CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 891
CRIV 51 COM 891
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DES
F
INANCES ET DU
B
UDGET
C
OMMISSIE VOOR DE
F
INANCIËN EN DE
B
EGROTING
mercredi
woensdag
15-03-2006
15-03-2006
Matin
Voormiddag
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu inté-
gral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit des
interventions ; les annexes se trouvent dans une brochure
séparée (PLEN: couverture blanche; COM: couverture
saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken; de
bijlagen zijn in een aparte brochure opgenomen
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
Plenum
COM
réunion de commission
COM
Commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 891
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i
SOMMAIRE
INHOUD
Question de Mme Nahima Lanjri au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur
"l'augmentation de la réduction d'impôt dans le
cadre de l'action positive des grandes villes"
(n° 10618)
1
Vraag van mevrouw Nahima Lanjri aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over "de
verhoging van de belastingvermindering in het
kader van het positief grootstedelijk beleid"
(nr. 10618)
1
Orateurs: Nahima Lanjri, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances,
Hendrik Bogaert
Sprekers: Nahima Lanjri, Didier Reynders,
vice-eerste minister en minister van Financiën,
Hendrik Bogaert
Question de M. Servais Verherstraeten au vice-
premier ministre et ministre des Finances sur
"l'absence de cabines d'interprétation au palais de
justice d'Anvers" (n° 10627)
3
Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de
vice-eerste minister en minister van Financiën
over "het ontbreken van tolkencabines in het
justitiepaleis van Antwerpen" (nr. 10627)
3
Orateurs: Servais Verherstraeten, Didier
Reynders, vice-premier ministre et ministre
des Finances
Sprekers: Servais Verherstraeten, Didier
Reynders, vice-eerste minister en minister
van Financiën
Question de M. Servais Verherstraeten au vice-
premier ministre et ministre des Finances sur "le
déménagement de fonctionnaires de la tour des
finances" (n° 10631)
4
Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de
vice-eerste minister en minister van Financiën
over "de verhuis van ambtenaren uit de
financietoren" (nr. 10631)
4
Orateurs: Servais Verherstraeten, Didier
Reynders, vice-premier ministre et ministre
des Finances, Luk Van Biesen
Sprekers: Servais Verherstraeten, Didier
Reynders, vice-eerste minister en minister
van Financiën, Luk Van Biesen
Question de Mme Marleen Govaerts au vice-
premier ministre et ministre des Finances sur "la
régularisation fiscale" (n° 10699)
7
Vraag van mevrouw Marleen Govaerts aan de
vice-eerste minister en minister van Financiën
over "de fiscale regularisatie" (nr. 10699)
7
Orateurs:
Marleen Govaerts, Didier
Reynders, vice-premier ministre et ministre
des Finances
Sprekers:
Marleen Govaerts, Didier
Reynders, vice-eerste minister en minister
van Financiën
Question de M. Servais Verherstraeten au vice-
premier ministre et ministre des Finances sur "la
construction et la vente du palais de Justice
d'Anvers" (n° 10777)
9
Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de
vice-eerste minister en minister van Financiën
over "de bouw en de verkoop van het justitiepaleis
van Antwerpen" (nr. 10777)
8
Orateurs: Servais Verherstraeten, Didier
Reynders, vice-premier ministre et ministre
des Finances
Sprekers: Servais Verherstraeten, Didier
Reynders, vice-eerste minister en minister
van Financiën
Question de M. Servais Verherstraeten au vice-
premier ministre et ministre des Finances sur "les
travaux de restauration du tribunal de police de
Turnhout" (n° 10778)
11
Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de
vice-eerste minister en minister van Financiën
over "de restauratiewerken aan de
politierechtbank in Turnhout" (nr. 10778)
11
Orateurs: Servais Verherstraeten, Didier
Reynders, vice-premier ministre et ministre
des Finances
Sprekers: Servais Verherstraeten, Didier
Reynders, vice-eerste minister en minister
van Financiën
Question de M. Hendrik Bogaert au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "la remise
sur la facture de gaz" (n° 10831)
12
Vraag van de heer Hendrik Bogaert aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over "de
korting op de gasfactuur" (nr. 10831)
12
Orateurs: Hendrik Bogaert, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
Sprekers:
Hendrik Bogaert, Didier
Reynders, vice-eerste minister en minister
van Financiën
Question de M. Hendrik Bogaert au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "le coût réel
de la réduction sur les factures de mazout"
(n° 10832)
18
Vraag van de heer Hendrik Bogaert aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over "de
reële kostprijs van de stookoliekorting" (nr. 10832)
18
Orateurs: Hendrik Bogaert, Didier Reynders,
Sprekers:
Hendrik Bogaert, Didier
15/03/2006
CRIV 51
COM 891
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
vice-premier ministre et ministre des Finances
Reynders, vice-eerste minister en minister
van Financiën
Question de M. Hendrik Bogaert au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "les recettes
fiscales supplémentaires" (n° 10833)
19
Vraag van de heer Hendrik Bogaert aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over
"extra belastingontvangsten" (nr. 10833)
19
Orateurs: Hendrik Bogaert, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
Sprekers:
Hendrik Bogaert, Didier
Reynders, vice-eerste minister en minister
van Financiën
Question de M. Hendrik Bogaert au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "la
réorganisation du secteur de l'eau" (n° 10735)
20
Vraag van de heer Hendrik Bogaert aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over "de
reorganisatie van de watersector" (nr. 10735)
20
Orateurs: Hendrik Bogaert, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
Sprekers:
Hendrik Bogaert, Didier
Reynders, vice-eerste minister en minister
van Financiën
Interpellation de M. Hendrik Bogaert au vice-
premier ministre et ministre des Finances sur "le
contrôle budgétaire 2006" (n° 819)
21
Interpellatie van de heer Hendrik Bogaert tot de
vice-eerste minister en minister van Financiën
over "de begrotingscontrole 2006" (nr. 819)
21
Orateurs: Hendrik Bogaert, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances,
Melchior Wathelet, président du groupe cdH,
Jacques Chabot
Sprekers:
Hendrik Bogaert, Didier
Reynders, vice-eerste minister en minister
van Financiën, Melchior Wathelet, voorzitter
van de cdH-fractie, Jacques Chabot
Question de M. Melchior Wathelet au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "la
conformité de la limitation de la déduction des
revenus définitivement taxés au bénéfice
imposable à la directive 90/435/CEE" (n° 10840)
24
Vraag van de heer Melchior Wathelet aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over "de
vraag of de beperking van de aftrek van de
definitief belaste inkomsten tot de belastbare
winst wel in overeenstemming is met de Europese
richtlijn 90/435/EEG" (nr. 10840)
24
Orateurs: Melchior Wathelet, président du
groupe cdH, Didier Reynders, vice-premier
ministre et ministre des Finances
Sprekers: Melchior Wathelet, voorzitter van
de cdH-fractie, Didier Reynders, vice-eerste
minister en minister van Financiën
Question de M. Jacques Chabot au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "l'option à
effectuer pour l'année du décès d'un des conjoints
ou d'un des cohabitants légaux" (n° 10704)
25
Vraag van de heer Jacques Chabot aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over "de
keuze die moet worden gemaakt in het jaar van
het overlijden van een van de partners of van een
van de wettelijk samenwonenden" (nr. 10704)
25
Orateurs: Jacques Chabot, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
Sprekers: Jacques Chabot, Didier Reynders,
vice-eerste minister en minister van Financiën
Question de M. Jacques Chabot au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "la position
administrative relative aux déplacements
domicile/lieu de travail" (n° 10705)
27
Vraag van de heer Jacques Chabot aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over
"het administratief standpunt over het woon-
werkverkeer" (nr. 10705)
27
Orateurs: Jacques Chabot, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
Sprekers: Jacques Chabot, Didier Reynders,
vice-eerste minister en minister van Financiën
Question de M. Jacques Chabot au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "la nécessité
d'une coordination fiscale européenne en matière
d'imposition des bénéfices" (n° 10706)
29
Vraag van de heer Jacques Chabot aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over "de
noodzaak van een Europese fiscale coördinatie
inzake het belasten van bedrijfswinsten"
(nr. 10706)
29
Orateurs: Jacques Chabot, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
Sprekers: Jacques Chabot, Didier Reynders,
vice-eerste minister en minister van Financiën
Question de M. Jacques Chabot au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "les frais de
déplacement du domicile au lieu de travail pour
les membres du personnel des SPF et leur aspect
fiscal" (n° 10707)
32
Vraag van de heer Jacques Chabot aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over "de
reiskosten van de woonplaats naar de plaats van
tewerkstelling voor de personeelsleden van de
FOD's en het fiscaal aspect ervan" (nr. 10707)
32
CRIV 51
COM 891
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
iii
Orateurs: Jacques Chabot, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
Sprekers: Jacques Chabot, Didier Reynders,
vice-eerste minister en minister van Financiën
Question de M. Bart Tommelein au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "les effets
négatifs sur les revenus des travailleurs frontaliers
belges aux Pays-Bas de la convention préventive
de la double imposition" (n° 10821)
34
Vraag van de heer Bart Tommelein aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over "de
negatieve inkomenseffecten voor Belgische
grensarbeiders in Nederland als gevolg van het
dubbelbelastingverdrag" (nr. 10821)
34
Orateurs: Bart Tommelein, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
Sprekers: Bart Tommelein, Didier Reynders,
vice-eerste minister en minister van Financiën
Question de M. Bart Tommelein au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "la
publication de la déclaration en matière d'impôts
des personnes physiques pour l'exercice
d'imposition 2006" (n° 10823)
35
Vraag van de heer Bart Tommelein aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over "de
publicatie van de aangifte in de personenbelasting
voor het aanslagjaar 2006" (nr. 10823)
35
Orateurs: Bart Tommelein, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
Sprekers: Bart Tommelein, Didier Reynders,
vice-eerste minister en minister van Financiën
Questions jointes de
36
Samengevoegde vragen van
36
- M. Carl Devlies au vice-premier ministre et
ministre des Finances sur "le rapport de la Cour
des comptes relatif à l'organisation de la direction
nationale de recherche de l'AFER" (n° 10653)
36
- de heer Carl Devlies aan de vice-eerste minister
en minister van Financiën over "het rapport van
het Rekenhof over de organisatie van de
Nationale Opsporingsdirectie van de AOIF"
(nr. 10653)
36
- M. Luk Van Biesen au vice-premier ministre et
ministre des Finances sur "l'organisation de
l'Administration de la fiscalité des entreprises et
des revenus" (n° 10678)
37
- de heer Luk Van Biesen aan de vice-eerste
minister en minister van Financiën over "de
organisatie van de Administratie van de
ondernemings- en inkomensfiscaliteit" (nr. 10678)
36
Orateurs: Carl Devlies, Luk Van Biesen,
Didier Reynders, vice-premier ministre et
ministre des Finances
Sprekers: Carl Devlies, Luk Van Biesen,
Didier Reynders, vice-eerste minister en
minister van Financiën
Question de Mme Trees Pieters au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "la
restitution d'accises par les distributeurs de
combustibles pour les livraisons aux utilisateurs
finaux qui bénéficient d'une exonération partielle
ou totale d'accises" (n° 10766)
42
Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over "de
teruggave van
accijnzen door
brandstofhandelaars voor leveringen aan
eindgebruikers die recht hebben op een
gedeeltelijke of gehele vrijstelling van accijnzen"
(nr. 10766)
42
Orateurs: Trees Pieters, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
Sprekers: Trees Pieters, Didier Reynders,
vice-eerste minister en minister van Financiën
Question de M. Carl Devlies au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "les activités
de contrôle électronique du centre de contrôle
Bruxelles 4" (n° 10679)
45
Vraag van de heer Carl Devlies aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over "de
elektronische controlewerkzaamheden van het
controlecentrum Brussel 4" (nr. 10679)
45
Orateurs: Carl Devlies, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
Sprekers: Carl Devlies, Didier Reynders,
vice-eerste minister en minister van Financiën
Question de M. Benoît Drèze au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "le montant
forfaitaire de frais professionnels déductible des
rémunérations octroyées aux bourgmestres,
échevins et présidents de CPAS" (n° 10756)
47
Vraag van de heer Benoît Drèze aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over
"het forfaitair bedrag van de aftrekbare
beroepskosten voor burgemeesters, schepenen
en OCMW-voorzitters" (nr. 10756)
48
Orateurs: Benoît Drèze, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
Sprekers: Benoît Drèze, Didier Reynders,
vice-eerste minister en minister van Financiën
Question de M. Benoît Drèze au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur
"l'enrôlement et la perception des additionnels
communaux par le SPF Finances" (n° 10828)
50
Vraag van de heer Benoît Drèze aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over "de
inkohiering en de inning van de gemeentelijke
opcentiemen door de FOD Financiën" (nr. 10828)
50
Orateurs: Benoît Drèze, Didier Reynders,
Sprekers: Benoît Drèze, Didier Reynders,
15/03/2006
CRIV 51
COM 891
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
iv
vice-premier ministre et ministre des Finances
vice-eerste minister en minister van Financiën
Questions jointes de
53
Samengevoegde vragen van
53
- M. Hendrik Bogaert au vice-premier ministre et
ministre des Finances sur "les réformes fiscales
annoncées" (n° 10830)
53
- de heer Hendrik Bogaert aan de vice-eerste
minister en minister van Financiën over "de
aangekondigde fiscale hervormingen" (nr. 10830)
53
- M. Carl Devlies au vice-premier ministre et
ministre des Finances sur "les projets relatifs à
une deuxième réforme fiscale" (n° 10846)
53
- de heer Carl Devlies aan de vice-eerste minister
en minister van Financiën over "de plannen voor
een tweede belastinghervorming" (nr. 10846)
53
Orateurs: Hendrik Bogaert, Carl Devlies,
Didier Reynders, vice-premier ministre et
ministre des Finances
Sprekers: Hendrik Bogaert, Carl Devlies,
Didier Reynders, vice-eerste minister en
minister van Financiën
CRIV 51
COM 891
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DES FINANCES ET
DU BUDGET
COMMISSIE VOOR DE FINANCIËN
EN DE BEGROTING
du
MERCREDI
15
MARS
2006
Matin
______
van
WOENSDAG
15
MAART
2006
Voormiddag
______
De vergadering wordt geopend om 10.06 uur door de heer Bart Tommelein, voorzitter.
La séance est ouverte à 10.06 heures par M. Bart Tommelein, président.
01 Vraag van mevrouw Nahima Lanjri aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de
verhoging van de belastingvermindering in het kader van het positief grootstedelijk beleid" (nr. 10618)
01 Question de Mme Nahima Lanjri au vice-premier ministre et ministre des Finances sur
"l'augmentation de la réduction d'impôt dans le cadre de l'action positive des grandes villes"
(n° 10618)
01.01 Nahima Lanjri (CD&V): Mijnheer de minister, er bestaan op dit
ogenblik maatregelen voor de gebieden voor positief grootstedelijk
beleid in een vijftiental steden in België. Binnen die steden is een
aantal gebieden afgebakend waar twee maatregelen van toepassing
zijn die zijn ook vastgelegd in het Wetboek van
Inkomstenbelastingen 1992 in het raam van renovaties,
vernieuwingswerken.
Die twee concrete maatregelen omvatten ten eerste, een bevriezing
voor vijf jaar van de herschatting van het kadastraal inkomen nadat
men renovaties heeft gedaan aan onroerende goederen, huizen dus,
die gelegen zijn in die gebieden voor positief grootstedelijk beleid; en
daarnaast ten tweede, een belastingvermindering die men kan
inbrengen, ten belope van maximaal 15% van de gedane uitgaven,
met een maximum van 500 euro, geïndexeerd betekent dat, voor het
aanslagjaar 2007, 640 euro.
Op de Ministerraad ik heb die teksten teruggevonden heeft men
gezegd: wij gaan die belastingvermindering verhogen; wij gaan ze
verdubbelen van 610 euro naar 1.220 euro. Dat is goedgekeurd op de
Ministerraad van 22 maart 2004, en dat was op zich een positieve
maatregel.
Het bedrag werd dus verdubbeld. In dat geval wordt het interessant,
want dan kan men van de totale kostprijs van de werken, inclusief
BTW, als die ligt tussen 2.500 euro en 3.200 euro, een aardig bedrag
aftrekken.
Tot heden blijkt echter ik heb er onder meer de website op
nagekeken en wij hebben ook met de diensten gebeld en wij hebben
het natuurlijk vernomen van mensen die op die belastingvermindering
zaten te wachten en die naar aanleiding van de beslissing van de
Ministerraad meer kosten hebben gedaan omdat zij dachten dat zij
meer zouden terugtrekken dat die beslissing, die twee jaar geleden
genomen is, niet omgezet is in de praktijk.
01.01 Nahima Lanjri (CD&V):
Une quinzaine de villes belges ont
délimité des zones dans le cadre
de l'action positive des grandes
villes. Des mesures seront prises
telles que visées dans le Code des
impôts sur les revenus 1992.
Dans ces zones, l'évaluation du
revenu cadastral est gelée
pendant les cinq années qui
suivent l'exécution de travaux de
rénovation. En outre, une
réduction d'impôt de maximum
15% des dépenses, ou 500 euros,
est accordée. Le Conseil des
ministres du 22 mars 2004 a
décidé de porter ce plafond à
1 220 euros. Cette décision n'a
cependant pas encore été
exécutée.
Pourquoi la décision n'a-t-elle pas
encore été exécutée et que fera le
ministre pour les personnes qui
avaient compté sur cette réduction
d'impôt et qui ont procédé dans
l'intervalle à des travaux de
rénovation?
15/03/2006
CRIV 51
COM 891
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
Mijn vraag is dus, mijnheer de minister, hoe komt het dat die
belastingvermindering, waartoe beslist is in maart 2004, en die
eigenlijk al van toepassing moest zijn vorig jaar, er niet is
doorgekomen? Wat gaat u daar nu aan doen? Wat gaat u doen voor
de mensen die daarop gerekend hadden? Het was een beslissing die
genomen was voor de jaren 2005, 2006 en 2007. Die beslissing was
genomen maar zij is blijkbaar niet uitgevoerd.
01.02 Minister Didier Reynders: Mevrouw Lanjri, ik kan u bevestigen
dat het maximumbedrag van de in uw vraag beoogde
belastingvermindering voor uitgaven voor de vernieuwing van
woningen, gelegen in een zone van positief grootstedelijk beleid, door
artikel 42 van de programmawet van 9 juli 2004 werd verhoogd tot
1.000 euro, niet geïndexeerd bedrag. Artikel 43 van dezelfde
programmawet stelt dat de inwerkingtreding van die verhoging
evenwel valt op een datum, door de Koning te bepalen bij besluit,
vastgesteld na overleg in de Ministerraad. Dat besluit is tot heden niet
getroffen omdat de regering voorrang heeft gegeven aan een
gelijkaardige verhoging van het maximumbedrag van de
belastingvermindering voor energiebesparende uitgaven, zoals
bedoeld in artikel 145 van het Wetboek van Inkomstenbelastingen
1992.
Die laatste maatregel is overeenkomstig de artikelen 97 en 98 van de
programmawet van 27 december 2005 van toepassing vanaf het
aanslagjaar 2007 en geldt overigens voor een veel breder doelpubliek
dan de door u beoogde maatregel. Ik zal nog een voorstel aan de
Ministerraad doen voor een nieuw koninklijk besluit wat de toepassing
van artikel 42 van de programmawet van 9 juli 2004 betreft. Ik zal dat
doen tijdens de bespreking over de evolutie van de woningen in
België. U weet, wij moeten een aantal beslissingen nemen in dat
verband. Ik zal dan komen met die toepassing van de programmawet
van 2004.
Kortom, er was geen beslissing in de Ministerraad. Er is een wet. Wij
moeten naar een koninklijk besluit gaan om die toe te passen. Er is
geen probleem. Ik zal nog een voorstel op de tafel van de
Ministerraad leggen in dat verband.
01.02 Didier Reynders, ministre:
L'article 42 de la loi programme du
9 juillet 2004 a porté à 1 000 euros
la réduction d'impôt maximale
pour des travaux de rénovation
concernant des immeubles situés
dans des zones d'action positive
des grandes villes. L'arrêté royal
portant exécution de cet article n'a
toutefois pas encore été pris étant
donné que le gouvernement a
choisi de donner la priorité à
l'augmentation de la réduction
d'impôt pour les dépenses
destinées à économiser l'énergie.
Cette mesure concerne un groupe
cible plus large et est d'application
à partir de l'exercice d'imposition
2007, en vertu des articles 97 et
98 de la loi programme du 27
décembre 2005. Je proposerai au
Conseil des ministres d'élaborer
un arrêté royal portant exécution
de l'article 42 de la loi programme
du 9 juillet 2004 lorsqu'il y sera
question de l'évolution de l'habitat
en Belgique.
01.03 Nahima Lanjri (CD&V): Mijnheer de minister, ik hoor nu dat u
zegt: kijk, wat wij toen in Raversijde, in Oostende, hebben beslist, is
geen beslissing. Nochtans, ik kan ze tonen: die beslissingen liggen
hier voor mij, van de Ministerraad van 22 maart 2004, en ook de
positieve reacties daarop. Mijnheer de minister, u weet het, er waren
positieve reacties van onder meer de Vlaamse Confederatie Bouw.
Het is juist, wat u zegt: er zijn andere beslissingen genomen. Maar dat
neemt niet weg dat die beslissing, die specifiek bedoeld was om aan
de problematiek van de grootsteden tegemoet te komen, is genomen
en dat die uiteraard uitvoering moet kennen via een koninklijk besluit.
Dat is beloofd, maar dat is niet gebeurd. Dat stel ik vast.
Het is niet mijn beslissing. U zegt wel: "uw voorstel" maar het is niet
mijn voorstel. Uiteraard sta ik er achter maar het is een voorstel van
de regering, dat men blijkbaar in de vergeetput heeft gestoken.
Kortom, mijn vraag is: komt u vandaag vertellen dat wat er beloofd is
01.03 Nahima Lanjri (CD&V):
Les décisions du Conseil des
ministres du 22 mars 2004 ne sont
donc pas exécutées, alors qu'elles
avaient été favorablement
accueillies par la Fédération
flamande de la construction. Le
ministre a-t-il l'intention de choisir
les décisions du Conseil des
ministres qui seront exécutées et
celles qui ne le seront pas?
J'espère que la décision sera
exécutée rapidement et avec effet
rétroactif.
CRIV 51
COM 891
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
op de Ministerraad niets voorstelt, of dat het een menu was waarvan u
eventueel achteraf, à la carte, kunt uitkiezen wat u wel of niet uitvoert?
Dan meen ik dat wij volgende keer niets meer au sérieux kunnen
nemen van wat er op de Ministerraden beslist wordt, want u zegt nu
eigenlijk: wij hebben dat wel gezegd, maar wij hoeven dat niet uit te
voeren.
Ik hoop, mijnheer de minister, dat u toch nog, zoals u nu zegt, die
beslissing uitvoert, en met terugwerkende kracht.
Er zijn mensen...
De voorzitter: Het is geen interpellatie, mevrouw Lanjri. De minister wil antwoorden op uw repliek.
01.04 Hendrik Bogaert (CD&V): U zegt...
De voorzitter: Mijnheer Bogaert, als de regering het woord vraagt, krijgt zij het woord. Mevrouw Lanjri kan
haar repliek straks voortzetten.
01.05 Minister Didier Reynders: Zoals mevrouw Lanjri zei: er was
een beslissing in maart 2004. In juli 2004 volgde er een wet. Dat is
klaar en duidelijk. Wij hebben een koninklijk besluit nodig voor de
toepassing van die maatregel.
Mevrouw Lanjri, dat is de wet. Het is een beslissing van het
Parlement.
Ik heb gezegd dat wij een aantal beslissingen hebben genomen, zoals
een verlaging van de BTW naar 6% voor de renovatie van woningen
ouder dan vijf jaar. Wij hebben ook een aantal beslissingen genomen
inzake energiebesparende investeringen. Ik zal ook nog een koninklijk
besluit nemen voor de toepassing van artikel 42.
Er is dus geen contradictie tussen de beslissing van maart 2004 en de
wet van juli 2004. Dat is toch zeer klaar en duidelijk.
01.05 Didier Reynders, ministre:
La décision a été prise en mars
2004 et un texte de loi a été
élaboré en juillet 2004.
L'application de la mesure
nécessite un arrêté royal.
Des décisions ont été prises en ce
qui concerne la réduction de la
TVA pour les travaux de
rénovation de bâtiments de plus
de cinq ans et pour les
investissements économiseurs
d'énergie. Un arrêté royal sera
promulgué en vue de l'application
de l'article 42.
01.06 Nahima Lanjri (CD&V): Mijnheer de minister, u zegt dat er
geen tegenspraak is. Het was wel de bedoeling om het bedrag te
verdubbelen tot 1.220, geïndexeerd is dat 1.280. Dat is al een eerste
verschil dat ik vaststel. Een tweede verschil is de timing. U zegt dat op
de Ministerraad is beslist dat dit het jaar nadien in werking zou treden.
Vandaag is er nog steeds geen KB en is dit nog steeds niet van
toepassing. Het zijn jaren die verloren zijn. Voor mensen die in die
gebieden hebben geïnvesteerd, zijn er heel wat middelen, tot 4.000
euro, verloren gegaan. Die mensen hebben op die middelen gerekend
naar aanleiding van een beslissing van de ministers. De burgers in dit
land denken immers nog altijd dat als de minister of de regering zegt
dat zij iets zal doen zij daarop kunnen rekenen. Blijkbaar is dat niet
altijd het geval.
01.06 Nahima Lanjri (CD&V): Il y
a des différences entre la décision
qui a été prise et le texte final.
L'objectif consistait à doubler le
montant pour le porter à 1 220
euros. En outre, cette mesure
devait déjà être d'application mais
il n'y a toujours pas d'arrêté royal.
Les personnes qui ont déjà réalisé
des investissements sont ainsi
privées de moyens importants.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de vice-eerste minister en minister van Financiën
over "het ontbreken van tolkencabines in het justitiepaleis van Antwerpen" (nr. 10627)
02 Question de M. Servais Verherstraeten au vice-premier ministre et ministre des Finances sur
"l'absence de cabines d'interprétation au palais de justice d'Anvers" (n° 10627)
15/03/2006
CRIV 51
COM 891
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
02.01 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, de Belgische Kamer van Vertalers, Tolken, en
Filologen verzocht de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg
te Antwerpen in tolkcabines te voorzien in het justitiepaleis van
Antwerpen. Die zijn er nu niet. Blijkbaar zijn er in het nieuwe
justitiepaleis wat resonantieproblemen.
Mijnheer de minister, wanneer is de vraag aan de voorzitter van de
rechtbank van eerste aanleg gesteld? Wanneer is die aan de Regie
bezorgd? Is er negatief op geantwoord en wanneer? Wat is de reden
hiervoor? Wat is de kostprijs van zulke cabines? Is de intentie er om
mobiele tolkencabines aan te schaffen voor het justitiepaleis van
Antwerpen? Zo ja, wat is de kostprijs ervan? In hoeveel kunnen er
worden voorzien tegen wanneer? Bestaan er tolkencabines in andere
justitiepaleizen? Zo ja, waar en hoeveel?
02.01 Servais Verherstraeten
(CD&V): La Chambre belge des
traducteurs, interprètes et
philologues a demandé d'installer
des cabines d'interprétation au
palais de justice d'Anvers.
Quand cette demande a-t-elle été
soumise au président du tribunal
de première instance? Quand la
question a-t-elle été transmise à la
Régie des Bâtiments et quelle a
été sa réaction? Des cabines
mobiles d'interprétation sont-elles
prévues? Quel coût est-il estimé?
Combien de cabines sont-elles
utilisées dans d'autres palais de
justice?
02.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Verherstraeten, deze vraag over tolkencabines werd nooit onder
enige vorm gesteld aan de Regie der Gebouwen. Tijdens het hele
bouwproces van het nieuwe gebouw en ook tijdens de
overlegvergaderingen met Justitie, die elke veertien dagen
plaatsvonden, werd dit onderwerp niet aangesneden.
Het installeren van dergelijke voorzieningen zou trouwens veel verder
gaan dan alleen een cabine. Het houdt immers ook een heel
geluidssysteem in tussen de respectievelijke partijen en de tolken.
Op de vraag aan welke eisen het concept moet voldoen en waarin
wordt voorzien voor het publiek, het volgende. Het is niet duidelijk in
welk systeem moet worden voorzien als Justitie al aan de installatie
van iets dergelijks denkt. Het is niet gekend in welke en in hoeveel
zalen dergelijke installatie eventueel moet worden geplaatst, zodat het
onmogelijk is er een kostprijs op te plakken. Bovendien zou dit een
vast of een mobiel systeem kunnen zijn.
De Regie der Gebouwen neemt alleen de investeringen voor het
vaste systeem ten laste van haar begroting. De Regie kan alleen
optreden als er een concrete vraag is.
Gezien het feit dat de Regie nooit een dergelijke vraag heeft
ontvangen en dit het functioneren van Justitie betreft, verzoek ik u uw
vraag te richten aan de minister van Justitie. Dat is misschien de
beste oplossing.
02.02 Didier Reynders, ministre:
La Régie des Bâtiments n'a pas
reçu de demande d'installation de
cabines d'interprétation. Une telle
installation n'a été évoquée ni lors
de la construction, ni lors de
réunions de concertation.
L'installation de telles cabines
requiert également l'installation
d'un nouveau système audio.
On ne sait pas clairement quel
système doit être installé ni dans
combien de salles, de sorte qu'il
est difficile d'évaluer le coût de
l'installation. La Régie des
Bâtiments n'inclura dans son
budget que les investissements
relatifs au placement de cabines
permanentes et n'interviendra
qu'après le dépôt d'une demande
d'installation.
Il est préférable que M.
Verherstraeten pose sa question à
la ministre de la Justice.
02.03 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de minister, dat zal
ik bij deze doen. Ik had wel begrepen dat er in het Hof van Cassatie
mobiele cabines waren. Ik zal het aan de minister van Justitie vragen.
02.03 Servais Verherstraeten
(CD&V): Je m'adresserai à la
ministre de la Justice.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de vice-eerste minister en minister van Financiën
over "de verhuis van ambtenaren uit de financietoren" (nr. 10631)
03 Question de M. Servais Verherstraeten au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "le
déménagement de fonctionnaires de la tour des finances" (n° 10631)
CRIV 51
COM 891
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
03.01 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, u weet dat ik een paar weken geleden de vraag
bij wijze van spreken fout had opgesteld. Daarom komt ze terug. Het
gaat over de verhuis uit de Financietoren van de ambtenaren. Mijn
vraag gaat over de kostprijs hiervan.
In welk budget werd aanvankelijk voorzien?
Over hoeveel ambtenaren gaat het?
Is dat budget gebaseerd op een voorafgaande studie? Zo ja, aan wie
werd deze opdracht gegund en volgens welke
aanbestedingsprocedure? Wat is de kostprijs van de studie? In welke
geraamde verhuiskost voorzag die studie? Werd er aangaande deze
verhuiskost ook een raming uitgevoerd door de Regie der
Gebouwen? Zo ja, in welk bedrag werd er dan voorzien?
Hoeveel bedroeg de uiteindelijke verhuiskost? Waaruit is deze
samengesteld? Wijkt deze af van de ramingen? Zo ja, wat is de
oorzaak daarvan?
Werd de uiteindelijke verhuiskost getoetst aan de geldende prijs op
de markt of aan eerdere verhuisoperaties van de overheid? Zo ja, hoe
deed men dit?
Mijnheer de minister, welke conclusies trekt u uit de kostprijzen met
betrekking tot verhuizingen?
03.01 Servais Verherstraeten
(CD&V): Quel budget était-il
initialement prévu pour le
déménagement de fonctionnaires
de la Tour des Finances?
Combien de fonctionnaires sont-ils
concernés?
L'estimation du
budget était-elle fondée sur une
étude? Qui a été chargé de cette
étude et quelle procédure
d'adjudication a-t-elle été suivie?
Combien l'étude a-t-elle coûté? De
quels frais de déménagement
était-il question dans l'étude? La
Régie des Bâtiments a-t-elle
également procédé à une
estimation? Qu'en est-il finalement
des frais de déménagement
définitifs et comment sont-ils
ventilés? Le coût est-il différent
des estimations? Comment le
ministre l'explique-t-il? Les frais de
déménagement définitifs ont-ils
été examinés en fonction des prix
actuels du marché ou d'opérations
de déménagement antérieures?
Quelles sont les conclusions du
ministre en ce qui concerne ces
frais?
03.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Verherstraeten, het zijn 14 vragen. Ik zal proberen om een kort
antwoord te geven op alle vragen.
Voor de verhuis van de diensten van de FOD Financiën, die voordien
in de Financietoren of in andere Brusselse vestigingen waren
gehuisvest, waren voor de FOD Financiën twee categorieën van
budget vereist.
Ten eerste was er het budget voor deelname in de eerste
inrichtingswerken in gehuurde gebouwen. In het vastgoedcomplex
North Galaxy ging het over de inrichting van een lokaal van een
restaurant en een informaticazaal van 3000 m². De FOD Financiën
nam voor specifieke inrichtingswerken een bedrag van 5.209.679
euro ten laste.
In het vastgoedcomplex Diamond Boart: inrichting van een
geïnformatiseerde drukkerij en inrichting van een klassieke drukkerij.
Het op 3 miljoen euro geraamde budget als aandeel van de FOD
Financiën, werd betaald uit het verhuiskrediet en gestort op een
rekening van de Regie der Gebouwen. De werken zijn nog niet
voltooid.
De inrichtingskosten van de gebouwen, volgens de behoeften van het
departement, zijn geraamd door de verschillende betrokkenen zoals
de Regie der Gebouwen, de bouwpromotor en de FOD Financiën die
zich hiervoor liet bijstaan door een extern bureau gespecialiseerd in
03.02 Didier Reynders, ministre:
Je m'efforcerai de répondre
brièvement aux quatorze
questions. Le déménagement des
services du SPF Finances a exigé
de distinguer deux catégories
budgétaires. Tout d'abord, il y
avait le budget relatif à la
participation aux premiers travaux
d'aménagement dans les
bâtiments loués. Dans le bâtiment
North Galaxy, un restaurant et une
salle informatique ont été
aménagés. Le SPF Finances a
financé la somme de
5 209 679 euros pour des travaux
d'aménagement spécifiques.
Une imprimerie informatisée et
une imprimerie classique sont
aménagées dans le complexe
immobilier Diamond Boart. Les
travaux ne sont pas encore
achevés. Le budget, estimé à trois
millions, a été financé par le crédit
«déménagement » et versé sur un
compte de la Régie des
15/03/2006
CRIV 51
COM 891
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
de verschillende verrichte werken, met name de NV DTZ Consulting.
Dit extern kantoor heeft ons geholpen om de noden van het
departement zo precies mogelijk te bepalen. Het werd geselecteerd
op basis van een onderhandelingsprocedure na beslissing van de
Ministerraad.
Voor de aanvankelijke opdracht, contract 1, was de som van 435.818
euro vereist. Voor de huur van de rest van het gebouw, aanhangsel 1,
moest de opdracht worden uitgebreid volgens de regels aangaande
overheidsopdrachten. De kostprijs van deze tweede opdracht bedroeg
217.904,06 euro. Deze studie heeft zich er niet toe beperkt de noden
van het departement te bepalen, maar heeft ook de macro-inplanting
van de diensten en administraties uitgewerkt die hun intrek in de
North Galaxy moeten nemen, alsook deelgenomen aan de opmaak
van de verschillende bestekken en aan de keuring van de ter
beschikking gestelde ruimtes met inachtneming van de geldende
normen.
Ten tweede, een budget voor de verschillende verhuisoperaties, de
aankoop van duurzame goederen voor de noden van de dienst en de
betaling van enkele dubbel beheerskosten. De verschillende
bestekken voor deze grote verhuisbeweging hebben tot een bedrag
van 29.990.416,11 euro aan uitgaven geleid. Deze uitgaven werden
gedekt door een interdepartementaal krediet waarvan in 15 miljoen
euro werd voorzien voor de verhuizing van de FOD Financiën en door
een begrotingsenveloppe van 29 miljoen euro, een zogenaamd
moderniseringskrediet, waarin werd voorzien om onder meer de
verhuiskosten op te vangen.
Dit betreft onder andere de werkzaamheden voor het verhuizen van
het personeel en het datacenter, de aankoop van nieuw meubilair
voor de ambtenaren, de aankoop van rekken, de aankoop van nieuw
meubilair voor de departementale bibliotheek, de micro-inplanting van
medewerkers in de North Galaxy, de aankoop van drukmachines, de
aankoop van keukenmateriaal en van materiaal voor de zaal van het
bedrijfsrestaurant, de installatie van informatica en telefonie, de
kosten van interne communicatie aan de ambtenaren, de verhuis van
het computermaterieel, enzovoort.
Ook enkele dubbele beheerskosten op het ogenblik waarop Financiën
nog in de oude vestigingen was gehuisvest, maar ook de nieuwe
infrastructuur reeds aan het betrekken was werden betaald. Behalve
met betrekking tot de verhuisoperaties bleven de uitgaven beneden
de voorspellingen. Deze meerkost voor de verhuisopdracht is
voornamelijk te wijten aan de voorwaarden en de termijn voor deze
verhuizingen, maar ook aan de complexiteit en de verzadiging van de
markt die op dat ogenblik een groot aantal gelijktijdige verhuizingen
van verschillende federale departementen moest verwerken.
In de North Galaxay werden zowat 3.615 medewerkers geteld naar
aanleiding van de monitoring-oefening die door de Ministerraad was
opgelegd. Met het oog op de naleving van de bezettingsnormen
moeten 3.567 medewerkers in het gebouw gehuisvest zijn.
Bij wijze van conclusie dient te worden benadrukt dat alle operaties
volgens de beschreven planning zijn uitgevoerd en dat alle
vrijgemaakte gebouwen binnen de gestelde termijn aan de eigenaars
werden overgedragen zonder dat dit tot de minste betaling van
Bâtiments. Les frais
d'aménagement ont été estimés
par la Régie, le promoteur
immobilier et le SPF Finances,
avec l'aide du bureau DTZ
Consulting SA. Celui-ci a été
sélectionné sur la base d'une
procédure de négociation après
décision du Conseil des ministres.
Une somme de 435 818 euros
était requise pour la mission
initiale, le contrat 1 ; la deuxième
mission la location du reste de
l'immeuble a coûté 217 904,06
euros.
Le déménagement, l'achat de
biens nécessaires pour le service
et le paiement de quelques frais
de double gestion ont coûté au
total 29 990 416, 11 euros. Cette
dépense a été couverte par un
crédit interdépartemental, dont 15
millions d'euros étaient destinés
au déménagement du SPF
Finances, et par une enveloppe
budgétaire de 29 millions d'euros,
le crédit «modernisation». Toutes
les dépenses, à l'exception de
celles afférentes au
déménagement lui-même, sont
restées en deçà des prévisions.
Les frais supplémentaires pour le
déménagement sont dus aux
conditions du déménagement lui-
même ainsi qu'à la saturation du
marché, parce que quelques
grands départements fédéraux ont
déménagé en même temps.
Lors de l'exercice de monitoring
imposé par le Conseil des
ministres, 3 615 collaborateurs
environ se trouvaient dans le North
Galaxy alors que, selon la norme
d'occupation, ils devaient être au
nombre de 3 567.
Toutes les opérations se sont
déroulées comme prévu, grâce à
la qualité de la préparation. Tous
les immeubles libérés ont aussi
été transférés à leurs propriétaires
dans le délai prévu.
CRIV 51
COM 891
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
rouwgeld heeft geleid. Bovendien kreeg, dankzij deze grote operatie,
meer dan 10% van het personeel van Financiën nieuwe en
aangepaste hulpmiddelen ter beschikking. Zij zullen kunnen werken in
een werkomgeving die functioneler en beter op de toekomstige
technologieën is afgestemd. Het gebouw bevindt zich vlakbij het
Noordstation met tal van transportaansluitingen. Deze grote operatie
is al bij al vlot verlopen, wat ook wijst op een degelijke voorbereiding
en opvolging. Het was een operatie zonder enig probleem waarover
totnogtoe geen vragen werden gesteld in deze commissie, mijnheer
de voorzitter.
03.03 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik
dank de minister voor zijn uitvoerig antwoord. Mijnheer de minister, de
bedragen zijn natuurlijk enorm. Als ik dan hoor dat er uiteindelijk een
meerkost is veroorzaakt door een oververzadiging van de markt die
eigenlijk deels is ontstaan door het patrimoniumbeheer van de
federale overheid, dan is men daar natuurlijk zelf verantwoordelijk
voor door de keuzes die men gemaakt heeft. Ik denk dat we daar toch
eens lessen uit moeten trekken voor de toekomst, wanneer er nog
eens verhuizingen plaatsvinden. Dit veroorzaakt toch wel fenomenale
kostprijzen. Als het kan zou ik graag een schriftelijke versie krijgen
van uw overigens uitvoering antwoord.
03.03 Servais Verherstraeten
(CD&V): Il s'agit de montants
faramineux. Les coûts
supplémentaires du
déménagement ont été
occasionnés par l'autorité fédérale
elle-même. Il convient d'en tirer
des enseignements pour de
futures opérations de
déménagement.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Aangezien de heer Devlies nog niet aanwezig is, gaan wij over tot de vraag van mevrouw
Govaerts.
03.04 Luk Van Biesen (VLD): (...)
De voorzitter: Mijnheer Van Biesen, u hebt bij het begin van de vergadering gezegd dat u collegiaal bent
ten aanzien van de heer Devlies?
03.05 Luk Van Biesen (VLD): Tot 12.00 uur!
04 Vraag van mevrouw Marleen Govaerts aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over
"de fiscale regularisatie" (nr. 10699)
04 Question de Mme Marleen Govaerts au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "la
04.01 Marleen Govaerts (Vlaams Belang): Mijnheer de minister,
mijn vraag is blijkbaar achterhaald. Vandaag staat in De Standaard
dat de uitvoeringsbesluiten die de nieuwe fiscale regularisatie moeten
regelen, vandaag zullen verschijnen. Ik kan mijn vraag even herhalen.
De zogenaamde regularisatieaangiften kunnen vanaf 1 januari 2006
ingediend worden. Ze zouden moeten ingediend worden bij een nieuw
op te richten contactpunt Regularisaties bij de dienst Voorafgaande
Beslissing, beter bekend als de rulingcommissie.
Het koninklijk besluit tot oprichting van dit contactpunt werd echter
pas midden februari ter nazicht overgemaakt aan de Raad van State
en is nog niet gepubliceerd. Hoewel er geen uiterste datum werd
bepaald om een aanvraag tot regularisatie in te dienen, is deze
publicatie nochtans hoogdringend omdat voor de regularisatie van de
niet-beroepsinkomsten de aanvraag moet ingediend worden voor 30
juni om een belastingverhoging te vermijden.
04.01 Marleen Govaerts (Vlaams
Belang): Depuis le 1er janvier
2006, les déclarations de
régularisation peuvent être
déposées au point de contact
Régularisations récemment
instauré auprès du Service des
décisions anticipées. Toutefois,
l'arrêté royal portant création de ce
point de contact n'a pas encore
été publié, même si j'ai lu dans le
Standaard de ce jour que les
arrêtés d'exécution relatifs à la
nouvelle régularisation fiscale
paraissent aujourd'hui.
Le ministre peut-il donner
15/03/2006
CRIV 51
COM 891
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
Vermits de uitvoeringsbesluiten vandaag in het Belgisch Staatsblad
zullen gepubliceerd worden, wil ik de minister vragen of hij de
commissie meer uitleg kan geven over de definitieve vorm van de
regularisatieaangifte. Volgens De Standaard zou het een zeer
summier document zijn en was het ontwerpdocument al zeer
onduidelijk.
Zo was er maar een vakje ter beschikking voor de drie soorten
regulariseerbare inkomsten. Er werd ook niet gevraagd om
bewijsstukken aan de aangifte toe te voegen. Als het gaat om een
regularisatie van zwarte inkomsten is het natuurlijk moeilijk om in
bewijsstukken te voorzien. Hoe gedetailleerd deze gegevens moeten
zijn, werd niet vermeld in het ontwerp. Hoe zal het er in de definitieve
aangiftes uitzien? Moeten ook de andere inkomsten van de betrokken
jaren worden vermeld om het juiste tarief te kunnen bepalen of mag
worden aangenomen dat deze al bekend zijn bij het contactpunt?
Vraagt het contactpunt het fiscaal dossier van de aangever op bij de
bevoegde controle? Als dit het geval is, blijft er niet veel over van de
nagestreefde discretie. Het ontwerp van aangifte geeft geen enkele
aanduiding of de ontdoken successierechten op niet-aangegeven
nalatenschappen voor regularisatie in aanmerking komen.
Dat zijn zowat de voornaamste vragen, mijnheer de minister.
quelques détails sur la forme
définitive de la déclaration de
régularisation? Selon le quotidien
De Standaard, il s'agit d'un
document très limité et peu clair.
Quels détails les justificatifs
doivent-ils comporter? Faut-il
mentionner tous les revenus des
années concernées ou seulement
les revenus au noir? Le point de
contact demande-t-il le dossier
fiscal de l'intéressé au service de
contrôle?
04.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, er zijn
verschillende kranten in ons land. Mevrouw Govaerts, ik heb nog niet
de tijd gehad om het Belgisch Staatsblad van vandaag 15 maart 2006
te bekijken. Niet enkel het koninklijk besluit houdende oprichting van
het contactpunt Regularisaties bij de Federale Overheidsdienst
Financiën is vandaag in het Belgisch Staatsblad verschenen, maar
ook het koninklijk besluit tot vastlegging van het model van
formulieren Regularisatieaangifte en Regularisatieattest het is geen
ontwerp - is verschenen. Ik verwijs u dus door naar het Belgisch
Staatsblad.
04.02 Didier Reynders, ministre:
Non seulement l'arrêté royal
portant création du point de
contact Régularisations auprès du
SPF Finances a été publié au
Moniteur belge aujourd'hui, mais
également l'arrêté royal fixant le
modèle des formulaires de
déclaration de régularisation. Mme
Govaerts y trouvera les réponses
à ses questions.
04.03 Marleen Govaerts (Vlaams Belang): Ik dank de minister voor
zijn antwoord. Ik zal vandaag het Staatsblad kopen.
De voorzitter: U moet dat niet kopen want u kunt dat online raadplegen.
04.04 Marleen Govaerts (Vlaams Belang): Ik zal het Staatsblad op
internet raadplegen om het antwoord te controleren.
Mijnheer de minister, denkt u werkelijk 400 miljoen te kunnen
ophalen? Eigenlijk is dit een oude procedure die altijd heeft bestaan.
Iedere belastingzondaar kan een afspraak maken met het contactpunt
van de dienst Voorafgaande Beslissingen. Vermits er nog altijd grote
mazen zijn in het net, zal de toekomst moeten uitwijzen of de mensen
inderdaad genoeg schrik zullen hebben van de efficiëntie van de
fiscale administratie om de ontdoken belastingen alsnog aan te geven
dan wel of ze gewoon doorgaan met ontduiken.
04.04 Marleen Govaerts (Vlaams
Belang): Le ministre pense-t-il
vraiment que cette mesure
rapportera 400 millions? La
tendance à déclarer ses impôts
éludés dépend de l'efficacité du
contrôle fiscal.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de vice-eerste minister en minister van Financiën
over "de bouw en de verkoop van het justitiepaleis van Antwerpen" (nr. 10777)
CRIV 51
COM 891
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
05 Question de M. Servais Verherstraeten au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "la
construction et la vente du palais de Justice d'Anvers" (n° 10777)
05.01 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, in antwoord op mijn mondelinge vraag nr. 9602
van 10 januari hebt u gesteld dat bij de verkoop van het
justitiegebouw van Antwerpen na een aanbesteding een bedrag van
254.100 euro had voor de consultancy firma die de begeleiding van
die verkoop waar zou nemen. Toen had u reeds aangekondigd dat
het bedrag in realiteit hoger zou uitvallen.
Vandaar mijn vragen naar de stand van zaken in dit dossier.
Hoeveel bedraagt de totale kostprijs? De verkoop is ondertussen
meer dan twee en een halve maand geleden gerealiseerd. Met
hoeveel is het totaal voorziene bedrag, inclusief BTW, overschreden?
Wat is de verantwoording voor deze overschrijding? Werd de
reglementering inzake overheidsopdrachten gevolgd? Zijn er nog
rekeningen te verwachten? Zo ja, voor hoeveel worden ze geraamd?
Is het dossier reeds afgesloten en werd reeds een eindstaat
verstuurd? Zo neen, wat is de reden van het nog niet afsluiten ervan?
Daarnaast dienen we ook de rekeningen van de architect te betalen,
niettegenstaande we de facto geen bouwheer waren. Hoeveel is de
totale kostprijs, inclusief alle kosten en erelonen, voor de architect en
zijn team? Is deze opdracht ooit uitgebreid geweest? Is er ook sprake
van een overschrijding van de vermoedelijke bedragen? Is de
architect ondertussen volledig betaald zoals dat het geval is voor de
consultant?
05.01 Servais Verherstraeten
(CD&V): À ma question orale n°
9602, le ministre a répondu qu'il
payerait 254 100 euros à la
société de consultants qui
accompagnerait la vente du palais
de justice d'Anvers. Il a par ailleurs
ajouté que ce montant serait en
réalité plus élevé.
À combien se chiffre le coût total?
De quel montant le coût estimatif
a-t-il été dépassé? Comment ces
coûts supplémentaires sont-ils
justifiés? La réglementation
relative aux marchés publics a-t-
elle été respectée? Des factures
sont-elles encore prévues ou le
dossier est-il clôturé? À combien
se sont élevés les honoraires de
l'architecte et de ses
collaborateurs? Est-il également
question d'un dépassement en la
matière?
05.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, dit is een
tweede reeks van 14 vragen. Voor de heer Verherstraeten is dit het
gebruikelijke aantal. Waarom niet?
Ik geef een stand van zaken. Gelet op de afronding van de procedure
inzake de overdracht van de rechten en plichten van het
promotiecontract van het nieuwe gerechtsgebouw aan een koper kan
de opdracht van de consultant als beëindigd worden beschouwd. De
kosten van de prestatie bedragen 592.367,60 euro. De overschrijding
bedraagt 338.267,60 euro.
De voorgenomen procedure om de rechten en plichten voor een
promotiecontract tussen de Regie en een promotor te laten
overnemen door een derde partij is een unieke en zeer moeilijke
procedure gebleken. Daar er geen voorgaande waren blijkt de
schatting van de prestaties in het basisbestek onvoldoende te zijn
geweest. De onderhandelingen met de oorspronkelijke promotor
verliepen zeer moeilijk. In eerste instantie weigerde deze een
overeenkomst en stelde dat de initiële promotieopdracht ESER-
neutraal was. De consulent dient een volledig dossier op te stellen om
voor te leggen aan het INR. Oorspronkelijk was de procedure alleen
vooropgesteld als een overname van de rechten en plichten van de
Regie der Gebouwen door de koper. De Regie zou hierbij een
huurcontract afsluiten met de koper.
De promotor wilde in de overeenkomst dezelfde garanties ingebouwd
zien die hij in zijn oorspronkelijke overeenkomst met de Regie had. Dit
leidde tot een aantal aanvullende vergaderingen en discussies.
05.02 Didier Reynders, ministre:
La mission du consultant s'est
achevée et a coûté 592 367,60
euros. Le budget prévu a été
dépassé de 338 267,60 euros.
Le projet visant à confier à un tiers
le contrat de promotion entre la
Régie des Bâtiments et un
promoteur s'est révélé une
procédure complexe. Vu l'absence
de précédents, l'estimation des
coûts était trop faible. Les
négociations avec le promoteur
initial ont été très difficiles. Il a tout
d'abord refusé un contrat et a
indiqué que le marché de
promotion était neutre du point de
vue des normes SEC. Le
consultant devait soumettre un
dossier à l'Institut des comptes
nationaux.
L'objectif initial était que l'acheteur
ne reprenne que les droits et
obligations de la Régie par le biais
d'un bail. Le promoteur souhaitait
les mêmes garanties que celles
15/03/2006
CRIV 51
COM 891
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
Hierdoor diende het verkoopdossier volledig te worden bijgewerkt. De
consulent diende ook een driepartijenovereenkomst - Regie, promotor
en koper - op te stellen teneinde de promotor de noodzakelijke
waarborgen te kunnen bieden.
De weerhouden consulent had na een aanbestedingsprocedure het
laagste bod ingediend. De in de offerte opgenomen prestaties waren
uitgewerkt in vermoedelijke hoeveelheden. De regeling waarin is
voorzien in de reglementering van overheidsopdrachten met
betrekking tot meerwerken, werd gevolgd.
U hebt gevraagd of er nog bijkomende rekeningen te verwachten zijn.
Nee, er zijn geen bijkomende rekeningen te verwachten. Wat het
einde van het dossier betreft, dit dossier werd afgesloten.
Het tweede deel van uw vraag was hoeveel de totale kostprijs
bedraagt. Deze zal pas gekend zijn in het derde trimester van 2006
omwille van de vele verrekeningsvoorstellen die door verschillende
aannemers werden ingediend op de contractueel voorziene ultieme
negentigste dag na de voorlopige oplevering. Negentig kalenderdagen
na 28 oktober 2005 is 26 januari 2006. Dit alles dient te worden
gecontroleerd en administratief afgewerkt.
Bovendien is nu nog de aanleg van de groene zone in uitvoering.
Deze uitvoering dient rekening te houden met het plantseizoen en de
afrekening ervan moet uiteraard ook nog binnenkomen.
Werd de opdracht in casu ooit uitgebreid? Ja, voornamelijk met de
uitbreiding van het cellencomplex, de toegenomen
veiligheidsvoorschriften en de afsluiting rond het gebouw.
Is er in casu een overschrijding geweest van de vermoedelijke
bedragen? Indien hiermee de vermoedelijke hoeveelheden worden
bedoeld, is het antwoord bevestigend.
Werd de architect ondertussen volledig betaald? Nee, dit is
afhankelijk van de totale afrekening van het gebouw.
Ten slotte, werd de consulent intussen volledig betaald? Nee, dit is
eveneens afhankelijk van de totale afrekening.
Ik heb een kopie van mijn schriftelijk antwoord voor u, mijnheer
Verherstraeten.
prévues dans le contrat initial avec
la Régie.
Cela nous a obligés à adapter le
contrat de vente de fond en
comble. Le consultant devait aussi
rédiger un contrat entre trois
parties. Ce consultant a été
désigné au terme d'une procédure
d'adjudication. Les coûts
mentionnés dans son offre étaient
des estimations. La
réglementation sur les marchés
publics a été respectée. Nous
n'attendons plus de comptes
supplémentaires. Le dossier a été
clôturé.
Le coût total ne sera connu qu'au
troisième trimestre de 2006.
Plusieurs entrepreneurs ont
introduit leurs propositions de
règlement le nonantième jour
suivant la fourniture provisoire,
c'est-à-dire le 26 janvier 2006.
Tout cela doit être contrôlé. En
outre, l'aménagement de la zone
verte est encore en cours car il est
évidemment tributaire de la
saison. Nous n'en avons pas
encore reçu la facture.
Le marché a été étendu sur le plan
du complexe des cellules, des
règles de sécurité et de la clôture
entourant le bâtiment. L'architecte
et le consultant n'ont pas encore
été payés complètement car leur
rémunération dépend du coût total
du bâtiment.
05.03 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de minister, ik dank
u voor uw antwoord. Wat de architect betreft, hebt u zicht op wat tot
op heden reeds werd betaald?
05.04 Minister Didier Reynders: (...)
05.05 Servais Verherstraeten (CD&V): Het is interessant. Als we
zien dat we anderhalf miljoen hebben betaald voor de grond, dat we
nu bijna 600.000 euro betalen voor de consultant en dat we het
gebouw verkopen en daarvoor 112.000 euro krijgen. Met andere
woorden, alleen om de verkoop te organiseren, betaalden we vijf keer
meer dan het ons heeft opgebracht en dan heb ik het nog niet over de
kostprijs van de architect noch van de grond.
05.05 Servais Verherstraeten
(CD&V): A combien s'est élevée la
rémunération de l'architecte? Un
million et demi a déjà été payé
pour le terrain et 600 000 euros
ont déjà été versés au consultant.
La vente devrait rapporter 112 000
euros. Uniquement pour
CRIV 51
COM 891
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
U zei met betrekking tot dit dossier dat er geen precedenten waren.
Het siert de overheden dat er geen precedenten zijn, maar ik hoop
alleen dat er geen soortgelijke dossiers zullen volgen.
l'organisation de la vente, nous
payons déjà cinq fois plus que ce
qu'elle nous rapportera. Nous
pouvons nous estimer heureux
qu'il n'y ait pas encore eu de
précédents. J'espère qu'il n'y aura
plus jamais de dossiers de ce
type.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de vice-eerste minister en minister van Financiën
over "de restauratiewerken aan de politierechtbank in Turnhout" (nr. 10778)
06 Question de M. Servais Verherstraeten au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "les
travaux de restauration du tribunal de police de Turnhout" (n° 10778)
06.01 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, ik zal het kort houden. Meestal ben ik trouwens
niet uitvoerig in mijn interventies.
Ik verwijs naar mijn vraag. Wanneer gebeurt de renovatie van de
politierechtbank van Turnhout?
06.01 Servais Verherstraeten
(CD&V): Quand le tribunal de
police de Turnhout fera-t-il l'objet
d'une restauration?
06.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Verherstraeten, dit dossier betreft de restauratie van de gevels. De
binnenkant van het gebouw is ondertussen volledig op punt gesteld.
Deze aanbesteding voor restauratie van de gevels en het herstel van
de kroonlijsten kon tot nu toe niet vastgelegd worden wegens de
beperking van de investeringskredieten en het niet-vrijgeven van de
investeringsschijf van het vierde trimester in 2004 en 2005.
Het houtwerk van de kroonlijst is inderdaad aangetast en aan
vervanging toe. Alles wordt in het werk gesteld om dit dossier op een
van de volgende investeringsschijven vast te leggen. Gezien de
binnenrestauratie voltooid is, kunnen de tewerkgestelde ambtenaren
in goede omstandigheden hun functie uitoefenen. De meerkost zal
beperkt blijven tot de prijsherziening op basis van de evolutie van de
prijsindex.
Ik zal de heer Verherstraeten de informatie bezorgen wanneer wij
inschrijvingen kunnen vragen voor een volgende investeringsschijf,
mogelijk het volgende of het derde trimester van 2006.
06.02 Didier Reynders, ministre:
L'intérieur du bâtiment est déjà
entièrement rénové. Les façades
et corniches doivent encore être
restaurées. L'adjudication n'a pas
encore pu être engagée en raison
de la limitation des crédits
d'investissement et de la non-
libération de la tranche
d'investissements du quatrième
trimestre en 2004 et 2005.
Cette restauration est nécessaire.
Nous mettrons tout en oeuvre pour
y affecter des moyens suffisants
dans le cadre d'une des
prochaines tranches
d'investissements, probablement
durant le prochain trimestre ou au
troisième trimestre de 2006. Je
tiendrai M. Verherstraeten au
courant de l'évolution du dossier.
06.03 Servais Verherstraeten (CD&V): Ik pleit daarvoor, mijnheer
de minister. Ik ken de toestand van het gebouw, omdat ik er af en toe
in mijn andere hoedanigheid kom.
Het probleem is dat het houtwerk inderdaad aan het rotten is. Op een
verdieping of niveau is het al lichtjes aan het verzakken, waardoor de
kostprijs van de aanbesteding wel eens enorm zou kunnen worden
overschreden. In dit kleine dossier, mijnheer de minister, pleit ik
ervoor dat u extra uw best zou doen.
06.03 Servais Verherstraeten
(CD&V): Les boiseries pourrissent
déjà. Plus on attend, plus les coûts
seront élevés. Je demande au
ministre de déployer un maximum
d'efforts pour obtenir les moyens
nécessaires.
Het incident is gesloten.
15/03/2006
CRIV 51
COM 891
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
L'incident est clos.
07 Vraag van de heer Hendrik Bogaert aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de
korting op de gasfactuur" (nr. 10831)
07 Question de M. Hendrik Bogaert au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "la remise
07.01 Hendrik Bogaert (CD&V): Mijnheer de minister, ik heb een
vraag over de korting op de gasfactuur, vraag nummer 10831. Ik zal
bij een aantal vragen misschien wat overslaan en bij een aantal
andere iets langer stilstaan, als u dat goed vindt, voorzitter.
Wij gaan even terug naar vorige zomer, toen bleek dat er nogal wat
meerinkomsten waren voor de BTW en accijnzen. Ik heb daar straks
nog een vraag over. Ik blijf een beetje op mijn honger zitten hoeveel
het precies was. Ik ben daar een paar keer op teruggekomen in de
commissie. Ik heb een cijfer gehoord van u: 250 miljoen euro extra.
Staatssecretaris Jamar had het over 450 miljoen euro extra voor
2005. Als het u past, zou ik graag weten wat precies het getal was.
Ik neem aan dat dat ook een belangrijk component is geweest om het
begrotingsresultaat van 2005 te bepalen. Ik ben een beetje verbaasd
u weet dat wij dat een paar keer besproken hebben hier dat dat
cijfer niet naar boven komt. Is het nu 250 miljoen of 450 miljoen?
In elk geval, stel dat het 250 miljoen euro is. Er zijn diverse politieke
verklaringen afgelegd dat de meeropbrengst aan BTW en accijnzen
op brandstoffen, olieproducten in het algemeen teruggeven zou
worden aan de burger. Er zijn zo diverse beloftes geweest. Als u het
wenst, kan ik ze citeren. Nu blijkt dat er een operatie geweest is voor
de stookoliefactuur waar ik straks misschien nog even op terugkom
en dat er ook een operatie is voor de gasfactuur.
Ik wil toch even citeren wat u daarover gezegd hebt, hier in de
commissie naar aanleiding van verschillende vragen terzake. Er was
bijvoorbeeld een vraag van de heer Georges Lenssen van de VLD. U
hebt op 13 december 2005 gezegd in verband met die
aardgasfactuur: "Wij hebben samen beslist om in een korting te
voorzien op de aardgasfactuur in het eerste kwartaal van 2006." Dat is
een eerste citaat dat ik vind.
Een pagina verder lees ik: "Wij moeten ook een oplossing vinden voor
de factuur voor het eerste kwartaal van 2006." Dat gaat nog altijd over
die gasfactuur.
Dan is er een citaat van u, nog altijd van 13 december, waarbij u op
een andere vraag antwoordt dat er voor gas wordt gedacht aan een
gelijkaardig mechanisme met een korting op de factuur, en dat voor
begin 2006. Eerst zegt u: "eerste kwartaal van 2006" en op een ander
ogenblik zegt u: "begin 2006". U zegt daar ik citeer het Verslag: "In
de commissie voor de Financiën heb ik gezegd dat wij in het eerste
kwartaal zullen starten met de regularisatie van de facturen." Dan zegt
u daarbij: "Dat zijn de afspraken die binnen de regering gemaakt zijn
met de toenmalige ministers." Als motivatie komt daarbij: "Bovendien
kan het rekenkundig gemiddelde voor 2005 pas worden bepaald op
1 januari 2006. Dat is elementaire wiskunde. Het is normaal dat wij
moeten wachten tot begin 2006 op alle elementen voor 2005." U
omschrijft het als volgt: "Er is een decalage van 3 maanden".
07.01 Hendrik Bogaert (CD&V):
L'été passé, les recettes
supplémentaires de TVA étaient
relativement élevées. M. Reynders
avait annoncé le chiffre de 250
millions d'euros alors que M.
Jamar, secrétaire d'État, parlait de
450 millions d'euros. Ces recettes
sont une composante importante
du résultat budgétaire de 2005. De
quel montant s'agit-il exactement?
Les recettes supplémentaires de
la TVA et des accises sur les
carburants et les produits
pétroliers seraient ristournées aux
citoyens. Après l'opération relative
à la facture de mazout, vient à
présent celle relative à la facture
de gaz. Le 13 décembre 2005, le
ministre a déclaré qu'un
mécanisme similaire était
envisagé, à savoir une réduction
sur la facture de gaz pour le début
de l'année 2006. Les factures
commenceraient à être
régularisées au cours du premier
trimestre, étant donné que la
moyenne arithmétique pour 2005
ne peut être fixée que le 1
er
janvier
2006. Une période d'observation
de six mois serait prévue, de sorte
qu'une intervention serait payée au
plus tôt à partir du 1
er
juillet.
Quelles ont été les recettes totales
de TVA sur les produits pétroliers
en 2004 et en 2005? Quelles ont
été les recettes totales des
accises sur les produits pétroliers
en 2004 et en 2005? À partir de
quelle date, au plus tôt, les
consommateurs de gaz
bénéficieront-ils d'une
intervention? L'intervention est-elle
liée au décompte annuel final ou
aux avances mensuelles ou
trimestrielles? Si elle est liée au
décompte annuel définitif,
l'intervention ne parviendra-t-elle
pas qu'en 2007 à certains clients?
CRIV 51
COM 891
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
Tot zover de kwestie zoals u die zelf hebt gesitueerd, en wat u als ik
dat woord mag gebruiken beloofd hebt aan de mensen.
Op uw website komt nu de informatie dat u een en ander veel later
zult doen en dat u een observatieperiode in acht zult nemen, niet van
eind 2005 maar van 1 januari 2006 tot 30 juni 2006. Met andere
woorden, de mensen zullen ten vroegste vanaf 1 juli hun
tegemoetkoming hebben.
Ik heb daar een aantal vragen over. De vragen 1 tot 4 heb ik al en
paar keer gesteld.
Ten eerste, wat is de totale opbrengst van BTW op olieproducten voor
het jaar 2004? Wat is de totale opbrengst van de BTW op
olieproducten voor het jaar 2005? Wat is de totale opbrengst van de
accijnzen op olieproducten voor het jaar 2004? Wat is de totale
opbrengst van de accijnzen op olieproducten voor het jaar 2005?
Waarom vraag ik dat, mijnheer de minister? Omdat er een belofte
was om de meeropbrengst terug te geven aan de mensen. Ik zou
graag weten wat het globale bedrag is.
Ik lees een en ander in de pers. Ik zou graag van u vernemen vanaf
wanneer de gebruikers van gas ten vroegste een tegemoetkoming
krijgen. Is de tegemoetkoming gelinkt aan de jaarlijkse eindafrekening
van de gasfactuur? Vanuit de sector zegt men mij dat ze gelinkt is aan
de eindafrekening, die de mensen jaarlijks krijgen. Die eindafrekening
is niet gelijk aan de voorschotfactuur die men maandelijks,
tweemaandelijks of trimesterieel stuurt. Sinds de vrijmaking van de
markt heeft men de keuzevrijheid. Is de tegemoetkoming gelinkt aan
de jaarlijkse eindafrekening van de gasfactuur of is ze gelinkt aan de
maandelijkse of trimesteriële voorschotten van de gasfactuur?
Indien de tegemoetkoming gelinkt is aan de jaarlijkse eindafrekening
van de gasfactuur, klopt het dan dat, na juli 2006, de
tegemoetkomingen voor sommige klanten pas in juni 2007 zullen
komen? Klopt het dat voor de gasgebruikers die normaal gezien een
jaarlijkse eindafrekening krijgen in de maanden januari, februari,
maart, april, mei of juni de helft van de bevolking krijgt ze tussen
januari en juni de verrekening pas het jaar daarna gebeurt, in 2007?
Zij kunnen geen eindafrekening hebben. U begint pas uit te betalen
vanaf juli 2007. Aan iemand die bijvoorbeeld zijn eindafrekening krijgt
op 1 maart 2006, kunt u nog geen korting geven. U begint pas
kortingen te betalen vanaf begin juli 2006. De volgende keer krijgt die
persoon zijn jaarlijkse eindafrekening in maart 2007. Klopt het dat die
persoon pas op dat ogenblik zijn korting zal krijgen?
Klopt het dat 50% van de gasgebruikers onder het punt valt dat ik net
beschreven heb? Klopt dat de helft van de 2,2 miljoen gezinnen,
zijnde 1,1 miljoen gezinnen, pas een tegemoetkoming krijgen in
2007?
Ik knoop ook nog een budgettaire consequentie eraan vast. Klopt het
dat de helft van de korting pas wordt uitbetaald in 2007 en dus pas
dan ten laste zal vallen van de begroting, met andere woorden, ten
laste van de begroting 2007? Klopt het dat in de begroting 2006
slechts 20 miljoen was ingeschreven voor de tegemoetkoming van de
gasfactur? Klopt het dat de totale kostprijs ongeveer 97 miljoen euro
Est-il exact que 50 % des
utilisateurs de gaz sont soumis à
cette réglementation? La moitié de
la réduction ne sera-t-elle
répercutée qu'au moment du
budget 2007? Le budget 2006 ne
prévoyait-il que 20 millions d'euros
pour l'intervention dans la facture
de gaz? Le coût total s'élève-t-il à
environ 97 millions d'euros? Il
semblerait que les marchés de
l'énergie bruxellois et wallon ne
seront libérés qu'à partir du 1
er
janvier 2007. Dans le sud du pays,
tout le monde aura bénéficié de
l'intervention pour le mois de
janvier 2007 alors qu'ailleurs, le
remboursement se poursuivra
jusqu'en juin 2007.
Les négociations relatives aux
modalités précises de paiement de
l'intervention sont-elles toujours en
cours? Est-il exact que les
sociétés gazières ne disposent
pas encore d'instructions précises
concernant l'imputation de
l'intervention? Les négociations
relatives à une contribution des
sociétés gazières à l'intervention
en faveur de l'utilisateur final sont-
elles toujours en cours?
15/03/2006
CRIV 51
COM 891
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
zal bedragen?
Wat betreft die bedragen en timing, zou ik ook graag commentaar
krijgen op de regionale verdeling ervan. Men zegt mij dat in Brussel
en Wallonië de energiemarkt pas vrijgemaakt wordt vanaf 1 januari
2007, dat de mensen sowieso op dat ogenblik een jaarlijkse
eindafrekening krijgen, dat alle mensen in Wallonië die nog geen
tegemoetkoming hebben gekregen van de gasfactuur, alles in een
keer zullen krijgen, in januari 2007, en dat er daarna geen
tegemoetkomingen meer zijn. In dat geval zal in het zuiden van het
land iedereen uitbetaald zijn in januari 2007, terwijl het in andere
delen van het land nog doorloopt tot juni 2007.
Klopt het wat mij daarover wordt verteld?
Klopt het dat tot op vandaag de onderhandeling over de precieze
uitvoeringsmodaliteiten voor de uitbetaling van de tegemoetkoming
nog altijd bezig is?
Klopt het dat de gasmaatschappijen tot op vandaag nog geen
precieze instructies hebben over de manier waarop zij de
tegemoetkoming op de gasfactuur moeten verrekenen aan de
eindgebruiker?
Klopt het dat de instructies niet werden doorgegeven?
Ten slotte, klopt het dat tot op vandaag nog altijd de
onderhandelingen bezig zijn over een bijdrage van
gasmaatschappijen aan de tegemoetkoming voor de eindgebruiker?
Ik weet dat ik langer dan normaal heb gesproken. Ik zal daarom de
volgende vraag wat inkorten.
De voorzitter: Waarvoor dank, mijnheer Bogaert.
07.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer Bogaert, u had
oorspronkelijk een korte vraag van drie of vier lijnen over de
gassector. Ik ben niettemin altijd bereid om een antwoord te geven. Ik
lees: "Via de krant heb ik vernomen dat de korting op de gasfactuur,
die voor eind maart zou doorgevoerd zijn, een meer dan ernstige
vertraging heeft opgelopen. Hierdoor zullen sommige gezinnen die
met gas verwarmen, met een jaar vertraging van dit voordeel kunnen
genieten." U hebt echter veel andere vragen gesteld.
Mijnheer Bogaert, ten eerste, wat betreft uw vraag over de
meeropbrengsten en meerontvangsten van 2005 in verband met
2004, heb ik enkele weken geleden al gezegd dat wij een vraag
hebben gesteld aan de administratie. Daarna zullen wij de vraag
stellen aan de Inspectie van Financiën. Ik heb een nota van mijn
administratie en heb het advies van de Inspectie van Financiën
gevraagd. Ik zal de nota en het advies van de Inspectie van Financiën
voorleggen aan de commissie. Dat was zo gezegd. Dat is dus geen
probleem. U kunt natuurlijk altijd elke week dezelfde vraag opnieuw
stellen. Het is echter zoals ik al had gezegd.
Ten tweede, wat betreft de verwarming gedurende de winter 2005-
2006, was er voor huisbrandolie geen probleem. Ik moet herhalen dat
er, zonder enig probleem, tussen 1 oktober 2005 en
07.02 Didier Reynders, ministre:
En ce qui concerne les plus-values
et les recettes supplémentaires de
2005 relatives à 2004, j'ai déjà
indiqué précédemment que nous
avions interrogé l'administration à
ce sujet. J'ai également sollicité
l'avis de l'Inspection des Finances.
Je communiquerai la note de mon
administration et l'avis à la
commission. Pour le gasoil de
chauffage, aucun problème ne
s'est posé au cours de l'hiver
2005-2006. Entre le 1
er
octobre et
le 31 décembre 2005, une
réduction directe a été accordée
sans autre formalité sur la facture.
Fin décembre 2005 et début
janvier 2006, un certain nombre de
remboursements ont pu être
effectués par le biais du SPF
Finances, ce qui s'est également
déroulé sans problème. M.
CRIV 51
COM 891
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
31 december 2005 veel kortingen op de facturen waren. De levering
van de huisbrandolie aan vele consumenten ging gepaard met een
directe korting, zonder enige formaliteit of enig probleem met de
distributeur of consument.
Het was eind december 2005 en begin januari 2006 ook mogelijk om
een aantal terugbetalingen te doen via de FOD Financiën. Dat is heel
klaar en duidelijk zonder enig probleem verlopen.
U zei dat wij misschien tot en met juni 2006 zouden moeten wachten
om de terugbetaling te doen. De laatste vragen tot terugbetaling
werden echter begin 2006 al ingewilligd.
Mijnheer de voorzitter, ik herhaal dat het voor vele gezinnen tot eind
mei 2006 nog mogelijk is om de terugbetaling van huisbrandolie te
vragen. Het is nuttig om dat aan te stippen. Er is een contactpunt, een
callcenter, bij Financiën, dat in dat verband antwoorden kan geven.
Er is dus inzake huisbrandolie in de eerste plaats ik moet mijzelf
herhalen geen probleem voor de consument. Het is waar dat wij een
aantal kortingen op factuur hebben gegeven en een aantal
terugbetalingen hebben gedaan. Wij proberen een aantal andere
producten op dezelfde manier te behandelen.
Bogaert a affirmé que nous
devrions attendre jusque fin juin
2006 pour les remboursements
mais les derniers remboursements
ont déjà été effectués début 2006.
De nombreux ménages peuvent
d'ailleurs encore solliciter un
remboursement pour leur gasoil
de chauffage jusque fin mai 2006.
Aucun problème ne s'est donc
posé pour le consommateur en ce
qui concerne le gasoil de
chauffage et nous tentons de
traiter certains autres produits de
la même manière.
Je suis désolé pour Mme Lalieux. Je répondrai tout à l'heure aux
autres questions parce qu'on n'a pas visé que le mazout de chauffage
et le gaz. Je propose de donner les détails en réponse à ces
questions car elle les posait sur toute une série d'autres produits.
Het spijt me voor mevrouw
Lalieux, maar ik zal straks op de
andere vragen antwoorden omdat
die niet uitsluitend over
huisbrandolie en gas gingen.
Wij hebben dus een aantal beslissingen genomen, en niet alleen voor
huisbrandolie. De Ministerraad van 13 januari 2006 heeft beslist dat
voor aardgas een korting van 6,4% wordt gegeven voor de gezinnen
die hun woning daarmee verwarmen. Die korting zal worden
toegekend op de eindfactuur, van zodra de wettelijke bepalingen
daartoe genomen zullen zijn.
In de praktijk volgt de stijging van de prijs van het aardgas de stijging
van de aardolieprijzen met een vertraging van zes maanden. Het is
dus ten voordele van de consument. Wij moeten wachten tot het
einde van die periode van zes maanden, wat normaal is en ten
voordele is van de consument. Alle actoren en sectoren zijn dat zo
overeengekomen.
Opdat alle gezinnen, welke ook hun verwarmingsbron is, zoals
aardgas of huisbrandolie, zouden kunnen genieten van de juiste dat
wil zeggen: de voor hen meest voordelige korting, werd beslist om
het eerste semester van 2006 als referentieperiode te nemen voor de
berekening van de korting die wordt toegekend aan de gezinnen die
zich verwarmen met aardgas. Er wordt wel gevraagd of wij die korting
niet vlugger kunnen toekennen, maar dat is een meer nadelige
oplossing voor de consumenten. Wij streven naar een voordelige
oplossing voor de consumenten met dezelfde evolutie van de prijs,
met zes maanden vertraging in vergelijking met de huisbrandolie. Dat
is normaal, want die vertraging is er altijd geweest tussen die twee
producten.
Daarnaast is de facturatiesystematiek van de gassector totaal
Le Conseil des ministres du
13 janvier 2006 a décidé qu'une
réduction de 6,4 % sur la facture
finale de gaz naturel serait
octroyée aux ménages qui utilisent
ce carburant pour se chauffer.
Cette mesure pourra être
appliquée dès que les dispositions
légales seront en vigueur.
L'augmentation du prix du gaz
naturel suit celle du prix du pétrole
brut, avec un décalage de six
mois. Tous les acteurs étaient
d'accord d'attendre que cette
période de six mois soit écoulée.
Pour que chaque ménage, quelle
que soit la source de chauffage
qu'il utilise, puisse bénéficier de la
réduction la plus avantageuse, le
premier semestre 2006 a été
choisi comme période de
référence pour le calcul de la
réduction pour ceux qui se
chauffent au gaz naturel. Un octroi
anticipé de la réduction serait
désavantageux pour le
consommateur.
15/03/2006
CRIV 51
COM 891
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
verschillend dan die van de stookoliesector. Het gasverbruik wordt bij
een residentiële klant immers eenmaal per jaar vastgesteld door
middel van een meteropname. Op basis van die opname wordt de
factuur opgemaakt. Dat is dus niet dezelfde behandeling als bij
huisbrandolie, waarbij er een levering gebeurt, en pas daarna de
consumptie volgt. Bij stookolie moet er worden betaald voor de
opslag. De verwarming met gas kent niet hetzelfde stelsel. Het gaat
om een eenmalige operatie, en wij gebruiken de vaststelling van de
factuur voor een heel jaar.
Aangezien de meteropname de referentieperiode dient te omvatten,
kan er slechts worden overgegaan tot de uitkering van een korting na
het verstrijken van de referentieperiode. Dat is zeer duidelijk. Wij
hebben nu al drie of vier vergaderingen gehouden met de actoren en
de sectoren om dat zo te doen.
De korting kan eveneens niet worden verrekend op de tussentijdse
facturen, aangezien de gezinnen die gekozen hebben om hun
betaling te verrichten door middel van domiciliëring, geen tussentijdse
afrekeningen krijgen.
We mogen vooral niet uit het oog verliezen dat het om een bijzonder
omvangrijke operatie gaat, met een impact op meer dan twee miljoen
verbruikers, en die begroot werd op 97 miljoen euro.
Voor de distributiemaatschappijen is het geen sinecure om het juiste
bedrag aan de juiste klant uit te keren. Anderzijds moeten ook voor de
overheid de nodige garanties ingebouwd worden, zodat fouten of
fraude tot een minimum worden herleid.
De FOD Financiën heeft dus alles gedaan voor de huisbrandolie, en
ook voor een aantal andere producten, waarover ik meer details zal
geven in antwoord op de vraag van mevrouw Lalieux. Voor
huisbrandolie zijn de tegemoetkomingen gebeurd door een uitbetaling
door de FOD Financiën of door een korting op de factuur, op de BTW.
Voor het aardgas moeten wij wachten op een algemeen stelsel, een
algemeen systeem voor de verschillende distributeurs. Dat is nu in
evolutie.
Ik moet bevestigen dat er inderdaad eenzelfde voordelige
behandeling van aardgas en huisbrandolie voor de consument komt.
La technique de facturation
appliquée par le secteur du gaz
diffère totalement de celle adoptée
par le secteur du pétrole brut. Pour
les clients résidentiels, la
consommation de gaz est
déterminée une fois par an par le
relevé des compteurs. La facture
est établie sur la base de celui-ci.
Pour le gasoil de chauffage, la
consommation a lieu après la
livraison et le paiement. Étant
donné que le relevé des
compteurs doit porter sur la
période de référence, la réduction
ne peut être allouée qu'au terme
de cette période. La réduction ne
peut être répercutée sur les
factures intermédiaires étant
donné que les clients qui paient
par domiciliation ne bénéficient
pas de décomptes intermédiaires.
Il s'agit d'une opération importante
qui concerne plus de deux millions
de consommateurs et dont le coût
a été estimé à 97 millions d'euros.
Il n'est pas simple pour les
sociétés de distribution d'octroyer
le montant exact au client à qui il
revient. Les autorités doivent avoir
les garanties suffisantes en ce qui
concerne les risques d'erreurs ou
de fraude.
07.03 Hendrik Bogaert (CD&V): Mijnheer de minister, ik dank u voor
uw uitgebreid antwoord. Ik heb op een aantal zaken een antwoord
gekregen en op een aantal andere zaken helemaal geen antwoord.
07.03 Hendrik Bogaert (CD&V):
Je n'ai pas obtenu de réponse à
toutes mes questions.
De voorzitter: Mijnheer Bogaert, als ik zie welke vraag u hebt
ingediend en welke concrete vragen naar cijfers u hier stelt, dan moet
u achteraf niet verbaasd zijn dat u niet op alle vragen een antwoord
hebt gekregen. Ik herinner u even aan de spelregels. Ook u, of u nu
van de oppositie of van de meerderheid bent, moet zich aan de
spelregels van dit huis houden. U stelt een vraag die normaal vijf
minuten mag duren. U bent zeven minuten bezig geweest. Nu zegt u
dat u geen antwoorden op uw vragen hebt gekregen. De spelregels
gelden voor iedereen, en ook voor u, mijnheer Bogaert. Ofwel moet u
een interpellatie indienen waar u meer tijd hebt om vragen te stellen.
Ondertussen duurde uw vraag alleen al langer dan de tijd die een
vraag en antwoord normaal gezien in beslag mag nemen.
Le président: M. Bogaert ne
devrait pas s'en étonner vu la
nature de sa question. Alors qu'il a
droit à cinq minutes pour poser
une question, il en a pris sept. Les
règles sont les mêmes pour tous.
CRIV 51
COM 891
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
07.04 Hendrik Bogaert (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik heb dat
ook gezegd. Ik heb mij daarvoor ook verontschuldigd dat het langer
zou duren dan anders. Ik heb ook gezegd dat ik andere vragen zou
inkorten om die tijd in te halen.
De voorzitter: Mijnheer Bogaert, ik heb thuis ook een paar kinderen lopen die, als ze iets verkeerd doen,
onmiddellijk sorry zeggen en daarmee denken dat de kous af is. Gaat u maar door met uw repliek.
07.05 Hendrik Bogaert (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik zal op die
opmerking geen commentaar geven. Ik heb ook drie kinderen,
waarover ik zou kunnen uitweiden. Ik zal dat niet doen in deze
commissie.
Over de inhoud van het dossier, mijnheer de minister. Over de
referentieperiode zegt u dat u die moet nemen van 1 januari tot 30
juni 2006 omdat u anders geen correcte berekening kunt maken. Dit
is geen belofte van de oppositie geweest. Dit is een belofte van u
geweest, namelijk om tegen het begin van 2006 een tegemoetkoming
aan de mensen te geven. U hebt gezegd dat dit een grote technische
operatie is. Ik ben de eerste om te zeggen dat dat klopt. Dan had
iemand u moeten vertellen dat u dit niet zomaar kon beloven voor
begin 2006 omdat er heel wat problemen mee gepaard gaan. Dan
had u eerst moeten nadenken of u de belofte aan 2,2 miljoen
gezinnen kon waarmaken dat de tegemoetkoming er tegen begin
2006 zou zijn.
Over de techniek zelf, ik heb daarover inlichtingen ingewonnen. Men
zegt mij dat de inhoud van het probleem eigenlijk hetzelfde is. Of men
de referentieperiode nu van 1 januari tot 30 juni 2006 neemt of van 31
juli 2005 tot 31 december 2005, de aard van de problemen, die
inderdaad technisch zijn en niet gemakkelijk, zijn dezelfde. De reden
die u aangeeft waarom u uitstel moet nemen, klopt helemaal niet. De
aard van de problemen die u zult ontmoeten, zouden dezelfde zijn
geweest als u de referentieperiode tussen 31 juli en 31 december
2005 had genomen.
Wat zijn die problemen? Als iemand bijvoorbeeld van A naar B
verhuist, dan moet er een melding worden gemaakt. Ik heb
ondertussen begrepen dat men aan het zoeken is, daarover zijn
absoluut nog geen details bekend, om een oplossing te vinden zodat
er een attest kan komen van de vorige leverancier aan de nieuwe
leverancier om ervoor te zorgen dat er een globale korting kan
worden gegeven.
Volgens mijn informatie zijn er op dit ogenblik absoluut geen
modaliteiten doorgegeven aan de gasmaatschappijen.
Dat betekent dat het "verwijt" dat het aan de informatica van de
gasmaatschappij ligt, niet klopt: men is gewoon nog niet begonnen bij
de gasmaatschappijen, omdat men geen instructies heeft over hoe
het probleem moet worden aangepakt. Dat is het eerste punt.
Voorzitter, het klopt dat ik wat ruimer ga in de vragen. Ik heb
maandag het artikel gelezen om 10.00 uur. De deadline voor het
indienen van een vraag is 11.00 uur. Ik heb dus een stuk van de
vraag moeten doorgeven. De minister is echter al maanden bezig met
07.05 Hendrik Bogaert (CD&V):
C'est le ministre qui a promis de
prévoir une intervention début
2006. Il affirme que la période de
référence du 1
e
janvier au 30 juin
2006 est nécessaire pour pouvoir
réaliser un calcul correct.
Toutefois, les
problèmes
techniques importants qui ont été
rencontrés n'ont rien à voir avec le
choix de la période.
Une solution serait recherchée
pour ceux qui déménagent et
changent de fournisseur. On
envisage une attestation, mais
aucun détail n'est encore connu. Il
n'est pas exact que les systèmes
informatiques des compagnies du
gaz sont à l'origine des problèmes.
Les compagnies attendent en effet
encore des instructions.
Plus de deux millions d'utilisateurs
de gaz naturel bénéficieront de
cette réduction à une date
largement ultérieure par rapport à
celle qui avait été annoncée dans
la presse et en commission.
Certains ne seront même
indemnisés qu'en juin 2007, c'est-
à-dire beaucoup plus tard que
ceux qui ont reçu une réduction
sur leur facture de mazout. Cette
différence abyssale dans les délais
ne peut être justifiée.
Comment se fait-il que l'imputation
complète sera déjà achevée en
janvier 2007 dans une partie du
pays parce que le marché
énergétique s'y présente de
manière différente? Des
négociations sont-elles menées
pour l'heure avec les compagnies
gazières? Dans l'émission
Terzake, le ministre Verwilghen a
exigé hier de l'argent des
15/03/2006
CRIV 51
COM 891
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
het dossier en ik meen dat hij er geen probleem mee zal hebben
hierop een concreet antwoord te verstrekken.
Mijnheer de minister, ik zou graag eens antwoord krijgen op volgende
vraag. In totaal zijn er 2,2 miljoen aardgasgebruikers die allemaal hun
korting veel later zullen krijgen dan u hebt aangekondigd in de pers en
in deze commissie, en dit nog geen klein beetje. Zij zullen de korting
pas krijgen vanaf juli, met uitlopers tot in juni 2007. Heel het argument
van de decalage van het gas dat na de aardolie komt, is geen
argument meer. Als iemand pas in juni 2007 zijn korting krijgt, terwijl
iemand de stookoliekorting al heeft gekregen in december 2005, is
die lange periode tussenin niet te verantwoorden.
Ik zou ook graag weten hoe het komt dat in een ander deel van het
land al in januari 2007 de volledige verrekening zal zijn gebeurd,
omdat de energiemarkt daar anders bezig is. Ik wil ook nog altijd
antwoord op de vraag ik wil ze ook straks stellen, of eventueel
interpelleren hierover of er op dit ogenblik onderhandelingen aan de
gang zijn met de gasmaatschappijen. Ik heb minister Verwilghen
gisteren gehoord in Terzake. Hij eist duidelijk geld van de
gasmaatschappijen en als dat niet komt, zou hij alle mogelijke
wettelijke middelen inzetten tijdens de begrotingscontrole. Wat zijn dat
precies, alle mogelijke wettelijke middelen? Hoe ver gaat dat?
Quid met de korting op de stookoliefactuur en met de
onderhandelingen met de sector? Ik was stomverbaasd vanmorgen in
de krant te lezen dat de woordvoerder van een deel van de
petroleumbedrijven, Gaëtan Van de Werve, zegt nog niemand
gehoord of gezien te hebben. We zijn twee weken van de deadline.
Hoe zit het daarmee? Zijn er nu ja dan nee onderhandelingen
gevoerd? De commissie heeft er recht op om te weten wat daarvan
aan is. Er zijn al vragen hierover geweest en we zien in de pers dat dit
een bepaalde richting uitgaat. U kunt zich niet verstoppen achter de
begrotingscontrole, want deze commissie werkt ook daarbuiten. De
mensen hebben er recht op te weten of er al onderhandelingen zijn
geweest, dan wel of het bericht in de pers klopt dat er absoluut nog
geen onderhandelingen zijn geweest inzake de stookoliefactuur.
Deze vragen zijn terecht, denk ik. Het staat u vrij te antwoorden of
niet, maar deze vragen leven bij heel wat mensen.
compagnies. Si cet argent n'arrive
pas, il entend user de tous les
moyens légaux dans le cadre du
contrôle budgétaire. Que faut-il
entendre exactement par là?
Qu'en est-il de la réduction sur la
facture de mazout? M. van de
Werve de la Fédération Pétrolière
Belge a déclaré ce matin qu'il
n'avait pas encore entendu parler
de négociations. Ces négociations
ont-elles effectivement lieu? Les
informations diffusées par les
médias sont-elles exactes? La
commission a droit à une réponse
et il serait préférable que le
ministre n'invoque pas le contrôle
budgétaire pour ne pas répondre.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Vraag van de heer Hendrik Bogaert aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de
reële kostprijs van de stookoliekorting" (nr. 10832)
08 Question de M. Hendrik Bogaert au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "le coût réel
de la réduction sur les factures de mazout" (n° 10832)
08.01 Hendrik Bogaert (CD&V): Mijnheer de voorzitter, deze vraag
is eigenlijk vervat in de vorige vraag, maar ik wil toch even het
volgende opmerken.
Mijnheer de voorzitter, ik stel deze vraag niet af en toe voor mijn
plezier. Ik ben deze vraag begin januari beginnen stellen. U hebt mij
toen beloofd dat er eerstdaags een antwoord zou zijn op de vraag die
gaat over de meeropbrengst voor olieproducten. Dat antwoord is er
niet gekomen. U hebt mij toen gevraagd om alle vragen over dat
08.01 Hendrik Bogaert (CD&V):
Je pose cette question depuis
début janvier, mais la réponse
promise se fait toujours attendre.
Dès lors, il doit y avoir un
problème, car il n'est pas normal
que personne ne puisse me
donner la réponse à une question
aussi simple. Ce que j'ai appris,
CRIV 51
COM 891
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
onderwerp te hergroeperen en opnieuw te stellen. De collega's
kunnen daarvan getuigen. Wij hebben dit gedaan. Wij hebben
gehergroepeerd. Ondertussen zijn we half maart, de derde maand, en
ik moet dit blijven vragen. Ik betreur ook dat het antwoord er niet
komt. Er moet op dat vlak toch iets niet pluis zijn.
Ik heb ondertussen een deel van het antwoord gekregen, namelijk dat
de administratie een bepaalde richting uitgaat, terwijl de Inspectie van
Financiën een andere richting uitgaat. Ik vind dat nochtans niet zo'n
moeilijke vragen. Normaal moet ergens in een excel-spreadsheet
staan wat men in een jaar aan opbrengsten van accijnzen en BTW
heeft binnengekregen en wat er in een ander jaar is binnengekomen.
Als beide jaren voorbij zijn dan moet iemand toch weten wat de
bedragen zijn.
Voorlopig zal ik mij erbij neerleggen als het antwoord niet komt, maar
ik wil toch even onderstrepen dat ik het niet normaal vind dat
tegenover de commissie op zo'n basisvraag totaal geen antwoord
komt. Dit is geen normale situatie.
entre-temps, c'est que
l'administration et l'Inspection des
Finances ne sont pas sur la même
longueur d'ondes en cette matière.
08.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, ik heb wel
een antwoord gegeven. Ik heb de cijfers gevraagd aan de
administratie en een advies aan de Inspectie van Financiën. Ik wacht
op dit advies. Mijnheer Bogaert weet dat er geen cijfers zijn over de
BTW inzake olieproducten. Wij moeten werken met de Nationale
Rekeningen en die zijn er nog niet voor 2004 en 2005.
Ik heb inderdaad gezegd dat ik een nota van de administratie en een
advies van de Inspectie van Financiën zal voorleggen.
08.02 Didier Reynders, ministre:
J'ai déjà répondu à la question.
J'ai demandé les chiffres à
l'administration et j'attends à
présent l'avis de l'Inspection. M.
Bogaert sait très bien qu'il n'existe
pas de données TVA pour les
produits pétroliers. Nous ne
disposons que de chiffres globaux.
Les comptes nationaux de 2004 et
de 2005 ne sont pas encore
disponibles.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09 Vraag van de heer Hendrik Bogaert aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over
"extra belastingontvangsten" (nr. 10833)
09 Question de M. Hendrik Bogaert au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "les recettes
fiscales supplémentaires" (n° 10833)
De voorzitter: Mijnheer Bogaert, ik veronderstel dat deze vraag in dezelfde lijn ligt als uw voorgaande.
09.01 Hendrik Bogaert (CD&V): Neen, mijnheer de voorzitter, dat is
eigenlijk een andere vraag.
Mijnheer de minister, in de pers hebben wij vernomen dat er
4 miljard extra belastinginkomsten zouden zijn.
09.01 Hendrik Bogaert (CD&V):
Selon la presse, il y aurait 4
milliards de recettes fiscales
supplémentaires.
09.02 Minister Didier Reynders: Ik heb daarover toch een tabel
gegeven?
09.02 Didier Reynders, ministre:
Ne vous ai-je pas communiqué un
tableau à ce sujet ?
09.03 Hendrik Bogaert (CD&V): Wanneer werd die verstuurd?
Gisteren dan? Ik heb mijn vraag afgelopen maandag opgesteld, en
toen had ik nog geen tabel.
09.03 Hendrik Bogaert (CD&V):
Quand celui-ci a-t-il été envoyé?
J'ai rédigé ma question lundi
dernier et je ne disposais alors
d'aucun tableau.
15/03/2006
CRIV 51
COM 891
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
09.04 Minister Didier Reynders: Misschien werd ze inderdaad
gisteren verstuurd.
09.04 Didier Reynders, ministre:
Il se peut qu'il ait été envoyé hier.
De voorzitter: Mijnheer Bogaert, hebt u uw antwoord?
09.05 Hendrik Bogaert (CD&V): Mijnheer de voorzitter, dit was een
vraag naar een detail van die 4 miljard extra inkomsten. Ik zal de tabel
eerst bekijken.
09.05 Hendrik Bogaert (CD&V):
Je consulterai d'abord le tableau.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
10 Vraag van de heer Hendrik Bogaert aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de
reorganisatie van de watersector" (nr. 10735)
10 Question de M. Hendrik Bogaert au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "la
10.01 Hendrik Bogaert (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik kan deze
vraag eventueel op het einde van de commissie stellen als dat goed is
voor u.
De voorzitter: Mijnheer Bogaert, u vraagt eerst om al uw vragen te bundelen.
10.02 Hendrik Bogaert (CD&V): Als u zegt dat ik ze nu moet stellen,
dan is dat voor mij geen enkel probleem.
De voorzitter: Ik heb liever dat al uw vragen weg zijn zodat wij verder kunnen doen met de andere mensen
die hier zijn.
10.03 Hendrik Bogaert (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik had dan vraag nr. 10830. U kondigde een aantal fiscale
hervormingen aan, niet van de minste moet ik zelf zeggen.
De voorzitter: Mijnheer Bogaert, dat gaat niet. De heer Devlies is nog niet aanwezig. U moet wachten tot
de heer Devlies aanwezig is, want anders vervalt het recht van de heer Devlies om te spreken in die vraag.
10.04 Hendrik Bogaert (CD&V): Ik zal dan vraag nr. 10735 stellen.
De voorzitter: Dat was mijn voorstel.
10.05 Hendrik Bogaert (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, kan een stad of gemeente die beslist zijn rioolnet zelf verder
te beheren hiertoe handelingen onder bezwarende titel stellen
tegenover zijn eigen waterregie en daarvoor een transportfactuur
richten aan zijn waterregie op dezelfde wijze als de stad of gemeente
dit zou doen in relatie met een derde drinkwaterbedrijf?
Kan om een gelijkberechtiging te realiseren tussen steden en
gemeenten zonder dan wel met een eigen regie, in de relatie eigen
regie met de stad of gemeente het systeem derdebetaler, zoals
omschreven in de BTW-ruling 500.027 van 8 juli 2005, worden
toegepast voor de gemeentelijke bijdrage?
10.05 Hendrik Bogaert (CD&V):
Une ville ou commune qui décide
de gérer son réseau d'égouts
peut-elle conclure des actes à titre
onéreux vis-à-vis de sa propre
régie des eaux et adresser sur
cette base une facture de
transport à cette régie des eaux?
Peut-on, en vertu du principe de
l'égalité des droits des communes
disposant de leur propre régie par
rapport aux autres, appliquer le
système du tiers payant à
l'intervention communale?
CRIV 51
COM 891
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21
10.06 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Bogaert, u beoogt het geval waarin een gemeente of een
gemeentebedrijf reeds de hoedanigheid van BTW-belastingplichtige
heeft voor de levering van drinkwater.
Die gemeente of dat gemeentebedrijf op wie de saneringsplicht rust,
zal bijgevolg het aan de abonnees geleverde water zelf inzamelen en
afvoeren. Het spreekt voor zich dat in deze veronderstelling de
gemeente of het gemeentebedrijf geen dienst inzake het inzamelen
en afvoeren van afvalwater aan zichzelf verricht.
Volgens de ruling waarnaar u verwijst, is het in dit geval zo dat de
BTW geheven op de uitgaven met betrekking tot de gemeentelijke
rioolinfrastructuur in aftrek kan gebracht worden door de gemeente of
het gemeentebedrijf in zijn hoedanigheid van belastingplichtige voor
de levering van water.
Met betrekking tot uw tweede vraag dient in principe ontkennend te
worden geantwoord. Niettemin is het zo dat voornoemde ruling onder
punt 142 bepaalt dat de regeling derdebetaler vanwege de uniformiteit
en de gelijke behandeling van alle gemeenten die in gelijkaardige
omstandigheden handelen, eveneens van toepassing is op de
gemeentelijke tussenkomsten die door een gemeente worden
overgemaakt aan haar gemeentelijk waterbedrijf, dat is een autonoom
gemeentebedrijf. Kwestieuze ruling stipuleert overigens dat deze
regeling afloopt op 31 december 2009.
10.06 Didier Reynders, ministre:
Il s'agit du cas où une commune
ou régie communale est assujettie
à la TVA pour la livraison d'eau
potable.
La commune ou la régie
communale à laquelle incombe
l'obligation d'assainissement
collectera et évacuera elle-même
l'eau qui a été livrée aux abonnés.
Elle se proposera donc un service
à elle-même.
Le ruling TVA 500.027 stipule sous
le point 142 qu'en vertu du
principe de l'égalité de traitement
pour toutes les communes
agissant dans des conditions
semblables, le régime du tiers
payant s'applique également aux
interventions communales en
faveur de la régie communale des
eaux en tant que régie communale
autonome. Le ruling prévoit par
ailleurs que ce régime prendra fin
le 31 décembre 2009.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
11 Interpellatie van de heer Hendrik Bogaert tot de vice-eerste minister en minister van Financiën over
"de begrotingscontrole 2006" (nr. 819)
11 Interpellation de M. Hendrik Bogaert au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "le
11.01 Hendrik Bogaert (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, we kennen ondertussen de stijl waarmee de begroting 2005
in zogenaamd evenwicht is gebracht: verkoop van gebouwen,
overname van pensioenfondsen, prefinanciering door de
petroleumsector, effectisering van belastingachterstallen in de directe
belastingen, doorschuiven van facturen, debudgettering, storting door
De Post van 20 miljoen euro en versnelde inkohiering van de
vennootschapsbelasting voor 160 miljoen euro. De vraag is hoe groot
die steeds zwaarder wordende factuur wordt voor de komende
generaties.
Een bijkomend probleem zijn de rentelasten. Volgens het Planbureau
zouden wij rekening moeten houden met veel grotere rentelasten dan
tot nu toe was gedacht. Ik had graag daarop uw commentaar
geweten.
Ik zal heel kort ingaan op de notionele intrest. Klopt het dat er een
crisisberaad werd belegd op het kabinet van mevrouw
Van den Bossche, waar u bij was, om de begrotingsimpact van de
notionele intrest te bekijken en eventueel te moduleren?
Ik heb nog een vraag over de niet-gebruikte elektriciteitsproductie-
11.01 Hendrik Bogaert (CD&V):
Nous avons appris dans l'intervalle
comment le prétendu équilibre du
budget 2005 a été réalisé et nous
ne sommes pas à mêmes
d'évaluer correctement la charge
que cette facture fera peser sur les
générations futures. Selon le
Bureau du Plan, nous devrions par
ailleurs tenir compte de charges
d'intérêts beaucoup plus
importantes que ce qu'on avait
pensé à ce jour.
Est-il exact qu'il y a eu une réunion
de crise au cabinet de la ministre
Van den Bossche pour examiner
et, le cas échéant, moduler
l'impact budgétaire des intérêts
notionnels?
Le budget prévoit 150 millions
15/03/2006
CRIV 51
COM 891
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22
eenheden. Er staat daarvoor 150 miljoen euro ingeschreven op de
begroting. Ik heb vernomen dat dit slechts 8 miljoen euro zou zijn. Die
8 miljoen euro verschilt nogal van die 150 miljoen euro die eerst was
ingeschreven in de begroting. Wat is het verschil precies tussen die
150 en die 8 miljoen euro? Hoe komt het dat er zo'n groot verschil is
en hoe wordt die 8 miljoen euro precies berekend?
Ik heb nog een vraag over de verpakkingsheffing op
drankverpakkingen, een onderwerp dat u niet koud laat. Het
Arbitragehof heeft gesteld dat er op dit ogenblik een niet objectieve en
niet redelijk verantwoorde discriminatie is tussen herbruikbare en niet-
herbruikbare verpakkingen. Er dient met andere woorden tegen
eind juni 2006 voorzien te worden in een vrijstellingsregime voor de
niet-herbruikbare drankverpakkingen.
Op de verpakkingsheffing wordt een belasting geheven die in strijd is
met het grondwettelijk gelijkheidsbeginsel. Uitgaande van het feit dat
men er sinds de invoering van de verpakkingsheffing in haar huidige
hoedanigheid nooit in slaagde om een haalbare vrijstelling voor niet-
herbruikbare drankverpakkingen uit te werken, staat men nu voor een
blok. In casu is dit een blok van ongeveer 300 miljoen euro. Ik wil
graag weten hoe u dit zult oplossen.
Mijnheer de minister, ik wil nog eens terugkomen op de 100 miljoen
euro voor de petroleumsector. In de krant lees ik dat er tot op
vandaag geen onderhandelingen zijn geweest. We komen steeds
dichter bij de deadline. Mag ik hieruit veronderstellen dat u het geld
gewoon terugbetaalt aan de petroleumsector aan 0% intrest? Is deze
interpretatie correct of moet ik het anders bekijken?
Hoe zit het met de 60 miljoen die door de socialisten gevraagd
geweest is aan de petroleumsector? Hoe zit het met de bijdrage die
gevraagd is aan de gasbedrijven? Wat moeten we daarmee
aanvangen? Wanneer zult u terzake over de brug komen met
informatie?
Graag had ik vernomen wat het geraamde effect is voor de begroting
2006 van de hogere rente op zowel korte als lange termijn. Zijn er
nieuwe indicaties omtrent de budgettaire impact van de notionele
intrestenaftrek? Wat is de stand van zaken met betrekking tot de
effectisering van de BTW-achterstallen, de fiscale regularisatie en de
vastgoedbevak? Zijn er geactualiseerde ramingen in verband met de
onderwerping aan de roerende voorheffing voor kapitalisatiebeveks
en de nieuwe taks op verzekeringsproducten? Gaat de regering de
ongebruikte sites effectief onderwerpen aan de belasting op niet-
gebruikte elektriciteitsproductie-eenheden? Hoe zal men het arrest
van het Arbitragehof inzake de verpakkingsheffing pareren? In
hoeverre zal men de conventie van de petroleumsector honoreren
dan wel er opnieuw over onderhandelen? Last but not least, wat is de
ESER-impact van de lening van 100 miljoen euro?
Mijnheer de minister, deze keer hebt u wel alle vragen ontvangen. Ik
verwacht een precies antwoord.
pour les unités de production
d'électricité non utilisées, alors que
celles-ci ne représenteraient que 8
millions. Comment ce dernier
chiffre a-t-il été calculé et
comment la différence s'explique-
t-elle?
Conformément à l'arrêt de la Cour
d'arbitrage, un régime
d'exonération doit être mis en
place d'ici fin juin 2006 pour les
emballages de boissons non
réutilisables. La cotisation
d'emballage représente près de
300 millions d'euros. Comment
cette exonération sera-t-elle
compensée?
J'ai lu aujourd'hui dans la presse
qu'aucune négociation n'a encore
eu lieu avec le secteur pétrolier. Le
prêt de 100 millions d'euros sera-t-
il simplement remboursé pour la
date butoir et sans intérêts? Qu'en
est-il des 60 millions d'euros
demandés par les socialistes au
secteur pétrolier et de la
contribution demandée aux
sociétés gazières?
Quelle est l'incidence sur le budget
2006 du taux d'intérêt élevé à
court et à long terme? Dispose-t-
on de nouvelles indications
concernant l'incidence budgétaire
de la déduction des intérêts
notionnels, de la titrisation des
arriérés en matière de TVA, de la
régularisation fiscale et de la sicaf
immobilière, du précompte
mobilier sur les sicav de
capitalisation et de la nouvelle taxe
sur les produits d'assurance?
Comment va-t-on réagir à l'arrêt
de la Cour d'arbitrage relatif à la
cotisation d'emballage?
La convention avec le secteur
pétrolier sera-t-elle honorée ou de
nouvelles négociations auront-
elles lieu? Quelle est l'incidence
du prêt de 100 millions d'euros du
point de vue des normes SEC?
11.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, ik dank de
heer Bogaert en ook de heer De Crem het was zijn interpellatie
voor zijn vertrouwen vermits hij nog voor de aanvang van de
11.02 Didier Reynders, ministre:
De telles questions doivent être
posées dans le cadre du contrôle
CRIV 51
COM 891
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
23
begrotingsbespreking een antwoord van mij hoopt te krijgen op
vragen die de eigenlijke basis van een begrotingscontrole vormen, in
casu een raming van de ontvangsten en uitgaven voor het lopende
jaar. Ik zou met cijfermateriaal op dergelijke vragen willen
antwoorden. Daarmee zou ik evenwel afbreuk doen aan het belang
van een nauwkeurige aanpak bij de begrotingscontrole.
Mijnheer de voorzitter, ik neem akte van de belangstelling van de heer
Bogaert en raad hem aan uit te kijken naar de publicatie van de
aangepaste algemene toelichting waarin het antwoord op al zijn
bekommernissen zal worden opgenomen.
Om kort te zijn. Vandaag maak ik geen begrotingscontrole. Daarvoor
moet u wachten tot eind maart, begin april. De ramingen zijn de basis
van de begrotingscontrole. Die begrotingscontrole doe ik niet alleen.
budgétaire, lequel aura lieu fin
mars, début avril. Les estimations
que M. Bogaert souhaite connaître
constituent la base du contrôle
budgétaire.
11.03 Hendrik Bogaert (CD&V): Mijnheer de voorzitter, er zijn hier
ook andere vragen dan de vragen over de begrotingscontrole. Er zijn
ook vragen over de lening van 100 miljoen euro bij de
petroleumsector. U stopt echter alles in de begrotingscontrole. Met
andere woorden, we moeten de commissie gewoon opschorten tot na
de begrotingscontrole. Elk element van Financiën zal immers wel
ergens te maken hebben met de begrotingscontrole. Dat betekent dat
onze werkzaamheden op begrotingsvlak in feite stilliggen tot na de
begrotingscontrole van eind maart, begin april 2006. U kan immers op
elke vraag gewoon antwoorden met te zeggen dat u geen antwoord
kan geven en verwijzen naar de begrotingscontrole.
Bijvoorbeeld, de lening van 100 miljoen euro bij de petroleumsector,
dat is toch nieuws.
11.03 Hendrik Bogaert (CD&V): Il
y a d'autres questions, comme
celle relative à la facture du
pétrole, mais le ministre se borne
délibérément à renvoyer au
contrôle budgétaire. Par sa
réponse, il semble suggérer que
nous devrions suspendre les
travaux de notre commission
jusqu'au contrôle budgétaire. À
chaque question qui lui est
adressée, il se contente de
renvoyer au contrôle budgétaire.
Nous en concluons que le ministre
refuse de répondre en attendant le
contrôle budgétaire, ce qui n'est
pas la procédure normale.
De voorzitter: Mijnheer Bogaert, u hebt gezegd: "U nadert de deadline."
11.04 Hendrik Bogaert (CD&V): Mijnheer de voorzitter, bent u nu
plots minister?
De voorzitter: Neen, mijnheer Bogaert, ik ben voorzitter. Ik weet dat u heel graag op de voorzittersstoel
zou zitten om alles te regelen.
11.05 Minister Didier Reynders: Ik heb vorige week over de
petroleumfactuur gezegd dat wij binnen de begrotingscontrole een
antwoord willen geven. Een week later komt u terug met dezelfde
vraag. Ik heb dus hetzelfde antwoord. Dat is normaal.
U vraagt of het een berekening van ontvangsten of van uitgaven is.
Dat valt echter onder de begrotingscontrole. Wij zullen ook een
begrotingscontrole doen.
11.05 Didier Reynders, ministre:
La semaine passée, je vous ai
répondu au sujet de la facture du
pétrole que je répondrais lors du
contrôle budgétaire. Une semaine
plus tard, vous posez la même
réponse et vous obtenez
évidemment la même réponse.
11.06 Hendrik Bogaert (CD&V): Ik kom dus terug bij wat ik daarnet
zei. Dat betekent dat u niet meer wil antwoorden tot na de
begrotingscontrole. Dat is abnormaal.
11.07 Minister Didier Reynders: Dat is toch normaal voor vragen die
binnen de uitvoering van de begroting vallen.
15/03/2006
CRIV 51
COM 891
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24
11.08 Hendrik Bogaert (CD&V): Er zijn toch ook andere vragen,
zoals over het feit dat er tot op vandaag onderhandelingen met de
petroleumsector zijn in verband met de lening van 100 miljoen euro.
Collega's, ik weet ook wel dat daaraan een begrotingscomponent
vasthangt. Er zijn echter ook andere componenten aan de discussie
met de petroleumsector verbonden. Er zijn hier bijvoorbeeld al vragen
daarover gesteld, waaruit bleek dat het niet helemaal duidelijk was of
er al dan niet al gesprekken waren geweest over de lening van
100 miljoen euro bij de petroleumsector.
U stopt zich vandaag dus gewoon weg achter dat feit, dat nochtans
belangrijke informatie voor de commissie is. Ik betreur dat u nu niet
op de vraag wil antwoorden.
11.08 Hendrik Bogaert (CD&V):
La discussion avec le secteur
pétrolier ne porte pas que sur des
aspects budgétaires. Le ministre
se sert de l'aspect budgétaire pour
retenir des informations
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
Le président: Chers collègues, je vais maintenant donner la parole à M. Chabot pour poser sa question.
11.09 Melchior Wathelet (cdH): Monsieur le président, j'ai une
question inscrite à l'ordre du jour de cette réunion. Or je dois me
rendre en Conférence des présidents. Je ne pourrais être de retour
dans cette commission que vers 12.30 heures.
11.10 Jacques Chabot (PS): Monsieur le président, je suis tout à fait
d'accord pour que M. Wathelet pose sa question maintenant.
Le président: Dans ce cas, je donne la parole à M. Wathelet.
12 Question de M. Melchior Wathelet au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "la
conformité de la limitation de la déduction des revenus définitivement taxés au bénéfice imposable à
la directive 90/435/CEE" (n° 10840)
12 Vraag van de heer Melchior Wathelet aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over
"de vraag of de beperking van de aftrek van de definitief belaste inkomsten tot de belastbare winst wel
in overeenstemming is met de Europese richtlijn 90/435/EEG" (nr. 10840)
12.01 Melchior Wathelet (cdH): Monsieur le président, je tiens tout
d'abord à remercier M. Chabot.
Monsieur le ministre, suite au jugement du tribunal de première
instance de Bruxelles du 25 avril 2003 ayant dit pour droit que la
législation belge est contraire à la directive "mère-fille" 90/435/CE
dans la mesure où elle limite la déduction des RDT (revenus
définitivement taxés) au bénéfice imposable de l'exercice, il me
revient que de nombreuses réclamations inhérentes aux excédents
de RDT auraient été introduites.
Bien qu'un appel ait été interjeté de ce jugement et que l'affaire soit
actuellement pendante devant la cour d'appel de Bruxelles, il semble
que l'administration fiscale aurait décidé de rejeter systématiquement
ces réclamations sans attendre le prononcé de l'arrêt de la cour
d'appel de Bruxelles.
Monsieur le ministre, avez-vous ou votre administration a-t-elle donné
des instructions en vue de rejeter l'ensemble des réclamations sans
attendre le prononcé de l'arrêt de la cour d'appel? N'estimez-vous pas
qu'une instruction devrait être donnée afin que l'on se conforme au
12.01 Melchior Wathelet (cdH):
In haar vonnis van 25 april 2003
heeft de rechtbank van eerste
aanleg te Brussel voor recht
verklaard dat de Belgische
wetgeving strijdig is met de
moeder-dochter-richtlijn
90/435/EEG voor zover ze de
aftrek van de definitief belaste
inkomsten beperkt tot de
belastbare winst van het boekjaar.
Naar ik heb vernomen zouden
naar aanleiding van die uitspraak
tal van bezwaarschriften met
betrekking tot de overschotten van
de definitief belaste inkomsten zijn
ingediend.
Hoewel er tegen het vonnis beroep
werd aangetekend, zou de
belastingadministratie blijkbaar
CRIV 51
COM 891
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25
jugement du tribunal de première instance de Bruxelles ou qu'il
faudrait attendre que l'arrêt de la cour d'appel de Bruxelles ne fixe la
position définitive en ce qui concerne cette déductibilité des revenus
définitivement taxés?
hebben beslist die klachten
systematisch te verwerpen zonder
de uitspraak van het hof van
beroep te Brussel af te wachten.
Heeft u zelf of uw administratie
instructies gegeven om alle
klachten te verwerpen zonder op
de uitspraak van het hof van
beroep te wachten?
Is u niet van oordeel dat men de
administratie de instructie moet
geven zich aan de uitspraak van
de rechtbank van eerste aanleg te
Brussel te houden of dat men
moet wachten tot het hof van
beroep te Brussel een definitieve
uitspraak over die aftrek heeft
gewezen?
12.02 Didier Reynders, ministre: Monsieur le président, monsieur
Wathelet, pour faire vite puisque tout le monde est pressé, je dirai
"non". Aucune instruction demandant un rejet systématique n'a été
donnée. Les règles habituelles sont donc appliquées en la matière.
12.02 Minister Didier Reynders:
Er werd geen enkele instructie
gegeven om die klachten
systematisch te verwerpen. Ter
zake gelden dus de gebruikelijke
regels.
12.03 Melchior Wathelet (cdH): Monsieur le ministre, n'estimez-
vous pas que, dans ce cas, il serait préférable d'attendre l'arrêt de la
cour d'appel?
12.03 Melchior Wathelet (cdH):
Is het niet beter op het arrest van
het hof van beroep te wachten?
12.04 Didier Reynders, ministre: On applique les règles habituelles.
Et, contrairement à ce que vous avez laissé entendre, aucune
instruction n'a été donnée en vue du rejet systématique des recours.
12.04 Minister Didier Reynders:
Men past de gebruikelijke regels
toe en in tegenstelling tot hetgeen
u laat uitschijnen, werd er geen
enkele instructie gegeven om de
klachten systematisch te
verwerpen.
12.05 Melchior Wathelet (cdH): Mais ne pensez-vous pas qu'il
faudrait donner l'instruction d'attendre que la situation soit clarifiée
d'un point de vue judiciaire?
12.06 Didier Reynders, ministre: Je répète qu'aucune instruction
n'est donnée en la matière et que les règles habituelles sont
appliquées.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
13 Question de M. Jacques Chabot au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "l'option à
effectuer pour l'année du décès d'un des conjoints ou d'un des cohabitants légaux" (n° 10704)
13 Vraag van de heer Jacques Chabot aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de
keuze die moet worden gemaakt in het jaar van het overlijden van een van de partners of van een van
de wettelijk samenwonenden" (nr. 10704)
13.01 Jacques Chabot (PS): Monsieur le président, monsieur le 13.01 Jacques Chabot (PS):
15/03/2006
CRIV 51
COM 891
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
26
ministre, lorsqu'un des conjoints ou l'un des cohabitants légaux
décède, deux déclarations distinctes doivent être souscrites à l'impôt
des personnes physiques: une déclaration au nom du conjoint
survivant et une autre au nom de la succession de son conjoint ou
cohabitant légal.
Il incombe alors au contribuable d'opérer un choix pour cette année:
soit une imposition commune le contribuable et son conjoint décédé
sont alors imposés ensemble et l'administration établit une seule
imposition commune , soit deux impositions doivent être établies
dans cette seconde hypothèse, le contribuable et son conjoint décédé
seront considérés comme des isolés pour le calcul de l'impôt.
Pourquoi ce choix doit-il être effectué par le contribuable?
Il me revient que des simulations peuvent être calculées sur le
programme de calcul de l'impôt, lequel figure sur le site internet de
votre département. Ne serait-il pas plus correct pour le contribuable
que le logiciel du SPF Finances intègre ce calcul de manière
automatique afin de présenter d'office la solution la plus avantageuse,
comme c'est désormais le cas pour l'optimalisation des
amortissements de capital? Cette façon de procéder me semblerait
plus conforme au principe de bonne administration.
Wanneer een van de echtgenoten
of wettelijk samenwonenden
overlijdt, moeten twee aparte
aangiftes in de personenbelasting
worden ingediend: een aangifte op
naam van de overlevende partner
en een aangifte op naam van de
nalatenschap van de overleden
echtgenoot of wettelijk
samenwonende.
Voor dat jaar moet de
belastingplichtige dan ook kiezen
tussen een gemeenschappelijke
aanslag of twee afzonderlijke.
Waarom moet de
belastingplichtige die keuze
maken als met het
berekeningsprogramma voor de
belastingen, dat op de website van
uw departement beschikbaar is,
simulaties kunnen worden
gemaakt? Ware het niet correcter
ten aanzien van de
belastingplichtige om die
berekening automatisch in de
software van de FOD Financiën op
te nemen?
13.02 Didier Reynders, ministre: Monsieur le président, monsieur
Chabot, pour l'année du décès d'un des conjoints ou d'un des
cohabitants légaux, deux impositions distinctes sont en principe
établies, à savoir une au nom du conjoint ou cohabitant légal survivant
et une au nom de la succession du conjoint ou cohabitant légal
décédé. Il peut néanmoins être dérogé à cette règle en optant pour
l'établissement d'une imposition commune au nom du conjoint ou
cohabitant légal survivant et au nom de la succession du conjoint ou
cohabitant légal décédé.
L'article 126 §3 du Code des impôts sur les revenus de 1992 a
expressément accordé cette possibilité de choix au conjoint ou
cohabitant légal survivant qui peut exprimer son choix dans sa
déclaration à l'impôt des personnes physiques. Etant donné qu'en cas
de décès d'un des conjoints ou d'un des cohabitants légaux, il y a
toujours deux parties intéressées, à savoir le conjoint ou le cohabitant
légal survivant, d'une part, et les héritiers légataires, etc. du conjoint
ou cohabitant légal décédé, d'autre part, et que les intérêts individuels
du conjoint ou du cohabitant légal survivant ne correspondent pas
toujours aux intérêts globaux des deux parties, l'administration ne
peut effectuer ce choix en lieu et place du conjoint ou cohabitant légal
survivant sans porter atteinte au droit légal d'option dont bénéficie ce
conjoint ou cohabitant légal.
Votre proposition de simulation de calcul via les logiciels de simulation
répond assurément à la demande particulière de certains
contribuables. Il va de soi qu'un tel logiciel de simulation doit être
d'utilisation aisée et donner une réponse adaptée à la situation
personnelle de tous les contribuables en question. C'est ce qui fait
13.02 Minister Didier Reynders:
Voor het jaar waarin een van de
echtgenoten of wettelijk
samenwonenden overlijdt worden
in principe twee verschillende
aanslagen gevestigd: een op
naam van de overlevende
echtgenoot of wettelijk
samenwonende en een op naam
van de nalatenschap van de
overleden echtgenoot of
samenwonende. Van die regel kan
evenwel worden afgeweken door
te opteren voor een
gemeenschappelijke aanslag,
zowel op naam van de
overlevende echtgenoot of
wettelijk samenwonende als op
naam van de nalatenschap van de
overleden echtgenoot of wettelijk
samenwonende.
Artikel 126, § 3 van het Wetboek
van de inkomstenbelastingen 1992
heeft die keuzemogelijkheid
uitdrukkelijk toegekend aan de
overlevende echtgenoot of
wettelijk samenwonende, die zijn
keuze kan bekendmaken in zijn
CRIV 51
COM 891
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
27
que ce type de simulation pose d'énormes problèmes techniques. Je
ne peux donc pas m'engager à ce que le SPF Finances mette ce
logiciel à disposition pour l'exercice d'imposition 2006, c'est-à-dire
avant le 30 juin 2006. Nous y travaillons et j'espère qu'on pourra le
mettre à disposition de l'ensemble des contribuables.
aangifte in de personenbelasting,
aangezien er in geval van
overlijden van een van de
echtgenoten of wettelijk
samenwonenden steeds twee
betrokken partijen zijn. De
administratie kan die keuze niet in
de plaats van de overlevende
echtgenoot of wettelijk
samenwonende maken zonder
afbreuk te doen aan de wettelijke
keuzemogelijkheid waarover deze
beschikt.
Bovendien komt u met uw voorstel
om met simulatiesoftware
berekeningen te doen ongetwijfeld
tegemoet aan de vraag van
sommige belastingplichtigen. Het
spreekt voor zich dat dergelijke
software makkelijk te gebruiken
moet zijn en een gepaste
oplossing moet bieden voor de
persoonlijke situatie van alle
betrokken belastingplichtigen.
Daardoor doet dit soort simulaties
echter enorme technische
problemen rijzen. Ik kan me er dus
niet toe verbinden die software
voor 30 juni 2006 ter beschikking
te stellen. We werken er evenwel
aan en ik hoop dat we hem aan
alle belastingplichtigen zullen
kunnen aanbieden.
13.03 Jacques Chabot (PS): Monsieur le président, je remercie le
ministre pour sa réponse.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
14 Question de M. Jacques Chabot au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "la position
administrative relative aux déplacements domicile/lieu de travail" (n° 10705)
14 Vraag van de heer Jacques Chabot aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "het
administratief standpunt over het woon-werkverkeer" (nr. 10705)
14.01 Jacques Chabot (PS): Monsieur le ministre, les frais
professionnels afférents aux déplacements entre le domicile et le lieu
de travail effectués au moyen d'une voiture sont fixés forfaitairement à
0,15 euro par kilomètre parcouru, conformément à l'article 66 §4 du
Code des impôts sur les revenus. Il me revient que votre département
considère néanmoins comme des déplacements privés les détours
effectués notamment pour conduire et reprendre les enfants. Cette
situation est-elle exacte? La réforme fiscale a pourtant intégré une
meilleure prise en considération des enfants. Dans ce contexte, la
position administrative n'est-elle pas exagérée? Cette façon de
procéder pourra-t-elle être revue? Des instructions sont-elles données
à vos services pour remédier à cette interprétation restrictive?
14.01 Jacques Chabot (PS): De
beroepskosten met betrekking tot
de verplaatsing tussen de
woonplaats en de plaats van
tewerkstelling met een voertuig
worden forfaitair op 0,15 euro per
afgelegde kilometer bepaald,
overeenkomstig artikel 66, § 4,
van het Wetboek van de
inkomstenbelastingen.
Blijkbaar beschouwen uw diensten
15/03/2006
CRIV 51
COM 891
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
28
Lesquelles et dans quel délai?
de omweg die wordt gemaakt om
de kinderen te brengen of af te
halen als privé-verplaatsingen.
Klopt die informatie?
Is dat administratief standpunt niet
wat overdreven?
Kan het niet worden herzien?
Kregen
uw diensten
onderrichtingen om af te zien van
die beperkende interpretatie? Hoe
luiden ze en op welke termijn
zullen ze ten uitvoer worden
gelegd?
14.02 Didier Reynders, ministre: Monsieur le président, monsieur
Chabot, le régime forfaitaire de 0,15 euro par kilomètre parcouru visé
à l'article 66 §4 du CIR 1992 s'applique exclusivement aux
déplacements entre le domicile et le lieu de travail.
Pour un travailleur, il y a lieu de considérer comme déplacement du
domicile au lieu de travail chaque déplacement aller et retour que le
contribuable effectue pour se rendre de son domicile à un lieu fixe de
travail pour y exercer son activité professionnelle. Le trajet à retenir en
la matière n'est pas nécessairement le plus court mais bien celui qui,
compte tenu de la distance, de la densité du trafic, de l'état des routes
et de la durée des déplacements, peut être considéré comme normal.
Dans ce contexte, je puis vous confirmer que la distance
supplémentaire qui résulte de détours effectués pour des raisons
personnelles, notamment pour déposer ou reprendre des enfants à
l'école ou à un service de garde, ne peut pas être considérée comme
un déplacement entre le domicile et le lieu de travail. Cette exclusion
trouve sa source dans le principe général découlant des articles 49 et
53.1° du Code des impôts sur les revenus de 1992, selon lequel les
dépenses ayant un caractère personnel ne constituent pas des frais
professionnels déductibles. Il ne m'est donc pas possible d'y déroger.
Je reste néanmoins très sensible à la problématique d'une bonne
prise en compte des enfants en matière d'impôts sur les revenus,
mais celle-ci ne peut pas être envisagée dans le cadre de la
déduction des frais professionnels. A cet égard, je rappelle que la
garde d'enfants fait l'objet de la déduction spécifique visée aux
articles 104.7 et 113 du Code et que cette déduction a été récemment
étendue afin d'augmenter l'âge maximum des enfants concernés
(enfants âgés de moins de 12 ans au lieu de moins de trois ans
auparavant) et de prendre en considération les nouvelles structures
(écoles maternelles ou primaires, certains camps de vacances, etc. )
J'ai systématiquement proposé des améliorations en la matière. Elles
ont été reprises par le gouvernement et par le parlement. Je
soumettrai au gouvernement, et dès lors au parlement, la proposition
d'augmenter le montant déductible pour les frais de garde d'enfants,
coûts auxquels les parents ayant un emploi sont confrontés. C'est par
ce biais que l'on pourrait répondre le mieux à la problématique.
14.02 Minister Didier Reynders:
De forfaitaire regeling van 0,15
euro per afgelegde kilometer
bedoeld in artikel 66 § 4 WIB 1992
is uitsluitend van toepassing op de
verplaatsingen tussen de
woonplaats en de plaats van
tewerkstelling.
Voor een werknemer wordt als
verplaatsing tussen de woonplaats
en de plaats van tewerkstelling
beschouwd, elke verplaatsing die
de belastingplichtige aflegt tussen
zijn woonplaats en een vaste
plaats van tewerkstelling om er zijn
beroepsactiviteit uit te oefenen. De
weg die hij daartoe neemt, hoeft
niet noodzakelijk de kortste te zijn,
maar moet wel als de normale
weg kunnen beschouwd, rekening
houdend met de afstand, de
verkeersdrukte, de toestand van
de wegen en de duur van de
verplaatsingen.
De bijkomende afstand als gevolg
van verplaatsingen voor privé-
doeleinden, bijvoorbeeld om
kinderen naar school of naar een
opvangdienst te brengen of ze
daar af te halen, kan niet als een
verplaatsing tussen de woonplaats
en de plaats van tewerkstelling
worden beschouwd, op grond van
het algemene beginsel dat
voortvloeit ui de artikelen 49 en
53.1° van het Wetboek van de
inkomstenbelastingen 1992, dat
bepaalt dat de uitgaven van
persoonlijke aard niet als
beroepskosten worden
aangemerkt.
CRIV 51
COM 891
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
29
Toch meen ik dat de
inkomstenbelastingen wel degelijk
rekening moeten houden met
kinderlast, maar dan niet in het
kader van de aftrekbaarheid van
beroepskosten.
Ik wijs er in dat verband op dat
voor de kosten voor kinderopvang
op grond van de artikelen 104.7 en
113 een bijzondere aftrekbaarheid
geldt en dat die aftrek onlangs
werd uitgebreid, door het
optrekken van de maximumleeftijd
van de kinderen en door rekening
te houden met de nieuwe
opvangstructuren. Dat is in mijn
ogen de geëigende weg om die
problematiek aan te pakken.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
15 Question de M. Jacques Chabot au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "la nécessité
d'une coordination fiscale européenne en matière d'imposition des bénéfices" (n° 10706)
15 Vraag van de heer Jacques Chabot aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de
noodzaak van een Europese fiscale coördinatie inzake het belasten van bedrijfswinsten" (nr. 10706)
15.01 Jacques Chabot (PS): Monsieur le président, monsieur le
ministre, tout comme moi, vous avez certainement lu les propos de M.
Luc Simar du service d'études de la CSC qui, dans un article publié
dans "La Libre Entreprise" du 25 février 2006, dit: "Les bénéfices des
groupes pétroliers s'envolent partout dans le monde. Ils sont, pour
une bonne part, la conséquence de l'augmentation rapide du prix du
baril du pétrole. Cette augmentation est plus liée à de vastes
mouvements spéculatifs qui encerclent la planète qu'à une tension
réelle entre une offre limitée et une demande en croissance et à des
coûts d'exploitation en augmentation. En outre, les revenus de
plusieurs activités pétrolières réelles sont indexés sur les cours du
brut."
L'auteur poursuit sa démarche en regrettant qu'en Belgique, les
superbénéfices réalisés ne soient pas utilisés pour mieux considérer
le personnel, ni pour développer l'emploi. La destination la plus
probable de ces superbénéfices reste, au contraire, la poche de
l'actionnaire, soit directement sous forme de dividendes, soit
indirectement sous forme de plus-values boursières ou de rachat
d'actions, le plus souvent exonérés d'impôt.
M. Simar souligne enfin la nécessité d'une coordination fiscale
européenne en matière d'imposition des bénéfices.
Monsieur le ministre, qu'en pensez-vous? Une réflexion est-elle
menée à ce sujet par votre département? Quels sont les résultats et
les conclusions de l'analyse effectuée par votre département?
15.01 Jacques Chabot (PS): U
heeft ongetwijfeld kennis genomen
van de uitspraken van de heer Luc
Simar van de studiedienst van de
CSC (de Franstalige tegenhanger
van het ACV). In een artikel dat in
Libre entreprise van 25 februari
2006 is verschenen, betreurde hij
dat de superwinsten van onder
meer de oliemaatschappijen niet
werden gebruikt om het loon van
het personeel op te trekken of om
de werkgelegenheid aan te
zwengelen. Naar alle
waarschijnlijkheid komen die
superwinsten in de zakken van de
aandeelhouders terecht, hetzij
rechtstreeks in de vorm van
winstaandelen, hetzij
onrechtstreeks in de vorm van
beursmeerwaarden of van de
inkoop van aandelen, operaties die
meestal niet belast worden.
Voorts benadrukt de heer Simar
de noodzaak van een Europese
fiscale coördinatie inzake het
belasten van bedrijfswinsten.
Wat is uw standpunt ter zake?
Onderzoekt uw departement die
15/03/2006
CRIV 51
COM 891
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
30
kwestie? Tot welke resultaten en
conclusies is uw departement in
zijn onderzoek gekomen?
15.02 Didier Reynders, ministre: Monsieur le président, monsieur
Chabot, en matière d'imposition des bénéfices des sociétés, des
mesures d'harmonisation sont déjà d'application au niveau européen.
En ce qui concerne les retenues à la source sur les dividendes, les
intérêts et les redevances payés par une filiale résidente d'un Etat
membre à sa société mère résidente d'un autre Etat membre, la
directive "mère-filiale" du 23 juillet 1990 et la directive "intérêts et
redevances" du 3 juin 2003 organisent un régime d'exonération des
retenues à la source.
En ce qui concerne les fusions transfrontalières de sociétés, la
directive "fusion" du 23 juillet 1990 organise un report d'imposition des
plus-values constatées à l'occasion d'opérations de fusion, scission,
apport d'actif ou échange d'actions opérées entre sociétés d'Etats
membres différents.
En ce qui concerne les prix de transfert entre sociétés
interdépendantes résidentes d'Etats membres différents, la
Convention européenne d'arbitrage du 23 juillet 1990 organise un
régime qui permet d'éviter la double imposition économique.
En ce qui concerne les régimes préférentiels, le Conseil Ecofin a
adopté, en décembre 1997, un code de conduite visant à éliminer les
régimes particuliers existant dans les Etats membres. A cette fin, un
groupe de suivi du code de conduite a été créé en 1998 sous la
présidence de Mme Dawn Primarolo, Paymaster general dans le
gouvernement de M. Tony Blair. Dans un premier temps, le groupe a
répertorié les régimes préférentiels pouvant être considérés comme
dommageables et, sous le contrôle du Conseil Ecofin, a ensuite
organisé le démantèlement de ces régimes, y compris dans notre
pays.
Actuellement, deux projets d'harmonisation sont mis en avant par la
Commission européenne. Ces projets concernent les petites et
moyennes entreprises (PME) avec le système du "Home State
Taxation" et les groupes d'entreprises avec le système du "Common
Consolidated Corporate Tax Base" ou assiette commune consolidée
de l'impôt des sociétés.
Le système du "Home State Taxation" est basé sur la reconnaissance
réciproque par les Etats membres des différents régimes fiscaux
nationaux. Dans ce régime, une PME d'un Etat membre qui exercerait
des activités dans un autre Etat membre par l'intermédiaire d'un
établissement stable ou d'une filiale verrait la base imposable de cet
établissement stable ou de cette filiale calculée conformément à la
législation fiscale de l'Etat de ladite PME. Ensuite, chacun des Etats
membres concernés appliquerait son taux d'imposition à la part des
bénéfices ainsi déterminée qui lui revient.
Le système du "Home State Taxation" devrait être appliqué
volontairement par les Etats membres mais il rencontre beaucoup de
scepticisme de sorte que, à l'heure actuelle, aucun des Etats
membres ne s'est encore engagé dans cette voie. Ainsi, sur le plan
15.02 Minister Didier Reynders:
Op Europees niveau zijn er reeds
maatregelen tot harmonisering van
de belasting op de bedrijfswinsten
van toepassing. Ik denk onder
meer aan de moeder-dochter-
richtlijn van 23 juli 1990, aan de
interest en royalty's-richtlijn van 3
juni 2003 tot instelling van een
regeling van vrijstelling voor
inhoudingen aan de bron, aan de
richtlijn van 23 juli 1990
betreffende een uitstel van de
belasting op de meerwaarden die
worden vastgesteld bij fusies,
splitsingen, inbreng van activa en
aandelenruil met betrekking tot
vennootschappen uit verschillende
lidstaten en aan het Europese
Arbitrageverdrag van 23 juli 1990
tot invoering van een stelsel ter
voorkoming van de dubbele
economische belasting.
Wat de voorkeurregelingen betreft,
heeft de Ecofin-Raad in december
1997 een gedragscode
goedgekeurd teneinde de
bijzondere regelingen in de
lidstaten weg te werken.
Momenteel stelt de Europese
Commissie twee
harmoniseringsontwerpen voor.
Die ontwerpen hebben betrekking
op de kleine en middelgrote
ondernemingen (KMO's) via het
stelsel van de "Home State
Taxation" en op de concerns via
het stelsel van de "Common
Consolidated Corporate Tax Base"
(geconsolideerde
gemeenschappelijke basis van de
bedrijfsbelasting).
Het stelsel van de "Home State
Taxation" is gebaseerd op de
wederzijdse erkenning door de
lidstaten van de diverse nationale
belastingstelsels. De lidstaten
zouden het op vrijwillige basis
moeten toepassen, maar het stuit
op veel scepsis en het zorgt voor
praktische en administratieve
problemen.
CRIV 51
COM 891
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
31
des inconvénients, il existe d'abord une forte présomption que l'impact
budgétaire d'un tel système serait négatif. Par ailleurs, d'autres
problèmes, par exemple de nature pratique ou administrative, se
posent tant au niveau des entreprises concernées elles-mêmes (en
raison du fait que le principe de l'Etat de résidence ne s'appliquerait
pas aux règles comptables) qu'au niveau des administrations fiscales
(entre autres des problèmes linguistiques dus à l'élargissement de
leur champ d'action).
Pour ce qui concerne le principe d'une assiette consolidée commune
à l'impôt des sociétés, ce projet vise à introduire dans l'Union
européenne une base imposable consolidée en matière d'imposition
des sociétés. Dans ce régime, un seul ensemble de règles
européennes permettrait de déterminer la base imposable. Par
contre, les taux d'imposition resteraient de la compétence de chacun
des Etats membres.
Le Conseil Ecofin a autorisé, en septembre 2004, la constitution d'un
groupe de travail dans lequel les 25 Etats membres examinent, sous
la direction de la Commission européenne, les aspects techniques de
ce régime. Sur la base de ces travaux, la Commission européenne
fera une proposition technique à l'intention du Conseil Ecofin,
vraisemblablement fin 2007 ou début 2008.
Le groupe de travail se réunit quatre fois par an depuis fin 2004 et a
également constitué plusieurs sous-groupes chargés d'approfondir
l'examen des points spécifiques. À l'heure actuelle, quatre sous-
groupes sont en activité concernant, tout d'abord, les actifs
immobilisés et l'amortissement d'actifs financiers, ensuite les
réserves, provisions et dettes, puis les revenus imposables et, enfin,
les aspects internationaux.
Il n'est pas encore possible de dire si le système sera obligatoire ou
optionnel, ni s'il s'appliquera uniquement aux grandes entreprises, ces
points n'ayant pas encore fait l'objet d'un examen par le groupe de
travail.
Bien que la Belgique se montre en principe favorable à l'égard d'une
harmonisation au niveau européen de l'impôt des sociétés, il sera
nécessaire d'évaluer l'impact budgétaire de ce régime, compte tenu
en particulier de l'introduction nécessaire d'un régime de
consolidation. En outre, il est loin d'être sûr que ce système sera
praticable compte tenu des procédures différentes de contrôle, de
l'échange de renseignements et de l'emploi des langues.
Enfin, n'oublions pas que des décisions fiscales requièrent toujours
l'unanimité au niveau européen. La discussion sur les taux de TVA
réduits dans les services à haute intensité de main-d'oeuvre a prouvé,
une nouvelle fois, que ce n'est peut-être pas la voie la plus efficace
pour décider. Cependant, nous tenterons d'y parvenir, dans ce
domaine-là également.
Het project betreffende de
Europese geconsolideerde
vennootschapsbelasting strekt
ertoe in de Europese Unie een
gemeenschappelijke
geconsolideerde
heffingsgrondslag voor de
vennootschapsbelasting in te
voeren. In die regeling, zou één
geheel van Europese regels de
belastbare grondslag bepalen. De
lidstaten zouden wel bevoegd
blijven voor de belastingtarieven.
De Ecofin-Raad stemde in met de
oprichting van een werkgroep,
waarin de 25 lidstaten, onder
leiding van de Europese
Commissie, de technische
aspecten van die regeling
onderzoeken. Op basis van die
werkzaamheden zal de Europese
Commissie eind 2007 of begin
2008 een technisch voorstel
formuleren aan de Ecofin-Raad.
Op dit ogenblik is nog niet duidelijk
of het om een verplichte of om een
facultatieve regeling zal gaan en
evenmin of ze enkel voor de grote
ondernemingen zal gelden.
Hoewel België in beginsel een
Europese harmonisering van de
vennootschapsbelasting genegen
is, zullen de gevolgen voor de
begroting van een dergelijke
regeling moeten worden
nagegaan, in het bijzonder
rekening houdend met de
noodzakelijke invoering van een
stelsel van fiscale consolidatie. Het
is verre van zeker dat dit stelsel
werkbaar zal zijn, rekening
houdend met de verschillende
procedures op het vlak van
toezicht, gegevensuitwisseling en
gebruik van de talen.
Ten slotte moeten fiscale
beslissingen op het Europese
niveau met eenparigheid worden
genomen. De discussie over de
verlaagde BTW-tarieven voor de
arbeidsintensieve diensten heeft
eens te meer aangetoond dat die
werkwijze misschien niet de meest
doeltreffende is. Toch zullen we
15/03/2006
CRIV 51
COM 891
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
32
proberen resultaten te bereiken.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
16 Question de M. Jacques Chabot au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "les frais de
déplacement du domicile au lieu de travail pour les membres du personnel des SPF et leur aspect
fiscal" (n° 10707)
16 Vraag van de heer Jacques Chabot aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de
reiskosten van de woonplaats naar de plaats van tewerkstelling voor de personeelsleden van de
FOD's en het fiscaal aspect ervan" (nr. 10707)
16.01 Jacques Chabot (PS): Monsieur le ministre, jusqu'à l'exercice
d'imposition 2001 (revenus 2000), l'intervention d'un employeur (code
254) dans les frais de déplacement du domicile au lieu de travail des
membres de son personnel était exonérée dans le chef des
bénéficiaires (code 255) sous certaines conditions, même si ces
derniers revendiquaient la déduction de frais professionnels réels
(code 258), y compris l'intégralité de leurs frais de déplacement.
Pour certaines catégories de salariés dont les fonctionnaires
fédéraux, la méthode d'intervention de l'employeur a évolué en 1998
et en 2000. En effet, jusqu'en juin 1998, l'intervention de certaines
administrations dont celle du SPF Finances consistait en un
remboursement de 54% des frais de déplacement (cartes de train,
par exemple) après la souscription d'une déclaration de créance par
les fonctionnaires concernés.
À partir de juin 1998, certaines administrations ont encouragé leurs
fonctionnaires à opter pour le système du tiers payant. Cela signifie
qu'elles intervenaient directement à concurrence du même taux de
54% auprès des entreprises publiques de transport en commun.
Toutefois, le système de déclaration de créance subsista jusqu'en
septembre 2000.
Jusqu'à l'exercice d'imposition 2002 (revenus 2001), est-il exact que,
dans les deux cas, tiers payant et déclaration de créance, les
fonctionnaires pouvaient déduire l'intégralité de leurs frais de
déplacement 100% de la valeur de la carte de train à titre de frais
professionnels réels (code 258) tout en bénéficiant de l'exonération
(code 255) de l'intervention de leurs employeurs (code 254)?
Si tel n'est pas le cas, n'y avait-il pas une discrimination entre les
agents ayant opté pour le système du tiers payant par rapport à ceux
ayant continué à souscrire une déclaration de créance? À trajet et à
prix de revient identiques (46%), deux fonctionnaires étaient-ils traités
différemment quant à la déductibilité de leurs frais de déplacement?
En septembre 2000, certaines administrations dont le SPF Finances
ont obligé leurs agents à souscrire au système du tiers payant. À
partir de cette même date, l'intervention a été majorée de 34%, soit
au total 88%. En ce qui concerne l'exonération (code 255) de cette
intervention (code 254), y a-t-il lieu de reprendre 88% ou 54%?
Si un contribuable bénéficiant du système du tiers payant a pu
déduire à titre de frais professionnels réels 100% (sa quote-part et
celle du tiers payant) de la valeur de sa carte de train après un
contrôle du taxateur, par exemple pour l'exercice 1999, les principes
16.01 Jacques Chabot (PS): Tot
aanslagjaar 2001 was de
vergoeding van de werkgever
(code 254) van de kosten voor het
woon-werkverkeer van zijn
personeel voor de rechthebbenden
onder bepaalde voorwaarden
vrijgesteld van belastingen (code
255), zelfs indien ze de aftrek van
de werkelijke beroepskosten
vroegen (code 258), met inbegrip
van de volledige
verplaatsingskosten.
Voor sommige categorieën
werknemers, onder meer voor de
federale ambtenaren, onderging
de door de werkgever betaalde
vergoeding in 1998 en in 2000
bepaalde wijzigingen.
Met ingang van juni 1998 hebben
bepaalde besturen hun
ambtenaren ertoe aangezet te
kiezen voor de
derdebetalersregeling. Dat
betekent concreet dat die besturen
de openbare
vervoersmaatschappijen
rechtstreeks betalen, ten belope
van 54 procent van de kosten. De
verklaring van schuldvordering
blijft echter tot in september 2000
bestaan.
Klopt het dat, tot aanslagjaar 2002
zowel in het geval van de
derdebetalersregeling als van de
verklaring van schuldvordering, de
ambtenaren het volledige bedrag
van hun verplaatsingkosten
konden aftrekken als werkelijke
beroepskosten (code 258) en
tegelijkertijd recht hadden op
belastingvrijstelling (code 255)
voor de door de werkgever
betaalde vergoeding (code 254)?
CRIV 51
COM 891
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
33
de bonne administration ne sont-ils pas bafoués quand le même
service de taxation refuse la déductibilité de 100% de la valeur de la
carte de train à titre de frais professionnels pour les exercices 2000 et
2001 pour le même contribuable et cela, dans les mêmes conditions
et circonstances?
Il me revient que vos services contentieux ont encore à traiter nombre
de dossiers concernant ce sujet, ce qui les empêche de traiter des
litiges dont l'enjeu est nettement plus important, et ce qui explique,
selon certains, les retards que l'on connaît. Des instructions seront-
elles données à vos services pour remédier à cette situation?
Lesquelles et dans quels délais?
Zoniet, was dan geen sprake van
een discriminatie tussen de
ambtenaren die kozen voor de
derdebetalersregeling ten aanzien
van de ambtenaren die nog steeds
gebruik maakten van de verklaring
van schuldvordering? Werden
ambtenaren die dezelfde afstand
aflegden en daarvoor dezelfde
prijs betaalden (46 procent)
verschillend behandeld wat de
aftrekbaarheid van hun
verplaatsingkosten betreft?
De diensten geschillen hebben
nog een groot aantal dossiers te
behandelen. Zullen ze
onderrichtingen krijgen om een
eind te maken aan die
discriminatie? Hoe zullen die
luiden en binnen welke termijn
zullen ze ten uitvoer worden
gelegd?
16.02 Didier Reynders, ministre: Monsieur le président, monsieur
Chabot, jusqu'à la fin de l'année 1999, en application de l'article 38,
alinéa 1
er
, 9° du CIR 92, seul le montant de l'intervention obligatoire
de l'employeur dans le prix de l'abonnement était exonéré d'impôt à
condition que le travailleur établisse, au moyen d'une attestation d'une
entreprise publique de transport en commun, avoir souscrit
régulièrement, au cours de la période imposable, un abonnement
auprès d'une telle entreprise pour ses déplacements du domicile au
lieu de travail.
En vue de favoriser la mobilité et d'encourager un comportement
visant une utilisation plus rationnelle des moyens de transport pour
effectuer les déplacements entre le domicile et le lieu du travail,
l'article précité a été modifié de manière à exonérer intégralement
l'intervention de l'employeur dans le prix de l'abonnement souscrit
régulièrement par les travailleurs auprès d'une entreprise publique de
transport en commun, que cette intervention soit obligatoire ou non.
Dans ce contexte, le fait que les intéressés déduisaient leurs frais
professionnels réels ou le forfait légal était, en l'espèce et jusqu'à
l'exercice d'imposition 2001 y compris, sans relevance. Ces
dispositions étaient applicables pour tous les travailleurs, tant dans le
système des déclarations de créance que dans le système du tiers
payant.
Par conséquent, dans les deux situations et pour autant que les
conditions précitées aient été respectées, les travailleurs
mentionnaient, dans leur déclaration fiscale, l'intervention réelle de
l'employeur le cas échéant: 88% à la fois en regard du code 254
et du code 255.
Par ailleurs, rien ne s'opposait en principe à ce que, dans les deux
cas, les travailleurs postulent la déduction de leurs frais réels de
déplacement à concurrence de 100% du coût de l'abonnement.
16.02 Minister Didier Reynders:
Tot einde 1999 was bij toepassing
van artikel 38, eerste lid, 9° van
het Wetboek van de
inkomstenbelastingen 92 alleen
het bedrag van de verplichte
tegemoetkoming van de
werkgever in de prijs van het
abonnement vrijgesteld van
belasting op voorwaarde dat de
werknemer door middel van een
attest van een openbare
vervoersmaatschappij aantoonde
dat hij tijdens de belastbare
periode voor zijn woon-
werkverkeer een abonnement had
bij een dergelijke maatschappij.
Om de mobiliteit te verbeteren en
een rationeler gebruik van de
vervoermiddelen aan te moedigen,
werd voormeld artikel gewijzigd
zodat de tegemoetkoming van de
werkgever in de prijs van het
abonnement van de werknemer bij
een openbare
vervoersmaatschappij helemaal is
vrijgesteld, ongeacht of die
tegemoetkoming al dan niet
verplicht is.
In die context maakte het feit dat
de betrokkenen hun werkelijke
beroepskosten aftrokken of kozen
15/03/2006
CRIV 51
COM 891
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
34
Je doute qu'une telle question puisse engendrer un quelconque retard
dans le traitement des dossiers de contentieux. Néanmoins, je
demande au service concerné d'examiner la situation et, le cas
échéant, de prendre les mesures utiles afin que tout doute éventuel
en la matière soit dissipé.
voor forfaitaire aftrek terzake tot
en met aanslagjaar 2001 geen
verschil. Die bepalingen waren van
toepassing voor alle werknemers,
zowel in het systeem van de
verklaringen van schuldvordering
als in het systeem van de derde
betaler.
Bijgevolg vermeldden de
werknemers in beide situaties en
in de mate dat voormelde
voorwaarden werden nageleefd,
de werkelijke tegemoetkoming van
de werkgever in hun
belastingaangifte.
Niets verhinderde in principe dat
de werknemers in beide gevallen
de kosten van het abonnement
voor honderd procent als
werkelijke vervoerskosten
aftrokken.
Tot slot betwijfel ik of die kwestie
enige vertraging in de verwerking
van de geschillendossiers kan
teweegbrengen. Toch zal ik de
situatie laten onderzoeken en
indien nodig zullen de gepaste
maatregelen worden getroffen om
eventuele twijfels hieromtrent weg
te nemen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Voorzitter: Luk Van Biesen.
Président: Luk Van Biesen.
17 Vraag van de heer Bart Tommelein aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de
negatieve inkomenseffecten voor Belgische grensarbeiders in Nederland als gevolg van het
dubbelbelastingverdrag" (nr. 10821)
17 Question de M. Bart Tommelein au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "les effets
négatifs sur les revenus des travailleurs frontaliers belges aux Pays-Bas de la convention préventive
de la double imposition" (n° 10821)
17.01 Bart Tommelein (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, op 1 juni 2004 stelde mijn collega Jo Vandeurzen een
parlementaire vraag over de negatieve inkomsteneffecten voor
Belgische grensarbeiders in Nederland ten gevolge van het Belgisch-
Nederlandse dubbelbelastingverdrag van 5 juni 2001. Door dat
verdrag lopen gezinnen met veel kinderen negatieve
inkomsteneffecten op. Dit vloeit voort uit het feit dat het
belastingvoordeel wegens kinderen in Nederland eerder klein is, wat
uiteraard wel pleit voor België.
De minister heeft toen enkele oplossingen gesuggereerd maar wou
17.01 Bart Tommelein (VLD): À
la suite de la convention
préventive de la double imposition
conclue entre la Belgique et les
Pays-Bas le 5 juin 2001, les
travailleurs frontaliers belges qui
ont une famille nombreuse sont
victimes de quelques
répercussions négatives sur leurs
revenus. M. Vandeurzen a posé
une question parlementaire à ce
er
CRIV 51
COM 891
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
35
de inkohiering van de belastingen van het aanslagjaar 2004
afwachten. Het gaat inderdaad over een heel klein aantal gezinnen
maar de impact voor die mensen is toch relatief groot. Ik heb inzage
gekregen in een aantal concrete dossiers waar het inkomstenverlies
rond de 1.000 euro schommelt.
Ik verneem dat een technische werkgroep de problematiek heeft
onderzocht. De drie denkpistes die daarbij gevolgd werden, waren
een toekenning van een fiscale compensatie op forfaitaire basis, de
toekenning van een fiscale situatie op grond van de individuele
toestand van de grensarbeider en een wijziging van artikel 134 van
het Wetboek van inkomstenbelastingen '92. Voor geen enkele van
deze drie pistes liep men echter zeer warm maar intussen blijft het
probleem toch aanslepen.
Ik had dan ook graag volgende vragen gesteld. Is er een analyse
gemaakt van de situatie in het aanslagjaar 2004? Kan een
compensatie voor die negatieve inkomsteneffecten langs fiscale weg
nog steeds worden overwogen? Welke pistes acht u haalbaar? Is u
bereid mee te werken aan een compensatie buiten de fiscale weg?
sujet le 1
er
juin 2004 et le ministre
a répondu qu'il attendrait
l'enrôlement des impôts de
l'exercice d'imposition 2004. Bien
que le nombre de familles
touchées soit limité, la perte de
revenus est considérable.
Un groupe de travail technique a
suggéré d'octroyer une
compensation fiscale forfaitaire, de
revoir la situation fiscale
individuellement ou d'adapter
l'article 134 du Code des impôts
sur le revenu.
La situation a-t-elle été analysée
pour l'exercice d'imposition 2004?
L'octroi d'une compensation
fiscale a-t-il été envisagé? Le
ministre est-il prêt à envisager
l'octroi d'autres compensations?
17.02 Minister Didier Reynders: In mijn antwoord op de
parlementaire vraag van 1 juni 2004 heb ik inderdaad gezegd dat het
aangewezen was om de daadwerkelijke belasting van de inkomsten
van de betrokken grensarbeiders voor het jaar 2003 in België en
Nederland af te wachten om de toestand daarna op basis van
concrete en betrouwbare gegevens te evalueren. Indien nodig konden
dan maatregelen worden genomen.
Naar aanleiding van dat antwoord zijn de leden van de commissie
Grensarbeiders België/Nederland uitgenodigd om de administratie in
kennis te stellen van alle gevallen waarin Belgische grensarbeiders,
die in Nederland tewerkgesteld zijn, inkomensverlies hebben geleden
als gevolg van het nieuw dubbelbelastingverdrag. Als reactie op deze
oproep zijn uiteindelijk slechts twee concrete gevallen aan de
administratie gesignaleerd. Gelet op dit uiterst geringe aantal
betrokken belastingplichtigen lijkt het mij niet opportuun om terzake
maatregelen te nemen aangezien het nagestreefde doel geenszins in
verhouding zou staan tot de middelen en het personeel die daartoe
zouden moeten worden ingezet. Ik ben bereid om naar een oplossing
te zoeken in de vorm van een compensatie, misschien buiten een
fiscale oplossing.
17.02 Didier Reynders, ministre:
Le 1
er
juin 2004, j'ai en effet
demandé d'attendre les résultats
de l'exercice d'imposition 2004
pour pouvoir évaluer la situation.
Les membres de la commission
des Travailleurs frontaliers
Belgique-Pays-Bas devaient
communiquer à l'administration
quels travailleurs frontaliers
avaient subi des pertes de revenus
à la suite de la convention
préventive de double imposition.
Seulement deux cas concrets ont
été notifiés à l'administration. Il ne
me semble pas opportun de
prendre des mesures étant donné
que le nombre limité d'intéressés
n'est pas proportionnel au coût
d'une éventuelle intervention. Je
suis prêt à rechercher une solution
sous la forme d'une autre
compensation.
17.03 Bart Tommelein (VLD): Ik dank u voor uw antwoord, mijnheer
de minister.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
18 Vraag van de heer Bart Tommelein aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de
publicatie van de aangifte in de personenbelasting voor het aanslagjaar 2006" (nr. 10823)
18 Question de M. Bart Tommelein au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "la
publication de la déclaration en matière d'impôts des personnes physiques pour l'exercice
d'imposition 2006" (n° 10823)
15/03/2006
CRIV 51
COM 891
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
36
18.01 Bart Tommelein (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, vorig jaar heeft de publicatie van de aangifte van de
personenbelasting zeer lang op zich laten wachten. Dat zorgde toen
voor wrevel bij tal van burgers, ook bij de mensen die les geven over
personenbelasting. Zij hebben de nieuwe aangifte immers dringend
nodig voor de samenstelling van hun cursus. Het is de ambtenaren
ook verboden om de geplande wijzigingen mee te delen voor de
publicatie. Ik verneem dat deze vertraging zich dit jaar dreigt te
herhalen.
Mijnheer de minister, wanneer zal de aangifte voor de
personenbelastingen van het aanslagjaar 2006 worden gepubliceerd?
Waarom mogen ambtenaren eventuele belanghebbenden niet
informeren over de te verwachte wijzigingen?
18.01 Bart Tommelein (VLD):
L'année dernière, il a fallu attendre
bien longtemps la publication de la
déclaration à l'impôt des
personnes physiques. Il me revient
que ce retard pourrait bien se
répéter cette année.
Quand la déclaration pour
l'exercice d'imposition 2006 sera-t-
elle publiée? Pourquoi les
fonctionnaires ne peuvent-ils pas
informer les éventuelles
personnes intéressées des
modifications attendues?
18.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Tommelein, daar de aanbesteding met betrekking tot het drukken, de
levering en de verpersoonlijking van de aangifte in de
personenbelasting van het aanslagjaar 2006 nog niet werd
toegekend, kan ik onmogelijk een precieze datum vastleggen waarop
deze in het Belgisch Staatsblad zal verschijnen. Mijn dienst zal
uiteraard alles in het werk stellen om deze publicatie zo spoedig
mogelijk te laten plaatsvinden. Ik zal de commissie hierover inlichten.
De publicatie van het model van aangifte in het Belgisch Staatsblad is
een wettelijke verplichting. Zij dient met name tot het gelijktijdig
informeren van alle betrokkenen. Het is altijd mogelijk om inlichtingen
te krijgen van mijn administratie, maar men probeert om dezelfde
informatie op hetzelfde moment aan iedereen te geven.
18.02 Didier Reynders, ministre:
L'adjudication pour l'impression et
la livraison de la déclaration
n'ayant pas encore eu lieu, je ne
puis vous donner de date précise.
Mes services mettent évidemment
tout en oeuvre pour que la
publication ait lieu le plus
rapidement possible. Je tiendrai la
commission informée.
La publication du modèle de
déclaration au Moniteur belge est
une obligation légale. Toutes les
personnes concernées sont
informées simultanément.
18.03 Bart Tommelein (VLD): Mijnheer de minister, ik dank u voor
uw antwoord.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Voorzitter: Bart Tommelein.
Président: Bart Tommelein.
De voorzitter: Vraag 10709 van de heer Massin is uitgesteld. Interpellatie nr. 814 van de heer De Crem
wordt ingetrokken, zoals al was aangekondigd.
Mijnheer Devlies, u had gevraagd om uitstel voor uw vraag 10679. Dat gaat niet, want dat zou al uw tweede
uitstel zijn voor die vraag.
19 Samengevoegde vragen van
- de heer Carl Devlies aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "het rapport van het
Rekenhof over de organisatie van de Nationale Opsporingsdirectie van de AOIF" (nr. 10653)
- de heer Luk Van Biesen aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de organisatie
van de Administratie van de ondernemings- en inkomensfiscaliteit" (nr. 10678)
19 Questions jointes de
- M. Carl Devlies au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "le rapport de la Cour des
comptes relatif à l'organisation de la direction nationale de recherche de l'AFER" (n° 10653)
- M. Luk Van Biesen au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "l'organisation de
CRIV 51
COM 891
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
37
l'Administration de la fiscalité des entreprises et des revenus" (n° 10678)
19.01 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, tijdens de loop van de voorbije week hebben wij al
verschillende malen van gedachten kunnen wisselen over de werking
van de administratie van de FOD Financiën.
Een interview met de heer Delporte heeft ook een aantal pijnpunten
blootgelegd. Daarbij werd wel toegegeven dat er op het vlak van de
controleoperaties door de klassieke taxatiediensten nauwelijks nog
inspanningen konden gebeuren. Er werd wel verwezen naar de
werking van de AOIF. De AOIF is het alternatief waar de controles
dan wel zouden gebeuren.
Wij werden wel verrast door het rapport van het Rekenhof dat op het
einde van de maand februari aan de leden van de commissie werd
toegezonden over de organisatie en de werking van de nationale
opsporingsdirectie van de Administratie van de Ondernemings- en
Inkomensfiscaliteit.
Ik zal enkele conclusies van dat rapport erbij nemen.
Zo lees ik onder meer dat inzake personeelsbeleid de samenstelling
van de personeelsformatie niet berust op een behoeftestudie. Er is
geen instroom van jongeren. Er is een gebrek aan hoger opgeleiden.
Er is bijvoorbeeld onvoldoende deskundigheid aanwezig voor de
controle van de elektronische boekhouding, wat mij toch nogal
essentieel lijkt.
Ook inzake opleiding en vorming wordt er gesteld dat de
aangekondigde doorgedreven basisopleiding slechts gedeeltelijk
plaatsvond en niet alle ambtenaren heeft bereikt.
Inzake logistieke omkadering stelt het Rekenhof dat, ondanks recente
inspanningen, de informaticamiddelen ontoereikend en vaak
verouderd blijken te zijn.
Inzake bevoegdheden en bewijsmiddelen heerst er onduidelijkheid
over de precieze afbakening van sommige bevoegdheden. De
legitimatiebewijzen van de opsporingsambtenaren dateren vaak nog
van voor de herstructurering en zijn bijgevolg niet actueel meer.
Inzake het takenpakket wordt erop gewezen dat op het vlak van de
internationale samenwerking de gegevensuitwisseling heel wat
gebreken vertoont.
Inzake interne controle wordt gesteld dat die weinig is uitgewerkt en
zich grotendeels beperkt tot direct hiërarchisch toezicht.
Inzake feedback wordt er gesteld, hoewel de basisinstructie
uitdrukkelijk het geven van feedback oplegt, dat de
opsporingsdiensten meestal in het ongewisse blijven over de
gebruikswaarde van de door hen verstrekte informatie en de gevolgen
die eraan worden gegeven.
Ik noem maar een beperkt aantal zaken uit het rapport van het
Rekenhof die toch wel een ontluisterend beeld geven over de werking
van de AOIF.
19.01 Carl Devlies (CD&V): Dans
une interview, l'administrateur
général du SPF Finances, M.
Delporte, met le doigt sur une
série de problèmes. Il admet ainsi
que les services de taxation
classiques n'effectuent quasi plus
aucun contrôle. Les contrôles
seraient réalisés par
l'Administration de la fiscalité des
entreprises et des revenus
(l'AFER).
Fin février, la Cour des comptes a
adressé à l'ensemble des
commissaires un rapport
présentant une image affligeante
du fonctionnement de l'AFER.
Ainsi, aucune étude de besoins n'a
été effectuée en ce qui concerne
la politique en matière de
personnel, il n'y a pas de
recrutement de jeunes, on
constate une pénurie de membres
du personnel ayant bénéficié d'une
formation supérieure, la formation
de base annoncée n'est dispensée
que partiellement et n'a pas
touché l'ensemble des
fonctionnaires.
En dépit des efforts consentis
récemment, l'équipement
informatique est insuffisant et
dépassé. La délimitation de
certaines compétences est floue.
Les pièces justificatives des
fonctionnaires chargés de
rechercher les infractions datent
encore d'avant la restructuration.
L'échange d'informations avec
d'autres pays est déficient à bien
des égards. Il n'y a quasi aucun
contrôle interne. Les services ne
reçoivent aucun feedback.
Une étude de besoins a-t-elle été
réalisée dans l'intervalle? Comme
le ministre stimulera-t-il l'arrivée de
jeunes et de titulaires de diplômes
supérieurs? Pourquoi les
formations certifiées n'ont-elles
pas encore été organisées?
Quand la formation annoncée
relative à la rédaction d'un procès-
verbal démarrera-t-elle? Pourquoi
15/03/2006
CRIV 51
COM 891
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
38
Mijnheer de minister, ik heb de volgende vragen.
Ten eerste, werd er intussen een behoeftestudie uitgevoerd om de
noden aan personeelseffectieven te bepalen? Wat zijn de
bevindingen? Hoe zult u de instroom van jongeren en hoger
opgeleiden stimuleren?
Ten tweede, waarom werden er tot nu toe geen gecertificeerde
opleidingen georganiseerd voor de opsporingsdiensten?
Ten derde, in een reactie belooft u dat er opleidingen betreffende de
redactie van een proces-verbaal zullen worden georganiseerd voor de
polyvalente ambtenaren afkomstig van de directe belastingen.
Wanneer zullen die opleidingen plaatsvinden? Waarom gebeurde dat
al niet in de schoot van de nationale school voor fiscaliteit en
financiën?
Ten vierde, hoe zal de minister in de toekomst de controle op de
casinoverrichtingen organiseren?
Ten vijfde, wat is de reactie van de minister op de vaststelling van het
Rekenhof inzake de ontoereikende informaticamiddelen?
Ten zesde, hoe zal de minister de interne controle beter organiseren?
Ten zevende, hoe zal de minister de problematiek inzake de
legitimatiebewijzen oplossen?
cette formation n'a-t-elle pas
encore été organisée par l'école
nationale de fiscalité et des
finances?
Comment le ministre compte-t-il
organiser à l'avenir le contrôle des
transactions de casino? Comment
réagit-il aux observations de la
Cour des comptes selon
lesquelles les moyens
informatiques sont insuffisants?
Comment compte-t-il améliorer
l'organisation du contrôle interne
et résoudre les problèmes liés aux
pièces d'identité?
19.02 Luk Van Biesen (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, mijn inleiding is anders dan die van de heer Devlies. Als u
verwijst naar het interview met de heer Delporte, is duidelijk dat er
politiek-strategisch enige overweging moet worden bijgenomen. De
kritieken van de heer Delporte in de kranten moeten met de nodige
korrels zout worden genomen en eerder omschreven als politiek-
strategisch, dan als hoe de werking van de administratie werkelijk
verloopt.
Het verwondert mij niet dat het Rekenhof de werking en de
organisatie van de nationale opsporingsdirectie van het AOIF heeft
doorgelicht en daarbij tot fundamentele kritiek kwam. Logisch ware
geweest dat wij dit rapport samen met de raadsheren en de auditeurs
hadden besproken in de subcommissie Rekenhof of dat wij
anderszins zoals nu door vragen aan de minister dit rapport
trachten op te volgen. Enerzijds moet men vaststellingen kunnen
doen, anderzijds zou men zich binnen de parlementaire
werkzaamheden meer kunnen toespitsen op remedies en
oplossingen, liever dan 1001 vragen te moeten stellen.
Volgens het auditrapport kan men stellen dat er zich vandaag een
aantal fundamentele problemen voordoen. Ik heb daarover een aantal
vragen.
De door de minister zelf aangekondigde personeelsbehoeftenstudie in
zijn antwoord op het AOIF-rapport, dient uiteraard nauwgezet
uitgevoerd en opgevolgd door dit Parlement. Welke maatregelen
worden getroffen om de volksvertegenwoordiging daarover te
informeren? Kunnen wij een opvolgingsrapport krijgen van het rapport
19.02 Luk Van Biesen (VLD): Il
convient d'examiner les critiques
émises par M. Delporte avec la
circonspection requise car elles
relèvent plutôt de la stratégie
politique. Le fait que la Cour des
comptes ait analysé le
fonctionnement de l'AFER et
formulé à son sujet des critiques
fondamentales ne me surprend
pas. Au fond, nous devrions
examiner ce rapport avec les
conseillers et les auditeurs au sein
de la sous-commission Cour des
comptes. Nous nous devons en
toute hypothèse d'assurer le suivi
de ce rapport. Personnellement, je
préfère chercher des solutions
plutôt que poser 1 001 questions.
Comment serons-nous informés
de la réalisation de l'étude
annoncée relative aux besoins de
personnel? La Cour des comptes
nous remettra-t-elle un rapport de
suivi? Des mécanismes de
correction seront-ils prévus? Ne
conviendrait-il pas de mettre en
oeuvre une approche plus
CRIV 51
COM 891
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
39
van het Rekenhof? Is er voorzien in bijsturingsmechanismen?
Een tweede vraag gaat over de rekrutering, opleiding, vorming en
permanente begeleiding van gemotiveerd personeel van alle
leeftijden. Dat is een evidentie. Dringt zich hier al geen professionele
aanpak op in zowel de benadering als de aanpak? Moet men zich
daarbij niet laten omringen door gespecialiseerde instituten?
Is het niet aangewezen een plan van aanpak uit te werken, nu er al
scherpe kritiek is op sommige controlewijzen zoals bij de casino's?
Dient men bij de uitwerking van een plan van aanpak niet allerlei
problemen daarin op te nemen als de problematiek van de
informatica, de interne controle enzovoort?
professionnelle en matière de
recrutement, de formation, de
formation continuée et
d'accompagnement permanent, le
cas échéant avec l'aide
d'institutions spécialisées?
Des critiques acerbes ont déjà été
émises à l'égard du contrôle des
casinos. Ne faudrait-il pas arrêter
un plan d'approche tenant compte
du vaste problème de
l'informatique et du contrôle
interne?
De voorzitter: De bespreking van het genoemde rapport van het
Rekenhof is voorzien voor 25 april in deze commissie.
Le président: Notre commission
se penchera sur le rapport de la
Cour des comptes le 25 avril 2006.
19.03 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, mijnheer Van
Biesen, de AOIF staat onder leiding van de heer Delporte. Het is een
van de diensten onder de bekwame leiding hoop ik van de heer
Delporte.
19.04 Carl Devlies (CD&V): Is dat cynisch bedoeld?
19.05 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, in antwoord
op de vragen van de heer Devlies en Van Biesen, kan ik meedelen
dat de studie waarnaar verwezen wordt, dateert van de jaren 2002-
2004 en bijgevolg niet meer helemaal overeenstemt met de huidige
werksituatie van de opsporingsdienst van de AOIF.
Een beoordeling van alle noden op het vlak van het personeelsbeleid,
en bijgevolg ook de noden van de opsporingsdiensten, wordt elk jaar
georganiseerd in het kader van het opstellen van het personeelsplan.
Aldus werden in het kader van de opstelling van het personeelsplan
2006 aanwervingen voorzien. Teneinde de opsporingsdiensten vanaf
heden te versterken, wordt een oproep tot kandidaten voorbereid met
het oog op de terbeschikkingstelling aan deze diensten.
Alle fiscale ambtenaren van niveau B en C, inbegrepen de
ambtenaren werkzaam bij de opsporingsdienst, kunnen zich
inschrijven voor een opleiding vervat in de catalogus "gecertificeerde
opleidingen" van de FOD Financiën. Het aanbod aan opleidingen zal
in de toekomst evolueren en worden uitgebreid naar gelang de noden
van de diensten, ook van de opsporingsdiensten.
Voor de ambtenaren van niveau D wordt de organisatie van
gecertificeerde opleidingen voorbereid in samenwerking met het
Opleidingsinstituut van de federale overheid. Een project voor
dergelijke opleidingen is in onderzoek en kan uitgewerkt worden in
samenwerking met de NSF. Om de opleiding zo passend en praktisch
mogelijk te organiseren zal de medewerking van de
opsporingsambtenaren bij de uitwerking ervan worden
aangemoedigd. Daarom zal een werkgroep worden samengesteld
bestaande uit theoretici van de centrale dienst en practici afkomstig
van de opsporingsdiensten.
19.05 Didier Reynders, ministre:
L'AFER est l'un des services
dirigés avec compétence par M.
Delporte. L'étude évoquée ici date
des années 2002-2004 et ne
correspond plus à la situation
actuelle du service de recherche
de l'AFER.
Les besoins en personnel sont
évalués chaque année au moment
de l'établissement du plan de
personnel. Des offres d'emploi
seront publiées en 2006.
L'ensemble des fonctionnaires
fiscaux de niveau B et C peuvent
s'inscrire à l'une des formations
certifiées du SPF Finances. L'offre
sera élargie dans le futur. Pour les
fonctionnaires de niveau D,
l'organisation de formations
certifiées est en préparation en
collaboration avec l'institut de
formation du gouvernement
fédéral et un groupe de travail
composé de fonctionnaires
chargés de la recherche des
infractions.
Pour les casinos, les méthodes de
contrôle moins coûteuses
actuellement à l'étude devront
15/03/2006
CRIV 51
COM 891
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
40
Hoewel het toezicht op de casino's door de opsporingsdiensten met
de beschikbare middelen zo optimaal mogelijk wordt georganiseerd,
wordt er gezocht naar alternatieven met meer rationele en
goedkopere toezichtmethoden die evenwel een evenwaardige en
sluitende fiscale controle moeten waarborgen. Dat is toch de
doelstelling. Hiertoe is het aangewezen overleg te plegen met andere
instanties die ook toezichtsbevoegdheden in de casino's uitoefenen,
inzonderheid de Kansspelcommissie die ressorteert onder de minister
van Justitie. Daarom heb ik voorgesteld een gezamenlijke werkgroep
Justitie-Financiën op te richten die alle aspecten van de
bevoegdheden van de praktische uitvoering van dit toezicht in
casino's kan onderzoeken en een mogelijke optimalisering kan
uitwerken.
Wat de informaticamiddelen betreft, kan ik meedelen dat in de loop
van 2005 beslist werd prioriteit te geven aan de opsporingsdiensten
inzake de toekenning van gewone pc's en laptops. Deze leveringen
werden ondertussen uitgevoerd.
Wat de informaticamiddelen betreft, kan ik meedelen dat in de loop
van 2005 werd beslist om prioriteit te verlenen aan de
opsporingsdiensten wat de toekenning van gewone pc's en laptops
betreft. Deze leveringen werden intussen uitgevoerd zodat de
uitrustingsgraad inzake informaticamaterieel van de
opsporingsdiensten ondertussen gevoelig is verbeterd.
De interne controle van de opsporingsdiensten wordt mede
georganiseerd in het kader van de herstructurering van de Algemene
Inspectie van Financiën. Deze wordt uitgeoefend door het college van
de Algemene Inspectie dat zich voor deze taak laat bijstaan door de
leden van de cel Bijstand en Interne Controle.
De taken van de rondreizende ambtenaar verbonden aan de
Algemene Inspectie van de diensten worden gezamenlijk uitgeoefend
door de ambtenaren van de cel Bijstand en Interne Controle
afkomstig van de sector directe belastingen en BTW - ambtenaar
BIC - en door de gewestelijke directeurs die deel uitmaken van
voormelde Algemene Inspectie.
Met een aanpassing van de huidige aanstellingsbewijzen zal worden
gewacht tot de Copernicushervormingen volledig werden
doorgevoerd. Ondertussen doet het gebruik van de huidige versie van
het aanstellingsbewijs geen probleem rijzen en komt de wettigheid
van de controles niet in het gedrang vermits het aanstellingsbewijs de
identiteit van de ambtenaar vermeldt, evenals het feit dat hij tot een
departement behoort dat instaat voor de toepassing van de
belastingwetgeving en van de bepalingen betreffende de rechten
inzake onderzoek en controle.
Ik meen dus dat het mogelijk is om verder te gaan gedurende de
vergadering in aanwezigheid van het Rekenhof en misschien ook van
mijn administratie en van de administrateur-generaal van de fiscale
diensten.
garantir un contrôle fiscal
équivalent. À cet égard, nous
devons nous concerter avec la
commission des jeux de hasard et
d'autres instances qui disposent
de compétences de contrôle à
l'égard des casinos. J'ai proposé
de créer un groupe de travail
commun Justice et Finances pour
ce dossier.
Au cours de l'année 2005, il a été
décidé d'acquérir en premier lieu
des PC et des ordinateurs
portables. Les services de
recherche disposent donc de
meilleures ressources
informatiques aujourd'hui.
Le contrôle interne sera organisé
dans le cadre de la restructuration
de l'inspection générale. Le
collège de l'inspection générale
bénéficiera à cet effet de l'aide de
la cellule d'assistance et de
contrôle interne.
L'adaptation des pièces
justificatives de fonctions
n'interviendra que lorsque la
réforme Copernic sera
entièrement terminée. L'utilisation
de la version actuelle des pièces
justificatives ne pose pas de
problème au plan légal. Nous
pourrons approfondir ce dossier
lorsque la Cour des comptes sera
présente en commission.
J'inviterai également mon
administration et l'administrateur
général.
19.06 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, u probeert in uw antwoord te laten uitschijnen alsof de
periode 2001-2004 tot een ver verleden behoort waarvoor u niet
verantwoordelijk was en dat er ondertussen zeer grote ingrepen
19.06 Carl Devlies (CD&V): Le
ministre prétend qu'il n'est pas
responsable des événements
survenus entre 2001 et 2004. Par
CRIV 51
COM 891
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
41
gebeurd zijn.
U hebt dat in uw algemene inleiding gezegd, nadat u ook heeft
verwezen naar de heer Delporte. Ik begrijp die verwijzing niet goed,
zeker niet nadat de heer Van Biesen reeds over de heer Delporte
heeft gezegd dat deze uitspraken doet in het kader van een politiek
strategisch optreden. Ik vind dit een eigenaardige bemerking en ik stel
vast dat ook in het antwoord van de minister uitdrukkelijk de naam
van de heer Delporte wordt vermeld.
U zegt dat er intussen veel ingrepen zijn gebeurd. Als ik dan noteer
wat u allemaal vertelt, stel ik vast dat de aanpassingen blijkbaar nog
maar pas in voorbereiding zijn. U hebt het inzake personeel over
"voorbereiden" en over "2006". Ik veronderstel dus dat dit tot op
vandaag nog niet is gebeurd en dat u momenteel bezig bent met het
voorbereiden van het programma, maar dat er effectief nog niets is
gebeurd.
U zegt ook dat ambtenaren zich kunnen inschrijven voor een
bijscholing. Het lijkt mij dat een bijscholing verplicht zou moeten zijn,
dat dit zou moeten passen in het kader van een organisatie en dat
ambtenaren de nodige deskundigheid moeten hebben. De keuze is
niet aan een ambtenaar om al of niet deskundig te zijn. De werkgever
is daarvoor verantwoordelijk. Het woord "zal" verwondert mij dus.
Met betrekking tot het casino gaat u overleg plegen met Justitie. Wij
hebben de laatste weken al wat ervaringen gehad in verband met het
overleg met Justitie. Een voorbeeld is het roemrijke overleg tussen
Binnenlandse Zaken en Justitie. Als nu ook Financiën en Justitie
overleg gaan plegen, gaan wij ongetwijfeld nog heel wat plezier
beleven in de loop van de volgende maanden. Ik stel alleen maar vast
dat u nog van start moet gaan. U gaat nu een overleg opstarten.
Met betrekking tot de informatica moet ik u proficiat wensen als er
inderdaad een aantal pc's en laptops zijn geleverd in het jaar 2005.
Het is een zeer goede zaak dat u toch voor een aantal pc's en laptops
hebt gezorgd. Natuurlijk is de informatisering van een dienst een
andere zaak dan het leveren van een aantal pc's en laptops. Daar
loopt het toch wel degelijk mis.
Die legitimatiebewijzen blijken nog steeds niet in orde te zijn. U zegt
dat u zal verdergaan op de bijeenkomst van april. Ik kan vandaag
alleen maar vaststellen dat, ook rekeninghoudend met uw antwoord,
de efficiënte werking van de financiële opsporingsdiensten nog steeds
ernstig in het gedrang is door een aantal fundamentele problemen die
rijzen en die door het Rekenhof beschreven zijn.
ailleurs, il avance que des
initiatives importantes ont été
prises depuis lors. Il me paraît
curieux qu'il se réfère à M.
Delporte à ce sujet.
Les initiatives évoquées par le
ministre sont apparemment
encore en préparation. La situation
est donc inchangée. Le ministre
déclare que les fonctionnaires
peuvent s'inscrire à des formations
complémentaires mais celles-ci
devraient être obligatoires. Les
fonctionnaires doivent en effet
disposer de l'expertise nécessaire.
Concernant le casino, le ministre
doit encore entamer les
discussions avec le département
de la Justice. Il semble que la
concertation soit malaisée avec ce
département.
Il faut se féliciter de la livraison de
quelques ordinateurs en 2005
mais l'informatisation d'un service
requiert beaucoup plus que cela.
L'efficacité des services de
recherche financière est mise en
péril par les problèmes
fondamentaux mis en évidence
par la Cour des comptes.
19.07 Luk Van Biesen (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik zal de vergadering die wij in april hebben afwachten. Ik zal
daar trouwens ook voorstellen aan het Rekenhof om de situatie te
actualiseren. Zij hebben nu nog een maand de tijd voordat wij onze
gezamenlijke vergadering hebben. Ze kunnen dan even toetsen wat
er in 2005 en 2006 werkelijk reeds van start gegaan is zodat wij de
administratie en het Rekenhof aan elkaar kunnen toetsen.
Mijnheer Devlies, misschien is het goed dat er soms overleg is tussen
verschillende diensten.
19.07 Luk Van Biesen (VLD):
J'attendrai la réunion d'avril 2006
et je demanderai entre-temps à la
Cour des comptes d'actualiser ses
constats. Les résultats pourront
alors être comparés à ceux de
l'administration.
L'existence d'une concertation
entre différents services est une
bonne chose.
15/03/2006
CRIV 51
COM 891
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
42
19.08 Carl Devlies (CD&V): Dat is zeker nuttig. Het moet tijdig
gebeuren en het moet op een efficiënte manier gebeuren, goed
bestuur dus.
19.08 Carl Devlies (CD&V): La
concertation est utile si elle est
menée en temps opportun et avec
efficacité.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
20 Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de
teruggave van accijnzen door brandstofhandelaars voor leveringen aan eindgebruikers die recht
hebben op een gedeeltelijke of gehele vrijstelling van accijnzen" (nr. 10766)
20 Question de Mme Trees Pieters au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "la restitution
d'accises par les distributeurs de combustibles pour les livraisons aux utilisateurs finaux qui
bénéficient d'une exonération partielle ou totale d'accises" (n° 10766)
20.01 Trees Pieters (CD&V): Mijnheer de minister, in uitvoering van
de programmawet van 27 december 2004, die op 10 januari 2005 in
werking trad, werd het koninklijk besluit van 3 juli 2005 houdende
maatregelen voor de toepassing van bepaalde, verlaagde tarieven
inzake accijnzen gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 7 juli
2005.
Het besluit heeft retroactieve uitwerking vanaf 1 januari 2005. Dat
belet niet dat de twee ministeriële besluiten van 27 oktober 2005
slechts op 9 november 2005 in werking treden, zijnde de datum van
publicatie.
Niet alleen juridisch maar ook in de praktijk blijkt de overgang van het
stelsel van contingentnummer naar het stelsel van
vergunningsnummer niet eenvoudig te verlopen. Blijkbaar zou er een
administratieve beslissing zijn dat de levering met vrijstelling van
accijnzen aan bijvoorbeeld landbouwers tot 9 januari 2005 mocht
plaatsvinden op basis van een contingentnummer. Nadien zou enkel
nog met vrijstelling van accijnzen mogen worden geleverd aan
houders van een vergunningsnummer. Die overgangsperiode was
noodzakelijk, omdat de administratie van Douane en Accijnzen er niet
in slaagde de nieuwe vergunningsnummers tijdig toe te kennen.
Er bestaat op het terrein grote verwarring over de procedure die moet
worden gevolgd voor de teruggave van accijnzen aan
brandstofverdelers, dus de niet-erkende entrepothouders, voor
levering aan afnemers die vrijgesteld zijn van accijnzen, zoals
bijvoorbeeld de landbouwers, of aan bedrijven die in het bezit zijn van
een overeenkomst of van een vergunning milieudoelstelling.
Bovendien is er heel wat kritiek op de loodzware, administratieve
procedure die brandstofverdelers - niet-erkende entrepothouders -
moeten volgen om de teruggave van de accijnzen te verkrijgen. Zij
dienen de accijnzen gedurende twee maanden te prefinancieren.
Merkwaardig is dat zij een aanvraag tot terugbetaling moeten indienen
bij de eerstaanwezend inspecteur van de Controle der Douane en
Accijnzen in hun gebied om de terugbetaling van de erkende
entrepothouders te krijgen. Ter administratieve vereenvoudiging dient
elke aanvraag tot teruggave vergezeld te gaan van een lijst met heel
wat gegevens maar ook van een kopie van alle facturen waarop het
toegepaste, verlaagde tarief inzake accijnzen moet zijn vermeld.
20.01 Trees Pieters (CD&V):
L'arrêté royal fixant les mesures
d'application de certains taux
réduits d'accises avec effet
rétroactif au 1
er
janvier 2005 est
paru au Moniteur belge du 7 juillet
2005. Le passage du système de
numéro de contingent au numéro
d'autorisation ne se déroule pas
sans heurts. Une décision
administrative tendant à ce que la
livraison avec exemption d'accises
aux agriculteurs, par exemple,
puisse avoir lieu sur la base d'un
numéro de contingent jusqu'au 9
janvier 2005, aurait été prise. Par
la suite, l'exonération ne serait
plus accordée qu'aux détenteurs
d'un numéro d'autorisation. Cette
période transitoire était nécessaire
parce que l'administration des
Douanes et Accises ne parvenait
pas à attribuer les numéros
d'autorisation dans les délais.
Sur le terrain, la confusion règne à
propos de la procédure à suivre.
De plus, sa lourdeur extrême est
aussi critiquée. Les entrepositaires
non agréés doivent pré-financer
les accises pendant deux mois. Ils
doivent introduire une demande de
remboursement auprès de
l'inspecteur principal du contrôle
des Douanes et Accises de leur
région. Cette demande doit
s'accompagner d'une kyrielle de
données et d'une copie de toutes
les factures avec application du
tarif réduit.
Pourquoi un distributeur de
CRIV 51
COM 891
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
43
Mijnheer de minister, ik heb een hele reeks vragen.
Waarom kan de brandstofverdeler niet-erkend entrepothouder niet
rechtstreeks een aanvraag tot teruggave bij een erkend
entrepothouder indienen, als deze laatste tot terugbetaling dient over
te gaan?
Ten tweede, waarom kan slechts elke twee maand een aanvraag tot
terugbetaling worden ingediend?
Ten derde, is de minister bereid voornoemde termijn in te korten tot
een maand of twintig dagen, zoals hij na lang aandringen voor de
professionele diesel heeft toegestaan?
Ten vierde, is de minister er zich van bewust dat de brandstofverdeler
niet-erkend entrepothouder door voornoemde termijn een
concurrentiële handicap wordt opgelegd ten aanzien van de erkende
entrepothouder, die eveneens aan bijvoorbeeld landbouwers met
vrijstelling van accijnzen mag leveren, maar dan zonder
voorfinanciering van de accijnzen?
Beseft u dat u de erkende entrepothouders, feitelijk de grote
oliemaatschappijen, qua concurrentie bevoordeelt en dat u op deze
wijze oligopolievorming bevordert? Waarom dient een kopie van de
facturen bij elke aanvraag te worden gevoegd? Wat moeten de
ambtenaren van Douane en Accijnzen met al die stapels kopieën
aanvangen? Hebben zij hiervoor de nodige archiefruimte? Kunt u
verduidelijken tot welke termijn men met vrijstelling of verlaagde
accijnzen kan of kon leveren met voorlegging van contingentnummer?
Vanaf wanneer moeten brandstofleveranciers accijnzen aanrekenen,
maar mogen zij ze terugvragen indien een contingentnummer wordt
voorgelegd door de afnemer? Vanaf wanneer mogen de
brandstofleveranciers enkel nog accijnzen terugvragen voor een
levering aan afnemers met een vergunningsnummer? Welke
formulieren dienen in al deze gevallen gebruikt te worden? Is er
sprake van de formulieren zoals gepubliceerd in bijlage van het
ministerieel besluit van 27 oktober, te veranderen? Wanneer zal dat
eventueel bekend worden gemaakt zodat men de nodige informatica-
aanpassingen bij de brandstofverdelers tijding kan laten gebeuren?
Wordt er in de nabije toekomst voorzien in elektronische
aangifteformulieren?
Mijnheer de minister, ik zie dat het u niet pleziert dat er een reeks van
13 vragen wordt gesteld, maar ik kan u verzekeren dat de sector, die
al door meerdere besluiten van de regering - onder andere de
gespreide betaling - geteisterd wordt, ook dit nog op zijn kap
gekregen heeft en om verduidelijking vraagt.
combustibles qui est entrepositaire
non agréé ne peut-il pas introduire
directement une demande de
restitution auprès d'un
entrepositaire agréé?
Pourquoi les demandes de être
introduites que tous les deux
mois? Le ministre est-il disposé à
raccourcir ce délai?
Le ministre réalise-t-il que les
entrepositaires non agréés
subissent un handicap
concurrentiel à cause du
préfinancement des accises?
Les grandes compagnies
pétrolières sont ainsi avantagées
et l'oligopole est stimulé. Les
tracasseries administratives ne
pourraient-elles être réduites ?
20.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, ik heb al twee
reeksen van 14 vragen gekregen van de heer Verherstraeten. Hier
zijn het in feite 15 vragen. Maar goed, dat is niet erg.
Mevrouw Pieters, ten eerste, omwille van controleredenen moet de
brandstofverdeler/niet-erkend entrepothouder zijn aanvraag tot
teruggave indienen bij de eerstaanwezend inspecteur van de controle
der Douane en/of Accijnzen.
Ten tweede, omwille van organisatorische redenen kan slechts een
20.02 Didier Reynders, ministre:
Les demandes doivent être
introduite auprès de l'inspecteur
principal du contrôle des Douanes
et Accises pour des raisons de
contrôle. Elles ne peuvent être
introduites que tous les deux mois
pour des raisons
organisationnelles. Le délai a déjà
été réduit de trois à deux mois à la
15/03/2006
CRIV 51
COM 891
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
44
aanvraag tot teruggave worden ingediend om de twee maanden. Op
verzoek van de betrokken federaties werd deze termijn reeds ingekort
van drie tot twee maanden.
Ten derde, in een verdere inkorting van deze termijn is niet voorzien.
Ten vierde en ten vijfde, iedere handelaar is vrij om een aanvraag in
te dienen, rekening houdend met de wettelijke bepalingen
hieromtrent, om aanvaard te worden in de hoedanigheid van erkend
entrepothouder. Bij het opstellen van de procedure werd rekening
gehouden met de structuur die bestaat op de markt van
brandstofhandelaars, alsmede met hun behoeften en werd er
bovendien voor gezorgd dat de brandstofhandelaars hun
handelswerkzaamheden kunnen voortzetten.
Ten zesde en ten zevende, zoals reeds meegedeeld aan de
betrokken federaties wordt momenteel een herziening voorbereid van
de procedureformulieren met betrekking tot de bedoelde teruggave.
Een van deze herzieningen bestaat erin dat de kopieën van de
facturen niet moeten worden toegevoegd aan de aanvraag tot
teruggave.
Voorts deel ik u mee dat de herzieningen gebeuren in samenspraak
met de betrokken federatie en dat de administratie steeds bereid is
verdere vereenvoudigingen te onderzoeken.
Ten achtste, ingevolge artikel 11, §3, derde alinea van het ministerieel
besluit van 27 oktober 2005 betreffende de belasting van
energieproducten en elektriciteit, moeten de personen die op de dag
van de inwerkingtreding van het voornoemde ministerieel besluit over
een vergunning energieproducten en elektriciteit moeten beschikken,
een verzoekschrift binnen de twee maanden na de inwerkingtreding
indienen om een vergunning energieproducten en elektriciteit te
bekomen.
Bij wijze van administratieve toegeving en zoals reeds meegedeeld
aan de betrokken federaties, blijft het mogelijk om met vrijstelling of
verlaagde accijnzen te leveren op voorlegging van een
contingentnummer, voor zover de landbouwer aan de leverancier
aantoont dat hij reeds een aanvraag heeft ingediend, teneinde een
vergunning energieproducten en elektriciteit te bekomen, ook als zijn
aanvraag werd ingediend na 9 januari 2006.
Ten negende, ten tiende en ten elfde, het bestaande systeem met
betrekking tot de leveringen aan landbouwers die beschikken over
een contingentnummer, maar nog niet over een vergunning
energieproducten en elektriciteit, en van wie de aanvraag wel reeds
werd ingediend, blijft bestaan tot het moment dat de landbouwer over
de vergunning energieproducten en elektriciteit beschikt. Zodra de
landbouwer over deze vergunning energieproducten en elektriciteit
beschikt, moet de procedure voor de teruggave van accijnzen aan
brandstofhandelaars niet-erkende entrepothouders, worden gevolgd.
Ten twaalfde, zoals reeds vermeld in het antwoord op vraag zes en
zoals reeds meegedeeld aan de betrokken federaties, werd in een
herziening van de procedure voorzien. Zodra de aanpassingen
definitief zijn; worden ze gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.
demande du secteur. Une
nouvelle réduction n'est pas
prévue. Tout entrepreneur peut
introduire une demande
d'agrément en qualité
d'entrepositaire. La procédure tient
compte de la structure du marché
des négociants en carburants.
Une révision de la procédure est
actuellement en préparation. L'une
des modifications consistera à ne
plus devoir joindre de copie des
factures.
La révision se fait en concertation
avec les fédérations concernées.
L'administration est disposée à
examiner d'autres simplifications.
Conformément à l'arrêté
ministériel du 27 octobre 2005
concernant la taxation des
produits énergétiques et de
l'électricité, les personnes
concernées doivent, dans les deux
mois qui suivent l'entrée en
vigueur de cet arrêté, introduire
une requête afin d'obtenir un
agrément «produits énergétiques
et électricité».
Le numéro de contingent peut être
utilisé jusqu'au moment où
l'agriculteur obtient cet agrément.
Dès ce moment, la procédure pour
la restitution des accises aux
négociants en
carburants/entrepositaires non
agréés doit être suivie.
Dès que la révision de la
procédure sera terminée, les
modifications seront publiées au
Moniteur belge.
Les formulaires de demande de
restitution seront publiés dès que
possible sur le site internet
FINFORM.
CRIV 51
COM 891
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
45
Ten dertiende, de formulieren voor aanvraag tot teruggave zullen,
zodra mogelijk, op de website FINFORM worden geplaatst.
20.03 Trees Pieters (CD&V): Mijnheer de voorzitter, het antwoord
van de minister is in een normaal tijdsbestek verlopen,
niettegenstaande 13 vragen. Het is bijzonder interessant voor de
betrokken brandstofhandelaars om het standpunt van de regering
terzake te kennen. Er zullen in de toekomst inderdaad een aantal
positieve wijzigingen plaatsvinden.
Het enige waarmee ik problemen heb is de termijn van 3 maanden
die tot 2 maanden werd teruggebracht. Ik vraag mij af of wat voor de
professionele diesel mogelijk is hier ook niet kan worden toegepast.
Waarom moet die termijn 2 maanden bedragen?
20.03 Trees Pieters (CD&V): La
réponse contient des éléments
positifs. Le seul aspect qui me
pose encore problème est le délai
de deux mois. Pour le diesel
professionnel, ce délai est plus
court. Pourquoi le même système
ne peut-il être appliqué ici ? Je
reviendrai sur ce problème plus
tard.
20.04 Minister Didier Reynders: (...)
20.05 Trees Pieters (CD&V): In de professionele diesel is de termijn
korter. Waarom kunt u hetzelfde systeem niet toepassen als voor de
professionele diesel?
Hoofdschudden is geen antwoord, mijnheer de minister. Het kan niet,
zegt u. U hebt al verlaagd van 3 naar 2 maanden. Zij ervaren 2
maanden als te lang en gepaard gaande met te veel administratieve
rompslomp.
De voorzitter: Thans wens ik dit incident te sluiten.
20.06 Trees Pieters (CD&V): Nee, mijnheer de voorzitter, voor mij is
het incident niet gesloten.
De voorzitter: Mevrouw Pieters, tot nader order ben ik de voorzitter van deze commissie en bepaal ik
wanneer een incident wordt gesloten.
20.07 Trees Pieters (CD&V): Ongetwijfeld, maar ik kreeg geen
antwoord op mijn vraag en kom op deze aangelegenheid terug.
De voorzitter: Dan moet u een nieuwe vraag indienen, mevrouw Pieters.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
21 Vraag van de heer Carl Devlies aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de
elektronische controlewerkzaamheden van het controlecentrum Brussel 4" (nr. 10679)
21 Question de M. Carl Devlies au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "les activités de
contrôle électronique du centre de contrôle Bruxelles 4" (n° 10679)
Mijnheer Devlies, u had die vraag willen uitstellen maar dat gaat niet, dus moet u ze nu stellen.
21.01 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik wens geen
vragen uit te stellen. Ik wou gewoon de werkzaamheden van de
commissie vooruithelpen. Van mij mogen alle vragen en interpellaties
vandaag nog worden behandeld. Voor mij is dat geen probleem.
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, herhaaldelijk hebt u
gezegd dat het onderzoek van de elektronische aangifte in geen enkel
geval verloopt volgens de oude papieren methode. Alle informatie die
door de belastingplichtigen wordt geleverd, bestaat in elektronische
21.01 Carl Devlies (CD&V): En
cas de déclaration par le biais de
Tax-on-web, l'administration
fiscale imprimerait une copie de la
déclaration électronique et la
transmettrait avec d'autres
documents au centre de contrôle
de Bruxelles 4. Par ailleurs, ce
centre n'aurait pas accès aux
15/03/2006
CRIV 51
COM 891
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
46
vorm. Het is op basis daarvan dat het onderzoek gebeurt volgens u.
Mijn vraag heeft betrekking op het controlecentrum Brussel 4. Is het
juist dat als de aangifte wordt ingediend via Tax-on-web, dat de
klassieke dienst een kopie van de elektronische aangifte afdrukt en
deze met de andere documenten naar het controlecentrum Brussel 4
stuurt? Is het juist dat het controlecentrum Brussel 4 geen toegang
heeft tot specifieke schermen zoals Belcotax, Scanning, Tax-on-web
en B-Tax? Beschikken de ambtenaren van het controlecentrum
Brussel 4 over computers? Zo ja, waarom mogen ze deze dan niet
gebruiken? Wat is de oorzaak van het feit dat zij in tegenstelling tot de
klassieke diensten geen toegang hebben tot deze specifieke
schermen? Dienen bijgevolg de belastingaangiften van alle leden van
de Kamer van volksvertegenwoordigers, de Senaat, de Raden en het
Europees Parlement manueel en op papier gecontroleerd te worden
door het controlecentrum Brussel 4? Is de controlebevoegdheid van
het controlecentrum Brussel 4 nog slechts beperkt tot de
belastingaangiften van de leden van de Kamer, de Senaat en het
Europees Parlement aangezien de Grondwet niet langer meer spreekt
over Raden? Ik verwijs in dat verband ook naar artikel 27, 5 van het
Wetboek van inkomstenbelastingen.
écrans d'information spécifiques
tels que Becotax, Scanning, Tax-
on-web et Betax.
Ces informations sont-elles
exactes? Le centre de contrôle de
Bruxelles 4 vérifie-t-il
manuellement et sur papier les
déclarations fiscales des membres
de la Chambre, du Sénat et du
Parlement européen? La même
procédure est-elle suivie pour les
membres des Conseils qui sont à
présent tous devenus des
parlements?
21.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, het
controlecentrum Brussel 4 is belast met het onderzoek van de
aangiften in de personenbelasting van de leden van de Kamer van
volksvertegenwoordigers, de Senaat, de gewestparlementen en het
Europees Parlement. De personen over wie het gaat, zijn uitsluitend
de leden van de onderstaande parlementaire assemblees Kamer
van volksvertegenwoordigers, Senaat, Parlement van het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest, Parlement van de Duitstalige Gemeenschap,
het Vlaams Parlement, het Waals Parlement en het Europees
Parlement. De belastingtoestand van de leden van de verschillende
parlementen wordt dus door deze dienst gecontroleerd.
Wanneer een parlementslid zijn aangifte via Tax-on-web indient, moet
de klassieke taxatiedienst inderdaad een kopie afdrukken en die met
de andere stukken naar het controlecentrum Brussel 4 versturen. Wij
gaan echter verder met een elektronische aanpak van de inkohiering.
Het is enkel een probleem op het vlak van de controle.
Momenteel beschikt het controlecentrum Brussel 4 over computers,
maar heeft het geen toegang tot de specifieke schermen van
Belcotax, scanning, Tax-on-web en B-tax. Uitsluitend de klassieke
diensten hebben toegang hiertoe. Dit centrum is enkel belast met de
eigenlijke controle van bovenvermelde leden. De klassieke diensten
blijven verantwoordelijk voor het algemene beheer van de dossiers
die door dit centrum moeten worden onderzocht. De omvang van de
aangifte, het bijhouden van het repertorium en de inkohiering maken
integraal deel uit van het algemene beheer van de dossiers op
elektronisch vlak. De eigenlijke controle van een dossier, niet te
verwarren met het beheer ervan, kan alleen manueel geschieden,
zodat men net als in eender welk ander dossier in het bezit is van de
te controleren elementen buiten het aangifteformulier. Ik denk
bijvoorbeeld aan bewijzen: wij vragen geen bijlagen, maar toch is het
mogelijk een echt bewijs te vragen aan de belastingplichtige, zelfs aan
de parlementsleden.
21.02 Didier Reynders, ministre:
Le centre de contrôle de Bruxelles
4 est chargé de contrôler les
déclarations des membres de la
Chambre, du Sénat, des divers
parlements régionaux et
communautaires et du Parlement
européen. Lorsqu'un membre
d'une de ces assemblées introduit
sa déclaration par le biais de Tax-
on-web, le service de taxation
classique doit imprimer une copie
et l'envoyer avec d'autres
documents à Bruxelles 4. Ce
problème se pose toutefois
exclusivement au niveau du
contrôle. Bruxelles 4 dispose bien
d'ordinateurs mais ne peut
effectivement accéder aux écrans
spécifiques mentionnés par M.
Devlies.
21.03 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de voorzitter, de beschrijving
CRIV 51
COM 891
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
47
die ik van de situatie heb gegeven, wordt door de minister bevestigd.
Dat is de procedure. Ik begrijp echter niet waarom deze diensten
geen toegang krijgen tot Belcotax, scanning en B-tax. U spreekt over
fiches, maar die kunnen normaal elektronisch worden geraadpleegd.
21.04 Minister Didier Reynders: Fiches of bewijzen? Neem een
bewijs van reële kosten: daarvan is er geen fiche. Zoals bij andere
belastingplichtigen, moeten wij daarom vragen.
Ik heb veel vragen over de controle voor de parlementsleden, al
begrijp ik niet waarom, maar het is zo. Dit is een zeer precieze
controle, evenwel in toepassing van een protocol gesloten tussen de
verschillende assemblees en mijn voorganger. Het is normaal om
voor parlementsleden een zeer precieze controle uit te voeren. U
vraagt altijd een zeer precieze controle voor veel andere
belastingplichtigen, dus is dat ook normaal voor de leden van de
verschillende assemblees.
Het is dezelfde behandeling als bij andere belastingplichtigen. Er is
een elektronische behandeling voor de inkohiering, maar ook een
normale algemene controle soms op papier om de
belastingplichtige een aantal bewijzen te vragen. Misschien is het
soms zeer zwaar, maar dat geldt ook voor de parlementsleden.
21.04 Didier Reynders, ministre:
Seuls les services classiques y ont
accès. Ils continuent à répondre
de la gestion générale des
dossiers examinés par
Bruxelles 4. L'étendue de la
déclaration, la mise à jour du
répertoire et l'enrôlement font
partie de la gestion générale au
niveau électronique. Le contrôle
proprement dit des dossiers qui
ne doit pas être confondu avec
leur gestion ne peut se faire que
manuellement parce qu'il faut
vérifier des documents non inclus
dans la déclaration, comme par
exemple des attestations de frais
réels, pour lesquels il n'y a pas de
fiches. Cette règle s'applique à
tous les contribuables ordinaires et
donc aussi aux parlementaires.
21.05 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de minister, u hebt nog altijd
niet gezegd waarom dit centrum geen toegang heeft.
21.05 Carl Devlies (CD&V):
Pourquoi le centre de contrôle de
Bruxelles 4 n'a-t-il pas accès à
certains écrans?
21.06 Minister Didier Reynders: Tot hiertoe is er alleen toegang voor
de klassieke diensten. Ik ben niet tegen de uitbreiding ervan. We zijn
gestart met de levering van de computers. U weet dat er veel
problemen zijn met de informatica, zoals u mij meldt. Wij hebben
geprobeerd om alle klassieke diensten op dezelfde voet te plaatsen,
ook inzake de toegang voor verschillende toepassingen. Misschien
kan dat naar andere diensten worden uitgebreid.
Ik herhaal dat ik heb gevraagd om zoals voor alle belastingplichtigen
een zeer concrete controle te organiseren voor alle leden van de
verschillende assemblees. Dat is toch normaal?
21.06 Didier Reynders, ministre:
Je ne m'oppose pas à l'extension
de l'accès dont disposent
actuellement uniquement les
services classiques.
21.07 Carl Devlies (CD&V): Ik dacht dat een efficiënte controle ook
een elektronische controle inhield. Het verwondert mij een beetje dat
men op die manier werkt.
Ik wil de minister er ook nog op wijzen dat artikel 27, 5, tweede lid van
het Wetboek van inkomstenbelastingen niet is aangepast aan de
recente staatshervorming.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
22 Question de M. Benoît Drèze au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "le montant
forfaitaire de frais professionnels déductible des rémunérations octroyées aux bourgmestres,
échevins et présidents de CPAS" (n° 10756)
15/03/2006
CRIV 51
COM 891
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
48
22 Vraag van de heer Benoît Drèze aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "het
forfaitair bedrag van de aftrekbare beroepskosten voor burgemeesters, schepenen en OCMW-
voorzitters" (nr. 10756)
22.01 Benoît Drèze (cdH): Monsieur le président, monsieur le
ministre, les bourgmestres, échevins et présidents de CPAS peuvent
déduire des rémunérations de leur mandat un montant forfaitaire à
titre de frais professionnels.
En effet, conformément au numéro 51/39 du commentaire
administratif du Code des impôts sur les revenus de 1992, les
bourgmestres, échevins et présidents de CPAS peuvent déduire des
rémunérations afférentes à leur mandat un forfait spécial de frais
correspondant à 30% de la rémunération annuelle indexée d'un
bourgmestre, échevin ou président de CPAS d'une commune
comptant maximum 300 habitants au 1
er
janvier de l'année des
revenus.
Pour l'exercice d'imposition 2006, revenus 2005, ces montants sont
fixés à 5.566,04 euros pour un bourgmestre et à 3.339,62 euros pour
un échevin ou un président de CPAS.
A la différence des traitements des bourgmestres et échevins qui
varient en fonction du nombre d'habitants, le forfait spécial de frais ne
semble pas tenir compte de ce critère avec pour conséquence que si
ce forfait couvre quasi totalement les traitements d'un membre d'un
collège échevinal d'une petite commune, il n'en reste pas moins que
ceci n'est absolument pas le cas pour les mandataires des grandes
villes de notre pays qui, dans bien des cas, se consacrent presque
exclusivement à la gestion de leur ville ou de leur commune.
Monsieur le ministre, confirmez-vous cette situation? Dans
l'affirmative, n'estimez-vous pas opportun de revoir les critères sur
base desquels le forfait spécial de frais est déterminé? En d'autres
termes, n'estimez-vous pas opportun de faire varier le forfait spécial
de frais en fonction du nombre d'habitants et d'établir ainsi un
parallélisme avec la détermination des traitements des bourgmestres,
échevins et présidents de CPAS?
22.01 Benoît Drèze (cdH):
Overeenkomstig nr. 51/39 van het
administratief commentaar op het
Wetboek van de
inkomstenbelastingen 1992
mogen de burgemeesters,
schepenen en voorzitters van
OCMW's van de inkomsten uit hun
mandaat een forfaitair bedrag aan
beroepskosten aftrekken, dat
overeenstemt met 30 procent van
de geïndexeerde jaarbezoldiging
van een burgemeester, schepen of
OCMW-voorzitter van een
gemeente met maximum 300
inwoners op 1 januari van het
inkomstenjaar.
Voor het aanslagjaar
2006,
inkomsten 2005, zijn die bedragen
vastgesteld op 5 566,04 euro voor
een burgemeester en op 3 339,62
euro voor een schepen of een
OCMW-voorzitter.
Daar waar de wedden van
burgemeesters en schepenen
afhankelijk zijn van het aantal
inwoners, schijnt het bijzonder
kostenforfait geen rekening te
houden met dat criterium.
Bevestigt u die toestand? Zo ja,
meent u niet dat het aangewezen
is het bijzonder kostenforfait
afhankelijk te maken van het
aantal inwoners en zo een
parallellisme tot stand te brengen
met de vaststelling van de wedden
van de burgemeesters, schepenen
en OCMW-voorzitters?
22.02 Didier Reynders, ministre: Monsieur le président, monsieur
Drèze, il s'agit manifestement du jour des questions sur les
mandataires publics et sur leur statut fiscal et son contrôle.
Il est exact que ce montant forfaitaire de frais professionnels
correspond à 30% de la rémunération annuelle indexée d'un
bourgmestre, échevin ou président de CPAS d'une commune
comptant un maximum de 300 habitants. Les montants que vous citez
pour l'exercice d'imposition 2006 sont également corrects.
J'attire votre attention sur les éléments suivants. Rien ne permet de
soutenir a priori que les frais réellement supportés par les intéressés
22.02 Minister Didier Reynders:
Het klopt dat dat forfaitair bedrag
voor beroepskosten overeenstemt
met 30 procent van de
geïndexeerde jaarbezoldiging van
een burgemeester, schepen of
OCMW-voorzitter van een
gemeente met maximum 300
inwoners. De door u aangehaalde
bedragen met betrekking tot het
aanslagjaar 2006 zijn eveneens
correct.
CRIV 51
COM 891
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
49
soient proportionnels au nombre d'habitants de la commune. Il me
paraît raisonnable de penser qu'il existe un montant de frais
professionnels incompressible qui doit être supporté par tous les
contribuables intéressés, même ceux qui disposent de la plus faible
rémunération. Les frais professionnels sont rarement directement
proportionnels au montant total des revenus professionnels. De
manière générale, les forfaits de frais professionnels élaborés sur la
base de dispositions administratives mais également le forfait légal
prévu à l'article 51 du CIR 1992 sont, bien que proportionnels au
revenu professionnel, limités à un montant maximum.
Le forfait dont il est question ici constitue une dérogation
administrative au régime légal des frais professionnels. Ce forfait
spécial ne préjudicie ni à l'application du forfait légal précité ni à la
déduction des frais réellement justifiés pour les contribuables
concernés qui le souhaitent.
Pour ces raisons, je ne crois pas opportun de revoir le mode de
détermination de ce forfait spécial. Si vous connaissez des échevins
ou des bourgmestres qui exposent des frais beaucoup plus
importants que ce forfait, conseillez-leur de déclarer leurs frais réels.
Er kan echter niet worden van
uitgegaan dat de werkelijke
beroepskosten van de
betrokkenen in verhouding staan
tot het aantal inwoners van de
gemeente en tot het totale
beroepsinkomen. Meer algemeen
worden de forfaitaire
beroepskosten die op grond van
administratieve beschikkingen
worden vastgesteld, maar ook het
wettelijk forfait bedoeld in artikel
51 WIB 1992, hoewel ze in
verhouding staan tot het
beroepsinkomen, tot een
maximumbedrag beperkt.
Het forfait waarover uw vraag
handelt, vormt een administratieve
afwijking op het wettelijk stelsel
van de beroepskosten. Dat
bijzonder forfait doet geen afbreuk
aan de toepassing van het
voormelde wettelijke forfait, noch
aan de aftrek van de door middel
van bewijsstukken verantwoorde
beroepskosten door de
belastingplichtigen die zulks
wensen.
Het lijkt me dus niet aangewezen
de berekeningswijze van dit
bijzonder forfait te wijzigen. Indien
u schepenen of burgemeesters
kent met veel hogere
beroepskosten, moet u hun
aanraden hun werkelijke
beroepskosten aan te geven.
22.03 Benoît Drèze (cdH): Monsieur le ministre, votre cohérence est
indubitable. Mais convenez quand même qu'entre une grande ville et
une autre, plus petite, les prestations sont très souvent, pour ne pas
dire toujours, fort différentes. Et cela simplifierait la vie des
mandataires s'il existait une certaine proportionnalité. Ils doivent
passer par les frais réels, c'est vrai, mais...
22.03 Benoît Drèze (cdH): Een
gebrek aan coherentie kan u niet
ten laste worden gelegd. U zal
echter moeten toegeven dat de
opdrachten in een grote stad sterk
van die in een kleinere stad
kunnen verschillen. Het leven van
de mandatarissen zou er heel wat
eenvoudiger op worden indien er
een zekere evenredigheid
bestond.
22.04 Didier Reynders, ministre: Je vous avoue que cela
simplifierait la vie de beaucoup de contribuables de disposer des
mêmes types de forfait et d'en avoir qui seraient aménagés comme
vous le proposez. Mais je n'ai pas encore vu beaucoup de
propositions de loi allant en ce sens. C'est déjà un régime
dérogatoire, qui est avantageux par rapport à la situation de
l'ensemble des contribuables. Donc, si l'on a l'impression de dépasser
22.04 Minister Didier Reynders:
Het leven van heel wat
belastingplichtigen zou er
eenvoudiger op worden als ze
aanspraak konden maken op zo'n
soort forfait, dat zou worden
berekend zoals u voorstelt. Ik heb
15/03/2006
CRIV 51
COM 891
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
50
les limites fixées, il faut passer aux frais réels, comme le ferait tout
autre contribuable.
Pour la comparaison entre les grandes et les petites communes, je
voudrais vous dire que, dans cette commission, la remarque formulée
est généralement l'inverse. Car les niveaux de rémunération varient
fortement. Il y a un minimum de frais exposés par les bourgmestres et
échevins de plus petites communes qui ne le sont pas par leurs
homologues des plus grandes communes, simplement parce qu'ils
bénéficient d'une administration plus importante pour accomplir plus
de choses que les premiers doivent souvent réaliser eux-mêmes. A
force d'entendre les commentaires, je commence à connaître la
leçon. D'ailleurs, ce parlement comprend beaucoup de bourgmestres
et d'échevins. Ceci infirme partiellement ce que vous disiez, à savoir
que, dans plusieurs grandes villes, on se consacre exclusivement à
l'activité scabinale ou maïorale. Je pourrais vous soumettre nombre
d'exemples, y compris des échevins de grandes villes qui travaillent
en qualité d'avocat pour mon département. C'est donc la preuve qu'il
est possible de faire autre chose que de gérer sa ville.
echter nog niet veel
wetsvoorstellen in die zin gezien.
De mandatarissen hebben al recht
op een afwijkende regeling, die
voordeliger is dan de regeling die
geldt voor de gewone
belastingplichtigen. Wie denkt dat
hij meer kosten heeft dan de
forfaitaire, moet zijn werkelijke
kosten aangeven, zoals elke
andere belastingplichtige zou
doen.
Wat uw vergelijking tussen grote
en kleine steden betreft, geldt
meestal het omgekeerde. De
bezoldigingen lopen immers sterk
uiteen en bovendien dragen de
burgemeesters en schepenen van
kleinere gemeenten een aantal
kosten waarvoor hun collega's van
grotere gemeenten niet moeten
opdraaien, omdat die over een
grotere administratie beschikken
om een aantal opdrachten uit te
voeren, die de eersten vaak zelf
moeten uitvoeren.
22.05 Benoît Drèze (cdH): Cela varie peut-être d'un parti à l'autre!
J'ai parlé d'une certaine proportionnalité, mais je conviens
parfaitement qu'elle ne soit pas complète. En ce qui concerne la
référence aux citoyens ordinaires, qui est un réflexe quasi naturel que
je partage tout à fait, je rappelle que, pour leurs frais professionnels,
ils ont bien une gradation comprenant des pourcentages dégressifs
en fonction de la hauteur des revenus. Or, ici, on ne trouve nulle
gradation de ce type; il s'agit de 30% sur un montant forfaitaire, point
à la ligne. Les avis peuvent donc diverger sur cette question.
22.05 Benoît Drèze (cdH): Ik had
het over een zekere
evenredigheid, maar die hoeft
uiteraard niet volledig te zijn.
U verwees naar de gewone
belastingplichtigen. Ik wijs erop dat
voor hun beroepskosten wel
degelijk gebruik wordt gemaakt
van een gradatie, met afnemende
percentages, afhankelijk van de
hoogte van hun inkomen. In dit
geval is daar geen sprake van: het
kostenforfait bedraagt 30 procent
van een forfaitair bedrag, zonder
meer.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
23 Question de M. Benoît Drèze au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "l'enrôlement et
la perception des additionnels communaux par le SPF Finances" (n° 10828)
23 Vraag van de heer Benoît Drèze aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de
inkohiering en de inning van de gemeentelijke opcentiemen door de FOD Financiën" (nr. 10828)
23.01 Benoît Drèze (cdH): Monsieur le président, monsieur le
ministre, les recettes fiscales des pouvoirs locaux se caractérisent par
la prépondérance des centimes additionnels au précompte immobilier
et de la taxe additionnelle à l'IPP. Ensemble, ces deux taxes
constituent environ 80% des recettes fiscales communales.
23.01 Benoît Drèze (cdH): Het
overgrote deel van de
belastinginkomsten van de lokale
besturen is afkomstig van de
opcentiemen op de onroerende
CRIV 51
COM 891
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
51
Avec un nombre moyen de 2.444 centimes additionnels, le précompte
immobilier représente 39,1% des recettes fiscales des communes
wallonnes. Il s'agit non seulement du premier impôt additionnel mais
également de la plus importante rentrée fiscale des communes. La
taxe additionnelle à l'IPP représente, quant à elle, 37,6% des recettes
fiscales des communes, avec un taux moyen de 7,48%.
Si la décision de fixer le pourcentage de la taxe à l'IPP ou du nombre
de centimes additionnels au précompte immobilier incombe aux
conseils communaux, l'enrôlement et le recouvrement de ces
montants sont confiés au SPF Finances qui ristourne aux communes,
au fur et à mesure de leur perception, la partie correspondant aux
additionnels de ces impôts.
Si le taux des additionnels au précompte immobilier est l'élément que
les communes maîtrisent et sur lequel elles peuvent jouer pour
accroître ou diminuer leurs moyens, il n'en reste pas moins que trois
autres facteurs affectent l'évolution des recettes sans que les
communes ne puissent intervenir: l'évolution du revenu cadastral, le
taux régional du précompte immobilier ainsi que le rythme pris par le
SPF Finances pour enrôler et recouvrer cet impôt régional.
Il en va de même à l'IPP où le taux d'imposition constitue le seul
élément maîtrisable pour les communes. A l'instar du précompte
immobilier, les recettes sont également tributaires du rythme
d'enrôlement et de recouvrement mis en oeuvre par le SPF Finances.
Si les montants enrôlés correspondent généralement aux montants
communiqués par le SPF Finances dans le cadre de l'élaboration des
budgets communaux, il me revient que les montants ristournés aux
pouvoirs locaux sont, quant à eux, largement inférieurs aux montants
enrôlés.
A cet égard, monsieur le ministre, je souhaiterais savoir si vous
confirmez la situation. En d'autres termes, pourriez-vous me
communiquer les raisons qui justifient que les montants que vous
ristournez aux pouvoirs locaux sont, même en tenant compte des
dégrèvements accordés, largement inférieurs aux montants
communiqués par le SPF Finances lors de l'élaboration des budgets
communaux?
Pourriez-vous m'informer des raisons qui justifient que les pouvoirs
locaux voient le montant de leurs droits à reporter augmenter
sensiblement depuis plusieurs années?
Estimez-vous que votre administration dispose des moyens humains
et matériels suffisants pour procéder au recouvrement des
additionnels communaux? Dans l'affirmative, pourquoi? Dans la
négative, envisagez-vous de prendre des mesures afin d'y remédier?
voorheffing en van de aanvullende
personenbelasting. Beide
belastingen zijn samen goed voor
ongeveer 80 procent van de
fiscale ontvangsten van de
gemeenten.
Met een gemiddelde van 2.444
opcentiemen vertegenwoordigt de
onroerende voorheffing 39,1
procent van de fiscale ontvangsten
van de Waalse gemeenten. Dit is
niet alleen de eerste aanvullende
belasting, maar tevens de grootste
fiscale inkomstenbron van de
gemeenten. De aanvullende
personenbelasting is goed voor
37,6 procent van de fiscale
ontvangsten van de gemeenten,
met een gemiddelde aanslagvoet
van 7,48 procent.
Terwijl de ingekohierde bedragen
in het algemeen kloppen met de
door de FOD Financiën in het
kader van de opmaak van de
gemeentelijke begroting
meegedeelde bedragen, heb ik
vernomen dat de naar de lokale
besturen teruggeboekte bedragen
daarentegen veel lager zijn dan de
ingekohierde bedragen.
Is er een verklaring voor die
verschillen?
Beschikt uw administratie over
voldoende personeel en middelen
om de gemeentelijke opcentiemen
te innen? Zo niet, bent u van plan
maatregelen te nemen om dat te
verhelpen?
23.02 Didier Reynders, ministre: Monsieur Drèze, je dispose de
l'ensemble des chiffres pour l'impôt des personnes physiques; je vous
communiquerai ceux du précompte immobilier dès qu'ils seront
disponibles.
Les montants attribués aux communes concernant l'impôt des
personnes physiques sont, en moyenne, légèrement inférieurs aux
23.02 Minister Didier Reynders:
Ik beschik over alle cijfers voor de
personenbelasting; ik zal u die met
betrekking tot de onroerende
voorheffing meedelen zodra ze
beschikbaar zijn.
15/03/2006
CRIV 51
COM 891
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
52
droits nets constatés au cours de l'année budgétaire. En effet, comme
le montre le tableau que je vais parcourir, les communes perçoivent
plus de 99% des montants enrôlés, déduction faite des dégrèvements
accordés. Nous ne sommes pas très loin de transférer l'ensemble. Si
je prends l'année budgétaire 2005 - puis, je vous donnerai le tableau
pour la période 2002-2004 - les droits bruts constatés pour cette
année budgétaire étaient de 2.259.544.096,49 euros. Les
dégrèvements accordés s'élevaient à 29.509.137,48 euros. Les droits
nets constatés étaient de 2.230.034.959,01 euros. Les attributions
aux communes: 2.226.428.583,35 euros. Cela faisait 99,84%. En
2004, le taux était de 103,14%, donc à l'avantage des communes. En
2003, il s'élevait à 96,88% et, en 2002, il était de 99,12%.
Ces dernières années, les droits à reporter ont très légèrement
augmenté. Je vais encore parcourir un tableau. Il apparaît qu'ils
augmentent, en moyenne, annuellement, de 0,25%. De grâce, ne
dramatisons pas les choses. Ce pourcentage, qui est assez faible,
résulte principalement du non-paiement d'une partie de l'impôt à
recouvrer. Je voudrais quand même rappeler que nous payons aux
communes les impôts que nous recevons des contribuables. Il existe
donc toujours un décalage, puisque plusieurs contribuables ne paient
pas dans les délais.
Depuis 2002, les montants ristournés aux communes sont
légèrement supérieurs aux prévisions communiquées. Ces données
sont reprises dans le tableau que je vais parcourir.
L'écart moyen de la période concernée s'élève à 1,80%. Il est à noter
que ce tableau ne reprend pas les additionnels communaux relatifs à
la convention conclue avec le Grand-Duché de Luxembourg, ceci afin
de garantir la comparabilité des données reprises dans le tableau.
Si je reprends l'année 2005, les prévisions étaient de
2.185.794.735,07 euros, les attributions des 2.226.428.583,35 euros,
soit une augmentation des attributions par rapport aux prévisions de
1,86%. C'était 0,32% de plus en 2004, 3,84% en 2003 et 1,17% en
2002. Je ne pense donc vraiment pas que l'on puisse parler de
problème en la matière.
En outre, je rappelle que nous avons ajouté à ces montants ce qui
n'existait pas par le passé des compensations supplémentaires
venues de la convention avec le Grand-Duché de Luxembourg. Tout
ceci se fait maintenant précompte immobilier comme additionnels à
l'impôt des personnes physiques avec 1% de frais administratifs au
lieu des 3% qui existaient quand je suis arrivé au département. De
plus, ceci se fait également avec un système d'avances sans intérêt
versées aux communes sans aucun problème, année après année,
en ce qui concerne les additionnels à l'impôt des personnes
physiques.
Je suis évidemment toujours disponible pour faire l'évaluation de ce
que représenterait pour les communes la charge de prélever et de
recouvrer elles-mêmes ces impôts. Comme on l'a déjà évoqué, je
pense qu'il y a peu d'intérêt en la matière. Je vous communiquerai les
mêmes chiffres pour le précompte immobilier. Le travail a été fait sur
l'un des deux pour la réponse à la question orale.
De bedragen die aan de
gemeenten werden toegewezen
met betrekking tot de
personenbelasting liggen
gemiddeld lichtjes lager dan de
nettorechten die in de loop van het
begrotingsjaar worden vastgesteld.
Zoals blijkt uit de tabel die ik zal
overlopen, ontvangen de
gemeenten meer dan 99 procent
van de ingekohierde bedragen, na
aftrek van de toegestane
ontheffingen. Er is nagenoeg
sprake van een algehele
overdracht.
De jongste jaren zijn de over te
dragen rechten zeer lichtjes
gestegen, namelijk gemiddeld met
0,25 procent per jaar. Laten we
een en ander echter niet
dramatiseren. Dat laag percentage
vloeit voornamelijk voort uit de
niet-betaling van een gedeelte van
de in te vorderen belasting.
Sinds 2002 liggen de aan de
gemeenten geristorneerde
bedragen iets hoger dan de
meegedeelde ramingen. Voor de
betrokken periode bedraagt het
verschil gemiddeld 1,80 procent.
Op te merken valt dat de
gemeentelijke opcentiemen in het
kader van de overeenkomst met
het Groothertogdom Luxemburg
niet in de tabel zijn opgenomen om
de gegevens onderling
vergelijkbaar te houden.
Aan die bedragen hebben we
bijkomende vergoedingen
toegevoegd die uit de
overeenkomst met het
Groothertogdom Luxemburg
voortvloeien. Bij al deze heffingen
onroerende voorheffing zowel
als aanvullende personenbelasting
wordt nu een procent
administratiekosten aangerekend,
in plaats van de drie procent die
van toepassing was toen ik mijn
functie opnam. Bovendien worden
er in dit systeem jaar na jaar
probleemloos renteloze
voorschotten aan de gemeenten
gestort, voor wat de opcentiemen
bij de personenbelasting betreft.
CRIV 51
COM 891
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
53
Ik ben natuurlijk steeds bereid om
na te gaan welke financiële last de
gemeenten zouden moeten
dragen indien ze die belasting zelf
zouden moeten heffen en innen.
Dat zou mijns inziens weinig nut
hebben.
Ik zal u dezelfde cijfers meedelen
met betrekking tot de onroerende
voorheffing.
23.03 Benoît Drèze (cdH): Merci pour vos chiffres qui sont, en tant
que chiffres moyens, convaincants.
Est-il possible qu'il y ait des variations importantes par commune? J'ai
ici les chiffres d'une grande ville que nous connaissons très bien tous
les deux et qui se situent dans une fourchette largement différente.
Mais j'éclaircirai peut-être cela avec vous via un courrier écrit.
23.03 Benoît Drèze (cdH): Is het
mogelijk dat er grote verschillen
zijn per gemeente? Ik beschik hier
over de cijfers van een grote stad
en die lopen sterk uiteen. Ik zal dat
per brief met u uitklaren.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
24 Samengevoegde vragen van
- de heer Hendrik Bogaert aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de
aangekondigde fiscale hervormingen" (nr. 10830)
- de heer Carl Devlies aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de plannen voor een
tweede belastinghervorming" (nr. 10846)
24 Questions jointes de
- M. Hendrik Bogaert au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "les réformes fiscales
annoncées" (n° 10830)
- M. Carl Devlies au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "les projets relatifs à une
deuxième réforme fiscale" (n° 10846)
24.01 Hendrik Bogaert (CD&V): Mijnheer de voorzitter, voor mij kan
die vraag volgende week worden gesteld. Dat is geen probleem.
De voorzitter: U wenst deze vraag uit te stellen tot volgende week?
24.02 Hendrik Bogaert (CD&V): Als dat gemakkelijker is.
24.03 Carl Devlies (CD&V): Ik stel voor dat we ze kort behandelen.
24.04 Hendrik Bogaert (CD&V): Ik zal de vraag kort stellen.
U kondigt een aantal belastinghervormingen aan in de pers, een
aantal verhogingen van forfaits. Er komt daarop onmiddellijk een
reactie van de PS dat men niet akkoord is en dat men ook niet zo
tevreden is dat u die voorstellen zomaar in de pers brengt, wellicht
zonder overleg. Misschien met overleg, maar het is aan u om daarop
te antwoorden.
Het zou interessant zijn om te weten of u een regeringsstandpunt naar
voren hebt gebracht of een persoonlijke opinie. Wat is ervan aan?
Bent u gedekt door de Ministerraad op een ogenblik dat u zoiets
communiceert of is het uw diepste innerlijke ambitie of emotie die dan
spreekt? U bent tenslotte vice-premier. We vroegen ons gewoon af of
dat een regeringsstandpunt is of uw persoonlijk standpunt.
24.04 Hendrik Bogaert (CD&V):
Le PS a réagi avec agacement à
l'annonce de réformes fiscales par
M. Reynders. Certains forfaits
seraient accrus. Est-ce la position
du gouvernement?
15/03/2006
CRIV 51
COM 891
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
54
24.05 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de minister, enkele weken
geleden heb ik u nog geïnterpelleerd over deze materie. Ik heb u in
feite ruimschoots de gelegenheid gegeven om uw opinie te geven
over de voorstellen die u vorig jaar aan de regering hebt voorgelegd
en die op dat moment blijkbaar niet zijn weerhouden door de regering.
Ik heb toen ook vragen gesteld over de budgettaire weerslag van uw
voorstellen, maar u hebt daar toen niet op geantwoord.
Ondertussen is er een rondje opbod bezig en hebben we vastgesteld
dat de Parti Socialiste een aantal plannen heeft bekendgemaakt, een
visie met betrekking tot een tweede belastinghervorming. U kon dan
natuurlijk niet achterwege blijven en u hebt dan eveneens een aantal
plannen aangekondigd. De vraag is of dat opnieuw individuele
voorstellen zijn of voorstellen van de partij waarvan u de voorzitter
bent dan wel of het plannen van de regering zijn.
Concreet is mijn vraag ook of u rekening hebt gehouden met de
diverse uiteenzettingen en vragen die ik in de commissie voor de
Financiën heb gehouden met betrekking tot de onrechtvaardige
taxaties en de progressiviteits- en inactiviteitsvallen die voortvloeien
uit de wijze waarop de personenbelasting wordt berekend. Lossen de
aangekondigde fiscale hervormingen al deze problemen op? Wat zijn
uiteindelijk de budgettaire gevolgen van de diverse maatregelen? We
hebben enerzijds de verhoging van het kostenforfait, anderzijds de
belastingvrije som en vervolgens ook nog de verhoging van de aftrek
voor kinderopvang. Er worden nog andere fiscale hervormingen
aangekondigd, zoals ook een belastingverlaging. Wat is het totale
kostenplaatje van al die ideeën die u lanceert?
24.05 Carl Devlies (CD&V):
Lorsque je l'ai interpellé il y a
quelques semaines sur l'incidence
budgétaire des propositions qu'il a
formulées l'an passé en matière
de réforme fiscale, le ministre n'a
pas donné de réponse. Dans
l'intervalle, une surenchère est en
cours entre le PS et M. Reynders.
Ce dernier a réagi aux projets des
socialistes wallons en présentant à
son tour un train de mesures.
S'agit-il de propositions
individuelles ou du parti ou du
gouvernement? Les réformes
annoncées résoudront-elles tous
les problèmes que j'ai soulevés en
commission? Quelles en sont les
implications budgétaires?
24.06 Minister Didier Reynders: Mijnheer Bogaert, mijnheer Devlies,
ik heb niets gehoord over de grond van de zaak. Maar goed, dat geeft
niet, er is misschien geen voorstel in dat verband.
We hebben al een eerste fiscale hervorming gedaan. De presentatie
van die fiscale hervorming vond plaats in september 2000.
Gedurende de bespreking in de Kamer en de Senaat in 2001 heb ik
altijd gezegd dat er een tweede hervorming moest komen na de
toepassing van de eerste. Dat is normaal. Het ging dus om een
hervorming op vier jaar, met nog effecten in de jaren 2006 en 2007. Ik
heb altijd gezegd dat wij na die hervorming tot de tweede fase
moesten overgaan.
Dezelfde redenering geldt voor de vennootschapsbelasting. Wij
hebben gezegd dat er eerst een op begrotingsvlak neutrale
hervorming moest komen om tot 33,99% te komen in plaats van meer
dan 40%. Daarna werd een tweede hervorming doorgevoerd met de
notionele intrestaftrek om zo tot 25% te komen. Dit is de normale
evolutie die al enkele jaren aan de gang is. Ik heb dezelfde redenering
gehanteerd voor de Eenmalig Bevrijdende Aangifte. Een eerste
operatie vond plaats in 2004. Sinds het begin van 2006 is er een
regularisatie doorgevoerd die bijna geen commentaar heeft
opgeleverd.
Wij moeten komen tot een tweede hervorming. Dit zal misschien een
mentaliteitsverandering vergen in uw fractie. Wij proberen sinds
enkele jaren om een verlaging van de belastingen te bewerkstelligen
24.06 Didier Reynders, ministre:
Je n'ai rien entendu dire sur le
fond, mais peut-être les orateurs
n'ont-ils aucune proposition à
présenter.
La première réforme fiscale a été
présentée en septembre 2000. J'ai
déjà déclaré lors des discussions
au Parlement en 2001 qu'une
deuxième réforme fiscale devait
voir le jour après l'application de la
première. Nous avons déjà suivi
ce raisonnement pour l'impôt des
sociétés: ce dernier a d'abord été
ramené à 33,99 %, avant de
baisser à 25 %, grâce à la
déduction des intérêts notionnels,
après la deuxième réforme.
L'opération DLU a eu lieu en 2004,
mais la régularisation qui a eu lieu
début 2006 n'a presque pas
soulevé de commentaires.
Nous essayons depuis quelques
années d'abaisser les impôts.
Cela demandera certainement un
CRIV 51
COM 891
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
55
en niet langer een verhoging zoals in de jaren '90.
changement de mentalités au sein
du CD&V, car les impôts ont
augmenté dans les années 90.
24.07 Carl Devlies (CD&V): In de vennootschapsbelasting hebt u de
feitelijke druk toch verhoogd.
24.07 Carl Devlies (CD&V): En
ce qui concerne l'impôt des
sociétés, la pression réelle a
augmenté depuis que M.
Reynders occupe la fonction de
ministre des Finances.
24.08 Minister Didier Reynders: Dit zorgt voor een verandering op
het vlak van de belastingen op arbeid. Gedurende de jaren '90 was er
altijd sprake van een verhoging. Ik denk bijvoorbeeld aan het niet-
indexeren van de belastingschalen.
24.08 Didier Reynders, ministre:
Les impôts sur le travail ont
augmenté dans les années 90.
Les barèmes fiscaux n'ont pas été
indexés.
24.09 Hendrik Bogaert (CD&V): (...).
24.10 Minister Didier Reynders: U maakt het zeer moeilijk om een
antwoord te geven. Mijnheer Bogaert, er is sprake van een
mentaliteitswijziging. U moet dat aanvaarden. Sinds enkele jaren
streven wij naar een verlaging van de belastingen op arbeid. Het is
misschien moeilijk om dat te begrijpen voor een partij die
tegenovergestelde beslissingen heeft genomen in het verleden.
24.11 Hendrik Bogaert (CD&V): (...).
24.12 Minister Didier Reynders: Ik stel vast dat het moeilijk is om in
aanwezigheid van de CD&V te spreken over een belastingverlaging.
Dit is volgens mij een probleem inzake mentaliteit. U moet de trend
trachten te volgen.
Wij ijveren steeds voor een verlaging van belasting op arbeid. Het is
het geval met een eerste fiscale hervorming. Ik heb veel kritiek
gekregen van CD&V op de eerste fiscale hervorming van destijds. Er
waren geen ontvangsten voor de Staat. Het was een zeer groot
probleem voor de begroting. Het was op twee legislaturen en niet op
één. Nu zal het misschien dezelfde redenering zijn.
Ik heb zo'n fiscale hervorming aangekondigd in september 2000.
Daarna is er een stemming geweest in 2001. Ik moet u zeggen dat wij
nu vele fiscale ontvangsten hebben. Dankzij een vermindering van de
tarieven hebben wij meer ontvangsten, zoals voor de
registratierechten. Ik heb een zeer positieve evolutie gezien, ook in de
Gewesten.
Het regeringsstandpunt is het volgende. U moet luisteren in het
Parlement. Er zijn niet alleen vragen gesteld, er zijn ook veel
antwoorden gegeven. U moet luisteren, zelfs wanneer de eerste
minister iets zegt.
Er is het actieplan 2006-2007, de tien werven dus. U hebt veel dingen
gezegd in verband met de tien werven, maar u moet ook over de tien
werven lezen. U moet onze voorstellen in dat verband lezen. Er is een
stemming geweest over de goedkeuring van die werven, vanuit de
meerderheid. Ik weet niet of de oppositie het heeft goedgekeurd.
24.12 Didier Reynders, ministre:
Lorsque le CD&V est dans les
parages, il semble difficile de
parler de réductions. Nous
essayons constamment de réduire
l'impôt sur le travail. Le CD&V a
émis de nombreuses critiques sur
la première réforme fiscale. Il en
sera peut-être de même à présent.
La réforme fiscale approuvée en
2001 a instauré une réduction des
taux qui s'est traduite par une
augmentation des recettes,
notamment en matière de droits
d'enregistrement. Cette évolution
positive est également perceptible
au niveau des Régions. Je vous
invite à lire le plan d'action 2006-
2007 sur les dix chantiers,
approuvé par la majorité. Nous
voulons intensifier la lutte contre la
pauvreté. C'est pourquoi nous
voulons rehausser le minimum de
la quotité exemptée. Nous
évoquons également les coûts
pour l'accueil des enfants, le crédit
d'impôt et les frais professionnels
forfaitaires.
Nos objectifs sont les suivants:
15/03/2006
CRIV 51
COM 891
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
56
In het actieplan 2006-2007 is de regering reeds principieel
overeengekomen om de strijd tegen de armoede te intensifiëren,
waarbij het optrekken van het belastingvrije minimum reeds is
opgesomd bij de te nemen maatregelen, net als de kosten van
kinderopvang. Uiteraard hoort ook het belastingkrediet hier thuis, om
de concurrentiepositie van ons land te vrijwaren door de koopkracht
van de mensen te ondersteunen en een gematigde loonontwijking in
de hand te werken. De forfaitaire beroepskosten horen hier expliciet
thuis.
De forfaitaire beroepskosten en het belastingskrediet bevinden zich in
feite ook onder deze doelstelling.
Welke doelstelling? De koopkracht ondersteunen door verdere
belastingverlagingen in de personenbelastingen en een verhoging van
het nettoloon. Aanzet of voorzet voor sociale partners om een
gematigde loonontwikkeling af te spreken en zo de competitiviteit in
ons land te vrijwaren. Werken aantrekkelijker maken door de kosten,
verbonden aan het uitoefenen van een job, fiscaal beter in
aanmerking te nemen. Dat heeft de eerste minister de laatste dagen
en weken ook zo gezegd.
Wat zijn de voorstellen van Financiën terzake? De optrek van de
forfaitaire beroepskosten. Dat is voorzien in ons actieplan van 2006-
2007. De optrek van het aftrekbaar bedrag voor kinderopvangkosten.
Ik heb dat gehoord van alle fracties. Wij moeten dat doen. Ik heb een
voorstel gedaan om dat op te trekken tot 15 euro per dag. De
herinvoering van het terugstortbaar belastingkrediet voor lage lonen.
Ik denk aan de maatregel uit de eerste hervorming. Ik moet u zeggen
dat veel collega's al gevraagd hebben om dat te doen voor de lage
lonen bij de verschillende administraties. Daarover is nu gestemd in
de laatste programmawet. Er is nu dus een belastingkrediet voor de
zelfstandigen en voor de lage lonen in de administraties. Ik denk dat
wij deze maatregel voor alle loontrekkenden, ook in de privé-sector,
moeten doortrekken. Een geleidelijk optrekken van het belastingvrij
minimum in de richting van het leefloon. Dat was ook voorzien voor
het actieplan 2006-2007.
De voorgestelde maatregelen vertalen dus de principiële beslissing
van de regeringspartners. De exacte modaliteiten zullen uiteraard
verder moeten worden bekekenen en uitgewerkt. Ik heb in
verschillende interviews en verklaringen terzake reeds gezegd dat dit
geen taak voor de begrotingscontrole is. Men moet dus niet wachten
tot begin april. Dit is een taak voor de voorbereiding van de begroting
van 2007.
Het is de normale taak van de minister van Financiën om een
doelstelling van de regering met een aantal van precieze maatregelen
zoals een minimum vrije som of een forfaitaire aftrek uit te werken. Ik
zal dit verder concretiseren. Voor de begroting 2007 en volgende
kunnen een aantal beslissingen genomen worden zoals in 2001 voor
de jaren 2001-2005. Een correcte toepassing hiervan is geen
probleem. We kunnen dezelfde minister behouden als bij de eerste
hervormingen. Dat is misschien een oplossing om zeker te zijn dat
een correcte toepassing zal geschieden.
In 2001 werd gezegd dat het zeer gevaarlijk was een hervorming door
te voeren op vier jaar van 2001 tot 2005, dat was na de verkiezingen.
soutenir le pouvoir d'achat en
réduisant l'impôt des personnes
physiques, préserver la
compétitivité de notre pays en
s'accordant sur une évolution
salariale modérée avec les
partenaires sociaux, stimuler
l'emploi en réservant un meilleur
traitement fiscal aux frais liés à
l'exercice d'une profession.
Le département des Finances
propose les mesures suivantes:
l'augmentation de la déduction
forfaitaire pour les frais
professionnels, une déduction
fiscale accrue des frais de garde
d'enfant je propose un montant
de 15 euros par jour , la
réinstauration du crédit d'impôt
remboursable pour les bas
salaires et l'augmentation
progressive du minimum exonéré
à concurrence du revenu
d'intégration. Les modalités
doivent être définies lors de la
confection du budget 2007.
Il appartient au ministre des
Finances de concrétiser les
objectifs du gouvernement en
prenant des mesures précises.
Nous pouvons prendre des
décisions pour le budget de 2007
et les années suivantes, comme
nous l'avions fait en 2001 pour les
années 2001 à 2005. C'est
parfaitement possible avec la
même majorité et le même
ministre.
CRIV 51
COM 891
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
57
Ik heb steeds gezegd dat er met dezelfde meerderheid en dezelfde
minister geen probleem zou zijn.
Wat de belastingplichtige betreft, geldt hetzelfde als voor de politici. Er
zijn een aantal cumuls. Ze zijn tegelijkertijd belastingplichtige en
kiezer. Ze moeten een goede keuze maken om een fiscale
hervorming erdoor te krijgen.
24.13 Hendrik Bogaert (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, op zich zijn dit goede maatregelen. Men moet evenwel het
globale plaatje bekijken. Het globale plaatje is hetgeen de Nationale
Bank en het IMF voortdurend naar voren schuiven.
Ik meen dat dit goede maatregelen zijn. Het enige probleem is dat uw
globale belastingdruk zo enorm hoog is en in feite stijgt. U weet dat. U
deelt snoepjes uit, maar anderzijds stellen wij vast dat wij de
derdehoogste belastingdruk blijven hebben van de hele
geïndustrialiseerde wereld. Ik vind dat onaanvaardbaar. Ik meen dat
wij naar de Nederlands belastingdruk moeten gaan, die op 39% ligt
van het bruto binnenlands product, en niet op 46% van het bruto
binnenlands product, zoals nu het geval is.
Het verschil tussen 46 en 39 is 7%. Uw belastingdruk is 21 miljard te
hoog, in vergelijking met Nederland. Nederland heeft nochtans een
vergelijkbaar sociaal-economisch model. Ik pleit dus niet voor de
afbraak van onze sociale zekerheid. Nederland heeft een
vergelijkbare sociale zekerheid en de belastindruk ligt daar 21 miljard
euro lager. Het is een grote schande en u hebt er de voorbije zes jaar
nul komma nul aan gedaan.
24.13 Hendrik Bogaert (CD&V):
Les mesures ne sont pas
mauvaises, mais il y a également
lieu de tenir compte des avis du
FMI et de la Banque Nationale.
Ce sont de bonnes mesures, mais
il n'empêche que la pression
fiscale reste très importante et
qu'elle est en augmentation. Le
gouvernement distribue des
friandises, mais la pression fiscale
reste la troisième en ordre
d'importance dans le monde
industrialisé. J'estime que nous
devrions nous rapprocher du
niveau néerlandais, à savoir 39 %
du PIB. Avec un modèle social
comparable, les Pays-Bas
connaissent une pression fiscale
allégée de 21 milliards par rapport
à la nôtre. Le gouvernement n'a en
rien modifié cette situation durant
les six dernières années.
24.14 Carl Devlies (CD&V): De heer Bogaert heeft gezegd dat hij
positief staat tegenover de maatregelen. Hij heeft echter niet
gepreciseerd over welke maatregelen het gaat. Dat is juist het
probleem: niemand weet waarover het concreet gaat.
Mijnheer de minister, ik neem aan dat u wel weet in welke richting u
wil gaan.
Ik stel echter vast dat uw coalitiepartners sp.a en PS hier niet
aanwezig zijn. Deze partijen hebben een grenzeloos vertrouwen in de
minister van Financiën. Immers, wanneer de financiële thema's
worden besproken, zijn zij meestal in de commissie afwezig, zoals wij
ook vandaag weer kunnen vaststellen.
Mijnheer de minister, als ik dan de verklaringen lees die worden
afgelegd door verantwoordelijken van voornoemde partijen of door de
heer Di Rupo, dan stel ik vast dat zij een andere richting uitgaan. Ik
stel vast dat u in uw voorstellen, waarvan nog niet duidelijk is in welke
mate zij door de regering worden gedragen, spreekt over een
verhoging van de belastingvrije som. Blijkbaar staat dat niet in de
voorstellen van de PS.
U geeft in deze materie de indruk een iets socialere reflex te hebben.
In elk geval wordt er heel veel onduidelijkheid gecreëerd door
24.14 Carl Devlies (CD&V): Les
partenaires socialistes de la
coalition ne sont pas présents. Ils
gratifient manifestement le
ministre des Finances d'une
confiance sans limite.
Les déclarations des personnalités
socialistes en vue vont toutefois
dans un autre sens que les
propositions du ministre.
Ma question essentielle est de
savoir si les taxations injustes et
les pièges en matière de
progressivité et d'inactivité sont
liés à l'actuelle législation fiscale et
si les propositions du ministre
peuvent y porter remède. Quelle
est l'incidence budgétaire de ces
propositions étant donné que leurs
effets se feront sentir au cours
d'une autre législature? Si le
gouvernement fait des
propositions, il doit tout de même
15/03/2006
CRIV 51
COM 891
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
58
tegenstrijdige verklaringen van regeringspartijen. Bovendien worden
er ook door de minister van Financiën zelf onduidelijkheden
gecreëerd.
Mijn vraag had ook betrekking op de houding van de
meerderheidspartijen.
(...): (...).
pouvoir les chiffrer. Ce n'est
manifestement pas le cas.
24.15 Carl Devlies (CD&V): Dan moet ik u proficiat wensen.
Het is belangrijk te weten dat de MR akkoord gaat met de voorstellen
van de minister. De rest zal wel volgen.
(...): (...).
24.16 Carl Devlies (CD&V): Ik ben in gesprek met de minister.
Ik wil nog even terugkomen op de kern van mijn vraag.
Ik heb u gevraagd, mijnheer de minister, of de onrechtvaardige
taxaties, de progressiviteitsvallen en de inactiviteitsvallen die
samenhangen met de huidige fiscale wetgeving, al dan niet het zijn
problemen die ik aangekaart heb in deze commissie zullen
verholpen worden met uw voorstellen. Wat zal de budgettaire
weerslag zijn? De budgettaire weerslag van uw voorstellen situeert
zich in een volgende regeerperiode. Dat is duidelijk. Dus, u moet daar
geen verantwoordelijkheid voor nemen. Maar dat neemt niet weg dat
als u dergelijke voorstellen doet, u daar toch een budget aan moet
koppelen, wat niet gebeurt.
U hebt in elk geval niet op geantwoord op de vragen welke de
precieze budgetten zijn die men nodig zal hebben in de jaren 2008 en
2009, op het moment dat uw nieuwe voorstellen zullen worden
aangekondigd?
24.17 Minister Didier Reynders: (...) begroting 2008 en 2009(...) dat
te doen, zonder enig probleem.
24.18 Carl Devlies (CD&V): Ja, mijnheer de minister, ik wens u het
eeuwige leven toe, uiteraard, en ook de eeuwige aanwezigheid op het
departement Financiën, maar...
24.19 Minister Didier Reynders: Geen probleem.
24.20 Carl Devlies (CD&V): Als u er zich werkelijk aan wenst vast te
klampen.
Ik vind toch wel dat als de regering of als regeringspartijen met
voorstellen komen, dat zij een concrete becijfering op tafel moeten
leggen. Dat is hier duidelijk niet het geval.
24.21 Minister Didier Reynders: Het is een mondelinge vraag. Ik heb
geen tijd om nu alle details te geven.
24.21 Didier Reynders, ministre:
Il m'est impossible de vous donner
tous les détails dans le cadre
d'une question orale.
CRIV 51
COM 891
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
59
De voorzitter: Voor alle duidelijkheid: u bent bezig over collega's die niet aanwezig zijn tijdens uw vraag,
maar u bent zelf binnengekomen na een hele voormiddag afwezig geweest te zijn, terwijl de collega's er wel
waren.
24.22 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik vind uw
verklaring totaal ongepast! U weet dat ik verontschuldigd was voor het
begin van deze commissie. Hoe dan ook stond deze vraag
geagendeerd bij de laatste van de agenda.
De voorzitter: Ik vind het hoogst ongepast dat u de afwezigheid van collega's betreurt, terwijl u hier zelf niet
was!
24.23 Carl Devlies (CD&V): Ik heb uitdrukkelijk vermeld dat zij er
niet waren: ik heb dat opgemerkt.
De voorzitter: Ik vermeld uitdrukkelijk dat u hier heel de voormiddag niet was.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 12.57 uur.
La réunion publique de commission est levée à 12.57 heures.