CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 881
CRIV 51 COM 881
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DE L
'I
NTÉRIEUR
,
DES
A
FFAIRES
GÉNÉRALES ET DE LA
F
ONCTION PUBLIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
B
INNENLANDSE
Z
AKEN
,
DE ALGEMENE
Z
AKEN EN HET
O
PENBAAR
A
MBT
mercredi
woensdag
08-03-2006
08-03-2006
Matin
Voormiddag
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu inté-
gral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit des
interventions ; les annexes se trouvent dans une brochure
séparée (PLEN: couverture blanche; COM: couverture
saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken; de
bijlagen zijn in een aparte brochure opgenomen
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
Plenum
COM
réunion de commission
COM
Commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 881
08/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i
SOMMAIRE
INHOUD
Question de M. Roel Deseyn au ministre de
l'Emploi sur "la mise en oeuvre du plan 'Internet
pour tous'" (n° 10068)
1
Vraag van de heer Roel Deseyn aan de minister
van Werk over "de uitvoering van het 'Internet
voor iedereen'-plan" (nr. 10068)
1
Orateurs: Roel Deseyn, Peter Vanvelthoven,
ministre de l'Emploi
Sprekers: Roel Deseyn, Peter Vanvelthoven,
minister van Werk
Questions jointes de
3
Samengevoegde vragen van
3
- M. François-Xavier de Donnea au ministre de
l'Emploi sur "le site 'www.saferchat.be'" (n° 10231)
3
- de heer François-Xavier de Donnea aan de
minister van Werk over "de site
'www.saferchat.be'" (nr. 10231)
3
- M. Roel Deseyn au ministre de l'Emploi sur "la
sécurisation défaillante des sites de bavardage
sécurisés" (n° 10274)
3
- de heer Roel Deseyn aan de minister van Werk
over "het niet veilig zijn van de beveiligde
chatsites" (nr. 10274)
3
Orateurs: François-Xavier de Donnea, Roel
Deseyn, Peter Vanvelthoven, ministre de
l'Emploi
Sprekers: François-Xavier de Donnea, Roel
Deseyn, Peter Vanvelthoven, minister van
Werk
Question de Mme Magda De Meyer au vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le
retard en matière de prolongement des permis de
séjour temporaires" (n 10187)
7
Vraag van mevrouw Magda De Meyer aan de
vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de vertraging in het verlengen van
tijdelijke verblijfsvergunningen" (nr. 10187)
7
Orateurs: Magda De Meyer, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Magda De Meyer, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de M. Jo Vandeurzen au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "le projet du
bourgmestre de Maastricht d'organiser une
concertation avec les autorités belges à propos
des coffee-shops" (n° 10352)
9
Vraag van de heer Jo Vandeurzen aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de plannen van de burgemeester van
Maastricht om met de Belgische autoriteiten te
overleggen over de coffeeshops" (nr. 10352)
9
Orateurs: Jo Vandeurzen, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Jo Vandeurzen, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de M. Patrick De Groote au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "les contrôles
des transports de déchets" (n° 10407)
12
Vraag van de heer Patrick De Groote aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de controles op afvaltransporten"
(nr. 10407)
12
Orateurs: Patrick De Groote, Patrick
Dewael, vice-premier ministre et ministre de
l'Intérieur
Sprekers: Patrick De Groote, Patrick
Dewael, vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de M. Olivier Maingain au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "les
exigences linguistiques pour les membres du
service judiciaire d'arrondissement de Bruxelles
de la police fédérale" (n° 10504)
15
Vraag van de heer Olivier Maingain aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de taalvereisten voor de leden van
de arrondissementele gerechtelijke dienst van
Brussel van de federale politie" (nr. 10504)
15
Orateurs: Olivier Maingain, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Olivier Maingain, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de M. Francis Van den Eynde au vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le
blocage du compte bancaire des suspects de
crimes graves" (n° 10604)
17
Vraag van de heer Francis Van den Eynde aan de
vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "het blokkeren van de bankrekening
van verdachten van zware misdaden" (nr. 10604)
17
Orateurs: Francis Van den Eynde, Patrick
Dewael, vice-premier ministre et ministre de
l'Intérieur
Sprekers: Francis Van den Eynde, Patrick
Dewael, vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de Mme Katrien Schryvers au vice-
19
Vraag van mevrouw Katrien Schryvers aan de 19
08/03/2006
CRIV 51
COM 881
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les
directives relatives au fonds de sécurité routière
adressées aux zones de police" (n° 10640)
vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de richtlijnen voor de politiezones
met betrekking tot het verkeersveiligheidsfonds"
(nr. 10640)
Orateurs:
Katrien Schryvers, Patrick
Dewael, vice-premier ministre et ministre de
l'Intérieur
Sprekers:
Katrien Schryvers, Patrick
Dewael, vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de Mme Marie Nagy au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "l'expulsion
d'une mineure non accompagnée et de son enfant
vers la Roumanie" (n° 10176)
21
Vraag van mevrouw Marie Nagy aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de uitwijzing naar Roemenië van een
niet-begeleide minderjarige en haar kind"
(nr. 10176)
21
Orateurs: Marie Nagy, Patrick Dewael, vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Marie Nagy, Patrick Dewael, vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken
Question de M. Claude Marinower au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "l'optimisation
de l'engagement de la police lors des matches de
football" (n° 10366)
23
Vraag van de heer Claude Marinower aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "een optimale politie-inzet tijdens
voetbalwedstrijden" (nr. 10366)
23
Orateurs:
Claude Marinower, Patrick
Dewael, vice-premier ministre et ministre de
l'Intérieur, Éric Libert
Sprekers:
Claude Marinower, Patrick
Dewael, vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken, Éric Libert
Question de M. Claude Marinower au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "une réunion
de néonazis" (n° 10658)
26
Vraag van de heer Claude Marinower aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "een bijeenkomst van neonazi's"
(nr. 10658)
26
Orateurs:
Claude Marinower, Patrick
Dewael, vice-premier ministre et ministre de
l'Intérieur
Sprekers:
Claude Marinower, Patrick
Dewael, vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de M. Eric Libert au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "la
manifestation publique d'opinions politiques par
un agent de la police fédérale" (n° 10585)
27
Vraag van de heer Eric Libert aan de vice-eerste
minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"het in het openbaar uiting geven aan een
politieke overtuiging door een agent van de
federale politie" (nr. 10585)
27
Orateurs: Éric Libert, Patrick Dewael, vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Éric Libert, Patrick Dewael, vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken
Question de M. François Bellot au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "la
responsabilité civile et pénale des agents publics"
(n° 10681)
28
Vraag van de heer François Bellot aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de burgerrechtelijke en
strafrechtelijke aansprakelijkheid van
overheidsambtenaren" (nr. 10681)
28
Orateurs: François Bellot, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: François Bellot, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de M. Willy Cortois au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "les paris
truqués et les pratiques de corruption dans le
football belge" (n° 10687)
30
Vraag van de heer Willy Cortois aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de gok- en omkooppraktijken in het
Belgisch voetbal" (nr. 10687)
29
Orateurs: Willy Cortois, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Willy Cortois, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Questions jointes de
32
Samengevoegde vragen van
32
- M. Joseph Arens au vice-premier ministre et
ministre de l'Intérieur sur "la grève de la faim des
sans-papiers de l'église Saint Boniface"
32
- de heer Joseph Arens aan de vice-eerste
minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"de hongerstaking van mensen zonder papieren
32
CRIV 51
COM 881
08/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
iii
(n° 10696)
in de Sint-Bonifatiuskerk" (nr. 10696)
- Mme Marie Nagy au vice-premier ministre et
ministre de l'Intérieur sur "la situation des sans-
papiers de l'église Saint Boniface" (n° 10700)
32
- mevrouw Marie Nagy aan de vice-eerste minister
en minister van Binnenlandse Zaken over "de
situatie van de mensen zonder papieren in de
Sint-Bonifatiuskerk" (nr. 10700)
32
Orateurs: Joseph Arens, Marie Nagy,
Patrick Dewael, vice-premier ministre et
ministre de l'Intérieur
Sprekers: Joseph Arens, Marie Nagy,
Patrick Dewael, vice-eerste minister en
minister van Binnenlandse Zaken
Question de M. Dirk Claes au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "le
rapatriement de demandeurs d'asile en
provenance du Népal" (n° 10701)
35
Vraag van de heer Dirk Claes aan de vice-eerste
minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"de repatriëring van asielzoekers uit Nepal"
(nr. 10701)
35
Orateurs: Dirk Claes, Patrick Dewael, vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Dirk Claes, Patrick Dewael, vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken
CRIV 51
COM 881
08/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DE L'INTERIEUR,
DES AFFAIRES GENERALES ET
DE LA FONCTION PUBLIQUE
COMMISSIE VOOR DE
BINNENLANDSE ZAKEN, DE
ALGEMENE ZAKEN EN HET
OPENBAAR AMBT
du
MERCREDI
8
MARS
2006
Matin
______
van
WOENSDAG
8
MAART
2006
Voormiddag
______
La séance est ouverte à 10.19 heures par M. André Frédéric, président.
De vergadering wordt geopend om 10.19 uur door de heer André Frédéric, voorzitter.
01 Vraag van de heer Roel Deseyn aan de minister van Werk over "de uitvoering van het 'Internet voor
iedereen'-plan" (nr. 10068)
01 Question de M. Roel Deseyn au ministre de l'Emploi sur "la mise en oeuvre du plan 'Internet pour
01.01 Roel Deseyn (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, graag kreeg ik toelichting en leg ik een paar vragen voor
inzake de uitvoering van het Internet-voor-iedereen-plan. Het zou de
actie van 2006 worden om de digitale kloof te dichten. De uitvoering
die per definitie beperkt was in tijd laat evenwel op zich wachten. Dat
is een zaak.
Een andere zaak is de kleinhandel die in grote mate verontrust is over
de evolutie van hun zaken. Gedurende een tijdje hebben ze over dit
project niets meer gehoord. Bovendien was het voor deze groep
kleine verdelers sowieso moeilijk om zich in die logica in te schrijven.
Zij vinden toch dat zij met hun service en expertise dicht bij de
mensen staan.
Mijnheer de minister, kunt u een indicatie geven over de evolutie van
de markt, vooral de verkoop tijdens de laatste maanden? Wanneer
zal effectief gestart worden met de verdeling van het pakket? Mensen
hebben hierover iets gelezen en stellen de aankoop van een nieuwe
pc uit.
Zeer belangrijk is de manier waarop van bij de start zal gemeten
worden. Ik dring aan op tenminste een feedback als zo'n pakket aan
de man/vrouw wordt gebracht met betrekking tot de vraag of het gaat
om een nieuw toestel in het gezin of een vernieuwd toestel. Misschien
moeten we achteraf dit soort gegevens inzamelen die zeer waardevol
zijn voor de evaluatie van het project om te zien of de doelstellingen
bereikt zijn. Het was niet de bedoeling zo maar geld te geven voor de
vervangmarkt maar om nieuwe gebruikers aan te trekken. We
hebben reeds over de modaliteiten gediscussieerd. Ik dring aan op
goede tools van bij de start voor de follow-up van het project. Daarom
doe ik de suggestie aan de koper een paar vragen te stellen om uit te
kunnen maken waar de toestellen die bij wijze van belastingkrediet
gesubsidieerd zijn, zijn terechtgekomen
01.01 Roel Deseyn (CD&V): Le
plan d'action fédéral est censé
réduire la fracture numérique en
2006 mais sa mise en oeuvre se
fait attendre. De plus, les
détaillants s'inquiètent de
l'évolution du marché
informatique.
Comment les ventes ont-elles
évolué au cours des derniers mois
et comment l'offre groupée est-elle
répartie? Comment saurons-nous
si nous avons réellement attiré de
nouveaux utilisateurs? L'acheteur
ne doit-il pas pour cela répondre à
quelques questions? Comment les
distributeurs de matériel
informatique sont-ils encadrés? Ne
serait-il pas possible de
rassembler des ordinateurs
amortis dans des centres de
recyclage pour que ceux qui n'ont
pas les moyens d'acquérir l'offre
groupée puissent quand même
accéder à l'ordinateur et à
l'internet?
08/03/2006
CRIV 51
COM 881
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
Ik heb nog een vraag vanuit de bezorgdheid van de kleine dealers.
Hoe kan aan hen voorlichting en bijstand worden gegeven?
Ten slotte, zullen de ingeruilde of afgezette pc's eventueel via
kringloopcentra bij het targetpubliek kunnen terechtkomen? U weet
dat er daarvoor heel wat waardevolle projecten bestaan. Ik heb het
met name over personen voor wie het pakket een te hoge financiële
drempel vormde.
01.02 Minister Peter Vanvelthoven: Mijnheer de voorzitter, collega's,
het project Internet voor iedereen loopt inderdaad volop. U hebt
gevraagd of de aankondiging op zich gevolgen heeft voor de markt.
Om u tenminste een indicatie te geven, kan ik u meedelen dat uit
onze contacten met de sector blijkt dat in het vierde kwartaal van
2005 er geen vertraging van de pc-verkoop is geweest. Dat effect zou
zich wel voordoen in het eerste kwartaal van 2006. Wij beschikken
echter niet over concrete cijfers die dat effect aantonen.
Zoals u wellicht hebt vernomen, is het koninklijk besluit tot vaststelling
van de erkenningsvoorwaarden en de procedure tot erkenning van
een Internet-voor-iedereen-pakket verschenen in het Belgisch
Staatsblad van 10 februari 2006. Ik heb een kopie bij me van het
advies van de Raad van State en een kopie van het koninklijk besluit.
U mag dat hebben. U kunt de informatie dienaangaande ook vinden
op onze portaalsite. De technische vereisten vindt u in artikel 3 van
het koninklijk besluit.
Hoe verloopt de procedure? De consortia kunnen een
erkenningsaanvraag indienen bij mijn administratie Fedict. Fedict
heeft vervolgens tien werkdagen om de erkenningsaanvragen te
verwerken. Dat betekent concreet dat wellicht medio april 2006 de
pakketten beschikbaar zullen zijn op de markt en in de winkels.
Wat uw vierde vraag betreft, het is niet mogelijk om te achterhalen
welke burgers al dan niet een geplande aankoop uitstellen om te
kunnen genieten van de voordelen van deze eenmalige actie. Ik wil er
toch de nadruk op leggen dat het een eenmalige actie is. Op basis
van het aantal reacties dat wij ontvingen, stellen we vast dat de
interesse van de burger in ieder geval heel groot is en dat het
merendeel van de reacties afkomstig is van burgers die nog niet zijn
uitgerust met een pc en een internetaansluiting.
Wat uw suggestie betreft om de koper bij zijn aankopen een enquête
voor te leggen, kan ik meedelen dat het koninklijk besluit bepaalt dat
de leverancier-verkoper instaat voor een objectieve meetmethode om
de klantentevredenheid en de impact van de maatregel op de
vermindering van de digitale kloof te meten. Zodra we beschikken
over de resultaten van die meting, ben ik natuurlijk graag bereid om
die verder in deze commissie toe te lichten.
Ik kom op uw vijfde vraag. De voorbije maanden hebben wij
meermaals de gelegenheid gehad om de voornaamste actoren, zoals
de bedrijven en de ICT-beroepsorganisaties, te ontmoeten. Meer
specifiek hebben we ook overleg gepleegd met de beroepsfederaties
van de distributiesector om zoveel mogelijk met hun suggesties en
bezorgdheden rekening te houden en hen te informeren over het
opzet. De overheid heeft inmiddels de criteria waaraan het pakket
01.02 Peter Vanvelthoven,
ministre: Le projet "Internet pour
tous" bat son plein. Il ressort de
contacts avec le secteur qu'au
quatrième trimestre 2005, aucun
retard ne s'était accumulé sur le
plan de la vente d'ordinateurs
personnels. Cela dit, il n'est pas
impossible qu'il y ait un retard au
premier trimestre de 2006.
L'arrêté royal a été publié au
Moniteur belge du 10 février 2006.
Je puis adresser à celles et ceux
qui le souhaitent une copie de
l'avis du Conseil d'État et de
l'arrêté royal. En outre, les
informations requises peuvent être
consultées sur le site portail
fédéral. Les exigences techniques
sont énumérées à l'article 3 de
l'arrêté royal. Les demandes
d'agrément doivent être introduites
auprès du Fedict et être traitées
dans les dix jours ouvrables. Les
ensembles devraient être
disponibles sur le marché vers la
mi-avril.
Il s'agit d'une opération one shot
qui suscite un très vif intérêt, en
particulier chez les citoyens qui
n'ont pas encore d'ordinateur
personnel ni d'accès à internet.
L'arrêté royal prévoit une méthode
de mesure objective qui permettra
de déterminer si l'objectif fixé a été
atteint.
Le présent projet a été l'objet
d'une ample concertation avec les
secteurs concernés. Je ne puis
leur faire de suggestions qui iraient
au-delà de ce que prévoit l'arrêté
royal. Il leur appartient désormais
d'introduire les demandes
d'agrément. Je défends
évidemment toute nouvelle
CRIV 51
COM 881
08/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
moet voldoen, gepubliceerd. Voorts kunnen we geen suggesties
geven over de manier waarop de markt zich nu moet organiseren. Het
is nu aan de sector om de nodige akkoorden te sluiten, consortia te
vormen en vervolgens de erkenningsaanvragen in te dienen bij
Fedict.
Wat uw laatste vraag betreft, weet u u hebt er al een paar keer
vragen over gesteld dat het Nationaal Actieplan Digitale Insluiting
verschillende acties bevat die zullen bijdragen tot de vermindering van
de digitale kloof. Ik sta uiteraard voor honderd procent achter elk
nieuw initiatief dat daar bovenop kan komen en dat dezelfde
doelstelling nastreeft.
initiative qui contribuerait à réduire
la fracture numérique.
01.03 Roel Deseyn (CD&V): Mijnheer de minister, het is uiteraard
interessant om te weten dat het merendeel van de reacties op nieuwe
gebruikers duidt, maar dat is een subjectieve zaak. Daarom is er een
noodzaak om het voor te leggen in de winkels. Wij kijken dan zeker
met belangstelling uit naar de resultaten.
Ik ben ook blij dat u de extra suggestie van de kringloopcentra steunt.
Ik denk dat dit echt gekoppeld kan worden aan het internet-voor-
iedereen-project. Het zou een heel goede zaak zijn die echt iets
betekent voor bepaalde doelgroepen.
Wat de dealers betreft, het is toch goed om te beseffen dat zij met
een beperkte marge werken. Men moet toch ook eens hun
verzuchtingen horen. Zij bieden het product aan, ze moeten een
installatie doen van software en als er dan de eerste weken een klein
probleempje is, komen de klanten nog eens terug. Er is eigenlijk al
geen winstmarge, maar zij hebben er wel soms een halve dag werk
per klant aan. Die verzuchtingen van de dealers moeten erkend
worden door de overheid, precies om ze te motiveren voor dat op zich
waardevol project. Het zou jammer zijn dat we te veel mensen die het
contact met de klant moeten maken, gaan frustreren om die reden. Ik
zal u bij gelegenheid wel eens een aantal reacties en brieven van een
heel aantal dealers bezorgen.
01.03 Roel Deseyn (CD&V): Ce
sont surtout les nouveaux
utilisateurs qu'il faut atteindre.
C'est pourquoi il est bon de poser
quelques questions aux acheteurs.
Je me réjouis d'entendre que le
secrétaire d'État soutient la
suggestion des centres de
recyclage. Il serait bon de lier cette
initiative au projet. C'est un bon
projet, mais nous devons veiller à
ne pas frustrer les vendeurs de
PC, dont les marges bénéficiaires
sont déjà très étroites.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
02 Questions jointes de
- M. François-Xavier de Donnea au ministre de l'Emploi sur "le site 'www.saferchat.be'" (n° 10231)
- M. Roel Deseyn au ministre de l'Emploi sur "la sécurisation défaillante des sites de bavardage
sécurisés" (n° 10274)
02 Samengevoegde vragen van
- de heer François-Xavier de Donnea aan de minister van Werk over "de site 'www.saferchat.be'"
(nr. 10231)
- de heer Roel Deseyn aan de minister van Werk over "het niet veilig zijn van de beveiligde chatsites"
(nr. 10274)
02.01 François-Xavier de Donnea (MR): Monsieur le ministre, vos
services ont créé un portail fédéral www.saferchat.be afin de
permettre aux jeunes de plus de douze ans de surfer en toute sécurité
sur le web, à l'abri d'adultes malintentionnés. L'initiative est sans
doute extrêmement louable. Encore faut-il qu'elle soit menée avec
tout le sérieux voulu. Or la presse s'est fait l'écho de l'indignation d'un
habitant de Seneffe qui, préparant une fête internet, a été très surpris
de trouver sur des sites référencés par le portail fédéral "saferchat.be"
02.01 François-Xavier de
Donnea (MR): De diensten van de
minister hebben een federale
portaalsite www.saferchat.be
opgericht om jongeren van twaalf
jaar en ouder de mogelijkheid te
bieden in alle veiligheid op het
internet te surfen. Een inwoner van
08/03/2006
CRIV 51
COM 881
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
des photos choquantes, voire carrément érotiques pour ne pas dire
plus. En tout cas, ces photos ne sont pas à leur place sur des sites
vérifiés et labellisés comme étant recommandables pour des
adolescents.
Dès l'annonce de la présence de ces photos sur un site accessible
par le portail, ces sites auraient été retirés. Cela se passait le vendredi
3 février 2006. J'ai cependant pu encore constater le 6 février qu'au
départ du site fédéral, on se retrouvait toujours confronté, sur certains
des sites accessibles, à des images qui ne sont pas exactement
celles que l'on voudrait destiner à des adolescents.
Monsieur le ministre, je tiens à vous poser trois questions.
Tout d'abord, pouvez-vous me dire qui a la charge quotidienne de ce
site? Quelles sont les précautions élémentaires et les vérifications
régulièrement effectuées pour s'assurer du caractère réellement sûr
de ce site?
Quelles sont les mesures qui ont été prises à la suite de ce dérapage
dans le service proposé aux familles qui dirigent en confiance leurs
adolescents vers le site en question?
Pourquoi ne peut-on envoyer les adolescents directement sur la page
d'identification donnant accès aux chats sécurisés au lieu de les faire
transiter par des portails généraux tels que "place.to.be", Skynet,
Telenet, etc., sur lesquels on trouve - par définition - le meilleur et le
pire?
Seneffe heeft daar echter
verwijzingen naar sites met
erotische en schokkende foto's op
ontdekt. Onmiddellijk nadat de
aanwezigheid van die foto's werd
gemeld op 3 februari 2006
zouden die sites zijn opgedoekt,
maar op 6 februari heb ik
vastgesteld dat de links naar
dergelijke foto's nog altijd
toegankelijk waren.
Wie is met het dagelijks beheer
van die site belast en welke
voorzorgsmaatregelen worden
getroffen en welke controles
worden uitgevoerd met betrekking
tot de inhoud ervan? Welke
maatregelen werden naar
aanleiding van dat incident
getroffen? Waarom geeft men de
adolescenten niet rechtstreeks
toegang tot de home page voor de
beveiligde chats, zodat ze niet via
de algemene portaalsites om
moeten gaan? Daarop vindt men
immers van alles en nog wat.
Le président: Monsieur Deseyn, M. le ministre me fait remarquer que
votre question porte sur le même objet bien qu'elle n'ait pas été jointe.
Une réponse globale vous pose-t-elle problème?
De voorzitter: Mijnheer Deseyn,
de minister wijst mij erop dat uw
vraag over hetzelfde onderwerp
handelt, maar dat ze niet werd
samengevoegd. Heeft u bezwaar
tegen een antwoord in globo?
02.02 Roel Deseyn (CD&V): Neen, mijnheer de voorzitter!
Mijnheer de minister, mijn vraag sluit inderdaad een beetje aan bij de
problematiek die daarnet door collega de Donnea is geschetst. Vanuit
de overheid werd een bepaald verwachtingspatroon geschapen om
kinderen veiliger te laten chatten. Er is een triest incident geweest
waarbij een coördinator van de gemeente Seneffe naaktfoto's heeft
ontdekt op de beveiligde chatsite place.to.be, een site die gepromoot
werd bij jongeren, vooral bij degenen die een elektronische
identiteitskaart aanvroegen. Ik koppel dat ook aan de informatie die ik
van de minister van Justitie heb gekregen. Er is namelijk in België
eigenlijk nog geen enkele finale juridische interventie geweest die zou
leiden tot het direct sluiten van dergelijke sites. Als er voor het
onbeschermde deel geen interventies zijn, dan moeten we met des te
meer aandacht kijken naar de beveiligde zaken.
Vandaar mijn vragen hoe dat kon gebeuren en hoe het probleem is
behandeld. Wanneer werden die foto's opgemerkt? Wanneer en hoe
werden ze verwijderd? Is dat een losstaand feit of komt dat geregeld
voor op dergelijke chatboxen?
Ik vraag me ook af wat de rol was van de gemeentelijke
02.02 Roel Deseyn (CD&V): Le
coordinateur informatique de
Seneffe a découvert récemment
des photos de nus sur le site de
"chat" sécurisé place.to.be, promu
par les autorités auprès des
jeunes disposant d'une carte
d'identité électronique. Cet
incident montre que la sécurisation
doit être renforcée. La ministre de
la Justice m'a informé de ce que la
Belgique n'a encore jamais
procédé à la fermeture d'un site
internet.
Comment cet incident a-t-il pu se
produire? Des cas semblables se
sont-ils déjà produits dans le
passé?
Comment se fait-il que le
coordinateur informatique ait pu
CRIV 51
COM 881
08/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
informaticacoördinator, die waarschijnlijk niet in dat project was
ingeschakeld maar blijkbaar toch toegang had tot de chatsite,
duidelijk niet als minderjarige. Was dat in het kader van de officiële
ambtsuitvoering of in het kader van gezinsactiviteiten?
Hoe streng modereert men die beveiligde chatboxen? Wat is de
bestaffing?
Is er nu output? Wie heeft die foto's erop geplaatst? Was het een
minderjarige of was het iemand die, zoals wij al vreesden van bij het
begin, via de identiteitskaart en de code van de kinderen op de site
was terechtgekomen?
Het zou goed zijn om ook eens te bekijken hoeveel regelmatige
gebruikers die sites nu hebben. Wat nu met de dekking door de
elektronische identiteitskaart?
trouver ces photos alors qu'il
n'avait pas accès au site, étant
majeur? Avec quelle sévérité
modère-t-on le contenu des
"chatbox" sécurisées? Qui est
responsable du placement de ces
photos? Quelles actions va-t-on
lancer, le cas échéant, à l'encontre
de cette personne?
Combien de mineurs font-ils appel
actuellement aux "chatbox"
sécurisées? Parmi les jeunes qui
font partie de la catégorie d'âge
concernée, quel est le
pourcentage de ceux qui
disposent d'une carte d'identité
électronique et d'un lecteur de
carte?
02.03 Peter Vanvelthoven, ministre: Monsieur le président, chers
collègues, il est inexact que l'on ait trouvé des photos de nus sur les
chatbox sécurisées. Il s'agit du portail "place.to.be" qui offre
également des chatbox sécurisées. "Place.to.be" est un des plus
grands fournisseurs de chat du pays puisqu'il compte 20.000
chatteurs par jour.
Lorsque l'on va sur le site, on trouve un lien vers des chatbox plus
sûres. Sur le site vous trouvez également un lien qui s'appelle "Photo
fun". Lorsque l'on cliquait dessus, on trouvait toute une série de
photos parmi lesquelles figuraient deux photos de nus. Les
organisateurs de "place.to.be" assuraient la gestion quotidienne du
même site.
Le propre des chatbox sécurisées est d'empêcher que des adultes
malintentionnés puissent arriver sur les chatbox pour jeunes. De plus,
les chatbox sécurisées ne diffèrent pas des chatbox ordinaires
ouvertes. Cela signifie que des jeunes peuvent eux-mêmes
manifester des comportements gênants lorsqu'ils chattent.
Les fournisseurs de chat présentant des chatbox sécurisées prévoient
toutefois pour leur "box" des modérateurs qui veillent à ce que le chat
reste convenable et que des utilisateurs indésirables ne viennent pas
perturber l'ambiance générale ou créer des problèmes plus sérieux. Il
s'agit d'un système qui fonctionne bien mais qui n'est pas infaillible
dans la mesure où les chatteurs peuvent rapidement placer des
éléments préjudiciables sur leur chatbox. Toutefois, le modérateur
intervient en réprimandant le chatteur fautif et, le cas échéant, en
supprimant la chatbox.
Au sein des chatbox sécurisées, il n'y a pas de problèmes.
Naturellement, il est important que le site web proposant des chatbox
sécurisées ne présente pas d'éléments non destinés aux enfants aux
alentours desdites chatbox. Je pense notamment aux sites web que
les services publics soutiennent via www.saferchat.be.
A l'avenir, pour éviter les éléments non destinés aux enfants, l'on ne
trouvera à court terme, après quelques petites adaptations
02.03
Minister
Peter
Vanvelthoven: Het klopt niet dat
men naaktfoto's op de beveiligde
chatboxen heeft aangetroffen. Het
ging om de portaalsite
"Place.to.be", een van de grootste
Belgische internetaanbieders. Op
de site bevond zich ook een link
naar de site "Photo fun" waarop
onder andere naaktfoto's te zien
waren. De organisatoren van
"Place.to.be" stonden in voor het
dagelijks beheer van de site met
dezelfde naam.
Kenmerkend voor beveiligde
chatboxen is dat volwassenen met
slechte bedoelingen er geen
toegang toe krijgen of dat men dat
in elk geval tracht te verhinderen.
Moderatoren zien erop toe dat de
"chat" binnen de grenzen van het
betamelijke blijft en dat
ongewenste bezoekers de sfeer
niet komen verpesten. Dat
systeem heeft zijn verdiensten al
bewezen, maar is niet onfeilbaar.
De "chatters" kunnen immers zelf
aanstootgevende zaken op hun
"chatbox" plaatsen.
Het is uiteraard belangrijk dat de
website die beveiligde "chatboxen"
aanbiedt, zelf geen informatie
bevat die niet voor kinderen
bestemd is.
Om te voorkomen dat kinderen in
08/03/2006
CRIV 51
COM 881
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
techniques, via le site www.saferchat.be que des liens directs vers la
page d'accès de chatbox sécurisées en plus de ceux vers la page
d'accueil générale des fournisseurs. L'on évite ainsi d'être confronté à
des éléments pouvant être offensants sur cette page.
de toekomst nog zouden worden
geconfronteerd met zaken die niet
voor hen bestemd zijn, zal de site
www.saferchat.be links naar de
homepage van beveiligde
"chatboxen" bevatten. Aldus kan
worden voorkomen dat op die
pagina ongewenste elementen
zouden voorkomen.
Wat de bijkomende vragen van de heer Deseyn betreft, het volgende.
Eerst herhaal ik dat de naaktfoto's niet gevonden zijn binnen de
beveiligde chatbox, maar op een ander deel van de algemene
portaalsite van place.to.be waar men via een klik binnenkomt in de
beveiligde chatbox, beveiligd via de elektronische identiteitskaart en
via een andere klik binnenkomt bij de link fotofun waarop die twee
naaktfoto's zich bevonden. Zodra de foto's werden opgemerkt en we
hiervan in kennis werden gesteld, hebben we de webmaster van
place.to.be onmiddellijk gecontacteerd en gevraagd hem de foto's te
verwijderen wegens het mogelijk aanstootgevend karakter ervan. De
webmaster begreep dat sommige mensen aanstoot konden nemen
en heeft op eigen initiatief de foto's dezelfde dag nog laten
verwijderen.
U vraagt of het de eerste keer is dat dergelijke foto's opduiken. Bij
mijn weten zijn er geen foto's opgedoken, in elk geval niet op de
beveiligde chatboxen zelf. Bij mijn weten zijn er evenmin discutabele
foto's opgedoken op andere portaalsites die beveiligde chatboxen
aanbieden.
Op de vraag wie de foto's erop heeft geplaatst, kan ik u meedelen dat
de betreffende rubriek fotofun erin bestaat dat jongeren zelf
zogenaamd ludieke foto's kunnen verzenden en op de site posten.
Het is niet mogelijk om via de eID te achterhalen wie deze personen
waren aangezien place.to.be een publiek toegankelijke portaalsite is.
In het geval van beveiligde chatboxen kunnen jongeren die zich
steevast niet houden aan de regels van het safer chatten zoals ze ook
op www.saferchat.be zijn vermeld, geen toegang meer krijgen tot de
chatbox.
Op de vraag hoeveel minderjarigen deze chatbox gebruiken, kan ik
meedelen dat ze zeer sporadisch worden gebruikt. De reden ligt voor
de hand. Met de uitreiking van de eID zijn we iets meer dan een jaar
bezig, bepaalde gemeenten zelf nog geen half jaar. Op dit ogenblik
hebben nog niet zoveel jongeren al een eID in hun bezit. Gemiddeld
proberen een tiental jongeren per week deze chatboxen uit. Tot op
heden zijn er 14.000 12-jarigen die een gratis kaartlezer hebben
aangevraagd en gekregen. Wat de eID-verdeling betreft, beschikken
momenteel bijna 2,3 miljoen mensen over een elektronische
identiteitskaart.
De suggestie van de heer de Donnea om mensen onmiddellijk naar
de beveiligde chatboxen te laten gaan in plaats van via de
ingangspagina te passeren, hebben we aan ISPA voorgelegd. Men
zal er werk van maken zodat in de toekomst dergelijke vervelende
problemen kunnen vermeden worden.
Les photos de nu ne se trouvaient
pas dans la partie protégée mais
dans un espace du site portail qui
est accessible à tous. Après avoir
constaté la présence des photos,
le coordinateur a immédiatement
contacté le webmaster, qui a
supprimé les photos sur-le-champ.
Jusqu'ici, les sites de bavardage
sécurisés n'avaient encore jamais
posé de problèmes de ce genre. Il
est impossible de détecter qui a
placé les photos en question. Elles
figuraient sur la partie du site
portail qui est accessible au public,
sur laquelle chacun peut diffuser
des photos ludiques.
Jusqu'à présent, les mineurs d'âge
ne consultent qu'occasionnelle-
ment les sites de bavardage
sécurisés. Le système du lecteur
de carte et de l'identité
électronique est encore trop
récent. Entre-temps, 14.000
enfants âgés de 12 ans ont reçu
un lecteur de carte gratuit et 2,3
millions de mineurs d'âge
disposent d'une identité
électronique.
La proposition de M. de Donnéa
de permettre aux chatteurs de
consulter directement la partie
sécurisée, sans passer par le site
portail accessible au public, est
très intéressante.
02.04 François-Xavier de Donnea (MR): Monsieur le président, je 02.04 François-Xavier de
CRIV 51
COM 881
08/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
remercie le ministre pour sa réponse. Elle est tout à fait positive par
rapport à ce que j'ai demandé. Nous lui faisons confiance. De temps à
autre, nous irons voir comment cela se passe sur le site.
Donnea (MR): Ik dank de minister
voor zijn positieve antwoord.
02.05 Roel Deseyn (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik denk dat de
informatie die de minister heeft gegeven zeker niet zonder belang
was. Dit was geen beveiligde chatbox, bewaakt door de overheid,
hoewel dit wel op die manier werd overgebracht naar de buitenwereld.
Daarom is het ook belangrijk dat de overheid communiceert met de
ouders, via Suske en Wiske of andere initiatieven, om erop te wijzen
dat er een belangrijk onderscheid is. Op uw website wordt dit immers
ook als place.to.be, als veilige site, aangeraden, maar dan wel
duidelijk het beveiligde deel. Er wordt echter blijkbaar niet altijd een
onderscheid in gebruik gemaakt.
Ik weet ook niet of uw diensten van plan zijn om een klacht in te
dienen tegen personen die bepaalde zaken hebben gepost die niet op
die site moeten staan en die gezondigd hebben tegen het protocol.
Met andere woorden, als ik u goed begrijp dan is er nog niet veel
gebeurd wat betreft de opvolging van het incident. Stricto sensu ligt
dat evenwel buiten uw bevoegdheidsdomein.
02.05 Roel Deseyn (CD&V): Je
comprends que l'incident en tant
que tel n'ait pas encore eu de
répercussions importantes.
02.06 Minister Peter Vanvelthoven: Mijnheer de voorzitter, wij
hebben onmiddellijk contact opgenomen met de beheerder van de
chatbox. Zij hebben onmiddellijk gevolg gegeven aan de vraag om die
foto's te verwijderen. Men heeft ons beloofd om in de toekomst nog
alerter te zijn zodat dergelijke zaken niet meer voorkomen.
02.06 Peter Vanvelthoven,
ministre: Le webmaster a
immédiatement fait disparaître les
photos en promettant d'être
vigilant à l'avenir.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Le président: La question n° 10124 de M. Pieter De Crem est reportée conformément à la décision de la
Conférence des présidents du 11 février 2004. M. De Crem demande que l'on transmette la copie de sa
question et de la réponse aux membres de la commission. Il en sera donc ainsi.
Mme Nagy ne donne pas signe de vie. Nous allons patienter encore un peu.
03 Vraag van mevrouw Magda De Meyer aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de vertraging in het verlengen van tijdelijke verblijfsvergunningen" (nr. 10187)
03 Question de Mme Magda De Meyer au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le retard
en matière de prolongement des permis de séjour temporaires" (n 10187)
03.01 Magda De Meyer (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, collega's, DVZ-Brussel kampt met een achterstand wat
het verlengen van tijdelijke verblijfsvergunningen betreft.
Er blijkt een achterstand te zijn van drie maanden. Er rijst een
probleem op het terrein aangezien de betrokkenen de bewijzen die ze
nodig hebben voor de verlenging - bewijs dat ze kunnen voorzien in
hun eigen onderhoud binnen het jaar, dat ze integratie-inspanningen
leveren, enzovoort - ten vroegste een maand vóór het verlopen van
hun verblijfsvergunning mogen binnenbrengen bij de gemeentelijke
bevolkingsdienst.
Het duurt dan echter drie maanden vooraleer die verlenging er komt.
Hierdoor komen steeds meer mensen in een niemandsland terecht,
met alle schrijnende gevolgen van dien. Ze worden ontslagen
aangezien zij geen geldige verblijfsvergunning en dus ook geen
03.01 Magda De Meyer (sp.a-
spirit): A l'Office des étrangers,
l'arriéré est de trois mois environ
en ce qui concerne la prolongation
des autorisations de séjour
temporaires. Les demandeurs
peuvent déposer les preuves
nécessaires à la prolongation au
plus tôt un mois avant l'expiration
de leur permis auprès du service
de la population de leur lieu de
résidence. En raison du retard de
trois mois, de plus en plus de
personnes se retrouvent dans un
no man's land entre l'expiration
finale du permis, d'une part, et sa
08/03/2006
CRIV 51
COM 881
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
arbeidskaart meer hebben. Arbeidscontracten en
werkloosheidsvergoedingen worden geschorst. In principe hebben zij
zelfs geen recht meer op de maatschappelijke dienstverlening van het
OCMW. Het is hartverscheurend dat deze mensen, die alle
inspanningen leveren om zich te integreren, aan werk te geraken en
het te behouden, hun rechten verliezen zonder dat zij daartoe zelf
direct aanleiding geven.
Mijn vraag is simpel. Kan dat op korte termijn worden verholpen?
prolongation, d'autre part. Les
conséquences sociales de cette
situation sont graves: licencie-
ment, suspension du contrat
d'emploi, suspension de
l'allocation de chômage, absence
de droit à l'aide du CPAS.
Comment ce problème peut-il être
résolu?
03.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, mevrouw De
Meyer, de dienst Vreemdelingenzaken moest inderdaad een
achterstand wegwerken bij het verlengen van tijdelijke
verblijfsvergunningen.
Zodra ik op de hoogte was van deze problematiek heb ik de directeur-
generaal van DVZ opdracht gegeven de omvang van de achterstand
te bepalen en maatregelen te nemen om deze achterstand zo snel
mogelijk weg te werken.
Eind december 2005 werd de dienst die is belast met de behandeling
van de verlengingsaanvragen tijdelijk versterkt en er werd ook een
grootschalige inhaaloperatie doorgevoerd. Vandaag is de achterstand
reeds voor een groot gedeelte weggewerkt.
Om een herhaling van deze situatie te vermijden, heb ik de
administratie gevraagd een aantal structurele maatregelen uit te
werken. Ik wil er wel op wijzen dat in een groot aantal gevallen een
beslissing van mijn administratie op zich laat wachten omdat de
aanvrager geen volledig dossier indiende of laattijdig om een
verlenging van zijn verblijfsdocumenten verzocht.
03.02 Patrick Dewael, ministre: Il
est exact que l'Office des
étrangers avait accumulé un
arriéré dans le traitement des
autorisations de séjour
temporaires. L'an passé, le
directeur général a été chargé de
prendre toutes les mesures
nécessaires pour remédier le plus
rapidement possible à ce
problème. Fin 2005, le service qui
s'occupe spécifiquement des
prolongations a été renforcé pour
réaliser une opération de
rattrapage à grande échelle. À ce
jour, l'arriéré est en grande partie
résorbé.
Pour éviter qu'une telle situation
ne se reproduise, l'administration
prendra plusieurs mesures
structurelles.
Dans de nombreux cas, la
décision de prolongation est
retardée parce que le demandeur
a déposé un dossier incomplet ou
a introduit sa demande en retard.
03.03 Magda De Meyer (sp.a-spirit): Mijnheer de minister, ik weet
dat het volgende niet tot uw bevoegdheid behoort, maar er is ook een
probleem voor de betrokken OCMW's - zeker in de grote steden -
waar die mensen terechtkunnen. De OCMW's weten niet wat ze
moeten doen. Kunnen zij al of niet steun verlenen? Ze weten immers
niet of de verblijfsvergunningen worden verlengd of niet. De toestand
is echt problematisch.
03.03 Magda De Meyer (sp.a-
spirit): À cause de ce retard, de
nombreux CPAS sont restés des
mois dans l'incertitude, ignorant
s'ils pouvaient ou non prolonger
l'aide.
03.04 Minister Patrick Dewael: Ik onderken het probleem, maar ik
herhaal dat de achterstand in belangrijke mate werd weggewerkt en
dat ook werd ingegrepen opdat men daaraan in de toekomst meer
aandacht zou besteden.
03.04 Patrick Dewael, ministre:
Des mesures structurelles ont été
prises pour éviter la répétition de
ce genre de problèmes.
03.05 Magda De Meyer (sp.a-spirit): Ik dank u voor uw antwoord.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
CRIV 51
COM 881
08/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
04 Vraag van de heer Jo Vandeurzen aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "de plannen van de burgemeester van Maastricht om met de Belgische autoriteiten te overleggen
over de coffeeshops" (nr. 10352)
04 Question de M. Jo Vandeurzen au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le projet du
bourgmestre de Maastricht d'organiser une concertation avec les autorités belges à propos des
coffee-shops" (n° 10352)
04.01 Jo Vandeurzen (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, collega's, de vraag is natuurlijk een stukje achterhaald omdat
ik wel gemerkt heb dat de minister contact had met zijn Nederlandse
collega of minstens met de Nederlandse minister van Justitie.
Ik wil toch kort het probleem van het drugstoerisme schetsen, meer
bepaald in Belgisch Limburg. Soms is het goed dat in Nederland met
enig tijdsverschil bepaalde beslissingen genomen worden om te zien
wat dat historisch allemaal met zich meebrengt aan maatschappelijke
gevolgen.
Toen meer dan twintig jaar geleden in Nederland beslist werd om het
gedoogbeleid inzake cannabis te installeren, heeft dat uiteraard dat
weten we ondertussen wel ook in Nederland gevolgen gehad, zowel
op de aantrekkingskracht voor de georganiseerde criminaliteit, als
voor de problematiek van de overlast en het drugstoerisme. Dat is
natuurlijk het probleem waarmee de burgemeester van Maastricht
geconfronteerd wordt.
Uw regering, mijnheer de minister, heeft daar niet echt veel van
geleerd, want enkele jaren geleden heeft men in België het
gedoogbeleid ook bij wet willen verankeren. Dat heeft ongetwijfeld ook
het drugstoerisme naar Nederland wat gestimuleerd. Het was
natuurlijk een van de merkwaardige consequenties dat het
gedoogbeleid ertoe leidde dat de vraag naar dit soort illegale
producten steeg. Vermits men uiteraard de productie en de distributie
bestreed, kon dat alleen maar betekenen dat ook vanuit België de
intensiteit van het drugstoerisme zou toenemen.
Wij weten ondertussen dat de burgemeester van Maastricht zijn
coffeeshops naar de buitenkant van de stad wil verplaatsen. Hij wil
daarvoor de medewerking van de Nederlandse gemeenten, maar ook
de Belgische gemeenten in de grensstreek worden aangesproken.
Dat maakt de mensen van Belgisch Limburg natuurlijk enorm bezorgd
omdat men weet dat dit soort van situaties overlast met zich
meebrengt en de enorme problematiek van het toerisme vanuit
Frankrijk, Nederland en België naar dit soort van coffeeshops.
Internationale verdragen, die u uiteraard zeer goed kent, verplichten
de Nederlanders om daaromtrent overleg te plegen want dat kan
allemaal niet zomaar.
Wat is uw houding ten opzichte van dit initiatief van de burgemeester
van Maastricht? Hij wordt daarin overigens niet gesteund door de
Nederlandse regering. Dat is ondertussen wel heel duidelijk gebleken.
Hij stuit ook op heel wat verzet van de burgemeesters, wat uiteraard
zeer begrijpelijk is, ook van de burgemeesters uit de grensstreek aan
de Belgische zijde. Het merkwaardige was natuurlijk dat u bij het
contact vergezeld was van de Belgische minister van Justitie die zich
nog niet zolang daarvoor uitdrukkelijk persoonlijk of voor haar partij
had uitgesproken voor een benadering die nog wel wat straffer is
04.01 Jo Vandeurzen (CD&V):
Le bourgmestre de Maastricht
demande la collaboration des
communes belges proches de la
frontière néerlandaise dans le
cadre de la dispersion des "coffee-
shops", qu'il souhaiterait
repousser à l'extérieur de la ville.
Le bourgmestre Leers voudrait
organiser une concertation à ce
sujet avec les autorités belges.
Dans ce genre d'initiatives, il s'agit
bien entendu d'une obligation
légale. Dans le Limbourg belge, on
redoute évidemment les
conséquences néfastes possibles
du tourisme de la drogue.
Quelle est l'attitude du
gouvernement belge à l'égard des
projets du bourgmestre de
Maastricht et que fait-il pour les
empêcher?
08/03/2006
CRIV 51
COM 881
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
dan de Nederlandse benadering. Dat was toch een zeer eigenaardig
duo toen dat contact plaatsvond.
Mijnheer de minister, ik heb de volgende vragen.
Ten eerste, welke houding neemt de Belgische regering aan ten
opzichte van de plannen van de burgemeester van Maastricht?
Ten tweede, worden er initiatieven genomen om ervoor te zorgen dat
die plannen niet uitgevoerd kunnen worden zoals de burgemeester
van Maastricht dat blijkbaar van plan is?
04.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, collega's, ik
zal eerst even ingaan op de overlegvergadering die heeft
plaatsgevonden in Valkenburg tussen de Nederlandse minister van
Justitie, de heer Donner, enerzijds, en minister van Justitie Onkelinx
en mijzelf, anderzijds. Dat overleg was al langer afgesproken, en
vastgelegd in de marge van vergaderingen van de Europese Raad
van de ministers van Binnenlandse Zaken en Justitie. Wij hadden
daar van Belgische zijde zelf op aangedrongen.
De bedoeling was om de problematiek van de grensoverschrijdende
criminaliteit in de zogenaamde Euregio te bespreken. Het probleem
van de grensoverschrijdende drugscriminaliteit is daarbij uiteraard een
belangrijke blikvanger.
De resultaten van het overleg zijn de volgende.
Er werd benadrukt dat er op het vlak van de internationale
samenwerking uiteraard al heel wat gebeurt, maar dat de
samenwerking in de Euregio eigenlijk nog kan worden geïntensifieerd,
namelijk op twee vlakken.
Ten eerste, het operationele domein. Ik denk dat het erop aankomt
om alle verdragsrechterlijke en andere instrumenten die de
internationale samenwerking mogelijk maken, maximaal te benutten.
Op dat vlak staan we in Benelux-verband, denk ik, reeds bijzonder
ver. Er werden dan ook praktische afspraken gemaakt over de
concrete uitvoering van het Benelux-akkoord, zoals het
gemeenschappelijk gebruik van verbindingsofficieren in het
buitenland, en ook de voortzetting van de zogenaamde joint hit teams.
De joint hit teams is een nieuwe constructie die we gemaakt hebben,
waarbij agenten van deze en de andere zijde van de grens effectief
samen kunnen opereren.
Op het vlak van de drugproblematiek vervult de Benelux alleszins een
laboratoriumfunctie op het Europees niveau. Het Benelux-
politiesamenwerkingsakkkoord heeft ook als model gegolden voor het
akkoord van Schengen dat we nadien gemaakt hebben, en waarbij
andere landen, zoals Duitsland, Frankrijk, Oostenrijk en Spanje,
toegevoegd werden.
Het operationele behandelt dus de vraag welke verdragen er zijn om,
op basis daarvan, politiediensten en ook gerechtelijke instanties te
laten samenwerken.
Daarnaast is er een beleidsmatig domein. Het Nederlands,
respectievelijk het Belgisch beleid, moeten beter op mekaar worden
04.02 Patrick Dewael, ministre:
La concertation organisée à
Valkenburg entre le ministre
néerlandais de la Justice, la
ministre Onkelinx et moi-même
avait été convenue précédemment
en marge d'un Conseil européen.
L'objectif consistait à aborder la
question de la criminalité
transfrontalière dans l'Eurégion. La
criminalité transfrontalière liée aux
drogues a été évoquée en détail. Il
est ressorti de la concertation que
de nombreuses initiatives existent
déjà en matière de coopération
internationale mais
que la
coopération peut encore être
intensifiée dans l'Eurégion. Tous
les instruments de droit
conventionnel et autres qui
permettent la coopération
internationale doivent être
exploités au maximum. Le
Benelux a déjà accompli
beaucoup de chemin dans ce
domaine. Il a notamment été
convenu que les "joint hit teams"
seraient poursuivies. En matière
de drogues également, le Benelux
remplit une fonction de laboratoire
en Europe. Les politiques
néerlandaise et belge seront
mieux harmonisées sur la base
d'une vision commune en matière
de criminalité et d'un plan
eurégional de sécurité. Une
concertation est prévue à cet effet
entre les autorités policières,
judiciaires et administratives de
l'Eurégion, en ce compris les
autorités locales. Les autorités
allemandes devront également y
être associées.
En Belgique, la lutte contre la
criminalité repose sur des plans de
CRIV 51
COM 881
08/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
afgestemd, op basis van een gemeenschappelijk criminaliteitsbeeld
en een Euregionaal veiligheidsplan.
Daartoe wordt een overleg gepland tussen de in de Euregio betrokken
politionele, gerechtelijke en bestuurlijke overheden, incluis de lokale
overheden. Ik denk dat het van belang is dat ook de Duitse overheden
daarbij zouden worden betrokken.
De vaststelling op dat vlak is de volgende. In ons land bestrijden wij
de criminaliteit op basis van veiligheidsplannen, die op federaal en
zonaal vlak bestaan. Die veiligheidsplannen bepalen prioriteiten, die
per zone kunnen verschillen.
Ik denk dat het goed is als in grensstreken, waar men specifieke
problemen heeft met criminaliteit die met grensoverschrijding te
maken heeft, de verschillende landen samen gaan zitten en proberen
om voor een bepaalde zone, zoals die zone EU-regio, een
gemeenschappelijk veiligheidsplan op te maken dat dus niet alleen de
Belgische maar ook de Nederlandse en de Duitse overheid zal
binden.
Het lijkt mij belangrijk en dan kom ik stilaan bij uw vraag dat
burgemeesters mee worden ingeschakeld bij het uitstippelen van die
prioriteiten. Als men effectief een burgemeester heeft in bijvoorbeeld
Maastricht die een beleid in zijn stad of gemeente zou gaan
ontwikkelen dat haaks staat op de federale prioriteiten in Nederland,
dan denk ik dat die effectief mee moet worden opgenomen in het
overleg, om de neuzen terug in dezelfde richting te krijgen. Ik heb van
mijn Nederlandse collega van Justitie begrepen dat de heer Leers
inderdaad een wat eigengereide koers vaart. Er werd op de
vergadering gezegd dat hij soms nogal hardleers is.
Ten derde, specifiek wat de drugscriminaliteit aangaat, zowel de
zogenaamde achterdeur, zeg maar de productie, als de voordeur of
de verkoop, werd ook aan Nederlandse zijde beklemtoond dat dit ook
een gezamenlijk probleem is dat in een internationaal gecoördineerde
context moet worden bestreden met respect voor de internationale
verdragen. Lokale initiatieven die ertoe strekken het probleem lokaal
aan te pakken maar die het probleem alleen verplaatsen moeten dus
worden vermeden. Dat is ook een element van goed nabuurschap dat
trouwens in heel wat overeenkomsten ook wordt benadrukt.
Het feit dat wij in België, en niet alleen in de grensstreek, worden
geconfronteerd met problemen van drugstoerisme maar ook van
drugsproductie ik verwijs naar de cannabisplantages, u ziet die in de
resultaten van het gerecht van Tongeren en Hasselt, en XTC-labo's
wordt mede veroorzaakt door het Nederlandse gedoogbeleid en alle
problemen die dat beleid met zich meebrengt. Gemeenten of steden
hebben vaak ideeën en nemen dan initiatieven die botsen met de
belangen van de omliggende steden en gemeenten. Vandaar dus de
noodzaak om het beleid internationaal, met betrokkenheid van de
lokale overheden, beter op mekaar af te stemmen. Dat is het resultaat
van een belangrijke vergadering.
Ik moet wat u het Belgische gedoogbeleid noemt tegenspreken. Er is
zoals u weet een richtlijn van het College van procureurs-generaal die
het bezit van cannabis ik zeg wel een hoeveelheid van drie gram
cannabis niet als een prioriteit beschouwt in het vervolgingsbeleid.
sécurité fédéraux et zonaux qui
fixent des priorités. Un plan de
sécurité commun doit absolument
être mis en oeuvre dans les
régions frontalières. Les
bourgmestres doivent être
associés à la fixation des priorités.
Du côté néerlandais aussi, l'accent
est mis sur l'aspect commun, tant
en matière de production que de
vente, de la criminalité liée aux
drogues. Il convient de combattre
celle-ci dans le cadre d'une
coordination internationale et dans
le respect des conventions
internationales. Aussi faut-il éviter
que des initiatives locales viennent
déplacer le problème. Les
phénomènes afférents au
narcotourisme et à la production
de drogues concernent la Belgique
tout entière, et pas seulement la
région frontalière. La politique
néerlandaise de tolérance est
aussi à l'origine de ces difficultés.
Je déments l'existence d'une
politique belge de tolérance. Il
existe une directive du collège des
procureurs généraux disposant
que la détention de trois grammes
de cannabis ne constitue pas une
priorité en matière de politique des
poursuites. Cette directive s'inscrit
dans le prolongement d'une
directive du gouvernement datant
d'avant 1999.
08/03/2006
CRIV 51
COM 881
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
Ik denk dat die richtlijn van het College van procureurs-generaal
perfect aansluit bij de richtlijn die vroeger al bestond, bijvoorbeeld ten
tijde van regeringen van voor 1999. Tot daar mijn antwoord, mijnheer
de voorzitter.
04.03 Jo Vandeurzen (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik dank de
minister voor het antwoord. Mijnheer de minister, ik ben altijd
gefascineerd wanneer er in de politiek een collectief lek in het
geheugen ontstaat. Dat lek is in dit geval die merkwaardige drugswet
die uw regering als resultaat van de federale drugsnota door het
Parlement heeft geduwd en die door het Arbitragehof is
neergesabeld. Daarmee hebt u op een juridisch zeer incorrecte
manier getracht om een gedoogbeleid te installeren. Dat heeft
natuurlijk enorme maatschappelijke gevolgen gehad, naar
communicatie, perceptie, voor de manier waarop de boodschap is
overgekomen en voor de brochures dat het ging gebeuren die al
verspreid waren.
Mijnheer de minister, wat ik leer uit het Nederlandse gedoogbeleid is
dat men na zovele jaren, natuurlijk met de incoherentie van de
voordeur en de illegale achterdeur, is begonnen met het allemaal
opnieuw in te dijken en in te perken. Dat is trouwens een van de
redenen waarom, gecombineerd met het signaal vanuit uw regering
met betrekking tot het Belgische beleid, het aantal cannabisplantages
zo toeneemt in ons land.
Ik hoop, en ik dring er echt op aan, dat u met de regering heel
duidelijk maakt aan de Nederlanders ik begrijp dat de Nederlandse
minister van Justitie daarin een medestander is dat dit soort
initiatieven in Nederland een onverbiddelijk gevolg is van het beleid
dat men jarenlang geleden heeft ingezet en waarmee wij in ons land
helaas een begin hebben gemaakt. Ik hoop dat u hen ertoe brengt om
de consequenties daarvan niet te exporteren naar de regio en naar
Belgisch-Limburg. U bent daarvan ook een eminente inwoner. U weet
dat er heel wat bezorgdheid is over dat soort beleid. Ik hoop dat u
desnoods al uw juridische middelen zult gebruiken, als het overleg
niet helpt, om ervoor te zorgen dat wat daar gebeurt en wat volgens
mij strijdig is met sommige internationale afspraken of dat de
intentie die de burgemeester heeft, zich niet voltrekt en dat wij ons in
België met ons allen consequent daartegen verzetten.
04.03 Jo Vandeurzen (CD&V):
Le monde politique souffre de
troubles de la mémoire. Le
gouvernement a imposé au
Parlement la loi sur les drogues
qui résulte de la note fédérale sur
les drogues. La Cour d'arbitrage a
violemment critiqué ce texte. On a
tenté d'instaurer une politique de
tolérance d'une manière
juridiquement incorrecte. Le fait
que des brochures aient déjà été
diffusées, par exemple, a eu des
conséquences pour la collectivité.
Après plusieurs années de
politique de tolérance et les
incohérences connexes, les Pays-
Bas sont en train d'endiguer le
mouvement. Le nombre de
plantations de cannabis augmente
dès lors en Belgique. Je pense
que le ministre néerlandais de la
Justice le comprend. Le ministre
doit recourir à la concertation et à
tous les moyens juridiques pour
s'opposer.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van de heer Patrick De Groote aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de controles op afvaltransporten" (nr. 10407)
05 Question de M. Patrick De Groote au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les
05.01 Patrick De Groote (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, collega's, in De Tijd van 14 februari verklaarde de heer
Frans Geysels, het hoofd van de centrale dienst Leefmilieu van de
federale politie, ik citeer: "Op basis van de ontvangen gegevens blijkt
slechts 13,5% van de controles op afvaltransporten plaats te vinden
op Waals grondgebied." Dezelfde dag reageerde de federale politie bij
monde van woordvoerster Els Cleemput dat we dit niet mogen
interpreteren als zouden er in Wallonië minder controles zijn, maar, ik
citeer: "Op vraag van de federale politie moet bij een controle een
05.01 Patrick De Groote (N-VA):
Les chiffres les plus divers
circulent à propos des contrôles
des transports de déchets. Selon
le ministre wallon, M. Lutgen, 63
pour cent des contrôles ont lieu en
Flandre et 37 pour cent en
Wallonie.
CRIV 51
COM 881
08/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
ecoformulier worden ingevuld. Blijkbaar zijn de Vlamingen
nauwkeuriger bij het invullen en insturen van die formulieren." Die
uitspraak laat ik voor haar rekening.
In het Franstalige Belga-bericht van de reactie van Els Cleemput op
het artikel in De Tijd wordt verwezen naar uitlatingen van Waals
minister Benoît Lutgen in La Dernière Heure van 6 februari. Volgens
hem werden in Wallonië ongeveer een duizendtal controles
uitgevoerd. Als wij dit omrekenen, zijn er in Vlaanderen 1768
controles uitgevoerd, zijnde 63%. In Wallonië zijn er dus zowat 1000
controles uitgevoerd, of zowat 37%. Dit althans volgens de cijfers van
minister Lutgen.
Tot slot lichtte woordvoerster Cleemput toe dat OVAM in Vlaanderen
steeds tewerkgaat met de politie omdat zij zelf niet bevoegd zijn om
een vrachtwagen te doen stoppen. In Wallonië ligt dat anders. De
Division de la police de l'environnement beschikt daar over een
voertuig en de nodige politiebevoegdheid om vrachtwagens te
intercepteren.
Mijnheer de minister, kunt u het aantal controles, dat door uw Waalse
collega werd bekendgemaakt, bevestigen? Vindt u de registratie in de
vorm van ecoformulieren of statistische kennis nodig of belangrijk?
Welke afspraken werden er gemaakt betreffende de ecoformulieren
tussen de gewestelijke afvalmaatschappijen enerzijds en de politie
anderzijds? Hoe komt het dat de dienst van het Waalse Gewest
politionele bevoegdheden heeft en OVAM niet? Wie draagt de kosten
of hoe gebeurt de financiering van de controles in het Vlaamse en
Waalse scenario? In heel het verhaal is nergens iets te vinden van het
Brusselse Gewest of het Brusselse Instituut voor Milieubeheer.
Heeft het BIM ook ecoformulieren opgestuurd? Heeft het BIM
controles op afvaltransporten uitgevoerd zonder ecoformulieren op te
sturen? Kan het BIM los van de politie vrachtwagens intercepteren of
gebeurt dit in overleg met de politie?
Le ministre peut-il confirmer ces
chiffres? Estime-t-il que
l'enregistrement sous la forme
d'écomessages ou de données
statistiques soit important? Qu'ont
convenu les sociétés régionales
de déchets et la police au sujet
des écomessages? Pourquoi le
service wallon a-t-il, contrairement
à l'OVAM, des compétences
policières? Qui supporte les coûts
des contrôles? L'Institut bruxellois
pour la gestion de l'environnement
(IBGE) a-t-il également envoyé
des écomessages? A-t-il procédé
à des contrôles sans envoyer
d'écomessages? L'IBGE a-t-il le
droit d'intercepter des camions en
l'absence de la police?
05.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, collega's, de
cijfers die worden genoemd in de pers houden geen enkel verband
met de controles van afvaltransporten die gemeld werden aan de
centrale dienst Leefmilieu van de federale politie, via een
gestandaardiseerd eco-formulier, en evenmin op het eigenlijke aantal
controles.
In een perscommuniqué van 14 februari stelde de federale politie dat
die cijfers dus geen exact of volledig beeld geven van de werkelijk
uitgevoerde controles van afvaltransporten door de politiediensten en
door andere bevoegde administraties. De gegevens die via het eco-
formulier worden gemeld moeten de beeldvorming over
afvaltransporten in België verbeteren, met als finaliteit de
afvalzwendel gerichter te kunnen aanpakken.
Wat het aantal effectieve controles in Wallonië betreft, heb ik geen
elementen die de informatie van minister Lutgen zouden kunnen
tegenspreken. Ik heb daar geen indicaties voor. De centrale dienst
Leefmilieu heeft nood aan statistische kennis omdat die dienst
prioritair belast is met de aanpak van de zwendel in afvalstoffen en
zich daarom een beeld moet kunnen vormen van het probleem in
België.
05.02 Patrick Dewael, ministre:
Les chiffres parus dans la presse
ne se rapportent pas aux contrôles
de transports de déchets que l'on
communique au Service central
environnement (SCE) de la police
fédérale par le biais d'un
écomessage électronique ni au
nombre de contrôles proprement
dits. La police fédérale a souligné
que les chiffres ne reflétaient pas
fidèlement les contrôles de
transports de déchets réellement
effectués par les services de
police et d'autres instances
compétentes.
Les données figurant dans
l'écomessage doivent permettre
d'améliorer la carte des transports
de déchets en Belgique afin que
l'on puisse s'attaquer de manière
08/03/2006
CRIV 51
COM 881
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
Daar transporten uiteraard een essentieel onderdeel van een zwendel
kunnen zijn, wordt aan de politie gevraagd bij het uitvoeren van
controles op de openbare weg de daadwerkelijke gecontroleerde
afvaltransporten via een ECO-formulier te melden. Die informatie
vormt een belangrijk onderdeel in de globale beeldvorming. De
gewestelijke afvalmaatschappijen en de politie hebben afgesproken
de controlegegevens van bepaalde risicoafvalstromen uit te wisselen
om na te gaan in hoeverre de transporten aan de administratieve
verplichtingen voldoen.
Wat het verstrekken van politionele bevoegdheden aan de betrokken
afvalmaatschappijen betreft, dat is een bevoegdheid van de
Gewesten. De kosten van de controles behoren tot de algemene
werkingskosten van de politiediensten. Het uitvoeren van de controles
op de communicatieassen maakt deel uit dat weet u van het
dagelijkse takenpakket van de politie.
Het eco-formulier is een intern politiedocument. Het opstellen en
overzenden van die documenten gebeurt dus enkel door de betrokken
politiediensten en niet door de gewestelijke afvalmaatschappijen.
In die context levert het Brusselse Instituut voor Milieubeheer, het
zogenaamde BIM, derhalve geen eco-formulieren aan beide centrale
diensten Leefmilieu. Het BIM voert zijn taken uit in opdracht van het
Brussels Hoofdstedelijk Gewest en is dus ook geen verantwoording
verschuldigd aan Binnenlandse Zaken.
Zoals bepaald in de desbetreffende regelgeving van het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest werd dus aan het BIM niet de bevoegdheid
gegeven vrachtwagens te intercepteren. Voor controleacties gericht
op de afvaltransporten kan het BIM een beroep doen op
samenwerking met zowel de lokale als de federale politie.
plus ciblée au trafic de déchets. Je
ne dispose d'aucune indication
selon laquelle les chiffres du
ministre Lutgen seraient inexacts.
Le SCE a besoin de données
statistiques, sa priorité étant de
s'attaquer au trafic de déchets.
Puisque le transport en constitue
un volet essentiel, il est demandé
à la police d'indiquer, dans un
écomessage, quels transports de
déchets ont effectivement été
contrôlés lors d'opérations sur la
voie publique.
Les sociétés régionales de
déchets et la police ont convenu
d'échanger leurs données
concernant certains flux de
déchets à risque afin de vérifier si
les transports respectent les
obligations administratives. Il
appartient aux régions de conférer
des compétences policières aux
sociétés de déchets. Le coût de
ces contrôles s'inscrit dans les
coûts de fonctionnement généraux
des services de police.
L'écomessage est un document
de police interne. L'IBGE ne fournit
d'ailleurs pas d'écomessages au
SCE et il n'est pas subordonné au
département de l'Intérieur. La
Région bruxelloise n'a pas conféré
à l'IBGE la compétence
d'intercepter des camions. Pour
les contrôles de transports de
déchets, l'IBGE peut faire appel à
la collaboration de la police locale
et fédérale.
05.03 Patrick De Groote (N-VA): Mijnheer de voorzitter, het is
uiteraard mijn bezorgdheid - en zo te horen ook de uwe - dat er
voldoende en nauwgezette controles gebeuren op afvaltransporten. Ik
vind het wel jammer dat er als ik u goed begrepen heb geen echt
statistisch cijfermateriaal te vinden is. Ik heb geen cijfers. Deels bent
u terzake evenwel niet bevoegd, aangezien het ook gedeeltelijk een
Vlaamse aangelegenheid is. Er zijn natuurlijk ook transporten waar de
federale overheid wel voor bevoegd is. Ik denk bijvoorbeeld aan
transporten die niet starten in de Gewesten, maar die afkomstig zijn
uit bijvoorbeeld Duitsland en die naar een ander land gaan. Dat is wel
een federale bevoegdheid.
Mijnheer de minister, waar kan ik terecht om de correcte gegevens op
te vragen?
05.03 Patrick De Groote (N-VA):
Les transports de déchets doivent
faire l'objet de contrôles rigoureux
en suffisance. Il est regrettable
qu'on ne dispose pas de données
chiffrées. Tous les transports ne
sont pas de compétence fédérale
mais seulement certains. Où puis-
je obtenir des données exactes?
CRIV 51
COM 881
08/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
05.04 Minister Patrick Dewael: Wat de finaliteit van de politie
aangaat, heeft de centrale dienst Leefmilieu nog nood aan statistische
informatie en kennis. Daar ligt een verantwoordelijkheid. U moet deze
vraag evenwel niet tot Binnenlandse Zaken richten.
05.04 Patrick Dewael, ministre:
Sur le plan policier, auprès du
Service central de
l'environnement.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
06 Question de M. Olivier Maingain au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les
exigences linguistiques pour les membres du service judiciaire d'arrondissement de Bruxelles de la
police fédérale" (n° 10504)
06 Vraag van de heer Olivier Maingain aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de taalvereisten voor de leden van de arrondissementele gerechtelijke dienst van Brussel
van de federale politie" (nr. 10504)
06.01 Olivier Maingain (MR): Monsieur le président, monsieur le
ministre, il me revient qu'un problème juridique existe actuellement en
ce qui concerne les connaissances linguistiques exigées de plusieurs
agents de tous grades du service judiciaire d'arrondissement de
Bruxelles de la police fédérale. Ces agents proviennent de l'ancienne
BSR de Bruxelles, unité qui a été dissoute à la suite de la réforme des
polices.
Ces agents seraient soumis, selon l'interprétation qui en est donnée
par la direction générale de la police fédérale, à la réussite d'un
examen de connaissance de la seconde langue pour le 1
er
avril 2006
au plus tard. Or, le fonctionnement interne du service judiciaire de
l'arrondissement de Bruxelles révèle que celui-ci exerce sa mission
avec l'appui intégral du service de traduction de la police fédérale,
service qui travaille directement avec les autorités judiciaires (juge
d'instruction ou parquet). Les dossiers sont distribués aux agents
selon leur appartenance linguistique et selon la langue de la
procédure. Autrement dit, les agents francophones du service
judiciaire reçoivent les dossiers traités en français par les magistrats,
et les agents néerlandophones reçoivent les dossiers traités en
néerlandais. S'il y a, dans ces dossiers, des pièces dans l'autre
langue, le service de traduction de la police fédérale intervient.
Sur le plan juridique, il me semble que ces agents ne doivent pas
satisfaire aux exigences de bilinguisme requises par l'article 69 de la
loi sur l'emploi des langues en matière administrative puisque, comme
sous le régime de l'ancienne BSR, chacun traite les dossiers dans sa
langue et selon la langue de la procédure pénale.
En conséquence, M. le ministre peut-il me faire savoir si ce problème
lui est connu? Dans l'affirmative, quelle conclusion juridique en tire-t-
il? Quelles mesures pratiques compte-t-il prendre afin de préserver la
bonne organisation de ce service judiciaire?
Ce service a recueilli des agents de l'ancienne BSR dont la
compétence, notamment pour tout ce qui relève de la lutte contre le
blanchiment d'argent sale et la lutte contre la délinquance en col
blanc, est reconnue et établie à Bruxelles parce que c'est
généralement le parquet de Bruxelles qui poursuit ce type de
criminalité. Comme toutes les autres grandes formes de criminalité
organisée, le parquet de Bruxelles ou le parquet fédéral sont souvent
en charge et confient les dossiers au service judiciaire de
l'arrondissement de Bruxelles. Je crois qu'il serait regrettable qu'en
06.01 Olivier Maingain (MR): De
taalvereisten voor federale
politieagenten afkomstig uit de
BOB bij de gerechtelijke dienst
arrondissement van Brussel doen
juridische problemen rijzen. Tegen
uiterlijk 1 april 2006 zouden die
agenten immers moeten slagen
voor een examen over hun kennis
van de tweede landstaal, en dat
terwijl de dienst bij het vervullen
van zijn opdracht een beroep kan
doen op de vertaaldienst.
Bovendien worden de dossiers
over de agenten verdeeld op
grond van hun taalrol en de taal
waarin de procedure wordt
gevoerd. Ze lijken dus niet te zijn
onderworpen aan de
tweetaligheidsvereiste die bij
artikel 69 van de wet op het
gebruik van de talen in
bestuurszaken is bepaald.
Bent u op de hoogte van dat
probleem? Welke juridische
conclusie trekt u eruit? Welke
praktische maatregelen zal u
nemen om de goede organisatie
van die gerechtelijke dienst te
vrijwaren?
Bij de dienst zijn ex-BOB'ers
tewerkgesteld wier bekwaamheid
met name inzake de
witteboordencriminaliteit
genoegzaam bekend is. Het zou
jammer zijn mocht deze dienst, die
puike prestaties levert, personeel
verliezen doordat nieuwe eisen
worden gesteld.
08/03/2006
CRIV 51
COM 881
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
raison d'exigences qui n'ont jamais été posées jusqu'à présent pour
les membres de ce personnel, on arrive à démanteler un service
performant.
06.02 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, cher
collègue, le service judiciaire de l'arrondissement de Bruxelles est un
service régional au sens de l'article 32 des lois linguistiques. Comme
son activité s'étend à des communes de Bruxelles-Capitale et à des
communes d'une autre région linguistique, il est soumis au même
régime que les services locaux établis dans la Région de Bruxelles-
Capitale.
Toute personne qui sollicite ou exerce une fonction dans un de ces
services doit justifier d'un certain niveau de connaissance de l'autre
langue. Lors de la mise en place de la nouvelle police, une mesure
transitoire a été prévue précisément pour faire face à la situation que
vous évoquez.
Les membres de l'ancienne BSR de Bruxelles n'étaient pas régis par
les lois linguistiques coordonnées, mais bien par la loi de 1938 sur
l'emploi des langues à l'armée: celle-ci exigeait le bilinguisme des
services et non le bilinguisme des agents. Cette mesure transitoire
donne notamment aux membres de l'ancienne gendarmerie passés
soit dans le service judiciaire de l'arrondissement de Bruxelles soit
dans une des six zones de la Région de Bruxelles-Capitale, un délai
de cinq ans pour répondre aux conditions légales de connaissances
linguistiques individuelles.
06.02 Minister Patrick Dewael:
De gerechtelijke dienst arrondis-
sement van Brussel is een
gewestelijke dienst in de zin van
artikel 32 van de taalwetten en is
onderworpen aan dezelfde regels
als de lokale diensten die in het
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
zijn gevestigd.
Alle personeelsleden van die
diensten moeten een zekere
kennis van de andere landstaal
kunnen aantonen. Bij de oprichting
van de nieuwe politiediensten werd
voorzien in een overgangs-
maatregel met betrekking tot de
door u vermelde situatie.
De leden van de gewezen BOB
van Brussel vielen niet onder de
gecoördineerde taalwetten maar
onder de wet van 1938 over het
gebruik van de talen in het leger,
die de tweetaligheid van de
diensten en niet van het personeel
vereiste. De overgangsmaatregel
geeft hun vijf jaar om aan de
voorwaarden inzake de individuele
taalkennis te voldoen.
06.03 Olivier Maingain (MR): Monsieur le président, monsieur le
ministre, il est évident et j'avais attiré l'attention sur cet élément à
l'époque que la loi sur la réforme des polices a entraîné des
réorganisations de services qui engendrent sans doute des
conséquences sur l'emploi des langues, mais qu'il n'était pas
nécessaire de soumettre une catégorie d'agents, jusqu'à présent
appréciés pour leurs compétences techniques, à des exigences non
justifiées puisque ne travaillant jamais que dans la langue de la
procédure à suivre au plan pénal; je viens de le démontrer.
Vous rappelez les dispositions de l'article 32 de la loi sur l'emploi des
langues en matière administrative qui assimile les services régionaux
de l'État aux services locaux dès lors que ces services desservent
non seulement des communes de l'agglomération mais aussi des
communes d'une autre région linguistique. Cependant, dans les
dispositions sur l'emploi des langues en matière administrative, il est
bien prévu pour les services locaux que les personnes dont il est
démontré que, dans l'exercice de leurs fonctions, elles n'ont pas
d'obligation de traiter des dossiers dans une autre langue, ne sont pas
soumises à l'exigence de bilinguisme.
Je vous demanderai donc, monsieur le ministre, de reprendre
l'examen des dispositions légales de manière à faire en sorte que ce
06.03 Olivier Maingain (MR): De
wet op de politiehervorming heeft
natuurlijk reorganisaties van
diensten meegebracht, wat ook
gevolgen voor het gebruik der
talen heeft gehad. Dit wil echter
niet zeggen dat aan een categorie
agenten die om hun bekwaamheid
werden gewaardeerd, ongerecht-
vaardigde eisen moesten worden
gesteld.
U heeft naar artikel 32 van de wet
op het gebruik van de talen in
bestuurszaken verwezen, maar
dat artikel bepaalt ook dat de
personeelsleden die geen dossiers
in een andere taal moeten
behandelen, niet aan de vereiste
van de tweetaligheid onderworpen
zijn.
Ik verzoek u derhalve de wettelijke
CRIV 51
COM 881
08/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
service, qui dispose d'une tradition et qui a fait ses preuves, puisse
poursuivre son travail sans risque de porter atteinte à la compétence
d'agents dont les autorités judiciaires ont bien besoin à Bruxelles.
bepalingen opnieuw te
onderzoeken opdat die dienst zijn
werk zou kunnen voortzetten
zonder de bevoegdheid aan te
tasten van personeel dat voor de
gerechtelijke overheden in Brussel
onontbeerlijk is.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Le président: La question n° 10509 de Mme Lanjri, la question n° 10513 de M. Viseur et la question
n° 10524 de Mme Genot sont reportées. M. Libert est absent. La question n° 10587 de Mme Verhaert est
reportée. M. Fournaux est également absent.
07 Vraag van de heer Francis Van den Eynde aan de vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken over "het blokkeren van de bankrekening van verdachten van zware misdaden"
(nr. 10604)
07 Question de M. Francis Van den Eynde au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le
blocage du compte bancaire des suspects de crimes graves" (n° 10604)
07.01 Francis Van den Eynde (Vlaams Belang): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, de stad Gent werd enige weken
geleden meer dan regelmatig geteisterd door een aantal overvallen
die zich merkwaardig genoeg allemaal voordeden op een oppervlakte
van, naar schatting, 1 km².
Dat de zaak en de overvallers nationale bekendheid kregen, is te
wijten aan het feit dat zij, wanneer zij buiten Gent begonnen te
opereren, op één avond in West-Vlaanderen drie verschillende
autokraken voor hun rekening namen. Het toont aan dat de
overvallers over een zekere, laten wij zeggen, wil tot werken
beschikken.
De mannelijke helft van het verdachte koppel is een allochtoon van
Noord-Afrikaanse oorsprong. De vrouwelijke helft is een Nederlandse.
Zij hebben ondertussen in de pers de bijnaam van Bonnie en Clyde
gekregen.
Van de man is geweten dat hij zijn carrière is begonnen als
druggebruiker en drughandelaar in het wereldje van de kraakpanden
die de stad Gent en vooral de wijk rond de Brugse Poort teisteren.
Daarna kwamen overvallen op kruidenierszaken, warenhuizen en
videotheken. Het is het klassieke verhaal van regelmatig terugkerend
banditisme.
Ik geef u mee dat het erg merkwaardig is dat het betrokken koppel,
dat op dit ogenblik voortvluchtig is tenzij u mij vandaag zou kunnen
vertellen dat zij werden aangehouden, maar dan zouden we dat
waarschijnlijk wel weten , nog altijd steun krijgt van het Gentse
OCMW. Het krijgt zelfs een maandelijkse huurtoeslag. Het OCMW
van Gent zegt immers dat het niets te maken heeft met de vraag of de
betrokkenen al dan niet verdacht zijn.
Via een aantal geruchten uit een doorgaans goed ingelichte bron als
u mij toestaat de geijkte formulering te gebruiken heb ik vernomen
dat het jonge paartje zich ondertussen in het buitenland zou bevinden.
De politiediensten zouden dat te weten zijn gekomen, omdat de
07.01 Francis Van den Eynde
(Vlaams Belang): Il y a peu, de
nombreuses attaques à main
armée et car-jackings ont été
perpétrés à Gand et dans les
environs en un laps de temps très
court. Ils seraient imputables à
deux individus agissant en duo, un
homme d'origine nord-africaine et
une femme d'origine néerlandaise.
L'homme a déjà un passé de
toxicomane et de dealer. Le
couple - qui a été surnommé
"Bonnie and Clyde" - est en fuite
mais perçoit toujours un revenu
d'intégration et une allocation loyer
du CPAS de Gand.
La police pense que les intéressés
résident à l'étranger, d'où ils
peuvent accéder à leur compte
bancaire pour effectuer des
retraits.
N'est-il pas possible de bloquer le
compte de personnes suspectées
d'avoir commis des actes
criminels de première gravité?
08/03/2006
CRIV 51
COM 881
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
betrokkenen in het buitenland een paar keer geld van hun rekening
hebben afgehaald.
Mijnheer de minister, ik zal u geen vragen stellen over het onderzoek
of over het land waar de verdachten zich zouden bevinden. Ik heb het
zelf ook vernomen, maar het doet in mijn vraag niets terzake.
Indien mensen die van ernstige feiten worden verdacht het gaat
immers om wat anders dan een handtasdiefstal , nog geld van hun
bankrekening kunnen afhalen in het buitenland, dan heeft dat
misschien wel het voordeel dat de politiediensten hierdoor kunnen
achterhalen waar de betrokkenen zich bevinden.
Er is evenwel ook het grote nadeel dat mensen die regelmatig geld
kunnen afhalen, gerust in het buitenland kunnen blijven vertoeven.
Want het is onmogelijk om ergens te gaan wonen of te verblijven, als
men niet beschikt over het nodige geld om in zijn levensonderhoud te
voorzien.
Ik vraag u of het echt mogelijk is dat zoiets gebeurde. Kan er niet voor
gezorgd worden dat de middelen van die mensen afgesneden
worden? Kan er niet voor gezorgd worden dat als zij niet meer over de
nodige middelen beschikken, zij in moeilijkheden geraken en dan
eindelijk kunnen worden aangehouden?
07.02 Minister Patrick Dewael: Het blokkeren van bankrekeningen
van verdachten van zware misdrijven, is niet afhankelijk van het land
waar ze zich bevinden, maar is onderworpen aan welbepaalde
voorwaarden. Als er ernstige aanwijzingen zijn dat de misdrijven
worden bestraft met een gevangenisstraf van minstens één jaar en op
vordering van het parket, kunnen de tegoeden op een bankrekening
geblokkeerd worden gedurende maximum drie werkdagen. Ik verwijs
naar artikel 46quater, § 2, van het Wetboek van strafvordering, dat
deze bevoegdheid toekent aan de procureur des Konings.
Op basis van artikel 35, § 1, van het Wetboek van strafvordering
kunnen de tegoeden op een rekening ook voor een langere periode in
beslag worden genomen op vordering van het parket, zodat kan
worden nagegaan of er verdachte transacties langs die rekening zijn
gebeurd om op die manier de waarheid aan het licht te brengen of om
crimineel verworven opbrengsten onder bewarende titel te plaatsen.
Wanneer de transacties op de rekening kunnen bijdragen tot het
opsporen van misdrijven of verdachten, kan het nuttig zijn die
rekening niet te blokkeren, maar ze gedurende een verlengbare
periode van maximum twee maanden onder toezicht te plaatsen.
Artikel 46quater § 1A kent ook deze bevoegdheid toe aan de
procureur des Konings.
De bevoegdheden van het parket vallen onder de bevoegdheid van
de minister van Justitie. Ook uw schriftelijke vraag "Bestaat er al dan
niet een internationaal aanhoudingsmandaat?", gaat over een
concreet gerechtelijk dossier en dat behoort evenmin tot mijn
bevoegdheid. Moest ik daar verklaringen over afleggen, dan zou men
dat terecht niet kunnen vinden.
07.02 Patrick Dewael, ministre:
Le blocage de comptes bancaires
appartenant à des suspects est
soumis à certaines conditions. En
vertu de l'article 46quater, § 2 du
Code d'instruction criminelle, il doit
s'agir de personnes soupçonnées
d'avoir commis des délits
punissables d'au moins un an de
prison, et la demande doit émaner
du parquet. De plus, un compte
bancaire ne peut être bloqué que
pour une durée maximale de trois
jours ouvrables. Toutefois, l'article
35, § 1 prévoit que les avoirs en
compte peuvent être bloqués
pendant une période plus longue
afin de vérifier si des transactions
suspectes ont eu lieu.
Ceci dit, en vertu de l'article
46quater, § 1, lorsque des
transactions peuvent contribuer à
détecter des infractions ou à
retrouver la trace de suspects, le
compte peut être placé sous
surveillance durant une période
renouvelable de maximum deux
mois. Pour plus de détails, je suis
contraint de renvoyer M. Van den
Eynde à la ministre de la Justice.
07.03 Francis Van den Eynde (Vlaams Belang): Ik dank de minister 07.03 Francis Van den Eynde
CRIV 51
COM 881
08/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
voor zijn antwoord en zijn verwijzing naar de minister van Justitie. Dat
is tegenwoordig modieus geworden op het niveau van bepaalde
departementen in de regering. Ik zal uw collega van Justitie ook aan
de tand voelen. Maar het moet mij toch van het hart dat het een
fenomenaal verhaal is dat mensen, die ernstig verdacht worden van
een reeks misdrijven en waarvan ten minste een van beiden niet aan
zijn proefstuk toe is, nog zouden kunnen beschikken over de gelden
op hun bankrekening en bovendien ik weet dat dat ook uw
bevoegdheid niet is nog OCMW-steun en huurtoelagen zouden
krijgen. Dat lijkt mij toch een klein beetje dadaïstisch.
(Vlaams Belang): C'est à la mode,
de nos jours, de renvoyer la balle
à la ministre de la Justice. Je
l'interrogerai à ce sujet. Je trouve
extraordinaire que des personnes
soupçonnées d'une série de délits
graves puissent quand même
disposer de leur compte bancaire
et qu'elles continuent, par-dessus
le marché, à recevoir une aide du
CPAS.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Vraag van mevrouw Katrien Schryvers aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de richtlijnen voor de politiezones met betrekking tot het verkeersveiligheidsfonds"
(nr. 10640)
08 Question de Mme Katrien Schryvers au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les
directives relatives au fonds de sécurité routière adressées aux zones de police" (n° 10640)
08.01 Katrien Schryvers (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, zoals u genoegzaam bekend is, moeten de politiezones
tegen 1 april 2006 hun actieplannen inzake verkeersveiligheid in het
kader van het Verkeersveiligheidsfonds voor het jaar 2006 opmaken
en voorleggen aan de veiligheidsraad van hun zone.
De wet bepaalt dat er uiterlijk acht dagen na 1 februari als ik goed
kan tellen, is dat 9 februari een publicatie van de cijfers en richtlijnen
daaromtrent in het Belgisch Staatsblad moet komen. De datum van 9
februari is morgen een maand verstreken. Bij mijn weten is er nog
geen enkele publicatie met betrekking tot het fonds voor het jaar 2006
gebeurd.
Ondertussen wordt de tijd heel krap. De datum van 1 april nadert
immers. Ik weet dat in heel wat zones data voor veiligheidsraden
werden vastgelegd. Op deze data maken alle partners zich vrij,
zonder dat zij weten of op dat moment effectief een actieplan zal
kunnen worden voorgelegd. Immers, zolang geen bedragen en
richtlijnen zijn gekend ook al zullen de richtlijnen misschien niet veel
afwijken van de richtlijnen voor 2005 kan geen concreet actieplan
worden opgemaakt.
Mijnheer de minister, wat is de reden voor de vertraging? Jaar na jaar
treedt immers hetzelfde euvel met betrekking tot het
Verkeersboetefonds of Verkeersveiligheidsfonds op.
Waarom zijn de bedragen niet bekend? De bedragen van de boetes
van 2005 zijn nochtans al lang bekend. Waarom krijgen de zones dan
geen kennis van de bedragen die zij kunnen besteden?
Welke maatregelen zal u nemen om zo vlug mogelijk de bedragen en
de richtlijnen aan de zones mede te delen?
Kan er niet worden gedacht aan een uitstel van de datum van 1 april
2006? Ik heb vernomen dat er inderdaad over wordt gesproken.
Waarom kan dat dan niet vlug aan de zones worden medegedeeld?
De zones hebben het recht om zo snel mogelijk te weten welke
08.01 Katrien Schryvers
(CD&V): Les conseils de sécurité
des zones de police devront avoir
pris une décision sur les plans
d'action de la sécurité routière
pour le 1
er
avril. La publication des
directives se fait toutefois attendre,
de sorte que les zones risquent
d'être prises par le temps.
Quelle est la raison de ce retard?
Quelles mesures le ministre
prendra-t-il afin de communiquer
les directives dans les meilleurs
délais? La date butoir du 1
er
avril
ne peut-elle être reportée?
08/03/2006
CRIV 51
COM 881
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
actieplannen zij moeten voorleggen en wanneer zij dat moeten doen.
08.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, collega's, ik
heb het antwoord in het verleden al een paar maal naar voren
geschoven. Ik wil het echter ten bate van de duidelijkheid van het
verslag nogmaals geven.
In mijn hoedanigheid van titularis op Binnenlandse Zaken ben ik bij de
materie van het Verkeersveiligheidsfonds betrokken op basis van de
nood aan coherentie tussen, enerzijds, de actieplannen inzake
verkeersveiligheid uiteraard en, anderzijds, de bestaande lokale
veiligheidsplannen. Daartoe is overleg nodig. Er moet coherentie zijn.
Vanuit die invalshoek neem ik dan ook mijn verantwoordelijkheid op.
Voor het overige is het een bevoegdheid van mijn collega van
Mobiliteit.
Ik kan u wel mededelen dat ik heb vernomen u hebt in uw
vraagstelling gezegd dat u dat ook al hebt vernomen dat de FOD
Mobiliteit ervan uitgaat dat de datum van 1 april 2006 zal worden
uitgesteld, zodat de termijn van twee maanden door de politiezones
effectief kan worden gerespecteerd.
Maq ik u echter vragen om, mocht u meer informatie willen, u te
richten tot de heer Landuyt? Anders zou ik aan
bevoegdheidsoverschrijding doen, wat niet mag.
08.02 Patrick Dewael, ministre:
En ma qualité de ministre de
l'Intérieur, il me revient de garantir
la cohérence des plans de la
sécurité routière avec les plans de
sécurité zonaux, mais cette
matière ressortit en fait à la
compétence du ministre de la
Mobilité. Je peux toutefois
communiquer que la date butoir
sera effectivement reportée, de
sorte que les zones de police
disposeront, comme prévu, d'un
délai de deux mois.
08.03 Katrien Schryvers (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, ik dacht dat het om een gedeelde verantwoordelijkheid
ging. U bent, samen met uw collega van Mobiliteit, verantwoordelijk. U
bent verantwoordelijk voor de werking van en de besteding door de
lokale zones. De vraag kan dus ook aan u worden gesteld.
U zei nu dat de FOD Mobiliteit stelt dat de datum van 1 april zal
worden uitgesteld en dat er twee maanden gerespecteerd zullen
worden. Dan ga ik ervan uit dat het bijna zeker 1 juni wordt. Ik zou
dan graag hebben dat de zones daarvan zo snel mogelijk worden
ingelicht. Ik kan slechts hopen dat wat wordt gefluisterd niet waar is,
met name dat er wordt gewacht op de begrotingscontrole, om pas
daarna de cijfers bekend te maken. Immers, dan zullen misschien
bepaalde ingrepen te verwachten zijn die op dat vlak zeker niet
gewenst zijn.
08.03
Katrien Schryvers
(CD&V): Il me semblait qu'il
s'agissait d'une responsabilité
partagée. Le ministre est tout de
même responsable du fonctionne-
ment et des dépenses des zones
locales. Je prends acte du report,
mais cela signifie évidemment que
la date du 1
er
juin n'est pas bien
loin. J'espère que les zones seront
informées dans les meilleurs
délais et qu'il est faux que le
gouvernement attend en fait le
contrôle budgétaire, car, dans ce
cas, il pourrait être procédé à des
interventions non souhaitables.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
Le président: La question n° 10651 de Mme Galant est reportée.
Je reviens à la question n° 10176 de Mme Nagy.
J'en profite pour signaler aux collègues présents que les fonctionnaires qui nous accompagnent ne sont
pas des téléphonistes de luxe. Cela signifie que, lorsqu'on dépose une question, c'est qu'on estime qu'elle
est très importante. Dorénavant, sauf en cas de demande expresse de la part des collègues, nous ne
jouerons plus les téléphonistes.
Vous disposez de l'agenda et de l'ordre du jour. Si vous considérez que vos questions sont très
importantes, et nous aussi, vous vous organisez comme vous voulez avec vos collaborateurs, mais nous
ne rappellerons pas. Je le dis très clairement et c'est acté. Je suivrai systématiquement l'ordre du jour en
CRIV 51
COM 881
08/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21
reportant automatiquement les questions des collègues absents. Nous avons eu divers incidents ces
derniers temps, en ce compris faire se déplacer des ministres pour ne trouver face à eux aucun collègue
pour poser leurs questions: j'estime ces situations inadmissibles. À partir de ce jour et tant que je
présiderai, il en sera ainsi.
09 Question de Mme Marie Nagy au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "l'expulsion
d'une mineure non accompagnée et de son enfant vers la Roumanie" (n° 10176)
09 Vraag van mevrouw Marie Nagy aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "de uitwijzing naar Roemenië van een niet-begeleide minderjarige en haar kind" (nr. 10176)
09.01 Marie Nagy (ECOLO): Monsieur le président, j'ai bien reçu
votre message. Je présente mes excuses à madame et je retiens tout
à fait ce que vous avez signalé.
Monsieur le ministre, il me revient qu'une jeune fille a été expulsée en
novembre dernier. Elle était détenue au Centre 127 bis avec son
enfant de 20 mois, son compagnon et le frère de celui-ci, lorsque son
tuteur a été désigné le 28 octobre 2005.
Il ressortait de sa fiche de signalement qu'elle était demandeuse
d'asile et qu'un recours urgent avait été introduit contre la décision
d'irrecevabilité de l'Office des étrangers.
En consultant le dossier de la mineure au Centre 127 bis, le tuteur et
l'avocat de la mineure choisi par le tuteur se sont rendu compte
que la mineure avait signé le 27 octobre un document de renon à sa
demande d'asile. Le formulaire comportait en guise de signature son
nom et celui de son enfant. Son compagnon et le frère de celui-ci
avaient également signé un même document.
L'avocat contacta le CGRA où il apprit qu'aucune audition n'était
prévue puisque le recours urgent n'avait jamais été introduit et que la
chambre du conseil était saisie par une requête de mise en liberté,
introduite par un autre avocat qui avait été désigné à la demande du
Centre 127 bis. Le tuteur introduisit immédiatement, le 4 novembre,
un recours urgent au CGRA contre la décision de refus de séjour
avec ordre de quitter le territoire, expliquant les circonstances pour
lesquelles il lui avait été impossible d'introduire le recours dans le
délai.
A cette occasion, le tuteur se rend compte que sa pupille n'avait pas
signé la notification de la décision. Trois jours plus tard, le tuteur
reçoit un appel de la direction du Centre 127bis l'avertissant que le
rapatriement est prévu le lendemain matin vers la Roumanie. Ce
rapatriement aura effectivement lieu.
Monsieur le ministre, pouvez-vous m'expliquer, au regard du titre 13,
chapitre 6 de la loi-programme du 24 décembre 2002 sur la tutelle
des mineurs étrangers non accompagnés (MENA), comment il se fait
qu'un MENA soit maintenu en détention en centre fermé, qu'il soit
auditionné dans le cadre d'une demande d'asile sans la présence d'un
tuteur, que la décision de refus de séjour lui soit notifiée directement
sans la présence d'un tuteur, qu'un document de renon à sa demande
d'asile soit présenté à sa signature toujours sans la présence d'un
tuteur, que les informations concernant le déroulement de la
procédure ne soient pas communiquées au tuteur désigné, que le
mineur non accompagné soit expulsé et qu'en outre, l'expulsion ait pu
avoir lieu avant que le CGRA ne puisse statuer sur le recours urgent?
09.01 Marie Nagy (ECOLO): In
november jongstleden werd een
jong meisje uitgewezen. Ze zat
samen met haar kind van 20
maanden, haar partner en diens
broer opgesloten in het Centrum
127 bis toen haar voogd op 28
oktober 2005 werd aangesteld.
Uit haar signalementfiche bleek
dat ze asielzoekster was en dat
een dringend beroep was
ingesteld tegen een beslissing van
onontvankelijkheid van de dienst
Vreemdelingenzaken.
Bij het raadplegen van haar
dossier ontdekten de voogd en de
door hem gekozen advocaat dat
de minderjarige op 27 oktober een
document heeft ondertekend
waarin zij van haar asielaanvraag
afziet. Op het formulier stond bij
wijze van handtekening haar naam
en de naam van haar kind. Ook
haar partner en diens broer
hadden een gelijksoortig
document ondertekend.
De advocaat heeft toen vernomen
dat het dringende beroep nooit is
ingesteld en dat een advocaat die
door het Centrum 127 bis was
aangesteld een verzoek tot
invrijheidstelling bij de raadkamer
had ingediend.
De voogd heeft toen onmiddellijk
een dringend beroep ingesteld
tegen de beslissing tot weigering
van verblijf met bevel om het
grondgebied te verlaten. Hierbij
stelde hij vast dat zijn pupil de
kennisgeving van de beslissing
niet had ondertekend.
Drie dagen later wordt de voogd
ervan verwittigd dat de repatriëring
08/03/2006
CRIV 51
COM 881
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22
Entendez-vous ordonner une enquête interne pour déterminer les
responsabilités?
Je vous remercie.
naar Roemenië de volgende
ochtend is gepland.
Hoe komt het dat een niet-
begeleide minderjarige
vreemdeling opgesloten blijft in
een gesloten centrum, dat zij wordt
verhoord, dat de beslissing van
verblijfsweigering haar wordt
betekend, dat haar een document
wordt voorgelegd waarin zij afziet
van haar asielaanvraag, en dit
allemaal zonder dat haar voogd
aanwezig is, dat de informatie met
betrekking tot het verloop van de
procedure niet aan de voogd wordt
meegedeeld, dat de niet-begeleide
minderjarige wordt uitgezet en dat
de uitzetting geschiedt voor het
CGVS uitspraak kan doen over het
dringend beroep? Bent u van plan
een intern onderzoek te gelasten
om uit te maken wie voor een en
ander verantwoordelijk is?
09.02 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, chère
collègue, j'ai examiné la situation de la mineure à laquelle vous faites
référence. Cette jeune femme, âgée de dix-sept ans et onze mois, est
arrivée en Belgique accompagnée de son compagnon qui était
majeur, du frère de celui-ci et de l'un de ses enfants. Son deuxième
enfant était resté en Roumanie.
Je dois tout d'abord signaler qu'il est possible qu'un étranger mineur
non accompagné soit retenu pendant une courte période de temps
dans un centre fermé en attendant qu'une solution à sa situation
administrative soit trouvée en concertation avec son tuteur. Je
reconnais que cette mineure a été considérée comme majeure alors
que, bien qu'elle soit née en 1987, elle n'avait pas encore atteint l'âge
de dix-huit ans. De ce fait, elle aurait dû être considérée comme
mineure non accompagnée malgré la présence de son compagnon,
du frère de ce dernier et de l'un de ses enfants. Cette situation peu
habituelle a conduit mes services à conclure un peu vite à sa majorité.
Un tuteur aurait effectivement dû être désigné, conformément à la loi
sur la tutelle du 24 décembre 2002.
Afin d'éviter qu'une telle situation ne se reproduise, le directeur
général de l'Office des étrangers a rappelé aux chefs de service que
le service de tutelle devait être systématiquement contacté pour qu'il
identifie les demandeurs d'asile comme mineurs non accompagnés
au sens de l'article 5 de la loi sur la tutelle.
Quant au recours urgent introduit auprès du Commissariat général, il
faut noter, d'une part, que les services concernés étaient en
possession d'une renonciation à la demande d'asile signée par les
intéressés et, d'autre part, que le recours auprès du Commissariat
général ayant été formulé tardivement, il était, de ce fait, irrecevable.
C'est pourquoi les services concernés ont poursuivi les démarches en
09.02 Minister Patrick Dewael:
De betrokken minderjarige die
zeventien jaar en elf maanden oud
is, was vergezeld van haar vriend,
diens broer en één van haar
kinderen. Deze ongewone situatie
bracht mijn diensten ertoe
overhaast te besluiten dat zij
meerderjarig was, terwijl zij als een
niet-begeleide minderjarige moest
worden beschouwd.
Om een herhaling van dergelijke
situaties te voorkomen, herinnerde
de directeur-generaal van de
dienst Vreemdelingenzaken de
diensthoofden eraan dat de dienst
Voogdij systematisch moet worden
gecontacteerd. Wat nu het
dringend beroep dat ingediend is
bij het CGVS betreft, waren de
diensten in het bezit van een door
de betrokkenen ondertekend
document waarin zij afzien van
hun asielaanvraag. Daarenboven
was het beroep bij het CGVS
onontvankelijk omdat het te laat
werd ingediend.
Daarom werden er verdere
stappen ondernomen met het oog
op de verwijdering van de
betrokkenen.
CRIV 51
COM 881
08/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
23
vue de l'éloignement des intéressés.
Ce rapatriement était dans l'intérêt supérieur de la jeune femme. Il
importe de ne pas séparer les membres d'une même famille et de
préserver les relations familiales, conformément aux articles 8, 9 et 10
de la Convention des Nations unies sur les droits de l'enfant du 20
novembre 1989.
Die repatriëring was in het hoger
belang van de jonge vrouw. Het is
belangrijk dat leden van een zelfde
gezin niet van elkaar worden
gescheiden en dat de
gezinsbanden worden gevrijwaard.
09.03 Marie Nagy (ECOLO): Je remercie le ministre pour sa
réponse. Je sais qu'il est on a eu l'occasion d'en parler
extrêmement attaché à l'application légale, à la lettre des lois. Je
constate qu'ici, il reconnaît lui-même ...
09.04 Patrick Dewael, ministre: (...)
09.05 Marie Nagy (ECOLO): Oui, mais avec des mineures de 17
ans qui sont, elles, en centre fermé, tandis que d'autres pas!
Ce que je constate, c'est que la loi n'a pas été respectée, et vous le
reconnaissez. Cette mineure n'a pas bénéficié de la protection que la
loi belge lui accorde, même si les circonstances sont particulières.
Mais, la loi, c'est la loi! Comme vous le signalez, le recours au CGRA
a été introduit tardivement; c'est parce que le tuteur en question n'a
pu le faire qu'au moment où il a appris comment les choses s'étaient
passées.
Ceci étant dit, ma question est de savoir s'il y a autre chose en dehors
du rappel par le chef de service. Quand un fonctionnaire ne respecte
pas la loi dans l'intérêt de la personne parce qu'ici, la désignation du
tuteur et la possibilité pour le tuteur d'aider dans les démarches
administratives, c'était dans l'intérêt du mineur une sanction est-elle
prévue? Ou cette action passe-t-elle dans le poste "pertes et profits",
le fonctionnaire ne recevant ni blâme ni autre élément de rappel de la
validité de la loi?
09.05 Marie Nagy (ECOLO): De
wet werd niet nageleefd en u
erkent dat.
Is er, naast een herinnering van de
wet aan de diensthoofden, in een
sanctie voorzien of ziet men dit
gewoon door de vingers?
09.06 Patrick Dewael, ministre: J'interrogerai le directeur général
adjoint.
09.06 Minister Patrick Dewael: Ik
zal navraag doen bij de adjunct-
directeur-generaal.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
10 Vraag van de heer Claude Marinower aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "een optimale politie-inzet tijdens voetbalwedstrijden" (nr. 10366)
10 Question de M. Claude Marinower au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur
"l'optimisation de l'engagement de la police lors des matches de football" (n° 10366)
10.01 Claude Marinower (VLD): Mijnheer de voorzitter, ik merk dat
de heer Claes aanwezig is. Dit is geen getelefoneerde vraag. Ik zeg
dit, gezien de aanhef van uw vorige vraag, mijnheer Claes.
Mijnheer de minister, ik heb u over deze aangelegenheid op
19 januari ondervraagd en u verwees toen naar de vergadering die u
op 13 februari zou hebben met de politiecommissarissen en
burgemeesters met eerste- en tweedeklasseploegen. Die vergadering
heeft plaatsgevonden.
Reeds bij de mededeling van de cijfers, op 19 januari, bleek dat een
10.01 Claude Marinower (VLD):
Le 19 janvier, j'ai interrogé le
ministre sur l'engagement optimal
de la police lors des matches de
football. Les chiffres font
apparaître que les équipes
présentant un risque moyen font
davantage appel à la police pour
l'organisation de matches que les
équipes de tout premier plan. A
l'époque, le ministre avait fait
08/03/2006
CRIV 51
COM 881
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24
aantal ploegen die werden geklasseerd als middelmatig risico, veel
meer een beroep deden op de politiemacht bij het organiseren van
wedstrijden dan andere ploegen die tot de topploegen behoren en
waar de risico's veel groter zijn en dit over het hele jaar en het hele
seizoen bekeken.
U zei toen dat u liever de resultaten van de vergadering van
13 februari met de burgemeesters en zonechefs afwachtte. Ik
verneem dus graag van u wat de resultaten van die bijeenkomst zijn
geweest. Hebben deze wijzigingen gebracht aan hetgeen u mij reeds
had meegedeeld in uw antwoord van 19 januari? Werden bepaalde
afspraken gemaakt in verband met ploegen zoals bijvoorbeeld
Brussels, Charleroi en GBA?
mention d'une rencontre avec les
bourgmestres et les commissaires
de police hébergeant sur leur
territoire des clubs de première ou
de deuxième division.
Quel est le résultat de cette
concertation? Des accords
concrets ont-ils été conclus à
propos de certains clubs?
10.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Marinower, ik heb op 13 februari inderdaad alle burgemeesters en alle
korpschefs met een club in eerste of tweede klasse bijeengeroepen.
De drie pijlers van het beleid om voetbal opnieuw te beschouwen als
een feest en niet als een belegerde burcht, kwamen aan bod.
Ten eerste, voetbal moet kunnen plaatsvinden in veilige
omstandigheden. Ik heb de burgemeesters gewezen op hun
verantwoordelijkheid met betrekking tot een veilige
stadioninfrastructuur. Daarnaast heb ik ook aan de korpschefs
gevraagd dat de politiediensten uniform en consequent blijven
verbaliseren op basis van de voetbalwet, ten aanzien van degenen die
het feest van de anderen willen vergallen.
De tolerantiegrenzen ten aanzien van de doelgroep moeten hierbij
zeer laag worden gehouden. In dat kader ben ik van plan de
slagkracht van de politie te vergroten, onder meer door de toepassing
van de voetbalwet te verruimen tot 24 uur vóór en 24 uur na de
wedstrijd en dat voor het hele grondgebied.
Voor sommige inbreuken wens ik ook de minimumsanctie te
verhogen. Daarvoor moet een wetswijziging gebeuren. Mijn diensten
bereiden die aanpassing op dit ogenblik voor.
Ten slotte, de regeling inzake de verscherping van de regels inzake
cameragebruik in het stadion zal eerstdaags worden gepubliceerd in
het Belgisch Staatsblad.
De eerste pijler is dus voetbal in veilige omstandigheden. De tweede
pijler is voetbal in aangename omstandigheden. Zoals u weet, werd
de fankaart afgeschaft. Ik heb de clubs de mogelijkheid geboden om
hun binnenomheiningen weg te halen. Ik stel vast dat er 10% meer
publiek naar een voetbalwedstrijd komt kijken en dat langzamerhand
opnieuw families de weg naar de stadions terugvinden.
Ik weet dat er op dit ogenblik andere aspecten zijn verbonden aan het
voetbal waarover ik vandaag geen uitspraken doe en die meer te
maken hebben met de gerechtelijke finaliteit. Ik wil het hier echter
hebben over mijn bevoegdheid inzake binnenlandse zaken. Er komt
10% meer publiek en er komen ook meer en meer families naar de
stadions. Dat is een verheugende vaststelling. Dat heeft volgens mij
te maken met de daling, de voorbije jaren van het aantal incidenten,
ingevolge de strenge aanpak op basis van de voetbalwet.
10.02 Patrick Dewael, ministre:
Le 13 février 2006, j'ai convoqué
tous les bourgmestres et tous les
chefs de corps hébergeant sur leur
territoire un club de première ou
de deuxième division. J'ai rappelé
aux bourgmestres leurs
responsabilités en matière de
sécurité des infrastructures des
stades et j'ai invité les chefs de
corps à poursuivre une politique
de verbalisation cohérente.
J'entends accroître encore
l'efficacité de la police en étendant
l'application de la loi "football" de
24 heures avant à 24 heures
après la rencontre sur l'ensemble
du territoire. Nous préparons une
modification législative tendant à
alourdir la sanction minimum et les
règles plus sévères en matière de
surveillance par caméra seront
bientôt publiées au Moniteur
belge.
Nous ne voulons pas seulement
rendre le football plus sûr, nous
voulons aussi qu'il soit plus
agréable. Depuis la suppression
de la carte de supporter et
l'enlèvement des clôtures
intérieures, l'affluence du public a
progressé de 10% et les familles
fréquentent de nouveau les
stades. C'est évidemment aussi
grâce à la diminution, ces
dernières années, du nombre
d'incidents. J'ai attiré l'attention
des chefs de corps et des
bourgmestres sur le fait que les
spectateurs sont souvent traités
comme des hooligans en
puissance, ce qui provoque
l'irritation et le mécontentement
CRIV 51
COM 881
08/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25
Ten aanzien van het korps en de burgemeester heb ik erop gewezen
dat de bezoekende supporters in nogal wat gevallen behandeld
worden als potentiële hooligans. U kent die beelden waarop men
wordt binnengeloodst en via de hekkens en de afsluitingen tot op zijn
plaats wordt gevoerd. Het spreekt voor zich dat dergelijke handelwijze
soms leidt tot irritatie en frustratie bij supporters die het eigenlijk heel
goed menen.
De derde pijler is het reduceren van de maatschappelijke kosten. Op
basis van de cijfers van de politie-inzet in het seizoen 2004-2005,
werd aan de burgemeesters en de korpschefs duidelijk gemaakt dat
er een aantal significante verschillen bestaan tussen de verschillende
zones. U hebt er in uw vraag ook op gewezen. Die cijfers moeten
altijd in hun context geplaatst worden. Ik heb erop gewezen dat ik
resoluut de kaart wil trekken van een risico-gelieerde politie-inzet
gebaseerd op de volgende principes. Ten eerste, een investering
inzake informatie-inwinning en -uitwisseling. Ten tweede, het
opmaken van een performante risico-analyse op basis waarvan de
politie-inzet kan worden bepaald. Ten derde, het uitwerken van een
concept van gastvrijheid, zijnde een politionele bejegening van
supporters gebaseerd op interactie en communicatie. Ik denk dat de
visuele aanwezigheid van politie daarbij tot een absoluut minimum
moet worden herleid.
Over de verschillende seizoenen heen, is de politie-inzet enorm
gedaald. Dat heb ik u al bij vorige vragen meegedeeld. Ik denk dat de
volgende stap moet zijn dat we de kwantitatieve inzet gaan vervangen
door een kwalitatieve politie-inzet. Ik zal daarom wijzigingen
aanbrengen aan de omzendbrief OOP38 inzake politie-inzet bij
voetbalwedstrijden waarbij de risico-gelieerde politie-inzet in detail zal
worden uitgewerkt. We hebben geen conclusies getrokken op de
vergadering over de verschillen met de best presterende, op dat vlak
namelijk Westerlo, tegenover andere clubs. Die conclusies zijn niet in
de globaliteit van die vergadering genomen. Ik denk dat er nood is
aan verdere verfijningen van die omzendbrief. Het is wel mijn
bedoeling om voor diegenen die het nalaten om hun inzet goed af te
wegen en te ponderen, de sanctie van het sturen van de factuur toch
in overweging te nemen.
des supporters bien intentionnés.
Les chiffres révèlent en effet des
différences significatives entre les
zones. Je recherche un enga-
gement policier qui soit adéquat
par rapport au risque, fondé sur
l'échange d'informations et
l'analyse de risques, et dans le
cadre duquel la présence visuelle
de la police doit être réduite au
minimum absolu. L'engagement
de la police a déjà connu une
baisse notable au cours des
dernières années. Il s'agit à
présent de substituer l'enga-
gement qualitatif à l'engagement
quantitatif, par le biais de la
circulaire OOP 38.
Lors de la concertation, aucune
conclusion n'a été tirée à l`égard
de clubs individuels. L'on dispose
toutefois d'un moyen de pression
vis-à-vis des clubs qui ne se
conformeraient pas aux recom-
mandations, à savoir l'envoi de la
facture.
10.03 Claude Marinower (VLD): Mijnheer de minister, ik dank u voor
uw uitvoerig antwoord. Ik kijk uit naar de publicatie van wat u hier hebt
aangekondigd. Over het feit dat er meer publiek is en waarover wij
ons allen verheugen, zou ik met een slechte en bijzonder dubieuze
woordspeling zeggen: "Ye, ye, ye".
10.03 Claude Marinower (VLD):
J'attends avec impatience la
publication des documents
annoncée par le ministre. On ne
peut que se réjouir de
l'augmentation du nombre de
spectateurs qui assistent aux
matches.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Le président: Bien que M. Marinower soit arrivé fort en retard pour sa question n° 10366 inscrite au point 8
de l'agenda, il souhaite poser sa question n° 10658 inscrite au point 20 de l'agenda. M. Libert, cela vous
gêne-t-il que M. Marinower pose sa question?
10.04 Éric Libert (MR): Pas du tout.
Le président: Je m'en réjouis.
08/03/2006
CRIV 51
COM 881
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
26
11 Vraag van de heer Claude Marinower aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "een bijeenkomst van neonazi's" (nr. 10658)
11 Question de M. Claude Marinower au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "une
11.01 Claude Marinower (VLD): Mijnheer de minister, ik heb u een
vraag gesteld in verband met een bijeenkomst die vorig weekend in
Vremde, Boechout, heeft plaatsgevonden, waarbij aanhangers van
een bijzonder dubieuze groep "Blood and Honour" verzameld waren
ter gelegenheid van wat zij noemden een "Bloud and Honour-concert."
Daarover is in de pers weerklank geweest omdat op voorhand, in de
dagen voorafgaand aan die bijeenkomst, omdat men niet goed wist
waar die bijeenkomst zou plaatsvinden de eerste indicaties daarover
kwamen trouwens uit een mail die via een Nederlandse organisatie
was rondgestuurd. de stellige overtuiging had dat het ergens in
Vlaanderen zou gebeuren. Het is uiteindelijk Vremde, Boechout
gebleken.
Ik wil verwijzen naar vragen die reeds door mij aan u zijn gesteld in de
maand juli van 2004. Eind 2003 was er ook al een vraag geweest van
mevrouw Claes aan de minister van Justitie. Het is niet de eerste keer
dat die groepering Vlaanderen als ik het zo mag zeggen teistert.
Het is een groepering die trouwens ook, als ik het goed voor heb,
voorkomt op de lijst van gevaarlijke organisaties.
De vragen die natuurlijk rijzen, zijn de volgende. Ten eerste, waren uw
diensten daarover geïnformeerd op voorhand? Was er kennis van het
feit dat die bijeenkomst in Vremde, Boechout, een aanvang zou
nemen? Alleszins waren er sinds begin vorige week al berichten
desbetreffend in de verschillende media verschenen.
Ten tweede, in verband met het incident met de cameraploeg, de
cameraman en de klankman, van VTM, waarom werd er door de
politie niet ingegaan op de noodoproep? Ik heb vandaag in een van
de kranten gelezen dat de politiechef van Vremde-Boechout daarover
zegt: men moet natuurlijk niet in het hol van de leeuw gaan filmen
want dan kan men verwachten dat er moeilijkheden ontstaan. Ik heb
ook gelezen in de krant maar u zult daar waarschijnlijk meer
informatie over hebben dat volgens hem hij gewacht heeft tot er vijf
ploegen konden worden afgevaardigd en dat het daarom een kwartier
of twintig minuten heeft geduurd. Nu, een kwartier tot twintig minuten
kan in die omstandigheden wel, meen ik, voor diegenen die het
slachtoffer zijn, bijzonder lang duren.
Ten derde, hebt u, in zoverre de politie blijkbaar niet of niet tijdig zou
ingegaan zijn op de oproepen die elkaar in korte tijd hebben
opgevolgd een onderzoek geopend? Zo niet, zult u een onderzoek
terzake gelasten?
11.01 Claude Marinower (VLD):
Le week-end dernier, une équipe
de reportage de VTM a été
attaquée par un groupe d'adeptes
de Blood & Honour lors d'un
concert à Vremde-Boechout.
La police avait-elle été avertie de
ce rassemblement de néonazis?
Pourquoi n'est-elle pas
immédiatement intervenue après
l'appel d'urgence? Une enquête a-
t-elle été ordonnée?
11.02 Minister Patrick Dewael: Collega's, mijn diensten hadden geen
weet van de plaats van bijeenkomst van die organisatie in Vremde,
Boechout. De vereniging "Blood and Honour" is wel gekend, maar de
plaats van bijeenkomst werd tot het laatste ogenblik door de
organisatoren geheim gehouden.
De dispatching van de lokale politiezone Minos kreeg omstreeks 0.45
uur `s nachts een telefonische oproep in het Gildenhuis te Vremde. 5
11.02 Patrick Dewael, ministre:
Mes services n'avaient pas
connaissance du lieu du
rassemblement, que Blood &
Honour a tenu secret jusqu'au
dernier moment. Vers minuit
quarante-cinq, la police a reçu un
appel à propos d'une bagarre au
CRIV 51
COM 881
08/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
27
patrouillewagens gingen onmiddellijk ter plaatse, en ook een officier
van de bestuurlijke politie, maar konden eigenlijk niets meer
vaststellen. Een paar uur later werd de centrale dispatching ingelicht
van het feit dat slachtoffers van de vechtpartij zich in het ziekenhuis
van Merksem bevonden.
In het ziekenhuis ontmoetten de politiediensten twee slachtoffers die
als zelfstandigen opnames hadden gemaakt voor VTM en die op de
plaats van de samenkomst werden aangerand door een aantal
deelnemers. De slachtoffers hadden zich met hun persoonlijk voertuig
naar het ziekenhuis begeven zonder de politiediensten af te wachten.
Een proces-verbaal is opgesteld. Op grond van die informatie lijkt het
ik zeg wel: lijkt het dat de lokale politiediensten hun werk hebben
gedaan. Een verder onderzoek lijkt op dit ogenblik niet onmiddellijk
mogelijk maar mochten er nieuwe elementen komen zal ik dat zeker
in overweging nemen.
Gildenhuis de Vremde. Cinq
voitures de patrouille et un officier
de police administrative se sont
immédiatement rendus sur place
mais n'ont rien pu constater à leur
arrivée. Quelques heures plus
tard, la police a été informée de
l'admission des victimes de la
bagarre à l'hôpital de Merksem. La
police y a rencontré deux reporters
indépendants qui avaient effectué
des enregistrements pour VTM et
avaient été molestés. Ils s'étaient
eux-mêmes rendus en voiture à
l'hôpital, sans attendre la police.
Un procès-verbal a été rédigé. La
police locale semble avoir fait son
travail. Dans l'immédiat, il ne
semble pas nécessaire de faire
procéder à une enquête plus
approfondie mais j'en envisagerais
l'éventualité si des éléments
devaient plaider dans ce sens.
11.03 Claude Marinower (VLD): Mijnheer de minister, ik dank u voor
uw antwoord. Ik wijs er wel op en dat zal ik ook bij de minister van
Justitie doen dat dit de zoveelste bijeenkomst is van buitenlandse
neonazi's. Volgens berichten zouden er ook heel weinig Belgen of
Vlamingen aan hebben deelgenomen. De buitenlandse neonazi's
konden iedere keer hun lusten op dat vlak in Vlaanderen komen
botvieren. Het is het zoveelste optreden van diezelfde groep,
waarvoor in 2003 en 2004 werd gewaarschuwd.
Ik denk dat er dringend maatregelen moeten worden genomen. Ik wijs
niemand met de vinger, maar het gaat niet op dat ikzelf, mevrouw
Claes of wie dan ook, telkens als antwoord moeten horen dat niet kon
worden achterhaald waar het zou plaatsvinden. Daarna zegt men dat
het gebeurd is, maar het is niets om fier over te zijn dat steeds deze
contreien worden uitgekozen om dat soort gespuis hierop los te laten.
11.03 Claude Marinower (VLD):
Ceci est loin d'être la première
rencontre de néonazis étrangers
sur le territoire belge et à chaque
fois l'information ne circule qu'a
posteriori. Il est navrant de
constater que cette racaille choisit
précisément notre pays pour
organiser de telles rencontres.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
12 Question de M. Eric Libert au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la manifestation
publique d'opinions politiques par un agent de la police fédérale" (n° 10585)
12 Vraag van de heer Eric Libert aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"het in het openbaar uiting geven aan een politieke overtuiging door een agent van de federale politie"
(nr. 10585)
12.01 Éric Libert (MR): Monsieur le ministre, vous me le confirmerez
peut-être: le problème soulevé par cette question semble avoir trouvé
une solution. On m'a signalé qu'un agent du service DAC-SPC de la
police fédérale situé Square Regina à Bruxelles arborait dans son
bureau un drapeau d'une formation politique, manifestant ainsi
publiquement ses opinions politiques et ce, depuis la fin de l'année
2004. Malgré de nombreuses récriminations, cet agent a continué ses
agissements en violation de l'article 127, alinéa 3 de la loi du
12.01 Éric Libert (MR): Sinds
eind 2004 heeft een ambtenaar
van de dienst DAC-SPC van de
federale politie te Brussel een vlag
van een politieke formatie in zijn
kantoor hangen. Hoewel er
klachten kwamen, volhardde hij in
de boosheid en trad de wetgeving
08/03/2006
CRIV 51
COM 881
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
28
7 décembre 1998 qui organise un service de police intégré structuré à
deux niveaux et qui stipule que "les fonctionnaires de police
s'abstiennent en toute circonstance de manifester publiquement leurs
opinions politiques".
En conséquence, monsieur le ministre, pouvez-vous me faire savoir si
cette situation perdure? Il semblerait qu'il y ait été mis fin il y a
quelques jours. Confirmez-vous mon interprétation de l'article 127 de
la loi du 7 décembre 1998? Si ce comportement n'avait pas cessé,
quelles mesures comptiez-vous prendre à l'encontre de cet agent?
met voeten, die bepaalt dat "de
politieambtenaren zich er in alle
omstandigheden moeten van
onthouden in het openbaar uiting
te geven aan hun politieke
overtuiging".
Is daar intussen verandering in
gekomen? Welke maatregelen zal
u nemen als dat niet het geval is?
12.02 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, monsieur
Libert, jusqu'ici, ces faits ne m'étaient pas connus. Des
renseignements communiqués par la direction de la police des voies
de communication, il ressort qu'il ne s'agit nullement d'un drapeau
reflétant les opinions politiques d'un fonctionnaire de police. Il s'agit
d'une série de drapeaux, tant étrangers que belges, qui avaient été
récupérés sur la voie publique lors de services d'ordre ou qui avaient
fait l'objet de cadeaux-souvenirs. Ces drapeaux ne traduisaient donc
nullement les opinions politiques de l'un ou l'autre fonctionnaire de
police.
La direction, ayant appris la présence de ces drapeaux à la suite de la
présente question parlementaire, a néanmoins ordonné le retrait de
ceux-ci pour éviter toute équivoque. Étant donné ce qui précède,
j'estime qu'il n'y a aucune autre mesure à prendre.
12.02 Minister Patrick Dewael:
Die feiten waren me tot op heden
niet bekend. Volgens de
inlichtingen waarover ik beschik,
ging het helemaal niet om een vlag
waaruit de politieke overtuiging
van een politieambtenaar zou
blijken, maar om een hele reeks
vlaggen, zowel buitenlandse als
Belgische, die de betrokkene vond
op de openbare weg of als
aandenken ten geschenke kreeg.
Om verwarring te vermijden, heeft
de directie het bevel gegeven de
vlaggen te verwijderen. Er hoeven
dus geen maatregelen meer te
worden genomen.
12.03 Éric Libert (MR): Le combat prend donc fin faute de
combattants! C'est fort bien!
Le président: Une nouvelle grande victoire!
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
13 Question de M. François Bellot au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la
responsabilité civile et pénale des agents publics" (n° 10681)
13 Vraag van de heer François Bellot aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "de burgerrechtelijke en strafrechtelijke aansprakelijkheid van overheidsambtenaren" (nr. 10681)
13.01 François Bellot (MR): Monsieur le président, monsieur le
ministre, il s'agit d'une problématique liée à quelques faits qui se sont
produits dans des administrations communales et dans des
provinces.
La loi du 4 mai 1999 a précisé la couverture des responsabilités des
agents publics tels que les bourgmestres, échevins et députés
permanents. Pour rappel, la commune est civilement responsable du
paiement des amendes. Elle est tenue de contracter une assurance
visant à couvrir la responsabilité civile des mandataires. Au travers de
l'une ou l'autre affaire récente, il apparaît que des préposés ayant des
responsabilités communales et provinciales sont poursuivis pour
défaut de prévoyance en matière de sécurité notamment, raison pour
laquelle je m'adresse à vous. Cette matière peut concerner à la fois
des secrétaires communaux, des commissaires d'arrondissement ou
des gouverneurs.
13.01 François Bellot (MR): De
wet van 4 mei 1999 beschrijft de
reikwijdte van de verantwoorde-
lijkheden van de publieke
ambtenaren burgemeesters,
schepenen, bestendige afgevaar-
digden maar in bepaalde recente
gevallen werden beambten met
gemeentelijke en provinciale
verantwoordelijkheden persoonlijk
vervolgd wegens gebrek aan
voorzorg meer bepaald inzake
veiligheid.
Moet de reikwijdte van de wet niet
worden uitgebreid naar alle
CRIV 51
COM 881
08/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
29
N'estimez-vous pas indispensable d'étendre la portée de la loi du 4
mai 1999 à l'ensemble des préposés détenant une parcelle d'autorité
dans les pouvoirs locaux en rapport avec les missions de sécurité?
Le statut de préposé n'entraîne-t-il pas automatiquement la
substitution de la responsabilité civile du préposé vers le pouvoir ou
l'entreprise qui l'emploie en vertu des articles 1382 et suivants?
beambten bij lokale besturen die
verantwoordelijkheid dragen bij
veiligheidsopdrachten? Houdt het
statuut van beambte niet
automatisch in dat zijn burgerlijke
verantwoordelijkheid krachtens de
artikels 1382 en volgende wordt
overgedragen naar de overheid of
het bedrijf dat hem tewerkstelt?
13.02 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, la loi du 4
mai 1999 relative à la responsabilité civile et pénale des
bourgmestres, échevins et membres de la députation permanente a
inséré les articles 271bis, 271ter et 329bis dans la nouvelle loi
communale et les articles 106bis, 106ter et 144 dans la loi provinciale.
Ces différentes dispositions relatives au statut des mandataires
publics locaux ont été régionalisées par les accords du Lambermont
tant qu'elles se rapportent à l'organisation et au fonctionnement des
institutions provinciales et communales.
Quant aux préposés auxquels vous vous référez, la fixation de leurs
statuts administratif et pécuniaire relève désormais de la compétence
des Régions en vertu des mêmes accords du Lambermont.
Il appartient aux Régions d'apprécier l'opportunité de souscrire à leur
profit une assurance destinée à couvrir la responsabilité civile qui leur
incombe dans l'exercice normal de leurs missions.
Par conséquent, je vous invite à poser ou à faire poser votre question
au ministre wallon des Affaires intérieures qui est compétent en la
matière.
13.02 Minister Patrick Dewael:
De wet van 4 mei 1999
betreffende de burgerlijke en straf-
rechtelijke verantwoordelijkheid
van de burgemeesters, schepenen
en leden van de bestendige
afvaardiging heeft diverse
bepalingen in de provinciale en
gemeentelijke wetten gevoegd. De
bepalingen inzake organisatie en
werking van de provinciale en
gemeentelijke instellingen met
betrekking tot het statuut van
lokale verkozenen worden op
gewestelijk niveau geregeld.
Voortaan zijn de gewesten
eveneens bevoegd voor de
bepaling van het administratief
statuut en het loon van de
beambten.
De gewesten bepalen ook
wanneer een verzekering
burgerlijke aansprakelijkheid moet
worden afgesloten voor hun
opdrachten. Gelieve uw vraag dus
te stellen of te laten stellen aan de
Waalse minister van Binnenlandse
Zaken, die hiervoor bevoegd is.
13.03 François Bellot (MR): Monsieur le ministre, c'était bien mon
intention mais, avant cela, je souhaitais vous poser la question pour
repréciser les choses par rapport à l'autorité régionale qui,
régulièrement, quand elle est embarrassée, dit qu'il s'agit d'une loi
fédérale.
Elle en a donc hérité et si elle estime qu'il manque une virgule ou un
mot, vous avez dit clairement que c'était sa responsabilité.
13.03 François Bellot (MR): Dat
was ik wel degelijk van plan, maar
ik wou u de zaak uit de doeken
laten doen, want wanneer de
gewestelijke overheid in
verlegenheid wordt gebracht, zegt
zij dat het een federale wet betreft.
Zij heeft die bevoegdheid dus
overgeërfd en wanneer zij denkt
dat er iets ontbreekt, is dat haar
verantwoordelijkheid.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
14 Vraag van de heer Willy Cortois aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "de gok- en omkooppraktijken in het Belgisch voetbal" (nr. 10687)
08/03/2006
CRIV 51
COM 881
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
30
14 Question de M. Willy Cortois au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les paris
truqués et les pratiques de corruption dans le football belge" (n° 10687)
14.01 Willy Cortois (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik ga beginnen met een anekdote. Toen ik gisteravond
thuiskwam heb ik nog gekeken naar de voetbalwedstrijden, naar de
Europese kwartfinales. Het was de wedstrijd Juventus tegen Bremen.
In de allerlaatste minuut liet die Duitse keeper, die voor de rest een
formidabele match had gespeeld, een onwaarschijnlijk doelpunt
binnen.
Mijn eerste reactie was de volgende. Is die nu omgekocht? Het is
bijna niet mogelijk wat daar gebeurde. Ik zie dat andere specialisten
dezelfde mening zijn toegedaan. Het was onbegrijpelijk.
14.01 Willy Cortois (VLD): Le
scandale des paris et de la
corruption dans le football belge
suscite l'émoi. Chaque jour, les
médias annoncent de nouveaux
faits et le scandale ne cesse de
prendre de l'ampleur.
14.02 Minister Patrick Dewael: (...)
14.03 Willy Cortois (VLD): Wij kunnen daarover waarschijnlijk
allemaal meespreken. Ik maakte mij onmiddellijk de volgende
bedenking. Waar zit de Chinees die daar achterzit?
Mijn vraag is de volgende. In De Tijd van 24 februari las ik dat er
binnen de federale politie een soort van analysegroep bezig is die
nagaat wat de Aziatische criminele organisaties in ons land uitspoken.
Hoeveel mensen omvat die groep? Het gaat om mensen die een
analyse doen. Het gaat bijna over een dreiging. Ik dacht direct aan
iets anders. Hoeveel mensen zijn daarbij betrokken?
Ik veronderstel dat die rapporten op een of andere manier
doorvloeien, daarom nog niet tot op uw niveau. Is er een signaal of
een indicatie geweest dat men inderdaad, onder meer op de
voetbalwedstrijden in ons land, aan het gokken was?
Ik lees in de kranten over duivenwedstrijden en wielerwedstrijden.
Men kan bij ons op vele zaken gokken. Was er enige indicatie
vanwege die analysegroep? Als die inderdaad analyseert, dan moet
ze toch tot bepaalde conclusies komen.
Onderdanen van welke landen werden in het bijzonder geviseerd?
Mijnheer de minister, ik heb nu ook in andere bronnen gelezen dat
niet zozeer de Chinese maffia daar achterzit, maar dat de grote
internationale maffia, die allerlei soorten geld moet witwassen, zich
veeleer bevindt in Maleisië.
Mijn vraag is de volgende. Weet men bij de federale politie iets van
die zaken? Wat heeft die analysegroep tot op heden gedaan en wat
waren haar conclusies?
14.03 Willy Cortois (VLD): Selon
un article récent du quotidien "De
Tijd", un groupe d'étude de la
police judiciaire se pencherait
depuis une dizaine d'années déjà
sur les organisations criminelles
asiatiques et dresserait la carte de
leurs activités sur le territoire
belge.
Combien de collaborateurs ce
groupe compte-t-il? Ont-ils reçu
l'un ou l'autre signal concernant
des éléments troublants dans les
paris sur les rencontres de football
en Belgique? Quels pays sont
particulièrement visés par ce
groupe?
14.04 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, collega's, ten
eerste, het team Mahjong maakt deel uit van de algemene directie
Gerechtelijke Politie, meer bepaald de directie Strijd tegen de
Georganiseerde Criminaliteit, de DJC, en telt vier medewerkers. Ik
zeg het nogmaals, de gerechtelijke politie valt onder de bevoegdheid
van mijn collega voor Justitie.
Ten tweede, het team is gespecialiseerd in de regio Zuidoost-Azië, in
het bijzonder in Thailand, Laos, Cambodja, Birma, Maleisië,
Singapore, Vietnam, Japan, Taiwan, Indonesië, China, de Filipijnen,
14.04 Patrick Dewael, ministre:
Le groupe Mahjong, ainsi baptisé
en raison du jeu chinois du même
nom, fait partie de la direction
Lutte contre la criminalité
organisée de la direction générale
de la police judiciaire. Il relève de
la ministre de la Justice.
Le groupe d'étude compte quatre
CRIV 51
COM 881
08/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
31
Noord-Korea en Zuid-Korea.
Ten derde, de groep van experts baseert zich op internationale
studies en analyses van diensten als Interpol en op rapporten van
buitenlandse politiediensten. Daarnaast worden gegevens inzake
beeldvorming gehaald uit Belgische gerechtelijke onderzoeken, de
ANG of Algemene Nationale Gegevensbank, open bronnen en bij de
dienst Vreemdelingenzaken, het Nationaal Instituut voor de Statistiek,
het Hoog Commissariaat voor de Vluchtelingen en uiteraard het
Belgische ministerie van Buitenlandse Zaken.
Het team had in het verleden geen kennis van vergelijkbare dossiers
van dergelijke omvang ontvangen en beschikte alleen maar over
dossiers inzake bedrog van beperkte omvang. Het statement in de
krant De Tijd van 24 februari was gebaseerd op hun ervaringen in
lopende analyses en onderzoeken.
DJC-MAHJONG voert analyses uit, ook inzake mensenhandel,
witwaspraktijken, drugtrafiek en fraude met kredietkaarten. Men zegt
mij dat het team ook een zeer goede samenwerking heeft met de
Hong Kong Police. Wat China betreft, dient te worden vermeld dat de
verbindingsofficier van de Belgische politie in Thailand eveneens
geaccrediteerd is voor China. Drie jaar geleden bracht een delegatie
van Chinese politiemensen van Peking, Sjanghai en het centrale
niveau een bezoek aan het project MAHJONG, doch voor het overige
zijn er, zo deelt men mij mee, weinig rechtstreekse contacten.
collaborateurs et se consacre à
l'étude des pays suivants: la
Thaïlande, le Laos, le Cambodge,
Myanmar, la Malaisie, Singapour,
le Vietnam, le Japon, Taïwan,
l'Indonésie, la Chine, les
Philippines et la Corée du Nord et
du Sud. Les collaborateurs se
basent sur des études interna-
tionales et des analyses
effectuées par des services tels
qu'Interpol et sur des rapports de
service de police étrangers. Ils
tirent également leurs renseigne-
ments des sources suivantes: des
enquêtes judiciaires belges, la
Banque de données nationale
générale, des sources diverses,
l'Office des étrangers, l'Institut
national de statistique, le Haut
commissariat aux réfugiés et le
SPF Intérieur.
Jamais par le passé l'équipe
Mahjong n'avait eu connaissance
de dossiers comparables d'une
telle ampleur. L'article du quotidien
"De Tijd" était basé sur les
expériences des collaborateurs
dans des enquêtes en cours et
des analyses.
L'équipe mène des enquêtes sur
la traite des êtres humains, le
blanchiment d'argent, le trafic de
drogue et la fraude aux cartes de
crédit. Il collabore étroitement
avec la police de Hong-Kong.
L'officier de liaison de la police
belge en Thaïlande est également
compétent pour la Chine. Il y a peu
de contacts avec la police
chinoise, bien qu'une délégation
chinoise ait rejoint l'équipe
Mahjong pour une visite d'étude
voici trois ans.
14.05 Willy Cortois (VLD): Het moeten supermannen zijn, als ik het
aantal landen hoor waarvoor zij bevoegd zijn en de materies waarvoor
zij bevoegd zijn. Het lijkt mij bijna een onmogelijke opdracht, mijnheer
de minister.
Het is misschien allemaal wel juist, maar als ik de pers doorneem,
dan lees ik al sinds weken, nog voor wij de feiten kennen, de hoge
bedragen die men inzet op Belgische wedstrijden. Ik lees zelfs dat
een bekende, Belgische senator zegt dat men het hem allemaal al
had uitgelegd verleden jaar, op een congres in Denemarken.
14.05 Willy Cortois (VLD): Ces
collaborateurs doivent être des
surhommes! Avec seulement
quatre personnes, ils couvrent une
zone gigantesque, que ce soit sur
le plan géographique ou sur celui
des pratiques criminelles.
Cela fait plusieurs mois que le
scandale a éclaté dans la presse.
08/03/2006
CRIV 51
COM 881
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
32
14.06 Minister Patrick Dewael: Dat is ook een superman.
14.07 Willy Cortois (VLD): Ik begrijp eerlijk gezegd niet goed wat die
vier mensen nog kunnen doen, behalve hetgeen wij doen, namelijk
lezen wat er in de pers verschijnt. Als u zegt dat dit de gerechtelijke
politie is, dan stel ik mij toch de vraag of de analyse op die manier
efficiënt kan verlopen. Vier mensen voor twintig landen, niet van de
kleinste, het lijkt mij erg weinig om daarvan enig resultaat te
verwachten.
14.07 Willy Cortois (VLD): Je ne
comprends pas que l'équipe
Mahjong n'ait rien vu venir. Je
crains que les collaborateurs ne
puissent faire mieux que de
prendre connaissance des
informations publiées dans la
presse.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
15 Questions jointes de
- M. Joseph Arens au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la grève de la faim des sans-
papiers de l'église Saint Boniface" (n° 10696)
- Mme Marie Nagy au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la situation des sans-papiers
de l'église Saint Boniface" (n° 10700)
15 Samengevoegde vragen van
- de heer Joseph Arens aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over "de
hongerstaking van mensen zonder papieren in de Sint-Bonifatiuskerk" (nr. 10696)
- mevrouw Marie Nagy aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over "de
situatie van de mensen zonder papieren in de Sint-Bonifatiuskerk" (nr. 10700)
15.01 Joseph Arens (cdH): Monsieur le président, monsieur le
ministre, une soixantaine de personnes sans papiers d'une trentaine
de nationalités différentes ont commencé à occuper l'église Saint-
Boniface située dans le quartier de Matonge à Ixelles, le 19 octobre
2005. Les occupants vivent dans des conditions difficiles, notamment
à cause du froid. Depuis, leur nombre ne cesse d'augmenter. En
février 2006, il était de 130.
Une vingtaine de personnes ont entamé une grève de la faim aux
alentours du 20 février afin de protester contre l'avis négatif de l'Office
des étrangers à leur nouvelle demande d'asile. Ces derniers ont, en
effet, pu introduire une nouvelle demande de régularisation à laquelle
le directeur de l'Office des étrangers s'est engagé à se prononcer
dans un délai très rapide. Sur les nombreux dossiers introduits, déjà
43 d'entre eux ont reçu une réponse négative. 13 des premiers
grévistes de la faim ont suspendu leur action en vue d'assurer une
présence forte à la marche des sans-papiers organisée le 25 février.
En revanche, 7 personnes sans papiers d'origine iranienne ont
maintenu leur action et ne s'alimentent plus depuis plus de 10 jours.
Le 4 mars, c'est la totalité des occupants sans papiers de Saint-
Boniface qui a décidé de se priver de nourriture en signe de
désespoir.
Monsieur le ministre, mes questions sont les suivantes.
1. Comptez-vous avoir des contacts avec ces 130 sans-papiers qui
font actuellement la grève de la faim?
2. Si non, quelles sont vos intentions face à cette grève de la faim
généralisée qui menace la vie de plus de 130 personnes, parmi
lesquelles des pères et mères de famille accompagnés de leurs
enfants?
3. Quelle est votre position quant à une éventuelle intervention du
médiateur fédéral, comme cela a été le cas lors de la grève de la faim
15.01 Joseph Arens (cdH): Op
19 oktober 2005 hebben een
zestigtal mensen zonder papieren
de Sint-Bonifatiuskerk in Elsene
bezet. Sindsdien is hun aantal
alleen maar gestegen. In februari
waren ze al met 130.
Omstreeks 20 februari zijn een
twintigtal mensen in hongerstaking
gegaan om te protesteren tegen
het negatieve advies dat de Dienst
Vreemdelingenzaken over hun
nieuwe asielaanvraag heeft
uitgebracht. Van de talrijke
regularisatiedossiers die werden
ingediend, werden er 43
afgewezen. Op 4 maart hebben de
overige bezetters van de Sint-
Bonifatiuskerk zich bij de
hongerstaking aangesloten om
aan hun wanhoop uiting te geven.
Zal u die mensen zonder papieren
te woord staan? Zo neen, wat bent
u van plan? Wat zou u ervan
vinden mocht de federale
ombudsman worden
ingeschakeld? Zal de Dienst
Vreemdelingenzaken alle
individuele dossiers herbekijken?
CRIV 51
COM 881
08/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
33
des Iraniens?
4. L'Office des étrangers réexamine-t-il tous les dossiers individuels?
15.02 Marie Nagy (ECOLO): Monsieur le président, monsieur le
ministre, ma question va dans le même sens que celle de mon
collègue, M. Arens.
La situation ne cesse d'empirer à l'église Saint-Boniface. Nous avons
déjà eu l'occasion de vous interroger à plusieurs reprises sur le sujet.
Près de 70 personnes ont donc entrepris une grève de la faim. Et
aujourd'hui, il semblerait que l'ensemble des occupants aient décidé
d'arrêter de se nourrir parce qu'ils estiment ne pas être entendus. Il
s'agit donc là d'un cri de désespoir qui mérite d'être entendu.
Monsieur le ministre, ma question rejoint celle de M. Arens, mais je
souhaite également signaler que 5 des personnes qui occupaient
l'église Saint-Boniface et qui ont été identifiées par les différents
services se retrouvent aujourd'hui en centre fermé et que 2 ont été
expulsées. Tout cela ne fait qu'augmenter le sentiment de désespoir
des occupants.
Monsieur le ministre, peut-il me dire s'il compte accepter de
rencontrer et d'écouter ces personnes? Les dossiers seront-ils
examinés conformément à l'engament pris par M. Rosemond, c'est-à-
dire une demande individuelle sur base de l'article 9.3? Compte-t-il
appliquer d'autres critères que ceux, très restrictifs, de longue durée
et de problèmes de santé?
15.02 Marie Nagy (ECOLO):
Vandaag zijn alle bezetters van de
kerk blijkbaar in hongerstaking
omdat ze niet gehoord menen te
worden. Die wanhoopskreet
verdient onze onverdeelde
aandacht.
Vijf van de personen die de Sint-
Bonifatiuskerk hebben bezet,
bevinden zich momenteel in een
gesloten centrum en twee van hen
werden uitgewezen, wat de
wanhoop van de bezetters alleen
maar doet toenemen.
Bent u bereid die personen te
ontmoeten en naar hun eisen te
luisteren? Zullen de dossiers
worden onderzocht, in overeen-
stemming met de verbintenissen
die de heer Rosemont is
aangegaan?
15.03 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, chers
collègues, je souhaite vous informer que le 12 janvier, mes
collaborateurs ont rencontré les délégués des sans-papiers une
première fois. Ceci s'est passé dans les locaux du Centre pour
l'égalité des chances, en compagnie du directeur général de l'Office
des étrangers et d'un représentant du Centre. Ensuite, le directeur
général de l'Office a rencontré à deux reprises, le 23 et le 28 février,
les occupants à l'église même. Ce matin, mes collaborateurs ont
invité une délégation des sans-papiers à mon cabinet.
Etant donné qu'actuellement un dialogue est instauré, une
intervention du médiateur fédéral ne me semble pas nécessaire,
d'autant qu'une personne du Centre pour l'égalité des chances assure
ce rôle.
L'Office des étrangers examine ou réexamine tous les dossiers des
sans-papiers de façon individuelle pour autant que ceux-ci ne soient
pas à l'instruction auprès d'autres instances. Ainsi, plusieurs
personnes sont toujours en procédure devant les instances d'asile;
d'autres n'ont jamais introduit de demande de séjour mais ont été
invitées éventuellement à le faire. Certains dossiers de personnes qui
avaient introduit une demande d'autorisation de séjour en application
de l'article 9.3 ont été examinés prioritairement.
L'examen des dossiers se poursuit donc mais la seule occupation
d'une église, madame Nagy et mon cher collègue Arens, ne peut
donner lieu à un traitement de faveur. Il doit y avoir un dialogue; il faut
examiner les dossiers mais le simple fait d'organiser une grève de la
faim ne peut pas donner des priorités. Ainsi, la jurisprudence qui est
15.03 Minister Patrick Dewael:
Mijn medewerkers hebben de
afgevaardigden van de mensen
zonder papieren op 12 januari in
de gebouwen van het Centrum
voor gelijkheid van kansen
ontmoet, in aanwezigheid van de
directeur-generaal van de dienst
Vreemdelingenzaken en een
vertegenwoordiger van het
Centrum. Vervolgens heeft de
directeur-generaal van het
Centrum de bezetters van de kerk
zelf tweemaal ontmoet.
Vanochtend hebben mijn
medewerkers de mensen zonder
papieren in mijn kabinet
uitgenodigd. Aangezien er een
dialoog werd opgestart, is een
interventie van de federale
ombudsman niet noodzakelijk.
De dienst Vreemdelingenzaken
onderzoekt of heronderzoekt alle
dossiers van de mensen zonder
papieren op individuele wijze, voor
zover die dossiers niet door
andere instanties worden
onderzocht. Zo hebben
08/03/2006
CRIV 51
COM 881
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
34
observée dans le cadre de certaines procédures, dont la demande en
application de l'article 9.3, reste d'application.
verscheidene mensen een
procedure ingesteld bij de
asielinstanties en werden anderen
verzocht dat te doen. Dossiers van
personen die een aanvraag voor
een verblijfsvergunning hebben
ingediend met toepassing van
artikel 9.3 werden bij voorrang
onderzocht.
Het onderzoek van de dossiers
wordt voortgezet, maar de
bezetting van een kerk of het
houden van een hongerstaking
mogen geen aanleiding geven tot
een prioritaire of
voorkeurbehandeling. In geval van
een aanvraag met toepassing van
artikel 9.3 blijft de rechtspraak
gelden.
15.04 Joseph Arens (cdH): Monsieur le président, je remercie le
ministre pour sa réponse. Je comprends bien la situation que doit
connaître le ministre qui gère ce dossier. Nous demandons une
approche humaine. Si des familles avec enfants font la grève de la
faim, soyons clairs, dans un pays comme le nôtre, c'est loin d'être
humain. Nous demandons également, et cela tarde à venir,
d'améliorer la procédure pour régulariser ou faire le nécessaire pour
que des gens ne se retrouvent pas dans ces situations précaires et
humainement inacceptables.
15.04 Joseph Arens (cdH): Ik
begrijp de situatie wel, maar wij
vragen een menselijke aanpak.
Wanneer gezinnen met kinderen
in ons land in hongerstaking gaan,
is er iets mis! Wij vragen de
regularisatieprocedure te
verbeteren of het nodige te doen
om onaanvaardbare situaties te
voorkomen.
15.05 Marie Nagy (ECOLO): Monsieur le président, je remercie le
ministre pour sa réponse. Je pense qu'il est malgré tout positif
d'organiser une rencontre entre l'Office des étrangers et des
représentants de son cabinet. Cependant, je crains que la situation
soit telle que les choses ne seront pas aussi simples.
J'avais encore une question concernant les expulsions et les
personnes qui se retrouvent en centres fermés. Ces gens ont le
sentiment, et ils n'ont peut-être pas tort, qu'il y a des mesures de
rétorsion rapides vis-à-vis des personnes identifiées comme
occupants de l'église: elles sont prises par l'Office des étrangers et
envoyées au Centre 127bis.
Qu'en est-il des personnes qui sont en centre fermé? Leur dossier
est-il examiné de la même manière que celui des autres occupants?
Sont-elles dans l'attente d'une expulsion? Pourquoi sont-elles en
centre fermé?
Ma deuxième remarque rejoint celle de mon collègue Arens. Il est
effectivement urgent de modifier l'article 9.3 et de définir des critères
objectifs et une commission permanente de régularisation. Des
propositions de loi vont dans ce sens et j'espère qu'elles seront
rapidement prises en considération par la Chambre, sinon la situation
ne fera qu'empirer et des milliers de dossiers resteront en attente.
15.05 Marie Nagy (ECOLO): Het
is inderdaad goed om een
ontmoeting tussen de Dienst
Vreemdelingenzaken en uw
kabinet te organiseren, maar dat is
niet genoeg.
We maken ons zorgen over de
snelle vergeldingsmaatregelen die
blijkbaar worden genomen
(plaatsing in een gesloten centrum
of uitwijzing) tegenover personen
die worden geïdentificeerd als
bezetters van de kerk. Hoe zit het
met de mensen die in gesloten
centra werden geplaatst? Wordt
hun dossier onderzocht zoals dat
van de andere bezetters? Waarom
zitten ze in die centra? Zijn ze daar
in afwachting van hun uitwijzing?
Zoals de heer Arens ben ik van
mening dat het artikel 9, § 3
dringend moet worden aangepast,
dat er objectieve criteria moeten
worden bepaald en een vaste
CRIV 51
COM 881
08/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
35
commissie voor de regularisatie
moet worden opgericht. Ik hoop
dat de wetsvoorstellen in die zin
snel in overweging zullen worden
genomen door de Kamer zoniet
zal de situatie verslechteren en
zullen er duizenden dossier in de
koelkast blijven zitten.
15.06 Patrick Dewael, ministre: Je vous répète que chaque cas est
traité individuellement. Les mesures prises sont donc propres à la
situation individuelle de chaque personne. En fait, ce que Mme Nagy
souhaite même si elle ne le dit pas clairement c'est une approche
globale pour tous les occupants, de façon à ce qu'ils soient tous
traités de la même manière, indépendamment de leur situation
individuelle. Je ne peux le faire!
Monsieur le président, il y a deux semaines en séance plénière, j'ai dit
que c'était une nouveauté. En effet, on me demande d'agir pour des
personnes qui n'ont jamais rien demandé. C'est une nouveauté! Il faut
au moins qu'ils aient introduit une demande sur base d'un article
quelconque de la loi pour pouvoir faire quelque chose.
15.06 Minister Patrick Dewael: Ik
herhaal dat elk geval individueel
wordt behandeld. De maatregelen
zijn dus eigen aan elke individuele
situatie.
Wat mevrouw Nagy eigenlijk
wenst, is één aanpak in globo voor
alle bezetters. Ik kan dat niet
doen!
Men vraagt mij iets te ondernemen
voor personen die niets gevraagd
hebben. Opdat ik iets zou kunnen
ondernemen, moeten zij echter
een aanvraag op grond van de wet
hebben ingediend.
15.07 Marie Nagy (ECOLO): Monsieur le président, M. le ministre
interprète les choses comme il le souhaite.
Il faut examiner chaque cas selon des critères plus larges que ceux
de la jurisprudence actuelle qui ne concernent que très peu de
personnes en procédure longue d'asile ou malades. Cela ne donnera
lieu qu'à très peu de dossiers. Il faut tenir compte des attaches, de
l'insertion dans la vie en Belgique et de la durée de séjour. Voilà mon
point de vue et il se retrouve d'ailleurs dans le texte que j'ai déposé.
Monsieur le ministre, il n'y a pas lieu de fantasmer; ce n'est pas mon
intention!
Ma question reste toujours la même: les dossiers des personnes qui
occupaient l'église et qui se retrouvent aujourd'hui en centre fermé
seront-ils examinés de la même manière que ceux des personnes qui
occupent actuellement l'église, c'est-à-dire, comme M. Rosemond l'a
proposé, en introduisant une nouvelle demande d'article 9.3.?
15.07 Marie Nagy (ECOLO): De
minister interpreteert een en ander
naar eigen goeddunken. Wat ik
zeg, is dat men elk geval moet
onderzoeken aan de hand van
criteria die ruimer zijn dan de
huidige rechtspraak. Dat zal
slechts aanleiding geven tot een
zeer klein aantal dossiers. Men
moet rekening houden met de
banden met België, de integratie in
ons land en de verblijfsduur.
Zullen de dossiers van de
personen die de kerk bezet
hebben en nu in een gesloten
centrum verblijven, op dezelfde
manier worden onderzocht als die
van de huidige bezetters van de
kerk, namelijk op basis van een
nieuwe aanvraag die op grond van
artikel 9.3 werd ingediend?
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Le président: La question n° 10600 de M. Fournaux est d'office reportée, puisqu'il n'est pas excusé.
16 Vraag van de heer Dirk Claes aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"de repatriëring van asielzoekers uit Nepal" (nr. 10701)
16 Question de M. Dirk Claes au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le rapatriement de
demandeurs d'asile en provenance du Népal" (n° 10701)
08/03/2006
CRIV 51
COM 881
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
36
16.01 Dirk Claes (CD&V): Geachte heer minister, ik heb een vraag
in verband met de repatriëring van asielzoekers uit Nepal.
Verschillende internationale organisaties hebben al meermaals
gezegd dat Nepal eigenlijk in een diepe crisis verkeert. Sinds februari
vorig jaar is daar de noodtoestand afgekondigd. Formeel zou die in de
zomer wel weer zijn opgeheven maar eigenlijk zijn de maatregelen die
van kracht zijn bijna dezelfde als de maatregelen die men afkondigde
ten tijde van de noodtoestand.
Het functioneren van de mensenrechtenorganisaties wordt daar zo
goed als onmogelijk gemaakt. Nepal zit ook met een groot aantal
onrustwekkende verdwijningen. De internationale
mensenrechtenorganisaties spreken van een humanitaire ramp. De
FOD Buitenlandse Zaken geeft ook negatief advies aan mensen die
naar Nepal willen reizen
In ons land verblijft er natuurlijk een aantal asielzoekers uit Nepal, van
wie binnenkort misschien een aantal gerepatrieerd zou moeten
worden naar hun land van herkomst. Mijn vraag is: kan hun veiligheid
daar wel worden gegarandeerd?
Ik heb ook een aantal precieze vragen. Heeft de minister van
Buitenlandse Zaken aan u advies verstrekt over de veiligheidsrisico's
in Nepal? Acht u het in de gegeven omstandigheden mogelijk
personen van Nepalese nationaliteit gedwongen te doen terugkeren
naar Nepal? Kunt u, mijnheer de minister, de veiligheid waarborgen
van Nepalezen na hun gedwongen terugkeer?
Werd dat in Nepal zoals afgesproken nagetrokken? Het valt hier te
vermelden dat op 23 december 1999 afgesproken is dat het de
minister van Binnenlandse Zaken is die de veiligheidssituatie moet
opvolgen. Er zou dan ook een diplomatieke antenne worden opgericht
om de veiligheid van teruggestuurde Nepalezen te monitoren. Zo ja,
hoe is die antenne daarbij te werk gegaan? Zijn er misschien ook nog
in andere landen zulke antennes opgezet? Die vallen dan natuurlijk
wel onder de verantwoordelijkheid van de minister van Buitenlandse
Zaken.
Bent u bereid, mijnheer de minister, die mensen een tijdelijke
toestemming te verlenen op het Belgische grondgebied te verblijven
indien hun veiligheid niet kan worden gegarandeerd?
16.01 Dirk Claes (CD&V): En
réalité, l'état d'urgence est en
vigueur au Népal de façon
ininterrompue depuis février 2005.
Le pays est le théâtre d'un grand
nombre de disparitions préoccu-
pantes. Des organismes de
défense des droits de l'homme
parlent de catastrophe
humanitaire. Par ailleurs, le SPF
Affaires étrangères déconseille
aux voyageurs de s'y rendre.
Peut-on garantir la sécurité des
demandeurs d'asile népalais qui
sont rapatriés? Le SPF Affaires
étrangères a-t-il rendu un avis au
SPF Intérieur à propos des risques
pour la sécurité? Est-il possible,
dans de telles circonstances, de
forcer des Népalais à retourner
dans leur pays? Qu'en est-il de
leur sécurité après le retour forcé?
A-t-on mis sur pied l'antenne
diplomatique annoncée? A-t-on
encore créé des antennes dans
d'autres pays? Si l'on ne peut
garantir la sécurité des
ressortissants népalais, le ministre
a-t-il l'intention de leur octroyer
une autorisation de séjour
temporaire en Belgique?
16.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, de FOD
Buitenlandse Zaken heeft mij tot op heden niet op de hoogte gebracht
van het feit dat de repatriëring van illegale Nepalese onderdanen naar
hun land van herkomst een veiligheidsrisico zou inhouden.
Ik wil er verder op wijzen dat de commissaris-generaal op basis van
atikel 63, 5°, van de vreemdelingenwet een advies verleent in verband
met de mogelijkheid om een afgewezen asielzoeker terug te leiden
naar zijn land van herkomst. Ik stel vast dat er voor Nepalese illegalen
geen negatief advies wordt verstrekt wat betreft hun eventuele
repatriëring.
De onrusten in Nepal situeren zich trouwens hoofdzakelijk op het
platteland, waar de maoïstische rebellen actief zijn, en minder in de
steden, waar de overheid het gezag heeft. Er is dus geen enkel
16.02 Patrick Dewael, ministre:
Le SPF Affaires étrangères n'a à
ce jour nullement indiqué que le
rapatriement de ressortissants
népalais en situation illégale
présentait un risque pour la
sécurité. Le commissaire général
formule un avis fondé sur l'article
63/5 de la loi sur les étrangers.
Aucun avis négatif n'a été fourni
en ce qui concerne le rapatriement
éventuel de Népalais en situation
illégale. Les troubles ont
essentiellement lieu dans la
campagne népalaise. Rien
CRIV 51
COM 881
08/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
37
beletsel om uitgeprocedeerde Nepalese asielzoekers te repatriëren
naar de hoofdstad Kathmandu.
In de praktijk gebeurt dat echter hoe dan ook zelden. Zo werden in
2005 slechts drie Nepalezen gerepatrieerd.
De veiligheid van de Nepalezen in hun land van herkomst is
gewaarborgd. Dat werd in september 2005 nog vastgesteld door een
immigratieambtenaar van de dienst Vreemdelingenzaken tijdens een
werkbezoek aan Nepal. Er is in Kathmandu een ereconsulaat dat kan
worden ingeschakeld om, indien nodig, in een monitoring te voorzien.
n'empêche dès lors que les
demandeurs d'asile népalais
déboutés soient rapatriés vers la
capitale népalaise. En 2005, pas
plus de trois Népalais ont d'ailleurs
été rapatriés. Un fonctionnaire à
l'immigration de l'Office des
étrangers a constaté lors d'une
visite de travail en septembre 2005
que la sécurité des Népalais était
garantie dans leur pays d'origine.
À Katmandou, le consulat
honoraire peut, si nécessaire,
intervenir pour le monitoring.
16.03 Dirk Claes (CD&V): Mijnheer de minister, mij is toch gezegd
dat het er zelfs in de week van de verkiezingen in februari 2006 in
Nepal bijzonder woelig en gewelddadig is aan toe gegaan, en dat er
toch een Nepalees is gerepatrieerd. Dat werd mij meegedeeld, maar
ik weet niet of dat overeenkomt met uw informatie.
Ik denk dat het nuttig is om de toestand toch nog eens te
onderzoeken. Zo lang de toestand daar dermate onrustwekkend is,
kunnen we de gedwongen terugkeer misschien tijdelijk opschorten,
totdat we een verbetering van de toestand zien.
Ik heb nog een bijkomende vraag. Zouden die Nepalezen eventueel
kunnen vallen onder de toepassing van de subsidiaire bescherming?
Dat kan natuurlijk pas het geval zijn indien het ontwerp dat nu voorligt,
wordt goedgekeurd.
16.03 Dirk Claes (CD&V): Même
au cours de la semaine violente
des élections, un Népalais a été
rapatrié. Il serait utile de refaire le
point sur la situation. Peut-être
devrions-nous suspendre le retour
forcé pendant un certain temps.
Les Népalais peuvent-ils bénéficier
de la protection subsidiaire en cas
d'adoption du projet?
16.04 Minister Patrick Dewael: Daarover kan ik hier geen uitspraak
doen. Daarover oordeel ik niet zo maar vanop deze plaats.
De subsidiaire bescherming is geregeld in een ontwerp dat op dit
ogenblik bij de Raad van State ligt, nog naar de Ministerraad moet
terugkomen en daarna in het Parlement kan worden besproken.
Maar zoals ik in het verleden al vaker heb aangegeven, subsidiaire
bescherming wordt de facto reeds toegepast. De criteria, zoals de
asielinstanties de aanvragen bekijken, zijn met inbegrip van de
principes van de subsidiaire bescherming. Als het Parlement dat
ontwerp heeft goedgekeurd, zullen die principes ook een legale basis
krijgen. De subsidiaire bescherming komt uit een Europese richtlijn,
maar wordt ik herhaal dat de facto al toegepast door de
asielinstanties.
Dat is een algemeen antwoord, maar ik kan hier niet zo maar zeggen
of de subsidiaire bescherming in dit concreet geval van toepassing is.
Ik zou me daarmee bezondigen aan te verregaande uitspraken.
16.04 Patrick Dewael, ministre:
Je ne puis faire aucune
déclaration à ce sujet. Le projet
est à l'examen au Conseil d'État.
La protection subsidiaire est déjà
appliquée de fait par les instances
d'asile. Je dois me limiter à une
réponse générale et ne puis me
prononcer sur ce cas concret.
16.05 Dirk Claes (CD&V): Ik zou de minister toch willen vragen de
nodige omzichtigheid in acht te nemen en, indien er toch nog
repatriëringen naar Nepal zouden gebeuren, toch even poolshoogte te
nemen van de toestand daar.
16.05 Dirk Claes (CD&V): Je
demande que l'on fasse preuve de
toute la prudence nécessaire en
ce qui concerne les rapatriements
vers le Népal.
16.06 Minister Patrick Dewael: Ik neem akte van uw vraag.
08/03/2006
CRIV 51
COM 881
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
38
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 12.10 uur.
La réunion publique de commission est levée à 12.10 heures.