CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 890
CRIV 51 COM 890
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DES
R
ELATIONS EXTÉRIEURES
C
OMMISSIE VOOR DE
B
UITENLANDSE
B
ETREKKINGEN
mardi
dinsdag
14-03-2006
14-03-2006
Après-midi
Namiddag
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu inté-
gral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit des
interventions ; les annexes se trouvent dans une brochure
séparée (PLEN: couverture blanche; COM: couverture
saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken; de
bijlagen zijn in een aparte brochure opgenomen
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
Plenum
COM
réunion de commission
COM
Commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 890
14/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i
SOMMAIRE
INHOUD
Interpellation de M. Guido Tastenhoye au ministre
des Affaires étrangères sur "la dernière version de
la directive Bolkestein et la position du
gouvernement belge" (n° 796)
1
Interpellatie van de heer Guido Tastenhoye tot de
minister van Buitenlandse Zaken over "de jongste
versie van de Bolkestein-richtlijn en het standpunt
van de Belgische regering" (nr. 796)
1
Orateurs: Guido Tastenhoye, Karel De
Gucht, ministre des Affaires étrangères
Sprekers: Guido Tastenhoye, Karel De
Gucht, minister van Buitenlandse Zaken
Motions
4
Moties
4
Question de M. Miguel Chevalier au ministre des
Affaires étrangères sur "les personnes se rendant
ou revenant de pays touchés par la grippe aviaire"
(n° 10393)
5
Vraag van de heer Miguel Chevalier aan de
minister Buitenlandse Zaken over "het
internationaal verkeer van personen van en naar
de landen waar de vogelgriep heerst" (nr. 10393)
5
Orateurs: Miguel Chevalier, Karel De Gucht,
ministre des Affaires étrangères
Sprekers: Miguel Chevalier, Karel De Gucht,
minister van Buitenlandse Zaken
Question de Mme Inga Verhaert au ministre des
Affaires étrangères sur "les mauvais traitements
infligés aux détenus de la prison d'Abou Ghraib"
(n° 10440)
7
Vraag van mevrouw Inga Verhaert aan de
minister van Buitenlandse Zaken over "de
mishandeling van gedetineerden in de
gevangenis van Abu Ghraib" (nr. 10440)
7
Orateurs: Inga Verhaert, Karel De Gucht,
ministre des Affaires étrangères
Sprekers: Inga Verhaert, Karel De Gucht,
minister van Buitenlandse Zaken
Question de Mme Inga Verhaert au ministre des
Affaires étrangères sur "le rapport de la
Commission des droits de l'homme de l'ONU sur
la prison de Guantanamo" (n° 10443)
9
Vraag van mevrouw Inga Verhaert aan de
minister van Buitenlandse Zaken over "het rapport
van de VN-mensenrechtencommissie over de
gevangenis van Guantanamo" (nr. 10443)
9
Orateurs: Inga Verhaert, Karel De Gucht,
ministre des Affaires étrangères
Sprekers: Inga Verhaert, Karel De Gucht,
minister van Buitenlandse Zaken
Question de Mme Inga Verhaert au ministre des
Affaires étrangères sur "la mise sur pied d'une
Agence européenne des droits de l'homme"
(n° 10469)
11
Vraag van mevrouw Inga Verhaert aan de
minister van Buitenlandse Zaken over "de
oprichting van een Europees Agentschap voor de
Mensenrechten" (nr. 10469)
11
Orateurs: Inga Verhaert, Karel De Gucht,
ministre des Affaires étrangères
Sprekers: Inga Verhaert, Karel De Gucht,
minister van Buitenlandse Zaken
Question de M. Gerolf Annemans au ministre des
Affaires étrangères sur "le transfert de la gestion
des chemins de fer congolais à la Belgique"
(n° 10536)
13
Vraag van de heer Gerolf Annemans aan de
minister van Buitenlandse Zaken over "de
overdracht van het beheer van de Congolese
spoorwegen aan België" (nr. 10536)
13
Orateurs: Gerolf Annemans, président du
groupe Vlaams Belang, Karel De Gucht,
ministre des Affaires étrangères
Sprekers: Gerolf Annemans, voorzitter van
de Vlaams Belang-fractie, Karel De Gucht,
minister van Buitenlandse Zaken
Question de Mme Inga Verhaert au ministre des
Affaires étrangères sur "les réfugiés rwandais au
Burundi" (n° 10546)
15
Vraag van mevrouw Inga Verhaert aan de
minister van Buitenlandse Zaken over "de
Rwandese vluchtelingen in Burundi" (nr. 10546)
15
Orateurs: Inga Verhaert, Karel De Gucht,
ministre des Affaires étrangères
Sprekers: Inga Verhaert, Karel De Gucht,
minister van Buitenlandse Zaken
Question de Mme Inga Verhaert au ministre des
Affaires étrangères sur "la situation politique aux
Philippines" (n° 10648)
17
Vraag van mevrouw Inga Verhaert aan de
minister van Buitenlandse Zaken over "de
politieke toestand op de Filippijnen" (nr. 10648)
17
Orateurs: Inga Verhaert, Karel De Gucht,
ministre des Affaires étrangères
Sprekers: Inga Verhaert, Karel De Gucht,
minister van Buitenlandse Zaken
Question de M. Miguel Chevalier au ministre des
Affaires étrangères sur "la propagation du virus de
la grippe Chikungunya dans la région de l'océan
Indien" (n° 10715)
19
Vraag van de heer Miguel Chevalier aan de
minister van Buitenlandse Zaken over "de
verspreiding van het griepvirus Chikungunya in de
regio van de Indische Oceaan" (nr. 10715)
19
14/03/2006
CRIV 51
COM 890
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
Orateurs: Miguel Chevalier, Karel De Gucht,
ministre des Affaires étrangères
Sprekers: Miguel Chevalier, Karel De Gucht,
minister van Buitenlandse Zaken
Question de M. Miguel Chevalier au ministre des
Affaires étrangères sur "le renvoi de l'Iran devant
le Conseil de sécurité de l'ONU" (n° 10758)
20
Vraag van de heer Miguel Chevalier aan de
minister van Buitenlandse Zaken over "de
doorverwijzing van Iran naar de VN-
Veiligheidsraad" (nr. 10758)
20
Orateurs: Miguel Chevalier, Karel De Gucht,
ministre des Affaires étrangères
Sprekers: Miguel Chevalier, Karel De Gucht,
minister van Buitenlandse Zaken
Question de Mme Valérie Déom au ministre des
Affaires étrangères sur "des femmes libyennes
détenues pour inconduite" (n° 10783)
23
Vraag van mevrouw Valérie Déom aan de
minister van Buitenlandse Zaken over "Libische
vrouwen die wegens wangedrag worden
vastgehouden" (nr. 10783)
23
Orateurs: Valérie Déom, Karel De Gucht,
ministre des Affaires étrangères
Sprekers: Valérie Déom, Karel De Gucht,
minister van Buitenlandse Zaken
Questions jointes de
24
Samengevoegde vragen van
24
- M. Guido Tastenhoye au ministre des Affaires
étrangères sur "la visite programmée du Dalaï-
Lama en Belgique" (n° 10787)
24
- de heer Guido Tastenhoye aan de minister van
Buitenlandse Zaken over "het geplande bezoek
van de Dalai Lama aan België" (nr. 10787)
24
- M. Walter Muls au ministre des Affaires
étrangères sur "la visite du Dalaï-Lama dans notre
pays" (n° 10809)
24
- de heer Walter Muls aan de minister van
Buitenlandse Zaken over "het bezoek van de
Dalai Lama aan ons land" (nr. 10809)
24
Orateurs: Guido Tastenhoye, Walter Muls,
Karel De Gucht, ministre des Affaires
étrangères
Sprekers: Guido Tastenhoye, Walter Muls,
Karel De Gucht, minister van Buitenlandse
Zaken
Question de M. Guido Tastenhoye au ministre des
Affaires étrangères sur "la nouvelle position belge
sur l'élargissement futur de l'Union européenne"
(n° 10798)
27
Vraag van de heer Guido Tastenhoye aan de
minister van Buitenlandse Zaken over "het nieuwe
Belgische standpunt met betrekking tot de
verdere uitbreiding van de Europese Unie"
(nr. 10798)
27
Orateurs: Guido Tastenhoye, Karel De
Gucht, ministre des Affaires étrangères
Sprekers: Guido Tastenhoye, Karel De
Gucht, minister van Buitenlandse Zaken
CRIV 51
COM 890
14/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DES RELATIONS
EXTÉRIEURES
COMMISSIE VOOR DE
BUITENLANDSE BETREKKINGEN
du
MARDI
14
MARS
2006
Après-midi
______
van
DINSDAG
14
MAART
2006
Namiddag
______
De vragen en interpellaties vangen aan om 15.13 uur.
Voorzitter: de heer Hendrik Daems.
Les questions et les interpellations commencent à 15.13 heures.
Président: M. Hendrik Daems.
De voorzitter: Vraag nr. 9981 van de heer Hasquin over de gevolgen van het overlijden van president
Rugova, interpellatie nr. 783 van de heer Van den Eynde en vraag nr. 10525 van mevrouw Dieu werden
ingetrokken.
01 Interpellatie van de heer Guido Tastenhoye tot de minister van Buitenlandse Zaken over "de
jongste versie van de Bolkestein-richtlijn en het standpunt van de Belgische regering" (nr. 796)
01 Interpellation de M. Guido Tastenhoye au ministre des Affaires étrangères sur "la dernière version
de la directive Bolkestein et la position du gouvernement belge" (n° 796)
01.01 Guido Tastenhoye (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, zoals u weet, heeft het Europees Parlement op
16 februari een sterk geamendeerde dienstenrichtlijn goedgekeurd.
Waarschijnlijk zal er op de Europese Top einde maart nog over
worden gesproken. De Commissie zal dan een nieuw voorstel doen
op basis van de richtlijn zoals zij werd goedgekeurd door het
Europees Parlement. Daarop zullen het Europees Parlement en de
Raden zich opnieuw moeten uitspreken om tot een definitieve versie
te komen. Ik zie u neen schudden. Dan zult u waarschijnlijk straks
kunnen uitleggen hoe het wel in zijn werk zal gaan. In elk geval, de
richtlijn inzake de terbeschikkingstelling van werknemers uit 1996 blijft
onverkort van toepassing, met inbegrip van de controlemechanismen
op de toepassing ervan.
Wat de uitgeklede Bolkestein-richtlijn betreft, het
oorspronglandbeginsel werd omgezet in "het recht een dienst te
verlenen in een andere lidstaat dan die waarin men gevestigd is". Het
uitgangspunt is nu dat de dienstverleners in andere EU-landen zich
aan het arbeidsrecht en de milieu- en veiligheidsvoorschriften van het
gastland moeten houden. Wie hier komt werken, schikt zich dus naar
onze loon- en arbeidsvoorwaarden, inclusief CAO's en stakingsrecht.
Het land van bestemming krijgt toezichtsmogelijkheden en de
controleautoriteiten in de lidstaten worden verplicht samen te werken
en elkaar informatie door te spelen. Lidstaten kunnen dienstverleners
niet weren op grond van een strengere sociale wetgeving, zoals een
wettelijk strengere ontslagregeling.
De lidstaten behouden een marge om beperkingen op te leggen aan
bedrijven uit andere lidstaten op grond van de eigen nationale
wetgeving. Zo kunnen bedrijven worden geweerd omwille van de
01.01 Guido Tastenhoye
(Vlaams Belang): Le Parlement
européen a adopté une version
très amendée de la directive sur
les services. Dans cette directive
Bolkestein expurgée, le principe
du pays d'origine a été
abandonné: les prestataires de
services devront donc respecter la
législation du pays où ils exercent
leur activité. Les États membres
conservent par ailleurs la possi-
bilité d'imposer des restrictions
afin de garantir la protection de
l'ordre et de la sécurité publics, de
l'environnement et de la santé
publique. Les systèmes
d'agrément et d'homologation
restent donc possibles pourvu
qu'ils ne soient pas
discriminatoires.
Toute une série de secteurs ont
été exclus du champ d'application
de cette nouvelle directive. Mais
on ne sait toujours pas très bien si
la culture et l'enseignement
tombent sous son application. Les
services publics et les services
d'intérêt général en ont été exclus.
14/03/2006
CRIV 51
COM 890
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
openbare orde of de openbare veiligheid, milieuwetgeving en
volksgezondheid. Erkennings- en vergunningsstelsels blijven dus
mogelijk voor zover ze niet discriminerend zijn, gerechtvaardigd
worden door een dwingende reden van algemeen belang en het
nagestreefde doel niet door een minder beperkende maatregel kan
worden bereikt.
Er werd in een hele reeks uitzonderingen voorzien op het
toepassingsgebied van de richtlijn. Eerst waren er maar drie
uitzonderingen, namelijk de financiële diensten, elektronische
communicatie en netwerken en vervoer. Nu zijn daaraan toegevoegd
de bankdiensten die uitgesloten zijn, kredietverlening, verzekeringen,
pensioenen, het uitzendwezen, notarissen, advocaten, kinderopvang,
audiovisuele diensten en cinema, radio, kansspelen,
veiligheidsfirma's, publieke veiligheid, sociale diensten en privé-
gezondheidsdiensten.
Mijnheer de minister, ik heb nagekeken of onderwijs en cultuur bij de
uitzonderingen horen of niet. Dat is echter onduidelijk en ik hoop dat u
mij daarover wat meer kunt vertellen. Ik kom daarop straks nog terug.
Verder is voor overheidsdiensten en de diensten van algemeen
belang evenzeer in een uitzondering voorzien. Diensten van
algemeen economisch belang, die concurrentie geven, zoals
bijvoorbeeld waterlevering, elektriciteitsdistributie of gemeentelijke
afvalophaaldiensten, vallen wel onder de richtlijn, zij het onder een
minder dwingend regime. Die nutsbedrijven moeten zich wel volledig
schikken naar de wetgeving van het land waarin ze werken, maar de
administratieve rompslomp wordt versoepeld zodat ze gemakkelijker
in een ander EU-land aan de slag kunnen.
Belangrijk is dat ook gezondheidsdiensten, welzijnsactiviteiten en
sociale diensten buiten de richtlijn vallen, ook als ze door privé-
bedrijven worden aangeboden. Ook de farmaceutische diensten
krijgen een uitzondering, wat betekent dat de Belgische vestigingswet
voor apothekers dus mag blijven bestaan.
Als we tot de evaluatie komen van de aangepaste dienstenrichtlijn,
kunnen we zeggen dat de verwachting is dat een open Europese
dienstenmarkt veel jobs kan creëren. Uit studies blijkt dat een
vrijgemaakte dienstenmarkt in Europa minstens 600.000 nieuwe jobs
kan opleveren. De aangepaste tekst van de dienstenrichtlijn is dus
een stap in de goede richting.
Er werd ook tegemoetgekomen aan de belangrijkste
bekommernissen van het Vlaams Belang. Ik verwijs daarvoor naar
mijn motie die werd ingediend in juni 2005 waarin wij onze
belangrijkste bekommernissen hadden opgesomd.
Ik herhaal kort: het principe van het land van oorsprong werd
aangepast en voor overheidsdiensten en gezondheidszorg werd een
uitzondering gemaakt.
Mijnheer de minister, nogmaals, onderwijs heb ik niet teruggevonden
bij de uitzonderingen. Ook over cultuur blijft men vaag. Wij vinden dat
onderwijs bij uitstek en cultuur verbonden zijn met de nationale
identiteit van een land en een volk. Dat moet onder nationale
bevoegdheid blijven. Dat zal ook in onze motie staan, die wij straks
Quant aux régies, un régime plus
souple leur est appliqué. Il faut se
réjouir que les services de santé et
les services sociaux ne tombent
pas sous l'application de la
directive, même lorsqu'ils sont
assurés par des entreprises
privées. Une exception a été
prévue également pour les
services pharmaceutiques de
sorte qu'il ne sera aucunement
porté atteinte à la loi belge sur les
implantations.
Selon certaines études, la
libéralisation du marché européen
des services permettra de créer au
moins 60.000 emplois. Le texte
adapté répond en grande partie
aux desiderata du Vlaams Belang.
La seule chose que nous
souhaiterions, c'est savoir à quoi
nous tenir en ce qui concerne
l'enseignement et la culture qui
sont à nos yeux des secteurs à ce
point liés à l'identité nationale des
peuples qu'ils doivent rester des
compétences nationales.
Nous craignons également que le
texte de compromis ne contienne
trop d'imprécisions juridiques, ce
qui est une mauvaise chose pour
la sécurité juridique. Le texte
mentionne ainsi que les excep-
tions doivent être nécessaires, non
discriminatoires et proportion-
nelles. Tout cela reste très vague
et pourrait bien engendrer de
nombreuses contestations devant
la Cour européenne de justice.
L'exclusion du secteur intérimaire
se heurte à la critique fondée de la
FEB.
Lors du vote de la directive, les
partis belges de la majorité ne se
trouvaient pas sur la même
longueur d'ondes. Les socialistes
ont voté contre parce qu'ils
estimaient que le texte ne contient
pas encore suffisamment de
corrections sociales. Les libéraux
ont voté pour, tout comme les
démocrates-chrétiens. Quelle
position le gouvernement belge
adoptera-t-il au Conseil? La
CRIV 51
COM 890
14/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
zullen indienen, zodat de regering hieraan wordt herinnerd.
Een belangrijk bezwaar is ook dat de aangepaste tekst niet de nodige
rechtszekerheid creëert, wat voor bedrijven cruciaal is. Feit is dat het
compromis veel juridische onduidelijkheden bevat en veel
rechtszaken kan uitlokken. Critici vrezen dan ook dat de strijd over de
richtlijn-Bolkestein voor het Europees Hof van Justitie zal worden
uitgevochten. Het Europees Hof moet immers bepalen of de
beperkingen die de lidstaten opleggen aan het vrij dienstenverkeer,
noodzakelijk zijn, niet discriminerend en proportioneel, dus in
verhouding tot het doel. Dat blijven echter vage begrippen.
De uitsluiting van de uitzendarbeidsector uit de richtlijn oogst veel
kritiek, onder meer ook bij het VBO, dat zegt dat die een belangrijke
rol vervult bij de goede werking van de arbeidsmarkt.
Bij de stemming in het Europees Parlement werd niet alleen een kloof
blootgelegd tussen de vertegenwoordigers van de oude lidstaten en
de afgevaardigden uit de nieuwe EU-landen, maar ook bij de
Belgische meerderheidspartijen was er een kloof. De Vlaamse en de
Waalse socialisten stemden tegen de richtlijn, omdat ze vonden dat
de sociale correcties niet ver genoeg gaan.
De liberalen, zowel Vlaamse als Waalse, hebben echter voor
gestemd, evenals de christen-democraten.
De regeringspartners, liberalen en socialisten, zijn het dus niet eens
over die ontwerprichtlijn.
Mijnheer de minister, mijn vraag aan de regering luidt dan ook welk
standpunt de Belgische regering zal innemen over de herwerkte
dienstenrichtlijn?
In tweede orde, kunt u zeggen of de sectoren onderwijs en cultuur al
dan niet onder het toepassingsgebied van die richtlijn vallen?
directive s'appliquera-t-elle à
l'enseignement et à la culture?
01.02 Minister Karel De Gucht: Het voorstel voor een richtlijn van het
Europees Parlement en de Raad betreffende diensten op de interne
markt werd inderdaad op 16 februari in eerste lezing grondig
geamendeerd en goedgekeurd door het Europees Parlement. Het
dossier zou geagendeerd worden op de Raad Mededinging van 13
maart 2006 en de Europese Raad van 23 en 24 maart 2006. Mijn
administratie zal ter voorbereiding hiervan op het gepaste ogenblik
een Europese coördinatievergadering beleggen teneinde een
geactualiseerd standpunt in dit dossier te bepalen, in uitwerking van
het samenwerkingsakkoord van 8 maart 1994 tussen de federale
staat, de Gemeenschappen en de Gewesten betreffende de
vertegenwoordiging van het koninkrijk België in de Raad van Ministers
van de Europese Unie.
Wat betreft onderwijs, dat is een vraag waarmee u mij een beetje
overvalt want die stond niet in uw interpellatie. Ik denk echter dat het
juiste antwoord daarop is dat het er wel onder valt in de mate waarin
het betaald wordt met overheidsgeld - ik bedoel dan onderwijs en
cultuur en niet in de mate waarin het met privé-geld betaald wordt.
Anders zou men daar een afzonderlijke vermelding van zien, quod
non. Ik zou mij kunnen vergissen maar ik denk dat dit het juiste
antwoord is op uw vraag.
01.02 Karel De Gucht, ministre:
Conformément à l'accord de
coopération du 8 mars 1994 relatif
à la représentation de la Belgique
au sein du conseil des ministres
de l'Union européenne, j'ai prévu
une réunion de coordination pour
l'adoption d'une position belge
actualisée. En ce qui concerne
l'enseignement, il faut selon moi
considérer que cette matière
n'entre pas dans le champ
d'application de la directive étant
donné qu'elle est financée par les
autorités.
14/03/2006
CRIV 51
COM 890
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
01.03 Guido Tastenhoye (Vlaams Belang): Dat lijkt mij ook logisch.
01.03 Guido Tastenhoye
(Vlaams Belang): Cela me paraît
logique.
01.04 Minister Karel De Gucht: Mij ook, ja.
Ik mag u natuurlijk niet interpelleren maar hoe heeft uw fractie
gestemd in het Europees Parlement? Wat mij verwondert is dat u zegt
dat het een stap is in de goede richting terwijl ik dat in het verleden
altijd heb horen afbreken. Als het een stap is in de goede richting, dan
is de vraag wat de volgende stap is. Als het de goede richting is, wat
moet er dan nog meer gebeuren? Maar goed, ik moet u natuurlijk niet
interpelleren.
01.04 Karel De Gucht, ministre:
Ce n'est pas à moi d'interpeller M.
Tastenhoye mais je veux
néanmoins lui poser quelques
questions. Quel était le vote du
Vlaams Belang au Parlement
européen? M. Tastenhoye estime
qu'il s'agit d'un pas dans la bonne
direction. J'en suis surpris car par
le passé, cette même initiative a
systématiquement été dénigrée. Et
s'il s'agit d'un pas dans la bonne
direction, que reste-t-il à faire
d'autre?
01.05 Guido Tastenhoye (Vlaams Belang): Mijnheer de minister, ik
dank u voor het antwoord, waaruit ik begrepen heb dat onderwijs niet
onder de richtlijn zal vallen, voor zover het onderwijs door de Staat
wordt ingericht en betaald. Ook cultuur zal op dezelfde manier worden
behandeld. Mocht dat niet het geval zijn, mijnheer de minister, hopen
wij dat u bij de eerstvolgende gelegenheid dat de ontwerprichtlijn
wordt besproken in de Europese beslissingsorganen, op die kwestie
zult aandringen.
Voorts pleiten we in onze motie ervoor dat voldoende inspectie- en
controlemechanismen worden uitgebouwd om de toepassing van de
dienstenrichtlijn te garanderen en misbruiken uit te sluiten. Dat is de
draagwijdte van onze motie van aanbeveling, die ik zal indienen.
01.05
Guido Tastenhoye
(Vlaams Belang): L'enseignement
sera donc exclu du champ
d'application de la directive, à
condition qu'il soit organisé et
financé par les pouvoirs publics.
Cela vaut également pour la
culture. La Belgique devra insister
pour qu'il en soit ainsi lors de la
prochaine réunion que les organes
de décision européens
consacreront au projet de
directive. Dans notre motion, nous
demandons par ailleurs que
suffisamment de mécanismes
d'inspection et de contrôle soient
prévus afin d'exclure les
utilisations abusives de la directive
sur les services.
Moties
Motions
Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.
En conclusion de cette discussion les motions suivantes ont été déposées.
Een motie van aanbeveling werd ingediend door de heren Gerolf Annemans en Guido Tastenhoye en luidt
als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellatie van de heer Guido Tastenhoye
en het antwoord van de minister van Buitenlandse Zaken,
vraagt aan de regering
- om er bij de Europese Commissie voor te pleiten dat er afdoende inspectie- en controlemechanismen
worden uitgebouwd om de toepassing van de dienstenrichtlijn te garanderen en misbruiken uit te sluiten;
- om er bij de Europese Commissie voor te pleiten het onderwijs en cultuur uit te sluiten uit het
toepassingsgebied van de richtlijn;
- om bij de Europese Commissie te pleiten voor mechanismen om misbruik te vermijden van de
uitzonderingen op het vrij verkeer van diensten en voor een verbetering van de rechtszekerheid."
CRIV 51
COM 890
14/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
Une motion de recommandation a été déposée par MM. Gerolf Annemans et Guido Tastenhoye et est
libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de M. Guido Tastenhoye
et la réponse du ministre des Affaires étrangères,
demande au gouvernement
- de plaider auprès de la Commission européenne en faveur de la mise en place de mécanismes
d'inspection et de contrôle efficaces pour garantir l'application de la directive `services' et prévenir les abus;
- de plaider auprès de la Commission européenne pour que l'enseignement et la culture soient exclus du
champ d'application de la directive;
- de plaider auprès de la Commission européenne en faveur de mécanismes destinés à prévenir les abus
en matière d'exceptions à la libre circulation des services et d'une plus grande sécurité juridique."
Een eenvoudige motie werd ingediend door de dames Josée Lejeune en Inga Verhaert en door de heren
Miguel Chevalier en Walter Muls.
Une motion pure et simple a été déposée par Mmes Josée Lejeune et Inga Verhaert et par MM. Miguel
Chevalier et Walter Muls.
Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.
02 Vraag van de heer Miguel Chevalier aan de minister Buitenlandse Zaken over "het internationaal
verkeer van personen van en naar de landen waar de vogelgriep heerst" (nr. 10393)
02 Question de M. Miguel Chevalier au ministre des Affaires étrangères sur "les personnes se rendant
ou revenant de pays touchés par la grippe aviaire" (n° 10393)
02.01 Miguel Chevalier (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, het is mij, en waarschijnlijk u ook, opgevallen dat men de
voorbije dagen nogal wat dode zwanen heeft aangetroffen in de
Westhoek. Alle laboratoriumtests zijn negatief en ons land blijft op het
eerste gezicht gespaard van het besmettelijke H5N1-virus. Ik houd er
evenwel een andere mening op na. Wij moeten gewoon de dagen
aftellen tot wij wel een positieve laboratoriumtest hebben. Vandaag de
dag is er echter geen aanwijzing dat het virus effectief in ons land zou
aanwezig zijn en evenmin dat het op dit moment overdraagbaar zou
zijn van mens op mens.
Dit is een thema dat vooral behandeld wordt door de minister van
Volksgezondheid, die hierover ook met zijn buitenlandse collega's op
internationale fora vergadert en beslissingen neemt. De preventieve
aanpak ervan heeft echter toch een zeer grote internationale
dimensie, die ook een zaak is van de ministers van Buitenlandse
Zaken.
Een van de vragen waarover ik een paar keer het woord heb
genomen in de commissie voor de Volksgezondheid en waarop ik
geen sluitend antwoord krijg is de vraag hoe de informatieverstrekking
aan mensen die uit ons land vertrekken of mensen die door ons land
reizen gebeurt.
Er zouden een aantal initiatieven genomen zijn om via de luchthaven
informatie te verspreiden aan de mensen. Ik heb het zelf vastgesteld
toen ik de voorbije maanden uit een land kwam dat min of meer reeds
in aanmerking gekomen is met het H5N1-virus. Ik ben bij mijn
terugkomst nog nooit geïnterpelleerd. Er is zeker nog geen sprake
geweest van een preventieve behandeling in deze.
02.01 Miguel Chevalier (VLD):
Des cygnes morts ont été
découverts dans la région du
Westhoek. Jusqu'à présent, tous
les tests de laboratoire sont
négatifs, mais nous pourrions
bientôt être confrontés au premier
cas de contamination par le virus
H5N1.
Comment les voyageurs sont-ils
informés sur le virus H5N1? Lors
de mon retour de pays où la grippe
aviaire sévit, je n'ai jamais été
soumis à aucun contrôle ni à
aucun traitement préventif.
Comment les voyageurs sont-ils
informés à l'aéroport de
Zaventem, dans les ports
maritimes ainsi qu'aux passages
frontaliers?
14/03/2006
CRIV 51
COM 890
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
Mijnheer de minister, daarom wil ik u toch het volgende vragen.
Welke initiatieven worden vanuit uw departement genomen?
Ik zou ook de aandacht willen vragen voor het feit dat natuurlijk niet
alleen de luchthaven Zaventem Nationaal de draaischijf is vanwaar
mensen vertrekken of waar mensen in transit zijn. Wij hebben
natuurlijk ook nog andere havens. Wij hebben havens vanwaar
mensen vertrekken per boot of met andere transportmiddelen.
Bovendien hebben wij ook landsgrenzen die overschreden worden.
Mijn vraag is de volgende omdat ik daarop niet echt een zicht heb. Is
er een informatieverstrekking aan de grenzen van ons land zelf met
betrekking tot dat H5N1-virus, zowel voor degene die ons land verlaat
als voor degene die ons land binnenkomt?
02.02 Minister Karel De Gucht: Mijnheer de voorzitter, collega, de
FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en
Ontwikkelingssamenwerking geeft eigenlijk op verschillende wijzen
informatie over de vogelgriep. Die informatie is opgesteld in overleg
met het Interministerieel Commissariaat Influenza.
Ten eerste kan men, zoals u trouwens zelf stelt, naast de klassieke
reisadviezen op de website www.diplomatie.be ook een pagina
consulteren met de te nemen voorzorgsmaatregelen voor reizigers die
uit België vertrekken naar getroffen landen of eruit terugkomen.
Ten tweede, via onze ambassades werden de in het buitenland
residerende Belgen, middels een informatiefiche, in kennis gesteld
van de humane en dierlijke influenzaproblematiek en de te nemen
voorzorgsmaatregelen. Deze tekst is eveneens te consulteren op
onze website www.diplomatie.be.
Ten slotte, om reizigers naar België of de Schengen-ruimte te
informeren over de door België terzake genomen maatregelen,
kregen onze diplomatieke posten opdracht om ad valvas een
informatiefiche op te hangen in de ruimtes van de ambassades en
kanselarijen waar het publiek wordt onthaald, zoals bijvoorbeeld een
visumafdeling. Een zelfde informatie wordt trouwens ook gegeven bij
binnenkomst via de Belgische luchthavens, onder de
verantwoordelijkheid van de minister van Volksgezondheid, wat men
Saniport noemt.
02.02 Karel De Gucht, ministre:
Le SPF Affaires étrangères a
recours à toutes sortes de canaux
pour diffuser des informations sur
la grippe aviaire. Ces informations
ont été rédigées en concertation
avec le Commissariat
interministériel Influenza. Outre les
avis de voyage classiques, le site
web www.diplomatie.be publie des
informations relatives à la grippe
aviaire ainsi qu'une série de
mesures à prendre, destinées aux
voyageurs qui quittent la Belgique
pour un pays touché ou qui en
reviennent. Par le biais de nos
ambassades, des informations et
des mesures de précaution sont
portées à la connaissance des
Belges qui se trouvent à l'étranger.
Elles sont également consultables
sur le site web.
Il a aussi été demandé à nos
postes diplomatiques situés au
sein de l'espace Schengen de
publier une carte d'information aux
valves, dans les espaces publics
de nos chancelleries et
ambassades.
À leur arrivée à l'aéroport, les
voyageurs seront informés par
Saniport, qui relève de la
compétence du ministre de la
Santé publique.
02.03 Miguel Chevalier (VLD): Mijnheer de minister, ik stel vast dat
er blijkbaar veel mazen in dat net zijn. Wie binnenkomt, wordt niet
altijd geïnformeerd over de huidige situatie wat het H5N1-virus betreft.
Ik heb nog een concrete vraag. Dit is op dit moment vooral een thema
02.03 Miguel Chevalier (VLD):
De toute évidence, aucun système
efficace n'a été mis en place, car
les personnes qui entrent en
Belgique ne sont pas toujours
CRIV 51
COM 890
14/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
van de ministers van Volksgezondheid, die daarover vergaderen op
Europees niveau. Zal dit thema ook een van de agendapunten zijn op
de volgende Europese Raad?
informées de la situation. Cet
aspect sera-t-il abordé lors du
prochain Conseil européen?
02.04 Minister Karel De Gucht: Ik meen dat het logisch is dat het
behandeld wordt door de ministers van Volksgezondheid in Europees
verband, maar ik moet u zeggen dat ook op de Raad Algemene
Zaken het dossier al twee keer is besproken, natuurlijk niet vanuit een
technische benadering, maar vanuit het geven van politieke impulsen
om zich daarmee op Europees niveau terdege bezig te houden. Dat is
trouwens geen uitzondering.
Als een dossier, welk dossier dan ook, op een bepaald ogenblik het
technische overstijgt en in de politieke fase belandt, is het ook logisch
dat het op de Raad Algemene Zaken behandeld wordt. Daarom heeft
de Raad Algemene Zaken zich reeds tot twee maal toe over die
problematiek gebogen. Ik zou het moeten nakijken, maar ik ben niet
zeker dat het expliciet vermeld staat op de agenda van de Europese
Raad. Ik zal vragen dat men het in de agenda nakijkt.
02.04 Karel De Gucht, ministre:
Il me paraît logique que les
ministres européens de la Santé
publique se préoccupent de la
question, mais ce dossier a
également été évoqué deux fois
déjà au Conseil Affaires
générales. Cela peut se produire
lorsqu'un sujet dépasse l'aspect
technique pour atteindre la sphère
politique. Cependant, le sujet n'est
pas inscrit à l'ordre du jour du
Conseil européen.
02.05 Miguel Chevalier (VLD): Mijnheer de minister, ik vind dat u
een zeer interessante opmerking hebt gemaakt. Op een bepaald
moment, zo zegt u, gaat men van de technische fase naar de politieke
fase. Ik denk dat wij op dit moment in de situatie verzeild zijn geraakt
dat het om meer dan alleen het technische gaat. Ondertussen is alles
over dat virus en de verspreiding ervan namelijk zo ongeveer bekend.
Ik denk dat wij inderdaad wel degelijk in de fase gekomen zijn dat er
op zeer hoog niveau, hoger dan het niveau van de minister van
Volksgezondheid, politieke beslissingen genomen zullen moeten
worden, zowel voor het heden als voor de toekomst. Ook de houding
moet bepaald worden ten aanzien van de regio van waaruit het virus
komt.
02.05 Miguel Chevalier (VLD):
Le dossier a en effet dépassé la
phase technique. À présent, des
décisions politiques s'imposent à
un niveau supérieur à celui du
ministre de la Santé publique.
Nous devons par ailleurs
déterminer notre position vis-à-vis
de la région d'où provient le virus.
02.06 Minister Karel De Gucht: Mijnheer Chevalier, ik zal het
onmiddellijk laten nakijken. Ik denk niet dat het onderwerp expliciet op
de agenda staat, maar we zullen het wel laten nakijken.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Vraag nr. 10411 van de heer Massin werd ingetrokken. De heer Van den Bergh is niet
aanwezig voor vraag nr. 10436.
03 Vraag van mevrouw Inga Verhaert aan de minister van Buitenlandse Zaken over "de mishandeling
van gedetineerden in de gevangenis van Abu Ghraib" (nr. 10440)
03 Question de Mme Inga Verhaert au ministre des Affaires étrangères sur "les mauvais traitements
infligés aux détenus de la prison d'Abou Ghraib" (n° 10440)
03.01 Inga Verhaert (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, collega's, ik heb mijn vraag ongeveer een maand geleden
ingediend, naar aanleiding van berichtgeving over beelden die werden
getoond door de Australische openbare zender SPS. Zij toonden een
reeks foto's genomen in de Irakese Abu Ghraib-gevangenis: foto's
van gruweldaden van Amerikaanse militairen die hun gevangenen
bijzonder zwaar mishandelen.
De vraag is een maand geleden ingediend en het ware goed geweest
03.01 Inga Verhaert (sp.a-spirit):
Il y a quelque temps, la chaîne
australienne SBS a présenté des
images de la prison irakienne
d'Abu Graib où l'on voyait des
militaires américains se livrant sur
des détenus à des actes de
maltraitance graves. Les cent
photos et les quatre vidéos datent
14/03/2006
CRIV 51
COM 890
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
als de vraag intussen niet meer relevant zou zijn geweest. Helaas, op
6 maart is een rapport van Amnesty International verschenen onder
de titel "Detention and Torture in Iraq". Daarin wordt jammer genoeg
bevestigd wat al bleek uit de beelden van SPS. Het gaat weliswaar
niet om nieuwe feiten, wel om nieuwe beelden, daterend van eind
2003 en voor de eerste keer verspreid op 28 april 2004. Het gaat om
een reeks van honderd foto's en vier video's.
Het punt is vooral dat, sinds de invasie in maart 2003, al
tienduizenden zijn aangehouden zonder aanklacht en zonder
rechtspraak. Sommigen zitten daar al meer dan twee jaar. Anderen
werden zonder verklaring, zonder verontschuldiging en laat staan een
compensatie, vrijgelaten. Degenen die volgens Amnesty International
verantwoordelijk zijn voor dat wanbeleid zijn zowel de strijdkrachten
van de Verenigde Staten als Britse geallieerden en de Irakese
autoriteiten.
Amnesty International is in deze een onverdachte bron. Zij hebben
evengoed rapporten uitgebracht over de misdaden van gewapende
groepen die tegen MNF, de Multinational Force, en de Irakese
overheid strijden. De veroordeling door Amnesty International van die
groepen is zo mogelijk nog zwaarder. Men maakt immers gewag van
misdaden tegen de menselijkheid en van oorlogsmisdaden. Dat
laatste wil ik aanhalen omdat er mijns inziens gebalanceerd is
gewerkt. Dat maakt de conclusie des te erger: MNF lijkt geen lessen
te hebben geleerd uit de eerder uitgebrachte zaken over wanbeleid in
Abu Ghraib.
Mijnheer de minister, hoe hebt u op dat nieuws gereageerd? Zult u de
gelegenheid nemen met uw Amerikaanse homoloog te spreken? Zo
ja, wat zult u terzake zeggen namens de Belgische regering?
de la fin 2003 et ont été diffusées
pour la première fois le 28 avril
2004. Un rapport d'Amnesty
International du 6 mars confirme
les comportements révélés par
ces documents.
Depuis l'invasion de mars 2003,
des dizaines de milliers de
personnes ne faisant l'objet
d'aucune plainte ni procédure
juridique ont déjà été arrêtées.
Selon Amnesty International, les
forces armées américaines et
britanniques ainsi que les autorités
irakiennes sont responsables de
cette incurie. L'organisation des
droits de l'homme est une source
non suspecte car elle a également
rédigé des rapports sur les crimes
perpétrés par des groupes armés
luttant contre la Force
multinationale et les autorités
irakiennes.
Quelle a été la réaction du ministre
à ces événements? Que va-t-il
déclarer à ses collègues
américains au nom du
gouvernement belge?
03.02 Minister Karel De Gucht: Mijnheer de voorzitter, zowel de
eerste minister als ikzelf hebben in het verleden het dossier al
besproken met ons respectieve Amerikaanse collega's. De premier
heeft nog recent, bij zijn bezoek aan de Verenigde Staten van
Amerika, gesproken over de mensenrechten in het algemeen en over
Guantanamo in het bijzonder.
Sinds u de vraag hebt gesteld, heb ik mijn Amerikaanse collega niet
meer gezien. Deze aangelegenheid werd evenwel op Europees vlak
eens te meer aangekaart bij de Verenigde Staten van Amerika, met
name op 16 februari jongstleden, naar aanleiding van de
mensenrechtenconsultaties in Brussel tussen de Europese Unie en
de VS. De Amerikaanse delegatie heeft geantwoord dat de
verantwoordelijken voor het gerecht zijn gedaagd of zullen worden. Er
zijn inderdaad al verschillende militairen veroordeeld in de Verenigde
Staten voor hun verantwoordelijkheid in deze zware schending van
mensenrechten. De Amerikaanse autoriteiten zeggen dat het hun
vaste politiek is alle verantwoordelijken voor de rechtbank te willen
brengen.
03.02 Karel De Gucht, ministre:
Le premier ministre et moi-même
avons déjà discuté de ce dossier
dans le passé avec des membres
du gouvernement américain. Lors
de sa récente visite aux USA, le
premier ministre a évoqué les
droits de l'homme en général et le
dossier de Guantanamo en
particulier.
Je n'ai plus vu mon collègue
américain depuis que Mme
Verhaert a posé sa question. Le
16 février 2006, ce problème a été
abordé à l'occasion des
consultations entre l'Union
européenne et les USA, à
Bruxelles, au sujet des droits de
l'homme. La délégation
américaine a répondu que les
responsables ont été cités en
justice ou le seront bientôt.
Plusieurs militaires ont en effet
déjà été condamnés, mais les
États-Unis affirment vouloir traîner
CRIV 51
COM 890
14/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
tous les responsables devant les
tribunaux.
03.03 Inga Verhaert (sp.a-spirit): Ik stel vast dat drie jaar na het
omverwerpen van het regime van Saddam Hoessein er nog altijd
mensen zonder enige vorm van proces in de gevangenis zitten en
daar worden mishandeld en gemarteld. Dat gaat niet alleen in tegen
de nieuwe Irakese wetten, maar ook tegen het internationaal recht.
We moeten zeer luid protesteren tegen het willekeurig vasthouden en
tegen mishandeling in de gevangenis.
Volgens recente berichten zou Abu Ghraib gesloten worden. Ik denk
dat daarmee het probleem nog niet van de baan is. Het rapport en
ook andere rapporten zeggen dat in andere gevangenissen in Irak
soortgelijke of nog ergere dingen gebeuren. Ik hoor het u graag
zeggen dat de Amerikaanse collega's antwoorden dat ze die mensen
voor het gerecht willen brengen, laat ze dat vooral doen. Dat is een
goede zaak. Maar ik stel tegelijkertijd ook vast dat het wel erg lang
duurt voor mensen voor het gerecht worden gebracht. Als er
rapporten worden geschreven in het Amerikaanse parlement, dan
duurt het een jaar voor er de nodige conclusies aan worden
vastgeknoopt.
Ik denk dat het goed is dat u dat blijft aankaarten en laten we heel luid
protesteren wanneer een en ander flagrant blijft mislopen.
03.03 Inga Verhaert (sp.a-spirit):
Trois ans après le renversement
du régime de Saddam Hussein,
des personnes sont toujours
emprisonnées sans jamais avoir
été jugées. Leur maltraitance va à
l'encontre des nouvelles lois
irakiennes et du droit international.
Il nous faut protester vivement.
Même si la prison d'Abu Ghraib
était fermée, d'autres prisons
subsisteraient, où des pratiques
similaires ont lieu. Force est de
constater que les Américains
attendent fort longtemps avant de
livrer des individus suspects à la
justice. De même, quand le
Parlement américain établit des
rapports, il faut attendre un an
avant qu'on n'en tire des
conclusions.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van mevrouw Inga Verhaert aan de minister van Buitenlandse Zaken over "het rapport van
de VN-mensenrechtencommissie over de gevangenis van Guantanamo" (nr. 10443)
04 Question de Mme Inga Verhaert au ministre des Affaires étrangères sur "le rapport de la
Commission des droits de l'homme de l'ONU sur la prison de Guantanamo" (n° 10443)
04.01 Inga Verhaert (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, collega's, de kwestie is de volgende.
De VN-mensenrechtencommissie publiceerde eerder een rapport
over de gevangenis voor terreurverdachten in Guantanamo en beveelt
de Verenigde Staten aan om de gevangenis te sluiten. Op die manier
zou er een einde moeten komen aan nogmaals de willekeurige
opsluiting van bijna 500 mensen uit een 40-tal landen. Amerika zou
ook onmiddellijk moeten stoppen met de speciale
ondervragingstechnieken die er worden toegepast en die zouden
neerkomen op de marteling van gedetineerden. Alle
terreurverdachten moeten volgens dat rapport ook worden vrijgelaten
of onmiddellijk een eerlijk proces krijgen.
De regering van de Verenigde Saten heeft laten weten dat ze die
aanbevelingen van de VN-mensenrechtencommissie volledig
verwerpt. Intussen stel ik vast dat de kritiek aanzwelt. Naast Kofi
Annan noemt ook Tony Blair dat detentiecentrum een `anomalie' en
de pers blijft er heel kritische stukken over schrijven. Ik wil er ook
duidelijk bij zeggen dat er ook in de Verenigde Staten zelf meer en
meer weerstand is tegen het idee van dat detentiecentrum in
Guantanamo, in en buiten het parlement overigens. Mijn vraag in
deze aan de minister is de volgende.
04.01 Inga Verhaert (sp.a-spirit):
Dans un rapport, la Commission
des droits de l'homme des Nations
unies recommande aux États-Unis
de fermer la prison de
Guantanamo. Cette mesure doit
mettre un terme à l'enfermement
arbitraire de près de 500
personnes originaires d'une
quarantaine de pays, ainsi qu'aux
techniques d'interrogatoire
spéciales qui constituent en fait
une forme de torture. Toutes les
personnes suspectées d'activités
terroristes doivent être libérées ou
se voir offrir immédiatement un
procès équitable. Le
gouvernement américain a indiqué
qu'il rejette totalement ces
recommandations. M. Kofi Annan
a émis de sévères critiques à
propos de la prison et Tony Blair a
qualifié le centre de détention
"d'anomalie". Aux États-Unis
14/03/2006
CRIV 51
COM 890
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
Wat zegt u namens België wanneer u daarover spreekt met uw
Amerikaanse homoloog, al dan niet in het kader van de Europese
Unie?
aussi, l'opposition grandit tant à
l'intérieur qu'à l'extérieur du
Parlement. Quel sera le message
que le ministre adressera à son
homologue américaine au nom de
la Belgique, que ce soit ou non
dans le cadre de l'Union
européenne?
04.02 Minister Karel De Gucht: Het rapport over de situatie van de
gevangenen in Guantanamo moet worden voorgesteld door een
aantal speciale rapporteurs van de Commissie Mensenrechten van de
Verenigde Naties, te weten de rapporteurs voor de onafhankelijkheid
van rechters en advocaten, voor foltering en andere wrede,
onmenselijke of vernederende straffen of behandelingen, voor de
vrijheid van de religie of overtuiging, voor het recht van elk persoon
om te genieten van de hoogst mogelijk bereikbare fysieke en mentale
gezondheidstoestand, evenals door de voorzitster van de werkgroep
over willekeurige detentie.
Dat rapport werd nog niet onderzocht door de Commissie of door een
nieuw orgaan van de Verenigde Naties die deze zou kunnen
vervangen in het kader van de reorganisatie van de Verenigde Naties.
De aanbevelingen in het rapport maakten evenmin het voorwerp uit
van een debat elders binnen de Verenigde Naties. Bovendien dient
men er zich rekenschap van te geven dat de Verenigde Staten, in een
tijdelijk antwoord gehecht aan dat rapport, hebben laten weten dat zij
zich het recht voorbehouden om volledig te antwoorden op dat rapport
in zijn eindversie. Zij beweren dat zij niet de gelegenheid hadden te
antwoorden op het ontwerp van rapport binnen de toegestane termijn.
Het is betreurenswaardig dat het niet mogelijk was een akkoord te
bereiken tussen de autoriteiten van de Verenigde Staten en de
speciale rapporteurs, over de modaliteiten van een bezoek aan
Guantanamo Bay. De Europese Unie heeft de VS meerdere malen
herinnerd aan het belang dat zij hecht aan de samenwerking met de
speciale procedures van de commissie voor de Rechten van de
Mens. Zij heeft de VS eveneens gevraagd om die procedures te
ontvangen met respect voor de algemene bevoegdheden die
doorslaggevend zijn bij elk bezoek op het terrein.
Net als in het verleden, in andere omstandigheden, zal België over dit
rapport een standpunt innemen ten gronde, in overleg met de
partners van de Europese Unie en in het licht van het debat dat nog
moet plaatsvinden binnen de Verenigde Naties, rekening houdende
met de elementen die de Amerikaanse autoriteiten nog willen
inbrengen. In dit stadium is er dus nog geen standpunt van de
regering, aangezien dat voorbarig is.
04.02 Karel De Gucht, ministre:
Des rapporteurs spéciaux de la
Commission des droits de
l'homme des Nations unies
doivent présenter le rapport relatif
à la situation des prisonniers à
Guantanamo. Celui-ci n'a pas
encore été examiné par la
Commission elle-même ni par le
nouvel organe qui doit la
remplacer dans le cadre de la
réorganisation des Nations unies.
Aucune instance onusienne,
queIle qu'elle soit, n'a encore
débattu des recommandations.
Les États-Unis se réservent le
droit de répondre de manière
complète à la version définitive du
rapport, en arguant du fait qu'ils
n'ont pas eu l'occasion de
répondre au projet de rapport dans
le délai qui leur était imparti.
Il est regrettable que les États-
Unis et les rapporteurs spéciaux
n'aient pas pu se mettre d'accord
sur les modalités de la visite à
Guantanamo Bay. L'Union
européenne a indiqué à plusieurs
reprises aux États-Unis à quel
point elle accorde de l'importance
à la coopération avec la
Commission des droits de
l'homme.
La Belgique définira une position
de fond en concertation avec ses
partenaires de l'Union européenne
et à la lueur du prochain débat aux
Nations unies. Il sera tenu compte
à cet égard des éléments que les
autorités américaines voudront
encore apporter. Il est prématuré
de prendre position dès à présent.
04.03 Inga Verhaert (sp.a-spirit): Net zoals in mijn vorige repliek
denk ik dat blijven aandringen op het respecteren van wat de
mensenrechtencommissie van de Verenigde Naties kenbaar heeft
gemaakt, de boodschap moet zijn. Men mag dit niet zomaar laten
04.03 Inga Verhaert (sp.a-spirit):
Nous devons continuer à insister
sur le respect des recomman-
dations de la Commission des
CRIV 51
COM 890
14/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
passeren. Ik denk dat wij ons zeer kritisch moeten opstellen en ons
niet met een kluitje in het riet moeten laten sturen. Ik herinner mij nog
zeer levendig hoe wij terzake ongeveer een jaar geleden hier een
gedachtewisseling hebben gehad met de Amerikaanse ambassadeur
in België. Zijn commentaar op kritische vragen over Guantanamo was
dat de mensen die daar zitten heus wel weten waarom ze daar zitten.
Het spijt mij, maar dat is geen afdoend antwoord.
U zegt dat de Verenigde Staten verklaren dat zij geen tijd hebben
gehad om te antwoorden op het rapport van de Verenigde Naties. Ik
heb wel al een aantal samengevatte punten kunnen inkijken van de
Verenigde Staten en wat mij daarin treft, is een antwoord op de vraag
of de VN-mensenrechtencommissie al dan niet bevoegd is. Men zegt,
ik citeer: "The draft report relies on general comments of the Human
Rights Committee to set the norm for the United States conduct. This
is wrong. The ICCPR the Internationel Covenant on Civil and
Political Rights does not govern Guantanamo operation and its
treaty bodies general comments are the non-binding view of
independent experts."
Met permissie, mijnheer de minister, maar ik vind dat zeer
verregaand. Eigenlijk zegt men dat Guantanamo buiten of boven de
verklaringen van de Verenigde Naties staat. Ik neem daar aanstoot
aan. Ik neem aan dat dit in een verder uitgewerkt rapport ter uwer
beschikking zal worden gesteld, maar ik wil net zoals in mijn vorige
repliek aandringen op een zeer kritische houding terzake, samen met
collega's van de Europese Unie. Ik zou u willen vragen om dit zeker
nauwlettend te blijven opvolgen.
droits de l'homme. Il ne suffit pas
de répondre aux critiques relatives
aux conditions de détention à
Guantanamo en disant, comme l'a
fait l'ambassadeur américain en
Belgique l'an dernier, que les
détenus de cette prison savent
parfaitement pourquoi ils s'y
trouvent.
Selon le ministre, les États-Unis
ont déclaré qu'ils n'avaient pas eu
le temps de répondre au rapport
des Nations unies. En ce qui
concerne la question de la
compétence de la Commission
des droits de l'homme en la
matière, les États-Unis ont
toutefois rétorqué que la prison de
Guantanamo se situe au-dessus
des déclarations des Nations
unies. J'insiste pour que l'Union
européenne adopte une attitude
critique.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van mevrouw Inga Verhaert aan de minister van Buitenlandse Zaken over "de oprichting van
een Europees Agentschap voor de Mensenrechten" (nr. 10469)
05 Question de Mme Inga Verhaert au ministre des Affaires étrangères sur "la mise sur pied d'une
Agence européenne des droits de l'homme" (n° 10469)
05.01 Inga Verhaert (sp.a-spirit): Mijnheer de minister, in december
2000 hebben de Europese staatshoofden op de EU-top in Nice het
Handvest van de grondrechten van de Europese Unie ondertekend.
Twee jaar geleden beslisten de lidstaten om tegen 1 januari 2007,
volgend jaar, een Europees Agentschap voor de mensenrechten op te
richten, het European Agency for Fundamental Rights. Dit agentschap
zal, ten behoeve van de EU en haar lidstaten, informatie verzamelen,
advies verstrekken en samenwerking bewerkstelligen met betrekking
tot de mensenrechtenpolitiek. Het agentschap wordt ook
verantwoordelijk voor het zo ruim mogelijk bekendmaken van het
Handvest.
Mijnheer de minister, ik heb deze vraag gesteld omdat ik weet dat er
binnen de EU en de lidstaten wat discussie is ontstaan over de
opportuniteit van een dergelijk agentschap. Er zijn blijkbaar twee
"schools of thoughts". Sommigen vinden het een geweldig idee,
anderen zeggen dat het afbreuk doet aan bestaande instellingen
binnen de EU.
Ik wil graag van u vernemen of u daarover al een standpunt hebt
ingenomen en of België op een of andere manier actief zal
05.01 Inga Verhaert (sp.a-spirit):
Il y a deux ans, les États membres
de l'Union européenne ont décidé
de créer une Agence européenne
des droits de l'homme à l'horizon
2007. Les États membres ne
semblent à présent plus d'accord
quant à l'opportunité d'une telle
agence. Quelle est la position du
ministre belge des Affaires
étrangères? La Belgique
participera-t-elle activement à la
création de l'agence?
14/03/2006
CRIV 51
COM 890
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
deelnemen aan de totstandkoming van het agentschap.
05.02 Minister Karel De Gucht: Mijnheer de voorzitter, mevrouw
Verhaert, tijdens de Europese Raad van 13 december 2003 werd er
overeengekomen om het bestaande Europees Waarnemingscentrum
voor racisme en vreemdelingenhaat, dat in 1997 het licht zag, uit te
bouwen tot een Europees Agentschap voor de grondrechten. Deze
stap, die ook door België gesteund wordt en werd, beoogt de
Europese Unie te voorzien van een onafhankelijk orgaan dat erop
toeziet dat de Europese instellingen, alsook de lidstaten, de
fundamentele rechten waartoe de Europese Unie zich verbonden
heeft, nauwgezet naleven wanneer zij Europees recht in hun eigen
wetgeving ten uitvoer leggen.
Voorts moet het agentschap aan de instellingen, de organen en de
lidstaten van de Europese Unie bij de uitvoering en omzetting van het
gemeenschapsrecht, de nodige bijstand verlenen op het vlak van de
mensenrechten. Het Handvest van de grondrechten van de Europese
Unie, zoals op 7 december in Nice vastgelegd, vormt het
referentiekader voor de activiteiten van het agentschap.
Op dit ogenblik wordt er gewerkt aan een ontwerp van verordening
van de Raad, tot oprichting van het agentschap van de Europese Unie
voor de grondrechten. Deze verordending zal met name de precieze
bevoegdheden van het agentschap, alsook de structuur en werking
ervan, vastleggen. Daarbij wordt er in het bijzonder op gelet dat
dubbel werk met andere mechanismen en instellingen ter
bescherming van de mensenrechten, vermeden wordt. Dat geldt in
het bijzonder voor het werk dat door de Raad van Europa verricht
wordt. Het gaat dus niet zozeer over de concurrentie met instellingen
in de Europese Unie, maar wel met de Raad van Europa.
Wij zullen in die onderhandelingen ten volle onze rol spelen en erop
toezien dat het agentschap niet alleen voortbouwt op het werk dat
momenteel door het waarnemingscentrum verricht wordt, maar ook
een toegevoegde waarde biedt. Regelmatige
coördinatievergaderingen met vertegenwoordigers van zowel de
federale als de gefedereerde entiteiten van ons land, bereiden de
werkzaamheden op het vlak van de EU voor.
Het is de ambitie van het Europees voorzitterschap om het voorstel
tot verordening voor de oprichting van het Agentschap nog tijdens de
eerste helft van dit jaar door de Raad goedgekeurd te krijgen. Het is
volgens mij echter niet evident dat dit lukt. Een aantal landen bekijkt
dit eerder met gemengde gevoelens en dat heeft vooral te maken met
die concurrentie met de Raad van Europa waar een aantal
instellingen zich specifiek richt op de bescherming van de
grondrechten.
Ik ben het daarmee niet eens. Ik vind dat men de grondrechten moet
beschermen binnen elk rechtssysteem. Dat betekent binnen het
Belgisch recht, binnen het Gemeenschapsrecht, binnen de rechtsorde
van de Europese Conventie voor de Rechten van de Mens die een
aparte rechtsorde instelt en binnen de Verenigde Naties. Het is een
piramidaal systeem waarbij telkens de stap die erboven staat de
minimumnorm is ten opzichte van de onderliggende stap. Dat
betekent dat men dus eventueel zelfs op het vlak van de Europese
Unie een verdergaande bescherming kan hebben dan op het vlak van
05.02 Karel De Gucht, ministre:
Lors du Conseil européen du 13
décembre 2003, il a été décidé de
transformer l'Observatoire
européen des phénomènes
racistes et xénophobes en une
Agence européenne des droits
fondamentaux. Cet organe
indépendant veillera au respect
des droits fondamentaux de
l'Union européenne dans le cadre
de la transposition des directives
européennes. La Charte des droits
fondamentaux de l'Union
européenne constitue le cadre de
référence de l'agence.
Un projet d'ordonnance relatif à la
création de l'agence et à la
définition de sa structure, de ses
compétences et de son
fonctionnement est en préparation.
Les auteurs sont attentifs à ce que
les compétences de cette agence
ne chevauchent pas celles du
Conseil de l'Europe.
Au cours des négociations, la
Belgique veillera à ce que l'agence
offre véritablement une valeur
ajoutée. Nos travaux sont
préparés lors de réunions de
coordination régulières.
La présidence actuelle veut que le
projet soit approuvé pour la fin du
mois de juin mais il n'est pas sûr
que ce délai sera respecté.
Certains États membres craignent
en effet que l'agence fasse
concurrence au Conseil de
l'Europe. Je ne partage pas leur
appréhension. J'estime que les
droits fondamentaux doivent être
protégés dans tout système
juridique, de sorte qu'une structure
pyramidale voie le jour, dans
laquelle les degrés supérieurs
fixent systématiquement les
normes minimales pour les degrés
inférieurs. Au sein de l'Union
européenne, la protection peut
ainsi être renforcée par rapport à
celle du Conseil de l'Europe.
CRIV 51
COM 890
14/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
de Raad van Europa.
Ik vind dat een dergelijke instelling zeker op haar plaats is, maar het
heeft nog wat voeten in de aarde en of het lukt voor het eind van de
maand juni is voor mij op dit ogenblik een vrij groot vraagteken.
05.03 Inga Verhaert (sp.a-spirit): Mijnheer de minister, ik dank u
voor uw antwoord.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van de heer Gerolf Annemans aan de minister van Buitenlandse Zaken over "de overdracht
van het beheer van de Congolese spoorwegen aan België" (nr. 10536)
06 Question de M. Gerolf Annemans au ministre des Affaires étrangères sur "le transfert de la gestion
des chemins de fer congolais à la Belgique" (n° 10536)
06.01 Gerolf Annemans (Vlaams Belang): Mijnheer de minister, ik
weet niet of u deze zaal nog associeert met uw eerste belangrijke
parlementaire activiteit, namelijk de behandeling van het
vreemdelingenstemrecht in de commissie. Dat was nog lang voor u
minister werd. U zult zich nog herinneren dat u toen u minister werd
een heel belangrijke missie meekreeg van het staatshoofd. Het is ook
in het kader daarvan dat ik u deze vraag stel. Ik wil even het kader
weergeven waarin ik deze vraag stel. Die missie was ervoor te zorgen
dat de belangen van het staatshoofd of minstens van zijn vrienden in
Congo goed zouden worden beheerd.
Begin september vorig jaar maakte Armand De Decker bekend dat
Congo gevraagd had aan België om het volledige beheer van zijn
haven- en spoorweginfrastructuur wat genoemd werd over te
nemen. Dan bent u met uw grote delegatie in februari naar ginder
gegaan en hebt u daar op een transportseminarie bekendgemaakt dat
Belgische ondernemingen interesse hadden om mee te participeren in
de heropbouw, met name op het vlak van luchthavens, spoorwegen
en maritieme infrastructuur. Ondertussen mochten wij vernemen dat
met Belgisch ontwikkelingsgeld, overigens ten belope van
2,5 miljoen euro, de spoorwegbrug van Nyemba in Katanga al werd
hersteld. Allerlei andere geruchten duidden op directe of indirecte
betrokkenheid van de Belgische overheid bij de heropbouw van die
Congolese spoorweginfrastructuur. Dit staat een beetje in
tegenstelling tot wat er met de havens is gebeurd, waar men een slag
om de arm heeft gehouden gelet op de toestand bij Onatra.
Vandaar mijn zes precieze vragen die ik u overigens schriftelijk heb
bezorgd. Ik had dus graag op die zes vragen een antwoord gekregen.
Als u wil, wil ik die nog voorlezen. Dat zal evenwel niet nodig zijn.
06.01 Gerolf Annemans (Vlaams
Belang): Le ministre de la
Coopération au développement a
annoncé en septembre 2005 que
le Congo avait demandé à la
Belgique de reprendre la gestion
de l'infrastructure portuaire et
ferroviaire. Le mois dernier, le
ministre De Gucht a annoncé lors
d'un séminaire sur les transports,
organisé au Congo, que des
entreprises belges étaient prêtes à
collaborer à la reconstruction de
l'infrastructure.
Dans l'intervalle, un pont
ferroviaire est déjà en voie d'être
réparé au Katanga grâce au
budget belge de l'aide au
développement. Il est clair que la
Belgique est impliquée
directement et indirectement dans
la reprise et la reconstruction de
l'infrastructure ferroviaire
congolaise. Le ministre pourrait-il
fournir des précisions à ce sujet?
06.02 Minister Karel De Gucht: Het is inderdaad zo dat zowel
minister van Ontwikkelingssamenwerking De Decker als ikzelf
interesse betoond hebben voor de evoluties en de uitdagingen in de
Congolese transportsector. Daarbij werd ervan uitgegaan dat de
economische reconstructie in het immens grote Congo maar een
kans maakt als de transportinfrastructuren - spoorwegen, havens,
wegen en luchtvaart - worden hersteld en beter worden uitgebaat.
Op een recent seminarie in Kinshasa wees ik op de Belgische
belangstelling voor die sector en prees ik de expertise van onze
06.02 Karel De Gucht, ministre:
Le ministre De Decker et moi-
même nous intéressons à
l'évolution du secteur congolais du
transport, qui est nécessaire au
redressement économique. Lors
du séminaire sur les transports, j'ai
annoncé qu'un certain nombre
d'entreprises belges étaient
intéressées par une collaboration
14/03/2006
CRIV 51
COM 890
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
bedrijven aan. Ik drong echter vooral ook aan op goed bestuur en
transparantie in die sector en in andere economische sectoren van
Congo. Er is echter op geen enkel moment sprake geweest van het
feit dat België het beheer van de haven- en spoorweginfrastructuur
van Congo zou overnemen. Het lijkt trouwens volkomen
onwaarschijnlijk dat de Congolese autoriteiten, die sterk staan op hun
nationale soevereiniteit, nog maar zouden willen overwegen om een
dergelijke sleutelsector uit handen te geven.
Wel betonen zoals gezegd enkele Belgische bedrijven belangstelling
voor die sector en het seminarie over de transportsector op 2 februari
in Kinshasa vormde dan ook de gelegenheid om deze Belgische
expertise in het daglicht te stellen. Voor zover bekend bestaan er
alleen plannen vanwege enkele Belgische en buitenlandse bedrijven
om via medebeheer het Congolese spoorwegnet gedurende vijf jaar
uit te baten en gedeeltelijk te privatiseren.
Deze groep van bedrijven staat naar verluidt in contact met de
Congolese minister van Transport, maar niets wijst erop dat de
definitieve beslissing in dit dossier binnenkort, dus nog voor de
Congolese verkiezingen, zal worden genomen.
Er bestaat in Congo heel wat weerstand tegen elke vorm van
privatisering van een bedrijf uit de openbare sector. Hoe dan ook gaat
het hier om het initiatief van een aantal bedrijven en niet om een
initiatief van de Belgische autoriteiten. Het is waar dat
Ontwikkelingssamenwerking onlangs het herstel van een
spoorwegbrug in de Congolese provincie Katanga gefinancierd heeft,
maar dat ging om een punctueel project dat geenszins mag worden
gezien als een eerste stap naar een grootscheeps Belgisch
engagement in de Congolese spoorwegen.
Tot nu toe is er dus niets meer gebeurd dan beperkte
projectfinanciering.
Aangezien geen overname wordt gepland van de Congolese
spoorwegen, althans niet door België, kan aldus niet worden
geantwoord op de vraag welke de financiële implicaties zijn van een
dergelijke overname.
Wat de havensector betreft, tonen de havens van Antwerpen en
Brussel belangstelling voor de Congolese havens van Matadi en
Kinshasa, echter alleen in termen van het ter beschikking stellen van
expertise en op langere termijn het medebeheer. Vooraleer er echter
over medebeheer kan worden gepraat, moeten in de Congolese
havensector de voorwaarden van goed economisch bestuur en
transparantie worden vervuld.
Inzake de spoorwegsector heeft onder meer het bedrijf TRANSURB
Technirail studiewerk verricht met het oog op het rehabiliteren van
een gedeelte van de Congolese spoorwegen. Het is duidelijk dat dit
bedrijf en misschien ook andere Belgische bedrijven in deze sector,
heel wat expertise te bieden hebben. Ook daar geldt echter de regel
dat geen Belgisch bedrijf een fundamenteel engagement zal nemen
als niet aan een aantal minimumvoorwaarden wordt voldaan, zoals de
juridische veiligheid van de bedrijven en hun functioneren in de
rechtsstaat, een investerings- en bedrijfsvriendelijk klimaat,
transparantie en medezeggenschap in het beheer.
mais j'ai surtout insisté sur la
transparence et la qualité de la
gestion. Il n'a jamais été question
d'une reprise. Les autorités
congolaises s'y opposeraient
d'ailleurs.
Il est seulement question des
projets de quelques entreprises
belges et étrangères de participer
pendant cinq ans à la gestion, à
l'extension et à la privatisation du
réseau ferroviaire. Aucune
décision n'a encore été prise. Du
reste, le Congo n'est guère
favorable à une privatisation.
Il s'agit d'une initiative du monde
des entreprises, non des autorités
belges. Le pont de chemin de fer
qui est reconstruit grâce à l'argent
de la coopération belge n'a rien à
voir avec cette initiative. Il s'agit
d'un projet distinct.
Dans le secteur portuaire, Anvers
et Bruxelles ont manifesté de
l'intérêt pour les ports de Malawi et
de Kinshasa. L'aide que ces deux
ports belges leur apporteront se
situera uniquement sur le plan du
savoir-faire technique et de la
cogestion. Deux conditions ont
toutefois été posées : tout doit se
dérouler dans la transparence et la
gestion économique des ports doit
être adéquate. La société
Transurb Technirail a consacré
une étude à la réparation d'une
partie du réseau ferré congolais.
La Belgique possède la
compétence technique requise
pour mener à bien ce chantier
pour lequel elle manifeste un vif
intérêt, mais aucune entreprise
belge ne s'engagera tant que le
Congo ne sera pas un État de droit
à part entière, doté d'un bon climat
d'entreprise et où la transparence
soit de mise.
CRIV 51
COM 890
14/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
06.03 Gerolf Annemans (Vlaams Belang): Ik dank de minister voor
zijn nogal precies antwoord, dat prima facie zelfs een zekere
terughoudendheid laat weerklinken, wat mij natuurlijk niet
onaangenaam in de oren klinkt. Ik ga het zeer aandachtig bestuderen
en zien of er vervolgens nog vragen overblijven.
06.03 Gerolf Annemans (Vlaams
Belang): La réponse du ministre,
qui trahit une certaine réticence,
me réjouit.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Vraag van mevrouw Inga Verhaert aan de minister van Buitenlandse Zaken over "de Rwandese
vluchtelingen in Burundi" (nr. 10546)
07 Question de Mme Inga Verhaert au ministre des Affaires étrangères sur "les réfugiés rwandais au
07.01 Inga Verhaert (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, nog net geen vol jaar maar dus wel reeds enkele maanden
geleden heb ik al een vraag gesteld over de Rwandese vluchtelingen.
Ongetwijfeld zullen een aantal onder hen zijn gevlucht om
economische redenen. Ook is een heel pak gevlucht uit vrees voor
gacacaprocedures. De betrokkenen vluchten bijvoorbeeld naar
Burundi en in het verleden ook naar Tanzania.
In juni 2005 was er een demarche, waarbij de Rwandese overheid de
vluchtelingen naar Rwanda terugbracht, al dan niet gewelddadig. Dat
laat ik even in het midden. Daarover zijn immers verschillende
berichten.
Ik heb u daarover toen een vraag gesteld, waarop u antwoordde dat u
de problemen van heel nabij volgde en koos voor een discrete en
serene aanpak van het probleem, om het geheel van het
vredesproces in de regio niet te hypothekeren. U zei ook dat onze
diplomaten ter plaatse bij de Rwandese overheid hadden
aangedrongen op een betere communicatie, onder andere over de
gacacaprocedure.
Ik moet mijn vraag bijstellen, vermits ze op 23 februari 2006 werd
ingediend. Op voornoemde datum stelde ik vast dat het aantal
Rwandezen dat opnieuw de vlucht neemt naar Burundi, sterk is
gestegen. Volgens het UNHCR zouden er momenteel tussen 16.000
en 20.000 Rwandese vluchtelingen in kampen in het noorden van
Burundi verblijven. Ongeveer 8.000 van hen zouden er ook asiel
aanvragen.
Mijnheer de minister, ten eerste, welke concrete stappen hebben wij
sinds de zomer van 2005 ondernomen om de problematiek met de
Rwandese overheid te bespreken en om een oplossing uit te werken?
Ten tweede, hoe zal België eventueel mee toezien op de naleving van
de internationale rechtsregels inzake de asielprocedures? Vorige keer
waren er immers heel ernstige problemen.
07.01 Inga Verhaert (sp.a-spirit):
Le nombre de réfugiés rwandais
au Burundi augmente à nouveau
sensiblement depuis quelque
temps. Selon le HCR, entre
16.000 et 20.000 réfugiés
séjourneraient dans des camps
installés dans le nord du Burundi,
et 8.000 d'entre eux demandent
l'asile.
La Belgique discute-t-elle de ce
problème avec le Rwanda afin de
parvenir à une solution? Comment
la Belgique peut-elle exercer un
contrôle sur le respect du droit
international en matière de
procédures d'asile?
07.02 Minister Karel De Gucht: Mijnheer de voorzitter, zoals het
geachte parlementslid signaleert, is het aantal Rwandese
vluchtelingen naar Burundi de voorbije weken in belangrijke mate
toegenomen. Midden februari 2006 waren ongeveer 10.000 personen
geregistreerd in de vier opvangkampen in Burundi, zijnde Musasa,
Songore, Rwisuri en Mugano. Dagelijks zouden 100 tot 150 personen
07.02 Karel De Gucht, ministre:
Le nombre de réfugiés rwandais
au Burundi a effectivement
augmenté ces derniers mois. En
février, quatre camps
hébergeaient 10.000 personnes.
14/03/2006
CRIV 51
COM 890
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
de grens oversteken.
Onze ambassades, zowel de ambassade in Kigali als de ambassade
in Bujumbura volgen de ontwikkelingen met grote aandacht. Zij staan
permanent in contact met de lokale autoriteiten, met name de
Commission Nationale d'Unité et de Reconciliation in Rwanda en ook
met de Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen van de Verenigde
Naties.
De motieven waarom de betrokkenen Rwanda ontvluchten zijn niet
altijd duidelijk. De droogte en de voedselschaarste in het zuiden van
het land spelen hier zeker een belangrijke rol. Daarbij moet worden
opgemerkt dat meer dan 80% van de kandidaat-vluchtelingen
vrouwen en kinderen zijn. Slechts een minderheid voelt zich bedreigd
door het gacacaproces dat zich momenteel in Rwanda voltrekt.
Tot op heden werd ongeveer 95% van de gevallen verworpen door
het Hoog Commissariaat voor de Vluchtelingen, omdat de
betrokkenen niet beantwoordden aan de definitie van vluchteling,
zoals vastgelegd in de internationale conventies.
Een ander opvallend gegeven is dat de overgrote meerderheid van de
vluchtelingen afkomstig is van de regio Butare in het zuiden van
Rwanda.
Er is geen enkele andere gelijkaardige vluchtelingenstroom, komende
van andere regio's van het land naar de buurlanden.
Het Hoog Commissariaat voor de Vluchtelingen sluit de mogelijkheid
van een politieke manipulatie van het Rwandese FDLR en het
Burundese FNL ook niet uit. Dat zou tevens het vertrek verklaren van
20% van de mannen die in de kampen verblijven.
Volgens het Hoog Commissariaat voor de Vluchtelingen gaat het in
essentie om een collectief angstgevoel, zonder twijfel voor een
gedeelte kunstmatig aangezwengeld, eerder dan dat het gaat om
daadwerkelijk individuele bedreigingen.
Ook doet zich het probleem voor van de aanwending, soms het
misbruik, van de gacacaprocessen voor persoonlijke doeleinden.
De Rwandese autoriteiten geven tevens toe dat er zich een probleem
voordoet op het vlak van het leiderschap in de regio Butare. In die
regio zou het belang van verzoeningspolitiek moeten worden
beklemtoond. Het Hoog Commissariaat voor de Vluchtelingen is van
plan om, samen met La Commission Nationale d'Unité de
Réconciliation in Rwanda, een actie te ondernemen die daaraan
tegemoet moet komen.
Et, chaque jour, entre 100 et 150
personnes environ franchissent la
frontière entre les deux pays. Nos
ambassades à Kigali et à
Bujumbura ont des contacts
réguliers avec la Commission
nationale d'unité et de
réconciliation rwandaise et le
HCR.
Les motifs des réfugiés ne sont
pas très clairs, mais la sécheresse
et le manque de nourriture jouent
certainement un rôle. Environ 80%
des réfugiés sont des femmes et
des enfants. Seule une minorité se
sent menacée par les procès
Gacaca. Le HCR a déjà estimé
dans 95% des cas que le statut
de réfugié au sens strict ne
s'appliquait pas.
La plupart des réfugiés viennent
de la province méridionale de
Butare. Le HCR n'exclut pas la
possibilité de manipulations
politiques exercées par le FDLR
rwandais et le FNL burundais, ce
qui pourrait également expliquer le
fait que 20% des hommes ont
quitté les camps.
Le Haut Commissariat aux
Réfugiés estime lui aussi que
l'afflux de réfugiés a
vraisemblablement son origine,
d'une part, dans un sentiment de
peur collectif et exacerbé et,
d'autre part, dans les abus
auxquels donnent quelquefois lieu
les procès Gacaca. Le Rwanda
reconnaît lui-même qu'un
problème de leadership se pose à
Butare. Le HCR y remédiera, avec
la Commission nationale d'unité
de réconciliation.
07.03 Inga Verhaert (sp.a-spirit): Mijnheer de minister, vinden er ook
gesprekken plaats met Burundi om erop toe te zien dat de
asielprocedure volledig wordt doorlopen?
Vorig jaar in juni werd dat halsoverkop onderbroken. Die mensen zijn
op vrachtwagens gezet en moesten terug richting Rwanda. Het Hoog
Commissariaat voor de Vluchtelingen had heel graag gehad ik heb
de gelegenheid gehad om met een aantal van die mensen te spreken
in Kigali dat daar toch wel voldoende internationaal toezicht op
07.03 Inga Verhaert (sp.a-spirit):
Beaucoup de réfugiés sont
refoulés au-delà de la frontière
avant d'avoir pu parcourir toute la
procédure d'asile. Le Burundi doit
s'en expliquer.
En outre, il est impératif de faire
disparaître le sentiment de peur
CRIV 51
COM 890
14/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
kwam om ervoor te zorgen dat de mensen die effectief asiel
aanvragen in Burundi, op zijn minst ook de procedure kunnen
doorlopen.
Een andere zaak is het werken rond het wegnemen van dat
collectieve angstgevoel, zoals u dat beschrijft. Ik denk dat dit zeker
nodig is. Ik kan mij echter niet ontdoen van de indruk dat de
gacacaprocedure een sterke bijdrage levert tot dat collectieve
angstgevoel. Men hoeft zich nog niet individueel aangesproken te
voelen om daaronder te lijden. De lijst met beschuldigden is in de loop
der jaren namelijk opgelopen tot om en bij het miljoen. Dat is ook
symbolisch: er vielen ongeveer een miljoen slachtoffers in de
genocide en nu zijn er ongeveer een miljoen beschuldigden op die
gacacalijsten. Dat heeft heel wat consequenties. Mensen worden hun
burgerrechten ontnomen. Een heel grote groep mensen wordt
daardoor gestigmatiseerd. Ik denk dat dat inderdaad een verklaring
kan zijn voor dat collectief angstgevoel.
Ik denk dat we daarrond absoluut moeten werken met de overheid en
met de NGO's.
Mijnheer de minister, mijn concrete vraag luidt: is er ook gesproken
met de mensen in Burundi om erop toe te zien dat de asielprocedures
daar worden doorlopen zoals het hoort?
collective qui règne actuellement.
Les procès Gacaca, qui ont déjà
abouti à 1 million d'actes
d'accusation, n'y sont pas
étrangers.
07.04 Minister Karel De Gucht: Mijnheer de voorzitter, ik wil daar
graag kort op ingaan. Mevrouw Verhaert, er zijn twee aspecten.
Ten eerste, de gacaca. Naar aanleiding van de problemen die zich
voordeden met pater Theunis heb ik een globale evaluatie gevraagd
van het gacacadossier. Ik hoop die evaluatie eerstdaags te krijgen.
Ten tweede, aangaande uw zeer concrete vraag zal ik de ambassade
in Bujumbura erop attent maken dat er inderdaad op moet worden
toegezien dat de asielprocedure volledig doorlopen wordt, dat de
mensen de gelegenheid krijgen om heel die asielprocedure te
doorlopen.
Wat ook duidelijk is, is dat op dit ogenblik de verhouding tussen
Rwanda en Burundi eigenlijk vrij goed is. Ik meen dat men dat
element ook in de evaluatie moet meenemen.
07.04 Karel De Gucht, ministre:
Dans le cadre de l'affaire Theunis,
j'ai demandé une évaluation
complète du dossier Gacaca. Je
devrais le recevoir prochainement.
J'attirerai l'attention de
l'ambassade du Burundi sur la
nécessité absolue de permettre
aux réfugiés de parcourir toute la
procédure d'asile.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Interpellatie nr. 809 van mevrouw Muylle werd uitgesteld.
08 Vraag van mevrouw Inga Verhaert aan de minister van Buitenlandse Zaken over "de politieke
toestand op de Filippijnen" (nr. 10648)
08 Question de Mme Inga Verhaert au ministre des Affaires étrangères sur "la situation politique aux
08.01 Inga Verhaert (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, collega's, deze vraag gaat over de politieke toestand in de
Filippijnen.
Op 3 maart werd daar door president Arroyo de noodtoestand
opgeheven. Desondanks merk je uit verklaringen, bijvoorbeeld in de
08.01 Inga Verhaert (sp.a-spirit):
Bien que la présidente des
Philippines, Mme Arroyo, ait levé
l'état d'urgence le 3 mars, les
mesures concernant la
surveillance de parlementaires et
14/03/2006
CRIV 51
COM 890
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
media, dat de genomen maatregelen met betrekking tot het onder
toezicht plaatsen van parlementsleden en journalisten er toch van
kracht blijven. Ik heb weet van een vijftal parlementsleden die
momenteel als ik het zo mag zeggen opgehokt zitten in het
Filippijnse parlement. Ze durven er niet buiten te komen, uit angst
voor arbitraire arrestaties. Ik heb ook weet van een tweetal andere
parlementsleden die al eerder gearresteerd werden en ook een
tweetal kranten die hun activiteiten hebben moeten stilleggen.
Ook al is de noodtoestand sinds 3 maart opgeheven, de maatregelen
die zijn voortgevloeid uit het uitroepen van de noodtoestand blijven
wel van kracht. Ik had ook de gelegenheid met een van die
parlementsleden die momenteel vastzitten in het Filippijnse parlement
te spreken. Dat was de heer Satur Ocampo, een gerenommeerd
parlementslid van de oppositie dat zich al jaren inspant voor meer
mensenrechten op de Filippijnen. Mijnheer de minister, mijn vraag is
de volgende.
Heeft België gereageerd toen in de Filippijnen de noodtoestand werd
uitgeroepen?
Gaan we alsnog reageren op de maatregelen die toen genomen zijn
en die blijkbaar nog altijd van kracht zijn?
de journalistes restent
d'application. La Belgique a-t-elle
réagi à l'instauration de l'état
d'urgence aux Philippines? Allons-
nous réagir face aux mesures qui
restent d'application?
08.02 Minister Karel De Gucht: Wij hebben inderdaad de
ontwikkelingen op de Filippijnen van de voorbije twee weken, onder
meer het uitroepen van de noodtoestand, op de voet gevolgd.
Op maandag 6 maart 2006 is de zaakgelastigde van de Filippijnen te
Brussel op haar verzoek bij mijn diensten mondelinge uitleg komen
verschaffen over de redenen die hebben geleid tot het uitroepen van
de noodtoestand. Ze wees op de noodzaak de stabiliteit van het land
te bewaren, tegenover de pogingen van politieke avonturiers om naar
de macht te grijpen. Volgens de zaakgelastigde is het uitroepen van
de noodtoestand gebeurd met inachtneming van alle grondwettelijke
bepalingen.
Op dit pro domo-pleidooi van de zaakgelastigde hebben mijn diensten
met scepticisme gereageerd en gewezen op het aanslepende conflict
dat al decennialang bestaat tussen de NPA en de Filippijnse overheid
en dat zijn wortels vindt in de sociale wantoestanden in haar land.
Ook de posthoofden van de lidstaten van de Europese Unie te Manilla
kregen vanwege de executive secretary Eduardo Ermita, rechterhand
van president Arroyo en de facto eerste minister, op dinsdag 7 maart
dezelfde uitleg. De Europese Unie, bij monde van het voorzitterschap,
heeft op de uitleg van de executive secretary gereageerd met een
verwijzing naar de diverse arrestaties die zijn gebeurd en naar
beperkingen die zijn ingesteld op de persvrijheid.
Het voorzitterschap herinnerde eraan dat een mogelijk partnership
corporation agreement van de EU met de Filippijnen in elk geval
bepalingen zal bevatten met het oog op de eerbiediging van de
mensenrechten. De toestand in de Filippijnen is op de agenda van de
werkgroep van het gemeenschappelijk buitenlands- en
veiligheidsbeleid van woensdag 15 maart, morgen dus, geplaatst.
België zal er bij de lidstaten op aandringen dat de Europese Unie
krachtig reageert op de aan de gang zijnde schending van de
08.02 Karel De Gucht, ministre:
Les Affaires étrangères ont suivi
de près le développement de la
situation aux Philippines. La
chargée d'affaires philippine a été
convoquée par mes services pour
fournir des explications sur les
raisons de l'instauration de l'état
d'urgence. Elle a déclaré que ces
mesures étaient nécessaires pour
faire face aux aventuriers désireux
de prendre le pouvoir. L'état
d'urgence aurait été décrété dans
le plus grand respect des
dispositions prévues par la
constitution. Ce plaidoyer
défendant pleinement le
gouvernement a été accueilli avec
scepticisme par mes services. Ils
ont souligné que le conflit entre le
MPA et le gouvernement durait
depuis des années et qu'il trouvait
son origine dans les situations
sociales intolérables qui prévalent
aux Philippines.
La présidence européenne a
également réagi violemment
contre les arrestations et la
limitation de la liberté de la presse.
L'Europe a clairement fait
comprendre aux autorités des
Philippines que l'Accord de
partenariat et de coopération entre
CRIV 51
COM 890
14/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
mensenrechten in de Filippijnen.
l'UE et les Philippines allait
comprendre des dispositions en
matière de protection des droits de
l'homme.
La situation aux Philippines figure
également à l'ordre du jour du
groupe de travail Politique
étrangère et de sécurité commune
de demain. La Belgique va insister
auprès des États membres pour
qu'ils lancent un signal fort en la
matière.
08.03 Inga Verhaert (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, het verheugt
me dat te vernemen. Het zal ongetwijfeld de parlementsleden in de
Filippijnen een hart onder de riem zijn. Ik kijk uit naar de afloop.
08.03 Inga Verhaert (sp.a-spirit):
Cela mettra un peu de baume au
coeur des parlementaires
philippins.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09 Vraag van de heer Miguel Chevalier aan de minister van Buitenlandse Zaken over "de verspreiding
van het griepvirus Chikungunya in de regio van de Indische Oceaan" (nr. 10715)
09 Question de M. Miguel Chevalier au ministre des Affaires étrangères sur "la propagation du virus
de la grippe Chikungunya dans la région de l'océan Indien" (n° 10715)
09.01 Miguel Chevalier (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, door de berichtgeving over vogelgriep en de verspreiding
daarvan door kippen en ander wild pluimvee, zouden wij bijna
vergeten dat er ook nog ander ongedierte verantwoordelijk is voor de
verspreiding van een aantal virussen, die misschien wel, gelet op de
grootteorde, dodelijker zijn dan het H5N1-virus.
Er zou een vrij omvangrijke besmetting zijn op de eilanden Mauritius,
Réunion en de Seychellen met een virus dat verspreid wordt door
tropische muskieten. De strategie van de aanpak zal, wat uw
bevoegdheden betreft, wel enigszins analoog zijn met de aanpak van
het vogelgriepvirus. Dokter Lee Jong-wook, directeur-generaal van de
WHO, heeft nog niet zo lang geleden een zeer sterke waarschuwing
verspreid met betrekking tot het gevaar voor een virus dat de
onuitsprekelijke naam Chikungunya-virus draagt. Hij zegt dat het
risico op een pandemie bijzonder groot is.
Mijn vraag aan u is een beetje analoog met de vorige vraag: vervult
Buitenlandse Zaken in dezen zijn informatietaak? Dat is een
belangrijke vraag, want men heeft hier effectief te maken met een
vorm van besmetting van dier op mens, met gevolgen voor de mens.
Er bestaat natuurlijk ook een kans dat dit soort gevallen en virale
aandoeningen in ons land binnenkomt.
09.01 Miguel Chevalier (VLD):
Le virus Chikungunya s'est
manifesté sur l'île Maurice, sur l'île
de Mayotte, sur l'île de la Réunion
et aux Seychelles. Il est propagé
par les moustiques tropicaux.
Selon le directeur général de
l'OMS, le danger d'une pandémie
est réel. Le département des
Affaires étrangères remplit-il sa
mission d'information à cet égard?
09.02 Minister Karel De Gucht: Collega Chevalier, wat betreft punten
een en drie van uw vraag, moet ik u verwijzen naar mijn collega van
Volksgezondheid, want ik acht mij niet bevoegd om mij uit te spreken
over medische kwesties.
Wat betreft de informatie daarbij ben ik natuurlijk wel betrokken
die de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Buitenlandse
09.02 Karel De Gucht, ministre:
En ce qui concerne les questions
médicales, je renvoie au ministre
de la Santé publique. Les conseils
de voyage donnés sur le site
internet du département des
Affaires étrangères sont
14/03/2006
CRIV 51
COM 890
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
Handel en Ontwikkelingssamenwerking ter beschikking stelt van het
publiek, de reisadviezen voor de getroffen landen, die gepubliceerd
worden op de website van het departement, werden van in het begin
aangevuld met specifieke informatie over de stand van zaken en de
evolutie in ieder land, alsook met algemene richtlijnen en
voorzorgsmaatregelen. Zo wijzen wij onder meer op het verhoogd
risico dat zwangere vrouwen, pasgeboren kinderen of personen met
een verzwakt immuunsysteem kunnen lopen en bevelen wij reizigers
aan zich afdoende te beschermen tegen muggenbeten. Ook wordt
hen de raad meegegeven voor hun vertrek contact op te nemen met
het Tropisch Instituut in Antwerpen of met het medisch centrum van
Buitenlandse Zaken in Brussel, voor meer en verder medisch advies.
Mijn diensten staan voorts permanent in contact met de bevoegde
Belgische ambassades van de getroffen eilanden, alsook met hun
collega's uit andere EU-lidstaten, zodat ook op Europees niveau
eenzelfde advies wordt gegeven. Daarnaast kunnen eventueel
verontruste burgers eveneens telefonisch contact opnemen met de
dienst reisadvies, waar men hen de nodige informatie meegeeft.
Tot slot is er ook regelmatig overleg met de reissector om hen de
nodige en correcte informatie mee te geven. Dat is alles wat het
Chikungunya-virus betreft.
immédiatement complétés par des
informations spécifiques, y
compris des directives et des
mesures de précaution. Il est fait
état d'un risque accru, en
particulier pour les femmes
enceintes et les nouveaux-nés. Il
est conseillé aux voyageurs qui se
rendent dans les îles concernées
de se protéger efficacement
contre les piqûres de moustiques.
Ils sont également invités à
prendre contact avant leur départ
avec l'Institut de médecine
tropicale à Anvers ou avec le
centre médical du département
des Affaires étrangères. Nous
avons également pris contact avec
les autorités des régions
concernées et essayons de réagir
en concertation avec les autres
États membres de l'Union
européenne. Les voyageurs
peuvent contacter le service Avis
de voyage du SPF. Enfin, une
concertation est menée avec le
secteur des voyages.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
10 Vraag van de heer Miguel Chevalier aan de minister van Buitenlandse Zaken over "de
doorverwijzing van Iran naar de VN-Veiligheidsraad" (nr. 10758)
10 Question de M. Miguel Chevalier au ministre des Affaires étrangères sur "le renvoi de l'Iran devant
10.01 Miguel Chevalier (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, er zijn blijkbaar nog andere wezens die gevaarlijk zijn, dus
niet alleen virussen. Ik heb het over de doorverwijzing van Iran naar
de VN-Veiligheidsraad. Het Iran-rapport van het Internationaal
Agentschap voor Atoomenergie wordt doorverwezen naar de VN-
Veiligheidsraad. Op die manier zouden volgens sommigen de wegen
openliggen om tegen Iran sancties in te stellen.
Bij een vorige bespreking van de problematiek in die regio hebben wij
gezegd dat het allemaal weinig indruk maakt op de autoriteiten in Iran,
zowel op de politieke leiders als op de geestelijke leiders. Er zijn
inderdaad al scherpe reacties gekomen vanuit die kant. Men stelt heel
duidelijk dat men niet zal buigen voor de buitenlandse vernedering.
Dat soort retoriek wordt immers gehanteerd.
Mijnheer de minister, is er eensgezindheid bij uw Europese collega's
over de te volgen weg?
Zoals ook al gevraagd de vorige keer, wat is de prognose van de
evolutie in die regio?
Kunt u desgevallend een inschatting maken van de gevolgen van
10.01 Miguel Chevalier (VLD):
L'Agence internationale de
l'Énergie atomique (l'AIEA) a
renvoyé le dossier de l'Iran devant
le Conseil de sécurité, ouvrant
ainsi la voie à des sanctions. Les
autorités politiques et religieuses
iraniennes ne semblent toutefois
guère impressionnées par cette
procédure.
Les ministres européens des
Affaires étrangères défendent-ils
une position commune concernant
la voie à suivre dans ce dossier?
Le ministre peut-il nous donner
son point de vue quant aux
conséquences de sanctions
éventuelles pour la stabilité dans
la région? Dans quelle mesure
l'Iran dépend-il de l'Occident pour
le développement de son
CRIV 51
COM 890
14/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21
mogelijke sancties, zowel voor het land zelf als voor de stabiliteit in de
regio?
Men kan ook de vraag stellen wat onze sancties waard zijn als
daartegenover andere donoren staan. In welke mate is Iran
afhankelijk van het buitenland om zijn kernprogramma voort te
ontwikkelen? Welke rol speelt de hervatting van de onderhandelingen
met Rusland hierin?
Ten slotte, met betrekking tot de komende Europese Raad, zal de
Europese Unie desgevallend de dialoog aangaan met Iran en met de
moslimgemeenschap in Europa om mogelijke spanning binnen de EU
te vermijden?
programme nucléaire? L'attitude
de la Russie n'est-elle pas
déterminante à cet égard?
Comment l'UE pourra-t-elle éviter
des tensions entre les États
membres?
10.02 Minister Karel De Gucht: Mijnheer de voorzitter, collega, u
weet dat dit een zeer complex dossier is, dat van dag tot dag
evolueert, maar dat wij ook van dag tot dag volgen. België is immers
een van de leden van de raad van bestuur van het Internationaal
Atoomagentschap. Wij worden daar vertegenwoordigd door een
gouverneur, zoals men dat noemt, ambassadeur Bauwens. Enige tijd
geleden heeft hij trouwens heel wat uitleg verstrekt aan uw
commissie. Hij staat daarvoor zeker op elk ogenblik ter beschikking.
Ik heb zelf al op 17 januari publiek gesteld dat de tijd rijp is voor de
VN-Veiligheidsraad om zich met het Iraanse nucleaire dossier in te
laten en al zijn diplomatieke mogelijkheden aan te wenden.
Deze wending werd onvermijdelijk nadat de raad van gouverneurs
van het Internationaal Atoomagentschap had vastgesteld dat Iran zijn
garantieakkoord onder het non-proliferatieverdrag niet correct had
nageleefd en dat dit aanleiding gaf tot vragen die onder de
bevoegdheid vallen van de Veiligheidsraad.
Binnen de EU bestaat er een volledige consensus over de noodzaak
om naast de blijvende opvolging door het Internationaal
Atoomagentschap ook de piste van de Veiligheidsraad te bewandelen
tijdens onze zoektocht naar een vreedzame oplossing van het door
Iran gecreëerde probleem. De EU wenst dat de Veiligheidsraad de
autoriteit van het IAEA zou ondersteunen zodat Iran in de toekomst
positiever zou reageren op de resoluties van de raad van
gouverneurs, met name wat betreft een betere samenwerking met de
IAEA-inspecteurs en de opschorting van alle verrijkingsactiviteiten.
Op dit ogenblik wordt gewerkt aan een consensuele aanpak inzake
Iran op het niveau van de Veiligheidsraad. Alles wijst in de richting van
een graduele aanpak, waarbij de politieke druk op Iran om zich
constructiever op te stellen, stapsgewijze verhoogd wordt. Het is niet
opportuun om nu reeds in te gaan op vragen aangaande de mogelijke
inhoud of gevolgen van sancties, want die staan op dit ogenblik niet
ter discussie.
Het Iraanse nucleaire programma werd clandestien opgebouwd sinds
ongeveer twintig jaar. Aan de basis bevonden zich wellicht elementen
van nucleaire samenwerking tussen Iran en een aantal gekende
leveranciers. Zodra het programma clandestien werd, heeft Iran een
aantal aspecten autonoom moeten ontwikkelen en werd tevens
beroep gedaan op illegale netwerken. Deze aspecten worden
vandaag nog in detail onderzocht door het IAEA op basis van
10.02 Karel De Gucht, ministre:
Nous sommes en présence d'un
dossier complexe, qui évolue de
jour en jour et est suivi de très
près par la Belgique en sa qualité
de membre du conseil
d'administration de l'AIEA. J'ai
moi-même déclaré le 17 janvier
2006 que le dossier devait être
porté devant le Conseil de sécurité
de l'ONU. Une telle procédure est
devenue inéluctable lorsque l'AIEA
a constaté que l'Iran ne respectait
pas l'accord de garantie dans le
cadre du traité de non-
prolifération.
Au sein de l'Union européenne, il
existe un consensus visant à
associer également le Conseil de
sécurité à la recherche d'une
solution pacifique, aux côtés de
l'AIEA. L'Union européenne
souhaite que le Conseil de
sécurité soutienne l'AIEA pour que
l'Iran réagisse plus favorablement
aux résolutions de cette dernière,
collabore donc mieux avec les
inspecteurs et suspende toute
activité d'enrichissement. Le fait
de hisser le dossier au niveau du
Conseil de sécurité aura pour effet
d'accroître progressivement la
pression diplomatique sur l'Iran.
Les questions relatives aux
sanctions sont prématurées. Nous
n'en sommes pas encore là.
Le programme nucléaire iranien
est développé dans l'illégalité
depuis vingt ans. À cet effet, l'Iran
a dû s'approvisionner
clandestinement. L'AIEA examine
actuellement comment cette
14/03/2006
CRIV 51
COM 890
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22
inmiddels vrijgegeven informatie. In algemene termen kan men stellen
dat Iran zeer ver gevorderd is in een volledig autonome nucleaire
brandstofcyclus. Het is precies deze situatie die veiligheidsvragen
oproept aangezien Iran niet beschikt over gekende nucleaire
installaties waar het verrijkt uranium zou kunnen worden aangewend.
De enige bekende civiele installatie is de kerncentrale te Bushehr,
waarvoor Rusland contractueel is aangeduid als leverancier van de
nucleaire brandstof, onder de volledige garanties van het IAEA.
Het is steeds opportuun om duidelijk te communiceren over de
oorzaken van conflictueuze situaties. In dit geval dient vastgesteld te
worden dat alle landen van de EU zich scharen achter de beslissing
om de Veiligheidsraad te informeren over het Iraanse nucleaire
dossier.
Ik wil tevens opmerken dat de resolutie van de raad van gouverneurs,
waarin werd beslist om de Veiligheidsraad te vatten, werd
ondersteund door een grote meerderheid van raadsleden, waaronder
ook Rusland, China, India en enkele Arabische landen, zoals Egypte.
Het vatten van de Veiligheidsraad is op zich geen sanctie, maar de
voortzetting van de diplomatie op een hoger politiek niveau. Daardoor
hopen wij Iran te kunnen overtuigen om de noodzakelijke
vertrouwenwekkende maatregelen te nemen, waarna wij de dialoog
met Iran terug zullen opstarten om tot een onderhandelde oplossing
te komen. Deze aanpak kan moeilijk geïnterpreteerd worden als
confrontatie of aanleiding tot spanningen, zoals op dit ogenblik door
Iran gebeurt.
situation a été rendue possible.
L'Iran a beaucoup progressé dans
le cadre de la réalisation d'un
cycle de combustible totalement
autonome, ce qui soulève des
questions en termes de sécurité
puisque ce pays ne dispose pas
d'installations reconnues.
L'Union se retranche derrière le
dossier. La résolution de l'AIEA a
été approuvée par la majorité des
gouverneurs, en ce compris la
Chine, la Russie, l'Inde et un
certain nombre de pays arabes,
dont l'Égypte. Le recours au
Conseil de sécurité permet à la
diplomatie d'accéder à un niveau
supérieur dans l'espoir de
convaincre l'Iran de rechercher
une solution négociée. Cette
approche ne constitue pas une
confrontation, quoi qu'en dise
l'Iran.
10.03 Miguel Chevalier (VLD): Het valt me op in het antwoord van
de minister en ik probeer het te begrijpen, dat hij het heeft over
positief reageren, graduele aanpak, constructiever opstellen,
vertrouwenswekkende maatregelen. Ik heb het gevoel dat we in een
zeer bescheiden opstelling zitten als VN-Veiligheidsraad en Europese
Unie en dat ze eigenlijk maar voortdoen. Ze blijven dezelfde retoriek
hanteren. Op het moment dat we ons dan iets dwingender opstellen,
willen ze die vernedering niet langer ondergaan en komt er een soort
krachtpatserij aan woord- en taalgebruik waardoor we ons moeten
terugtrekken en de relatie opnieuw moeten opbouwen. Eigenlijk zijn er
een aantal analoge zaken, te vergelijken ook met wat er een paar jaar
geleden in Irak gebeurd is. Wij blijven toezien, we stellen ons altijd zo
bescheiden op dat we eigenlijk niks kunnen doen. Dat is ook een
beetje het geval nu met Iran.
10.03 Miguel Chevalier (VLD):
J'ai le sentiment que le Conseil de
sécurité et l'UE adoptent un profil
exagérément modeste, de sorte
que l'Iran n'infléchit pas son
attitude. Mais s'ils se montrent
plus pressants, Téhéran se sent
offensé et recule. La comparaison
avec l'Irak de Saddam Hussein
s'impose d'elle-même.
De voorzitter: Mijnheer de minister, wenst u daarop nog te reageren?
10.04 Minister Karel De Gucht: Zou ik dat wel doen?
Ik denk dat wat men op dit ogenblik doet - namelijk het in de
Veiligheidsraad brengen - toch wel meer dan Iran wil toegeven, de
diplomatieke druk op Iran verhoogt. Het is mij ook opgevallen dat in
de week voor er daarover een beslissing zou vallen in Wenen, de
Iraanse minister van Buitenlandse Zaken in een ijltempo de wereld is
rondgereisd en onder andere is neergestreken in België. Ik heb hem
een warme ontvangst gegeven. Men kan dus wel degelijk spreken
van het opvoeren van de diplomatieke druk. Maar als die druk
effectief wil zijn, moet men iedereen aan boord houden.
Ik heb er daarnet op gewezen dat die resolutie om te verwijzen naar
10.04 Karel De Gucht, ministre:
Lorsque les pressions
diplomatiques exercées sur l'Iran
se sont accrues, le ministre iranien
des Affaires étrangères a effectué
une tournée mondiale à un rythme
très soutenu. À Bruxelles, il a été
accueilli chaleureusement.
Si nous voulons obtenir des
résultats, il faut continuer à
exercer sur l'Iran des pressions
très fortes. C'est la raison pour
CRIV 51
COM 890
14/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
23
de Veiligheidsraad, ook gesteund is door Rusland en China. Dat was
enkele weken geleden nog niet mogelijk. Het lijkt me een zeer goede
strategie om ervoor te zorgen dat alle betrokken landen inderdaad in
dit dossier aan hetzelfde zeel trekken. Als men wil dat er in het
peloton een hergroepering is, moet men links en rechts een beetje
afstoppen.
laquelle tous les pays doivent
adopter la même attitude à l'égard
de Téhéran. Il est impératif que la
Russie et la Chine adoptent la
résolution de l'AIEA tendant à
porter ce dossier devant le Conseil
de sécurité de l'ONU.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
11 Question de Mme Valérie Déom au ministre des Affaires étrangères sur "des femmes libyennes
11 Vraag van mevrouw Valérie Déom aan de minister van Buitenlandse Zaken over "Libische vrouwen
die wegens wangedrag worden vastgehouden" (nr. 10783)
11.01 Valérie Déom (PS): Monsieur le ministre, dans un bref article
du quotidien "Le Soir" du 28 février 2006, étaient rapportés les propos
de responsables de l'organisation "Human Rights Watch" selon
lesquels des femmes et des jeunes filles seraient détenues
arbitrairement et pour une durée indéterminée en Libye. Il s'agirait de
supposés "centres de réhabilitation sociale à destination de femmes
qui se sont mal conduites moralement". Cette organisation affirme
que ces femmes sont retenues alors qu'elles n'ont commis aucun
délit. Cela constitue donc une violation explicite de leurs droits à la
liberté de mouvement, à un procès équitable et au respect de la vie
privée.
Disposez-vous d'informations complémentaires concernant
l'existence de ces présumés "centres de réhabilitation sociale à
destination des femmes qui se sont mal conduites moralement"?
Je vous remercie.
11.01 Valérie Déom (PS): In "Le
Soir" van 28 februari wordt gewag
gemaakt van een verslag van
Human Rights Watch, waaruit
blijkt dat in Libië vrouwen worden
vastgehouden in "centra voor
rehabilitatie" voor vrouwen die zich
schuldig maakten aan moreel
laakbaar gedrag, hoewel ze geen
enkel misdrijf hebben begaan.
Beschikt de minister over
informatie met betrekking tot die
centra?
11.02 Karel De Gucht, ministre: Monsieur le président, chère
collègue, l'article du journal "Le Soir" du 28 février dernier se réfère à
la récente publication d'un rapport de "Human Rigths Watch" sur sa
visite, l'année dernière, du "centre libyen de réhabilitation sociale" où
sont placées, généralement contre leur gré, des jeunes femmes et
filles considérées comme vulnérables et compromises - souvent en
rapport avec des faits de moeurs: relations pré- ou extra-maritales,
incestueuses, ou viol - aux yeux de la société libyenne.
Bien que, comme le note le rapport, le statut de la femme soit, sur le
plan légal, plus favorable en Libye que dans les autres pays d'Afrique
du Nord ou du Moyen-Orient, il reste soumis dans les faits à des
pesanteurs traditionnelles et religieuses, telles que le rôle dominant
de l'homme, l'importance de l'honneur, de la virginité ou de la fidélité
conjugale.
Les constatations du rapport sont assez accablantes quant aux
conditions de placement, de recours, de séjour et de sortie de ces
centres. Des recommandations sont adressées au gouvernement
libyen, aux institutions concernées des Nations unies et aux
partenaires extérieurs de la Libye.
Je note avec une satisfaction mesurée que le gouvernement libyen,
après avoir pris connaissance de ce rapport, a décidé la création
11.02 Minister Karel De Gucht:
Hoewel de positie van de vrouw op
wettelijk vlak in Libië gunstiger is
dan in sommige andere landen,
blijft de druk van traditionele en
religieuze krachten nog steeds
groot. De vaststellingen in het
verslag zijn verpletterend.
Toch stel ik met matige
tevredenheid vast dat de Libische
regering beslist heeft een
onderzoekscommissie naar die
centra op te richten en dat een
vrouw tot minister werd benoemd
van het departement dat voor die
centra bevoegd is. Onze
ambassade te Tripoli zal haar
invloed aanwenden om ervoor te
zorgen dat aan de aanbevelingen
van het verslag gevolg wordt
gegeven.
14/03/2006
CRIV 51
COM 890
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24
d'une commission nationale d'examen de ces centres. En outre, à
l'occasion d'un remaniement ministériel libyen, le 5 mars dernier, une
femme a été nommée ministre des Affaires sociales, département de
tutelle de ces centres. On peut donc espérer que le message a été
entendu et que les améliorations nécessaires seront apportées à ces
centres. Mes services, et particulièrement notre ambassade à Tripoli,
useront de leur influence pour que les justes recommandations du
rapport soient suivies d'effets.
11.03 Valérie Déom (PS): Monsieur le ministre, je vous remercie de
votre réponse. Je me réjouis d'entendre que notre ambassadeur
suivra de près la concrétisation des recommandations relatives à
cette question.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
11.04 Minister Karel De Gucht: Mijnheer de voorzitter, sta me toe
nog het volgende toe te voegen. Ik had beloofd dat ik zou laten
nakijken of de vogelgriep formeel geagendeerd werd op de Europese
Raad van volgende week. Dat punt is niet formeel geagendeerd.
12 Samengevoegde vragen van
- de heer Guido Tastenhoye aan de minister van Buitenlandse Zaken over "het geplande bezoek van
de Dalai Lama aan België" (nr. 10787)
- de heer Walter Muls aan de minister van Buitenlandse Zaken over "het bezoek van de Dalai Lama aan
ons land" (nr. 10809)
12 Questions jointes de
- M. Guido Tastenhoye au ministre des Affaires étrangères sur "la visite programmée du Dalaï-Lama
en Belgique" (n° 10787)
- M. Walter Muls au ministre des Affaires étrangères sur "la visite du Dalaï-Lama dans notre pays"
(n° 10809)
12.01 Guido Tastenhoye (Vlaams Belang): Mijnheer de minister,
van 29 mei tot 6 juni 2006 zou de Dalai Lama een bezoek brengen
aan België. We herinneren ons nog dat de Dalai Lama oorspronkelijk
reeds vorig jaar in juni naar ons land zou komen. Het bezoek werd
onder diplomatieke druk van Buitenlandse Zaken uitgesteld, omdat
Koning Albert tijdens dezelfde periode een officieel bezoek bracht aan
China. Vandaar mijn vragen.
Ten eerste, op welk niveau en door welke instanties werden de
contacten gelegd met de Dalai Lama met het oog op zijn bezoek aan
België van 29 mei tot 6 juni?
Ten tweede, zal de Dalai Lama in België worden ontvangen als het
hoofd van een regering, weliswaar een regering in ballingschap? Zo
neen, waarom niet?
Ten derde, wordt de Dalai Lama, die Nobelprijswinnaar voor de vrede
is, ontvangen door de Koning en de eerste minister? Zo neen,
waarom niet?
Ten vierde, met welke diverse instanties en personen zal de Dalai
Lama in België contacten hebben?
Ten vijfde, kunt u reeds het programma van het bezoek
bekendmaken?
12.01 Guido Tastenhoye
(Vlaams Belang): Le Dalaï-Lama
sera en visite en Belgique à la fin
du mois de mai. Cette visite avait
été annulée l'an dernier parce que
le roi Albert se rendait en visite
officielle en Chine au même
moment.
A quel niveau les contacts se sont-
ils déroulés? Le Dalaï-Lama sera-
t-il reçu en tant que chef de
gouvernement en exil? Le prix
Nobel de la Paix sera-t-il accueilli
par le Roi et par le premier
ministre? Avec quelles instances
et quelles personnalités aura-t-il
des contacts? Comment se
présente le programme de la
visite? Quelles organisations
privées coopèrent à l'organisation?
Quels accords ont-ils été conclus
avec l'Intérieur à propos de la
sécurité du Dalaï-Lama?
CRIV 51
COM 890
14/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25
Ten zesde, met welke privé-instanties wordt er samengewerkt voor
het bezoek?
Ten slotte, welke afspraken zijn er gemaakt met Binnenlandse Zaken
betreffende de veiligheid van de Dalai Lama?
12.02 Walter Muls (sp.a-spirit): Mijnheer de minister, vrijdag was het
Tibetdag. Het was 47 jaar geleden dat Tibet werd ingelijfd door China.
De heer Tastenhoye heeft het reeds gehad over de problemen die
zich vorig jaar met het bezoek van de Dalai Lama, dat toen werd
afgelast, hebben voorgedaan.
Dit jaar, eind mei, begin juni zal de Dalai Lama ons land bezoeken en
lezingen geven in Antwerpen, Charleroi en Hoei. Ook een aantal
instellingen in Brussel zal vereerd worden met zijn bezoek.
Graag wil ik de volgende vragen stellen.
Ten eerste, heeft de Chinese overheid contact genomen met de
Belgische autoriteiten over het bezoek van de Dalai Lama? Uit
persoonlijke ervaring weet ik dat zij ten zeerste geïnteresseerd is in
die zaak en nogal snel hiervoor naar de telefoon grijpt. Op welke wijze
heeft ze u gecontacteerd? Wat was uw reactie hierop?
Ten tweede, is de Tibetaanse delegatie reeds in het bezit gesteld van
de nodige reisdocumenten om in mei naar ons land af te reizen? Ik
herinner mij uw antwoord van vorig jaar. U zei toen dat als de Dalai
Lama een visum aanvroeg, u hem dat nooit zou weigeren. Mijn vraag
is of de visa van de volledige delegatie reeds aangevraagd zijn en
toegekend?
12.02 Walter Muls (sp.a-spirit):
Le 10 mars était la `journée du
Tibet', marquant le 47
e
anniversaire de l'annexion du Tibet
par la Chine. La visite du Dalaï-
Lama en Belgique, qui avait été
annulée l'an dernier, aura bien lieu
cette année. Les autorités
chinoises ont-elles pris des
contacts à ce sujet? Quelle a été
la réaction du ministre?
Le ministre a déclaré l'an dernier
que si le Dalaï-Lama demandait
un visa, il ne le refuserait en aucun
cas. La délégation tibétaine
dispose-t-elle de tous les visas et
documents de voyage requis?
12.03 Minister Karel De Gucht: Mijnheer de voorzitter, collega's, de
Dalai Lama brengt eind mei - begin juni 2006 inderdaad een privé-
bezoek aan ons land. De kringen van de Dalai Lama leggen alle
voorbereidende contacten, behalve met de privé-instanties die voor
de uitnodiging en de organisatie van zijn bezoek instaan. Zijn
programma wordt voorbereid door diezelfde privé-instanties.
Over eventuele privé-gesprekken van de Dalai Lama met publieke
instanties is voorlopig niets bekend.
De privé-instanties die de Dalai Lama hebben uitgenodigd, met name
het Yeunten Ling Instituut in Hoei, onder de verantwoordelijkheid van
de privé-organisatie Bureau du Tibet in Brussel, hebben mijzelf en
mijn diensten over het bezoek geïnformeerd.
De Chinese autoriteiten, in casu de ambassade van de Volksrepubliek
China te Brussel, hebben recent diverse keren over het bezoek
contact opgenomen met de diensten van de FOD Buitenlandse
Zaken. Zij gebruiken daarbij het gekende argumentarium om te wijzen
op de niet-opportuniteit van dergelijk bezoek, zelfs indien het in België
een louter privé-karakter zal aannemen.
De Dalai Lama is de geestelijke leider van een religieuze beweging en
is als dusdanig geen staatshoofd. België voorziet voor niet-
staatshoofden niet in eerbewijzen die enkel staatshoofden te beurt
vallen.
12.03 Karel De Gucht, ministre:
À la fin mai-début juin 2006, le
Dalaï-Lama doit effectuer une
visite privée en Belgique. Son
entourage organise tous les
contacts préparatoires avec les
organisateurs privés qui préparent
le programme. Nous n'avons
aucune information à ce jour en ce
qui concerne des entretiens privés
du Dalaï-Lama avec des
responsables publics.
L'organisateur, l'Institut Yeunten
Ling à Huy, qui dépend du "Bureau
du Tibet" à Bruxelles, a toutefois
informé mes services et moi-
même de la visite.
L'ambassade de la république
populaire de Chine à Bruxelles a
contacté le SPF Affaires
étrangères à plusieurs reprises
pour souligner qu'elle estime la
visite du Dalaï-Lama inopportune,
même si celle-ci relève du
domaine purement privé.
14/03/2006
CRIV 51
COM 890
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
26
Ik heb op dit ogenblik geen kennis van visumaanvragen die in
Belgische, diplomatieke of consulaire posten reeds zouden zijn
ingediend voor leden van de delegatie van de Dalai Lama met het oog
op het privé-bezoek.
Voor de veiligheid van de Dalai Lama tijdens zijn verblijf wil ik u
doorverwijzen naar mijn collega van Binnenlandse Zaken. Het is
evenwel evident dat mijn departement het departement van
Binnenlandse Zaken op het bezoek attent heeft gemaakt.
Le Dalaï-Lama est le guide
spirituel d'un mouvement religieux
et n'est en tant que tel pas un chef
d'État. Pour les personnalités qui
ne sont pas chefs d'État, notre
pays ne prévoit pas les honneurs
exclusivement réservés à ces
derniers.
À ma connaissance, il n'existe à
ce jour pas de demande de visa
introduite par les membres de la
délégation du Dalaï-Lama dans le
cadre de cette visite privée.
Pour les questions relatives à la
sécurité, je vous renvoie au
ministre de l'Intérieur. Mon
département a informé les
services de ce dernier de la venue
du Dalaï-Lama.
12.04 Guido Tastenhoye (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, u legt er de klemtoon op dat het een privé-
bezoek betreft. Dat zal ook wel zo zijn.
Anderzijds zou het een belangrijk, niet mis te verstaan signaal zijn,
indien de Dalai Lama tijdens zijn bezoek aan België ook door officiële
instanties zou worden ontvangen. Ik heb begrepen dat dit niet staat te
gebeuren. Dat wens ik te betreuren. Er zijn in het verleden immers
verschillende leiders geweest die officieel naar België kwamen en hier
werden ontvangen, onder meer hier in het Parlement.
De Dalai Lama verdient zeker officieel te worden ontvangen. Het zou
ook een belangrijk signaal zijn ten opzichte van de Chinese overheid,
wanneer de Dalai Lama op een officiële manier in België zou worden
ontvangen. Nogmaals, wij betreuren dat dit niet het geval zal zijn.
12.04
Guido Tastenhoye
(Vlaams Belang): Le ministre
souligne qu'il s'agit d'une visite
privée. Je déplore que le Dalaï-
Lama ne soit pas reçu par les
instances officielles car une telle
démarche constituerait un signal
important vis-à-vis des autorités
chinoises. De nombreux leaders
qui ne sont pas des chefs d'État
sont déjà venus en Belgique en
visite officielle et ont notamment
été reçus au Parlement. Le Dalaï-
Lama mérite également un accueil
officiel.
12.05 Walter Muls (sp.a-spirit): Mijnheer de minister, ik dank u voor
uw antwoord.
Ik stel vast dat China het gebruikelijke instrumentarium hanteert en de
gebruikelijke monoloog afsteekt als het daarover gaat. Ik vind het
belangrijk, ook voor het verslag, dat de Chinese autoriteiten moeten
begrijpen dat, als de Dalai Lama naar België komt, dat geen vijandige
daad ten opzichte van China is. Ook vanwege zij die hem uitnodigen,
is dat niet vijandig bedoeld ten opzichte van China. Meer nog, de
Dalai Lama heeft altijd gezegd dat hij openstaat voor de dialoog. Er
zijn trouwens gesprekken desbetreffend met de Chinese overheid.
Wij kunnen gewoon in die dialoog instappen. Als het over een privé-
bezoek aan België gaat, zoals u zegt, hoeven de Chinese autoriteiten
zich niet ongerust te maken. Zij staan vrij met ons daarover in dialoog
te treden.
12.05 Walter Muls (sp.a-spirit):
Je constate que les autorités
chinoises nous servent leur
monologue habituel. Pourtant, une
visite du Dalaï-Lama ne constitue
pas un acte d'hostilité à l'égard de
la Chine. Et les organisateurs n'ont
pas davantage d'intentions
hostiles. Le Dalaï-Lama a toujours
dit qu'il était prêt à dialoguer et des
discussions sont effectivement en
cours. S'il s'agit d'une visite privée,
la Chine ne doit pas être inquiète.
Libre à elle de dialoguer avec
nous.
12.06 Minister Karel De Gucht: Collega's, op dit ogenblik is er geen
visumaanvraag. Wij weten dat het bezoek is gepland voor eind mei of
begin juni. Als de Dalai Lama een visum vraagt om naar België te
12.06 Karel De Gucht, ministre:
Aucune demande de visa n'a
encore été introduite. Si tel devait
CRIV 51
COM 890
14/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
27
komen, zal hij dat krijgen; dat is heel eenvoudig. Ik kan moeilijk
zeggen dat een visum is toegekend als er nog geen gevraagd is.
Overigens, hij heeft ook nog enige tijd.
Wat het concrete programma betreft, zijn er ook nog geen vragen
gesteld aan de Belgische autoriteiten. Het enige wat wij op dit
ogenblik weten, is dat eind mei, begin juni de Dalai Lama een bezoek
aan België zal brengen en dat dat een religieus bezoek is. Het is de
bedoeling dat hij een aantal religieus geïnspireerde toespraken of
uiteenzettingen zal geven. Wij hebben geen bijkomende elementen.
Mijnheer Tastenhoye, u blijft misschien voorlopig op uw honger, maar
ik kan moeilijk meer inlichtingen geven dan ik zelf heb.
être le cas, il y serait accédé. Par
ailleurs, aucune question ne nous
a encore été posée au sujet du
programme exact de la visite du
Dalaï-Lama. La seule chose que
nous savons, c'est qu'il s'agira
d'une visite religieuse et qu'elle
comportera donc des discours de
nature religieuse. Il m'est difficile
de vous fournir plus d'informations
que celles dont je dispose.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
13 Vraag van de heer Guido Tastenhoye aan de minister van Buitenlandse Zaken over "het nieuwe
Belgische standpunt met betrekking tot de verdere uitbreiding van de Europese Unie" (nr. 10798)
13 Question de M. Guido Tastenhoye au ministre des Affaires étrangères sur "la nouvelle position
belge sur l'élargissement futur de l'Union européenne" (n° 10798)
13.01 Guido Tastenhoye (Vlaams Belang): Recent, op de
tweedaagse bijeenkomst van de Europese ministers van Buitenlandse
Zaken op 10 en 11 maart in het Oostenrijkse Salzburg, heeft de
minister een volgens mij nieuw standpunt ingenomen over de verdere
uitbreiding van de Europese Unie, een proces waarin hij nu blijkbaar
wil temporiseren.
Kan de minister dit standpunt toelichten onder meer inzake de landen
van de westerse Balkan?
Heeft deze stellingname ook betrekking op de landen waarmee nu al
onderhandelingen worden gevoerd, namelijk Roemenië, Bulgarije,
Turkije en Kroatië?
Ik voeg eraan toe dat wij altijd aangedrongen hebben op temporiseren
wat de uitbreiding betreft. Wij hebben altijd bepleit dat die in fases zou
gebeuren, ook wat de toetreding in 2004 betrof van 10 nieuwe landen.
Toen hadden wij ook fases voorgesteld. Het lijkt me nu dat de
minister van Buitenlandse Zaken ook inziet dat men voor de verdere
uitbreiding naar fases moet overgaan.
13.01 Guido Tastenhoye
(Vlaams Belang): J'ai le sentiment
que le ministre a reconsidéré son
attitude concernant l'élargissement
futur de l'Union européenne lors
de la réunion des ministres
européens des Affaires étrangères
à Salzbourg les 10 et 11 mars. Il
semble désormais vouloir
temporiser. Qu'implique cette
position pour les Balkans
occidentaux et les pays avec
lesquels les négociations sont déjà
en cours? Le Vlaams Belang a
toujours préconisé un processus
en différentes phases, également
pour l'élargissement à dix pays en
2004. M. De Gucht semble à
présent nous suivre sur cette voie.
13.02 Minister Karel De Gucht: Ik zal even kort toelichten wat ik
precies gezegd heb in Salzburg en wat ik daarmee bedoel.
De uitbreiding van de Europese Unie is en blijft een belangrijk
instrument in het bewerkstelligen van vrede, stabiliteit en welvaart op
het Europese continent en voor de hele Europese Unie en haar
lidstaten. Dat geldt zeker ook voor de landen van de westelijke Balkan
waarover de discussie in Salzburg ging.
Het standpunt van de regering betreffende de uitbreiding als een
stabilisatie-instrument is niet gewijzigd en ik blijf er ook onverkort
voorstander van.
Maar ik wil wel de nadruk leggen op twee elementen. Ten eerste
moeten de kandidaat-lidstaten ook inspanningen leveren om aan alle
13.02 Karel De Gucht, ministre:
L'élargissement reste un élément
important pour garantir la paix, la
stabilité et la prospérité dans
l'ensemble de l'UE. Il en va de
même pour les pays des Balkans
occidentaux, puisque c'est de ces
derniers qu'il a été question à
Salzbourg. La position du
gouvernement, qui voit dans
l'élargissement un instrument de
stabilisation, n'a pas changé. Je
continue à le soutenir pleinement.
Les candidats à l'adhésion doivent
14/03/2006
CRIV 51
COM 890
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
28
principes van het acquis communautaire op het ogenblik van de
uitbreiding te voldoen. Ik heb trouwens in het verleden al onderlijnd
dat hierover geen toegevingen kunnen worden gedaan. Voor
Roemenië en Bulgarije zijn de onderhandelingen reeds in december
2004 afgesloten en beide landen zullen op 1 januari 2007 toetreden
tenzij de Raad beslist deze toetreding met 1 jaar uit te stellen. De
Commissie zal in mei een nieuw evaluatierapport voorleggen. Dit
rapport is voor mij een belangrijk element om een beslissing te nemen
over al dan niet een jaar uitstel.
Het is duidelijk dat het ratificatieproces ondertussen verdergaat. De
commissie voor de Buitenlandse Zaken van de Senaat heeft zich
reeds over het dossier gebogen, maar het evaluatierapport is voor mij
een belangrijke benchmark. Ik wil in dat rapport inderdaad lezen dat
er substantiële vooruitgang is en dat alle overblijvende problemen
binnen een redelijke termijn zullen opgelost zijn. Ik heb trouwens al in
het verleden gezegd dat men desnoods gebruik moet durven maken
van het argument van een jaar uitstel. De bedoeling moet zijn dat die
landen, eenmaal ze tot de Europese Unie behoren, zich daar ook
volledig in kunnen integreren.
Het is in dat licht dat u mijn bemerking over de landen van de
westelijke Balkan moet zien. Soms heb ik de indruk dat men daar in
het verleden iets te makkelijk overheen is gegaan en teveel de
voorrang heeft gegeven aan het politieke stabiliseringseffect,
tegenover de noodzaak dat die landen ook klaar moeten zijn om tot
de Europese Unie toe te treden. Op geen enkele manier stelt dat
echter de finaliteit van een toetreding van die landen tot de Europese
Unie in vraag, in ieder geval niet volgens mij.
Wat betreft Turkije en Kroatië is het zo dat op dit moment de fase van
de screening loopt, de eerste fase van een onderhandeling, en dat
normaal gezien in de eerstkomende maanden de onderhandelingen
over de eerste hoofdstukken van het acquis communautaire zullen
worden opgestart. Ook daarin was mijn standpunt gedurende jaren
steeds hetzelfde.
Aan Turkije is beloofd dat het een kans zou krijgen om deel uit te
maken van de Europese Unie en ik vind dat men Turkije die kans nu
effectief moet geven. Turkije moet dus in het komende decennium
want daar spreken we over de kans krijgen om te bewijzen dat het
inderdaad een Europees land kan worden, zijn en blijven. Anderzijds
moeten we er ook van dichtbij op toezien dat dit effectief ook gebeurt,
maar ik vind dat ze de kans moeten krijgen om het te bewijzen.
Wat Kroatië betreft is mijn standpunt ook altijd hetzelfde geweest: ik
heb me steeds aangesloten bij het standpunt van mevrouw del Ponte
dat eerst de zaak-Gotovina moest worden uitgeklaard. Dat niet alleen
wegens de zaak-Gotovina, maar ook omdat Gotovina het symptoom
was van een onderliggend probleem: het probleem van de
veiligheidsdiensten in Kroatië. Het is trouwens maar op het ogenblik
dat men daarin ernstige maatregelen heeft genomen, dat er ook in het
dossier-Gotovina vooruitgang werd geboekt. Eerlijk gezegd denk ik
dat mijn standpunt consistent is, maar goed, daarover kan u van
mening verschillen. In ieder geval is mijn standpunt niet veranderd: ik
heb het altijd zo gezegd en dat is ook mijn overtuiging.
cependant fournir des efforts pour
satisfaire à tous les principes de
l'acquis communautaire au
moment de l'élargissement. J'ai
déjà déclaré précédemment
qu'aucune concession ne pouvait
être faite dans ces matières.
Les négociations avec la
Roumanie et la Bulgarie se sont
achevées en décembre 2004. Ces
deux pays rejoindront l'UE le 1e
janvier 2007 à moins que le
Conseil ne décide de reporter le
dossier d'un an. Le rapport
d'évaluation qui sera présenté par
la Commission en mai devrait
jouer un rôle important dans cette
décision.
Le processus de ratification se
poursuit. La commission des
Relations extérieures du Sénat
s'est déjà penchée sur le
problème. Je veux toutefois lire
dans le rapport que des progrès
substantiels ont été accomplis et
que tous les problèmes qui
subsistent seront résolus dans un
délai raisonnable. Les pays
doivent être en mesure de
s'intégrer totalement dans l'Union
européenne. Ma déclaration à
propos de l'ouest des Balkans doit
également être vue dans ce
contexte. J'ai parfois l'impression
que la priorité a trop souvent été
donnée à l'effet de stabilisation
politique. Je ne remets toutefois
pas en question le principe de
l'adhésion de ces pays.
En ce qui concerne la Turquie et la
Croatie, un screening est
actuellement en cours et constitue
la première phase de
négociations. Normalement, les
véritables négociations sur les
premiers chapitres de l'acquis
communautaire débuteront dans
les prochains mois. Je n'ai pas
modifié mon point de vue à cet
égard.
La promesse d'adhésion à l'Union
européenne a été faite à la
Turquie. Nous devons donc à
présent lui offrir cette possibilité.
CRIV 51
COM 890
14/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
29
Ce pays doit prouver dans les dix
années à venir qu'il peut devenir,
être et rester un pays européen.
Nous devons veiller à ce qu'il
évolue effectivement en ce sens.
Mon point de vue n'a pas non plus
changé en ce qui concerne la
Croatie. Tout comme Mme Del
Ponte, j'ai toujours déclaré que
l'affaire Gotovina, qui est
symptomatique des problèmes
avec les services de sécurité
croates, doit d'abord être réglée.
13.03 Guido Tastenhoye (Vlaams Belang): Mijnheer de minister, uw
eerste standpunt, dat de nieuwe kandidaat-lidstaten aan alle
voorwaarden zullen moeten voldoen en dat er substantiële
vooruitgang moet worden geboekt betreffende de verwerving van het
communautaire acquis, kunnen wij enkel beamen en bevestigen.
U zegt dat men in het verleden al te gemakkelijk daar enigszins
overheen heeft gekeken om voorrang te geven aan politieke
overwegingen. Dat is inderdaad zo. Men had beter wat
getemporiseerd in het verleden en op een geleidelijke manier de
landen geïntegreerd. Als men het niet allemaal door de strot van de
bevolking geduwd had, maar de weg van de geleidelijkheid had
bewandeld, dan hadden wij wellicht niet de negatieve stemmingen in
Nederland en Frankrijk gehad, in het Europees referendum.
Wat uw tweede punt betreft, u kent ons standpunt over Turkije. Wij
vinden Turkije geen Europees land. Wij vinden dan ook dat er geen
onderhandelingen mogen worden gevoerd met Turkije. Wat Kroatië
betreft, is er uiteraard geen enkel probleem.
13.03
Guido Tastenhoye
(Vlaams Belang): Nous sommes
d'accord avec le fait que tous les
nouveaux États membres
candidats à l'adhésion doivent
remplir toutes les conditions et
progresser en ce qui concerne
l'acquis communautaire. Il est
exact que par le passé la priorité a
trop souvent été accordée à des
considérations politiques. Si l'on
avait temporisé davantage, les
référendums aux Pays-Bas et en
France auraient probablement
livré un résultat différent.
Nous ne considérons pas la
Turquie comme un pays
européen. Pour notre part, il
vaudrait mieux ne pas négocier
avec ce pays. La situation est
évidemment différente pour la
Croatie.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Ik wil nog even melden dat de vraag van een lid dat geen melding heeft gemaakt van zijn
afwezigheid voor mij en ook voor het Reglement vervalt. Dat was ook het geval vandaag.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 16.43 uur.
La réunion publique de commission est levée à 16.43 heures.