende bepalingen, onder meer de artikelen 207 en 344 §
1, om mogelijke misbruiken te bestrijden. De rechtspraak van het Hof
van Cassatie en de hoven van beroep gaat in dezelfde zin.

Bovendien heb ik de eer u op de hoogte te brengen van het feit dat wij
momenteel met de financiële sector een gedragscode aan het
bespreken zijn waarin zij zich terughoudend zullen opstellen ten
aanzien van de toekenning van kredieten aangevraagd in het kader
van mogelijke misbruiken, waarnaar door u werd verwezen. Zelf
pleiten wij in de informatiecampagnes en de roadshows waaraan wij
onze medewerking hebben verleend of nog zullen verlenen voor een
normale toepassing als een goed huisvader en waarschuwen wij voor
het bestaan van antimisbruikbepalingen.

In elk geval wijzen wij erop dat de Dienst voor Voorafgaande
Beslissingen steeds open staat om de verrichtingen die een
belastingaftrek voor risicokapitaal voor gevolg hebben, te beoordelen.

Overigens, hoewel de eerste signalen omtrent de effecten die deze
maatregel voor de Belgische economie zal hebben positief zijn, zal
elke fiscale maatregel, dus ook de bewuste maatregel, na verloop van
tijd worden geëvalueerd aan de hand van statistische gegevens die
wij verzamelen bij elke inkohiering. De resultaten zullen worden
getoetst aan de doelstellingen, onder meer het versterken van de
solvabiliteit van de ondernemingen en het creëren van een
aantrekkelijk investeringsklimaat.
16.02 Didier Reynders, ministre:
Le gouvernement ne prévoit
aucune modification de la loi.
Cette loi contient suffisamment de
garanties contre les abus dans sa
forme actuelle. Ce point a
d'ailleurs été reconnu par la
jurisprudence.

Nous discutons actuellement avec
le secteur financier d'un code de
bonne conduite dans lequel les
banques s'engageraient à adopter
une attitude de réserve dans le
cadre de l'octroi de crédits
susceptibles d'être destinés à de
tels abus. Nous plaidons pour la
mise en place de campagnes
d'information et de roadshows,
auxquels nous sommes prêts à
collaborer.

Le Service des décisions
anticipées est toujours disposé à
examiner les opérations
conduisant à une réduction d'impôt
pour capital à risque.

Même si les premiers signaux de
l'effet de la mesure sont positifs,
chaque mesure fiscale sera
évaluée sur la base de données
statistiques. Les résultats seront
CRIV 51
COM 906
28/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
43
Mocht de doelstelling omtrent bijvoorbeeld de solvabiliteitsratio niet
worden gehaald, zal de regering overwegen om de ratio met andere
maatregelen gunstig te beïnvloeden.
confrontés aux objectifs, comme le
renforcement de la solvabilité des
entreprises et l'instauration d'un
climat favorable aux
investissements. Si certains
objectifs ne sont pas atteints,
d'autres mesures seront
envisagées.
16.03 Bart Tommelein (VLD): Mijnheer de voorzitter, ik dank de
minister voor het antwoord.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

Voorzitter: Bart Tommelein.
Président: Bart Tommelein.
17 Vraag van de heer Guido Tastenhoye aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over
"de uitnodigingen voor de opening van het nieuwe Justitiepaleis in Antwerpen" (nr. 11034)
17 Question de M. Guido Tastenhoye au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "les
invitations pour l'inauguration du nouveau Palais de justice d'Anvers" (n° 11034)
17.01 Guido Tastenhoye (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, ik stel u een vraag aangaande uw bevoegdheid
voor de Regie der Gebouwen. Normaal zou ik vandaag in Antwerpen
blijven om er als Antwerps federaal volksvertegenwoordiger aanwezig
te zijn op de plechtige opening van het nieuwe justitiepaleis. Ik ben als
Antwerps kamerlid van het Vlaams Belang echter niet uitgenodigd,
net zoals alle andere Antwerpse kamerleden van het Vlaams Belang
niet zijn uitgenodigd. De Antwerpsen kamerleden van alle andere
partijen, meerderheid en oppositie, zijn wel uitgenodigd. Alleen het
Vlaams Belang wordt kennelijk uitgesloten.

Kunt u de reden geven waarom de grootste partij van Vlaanderen met
één miljoen kiezers en tevens de grootste partij van de provincie
Antwerpen en van de stad Antwerpen niet is uitgenodigd? Zijn wij dan
niet gelijk aan andere volksvertegenwoordigers? Zijn onze kiezers
soms minderwaardige kiezers waarmee geen rekening moet worden
gehouden? Hebben onze kiezers als belastingbetalers niet mee
betaald aan dit dure gerechtsgebouw? Graag vernam ik de reden
waarom de volksvertegenwoordigers van het Vlaams Belang niet zijn
uitgenodigd?
17.01 Guido Tastenhoye
(Vlaams Belang): Aujourd'hui a
lieu l'inauguration solennelle du
nouveau palais de justice
d'Anvers. Tous les députés y ont
été conviés, sauf ceux du Vlaams
Belang. Pourquoi le plus grand
parti d`Anvers n'a-t-il pas été
invité ? Les électeurs du Vlaams
Belang, au nombre d'un million,
sont-ils donc méprisables? N'ont-
ils pas participé au financement de
cet onéreux palais de justice en
tant que contribuables?
17.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Tastenhoye, de uitnodigingslijsten voor de officiële opening van het
nieuwe gerechtsgebouw te Antwerpen op dinsdag 28 maart werden
opgesteld in samenspraak met de uitnodigende instanties, dus Justitie
en de Regie der Gebouwen, de voorzitter van de rechtbank van
eerste aanleg en de beheerder van het gerechtsgebouw. Naast
magistraat-ambtenaren van de FOD Justitie en de Regie der
Gebouwen en leden van het bouwteam werd ook het lokaal en
federaal bestuur en mandatarissen van Antwerpen uitgenodigd. Ik
heb geen andere elementen over die lijst.
17.02 Didier Reynders, ministre:
La liste des invités a été établie
par la Justice, la Régie des
Bâtiments, le président du tribunal
de première instance et le
gestionnaire du palais de justice.
Outre des magistrats et des
fonctionnaires de la Justice et de
la Régie des Bâtiments ainsi que
des membres de l'équipe de
construction, l'administration
locale et fédérale ainsi que des
mandataires d'Anvers ont été
invités.
28/03/2006
CRIV 51
COM 906
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
44
17.03 Guido Tastenhoye (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, zowel de administratie van de Regie der
Gebouwen als het kabinet van de bevoegde minister, uzelf dus,
hebben in deze zaak een vuile rol gespeeld. Toen de heer
Vanderborght, woordvoerder van de Regie der Gebouwen, door onze
fractiesecretaris werd opgebeld om de reden te vernemen waarom de
kamerleden van het Vlaams Belang niet werden uitgenodigd,
weigerde hij te antwoorden.

Nadat wij de pers hadden verwittigd en journalisten belden naar uw
woordvoerster, kregen zij in een eerste versie te horen dat alleen de
politici met een uitvoerend mandaat waren uitgenodigd. Toen dat door
de pers werd weerlegd met voorbeelden van politici die waren
uitgenodigd maar geen uitvoerend mandaat hadden, wijzigde het
kabinet zijn versie. Alleen de leden van de meerderheidspartijen
waren uitgenodigd. Dit klopt echter ook niet, want de kamerleden van
CD&V, federaal in de oppositie, kregen wel degelijk een uitnodiging.

Tot twee maal toe heeft uw kabinet in uw naam gelogen over de
motieven waarom de kamerleden van het Vlaams Belang niet zijn
uitgenodigd. Wij tillen zwaar aan deze pertinente leugens. Wellicht
moet de werkelijke reden worden gezocht in de aanwezigheid van de
Koning. Als de Koning een probleem heeft met het Vlaams Belang,
moet de niet verkozen Koning maar wegblijven en niet de
vertegenwoordigers van het volk van het Vlaams Belang. Het is een
schande dat het Belgische regime geen respect betoont voor de één
miljoen kiezers van het Vlaams Belang.

Met meer ijver dan ooit zullen wij ons inzetten voor het opdoeken van
dit Belgische regime en voor het oprichten van een onafhankelijke
Vlaamse republiek.
17.03
Guido Tastenhoye
(Vlaams Belang): Le porte-parole
de la Régie a refusé de répondre
au secrétaire de notre groupe
politique qui lui demandait
pourquoi les députés du Vlaams
Belang n'avaient pas été invités.
Nous en avons informé la presse
et, lorsque des journalistes ont
téléphoné à leur tour, on leur a
répondu que seuls les hommes et
femmes politiques disposant d'un
mandat exécutif avaient été
invités. La presse ayant réfuté
cette affirmation, le cabinet a
modifié sa version des faits. Seuls
les partis de la majorité auraient
été invités. Ce qui n'est pas non
plus exact, car les députés du
CD&V ont également reçu une
invitation. Nous nous insurgeons
contre ces deux mensonges.

Tout s'explique peut-être par la
présence du Roi. Si le Roi, qui
n'est pas élu, a des problèmes vis-
à-vis du Vlaams Belang, c'est lui
qui doit être absent, et non les
représentants élus par un million
de citoyens. Il est scandaleux que
le régime belge n'ait aucun
respect pour les électeurs. Nous
militerons plus que jamais pour
une république flamande
indépendante.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
18 Question de M. Benoît Drèze au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "les mesures
fiscales annoncées en faveur des bas salaires et leur impact sur les pièges à l'emploi" (n° 11044)
18 Vraag van de heer Benoît Drèze aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de
aangekondigde fiscale maatregelen voor de lage lonen en hun impact op de werkloosheidsvallen"
(nr. 11044)
18.01 Benoît Drèze (cdH): Monsieur le président, monsieur le
ministre, ce dimanche, au cours de l'émission "Mise au point" de la
RTBF, vous avez annoncé un budget annuel de 500 à 700 millions
d'euros pour les quatre années à venir en faveur des travailleurs à
bas salaire. Cette information a été reprise aux différents JT de la
journée et n'a, selon moi, pas été démentie.

1. Pouvez-vous nous préciser si le budget annoncé est récurrent ou
cumulatif? En d'autres termes, l'effort de 500 à 700 millions serait-il
étalé sur quatre ans ou serait-il multiplié par quatre au terme de la
période?
18.01 Benoît Drèze (cdH):
Tijdens het RTBF-programma
"Mise au point" van vorige zondag
kondigde u aan dat u tijdens de
komende vier jaar jaarlijks 500 tot
700 miljoen euro zou vrijmaken
voor de lage lonen. Die informatie
werd in verschillende
nieuwsuitzendingen overgenomen
en werd niet weerlegd.

Zijn die
begrotingsmiddelen
CRIV 51
COM 906
28/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
45
2. A quelles mesures concrètes ce budget serait-il affecté?

3. Sachant qu'aujourd'hui, environ un chômeur sur trois perdrait de
l'argent en acceptant un travail, quel serait l'impact concret de vos
mesures sur les pièges à l'emploi? Quelle serait la proportion des
chômeurs qui sortiraient par ces mesures d'une situation de piège à
l'emploi? Un accord de gouvernement est-il intervenu à propos de ce
que vous annoncez?
recurrent of cumulatief? Welke
concrete maatregelen zullen
ermee worden gefinancierd?
Welke weerslag zullen ze hebben
op de werkloosheidsvallen? Werd
hierover een regeerakkoord
bereikt?
18.02 Didier Reynders, ministre: Monsieur le président, monsieur
Drèze, les mesures annoncées sont connues depuis quelque temps
déjà. Elles sont d'ailleurs reprises pour une bonne part dans les dix
chantiers présentés par le gouvernement. Le montant que j'ai évoqué
est évidemment un montant cumulatif. Chaque année, il faudra
consentir un effort supplémentaire. Qu'il soit prévu maintenant ou
année par année, l'objectif est de permettre la revalorisation du travail
par rapport à d'autres types de revenus.

Pour le reste, je vous renvoie aux déclarations faites hier par le
premier ministre. Il a annoncé, à la suite de la communication des
partenaires sociaux, que nous allions, dans les prochaines semaines,
travailler non seulement à la diminution des charges qui pèsent sur
les entreprises mais aussi à l'augmentation du pouvoir d'achat. C'est
dans ce cadre que les propositions sont présentées, mais le fait de
travailler sur le montant des frais forfaitaires déductibles sur le
minimum imposable est déjà repris dans le calendrier des dix
chantiers annoncés au parlement et voté par la majorité. C'est peut-
être la raison pour laquelle vous ne vous inscrivez pas dans cette
réflexion de diminution de l'impôt.

Pour le reste, je vous renvoie - ce n'est pas fréquent - à un article
publié ce matin dans "L'Echo", précisant que l'on ne comprend pas
comment on pourrait s'opposer à des mesures qui ont un impact
aussi faible. Je ne m'attendais pas à autant d'échos sur la base de
mesures aussi faibles en matière d'emploi. Mais je confirme qu'elles
sont cumulatives pour aboutir à quatre fois ce montant en fin de
période.
18.02 Minister Didier Reynders:
De aangekondigde maatregelen
zijn al enige tijd gekend en maken
deel uit van de tien werven van de
regering. Het genoemde bedrag is
cumulatief. Het is de bedoeling de
arbeid in verhouding tot andere
soorten inkomsten te
herwaarderen.

Ik verwijs tevens naar de
verklaringen van de eerste
minister, die heeft aangekondigd
dat hij niet alleen de lasten voor de
bedrijven wil verminderen, maar
ook de koopkracht wil verhogen. In
dat kader worden de voorstellen
gedaan, maar de forfaitaire
beroepskosten die van het
minimum belastbare inkomen
kunnen worden afgetrokken, zijn
reeds in de timing voor de tien
werven opgenomen. Eerlijk
gezegd had ik niet verwacht dat
maatregelen die zo weinig effect
hebben op de werkgelegenheid
zoveel weerklank zouden vinden.
18.03 Benoît Drèze (cdH): Monsieur le ministre, en ce qui concerne
les mesures en question aujourd'hui, vous me faites un procès
d'intention en disant que je n'y souscris pas!
18.04 Didier Reynders, ministre: Non, je dis que vous n'avez pas
souscrit aux mesures relatives aux dix chantiers, mais peut-être à
l'une d'entre elles. C'est possible! Le vote de confiance avait été
accordé par d'autres formations politiques!
18.05 Benoît Drèze (cdH): Il y a d'autres mesures que celles-ci dans
les dix chantiers!
18.06 Didier Reynders, ministre: Je suis ravi d'apprendre que vous
en approuvez certaines!
18.07 Benoît Drèze (cdH): J'ai toujours tenu le même discours sur
les pièges à l'emploi, il n'y a aucun doute à ce sujet!

J'admets que les deux mesures font partie des dix chantiers. Ce qui
est nouveau, c'est le budget.
18.07 Benoît Drèze (cdH): Die
twee maatregelen maken
inderdaad deel uit van de tien
werven. Maar de
begrotingsmiddelen die ervoor
28/03/2006
CRIV 51
COM 906
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
46

Ce n'est pas la première fois que le premier ministre s'avance sans
avoir l'accord du gouvernement. Nous saurons avec précision dans
les semaines qui viennent si les montants que vous indiquez sont
confirmés par le contrôle budgétaire 2006 et le budget 2007. J'en
déduis qu'à ce stade-ci, vous avancez des montants de votre propre
chef et qu'ils ne sont pas encore confirmés par le gouvernement.
C'est bien cela?
worden uitgetrokken, zijn een
nieuw gegeven.

We hebben het nog meegemaakt
dat de eerste minister maatregelen
aankondigt zonder voorafgaande
instemming van de regering. We
zullen zien of die bedragen in de
begrotingscontrole 2006 en de
begroting 2007 bevestigd worden.
Thans komt u op eigen initiatief
met bedragen voor de dag, zonder
dat de regering die bevestigd
heeft.
18.08 Didier Reynders, ministre: Vous allez un peu vite en besogne.
Il est évident que le budget 2007 n'est pas encore arrêté.
18.08 Minister Didier Reynders:
Het spreekt vanzelf dat de
begroting 2007 nog niet is
opgesteld.
18.09 Benoît Drèze (cdH): Quand vous annoncez à la télévision,
devant des centaines de milliers de citoyens, que vous ferez, au cours
des quatre années qui viennent, des efforts annuels supplémentaires
de 400 à 500 millions, c'est donc bien une information de votre cru!
18.09 Benoît Drèze (cdH): Uw
verklaring op de televisie dat er
jaarlijks een bijkomende
inspanning van 400 à 500 miljoen
euro zal geleverd worden, is dus
aan uw eigen fantasie ontsproten!
18.10 Didier Reynders, ministre: J'ai annoncé en septembre 2000 et
dans les mêmes conditions trois milliards d'euros de réduction en
quatre ans et cette réduction est intervenue. Je n'ai pas l'habitude de
parler sans que cela donne lieu à des décisions ultérieures.
18.10 Minister Didier Reynders:
In september 2000 heb ik
aangekondigd dat er over vier jaar
gespreid een korting van drie
miljard euro zou worden
toegekend, wat ook gebeurd is. Ik
heb niet de gewoonte loze praat te
verkopen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
19 Vraag van de heer Hendrik Bogaert aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "het
nieuw fiscaal regime voor de aanvullende vergoedingen in het kader van Canada Dry-regelingen en de
akkoorden op bestuursniveau" (nr. 11046)
19 Question de M. Hendrik Bogaert au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "le nouveau
régime fiscal applicable aux allocations complémentaires accordées dans le cadre des régimes de
Canada Dry et les accords conclus au niveau de l'administration" (n° 11046)
19.01 Hendrik Bogaert (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik heb een vraag over het nieuwe fiscaal regime voor de
aanvullende vergoedingen in het kader van de Canada Dry-regelingen
en de akkoorden op bestuursniveau.

Artikel 31bis van het WIB 92 voert een nieuw fiscaal regime in voor de
aanvullende vergoedingen die al of niet worden doorbetaald bij
werkhervatting bij een andere werkgever of als zelfstandige. Slechts
onder strikte voorwaarden kunnen de aanvullende vergoedingen als
vervangingsinkomen worden beschouwd.

Voor de doorbetaling van deze aanvullende vergoedingen in het kader
19.01 Hendrik Bogaert (CD&V):
Ma question porte sur le nouveau
régime fiscal applicable aux
allocations complémentaires
accordées dans le cadre des
régimes Canada Dry et les
accords conclus au niveau de
l'administration. Les allocations
complémentaires peuvent être
payées ou non lors de la reprise
du travail auprès d'un autre
employeur ou comme indépendant
CRIV 51
COM 906
28/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
47
van Canada Dry vereist de wet een CAO of een individuele
overeenkomst die expliciet voorziet in de doorbetaling in geval van
werkhervatting bij een nadere werkgever of als zelfstandige.

Bij overheidsinstellingen komt het voor dat Canada Dry-regelingen zijn
vastgesteld in een akkoord op bestuursniveau. Deze akkoorden
kunnen niet worden beschouwd als CAO's. De instellingen vallen in
principe niet onder het toepassingsgebied van de wet van
5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten.

Mijn vragen hieromtrent zijn de volgende. Volstaat het dat de
akkoorden op bestuursniveau in overeenstemming zijn met
artikel 31bis, lid 2 van het WIB 92 om de aanvullende vergoeding in
het kader van een Canada Dry-regeling, toegekend op basis van het
akkoord op bestuursniveau, als vervangingsinkomen te beschouwen?
Of zijn deze instellingen genoodzaakt alles in individuele akkoorden te
regelen?
et ne sont considérées comme
des revenus de remplacement
qu'à certaines conditions,
particulièrement strictes. En cas
de paiement, la loi exige qu'une
CCT ou une convention
individuelle soit conclue à cet effet.

Pour les institutions publiques,
toutefois, les régimes Canada Dry
sont fixés dans des accords
conclus au niveau de
l'administration, et non pas dans
une CCT. Ces allocations
complémentaires peuvent-elles
aussi être considérées comme
des revenus de remplacement ou
cela doit-il être réglé par le biais
d'accords individuels?
19.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Bogaert, artikel 31bis van het Wetboek van Inkomstenbelastingen
1992 verwijst naar collectieve arbeidsovereenkomsten en individuele
overeenkomsten.

Opdat de aanvullende vergoedingen als vergoedingen tot volledig of
gedeeltelijk herstel van een tijdelijke derving van bezoldiging in de zin
van artikel 31bis, tweede lid van voormeld Wetboek zouden worden
aangemerkt, is het dus noodzakelijk dat de verplichting van de
gewezen werkgever tot doorbetaling van die vergoedingen na
werkhervatting is opgenomen in een CAO of in een individuele
overeenkomst die voorziet in de uitbetaling van de aanvullende
vergoedingen. Akkoorden op bestuursniveau voldoen bijgevolg niet
aan de in voormeld artikel gestelde voorwaarden.
19.02 Didier Reynders, ministre:
Les accords conclus au niveau de
l'administration ne satisfont pas
aux conditions fixées par la loi.
19.03 Hendrik Bogaert (CD&V): Mijnheer de minister, ik dank u voor
uw duidelijk antwoord.
19.03 Hendrik Bogaert (CD&V):
Voilà une réponse limpide.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
20 Vraag van mevrouw Martine Taelman aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over
"problemen bij de fiscale aangifte van dienstencheques" (nr. 11057)
20 Question de Mme Martine Taelman au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "les
problèmes rencontrés lors de la déclaration fiscale de titres-services" (n° 11057)
20.01 Martine Taelman (VLD): Mijnheer de minister, mijn vraag is
geïnspireerd op de nakende belastingaangifte van 2005. Het blijkt dat
bij bepaalde gezinnen een probleem opduikt. Een gezin dat een
beroep doet op huishoudhulp via het systeem van de
dienstencheques, heeft logischerwijze slechts één contract met de
desbetreffende werknemer en dus ook één gebruikersnummer voor
de aankoop van die cheques. De gemiddelde huisvader of
huismoeder is geen fiscaal specialist. Er is altijd duidelijk gezegd dat
er een mogelijkheid is tot belastingaftrek van 2.200 euro per
belastingsplichtige.

Het fiscaal attest dat maar over een gebruikersnummer gaat, beperkt
20.01 Martine Taelman (VLD):
Un ménage qui recourt à l'aide
ménagère par le biais de titres-
services conclut généralement un
seul contrat avec le travailleur et
possède un seul numéro
d'utilisateur. Chaque contribuable
peut déduire jusqu'à 2 200 euros,
pour lesquels on délivre une
attestation fiscale liée au numéro
d'utilisateur.
28/03/2006
CRIV 51
COM 906
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
48
zich tot die 2.200 euro. Bepaalde gezinnen hebben meer cheques
aangekocht omdat ze dachten dat ze tot 4.400 euro mochten gaan
met twee belastingplichtigen.

We hebben dat nagevraagd bij Accor Services Benelux, een bedrijf
dat dienstencheques uitgeeft. Zij stelden duidelijk dat een hoger
bedrag dan 2.200 euro niet kan uitgesplitst worden over de
echtgenoten. Het kan dus alleen wanneer beide echtgenoten een
gebruikersnummer hebben en dus ook twee contracten met eenzelfde
huishoudhulp. Dat komt de administratieve vereenvoudiging en de
duidelijkheid voor de gebruikers en werknemers niet ten goede.

Mijnheer de minister, bent u op de hoogte van deze problematiek?

Kan in het kader van de administratieve vereenvoudiging, waar deze
regering wel degelijk inspanningen voor doet, er niet voor gezorgd
worden dat één gebruikersnummer en één contract met de
werknemer volstaan en dat een splitsing per belastingsplichtige
echtgenoot mogelijk wordt?
Certains ménages pensaient qu'ils
pouvaient déduire jusqu'à 4 400
euros si les deux conjoints étaient
assujettis à l'impôt. Accor Services
Benelux affirme à présent
qu'aucun montant supérieur à
2 200 euros ne peut être réparti
entre les époux pour la déduction
fiscale. Cette possibilité n'existe
que si deux contrats ont été
rédigés, de sorte que chaque
conjoint a son propre numéro
d'utilisateur. Le ministre est-il au
courant de ce problème?

Serait-il possible, dans le cadre de
la simplification administrative, de
permettre une répartition de la
déduction fiscale lorsque deux
conjoints assujettis à l'impôt n'ont
conclu qu'un seul contrat?
20.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, mevrouw
Taelman, eerst en vooral deel ik u mede dat mijn collega van Werk
bevoegd is voor de uitgiftemodaliteiten van de dienstencheque. Mijn
administratie stuurt geen fiscale fiche in dat verband. Dat is een vraag
voor mijn collega van Werk.

Toch wens ik op te merken dat het op fiscaal vlak, in het kader van de
decumul, niet opportuun is om op uw verzoek in te gaan. Iedere
echtgenoot kan immers de belastingvermindering verkrijgen voor de
uitgaven gedaan voor de aankoop van dienstencheques die op zijn
eigen naam zijn uitgegeven en waarvoor hij over het voorgeschreven
fiscaal attest beschikt. Ik ben zo vrij terzake te verwijzen naar de
onderrichtingen opgenomen in de circulaire van 14 april 2005, die kan
worden geraadpleegd op de fiscale databank Fisconet van de FOD
Financiën.

Het is dus zeer duidelijk. Er is een decumul en het is altijd mogelijk
om belastingvermindering te verkrijgen, maar wel voor de uitgaven,
gedaan voor de aankoop van dienstencheques die op de eigen naam
zijn uitgegeven.
20.02 Didier Reynders, ministre:
Les modalités d'émission des
titres-services relèvent de la
compétence du ministre de
l'Emploi.

Compte tenu du décumul, il n'est
pas opportun de donner suite à la
proposition formulée par Mme
Taelman. La réduction d'impôt
peut d'ores et déjà être obtenue
par les deux conjoints si chacun
d'eux peut produire une attestation
fiscale. Les instructions
nécessaires à cet effet figurent
dans la circulaire du 14 avril 2005.
20.03 Martine Taelman (VLD): Mijnheer de minister, ik zal dat zeker
bij uw collega van Werk, maar ook, denk ik, bij uw collega voor
Administratieve Vereenvoudiging, verder aankaarten.
20.03 Martine Taelman (VLD): Je
soumettrai cette question au
ministre de l'Emploi ainsi qu'au
secrétaire d'État chargé de la
Simplification administrative.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De voorzitter: Punt 19 op de agenda ­ de wetsontwerpen ­ wordt als derde punt toegevoegd aan de
agenda van morgen. Eerste punt op de agenda is een wetsontwerp over de overheidsopdrachten. Het
tweede punt is een wetsontwerp over de rijksmiddelenbegroting. Daarna volgt het voornoemde
wetsontwerp. Morgenochtend behandelen wij de drie wetsontwerpen dus samen.

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 12.41 uur.
CRIV 51
COM 906
28/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
49
La réunion publique de commission est levée à 12.41 heures.