IC895_FIN.doc

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

cdH

centre démocrate Humaniste

CD&V

Christen-Democratisch en Vlaams

ECOLO

Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales

Front National

Mouvement réformateur

N-VA

Nieuw-Vlaamse Alliantie

Parti socialiste

sp.a-spirit

Socialistische Partij Anders Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht

Vlaams Belang

VLD

Vlaamse Liberalen en Democraten

Abréviations dans la numérotation des publications :

Afkortingen bij de nummering van de publicaties :

DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de

base et du n° consécutif

DOC 51 0000/000

Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer

QRVA

Questions et Réponses écrites

QRVA

Schriftelijke Vragen en Antwoorden

CRIV

version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV

voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)

CRABV

Compte Rendu Analytique (couverture bleue)

CRABV

Beknopt Verslag (blauwe kaft)

CRIV

Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu inté-
gral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit des
interventions ; les annexes se trouvent dans une brochure
séparée (PLEN: couverture blanche; COM: couverture
saumon)

CRIV

Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken; de
bijlagen zijn in een aparte brochure opgenomen
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)

PLEN

séance plénière

PLEN

Plenum

COM

réunion de commission

COM

Commissievergadering

MOT

motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT

moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)

Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :

publications@laChambre.be

Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :

publicaties@deKamer.be

CRIV 51

COM 895

15/03/2006

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

SOMMAIRE

INHOUD

Question de Mme Nahima Lanjri au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "les lacunes
des mesures prises pour lutter contre les
mariages de complaisance" (n° 10509)

Vraag van mevrouw Nahima Lanjri aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de tekortkomingen van de
maatregelen ter bestrijding van schijnhuwelijken"
(nr. 10509)

Orateurs: Nahima Lanjri, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur

Sprekers: Nahima Lanjri, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken

Question de Mme Zoé Genot au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "le visa pour
les défenseurs des droits humains" (n° 10524)

Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "het visum voor
mensenrechtenactivisten" (nr. 10524)

Orateurs: Zoé Genot, Patrick Dewael, vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur

Sprekers: Zoé Genot, Patrick Dewael, vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken

Question de Mme Inga Verhaert au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "l'occupation
permanente des résidences de week-end"
(n° 10587)

Vraag van mevrouw Inga Verhaert aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de permanente bewoning van
weekendhuisjes" (nr. 10587)

Orateurs: Inga Verhaert, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur

Sprekers: Inga Verhaert, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken

Question de M. Koen T'Sijen au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "la réunion de
'Blood and Honour' à Vremde" (n° 10733)

Vraag van de heer Koen T'Sijen aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de bijeenkomst van 'Blood and
Honour' te Vremde" (nr. 10733)

Orateurs: Koen T'Sijen, Patrick Dewael, vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur

Sprekers: Koen T'Sijen, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken

Question de Mme Annick Saudoyer au vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la
formation des policiers aux dossiers de violences
conjugales" (n° 10764)

Vraag van mevrouw Annick Saudoyer aan de
vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de vorming van het politiepersoneel
inzake dossiers van partnergeweld" (nr. 10764)

Orateurs: Annick Saudoyer, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur

Sprekers: Annick Saudoyer, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken

Question de Mme Valérie Déom au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "le
renforcement annoncé de la loi football"
(n° 10772)

Vraag van mevrouw Valérie Déom aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de aangekondigde uitbreiding van de
voetbalwet" (nr. 10772)

Orateurs: Valérie Déom, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur

Sprekers: Valérie Déom, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken

Question de M. Melchior Wathelet au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "la qualité de
verbalisant des stewards" (n° 10785)

Vraag van de heer Melchior Wathelet aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de bevoegdheid van de stewards om
bekeuringen uit te schrijven" (nr. 10785)

Orateurs: Melchior Wathelet, président du
groupe cdH, Patrick Dewael, vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur

Sprekers: Melchior Wathelet, voorzitter van
de cdH-fractie, Patrick Dewael, vice-eerste
minister en minister van Binnenlandse Zaken

Question de M. François Bellot au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "le
développement du réseau ASTRID" (n° 10811)

Vraag van de heer François Bellot aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de uitbouw van het ASTRID-netwerk"

15/03/2006

CRIV 51

COM 895

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

(nr. 10811)

Orateurs: François Bellot, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur

Sprekers: François Bellot, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken

Question de Mme Talbia Belhouari au vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la
sélection lors du recrutement des inspecteurs de
police" (n° 10818)

Vraag van mevrouw Talbia Belhouari aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de selectie bij de werving van politie-
inspecteurs" (nr. 10818)

Orateurs: Talbia Belhouari, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur

Sprekers: Talbia Belhouari, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken

Question de M. Benoît Drèze au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "le retard pris
dans le paiement aux communes des montants
constituant la contrepartie des centimes
additionnels non perçus" (n° 10829)

Vraag van de heer Benoît Drèze aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de achterstand in de betaling aan de
gemeenten van de bedragen ter compensatie van
de niet-geïnde opcentiemen" (nr. 10829)

Orateurs: Benoît Drèze, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur

Sprekers: Benoît Drèze, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken

Question de Mme Frieda Van Themsche au vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la
vente de véhicules de police dont les signes
distinctifs n'ont pas été enlevés" (n° 10842)

Vraag van mevrouw Frieda Van Themsche aan
de vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken over "de verkochte
politievoertuigen die niet ontdaan werden van hun
kentekens" (nr. 10842)

Orateurs: Frieda Van Themsche, Patrick
Dewael, vice-premier ministre et ministre de
l'Intérieur

Sprekers: Frieda Van Themsche, Patrick
Dewael, vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken

Question de Mme Marie Nagy au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "la brutalité
lors d'un rapatriement" (n° 10847)

Vraag van mevrouw Marie Nagy aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "het geweld bij een repatriëring"
(nr. 10847)

Orateurs: Marie Nagy, Patrick Dewael, vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur

Sprekers: Marie Nagy, Patrick Dewael, vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken

CRIV 51

COM 895

15/03/2006

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

COMMISSION DE L'INTERIEUR,

DES AFFAIRES GENERALES ET

DE LA FONCTION PUBLIQUE

COMMISSIE VOOR DE

BINNENLANDSE ZAKEN, DE

ALGEMENE ZAKEN EN HET

OPENBAAR AMBT

MERCREDI

MARS

2006

Après-midi

______

van

WOENSDAG

MAART

2006

Namiddag

______

La séance est ouverte à 14.29 heures par M. André Frédéric, président.
De vergadering wordt geopend om 14.29 uur door de heer André Frédéric, voorzitter.

Le président: Chers collègues, je voudrais vous rappeler la décision
que j'ai prise la semaine dernière et que je formule une dernière fois.
En application du Règlement, les questions extrêmement
intéressantes des collègues qui ne daignent pas être présents pour
les poser seront reportées une seule fois et définitivement rayées par
la suite.

De plus, les fonctionnaires de la Chambre, qui ne sont pas des
secrétaires de luxe, ne passeront désormais plus leur temps à
appeler les uns et les autres aux quatre coins du bâtiment ou à
l'extérieur pour leur rappeler qu'ils ont omis de vérifier l'agenda et
qu'ils ont donc oublié qu'ils ont une question à poser. À bon
entendeur, salut!

Je suivrai de façon très stricte le déroulement des travaux tels que
programmés. Je reporterai les questions quand il s'avérera qu'elles
sont à reporter et je les supprimerai définitivement de l'agenda quand
elles seront à supprimer!

Ceci étant dit, monsieur le ministre, je suis désolé, une fois de plus,
de vous avoir fait perdre votre temps au nom de collègues qui
n'estiment pas devoir être présents lorsque vous faites l'effort de vous
déplacer en commission!

Monsieur le ministre de l'Intérieur, bienvenue, monsieur le ministre de
la Fonction publique, bon après-midi!

Ceci étant acté.

De voorzitter: Ik herinner aan de
vorige week genomen beslissing:
bij toepassing van het Reglement
wordt de vraag van een afwezig
parlementslid één keer naar de
volgende commissie verschoven
en de volgende keer definitief
geschrapt. Bovendien herinneren
de ambtenaren van de Kamer de
parlementsleden er niet meer aan
dat hun vraag op de agenda staat.

(Wendt zich tot de heer Dupont,
minister van Ambtenarenzaken)
Mijnheer de minister, het spijt mij
dat u tijd hebt verloren door
collega's die het niet nodig achtten
aanwezig te zijn.

Wij gaan dus over tot de vragen
aan de vice-eerste minister en
minister van Binnenlandse Zaken.

01 Vraag van mevrouw Nahima Lanjri aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken

over "de tekortkomingen van de maatregelen ter bestrijding van schijnhuwelijken" (nr. 10509)

01 Question de Mme Nahima Lanjri au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les lacunes

des mesures prises pour lutter contre les mariages de complaisance" (n° 10509)

01.01 Nahima Lanjri (CD&V): Mijnheer de voorzitter, zoals u merkt,

ben ik aanwezig, zelfs nog voor u er was. Ik heb dus niet, zoals
sommige collega's hebben gedaan, de minister laten wachten waarna
hij onverrichter zake naar huis kon gaan.

01.01 Nahima Lanjri (CD&V): La

cellule "mariages de
complaisance" du parquet
d'Anvers se plaint de l'insuffisance

15/03/2006

CRIV 51

COM 895

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Mijn vraag betreft de maatregelen ter bestrijding van schijnhuwelijken.
Recent heeft de regering hierover nog een en ander beslist. Een
drietal weken geleden verscheen in De Gazet van Antwerpen dat de
Cel schijnhuwelijken in Antwerpen, u kent die dienst want de dienst
Vreemdelingenzaken werkt hiermee regelmatig samen, vindt dat de
maatregelen die in het Parlement waren vastgelegd niet voldoende
waren omdat ze hun effect nog niet hadden bereikt. Zij vonden dat de
boetes te laag waren en geen afdoend afschrikmiddel waren, dat de
bedragen die worden betaald voor een schijnhuwelijk vele malen
hoger zijn dan de boetes, dat het automatisch verlies van de
verblijfsvergunning na het verlies van de nationaliteit niet is
opgenomen in het goedgekeurde wetsontwerp.

des mesures de lutte contre les
mariages blancs. Les amendes
sont trop faibles et n'ont pas un
caractère suffisamment dissuasif.
Le projet de loi approuvé ne
prévoit pas le retrait automatique
de l'autorisation de séjour ou de la
nationalité.

Le président: Je pense qu'il n'y a pas de traduction audible pour l'instant. Il y a un bruit très fort. Nous
sommes peut-être surveillés par la Sûreté de l'État!

01.02 Nahima Lanjri (CD&V): Ik probeer het opnieuw.

Het automatisch verlies van de verblijfsvergunning of het verlies van
de nationaliteit is niet opgenomen in het goedgekeurde wetsontwerp.

Le président: Excusez-moi mais la traduction est inaudible partout, en ce compris dans mon casque. Il faut
appeler un technicien. Ne peut-on essayer sur un autre canal?

Vous pouvez peut-être essayer un autre micro mais, à mon avis, il y a un problème en cabine de traduction.

01.03 Nahima Lanjri (CD&V): De tweede opmerking van de cel

Schijnhuwelijken is dat het automatisch verlies van de
verblijfsvergunning en het verlies van de nationaliteit niet zijn
opgenomen in de wet die wij hebben goedgekeurd. Dit zou nochtans
het meest efficiënte middel zijn om schijnhuwelijken tegen te gaan.

Ten derde, het aantal buitenlandse huwelijken stijgt. Koppels die niet
kunnen trouwen in België trekken naar het thuisland omdat daar bijna
geen of geen controle is.

Ten vierde, de Cel schijnhuwelijken pleit ook voor het onmogelijk
maken van het doorgeven van de Belgische nationaliteit door een
volgend huwelijk, het zogenaamde cascade-effect.

Dat zijn een aantal opmerkingen, mijnheer de minister, die u wellicht
bekend in de oren zullen klinken. Ze komen van de Cel
schijnhuwelijken, maar een aantal van die bemerkingen heb ik reeds
ter sprake gebracht tijdens de bespreking van het wetsontwerp
waaraan ons wetsvoorstel werd gekoppeld. Bijvoorbeeld met
betrekking tot het automatisch verlies van de verblijfsvergunning heeft
u gezegd dat dit niet moest worden opgenomen omdat dit reeds
bepaald is in de wetgeving waardoor uw diensten het sowieso zullen
toepassen.

Ik wil de minister vragen of hij van plan is om samen met zijn collega
van Buitenlandse Zaken maatregelen te nemen tegen koppels die
trouwen in het buitenland, maar in België een verblijfsvergunning
hebben of aan gezinshereniging doen. Zo niet is het natuurlijk dweilen
met de kraan open. Het is immers onvoldoende om enkel huwelijken
die hier werden aangegaan, te controleren.

01.03 Nahima Lanjri (CD&V):

Les couples qui ne peuvent pas se
marier en Belgique vont d'ailleurs
se marier dans leur pays d'origine
ou dans les pays scandinaves, où
il n'y a pratiquement aucun
contrôle. Finalement, il devrait être
impossible de transmettre la
nationalité belge par remariage.

Le ministre a-t-il l'intention de
prendre des mesures pour que les
couples qui se marient à l'étranger
et qui demandent une autorisation
de séjour en Belgique soient
contrôlés plus efficacement? Dans
l'affirmative, lesquelles? Comment
se déroule la collaboration entre
les fonctionnaires de l'État civil et
l'Office des étrangers depuis la
circulaire du 13 septembre 2005?
Combien de tentatives de
mariages de complaisance ont été
signalées depuis à l'Office des
étrangers? Combien de personnes
se sont déjà vu retirer leur
autorisation de séjour à la suite de
l'annulation d'un mariage de
complaisance?

CRIV 51

COM 895

15/03/2006

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Op 13 september hebt u een omzendbrief verstuurd voor een betere
samenwerking tussen de ambtenaren van de Burgerlijke Stand en de
dienst Vreemdelingenzaken. Mijn voorstel was om een soort databank
op te richten, maar u hebt dat geregeld via een omzendbrief. Hoe
loopt die samenwerking nu? Wat is er gewijzigd? Wat is er verbeterd?

Ik heb ten slotte nog een vraag waarop ik graag een antwoord zou
krijgen. U zei mij reeds dat het mogelijk is dat de verblijfsvergunning
wordt ontnomen. Ik heb gezegd dat dit weliswaar theoretisch mogelijk
is, maar dat het een hele procedure vergt. Kunt u mij zeggen hoeveel
verblijfsvergunningen er ondertussen reeds werden ontnomen op
basis van een nietig verklaard huwelijk?

Ik wil u nog iets citeren uit een vraag die gisteren aan uw collega
Onkelinx werd gesteld: "Mevrouw de minister, in verband met
schijnhuwelijken. Indien nadat het huwelijk werd afgesloten, wordt
vastgesteld dat het een schijnhuwelijk betreft, kan het parket de
nietigverklaring van het huwelijk vorderen.Een gerechtelijke procedure
daartoe kan echter lang aanslepen. Soms, zelfs dikwijls, moet
vastgesteld worden dat een persoon die via een schijnhuwelijk een
verblijfsvergunning heeft verworven op het moment van de uitspraak,
reeds de Belgische nationaliteit heeft gekregen via de snel-Belg-wet.
De nietigverklaring van het huwelijk heeft in die omstandigheden
natuurlijk weinig effect". Dit is dus een uitspraak die een collega
gisteren deed. Het is trouwens meer een van uw collega's, met name
Claude Marinower, die hetzelfde vaststelde als wat ik en anderen op
het terrein vaststellen.

Het is niet omdat het theoretisch mogelijk is, dat het praktisch zo'n
efficiënt middel blijkt te zijn. Als dat allemaal lang aansleept, wat ook
gebeurt hij kan het weten want hij is ook jurist, dan is inmiddels vaak
de nationaliteit verkregen. Dan heeft het verlies van de
verblijfsvergunning natuurlijk weinig effect. Mijn vraag is wat u aan dat
probleem kunt doen.

Ik wil trouwens zeggen dat het jammer is dat we de resolutie die
vandaag op de agenda stond, niet meer kunnen bespreken, mijnheer
de voorzitter.

Monsieur le président, il est très important que nous discutions de
cette résolution. J'espère qu'elle sera inscrite à l'ordre du jour de la
prochaine réunion.

Dat is heel belangrijk.

Le président: Madame Lanjri, il suffit de demander et c'est accordé.

01.04 Nahima Lanjri (CD&V): Dank u, mijnheer de voorzitter.

Het is belangrijk. Het stond vandaag geagendeerd, mijnheer de
minister. We zijn er niet meer toe gekomen. In plaats van altijd veel
vragen te moeten stellen over het onderwerp, is het beter opnieuw
een debat te voeren over de vele preventieve maatregelen die nog
kunnen worden genomen om te vermijden dat er schijnhuwelijken
plaatsvinden.

Een van de maatregelen die ik voorstel is de controles in het
buitenland te versterken. Ik weet dat het hier en daar reeds gebeurt,

15/03/2006

CRIV 51

COM 895

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

maar alleen op basis van een rondzendbrief. Een wettelijk initiatief
terzake dringt zich, mijns inziens, op, zeker om te vermijden dat
huwelijken worden afgesloten in het buitenland en nadien een visum
wordt geweigerd. Dat is de omgekeerde gang van zaken. Als er een
vermoeden van schijnhuwelijk is, moet men dit huwelijk proberen te
beletten vooraleer het is afgesloten en niet door geen visum uit te
reiken. Het is efficiënter vooraf.

01.05 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, mevrouw

Lanjri, eerst en vooral wil ik uw aandacht erop vestigen dat het op vlak
van het verblijf niet noodzakelijkerwijs voordeliger is een huwelijk af te
sluiten in het buitenland. Artikel 146bis van het Burgerlijk Wetboek
ik heb het niet over de maatregelen die zijn ingevoerd ingevolge mijn
ontwerp maar maatregelen uit het bestaande wetboek is een
instrument in de strijd tegen schijnhuwelijken. Het maakt het niet
alleen mogelijk een schijnhuwelijk nietig te verklaren maar ook om
een schijnhuwelijk afgesloten in het buitenland te kwalificeren als niet
tegenstelbaar ten opzichte van de Belgische autoriteiten.

U gaat ervan uit dat automatisch datgene wat in het buitenland wordt
voltrokken, meer voordelig is. Neen. De instrumenten in de strijd zijn
dezelfde of het huwelijk in het buitenland wordt afgesloten of in ons
land.

Ten tweede, de nieuwe regelgeving die voorzien is als de omzetting
van de Europese richtlijn inzake de gezinshereniging. Hierover
hebben we het reeds vaak gehad. Het is een voorontwerp van wet,
goedgekeurd door de Ministerraad en overgezonden naar de Raad
van State. Sinds een aantal dagen is het terug. Dit wil zeggen dat het
in de komende weken opnieuw in de Ministerraad zal worden
behandeld waarna het voor het reces in het Parlement zal ingediend
en bediscussieerd worden.

Het voorontwerp stelt dat een vreemdeling die gebruik maakt op het
recht op gezinshereniging niet onmiddellijk of dadelijk verblijfsrecht
verwerft. Er wordt voorzien in een controleperiode van drie jaar. Dat
moet het de administratie mogelijk maken om misbruiken effectief te
gaan bestrijden.

Ik merk op dat het Bureau Opsporingen van de dienst
Vreemdelingenzaken heel goede contacten heeft met de Cel
schijnhuwelijken van de stad Antwerpen. Dat is u ongetwijfeld bekend.
Dat heeft eind 2003 geleid tot het zogenaamde draaiboek
schijnhuwelijken. Dat draaiboek heeft als basis gediend voor de
meeste andere draaiboeken die per gerechtelijk arrondissement
worden opgemaakt, aansluitend op de prioriteiten en de capaciteiten
van het lokale parket. Ik denk dat Antwerpen hierin een voorbeeldrol
heeft gespeeld. Het heeft navolging gekend in verschillende andere
steden en arrondissementen, een beetje afhankelijk van datgene wat
het lokale parket bereid te doen is tegen het fenomeen. Daar staat of
valt de strijd in belangrijke mate mee.

Het is wat vroeg om de resultaten van de specifieke samenwerking
tussen ambtenaren van de Burgerlijke Stand en van de dienst
Vreemdelingenzaken naar aanleiding van de rondzendbrief van
september 2005 te evalueren. De eerste twee maanden van 2006
werden 249 fiches met informatie naar mijn diensten verstuurd.

01.05 Patrick Dewael, ministre:

Pour obtenir un permis de séjour,
il n'est pas nécessairement plus
avantageux de se marier à
l'étranger. Le Code civil permet en
effet de faire annuler les mariages
blancs et de considérer que les
mariages blancs contractés à
l'étranger ne sont pas opposables
vis-à-vis des autorités belges.

En outre, à la suite de la
transposition de la directive
européenne, une nouvelle régle-
mentation en matière de
regroupement familial est en
vigueur. Le regroupement familial
ne génère plus automatiquement
un droit de séjour illimité. Grâce au
délai de contrôle de trois ans,
l'administration sera à même de
lutter plus activement contre les
abus. De plus, le bureau
Recherches de l'Office des
étrangers a de très bons contacts
avec la cellule Mariages blancs
d'Anvers. Cette collaboration a
abouti fin 2003 à un scénario
"mariages blancs". Ce scénario a
servi de base à la plupart des
scénarios dans d'autres arrondis-
sements. Il est encore trop tôt pour
procéder à une évaluation de la
collaboration spécifique entre l'État
civil et l'Office des étrangers. Au
cours des deux premiers mois de
2006, 249 fiches d'informations
ont été adressées à mes services.

En outre, l'Office des étrangers ne
dispose pas encore de statistiques
relatives au nombre de permis de
séjour retirés à la suite de
l'annulation d'un mariage. Mais
mes services élaboreront un
système de suivi scrupuleux.

En fin de compte, le montant exact
des amendes ne change pas
grand-chose. Mais il convient de

CRIV 51

COM 895

15/03/2006

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Ten slotte beschikt de dienst Vreemdelingenzaken nog niet over
statistieken waaruit kan worden afgeleid hoeveel
verblijfsvergunningen werden ingetrokken als gevolg van de
vernietiging van een huwelijk. Wel kan ik u bevestigen dat ik begin dit
jaar formeel instructie heb gegeven aan de diensten om een strikt
opvolgingssysteem uit te werken.

Ik reageer ook op twee van uw opmerkingen. Ten eerste, wat betreft
het bedrag van de opgelegde boetes ter bestraffing van
schijnhuwelijken, gaat het er niet om de financiële voordelen die
betrokkenen uit fraude halen, teniet te doen. Wel moet worden
duidelijk gemaakt dat het sluiten van een schijnhuwelijk een strafbaar
feit is dat niet enkel met een boete, maar ook met gevangenisstraf
kan worden bestraft. Ten tweede moet ik er u inzake het verlies van
de Belgische nationaliteit aan herinneren dat het mijn collega van
Justitie is die bevoegd is voor het verwerven en ook het verliezen van
de Belgische nationaliteit.

rappeler que le fait de contracter
un mariage blanc constitue un fait
punissable passible d'une amende
ou d'une peine d'emprisonnement.

Enfin, la ministre Onkelinx est
compétente pour l'octroi et la
déchéance de la nationalité belge.

01.06 Nahima Lanjri (CD&V): Mijnheer de minister, ik heb ten eerste

helemaal niet gezegd dat een huwelijk in het buitenland niet aan
dezelfde controle moet worden onderworpen of dat je daar geen strijd
tegen schijnhuwelijken kunt voeren, integendeel. Ik heb hier alleen
gepleit voor controle alvorens het huwelijk wordt aangegaan. Dit is
iets wat u met uw collega van Buitenlandse Zaken moet bekijken, om
te zien hoe die controle moet gebeuren.

Ten tweede. U heeft een paar maanden geleden, bij de bespreking
van het wetsontwerp met betrekking tot bestraffing van
schijnhuwelijken, aangehaald dat het niet nodig was het automatisch
verlies van de verblijfsvergunning in de wet op te nemen, omdat dit
reeds in de wet is bepaald. Dat klopt. Ik vroeg u toen en vraag u
vandaag cijfers, vermits dit reeds bestaat. Ik neem dus aan dat dit niet
vanaf vandaag wordt ingevoerd, maar dat er al een aantal huwelijken
is ontbonden.

Ik vind het wel eigenaardig dat daarover geen cijfers bestaan. U zegt
nu de opdracht te hebben gegeven die statistieken vanaf begin dit jaar
bij te houden. Over een half jaar misschien zal ik u daarover terug een
vraag stellen. Ik hoop dat u mij dan cijfers kunt geven, eventueel ook
met betrekking tot het verleden. Het is toch niet de eerste keer dat wij
dit toepassen, of wel? Als dat niet zo is, denk ik dat daarvan werk
moet worden gemaakt.

01.06 Nahima Lanjri (CD&V): Je

persiste à penser qu'il faut
empêcher à temps la célébration
de mariages blancs. Pour le reste,
je trouve étonnant que nous ne
disposions pas de statistiques
relatives aux mariages blancs déjà
dissous. Je ne manquerai pas de
vous reposer cette question au
cours des six prochains mois.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

02 Question de Mme Zoé Genot au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le visa pour les

défenseurs des droits humains" (n° 10524)

02 Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken

over "het visum voor mensenrechtenactivisten" (nr. 10524)

02.01 Zoé Genot (ECOLO): Monsieur le président, monsieur le

ministre, la reconnaissance d'un statut spécial et l'octroi d'une
protection particulière aux défenseurs des droits humains ont fait
l'objet de longues discussions ayant abouti, en 1998, à une
déclaration des Nations unies sur la protection des défenseurs des
droits humains, adoptée par consensus par l'Assemblée générale à
l'occasion du 50

anniversaire de la Déclaration des droits de

02.01 Zoé Genot (ECOLO): In

1998 werd in een verklaring van
de Verenigde Naties naar
aanleiding van de 50

ste

verjaardag

van de Verklaring van de rechten
van de mens een bijzonder statuut
voor de verdedigers van de

15/03/2006

CRIV 51

COM 895

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

l'homme.

Dans sa résolution adoptée le 26 mai 2005, le Sénat demande au
gouvernement de veiller à protéger les défenseurs des droits humains
dans le monde.

Dans les lignes directrices relatives aux droits humains approuvées
par le Conseil des ministres des Affaires étrangères de l'Union
européenne le 14 juin 2005, l'Union européenne s'engage
politiquement en matière de protection des défenseurs des droits de
l'homme.

La Belgique s'est donc engagée à protéger les défenseurs des droits
humains. Or il me revient que, régulièrement, ces défenseurs des
droits humains ont bien souvent des difficultés à obtenir un visa pour
venir dans notre pays se soigner ou témoigner.

C'est pourquoi, monsieur le ministre, j'ai deux questions à vous
formuler.

Pourriez-vous me dire pour quelle raison les défenseurs des droits
humains ont tant de problèmes pour obtenir un visa temporaire alors
que, dans leur résolution du 26 mai dernier, les parlementaires vous
demandent explicitement de les protéger et que votre collègue en
charge des Affaires étrangères a approuvé les lignes directrices de
l'Union européenne?

Est-il dans vos intentions de rendre plus facile et plus rapide l'octroi
d'un visa temporaire pour ces défenseurs des droits humains qui
doivent venir se soigner en Belgique ou qui sont invités à venir
témoigner de la situation des droits de l'homme dans leur pays?

mensenrechten erkend. Op 26 mei
2005 heeft de Senaat de regering
gevraagd hen bijzondere
bescherming te verlenen. De
Europese Unie heeft zich hier ook
toe verbonden. Toch ondervinden
die verdedigers van de
mensenrechten vaak moeilijk-
heden bij het verkrijgen van een
visum om zich in ons land te laten
verzorgen of om een getuigenis af
te leggen.

Waarom die moeilijkheden terwijl
België toch die verbintenissen is
aangegaan? Bent u van plan de
uitreiking van dergelijk visum voor
de verdedigers van de mensen-
rechten te vergemakkelijken en te
versnellen?

02.02 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, chère

collègue, les défenseurs des droits humains qui désirent obtenir un
visa pour la Belgique sont soumis, comme les autres personnes, aux
conditions d'octroi d'un visa, selon le cas, de court ou de long séjour.
Pour les personnes qui viennent dans le cadre d'un court séjour, ceci
veut dire qu'elles doivent pouvoir démontrer l'objet de leur séjour, en
assurer la couverture financière et fournir aussi la garantie financière
quant à leur retour dans leur pays d'origine.

Rien ne permet actuellement de distinguer les défenseurs des droits
humains des autres demandeurs de visa, à moins que le poste
diplomatique n'attire l'attention sur la qualité de cette personne. En
général, les personnes qui désirent obtenir un visa pour être soignées
en Belgique doivent notamment produire la preuve de la nécessité
des soins médicaux en Belgique et disposer aussi des ressources
financières nécessaires à leurs soins.

Si ces conditions sont remplies ainsi que les autres conditions
imposées pour tout visa de court séjour de Schengen, le visa est
délivré.

Les personnes qui désirent venir en Belgique pour témoigner doivent,
quant à elles, prouver que le but de leur séjour est de témoigner en
Belgique. À ce titre, elles doivent nécessairement présenter une
invitation émanant de l'organisateur de l'événement où elles viennent
témoigner et attester aussi de leur crédibilité de témoin. Il est

02.02 Minister Patrick Dewael:

Elke aanvrager van een visum
voor België is onderworpen aan de
algemene voorwaarden voor de
uitreiking van een visum. Voor een
kort verblijf moet de aanvrager het
doel van zijn verblijf opgeven,
aantonen dat hij zijn verblijf kan
betalen en garanderen dat hij naar
het land van herkomst terugkeert.

Behalve wanneer de diplomatieke
post er onze aandacht op vestigt,
is er geen enkel element waardoor
verdedigers van de mensen-
rechten kunnen worden
onderscheiden van andere
aanvragers van een visum. Zij die
een visum aanvragen om zich hier
te laten verzorgen, moeten de
noodzaak van de medische
verzorging in België aantonen en
over de nodige financiële middelen
beschikken. Wanneer aan de
voorwaarden van het visum wordt
voldaan, wordt het uitgereikt.

CRIV 51

COM 895

15/03/2006

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

également tenu compte du statut de l'organisateur lors de
l'appréciation de la demande et, dès que le but de leur séjour est
clairement établi et que les autres conditions de délivrance d'un visa
sont réunies, le visa est délivré.

Vu que les visas de court séjour sont octroyés dans un délai très
court, il n'y a pas de raison à ce jour pour créer une procédure de visa
particulière pour les défenseurs des droits humains.

Personen die in België komen
getuigen, moeten dat ook
bewijzen. Ze moeten een
uitnodiging van de organisator van
het evenement voorleggen waaruit
de geloofwaardigheid van hun
getuigenis blijkt. Er wordt ook
rekening gehouden met het statuut
van de organisator. Zodra het doel
van het verblijf is vastgesteld en
de andere voorwaarden van het
visum zijn vervuld, wordt het
uitgereikt.

Omdat de visa voor kort verblijf op
heel korte termijn worden
uitgereikt (een tot vijf dagen), is er
geen reden om voor de
verdedigers van de
mensenrechten een bijzondere
procedure toe te passen.

02.03 Zoé Genot (ECOLO): Monsieur le ministre, juste une petite

sous-question. Qu'est-ce que vous appelez un délai très court?

02.04 Patrick Dewael, ministre: L'Office des étrangers me dit qu'il

s'agit d'un délai d'un à cinq jours.

02.05 Zoé Genot (ECOLO): Monsieur le ministre, j'essaierai

d'obtenir des éléments afin de pouvoir vous montrer que,
malheureusement, la procédure est beaucoup plus longue.

Parfois, en effet, certaines ambassades sont très au courant des
procédures et connaissent très bien les défenseurs des droits
humains: elles peuvent alors signaler leur implication. Dans d'autres
cas, les ambassades ont moins eu l'occasion de s'investir dans ce
domaine et les ONG n'ont pas l'occasion de recevoir leur support; la
situation reste alors difficile.

Vu que le parlement ainsi que les ministres ont réaffirmé cette
nécessité, à de multiples reprises, il me semble important que, dans
votre département, une attention accrue soit accordée à ces cas.
Sinon, voter des résolutions au parlement ne sert à rien.

02.05 Zoé Genot (ECOLO): In de

praktijk duurt de procedure veel
langer. Sommige ambassades
kennen de verdedigers van de
mensenrechten en vestigen de
aandacht op hun betrokkenheid,
maar andere liggen er niet van
wakker en maken de situatie
moeilijk.

Uw departement moet meer
aandacht aan die gevallen
besteden. Wat baat het anders om
resoluties in het Parlement goed te
keuren?

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

03 Vraag van mevrouw Inga Verhaert aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken

over "de permanente bewoning van weekendhuisjes" (nr. 10587)

03 Question de Mme Inga Verhaert au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "l'occupation

permanente des résidences de week-end" (n° 10587)

03.01 Inga Verhaert (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de

minister, collega's, ik ben zo vrij om met mijn vraag terug te komen op
een onderwerp dat hier al eens werd aangekaart, met name de
bewoning op permanente basis van weekendhuisjes. Ik kom zelf uit
de regio ten noorden van Antwerpen, waar heel wat mensen wonen in

03.01 Inga Verhaert (sp.a-spirit):

Fin novembre 2005, le ministre a
indiqué que ses services
avertiraient les gens qui habitent
de façon permanente dans un

15/03/2006

CRIV 51

COM 895

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

dat soort van huisvesting.

Eind november 2005 is bekend geworden dat Binnenlandse Zaken
mensen die permanent in zo'n huisje wonen, ook op de hoogte zal
brengen van het feit dat dit niet wettelijk is, ook al is men
ingeschreven in het bevolkingsregister van de gemeente.

Haast onmiddellijk nadat dat bericht de pers heeft gehaald, zijn er
heel wat vragen gerezen bij ongeruste weekendhuisbewoners. Ik heb
vastgesteld dat ook andere parlementsleden, met name uit de
Kempen, daarover vragen hebben gesteld. Ik weet ook dat er een
overleg heeft plaatsgevonden met enkele burgemeesters uit de
Kempen.

In uw antwoord van destijds heb ik gelezen dat er tegen januari 2006
wellicht een rondzendbrief zou klaarliggen om de gemeenten
duidelijke instructies te geven terzake. Voor zover ik toen uit dat
antwoord heb begrepen, komt die rondzendbrief vooral tegemoet aan
de gemeentelijke administratie.

Mijn vraag luidt welke implicaties die rondzendbrief heeft als die er
al is, want dat weet ik niet voor de mensen die nu al wonen in een
weekendhuisje. Ik kan me voorstellen dat een rondzendbrief duidelijke
richtlijnen geeft voor de gemeentelijke administratie wanneer zich
opnieuw mensen komen aanmelden en zich wensen te registreren.
Maar wat gebeurt er met de mensen die al in dat soort van huisjes
wonen?

Over hoeveel mensen gaat het?

Wanneer zal Binnenlandse Zaken die mensen op de hoogte brengen
van hun overtreding, met name de mensen die zich nieuw huisvesten
in dat soort woonst?

Voorziet Binnenlandse Zaken verdere acties met betrekking tot de
illegale permanente bewoning van weekendhuisjes? Zo ja, welke en
op welke termijn?

chalet ou une caravane qu'ils se
trouvent dans une situation
illégale. Cette annonce a semé
l'inquiétude parmi les personnes
concernées. En janvier 2006, le
ministre a envoyé une circulaire
aux communes à ce sujet.

Quelles implications cette
circulaire a-t-elle pour les habitants
de tels logements? Combien de
personnes habitent actuellement
de manière illégale dans des
chalets ou des caravanes? Quand
seront-ils informés de leur
infraction? D'autres actions sont-
elles envisagées?

03.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, het houden

van de bevolkingsregisters is de verantwoordelijkheid van de
gemeenten. Het koninklijk besluit van 16 juli 1992 betreffende de
bevolkingsregisters bepaalt dan ook dat de gemeenten de nodige
stappen moeten ondernemen om een einde te maken aan de
onregelmatige toestand. Doet de gemeente dat niet, dan wordt de
inschrijving die eerst voorlopig was, na een zekere termijn ook
definitief en dus gelijkgesteld met de inschrijving in een gewone, dus
toegelaten, woning.

Er bestaan geen specifieke statistieken over de permanente
bewoning van weekendhuisjes. Het is ook in de eerste plaats de taak
van het gemeentebestuur om de bewoners in te lichten over de aard
van de woning. Ook is het gemeentebestuur ervan op de hoogte of
een bepaalde woning al dan niet permanent bewoonbaar is.

Ik heb over die materie een rondzendbrief verstuurd aan de
gemeenten. In die brief worden de gemeenten herinnerd aan de
mogelijkheden waarover zij beschikken om te reageren tegen de
permanente bewoning van weekendhuisjes, namelijk als volgt. Ten

03.02 Patrick Dewael, ministre:

Les communes sont responsables
de la tenue des registres de la
population et doivent, en vertu de
l'arrêté royal du 16 juillet 1992,
mettre fin aux situations
irrégulières. Si la commune
n'intervient pas et n'informe pas
les occupants, l'inscription
provisoire est définitivement
assimilée à une inscription dans
une habitation normale.

La circulaire rappelle aux
communes les possibilités qu'elles
ont à leur disposition pour
empêcher l'occupation perma-
nente de chalets et de caravanes.
Elles peuvent avertir les habitants
du fait qu'ils ne sont inscrits que

CRIV 51

COM 895

15/03/2006

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

eerste, verwittiging aan de betrokkenen dat de inschrijving in de
bevolkingsregisters voorlopig is. Ten tweede, het laten ondertekenen
door de betrokkenen van een verklaring waarin zij bevestigen dat zij
een hoofdverblijfplaats hebben gevestigd in een gebouw waar
permanente bewoning niet is toegelaten. Ten derde, het laten
opmaken van een proces-verbaal, ook met het oog op bezorging aan
de procureur. Ten vierde, desnoods een klacht met burgerlijke
partijstelling indienen bij de onderzoeksrechter. Ten vijfde, aangaande
onveilige of ongezonde gebouwen, het nemen van een beslissing tot
onbewoonbaarverklaring, wat een verbod van bewoning en een bevel
tot ontruiming inhoudt, en het doen uitvoeren van die beslissing.

Mijn administratie zal al het mogelijke doen op het vlak van het
beslechten van de zogenaamde bevolkingsgeschillen. Indien de
administratieve beslissing tot inschrijving wordt genomen, zal duidelijk
worden vermeld dat de inschrijving slechts voorlopig is. Mijn
administratie zal een kopie van voormelde beslissing naar het parket
sturen. Al tijdens het onderzoek ter plaatse zal de
bevolkingsinspecteur van mijn administratie de betrokken bewoners
erop wijzen dat de beslissing tot voorlopige inschrijving aan het parket
zal worden bezorgd. Ik denk dat het op deze manier voor de
betrokkenen duidelijk moet zijn dat de voorlopige inschrijving geen
regularisatie inhoudt van de door hen veroorzaakte onwettige situatie.

provisoirement dans les registres
de la population. Elles peuvent en
outre faire signer aux intéressés
une déclaration indiquant que leur
principal lieu de résidence se situe
dans un bâtiment dans lequel il
n'est précisément pas permis de
séjourner à titre principal. Elles
peuvent également faire dresser
un procès-verbal et le transmettre
au procureur du Roi ou déposer
une plainte auprès du juge
d'instruction avec constitution de
partie civile. Enfin, si un immeuble
offre une sécurité insuffisante, il
est possible de le déclarer
insalubre.

Mon administration va s'efforcer
de régler les litiges en matière de
population en précisant que les
décisions administratives d'inscrip-
tion ne sont que provisoires. Toute
inscription de cette nature sera
déclarée au parquet du procureur
du Roi. Les habitants en seront
avertis par l'inspecteur de la
population qui effectuera une
enquête sur place.

Il doit être clair pour tous qu'une
inscription provisoire n'implique
pas la régularisation d'une
situation illégale.

03.03 Inga Verhaert (sp.a-spirit): Mijnheer de minister, met

permissie, maar waren wij al niet zo ver? Ik dacht dat dit de
bestaande situatie is. Wat is er dan veranderd? Of klopt de
berichtgeving van eind november niet dat Binnenlandse Zaken de
mensen zou gaan contacteren?

03.03 Inga Verhaert (sp.a-spirit):

Cette situation existe depuis
longtemps. L'administration a-t-
elle contacté les intéressés?

03.04 Minister Patrick Dewael: De rondzendbrief.

03.04 Patrick Dewael, ministre:

La circulaire en question vient
d'être envoyée.

03.05 Inga Verhaert (sp.a-spirit): Dat is dus het expliciet maken dat

de gemeenten zeggen dat men zich mag inschrijven, maar dat dit
geen rechten inhoudt.

03.06 Minister Patrick Dewael: Ja, daarin maak ik duidelijk wat ik hier

heb gezegd, namelijk wat de verschillende situaties kunnen zijn en
welke dimensie men daaraan moet vastknopen.

03.07 Inga Verhaert (sp.a-spirit): Dank u.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

15/03/2006

CRIV 51

COM 895

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Le président: M. Fournaux étant absent pour la deuxième fois consécutive, sa question n° 10600 est
définitivement supprimée. Mme Galant a transformé sa question n° 10651 en question écrite.

04 Vraag van de heer Koen T'Sijen aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken

over "de bijeenkomst van 'Blood and Honour' te Vremde" (nr. 10733)

04 Question de M. Koen T'Sijen au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la réunion de

'Blood and Honour' à Vremde" (n° 10733)

04.01 Koen T'Sijen (sp.a-spirit): Mijnheer de minister, we hebben

gisteren in de commissie voor Justitie ook al een klein debatje gehad
rond de manifestatie van de nazistische organisatie "Blood and
Honour" die toevallig heeft plaatsgevonden in mijn gemeente, in de
parochiezaal van Vremde. Deze extreem-rechtse organisatie
organiseerde daar een concert met groepen zoal Warhammer, Strike
Force, Eternal Pride, Odessa en dergelijke meer. Het was niet de
eerste keer dat zo'n concert plaatsvond. In de provincie Antwerpen
deed zich dat voor in 2004, onder andere op Linker Oever en in
Broechem.

Deze organisatie werd in Duitsland en Spanje reeds verboden. Er
werd ook gewag gemaakt van een journalist die in elkaar geslagen
werd in Vremde. De juiste feiten ken ik niet, maar ik hoor toch zeggen
dat dit ook komt door eigen provocatief gedrag.

Er is echter ook een aantal zaken gebeurd waar ik mij toch ernstige
vragen bij stel. Een van de elementen die mij er zeker toe hebben
aangezet om vragen te stellen is de uitspraak van de korpschef van
zone Minos die op een bepaald moment zei dat zolang die neonazi's
de openbare orde niet verstoorden, het geen zin had om bij die
mensen op schoot te gaan zitten. Ik vind dat een redelijke capitulatie
voor extreem-rechts en het fascisme. In de jaren '30 dachten
sommige mensen daar ook zo over. Ik heb mevrouw Onkelinx
gisteren een paar vragen gesteld over de rol en de functie van de
Staatsveiligheid. Dat is niet uw bevoegdheid, misschien jammer
genoeg niet.

04.01 Koen T'Sijen (sp.a-spirit):

Un débat a été tenu hier en
commission de la Justice à propos
du concert mis sur pied, le 4 mars
2006 à Vremde, par l'organisation
d'extrême droite "Blood and
Honour". En 2004 aussi, quelques
concerts mis sur pied par cette
organisation, qui a été interdite en
Allemagne et en Espagne, se sont
déroulés dans les environs
d'Anvers. Un caméraman de VTM
a été roué de coups pendant
l'événement, mais le chef de corps
de la zone de police MINOS a
estimé que l'intéressé avait eu une
attitude provocante. Il a ajouté qu'il
n'avait pas jugé nécessaire
d'intervenir tant que l'ordre public
n'était pas troublé.

04.02 Minister Patrick Dewael: Veel mensen denken van wel.

04.03 Koen T'Sijen (sp.a-spirit): Veel mensen denken van wel. Ik wil

zeker die indruk niet wekken.

Het is wel zo dat hier in de Kamer drie jaar geleden al verklaard is dat
"Blood and Honour" een organisatie is die te volgen moet zijn.
Daarom toch een aantal concrete vragen.

Mijnheer de minister, waren uw diensten op de hoogte van de
organisatie van deze activiteit? Werden de burgemeester van
Boechout en de lokale politie, in dit geval de politiezone Minos, op de
hoogte gebracht van deze activiteiten? Ik kan u zeggen dat de
burgemeester mij alleszins laat weten dat hij op geen enkel moment
op de hoogte is gebracht, wat mij toch wel zeer onverstandig lijkt in
dezen. Werd er PV opgemaakt van het incident met de
gemolesteerde VTM-cameraman? Werden er hoe dan ook PV's
opgemaakt omwille van inbreuken op de racismewetgeving en de
negationismewet? Volgens mij zijn dat de enige twee instrumenten die
we hebben om dergelijke organisaties aan te pakken en te verbieden.
Gaat u akkoord met de uitspraken van de korpschef van de
politiezone, de heer Deboel, dat er provocatief gedrag was van de

04.03 Koen T'Sijen (sp.a-spirit):

Le ministre était-il informé de
l'organisation de ce concert et le
bourgmestre de Boechout, la
police locale ou le chef de corps
de la zone de police MINOS
étaient-ils au courant? Des
procès-verbaux ont-ils été dressés
à propos de l'incident impliquant le
caméraman et les infractions à la
loi relative au racisme et au
négationnisme? Le ministre
estime-t-il que le comportement du
caméraman était provocant? Va-t-
il entreprendre des démarches
pour interdire cette organisation et
quelles seront les suites
éventuelles?

CRIV 51

COM 895

15/03/2006

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

journalisten en dat er niet moest ingegrepen worden omdat er anders
een mogelijkheid was van grotere incidenten en zo verder? Is dat de
juiste opstelling van onze politie ter plaatse? Zijn er mogelijkheden,
plannen eventueel, om naar Duits en Spaans voorbeeld deze
organisatie te verbieden? Wat zouden eventuele praktische gevolgen
kunnen zijn van het verbod van zo'n organisatie? Ik dank u voor uw
antwoord.

04.04 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, ik zou ook

willen verwijzen naar het antwoord dat ik vorige week heb gegeven op
de mondelinge vraag van de heer Marinower. Het crisiscentrum werd
via de GDA van Antwerpen op de hoogte gebracht van de organisatie
van het tweede Nordlandconcert van "Blood and Honour" op 4 maart
ergens in het Antwerpse. In het pamflet werd een gsm-nummer
weergegeven dat enkel op 4 maart tussen 18 uur en 20 uur gebruikt
kon worden om informatie te krijgen over de plaats van samenkomst.
Na onderzoek bleek deze plaats van samenkomst de parking van de
Carrefour-Quick in Borsbeek te zijn. De exacte locatie van het concert
dat is dus mijn conclusie was niet op voorhand bekend.

Wat uw tweede en uw derde vraag aangaat, het lokaal politiekorps
Minos werd op 21 februari van dit jaar door de DirCo Antwerpen via
een administratief rapport in kennis gesteld van het feit dat in de
omgeving van Antwerpen een fuif zou doorgaan van de betrokken
organisatie.

De juiste plaats was dus niet gekend. De burgemeester van Borsbeek
werd op dat ogenblik pas in kennis gesteld. Op zaterdag 4 maart in de
vooravond werd duidelijk dat het concert zou doorgaan in het
parochiehuis te Vremde. De burgemeester werd daarvan ook dadelijk
in kennis gesteld.

Er werd een pv opgesteld voor opzettelijke slagen en verwondingen
en ook bedreigingen. De korpschef heeft volgens mijn informatie niet
gezegd dat de journalisten het zelf hebben uitgelokt. Zijn uitspraak
zou erop neerkomen dat het moeilijk is om iemand te beschermen die
zich wetens en willens in een toestand plaatst die niet zonder gevaar
is.

Noch in het kader van de wetgeving tegen racisme, noch in het kader
van de wetgeving tegen het negationisme zijn inbreuken vastgesteld.
De enige wet die toelaat een organisatie te verbieden is deze waarbij
private milities worden verboden. Daarvoor is een veroordeling nodig
die er, voor zover mij bekend is, niet is. Er bestaat dus geen andere
Belgische wet die toelaat een organisatie op basis van haar naam te
verbieden of te ontbinden.

Tot slot, de organisatie is niet verboden, maar komt wel voor op de
door mij goedgekeurde lijst van te volgen groeperingen. Die opname
heeft tot gevolg dat er informatie mag worden bijgehouden over
personen die er vermoedelijk deel van uitmaken.

04.04 Patrick Dewael, ministre:

J'ai déjà répondu de manière
détaillée, la semaine dernière en
commission, à une question
analogue de M. Marinower.

Le centre de crise a été informé
par le Service judiciaire
d'arrondissement (SJA) d'Anvers
de l'organisation, le 4 mars
`quelque part à Anvers' du
deuxième "Nordlandconcert" de
l'organisation "Blood and Honour".
Un tract mentionnait simplement
un numéro de gsm à former le 4
mars entre 18 et 20 heures pour
connaître le lieu de rassemble-
ment. Il s'est avéré qu'il s'agissait
d'un parking de grande surface.
L'endroit exact du concert n'était
donc pas connu au préalable.

Le corps de police locale MINOS a
été informé le 21 février par un
rapport administratif du Dirco
d'Anvers de l'imminence d'une
fête de "Blood and Honour" dans
les environs d'Anvers, à un endroit
non encore précisé. Le
bourgmestre de Borsbeek a aussi
été informé. Il est apparu le 4 mars
en début de soirée que le concert
aurait lieu à la salle paroissiale de
Vremde. Le bourgmestre de
Boechout a été averti.

Après l'incident avec le
caméraman, un procès-verbal a
été dressé pour coups et
blessures volontaires et menaces.

Le chef de corps de MINOS n'a
pas affirmé que les journalistes
avaient eux-mêmes déclenché
l'incident. Il a simplement indiqué
qu'il n'était pas évident de protéger
une personne se retrouvant
délibérément dans une situation
dangereuse.

15/03/2006

CRIV 51

COM 895

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Aucune infraction à la loi contre le
racisme ou à la loi contre le
négationnisme n'a été constatée.
La seule loi belge qui permet
d'interdire ou de dissoudre une
organisation sur la base de sa
dénomination est celle interdisant
les milices privées. À cet effet, il
faut une condamnation préalable,
laquelle fait défaut dans ce cas
concret. Si l'organisation "Blood
and Honour" n'est pas interdite,
elle figure toutefois sur la liste des
groupements suivis dans notre
pays, ce qui signifie que des
informations peuvent être
collectées et conservées à propos
des personnes qui sont supposées
en faire partie.

04.05 Koen T'Sijen (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de

minister, ik dank u voor uw antwoord. Ter verduidelijking, was het op
21 of 22 februari dat er een administratief rapport werd opgesteld?

04.06 Minister Patrick Dewael: 21 februari

04.07 Koen T'Sijen (sp.a-spirit): Ik heb gisteren ook tegen de

minister van Justitie gezegd dat er moet worden nagedacht om
dergelijke organisaties in de toekomst wel te kunnen verbieden. In
Duitsland en Spanje is dat wel het geval. Anders vrees ik ervoor dat
wij binnen de kortste keren opnieuw met een dergelijk feestje zullen
worden geconfronteerd.

Ik heb contact gehad met de buurtbewoners daar. Ik kan u zeggen dat
dit volk niet echt wordt gesmaakt in het dorp. Ik kan u de primeur
meegeven die zojuist op de website van Blood and Honour is
verschenen, waarbij zij aankondigen dat het een groot succes is
geweest, dat zij een samenwerking in de toekomst zeker zullen zien
weerkeren voor bloed en eer en heldenoverwinning. Men is nu al
bezig om een volgend feestje te organiseren. Ik denk dat wij, naast
het feit dat de organisatie wordt gevolgd en op een lijst staat, ernstig
politiek moeten nadenken op welke manier wij dergelijke organisaties
in ons land kunnen verbieden.

04.07 Koen T'Sijen (sp.a-spirit) :

Le gouvernement doit étudier la
possibilité de pouvoir interdire
effectivement de telles organisa-
tions, dont nous ne pouvons
certainement pas sous-estimer les
membres. Je constate que sur son
site web, "Blood and Honour" se
targue en des termes
inadmissibles du succès de
l'événement de Vremde. Un
prochain concert est manifeste-
ment déjà planifié.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

05 Question de Mme Annick Saudoyer au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la

formation des policiers aux dossiers de violences conjugales" (n° 10764)

05 Vraag van mevrouw Annick Saudoyer aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse

Zaken over "de vorming van het politiepersoneel inzake dossiers van partnergeweld" (nr. 10764)

05.01 Annick Saudoyer (PS): Monsieur le président, monsieur le

ministre, la Belgique, à ses différents niveaux de pouvoir, décide de
mesures concrètes pour enrayer le phénomène des violences
commises dans le cadre conjugal et familial.

Plusieurs enquêtes convergentes démontrent qu'une femme sur cinq

05.01 Annick Saudoyer (PS):

België besliste op de verschillende
bevoegdheidsniveaus concrete
maatregelen te nemen om
intrafamiliaal geweld een halt toe
te roepen. De politiezones krijgen

CRIV 51

COM 895

15/03/2006

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

est ou a été victime de violences conjugales et qu'un homicide sur
quatre est commis dans le cadre de violences conjugales. Très
majoritairement, en matière d'homicide, la femme est victime des
faits.

Les zones de police se trouvent aux toutes premières lignes lorsqu'il
s'agit de traiter les appels de victimes. De fait, j'ai lu récemment dans
la presse que les violences conjugales et familiales représentent près
d'un tiers des dossiers à traiter.

Actuellement, le traitement de ce type de dossiers dépend de la
bonne volonté des hommes en place. Certains auront naturellement
une tendance à l'écoute, des réflexes, une méthode d'intervention
appropriée; d'autres moins ou, malheureusement, pas du tout. Le
manque de répondant de la police aboutit encore trop souvent à un
classement sans suite, ce qui conforte l'agresseur dans sa position
dominante et amoindrit la crédibilité de la victime.

Pourtant, vu l'ampleur du phénomène, les policiers doivent être en
mesure, lors d'une intervention d'urgence, de faire baisser la tension
et de protéger la victime. Dans le cadre des procédures judiciaires, ils
doivent pouvoir acter des plaintes dans un climat de discrétion et
d'écoute approprié.

Certaines zones de police ont déjà pris l'initiative d'une formation
spécifique aux cas de violences conjugales. Il est important, selon
moi, de généraliser une telle formation à l'ensemble des zones de
police du pays. Pouvez-vous me dire, monsieur le ministre, si tel est
votre projet? Si oui, quand sera-t-il d'application?

als eerste met de oproepen van de
slachtoffers te maken. Op dit
ogenblik hangt de behandeling van
dat soort dossiers echter af van de
goodwill van de aanwezige
personeelsleden. Als gevolg van
de gebrekkige reactie van de
politiediensten wordt dit soort
dossiers nog al te vaak
geseponeerd, wat de dominante
positie van de dader nog versterkt
en de geloofwaardigheid van het
slachtoffer in het gedrang brengt.

Wanneer de politiediensten
dringend tussenbeide moeten
komen, moeten ze in staat zijn de
spanning te doen afnemen en het
slachtoffer te beschermen. In het
raam van de gerechtelijke
procedures moeten ze met de
gepaste discretie en luisterbereid-
heid kennis kunnen nemen van de
klachten. Een aantal politiezones
nam al het initiatief een specifieke
opleiding te organiseren. De
veralgemeende invoering van zo
een opleiding is belangrijk. Bent u
dat van plan? Zo ja, wanneer zal
dat gebeuren?

05.02 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, madame

Saudoyer, comme suite à l'évaluation approfondie dont elle a fait
l'objet, la formation des inspecteurs de police est actuellement revue.
Une place spécifique sera désormais accordée, dans le nouveau
programme, à la violence intra-familiale ainsi qu'entre partenaires.

Ces thématiques seront également approfondies dans le cadre de la
formation suivie par les assistants de police. Il s'agit des
fonctionnaires de police spécialisés du niveau local, souvent des
assistants sociaux de formation, qui sont appelés à intervenir en
première ou en seconde ligne dans des différends familiaux ou dans
des problématiques sociales particulières.

Les mêmes thèmes sont également intégrés, dans une approche de
détection, à la formation suivie par les agents de quartier,
"l'intervention" étant alors laissée aux assistants de police.

La question est aussi abordée dans le cadre de formations continues
relatives à l'assistance aux victimes que les membres du personnel
policier peuvent suivre durant leur carrière.

Le module, défini au niveau fédéral, peut être suivi dans l'ensemble
du pays ou au sein d'écoles de police qui ont développé des
programmes propres aux spécificités rencontrées par leurs "clients".
L'Ecole de police du Brabant flamand a ainsi développé une formation
spécifique à la gestion des différends familiaux au sein de familles
allochtones.

05.02 Minister Patrick Dewael:

De opleiding van de politie-
inspecteurs wordt op dit ogenblik
herbekeken. In het nieuwe
programma zal bijzondere
aandacht worden besteed aan
intrafamiliaal geweld. Dit probleem
krijgt ook uitgebreid aandacht in
de opleiding van de politie-
assistenten en de wijkagenten.
Deze aangelegenheid komt
eveneens aan bod in de
voortgezette opleidingen die op het
federale niveau worden
georganiseerd als een lesblok dat
overal te lande kan worden
gevolgd of die in de politiezones
worden gegeven.

15/03/2006

CRIV 51

COM 895

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

05.03 Annick Saudoyer (PS): Monsieur le ministre, je vous remercie

pour les renseignements que vous m'avez donnés.

Quand cette formation sera-t-elle généralisée? Quand sera-t-elle
obligatoire dans les différents centres de formation?

05.03 Annick Saudoyer (PS):

Wanneer wordt die opleiding
veralgemeend? Wanneer wordt ze
verplicht?

05.04 Patrick Dewael, ministre: Les concertations sont toujours en

cours.

05.04 Minister Patrick Dewael:

Het overleg is nog aan de gang.

05.05 Annick Saudoyer (PS): La décision n'a donc pas encore été

prise?

05.06 Patrick Dewael, ministre: Si, mais il est difficile de donner une

date aujourd'hui. Cela se fera le plus vite possible.

05.06 Minister Patrick Dewael: Ik

kan vandaag niet echt een datum
vooropstellen. Een en ander zal
echter zo vlug mogelijk gebeuren.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

Le président: Je ne vois pas M. Arens; sa question n° 10767 est donc reportée.

06 Question de Mme Valérie Déom au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le

renforcement annoncé de la loi football" (n° 10772)

06 Vraag van mevrouw Valérie Déom aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken

over "de aangekondigde uitbreiding van de voetbalwet" (nr. 10772)

06.01 Valérie Déom (PS): Monsieur le ministre, le 13 février dernier,

un communiqué de presse nous a informés de votre intention de
renforcer la loi football afin de poursuivre un objectif partagé et salué
unanimement, à savoir rendre au football son caractère familial et
festif. Ce communiqué donnait d'une part des indications relativement
rassurantes quant à l'amélioration constatée de la sécurité dans les
stades de football de notre pays, quant à la diminution des coûts
policiers relatifs à la sécurité dans ces stades, quant à l'augmentation
du nombre de spectateurs et la diminution du nombre d'incidents.

Malheureusement, d'autre part, vous annonciez également une
augmentation de la violence de 5% pour la moitié de la saison de
football 2005-2006 qui ternit considérablement un bilan globalement
encourageant. En regard de cette hausse de la violence, liée au
hooliganisme comme vous le souligniez dans votre communiqué de
presse, vous proposez diverses pistes en vue d'améliorer la loi
football et en corollaire la sécurité dans les stades de football. Par
exemple, préférer une présence policière plus adaptée aux abords
des stades plutôt qu'une présence policière massive; une installation
et une utilisation accrues des caméras de sécurité, une meilleure
collaboration entre tous les acteurs du football: clubs, Fédération
belge de football, arbitres, joueurs, police, stewards, etc.; un
élargissement du champ d'application de la loi football passant des
cinq heures actuelles avant et après le match à 24 heures avant et
après le match; enfin, une augmentation des peines minimales.

Monsieur le ministre, certaines de ces pistes sont intéressantes,
notamment une utilisation optimisée des caméras de sécurité ou le
recours à des policiers en civil en interaction directe avec les
supporters et donc plus à même d'évaluer correctement la situation.

06.01 Valérie Déom (PS): U

heeft te kennen gegeven dat u de
voetbalwet wil aanscherpen
teneinde van een voetbalwedstrijd
terug een familiaal en feestelijk
gebeuren te maken. Daarbij oppert
u een aantal interessante
denkpistes, zoals het geoptima-
liseerd gebruik van de
veiligheidscamera's of het inzetten
van politieagenten in burger te
midden van de supporters.

De responsabilisering van de
onderscheiden dramatis personae
in het Belgische voetbal tegenover
geweld of racisme is ook een
conditio sine qua non voor een
doeltreffend ingrijpen.

Andere maatregelen die u
voorstelt doen evenwel vragen
rijzen, zoals de verruiming van het
toepassingsgebied van de voetbal-
wet tot het hele grondgebied 24
uur voor of na de match, of de
verhoging van de minimum-
strafmaat. Laatstgenoemde
maatregel moet gericht toegepast
worden, wil men het doel niet

CRIV 51

COM 895

15/03/2006

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

La responsabilisation des différents acteurs du football belge face à
ces fléaux que sont la violence ou le racisme est aussi une condition
fondamentale d'une action efficace.

Néanmoins, je m'interroge sur d'autres pistes proposées comme
l'élargissement du champ d'application de la loi football à 24 heures
avant ou après le match sur tout le territoire. Concrètement, si je
prends l'exemple de la sixième, de la septième, de la huitième
journée du championnat belge de football 2005-2006 qui se sont
déroulées le 17, le 21 et le 24 septembre 2005, il est difficile
d'imaginer, surtout pour mon collaborateur qui a dû calculer tout cela,
une réaction enthousiaste dans le chef du bourgmestre de Bruges s'il
lui avait fallu appliquer une loi football élargie les 16, 17, 18, 20, 21,
22, 23, 24 et 25 septembre derniers du fait que sa ville comptait deux
clubs professionnels de football partageant le même terrain.

De même, votre volonté d'augmenter les peines minimales encourues
pose également un problème. Si cette augmentation se limite
effectivement aux exemples concrets mentionnés dans votre
communiqué de presse, notamment aux personnes enfreignant
l'interdiction de stade dont elles font déjà l'objet, cela peut se justifier
dans le cas de la récidive. Par contre, si vous souhaitez augmenter de
manière générale les peines minimales, on s'éloigne à mon sens de
l'objectif poursuivi initialement. Il faut évidemment prendre toutes les
mesures nécessaires pour que le football redevienne une véritable
fête mais il ne faut pas se tromper de cible. Ce qui gangrène nos
stades, ce sont les quelques pseudo-supporters se rendant au stade
pour apporter de la violence et de la haine.

Monsieur le ministre, pouvez-vous m'apporter les précisions suivantes
quant aux pistes que vous annoncez? L'augmentation des peines
minimales sera-t-elle générale ou ciblée sur des infractions précises
comme les cas de récidive? Afin de combattre les faits de violence ou
de hooliganisme, pourquoi ne pas plutôt augmenter les peines
maximales puisque celles-ci se rapportent aux infractions les plus
graves?

Quelle est la réaction des bourgmestres et des chefs de zone
concernés par votre volonté d'élargir à 24 heures avant et après le
match l'application de la loi football?

Des moyens fédéraux sont-ils prévus pour que les communes
bénéficient de plus d'effectifs afin de répondre à cet hypothétique
élargissement?

Qu'entendez-vous par, je cite votre communiqué de presse:
"récompenser les bons élèves et pointer du doigt les mauvais"?

Des sanctions financières supplémentaires seront-elles envisagées
contre les clubs montrant une mauvaise volonté évidente à appliquer
strictement les mesures futures de sécurité élargissant la loi football?

Enfin, outre les mesures avancées, axées principalement sur l'aspect
répressif, d'autres pistes sont-elles envisagées? Je pense
principalement à l'amélioration et au suivi de la formation des
stewards dont le rôle se révèle de plus en plus important dans nos
stades. Quelles sont vos intentions à ce propos?

voorbijschieten. Komt er een
algemene of een gerichte
verhoging van de minimum-
strafmaat? Waarom verhoogt men
niet veeleer de maximum-
strafmaat, waarmee de zwaarste
misdrijven worden bestraft?

Hoe hebben de betrokken
burgemeesters en zonechefs
gereageerd op uw voornemen om
de toepassing van de voetbalwet
uit te breiden tot 24 uur vóór en 24
uur na de wedstrijd? Zal de
federale overheid de gemeenten
financieel bijspringen? Wat
bedoelt u precies als u stelt dat de
goede leerlingen moeten beloond
worden en de slechte op hun
tekortkomingen worden gewezen?
Denkt u nog aan andere
oplossingen, zoals bijvoorbeeld de
verbetering en de follow-up van de
opleiding van de stewards?

15/03/2006

CRIV 51

COM 895

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Le président: Monsieur le ministre, la parité nous démontre l'engouement de nos collègues féminines pour
le football. C'est délicieux.

06.02 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, chère

collègue, premièrement, l'augmentation de la peine minimale est
envisagée pour les infractions suivantes: le non-respect de
l'interdiction d'entrer dans un stade; l'incitation à la haine; le fait de
pénétrer sur le terrain afin de retirer les grillages; le fait d'allumer des
feux de Bengale, au mépris du danger encouru par les autres
spectateurs.

D'autres cas concrets pourront s'ajouter à cette liste, mais ils
concerneront toujours des infractions bien précises et bien ciblées.
Pour l'instant, la nécessité d'augmenter la sanction maximale n'a
jamais été débattue, mais je veux bien étudier l'opportunité de le faire.

Deuxièmement, ma proposition d'élargir l'application de certaines
dispositions de la loi football sur tout le territoire belge - 24 heures
avant et 24 heures après le match - est inspirée par la volonté
policière de disposer de ce moyen supplémentaire. A l'étranger, et
déjà parfois en Belgique, on a pu constater un déplacement de la
violence à des endroits fort éloignés du stade et à des moments bien
antérieurs ou postérieurs au match - parfois le soir précédant la
rencontre.

Cette adaptation ne demandera aucun effort supplémentaire en
termes de déploiement policier. Au moment où l'application de la loi
susdite a été élargie du stade au périmètre maximum de cinq
kilomètres, cela n'a pas nécessité une augmentation de l'effectif
policier, bien au contraire. Les bourgmestres et chefs de corps
n'avaient pas soulevé d'objections à ce sujet, mais étaient contents de
ces pistes.

Troisièmement, il me paraît évident que les clubs qui ne respectent
pas les mesures à prendre doivent être sanctionnés. Mes services
vont continuer à effectuer des contrôles sur le terrain. Dans ce cadre,
j'ai également demandé aux bourgmestres et aux services de police
de prendre leurs responsabilités.

Pour des infractions bien précises, je compte élever la sanction
minimale prévue dans la loi football envers les organisateurs, par
exemple au sujet du fonctionnement des caméras ou du caractère
opérationnel des portes d'évacuation à tout moment. Si certains clubs
continuent de négliger la sécurité, je n'hésiterai pas à rouvrir le débat
sur l'opportunité de leur envoyer la facture. Pour ceux qui réalisent
déjà beaucoup d'efforts, ces derniers constitueront un élément
important dans l'attribution des crédits du budget "fair-play".

Il s'agit de sanctionner, de pénaliser, mais aussi de récompenser les
clubs qui font ce qu'ils doivent faire.

Enfin, je suis tout à fait conscient que la répression ne peut être que
l'ultime remède. C'est la raison pour laquelle j'ai apporté des
modifications à l'arrêté royal "caméra". De plus, j'ai introduit une
formation spécialisée pour les supporters et j'ai pris l'initiative du
crédit "fair-play". De surcroît, je diffuserai encore ce mois-ci, auprès
des clubs et des bourgmestres, un manuel de prévention relatif aux
bonnes pratiques en Belgique et à l'étranger. J'ai aussi donné

06.02 Minister Patrick Dewael:

We denken aan een verhoging
van de minimumstraf voor wie het
stadionverbod negeert, tot geweld
aanzet, het speelveld betreedt om
de hekken te verwijderen en
Bengaals vuurwerk aansteekt. Die
lijst kan nog met andere concrete
gevallen worden uitgebreid, maar
het zal steeds om welomschreven
misdrijven gaan. We hebben het
nooit gehad over de noodzaak om
de maximumstraf te verhogen,
maar ik ben bereid te onderzoeken
of het niet opportuun is daartoe
over te gaan.

Ten tweede, de mogelijkheid om
de toepassing van een aantal
bepalingen uit de voetbalwet uit te
breiden tot 24 vóór en 24 uur na
de wedstrijd, en dit op het ganse
grondgebied, komt er op vraag
van de politie die op die manier
over meer slagkracht kan
beschikken. In het buitenland en
ook soms in België heeft men
kunnen vaststellen dat het geweld
zich soms verplaatst naar plaatsen
die ver van het stadion verwijderd
zijn en dat daden van
hooliganisme lang vóór of na de
wedstrijd worden gepleegd.

Die aanpassing zal geen extra
inspanningen vergen inzake de
inzet van politieagenten.
Voetbalclubs die de maatregelen
niet naleven, moeten gestraft
worden. Ik wil de minimumstraffen
zoals bepaald in de voetbalwet
optrekken voor een aantal
welbepaalde misdrijven.

Ik ben mij ervan bewust dat we
pas in laatste instantie onze
toevlucht mogen nemen tot
repressie. Daarom heb ik het KB
met betrekking tot de
camerabewaking gewijzigd. Ik heb
ook voorzien in een specifieke
opleiding voor de spotters en heb
het initiatief genomen om het
zogenaamde fair playkrediet in te
voeren. We gaan de clubs en de

CRIV 51

COM 895

15/03/2006

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

l'instruction à mes services d'élaborer une circulaire concernant la
lutte contre le racisme dans les stades de football.

Enfin, depuis quelques mois, j'ai proposé aux clubs et aux services de
police des changements dans le système de stewarding. Un projet
d'arrêté royal modifiant les règles existantes a été envoyé à tous les
partenaires. Différentes discussions ont déjà eu lieu.

J'ajoute qu'en augmentant, par exemple, le nombre d'heures de
formation, il convient d'éviter de perdre un grand nombre de stewards.
En effet, ceci entraînerait une augmentation du déploiement policier,
ce que je veux à tout prix éviter.

burgemeesters een preventie-
handboek toesturen, en mijn
diensten zullen een omzendbrief
opstellen betreffende racisme in
voetbalstadions.

Een ontwerp van koninklijk besluit
tot wijziging van de bestaande
regels inzake stewarding werd aan
alle partners verzonden. Ik wil hoe
dan ook meer blauw in en rond de
stadions vermijden.

06.03 Valérie Déom (PS): Monsieur le ministre, je vous remercie

pour ces réponses qui, dans une certaine mesure, me rassurent
puisque je craignais que l'on ne se trompe de combat. La
problématique de la violence au niveau des sports et principalement
dans les stades de football, c'est véritablement le hooliganisme, et
pas simplement le supporter qui, de temps en temps, se laisse
emporter par son enthousiasme.

Je constate que l'accent est mis sur le racisme. C'est un point
fondamental qu'il faut mettre en évidence. En même temps, des
mesures sécuritaires ainsi que d'information et de formation sont
mises en oeuvre, ce dont je vous félicite.

06.03 Valérie Déom (PS): Ik was

bang dat men zich van vijand zou
vergissen!

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

Le président: Les questions n° 10773 et 10774 de M. Maene sont reportées.

07 Question de M. Melchior Wathelet au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la qualité

de verbalisant des stewards" (n° 10785)

07 Vraag van de heer Melchior Wathelet aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse

Zaken over "de bevoegdheid van de stewards om bekeuringen uit te schrijven" (nr. 10785)

07.01 Melchior Wathelet (cdH): Monsieur le président, monsieur le

ministre, nombre de nos concitoyens, qu'ils soient membres ou non
de nos services de police s'interrogent sur la qualité de verbalisant
des stewards. En effet, un certain nombre d'employés de sociétés
privées, l'appareil photo en bandoulière, constatent journellement,
dans certains de nos quartiers, que tel ou tel véhicule est en infraction
de stationnement et ils prennent une photo.

L'alinéa 12 de l'article 3 du Code la route énumère clairement les
agents qualifiés pour constater les infractions de roulage et, dans
cette énumération, il n'est pas fait mention de ces stewards, même
s'ils sont effectivement des fonctionnaires communaux.

Mes questions sont les suivantes.

- Dans quel texte de loi ces stewards trouvent-ils leur qualité de
verbalisant?
- Quelle est la valeur juridique des photos qu'ils prennent lors de ces
constations?

07.01 Melchior Wathelet (cdH):

In sommige wijken doen stewards
elke dag vaststellingen met
betrekking tot foutparkeren. Op
grond van welke wettekst mogen
die stewards een proces-verbaal
opmaken? Wat is de juridische
waarde van de foto's die ze maken
bij de vaststelling van de feiten?

07.02 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, monsieur

Wathelet, depuis mars 2004, le stationnement à durée limitée, le

07.02 Minister Patrick Dewael:

Sinds 1 maart 2004 wordt het niet

15/03/2006

CRIV 51

COM 895

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

stationnement payant et le stationnement "riverains" ne sont plus
sanctionnés pénalement. La méconnaissance des règles à leur sujet
par le Code de la route ne constitue donc plus une infraction. La force
probante attachée par le Code de la route à la constatation
d'infractions par les agents qualifiés n'est donc également plus de
mise.

La loi qui a procédé à cette dépénalisation a étendu à ces trois
catégories de stationnement la possibilité offerte aux communes
d'établir une rétribution ou une taxe pour le stationnement d'un
véhicule à moteur.

Les fonctionnaires communaux que vous évoquez ne constatent donc
aucunement une infraction à charge d'un éventuel contrevenant. Ils
établissent, dans le chef du contribuable ou de l'utilisateur du service,
la débition de la taxe ou de la rétribution de stationnement. Selon la
formule privilégiée par la commune dans son règlement, il s'agira
alors d'une procédure fiscale ou civile avec ses règles propres de
recouvrement.

naleven van de regels inzake het
parkeren met beperkte parkeertijd,
het betalend parkeren en het
parkeren met bewonerskaart, niet
langer strafrechtelijk bestraft. Het
staat de gemeenten vrij een
heffing of belasting in te stellen
voor het parkeren van een
motorvoertuig. Die belasting wordt
aangerekend aan de belasting-
plichtige of aan wie van de dienst
gebruik maakt. Het gaat dus om
een fiscale of om een burgerlijke
procedure.

07.03 Melchior Wathelet (cdH): Monsieur le président, je tiens tout

d'abord à remercier le ministre pour sa réponse claire.

Monsieur le ministre, si je comprends bien, ces fonctionnaires ne sont
pas habilités à constater le fait que la voiture soit mal garée ou que le
paiement n'ait pas été fait. Il s'agira, le cas échéant, d'une
constatation administrative de non-paiement plutôt que d'une
constatation d'une infraction. Telle est donc bien la différence?

07.03 Melchior Wathelet (cdH):

Als ik het goed begrijp, zijn de
stewards niet gemachtigd om
vaststellingen te doen in verband
met foutparkeren.

07.04 Patrick Dewael, ministre: Tout à fait.

07.04 Minister Patrick Dewael:

Inderdaad.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

08 Question de M. François Bellot au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le

développement du réseau ASTRID" (n° 10811)

08 Vraag van de heer François Bellot aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken

over "de uitbouw van het ASTRID-netwerk" (nr. 10811)

08.01 François Bellot (MR): Monsieur le ministre, l'implantation des

pylônes d'émission installés par la société ASTRID arrive à son terme.
Presque tout le territoire est à présent couvert. Il ne reste aux zones
de police, aux services de secours, pompiers, ambulances, etc. qu'à
acquérir le matériel radio et à utiliser le réseau ASTRID. En principe,
pour le sud de la province de Namur, ce réseau devrait être
opérationnel à la mi-juin. Or il nous revient que les centres
d'information et de communication (CIC) qui doivent utiliser ce réseau
ne disposent pas d'un nombre suffisant de tables pour les opérateurs
d'écoute et d'appel pour couvrir l'ensemble de la province de Namur.

Ainsi, en province de Namur, il manquerait deux pupitres pour que la
police fédérale puisse mettre en fonctionnement optimal le réseau
ASTRID de manière à couvrir l'ensemble du territoire provincial. Tant
que ces pupitres n'auront pas été fournis, le réseau ASTRID ne
pourra pas être utilisé, comme nous en a fait part la police fédérale de
Namur.

08.01 François Bellot (MR): De

installatie van zendmasten door de
nv ASTRID is bijna rond. Naar
verluidt beschikken de informatie-
en communicatiecentra (CIC's)
echter over onvoldoende
materiaal. Zo zouden er in de
provincie Namen twee bedienings-
tafels ontbreken. Zolang ze niet
geleverd zijn, kan het ASTRID-
netwerk er niet in gebruik worden
genomen.

Hoeveel bedieningspanelen zijn er
momenteel geïnstalleerd in het
Vlaamse, het Waalse en het
Brusselse Gewest? Wanneer
worden de extra panelen in

CRIV 51

COM 895

15/03/2006

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Le ministre peut-il me communiquer le nombre de pupitres
actuellement installés dans chaque Région? Quand seront installés
dans le CIC de Namur les pupitres complémentaires indispensables à
la couverture de la province? Est-il exact que la société ASTRID
aurait épuisé son budget relatif à l'équipement des centres
d'information et de communication? De quels moyens disposez-vous
pour contraindre ASTRID à respecter les délais prévus initialement
pour la mise en route des centres à la mi-juin 2006?

Namen geplaatst? Zijn de
begrotingsmiddelen waarover de
nv ASTRID voor haar uitrusting
beschikt volledig opgebruikt?
Beschikt u over middelen om de
nv ASTRID ertoe te verplichten de
vooropgestelde termijnen na te
leven?

08.02 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, cher

collègue, chaque centre d'information et de communication est équipé
d'un certain nombre de stations de travail afin de pouvoir exécuter ses
missions de "call taking" et de dispatching.

Le nombre de stations de travail par CIC a été défini par une étude de
1994, c'est-à-dire un certain nombre d'années avant l'implémentation
des systèmes ASTRID. Entre-temps, un certain nombre de
paramètres ont évolué nombre d'appels, d'événements, réforme
des polices , d'où l'apparition d'un manque de stations de travail
dans les CIC opérationnels actuellement.

L'inventaire des stations de travail installées conformément au cahier
des charges connaît la répartition régionale suivante: 79 en Région
flamande, 55 en Région wallonne et 15 en Région de Bruxelles-
Capitale. Le total est de 149 stations. La police fédérale tentera, en
concertation avec les partenaires impliqués, de prendre les mesures
nécessaires afin d'installer une station supplémentaire au CIC de
Namur, et ce dans les meilleurs délais possibles.

En ce qui concerne les questions 3 et 4, la description technique des
centres de dispatching a fait l'objet d'un cahier des charges établi par
la gendarmerie en 1997. Le marché public des dispatchings
provinciaux a été attribué par le gouvernement fédéral en juin 1998.
Constituée le 31 juillet 1998, ASTRID s'est vu confier le rôle de
pouvoir adjudicataire, c'est-à-dire la surveillance du marché public
ASTRID, en ce compris l'installation des centres de dispatching
provinciaux, les paramètres de conception prévoyant une table
d'appel par 25.000 appels plus une marge de réserve de croissance
et aussi une marge de réserve de pointe.

Après l'agrément du centre-test de Gand, en juin 2001, les centres de
dispatching ont été graduellement réceptionnés par la société
anonyme ASTRID dans tout le pays entre 2001 et 2002, et ce
conformément aux stipulations du cahier des charges.

Le centre provincial du dispatching de Namur avait été réceptionné
par la société anonyme ASTRID en décembre 2002. Il a été mis à la
disposition de la police fédérale depuis cette date.

À l'échelle de tout le pays, l'investissement dans les centres
provinciaux de dispatching s'est élevé à 33 milliards d'euros. Le
budget initial a été entièrement respecté.

L'arrêté royal du 26 juin 2002 portant des dispositions pour
l'installation, la mise à disposition et l'utilisation des systèmes CAD-
ASTRID a limité l'intervention d'ASTRID pour les coûts d'entretien
des installations hardware et software pour les frais d'abonnement
des liaisons téléphoniques et pour l'entretien ou le remplacement du

08.02 Minister Patrick Dewael:

Er zijn 79 werkstations in het
Vlaamse Gewest, 55 in het
Waalse Gewest en 15 in het
Brusselse Gewest. De federale
politie zal het nodige doen om het
CIC van Namen zo spoedig
mogelijk uit te rusten met een
extra station.

De technische beschrijving van de
dispatchingcentra (meldkamers)
staat vervat in een bestek dat de
rijkswacht in 1997 heeft opgesteld.
De parameters in het ontwerp
gingen uit van één meldtafel per
25 000 oproepen. De provinciale
meldkamer van Namen werd in
december 2002 aan de nv Astrid
opgeleverd.

Er zijn voorshands geen
bijkomende investeringen gepland.
Officieel zijn er geen bijkomende
aanvragen voor Astrid geweest.

15/03/2006

CRIV 51

COM 895

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

mobilier. Aucun investissement supplémentaire n'est prévu dans
l'immédiat. ASTRID n'a été saisie officiellement d'aucune demande
supplémentaire.

08.03 François Bellot (MR): Monsieur le ministre, je vous remercie

pour votre réponse. Si j'ai bien compris, le pupitre supplémentaire
sera fourni à Namur dans un bref délai mais on ignore la date exacte.

Il faut savoir qu'aussi longtemps qu'il n'est pas fourni, la police
fédérale ne veut pas prendre la responsabilité d'étendre la couverture
du réseau sur le sud de la province. Il semble que ce ne soit pas
ASTRID qui investisse; ASTRID contrôle.

Un marché public a été passé pour équiper les différents centres.
Aujourd'hui, on se rend compte que, sur la base de l'étude de 1997, il
manque un pupitre. Un nouveau marché sera-t-il passé? La police
fédérale à Namur refuse de rendre le réseau opérationnel et
demande que le service 100 actuellement opérationnel dans le sud de
la province soit maintenu aussi longtemps que le pupitre
supplémentaire n'est pas fourni. C'est là que réside le problème!

08.03 François Bellot (MR): De

bijkomende meldtafel zal dus aan
de dispatching van Namen worden
geleverd. Blijft de vraag wanneer.
Op basis van een studie uit 1997
komt men thans tot het besef dat
er een bedieningstafel ontbreekt.
Zal er een nieuwe overheids-
opdracht worden uitgeschreven?
De federale politie van Namen
weigert het netwerk in gebruik te
nemen en vraagt derhalve het
behoud van de dienst 100 die
momenteel het zuiden van de
provincie dekt. Daar wringt net het
schoentje!

08.04 Patrick Dewael, ministre: J'en suis conscient, monsieur le

président! Ce point spécifique est à l'examen.

08.04 Minister Patrick Dewael: Ik

ben me daar bewust van. Dat
specifiek punt wordt onderzocht.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

09 Question de Mme Talbia Belhouari au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la

sélection lors du recrutement des inspecteurs de police" (n° 10818)

09 Vraag van mevrouw Talbia Belhouari aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse

Zaken over "de selectie bij de werving van politie-inspecteurs" (nr. 10818)

09.01 Talbia Belhouari (PS): Monsieur le ministre, je vous ai

récemment interrogé sur la politique de recrutement de la police
fédérale. Je souhaiterais maintenant en savoir plus sur la procédure
de sélection des inspecteurs de police. Cette procédure est
notamment réglée par les articles 4.1.15 et suivants de l'arrêté royal
du 30 mars 2001 portant la position juridique du personnel des
services de police.

Selon cet article, la procédure de sélection comprend quatre étapes:
la première constitue une épreuve permettant d'évaluer les aptitudes
cognitives requises; la deuxième est une épreuve de personnalité
réalisée sur la base de techniques de sélection adaptées à la
fonction; la troisième consiste en une épreuve d'aptitude physique et
médicale avec évaluation des deux composantes dans la perspective
de la fonction. Enfin, la quatrième épreuve se présente sous la forme
d'un entretien de sélection devant la commission de sélection
concernée, à l'issue duquel est formulée une évaluation finale.

Les articles 4.1.26 vous donnent, monsieur le ministre, la compétence
de fixer le contenu et les règles d'organisation des épreuves de
sélection ainsi que la constitution et le fonctionnement de la
commission de sélection, étant entendu que l'article 4.1.25 précise
que "le contenu des épreuves de sélection est déterminé par le profil
de la fonction et varie selon le cadre". L'article 4.1.17 stipule que "la
commission de sélection visée à l'article 4.1.15 alinéa 1, 4° déclare le

09.01 Talbia Belhouari (PS): De

selectieprocedure voor de werving
van politie-inspecteurs verloopt
thans in vier fasen. De laatste fase
omvat een selectiegesprek vóór
een selectiecommissie die de
kandidaat geschikt of ongeschikt
kan bevinden. De samenstelling
en de werking van die commissie
vallen onder uw bevoegdheid. Kan
u de selectieprocedure nader
toelichten? Hoe werkt die
commissie en wordt ze
geëvalueerd? Beschikt de
afgewezen kandidaat over een
beroepsmogelijkheid?

CRIV 51

COM 895

15/03/2006

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

candidat apte ou non sur la base de l'article 4.1.15 alinéa 1, 1° à 4°".

La commission de sélection dispose donc d'un pouvoir relativement
important dans la sélection de candidats qu'elle peut déclarer aptes
ou pas.

Monsieur le ministre, mes questions seront donc les suivantes.

Pouvez-vous nous donner de plus amples détails sur cette procédure
de sélection et, plus spécifiquement, sur le fonctionnement de cette
commission de sélection? Qui décide de sa composition? Est-elle
fixée pour toutes les sessions de recrutement ou un roulement est-il
prévu?

L'entretien de sélection suit-il des questions types? Comment se
déroule cet entretien? Une évaluation de son fonctionnement est-elle
prévue? Ses membres sont-ils préparés et formés à cette fonction?
Quel est le taux d'échec à cette épreuve finale?

L'évaluation globale reprend-elle les résultats des autres épreuves ou
est-elle réalisée uniquement en s'appuyant sur l'entretien de
sélection? Quelle est l'éventuelle pondération entre les différentes
épreuves? Le candidat évincé dispose-t-il d'un éventuel recours
contre la décision de la commission?

Enfin, quel est le type de motivation des décisions prises?

09.02 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, pour remettre

la sélection dans son contexte exact, il faut d'abord savoir que la
fonction d'inspecteur de police attire plus 10.000 candidats par an.
Ces candidats sont interviewés en fin de sélection par une
commission composée d'un représentant qualifié de la direction de la
sélection, de deux policiers un fédéral et un local et d'un membre
de la direction de la formation ou d'une école de police. L'objectif est
d'associer aux experts de la sélection et de la formation les
professionnels du terrain, et ce pour statuer sur l'aptitude du candidat
à devenir policier, en regard de compétences spécifiques qu'ils sont
plus aptes à évaluer grâce à leur expérience quotidienne.

Même si la commission ne s'entretient qu'avec les candidats qui ont
réussi les épreuves de sélection précédentes, il s'agit quand même
de 2.000 personnes à interviewer par an. Etant donné le nombre de
candidats, il y a donc plusieurs commissions qui assurent ces
entretiens de manière décentralisée au sein des écoles de police.
Même si des mesures sont prises pour garantir l'homogénéité de
l'évaluation par les commissions, le processus des compétences
mesurées et les tests sont les mêmes et les membres policiers
suivent tous au préalable une formation spécifique à la sélection et
font l'objet d'un coaching par la direction de la sélection.

Le fait que l'ensemble des candidats ne soient pas évalués par les
mêmes personnes peut toujours générer certaines disparités.
L'évaluation constante des processus de sélection s'attache d'ailleurs
à examiner tout particulièrement la réalité qui se cache derrière le
seuil de réussite à cette épreuve qui est globalement de 50%. Un
groupe de travail rassemblant les différents acteurs de cette partie de
la sélection y est d'ailleurs actuellement affecté.

09.02 Minister Patrick Dewael:

Jaarlijks zijn er meer dan
tienduizend kandidaten voor de
functie van politie-inspecteur. In de
eindfase van de selectieprocedure
worden die kandidaten geïnter-
viewd door een commissie,
waarvan een bevoegde vertegen-
woordiger van de directie van de
selectie, een federale en een
lokale politieambtenaar en een lid
van de directie van de opleiding of
van een politieschool deel
uitmaken. Die veldwerkers zijn,
dankzij hun dagelijkse praktijk-
ervaring, beter geplaatst om de
specifieke vaardigheden van de
kandidaat te evalueren.

Die commissie heeft alleen een
onderhoud met de kandidaten die
voor de voorafgaande selectie-
proeven slaagden. Het gaat om
zo'n tweeduizend mensen per jaar.
Het slaagpercentage bedraagt 50
procent. Gezien het hoge aantal
kandidaten worden die interviews
door verschillende commissies
afgenomen. Ondanks de maat-
regelen die met het oog op een
homogene evaluatie worden

15/03/2006

CRIV 51

COM 895

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

La problématique fait partie de l'évaluation générale du statut. Cette
évaluation est en cours et pourrait déboucher sur l'instauration d'une
commission de sélection permanente. Cette commission
n'interviendrait pas directement comme opérateur de sélection mais
elle ferait la synthèse des évaluations dressées par les différents
praticiens de la sélection. Cette évaluation globale permettrait aussi
d'assurer un certain contrôle sur l'ensemble du processus de
sélection et son homogénéité, quel qu'en ait été l'acteur. L'évaluation
globale actuelle ou future reprend les résultats de toutes les épreuves
jugées au même titre, sans pondération de l'une par rapport à l'autre.

Il n'y a pas de recours spécifiquement institué contre la décision de la
commission.

Une action devant le Conseil d'État est toujours possible. La
possibilité de recommencer la sélection en totalité ou partiellement est
également possible, après un délai d'attente d'une année.

Les décisions d'échec sont généralement justifiées par une
inadéquation au profil policier ou par un défaut de motivation.

genomen, is het niet uitgesloten
dat zich bepaalde verschillen
voordoen, omdat niet alle
kandidaten door dezelfde
personen worden geëvalueerd.
Dat probleem wordt in het raam
van een algemene evaluatie
onderzocht, die tot de oprichting
van een permanente selectie-
commissie zou kunnen leiden; zo
zou een zeker toezicht kunnen
worden uitgeoefend op het
volledige selectieproces en de
homogeniteit ervan, ongeacht wie
voor de procedure verant-
woordelijk was. Naar aanleiding
van de globale evaluatie worden
de resultaten van alle proeven
opnieuw bekeken.

Er bestaat geen

specifieke

beroepsprocedure tegen de
beslissingen van de commissie,
maar een beroep kan altijd worden
ingesteld bij de Raad van State.
De redenen waarom men niet
slaagt hebben te maken met het
niet voldoen aan de vereisten
inzake politionele vaardigheden of
met een gebrek aan motivatie.

Na een jaar kan men opnieuw aan
de selectie deelnemen.

09.03 Talbia Belhouari (PS): Monsieur le ministre, je vous remercie

de ces réponses. Je trouve dommage qu'il soit impossible pour le
candidat d'introduire un recours. Des candidats réussissent parfois
toutes les épreuves, sauf la dernière. Et il est difficile d'aller devant le
Conseil d'État.

09.03 Talbia Belhouari (PS): Het

is jammer dat de kandidaten geen
beroep kunnen aantekenen. Het is
bovendien moeilijk naar de Raad
van State te trekken.

09.04 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, aller devant

le Conseil d'État peut avoir des conséquences favorables pour le
plaignant.

09.04 Minister Patrick Dewael:

De Raad van State kan zich ten
aanzien van de

kandidaat

inschikkelijk tonen.

09.05 Talbia Belhouari (PS): Mais ce n'est pas évident pour un

jeune candidat qui a vraiment envie d'entrer dans la fonction. C'est
quand même décourageant, monsieur le ministre! C'est pourquoi je
trouve regrettable qu'il ne lui soit pas permis de se défendre; il est
obligé d'attendre un an avant de se représenter.

09.05 Talbia Belhouari (PS):

Men moet dus een jaar wachten
vooraleer men zich opnieuw kan
aanbieden. Voor een jonge
kandidaat die in dienst wil treden,
werkt dat demotiverend.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

10 Question de M. Benoît Drèze au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le retard pris

dans le paiement aux communes des montants constituant la contrepartie des centimes additionnels
non perçus" (n° 10829)

CRIV 51

COM 895

15/03/2006

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

10 Vraag van de heer Benoît Drèze aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken

over "de achterstand in de betaling aan de gemeenten van de bedragen ter compensatie van de niet-
geïnde opcentiemen" (nr. 10829)

10.01 Benoît Drèze (cdH): Monsieur le président, monsieur le

ministre, en vertu de l'article 63 de la loi spéciale du 16 janvier 1989
relative au financement des Communautés et des Régions, un crédit
spécial est inscrit chaque année au budget du SPF Intérieur en faveur
des communes sur le territoire desquelles se trouvent des propriétés
immunisées du précompte immobilier. Ce crédit spécial, aussi appelé
la "main morte" couvre à 72% au moins la non-perception des
centimes additionnels communaux audit précompte.

Il me revient que le versement aux communes des montants
constituant la contrepartie des centimes additionnels non perçus en
raison de l'exonération dont jouissent certains immeubles se produit
chaque année de plus en plus tardivement.

A cet égard, monsieur le ministre, je souhaiterais savoir si vous
confirmez cette situation. En d'autres termes, pourriez-vous me
communiquer les raisons qui justifieraient que ces montants soient
versés chaque année de plus en plus tardivement? N'estimez-vous
pas que cette situation est particulièrement préjudiciable pour nombre
de communes? Dans l'affirmative, envisagez-vous de prendre une
initiative afin d'y remédier?

10.01 Benoît Drèze (cdH): De

bijzondere wet betreffende de
financiering van de Gemeen-
schappen en de Gewesten bepaalt
dat er jaarlijks een bijzonder
krediet uitgetrokken wordt op de
begroting van het ministerie van
Binnenlandse Zaken en Openbaar
Ambt voor de gemeenten op het
grondgebied waarvan zich
eigendommen bevinden die zijn
vrijgesteld van de onroerende
voorheffing. Naar verluidt worden
die bedragen met een steeds
grotere vertraging doorgestort.
Hoe komt dat? Is dat geen nadeel
voor vele gemeenten? Zal u daar
wat aan doen?

10.02 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, cher

collègue, le déroulement de la procédure relative au paiement de ces
montants aux communes ne concerne pas uniquement le SPF
Intérieur. Mon département est certes l'initiateur en cette matière mais
il est tributaire d'autres départements.

Des données de base pour la détermination de ces indemnités sont
fournies par le SPF Finances et, plus particulièrement, par les
services de l'administration du Cadastre. De plus, le projet d'arrêté
royal portant calcul et répartition en faveur des communes du crédit
spécial, inscrit à cette fin au budget de mon département, doit être
obligatoirement soumis premièrement à l'avis de l'Inspection des
Finances, deuxièmement à l'accord de la ministre du Budget et
troisièmement à l'accord de chacune des trois Régions.

Ce n'est qu'après accomplissement de ces formalités que le dossier
et le projet d'arrêté peuvent être soumis au Conseil des ministres. Les
montants de 2002 ont été payés le 4 mars 2003. Ceux de 2003, le
2 avril 2004 et ceux de 2004, le 6 décembre 2005. Le paiement tardif
des montants pour l'année 2004 s'explique par le fait qu'une des trois
Régions a tardé à approuver le projet d'arrêté établi par mes services.
Cette approbation n'a en effet été communiquée à mon département
qu'à la veille des vacances parlementaires, si bien que le dossier n'a
pu être soumis au Conseil des ministres qu'à l'automne 2005.

Lors de la réunion du Comité de concertation du 6 juillet 2005,
l'autorité fédérale s'est engagée à résorber son arriéré en matière de
paiements d'ici 2008. Il reste nécessaire que toutes les parties
impliquées dans ce dossier collaborent de manière constructive, en
vue de faire aboutir cet objectif rapidement.

10.02 Minister Patrick Dewael:

Bij de procedure voor de betaling
van die bedragen is niet alleen de
FOD Binnenlandse Zaken
betrokken. Zo verstrekt de FOD
Financiën de basisgegevens die
nodig zijn om een en ander uit te
rekenen. Het ontwerp van
koninklijk besluit houdende
vaststelling van het bijzonder
krediet dat op de begroting van
mijn departement wordt
uitgetrokken, moet bovendien aan
de Inspectie van Financiën om
advies worden voorgelegd, en
moet het groene licht krijgen van
de minister van Begroting en elk
van de drie Gewesten. Pas daarna
kan het ontwerpbesluit aan de
ministerraad worden voorgelegd.

De bedragen voor 2003 werden in
april 2004 uitbetaald, die voor
2004 in december 2005. Dat dat in
het laatste geval zo laattijdig
gebeurd is, komt doordat een van
de Gewesten het ontwerpbesluit
maar met de nodige vertraging
heeft goedgekeurd.

Tijdens de vergadering van het
overlegcomité van 6 juli 2005 heeft

15/03/2006

CRIV 51

COM 895

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

de federale overheid zich ertoe
verbonden de achterstand tegen
2008 weg te werken. Dat vereist
evenwel de constructieve
medewerking van alle betrokken
partijen.

10.03 Benoît Drèze (cdH): Monsieur le ministre, merci pour votre

réponse qui éclaire la situation.

Serait-il indiscret de demander laquelle des trois Régions a tardé pour
l'année 2004?

Puis-je aussi demander si, à votre avis, pour l'année 2005, nous
retrouverons le rythme normal d'un paiement vers le mois de février
ou mars, puisque nous sommes déjà en mars.

10.03 Benoît Drèze (cdH): Welk

van de drie Gewesten heeft het
ontwerp van besluit voor 2004 met
vertraging goedgekeurd? Zal de
uitbetaling voor 2005 volgens
schema verlopen?

10.04 Patrick Dewael, ministre: Pour 2005?

10.04 Minister Patrick Dewael:

Voor 2005?

10.05 Benoît Drèze (cdH): Oui, puisque 2003 a été payé le 2 avril

2004, comme vous l'avez rappelé.

10.05 Benoît Drèze (cdH): Ja.

10.06 Patrick Dewael, ministre: Je viens de décrire une procédure.

Vous me demandez une date; si je donne une date et qu'à cause de
tous les intervenants, je ne peux la respecter, vous reviendrez en
commission pour me dire que j'ai menti. Je ne puis que vous
répondre que ce sera le plus vite possible. Tous les acteurs doivent
collaborer pour y parvenir.

10.06 Minister Patrick Dewael:

Ik zou u de datum kunnen geven,
maar indien ik die niet haal omdat
een van de betrokken partijen
verstek laat gaan, zou u me in de
commissie voor leugenaar
verslijten. We zullen het dus zo
snel mogelijk regelen en alle
partijen moeten daaraan
meewerken.

10.07 Benoît Drèze (cdH): A vous entendre, un accident reste

possible?

10.07 Benoît Drèze (cdH): Er kan

dus steeds een kink in de kabel
komen?

10.08 Patrick Dewael, ministre: Il faut l'intervention de l'Inspection

des Finances, l'accord du ministre du Budget, l'accord des trois
Régions: cela fait beaucoup. C'est un résultat de notre État fédéral,
dans toute sa richesse et sa diversité.

10.08 Minister Patrick Dewael:

Omdat onze federale
staatsstructuur zo ingewikkeld is,
moeten er veel akkoorden worden
gesloten.

10.09 Benoît Drèze (cdH): Monsieur le ministre, si je ne vois rien

venir, je vous réinterroge dans trois mois. Pouvez-vous me dire quelle
Région a tardé l'année passée?

10.09 Benoît Drèze (cdH): Welk

Gewest was te laat?

10.10 Patrick Dewael, ministre: Il s'agit de la Région flamande.

10.10 Minister Patrick Dewael:

Het Vlaamse.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

11 Vraag van mevrouw Frieda Van Themsche aan de vice-eerste minister en minister van

Binnenlandse Zaken over "de verkochte politievoertuigen die niet ontdaan werden van hun
kentekens" (nr. 10842)

CRIV 51

COM 895

15/03/2006

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

11 Question de Mme Frieda Van Themsche au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la

vente de véhicules de police dont les signes distinctifs n'ont pas été enlevés" (n° 10842)

11.01 Frieda Van Themsche (Vlaams Belang): Mijnheer de

voorzitter, mijnheer de minister, in januari heb ik er u al op gewezen
dat er politiewagens te koop worden aangeboden die niet ontdaan
werden van hun kentekens. U hebt toen geantwoord dat er een
omzendbrief opgesteld is tussen de lokale en federale politie die,
zoals u toen zei, "op dit ogenblik wordt gefinaliseerd voor de Vaste
Commissie." Dat was uw antwoord in januari.

Vorig jaar heeft mijn collega Yves Buysse u al een schriftelijke vraag
daarover gesteld. U beloofde toen ook om in richtlijnen te voorzien.

Tot mijn grote verbazing heb ik deze week foto's doorgekregen van
een politiewagen met "bestreping", met een Poolse nummerplaat.
Gisteren stond er in de krant opnieuw een politievoertuig dat op weg
was naar Wit-Rusland, vandaar mijn vragen.

Is die voornoemde omzendbrief intussen al gelezen en goedgekeurd?
Wat is de inhoud van die omzendbrief? Wanneer is die vertrokken en
wie heeft die omzendbrief gekregen? Is er in sancties voorzien indien
na de ontvangst van de omzendbrief nog politiewagens met
kentekens verkocht worden? Zo ja, welke sancties?

Ik hoop, mijnheer de minister, dat u er zich van bewust bent dat de
bevolking niet het onderscheid kent tussen de oude en de nieuwe
"bestreping".

11.01 Frieda Van Themsche

(Vlaams Belang): Des articles
paraissent régulièrement dans la
presse à propos de véhicules de
police qui ont été vendus sur le
marché de l'occasion sans que les
insignes de police aient été retirés.
Le ministre a déjà annoncé des
directives en la matière il y a un an
et une circulaire en janvier 2006.

Cette circulaire est-elle prête
entre-temps? Quel est le contenu?
Quand la lettre a-t-elle été
envoyée et à qui? Des sanctions
sont-elles prévues en cas de vente
de véhicules de police pourvus
d'insignes de police après la
réception de la circulaire? Le
ministre réalise-t-il que la grande
majorité de la population ne
connaît pas la différence entre
l'ancien et le nouveau "striping".

11.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, ik zou in

eerste instantie erop willen wijzen dat de reglementering bij de ex-
gemeentepolitie en de ex-rijkswacht niet uitdrukkelijk voorschreef dat
de voertuigen van de politiediensten moesten worden verkocht zonder
de politionele herkenningstekens. Eigenlijk gingen wij ervan uit en ga
ik nog altijd ervan uit dat dit vrij evident is. Het werd toen blijkbaar als
vanzelfsprekend beschouwd dat die kenmerken werden verwijderd. Ik
ga vandaag nog altijd ervan uit dat zoiets eigenlijk evident zou moeten
zijn.

De omzendbrief met betrekking tot de verkoop van politiemateriaal is
goedgekeurd door de Vaste Commissie van de Lokale Politie. Deze
brief wordt op dit ogenblik trouwens door mijn diensten geanalyseerd
omdat hij ook bepalingen bevat die betrekking hebben op de
buitendienststelling van ander materiaal zoals de bewapening. Met
betrekking tot de wapens is er effectief een probleem.

Wat betreft de kentekens, de zogenaamde "striping", waarop u nu al
een tweede keer terugkomt, ga ik eigenlijk ervan uit dat zelfs zonder
voorschriften een federale of zonale politiedienst moet weten dat dit
niet kan.

In verband met de bewapening wordt momenteel nog overleg
gepleegd met Justitie. Ik zou ook nog willen opmerken dat de
omzendbrief betrekking heeft op voertuigen, wapens, uniformen,
vertrouwelijke documenten, microfiches, foto's, giften aan
verzamelaars, musea, theatergezelschappen, enzovoort. De
omzendbrief reikt een aantal concrete oplossingen aan: het afvoeren
van wapens, munitie en kogelwerende vesten bijvoorbeeld via de

11.02 Patrick Dewael, ministre:

La réglementation originale ne
stipulait pas expressément que les
véhicules des services de police
ne pouvaient être vendus qu'après
le retrait des signes distinctifs de
la police. On considérait qu'il
s'agissait là d'une évidence et je
partage cet avis.

La Commission permanente de la
police locale a approuvé la
circulaire et mes services
l'analysent actuellement. Une
concertation doit ainsi encore être
organisée avec le département de
la Justice au sujet de la mise hors
service d'autre matériel, tel que
des armements. La circulaire se
rapporte par ailleurs aux véhicules,
aux armes, aux uniformes, aux
documents confidentiels, aux
microfiches, aux photos et aux
dons aux collectionneurs, musées
et théâtres. La circulaire propose
ensuite des solutions concrètes
pour la mise hors service de
matériel.

15/03/2006

CRIV 51

COM 895

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

logistieke diensten van de federale politie.

Niet-naleving van deze omzendbrief zal aanleiding kunnen geven tot
tuchtsancties. In de omzendbrief zelf wordt de aandacht hierop
gevestigd. Ik ben mij ervan bewust dat veel mensen het verschil niet
kennen tussen de oude en de nieuwe "striping" van de voertuigen. Ik
zal de federale politie de opdracht geven een informatiecampagne op
te zetten met betrekking tot de herkenbaarheid van politievoertuigen.
Intern zal het personeel worden gesensibiliseerd voor de problematiek
en de mogelijke disciplinaire gevolgen.

Lorsque les dispositions de la
circulaire ne sont pas respectées,
des sanctions disciplinaires
peuvent être prises.

Je suis parfaitement conscient que
la majorité des gens ne connaît
pas la différence entre l'ancien et
le nouveau "striping". C'est
pourquoi une campagne
d'information sera lancée en
matière d'identification des
véhicules de police. Au niveau
interne, le personnel sera
sensibilisé à ce problème et aux
éventuelles conséquences
disciplinaires en cas de non-
respect de la circulaire.

11.03 Frieda Van Themsche (Vlaams Belang): Mijnheer de minister,

de politie was zelf verbaasd dat het mogelijk is dat dergelijke
voertuigen nog altijd rondrijden. Die twee wagens werden in het
Antwerpse gesignaleerd. In grensstreken is het niet onmogelijk dat
politiewagens worden gebruikt om overvallen te plegen. Ik besef dat
dit gevoelig ligt want anders zou men het er geen twee keer over
hebben in de kranten. Ik hoop dat er geen ongelukken gebeuren met
dergelijke wagens.

11.03 Frieda Van Themsche

(Vlaams Belang): La police était
elle-même étonnée que de tels
véhicules circulaient encore. Dans
certaines régions frontalières, il
n'est du reste pas inimaginable
que des véhicules de police
vendus soient utilisés pour
commettre des hold-up.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

12 Question de Mme Marie Nagy au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la brutalité lors

d'un rapatriement" (n° 10847)

12 Vraag van mevrouw Marie Nagy aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken

over "het geweld bij een repatriëring" (nr. 10847)

12.01 Marie Nagy (ECOLO): Monsieur le président, monsieur le

ministre, un nouvel incident a eu lieu dans le cadre de l'éloignement
d'un ressortissant congolais. Cet incident est rapporté par le quotidien
"La Libre Belgique" de ce vendredi 10 mars.

Sur un vol Bruxelles-Douala-Kinshasa de ce jeudi 9 mars, l'attention
d'un voyageur aurait été attirée par un homme qui demandait à
pouvoir se rendre aux toilettes. Les policiers qui procédaient à
l'expulsion de cet homme l'auraient bâillonné tout en le frappant d'un
coup de poing dans le ventre. En raison de l'intervention insistante
des autres passagers, ils auraient accepté que l'expulsé puisse y
aller.

Le voyageur dit avoir poliment demandé aux policiers de se montrer
corrects avec leur "prisonnier" et avoir été brutalement éconduit. De
retour à sa place, un policier aurait menacé les personnes venues en
aide au ressortissant congolais et des policiers en renfort sont entrés
dans l'avion.

Le voyageur et deux autres personnes qui avaient protesté contre
l'expulsion violente auraient été jetés hors de l'avion, tabassés et

12.01 Marie Nagy (ECOLO): In

de krant "La Libre Belgique" wordt
melding gemaakt van een incident
dat op 10 maart tijdens de
repatriëring van een Congolese
onderdaan heeft plaatsgevonden.
De politiemensen die met de
uitzetting belast waren zouden
gebruik gemaakt hebben van
geweld ten aanzien van de
gevangene en van andere
passagiers die hem hebben
verdedigd. Twee van die
passagiers beschikken over een
medisch attest dat door de arts
van de luchthaven was opgesteld
en waarin wordt gesteld dat zij
verwondingen hebben opgelopen.
Dergelijke incidenten zijn een
rechtsstaat onwaardig.

CRIV 51

COM 895

15/03/2006

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

enfermés dans une cellule du commissariat de l'aéroport.

Le voyageur en question ainsi qu'un Belge qui a fait appel à son
avocat disposent d'un certificat médical rédigé par le médecin de
l'aéroport attestant qu'ils ont bien été blessés; "La Libre Belgique"
qualifie ce certificat d'édifiant. Ces trois personnes ne sont en outre
plus autorisées à voyager dans les avions de la compagnie SN
Brussels Airlines. Le préjudice peut être grave puisque, faute de
moyens financiers, le voyageur a dû renoncer à ce voyage et n'a pu
être présent dans son pays.

Une plainte a été déposée au Comité P et le Centre pour l'égalité des
chances aurait été contacté.

La description des événements par les trois victimes entre en
contradiction avec ce que l'on pourrait attendre d'un État de droit,
monsieur le ministre. Je regrette tout particulièrement que les
enseignements de l'affaire Sémira Adamu ne semblent pas avoir été
retenus. Si vous confirmiez cet incident, vu que je ne connais que
l'information parue dans la presse et qui n'a pas été démentie, il
constituerait une nouvelle conséquence de la politique menée par le
gouvernement et témoignerait de son refus de prendre des mesures
d'encadrement, perçues uniquement comme des obstacles au
rendement des mesures d'expulsion.

J'aimerais donc savoir si vous confirmez ces événements. Dans
l'affirmative, pouvez-vous me dire si une enquête est en cours et
quelles sont les dispositions prises à cet égard? Les policiers en
question ont-ils été identifiés? Au cas où les faits seraient avérés, des
sanctions sont-elles envisagées?

A deux reprises, monsieur le ministre, nous avons pu discuter en
commission du rapport Vermeersch. Mais, à ce stade-ci, nous
n'avons pas terminé cette discussion. En ce qui concerne les
mesures recommandées, quelles sont celles que vous avez reprises
et lesquelles avez-vous éventuellement délaissées? Dans quelle
mesure les instructions ont-elles été modifiées, à la suite du rapport
déposé par la commission Vermeersch? Un engagement avait été
pris de s'intéresser au suivi de ses conclusions.

Je vous remercie de vos réponses.

Bevestigt u die feiten? Is er een
onderzoek aan de gang? Werden
de betrokken politiemensen
geïdentificeerd en zouden zij
kunnen worden gestraft?

Wij hebben de discussie die wij in
de commissie over het rapport-
Vermeersch hebben gehad, nooit
afgesloten. Welke aanbevelingen
heeft de regering in aanmerking
genomen?

12.02 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, madame

Nagy, mes services m'ont informé que, le 9 mars 2006, un Congolais
devait être rapatrié sous escorte de la police fédérale.

Installée au fond de l'avion, cette personne a éveillé l'attention de
plusieurs passagers du vol qui embarquaient, en criant qu'elle voulait
se rendre aux toilettes. En gesticulant, elle a laissé voir ses mains
menottées et a montré qu'elle était attachée. A cette vue, deux
passagers ont commencé à exciter les autres en criant que la
personne était traitée inhumainement.

Les deux passagers ont été priés de quitter directement l'avion, mais
ils n'ont pas obtempéré à cet ordre. A la demande du commandant de
bord et afin de calmer les autres passagers et d'assurer leur sécurité
à bord de l'avion, les deux passagers récalcitrants ont été emmenés
de force hors de l'avion. Il s'agissait d'une personne en état d'ivresse

12.02 Minister Patrick Dewael:

Volgens mijn diensten heeft de
Congolese onderdaan die onder
begeleiding van de federale politie
werd gerepatrieerd de aandacht
van andere passagiers op zich
getrokken door te roepen dat hij
naar de wc wilde gaan en door te
tonen dat hij geboeid was. Twee
passagiers hebben heftig
gereageerd en die behandeling als
onmenselijk bestempeld. Zij
werden verzocht het vliegtuig te
verlaten, maar hebben dat
geweigerd en werden met geweld
uit het vliegtuig verwijderd. De

15/03/2006

CRIV 51

COM 895

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

et d'une passagère surexcitée. Afin de ramener le calme, le
commandant de bord a décidé que le ressortissant congolais, qui
devait être rapatrié, devait également quitter l'avion. A aucun moment,
il n'a été nécessaire de recourir à un usage exagéré de la force.

Pour ces faits, trois procès-verbaux ont été dressés par la police
fédérale. Ces procès-verbaux ont été transmis au procureur du Roi de
Bruxelles, le 14 mars 2006.

Les personnes concernées ont uniquement été arrêtées
administrativement. Après contact avec le parquet, elles ont été
libérées, le 9 mars 2006, à 13.20 heures.

L'identité des policiers est connue. Mes services m'ont fait savoir que
les policiers n'ont pas fait preuve de brutalité à l'égard de la personne
à rapatrier, ni envers les passagers, durant l'exécution de la mission
de rapatriement.

Aucune sanction disciplinaire n'a été prise.

Des directives internes existent au sein de la police fédérale. Dans
ces directives, les techniques et les moyens de contrainte qui peuvent
être utilisés lors des missions de rapatriement sous escorte sont
explicités. Tous les membres du personnel ont connaissance de ces
directives et celles-ci sont observées scrupuleusement.

Les techniques et les moyens quant à l'utilisation de la force lors des
missions de rapatriement ont été adaptés, comme vous le savez,
suite aux recommandations de la commission Vermeersch 2.

boordcommandant heeft tevens
beslist de Congolese onderdaan
die gerepatrieerd moest worden uit
het vliegtuig te zetten. De
politiemensen hebben op geen
enkel ogenblik overdreven geweld
gebruikt.

Voor die feiten werden er drie
processen-verbaal opgesteld. De
betrokkenen werden even
administratief aangehouden.

We weten om welke politieagenten
het gaat en er werd hun geen
tuchtstraf opgelegd.

De dwangtechnieken en

middelen die bij een repatriëring
onder begeleiding kunnen worden
gebruikt, werden aangepast in het
licht van de aanbevelingen van de
commissie Vermeersch II. Ze
worden uitgebreid toegelicht in de
interne richtlijnen die alle leden
van de federale politie kennen en
ook toepassen.

12.03 Marie Nagy (ECOLO): Monsieur le ministre, l'article de presse

indique qu'un rapport attestant que ces personnes ont été blessées a
été rédigé par le médecin de l'aéroport. Avez-vous eu connaissance
de ce certificat médical? Une recherche a-t-elle été effectuée à ce
sujet? Manifestement, les deux versions ne s'accordent pas.

12.03 Marie Nagy (ECOLO):

Was u op de hoogte van het
medisch attest van de
luchthavenarts? Heeft u getracht
meer informatie in te winnen? De
twee versies spreken elkaar
immers tegen.

12.04 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, je n'ai pas

connaissance des renseignements qui ont été livrés par les services
de Mme Nagy!

12.04 Minister Patrick Dewael:

Nee.

12.05 Marie Nagy (ECOLO): Excusez-moi! Je fais état d'une

information qui n'a pas reçu de démenti. Je pose la question de savoir
si le ministre a eu connaissance de l'établissement d'un certificat
médical. Il me répond par la négative.

Je vais poursuivre mon questionnement. Mais je vous signale
cependant, monsieur le ministre, que si vos informations ne sont pas
exactes, je le ferai savoir; on sait où peut mener le fait de ne pas
encadrer certaines situations. Ni vous, ni moi mais surtout vous
n'avons intérêt à prendre les choses à la légère!

12.05 Marie Nagy (ECOLO): De

informatie waar ik over beschik,
werd niet tegengesproken. We
mogen hier niet licht over heen
gaan.

12.06 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, (...) des

procès-verbaux ont été transmis au parquet. Je donne donc les
informations dont je dispose et je n'accepte pas le ton de Mme Nagy!

12.06 Minister Patrick Dewael:

Ik geef de informatie waarover ik
beschik en ik heb moeite met de
toon die mevrouw Nagy aanslaat.