CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 876
CRIV 51 COM 876
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DE LA
S
ANTÉ PUBLIQUE
,
DE
L
'E
NVIRONNEMENT ET DU
R
ENOUVEAU DE LA
S
OCIÉTÉ
C
OMMISSIE VOOR DE
V
OLKSGEZONDHEID
,
HET
L
EEFMILIEU EN DE MAATSCHAPPELIJKE
H
ERNIEUWING
mardi
dinsdag
07-03-2006
07-03-2006
Après-midi
Namiddag
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE






























cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders ­ Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu inté-
gral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit des
interventions ; les annexes se trouvent dans une brochure
séparée (PLEN: couverture blanche; COM: couverture
saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken; de
bijlagen zijn in een aparte brochure opgenomen
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
Plenum
COM
réunion de commission
COM
Commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 876
07/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i

SOMMAIRE
INHOUD
Question de M. Miguel Chevalier au ministre de
l'Environnement et ministre des Pensions sur "les
particules fines dans l'air" (n° 10177)
1
Vraag van de heer Miguel Chevalier aan de
minister van Leefmilieu en minister van
Pensioenen over "het fijn stof in de lucht"
(nr. 10177)
1
Orateurs: Miguel Chevalier, Bruno Tobback,
ministre de l'Environnement et ministre des
Pensions
Sprekers: Miguel Chevalier, Bruno Tobback,
minister van Leefmilieu en minister van
Pensioenen
Question de M. Luk Van Biesen au ministre de
l'Environnement et ministre des Pensions sur
"l'épuration de l'eau dans les Régions" (n° 10179)
6
Vraag van de heer Luk Van Biesen aan de
minister van Leefmilieu en minister van
Pensioenen over "de waterzuivering in de
Gewesten" (nr. 10179)
6
Orateurs: Luk Van Biesen, Bruno Tobback,
ministre de l'Environnement et ministre des
Pensions
Sprekers: Luk Van Biesen, Bruno Tobback,
minister van Leefmilieu en minister van
Pensioenen
CRIV 51
COM 876
07/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DE LA SANTE
PUBLIQUE, DE
L'ENVIRONNEMENT ET DU
RENOUVEAU DE LA SOCIETE
COMMISSIE VOOR DE
VOLKSGEZONDHEID, HET
LEEFMILIEU EN DE
MAATSCHAPPELIJKE
HERNIEUWING
du
MARDI
7
MARS
2006
Après-midi
______
van
DINSDAG
7
MAART
2006
Namiddag
______

Les questions et les interpellations commencent à 16.08 heures.
Président: M. Yvan Mayeur.
De vragen en interpellaties vangen aan om 16.08 uur.
Voorzitter: de heer Yvan Mayeur.

Les questions n° 8298 de Mme Gerkens et n° 10429 de Mme Burgeon ont été développées dans le cadre
de l'échange de vues au sujet du protocole de Kyoto.
De vragen nr. 8298 van mevrouw Gerkens en nr. 10429 van mevrouw Burgeon werden behandeld in het
kader van de gedachtewisseling over het Kyotoprotocol.

Muriel Gerkens (ECOLO): Monsieur le président, je retire ma
question n° 8304 car elle n'est plus d'actualité. Cependant, monsieur
le ministre, je serais heureuse de recevoir la réponse écrite que vous
avez préparée. Si c'est nécessaire, je déposerai une nouvelle
question sur le sujet.
Muriel Gerkens (ECOLO): Ik trek
mijn vraag nr. 8304 over de reeks
genetisch gemodificeerde
organismen die in Europa wordt
geïntroduceerd, in, daar ze niet
meer actueel is.
(Le ministre Tobback transmet à Mme Gerkens une copie de sa réponse à la question)
(De heer Tobback, minister van Leefmilieu, overhandigt mevrouw Gerkens een afschrift van zijn antwoord
op haar vraag.)
01 Vraag van de heer Miguel Chevalier aan de minister van Leefmilieu en minister van Pensioenen
over "het fijn stof in de lucht" (nr. 10177)
01 Question de M. Miguel Chevalier au ministre de l'Environnement et ministre des Pensions sur "les
particules fines dans l'air" (n° 10177)
01.01 Miguel Chevalier (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ondertussen lijkt de lucht al wat te zijn opgeklaard, maar er
zijn zo van die wijsheden die elk jaar opnieuw nog eens onze
aandacht beroeren. Men heeft ons vroeger altijd wijsgemaakt dat het
gevaar uit het Oosten kwam. Een paar weken geleden was dat
blijkbaar ook nog eens zo. Toen werden in onze contreien, in Brussel
en in Vlaanderen, concentraties aan fijn stof gemeten die
schrikwekkend hoger zouden liggen dan normaal.

Ik herinner mij een artikel van een paar maanden geleden dat in een
vaktijdschrift en ook in een Vlaamse krant verscheen. Het gaat
sowieso niet goed met het fijn stof. Zelfs als de wind goed zit en er
geen temperatuurinversie is en er een matige wind uit het Westen
staat en het is ideaal lenteweer, dan nog is er een probleem, zelfs in
01.01 Miguel Chevalier (VLD): Il
y a quelques semaines, on a noté
des concentrations particulière-
ment fortes, voire dangereuses, de
particules fines dans l'atmosphère
en Flandre et à Bruxelles. Même
quand les conditions atmosphé-
riques sont bonnes, les particules
fines posent problème. Il s'agit là
d'un problème réel pour les
personnes âgées et les personnes
souffrant de troubles respiratoires.
Toutefois, la réaction des
responsables politiques témoigne
07/03/2006
CRIV 51
COM 876
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
regio's waar er bomen staan zoals in het Brusselse.

Waar ik mij vooral aan heb gestoord in die periode, men mag niet het
idee krijgen dat ik terug naar vroeger wil, is dat de
bevoegdheidsverdeling op dat moment aanleiding gaf tot gekakel aan
alle kanten. Ik heb de oefening gemaakt van wie wat zegt op welk
moment. Dan blijkt dat er inderdaad een objectief probleem is.
Mensen met ademhalingsproblemen, mensen die wat ouder zijn,
mensen met chronische aandoeningen voelen dat en functioneren
niet goed. Trouwens, elk gezond mens voelt dat er op dat moment
iets mis is. Wie zijn kachel wil aansteken, ondervindt ook dat zijn
schouw niet meer trekt zoals het hoort. Er is dus wel degelijk een
probleem.

Wat mij vooral stoort, is het gekakel aan alle kanten. Een Brussels
minister roept op om de volgende dag zeker niet met de wagen naar
het werk te gaan. U weet ook hoe de meeste gezinnen in ons land
georganiseerd zijn. Dat krijgt men niet op één dag georganiseerd.

Aan Vlaamse kant was het nog erger. Daar was het advies van de
minister van Volksgezondheid om op die momenten niet meer te
bewegen en, ik citeer: "zelfs niet meer te ademen". Dan is het
probleem natuurlijk wel opgelost. Dat is een zeer kortetermijnaanpak.
Na drie of vier minuten zal het probleem wel opgelost zijn, maar dat
rendeert natuurlijk niet.

Mijnheer de minister, uw uitspraken stonden raar in het geheel van
iedereen die een pleidooi hield om actie te ondernemen. Op dat
moment hebt u gezegd dat er noodzaak was aan een aanpak op
langere termijn. Mijn vraag is dan wat u bedoelt met die langere
termijn? Het fenomeen zal zich wellicht opnieuw voordoen over zes
maanden, en zeker over een jaar, want het is een fenomeen met een
zeer cyclisch en periodiek karakter geworden.

Mijnheer de minister, als u zegt dat wij dit probleem op een langere
termijn moeten aanpakken, u hebt toen ook verwezen naar
noodplannen die in andere landen bestaan, dan vraag ik mij af of u
daarvan kennis hebt? Bestaat er een evaluatie die wordt
uitgewisseld? Mijn vraag is wat u daadwerkelijk zult doen aan die
periodes van fijn stof.

Ik zie ook geen oplossing zoals het fijn stof volgend jaar te moeten
ophokken of zware netten te moeten vervaardigen om het fijn stof te
vangen. Er zal echter iets moeten gebeuren zodat we het probleem
aanpakken op het ogenblik dat het zich voordoet en we zullen
preventief informatie moeten verstrekken aan de bevolking en dat op
langere termijn.

Het is duidelijk dat dit een grensoverschrijdend probleem is. We
zullen op langere termijn afspraken moeten maken met partners in de
verschillende landen om het probleem in de mate van het mogelijke
aan te pakken. Ik bedoel daarmee dat wat wordt gemeten op een
gewone dag de norm wordt en dat deze norm niet meer piekt.
d'une désorganisation totale. Ainsi,
un ministre bruxellois nous
déconseillait de nous rendre à
Bruxelles en voiture le lendemain,
tandis que le ministre flamand de
la Santé publique nous conseillait
fortement de limiter les efforts
physiques et même de ménager
notre respiration.

Le ministre a insisté sur la
nécessité d'une approche à plus
long terme. Qu'entend-il par là? À-
t-il connaissance des plans
d'urgence mis en place par les
pays voisins en cas de forte
pollution atmosphérique? Ces
plans d'urgence font-ils l'objet
d'une évaluation positive? Quelles
actions le ministre compte-t-il
entreprendre durant les périodes
de forte concentration de
particules fines dans l'air? Ce
problème ne s'arrête pas aux
frontières, et il convient dès lors de
conclure des accords.
01.02 Minister Bruno Tobback: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Chevalier, er is op een bepaald moment een dergelijke concentratie,
er rijzen effectief niet te ontkennen gezondheidsproblemen voor een
heleboel mensen en we worden geconfronteerd met het feit dat we
01.02 Bruno Tobback, ministre:
Il est généralement admis que
l'homme est le seul animal qui
souille son propre habitat ou,
CRIV 51
COM 876
07/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
het bed waarin we slapen elke dag vuilmaken. Dat is wat
milieuvervuiling doet. We zijn de enige diersoort die het eigen nest
bevuilt. Dat is een gevleugelde uitspraak die niet van mij komt. Op het
ogenblik dat zich een dergelijke crisis voordoet, is bij iedereen de
drang groot om plotseling te bewijzen dat ze iets eraan aan het doen
zijn, zelfs als ze er niets aan kunnen doen.

Ik heb altijd geprobeerd die neiging te bedwingen en niet de indruk te
wekken dat ik iets kon doen wanneer ik dat niet kon. U zegt dat wij
binnen zes maanden opnieuw hetzelfde zouden kunnen meemaken.
Wat we in januari hebben meegemaakt, zullen we binnen
zes maanden niet meer meemaken aangezien het toen om
wintersmog ging. We hebben een combinatie van twee
opeenvolgende zaken gehad. We hebben een situatie van persistente
oostenwind gehad waarbij al wat in de dichtbevolkte delen van
Duitsland, Rusland en andere landen aan fijn stof en luchtvervuiling
wordt geproduceerd onze richting uitkwam.

We hebben onmiddellijk daarna het fenomeen van een
temperatuurinversie gehad. Daardoor trekt onder andere de schouw
niet meer, wat niets te maken heeft met fijn stof. Daardoor beweegt
de lucht in de lage luchtlagen echter niet meer, gaat niet meer weg en
blijft de vervuiling met andere woorden hangen.

Op dat ogenblik kan men heel hard doen alsof men iets aan het doen
is en bijvoorbeeld zeggen dat we de helft van de auto's niet meer
zullen laten rijden. Op het ogenblik dat die inversie er al een paar
dagen is en de vervuiling dus al hangt waar ze hangt, zal ze niet meer
weggaan door een aantal auto's niet meer te laten rijden. Ze zal ook
niet verminderen, want zelfs al laat men de auto's niet meer rijden,
men verwarmt nog altijd zijn woning. Ook huisverwarming, met onder
andere stookolie, is een belangrijke bron van fijn stof. In de winter
worden de huizen verwarmd en als er dan een inversie is, ontstaat dit
probleem.

Met noodplannen alleen kan men wel de indruk wekken dat we iets
aan het doen zijn. We kunnen misschien een of twee gevallen een
beetje minder erg maken, maar aan de grond van het probleem
veranderen we niets door noodplannen op een moment dat er al twee
dagen een probleem van vervuiling is.

Als we dat probleem willen aanpakken, dan kan dat alleen op lange
termijn. Daarmee bedoel ik de volgende maatregelen en daarmee
komen we dicht in de buurt van onze bespreking aangaande de
Kyoto-normen. We kunnen overschakelen op brandstoffen die minder
fijn stof uitstoten, zoals bijvoorbeeld biodiesel. Op termijn kunnen we
de roetfilter op dieselwagens, bussen en vrachtwagens steeds meer
standaard aanbrengen. We kunnen ­ wat we vorig jaar trouwens al
gedaan hebben, vóór die crisis ­ de normen voor verbranders van
huisverwarming verstrengen, en dus de uitstoot van stof en NOx
verminderen. Als we zulke maatregelen nemen, dan kunnen we ervan
uitgaan dat de vervuiling op langere termijn wel zal dalen. Maar zelfs
al heb ik vorig jaar, vóór die crisis, een koninklijk besluit gepubliceerd
ter verstrenging van de uitstootnormen van verbranders voor
huisverwarming, dan nog zijn drie maand later niet alle verbranders in
de Belgische huizen vervangen. Ook op dat vlak zal het dus nog wel
even duren vooraleer we het effect zullen merken.
comme c'est le cas ici, pollue l'air
qu'il respire jusqu'à ce qu'il ne soit
plus respirable. Lorsqu'une crise
de cette ampleur éclate, nombreux
sont les responsables politiques
qui sont enclins à entreprendre
des actions dont ils savent
pourtant parfaitement qu'elles
n'aboutiront à rien. Personnelle-
ment, je n'ai pas cette propension.
En ce qui concerne la pollution de
janvier, qui a stagné en raison de
l'inversion de températures, nous
ne pouvions rien faire, même si
nous avions ordonné à la moitié
des automobilistes de laisser leur
voiture au garage.

Seule une approche à long terme
peut remédier au problème de la
pollution atmosphérique. Nous
songeons à cet égard à l'adoption
du diesel bio, à l'obligation
d'équiper les voitures, les bus et
les camions de filtres à suie, et à
l'instauration de normes plus
sévères pour le chauffage des
habitations. Du reste, cette
stratégie vaut aussi pour les
concentrations d'ozone en été. Je
suis toujours ouvert à de nouvelles
idées mais actuellement, nous
faisons tout ce qui est en notre
pouvoir.

Je ne connais pas les plans de
secours en vigueur dans les pays
voisins du nôtre et j'ignore les
résultats de leur évaluation.
D'ailleurs, il s'agit le plus souvent
de plans régionaux ou de plans de
secours valables pour une seule
ville; il y a peu de plans
coordonnés à l'échelle nationale.
Des mesures draconiennes
comme celles qui ont été prises en
Italie où ne sont autorisés à
circuler certains jours que les
véhicules portant une plaque
d'immatriculation au nombre pair
ou impair ne sont envisagées que
lorsque le taux de pollution est
beaucoup plus élevé que celui
constaté chez nous au mois de
janvier.
07/03/2006
CRIV 51
COM 876
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
Ik denk dus dat wij fundamenteel, continu, bezig moeten blijven met
alle bronnen van fijn stof die wij kennen te proberen te verminderen.
We doen dat. Er is een planning voor de vermindering van fijn stof,
zoals er ook een is voor de vermindering van ozonprecursoren. Die
twee planningen lopen trouwens voor een stuk samen. Maar
zomersmog heeft bijvoorbeeld niets te maken met huisverwarming,
om evidente redenen. Zomersmog kent andere bronnen, andere
oorzaken en redenen. Zonlicht en warmte komen er als belangrijke
katalysator aan te pas. We kunnen het dus proberen aan te pakken
op langere termijn en daar plannen rond maken.

In november vorig jaar heb ik trouwens, vanuit federaal niveau,
samen met Kris Peeters voor het Vlaams niveau, die beide
planningen voorgesteld, om duidelijk te maken welke zaken er bezig
zijn, ten dele uitgevoerd, ten dele nog uit te voeren, ten dele nog
perspectieven voor de verdere horizon. Maar dat is het. Dat is wat we
kunnen doen, vandaag. We kunnen dat nog uitbreiden. Ik houd me
steeds beschikbaar voor nieuwe initiatieven en nieuwe ideeën. We
proberen alles te doen wat we kunnen.

Maar bij bijna alles wat we doen, stellen we vast dat het een tijd zal
duren voordat het effect heeft. Ook als de Euro 5-norm er al zou zijn ­
wij zullen deze week in de Europese Milieuraad praten over de zo snel
mogelijke invoering en verplichting van roetfilters ­, dan zullen nog
niet alle wagens in België uitgerust zijn met bijvoorbeeld een roetfilter.

In geval van een winterse temperatuurinversie in een zeer dicht
bevolkt land, met zeer veel verkeer, zeer veel bewoning en zeer veel
industrie, dan zal het effect van de vervuiling van fijn stof onmiddellijk
veel sterker zijn dan pakweg op het Franse platteland, behalve indien
men daar last zou hebben van een bepaalde windrichting die continue
blijft.

Beschikken we over de noodplannen van andere landen, die zij
hebben geëvalueerd? We hebben daar niet rechtstreeks toegang toe.
Er is geen automatische uitwisseling van de noodplannen en zeker
niet van de evaluaties. Nogal wat lidstaten hebben gewoonweg geen
noodplannen. In een aantal landen bestaat een noodplan wel, maar
vaak beperkt het zich tot bepaalde regio's. In Italië bestaat er
bijvoorbeeld een noodplan voor de Po-regio, omdat men rond Turijn
en Milaan sterk met dat soort vervuiling wordt geconfronteerd. In
steden zoals Rome en Parijs is er ook een noodplan. Hoe dan ook
zijn er weinig nationaal gecoördineerde plannen en bijgevolg ook
weinig nationaal gecoördineerde evaluaties, die bovendien ter
beschikking zijn.

Overigens, in Italië neemt men de maatregel waarbij bij hoge
vervuilingsgraad auto's met even nummerplaten afgewisseld met
auto's met oneven nummerplaten mogen rijden, pas bij concentraties
die veel hoger liggen dan dewelke we in januari in België hebben
opgetekend. Zelfs al hadden we dergelijke maatregelen, we zouden
ze misschien niet hebben genomen in januari.

Ik wil geenszins het belang van het probleem relativeren. Maar het is
onnozel te zeggen: stop met ademen. Een mens moet nu eenmaal
ademen en op termijn zullen we plannen moeten maken, willen we
minder miserie creëren voor de ademhaling. We zijn de enige soort
die het zichzelf onmogelijk maakt om te ademen. Tegen morgen kan
CRIV 51
COM 876
07/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
ik daar alleszins niets aan doen.
01.03 Miguel Chevalier (VLD): Mijnheer de voorzitter, ik dank de
minister voor zijn uitleg. Het feit blijft dat de vervuiling bijna een
periodiek verschijnsel wordt. In de winter is er de smog en na een
paar goede dagen zal er dan weer ozonalarm worden geslagen. Dan
komen ministers met plannen aandraven, waarna de media er drie tot
vier dagen over berichten met beelden van autofiles en
astmapatiënten. Op dat moment is het natuurlijk te laat.

Ministers komen dan aan met het grote ozonplan, terwijl Vlaamse
ministers dan weer opdraven met het ademplan of moet ik zeggen het
niet-ademplan. Daar doet men niets mee. Veel beter is nu te werken
aan een werkbaar plan met afdwingbare maatregelen. Als men de
bevolking oproept om niet meer met de auto naar Brussel te rijden, is
dat zot, want iedereen doet dat toch. Vrijwillig zijn auto laten staan,
doet niemand. "Ik ben niet zot om mijn auto te laten staan, terwijl mijn
buurman wel met de auto naar Brussel rijdt", denkt iedereen.

Er moeten dus ruim op voorhand maatregelen worden afgekondigd.
Dat brengt ons natuurlijk bij de vraag hoe men een smog- of
ozonalarm inschat. Men kan dat voorspellen, maar als de wind plots
keert, is er geen smog- of ozonalarm.

Er moet vooral gecommuniceerd worden welke maatregelen in het
verleden werden geïmplementeerd en wat de resultaten ervan waren.

Ik verwijs even naar de kleine CO-brander die altijd vermeld is in het
weerbericht. Misschien moet er een vaste melding komen van de
hoeveelheid stof in de lucht.
01.03 Miguel Chevalier (VLD):
Force est de constater que les
pics de pollution en hiver et les
pics d'ozone en été sont devenus
des problèmes périodiques
récurrents et que la sonnette
d'alarme n'est tirée qu'au moment
où il est trop tard. Il serait
préférable d'établir un plan précis
comportant des mesures
contraignantes et une mise en
garde en temps utile, par exemple
par la voie de la météo.
01.04 Minister Bruno Tobback: Ik onderstreep nogmaals dat voor mij
die plannen niet belangrijk zijn. Het maakt mij niet uit dat men al of
niet naar een plan vraagt. Wat wij uiteindelijk met die plannen doen, is
op een rijtje zetten wat wij eigenlijk sowieso zullen doen.
01.04 Bruno Tobback, ministre:
Un tel plan n'est pas essentiel
pour moi.
01.05 Miguel Chevalier (VLD): (...) een jonge minister het zal
oplossen.
01.06 Minister Bruno Tobback: Nee, ik ben juist degene die altijd
zegt dat ik bepaalde problemen niet in vijf minuten kan oplossen. Dat
plan is ook maar dat plan. Wat mij interesseert zijn de maatregelen
die erin vervat staan. Wat mij interesseert is te weten of wij erin zullen
lukken de roetfilters te verplichten. Wat mij interesseert is te weten of
wij erin zullen lukken ­ en wij zijn erin gelukt ­ om de normen voor
branders te verstrengen. Dat zijn de maatregelen die erin vervat zijn
en die op lange termijn iets kunnen oplossen. Of dat nu een plan heet
of niet, interesseert mij in wezen niet, maar het is nu eenmaal zo dat
het tegenwoordig een plan moet heten. Ook Europa eist dergelijke
plannen, terecht of onterecht. Als men wil controleren of er iets
gebeurt, dan moet men dat misschien doen, dan moet men evalueren
wat de uitvoeringsgraad van die plannen is. Het laat ons ook toe ­ in
de meeste gevallen is het iets dat ver buiten de bevoegdheid van de
minister van Milieu ligt ­ om die plannen te laten goedkeuren door een
regering en om na een bepaalde tijd de bevoegde ministers te
interpelleren om de stand van zaken te kennen.

Mij interesseert het niet te weten of het een plan is, maar of de
01.06 Bruno Tobback, ministre:
Ce qui importe, ce sont les
résultats. C'est la raison pour
laquelle seule une approche à long
terme est judicieuse.
07/03/2006
CRIV 51
COM 876
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
maatregelen enig effect hebben en uitgevoerd worden. Wat mij betreft
zal ik, in de mate van het mogelijke, zo snel mogelijk al die
maatregelen uitvoeren of uitgevoerd hebben.

Inderdaad, als er smog is, staan de media daar om te zeggen dat de
auto een schande is en dat wij die allemaal zouden moeten thuislaten.
Als de brandstof 10% stijgt, staan diezelfde media daar om te zeggen
dat het een schande is dat niemand nog met de auto kan rijden. Dat is
nu eenmaal de cyclische evolutie van de seizoenen in de media, en
die loopt al dan niet synchroon met de cyclische evolutie in de politiek.
Dat is de bühne, daarachter gebeurt het werk.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Vraag van de heer Luk Van Biesen aan de minister van Leefmilieu en minister van Pensioenen over
"de waterzuivering in de Gewesten" (nr. 10179)
02 Question de M. Luk Van Biesen au ministre de l'Environnement et ministre des Pensions sur
"l'épuration de l'eau dans les Régions" (n° 10179)
02.01 Luk Van Biesen (VLD): Mijnheer de minister, ik weet dat
waterzuivering een gewestmaterie is, maar ik heb niet de mogelijkheid
om mijn vraag te stellen in het Waals Parlement, noch in het Brussels
Parlement. Daarom veroorloof ik het mij toch om u deze vraag te
stellen.

Ik schets even de problematiek. België is al herhaaldelijk veroordeeld
door Europese instanties, omdat wij onvoldoende ons water zuiveren.
Enkele Europese doelstellingen, met telkens een bijhorende deadline,
liggen ten grondslag van het huidige en toekomstige waterbeleid.

Er is, ten eerste, de zuivering van afvalwater vóór lozing, in 2005. Er
is, ten tweede, het integraal waterbeleid, waardoor de
watervoorraden, de waterbeheersing en de kwaliteit van de
leefmilieuomgeving veiliggesteld worden tegen 2015. Op Vlaams
niveau werd dat vertaald door het decreet van 18 juli 2003. De derde
grote lijn is de toepassing van het principe "de vervuiler betaalt" door
een redelijke bijdrage van de diverse watergebruiksectoren tot
terugwinning van de kosten, en dat vóór 2010.

In het Vlaams programmadecreet van 24 september 2004 werd de
verplichting opgenomen voor de drinkwatermaatschappijen om in te
staan voor de sanering van het afval- en regenwater. Dat brengt met
zich dat vanaf 1 januari de drinkwatermaatschappijen verplicht zijn om
zelf te zorgen voor de sanering van het drinkwater, dat zij verdelen.
Sanering staat daarbij voor inzameling, transport en zuivering, en dat
op gemeentelijk en bovengemeentelijk vlak.

Aan de verbruikers werd daarnaast een bijdrage gevraagd van 0,66
euro per kubieke meter voor de gemeentelijke sanering en daarnaast
nog eens hetzelfde bedrag voor de bovengemeentelijke sanering. Dat
heeft als gevolg dat de drinkwaterfactuur voor de Vlaamse inwoners
dit jaar gemiddeld gestegen is met ongeveer 30%. De Vlamingen
betalen dus duidelijk hun deel om bij te dragen tot de Europese
verplichting de zuivering van ons water te verbeteren.

Daarnaast is het duidelijk dat de Vlaamse overheid met het decreet
evenals de vroegere verplichting voor de gemeenten om gescheiden
02.01 Luk Van Biesen (VLD):
Les instances européennes ont
déjà condamné la Belgique à
plusieurs reprises en raison de ses
manquements en matière de
traitement des eaux usées. La
politique de l'eau repose sur des
objectifs européens. Le décret-
programme flamand du 24
septembre 2004 stipule que les
sociétés de distribution d'eau
potable sont responsables de
l'assainissement communal et
supracommunal des eaux usées
et des eaux de pluie. A partir du
1
er
janvier, elles doivent collecter,
transporter et traiter elles-mêmes
les eaux qu'elles distribuent. Les
consommateurs doivent, en plus,
payer deux fois 0,66 euro par
mètre cube. Ces mesures ont
entraîné une augmentation
moyenne de 30% du prix de l'eau
potable en Flandre. L'ancienne
obligation imposée aux communes
d'installer des égouts distincts
prouve que les autorités
flamandes font d'importants efforts
pour satisfaire aux obligations
européennes.

Les autres régions font-elles, elles
aussi des efforts? Dans
l'affirmative, quels sont ces
efforts?
CRIV 51
COM 876
07/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
rioleringstelsels aan te leggen, zware inspanningen levert om
tegemoet te komen aan de verplichting door de Europese instanties.

Mijnheer de minister, bestaan die inspanningen alleen in Vlaanderen
op die manier?

Hebt u er als federaal minister weet van de inspanningen terzake in
de andere gewesten van ons land?
02.02 Minister Bruno Tobback: Ik heb daarnet, buiten de
vergaderzaal, al uitgelegd dat dit een moeilijke vraag is om aan een
federaal minister te stellen in die zin dat de bevoegdheid voor
waterzuivering en toepassing van de kaderrichtlijn Water exclusief ligt
bij de Gewesten.

Ik beschik dus niet over een controle-instrument om na te gaan wat
en hoe zij het doen en heb helemaal geen mogelijkheid om te
interveniëren om te zeggen wat zij wel en niet mogen of moeten doen.
Ik kan er wel het mijne van denken, en ik denk dat ook, maar ik moet
er mij voor hoeden hier, in deze commissie of in dit Parlement, mijn
commentaar te geven. Het zou immers een vrij gratuite commentaar
zijn. Het is niet mijn verantwoordelijkheid en ik heb geen enkele
mogelijkheid om in te grijpen.

Ik heb voor u wel, ter informatie, de stand van zaken inzake de
omzetting van de kaderrichtlijn Water, de stand van zaken van de
zuivering van stedelijk afvalwater in het Waals Gewest en het
Brussels Gewest. Daaruit blijkt dat men minstens bezig is. Ik zal u dit
meegeven ter informatie, maar meer dan ter informatie is het
uiteraard niet.
02.02 Bruno Tobback, ministre:
En tant que ministre fédéral, je ne
suis pas en mesure de répondre à
la question, étant donné que
l'épuration des eaux et
l'application de la directive-cadre
Eau relèvent exclusivement des
compétences des Régions. Je ne
dispose
dès lors d'aucun
instrument de contrôle et je ne
peux donner aucune instruction. À
titre purement informatif, je
transmets néanmoins à M. Van
Biesen un rapport écrit sur l'état
d'avancement de la transposition
de la directive-cadre Eau et sur
l'épuration des eaux urbaines
résiduaires dans les Régions
wallonne et bruxelloise. M. Van
Biesen pourra ainsi se rendre
compte que le dossier n'est pas
aux oubliettes.
02.03 Luk Van Biesen (VLD): Ik dank de minister voor zijn
antwoord.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 16.25 uur.
La réunion publique de commission est levée à 16.25 heures.