CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 888
CRIV 51 COM 888
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DE LA
J
USTICE
C
OMMISSIE VOOR DE
J
USTITIE
mardi
dinsdag
14-03-2006
14-03-2006
Matin
Voormiddag
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE






























cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders ­ Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu inté-
gral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit des
interventions ; les annexes se trouvent dans une brochure
séparée (PLEN: couverture blanche; COM: couverture
saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken; de
bijlagen zijn in een aparte brochure opgenomen
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
Plenum
COM
réunion de commission
COM
Commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 888
14/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i

SOMMAIRE
INHOUD
Question de M. Dylan Casaer à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "l'après-
Dassen à la Sûreté de l'État" (n° 10471)
1
Vraag van de heer Dylan Casaer aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
Staatsveiligheid in het post-Dassen tijdperk"
(nr. 10471)
1
Orateurs: Dylan Casaer, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Dylan Casaer, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Justitie
Question de M. Dylan Casaer à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "l'application
de la directive relative aux comportements
agressifs dans la circulation" (n° 10744)
3
Vraag van de heer Dylan Casaer aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
toepassing van de richtlijn omtrent
verkeersagressie" (nr. 10744)
3
Orateurs: Dylan Casaer, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Dylan Casaer, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Justitie
Question de M. Stijn Bex à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "la règle de
l'amnistie pour les armes soumises à autorisation"
(n° 10490)
5
Vraag van de heer Stijn Bex aan de vice-eerste
minister en minister van Justitie over "de
amnestieregeling voor vergunningsplichtige
wapens" (nr. 10490)
5
Orateurs: Stijn Bex, Laurette Onkelinx, vice-
première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Stijn Bex, Laurette Onkelinx, vice-
eerste minister en minister van Justitie
Question de Mme Sabien Lahaye-Battheu à la
vice-première ministre et ministre de la Justice sur
"les résultats de l'étude relative à l'introduction de
la surveillance électronique comme peine
autonome" (n° 10516)
7
Vraag van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan
de vice-eerste minister en minister van Justitie
over "de resultaten van het onderzoek met
betrekking tot het invoeren van het elektronisch
toezicht als autonome straf" (nr. 10516)
7
Orateurs: Sabien Lahaye-Battheu, Laurette
Onkelinx
, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers: Sabien Lahaye-Battheu, Laurette
Onkelinx
, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de Mme Annemie Turtelboom à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "les
commissions paritaires locatives" (n° 10538)
9
Vraag van mevrouw Annemie Turtelboom aan de
vice-eerste minister en minister van Justitie over
"de paritaire huurcommissies" (nr. 10538)
9
Orateurs: Annemie Turtelboom, Laurette
Onkelinx
, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers: Annemie Turtelboom, Laurette
Onkelinx
, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de M. Melchior Wathelet à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur
"l'encodage par les services de police des actes à
caractère raciste" (n° 10540)
12
Vraag van de heer Melchior Wathelet aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "het
registreren door de politiediensten van daden van
racisme" (nr. 10540)
12
Orateurs: Melchior Wathelet, président du
groupe cdH, Laurette Onkelinx, vice-
première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Melchior Wathelet, voorzitter van
de cdH-fractie, Laurette Onkelinx, vice-eerste
minister en minister van Justitie
Question de M. Claude Marinower à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur
"l'absence de projet de loi sur les traducteurs et
interprètes en justice" (n° 10626)
13
Vraag van de heer Claude Marinower aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "het
uitblijven van het wetsontwerp omtrent de
gerechtstolken-vertalers" (nr. 10626)
13
Orateurs: Claude Marinower, Laurette
Onkelinx
, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers: Claude Marinower, Laurette
Onkelinx
, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de Mme Nahima Lanjri à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "la
lutte contre les pratiques des marchands de
sommeil" (n° 10641)
15
Vraag van mevrouw Nahima Lanjri aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
strijd tegen de huisjesmelkerij" (nr. 10641)
15
Orateurs: Nahima Lanjri, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Nahima Lanjri, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Justitie
14/03/2006
CRIV 51
COM 888
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
Question de M. Claude Marinower à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "les
juges consulaires" (n° 10659)
17
Vraag van de heer Claude Marinower aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over
"rechters in handelszaken" (nr. 10659)
17
Orateurs: Claude Marinower, Laurette
Onkelinx
, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers: Claude Marinower, Laurette
Onkelinx
, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Questions jointes de
18
Samengevoegde vragen van
18
- M. Koen T'Sijen à la vice-première ministre et
ministre de la Justice sur "la réunion de Blood and
Honour à Vremde" (n° 10694)
18
- de heer Koen T'Sijen aan de vice-eerste minister
en minister van Justitie over "de bijeenkomst van
Blood and Honour te Vremde" (nr. 10694)
18
- Mme Hilde Claes à la vice-première ministre et
ministre de la Justice sur "l'organisation 'Blood
and Honour'" (n° 10713)
18
- mevrouw Hilde Claes aan de vice-eerste
minister en minister van Justitie over "de
organisatie 'Blood and Honour'" (nr. 10713)
18
- M. Claude Marinower à la vice-première ministre
et ministre de la Justice sur "une réunion de
néonazis" (n° 10788)
18
- de heer Claude Marinower aan de vice-eerste
minister en minister van Justitie over "een
bijeenkomst van neonazi's" (nr. 10788)
18
Orateurs: Koen T'Sijen, Hilde Claes, Claude
Marinower, Laurette Onkelinx
, vice-première
ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Koen T'Sijen, Hilde Claes, Claude
Marinower, Laurette Onkelinx
, vice-eerste
minister en minister van Justitie
Question de Mme Valérie Déom à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "le
nombre d'enfants détenus en prison avec leur
mère" (n° 10703)
25
Vraag van mevrouw Valérie Déom aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "het
aantal kinderen dat samen met hun moeder in de
gevangenis wordt vastgehouden" (nr. 10703)
25
Orateurs: Valérie Déom, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Valérie Déom, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Justitie
Question de M. Bart Laeremans à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "la
mobilisation des services de police dans le cadre
des opérations de recherche de la terroriste
turque Erdal" (n° 10716)
27
Vraag van de heer Bart Laeremans aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "het
politiealarm met betrekking tot de opsporing van
de Turkse terroriste Erdal" (nr. 10716)
27
Orateurs:
Bart Laeremans, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers:
Bart Laeremans, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de M. François-Xavier de Donnea à la
vice-première ministre et ministre de la Justice sur
"les suites de l'affaire DHKP-C" (n° 10723)
31
Vraag van de heer François-Xavier de Donnea
aan de vice-eerste minister en minister van
Justitie over "het vervolg van de DHKP-C-zaak"
(nr. 10723)
31
Orateurs: François-Xavier de Donnea,
Laurette Onkelinx
, vice-première ministre et
ministre de la Justice
Sprekers: François-Xavier de Donnea,
Laurette Onkelinx
, vice-eerste minister en
minister van Justitie
Question de M. Tony Van Parys à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "la
demande d'extradition de Mme Fehriye Erdal
formulée par la Turquie" (n° 10781)
33
Vraag van de heer Tony Van Parys aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "het
uitleveringsverzoek van Turkije betreffende
Fehriye Erdal" (nr. 10781)
33
Orateurs:
Tony Van Parys, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers: Tony Van Parys, Laurette
Onkelinx
, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de Mme Marie Nagy à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "l'inquiétude
des greffiers au sujet de leur statut professionnel"
(n° 10768)
36
Vraag van mevrouw Marie Nagy aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
bezorgdheid van de griffiers over hun
beroepsstatuut" (nr. 10768)
36
Orateurs: Marie Nagy, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la
Justice, Melchior Wathelet, président du
groupe cdH
Sprekers: Marie Nagy, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Justitie,
Melchior Wathelet
, voorzitter van de cdH-
fractie
Question de M. Claude Marinower à la vice-
37
Vraag van de heer Claude Marinower aan de vice-
37
CRIV 51
COM 888
14/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
iii
première ministre et ministre de la Justice sur "la
lutte contre les mariages de complaisance"
(n° 10790)
eerste minister en minister van Justitie over "de
strijd tegen de schijnhuwelijken" (nr. 10790)
Orateurs: Claude Marinower, Laurette
Onkelinx
, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers: Claude Marinower, Laurette
Onkelinx
, vice-eerste minister en minister van
Justitie
CRIV 51
COM 888
14/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DE LA JUSTICE
COMMISSIE VOOR DE JUSTITIE
du
MARDI
14
MARS
2006
Matin
______
van
DINSDAG
14
MAART
2006
Voormiddag
______

De vergadering wordt geopend om 10.23 uur door mevrouw Martine Taelman, voorzitter.
La séance est ouverte à 10.23 heures par Mme Martine Taelman, présidente.
01 Vraag van de heer Dylan Casaer aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
Staatsveiligheid in het post-Dassen tijdperk" (nr. 10471)
01 Question de M. Dylan Casaer à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "l'après-
Dassen à la Sûreté de l'État" (n° 10471)
01.01 Dylan Casaer (sp.a-spirit): Mevrouw de voorzitter, mevrouw
de vice-eerste minister, doordat de vraag omwille van
agendaproblemen tweemaal werd uitgesteld, is ze door de actualiteit
in een ander daglicht gesteld. In elk geval is het duidelijk dat we nog
niet in het post-Dassen tijdperk zijn aanbeland.

Desalniettemin wens ik de volgende vragen te stellen.

In Het Nieuwsblad van 17 februari 2006 wordt er gewag gemaakt van
het feit dat het Comité I reeds een aantal dagen bepaalde
onderzoeken voert bij de Veiligheid van de Staat, inclusief het
verhoren van agenten. Het onderzoek zou specifiek handelen over de
informatiedoorstroming, dit naar aanleiding van de gebrekkige
opvolging die werd gegeven aan informatie afkomstig van de CIA.
Tegelijkertijd wordt in dit artikel een link gelegd naar oude dossiers en
de jarenlange vete die heerste en nog steeds heerst tussen baron de
Bonvoisin en de Veiligheid van de Staat.

Mevrouw de minister, hoever staat het met de procedure inzake de
opvolging van de heer Dassen. Vorige week hebt u in de commissie
hierop reeds enigszins zicht gegeven. U hebt gemeld dat de
functieomschrijving zou gepubliceerd worden, hetgeen ondertussen
misschien is gebeurd.

Ten tweede, klopt het dat het Comité I uitgebreid onderzoek heeft
gedaan bij de Veiligheid van de Staat, inclusief het verhoor van
agenten vastleggen op video? Heeft dit te maken met baron de
Bonvoisin? Wat wordt er van dit onderzoek verwacht? Tegen wanneer
zal het zijn afgerond?

Ten derde, hoe denkt u in de toekomst de gebrekkige doorstroming
van informatie vanuit de Veiligheid van de Staat te voorkomen?
Vorige week heeft de eerste minister aangekondigd dat hij ­ zoals de
heer Vande Lanotte ­ bepaalde plannen heeft inzake de hervorming
van de rol van de Veiligheid van de Staat en het functioneren ervan.
Wat denkt u hierover, mevrouw de minister? Is dit onderwerp reeds
ter sprake gekomen binnen de regering of de kern?
01.01 Dylan Casaer (sp.a-spirit):
Si l'on en croit le "Nieuwsblad" du
17 février 2006, le Comité R est en
plein examen des activités de la
Sûreté de l'État. Cette enquête
devrait comprendre, entre autres,
des entretiens avec des agents.
Elle aurait été initiée à la suite du
suivi déficient d'informations
transmises par la CIA. D'après ce
qu'on dit, le dossier du baron de
Bonvoisin serait également
examiné.

Où en est la procédure de
sélection du successeur de M.
Dassen? Est-il vrai que le Comité
R mène une vaste enquête à la
Sûreté de l'État? Cette enquête
est-elle, en effet, liée au baron de
Bonvoisin? Quelles mesures
envisage-t-on de prendre pour
remédier aux problèmes de
circulation des informations à
l'avenir? Le premier ministre a
parlé d'une réforme de la Sûreté
de l'État. Qu'en pense la ministre
compétente? Ces enquêtes et le
départ de M. Dassen ne
perturbent-ils pas le bon
fonctionnement de la Sûreté de
l'État, et ce, qui plus est, à un
moment où on a précisément, plus
que jamais, besoin que ce service
fonctionne bien?
14/03/2006
CRIV 51
COM 888
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2

Ten vierde, in hoeverre denkt u in de toekomst het vertrouwen in de
Veiligheid van de Staat te kunnen herstellen?
01.02 Minister Laurette Onkelinx: Mevrouw de voorzitter, mijnheer
Casaer, te uwer informatie kan ik u meedelen dat de regering een
ontwerp van KB tot wijziging van het KB van 14 januari 1994
houdende het statuut van de administrateur-generaal en van de
adjunct-administrateur-generaal van de Veiligheid van de Staat heeft
voorgelegd aan de afdeling wetgeving van de Raad van State.

Het KB werd op 7 maart bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
De kandidaten beschikken over 21 dagen om ons hun kandidatuur
kenbaar te maken. Ik ben van plan om dit aanwervingproces bijzonder
te objectiveren.
01.02
Laurette Onkelinx,
ministre: Le projet d'arrêté royal
modifiant l'arrêté royal du 14
janvier 1994 relatif au statut de
l'administrateur général et de
l'administrateur général adjoint de
la Sûreté de l'État a été publié au
Moniteur belge le 7 mars 2006.
Les candidats ont 21 jours pour
déposer leur candidature. Je
souhaite rendre la procédure de
recrutement la plus objective
possible.
Cela étant dit, une réforme au niveau de la Sûreté de l'État ne dépend
pas seulement des hommes et des femmes qui sont en place, aussi
bons soient-ils, cela dépend aussi des méthodes de travail. Donc,
quand le (ou la) candidat(e) aura été choisi(e), il s'agira aussi de
mettre en place un staff qui permette véritablement de redresser
l'image et les méthodes de travail de la Sûreté de l'État.
Als de keuze eenmaal gemaakt is,
zal er ook moeten worden
voorzien in een staf die in staat is
het imago van de Staatsveiligheid
te herstellen en haar
werkmethoden bij te sturen.
Het is ook juist dat het Vast Comité van Toezicht op de
inlichtingendiensten op dit moment een onderzoek uitvoert inzake het
dossier van de heer de Bonvoisin. Zoals u weet, hangt het Comité I af
van de opvolgingscommissie van de Senaat. Ik heb mij dus niet te
mengen in de organisatie van de onderzoeken van het Comité I. Deze
informatie kan dus rechtstreeks worden opgevraagd bij de
opvolgingcommissie van het Comité I.

Wat mijzelf betreft, ik heb officieel aan het Comité I gevraagd over te
gaan tot een onderzoek inzake de voorbehouden dossiers, waarop u
eveneens alludeert. In de context van het onderzoek inzake het
dossier van de heer de Bonvoisin is inderdaad gebleken dat andere
zogenaamde voorbehouden dossiers in het bezit waren van de
Veiligheid van de Staat. Ik wens dat er volledige duidelijkheid komt
over de aard van deze dossiers en over de finaliteiten die in dit opzicht
worden nagestreefd door de Veiligheid van de Staat.

Ik stel vast dat er vooral in de Vlaamse pers de laatste tijd veel
artikelen verschijnen die informatie prijsgeven over de Veiligheid van
de Staat. De Veiligheid van de Staat zal altijd een dienst zijn die een
mikpunt is, aangezien deze dienst in het geheim werkt en hij
uiteindelijk zeer weinig gekend is bij het grote publiek. Ik wil echter
erop wijzen dat de mankementen bij de informatiestroom tussen de
verschillende overheidsdiensten niet alleen de exclusieve
verantwoordelijkheid zijn van de Veiligheid van de Staat. Algemeen
gezien stel ik inderdaad vast dat deze informatiestromen niet altijd
optimaal verlopen tussen de verschillende diensten die belast zijn met
de veiligheid van onze staat. Daarom steunt de regering zeer
nadrukkelijk het wetsontwerp dat het toekomstige coördinatieorgaan
voor de analyse van de dreiging opricht. Dit ontwerp houdt in dat de
informatiestromen fundamenteel in vraag worden gesteld en verplicht
de verschillende diensten op een efficiënte manier onder elkaar, en
ten overstaan van het OCAM-OCAD, samen te werken.
Il est exact que le Comité R mène
une enquête sur le dossier relatif à
M. de Bonvoisin. Le Comité R
dépend de la commission
d'accompagnement du Sénat.
Seule cette commission peut
fournir des informations à ce sujet.
En ce qui me concerne, je
souhaite la transparence complète
sur les dossiers prétendument
réservés de la Sûreté de l'État. De
nombreux articles sont parus dans
la presse flamande à propos des
activités de la Sûreté de l'État. Ce
service sera toujours la cible de
critiques parce qu'il travaille en
secret et est mal connu du grand
public. Je tiens néanmoins à
souligner que la mauvaise
transmission des informations ne
relève pas de la seule
responsabilité de la Sûreté de
l'État. L'OCAM, qui vient d'être
créé, obligera les services à mieux
collaborer et bénéficie dès lors du
soutien inconditionnel du
gouvernement.

Des réunions ont eu lieu à mon
cabinet avec des responsables
des différents services de sécurité
et chacun souhaite manifestement
faire de la Sûreté de l'État un
CRIV 51
COM 888
14/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3

In mijn kabinet hebben ontmoetingen plaatsgevonden met alle
verschillende verantwoordelijken van de diensten van de Veiligheid
van de Staat. Daaruit bleek duidelijk dat zij allemaal vooruit willen en
dat zij van de Veiligheid van de Staat een efficiënte dienst willen
maken die de uitdagingen kan aangaan die opgelegd worden door de
evolutie van de internationale en nationale context.
service efficace, capable de faire
face aux défis actuels à l'échelle
nationale et internationale.
01.03 Dylan Casaer (sp.a-spirit): Ik dank de minister voor haar
antwoord. Uiteraard kijken we met spanning uit naar de kandidaturen
voor administrateur-generaal van de Veiligheid van de Staat. In ieder
geval is al duidelijk gebleken dat het iemand zal moeten zijn met
uitzonderlijke capaciteiten, een grote stressbestendigheid, grote
overlegcapaciteiten en grote communicatieve vaardigheden. Kortom,
echt een witte raaf.

Ik heb één bijkomend vraagje. Ik begrijp min of meer uit het antwoord
van de minister dat het standpunt dat premier Verhofstadt vorige
week heeft gegeven aangaande de hervorming van de Veiligheid van
de Staat, nog niet is bediscussieerd in de regering?
01.03 Dylan Casaer (sp.a-spirit):
Nous attendons avec impatience
les candidatures au poste
d'administrateur général de la
Sûreté de l'État, qui exige des
qualités exceptionnelles. La
réponse de la ministre indique que
la position du premier ministre n'a
pas encore été discutée au sein
du gouvernement.
01.04 Laurette Onkelinx, ministre: Je pense que le premier ministre
a dit que nous attendions bien entendu les rapports du Comité I et du
Comité P pour tirer tous les enseignements tant en ce qui concerne la
Sûreté de l'État, que les services de police, la coordination, etc. Il est
normal que nous attendions ces rapports-là. Maintenant, si vous me
demandez mon avis personnel sur l'intégration de la Sûreté de l'État
dans la sphère du ministère de l'Intérieur, c'est un non absolu.
01.04 Minister Laurette
Onkelinx: Wij wachten op de
verslagen van de Comités I en P,
maar, wat mij betreft, is er geen
sprake van dat de Staatsveiligheid
in het departement Binnenlandse
Zaken zou worden geïntegreerd.
01.05 Dylan Casaer (sp.a-spirit): Dat is duidelijk. Waarvan akte.
01.05 Dylan Casaer (sp.a-spirit):
C'est clair.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De voorzitter: De heer Casaer heeft nog een vraag op punt 17 van de agenda en hij heeft de andere
commissieleden vriendelijk verzocht ze nu te mogen stellen.
02 Vraag van de heer Dylan Casaer aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
toepassing van de richtlijn omtrent verkeersagressie" (nr. 10744)
02 Question de M. Dylan Casaer à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "l'application
de la directive relative aux comportements agressifs dans la circulation" (n° 10744)
02.01 Dylan Casaer (sp.a-spirit): Mevrouw de voorzitter, de
vriendelijke collega's verzetten zich niet tegen mijn korte vraag die de
verkeersagressie betreft.

Vorige week was er in Antwerpen een assisenzaak rond deze
problematiek. Uit studies die vooral dateren uit de jaren '90 blijkt dat
er een toegenomen gevoel van verkeersagressie is. Tachtig procent
zegt dat ze al vormen van verkeersagressie heeft waargenomen en
50% geeft zelfs toe ooit zelf agressief te zijn geweest in het verkeer.

Mevrouw de minister, uw voorganger minister Verwilghen werkte
destijds een richtlijn uit inzake verkeersagressie, in samenwerking
met het College van procureurs-generaal en met een aantal andere
betrokken diensten.
02.01 Dylan Casaer (sp.a-spirit):
D'après des études réalisées dans
les années 90, 80% de la
population a déjà été témoin de
faits d'agressivité dans la
circulation routière et 50% des
personnes interrogées admettaient
avoir déjà été elles-mêmes
agressives au volant. A l'époque,
le ministre Verwilghen avait rédigé
une directive en collaboration avec
le collège des procureurs
généraux et d'autres services
concernés.
14/03/2006
CRIV 51
COM 888
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
Ik wil u naar aanleiding van, enerzijds, deze richtlijn en, anderzijds, de
assisenzaak die vorige week in Antwerpen plaatsvond, de volgende
vragen stellen.

Werd tijdens uw bestuursperiode een evaluatie gemaakt van deze
richtlijn? Indien ja, wat zijn daarvan de resultaten?

Bent u van mening dat deze richtlijn tegemoetkomt aan de huidige
vormen van verkeersagressie? Meent u dat bijvoorbeeld ook
straatraces onder deze richtlijn kunnen vallen?

Kunt u meedelen met welk bedrag de minnelijke schikkingen worden
verhoogd indien er sprake is van een vorm van verkeersagressie?
Bestaat hierover ook uniformiteit tussen de verschillende parketten?

Bent u voorstander van een uitbreiding van de wet die voorziet in hulp
aan slachtoffers specifiek naar slachtoffers van verkeersagressie?
Y a-t-il déjà eu une évaluation de
cette directive? Si oui, quels en
sont les résultats? Cette directive
est-elle suffisante pour endiguer
l'agressivité sur la route? Les
"rodéos urbains" peuvent-ils entrer
dans le champ d'application de
cette directive? Quel effet les faits
d'agressivité dans la circulation
routière ont-ils sur les
transactions? La ministre est-elle
favorable à l'idée d'étendre aux
victimes de ce type d'agressions la
loi accordant une aide aux
victimes d'actes intentionnels de
violence?
02.02 Minister Laurette Onkelinx: Mevrouw de voorzitter, mijnheer
Casaer, aangezien er vandaag geen specifieke tenlastelegging
bestaat met betrekking tot verkeersagressie, bestaan er dus ook geen
statistische gegevens hierover.

Terwijl deze richtlijn in het begin met enig scepticisme werd
ontvangen bij de parketten en de politiediensten, gelet op de
moeilijkheid bij de vaststelling van agressieve gedragingen, zijn de
parketten en de politiediensten zich echter geleidelijk aan bewust
geworden van dit fenomeen en werden de noodzakelijke technische
middelen ontwikkeld om de vaststelling van deze gedragingen
mogelijk te maken.

Zo beschikken de politiediensten, waaronder die van de federale
politie, over voertuigen met camera's die dergelijke vaststellingen
kunnen vastleggen. De eenheden van de federale wegpolitie
beschikken bijvoorbeeld over voertuigen met het zogenaamde
Provida-systeem.

De richtlijn komt volgens mij tegemoet aan de huidige vormen van
verkeersagressie. Straatracen vallen zonder enige twijfel ook onder
de definitie van verkeersagressie zoals omschreven in de ministeriële
richtlijn.

De ministeriële richtlijn voorziet inderdaad in een verhoging van de
minnelijke schikkingen wanneer het om een overtreding gaat die als
agressief kan worden bestempeld. In de praktijk is het echter zo dat
agressieve overtredingen ofwel aanleiding geven tot strafbemiddeling
waarbij de overtreder een aangepaste vorming moet volgen, ofwel tot
effectieve vervolging voor de politierechtbank en in extreme gevallen
voor de correctionele rechtbank.

Wanneer er slachtoffers zijn van verkeersagressie en de
verkeersagressie kan worden omschreven als het toebrengen van
opzettelijke slagen en verwondingen of als kwaadwillige belemmering
van het verkeer, artikel 406 van het Strafwetboek, dan kunnen deze
slachtoffers zich reeds wenden tot het Fonds voor slachtoffers van
opzettelijke gewelddaden wanneer de voorwaarden daartoe zijn
vervuld.
02.02
Laurette Onkelinx,
ministre: Étant donné qu'il n'existe
pas de chef d'accusation
spécifique pour les faits
d'agressivité dans la circulation
routière, il n'existe pas non plus de
statistiques à ce sujet. Vu la
difficulté d'établir le caractère
agressif de certains actes, la
directive a été accueillie au départ
avec un certain scepticisme par
les parquets et les services de
police. Depuis lors, ceux-ci ont
développé les moyens techniques
nécessaires pour pouvoir établir
ces constats à l'aide de caméras
et du système Provida. La
directive couvre les formes
courantes d'agressivité dans la
circulation routière, y compris les
"rodéos urbains". Elle prévoit une
augmentation des sommes
prévues dans le cadre de
transactions lorsque l'infraction
peut être qualifiée d'agressive.
Dans la pratique, les infractions
agressives donnent lieu à des
médiations pénales ou à des
poursuites devant les tribunaux de
police ou les juridictions
correctionnelles.

Lorsqu'une telle infraction revient à
infliger des coups ou des
blessures volontaires ou lorsqu'on
peut y voir une entrave méchante
à la circulation, les victimes
peuvent s'adresser au Fonds des
victimes si toutes les conditions
pour ce faire sont remplies. Dans
CRIV 51
COM 888
14/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
Wanneer de verkeersagressie niet zo kan worden omschreven, dan
zullen de slachtoffers daarop geen beroep kunnen doen. De
slachtoffers van verkeersongevallen worden evenwel reeds vergoed
door de autoverzekering of bij gebrek daaraan door het
Gemeenschappelijke Motorwaarborgfonds. Het lijkt met dan ook niet
onmiddellijk opportuun om de wetgeving in verband met hulp aan
slachtoffers van opzettelijke gewelddaden aan te passen.
pareil cas, les victimes d'accidents
de la route sont toutefois
indemnisées par l'assurance auto
ou par le Fonds commun de
garantie automobile. Il ne me
semble donc pas nécessaire de
modifier la législation.
02.03 Dylan Casaer (sp.a-spirit): Het was een informatieve vraag. Ik
dank de minister voor haar antwoord.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van de heer Stijn Bex aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
amnestieregeling voor vergunningsplichtige wapens" (nr. 10490)
03 Question de M. Stijn Bex à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "la règle de
l'amnistie pour les armes soumises à autorisation" (n° 10490)
03.01 Stijn Bex (sp.a-spirit): Mevrouw de voorzitter, mevrouw de
vice-eerste minister, enkele weken geleden heeft gouverneur André
Denys van Oost-Vlaanderen aangekondigd dat in die provincie in het
laatste weekend van april een inzamelactie zal worden gehouden voor
vergunningplichtige wapens.

Mij is bekend dat de Leuvense lokale politie lokale wapenbezitters
aanmoedigt om hun wapen in te leveren. Ik ben groot voorstander van
dergelijke acties. Ik ben ook verheugd dat u heeft laten uitschijnen dat
ook u daar blij mee was. Ik verwijs trouwens naar het wetsvoorstel dat
wij met de spiritcollega's hebben ingediend voor een strengere
wapenwet en waarin wij ook pleiten om bij het invoeren van die
wetgeving in een korte periode te voorzien in een amnestiewetgeving.
Daarmee kunnen we proberen om zoveel mogelijk van de naar
schatting twee miljoen wapens die in onze samenleving circuleren, uit
de samenleving te halen en te laten vernietigen.

In het buitenland zijn zeer veel van die inzamelacties bekend en
succesrijk. In Washington krijgen particulieren voor de inlevering van
hun wapen bij het politiecommissariaat een vergoeding van honderd
dollar en de garantie van anonimiteit. Die aanpak is volgens
verschillende rapporten echt succesvol. Een inzamelactie door de
Australische overheid heeft er in 1996 voor gezorgd dat maar liefst
een half miljoen wapens werden ingeleverd. Die actie heeft dan wel
tweehonderdvijftig miljoen Australische dollar gekost, maar blijkbaar
vond men het toch de moeite waard dat daarin te investeren. Ook in
Groot-Brittannië heeft dergelijke grootschalige inzamelactie
plaatsgevonden.

Mevrouw de minister, ik juich dus dergelijk initiatief toe, maar vraag
mij af of dit niet meer gecoördineerd zou kunnen gebeuren. Ik zou
graag enkele vragen stellen daarover.

Ten eerste, heeft er overleg plaatsgevonden tussen de provincie
Oost-Vlaanderen en het kabinet van de minister over de juiste
modaliteiten en voorwaarden om dergelijke actie te kunnen
organiseren? Of werd het aan de lokale parketten overgelaten om
daarover afspraken te maken met de provincie?
03.01 Stijn Bex (sp.a-spirit): Le
gouverneur André Denys souhaite
organiser en Flandre orientale une
opération de collecte des armes
soumises à autorisation. La
ministre applaudit. Dans notre
proposition de durcissement de la
loi sur les armes, nous plaidons
pour une règle d'amnistie
permettant la remise des armes.
Ce type d'opération de collecte a
connu un grand succès aux Etats-
Unis, en Australie et en Grande-
Bretagne.

Y a-t-il eu concertation entre la
province de Flandre orientale et le
cabinet de la Justice? Comment
les citoyens vont-ils être informés
de cette action? Qui est
responsable du bon déroulement
de l'opération? Un accord a-t-il été
passé avec le Banc d'épreuves de
Liège pour la destruction de ces
armes? Comment y seront-elles
acheminées? Les autres provinces
seront-elles encouragées à suivre
cet exemple? Combien cette
opération va-t-elle coûter et qui en
supportera les frais? Envisage-t-
on d'indemniser les citoyens qui
remettront leur arme?
14/03/2006
CRIV 51
COM 888
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
Ten tweede, op welke manier worden de burgers van die actie op de
hoogte gebracht? Wie is er verantwoordelijk voor de actie? Wie zorgt
ervoor dat alles vlot en veilig verloopt? Die informatie is toch heel
belangrijk: ze moet heel toegankelijk zijn, wil men er een succes van
maken.

Ten derde, is er al een akkoord tussen de provincie Oost-Vlaanderen
en de proefbank van Luik om de ingezamelde wapens te vernietigen?
Onder welke condities zal de overdracht van deze wapens gebeuren?

Ten vierde, worden andere provincies aangemoedigd dit voorbeeld te
volgen? Ik heb de provinciegouverneur van Vlaams-Brabant, de heer
De Witte, al aangeschreven. Als dit een succes wordt, overweegt hij
daarin mee te gaan. Ik denk dus dat er bij andere
provinciegouverneurs zeker bereidheid is om in dergelijke actie mee
in te stappen.

Ten vijfde, wat zal de kostprijs van deze actie zijn? Wie zal die
dragen? Zal bijvoorbeeld worden overwogen om de burger die een
wapen inlevert, te vergoeden voor de investering die hij heeft gedaan
voor het wapen dat hij heeft aangekocht?

Het klinkt op het eerste gezicht gek, maar blijkbaar is dat in het
buitenland wel een noodzakelijke stimulans om mensen ertoe aan te
zetten om hun wapen in te leveren.

Tot slot een vraag die ik vandaag zeker wil stellen, wanneer komt het
wetsontwerp voor een strengere wapenwet van de regering eindelijk
naar het Parlement? Ik vraag u dat omdat ik vrees dat wij zouden
kunnen verzeilen in het probleem van de vorige legislatuur, waar wij
er bijna in geslaagd zijn om de wapenwet te verstrengen, maar waar
het Parlement uiteindelijk te lang heeft getalmd en de wet niet kon
worden gestemd voor de verkiezingen. Ik vind dat wij tijdens deze
legislatuur absoluut moeten vermijden om in een dergelijke situatie
verzeild te geraken. Ik zou u dus willen oproepen om dit ontwerp zo
snel mogelijk naar het Parlement te brengen.
03.02 Minister Laurette Onkelinx: Noch mijn kabinet, noch het
departement werd bij dit project betrokken. Het is het resultaat van
een initiatief van de gouverneur met het akkoord van de procureur
des Konings en de lokale politie in het kader van het provinciaal
veiligheidsoverleg. De modaliteiten van deze operatie, de
veiligheidsvoorwaarden en de eventuele samenwerking met de
proefbank van Luik zijn mij niet bekend.

Er vond op 10 maart een debriefing plaats tussen de genoemde
lokale autoriteiten. Ik ontving de gevraagde informatie gisteren.

Volgens de door de gouverneur geciteerde studies en de cijfers die
werden verstrekt door de federale politie kan het aantal zwarte
wapens die illegaal in het bezit zijn in de provincie Oost-Vlaanderen
op 4.000 worden geschat. Dit heeft de overheid ertoe gebracht een
preventieve actie op te starten die eruit bestaat dat men de bezitters
van legale of illegale wapens en munitie die er zich van willen
ontdoen, uitnodigt deze wapens of munitie gedurende het weekend
van 22 en 23 april 2006 over te dragen aan de politie.

Deze overdracht zal zonder kosten gebeuren, waarbij een proces-
03.02
Laurette Onkelinx,
ministre: Ni mon cabinet, ni le
département n'ont été associés à
ce projet. Il s'agit d'une initiative du
gouverneur dans le cadre de la
concertation de sécurité
provinciale.

Selon les chiffres de la police
fédérale, la Flandre orientale
compte environ 4.000 armes
illégales. C'est pourquoi il est
proposé aux détenteurs d'armes et
de munitions légales ou illégales
de les remettre à la police les 22
ou 23 avril 2006. L'opération est
gratuite et un procès-verbal de
cession volontaire sera dressé ou
il sera procédé à une
régularisation classique de l'arme.
Chaque arme fera l'objet d'une
CRIV 51
COM 888
14/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
verbaal van vrijwillige afstand zal worden opgemaakt of zal bestaan
uit een klassieke administratieve regularisatie van het voorgelegde
wapen. Elk wapen zal het voorwerp zijn van een veiligheidsverificatie
via het centraal wapenregister en zal daarna worden afgegeven bij de
griffie van de rechtbank van eerste aanleg met het oog op een latere
overdracht voor vernietiging.

Ik zal het verloop van deze actie nauwlettend opvolgen. De resultaten
ervan zullen worden geanalyseerd met het oog op een eventueel
gebruik ervan op een grotere schaal.
vérification de sécurité par le biais
du Registre central des armes et
sera ensuite remise au greffe du
tribunal de première instance en
vue d'un transfert ultérieur pour sa
destruction.

J'analyserai attentivement les
résultats de cette action en vue de
son éventuel élargissement.
Quant au projet de loi, il est au parlement. Il faudra qu'il soit inscrit
prochainement à l'ordre du jour de notre commission. Tout comme
vous, j'espère qu'on pourra le voter sous la présente législature.
Hopelijk kunnen we tijdens deze
zittingsperiode over het ontwerp
stemmen.
03.03 Stijn Bex (sp.a-spirit): Mevrouw de voorzitter, mevrouw de
vice-eerste minister, ik wil u danken voor uw antwoord.

Ik had ook zelf reeds begrepen dat het een provinciaal initiatief betrof.
Het is echter goed dat u dit met de nodige aandacht zult opvolgen,
met name daar waar het gaat over de vernietiging van de wapens die
ingezameld worden. Het is toch zeer belangrijk dat die wapens
effectief worden vernietigd en dat die niet op een of andere manier
terug in de maatschappij of in andere landen terecht zouden komen.
Dan hebben wij immers slechts een vestzak-broekzakoperatie
doorgevoerd.

De schatting van 4000 illegale wapens voor de provincie Oost-
Vlaanderen zou ik zelf eerder aan de minimalistische kant durven
noemen. Er circuleren ook andere cijfers, namelijk dat er naar
schatting 2 miljoen wapens in ons land zouden circuleren. Als men
weet dat er ongeveer 600.000 geregistreerd zijn, dan lijkt mij dat cijfer
van 4.000 voor de provincie Oost-Vlaanderen zeer minimalistisch.

Ik ben verheugd dat u ook overweegt om hieraan nationaal gevolg te
geven. Bij de bespreking in het Parlement, die wij hopelijk zo spoedig
mogelijk kunnen voeren, zal ik erop aandringen om een artikel op te
nemen in de wet dat echt voorziet in een grootschalige
regularisatiecampagne of inzamelactie zodra de wet in voege treedt.
03.03 Stijn Bex (sp.a-spirit): Le
fait que la ministre suive ce projet
est positif. La destruction de ces
armes revêt la plus grande
importance mais il est important
de veiller à ce que ces armes ne
soient pas réutilisées dans
d'autres circuits. Je crains que le
nombre d'armes illégales n'ait été
largement sous-estimé. En
Belgique, il y aurait deux millions
d'armes dont 600.000 seulement
sont enregistrées. J'espère que la
nouvelle loi sur les armes
comprendra un article qui
permettra de mener une
campagne de régularisation ou
une opération de collecte à grande
échelle.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan de vice-eerste minister en minister van Justitie
over "de resultaten van het onderzoek met betrekking tot het invoeren van het elektronisch toezicht
als autonome straf" (nr. 10516)
04 Question de Mme Sabien Lahaye-Battheu à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur
"les résultats de l'étude relative à l'introduction de la surveillance électronique comme peine
autonome" (n° 10516)
04.01 Sabien Lahaye-Battheu (VLD): Mevrouw de vice-premier, het
regeerakkoord voorziet erin dat men van het elektronisch toezicht een
autonome straf maakt, wat betekent dat de rechter elektronisch
toezicht als straf kan opleggen. Tijdens de Ministerraad van 30 en 31
maart 2004, bijna twee jaar geleden, werd besloten om het Nationaal
Instituut voor Criminalistiek en Criminologie een onderzoeksopdracht
toe te vertrouwen om het kader te bepalen waarin het elektronisch
toezicht daadwerkelijk als autonome straf kan worden gebruikt.
04.01 Sabien Lahaye-Battheu
(VLD): L'accord de gouvernement
prévoit que la surveillance
électronique deviendra une peine
autonome. Les 30 et 31 mars
2004, le Conseil des ministres a
chargé l'Institut national de
Criminalistique et de Criminologie
14/03/2006
CRIV 51
COM 888
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
Volgens mijn inlichtingen zou dit onderzoek in oktober vorig jaar zijn
afgerond.

Ik had u nu graag gevraagd welke conclusies er getrokken worden uit
dit onderzoek. Hoe staat u tegenover deze conclusies? Wat zult u nu
doen om die regeringsbeslissing verder uit te voeren en het
elektronisch toezicht als autonome straf in te schrijven in onze wet?
(INCC) d'une mission d'étude
visant à définir le cadre de cette
nouvelle mesure. Quelles
conclusions peut-on tirer de cette
étude? Quelles actions la ministre
compte-t-elle entre-prendre?
04.02 Minister Laurette Onkelinx: Ter herinnering, er werd besloten
dat een onderzoeksopdracht zou worden uitgevoerd, die een aanvang
nam op 1 oktober 2004 en werd afgerond op 30 september 2005,
teneinde te bepalen onder welke voorwaarden het elektronisch
toezicht zou kunnen worden ingesteld als autonome straf. De
rechtsleer onderstreept immers meestal de risico's van net widening
indien deze maatregel bij wijze van autonome straf wordt ingevoerd.

Tijdens de Ministerraad van 30 en 31 maart was gebleken dat het
elektronisch toezicht alleen een terecht alternatief kon zijn voor de
vrijheidsberovende straf indien ze in de praktijk effectief wordt
uitgesproken voor feiten die thans aanleiding geven tot
onvoorwaardelijke vrijheidsberovende straffen. Zo was gebleken dat
het elektronisch toezicht als autonome straf de huidige
vrijheidsberovende straffen van drie jaar of minder zou moeten
vervangen.

Het door het NICC uitgevoerde onderzoek heeft allereerst opnieuw de
moeilijkheid onderstreept om van het elektronisch toezicht een
autonome straf te maken vanuit het oogpunt om erop beroep te doen
om een gevangenisstraf te verminderen. Volgens de onderzoekers is
de kans immers groot dat er dan een uitbreiding zal komen van het
strafrechtelijk net en dat er zich eveneens een klassenjustitie gaat
ontwikkelen.

Nog steeds volgens de onderzoekers, zijn de magistraten geen
vragende partij voor een nieuwe straf van dit type. De conclusies van
het onderzoek hebben aangetoond dat het moeilijk, zoniet onmogelijk
was om het elektronische toezicht voor te behouden voor bepaalde
categorieën wetsovertredingen. Voor het overige verwijs ik u naar de
conclusies van het onderzoek die zeer binnenkort op de website van
het NICC zullen kunnen worden geraadpleegd.

Ten tweede, mijns inziens heeft dit onderzoek nogmaals de
problemen in verband met de instelling van het elektronische toezicht
als autonome straf op de voorgrond gebracht, evenals het belangrijke
risico dat het geen effect zou hebben op de omvang van de
gevangenispopulatie. De onderzoekers hebben ook aangetoond hoe
moeilijk het is om een kader te kunnen vastleggen binnen hetwelk het
elektronische toezicht als autonome straf zou kunnen evolueren. Ik
heb middels dit onderzoek niet de waarborgen gevonden die me
absoluut noodzakelijk lijken te zijn vooraleer deze richting uit te gaan.

Ten derde, er werd bovendien een tweede studie aangevat. Deze
heeft betrekking op de evaluatie van de huidige reglementering en
van de beslissings- en werkprocessen inzake het elektronische
toezicht, zoals dat thans werkt. Deze overheidsopdracht bij
aanbesteding werd toevertrouwd aan de Université Catholique de
Louvain en de Vrije Universiteit Brussel. De werkzaamheden zijn
bezig en de resultaten worden verwacht voor de herfst van 2006. Het
04.02
Laurette Onkelinx,
ministre: Une étude a
effectivement été menée pour
déterminer dans quelles conditions
la surveillance électronique
pouvait être instaurée en tant que
peine autonome. Cette étude a été
clôturée le 30 septembre 2005.

Dans son rapport, l'INCC indique
en premier lieu que cette mesure
se traduira par une extension du
réseau pénal. On risque
également de voir se développer
une justice de classes. Selon
l'institut, les magistrats ne sont
dès lors pas demandeurs d'une
nouvelle peine de ce type.

L'étude montre également qu'il est
difficile, voire impossible, de
réserver la surveillance à certaines
catégories d'infractions. En outre,
il paraît difficile d'arrêter un cadre
au sein duquel la surveillance
électronique pourrait évoluer en
tant que peine.

Les conclusions de l'enquête
pourront bientôt être consultées
sur le site de l'INCC. Elles ne
m'apportent cependant pas encore
les garanties dont j'ai besoin pour
procéder à une modification de loi.

Entre-temps, l'UCL et la VUB
procèdent à une évaluation de la
réglementation actuelle et du
fonctionnement de la surveillance
électronique. Les résultats de
cette évaluation sont attendus en
automne 2006. J'attendrai aussi
ces conclusions avant de procéder
à des modifications législatives.
CRIV 51
COM 888
14/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
spreekt voor zich dat het passend is te wachten op de conclusies van
dit onderzoek, alvorens over te gaan tot wetgevende wijzigingen.
04.03 Sabien Lahaye-Battheu (VLD): Mevrouw de minister, met het
antwoord dat u geeft kan ik nog niet echt uitgebreid repliceren. U zegt
dat het rapport zelf binnenkort op de website van het NICC komt. Ik
zal in eerste instantie dat rapport...
04.04 Minister Laurette Onkelinx: `Zal binnenkort'.
04.05 Sabien Lahaye-Battheu (VLD): `Zal binnenkort', ja. Ik zal dat
rapport nalezen.

Wel stel ik vast dat u ­ als ik het zo mag zeggen ­ toch wat een koele
minnaar bent van het elektronisch toezicht, niet alleen in de fase van
de uitvoering, maar hier nu ook als autonome straf. Ik stel enkel vast
dat de regering beslist heeft om het elektronisch toezicht in te voeren
als autonome straf. Uit de studie die er geweest is concludeert u dat
dat niet opportuun is, of heel moeilijk zou zijn. Natuurlijk hebben wij,
de parlementsleden, nog geen kennis kunnen nemen van die studie.
Het is dus te vroeg om er al inhoudelijk op te repliceren.

Het laatste dat u zei, namelijk dat er nog een bijkomende studie is
besteld, geeft me echter een beetje de indruk dat dit dossier op de
lange baan wordt geschoven en dat de beslissing die binnen de
regering is genomen, er niet zal komen. Ik zal dus eerst het rapport
inhoudelijk nalezen en dan op dit onderwerp terugkomen.
04.05 Sabien Lahaye-Battheu
(VLD): Avant de me prononcer sur
le contenu des conclusions,
j'attendrai d'avoir pu lire le rapport
complet de l'INCC. La demande
d'une deuxième étude montre bien
que ce dossier est traîné en
longueur. Il me semble pourtant
que l'accord de gouvernement
était on ne peut plus clair à cet
égard.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van mevrouw Annemie Turtelboom aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over
"de paritaire huurcommissies" (nr. 10538)
05 Question de Mme Annemie Turtelboom à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "les
commissions paritaires locatives" (n° 10538)
05.01 Annemie Turtelboom (VLD): Mevrouw de voorzitter, mevrouw
de vice-eerste minister, op juli 2005 is een project opgestart over de
vormgeving en de toekomstige werking van de paritaire
huurcommissies. Het heeft als doelstelling eventuele huurgeschillen
tussen de huurder en de eigenaar op te lossen en eventuele
richthuurprijzen uit te werken. De voorbereidende vergaderingen zijn
begonnen, maar er duikt een aantal grote knelpunten op.

Als de bemiddelaar van het paritaire comité het noodzakelijk vindt dat
de huurder en de eigenaar samenkomen om een huurgeschil op te
lossen, dan kan de huurder zich laten bijstaan door een
vertegenwoordiger van de huurdersbond. De huurdersbonden
ontvangen echter een subsidie van de overheid om hun huurders bij
te staan, en dat geldt niet voor de eigenaarsbonden, die voor hun
werking volledig zelfbedruipend zijn. Zij kunnen de eigenaars
noodzakelijkerwijze alleen bijstaan tegen betaling. Dat bedreigt het
voorbestaan van sommige eigenaarsbonden. Zij zijn bovendien de
mening toegedaan dat men bij een eventueel huurgeschil
logischerwijze het gerecht zijn werk moet laten doen.

Bovendien zouden in sommige provincies al bemiddelaars zijn
gevonden, maar in Gent heeft men de grootste moeilijkheden er een
05.01 Annemie Turtelboom
(VLD): Le projet pilote relatif à la
création et au futur fonctionnement
des commissions paritaires
locatives est en cours depuis le 1
er
juillet 2005. Ces commissions ont
pour objet de résoudre les litiges
locatifs et de fixer des loyers
indicatifs.

De nombreux problèmes se
posent toutefois. Ainsi, un
médiateur de la commission
paritaire peut estimer utile de
réunir le locataire et le propriétaire
pour résoudre un litige. Le
locataire peut demander
l'assistance d'un représentant
d'une association de locataires,
qui perçoit des subventions
publiques à cet effet. Les
associations de propriétaires
14/03/2006
CRIV 51
COM 888
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
te vinden. De reden zou voornamelijk budgettair zijn. Er is immers een
bedrag van slechts 50.000 euro ter beschikking gesteld voor twee
jaar. Het blijkt zeer moeilijk voor dat bedrag iemand te vinden die iets
van bemiddeling afweet en iets van huurwetgeving kent.

Een ander probleem dat zich bij de paritaire huurcommissies voordoet
is dat bij de voorbereidende gesprekken er problemen zijn gerezen
met de richthuurprijzen, omdat men zich voor de gegevens over de
hoogte van de huurprijzen baseert op huurprijzen van 1975. Dat is
natuurlijk een absoluut onrealistisch vertrekpunt. Bovendien
verschillen de huurprijzen in de stad heel sterk van wijk tot wijk en is
er een hele grote diversiteit tussen de woningen. Men heeft dus
problemen met de richthuurprijzen. Men vraagt zich af of men niet
naar het buitenland kan kijken om te onderzoeken of er daar geen
bruikbare systemen zijn die zouden kunnen worden overgenomen.
Ook wat dat betreft, moet er nog een heel lange weg worden
afgelegd.

Mevrouw de vice-eerste minister, ik had graag een antwoord op de
volgende vragen. Bent u op de hoogte van die problemen?

Wat is uw mening over de discriminatie in bijstand van de
eigenaarsbonden, enerzijds, en de huurdersbonden, anderzijds? Hebt
u een oplossing daarvoor?

Hoe zullen de paritaire comités in de toekomst worden
samengesteld?

Is er al een bemiddelaar in Gent op komst? Heeft men er al iemand
voor gevonden?

Vindt u de richthuurprijzen, gebaseerd op de prijzen van 1975,
werkbaar? Hebt u eventueel een alternatief voorstel om tot een
adequaat rooster van richthuurprijzen te komen? Kent u systemen in
het buitenland op dat vlak die in België zouden kunnen worden
gehanteerd? Zo ja, kunt u dat toelichten?
doivent assumer elles-mêmes ces
frais. Il est d'ailleurs impossible de
trouver un médiateur à Gand, pour
des raisons budgétaires
apparemment. Pour fixer les
loyers indicatifs, il semblerait que
l'on se base sur les loyers de
1975. Cette référence est
totalement irréaliste.

La ministre est-elle informée des
problèmes et de la discrimination
entre locataires et propriétaires en
ce qui concerne l'aide financière?
Comment les commissions
paritaires seront-elles constituées
à l'avenir? Parviendra-t-on à
trouver un médiateur à Gand? La
ministre estime-t-elle que des
loyers indicatifs basés sur les prix
de 1975 sont réalistes? Connaît-
elle éventuellement d'autres
systèmes mis en oeuvre à
l'étranger?
05.02 Minister Laurette Onkelinx: Ik dank u omdat u me in de
gelegenheid stelt nogmaals een stand van zaken te geven over de
voortgang van de werkzaamheden van de paritaire huurcommissies.

U focust uw vraag op het geval van Gent. Maar ik maak hiervan
gebruik om u mee te delen dat zowel in Brussel als in Charleroi, de
zaken meer dan goed verlopen aangezien er reeds overeenkomsten
zijn getekend of weldra zullen worden getekend. Dat betekent
eveneens dat een aantal problemen die u in uw vraag aanhaalt, in
feite eigen zijn aan Gent en dus geen globale impact hebben.

Wat uw verdere vragen betreft, is het juist dat het systeem in een
bemiddelaar tussen de verschillende partijen voorziet in de paritaire
commissie alvorens de zaak voor de vrederechter wordt gebracht. We
weten dat men in Gent problemen heeft om bemiddelaars aan te
werven. In de twee andere proefprojecten heeft men dit probleem
niet. De vacatures staan al verschillende weken open. Volgens de
laatste berichten loopt de procedure nog steeds.

We zullen waarschijnlijk meer weten tijdens het begeleidingscomité
dat nu donderdag samenkomt. Via dit comité zijn we in contact met
05.02
Laurette Onkelinx,
ministre: Ces projets pilotes
fonctionnent sans aucune difficulté
à Bruxelles et à Charleroi. La
plupart des problèmes évoqués ne
se posent donc qu'à Gand.

Le système prévoit en effet la
présence d'un médiateur au sein
des commissions paritaires. La
ville de Gand est la seule à
éprouver des difficultés à en
trouver un. J'en apprendrai sans
doute plus lors du comité
d'accompagnement du 16 mars
prochain. Nous espérons trouver
rapidement la personne adéquate.

Le projet dépend dans une large
mesure de la participation active
des associations représentatives
CRIV 51
COM 888
14/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
de Gentse autoriteiten om dit dossier op te volgen. We hebben goede
hoop dat de juiste persoon snel zal worden gevonden.

Wat de representatieve huurders- en eigenaarsbonden betreft, is het
duidelijk dat het project zeer sterk berust op hun actieve deelname. In
Brussel en Charleroi levert dat geen enkel probleem op, noch van de
kant van de huurders, noch van de kant van de eigenaars. U heeft het
niettemin over een discriminatie tussen beide partijen omdat de ene
subsidies ontvangt en de andere niet. Sta me toe u eraan te
herinneren dat zowel de erkenning als de daarop volgende
financiering van deze bonden, zowel die van de huurders als die van
de eigenaars, tot de bevoegdheid van de Gewesten behoort.

De samenstelling van de paritaire commissies was van bij het begin
zeer duidelijk: vertegenwoordigers van de huurders en van de
eigenaars, een vertegenwoordiger van het Gewest, een
vertegenwoordiger van de stad, een vertegenwoordiger van de
administratie van het kadaster voor het aspect huurroosters, een
vrederechter en een bemiddelaar.

Aangezien het om drie proefprojecten gaat, zullen we na afloop van
de proefperiode van achttien maanden evalueren of deze
samenstelling adequaat is.

U hebt het ook over de indicatieve huurroosters en het feit dat om
deze vast te leggen, de paritaire commissie zouden vertrekken van de
huurprijzen van 1975. Ik wil in de eerste plaats preciseren dat het elke
paritaire commissie vrij staat haar methodologie vast te leggen. Ik kan
me inbeelden dat het hier gaat over de laatste vaststelling van het
kadastraal inkomen. Ik wil echter preciseren dat mijn
vertegenwoordigers in het begeleidingscomité hebben aangedrongen
op een objectieve methodologie van vastlegging zonder verwijzing
naar het verleden. Bovendien hebben de vertegenwoordigers van de
stad Gent mij op geen enkel moment laten weten dat ze een
dergelijke methode zouden gebruiken.
de locataires et de propriétaires.
Toutefois, si une discrimination
financière était constatée entre les
deux groupes, ce problème ne
relèverait pas de ma compétence
mais de celle des Régions.

La composition des commissions
paritaires était claire dès le début:
des représentants de locataires et
de propriétaires, un représentant
de la Région, de la ville et de
l'administration du cadastre, un
juge de paix et un médiateur. À
terme, nous déterminerons si cette
composition est adéquate.

Chaque commission paritaire peut
fixer librement sa propre
méthodologie. Mes représentants
au sein du comité
d'accompagnement ont toutefois
insisté pour qu'une méthodologie
objective soit appliquée dans la
fixation des loyers indicatifs, sans
référence au passé. Les
représentants de la ville de Gand
ne m'ont jamais dit qu'ils
travaillaient sur la base de loyers
indicatifs de 1975.
05.03 Annemie Turtelboom (VLD): Mevrouw de voorzitter, mevrouw
de minister, ik dank u voor uw antwoord.

Ik ben blij dat uit uw informatie blijkt dat twee van de drie projecten
perfect verlopen. Ik heb echter gewezen op een aantal problemen in
verband met het project dat in Vlaanderen - in Gent - werd opgestart.

Wat de richthuurprijzen betreft, blijft er nog een probleem inzake de
referentieperiode. Men moet ergens van vertrekken. U stelt dat men
zelf kan kiezen waarvan men vertrekt. Men moet van iets objectief
kunnen vertrekken waarop men dan verder kan bouwen.

Ik heb daarom verwezen naar het buitenland waar men voor een
aantal zaken, en zeker voor de richthuurprijzen, al een stuk verder
gaat. Het is volgens mij belangrijk die systemen te bekijken en na te
gaan op welke manier we ze zouden kunnen implementeren in België.
Het is immers heel cruciaal dat, wanneer men op een bepaald
moment richthuurprijzen zou moeten hanteren, deze op een zeer
goede en evenwichtige manier werden vastgelegd.
05.03 Annemie Turtelboom
(VLD): Je me réjouis de constater
que deux projets sur trois
fonctionnent bien. La question de
la période de référence pour les
loyers indicatifs continue toutefois
à poser problème. Une base
objective doit être appliquée. Ne
peut-on examiner comment les
systèmes appliqués dans les pays
étrangers, qui sont déjà plus
avancés en la matière, peuvent
l'être en Belgique?
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
14/03/2006
CRIV 51
COM 888
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
06 Question de M. Melchior Wathelet à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur
"l'encodage par les services de police des actes à caractère raciste" (n° 10540)
06 Vraag van de heer Melchior Wathelet aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "het
registreren door de politiediensten van daden van racisme" (nr. 10540)
06.01 Melchior Wathelet (cdH): Madame la présidente, madame la
ministre, en date du 22 décembre 2005, le Collège des procureurs
généraux a adopté un texte visant à permettre l'encodage précis par
les membres de nos services de police des actes violents et de les
qualifier de racistes, si tel est le cas.

Le principe d'imposer aux membres de nos services de police de
cocher une case "acte raciste", lors de la rédaction du procès-verbal
reprenant les actes constatés doit, in fine, assurer une comptabilité
précise des violences racistes.

Le 1
er
janvier 2006, les différentes zones de police locales auraient dû
pouvoir entamer ce travail. Or, le premier avocat de l'Auditorat du
travail de Liège, en charge des questions de racisme au sein du
Collège des procureurs généraux a signalé, dès la mi-janvier 2006,
que les policiers, pas plus que les analystes, n'étaient prêts.

Je souhaiterais savoir, madame la ministre, où en est aujourd'hui
l'application de ce nouveau système d'enregistrement qui me semble
extrêmement intéressant et précieux pour comptabiliser toutes les
violences racistes dont pourraient faire l'objet nos citoyens et y
répondre le mieux possible.
06.01 Melchior Wathelet (cdH):
Op 22 december 2005 keurde het
College van procureurs-generaal
een tekst goed waarbij onze
politiediensten gewelddaden
kunnen registreren en in
voorkomend geval als racistische
daden kunnen aanmerken.

De eerste advocaat-generaal bij
het arbeidsauditoraat van Luik liet
evenwel medio januari 2006 al
weten dat politie noch analisten
klaar waren voor die registratie
van racistisch geweld.

Wat is de huidige stand van de
toepassing van dat nieuwe
registratiesysteem?
06.02 Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur Wathelet, comme vous
le savez, dans son plan "Points de lutte contre toutes les formes de
racisme", le gouvernement m'a chargée ­ à ma demande d'ailleurs ­
d'affiner la nomenclature des actes racistes portés à la connaissance
de la justice. Il s'agit de préciser cette nomenclature afin de permettre
d'identifier les motifs racistes, antisémites et discriminatoires de
certaines infractions tant au niveau policier que judiciaire.

Jusqu'à aujourd'hui, la dimension raciste d'une infraction n'était pas
reprise dans les procès-verbaux de police transmis aux autorités
judiciaires. Cela pose des problèmes, d'une part, d'ordre statistique
pour l'évaluation réelle du phénomène et, d'autre part, de politique
criminelle où il est fondamental d'effectuer cette évaluation pour
mettre en place les meilleurs outils pour lutter efficacement contre le
phénomène. C'est la raison pour laquelle j'ai réuni à plusieurs reprises
tous les acteurs concernés ­ le ministère de l'Intérieur, le service de
Politique criminelle, le parquet général de Liège et le Centre pour
l'égalité des chances ­ afin d'élaborer une circulaire permettant de
mieux appréhender le phénomène.

Comme vous le mentionnez, le Collège des procureurs généraux l'a
définitivement adoptée le 22 décembre dernier. A l'heure où je vous
parle, les derniers détails techniques sont réglés. La circulaire est
donc d'application.
06.02
Minister
Laurette
Onkelinx: De omschrijving van de
racistische daden die aan het
gerecht worden gemeld, moet
worden verfijnd, zodat zowel politie
als gerecht de racistische,
antisemitische en discriminerende
motieven van bepaalde strafbare
feiten kunnen vaststellen.

Ik heb de betrokken actoren
verschillende keren
bijeengebracht, met de bedoeling
een circulaire op te stellen aan de
hand waarvan dit verschijnsel
zowel statistisch als in termen van
strafbeleid beter kan worden
geëvalueerd. Het College van
procureurs-generaal heeft die
rondzendbrief op 22 december
definitief goedgekeurd. De laatste
technische details zijn geregeld.
De circulaire is dus van
toepassing.
06.03 Melchior Wathelet (cdH): Madame la ministre, il semble y
avoir beaucoup de réunions Intérieur/Justice pour le moment! C'est
très positif!
06.03 Melchior Wathelet (cdH):
De talrijke vergaderingen met de
diensten van Binnenlandse Zaken
en Justitie zijn in dat verband een
CRIV 51
COM 888
14/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
Très concrètement, la circulaire prévoit un nouvel aménagement des
procès-verbaux, si je puis m'exprimer ainsi. On pourra donc
mentionner clairement le caractère raciste d'une infraction dans le
procès-verbal.
positief signaal. De circulaire
bepaalt dus dat de processen-
verbaal anders zullen worden
opgesteld, zodat het racistische
karakter van een strafbaar feit
duidelijk kan worden vermeld.
06.04 Laurette Onkelinx, ministre: C'est en effet ce que prévoit la
circulaire.
06.04 Minister Laurette
Onkelinx: Inderdaad.
06.05 Melchior Wathelet (cdH): Je vous remercie, madame la
ministre.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Vraag van de heer Claude Marinower aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "het
uitblijven van het wetsontwerp omtrent de gerechtstolken-vertalers" (nr. 10626)
07 Question de M. Claude Marinower à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur
"l'absence de projet de loi sur les traducteurs et interprètes en justice" (n° 10626)
07.01 Claude Marinower (VLD): Mevrouw de voorzitter, mevrouw de
minister, sta me toe een kleine historiek te maken. Dit is de achtste of
negende vraag over dit onderwerp.

Op 23 december 2004 ­ een goede 15 maand geleden ­ is het
voorontwerp van wet houdende het statuut van de beëdigde vertalers-
tolken en vertalers-tolken goedgekeurd. U hebt het advies van de
Raad van State gevraagd. Dit werd u bij brief van 16 februari 2005
toegestuurd.

Op 4 juli hebt u het ontwerp aangepast aan de opmerkingen van de
Raad van State. Volgens u was de tekst dermate gewijzigd dat het
ontwerp opnieuw moest worden goedgekeurd door de Ministerraad
om daarna opnieuw voor advies naar de Raad van State te worden
gestuurd.

Op 17 januari 2006 hebt u aan mevrouw Vautmans meegedeeld dat
het ontwerp zich in een definitieve fase bevindt om aan de
Ministerraad te bezorgen.

Sinds 2004 zijn we 15 maanden later en het wetsontwerp is er nog
steeds niet. Ik herinner u eraan ­ voor zover dit nodig is - dat er reeds
ettelijke vragen gesteld werden, vooral naar aanleiding van klachten
of opmerkingen geformuleerd door een groep voornamelijk onder
leiding van de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg te
Antwerpen, de heer Moyersoen, en de Lessius-hogeschool vooraleer
u op 23 september 2004 het voorontwerp in de Ministerraad liet
goedkeuren. Daarbovenop is er de kritiek van de Belgische Kamers
van vertalers-tolken en filologen die zich erop beroept dat de minister
van Justitie geoordeeld heeft dat er geen noodzaak is aan
tolkencabines in het nieuwe gerechtsgebouw van Antwerpen. Ik stel
vast dat op een nummer verschil de heer Verherstraeten dezelfde
vraag morgen zal stellen aan de minister bevoegd voor de Regie der
Gebouwen zodat hij het antwoord dat u zult geven mevrouw de
minister in zijn vraag over de tolken en de cabines aan de minister
van Financiën morgen kan aanwenden.
07.01 Claude Marinower (VLD):
L'avant-projet de loi portant le
statut des traducteurs, interprètes
et traducteurs-interprètes jurés,
qui a été approuvé le 23 décembre
2004, a été adapté à l'avis du
Conseil d'État le 4 juillet 2005. Le
texte a été modifié à tel point qu'il
doit de nouveau être soumis au
Conseil des ministres et au
Conseil d'État. Le 17 janvier 2006,
la ministre a assuré à Mme
Vautmans que le projet se trouvait
dans une phase définitive mais il
n'a toujours pas été transmis au
Conseil des ministres.

Des questions relatives à l'avant-
projet ont été posées dès avant le
23 décembre 2004. La
Lessiushogeschool et le président
du tribunal de première instance à
Anvers, entre autres, avaient émis
des réserves. La Chambre belge
des traducteurs, interprètes et
philologues (CBTIP) formule aussi
des critiques à présent et souligne
que la ministre de la Justice n'a
pas jugé utile de doter le nouveau
palais de justice d'Anvers de
cabines d'interprètes.

Quand le nouveau projet de loi
sera-t-il soumis au Conseil des
ministres et aux organes de
conseil? Quand y aura-t-il des
avis? Pourquoi ces lenteurs?
14/03/2006
CRIV 51
COM 888
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
Mevrouw de minister, na zovele vragen en bij gebrek aan een ontwerp
wens ik van u te weten wanneer het nieuwe ontwerp eindelijk zal
worden ingediend op de Ministerraad? Wanneer zal het worden
ingediend bij de diverse adviesorganen? Is er een datum vastgelegd
waarbinnen de adviezen moeten worden meegedeeld? Het advies
van de Raad van State dateert van februari. In juli zou u het ontwerp
op korte termijn laten goedkeuren.

Ten tweede, waarom moet alles zo lang duren? Het ontwerp is toch
reeds aangepast aan de opmerkingen van de Raad van State?

Ten derde, is er reeds zicht op de mogelijke kosten die een statuut
voor de vertalers-tolken met zich zal meebrengen?

Ten vierde, wat is uw standpunt met betrekking tot de tolkencabines
in het nieuwe gerechtsgebouw van Antwerpen en het voorstel om
desgevallend een en ander op te vangen via mobiele cabines?
Combien coûtera l'instauration du
nouveau statut? Quelle est la
position de la ministre concernant
les cabines d'interprètes à
Anvers? Que pense-t-elle de la
proposition de recourir à des
cabines mobiles?
07.02 Minister Laurette Onkelinx: Ik voorzie dat het nieuwe
wetsontwerp zal worden voorgesteld op de Ministerraad van 31 maart
2006 aanstaande. Gelet op de ingrijpende aanpassingen, die het
ontwerp heeft ondergaan naar aanleiding van het eerste advies van
de Raad van State, zal vervolgens opnieuw het advies aan de Raad
van State moeten worden gevraagd.

De fundamentele opmerkingen gemaakt door de Raad van State zijn
er de oorzaak van dat het aanpassen van het ontwerp zo veel tijd in
beslag heeft genomen. Ondertussen zijn er reeds verscheidene
vergaderingen geweest met de Belgische Kamer van Vertalers,
Tolken en Filologen over het ontwerp.

De mogelijke kosten zullen relatief beperkt blijven en zullen onder
meer de creatie van een Nationaal Register van Vertalers, Tolken en
Vertalers-tolken inhouden. Mijn administratie is nog bezig de precieze
kosten te berekenen.

Wat betreft de tolkcabines in het nieuwe gerechtsgebouw, kan ik u
melden dat deze niet voorzien zijn in het nieuwe gerechtsgebouw en
dit gelet op de budgettaire beperkingen. Wat betreft het nieuwe
voorstel van de Belgische Kamer van Vertalers, Tolken en Filologen
om eventueel mobiele cabines voor vertalers-tolken aan te schaffen,
zal mijn administratie nagaan of dit budgettair haalbaar is.
07.02
Laurette Onkelinx,
ministre: Le nouveau projet de loi
devrait être présenté au conseil
des ministres le 31 mars 2006.
Ensuite, il faudra redemander un
avis au Conseil d'Etat. Les
observations émises par le
Conseil dans son premier avis
étaient si fondamentales que
l'adaptation du projet initial nous a
pris énormément de temps. De
plus, nous nous sommes
beaucoup réunis avec la CBTIP.

Le coût restera relativement limité.
Il s'agit notamment de créer un
registre national des traducteurs,
interprètes et traducteurs-
interprètes. Le coût exact n'a pas
encore été calculé.

A Anvers, il n'a pas été prévu de
cabines d'interprétation parce que
le budget était limité. Mon
administration va maintenant se
pencher sur la question de savoir
s'il ne serait pas possible,
budgétairement, d'utiliser des
cabines mobiles.
07.03 Claude Marinower (VLD): Mevrouw de minister, ik wist dat u
over onwaarschijnlijke kwaliteiten beschikte. Ik stel vast dat u ook
helderziende was toen u op 1 juli 2005 aan mij antwoordde, ik citeer
letterlijk uit het verslag: "Je commence à être prudente quand j'avance
des dates et que je ne les respecte pas pour une raison ou une autre.
Il suffit, par exemple, que l'expert de l'administration qui travaille avec
moi soit indisponible. Je préfère rester prudente et vous dire
simplement que cela sera fait le plus vite possible."

U hebt daarna in het Nederlands bevestigd dat dit "zo snel mogelijk"
07.03 Claude Marinower (VLD):
Le 1
er
juillet 2005, la ministre m'a
dit que, par prudence, elle préférait
ne pas donner de date mais
qu'elle ferait en sorte que ce projet
soit concrétisé le plus rapidement
possible. Je me réjouis donc de
voir ce que décidera le conseil des
ministres du 31 mars 2006.
CRIV 51
COM 888
14/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
zou gebeuren. Ik stel met genoegen vast dat u vandaag twee data
vooropstelt. Ik kijk met spanning uit naar de Ministerraad van 31
maart.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Vraag van mevrouw Nahima Lanjri aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
strijd tegen de huisjesmelkerij" (nr. 10641)
08 Question de Mme Nahima Lanjri à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "la lutte
contre les pratiques des marchands de sommeil" (n° 10641)
08.01 Nahima Lanjri (CD&V): Mevrouw de voorzitter, mevrouw de
minister, wij hebben op 12 januari het wetsvoorstel goedgekeurd dat
ik samen met de collega's had ingediend om de verbeurdverklaring
van een roerend of onroerend goed of de tegenwaarde mogelijk te
maken en te vermijden dat de huisjesmelkers nog vlug hun eigendom
proberen te verkopen voordat er beslag op zou worden gelegd of het
verbeurd zou worden verklaard. Dat was nodig omdat de wet die wij in
augustus hebben goedgekeurd met betrekking tot de huisjesmelkerij
nog een hiaat vertoonde. Dat hebben wij rechtgezet. Dat was dus
alvast een verdere stap in de goede richting.

Het is wel zo dat de eigenaar van een onbewoond verklaard pand niet
altijd een huisjesmelker is. Soms wordt een onbewoonbaar pand
verkocht aan iemand die te goeder trouw is met de bedoeling het te
renoveren. In dat geval wordt het huis niet verhuurd. Hij is dus geen
huisjesmelker. Omgekeerd is het ook waar dat een pand van een
huisjesmelker niet altijd onbewoonbaar is. Toch kan de
onbewoonbaarverklaring een teken aan de wand zijn. Het zou dus
meer aandacht moeten krijgen van de gerechtelijke overheden.

Mevrouw de minister, ik stel vast dat de communicatie tussen de
lokale overheden, meer bepaald tussen de burgemeester en de
parketten, over de problematiek van onbewoonbaar verklaarde
panden vaak onbestaande is. Het is nochtans wenselijk om de
burgemeesters te vragen om de beslissing die zij hebben genomen
om een pand onbewoonbaar te verklaren mee te delen aan het lokaal
parket. Dat is nu niet het geval. Als de burgemeester lijsten aan het
parket zou bezorgen van de onbewoonbaar verklaarde panden, zou
het parket kunnen nagaan of er al dan niet sprake is van
huisjesmelkerij in de plaats van af te wachten tot er klachten zijn.

Deze vraag tot overleg tussen de lokale overheid en het parket zou u
kunnen vragen via een rondzendbrief. Aan een administratieve
beslissing tot onbewoonbaarverklaring zou ook een tijdelijk
verkoopverbod kunnen worden gekoppeld. Dat kan een maand of
twee maanden zijn. In die termijn krijgen de procureur des Konings en
de onderzoeksrechter de tijd om een controle te laten doen door de
politiediensten om na te gaan of al dan niet sprake is van
huisjesmelkerij. Als dan blijkt dat toch sprake is van huisjesmelkerij
kunnen de nodige maatregelen worden genomen en mag het huis niet
worden verkocht. Dat is een tweede voorstel.

Ik doe hier nu twee voorstellen: het zijn twee ideeën die ik u wil geven.
Mijn vraag is hoe u daar tegenover staat. Ik stel immers vast dat de
communicatie momenteel niet goed is, of zelfs niet bestaande is, ook
omdat die niet wordt gevraagd.
08.01 Nahima Lanjri (CD&V): Ma
proposition de loi relative à la
saisie de la contre-valeur des
biens mobiliers ou immobiliers
aliénés pendant la période entre le
délit et la décision judiciaire
définitive a été adoptée le 12
janvier 2006. Elle permettra
d'éviter que les marchands de
sommeil n'essaient de procéder
rapidement à la vente de leur
immeuble.

Il est vrai que le propriétaire d'un
immeuble déclaré insalubre n'est
pas nécessairement un marchand
de sommeil et il est tout aussi vrai
que tous les immeubles des
marchands de sommeil ne sont
pas insalubres. La déclaration
d'insalubrité mériterait toutefois
une plus grande attention de la
part des autorités judiciaires. La
communication entre les
bourgmestres et les parquets est
souvent quasi inexistante. La
ministre pourrait demander, par le
biais d'une circulaire, qu'une liste
des immeubles insalubres soit
transmise au parquet qui pourrait
ainsi vérifier s'il s'agit ou non
d'immeubles de marchands de
sommeil.

Une interdiction de vente
temporaire pourrait en outre être
liée à la décision administrative de
déclaration d'insalubrité. Cette
mesure permettrait aux services
de police d'effectuer des contrôles.
Le cas échéant, l'immeuble
pourrait également être saisi.

Que pense la ministre de mes
propositions?
14/03/2006
CRIV 51
COM 888
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16

Ten tweede wil ik u vragen om die communicatie te versterken en
mogelijk te maken en via een omzendbrief te vragen dat het parket en
de burgemeester communiceren: meer bepaald dat de
burgemeesters ook regelmatig een lijst bezorgen van de
onbewoonbaar verklaarde panden, zodat het parket erop kan
inspelen.

Ten slotte, is het niet mogelijk of wenselijk om een verkoopverbod te
koppelen aan een beslissing van onbewoonbaarverklaring? Ik heb het
niet over het feit of het al dan niet huisjesmelkers zijn, want dat moet
soms nog worden uitgezocht, maar ik heb het over onbewoonbaar
verklaarde panden.
08.02 Minister Laurette Onkelinx: Ik heb de gerechtelijke autoriteiten
ondervraagd en de procureur-generaal die deze materie in zijn
bevoegdheidsportefeuille heeft, geeft mij te kennen dat er thans geen
enkel mechanisme bestaat waardoor een burgemeester het parket of
het arbeidsauditoraat systematisch zou inlichten over het bestaan van
een beslissing van onbewoonbaarheid die betrekking heeft op een
gebouw van diens gemeente.

Bijgevolg beschikt het openbaar ministerie niet over de mogelijkheid
om in voorkomend geval over te gaan tot het controleren van
dergelijke gebouwen voor de opsporing van strafbare feiten, begaan
door eventuele huisjesmelkers. Ik acht het derhalve opportuun een
denkoefening op te starten rond deze kwestie, die ik tijdens het
volgende College van procureurs-generaal van 23 maart 2006 zal
voorleggen. Ik meen dat u gelijk hebt, als u het mogelijke risico
onderstreept van de ontwikkeling van een onaanvaardbare vorm van
criminaliteit. Niettemin moet ik onmiddellijk duidelijk stellen dat het
onbewoonbare karakter van een huis niet ipso facto gepaard gaat met
het opduiken van delicten die beteugeld worden door de nieuwe
bepalingen inzake de strijd tegen huisjesmelkerij.

Wat het verkoopverbod betreft, gekoppeld aan de door de
burgemeester genomen administratieve beslissing, moet ik
onmiddellijk opmerken dat het problematisch zou zijn de verkoop te
verbieden van een pand dat onbewoonbaar werd verklaard. Enerzijds
hebben niet alle eigenaars de middelen om een huis te renoveren,
anderzijds kunnen sommige kandidaat-kopers slechts onbewoonbare
panden aanschaffen, ingevolge hun lagere kostprijs.

Wat een tijdelijk verbod betreft, ik meen dat deze kwestie een
diepgaande denkoefening verdient, volkomen in overleg met de
bevoegde administratieve overheden. Bovendien maakt dit eventuele
tijdelijke verbod het pand onvervreemdbaar. Dat brengt de vraag te
berde van de verenigbaarheid met de fundamentele bepalingen van
het Burgerlijk Wetboek. U zult het begrepen hebben, de denkoefening
moet worden voortgezet, zowel op het federale als op het regionale
vlak.
08.02
Laurette Onkelinx,
ministre: Selon le procureur
général compétent, il n'existe
actuellement aucun mécanisme
par lequel le bourgmestre informe
systématiquement le parquet ou
l'auditorat du travail d'une décision
d'insalubrité. Le ministère public
n'a par conséquent aucun motif de
contrôler si des marchands de
sommeil pratiquent des faits
répréhensibles dans ces
bâtiments. Je lancerai une
réflexion sur ce problème lors du
prochain collège des procureurs
généraux le 23 mars.

Une interdiction de vente d'un
immeuble déclaré insalubre me
semble poser un problème.
Qu'adviendra-t-il des propriétaires
qui ne possèdent pas d'argent
pour effectuer des travaux de
rénovation? Qu'adviendra-t-il des
acheteurs qui ne peuvent acquérir
qu'un immeuble insalubre?

Une interdiction temporaire devra
faire l'objet d'une réflexion
approfondie avec les autorités
compétentes. Une telle interdiction
rend toutefois l'immeuble
inaliénable, ce qui soulève des
questions sur la compatibilité avec
le Code civil. Une réflexion
approfondie sur ces problèmes
s'impose donc tant au niveau
fédéral que régional.
08.03 Nahima Lanjri (CD&V): Mevrouw de voorzitter, ik dank de
minister voor haar antwoord omdat zij op het eerstkomend overleg
van het College van procureurs-generaal op 23 maart het probleem
zal aankaarten van de niet-bestaande communicatie of samenwerking
tussen het lokale niveau van de burgemeesters en het parket om een
08.03 Nahima Lanjri (CD&V): Je
me réjouis d'apprendre que la
ministre abordera le problème
avec les procureurs généraux. Je
souhaiterais être tenue au courant
CRIV 51
COM 888
14/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
betere samenwerking op poten te zetten. Dit is noodzakelijk om de
problemen zo vroeg mogelijk te ontdekken en er iets aan te doen.
Thans is er een lacune in de manier waarop dit op het terrein wordt
behandeld.

Dat u de mogelijkheid tot een tijdelijk verkoopverbod wilt onderzoeken
is positief. Ik hoop dat u me over de resultaten van dit onderzoek op
de hoogte zult houden, hetzij dat ik u er binnenkort een nieuwe vraag
over stel, hetzij dat ik er van uwentwege schriftelijk een antwoord op
krijg. Dat volstaat voor mij ook.
des résultats de la réflexion
relative à l'interdiction de vente
temporaire.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09 Vraag van de heer Claude Marinower aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over
"rechters in handelszaken" (nr. 10659)
09 Question de M. Claude Marinower à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "les
juges consulaires" (n° 10659)
09.01 Claude Marinower (VLD): Mevrouw de minister, een korte
vraag.

Vorig jaar, mei 2005, is er door de FOD Justitie melding gemaakt van
80 vacante betrekking voor rechters in handelszaken bij de rechtbank
van Koophandel te Antwerpen. Tenzij ik mij vergis, is nog niemand
van de geïnteresseerde kandidaten benoemd. Ik had graag van u
vernomen wanneer die benoemingen worden verwacht. Indien
daarvoor nog geen datum in het vooruitzicht kan worden gesteld, had
ik graag de reden gekend voor die vertraging. Kan er op korte termijn
aan worden verholpen?

Indien ik mij niet vergis, was in de beslissing, die in de loop van vorig
jaar werd genomen, bepaald dat het kader van rechters in
handelszaken in Antwerpen eenvoudigweg verdubbeld zou moeten
worden. De nood zal dus wel vrij hoog zijn.
09.01 Claude Marinower (VLD):
Le 4 mai 2005, 80 vacances
d'emplois de juge consulaire au
tribunal de commerce d'Anvers ont
été publiées, mais personne n'a
encore été nommé jusqu'à
présent.

Quand les nouveaux juges seront-
ils nommés? Si aucune date n'a
encore été fixée, la ministre peut-
elle me communiquer la raison de
ce retard? Pourra-t-il y être
remédié?
09.02 Laurette Onkelinx, ministre: Les nominations auxquelles
M. Marinower fait référence seront normalement publiées au Moniteur
belge avant la fin mars.
09.02
Minister
Laurette
Onkelinx: De benoemingen
waarnaar de heer Marinower
verwijst, zullen normalerwijze vóór
eind maart in het Belgisch
Staatsblad worden gepubliceerd.
Terzake wil ik u wijzen op de aanzienlijke werklast die gegenereerd
werd door de uitbreiding van de kaders van de rechters in
handelszaken.

Het gaat hier trouwens niet alleen om de rechtbank van koophandel
van Antwerpen.

In het totaal werden vorig jaar 266 vacatures gepubliceerd. Hierop
reageerden 684 kandidaten. Voor elk van deze kandidaten moesten
adviezen worden gemaakt voor de respectievelijke voorzitters van de
rechtbank van koophandel, de procureur des Konings, de procureur-
generaal en de eerste voorzitters van de hoven van beroep. Dit
betekent in het totaal 2.636 adviezen. Per kandidaat diende er een
individuele afweging van de titels en verdiensten te gebeuren. Deze
afweging moet tot uiting komen in de individuele motivering van de
L'extension des cadres des juges
consulaires génère une importante
charge de travail. Le problème ne
se résume pas au tribunal de
commerce d'Anvers. L'année
dernière, 266 vacances ont été
publiées et 684 candidats y ont
réagi. Pour chaque candidat,
plusieurs avis doivent être rédigés:
pour le tribunal de commerce,
pour les procureurs du Roi, pour
les procureurs généraux et pour
les cours d'appel. En outre, il faut
procéder à une évaluation
individuelle des titres et mérites de
14/03/2006
CRIV 51
COM 888
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
benoemingsbesluiten. Er zullen 213 personen worden benoemd tot
consulaire rechter.

Tot slot moet elk benoemingsbesluit ondertekend worden door de
ministers bevoegd voor Justitie, Economie en Middenstand, waarna
het staatshoofd tekent. De termijn die ondertussen verstreken is voor
de afhandeling van die dossiers, lijkt mij dan ook niet onredelijk lang
te zijn. De benoemingen voor enkele kleine rechtbanken zijn al
gebeurd. Antwerpen zal spoedig volgen.
chaque candidat.

Deux-cent treize personnes seront
probablement nommées à la
fonction de juge consulaire. Ces
nominations devront encore être
signées par les ministres de la
Justice, de l'Économie, des
Classes moyennes ainsi que par le
Roi.

Eu égard à la charge de travail, le
délai ne me paraît pas
déraisonnable. Les nominations
ont déjà eu lieu dans un certain
nombre de petits tribunaux.
Anvers suivra prochainement.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
10 Samengevoegde vragen van
- de heer Koen T'Sijen aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de bijeenkomst van
Blood and Honour te Vremde" (nr. 10694)
- mevrouw Hilde Claes aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de organisatie 'Blood
and Honour'" (nr. 10713)
- de heer Claude Marinower aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "een bijeenkomst
van neonazi's" (nr. 10788)
10 Questions jointes de
- M. Koen T'Sijen à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "la réunion de Blood and
Honour à Vremde" (n° 10694)
- Mme Hilde Claes à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "l'organisation 'Blood and
Honour'" (n° 10713)
- M. Claude Marinower à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "une réunion de
néonazis" (n° 10788)
10.01 Koen T'Sijen (sp.a-spirit): Mevrouw de voorzitter, mevrouw de
minister, het is een vraag die een beetje "te paard zit" tussen u als
minister van Justitie en de minister van Binnenlandse Zaken. Zoals u
ook wel vernomen zult hebben, heeft vorige week zaterdag 4 maart in
de parochiezaal van Vremde, toevallig mijn gemeente, een
nazistische bijeenkomst plaatsgevonden van de organisatie Blood and
Honour. Deze extreemrechtse organisatie organiseerde daar een
concert met groepjes zoals Warhammer, Strikeforce, Internal Pride,
Odessa enzovoort. Deze bijeenkomst stond aangekondigd in enkele
kranten, onder andere De Standaard en De Morgen hadden hiervan
gewag gemaakt. Het is niet de eerste maal dat dit in de provincie
Antwerpen plaatsvindt. Ook in 2004 waren er dergelijke organisaties,
onder andere op Linkeroever en te Broechem.

Ik heb de volgende vragen voor u, mevrouw de minister.

Is het normaal dat deze nazistische organisatie concerten kan
organiseren in België?

Wordt deze organisatie gevolgd door de Veiligheid van de Staat? Ik
herinner mij ­ ik ben het ook gaan opzoeken ­ dat de minister van
Binnenlandse Zaken drie jaar geleden hier in de Kamer heeft
10.01 Koen T'Sijen (sp.a-spirit):
Le 4 mars, le mouvement "Blood
and Honour" a donné un concert à
Vremde. Cette information est
parue dans les journaux "De
Standaard" et "De Morgen".

Une organisation néonazie peut-
elle organiser des concerts aussi
facilement? La Sûreté de l'Etat
surveille-t-elle ce groupe de près?
"Blood and Honour" figure-t-elle
sur la liste des organisations
représentant une menace pour
l'Etat? La Sûreté de l'Etat était-elle
au courant de ce rassemblement
et en a-t-elle informé le
bourgmestre? De quelle manière
entendait-on maintenir l'ordre
public? À qui incombe la
responsabilité d'interdire de tels
concerts?
CRIV 51
COM 888
14/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
verklaard dat deze organisatie een te volgen organisatie is, als zijnde
staatsgevaarlijk. Staat ze op de lijst van staatsgevaarlijke
organisaties? Bent u van plan om ze eventueel toe te voegen aan de
lijst?

Had de Veiligheid van de Staat kennis van dat optreden? Indien dat
niet zo is, waar heeft zij dan gefaald? De gebeurtenis kon wel
voorspeld worden door de pers, zoals ik reeds zei.

Welke stappen werden eventueel ondernomen om de openbare orde
te handhaven? Wie is er verantwoordelijk om zulke concerten te
verbieden? Moest de Veiligheid van de Staat de lokale politie en de
burgemeester van de gemeente waar de organisatie plaatsvond, niet
op de hoogte brengen?

Welke acties zal u in de toekomst nog verder ondernemen?

Tot slot, we hebben een wet van 23 maart 1995 tot bestraffing van het
ontkennen, minimaliseren, rechtvaardigen of goedkeuren van de
genocide die tijdens de Tweede Wereldoorlog door het Duitse
nationaal-socialistische regime is gepleegd. Die wet kan u hanteren
om op te treden tegen dergelijke organisaties en zulke organisaties te
verbieden. Hoe komt het dat er niet werd opgetreden tegen dergelijke
activiteiten op zaterdag 4 maart?

La ministre compte-t-elle prendre
des mesures tendant à interdire de
telles organisations et activités?
Pourquoi ne pas engager des
actions contre "Blood and Honour"
sur la base de la loi de 1995
sanctionnant le négationnisme?
10.02 Hilde Claes (sp.a-spirit): Mevrouw de voorzitter, mevrouw de
minister, ik sluit mij aan bij die vraag, omdat ik in het verleden hierover
reeds enkele vragen heb gesteld. Ik moet de hele toedracht niet meer
omschrijven. Blood and Honour is u ondertussen wel gekend. Ik heb
in het verleden mijn bezorgdheid reeds uitgedrukt. Ik heb u vragen
gesteld over vermeende plannen van die groepering om in België
aanslagen te plegen en samenkomsten van skinheads te
organiseren. Er is een gebrekkig vervolgingsbeleid, omdat er heel wat
inbreuken op de racismewetgeving werden vastgesteld. Zij werden
echter niet vervolgd. Er is ook misbruik van webruimte voor het
propageren van nazi-ideologie.

Ik heb destijds vragen gesteld aan u en aan minister Dewael. Hij liet
mij weten dat volgens hem Blood and Honour op de lijst staat van de
groeperingen die door de Veiligheid van de Staat moeten worden
gevolgd. U liet mij weten dat u bijna dagelijks door de Veiligheid van
de Staat op de hoogte werd gehouden over potentieel gevaarlijke
situaties. Blood and Honour vormde volgens u op dat moment geen
bedreiging voor de Staat, terwijl het gaat om een organisatie die in
Spanje en Duitsland is verboden.

Maar goed, op zaterdag 4 maart hebben zich opnieuw problemen
voorgedaan met deze organisatie. Ik zal niet onnodig in herhaling
vallen. Ik verwijs naar de voorgaande spreker. Het hele gebeuren
roept toch weer vragen op.

Ten eerste, wordt deze organisatie nog steeds gevolgd door de
Veiligheid van de Staat, zoals u mij in het verleden hebt meegedeeld?
Staat de organisatie op de lijst van staatsgevaarlijke organisaties?

Ten tweede, werd u door de Veiligheid van de Staat op de hoogte
gebracht van mogelijke plannen van deze organisatie om een concert
in de provincie Antwerpen te organiseren? Zo neen, waarom was zij
10.02 Hilde Claes (sp.a-spirit):
Par le passé, le ministre Dewael
avait déjà fait savoir que "Blood
and Honour" figurait sur la liste
des groupements en point de mire
de la Sûreté de l'État. En Espagne
et en Allemagne, cette
organisation est interdite.

Cette organisation est-elle toujours
suivie par la Sûreté de l`État? La
ministre a-t-elle été informée du
concert à Vremde? Comment a-t-
elle réagi à cette information?
Pourquoi le bourgmestre de
Boechout n'était-il pas au courant?
Sera-t-il fait obstacle aux activités
de "Blood and Honour" à l'avenir et
cette organisation sera-t-elle
interdite? L'individu qui a tabassé
le cameraman de VTM sera-t-il
poursuivi pénalement?
14/03/2006
CRIV 51
COM 888
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
niet op de hoogte? Zo ja, wat hebt u met die informatie gedaan? Hoe
komt het dat de burgemeester van Boechout niet op de hoogte was?

Ten derde, bent u van plan in de toekomst acties te ondernemen om
de activiteiten van deze organisatie te voorkomen, eventueel te
verbieden?

Ten vierde, bestaan er plannen om in navolging van Spanje en
Duitsland de organisatie te verbieden?

Ten vijfde, zullen er strafrechtelijke maatregelen volgen ten aanzien
van het lid van Blood and Honour dat slagen en verwondingen
toebracht aan een VTM-cameraman?
10.03 Claude Marinower (VLD): Mevrouw de voorzitter, ik zal niet
terugkomen op hetgeen collega's T'Sijen en Claes al hebben gezegd.

Ik vraag me eerst en vooral af waarom net onze contreien, onze regio,
uitgekozen wordt door bijzonder gewelddadige organisaties, zoals
Blood and Honour.

Degenen die nog twijfels hadden bij dat waar Blood and Honour voor
staat, hebben zaterdag in volle glorie kunnen zien, in
Terzake Zaterdag, wat die organisatie vertegenwoordigt, wat voor
gemeen gespuis en getuig daar rondloopt, wat voor boodschappen
daar uitgebracht worden. De twijfels zullen bij het zien van die
uitzending wel weggewuifd zijn.

Uit de commentaar bij de beelden blijkt dat er bijna geen Vlamingen
of Belgen bij betrokken zijn. Het gaat voornamelijk om buitenlanders,
zoals Engelsen, Duitsers, Spanjaarden en wat dan ook. Zoals een van
de collega's terecht heeft opmerkt: in andere landen is die beweging
al lang verboden.

Wie dat nagaat, stelt vast dat er daarover in deze legislatuur toch al
meermaals vragen werden gesteld, hetzij aan u, mevrouw de minister,
hetzij aan minister Dewael. Mevrouw Claes en ikzelf hebben vaak
antwoorden gekregen in de zin dat die organisatie of groepering van
zeer dichtbij wordt gevolgd. Ik verwijs bijvoorbeeld naar het antwoord
van minister Dewael van 3 december 2003: "(...) te meer daar Blood
and Honour en ook Combat 18 op de lijst van de te volgen
groeperingen staan. Ik zeg wel: te volgen groeperingen. Ik wens
daarbij nog op te merken dat het niet gaat om door de wet in België
verboden organisaties."

Mevrouw Claes en ikzelf, de indieners van de vragen op die datum,
gingen ervan uit dat dat verbod niet lang meer op zich zou laten
wachten. Maar blijkbaar is het nog niet voldoende. Collega T'Sijen
heeft verwezen naar een soortgelijk concert in Waasmunster in juli
2004, dus meer dan anderhalf jaar geleden. Op uitspraken, te lezen
op de site van die organisatie, zoals "Zyklon-B", "jodenhonden" en nog
van dat moois en dat fraais, moet ik niet te veel terugkomen.

Mevrouw de minister, ik heb dan ook een aantal vragen voor u.

Ten eerste, hoe kan het ­ ik verwijs naar vragen die vroeger al
gesteld zijn ­ dat die organisatie steeds weer bijeenkomsten kan
blijven organiseren in ons land?
10.03 Claude Marinower (VLD):
Tout doute quant au fait qu'il s'agit
en l'espèce de racaille aura
certainement été dissipé par
l'émission "Terzake" de samedi.
La question-clé consiste à savoir
pourquoi cette organisation choisit
toujours nos régions pour ses
réunions alors que la plupart des
participants sont étrangers. En
réponse à une question que je lui
ai adressée précédemment sur le
sujet, le ministre Dewael avait
indiqué que "Blood and Honour"
faisait partie des "groupements à
suivre". Les incidents répétés n'ont
manifestement toujours pas suffi
pour justifier l'interdiction de cette
organisation.

Comment se peut-il qu'une telle
organisation puisse continuer à
organiser des réunions en
Belgique? La Sûreté de l'État était-
elle au fait de cette réunion? De
quels moyens légaux dispose-t-on
pour interdire de telles réunions?
Pourquoi notre pays constitue-t-il
un pôle d'attraction à cet égard?
Dans quelle mesure la situation
dans notre pays diffère-t-elle de
celle des pays voisins? Quand le
bourgmestre a-t-il été informé de
cette réunion?
CRIV 51
COM 888
14/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21

Ten tweede, was de Staatsveiligheid op de hoogte van die
bijeenkomst? Ik druk er trouwens op dat in het begin van de week,
nog vóór de kranten ervan bericht hebben, de informatie kwam uit
Nederland. De vorige keer kwam de informatie uit Duitsland.

Ten derde, welke initiatieven biedt de wet om dergelijke
bijeenkomsten te verbieden? Waarom zijn die desgevallend niet
toegepast?

Ten vierde, indien ons land een aantrekkingspool voor dergelijke
bijeenkomsten is, wat zijn daarvoor volgens u dan de redenen?

Ten vijfde, in welk opzicht verschilt de Belgische situatie met die in de
buurlanden dat neonazi's uit het buitenland naar hier moeten komen
voor hun bijeenkomsten?

Ten zesde, wanneer werd de burgemeester op de hoogte gesteld van
het feit dat de neonazibijeenkomst plaats zou vinden in zijn
gemeente?
10.04 Minister Laurette Onkelinx: Het is uiteraard niet voor het eerst
dat ik over deze beweging, Blood and Honour, wordt geïnterpelleerd
wegens de extremistische opvattingen ervan en de organisatie op ons
grondgebied van concerten.

Zoals ik u reeds heb gezegd, is deze beweging het voorwerp van
bijzondere aandacht vanwege de Veiligheid van de Staat en dat in
overeenstemming met artikelen 7 en 8 van de wet van november '98
houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst. Die wet
definieert extremisme als volgt: "Racistische, xenofobe,
anarchistische, nationalistische, autoritaire of totalitaire opvattingen of
bedoelingen, ongeacht of ze van politieke, ideologische,
confessionele of filosofische aard zijn, die theoretisch of in de praktijk
strijdig zijn met de beginselen van de democratie of de
mensenrechten, met de goede werking van de democratische
instellingen of andere grondslagen van de rechtstaat". De activiteiten
van de sectie van Blood and Honour, die het skinheads-concert van
zaterdag 4 maart organiseerde, behoren duidelijk tot de categorie van
de extremistische activiteiten, zoals net werd gedefinieerd.

Ik wil eveneens preciseren dat de Veiligheid van de Staat niet als
dusdanig beschikt over een lijst van groeperingen die moeten worden
gevolgd, zoals dat het geval is bij de federale politie, die een
dergelijke lijst opmaakt die daarna wordt goedgekeurd door mijn
collega van Binnenlandse Zaken. De opdrachten van de Veiligheid
van de Staat passen immers in het kader van een prospectieve
benadering van fenomenen die met name een bedreiging kunnen
vormen voor de binnenlandse of buitenlandse veiligheid van onze
Staat.

Zij kan haar actie dus niet beperken tot bepaalde doelgroepen,
vermits het haar opdracht is ideologieën te analyseren: de
denkstromingen die met name onder de definitie vallen van
extremisme die ik net heb aangehaald. Die analyseopdracht past
binnen een inlichtingenproces en de hoofdfinaliteit is er dus geen van
politionele aard. Indien die analyse echter relevant blijkt te zijn voor de
politionele opdrachten, en met name voor het bewaren van de
10.04
Laurette Onkelinx,
ministre: L'organisation "Blood and
Honour" est une organisation
extrémiste au sens de la loi du 30
novembre 1998 réglementant les
services de renseignements et de
sécurité.

Contrairement à la police fédérale,
la Sûreté de l'Etat ne dispose pas
d'une liste des groupuscules qui
doivent être surveillés car ses
missions s'inscrivent dans une
approche prospective de
phénomènes susceptibles de faire
peser une menace sur la sécurité
intérieure ou extérieure de l'Etat.
Par conséquent, elle ne peut
étendre son action à certains
groupuscules. Lorsque l'analyse
des idéologies extrémistes produit
des informations pertinentes du
point de vue du maintien de l'ordre
public, ces informations sont
communiquées aux autorités
compétentes.

Notre système juridique ne permet
pas d'interdire purement et
simplement toutes les activités de
certains groupuscules sur notre
territoire. Ce serait contraire à la
liberté d'assemblée et
d'association. Cela dit, nous
disposons de dispositions légales
qui permettent de sanctionner
toute activité raciste, antisémite et
14/03/2006
CRIV 51
COM 888
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22
openbare orde, zal men die aan de bevoegde instantie meedelen.

In tegenstelling tot bepaalde van onze naburige landen, zoals
Duitsland en Spanje, hebben wij geen juridisch systeem dat het ons
mogelijk maakt alle activiteiten van bepaalde groeperingen op ons
grondgebied gewoonweg te verbieden. We kunnen alleen
gerechtelijke vervolgingen instellen wegens bepaalde overtredingen
die door individuele personen werden begaan. De vrijheid van
vergadering en vereniging blijft een fundamenteel principe van onze
rechtstaat.

We beschikken uiteraard over verschillende strafwetten waarmee
daden kunnen worden bestraft die niet in overeenstemming zijn met
de rechten en vrijheden van de burgers, zoals de wet die racistische,
antisemitische en xenofobe daden bestraft, of de wet inzake het
negationisme. Dat houdt echter in dat men moet bewijzen dat er
overtredingen gebeurden.

Tijdens verscheidene vergaderingen met het College van procureurs-
generaal, heb ik eraan herinnerd dat deze daden voor de regering een
prioriteit vormen, gelet op de kadernota Integrale Veiligheid die op 30
en 31 maart 2004 werd goedgekeurd door de Ministerraad. We
hebben derhalve samen een specifieke rondzendbrief op punt gesteld
die deze prioriteit preciseert en die de rol specificeert van de
referentiemagistraten en de politiediensten in de strijd tegen het
racisme onder alle vormen.

Ten derde, ik vestig eveneens uw aandacht op het wetsontwerp dat
de Kamer van volksvertegenwoordigers net heeft goedgekeurd en dat
het Coördinatieorgaan voor de Analyse van de Dreiging instelt dat
onder meer het uitvoeren van evaluaties van terroristische en
extremistische dreigingen als opdracht heeft, op basis van het
verzamelen van relevante informatie die in het bezit is van de
verschillende diensten die met dit analysecentrum zullen
samenwerken. Op basis van relevante informatie, die met name
meegedeeld wordt door de inlichtingen- en politiediensten, zal
OCAM/OCAD dus kunnen evalueren hoe belangrijk de dreiging is van
een dergelijke beweging wanneer die op ons grondgebied
evenementen organiseert.

Ten vierde, tot slot moet ik uitleggen hoe de reclame voor dergelijke
skinheadconcerten gewoonlijk wordt georganiseerd. Om te vermijden
de aandacht van de pers, van bewegingen van tegenstanders ­
antifascisten ­ de politie of alle andere personen die zij als ongewenst
beschouwen, op zich te vestigen, geven de organisatoren pas enkele
dagen voordien een verzamelplaats op. De dag van het concert gaan
de geïnteresseerden naar die eerste afspraak. Nadat werd nagezien
of ze weldegelijk tot het skinheadmilieu behoren, krijgen ze op het
laatste moment het adres van de zaal waar het concert zal
plaatshebben.

Op 20 februari werden de bevoegde overheden ­ het Directoraat-
generaal van het Crisiscentrum, de Veiligheid van de Staat en de
gerechtelijke dienst van het arrondissement Antwerpen ­
geïnformeerd over het feit dat er op 4 maart door de beweging Blood
and Honour Vlaanderen een concert zou worden georganiseerd in de
regio Antwerpen. Op 28 februari waren de vermelde overheden ervan
op de hoogte dat de leden van die beweging zouden samenkomen in
négationniste. Lors de réunions
avec le collège des procureurs
généraux, j'ai rappelé à plusieurs
reprises que la lutte contre ce type
d'activités était une priorité du
gouvernement, ce qui m'a amené
à prendre une circulaire spécifique
précisant le rôle des magistrats de
référence et des services de police
dans la lutte contre le racisme
sous toutes ses formes.

L'évaluation de menaces
extrémistes fera également partie
de la mission de l'OCAM. Sur la
base des données provenant des
différents services de police et de
renseignements, l'OCAM sera à
même de déterminer la gravité de
la menace que représente un tel
mouvement quand il organise des
événements sur notre territoire
national.

Pour ne pas attirer l'attention de la
presse ni des associations anti-
fascistes et de la police, les
organisateurs de concerts
skinheads n'annoncent
généralement un lieu de rencontre
que quelques jours auparavant.
On y vérifie ensuite que les
intéressés font bel et bien partie
du milieu en question avant de leur
communiquer l'adresse de la salle
où aura lieu le concert.

Le 20 février, le Centre de crise, la
Sûreté de l'État et le service
judiciaire de l'arrondissement
d'Anvers ont été mis au courant de
l'organisation d'un concert "Blood
and Honour" le 4 mars dans la
région d'Anvers. Le 28 février, les
services savaient que les
membres du mouvement se
réuniraient à Borsbeek. Une
collaboration opérationnelle a
immédiatement été mise sur pied
entre la police et la Sûreté de l'État
afin de découvrir le lieu du concert.
Le 4 mars à 18h25, la Sûreté de
l'État a réussi à localiser la salle à
Vremde. La police locale a ainsi pu
se rendre sur place à temps.
CRIV 51
COM 888
14/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
23
Borsbeek. Met deze situatie voor ogen, werd onmiddellijk een
operationele samenwerking op het terrein ingesteld tussen de
politiediensten die bevoegd zijn voor die zone en de Veiligheid van de
Staat om de exacte plaats te weten te komen waar het concert zou
plaatsvinden.

Dankzij deze operationele middelen, die in het kader van de
samenwerking beschikbaar waren, kon de Veiligheid van de Staat op
4 maart om 18.25 uur de zaal in Vremde ontdekken. De lokale politie
kon aldus tijdig ter plaatse zijn, zoals de berichten in de pers van 6
maart bewijzen.

En ce qui concerne le volet policier et la coordination au centre de
crise, mon collègue de l'Intérieur complètera utilement les
informations que je viens de vous communiquer.
Mijn collega van Binnenlandse
Zaken zal nadere toelichting geven
bij de rol van de politie en de
manier waarop de coördinatie in
het Crisiscentrum verloopt.
10.05 Koen T'Sijen (sp.a-spirit): Mevrouw de voorzitter, ik dank de
minister voor het antwoord. Ik kan niet ontkennen dat een aantal
zaken mij ontgoochelen.

Werd de organisatie gevolgd door de Staatsveiligheid? Neen, pas in
laatste instantie en weinig daarvoor. Had de Staatsveiligheid weet van
het optreden? Ook hier pas in laatste instantie. Ik moet u erop wijzen
dat de ontmoetingsplaats aan de Carrefour in Borsbeek al weken op
de website stond van Blood and Honour. Zijn er stappen ondernomen
om de openbare orde te handhaven? Ik veronderstel van niet. De
lokale politie was wel ter plaatse maar niet zichtbaar en zij hebben
ook niet opgetreden. De burgemeester was naar eigen zeggen niet op
de hoogte. Toen zij daar om 18.25 uur aanwezig zijn, had de
burgemeester nochtans verwittigd kunnen worden.

Ik vind dat hier toch laks werd opgetreden tegen dergelijke
organisatie. Ik heb af en toe de indruk dat ook de hete aardappel
wordt doorgeschoven naar de politionele diensten. Indien wij geen
juridisch systeem hebben om dergelijke groeperingen te verbieden, is
het volgens mij de verantwoordelijkheid van de regering om dergelijke
systemen te maken en te ontwerpen zodat dergelijke organisaties wel
kunnen worden verboden.

Ik wil even korpschef Deboel van de politiezone Minos citeren:
"Zolang die neonazi's de openbare orde niet verstoorden, had het
geen zin om bij die mensen op de schoot te gaan zitten." Ik vind dit de
regelrechte capitulatie voor extreemrechts en fascisme. In de jaren
'30 waren er mensen die ook zo dachten. Dergelijke organisaties
blijven toelaten om concerten te organiseren, kan in een democratie
als de onze werkelijk niet. Collega's hebben er al naar verwezen dat in
Duitsland en Spanje deze organisaties werden verboden. Ik denk dat
wij ook op een gelijkaardige manier zouden moeten kunnen optreden
zodat dit in de toekomst niet meer mogelijk is.

Ik denk dat er nog veel werk aan de winkel is om dergelijke situaties
in de toekomst te vermijden.
10.05 Koen T'Sijen (sp.a-spirit):
Je suis déçu que l'intervention ait
eu lieu si tardivement, alors que le
lieu de rassemblement figurait
déjà depuis des semaines sur le
site internet de "Blood and
Honour". La police locale n'était
pas présente de manière visible et
elle n'est pas intervenue. Le
bourgmestre n'était apparemment
pas au courant. J'estime que les
interventions sont trop laxistes et
que l'on essaie trop souvent de
renvoyer la patate chaude à la
police.

S'il n'existe pas de moyens légaux
permettant d'interdire ce type
d'organisation, j'estime qu'il revient
au gouvernement de créer cette
possibilité. L'immobilisme équivaut
à capituler devant l'extrême droite,
comme dans les années 30.
10.06 Hilde Claes (sp.a-spirit): Ik dank de minister op mijn beurt
voor haar uitvoerige antwoord dat ik nog even in detail wil nalezen.
10.06 Hilde Claes (sp.a-spirit): Je
comprends qu'il est impossible
d'interdire légalement cette
14/03/2006
CRIV 51
COM 888
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24
Er zijn toch een aantal zaken die mij toch enigszins verwonderen. U
stelt ­ terecht denk ik ­ dat u niet de wettelijke mogelijkheid hebt om
deze organisatie te verbieden, maar dat wel de mogelijkheid bestaat
om deze te vervolgen voor inbreuken die zijn gepleegd. Precies daar
nijpt het schoentje. In het verleden is immers gebleken dat er heel wat
inbreuken zijn gepleegd: inbreuken op de racisme-wetgeving,
misbruik van webruimte op het internet. Bij mijn weten is er geen
vervolging geweest. Ik denk dat er toch wel heel wat mank loopt en
ondanks de ervaringen, vandaag nog steeds blijft mank lopen.

Anderzijds verwijst u terecht naar de toch wel ingewikkelde werkwijze
die deze organisatie er bewust op nahoudt, om alles een beetje
duister te houden. De Staatsveiligheid is op de hoogte van een aantal
bijeenkomsten, de pers weet ervan en kan er op voorhand artikels
over schrijven en toch zijn er ter plaatse nog heel wat incidenten. Ook
de burgemeester was niet op de hoogte. Er schort dus heel wat en
het is de hoogste tijd dat er conclusies uit worden getrokken zodat in
de toekomst dat soort incidenten kunnen worden vermeden.
organisation, mais qu'il est
toutefois possible d'agir contre les
infractions aux lois pénales. C'est
précisément là que le bât blesse.
Aucune poursuite n'a encore été
engagée.

La ministre se réfère à juste titre à
la méthode de travail complexe
appliquée par les organisateurs.
Or la Sûreté de l'État semble être
au courant des réunions et la
presse y consacre même des
articles. Il se produit toutefois des
incidents dont le bourgmestre de
la commune ne semble pas être
informé. Il faut en tirer des
conclusions et éviter ce genre
d'incidents.
10.07 Claude Marinower (VLD): Ik ga niet herhalen wat hier al een
paar keer gezegd is. Als ik het verslag en het antwoord hoor, dan zou
ik zeggen vrolijk op naar het volgende concert. Er zijn nog genoeg
zalen in Vlaanderen of elders. We zullen dan maar wachten tot hetzij
mevrouw Claes, hetzij de heer T'Sijen, hetzij ik zelf, hetzij een andere
collega daar een tussenkomst over pleegt. Om een ietwat dubieuze
woordspeling te gebruiken ­ maar ik denk dat het wel juist is ­ zou ik
zeggen dat het tweede deel betreft, de eer, het ook gaat om de eer
van ons land en van welke regio dan ook in ons land, dat dit soort
concerten, dit soort voorvallen niet meer mogen plaatsvinden.

Het is onthutsend vast te stellen dat deze schandelijke handelingen
jaar in jaar uit verder gaan. Opnieuw zijn er een, twee, drie concerten
en nog altijd kan er niets aan gedaan worden. Het is misschien hoog
tijd om een wetgevend initiatief te ontwikkelen dat het mogelijk maakt
dergelijke activiteiten in de toekomst te verbieden, net zoals dat elders
is gebeurd in Europa.

Ten tweede, het valt mij toch op in de beelden die vorige zaterdag
uitgezonden zijn met betrekking tot een concert van dergelijke
groeperingen in Duitsland dat dezelfde tactiek die u hebt aangegeven
is gebruikt. Men ging met name niet rechtstreeks aankondigen waar
het concert plaatsvond, men ging afspreken op een bepaalde plek en
van daar vertrok men naar de andere plek. Ik heb op de beelden
alleen gezien hoe dat dan in Duitsland gebeurt. Dat is inderdaad
gebeurd en binnen het half uur of drie kwartier stond de politie er,
omsingelde de zaal waar meer dan 2.000 man was en het concert
was gewoon afgelopen op dat moment.

Hier hoor en lees ik dan dat de politie ter plaatse was om 18.25 uur. Ik
neem aan dat de bus gepasseerd is om 18.30 uur. En dan? De politie
was ter plaatse en dan moeten wij het hier stellen met een uitleg dat
men niet op de schoot zal gaan zitten van die mensen. Ze waren er.
Dat er een incident is geweest met de mensen van VTM laat ik nog
terzijde. De politie zei daaromtrent ­ daarover heb ik uw collega van
Binnenlandse Zaken vorige week al ondervraagd ­ dat als men de kat
bij de melk zet, men niet verwonderd moet zijn dat er incidenten
gebeuren.
10.07 Claude Marinower (VLD):
L'honneur de notre pays, et plus
particulièrement de la Flandre, est
en jeu. Il faut qu'une initiative
législative soit prise d'urgence
pour interdire ce type de concert,
ce qui est déjà le cas dans
d'autres pays européens. En
Allemagne, la police réussit à
encercler une salle et à arrêter
une manifestation en une demi-
heure à peine alors qu'en
Belgique, la police se contente de
se rendre sur place sans intervenir
ou en intervenant de manière trop
laxiste. Il est dramatique que notre
pays, malgré toute sa législation
relative au racisme et à
l'antisémitisme, continue à exercer
un tel pouvoir d'attraction sur cette
racaille.
CRIV 51
COM 888
14/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25

Ik stel alleen vast dat ondanks alle inspanningen die geleverd zijn...
Ter gelegenheid van andere vragen hebt u mij er terecht op gewezen
dat dit een prioriteit is. U hebt de heer Wathelet daarnet geantwoord
dat wat betreft racistische en antisemitische inslag dit een
afzonderlijke categorie uitmaakt. Ik weet dat van in Antwerpen. Er zijn
referentieambtenaren ingesteld. Ik weet dat en dat functioneert ook op
bepaalde vlakken. Het College van procureurs-generaal heeft dat tot
een van de prioriteiten uitgeroepen maar het drama is dat ondanks al
de initiatieven de concerten nog altijd blijven plaatsvinden,
voornamelijk in België. België blijft op dat vlak blijkbaar een
aantrekkingspool voor al dat tuig van over heel Europa. Dat is net het
drama dat wij hier meemaken. Ik hoop absoluut dat dit misschien de
laatste keer is, collega's, dat wij hierop wat dit specifiek betreft terug
moeten komen.
10.08 Laurette Onkelinx, ministre: Madame la présidente, j'ai
répondu aux questions qui m'étaient posées.

Pour le reste, l'efficacité de l'action et la séparation des pouvoirs
m'empêchent d'en dire plus, sans pour autant avoir envie de recevoir
des leçons sur mes convictions antifascistes.
10.08 Minister Laurette
Onkelinx: Om het goede verloop
van de actie niet in gevaar te
brengen en door de scheiding der
machten kan ik daarover niet
verder uitweiden. Men moet me
trouwens de les niet lezen wat
antifascistische overtuiging betreft.
10.09 Claude Marinower (VLD): Mevrouw de minister, ik heb u geen
enkele les proberen te geven. Ik heb het ook nooit over u persoonlijk
gehad. Ik weet perfect wat uw overtuiging is op dat vlak en ik heb u
daarop ook niet aangesproken. Ik hoef dan ook uw opmerking niet te
nemen.
10.09 Claude Marinower (VLD):
Je connais les convictions de la
ministre et je les respecte. Je ne
puis dès lors accepter sa
remarque.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
11 Question de Mme Valérie Déom à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "le nombre
d'enfants détenus en prison avec leur mère" (n° 10703)
11 Vraag van mevrouw Valérie Déom aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "het
aantal kinderen dat samen met hun moeder in de gevangenis wordt vastgehouden" (nr. 10703)
11.01 Valérie Déom (PS): Madame la présidente, madame la
ministre, la situation des femmes détenues en prison doit attirer notre
attention et tout particulièrement lorsqu'elles sont mères d'enfants en
très bas âge ou qu'elles sont enceintes. Tel était d'ailleurs l'objet d'une
résolution adoptée par le Parlement européen sur la situation des
droits fondamentaux dans l'Union européenne en 2000 sous le point
28.

Or si le règlement des établissements pénitentiaires prévoit quelques
principes généraux relatifs à l'accueil des enfants avec leur mère ainsi
qu'à l'accouchement d'une détenue, on constate des pratiques fort
diversifiées d'un établissement à l'autre. D'après les informations dont
je dispose, la plupart des établissements pour femmes ne disposent
pas réellement d'une infrastructure spécifique pour accueillir une
femme enceinte ou une femme avec un nourrisson. Dans certaines
prisons des aménagements spécifiques sont pourtant mis en place
pour les enfants des femmes détenues, par exemple, salle de jeux,
espaces hors cellules, etc. A cet égard, la prison de Bruges semble
être la mieux équipée tant au point de vue matériel que pour
11.01 Valérie Déom (PS): In
2000 vaardigde het Europees
Parlement een resolutie uit over de
situatie van zwangere vrouwen en
moeders van zuigelingen die in
gevangenissen verblijven. De
meeste Belgische vrouwen-
gevangenissen beschikken echter
niet over aangepaste
infrastructuur, met uitzondering
van de gevangenis van Brugge,
waar zwangere vrouwen vanaf de
zevende maand worden
ondergebracht. Vaak wordt het
contact tussen de gedetineerde en
haar familie daardoor echter
verbroken.

Er is dus nog veel werk aan de
14/03/2006
CRIV 51
COM 888
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
26
l'accompagnement psychologique des mamans.

En ce qui concerne plus spécifiquement les femmes détenues qui
sont enceintes, il existe d'ailleurs un mouvement qui oriente ces
femmes qui ont atteint le septième mois de la grossesse vers cette
prison de Bruges. Cette situation est évidemment parfois mal
acceptée par la détenue qui ne souhaite pas quitter son
environnement habituel et s'éloigner de l'établissement où des
contacts avec les proches s'étaient organisés.

Malgré les efforts entrepris par certains établissements, on voit qu'il
reste beaucoup à faire au niveau des aménagements pour éviter des
inconvénients de ce type. L'accent doit être mis principalement sur le
bien-être de l'enfant auquel on devrait pouvoir garantir des contacts à
l'extérieur pour rompre l'effet de fusion très fort qui se crée entre la
mère et l'enfant ­ par exemple, des crèches à l'extérieur ­ mais
également sur le bien-être de la maman à laquelle on devrait pouvoir
offrir un soutien psychologique régulier pendant et après sa
grossesse, ainsi que des programmes spécifiques de réinsertion pour
prévenir l'abandon ou la maltraitance pouvant être consécutifs au
séjour en prison.

Ainsi, madame la ministre, mes questions sont les suivantes. Quel est
le nombre d'enfants concernés actuellement par une situation
d'enfermement aux côtés de leur mère? Deuxièmement, quels sont
les établissements pénitentiaires qui ne disposent aujourd'hui encore
d'aucune infrastructure spécifique d'accueil pour les enfants en bas
âge ou les femmes enceintes? Enfin, des programmes spécifiques de
réinsertion ou de soutien psychologique des mères détenues ainsi
que des initiatives tendant à favoriser les contacts de l'enfant avec
l'extérieur sont-ils déjà mis en place dans certains établissements?
winkel. Daarbij moet de nadruk
worden gelegd op het welzijn van
het kind, bijvoorbeeld door externe
contacten te verzekeren die de
band tussen moeder en kind
losser maken. Ook de moeder zelf
verdient de nodige aandacht: ze
moet psychologische steun krijgen
en aan reïntegratieprogramma's
kunnen deelnemen, om te
voorkomen dat ze haar kind na de
gevangenschap zou verwaarlozen
of mishandelen.

Hoeveel kinderen verkeren
momenteel in die situatie? Welke
strafinrichtingen beschikken nog
over geen enkele specifieke
infrastructuur? Wordt in sommige
inrichtingen al werk gemaakt van
specifieke reclasserings-
programma's of van programma's
voor psychologische
ondersteuning van de moeders die
opgesloten zitten, alsook van
initiatieven die de contacten van
de kinderen met de buitenwereld
bevorderen?
11.02 Laurette Onkelinx, ministre: Madame la présidente, au 9
mars, il y avait au total 10 enfants qui connaissaient la détention avec
leur mère: 2 enfants à Lantin, 2 enfants à Berkendael et 6 enfants à
Bruges.

Lantin et Berkendael disposent d'infrastructures et d'équipements
adéquats et Bruges dispose d'une infrastructure adéquate.

Des programmes spécifiques sont mis en place pour les mères
détenues avec leurs enfants.

A la prison de Bruges, en plus de la visite mensuelle d'une infirmière
de Kind en Gezin, différentes activités spécifiques sont organisées
pour que l'enfant et la mère aient une relation optimale. En ce qui
concerne les rapports avec le monde extérieur, un congé mensuel
dans la famille, avec accord de la mère, et des promenades à
l'extérieur avec accompagnement d'un agent, si les circonstances le
permettent, sont possibles. Il existe en effet des facilités de visites
pour la famille. Jusqu'à présent, ces visites sont quotidiennes, sauf le
dimanche. En semaine, des visites d'enfants sont prévues pour les
enfants jusqu'à 12 ans avec accompagnement de moniteurs
externes. A certains moments, il y a des activités spécifiques: Saint-
Nicolas, Pâques, bricolages, etc. Cela se fait en fonction de la
stimulation de l'interaction entre la mère détenue et l'enfant.

A Berkendael, en ce qui concerne les mères incarcérées avec leur
11.02 Minister Laurette
Onkelinx: Op 9 maart zaten er
tien kinderen bij hun moeder in de
gevangenis (twee in Lantin, twee
in Berkendael en zes in Brugge).

De strafinrichtingen van Lantin en
Berkendael beschikken over een
aangepaste infrastructuur en
aangepaste voorzieningen, en ook
in Brugge is de infrastructuur
hierop berekend. Er zijn specifieke
programma's voor gedetineerde
moeders met kinderen. In Brugge
komt de verpleegster van Kind &
Gezin maandelijks op bezoek.
Voorts zijn er: een regeling voor
maandelijks verlof bij het gezin,
wandelingen buiten de
gevangenis, een soepele
bezoekregeling voor gezinsleden,
specifieke activiteiten. In
Berkendael is er voorzien in een
follow-up door een medisch-
maatschappelijk werkster en een
kinderarts van de "Office de la
CRIV 51
COM 888
14/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
27
enfant, une travailleuse médico-sociale de l'ONE en charge du suivi
de l'enfant veille à limiter les dégâts de l'incarcération, à ce que tout
se passe bien avec la mère et à ce que la prison réponde aux besoins
de l'un et de l'autre. Une pédiatre de l'ONE s'occupe également du
suivi de l'enfant. Si l'enfant est en âge d'y aller, des places sont
réservées dans une crèche proche de la prison. Cette vie sociale de
l'enfant à la crèche est évidemment importante. La même dynamique
est instituée à Lantin. Ce sont des bénévoles, parfois de la Croix-
Rouge, qui se chargent de conduire l'enfant à la crèche et d'aller le
rechercher.

Il existe également des activités mère-enfant pour les mères
incarcérées dont les enfants sont hébergés dans leur famille ou dans
des institutions de placement.

Selon les établissements pénitentiaires, des plannings familiaux
viennent pour organiser des entretiens individuels à la demande ainsi
qu'encadrer des groupes de parole. Ceux-ci s'adressent à toutes les
mères, qu'elles soient ou non incarcérées avec leur enfant.

Le relais enfants-parents encadre des visites spéciales mère-enfant le
mercredi et le samedi et anime des activités diverses, des fêtes, des
jeux, etc.

Des visites hors surveillance mère-enfant sont possibles évidemment
aussi entre une maman incarcérée et ses enfants de moins de treize
ans. Sans distinction avec les mères détenues avec ou sans leur
enfant, toutes les mères ont accès à toute une série de formations
qualifiantes utiles (cuisine, informatique, esthétique, etc.) proposées
par les prisons. Elles sont évidemment organisées dans le but de leur
donner un atout supplémentaire lors de leur libération et pour leur
réinsertion.
Naissance et de l'Enfance" (ONE)
en worden er plaatsen
voorbehouden in een nabijgelegen
crèche. Diezelfde dynamiek is er
ook in Lantin.

Voorts zijn er activiteiten voor
moeder en kind voor moeders die
in de gevangenis zitten en wier
kinderen opgevangen worden in
hun familie of geplaatst zijn in
instellingen. Er worden
gesprekken en praatgroepen
georganiseerd in het kader van de
gezinsplanning. De VZW "Relais
Enfants-Parents" begeleidt
speciale kinderbezoeken op
woensdag en zaterdag en verzorgt
diverse activiteiten, feestjes,
spelletjes, enz.

Alle moeders hebben toegang tot
scholingsprogramma's, waardoor
ze over meer troeven beschikken
in het licht van hun reclassering.
11.03 Valérie Déom (PS): Madame la présidente, je remercie Mme
la ministre pour cette réponse détaillée. Je constate que malgré le
nombre restreint d'enfants, et c'est tant mieux, qui sont enfermés aux
côtés de leur mère, toutes les mesures sont mises en place pour
garantir un développement adéquat de ces enfants, malgré le
contexte dans lequel ils sont nés et évoluent. Je vous remercie.
11.03 Valérie Déom (PS):
Ondanks het beperkt aantal
kinderen, worden alle
voorzieningen dus getroffen om
een behoorlijke ontwikkeling te
garanderen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De voorzitter: Aan de orde zijn de vragen over de zaak Erdal, punt 13 op de agenda. Het antwoord op
deze vragen zal door de minister afzonderlijk worden verstrekt.
12 Vraag van de heer Bart Laeremans aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "het
politiealarm met betrekking tot de opsporing van de Turkse terroriste Erdal" (nr. 10716)
12 Question de M. Bart Laeremans à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "la
mobilisation des services de police dans le cadre des opérations de recherche de la terroriste turque
Erdal" (n° 10716)
12.01 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Mevrouw de voorzitter, het
is vreemd dat de vragen afzonderlijk worden beantwoord. Ze
handelen immers allemaal over dezelfde problematiek.

Mevrouw de minister, op 7 maart 2006 verklaarde de woordvoerder
van de grootste politievakbond dat na de verdwijning van mevrouw
12.01 Bart Laeremans (Vlaams
Belang): Le 7 mars 2006, le porte-
parole du principal syndicat de la
police déclarait qu'après la
disparition de Mme Erdal, l'alerte
policière a été donnée beaucoup
14/03/2006
CRIV 51
COM 888
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
28
Erdal veel te laattijdig politiealarm werd gegeven, waardoor de
opsporing fel werd bemoeilijkt.

In De Tijd van 9 maart 2006 lezen we ­ ik citeer ­: "Het federaal
parket zei gisteren dat er na de verdwijning van Erdal geen nationaal
politiealarm werd afgekondigd, omdat de voorwaarden daarvoor niet
waren vervuld."

Mevrouw de minister, als dat juist is, dan lijkt mij dat een heel
letterlijke interpretatie van de voorwaarden die bestaan inzake
nationaal politiealarm. Het was immers hoe dan ook een zaak die het
hele land in de ban hield.

Mevrouw de minister, het voorbije weekend heeft er zich ook een
nieuw feit in de zaak-Erdal voorgedaan. Er kwamen namelijk heel
merkwaardige uitspraken van minister De Gucht, die zei dat er hoe
dan aan Turkije zal worden uitgeleverd. De minister heeft, om te
beginnen, voor zijn beurt gesproken, zonder het gerechtelijk advies af
te wachten. Ook op zich is de uitspraak echter onvoorstelbaar
onverantwoord. De kans dat mevrouw Erdal zich nu nog laat
aanhouden of opduikt, is immers onbestaande. Misschien was dat
ook wel de reden voor de uitspraak van minister De Gucht.

Ze voedt in elk geval het vermoeden dat de huidige regering mevrouw
Erdal liever kwijt dan rijk was en er uiteindelijk alles aan doet om
ervoor te zorgen dat ze niet wordt aangehouden.

Mevrouw de minister, ten eerste, is er overleg geweest met minister
De Gucht over dat soort uitspraken? Is er over de problematiek
overleg geweest?

Ten tweede, ik heb ook concrete vragen over het nationaal
politiealarm. Hoe laat precies is mevrouw Erdal aan de observatie
door de Veiligheid van de Staat ontsnapt?

Was de federale politie op een of andere manier daarbij betrokken?

Hoe laat heeft de Veiligheid van de Staat de ontsnapping gemeld aan
respectievelijk de minister, het federaal parket en de politiediensten?

Welke initiatieven werden nadien door uzelf en door de diensten
genomen?

Klopt het dat het opsporingsbevel voor het voertuig enkel aan de
Brusselse veiligheidsdiensten werd gemeld en niet daarbuiten? Zo
neen, als dat onjuist is, aan wie werd het bevel tot opsporing van het
voertuig dan nog gemeld?

Welke initiatieven werden door de minister en het federaal parket
meteen na de veroordeling genomen?

Wanneer en door wie werd nationaal politiealarm gegeven? Waarom
werd zo lang gewacht?

Ten slotte, neemt de Veiligheid van de Staat na de ontsnapping nog
enig initiatief in het dossier? Stelt de dienst informatie ter beschikking
van de politiediensten? Wordt momenteel samengewerkt door de
beide diensten? Of is het dossier nu volledig een zaak van de politie
trop tard et que les recherches
étaient dès lors plus difficiles. J'ai
lu dans le quotidien "De Tijd" du 9
mars 2006 que l'alerte policière
n'avait pas été donnée parce que
les conditions n'étaient pas
réunies à cet effet.

M. De Gucht a déclaré ce week-
end que Mme Erdal sera extradée
vers la Turquie. Il n'a pas attendu
l'avis judiciaire à ce sujet. Cette
déclaration annule toute chance
que Mme Erdal reparaisse, et
renforce dès lors notre
présomption selon laquelle le
gouvernement préfère laisser filer
Mme Erdal que la retrouver. Une
concertation avec M. De Gucht a-
t-elle eu lieu?

À quel moment Mme Erdal a-t-elle
échappé à la surveillance de la
Sûreté de l'État et la police
fédérale était-elle associée à la
surveillance? Quand précisément
la Sûreté de l'État a-t-elle indiqué
que Mme Erdal s'était échappée?
Quelles initiatives ont été prises?
L'ordre de recherche relatif au
véhicule a-t-il uniquement été
donné aux services de sécurité
bruxellois?

Quelles initiatives ont-elles été
prises par le ministre et le parquet
fédéral immédiatement après la
condamnation de Mme Erdal?
Quand et par qui l'alerte policière
nationale a-t-elle été donnée? Les
services de la Sûreté de l'État et
de la police collaborent-ils à
présent?
CRIV 51
COM 888
14/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
29
en heeft de Veiligheid van de Staat er niets meer mee te maken?
12.02 Minister Laurette Onkelinx: Mevrouw de voorzitter, collega's,
een politiesyndicaat heeft te kennen gegeven dat we tijd verloren
hebben door geen nationaal politiealarm af te kondigen op het
ogenblik van de verdwijning van mevrouw Erdal in de avond van 27
februari en op het ogenblik van de uitspraak van haar onmiddellijke
arrestatie op 28 februari. Het parket-generaal heeft reeds geantwoord.
Ik bevestig dit.

Ten eerste, het politiealarm is een handeling van de gerechtelijke
politie die bestaat uit een onmiddellijk en gecoördineerd optreden van
de politiediensten uitgevoerd bij een terroristische daad of een
uitzonderlijk feit dat een bijzonder zwaar crimineel karakter vertoont
en dat zopas begaan werd. De wettelijke basis van het politiealarm
bevindt zich in de artikelen 5 en 7 van de wet op het politieambt van 5
augustus 2002 en in de artikelen 3 en 62 van de wet tot organisatie
van een geïntegreerde politiedienst.

De afkondiging en de organisatie van het politiealarm wordt geregeld
door een rondzendbrief van de minister van Binnenlandse Zaken en
Justitie. Het politiealarm veronderstelt een lokale politionele actie en
de tenuitvoerlegging van beschikkingen voor de observatie en/of
onderschepping op zeer grote schaal.

Het politiealarm heeft tot doel onmiddellijk en in orde van
belangrijkheid de algemene verspreiding van signalementen die
verband houden met het feit en de daders en ook de opsporing en de
arrestatie ervan te garanderen. Het beperkt zich tot daden van
terrorisme en buitengewone feiten die een bijzonder zwaar crimineel
karakter vertonen die een onmiddellijke, intensieve en gecoördineerde
reactie vergen.

Voor zover die feiten recent zijn, de daders de vlucht genomen
hebben en de ernstige aanwijzingen van die aard zijn om tot de
opsporing te leiden. Aan de voorwaarden, zoals voorzien in de van
kracht zijnde richtlijnen, werd nooit voldaan om een nationaal
politiealarm in werking te zetten, noch op het ogenblik van de
verdwijning van Erdal Fehriye op maandag 27 februari 2006 vermits
er op dat ogenblik geen enkele gerechtelijke grond bestond om Erdal
Fehriye van haar vrijheid te beroven, noch na de uitspraak van de
onmiddellijke aanhouding door de correctionele rechtbank van Brugge
op 28 februari. Op dat ogenblik was er geen sprake van een daad van
terrorisme nog van een bijzonder zwaar en recent crimineel feit.
Bovendien had de verdwijning van Erdal Fehriye bijna 24 uur eerder
plaats.

Op de avond van de verdwijning van mevrouw Erdal, op 27 februari
2006 omstreeks 19 uur, werden het federaal parket, het kabinet van
Justitie en het crisiscentrum tussen 19.15 uur en 20 uur van deze
verdwijning op de hoogte gesteld. Die avond zal het federaal parket
de verspreiding van de nummerplaat van het door de heer Asoglu en
mevrouw Erdal gebruikte voertuig vragen bij alle politiediensten van
de Brusselse agglomeratie, gezien de verdwijning plaatsvond in de
zone, met het verzoek bijzondere aandacht te schenken aan dit
voertuig.

Op 28 februari, onmiddellijk na de uitspraak van de onmiddellijke
12.02
Laurette Onkelinx,
ministre: Selon un syndicat
policier, nous avons perdu du
temps en omettant de donner
l'alerte policière nationale à la
suite de la disparition de Mme
Erdal le 27 février et de la décision
judiciaire le 28 février.

L'alerte policière relève de la
police judiciaire et son fondement
légal est la loi sur la fonction de
police du 5 août 2002 et la loi
organisant un service de police
intégré du 7 décembre 1998.
L'exécution de l'alerte est régie par
une circulaire du 1
er
mai 2005, qui
met l'accent sur le caractère
exceptionnel de la procédure.
Étant donné son coût élevé,
l'alerte est par ailleurs
automatiquement suspendue
après quelques heures.

L'alerte policière a pour but de
diffuser le signalement des
auteurs et de garantir leur
recherche et leur arrestation. Elle
implique une intervention
immédiate et coordonnée des
services de police et est appliquée
dans le cas d'actes terroristes ou
de faits exceptionnels à caractère
criminel grave, à la condition que
ces actes ou ces faits soient
récents, que les auteurs soient en
fuite et qu'il existe des indices
sérieux pour procéder aux
recherches.

Ces conditions n'ont été remplies
à aucun moment dans le cas qui
nous occupe. Au moment de la
disparition de Mme Erdal, il
n'existait aucun fondement
judiciaire pour priver Mme Erdal
de sa liberté. Après la décision
judiciaire, il n'était nullement
question d'acte terroriste ou de fait
criminel récent.

La disparition de Mme Erdal le 27
février a été communiquée au
parquet fédéral, au cabinet de la
justice et au centre de crise entre
19h15 et 20h. Le parquet a
14/03/2006
CRIV 51
COM 888
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
30
aanhouding, werden alle onderzoeksopdrachten strekkende tot de
opsporing en de aanhouding van Erdal Fehriye op grond van het
bevel tot onmiddellijke aanhouding bevolen en uitgevoerd.

De federale procureur heeft op dat ogenblik de tenuitvoerlegging van
de bevelschriften tot het gevangennemen op alle nuttige adressen
bevolen. De gespecialiseerde politiediensten werden ingeschakeld en
bijzondere opsporingsmethodes werden uitgevoerd. De aangewezen
signalementen op nationaal en internationaal vlak werden onmiddellijk
verspreid evenals een Europees aanhoudingsbevel en een
Interpolsignalement.

De opsporing van mevrouw Erdal Fehriye en de personen die haar
hebben kunnen helpen bij het ontlopen van de uitvoering van haar
straf, maakt thans het voorwerp van een gerechtelijk onderzoek uit.
De inlichtingen- en politiediensten werken in dat verband nauw
samen.
demandé, le soir-même, de
diffuser la plaque minéralogique
du véhicule utilisé à tous les
services de police de
l'agglomération bruxelloise.

Tous les devoirs d'enquête de
recherche et d'arrestation relatifs à
Mme Erdal ont été ordonnés et
exécutés immédiatement après la
décision judiciaire. Le procureur
fédéral a ordonné l'exécution de
toutes les ordonnances, les
services de police spécialisés ont
été réquisitionnés et des
méthodes particulières de
recherche ont été mises en
oeuvre. Les signalements ont été
diffusés au niveau national et
international.

Une enquête judiciaire est
actuellement en cours sur la fuite
et la recherche de Mme Erdal et
des personnes qui l'ont aidée. Les
services de renseignements et de
police collaborent étroitement
dans ce dossier.
12.03 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Mevrouw de voorzitter, als
wij dat horen, is er inderdaad niet voldoende initiatief genomen om
mevrouw Erdal versneld te kunnen vatten. Men heeft op een zeer
wettische en geformaliseerde manier toepassing gemaakt van de
mogelijke instrumenten, zoals het nationaal politiealarm. Natuurlijk
was er geen zware aanslag voordien gepleegd en dateren de feiten
van enige tijd terug. Gezien de enorme repercussies die dit verhaal
heeft gehad en de beschamende gevolgen voor uw diensten, onder
meer voor de Veiligheid van de Staat, had men kunnen verwachten
dat men dat instrument zou gebruiken. Al zegt men wettelijk dat het
meer voor iets anders is bedoeld, er is geen enkel verbod in zo'n
situatie, waarbij de hele internationale wereld toekijkt, het wel te
gebruiken en het politiealarm in te schakelen om het onmogelijke te
doen om haar te vatten. Nu geeft de regering de indruk dat men
volgens het boekje werkt en men alleen doet wat gebruikelijk is. Er is
niet veel meer aan de hand en men doet gewoon zoals iedere dag.
Dat vind ik werkelijk onbegrijpelijk.

Bovendien zegt u dat het voertuig aan de diensten van de Brusselse
agglomeratie werd gesignaleerd. Dat doet mij denken aan de tijd van
1700, toen men verwittigde als een postkoets door de wallen van de
stad zou kunnen breken. Wij zitten niet meer in die tijd. Op vijf tot tien
minuten is men uit Brussel. Men had alle diensten moeten verwittigen
van het signalement van het voertuig: minstens die van het
arrondissement Brussel, maar eigenlijk die van het hele land.

Men heeft hier blijkbaar quasi onverschillig gehandeld in een dossier
dat internationale repercussies heeft. Ik begrijp dat niet. U bevestigt
dat de regering en uw diensten niet veel moeite hebben gedaan om
12.03 Bart Laeremans (Vlaams
Belang): Je connais bien entendu
les règles concernant le recours à
l'alerte policière mais rien
n'empêche la ministre de recourir
également à cet instrument dans
d'autres cas. Sa réponse
démontre uniquement qu'en se
conformant strictement aux règles,
les autorités belges n'ont pas
fourni suffisamment d'efforts pour
arrêter Mme Erdal. Il est par
exemple inouï que le numéro de la
plaque minéralogique du véhicule
n'ait été transmis qu'aux services
de police bruxellois: la voiture
aurait déjà pu quitter la région
bruxelloise en l'espace de cinq
minutes. Je ne comprends pas
cette nonchalance.

Je n'ai pas encore obtenu de
réponse à ma question de savoir
si le ministre De Gucht avait tenu
ses déclarations à propos de
l'extradition de Mme Erdal après
concertation avec les autres
membres du gouvernement.
CRIV 51
COM 888
14/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
31
mevrouw Erdal versneld te vatten. Ik vrees dat zij allang in het
buitenland zit en dat wij haar hier niet meer zullen vinden.

U spreekt ook over de gespecialiseerde politiediensten, die
ingeschakeld zijn. Ik heb in het verleden al gezegd dat dat veel te laat
is gebeurd. Zij hadden vanaf 17 februari bij heel de zaak betrokken
moeten worden, en zeker niet na de feiten. Dat was hoe dan ook veel
te laat.

U hebt niet geantwoord op één vraag. Zij stond er niet bij, maar er zijn
ondertussen nieuwe feiten. Was u betrokken bij het overleg met de
heer De Gucht over de uitlevering? Ik zal wachten. Die vraag komt
misschien zo dadelijk nog aan bod bij de volgende collega's. Ik hoop
in ieder geval dat u daarop nog antwoordt. Heeft de heer De Gucht
voor zijn beurt gesproken of was dat in overleg met de regering? Hebt
u werkelijk het signaal willen geven dat zij zich zeker niet meer bij
onze diensten wil komen aangeven?

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
13 Question de M. François-Xavier de Donnea à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur
"les suites de l'affaire DHKP-C" (n° 10723)
13 Vraag van de heer François-Xavier de Donnea aan de vice-eerste minister en minister van Justitie
over "het vervolg van de DHKP-C-zaak" (nr. 10723)
13.01 François-Xavier de Donnea (MR): Madame la présidente,
madame la ministre, dans le journal télévisé de 19.30 heures de la
RTBF ce mardi 7 mars 2006, on a pu voir une interview d'un délégué
du DHKP-C essayant, une fois de plus, d'excuser des actes
terroristes commis par cette organisation en Turquie. Or DHKP-C
avait été déclarée organisation terroriste par le tribunal de Bruges, si
je ne me trompe, le 28 février dernier.

Je me demande comment il se fait que le bureau du DHKP-C en
Belgique n'ait pas été fermé à cette date, compte tenu du verdict du
tribunal du 28 février et comment il se fait qu'un porte-parole de cette
organisation puisse encore nous narguer à la télévision.

Je vous signale d'ailleurs que le 9 mars, j'étais à la gare centrale où
j'achetais un billet de train. Tout à coup, une personne s'est adressée
à moi avec un grand respect feint en me disant qu'elle était la
personne que j'avais essayé de faire passer pour un terroriste voilà un
an et demi. Ces gens continuent à circuler, à narguer le public et les
autorités.

Je répète ma question: comment se fait-il que le bureau du DHKP-C
n'ait pas été fermé à la date du mardi 7 mars?

Tous les services ou bureaux du DHKP-C sont-ils fermés aujourd'hui?
A supposer qu'ils n'aient pas été fermés le 7 mars, peut-être les a-t-
on fermés depuis lors? Nous sommes aujourd'hui le 14 mars. Dans la
négative, qu'attendent les autorités compétentes pour fermer, une fois
pour toutes, ces bureaux et empêcher ces gens de continuer à
narguer les autorités judiciaires, l'opinion publique, le gouvernement
et le parlement de ce pays?
13.01 François-Xavier de
Donnea (MR): Hoe is het mogelijk
dat het Belgische kantoor van
DHKP-C, dat als gevolg van de
uitspraak van de Brugse rechtbank
van 28 februari jongstleden als
een terroristische organisatie
wordt beschouwd, op 7 maart nog
steeds niet gesloten was en dat
een woordvoerder van die
organisatie ons op televisie nog
kon tarten? Werden die kantoren
intussen gesloten? Zoniet, waarop
wacht de overheid om die
kantoren te sluiten en die
personen te beletten de
gerechtelijke overheden, de
publieke opinie, de regering en het
Parlement nog langer te
provoceren?
13.02 Laurette Onkelinx, ministre: Madame la présidente, dimanche 13.02 Minister Laurette
14/03/2006
CRIV 51
COM 888
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
32
dernier, une personne était également présente sur un des plateaux
d'une télévision francophone pour expliquer ses conceptions. Donc,
cela continue!

Je vous signale que c'est la première fois qu'une décision de justice
belge qualifie explicitement le groupement DHKP-C de terroriste au
sens de l'article 139 du Code pénal. Cela dit, ce jugement n'est pas
encore définitif: il est frappé d'appel par une des personnes
condamnées.

La saisie et la confiscation de leurs biens sur notre territoire ne sont
actuellement pas possibles, d'autant qu'elles n'ont pas été réclamées
par le parquet fédéral lors du procès à Bruges.

Par ailleurs, du fait de l'inscription de DHKP-C sur la liste européenne
des groupements terroristes et eu égard aux décisions judiciaires
belges, le ministre des Finances est également compétent pour
procéder au gel des avoirs patrimoniaux de ces groupements qui ont
de tels avoirs en Belgique, conformément à la loi du 11 mai 1995
relative à la mise en oeuvre des décisions du Conseil de sécurité de
l'ONU et à l'arrêté royal du 2 mai 2002 relatif aux mesures restrictives
prises à l'encontre de certaines personnes et entités dans le cadre de
la lutte contre le terrorisme.

Il ressort des informations communiquées par le service de la
Trésorerie qu'actuellement, le mouvement DHKP-C n'a pas de biens
patrimoniaux en tant que tels. Ces biens sont la propriété des
membres de DHKP-C. Or la liste européenne ne vise que le
mouvement DHKP-C et non les personnes membres de cette
organisation. Pour d'autres organisations, il y a l'organisation et
certains membres; pour DHKP-C, seule l'organisation en tant que
telle est inscrite sur la liste.

Pour en revenir à votre question, pour ce qui concerne le DHKP-C en
tant que tel, un bureau existe, comme dans d'autres pays d'ailleurs.
Chez nous, à présent, un premier jugement a été rendu; il devra
devenir définitif. De plus, pour ce qui concerne la saisie et
confiscation des biens des membres de DHKP-C, elles n'ont pas été
réclamées en première instance avec effet immédiat. Il faut donc
attendre une décision définitive des cours et tribunaux.
Onkelinx: Het vonnis, dat op
grond van artikel 139 van het
Strafwetboek werd gewezen, is
nog niet definitief aangezien een
van de veroordeelden er beroep
tegen heeft ingesteld. De
inbeslagneming en
verbeurdverklaring van de
goederen die zij op het Belgische
grondgebied bezitten, zijn niet
mogelijk en werden tijdens het
proces in Brugge ook niet door het
federale parket gevraagd.

Vermits de DHKP-C als
organisatie
­ en niet een
individueel lid ervan ­ in de
Europese lijst van terroristische
groeperingen is opgenomen en
gezien de beslissingen van het
Belgische gerecht, zou ook de
minister van Financiën bevoegd
zijn om de vermogens-
bestanddelen van die
groeperingen te bevriezen. De
DHKP-C bezit er echter geen in
België.
13.03 François-Xavier de Donnea (MR): Je vous entends bien,
madame la ministre, et juridiquement, vous avez raison. Il n'en reste
pas moins que cette organisation occupe actuellement un immeuble,
quelque part dans la Région bruxelloise. Cette organisation ayant été
qualifiée de terroriste par le tribunal de Bruges peut être considérée
comme représentant un danger potentiel pour l'ordre public.

Vous ne pouvez pas fermer cette maison. Mais j'ai été bourgmestre et
je crois que le bourgmestre de la commune où se situe cette maison
occupée par cette organisation pourrait la faire fermer, et cela pour
plusieurs raisons. Premièrement, la raison de fond, c'est que cette
organisation représente potentiellement un trouble de l'ordre public
dans sa commune. Deuxièmement, savez-vous ce que je ferais si
j'étais bourgmestre? J'ai vu cette maison à la télévision: elle n'a pas
l'air très neuve. Il suffirait d'y envoyer les pompiers pour qu'ils vérifient
si tout est en ordre en matière de prévention des incendies et elle
serait vite fermée!
13.03 François-Xavier de
Donnea (MR): Een en ander
neemt niet weg dat die als
terroristisch bestempelde en
potentieel gevaarlijke organisatie
eigenaar is van een gebouw in het
Brussels Gewest. De
burgemeester zou de sluiting van
die woning kunnen bevelen
wegens mogelijke verstoring van
de openbare orde en omdat ze
niet voldoet aan de normen voor
de preventie van brand, wat een
controle zonder enige twijfel aan
het licht zou brengen.
CRIV 51
COM 888
14/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
33

Je vous remercie pour votre attention.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
14 Vraag van de heer Tony Van Parys aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "het
uitleveringsverzoek van Turkije betreffende Fehriye Erdal" (nr. 10781)
14 Question de M. Tony Van Parys à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "la
demande d'extradition de Mme Fehriye Erdal formulée par la Turquie" (n° 10781)
14.01 Tony Van Parys (CD&V): Mevrouw de vice-eerste minister, de
minister van Buitenlandse Zaken heeft vorig weekend inderdaad
verklaard dat België akkoord gaat met de uitlevering van Fehriye
Erdal. Daar kan men dus uit afleiden dat er een aantal redenen moet
zijn om tot die uitlevering over te gaan. De minister van Buitenlandse
Zaken heeft dat trouwens ook meegedeeld aan de minister van
Buitenlandse Zaken van Turkije, waardoor er een engagement
ontstaat ten opzichte van Turkije.

Welnu, op 20 februari 2006 heeft Turkije de uitlevering gevraagd aan
België. Artikel 5 van de uitleveringswet voorziet erin dat de
vreemdeling bij onverwijlde spoed aangehouden kan worden op
vertoon van een bevel tot aanhouding verleend door de
onderzoeksrechter. Die bewarende maatregel kan worden genomen
om te voorkomen dat de betrokkene zich onttrekt aan een eventuele
latere beslissing inzake uitlevering, waarbij de regering dan uiteraard
vrij is om te beslissen wat ze wenst te beslissen inzake de uitlevering.

Indien men gebruik had gemaakt van artikel 5, kon men Erdal
aanhouden vóór ze op 27 februari is gevlucht. Ze had zich dan niet
kunnen onttrekken aan de uitlevering. Nu zou dat waarschijnlijk ook
bijzonder nuttig zijn geweest voor het federaal parket enkele dagen
vóór de uitspraak in Brugge. Men had daar een stevig dossier
voorbereid, er was een stevig rekwisitoor. Het federaal parket had op
17 februari op de fameuze vergadering vernomen dat er risico's
waren dat Fehriye Erdal de vlucht zou nemen. Tegelijkertijd zou men
dus alle maatregelen hebben kunnen nemen om te voorkomen dat
mevrouw Erdal zich zou onttrekken aan de veroordeling en de
onmiddellijke aanhouding, die op 28 februari is uitgesproken.

Hebt u, als minister van Justitie, het uitleveringsverzoek voor
uitvoering bezorgd aan het federaal parket? Zo ja, wanneer?

Indien het werd bezorgd aan het federaal parket, heeft het federaal
parket een onderzoeksrechter gevorderd met het oog op de
onmiddellijke aanhouding? Zo ja, wanneer? Zo niet, waarom niet?
14.01 Tony Van Parys (CD&V):
Le ministre des Affaires
étrangères a déclaré la semaine
dernière que la Belgique accepte
l'extradition de Mme Erdal vers la
Turquie. Cette déclaration
implique qu'il existe des
arguments en faveur de
l'extradition et puisque le ministre
a communiqué son accord à son
homologue turc, il s'est engagé à
l'égard de la Turquie.

La Turquie a demandé l'extradition
le 20 février 2006. L'article 5 de la
loi sur l'extradition dispose qu'en
cas d'urgence, l'étranger peut être
arrêté provisoirement en Belgique
sur l'exhibition d'un mandat d'arrêt
décerné par le juge d'instruction. Il
s'agit d'une mesure conservatoire
qui doit éviter que l'intéressé se
soustraie à de possibles décisions
futures en matière d'extradition.
Mme Erdal aurait pu être arrêtée
sur la base de l'article 5 avant
qu'elle ne prenne la fuite le 27
février. Le parquet fédéral était
d'ailleurs informé de ce risque
depuis le 17 février. Toutes les
mesures nécessaires auraient
déjà pu être prises avant le
prononcé de la condamnation le
28 février.

La ministre de la Justice a-t-elle
transmis la demande d'extradition
au parquet fédéral pour qu'il
l'exécute? Le parquet a-t-il requis
un juge d'instruction en vue d'une
arrestation immédiate? Quand?
14.02 Minister Laurette Onkelinx: Mevrouw de voorzitter, ik moet er
vooreerst op wijzen dat alle aspecten van het dossier over de
verdwijning van mevrouw Erdal het voorwerp zullen zijn van de
onderzoeksrapporten van de Comités I en P. Volgens mij was het
onmogelijk om mevrouw Erdal voorlopig aan te houden op grond van
14.02
Laurette Onkelinx,
ministre: L'ensemble des aspects
du dossier relatif à la disparition de
Mme Erdal feront l'objet des
rapports d'enquête des Comités R
14/03/2006
CRIV 51
COM 888
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
34
een internationaal aanhoudingsbevel, vooraleer het derde verzoek tot
uitwijzing was afgeleverd.

In de eerste plaats wil ik u eraan herinneren dat de voorlopige
aanhouding op verzoek van het parket beslist wordt door de
onderzoeksrechter. Om te kunnen overgaan tot een dergelijke
aanhouding verplicht artikel 5 van de wet op de uitleveringen dat er
urgentie is.

Om twee redenen was er in dit geval duidelijk niet voldaan aan die
voorwaarde. De verzoeken tot uitwijzing van mevrouw Erdal waren
voorlopig in beraad gehouden, krachtens artikel 8 van de Europese
Conventie voor uitwijzingen, aangezien er in België een gerechtelijke
procedure hangende is voor de feiten, zoals beoogd in het verzoek tot
uitwijzing. Ik heb het over het beroep voor het Hof van Cassatie tegen
de beslissing van de kamer van inbeschuldigingstelling, die
concludeerde dat de Belgische rechtbanken onbevoegd zijn te
oordelen over het Turkse deel van het dossier-Erdal. Turkije werd
uiteraard officieel op de hoogte gesteld van de situatie van voorlopige
bevriezing. Anderzijds had mevrouw Erdal sinds meerdere jaren een
vaste verblijfplaats op het grondgebied, ongeacht het bestaan van een
aanhangig verzoek tot uitwijzing, haar betreffende.

Deze twee elementen, de voorlopige bevriezing van de procedure,
enerzijds, en de vaste verblijfplaats op het grondgebied, anderzijds,
hielden in dat de betrekkelijke voorwaarde van de urgentie, opgelegd
door artikel 5 van de wet, in dit geval duidelijk ontbrak. Het nemen van
een dergelijke maatregel zou de raadkamer ertoe hebben gebracht de
vrijlating van de betrokkene opnieuw te bevelen.

De gerechtelijke autoriteiten hadden dus niet de mogelijkheid om, in
het kader van haar uitwijzing, over te gaan tot de aanhouding van
mevrouw Erdal.
et P. Selon moi, il était impossible
de procéder à l'arrestation
provisoire de Mme Erdal sur la
base d'un mandat d'arrêt
international, avant la délivrance
de la troisième demande
d'extradition.

Une arrestation provisoire est
décidée par le juge d'instruction à
la demande du parquet. Pour
pouvoir procéder à une telle
arrestation, l'urgence est requise,
conformément à l'article 5 de la loi
sur les extraditions.

En l'occurrence, il n'était
manifestement pas satisfait à cette
condition, et ce, pour deux
raisons. Les demandes
d'extradition relatives à Mme Erdal
étaient provisoirement tenues en
délibéré, conformément à l'article
8 de la Convention européenne
relative à l'extradition, dans la
mesure où une procédure
judiciaire est pendante en
Belgique concernant les faits
mentionnés dans la demande
d'extradition. Je vise ici le pourvoi
en cassation contre la décision de
la chambre des mises en
accusation, qui a conclu à
l'incompétence des tribunaux
belges à se prononcer sur le volet
turc de l'affaire Erdal.

La Turquie a en effet été informée
officiellement de la situation de gel
provisoire. Par ailleurs, Mme Erdal
avait depuis plusieurs années une
résidence fixe sur le territoire
belge, indépendamment de
l'existence d'une demande
d'extradition pendante.

Ces deux éléments ­ le gel
provisoire de la procédure, d'une
part, et la résidence fixe sur le
territoire, d'autre part
­
impliquaient que la condition
relative de l'urgence, imposée par
l'article 5 de la loi, faisait
manifestement défaut en
l'occurrence. La mise en oeuvre
d'une telle mesure aurait amené la
chambre du conseil à ordonner à
nouveau la remise en liberté de
CRIV 51
COM 888
14/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
35
l'intéressée. Les autorités
judiciaires n'avaient donc pas la
possibilité de procéder, dans le
cadre de son extradition, à
l'arrestation de Mme Erdal.
14.03 Tony Van Parys (CD&V): Mevrouw de vice-eerste minister,
sta mij toe mijn verbazing over uw antwoord uit te drukken. Ik zal u
uitleggen waarom.

De regering had de keuze om ofwel tot de onmiddellijke aanhouding
over te gaan ofwel te wachten op een uitspraak van het Hof van
Cassatie over de procedure met betrekking tot de tweede uitlevering.

De onmiddellijke aanhouding kon wel degelijk. Op 20 februari 2006
was er een verzoek tot uitlevering. Zodra er een verzoek tot
uitlevering is, voorziet artikel 5 in de mogelijkheid om onmiddellijk aan
te houden. De onderzoeksrechter kon dus worden gevorderd.

Bovendien waren er, na de uitspraken van mijnheer De Gucht,
klaarblijkelijk redenen tot uitlevering. Mijnheer De Gucht heeft gezegd
dat het om ernstige feiten ging, dat de doodstraf in Turkije was
afgeschaft en dat hij zich ten aanzien van Turkije trouwens ook had
geëngageerd. De minister van Buitenlandse Zaken is een jurist, een
advocaat. Hij zal zijn uitspraken dus wel niet lichtzinnig hebben
gedaan.

Ten derde, wat betreft de hoogdringendheid, het risico van onttrekking
aan de uitlevering was manifest. Dat bleek onder meer uit de
vergadering van 17 februari 2006. De maatregel van artikel 5 is een
bewarende maatregel die de regering op geen enkel ogenblik bond.
Op dat ogenblik maakt de regering de keuze om de onmiddellijke
aanhouding niet te vorderen bij de onderzoeksrechter. Wanneer doet
zij dat? Zij doet dat op een moment dat het federaal parket op enkele
dagen voor de uitspraak staat, waarbij het de kers op de taart wou.
Het parket was bijna aan het einde van het proces gekomen en had
het vooruitzicht op de veroordeling en de eventuele, onmiddellijke
aanhouding. Het federaal parket had bovendien op 17 februari 2006
de informatie gekregen dat mevrouw Erdal zou vluchten. Dat werd op
de vergadering, in aanwezigheid van het federaal parket,
medegedeeld.

Ondanks al deze omstandigheden die ongetwijfeld de
hoogdringendheid inhielden, zowel ten aanzien van de procedure tot
uitlevering als ten aanzien van het risico van ontvluchting aan de
veroordeling, maakt de regering de keuze om mevrouw Erdal niet aan
te houden.

Daaruit blijkt nogmaals ­ dat geldt niet voor de bevoegdheden van de
minister van Binnenlandse Zaken ­ dat de regering de legale
mogelijkheid had om tot onmiddellijke aanhouding over te gaan. Zij
heeft dat niet gedaan. Eigenlijk heeft zij dus een heel bewuste keuze
gemaakt, die bijzonder gevolgen heeft, namelijk het feit dat een
terroriste is ontsnapt aan haar veroordeling in België. Klaarblijkelijk zal
zij ook ontsnappen aan haar uitlevering aan en haar berechting in
Turkije.

Ik wijs erop dat de kamer van inbeschuldigingstelling van het hof van
14.03 Tony Van Parys (CD&V):
La réponse de la ministre me
surprend. Le gouvernement
pouvait attendre le jugement de la
Cour de cassation, mais il pouvait
également procéder à une
arrestation immédiate. Sur la base
de l'article 5, la demande
d'extradition du 20 février 2006
constituait une raison suffisante
pour requérir un juge d'instruction.
On peut déduire des déclarations
de M. De Gucht que plusieurs
raisons plaidaient en faveur d'une
extradition. Il a évoqué des faits
sérieux et a souligné l'abolition de
la peine de mort en Turquie. De
plus, il a pris des engagements
envers ce pays.

Il est apparu lors de la réunion du
17 février 2006 que le risque de
fuite était réel. En dépit du fait que
l'article 5 prévoit une mesure
conservatoire qui ne lie à aucun
moment le gouvernement, ce
dernier a choisi de ne pas
ordonner l'arrestation immédiate. Il
était pourtant bel et bien question
d'extrême urgence, tant au niveau
de la procédure d'extradition que
du risque de fuite face à la
condamnation.

Dans le cadre de la deuxième
demande d'extradition, la chambre
des mises en accusation de la
cour d'appel de Gand a décidé
que Mme Erdal ne pouvait être
poursuivie ni condamnée dans
notre pays. Si ce jugement est
confirmé et si Mme Erdal n'est pas
extradée, elle ne sera pas punie
pour les faits commis en Turquie.
La ministre assume une
responsabilité énorme en la
matière. Je déduis de l'interview
que la ministre a accordée au
quotidien "Le Soir" du week-end
dernier que le gouvernement a
opéré un choix politique et
idéologique tout à fait conscient.
14/03/2006
CRIV 51
COM 888
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
36
beroep in Gent, in het kader van het tweede uitleveringsverzoek, heeft
beslist dat Erdal in België niet vervolgd of veroordeeld kan worden. In
de mate dat dat wordt bevestigd en dat ze desgevallend niet wordt
uitgeleverd, betekent dat dat Erdal straffeloos blijft voor de feiten die
in Turkije zijn gepleegd.

Dat is de verantwoordelijkheid die verbonden is aan de keuze die u
deed. Die verantwoordelijkheid is gigantisch, ook gelet op het feit dat
men in het kader van de mogelijkheid inzake de uitleveringswet niet
de keuzes heeft gemaakt die zich opdrongen. Het was een bewuste
keuze. Na het lezen van uw verklaringen in Le Soir van dit weekend,
was het naar mijn aanvoelen een politieke en ideologische keuze.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De voorzitter: Mevrouw de minister, ik heb nog drie vragen van aanwezige leden. Ik heb nog een vraag
van mevrouw Nagy, van de heer Van Parys en van de heer Marinower. Het is 12.25 uur. Kunnen wij deze
vragen nog behandelen?
14.04 Laurette Onkelinx, ministre: Madame la présidente, si on
dépasse 12.30 heures pour la réunion de ce matin, peut-on
commencer un peu plus tard cet après-midi car j'ai une réunion
pendant le temps de midi?
14.05 Tony Van Parys (CD&V): Mevrouw de voorzitter, als u
akkoord gaat, zal ik mijn vraag met betrekking tot de mandaten van
de korpsen volgende week stellen.
15 Question de Mme Marie Nagy à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "l'inquiétude
des greffiers au sujet de leur statut professionnel" (n° 10768)
15 Vraag van mevrouw Marie Nagy aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
bezorgdheid van de griffiers over hun beroepsstatuut" (nr. 10768)
15.01 Marie Nagy (ECOLO): Madame la présidente, madame la
ministre, les greffiers se sont fortement mobilisés en raison du projet
de loi qui les concerne.

Le greffier est un officier public et une des trois composantes du siège
du tribunal où il assiste le juge. Il est indépendant et constitue la
garantie contre l'éventuel arbitraire du juge. Le législateur reconnaît
ainsi que le greffier est un acteur indispensable au bon
fonctionnement de la justice. Jusqu'à présent, le greffier appartenait
au niveau 1 de la fonction publique mais n'ayant aucun statut ni
professionnel ni syndical, ...
15.01 Marie Nagy (ECOLO): Het
wetsontwerp belangt de griffiers
rechtstreeks aan en laat hen
derhalve niet onberoerd.
15.02 Laurette Onkelinx, ministre: Madame Nagy, je considère
votre question comme très importante et intéressante. Néanmoins,
nous nous pencherons sur l'entièreté du dossier cet après-midi en
commission de la Justice.
15.02 Minister Laurette
Onkelinx: Mevrouw Nagy, het
gaat om een erg belangrijke vraag,
maar we zullen ons vanmiddag in
de commissie voor de Justitie over
dat dossier buigen.
De voorzitter: Ik zal deze namiddag de toelichting geven over het desbetreffende wetsontwerp.
15.03 Marie Nagy (ECOLO): Madame la présidente, ma question
ferait ainsi partie de la discussion? Cela ne me pose aucun problème.
15.03 Marie Nagy (ECOLO): Als
mijn vraag aldus tijdens de
bespreking aan bod komt, heb ik
CRIV 51
COM 888
14/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
37
daar geen moeite mee.
15.04 Melchior Wathelet (cdH): C'est la raison pour laquelle je n'ai
pas posé de questions à ce sujet.
15.05 Marie Nagy (ECOLO): Madame la ministre, ceci aurait pu être
précisé plus tôt.
15.06 Laurette Onkelinx, ministre: Oui, effectivement, veuillez m'en
excuser.

La présidente: Cet après-midi, nous aurons tout d'abord le vote sur le
statut externe des détenus. Ensuite, nous aborderons ce projet.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

Vraag nr. 10779 van de heer Van Parys wordt uitgesteld.
16 Vraag van de heer Claude Marinower aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
strijd tegen de schijnhuwelijken" (nr. 10790)
16 Question de M. Claude Marinower à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "la lutte
contre les mariages de complaisance" (n° 10790)
16.01 Claude Marinower (VLD): Mevrouw de minister, in verband
met de schijnhuwelijken: wanneer nadat het huwelijk werd afgesloten
vastgesteld wordt dat het een schijnhuwelijk betreft, kan het parket de
vernietiging van het huwelijk vorderen. Een gerechtelijke procedure
daartoe kan echter lang aanslepen. Soms, zelfs dikwijls, moet
vastgesteld worden dat een persoon die via een schijnhuwelijk een
verblijfsrecht heeft verworven op het moment van de uitspraak reeds
de Belgische nationaliteit heeft gekregen via de snel-Belgwet. De
vernietiging van het huwelijk heeft in die omstandigheden weinig
effect.

Het is mijn mening dat een aanpassing van het Wetboek op de
Belgische nationaliteit zich terzake opdringt. Een jaar geleden hebt u
aangekondigd een grondige doorlichting van die wet te zullen
doorvoeren en hebt u aanpassingen op dat vlak in het vooruitzicht
gesteld.

Ik had graag van u vernomen, ten eerste, of de resultaten van die
doorlichting kenbaar kunnen worden gemaakt. Zijn ze beschikbaar?

Ten tweede, is er voorzien in het opstellen van een wetsontwerp
teneinde een aantal tekortkomingen van de huidige wetgeving, zoals
die welke ik net aangegeven heb, te ondervangen?

Ten derde, bent u bereid te voorzien in een systeem waarbij de
Belgische nationaliteit ontnomen wordt indien zij bijvoorbeeld op de
frauduleuze wijze die ik net aangehaald heb verkregen werd?
16.01 Claude Marinower (VLD):
Les parquets peuvent demander
l'annulation d'un mariage de
complaisance, mais la procédure
judiciaire tend à traîner en
longueur. Il arrive que des
personnes qui ont obtenu un titre
de séjour grâce à un mariage de
complaisance ont acquis la
nationalité belge en application de
la loi d'acquisition rapide de la
nationalité, avant que leur mariage
ne soit annulé. Il y a un an, la
ministre a indiqué qu'elle
soumettrait le Code de la
nationalité belge à une évaluation
approfondie et qu'elle procéderait
aux aménagements qui
s'imposent. Quels sont les
résultats de cette évaluation? La
ministre envisage-t-elle
l'élaboration d'un projet de loi
permettant de remédier aux
lacunes actuelles? L'instauration
d'un système permettant de retirer
la nationalité belge en cas de
fraude est-elle prévue?
16.02 Laurette Onkelinx, ministre: En réalité, monsieur Marinower,
les travaux sont en cours. Le 10 mars, j'ai reçu une série d'avis et de
commentaires communiqués par les parquets portant sur les
adaptations à apporter au Code de la nationalité et qui concernent
notamment la lutte contre les mariages blancs. Par ailleurs, la
question sera abordée le 23 mars lors de la réunion du Collège des
16.02
Minister
Laurette
Onkelinx: Op 10 maart heb ik
adviezen ontvangen, op 23 maart
zal het College van procureurs-
generaal bijeenkomen en intussen
bespreken de kabinetten van
14/03/2006
CRIV 51
COM 888
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
38
procureurs généraux. Donc, le 10 mars j'ai reçu des avis, le 23 mars,
il y a la réunion du Collège des procureurs généraux et entre-temps,
les cabinets de la Justice et de l'Intérieur discutent de tout ce qui
pourrait être modifié dans le Code de la nationalité. Je vous donnerai
des précisions dès que j'en aurai moi-même.
Justitie en Binnenlandse Zaken
alle mogelijke wijzigingen van het
Wetboek van de Belgische
nationaliteit.
16.03 Claude Marinower (VLD): Ik neem aan dat de minister geen
bezwaar heeft dat ik haar daarover, behoudens tegenbericht, een
vraag stel na de paasvakantie.
16.03 Claude Marinower (VLD):
Si je ne reçois aucune réponse
j'interrogerai la ministre apès les
vacances de Pâques.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 12.29 uur.
La réunion publique de commission est levée à 12.29 heures.