CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 893
CRIV 51 COM 893
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DE LA
D
ÉFENSE NATIONALE
C
OMMISSIE VOOR DE
L
ANDSVERDEDIGING
mercredi
woensdag
15-03-2006
15-03-2006
Matin
Voormiddag
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu inté-
gral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit des
interventions ; les annexes se trouvent dans une brochure
séparée (PLEN: couverture blanche; COM: couverture
saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken; de
bijlagen zijn in een aparte brochure opgenomen
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
Plenum
COM
réunion de commission
COM
Commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 893
15/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i
SOMMAIRE
INHOUD
Débat sur la politique africaine, exposé du
ministre de la Défense et questions jointes de
1
Debat over het Afrikabeleid, uiteenzetting van de
minister van Landsverdediging en
samengevoegde vragen van
1
- Mme Hilde Vautmans au ministre de la Défense
sur "la force d'intervention pour le Congo" (n°
10685)
1
- mevrouw Hilde Vautmans aan de minister van
Landsverdediging over "de interventiemacht voor
Kongo" (nr. 10685)
1
- M. David Geerts au ministre de la Défense sur
"le soutien logistique des militaires belges à
Kalemie" (n° 10782)
1
- de heer David Geerts aan de minister van
Landsverdediging over "de logistieke
ondersteuning van de Belgische soldaten te
Kalemie" (nr. 10782)
1
- Mme Nathalie Muylle au ministre de la Défense
sur "la politique africaine de la Belgique" (n°
10824)
1
- mevrouw Nathalie Muylle aan de minister van
Landsverdediging over "het Belgische
Afrikabeleid" (nr. 10824)
1
- Mme Brigitte Wiaux au ministre de la Défense
sur "le déploiement d'une force européenne en
République démocratique du Congo" (n° 10836)
1
- mevrouw Brigitte Wiaux aan de minister van
Landsverdediging over "het sturen van een
Europese troepenmacht naar de Democratische
Republiek Congo" (nr. 10836)
1
Orateurs: André Flahaut, ministre de la
Défense, colonel Jean-Pol Pichon, Hilde
Vautmans, David Geerts, Nathalie Muylle,
Brigitte Wiaux, Luc Sevenhans, Talbia
Belhouari
Sprekers: André Flahaut, minister van
Landsverdediging, kolonel Jean-Pol Pichon,
Hilde Vautmans, David Geerts, Nathalie
Muylle, Brigitte Wiaux, Luc Sevenhans,
Talbia Belhouari
Questions jointes de
27
Samengevoegde vragen van
27
- Mme Marie Nagy au vice-premier ministre et
ministre de l'Intérieur sur "l'application de la loi sur
l'usage des langues à l'Institut géographique
national" (n° 10151)
27
- mevrouw Marie Nagy aan de vice-eerste minister
en minister van Binnenlandse Zaken over "de
toepassing van de wet op het taalgebruik op het
Nationaal Geografisch Instituut" (nr. 10151)
27
- M. Olivier Maingain au ministre de la Défense
sur "les conséquences au plan de l'emploi des
langues du transfert de l'Institut géographique
national en Région flamande" (n° 10749)
27
- de heer Olivier Maingain aan de minister van
Landsverdediging over "de gevolgen die het
overbrengen van het Nationaal Geografisch
Instituut naar het Vlaams Gewest heeft voor het
taalgebruik" (nr. 10749)
27
Orateurs: Marie Nagy, Olivier Maingain,
André Flahaut, ministre de la Défense
Sprekers: Marie Nagy, Olivier Maingain,
André Flahaut, minister van
Landsverdediging
Question de Mme Sabien Lahaye-Battheu au
ministre de la Défense sur "la destination des
casernes militaires désaffectées en général et de
celle de Poelkapelle en particulier" (n° 10265)
29
Vraag van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan
de minister van Landsverdediging over "de
bestemming van de leegstaande legerkazernes in
het algemeen en die van Poelkapelle in het
bijzonder" (nr. 10265)
29
Orateurs: Sabien Lahaye-Battheu, André
Flahaut, ministre de la Défense
Sprekers: Sabien Lahaye-Battheu, André
Flahaut, minister van Landsverdediging
Question de Mme Ingrid Meeus au ministre de la
Défense sur "le quartier Westakkers" (n° 10573)
30
Vraag van mevrouw Ingrid Meeus aan de minister
van Landsverdediging over "het kwartier
Westakkers" (nr. 10573)
30
Orateurs: Ingrid Meeus, André Flahaut,
ministre de la Défense
Sprekers: Ingrid Meeus, André Flahaut,
minister van Landsverdediging
CRIV 51
COM 893
15/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DE LA DEFENSE
NATIONALE
COMMISSIE VOOR DE
LANDSVERDEDIGING
du
MERCREDI
15
MARS
2006
Matin
______
van
WOENSDAG
15
MAART
2006
Voormiddag
______
La séance est ouverte à 10.38 heures par M. Philippe Monfils, président.
De vergadering wordt geopend om 10.38 uur door de heer Philippe Monfils, voorzitter.
01 Debat over het Afrikabeleid, uiteenzetting van de minister van Landsverdediging en
samengevoegde vragen van
- mevrouw Hilde Vautmans aan de minister van Landsverdediging over "de interventiemacht voor
Kongo" (nr. 10685)
- de heer David Geerts aan de minister van Landsverdediging over "de logistieke ondersteuning van
de Belgische soldaten te Kalemie" (nr. 10782)
- mevrouw Nathalie Muylle aan de minister van Landsverdediging over "het Belgische Afrikabeleid"
(nr. 10824)
- mevrouw Brigitte Wiaux aan de minister van Landsverdediging over "het sturen van een Europese
troepenmacht naar de Democratische Republiek Congo" (nr. 10836)
01 Débat sur la politique africaine, exposé du ministre de la Défense et questions jointes de
- Mme Hilde Vautmans au ministre de la Défense sur "la force d'intervention pour le Congo" (n° 10685)
- M. David Geerts au ministre de la Défense sur "le soutien logistique des militaires belges à Kalemie"
(n° 10782)
- Mme Nathalie Muylle au ministre de la Défense sur "la politique africaine de la Belgique" (n° 10824)
- Mme Brigitte Wiaux au ministre de la Défense sur "le déploiement d'une force européenne en
République démocratique du Congo" (n° 10836)
Le président: Chers collègues, nous en venons à l'exposé de M. le ministre. Je précise aux membres de la
commission que la magnifique image touristique qu'ils peuvent voir n'a rien à voir avec les voyages
effectués par le ministre et la commission de la Défense au Congo. Je n'ai jamais vu cela mais uniquement
des bureaux, des voitures et des avions. Mais il paraît que de temps en temps, on rencontre cela en
Afrique. C'est une plaisanterie, bien entendu. Je donne la parole à M. le ministre, aux collègues qui ont
posé des questions et ensuite à tout autre collègue qui voudrait s'exprimer sur le sujet.
01.01 André Flahaut, ministre: Monsieur le président, je propose de
passer la parole au colonel Pichon pour qu'il puisse présenter une
synthèse de notre présence militaire en Afrique aujourd'hui.
01.02 Colonel Jean-Pol Pichon: Monsieur le président, monsieur le
ministre, mesdames, messieurs, je suis le colonel Jean-Pol Pichon du
département d'état-major "Opérations et Entraînement" et je suis plus
particulièrement en charge de la planification des opérations de paix
non armées. Donc la partie "Afrique" me concerne aussi. Il m'a été
demandé de vous donner un bref aperçu des activités de la Défense
en Afrique, ce que je me propose de faire à l'instant.
Je brosserai tout d'abord un aperçu général de la politique de la
Défense vis-à-vis de l'Afrique. Ensuite, j'énoncerai les tâches et les
missions de notre département pour cette partie du monde et je
terminerai mon exposé en vous présentant les différentes activités
01.02 Kolonel Jean-Pol Pichon:
Ik ben bevoegd voor de planning
van de niet-gewapende
vredesopdrachten. In mijn
uiteenzetting zal ik de betekenis
van de Belgische militaire
aanwezigheid in Afrika toelichten.
Ik zal eerst de belangrijkste
elementen van het Belgische
defensiebeleid in Afrika
uiteenzetten, om vervolgens een
woordje uitleg te geven bij de
15/03/2006
CRIV 51
COM 893
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
que la Défense a engagées au profit des pays africains.
Comme vous le savez, dans le cadre de la politique étrangère de la
Belgique, l'Afrique occupe une position particulière, et plus encore les
pays de la région des Grands Lacs. Notre politique africaine est
menée dans une approche à deux étapes. Tout d'abord, nous
travaillons dans un cadre de partenariat pour établir la paix. Nous
dégageons dans cette optique des moyens humains et financiers pour
encourager et renforcer les partenaires pour la paix et surtout pour
décourager les dynamiques conflictuelles. Ensuite, lorsque la stabilité
structurelle est assurée dans les différents pays africains, nous
pouvons passer à une seconde étape: un partenariat du temps de
paix comme c'est le cas au Bénin, par exemple. Je voudrais rappeler
que la Défense est au service de la politique de la Belgique et que
nous nous engageons avec notre expertise dans les différents pays
africains pour appuyer la politique belge dans cette région.
Quelles sont les missions et les tâches de la Défense en Afrique?
Tout d'abord, nous devons être prêts à exécuter, le cas échéant, des
opérations d'évacuation de civils, ce qu'on appelle communément les
NEO. Nous participons également à certaines opérations de maintien
de la paix, participation relativement limitée suite aux
recommandations de la commission Rwanda. Nous participons
également à la construction et au renforcement des capacités
africaines de maintien de la paix dans le cadre de la politique
"L'Afrique aux Africains". Nous sommes prêts également à exécuter
des missions humanitaires et enfin nous développons des
partenariats militaires avec certains pays. Je vais passer aux
différentes actions que nous menons dans certains pays dans le
cadre de ces partenariats. Je les donne par ordre alphabétique.
L'ordre ne traduit donc pas une préférence pour certains pays.
Commençons par l'Algérie. Le partenariat avec l'Algérie est surtout
axé sur la formation d'officiers algériens dans nos instituts militaires.
En 2005, les premiers entretiens d'état-major ont eu lieu pour définir
les activités communes que nous pouvons organiser. Ces entretiens
ont été concrétisés par l'organisation d'exercices, notamment des
exercices de la composante Air en Algérie et, par la suite, par l'envoi
de personnel médical algérien en Belgique pour y suivre des stages
de perfectionnement dans nos hôpitaux, civils ou militaires.
Pour cette année, nous poursuivons la formation d'officiers dans nos
instituts et nous continuons à en former de nouveaux, il nous est
proposé de faire participer des observateurs algériens à des
exercices belges, notamment au grand exercice "Quick response" qui
aura lieu vers le mois de septembre, et nous allons réactiver les
entretiens d'états-majors, probablement à Alger dans le courant de
cette année.
Un deuxième pays avec lequel nous entretenons un partenariat
privilégié est le Bénin. D'ailleurs, monsieur le président, l'image que
vous avez vue au tout début de mon exposé est celle d'un village
lacustre à proximité de Ouidah sur la côte sud du Bénin.
Le Bénin était en quête de pays partenaires. Dans cette optique, un
accord-cadre de coopération a été signé en octobre 1999. Cet accord
portait sur différentes formes d'activités, à savoir la formation et
l'entraînement du personnel militaire, mais aussi des prestations au
belangrijkste opdrachten en taken
van het departement Defensie in
de betrokken landen. Ik zal
eindigen met een voorstelling van
de partnerships en van de
activiteiten van het departement
ten voordele van de Afrikaanse
landen.
Centraal-Afrika bekleedt een
belangrijke plaats in het
buitenlands beleid van ons land.
Er wordt bij voorkeur naar het tot
stand brengen van partnerships
gestreefd om vrede tot stand te
bewerkstelligen, voornamelijk door
het inzetten van menselijke en
financiële middelen. Daarnaast
wordt ook naar partnerships in
vredestijd gestreefd in landen die
door een structurele stabiliteit
gekenmerkt worden.
Defensie stelt haar expertise ter
beschikking van het Belgische
beleid.
De hoofdopdrachten van het
departement Defensie bestaan
erin de evacuatie van de
burgerbevolking te organiseren
wanneer zich conflicten voordoen,
binnen de door de
Rwandacommissie vastgestelde
grenzen deel te nemen aan
vredeshandhavingsoperaties, bij te
dragen tot de versterking van de
Afrikaanse vredeskorpsen en ten
slotte met bepaalde landen
militaire opdrachten uit te voeren
en partnerships te ontwikkelen.
Het partnership met Algerije had in
hoofdzaak betrekking op de
opleiding van officieren in onze
militaire instellingen tussen 1999
en 2005. De stafdiensten hebben
een aantal gemeenschappelijke
acties vastgelegd: zo namen
Algerijnse officieren deel aan de
oefeningen van onze luchtmacht
en werden Belgische specialisten
naar Algerije gestuurd om
medische stages te organiseren.
In 2006 zal de opleiding van
Algerijnse officieren in onze
instellingen worden voortgezet.
Algerijnse waarnemers zullen
CRIV 51
COM 893
15/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
profit de la population, la construction d'infrastructures et la fourniture
d'équipements.
Notre partenariat s'est concrétisé en 2005 par la formation d'officiers,
aussi bien à l'Ecole militaire que dans nos instituts supérieurs de
défense, par la réalisation de travaux de génie (construction d'un
orphelinat), une assistance en bureau d'études et la formation et
l'assistance de personnel de génie béninois.
Nous avons fait don d'une imprimerie aux forces armées béninoises
et avons assuré la formation du personnel afin qu'il puisse utiliser
cette imprimerie. De plus, nous continuons à appuyer le détachement
militaire béninois engagé à l'ONUCI, autrement dit en Côte d'Ivoire,
ainsi que le bataillon qui sera ou qui est en cours d'engagement au
sein de la MONUC en RDC. Cet appui consiste en un prêt de matériel
et en la formation de personnel.
Pour 2006, nous poursuivons la formation d'officiers et de personnel
militaire dans nos instituts. Nous nous proposons de réaliser à
nouveau des travaux de génie, dont certains sont encore à identifier.
Nous nous proposons également de poursuivre nos appuis aussi bien
au détachement en Côte d'Ivoire qu'à celui au Congo. La forme de
ces appuis pourrait être différente qu'actuellement et consister en la
formation d'instructeurs béninois pour poursuivre la formation. En mai
de cette année, un comité directeur se réunira à Cotonou pour définir
les axes de partenariat.
En ce qui concerne le Burundi, en janvier dernier, un mémorandum a
été signé entre les deux ministres de la Défense, à Bruxelles, pour
engager un nouveau partenariat militaire.
Actuellement, il ne s'agit que de projets qui sont soumis aux accords
des deux gouvernements. Ils sont donc à l'étude. Toutefois, nous
nous proposons d'harmoniser la formation des cadres burundais, à
savoir des officiers supérieurs des ex-tendances rebelles qui
voudraient avoir une formation académique militaire. Cette formation
pourrait avoir lieu d'avril à juillet de cette année.
Par la suite, en collaboration avec le Burundi, nous nous proposons
de former des instructeurs militaires qui pourront assurer
l'encadrement des institutions militaires burundaises.
La demande des autorités burundaises porte aussi sur l'organisation
de séminaires de gestion du personnel, des finances, de
l'administration et de planification des opérations. Nous proposons
aussi de poursuivre l'information sur la lutte contre le sida au sein de
la force de défense nationale burundaise. Nous poursuivons
évidemment la formation de spécialistes burundais, aussi bien à
l'École militaire qu'à l'Institut royal de défense ainsi que dans certaines
écoles et unités dans le génie et dans le domaine du déminage.
Un projet de parrainage entre l'hôpital militaire de Kamenge et
l'ISCAM est aussi à l'ordre du jour.
Autre partenariat: le Maroc qui a des liens particuliers avec la
Belgique du fait de la présence d'une importante communauté
marocaine en Belgique. De plus, le Maroc peut jouer un rôle de
stabilité au sein de l'Afrique du Nord et dans le dialogue
deelnemen aan de oefeningen van
het Belgische leger en de
contacten tussen de stafdiensten
in Algiers zullen worden
aangewakkerd.
Het raamakkoord voor
samenwerking met Benin van
1999 had betrekking op
verschillende domeinen, zoals de
opleiding en de training van de
Beninse militairen, het leveren van
diensten aan de plaatselijke
bevolking en het aanleggen van
infrastructuur en de levering van
uitrustingen.
De balans van ons partnership
met Benin omvat de opleiding van
officieren en miliciens en de
bijdrage tot de uitvoering van
algemene werkzaamheden, zoals
de bouw van een weeshuis en van
een drukkerij voor de krijgsmacht
van Benin. Wij verlenen ook
ondersteuning voor het ONUCI-
detachement en het MONUC-
bataljon. Voor 2006 zijn gepland:
de opleiding van officieren en
miliciens, algemene
werkzaamheden die nog nader
moeten worden gepreciseerd en
het verder verlenen van steun aan
ONUCI en MONUC. In mei 2006
zullen de krachtlijnen van het
partnership op een vergadering
van het bestuurscomité worden
vastgesteld.
In januari 2006 werd een akkoord
ondertekend met Burundi om met
dat land een militair partnership
aan te gaan. In het kader daarvan
zal de opleiding van de kaders
worden geharmoniseerd, zullen
instructeurs worden opgeleid en
managementsseminars worden
georganiseerd. De strijd tegen
aids binnen de FND zal worden
voorgezet. We zullen tevens aan
ontmijningsoperaties deelnemen.
Het partnership met Marokko is
belangrijk gelet op de banden met
de Marokkaanse gemeenschap in
ons land en omdat dat land een
factor van stabiliteit in Noord-
Afrika kan zijn. Wij zetten de
15/03/2006
CRIV 51
COM 893
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
méditerranéen.
Les activités avec le Maroc portent surtout sur la formation d'officiers
en Belgique et l'entraînement au Maroc pour les pilotes et officiers
belges.
Le gros morceau du partenariat que la Défense a entrepris depuis
quelques années porte sur la République démocratique du Congo. Ce
programme de partenariat a débuté effectivement en 2003 et porte
essentiellement sur l'intégration des forces armées de la République
du Congo. J'entends par intégration, la mise dans les mêmes unités
des membres des différentes ex-tendances rebelles.
Notre partenariat a porté sur l'entraînement des brigades intégrées.
Nous avons particulièrement instruit la première brigade qui est
actuellement déployée en Ituri et travaille en collaboration avec la
MONUC pour la stabilité de la région est du Congo. Nous avons aussi
participé à l'encadrement de l'instruction de la troisième brigade à
Kamina.
Nous avons formé des instructeurs, que ce soit en Belgique ou à
Kinshasa, ainsi que des cadres pour les effectifs de trois brigades à
Kinshasa et à Kamina. Toutes ces formations sont actuellement
terminées.
Parallèlement à cela, nous avons fourni, soit en dons, soit en ventes,
de l'équipement et du matériel. Nous continuons de soutenir les
forces armées congolaises par un appui en transports aériens. Vous
savez que les distances sont extraordinaires dans ce pays et que,
sans transport aérien, il est impossible d'amener les unités dans les
régions à risques.
Nous dispensons aussi des formations académiques aux officiers
congolais ici en Belgique, dans les différentes écoles militaires. Nous
avons réhabilité et nous étudions des possibilités de réhabilitation
d'infrastructures militaires essentiellement axées sur les écoles et les
centres d'instruction, mais aussi au profit des familles de ces
militaires.
Ensuite, nous participons au programme "Démobilisation,
désarmement et réinsertion" ainsi qu'au projet de l'EUSEC, en
compagnie d'une dizaine de militaires, notamment pour contrôler la
chaîne de paiement. De même, nous travaillons au sein de la
MONUC, avec l'apport de neuf officiers d'état-major, mais aussi en
appuyant un bataillon béninois, en cours de déploiement à l'Est du
Congo.
Nous collaborons aussi avec la structure militaire d'intégration, un
général de brigade y servant en qualité de conseiller et un major
comme officier d'état-major. Nous poursuivons également nos actions
de lutte contre le sida en faisant de la prévention.
Quelles sont les prévisions pour 2006 concernant la République
démocratique du Congo? Vous n'êtes pas sans savoir que l'échéance
électorale est une date importante dans le calendrier 2006. Donc, à
part les formations et les actions entreprises actuellement, les
suivantes dépendront du résultat des négociations post-électorales
avec nos collègues congolais.
mediterrane dialoog voort. Tevens
is de opleiding van Marokkaanse
officieren in België gepland, alsook
de training van piloten en
Belgische leerling-officieren in
Marokko.
Het partnership met de
Democratische Republiek Congo
is het belangrijkste. In mei 2003
werd een partnershipprogramma
opgezet. Het beoogt een integratie
van de FARDC. Wij hebben
brigades getraind, uitrusting en
materiaal geleverd en ook
ondersteuning voor het
luchtvervoer verleend. Wij
verstrekken academische
opleidingen in België en wij staan
in voor het opkalefateren van
militaire infrastructuur. Wij nemen
deel aan de DDR-, EUSEC-,
MONUC- en SMI-programma's.
Wij zetten de strijd tegen aids
voort via preventie. Wij zullen in
2006 meewerken aan de opleiding
van Congolese technici en kaders,
instaan voor de begeleiding van
genie-eenheden en onze
deelname aan MONUC
voortzetten. De daaropvolgende
acties zullen afhangen van de
onderhandelingen die na de
verkiezingen zullen plaatsvinden.
Wij hebben minder grootschalige
partnerships opgezet met Rwanda,
Zuid-Afrika, Niger en Angola. Wij
hebben onder meer in februari
2006 een ontwerp-partnership
ondertekend met het Zuid-
Afrikaans leger, teneinde
samenwerkingsverbanden te
ontwikkelen. Wij gaan in op de
verzoeken van die landen binnen
de grenzen van onze
mogelijkheden. Wij beogen altijd
een partnershipstrategie in een
geest van openheid en
vooruitgang.
Ziehier de lijst van Afrikaanse
landen waar wij actief zijn: Zuid-
Afrika, Algerije, Angola, Benin,
Burundi, Congo (DRC), Congo
(Republiek Congo), Gabon,
Marokko, Niger, Rwanda en
Tunesië.
CRIV 51
COM 893
15/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
Il se pourrait que nous nous chargions de la formation de techniciens
militaires congolais (chauffeurs, mécaniciens, opérateurs radio) pour
l'ensemble des brigades intégrées.
Sur demande des autorités congolaises, mais pas avant le deuxième
semestre, nous pourrions à nouveau former des cadres congolais.
Nous terminons actuellement la formation sur le matériel de pontage
à Kalemie.
Ensuite, nous pourrions donner un encadrement pour mettre en place
un concept et des unités de génie, aussi bien dans la construction
horizontale (routes et infrastructures de pontage) que dans le génie
vertical (bâtiments et constructions).
Nous poursuivons la formation en Belgique de cadres congolais et
nous participons à la MONUC avec les officiers d'état-major et l'appui
au bataillon béninois.
Il existe encore d'autres partenariats, mais de moindre ampleur,
notamment avec l'Afrique du Sud. Récemment encore, le ministre s'y
est rendu pour signer un accord de partenariat pour travailler en
synergie avec la RSA, notamment dans la région des Grands Lacs,
aussi bien qu'au Congo qu'au Rwanda ou qu'au Burundi. Pour les
autres pays, nous répondons à leurs demandes formulées dans la
limite de nos moyens, évidemment.
Il s'agit toujours d'une stratégie de partenariat: nous ne sommes pas
des néo-colonisateurs, mais nous travaillons vraiment main dans la
main avec nos collègues africains, dans un esprit d'ouverture et de
progrès. Pour vous donner un dernier aperçu de nos activités en
Afrique, j'ai repris sur une carte les différents pays où nous sommes
actifs.
Monsieur le président, monsieur le ministre, mesdames, messieurs,
ceci termine mon exposé et je suis prêt à répondre à vos questions.
Le président: Monsieur le ministre, vous intervenez maintenant ou vous attendez les interventions des
collègues?
01.03 André Flahaut, ministre: Monsieur le président, j'interviendrai
tout à l'heure.
Le président: Chers collègues, bien entendu, comme il s'agit d'un débat thématique, vous n'êtes pas
obligés de vous limiter à l'exposé. M. le ministre répondra ensuite à l'ensemble des intervenants.
01.04 Hilde Vautmans (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, bedankt voor de uiteenzetting. Ik denk dat veel gegevens
hier uiteraard al bekend zijn.
Ik zal mij vooral toespitsen op Congo. Ik weet niet of mijn informatie
juist is, maar ik denk dat wij daar momenteel ongeveer 150 militairen
hebben, die vorming geven aan de twee verschillende Congolese
brigades. Zoals ook uit de uiteenzetting bleek, wordt er overtollig
materiaal geleverd en ook uitgeleend aan het Beninse leger dat
eigenlijk deel uitmaakt van die VN-troepenmacht.
01.04 Hilde Vautmans (VLD): La
Belgique dispose au Congo de
150 militaires qui dispensent une
formation à deux brigades
congolaises différentes. En outre,
nous fournissons du matériel
excédentaire à l'armée du Bénin,
qui en réalité fait partie des forces
des Nations Unies.
Le 18 juin prochain, 25,5 millions
15/03/2006
CRIV 51
COM 893
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
Ik wil mij vooral toespitsen op de belangrijke datum van de
verkiezingen in juni dit jaar. 25,5 miljoen Congolezen mogen op 18
juni een nieuwe president kiezen. Gisteren hebben wij hoorzittingen
gehouden in de commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen in het
Parlement. Daaruit zou blijken dat de EU-Commissie die datum al ter
discussie zou stellen. Volgens de EU-Commissie zou die datum ook
niet juridisch bindend zijn. Wat zal de bevolking erover denken die
vraag kunnen wij natuurlijk moeilijk beantwoorden indien die datum
alweer verschoven wordt, na al zo veel keren uitstel? Daarover
kunnen wij hier, in de Belgische Kamer, natuurlijk moeilijk oordelen,
maar ik denk dat het toch wel dramatische gevolgen kan hebben.
Als wij de logica blijven aanhouden van verkiezingen op 18 juni, dan
zouden de kandidaten zich tot 23 maart kunnen registreren. Tussen 5
en 9 april worden dan de lijsten bekendgemaakt. Op 18 juni vinden de
verkiezingen dan plaats, en op 14 juli volgt de publicatie van de
verkiezingen.
Op dit ogenblik is gepland dat ongeveer zestienduizend VN-
blauwhelmen in het kader van MONUC zullen toezien op het verloop
van de verkiezingen. Binnen MONUC, zo hebben wij net vernomen,
zijn er negen stafofficieren van Belgische afkomst. De geschatte
kostprijs voor de totale VN-operatie is 900 miljoen euro. Het
departement van Peace Keeping Operations zal de operatie leiden.
De VN wil heel graag een beroep doen op een EU-troepenmacht.
Hiervoor werd de Hoge Vertegenwoordiger voor het Veiligheids- en
Defensiebeleid Solana naar de Grote Meren gestuurd.
Begin maart werd op de informele top van de defensieministers van
de EU-lidstaten te Innsbruck geen consensus bereikt met betrekking
tot het sturen van een EU-troepenmacht. Algemeen wordt
aangenomen dat Duitsland de leiding van een dergelijke operatie zou
kunnen nemen. Aanvankelijk bestond er aan Duitse zijde helemaal
geen interesse. Vanochtend vernam ik evenwel dat Duitsland akkoord
zou kunnen gaan, mits het akkoord van Kabila en mits een aantal
voorwaarden zijn vervuld.
De heer Steinmeier, de Duitse minister van Buitenlandse Zaken,
koppelt daaraan inderdaad een aantal voorwaarden. Het militair risico
moet calculeerbaar zijn, de opdracht moet geografisch zijn en in tijd
beperkt worden en dient op een zo breed mogelijk Europees
draagvlak te steunen. Wie zal de lead daarin nemen? Ik denk dat dit
helemaal nog niet duidelijk is. Een mogelijke optie zou kunnen zijn dat
Duitsland en Frankrijk elk 500 soldaten zouden sturen, aangevuld met
500 soldaten uit andere lidstaten. Men zegt mij dat men denkt aan
een Belgische bijdrage van ongeveer 50 soldaten.
Mijnheer de minister, de EU-troepenmacht is voor Congo een
belangrijk gegeven. Mijn vragen hieromtrent zijn de volgende. Naar
verluidt zou u in Innsbruck hebben verklaard dat een eventuele EU-
steun niet nodig zou zijn bij de begeleiding van de
verkiezingsoperatie. Klopt dat en wat waren de beweegreden?
Concreet, staat u achter het idee van die EU-troepenmacht? Wat zal
de concrete uitwerking van een dergelijke troepenmacht dan zijn?
Wie zou de lead kunnen nemen? Welke landen zouden troepen ter
beschikking kunnen stellen? Wat zal de specifieke opdracht zijn?
Hoever staat het met een eventueel akkoord hieromtrent? Die vragen
de Congolais pourront élire un
nouveau président. Or, la
commission européenne semble à
présent se poser certaines
questions à propos de cette date.
Un nouveau report des élections
pourrait avoir des conséquences
dramatiques pour le Congo.
Environ 16.000 casques bleus de
la MONUC, dont neuf officiers
d'état-major belges, doivent
surveiller le bon déroulement des
élections. Cette opération des
Nations Unies coûte 900 millions
d'euros. Les Nations Unies
souhaitent faire appel à des forces
armées de l'UE. Lors de la réunion
informelle qui s'est déroulée à
Innsbruck, l'UE n'est pas parvenue
à un consensus à ce sujet.
L'Allemagne aurait déclaré ce
matin qu'elle pourrait marquer son
accord si le président Kabila y
consent. Le ministre allemand des
affaires étrangères, M. Steinmeier
poserait par ailleurs comme
condition la présence d'une assise
européenne la plus large possible
pour l'opération. La question de
qui assurera le commandement de
l'opération au niveau européen
n'est pas encore réglée. La
Belgique pourrait affecter une
cinquantaine de soldats à
l'opération.
En définitive, le ministre défend-il
bien l'idée d'une armée
européenne? Comment celle-ci
pourrait-elle être configurée?
Quels pays y contribueraient-ils et
quelle en serait la force
numérique? Quelles conclusions
pouvons-nous tirer de la visite au
Congo de Javier Solana, le Haut
Représentant pour la politique
étrangère commune de l'UE, et du
général de brigade allemand de la
cellule militaire civile européenne?
Quel serait l'apport de la Belgique
à cette armée? Notre pays joue de
toute façon un rôle important sur le
plan de l'appui administratif des
élections. La Défense y
contribuera-t-elle? Comment le
ministre évalue-t-il, du point de vue
de la sécurité, la situation dans la
province du Kivu, dans la région
CRIV 51
COM 893
15/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
houden ons bezig.
Ten tweede, welke conclusies zijn er vastgeknoopt aan het bezoek
van de hoge vertegenwoordiger Solana aan Congo?
Welke conclusies werden vastgeknoopt aan het bezoek van de Duitse
brigadegeneraal van de Europese civiele militaire cel, van de EU
militaire staf aan de Congolese republiek?
Ten derde, hoe zal onze bijdrage in de aanloop naar de verkiezingen
eruitzien? Hoeveel militairen en van welke eenheden zullen met welk
materiaal al dan niet deelnemen? Wat is uw visie?
Gisteren bleek in de hoorzittingen van de commissie voor de
Buitenlandse Zaken dat de EU twee C-130's en een Airbus zou
vragen. Wat is onze eventuele reactie daarop?
Ten vierde, het staat reeds vast dat België bij de administratieve
omkadering van de verkiezingen een belangrijke rol speelt, onder
andere bij het opmaken van de stembiljetten. Hoe zal die logistieke
steun en logistieke omkadering gebeuren? Speelt Defensie daarin
een rol?
Ten vijfde, wat is uw inschatting over de veiligheidssituatie in de
provincie Kivu, de regio Ituri in het oosten van Congo en Noord-
Katanga?
Ten zesde, wat zal de duur zijn van een mogelijke operatie in Congo?
Ten zevende, de stand van zaken van de opleidingen hebben wij nu
net van u gekregen, maar in het verleden is er een aantal problemen
vastgesteld, namelijk een gebrek aan betrouwbaarheid en
berekenbaarheid. Wedden en lonen werden onregelmatig uitbetaald.
Men heeft in de briefing daarjuist gezegd dat wij ook daarin een rol
spelen. Als men een betrouwbaar leger wil opzetten en opleiden, is
het toch wel belangrijk dat de lonen worden uitbetaald. Zo krijgt men
terug rebellen of opstandelingen binnen de krijgsmacht.
Ik weet niet meer precies welke term werd gebruikt in de briefing. Hoe
dan ook, er werd duidelijk gezegd dat ons land ook daaraan helpt.
Daarover had ik toch graag iets meer uitleg gekregen. Hoe doet men
dat dan?
Ten achtste, hebt u kennis van de positie van de buurlanden Rwanda,
Oeganda en Angola. Wat denken zij van die troepenmacht? Wat
denkt men daarover in Pretoria?
de l'Ituri et au Nord-Katanga?
Quelle serait la durée d'une
opération au Congo? Où en sont
les formations militaires au
Congo? Les traitements y seraient
encore versés irrégulièrement.
Comment pourrions-nous y
remédier? Quelle attitude adoptent
les pays voisins du Congo et
Pretoria?
Le président: M. de Donnea n'est pas encore là. Je donne la parole d'abord aux collègues inscrits dans le
débat et, ensuite, rassurez-vous, vous aurez tous droit à la parole! C'est à présent au tour de M. Geerts!
01.05 David Geerts (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, collega's, het was belangrijk in de uiteenzetting de nadruk te
leggen op het goede partnerschap en op het feit dat het duidelijk geen
vorm van neokolonialisme mag zijn. We zien in deze uiteenzetting
eigenlijk dat Defensie een breder Afrika-beleid voert, maar qua timing
denk ik dat op Congo wordt gefocust.
Aangezien de integratie van de verschillende brigades een moeizaam,
maar niettemin noodzakelijk proces is, denk ik dat we daaraan voort
01.05 David Geerts (sp.a-spirit):
Je pense qu'il importe surtout de
mettre l'accent sur un bon
partenariat et d'éviter toute attitude
néo-colonialiste. Il faut poursuivre
la formation théorique et pratique
des brigades. Certes, des
problèmes se poseront toujours
mais plus nous fournirons
15/03/2006
CRIV 51
COM 893
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
aandacht moeten besteden. De opleiding en de vorming van de
brigades moeten worden voortgezet. Er zullen altijd wel problemen
zijn. De discussie zal wellicht gaan over het half vol of het half leeg
glas. Hoe meer inspanningen wij zullen leveren, hoe voller het glas zal
raken. Hoe meer inspanningen er gebeuren om die brigades te
vormen, hoe meer stabiliteit er in die regio komt.
We zien wel dat er af en toe een uitval is door bijvoorbeeld soldaten
die aan het muiten zijn omdat de soldij niet wordt betaald. Het is
belangrijk dat een aantal projecten gerealiseerd wordt om die
problemen te vermijden.
Een ander element betreft de Europese troepenmacht wat hier ook al
door collega Vautmans werd aangehaald. Ook in dat verband is het
belangrijk om de nadruk te leggen op een soort partnerschap. We
moeten te allen tijde vermijden dat die EU-interventiemacht
gepercipieerd wordt als een soort koloniaal leger van Europese
staten, dat de vrede of de verkiezingen organiseert of eventueel
afdwingt. Wel moeten wij discussiëren over de noodzaak van de EU-
interventiemacht in het kader van een samenwerking en over de
vraag of ze eventueel laten wij hopen dat dat niet noodzakelijk is -
een soort snelle interventiemacht kan zijn. We moeten echter te allen
prijze vermijden dat de perceptie is dat er opnieuw een Europese
macht aan de grenzen staat die te allen tijde kan spelen.
Samenwerking met de EU is belangrijk, zodat ook andere landen hun
verantwoordelijkheid nemen. Dat kan in de vorm van een
partnerschap, waarbij elke vorm van neokolonialisme dient te worden
vermeden.
U weet dat leden van mijn partij, en niet altijd de minste, de discussie
zijn aangegaan over samenwerking tussen dit departement en
Ontwikkelingssamenwerking. Die discussie is voor zaterdag, niet voor
nu. Wat ik hier zie, doet mij denken aan vrede door samenwerking.
De meest duurzame manier voor het oplossen van conflicten, is het
vermijden ervan. Beter kan men situaties op voorhand ontmijnen en
werken aan duurzaamheid in de breedte, dan achteraf de problemen
oplossen.
Ik heb een zeer concrete vraag naar aanleiding van ons bezoek aan
Kalemie waar we hebben kunnen zien dat de opleiding van een aantal
Congolese brigades daadwerkelijk goed verloopt. Ik stond er versteld
van wat mensen al konden op zeer korte tijd. Het is dan ook belangrijk
dat de Belgische soldaten daar een goed en duidelijk omschreven
mandaat hebben. Men moet weten waaraan men begint. Ik stel u mijn
vragen.
Wat is voor de opdracht in Kalemie de duur van de zending? Is dit
voldoende duidelijk afgebakend? Hebben de betrokken militairen
vooraf een goed zicht op de aanvangsdatum en het einde van de
missie gekregen? Dat lijkt mij ook zeer belangrijk voor schikkingen op
het thuisfront.
Een volgende vraag betreft de logistieke ondersteuning. Hoe
functioneert die en wat is de frequentie ervan? Wat is bijvoorbeeld de
frequentie van de vluchten van Kinshasa naar Kalemie? Waarom
hecht ik zoveel belang aan de logistieke ondersteuning? Zowel op
professioneel als persoonlijk vlak is die volgens mij noodzakelijk voor
d'efforts, plus la stabilité dans le
pays sera grande. Il y a de temps
en temps des mutineries parce
que les soldes ne sont pas
payées. Nous devons donc
échafauder des projets pour faire
en sorte que ces mutineries ne se
reproduisent pas.
En ce qui concerne l'armée
européenne, il faut aussi mettre
l'accent sur le partenariat. Il
importe d'éviter que cette armée
ne soit perçue comme une armée
de Blancs qui intervient ici et là
pour imposer la paix et la
démocratie. En cas de difficultés, il
faudra éventuellement envoyer sur
place une force d'intervention
rapide mais espérons que nous
n'en arriverons pas là.
Certains membres de mon parti
ont relancé le débat sur une
collaboration plus étroite entre la
Défense et la Coopération au
Développement. Je n'en parlerai
pas ici. Dans le cadre du débat
d'aujourd'hui, l'enjeu est la paix
par la coopération. Le meilleur
moyen de résoudre les conflits est
la prévention.
Je terminerai en posant au
ministre quelques questions
concrètes au sujet de notre future
visite à Kalemie. Quelle sera la
durée de cette mission? Le
mandat a-t-il été clairement défini
et les militaires en ont-ils été
informés adéquatement de façon
à ce qu'ils puissent prendre leurs
dispositions vis-à-vis de leurs
familles? Comment sera organisé
l'appui logistique? Quel sera le
coefficient des indemnités
versées, comparé notamment à
celui appliqué à d'autres
opérations?
CRIV 51
COM 893
15/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
het welslagen van de zending en de opleiding van de Congolezen. Het
is belangrijk dat mensen op tijd hun post en persoonlijke spullen
krijgen. Hoe verloopt de levering van voedsel, brandstof, toebehoren
voor het herstellen van materiaal en dergelijke meer?
Ten slotte is er de verloning. Welke coëfficiënt wordt toegepast op de
verloning en hoe verhoudt zich dit ten opzichte van de andere
operaties?
Ik ben begonnen met mijn algemeen politiek aanvoelen om te
eindigen met een aantal concrete vragen.
01.06 Nathalie Muylle (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik dank de
kolonel voor zijn uiteenzetting. Ik zou mij willen aansluiten bij collega's
Vautmans en Geerts, en mij heel specifiek op Congo richten. Ik zou
graag een viertal punten met u willen doornemen.
Een eerste punt is de EU-troepenmacht. Collega Vautmans heeft er al
naar verwezen. Ik kan mij niet van de indruk ontdoen, mijnheer de
minister, dat we bezig zijn met een downsizing van de volledige
operatie. Ik schets even de historiek. De vraag van Kofi Annan ging
over een troepenmacht van 800 eenheden. De eerste minister is in
New York geweest en toen was er sprake van 2.000 manschappen.
Momenteel zouden er 1.000 à 1.200 eenheden worden ingezet.
Collega Vautmans heeft verwezen naar het feit dat u in Innsbruck
gezegd hebt dat u geen groot voorstander bent van een dergelijke
EU-troepenmacht. Zoals de Zuid-Afrikanen zou u veel liever hebben
dat de Afrikaanse Unie haar rol speelt. De Afrikaanse Unie schiet
echter heel sterk te kort in Soedan. Haar rol moet dan ook ter
discussie worden gesteld.
Vraag is of de Afrikaanse Unie hierin een rol kan spelen. U zag daar
veeleer een inlichtingencel die uit maximaal vijf mensen zou bestaan
en er operationeel zou zijn. Via de pers hebben we vernomen dat
Karel De Gucht gezegd heeft dat hij puin heeft moeten ruimen na uw
interventie in Innsbruck. Het wordt allemaal heel onduidelijk, mijnheer
de minister. Engeland en Frankrijk willen wel meedoen. Het Duitse
Parlement is er geen voorstander van. Daarom willen we duidelijk
weten welke troepenmacht gestuurd zal worden. Zal er een voorpost
zijn? Zal men hier troepen stand-by houden? Dat alles is nog niet
duidelijk.
Ten tweede, waar zou de troepenmacht kunnen worden ingezet? Er
werd reeds verwezen naar de goedkeuring van Kabila. We kunnen
ook in de pers lezen dat Kabila geen grote voorstander van zo'n
troepenmacht is. Hij denkt dat het veeleer een evacuatieoperatie zal
zijn in plaats van het begeleiden van een verkiezingsproces, tenzij hij
hoopt op een soort Artemis 2 operatie waarmee hij uiteraard wel
akkoord zou kunnen gaan.
Ik herhaal de vraag. Hoe zal de troepenmacht eruitzien? Wat zal de
opdracht zijn?
Ander punt is de haalbaarheid. Op basis van hetgeen ik vandaag in
de pers heb gelezen, krijg ik de indruk in een brainstormfase te zitten.
De bedoeling van de operatie is het begeleiden van het
verkiezingsproces. Tegen begin mei, wanneer de campagne volop
01.06 Nathalie Muylle (CD&V):
Je ne parviens pas à me défaire
de l'impression que la réduction
des effectifs de la force militaire de
l'Union européenne a débuté. Il
s'est avéré en outre à Innsbruck
que le ministre n'était pas partisan
d'une telle force militaire. Il
préférait laisser la mission à
l'Union africaine (UA). Mais nous
avons dû constater que l'UA est
restée en défaut au Soudan. M.
De Gucht a déclaré qu'il a dû
réparer les dommages causés par
les déclarations du ministre de la
Défense à Innsbruck.
Tous les pays ne font pas preuve
du même enthousiasme à l'idée
de la création d'une force militaire
de l'Union européenne. La
question se pose donc de savoir si
la force militaire sera mise en
place et, dans l'affirmative, de quel
type de force militaire il s'agira. Où
sera-t-elle mobilisée? M. Kabila n'y
est pas non plus favorable. Il craint
qu'il s'agisse plutôt d'une
opération d'évacuation que d'une
opération destinée à soutenir le
processus électoral. La force
militaire devrait être opérationnelle
dès début mai, mais il semble
qu'on en soit toujours à la phase
du "brainstorming". Si l'opération
ne peut avoir lieu, existe-t-il
d'autres solutions?
Un plan d'évacuation a-t-il été
prévu en cas d'urgence?
Disposons-nous d'une capacité
suffisante? Sur les onze C-130, il y
en a toujours plusieurs en
maintenance. De plus, la plupart
sont actuellement affectés à des
missions en Afghanistan. Le
15/03/2006
CRIV 51
COM 893
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
begint te lopen, moet ze operationeel zijn.
Indien dit alles niet zou doorgaan, voorziet u in andere initiatieven?
België heeft in eerste instantie en bij monde van de premier een
initiatief genomen. Zijn er alternatieven voorhanden mocht de
troepenmacht niet doorgaan?
Een tweede punt slaat ook op de verkiezingen. Ik veronderstel dat
indien er problemen in Congo opduiken in het kader van de
verkiezingen zowel ervoor als erna - al hoop ik van niet - dat ons land
een evacuatieplan heeft.
Als een dergelijk evacuatieplan op tafel ligt, hebt u dan voldoende
capaciteit om de Belgen daar te evacueren?
Ik heb ook nog een specifieke vraag over de inzet van de C-130's. Er
zijn een 11-tal C-130's, waarvan er altijd een paar in onderhoud zijn of
in panne staan. Het merendeel wordt nu ingezet voor Afghanistan.
Naar verluidt zou ook commissaris Michel u twee C-130's hebben
gevraagd om EU-waarnemers en parlementaire waarnemers over te
brengen tijdens het verkiezingsproces. Als wordt overgegaan tot
evacuatie, hoeveel C-130's kunt u in Congo concreet inzetten om de
Belgen te evacueren, mijnheer de minister?
De geïntegreerde brigades werden ook al door de heer Geerts
aangekaart. Oorspronkelijk waren er 18 gepland. Dat werd afgezwakt
tot een 12-tal. Nu zijn er een 6-tal operationeel. Wij kennen de
problemen van de vijfde brigade allemaal. Wij horen ook meer en
meer dat er in de eerste brigade, die ook door ons is opgeleid,
problemen zijn en dat er materiaal verdwijnt. Ik vraag u dan ook naar
de efficiëntie van de werking van de eerste brigade. Het was de
bedoeling om de 12 brigades in te zetten tegen de start van de
verkiezingen in juni. Met de problemen die er vandaag met de 6
brigades zijn, is mijn vraag wat de timing en de planning is? Worden
er nog brigades opgeleid en opgericht? Gaat men dat cijfer van 12
halen?
Mevrouw Vautmans verwees hier al naar in het kader van EUSEC-
project. Een maand geleden hebben wij hetzelfde debat gevoerd in de
commissie voor de Buitenlandse Zaken. Wij hebben gepraat over het
probleem van de EUSEC en de kolonels die worden ingezet om de
soldij te betalen. Minister De Gucht heeft duidelijk gezegd dat men
echt ter plekke moet gaan met de centen om ze uit te delen. Hij heeft
ook gezegd dat er problemen met de veiligheid waren. De MONUC
kon niet voor de veiligheid van de mensen instaan. De minister heeft
ook duidelijk gezegd dat de operatie niet zou starten zolang er geen
garantie was omtrent de veiligheid van de operatie. Wij zijn nu een
maand verder. Ik had graag van u vernomen, mijnheer de minister,
hoe het zit met de veiligheid? Is de operatie al gestart? Zijn onze
mensen al overgegaan tot het uitbetalen van de soldij?
Een laatste punt gaat over Kalemie.
De kolonel heeft verwezen naar de verschillende operaties of
opdrachten die er op het ogenblik bezig zijn en zullen worden
bestendigd. Mijnheer de minister, ik kan mij niet van de indruk
ontdoen dat onze aanwezigheid, de Belgische ondersteuning, in
Kalemie stilaan een semi-permanent karakter krijgt.
commissaire européen Michel en
a demandé deux pour les
observateurs de l'UE. Combien
d'appareils l'armée peut-elle
encore affecter à l'évacuation de
nos compatriotes?
Le nombre de brigades intégrées
a été ramené de 18 à 12. Six sont
actuellement opérationnelles. Du
matériel de la première brigade
aurait disparu. Toutes les brigades
prévues pourront-elles encore être
opérationnelles à temps?
On note également des problèmes
au niveau du programme EUSEC.
Le ministre des Affaires
étrangères a déclaré qu'il fallait
partir avec l'argent et le distribuer
sur place. Cependant, la MONUC
n'est pas à même de garantir la
sécurité. L'opération ne peut tout
de même pas être lancée en
l'absence des garanties de
sécurité requises? L'opération a-t-
elle déjà débuté? A-t-on déjà
commencé à verser la solde?
La présence de la Belgique à
Kalemie a pris progressivement un
caractère semi-permanent. La
commission Rwanda a pourtant
conclu que la Belgique ne pouvait
simultanément apporter une aide
technico-militaire à un pays tout en
y participant à des missions de
paix de l'ONU. Comment notre
présence semi-permanente à
Kalemie peut-elle se combiner
harmonieusement à nos missions
au sein de la MONUC et des
forces armées de l'ONU?
CRIV 51
COM 893
15/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
Er werd ook verwezen naar alles wat in Kale mie nu nog lopende is en
in de toekomst, in de komende maanden, lopende zal zijn. Mijnheer
de minister, mijn vraag daarbij is van politieke aard.
Ik wil nog eens verwijzen naar de Rwandaconclusies. U weet dat mijn
partij er voorstander van is om het debat daarrond opnieuw te
openen. Wij vinden dat het te maken heeft met de geloofwaardigheid.
Het remt ons vandaag in onze acties ook veel meer af dan dat het ons
helpt.
Mijnheer de minister, in de Rwandaconclusies werd heel duidelijk
gestipuleerd dat België niet militair-technisch kan samenwerken met
een land en er tegelijkertijd deelnemen aan VN-vredesoperaties. Ik
heb de indruk, door wat vandaag in Kalemie gebeurt, dat onze
aanwezigheid daar een semi-permanent karakter krijgt.
In welke mate valt dat te rijmen met onze opdrachten binnen de
MONUC en de VN-vredesmacht vandaag?
Ik had daarover duidelijkheid gevraagd. De eerste minister en de
minister van Buitenlandse Zaken verwijzen constant naar de
Rwandaconclusies. Ik moet toch vaststellen, door wat u hier vandaag
bevestigt, dat wij via een semi-permanent karakter deels ingaan tegen
de Rwandaconclusies. Wij hebben er een bestendige militair-
technische samenwerking.
Mijnheer de minister, ik had daarover graag enige duidelijkheid
gekregen van de regering.
01.07 Brigitte Wiaux (cdH): Monsieur le ministre, je vais être très
brève parce qu'à la fois Mme Vautmans et Mme Muylle ont déjà posé
ces mêmes questions et M. Geerts aussi.
Je souhaiterais également obtenir des précisions quant à l'éventuelle
force européenne qui serait déployée en République démocratique du
Congo en vue de sécuriser les élections. Vous avez participé,
monsieur le ministre, à la réunion des ministres de la Défense à
Innsbruck la semaine passée. Quelles sont les différentes décisions
qui ont été prises, le cas échéant, sur l'éventuel déploiement de cette
force? Quelle est la position des différents États membres? Quel
serait le mandat éventuel de cette mission, sa durée, son lieu de
déploiement, son leadership? Qu'en est-il également de la mission du
haut représentant de l'Union européenne pour la politique étrangère,
M. Solana, au Congo? Que pensent également les autorités
congolaises de cette force européenne? J'ai aussi une question plus
ponctuelle - et je rejoins mes collègues quant à la solde des
militaires congolais. Reçoivent-ils bien leur solde? Qu'en est-il du
système mis en place? Est-ce qu'il permet une amélioration à cet
égard?
01.07 Brigitte Wiaux (cdH): Ik
zal het kort houden aangezien er
reeds vragen over dit onderwerp
werden gesteld. Graag ontving ik
meer uitleg over de Europese
strijdkrachten die eventueel in
Congo zullen worden ingezet om
de veiligheid te verzekeren tijdens
de verkiezingen. Vorige week hebt
u in Innsbruck aan de vergadering
van de ministers van
Landsverdediging deelgenomen.
Welke beslissingen werden er ter
zake genomen? Wat is het
standpunt van de lidstaten ten
aanzien van zo'n initiatief? Welk
mandaat zouden die strijdkrachten
krijgen, waar zouden ze worden
ingeschakeld en wie zou de leiding
op zich nemen? Hoe staat het met
de zending van de heer Solana
naar Congo? Wat denkt de
Congolese overheid van dit alles?
Ontvangen de Congolese
militairen terdege hun soldij en is
de toestand verbeterd dankzij de
invoering van het nieuwe
15/03/2006
CRIV 51
COM 893
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
systeem?
01.08 Luc Sevenhans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, de vragen van mijn collega's gaan ongeveer in
dezelfde richting. Ik heb nog één bezorgdheid die ik al een paar keer
heb geuit, namelijk de betaling van de brigades.
Het is zeker niet de bedoeling geweest van de Europese Unie om
daar de lonen te gaan betalen, integendeel. Men wou ze loskoppelen
van de commandoketen. Dat is misschien een omfloerste term om
ervoor te zorgen dat het geld in de zakken van de juiste man geraakt.
Nu blijft het gewoonlijk hangen aan de top. Bij ons loopt het uiteraard
allemaal een beetje deftig, maar in Afrika durft het al eens mis te
lopen. Het komt niet op de juiste plaats terecht. In deze commissie
hebben wij het al regelmatig aangehaald. Er kan een probleem
ontstaan als de brigades die wij hebben gevormd in de verkeerde
handen vallen. Ze kunnen maar in de verkeerde handen vallen als ze
niet worden betaald, want dan zullen zij bijna genoodzaakt zijn om
hun eigen materiaal te verkopen. Daarnaar werd hier ook al
verwezen, alsook naar de omkadering van die brigades.
Ik heb recentelijk vernomen dat de verliezen die de brigades lijden
voor 90% te herleiden zijn tot het gebrek aan medische verzorging
van de soldaten. De oorzaak ligt dus niet in het feit dat ze veel in
conflict zouden komen. Ik meen dat een groot deel van de problemen
opgelost zouden kunnen worden als die brigades goed functioneren.
Ik meen dat de buitensteun dan wat bescheidener kan zijn, want het
is natuurlijk niet zo dat wij daar de grote politieagent moeten spelen,
integendeel. Wij hebben altijd gezegd dat wij de mogelijkheid wilden
creëren om hen toe te laten hun eigen belangen te verdedigen. Dat
moet de uiteindelijke bedoeling zijn.
Wellicht kunt u iets meer duidelijkheid geven over het chaîne de
paiement-project, want ik heb begrepen dat het volledig gestuurd
wordt vanuit het ministerie van Defensie, door uw ambtsgenoot. Ik
vermoed dat u wel de puntjes op de i kunt zetten. Er was een
misvatting over het feit dat de Europese Unie de lonen zou betalen. Ik
heb begrepen dat dit nooit de bedoeling is geweest. Ik zou daarover
dus ook graag wat meer verduidelijking krijgen.
01.08 Luc Sevenhans (Vlaams
Belang): J'aurais aimé obtenir plus
d'explications sur le projet EUSEC
et sur le paiement des brigades
que nous avons constituées.
D'aucuns croient en effet
erronément que l'Union
européenne financerait les
brigades.
Toutefois, si elles ne sont pas
payées, elles pourraient bien
tomber entre de mauvaises mains.
Elles n'auront par exemple dans
ce cas pas d'autre solution que de
vendre leur matériel. Il faut par
ailleurs souligner que 90% des
pertes au sein des brigades sont
dues au manque de soins
médicaux prodigués aux soldats.
Le bon fonctionnement des
brigades est pourtant important et
peut constituer une aide
importante pour nous. Il ne s'agit
pas de nous imposer en tant
policiers mais pour les Congolais
de défendre leurs propres intérêts.
Le ministre peut-il fournir
davantage d'explications sur le
projet de la "chaîne de paiement"?
01.09 Talbia Belhouari (PS): Monsieur le ministre, je souhaite
compléter brièvement les questions qui ont déjà été posées au sujet
de la force d'intervention européenne destinée à sécuriser les
élections prévues en juin prochain en RDC. Mes questions sont les
suivantes. Comment voyez-vous concrètement l'articulation entre une
force européenne et la RDC? Quelle était la position des Sud-
Africains que vous avez rencontrés lors de votre mission en Afrique à
l'égard de ce projet? Comment réagissez-vous aux remarques selon
lesquelles des forces de police seraient préférables à des troupes
étrangères dont le déploiement pourrait confirmer les inquiétudes et
renforcer les tensions?
Comment les ministres européens de la Défense que vous avez
rencontrés à Innsbruck à votre retour de mission ont-ils accueilli votre
proposition d'installer à Kinshasa, à côté de la MONUC, une cellule
d'officiers envoyés par divers pays européens, spécialistes du
renseignement qui se tiendraient informés au plus près des difficultés
01.09 Talbia Belhouari (PS): Ik
wil kort de vragen aanvullen die
reeds werden gesteld over de
Europese interventiemacht die
tijdens de Congolese verkiezingen
van juni eerstkomend de veiligheid
moet waarborgen. Hoe ziet u de
samenwerking tussen die
krijgsmacht en de DRC? Welk
standpunt neemt Zuid-Afrika
hierover in? Sommigen verkiezen
politieagenten boven buitenlandse
troepen; wat denkt u daarvan?
Hoe reageerden de Europese
ministers op uw voorstel om een
cel van Europese
inlichtingenofficieren in Kinshasa
CRIV 51
COM 893
15/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
et des menaces éventuelles? Cette cellule disposerait d'antennes
dans le pays et la région et aurait la capacité de requérir l'aide la plus
appropriée et de solliciter le concours de forces africaines présentes
dans la région.
op te richten, die eventuele
moeilijkheden op de voet zou
volgen en de hulp van de
Afrikaanse krijgsmacht zou
kunnen inroepen?
Le président: Nous pourrons maintenant faire une première réponse.
Si vous le permettez, je voudrais moi aussi non pas poser une
question mais émettre tout du moins une réflexion, pas dans la ligne
de ce qu'a dit Mme Muylle mais sur le même sujet. Elle a évoqué la
résolution Rwanda en se demandant si la formation technique de
Kalemie allait revêtir un caractère semi-permanent. Le ministre
répondra mais je ne le pense pas pour l'avoir vue. Il faut tout de
même former les militaires: ce n'est pas en 48 heures qu'on apprend
à coller l'une sur l'autre des barges monumentales avec des canots
de 280 cv chacun. Cela m'amène tout de même à ce qui suit.
Si vous lisez la résolution Rwanda, vous observerez que deux des 54
points posent problème par rapport à l'évolution récente: ce sont les
points 5 et 6. Le point 5 dit entre autres qu'il serait souhaitable que la
Belgique ne fournisse plus de contingent aux opérations de l'ONU
menées dans des pays avec lesquels elle a entretenu jadis des
relations coloniales sauf évidemment les missions d'évacuation.
Cela pose incontestablement un problème. La situation n'est plus la
même qu'il y a dix ans. On peut s'interroger sur ce qui pourrait
amener un jour la Belgique à un refus de participer à une mission,
sauf à expliquer qu'il s'agit d'une mission de paix et à envoyer des
personnes sinon sans armes, en tout cas sans mission
opérationnelle. Cela limite incontestablement les possibilités.
D'autant plus que le point 6 précise que la Belgique ne devrait pas
mener une coopération technique militaire simultanément à une
mission de paix de l'ONU. Si on participait actuellement à une
opération de l'ONU comme la MONUC par exemple, d'après la
résolution Rwanda, on devrait arrêter carrément toute coopération
technique militaire, ce qui est un comble. On devrait rester l'arme au
pied ou le ponton dans le lac et ne plus avancer pour former les
militaires d'aucune manière parce qu'on ne peut pas faire les deux
simultanément.
On comprend tout cela, on comprend que ce texte se justifiait il y a
une dizaine d'années, on comprend l'émotion suscitée par le drame
que nous avons vécu. Toute la question est de savoir si au regard de
l'évolution de la situation et de notre image auprès des Africains, en
particulier auprès des Congolais, nos anciennes colonies, il ne serait
pas opportun un jour de réfléchir à quelque modification de ces
points. Pour le reste, il n'y a pas de problème. Il s'agit de conditions
qu'on peut remplir au sujet de l'état-major, de la technique, de la
préparation, de la formation.
Seulement, comme l'a très bien dit le colonel Pichon, nous sommes
sans conteste corsetés.
On ne va pas demander au ministre de répondre sur le sujet
aujourd'hui.
Néanmoins, je voudrais tout de même ouvrir une réflexion dans le
cadre de ce débat. Nous devons nous demander si nous continuerons
De voorzitter: Mevrouw Muylle
verwees naar de Rwanda-
resolutie. Rekening houdend met
de huidige ontwikkelingen doen
twee punten in die resolutie op
een totaal van 54 problemen
rijzen: de punten 5 en 6.
Punt 5 stelt dat België in zijn
voormalige kolonies geen
contingent aan de VN-operaties
meer hoeft te leveren. België zou
dus kunnen weigeren om aan een
missie deel te nemen, behalve
indien het om een zogenaamde
vredesmissie gaat. Punt 6 voegt
daaraan toe dat we geen militaire
technische samenwerking zouden
mogen ontwikkelen indien
tegelijkertijd een VN-operatie aan
de gang is. Als we dus aan een
VN-operatie deelnemen, zouden
we geen enkele opleiding van
militairen meer mogen verzekeren.
De context van tien jaar geleden is
begrijpelijk als men voor ogen
houdt welk drama zich toen heeft
afgespeeld. De nieuwe manier
waarop we door de Afrikanen,
meer bepaald de inwoners van
onze voormalige kolonies, worden
gezien, zou ons er evenwel
moeten toe aanzetten die resolutie
te wijzigen. Zal men dit systeem
voortzetten en de punten 5 en 6
omzeilen?
Aangezien de problemen vandaag
anders zijn dan tien jaar geleden,
is het wellicht nuttig een wijziging
van die punten te overwegen.
15/03/2006
CRIV 51
COM 893
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
dans ce système, en contournant d'ailleurs autant que possible les
points 5 et 6. En effet, dans le cas contraire, il n'est pas possible de
mener une politique demandée par les Africains eux-mêmes,
notamment dans la région des Grands Lacs. Pour m'y être rendu
quelques fois, j'ai pu constater que les autorités voient d'un bon oeil la
présence militaire belge de ce type.
L'Afrique du Sud a d'ailleurs passé un partenariat avec nous et avec
le Congo alors que ce pays passe son temps à dire que l'Afrique doit
être rendue aux Africains. C'est tout de même la première fois que
l'Afrique du Sud passe un accord tripartite avec un pays européen
non africain. Cela démontre à suffisance que nous n'avons pas du
tout de visée colonialiste et que les problèmes sont devenus tout à fait
différents.
Ne serait-il pas temps de réfléchir à des modifications que l'on
pourrait adopter, peut-être pas très importantes dans le texte mais qui
seraient tout à fait utiles, me semble-t-il, dans le développement de la
politique qu'on va mener.
Je tenais à vous faire part de ma réflexion qui n'est pas vraiment une
question.
Maintenant, je donne la parole à M. le ministre et après, bien sûr, si
certains veulent répliquer, ils auront la liberté de le faire.
01.10 André Flahaut, ministre: Monsieur le président, mesdames et
messieurs, tout d'abord, je crois que je dois vous remercier d'avoir
mis ce point à l'ordre du jour. Cela nous a d'ailleurs permis dans un
premier temps de faire une synthèse de la situation en ce début mars.
Les questions portent essentiellement sur le Congo et je crois qu'il est
important aussi qu'on évoque ces questions au sein du département
de la Défense.
Je crois qu'un petit rappel s'impose. C'est à partir de l'arrivée de la
coalition en 1999 que la politique africaine a été remise à l'ordre du
jour et plus particulièrement l'Afrique centrale. Auparavant, nous
vivions dans un traumatisme dû à la crise du Rwanda, au décès
dramatique de dix de nos paracommandos et aux conclusions de la
commission Rwanda qui avaient occupé largement la période entre
1995 et 1999.
Les conclusions de cette commission auxquelles on vient de faire
référence ont été amendées l'année dernière, lors de la précédente
session parlementaire, en vue d'assouplir les conditions d'intervention
et de participation du ministère belge à des opérations.
Depuis 1999, le succès ou l'avancée positive de la politique du
gouvernement belge repose avant tout sur la bonne cohérence, pour
ne pas dire la complicité indispensable et permanente, entre le
premier ministre, le ministre des Affaires étrangères et le ministre de
la Défense. Nous nous efforçons de maintenir cette complicité, car ce
dossier difficile est facilement exploitable pour déstabiliser en
épinglant telle ou telle question entre tel ou tel responsable politique
en fonction de sensibilités soit politiques soit communautaires.
M. Geerts a raison de dire qu'aujourd'hui, le verre est à moitié plein. Il
convient de s'interroger pour savoir comment le remplir
01.10 Minister André Flahaut:
Bedankt dat u dat punt op de
agenda heeft geplaatst. Zo kunnen
we begin maart al een
samenvatting van de visie van
Landsverdediging op Congo
brengen.
Ik wil u nogmaals kort ons beleid
ten aanzien van dat land schetsen.
De coalitie van 1999 heeft het
Afrikabeleid opnieuw op de
politieke agenda geplaatst. Daarbij
werd een bijzondere aandacht aan
Midden-Afrika besteed. Tot dan
leefden we nog in de nasleep van
de Rwandacrisis en de tragische
dood van 10 para's. De besluiten
van de Rwandacommissie hebben
die periode van 1995 tot 1999
beheerst. Ze werden vorig jaar
geamendeerd om de Belgische
militaire deelname aan operaties
in Afrika te vergemakkelijken.
Sindsdien gaat het met ons beleid
de goede richting uit en dat is te
danken aan de noodzakelijke en
permanente goede verstand-
houding tussen de eerste minister,
de minister van Buitenlandse
Zaken en de minister van
CRIV 51
COM 893
15/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
complètement!
Si la complémentarité est indispensable, c'est parce que,
effectivement, les sensibilités sont différentes entre l'approche d'un
problème par les militaires ou par les diplomates. De plus, le
problème est perçu différemment selon qu'on se trouve en Afrique, en
Belgique ou dans un autre pays d'Europe.
Au niveau belge, la sensibilité est grande à l'égard des événements
qui se produisent au Congo, mais j'ai la faiblesse de croire que
chacun n'a pas toujours la bonne perception de la réalité congolaise
et de la réalité africaine.
En effet, les incidents qui se produisent à Goma ou à Bukavu ne sont
pas comparables à ceux qui se produiraient à Overijse par rapport à
Bruxelles. Il est important d'intégrer une notion de distance: le Congo
est un continent!
Si le gouvernement belge se préoccupe du Congo et de l'Afrique
centrale en général, je crois pouvoir dire, au nom de mes collègues,
que le principal souci concerne la paix et la stabilisation. Bien que ce
souci inclue une attention toute particulière pour nos ressortissants,
celle-ci n'est pas exclusive. Il faut voir l'ensemble; ce souci consiste
aussi à venir en aide à un pays sans faire du néocolonialisme et en ne
tenant pas exclusivement compte des intérêts économiques des uns
ou des autres, des richesses du sous-sol ou encore des seuls intérêts
des ressortissants qui se trouvent sur place. En conséquence, nous
avons et voulons avoir une approche globale.
Je vous rappelle également que des progrès énormes ont été
réalisés; il faut se souvenir d'où nous venons. Début 2003, je me suis
rendu au Congo. J'y étais déjà allé auparavant après l'explosion à
l'aéroport de Ndjili et, d'ailleurs, le premier avion civil à s'être posé à
l'aéroport de Ndjili, après l'explosion, pour apporter de l'aide médicale
urgente, était l'avion de la Défense. En 2003, je me suis donc à
nouveau rendu dans ce pays et j'ai rencontré les responsables
politiques du RCD Goma à Goma, du MLC à Gbadolite et d'autres
mouvements essentiellement à Kinshasa.
La question principale qui se posait à l'époque était de savoir si ces
responsables politiques allaient oser se rendre à Kinshasa pour
constituer les autorités de la transition et faire en sorte de mettre en
place, dans un premier temps pour la période 2003-2005, les étapes
importantes de l'instauration progressive d'institutions démocratiques
dans un pays qui avait vécu quarante ans sous la dictature et qui
venait de subir cinq années de guerre.
Aujourd'hui, le constat doit être fait qu'une Constitution est rédigée,
que l'enrôlement des électeurs a été réalisé, que des élections sont
prévues pour le 18 juin. D'ailleurs, encore ce matin, le président
Kabila a réaffirmé sa volonté que ces élections se tiennent bien à
cette date; M. Tshisekedi a même déclaré qu'il y participerait aussi.
Ainsi, nous progressons dans une bonne direction.
Même au moment du report d'un an de ces élections, le 30 juin de l'an
passé, tout le monde nous annonçait la fin du monde: "Les Congolais
organiseront des émeutes si les élections ne se tiennent pas à la date
du 30 juin 2005. Il faut garder la date prévue." Finalement, la date a
Landsverdediging. Het betreft
immers een moeilijk dossier, dat
makkelijk kan worden misbruikt
afhankelijk van politieke of
communautaire gevoeligheden.
Er is inderdaad een verschil in
benadering tussen de militairen,
de diplomaten, de Afrikanen en de
Europeanen. Niet iedereen heeft
een goede kijk op de Afrikaanse
realiteit. Men moet onder meer
rekening houden met de
afstanden; Congo is een continent!
Centraal-Afrika ligt ons na aan het
hart en wij moeten niet enkel
bekommerd zijn om onze
landgenoten, maar ook om de hulp
aan die landen, rekening houdend
met alle elementen. Wij moeten
voor een allesomvattende aanpak
kiezen.
Onze voornaamste bekommernis
gaat uit naar vrede en stabiliteit. Er
is grote vooruitgang geboekt. De
centrale vraag die ons in 2003
bezig hield, was of de politieke
leiders van de RCD-Goma in
Goma, van de MLC in Gbadolite
en van andere, hoofdzakelijk in
Kinshasa gevestigde bewegingen
het zouden aandurven zich naar
Kinshasa te begeven om er de
overgangsregering te vormen.
Ondertussen werd er een
Grondwet uitgevaardigd, werden
de kiezerslijsten samengesteld en
bestaat er eensgezindheid over de
deelname aan de voor 18 juni
eerstkomend geplande
verkiezingen. Toen de
verkiezingen met een jaar werden
uitgesteld, riep iedereen uit dat de
wereld zou vergaan. Uiteindelijk
werd er in Brussel meer betoogd
dan in Kinshasa. Het
aangekondigde bloedbad is er niet
gekomen.
De eerste vaststelling die men kan
maken, is dat de Congolese
bevolking blijk heeft gegeven van
een enorme politieke
volwassenheid. Waarom zou dat
na de verkiezingen niet evengoed
15/03/2006
CRIV 51
COM 893
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
été reportée d'un an; heureusement, ils n'étaient pas prêts. Bien sur,
quelques manifestations ont été organisées, mais j'ai l'impression que
davantage de manifestations se sont déroulées à Bruxelles qu'à
Kinshasa. Malheureusement, l'une ou l'autre victime a été déplorée,
mais la situation était très loin du bain de sang annoncé.
Le premier constat à établir est que le peuple congolais a fait preuve
d'une immense maturité politique: il l'a démontrée au cours d'étapes
successives. Alors, on peut s'interroger: pourquoi cette maturité
politique n'existerait-elle pas avant comme après les élections,
puisque ces élections sont souhaitées par tout le monde et que les
actes posés dans leur préparation nous laissent croire qu'elles se
passeront dans de bonnes conditions?
Avant d'aborder la partie plus particulière du partenariat et des
niveaux de rémunération, je crois qu'il est important de rappeler le
contexte d'avant Innsbruck, d'Innsbruck et d'après Innsbruck.
Je voudrais préciser que les positions que j'ai prises, sur la base
notamment de ma visite dans les pays concernés, étaient concertées
avec le premier ministre et le ministre des Affaires étrangères. A partir
de la visite et des contacts sur place, grâce à une expérience un peu
plus grande, par cette richesse des contacts avec les Congolais et les
Sud-Africains et cette confiance qui s'est installée, nous estimions
qu'il était important d'attirer l'attention à la réunion d'Innsbruck sur
certaines précautions à prendre afin d'éviter des problèmes ultérieurs;
c'est ce qui a été fait.
La réunion des ministres de la Défense était une réunion informelle;
nous n'étions donc pas là pour prendre des décisions. Mais il est
important, dans les discussions sur l'envoi éventuel de troupes ou la
participation à certaines opérations, que l'on écoute de temps en
temps les militaires et les ministres de la Défense. Le jour où les
choses iront bien, nous en sommes convaincus, on ne dira jamais
que c'est grâce aux militaires ou aux ministres de la Défense, on dira
peut-être que c'est grâce aux diplomates ou aux chefs d'état-major ou
aux représentants de l'ONU. Mais le jour où les choses iront mal, ma
certitude est qu'on dira alors que ce sont les ministres de la Défense
qui n'ont pas suffisamment mis en garde, qui n'ont pas tiré le signal
d'alarme, qui n'ont pas été suffisamment attentifs et que finalement
les militaires ont mal préparé telle ou telle chose.
Il était donc de mon devoir et je l'ai dit à mes collègues européens
réunis en revenant d'Afrique, de faire rapport sur ce que j'avais vu,
entendu, constaté ainsi que de formuler certaines propositions et de
faire en sorte que les choses se passent le mieux possible parce
qu'en Belgique, nous sommes certainement les plus européens de
tous les Européens. En termes de défense européenne et je ne vais
pas reprendre toutes nos positions ni toutes les déclarations du
premier ministre , nous ne pouvons pas être suspectés d'être non
européens.
J'ai dit à Innsbruck que nous serions partants dans une opération
mais qu'il fallait peut-être la faire précéder d'une réflexion et d'une
visite sur place du haut représentant de la politique européenne,
M. Solana, ce qui a été fait. Pas uniquement sur la recommandation
de votre serviteur, mais aussi parce que cette recommandation était
appuyée par les Français, les Allemands, les Portugais, les
het geval zijn?
Voor de vergadering in Innsbruck
had ik in overleg met de eerste
minister en de minister van
Buitenlandse Zaken een standpunt
ingenomen waarbij we vooral
trachtten te benadrukken dat
bepaalde voorzorgsmaatregelen
wenselijk waren. De vergadering
van de ministers van
Landsverdediging verliep in een
informele sfeer. Het was evenwel
belangrijk dat we het standpunt
van de militairen over het zenden
van manschappen konden horen.
Want als alles goed gaat, zal men
niet zeggen dat het aan hen te
danken is. Als alles echter slecht
afloopt, zullen de minister van
Landsverdediging en de militairen
een storm van kritiek over zich
heen krijgen.
In Innsbruck heb ik gezegd dat we
er voor te vinden zouden zijn,
maar dat wellicht eerst grondig
over die operatie moet worden
nagedacht en dat de heer Solana
vooraf ter plaatse moet gaan. Dat
voorstel werd aanvaard. Mijn
collega's wachtten de Belgische
analyse op het niveau van
Landsverdediging af. Onze
conclusies werden bevestigd door
Portugal, dat een
vertegenwoordiger ter plaatse had
gestuurd.
Er is wat tijd nodig geweest om
onder andere de Duitsers te
overtuigen om aan dit initiatief deel
te nemen.
Volgens mij evolueert het
standpunt van mevrouw Merkel ter
zake gunstig. Ze heeft verklaard
dat ze zonder de toestemming van
de Congolezen geen troepen zou
zenden. Dat lijkt me niet meer dan
logisch. We moeten de Afrikanen
en de Congolezen opnieuw aan de
onderhandelingstafel krijgen. Ik
heb nooit iets anders beweerd. Ik
heb ook gesteld dat we met het
standpunt van Zuid-Afrika
rekening moesten houden. Dat
land is dat voorstel niet
CRIV 51
COM 893
15/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
Espagnols, les Suédois et les Autrichiens. Nous n'étions donc pas si
isolés que cela et les collègues que je viens de citer attendaient
effectivement les analyses faites par la Belgique au niveau de la
Défense, analyses qui arrivaient aux mêmes conclusions que celles
du collègue portugais qui avait fait le déplacement dans la région.
A ce moment-là, nous avons dit qu'il fallait prendre le temps de
réfléchir encore un peu plus à ce que nous voulions faire. Ce temps
était peut-être nécessaire pour convaincre, par exemple, les
Allemands de s'impliquer. Entre la grande réserve constatée la
semaine dernière par mon collègue allemand et les déclarations d'hier
de Mme Merkel, il y a effectivement une évolution. Modestement, je
constate que Mme Merkel dit qu'on ne pourra décider d'envoyer des
troupes sur place que si les Congolais sont d'accord. Je ne disais rien
d'autre. Je disais également qu'il fallait être sensible ou attentif à la
position des Sud-Africains car ils comptent dans la région. Il ne suffit
pas de faire de beaux discours en disant "L'Afrique aux Africains" et
au moment de mener une opération, oublier qu'il y a des Congolais et
des Africains.
Ma démarche visait essentiellement à remettre les Africains et les
Congolais c'est leur pays autour de la table. J'avais entendu
beaucoup de choses, notamment, de la part du président et du vice-
président congolais chargé des problèmes de défense et de sécurité.
Ils ont appris par la presse qu'on allait envoyer une force chez eux!
Par comparaison, imaginez qu'on annonce à Jacques Chirac ou à M.
Sarkozy qu'on va envoyer des troupes européennes pour régler les
problèmes dans la banlieue parisienne sans leur demander leur avis.
Non! Un peu respect pour la souveraineté des États! Un peu de
respect pour les citoyens africains!
Depuis, effectivement, les choses ont évolué. Certains d'entre vous
ont entendu le discours tenu par le ministre sud-africain de la
Défense, M. Lekota, président de l'ANC dans son pays. Des contacts
ont été repris avec M. Mbeki que j'ai aussi vu au Chili. Oui, il y a une
avancée: au niveau des Sud-Africains, l'idée est maintenant acceptée,
mais ils l'encadrent de toute une série de précautions et ils
souhaiteront sans doute, comme nous le faisons dans l'accord
trilatéral pour former les Congolais, être aussi informés et invités
autour de la table lorsque les décisions devront être prises.
Telle était le sens de la démarche. Lorsque l'idée a été lancée au
niveau de l'ONU et qu'on s'est tourné vers l'Europe, on a
immédiatement parlé d'une brigade d'intervention. En termes
militaires, une brigade compte 3.500 personnes avec un déploiement
en un endroit donné, avec un état-major de la logistique, etc.
En me rendant sur place, je me suis posé quelques questions. Est-ce
à cela que l'on pense? Si oui, est-ce la meilleure réponse à apporter?
Est-ce ainsi que c'est ressenti, notamment dans l'Est du pays, où les
problèmes se posent en termes de besoins de la population? Si c'est
à cela que l'on pense, où va-t-on déployer? Le Congo est vaste.
Certains disent "A Kinshasa", parce que c'est là que les problèmes
sont les plus aigus. Mais les problèmes de Kinshasa ne sont-ils pas
avant tout des problèmes de sécurité urbaine? Il faudrait donc peut-
être penser à une force de police! Si on trouve l'endroit propice au
déploiement, pour combien de temps sera-t-il effectif? A partir de
quand? Qui va en prendre le commandement? Qui va en assumer la
ongenegen, maar knoopt er een
aantal voorwaarden aan vast.
Toen dit idee werd geopperd, had
de VN het over een brigade van
3.500 manschappen die naar een
bepaalde plaats zouden worden
gestuurd, met een staf, logistieke
ondersteuning enz. Toen ik ter
plaatse was, vroeg ik mij af of dit
wel was waar men aan dacht. Is
dit de beste oplossing? Waar gaan
we die manschappen stationeren?
Er werd aan Kinshasa gedacht.
Maar het veiligheidsprobleem van
de hoofdstad is mijns inziens
vooral een zaak voor de
politiediensten. Hoe lang zullen de
manschappen er blijven? Wie zal
het commando voeren?
Er werd ook voorgesteld een staf
van 150 tot 200 personen in de
Congolese hoofdstad te vestigen.
Waarom een staf en waar zal die
worden gevestigd?
Als we snel en pragmatisch willen
handelen, moeten we beginnen
met de oprichting van een
inlichtingencel die de ingewonnen
informatie doorspeelt naar de uit
Congolezen en Zuid-Afrikanen
bestaande MONUC en naar de
Europese hoofdsteden.
Mochten wij ter plaatse over
inlichtingenantennes beschikken
die ons gevallen van ondervoeding
in Kamina zouden melden (die aan
de oorsprong van incidenten in
verkiezingstijd kunnen liggen), dan
zou een van de Europese landen
een medische eenheid kunnen
sturen.
Wij hebben sterk aangedrongen,
en de heer Solana heeft beslist
zich ter plaatse te begeven, wat
een symbolisch gebaar is dat
getuigt van de belangstelling van
Europa voor Congo. De adjunct-
secretaris-generaal van de UNO,
de heer Jean-Marie Guéhenno,
bespreekt de mogelijkheden ter
plaatse. De Congolezen zijn
tevreden dat zij bij het proces
worden betrokken. Het mag
15/03/2006
CRIV 51
COM 893
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
première charge?
Des propositions visaient aussi à mettre un état-major en place à
Kinshasa. C'est le raisonnement typiquement militaire. Je l'ai ressenti
à Innsbruck. Selon l'optique militaire, un état-major de 150 à 200
personnes était nécessaire à Kinshasa. Utilisant ma liberté de
pensée, j'ai posé les questions suivantes: "Pourquoi un état-major?
Que vont faire les gens là-bas? Où vont-ils s'installer puisqu'ils ne
vont pas s'installer dans la MONUC? Que vont-ils faire?"
Il faut du temps pour déployer un état-major! Il faudra au minimum
deux mois pour le déployer! Ensuite, qui va le composer? D'où ma
proposition pragmatique: si on veut agir rapidement de toute façon,
on doit peut-être faire cela indépendamment d'un état-major il faut
penser, dès à présent, à déployer des cellules de renseignements
avec des antennes en différents endroits sensibles, par exemple, à
Kalemie, à Lubumbashi et à Bukavu. Ils fonctionneraient comme
senseurs et répercuteraient directement vers la structure MONUC,
composée de Congolais et de Sud-Africains, ainsi que vers les
différentes capitales européennes, qui pourraient intervenir.
Je vais citer un exemple qui peut paraître en dehors du sujet et qui ne
l'est pas. Il y a pour l'instant à Kamina des personnes qui sont
victimes de malnutrition et qui en meurent. En période électorale, ce
genre de situation peut effectivement constituer un déclencheur pour
des incidents. Si on avait ces cellules de renseignement qui
répercutaient les informations glanées vers la MONUC ou vers les
capitales européennes, on pourrait très bien imaginer ce qui suit:
constatant que la MONUC n'en a pas les moyens et que cela n'est
pas dans son mandat de se rendre sur place pour aider la population
locale à se soigner, un des Européens pourrait envoyer une unité de
protection médicale ou renforcer l'aide médicale sur place. Voilà un
élément de politique préventive qui pourrait être mis en oeuvre par la
Défense. C'est un exemple parmi d'autres.
Nous avons mis nos propositions sur la table, nous avons insisté à
plusieurs et Javier Solana a décidé de se rendre sur place. Bien
entendu, un déplacement du secrétaire général a une portée
symbolique plus importante qu'un coup de fil passé à l'un ou l'autre. Si
on veut montrer aux voisins et à la communauté internationale l'intérêt
de cette communauté internationale et de l'Europe pour que les
choses se passent bien au Congo, il faut aussi poser des actes
symboliques et c'est ce qui devrait être fait. M. Guéhenno, le
secrétaire adjoint de M. Kofi Annan, est au Congo pour l'instant et il
discute avec les Congolais pour discuter des différentes possibilités.
Je crois que les Congolais sont satisfaits d'être au moins concernés
par le processus.
Nous devons y être attentifs, comme M. Geerts l'a dit tout à l'heure. Il
ne faudrait pas non plus que cette force européenne mandatée par
l'ONU devienne une force d'occupation: la période doit être limitée. Il
ne faudrait pas non plus qu'elle soit interprétée par des adversaires
de M. Kabila par exemple comme une force de soutien à Kabila. J'ai
lu ce matin la déclaration de M. Tshisekedi selon laquelle on semble
déjà considérer cette force comme une force de soutien au pouvoir en
place. Il ne faudrait pas non plus qu'animés de bonnes intentions,
nous en arrivions à créer plus de problèmes qu'on en règle.
inderdaad niet zo zijn dat de UNO-
troepenmacht een bezettings-
macht wordt of als een
ondersteuningsmacht voor de heer
Kabila wordt beschouwd.
Er zal een legerstaf worden
aangeduid waaraan we zullen
deelnemen. Ik denk niet dat er nog
bijkomende troepen zullen worden
ingezet, maar dat ze zich vooraf in
de regio zullen bevinden. Duitsland
zal de operatie leiden. In
overeenstemming met de
conclusies van de
Rwandacommissie zullen we
dezelfde middelen medisch en
inlichtingenpersoneel als voor de
Artemisoperatie ter beschikking
stellen.
Het is al te makkelijk om C 130-
toestellen op te eisen om de
waarnemers te vervoeren; we
moeten immers rekening houden
met al onze verbintenissen. De C
130-toestellen worden dan ook
voor dringender opdrachten
ingezet.
Tot daar wat Europa betreft. Als
we te lang talmen, komen we te
laat. Maar het is niet omdat er
ergens een beslissing werd
genomen dat we er daarom
blindelings moeten in vliegen. Ik
heb dat ook zo gezegd aan de
heer Solana, en ik ben blij dat men
meer en meer onze redenering
volgt, die vooral op het partnership
is gestoeld.
Het glas is dus halfvol en we
dragen bij tot het vullen ervan door
middel van onze acties ter plaatse
die onafhankelijk van Europa
worden gevoerd.
Het klopt dat Europa de soldij niet
betaalt, maar zorgt dat ze wordt
betaald. EUSEC, waarvoor we tien
personen ter beschikking stellen,
zal moeten zorgen voor een veilige
manier om de soldij tot bij de
bestemmelingen te krijgen.
Daarnaast is er de opleiding van
het Beninse bataljon: het materieel
CRIV 51
COM 893
15/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
Je suis convaincu que quelque chose sera fait. Mon réalisme
m'amène à croire qu'il y aura un état-major car, dans la logique
militaire, il n'y a pas de déploiement sans état-major. Nous pourrons
donc participer à cette mission. Des troupes seront-elles déployées
sans état-major? Je ne crois pas. Des troupes seront positionnées à
l'extérieur, soit de façon nouvelle, soit en utilisant des infrastructures
dont la France dispose dans la région. Vraisemblablement,
l'Allemagne, si la période est limitée et si cela se passe dans la région
de Kinshasa, prendra le leadership de l'opération. Et nous, nous
ferons ce que nous avons dit - car c'est important de faire ce que l'on
dit. Nous mettrons à disposition le même nombre de personnes -
mais une décision doit encore être prise - que celui que nous avons
envoyé dans le cadre de l'opération Artémis il y a quelques mois en
Ituri. Ces personnes proviendront essentiellement du domaine
médical et du renseignement, ce qui nous place en conformité avec
les conclusions de la commission Rwanda, telles qu'elles sont
rédigées actuellement. Puisque Artémis n'a pas suscité de débat à
l'époque, nous reprenons les mêmes conditions aujourd'hui.
J'aime bien les déclarations qui sont faites ça et là par les uns et les
autres sur toutes sortes de sujets. Ce n'est pas comme cela que les
choses se règlent. Jusqu'à présent, je n'ai jamais obtempéré à un
claquement de doigts, et ce n'est pas à mon âge que je vais
commencer à le faire. Ces analyses de ce que nous mettons en
oeuvre doivent être faites de façon posée, en tenant compte de notre
engagement total dans l'ensemble de nos opérations. Si je réponds à
M. Michel que je ne peux pas lui envoyer des C-130 "taxis" pour
déplacer les observateurs, c'est parce qu'ils sont fortement occupés à
d'autres endroits et parce qu'il y a peut-être d'autres choses plus
urgentes à faire que de véhiculer les observateurs, fussent-ils des
observateurs de l'ONU, du Parlement belge ou de l'Union
européenne.
A l'impossible, nul n'est tenu. Et quand j'entends "deux C-130 par-ci,
deux C-130 par-là", un jour, j'inviterai des collègues ou des
diplomates à venir voir nos ordres de marche, le taux d'activité, la
mobilisation du personnel, pour qu'ils se rendent compte qu'ils
devraient peut-être être plus prudents dans certains cénacles. Plutôt
que d'avancer des choses qui ne peuvent être mises en oeuvre, ils
devraient être plus en contact avec la réalité du terrain.
Voilà pour ce qui est de la partie future au niveau européen. Nous en
serons mais nous attendons que le contour soit dessiné. Au moment
où je vous parle, je ne peux vous donner de réponse puisque
M. Guéhenno est toujours là-bas pour l'ONU, M. Solana doit encore
partir et il y a encore des réunions préparatoires en fonction des
positionnements des uns et des autres.
Je voudrais simplement dire que si on tarde trop, on ne sera pas prêt
pour participer à cette mission. Il faut donc prendre des décisions.
Mais j'ai également dit à Innsbruck que ce n'est pas parce que des
choses avaient été décidées quelque part qu'il fallait se lancer tête
baissée. Je l'ai dit à M. Solana: il y avait sans doute des étapes à
franchir et des contacts à prendre. Cela a été fait et je me réjouis de
voir que les choses ont évolué dans la bonne direction, dans le sens
de la réunion des Africains et des Congolais autour de la table.
Finalement, ce n'est jamais que l'esprit qui est le nôtre: un esprit de
partenariat. Nous avons vu le résultat positif que cela avait provoqué.
zal toekomen in Uvira en zal in
Katanga en Kalemie worden
ingezet.
Voorts is er ons bilaterale
programma: de opleiding in
Kinshasa wordt voortgezet; in
Kamina is er niets meer. In
Kalemie kunnen de Kongolezen na
amper zeven weken het
gesofistikeerde overschrijdings-
materiaal bedienen; de chauffeurs
zullen hun opleiding achter de rug
hebben wanneer de voertuigen die
de Kongolezen aankochten voor
negen brigades worden geleverd.
In totaal zullen we dus elf brigades
uitrusten. Indien andere landen
met overtollig materieel ons daarin
waren nagevolgd, zouden er meer
geïntegreerde brigades
beschikbaar zijn. De "vermenging"
verloopt immers probleemloos. De
kolonel die daar verantwoordelijk
voor is en zijn adjuncten werden
trouwens in Elsenborn opgeleid. Er
vonden slechts weinig incidenten
plaats en in alle gevallen werden
er straffen opgelegd en een
reorganisatie doorgevoerd.
Wat de buurlanden betreft van de
streken waar we actief zijn,
hebben we Zuid-Afrika bij onze
acties betrokken en blijven we ook
Uganda, Burundi en Rwanda
informeren.
Met betrekking tot de bilaterale
samenwerking is het zo dat er 130
personen in Congo zullen blijven.
Als we ons partnerschap tijdens
de verkiezingen onderbreken,
geven we zowel de Belgen ter
plaatse als de internationale
samenleving een verkeerd signaal.
Er bestaan echter
evacuatieplannen in het kader
waarvan Europese burgers het
land te allen tijde kunnen verlaten.
In Kalemie zullen we niet
permanent blijven, maar alleen de
tijd die nodig is om de opleiding
inzake het gebruik van het
overschrijdingsmaterieel af te
ronden. Daar moet ook het
15/03/2006
CRIV 51
COM 893
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
Le verre est-il à moitié plein? Oui! Nous allons tenter de le remplir
notamment au travers de l'Union européenne et nous le remplissons
déjà par rapport à l'action que nous menons sur le terrain, qu'il ne faut
pas confondre avec celle de l'Union européenne.
M. Sevenhans a bien fait de préciser que ce n'est pas l'Union
européenne qui paie les soldes. Cette dernière, au travers de
l'EUSEC, aide à organiser le paiement des soldes et l'acheminement
de l'argent, qui est de l'argent congolais. Il faut être clair là-dessus. De
la même façon, il ne faut pas faire de confusion entre l'opération
Artémis et l'opération qu'on voudrait mener ici. Pour Artémis, il était
clair que l'Europe était actionnée pour amener sur place des troupes,
pour faire la jonction entre deux mandats onusiens. Il y avait un "gap"
qui n'était pas rempli.
Au niveau de l'EUSEC, nous apportons au total 10 personnes pour,
au côté des Français mais aussi d'autres représentants de l'Union
européenne, garantir le paiement, dans de bonnes conditions et à
temps et à heure, des militaires qui ont été intégrés.
Oui, l'opération a commencé. Il est vrai qu'il faudra sans doute
imaginer des moyens d'acheminement sécurisés de ces sommes.
Mais, pour l'instant, aucune décision n'est encore prise à ce sujet.
J'en arrive à une autre contribution qui n'est pas mineure: la formation
du bataillon béninois et la mise à disposition du matériel destiné à ce
dernier. Après l'épisode malheureux que nous avons connu et dans
lequel la Belgique n'a aucune responsabilité puisque la responsabilité
de l'ONU était déjà engagée pour le transfert de matériel, ce dernier
va arriver à Uvira. Il sera déployé à Kalemie ainsi qu'au milieu du
Katanga, à Manono et ce, avec l'aide des Béninois.
Il faut également savoir que nous nous trouvons face à un heureux
concours de circonstances. En effet, en plus de la formation que nous
apportons à Kalemie en ce qui concerne le matériel de
franchissement, mais aussi des conducteurs de véhicules qui seront
mis à disposition des neufs autres brigades, les Béninois s'étant
déployés à proximité en tant que voisins, nous pourrons peut-être
apporter un complément de formation ou aider à l'installation des
Béninois sur place dans de bonnes conditions; je pense notamment
aux stations d'épuration d'eau.
J'en arrive maintenant au plan bilatéral. Dans ce contexte, il y a
Kinshasa où la formation se poursuit pour certains grades et certains
types de formations. A Kamina, il ne se passe plus rien. Reste
Kalemie où se trouve du matériel de franchissement, matériel
sophistiqué qui exige beaucoup d'expérience.
Je suis favorablement impressionné puisque après sept semaines
seulement, les Congolais manipulent ce type de matériel.
Pour les véhicules et la formation sur les véhicules, c'est à partir de
Kalemie qu'on a retenu une partie des véhicules destinés à la 3
e
brigade pour procéder à la formation des chauffeurs avant que
n'arrivent les véhicules destinés à neuf brigades puisque les
Congolais ont acheté acheté! ce matériel pour équiper neuf
brigades. Faites le compte: avec le matériel qu'ils ont acheté pour
materieel voor de overige brigades
worden geleverd, die vooral in
Oost-Congo zullen worden
ingezet.
Al blijven er problemen bestaan,
toch moeten we de brigades
verder integreren en werden er
reeds puike resultaten geboekt.
Heel wat landen zijn bereid om
aan dergelijke missies deel te
nemen. België wil veertig
manschappen sturen. De
interventiemacht zal vooral
ontradend optreden.
Op de vraag van de heer Geerts
antwoord ik dat duur voor het
overschrijdingsmaterieel die
oorspronkelijk op drie maanden
was vastgesteld, met enkele
weken zal worden verlengd. Dit
komt door de complexiteit van het
materieel en de overlapping met
de opleiding van de bestuurders
van de voertuigen.
De logistieke ondersteuning van
de detachering in de operatie
Kalemie bestaat uit een intelligente
combinatie van bevoorrading
vanuit België en plaatselijke
aankopen.
In het kader van het Europees
defensieagentschap heb ik
voorgesteld om onze
uitrustingsinfrastructuur uit te
rusten met verwarming op zonne-
energie om het transport van
generatoren en brandstofverbruik
uit te sluiten.
Inzake loon bevindt het Belgisch
personeel zich volgens het
koninklijk besluit van 18 maart
2003 in een situatie van
"hulpverlening buiten het nationale
grondgebied".
Voor de dames Muylle en Wiaux
voeg ik eraan toe dat de eventuele
inzet van een strijdmacht van de
Europese Unie pas mogelijk is
nadat de Veiligheidsraad hierover
heeft gestemd, de EU heeft
gevraagd om die strijdmacht te
CRIV 51
COM 893
15/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21
neuf brigades, le matériel de transport et les Jeeps, le matériel de
transmission et l'équipement personnel plus la 3
e
brigade et la 1
ère
brigade, cela fait onze brigades qui seront finalement équipées par la
Belgique, dont une partie par acquisition.
Comme je l'ai rappelé à mes collègues européens la semaine
dernière, si d'autres pays détiennent aussi dans leurs arsenaux des
biens qui sont devenus excédentaires pas obsolètes ou dépassés
de par la réduction de la taille de nos armées et s'ils avaient adopté la
même stratégie que nous, au rythme où le brassage s'effectue, ce
dont il faut se féliciter, il y aurait sans doute plus de brigades intégrées
sur le terrain aujourd'hui au Congo.
En effet, le brassage se déroule dans d'excellentes conditions. J'ai eu
l'occasion de visiter un centre de brassage dont le chef s'était déjà
occupé du brassage de la 3
e
brigade à Kamina: le travail fourni est de
même qualité et je suis très fier de dire que ce responsable, ce
colonel et ses adjoints sont venus se former ici en Belgique, à
Elsenborn. On a beaucoup glosé sur les seize qui sont restés en
Belgique mais ceux qui sont repartis accomplissent un travail utile sur
le terrain et c'est ce travail-là qui a permis d'accélérer le brassage et
le déploiement en divers points du Congo de brigades bien équipées
et qui vont continuer à l'être , bien formées et bien intégrées.
Il est vrai que certains incidents sont parfois révélés. Très peu
concernent la première brigade. Et je puis vous garantir, courrier à
l'appui, que j'ai montré au président de cette commission, que le
ministre de la Défense du Congo a rapidement répondu à mes
questions à propos de tel ou tel fait: des mesures de sanction ou de
réorganisation sont prises. Notre vigilance est aussi suivie d'effet.
Certes, je ne rédige pas de communiqué de presse pour signaler que
j'agis en tel ou tel domaine; je préfère agir discrètement. Et cela
permet de corriger pas mal de choses.
En ce qui concerne les pays voisins, il était fondamental de
sensibiliser la République sud-africaine. Mon collègue portugais s'est
chargé de l'Angola, autre acteur important dans la région.
L'information continue d'être diffusée vers l'Ouganda, le Burundi et le
Rwanda.
Pour revenir au bilatéral, il est exact que l'on compte quelque 130
personnes qui resteront au Congo. Car si nous arrêtions ce
partenariat pendant le période pré-électorale, ce serait un très
mauvais signal que nous adresserions à la communauté
internationale et à nos ressortissants. Il serait un peu contradictoire de
retirer nos hommes faisant de la formation pour ramener des
militaires dans le cadre de l'Union européenne. La lecture du
message serait très difficile. Je tiens simplement à faire remarquer
qu'il existe en permanence des plans d'extraction - pas uniquement
pour le Congo, mais aussi pour d'autres pays. Et cela ne concerne
pas uniquement les Belges. Car, si nous sommes les premiers
opérateurs au Congo, il y a des plans d'extraction en Côte d'Ivoire,
par exemple, avec les Français comme premiers opérateurs qui
ouvriraient les portes des avions aux ressortissants européens qui
souhaiteraient quitter le pays.
Pour Kalemie, il ne s'agit pas d'une formation permanente. Et nous ne
sommes pas destinés à rester là. Nous sommes présents le temps de
leveren en de bevoegdheden
ervan heeft bepaald. Hiervoor
moet dus nog een fase bij de VN
worden doorlopen.
Met betrekking tot de conclusies
van de Rwanda-commissie,
handelen wij binnen de perken van
de conclusies van die commissie.
15/03/2006
CRIV 51
COM 893
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22
former les militaires à l'utilisation du matériel de franchissement. Car
c'est là que ce matériel est arrivé en provenance de la Tanzanie;
autant donc effectuer la formation sur place. Mais il n'est pas destiné
à rester à Kalemie, car il peut être utile à l'ensemble du pays. C'est
aussi dans cette région qu'arrive le matériel réservé aux neuf autres
brigades. On ne va pas changer de lieu de formation et, donc, on
reste là. Ensuite, ce matériel de brigade repartira vers l'est, puisque
c'est là que les brigades y seront déployées prioritairement, la
première étant destinée à l'être en Ituri, la troisième devant l'être au
Sud-Kivu. Viendra s'y ajouter le déploiement des Béninois à Kalemie
et Manono au centre du Katanga.
Vous voyez que, grâce à nos efforts - indirects pour les Béninois - de
formation, nous avons sensiblement contribué à la stabilisation de
l'Est du Congo. Bien sûr, il subsiste des problèmes. Et il faut continuer
sans interruption d'intégrer, former et équiper les brigades. Mais,
aujourd'hui, les efforts ont été importants, et les résultats sont là pour
nous prouver une fois de plus que le verre est à moitié plein.
Il n'y a pas encore de nation cadre aujourd'hui. A la date du 7 mars,
l'Allemagne, la France, l'Autriche, la Suède, la Pologne, le Portugal,
l'Espagne et la Belgique ont exprimé leur intérêt pour participer à une
telle mission. Les chiffres ne sont précisés ni pour l'Allemagne ni pour
la France. Pour l'Autriche, il s'agit d'une dizaine d'officiers d'état-
major. Pour la Suède, ce n'est pas encore très clair, mais ce sera
sans doute quelques unités. Pour la Pologne, on comptera une
trentaine de MP. Quant au Portugal, il attend d'obtenir des précisions.
Enfin, pour la Belgique, je vous ai expliqué que nous enverrions une
quarantaine de personnes. Naturellement, il faut envoyer une aide qui
réponde à des besoins. Nous n'allons pas envoyer des couvertures à
Kinshasa, il y fait trop chaud, ni des frigos en Alaska, il y fait trop froid.
Cette force sera dissuasive. Elle ne sera donc pas nécessairement
déployée.
Pour la symbolique, il faudra sans doute aussi un état-major. Quelle
est sa dimension? Personnellement, j'estime qu'il ne devrait pas être
trop important, car tout cela coûte cher en indemnités et n'est pas
nécessairement utile. Ceci pour répondre aux questions posées par
Mme Hilde Vautmans.
En ce qui concerne les questions de M. Geerts, la durée planifiée était
initialement de 3 mois pour le matériel en franchissement. On devra
sans doute prolonger de quelques jours, voire de quelques semaines,
étant entendu la complexité de ce matériel et le chevauchement avec
la formation des chauffeurs. On ne va pas faire venir les gens et les
faire repartir!
L'appui logistique en faveur du détachement déployé dans le cadre de
l'opération de Kalemie est basé d'un côté sur un ravitaillement à partir
de la Belgique et de l'autre sur des achats dans la région. C'est donc
une combinaison intelligente entre les choses. Il y a un avion de
transport militaire bi-hebdomadaire vers Kalemie pour apporter des
pièces de rechange et d'autres choses. La nourriture ainsi que le
carburant sont achetés sur place auprès des firmes préalablement
contrôlées par la Défense. En ce qui concerne les militaires, ils sont
équipés d'un matériel adapté aux facteurs environnementaux.
CRIV 51
COM 893
15/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
23
A cet effet, j'ai aussi proposé à la réunion d'Innsbruck, dans le cadre
de l'Agence européenne de défense, que l'on réfléchisse de façon
très sérieuse à équiper nos infrastructures, containers ou tentes de
matériel de chauffage solaire, par exemple, plutôt que de transporter
des générateurs, de consommer du carburant, qui apporte des
nuisances de tous ordres. Finalement, on dispose là d'une énergie
clef sur porte. Aussi, je peux vous annoncer que notre prochaine
opération inclura cette expérience. D'autres la font peut-être déjà.
En ce qui concerne les rémunérations pour le personnel belge, celui-
ci est placé pour la durée du séjour dans la zone d'opérations dans la
situation "Assistance en dehors du territoire national" (arrêté royal du
18 mars 2003). Pour le personnel, le droit à une allocation est ouvert,
dont le montant est fixé à 5/1.850
ème
du salaire annuel brut.
Le personnel reçoit également une indemnité journalière de plus ou
moins 10 euros, multipliée par un coefficient 2, pour assistance
internationale. S'il satisfait aux conditions, le droit aux allocations pour
prestations de services effectués les samedis, dimanches et jours
fériés est également ouvert.
C'est donc en parallélisme avec ce qui existe dans les autres
opérations. Un système a été voté pour rendre plus justes l'ensemble
des indemnités versées à l'extérieur, en tenant compte de différents
critères.
Pour Mmes Muylle et Wiaux, un éventuel engagement d'une force de
l'Union européenne ne sera possible qu'après un vote de résolution
du Conseil de sécurité de l'ONU, invitant l'Union européenne à fournir
cette force et fixant son mandat. Il reste donc une étape à franchir.
Quant au soutien, comme je l'ai dit, il se situe dans les domaines du
renseignement et de l'aide médicale. Pour les autres questions, il me
semble avoir apporté des réponses.
Pour les conclusions de la commission Rwanda, je dirai que nous
nous trouvons aujourd'hui dans le cadre autorisé par ces conclusions.
01.11 Hilde Vautmans (VLD): Mijnheer de minister, ik dank u voor
het uitvoerig antwoord. Graag kom ik terug op een drietal punten.
Ten eerste, ik ben heel blij dat er toch een en ander opgehelderd is.
Ons land is wel bereid deel te nemen aan een EU-troepenmacht. Ik
sluit me aan bij collega Geerts, die zegt dat we ervoor moeten
opletten dat het geen koloniale macht wordt.
Uiteraard, mijnheer Geerts, ik denk dat het heel de opzet was om
samen met de Europese partners onze verantwoordelijkheid te
nemen in een land waartoe wij ons al heel erg geëngageerd hebben.
Mijnheer de minister, ik ben blij dat u zegt dat het gaat om een
veertigtal personen. Uiteraard zullen wij moeten nagaan welke
behoeften er zijn en wat ons land kan invullen.
Daarover heb ik nog een vraag. Wat zullen we doen met de rules of
engagement? Ik weet dat dat altijd heel belangrijk is. In een vorig
leven ben ik medewerkster geweest in de Rwanda-commissie. Een
groot stuk van de debatten ging over de rules of engagement.
01.11 Hilde Vautmans (VLD):
Voilà une réponse éclairante. La
Belgique est disposée à faire
partie d'une force armée de l'UE et
n'esquive pas ses responsabilités.
Il s'agirait semble-t-il d'une
quarantaine d'hommes. A-t-on
déjà songé aux "règles
d'engagement"? Comment un
membre de la force armée de l'UE
doit-il réagir lorsqu'un enfant
soldat pointe une arme sur lui?
Doit-il tenter de protéger l'enfant
ou faire feu? Cela doit absolument
être clair au préalable.
Une concertation informelle est
menée à Innsbrück. Quel en est le
calendrier? Quand les décisions
15/03/2006
CRIV 51
COM 893
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24
Momenteel dit is toch wel belangrijk worden er in Duitsland
discussies gevoerd. Wat moet een militair doen wanneer een
kindsoldaat het wapen op hem richt? Mag die militair dan vuren of
moet hij het kind beschermen? Dat zijn heel moeilijke punten. Daar
zullen wij alleen niet uitgeraken, en ook niet vandaag. De rules of
engagement zijn wel een heel belangrijk gegeven. Ik wil u vragen dat
u daar de nodige aandacht aan besteedt.
U zegt dat het principe luidt dat we achter Europa staan, achter een
Europese troepenmacht en dat we moeten nagaan wat de andere
landen doen en wat er nodig is. Maar wij kunnen niet anders als land
dat toch wel de voortrekker is geweest van de ontwikkeling van de
Europese defensie, dan eraan mee te werken. Dat is voor mij heel
belangrijk.
Ten tweede, in Innsbruck is er informeel overleg.
Maar wat is nu eigenlijk de tijdspanne voor het formele overleg?
Wanneer worden de formele beslissingen genomen? Wat is het
tijdpad? 18 juni nadert met rasse schreden. Ik kijk even alleen naar
mij zelf. We zijn de verkiezingen van 8 oktober aan het voorbereiden
en ik vind dat dat heel snel nadert. 18 juni komt dus nog veel sneller.
Ik ga kort in op het antwoord aan mevrouw Muylle, hoewel het
misschien niet mijn taak is. U zegt dat we binnen het kader van de
Rwandacommissie blijven. Ik sluit mij daarbij aan. Het woord dat
mevrouw Muylle gebruikt, is semi-permanent. Ik heb daar wat vragen
bij. Ik denk dat we inderdaad, wanneer we hieraan deelnemen voor
een korte tijdspanne, absoluut binnen het mandaat van de
Rwandacommissie blijven. Het monitoren van de verkiezingen waar
het hier om gaat is geen langdurig mandaat, het is kortstondig en het
gaat niet over maanden of jaren. De conclusies en de aanbevelingen
van de Rwandacommissie zijn er eigenlijk gekomen om te vermijden
dat mensen niet meer duidelijk kunnen uitmaken of het gaat om een
militair met een bilaterale muts op het hoofd of een militair met een
blauwe muts. Dat was het onderwerp van het debat naar aanleiding
van het opstellen van de aanbevelingen in de Rwandacommissie. Ik
heb heel de totstandkoming van die tekst meegemaakt en ik kan u
zeggen dat we volgens mij absoluut binnen het kader van de
aanbevelingen blijven.
formelles seront-elles prises? Les
élections du 18 juin approchent à
grands pas.
Je rejoins Mme Muylle lorsqu'elle
préconise le respect des
conclusions et des
recommandations de l'ancienne
commission sur le Rwanda. En
effet, le monitoring des élections
ne peut pas constituer un travail
semi-permanent. La population
locale doit bien savoir de quel
mandat la force armée dispose
exactement.
Le président: C'est tout à fait exact mais aucun texte n'est intangible pour l'éternité. Je fais cette réflexion à
titre personnel.
S'il n'y a pas d'autre intervention, je donne la parole à Mme Muylle pour sa question sur les enfants soldats.
01.12 Nathalie Muylle (CD&V): Mijnheer de minister, ik wil toch nog
eens kort reageren. In mijn analyse heb ik heel wat vragen gesteld.
Na uw antwoord gehoord te hebben, moet ik toch vaststellen dat er
heel wat vragen onbeantwoord blijven.
Inzake het punt van mevrouw Vautmans, dat was niet het punt dat ik
gemaakt heb. Eigenlijk sloot mijn punt perfect aan bij hetgeen ook de
voorzitter na het debat duidelijk heeft gemaakt: het gaat hier niet over
of men in het kader van artikel 5 in de problemen komt. Waar wij wel
een probleem mee hebben, en waarover wij vragen stellen, waarover
wij duidelijkheid wensen die wij vandaag niet hebben gekregen, is
punt 6. Kan er tegelijkertijd militair-technische samenwerking zijn en
01.12 Nathalie Muylle (CD&V):
De nombreuses questions restent
sans réponse. Il ne s'agissait pas
selon moi de savoir si l'application
de l'article 5 pose des problèmes
mais bien de savoir si l'article 6
permet la collaboration à une
opération de paix menée par les
Nations Unies en plus d'une
coopération technique militaire. La
situation n'est pas claire
aujourd'hui à cet égard.
CRIV 51
COM 893
15/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25
deelgenomen worden aan de VN-vredesopdracht?
Het gaat over punt 6! Het gaat niet, mevrouw Vautmans, over het feit
of voor die samenwerking een troepencontingent is, want dat is punt 5
waarnaar u verwijst. Waar wij problemen mee hebben, is punt 6. Daar
heb ik vandaag geen duidelijkheid over. Ik meen ook dat de voorzitter
in die zin zijn interventie heeft gehouden.
01.13 André Flahaut, ministre: Monsieur le président, premièrement,
les militaires qui seront envoyés n'auront pas de casque bleu. C'est
tout à fait spécifique et c'est un parallèle avec Artémis: ce sont des
forces européennes mais ce ne sont pas des forces de l'ONU.
Deuxièmement, je crois que c'est parfaitement compatible et je
partage le souci de Mme Vautmans quant à la définition claire des
règles d'engagement. Il ne suffit pas de dire qu'on va envoyer un état-
major; il y a encore beaucoup de travail à faire. Le colonel me disait,
et vous l'avez dit aussi, que nous avions une triste expérience dans le
domaine. Nous allons faire en sorte que nos militaires présents au
sein de l'état-major européen donnent les impulsions, en espérant
qu'on tiendra compte de cette expérience et qu'on évitera de tomber
dans une caricature dictée par la seule obsession d'avoir montré le
drapeau sur le terrain.
Il n'y a jamais eu aucun doute quant à notre volonté d'être présents
dans cette opération. La seule chose, c'est qu'aujourd'hui, dans ce
pays, quand on pose une question, on est soupçonné de remettre un
engagement en cause. Je veux bien participer mais je préfère poser
les questions avant qu'après parce qu'à une époque, on n'a pas posé
les questions avant, et c'est après, au travers d'une commission
d'enquête sur le Rwanda, qu'on a dû les poser pour avoir des
réponses.
J'ai, moi aussi, tiré les leçons de cette triste expérience et je
n'entends pas tomber par distraction dans les pièges qui sont apparus
à une époque.
Dans la précipitation, certains ne pensent qu'à envoyer des troupes, à
montrer le drapeau ou faire de la musculation. A mon sens, il est
important de dire ce que nous comptons faire et de faire ce que nous
aurons dit en fonction de nos moyens. C'est la meilleure manière de
ne décevoir personne. Et comme je n'ai pas envie de décevoir Mme
Muylle, je souhaiterais qu'elle me dise quelles sont les questions
auxquelles je n'ai pas répondu.
01.13 Minister André Flahaut:
De vergelijking met de
Artemisoperatie is gerechtvaardigd
in die zin dat er geen UNO-
blauwhelmen maar Europese
strijdkrachten zouden worden
ingezet.
Net als mevrouw Vautmans ben ik
van mening dat de "rules of
engagement" duidelijk moeten
worden vastgelegd. Al zijn we
steeds bereid geweest om
manschappen ter plaatse te
sturen, toch moeten we lering
trekken uit onze ervaringen in het
verleden en op tijd de problemen
aanpakken die zich voordoen. We
zullen onze voornemens
bekendmaken en overeen-
stemmend handelen, met de
middelen waarover we
beschikken.
Le président: En ce qui concerne ce problème de la résolution
Rwanda, deux choses doivent être bien distinctes: d'une part, une
réflexion que certains peuvent avoir à moyen terme et qui consiste à
étendre les possibilités du mandat et, d'autre part, le jugement porté
sur une participation éventuelle à cette opération-ci.
Comme l'a dit M. le ministre, cette attitude est identique à celle prise
au moment de l'affaire Artémis. Si, aujourd'hui, nous entrons dans
une force de paix avec les restrictions présentées par le ministre (une
quarantaine de personnes dans deux secteurs, etc.), nous n'aurons
pas davantage de difficultés à justifier le maintien de notre
coopération technique militaire et notre participation, qui s'inscrivent
tout à fait dans le cadre des résolutions Rwanda que nous avons
De voorzitter: Als we aan een
Europese interventiemacht
deelnemen en daarbij met de
vermelde beperkingen rekening
houden, zullen we niet meer
moeilijkheden ondervinden dan bij
de Artemisoperatie. Een dergelijke
samenwerking zou bovendien
geenszins tegen de
Rwandaresolutie indruisen.
15/03/2006
CRIV 51
COM 893
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
26
eues à l'époque.
Mon intervention va au-delà; il serait opportun de réfléchir
prochainement sur la participation à une éventuelle opération
européenne, telle que décrite par le ministre. Celle-ci ne semble pas
du tout contraire à la résolution Rwanda même au point 6 que j'ai
eu la curiosité de parcourir et que j'ai emportée avec moi aujourd'hui.
La situation d'aujourd'hui est identique à celle lors de l'opération
Artémis. Or, je ne pense pas qu'à l'époque, la participation belge ait
été critiquée, alors que nous avions déjà des coopérants techniques
militaires sur place. C'est également le cas aujourd'hui.
Cependant, nous pouvons bien entendu avancer dans la réflexion. Ce
problème occupera peut-être les parlementaires avant les élections
communales, en espérant qu'une troupe multilatérale ne sera pas
envoyée pour vérifier la faisabilité et la bonne réalisation des
opérations communales en Belgique!
01.14 Nathalie Muylle (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik zou toch
eens kort willen reageren. Ik denk dat de minister het Nederlands niet
zo goed begrijpt. Ik heb niet gezegd dat de minister niet antwoordt op
mijn specifieke vragen. Wat ik gezegd heb, is dat mijn analyse vragen
oproept over onder andere de EU-troepenmacht en de
evacuatieplannen en dat die vragen blijven, omdat nog heel wat
beslissingen niet werden genomen. Ik heb niet gezegd dat de minister
op bepaalde punten niet antwoordt.
Mijnheer de minister, ik denk dat u het Nederlands niet zo machtig
bent waardoor u de nuancering van mijn vragen niet hebt begrepen.
01.14 Nathalie Muylle (CD&V):
Le ministre n'a pas compris la
nuance que j'ai apportée. Je n'ai
pas dit que le ministre n'a pas
répondu à mes questions. J'ai
seulement dit qu'il subsiste des
interrogations, notamment sur les
troupes de l'UE et sur les plans
d'évacuation, parce que certaines
décisions n'ont pas encore été
prises.
Le président: J'avais cru entendre le ministre répondre que des opérations d'évacuation étaient préparées
en cas de malheur. Mais c'est à lui de répondre.
01.15 André Flahaut, ministre: Monsieur le président, j'ai en effet
précisé qu'il existait en permanence des plans d'évacuation pour le
Congo et d'autres pays, pas uniquement pour les ressortissants
belges mais aussi pour les Européens. Au Congo, ce sont nos
hommes qui exercent le leadership. Dans d'autres pays, comme la
Côte d'Ivoire, il y a des plans d'évacuation, mais ce sont plus
particulièrement les Français qui se chargent de la direction des
opérations. Sur ce plan, il existe une coopération de niveau
international.
01.15 Minister André Flahaut: Ik
heb gezegd dat er voor Congo net
als voor andere landen waar
Belgische en Europese burgers
verblijven permanente evacuatie-
plannen bestaan. Op dat vlak
wordt er op internationaal niveau
samengewerkt. In Congo is België
verantwoordelijk voor een
eventuele evacuatie.
Le président: Voilà, je pense que le débat a été approfondi. Rien ne vous empêche de poser des questions
et de déposer des interpellations; mais - de grâce! - pas sur ce qui a été développé aujourd'hui.
Je remercie le colonel d'avoir bien voulu présenter le texte initial.
Si le ministre le souhaite, nous allons quitter le Congo pour revenir aux limites de la Région flamande.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
Si le ministre est d'accord, nous allons permettre à Mme Nagy, M. Maingain, Mme Lahaye-Battheu et Mme
Meeus de poser leurs questions et puis nous nous arrêterons. Les autres questions seront reprises la
semaine prochaine en tête de la liste des questions et interpellations, ainsi que d'autres qui s'ajouteront
CRIV 51
COM 893
15/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
27
sans aucun doute.
02 Questions jointes de
- Mme Marie Nagy au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "l'application de la loi sur
l'usage des langues à l'Institut géographique national" (n° 10151)
- M. Olivier Maingain au ministre de la Défense sur "les conséquences au plan de l'emploi des langues
du transfert de l'Institut géographique national en Région flamande" (n° 10749)
02 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Marie Nagy aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over "de
toepassing van de wet op het taalgebruik op het Nationaal Geografisch Instituut" (nr. 10151)
- de heer Olivier Maingain aan de minister van Landsverdediging over "de gevolgen die het
overbrengen van het Nationaal Geografisch Instituut naar het Vlaams Gewest heeft voor het
taalgebruik" (nr. 10749)
02.01 Marie Nagy (ECOLO): Monsieur le président, je serai très
brève. J'avais adressé cette question au ministre Dewael, pensant
qu'il était compétent pour l'emploi des langues, mais j'ai le plaisir de
pouvoir la poser au ministre de la Défense.
Mes questions sont simples.
Monsieur le ministre, pouvez-vous me confirmer que la loi du
18 juillet 1966 sur l'emploi des langues en matière administrative
s'applique à l'Institut géographique national (IGN)? Dans le cas d'une
réponse positive, pouvez-vous me dire quelles seraient les
conséquences du déménagement de cet institut vers la commune de
Tervuren? En particulier, quelles seraient les conséquences sur le
cadre du personnel actuel de l'Institut et sur les engagements faits
après l'installation éventuelle dans la région unilingue?
02.01 Marie Nagy (ECOLO): Als
de wet op het gebruik van de talen
in bestuurszaken van toepassing
is op het Nationaal Geografisch
Instituut (NGI), wat zouden dan de
gevolgen zijn van een eventuele
verhuizing van dat Instituut naar
het Vlaams Gewest voor de
huidige personeelsformatie en de
toekomstige indienstnemingen?
Le président: Je vous remercie de votre concision.
02.02 Olivier Maingain (MR): Monsieur le président, monsieur le
ministre, je serai aussi concis que Mme Nagy. Il est vrai que cette
question a déjà fait l'objet de nombreuses interventions en
commission. En effet, si le siège de l'Institut géographique national
est déplacé à Tervuren, cela aura des conséquences quant au régime
linguistique des services et des agents ainsi déplacés. Monsieur le
ministre, vous avez eu l'heureuse initiative de demander l'avis de la
commission permanente de contrôle linguistique.
Il est souhaitable de savoir aujourd'hui si la commission permanente
de contrôle linguistique s'est prononcée. Dans l'affirmative, quelle est
la teneur de son avis et quel est le suivi que le ministre compte lui
réserver? Étant entendu que je continue à penser que la meilleure
des solutions, n'ignorant pas les impératifs budgétaires et techniques
dont M. le ministre nous avait fait part lors de la réunion du 11 janvier
dernier, reste de situer l'IGN en Région bruxelloise pour éviter la
modification du régime linguistique de cette administration.
02.02 Olivier Maingain (MR): De
verplaatsing van de zetel van het
NGI naar Tervuren zou gevolgen
hebben voor het taalstelsel van de
diensten en de ambtenaren die
mee verhuizen.
Mijnheer de minister, hebt u het
advies ontvangen dat u aan de
Vaste Commissie voor
Taaltoezicht (VCT) hebt gevraagd
over de gevolgen van de
overplaatsing van het NGI naar
Tervuren inzake het taalgebruik?
Wat houdt dit advies in? Welk
gevolg bent u van plan hieraan te
geven?
Ik wil erop wijzen dat ik van
mening ben dat het behoud van
het NGI in het Brussels Gewest de
beste oplossing is om te vermijden
dat het taalstelsel van die
administratie verandert.
02.03 André Flahaut, ministre: Monsieur le président, mesdames, 02.03 Minister André Flahaut:
15/03/2006
CRIV 51
COM 893
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
28
messieurs, d'abord, je ne suis pas un kamikaze politique ou
linguistique. Ce n'est pas parce que je suis ministre fédéral que je
suis mauvais Wallon ou mauvais francophone. La réponse de la
commission permanente de contrôle linguistique est arrivée. On
l'examine. On verra avec l'Institut géographique national ce que nous
pouvons faire. Je ne suis pas un obsédé du déménagement. J'ai fait
certaines propositions pour tenter d'améliorer le fonctionnement de
l'Institut en essayant que cela lui coûte moins cher, que cela coûte
moins cher au budget et que cela améliore le cadre.
Si on ne peut pas le faire sans conséquences linguistiques
dramatiques dans ce pays que nous connaissons, nous ne donnerons
pas le bâton pour nous faire battre ni d'armes à nos adversaires.
Étant ministre de la Défense, je peux en parler à l'aise. Mais le
problème restera entier. J'ai quelques préoccupations quant à
certains travaux qui doivent être réalisés, qui sont très coûteux et qui
concernent la sécurité des bâtiments. Je demanderai alors à l'Institut
géographique national et à certains de ses animateurs syndicaux
notamment de m'expliquer comment on va faire pour financer tout
cela. Il faudra peut-être en arriver à déménager. Je n'exclus pas le fait
qu'un jour l'Institut géographique national en vienne à être hébergé
dans la Tour des Finances par exemple.
Cela réjouirait mon collègue des Finances: il aurait enfin des
occupants en nombre dans la Tour!
J'ai constaté une situation, j'avais une solution. Si, après examen de
l'avis, cela s'avère impossible ou pose trop de problèmes sur le plan
linguistique, politique ou autre, nous garderons notre calme. Le
problème reste alors entier; je demanderai à l'organisme même de
me communiquer, dans les limites de l'enveloppe budgétaire
disponible, ses propositions pour améliorer la sécurité.
On ne me fera certainement pas courir le risque d'assumer une
responsabilité d'un incendie à l'Institut géographique national! Il faudra
peut-être constater que le confort actuel de la Cambre n'est qu'un
confort de façade et qu'un déménagement s'imposera peut-être en un
autre lieu moins agréable que la Cambre et que n'aurait été Tervuren.
Mais "de wet is de wet" et "de Grondwet is de Grondwet"!
Momenteel onderzoeken wij het
antwoord van de VCT.
Om de veiligheid van de huidige
gebouwen van het NGI te
waarborgen, zijn grote
werkzaamheden vereist. Daarom
heb ik voorgesteld het Instituut
naar Tervuren te verhuizen. Maar
ik wil die oplossing niet opdringen
wanneer ze al te grote politieke
verwikkelingen en taalproblemen
veroorzaakt.
Ik zal het NGI vragen andere
oplossingen voor te stellen om de
veiligheid te vergroten zonder het
budget te overschrijden. Een
verhuis naar de Financietoren zou
eveneens kunnen worden
overwogen.
02.04 Marie Nagy (ECOLO): Monsieur le président, je pense que
nous avançons. Même si la réponse est elliptique, il s'agit de la lire
entre les lignes et elle devient assez claire!
Monsieur le ministre, vous lancez donc un appel. Tout le monde est
d'accord pour prendre en considération les problèmes à la fois
financiers, de réaménagement du site, etc., mais ce n'est pas la
question! Je suis toute prête à chercher avec vous, à vous apporter
mon soutien.
Je suis quand même rassurée sur le fait que vous n'envisagez plus le
déménagement vers une région unilingue comme la seule option:
voilà pourquoi je dis que nous avançons!
Pour le reste, il convient d'examiner les sites possibles, les coûts de la
rénovation. Je suppose que, du côté de la Région bruxelloise, on se
penchera sur le sort du site qui a une valeur patrimoniale importante,
mais ce n'est pas dans nos compétences ici.
02.04 Marie Nagy (ECOLO): Er
wordt vooruitgang geboekt, zelfs al
is uw antwoord elliptisch en moet
men tussen de regels door lezen.
U doet een oproep, maar iedereen
gaat akkoord om met de financiële
problemen, de herinrichting van de
site, enz. rekening te houden. Dat
is het probleem niet.
Ik ben gerustgesteld over het feit
dat de verhuizing naar een
eentalige streek niet langer als de
enige optie wordt beschouwd. Er
moet worden nagegaan welke
plekken in aanmerking komen. Ik
veronderstel dat het Brussels
Gewest de site zal bestuderen,
CRIV 51
COM 893
15/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
29
Pour ce qui concernait la problématique linguistique, j'étais très
préoccupée et j'espère donc que nous suivrons la piste que vous
semblez avancer: rester dans la région bilingue de Bruxelles-Capitale,
ce qui me paraît la meilleure solution.
aangezien de patrimoniale waarde
ervan aanzienlijk is. In het
Brussels Gewest blijven, waar de
tweetaligheid verzekerd wordt, is
de beste keuze.
Le président: La commission n'a certainement pas l'intention de faire le tour de tous les sites possibles en
Région bruxelloise. Nous n'en avons pas le temps.
Les débats se poursuivront lorsqu'un nouvel élément apparaîtra.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan de minister van Landsverdediging over "de
bestemming van de leegstaande legerkazernes in het algemeen en die van Poelkapelle in het
bijzonder" (nr. 10265)
03 Question de Mme Sabien Lahaye-Battheu au ministre de la Défense sur "la destination des
casernes militaires désaffectées en général et de celle de Poelkapelle en particulier" (n° 10265)
03.01 Sabien Lahaye-Battheu (VLD): Mijnheer de minister, ik
koppel terug naar een vraag die ik gesteld heb aan uw collega,
minister Onkelinx, in verband met leegstaande kazernes. Minister
Onkelinx heeft mij gezegd dat zij bij haar zoektocht naar
inplantingmogelijkheden voor een nieuw opvangcentrum voor primaire
delinquenten, op basis van informatie die verstrekt was door uw
ministerie, heeft laten nagaan welke leegstaande kazernes eventueel
in aanmerking komen voor Justitie.
Ten eerste had ik had van u graag geweten hoeveel en welke militaire
sites vandaag in onbruik zijn en in aanmerking zouden kunnen komen
voor een andere bestemming.
Ten tweede, bent u aan het zoeken naar nieuwe bestemmingen voor
die gebouwen en welke bestemmingen zouden dat dan kunnen zijn?
Ten derde, heel concreet, wat zijn de plannen van Landsverdediging
met de kazerne van Langemark-Poelkapelle in mijn streek, die al
enige tijd leeg staat?
03.01 Sabien Lahaye-Battheu
(VLD): Le SPF Justice examine si
une caserne désaffectée peut être
utilisée pour l'implantation d'un
nouveau centre d'accueil pour
délinquants primaires. Combien de
domaines militaires et lesquels
sont-ils aujourd'hui désaffectés et
entrent donc en ligne de compte
pour une autre affectation? Le
ministre recherche-t-il activement
une autre destination pour les
bâtiments désaffectés? Quels sont
les projets du département de la
Défense en ce qui concerne
Poelkapelle?
03.02 Minister André Flahaut: Verspreid over het nationale
grondgebied bevinden er zich talloze militaire domeinen die niet meer
gebruikt worden door Defensie. Dergelijke sites worden systematisch
overgedragen aan de FOD Financiën voor vervreemding. In bijlage
vindt u een, overigens lange, lijst van die domeinen.
Defensie voert een actief beleid bij de vervreemding, maar is
tegelijkertijd ook afhankelijk van de nieuwe stedenbouwkundige
bestemming die aan de voormalige militaire domeinen wordt gegeven
door de gewesten. Daarnaast is Defensie nauw betrokken bij de
afhandeling van de verkoopdossiers waarbij instanties met
bevoegdheid tot onteigening gewest, gemeente, intercommunale
hun interesse laten blijken voor de verwerving van bepaalde sites.
De kazerne Kapitein de Wouters zal ook worden overgedragen aan
de FOD Financiën voor verkoop. Defensie is nog bezig het
vervreemdingsdossier af te ronden.
03.02 André Flahaut, ministre:
De nombreux domaines ne sont
plus utilisés par le département de
la Défense. Ils sont
systématiquement transférés au
SPF Finances en vue de leur
cession. J'en fournirai une liste à
l'auteur de la question.
Le département de la Défense
mène une politique active dans le
cadre des cessions mais dépend
évidemment de la nouvelle
affectation urbanistique conférée à
ces domaines par les Régions. Le
département est également
associé aux dossiers de vente
dans le cadre desquels des
15/03/2006
CRIV 51
COM 893
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
30
instances investies du pouvoir
d'expropriation ont manifesté un
intérêt.
La caserne De Wouters à
Poelkapelle sera également
transférée pour vente au
département des Finances. Le
département de la Défense finalise
actuellement le dossier de
cession.
03.03 Sabien Lahaye-Battheu (VLD): Mijnheer de minister, ik heb
een korte repliek. De laatste vraag die ik gesteld heb, mijnheer de
minister, is volgens mij niet beantwoord. Wat is de stand van zaken
met de leegstaande kazerne Langemark-Poelkapelle? Wat zijn de
plannen daarvoor?
03.03 Sabien Lahaye-Battheu
(VLD): Je n'ai en fait pas obtenu
de réponse à ma question
concernant le site de Langemark-
Poelkapelle.
03.04 André Flahaut, ministre: Non, je parle ici de la caserne
Capitaine De Wouters!
En ce qui concerne le site de Langemark-Poelkapelle, j'en ai besoin
pour le démantèlement des munitions! Où avez-vous pris
connaissance de cela?
03.04 Minister André Flahaut:
Neen, ik heb het over de kazerne
Kapitein de Wouters. Langemark-
Poelkapelle heb ik nodig voor de
ontmanteling van munitie.
03.05 Sabien Lahaye-Battheu (VLD): De kazerne staat alleszins
voor een stuk leeg!
03.06 André Flahaut, ministre: Non! Le démantèlement des
munitions est prévu à Poelkapelle. J'ai besoin de ce site!
Le président: Monsieur le ministre, pourriez-vous demander à vos
services de vérifier les éléments relatifs à la dernière question et de
les communiquer directement à Mme Lahaye, afin de l'éclairer plus
exactement sur la situation?
De voorzitter: De minister zal de
nodige inlichtingen inwinnen en zal
u in voorkomend geval meer uitleg
verschaffen over het laatste punt.
03.07 André Flahaut, ministre: D'accord, monsieur le président!
03.08 Sabien Lahaye-Battheu (VLD): Kan ik de lijst waarvan sprake
ook krijgen? Bedankt.
03.08 Sabien Lahaye-Battheu
(VLD): Je souhaiterais obtenir la
liste dont il est question.
Le président: La liste est disponible dans toutes les bonnes librairies et en commission! M. le ministre vous
éclairera sur le dernier point le cas échéant.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van mevrouw Ingrid Meeus aan de minister van Landsverdediging over "het kwartier
Westakkers" (nr. 10573)
04 Question de Mme Ingrid Meeus au ministre de la Défense sur "le quartier Westakkers" (n° 10573)
04.01 Ingrid Meeus (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, mijn vraag gaat ook over een leegstaand gebouw, namelijk
de vroegere mess van het kwartier Westakkers, die al sinds mei 2003
leegstaat. Het was gepland om die te verkopen. Vandaar dat ik eens
vraag naar een stand van zaken. Ondertussen staat het al twee jaar
leeg en dat komt het gebouw uiteindelijk niet ten goede. Het is een
04.01 Ingrid Meeus (VLD):
L'ancien mess du quartier
Westakkers à Nieuwkerken-Waas
est inoccupé depuis 2003. Une
inoccupation de longue durée n'est
évidemment pas bénéfique pour le
CRIV 51
COM 893
15/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
31
mooi gebouw, maar als het nog vijf jaar leegstaat ik denk niet dat
het de schuld is van Landsverdediging is gaan we er natuurlijk hoe
langer hoe minder geld voor krijgen.
Vandaar mijn vraag naar een stand van zaken.
Waar staat dit dossier op dit ogenblik?
Is het gebouw reeds verkocht? Ik denk het nog niet. Zo ja, aan wie?
Hoe ver staat het met de verkoop? Wanneer is de verkoop gepland?
Weet u eventueel ook welke bestemming dit domein zou krijgen?
Wordt het bouwgrond of industriegrond? Wat is de toekomst van dit
domein en van deze mess, het Kasteeltje genoemd?
bâtiment. Où en est ce dossier?
Le comité d'acquisition s'en est-il
déjà saisi? Ce bâtiment a-t-il déjà
été vendu? Quelle affectation le
domaine recevra-t-il?
04.02 Minister André Flahaut: Het militaire domein Kasteel Sint-
Maarten te Sint-Niklaas werd op 11 maart 2004 overgedragen aan het
tweede comité tot aankoop van onroerende goederen te Gent met het
oog op vervreemding. Het goed is nog niet verkocht. De
verkoopprocedure is opgeschort in afwachting van de toekenning van
een nieuwe stedenbouwkundige bestemming aan het domein. Deze
bestemmingswijziging behoort niet tot de bevoegdheid van mijn
departement. De stad Sint-Niklaas zal de bestemming wijzigen via
een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
04.02 André Flahaut, ministre:
Le domaine militaire concerné a
été confié au deuxième comité
d'acquisition de Gand en vue de
son aliénation en date du 11 mars
2004. Il n'a pas encore été vendu.
La procédure a été suspendue en
attendant la délivrance d'un
nouveau permis d'urbanisme. Il
appartient à la ville de Sint-Niklaas
de donner une nouvelle affectation
à ce domaine par le biais d'un plan
d'aménagement communal.
Croyez bien que tout cela m'ennuie. En effet, je n'ai pas envie de
garder tous ces biens qui ne servent plus au département de la
Défense.
En dat vind ik vervelend,
aangezien ik die panden, die
Landsverdediging niet langer van
nut zijn, niet wens te behouden.
04.03 Ingrid Meeus (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik zal er bij de stad Sint-Niklaas op aandringen om zo snel
mogelijk een bestemming te geven aan dit domein zodat het verkocht
kan worden.
04.03 Ingrid Meeus (VLD): Je
demanderai instamment aux
autorités de la Ville de prendre le
plus vite possible une décision.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
La réunion publique de commission est levée à 12.37 heures.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 12.37 uur.