CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 898
CRIV 51 COM 898
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DE LA
J
USTICE
C
OMMISSIE VOOR DE
J
USTITIE
mardi
dinsdag
21-03-2006
21-03-2006
Matin
Voormiddag
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE






























cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders ­ Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu inté-
gral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit des
interventions ; les annexes se trouvent dans une brochure
séparée (PLEN: couverture blanche; COM: couverture
saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken; de
bijlagen zijn in een aparte brochure opgenomen
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
Plenum
COM
réunion de commission
COM
Commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 898
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i

SOMMAIRE
INHOUD
Question de Mme Magda De Meyer à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur
"des pratiques inacceptables de certains huissiers
en cas de règlement collectif de dettes"
(n° 10780)
1
Vraag van mevrouw Magda De Meyer aan de
vice-eerste minister en minister van Justitie over
"onaanvaardbare praktijken van deurwaarders bij
collectieve schuldenregeling" (nr. 10780)
1
Orateurs: Magda De Meyer, Laurette
Onkelinx
, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers: Magda De Meyer, Laurette
Onkelinx
, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de M. Francis Van den Eynde à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "le
blocage des comptes bancaires de personnes
soupçonnées d'avoir commis un crime
grave" (n° 10722)
3
Vraag van de heer Francis Van den Eynde aan de
vice-eerste minister en minister van Justitie over
"het blokkeren van de bankrekening van
verdachten van zware misdaden" (nr. 10722)
3
Orateurs: Francis Van den Eynde, Laurette
Onkelinx
, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers: Francis Van den Eynde, Laurette
Onkelinx
, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de M. Servais Verherstraeten à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "la
loi sur le règlement collectif de dettes" (n° 10762)
6
Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de
vice-eerste minister en minister van Justitie over
"de wet op de collectieve schuldenregeling"
(nr. 10762)
6
Orateurs: Servais Verherstraeten, Laurette
Onkelinx
, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers: Servais Verherstraeten, Laurette
Onkelinx
, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de M. Tony Van Parys à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "le
retard dans le dépôt du projet de loi modifiant les
mandats des chefs de corps" (n° 10779)
7
Vraag van de heer Tony Van Parys aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "het
uitblijven van het wetsontwerp tot wijziging van de
mandaten van de korpschefs" (nr. 10779)
7
Orateurs:
Tony Van Parys, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers: Tony Van Parys, Laurette
Onkelinx
, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de M. Servais Verherstraeten à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "le
trafic de Subutex organisé par la maffia
géorgienne" (n° 10795)
10
Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de
vice-eerste minister en minister van Justitie over
"de smokkel van Subutex door de Georgische
maffia" (nr. 10795)
10
Orateurs: Servais Verherstraeten, Laurette
Onkelinx
, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers: Servais Verherstraeten, Laurette
Onkelinx
, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de Mme Camille Dieu à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "les
successions en déshérence" (n° 10807)
11
Vraag van mevrouw Camille Dieu aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over
"erfloze nalatenschappen" (nr. 10807)
11
Orateurs: Camille Dieu, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Camille Dieu, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Justitie
Questions jointes de
13
Samengevoegde vragen van
13
- M. Mark Verhaegen à la vice-première ministre
et ministre de la Justice sur "l'effectif du personnel
au parquet de Turnhout" (n° 10878)
13
- de heer Mark Verhaegen aan de vice-eerste
minister en minister van Justitie over "de
personeelssterkte van het parket te
Turnhout" (nr. 10878)
13
- Mme Martine Taelman à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "la capacité
du parquet de l'arrondissement de
Turnhout" (n° 10949)
13
- mevrouw Martine Taelman aan de vice-eerste
minister en minister van Justitie over "de
capaciteit van het parket van het arrondissement
Turnhout" (nr. 10949)
13
Orateurs:
Mark Verhaegen, Martine
Taelman, Laurette Onkelinx, vice-première
ministre et ministre de la Justice
Sprekers:
Mark Verhaegen, Martine
Taelman, Laurette Onkelinx, vice-eerste
minister en minister van Justitie
21/03/2006
CRIV 51
COM 898
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
Question de M. Tony Van Parys à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "la
protection dont bénéficie un ressortissant
palestinien qui a été arrêté et libéré sous
conditions" (n° 10897)
16
Vraag van de heer Tony Van Parys aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
bescherming van een Palestijns onderdaan die
werd aangehouden en vrij is onder
voorwaarden" (nr. 10897)
16
Orateurs:
Tony Van Parys, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers: Tony Van Parys, Laurette
Onkelinx
, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de Mme Hilde Claes à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "la politique
en matière de violence conjugale" (n° 10898)
18
Vraag van mevrouw Hilde Claes aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "het
beleid inzake partnergeweld" (nr. 10898)
18
Orateurs: Hilde Claes, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Hilde Claes, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Justitie
Question de Mme Hilde Claes à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "le traitement
de plaintes concernant le fonctionnement de la
justice " (n° 10899)
22
Vraag van mevrouw Hilde Claes aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
behandeling van klachten over de werking van het
gerecht" (nr. 10899)
22
Orateurs: Hilde Claes, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Hilde Claes, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Justitie
Questions jointes de
25
Samengevoegde vragen van
25
- M. Claude Marinower à la vice-première ministre
et ministre de la Justice sur "la politique de
poursuite en matière d'absentéisme
scolaire" (n° 10820)
25
- de heer Claude Marinower aan de vice-eerste
minister en minister van Justitie over "de
vervolging van spijbelaars" (nr. 10820)
25
- Mme Hilde Claes à la vice-première ministre et
ministre de la Justice sur "la politique des
poursuites en matière d'absentéisme
scolaire" (n° 10918)
25
- mevrouw Hilde Claes aan de vice-eerste
minister en minister van Justitie over "de
vervolging van spijbelaars" (nr. 10918)
25
Orateurs: Claude Marinower, Hilde Claes,
Laurette Onkelinx
, vice-première ministre et
ministre de la Justice
Sprekers: Claude Marinower, Hilde Claes,
Laurette Onkelinx
, vice-eerste minister en
minister van Justitie
Question de M. Tony Van Parys à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur
"ses déclarations relatives au dispositif dont
disposait la Sûreté de l'État pour la filature de
Mme Erdal" (n° 10924)
28
Vraag van de heer Tony Van Parys aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "haar
verklaringen inzake het beschikbaar dispositief
van de Staatsveiligheid voor het schaduwen van
Erdal" (nr. 10924)
28
Orateurs:
Tony Van Parys, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers: Tony Van Parys, Laurette
Onkelinx
, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de Mme Zoé Genot à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "la mise en
oeuvre de la loi sur l'adoption par les couples
homosexuels après son vote final au Sénat"
(n° 10922)
31
Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
toepassing van de wet betreffende adoptie door
homoparen na haar definitieve goedkeuring in de
Senaat" (nr. 10922)
31
Orateurs: Zoé Genot, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Zoé Genot, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Justitie
Question de M. Servais Verherstraeten à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "les
cabines d'interprétation dans le nouveau Palais
de Justice d'Anvers" (n° 10926)
32
Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de
vice-eerste minister en minister van Justitie over
"tolkencabines in het nieuwe Justitiepaleis te
Antwerpen" (nr. 10926)
32
Orateurs: Servais Verherstraeten, Laurette
Onkelinx
, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers: Servais Verherstraeten, Laurette
Onkelinx
, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de M. Dylan Casaer à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "les
33
Vraag van de heer Dylan Casaer aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
33
CRIV 51
COM 898
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
iii
demandes de libération conditionnelle de Michèle
Martin et Michel Nihoul" (n° 10934)
verzoeken van Michèle Martin en Michel Nihoul tot
voorwaardelijke invrijheidsstelling" (nr. 10934)
Orateurs: Dylan Casaer, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Dylan Casaer, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Justitie
Question de M. Dylan Casaer à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "le
fonctionnement de la Commission et du Fonds
spécial d'aide aux victimes d'actes intentionnels
de violence" (n° 10935)
35
Vraag van de heer Dylan Casaer aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
werking van de Commissie en het Fonds voor
hulp aan slachtoffers
van opzettelijke
gewelddaden" (nr. 10935)
35
Orateurs: Dylan Casaer, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Dylan Casaer, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Justitie
Question de M. Melchior Wathelet à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "le
statut du personnel de la Sûreté de
l'État" (n° 10948)
37
Vraag van de heer Melchior Wathelet aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "het
statuut van het personeel van de
Staatsveiligheid" (nr. 10948)
37
Orateurs: Melchior Wathelet, président du
groupe cdH, Laurette Onkelinx, vice-
première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Melchior Wathelet, voorzitter van
de cdH-fractie, Laurette Onkelinx, vice-eerste
minister en minister van Justitie
Question de M. Claude Marinower à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "la
présence des médias lors d'actions
judiciaires" (n° 10943)
41
Vraag van de heer Claude Marinower aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
aanwezigheid van media bij gerechtelijke
acties" (nr. 10943)
41
Orateurs: Claude Marinower, Laurette
Onkelinx
, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers: Claude Marinower, Laurette
Onkelinx
, vice-eerste minister en minister van
Justitie
CRIV 51
COM 898
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DE LA JUSTICE
COMMISSIE VOOR DE JUSTITIE
du
MARDI
21
MARS
2006
Matin
______
van
DINSDAG
21
MAART
2006
Voormiddag
______

De vergadering wordt geopend om 10.24 uur door mevrouw Martine Taelman, voorzitter.
La séance est ouverte à 10.24 heures par Mme Martine Taelman, présidente.

De voorzitter: Collega's, wegens werkzaamheden in een andere commissie heeft mevrouw De Meyer
gevraagd om haar vraag eerst te mogen stellen.
01 Vraag van mevrouw Magda De Meyer aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over
"onaanvaardbare praktijken van deurwaarders bij collectieve schuldenregeling" (nr. 10780)
01 Question de Mme Magda De Meyer à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "des
pratiques inacceptables de certains huissiers en cas de règlement collectif de dettes" (n° 10780)
01.01 Magda De Meyer (sp.a-spirit): Mevrouw de voorzitter, ik hou
eraan mijn collega's hartelijk te danken omdat ik als eerste mijn vraag
mag stellen. Het zal heel kort zijn.

Mevrouw de minister, een aantal deurwaarders stoort zich blijkbaar
niet aan het feit dat iemand een procedure tot collectieve
schuldenregeling heeft ingeleid en gaat toch over tot
tenuitvoerleggingen, tot en met boedelverkoop en uitdrijving, ook
nadat het verzoekschrift tot collectieve schuldenregeling al werd
ingediend. Ondanks het feit dat de wet bepaalt dat de beslagrechter
binnen de acht dagen de toelaatbaarheidsbeslissing moet nemen,
blijkt uit de praktijk dat die toelaatbaarheidsbeslissing vele weken tot
soms maanden op zich laat wachten, dat terwijl de collectieve
schuldenregeling toch altijd een heel acute zaak is.

Ik heb persoonlijk weet van een aanvraag voor een collectieve
schuldenregeling die werd ingediend in september 2005 en waarbij de
belangrijkste schuldeiser, Belgacom, toch de gerechtelijke verkoop
van een inboedel vroeg die dan twee maanden later werd uitgevoerd
door de deurwaarder. Het gevolg is dat eigenlijk niemand daarbij
gebaat is. De opbrengst van de verkoop dekt zelfs de kosten niet.
Belgacom, de belangrijkste schuldeiser, ontvangt eigenlijk niets voor
de schulden. De betrokkene is alles kwijt en zit eigenlijk nog veel
dieper in de put. Niemand heeft hier dus eigenlijk iets bij gewonnen.
Wat is dan in godsnaam de zin daarvan?

Mijn stelling is tweeledig. Ofwel wordt de termijn van acht dagen voor
de toelaatbaarheidsbeslissing echt strikt nageleefd door de
beslagrechter, dus tussen de indiening van het verzoekschrift en de
toelaatbaarheidsbeslissing, gezien de acuutheid van de situatie ofwel
moeten wij ons ermee akkoord verklaren dat de schorsing van de
beslagprocedure ingaat na de indiening van het verzoekschrift tot
collectieve schuldenregeling in plaats van na de
toelaatbaarheidsbeslissing om te vermijden dat schuldeisers nog vlug
01.01 Magda De Meyer (sp.a-
spirit): Après une requête en
règlement collectif de dettes,
certains huissiers de justice
procèdent malgré tout à
l'exécution d'une vente de biens
ou d'une expulsion. Bien que la loi
dispose que le juge des saisies
doit prendre la décision
d'admissibilité dans les huit jours,
celle-ci se fait parfois attendre
pendant plusieurs mois. Cette
situation ne profite à personne car
les recettes de mesures comme la
vente de biens ne couvrent
généralement pas les frais, le
créancier n'obtient rien et le
débiteur s'enfonce encore plus.

Soit le juge des saisies doit
observer strictement le délai de
huit jours, soit la suspension des
procédures de saisie doit prendre
cours à partir du moment où la
requête en règlement collectif de
dettes est introduite et non à partir
de la décision d'admissibilité.
Qu'en pense la ministre?
21/03/2006
CRIV 51
COM 898
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
tot tenuitvoerlegging overgaan terwijl de procedure eigenlijk al gestart
is. Graag de mening van de minister terzake.
01.02 Minister Laurette Onkelinx: Mevrouw de voorzitter, het
systeem dat door de wet van 1998 werd ingesteld en dat niet op de
helling wordt geplaatst door de recente wet van 2005, heeft als
voordeel dat het heel soepel is en tegelijk zorgt voor een evenwicht
tussen de rechten van de schuldenaar en die van de schuldeiser. De
rechter moet immers binnen acht dagen beslissen, tenzij hij van
mening is dat de vermeldingen die in het verzoekschrift staan,
onvolledig zijn. In dat geval wordt er naar de eiser een eenvoudige
brief gestuurd met de vraag om de vereiste, bijkomende inlichtingen.

Het gaat dus, vergeleken met het gemene recht, om een erg soepele
en heel informele procedureoplossing.

Ik ben echter bereid om elk voorstel te bekijken dat dezelfde
soepelheid garandeert en het tegelijk mogelijk maakt om de termijn
van acht dagen nog beter te verzekeren. De belangen van de partijen,
in het bijzonder van de schuldenaar, moeten bovendien veilig worden
gesteld.

Voor het overige is de vraag vanaf welk moment de
uitvoeringsmaatregelen moeten worden opgeschort, eveneens
fundamenteel. Ze maakt het noodzakelijk dat met diverse elementen
rekening wordt gehouden.

In onderhavig geval zou het mogelijk zijn geweest erin te voorzien dat
de opschorting zou ingaan vanaf de indiening van het verzoekschrift.
In dat geval loopt men echter het risico dat ongerechtvaardigde
verzoekschriften voor collectieve schuldenregeling worden ingediend,
met als enig doel onrechtmatig de gevolgen van het opschorten van
de uitvoeringsmaatregelen te genieten.

De uiteindelijk weerhouden oplossing is de verplichting voor de
rechter om snel een beslissing te nemen, met name binnen de
acht dagen, en te bepalen dat de opschorting gebeurt zodra de
toelaatbaarheidsbeslissing is genomen.

Ik herhaal dat ik bereid ben elk voorstel te onderzoeken dat een
betere bescherming van de schuldenaar zal bieden en tegelijk
eenieders rechten veilig zal stellen.
01.02
Laurette Onkelinx,
ministre: La loi de 1998 présente
l'avantage d'être très souple, tout
en veillant à assurer un équilibre
entre les droits des débiteurs et
ceux des créanciers. Le juge doit
statuer dans les huit jours, sauf s'il
estime que la requête est
incomplète, auquel cas la partie
demanderesse est priée par écrit
de fournir des informations
supplémentaires. Je suis disposée
à examiner toute proposition qui
garantit une même souplesse et
qui permettrait de mieux faire
respecter le délai de huit jours,
tout en préservant les intérêts de
toutes les parties.

Si la suspension s'applique dès le
dépôt de la requête, le risque est
réel que certaines personnes
présentent des requêtes infondées
dans la procédure en règlement
collectif de dettes, dans le seul but
d'obtenir abusivement le bénéfice
de la suspension des mesures
d'exécution. Aussi le législateur a-
t-il prévu que le juge doit statuer
rapidement et que la suspension
prend effet dès que la décision
d'admissibilité est prise.
01.03 Magda De Meyer (sp.a-spirit): Mevrouw de minister, ik begrijp
uw bezorgdheid als u zegt dat het zou kunnen leiden tot onterechte
verzoekschriften om zodoende de procedure te stuiten. Ik begrijp dat
perfect.

Welke instrumenten hebt u echter om ervoor te zorgen dat die
acht dagen worden gerespecteerd? Kan daarvoor een rondzendbrief
worden gestuurd? Voor mij is dat het allerbelangrijkste, opdat de een
of andere schuldeiser niet het gras voor de voeten van een andere
wegmaait door zelf vlug uitvoerend beslag te leggen. Dat is immers
ook in het nadeel van de andere schuldeisers die betrokken partij zijn
in een collectieve schuldenregeling. Misschien kunt u een
rondschrijven aan de rechters richten om hen erop te wijzen dat het
belangrijk is die termijn van acht dagen te respecteren.
01.03 Magda De Meyer (sp.a-
spirit): Je comprends l'inquiétude
de la ministre à propos des
requêtes illégitimes.

L'important pour moi, c'est que le
délai de huit jours soit respecté. Si
tel n'est pas le cas, un créancier
peut faire procéder à la saisie-
exécution au détriment d'autres
créanciers. La ministre peut-elle
adresser une circulaire aux juges
afin de souligner l'importance du
délai de huit jours?
CRIV 51
COM 898
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
01.04 Minister Laurette Onkelinx: Ik zal uw voorstel bestuderen.
01.04
Laurette Onkelinx,
ministre: J'examinerai la
suggestion de Mme De Meyer.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Vraag van de heer Francis Van den Eynde aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over
"het blokkeren van de bankrekening van verdachten van zware misdaden" (nr. 10722)
02 Question de M. Francis Van den Eynde à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "le
blocage des comptes bancaires de personnes soupçonnées d'avoir commis un crime
grave" (n° 10722)
02.01 Francis Van den Eynde (Vlaams Belang): Mevrouw de
voorzitter, ik heb, op haar verzoek, mevrouw De Meyer heel graag
haar vraag eerst laten stellen.

Mevrouw de minister, deze vraag heeft betrekking op een stelletje of
een paartje dat, in Vlaanderen althans, de bijnaam "Bonnie en Clyde"
heeft gekregen. Het gaat over een man van Algerijnse nationaliteit en
zijn partner, een Nederlandse. Zij hebben beiden een tijdje Gent
onveilig gemaakt door op een stadsoppervlakte die niet groter was
dan een vierkante kilometer, een aantal overvallen te plegen.

Het mannelijk gedeelte van het paartje had al een en ander op zijn
kerfstok. Hij was onder meer al betrokken, niet alleen bij druggebruik,
maar ook bij drughandel. Hij kwam uit de beruchte kraakpanden van
de Brugse Poort in Gent. Hij had zich daarna bekwaamd in overvallen
op kruidenierszaken, warenhuizen, videotheken en nachtwinkels en
uiteraard ook in autokraken.

Het paartje pleegde dus een aantal overvallen in een bepaalde wijk
van Sint-Amandsberg. Zoals u wellicht zult weten, is dat een
deelgemeente van Gent. Plots kwam het paartje in de nationale
belangstelling te staan, toen het erin slaagde tot driemaal toe op
dezelfde avond in het oude Vlaamse stadje Damme autobestuurders
te overmeesteren. Daarna verdwenen de twee met de noorderzon.

Op een zeker ogenblik werd ons, via wat ik doorgaans welingelichte
bronnen zou noemen, medegedeeld dat het stelletje zich in Frankrijk
bevond en dat de politie dit achterhaald had, omdat er centen van de
bankrekening werden gehaald.

Een van de merkwaardige aspecten aan de zaak is, dat ondanks dat
de heer en dame in kwestie gezocht werden voor een aantal
misdrijven ­ niet de lichtste ­, zij ondertussen nog steeds steun
kregen en krijgen van het Gentse OCMW, met onder meer een
maandelijkse huurtoeslag ten bedrage van 1.000 euro. Destijds werd
verbaasd opgekeken toen men vernam dat Dutroux een sociale
uitkering ontving, maar op dat vlak is er niets verbeterd.

Wat er ook van zij, op een zeker ogenblik bevond het paartje zich in
Algerije, het vaderland van de heer. Mevrouw heeft zich aangemeld
op de Belgische ambassade aldaar en is ondertussen teruggevlogen,
onder meer omdat zij haar kind wilde zien en omdat zij de verdere
tocht door het onbekende niet meer zag zitten.

Mevrouw de minister, ik heb voor u de volgende vragen.
02.01 Francis Van den Eynde
(Vlaams Belang): Un quartier de la
ville de Gand a été récemment le
théâtre d'une série de braquages.
Ces affaires ont commencé à
défrayer la chronique nationale
lorsque trois car-jackings ont eu
lieu au cours d'une même soirée à
Damme. Les suspects constituent
un duo qui a été rapidement
surnommé Bonnie et Clyde. Il
s'agit d'un Algérien et d'une
Néerlandaise, qui perçoivent
jusqu'à présent une indemnité de
loyer de 1.000 euros de la part du
CPAS de Gand. La police a
retrouvé leur trace grâce à un
retrait d'argent effectué durant leur
fuite en Algérie via la France.

Est-il normal qu'un gangster en
fuite puisse avoir accès à son
compte en banque? Ce compte a-
t-il été bloqué depuis lors? A-t-on
lancé un mandat d'arrêt
international contre les deux
suspects?
21/03/2006
CRIV 51
COM 898
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4

Ten eerste, het is toch merkwaardig dat die mensen gedurende hun
vlucht, terwijl iedereen toch de ernstige feiten kende waarvan zij
verdacht waren, gebruik konden maken van het geld van hun
bankrekening. Ik kan begrijpen dat men op een zeker ogenblik
misschien bewust een bankrekening open laat staan met het oog op
de opsporing van de eigenaars ervan. Is ondertussen dan toch de
bankrekening afgesloten, aangezien men weet waar het koppel zich
destijds bevond, en waar de man nog steeds is?

Ten tweede, de gezochten hebben zonder veel problemen door
Frankrijk kunnen reizen en zijn dan naar Algerije kunnen trekken,
vermoedelijk rechtstreeks vanuit Frankrijk.

Dat kan natuurlijk ook via Spanje, of misschien zijn er nog andere
mogelijkheden om in Algerije te geraken.

De vraag is of er een internationaal aanhoudingsmandaat werd
uitgeschreven. Dit is nooit meegedeeld. Werd terzake het nodige
gedaan? Dat lijkt mij immers onontbeerlijk in een zaak van dit allooi.
Ik dank u bij voorbaat voor het antwoord, mevrouw de minister.
02.02 Minister Laurette Onkelinx: Mevrouw de voorzitter, volgens
artikel 46quater van het Wetboek van strafvordering, gewijzigd in
2005, kan de procureur des Konings of de onderzoeksrechter
hoogstens drie werkdagen de bankrekeningen blokkeren voor zware
strafbare feiten, zoals bedoeld in artikel 90ter, §2-4, waartoe diefstal
door middel van geweld behoort en als ernstige en uitzonderlijke
omstandigheden dit rechtvaardigen. Zij kunnen bijgevolg de bank
verbieden schuldvorderingen en verbintenissen die gekoppeld zijn
aan de rekening te vervreemden. Deze termijn moet de
onderzoeksrechter de mogelijkheid bieden om te beslissen de
sommen die op de rekening staan in beslag te nemen als
vermogensvoordeel of als het equivalent hiervan.

De bankrekeningen kunnen ook worden geobserveerd gedurende een
periode die hoogstens met twee maanden verlengbaar is. De
magistraat wordt dan geïnformeerd volgens de regels en de termijnen
die hij aangeeft over iedere beweging die op de rekening werd
verricht.

Met deze observatie kan de plaats van waaruit opnames van de
rekening werden verricht, worden bepaald.

De procureur des Konings te Gent heeft mij meegedeeld dat de
vrouwelijke verdachte zich vrijwillig heeft aangeboden in de Belgische
ambassade te Algiers. Zij heeft meegedeeld dat zij zich ter
beschikking wenst te stellen van de Belgische gerechtelijke
autoriteiten.

Er dient hierbij benadrukt te worden dat zij kennis heeft van het
internationaal en Europees aanhoudingsmandaat bij verstek, dat ten
laste van haar werd afgeleverd door de Gentse onderzoeksrechter.

Zij heeft vrijwillig een vliegtuig genomen richting Zaventem. Bij
aankomst werd zij opgewacht door de politie die haar zo spoedig
mogelijk heeft voorgeleid voor de onderzoeksrechter. De
onderzoeksrechter heeft haar in voorlopige hechtenis genomen.
02.02
Laurette Onkelinx,
ministre: Lorsque quelqu'un est
soupçonné de faits graves, tels
que le vol avec violence, le
procureur ou le juge d'instruction
peut bloquer le compte bancaire
de l'intéressé pendant maximum
trois jours. Il est également
possible d'interdire à la banque
d'effectuer des opérations sur le
compte et de saisir des sommes
sur le compte. Les comptes
bancaires peuvent également être
observés pendant une période qui
peut être prolongée de maximum
deux mois.

La femme en question savait
qu'un mandat d'arrêt international
avait été décerné contre elle et elle
s'est présentée spontanément à la
police en Algérie. Elle a ensuite
pris volontairement l'avion vers
Zaventem où, à son arrivée, elle a
été déférée à la justice et mise en
détention préventive. Étant donné
que l'enquête judiciaire est encore
en cours, il n'est pas opportun de
fournir des informations
supplémentaires.
CRIV 51
COM 898
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5

Gelet op het lopende gerechtelijke onderzoek past het niet dat er
meer informatie wordt vrijgegeven.
02.03 Francis Van den Eynde (Vlaams Belang): Mevrouw de
minister, ik heb een bijkomende vraag. U vertelt dat er een
internationaal aanhoudingsmandaat is ten aanzien van Lisette Bus, de
dame in kwestie die ondertussen is teruggekomen.

Is er ook een internationaal en Europees aanhoudingsmandaat ten
aanzien van de heer Jelloul Selini? Dat is de man die nog steeds
voortvluchtig is.

Ten tweede, sinds wanneer is er een internationaal
aanhoudingsmandaat?

Een laatste opmerking is de volgende. Ik weet met zekerheid, ik
verwijs op dat vlak naar artikel 35, dat het parket langer kan beslag
leggen op de fondsen van een bankrekening. Dat is bepaald in artikel
35.1 van het Wetboek van strafvordering.

In de gegeven omstandigheden is het, mijns inziens, ondenkbaar dat
iemand die voortvluchtig is na een aantal roofovervallen nog steeds
OCMW-steun ontvangt ­ ik weet dat dit niet uw bevoegdheid is ­,
maar vooral dat zijn bankrekening nog steeds functioneert.

Daarom deze bijkomende vraag. Werd een internationaal
aanhoudingsmandaat uitgevaardigd voor Selini? Zo ja, sinds
wanneer?
02.03 Francis Van den Eynde
(Vlaams Belang): Si un mandat
d'arrêt avait été lancé contre Mme
Lisette Bus, y en avait-il également
un contre son partenaire, M.
Selini? Depuis quelle date? En
vertu de l'article 35, un procureur
peut saisir les fonds placés sur un
compte pour une période plus
longue, ce qui était certainement
justifié dans ces circonstances.
02.04 Minister Laurette Onkelinx: Mevrouw de voorzitter, ik heb
problemen met bepaalde vragen in deze commissie. Veel vragen
handelen over personen. Dat kan niet. Dat geldt niet alleen voor deze
specifieke vraag, maar voor drie of vier vragen die deze voormiddag
op de agenda staan van deze commissie.
02.04
Laurette Onkelinx,
ministre: Trop de questions
posées au sein de cette
commission concernent des cas
individuels.
J'ai déjà fait savoir au président De Croo - et c'est mon droit - que je
ne répondrai plus aux questions portant sur des cas personnels. Cela
ne va plus!
Ik heb voorzitter De Croo al laten
weten dat ik niet meer op vragen
in verband met persoonlijke
gevallen zal antwoorden.
02.05 Francis Van den Eynde (Vlaams Belang): Ik zal ook bij de
voorzitter gaan. Ik wil nog iets zeggen over de werkzaamheden.
02.06 Laurette Onkelinx, ministre: Il est inadmissible que l'on me
demande de donner des précisions sur des dossiers qui sont à
l'instruction judiciaire!
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02.07 Francis Van den Eynde (Vlaams Belang): Mevrouw de
voorzitter, ik mag toch nog iets zeggen over de werkzaamheden in de
commissie. In het Reglement is daarin voorzien.

Ik zou de minister willen zeggen dat uit haar woorden blijkt dat zij niet
wil antwoorden. Wat zij antwoordt, is duidelijk een excuus, omdat er
geen internationaal aanhoudingsbevel is.
02.07 Francis Van den Eynde
(Vlaams Belang): La ministre se
retranche derrière cette excuse
parce qu'elle ne veut pas admettre
qu'il n'y a pas de mandat d'arrêt.
21/03/2006
CRIV 51
COM 898
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6

De voorzitter: U bent opnieuw over uw vraag bezig, terwijl ik het incident al gesloten heb. Dat is geen
opmerking over de werkzaamheden, mijnheer Van den Eynde.
02.08 Francis Van den Eynde (Vlaams Belang): Mevrouw de
voorzitter, de minister heeft niet het recht zich te verschuilen achter
een persoonlijke zaak om geen antwoord te geven. Het is eens te
meer het bewijs dat het gerechtelijke systeem in dit land niet
functioneert.
03 Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over
"de wet op de collectieve schuldenregeling" (nr. 10762)
03 Question de M. Servais Verherstraeten à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "la
loi sur le règlement collectif de dettes" (n° 10762)
03.01 Servais Verherstraeten (CD&V): Mevrouw de voorzitter,
mevrouw de minister, ingevolge de wet op de collectieve
schuldenregeling zijn er een viertal groepen van schuldbemiddelaars:
de erkende schuldbemiddelingsdiensten, de advocaten, de notarissen
en de gerechtsdeurwaarders. De schuldenaar die een verzoek tot
collectieve schuldenregeling indient, kan in een verzoekschrift een
schuldbemiddelaar voorstellen. De rechter is evenwel niet verplicht op
dat voorstel in te gaan en kan een door de verzoeker aangewezen
bemiddelaar wraken indien hij redenen heeft om te twijfelen aan diens
onpartijdigheid of onafhankelijkheid.

Mevrouw de minister, bij OCMW's worden de middelen van de
schuldenaar in geval van een collectieve schuldenregeling eerst
besteed aan het leefloon, vervolgens aan vaste kosten, nadien aan
het ereloon en ten slotte aan de schulden. In de huidige wetgeving
bestaat een beschrijving van de betalingen die gedaan moeten
worden zonder dat er een volgorde is bepaald volgens dewelke dit
dient te gebeuren.

Ik ervaar op het terrein ­ of het wordt ons gesignaleerd ­ dat er wel
wat fricties zijn over de toewijzingen van schuldbemiddelaars. Ik heb
dan ook de volgende vragen.

Acht u het wenselijk om in een uitdrukkelijke motiveringsplicht te
voorzien wanneer de rechtbank afwijkt van het voorstel van de
schuldenaar? Kan de wettelijk vastgelegde volgorde inzake de te
verrichten betalingen geen middel zijn om discussies uit te sluiten?
03.01 Servais Verherstraeten
(CD&V): On distingue quatre
groupes de médiateurs de dettes :
les services de médiation de
dettes agréés, les avocats, les
notaires et les huissiers de justice.
Le débiteur qui introduit une
requête en règlement collectif de
dettes peut proposer un médiateur
de dettes par requête mais le juge
peut récuser celui-ci. Aux CPAS,
les moyens financiers du débiteur
sont d'abord consacrés au revenu
d'intégration, ensuite aux
dépenses fixes, puis aux
honoraires et enfin aux dettes,
mais cet ordre de succession n'est
pas établi par la loi.

La ministre prévoira-t-elle un
devoir de motivation explicite
lorsque le juge ne suit pas la
proposition du débiteur? Un ordre
de succession des paiements
établi par la loi ne pourrait-il
constituer le moyen d'exclure les
polémiques?
03.02 Minister Laurette Onkelinx: Mevrouw de voorzitter, de
bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek inzake de procedure voor
de collectieve schuldenregeling bepalen effectief dat de schuldenaar
in het verzoekschrift voor collectieve schuldenregeling de naam kan
vermelden van de bemiddelaar die hij voorstelt. Dit voorstel verplicht
de rechter echter tot niets. Hij kan er altijd van afwijken. In zo'n geval
is de algemene verplichting tot motivering van de vonnissen van
toepassing, zoals bepaald in artikel 149 van de Grondwet, die wordt
herhaald in artikel 780 van het Gerechtelijk Wetboek.

De rechter moet derhalve reeds in toepassing van het gemeenrecht
de beslissing, waarbij hij weigert om de schuldbemiddelaar aan te
wijzen, motiveren. Ik ben principieel niet tegen het idee van een
specifieke motivering, maar men moet nazien of dat in de praktijk wel
degelijk noodzakelijk is.
03.02
Laurette Onkelinx,
ministre: Le débiteur peut
proposer un médiateur de dettes
par requête mais le juge peut
toujours faire un autre choix à
condition de le motiver, comme
prévu aux articles 149 et 780 du
Code judiciaire.

Il faut examiner si, outre cette
obligation générale de motivation,
il ne serait pas nécessaire de
prévoir une motivation spécifique.
Depuis que la loi du 13 décembre
2005 a été adoptée, il existe une
CRIV 51
COM 898
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7

In verband met uw tweede vraag bepaalt artikel 1675/12 dat de
gerechtelijke afbetalingsplannen door de rechter moeten worden
opgemaakt, met respect voor de gelijkheid van de schuldeisers
zonder verdere precisering. Sedert het van kracht worden van de wet
van 13 december 2005, en zowel voor de minnelijke als voor de
gerechtelijke afbetalingsplannen, bepaalt de wet dat naargelang het
geval de bemiddelaar of de rechter moet waken over de prioritaire
terugbetaling van de schulden die het respect voor de menselijke
waardigheid van de verzoeker en zijn familie in het gedrang brengen.

De wet bevat dus reeds een hiërarchie van terugbetalingen met het
respect voor de menselijke waardigheid van de schuldenaar als
doelstelling.
hiérarchie légale de
remboursements dont la finalité
est de veiller à ce que la dignité
humaine du débiteur soit
respectée.
03.03 Servais Verherstraeten (CD&V): Mevrouw de minister, ik
dank u voor uw antwoord en ik ben het er volledig mee eens. Ik zou
graag een suggestie doen. Wellicht is het niet vereist dat er een
uitdrukkelijke motiveringsplicht moet worden voorzien als er
afgeweken wordt van het voorstel. Als de nieuwe wet straks van
toepassing wordt en de overheveling naar de arbeidsrechtbanken een
feit is, zou ik in het licht van opleidingen en overleg willen voorstellen
om de arbeidsrechters uitdrukkelijk te wijzen op hun motiveringsplicht
terzake als ze wensen af te wijken van bijvoorbeeld de suggestie van
een OCMW om erkende schuldbemiddelingsdiensten aan te duiden.
03.03 Servais Verherstraeten
(CD&V): Je suis d'accord avec la
ministre. Si aucune obligation
expresse de motivation n'est
imposée aux juges du travail, il
conviendrait tout de même de
rappeler à ces magistrats qu'ils ont
la possibilité de motiver leurs
décisions.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van de heer Tony Van Parys aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "het
uitblijven van het wetsontwerp tot wijziging van de mandaten van de korpschefs" (nr. 10779)
04 Question de M. Tony Van Parys à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "le retard
dans le dépôt du projet de loi modifiant les mandats des chefs de corps" (n° 10779)
04.01 Tony Van Parys (CD&V): Mevrouw de voorzitter, mevrouw de
vice-eerste minister, in het Parlement werd nog steeds geen
wetsontwerp ingediend met betrekking tot de mandaten van de
korpschefs en de evaluatie van deze mandaten.

Dit zorgt voor een bijzonder probleem omdat heel wat vacatures reeds
werden gepubliceerd en omdat de termijn voor de indiening van de
kandidaturen reeds is verstreken. Dat is onder meer het geval voor de
vacatures van federaal procureur, procureurs-generaal, eerste
voorzitters en heel wat voorzitters van de rechtbanken en procureurs
des Konings.

Die mensen hebben zich kandidaat gesteld op een moment dat zij
niet wisten wat de duurtijd van hun mandaat zou zijn en of dat
mandaat zou worden geëvalueerd of niet.

Een eerste serie vacatures werd gepubliceerd op 17 januari en de
kandidaturen werden ingediend. Een tweede serie werd gepubliceerd
op 16 februari en de kandidaturen werden ingediend. Vorige week, op
16 maart, werd een derde serie vacatures gepubliceerd.

Wat is de reden waarom wij nog altijd over geen wetsontwerp
beschikken? Wanneer zal dat wetsontwerp worden ingediend? Wat is
het precieze standpunt van de regering in verband met de duurtijd van
04.01 Tony Van Parys (CD&V):
Aucun projet de loi n'a été déposé
à ce jour concernant les mandats
des chefs de corps et leur
évaluation, mais des vacances ont
déjà été publiées et le délai
d'inscription a expiré. Les
candidats ont répondu à des offres
d'emploi alors que la durée du
mandat et les méthodes
d'évaluation ne sont pas encore
connues.

Pourquoi le projet de loi n'a-t-il pas
encore été déposé et quand le
sera-t-il? Quelles règles
d'évaluation propose le gouverne-
ment? Quels avis ont été fournis
par la magistrature, les chefs de
corps et le Conseil supérieur de la
Justice? Quel régime s'appliquera
aux candidats? Des candidatures
ont-elles été déposées dans
l'éventualité où les dispositions
21/03/2006
CRIV 51
COM 898
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
de mandaten en de evaluaties? Wat is het advies van de
magistratuur, de korpsoversten en de Hoge Raad voor de Justitie?

Ik heb vernomen dat er een heel negatief advies zou zijn van de Raad
van State waarin men zegt dat het evaluatiesysteem zoals het in het
voorontwerp van wet stond, niet met de Grondwet strookt,
ongrondwettelijk is en dus niet kan worden gehandhaafd. Wat zal
men doen met dit advies?

Wat is de boodschap van de minister van Justitie aan de kandidaat-
korpsoversten? Het gaat immers om de volledige top van de
magistratuur. Van welke regeling moeten die kandidaten nu uitgaan?
Is het vijf, zeven of tien jaar? Is het verlengbaar of niet? Is het
evalueerbaar?

Kunt u ten slotte bevestigen dat een aantal kandidaten een
hypothetische kandidatuur heeft ingediend waarbij zij zich kandidaat
hebben gesteld voor het geval er een wet zou zijn die modaliteiten
vastlegt waaraan ze misschien wel zouden kunnen voldoen? Het zou
om een hypothetische fictieve kandidatuur gaan, omdat zij weten dat
ze niet voldoen aan de huidige voorwaarden, maar dat ze misschien
wel zouden voldoen aan de voorwaarden gesteld in de eventuele wet.
Ik kan hen dus kwalificeren als virtuele kandidaat-korpsoversten.

Mevrouw de voorzitter, tot zover de vragen die ik aan de minister wil
stellen.
légales seraient modifiées?
04.02 Minister Laurette Onkelinx: Mevrouw de voorzitter, mijnheer
Van Parys, het officiële advies van de Raad van State werd gisteren,
20 maart 2006, door mijn kabinet ontvangen. Het gevraagde advies
van de Hoge Raad voor de Justitie werd door de algemene
vergadering van de raad goedgekeurd op 22 februari 2006. De
regering heeft in een tweede lezing van het voorontwerp van wet
voorzien, waarvan u de voornaamste oriëntaties kent op basis van de
adviezen verstrekt door de Raad van State en de Hoge Raad voor de
Justitie.

Het advies van de Hoge Raad voor de Justitie is beschikbaar op de
website van de raad. Ik zou dit een bijzonder defensief advies
noemen, aangezien het niet meer of niet minder dan een volledig
status-quo aanbeveelt.

Bepaalde verenigingen en organen van de magistratuur hebben
besloten zich ook te uiten. Dat is het geval voor de Permanente
Conferentie van de Korpschefs en de Raad van de procureurs des
Konings. Voor de eersten liggen de evaluatie-etappes te dicht bij
elkaar. Die zouden meer gericht moeten zijn. Ook de samenstelling
van het evaluatiecollege roept vragen op, met name door de
aanwezigheid van personen die vreemd zijn aan de magistratuur en
door de aanwezigheid van de korpschefs van eerste aanleg die
korpschefs van beroep zouden moeten evalueren.

Voor de tweede groep rijst de vraag over het niet hernieuwbaar
karakter van het mandaat. De leden van het openbaar ministerie
steunen het hernieuwbare mandaat.

Mijn diensten hebben gewerkt met het officieuze advies van de Raad
van State dat de ongrondwettelijkheid van het ontwerp bevestigt
04.02
Laurette Onkelinx,
ministre: Nous avons reçu l'avis du
Conseil d'État le 20 mars 2006. Le
22 février 2006, le Conseil
supérieur de la Justice a rendu
son avis et a conseillé un statu
quo. Le gouvernement prévoit de
procéder à une deuxième lecture
de l'avant-projet de loi. La
conférence permanente des chefs
de corps et le conseil des
procureurs du Roi ont également
rendu un avis.

Ce sont surtout la composition du
collège d'évaluation et le caractère
non renouvelable des mandats qui
ont fait l'objet de critiques.
J'espère que le texte adapté
pourra être transmis au Conseil
d'État avant la fin du mois.
L'avant-projet de loi n'affecte en
rien les mandats en cours. Les
nouvelles dispositions seront
applicables aux nominations
auxquelles il sera procédé après
l'entrée en vigueur de la loi.
CRIV 51
COM 898
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
inzake de evaluatie van de korpschefs van de zetel. De in eerste
lezing goedgekeurde tekst moet dus tegemoetkomen aan de
ontwikkelde argumenten en zal dienovereenkomstig worden
aangepast.

Ik hoop dat het voorontwerp van wet voor het einde van de maand
aan de raad kan worden voorgelegd. Ik herinner u eraan dat dit
voorontwerp van wet niets wijzigt aan de lopende mandaten. De
nieuwe bepalingen zullen van toepassing zijn op de benoemingen die
gebeuren na het van kracht worden van de wet. Met andere woorden,
de thans lopende procedures voor de mandaten op 1 april 2007 zullen
dus niet worden beïnvloed door de bepalingen van dit voorontwerp.
04.03 Tony Van Parys (CD&V): Mevrouw de voorzitter, mevrouw de
minister, ik krijg dus de bevestiging van het zeer negatieve advies van
de Raad van State. Dat zegt dat het voorontwerp van de regering
ongrondwettelijk was op het vlak van de evaluaties. Daardoor moet dit
voorontwerp opnieuw geredigeerd worden.

Nu blijkt dat op het ogenblik dat men zich kandidaat moet of moest
stellen, die termijn voor kandidaatstelling is immers verstreken, nog
steeds geen duidelijkheid bestond over wat de definitieve regeling zal
zijn. Dat is tegengesteld aan hetgeen u deze commissie had
toegezegd, mevrouw de minister. U herinnert zich dat wij die discussie
hebben gevoerd naar aanleiding van de begroting. Toen zei u dat er
geen vacatures zouden worden gepubliceerd zonder dat er
duidelijkheid zou bestaan over de mandaten en de evaluaties.

Ik doe een aantal vaststellingen.

Ten eerste, ik stel vast dat die vacatures wel zijn gepubliceerd. Ze zijn
massaal gepubliceerd.

Ten tweede, op dit ogenblik is de onduidelijkheid natuurlijk totaal gelet
op het advies van de Raad van State.

De toestand is dermate chaotisch en kafkaiaans dat kandidaten een
virtuele kandidatuur indienen.
04.03 Tony Van Parys (CD&V):
La ministre confirme que certains
éléments figurant dans l'avant-
projet ont été reconnus
inconstitutionnels. Au moment du
dépôt des candidatures, on ne
savait pas encore avec précision
en quoi consisteraient les
mandats, bien que la ministre ait
promis au sein de cette
commission qu'aucune annonce
de vacance d'emploi ne serait
publiée. Certains ont donc déjà
envoyé une candidature virtuelle.
04.04 Minister Laurette Onkelinx: Dat is niet waar.
04.05 Tony Van Parys (CD&V): Mevrouw de minister, ontkent u dat
er virtuele kandidaturen zijn ingediend?
04.06 Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur Van Parys, on en a
déjà discuté 150 fois.
04.06
Minister
Laurette
Onkelinx: Daar hebben we het al
tig keer over gehad.
04.07 Tony Van Parys (CD&V): Nee, we hebben er nog niet over
gesproken. Dat is een nieuwe gegeven.
04.08 Minister Laurette Onkelinx: We zijn het niet eens! Dat is de
eerste keer niet en de laatste ook niet!
04.09 Tony Van Parys (CD&V): U hebt die gigantische operatie...
04.10 Laurette Onkelinx, ministre: Je me disais au départ que je
parviendrais petit à petit à vous convaincre, mais il n'y a rien à faire!
21/03/2006
CRIV 51
COM 898
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
C'est irrémédiable!
04.11 Tony Van Parys (CD&V): Mevrouw de minister, u geeft mij
daartoe de inspiratie. Stel u eens voor: u hebt de gigantische operatie
voor de vernieuwing van 80 mandaten van de korpschefs ­ u kende
de situatie al sinds 2000, want op dat ogenblik wist men dat die
operatie in 2007 moet doorgaan ­ zo georganiseerd dat vandaag,
nadat de kandidaatstellingen werden ingediend, de regeling nog altijd
niet vaststaat. Dat heeft onder meer tot gevolg dat er virtuele
kandidaatstellingen zijn van verschillende kandidaten die zeggen: ik
zal mij maar kandidaat stellen, misschien zal ik wel onder de
voorwaarden vallen. Dat is Kafka in het kwadraat.

Ik denk dat wij onze staatssecretaris Van Quickenborne zullen
moeten inschakelen om in die chaos en duisternis op een of andere
manier licht te doen schijnen. Zoals collega Verherstraeten zegt, de
verzoekschriften voor procedures voor de Raad van State liggen
natuurlijk al klaar, als er een dergelijke wankele juridische basis is.

Mevrouw de minister, ik had u ervoor gewaarschuwd. Een
gewaarschuwde vrouw is er waarschijnlijk drie waard, bij een man is
dat maar twee. U zult dan wel de procedures ondergaan die zullen
worden gevoerd, wanneer de situatie zich voordoet.
04.11 Tony Van Parys (CD&V):
Cette opération gigantesque se
déroule dans le chaos le plus total.
Le Conseil d'État sera saisi de
plusieurs procédures.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over
"de smokkel van Subutex door de Georgische maffia" (nr. 10795)
05 Question de M. Servais Verherstraeten à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "le
trafic de Subutex organisé par la maffia géorgienne" (n° 10795)
05.01 Servais Verherstraeten (CD&V): Mevrouw de minister, een
tweetal weken geleden was er op de Vlaamse televisiezender Canvas
in Panorama een reportage te zien waaruit bleek dat Antwerpen een
internationale draaischijf zou zijn voor de smokkel van Subutex.
Subutex is een legaal vervangmiddel voor heroïne. Die smokkel zou
in handen zijn van de Georgische maffia. In ons land zou het heel
gemakkelijk zijn, mevrouw de minister, om aan Subutexpillen te
geraken. Zij zouden vrij eenvoudig gekocht kunnen worden en via
gestolen auto's naar Georgië worden geëxporteerd.

Mijn vraag aan u is dan ook, mevrouw de minister, of u op de hoogte
bent van dergelijke praktijken? Is er terzake overleg gepleegd met de
minister van Volksgezondheid, zeker wat de problematiek betreft van
het zeer gemakkelijk in handen geraken van dat middel via Belgische
dokters en apothekers. Werd er ter bestrijding van die maffiose
praktijken een actieplan opgesteld? Hoe zal het fenomeen aangepakt
worden? En in hoeverre wordt Subutex aangewend in de projecten
voor vrije heroïneverstrekking in Luik?
05.01 Servais Verherstraeten
(CD&V): Selon un reportage
récemment diffusé, la maffia
géorgienne aurait mis sur pied à
Anvers un réseau international de
trafic de Subutex, un substitut
légal de l'héroïne. Il est
relativement aisé d'acheter ces
pilules qui sont exportées dans
des voitures volées.

La ministre est-elle au courant?
Une concertation a-t-elle été
organisée avec le ministre de la
Santé publique pour inciter les
pharmaciens et les médecins à la
vigilance? Un plan d'action a-t-il
été élaboré pour lutter contre ce
trafic? Le Subutex est-il utilisé
dans le cadre du projet de
délivrance gratuite d'héroïne à
Liège?
05.02 Minister Laurette Onkelinx: Mijnheer Verherstraeten, ik kan u
meedelen dat de smokkel van Subutex, en de rol van België daarin,
nergens gekend is. Terzake werd navraag gedaan bij de federale
05.02
Laurette Onkelinx,
ministre: Nul n'a connaissance
d'un rôle de plaque tournante joué
CRIV 51
COM 898
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
politie, die mij verzekerde dat er tot dusver nooit enig signaal werd
ontvangen dat er dienaangaande enig probleem zou zijn.

Indien België inderdaad een draaischijf zou zijn, zou dat ongetwijfeld
reeds zijn gedetecteerd op het terrein. Dat is zeker niet het geval. Ook
van de kant van de Georgische autoriteiten werd nooit in die zin
bericht.

Zeer recent is er nog overleg geweest met de Belgische
verbindingsofficier in Georgië inzake de drugsproblematiek. Een
eventuele smokkel van Subutex naar Georgië is tijdens dat
onderhoud niet als probleem aangevoerd. Ik wil bovendien
onderstrepen dat er in geen enkele van de recente internationale
rapporten, bijvoorbeeld van de Verenigde Naties, ook maar enige
melding van een probleem terzake is gemaakt.

In de loop van de volgende dagen zal ik mijn collega van
Volksgezondheid contacteren om te zien of zijn diensten over meer
informatie beschikken. Indien dat het geval is, zal er indien nodig
verder overleg worden gepleegd met het oog op bijzondere
maatregelen.

Het experimentele project dat door u beoogd werd, in Luik, heeft geen
uitstaans met Subutex, dat een substitutiemiddel is.
par la Belgique dans le cadre du
trafic de Subutex. La police
fédérale n'a reçu aucun indice
dans ce sens et les autorités
géorgiennes ne nous en ont pas
informés. De même, lors de la
récente entrevue avec l'officier de
liaison belge en Géorgie à propos
du dossier de la drogue, le trafic
de Subutex n'a aucunement été
évoqué. Enfin, aucun des récents
rapports internationaux ne
mentionne l'existence de ce type
de problème.

Je vais demander au ministre de
la Santé publique s'il dispose
d'informations supplémentaires; si
tel était le cas, nous nous
concerterions à propos des
mesures possibles.

Le Subutex ne fait pas partie du
projet mené à Liège.
05.03 Servais Verherstraeten (CD&V): Hoe dan ook is dit een
substituut voor heroïne, mevrouw de minister. Ik verzoek u beleefd
om zo spoedig mogelijk te overleggen met uw collega van
Volksgezondheid. Ik dank u voor uw antwoord, maar vind het wel zeer
frappant dat uw diensten terzake van niets weten, terwijl dit op de
Vlaamse officiële zender een tweetal weken in Panorama aan bod
kwam. Dat wees duidelijk in die richting. Wat dat betreft zou ik
desgevallend toch overleg met de programmamakers in overweging
laten nemen door mensen op het terrein, al was het maar om een
onderzoek te starten.

Mevrouw de minister, ik nodig uw medewerkers uit dat programma op
video te bekijken, want het rechtvaardigt een veel diepgaander
onderzoek terzake.
05.03 Servais Verherstraeten
(CD&V): J'espère que la ministre
se concertera avec son collègue
de la Santé publique dans les
meilleurs délais. Il me semble
toutefois qu'une enquête soit
justifiée, étant donné que le
magazine télévisé Panorama a
consacré toute une émission à ce
problème. Il ne me semble pas
inutile d'avoir également un
entretien avec les réalisateurs du
programme.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
06 Question de Mme Camille Dieu à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "les
successions en déshérence" (n° 10807)
06 Vraag van mevrouw Camille Dieu aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "erfloze
nalatenschappen" (nr. 10807)
06.01 Camille Dieu (PS): Madame la présidente, madame la
ministre, en vertu des articles 811 et suivants du Code civil, la
succession est réputée vacante lorsqu'il ne se présente personne
pour réclamer la succession, qu'il n'y a pas d'héritier connu ou que les
héritiers connus y ont renoncé. Dans ce cas, un curateur est désigné
afin de procéder au règlement de la succession.

Cette situation peut créer certaines difficultés lorsque la personne
décédée loue un bien immobilier. En effet, cette situation reporte le
problème sur les épaules du propriétaire du bien loué qui doit lui-
06.01 Camille Dieu (PS): De
nalatenschap wordt als onbeheerd
aangemerkt wanneer niemand ze
opeist, er geen erfgenaam bekend
is of de erven afstand gedaan
hebben van de nalatenschap. In
dat geval wordt een curator
aangesteld om de erfopvolging te
regelen. Die situatie kan voor
problemen zorgen wanneer de
21/03/2006
CRIV 51
COM 898
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
même intenter cette action devant la juridiction compétente.

Dans ce cas, le temps pris par les tribunaux à régler toute succession
en déshérence empêche le propriétaire de relouer son bien après un
laps de temps raisonnable, car aucune législation à ce jour ne prévoit
explicitement de délai pour traiter ce cas de figure.

Dans la pratique, il ressort même que certaines situations ne sont
toujours pas résolues après dix années. On peut aisément
comprendre que le curateur vérifie qu'il n'y a aucun héritier potentiel,
mais pas que cette démarche dure des années.

Le propriétaire est donc placé dans une insécurité juridique totale:
d'une part, il ne peut se défaire des biens de la personne décédée et
se trouvant dans son immeuble et, d'autre part, il doit attendre une
décision judiciaire qui risque de prendre beaucoup de temps.

Madame la ministre, pourriez-vous tout d'abord me dire si l'on connaît
le nombre de successions en déshérence à ce jour?

Quelles sont les mesures qui pourraient être prises en vue d'accélérer
cette procédure?

Ne conviendrait-il pas d'élaborer deux procédures distinctes selon que
les héritiers ont renoncé à la succession ou que la succession est
vacante à la suite de l'absence d'héritiers connus?
overledene een onroerend goed
huurde. De huisbaas moet immers
zelf een vordering instellen bij het
bevoegde rechtscollege, en kan
zijn goed niet opnieuw verhuren
zolang de rechtbank de erfloze
nalatenschap niet afgehandeld
heeft. Dat kan jaren aanslepen.

Voor de huisbaas heerst er
rechtsonzekerheid: hij kan zich
niet ontdoen van de goederen van
de overledene, en moet (soms
zeer lang) wachten op de
uitspraak van de rechter.

Hoeveel erfloze nalatenschappen
zijn er?

Welke maatregelen kan men
treffen om die procedure te
bespoedigen?

Moeten er geen twee verschillende
procedures in het leven geroepen
worden, een voor nalaten-
schappen die door de erfgenamen
geweigerd werden, en een voor
onbeheerde nalatenschappen
zonder bekende erven?
06.02 Laurette Onkelinx, ministre: Madame la présidente, chère
collègue, je suis favorable à cette réflexion et je n'irai pas par quatre
chemins. Toutefois, une précision terminologique s'impose ­ et vous
l'avez faite vous-même ­ à propos d'une succession en déshérence:
une succession est en déshérence quand aucun héritier n'est
finalement trouvé. Dans l'attente, les successions auxquelles les
héritiers ont renoncé ou dont les successeurs sont inconnus sont
qualifiées de successions vacantes.

Je ne sais pas quel est le nombre de successions en déshérence. Si
vous me posez la question par écrit, je pourrai interroger les autorités
judiciaires et récolter une réponse précise, ce qui m'est impossible
dans un délai court.

Quant aux mesures possibles à prendre pour accélérer la procédure,
j'y suis favorable, mais je rappellerai que son objectif est de protéger
les héritiers potentiels. Il ne s'agit pas de clore une succession sans
s'assurer que les héritiers n'ont pas été recherchés avec sérieux.

Il importe donc de travailler rapidement mais de ne pas faire une croix
sur les intérêts légitimes des héritiers potentiels, d'autant plus que le
retard pris par certaines procédures ne signifie pas que la procédure
est mal conçue. Il peut s'expliquer par la manière dont la procédure
est conduite et par certaines difficultés rencontrées dans la recherche
des héritiers, par exemple.

Je l'ai dit d'emblée, je suis disposée à examiner toute proposition
06.02
Minister
Laurette
Onkelinx: Een nalatenschap wordt
als erfloos aangemerkt wanneer er
uiteindelijk geen erfgenaam
gevonden wordt. In afwachting
worden nalatenschappen die door
de erven geweigerd werden of
waarvan de erfgerechtigden
onbekend zijn, als onbeheerde
nalatenschap bestempeld.

Het aantal erfloze
nalatenschappen ken ik niet
precies. Ik zal de gerechtelijke
overheden de vraag voorleggen
als u ze me schriftelijk stelt.

Ik ben zeker voorstander van
maatregelen om de procedure te
bespoedigen, maar men mag
geen nalatenschap afsluiten
zonder zich er eerst van te
vergewissen dat men eventuele
erven echt heeft trachten op te
sporen.
Het komt erop aan snel te werken,
CRIV 51
COM 898
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
tendant à accélérer la procédure, mais il me semble nécessaire de
travailler également à partir d'une réflexion de fond afin d'avoir une
vision précise de l'ensemble des intérêts à protéger. Cela dit, la
question relative à la possibilité de créer deux procédures distinctes
selon que les héritiers aient renoncé ou que la succession soit
devenue vacante en l'absence d'héritiers connus devrait aussi être
abordée par le projet ou la proposition. Je suis ouverte à toute
suggestion en la matière pour autant que vous en ayez. Cela me
faciliterait la tâche.



Président: Tony Van Parys.

Voorzitter: Tony Van Parys.
rekening houdend met de
belangen van de mogelijke
erfgenamen. Het feit dat sommige
procedures zo lang aanslepen, valt
te verklaren door de moeilijke
zoektocht naar de erfgenamen. Ik
ben bereid elk voorstel dat ertoe
strekt de procedure te versnellen,
te onderzoeken. Men zou de
mogelijkheid moeten onderzoeken
om twee procedures in het leven
te roepen naargelang de
erfgenamen afstand hebben
gedaan van de nalatenschap, dan
wel het een onbeheerde
nalatenschap betreft omdat de
erfgenamen onbekend zijn.
06.03 Camille Dieu (PS): Madame la ministre, vos propos me
réjouissent. (...) (Intervention hors micro)
06.04 Laurette Onkelinx, ministre: La justice est une matière
passionnante!
Le président: Oui, c'est énorme!
06.05 Camille Dieu (PS): (...)
Le président: Mais vous êtes la bienvenue, madame Dieu! Vous devriez assister plus souvent à nos
réunions de commission! Il y a des tas de choses à faire ici!

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Samengevoegde vragen van
- de heer Mark Verhaegen aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
personeelssterkte van het parket te Turnhout" (nr. 10878)
- mevrouw Martine Taelman aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de capaciteit
van het parket van het arrondissement Turnhout" (nr. 10949)
07 Questions jointes de
- M. Mark Verhaegen à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "l'effectif du personnel au
parquet de Turnhout" (n° 10878)
- Mme Martine Taelman à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "la capacité du parquet
de l'arrondissement de Turnhout" (n° 10949)
07.01 Mark Verhaegen (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, ons arrondissement maakt zich reeds geruime tijd zorgen
omdat we met lede ogen moeten toezien op het beperkte kader bij het
parket van Turnhout, waardoor een aantal bijkomende opdrachten
niet kunnen worden opgenomen. Als lid van de zonale veiligheidsraad
van de politiezone Zuiderkempen hoor ik de procureur regelmatig
zeggen dat hij een van onze voorstellen wel een goed idee vindt
waaraan gewerkt moet worden, maar tegelijk wijst op het gebrek aan
mankracht om het voorstel ook te kunnen uitvoeren. Dit is een ernstig
probleem, vandaar mijn vragen, mevrouw de minister.

Hoe is het huidig kader samengesteld? Wordt in de nabije toekomst
in een uitbreiding voorzien? Over wel cijfermateriaal inzake werklast
07.01 Mark Verhaegen (CD&V):
L'effectif du personnel au parquet
de Turnhout est très restreint. Ce
parquet n'est dès lors pas en
mesure d'accomplir des missions
supplémentaires pourtant
nécessaires.

La ministre dispose-t-elle de
chiffres concernant la charge de
travail de ce personnel? Quelle est
la composition du cadre actuel et
une extension de celui-ci est-elle
21/03/2006
CRIV 51
COM 898
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
beschikt u? Zijn er elementen die een kaderuitbreiding rechtvaardigen
zoals onder meer tijdelijke opdrachten, loopbaanonderbrekingen,
verminderde arbeidsprestaties? Zijn er speciale dossiers die een
kaderuitbreiding rechtvaardigen? Moeten er nog magistraten
bijkomen? Zo ja, hoeveel? Geldt dit ook voor het parketsecretariaat?
prévue? Certaines éléments
justifieraient-ils une extension de
cadre, comme le départ d'un
magistrat ou l'arrivée de dossiers
entraînant un surcroît de travail?
Combien de magistrats
supplémentaires faudrait-il recruter
à Turnhout? Et faudrait-il procéder
à un même nombre de
recrutements au secrétariat du
parquet?
07.02 Martine Taelman (VLD): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, ik kan mij aansluiten bij de vraag van collega Verhaegen.

Ik geef een concrete vergelijking tussen de parketten van Turnhout en
Hasselt. Inzake bevolkingsaantal zijn de twee arrondissementen
ongeveer gelijk, Turnhout is iets minder groot met 416.528 inwoners,
terwijl Hasselt 436.799 inwoners telt. Qua instroom van correctionele
dossiers is er evenmin veel verschil: Turnhout telt er 16.325 en
Hasselt 16.856. Deze cijfers zijn gebaseerd op de gegevens van
2004. Beide parketten zijn met elkaar vergelijkbaar. Wat het
personeelskader betreft, gaat de vergelijking evenwel helemaal niet
op. Dat bevestigt wat de heer Verhaegen zei. Hasselt beschikt over
een procureur des Konings, vijf eerste substituten, twaalf substituten,
een gedelegeerd krijgsauditeur, een gerechtelijke stagiair en drie
juristen. Turnhout beschikt over een procureur des Konings, vier
eerste substituten, slechts negen substituten, twee toegevoegde
substituten en slechts een jurist. Hoewel het parket van Turnhout een
gelijkaardig aantal zaken te behandelen heeft, beschikt het over een
veel kleiner personeelskader.

Mevrouw de minister, is er een reden voor deze ongelijkheid? Bent u
van plan deze ongelijkheid op te lossen.

Ik kom terug op de werklastmeting waarnaar de heer Verhaegen heeft
verwezen. Ik vermoed dat deze meting bij de parketten lopende is.
Het kan echter niet de bedoeling zijn dat men gedurende jaren een
dergelijke ongelijkheid in dossiers laat bestaan onder het mom van
ooit eens resultaten van een werklastmeting vrij te geven.
07.02 Martine Taelman (VLD):
Pour ce qui regarde le chiffre de la
population et l'afflux de dossiers,
les parquets de Hasselt et de
Turnhout sont comparables mais
le cadre du personnel à Turnhout
est beaucoup plus modeste qu'à
Hasselt. Cette inégalité se justifie-
t-elle et la ministre s'emploiera-t-
elle à apporter une solution au
problème qu'elle pose?
07.03 Minister Laurette Onkelinx: Mijnheer de voorzitter, het
onderscheid tussen beide parketten dateert reeds van 1998. Tot dan
verschilden de kaders van de twee bedoelde parketten nauwelijks. De
redenen van de grotere toename van het kader van het parket van
Hasselt zijn mij niet bekend.

Ik meen dat het geen goed idee is om de personeelssterkte van elk
van de 27 parketten onderling af te wegen op basis van beperkte
statistische gegevens. Daarom heb ik bij het begin van de legislatuur
beslist om een instrument te laten creëren ­ het was een idee van de
heer Verwilghen ­ waarbij de werklast van de onderscheiden
parketten beter kon worden bepaald.

De resultaten van deze werklastmeting, die een permanent gegeven
is, kunnen tevens door de korpschefs worden gebruikt om de
werkprocessen binnen hun parket te verbeteren. Dit moet leiden tot
een grotere efficiëntie en een betere inzet van het beschikbare
07.03
Laurette Onkelinx,
ministre: L'écart entre les parquets
de Turnhout et de Hasselt remonte
à 1998. Avant cette date, les
cadres de ces parquets étaient
quasi identiques. J'ignore pour
quelles raisons le cadre de
Hasselt a pris de telles
proportions.

Comparer les effectifs des vingt-
sept parquets sur la base de
données statistiques limitées n'est
pas une bonne idée. C'est la
raison pour laquelle nous avons,
au début de cette législature, mis
au point un instrument objectif de
CRIV 51
COM 898
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
personeel. Het werklastmetingsinstrument bestaat ondertussen en
werd reeds geïmplementeerd voor de verkeersafdelingen van de
parketten. Hetzelfde gebeurt nu voor de andere afdelingen en de
parketten-generaal. Dit is moeilijker, omdat de graad van
informatisering daar lager is. Zodra gevalideerde cijfers bestaan, kan
de personeelsbezetting binnen een parket beter worden vertaald,
volgens de werklast die er concreet aanwezig is. Op dat ogenblik
zullen de personeelsmiddelen objectiever kunnen worden bepaald.
mesure de la charge de travail qui
pèse sur les parquets. En fonction
des résultats des mesures
effectuées, les chefs de corps
seront à même d'améliorer le
processus des activités au sein de
leur parquet et de mener une
politique du personnel plus
efficace.

Cet instrument a déjà été utilisé
dans les sections roulage des
parquets et il est également utilisé
dans leurs autres sections et au
sein des parquets généraux. Sitôt
que des statistiques claires seront
disponibles, nous pourrons
déterminer objectivement le
nombre nécessaire de membres
du personnel pour chaque
parquet.
Cela dit, je n'étais pas au courant de problèmes spécifiques à
Turnhout. Je n'ai pas été contactée à ce sujet. Comme vous le savez,
à Turnhout et à Hasselt, les cadres sont complets et rien n'a été
modifié depuis 1998.
De problemen in Turnhout waren
me niet bekend; net als in Hasselt,
is de personeelsformatie voltallig
en werden sinds 1998 geen
wijzigingen meer aangebracht.
07.04 Mark Verhaegen (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, u zegt dat er geen concrete plannen zijn. U schermt met de
werklastmeting en wil eerst objectieve cijfers, om achteraf te zien hoe
u het probleem kunt oplossen.

Ik wil u vragen de noodkreten uit de Kempen toch mee te nemen,
want dat bewijst dat wij ons bewust zijn van de noodzaak om in het
arrondissement Turnhout het parket te versterken. Ook met de
politiezones hebben wij de uitdrukkelijke keuze gemaakt om het
parket maximaal zijn rol te laten spelen in onze regio. Daar staat dus
heel wat werk tegenover. Wij werken mee waar het kan en waar het
moet. Ik geef het voorbeeld van de bestaffing van de AIK. Wij hebben
gezorgd voor een vacature die wij hebben beschreven, zelfs in de
stad Turnhout op 40 kilometer van onze woonplaats, om daar mensen
het AIK te laten bestaffen. Dit maar om te tonen dat wij ook lokaal
onze verantwoordelijkheid opnemen.

Ik hoop dat u het probleem concreet en snel zult kunnen oplossen.
07.04 Mark Verhaegen (CD&V):
Il faut donc attendre les résultats
de la mesure de la charge de
travail. Je souhaiterais que la
ministre tienne compte des
revendications formulées par les
parquets de Campine. En
concertation avec les zones de
police, il a été décidé d'attribuer un
rôle maximal aux parquets dans
cette région. J'espère qu'une
solution sera trouvée rapidement.
07.05 Martine Taelman (VLD): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, ik dank u voor dit antwoord. Ik heb nog een concrete
bijkomende vraag.

Hebt u een idee over de concrete timing van het afwerken van de
werklastmeting, zodat de parketten een datum kan worden gegeven
waarop zij een oplossing voor hun problemen mogen verwachten?
07.05 Martine Taelman (VLD):
La ministre dispose-t-elle de plus
amples informations concernant le
calendrier concret de la mesure de
la charge de travail, de manière à
ce que les parquets sachent
quand une solution pourrait
intervenir?
07.06 Minister Laurette Onkelinx: Het zou misschien een goed idee
zijn de deskundigen hier uit te nodigen.
07.06
Laurette Onkelinx,
ministre: Il me semble qu'il pourrait
21/03/2006
CRIV 51
COM 898
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
être utile d'inviter les experts dans
cette commission.
De voorzitter: Ik suggereer de échte voorzitter om dat initiatief te
nemen.
Le
président: C'est une
suggestion au président.
07.07 Laurette Onkelinx, ministre: J'ignore à quel président
m'adresser en ce moment précis!
Le président: Au président habituel évidemment!
07.08 Laurette Onkelinx, ministre: Peut-être pourrions-nous, après
les vacances de Pâques, inviter les spécialistes pour qu'ils exposent
leur point de vue en la matière?
07.08
Minister
Laurette
Onkelinx: We zouden na de
paasvakantie de specialisten
kunnen uitnodigen, zodat die hun
standpunt kunnen uiteenzetten.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

Présidente: Martine Taelman.
Voorzitter: Martine Taelman.
08 Vraag van de heer Tony Van Parys aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
bescherming van een Palestijns onderdaan die werd aangehouden en vrij is onder
voorwaarden" (nr. 10897)
08 Question de M. Tony Van Parys à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "la
protection dont bénéficie un ressortissant palestinien qui a été arrêté et libéré sous
conditions" (n° 10897)
08.01 Tony Van Parys (CD&V): Mevrouw de minister, België heeft
destijds een Palestijn in bescherming genomen die toen verbleef in de
Geboortekerk van Bethlehem. Ik herinner mij nog de persberichten
van onze regering van destijds. Op 22 mei 2002 was de titel "De
Palestijn uit de Geboortekerk is in België aangekomen". Dat was het
triomfantelijk bericht van de blijde intrede van de Palestijn uit de
Geboortekerk van Bethlehem.

Onze Palestijn heeft blijkbaar echter niet altijd de rechte weg gevolgd
en misschien zelfs af en toe een scheve schaats gereden, want de
man zou aangehouden geweest zijn in verband met de brutale overval
met explosieven in Brakel. Onze Palestijn zou dan vrijgelaten zijn
onder voorwaarden, maar zou zich niet aan de voorwaarden
gehouden hebben. Het dossier is klaarblijkelijk in behandeling bij het
federaal parket. Als ons land ­ het was minister Michel die daar
destijds nogal wat publiciteit rond gevoerd heeft ­ de bescherming op
zich neemt van die Palestijn, wat op zich uiteraard humanitair te
ondersteunen is en aanmoediging verdient, en de man in kwestie zich
niet houdt aan de voorwaarden waaronder hij na een aanhouding is
vrijgelaten, kan die man dan de bescherming van de Belgische
regering blijven genieten?

Kan de minister bevestigen dat onze Palestijn aangehouden is in
verband met de brutale overval met explosieven in Brakel? Kan de
minister bevestigen dat hij vrijgelaten is onder voorwaarden en dat hij
de voorwaarden niet heeft nageleefd? Desgevallend, waarom is hij
niet opnieuw aangehouden?
08.01 Tony Van Parys (CD&V):
En mai 2002, la Belgique a pris un
Palestinien sous sa protection
alors que celui-ci séjournait à
l'époque dans l'église de la nativité
à Bethléem. L'homme a toutefois
été arrêté à la suite d'une violente
agression avec explosifs à Brakel.
Il a été libéré sous conditions mais
il ne les a pas respectées. Le
dossier est traité par le parquet
fédéral. Un tel individu peut-il
continuer à bénéficier de la
protection du gouvernement?

Le ministre confirme-t-il ces
informations? Pourquoi cet
homme n'a-t-il pas été arrêté une
nouvelle fois? Quel est le statut de
ce Palestinien? Son allocation de
1.000 euros par mois peut-elle
être maintenue s'il ne respecte
pas les règles d'ordre public et de
sécurité?
CRIV 51
COM 898
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
Wat is het statuut van onze Palestijn? Welke vergoeding wordt hem
uitgekeerd? Naar verluidt ontvangt de brave man een vergoeding van
1.000 euro per maand, zodanig dat hij hier kan wonen, leven en
overleven. Als al die maatregelen ter bescherming van onze Palestijn
genomen worden, dringt de vraag zich op of die gehandhaafd kunnen
blijven op het ogenblik waarop er toch wel indicaties zijn dat hij zich
niet volledig houdt aan onze regels van openbare orde en onze
veiligheid. Vandaar dat ik nieuwsgierig was, mevrouw de minister,
naar uw standpunten hieromtrent.
08.02 Minister Laurette Onkelinx: Mevrouw de voorzitter, mijnheer
Van Parys, in 2002 aanvaardde de minister van Buitenlandse Zaken
inderdaad dat de persoon waarvan sprake in uw vraag, in ons land
werd opgevangen. Voor de geschiedenis van het dossier en de
voorwaarden van zijn verblijf verwijs ik u dan ook naar mijn collega.

Wat het gerechtelijk aspect betreft, moet ik u nogmaals zeggen dat ik
niet van dat soort vragen houd. Het gaat om een individueel dossier
en ik heb niet de gewoonte daarover te communiceren. Ik kan u
alleen meedelen dat de persoon inderdaad betrokken is bij een
gerechtelijk onderzoek. Hij werd een periode in voorlopige hechtenis
geplaatst en werd in februari 2004 onder voorwaarden vrijgelaten door
de kamer van inbeschuldigingstelling.
08.02
Laurette Onkelinx,
ministre: En 2002, le ministre de
l'Intérieur a en effet accepté que
cette personne soit accueillie en
Belgique. Pour l'historique de ce
dossier et les conditions de séjour,
je me réfère dès lors au ministre
compétent.

Je n'apprécie pas ce type de
questions. Il s'agit en effet d'un
dossier individuel, pour lequel je
ne communique donc aucune
information. L'homme en question
fait l'objet d'une instruction
judiciaire, a été en détention
préventive pendant un certain
temps et a été libéré sous
conditions par la chambre des
mises en accusation en février
2004.
08.03 Tony Van Parys (CD&V): Mevrouw de minister, ik begrijp dat
u niet houdt van dergelijke vragen. Het is echter niet aan ons om
alleen de vragen te stellen waarvan u houdt.
08.03 Tony Van Parys (CD&V):
Nous ne pouvons tout de même
poser uniquement les questions
que la ministre apprécie.
08.04 Laurette Onkelinx, ministre: Non. Vous devez normalement
poser des questions conformes au prescrit du Règlement de la
Chambre. C'est tout. Il ne s'agit pas d'aimer ou de ne pas aimer. Je
pense simplement qu'il faut respecter le Règlement de la Chambre
qui prévoit qu'on ne peut pas poser de questions sur des cas
individuels. Il ne s'agit donc pas, pour ma part, - je le répète - d'aimer
ou de ne pas aimer.
08.04 Minister Laurette
Onkelinx: Neen, ik wil u er
gewoon aan herinneren dat er
krachtens het Reglement van de
Kamer geen vragen over
individuele gevallen mogen
worden gesteld.
08.05 Tony Van Parys (CD&V): Mevrouw de minister, ik begrijp uw
verduidelijking. Ik wou daar even op reageren. Ik zou uw argumentatie
kunnen aannemen als dit een dossier zou zijn dat niet in de
belangstelling is gekomen. De regering heeft in mei 2002 een
triomfantelijk persbericht verspreid: "De Palestijn uit de Geboortekerk
is in België aangekomen". Dat was een triomfantelijk bericht,
zeggende: hij is daar en wij gaan die man nu opnemen. Als het goed
is, moet het in de pers komen. Als het fout loopt, is de transparantie
een beetje verder weg.

Ik ben u dankbaar omdat u de voornaamste vaststellingen in het
dossier hebt bevestigd. De man blijkt inderdaad aangehouden voor de
brutale feiten in Brakel. Op een bepaald ogenblik kwam hij
08.05 Tony Van Parys (CD&V):
Je pourrais accepter ces
arguments s'il s'agissait d'un
dossier qui n'est pas évoqué dans
les médias. En 2002, l'arrivée en
Belgique de ce Palestinien avait
été triomphalement annoncée
mais à partir du moment où
l'affaire prend une mauvaise
tournure, c'est le silence complet.
L'homme a été appréhendé pour
les faits qui lui étaient reprochés à
Brakel, il a été libéré sous
21/03/2006
CRIV 51
COM 898
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
voorwaardelijk vrij. Uw diensten zullen waarschijnlijk wel kunnen
bevestigen dat hij zich niet aan de voorwaarden heeft gehouden
omdat hij gedurende 20 dagen in Spanje is verbleven en daar werd
aangetroffen in het bezit van 20 gsm-kaarten en in een omgeving die
niet bevorderlijk was voor wat men de openbare orde en de openbare
veiligheid noemt.

U zegt dat ik voor het statuut bij de minister van Buitenlandse Zaken
moet zijn. Dat zal wel juist zijn, maar het statuut houdt precies in dat
deze man bescherming, een verblijf en een vergoeding van 1.000
euro per maand krijgt. Als die man in die omstandigheden wordt
verdacht van zware feiten, wordt aangehouden en zich niet houdt aan
de voorwaarden, dan is het inderdaad de verantwoordelijkheid van de
regering om die beschermingsmaatregelen ten minste in te trekken.
Men beroept zich op humanitaire principes. Ik vond dat destijds een
goede maatregel, maar u zult begrijpen dat dit niet door de beugel
kan en wij dit absoluut aan de kaak willen stellen.

Er gebeuren rare zaken met een aantal mensen die bescherming
krijgen. Het dossier-Erdal was daarvan ook een voorbeeld. Zij wordt
opgevangen op de plaats waar het secretariaat van haar terroristische
organisatie is. Onze Palestijn krijgt ook bescherming, ondanks het feit
dat hij zware gerechtelijke feiten pleegt. Ik weet niet goed aan wie
men in dit land allemaal bescherming biedt, mevrouw de minister,
maar ik zou u toch aanraden om de minister van Buitenlandse Zaken
eens grondig aan de tand te voelen over de
beschermingsmaatregelen, ondanks het gerechtelijk optreden en het
gerechtelijk onderzoek in zware criminele feiten.
conditions mais il n'a pas respecté
celles-ci. Il est parti en Espagne
durant une vingtaine de jours et il y
a été arrêté en possession d'une
vingtaine de cartes de gsm dans
un milieu criminel.

La ministre se réfère à l'Intérieur
en ce qui concerne le statut mais il
est tout de même inacceptable
qu'un tel individu perçoive une
allocation mensuelle de 1.000
euros! Le gouvernement doit
revoir les mesures de protection à
la baisse. J'ignore qui la Belgique
protège, mais je me pose de
nombreuses questions à ce sujet
depuis l'affaire Erdal.

Mme Erdal a été assignée à
résidence à l'endroit où son
organisation terroriste avait son
bureau. Je suggère que la ministre
interroge son collègue.
08.06 Minister Laurette Onkelinx: Ik herhaal, ik ben alleen bevoegd
voor de gerechtelijke aspecten van dit dossier.
08.06
Laurette Onkelinx,
ministre: Ma compétence se limite
aux aspects judiciaires du dossier.
08.07 Tony Van Parys (CD&V): (....).
08.07 Tony Van Parys (CD&V):
Voilà une interprétation pour le
moins restrictive de cette
compétence.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09 Vraag van mevrouw Hilde Claes aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "het
beleid inzake partnergeweld" (nr. 10898)
09 Question de Mme Hilde Claes à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "la politique
en matière de violence conjugale" (n° 10898)
09.01 Hilde Claes (sp.a-spirit): Mevrouw de voorzitter, mevrouw de
minister, naar aanleiding van de internationale vrouwendag was er
weer heel wat te doen rond partnergeweld. U hebt zelf ook initiatieven
aangekondigd in dat kader, zoals een nieuwe rondzendbrief die van
kracht zal worden op 3 april. Daarmee zult u de aanpak van
partnergeweld strenger maken: preventie, bemiddeling en repressie
worden sleutelwoorden. Ik heb begrepen dat dit een boodschap van
nultolerantie is.

Concreet moeten 27 arrondissementen actieplannen opstellen, politie
en parketten moeten klachten van slachtoffers ernstig nemen in de
toekomst en aan de slachtoffers zal ook extra aandacht worden
09.01 Hilde Claes (sp.a-spirit):
Une nouvelle circulaire adressée
aux parquets entend renforcer la
lutte contre la violence conjugale.
Les mots-clefs de cette nouvelle
approche sont la prévention, la
médiation, la répression et la
tolérance zéro. Des plans d'action
doivent être élaborés dans les
vingt-sept arrondissements
judiciaires. La police et les
parquets doivent prendre au
CRIV 51
COM 898
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
besteed. Er is ook een nieuw nationaal actieplan inzake
partnergeweld met heel wat ambitieuze doelstellingen. Vandaag wil ik
even concreet stilstaan bij de positie van het slachtoffer.

In 2003 werd de wet op de uithuisplaatsing ingevoerd, om te
voorkomen dat het slachtoffer het huis zou moeten verlaten en dus
een tweede keer bestraft zou worden. Ingevolge deze wet moet de
dader nu het huis verlaten, maar blijkbaar zijn er heel wat twijfels bij
de toepassing van de wetgeving en laat deze te wensen over.

Acht u het opportuun om de wet op de uithuisplaatsing bij te schaven?
Is die wet al voldoende bekend bij het publiek? Wordt er reeds
gebruikgemaakt van die wetgeving in de praktijk? Heeft u cijfers over
de uithuisplaatsingen van daders, het voorbije jaar?

Bij de volgende twee punten wil ik ook nog even stilstaan. De
verhoren van slachtoffers worden opgenomen op video. Vandaag
bestaat wettelijk de mogelijkheid voor audiovisueel verhoor van een
minderjarige. Blijkbaar gaan er stemmen op om dat uit te breiden naar
meerderjarigen. Zult u die uitbreiding naar meerderjarigen voorzien?

Ik heb al vragen gesteld over het project Time-out in Vlaanderen, dat
preventief wil werken met groepstrainingen. In Wallonië is de
tegenhanger daarvan de vzw Praxis. In de pers heeft u aangekondigd
drie miljoen euro te zullen uittrekken voor alternatieve maatregelen.
Van die som zou 500.000 euro naar de vzw Praxis gaan. Zal ook het
project Time-out in Vlaanderen financiële middelen krijgen via de
uitgetrokken drie miljoen euro?
sérieux les plaintes concernant
des faits de violence conjugale et
accorder une attention particulière
aux victimes. Un nouveau plan
d'action national contre la violence
conjugale sera également mis en
oeuvre.

En 2003 est entrée en vigueur la
loi sur l'éloignement du domicile
conjugal. Ce n'est pas la victime
mais l'auteur des faits qui doit
quitter le domicile. Des doutes
subsistent pourtant quant à la
mise en oeuvre de la loi. Convient-
il d'y apporter des modifications?
Est-elle suffisamment connue du
public? Est-elle appliquée dans la
pratique et dispose-t-on de chiffres
à ce sujet? L'audition audiovisuelle
de victimes mineures sera-t-elle
étendue aux victimes majeures de
violences conjugales. Le projet
"Time-Out", qui met l'accent sur la
prévention, bénéficiera-t-il des
moyens financiers nécessaires?
09.02 Minister Laurette Onkelinx: Mevrouw Claes, in het Nationaal
Actieplan Partnergeweld 2006-2007 wordt aandacht besteed aan de
kennis en toepassing van de wet van 2003 tot toewijzing van de
gezinswoning en tot verzwaring van strafsancties bij partnergeweld.
Die wet is een van mijn kinderen.

De evaluatie van de wet inzake uithuisplaatsing is op dit moment in
uitvoering door het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en
Mannen, maar er is vooralsnog geen reden om de wet te wijzigen. In
2003 werd er door het Instituut voor de Gelijkheid van Mannen en
Vrouwen een folder verspreid over de nieuwe wet tot toewijzing van
de gezinswoning. Die folder is nog steeds beschikbaar in drie talen via
de website van het instituut. De verspreiding van de folder per post
wordt tevens gegarandeerd door het instituut. De verdere
sensibilisatie van de juridische wereld inzake het gebruik van de wet
blijft een actiepunt van het Nationaal Actieplan Partnergeweld.

Het Instituut voor de Gelijkheid van Mannen en Vrouwen heeft in
samenwerking met de Federale Overheidsdienst Justitie een
evaluatie gedaan van de wet. Daarbij werd gevraagd naar de
bekendheid en de bruikbaarheid van de wet bij alle betrokken actoren.
De resultaten worden op dit moment nog verwerkt.

Om de bekendheid te vergroten worden nu reeds veel inspanningen
geleverd door de provinciale coördinatoren inzake geweld en door de
fora voor slachtofferhulp. De Hoge Raad voor de Justitie organiseert
ook vormingen voor magistraten om de problematiek van het
partnergeweld onder de aandacht te brengen. De recente
gezamenlijke rondzendbrief van de minister van Justitie en het
09.02
Laurette Onkelinx,
ministre: Le Plan d'action national
contre la violence entre
partenaires 2006-2007 entend
sensibiliser les citoyens et les
informer sur les dispositions
contenues dans la loi du 28 janvier
2003 visant à l'attribution du
logement familial et au
renforcement des sanctions
pénales en cas de violences entre
partenaires. Cette loi est en cours
d'évaluation par l'Institut pour
l'égalité des femmes et des
hommes. Il n'y a encore aucune
raison de modifier cette loi.

L'Institut avait déjà diffusé en 2003
un dépliant, qui est toujours
disponible sur son site internet et
fait également l'objet d'une
distribution par courrier postal. Un
des points d'action du plan
d'action national consiste à
poursuivre la sensibilisation du
monde juridique. Le SPF Justice
et l'Institut examinent la notoriété
et l'utilité de la loi pour tous les
acteurs impliqués. Les résultats de
21/03/2006
CRIV 51
COM 898
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
College van procureurs-generaal, inzake de bestrijding van het
partnergeweld, verwijst eveneens naar de mogelijkheid die de wet
inzake uithuisplaatsing biedt.

Wat uw derde vraag betreft, er zijn op dit moment geen algemene
cijfergegevens beschikbaar aangaande de uithuisplaatsing van
daders. Ter informatie kan verwezen worden naar het
opvolgingsrapport van het Antwerpse project Time-Out, dat voorziet in
een experimentele uitwerking van daderbegeleiding bij volwassen
plegers van partnergeweld. Het project doet ook beroep op de
mogelijkheid van de uithuisplaatsing op vrijwillige basis door de
daders. De parketten nodigen in het raam van pretoriaanse
maatregelen soms de daders van echtelijk geweld uit afstand te
nemen en zich te verwijderen van de echtelijke woonst.

Ik kom tot uw vierde en vijfde vraag.

Voor minderjarigen die het slachtoffer of getuige zijn van bepaalde
misdrijven, is reeds een audiovisueel verhoor mogelijk. Dat bepaalt
artikel 91 van het Wetboek van strafvordering. U vraagt of ik dit ook
voor meerderjarigen zal mogelijk maken. De gemeenschappelijke
richtlijn van 1 maart 2006 benadrukt dat er voor ieder vastgesteld
geval van partnergeweld een passende oplossing moet gevonden
worden waarbij het slachtoffer van het geweld wordt ontzien,
beschermd en erkend. Hoofdstuk 7 voorziet in de mogelijkheid om het
verhoor audiovisueel te registreren. Deze verhoortechniek dient
evenwel door speciaal opgeleide politieambtenaren uitgevoerd te
worden.

Ten zesde, in het kader van de alternatieve gerechtelijke maatregelen
is het correct dat de FOD Justitie verscheidene projecten subsidieert
die de begeleiding van plegers van partnergeweld op zich nemen. Het
gaat hierbij onder meer om de VZW Praxis, Dader In Zicht,
Slachtoffer in Beeld en diverse lokale projecten in samenwerking met
de steden en gemeenten, bijvoorbeeld agressieprojecten te Leuven,
Mechelen, Dilbeek en Hasselt.

Het is eveneens correct dat de globale middelen die ter beschikking
zijn gesteld van Justitie voor de ontwikkeling van alternatieve
gerechtelijke maatregelen, voor 2006 aanzienlijk zullen worden
verhoogd door middel van een trekkingsrecht van 3 miljoen euro op
het Boetefonds. Momenteel onderzoekt de administratie op welke
wijze deze bijkomende middelen kunnen worden aangewend, onder
meer in functie van begeleidingsprojecten voor plegers van
partnergeweld.

Het project Time-Out waarvan sprake, wordt echter niet
gesubsidieerd door de FOD Justitie, maar door de minister van
Gelijke Kansen en wordt opgevolgd door het Instituut voor de
gelijkheid van vrouwen en mannen. Onze dienst heeft tot op heden
geen vraag ontvangen tot onderzoek van subsidiëring hiervan, al
vernamen wij informeel dat zeer recent wel een vraag in die zin aan
de minister van Justitie werd gericht door de Antwerpse provinciale
coördinatrice inzake geweld. Het is voor onze dienst bijgevolg niet
mogelijk om momenteel te kunnen inschatten of dit project past in het
licht van de bestaande subsidieregeling die ons ter beschikking staat
voor de subsidiëring van alternatieve gerechtelijke maatregelen.
Evenmin kunnen wij de opportuniteit van een eventuele overname of
cette enquête sont toujours en
cours d'examen.

Les coordinations provinciales en
matière de violences ainsi que les
forums d'aide aux victimes ont
fourni des efforts considérables
afin d'augmenter la notoriété de la
loi. De plus, le Conseil supérieur
organise des sessions de
formation pour les magistrats. La
ministre de la Justice a également
rédigé récemment une circulaire
commune avec le collège des
procureurs généraux.

Actuellement, nous ne disposons
pas de chiffres concernant les
éloignements du domicile familial
des auteurs d'actes intentionnels
de violence. Mais nous disposons
d'un rapport de suivi du projet
anversois "Time-Out" qui recourt
au système de l'éloignement
volontaire. Les parquets
demandent parfois aux auteurs
d'actes de violence de s'éloigner
du domicile conjugal.

La directive communautaire du 1
er
mars 2006 met l'accent sur le fait
que pour chaque cas de violence
entre partenaires, il convient de
trouver une solution permettant de
protéger la victime de nouvelles
violences. C'est dans ce contexte
que nous avons prévu la
possibilité de procéder à des
auditions audiovisuelles également
pour les personnes majeures.
Toutefois, ces auditions devront
être effectuées par des
fonctionnaires de police
spécialement formés à cette fin.

Le SPF Justice subventionne
plusieurs projets d'accompagne-
ment des auteurs de violences
entre partenaires tels que l'ASBL
Praxis, Dader In-Zicht, Slachtoffer
in Beeld et divers projets locaux.
Les moyens alloués pour 2006 à
l'élaboration de mesures judi-
ciaires parallèles seront augmen-
tés considérablement grâce à un
prélèvement de trois millions
d'euros dans le fonds des
amendes. Nous examinons
CRIV 51
COM 898
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21
complementaire subsidiëring met het Instituut voor de gelijkheid van
vrouwen en mannen, inzake dit project inschatten. Een advies is
slechts mogelijk op basis van voldoende informatie, te weten een
concrete projectaanvraag, na onderzoek van de noodzakelijke
stukken.
encore actuellement la question
de savoir comment ces moyens
seront alloués.

Le projet "Time-Out" n'est pas
subventionné par le SPF Justice
mais par l'Égalité des chances.
Son suivi sera assuré par l'Institut
pour l'égalité des chances entre
les femmes et les hommes. Nous
n'avons pas encore reçu de
demande officielle de subvention-
nement mais à l'heure où nous
parlons, une demande dans ce
sens aurait été introduite par la
coordinatrice Actes de violence de
la province d'Anvers. En ce
moment, nous ne sommes pas en
mesure d'estimer si ce projet
s'inscrit dans la réglementation
existante sur les subvention-
nements. Nous ne pourrons
émettre un avis qu'après qu'une
demande précise aura été
introduite.
09.03 Hilde Claes (sp.a-spirit): Mevrouw de minister, wat het laatste
punt betreft, verbaast het mij toch wel enigszins te vernemen dat de
vzw Praxis wel valt onder de FOD Justitie en van daaruit financiële
middelen krijgt om haar werking te garanderen, maar dat dat
anderzijds niet zou gelden voor Time Out, dat in Vlaanderen een
werking heeft die bij mijn weten volledig identiek is aan de werking
van de vzw Praxis. Ik begrijp echt niet goed waarom de ene onder de
FOD Justitie kan vallen, maar de andere niet.
09.03 Hilde Claes (sp.a-spirit): Le
fonctionnement de "Time-Out" et
de l'ASBL Praxis est identique,
selon mes informations. Je ne
comprends pas pourquoi le SPF
Justice octroie des subventions à
l'une et pas à l'autre.
09.04 Minister Laurette Onkelinx: Neen, dat is niet juist.

J'ai parlé de "Time-Out". Mais deux autres associations, "Dader in
Zicht" et "Slachtoffer in Beeld", par exemple, sont aussi
subventionnées. Et leurs subventions ont été augmentées très
sensiblement.
09.04 Minister Laurette Onkelinx:
Ik heb het inderdaad gehad over
"Time-Out". Twee andere
projecten, "Dader In-Zicht" en
"Slachtoffer in Beeld", worden
echter ook gesubsidieerd en die
subsidies werden aanzienlijk
verhoogd.
09.05 Hilde Claes (sp.a-spirit): Ik moet het verder nakijken maar
volgens mij hebben zij geen gelijkaardige werking als Time-Out.
Time-Out is bij mijn weten de enige in Vlaanderen die preventief werkt
door een specifieke werking. De projecten waarvan u melding maakt
doen dat mijns inziens niet. Maar goed, ik kan mij vergissen. Ik zal mij
zeker op dat punt verder gaan bevragen.
09.05 Hilde Claes (sp.a-spirit): Je
le vérifierai. Selon moi, "Time-Out"
est le seul projet qui s'intéresse
également à la prévention.
09.06 Minister Laurette Onkelinx: U hebt gelijk. Dat is echter niet de
bevoegdheid van een minister van Justitie.
09.06
Laurette Onkelinx,
ministre: Mme Claes a raison,
mais la Justice n'est pas
compétente en la matière.
Je travaille avec "Dader in Zicht", Praxis et "Slachtoffer in Beeld". Il
s'agit de la prise en charge et c'est littéralement prévu dans la
Ik werk met Dader In-Zicht, Praxis
en Slachtoffer in Beeld. Het betreft
21/03/2006
CRIV 51
COM 898
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22
nouvelle circulaire qui concerne les procureurs généraux.

Pour "Time-Out", il s'agit d'un projet pris en charge par un autre
département car c'est une autre mission. Vous avez raison, il s'agit
d'un excellent projet de prévention mais il sort des attributions de la
Justice.
de opvang waarin is voorzien in de
nieuwe circulaire die voor de
procureurs-generaal is bestemd.
"Time-Out" is een uitstekend
preventieproject dat onder een
ander departement ressorteert; het
valt immers buiten de bevoegd-
heid van het departement Justitie.
09.07 Hilde Claes (sp.a-spirit): Toch blijf ik het een eigenaardige
verschillende benadering vinden omdat hun werking dezelfde is. Ik zal
het verder navragen.
09.07 Hilde Claes (sp.a-spirit): Je
maintiens néanmoins qu'il est
étrange que "Time-Out" et l'ASBL
Praxis ne soient pas subvention-
nées de la même manière alors
que leur fonctionnement est
identique.
09.08 Minister Laurette Onkelinx: Neen, dat is niet dezelfde werking.
09.08
Laurette Onkelinx,
ministre: Ce que vous dites est
inexact.
09.09 Hilde Claes (sp.a-spirit): Volgens wat mij werd meegedeeld,
wel. De vzw Praxis zou een gelijkaardige werking hebben als de vzw
Time-Out, Praxis in Wallonië, Time-Out in Vlaanderen. Dat is wat mij
werd meegedeeld.
09.09 Hilde Claes (sp.a-spirit):
Selon mes informations, si.
09.10 Minister Laurette Onkelinx: Nee, maar Dader In Zicht,
Slachtoffer In Beeld, is wel hetzelfde bij Praxis en bij Time-Out.
09.10
Laurette Onkelinx,
ministre: Le fonctionnement des
projets Dader In-Zicht et
Slachtoffer in Beeld est également
identique à celui de l'ASBL Praxis.
Il y a d'ailleurs plus de moyens pour ces deux associations que pour
Praxis.
Voor die twee projecten zijn meer
middelen beschikbaar dan voor
Praxis.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
10 Vraag van mevrouw Hilde Claes aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
behandeling van klachten over de werking van het gerecht" (nr. 10899)
10 Question de Mme Hilde Claes à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "le traitement
de plaintes concernant le fonctionnement de la justice " (n° 10899)
10.01 Hilde Claes (sp.a-spirit): Mevrouw de voorzitter, mevrouw de
minister, in het verleden heb ik reeds enkele malen vragen gesteld
over de klachtenbehandeling. Ik heb u laten weten dat dit aspect te
wensen overlaat en dat er, mijns inziens, niet alleen nood is aan een
centrale registratie en behandeling maar ook aan een lokaal
vertegenwoordigd juridisch loket voor het indienen van klachten.

Vandaag kom ik terug op dit dossier omdat de Hoge Raad van Justitie
op vraag van de Senaat een advies heeft gegeven inzake de
klachtenbehandeling. Hun voorstel bestaat in een wijziging van het
Gerechtelijk Wetboek zodat de Hoge Raad van Justitie kan uitgroeien
tot een centrale dienst voor klachtenbehandeling met zowel een
loketfunctie, een ombudsfunctie als een reflectiefunctie.
10.01 Hilde Claes (sp.a-spirit):
J'ai déjà consacré plusieurs
questions au traitement des
plaintes. Non seulement l'enregis-
trement et le traitement doivent
être centralisés mais un guichet
juridique avec une représentation
locale doit également être créé
pour le dépôt des plaintes. À la
demande du Sénat, le Conseil
supérieur de la Justice a rendu un
avis sur le traitement des plaintes.
Il propose de modifier le Code
judiciaire de façon à pouvoir
CRIV 51
COM 898
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
23
Na het advies gelezen te hebben, geef ik toe dat het een aantal
positieve elementen bevat. De burger zal een vast aanspreekpunt
hebben en meer dan vandaag het geval is de garantie hebben dat zijn
klacht effectief behandeld zal worden. Ook voor de rechterlijke orde
bevat het advies voordelen. De rechterlijke orde kan via de
reflectiefunctie zicht krijgen op haar tekortkomingen, hetgeen op zijn
beurt kan leiden tot meer responsabilisering. De Hoge Raad van
Justitie kan via de centralisatie en registratie in de toekomst een pro-
actieve rol spelen, hetgeen in het voordeel is van de werking van het
gerecht en van de burger in het algemeen.

Mevrouw de minister, sta me evenwel ook toe te zeggen dat het
advies een aantal negatieve punten bevat. Eerst is er de
onbekendheid van de Hoge Raad van Justitie bij de burger die ik in
het verleden heb aangekaart. De klachten komen overal terecht,
behalve bij de Hoge Raad van Justitie, uitgerekend het orgaan waar
de klachten terecht zouden moeten komen. Hun voorstel om het
bevoegde orgaan te blijven zal, mijns inziens, een belangrijke
communicatiestrategie vereisen.

Een tweede belangrijk nadeel in het voorstel is het totaal gebrek aan
een lokaal vertegenwoordigd loket dat duidelijk herkenbaar en
laagdrempelig moet zijn zodat de burger effectief zijn weg erheen
vindt.

Kortom, globaal bekeken is het voorstel van de Hoge Raad van
Justitie verdedigbaar. Het moet evenwel opnieuw bediscussieerd
worden in een ruimer kader, eventueel in het kader van de globale
taken van de rechtshulp.

Mevrouw de minister, graag kreeg ik antwoord op de volgende
vragen.

Ten eerste, wat is uw standpunt inzake het voorstel van de Hoge
Raad van Justitie in zijn advies van 22 februari 2006?

Ten tweede, bent u bereid de discussie over de behandeling van de
klachten over de werking van het gerecht te kaderen in een debat
over de rechtshulp in het algemeen, met inbegrip van de juridische
informatie en bijstand en een evaluatie van de werking van de
justitiehuizen en de commissie voor juridische bijstand.
devenir un service central de
traitement des plaintes qui assure
une fonction de guichet, de
médiation et de réflexion.

Cet avis comporte quelques
éléments positifs. Ainsi, le citoyen
pourra disposer d'un interlocuteur
unique et avoir la garantie que sa
plainte sera effectivement traitée.
Grâce à la fonction d'organe de
réflexion du Conseil, l'ordre
judiciaire peut prendre conscience
de ses manquements et dès lors
être davantage responsabilisé. Le
Conseil supérieur de la Justice
peut jouer à cet égard un rôle
proactif.

L'avis comporte également
quelques points négatifs. Le
Conseil supérieur est relativement
mal connu des citoyens. Sa
proposition de rester l'organe
compétent pour le traitement des
plaintes exigera une stratégie de
communication adéquate. Il n'est
pas question d'un guichet
représenté à l'échelon local qui
doit être clairement identifiable et
facilement accessible. D'une
manière générale, la proposition
du Conseil supérieur est
défendable, mais une discussion
doit être menée à ce sujet dans le
cadre plus large des missions
générales de l'aide judiciaire.

Quel est le point de vue de la
ministre sur l'avis rendu par le
Conseil supérieur de la Justice le
22 février 2006? La ministre est-
elle prête à intégrer la discussion
sur le traitement des plaintes à un
débat relatif à l'aide judiciaire en
général, en ce compris
l'information et l'assistance
juridiques, ainsi qu'à une
évaluation du fonctionnement des
maisons de justice et de la
commission d'aide juridique?
10.02 Minister Laurette Onkelinx: Mevrouw de voorzitter, mevrouw
Claes, ten eerste, ik heb, net als u, op 22 februari 2006 kennis
genomen van het advies van de Hoge Raad voor de Justitie. Het
standpunt dat door de raad werd aangehouden schikt mij uitstekend
omdat een centralisatie van de klachten binnen de Hoge Raad voor
de Justitie wordt georganiseerd en een analyse over de
10.02
Laurette Onkelinx,
ministre: J'ai aussi pris
connaissance, le 22 février 2006,
de l'avis du Conseil supérieur de la
Justice. Je souscris à l'avis selon
lequel les plaintes doivent être
21/03/2006
CRIV 51
COM 898
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24
ontvankelijkheid en de gegrondheid van de klacht zal worden
georganiseerd door de betrokken rechtsmacht en in zekere zin door
de Hoge Raad zal worden gesuperviseerd.

Tot slot lijkt het mij essentieel dat een diepgaandere analyse over de
werking van Justitie zal worden georganiseerd door de Hoge Raad
voor de Justitie en zal kunnen worden weergegeven in de vorm van
aanbevelingen en zelfs van adviezen van de raad.

Ik ben van mening dat dit advies een prima werkbasis vormt voor
parlementaire werkzaamheden. Ik ben immers ook van mening dat
parlementaire werkzaamheden over een dergelijk onderwerp perfect
passen in de doelstellingen om het gerecht dichter bij de burger te
brengen.

Ten tweede, ik ben er niet van overtuigd dat de discussie over de
klacht moet worden verbonden met een debat over de rechtshulp in
het algemeen en over de eerstelijnsrechtshulp in het bijzonder.
Justitiehuizen kregen verschillende opdrachten toevertrouwd,
waaronder het onthaal van de burger, bekend onder de benaming
sociaal eerstelijnsonthaal. U weet dat in meerdere arrondissementen
de eerstelijnsrechtshulp ook met de hulp van de balie in het
justitiehuis gebeurt.

Uw opmerking over een eventuele hervorming van de juridische
informatieverstrekking, de rechtsbijstand en de taken die worden
uitgevoerd door de justitiehuizen en door de commissies voor
juridische bijstand, vind ik pertinent en ze verdient dat er grondiger
over wordt nagedacht.

Het justitiehuis vertolkt momenteel een bepaalde rol. Ik ben er niet
tegen dat deze rol evalueert naar iets anders, maar ik blijf bijzonder
aandachtig voor het vermijden van elke verwarring voor de burger.
Indien bijvoorbeeld morgen een meerderheid besluit aan het
justitiehuis de opdracht van het behandelen van klachten toe te
vertrouwen, is dat natuurlijk een totaal verschillende en totaal nieuwe
opdracht. Dat zal tijd en middelen vergen en een relatief belangrijke
herstructurering met zich meebrengen. Deze denkoefening kan niet
gebeuren zonder de bijdrage van de voornaamste actoren. Ik denk
uiteraard aan de Orde van Advocaten en aan de vertegenwoordigers
van de justitiehuizen, maar ook aan andere actoren die betrokken zijn
bij het juridisch onthaal en informatieverstrekking.

Ik denk aan de OCMW's, maar ook aan de syndicale organisaties en
andere verenigingen die zorgen voor een dergelijk dienstbetoon aan
de burgers. Via deze denkoefening mag men niet in de richting van
een te grote centralisatie gaan. Ik ben voorstander van diversiteit van
de informatie, maar zoals u zeker heeft begrepen ben ik ook
voorstander van een verbetering van het bestaande systeem teneinde
een meer kwalitatieve dienstverlening aan te bieden aan de burgers.
centralisées par le Conseil
supérieur, que l'examen de la
recevabilité et du bien-fondé des
plaintes doit être organisé par le
pouvoir judiciaire concerné et qu'il
doit être supervisé par le Conseil
supérieur. Il me paraît essentiel
que le Conseil supérieur procède à
une analyse plus approfondie du
fonctionnement de la Justice et
qu'il formule des avis et des
recommandations à ce sujet. Cet
avis constituerait une excellente
base de travail pour les activités
parlementaires, lesquelles peuvent
rapprocher la justice des citoyens.

Je ne suis pas convaincue de la
nécessité de lier le débat sur les
plaintes à un débat relatif à l'aide
judiciaire et à l'aide de première
ligne. Les maisons de Justice ont
notamment pour mission d'assurer
l'accueil social de première ligne.
Dans plusieurs arrondissements,
l'aide de première ligne s'effectue
avec la coopération du barreau au
sein de la maison de Justice. Il
convient de réfléchir à une
éventuelle réforme de la diffusion
d'informations juridiques, de l'aide
judiciaire et des tâches accomplies
par les maisons de Justice et les
commissions d'aide judiciaire.

Je ne suis pas opposée à une
modification du rôle des maisons
de Justice mais il faut éviter de
semer le trouble dans l'esprit des
citoyens. Si ces institutions
devaient aussi traiter de plaintes,
une importante restructuration
serait nécessaire. C'est impossible
en l'absence d'une concertation
avec l'ordre des avocats, les
représentants des maisons de
Justice et d'autres parties
intéressées comme les CPAS et
les organisations syndicales. Nous
ne pouvons aller vers une
centralisation excessive. Je suis
partisane d'une plus grande
diversité de l'information, mais
aussi d'une amélioration du
système existant.
10.03 Hilde Claes (sp.a-spirit): Mevrouw de minister, uit uw
antwoord begrijp ik dat het debat hier nog wel zal volgen. Voor dit
10.03 Hilde Claes (sp.a-spirit): Si
j'ai bien compris, un débat sera
CRIV 51
COM 898
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25
debat kan het advies van de Hoge Raad voor de Justitie als basis
dienen. Ik denk dat dit op zich een goed element is. Alleen blijf ik van
oordeel dat het goed zou zijn om dat debat zo ruim mogelijk te voeren
en het te kaderen in wat ik een globaal nieuw concept van integrale
rechtshulp zou noemen. Ik denk dat het goed zou zijn om te
evolueren naar een soort lokale juridische infopunten met heel
uitgebreide bevoegdheid, zowel qua informatieverstrekking en
bijstand als het behandelen van klachten.

U zegt dat men moet vermijden om verwarring te scheppen bij de
burger. Ik denk dat wij het daar allemaal wel over eens zijn. Wanneer
ik echter een beetje rond hoor, denk ik dat die verwarring vandaag al
bestaat bij de burger omdat men echt niet meer weet waar men voor
wat terechtkan. Precies daarom meen ik dat het goed is om bepaalde
functies te centraliseren en tegelijk te decentraliseren zodanig dat het
laagdrempelig wordt en effectief toegankelijk voor de burger. Dat zal
nog wel het voorwerp van discussie uitmaken.
organisé. L'avis du Conseil
supérieur pourrait servir de base à
ce débat qui doit être aussi large
que possible et s'inscrire dans le
cadre général d'une nouvelle
conception de l'assistance
judiciaire intégrale. Il serait
souhaitable d'évoluer vers des
points d'information locaux, dotés
d'une large compétence en
matière d'information et
d'assistance judiciaires, ainsi que
de traitement de réclamations.

J'estime comme vous qu'il faut
éviter la confusion dans l'esprit
des citoyens mais, aujourd'hui, la
confusion règne. Le citoyen ne sait
pas à qui adresser ses plaintes.
Aussi convient-il de centraliser
certaines fonctions et d'en
décentraliser d'autres, pour que
tout citoyen ait facilement accès
aux instances appelées à traiter
les réclamations.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
11 Samengevoegde vragen van
- de heer Claude Marinower aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de vervolging
van spijbelaars" (nr. 10820)
- mevrouw Hilde Claes aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de vervolging van
spijbelaars" (nr. 10918)
11 Questions jointes de
- M. Claude Marinower à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "la politique de
poursuite en matière d'absentéisme scolaire" (n° 10820)
- Mme Hilde Claes à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "la politique des poursuites
en matière d'absentéisme scolaire" (n° 10918)
11.01 Claude Marinower (VLD): Mevrouw de voorzitter, mevrouw de
minister, een tijd geleden heb ik u een schriftelijke vraag gesteld,
waarop u mij een antwoord hebt gegeven met een aantal cijfers.
Medio februari kwam minister van Onderwijs Vandenbroucke met een
plan dat hij had opgesteld om spijbelaars aan te pakken.

Een paar cijfers nog. In 2003-2004 registreerde het departement
Onderwijs voor heel Vlaanderen meer dan 4.300 zogenaamde
problematische afwezigheden. Daarvan kwamen er 1.488 uit de
provincie Antwerpen. Een leerling wordt problematisch afwezig
genoemd wanneer hij minstens dertig halve dagen van school
weggebleven is, of twintig halve dagen in het deeltijds onderwijs. Het
Antwerps stadsbestuur, dat al langer acties daartegen onderneemt,
heeft de lat lager gelegd, want daar wordt een leerling vanaf tien halve
dagen afwezigheid als een spijbelaar beschouwd.

Eén aspect van het plan van minister Vandenbroucke kreeg mijn
bijzondere aandacht, met name dat hij de ouders van spijbelaars wil
11.01 Claude Marinower (VLD):
Les chiffres en matière
d'absentéisme scolaire grave sont
très inquiétants. Le ministre
flamand M. Vandenbroucke a dès
lors annoncé un plan d'action dans
le cadre duquel est notamment
évoquée la possibilité d'infliger des
peines de prison aux parents
d'enfants pratiquant l'absentéisme
scolaire.

Le ministre Vandenbroucke a-t-il
déjà contacté la ministre de la
Justice à propos de ce plan
d'action? Quel est la position de la
ministre en la matière? Envisage-t-
elle de donner des instructions aux
21/03/2006
CRIV 51
COM 898
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
26
bestraffen met, onder meer, een gevangenisstraf.

Mevrouw de minister, ik had van u graag het volgende vernomen.

Ten eerste, zijn er al contacten geweest tussen minister
Vandenbroucke en u over zijn actieplan tegen spijbelen?

Ten tweede, wat is uw standpunt aangaande het idee om ouders een
gevangenisstraffen op te leggen wanneer zij niet optreden tegen het
spijbelgedrag van hun kinderen? Dikwijls blijkt dat de ouders weinig
vermogen tegen die problematische gevallen.

Ten derde, zijn er in die zin instructies gegeven of overweegt u om de
parketten instructies te geven?

Ten vierde, kan er niet gedacht worden aan alternatieve straffen?

Tot slot, ik heb nog eens verwezen naar gemeenschapsprojecten,
zoals Time Out, waarover we het in het verleden nog eens hebben
gehad. Volgens mij was iedereen het erover eens dat het een vrij
goed project was om een en ander te garanderen. Ik merk op dat
minister Vandenbroucke tegelijk warm en koud blaast omdat hij zei
dat de straffen niet zwaarder moeten worden, maar dat de vervolging
van de ouders die willen nillens kinderen van de schoolbanken
houden, gegarandeerd moet zijn.
parquets afin que parents et
enfants fassent réellement l'objet
de poursuites? Ne serait-il pas
préférable que les tribunaux de
police ou de la jeunesse puissent
prononcer des peines de
substitution? Quel est le rôle du
département de la Justice dans
des projets communautaires tels
que "Time-Out"?
11.02 Hilde Claes (sp.a-spirit): Mevrouw de voorzitter, mevrouw de
minister, ik sluit mij graag aan bij de vorige vraag, ook omdat ik
enkele jaren geleden in het Vlaams Parlement de problematiek van
het onderwijs nauw heb kunnen volgen. Het belang van onderwijs in
onze huidige maatschappij heb ik toen goed kunnen inzien.

Ik moet toegeven dat ik van de cijfers inzake problematisch spijbelen
ook behoorlijk geschrokken was. 4.437 leerlingen, om precies te zijn,
waren meer dan dertig halve dagen ongewettigd afwezig. Dat is
natuurlijk niet niks.

Er bestaan al heel wat mogelijkheden om op te treden. De wetgeving
biedt daartoe de mogelijkheid, maar klaarblijkelijk worden er toch nog
heel wat dossiers geseponeerd. Ik denk dat vanuit die vaststelling,
maar ook het belang van heel die problematiek, minister
Vandenbroucke een actieplan heeft opgesteld om het spijbelen beter
aan te pakken. Het is duidelijk zijn bedoeling om te komen tot een
veel beter controlesysteem dan er vandaag bestaat, maar ook om,
zoals collega Marinower al zei, op te treden tegen ouders die hun kind
te laat inschrijven.

Mevrouw de minister, ik heb de volgende vragen.

Hebt u al contact gehad met minister Vandenbroucke om plannen te
maken voor een duidelijk vervolgingsbeleid?

Hebt u zelf ideeën om het huidig vervolgingsbeleid te optimaliseren?
Zo ja, welke?

Bent u te vinden voor een aanpassing van de in de wet opgenomen
sanctioneringsmogelijkheden? Zo ja, welke zouden dat dan moeten
zijn volgens u?
11.02 Hilde Claes (sp.a-spirit):
Parmi les élèves fréquentant
l'enseignement secondaire, 1% est
considéré comme ayant un
comportement problématique en
matière d'absentéisme scolaire.
Cela signifie que pas moins de
4.437 élèves comptabilisent plus
de trente demi-journées d'absence
injustifiée. Le plan d'action du
ministre Vandenbroucke prévoit
une réforme en profondeur du
système de contrôle. Ainsi, des
mesures sévères seront prises à
l'encontre des parents qui
inscrivent tardivement leurs
enfants. Le plan d'action met
également l'accent sur une
politique de poursuites claire
assortie de mesures appropriées
vis-à-vis des parents et des
brosseurs invétérés.

La ministre a-t-elle déjà contacté
M. Vandenbroucke à ce sujet? A-t-
elle d'autres idées en vue d'une
optimisation de la politique de
poursuites? La ministre est-elle
favorable à une adaptation des
sanctions qui peuvent être prises?
CRIV 51
COM 898
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
27
11.03 Minister Laurette Onkelinx: Ten eerste, minister
Vandenbroucke heeft me zijn actieplan ter informatie toegezonden,
met de aankondiging dat het Vlaams Parlement erover zou
debatteren op 7 maart. Het rapport kondigt aan dat het binnen enkele
maanden een inventariserende en problematiserende nota ter
inleiding van bilaterale gesprekken over de gezamenlijke aanpak van
problematische leerplichtdossiers, zou overzenden aan de minister
van Justitie. Ik wacht dat rapport af.

Ten tweede, alvorens me uit te spreken over een voorstel tot
bestraffing van ouders die niet optreden tegen het spijbelgedrag van
hun kinderen, wacht ik de aangekondigde aanvullende nota af. In elk
geval maakt het eerste verslag duidelijk dat de sanctionerende
aanpak beperkt zou blijven tot ouders die duidelijk onwil vertonen. In
geval van een problematische opvoedingssituatie wordt daarentegen
verwezen naar de rol van de jeugdhulp.

Ten derde, voorlopig krijgen de parketten geen nadere instructies
inzake de vervolging van de jongeren en hun ouders. Op het parket
van Brussel werden drie criminologen aangesteld die in opdracht van
de procureur des Konings belast zijn met het toezicht op
problematische situaties. De criminoloog roept de minderjarige en zijn
ouders op om naar het parket te komen om ze op de schoolplicht te
wijzen.

Het lijkt me een goed initiatief om de parketten in die zin te
versterken. Ik heb daarom ook voorzien in de toevoeging vanaf
september 2006 van een criminoloog aan elk jeugdparket. Deze
criminoloog zal zich mede met de problematiek van schoolverzuim
kunnen inlaten.

Ten vierde, zodra een inbreuk op de wet van 29 juni 1983 betreffende
de leerplicht wordt vastgesteld, kan de politierechtbank een geldboete
van ­ geïndexeerd ­ 5,5 tot 137,5 euro opleggen voor elke
minderjarige ten aanzien van wie de inbreuk wordt vastgesteld. Bij
herhaling kunnen de geldboeten worden verdubbeld of kan een
gevangenisstraf van één dag tot één maand worden opgelegd. De
tenuitvoerlegging van het vonnis kan evenwel zes maanden worden
uitgesteld om de betrokkenen alsnog de kans te geven de wetgeving
na te leven. In dat geval wordt de veroordeling als niet bestaande
beschouwd. Daarnaast kan de gevangenisstraf vanzelfsprekend
worden vervangen door een alternatieve straf, bijvoorbeeld probatie.

Ten vijfde, een time-outproject probeert te voorkomen dat leerlingen
de school definitief verlaten voor ze zijn afgestudeerd. Dat gebeurt op
twee manieren.

Enerzijds gebeurt het door de probleemleerling tijdelijk uit de school te
nemen, een time-outprogramma te laten doorlopen in de welzijnsector
en hem te helpen te reïntegreren in de school.

Anderzijds gebeurt het door met de school aan een preventiebeleid te
werken waardoor op termijn minder leerlingen met schooluitval
bedreigd worden.

De projecten lopen momenteel in Brugge, Gent, Leuven en
Kortenberg.
11.03
Laurette Onkelinx,
ministre: M. Vandenbrouke m'a fait
parvenir son plan d'action à titre
d'information en annonçant que le
Parlement flamand en débattrait le
7 mars. Dans quelques mois, je
recevrai un rapport sur l'approche
commune des dossiers
problématiques en matière
d'obligation scolaire. J'attends
évidemment d'être en possession
de ce rapport avant de me
prononcer sur la proposition de
sanction.

En tout état de cause, l'approche
de sanction se limiterait aux
parents qui font preuve d'une
mauvaise volonté évidente. En cas
de situation d'éducation
problématique, le rôle joué par
l'aide à la jeunesse est également
souligné. Jusqu'à présent, les
parquets n'ont pas reçu
d'instructions en la matière.
Cependant, trois criminologues
chargés du contrôle des situations
problématiques ont été engagés
au parquet de Bruxelles. En cas
de problème, le criminologue
convoquera le mineur et ses
parents au parquet afin de leur
rappeler les principes de
l'obligation scolaire. À partir de
septembre 2006, un criminologue
sera engagé dans chaque parquet
de la jeunesse pour suivre le
problème de l'absentéisme
scolaire. Actuellement, des
amendes de 5,5 euros à 137,5
euros peuvent être infligées. En
cas de récidive, les amendes
peuvent être doublées et une
peine de prison d'un jour à un
mois peut être imposée.
L'exécution du jugement peut
cependant aussi être remise à six
mois. Si la personne concernée
respecte la législation, la
condamnation ne sera alors pas
considérée comme étant réelle.
Par ailleurs, la peine de prison
peut être remplacée par une peine
de substitution telle que la
probation.

Un projet "Time-Out" tente d'éviter
21/03/2006
CRIV 51
COM 898
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
28

De reden voor een time-out is vooral normovertredend gedrag en
spijbelen. Andere redenen zijn schoolmoeheid, delinquent gedrag
zoals diefstal, druggebruik en dealen, of gebruik van fysiek geweld.
De jongeren worden zowel aangereikt door het parket als door het
onderwijs of de welzijnssector.

Er zijn dus in sommige gevallen contacten met Justitie. De
verschillende pilootprojecten vonden tot nu toe evenwel elk op hun
eigen manier plaats en vormen momenteel het voorwerp van
evaluatie door de Vlaamse minister van Welzijn. Deze tracht tot een
basismodule te komen.

Voor verdere informatie moet ik u naar de bevoegde minister
verwijzen.
que les élèves quittent
définitivement l'école avant la fin
de leurs études. Il peut consister à
faire suivre par l'élève un
programme temporaire dans le
secteur du bien-être avant de le
réintégrer dans une école ou viser
à élaborer une politique de
prévention. Des projets sont en
cours à Bruges, à Gand, à Louvain
et à Kortenberg. Il s'agit surtout
d'élèves présentant un
comportement caractérisé par le
dépassement de norme, le
"brossage", le ras-le-bol scolaire,
la délinquance et le recours à la
violence physique. Ces projets font
l'objet d'une évaluation par la
ministre flamande du Bien-être.
11.04 Claude Marinower (VLD): Mevrouw de voorzitter, mevrouw de
minister, ik verheug mij over het feit dat onafgezien de inhoud van de
nota van minister Vandenbroucke aan u en de contacten die naar
aanleiding van die nota zouden genomen worden, u alleszins reeds
het initiatief neemt om vanaf de aanvang van het volgend
gerechtelijke jaar in september, als ik het goed begrepen heb, een
criminoloog toe te voegen aan de jeugdparketten.

Het belang om dergelijk gedrag zo snel mogelijk op te sporen en te
verhelpen, ik spreek niet over beteugelen, kan niet genoeg
onderstreept worden. Wij weten immers allen uit de praktijk waartoe
dit kan leiden indien die problematiek niet tijdig opgespoord wordt,
met alle gevolgen van dien. Ik zal dit blijven opvolgen.
11.04 Claude Marinower (VLD):
Il est très positif que des
criminologues viennent renforcer
les parquets. Pour le reste, nous
verrons comment la collaboration
avec le ministre Vandenbroucke
se déroulera.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
12 Vraag van de heer Tony Van Parys aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "haar
verklaringen inzake het beschikbaar dispositief van de Staatsveiligheid voor het schaduwen van
Erdal" (nr. 10924)
12 Question de M. Tony Van Parys à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "ses
déclarations relatives au dispositif dont disposait la Sûreté de l'État pour la filature de Mme Erdal"
(n° 10924)
12.01 Tony Van Parys (CD&V): Mevrouw de voorzitter, mevrouw de
vice-premier, u hebt in het Parlement het volgende verklaard over het
dispositief dat de Veiligheid van de Staat ter beschikking had gesteld
voor de observatie en het schaduwen van Fehriye Erdal, ingevolge de
crisisvergadering van 17 februari 2006. Ik citeer het integraal verslag:
"La Sûreté de l'État, faisant suite à la réunion au centre de crise, met
en place un dispositif de surveillance comprenant trois équipes de huit
personnes qui se sont relayées du 23 février jusqu'au 28 février, 24
heures sur 24 et envoie un avertissement aux différents services de
renseignement concernés. En outre, huit personnes ont également
été affectées à des opérations de filature avec quatre voitures mises
à la disposition."

Ik lees in de krant dat er geen 32 mensen van de Veiligheid van de
12.01 Tony Van Parys (CD&V):
La ministre de la Justice a fait la
déclaration suivante au Parlement
concernant le dispositif que la
Sûreté de l'État avait mis en place
pour l'observation et la filature de
Mme Fehrye Erdal.

(Citeert in het Frans) "Na de
vergadering in het crisiscentrum
zet de Staatsveiligheid drie
bewakingsteams van acht
personen in, die elkaar 24 uur op
24 aflosten in de periode van 23
CRIV 51
COM 898
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
29
Staat beschikbaar konden zijn voor de operatie, omdat twee
personeelsleden altijd kantoorwerk doen, omdat er twee al geruime
tijd ziek zijn en, ten slotte, omdat er een tiental met vakantie was op
27 februari. Het was namelijk krokusvakantie. Dit zou dus betekenen
dat er slechts 16 personeelsleden beschikbaar waren, in plaats van
32.

Ik heb de volgende vragen, toetsend wat u in het Parlement hebt
gezegd.

Hoeveel mensen waren er precies beschikbaar voor de observatie en
het schaduwen van Fehriye Erdal? Welke instructies had u aan de
Veiligheid van de Staat gegeven omtrent het dispositief voor deze
operatie? Tot welk dispositief had de Veiligheid van de Staat zich ten
opzichte van u geëngageerd? Waarom werd het dispositief eventueel
niet gehaald? Was er verlof toegestaan aan de betreffende teams
tussen 23 en 28 februari wegens de krokusvakantie en, zo ja, aan
hoeveel mensen en voor hoelang? Ten slotte, hoeveel mensen waren
ziek in die periode?
tot 28 februari. Ze verwittigt ook de
verschillende betrokken
inlichtingendiensten. Voorts
werden acht personen en vier
wagens ingezet om betrokkene te
schaduwen."

Dans la pratique, seules seize
personnes étaient toutefois
disponibles et non trente-deux.
Deux membres du personnel ne
font que du travail administratif,
deux membres étaient déjà
malades depuis une longue
période et dix membres du
personnel étaient en vacances.

Combien de personnes étaient-
elles disponibles, selon la ministre,
pour l'observation et la filature de
Mme Fehrye Erdal? Quelles
instructions la ministre avait-elle
données à la Sûreté de l'État?
Quel dispositif la Sûreté de l'État
s'était-elle engagée à mettre en
place? Pourquoi l'objectif n'a-t-il
pas été atteint? Combien de
personnes avaient reçu
l'autorisation de partir en vacances
pendant le congé de carnaval et
pour combien de temps? Combien
de personnes étaient malades au
cours de la même période?
12.02 Minister Laurette Onkelinx: De Veiligheid van de Staat
bevestigt dat in het kader van het operationele plan dat door haar
werd uitgewerkt, de dag na de vergadering van 17 februari 2006 in het
crisiscentrum, het toezichtsdispositief bestond uit drie ploegen van
acht personen, die elkaar gedurende 24 uur per dag hebben afgelost
van 23 februari tot 28 februari.

Bij die 24 personen kwamen nog acht personen voor het schaduwen.
Zij hadden vier voertuigen ter beschikking. Ik onderstreep dat deze 32
personen in totaal uiteraard niet permanent op het terrein waren.

Zij losten elkaar af gedurende die vijf dagen. Toen mevrouw Erdal en
haar medeplichtige het gebouw van DHKP-C op 27 februari 's avonds
verlieten, waren er zeven agenten op het terrein: twee in de
observatiepost en vijf verdeeld over de drie schaduwvoertuigen.

In werkelijkheid werd de hele sectie voor het schaduwen
gemobiliseerd voor dat toezicht. Het is juist dat er tijdens die periode
verloven werden toegestaan, maar de afwezige personen werden
gecompenseerd door agenten van andere secties. Het operationeel
plan van de Veiligheid van de Staat werd gerealiseerd door rekening
te houden met de aanwervingcapaciteit van de sectie voor het
schaduwen. Toen ik besloot te anticiperen op de inwerkingstelling van
het toezicht op mevrouw Erdal heb ik de Veiligheid van de Staat
12.02
Laurette Onkelinx,
ministre: Dans le cadre du plan
opérationnel élaboré par la Sûreté
de l'État lors de la réunion du
17 février 2006, la surveillance
avait été confiée à trois équipes de
huit personnes. En outre, huit
personnes étaient chargées de
l'opération de filature. Elles avaient
quatre voitures à leur disposition.
Ces personnes se sont relayées
sur le terrain du 23 au 28 février
2006. Lorsque Mme Erdal a quitté
le bâtiment le 27 février 2006, sept
agents étaient présents sur le
terrain.

La section entière de filature de
personnes a été mobilisée pour
cette opération. Des congés ont
été accordés mais les absents ont
été remplacés par des agents
d'autres sections.
21/03/2006
CRIV 51
COM 898
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
30
gewoon uitgenodigd zo snel mogelijk met het menselijk toezicht van
start te gaan en dat vanaf 23 februari 's avonds.

Daar de Vaste Comités van Toezicht op de Inlichtingendiensten en op
de Politiediensten op dit moment belast zijn met een onderzoek naar
de wijze waarop het toezicht is verlopen, wil ik wachten op de
conclusies van die comités alvorens in het dossier een definitief
standpunt in te nemen.
Le plan opérationnel a tenu
compte de la capacité de
recrutement de la section
concernée pour les missions de
filature. J'ai demandé à la Sûreté
de l'État de commencer la
surveillance humaine dès le 23
février 2006.

Les Comités P et R examinent
actuellement la question de savoir
comment s'est déroulée cette
surveillance. J'attends leurs
conclusions avant d'adopter une
position définitive.
12.03 Tony Van Parys (CD&V): Mevrouw de minister, ik zal ook
wachten op het onderzoek van de comités alvorens een definitief
standpunt in te nemen, maar ik moet nu al vaststellen, mevrouw de
minister ­ u dankend voor uw antwoord ­ dat er klaarblijkelijk een
probleem bestaat, in die zin dat de Veiligheid van de Staat u had
meegedeeld dat de hele sectie was gemobiliseerd ­ zoals u ook hebt
gezegd in het Parlement ­ maar dat er, ondanks die toezegging, dat
engagement, klaarblijkelijk heel wat verloven werden toegestaan.
Dientengevolge heeft men een beroep moeten doen op mensen van
andere secties om het dispositief te halen. Dat betekent dat de
Veiligheid van de Staat klaarblijkelijk niet die hele sectie
gemobiliseerd heeft en dat men het in die crisissituatie heeft
klaargespeeld verloven toe te staan aan de mensen die daarin
gespecialiseerd zijn, waardoor desgevallend ­ wij zullen nagaan in
welke mate dat juist is ­ andere mensen gemobiliseerd moesten
worden, die uiteraard niet de knowhow hebben van degenen die
normaal met het schaduwen bezig zijn.

Dat schept toch een bijzonder probleem inzake die hele operatie, die,
mevrouw de minister ­ en ik zal uiteraard mijn conclusies trekken op
het ogenblik dat wij het rapport zullen krijgen ­ klaarblijkelijk alleen
maar kon leiden tot het resultaat waartoe de operatie heeft geleid, te
weten: het feit dat mevrouw Erdal is gevlucht en dat zij, vandaag
ongeveer drie weken geleden, ontsnapt is en nog altijd voortvluchtig
is. Ik neem aan dat dit bij u een glimlach ontlokt, maar bij de
conclusies van de rapporten kan die glimlach misschien een beetje
verzuren. Er is alleszins een gigantisch probleem inzake die hele
operatie, mevrouw de minister.
12.03 Tony Van Parys (CD&V):
Moi aussi, j'attendrai les résultats
de cette enquête. Quoique la
Sûreté de l'État ait fait savoir que
l'ensemble de la section serait
mobilisée, elle a donné congé à
certains membres de son
personnel. Elle a fait appel à
d'autres agents pour remplacer les
absents mais ils n'avaient
vraisemblablement pas le même
niveau de compétence et cette
réalité a sans doute influencé le
résultat de la filature de Mme
Erdal.
12.04 Laurette Onkelinx, ministre: Je disais seulement en souriant
qu'il y a toujours de grands spécialistes qui expliquent après coup ce
qu'il aurait fallu faire.
12.04 Minister Laurette
Onkelinx: Ik heb enkel maar
gezegd dat er altijd wel
specialisten zijn die achteraf
verklaren hoe men het had
moeten aanpakken.
12.05 Tony Van Parys (CD&V): Je connais ce genre de situation,
madame la ministre. Je l'ai vécu!
12.05 Tony Van Parys (CD&V):
Ik heb dat soort situaties
meegemaakt en wij hebben onze
verantwoordelijkheid op ons
genomen.
CRIV 51
COM 898
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
31
12.06 Laurette Onkelinx, ministre: (...)
12.07 Tony Van Parys (CD&V): Nous, nous avons pris nos
responsabilités.
12.08 Laurette Onkelinx, ministre: (...) Oui, il y avait bien 32
personnes. (...) C'est tout ce que je peux vous dire. (...).
12.08 Minister Laurette
Onkelinx: Alles wat ik u kan
zeggen, is dat er wel degelijk 32
personen waren.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
13 Question de Mme Zoé Genot à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "la mise en
oeuvre de la loi sur l'adoption par les couples homosexuels après son vote final au Sénat" (n° 10922)
13 Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
toepassing van de wet betreffende adoptie door homoparen na haar definitieve goedkeuring in de
Senaat" (nr. 10922)
13.01 Zoé Genot (ECOLO): Madame la présidente, j'espère que
cette matière est moins sujette à polémique que la précédente.

Le projet de loi ouvrant l'adoption aux couples de même sexe a été
adopté par la Chambre. Nous espérons que dans les semaines à
venir, le même texte sera adopté par le Sénat. Mais, même si nous
ne pouvons préjuger de ce vote, de nombreuses personnes se posent
des questions quant à son application.

Si cette loi est adoptée, tout le monde sait qu'elle entrera en vigueur
dix jours après sa publication mais on a du mal à connaître les
démarches nécessaires avant la publication. J'estime donc qu'il est
intéressant de clarifier les choses.

A partir de quand les couples homosexuels pourront-ils introduire leur
demande d'adoption d'un ou plusieurs enfants? Comment devront-ils
le faire une fois que la loi sera publiée?

Concrètement, quelles démarches devront entamer les couples de
femmes qui ont eu un ou des enfants par procréation médicalement
assistée et qui éduquent déjà ce ou ces enfants mais dont la
parentalité n'est établie que vis-à-vis de la mère biologique?

Dans le cas de parents homosexuels ayant déjà adopté des enfants
dans un autre pays permettant l'adoption par les couples de même
sexe et résidant maintenant en Belgique, quelles démarches devront-
ils entreprendre pour devenir tous deux des parents légaux en
Belgique?
13.01 Zoé Genot (ECOLO): Het
wetsontwerp dat adoptie door
koppels van hetzelfde geslacht
mogelijk maakt, werd door de
Kamer aangenomen. Tijdens de
komende weken zou de Senaat
die tekst moeten goedkeuren.
Velen stellen zich evenwel vragen
bij de concrete toepassing ervan.

Welke procedure moeten
homoseksuele koppels volgen om
hun adoptieaanvraag voor een of
meer kinderen in te dienen, eens
de wet is bekendgemaakt?

Welke stappen moeten lesbische
koppels ondernemen die via
medisch begeleide voortplanting
reeds een of meer kinderen
hebben gekregen maar waarvan
alleen de biologische moeder als
ouder wordt erkend?

Welke procedure is van
toepassing voor homoseksuele
koppels die beiden in België
verblijven en er wensen te worden
erkend als wettige ouders van
kinderen die ze reeds hebben
geadopteerd in een ander land,
waar adoptie door koppels van
hetzelfde geslacht toegelaten is?
13.02 Laurette Onkelinx, ministre: Nonobstant mon voeu personnel
que ce soit voté, il n'y a pour le moment pas de texte. Cela a été voté
en commission de la Justice du Sénat mais pas encore en séance
plénière. Ces questions devront donc être posées quand il y aura un
texte.
13.02 Minister Laurette
Onkelinx: De commissie voor de
Justitie van de Senaat heeft een
positieve stem uitgebracht over
deze aangelegenheid. Het is nu
21/03/2006
CRIV 51
COM 898
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
32

Nous connaissons aussi toutes les questions qui se posent mais il
serait prématuré d'y répondre même si je comprends votre
impatience.
nog wachten op de plenaire
vergadering. Al die vragen zijn niet
nieuw en het zou voorbarig zijn om
ze hier te beantwoorden.
13.03 Zoé Genot (ECOLO): Si je me permets de poser ces
questions maintenant, c'est parce que les gens aimeraient se
préparer au cas où ce texte serait voté. Ils savent que rien n'est
encore fait.
13.03 Zoé Genot (ECOLO): Ik
stel ze nu omdat de betrokkenen
graag voorbereid zouden zijn als
er over de tekst wordt gestemd.
13.04 Laurette Onkelinx, ministre: Nous devrons certainement
rédiger une circulaire comme nous l'avons fait lors du vote de la loi
sur le mariage homosexuel. Nous travaillerons sûrement de la même
manière.
13.04 Minister Laurette
Onkelinx: We zullen een
omzendbrief opstellen, zoals we
dat gedaan hebben bij de
goedkeuring van de wet
betreffende het homohuwelijk.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
14 Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over
"tolkencabines in het nieuwe Justitiepaleis te Antwerpen" (nr. 10926)
14 Question de M. Servais Verherstraeten à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "les
cabines d'interprétation dans le nouveau Palais de Justice d'Anvers" (n° 10926)
14.01 Servais Verherstraeten (CD&V): Mevrouw de minister, de
problematiek met betrekking tot het Justitiepaleis van Antwerpen is u
bekend.

Naast de zeer markante verkoopoperatie van vorig jaar, die bij
iedereen de wenkbrauwen deed fronsen, worden we nu
geconfronteerd met opduikende kinderzieken in het pas opengestelde
gebouw. Er is een probleem in de zalen, omdat de resonantie de
werkzaamheden van de tolken ernstig bemoeilijkt.

Ik vernam enige tijd geleden in de pers dat de tolken en beëdigde
vertalers de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg verzocht
zouden hebben om al dan niet mobiele tolkencabines. Ik vroeg vorige
week vice-eerste minister Reynders, verantwoordelijk voor de Regie
der Gebouwen, wanneer dat verzoek werd overgezonden en waarom
er niet op werd ingegaan.

De minister antwoordde mij dat het verzoek helemaal niet zou zijn
overgezonden en dat de regie ook nooit een dergelijke vraag heeft
gekregen. Hij verwees mij door naar u.

Mevrouw de minister, ik heb de volgende vragen. Werd er door de
tolken nooit een vraag gesteld aan Justitie, hetzij aan de voorzitter van
de rechtbank van eerste aanleg, hetzij aan de FOD Justitie? Werd dat
verzoek nooit overgezonden aan de Regie der Gebouwen? Waarom
niet? Werd het gebruik van tolkencabines nooit in overweging
genomen? Waarom niet?

Hoe kan het probleem dat op dit moment bestaat, worden verholpen?
14.01 Servais Verherstraeten
(CD&V) : Les interprètes du palais
de justice d'Anvers déplorent que
le bâtiment ne dispose pas de
cabines d'interprétation étant
donné que la résonance des salles
complique leur travail. Ils affirment
avoir demandé l'installation de
telles cabines au président du
tribunal de première instance
avant le début des travaux.

M. Reynders prétend que la Régie
des Bâtiments n'a jamais reçu de
demande à ce sujet. Les
interprètes ont-ils contacté le
président du tribunal ou le SPF
Justice à propos de
l'aménagement de cabines?
Pourquoi leur demande n'a-t-elle
pas été transmise à la Régie des
Bâtiments? Le problème peut-il
être résolu?
14.02 Minister Laurette Onkelinx: Mijnheer Verherstraeten, mij is
een dergelijke vraag alleszins niet bekend, noch het feit of aan de
administratie FOD Justitie werd gevraagd om het nieuw
14.02
Laurette Onkelinx,
ministre: La question n'a pas été
posée au SPF Justice. Je suppose
CRIV 51
COM 898
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
33
gerechtsgebouw van Antwerpen van tolkencabines te voorzien.

Ik kan slechts vermoeden dat de vraag ooit werd gericht tot de
vroegere voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg en ze toen
niet werd doorgespeeld aan de verantwoordelijken voor het
behoeftenprogramma, waarmee de ontwerpers rekening dienden te
houden. Het spreekt voor zich dat op die manier de Regie der
Gebouwen ook niet op de hoogte kan zijn.

Ik zal mijn collega Reynders vragen om te onderzoeken of een
oplossing kan worden gevonden om in het intussen voltooide gebouw
nog vaste of mobiele tolkencabines te installeren en te integreren in
bepaalde zittingszalen en in welke vorm dat eventueel nog zou
kunnen.

Zowel de technische als de financiële aspecten van een dergelijke
oplossing zullen bepalend zijn voor de gebeurlijke installatie van
tolkencabines.

Ik wil echter opmerken dat de tolk meestal fysiek naast de partij zit
tijdens het proces. Indien het voorstel wordt gevolgd, zou in
koptelefoons moeten worden voorzien. Quid dan inzake het
mondeling voeren van het proces?

Hoe dan ook, ik zal de vraag stellen aan mijn collega Reynders.
que le président du tribunal de
première instance n'a pas
transmis la demande aux
responsables du programme des
besoins et que, dès lors, la Régie
des Bâtiments n'a pas davantage
pu être informée.

Je demanderai à M. Reynders si
des cabines d'interprétation
peuvent encore être installées
dans certaines salles. Tant les
aspects techniques que financiers
seront déterminants à cet égard.
Les interprètes sont le plus
souvent assis à côté de la partie
concernée lors des procès.
14.03 Servais Verherstraeten (CD&V): Mevrouw de minister, vraag
is wie hier al dan niet de waarheid vertelt. De tolken en beëdigde
vertalers zeggen dat ze het gevraagd hebben. De minister bevoegd
voor de Regie der Gebouwen stelt geen enkel verzoek terzake te
hebben ontvangen. Justitie meent ook geen vraag te hebben
ontvangen.

Er was het behoefteprogramma. Tijdens de bouwwerkzaamheden
had men wijzigingen kunnen aanbrengen. Er werden zoveel
wijzigingen doorgevoerd. Ik denk aan het probleem dat de
gevangenisvoertuigen en celwagens niet binnen konden rijden,
waardoor de inkom aanzienlijk werd aangepast.

Wat de technische en financiële aspecten betreft, wil ik het volgende
kwijt. Wat is het probleem? De resonantie in de lokalen is zeer sterk,
zodat er in de feiten problemen ontstaan. De minister bevoegd voor
de Regie der Gebouwen heeft me vorige week geantwoord dat het
gelet op de afwerking niet meer mogelijk is om het probleem te
verhelpen. Financieel zou daaraan een hoog prijskaartje hangen. Hij
verwees me door naar u. U verwijst me opnieuw naar de Regie der
Gebouwen. Ik vrees dat er sprake is van mismanagement en het
pingpongspel zal tot gevolg hebben dat vertalers en tolken
moeilijkheden zullen ondervinden om in het nieuwe justitiepaleis hun
werkzaamheden uit te voeren. Ik betreur dat.
14.03 Servais Verherstraeten
(CD&V): Je me demande qui dit la
vérité, les interprètes prétendant
avoir posé la question et les
ministres déclarant ne pas être au
courant. Lorsque les travaux
étaient encore en cours, quelques
aménagements auraient été
possibles, mais aujourd'hui ils
risquent de coûter fort cher. J'ai
l'impression que les ministres se
renvoient la balle.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
15 Vraag van de heer Dylan Casaer aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
verzoeken van Michèle Martin en Michel Nihoul tot voorwaardelijke invrijheidsstelling" (nr. 10934)
15 Question de M. Dylan Casaer à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "les
demandes de libération conditionnelle de Michèle Martin et Michel Nihoul" (n° 10934)
21/03/2006
CRIV 51
COM 898
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
34
15.01 Dylan Casaer (sp.a-spirit): Mevrouw de vice-eerste minister,
dit is een korte, informatieve vraag.

De voorbije dagen was er nogal wat beroering over het feit dat
mevrouw Martin de komende maanden in aanmerking zou komen
voor penitentiair verlof en mogelijks een verzoek tot voorwaardelijke
invrijheidstelling zou hebben ingediend. Eerder was dat ook het geval
voor Michel Nihoul.

Ik heb dan ook de twee volgende vragen. Hebben die personen
inderdaad een verzoek ingediend? Komen zij daarvoor in
aanmerking? Wat is de stand van zaken inzake de procedure? Welke
adviezen werden reeds gegeven?
15.01 Dylan Casaer (sp.a-spirit):
Nous avons appris récemment
que Mme Michèle Martin et M.
Michel Nihoul sont admissibles au
congé pénitentiaire. Ils auraient
tous deux également introduit une
demande de réduction de peine.

Ce demande a-t-elle été
introduite? Quel est l'état
d'avancement de ce dossier?
15.02 Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur Casaer, vous n'étiez
pas là en début de séance quand j'expliquais à la présidente que cela
posait un vrai problème de répondre à des questions concernant des
dossiers se rapportant à des cas individuels. Même si ces cas ont été
extrêmement médiatisés, il n'en reste pas moins que depuis la
condamnation, chaque cas doit faire l'objet d'une protection de la vie
privée.

Cela dit, dans ce dossier comme dans les autres, on procède comme
d'habitude. Chaque condamné, quel qu'il soit, reçoit du greffe de la
prison ses dates d'admissibilité aux congés pénitentiaires, à la
libération conditionnelle et à la fin de peine. C'est automatique, tout
comme le fait que pour tous les condamnés, plusieurs mois avant
l'admissibilité aux congés pénitentiaires, la conférence du personnel
commence déjà à en parler.

Pour ce qui est des deux personnes que vous avez citées, elles sont
toutes deux admissibles en théorie aux congés pénitentiaires et une
des deux est admissible à la libération conditionnelle. Puisque ces
dossiers ont été médiatisés, je crois pouvoir m'exprimer un peu plus
longuement sur le sujet. Sur ces dossiers, la conférence du personnel
n'a jamais donné un avis favorable.

Comme c'est de plus en plus souvent le cas dans notre droit ­ et c'est
une bonne chose ­, les victimes sont averties. Les victimes ont été
informées des calculs d'admissibilité et on leur demande selon la
règle née du désir d'impliquer davantage les victimes quelles
conditions les concernant elles souhaiteraient poser si jamais on
accordait des congés pénitentiaires. C'est la procédure ordinaire dans
ces dossiers comme dans d'autres. Pour le reste, dans les cas que
vous citez, chaque passage devant la conférence du personnel s'est
soldée par un avis défavorable.

Pour ce qui est de M. Michel Nihoul, le problème est différent.
Comme vous le savez, dans son cas, la conférence du personnel, le
parquet ainsi que mon administration ont émis un avis favorable à la
libération conditionnelle. Il avait déjà eu droit à des congés
pénitentiaires. Je me suis ralliée à ces avis. La commission de
libération conditionnelle prendra la décision. Les victimes n'ont pas
été contactées puisqu'il n'y a pas de victime. En effet, comme vous le
savez, la cour d'assises ne l'a déclaré coupable que du seul chef de
trafic de stupéfiants, ce qui fait qu'il n'y avait pas de lien de causalité
entre les victimes présentes au procès et les faits pour lesquels il a
15.02
Minister
Laurette
Onkelinx: Ik herhaal nogmaals dat
het niet gebruikelijk is op vragen
over individuele gevallen te
antwoorden. Dat dossier wordt
volgens de gebruikelijke procedure
afgehandeld. In theorie kunnen de
twee personen over wie u het
heeft, op een penitentiair verlof
aanspraak maken en een van de
twee kan voorwaardelijk in vrijheid
worden gesteld. Maar het
personeelscollege heeft in die
dossiers nooit een gunstig advies
gegeven.

De slachtoffers worden op de
hoogte gebracht en men vraagt ze
welke slachtoffergerichte
voorwaarden ze willen opleggen
indien het penitentiair verlof zou
worden toegekend.

Voor Michel Nihoul die al recht op
penitentiair verlof had, liggen de
zaken anders. Het
personeelscollege, het parket en
mijn administratie hebben in zijn
geval een gunstig advies
uitgebracht in verband met zijn
voorwaardelijke invrijheidstelling
en ik heb me bij die adviezen
aangesloten. De commissie voor
de voorwaardelijke
invrijheidstelling zal de knoop
doorhakken. Er is geen slachtoffer
vermits de heer Nihoul enkel voor
drugshandel veroordeeld werd. Er
was geen causaal verband tussen
de slachtoffers die het proces
bijwoonden, en de feiten waarvoor
hij veroordeeld werd.
CRIV 51
COM 898
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
35
été condamné.
15.03 Dylan Casaer (sp.a-spirit): Mevrouw de minister, ik dank u
voor het antwoord. Het sluit alvast niet uit dat de kwestie de komende
weken gemediatiseerd blijft. Waarschijnlijk zal er ook aan uw mouw
getrokken worden om daarop een reactie te geven.

Specifiek wil ik nog het volgende vragen. De werkzaamheden in de
commissie met betrekking tot onder andere de rechtspositie van de
gedetineerden en de strafuitvoeringsrechtbank zijn afgehandeld. Is de
wet voor de personen waarover het hier gaat, dan onmiddellijk vanaf
het ogenblik dat ze is goedgekeurd, van toepassing of is er een
overgangsperiode?
15.03 Dylan Casaer (sp.a-spirit):
La législation relative aux
tribunaux d'exécution des peines
entrera-t-elle en vigueur dès son
adoption, ou une période de
transition est-elle prévue?
15.04 Laurette Onkelinx, ministre: Dix-huit mois.
15.04 Minister Laurette
Onkelinx: Achttien maanden.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
16 Vraag van de heer Dylan Casaer aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
werking van de Commissie en het Fonds voor hulp aan slachtoffers van opzettelijke
gewelddaden" (nr. 10935)
16 Question de M. Dylan Casaer à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "le
fonctionnement de la Commission et du Fonds spécial d'aide aux victimes d'actes intentionnels de
violence" (n° 10935)
16.01 Dylan Casaer (sp.a-spirit): Mevrouw de minister, er zijn over
de werking van die commissie, zowel in Kamer als Senaat, in het
verleden reeds vragen gesteld. Die wezen erop dat die commissie
een bepaalde achterstand had bij de afhandeling van aanvragen tot
tussenkomst van de commissie. Bestaat de achterstand nog steeds?
Hoe is dat verlopen in de voorbije jaren?

Ten tweede, hoe zit het met de verzoekschriften ingediend door de
slachtoffers in het proces-Dutroux? Zijn die verzoekschriften en de
aanvragen reeds afgehandeld?

Dan kom ik op het laatste element dat ik wou inbrengen. Enerzijds
kent het hof van assisen bepaalde schadevergoedingen toe, die gelet
op de feiten zeer te verantwoorden zijn. Voor mevrouw Dardenne was
dat 500.000 euro en voor Laetitia Delhez was dat 300.000 euro, maar
er zit een bepaalde grens op de tussenkomst vanuit de commissie.
Die grens bedraagt 62.000 euro. Is er een mogelijkheid om in
bepaalde schrijnende gevallen die grens te overschrijden? Zo niet kan
men zich toch afvragen wat er dan de zin van is dat het hof van
assisen bepaalde hoge schadevergoedingen toekent. In dat soort van
dossiers is het duidelijk dat de slachtoffers hun centen nooit kunnen
recupereren bij de veroordeelden. Is er een bepaalde mogelijkheid om
de grens van 62.000 euro te overschrijden?
16.01 Dylan Casaer (sp.a-spirit):
Des questions posées
précédemment ont fait apparaître
que la Commission d'aide aux
victimes d'actes intentionnels de
violence avait accumulé du retard
sur le plan du traitement des
dossiers de demande. Cet arriéré
existe-t-il toujours? Les requêtes
introduites par les victimes de
Marc Dutroux ont-elles déjà été
traitées?

Lorsque des victimes ne peuvent
réclamer à l'auteur des faits lui-
même l'indemnisation qui leur a
été octroyée, la Commission leur
verse une partie de son montant,
avec un maximum de 62 000
euros. Ce montant ne pourrait-il
être majoré dans les cas
particulièrement douloureux? Je
songe à Sabine Dardenne et à
Laetitia Delhez à qui la cour
d'assises a accordé une
indemnisation de, respectivement,
500.000 et 300.000 euros.
16.02 Minister Laurette Onkelinx: Men kan niet echt spreken van
een achterstand in de behandeling van de dossiers door de
commissie voor Hulp aan Slachtoffers van Opzettelijke Gewelddaden.
16.02
Laurette Onkelinx,
ministre: Il n'y a pas de retard
dans le traitement des dossiers
21/03/2006
CRIV 51
COM 898
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
36
Om dit dossier te kunnen behandelen, moet het eerst volledig en
definitief zijn. Bij wijze van voorbeeld: als een verslag van medische
expertise gerealiseerd moet worden, zijn er zeven tot acht maanden
nodig om dit te bekomen.

Vervolgens stelt de commissie een samenvattend verslag op. Dit
wordt gestuurd naar de afgevaardigde van de minister die 30 dagen
de tijd heeft om zijn advies over dit onderwerp uit te brengen. De twee
documenten ­ het samenvattende verslag en het advies van de
minister ­ worden vervolgens verstuurd naar de verzoeker die
eveneens over 30 dagen beschikt om zijn opmerkingen te kennen te
geven. De zaak wordt dan vastgesteld op de eerste geschikte zitting
van de commissie. Tussen het opstellen van een samenvattend
verslag en de zitting verlopen er ongeveer drie maanden. Indien men
rekening houdt met het hele proces, vanaf de inleiding van het
verzoek tot storting van het geld, komt men tot een gemiddelde
termijn van zeventien maanden per dossier. In 2005 werden er
elfhonderd eenennegentig ingeleid en elfhonderd negenenvijftig
beslissingen genomen voor een totaal bedrag van 10.390.000 euro.

Inzake de toestand van de slachtoffers van Dutroux ben ik van
mening dat ik u geen informatieve elementen van persoonlijke aard
kenbaar moet maken.

Ik kan u alleen meedelen dat bepaalde families een aanvraag voor
schadevergoeding hebben ingediend en dat het verzoek gunstig werd
ontvangen. Andere families hebben geen aanvraag ingediend.

De huidige wetgeving staat niet toe het plafond van 62.000 euro te
overschrijden. Er is geen uitzondering mogelijk, ook al bedragen de
door de rechtbank toegekende sommen tot schadevergoeding meer
dan de vergoedingen uitgekeerd door het Vergoedingsfonds. Voor
iedere ondergane inbreuk is er ook niet in verscheidene vergoedingen
voorzien, doch in een globale vergoeding, waarbij rekening wordt
gehouden wordt met het feit dat er eenheid van opzet is in een enkele
uitspraak.

De vader en de moeder kunnen daarentegen allebei een vraag om
schadevergoeding indienen als onrechtstreeks slachtoffer en elk een
door de commissie bepaalde som ontvangen. Hetzelfde geldt voor de
andere onrechtstreekse slachtoffers, broers of zussen, grootouders
enzovoort. De vergoeding zal verschillen naar gelang de graad van
verwantschap en naar gelang het feit of het onrechtstreekse
slachtoffer al dan niet onder hetzelfde dak woonde als het
rechtstreekse slachtoffer.
par la Commission d'aide aux
victimes d'actes intentionnels de
violence. Le traitement des
dossiers prend tout simplement
beaucoup de temps. C'est ainsi
que la remise d'un rapport
d'expertise médicale prend sept à
huit mois. Le rapport de synthèse
de la Commission est transmis à
la ministre qui dispose d'un délai
de trente jours pour donner son
avis. Le demandeur bénéficie
alors à son tour d'un délai de
trente jours pour faire part de ses
observations. La commission
pourra alors se pencher sur le
dossier. Cet examen du dossier se
déroule en moyenne trois mois
après l'élaboration du rapport de
synthèse. Un délai de dix-sept
mois peut ainsi s'écouler entre le
procès proprement dit et le
versement de l'argent.

En 2005, 1.191 demandes ont été
introduites et 1.159 décisions ont
été prises, pour un montant total
de 10.390.000 euros.

En ce qui concerne les dossiers
des victimes de Marc Dutroux, il
m'est impossible de vous fournir
des informations à caractère
personnel. Laetitia Delhez et les
familles Marchal, Lambrechts et
Lejeune ont introduit une demande
d'indemnisation, au contraire de la
famille Russo et de Sabine
Dardenne.

La loi ne permet pas de dépasser
le plafond de 62.000 euros.
Aucune dérogation n'est possible.
Par ailleurs, une seule
indemnisation peut être accordée
en cas de délits multiples, s'il y a
unité d'intention.
16.03 Dylan Casaer (sp.a-spirit): Mevrouw de minister, ik neem nota
van uw antwoord. Ik merk dat bepaalde gegevens blijkbaar te
individueel zijn om mee te delen.

Betreffende het laatste element wil ik toch even nadenken of er geen
mogelijkheid is om in echt schrijnende gevallen het bedrag van
62.000 euro te verhogen, gelet op sommige individuele situaties, die
toch belangrijk zijn.
16.03 Dylan Casaer (sp.a-spirit):
Il me semble toutefois opportun
d'examiner la possibilité
d'augmenter ce montant dans
certains cas pénibles.
L'incident est clos.
CRIV 51
COM 898
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
37
Het incident is gesloten.
17 Question de M. Melchior Wathelet à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "le statut
du personnel de la Sûreté de l'État" (n° 10948)
17 Vraag van de heer Melchior Wathelet aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "het
statuut van het personeel van de Staatsveiligheid" (nr. 10948)
17.01 Melchior Wathelet (cdH): Madame la présidente, madame la
ministre, je me permets de revenir vers vous concernant le statut du
personnel de la Sûreté de l'État. Il en a été beaucoup question ces
derniers mois, mais j'aurais voulu remettre deux ou trois points sur la
table, dont vous avez vous-même souligné l'importance lors
d'interviews ou de déclarations publiques.

D'abord, il s'agit du repos compensatoire des agents de la Sûreté de
l'État. Les agents de la Sûreté n'y ont pas eu droit entre 2001 et 2004;
il conviendrait de rattraper les choses et faire en sorte qu'ils puissent
en bénéficier. Je sais que des contacts ont déjà été pris en ce sens.

Où en est la situation? Disposez-vous de toutes les informations?
Quel est le calendrier prévu?

Le deuxième dossier concerne le barème de la Sûreté de l'État. Vous
aviez dit qu'un rattrapage devait avoir lieu. Qu'envisagez-vous de
faire? Pourriez-vous établir un état des lieux?

Troisième élément: la Sûreté de l'État bénéficiait, pour filatures et
protections, d'une prime de risque de 12,50 euros, financés par le
fonds spécial de la Sûreté. Cette somme mensuelle n'est vraiment
pas énorme. À titre comparatif, un garde forestier à la Région
wallonne touche une prime de risque de 250 euros mensuellement.
Cette prime, déjà faible, a purement et simplement été supprimée.
Cette suppression est assez incompréhensible, malgré la faiblesse de
la somme. Mais, par principe, il est pénible de se voir supprimer une
prime.

Quatrièmement, le personnel de la filature, qui a été particulièrement
visé et montré du doigt dans la dernière affaire, semble mal
considéré. Pendant un moment, ce personnel n'avait que de quatre
véhicules à sa disposition, ce qui paraît peu. Entre-temps, un apport
de nouvelles voitures s'est produit. Il faut comprendre que, pour une
filature, ils ont besoin de matériel leur permettant de se fondre dans la
masse et de ne pas être trop repérables.

Il ne faut pas nécessairement des voitures neuves. Ils ont besoin
d'avoir une certaine rotation, d'où mon idée de pouvoir avoir accès à
l'Office central des saisies et de confiscation pour leur permettre de
disposer des véhicules capables de se fondre dans les différents
endroits.

Par ailleurs, on sait que leur statut est différent de celui des
personnes de la protection. Ils n'ont pas le même matériel à leur
disposition ­ sirène, feux bleus ­; ils n'ont pas de pouvoir judiciaire
limité comme les agents de la protection. Ne serait-il pas possible de
donner le même statut aux agents de la filature qu'aux personnes de
la protection ou permettre aux agents de la filature de disposer de
l'aide de la protection lorsque cela est nécessaire ou lorsqu'ils le
demandent?
17.01 Melchior Wathelet (cdH):
Ik wil even terugkomen op een
aantal punten betreffende het
statuut van het personeel van de
Veiligheid van de Staat.

De ambtenaren van de Veiligheid
van de Staat hebben tussen 2001
en 2004 geen inhaalrust gekregen.
Wat is de stand van zaken?
Volgens welk tijdpad gaat men dit
rechttrekken?

Hoe zal u de door u gewenste
salarisaanpassing voor de
Veiligheid van de Staat
doorvoeren? Kan u ons de stand
van zaken meedelen?

Ambtenaren van de Veiligheid van
de Staat kregen voor schaduw-
operaties en beschermings-
opdrachten een risicopremie van
12,50 euro. Die premies werden
betaald met geld uit een speciaal
fonds van de Staatsveiligheid.
Waarom werd die (sowieso al
lage) premie afgeschaft?

De mensen die met schaduw-
opdrachten belast worden, en die
in de recente affaire zwaar door de
mangel gehaald werden, worden
kennelijk niet hooggeschat. Op
een gegeven moment beschikten
ze nog maar over vier voertuigen.
Intussen hebben ze dan toch
nieuwe wagens gekregen. Als je
iemand wil schaduwen, loop je
immers best niet te zeer in het
oog.

Er moet geregeld van voertuig
worden gewisseld, vandaar mijn
idee om een beroep te kunnen
doen op de Centrale Dienst voor
inbeslagname en verbeurd-
verklaring teneinde over
voertuigen te kunnen beschikken
die niet opvallen in het straatbeeld.
Voorts hebben de betrokkenen
21/03/2006
CRIV 51
COM 898
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
38

Enfin, en ce qui concerne les mutations entre les différents services, il
semble difficile pour les personnes de la protection de valoriser leur
volet "protection" au niveau d'un autre poste dans la filature.

Madame la ministre, je crois percevoir que vous disposez d'une
réponse suffisamment longue et technique.
geen beperkte gerechtelijke
bevoegdheden zoals de agenten
van de sectie bescherming en
beschikken zij niet over hetzelfde
materiaal. Zou men de agenten
van de sectie schaduwopdrachten
niet hetzelfde statuut kunnen
verlenen als die van de sectie
bescherming of zou men er niet
kunnen voor zorgen dat zij
desgewenst de hulp van de sectie
bescherming kunnen inroepen?
Wat de mutaties tussen de diverse
diensten betreft, lijkt het moeilijk
voor de agenten van de sectie
bescherming om de opgedane
ervaring in de sectie bescherming
te valoriseren als zij een andere
functie binnen de sectie
schaduwopdrachten willen
bekleden. Ik denk dat u over een
voldoende uitgebreid en technisch
antwoord beschikt.
17.02 Laurette Onkelinx, ministre: J'ai essayé d'être précise car je
crois que les agents de la Sûreté attendent beaucoup de la réponse
que je peux vous donner.
17.02 Minister Laurette
Onkelinx: Ik wil een precies
antwoord verstrekken, want de
agenten van de Staatsveiligheid
koesteren hoge verwachtingen in
verband met mijn antwoord.
17.03 Melchior Wathelet (cdH): Si vous le désirez, je peux ­ je ne
sais pas si cela va arranger les choses ­ prendre la réponse et vous
réinterroger en fonction de ce que j'y lirai.
17.03 Melchior Wathelet (cdH):
U kan mij het antwoord meegeven
en ik zal u dan opnieuw
ondervragen aan de hand van wat
ik daarin heb gelezen.
17.04 Laurette Onkelinx, ministre: Normalement, je ne peux pas.
17.04 Minister Laurette
Onkelinx: Normaal mag ik dat niet
doen.
La présidente: Si, M. Wathelet peut l'emmener mais la réponse ne
figurera pas au compte rendu intégral.
De voorzitter: Toch wel, de heer
Wathelet kan het antwoord
meenemen, maar het zal niet in
het integraal verslag worden
opgenomen.
17.05 Melchior Wathelet (cdH): Je proposais cela pour Mme la
ministre.
17.05 Melchior Wathelet (cdH):
Ik stelde dat voor ten behoeve van
mevrouw de minister.
17.06 Laurette Onkelinx, ministre: Je vais répondre.

Je ne nie pas que les agents de l'État ressentent un réel malaise par
rapport aux différentes affaires que nous venons de connaître. Ce
malaise est certes lié à la circonstance qu'ils n'ont pas pu bénéficier
des différentes réformes intervenues dans la fonction publique, que
ce soit la réforme de la police intégrée ou la réforme Copernic. Mais,
17.06 Minister Laurette
Onkelinx: Ik zal antwoorden.

De malaise bij de agenten van de
Staatsveiligheid in verband met de
diverse affaires die zich hebben
voorgedaan, heeft gedeeltelijk te
CRIV 51
COM 898
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
39
plus fondamentalement, ce malaise est aussi lié à une certaine
culture du secret, un cloisonnement trop important entre les différents
services.

Nous devons absolument aider ces agents à aller de l'avant et faire
en sorte que ce métier soit mieux valorisé car les responsabilités qui
leur incombent ne sont pas celles de monsieur tout le monde.

Pour les repos compensatoires, j'ai reçu dans le courant du mois de
février 2006 un dossier de la direction de la Sûreté de l'État visant à
résoudre le problème pour une période bien déterminée.

Les propositions qui m'ont été faites sont actuellement examinées par
le service du personnel de mon administration, dans le cadre de la
réglementation applicable aux agents des services extérieurs. Il est
évident que ce sont particulièrement les agents de la protection qui
ont accumulé, au fil du temps, un nombre d'heures supplémentaires
important et qu'ils devraient, en principe, les compenser par des jours
de congé. Vu l'importance de ces heures supplémentaires, il n'est
cependant pas possible d'accorder des jours de congé à l'ensemble
des personnes concernées car le service ne serait plus en mesure de
fonctionner correctement. Nous réfléchissons donc à d'autres pistes.

Comme j'ai déjà eu l'occasion de le dire, un projet de statut
administratif et pécuniaire revalorisant la fonction et les barèmes des
services extérieurs est en cours d'élaboration. Nous avons souhaité
une réforme complète qui réponde de manière plus adéquate aux
spécificités du métier du renseignement. Cela n'a pas été simple car,
finalement, peu de personnes connaissent les exigences d'une telle
fonction, que l'on compare trop souvent à un service de police alors
que tel n'est absolument pas le cas. Cette révision globale du statut
devra avoir un effet rétroactif au 1
er
janvier 2005 et des moyens
budgétaires ont été prévus à cet effet.

Pendant de nombreuses années, les agents de la Sûreté de l'État qui,
par la nature de leur travail, se retrouvaient dans des situations à
risque (filature et protection) recevaient un certain montant qui leur
permettait de contracter une assurance personnelle pour cette prise
de risque. Ce montant servait à couvrir une partie de cette prime.
Début 2003, la direction de la Sûreté de l'État a décidé de supprimer
ce paiement qui n'avait aucune base légale. Dans le cadre du
nouveau statut, nous étudions la possibilité de mettre en place un
système qui tiendra compte des risques liés aux missions légales des
agents des services extérieurs.

Quant aux moyens matériels, la section filature devrait, en principe,
disposer d'un parc de 20 voitures opérationnelles. Cependant, ces
trois dernières années, le remplacement des voitures en fin de vie n'a
pas pu se réaliser au rythme voulu. Dès que le parc de 20 voitures
sera complet, la rotation nécessaire sera assurée. L'idée d'avoir
recours à l'Office central des saisies et confiscations et, d'une
manière générale, d'acquérir des véhicules d'occasion pour les
besoins très spécifiques fait l'objet d'une évaluation. Les compétences
du service de protection n'autorisent pas, dans le cadre actuel de la
réglementation, d'effectuer d'autres missions que des missions de
protection, comme cela est prévu à l'article 22, alinéa 2, de la loi
organique des services de renseignement et de sécurité.
maken met het feit dat de diverse
hervormingen die bij het openbaar
ambt werden doorgevoerd, zoals
de hervorming met betrekking tot
de geïntegreerde politie en de
Copernicushervorming, niet op
hen van toepassing waren. Zij
houdt echter nog fundamenteler
verband met een cultuur van
geheimhouding en een grote
verkokering tussen de diensten.

Wij moeten ervoor zorgen dat de
functie van die agenten meer naar
waarde wordt geschat.

Wat de inhaalrust betreft, heb ik
net een dossier van de
Staatsveiligheid ontvangen dat
ertoe strekt het probleem voor een
welbepaalde periode op te lossen.

De personeelsdienst van mijn
administratie buigt zich momenteel
over voorstellen in het kader van
de reglementering voor de
ambtenaren van de
buitendiensten. Niet alle
betrokkenen zullen de extra
verlofdagen kunnen opnemen
waar ze recht op hebben ter
compensatie van het aantal
overuren, want dan zouden de
diensten niet meer behoorlijk
kunnen functioneren. We
onderzoeken dan ook een aantal
andere denkpistes.

We bereiden een ontwerp voor
met het oog op een globale
herziening van het administratieve
en pecuniaire statuut. Bedoeling is
de functie en de loonschalen van
de buitendiensten te revaloriseren
en een statuut uit te werken dat op
de maat gesneden is van de
inlichtingendiensten. Dat statuut
moet met terugwerkende kracht
vanaf 1 januari 2005 toegepast
worden. Daarvoor werden ook de
nodige budgettaire kredieten
uitgetrokken.

Jarenlang kregen de ambtenaren
van de Veiligheid van de Staat een
bepaald bedrag waarmee ze een
persoonlijke verzekering konden
afsluiten voor de risico's waaraan
21/03/2006
CRIV 51
COM 898
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
40
Enfin, la direction de la Sûreté de l'État a adopté depuis un certain
temps la transparence dans sa politique des affectations et des
mutations. Cela signifie que les mutations et les affectations ont lieu
après une déclaration de vacance d'emploi et conformément aux
besoins du service. Les personnes intéressées peuvent ensuite
postuler. La direction de la Sûreté de l'État prend sa décision sur la
base de l'avis rendu par le chef de section concerné après l'entretien
qu'il aura eu avec chaque candidat.

En plus, la direction de la Sûreté de l'État met en pratique sa volonté
d'ouvrir ponctuellement des places vacantes vers des sections
d'information ou d'autres sections sans toutefois exiger une
expérience préalable et pour lesquelles des officiers de protection par
exemple rentrent dans les conditions.

La Sûreté de l'État n'est pas un service comme les autres. Il mérite
toute notre attention. J'ai veillé personnellement à ce que les moyens
budgétaires et humains de ce service soient considérablement
renforcés. Je rappelle que depuis que je suis à la tête de ce
département, j'ai veillé tout particulièrement à augmenter le cadre de
la Sûreté de l'État ­ près de 20% ou 100 équivalents temps plein
depuis 2003 ­ ainsi que son budget qui a augmenté de 33% depuis
2003.

J'ai évidemment hérité d'une situation du passé. Ces agents sont
aujourd'hui mécontents et à juste titre mais on ne peut pas tout
rattraper en trois ans. On est sur de bons rails. Je me suis engagée à
leur donner un nouveau statut avec un effet rétroactif et je respecterai
cet engagement.

La présidente: Je ne suis pas sûre que tout le monde ait pu suivre.
ze uit hoofde van hun beroep
blootstaan. In 2003 staakte de
directie van de Veiligheid van de
Staat die betalingen, die op geen
enkele wettelijke grondslag
berustten. Wij onderzoeken thans
de mogelijkheid om een regeling
te treffen waarbij rekening
gehouden wordt met de risico's die
inherent zijn aan de wettelijke
opdrachten van de ambtenaren
van de buitendiensten.

Wat de materiële middelen betreft,
moet de sectie die de
schaduwopdrachten uitvoert over
een wagenpark van 20 startklare
wagens kunnen beschikken. Zodra
dat wagenpark volledig zal zijn, zal
vaak genoeg van auto gewisseld
kunnen worden. De mogelijkheid
om een beroep te doen op de
Centrale Dienst voor
inbeslagname en verbeurd-
verklaring wordt getoetst.

Binnen het huidige wetgevende
kader mag de dienst bescherming
enkel beschermingsopdrachten
uitvoeren zoals bepaald in de
organieke wet houdende regeling
van de inlichtingen- en
veiligheidsdiensten.

Sinds enige tijd kiest de Veiligheid
van de Staat voor transparantie in
haar beleid inzake aanstellingen
en mutaties. Bij tijd en wijle stelt de
directie vacatures waarvoor geen
bijzondere ervaring vereist is en
waarvoor de beschermings-
officieren zich kandidaat kunnen
stellen.

De Veiligheid van de Staat is geen
dienst als een andere. Het is niet
mogelijk in drie jaar tijd een
volledige inhaalbeweging uit te
voeren, maar sinds 2003 is de
personeelsformatie van de
Veiligheid van de Staat met 20
procent toegenomen (honderd
equivalent voltijdse betrekkingen)
en is de begroting met 33 procent
gestegen. Ik heb beloofd dat ik de
beambten van de Veiligheid van
de Staat met terugwerkende
kracht een nieuw statuut zou
CRIV 51
COM 898
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
41
toekennen en ik zal die belofte
houden.
17.07 Melchior Wathelet (cdH): Ne vous inquiétez pas, j'ai pu
suivre. Je remercie la ministre pour son attitude volontaire. Depuis
qu'elle est entrée en fonctions, elle a voulu valoriser à leur juste
mesure le personnel de la Sûreté de l'État. Pour être le plus rapide
possible, sur les repos compensatoires, les barèmes, les prises de
risque, je vous remercie pour l'engagement ferme que vous venez de
prendre devant le Parlement. S'il y avait un quelconque retard, je me
permettrai de vous interpeller à nouveau.

Pour ce qui est des filatures et des voitures, votre position est louable
et je me réjouis qu'elle se traduise dans les faits. Si ce n'était pas le
cas, je me permettrai aussi de revenir vers vous. Pour ce qui est de
l'absence de possibilités d'aide entre les services de filature et de
protection, il faudrait revoir le statut des membres du service des
filatures pour le rendre plus proche de celui des membres de la
protection en matière des pouvoirs judiciaires limités et des
prérogatives qui peuvent être les leurs. Il faut revoir le statut des
"filatures" si on ne peut pas instaurer de vases communicants entre le
service filatures et le service protection. Vous êtes sans doute aussi
sensible que moi à ce point.

Nous sommes d'accord sur les constats comme sur les objectifs.
J'espère à présent que les objectifs seront atteints. C'est ce qu'attend
le personnel de la Sûreté de l'État.
17.07 Melchior Wathelet (cdH):
Ik dank de minister voor haar
voluntarisme en omdat ze zich er
ten overstaan van het Parlement
toe heeft verbonden maatregelen
te nemen op het vlak van de
inhaalrust, de loonschalen en de
risico's. Indien meer samen-
werking tussen beide diensten
onmogelijk blijkt te zijn, zou het
statuut van de leden van de dienst
die de schaduwopdrachten uitvoert
nauwer op dat van de leden van
de dienst bescherming moeten
worden afgestemd.

We zijn het eens zowel wat de
vaststellingen als wat de
doelstellingen betreft.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
18 Vraag van de heer Claude Marinower aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
aanwezigheid van media bij gerechtelijke acties" (nr. 10943)
18 Question de M. Claude Marinower à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "la
présence des médias lors d'actions judiciaires" (n° 10943)
18.01 Claude Marinower (VLD): Mevrouw de voorzitter, mevrouw de
minister, op 21 februari heb ik u ondervraagd naar aanleiding van wat
ik toen de mediatisering noemde van de recente gerechtelijke acties
naar aanleiding van het omkoopschandaal in het voetbal. Ik haal twee
passages aan uit het antwoord dat u mij toen gaf: "Het parket heeft
omtrent dit dossier een communicatiestop aangekondigd. Het parket
van Brussel beschikt over een goed uitgebouwde persdienst." U zei
verder nog: "Le monde du football intéresse énormément de
personnes pour d'autres dossiers qui intéressent aussi bon nombre
de personnes et mettent aussi en question non seulement des fautes
mais encore la sécurité de l'État. On a pu constater, notamment lors
de perquisitions, que les journalistes étaient avertis en temps réel.
Voilà qui pose un réel problème." Dat was het einde van uw antwoord
van 21 februari.
18.01 Claude Marinower (VLD):
Le 21 février 2006, j'ai interrogé la
ministre au sujet de la
médiatisation des récentes actions
judiciaires menées dans le cadre
des scandales de corruption dans
le monde du football. La ministre a
notamment répondu que, dans ce
dossier, le parquet avait décrété
un embargo sur la communication.
U begrijpt mijn verbazing vorige week woensdag of donderdag naar
aanleiding van een aantal nieuwe huiszoekingen. Nu zijn we een
stadium verder; nu wacht de pers op de stoep en kan eenieder
rechtstreeks en temps réel de aankomst van de verbalisanten die de
huiszoeking zullen uitvoeren, meemaken. Ik neem aan dat, indien in
het dossier nog eens een huiszoeking wordt uitgevoerd, wij misschien
­ er wordt al op voorhand gespeculeerd bij wie er huiszoekingen
Lors de perquisitions effectuées la
semaine dernière, la presse
attendait les agents verbalisateurs
sur le trottoir. Le dossier se
trouvait pourtant entre les mains
du parquet fédéral, qui avait
annoncé un embargo sur la
21/03/2006
CRIV 51
COM 898
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
42
zouden kunnen uitgevoerd worden ­ met Kanaal Twee van VTM een
afspraak kunnen maken dat, zoals bij Big Brother, iedereen thuis de
huiszoeking kan volgen. Blijkbaar gaan we steeds verder.

Het ergste is dat het dossier niet meer bij het parket in Brussel ligt,
maar bij het federaal parket, dat zegt niet te communiceren met de
pers, tenzij op vaste dagen en vaste momenten. Ik hoef u niet te
wijzen, mevrouw de minister ­ u weet dat veel beter dan ik ­ op de
mogelijke gevaren voor onderzoeken wanneer de pers er al staat vóór
de huiszoeking wordt uitgevoerd. Vandaar dat ik u andermaal
dezelfde vraag stel.

Ik weet dat er een onderzoek van het Comité P aan de gang is ­ dat
hebben wij ook in de pers gelezen ­ en een aantal speurders
ondervraagd is. Dat gaat over de eerste serie. Ik vraag mij af wat er
nu nog moet gebeuren, nadat men daarover al de vragen heeft
gesteld. De pers schrijft daar niet graag over, want het betrekt haar
natuurlijk daarbij.

U moet met mij toch akkoord gaan, mevrouw de minister, dat we nu
een stadium hebben bereikt dat men niet voor mogelijk acht in een
gerechtelijk dossier, al zijn hier gelukkig geen mensenlevens in
gevaar. Het is niet meer ernstig, vooral niet in een dossier waarvoor
het federaal parket de leiding heeft. Daarom moet ik u daarover
opnieuw ondervragen.
communication. Cette situation est
inadmissible et peut porter
préjudice à l'enquête judiciaire.
Même si le Comité P mène une
enquête en la matière, il me
plairait de connaître l'avis de la
ministre sur ces récents
événements.
18.02 Laurette Onkelinx, ministre: M. Marinower le sait, je partage
son sentiment: c'est un scandale!

On pourrait organiser comme on veut les relations du parquet avec la
presse, cela ne changerait rien car ce que veulent certains médias, ce
sont des images! Ils veulent être là au moment qu'ils estiment être
opportun pour avoir le scoop, pour voir la personne perquisitionnée,
les lieux, etc. Je fais donc la différence entre une information qui doit
être réalisée par le parquet pour diminuer la pression et pour assurer
une certaine transparence mais cela ne suffira de toute façon pas!

Comme je vous l'ai dit, la juge d'instruction dans ce dossier, Mme
Verstreken, a demandé au Comité P une enquête sur l'origine des
fuites dans la presse. J'estime qu'il s'agit d'une excellente initiative.
On va évidemment attendre les conclusions du Comité P. Mais, selon
moi, ce n'est pas suffisant car le phénomène est d'une ampleur
certaine.

On sait que le Code d'instruction criminelle prévoit expressément que
toute personne qui contribue à titre professionnel à une enquête
judiciaire est tenue au secret. La violation de cette règle donne lieu à
l'application de l'article 458 du Code pénal. Le cadre légal existe pour
affronter le problème. Il existe aussi une réglementation prévue dans
une circulaire relative à l'octroi d'informations à la presse par les
autorités judiciaires et les services de police pendant la phase
d'instruction préparatoire. J'estime que quand des règles existent, il
doit y avoir des sanctions sinon ces règles ne servent à rien!

Autrement dit, j'attends le résultat de l'enquête du Comité P.

Par ailleurs, j'ai interpellé le Collège des procureurs généraux car cela
fait partie de la politique criminelle. On sait que cela pourrait influencer
18.02 Minister Laurette
Onkelinx: Ik deel de mening van
de heer Marinower. Het is
schandalig. Ongeacht de manier
waarop de contacten tussen het
parket en de pers geregeld
worden, het enige wat bepaalde
media willen is beelden. De
informatie die door het parket
wordt bekendgemaakt om de druk
weg te nemen, volstaat voor hen
niet.

De onderzoeksrechter die met dat
dossier belast is, heeft het Comité
P opgedragen een onderzoek naar
de oorsprong van de perslekken te
verrichten. Ik vind dat een
uitstekend initiatief.

Het Wetboek van Strafvordering
bepaalt uitdrukkelijk dat eenieder
die beroepsmatig meewerkt aan
een gerechtelijk onderzoek de
geheimhouding in acht moet
nemen. Er is een wettelijk kader
om het probleem aan te pakken.
Wanneer er regels bestaan, moet
ook in sancties worden voorzien,
want anders dienen die regels tot
niets.
CRIV 51
COM 898
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
43
très largement l'instruction et le cours du procès et les décisions à
prendre éventuellement.

J'en parlerai d'ailleurs à l'occasion de l'examen sur la théorie des
nullités.

Cela fait partie de la politique criminelle. J'ai interpellé le Collège des
procureurs généraux. J'espère pouvoir en parler avec eux lors de nos
prochaines rencontres. J'espère que l'examen effectué par le Collège
des procureurs généraux et celui, plus particulier, du Comité P nous
permettront de disposer de leviers supplémentaires.

Il faut savoir d'où cela provient. S'agit-il de sources humaines ou de
dispositifs de télécommunication? Je n'en sais rien! Je ne mène pas
personnellement l'enquête! C'est pour cette raison qu'il faut attendre
les conclusions du Comité P et ensuite déterminer les grandes lignes
à imposer, en accord avec le Collège des procureurs généraux.
Monsieur Marinower, je suis d'accord avec vous; cela ne peut pas
perdurer!
Ik wacht op de resultaten van het
onderzoek van het Comité P. Ik
heb die kwestie tevens bij het
College van procureurs-generaal
aangekaart, want zij maakt deel uit
van het strafbeleid.
Ik hoop dat het onderzoek van het
College van procureurs-generaal
en het Comité P ons een aantal
bijkomende handvatten zal
aanreiken.

We moeten weten waar een en
ander vandaan komt (menselijke
bron of telecommunicatie-
apparatuur)! Daarom moeten we
de conclusies van het Comité P
afwachten en dan, in
samenspraak met het College van
procureurs-generaal, de
krachtlijnen vastleggen waaraan
men zich zal moeten houden.
Maar dit kan zo niet blijven duren!
18.03 Claude Marinower (VLD): Mevrouw de minister, ik dank u
voor uw antwoord. Het klopt dat er een onderzoek aan de gang is
over de eerste lekken bij het Comité P. Ik meen dat het aangewezen
is dat er een aanvullend onderzoek komt, want het wordt natuurlijk
erger wanneer het een onderzoek is dat geleid wordt door het
federaal parket en dat, wat die situaties betreft, net hetzelfde resultaat
heeft nadat een informatiestop werd afgekondigd en nadat mevrouw
Pellens namens het federaal parket alleen maar op bepaalde dagen
en tijdstippen communiceert.

Ik vind dat dit echt te ver gaat. Ik meen dat er geen goed beeld
gegeven wordt wanneer een onderzoek gevoerd wordt onder de
vleugels van het federaal parket en de situatie identiek is als
daarvoor. Ik meen dat dit absoluut geen goed signaal is.
18.03 Claude Marinower (VLD):
Le Comité P mène une enquête
afin d'identifier la source des
premières fuites. Une enquête
complémentaire est requise. Il est
particulièrement grave que le
dossier soit entre les mains du
parquet fédéral et que l'incident se
soit produit après qu'un embargo
sur les informations a été
annoncé.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 12.41 uur.
La réunion publique de commission est levée à 12.41 heures.