CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 904
CRIV 51 COM 904
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DE L
'I
NFRASTRUCTURE
,
DES
C
OMMUNICATIONS ET DES
E
NTREPRISES
PUBLIQUES
C
OMMISSIE VOOR DE
I
NFRASTRUCTUUR
,
HET
V
ERKEER EN DE
O
VERHEIDSBEDRIJVEN
jeudi
donderdag
23-03-2006
23-03-2006
Matin
Voormiddag
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE






























cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders ­ Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu inté-
gral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit des
interventions ; les annexes se trouvent dans une brochure
séparée (PLEN: couverture blanche; COM: couverture
saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken; de
bijlagen zijn in een aparte brochure opgenomen
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
Plenum
COM
réunion de commission
COM
Commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 904
23/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i

SOMMAIRE
INHOUD
Questions et interpellations jointes de
2
Samengevoegde vragen en interpellaties van
1
- M. Bart Laeremans au ministre de la Mobilité sur
"l'arrêt retentissant de la cour d'appel de Bruxelles
concernant Zaventem" (n° 10977)
2
- de heer Bart Laeremans aan de minister van
Mobiliteit over "de ophefmakende uitspraak van
het hof van beroep van Brussel in verband met
Zaventem" (nr. 10977)
1
- M. Stijn Bex au ministre de la Mobilité sur "l'arrêt
de la cour d'appel de Bruxelles concernant les
normes bruxelloises en matière de nuisances
sonores et la répartition équitable" (n° 10992)
2
- de heer Stijn Bex aan de minister van Mobiliteit
over "het arrest van het hof van beroep van
Brussel aangaande de Brusselse geluidsnormen
en een billijke spreiding" (nr. 10992)
1
- M. Pieter De Crem au ministre de la Mobilité sur
"les conséquences de l'arrêt de la cour d'appel de
Bruxelles concernant les nuisances sonores dues
aux vols en partance et à destination de
Zaventem" (n° 831)
2
- de heer Pieter De Crem tot de minister van
Mobiliteit over "de gevolgen van het arrest van het
hof van beroep van Brussel inzake de
geluidsoverlast van de vluchten van en naar
Zaventem" (nr. 831)
1
- Mme Marie Nagy au ministre de la Mobilité sur
"le suivi des décisions judiciaires concernant le
trafic aérien autour de l'aéroport de Zaventem"
(n° 10996)
2
- mevrouw Marie Nagy aan de minister van
Mobiliteit over "de uitvoering van de rechterlijke
beslissingen betreffende het luchtverkeer rond de
luchthaven van Zaventem" (nr. 10996)
1
- Mme Joëlle Milquet au ministre de la Mobilité sur
"les conséquences de l'arrêt de la cour d'appel du
21 mars 2006 sur le plan de répartition des vols
de Bruxelles-National et la nécessité d'un
nouveau plan de répartition des nuisances
équilibré" (n° 832)
2
- mevrouw Joëlle Milquet tot de minister van
Mobiliteit over "de gevolgen van het arrest van
21 maart 2006 van het Brusselse hof van beroep
over het vluchtspreidingsplan van de luchthaven
van Zaventem en over de noodzaak aan een
nieuw plan waarmee de overlast evenwichtig
wordt gespreid" (nr. 832)
1
- Mme Karine Lalieux au ministre de la Mobilité
sur "le plan de dispersion des vols" (n° 10999)
2
- mevrouw Karine Lalieux aan de minister van
Mobiliteit over "het spreidingsplan van de
vluchten" (nr. 10999)
1
- M. Luk Van Biesen au ministre de la Mobilité sur
"le plan de dispersion des vols pour l'aéroport de
Zaventem" (n° 11000)
2
- de heer Luk Van Biesen aan de minister van
Mobiliteit over "het spreidingsplan voor de
luchthaven van Zaventem" (nr. 11000)
1
- M. Bart Laeremans au ministre de la Mobilité sur
"l'arrêt retentissant rendu par la cour d'appel de
Bruxelles à propos de Zaventem et des amendes
qui sont actuellement infligées aux compagnies
aériennes" (n° 833)
2
- de heer Bart Laeremans tot de minister van
Mobiliteit over "de ophefmakende uitspraak van
het hof van beroep van Brussel in verband met
Zaventem en de boetes die momenteel aan
luchtvaartmaatschappijen worden opgelegd"
(nr. 833)
1
- M. Olivier Maingain au ministre de la Mobilité sur
"l'arrêt de la cour d'appel de Bruxelles du
21 mars 2006 et ses conséquences sur le plan
d'utilisation des pistes à l'aéroport de Bruxelles-
National" (n° 11001)
2
- de heer Olivier Maingain aan de minister van
Mobiliteit over "het arrest van het hof van beroep
van Brussel van 21 maart 2006 en de gevolgen
ervan voor het gebruik van de banen op de
luchthaven Brussel-Nationaal" (nr. 11001)
1
- M. Patrick De Groote au ministre de la Mobilité
sur "le plan de dispersion pour l'aéroport de
Zaventem" (n° 834)
2
- de heer Patrick De Groote tot de minister van
Mobiliteit over "het spreidingsplan voor de
luchthaven van Zaventem" (nr. 834)
2
Orateurs: Pieter De Crem, président du
groupe CD&V, Bart Laeremans, Stijn Bex,
Marie Nagy, Joëlle Milquet, Karine Lalieux,
Luk Van Biesen, Olivier Maingain, Patrick
De Groote, Renaat Landuyt
, ministre de la
Mobilité
Sprekers: Pieter De Crem, voorzitter van de
CD&V-fractie, Bart Laeremans, Stijn Bex,
Marie Nagy, Joëlle Milquet, Karine Lalieux,
Luk Van Biesen, Olivier Maingain, Patrick
De Groote, Renaat Landuyt
, minister van
Mobiliteit
Motions
38
Moties
38
CRIV 51
COM 904
23/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DE
L'INFRASTRUCTURE, DES
COMMUNICATIONS ET DES
ENTREPRISES PUBLIQUES
COMMISSIE VOOR DE
INFRASTRUCTUUR, HET
VERKEER EN DE
OVERHEIDSBEDRIJVEN
du
JEUDI
23
MARS
2006
Matin
______
van
DONDERDAG
23
MAART
2006
Voormiddag
______

De vergadering wordt geopend om 12.40 uur door de heer Francis Van den Eynde, voorzitter.
La séance est ouverte à 12.40 heures par M. Francis Van den Eynde, président.

De voorzitter: Collega's, ik heet u welkom op deze uitzonderlijke vergadering van de commissie voor de
Infrastructuur.

Je me trouvais devant quelques problèmes protocolaires au sujet de la liste des intervenants puisque nous
avons des interpellations et des questions, des questions et des interpellations.

Om te proberen een billijke oplossing te geven aan heel deze zaak, wens ik het volgende voor te stellen.

Ik stel voor dat de heer Laeremans, die het vuur geopend heeft met zijn vraag en er later een interpellatie
van gemaakt heeft, net zoals de andere interpellanten, tien minuten spreektijd krijgt. Ik spreek wel over de
interpellanten. Voor de vragen krijgt men vijf minuten, zoals dat ook in het Reglement is voorzien.

Ik zou onmiddellijk willen beginnen met het woord te geven aan de heer Laeremans. Ik zal daarna het
woord geven aan de heer Bex, met een vraag, de heer De Crem met een interpellatie enzovoort.
01 Samengevoegde vragen en interpellaties van
- de heer Bart Laeremans aan de minister van Mobiliteit over "de ophefmakende uitspraak van het hof
van beroep van Brussel in verband met Zaventem" (nr. 10977)
- de heer Stijn Bex aan de minister van Mobiliteit over "het arrest van het hof van beroep van Brussel
aangaande de Brusselse geluidsnormen en een billijke spreiding" (nr. 10992)
- de heer Pieter De Crem tot de minister van Mobiliteit over "de gevolgen van het arrest van het hof
van beroep van Brussel inzake de geluidsoverlast van de vluchten van en naar Zaventem" (nr. 831)
- mevrouw Marie Nagy aan de minister van Mobiliteit over "de uitvoering van de rechterlijke
beslissingen betreffende het luchtverkeer rond de luchthaven van Zaventem" (nr. 10996)
- mevrouw Joëlle Milquet tot de minister van Mobiliteit over "de gevolgen van het arrest van
21 maart 2006 van het Brusselse hof van beroep over het vluchtspreidingsplan van de luchthaven van
Zaventem en over de noodzaak aan een nieuw plan waarmee de overlast evenwichtig wordt gespreid"
(nr. 832)
- mevrouw Karine Lalieux aan de minister van Mobiliteit over "het spreidingsplan van de vluchten"
(nr. 10999)
- de heer Luk Van Biesen aan de minister van Mobiliteit over "het spreidingsplan voor de luchthaven
van Zaventem" (nr. 11000)
- de heer Bart Laeremans tot de minister van Mobiliteit over "de ophefmakende uitspraak van het hof
van beroep van Brussel in verband met Zaventem en de boetes die momenteel aan
luchtvaartmaatschappijen worden opgelegd" (nr. 833)
- de heer Olivier Maingain aan de minister van Mobiliteit over "het arrest van het hof van beroep van
Brussel van 21 maart 2006 en de gevolgen ervan voor het gebruik van de banen op de luchthaven
Brussel-Nationaal" (nr. 11001)
23/03/2006
CRIV 51
COM 904
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
- de heer Patrick De Groote tot de minister van Mobiliteit over "het spreidingsplan voor de luchthaven
van Zaventem" (nr. 834)
01 Questions et interpellations jointes de
- M. Bart Laeremans au ministre de la Mobilité sur "l'arrêt retentissant de la cour d'appel de Bruxelles
concernant Zaventem" (n° 10977)
- M. Stijn Bex au ministre de la Mobilité sur "l'arrêt de la cour d'appel de Bruxelles concernant les
normes bruxelloises en matière de nuisances sonores et la répartition équitable" (n° 10992)
- M. Pieter De Crem au ministre de la Mobilité sur "les conséquences de l'arrêt de la cour d'appel de
Bruxelles concernant les nuisances sonores dues aux vols en partance et à destination de Zaventem"
(n° 831)
- Mme Marie Nagy au ministre de la Mobilité sur "le suivi des décisions judiciaires concernant le trafic
aérien autour de l'aéroport de Zaventem" (n° 10996)
- Mme Joëlle Milquet au ministre de la Mobilité sur "les conséquences de l'arrêt de la cour d'appel du
21 mars 2006 sur le plan de répartition des vols de Bruxelles-National et la nécessité d'un nouveau
plan de répartition des nuisances équilibré" (n° 832)
- Mme Karine Lalieux au ministre de la Mobilité sur "le plan de dispersion des vols" (n° 10999)
- M. Luk Van Biesen au ministre de la Mobilité sur "le plan de dispersion des vols pour l'aéroport de
Zaventem" (n° 11000)
- M. Bart Laeremans au ministre de la Mobilité sur "l'arrêt retentissant rendu par la cour d'appel de
Bruxelles à propos de Zaventem et des amendes qui sont actuellement infligées aux compagnies
aériennes" (n° 833)
- M. Olivier Maingain au ministre de la Mobilité sur "l'arrêt de la cour d'appel de Bruxelles du
21 mars 2006 et ses conséquences sur le plan d'utilisation des pistes à l'aéroport de Bruxelles-
National" (n° 11001)
- M. Patrick De Groote au ministre de la Mobilité sur "le plan de dispersion pour l'aéroport de
Zaventem" (n° 834)
01.01 Pieter De Crem (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik wil er geen
procedurespel van maken, maar hetgeen gisteren was
overeengekomen in de Conferentie van voorzitters, klopt niet met de
agenda zoals deze vandaag is samengesteld.

Ik zal onze bespreking van gisteren niet uit de doeken doen: de
afwending door de Kamervoorzitter van het houden van een debat in
plenaire vergadering; de weigering om de vele vragen te laten
opnemen in een minidebat; het voorstel van onze fractie om nu over
te gaan tot een interpellatie bij hoogdringendheid in deze commissie,
waarbij de volgorde van de interpellanten en de vraagstellers anders
was dan die op uw agenda.
De voorzitter: Mijnheer De Crem, u hebt mij dat daarstraks ook onder vier ogen gezegd. Ik kan toch
moeilijk, als ik de chronologie volg, aan leden die een vraag hebben ingediend eerst het woord geven en
later aan de interpellanten, want dan zult u mij verwijten dat ze meer tijd krijgen. Ik geef u 10 minuten
spreektijd, net zoals aan de andere interpellanten. Ik meen dat zulks een billijke oplossing is die rekening
houdt met de chronologie, waarbij iedereen aan zijn of haar trekken komt.

Mijnheer Laeremans, u krijgt het woord. Uw spreektijd bedraagt 10 minuten, niet langer.
01.02 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Mijnheer de minister, uw
uitspraken na het arrest van 21 maart waren ronduit beschamend en
uw ambt onwaardig. Het hof van beroep van Brussel heeft op een
sterk onderbouwde wijze uw falen als minister vastgesteld, maar in
plaats van te zeggen: wij gaan dat arrest naar best vermogen naleven
en wij gaan de rechtsstaat naar best vermogen eerbiedigen, doet u
precies het tegenovergestelde en zegt u dat alle schuld bij de
rechtbanken ligt, terwijl het arrest u de instrumenten aanreikt, u de
interpretatie aanreikt ook van de vroegere tijdelijke arresten, om wel
uit te knoop te geraken.
01.02 Bart Laeremans (Vlaams
Belang): La réaction du ministre à
l'arrêt de la cour d'appel de
Bruxelles du 21 mars est indigne
de sa fonction. Au lieu d'exécuter
au mieux le jugement, comme il se
doit dans un État de droit, il
critique les tribunaux. L'arrêt lui
procure pourtant les instruments
permettant de sortir de l'impasse.
CRIV 51
COM 904
23/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3

Hoe durft u, mijnheer de minister, voor te stellen dat deze Kamer een
spoedwet moet goedkeuren die de huidige concentratie bevriest,
terwijl het hof van beroep daarvan amper twee dagen geleden heeft
vastgesteld ­ en ik citeer nu, op bladzijde 266: "Het staat vast dat de
subjectieve rechten op gezondheid, op bescherming van het
gezinsleven en op een gezond leefmilieu van de inwoners van de
Noordrand en de Oostrand ernstig worden geschaad door de
exploitatiepraktijk die erin bestaat dat hun woonomgeving buitenmatig
wordt overvlogen."

En vervolgens: "Bij geen enkele andere groep omwonenden dan
diegenen die de Noordrand bewonen is een zelfs maar vergelijkbare
toebedeling van overlast voorhanden. De wijze waarop de dag- en
nachtvluchten sedert april 2005.." ­ onder uw beleid dus ­ "... worden
gespreid, schendt het gelijkheidsbeginsel.

U wil bijgevolg deze Kamer een wet doen goedkeuren waarvan een
hoge rechtbank al op voorhand heeft vastgesteld dat zij het
gelijkheidsbeginsel manifest schendt. U weet dus, als jurist, of u zou
het moeten weten, dat zo'n wet geen schijn van kans maakt om het
Arbitragehof te overleven. Toch wil u de Kamer zoiets door de strot
rammen. Ik geloof niet, mijnheer de minister, dat er een ergere vorm
van incivisme bestaat dan dat.

De grote verdienste van het arrest bestaat erin dat het eindelijk een
doorbraak mogelijk maakt in het dossier omdat het formeel durft te
stellen wat iedereen al lang wist, namelijk dat de Brusselse
geluidsnormen totaal ongrondwettig zijn, want strijdig met de
Grondwet, strijdig met de federale trouw, strijdig met het
evenredigheidsbeginsel, strijdig met het belang van de Brusselaars
zelf ­ zo staat het er inderdaad ­ omdat zij onvermijdelijk moeten
leiden tot de verdwijning van de economische leefbaarheid van de
luchthaven. Zo duidelijk staat het allemaal in dat arrest. Zij behoren
dus, zegt het hof van beroep, geen toepassing te krijgen en een
inbreuk kan geen rechtskrenking opleveren.

Met andere woorden, alle boetes die tot heden zijn opgelegd mogen
naar de prullenmand. De Brusselse geluidswallen zijn bijgevolg
gesloopt. Maar wat zegt u, mijnheer de minister? Tja, wij gaan daar
niets mee doen, wij gaan de huidige situatie ­ die het gevolg is van
die geluidswallen ­ bevriezen, tot er ooit ­ met sint-juttemis
waarschijnlijk ­ iets beters wordt gevonden.

Mijnheer de minister, u bent dus van plan om dit arrest gewoon te
negeren. Uw houding in het dossier Zaventem is van in bij begin
ronduit schandelijk geweest. In plaats van een beleid te voeren en uw
regeerakkoord van billijke spreiding, zo staat het er, uit te voeren,
hebt u alleen maar aangemodderd, getalmd en geluierd. U hebt
dagjespolitiek gevoerd die Brussel steeds meer bevoordeelt. Alle
transparantie die door uw voorganger, een kartelgenoot, in het leven
was geroepen hebt u weggenomen. Voor de rest hebt u als een
vrolijke Frans gehuppeld achter de vonnissen en arresten. Dat is uw
beleid geweest de voorbije 20 maanden. Het resultaat is een
gigantische puinhoop met onvoorstelbare economische en sociale
gevolgen.

Mijnheer de minister, waar is trouwens uw wetsontwerp? Reeds meer


Comment le ministre ose-t-il
proposer l'adoption en urgence par
la Chambre d'une loi qui gèle la
concentration actuelle, alors que la
cour d'appel a jugé qu'une telle
concentration viole les droits
subjectifs à une vie saine des
habitants de la périphérie nord et
est?

La cour a établi explicitement que
la dispersion actuelle des vols
viole le principe d'égalité. La
Chambre devrait donc adopter une
loi contraire au principe d'égalité et
qui, par conséquent, ne résistera
pas au contrôle de la Cour
d'arbitrage.

Le principal mérite de l'arrêt est
qu'il permet une avancée car il ose
dénoncer ce que tout un chacun
sait déjà depuis longtemps, à
savoir que les normes de bruit
bruxelloises sont
inconstitutionnelles, contraires à la
loyauté fédérale, au principe de
proportionnalité et à l'intérêt des
Bruxellois eux-mêmes, parce
qu'elles hypothèquent la viabilité
économique de l'aéroport. Selon la
cour, une infraction à ces normes
ne peut donc entraîner une
atteinte à la loi.

Toutes les amendes qui ont été
imposées jusqu'à présent peuvent
donc être jetées à la poubelle et
les murs anti-bruit bruxellois sont
par terre. Mais le ministre veut à
présent geler la situation jusqu'à
ce que l'on trouve un jour ­ mais
quand? ­ une meilleure solution.

Plutôt que de mettre à exécution
l'accord de gouvernement, qui
prévoyait une dispersion équitable,
le ministre s'est contenté de
patauger. Il a réduit à néant la
politique de transparence
instaurée par son prédécesseur
pour introduire une politique "à la
petite semaine" favorisant toujours
plus la capitale. Le tout a
débouché sur un chaos aux
lourdes conséquences sociales et
23/03/2006
CRIV 51
COM 904
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
dan een jaar zegt u dat u met een wet naar het Parlement zult komen,
die de grote principes voor de geluidsoverlast moet vastleggen. Wij
hebben echter nog steeds niets gezien. Uw wetsontwerp is een soort
monster van Loch Ness dat steeds opnieuw op uw bevelen opduikt,
maar dat in werkelijkheid gewoon niet bestaat.

Mijnheer de minister, bovendien slaagt u erin om de schuld voor uw
verzuim steeds bij de anderen te leggen. Tot gisteren wentelde u alles
af op de andere Gewesten die zelf tot een akkoord moesten komen.
Vandaag zijn het dan weer de parlementsleden die hun werk moeten
doen. Er is steeds iemand die geen enkele schuld treft en dat bent u.
Mijnheer de minister, u bent, van alle Vlaamse politici en van alle
Belgische politici, de grootste mossel die wij sinds het aantreden van
Verhofstadt in 1999 hebben gekend.

Collega's, in plaats van de huidige situatie te bevriezen moet Brussel
nu eindelijk tot de orde geroepen worden in dit dossier. Het kan niet
langer dat Brussel het federale niveau blijft chanteren. In de federale
regering zijn er instrumenten genoeg voorhanden om Brussel te
dwingen een redelijk deel van de overlast te aanvaarden. Mijnheer de
minister, het was uw eigen partijvoorzitter Steve Stevaert, toen hij nog
partijvoorzitter was, die in dit dossier gezegd heeft dat de federale
regering desnoods de geldkraan naar Brussel moest dichtdraaien.

Het is bovendien niet waar, het is helemaal niet waar, dat alleen maar
de Raad van State de Brusselse geluidsnormen kan vernietigen. Dit is
een regelrechte leugen. De eerste die deze egoïstische en
ongrondwettelijke normen kan uitschakelen is de Brusselse regering
zelf en daarin zitten drie Vlaamse ministers, namelik Pascal Smet van
sp.a-spirit een partijgenoot van u, Guy Vanhengel van de VLD en
Brigitte Grouwels van CD&V.

Die drie Vlaamse minister zijn tot op vandaag medeplichtig aan het
incivieke beleid, aan het extremisme van de Brusselse regering. Het
is mede namens die drie Vlaamse ministers dat de Brusselse regering
zomaar kan verklaren dat het arrest voor haar gewoon niet bestaat.
"Je m'en fous", zei Picqué, mede met de steun van die drie Vlaamse
ministers.

Het is volslagen onbegrijpelijk dat in het Vlaams Parlement door de
regering wordt verklaard dat Brussel deloyaal is en dat de Vlaamse
ministers in Brussel dit deloyale beleid mogen blijven ondersteunen
en mogen blijven doen alsof er niets aan de hand is en door hun partij
niet eens ter verantwoording worden geroepen.

Die spreidstand, die hypocrisie van CD&V, van VLD en sp.a-spirit
moet nu eindelijk maar eens ophouden. Als die drie Vlaamse
ministers de moed zouden hebben om het ontslag te eisen van
Huyttebroeck of zelf ontslag zouden nemen, kan er eindelijk een halt
worden toegeroepen aan de Brusselse arrogantie. Zij moeten nu
eindelijk laten zien dat het voortbestaan van de luchthaven
belangrijker is dan het egoïsme van bepaalde Brusselse kringen. Zij
moeten laten zien dat de tienduizenden jobs op Zaventem belangrijker
zijn dan het groene extremisme van Huyttebroeck. De
verantwoordelijkheid ligt dus meer dan ooit bij de Vlaamse partijen
zelf. Ik ben dus zeer benieuwd wat de collega's De Crem, Van Biesen
en Bex hierover te vertellen zullen hebben.
économiques.

Qu'en est-il, d'ailleurs, du projet de
loi promis de longue date? Depuis
plus d'un an, le ministre nous
annonce sa loi sur la dispersion
des vols mais il en rejette à
chaque fois la responsabilité,
tantôt sur les Régions qui devaient
parvenir à un accord, tantôt sur les
parlementaires qui doivent à
présent se mettre au travail. Seul
le ministre lui-même n'a rien à se
reprocher, bien sûr.

Au lieu de geler la situation
actuelle comme le souhaite le
ministre, il convient de rappeler
enfin Bruxelles à l'ordre. Le
gouvernement fédéral ne manque
pas de leviers pour ramener
Bruxelles à la raison. L'ancien
président du parti du ministre n'a-t-
il pas dit lui-même qu'il suffisait de
fermer le robinet financier, au
besoin?

Il est faux, par ailleurs, que seul le
Conseil d'État peut annuler les
normes de bruit bruxelloises. Tout
d'abord, le gouvernement
bruxellois peut supprimer lui-
même ces normes égoïstes et ce
gouvernement compte trois
ministres flamands, qui sont
jusqu'ici complices d'une politique
incivique. C'est avec leur appui
que le ministre-président, Charles
Picqué, fait fi de l'arrêt. Que le
Parlement flamand déclare que
Bruxelles agit de manière déloyale
tandis que les ministres flamands
soutiennent cette politique
déloyale à Bruxelles sans être
rappelés à l'ordre par leurs partis
respectifs, dépasse l'entendement.

Il faut mettre fin à l'attitude
hypocrite du CD&V, du VLD et du
sp.a-spirit. Leurs ministres du
gouvernement bruxellois devraient
exiger la démission de la ministre
Huyttebroeck ou démissionner
eux-mêmes et montrer ainsi que la
pérennité de l'aéroport et le
maintien de dizaines de milliers
d'emplois sont plus importants que
l'extrémisme vert ou l'égoïsme de
CRIV 51
COM 904
23/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
Mijnheer de minister, ik heb slechts drie vragen voor u. Ten eerste,
kan u verklaren waarom u ons een spreidingsplan bij wet wil doen
vastleggen dat manifest in strijd is met het gelijkheidsbeginsel en met
het lentearrest van het hof van beroep van Brussel? Hoe wil u
vermijden dat deze wet meteen wordt vernietigd door het
Arbitragehof?

Ten tweede, wat is uw houding tegenover de Brusselse
geluidsnormen waarvan de ongrondwettelijkheid nu overduidelijk is
vastgesteld? Moet daarmee nog rekening gehouden worden? Wat zijn
de gevolgen voor de boetes van ruim 1,5 miljoen euro die tot nu toe
zijn opgelegd?

Ten derde, wat hebt u eigenlijk te vertellen over de houding van uw
eigen partij, de sp.a, in Brussel die daar totaal iets anders vertelt dan
in de Vlaamse regering? Of gaat u soms als derde nog iets anders
vertellen dan die twee andere ministers? Wanneer gaat de hypocrisie
van uw eigen partij nu eindelijk eens ophouden? Ik dank u.
certains Bruxellois. Cette
responsabilité incombe donc plus
que jamais aux partis flamands. Il
me tarde d'entendre la position
des parlementaires de ces partis à
ce sujet.

Pourquoi le ministre entend-il
inscrire dans la loi un plan de
dispersion qui est un échec et qui
enfreint le principe d'égalité ainsi
que le dernier arrêt de la cour
d'appel de Bruxelles? Comment
va-t-il éviter que cette loi soit
immédiatement annulée par la
Cour d'arbitrage? Quelle est sa
position face aux normes de bruit
bruxelloises dont
l'inconstitutionnalité a été
constatée? Quelles sont les
conséquences au niveau des
amendes qui ont été infligées
jusqu'à présent pour un montant
de plus de 1,5 millions d'euros?
Que pense le ministre de la
position différente adoptée par son
parti au sein des gouvernements
bruxellois et flamand?
01.03 Stijn Bex (sp.a-spirit): Mijnheer de minister, ik moet zeggen
dat ik verheugd was over dit arrest omdat met dit arrest voor het eerst
sinds lang een rechtbank zich heeft uitgesproken met het oog op het
belang van alle omwonenden van de luchthaven en niet alleen voor
het belang van één specifieke bewonersgroep. Dit is geen nimby-
arrest, dit is een arrest dat het belang van alle omwonenden en dus
van heel het land voor ogen heeft. Daarover ben ik verheugd. Het
arrest is bovendien goed onderbouwd en bevestigt het
spreidingsprincipe zoals het steeds door onze partij is voorgesteld en
zoals het ook in de federale regeerverklaring en in het federale
spreidingsplan werd opgenomen. Het arrest stelt duidelijk dat de
Brusselse geluidsnormen ongrondwettelijk zijn omdat ze ingaan tegen
het principe van de federale trouw dat aan de basis ligt van elke
federale staat die werkbaar wil zijn en omdat het pleit voor spreiding.

Mijnheer de minister, ik moet zeggen dat ik enigszins verrast was toen
ik u dinsdag hoorde zeggen dat dit arrest eigenlijk weinig bijdroeg tot
een oplossing omdat er nu drie arresten zijn die compleet met elkaar
in tegenspraak zijn.

Ik zal zeker niet zeggen dat alle problemen door dit arrest worden
opgelost, maar het hof wijst toch duidelijk op de verenigbaarheid van
dit arrest met de andere arresten die in dit dossier werden geveld en
legt de nadruk op de uitvoerbaarheid ervan. Het arrest bevestigt de
rode draad die door alle arresten in verband met Brussels National
Airport loopt en dat is met name dat je die last voor de mensen moet
spreiden, dat er een subjectief recht op gezondheid bestaat en dat het
niet afhangt van het aantal mensen dat onder een opstijg- of
landingsroute woont om te bepalen of die subjectieve rechten
01.03 Stijn Bex (sp.a-spirit): Je
me félicite de cet arrêt, car pour la
première fois depuis longtemps,
un tribunal rend un jugement qui
est favorable à tous les riverains et
pas seulement à un groupe
spécifique d'habitants. L'arrêt est
par ailleurs bien étayé et confirme
le principe de dispersion tel qu'il a
toujours été mis en avant par notre
parti et tel qu'il a été repris dans le
plan de dispersion fédéral. L'arrêt
dispose clairement que les normes
de bruit en vigueur à Bruxelles
sont inconstitutionnelles.

J'ai été un peu surpris quand le
ministre a dit que cet arrêt
contribuera peu à une solution
étant donné qu'aujourd'hui, nous
avons sur les bras trois arrêts qui
se contredisent. Je ne prétends
pas que cet arrêt résoudra tous les
problèmes mais la Cour elle-
même a souligné la compatibilité
de cet arrêt avec les autres arrêts
ainsi que son caractère
exécutoire. Cet arrêt confirme que
les nuisances sonores doivent être
23/03/2006
CRIV 51
COM 904
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
geschonden zijn. Ook iemand in een niet drukbevolkte zone heeft
recht op gezondheid.

Dit is zeer gemakkelijk samen te vatten in een beeld. Als een aantal
mensen zich bevindt in een ruimte die onder water staat, kan men
twee dingen doen: ofwel staat iedereen tot aan de enkels, of zelfs tot
aan de knieën in het water, ofwel legt men een aantal mensen op de
grond en gaan de anderen erop staan en hebben zij dus droge
voeten. Dat is wat men wil doen met de concentratie, maar wij vinden
dat geen sociaal beleid en snappen dan ook niet dat Brusselse
zogenaamde progressieven die piste blijven verdedigen.

Mijnheer de minister, ik wil kort ingaan op de verenigbaarheid van dit
arrest met het arrest dat werd geveld inzake het gebruik van baan
02/20. Het Hof zegt daarover dat het bestuur ­ u dus ­ zonder het
gezag van gewijsde van dit arrest te schenden en dwangsommen te
verbeuren, zijn beslissing over baan 02 kan heroverwegen en een
andere in de plaats stellen. Iets verder zegt het hof dat in de huidige
stand van de spreidingsproblematiek het bestuur in rechte niet
verhinderd wordt om bij een heroverweging van het geheel van de
elementen die bij een beslissing omtrent de spreiding van de overlast
van geluidshinder in aanmerking moet worden genomen, alsnog tot
het gebruik van banen 20 en 02 te beslissen.

Mijnheer de minister, ik leid daaruit af dat het hof u duidelijk uitnodigt
een beslissing te nemen die ook rekening houdt met het voorgaande
arrest, zonder daarmee in tegenspraak te zijn en die mogelijkheid
heel duidelijk openlaat.

Aan de andere kant zien wij met spirit ook wel in dat dit dossier niet
kan worden opgelost door rechtbanken. Dit zal een politieke
beslissing vergen. Het is duidelijk ­ u heeft dat gisteren nogmaals
aangekondigd ­ dat er snel een wet moet komen die de
vliegprocedures of de manier waarop ze moeten worden gewijzigd,
vastlegt. Wij vinden wel duidelijk dat dit arrest en de krachtlijnen ervan
mee moeten worden opgenomen in de wet op de vliegprocedures en
dat het niet kan dat die wet in de toekomst het aantal overvlogenen
boven het gezondheidsaspect zou stellen bij beslissingen over
vliegroutes. Het moet duidelijk zijn dat het gezondheidsaspect, het
recht op een rustig moment ook, wordt gegarandeerd voor iedereen.

De vraag is of de politieke wil bestaat om de krachtlijnen van dit arrest
om te zetten in een beleid. Wat dat betreft is het vijf voor twaalf. Dat
zeg ik niet alleen, het stond vandaag ook in een Vlaamse krant.
réparties entre les riverains, qu'il
existe un droit subjectif à la santé
et que ce droit peut aussi être
exercé par les habitants d'une
zone non densément peuplée.

Nous estimons que cette politique
de concentration est tout sauf
sociale et ne comprenons pas que
les soi-disant progressistes
bruxellois persistent à défendre
cette idée.

La cour d'appel a dit dans son
dernier arrêt que le ministre
pouvait reconsidérer sa décision
relative aux pistes 02 et 20 sans
porter atteinte à l'autorité de son
arrêt en ce qui concerne
l'utilisation de ces pistes ni être
tenu au paiement d'astreintes. La
Cour estime dès lors qu'une
décision tenant compte de tous les
arrêts est tout à fait envisageable.

Spirit est toutefois également
conscient du fait que les
problèmes qui se posent dans ce
dossier ne peuvent être résolus
par des tribunaux et qu'il est donc
urgent de prendre une décision
politique. Notre parti estime donc
qu'il faut rapidement adopter une
loi qui fixe les procédures de vol,
telle que celle annoncée par le
ministre. Mais il considère qu'il
faudra traduire dans cette loi les
idées-force de cet arrêt et que
dans la future loi, le nombre brut
d'habitants victimes de nuisances
sonores ne devra pas primer
l'aspect santé. Le droit au repos
doit être garanti à tous.
Existe-t-il une volonté politique de
transposer les lignes de force de
cet arrêt en décisions politiques?
De voorzitter: Mag ik u vragen om af te ronden?
01.04 Stijn Bex (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, ik zal afronden in
de tijd die ik daarvoor nodig heb.

Door de aanhoudende onzekerheid komt de economische welvaart
van de luchthaven ernstig in het gedrang. Een studie van VOKA wijst
uit dat bedrijven hun investeringen uitstellen. Ik meen dus dat
iedereen die van goede wil is een snelle oplossing wenst. Toen ik
gisteren minister-president Picqué hoorde, vroeg ik mij af of iedereen
01.04 Stijn Bex (sp.a-spirit): Il est
grand temps, car l'incertitude
persistante menace la prospérité
économique de
la région
aéroportuaire. Selon une étude du
VOKA, les entreprises reportent
leurs investissements. Lorsque j'ai
entendu les paroles de M. Picqué
CRIV 51
COM 904
23/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
wel tot een oplossing wil komen. Het moet toch duidelijk zijn dat het
vijf voor twaalf is voor Brussel, wanneer het vijf voor twaalf is voor
Zaventem. Zien de Brusselaars echt niet in dat hun torenhoge
werkloosheid opgelost moet worden door onder meer een
performante luchthaven van Zaventem en dat zij hun laaggeschoolde
werklozen daar aan een job kunnen helpen? Laten we dan ook
samen de lasten van de luchthaven delen.

Mijnheer de minister, ik kom tot mijn concrete vragen.

Ten eerste, wat is volgens u de exacte draagwijdte van dit arrest en
hoe verhoudt het zich tot eerdere rechtelijke uitspraken? Is het arrest
volgens u echt niet in overeenstemming met de uitspraak over baan
02/20? Wat stelt u tegenover de beslissing van het hof van beroep?
Hoe motiveert u dat?

Ten tweede, op welke manier wilt u toch tegemoetkomen aan de
uitspraken van het hof van beroep? Ik denk niet dat u, zoals minister-
president Picqué, zult zeggen: "Je m'en fous", maar dat u in de mate
van het mogelijke ermee rekening zult houden in de wetgeving die wij
zullen proberen op te stellen.

Ten derde, op welke wijze zal uw ontwerp betreffende de
vliegprocedures rekening houden met deze beslissing? Als wij niet
naar een billijke spreiding gaan, dan zullen burgers deze wet kunnen
aanvechten bij het Arbitragehof. Daarvan ben ik echt overtuigd. Het is
dus noodzakelijk dat de principes van billijke spreiding in het ontwerp
worden opgenomen.

Tot slot, u sprak over het vastleggen van de vandaag bestaande
situatie. Wij kunnen geen situatie goedkeuren waarin Brussel geen
duidelijk engagement opneemt om ook een deel van de
geluidsoverlast op zich te nemen. Hoe denkt u dat die situatie eruit
moet zien?
hier, je me suis demandé si tout
un chacun souhaite réellement
aboutir à une solution. Les
Bruxellois ne comprennent-ils pas
que l'aéroport est également
important pour eux sur le plan de
l'emploi? Supportons donc
ensemble les charges que
l'aéroport représente.

Quelle est, selon le ministre, la
portée de cet arrêt et où se situe-t-
il par rapport aux arrêts
antérieurs? Comment le projet de
loi du ministre tiendra-t-il compte
de la décision de la cour? Je suis
convaincu que si l'on ne parvient
pas à fixer une dispersion
équitable, cette loi continuera à
faire l'objet de recours devant la
Cour d'arbitrage. Nous
n'accepterons jamais que
Bruxelles ne prenne pas en
charge une partie des nuisances
sonores. Qu'entend le ministre par
un gel de la situation actuelle?
De voorzitter: Mijnheer Bex, u moet niet afronden in de tijd die u nodig acht maar binnen de tijd die u
terzake door het Reglement wordt toegekend. Ik ben daarin breed geweest vermits ik 5 minuten heb
toegekend in plaats van de in het Reglement voorziene 3 minuten.

De heer De Crem heeft het woord voor zijn interpellatie. Zoals geweten, bedraagt de spreektijd daarvoor 10
minuten.
01.05 Pieter De Crem (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik wil met de
collega's kort overlopen hoe paars het dossier van de luchthaven
heeft verziekt.

December 1999. Mevrouw Durant, federaal minister van Mobiliteit,
stelt voor om de nachtvluchten af te schaffen. Haar liberale en
socialistische regeringspartners schreeuwen moord en brand.

Februari 2000. De federale regering besluit dat er geen verbod op
nachtvluchten komt.

Februari 2002. Het concentratiemodel wordt concreet. De inwoners
van de Noordrand rond Brussel ­ Machelen-Haren-Vilvoorde-
Grimbergen en Meise - krijgen alle vluchten over zich heen.

November 2002. Als reactie op die weerstand schort de regering de
01.05 Pieter De Crem (CD&V):
Depuis la proposition de Mme
Durant en décembre 1999, qui
visait à supprimer les vols de nuit,
jusqu'à l'annonce du départ de
DHL en 2004, le dossier de
l'aéroport s'est détérioré toujours
plus. Les épisodes intermédiaires
relevaient souvent du vaudeville et
notre pays a acquis l'image d'une
république bananière. Rien n'a
changé sous le ministre Landuyt.
La situation continue à pourrir pour
arriver à l'éclatement actuel. La
coalition violette s'est comportée à
la légère dans le dossier de
23/03/2006
CRIV 51
COM 904
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
concentratie op tot maart 2003. Tegen die datum moeten de meest
luidruchtige toestellen immers uit de lucht zijn gehaald.

Januari 2003. Men stapt af van het concentratiemodel.

Mei 2003. Tegen de afspraken in, houdt minister Durant de route
boven Brussel tegen. Het komt tot een regeringscrisis. Durant en
Deleuze verlaten de regering.

Juni 2003. Het hof van beroep te Brussel ­ toen reeds ­ oordeelt dat
de concentratie boven de Noordrand ongrondwettelijk is en dat de
rechten van de mensen geschonden worden. De rechter vindt dat alle
omwonenden gelijk moeten behandeld worden en dat er geen
maximale spreiding van de vluchten moet komen.

Juli 2003. De paarse regering Verhofstadt II treedt aan. Bert Anciaux,
sp.a-spirit, wordt minister van Mobiliteit. Het idee van de spreiding
wordt in het regeerakkoord opgenomen. In september stelt Anciaux
zijn spreidingsplan voor.

Januari-oktober 2004. De discussie en de aankondiging van het
vertrek van DHL verziekt de situatie verder en bezorgt ons land een
bijzonder slecht imago, het imago van een bananenrepubliek waarbij
de regering, de eerste minister het Parlement voorliegt.

In uw regeerperiode, mijnheer de minister, blijft alles bij het oude. De
situatie verziekt verder en ze barst vandaag. U blust kleine brandjes in
het tuinhuis maar het gebouw van de luchthaven van Zaventem
brandt af.

Conclusie. Paars heeft de luchthaven ondergraven en heeft een bom
gelegd onder de ecologische en economische draagkracht van een
zeer belangrijke regio van ons land.

Vandaag dé vraag. Is het arrest een nieuwe start of gaat paars verder
op zijn elan?

Het Brusselse hof van beroep heeft in zijn arrest volgende zaken
opgelegd. Ten eerste, "de Belgische Staat heeft het verbod om door
het opstijgen of landen de inwoners van de Noordrand en de
Oostrand bloot te stellen aan een geluidsoverlast die het gewogen
resultaat van de spreiding is die kan worden bereikt wanneer alle
inwoners van de zes zones gelijk worden behandeld wanneer dat
wordt overschreden".

Ten tweede, het Vlaams Gewest moet binnen de 20 dagen Biac
uitnodigen op korte termijn een Milieueffectenrapport (MER) in te
dienen. Daaraan zijn ook de dwangsommen verbonden, voor de
Belgische Staat 25.000 euro per dag per overschrijding van het
verbod na een periode van 30 dagen, te rekenen vanaf de betekening
van het arrest, 10.000 euro per dag wanneer na 40 dagen de
uitvoering nog niet is uitgevoerd.

Voor het Vlaams Gewest gaat het om 25.000 euro per dag bij het
overschrijden van de termijn van 20 dagen. Voor het Vlaams Gewest
stelt zich eigenlijk geen probleem in de besluitvormingslogica. Zij
hebben nu 20 dagen om een brief naar BIAC te sturen waarin ze
vragen om op korte termijn de milieueffectenrapportering mogelijk te
l'aéroport et a sapé les
perspectives écologiques et
économiques de la région.

La question est à présent de
savoir si le récent arrêt constitue
un nouveau départ pour le dossier
ou si la coalition violette poursuivra
ses agissements? La cour d'appel
de Bruxelles interdit à l'État belge
d'exposer les habitants de la
périphérie Nord et Est à des
nuisances sonores excessives
dues aux décollages et aux
atterrissages. La Région flamande
doit inviter la BIAC dans les vingt
jours à déposer rapidement un
rapport d'incidence sur
l'environnement. L'arrêt prévoit
également des astreintes.

La situation est donc relativement
simple pour la Région flamande
mais le ministre fédéral qui
représente l'État belge doit
toutefois prendre ses
responsabilités dans les trente
jours et disposer d'un plan qui
rencontre les exigences d'une
répartition pondérée. Il est du reste
probable que des informations
erronées ont sciemment été
communiquées aux médias: une
répartition pondérée sur six zones
est différente d'une répartition
égale du nombre de vols au-
dessus de ces zones. Il s'agit
d'une répartition équitable dans le
cadre des possibilités techniques
et pratiques. Le juge a fait
comprendre clairement que
Bruxelles devra finalement
prendre en charge sa part à cet
égard.

Les passages de l'arrêt relatifs à la
décision du gouvernement
bruxellois du 27 mai 1999 en
matière de normes sonores nous
ont étonnés le plus. La cour
précise notamment que le principe
fondamental de la loyauté fédérale
requiert la collaboration et implique
qu'une entité fédérée tienne
compte des autres entités
fédérées. La législation bruxelloise
stricte entraînerait la disparition
d'un aéroport national
CRIV 51
COM 904
23/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
maken en in te dienen. Voor de Belgische Staat daarentegen, die u
hier vertegenwoordigt als federaal minister, liggen de kaarten totaal
anders. U moet binnen de 30 dagen de verantwoordelijkheid op u
nemen en u moet ervoor zorgen dat er een plan is dat tegemoetkomt
aan de eisen van een gewogen verdeling. Even voor alle duidelijkheid,
want dat hebben we in het gekletter daarnet nog niet gehoord,
hierover werd wellicht bewust verkeerd gecommuniceerd met de
media. Een gewogen verdeling over de 6 zones is niet hetzelfde als
een identieke verdeling van het aantal vluchten over die 6 zones. Het
aantal vluchten in de verschillende zones zal nog steeds verschillen
en dat heeft vooral te maken met de overheersende westenwind.
Binnen het praktisch mogelijke moet er een zo goed mogelijke
spreiding komen, waarbij de rechter duidelijk laat verstaan dat Brussel
eindelijk zijn deel moet dragen.

Het opmerkelijkste punt uit de beschouwingen in het arrest is immers
hetgeen het hof zegt in verband met het besluit van de Brusselse
Hoofdstedelijke regering van 27 mei 1999 in verband met de
geluidsnormen. Het hof maakt heel duidelijk dat, ik citeer letterlijk: "...
het buiten kijf staat dat, wanneer de overheden van alle deelgebieden
eenzelfde regelgeving uitvaardigen, elke normale exploitatie van de
nationale luchthaven uitgesloten is." Het hof vervolgt: "De Gewesten
en de Gemeenschappen blijven gehouden tot en worden in hun
autonomie dienvolgens beperkt door het grondbeginsel van de
federale trouw. Het beginsel noopt tot samenwerking, houdt in dat een
deelgebied rekening dient te houden met de andere deelgebieden.
Het hof stelt vast dat de regelgeving, zoals vervat in het Brusselse
regeringsbesluit, moet leiden tot de verdwijning van een economisch
leefbare nationale luchthaven." Ten slotte: "Om die reden is het
vermelde besluit van de Brusselse regering ongrondwettelijk en
behoort het geen toepassing te krijgen."

Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest krijgt een bijzonder zware veeg
uit de pan. Belangrijker is wel wat u nu gaat doen in deze
aangelegenheid. Hoewel de Brusselse geluidsnormen hier niet ter
discussie stonden, heeft de uitspraak een bijzonder zware
symbolische betekenis. Het hof geeft terecht aan dat met de
Brusselse geluidsnormen er geen luchthaven meer zou zijn.

Een beslissende uitspraak over het al of niet vernietigen van dat
Brussels besluit volgt ergens in de komende weken en dan zal de
Raad van State zich hierover uitspreken. De rechtszaak daar werd
aangespannen door BIAC en enkele luchtvaartmaatschappijen.

Het Brussels Instituut voor Milieubeheer int nu reeds enkele maanden
boetes van elk vliegtuig dat deze absurde normen overschrijdt. TUI,
een van de charterorganisatoren, alleen al heeft voor ettelijke
honderdduizenden euro's aan betalingen moeten doen en voor 2006
schatten ze die boetes op 2 miljoen euro. De winst van deze bedrijven
gaat op aan deze absurde boetes. Men wurgt een zeer belangrijk
economisch centrum. U staat aan de zijlijn en schuift alles rustig door
naar de Gewesten in plaats van uw verantwoordelijkheid te nemen
terwijl er ondertussen door de onzekerheid elke dag jobs verdwijnen
en investeringen in de regio uitblijven.

In reactie op de uitspraak van het hof nam u naar oude gewoonte een
slachtofferrol aan, wat we hier in de plenaire vergadering al hebben
gehoord onder de parafrase "J'ai un problème". Dat is hetgeen u tot
économiquement viable. C'est la
raison pour laquelle la décision est
inconstitutionnelle. L'arrêt de la
cour revêt une signification
hautement symbolique: la cour
précise à juste titre que l'aéroport
serait condamné à disparaître si
les normes sonores bruxelloises
devaient être appliquées.

Nous saurons dans le courant des
prochaines semaines si le Conseil
d'État va annuler l'arrêté bruxellois
dans le cadre de la procédure
judiciaire lancée par BIAC et
plusieurs compagnies aériennes.

L'Institut Bruxellois pour la Gestion
de l'Environnement perçoit déjà
depuis quelques mois des
amendes pour chaque avion qui
enfreint ces normes absurdes.
L'opérateur Tui a déjà dû payer
des centaines de milliers d'euros
et estime à 2 millions d'euros les
amendes pour 2006. On est en
train d'asphyxier un important
centre économique, et le ministre
reporte la responsabilité sur les
Régions. Il joue comme toujours le
rôle de la victime alors que l'arrêt
établit que les décisions
successives du gouvernement
fédéral sont à la base des
problèmes. Le ministre affirme
qu'il ne sait plus sur quel pied
danser parce que le nouvel arrêt
contredit les jugements
précédents de la cour d'appel.
Pourtant, le nouvel arrêt explique
pourquoi les divers arrêts ne sont
pas contradictoires. L'arrêt du 17
mars 2005 interdisait par exemple
provisoirement le recours à la
piste 02 à moins d'une utilisation
telle que décrite par le plan
Anciaux bis, et ce en attendant
une nouvelle étude et une nouvelle
décision relative aux atterrissages
sur la piste 02.

Au mois de juin, la cour d'appel de
Bruxelles a donné gain de cause à
la Région de Bruxelles et à
l'Institut Bruxellois pour la Gestion
de l'Environnement dans le cadre
d'un procès intenté par l'État
contre BIAC et Belgocontrol. Le
23/03/2006
CRIV 51
COM 904
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
nu toe hebt gedaan. U hebt een probleem. Dat probleem is dat van de
slachtofferrol, terwijl het heel duidelijk is dat het arrest de
verpletterende verantwoordelijkheid in dit dossier legt bij de
opeenvolgende paarse beslissingen en bij de federale regering. Als
dat gebeurt, reageert u in de media met de uitspraak dat u voorlopig
geen kant meer op kunt aangezien dit arrest de vorige uitspraken van
het Brusselse hof van beroep tegenspreekt. Dat is het enige dat u
kunt zeggen en beleidsmatig neemt u geen enkel initiatief.

Laat het ons glashelder en duidelijk stellen. In het arrest maakt men
melding van de voorafgaande uitspraken van het hof van beroep en
verklaart men waarom deze niet in tegenstrijd zijn met een nieuw
arrest. Zo heeft het arrest van het hof van 17 maart 2005 beslist om
het gebruiken van de baan 02 slechts voorlopig te doen staken, met
name slechts het gebruik toe te laten zoals dat resulteerde uit het
plan-Anciaux bis, en dit in afwachting van het heronderzoek van en de
beslissing over de landingen op de fameuze baan 02.

Het Brusselse hof van beroep stelde in juni inderdaad het Brussels
Gewest en het Brussels Instituut voor Milieubeheer in het gelijk in een
zaak van de Belgische Staat tegen de luchthavenbeheerder BIAC en
de luchtverkeersleider Belgocontrol. De rechtbank oordeelde dat de
geluidshinder die wordt veroorzaakt door het spreidingsplan een
inbreuk vormt op de Brusselse geluidsnormen en op artikel 23 van de
Grondwet over het recht op een gezond leefmilieu.

De Belgische Staat, u dus, kreeg drie maanden de tijd om het plan
aan te passen en in overeenstemming te brengen met het arrest.
Volgens uw uitlatingen toentertijd in deze Kamer, zijn de Brusselse
geluidsnormen echter zo streng dat het arrest neerkomt op een totaal
vliegverbod boven bepaalde delen van Brussel. U zei dat men zo zelfs
niet met een grasmachine mag vliegen.

U zelf hebt dus de absurditeit van de Brusselse normen aangehaald.
Ze worden in het arrest als ongrondwettelijk herhaald.

Mijnheer de voorzitter, ik rond af.

Het lijkt ons dan ook logisch dat de eerder genomen beslissing van
het hof van beroep een foutieve beslissing was en een correctie
verdiende. Het arrest van juni 2005 oordeelde terecht dat er een
overtreding was van het Brusselse besluit betreffende de
geluidsnormen. Het besluit op zich is echter ongrondwettelijk.

Nogmaals, er zijn eerdere uitspraken van het hof van beroep,
waarvan dat van juni minder spreiding impliceert. Het huidige arrest
en het gezond verstand geven daarop een antwoord.

De Vlaamse regering, waarnaar reeds werd verwezen, heeft steeds
constructief aan de discussie meegewerkt. Zij zal dat ook in de
toekomst blijven doen. Bij monde van Vlaams minister-president
Leterme en minister Kris Peeters heeft zij al gewezen op de
mogelijkheden die zich door het arrest aanbieden. Zij heeft ook
uitdrukkelijk de andere regering de hand gereikt en een oproep
gedaan tot dialoog. Dat is iets anders dan het je m'enfoutisme dat uit
de reacties van de heer Charles Picqué is gebleken.

Wij vinden dat wij nu eindelijk een evenwijdige spreiding moeten
tribunal a estimé que les
nuisances sonores découlant du
plan de dispersion constituaient
une infraction à l'arrêté du
gouvernement de la Région de
Bruxelles-Capitale relatif aux
normes de bruit ainsi qu'à l'article
23 de la Constitution relatif au droit
à la protection d'un environnement
sain. Le ministre s'est vu imposer
un délai de trois mois pour adapter
le plan. Il a cependant déclaré lui-
même à la Chambre que les
normes bruxelloises étaient
absurdement sévères. L'arrêt les
qualifie à présent
d'inconstitutionnelles. Il nous
paraît donc logique d'affirmer que
la première décision de la cour
d'appel était erronée et qu'elle
appelait une rectification. Si l'arrêt
de juin 2005 concluait à juste titre
à une infraction par rapport aux
dispositions de l'arrêté bruxellois
relatif aux normes de bruit, il n'en
reste pas moins que l'arrêté en
question est inconstitutionnel.

Le gouvernement flamand a
toujours collaboré avec le
gouvernement fédéral dans un
esprit constructif et il continuera à
le faire. Son ministre-président, M.
Leterme, et le ministre Peeters ont
déjà évoqué les perspectives
qu'offre cet arrêt et appelé au
dialogue. M. Picqué, quant à lui,
adopte malheureusement une tout
autre attitude.

Il est impératif de réaliser
désormais une répartition
équilibrée des nuisances sonores
dues au survol de l'agglomération
bruxelloise. J'espère que le
ministre Landuyt assumera ses
responsabilités et se révélera
enfin, dans ce dossier, un ministre
digne de ce nom. En 1999, la
coalition violette a ouvert la boîte
de Pandore, elle doit donc
aujourd'hui aider à la refermer.

Le ministre saisira-t-il l'occasion
que lui offre cet arrêt pour réaliser
une répartition plus équitable dans
les trente jours ? Quelles initiatives
compte-t-il prendre pour y arriver ?
CRIV 51
COM 904
23/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
kunnen realiseren.

Ik hoop, met mijn fractie en met vele inwoners van ons land, dat u de
beslissing van de rechter aangrijpt om vanaf nu minister te zijn in het
dossier en dus te stoppen met alle verantwoordelijkheid af te wijzen
en ze af te wentelen naar andere beslissingsniveaus.

Uw regeringscoalitie, paars, heeft in 1999 de doos van Pandora
geopend. Laat paars nu ook meewerken om ze ordentelijk en op een
behoorlijke manier weer dicht te krijgen.

Mijnheer de voorzitter, daarom stel ik vier vragen.

Zal de uitspraak door de regering en door de minister worden
aangegrepen om binnen een periode van 30 dagen tot een eerlijkere
spreiding te komen?

Mijnheer de minister, wanneer zult u eindelijk uw nieuwe vliegwet
voorstel die, ter verduidelijking, enkel dient om volgens objectieve
criteria van het ene vliegschema op een ander vliegschema over te
gaan?

Welke stappen zult u ondernemen? Wanneer is het overleg met de
Gewesten gepland?

Ten vierde, zult u de timing kunnen halen wat betreft de technische
studie die noodzakelijk is voor het inschakelen van de baan 25L die in
het spreidingsplan uiterlijk midden april 2006 klaar zou zijn?
Quand sera élaborée la nouvelle
loi sur les vols de nuit? Quand le
ministre se concertera-t-il avec les
Régions? La date-butoir de la mi-
avril 2006 sera-t-elle respectée
pour ce qui est de l'étude
technique nécessaire en vue de la
mise en service de la piste 25L?
Le président: Madame Nagy, par souci d'équité, j'ai accordé cinq minutes à tous ceux ou celles qui se sont
inscrits dans ce débat par le biais d'une question. C'est plus que ce que le Règlement prévoit. Je vous
saurais donc gré d'essayer de vous y tenir.
01.06 Marie Nagy (ECOLO): Monsieur le président, la première
question que je me pose est de savoir pourquoi nous nous trouvons
dans cette salle plutôt qu'en séance plénière. En effet, ce débat-ci
mériterait d'être tenu devant le parlement; les enjeux sont
suffisamment importants et les victimes des nuisances sonores
mériteraient que ces débats se tiennent au parlement.

En outre, l'ensemble du gouvernement devrait être aux côtés de
M. Landuyt car il s'agit d'une compétence fédérale et, jusqu'à présent,
le ministre Landuyt s'est montré incapable de proposer une solution
équitable, durable et respectueuse d'un certain nombre de principes.

Il en est ainsi; on ne peut que le constater et le regretter! J'espère que
le président de la commission transmettra mes regrets à la
Conférence des présidents.

Un certain nombre d'intervenants ont été entendus. Dans ce qui a pu
être dit, certains arguments sont tout à fait faux: il est faux de
prétendre que Bruxelles n'est pas assez survolée, que du contraire! Si
Diegem est fortement survolée, tous les avions qui survolent Diegem
survolent ensuite Haren, qui fait partie de Bruxelles. Le nombre
d'avions qui tournent à droite vers le Noordrand est identique au
nombre d'avions qui virent à gauche vers l'Oostrand. Il est également
faux de prétendre que les normes de bruit bruxelloises empêchent
toute activité aéroportuaire à Bruxelles.
01.06 Marie Nagy (ECOLO):
Eerst en vooral zou ik graag
vernemen waarom we in
commissie vergaderen, en niet in
plenaire vergadering. Dit debat
zou voor het Parlement moeten
worden gevoerd: er staan
voldoende belangen op het spel
en het zou getuigen van respect
voor de slachtoffers van de
geluidsoverlast. Bovendien zou de
hele regering erbij moeten zijn: het
gaat immers om een federale
bevoegdheid en tot nu toe bleek
minister Landuyt niet in staat een
billijke en duurzame oplossing
voor te stellen waarbij een aantal
beginselen wordt nageleefd.

Tot nu toe werden in het debat een
aantal valse argumenten naar
voren geschoven. Het aantal
vluchten boven Brussel volstaat.
De vele vluchten boven Diegem
gaan vervolgens over Haren, dat
23/03/2006
CRIV 51
COM 904
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12

Il faut savoir que les normes de bruit appliquées sont celles de
l'Organisation mondiale de la Santé et, si des avions ont été flashés, il
s'agit des avions les plus anciens et les plus bruyants. Je tiens à
ramener la vérité dans ce débat car, par moment, l'intoxication pure
règne. Il est important de clarifier les choses!

Aujourd'hui, le ministre Landuyt nous fait état de son embarras et de
sa difficulté. Il nous avait déjà fait part de problèmes. À présent, il sait
que les décisions de justice ne peuvent pas se substituer à la
capacité d'arbitrage d'un ministre lorsque la décision lui revient. C'est
ce que nous pouvons affirmer à la suite de l'arrêt de la cour d'appel.

Vous dites que ces arrêts sont contradictoires. Personnellement,
j'aime à les présenter comme complémentaires. Je voudrais savoir
exactement le suivi que vous allez donner à ce troisième arrêt.

Le premier arrêt de la cour était favorable à l'Oostrand avec des
astreintes, et vous ne l'avez pas respecté, monsieur Landuyt.

Le deuxième arrêt de la cour d'appel était favorable à Bruxelles avec
des astreintes, et vous ne l'avez pas respecté, monsieur Landuyt.

Le troisième arrêt est favorable au Noordrand avec des astreintes, et
je voudrais savoir si, dans ce cas, vous allez adopter une attitude
différente.

Le principe de dispersion est mauvais. Ce principe est inscrit dans
l'accord de majorité mais il est fondamentalement mauvais. C'est à
cause de ce principe que nous nous trouvons dans une telle situation
aujourd'hui.

Le principe de dispersion ne permet pas de mettre en oeuvre soit des
expropriations, soit des isolations, et laisse ainsi les victimes des
nuisances sonores désemparées. Bétonner ce principe dans une loi
serait commettre une faute politique grave. La route du canal survole
143.000 personnes. La route Sud survole 53.000 personnes et la
route Nord survole 32.000 personnes. Je préconise donc
d'abandonner ce plan et de travailler en fonction de la sécurité, de la
santé et de la densité de la population, comme cela se fait dans
l'ensemble des aéroports européens. Ce n'est qu'en prenant ce type
de mesures ainsi que des mesures visant à réduire les nuisances que
nous pourrons avoir une politique réelle et rendre à Zaventem la
possibilité d'avoir un développement économique durable, qui soit
compatible avec le souci de la santé et de la sécurité.

Monsieur le ministre, j'espère que vous allez nous donner aujourd'hui
une autre réponse que celle que vous avez l'habitude de donner en
vous déchargeant sur les Régions de cette compétence qui vous
revient entièrement. Je pense que ce n'est pas à un parti comme le
vôtre qu'il faut rappeler que la répartition des compétences est une
chose qu'il faut respecter.
Brussels grondgebied is. Het
aantal vliegtuigen dat rechts
afdraait richting Noordrand is gelijk
aan het aantal dat links afdraait
richting Oostrand. De bewering dat
de Brusselse geluidsnormen elke
economische activiteit onmogelijk
maken, houdt evenmin steek. De
Brusselse normen zijn tevens de
normen van de WHO en de
vliegtuigen die in overtreding
bleken te zijn, zijn de oudste en
de meest luidruchtige. Daar mag
geen onduidelijkheid over bestaan!

Minister Landuyt zegt dat hij zich in
een moeilijk parket bevindt. De
beslissingen van het gerecht doen
echter geen afbreuk aan de
bevoegdheid van de minister om
een beslissing te nemen! Dat blijkt
uit het arrest van het hof van
beroep.

U zegt dat die arresten elkaar
tegenspreken. Volgens mij vullen
zij elkaar aan. Het eerste arrest
was gunstig voor de Oostrand en
voorzag in dwangsommen, en u
heeft er zich niet aan gehouden;
het tweede was in het voordeel
van Brussel, en voorzag ook in
dwangsommen, en u heeft het ook
niet nageleefd. Het derde arrest is
dan weer positief voor de
Noordrand en het voorziet ook in
dwangsommen; zal u op dezelfde
manier reageren?

Ook al is het spreidingsbeginsel
opgenomen in het regeerakkoord,
toch blijft het een slecht principe.
Het is precies door dat principe dat
we in de huidige situatie verzeild
zijn geraakt. Bovendien maakt het
geen onteigeningen of isolatie van
woningen mogelijk, waardoor de
betrokkenen ontredderd zijn.

Vliegtuigen die de kanaalroute
volgen, hinderen 143.000
inwoners. Voor de zuid- en de
noordroute zijn er dat
respectievelijk 53.000 en 32.000.
Men moet dus afstappen van dat
plan en keuzes maken op grond
van de veiligheid, de gezondheid
en de bevolkingsdichtheid, zoals
CRIV 51
COM 904
23/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
dat elders gebeurt. Enkel op die
manier kunnen wij een duurzame
economische ontwikkeling
verzoenen met de bekommernis
om de gezondheid en de
veiligheid.

U wentelt die bevoegdheid af op
de Gewesten, maar ik verwacht
van u een ander antwoord. Een
partij als de uwe hoeft men er niet
op te wijzen dat men de bestaande
bevoegdheidsverdeling in acht
moet nemen.
Le président: Madame Nagy, vos doléances seront transmises à la Conférence des présidents.
01.07 Joëlle Milquet (cdH): Monsieur le président, par souci de
solidarité, je ne parlerai pas plus longtemps que ma collègue, Mme
Nagy.
Le président: Madame Milquet, vous n'êtes pas la première interpellatrice. Le temps de parole que je vous
accorde est déjà plus long que celui prévu par le Règlement qui, je vous le rappelle, est de 5 minutes.
J'estime donc faire preuve d'une certaine largesse.
01.08 Joëlle Milquet (cdH): Monsieur le président, monsieur le
ministre, la presse parle souvent de "gouvernement des juges". Il est
vrai que ce dernier existe et que des juges font des choix presque
politiques en l'absence de gouvernement et donc de décision
suffisamment précise.

Comme cela a déjà été rappelé, nous assistons, depuis plusieurs
années, à une certaine cacophonie judiciaire, à différents
changements de cap, changements qui ont empoisonné et qui
empoisonnent encore le gouvernement en place.

Je voudrais revenir aujourd'hui aux demandes les plus importantes
que j'ai déjà formulées à l'occasion d'interpellations ou autres,
demandes qui n'ont malheureusement jamais été suivies d'effets.

Depuis le début, nous nous sommes opposés au plan de dispersion
car il n'est pas équitable, il n'est pas correct, il est dangereux, sans
évoquer les autres arguments que nous avons toujours développés.
Nous demandons aussi que le gouvernement prenne ses
responsabilités. Nous voudrions que le ministre compétent en la
matière, mais aussi que le gouvernement dans son ensemble nous
fassent part, une fois pour toutes, de leur position sur ce dossier.

Dès le départ, comme l'a très bien dit Mme Nagy, certains
souhaitaient que ce soient les Régions qui trouvent un accord alors
que celles-ci ne sont absolument pas compétentes en la matière et
que la navigation aérienne et donc la définition des vols de nuits
relèvent de la compétence du pouvoir fédéral.

Aujourd'hui, toutes les parties se trouvent dans une situation
ubuesque. Vous disposez maintenant de 30 jours pour prendre une
décision. Il n'y a plus d'échappatoire possible. Le gouvernement doit
enfin prendre ses responsabilités, ce qu'il ne fait pas depuis des mois.
01.08 Joëlle Milquet (cdH): De
kranten hebben het vaak over een
"gouvernement des juges". De
rechters hebben het inderdaad
voor het zeggen en maken bijna
politieke keuzes. Sinds
verscheidene jaren doet het
gerecht tegenstrijdige uitspraken.
We verzetten ons tegen het
spreidingsplan omdat het onbillijk
is. We vragen dat de regering haar
verantwoordelijkheid opneemt en
dit dossier eensgezind benadert.

Sommigen zouden willen dat de
Gewesten tot een akkoord komen.
Maar ze zijn niet bevoegd voor de
luchtvaart en de nachtvluchten.

Het Brussels Gewest is van goede
wil geweest. De regering moet
eindelijk haar verantwoordelijkheid
opnemen.

U moet binnen dertig dagen een
uitgewerkt voorstel aan de
regering voorleggen waarin met de
belangen van alle inwoners
rekening wordt gehouden en
waarin geen plannen voorkomen
waardoor de geluidshinder voor de
dichtstbevolkte gebieden
verergert. Dat zou geen
23/03/2006
CRIV 51
COM 904
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
La Région bruxelloise a été d'excellente composition, malgré les
positions qu'elle affiche et qui sont tout à fait légitimes. Elle a même
décidé, le temps d'une négociation, de lever les astreintes et ce, pour
permettre de trouver une solution équilibrée, contrairement à celle qui
avait été proposée.

Vous devez d'urgence déposer une proposition au parlement,
élaborée de manière unanime et cohérente au sein du gouvernement,
qui respecte les intérêts de tous les habitants et évite des plans
développant des nuisances sur les zones les plus densément
peuplées, ce qui comporte des risques importants en termes de
sécurité, de surcroît sur une capitale évidemment densément
peuplée.

Selon moi, il ne s'agit pas et il ne devrait pas s'agir d'un problème de
type communautaire. On l'a déjà dit: le bruit d'un avion, cela s'entend
dans les deux langues! Il existe donc des demandes légitimes de part
et d'autre.

Lorsqu'on est compétent en matière de sécurité et responsable de la
santé des citoyens, il va sans dire que l'on doit éviter de nuire à un
maximum de personnes et organiser dès lors les vols vers les zones
les moins densément peuplées. C'est d'une logique incontournable
pour tout le monde et pour n'importe quel observateur international ou
extérieur. On pourrait sortir de ce pas difficile si le gouvernement avait
le courage de confier enfin à des experts indépendants et
internationaux, le soin d'élaborer des tracés de route convenables sur
la base de toutes les études internationales, comme on le fait pour
n'importe quelle capitale européenne ou autre.

Il n'appartient pas aux juges de dessiner les tracés de vol, aux
politiques non plus, surtout lorsqu'ils défendent chacun des fiefs
électoraux. Il faut enfin en revenir à une gestion de bon sens et de
respect des citoyens.

Dès lors, il serait bon que vous veniez, dans les trente jours, avec un
projet qui respecte les différents principes tel qu'on vous l'a demandé
à plusieurs reprises. En attendant, il faudrait au plus tôt suspendre le
plan de répartition des nuisances sonores et en revenir aux chemins
d'utilisation des pistes de Bruxelles-National d'avant 1999, avec les
quelques éléments améliorés qui peuvent être consensuels jusqu'à
présent. Cette solution relève du bon sens. Les décisions et la
situation d'avant 1999 n'étaient pas à ce point conflictuelles. Vous
pouvez revenir directement à cette situation au moins de manière
temporaire. Ensuite, vous pourriez prendre le temps, sur la base de
toutes les études internationales, avec des experts internationaux, de
nous proposer une solution correcte pour la sécurité et la santé des
habitants, comme cela se fait d'ailleurs dans d'autres types
d'aéroports impliquant le survol de capitales.

Il serait opportun de nous soumettre un nouveau plan de répartition
des nuisances, qui tienne compte de tous les éléments objectifs
pertinents, en particulier les études et recommandations publiées par
les experts internationaux indépendants ainsi que la densité de
population des zones survolées et les normes de santé et de sécurité.

Nous devons, au plus tôt, parvenir à créer un institut de contrôle des
nuisances sonores sur la base d'un accord de coopération. Il en est
communautaire kwestie moeten
zijn.

De regering zou de moed moeten
hebben om het uitstippelen van
degelijke vliegroutes toe te
vertrouwen aan onafhankelijke
internationale deskundigen die
zich daarbij op alle bestaande
internationale studies zouden
moeten baseren. Het komt noch
de rechters, noch de politici toe de
vliegroutes te bepalen. In
afwachting daarvan zou het plan
voor de spreiding van de
geluidshinder moeten worden
opgeschort en zou men moeten
terugkeren naar de situatie van
vóór 1999.

We moeten op grond van een
samenwerkingsakkoord zo snel
mogelijk een controle-instituut voor
geluidshinder oprichten dat met
onafhankelijke deskundigen moet
bemand worden.
CRIV 51
COM 904
23/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
question et c'est tant mieux! Il faudrait surtout que l'on y place des
gens indépendants et pas des représentants de différents ministres
en fonction, car cela serait totalement contraire à l'objectif de ce type
d'institut de contrôle des nuisances.

De manière claire et enfin approfondie, si vous pouviez redéfinir une
politique aéroportuaire stable en Belgique, respectueuse des droits
fondamentaux des personnes habitant les zones survolées, l'on y
gagnerait beaucoup. Il me semble que vous n'avez guère de temps à
perdre. Vous avez dit que vous perdiez votre latin. On ne vous
demande pas de retrouver votre latin mais surtout le sens des
responsabilités, du courage et de "l'orientation" dans ce sujet. On
attend des décisions rapides. Aussi suspendez le plan de dispersion!
Revenez-en, en tout cas, à la situation antérieure à 1999 améliorée, à
ce qui a fait vivre quelques gouvernements de manière provisoire et
surtout, que ce gouvernement d'une seule voix - parce que l'on
aimerait que le gouvernement en tant que tel s'exprime à ce sujet -
élabore un projet qui respecte les différents principes que je viens
d'évoquer!

Selon moi, il y a urgence en la matière. Le monde politique ne peut
pas laisser les juges faire son job et trancher à sa place. C'est
malsain. Ce n'est pas leur travail. Nous avons besoin - et je me
réjouis que vous ayez pu obtenir l'urgence à cet égard, car voilà
longtemps que nous la demandons - que vous nous présentiez un
projet de loi qui englobe quelques principes respectueux des
éléments que je viens d'évoquer. Bref, il n'y a pas une seconde à
perdre et je vous demande d'agir le plus rapidement possible.
01.09 Karine Lalieux (PS): Monsieur le président, monsieur le
ministre, la situation est totalement ubuesque. Une mère n'y
retrouverait pas ses petits. Il y a trois arrêts ­ contradictoires ­ dont le
premier interdit l'atterrissage sur la piste 02, sauf si les conditions de
vent le permettent. Ce matin, j'ai parlé avec des riverains: en raison
des conditions de vent et de rafales que vous avez modifiées, cela fait
douze nuits qu'il y a des atterrissages sur cette piste 02; entre 50 et
80 avions atterrissent chaque nuit sur cette piste, entraînant
beaucoup de nuisances pour les riverains.

Un deuxième arrêt confirme la légalité des normes de bruit édictées
par la Région bruxelloise et nous impose de définir un autre plan qui
respecterait ces normes. Le troisième arrêt, celui à cause duquel
nous sommes réunis, reprend la philosophie d'un arrêt précédent qui
avait été cassé par la Cour de cassation. Cet arrêt exige une plus
grande dispersion au nom d'une certaine équité, une équité purement
mathématique et non respectueuse des personnes, des citoyens,
c'est-à-dire équité quelle que soit la densité de population de la zone
survolée. Au nom d'un principe de loyauté fédérale qui, pour moi,
monsieur Bex, n'est absolument pas un principe juridique, cet arrêt
déclare également que les normes de bruit bruxelloises seraient
anticonstitutionnelles.

Au sujet de cet arrêt, respecter les décisions de justice devient
matériellement impossible, monsieur le ministre. Vous ne pourrez pas
réaliser toutes les études scientifiques nécessaires à une nouvelle
modification du plan de dispersion des vols. Répondre à cet arrêt ne
doit donc pas devenir un objectif du gouvernement. En outre, cet arrêt
n'a aucune portée juridique en ce qui concerne les normes de bruit
01.09 Karine Lalieux (PS):
Aangezien drie tegenstrijdige
arresten werden geveld, bevinden
we ons in de materiële
onmogelijkheid de beslissingen
van het gerecht na te leven. Het
meest recente arrest heeft
overigens geen juridische waarde
met betrekking tot de Brusselse
geluidsnormen. Dit dossier werd
aanhangig gemaakt voor de Raad
van State en het Brussels Gewest
werd zelfs niet gehoord. Hoe zal u
op dit arrest reageren? Zal u
cassatieberoep aantekenen?

Naar aanleiding van de
verschillende besprekingen in
commissie, verwees u naar een
voorontwerp van wet dat een
aantal criteria zou vaststellen op
grond waarvan het vluchtplan en
de vluchtprocedures zouden
kunnen worden gewijzigd.

Hoe staat het met dat ontwerp?
We zijn voorstander van een
snelle behandeling en zijn bereid
hier in het Parlement aan mee te
23/03/2006
CRIV 51
COM 904
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
bruxelloises. Nous savons qu'il y a un autre contentieux devant le
Conseil d'État et c'est à ce dernier de rendre un avis. Qui plus est, la
Région bruxelloise n'a même pas été entendue. Alors, monsieur Bex,
quand on dit que cet arrêt est étayé juridiquement, je réponds que
toutes les parties n'ont pas été entendues.

Monsieur le ministre, comment allez-vous réagir à cet arrêt? Allez-
vous vous pourvoir en cassation?

Il faut aller plus loin, monsieur le ministre, en recherchant des
éclaircissements quant à ces trois arrêts contradictoires. Il faut
rechercher cette clarté, pas pour la beauté du geste mais bien pour la
sécurité des citoyens et pour le bien-être et la santé de notre
population. Cela a assez duré!

Lors des divers débats en commission, vous avez évoqué un avant-
projet de loi qui établirait une série de critères permettant de modifier
le plan et les procédures de vol.

Je voudrais vous demander où en est ce projet.

Monsieur le ministre, nous sommes d'accord avec vous pour
accélérer la venue de ce projet et pour y travailler au parlement. Mais
il ne faudrait pas que ce projet bétonne le plan Anciaux. C'est hors de
question pour nous, nous l'avons déjà dit: ce projet de loi ne peut pas
bétonner la situation actuelle.

Avec ce projet de loi, il faut aussi, nous en sommes convaincus,
aménager une période transitoire qui pourrait être le retour à avant
1999. Pourquoi? D'abord parce qu'il n'y avait pas eu de problème ­
nous regrettons d'ailleurs qu'on ait rouvert ce dossier à ce moment-là
­ et parce qu'il n'y a pas eu de décision de justice avant ce moment. Il
n'y a eu aucune décision de justice qui ait mis à mal la situation
d'avant 1999.

J'aimerais vous entendre sur la possibilité de revenir, de manière
transitoire, à la situation d'avant 1999.

Avec ce projet de loi, il faudra aussi discuter avec les Régions. Je sais
que vous négociez avec elles et je vais à l'encontre de mes collègues
néerlandophones qui disent que la Région bruxelloise coopère mal.
Ce projet de loi devra évidemment être lié à des accords de
coopération avec les deux Régions concernées. Il est hors de
question que nous votions ici un projet de loi sans accord de
coopération avec les Régions.

Je voudrais encore dire au ministre qu'il hérite de cette situation, que
ce n'est pas lui qui l'a créée et que nous serons à ses côtés pour
travailler correctement pour le bien de nos concitoyens.

Je voudrais maintenant revenir aux commentaires qui ont été faits sur
la Région bruxelloise et particulièrement sur son ministre-président.
Je ne me moque pas du tout des accusations qui ont été portées,
parfois, par un groupe représenté dans le gouvernement de Charles
Picqué, à savoir le sp.a-spirit. Je crois qu'il serait léger que je m'en
moque. Vous êtes culotté d'oser dire aujourd'hui que cet arrêt doit
être respecté alors que les autres arrêts, qui étaient contre la volonté
des néerlandophones, ne devaient pas l'être! Si la Région bruxelloise
werken. Dat ontwerp mag echter
het plan-Anciaux niet
"betonneren". Er moet een
overgangsperiode komen,
bijvoorbeeld een terugkeer naar
de toestand van voor 1999. Wat
denkt u daarvan? Er moet ook met
de Gewesten worden overlegd. Ik
ben het niet eens met mijn
Nederlandstalige collega's die
zeggen dat het Brussels Gewest
niet goed meewerkt. Het Brussels
Gewest geeft blijk van haar wil om
te onderhandelen en tot een
consensus te komen. De logica is
ook enigszins zoek wanneer
sommigen poneren dat dit arrest
zou moeten worden nageleefd en
de andere arresten, die niet met
het standpunt aan Vlaamse kant
overeenstemmen, niet. Dat wijst
op een communautaire analyse
van de arresten, niet op een
juridische. Ik hoop, in het belang
van onze medeburgers, dat een
oplossing kan worden gevonden.
CRIV 51
COM 904
23/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
avait été à l'encontre du gouvernement fédéral en faisant respecter
ces arrêts, elle aurait activé les astreintes qu'elle pouvait activer
depuis des mois. Elle ne l'a pas fait! Elle ne l'a pas fait car elle avait
une volonté de négociation et de consensus mais également de
respect du bien-être de ses habitants, en faisant confiance au
gouvernement fédéral. Tout le gouvernement bruxellois est, me
semble-t-il, derrière Charles Picqué.

Chers collègues, j'ai l'impression que vous ne faites pas aujourd'hui
une analyse juridique des arrêts mais bien une analyse
communautariste.

Monsieur le ministre, j'espère que nous allons sortir de cette analyse
communautariste pour penser avant tout à nos citoyens et non pas, à
l'approche de la campagne électorale communale, aux intérêts de
certaines communes représentées par certains de nos collègues ici.

Le président: Merci beaucoup, madame Lalieux. Dan is nu de heer Van Biesen aan de beurt voor zijn
vraag. Mijnheer Van Biesen, u kent het tarief: vijf minuten.
01.10 Luk Van Biesen (VLD): Het tarief? Het Reglement ken ik. Het
tarief ken ik niet.
De voorzitter: Dat is formidabel. Dan houdt u zich aan drie minuten.
01.11 Luk Van Biesen (VLD): Mijnheer de minister, over het
spreidingsplan werd reeds veel gesproken, maar ­ we moeten eerlijk
zijn ­ nog niet veel ondernomen. Men kan alles niet zomaar op zijn
beloop laten en hopen dat er in 2008, indien DHL zou afbouwen, een
oplossing zal komen. Ik denk dat de rechtspraak gisteren in het arrest
van het hof van beroep een duidelijke mededeling is aan de politiek
als dusdanig: We have a problem. Het is meer dan vijf voor twaalf.
We moeten zo snel mogelijk samenkomen. In die zin moet u dat ook
interpreteren. We moeten snel tot een oplossing komen. Bedrijven,
luchtvaartmaatschappijen, BIAC en talrijke omwonenden trekken aan
de alarmbel, en niet voor het eerst. Toch moeten we vaststellen dat er
weinig gevolg wordt gegeven aan de gegronde argumenten van al
deze actoren, die een belangrijke rol spelen in heel de regio.

Ondertussen wordt de malaise alsmaar groter. Omwonenden blijven
rechtszaken aanspannen en bedrijven beginnen alsmaar meer hun
geduld te verliezen. Vanmorgen was er opnieuw een duidelijke
boodschap dat zes op de tien bedrijven wel eens zouden kunnen
overwegen onze regio te verlaten. Dat zijn allemaal elementen die
zwaar beginnen door te wegen. Investeringen vertragen. Het is
duidelijk dat de werkgelegenheid voor onze regio in het gedrang komt.

U weet dat ik een voorstander ben van een verdere ontwikkeling van
onze luchthaven. Ik kan dat met gerust gemoed zeggen, want ik ben
één van de weinigen in deze zaal die geboren en getogen is onder
een landingsbaan, namelijk de 02, de zo gewraakte en reeds zo
dikwijls in diverse arresten van het hof van beroep geciteerde baan
02.

In geen enkel land heeft men het zover laten komen door gewoon
koppig vast te houden aan een plan dat duidelijk geen plan meer is.
De minister heeft talrijke keren geopperd dat een spreidingsplan de
eerlijkste oplossing is voor de geluidsproblemen. Met deze
01.11 Luk Van Biesen (VLD): Il a
déjà beaucoup été débattu du plan
de dispersion. A présent, il est
temps d'agir. Dans son récent
arrêt, la cour d'appel a adressé le
message suivant: il est urgent de
trouver une solution. Il ne sert à
rien d'attendre et d'espérer que le
départ de DHL en 2008 apportera
une telle solution.

Le malaise est croissant: les
riverains continuent d'intenter des
procès, des entreprises
envisagent de quitter la région,
des investissements sont
postposés. L'emploi est menacé.
Moi qui ai pourtant grandi dans la
zone située sous la trajectoire de
la piste d'atterrissage 02, je suis
favorable à ce que le
développement de Zaventem se
poursuive.

Dans le passé, le ministre a
souvent présenté le plan de
dispersion comme la solution la
plus équitable mais à la suite du
récent arrêt, il a déclaré qu'une
répartition équilibrée et équitable
est impossible. Voilà qui démontre
à suffisance que le plan de
dispersion est bien beau en
23/03/2006
CRIV 51
COM 904
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
argumentatie en met de zinsnede dat de luchthaven anders zou
moeten gesloten worden, ging de minister dikwijls in tegen gevelde
vonnissen en arresten. In de radio-uitzending van gisteren zei de
minister dan weer dat naar aanleiding van het laatste arrest van het
hof van beroep een echt evenwichtige, billijke en gelijke spreiding niet
mogelijk is. Als er geen evenwichtige spreiding mogelijk is, is dit toch
wel het beste bewijs van het feit dat het spreidingsplan niet werkt en
moet afgewezen worden of minstens in zijn totaliteit moet worden
herbekeken.

Reeds tijdens talrijke commissievergaderingen hier in de commissie
voor de Infrastructuur werden de problematiek omtrent het
spreidingsplan alsook de voorstellen van bijvoorbeeld de federale
ombudsman van de luchthaven besproken. Mijn standpunt is zeker
niet gewijzigd: het spreidingsplan is een mooi plan, een mooie theorie,
maar is in de praktijk niet uitvoerbaar. Er is dan ook maar één
boodschap: een terugkeer naar het historisch baangebruik met de
toenmalige windnormen. Dit is meer dan ooit aan de orde.

Waarom vallen al deze oproepen in dovemansoren? Waarom moet
men telkenmale opnieuw, zowel van actiegroepen als van bedrijven,
het signaal krijgen dat het vijf voor twaalf is?

Mijnheer de minister, ik zal u geen vraag stellen, maar ik zal u een
voorstel doen. Ik meen dat het inderdaad vijf voor twaalf is. Mijn
voorstel is het volgende. Laten wij in deze commissie, samen met
ministeriële werkgroepen en de verschillende actoren, het
spreidingsplan dat eigenlijk gewijzigd moet worden in een
fundamenteel vliegplan, toetsen. Laten wij praten met BIAC over de
werking van de luchthaven, met Belgocontrol en de piloten over de
veiligheid van het luchtgebruik, met de meteorologen over de invloed
van de windrichting, als bepaling van hoe men moet landen en
opstijgen. Laten wij van gedachten wisselen met de juridische
entiteiten, over de geluidsnormen in de verschillende regio's, met de
federale ombudsmannen die duidelijk weten wat de verzuchtingen zijn
van de omwonenden. Laten wij praten tot de finish, tot er een
consensus wordt bereikt over hoe onze luchthaven moet opereren.
Dat zou u allemaal moeten klaren voor het zomerreces, zodanig dat
het bedrijfsleven opnieuw de hoop en de kracht krijgt om te investeren
in de regio rond de luchthaven, zodat de schrik voor de tewerkstelling,
enerzijds, en het gebrek aan nacht- en weekendrust van heel wat
omwonenden, anderzijds, kunnen wegebben en wij uiteindelijk, met
deze regering, toch een belangrijk probleem hebben opgelost, met
name het veiligstellen van de toekomst van onze luchthaven.
théorie mais qu'il ne fonctionne
pas dans la pratique et qu'il
convient donc de le revoir
intégralement. La seule solution,
c'est le retour à l'utilisation
historique des pistes, avec les
normes de vent de l'époque.

Le temps presse mais l'on n'a
manifestement pas encore pris
conscience de l'urgence. Je
propose dès lors d'analyser le plan
de dispersion au sein de cette
commission en collaboration avec
les groupes de travail ministériels
et les différents acteurs, et d'en
faire un plan de vol fondamental.

Nous devons parler avec la BIAC
du fonctionnement de l'aéroport,
avec Belgocontrol et les pilotes, de
la sécurité aérienne, avec les
météorologues, de l'influence du
vent, avec les instances
judiciaires, des normes de bruit
dans les différentes régions, avec
les médiateurs fédéraux, des
plaintes des riverains. Nous
devons continuer à négocier
jusqu'à l'obtention d'un consensus,
de préférence avant les vacances
d'été. L'actuel gouvernement
pourra alors dire avec fierté qu'il a
sauvé l'avenir de notre aéroport.
01.12 Olivier Maingain (MR): Monsieur le président, nous sommes
en effet en train d'entretenir une grande confusion juridique. Il faut
toujours se demander à qui profite ce genre de confusion, sans doute
pour tenter de forcer certains choix dans la précipitation et je dis tout
de suite que je m'y refuse!

Premièrement, cet arrêt n'a pas la portée juridique qu'on lui prête. Je
l'ai lu attentivement et j'ai sous les yeux la page 280. Je mets au défi
qui que ce soit de cette assemblée de venir me dire concrètement ce
qu'il interdit comme utilisation de piste à ce jour. Lisez le dispositif, il
n'en est rien. Il n'y a pas un traître mot à ce sujet; c'est du charabia
juridique! Je ne m'en étonne pas car un autre arrêt, prononcé en juin
2003 par les mêmes magistrats ­ deux des trois en tout cas ­ de la
01.12 Olivier Maingain (MR):
Men zorgt er inderdaad voor dat
de juridische verwarring almaar
toeneemt. Het is nog maar de
vraag wie daar garen van spint.
Ongetwijfeld wie er snel een
regeling wil doorjagen.

Dat arrest heeft niet de
draagwijdte die men eraan wil
geven. Het bevat hoegenaamd
geen verbod om een baan te
gebruiken. Het is juridisch
CRIV 51
COM 904
23/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
même chambre flamande de la cour d'appel a été "crossé" ­ il n'y a
pas d'autre terme ­ par la Cour de cassation, un an plus tard, en mars
2004. La Cour de cassation avait dit qu'au nom de la séparation des
pouvoirs, il n'appartenait pas au pouvoir judiciaire d'imposer à l'État
un mode de gestion des nuisances sonores de l'aéroport de
Bruxelles-National. L'arrêt de la Cour de cassation avait été clair.

Dès lors, je dis d'entrée de jeu que j'attends du gouvernement fédéral
qu'il aille en pourvoi à l'encontre ­ comme l'a dit Mme Lalieux ­ de cet
arrêt. Je ne doute pas qu'il sera coulé, comme le précédent arrêt de la
cour d'appel de la même chambre flamande avec les mêmes
magistrats. Autrement dit, ceci ne vient en rien porter des effets
juridiques durables dans le débat qui nous occupe. Cet arrêt sera vite
réduit à néant.

Deuxièmement, il est tout à fait faux de dire que l'arrêté du 27 mai
1999, l'arrêté Gosuin qui fixe les limites des nuisances sonores en
Région de Bruxelles, serait anéanti par cet arrêt de la cour d'appel. Il
ne faut pas être un grand juriste pour savoir que seul le Conseil d'État
est compétent pour éventuellement annuler un acte réglementaire du
gouvernement régional. On attend sa décision.

Quand je lis l'arrêt, celui-ci, en comparaison avec celui du 9 juin de
l'année dernière de la même cour d'appel - chambre francophone il
est vrai -, je constate qu'il n'y a même pas une page et demie
d'argumentation pour dire que l'arrêté du gouvernement bruxellois de
1999 serait anticonstitutionnel. Dans l'arrêt du 9 juin 2005, on pouvait
lire une dizaine de pages d'une motivation juridique étayée pour dire
que l'arrêté du gouvernement bruxellois devait sortir pleinement ses
effets et était valide sur le plan constitutionnel. Avis aux juristes pour
ceux qui veulent avoir un minimum d'honnêteté juridique!

Ne tentons pas de faire croire que, sur le plan juridique, tout est égal
et que nous sommes dans une telle confusion que,
fondamentalement, la seule issue serait de légiférer! Ah, le mythe de
la loi, comme si la loi, par elle-même, allait fixer l'entièreté du plan de
dispersion, de répartition ou de concentration, selon les options
préférentielles à partir de l'aéroport de Bruxelles-National!
Détrompons-nous! Ce n'est jamais le législateur qui effectuera ce
travail. Au plus, fixera-t-il quelques critères qui serviront au
gouvernement pour fixer les plans d'utilisation de l'aéroport de
Bruxelles-National!

Par ailleurs, que faire en attendant que la loi et les critères
éventuellement fixés par la loi sortent leurs effets? Ceci demandera
effectivement un certain temps, car il faudra enfin faire ce qui manque
toujours aujourd'hui, à savoir le fameux travail de relevé des
nuisances sonores, commune par commune, quartier par quartier,
comme stipulé dans la déclaration gouvernementale. C'est le
préalable à toute élaboration d'un plan définitif.

En attendant, que va-t-on appliquer? Je redis comme d'autres qu'il est
hors de question de consacrer par la loi le plan Anciaux! Première,
deuxième, troisième version, on oublie! Je rappelle d'ailleurs que ce
plan Anciaux avait été pris à la suite du fameux arrêt du 10 juin 2003
rendu par la chambre flamande et annulé par la Cour de cassation.
M. Anciaux aime utiliser les métaphores footballistiques. Il se serait
comporté à l'époque comme un certain gardien de but allemand en
koeterwaals. En het werd door
dezelfde kamer van het hof
gewezen als het arrest van 2003
dat door het Hof van Cassatie in
2004 werd vernietigd op grond van
de overweging dat het niet de taak
van de rechterlijke macht is om de
overheid op te leggen hoe ze de
geluidshinder veroorzaakt door de
luchthaven moet aanpakken. Ik
verwacht dan ook dat de federale
overheid tegen dat arrest in
cassatie gaat. Het zal ongetwijfeld
vernietigd worden. Dat arrest zal
hoe dan ook geen blijvende
juridische gevolgen hebben voor
het huidige debat.

Het klopt niet dat het nieuwe arrest
het "Gosuin"-besluit van 1999
vernietigt. Zoals elke jurist weet, is
dat een exclusieve bevoegdheid
van de Raad van State. Het arrest
wijdt zelfs geen volledige pagina
aan die kwestie, terwijl het arrest
van 9 juni 2005 van de Franstalige
kamer van het hof een tiental
pagina's tellende, stevig
onderbouwde juridische motivering
bevat waaruit blijkt dat dat besluit
volledige uitwerking moet hebben.

We kunnen moeilijk beweren dat
we met een juridisch vacuüm
worden geconfronteerd en dat we
dus verplicht zijn wetgevend op te
treden. Is het dan de wetgever die
de geluidshinder moet meten, wat
een noodzakelijke voorwaarde is
vóór enige beslissing kan worden
genomen? En welke regels gaan
we toepassen in afwachting dat de
wet in werking treedt? Een versie
van het plan-Anciaux is in elk
geval uitgesloten: dit plan ligt
immers in het verlengde van het
arrest van de Nederlandstalige
kamer van het hof van beroep, dat
door het Hof van Cassatie werd
vernietigd. Ten gronde is er maar
een oplossing, namelijk een
terugkeer naar de toestand van
vóór 1999. Zelfs de groenen zijn
het daarmee eens. Die voorlopige
oplossing zou kunnen worden
bekrachtigd in een wetsontwerp.
Daarnaast is het absoluut
noodzakelijk een samenwerkings-
23/03/2006
CRIV 51
COM 904
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
1982, un certain Schumacher, c'est-à-dire avec une rare violence.
Voilà à son intention un petit rappel sur le plan footballistique.
Fondamentalement, son plan est hors de question!

La vraie solution juridique est celle que d'aucuns appellent de leurs
voeux. J'ai dit très clairement que je la soutenais depuis longtemps.
Quelle est-elle? En revenir à la situation antérieure à 1999.
Soulignons au passage que, même la famille écologiste s'y rallie,
alors que ce n'était pas sa position lorsqu'elle siégeait au
gouvernement fédéral, puisque là au moins, il n'y avait pas de
contestation. En effet, pendant plus de 40 ans, nous avons vécu sous
un régime quasiment "ne varietur" quant à l'utilisation des pistes à
l'aéroport de Bruxelles-National. C'est à tout le moins la seule solution
provisoire qui pourrait être entérinée par un projet de loi si projet de loi
il y a.

J'ajoute que l'accord de coopération avec les Régions s'avère
indispensable. Pourquoi? Parce que même si nous votons un acte
législatif et obtenons une sécurité juridique, encore faut-il éviter
qu'une des Régions introduise un recours devant la Cour d'arbitrage,
sinon la controverse juridique se poursuivra sans fin. Aussi l'accord
de coopération avec les Régions est-il indispensable pour connaître
au moins une période d'apaisement entre les différents niveaux de
pouvoir.

Finalement, eu égard à ce dossier, je me permets quand même de
penser que l'actuel gouvernement régional bruxellois fait preuve d'un
certain amateurisme juridique. Je le rejoins sur certains objectifs
politiques, notamment lorsque le ministre-président plaide pour le
retour à la situation antérieure à 1999. Mais sur deux points, il
commet une grave erreur et je le mets en garde.

Le pire serait de ne pas faire exécuter l'arrêt de la cour d'appel du 9
juin de l'année dernière, ce qui dépend du gouvernement régional
bruxellois, a fortiori si l'arrêté Gosuin est validé par le Conseil d'État.
Le pire serait de constater que les requérants dans cette affaire-ci
devant la cour, chambre flamande, mettraient à exécution cet arrêt de
la cour d'appel pendant que le gouvernement bruxellois se
neutraliserait en ne mettant pas en oeuvre l'autre arrêt favorable à
Bruxelles et à sa population.

À l'avenir, il faut que le gouvernement bruxellois songe à se porter
partie intervenante dans tout contentieux. Il est évident que le fait qu'il
n'ait pas été à la cause dans ce cas-ci a pesé lourdement ­ et maître
Bourtembourg a raison de le dire dans le journal "La Libre Belgique"
de ce matin ­ en ce qui concerne la compréhension de ce dossier par
les magistrats. Que ceux-ci aient eu sans doute une appréciation
totalement biaisée en raison des parties au contentieux me semble
être une évidence juridique.

Autrement dit, la controverse juridique n'est pas terminée mais,
personnellement, je ne ferai rien avant de connaître l'arrêt du Conseil
d'État et la position de la Cour de cassation sur les pourvois qu'elle
aura à connaître, en ce compris à l'encontre de l'actuel arrêt de la
cour d'appel. Ensuite, nous reparlerons de ce que doit être la position
du législateur.
akkoord af te sluiten met de
Gewesten, om te voorkomen dat
dit dossier bij het Arbitragehof
aanhangig wordt gemaakt en dat
de hele procedure moet worden
overgedaan.

In dat dossier heeft de huidige
Brusselse regering blijk gegeven
van juridisch amateurisme. Zij
heeft twee ernstige vergissingen
begaan. Vooreerst zou het
rampzalig zijn om het arrest van
het hof van beroep van Brussel
van 9 juni 2005 niet uit te voeren,
want het ergste zou zijn dat het
laatste arrest op aanvraag van de
verzoekers zou worden uitgevoerd
en dat het arrest dat in het
voordeel is van de Brusselse
bevolking niet wordt uitgevoerd.
Bovendien moet de Brusselse
regering als partij tussenkomen bij
elke betwisting. Door haar
afwezigheid hebben de
magistraten onvoldoende inzicht in
het dossier gehad.

De juridische controverse is nog
lang niet beslecht. Persoonlijk zal
ik echter niets ondernemen
alvorens ik kennis heb van het
arrest van de Raad van State en
van het standpunt van het Hof van
Cassatie. Nadien zullen wij het
opnieuw hebben over het
standpunt dat de wetgever zou
moeten innemen.
De voorzitter: Mijnheer De Groote, u diende een interpellatie in. Uw spreektijd bedraagt 10 minuten.
CRIV 51
COM 904
23/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21
01.13 Patrick De Groote (N-VA): Mijnheer de voorzitter, ik zal het
niet zo lang trekken. De historiek moet ik niet meer herhalen, want die
werd door de collega's voldoende duidelijk naar voren gebracht. We
hebben hier van alles gehoord, "j'ai un problème", " we have a
problem", en straks horen we van de minister: "I had a dream".

Het hof van beroep te Brussel heeft op 21 maart een arrest
uitgesproken waarbij onder andere de Brusselse geluidsnormen als
ongrondwettelijk werden beoordeeld en waarbij het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest gewezen werd op haar gebrek aan federale
loyaliteit. Het hof van beroep is van oordeel dat de geluidshinder niet
ten laste van een bevolkingsgroep mag worden gelegd en dat een
evenwichtige spreiding moet worden nageleefd.

De reacties bleven uiteraard niet uit. De minister-president van de
Brusselse Hoofdstedelijke regering zei dat hij zich niets zou
aantrekken van dat arrest. Dat impliceert uiteraard dat hij de scheiding
der machten niet respecteert, waarbij hij zelfs verklaarde dat hij de
Brusselse geluidsnormen zou laten bestaan.

Mijnheer de minister, in uw hoedanigheid van federaal minister van
Mobiliteit verklaarde u dat de verschillende arresten niet met mekaar
in overeenstemming zijn te brengen. Als bevoegd minister en
vertegenwoordiger van de Belgische Staat was u nochtans bij alle
procedures betrokken met hetzelfde advocatenteam dat ongetwijfeld
die eerdere arresten heeft helpen opwerpen.

Deze regering, mijnheer de minister, heeft tien werven aangekondigd,
maar het enige wat zij totnogtoe gedaan heeft, mijns inziens, is een
aantal ruïnes achterlaten. Zaventem is een ruïne aan het worden. Ik
heb zo de indruk dat niet iedereen dat beseft, op enkelen na.
Zaventem is een ruïne aan het worden, destijds door toedoen van
mevrouw Durant, en ook door Verhofstadt, in hoofde van zijn oud-
kabinetschef Luc Coene.

We hebben het DHL-dossier gekend. DHL heeft in 2004 al laten
verstaan Zaventem te zullen verlaten. Nog heeft deze regering het
niet begrepen.

Door die politieke impasse blijven de investeringen uit. Dat is heel erg;
46% van de ondernemingen stelt nu al de investeringen uit. Zes op de
tien ondernemingen in Zaventem overwegen te vertrekken, omdat er
hier nog altijd rechtsonzekerheid blijft duren.

In dit dossier werden drie principes aangehaald: veiligheid,
evenredigheid of gelijkheid en het gezondheidsaspect.

Inzake het gezondheidsaspect hanteert het Brussels Gewest de
geluidsnormen die door de VN-gezondheidsorganisatie als streefdoel
of als aanbeveling worden voorgesteld. Wat men er in de marge niet
bij vertelt, is dat dit tot gevolg heeft dat vliegtuigen, om zo snel
mogelijk zo hoog mogelijk te vliegen, een fortuin aan kerosine in de
lucht jagen. Dat is hier vandaag nog niet naar voren gebracht.

Mijnheer de minister, ik dacht dat uw partij voor lagere snelheden
pleitte op de weg, onder meer uit milieuoverwegingen, waaronder ik
ook gezondheidsoverwegingen begrijp.
01.13 Patrick De Groote (N-VA):
Le 21 mars 2006, la cour d'appel
de Bruxelles a estimé que les
normes sonores fixées par le
gouvernement bruxellois étaient
anticonstitutionnelles et que la
Région de Bruxelles-Capitale ne
se montrait pas loyale envers l'Etat
fédéral. La Cour veut qu'il y ait une
répartition équilibrée de ces
nuisances.

Or le ministre-président du
gouvernement bruxellois a déclaré
qu'il ne tiendrait pas compte de cet
arrêt et maintiendrait les normes
bruxelloises. Le ministre Landuyt a
déclaré de son côté que cet arrêt
n'était pas en conformité avec
l'arrêt précédent de la cour d'appel
quoiqu'il ait été, avec ses avocats,
associé à toutes les procédures
juridiques.

Le gouvernement a annoncé dix
chantiers mais il ne laisse derrière
lui que des ruines. Ainsi, le dossier
Zaventem est en passe de se
transformer en un véritable champ
de ruine à cause des interventions
de Mme Durant et de M. Luc
Coene. En 2004, DHL avait déjà
annoncé qu'elle quitterait
Zaventem mais le gouvernement
ne l'ayant toujours pas compris,
laissa perdurer l'insécurité
juridique. Conséquence: plusieurs
investissements seront reportés et
60% des entreprises envisagent
même de délocaliser.

Dans ce dossier, il a été question
de sécurité, de proportionnalité et
de santé. Pour garantir la santé
des Bruxellois, la Région de
Bruxelles-Capitale applique des
normes sonores qui sont
recommandées par l'OMS. Mais le
respect de ces normes a pour
effet d'obliger les avions à
consommer beaucoup plus de
kérosène de façon à atteindre le
plus vite possible une certaine
altitude. Y songe-t-on?

En matière de sécurité, on avance
toujours la grande densité de
23/03/2006
CRIV 51
COM 904
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22

Dan hebben wij het veiligheidsaspect, waarbij men ervan uitgaat dat
Brussel te dicht bevolkt is. Men zegt dus ­ als ik het heel cru mag
stellen: ­ het is beter neer te storten boven de Rand. In plaats van
rekening te houden met de windrichting, waardoor de kans op
neerstorten minder wordt, kiest men voor minder veiligheid, voor meer
kans op neerstorten, maar met minder doden.

Ten derde en ten slotte, is er het gelijkheidsprincipe. De rechtbank
stelt duidelijk dat het evenredigheidsprincipe geschonden is. De
Brusselse geluidsnormen zijn dus ongrondwettig, los van het feit dat
dit verder tot de bevoegdheid van de Raad van State behoort. Maar
wij weten uiteraard hoe Brussel dagelijks het gelijkheidsprincipe
hanteert en wij zien ook dagelijks hoe de Franstalige Brusselaars
kiezen welke wetten zij gaan toepassen en welke zij niet gaan
toepassen, zoals het hen uitkomt.

Federaal laat men betijen. Het is duidelijk, mijnheer de minister, dat er
een gebrek is aan loyauteit vanwege het Brusselse Gewest, dat men
vliegtuigen wil afwenden boven Vlaanderen. De federale regering, u,
staat erbij en kijkt ernaar.

Ik heb een aantal vragen. Ten eerste, op welke wijze gaat u gevolg
geven aan dat arrest? Zal door u een nieuw spreidingsplan worden
uitgewerkt?

Ten tweede, als u wenst dat de huidige situatie in een vliegwet wordt
vastgelegd, bedoelt u dan dat het huidige voorlopige spreidingsplan
definitief wordt vastgelegd en dat met andere woorden het
spreidingsplan wettelijk wordt verankerd?

Ten derde, het was eigenlijk de vorige paarse regering die aan de
grondslag lag van het concentreren van vluchten boven de
Noordrand, waardoor er in feite een carrousel van procedures werd
gestart. Nu gaan er stemmen op om terug te keren naar de situatie
van voor 1999. Meent u dat een terugkeer naar die situatie hetzelfde
is als het creëren van een evenwichtige spreiding?

Ten vierde, de rechterlijke macht oordeelt dat de Brusselse
geluidsnormen ongrondwettig zijn en dat het Gewest een gebrek aan
loyauteit vertoont. Kunnen die Brusselse geluidsnormen dan volgens
u blijven bestaan?

Ik rond af, mijnheer de voorzitter, om binnen de tijd te blijven.

De nationale luchthaven is een federale bevoegdheid, maar ligt in
Vlaanderen en het leefmilieu is een gewestelijke materie.
Daarbovenop is er het feit dat Vlaanderen en Brussel niet dezelfde
geluidsnormen hanteren. Wel, als er dan toch ­ dat stel ik vast bij de
verschillende sprekers ­ geen nationale loyauteit is, waarom moet er
dan nog een nationale luchthaven zijn? Dat vraag ik mij ernstig af.

De federale regering is op dit ogenblik nog altijd niet in staat om een
oplossing te bieden. Ik stel de vraag of wij er dan niet beter aan doen
om Zaventem voortaan als een regionale luchthaven te beschouwen.
Dat zou heel wat problemen oplossen. Wij hebben al Oostende,
Deurne, Charleroi en Bierset. Zaventem zal er ook nog wel bij
kunnen.
population de Bruxelles, qui
implique que le nombre de
victimes serait plus élevé en cas
de crash d'un avion. Accepte-t-on
donc qu'il y ait des victimes dans
la périphérie? Et pourquoi
Bruxelles ne se base-t-elle pas sur
la direction du vent puisque la
sécurité est tellement importante?

Le tribunal estime également que
le principe de proportionnalité a
été enfreint. Les normes sonores
bruxelloises sont donc
inconstitutionnelles. Les Bruxellois
francophones enfreignent toutefois
quotidiennement le principe
d'égalité et décident eux-mêmes
des lois qui seront ou ne seront
pas appliquées. Le gouvernement
fédéral reste les bras croisés et
admet que des vols soient déviés
vers la Flandre.

Quelle suite le ministre donnera-t-il
à l'arrêt? Établira-t-il un nouveau
plan de dispersion? Souhaite-t-il
ancrer légalement le plan de
dispersion actuel? Pense-t-il qu'un
retour à la situation d'avant 1999
serait synonyme d'une répartition
équilibrée? Estime-t-il que les
normes bruxelloises
inconstitutionnelles en matière de
bruit peuvent être maintenues?

Bien que l'aéroport national relève
de la compétence fédérale,
l'environnement flamand constitue
une matière régionale. La Région
flamande et la Région de
Bruxelles-Capitale n'appliquent
pas les mêmes normes en matière
de bruit. Pourquoi l'aéroport doit-il
demeurer une compétence
fédérale si la loyauté fédérale est
inexistante? De nombreux
problèmes seraient résolus si
Zaventem devenait un aéroport
régional.
CRIV 51
COM 904
23/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
23

Immers, het bewuste probleem kunt u blijkbaar toch niet oplossen.

De voorzitter: De heer De Groote was de laatste interpellant. Ik geef nu het woord aan de minister.
01.14 Minister Renaat Landuyt: Mijnheer de voorzitter, waarde
collega's, ik zal misschien met de laatste vraag beginnen omdat de N-
VA de enige partij is die hier een pleidooi houdt voor een Vlaamse
luchthaven. Indien de luchthaven een volledig Vlaamse materie zou
zijn, denk ik dat er een duidelijk grensconflict zou zijn zoals dat
internationaal soms bestaat. De toestand is wellicht dat wij al leven in
de situatie van een grensconflict.
01.14 Renaat Landuyt, ministre:
La N-VA est le seul parti qui plaide
pour que les compétences
relatives à l'aéroport soient
attribuées à la Région flamande.
Un conflit de frontières se poserait
dès lors probablement, même si,
dans les faits, nous en sommes
déjà là aujourd'hui.
Ceux qui disent qu'il s'agit d'une compétence exclusivement fédérale
oublient que cette compétence fédérale est totalement bloquée par
une ordonnance bruxelloise. Cela dit, l'arrêt de la cour d'appel datant
de deux jours n'est absolument pas un "charabia juridique" à mes
yeux. Pour ma part, ce ne sont pas les mots que j'utilise envers la
justice. J'ai toujours fait de mon mieux pour respecter un accord
politique qui date d'avant mon mandat, tout en suivant les règles de
notre pays fédéral, en respectant chaque décision, même si c'était
très difficile d'agir ainsi. En tant que juriste, j'estime essentiel de
respecter les instances fédérales et nos cours de justice, même au vu
des dernières décisions.
Wie beweert dat het om een
exclusief federale bevoegdheid
gaat, verliest uit het oog dat een
Brusselse ordonnantie ons
verhindert die bevoegdheid uit te
oefenen. Het arrest van het hof
van beroep van twee dagen
geleden is geen "juridisch
koeterwaals". Ik heb me steeds
aan een politiek akkoord willen
houden dat nog vóór mijn
ministerschap werd gesloten.
Daarbij heb ik het nodige respect
betoond voor onze federale
overheden en gerechtshoven. Dat
is volgens mij van primordiaal
belang, zelfs na de laatste
uitspraken.
Het arrest van deze week is een zeer helder arrest qua visie. Wat mij
betreft, is het een zeer sociaal arrest. Voor het eerst wordt heel helder
vertrokken vanuit het principe dat in een maatschappij het
rechtvaardig is om de lasten gelijk te verdelen. Dat is een principe
waarvan ik hoop dat velen het genegen zijn. Het is overigens een
principe dat werd verwoord in het spreidingsplan.

Voor het eerst wordt deze redenering duidelijk ontwikkeld. Het is
alleen spijtig dat, in tegenstelling met de wetgeving, een later arrest
niet de vorige arresten opheft. Het is enorm spijtig voor de
duidelijkheid dat het ene arrest van het hof van beroep niet het andere
arrest van hetzelfde hof van beroep kan opheffen. Een arrest van het
hof van beroep blijft bestaan en blijft van kracht zolang het Hof van
cassatie dit arrest niet heeft vernietigd.

Ik wens mij uitdrukkelijk te distantiëren van zij die onze juridische
instellingen belachelijk wensen te maken door ze flagrant te negeren.
Het is al te gemakkelijk om enkel arresten te aanvaarden waarin uw
visie verwoord wordt. Dat is niet ons systeem. Als een rechter een
uitspraak doet, moeten wij dit respecteren. De wetgever zou daarin
het voorbeeld moeten geven.

Het arrest bevat een duidelijke visie.
L'arrêt de cette semaine a une
vision claire de la situation et est, à
mes yeux, très social. Pour la
première fois, on part du principe
qu'il est légitime de répartir
équitablement les nuisances. Ce
même principe a été formulé dans
le plan de dispersion. Il est
néanmoins dommage qu'un arrêt
ultérieur n'annule pas les
précédents. Les autres arrêts de la
cour d'appel restent d'application
aussi longtemps que la Cour de
cassation ne les annule pas.

Je veux clairement me distancier
de ceux qui ridiculisent nos
institutions juridiques en les
ignorant purement et simplement.
Il est trop facile d'approuver
uniquement les arrêts qui sont
conformes à sa propre vision. Une
décision du juge doit être
respectée. Le législateur devrait
23/03/2006
CRIV 51
COM 904
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24
donner l'exemple à cet égard.
Ceux qui pensent qu'il y a une simple complémentarité entre les
arrêts doivent lire le texte néerlandais de l'arrêt: le juge y est très clair.
Degenen die denken dat de
arresten gewoon complementair
zijn moeten er de Nederlandstalige
versie van het vonnis maar op
nalezen. Daarin zegt de rechter
het volgende.
Voor wie mij niet vertrouwt, het arrest stipuleert duidelijk het volgende
op pagina 267: "Het reeds vermelde arrest van 17 maart 2005", dus
het arrest van zijn collega even verder op de gang, "heeft het enkel
over een tijdelijke opschorting van het gebruik van de baan 02 in
afwachting van nader te verrichten onderzoek". Op de volgende
bladzijde staat te lezen: "De omstandigheden van dit arrest zijn
volledig achterhaald". Boodschap aan de regering: dit arrest telt niet,
wat mij betreft.

Het probleem van de regering is dat momenteel op grond van dit
arrest bewarend beslag is gelegd op een overheidsgebouw en er de
vraag is van de verzoekers om het maximum aan dwangsommen op
te heffen en te verhogen. Uiteraard is de stelling van de regering ­ dat
is altijd mijn opdracht geweest ­ dat we niet preferentieel deze
bewuste piste gebruiken. De stelling van de tegenpartij is dat we het
wel hebben gedaan en hebben beslist deze piste te gebruiken. De
realiteit is dat wij ons voor de beslagrechter verdedigen inzake de
naleving van dat arrest en in dezelfde zin willen de verzoekers het
arrest nog versterken. Voor mij is het heel aangenaam dat er een
raadsheer is die vindt dat dit arrest niet meer bestaat. De juridische
realiteit is evenwel dat het nog wel bestaat en dat we uitzien naar de
procedure voor het hof van Cassatie om te weten of het ooit echt
heeft bestaan. Ondertussen is dit wel een juridische realiteit.

Tweede stap inzake de complementariteit der arresten. Dezelfde
rechter heeft het op pagina 268 ook nog even over het arrest van 9
juni 2005 van een andere collega, wat verder op de gang. Daar geeft
hij de tip dat dit arrest het alleen heeft over de specifiek bij datum
aangeduide beslissing. Met andere woorden: dit is een uitnodiging
aan de regering om de carrousel in te zetten; om op de datum te
spelen, om telkens een nieuwe beslissing te nemen, zodat zijn collega
opnieuw zal moeten beslissen. Qua juridisch advies om te goeder
trouw arresten na te leven, kan dit tellen.

Hij gaat nog een stap verder, in die zin dat hij zegt dat zijn collega zich
heeft vergist en dat de geluidsnormen ongrondwettelijk zijn. Versta
me niet verkeerd: dat is ook mijn juridische overtuiging.

De juridische realiteit wil evenwel dat het Hof van Cassatie, op mijn
verzoek, zich daarover ook moet uitspreken. Zolang het Hof van
Cassatie niet zegt dat die ene rechter in die bewuste gang een fout
heeft gemaakt, bestaat de juridische fout niet en blijft dit arrest van
kracht en de geluidsnormen gelden uiteraard ook nog.

Bijkomend probleem van dit arrest dat mij inhoudelijk zeer genegen is
omdat het zeer sociaal geïnspireerd is, heeft betrekking op het
volgende. Het houdt geen rekening met de problemen waarmee ik als
verantwoordelijk minister wordt geconfronteerd inzake veiligheid en
capaciteit van onze luchthaven. Hoe doet de rechter dat? Relatief
Le nouvel arrêt stipule que l'arrêt
du 17 mars 2005 ne prévoyait
qu'une suspension provisoire de
l'utilisation de la piste 02 dans
l'attente d'études
complémentaires. Le message au
gouvernement est donc que cet
arrêt n'est plus valable. C'est une
bonne nouvelle. En vertu du
précédent arrêt, une saisie
conservatoire a en effet été
opérée sur un bâtiment public. Par
ailleurs, les requérants demandent
d'augmenter les astreintes. Le
gouvernement estime que
l'utilisation de la piste 02 n'est pas
privilégiée alors que la partie
adverse pense le contraire. Il
appartient au juge des saisies de
trancher. Le conseiller considère
que cet arrêt n'est plus valable,
mais tant que la Cour de cassation
ne confirme pas sa non-validité,
cet arrêt reste une réalité juridique.

L'arrêt du 9 juin 2005 ne concerne,
selon le même juge, qu'une
décision spécifique, indiquée par
la date. Il s'agit donc d'une
invitation à jouer sur la date, à
prendre chaque fois une nouvelle
décision et à faire décider un autre
juge!

Ce juge déclare également que les
normes de bruit sont
inconstitutionnelles. Telle est
également ma conviction juridique,
mais une fois de plus, nous
devons attendre le verdict de la
Cour de cassation, que j'ai moi-
même demandé.

Cet arrêt poursuit certaines
aspirations sociales mais ne tient
pas compte des problèmes de
sécurité et de capacité, dont je
suis contraint de tenir compte en
tant que ministre. En page 271, le
CRIV 51
COM 904
23/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25
eenvoudig. Op bladzijde 271 ­ voor degenen die mijn citaat niet
vertrouwen ­ stelt de rechter, ik citeer: "Er liggen geen elementen
voor die mij overtuigen dat er een probleem is". Wat betekent dit? Dat
ik geen probleem moet maken over alle mogelijke veiligheidsstudies
waarmee ik geconfronteerd word. Dat de ene piste schuin ligt en
korter is en een andere piste weer langer is. Geen probleem. Een
studie over de linkse piste? Niet nodig. Er is niks.

Een derde punt waarmee dit arrest, mijns insziens spijtig genoeg,
geen rekening houdt zijn de diverse uitspraken van de administratieve
rechtbank, de Raad van State die, stap voor stap en volgens de
gevoerde procedures, op vereisten wijst die een overheid moet volgen
om een degelijke administratieve rechtshandeling te stellen, zoals
bijvoorbeeld een beleidsstudie of een bevraging van de buurt kunnen
voorleggen, kortom alle elementen die we in de wet overnemen. Ik
kom daar straks op terug.

Er bestaan reeds spelregels die een overheid moet volgen indien zij
haar instellingen wenst te respecteren en niet à la carte beslist. Neen,
ik zit in een positie en wil daar niet van afwijken waarin ik de
instellingen wens te respecteren.
juge déclare simplement qu'il
n'entrevoit aucun élément
problématique.

L'arrêt ne tient pas davantage
compte des décisions du Conseil
d'État. Une autorité doit pourtant
respecter ses institutions et ne
peut décider à la carte.
À ceux qui pensent qu'il est plus facile d'en revenir à la situation
d'avant 1999, d'en revenir à la période dont on a oublié qu'elle a aussi
connu des procès, à ceux qui pensent que c'est "la" solution, le
conseiller a pensé leur dire cette semaine, en tant que juriste: "Ne
pensez pas pouvoir utiliser le principe du 'standstill'." Il n'existe plus
dans ce dossier.

Je répète ­ et je ne trouve jamais cela dans les comptes rendus des
décisions francophones ­ que la jurisprudence néerlandophone ne
reconnaît aucun droit datant d'avant 1999 vu le principe d'équilibre.
Terugkeren naar de situatie van
vóór 1999 is geen optie; de
`standstill' kan niet meer worden
verantwoord. Bovendien erkent de
Nederlandstalige rechtspraak
geen enkel recht van vóór 1999
wegens het evenwichtbeginsel.
Het principe van het evenwichtig verdelen van de lasten is
fundamenteel volgens deze rechter. Men kan niet zeggen dat mensen
hun recht op stilte verworven hebben ten laste van mensen die allang
het recht op veel lawaai verworven zouden hebben. Deze redenering
klopt juridisch niet volgens de stelling van deze jurist. Ik ben ervan
overtuigd dat ook de andere stelling door juristen kan
beargumenteerd worden.

Mijn punt is ­ en dat is altijd mijn stelling geweest ­ dat iedere
beslissing die door de regering genomen wordt, binnen de drie weken
op een of andere vraag kan vernietigd worden. Is dat omdat ze
inhoudelijk slecht zou zijn? Nee. Dat gebeurt omwille van een zuiver
formele reden. Nadat er zoveel uitspraken zijn geweest zijn er
spelregels opgesteld door de rechterlijke macht, die men niet zonder
meer kan negeren.

De werkwijze. Wat is naar mijn bescheiden oordeel de manier van
werken? Ik zal eindigen met de vraag om een keuze te maken. Er zijn
grenzen aan het verwerken van een dossier. Een bericht aan
iedereen is dat er grenzen zijn aan mijn pispaalgehalte. Als sommigen
menen hun gebrek aan politieke moed voortdurend te moeten laten
verpakken als verwijten ten aanzien van de bevoegde minister, dan
zeg ik u dat dit niet houdbaar is. Politiek is het helemaal incorrect.

De werkwijze die we volgen. Wat specifiek dit arrest betreft, is er
Ce juge est d'avis que la
répartition équitable des nuisances
constitue un principe fondamental.
Il estime qu'il n'est pas normal que
certains aient acquis un droit au
silence au détriment d'autres
personnes qui disposent depuis
longtemps déjà d'un `droit' à
beaucoup de bruit. Je suis
convaincu que d'autres juristes
pourraient trouver des arguments
réfutant cette thèse.

Depuis le début, je constate que
chaque décision du gouvernement
peut être annulée très rapidement
à la demande d'un citoyen pour
des motifs ayant trait non pas au
fond mais bien purement à la
forme.

Il y a cependant des limites au
traitement d'un dossier. Certains
semblent par ailleurs camoufler
leur manque de courage politique
23/03/2006
CRIV 51
COM 904
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
26
momenteel een studie aan de gang over de gronden voor cassatie. Ik
herhaal dat ik mij inhoudelijk volledig kan aansluiten bij het sociaal
gehalte van dit arrest. Ik vrees echter dat het juridisch niet zo sterk is,
eerst en vooral omdat men de eigen zwakte inbouwt door de eigen
collega's terzijde te schuiven. Anders uitgedrukt, bestaande arresten
zonder meer irreëel verklaren is makkelijk om op papier gelijk te
halen. De juridische realiteit is echter helemaal anders.

Ten tweede, er is een vaste cassatierechtspraak die bepaalt dat een
rechter slechts kan zeggen dat een overheidshandeling slecht is en
nietig moet worden verklaard. Het komt zelden voor dat de rechter
heel specifiek omschrijft wat de regering moet doen. Meestal gebeurt
dat door het Parlement; zo werken onze instituties. Hier heeft men
dus een soort creativiteit die een verbod verwoordt in een gebod. Hij
legt uit wat wij heel specifiek moeten doen om het verbod na te leven.
Ik vrees dat dit op zich reeds qua techniek niet de juiste techniek is.
Het is met spijt dat ik zeg dat het arrest niet sterker is.

Een ander punt dat we uitvoeren in verband met dit arrest is het
uitwerken van de vliegprocedures alsof dit arrest bestond en een
eindoordeel was. Dit uitwerken van het naleven van het arrest zullen
we dan nadien toetsen aan de andere twee arresten, maar ook aan
de uitspraken van de Raad van State.

In een volgende fase toets ik dat, zoals altijd, aan het bestaande,
politieke akkoord binnen de federale regering. Dat is altijd de
werkwijze geweest.

Wat bedoel ik met de oplossing via de wet? Met de wet bedoel ik niet
dat wij in wetsartikelen een spreidingsplan of een vliegplan zullen
omschrijven. Dat bedoel ik niet. Als wij bijvoorbeeld het huidige arrest
nemen, zien wij dat op de laatste bladzijde de rechter stelt dat de
reeds toegepaste criteria voor hem rechtsgeldig zijn: het aantal
vluchten, het aantal geluidsoverlastpieken, de overlast berokkend
overdag en tijdens de nacht, de overlast op vrije dagen en werkdagen.
Dat zijn een aantal criteria die werden gebruik bij het opstellen van het
plan. Er waren echter ook andere criteria. Er was ook het criterium
van de veiligheid. Er is op politiek niveau de vraag om ook rekening te
houden met het aantal bewoners. Er is ook altijd het criterium van de
capaciteit geweest.

Het huidige arrest is een voorbeeld van hoe makkelijk het bestaan
van een rechter kan zijn. Hij kiest.

Wat is de bedoeling van de wet? De bedoeling is dat de
democratische vertegenwoordigers van de bevolking zeggen welke
criteria voor hen belangrijk zijn en wat de verhouding tussen de
criteria zal zijn. Dat betekent dat iedere burger in de toekomst nog
naar de rechtbank kan stappen, maar ook dat iedere rechter de door
de democratie bepaalde criteria zal aftoetsen ­ niet meer dan dat,
maar vooral dat.

Wat betekent dat in de praktijk? Dat betekent dat de regering er in dat
geval vanuit kan gaan dat, als de criteria bepaald door het Parlement
effectief worden nageleefd, haar beslissing langer dan drie weken zal
blijven bestaan.

Ik leef met de juridische zekerheid dat iedere beslissing kans heeft
par des reproches à l'adresse du
ministre.

Des causes de pourvoi en
cassation sont actuellement à
l'étude. Je suis entièrement
d'accord avec la teneur sociale de
l'arrêt, mais je crains que ce
dernier manque de fondement sur
le plan juridique. On affaiblit sa
position en faisant fi de celle de
ses collègues. De plus, selon une
jurisprudence constante de la
Cour de cassation, le juge peut
seulement décider qu'un acte de
l'autorité est critiquable et qu'il doit
être déclaré nul et non avenu. Il
est rare que le juge décrive
précisément ce que doit faire le
gouvernement. Cette tâche est
généralement dévolue au
Parlement. Une interdiction est
devenue, avec beaucoup de
créativité, un commandement. Je
regrette le manque de fondement
de l'arrêt.

Nous élaborons des procédures
de vol et partons à cet égard du
principe que l'arrêt est une
décision ultime. Nous
confronterons ensuite l'ensemble
des éléments aux autres arrêts
ainsi qu'à la décision du Conseil
d'État.

Au stade suivant, ce sera soumis
au test de l'accord politique
existant au sein du gouvernement
fédéral.

La solution légale ne signifie pas
qu'on va couler un plan de
dispersion dans des textes de loi.
Dans le dernier arrêt, le juge
mentionne les critères valables,
comme le nombre de vols et les
pics de pollution sonore, les
nuisances occasionnées le jour et
la nuit, ainsi que les nuisances
pendant les jours fériés et les jours
ouvrables. La sécurité, le nombre
d'habitants et la capacité sont
d'autres critères à prendre en
considération pour l'élaboration
d'un plan. Il appartient aux
députés de définir quels critères
sont importants et dans quelles
CRIV 51
COM 904
23/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
27
om binnen de drie weken te worden vernietigd. Om daaraan te
verhelpen, werd al maandenlang een wettekst uitgeschreven, die
maanden geleden door de regering voor advies werd overgemaakt
aan de Raad van State en, tussen haakjes, door de Raad van State
werd teruggestuurd met de opmerking dat er te weinig werd overlegd.
Wij hebben deze opmerking met vergaderdata en verslagen van
vergaderingen weerlegd. Dat was de eerste reactie. Dit, mocht u
vragen hebben omtrent de tijd en omtrent wat er met de teksten
gebeurt.

Wij hebben inderdaad, gelet op de noodsituatie, met name het feit dat
wij nu met uitspraken worden geconfronteerd die echt moeilijk te
combineren zijn, gevraagd aan de Raad van State om vlugger zijn
advies te verlenen. Oorspronkelijk hadden wij, omdat de wet een
zodanig fundamentele regeling betreft, de Raad van State verzocht de
tekst juridisch zeer grondig te bestuderen.

Wij hopen dus dat de Raad van State van de nood een deugd maakt
en het grondig werk tegen volgende week kan bezorgen. Dat betekent
dat de regering volgende week, in de zogenaamde tweede lezing, de
tekst kan doorsturen naar het Parlement en zelfs, een oude afspraak
honorerend, naar het overlegcomité tussen de verschillende
regeringen.

Nogmaals, als we met zijn allen daarover akkoord geraken, dan
hebben wij een mechanisme om stabielere beslissingen te nemen in
de toekomst.

De vraag blijft openstaan wat er ondertussen moet gebeuren. Wij
weten ­ aan de hand van de reacties vermoed ik dat iedereen
daarvan overtuigd is ­ dat iedere beslissing er vandaag een is die
geen lang juridisch leven beschoren is, omdat we de mensen niet
kunnen verbieden om naar de rechtbank te gaan, wat ook nooit onze
bedoeling mag zijn.

We moeten een methode vinden om die overgangssituatie te kunnen
overbruggen.

Naar mijn bescheiden juridisch oordeel, en even een jurist citerend in
verband met de terugkeer naar de situatie van vóór 1999: "Dat is
juridisch volledig instabiel."

Het enige dat wij kunnen doen ­ misschien zijn dat wel de meest wijze
woorden die ik de jongste dagen heb gehoord, die van Eric Van
Rompuy in het Vlaams Parlement ­ is de stelling volgen dat we beter
de huidige situatie even handhaven. In dat geval is er maar één
probleem: wij kunnen dat niet. Om dat te doen, moeten wij toch nog
even nagaan in hoeverre wij ons zo veel mogelijk conform kunnen
stellen aan de laatste uitspraak van het hof van beroep van Brussel.
Ik wil namelijk die uitspraak van het hof van beroep van deze week
niet onbeantwoord laten.

Er is gelukkig wel een algemeen natuurrechtsprincipe: men kan nooit
gehouden worden tot het onmogelijke, maar wij moeten wel het
mogelijke zoeken in het pakket van onmogelijkheden.

Daarom doe ik een oproep aan alle collega's die belang hechten aan
onze concurrentiële positie in de wereld. Als wij belangrijke
proportions. Les juges pourront
ensuite vérifier les critères en cas
de litiges.

Le gouvernement a confectionné
un projet de loi, qui a été soumis à
l'avis du Conseil d'État.
L'observation selon laquelle il n'y
aurait pas eu assez de
concertation à propos de ce projet
a été réfutée par la présentation
des rapports relatifs à nos
réunions. Au départ, nous avions
demandé au Conseil d'État
d'examiner le texte en profondeur
mais, compte tenu des récents
arrêts contradictoires, nous avons
insisté sur l'urgence.

Espérons que le Conseil d'État
pourra accomplir le travail
nécessaire d'ici à la semaine
prochaine, de sorte que le
gouvernement puisse transmettre
le texte au Parlement et au Comité
de concertation.

Si un accord peut être conclu à ce
sujet, nous disposerons d'un
mécanisme nous permettant de
prendre des décisions plus stables
à l'avenir. Dans la situation
actuelle, chaque décision est
contestée sur le plan juridique.
Des juristes affirment qu'un retour
à la situation d'avant 1999
n'apporterait pas de stabilité.

Comme M. Eric Van Rompuy l'a
dit, il serait préférable de maintenir
encore quelque peu la situation
actuelle. Le dernier arrêt de la cour
d'appel nous oblige toutefois à
prendre de nouvelles mesures qui
devront être trouvées dans la
mesure du possible.

Nous devrons prendre une
décision ensemble si nous voulons
préserver la position
concurrentielle de notre pays.
23/03/2006
CRIV 51
COM 904
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
28
concurrentiemaatregelen wensen te nemen in dit land, dan doe ik een
oproep aan de collega's om niet alleen een standpunt in te nemen,
maar ook samen een beslissing te nemen.

De voorzitter: Bedankt, mijnheer de minister. Ik neem aan dat iedereen wel zal willen repliceren. Ik wil de
Vlamingen eraan herinneren dat de zelfbeperking kenschetsend is voor het meesterschap.

Je rappelle aux francophones que Nicolas Boileau célébrait la concision. Il ne parlait pas des répliques,
mais cela vaut pour les répliques aussi.

Je vais suivre la même liste que tout à l'heure. Ik geef dus onmiddellijk het woord aan de heer Laeremans.
01.15 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, ik heb u in het begin graag horen zeggen dat de
uitgangspunten van het arrest inderdaad correct, sociaal en helder
zijn. Dat is een mening die wij delen. Ik ben blij dat u dat ook zo
expliciet stelt. Wat er daarna is gekomen, doet daar dan in heel grote
mate afbreuk aan, met name als u de wijze woorden van
Eric Van Rompuy aanhaalt. Toch heel merkwaardig, want hij heeft
volgens ons zeer onverstandige woorden gesproken door voor te
stellen om vanwege de gemeenteraadsverkiezingen en nadien de
federale verkiezingen, alles twee jaar op te schuiven omdat men nu
toch geen draagvlak kan vinden. Dat is natuurlijk onzin, want men zit
met die arresten, men zit met die dwangsommen en men zit met alle
mogelijke juridische poespas waarop men een antwoord moet geven.
Wat Eric Van Rompuy heeft gezegd, was blijkbaar ook niet namens
zijn partij, want vandaag heb ik door Pieter De Crem heel andere
dingen horen zeggen. Dat waren dus allesbehalve wijze woorden.
01.15 Bart Laeremans (Vlaams
Belang): C'est avec plaisir que j'ai
entendu le ministre qualifier de
"corrects, sociaux et clairs" les
principes de l'arrêt. Il est toutefois
pratiquement revenu sur ses
propos par la suite, en rappelant
aussi les déclarations de M. Van
Rompuy. Ce dernier propose de
tout reporter de deux ans, compte
tenu de l'approche des élections
communales et fédérales et de
l'impossibilité de trouver un
soutien de principe. C'est insensé,
car il convient de tenir compte
d'arrêts, d'astreintes et d'autres
conséquences juridiques. De plus,
il ne parlait pas au nom de son
parti, semble-t-il, puisque M. De
Crem tient un tout autre langage.
01.16 Pieter De Crem (CD&V): (...)
01.17 Bart Laeremans (Vlaams Belang): U hebt niet gezegd dat het
twee jaar moet worden bevroren. Dat hebt u zeker niet gezegd.

Uw oplossing met enerzijds een grondige wet, waarvoor we nog op de
Raad van State moeten wachten, en anderzijds in de tussenfase de
huidige situatie bevriezen, is ook geen oplossing, mijnheer de
minister. Het Arbitragehof dat onvermijdelijk zal gevraagd worden
daarover zijn mening te uiten, zal direct zeggen dat de tijdelijke wet in
verband met het huidige plan onbillijk is, gezien het arrest van het hof
van beroep. Daar zit u meteen "sloot".

Tevens bestaat dan nog het risico dat die wet misschien wel blijft
bestaan. Dat is de andere piste. Als het Arbitragehof om een of
andere reden ­ want het is politiek samengesteld ­ de wet niet zou
vernietigen, zit men met een onbillijke situatie die blijft bestaan en dan
is er geen enkele zekerheid dat er ooit wettelijk nog iets aan zal
veranderen.

Ten tweede, het duurt toch wel hemeltergend lang. Meer dan een jaar
geleden beschikten wij al over het voorontwerp, maar het is blijven
aanslepen. U hebt daar heel de grote vakantie blijkbaar niets mee
gedaan. Pas nadien bent u naar de Raad van State gestapt. Het is
door uw getreuzel dat er nog altijd geen advies is. Door nu snelsnel
01.17 Bart Laeremans (Vlaams
Belang): La proposition du ministre
de geler la situation dans l'attente
d'une loi détaillée ne constitue pas
une solution. La Cour d'arbitrage
qualifiera la loi provisoire
"d'inéquitable", compte tenu de
l'arrêt de la cour d'appel. De plus,
la loi risque de subsister. Si la
Cour d'arbitrage, dont la
composition est politique, ne
l'annule pas, c'est une situation
inéquitable qui sera ainsi
consacrée et on aura de bonnes
raisons de croire que rien ne
changera plus jamais sur le plan
légal.

La lenteur avec laquelle ce dossier
évolue est révoltante. Il y avait
déjà un avant-projet de loi voici
plus d'un an, mais le ministre n'a
consulté le Conseil d'État qu'après
CRIV 51
COM 904
23/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
29
een spoedadvies te vragen, toont u aan dat u eigenlijk veel te laat
bent en dat u dat allemaal veel beter vroeger had voorzien. U had van
in het begin een spoedadvies moeten vragen. Het is door uw
getreuzel dat al die opeenvolgende tegenstrijdige arresten er
uiteindelijk zijn gekomen.

Ten derde, mijnheer de minister, ik heb u niets horen zeggen over de
Brusselse geluidsnormen. In dit arrest zegt men heel duidelijk dat die
geen enkele rechtsgrond hebben en dat de krenking van die
geluidsnormen niet meer tot sancties kan leiden. Bijgevolg zouden die
boetes moeten verdwijnen. U had daarover minstens uw mening
kunnen zeggen, want nu bestaat de grootst mogelijke onzekerheid
voor al die luchtvaartmaatschappijen. Zij vragen aan u als minister
van Mobiliteit wat het antwoord daarop is, hoe zij die normen moeten
beschouwen en die boetes moeten bekijken. U hebt daarop niet het
minste begin van antwoord gegeven.

Meer in het algemeen zit daar precies de sleutel. De sleutel zit bij het
Brussels Gewest. Als het Brussels Gewest zegt dat het de
geluidsnormen intrekt, dan is ten minste dat grote obstakel voor de
luchtvaartmaatschappijen en om tot een akkoord te komen, van de
baan. Nogmaals, in dat Brussels Gewest zitten drie Vlaamse partijen
­ CD&V, VLD en sp.a ­ maar geen van die drie partijen heeft
vandaag laten blijken wat ze daaraan gaan doen. Zij moeten daarin
hun verantwoordelijkheid opnemen. Als mevrouw Grouwels, de heer
Smet en de heer Vanhengel zeggen dat ze op die manier niet meer
verder gaan en dat ze hun ontslag aanbieden of mevrouw
Huytebroeck moet haar ontslag aanbieden, dan zijn we eindelijk een
stap verder en kunnen die geluidsnormen eindelijk worden
ingetrokken. Onbegrijpelijk genoeg blijft men maar voortdoen, blijft
men maar doen alsof er niets aan de hand is, alsof dat aanmodderen
van de drie Vlaamse ministers kan blijven duren, die gewoon als
loopjongens achter de Franstalige politici aanlopen. Ik vind het
onbegrijpelijk. Dat is een hypocrisie, een immense tegenstrijdigheid.
Ik hoop dat CD&V, sp.a-spirit en VLD dat zo snel mogelijk inzien en
hun Brusselse ministers tot de orde roepen. Die dubbelzinnigheid kan
niet meer aangehouden worden.
les vacances d'été. A présent, il
souhaite subitement un avis
urgent mais pourquoi ne pas
l'avoir demandé dès le début? Les
arrêts contradictoires sont une
conséquence de ses
atermoiements.

Le nouvel arrêt dispose que les
normes de bruit bruxelloises sont
dénuées de fondement juridique et
que leur violation ne peut plus
entraîner de sanctions. Quelle doit
à présent être l'attitude des
compagnies aériennes en matière
de normes et d'amendes? Le
ministre n'a, hélas, même pas
donné une ébauche de réponse à
cette question.

Un fameux obstacle disparaîtrait si
la Région bruxelloise renonçait
aux normes de bruit. Le CD&V, le
VLD et le sp.a sont représentés au
sein du gouvernement bruxellois
mais ils n'ont rien laissé
transparaître, aujourd'hui, de
l'attitude qu'ils adopteront à
l'avenir. Les ministres Grouwels,
Smet et Vanhengel pourraient
présenter leur démission si Mme
Huytebroeck ne le fait pas, mais ils
préfèrent feindre l'ignorance et se
laissent mener par les politiciens
francophones. Les partis flamands
doivent rappeler leurs ministres
bruxellois à l'ordre, car l'hypocrisie
dépasse les bornes.
01.18 Stijn Bex (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, ik wil zeer kort
aan de collega's Maingain en Lalieux zeggen dat de
vernietingsbeslissing van het Hof van Cassatie in 2003 absoluut niet
ging over de spreidingsgedachte op zichzelf, maar over het feit dat de
rechtbank zich te fel had gemengd met de prerogatieven van de
uitvoerende macht. Het was zeker geen veroordeling van de
spreidingsgedachte of een veroordeling van een spreidingsplan,
omdat het zogezegd onveilig zou zijn. Ik wou dat toch even
rechtzetten.

Mijnheer de minister, ik wil u danken voor uw omstandige antwoord. Ik
ben tevreden dat u zegt, ondanks dat u juridische twijfels plaatst bij
het arrest, dat het niet zonder gevolgen kan blijven. U zegt dat u het
eigenlijk eens bent met de stelling dat de geluidsnormen van het
Brussels Hoofdstedelijk Gewest ingaan tegen de federale goede
trouw. U houdt ook heel duidelijk de stelling aan dat de geluidshinder
moet worden gespreid.

In die zin wil ik de Franstalige collega's zeggen en zeker mevrouw
01.18 Stijn Bex (sp.a-spirit): La
décision d'annulation de la Cour
de cassation de 2003 concernait
l'immixtion du tribunal dans les
prérogatives du pouvoir exécutif. Il
ne s'agissait certainement pas
d'une condamnation de l'idée ou
d'un plan de dispersion parce que
la sécurité ne serait soi-disant pas
assurée. Le ministre émet
toutefois des doutes juridiques
concernant l'arrêt, mais je me
félicite qu'il affirme que l'arrêt ne
peut pas rester sans
conséquences.

Le ministre souscrit à la thèse que
les normes sonores bruxelloises
sont contraires à la loyauté
23/03/2006
CRIV 51
COM 904
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
30
Lalieux, die zegt dat ik hier een communautair verhaal van wil maken,
dat niets minder waar is. Ik heb de indruk dat zij niet wil antwoorden
op de vraag of het wel sociaal is om een beperkte groep mensen met
alle overlast te confronteren en dat zij gemakkelijkheidshalve dan
maar zegt dat men er een communautair verhaaltje van maakt. Dat is
zeker niet de bedoeling. Wij hebben het beste voor met alle inwoners
uit de omgeving van de luchthaven. Wij moeten wel met alle inwoners
rekening willen houden en niet alleen met een welbepaalde groep van
inwoners.

Mijnheer de minister, ik heb nog een opmerking bij het arrest. In
tegenstelling met u wil het hof, mijns inziens, niet dat de 6 zones
allemaal exact evenveel vluchten te verwerken moeten krijgen. Ik
denk dat het hof heel duidelijk bepaalt dat rekening moet worden
gehouden met de mogelijkheden. Indien u mij niet gelooft, kunt u het
nalezen op pagina 272. Daar kunt u lezen dat rekening moet worden
gehouden met alle mogelijkheden en beperkingen van de
infrastructuur, aëronautische imperatieven en spreiding van de
geluidshinder. Er is wel degelijk een marge om rekening te houden
met veiligheidscriteria, uitrusting van de baan enzovoort.

Mijnheer de voorzitter, ik wil het kort houden. Ik denk dat we snel
moeten komen tot een politieke oplossing voor het probleem. In die
zin steun ik de minister in de stappen die hij op dat vlak wenst te
nemen. Ik wil er wel bij zeggen dat over de criteria van capaciteit en
veiligheid weinig discussie bestaat. Het is perfect mogelijk om het
luchtverkeer bij een billijke spreiding ook veilig te laten verlopen met
respect voor de capaciteit van de luchthaven. Met betrekking tot die
capaciteit zijn er studies van BIAC en met betrekking tot de veiligheid
zijn er studies van Eurocontrol die dat ook aantonen. Mevrouw
Milquet, een objectieve studie is dus echt niet meer nodig. We kennen
de feiten.

De politieke discussie die hier moet worden gevoerd, gaat over de
vraag of we voor spreiding dan wel voor concentratie wensen te gaan.
De Franstaligen wensen tot nu toe hierop geen antwoord te geven,
zeggende dat wij een communautaire discussie wensen te voeren.
Willen de Franstaligen hun deel van de lasten dragen boven Brussel?
Dat het geen communautaire discussie is, bewijst de heer Van
Biesen, want die steunt mevrouw Lalieux, volgens mij ingegeven door
een zekere nimby-gedachte, maar goed.
fédérale et que les nuisances
sonores doivent être réparties.
Est-il social de faire supporter
l'ensemble des nuisances par un
groupe limité de personnes? Mme
Lalieux, notamment, ne répond
pas à cette question. Nous
n'avons pas l'intention d'en faire
une affaire communautaire. Nous
souhaitons la solution la meilleure
pour "tous" les habitants de la
région proche de l'aéroport.

À l'inverse du ministre, je ne
pense pas que la cour veuille que
les six zones se voient attribuer
exactement le même nombre de
vols. Elle précise clairement qu'il
doit être tenu compte des diverses
possibilités. Il y a de la marge pour
prendre notamment en
considération les critères de
sécurité. J'appuie les initiatives du
ministre visant à trouver
promptement une solution
politique. Des études de BIAC et
de Belgocontrol prouvent qu'il est
parfaitement possible d'appliquer
une dispersion équitable dans de
bonnes conditions de sécurité et
en respectant la capacité de
l'aéroport. La discussion politique
porte sur la question de savoir si
nous opterons en faveur de la
dispersion ou de la concentration.
Les francophones n'ont toujours
pas répondu à cette question
jusqu'à présent. Sont-ils disposés
à prendre en charge leur part des
nuisances au-dessus de
Bruxelles? L'attitude Nimby de M.
Van Biesen prouve qu'il ne s'agit
pas d'une discussion
communautaire.
01.19 Pieter De Crem (CD&V): Mijnheer de minister, ik heb naar
aanleiding van deze interpellatie een aantal vragen gesteld waarvan
een van de belangrijkste was welke stappen ondernomen zullen
worden, wanneer er overleg met de Gewesten is gepland en wanneer
een mogelijk akkoord zich zou kunnen aandienen. Ik meen dat dit de
belangrijkste vraag is waar wij voor staan. Daar heb ik geen antwoord
op gekregen.

Ik wil heel kort iets zeggen wat de andere collega's ook hebben
gezegd. Wij moeten toch de zaken zeggen zoals zij zijn. Hier wordt
een beetje een verhaal opgehangen als zou terugkeren naar de
situatie van voor 1999 ­ u hebt daar ook naar verwezen ­ een ideale
of een meer aangewezen situatie zou zijn dan nu.
01.19 Pieter De Crem (CD&V):
Je n'ai obtenu aucune réponse à
mes principales questions qui
visaient à savoir quand une
concertation serait prévue avec les
Régions et quand un accord
pourrait intervenir.

Le retour à la situation d'avant
1999 est présenté comme la
solution idéale.
CRIV 51
COM 904
23/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
31
01.20 Marie Nagy (ECOLO): Il y avait déjà la route Chabert.
01.21 Pieter De Crem (CD&V): Ja, mevrouw. Ik zou aan onze
Franstalige collega's echter willen zeggen dat er geen twee situaties
zijn van voor 1999. Men kan uit de situatie van voor 1999 niet alleen
het baangebruik pikken en het routegebruik aan de kant laten. Dat is
eigenlijk de paradox die ik al maandenlang, al jarenlang, bij al onze
Franstalige collega's hoor. Ook dat moet doorprikt worden. De situatie
van voor 1999 is een en/en-situatie, niet een en/of-situatie.

Collega Lalieux heeft gezegd dat de minister de situatie heeft geërfd.
Een erfenis aanvaardt men, of men verwerpt ze. Het is een beetje
gemakkelijk te zeggen dat het in het bevoegdheidspakket zat. De
minister wist heel goed, toen hij minister Anciaux opvolgde, dat het
een heikel punt zou zijn. Veel tijd is ondertussen verlopen.

Ik richt mij nogmaals meer speciaal tot onze Franstalige collega's. Er
bestaan in dit land geen twee soorten burgers: burgers die wel
moeten of mogen wakker liggen en burgers die niet moeten of mogen
wakker liggen. Dat is toch iets wat heel duidelijk gesteld moet worden.
Vandaar dat in een land als het onze de billijke en eerlijke verdeling
van de lasten hoe dan ook in het vooruitzicht moet worden gesteld.

Collega Van Biesen, u hebt gelijk. U bent de man, meen ik, die in
deze vergadering wellicht het meeste terreinkennis heeft en een en
ander aan den lijve ondervindt. Anderen ook, maar u hebt een punt
als inwoner van Kraainem. Toch was ik, samen met onze collega's,
een beetje geschrokken van uw invalshoek. U zei vier of vijf keer: het
is nu vijf voor twaalf. Met de cumul van al die vijf voor twaalven, is het
wellicht al na twaalven. U hebt aan de minister gevraagd wat hij al die
tijd heeft gedaan. Dat is toch een beetje choquerend voor een lid van
een meerderheidspartij die sinds 1999 in de federale meerderheid zit
en die heeft nagelaten voldoende op het dossier te wegen ­
tenminste, uw partij ­ om een aantal maatregelen door te drukken.

U zegt: men moet nu praten. Ik meen dat de VLD al die tijd wat heeft
geslapen. Dat is eigenlijk het enige wat ik daaruit kan concluderen.

Thans stapt u daar blijkbaar wat van af, maar gisteren had ik de
indruk dat uw logica er een was van: probleem, weg van mij, het ligt
allemaal bij de Gewesten. Welnu, daarin kunnen wij niet meestappen,
want wanneer u de gerechtelijke uitspraak effectief volgt, dan is dat
heel duidelijk het terugleggen van de bal in het kamp van de federale
regering die nu dus zal moeten optreden.

Laten wij eerlijk zijn, als de schuldvraag moet gesteld worden in dit
dossier, ligt de schuldvraag in 1999, bij de unilaterale actie van het
Brussels Gewest boetes vast te leggen naar aanleiding van de
invoering van die geluidsnormen. Daar ligt de schuldvraag in heel het
dossier, het als het ware inkapselen van het Brusselse luchtruim.

Daarom zeggen wij nogmaals dat er een billijke en rechtvaardige
oplossing moet komen, waarin u, als minister, als deeltjesversneller
binnen de regering en als hoofdrolspeler, niet alleen de rol van notaris
op u zult kunnen nemen. Dat is eigenlijk de rol die u in dit dossier een
beetje op u neemt.
01.21 Pieter De Crem (CD&V):
Cependant, nos collègues
francophones doivent bien
comprendre qu'ils ne peuvent
reprendre le schéma d'utilisation
des pistes qui prévalait avant 1999
sans reprendre également les
schémas de vol de cette époque.
L'un ne va pas sans l'autre. Ils
doivent également savoir que ce
pays ne reconnaît pas deux types
de citoyens, les uns devant rester
éveillés pendant que les autres
peuvent dormir. En tout état de
cause, il faut donc établir une
dispersion équitable.

Mon collègue Van Biesen affirme
qu'il est plus que temps d'agir.
Pour ma part, j'estime que l'on a
déjà perdu trop de temps. Dans ce
dossier, le VLD a en tout cas trop
peu jeté son poids dans la
balance.

Hier, j'ai eu l'impression que le
ministre tentait de rejeter la
responsabilité sur les Régions.
Nous ne pouvons approuver ces
méthodes. Après ces déclarations,
je trouve que la balle est à
nouveau dans le camp du
gouvernement fédéral.

Si nous posons la question de
savoir qui porte la responsabilité
dans ce dossier, il est clair que
tout a commencé avec la décision
unilatérale de la Région de
Bruxelles-Capitale, en 1999, de
s'approprier en quelque sorte
l'espace aérien de Bruxelles.

Il convient de trouver une solution
équitable. Le ministre doit jouer
dans ce cadre un rôle moteur et
non pas simplement celui de
notaire.

Les attaques dont le ministre fait
l'objet émanent de la Région de
Bruxelles-Capitale et donc en
partie des partis de la majorité.

Il est temps de s'atteler à la loi.
23/03/2006
CRIV 51
COM 904
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
32
Wij hebben u daarnet de vraag gesteld of het arrest voor u een
nieuwe start kan zijn in het dossier, na de catastrofale beslissingen
die paars heeft genomen, maar dat geheel terzijde. Wij willen namelijk
niet polariseren in dit dossier. De christen-democraten willen een
oplossing in het dossier. Onze oproep aan u is: neem uw
verantwoordelijkheid op en wees minister, om te komen tot een billijke
en rechtvaardige spreiding van het vluchtgebeuren.

Betreffende wat u de pispaal noemt, voelen wij ons, als christen-
democraten, niet aangesproken. De bevochtiging van dat voorwerp
komt vanuit het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en vandaag eigenlijk
ook een beetje vanuit bepaalde meerderheidspartijen. Ik meen dat u
dit probleem zelf zult moeten oplossen in de schoot van de federale
regering.

De oplossing komt via de wet. Maak er nu absoluut werk van.
Hoeveel keer vraagt de regering de urgentie bij de Raad van State
wel niet?. Ik kan mij praktisch geen ontwerp van de regering meer
herinneren waarbij dit niet gevraagd wordt. In een dergelijke,
belangrijke aangelegenheid als deze wordt de urgentie niet gevraagd.
Wij rekenen dus op uw invloed om zo vlug mogelijk met een advies
van de Raad van State te komen.

Eigenlijk zitten wij in een bedroevende situatie. De regering kan en wil
niet bewegen. Eigenlijk zegt u dat er geen oplossing is. Betonnering
gaat niet, een nieuw wetgevend initiatief gaat niet, zich uitspreken
over een overgangsperiode - wat overigens een zeer terechte
opmerking was van onze collega Eric Van Rompuy - gaat evenmin.

(...)
: (...)
Pour quasiment chaque projet, le
gouvernement demande l'urgence
auprès du Conseil d'Etat. Pourquoi
ne le fait-il dès lors pas pour une
matière aussi importante que
celle-ci?

Cette situation est déplorable. Le
gouvernement ne veut et ne peut
pas bouger. Même la suggestion
d'instaurer une période de
transition telle que formulée par M.
Eric Van Rompuy a d'ores et déjà
été écartée par le ministre.
01.22 Pieter De Crem (CD&V): U zegt nu ook dat u geen
mogelijkheid ziet om zelfs maar het perspectief van een
overgangsperiode mogelijk te maken. Welnu, volgens mij is dit de
dead end en bevinden wij ons in een cul-de-sac, op een doodlopend
spoor, dat niets anders is dan het mismeesteren van dit dossier door
Paars. De christen-democraten willen u de hand toereiken, mijnheer
de minister.
01.22 Pieter De Crem (CD&V):
Nous nous retrouvons dans une
impasse. Les démocrates-
chrétiens souhaitent tendre la
main au ministre.
01.23 Marie Nagy (ECOLO): Monsieur le président, monsieur le
ministre, vous n'avez pas le monopole de l'équité, ni du souci social,
ni de la préoccupation pour l'aéroport. Chacun ici l'a exprimé, et je
tiens à le faire aussi: l'équité est une valeur fondamentale. Mais est-ce
de l'équité que d'avoir 48% des vols au-dessus de l'Oostrand? Est-ce
de l'équité d'avoir, au mois de février, 53% de vols au-dessus de
l'Oostrand? Non, ce n'est pas de l'équité! Ne vous appropriez donc
pas des valeurs qui appartiennent aussi à d'autres et que d'autres
essaient de défendre!

Vous ne pouvez pas ignorer que cet aéroport se situe à côté d'une
agglomération importante et que cela nécessite une gestion
particulière. Si on veut que l'aéroport soit viable, il faut tenir compte de
la sécurité, de la santé et de la densité de la population, c'est très
clair.

Je vous ai écouté et vous étiez presque touchant. Quand vous ne
jouez pas Calimero, vous faites celui qui est très touché par les arrêts
de la cour d'appel. Je ne vous ai pas vu faire la même chose en
01.23 Marie Nagy (ECOLO):
Mijnheer de minister, u hebt noch
de billijkheid, noch de
maatschappelijke betrokkenheid,
noch de bekommernis voor de
luchthaven in pacht. Billijkheid is
een fundamenteel aspect in dit
dossier. Is het echter billijk om 48
procent van de vluchten (53
procent in februari) boven de
Oostrand te concentreren? De
ligging van de luchthaven,
grenzend aan een belangrijke
agglomeratie, maakt een specifiek
beleid noodzakelijk. Als men de
luchthaven leefbaar wil houden,
moet men rekening houden met
de veiligheid, de gezondheid en de
dichtheid van de bevolking.
CRIV 51
COM 904
23/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
33
commentant l'arrêt du 9 juin 2005. Là, vous étiez beaucoup plus
distant! Vous n'avez pas soutenu cet arrêt qui expliquait bien que
l'arrêté "bruit" de la Région bruxelloise était constitutionnel, qu'il y avait
une souffrance des riverains et que c'est pour cette raison qu'ils
s'étaient adressés à la cour d'appel. Je trouve ce parti pris assez
insupportable de la part d'un ministre fédéral!

C'est insupportable et je me tourne alors vers les autres partis de
votre coalition. L'ensemble de la coalition soutient-il ce que vous
dites? Vous contestez la constitutionnalité des arrêtés de la Région
bruxelloise. Est-ce votre opinion personnelle ou est-ce l'opinion du
gouvernement violet? C'est une question importante car je n'ai pas
noté ici un soutien unanime et sans conteste de cette position. Le fait
de jouer sur cette ambiguïté est d'assez mauvais goût.

Enfin, je reviens à la solution. On a entendu le ministre nous dire qu'il
ne voit qu'une solution, celle de prendre une loi. Monsieur le ministre,
on entend bien ce que vous dites! Au fond, le message que vous
envoyez aux riverains est celui de dire qu'on ne veut plus de recours.
On n'écoute donc pas ce que les gens demandent, on leur dit qu'on
ne veut plus de recours et donc qu'on va bétonner la situation.

Les collègues vous ont averti en disant que cela n'allait pas se passer
comme ça. Vous leur avez répondu que votre seul point de départ est
le plan Anciaux bis ou le plan Landuyt, je ne sais plus comment il faut
l'appeler. C'est évidemment inacceptable!

Je répète que le fait d'accepter cette loi serait une faute politique
grave parce que le ministre nous dit que son point de départ est la
situation actuelle, qui n'est pas équitable, ni durable, ni satisfaisante
au point de vue de la santé, de la sécurité et du rapport entre les
personnes concernées puisqu'elle ne permet pas de solutionner les
problèmes.

Monsieur le ministre, vous ne pouvez pas isoler! Vous ne pouvez pas
exproprier! Vous ne pouvez donner aucune réponse à ces personnes!

Monsieur le président, je termine en disant que je réfute totalement
l'idée selon laquelle l'arrêté "bruit" de la Région bruxelloise serait
incompatible avec le maintien de l'aéroport.

Certains d'entre vous ne le savent peut-être pas: 6.679
avertissements ont été donnés et 2.597 procès-verbaux ont été
dressés en 2005. Monsieur le ministre, si vous estimez toujours que
c'est incompatible avec l'activité de votre aéroport, vous finirez par
constater que, même sans normes, votre aéroport continuera à poser
des problèmes ingérables. Il vous faut adopter une position beaucoup
plus raisonnée et raisonnable, c'est-à-dire qu'un certain nombre
d'avions anciens ne peuvent plus décoller de l'aéroport.

Ik heb naar uw betoog geluisterd
en het was zowaar aandoenlijk.
Toen u het arrest van 9 juni 2005
becommentarieerde, sprak u heel
andere taal. Dat arrest bevestigt
nochtans de grondwettelijkheid
van het besluit van het Brussels
Gewest inzake de geluidshinder. U
betwist dus de grondwettelijkheid
van de besluiten van het Brussels
Gewest. Steunen de andere
coalitiepartijen uw standpunt? Is
dit louter uw persoonlijke
overtuiging of wordt zij door de
overige regeringsleden gedeeld?

U zegt dat de enige oplossing erin
bestaat een wet uit te vaardigen.
Dat wil zeggen dat men niet langer
bereid is om naar de burgers te
luisteren, dat men geen beroepen
meer wenst en dat men alles liever
bij het oude laat. U zegt tevens dat
het plan-Landuyt of -Anciauxbis
voor u het enige uitgangspunt
vormt. Dat is onaanvaardbaar,
vermits de huidige toestand noch
billijk, noch duurzaam, noch
bevredigend is ten aanzien van de
gezondheid, de veiligheid en de
onderlinge verstandhouding van
de betrokkenen!

Als isolatie of onteigening niet
mogelijk is, kan u die mensen
geen antwoord geven!

Ik weerleg dat het zogenaamde
geluidsarrest van het Brusselse
Gewest in wezen inhoudt dat de
luchthaven dicht moet. In 2005
werden er zo'n 6.679
verwittigingen gegeven en werd er
2.597 keer proces-verbaal
opgemaakt. Als u bij uw standpunt
blijft, zal u uiteindelijk wel tot de
constatatie moeten komen dat de
luchthaven voor onoplosbare
problemen zorgt. Er moet een
redelijker standpunt worden
ingenomen: een aantal oudere
toestellen mogen gewoon niet
meer van op de luchthaven
opstijgen!
01.24 Joëlle Milquet (cdH): Monsieur le ministre, votre réponse m'a
déçue. En effet, j'ai entendu un partisan, non un ministre, encore
01.24 Joëlle Milquet (cdH): Uw
antwoord heeft me ontgoocheld. U
23/03/2006
CRIV 51
COM 904
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
34
moins un ministre fédéral. Lorsque vous donnez des leçons sur la
manière avec laquelle on doit apprécier les arrêts d'une cour, d'un
pouvoir judiciaire, il faut le faire avec la même mesure, la même
distance et dès lors, la neutralité nécessaire dans tous les cas.

Or, pour vous avoir entendu commenter les autres arrêts, vu vos
réactions, notamment les recours pris par la suite, et avoir entendu
aujourd'hui une ode très claire au contenu de cet arrêt aux valeurs
aussi sociales, je m'étonne quant à la pseudo-neutralité que vous
voulez toujours afficher. Il ne faut pas user de deux poids et deux
mesures avec les décisions judiciaires. Soit, vous les respectez, soit
vous introduisez des recours! D'ailleurs, je n'ai pas entendu très
clairement s'il était dans vos intentions d'introduire, comme pour les
autres, un recours auprès de la Cour de cassation. Comme j'ai
entendu quelques conseils juridiques de M. Maingain, j'espère que sa
formation veillera à ce que ce soit le cas. J'aimerais dès lors que l'on
affiche la même attitude à l'égard de ce dernier arrêt.

Je ne comprends pas non plus la manière dont vous répondez à une
proposition équilibrée, qui est d'en revenir provisoirement à la
situation antérieure à 1999. En effet, c'est plutôt vous qui bloquez sur
le standstill actuel en croyant que ce serait rompre ce principe que de
revenir provisoirement à cette situation moyennant en plus quelques
modifications sur la base de nouveaux acquis. Ce serait juste une
décision politique. Je ne vois pas en quoi, soudainement, cette
décision romprait un principe de standstill. Ce n'est pas un argument
qui me semble largement pertinent.

Je comprends votre malaise, mais hormis le projet dont vous parlez,
je n'ai rien entendu qui réponde clairement à nos demandes, qui
étaient légitimes et qui se voulaient au-dessus de la mêlée de conflits
de type communautaire dans un dossier qui ne devrait pas l'être.

J'en appelle une dernière fois au bon sens. J'espère que les partis,
notamment francophones, de la majorité prendront leurs
responsabilités pour cesser de mener ce genre de politique et pour
arriver très rapidement à une proposition respectueuse des différents
principes non pas uniquement de cet arrêt mais d'autres types de
principes, cités par Mme Nagy, que je trouve importants en termes
d'équité. Éviter le survol des zones les plus densément peuplées,
qu'elles soient peuplées de néerlandophones ou de francophones, est
un principe universel tout à fait sage.
heeft zich partijdig opgesteld en is
tekortgeschoten in uw rol van
minister, laat staan van federaal
minister. Het verbaast me dat u
steeds weer de indruk wil wekken
dat u schijnbaar boven de
betrokken partijen staat. Ik heb
niet goed begrepen of u, zoals
voor de andere arresten, van plan
is cassatieberoep aan te tekenen.
De manier waarop u op het
voorstel om terug te keren naar de
toestand vóór 1999 antwoordt, lijkt
me ook vatbaar voor interpretatie.
U heeft naar het ontwerp
verwezen, maar daarbuiten heb ik
niets gehoord dat duidelijk aan
onze eisen tegemoetkomt.

Ik hoop dat de
meerderheidspartijen, en dan
vooral de Franstalige, hun
verantwoordelijkheid opnemen.
Het is een grondrecht en een
kwestie van gezond verstand dat
dichtbevolkte gebieden niet
overvlogen mogen worden.
01.25 Karine Lalieux (PS): Monsieur le ministre, je voudrais tout
d'abord répéter que vous avez hérité d'une situation: le dossier a été
ouvert par Mme Durant, puis il y a eu le plan Anciaux.

Comme cela a été dit et redit, la situation est "délirante". En effet, les
juges se contredisent. Toutefois, je vous demande, monsieur le
ministre, d'assumer politiquement la situation; elle ne peut pas durer!

Par ailleurs, je dois dire que votre réponse m'a troublée. En effet, vos
insinuations suivant lesquelles nous ne respecterions pas les
décisions judiciaires me dérangent quelque peu.

Monsieur le ministre, en flattant le dernier arrêt et en le qualifiant de
"social", vous dénigrez les autres arrêts. Autrement dit, vous ne
respectez pas jusqu'au bout la justice. Vous ne respectez pas non
01.25 Karine Lalieux (PS): De
rechters spreken elkaar tegen. U
moet echter uw politieke
verantwoordelijkheid opnemen,
want deze toestand kan niet
voortduren. Ik zit enigszins
verveeld met uw verklaringen als
zouden wij de gerechtelijke
beslissingen niet eerbiedigen.
Door het laatste arrest op te
hemelen en het als sociaal te
bestempelen, doet u afbreuk aan
de andere arresten. Uw eerbied
voor het gerecht is dus niet
onbeperkt. U geeft evenmin blijk
CRIV 51
COM 904
23/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
35
plus la détresse et la souffrance des riverains qui ont été à l'origine de
ces arrêts.

De plus, si je vais jusqu'au bout de votre raisonnement, la Région
bruxelloise doit immédiatement lever les astreintes puisqu'un juge le
lui a conseillé.

Pour ma part, je respecte les règles de droit. Toutefois, je voudrais
intervenir un instant sur le dernier arrêt que vous estimez
fondamental. En effet, il a selon moi un caractère tout à fait
surréaliste. Si l'on considère toutes les règles et toutes les procédures
en matière de vols, comment voulez-vous modifier, en 30 jours, un
plan de dispersion sous peine d'astreintes? La situation est
hallucinante, monsieur le ministre!

J'en viens à l'essentiel: il s'agit ici d'analyses pseudo-juridiques. Mon
intention n'est nullement d'insulter les juges, mais quand un juge ne
peut entendre toutes les parties ­ je rappelle que la Région
bruxelloise n'a pas été entendue -, il ne dispose pas, selon moi, de
tous les éléments pour rendre un jugement équitable.

Venons-en maintenant à la situation politique. Monsieur le ministre,
nous sommes prêts à vous soutenir dans votre recherche d'une
situation politique claire pour tous les riverains, tous les citoyens, mais
aussi pour le développement économique de Zaventem. Toutefois, le
débat et la décision ne pourront se faire sans un accord de
coopération avec la Région bruxelloise et la Région flamande. La
situation actuelle ne peut perdurer et une période transitoire est donc
nécessaire; des mesures devront être prises. Revenir à la situation
d'avant 1999 constituerait, selon moi, la meilleure solution pour
chacun. A l'époque, personne ne se plaignait. C'est seulement
lorsque le dossier a été rouvert que les gens se sont sentis agressés.

Monsieur le ministre, vous parlez toujours d'équité. Selon moi, l'équité
décrite dans cet arrêt n'est pas sociale. Il s'agit plutôt d'une équité
mathématique puisque les six pistes doivent être utilisées de manière
équitable. C'est une équité à l'aveugle qui ne tient pas compte de tous
les critères qui ont été rappelés. Il ne s'agit donc pas d'une politique
égalitaire et sociale.

Je répète qu'un projet de loi doit rapidement être élaboré en
collaboration avec la Région bruxelloise et qu'une période transitoire
doit, en attendant, être mise en place. De plus, ce projet ne peut en
aucun cas bétonner le plan Anciaux tant décrié.

Pour terminer, monsieur le président, je voudrais dire à mes collègues
flamands qui en appellent aux députés et aux ministres flamands
bruxellois, que les ministres en question sont d'abord bruxellois,
même si les Flamands l'oublient souvent. Il s'agit d'un gouvernement
bruxellois. Et, ne vous en déplaise, la Région bruxelloise est une
Région au même titre que les deux autres.

Moi, je fais appel à ces ministres qui sont bruxellois et je ne fais pas
de différence entre les ministres francophones bruxellois et les
ministres flamands bruxellois. Encore une fois, je crois qu'il s'agit ici
de la défense d'une Région qui en vaut la peine. Mais vous, vous ne
vous en rendez pas compte!
van eerbied voor de wanhoop en
het lijden van de omwonenden, die
aan de basis liggen van die
arresten. Als ik uw redenering
doortrek, zou het Brussels Gewest
onmiddellijk dwangsommen
moeten heffen. Het laatste arrest
is gewoon surrealistisch. Wanneer
een rechter niet alle partijen kan
horen, beschikt hij niet over alle
elementen om een billijke
uitspraak te kunnen doen.

We zijn bereid u te steunen in uw
zoektocht naar een politieke
oplossing die voor iedereen
duidelijk is. De bespreking en de
stemming zijn echter onmogelijk
zonder samenwerkingsakkoord
met het Brussels en het Vlaams
Gewest. Er zal een
overgangsperiode nodig zijn. Een
terugkeer naar de toestand van
vóór 1998 vormt volgens mij de
beste oplossing.

De billijkheid zoals ze in die
uitspraak wordt beschreven, is niet
sociaal. Het gaat veeleer om een
wiskundige billijkheid. Het ontwerp
mag hoe dan ook het plan-Anciaux
niet "betonneren".

Het is een goede zaak voor
Brussel dat tijdens de vergadering
van de Brusselse regering een
eensgezind standpunt werd
ingenomen. Mijn Vlaamse
collega's die een oproep richten tot
de Vlaamse parlementsleden en
ministers van het Brussels
Gewest, wil ik erop wijzen dat de
betrokken ministers op de eerste
plaats Brusselaars zijn, ook al is
dat iets wat de Vlamingen maar al
te vaak vergeten.
23/03/2006
CRIV 51
COM 904
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
36
Aujourd'hui, si, une fois encore, le gouvernement bruxellois est sorti
uni de son conseil de tout à l'heure, c'est tant mieux. C'est tant mieux
pour Bruxelles.

Je demande aux ministres bruxellois flamands d'être avant tout
Bruxellois, ce que les Flamands oublient souvent. Cela me dérange et
m'attriste, car la Région bruxelloise en vaut la peine.
01.26 Luk Van Biesen (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik dank u uiteraard voor de wijze waarop u dit probleem,
zoals u het ziet, hier naar voren hebt gebracht.

Toch zijn wij gekomen op het moment dat er moet geland worden. In
deze zin moeten wij vrij snel komen tot die vliegwet waarover nu
reeds zo lang gesproken wordt, maar waarbij het voorontwerp dat
vandaag ter bespreking ligt vertrekt van het spreidingsplan. Men
noemt dat meestal het spreidingsplan-Anciaux. Het kan ook het
spreidingsplan-Landuyt-Anciaux genoemd worden. Het zou beter de
geestelijke vader Cornillie zijn wiens naam men zou gebruiken. Het is
uiteindelijk eerder een ambtenaar, een kabinetsmedewerker die dit
hele spreidingsplan geschreven heeft dan de betrokken ministers.
Laten wij het daarover echter niet hebben. Die vliegwet moet er in elk
geval komen.

De vliegwet vertrekt echter uit iets waarover ik vandaag geen
meerderheid hoor. Ik hoor geen meerderheid zeggen dat het
uitgangspunt van deze vliegwet het spreidingsplan zou zijn zoals het
vandaag is. Dus zijn er twee problemen.

Ten eerste, de vliegwet moet er komen, maar de vliegwet moet ons
inziens vertrekken vanuit de situatie van 1999 en getoetst worden
door de verschillende actoren die ik daarstraks reeds heb aangehaald
en dan moet men komen tot een nieuwe vliegwet. Over deze vliegwet
zou dan in de Kamer kunnen worden gestemd.

Ten tweede, u zegt dat als wij daar niet toe zouden komen, een
standstillsituatie zou kunnen overwogen worden. Dat is mijns inziens
niet goed. Een standstillsituatie zou op geen enkele wijze de
bekommernis van het bedrijfsleven tegemoetkomen, namelijk gaan
wij investeren of denken wij eraan om eventueel de regio te verlaten.
Een standstillsituatie van één à twee jaar zal niet oplossen dat deze
mensen hun investeringen vandaag zullen voeren. Zij zullen ze
uiteraard ook uitstellen. Dat is vrij logisch. Met andere woorden, een
standstillsituatie is een slechte situatie.

Ik vraag u met aandrang het volgende. Verlaat het politieke akkoord
van de federale regering over het spreidingsplan. Ga terug naar 1999.
Toets het aan de verschillende actoren. Breng een nieuw voorontwerp
van vliegwet en laat ons daarover nog voor de grote vakantie
stemmen. Dan kan de rust terugkeren en kunnen de investeringen en
tewerkstelling en de vliegtuigen terug de weg vinden naar de
luchthaven van Zaventem. Anders spreiden wij immers niet de
vleugels, maar het bedje van de luchthavens uit onze buurlanden.
01.26 Luk Van Biesen (VLD):
L'avant-projet de la nouvelle loi,
qui doit être promulguée
d'urgence, est fondé sur le plan de
dispersion. Nous estimons que la
nouvelle loi doit être fondée sur la
situation qui existait avant 1999 et
qu'elle devra être évaluée par les
différents acteurs cités. Maintenir
provisoirement la situation
actuelle, ne bénéficiera pas à
l'économie. De nombreuses
entreprises reporteront leurs
investissements ou envisageront
de quitter la région.

Je demande instamment au
ministre de revenir à la situation
d'avant 1999 et de l'évaluer.
Ensuite, un projet de loi devra être
déposé et voté avant les vacances
parlementaires.
01.27 Olivier Maingain (MR): Monsieur le président, je serai très
bref.

Premièrement, si, après avoir entendu la réponse du ministre
01.27 Olivier Maingain (MR): Als
de Brusselse regering nu nog niet
inziet dat ze het arrest van het hof
van beroep van 9 juni 2005
CRIV 51
COM 904
23/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
37
Landuyt, le gouvernement bruxellois n'a pas encore compris qu'il faut
faire exécuter sans tarder l'arrêt de la cour d'appel du 9 juin 2005,
c'est à désespérer! Je ne vois pas pourquoi on devrait renoncer à
l'exécution d'une décision de justice lorsque le ministre lui-même dit
que toutes les décisions de justice doivent être exécutées
convenablement!

Je répète aux partenaires francophones de la majorité à la Région de
Bruxelles-Capitale que pour lever l'obstacle du chantage des
partenaires flamands de la majorité régionale, nous sommes prêts au
Parlement régional à voter avec eux la décision de faire exécuter
l'arrêt de la cour d'appel du 9 juin 2005.
onverwijld moet doen uitvoeren,
zal ze het nooit begrijpen: de
minister zegt zelf dat alle
beslissingen van het gerecht naar
behoren ten uitvoer moeten
worden gelegd. Ik herhaal ter
attentie van de Franstalige
partners van de meerderheid in
het Brussels Gewest dat we, om
een eind te maken aan de
chantage vanwege de Vlaamse
partners van de gewestelijke
meerderheid, bereid zijn de
beslissing om dit arrest te doen
uitvoeren, mee goed te keuren.
01.28 Marie Nagy (ECOLO): (...)
01.29 Olivier Maingain (MR): Deuxièmement, je dis très clairement
au ministre qu'on ne mettra pas à profit cet arrêt, dont il reconnaît lui-
même toutes les faiblesses juridiques, pour tenter de consacrer par la
loi les faiblesses juridiques de l'arrêt ­ que les choses soient claires
entre nous ­ sous peine d'avoir un sérieux problème au sein de la
majorité gouvernementale fédérale!

C'est peut-être cela que vous vouliez entendre, madame Nagy. Les
choses sont ainsi dites de manière anticipée.

Monsieur le ministre, vous n'allez pas nous faire croire que cet arrêt-ci
est plus social et donc plus respectable que d'autres arrêts des
chambres de la cour d'appel! Il ne consacre pas plus de meilleurs
principes juridiques que les autres arrêts de la cour d'appel. Je dis
cela pour que tout un chacun comprenne bien ce que pourrait être un
processus législatif après que la Cour de cassation se soit prononcée
sur l'ensemble des arrêts. Nous serons ainsi juridiquement utilement
conseillés par un arrêt de la Cour de cassation sur la base de tous les
pourvois qui doivent être déposés. J'attends en effet que le
gouvernement fédéral aille en cassation contre cet arrêt comme il est
allé en cassation contre les précédents arrêts!

Troisièmement, la sécurité est le premier critère qui doit être appliqué
pour établir un plan de répartition équitable. Je reprends les termes
de l'accord gouvernemental fédéral: la sécurité, la densité de la
population, le cadastre du bruit que nous n'avons toujours pas. Nous
savons ce que nous devons penser de la sécurité juridique. Nous
avons eu les témoignages des pilotes et de Belgocontrol qui
récemment encore rappelaient la corrélation entre le plan de
dispersion actuel et les menaces en termes de sécurité quant à
l'utilisation des pistes.

Je renvoie pour cela aux déclarations récentes du responsable de
Belgocontrol ayant compétence en la matière. Nous connaissons
donc les critères à prendre en compte.

A l'heure actuelle, le plan Anciaux ne prend pas ces critères en
compte, voilà pourquoi nous ne pouvons vraiment pas le consacrer
par une loi.
01.29 Olivier Maingain (MR):
We zullen overigens niet toelaten
dat de juridische zwakheden van
het arrest bij wet worden
vastgelegd. Iedere poging in die
zin zal tot ernstige problemen
leiden in de federale
regeringsmeerderheid.

Mijnheer de minister, u zal ons er
niet kunnen van overtuigen dat dit
arrest op betere juridische
beginselen berust dan de andere
arresten van het hof van beroep.
Het moet voor iedereen duidelijk
zijn hoe het wetgevend proces zou
verlopen na een uitspraak van het
Hof van Cassatie...

De veiligheid is een basiscriterium
voor een billijk spreidingsplan. Ik
verwijs in dat verband naar de
bepalingen van het federaal
regeerakkoord en naar de
getuigenissen van de piloten en
van Belgocontrol, waarin op het
verband tussen het huidige
spreidingsplan en de
veiligheidsrisico's werd gewezen.

Momenteel houdt het plan-Anciaux
met die criteria geen rekening. Dat
is de reden waarom we het niet in
een wet kunnen gieten.
23/03/2006
CRIV 51
COM 904
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
38
Moties
Motions

Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.
En conclusion de cette discussion les motions suivantes ont été déposées.

Een eerste motie van aanbeveling werd ingediend door de heren Hagen Goyvaerts, Bart Laeremans, Jan
Mortelmans en Francis Van den Eynde en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellaties van de heer Pieter De Crem, van mevrouw Joëlle Milquet en van de heren Bart
Laeremans en Patrick De Groote
en het antwoord van de minister van Mobiliteit,
vraagt de regering
gevolg te geven aan het arrest van het hof van beroep van Brussel van 21 maart en binnen de maand een
billijk spreidingsmodel uit te werken waarin beide gewesten hun evenredig deel van de hinder op zich
nemen."

Une première motion de recommandation a été déposée par MM. Hagen Goyvaerts, Bart Laeremans, Jan
Mortelmans et Francis Van den Eynde et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de M. Pieter De Crem, de Mme Joëlle Milquet et de MM. Bart Laeremans
et Patrick De Groote
et la réponse du ministre de la Mobilité,
demande au gouvernement
de se conformer à l'arrêt de la cour d'appel de Bruxelles du 21 mars et de définir, dans le mois, un modèle
de dispersion équitable dans le cadre duquel les deux régions assument une part proportionnée de
nuisances."

Een tweede motie van aanbeveling werd ingediend door de heren Pieter De Crem en Patrick De Groote en
luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellaties van de heer Pieter De Crem, van mevrouw Joëlle Milquet en van de heren Bart
Laeremans en Patrick De Groote
en het antwoord van de minister van Mobiliteit,
vraagt de regering
1. rekening te houden met het recente arrest van het Brusselse hof van beroep om aldus te komen tot een
billijkere spreiding;
2. de ongrondwettelijkheid van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke regering van 27 mei 1999
betreffende de bestrijding van geluidshinder voortgebracht door het luchtverkeer verder te onderzoeken;
3. zonder verdere vertraging politiek overleg te organiseren om te komen tot een gewogen spreiding;
4. een duurzame oplossing uit te werken die de economische zowel als de ecologische gevolgen in
rekening brengt."

Une deuxième motion de recommandation a été déposée par MM. Pieter De Crem et Patrick De Groote et
est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de M. Pieter De Crem, de Mme Joëlle Milquet et de MM. Bart Laeremans
et Patrick De Groote
et la réponse du ministre de la Mobilité,
demande au gouvernement
1. de tenir compte de l'arrêt récent de la cour d'appel de Bruxelles et de veiller ainsi à une répartition plus
équitable;
2. d'examiner la question de l'inconstitutionnalité de l'arrêté du gouvernement de la Région de Bruxelles-
Capitale du 27 mai 1999 relatif à la lutte contre le bruit généré par le trafic aérien;
3. d'organiser sans délai une concertation politique en vue d'une dispersion équilibrée;
4. d'arrêter une solution durable qui tienne compte des conséquences économiques comme écologiques."

Een derde motie van aanbeveling werd ingediend door de dames Joëlle Milquet en Marie Nagy en luidt als
CRIV 51
COM 904
23/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
39
volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellaties van de heer Pieter De Crem, van mevrouw Joëlle Milquet en van de heren Bart
Laeremans en Patrick De Groote
en het antwoord van de minister van Mobiliteit,
vraagt de regering
- het bestaande plan voor de spreiding van de geluidsoverlast tijdelijk op te schorten en terug te keren naar
de schema's voor het gebruik van de start- en landingsbanen van de luchthaven van Brussel-Nationaal van
vóór 2003, of op zijn minst van vóór 1999, met behoud van een aantal verworven aanpassingen, tot een
nieuw plan is goedgekeurd;
- onverwijld een nieuw plan voor de spreiding van de geluidsoverlast voor te leggen waarin rekening wordt
gehouden met alle ter zake doende objectieve gegevens, inzonderheid de door onafhankelijke,
internationale experts gepubliceerde studies en aanbevelingen, de bevolkingsdichtheid van de overvlogen
gebieden en de veiligheids- en gezondheidsnormen;
- een "controle-instituut voor de geluidsoverlast" op te richten, naar het voorbeeld van de ACNUSA in
Frankrijk ("Autorité de contrôle des nuisances sonores aéroportuaires"), een onafhankelijke instelling die tot
taak zal hebben het geluidskadaster op te maken, voorstellen te formuleren voor gemeenschappelijke
geluidsnormen voor alle overvlogen gewesten, de geluidshinder te meten en overtredingen vast te stellen;
- een duidelijk en bestendig luchthavenbeleid in België uit te stippelen, met inachtneming van de
fundamentele rechten van de mensen in de overvlogen gebieden (het recht op een gezonde leefomgeving,
het recht op de bescherming van de gezondheid en het recht op de eerbiediging van de persoonlijke
levenssfeer en van het gezinsleven en op de vrijwaring van de veiligheid), rechten die verankerd zijn in de
Grondwet en het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens;
- in dat plan terdege rekening te houden met het feit dat uit hoofde van de billijkheid en de veiligheid een
concentratie van vluchten boven de dichtstbevolkte gebieden vermeden moet worden en dat
dientengevolge veeleer boven minder dichtbevolkte gebieden moet worden gevlogen."

Une troisième motion de recommandation a été déposée par Mmes Joëlle Milquet et Marie Nagy et est
libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de M. Pieter De Crem, de Mme Joëlle Milquet et de MM. Bart Laeremans
et Patrick De Groote
et la réponse du ministre de la Mobilité,
demande au gouvernement
- comme mesure temporaire, de suspendre l'actuel plan de répartition des nuisances sonores et de revenir
aux schémas d'utilisation des pistes de Bruxelles-National d'avant 2003 ou à tout le moins d'avant 1999
tout en maintenant certains acquis obtenus jusqu'à l'adoption d'un nouveau plan;
- de présenter sans délai un nouveau plan de répartition des nuisances qui tienne compte de tous les
éléments objectifs pertinents, en particulier les études et recommandations publiées par les experts
internationaux indépendants ainsi que la densité de population des zones survolées et les normes de santé
et de sécurité;
- de créer un "institut de contrôle des nuisances sonores" à l'image de l'ACNUSA en France ("Autorité de
contrôle des nuisances sonores aéroportuaires"), c'est-à-dire un institut indépendant qui a pour missions de
réaliser le cadastre du bruit, de proposer des normes de bruit communes aux régions survolées, de
mesurer les nuisances sonores et de constater les infractions;
- de redéfinir de manière claire et stable une politique aéroportuaire en Belgique respectueuse des droits
fondamentaux des personnes survolées, soit le droit à un environnement sain, le droit à la protection de la
santé et le droit au respect de la vie privée et familiale et de la sécurité, droits consacrés par la Constitution
et la Convention européenne de sauvegarde des droits de l'homme;
- de prendre dûment en compte dans ce plan le fait que l'équité et la sécurité exigent d'éviter le survol
intensif des zones les plus peuplées privilégiant plutôt le survol des zones les moins peuplées."

Een eenvoudige motie werd ingediend door de dames Camille Dieu en Inga Verhaert en door de heren
François Bellot, Stijn Bex, Guido De Padt en Luk Van Biesen.

Une motion pure et simple a été déposée par Mmes Camille Dieu et Inga Verhaert et par MM. François
Bellot, Stijn Bex, Guido De Padt et Luk Van Biesen.
23/03/2006
CRIV 51
COM 904
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
40
Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.

La réunion publique de commission est levée à 14.49 heures.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 14.49 uur.