CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 877
CRIV 51 COM 877
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DES
A
FFAIRES SOCIALES
C
OMMISSIE VOOR DE
S
OCIALE
Z
AKEN
mercredi
woensdag
08-03-2006
08-03-2006
Matin
Voormiddag
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE






























cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders ­ Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu inté-
gral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit des
interventions ; les annexes se trouvent dans une brochure
séparée (PLEN: couverture blanche; COM: couverture
saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken; de
bijlagen zijn in een aparte brochure opgenomen
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
Plenum
COM
réunion de commission
COM
Commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 877
08/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i

SOMMAIRE
INHOUD
Question de Mme Annemie Turtelboom au
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "l'évaluation des centres de
référence pour les patients souffrant du syndrome
de fatigue chronique" (n° 10260)
1
Vraag van mevrouw Annemie Turtelboom aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de evaluatie van de referentiecentra voor
patiënten die lijden aan het chronisch
vermoeidheidssyndroom" (nr. 10260)
1
Orateurs:
Annemie Turtelboom, Rudy
Demotte, ministre des Affaires sociales et de
la Santé publique, Luk Van Biesen
Sprekers: Annemie Turtelboom, Rudy
Demotte
, minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, Luk Van Biesen
Questions jointes de
3
Samengevoegde vragen van
3
- M. Luk Van Biesen au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "un
programme informatique de gestion des
ressources humaines pour l'ONSS (1)" (n° 10374)
3
- de heer Luk Van Biesen aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "een
computerprogramma voor human resources voor
de RSZ (1)" (nr. 10374)
3
- M. Luk Van Biesen au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "un
programme informatique de gestion des
ressources humaines pour l'ONSS (2)" (n° 10375)
3
- de heer Luk Van Biesen aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "een
computerprogramma voor human resources voor
de RSZ (2)" (nr. 10375)
3
- M. Luk Van Biesen au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "un
programme informatique de gestion des
ressources humaines pour l'ONSS (3)" (n° 10376)
3
- de heer Luk Van Biesen aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "een
computerprogramma voor human resources voor
de RSZ (3)" (nr. 10376)
3
- M. Luk Van Biesen au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "un
programme informatique de gestion des
ressources humaines pour l'ONSS (4)" (n° 10377)
3
- de heer Luk Van Biesen aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "een
computerprogramma voor human resources voor
de RSZ (4)" (nr. 10377)
3
Orateurs: Luk Van Biesen, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Luk Van Biesen, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Questions jointes de
6
Samengevoegde vragen van
6
- M. Luk Van Biesen au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "la direction
du service de sécurité et d'hygiène de l'ONSS (1)"
(n° 10378)
6
- de heer Luk Van Biesen aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
leiding van de dienst Hygiëne en Veiligheid van
de RSZ (1)" (nr. 10378)
6
- M. Luk Van Biesen au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "la direction
du service de sécurité et d'hygiène de l'ONSS (2)"
(n° 10379)
6
- de heer Luk Van Biesen aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
leiding van de dienst Hygiëne en Veiligheid van
de RSZ (2)" (nr. 10379)
6
- M. Luk Van Biesen au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "la direction
du service de sécurité et d'hygiène de l'ONSS (3)"
(n° 10380)
6
- de heer Luk Van Biesen aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
leiding van de dienst Hygiëne en Veiligheid van
de RSZ (3)" (nr. 10380)
6
- M. Luk Van Biesen au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "la direction
du service de sécurité et d'hygiène de l'ONSS (4)"
(n° 10381)
6
- de heer Luk Van Biesen aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
leiding van de dienst Hygiëne en Veiligheid van
de RSZ (4)" (nr. 10381)
6
- M. Luk Van Biesen au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "la direction
du service de sécurité et d'hygiène de l'ONSS (5)"
(n° 10382)
6
- de heer Luk Van Biesen aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
leiding van de dienst Hygiëne en Veiligheid van
de RSZ (5)" (nr. 10382)
6
Orateurs: Luk Van Biesen, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Luk Van Biesen, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Questions jointes de
9
Samengevoegde vragen van
8
- M. Luk Van Biesen au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "les
bâtiments de l'ONSS (1)" (n° 10383)
9
- de heer Luk Van Biesen aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de RSZ-
gebouwen (1)" (nr. 10383)
8
- M. Luk Van Biesen au ministre des Affaires 9
- de heer Luk Van Biesen aan de minister van 8
08/03/2006
CRIV 51
COM 877
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
sociales et de la Santé publique sur "les
bâtiments de l'ONSS (2)" (n° 10384)
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de RSZ-
gebouwen (2)" (nr. 10384)
- M. Luk Van Biesen au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "les
bâtiments de l'ONSS (3)" (n° 10385)
9
- de heer Luk Van Biesen aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de RSZ-
gebouwen (3)" (nr. 10385)
8
- M. Luk Van Biesen au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "les
bâtiments de l'ONSS (4)" (n° 10386)
9
- de heer Luk Van Biesen aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de RSZ-
gebouwen (4)" (nr. 10386)
8
- M. Luk Van Biesen au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "les
bâtiments de l'ONSS (5)" (n° 10387)
9
- de heer Luk Van Biesen aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de RSZ-
gebouwen (5)" (nr. 10387)
8
Orateurs: Luk Van Biesen, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Luk Van Biesen, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de Mme Greta D'hondt au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "les
allocations familiales majorées" (n° 10353)
11
Vraag van mevrouw Greta D'hondt aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de verhoogde kinderbijslag" (nr. 10353)
11
Orateurs: Greta D'hondt, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Greta D'hondt, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de Mme Greta D'hondt au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur
"l'augmentation du prix des assurances
hospitalisation et du coût des soins médicaux à
charge du patient" (n° 10354)
16
Vraag van mevrouw Greta D'hondt aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de prijsstijgingen van de
hospitalisatieverzekering en de kosten voor
geneeskundige verzorging ten laste van de
patiënt" (nr. 10354)
15
Orateurs: Greta D'hondt, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Greta D'hondt, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de M. Koen Bultinck au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "le
remboursement des inhibiteurs d'acide gastrique
(PPI)" (n° 10413)
19
Vraag van de heer Koen Bultinck aan de minister
van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
terugbetaling voor maagzuurremmers (PPI's)"
(nr. 10413)
19
Orateurs: Koen Bultinck, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Koen Bultinck, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Questions jointes de
22
Samengevoegde vragen van
21
- Mme Karin Jiroflée au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "les FPI qui
ne relèvent pas des accords intersectoriels
flamands" (n° 10477)
22
- mevrouw Karin Jiroflée aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de IBO's
die buiten de Vlaamse intersectorale akkoorden
vallen" (nr. 10477)
21
- Mme Greta D'hondt au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "les subsides
pour l'accueil extrascolaire" (n° 10686)
22
- mevrouw Greta D'hondt aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over
"subsidiëring van buitenschoolse opvang"
(nr. 10686)
22
Orateurs: Karin Jiroflée, Greta D'hondt,
Rudy Demotte
, ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique
Sprekers: Karin Jiroflée, Greta D'hondt,
Rudy Demotte
, minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
CRIV 51
COM 877
08/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DES AFFAIRES
SOCIALES
COMMISSIE VOOR DE SOCIALE
ZAKEN
du
MERCREDI
8
MARS
2006
Matin
______
van
WOENSDAG
8
MAART
2006
Voormiddag
______

De vergadering wordt geopend om 10.14 uur door de heer Hans Bonte, voorzitter.
La séance est ouverte à 10.14 heures par M. Hans Bonte, président.
01 Vraag van mevrouw Annemie Turtelboom aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de evaluatie van de referentiecentra voor patiënten die lijden aan het chronisch
vermoeidheidssyndroom" (nr. 10260)
01 Question de Mme Annemie Turtelboom au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique
sur "l'évaluation des centres de référence pour les patients souffrant du syndrome de fatigue
chronique" (n° 10260)
01.01 Annemie Turtelboom (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, collega's, ik heb u een paar maanden geleden reeds een
vraag gesteld over dit dossier.

Het RIZIV heeft een overeenkomst met vijf gespecialiseerde
derdelijnsreferentiecentra voor patiënten die lijden aan het chronisch
vermoeidheidssyndroom. Het gaat meer bepaald om de
referentiecentra CVS van het UZ Leuven, UZ Antwerpen, UZ Gent,
UCL en AZ-VUB.

Die overeenkomst regelt de financiering van een multidisciplinaire
diagnostische en therapeutische tenlasteneming door de verplichte
ziekteverzekering ten behoeve van de patiënten die getroffen zijn door
die aandoening. Eind maart 2006 lopen de revalidatieovereenkomsten
af. Die verlenging van de overeenkomsten is er gekomen doordat de
statistische evaluatiestudie met betrekking tot de werking van die
centra en de outcome van hun behandelingen over een voldoende
lange periode moest kunnen worden uitgevoerd en dus niet klaar kon
zijn voor een inhoudelijke beslissing vóór eind juni 2005.

De centra hebben in overleg met de verzekeringsinstellingen een
aantal parameters vastgelegd waarmee het behandelingseffect op de
symptomen en de levenskwaliteit van de patiënt gemeten wordt,
zowel voor als na de behandeling. Ook zou worden nagegaan of en in
welke mate er een differentieel behandelingseffect kan worden
vastgesteld op grond van factoren zoals de mate van comorbide
psychopathologie, de duur van de ziekte en het familiaal voorkomen.

De evaluatie moet een aantal problemen uitklaren, meer bepaald de
problematiek van de wachtlijsten, een consensus ­ indien mogelijk ­
over de meest efficiënte behandeling, criteria om patiënten toe te
laten tot de centra, een definitieve terugbetalingsregeling en een
duidelijke samenwerking met de eerste en de tweede lijn in de
gezondheidszorg. Voor een aantal zaken zal het ook nodig zijn om
01.01 Annemie Turtelboom
(VLD): L'INAMI a conclu une
convention avec cinq centres de
référence de troisième ligne
spécialisés pour les patients
souffrant du syndrome de fatigue
chronique.

Cette convention règle leur
financement par l'assurance
maladie.

Les conventions de rééducation
arrivent à échéance fin mars. Elles
avaient été prolongées afin de
disposer du temps nécessaire
pour réaliser l'étude statistique
d'évaluation. Les centres ont défini
certains paramètres, en concerta-
tion avec les organismes
assureurs, en vue de mesurer les
effets des traitements.

L'évaluation devra permettre de
résoudre plusieurs problèmes, à
savoir celui des listes d'attente, la
question du traitement le plus
efficace, les critères d'admissibilité
des patients, la mise en place d'un
régime définitif de remboursement
et la collaboration avec les presta-
taires de première et de deuxième
ligne. Certains points nécessite-
ront une concertation avec M.
08/03/2006
CRIV 51
COM 877
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
overleg te plegen met andere ministers: voor werkgelegenheid met
minister Vanvelthoven, voor thuishulp met de bevoegde ministers in
de gemeenschapsregering. Mijnheer de minister, graag vernam ik van
u een antwoord op volgende vragen.

Wat is de stand van zaken met betrekking tot de evaluatiestudie?

Werd er vooruitgang geboekt met betrekking tot de vraag naar de
beste behandelingsmethode?

Zal er een oplossing worden geboden voor een aantal prangende
problemen zoals de wachtlijsten?

Is het mogelijk om een definitieve terugbetalingsregeling te
verkrijgen? Worden daarvoor de nodige voorbereidingen getroffen?

Zal de evaluatiestudie een invloed hebben op het al dan niet erkennen
van CVS als een reden voor arbeidsongeschiktheid?

Wordt er overleg gepleegd met andere ministers, meer bepaald de
ministers van Werk en Welzijn, teneinde voor gelieerde problemen
een goede oplossing te vinden?

Zal er duidelijkheid zijn ­ en vooral dit is een erg belangrijke vraag ­
over de verlengingen en de modaliteiten van de overeenkomsten vóór
eind maart 2006?
Vanvelthoven et avec les
Communautés.

Où en est cette étude
d'évaluation? A-t-on noté des
progrès au niveau de la définition
du meilleur traitement? Entrevoit-
on une solution pour les listes
d'attente? Y aura-t-il un régime
définitif de remboursement?
L'étude aura-t-elle une influence
sur la reconnaissance du SFC
comme un motif d'incapacité de
travail? La concertation concerne-
t-elle d'autres ministres? Sera-t-on
fixé sur l'éventuel prolongement
des conventions avant la fin mars
de cette année?
01.02 Minister Rudy Demotte: Mijnheer de voorzitter, de bedoelde
evaluatiestudie is momenteel nog niet afgerond. Dit komt door
vertragingen in de registratie van de gegevens voor de evaluatiestudie
en door het feit dat de analyse van de gegevens en de rapportering
over de resultaten van deze analyse, meer tijd in beslag neemt dan
verwacht. Daarom willen de beheersinstanties van het RIZIV, in
afwachting van het evaluatierapport, een nieuwe tijdelijke verlenging
voor de revalidatie-inkomsten tot 30 september 2006. Deze
verlenging moet nog goedgekeurd worden door het
verzekeringscomité van het RIZIV. In afwachting van de finalisering
en de bespreking van het evaluatierapport door de beheersinstanties
van het RIZIV, lijkt het me voorbarig om nu reeds een antwoord te
geven op uw vragen. Ik meen dat het aangewezen is dat het rapport
het onderwerp wordt van een breed debat.
01.02 Rudy Demotte, ministre:
L'étude d'évaluation n'est pas
encore clôturée. L'enregistrement
des données a accusé du retard et
l'ensemble de l'étude demande
plus de temps que prévu.
01.03 Annemie Turtelboom (VLD): Mijnheer de minister, ik begrijp
dat u geen antwoord kunt geven op een aantal van mijn vragen, als er
nog geen evaluatierapport is. Ik ben evenwel blij dat de projecten
verlengd zullen worden. Ik vermoed dat u bij het RIZIV geen
problemen verwacht over deze verlenging tot 30 september 2006.
Misschien kan men toch al best in mei of in juni beginnen, zodat er
voldoende tijd is voor centra die zich moeten reorganiseren in functie
van de bevindingen van het rapport. Een verlenging tot 30
september 2006 is wel mooi, maar ook zeer snel om. Ik weet niet
wanneer u het evaluatierapport verwacht. Verwacht u dat vrij snel?
01.04 Minister Rudy Demotte: (...)
01.05 Annemie Turtelboom (VLD): U mag mij eventueel via mail
laten weten wanneer u het evaluatierapport verwacht. Het heeft geen
zin dat ik op goed geluk vragen blijf stellen. Ik dank u in elk geval voor
01.05 Annemie Turtelboom
(VLD): Je demande au ministre de
m'informer lorsque l'étude sera
CRIV 51
COM 877
08/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
uw antwoord.
prête.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
01.06 Luk Van Biesen (VLD): Mijnheer de voorzitter, ik heb
gemeend een hele reeks vragen te moeten stellen over een drietal
elementen die mij werden gesignaleerd door de Rijksdienst voor
Sociale Zekerheid zelf. Ik zal ze op dezelfde wijze behandelen.

Minister Demotte is de voogdijminister. Het gaat specifiek over drie
elementen. Het eerste element gaat over de problematiek van de
computerprogramma's voor human resource management. De
tweede reeks van vragen gaat over de aanwerving van contractuele
ambtenaren met een onwettig contract. De derde reeks van vragen
gaat over de problematiek van de verkoop van gebouwen in
eigendom van de RSZ.

Volgens uw volgorde, beginnen we met de reeks van vragen over het
human resource management. Ik zou daarmee dan ook graag van
start gaan.
De voorzitter: Om de goede werking te verzekeren, stel ik voor dat u inderdaad eerst uw vragen stelt over
human resource management. Daarop kan de minister dan een antwoord geven. Daarna kunnen we op
dezelfde werkwijze de andere vragenreeksen behandelen.
01.07 Minister Rudy Demotte: Ik zal op de drie reeksen van vragen
een antwoord geven.
De voorzitter: (...)
02 Samengevoegde vragen van
- de heer Luk Van Biesen aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "een
computerprogramma voor human resources voor de RSZ (1)" (nr. 10374)
- de heer Luk Van Biesen aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "een
computerprogramma voor human resources voor de RSZ (2)" (nr. 10375)
- de heer Luk Van Biesen aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "een
computerprogramma voor human resources voor de RSZ (3)" (nr. 10376)
- de heer Luk Van Biesen aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "een
computerprogramma voor human resources voor de RSZ (4)" (nr. 10377)
02 Questions jointes de
- M. Luk Van Biesen au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "un programme
informatique de gestion des ressources humaines pour l'ONSS (1)" (n° 10374)
- M. Luk Van Biesen au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "un programme
informatique de gestion des ressources humaines pour l'ONSS (2)" (n° 10375)
- M. Luk Van Biesen au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "un programme
informatique de gestion des ressources humaines pour l'ONSS (3)" (n° 10376)
- M. Luk Van Biesen au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "un programme
informatique de gestion des ressources humaines pour l'ONSS (4)" (n° 10377)
02.01 Luk Van Biesen (VLD): Mijnheer de voorzitter, vorige week
hadden wij een afspraak dat ik deze vragen zou omzetten in
schriftelijke vragen indien mij het schriftelijk antwoord ­ zoals mij
beloofd was ­ door de administratie ter beschikking zou worden
gesteld. Aangezien ik het niet ter beschikking gesteld kreeg, kan ik ze
vandaag moeilijk omzetten in schriftelijke vragen. Dat lijkt mij maar al
te logisch.
02.01 Luk Van Biesen (VLD): La
semaine dernière, il avait été
convenu que ces questions
seraient transformées en
questions écrites si une réponse
écrite m'était fournie, ce qui n'a
toutefois pas été le cas.
08/03/2006
CRIV 51
COM 877
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
Wat betreft het probleem met het human resources management, het
volgende. Een paar jaar geleden besliste de RSZ op initiatief van de
vormingsdirecteur een eigen programma voor human resources
management te laten ontwikkelen. Nochtans liet ook de FOD P&O
een dergelijk programma ontwikkelen met de bedoeling het gratis ter
beschikking te stellen van alle federale administraties.

Voor het eigen programma wendde de RSZ zich tot de firma Ictinos
die allicht speciaal voor deze opdacht werd opgericht. Gedurende
verschillende jaren was de RSZ de enige klant. Daarna zijn er een
aantal klantjes bijgekomen, allemaal uit de invloedssfeer van de RSZ
of met een nauwe band ermee. Er was hen trouwens aanbevolen om
ook deel te nemen aan het programma Ictinos.

In de voorbereidingsfase organiseerde de firma Ictinos een seminarie
waar de structuur en de mogelijkheden van het geplande programma
uit de doeken werden gedaan. Het aantal deelnemers was heel
beperkt. Naast de mensen van Ictinos waren er slechts twee RSZ-
ambtenaren aanwezig, de vormingsdirecteur en de adviseur-generaal
van de ondersteuningsdiensten. Ook de locatie van het seminarie was
zeer exclusief. Het ging niet door in België, maar wel op het eiland
Lanzarote. Deze eigenaardige locatie kan misschien de latere
toegeeflijkheid van de RSZ tegenover deze firma verklaren.

Het project werd door de vormingsdirecteur persoonlijk opgevolgd
zonder inmenging van anderen. Het is logisch dat bij de dienst
Logistiek een ambtenaar is aangesteld die normaal moet nakijken of
elke leverancier aan wie een factuur wordt betaald, geen uitstaande
schulden heeft bij de RSZ. Dan worden normaliter deze beide
bedragen met elkaar verrekend. In dit dossier werd deze ambtenaar
niet aangesteld of werd hij niet bevoegd verklaard. De dienst Vorming
van de RSZ zou zelf de nodige controles doen.

Begin 2005 ging de firma Ictinos failliet. Op dat ogenblik bleek dat de
vennootschap reeds meer dan een jaar geen sociale bijdragen meer
had betaald en een zeer belangrijke schuldenaar was. Dat heeft de
RSZ er echter niet van weerhouden om in dezelfde periode alle
facturen van de firma zonder meer te betalen. Er wordt mij
gesignaleerd dat de bedragen boven de 750.000 euro zouden
uitkomen. Ik heb ondertussen een kopie gevraagd van die facturen
via het Rekenhof.

Het computerprogramma dat reeds gedeeltelijk was ontwikkeld, bleek
volledig onbruikbaar. Ondanks die negatieve ervaring besliste de RSZ
toch opnieuw een programma te realiseren en niet het programma
van de P&O te gebruiken maar een nieuwe openbare aanbesteding
uit te schrijven voor de verdere ontwikkeling van het programma van
de firma Ictinos. Het is er duidelijk om te doen geen gezichtverlies te
lijden. Aan dat verhaal hangt echter een zeer duur prijskaartje.

Ik heb dan ook een aantal vragen gesteld die ik graag door u als
toezichtsminister beantwoord had gezien. Bent u op de hoogte van
het dossier? Hebt u dat gevolgd als toezichtsminister?

Vond u het logisch dat de RSZ een programma door een privé-
leverancier wou laten ontwikkelen?

Hebt u als toezichtsminister weet van de voorstelling van dat
Il y a quelques années, l'ONSS a
fait développer un programme
propre pour la gestion des
ressources humaines, bien que le
SPF P&O préparait alors un
programme pour l'ensemble des
services. Il a été procédé, en vue
du développement de ce
programme, à la création de la
société Ictinos qui compte quasi
exclusivement parmi ses clients
l'ONSS ou des services
apparentés. Lors de la préparation
du programme, un séminaire
auquel seuls le directeur des
formations et le conseiller général
des services de support ont
participé, a été donné sur l'île de
Lanzarote.

Le suivi du projet n'a été assuré
que par le directeur des formations
de l'ONSS bien que chaque
fournisseur doive également faire
l'objet d'un contrôle par un
fonctionnaire du service
Logistique.

Quand l'entreprise Ictinos a fait
faillite au début de 2005, elle était
très endettée auprès de l'ONSS,
laquelle lui a néanmoins, au cours
de cette période, acquitté encore
des factures pour plus de 750.000
euros.

Le programme informatique qui a
été mis au point partiellement était
inutilisable. L'ONSS a donc décidé
de lancer une nouvelle
adjudication en vue de poursuivre
le développement de son
programme au lieu d'adopter le
programme du SPF P&O.

Le ministre a-t-il connaissance de
ce dossier et celui-ci a-t-il été
l'objet d'un suivi? Le ministre a-t-il
jugé logique que l'ONSS fasse
développer un programme par un
fournisseur privé et était-il au
courant du lieu où le séminaire se
déroulerait? Un lien particulier
existait-il entre l'entreprise et le
fonctionnaire responsable pour le
paiement des factures? Quelles
factures ont été payées à cette
entreprise et à combien s'élevait la
CRIV 51
COM 877
08/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
programma op die toch wel bijzondere locatie? Hebt u daarover de
nodige informatie gekregen om te kunnen vaststellen of er geen
bijzondere band was ontstaan tussen de firma en de ambtenaar die
later zo welwillig de facturen heeft betaald?

Kunt u mij zeggen welke facturen aan de vennootschap werden
betaald, alsook het bedrag van de RSZ-schuld bij faillissement van de
onderneming?

Gaat u als toezichtsminister akkoord met de nieuwe keuze, namelijk
een openbare aanbesteding zodat niet de eigen programma's van de
FOD P&O worden gebruikt? Hebt u hiervoor het licht op groen gezet
als toezichtsminister?
dette ONSS de celle-ci au moment
où elle a fait faillite? Le ministre a-
t-il autorisé qu'au lieu d'adopter le
programme du SPF P&O, on lance
une nouvelle adjudication?
02.02 Minister Rudy Demotte: Mijnheer de voorzitter, ik herhaal dat
ik op de verschillende reeksen vragen één antwoord zal maken.

Sta me toe u erop te wijzen dat de RSZ wordt beheerd door het
beheerscomité, samengesteld uit de sociale partners. Het dagelijks
bestuur van het comité wordt toevertrouwd aan de administrateur-
generaal. Die informeert het beheerscomité, neemt de beslissingen
en doet verslag over de uitvoering van zijn mandaat. Dat mandaat
voert hij uit in het kader van het beleid dat door het beheerscomité
werd uitgezet.

Net zoals de andere openbare instellingen van sociale zekerheid, de
OISZ, geniet de RSZ een zekere autonomie. De autonomie vertaalt
zich in de bestuursovereenkomsten die worden gesloten tussen de
Staat en de betrokken OISZ. Dat kadert volledig in het proces van de
responsabilisering van de OISZ, dat in 2002 werd ingezet.

Naar aanleiding van de artikels heb ik het beheerscomité van de RSZ
gevraagd om de commissie en mijzelf binnen de 15 dagen een
uitvoerig rapport te bezorgen over de huidige staat van het dossier,
alsook over elke problematiek die in de verschillende vragen wordt
aangekaart. Dat rapport moet de commissie doorzichtigheid
garanderen. Tot daar mijn antwoord.
02.02 Rudy Demotte, ministre:
Je fournirai une seule réponse
pour l'ensemble des questions
posées.

L'ONSS est géré par un comité
composé des partenaires sociaux
et qui fait appel à un
administrateur général pour sa
gestion quotidienne. La politique
de l'ONSS est définie par le
comité de gestion.

L'ONSS, qui jouit d'une certaine
autonomie, conclut des contrats
de gestion avec l'État. En 2002 a
été entamé un processus de
responsabilisation des institutions
publiques de la sécurité sociale
(IPSS).

J'ai demandé au comité de gestion
de l'ONSS de m'adresser dans un
délai de quinze jours un rapport
circonstancié sur l'état actuel de
ce dossier et sur les autres sujets
abordés par l'auteur des questions
posées.
02.03 Luk Van Biesen (VLD): Ik ga uiteraard de twee andere
dossiers nog inleiden. Ik heb begrepen dat u hetzelfde antwoord
geeft. Wanneer zijn die 15 dagen ingegaan of gaan ze in? Gaan ze
vandaag in of zijn ze ingegaan toen ik de vraag ingediend heb? In dat
geval zijn ze bijna verstreken.
02.03 Luk Van Biesen (VLD):
Quand ce délai a-t-il commencé à
courir?
02.04 Minister Rudy Demotte: Vanaf vandaag.
02.04 Rudy Demotte, ministre:
Aujourd'hui même.
02.05 Luk Van Biesen (VLD): Net voor de paasvakantie wordt de
commissie dus ingelicht over de stand van zaken in het dossier. Dat is
toch wat u zegt?

Goed, ik zal toch ook de andere problemen even naar voren brengen.
Ik heb mij beperkt tot drie dossiers. Ik heb nog een aantal andere
02.05 Luk Van Biesen (VLD): La
commission sera donc informée
de la situation avant les vacances
de Pâques?
08/03/2006
CRIV 51
COM 877
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
dossiers die ik na de paasvakantie aan uw goedwillendheid zal
onderwerpen.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Samengevoegde vragen van
- de heer Luk Van Biesen aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de leiding van
de dienst Hygiëne en Veiligheid van de RSZ (1)" (nr. 10378)
- de heer Luk Van Biesen aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de leiding van
de dienst Hygiëne en Veiligheid van de RSZ (2)" (nr. 10379)
- de heer Luk Van Biesen aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de leiding van
de dienst Hygiëne en Veiligheid van de RSZ (3)" (nr. 10380)
- de heer Luk Van Biesen aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de leiding van
de dienst Hygiëne en Veiligheid van de RSZ (4)" (nr. 10381)
- de heer Luk Van Biesen aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de leiding van
de dienst Hygiëne en Veiligheid van de RSZ (5)" (nr. 10382)
03 Questions jointes de
- M. Luk Van Biesen au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "la direction du
service de sécurité et d'hygiène de l'ONSS (1)" (n° 10378)
- M. Luk Van Biesen au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "la direction du
service de sécurité et d'hygiène de l'ONSS (2)" (n° 10379)
- M. Luk Van Biesen au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "la direction du
service de sécurité et d'hygiène de l'ONSS (3)" (n° 10380)
- M. Luk Van Biesen au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "la direction du
service de sécurité et d'hygiène de l'ONSS (4)" (n° 10381)
- M. Luk Van Biesen au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "la direction du
service de sécurité et d'hygiène de l'ONSS (5)" (n° 10382)
03.01 Luk Van Biesen (VLD): Mijnheer de minister, het tweede deel
betreft de aanwerving van contractuele ambtenaren met een onwettig
contract. De RSZ moet, zoals alle administraties, beschikken over
een dienst voor Veiligheid en Hygiëne. De dienst staat sinds een
tiental jaar onder leiding van een bekwame dame, mevrouw Carine
Malosto, die beschikt over een diploma van burgerlijk ingenieur.
Sindsdien voorziet het personeelsplan van de RSZ in één betrekking
van burgerlijk ingenieur.

In de tweede helft van de jaren '90 heeft ze als vast benoemd
ambtenaar een eerste maal loopbaanonderbreking opgenomen voor
de duur van een jaar. Zij werd in die periode vervangen door een
industrieel ingenieur die in overeenstemming met zijn diploma werd
betaald.

Aan het einde van de jaren '90 nam zij voor de tweede keer
loopbaanonderbreking, ditmaal voor meerdere jaren. De
administrateur-generaal was er toen van overtuigd dat zij niet meer
zou terugkeren, maar dat zij na afloop van de maximale
loopbaanonderbreking ontslag zou nemen. Hij heeft haar toen
vervangen door een industrieel ingenieur.

Het staat vast dat de interim nooit intern open werd verklaard, hoewel
er in de RSZ een vastbenoemd ambtenaar aanwezig was met de
nodige kwalificaties, die in de functie geïnteresseerd kon zijn. In
plaats daarvan werd onmiddellijk iemand van buiten aangetrokken.

Een tweede vervanger kreeg, in tegenstelling tot de eerste, een
contract aangeboden dat in de uitbetaling van de wedde van burgerlijk
03.01 Luk Van Biesen (VLD):
Comme toute administration,
l'ONSS doit aussi disposer d'un
service de sécurité et d'hygiène.
Selon le plan Personnel, le chef de
service de ce service doit être
ingénieur civil.

La première fois que le chef de
service, Mme Carine Malosto, a
pris une interruption de carrière,
elle a été remplacée par un
ingénieur industriel qui a perçu un
traitement adapté. La deuxième
fois, elle a également été
remplacée par un ingénieur
industriel, et ce, alors qu'on était
convaincu qu'elle ne réintégrerait
plus son service. Or sa fonction
n'a jamais été déclarée vacante en
interne quoiqu'il y eût
un
fonctionnaire nommé à titre
définitif qui possédait les
qualifications requises.

Le deuxième remplaçant de Mme
Malosto s'est vu proposer un
contrat assorti de conditions
salariales normalement proposées
CRIV 51
COM 877
08/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
ingenieur voorzag, hoewel hij dat diploma hoegenaamd niet bezat.
Dat onwettig contract werd namens de administratie ondertekend
door de administrateur-generaal, die als jurist maar al te goed moet
beseffen wat hij op dat ogenblik deed.

Men rekende er duidelijk op dat de onwettigheid aan de aandacht van
het Rekenhof zou ontsnappen omdat in het personeelsplan in de
betrekking van één burgerlijk ingenieur was voorzien en er maar één
werknemer een dergelijke wedde kreeg uitbetaald op dat ogenblik. Dit
systeem heeft ongeveer vijf jaar standgehouden.

Waar niemand op had gerekend, was de terugkeer van de
vastbenoemde titularis na afloop van de maximale
loopbaanonderbreking. Aan de twee werknemers een wedde van
burgerlijk ingenieur uitbetalen, terwijl er maar één betrekking was
voorzien, werd als te gevaarlijk beoordeeld. Het risico dat het
Rekenhof er op zou uitkomen, was inderdaad groot. Daarom kreeg de
vervanger van de ene dag op de andere een nieuw contract
voorgeschoteld, waarin zijn wedde werd herleid tot die van industrieel
ingenieur. Hij bleef de functie wel uitoefenen, terwijl de vastbenoemde
titularis werd gemuteerd naar een andere dienst.

Het feit dat hij de weddenvermindering zonder morren heeft aanvaard
en het nieuwe contract onmiddellijk heeft ondertekend, bewijst maar
al te goed dat de vorige toestand niet erg wettelijk was. Om de pil
echter te vergulden, werd in het nieuwe contract een aantal jaren
anciënniteit in rekening gebracht, waarover de man ook niet
beschikte. Naar het schijnt zou hij nu een derde contract hebben
ontvangen met de juiste wedde.

De zaak heeft bij de RSZ heel wat deining veroorzaakt en men is nu
extra voorzichtig geworden. Over de vele jaren dat die man inderdaad
een te hoog loon heeft gekregen, wordt op dit moment zedig
gezwegen, terwijl hij eigenlijk ­ juist is juist ­ zou moeten terugbetalen
wat hij te veel heeft gekregen.

Terwijl hij interimaris was, is ook een kennis van hem die aan
dezelfde school heeft gestudeerd, door de RSZ aangeworven. Het
gaat eveneens over een industrieel, maar geen informaticus. Hij is
geen houder van het informaticadiploma. Bij zijn aanwerving was hij
evenmin houder van het informaticabrevet van SELOR. Wettelijk kon
hij dus onmogelijk als informaticus worden aangeworven. Toch is het
dat wat men destijds heeft gedaan. De wedde van industrieel
ingenieur in de informatica is immers hoger dan die van industrieel
ingenieur met andere specialiteiten.

Ik heb vier vragen, mijnheer de minister.

Hebt u als voogdijminister weet van de verschillende wijzigingen die
daar zijn gebeurd? Klopt het dat er inderdaad slechts één betrekking
is voor een burgerlijk ingenieur in de dienst Veiligheid en Hygiëne? Is
het zo dat het diensthoofd Veiligheid en Hygiëne van de RSZ en
burgerlijk ingenieur, toen hij zijn eerste loopbaanonderbreking nam,
vervangen door een industrieel ingenieur en betaald op basis van het
diploma burgerlijk ingenieur? Ook bij de tweede
loopbaanonderbreking van het diensthoofd Veiligheid en Hygiëne
werd hij vervangen door een industrieel die in strijd met de wet werd
betaald als burgerlijk ingenieur. Klopt dit ook?
aux ingénieurs civils mais il n'était
pas porteur de ce diplôme. Ce
contrat illégal a pourtant été signé
par l'administrateur général.

Le gouvernement espérait que
cette illégalité échapperait à
l'attention de la Cour des comptes
étant donné que seul un emploi
d'ingénieur civil était prévu. La
titulaire nommée à titre définitif a
réintégré son service à l'issue de
la période maximum de son
interruption de carrière et son
remplaçant s'est vu alors proposer
un nouveau contrat assorti d'un
traitement d'ingénieur industriel. Il
a continué à remplir cette fonction
et la titulaire nommée à titre
définitif a été mutée dans un autre
service. Lorsqu'il a accepté son
nouveau contrat, l'ingénieur
industriel a bénéficié de l'ajout de
quelques années d'ancienneté
qu'il n'avait, en fait, pas. Et j'ai
appris qu'il avait obtenu un
troisième contrat prévoyant des
conditions salariales normales.
Les nombreuses années au cours
desquelles il a perçu un salaire
trop élevé ont été passées sous
silence.

Un autre ingénieur industriel, issu
de la même école, a été recruté
comme informaticien sans
disposer des diplômes ou des
certificats requis pour exercer
cette fonction.

Le ministre a-t-il connaissance de
ces modifications? Est-il exact qu'il
n'y ait qu'un seul emploi
d'ingénieur civil au service
Sécurité et Hygiène? La chef de
service a-t-elle été remplacée au
cours de son interruption de
carrière par un ingénieur industriel
à qui un salaire trop élevé a été
versé?

L'administrateur général de
l'ONSS en a-t-il été informé? Cette
fonction temporaire a-t-elle été
déclarée vacante officiellement?
A-t-on cherché à embaucher une
autre personne alors qu'un
fonctionnaire nommé à titre
08/03/2006
CRIV 51
COM 877
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8

Is het waar dat het met de wet strijdige onwettig namens de
administratie werd ondertekend door de betrokken
administrateurgeneraal? Werd de interimfunctie bij de RSZ ooit
officieel open verklaard? Is het juist dat minstens één vastbenoemd
ambtenaar over de nodige kwalificaties beschikte, terwijl men
onmiddellijk iemand van buiten heeft aangetrokken of aangeworven?

Bij de onverwachte terugkeer werd het contract van de vervanger
plots gewijzigd omdat anders twee wedden van burgerlijk ingenieur
moesten worden uitbetaald, terwijl het plan er maar in één voorzag.
Klopt dit? Klopt het dat de vervanger zonder opmerkingen of protest
de aanzienlijke weddenvermindering heeft aanvaard? Hoeveel jaar
effectieve anciënniteit had hij op dat ogenblik? Op basis van hoeveel
jaar anciënniteit werd hij sinds dat ogenblik binnen de weddenschaal
van industrieel ingenieur betaald?

Werden de ten onrechte uitbetaalde wedden teruggevorderd? Zo niet,
welke maatregelen zult u als toezichtsminister nemen tegenover de
RSZ, nu die openbare instelling in gebreke is gebleven, en tegenover
de verantwoordelijke ambtenaar die namens de RSZ onwettige
arbeidsovereenkomsten heeft ondertekend?

Ten slotte, behalve de bedoelde industrieel ingenieur werd nog een
derde persoon aangeworven. Welke specialiteit heeft de industrieel
ingenieur?

Had hij bij zijn aanwerving, behalve zijn diploma, ook een universitair
of daarmee gelijkgesteld diploma in de informatica? Was hij bij zijn
aanwerving houder van een brevet van informaticus, uitgereikt door
SELOR?

Door wie werd zijn arbeidsovereenkomst namens de administratie
ondertekend?

Indien de industrieel ingenieur onterecht als informaticus wordt of
werd betaald, welke maatregelen bent u als toezichtsminister van plan
te nemen tegenover de RSZ in het algemeen en tegenover de
ondertekenaar van de arbeidsovereenkomst in het bijzonder?
définitif avait les qualifications
requises?

Le remplaçant a-t-il accepté son
nouveau contrat et la réduction de
son traitement sans émettre
d'observations ni de protestations
lorsque la titulaire nommée à titre
définitif a réintégré son service au
terme de son interruption de
carrière? Son ancienneté
correspondait-elle à l'échelle
barémique qui lui a été appliquée?

Les traitements indûment versés
ont-ils été récupérés? Le ministre
prendra-t-il des mesures à l'égard
de l'ONSS ou du fonctionnaire
dont la responsabilité est engagée
du fait qu'il a signé des contrats de
travail illégaux?

L'ingénieur industriel qui a été
embauché comme informaticien
est-il porteur des diplômes requis?
Qui a signé son contrat de travail
au nom de l'administration?
Quelles mesures le ministre
prendra-t-il si cette personne est
indûment rémunérée comme
informaticien?
03.02 Minister Rudy Demotte: Mijnheer de voorzitter, ik verwijs naar
mijn vorige antwoorden.
03.02 Rudy Demotte, ministre:
Je vous renvoie à mes réponses
précédentes.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Samengevoegde vragen van
- de heer Luk Van Biesen aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de RSZ-
gebouwen (1)" (nr. 10383)
- de heer Luk Van Biesen aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de RSZ-
gebouwen (2)" (nr. 10384)
- de heer Luk Van Biesen aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de RSZ-
gebouwen (3)" (nr. 10385)
- de heer Luk Van Biesen aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de RSZ-
gebouwen (4)" (nr. 10386)
- de heer Luk Van Biesen aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de RSZ-
gebouwen (5)" (nr. 10387)
CRIV 51
COM 877
08/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
04 Questions jointes de
- M. Luk Van Biesen au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "les bâtiments de
l'ONSS (1)" (n° 10383)
- M. Luk Van Biesen au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "les bâtiments de
l'ONSS (2)" (n° 10384)
- M. Luk Van Biesen au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "les bâtiments de
l'ONSS (3)" (n° 10385)
- M. Luk Van Biesen au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "les bâtiments de
l'ONSS (4)" (n° 10386)
- M. Luk Van Biesen au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "les bâtiments de
l'ONSS (5)" (n° 10387)
04.01 Luk Van Biesen (VLD): In juli 2004 is de RSZ verhuisd naar
een nieuw administratief gebouw, gelegen boven de Eurostarterminal
van het Zuidstation. Daardoor kon al het personeel in een enkel
gebouw gegroepeerd worden, terwijl het voordien verspreid was over
twee verschillende gebouwen, een op de Waterloolaan en een op de
Gulden Vlieslaan. De ontruimde gebouwen moesten door de RSZ
worden verkocht en de opbrengst moest aan de Schatkist, die de
aankoop van het nieuwe gebouw op zich had genomen, worden
doorgestort.

In het vooruitzicht van de verkoop waren beide gebouwen officieel
geschat: 700 miljoen Belgische frank voor het gebouw aan de
Waterloolaan en 600 miljoen Belgische frank voor het gebouw aan de
Gulden Vlieslaan. Beide gebouwen werden als een lot samen te koop
aangeboden voor een bedrag van 32,5 miljoen euro.

Op voorstel van de administrateur-generaal van de RSZ, de heer
Pierre Vandervorst, werd de heer Felix de Bue aangetrokken bij de
RSZ. Die benoeming werd in de RSZ fel bekritiseerd, omdat de
betrekking niet voor interne bevordering was opengesteld. Een
bijzondere behandeling kreeg hij wel. Terwijl andere ambtenaren bij
verandering van administratie hun verlofblad moeten meebrengen om
vast te stellen op hoeveel vakantiedagen zij voor de rest van het jaar
nog recht hebben, werd de heer de Bue van die verplichting
vrijgesteld. De man kwam van de RKW.

Bij de verkoop van beide gebouwen gaven meerdere kandidaten te
kennen dat zij eigenlijk maar geïnteresseerd waren in de aankoop van
een van de gebouwen, namelijk dat van de Waterloolaan. Van de
heer de Bue, die met de verkoop was gelast, kregen zij te horen dat
daarvan geen sprake kon zijn. Aan die systematische weigering kwam
plots een einde. Aan een aantal kandidaat-kopers, maar niet aan alle,
werd per brief de mogelijkheid geboden een apart bod te doen op elk
van de twee gebouwen. Als gevolg van die procedure werd het
gebouw aan de Waterloolaan verkocht voor meer dan de
oorspronkelijk geschatte waarde.

Tot nu toe, bijna twee jaar later, werd voor het gebouw aan de Gulden
Vlieslaan nog geen enkele kandidaat gevonden die bereid was het
geschatte bedrag neer te tellen. Het hoogst ontvangen bod is
beduidend minder dan de meerwaarde die voor het gebouw op de
Waterloolaan kan worden gerealiseerd.

Er zijn voor het gebouw aan de Gulden Vlieslaan nog steeds heel wat
onderhoudskosten en die beginnen op te lopen. Nu blijkt dat een van
de kandidaten, die niet de mogelijkheid heeft gekregen om een apart
04.01 Luk Van Biesen (VLD): En
juillet 2004, le personnel de
l'ONSS a été regroupé dans un
nouveau bâtiment administratif à
la gare du Midi. Les deux
bâtiments occupés auparavant
devaient être vendus et le produit
de la vente devait ensuite être
versé au Trésor. La valeur des
deux bâtiments a été estimée à
1,3 milliard de francs et le lot a été
mis en vente au prix de 32,5
millions d'euros.

L'administrateur général de
l'ONSS a engagé M. Felix de Bue
pour la vente des bâtiments. Sa
désignation a été critiquée et
d'aucuns affirment qu'il a bénéficié
d'un traitement de faveur en ce qui
concerne ses jours de congé.
Plusieurs candidats acquéreurs
étaient intéressés par l'achat d'un
des deux immeubles mais on leur
a répondu que les deux bâtiments
formaient un lot. Lorsque M. de
Bue est subitement revenu sur sa
décision, tous les candidats
acquéreurs n'en ont pas été
informés. L'immeuble du
boulevard de Waterloo a été
vendu pour un montant supérieur
à la valeur estimée, alors qu'aucun
acheteur prêt à payer le montant
estimé pour l'immeuble de
l'avenue de la Toison d'Or n'est
connu à ce jour.

L'immeuble de l'avenue de la
Toison d'Or doit dans l'intervalle
être entretenu. L'un des candidats
acquéreurs qui n'avait pas été
informé des nouvelles conditions
de vente a obtenu gain de cause
devant le tribunal de première
instance et la vente de l'immeuble
08/03/2006
CRIV 51
COM 877
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
bod te doen op een van beide gebouwen en die op 10 februari 2005
naar de rechtbank van eerste aanleg is gestapt, volledig gelijk krijgt.
De verkoop werd nietig verklaard. De rechter heeft de verkoop
verbroken.

Mijnheer de minister, ik vraag u kennis te willen nemen van die
uitspraak. Als u het leest, zult u zien dat de rechter bijzonder streng is
voor de verantwoordelijke van de RSZ. Het vonnis toont duidelijk aan
dat bij de verkoop de belangen van de RSZ niet optimaal werden
behartigd.

De RSZ is tegen deze uitspraak in beroep gegaan, maar er is nog
geen uitspraak in beroep geweest. Er hangt de RSZ ook een
schadeclaim van de koper boven het hoofd, aangezien de koper van
mening was dat het pand inderdaad verworven was en hij heel wat
verbouwings- en renovatiewerken heeft uitgevoerd. Op dit ogenblik
kunnen niet alleen deze kosten nog verhaald worden. Er is ook een
probleem wat de verkoop betreft en daarenboven zijn er nog heel wat
onderhoudskosten die vandaag, zoveel jaren later, ten laste van de
RSZ kunnen vallen, iets wat toch vrij gemakkelijk kan begroot worden
op een aantal miljoenen euro's verlies.

Daarom vraag ik u eigenlijk of dit verhaal volledig strookt met de
waarheid. Ik wil even zeggen dat over deze problematiek een artikel
was verschenen in een krant en dat de RSZ op dat ogenblik meende
een recht van antwoord te moeten publiceren, waarvan ik hier
trouwens een kopie heb gekregen, aangezien zij meenden dat recht
van antwoord op intranet te moeten melden aan al hun
personeelsleden. Zij hebben dat echter zelf van intranet moeten halen
op verzoek van het hoofd van de juridische dienst van de RSZ omdat
het recht van antwoord dermate in tegenspraak is met het vonnis van
de rechtbank van eerste aanleg te Brussel. Het recht van antwoord is
daarop als dusdanig teruggetrokken.

Ik wijs erop dat de informatie die we hier brengen, wel degelijk de
waarheid sterk benadert, zelfs iets meer. Dit is eufemistisch
uitgedrukt. Het wordt vandaag in zeer vriendelijke bewoordingen hier
in deze commissie beweerd. Ik hoop dat de minister van zijn
beheerscomité de exacte en juiste uitleg zal krijgen zodat wij op het
einde van de maand speciaal over deze problematiek uitvoerig
verslag kunnen krijgen van het standpunt van het beheerscomité,
hoewel het hoofd van de juridische dienst van de RSZ het niet
verstandig vindt het beheerscomité als dusdanig te betrekken bij deze
problematiek. Het gaat meestal toch over een niet accurate
doorspeling van gegevens van de administrateurgeneraal of van zijn
diensten aan het beheerscomité. Daar is heel wat van de
problematiek terug te vinden.
a dès lors été annulée. Le juge,
particulièrement sévère vis-à-vis
du responsable de l'ONSS, estime
que les intérêts de l'institution
n'ont pas été défendus de manière
optimale.

L'ONSS s'est pourvu en appel de
cette décision mais sans suite à ce
jour. L'ONSS s'est également vu
réclamer des dommages-intérêts
par l'acheteur au motif qu'il avait
déjà entamé des travaux de
rénovation. À cela s'ajoutent
encore les frais d'entretien qui se
chiffrent en millions d'euros.

Lors de la parution d'un article à
ce sujet dans la presse, l'ONSS a
publié un droit de réponse qui a
été retiré plus tard sous la
pression de son propre service
juridique parce qu'il contredisait le
jugement. Nous espérons que le
ministre pourra faire toute la
lumière sur cette affaire au sein de
cette commission. Nous
souhaitons savoir si le comité de
gestion a bien reçu toutes les
données correctes de
l'administrateur général.
04.02 Minister Rudy Demotte: Ik meen dat ik duidelijk geweest ben.
Uw vragen zijn vollediger dan uw schriftelijke vragen. Ik zal de
informatie aan de RSZ bezorgen, zodat zij erop kunnen reageren.
04.02 Rudy Demotte, ministre:
J'ai été clair. Je communiquerai
les informations à l'ONSS pour
qu'il puisse réagir.
De voorzitter: Wat is de afspraak? Wordt er een rapport gevraagd?
04.03 Minister Rudy Demotte: Over 15 dagen.
De voorzitter: Dat rapport komt dan hier ter bespreking in de Le président: La discussion du
CRIV 51
COM 877
08/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
commissie. Wij kunnen dit agenderen op de voorziene datum.
rapport sera inscrite à l'ordre du
jour à la date prévue.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van mevrouw Greta D'hondt aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
verhoogde kinderbijslag" (nr. 10353)
05 Question de Mme Greta D'hondt au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "les
allocations familiales majorées" (n° 10353)
05.01 Greta D'hondt (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, collega's, mijn verontschuldigingen voor het te laat komen. Ik
heb een uur gedaan van de Keizer Karellaan tot hier aan het
Parlement. Wie in Brussel iets te zeggen heeft, mag dat daar ook wel
eens doen.

Maar goed, het gaat over de verhoogde kinderbijslagen.
De voorzitter: Mevrouw D'hondt, de oorzaak daarvan zijn al de chauffeurs van buiten Brussel.
05.02 Greta D'hondt (CD&V): Mijnheer de minister, de
aanpassingen die gebeurd zijn aan het stelsel van de verhoogde
kinderbijslagen hadden natuurlijk goede en zelfs heel goede
bedoelingen. Soms blijkt echter dat dit in de praktijk toch heel pijnlijke
en nare gevolgen kan hebben.

Op dit ogenblik worden, na de overgangsperiode die voorzien was, de
gevolgen van de nieuwe regeling van de verhoogde kinderbijslag
concreet voelbaar in de portemonnee van de gezinnen. Ik heb niet de
gewoonte om me te specialiseren in vragen over individuele gevallen,
maar wil dit toch wel aantonen met een individueel geval dat zich
heeft voorgedaan in mijn regio en dat toch wel aan me appelleerde. Ik
denk dat je naast dit geval nog een heel aantal andere kan stellen,
anders zou ik mijn vraag niet stellen in deze commissie.

Het gaat hier over een kind dat op heel jonge leeftijd werd getroffen
door hersenverlamming en dat tengevolge daarvan zeer veel
moeilijkheden heeft met het lopen en met het praten. Er werd disfasie
vastgesteld, de rechterkant van het lichaam is volledig spastisch. Ze
kan enkel stappen met beugels en moet ook zeer regelmatig in een
rolstoel omwille van haar problemen. Dat kind wordt groter en omwille
van haar handicap en omwille van het feit dat zij nu ook begint te
beseffen dat ze zeer zwaar gehandicapt is, beginnen zich de laatste
tijd bij het kind gedragsproblemen voor te doen.

In de oude regeling ­ dat is ook de reden waarom we naar een
nieuwe zijn gegaan ­ hadden we een wit-zwartsituatie: je had 66% of
je had niets. In de oude regeling werd ze dus beschouwd als iemand
met een lichamelijke ongeschiktheid van meer dan 66% en zij ontving
in de oude regeling dus de verhoogde kinderbijslag: een maandelijks
bedrag van 379,46 euro. Sinds februari is dat bedrag teruggebracht
tot 168,93 euro, dus eigenlijk minder dan de helft van de kinderbijslag
die men vroeger ontving.

Voor dat gezin is dat natuurlijk een enorme klap, ook omdat het kind
omwille van de diverse lichamelijke stoornissen, maar ook de
gedragsstoornissen die zijn opgetreden, in een internaat is
05.02 Greta D'hondt (CD&V): Si
l'adaptation du système des
allocations familiales majorées
partait d'une bonne intention, elle
a dans les faits des conséquences
douloureuses. Dans l'ancien
système, seules les personnes
ayant un handicap d'au moins
66% bénéficiaient d'allocations
familiales majorées. Je connais un
enfant lourdement handicapé qui,
dans l'ancien système, était
considéré comme ayant une
incapacité physique de plus de
66% et recevait 379,46 euros par
mois. Depuis février, ce montant a
été ramené à 168,93 euros, ce qui
ne permet plus de payer l'internat
dans lequel cet enfant est
hébergé.

Je m'interroge en outre sur la
manière dont a été déterminé le
degré de handicap. L'enfant est
spasmodique d'un côté, doit se
déplacer à l'aide d'appareils
orthopédiques et utiliser une
chaise roulante. Toutefois, comme
il a pu monter deux petites
marches lors de l'examen, on a
considéré qu'il était capable de
monter des escaliers. C'est là un
camouflet pour les parents.

Combien de familles verront-elles
leurs allocations familiales
augmenter ou diminuer dans le
08/03/2006
CRIV 51
COM 877
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
opgenomen. Met de kinderbijslag kan men nu zelfs het internaat niet
meer betalen.

Mijnheer de minister, ik zal u de verhalen besparen die de ouders van
dat kind vertellen als zij het hebben over de manier waarop de graad
van de handicap bij de dokter werd getest, maar ik wil u toch één
voorbeeld geven. Ik heb u gezegd dat het kind zeer zware
moeilijkheden heeft om te stappen. Het is spastisch langs de ene kant
van het lichaam. Het moet regelmatig met beugels stappen en
regelmatig in een rolstoel zitten.

Bij het geneeskundig onderzoek werd aan dat kind gevraagd om een
tot twee kleine treden op te stappen. Dat kind kon dat, dus daaruit
werd aangenomen dat het kind trappen op kon. Daarmee slaat men in
het gezicht van de ouders die daarmee dagelijks moeten omgaan.

Nu zijn er ook nog de financiële gevolgen. Daarom stel ik mij vragen
over de deugdelijkheid van de hervorming van de verhoogde
kinderbijslagen, waarvan wij dachten dat wij daarmee een goed werk
hadden gedaan.

Mijnheer de minister, hebt u er zicht op welk verschil in kinderbijslag
de nieuwe regeling voor gezinnen met zich meebrengt? Hoeveel
gezinnen hebben meer kinderbijslag gekregen? Voor hoeveel
gezinnen betekent de nieuwe regeling een zware vermindering?

Ik heb dit opgesplitst in categorieën per 10% vermindering. Zo precies
moet dat voor mij niet zijn, maar ik ben als medegoedkeurder van
deze wet wel bekommerd over een aantal schrijnende ervaringen die
ik uit de praktijk kon vernemen.
cadre du nouveau régime? J'ai
également voté en faveur de la loi
mais les expériences navrantes
vécues dans la pratique
m'inquiètent.
05.03 Minister Rudy Demotte: Mijnheer de voorzitter, mevrouw
D'hondt, alvorens uw vragen in detail te beantwoorden, zou ik willen
terugkomen op de situatie waarnaar u verwijst. Ik ken de situatie van
dit meisje, omdat haar moeder contact met mij heeft opgenomen. In
dit geval heeft de vermindering van de bijslag niets te maken met het
nieuwe systeem dat door mijn voorganger in 2003 werd ingevoerd. In
het geval van dit meisje werd de bijslag verlaagd nadat haar
lichamelijke ongeschiktheid opnieuw geëvalueerd werd.

In 2002 werd gesteld dat het meisje een lichamelijke ongeschiktheid
had van meer dan 66%, wat haar tot januari 2006 recht gaf op een
verhoogde bijslag van 379 euro per maand. Tijdens het nieuwe
medisch onderzoek, in december 2005, heeft de arts die het meisje
onderzocht, gesteld dat haar toestand verbeterd was en een
ongeschiktheid van minder dan 66% vastgesteld. Deze beslissing
heeft als gevolg dat de verhoogde bijslag verlaagd werd tot 168,93
euro per maand. Onder het stelsel van de wet van 1991 zou dit zelfs
geleid hebben tot de afschaffing van de verhoogde kinderbijslag, want
66% was toen het minimumcriterium.

Bovendien, ik zal hierop nog terugkomen, heeft de regering voorzien
in de verhoging van de bedragen voor de laagste categorieën van het
nieuwe systeem. Zo zal in het geval van dit meisje het bedrag van
168 euro per maand vanaf mei 2006 worden opgetrokken tot
210 euro per maand. Zoals u begrepen hebt, is de vermindering van
de bijslag die de moeder van dit meisje krijgt het gevolg van de
herziening van haar dossier. Ik kan mij uiteraard niet uitspreken over
05.03 Rudy Demotte, ministre:
Je connais la situation évoquée
par Mme D'hondt. La réduction
des allocations n'avait rien à voir
avec le nouveau système. En
2002, on a diagnostiqué chez
l'enfant une incapacité physique
de plus de 66%, ce qui lui donnait
droit à des allocations majorées de
379 euros par mois jusqu'à janvier
2006. Un nouvel examen médical
réalisé en décembre 2005 a
montré une amélioration de son
état de santé, l'incapacité
physique se situant en deçà de
66%. Par conséquent, les
allocations majorées ont été
ramenées à 168,93 euros. Si la loi
de 1991 ­ fixant le critère
minimum à 66% ­ avait encore été
en vigueur, la fillette n'aurait
même plus eu droit à des
allocations majorées.

Dans le nouveau système, les
montants des catégories
inférieures sont relevés. A partir
CRIV 51
COM 877
08/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
het medisch onderzoek, dat werd uitgevoerd en dat door de moeder
betwist wordt. Ik wil u er echter op wijzen dat het mogelijk is om gratis
in beroep te gaan tegen deze beslissing.

Ik kom tot uw eerste vraag. Het lijkt mij aangewezen de doelstellingen
van de hervorming die mijn voorganger in 2003 heeft ingevoerd nog
eens te herhalen. Zoals ik reeds gezegd heb, kregen vroeger alleen
kinderen met een lichamelijke ongeschiktheid die hoger lag dan 66%
verhoogde kinderbijslag. Hierdoor werd er geen rekening gehouden
met sommige ziekten, zoals bijvoorbeeld diabetes, die geen zware
invaliditeit veroorzaken, maar in het dagelijkse leven van het kind en
zijn omgeving wel zware inspanningen vereisen.

De hervorming heeft als doel een aanvullend bedrag toe te kennen
aan families van minder zwaar gehandicapte kinderen, zodat er bij
gelijke gebreken rekening kan worden gehouden met de
inspanningen van de families. Dankzij die verruiming krijgen sinds mei
2003 meer dan 6.700 nieuwe rechthebbenden een uitkering. De helft
van de nieuwe rechthebbenden zijn licht tot gematigd gehandicapte
kinderen, die geen hulp zouden hebben gekregen vóór de
hervorming. Wij kunnen dat slechts toejuichen.

Aangezien de hervorming uitgevoerd werd in het kader van een
gesloten enveloppe, is het echter nodig geweest om de toegekende
bedragen te herzien. Zo werd er van 3 categorieën van verhoogde
bijslagen van respectievelijk 346, 379, en 405 euro per maand
overgegaan naar 6 categorieën met bedragen gaande van 67 tot 450
euro voor de ergste gevallen. Het was dus makkelijk te voorspellen
dat bepaalde kinderen die onder het oude systeem meer rechten
hadden die gedeeltelijk zouden verliezen onder het nieuwe systeem.
Dat is de reden waarom er in de eerste plaats werd voorzien in het
behoud van het oude bedrag tot in mei 2006. Het gaat hier om 5.500
kinderen die aldus onder dat overgangsstelsel van zogeheten
verworven rechten vallen.

Die kinderen blijven dezelfde verhoogde bijslag trekken als vóór 2003,
maar wel op voorwaarde dat hun niveau van lichamelijke
ongeschiktheid minstens 66% blijft. Dat is niet het geval voor het
meisje waarover ik net heb gesproken.

Uw tweede vraag betreft de 5.500 kinderen die vallen onder het
stelsel van de verworven rechten, waaraan een einde wordt gesteld
op 1 mei 2006. Zonder nieuwe maatregelen lopen sommige van die
kinderen het risico om bij een herziening van hun dossier in een
lagere categorie terecht te komen. In het meest extreme geval zou
het aanvullende bedrag van 450 euro per maand worden
ingekrompen tot 67 euro per maand. Om dergelijke situaties te
vermijden heb ik naar aanleiding van het begrotingsconclaaf volgende
twee maatregelen voorgesteld. Ten eerste worden de bedragen van
de categorieën 1 tot 3 opgewaardeerd. De kleine bijslagen van de
laagste categorieën zullen in het nieuwe systeem substantieel
verhoogd worden om beter te voldoen aan de behoeften van de
families.

Zo zullen de bedragen van de twee laagste categorieën, zijnde 67,57
en 168,93 euro per maand, worden opgetrokken tot respectievelijk 90
en 210 euro per maand.
de mai 2006, la fillette en question
touchera 210 euros par mois. Je
ne puis évidemment pas me
prononcer au sujet de l'examen
médical mais il est toujours
possible d'interjeter appel contre la
décision prise.

Étant donné que l'incapacité
physique de 66% constituait
autrefois une condition, des
personnes atteintes de maladies
qui n'étaient pas gravement
invalidantes ne pouvaient pas
prétendre à des allocations
familiales majorées. Des maladies
telles que le diabète requièrent
pourtant de lourds efforts de
l'enfant et de son entourage. C'est
à ces situations que la réforme de
2003 a voulu apporter une
solution. Depuis 2003, plus de
6.700 nouveaux bénéficiaires
touchent des allocations majorées;
dans l'ancien système, la moitié
d'entre eux n'auraient reçu aucune
aide.

Etant donné qu'il était fait usage
d'une enveloppe fermée, il a fallu
revoir les montants octroyés. Les
trois catégories de 346, 379 et 405
euros par mois ont été remplacées
par six catégories s'échelonnant
entre 67 et 450 euros. Etant donné
que l'on prévoyait que certains
enfants allaient devoir céder une
partie de leurs droits, il a été prévu
de maintenir l'ancien montant
jusqu'en mai 2006. Le régime
transitoire concerne 5 500 enfants.
Ils continuent à bénéficier des
allocations majorées d'avant 2003
à condition de demeurer
physiquement inaptes pour 66 %
au moins. Ceci n'est pas le cas
pour la fille en question.

Le régime transitoire prend fin au
1er mai 2006 et certains enfants
risquent alors d'aboutir dans une
catégorie inférieure. Pour éviter
cette situation, j'ai proposé lors du
conclave budgétaire de revaloriser
de manière substantielle les
montants des catégories 1 à 3: de
67 à 90 euros, de 168 à 210 euros
et de 281 à 346 euros. Les
08/03/2006
CRIV 51
COM 877
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
Het bedrag van de derde categorie zal van 281 euro worden
opgetrokken tot 346 euro.

Ten slotte worden de categorieën van het nieuwe systeem opnieuw
gedefinieerd zodat kinderen met zware afwijkingen die zich vertalen in
een ongeschiktheid van minstens 66%, niet in categorie 2 en 1
belanden.

Zodoende bevinden zich in klasse 1 en 2 alleen de handicaps met
een lichte ongeschiktheid die echter wel gevolgen heeft voor het kind
en de familie. In categorie 3 zullen daarentegen de kinderen met een
ongeschiktheid van minstens 66% samen worden geplaatst met
kinderen waarvan het verlies van autonomie of de gezinsbelasting
groter zijn.

Op die manier wordt bij een onveranderlijke medisch-sociale situatie
het bedrag niet verlaagd voor al wie onder het systeem van 1991
recht had op 346 euro per maand. Voor de kinderen die meer dan
346 euro kregen, is de verlaging niet groter dan 33 euro per maand.
Het gaat hier om slechts 1.400 kinderen die 379 euro per maand
kregen. De verlaging is niet groter dan 59 euro voor slechts een
honderdtal kinderen die 405 euro per maand kregen. Alle andere
rechthebbenden zullen een bedrag krijgen dat hoger ligt dan hetgeen
zij kregen onder het systeem van 1991.

Tot slot, kunnen we besluiten dat dankzij deze maatregelen de
rechten die de vroegere rechthebbenden hadden verworven, zo goed
als definitief behouden blijven.
catégories sont en outre redéfinies
afin que les enfants avec une
incapacité de 66% au moins ne
soient pas versés dans les
catégories 1 et 2. Dans la
catégorie 3, les enfants se
retrouvent avec des enfants pour
lesquels la perte d'autonomie et la
charge à supporter par la famille
sont plus importantes. De cette
façon, l'enfant qui avait droit à 346
euros dans l'ancien système
conserve ce montant. Les 1.400
enfants recevant plus de 346
euros perdent 33 euros. La
centaine d'enfants percevant 405
euros perdent 59 euros. Tous les
autres bénéficiaires reçoivent plus
que par le passé.
05.04 Greta D'hondt (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik dank u voor uw antwoord.

Ik heb in mijn vraag gezegd dat wij mee de idee hebben gesteund dat
er een wijziging zou worden doorgevoerd aan het stelsel van de
verhoogde kinderbijslag om zodoende gradaties in te brengen in de
zwart-witsituatie van wel 66% of geen 66%. Wij blijven achter die idee
staan.

Ik ben blij dat u zegt dat daardoor ongeveer zesduizend kinderen die
voorheen geen verhoogde kinderbijslag kregen, dat nu wel krijgen.
Wij blijven achter het systeem als dusdanig staan. Dit wordt ook
bewezen met de cijfers.

Uw andere cijfergegevens bewijzen echter ook dat er bijsturingen
nodig zijn aan de bedragen waarin men voorziet om binnen hetzelfde
budget te kunnen blijven - mochten er uiteraard zijn die minder
kregen - opdat nieuw te openen rechten kunnen worden gedekt.

U zegt zelf ­ ik hoop dat men u volgt in de begrotingscontrole - dat u
voorstellen doet om voor bepaalde categorieën het bedrag te
verhogen. Zo wordt voor een aantal categorieën die vroeger in het
stelsel van de 66% arbeidsongeschiktheid zaten en nu geen 66%
hebben, het verlies iets gemilderd. Op zich is dat een goede zaak. Ik
wacht met spanning af op de realisatie.

Wat het concrete geval betreft, zegt u dat het niks te maken heeft met
de nieuwe regeling van gedifferentieerde rechten. Het heeft te maken
met het feit dat na een nieuwe controle vastgesteld werd dat het kind
05.04 Greta D'hondt (CD&V): Je
continue à penser que le
remplacement du système
antérieur, qui était dépourvu de
nuances, par un système à
gradations constitue une bonne
chose. Je me félicite que ce
système permettra à environ 6.000
enfants de bénéficier d'allocations
majorées. J'espère que la
proposition d'augmenter le
montant pour certaines catégories
sera mise en oeuvre. Cette
mesure réduirait la perte pour
ceux qui se retrouvent tout à coup
dans un degré d'incapacité
inférieur.

Je ne possède pas les qualités
requises pour juger de l'examen
médical de l'enfant. En revanche,
je sais que les examens se
déroulent souvent dans la hâte et
qu'à cette occasion les parents
peuvent être souvent offensés. J'ai
conseillé aux parents en question
d'interjeter appel. S'ils n'obtiennent
pas gain de cause, je n'y
comprends vraiment plus rien.
CRIV 51
COM 877
08/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
geen 66% arbeidsongeschiktheid heeft en dus in een lagere categorie
valt. Ik spreek me daar niet over uit, ik ben geen medicus. Ik ga niet
zeggen of het waar is of niet. Ik heb in dit geval alleen meegemaakt
wat u, mijnheer de minister, waarschijnlijk dagelijks meemaakt in
mails, brieven en telefoons. Als test ­ en die onderzoeken zijn heel
kort - moest het kind twee trapjes opstappen. De conclusie was dat
het trappen kon lopen. Dat kind wil natuurlijk zijn best doen voor die
vreemde mijnheer en geraakt de trapjes op.

Ik wil er alleen op wijzen dat men heel dikwijls mensen kwetst in het
dierbaarste wat zij bezitten, door de wijze waarop die medische
onderzoeken doorgaan. Ouders ­ we hebben ook al andere gevallen
hier en met uw voorgangers besproken ­ die alle inspanningen doen
om hun kind met bijna geen mogelijkheden, mogelijkheden te geven,
worden bij zulke testen vaak op het diepst van hun hart getrapt. Want
soms wordt er vastgesteld dat een kind het nog goed doet, terwijl het
in de dagdagelijkse werkelijkheid compleet afhankelijk is van de
ouders, broers en zussen of van de mensen in het internaat waar het
moet verblijven.

Ik aanvaard uw uitleg heel graag: die is correct en ik dank er u voor.
Het blijft echter iets dat we toch eens moeten bekijken, mijnheer de
minister.

Het kan toch niet dat degenen die het best voor hun kinderen en
familieleden zorgen van die onderzoeken de negatieve gevolgen
ondervinden. U zegt terecht dat men beroep kan aantekenen. Ik heb
die mensen, zoals ook in andere gevallen waarin ik geloof dat er iets
niet helemaal juist is, aangeraden om inderdaad in beroep te gaan. Ik
heb het pas vernomen en heb de tijd genomen om naar die mensen
te gaan en het kind zelf bezig te zien. Mijnheer de minister, als die in
beroep geen gelijk krijgen, weet ik het ook niet meer. Als men met die
zaken zoals ik ze ook gezien heb, vaststelt dat dit kind geen 66%
heeft, kan ik morgen ook medicus worden, daar ben ik vast van
overtuigd. Als men het zo kan vaststellen, dan kan ik het ook.

Maar goed, ik dank u voor uw antwoord en excuseer me misschien
voor de emotionaliteit van mijn betoog. Ik vind echter dat men, als het
over kinderen en over kinderen met een handicap gaat, toch moet
opletten met zijn conclusies. Het gaat immers niet enkel om het kind ­
dat nog heel jong is ­, maar ook om de ouders, de hele familie en de
zorgen van iedere dag. Over de manier van behandeling, zowel
menselijk als financieel, kan je je toch vragen stellen.
De voorzitter: De minister wil nog iets toevoegen, mevrouw D'hondt.
05.05 Minister Rudy Demotte: Ik wil enkel nog een onduidelijkheid
wegwerken. In de tekst schrijft men: "Om dergelijke situaties te
vermijden heb ik naar aanleiding van het begrotingsconclaaf volgende
twee maatregelen voorgesteld". Neen. Het was niet gedurende de
begrotingscontrole maar wel gedurende het begrotingsconclaaf.
Verder is het geen voorstel maar een beslissing. Dat is dus al beslist.
05.05 Rudy Demotte, ministre:
L'augmentation des montants
n'était pas une proposition mais
une décision du conclave
budgétaire.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van mevrouw Greta D'hondt aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
prijsstijgingen van de hospitalisatieverzekering en de kosten voor geneeskundige verzorging ten laste
08/03/2006
CRIV 51
COM 877
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
van de patiënt" (nr. 10354)
06 Question de Mme Greta D'hondt au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"l'augmentation du prix des assurances hospitalisation et du coût des soins médicaux à charge du
patient" (n° 10354)
06.01 Greta D'hondt (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik heb over de kwestie de voorbije maanden al vragen
gesteld, recent zelfs nog in november 2005. De zaak bekommert mij
immers. Ik weet dat zij ook u erg bekommert.

De basis is dat ons stelsel van gezondheidszorg ­ daarom betrek ik u
iedere keer bij mijn vraag ­ eigenlijk in staat zou moeten zijn om aan
iedereen, binnen ons stelsel van de sociale zekerheid, op een
redelijke manier en zonder dat hij of zij te veel andere bijdragen moet
betalen dan de bijdragen die reeds aan de sociale zekerheid werden
betaald, toe te laten zijn of haar gezondheidszorg te betalen.

De praktijk is echter enigszins anders. Gedurende de voorbije tien
jaar hebben wij dan ook een massale stijging van het aantal
afgesloten hospitalisatieverzekeringen gekend. Een
hospitalisatieverzekering is bijna een vast onderdeel van de meeste
arbeidsovereenkomsten geworden.

Zoals altijd heeft de medaille echter ook een keerzijde. De
hospitalisatieverzekeringen dreigen het slachtoffer te worden van hun
eigen succes. Het gevolg is dat, zeker de voorbije twee jaar, enorme
stijgingen van de tarieven van de hospitalisatieverzekeringen
merkbaar zijn. Sommige verzekeraars hebben hun premies heel fors
aangepast. Andere verzekeraars ­ dat was trouwens ook de reden
voor mijn vraag van november 2005 ­ hebben niet onbelangrijke
delen uit het verzekerde pakket gehaald. Wat vroeger voor een
bepaalde prijs door de hospitalisatieverzekering werd gedekt, is dat
nu niet meer.

Mijnheer de minister, ik hoef u niet te vertellen dat een belangrijk deel
van de ambtenaren daarvan het slachtoffer is geworden. De
eenpersoonskamers, die vroeger in de hospitalisatieverzekering
waren opgenomen, zijn dat nu niet meer.

Deze ontwikkeling doet zich uiteraard ook in heel sterke mate voor in
de privé-sector.

Wanneer wij met de verzekeraars over de zaak praten, opperen zij
dat de tariefverhogingen en het wegnemen van delen uit het
verzekerde pakket te wijten zijn aan het feit dat de ziektekosten die op
de hospitalisatieverzekeringen worden afgewenteld, heel sterk zijn
gestegen. Assuralia stelt dat de uitgaven voor de privé-verzekeraars
tussen 1998 en 2003 zijn verdubbeld, terwijl de uitgaven bij de sociale
zekerheid "slechts" met 35% zouden zijn gestegen.

Mijnheer de minister, het aantal polissen voor
hospitalisatieverzekeringen blijft stijgen. Men vertelt mij dat er
ondertussen meer dan 7 miljoen contracten zijn, waarvan 4,6 miljoen
via privé-verzekeringen ­ dat zijn dikwijls collectieve polissen die door
bedrijven worden genomen ­ en 2,6 miljoen via de ziekenfondsen
werden gesloten.

Ik zal uiteraard ook minister Verwilghen ondervragen, maar ik stel
06.01 Greta D'hondt (CD&V):
Notre sécurité sociale a pour
vocation de permettre à tout un
chacun de payer ses soins de
santé. Toutefois, ces dernières
années, le nombre d'assurances
hospitalisation a augmenté très
fortement. Les assurances de ce
type sont souvent incluses dans
les contrats de travail, ce qui de
prime abord semble être une
bonne chose. Malheureusement,
les tarifs de ces assurances ont
connu une très forte hausse au
cours de ces deux dernières
années et certaines interventions
chirurgicales ont été retranchées
du paquet assuré. Beaucoup de
fonctionnaires et de travailleurs du
secteur privé en sont victimes.

Les assureurs se défendent en
disant que les dépenses de
maladie qui sont répercutés sur
les assurances hospitalisation ont
augmenté. Assuralia affirme que
de 1998 à 2003, les dépenses à
charge des assureurs privés ont
doublé alors que les dépenses à
charge de la sécurité sociale n'ont
augmenté que de 35%.

Entre-temps, plus de 7 millions de
contrats d'hospitalisation ont été
conclus dont 4,6 millions par
l'intermédiaire d'assureurs privés
et 2,6 millions par le truchement
de mutualités.

En octobre 2005, le ministre
Verwilghen avait promis
l'élaboration d'un index pour les
frais médicaux qui empêcherait les
assureurs d'augmenter le prix des
assurances hospitalisation. Cette
promesse n'a pas encore été
tenue.

Le budget de la sécurité sociale
est en augmentation et nous
espérons que cette augmentation
pourra être maîtrisée cette année.
J'estime que le premier pilier doit
CRIV 51
COM 877
08/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
mijn vragen eerst aan u, mijnheer de minister.

In oktober 2005 kondigde minister Verwilghen aan dat er een index
zou komen voor de ziektekosten, zodat de verzekeraars de
ziektekostenverzekering of de hospitalisatieverzekeringen niet meer
duurder konden maken. Tot nu toe, zoals bij veel van die
toezeggingen ­ ik zit nog altijd met de daver op mijn lijf voor de
verzekeringen, door minister Verwilghen aangekondigd, voor de
vrijwilligers, en volgende week is het de week van de vrijwilliger ­ is er
nog niets gebeurd, ook al dateren de beloftes van vorig jaar.

Terzelfder tijd ­ u kent mijn opvattingen over sociale zekerheid en
over eerste pijlers, die volgens mij nog altijd de sociale zekerheid
zouden moeten zijn ­ stellen wij een stijgend budget vast in de
gezondheidszorg, waarvan ik hoop dat het voor dit jaar onder controle
mag blijven. Ook is er een stijging van de hospitalisatieverzekeringen.
Voorts menen de mensen dat zij verplicht een
hospitalisatieverzekering moeten te sluiten en de premies hiervan
stijgen ook, evenals de kosten ten laste van de patiënt. We zitten dus
in een vicieuze cirkel. Waarmee zijn we nu eigenlijk bezig? Vandaar
mijn volgende vragen.

Ik ken concrete gevallen van mensen die in een bedrijf een
hospitalisatieverzekering hadden via een groepspolis. Wanneer zij
met brugpensioen gaan, moeten zij die verzekering ofwel helemaal
zelf betalen, wat, gezien de prijs, bijna niet kan, of, als zij nog geen
zestig jaar zijn, dan mogen zij nog bij de mutualiteit aankloppen. De
mutualiteit krijgt dus eigenlijk de oude mensen. De andere
verzekeraars stoten af, omdat de prijs van de verzekering niet meer
betaalbaar is als de werknemer die alleen moet betalen. Met wat voor
een soort van tweesporengezondheidszorg zijn we eigenlijk bezig?
également demeurer le plus
important. Le nombre
d'assurances hospitalisation
augmente toutefois dans cesse.
Outre l'augmentation du prix des
assurances hospitalisation, les
coûts à charge du patient
augmenteront également. Que
penser de tout cela?

Les personnes qui bénéficient
d'une assurance hospitalisation
dans le cadre d'une assurance
groupe doivent, si elles partent à la
prépension, payer elles-mêmes la
prime d'assurance ou s'orienter
vers l'assurance de la mutuelle.
Celles-ci doivent donc assurer les
personnes plus âgées qui sont
rejetées par d'autres assureurs.
Ne peut-on parler dans ce cas de
soins de santé à deux vitesses?
06.02 Minister Rudy Demotte: Drie sporen: de eerste, de tweede en
de derde pijler.
06.03 Greta D'hondt (CD&V): Mijnheer de minister, vandaar mijn
vraag, bijna mijn bede.

Welke concrete maatregelen zullen u en de regering nemen om dat tij
te keren?

Volgens mijn opvattingen kan het niet dat de sociale zekerheid en de
gezondheidszorg zo in mekaar steken dat alles duurder wordt, maar
dat de zaken toch niet draaien zoals ze zouden moeten draaien.
06.03 Greta D'hondt (CD&V):
Quelles mesures concrètes le
ministre a-t-il l'intention de prendre
alors qu'il constate comme nous
que la facture ne cesse
d'augmenter pour le patient?
De voorzitter: Alvorens het woord aan de minister te geven en in een poging om uw daver een beetje te
temperen, herinner ik u eraan dat wij hier op 21 maart een afspraak met minister Verwilghen hebben over
de vrijwilligers.
06.04 Greta D'hondt (CD&V): Mijnheer de voorzitter, die afspraak
tempert mijn daver niet.
De voorzitter: Het was een poging.
06.05 Minister Rudy Demotte: Mijnheer de voorzitter, ik zal mij
daarover niet uitspreken.

Mevrouw D'hondt, ik deel uw bezorgdheid. Zoals u weet, heb ik reeds
06.05 Rudy Demotte, ministre:
Je partage l'inquiétude de Mme
D'hondt. Comme vous le savez,
M. Verwilghen est compétent pour
08/03/2006
CRIV 51
COM 877
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
verscheidene keren gezegd dat ik niet bevoegd ben voor de
vaststelling van de premies. Dat valt onder de bevoegdheid van
minister Verwilghen. Derhalve beschik ik niet over informatie om de
gegevens die u aanhaalt, te bekrachtigen.

Ik ben er eveneens van overtuigd dat het bestaan van contracten van
hospitalisatieverzekeringen, die zo goed als alle kosten dekken, ook
die voor comfort, in grote mate heeft bijgedragen tot de explosie van
de supplementen ten laste van de patiënt. Men kan zich dus afvragen
of de verzekeringsmaatschappijen zelf het probleem hebben
gecreëerd door het rentabiliteitsbehoud van hun producten. Het is een
vicieuze cirkel.

Dat gezegd zijnde, krijgt de vaststelling dat de hospitalisatiekosten ten
laste van de patiënt aanzienlijk toenemen, uiteraard wel mijn
aandacht. Zowel in het verleden als in de toekomst zal ik alles doen
om in het kader van de verplichte verzekeringen een halt toe te
roepen aan dat fenomeen.

Naast de vermindering van de onderfinanciering van de ziekenhuizen
denk ik in het bijzonder aan een betere bescherming van de patiënt
tegen honoraria en kamersupplementen. De programmawet van
december 2005 bevat dan ook een bepaling hieromtrent. Die bepaling
geeft de Koning de mogelijkheid de categorieën van patiënten vast te
stellen die geen enkel kamersupplement hoeven te betalen voor hun
verblijf in een tweepatiëntenkamer, ook niet voor een dagopname. Dat
besluit, dat de patiënten die recht hebben op een verhoogde
tegemoetkoming van de ziekteverzekering, beter zou beschermen,
wordt momenteel uitgewerkt en zou in werking moeten treden op 1 juli
2006.

Bovendien bereiden mijn medewerkers een wetsontwerp voor
betreffende implantaten en medische hulpmiddelen. U weet dat deze
zeer duur zijn voor sommige mensen. Het doel van dit wetsontwerp is
de patiënten beter te beschermen tegen de kosten die hen soms ten
onrechte ten laste vallen.

Tot zover mijn antwoord, maar ik weet dat hierover in de toekomst
hier nog een debat zal moeten worden gevoerd.
le problème de la fixation des
primes. C'est pourquoi je ne
possède pas d'informations
permettant de confirmer les
données fournies par l'auteur de la
question. L'existence de contrats
d'assurances hospitalisation qui
couvrent pratiquement tous les
frais a largement contribué à
l'explosion des suppléments à
charge du patient. Les
compagnies d'assurances ont
sans doute créé elles-mêmes le
problème en maintenant la
rentabilité de leurs produits. Je
mets tout en oeuvre, par le biais de
l'assurance obligatoire, mettre fin
aux excès par un meilleur
financement des hôpitaux et par
une disposition inscrite dans la loi-
programme de décembre 2005
pour une meilleure protection du
patient contre les honoraires et les
suppléments de chambre. L'arrêté
qui élargit cette disposition entrera
en vigueur le 1
er
juillet 2006.

Mes collaborateurs préparent
également un projet de loi relatif
aux implants et aux dispositifs
médicaux, qui sont très coûteux
pour certaines personnes. Ce
projet vise à mieux protéger les
patients contre les coûts injustifiés.
De voorzitter: Het is ook een debat dat we hier al gedeeltelijk hebben gevoerd naar aanleiding van een
wetsvoorstel en een advies dat moest worden geformuleerd voor een andere commissie.
06.06 Greta D'hondt (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik dank u voor uw antwoord.

Het is juist dat het feit dat de hospitalisatieverzekeringen er zijn en
een dergelijke vlucht hebben genomen waarschijnlijk mee de oorzaak
ervan is dat de prijzen van de aangerekende supplementen ook zijn
gestegen. Andere collega's en ikzelf hebben daarover in het verleden
al verschillende vragen gesteld. Als men dat probleem aankaart, stelt
men dat deze moeten worden aangerekend omdat de ziekenhuizen
anders niet kunnen overleven. Zo blijven we in een vicieuze cirkel.

De achterliggende gedachte van mijn vraag is dat we in een hele rare
situatie zullen terechtkomen. Het wordt voor de burgers alsmaar
duurder om dezelfde geneeskundige verzorging te kunnen hebben.
Men blijft immers ten eerste betalen voor zijn sociale zekerheid. Ten
06.06 Greta D'hondt (CD&V):
Les assurances hospitalisation ne
sont probablement pas étrangères
à l'augmentation des prix des
suppléments facturés. Aux
questions posées à ce sujet, on
répond que les hôpitaux ne
pourraient pas survivre sans la
facturation des suppléments. Il
s'agit d'un cercle vicieux. Pour le
citoyen, une même prestation
médicale se révèle de plus en plus
coûteuse puisqu'il continue à
cotiser à la sécurité sociale et à
une assurance hospitalisation. En
CRIV 51
COM 877
08/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
tweede, men betaalt - deels met de werkgever of helemaal zelf - zijn
hospitalisatieverzekering. Voor mij telt dat bedrag ook als een deel
van het loon. Ten derde, ondanks een maximumfactuur enzovoort - ik
wil daarover geen polemiek aangaan - betaalt een patiënt op jaarbasis
nog meer bij dan voorheen voor zijn gezondheidszorgen.

Dat is de situatie waarin wij ons bevinden. We zetten de burger die
het financieel iets minder goed heeft en voor wie het betalen van een
hospitalisatieverzekering een zware hap uit zijn budget betekent, op
de wip. Om in ons land nog een goede en betaalbare
gezondheidszorg te hebben, moet men een hospitalisatieverzekering
hebben.

We zien dan dat voor iemand die heel zijn leven een actieve loopbaan
heeft gehad en een hospitalisatieverzekering had gesloten via een
collectieve polis, op het moment dat hij met pensioen gaat de
bedragen verhogen. Ik heb hier nog een artikel bij dat onlangs
verschenen is waaruit blijkt dat de prijs voor een
hospitalisatieverzekering van een ambtenaar op rust verdubbelt. Of
het nu misschien gaat om een ambtenaar op rust die een degelijk
pensioen geniet of om een werknemer die heel zijn leven voor een
gemiddeld loon heeft gewerkt en recht heeft op een klein pensioen en
daarbij nog een hospitalisatieverzekering moet betalen, wij dreigen
mensen in moeilijkheden te brengen om hun gezondheidszorgen nog
te kunnen betalen.

Ik heb het dan nog niet over het fenomeen dat, wanneer men zich
aandient in een ziekenhuis, men bijna altijd eerst vraagt om de polis
van de hospitalisatieverzekering.

Dit is een stelsel van sociale zekerheid en gezondheidszorg waar ik
niet alleen niet meer fier op ben, mijnheer de minister, maar waar ik
mij eigenlijk moreel tegen verzet. Dit kan eigenlijk niet.
dépit du maximum à facturer, un
patient supplée annuellement
encore plus qu'avant pour les
soins de santé qui lui sont
prodigués. Pour bénéficier en
Belgique de soins de santé de
qualité et abordables, il faut
actuellement disposer d'une
assurance hospitalisation. Les
retraités risquent d'éprouver des
difficultés à continuer à financer
leurs soins de santé. À cela
s'ajoute le fait qu'au moment de
l'admission à l'hôpital, le patient
est presque toujours interrogé au
préalable sur la police de son
assurance hospitalisation. Je
m'oppose moralement à un tel
système de sécurité sociale et de
soins de santé.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Vraag van de heer Koen Bultinck aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
terugbetaling voor maagzuurremmers (PPI's)" (nr. 10413)
07 Question de M. Koen Bultinck au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "le
remboursement des inhibiteurs d'acide gastrique (PPI)" (n° 10413)
07.01 Koen Bultinck (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, deze vraag valt onder de categorie
opvolgingsvragen.

U zal zich ongetwijfeld zeer goed herinneren dat er enkele maanden
geleden, ik verwijs naar het najaar van vorig jaar, flink wat heisa was
over de terugbetalingregels met betrekking tot de maagzuurremmers.
Ik verwijs naar de zeer massale administratieve overlast waarover de
artsen toen klaagden. Men moest tientallen pagina's doornemen om
uiteindelijk te weten waarover de terugbetalingregels met betrekking
tot maagzuurremmers exact gingen.

Mijnheer de ministers, in aanloop van de fameuze artsenbetoging van
september vorig jaar kwam uw fameuze open brief waarin een van de
concrete zaken die u toen beloofde aan de artsensector ging over de
vraag om de CTG te vragen om het hele systeem te gaan herbekijken
07.01 Koen Bultinck (Vlaams
Belang): Il a été beaucoup
question à la fin de l'année
dernière du remboursement des
inhibiteurs d'acide gastrique. Les
docteurs se plaignaient de
tracasseries administratives. Le
ministre a alors promis dans une
lettre ouverte qu'il demanderait à
la Commission de remboursement
des médicaments (CRM) de revoir
et de simplifier l'ensemble du
système. La CRM vient de mettre
une nouvelle proposition sur la
table.
08/03/2006
CRIV 51
COM 877
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
en in de mate van het mogelijke te gaan vereenvoudigen.

Ondertussen hebben wij via een aantal kanalen akte kunnen nemen ­
ik hoop dat u dat ondertussen ook gedaan hebt ­ van het nieuwe
voorstel van de CTG. Mijnheer de minister, het is dus nuttig om eens
een nieuwe stand van zaken op te maken. Hoever staat men in dat
dossier? Wat is de houding die u in deze zal aannemen?

Mijnheer de minister, ik heb drie concrete vragen.

Ik ga ervan uit dat u inderdaad akte genomen hebt van het concrete
nieuwe voorstel van de CTG. Hebt u als bevoegde minister de indruk
dat dit voldoende zal zijn om aan de terechte klacht van de artsen,
zijnde de overdreven administratieve last, tegemoet te komen en dus
om aan een van uw concrete beloftes uit die fameuze open brief van
september vorig jaar concreet gestalte te geven?

Elk van ons weet dat de CTG een adviserende bevoegdheid heeft, dat
u als minister de eindbeslissing neemt of u al dan niet het advies
volgt. De zeer concrete vraag is of u reeds beslist hebt om in deze het
advies te volgen. Zo ja, in welke richting gaan de bijsturingen in de
terugbetaling van de maagzuurremmers dan?
Le ministre estime-t-il que cette
nouvelle proposition tient compte
des griefs exprimés par les
médecins? Suivra-t-il l'avis de la
CRM? Quelles modifications
seront apportées en matière de
remboursement des inhibiteurs
d'acide gastrique?
07.02 Minister Rudy Demotte: (microfoon niet ingeschakeld)
Mijnheer de voorzitter, mijnheer Bultinck, het klopt dat ik de CTG heb
gevraagd de modaliteiten voor de terugbetaling van
maagzuurremmers te herzien, in het bijzonder degene die van
toepassing zijn op de PPI's. Binnen de CTG werd een werkgroep
opgericht (...). Het rapport van de werkgroep werd goedgekeurd met
een tweederde meerderheid.

Concreet worden bepaalde vereenvoudigingen geformuleerd. Ik
citeer: de afschaffing van de verplichting een jaarlijkse endoscopie op
het slijmvlies uit te voeren bij een slokdarmontsteking van het Barrett-
type. Bij de chronische behandeling wordt de controle-endoscopie
voortaan minstens één keer per vijf jaar gevraagd, in plaats van één
keer per drie jaar.

De mucovicidose wordt toegevoegd aan de officiële lijst, met
uitzondering van de gevallen waarin geen endoscopie moet worden
uitgevoerd. De experts van de werkgroep waren van mening dat de
geformuleerde aanbevelingen overeenstemmen met de elementen
van de goede medische praktijk en dat het niet nodig was andere
vereenvoudigingen voor te stellen.

Daarentegen zal een duidelijke en volledige informatiecampagne
worden opgestart. Die campagne heeft als doel te verduidelijken wat
er juist wordt verstaan onder het naleven van de criteria van
hoofdstuk 2, de a posteriori controle, evenals onder de eventuele
controleregels van de diensten van (...). Daarnaast heeft die
campagne als doel te verduidelijken welke elementen de arts moet
bijhouden in de dossiers van de patiënt.
07.02 Rudy Demotte, ministre:
Un groupe de travail a été
constitué au sein de la CRM pour
revoir les modalités de
remboursement des inhibiteurs
d'acide gastrique. Le rapport de ce
groupe de travail, qui propose
quelques simplifications, a été
approuvé à une majorité des deux
tiers. Les experts du groupe de
travail estiment que les
simplifications proposées
suffisent.

Une campagne d'information claire
sera toutefois lancée, pour que
tous les médecins sachent
exactement quelles règles ils
doivent respecter et ce qu'ils
doivent noter dans les dossiers
des patients.
07.03 Koen Bultinck (Vlaams Belang): Mijnheer de minister, ik dank
u voor uw antwoord. Het geeft een eerste aanzet om het dossier
treffelijk te kunnen volgen. Ik neem ook akte van het feit dat er een
aantal vereenvoudigingen wordt doorgevoerd. Dat zal goed zijn. De
aangekondigde campagne zal meer dan nodig zijn. Uit de eerste
07.03 Koen Bultinck (Vlaams
Belang): Il est louable que des
simplifications soient opérées. La
campagne est nécessaire: les
premières réactions indiquent que
CRIV 51
COM 877
08/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21
reacties van de artsen op het terrein blijkt dat zij er niet van overtuigd
zijn dat het nieuwe voorstel van de CTG voldoende zal zijn om
tegemoet te komen aan de terechte eis dat er administratief
vereenvoudigd moet worden en dat er minder papier moet zijn. Het
kan niet de bedoeling zijn dat artsen tientallen pagina's papier moeten
doornemen voor zij weten wat zij exact moeten doen inzake
terugbetaling.

Ik heb nog één bijvraag. Uit uw antwoord bleek niet duidelijk of u
hierin het standpunt van de CTG zult volgen en zult voortgaan op dat
advies om het concreet gestalte te geven.
de nombreux médecins ne sont
pas convaincus que ces
simplifications sont suffisantes.

Le ministre suivra-t-il l'avis de la
CRM?
07.04 Minister Rudy Demotte: Men heeft niet enkel te maken met
een probleem van administratieve vereenvoudiging. Het gaat ook over
medische en financiële problemen, want men heeft kunnen
vaststellen dat enkele jaren geleden, toen mijn voorganger concrete
maatregelen getroffen had om de PPI's van hoofdstuk vier naar
hoofdstuk twee te brengen, een vraag bestond vanuit de
farmaceutische sector en de artsen om de verschillende
mechanismen te verlichten.

Toen had mijn voorganger een vermindering van de prijs voorgesteld
en tegelijkertijd een "verzwakking" van de controles op de naleving
van verschillende regels, bijvoorbeeld de a priori-regels in hoofdstuk
vier. Men heeft twee à drie jaar later geobserveerd dat de
vermindering van de prijs met ongeveer 50% ook als gevolg had dat
het volume verdubbeld of verdrievoudigd was. Er bestond dus een
band tussen de prijs, de verschillende regels die bestonden en het
voorschrijfgedrag.

Nu is er een nieuw voorstel om op het administratieve vlak de regels
te vereenvoudigen. Het CTG doet enkele voorstellen. Ik meen dat het
in de goede richting gaat. Ik zal de voorstellen volgen en ik zal mijzelf
een beetje tijd geven om afstand te kunnen nemen en te zien hoe de
sector reageert. Ik denk dat er tussentijds ­ daarom heb ik daarover
al enkele woorden uitgesproken ­ een campagne nodig is om de
zaken te verduidelijken, wat de regels betreft. De regels moeten goed
gekend zijn door de sector.

Ik meen dat ik een zo eerlijk en zo volledig mogelijk antwoord
gegeven heb.
07.04 Rudy Demotte, ministre: Il
ne s'agit pas seulement d'une
simplification administrative mais
aussi de questions médicales et
financières. Mon prédécesseur
ayant réduit le prix de ces produits
et assoupli le contrôle du respect
des règles, la consommation a
triplé.

Les propositions de la CRM en
vue d'une simplification
administrative vont dans le bon
sens. Je les suivrai et j'attendrai
les réactions du secteur. Une
campagne intermédiaire fera en
sorte que le secteur soit dûment
informé.
07.05 Koen Bultinck (Vlaams Belang): Mijnheer de minister, ik
meen dat het inderdaad een voldoende duidelijk antwoord is,
waardoor ik het dossier verder kan opvolgen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De voorzitter: Als ik op de klok kijk, denk ik dat we, als iedereen zich een beetje aan de afspraken qua
timing houdt, nog net de tijd hebben om de twee samengevoegde vragen van collega Jiroflée en mevrouw
D'hondt te behandelen. Het is zo, mevrouw D'hondt, dat we geïnformeerd zijn dat de minister verwacht
wordt in de Conferentie van voorzitters om halftwaalf.
08 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Karin Jiroflée aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de IBO's die
buiten de Vlaamse intersectorale akkoorden vallen" (nr. 10477)
- mevrouw Greta D'hondt aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "subsidiëring
08/03/2006
CRIV 51
COM 877
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22
van buitenschoolse opvang" (nr. 10686)
08 Questions jointes de
- Mme Karin Jiroflée au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "les FPI qui ne
relèvent pas des accords intersectoriels flamands" (n° 10477)
- Mme Greta D'hondt au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "les subsides pour
l'accueil extrascolaire" (n° 10686)
08.01 Karin Jiroflée (sp.a-spirit): Mijnheer de minister, in uitvoering
van het Vlaams intersectoraal akkoord zijn er ondertussen extra
middelen voor de social profit. Ook initiatieven inzake buitenschoolse
kinderopvang vallen daar ondertussen onder. Ook de IBO's, de
initiatieven buitenschoolse opvang, die volledig op FCUD-middelen
draaien ­ in de praktijk gaat het dan meestal over initiatieven van
gemeenten en OCMW's ­ vallen onder het paritair comité 305. Ook zij
zullen dus de betrokken cao's moeten toepassen. Nochtans worden
hiervoor geen extra middelen uitgetrokken vermits dit initiatieven zijn
die volledig op federale middelen draaien.

Eventjes was er vertraging maar ondertussen is er een
middelenverbintenis van de Vlaamse regering, via akkoorden ook
ondertekend door de werkgevers. Eens te meer is er op dat moment
een grote onrechtvaardigheid ontstaan voor de IBO's die uitsluitend
FCUD-subsidies ontvangen. Eens te meer, mijnheer de minister ­ ik
heb het al meermaals gezegd in deze commissie ­ zijn het de
gemeenten en de OCMW's die daar de pineut van zijn.

Mijn vragen aan u zijn de volgende: wat denkt u van deze situatie?
Wat is de houding van het FCUD in deze? Zal het FCUD de extra
middelen die nodig zijn voor de uitvoering van de cao voorschieten?
08.01 Karine Jiroflée (sp.a-
spirit): Les initiatives pour l'accueil
extrascolaire (IAE) font partie du
secteur non marchand et peuvent
bénéficier, en exécution de
l'accord intersectoriel flamand, de
moyens supplémentaires. Les
initiatives d'accueil qui dépendent
entièrement des moyens fédéraux
du Fonds d'équipements et de
services collectifs (FESC) ­ dans
la plupart des cas, il s'agit
d'initiatives de communes et de
CPAS
­ devront également
appliquer les CCT de la
commission paritaire 305, mais ne
pourront pas bénéficier de moyens
supplémentaires flamands. Il en
résulte un traitement inégal. Le
FESC avancera-t-il aux
communes et aux CPAS les
moyens supplémentaires
nécessaires à la réalisation des
CCT?
08.02 Greta D'hondt (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, mijn vraag gaat uiteraard over net hetzelfde. Op het Vlaamse
niveau is er in de CAO voorzien in een regeling voor de vermindering
van de arbeidsprestaties voor personeelsleden ouder dan 45 jaar en
de vervanging door middel van nieuwe tewerkstelling. De voorwaarde
is de volgende. Het kan alleen voor de personeelsleden die
gefinancierd worden door Kind en Gezin en dus niet voor de
personeelsleden die gefinancierd worden met middelen die komen
van het FCUD.

Dit is natuurlijk een situatie die op het terrein niet houdbaar is. Het is
niet houdbaar dat het op die manier gebeurt, ook omdat het de lasten
doorschuift naar de lagere besturen. Dit kan eigenlijk niet.

Mijnheer de minister, ik ken ook de penibele financiële situatie van het
FCUD. Ze is in het verleden echter reeds penibeler geweest dan dat
ze de laatste maanden is.

Mijnheer de minister, de vraag is principieel.

Ten eerste, zoiets kan toch niet. Het kan toch niet dat wij bij de
buitenschoolse kinderopvang met twee maten en gewichten moeten
werken in de rechten van het personeel en de financiering van de
personeelslast van de instellingen.

Ten tweede, de vraag werd ook reeds daarnet gesteld. Mijnheer de
08.02 Greta D'hondt (CD&V):
Dans la situation actuelle, les
charges sont en effet transférées
aux pouvoirs subordonnés, ce qui
est intenable. On ne peut admettre
qu'on pratique une politique de
deux poids et deux mesures en
matière de droits du personnel et
de financement de la charge de
personnel. Le FESC envisage-t-il
de mettre un terme à cette
injustice?
CRIV 51
COM 877
08/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
23
minister, overweegt u om met het FCUD te bekijken of deze toestand
rechtgetrokken kan worden?
08.03 Minister Rudy Demotte: Mijnheer de voorzitter, mevrouw
Jiroflée en mevrouw D'hondt stelden een vraag over de eventuele
financiering langs het FCUD van het Vlaams akkoord over de social
profit.

Het beleidsniveau dat een akkoord sluit met de social-profitsector
moet de financiering ervan verzekeren. Zo'n verbintenis werd door de
federale regering met betrekking tot de federale gezondheidssectoren
genomen. Die verbintenis van de federale regering was onder andere
door de Vlaamse regering gevraagd. Indien het Vlaams intersectoraal
akkoord erin voorziet dat de initiatieven van buitenschoolse
kinderopvang, met inbegrip van deze die onder het FCUD
ressorteren, onder het akkoord vallen, komt het aan de Vlaamse
regering toe om de financiering ervan te verzekeren.

Indien het Vlaams intersectoraal akkoord de initiatieven van
buitenschoolse kinderopvang niet in zijn toepassingsbeleid opneemt,
komt het aan de sociale partners toe de nodige maatregelen te
treffen. Mevrouw D'hondt, het komt niet aan de federale regering,
noch aan een van haar ministers toe zich uit te spreken over het al
dan niet bestaan van een discriminatie in dit kader. De federale
regering heeft niet in bijkomende financiële middelen voor het FCUD
voorzien ter financiering van het Vlaams intersectoraal akkoord.

Hetzelfde geldt natuurlijk voor gelijkaardige akkoorden die door
andere regeringen zouden worden gesloten. Er werd contact
opgenomen met de medewerkers van mijn collega van de Vlaamse
regering, bevoegd voor de betrokken sector, teneinde een duidelijker
beeld te krijgen van de toestand. De gestelde vraag van drie weken
geleden was of het budget, opgenomen in het Vlaams intersectoraal
akkoord, de totale kostprijs dekt van de initiatieven van
buitenschoolse kinderopvang. Spijtig genoeg moet ik u meedelen,
mevrouw Jiroflée en mevrouw D'hondt, dat ik tot nu toe nog geen
antwoord heb ontvangen.
08.03 Rudy Demotte, ministre:
Le niveau de pouvoir qui conclut
un accord avec le secteur non
marchand doit assurer le
financement de cet accord. Si
l'accord intersectoriel flamand
stipule que les initiatives en
matière d'accueil extrascolaire
sont couvertes par l'accord, le
gouvernement flamand doit en
assurer le financement. Dans le
cas contraire, les partenaires
sociaux doivent prendre les
mesures nécessaires.

Il n'appartient pas au
gouvernement fédéral de juger s'il
est question ou non de
discrimination. Les autorités
fédérales n'ont pas prévu de
moyens supplémentaires dans le
cadre du FESC en vue du
financement de l'accord
intersectoriel flamand.

Il y a trois semaines, nous avons
demandé au ministère flamand
compétent si le budget inscrit dans
l'accord intersectoriel flamand
couvrait la totalité des initiatives en
matière d'accueil extrascolaire.
Nous n'avons hélas pas encore
obtenu de réponse.
08.04 Karin Jiroflée (sp.a-spirit): Mijnheer de minister, ik kan alleen
maar zeggen ­ en ik schuif de schuld zeker niet op u ­ dat ik dat voor
ons land een schandalige situatie vind. Er wordt blijkbaar met twee
maten en twee gewichten gewerkt. De initiatieven buitenschoolse
opvang, die georganiseerd werden door de gemeenten en de
OCMW's, waren er als eerste. Het zijn voornamelijk die initiatieven die
op FCUD-subsidies een beroep doen. Het zijn dus de pioniers op dat
vlak, degenen die eerst hun nek hebben uitgestoken, die op dit
moment eigenlijk worden gestraft.

Ik vind dat een onhoudbare situatie. Ook op het terrein is het
onhoudbaar: het ene initiatief krijgt het en het andere niet. Het zijn
weer eens de gemeenten en de OCMW's die moeten opdraaien voor
de kosten. Immers: wat zal er gebeuren als er uiteindelijk geen
oplossing uit de bus komt op het Vlaamse niveau? Dan zullen
uiteindelijk de gemeenten het moeten bijpassen.

Ik vind ­ en ik heb dit nog al gezegd ­ de hele manier waarop
kinderopvang in ons land wordt gesubsidieerd en waarop die is
gestructureerd, een land als België onwaardig. Een kat vindt er haar
08.04 Karine Jiroflée (sp.a-
spirit): Je ne reproche rien au
ministre mais j'estime que cette
situation est scandaleuse. Les
initiatives relatives à l'accueil
extrascolaire ont été prises par les
communes et les CPAS, qui
étaient de véritablement pionniers
en la matière, et qui sont à présent
sanctionnés. La situation sur le
terrain est intenable. Une initiative
obtient un financement alors
qu'une autre n'en bénéficie pas.
Par ailleurs, si aucune solution
n'est trouvée à l'échelle flamande,
les communes devront suppléer
les fonds qui manquent. La
manière dont l'accueil des enfants
est subventionné et organisé chez
nous est indigne d'un pays comme
08/03/2006
CRIV 51
COM 877
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24
jongen niet in terug, als ik dat zo mag zeggen. Men krijgt
subsidiestromen van hier en van daar, het is zeer ingewikkeld. Het
zijn telkens degenen die in dat ingewikkelde kluwen toch hun
verantwoordelijkheid nemen en zorgen voor de opvang van kinderen,
in dit geval voor buitenschoolse opvang, die uiteindelijk de pineut zijn.
Ik vind dat eigenlijk een schandalige situatie.
la Belgique. L'ensemble des
dispositions est beaucoup trop
complexe et ceux qui prennent
finalement leurs responsabilités en
sont victimes.
08.05 Greta D'hondt (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik dank u voor uw antwoord.

Ook bij mij heerst er enige boosheid, in die zin dat een
staatshervorming een toegevoegde waarde moet geven. Zij moet
meer geven en niet minder.

Hier zijn wij in een situatie beland, waarbij ­ ik stel het scherp, maar ik
voel het zo aan ­ de federale overheid oppert dat het niet haar geld is,
dat zij er dus niet mee mag doen wat zij wil en er niet voor bevoegd is.
Dus kunnen de betrokkenen ook niets krijgen.

Dat is een situatie die niet kan. Het gaat niet over de vraag door wie
de personeelsleden worden betaald. Zo is het immers: als zij niet door
Kind & Gezin worden erkend, krijgen zij niets. Nochtans zorgen al
deze initiatieven voor onze kinderen. Daarover gaat het. Het gaat niet
over de vraag of het Vlaamse of federale materie is. Het gaat over
initiatieven voor onze kinderen, die nodig zijn en die nog te weinig in
aantal zijn.

Ik kan dus niet anders dan de analyse van mevrouw Jiroflée delen.
Deze situatie kan niet.

Mijnheer de minister, ik heb in het verleden al gezegd dat ik het
ontstaan van de toelage voor buitenschoolse kinderopvang heb
gekend, op het moment dat het fonds nog geen FCUD noemde, maar
nog onder Tewerkstelling viel. Ik heb de hele weg meegemaakt. Ik
ken ook de heen-en-weerdiscussies over de vraag of de bevoegdheid
al dan niet naar Vlaanderen moest worden overgeheveld. Dat zijn op
politiek vlak zinnige discussies.

Echter, dat mag te velde, bij de mensen die hun nek uitsteken en
initiatieven nemen, niet voelbaar zijn. Dat er op politiek vlak over
wordt gediscussieerd is in ons land, met zijn staatsstructuur, normaal.
Beneden mag dat echter niet worden gevoeld. Dat kan zo niet
voortgaan.

Ik hoop dat uw collega ­ in de mate dat ik daaraan iets kan doen, zal
ik het appelleren ­ u vlug antwoordt en dat het antwoord positief zal
zijn. Mijnheer de minister, als het antwoord echter niet positief is,
zullen wij hier terug staan. Ook de collega's in het Vlaams Parlement
zullen in dat geval stellen dat het niet gaat om het grote gelijk, maar
wel om onze kinderen, waarvoor buitenschoolse kinderopvang moet
zijn. Deze dienstverlening moet over personeel kunnen beschikken
dat gemotiveerd blijft en dat dus gelijke rechten moet hebben,
ongeacht of de personeelsleden afhangen van Kind & Gezin of
worden betaald met middelen uit het FCUD.

Geen enkele ouder die zijn kinderen naar de buitenschoolse opvang
brengt, weet of het personeelslid dat zijn kinderen begeleidt en
opvangt, een FCUD-personeelslid of een door Kind & Gezin betaald
08.05 Greta D'hondt (CD&V): La
réforme de l'État doit apporter une
plus-value. En l'espèce, nous nous
trouvons dans une situation où le
fédéral rejette un problème en
abandonnant les intéressés à leur
sort. Peu importe de savoir s'il
s'agit d'une compétence fédérale
ou flamande. Il s'agit d'initiatives
en faveur de nos enfants et il n'y
en a pas assez. J'estime dès lors,
comme Mme Jiroflée, que la
situation est intolérable. Sans
doute le débat sur la compétence
en matière d'accueil extra-scolaire
a-t-il politiquement un sens. Mais il
ne doit pas pénaliser les
personnes qui agissent et
prennent des initiatives.

J'espère que la ministre flamande
réagira vite et positivement. Au
besoin, je m'adresserai à elle.
Mais si la réponse était négative,
nous nous retrouverons dans cette
enceinte. Ce service doit être porté
par un personnel suffisant, qui doit
être traité sur un pied d'égalité,
qu'il soit rémunéré par Kind &
Gezin ou par le FESC. Les parents
ne se préoccupent pas de savoir
qui paie le personnel mais ils se
rendront très vite compte si ce
personnel est déçu ou démotivé.
CRIV 51
COM 877
08/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25
personeelslid is. Als het personeelslid echter gedemotiveerd en
ontgoocheld is, zullen de ouders dat wél ondervinden. Dat is zeker.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De voorzitter: Alle overblijvende vragen worden op de vergadering
van volgende week woensdag geagendeerd. Dat zal tot gevolg
hebben dat we volgende week woensdag niet enkel in de voormiddag,
maar eventueel ook in de namiddag zullen doorvergaderen.



Le
président: Les autres
questions sont reportées à la
semaine prochaine.
08.06 Greta D'hondt (CD&V): Dinsdag ook?
De voorzitter: Dinsdag enkel in de voormiddag.

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 11.37 uur.
La réunion publique de commission est levée à 11.37 heures.