CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 874
CRIV 51 COM 874
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DES
A
FFAIRES SOCIALES
C
OMMISSIE VOOR DE
S
OCIALE
Z
AKEN
mardi
dinsdag
07-03-2006
07-03-2006
Matin
Voormiddag
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE






























cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders ­ Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu inté-
gral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit des
interventions ; les annexes se trouvent dans une brochure
séparée (PLEN: couverture blanche; COM: couverture
saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken; de
bijlagen zijn in een aparte brochure opgenomen
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
Plenum
COM
réunion de commission
COM
Commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 874
07/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i

SOMMAIRE
INHOUD
Question de Mme Danielle Van Lombeek-Jacobs
au ministre de la Fonction publique, de
l'Intégration sociale, de la Politique des grandes
villes et de l'Égalité des chances sur "la
discrimination à l'embauche en fonction du genre
masculin ou féminin" (n° 10251)
1
Vraag van mevrouw Danielle Van Lombeek-
Jacobs aan de minister van Ambtenarenzaken,
Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid
en Gelijke Kansen over "discriminatie bij
indienstnemingen op grond van het geslacht"
(nr. 10251)
1
Orateurs: Danielle Van Lombeek-Jacobs,
Christian Dupont
, ministre de la Fonction
publique, de l'Intégration sociale, de la
Politique des grandes villes, de l'Égalité des
chances
Sprekers: Danielle Van Lombeek-Jacobs,
Christian Dupont
, minister van
Ambtenarenzaken, Maatschappelijke
Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke
Kansen
Question de Mme Danielle Van Lombeek-Jacobs
au ministre de la Fonction publique, de
l'Intégration sociale, de la Politique des grandes
villes et de l'Égalité des chances sur "la
problématique des femmes en milieu rural"
(n° 10252)
3
Vraag van mevrouw Danielle Van Lombeek-
Jacobs aan de minister van Ambtenarenzaken,
Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid
en Gelijke Kansen over "de problematiek van de
vrouw op het platteland" (nr. 10252)
3
Orateurs: Danielle Van Lombeek-Jacobs,
Christian Dupont
, ministre de la Fonction
publique, de l'Intégration sociale, de la
Politique des grandes villes, de l'Égalité des
chances
Sprekers: Danielle Van Lombeek-Jacobs,
Christian Dupont
, minister van
Ambtenarenzaken, Maatschappelijke
Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke
Kansen
Question de Mme Annelies Storms au ministre de
la Fonction publique, de l'Intégration sociale, de la
Politique des grandes villes et de l'Égalité des
chances sur "l'exécution du Plan d'action 2005-
2007 pour valoriser la diversité" (n° 10447)
5
Vraag van mevrouw Annelies Storms aan de
minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke
Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
over "de uitvoering van het Actieplan 2005-2007
voor het bevorderen van de diversiteit" (nr. 10447)
5
Orateurs:
Annelies Storms, Christian
Dupont, ministre de la Fonction publique, de
l'Intégration sociale, de la Politique des
grandes villes, de l'Égalité des chances
Sprekers:
Annelies Storms, Christian
Dupont, minister van Ambtenarenzaken,
Maatschappelijke
Integratie,
Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
Question de Mme Muriel Gerkens au ministre de
l'Emploi sur "la possibilité pour un chômeur
d'exercer un mandat non rémunéré au sein d'une
ASBL" (n° 10551)
8
Vraag van mevrouw Muriel Gerkens aan de
minister van Werk over "de mogelijkheid voor een
werkloze om een niet-bezoldigd mandaat bij een
VZW uit te oefenen" (nr. 10551)
8
Orateurs:
Muriel Gerkens, Peter
Vanvelthoven, ministre de l'Emploi
Sprekers:
Muriel Gerkens, Peter
Vanvelthoven, minister van Werk
Question de Mme Annemie Turtelboom au
ministre de l'Emploi sur "l'activation des
demandeurs d'emploi" (n° 10562)
10
Vraag van mevrouw Annemie Turtelboom aan de
minister van Werk over "de activering van
werkzoekenden" (nr. 10562)
10
Orateurs: Annemie Turtelboom, Peter
Vanvelthoven
, ministre de l'Emploi
Sprekers: Annemie Turtelboom, Peter
Vanvelthoven
, minister van Werk
Questions jointes de
13
Samengevoegde vragen van
13
- Mme Annemie Turtelboom au ministre de
l'Emploi sur "l'inspection renforcée à la suite de la
libre circulation des travailleurs" (n° 10589)
13
- mevrouw Annemie Turtelboom aan de minister
van Werk over "de verscherpte inspectie naar
aanleiding van het vrij verkeer van werknemers"
(nr. 10589)
13
- Mme Greta D'hondt au ministre de l'Emploi sur
"la responsabilité et les inspections concernant la
main-d'oeuvre étrangère" (n° 10650)
13
- mevrouw Greta D'hondt aan de minister van
Werk over "de aansprakelijkheid en de inspecties
in verband met buitenlandse arbeidskrachten"
(nr. 10650)
13
Orateurs: Annemie Turtelboom, Greta
D'hondt, Peter Vanvelthoven
, ministre de
l'Emploi
Sprekers: Annemie Turtelboom, Greta
D'hondt, Peter Vanvelthoven
, minister van
Werk
07/03/2006
CRIV 51
COM 874
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
Question de Mme Annemie Turtelboom au
ministre de l'Emploi sur "la compétence finale
pour déterminer qui peut bénéficier du statut de
contractuel subventionné" (n° 10588)
19
Vraag van mevrouw Annemie Turtelboom aan de
minister van Werk over "de eindbevoegdheid om
te bepalen wie in aanmerking komt voor het
Geco-statuut" (nr. 10588)
19
Orateurs: Annemie Turtelboom, Peter
Vanvelthoven
, ministre de l'Emploi
Sprekers: Annemie Turtelboom, Peter
Vanvelthoven
, minister van Werk
Questions jointes de
20
Samengevoegde vragen van
20
- Mme Annemie Turtelboom au ministre de
l'Emploi sur "la libre circulation des travailleurs"
(n° 10590)
20
- mevrouw Annemie Turtelboom aan de minister
van Werk over "het vrij verkeer van werknemers"
(nr. 10590)
20
- Mme Annemie Turtelboom au ministre de
l'Emploi sur "l'intention d'instaurer la
responsabilité solidaire de l'entrepreneur principal
ou du maître de l'ouvrage concernant le respect
des conditions de travail et de rémunération des
travailleurs étrangers mis à disposition"
(n° 10592)
20
- mevrouw Annemie Turtelboom aan de minister
van Werk over "het voornemen om de hoofdelijke
aansprakelijkheid voor hoofdaannemers of
opdrachtgevers in te voeren inzake de naleving
van loon- en arbeidsvoorwaarden van ter
beschikking gestelde buitenlandse werknemers"
(nr. 10592)
20
- Mme Annemie Turtelboom au ministre de
l'Emploi sur "l'intention d'accorder le droit d'ester
en justice aux travailleurs et aux organisations de
travailleurs étrangers" (n° 10593)
20
- mevrouw Annemie Turtelboom aan de minister
van Werk over "het voornemen om het
vorderingsrecht in te stellen voor buitenlandse
werknemers en werknemersorganisaties"
(nr. 10593)
20
- de Mme Greta D'hondt au ministre de l'Emploi
sur "l'emploi de travailleurs étrangers" (n° 10633)
21
- mevrouw Greta D'hondt aan de minister van
Werk over "de tewerkstelling van buitenlandse
arbeidskrachten" (nr. 10633)
20
Orateurs: Annemie Turtelboom, Greta
D'hondt, Peter Vanvelthoven
, ministre de
l'Emploi
Sprekers: Annemie Turtelboom, Greta
D'hondt, Peter Vanvelthoven
, minister van
Werk
Question de Mme Greta D'hondt au ministre de
l'Emploi sur "le remboursement des chèques ALE
dans le cadre du régime des pensions" (n° 10632)
31
Vraag van mevrouw Greta D'hondt aan de
minister van Werk over "de terugbetaling van
PWA-cheques in het kader van de
pensioenregeling" (nr. 10632)
31
Orateurs:
Greta D'hondt, Peter
Vanvelthoven, ministre de l'Emploi
Sprekers:
Greta D'hondt, Peter
Vanvelthoven, minister van Werk
Question de Mme Annemie Turtelboom au
ministre de l'Emploi sur "l'actualisation de la
notion d''offre d'emploi appropriée'" (n° 10656)
32
Vraag van mevrouw Annemie Turtelboom aan de
minister van Werk over "de actualisering van het
begrip 'passend jobaanbod'" (nr. 10656)
32
Orateurs: Annemie Turtelboom, Peter
Vanvelthoven
, ministre de l'Emploi
Sprekers: Annemie Turtelboom, Peter
Vanvelthoven
, minister van Werk
Question de Mme Zoé Genot au ministre de
l'Emploi sur "la réforme des compléments
chômage des travailleurs à temps partiel"
(n° 10663)
34
Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de minister
van Werk over "de hervorming van de
aanvullende werkloosheidsuitkeringen van
werknemers die deeltijds werken" (nr. 10663)
34
Orateurs: Zoé Genot, Peter Vanvelthoven,
ministre de l'Emploi
Sprekers: Zoé Genot, Peter Vanvelthoven,
minister van Werk
Question de Mme Zoé Genot au ministre de
l'Emploi sur "les effets pervers du plan Activa"
(n° 10664)
36
Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de minister
van Werk over "de averechtse uitwerking van het
Activaplan" (nr. 10664)
36
Orateurs: Zoé Genot, Peter Vanvelthoven,
ministre de l'Emploi
Sprekers: Zoé Genot, Peter Vanvelthoven,
minister van Werk
Question de Mme Greta D'hondt au ministre de
l'Emploi sur "le budget et la création d'emplois par
le biais de titres-services" (n° 10669)
38
Vraag van mevrouw Greta D'hondt aan de
minister van Werk over "de begroting en de
jobcreatie door dienstencheques" (nr. 10669)
38
Orateurs:
Greta D'hondt, Peter
Vanvelthoven, ministre de l'Emploi
Sprekers:
Greta D'hondt, Peter
Vanvelthoven, minister van Werk
CRIV 51
COM 874
07/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DES AFFAIRES
SOCIALES
COMMISSIE VOOR DE SOCIALE
ZAKEN
du
MARDI
7
MARS
2006
Matin
______
van
DINSDAG
7
MAART
2006
Voormiddag
______

De vergadering wordt geopend om 10.19 uur door de heer Hans Bonte, voorzitter.
La séance est ouverte à 10.19 heures par M. Hans Bonte, président.
01 Question de Mme Danielle Van Lombeek-Jacobs au ministre de la Fonction publique, de
l'Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l'Égalité des chances sur "la
discrimination à l'embauche en fonction du genre masculin ou féminin" (n° 10251)
01 Vraag van mevrouw Danielle Van Lombeek-Jacobs aan de minister van Ambtenarenzaken,
Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen over "discriminatie bij
indienstnemingen op grond van het geslacht" (nr. 10251)
01.01 Danielle Van Lombeek-Jacobs (PS): Monsieur le président,
monsieur le ministre, dans le cadre de la promotion de l'égalité entre
les hommes et les femmes sur le marché du travail, un programme
de recherche et de formation, le projet EVA, a été mis en place par
l'Institut pour l'égalité des femmes et des hommes en collaboration
avec les partenaires sociaux. Ce projet vise à sensibiliser aux effets
inégalitaires des définitions de fonctions dans les secteurs
professionnels.

Dans certains secteurs professionnels, des emplois sont
traditionnellement dévolus au genre féminin ou au genre masculin. Si
les raisons qui expliquent ce phénomène sont essentiellement d'ordre
culturel, il n'en demeure pas moins qu'il existe aussi dans ces
secteurs une forme de discrimination à l'embauche basée sur des
préjugés de savoir-faire liés au genre féminin ou masculin du candidat
à l'emploi. Ainsi, par exemple, une femme diplômée en informatique
et un homme détenteur d'une qualification d'aide ménager n'auront
pas nécessairement les mêmes chances d'embauche par rapport à
leur homologue de l'autre sexe.

Monsieur le ministre, cet aspect est-il abordé dans le projet EVA?
01.01 Danielle Van Lombeek-
Jacobs (PS): In samenwerking
met de sociale partners heeft het
Instituut voor de gelijkheid van
vrouwen en mannen een
onderzoeks- en
opleidingsprogramma (het EVA-
project) opgezet om de mensen te
sensibiliseren voor het effect van
de functieclassificatiesystemen die
in het beroepsleven gehanteerd
worden, en die genderongelijkheid
in de hand werken.

Sommige beroepen zijn
traditioneel mannenberoepen,
andere worden traditioneel veeleer
door vrouwen uitgeoefend. Dit is
vaak cultureel bepaald, maar
soms is er ook sprake van
discriminatie op de arbeidsmarkt
op basis van gendergebonden
vooroordelen over de "knowhow"
van de mannelijke of vrouwelijke
kandidaat. Wordt dat aspect aan
de orde gesteld in het EVA-
project?
01.02 Christian Dupont, ministre: Monsieur le président, je remercie
Mme Van Lombeek-Jacobs pour sa question d'actualité en cette veille
de la Journée mondiale des femmes.

Les inégalités et les discriminations que peuvent rencontrer les
01.02 Minister Christian Dupont:
Dit is een zeer actuele vraag -
morgen is het immers
internationale vrouwendag.
07/03/2006
CRIV 51
COM 874
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
femmes au cours de leur carrière professionnelle sont nombreuses et
le plus souvent indirectes. Elles se manifestent dans la comparaison
entre les salaires moyens; hier une étude d'Eurostat disait que la
différence en Europe était de 15%, en Belgique de 6% ­ ce qui est
plutôt une bonne nouvelle. Elles se manifestent aussi dans l'accès à
des promotions, par l'ambiance parfois machiste dans l'entreprise et
l'absence de dispositif leur permettant de mener de front leur carrière
professionnelle et une vie de famille épanouie. Ce sont des
discriminations que l'on veut faire disparaître. Aujourd'hui, une
centaine d'hommes qui, nous l'espérons, comptent dans la vie de ce
pays, vont signer une charte pour s'engager à oeuvrer à faire
disparaître ces discriminations.

Le programme EVA dont vous parlez vise la discrimination salariale,
produit indirect de classifications de fonctions défavorables aux
femmes. Conduit par l'Institut pour l'égalité des femmes et des
hommes avec l'appui des partenaires sociaux, il comprend une série
d'études permettant l'actualisation de ces grilles et la neutralisation
des facteurs discriminatoires envers les femmes.

Dans ce cadre, une série de formations ont été organisées à
destination des responsables de la valorisation des fonctions et de la
fixation du niveau de salaire au sein des entreprises.

Cet outil devrait leur permettre de clarifier le fonctionnement des
systèmes de valorisation et de classification des fonctions, d'identifier
les pièges concernant l'égalité des chances et d'indiquer la démarche
pratique la plus adéquate lors de la mise en place d'une classification
afin de garantir un salaire égal pour un travail d'une valeur égale.

Vous avez raison de dire que les descriptions des fonctions et le choix
des titres de fonctions ne sont nullement neutres sur le plan du genre
et interviennent très certainement dans l'orientation des carrières.
Cela a même été le cas dans certaines annonces de la Fonction
publique où l'on demandait des hommes de terrain, des pionniers,
des aventuriers, etc. Il ne s'agit pas là d'une description de fonctions
forcément féminines. En fait, on recrutait des managers.

La formulation neutre orientée d'une annonce de vacance d'emploi
suscite ou freine les candidatures féminines. Soyons clairs, la mention
"l'entreprise X souhaite engager un ingénieur H/F. Il sera responsable
de l'étude de (...)" n'est pas vraiment de nature à inciter les femmes à
introduire leur candidature.

Nombre de titres demeurent typiquement masculins ou féminins et
force est de constater que la seule mention légale H/F a un effet
limité.

Certaines entreprises promeuvent de bonnes pratiques en la matière
en complétant, par exemple, la petite annonce avec la mention "les
candidates féminines sont invitées expressément à postuler".

Toutefois, reconnaissons que la ségrégation professionnelle, c'est-à-
dire le degré d'ouverture ou de fermeture de certaines professions ou
fonctions aux femmes ou aux hommes, est avant tout un problème
d'éducation et de formation.

C'est à l'école et dans le secteur de l'insertion que des efforts doivent
Vrouwen kunnen tijdens hun
loopbaan vaak en dikwijls
onrechtstreeks het slachtoffer
worden van ongelijke behandeling
en discriminatie. Het EVA-project
wil loondiscriminatie bestrijden via
een aantal studies, die in een
actualisering van de
functieclassificaties moeten
uitmonden en die de factoren die
een discriminatie ten aanzien van
vrouwen kunnen inhouden,
moeten wegwerken. Er werden
ook opleidingen georganiseerd,
met een drievoudig doel. De
verantwoordelijke personen in de
bedrijven moeten over de nodige
instrumenten beschikken om te
verduidelijken hoe de systemen
om de functies te waarderen en
om een functieclassificatie op te
stellen, precies functioneren. Ze
moeten ook kunnen nagaan welke
valkuilen inzake gelijke kansen in
het bedrijf bestaan. Tot slot leren
ze ook hoe een functieclassificatie
het best kan worden opgesteld om
ervoor te zorgen dat voor gelijk
werk ook een gelijk loon wordt
betaald.
Het klopt dat
functieomschrijvingen en
­
classificaties niet sekseneutraal
zijn en een rol spelen in de
loopbaanontwikkeling, maar
segregatie in het beroepsleven is
bovenal een
kwestie van
opvoeding en opleiding. De Franse
en de Vlaamse Gemeenschap
hebben een plan uitgewerkt ter
bevordering van gelijke kansen,
waarmee onder mee beoogd
wordt komaf te maken met
dergelijke stereotypen.

Het openbaar ambt heeft een
voorbeeldfunctie inzake gelijke
behandeling. In dat verband heb ik
bijvoorbeeld Selor gevraagd erop
toe te zien dat er sekseneutrale
functieomschrijvingen gehanteerd
worden en dat er met gemengde
jury's gewerkt wordt. Er is echter
nog veel werk aan de winkel.
Naast het EVA-project dat wordt
voortgezet en weldra zal
CRIV 51
COM 874
07/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
être accomplis pour casser les stéréotypes qui pré-orientent
arbitrairement les filles et les garçons vers certaines filières et les en
détournent d'autres. La Communauté française et la Communauté
flamande ont chacune mis en place un plan de promotion de l'égalité
des chances qui intègre cet objectif.

Je vous invite, si vous ne l'avez pas fait, à vérifier sur le site de
l'Institut pour l'égalité des femmes et des hommes la liste des
90 mesures qui concernent la lutte contre la violence féminine. Parmi
celles-là, nous trouvons des mesures de sensibilisation des jeunes
dans les écoles, à travers divers projets, à la lutte contre les
stéréotypes, au problème des sélections précoces envers certaines
filières dont on sait qu'il existe: il y a 55% des femmes diplômées
universitaires mais seulement 30% dans les filières scientifiques. Il
reste donc un travail à réaliser dans le milieu scolaire et il me semble
qu'il soit déjà entamé dans les Communautés.

La Fonction publique peut et doit avoir une action exemplaire dans ce
domaine et appliquer l'égalité de traitement pour tous les postes de
responsabilité. J'ai demandé au Selor de faire vérifier chacune de ses
épreuves afin d'observer si elles étaient "gender neutral".

Cela fut déjà effectué pour les fonctions de management. Il a été
vérifié que les jurys soient un peu plus mixtes qu'ils ne l'étaient: on ne
parvient pas à la parité 50-50 entre les hommes et les femmes pour
des raisons organisationnelles, car il s'agit de jurys assez lourds à
mettre en place, mais il est exigé au moins 1/3 de femmes, et c'est
déjà parfois mieux.

J'ai invité les hauts fonctionnaires féminins à poser leur candidature à
une fonction de management en leur écrivant personnellement et en
leur demandant de s'inscrire. Ma démarche a eu un certain écho qui a
engendré un certain succès, mais il reste du travail à effectuer.

Le projet EVA continue. Il a l'avantage d'être mené conjointement
avec les partenaires sociaux. On l'évaluera très prochainement.

Pour le reste, une panoplie d'actions devront être menées au niveau
de la sensibilisation et de la formation en vue de faire disparaître les
discriminations. Mais c'est aussi affaire de conciliation de vie privée,
vie familiale, vie professionnelle; le partage des tâches, l'éducation
des enfants notamment, la disponibilité des crèches, etc. Bref, c'est
tout un ensemble complexe qui permet de répondre à la
préoccupation légitime que vous exprimez.
geëvalueerd worden, zullen we
nog andere sensibiliserings- en
opleidingscampagnes op poten
moeten zetten om de bestaande
discriminaties uit de wereld te
helpen. Maar om aan uw
gewettigde verzuchting tegemoet
te komen zullen we ook met
andere factoren moeten rekening
houden, in het bijzonder met de
combinatie van werk en privé-
leven.

01.03 Danielle Van Lombeek-Jacobs (PS): Monsieur le président,
je remercie M. le ministre pour cette réponse bien étoffée. Le travail
continue donc!
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
02 Question de Mme Danielle Van Lombeek-Jacobs au ministre de la Fonction publique, de
l'Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l'Égalité des chances sur "la
problématique des femmes en milieu rural" (n° 10252)
02 Vraag van mevrouw Danielle Van Lombeek-Jacobs aan de minister van Ambtenarenzaken,
Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen over "de problematiek van de
vrouw op het platteland" (nr. 10252)
07/03/2006
CRIV 51
COM 874
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
02.01 Danielle Van Lombeek-Jacobs (PS): Monsieur le président,
monsieur le ministre, suite au séminaire consacré à la problématique
"femmes et villes" qui a eu lieu au printemps 2005, des initiatives
originales ont été instaurées en milieu urbain. Parmi ces initiatives, qui
avaient pour but de sortir les femmes de leur isolement et de faire en
sorte qu'elles puissent se "réapproprier" leur milieu de vie, on peut
mentionner, par exemple, les "marches exploratoires" ou encore la
prise en compte du vécu par les femmes des formes d'urbanisation et
d'équipement des villes.

Si la situation des femmes dans les grandes villes soulève un certain
nombre de questions et de réponses appropriées, celle des femmes
en milieu rural mérite également une attention particulière.

En milieu rural, les femmes sont confrontées à des problèmes de
nature différente. Si le sentiment d'insécurité y est moindre, le
manque de mobilité, la difficulté d'accès aux services et la dispersion
des administrations sont quelques exemples des difficultés
auxquelles elles doivent faire face dans leur vie quotidienne.

Ne serait-il pas opportun d'envisager un séminaire "femmes en milieu
rural" afin de créer un espace de réflexion autour de cette
problématique particulière? De la même manière que le séminaire
"femmes et villes" a généré un certain nombre d'initiatives locales,
une réflexion sur la situation des femmes en milieu rural pourrait
compléter cet aspect de la politique de l'égalité entre les hommes et
les femmes.
02.01 Danielle Van Lombeek-
Jacobs (PS): Naar aanleiding van
een seminarie dat in de lente van
2005 plaatsvond rond het thema «
Vrouwen en steden », werden een
aantal originele initiatieven
opgezet om de vrouwen uit hun
isolement te halen en hen te
helpen opnieuw vertrouwd te
worden met hun leefomgeving.

Op het platteland worden de
vrouwen ook met problemen, zij
het van een andere aard,
geconfronteerd: gebrek aan
mobiliteit, moeilijk bereikbare
diensten en administraties, enz. Is
het niet aangewezen een
seminarie met als thema "vrouwen
op het platteland" te organiseren?
Tijdens dat seminarie zou in het
kader van het gelijke kansenbeleid
tussen man en vrouw over die
problematiek kunnen worden
nagedacht. Het zou eveneens tot
het nemen van nuttige initiatieven
kunnen leiden.
02.02 Christian Dupont, ministre: Monsieur le président, madame
Van Lombeek-Jacobs, je tiens à vous rassurer: il n'entre nullement
dans mes intentions d'oublier le milieu rural que je connais bien
puisque j'y vis. Je sais que ce milieu est confronté à un certain
nombre de problèmes particuliers.

En organisant une journée de réflexion consacrée à la situation des
femmes en ville, c'est surtout en ma qualité de titulaire de la Politique
des grandes villes que j'ai souhaité agir. Dans ce cadre, je coordonne
une action globale pour améliorer la vie quotidienne des habitants des
quartiers défavorisés de nos grandes villes. Or, les rapports sont
unanimes - vous le savez - pour dire que la précarité urbaine touche
plus encore les femmes que les hommes, aussi en raison de
problèmes de mobilité.

La mobilité est d'ailleurs un problème qui touche considérablement
les personnes vivant dans la précarité. En effet, à l'observation de leur
cheminement de vie, une des constantes est la lenteur de leurs
déplacements et le temps que prend toute démarche. Notre monde
pénalise le citoyen démuni de véhicule personnel. C'est une
problématique à laquelle il convient de réfléchir.

Au-delà de cette approche urbaine, les "marches exploratoires" dans
la plupart de nos communes rurales ­ souvent devenues rurbaines
plutôt que purement rurales ­ ne sont pas sans intérêt: certains lieux
de nos villages ne présentent pas une image d'endroits sécurisés et il
vaudrait peut-être la peine d'organiser des "marches exploratoires" à
leur sujet.
02.02 Minister Christian Dupont:
Ik ben met het platteland
vertrouwd omdat ik op de buiten
woon.

Ik coördineer een algemene
campagne die erop gericht is de
leefomstandigheden van de
inwoners van achtergestelde
wijken in onze grootsteden te
verbeteren. Meer nog dan de
mannen zijn de vrouwen daar het
slachtoffer van de
bestaansonzekerheid.
Vooral maatschappelijk zwakkeren
zijn minder mobiel.

We mogen onze initiatieven
inderdaad niet beperken tot de
verstedelijkte gebieden; zo zijn er
bijvoorbeeld talrijke plekken in
onze dorpen die geen al te veilige
aanblik bieden. Wellicht is het de
moeite waard om ook dat
onderwerp verder uit te diepen.
Het spreekt voor zich dat als een
specifieke actie op poten wordt
gezet om het probleem van
CRIV 51
COM 874
07/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
Il est clair que si une manifestation particulière devait être consacrée
à la problématique de la vie des femmes en milieu rural, je ne
manquerais pas de la soutenir. Par ailleurs, nous avons besoin d'une
action globale qui prend en compte toutes les dimensions du genre,
comme je le disais dans ma réponse précédente. Si une initiative
devait émaner de l'une ou l'autre association souhaitant organiser ce
type de projet en milieu rural, elle aurait mon entier soutien.

Un dernier mot sur les coordinatrices provinciales: elles coordonnent
la lutte contre la violence féminine notamment et travaillent forcément
parfois en milieu rural, de manière décentralisée. Elles approchent
divers phénomènes typiquement ruraux.

La question me paraît donc intéressante car elle force à une certaine
réflexion. Merci de me l'avoir posée.
vrouwen in landelijke gebieden
onder de aandacht te brengen, ik
die onverdeeld zal steunen.
Ten slotte behandelen de
provinciale coördinatrices
verscheidene problemen die
typisch zijn voor landelijke
gebieden.
02.03 Danielle Van Lombeek-Jacobs (PS): Monsieur le président,
je remercie également le ministre pour sa réponse.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van mevrouw Annelies Storms aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke
Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen over "de uitvoering van het Actieplan 2005-2007 voor
het bevorderen van de diversiteit" (nr. 10447)
03 Question de Mme Annelies Storms au ministre de la Fonction publique, de l'Intégration sociale, de
la Politique des grandes villes et de l'Égalité des chances sur "l'exécution du Plan d'action 2005-2007
pour valoriser la diversité" (n° 10447)
03.01 Annelies Storms (sp.a-spirit): Mijnheer de minister, ongeveer
een jaar geleden hebt u een actieplan gelanceerd voor meer
diversiteit bij de overheid. Het betreft een actieplan met 80
maatregelen om in de toekomst meer gehandicapten en meer
allochtonen bij de overheid aan het werk te krijgen. Het actieplan
heeft ook aandacht voor de positie van de vrouw binnen de overheid.

Wij zijn nu een jaar verder. Diversiteit in de tewerkstelling is een heel
belangrijk thema. Politici vragen dat bedrijven een divers
personeelsbeleid zouden voeren. Voor de ambtenarij is er een plan
opgemaakt. Ik vraag mij af wat de stand van zaken is in verband met
de uitvoering van het actieplan.

Ik heb ook nog een aantal meer specifieke vragen over het actieplan.

U hebt een jaar geleden gezegd dat u, vóór de vaststelling van
eventuele streefcijfers door de overheid, wilt werken aan een vrijwillig
registratiesysteem voor mensen van buitenlandse afkomst. Ik vraag
mij af hoever het staat met de invoering van een dergelijk vrijwillig
registratiesysteem. Hebt u bijvoorbeeld reeds kunnen praten met
mensen van de vakbond en academici over de uitwerking van zo'n
registratiesysteem?

Hebt u al een indicatie van de kostprijs van de uitvoering van een
dergelijk systeem?

Hebt u enig idee ervan wanneer het systeem eventueel ingevoerd zou
kunnen worden?
03.01 Annelies Storms (sp.a-
spirit): Il y a environ un an, le
ministre Dupont a lancé un plan
d'action comprenant quatre-vingts
mesures visant à accroître la
diversité dans la fonction publique
en favorisant le recrutement
d'allochtones et de handicapés. Le
plan vise également à accorder
une attention accrue à la place de
la femme dans la fonction
publique.

Quel est l'état d'avancement de ce
plan? Où en est la mise en oeuvre
d'un système d'enregistrement
volontaire pour les personnes
d'origine étrangère? Le groupe de
travail chargé de s'assurer de la
publication transparente des
fonctions contractuelles dans la
Fonction publique a-t-il déjà été
créé? Le point de contact chargé
de diffuser des informations et de
rassembler les plaintes en matière
d'égalité des chances au sein de
l'administration publique a-t-il déjà
été créé? Quand paraîtra le
premier rapport annuel relatif aux
07/03/2006
CRIV 51
COM 874
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
Het actieplan voorzag ook in de oprichting van een werkgroep die
moet nagaan hoe op een transparante wijze contractuele functies in
de overheidsdiensten bekendgemaakt kunnen worden. Werd de
werkgroep al opgericht? Zijn er al bijeenkomsten geweest? Heeft het
al iets opgeleverd? Zijn er al concrete resultaten? Worden de
vacatures bij de overheid ook al bekendgemaakt via een netwerk van
verenigingen die actief zijn in de allochtone gemeenschap of die
werken met personen met een handicap?

Het actieplan vermeldt voorts ook een contactpunt waar personeel
terechtkan voor informatie over gelijke kansen of met klachten. Wat is
de stand van zaken? Werd het contactpunt al ingesteld? Zijn er al
vragen en klachten binnengekomen? Hoeveel? Welk gevolg werd
daaraan gegeven?

Het actieplan vermeldt ten slotte ook dat er een jaarverslag van de
verwezenlijkingen en de ondervonden moeilijkheden bij de uitvoering
van het actieplan opgesteld zal worden. Wanneer komt het eerste
verslag er? Welke zijn de belangrijkste aandachtspunten in het
jaarverslag?
effets du plan d'action?

03.02 Minister Christian Dupont: Mijnheer de voorzitter, zoals u hebt
aangehaald, werd het plan ten gunste van de diversiteit in de
overheidsdiensten gelanceerd in februari 2005. Het stelde 80 acties
voor die moeten worden verwezenlijkt in 3 jaar. Tijdens het eerste jaar
werd enerzijds de cel Diversiteit opgericht binnen de overheidsdienst
Personeel en Organisatie en anderzijds een netwerk van
verantwoordelijken inzake diversiteit binnen de verscheidene FOD's.
Het is een netwerk van mensen die specifiek moeten zorgen voor de
diversiteit in al onze FOD's.

Verscheidene maatregelen werden reeds geconcretiseerd,
bijvoorbeeld de oprichting van een procedure voor de aanpassing van
de selectieprocedures voor personen met een handicap, de
mogelijkheid voor personen met een handicap om te worden
opgenomen op een prioritaire lijst hetgeen hun aanwerving zal
vergemakkelijken, de ontwikkeling van opleidingen inzake diversiteit
en interculturaliteit voor de ambtenaren om ervoor te zorgen dat
mensen van buitenlandse oorsprong toch goed worden opgenomen in
de diensten door hun komst in zekere zin voor te bereiden, de
uitvoering van een studie over de genderneutraliteit in de
selectieprocedures van de topmanagers en de aanpassingen die zijn
aangebracht aan de procedures en tests. Aan Selor werd eveneens
gevraagd al hun tests te onderwerpen aan dezelfde studie inzake
genderneutraliteit. Deze studie is nog in uitvoering.

Ik heb de cel Diversiteit verzocht een balans op te maken van de
voortgang van verscheidene acties, halverwege de uitvoering ervan.
Deze balans zal beschikbaar zijn in april van dit jaar.

Over de vraag van de streefcijfers en de registratie van personen van
vreemde origine heb ik het reeds enkele keren kunnen hebben. Dit is
en blijft een delicate kwestie. De conclusies van de debatten van de
interculturele dialoog hebben geen uitsluitsel geboden over de vraag
op welke manier etnische statistieken moeten worden opgesteld. De
contacten worden onderhouden en discussies worden nog steeds
gevoerd in verscheidene kringen zoals bijvoorbeeld het Centrum voor
de Gelijkheid van Kansen en het netwerk Diversiteit. De standpunten
03.02 Christian Dupont, ministre:
Le plan d'action a été lancé en
février 2005 et tend vers la
réalisation concrète de 80
mesures dans un délai de trois
ans. Au cours de la première
année, une cellule Diversité a été
créée au sein du SPF Personnel et
Organisation et un réseau de
responsables de la diversité a été
développé au sein des différents
SPF.

Plusieurs mesures ont déjà été
transposées, à savoir une
procédure de sélection adaptée
pour les personnes handicapées,
l'inscription de candidats
handicapés sur une liste prioritaire,
le développement de formations
spécifiques en matière de
multiculturalité et de diversité et la
réalisation d'une étude sur la
neutralité des sexes dans la
procédure de sélection des top
managers. Il a été demandé au
Selor de mettre en concordance
prochainement tous les tests avec
cette étude qui doit toutefois
encore être clôturée. Le mois
prochain, la cellule Diversité
établira un état des lieux des
diverses mesures.

L'enregistrement de personnes
d'origine étrangère reste délicat.
Le dialogue interculturel n'a pas
CRIV 51
COM 874
07/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
lijken echter ver uit elkaar te liggen. Dat is ook gebleken tijdens de
Interministeriële Conferentie Integratie in de Maatschappij. Het was
toen niet mogelijk om op dat punt een akkoord te bereiken.

Deze debatten mogen echter geen voorwendsel zijn om geen actie te
ondernemen. Ik wil daarom inzake tewerkstelling van personen van
vreemde oorsprong de nadruk leggen een betere spreiding van de
werkaanbiedingen. Het probleem van de transparantie van de
aanbiedingen van de contractuelen werd opgenomen in de globale
discussie over de hervorming van de aanwerving van het contractueel
personeel.

Er werden nieuwe regels opgesteld. De diensten moeten voortaan de
databank van contractuelen van Selor raadplegen, alvorens zij de
aanwervingsprocedure opstarten. De CV's in de databank zijn
anoniem. De korte lijst of short list van tien kandidaten die de diensten
krijgen, is ook anoniem.

Parallel met de maatregel heeft Selor een informatiecampagne
opgestart met de terreinwerkers die actief zijn in de professionele
inschakeling van kansarme doelgroepen. De werkaanbiedingen
worden voortaan verspreid via een netwerk van terreinwerkers, zodat
de groepen die zich trachten in te schakelen, beter worden bereikt.

Naar aanleiding van de organisatie van een groot wervingsexamen
van niveau C werd een specifieke informatiecampagne gevoerd voor
de bevolkingsgroepen van vreemde oorsprong en personen met een
handicap, om het aanbod en de boodschap van het respect voor de
diversiteit bekend te maken.

In de lente van 2006, heel binnenkort dus, zal een meer algemene
campagne ten gunste van de diversiteit in de overheidsdiensten
worden gelanceerd.

Wat de mogelijkheden betreft waarover de ambtenaren beschikken
om inlichtingen in te winnen over diversiteit, werden verscheidene
communicatieacties gevoerd om de cel kenbaar te maken. Tot op
heden werden slechts weinig klachten opgenomen. Er moet worden
nagegaan of het opportuun is een nieuw klachtenorgaan op te richten
of dat het beter is de klachten door te sturen naar het Centrum voor
gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding, dat bij wet de
mogelijkheid heeft gekregen om gerechtelijk op te treden in geval van
discriminatie.
permis de trancher la question de
l'élaboration de statistiques
ethniques. Les points de vue
divergent considérablement,
comme on avait déjà pu le
constater lors de la conférence
interministérielle Intégration
sociale. J'envisage toutefois
d'améliorer la diffusion des offres
d'emploi pour les personnes
d'origine étrangère.

Ce problème est également lié à la
réforme du recrutement de
personnel contractuel, régi depuis
peu par de nouvelles règles. En
effet, tous les services publics
doivent dorénavant consulter la
banque de données des agents
contractuels du Selor avant de
lancer la procédure de
recrutement. Les CV inventoriés
dans cette banque de données
sont anonymes, de même que la
shortlist de dix candidats que le
Selor remet aux services publics
concernés. Désormais, le Selor
diffusera également les offres
d'emploi dans la Fonction publique
via un réseau de gens de terrain,
afin de mieux toucher les groupes
cibles défavorisés. A l'occasion
d'un grand examen de
recrutement d'agents de niveau C,
une campagne d'information
spécifique a été mise sur pied à
l'intention des personnes d'origine
étrangère et des personnes
handicapées. Par ailleurs, une
campagne générale d'information
va être élaborée dans le but de
favoriser la diversité dans la
Fonction publique.

A ce jour, peu de plaintes sont
parvenues à la cellule Diversité. Je
doute de l'utilité de créer un
organe spécifique pour centraliser
les plaintes. Peut-être serait-il plus
opportun de confier le traitement
des plaintes éventuelles au Centre
pour l'égalité des chances et la
lutte contre le racisme.
03.03 Annelies Storms (sp.a-spirit): Mijnheer de minister, ik dank u
voor het overzicht dat u hebt gegeven van de acties die al zijn
gebeurd.
03.03 Annelies Storms (sp.a-
spirit): Je me réjouis surtout de
l'étude sur la neutralité des genres
chez les top managers. A cet
07/03/2006
CRIV 51
COM 874
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
Ik ben persoonlijk heel blij met de uitvoering van de studie inzake
genderneutraliteit bij topmanagers. Op het vlak van de aanwezigheid
van vrouwen in de ambtenarij is dat immers een moeilijk punt. Het zou
dus goed zijn dat daaraan wordt voortgewerkt, ook door de opname
van topvrouwen uit de privé-sector in selectiejury's. Het zou een
goede zaak zijn, indien voornoemd punt uit het actieplan zou
voortvloeien.

Wat de mensen met een handicap betreft, merk ik wel dat u goede
aanpassingen aan de selectieprocedure hebt aangebracht, zodat
betrokkenen makkelijker aan de selectie kunnen deelnemen en een
job bij de overheid kunnen bemachtigen.

Wat betreft mensen van vreemde origine, weet ik ook wel dat zij
moeilijk te definiëren vallen. Ik moet eerlijk bekennen dat het mij niet
duidelijk is hoever u staat met het actieplan. Ik kan mij best
voorstellen dat het moeilijk is de discussie te voeren over de
registratie en dergelijke. Niettemin betekenen op dat vlak een aantal
punten, zoals bijvoorbeeld het verspreiden van de vacatures bij het
allochtone middenveld, een goede stap in de juiste richting. De
bekendheid van overheidsfuncties bij allochtonen is immers heel laag.

Er is ook een grote angst voor die onbekendheid. Er doen in die
milieus soms heel rare verhalen de ronde over een functie bij de
overheid. Ik denk dus dat er vooral op dat vlak moet worden verder
gewerkt om het allochtone middenveld als partner, als bondgenoot te
zien en om overheidsfuncties bij die groep te promoten. Ik ben er
immers van overtuigd dat daar heel wat potentieel zit, dat er heel wat
mensen een goede opleiding hebben genoten en zeker in aanmerking
kunnen komen voor een functie bij onze overheidsdiensten.

Ik wil erop aandringen om die weg verder te volgen en aandacht te
besteden aan onze gekleurde medemensen en zodoende de
administratie gekleurder te maken. Wij kunnen vanuit de politiek de
bedrijven wel vragen om meer diversiteit in hun beleid te brengen,
maar de overheid moet ook in haar personeelsbeleid een voorbeeld
geven en het diversiteitsplan is daarop een perfect antwoord.

Het is nu echter zaak om vol te houden en dit om te zetten in positieve
acties.
égard, je plaide pour que l'on
intègre dans les jurys de sélection
des femmes top managers issues
du secteur privé.

J'imagine bien que le débat sur la
procédure d'enregistrement des
personnes d'origine étrangère soit
laborieux. Une meilleure diffusion
des offres d'emploi dans la société
civile allochtone est déjà un pas
dans la bonne direction. J'en
appelle au ministre pour qu'il
poursuive sur cette voie, de
manière à ce que notre
administration devienne de plus en
plus diversifiée et «colorée». Les
pouvoirs publics ont, à cet égard,
un rôle d'exemple à jouer.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

De voorzitter: We zijn nu aan het einde van de vragen gericht aan de minister van Ambtenarenzaken.

Mevrouw de staatssecretaris, ik stel samen met u vast dat mevrouw Lahaye-Battheu nog altijd niet
aanwezig is. Ik heb geen informatie over haar vertraging. Dan stellen wij haar vraag nr. 10594 uit.

Dan komen wij nu aan de vragen voor minister Vanvelthoven.

Mevrouw Lahaye-Battheu en de heer Drèze zijn afwezig. Bijgevolg geef ik het woord aan mevrouw
Gerkens.
04 Question de Mme Muriel Gerkens au ministre de l'Emploi sur "la possibilité pour un chômeur
d'exercer un mandat non rémunéré au sein d'une ASBL" (n° 10551)
04 Vraag van mevrouw Muriel Gerkens aan de minister van Werk over "de mogelijkheid voor een
werkloze om een niet-bezoldigd mandaat bij een VZW uit te oefenen" (nr. 10551)
CRIV 51
COM 874
07/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
04.01 Muriel Gerkens (ECOLO): Monsieur le ministre, je vous avais
adressé une question écrite en décembre 2005 concernant la
problématique de l'exercice d'un mandat non rémunéré dans le
conseil d'administration d'une ASBL pour un chômeur, d'ici l'entrée en
vigueur de la loi sur le bénévolat.

Dans votre réponse, vous me disiez que la réglementation du
chômage prévoyait déjà la possibilité pour un chômeur d'exercer un
mandat non rémunéré dans le conseil d'administration d'une ASBL via
l'article 45 de l'arrêté royal du 25 novembre 1991 portant sur la
réglementation du chômage et l'article 18 de l'arrêté ministériel du 26
novembre 1991 portant sur les modalités d'application de la
réglementation du chômage ainsi que les instructions y afférentes.

J'étais satisfaite de votre réponse mais dans la pratique, je me rends
compte que les personnes à qui j'ai donné cette réponse et qui se
sont présentées à l'ONEM se sont vu opposer un refus systématique
à la possibilité d'exercer un mandat d'administrateur d'ASBL. Cela
s'est passé en Région bruxelloise mais je ne sais pas si c'est le cas
partout.

J'aurais voulu que vous m'expliquiez cette discordance entre votre
réponse et l'application sur le terrain par les services de l'ONEM.

Avez-vous des solutions à proposer pour éviter que, à la limite, la loi
ne soit pas appliquée ou qu'il y ait interférence entre des
interprétations ou des visions différentes?
04.01 Muriel Gerkens (ECOLO):
In uw antwoord op mijn
schriftelijke vraag nr. 406 van 12
december 2005 betreffende de
mogelijkheid voor een werkloze
om een onbezoldigd mandaat in
de raad van bestuur van een vzw
uit te oefenen, stelt u dat die
mogelijkheid nu al bestaat.

In de praktijk blijkt echter dat
personen die in dat geval
verkeerden, bij de RVA nul op het
rekest hebben gekregen. Heeft u
een verklaring
voor die
discrepantie tussen uw antwoord
en de praktijk bij de RVA? Heeft u
een oplossing?

04.02 Peter Vanvelthoven, ministre: Monsieur le président, chère
collègue, je peux vous confirmer que des chômeurs ayant droit à
l'allocation peuvent, en principe, exercer un mandat au sein d'une
ASBL. La réglementation en vigueur, l'article 18 de l'arrêté ministériel
du 26 novembre 1991, stipule toutefois que l'exercice de l'activité non
rétribuée dépend de l'accord du directeur du bureau de chômage de
l'ONEM. Ce dernier peut refuser la déclaration préalable concernant
le caractère non rémunéré lorsqu'elle est contestée par des soupçons
sérieux, précis et concordants. Le directeur peut refuser son accord
notamment lorsque l'emploi ou sa prolongation impliqueraient une
diminution de la disponibilité du chômeur sur le marché du travail ou
lorsque l'activité, de par sa nature, son ampleur ou sa fréquence ou
étant donné le cadre dans lequel elle est exercée, ne montre pas les
caractéristiques d'une activité exercée habituellement par les
volontaires dans la vie associative.

Je ne dispose pas d'éléments concrets qui permettraient de conclure
que des problèmes se posent à propos de l'application de cette
réglementation.
04.02
Minister
Peter
Vanvelthoven: Een werkloze kan
in principe een onbezoldigd
mandaat uitoefenen bij een vzw.
Daarvoor is evenwel de
toestemming van het
werkloosheidsbureau vereist, en
dat kan het onbezoldigde aspect
van het mandaat betwisten of van
oordeel zijn dat de werkloze door
de uitoefening van het mandaat
niet langer effectief beschikbaar
zou zijn voor de arbeidsmarkt, of
dat het mandaat niet strookt met
een activiteit die normaliter door
vrijwilligers in het verenigingsleven
zou worden uitgeoefend. Ik
beschik niet over concrete
gegevens op grond waarvan ik
een duidelijker standpunt zou
kunnen innemen.
04.03 Muriel Gerkens (ECOLO): La réponse que vous m'aviez
fournie correspondait à ma vision. Cette dimension avait été discutée
pendant les débats sur la proposition de loi concernant le bénévolat.
Mais je vous assure que plusieurs personnes sont allées se
renseigner. Et il n'y a pas eu d'enquête sur le caractère rémunéré ou
non, ni sur la disponibilité sur le marché de l'emploi.
04.03 Muriel Gerkens (ECOLO):
De personen aan wie ik uw
antwoord heb overgemaakt,
hebben informeel inlichtingen
ingewonnen bij de RVA. De
weigering werd hen betekend
zonder dat hun situatie nader werd
07/03/2006
CRIV 51
COM 874
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
Je pense que, dans certains bureaux, on refuse systématiquement
qu'un chômeur puisse être administrateur d'une ASBL, car c'est
présenté comme incompatible, au motif que cela diminue sa
disponibilité. Donc, je propose que ces personnes vous adressent les
résultats de leurs entretiens afin que vous puissiez éventuellement
intervenir auprès des bureaux concernés.
bekeken. Blijkbaar gaat het om
een principieel standpunt. Ik stel
voor dat we die personen de
mogelijkheid bieden om hun
probleem aan u voor te leggen,
zodat u eventueel bij het
werkloosheidsbureau kan
bemiddelen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van mevrouw Annemie Turtelboom aan de minister van Werk over "de activering van
werkzoekenden" (nr. 10562)
05 Question de Mme Annemie Turtelboom au ministre de l'Emploi sur "l'activation des demandeurs
d'emploi" (n° 10562)
05.01 Annemie Turtelboom (VLD): Mijnheer de minister, uit
cijfergegevens die u op 21 februari jongstleden bekendmaakte blijkt,
of zou moeten blijken, dat de gesprekken die werklozen in het raam
van het activeringsbeleid met de RVA voeren hen aansporen actiever
een job te zoeken. Deze regering heeft inderdaad een
activeringssysteem in het leven geroepen waarvoor heel wat mensen
en middelen worden ingeschakeld. De kostprijs wordt zelfs geraamd
op zo'n 6 miljoen euro. De RVA kreeg daarvoor 120 facilitatoren erbij.

Na anderhalf jaar heeft de RVA een evaluatie gemaakt van de eerste
doelgroep, te weten de werkzoekende jongeren van minder dan 30
jaar. Hamvraag is in welke mate het systeem meer werkenden heeft
opgeleverd dan indien het oude systeem, met artikel 80, van kracht
zou zijn geweest. Volgens de persberichten had de administrateur-
generaal van de RVA het toch enigszins moeilijk met de vraag of het
nieuwe systeem voldoende effectief is. In vergelijking met de
controlegroep die geen begeleiding kreeg, blijkt dat bijna 9% minder
van de begeleide werklozen na 6 maanden nog werkloos waren. Dat
is een bemoedigend cijfer, maar daartegenover staat de vaststelling
dat een op drie werklozen onvoldoende inspanningen levert om aan
werk te geraken.

Bovendien heeft de regering de afgelopen tijd heel wat maatregelen
genomen ten gunste van diezelfde doelgroep op het vlak van
loonkostenverlaging, individuele beroepsopleiding, enzovoort, zodat
de vraag kan worden gesteld in hoeverre die maatregel primordiaal is
geweest voor de afbouw van de werkloosheid.

Bovendien bestaat de groep van werklozen uit meer dan jonge
werkzoekenden. Voor de 30- tot 40-jarigen is er nog geen evaluatie
gemaakt van het nieuwe activeringssysteem en voor de 40-plussers
blijft artikel 80 van kracht. Vandaar dat ik u een aantal vragen inzake
dat evaluatierapport wil voorleggen.

Is het verschil van 9%-punten met de controlegroep een voldoende
indicatie om te besluiten dat het activeringsbeleid zinvol is? Hoeveel
werklozen werden er effectief geschorst en wat zijn de belangrijkste
sociale kenmerken? Hebt u al een indicatie inzake de effectiviteit van
het activeringsysteem voor 30- tot 40-jarigen? Hoeveel
werkzoekenden die niet onder het nieuwe activeringsysteem vallen, of
die er nog niet onder vielen, zijn in de periode van juli 2004 tot eind
05.01 Annemie Turtelboom
(VLD): Les chiffres que le ministre
nous a fournis le 21 février
devraient montrer que le système
d'activation pour les chômeurs
instauré par le gouvernement
produit des résultats. L'ONEM a
procédé à une évaluation du
système après un an et demi pour
le premier groupe cible, les jeunes
demandeurs d'emploi de moins de
trente ans. La question cruciale
est à présent de savoir si les
jeunes de cette catégorie au travail
aujourd'hui sont plus nombreux
que si l'ancien système avait été
d'application.

Selon la presse, l'administrateur
général de l'ONEM n'a guère
apprécié la question de l'efficacité
du nouveau système.
Comparativement à un groupe
témoin, il s'avère que quasiment
9 % de chômeurs moins
accompagnés étaient encore sans
emploi après six mois. Étant
donné que le gouvernement a pris
d'autres mesures également pour
favoriser le recrutement de ce
groupe cible, la question est de
savoir si le nouveau système se
justifie pour diminuer le chômage.
Ce groupe de chômeurs n'englobe
par ailleurs pas uniquement les
jeunes demandeurs d'emploi.

La différence de 9 % suffit-elle à
conclure que la politique
d'activation est efficace? Combien
de chômeurs ont-ils effectivement
CRIV 51
COM 874
07/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
2005 alsnog geschorst op basis van artikel 80? Eventueel, als dat
mogelijk is, wil ik die cijfers ook opgesplitst per regio en per geslacht.

In hoeverre heeft de regeringsmaatregel om de aanwerving van jonge
werkzoekenden aan te moedigen, een effect gehad op de afbouw van
de werkloosheid in die doelgroep? Hoeveel werkzoekenden jonger
dan 30 zouden zonder het nieuwe activeringsysteem zijn geschorst op
basis van artikel 80?
été suspendus et dans quelle
catégorie? Le ministre dispose-t-il
déjà de chiffres pour les chômeurs
entre 30 et 40 ans? Combien de
demandeurs d'emploi qui ne
ressortissent pas au nouveau
système ont-ils été suspendus
depuis le mois de juillet 2004 en
vertu de l'article 80? La mesure
gouvernementale visant à
encourager le recrutement de
jeunes demandeurs d'emploi a-t-
elle eu un effet sur la diminution
du chômage? Combien de
demandeurs d'emploi de moins de
trente ans auraient-ils été
suspendus en vertu de l'article 80
sans le nouveau système?
05.02 Minister Peter Vanvelthoven: Mijnheer de voorzitter, collega,
om met uw eerste vraag te beginnen, ik meen inderdaad dat het
verschil in uitstroom tussen de doelgroep, de controlegroep en de
buurgroepen ­ daarmee bedoel ik de groepen met een hogere leeftijd
­ van die aard is dat het activeringsbeleid inderdaad werkt.

Tot 31 december 2005, eind vorig jaar dus, werden 850 schorsingen
of uitsluitingen betekend ingevolge het niet of onvoldoende
meewerken in de loop van de procedure, waarvan 773 beperkte
schorsingen voor 4 maanden en 77 uitsluitingen. Van de geschorsten
woont 35% in Vlaanderen, 52% in Wallonië, 13% in Brussel. Onder
hen zijn 60% mannen en 40% vrouwen. Wat het studieniveau betreft,
heeft 79% maximaal lager secundair onderwijs achter de rug en 18%
van de geschorsten heeft maximaal hoger secundair onderwijs achter
de rug.

Wat de basis van toelating tot het recht op uitkeringen betreft, dit
gebeurt voor 4% van de geschorsten op basis van arbeid en voor
96% op basis van studies.

Wat de gezinstoestand betreft, is 31% van de geschorsten
werknemer met gezinslast, 23% alleenwonend en 46%
samenwonend.

Sinds half juli 2005 verstuurt de RVA maandelijkse
verwittigingsbrieven naar de volledig werklozen uit de nu nieuwe
leeftijdsgroep tussen 30 en 40 jaar, die tot de doelgroep behoren. Tot
31 december 2005 werden 32.044 werklozen verwittigd. Tot dezelfde
datum waren 72 werkzoekenden van 30 tot 40 jaar aanwezig op een
eerste gesprek. De helft van die werklozen kon bewijzen dat hij of zij
voldoende inspanningen leverde. Op 31 december 2005 waren nog
geen werkzoekenden opgeroepen voor een tweede gesprek.

Deze nog geringe aantallen laten dus niet toe reeds conclusies te
trekken wat betreft de doelgroep van de 30- tot 40-jarigen.

Wat uw vierde vraag betreft, het aantal op basis van langdurige
werkloosheid geschorste samenwonenden dat niet tot de doelgroep
van de actieve begeleiding en opvolging van werklozen behoorde
05.02
Peter Vanvelthoven,
ministre: Je conclus, en effet, des
résultats que la politique
d'activation est efficace.

Jusqu'à fin 2005, les suspensions
ou exclusions étaient au nombre
de 850, dont 773 suspensions
limitées à quatre mois et 77
exclusions. Parmi les chômeurs
suspendus, 35 % habitent en
Flandre, 52 % en Wallonie et 13 %
à Bruxelles. Environ 60 % d'entre
eux sont des hommes contre 40 %
de femmes. 79 % des chômeurs
suspendus ont suivi tout au plus
l'enseignement secondaire
inférieur alors que le niveau
d'études le plus élevé de 18 %
d'entre eux est l'enseignement
secondaire supérieur.

Seulement 4 % des chômeurs
suspendus avaient droit à des
allocations sur la base du travail,
96 % d'entre eux bénéficiaient de
ce droit sur la base de leurs
études. Trente et un pour cent des
travailleurs suspendus ont charge
de famille, 23 % habitent seuls,
46 % cohabitent.

Depuis la mi-juillet 2005, l'ONEM
envoie des lettres aux chômeurs
complets de la catégorie d'âge de
trente à quarante ans. Fin 2005,
32 044 chômeurs avaient déjà
reçu une lettre. A cette date, 72
chômeurs de trente à quarante
07/03/2006
CRIV 51
COM 874
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
bedroeg in de periode juli 2004-december 2005 voor Vlaanderen 941
mannen en 2.341 vrouwen - een totaal van 3.282 -, voor Wallonië 901
mannen en 2.566 vrouwen - een totaal van 3.467 -, voor Brussel 333
mannen en 450 vrouwen - een totaal van 783. Voor het hele land
betekent dat 2.175 mannen, 5.357 vrouwen of in totaal
7.532 werklozen.

Er werd tot op vandaag geen studie verricht naar de relatie tussen de
genomen regeringsmaatregelen om de aanwerving van jonge
werklozen aan te moedigen en de afbouw van de werkloosheid in de
doelgroep van de activering.

Wat uw laatste vraag betreft, kan ik u nog zeggen dat in 2003 en 2004
37% van de samenwonende werklozen uitgesloten was op basis van
langdurige werkloosheid jonger dan 30 jaar. De meesten onder hen
zouden zeker tot de doelgroep van de activering hebben behoord
indien die doelgroep had bestaan.

Het totaal aantal uitsluitingen wegens langdurige werkloosheid in
2003 - het laatste jaar dat de activering van het zoekgedrag geen
enkele invloed kan hebben gehad op de cijfers - bedroeg 8.359.
Zonder het nieuwe activeringssyteem, en dus bij ongewijzigde
reglementering en aantallen, zouden in 2005 bij benadering 3.093
samenwonende werklozen uitgesloten zijn wegens langdurige
werkloosheid.
ans avaient eu un premier
entretien ; la moitié d'entre eux
avait pu prouver avoir fourni des
efforts suffisants. A cette époque,
aucun chômeur n'avait encore été
convoqué à un deuxième
entretien. On ne peut encore tirer
aucune conclusion de ces chiffres
limités.

Les cohabitants suspendus pour
chômage de longue durée qui
n'appartiennent pas au groupe
cible du système d'activation,
étaient en juillet 2004 ­ décembre
2005 941 hommes et 2 341
femmes en Flandre, 901 hommes
et 2 566 femmes en Wallonie et
333 hommes et 450 femmes à
Bruxelles. Au total, ce groupe
compte 7 532 chômeurs.

Aucune étude n'a encore été
réalisée sur le lien entre les
mesures gouvernementales
destinées à encourager
l'engagement des jeunes
chômeurs et la diminution du
chômage dans le groupe cible de
la politique d'activation.

En 2003 et 2004, 37 % des
chômeurs cohabitants exclus pour
chômage de longue durée avaient
moins de trente ans. Ils font donc
partie du groupe cible de la
politique d'activation.


En 2003, le nombre total
d'exclusions pour chômage de
longue durée s'est élevé à 8 359.
Sans le nouveau système, en
2005, 3 093 chômeurs cohabitants
à peu près auraient été exclus
pour chômage de longue durée.
05.03 Annemie Turtelboom (VLD): Mijnheer de minister, ik dank u
voor de cijfers. Ik heb twee aanvullende vraagjes. Ten eerste, hoe
wordt die controlegroep samengesteld? Ten tweede, van de 850 die
worden geschorst, zijn er 743 beperkt geschorst en de rest wordt
definitief uitgesloten. Wat gebeurt er op dat ogenblik? Wanneer
worden zij terug opgeroepen?
05.03
Annemie Turtelboom
(VLD): Comment se compose le
groupe témoin pour que l'on
aboutisse à la conclusion que 9
pour cent des jeunes chômeurs
bénéficiant d'un accompagnement
réduit étaient toujours sans emploi
après six mois? Qu'en est-il de
ceux qui font l'objet d'une
suspension temporaire?
CRIV 51
COM 874
07/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
05.04 Minister Peter Vanvelthoven: Wat de controlegroep betreft,
dat is de volledige groep van 30- tot 40-jarigen, in de periode voor er
met de activering werd begonnen. Wat betreft het einde van de
schorsing kan ik zeggen dat zij dan uiteraard terug in het systeem
terechtkomen.
05.04
Peter Vanvelthoven,
ministre: Le groupe témoin est
composé de la totalité du groupe
de la période antérieure au début
de l'activation. Au terme de la
suspension, les personnes
suspendues seront réinsérées
dans le système.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

De voorzitter: Vraag nummer 10.563 van mevrouw Ghenne wordt uitgesteld.
06 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Annemie Turtelboom aan de minister van Werk over "de verscherpte inspectie naar
aanleiding van het vrij verkeer van werknemers" (nr. 10589)
- mevrouw Greta D'hondt aan de minister van Werk over "de aansprakelijkheid en de inspecties in
verband met buitenlandse arbeidskrachten" (nr. 10650)
06 Questions jointes de
- Mme Annemie Turtelboom au ministre de l'Emploi sur "l'inspection renforcée à la suite de la libre
circulation des travailleurs" (n° 10589)
- Mme Greta D'hondt au ministre de l'Emploi sur "la responsabilité et les inspections concernant la
main-d'oeuvre étrangère" (n° 10650)

De eerste aanwezige vraagsteller is mevrouw Turtelboom en zij krijgt het woord.
06.01 Annemie Turtelboom (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, de regering heeft besloten om onze arbeidsmarkt nog
niet vrij te maken vanaf 1 mei eerstkomend voor werknemers uit acht
van de tien nieuwe EU-lidstaten. De toekenning van de
arbeidskaarten B voor de invulling van knelpuntvacatures zal wel
worden versoepeld tegen 1 juni 2006 en de regering zal werken aan
een betere controle en registratie, de invoering van de hoofdelijke
aansprakelijkheid voor hoofdaannemers of opdrachtgevers inzake de
naleving van loon- en arbeidsvoorwaarden, een verscherpte inspectie
en het vorderingsrecht van werknemers en werknemersorganisaties.

Met betrekking tot de inspectie hebt u te kennen gegeven te streven
naar een versterkt en gecoördineerd optreden van de federale en
regionale inspectiediensten, enerzijds, en naar meer
grensoverschrijdende samenwerking tussen de inspectiediensten op
Europees niveau, anderzijds.

In het kader van de strijd tegen de sociale fraude werd in 2003 een
federaal coördinatiecentrum opgericht. Het zou momenteel bezig zijn
met de coördinatie van de werkzaamheden van de inspectiediensten,
het opzetten van gezamenlijke acties en het leggen van contacten
met buitenlandse inspectiediensten, bijvoorbeeld van onze directe
buurlanden, het Verenigd Koninkrijk, Tsjechië en de drie Baltische
staten.

Vermits het niet de bedoeling kan zijn ­ dat hoop ik in elk geval ­ om
de grenzen van onze arbeidsmarkt tot 1 mei 2009 gesloten te houden,
is een snelle en gerichte actie aangewezen. In het kader daarvan heb
ik een aantal vragen. Op een aantal andere aspecten kom ik nog
terug in volgende vragen.
06.01
Annemie Turtelboom
(VLD): Le gouvernement a décidé
de ne pas encore libéraliser notre
marché du travail au 1
er
mai
prochain pour les travailleurs
originaires de huit des dix
nouveaux Etats membres de
l'Union européenne mais de
s'atteler tout d'abord à bien
préparer cette libéralisation.
L'objectif consistera à tendre vers
un renforcement et une
coordination de l'intervention des
services d'inspection fédéraux et
régionaux et vers une meilleure
collaboration transfrontalière entre
les services d'inspection au niveau
européen. Comment cet objectif
sera-t-il concrètement réalisé? Le
corps d'inspection sera-t-il
étendu?

Dans le cadre de la lutte contre la
fraude sociale, un Centre de
coordination fédéral a été créé.
Quel sera le rôle précis de ce
centre dans le cadre de ce projet?
Le centre a-t-il déjà entrepris des
actions concertées avec des
services d'inspection étrangers?
Quelles actions bilatérales a-t-on
07/03/2006
CRIV 51
COM 874
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
Welke concrete initiatieven zijn er op dit ogenblik al genomen? Tegen
wanneer moet het samenwerkingsprotocol een feit zijn? Betekent de
versterking van de inspectiediensten dat het korps zal worden
uitgebreid? Dat is een pijnpunt dat al heel lang meegaat op
beleidsmatig vlak. Ik denk dat men 15 jaar geleden al pleitte voor een
extra injectie en voor meer sociaal inspecteurs. Zal het korps
uitgebreid worden? Welke concrete rol zal het federaal
coördinatiecentrum spelen bij de realisatie van het versterkte,
gecoördineerde optreden van de regionale en federale
inspectiediensten? Welke concrete acties heeft het
coördinatiecentrum al ondernomen met betrekking tot gezamenlijke
acties ­ ik ben daarop al verschillende malen teruggekomen in mijn
parlementaire vragen ­ en het leggen van contacten met buitenlandse
inspectiediensten? Welke bilaterale acties werden er al ondernomen
voor een samenwerking met inspectiediensten uit acht van de tien
nieuwe EU-lidstaten? Is het de bedoeling om met die landen een
samenwerkingsprotocol te sluiten? Ten slotte ­ dit is een heel
belangrijke vraag ­, welke timing zal worden gerespecteerd?
prévues avec la Pologne, les États
baltes, la Tchéquie, la Hongrie, la
Slovaquie et la Slovénie?
Envisage-t-on de conclure un
accord de coopération avec
l'ensemble des pays? Quel
calendrier suivra-t-on à cet effet?

06.02 Greta D'hondt (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, deze vraag is uiteraard een deelaspect van een
problematiek die straks ook nog in volgende vragen terugkomt. In
deze vraag wil ik het vooral hebben over de inspectiediensten en de
aansprakelijkheidsregeling.

Mijnheer de minister, in het kader van het vrij verkeer van
werknemers van de nieuwe EU-lidstaten heeft de regering een
standpunt ingenomen waarop ik straks nog even teugkom. De
regering heeft ook een standpunt ingenomen over de versterking van
de inspectiediensten en een betere samenwerking van de
inspectiediensten. In dat verband zou het goed zijn van u te vernemen
in hoeverre het kader van de inspectiediensten nu opgevuld is. Men
kan wel spreken over uitbreiding, maar als er nog gaten zijn in het
kader, dan is het wellicht aangewezen om eerst het kader aan te
vullen, alvorens men over uitbreidingen spreekt.

Mijn tweede vraag is de volgende. Is het de bedoeling, mede
daardoor, om over te gaan tot de reorganisatie van onze
inspectiediensten?

Ten derde, ik heb gerefereerd aan Nederland ­ het moet niet alleen
slecht zijn als we Nederland vernoemen. In Nederland bestaat er een
sociale inlichtingen- en opsporingsdienst, die eigenlijk een
centraliserende functie heeft voor grote of complexe fraudezaken.
Wordt, in het sociale domein van arbeidswetgeving en sociale
zekerheid, door de regering ook iets dergelijks overwogen?

Ten slotte, en ik weet dat deze vraag niet door u beantwoord kan
worden, wil ik toch vragen in hoeverre onze regering aandringt en of
zij bijna een voortrekkersrol zou willen spelen binnen Europa om
inderdaad tot afspraken te komen onder de Europese
inspectiediensten. Eigenlijk zijn we op dat vlak volledig lamgeslagen.
Immers, alvorens men iets op het spoor is of kan verbaliseren of
optreden, is de vogel al gevlogen en zit die terug in het buitenland. Als
er dan geen goede samenwerking is met de andere
inspectiediensten, dan is dat een probleem. Vanmorgen hoorde ik
daaromtrent over de radio, op weg naar hier, Anne Van Lancker en
een inspecteur die schrijnende toestand aanklagen.
06.02 Greta D'hondt (CD&V):
Dans le cadre de la libre
circulation future des travailleurs
des nouveaux États membres de
l'Union européenne, le
gouvernement souhaite renforcer
et améliorer la collaboration entre
les services d'inspection.
Envisage-t-on à cet égard de
réorganiser également les
services d'inspection et, le cas
échéant, de les centraliser ? Je
songe en l'espèce au modèle
néerlandais où le service de
renseignements sociaux et de
recherche («Sociale Inlichtingen-
en Opsporingsdienst
») exerce une
fonction centralisée pour les
fraudes importantes et complexes.

Notre pays est-il disposé à jouer
un rôle précurseur en cette
matière au sein de l'Europe? En
effet, une solution pourrait
également résider dans
l'instauration d'une responsabilité
centrale générale pour les maîtres
d'oeuvre et les entrepreneurs.
Dans quelle mesure cette
proposition est-elle réaliste et a-t-
elle déjà fait l'objet d'une
concertation avec les partenaires
sociaux? De nombreuses voix
s'élèvent en faveur de la possibilité
de poursuivre les entrepreneurs
étrangers parce qu'ils se sont
souvent évaporés dès avant la
condamnation. Outre l'extension
partielle de la responsabilité finale
CRIV 51
COM 874
07/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15

Een ander voorstel bestaat erin om de algemene
hoofdaansprakelijkheid in te stellen voor hoofdaannemers en
opdrachtgevers. Daarbij heb ik de volgende vragen.

In welke mate is een hoofdaansprakelijkheid voor opdrachtgevers
realistisch? Ik denk dat daarin in de regering wel goed nagedacht zal
zijn. Werd daarover met de sociale partners overleg gepleegd?

Omtrent de vervolgbaarheid van buitenlandse aannemers heb ik
daarnet al gevraagd in hoeverre er afspraken zijn gemaakt en of onze
regering een leidende rol wil spelen om te komen tot een meer
adequate samenwerking tussen de inspectiediensten.

Tot slot, nog dit. Zijn, in het kader van de aansprakelijkheid, de
gedeeltelijke uitbreiding van de ketenaansprakelijkheid, evenals een
voorafgaande inhouding op het factuurbedrag, pistes die gevolgd
kunnen worden als er met de sector wordt gepraat? Zolang er geen
samenwerking is tussen de inspectiediensten, moeten we eventueel
misbruik van buitenlandse ondernemingen aanpakken via hetgeen
waarvoor zij waarschijnlijk het meest gevoelig zijn, met name geld.
Wordt erover nagedacht om een voorafgaande inhouding te doen op
het factuurbedrag? Als er dan iemand met de noorderzon verdwijnt en
hier schulden nalaat of na fouten te hebben gemaakt, dan is verhaal
op het ingehouden bedrag mogelijk.
de l'entrepreneur général, ne
serait-il finalement pas judicieux
de généraliser également la
retenue préalable sur le montant
de la facture?

06.03 Minister Peter Vanvelthoven: Mijnheer de voorzitter, collega's,
wat betreft de vraag hoe we tot een versterkt en gecoördineerd
optreden van de federale en de regionale inspectiediensten kunnen
komen, kan ik u zeggen dat binnen de werkzaamheden van de
federale raad momenteel een ontwerp van samenwerkingsprotocol
met de regionale inspectiediensten wordt uitgewerkt. Het is de
bedoeling om dat binnen een aantal weken aan de Gewesten voor te
leggen. Daarnaast kunnen op het terrein met de regionale
inspectiediensten gecoördineerde acties worden opgezet.

Een aantal inspectiediensten zoals bijvoorbeeld de Inspectie Toezicht
op Sociale Wetten, hebben binnen hun structuur specifieke cellen
opgericht en hebben van de grensoverschrijdende tewerkstelling een
van hun prioritaire doelstellingen gemaakt. Dit reflecteert zich in de
acties binnen de arrondissementscellen. Er is in het Federaal
Coördinatiecomité tevens een werkgroep van experts,
Grensoverschrijdende Tewerkstelling genoemd, opgericht. Die
werkgroep heeft onlangs een multidisciplinair controlehandboek ten
behoeve van terreinmensen ontwikkeld en verspreid. Tot op heden
werd niet overwogen om de sociale inspectiediensten uit te breiden.

Op dat vlak is het misschien toch nuttig nog even de recente
versterkingen van de verschillende inspectiediensten op een rijtje te
zetten. In het geval van de inspectiediensten die onder mijn
bevoegdheid ressorteren, zijn er ten gevolge van beslissingen van het
begrotingsconclaaf van oktober 2003 37 personeelsleden bijgekomen
in de Inspectie Toezicht op Sociale Wetten. Er zijn 2 personeelsleden
bijgekomen op de studiedienst van de FOD WASO, Administratieve
Geldboeten. Daarnaast zijn er 14 personeelsleden bijgekomen op de
Inspectie Toezicht op het Welzijn op het Werk, waaronder 5
geneesheren, 2 ingenieurs, 3 industriële ingenieurs, 2 licentiaten
scheikunde en 2 psychologen.
06.03
Peter Vanvelthoven,
ministre: Un projet d'accord de
coopération avec les services
d'inspection régionaux est
actuellement en préparation au
sein du Conseil fédéral. Il sera
présenté aux Régions dans
quelques semaines. Par ailleurs,
des actions coordonnées seront
menées sur le terrain avec les
services d'inspection régionaux.
Certains services d'inspection ont
fait de l'emploi transfrontalier une
priorité. Un groupe de travail a
d'ailleurs été chargé de cette
question au sein du Comité fédéral
de coordination et a récemment
rédigé et diffusé un manuel
multidisciplinaire de contrôle en la
matière.

Jusqu'à présent, nous
n'envisageons pas d'étendre les
services d'inspection. Différentes
extensions ont en effet déjà été
opérées dans un passé récent.
Ainsi, 37 collaborateurs sont venus
rejoindre le personnel de
l'inspection Contrôle des lois
sociales. Deux personnes sont
également venues renforcer les
effectifs des Amendes
07/03/2006
CRIV 51
COM 874
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16

Deze aanwervingen werden ook daadwerkelijk gerealiseerd, met
uitzondering van deze bij de Inspectie Toezicht op het Welzijn op het
Werk. De reden hiervoor is dat van de 5 bijkomende artsen slechts 1
in dienst is gekomen. Er is blijkbaar een schaarste aan artsen op de
arbeidsmarkt. Er worden verdere inspanningen gedaan om deze
bijkomende artsen aan te werven. Van de 2 burgerlijke ingenieurs is
nog niemand in dienst. We dienen hier te wachten op de tweede
selectieproef. De 3 industriële ingenieurs zijn aangeworven. De 2
psychologen werden eveneens aangeworven. 2 contractuele
licentiaten scheikunde werken statutair zodat er nog 2 contractuele
licentiaten moeten worden aangeworven.

Binnen de verschillende inspectiediensten, die onder mijn
bevoegdheid ressorteren, zijn volgende personeelsleden werkzaam.
Voor de Inspectie Toezicht op de Sociale Wetten zijn dat 310 sociale
controleurs en 41 inspecteurs. Voor de Opsporing Sociale Fraude zijn
er sedert 1 december 2005 ook netwerkinspecteurs aangesteld.
Voorlopig is dit enkel in Vlaanderen het geval en vanaf medio 2006
zal dit ook in Wallonië het geval zijn. Die netwerkinspecteurs zullen
zich specifiek bezighouden met de controle op de buitenlandse
ondernemingen en het uitwerken van bijzondere
controlemethodieken. Die inspecteurs zullen een beroep kunnen doen
op de sociale controleurs van de directies om de controles in hun
specifieke domeinen uit te voeren en ze daartoe op te leiden.

Voor de Inspectie Toezicht op het Welzijn op het Werk gaat het om
191 inspecteurs en voor de RVA-inspectie om 264 sociale
controleurs.

Wat de samenwerking met de buitenlandse inspectiediensten betreft,
ook daar lopen een aantal initiatieven. Op lokaal vlak wordt
voornamelijk in de grensgebieden geijverd naar een concrete,
dossiergebonden samenwerking tussen de verschillende
internationale diensten. Dat gebeurt zowel op informele als op meer
formele basis. Er is een geregelde informele contactname binnen een
zogenaamde denktank tussen Nederland, België, Duitsland, Verenigd
Koninkrijk en Ierland. Onlangs is daar ook Tsjechië aan toegevoegd.

Bilaterale administratieve akkoorden, die niet alleen de informatie-
uitwisseling viseren maar ook de uitwisseling van controleagenten,
zijn momenteel afgesloten met Frankrijk en worden onderhandeld met
Duitsland en Luxemburg. Met nieuwe lidstaten zijn er via diverse
kanalen contacten met het oog op het organiseren van een netwerk
van contactpersonen. In ieder geval zijn er contacten gelegd met
Polen, Tsjechië, Roemenië, Moldavië en de Baltische Staten, en dit in
afwachting van onderhandelingen over het afsluiten van een
administratief akkoord.

Ik kom dan bij de vragen van mevrouw D'hondt. De versterking en de
verbetering van de inspectiediensten slaat op de afsluiting van een
samenwerkingsprotocol tussen de federale en de regionale
inspectiediensten. Het is daarbij de bedoeling dit binnen een aantal
weken te finaliseren met de regio's. Het ligt niet in de bedoeling om de
inspectiediensten te reorganiseren zoals dat bijvoorbeeld het geval is
met het CIOD, inzake sociale zaken, of het FIAT, inzake fiscale
zaken, in Nederland.
administratives. L'inspection
Contrôle du Bien-être au Travail
dispose de quatorze
collaborateurs supplémentaires.
Les recrutements ont déjà eu lieu,
à l'exception de quelques
médecins et ingénieurs que nous
recherchons encore sur le marché
du travail.

Un total de 310 contrôleurs
sociaux et de 41 inspecteurs
travaillent au sein de l'inspection
Contrôle des lois sociales. Le
service de lutte contre la fraude
fiscale emploie également des
inspecteurs de réseau depuis le 1
e
décembre 2005, pour l'instant
seulement en Flandre. La Wallonie
en disposera également dès la mi-
2006. Ces inspecteurs
contrôleront les entreprises
étrangères et développeront des
mécanismes de contrôle
particuliers.

Des initiatives sont également en
cours dans le domaine de la
coopération avec les services
d'inspection étrangers. Dans les
zones frontalières, des efforts sont
entrepris pour rendre cette
coopération plus concrète au
niveau des dossiers. Des contacts
informels réguliers sont en outre
organisés au sein d'une cellule de
réflexion qui rassemble les Pays-
bas, la Belgique, l'Allemagne, le
Royaume-Uni, l'Irlande et la
Tchéquie. Un accord bilatéral a
déjà été signé avec la France et
ce sera bientôt le cas aussi avec
l'Allemagne et le Luxembourg.
Dans les nouveaux états
membres, on développe un réseau
de personnes de contact. Dans
l'attente d'un accord administratif,
des contacts ont déjà été établis
avec la Pologne, la Tchéquie, la
Roumanie, la Moldavie et les États
baltes.

Le protocole de coopération
concernant le renforcement et
l'amélioration des services
d'inspection sera finalisé dans
quelques semaines. Son objectif
n'est nullement de réorganiser les
CRIV 51
COM 874
07/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
Ik stel vast dat de huidige misbruiken bij illegale detacheringen ook
niet via het bestaande systeem van de hoofdelijke aansprakelijkheid,
dat vandaag al bestaat in bepaalde sectoren, kunnen worden
aangepakt omdat er geen registratieverplichting geldt voor
buitenlandse aannemers. Er bestaat geen doorstortingsverplichting en
evenmin een hoofdelijke aansprakelijkheid voor die buitenlandse
ondernemingen. Een uitbreiding van de bestaande
ketenaansprakelijkheid en de inhoudingsplicht zou dat probleem niet
verhelpen omdat het de Europese toets wellicht niet zou doorstaan.
Het zou evenmin efficiënt zijn omdat de administratieve last van een
dergelijk systeem vrij zwaar is en derhalve ook moeilijk beheersbaar
is. De buitenlandse aannemers zouden bovendien wellicht al lang met
de noorderzon vertrokken zijn op het moment van de invordering. Het
huidige systeem is trouwens te tijdrovend om telkens een volgende
schakel in de ketting aan te spreken.

Het is juist de bedoeling van het nieuwe systeem om de misbruiken
aan te pakken via de invoering van de geviseerde hoofdelijke
aansprakelijkheid die een dubbel doel heeft: bescherming uiteraard
van de rechten van de hier tewerkgestelde werknemers en de aanpak
van de deloyale concurrentie. Over het voorstel inzake hoofdelijke
aansprakelijkheid is er nog geen overleg geweest met de sociale
partners.

Wat het Europese verhaal betreft, kan ik u zeggen dat ik de
verantwoordelijkheid van de Europese Commissie, bijvoorbeeld
inzake een sociale Europol, een eerste keer heb aangekaart op de
informele Ministerraad van eind januari van dit jaar. Vrijdag vindt in
Brussel een formele Ministerraad plaatst en ik zal het probleem
opnieuw aankaarten. Er beweegt blijkbaar weinig op Europees niveau
en ik meen dat België dan ook een voortrekkersrol moet spelen. Wij
moeten op zoek naar een coalitie met een aantal landen die dit idee
evenzeer genegen zijn. Wij moeten op Europees niveau een nota
voorbereiden en indienen.
services d'inspection.

Du fait que les entrepreneurs
étrangers ne sont soumis à
aucune obligation
d'enregistrement ni à aucune
obligation de versement, le
système de responsabilité
solidaire actuel n'offre aucune
garantie contre les abus. Une
extension de la responsabilité en
chaîne n'offre pas non plus de
solution. En raison de sa charge
administrative impossible à gérer,
ce système ne résisterait pas
davantage à une évaluation au
niveau européen.

L'objectif est de s'atteler au
problème des abus par
l'amélioration de la responsabilité
solidaire sous la forme d'un double
objectif: protéger les droits des
travailleurs et s'attaquer au
problème de la concurrence
déloyale. Cette proposition n'a pas
encore été discutée en
concertation avec les partenaires
sociaux.

Lors du conseil informel des
ministres de fin janvier, j'ai déjà
souligné la responsabilité de la
Commission européenne au
niveau d'un Europol social.
Vendredi, je reviendrai sur ce
point. La Belgique et les autres
pays qui sont du même avis
doivent en effet jouer un rôle de
pionner à ce niveau.
06.04 Annemie Turtelboom (VLD): Mijnheer de minister, ik zou
willen ingaan op drie puntjes.

Het eerste is een additionele vraag of opmerking. Heb ik het goed
verstaan dat die netwerkinspecteurs alleen in Vlaanderen
aangeworven? Waarom alleen in Vlaanderen en niet in Wallonië?

Ik had al gezien in een antwoord dat u eind vorig jaar gegeven hebt,
dat de invulling van het korps al bijna volledig was gebeurd. Vandaar
dat ik vroeg naar een uitbreiding van het korps.

Heel belangrijk zal ook zijn in welke mate de informatica volgt.
Immers, u wijst terecht op het punt van de registratie. Die registratie
werkt natuurlijk maar op het moment dat men zich moet registreren
en men daar ook iets mee doet. Dat gaat u niet alleen met mankracht
oplossen. We zullen er ons in de toekomst altijd maar beter tegen
kunnen wapenen wanneer we naar software-systemen gaan die aan
06.04
Annemie Turtelboom
(VLD): Pourquoi des spécialistes
en réseaux n'ont-ils été engagés
qu'en Flandre et pas Wallonie?

Quand le ministre pense-t-il que
les systèmes de contrôle ­ il ne
s'agit pas seulement du personnel,
mais également de l'installation
des logiciels
­ seront
opérationnels, de sorte que les
frontières puissent être ouvertes?
Quel est le critère?

En ce qui concerne les accords
bilatéraux, le ministre affirme que
des contacts ont déjà été établis,
07/03/2006
CRIV 51
COM 874
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
mekaar gelinkt zijn zodat een aantal bijkomende zaken die terecht
zullen opgelegd worden zoals bijvoorbeeld de registratie, als een tool
gebruikt worden bij de controle van ondernemingen en werknemers.
Dat is additioneel, ik had dit niet in mijn vraag aan bod laten komen. Ik
denk echter dat het een heel belangrijk punt zal zijn.

De Ministerraad is nu tot een akkoord gekomen om eerst een aantal
controlemechanismen verder op punt te zetten vooraleer de grenzen
effectief open te stellen. Het is dan maar de vraag wanneer we
kwalitatief content zijn en wanneer we vinden dat de mazen van het
net voldoende gesloten zijn om de grenzen open te zetten. U weet dat
ik het liever op 1 mei 2006 heb dan nadien. De vraag zal op een
bepaald moment echter ook zijn wat het criterium zal zijn om te
zeggen dat we er voor kunnen gaan en de grenzen openstellen. Dat
zal ook in een van mijn andere vragen aan bod komen.

Tot slot blijf ik een beetje op mijn honger zitten in verband met die
bilaterale contacten. Ik heb dat anderhalf jaar geleden al aangehaald,
bij de eerste vragen die hierover in het Parlement gesteld zijn. U
verwijst naar de grensgebieden. Ik zeg niet dat daar geen pijnpunten
zijn, maar de belangrijkste pijnpunten zijn er natuurlijk met een aantal
andere landen. Ik hoor uit uw antwoord dat er al contacten zijn gelegd.
Maar ik interpreteer niet uit het antwoord dat men al ver staat in een
effectieve vorm van samenwerking. Ik interpreteer het zoals u het
formuleert: "we hebben contacten gelegd, de contacten zijn er." Om
het dan cru te zeggen betekent het misschien dat men al namen en
telefoonnummers heeft, maar dat men nog niet verder zit in het
effectief uitbouwen van een goed inspectiesysteem zodat men echt
kan samenwerken om een goede controle te hebben.
ce qui ne me semble
provisoirement pas suffisant.

06.05 Greta D'hondt (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik dank u voor het antwoord. Ik denk dat de uitwerking van
het protocol met de regionale inspectiediensten een niet onbelangrijke
zaak is, evenals wat u zegt over de expertengroep die het
internationaal verkeer van werknemers ook mee zal proberen
opvolgen en controleren.

U geeft cijfers over de invulling van het kader van de
inspectiediensten, mijnheer de minister. Voor ik mij uitspreek over een
versterking van de diensten met meer mankracht, vind ik het
minstens even belangrijk dat de troepen ook de instrumenten hebben
om mee te werken. Er moeten mogelijkheden tot registratie zijn, die
nodig zijn voor de controle, zodat men niet blind op het veld gaat en
de meest bonafide ondernemingen voor de zoveelste keer controleert,
terwijl men geen weet heeft van wat er twee straten verder aan het
gebeuren is en waar de controle dubbel zo hard nodig is. Mijn
volgende vraag betreft dan ook de timing hiervan.

Ik verwijs ook naar Nederland, niet omdat het daar zo spectaculair is,
maar omdat er zonder een grootse reorganisatie van de
inspectiediensten toch een andere vorm van samenwerking moet
komen, een samenwerking die ervoor zorgt dat gegevens die bij de
ene beschikbaar zijn automatisch ook moeten kunnen worden
geconsulteerd door de andere.

Mijnheer de minister, ik denk dat wij daar nog heel wat werk te doen
hebben. Het is nu immers zo dat diensten die samen voor controles
op pad moeten gaan nog niet over dezelfde gegevens beschikken of
06.05 Greta D'hondt (CD&V): Les
instruments avec lesquels les
inspecteurs doivent travailler
constituent un facteur aussi
important que l'augmentation de
leurs effectifs. Quand les
inspecteurs auront-ils la possibilité
de procéder à des
enregistrements? Ce n'est qu'à ce
moment qu'ils pourront opérer des
contrôles ciblés. En outre, tant qu'il
n'y aura pas d'échange
automatique d'informations, les
services de contrôle ne pourront
pas coopérer. Il y a encore
beaucoup à faire dans ce
domaine.

En ce qui concerne les accords
bilatéraux, j'estime que des
entretiens ne sont vraiment pas
suffisants. Les services
d'inspection doivent savoir qui ils
sont chargés de contrôler.

En ce qui concerne la
responsabilité solidaire, j'entrevois
la possibilité de prélever un
CRIV 51
COM 874
07/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
hun uitwisseling tot het automatische of normale behoort.

Een andere zaak zijn de bilaterale akkoorden met Nederland,
Frankrijk, Duitsland enzovoort. Mevrouw Turtelboom heeft het
hierover reeds gehad. Het probleem ligt hier natuurlijk verder dan
onze onmiddellijke buurlanden. Gesprekken is één zaak, maar wij
weten allemaal dat dit op het terrein geen effect heeft. De
getuigenissen van de inspecteurs zijn ter zake schrijnend. U kent ze
even goed als ik. Wij moeten elkaar geen nodeloze pijn doen door
elkaar te beschuldigen. Zaak is wel dat het niet gebeurt. Wij en onze
inspecteurs staan dus eigenlijk machteloos. Het aantal inspecteurs en
de informatica waarover zij beschikken is natuurlijk enorm belangrijk,
maar als zij niet weten wie zij moeten controleren, dan is dat niet
doenbaar.

Ik ben het niet met u eens over de aansprakelijkheid, mijnheer de
minister. Ik denk wel dat er een mogelijkheid moet zijn om hier geld in
te houden. U zegt dat er op de facturen wordt ingehouden. Dan mag
men nog gevlucht zijn, als men niet gekregen heeft waarop men recht
had, ook als onderaannemer, dan denk ik dat zij het meest pijn zullen
voelen en het minst gemakkelijk zullen vertrekken.

Ik denk dat wij daarop bij gelegenheid nog zullen terugkomen, ook
omdat u zegt dat hierover nog niet met de sector werd overlegd. Als
met de sector zal worden overlegd, denk ik dat de sector ook
vragende partij zal zijn om tot alternatieve zaken te komen in verband
met de hoofdelijke aansprakelijkheid. Dan zijn er twee zaken, namelijk
de uitbreiding van de ketenaansprakelijkheid en het inhouden van een
bedrag op de factuur, wellicht een mogelijke piste om met de sector
tot een akkoord te komen. Wij komen hierop later terug.
montant fixe de la facture. Une
autre solution réside dans
l'élargissement de la
responsabilité finale de
l'entrepreneur général. Sur ce
thème, une concertation avec le
secteur s'impose.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Vraag van mevrouw Annemie Turtelboom aan de minister van Werk over "de eindbevoegdheid om
te bepalen wie in aanmerking komt voor het Geco-statuut" (nr. 10588)
07 Question de Mme Annemie Turtelboom au ministre de l'Emploi sur "la compétence finale pour
déterminer qui peut bénéficier du statut de contractuel subventionné" (n° 10588)
07.01 Annemie Turtelboom (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, collega's, uit praktijkvoorbeelden blijkt dat er soms een
pingpongspel aan de gang is tussen de RVA en de VDAB over de
vraag wie de eindbevoegdheid heeft om te bepalen wie al of niet in
aanmerking komt voor een Geco-statuut.

Gemeenten die een of meerdere Geco's wensen aan te werven,
moeten eerst weten of de personen die zich voor de functie hebben
aangemeld, voldoen aan de vereiste voorwaarden om aangenomen te
worden als Geco. Bij de RVA wordt gesteld dat de eindbevoegdheid
om te bepalen wie al of niet in aanmerking komt voor dergelijk Geco-
statuut, bij de VDAB ligt. Voor de personen die in aanmerking komen,
levert de RVA vervolgens een hulpattest C63 bis af, waarop gewoon
vermeld staat of de werknemer al of niet uitkeringsgerechtigd
werkloze is. Bij de VDAB reageert men echter door te stellen dat de
materie niet onder de bevoegdheid van de VDAB valt en wordt terug
verwezen naar de RVA. Intussen worden sommige
gemeentebesturen van het kastje naar de muur gestuurd en blijven
vacatures openstaan, wat natuurlijk heel jammer is. Vandaar mijn
07.01 Annemie Turtelboom
(VLD): Le VDAB et l'ONEM se
renvoient la balle sur la question
de savoir qui décide en dernier lieu
si une personne entre en ligne de
compte pour obtenir le statut de
contractuel subventionné (COSU).
De quel service cette décision
relève-t-elle? De quelle manière
les communes peuvent-elles
s'assurer qu'un candidat répond
bien aux conditions et peut être
engagé comme contractuel
subventionné? Le ministre mettra-
t-il fin à cette situation confuse?

07/03/2006
CRIV 51
COM 874
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
vragen.

Wie heeft de eindbevoegdheid om te bepalen wie in aanmerking komt
voor het Geco-statuut: de RVA of de VDAB?

Welke concrete stappen moeten gemeenten ondernemen als ze
uitsluitsel wensen te krijgen over de vraag of kandidaten voor een
Geco-vacature effectief in aanmerking komen voor die functie?

Waarom bestaat er omtrent zo'n eenvoudige vraag zoveel
onduidelijkheid? Wat zult u doen om daaraan te remediëren?
07.02 Minister Peter Vanvelthoven: Collega, ik kan u zeggen dat de
federale overheid in ieder geval niet bevoegd is om na te gaan of
sollicitanten voor een betrekking als Geco tot de gestelde doelgroep
behoren. De eindbevoegdheid om te bepalen wie in aanmerking komt
voor tewerkstelling in een Geco-statuut, ligt bij de bevoegde
gewestelijke tewerkstellingsdienst.

Aangezien de gewestelijke regelgevingen onder meer rekening
houden met het feit of de sollicitant al of niet vergoed volledig
werkloos is, levert het werkloosheidsbureau van de RVA inderdaad op
vraag van de sollicitant een attest, het formulier C63bis, af, waaruit
blijkt of hij al of niet vergoed volledig werkloos is.

Dus, het is enkel via het bevoegde gewest dat een gemeente
uitsluitsel kan krijgen over het feit of een kandidaat voor een Geco-
vacature in aanmerking komt. Mijns inziens bestaat er in het geheel
geen onduidelijkheid over de bevoegdheid van enerzijds, de gewesten
en anderzijds, de RVA. Ik meen dus ook dat ik als federaal minister
daaraan niet hoef te remediëren noch een oplossing te bieden. Ik
meen dat een en ander wat dat betreft duidelijk is.
07.02
Peter Vanvelthoven,
ministre: Les autorités fédérales
ne sont pas compétentes pour
déterminer si des candidats
peuvent prétendre au statut ACS.
Il s'agit d'une compétence des
services régionaux de l'emploi.
C'est donc à eux que les
communes doivent s'adresser.

En vertu de la législation
régionale, l'ONEM doit en
revanche délivrer aux candidat(e)s
une attestation C63bis indiquant
qu'ils (elles) perçoivent ou non une
allocation de chômage complète.

Il n'y a pas d'ambiguïté en cette
matière. Je ne vois donc pas la
nécessité d'intervenir.
07.03 Annemie Turtelboom (VLD): Mijnheer de minister, ik dank u
voor uw zeer duidelijk antwoord dat ik zeker zal doorgeven aan de
gemeenten die bij dit pingpongspel betrokken waren.
07.03
Annemie Turtelboom
(VLD): Cette réponse claire fera
certainement plaisir aux
communes.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Annemie Turtelboom aan de minister van Werk over "het vrij verkeer van werknemers"
(nr. 10590)
- mevrouw Annemie Turtelboom aan de minister van Werk over "het voornemen om de hoofdelijke
aansprakelijkheid voor hoofdaannemers of opdrachtgevers in te voeren inzake de naleving van loon-
en arbeidsvoorwaarden van ter beschikking gestelde buitenlandse werknemers" (nr. 10592)
- mevrouw Annemie Turtelboom aan de minister van Werk over "het voornemen om het
vorderingsrecht in te stellen voor buitenlandse werknemers en werknemersorganisaties" (nr. 10593)
- mevrouw Greta D'hondt aan de minister van Werk over "de tewerkstelling van buitenlandse
arbeidskrachten" (nr. 10633)
08 Questions jointes de
- Mme Annemie Turtelboom au ministre de l'Emploi sur "la libre circulation des travailleurs" (n° 10590)
- Mme Annemie Turtelboom au ministre de l'Emploi sur "l'intention d'instaurer la responsabilité
solidaire de l'entrepreneur principal ou du maître de l'ouvrage concernant le respect des conditions de
travail et de rémunération des travailleurs étrangers mis à disposition" (n° 10592)
- Mme Annemie Turtelboom au ministre de l'Emploi sur "l'intention d'accorder le droit d'ester en
justice aux travailleurs et aux organisations de travailleurs étrangers" (n° 10593)
CRIV 51
COM 874
07/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21
- de Mme Greta D'hondt au ministre de l'Emploi sur "l'emploi de travailleurs étrangers" (n° 10633)
08.01 Annemie Turtelboom (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, collega's, ik zal een heel stuk van mijn inleiding
wegknippen. Het komt immers steeds op hetzelfde neer: we gaan
verder op het vrij verkeer en de principebeslissing, of de algemene
beslissing, die daarover door de regering werd genomen.

Als ik de tekst goed lees die na de beslissing van de regering werd
verspreid, zegt men op dit ogenblik dat men naar een verkorte
procedure gaat voor de arbeidskaarten en voor de knelpuntvacatures.
Ik weet wat de invulling van die knelpuntvacatures zal zijn, maar die
materie behoort natuurlijk niet meteen tot ons beleidsniveau. Ik lees er
echter geen echte deadline in, geen datum vanaf wanneer de grenzen
volledig zullen worden opengesteld.

Mijn eerste vraag ging vooral hierover: wanneer komt het vrij verkeer
voor de EU-werknemers op de Belgische arbeidsmarkt er echt? Werd
er al een richtdatum afgesproken door de Belgische regering, of zegt
men automatisch dat men tot 1 mei 2009 zal gaan? Dat zou ik
bijzonder jammer vinden.

Welke timing zult u terzake respecteren? Daarnet heb ik in mijn vorige
vraag over het vrij verkeer reeds gewezen op het belang van de
uitbouw van de inspectie en ik heb daarbij het belangrijke luik van de
informatica ook aangehaald. Wanneer zijn, volgens de regering, de
mazen van het net voldoende gesloten om de grenzen volledig te
kunnen openstellen? Ik hoop daarbij natuurlijk dat er in het definitieve
akkoord vrij snel ook een timing zal staan om de
overgangsmaatregelen volledig op te heffen.

Dan had ik nog een paar vragen in verband met de uitbouw van een
registratiesysteem voor de gedetacheerde werknemers. Ik heb er mij
de voorbije maanden immers aan gestoord dat sommige collega's in
dit Parlement bewust detachering en illegaliteit vermengen. Ik denk
dat we allemaal weten dat men hier kan komen via een arbeidskaart,
via detachering of als zelfstandige, maar dat een detacheringsysteem
strikt genomen geen illegaliteit hoeft te zijn. De praktijk wijst uit dat er
meer misbruiken in zitten en uiteraard zijn we ­ u kent mijn stelling ­
altijd voorstander geweest van een goed controlesysteem, al vind ik
dat men op dat vlak misschien toch wat te laat in gang is geschoten.

Wat is de uitbouw van het registratiesysteem van gedetacheerde
werknemers? Wat is de stand van zaken?

Welke diensten zijn er op dit ogenblik al aan de slag om het systeem
operationeel te maken?

Wat is de concrete opzet van het systeem?

Wat is de timing?

Specifiek naar de detacheringen: hoe zal het systeem worden
opgevolgd?

Mijnheer de voorzitter, ter informatie, de vraag over het E101-
formulier moet wellicht in de commissie voor de Volksgezondheid aan
minister Demotte worden gesteld.
08.01 Annemie Turtelboom
(VLD): Pour autant que je sache,
aucune date butoir n'a été
avancée pour l'ouverture de nos
frontières aux travailleurs
originaires d'autres États membres
de l'Union européenne. Le
gouvernement a-t-il tout de même
convenu d'une date de référence?
La mesure transitoire sera-t-elle
supprimée dans le courant de
l'année ou seulement le 1
er
mai
2009?

Où en est la mise en place d'un
système d'enregistrement pour les
travailleurs étrangers légalement
détachés? Quel service en est-il
chargé et comment le système
sera-t-il évalué?

Le ministre souhaite rendre les
entrepreneurs principaux et les
maîtres d'oeuvre solidairement
responsables du respect des
conditions de rémunération et de
travail des travailleurs étrangers.
Disposent-ils bien des instruments
légaux nécessaires pour s'assurer
de ce respect? Le ministre ne se
borne-t-il pas ainsi à transférer la
responsabilité des pouvoirs
publics? Prendra-t-il également
des mesures pour que ces
derniers puissent également
assumer leur responsabilité en la
matière? Alignera-t-il son régime
de responsabilité solidaire sur les
mesures applicables dans d'autres
pays de l'Union européenne?

Le gouvernement a l'intention de
permettre aux organisations de
travailleurs et d'employeurs de
saisir les tribunaux belges si elles
estiment qu'il y a des abus.
Actuellement, le travailleur
étranger lui-même est le seul à
pouvoir introduire une action, et
ce, uniquement dans le pays où il
travaille habituellement. La
question se pose de savoir
pourquoi les organisations de
travailleurs obtiennent également
un droit d'action, étant donné
qu'elles ne comptent en principe
07/03/2006
CRIV 51
COM 874
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22

Ik heb nog een tweede vraag over het voornemen om de hoofdelijke
aansprakelijkheid voor de hoofdaannemers of de opdrachtgevers in te
voeren inzake de naleving van de loon- en arbeidsvoorwaarden van
de ter beschikking gestelde buitenlandse werknemers.

In de principebeslissing van de regering lees ik opnieuw dat u het
voornemen heeft om hoofdaannemers of opdrachtgevers hoofdelijk
aansprakelijk te stellen voor de naleving van die loon- en
arbeidsvoorwaarden van ter beschikking gestelde buitenlandse
werknemers. De redenering is dat benadeelde werknemers dan meer
garanties krijgen en dat het beroep op sommige schimmige bureaus
die personeel aan dumpingprijzen aanbieden, zo wordt ontmoedigd.

De vraag die daarbij rijst, is of hoofdaannemers zomaar moeten
worden belast, eigenlijk zo'n beetje met de functie van controleur,
terwijl het in eerste instantie aan de overheid toekomt om dergelijke
toestanden te controleren.

Niets ontslaat natuurlijk hoofdaannemers of opdrachtgevers van de
plicht om met de nodige omzichtigheid en rechtvaardigheid te
handelen, maar de vraag rijst in hoeverre zij een sluitende garantie
kunnen krijgen om de loon- en arbeidsvoorwaarden van hun
gedetacheerde werknemers te controleren en ook af te dwingen. Ik
verwijs daarbij naar een piste die ik ooit gelanceerd heb. Er zou een
meldingspunt moeten zijn waar aannemers zouden moeten kunnen
laten controleren of de wegen die zij bewandelen effectief conform
alle huidige wetgeving zijn. Ik weet dat er al zo'n cel bestaat binnen de
confederatie bouw, maar dat is natuurlijk binnen de vakorganisaties
en dat heeft ook geen officiële, wettelijke stempel.

Tot slot rijst ook de vraag naar de geldende maatregelen in de andere
EG-lidstaten. Indien zou blijken dat de Belgische reglementering een
stuk strenger uitvalt, dan is dat natuurlijk niet bevorderlijk voor de
concurrentiepositie van onze ondernemingen die vaak een beroep
doen op buitenlandse werknemers, en dan vooral in de
knelpuntvacatures.

Mijnheer de minister, ik heb de volgende vragen over de hoofdelijke
aansprakelijkheid.

Waarom houdt u vast aan de hoofdelijke aansprakelijkheid voor
hoofdaannemers?

Beschikken hoofdaannemers en opdrachtgevers wettelijk over alle
vereiste instrumenten die hen moeten toelaten om die naleving
sluitend te controleren?

Schuift u daarmee niet een stuk van uw verantwoordelijkheid of
aansprakelijkheid als overheid af op de hoofdaannemers of
opdrachtgevers? Welke maatregelen zult u nemen opdat ook de
overheid haar verantwoordelijkheid in die problematiek zal nemen?

Welke maatregelen gelden er in de omringende buurlanden met
betrekking tot die hoofdelijke aansprakelijkheid?

Zult u erop toezien dat de eisen die terzake aan de Belgische
hoofdaannemers of opdrachtgevers worden gesteld vergelijkbaar zijn
pas de travailleurs étrangers parmi
leurs membres. Le droit d'action
vaut-il également pour les
organisations de travailleurs
étrangères ?

Les travailleurs et les
organisations de travailleurs
belges jouissent-ils d'un droit
d'action dans les pays voisins ? Le
ministre veillera-t-il à ce que les
mesures qu'il prendra
s'appliqueront également aux
Belges à l'étranger ? Quel rôle les
organisations de travailleurs des
autres États membres de l'Union
européenne peuvent-elles jouer en
faveur des Belges à l'étranger ?

CRIV 51
COM 874
07/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
23
met de eisen die gelden in andere EU-lidstaten? Ook in andere
dossiers gaan we na wat er in Europa gebeurt. Ik denk dat we dat
zeker ook in dit dossier moeten doen.

Tot slot, ik heb een vraag over het voornemen om het vorderingsrecht
in te stellen voor buitenlandse werknemers en de
werknemersorganisaties. U hebt dat voornemen kenbaar gemaakt.
Als we die redenering verder volgen, dan moet er effectief een
vorderingsrecht worden ingesteld om de rechten te doen gelden van
buitenlandse werknemers die opdrachten in ons land uitoefenen.
Momenteel kan alleen de buitenlandse werknemer zelf een vordering
instellen, alleen in het land waar hij gewoonlijk werkt.

In dat verband rijst ook de vraag waarom u het wenselijk acht om de
werknemersorganisaties toe te laten om vorderingsrecht uit te
oefenen, vermits zij in principe de betrokken buitenlandse
werknemers niet onder hun leden tellen.

Ten slotte rijst ook de vraag naar de rechtspositie van Belgen in het
buitenland en de mogelijkheid voor werknemersorganisaties om daar
vorderingsrecht uit te oefenen voor Belgische werknemers in het
buitenland.

De vraag is dus opnieuw de volgende. Waarom wenst u dat
vorderingsrecht?

Geldt dat ook voor buitenlandse werkgeversorganisaties of alleen
voor de Belgische?

Welke maatregelen gelden in onze buurlanden met betrekking tot het
vorderingsrecht voor Belgische werknemers en
werknemersorganisaties?

Zult u erop toezien dat de maatregelen die u neemt, ook gelden voor
Belgen in het buitenland? Wat is de situatie daaromtrent vandaag?

Welke rol kunnen werknemersorganisaties in andere EU-lidstaten
spelen ten gunste van Belgen in het buitenland?

De voorzitter: Mevrouw Turtelboom, uw vraag nr. 10607 in verband met de controle van de E101-
formulieren zal morgen in onze commissie aan de orde zijn in aanwezigheid van minister Demotte.
08.02 Greta D'hondt (CD&V): Mijnheer de minister, de regering
heeft een aantal maatregelen bekendgemaakt in verband met het
tewerkstellen van buitenlandse arbeidskrachten in het kader van het
openstellen van de grenzen. Als ik het goed gelezen heb, zullen de
grenzen niet opengesteld worden zolang vier maatregelen niet in
werking getreden zijn. Het gaat om de registratie van de buitenlandse
werknemers met Dimona, de hoofdaansprakelijkheid van de
opdrachtgevers en de hoofdaannemers voor het naleven van de loon-
en arbeidsvoorwaarden van die buitenlandse werknemers, de
versterking van de federale en regionale inspectiediensten en de
mogelijkheid voor buitenlandse werknemers en vakbonden om naar
de Belgische rechtbanken te stappen.

Bij het lezen van die beslissingen zat ik eigenlijk met een gevoel van
onbehagen en ontevredenheid, mijnheer de minister. Ik heb altijd
gezegd dat mijn fractie voor het openstellen van de grenzen is. Ik heb
08.02 Greta D'hondt (CD&V): Le
gouvernement a décidé de ne pas
ouvrir nos frontières aux
travailleurs issus des nouveaux
États membres de l'Union
européenne tant que quatre
mesures n'auront pas été mises
en oeuvre. Il s'agit de l'ouverture
de la déclaration Dimona aux
travailleurs étrangers, de la
responsabilité solidaire des
maîtres d'oeuvre ou des
entrepreneurs principaux
concernant le respect des
conditions de travail et de
rémunération, du renforcement
07/03/2006
CRIV 51
COM 874
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24
echter ook altijd gezegd dat we niet naïef mochten zijn en dat een
aantal voorwaarden moest worden vervuld. Ik voelde mij eigenlijk een
beetje ontgoocheld toen ik de beslissing las omdat daarin geen timing
vooropgesteld wordt. De enige timing die erin staat is dat men tegen
eind juni de lijst van de knelpuntberoepen zal opstellen. Toen ik de zin
" tegen eind juni de lijst van de knelpuntberoepen opstellen" las,
vloekte ik bij mezelf. Volgens mij betekent zulks dat we waarschijnlijk
minstens 2007 binnenbollen vooraleer we de andere maatregelen
hebben. U zult mij natuurlijk straks zeggen dat dit niet waar is en ik zal
hier dus wellicht blij vertrekken.

Mijn vragen gaan eigenlijk daarover. Die knelpuntberoepen zijn
natuurlijk een belangrijke zaak en het op een eenvoudige manier
verlenen van die arbeidskaarten voor de knelpuntberoepen stond ook
in onze voorstellen. Daarover gaat het dus niet. Het gaat mij vooral
om de andere zaken. Vandaar mijn vragen. Voor wanneer zijn die
andere maatregelen gepland? Is over die vier andere maatregelen in
de regering beraadslaagd en zijn er afspraken gemaakt over wanneer
die maatregelen in werking treden? Hoe lang moeten die dan van
kracht zijn voor het vrij verkeer ingevoerd wordt? Gebeurt dat
onmiddellijk, op het moment waarop die maatregelen genomen zijn
en Dimona er ook is voor de vreemde werknemers van vreemde
werkgevers? Gebeurt dat van dag op dag? Is er nog een
overgangsperiode? Hoe denkt u daarover?

De Dimona-aangifte wordt uitgebreid tot de buitenlandse werknemers.
In de beslissing van de regering lees ik niets over de buitenlandse
zelfstandigen. Mijnheer de minister, we moeten niet denken de zaak
geregeld te hebben indien we alleen spreken over werknemers van
buitenlandse werkgevers. Het scherpste fenomeen op dit ogenblik zijn
degenen die ons land binnenkomen als zelfstandigen. Vaak zijn ze
nooit zelfstandigen geweest. Ik vermoed dat men in hun land van
oorsprong zelfs niet weet dat zelfstandigen bestaan. Deze mensen
komen ons land als zelfstandigen binnen omdat het een
ontsnappingsroute is. Mijnheer de minister, welke initiatieven zal de
regering daaromtrent nemen? Zo niet, blijven de mazen in het net
veel te groot.

Ik kom tot de hoofdelijke aansprakelijkheid. Volgens mij kan het niet
dat die aansprakelijkheid alleen wordt opgelegd voor buitenlandse
werknemers. Dit zou de Europa-toets niet doorstaan. Hoe zal de
regering deze problematiek aanpakken?

Over de betere samenwerking hebt u reeds toelichting gegeven zodat
deze specifieke vraag wegvalt.

Wanneer zal de versoepeling van de toekenning van de
arbeidskaarten in werking treden? De lijst moet tegen juni klaar zijn. In
de mededeling terzake in de media heb ik evenwel geen
vervolgdatum gevonden.

Wat moet er gedacht worden van de uitspraak van Europees
commissaris voor de interne markt die zegt dat de registratie van
buitenlandse werknemers een onevenredige maatregel is. Er zal,
mijns inziens, nog heel wat bekeringswerk nodig zijn in Europa
alvorens we aan echte samenwerking toe zijn. Werd er overleg
gepleegd met de regionale overheden over de versoepeling van de
arbeidsvergunningen? Zo ja, hoe verloopt het overleg?
des services d'inspection et de la
possibilité pour les travailleurs
étrangers et les syndicats de saisir
les tribunaux belges.

Notre groupe est également
favorable à l'ouverture des
frontières sous certaines
conditions. Je suis toutefois déçue
par l'absence d'un calendrier en la
matière. Il a uniquement été
convenu que la liste des
professions critiques devait être
établie pour la fin du mois de juin.
La simplification des modalités de
délivrance d'un permis de travail
pour ces professions constitue
naturellement une bonne chose.
Nous craignons cependant que les
autres mesures ne soient pas
réalisées pour 2007.

Une période transitoire est-elle
prévue entre la prise d'effet des
quatre mesures et l'entrée en
vigueur de la libre circulation des
travailleurs?

Pourquoi n'évoque-t-on que la
déclaration Dimona des
travailleurs et non l'enregistrement
des indépendants, alors que le
principal problème se situe à ce
niveau-là?

Si la responsabilité solidaire n'est
imposée que pour les travailleurs
étrangers, n'instaure-t-on pas ainsi
une discrimination qui ne pourra
passer l'épreuve du contrôle
européen?

Quand l'octroi des permis de
travail sera-t-il assoupli?

Que penser des déclarations du
commissaire européen en charge
du Marché intérieur qui qualifie
l'enregistrement des travailleurs
étrangers de `mesure
disproportionnée'?

L'assouplissement des modalités
d'octroi du permis de séjour a-t-il
fait l'objet d'une concertation avec
les autorités régionales?

Le système Dimona est bien rôdé
CRIV 51
COM 874
07/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25

Mijnheer de minister, het moet me van het hart dat ik ontevreden was
bij het lezen van de regeringsbeslissing. Dimona staat momenteel
goed op punt en werkt goed. Men krijgt tot juni de tijd voor de
registratie van knelpuntberoepen. Met de instrumenten waarover wij
beschikken moet het, mijns inziens, mogelijk zijn Dimona uit te
breiden tot buitenlandse werknemers van buitenlandse werkgevers.
Dit instrument ligt klaar. Ik begrijp eerlijk gezegd niet waarom de
regering deze beslissing niet genomen heeft. Op die manier was
Dimona aangepast geweest tegen het ogenblik dat de lijst met de
knelpuntberoepen klaar moest zijn, nog voor het zomerreces.

Ons instrumentarium op dat vlak is klaar.

Hetzelfde geldt voor de registratie van de zelfstandigen. Er bestaan,
zij het misschien embryonaal, arrondissementele of regionale
registratiecommissies. Waarom heeft de regering die instrumenten
niet gebruikt voor de zelfstandigen?

Mijnheer de minister, mijn gevoel bij de regeringsbeslissing is dat ze
de zaak op de lange baan heeft geschoven. Zij heeft niet de
instrumenten gebruikt die klaar zijn. Ik zeg niet dat alles klaar is. De
Europese controle en samenwerking bijvoorbeeld hebben nog tijd
nodig. De belangrijkste instrumenten die wij nodig hebben, namelijk
Dimona voor de werkgevers en de registratie voor de zelfstandigen
hebben wij ter beschikking en laten toe te weten wie hier werkt. Wij
moeten ze uitbreiden.

Het risico dat Europa ons daarvoor veroordeelt of op het matje roept,
is bijna onbestaande. Wij doen het immers voor onze Belgen. Er kan
dus geen discussie met Europa zijn. Ik begrijp dus niet ­ u zult het mij
wellicht uitleggen ­ waarom de regering niet onmiddellijk ­ tegen juni
2006, zoals zij vooropstelde ­ voor de knelpuntberoepen de machine
in werking heeft gesteld. Tegen de zomer zouden Dimona en de
registratie van de zelfstandigen er dan zijn.

Die twee ankerpunten voor het vrije verkeer hebben wij en kunnen wij
met ons bestaande instrumentarium uitbreiden en ter beschikking
stellen. Ik moet eerlijk toegeven dat ik het niet heb begrepen.
et je ne comprends donc pas
pourquoi nous n'étendons pas
l'obligation de déclaration aux
étrangers qui travaillent pour des
employeurs étrangers. Ma
remarque s'applique également à
l'enregistrement des
indépendants. Nous pourrions
mettre sur pied à court terme un
système nous permettant de
savoir avec précision qui travaille
en Belgique. Les instruments
nécessaires pour ce faire sont
déjà à notre disposition ; par
ailleurs, une condamnation
européenne n'est pas trop à
craindre attendu que nous
imposons les mêmes conditions à
nos concitoyens.

De voorzitter: Mevrouw D'hondt, ik dank u voor uw vragen en emoties omtrent het dossier.
08.03 Minister Peter Vanvelthoven: Mijnheer de voorzitter, collega's,
ik denk dat u niet echt ontgoocheld moet zijn over de beslissing van
de regering, want ik herinner mij nog dat ik begin december voor het
eerst vier maatregelen op tafel heb gelegd en dat de kritiek toen was
dat de regering pas in april zou beslissen. Wij hebben uiteindelijk eind
februari, begin maart de beslissing genomen. Ik denk dat de regering
in dit dossier dus zo snel als mogelijk is gegaan. Wij hebben nu ook
de bedoeling om de maatregelen zo snel mogelijk rond te krijgen.

U kent de vier maatregelen waarover het gaat: ten eerste, de controle
en registratie, ten tweede, de hoofdelijke aansprakelijkheid, ten derde,
verscherpte en beter gecoördineerde inspectie en, ten vierde, het
vorderingsrecht.

In principe gelden de overgangsmaatregelen tot 1 mei 2009. Als de
voorwaarden eerder vervuld zijn, en dat zal zo zijn, dan kan die
08.03
Peter Vanvelthoven,
ministre: Lorsque j'ai annoncé ces
quatre mesures au mois de
décembre, d'aucuns m'ont critiqué
parce que le gouvernement ne
prendrait une décision qu'en avril.
Finalement, le gouvernement a
tranché dès février. A présent,
nous allons nous efforcer de
boucler le plus vite possible les
modalités d'exécution de ces
mesures. La période transitoire
devrait en principe courir jusqu'en
2009 mais si les conditions sont
remplies plus tôt, elle pourrait être
écourtée. C'est en tout cas
07/03/2006
CRIV 51
COM 874
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
26
termijn uiteraard worden ingekort. Dat is in ieder geval ook de ambitie
van de regering.

Jammer genoeg kan ik u op dit ogenblik niet zeggen wanneer die
termijn precies zal zijn afgelopen, wanneer over al die concrete
bijkomende maatregelen niet alleen wordt beslist maar ook wanneer
ze worden uitgewerkt. Ik kan u wel zeggen dat op dit ogenblik hard
wordt gewerkt om alle maatregelen zo vlug mogelijk ingevoerd te
krijgen.

Overleg met de Europese instanties, ook over het vrij verkeer van
werknemers en de vier flankerende maatregelen is er niet geweest.
De beslissing werd ook niet officieel overlegd met de regio's.

Er komt dus een meldingsplicht voor elke vorm van buitenlandse
tewerkstelling, zowel van werknemers als van zelfstandigen.

De aangifteplicht, dat is de eerste module van dit project, zal ­ dat is
de ambitie en dat staat ook in de plannen die ik ondertussen heb
gezien ­ eind van dit jaar actief zijn en dat zowel via web als via patch.
Voor een latere fase is voorzien om de verkregen gegevens aan te
vullen met deze van andere actoren, arbeidskaarten, beroepskaarten,
gegevens van de dienst Vreemdelingzaken.

De timing is begin 2007, maar het tijdstip zal ook afhangen van de
andere actoren.

U weet ongetwijfeld dat de KSZ en de RSZ belast zijn met de
concrete uitvoering van het project onder de coördinatie van de
werkgroep Modernisering van het Beheer van de Sociale Zekerheid.
Mevrouw D'hondt, u weet ook dat de KSZ, de Kruispuntbank voor de
Sociale Zekerheid, inzake informaticaprojecten binnen de sociale
zekerheid toch wel een bepaalde status verworven heeft en toch wel
weet waarmee ze bezig is. Ik denk dat u er al vertrouwen in mag
hebben, als zij de leiding van dat project hebben, dat op de meest
goede en snelle manier zal gebeuren.

U weet ook dat ik de bevoegdheid informatisering onder mijn vleugels
heb sinds halfweg 2003. Als ik een zaak geleerd heb, dan is het wel
dat men inzake informaticaprojecten niet te snel moet gaan en ervoor
moet zorgen dat alles goed getest is. Ik herinner mij heel goed het
eerste dossier dat ik op mijn tafel kreeg: het dossier van de
Kruispuntbank van Ondernemingen. Na een halve dag crashte het
systeem, omdat het onvoldoende getest was. Ik wil dat het nieuwe
informaticasysteem goed getest is en dat het goed werkt, alvorens wij
het voor iedereen in werking laten treden. Laten wij daarvoor dus de
tijd nemen. Het zal echter zo snel mogelijk gebeuren. U mag er alle
vertrouwen in hebben dat de mensen van de KSZ, samen met de
mensen van de RSZ, alle hens aan dek brengen.

In het oorspronkelijke ontwerp van de Bolkestein-richtlijn was een
meldplicht of een notificatie uitdrukkelijk verboden. Gezien die
woorden in de verbodsbepaling werden geschrapt, zie ik geen
probleem meer op het vlak van de invoering van het principe van een
meldplicht. Rekening houdend met de rechtspraak van het Europees
Hof van Justitie kunnen wij ervan uitgaan dat de meldingsplicht als
aanvaardbaar alternatief kan worden beschouwd, als deze gepaard
gaat met de vereenvoudiging van een aantal administratieve
l'ambition du gouvernement.

Actuellement, je ne suis pas en
mesure de vous dire quand toutes
les mesures concrètes seront
décidées et exécutées mais nous
travaillons d'arrache-pied pour tout
finaliser dans les plus brefs délais.

Ces quatre mesures n'ont pas été
l'objet d'une concertation avec les
autorités européennes. Et nous ne
nous sommes pas concertés
officiellement avec les régions non
plus.

Les travailleurs salariés aussi bien
que les indépendants auront
dorénavant l'obligation de déclarer
toute forme d'occupation
étrangère. Cette obligation de
déclaration deviendra réalité à la
fin de l'année, tant par
l'intermédiaire du Net que par le
biais de « patches ». Dans une
phase ultérieure, les données
récoltées seront complétées par
les données fournies par d'autres
acteurs. Pour ce qui est du
calendrier, nous avons opté pour
le début de 2007 mais la date
précise dépendra en partie de ces
autres acteurs. La Banque-
carrefour de la sécurité sociale et
l'ONSS assumeront l'exécution
concrète de ce projet, la
coordination étant assurée par le
groupe de travail Modernisation de
la gestion de la sécurité sociale.
La BCSS jouit d'une bonne
réputation. L'entrée en vigueur
devra avoir lieu le plus vite
possible mais il faudra d'abord
effectuer suffisamment de tests
pour être certain que le nouveau
système informatique fonctionne
convenablement.

Dans le projet initial de la directive
Bolkestein, l'obligation de
déclaration ou notification était
expressément interdite. Ces mots
ayant été supprimés dans la
disposition d'interdiction, aucune
difficulté ne fait plus obstacle à
l'instauration du principe de
l'obligation de déclaration.
CRIV 51
COM 874
07/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
27
verplichtingen.

Voor de vacatures die maar moeilijk ingevuld worden op de Belgische
arbeidsmarkt, wordt het aanwerven van werknemers uit de nieuwe
lidstaten eenvoudiger en sneller gemaakt. De lijst van vacatures zal in
samenspraak met de regio's en de sociale partners worden bepaald
en regelmatig geactualiseerd. In concreto wordt er voor de
onderdanen uit de acht nieuwe lidstaten voor bepaalde moeilijk in te
vullen vacatures binnen maximaal vijf dagen een arbeidskaart B
toegekend, bij voorkeur via elektronische weg, zonder dat een
arbeidsmarktonderzoek nodig is. De voorwaarde is dat voor die
functies de normale lonen worden betaald en dat een Dimona-
aangifte wordt verricht.

Wat de hoofdelijke aansprakelijkheid betreft, het voorstel van de
hoofdelijke aansprakelijkheid van de opdrachtgever of de
hoofdaannemer heeft een dubbel doel. In de eerste plaats beoogt het
de bescherming van de sociale rechten van de Poolse en de andere
gedetacheerde werknemers uit de nieuwe lidstaten, met name de
garantie van het minimumloon en de arbeidsvoorwaarden waarop die
werknemers recht hebben, wanneer zij voor rekening van hun
buitenlandse werkgever tijdelijk in België komen werken. Daarnaast
wil de regeling de deloyale concurrentie aanpakken. Deze week kon
men nog in de krant de noodkreet lezen van een vertegenwoordiger
van een belangrijke werkgeversfederatie, Agoria. Ik citeer: "Als wij
niets ondernemen, dan zijn er over vijf jaar in deze sector geen
Belgische bedrijven meer."

Vandaag doen veel ondernemers een beroep op buitenlandse
onderaannemers, terwijl zij vaak goed weten dat de loon- en
arbeidsvoorwaarden niet worden gerespecteerd. Een deel van het
werk wordt aan deze ondernemingen uitbesteed, soms in echte
onderaanneming en soms door zuivere "inlening" van deze
werknemers via bijvoorbeeld buitenlandse uitzend- of
detacheringskantoren.

Aan twee facetten kan de Belgische opdrachtgever reeds zien dat er
iets niet pluis is: de lagere contractuele prijszetting en de korte
afwerkingstermijn. Dit bedrijfseconomische argument is in de bouw-
en metaalsector voldoende gekend door de ondernemers. Wie het
anders beweert, draait ons volgens mij een rad voor de ogen.

Als ondernemingen belangrijke contracten sluiten, wordt de
tegenpartij gescreend op referenties, betrouwbaarheid, financiële
stabiliteit, goede naam, enzovoort. Als men louter tijdelijke
arbeidskrachten nodig heeft om in regie te laten werken of om ze in te
lenen voor minder geschoolde, uitvoerende taken is de behoefte aan
screening blijkbaar niet belangrijk; zeker niet als de kostprijs een
aanzienlijk stuk lager uitvalt.

De solidaire aansprakelijkheid van de opdrachtgever of
hoofdaannemer voor de loonschulden van de firma's die voor hem
werken, mag uiteraard niet absoluut zijn. Ondernemingen die
voldoende voorzichtigheid aan de dag leggen bij de keuze van hun
co-contractanten, moeten uiteraard de kans krijgen zich van die
aansprakelijkheid te laten ontlasten.

Een stelsel van solidaire aansprakelijkheid bestaat eveneens in de
Pour les emplois vacants pour
lesquels il est difficile de trouver
des candidats intéressés et aptes
sur le marché de l'emploi belge, le
recrutement de travailleurs
provenant de nouveaux États
membres est plus simple. Nous
dresserons la liste des emplois
vacants en concertation avec les
Régions et les partenaires
sociaux. S'agissant des huit
nouveaux États membres, un
permis de travail B sera délivré
dans un délai maximum de cinq
jours aux travailleurs exerçant une
profession à problème, et cela par
voie électronique, sans qu'une
étude portant sur le marché de
l'emploi soit requise. Deux
conditions devront être remplies:
le salaire devra être versé et
l'employeur devra introduire une
déclaration Dimona.

La responsabilité solidaire du
maître d'oeuvre ou de
l'entrepreneur principal vise à
protéger les droits sociaux des
travailleurs polonais et autres
travailleurs détachés. Cette
réglementation a également pour
objectif de lutter contre la
concurrence déloyale. Aujourd'hui,
de nombreux entrepreneurs font
appel à des sous-traitants
étrangers alors qu'ils savent
pertinemment bien que les
conditions de travail et de
rémunération ne sont pas
respectées. Le maître d'oeuvre
belge dispose de deux éléments
qui lui permettent de se rendre
compte que les choses ne sont
pas ce qu'elles devraient être: un
prix contractuel plus bas et des
délais d'achèvement courts. Les
entrepreneurs des secteurs de la
construction et du métal le savent.
Lorsque les entreprises concluent
d'importants contrats, elles
examinent en détail les références
et la fiabilité des candidats.
Lorsqu'elles n'ont besoin que d'un
renfort temporaire, les références
et la fiabilité des candidats
semblent parfois tout à coup
devenir beaucoup plus
accessoires.
07/03/2006
CRIV 51
COM 874
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
28
buurlanden. Er is reeds gesproken over Nederland dat reeds in de
jaren '80 het systeem van de ketenaansprakelijkheid en de
geblokkeerde G-rekening in werking heeft laten treden. Dit systeem is
inderdaad ingrijpender, maar het legt bovendien een grotere
administratieve last op dan het voorstel waaraan nu wordt gewerkt bij
ons in België. Duitsland heeft een stelsel van borgstelling door de
hoofdaannemer voor de loonschulden van de onderaannemer.
Frankrijk heeft eveneens een vorm van solidaire aansprakelijkheid
inzake frauduleus gedrag van de onderaannemer.

Inzake het vorderingsrecht kan ik het volgende zeggen. Het
toekennen van een effectief vorderingsrecht aan Belgische,
representatieve feitelijke verenigingen van werknemers is een
belangrijk middel ter bestrijding van misbruiken bij
terbeschikkingstelling en het tegengaan van deloyale concurrentie.
Het moet hun mogelijk maken in het kader van de
terbeschikkingstelling van werknemers bij de Belgische
arbeidsrechtbanken de naleving van het Belgische arbeidsrecht af te
dwingen. Op basis van de normale internationale bevoegdheidsregels
en het eigen Belgische recht kan een werknemer, die tijdelijk naar
België wordt gedetacheerd, op dit ogenblik immers geen rechtszaken
in België beginnen. De Belgische rechtbanken hebben geen enkele
bevoegdheid om een dergelijke rechtszaak te behandelen. Bovendien
mag de kans dat een buitenlandse rechter het Belgische arbeidsrecht
zal toepassen niet hoog worden ingeschat.

Door het voor buitenlandse werknemers mogelijk te maken via een
Belgische arbeidsrechtbank de naleving van het Belgische
arbeidsrecht af te dwingen, schept men een bijkomend middel om iets
aan vormen van grensoverschrijdende sociale dumping te doen. In
het bijzonder kan het een interessant middel zijn voor de Belgische
vakbonden. Vertegenwoordigers van de Belgische vakbonden mogen
namelijk namens werknemers optreden voor Belgische
arbeidsrechtbanken. Daarbij kunnen de Belgische vakbonden nauw
samenwerken met vakbonden uit het land van herkomst, bijvoorbeeld
met het oog op het verzamelen van het nodige bewijs in het thuisland.

Wat uw vragen 3 tot en met 6 betreft, in verband met de territoriale
bevoegdheid van het gerechtelijk recht in andere landen, moet ik u
verwijzen naar de minister van Justitie.

La responsabilité solidaire du
maître d'oeuvre ou de
l'entrepreneur principal au niveau
des dettes salariales des sociétés
qui travaillent pour lui ne peut pas
être absolue. Les entreprises qui
prennent suffisamment de
précautions dans le choix de leurs
cocontractants doivent avoir la
possibilité de se dégager de cette
responsabilité. Les Pays-Bas,
l'Allemagne et la France se sont
dotés de réglementations
spécifiques en la matière. Un tel
système de responsabilité
solidaire existe également dans
les pays voisins.

L'octroi d'un droit d'action à une
association belge représentative
des travailleurs constitue un
moyen de lutte important contre
les abus en matière de mise à
disposition et de concurrence
déloyale. Cette mesure doit
permettre de faire respecter le
droit du travail belge auprès d'un
tribunal du travail belge. Un
travailleur provisoirement détaché
en Belgique ne peut actuellement
pas intenter de procès dans notre
pays. Les tribunaux belges ne sont
pas compétents en la matière. La
chance qu'un juge étranger
applique le droit du travail belge
est minime. Si les travailleurs
étrangers ont la possibilité de
forcer l'application du droit du
travail belge par le biais d'un
tribunal du travail belge, un moyen
supplémentaire de lutte contre le
dumping social transfrontalier est
créé. Les syndicats peuvent jouer
un rôle utile dans ce contexte.

En ce qui concerne la compétence
territoriale des dispositions
judiciaires dans d'autres pays, je
me réfère à la ministre de la
Justice.
08.04 Annemie Turtelboom (VLD): Mijnheer de minister, ik blijf in
verband met een aantal zaken die toch een rode draad vormden in
mijn vragen, op mijn honger zitten, bijvoorbeeld het punt van de
timing.

Collega D'hondt heeft daarnet al verwezen naar het openstellen van
08.04
Annemie Turtelboom
(VLD): Comment entend-on établir
la liste des emplois vacants
difficiles à pourvoir? En facilitant
l'accès à ces emplois, on couvrirait
90 % des besoins en matière de
CRIV 51
COM 874
07/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
29
de grenzen, of het gemakkelijker maken om sneller een arbeidskaart
te krijgen voor knelpuntvacatures. Toch rijzen er vragen. Ten eerste,
hoe zal die lijst van knelpuntvacatures ingevuld worden? Dat moet
natuurlijk met de Gewesten geregeld worden. Ik weet ook dat als men
de grenzen openstelt, als men het systeem makkelijker maakt voor
knelpuntvacatures, zulks 90% van het vrije verkeer dekt. Dat is de
realiteit: ook in de landen met vrij verkeer, gebeurt dat vooral in die
beroepscategorieën waar men met een krapte op de eigen
arbeidsmarkt zit om een of andere reden. Ik ben dus zeer bezorgd
over hoe de lijst van knelpuntvacatures zal worden ingevuld. Zal die
zeer eng ingevuld worden of zeer ruim? Natuurlijk zal uit de details
moeten blijken hoever men wil gaan in het openstellen van de
grenzen.

Ten tweede, is er het punt waarmee ik daarnet begon: de timing. Er
staat inderdaad nergens dat er effectief vrij verkeer zal komen voor
2009. Ik zou dat eigenlijk bijzonder jammer vinden en
onaanvaardbaar vinden. Ik vind dat voor mezelf onaanvaardbaar. Men
moet naar deadlines toe werken. Wat hebben wij nu gemerkt met het
controlesysteem? U geeft op een bepaald ogenblik een heel
algemene uitleg, de uitleg die wij allemaal kennen. Ik ken het verhaal
van de mensen van Agoria, waarnaar u verwijst in de krant. Dat is een
terecht verhaal. Ik heb dat bij alle vragen al gezegd: het is oneerlijke
concurrentie voor onze eigen werknemers wanneer men aan dumping
doet. Het is ook oneerlijke concurrentie voor onze werkgevers. Men is
evenzeer vanuit werkgeversorganisaties vragende partij voor een
goede, verstandige controle als men dat is vanuit
werknemersorganisaties.

Het is trouwens niet voor niets dat er op een bepaald moment illegale
tewerkstelling geconstateerd werd bij de bouw van het Justitiepaleis
van Antwerpen. Men kan zich natuurlijk afvragen of wie de openbare
aanbesteding gewonnen heeft, zijn prijzen niet dermate scherp stelde
dat hij zichzelf daartoe eigenlijk gedwongen heeft. In die zin ben ik
altijd vragende partij geweest voor een goed controlesysteem. Ik voeg
er onmiddellijk aan toe dat als men niet naar een deadline toewerkt,
men nooit klaar zal zijn. Dat verhaal doe ik al de hele tijd. Ik meen dat
men daar niet tegen kan zijn. Als men niet naar een bepaalde
deadline toewerkt en bepaalt tegen wanneer alles op punt moet staan,
extra sociale inspecteurs moeten worden aangeworven en het
informatiesysteem operationeel moet zijn, dan weet ik dat men ergens
landt in 2009. Het zou dan veel correcter zijn mocht u zeggen dat u de
grenzen niet wilt openstellen voor 2009. Dan weet ik dat tenminste.
Dan moet ik mij ook niet meer verdiepen in detailvragen.

De deadline is voor mij cruciaal, hopelijk komt ze nog in het akkoord.
Een tweede punt is natuurlijk de invoering van de knelpuntvacatures.
U zei dat sommige bedrijven maar al te goed weten dat ze met illegale
constructies bezig zijn. Welnu, ik meen dat zulks voor sommige
bedrijven geldt, maar voor andere niet. Ik krijg nog altijd mensen over
de vloer die mij vragen stellen omtrent een aanbod van een
Nederlandse interimkantoor. Daar is veel om te doen geweest. De
geregistreerde lijst van Nederlandse interimkantoren staat op de
website Vlaanderen.be. Natuurlijk heb ik begrip voor een aannemer
die 14 uur per dag werkt en die zijn weg niet vindt in al die
overheidswebsites. Ik blijf dus pleiten voor een meldpunt waar men
kan checken of iets legaal is of niet.
libre circulation. C'est ce qu'on
observe dans les pays qui
appliquent déjà ce principe de libre
circulation. Je me demande si
cette liste sera plutôt réduite ou si
l'on va ratisser large. Les détails
révéleront le degré d'ouverture des
frontières.

Je reste un peu sur ma faim en ce
qui concerne l'échéancier.
J'estime qu'il est inacceptable
qu'on ne dise mot de la libre
circulation avant 2009. Il faut se
fixer des dates-butoirs. Le
dumping social constitue en effet
un cas de concurrence déloyale
pour nos propres travailleurs et
employeurs. C'est pour cette
raison que j'ai toujours plaidé en
faveur d'un système de contrôle
efficace. Toutefois, en l'absence
d'une date-butoir, nous ne serons
jamais prêts. Si l'on ne se fixe pas
de date précise pour l'engagement
d'inspecteurs sociaux
supplémentaires et qu'on ne
décide pas d'un délai au-delà
duquel le système informatique
devra être opérationnel, rien ne
sera en place avant 2009.
J'espère que l'accord comportera
une date-butoir.

Je continue à plaider pour la
création d'un point de contact où
l'on pourrait se renseigner sur la
légalité de certains actes, dès lors
que toutes les entreprises n'ont
pas conscience d'utiliser des
constructions illégales.

Nous verrons comment la
procédure simplifiée en matière
d'octroi de permis de travail sera
mise en oeuvre. Dans le secteur
de la cueillette des fruits, par
exemple, certains permis sont
octroyés assez rapidement mais le
secteur a préalablement mené une
longue concertation à cet effet.

Nous devrons un jour engager la
discussion relative à l'ouverture
des frontières. Il s'agit d'un dossier
difficile pour les travailleurs
comme pour les demandeurs
d'emploi. Le débat doit être mené
07/03/2006
CRIV 51
COM 874
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
30
Tot slot over de verkorte procedure voor de arbeidskaarten. In de
fruitpluk kent men vrij snel bepaalde kaarten toe. Dit gebeurde na lang
overleg in de sector waar men eindelijk tot een akkoord kwam met
alle sociale partners over hoeveel kaarten er toegekend worden en
volgens welke procedure. We zullen moeten zien of die uitwerking op
een open manier of een enge manier gebeurt.

Om te eindigen geef ik een puur politieke beschouwing. We moeten
het verhaal van de open grenzen toch ooit brengen, of we het nu nog
een jaar of nog twee jaar uitstellen. Het zal een moeilijk verhaal zijn
voor de werkenden en de werkzoekenden, wat begrijpelijk is, maar
toch zal men dat verhaal moeten brengen. Het zal van politieke moed
getuigen als we het doen met open vizier, met duidelijke
communicatie en met een zo goed mogelijk controlesysteem waar we
via deadlines naartoe moeten werken.
ouvertement et reposer sur une
communication transparente et un
système de contrôle moderne.

08.05 Greta D'hondt (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik ben tevreden dat u zegt dat de regeringsbeslissing ook
voor de zelfstandigen geldt. Dat staat nergens in de teksten. Ik denk
dat dit een goede aanvulling is, die ook best in het verslag van deze
commissie staat.

Ik ben het ook met u eens, aansluitend op de analyse van de
Bolkestein-richtlijn, dat wij een aantal zaken kunnen doorvoeren
zonder dat Europa ons daarvoor op de vingers moet tikken.

Ik blijf wel op mijn ongemak zitten over de timing, mijnheer de
minister. Het is mijn diepe overtuiging dat er iedere maand dat wij de
grenzen zogezegd gesloten houden, zaken gebeuren die niet zouden
mogen gebeuren en die niet alleen onze economie en onze eigen
tewerkstelling in gevaar brengen, maar die ook toestanden toelaat die
dicht aanleunen bij mensenhandel. Wij zeggen dat onze grenzen
gesloten zijn, maar het gebeurt toch. Ik denk dat wij ons van de
instrumenten moeten voorzien die dit onmogelijk maken en die ons
terzelfder tijd toelaten om de grenzen te openen. Ik wil dit vooral
vanuit een sociale invalshoek om deze toestanden onmogelijk te
maken, om oneerlijke concurrentie en het vernietigen van eigen
tewerkstelling onmogelijk te maken en om toestanden die dicht
aanleunen bij mensenhandel ook onmogelijk te maken.

Het uitstellen van het openstellen van de grenzen omdat wij de
instrumenten niet hebben, is die toestanden ook nog maandenlang
toelaten. Het is ook zo dat dit ook door niet onbelangrijke
werkgeversorganisaties, Agoria is hier al genoemd, wordt gevraagd.
Zij zeggen zelf dat zij hun marktaandeel in de huidige toestand zien
verdwijnen. Zonder instrumenten om dit te beperken, is iedere maand
een maand te veel voor hen.

Aansluitend bij wat mevrouw Turtelboom heeft gezegd, ik hoop uit de
grond van mijn hart dat 90% geen knelpuntberoepen zijn. Ik hoop dat,
want ik geloof dat niet. Ik zie wat ik zie op lokaal vlak. Als ik vreemde
werknemers zie, betreft het niet altijd knelpuntberoepen, of het
zouden niet allemaal knelpuntberoepen mogen zijn. Anders is ook
onze regionale begeleiding van de arbeidsmarkt een farce. Als wij met
500.000 tot 600.000 werkzoekenden in dit land van alle openstaande
vacatures zouden zeggen dat het om knelpuntberoepen gaat en
daarvoor buitenlandse werknemers nodig hebben, dan zal daartegen
hopelijk een grote revolte komen. Ik hoop echt niet dat het
08.05 Greta D'hondt (CD&V): Je
me félicite que la décision
gouvernementale s'applique
également aux indépendants. Rien
ne figure dans le texte à ce
propos. Cette précision
supplémentaire doit être inscrite
dans le rapport. Nous pouvons
effectivement mettre en oeuvre
certaines mesures sans que
l'Europe nous rappelle à l'ordre. Le
calendrier me met toutefois mal à
l'aise. Chaque mois au cours
duquel les frontières restent soi-
disant fermées, des incidents se
produisent qui devraient être
évités et qui constituent un danger
pour l'économie et pour notre
propre emploi. Il s'agit également
de situations proches de la traite
des êtres humains. Nous avons
besoin d'instruments nous
permettant d'empêcher de telles
situations et d'ouvrir en même
temps les frontières.

En reportant cette mesure, nous
tolérons que de telles situations
perdurent pendant plusieurs mois
encore parce que nous ne
disposons pas des instruments
adéquats. Les organisations
représentatives des employeurs
reconnaissent elles-mêmes que
ceux-ci voient disparaître leurs
parts de marché. Les employeurs
sont demandeurs étant donné que
chaque mois qui passe ainsi est
un mois de trop.

J'espère que les emplois vacants
ne concernent pas à 90 % des
CRIV 51
COM 874
07/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
31
versoepelen van de arbeidskaarten 90% van de vraag zou dekken.
Dan zou ik echt grote problemen hebben.

Mijnheer de minister, mijn geloof en vertrouwen in de Kruispuntbank
voor de Sociale Zekerheid en haar goede werking is zo groot dat ik er
ook op vertrouw dat zij sneller kunnen werken.

We moeten elkaar goed begrijpen: de vergelijking van de
kruispuntbank voor Ondernemingen met die voor de Sociale
Zekerheid is niet juist. Men heeft daar langer proefgedraaid en getest.
Met de kruispuntbank voor de Ondernemingen is men eigenlijk in het
water gesprongen, zonder dat men wist in welk avontuur men zich
bevond.

De kruispuntbank voor de Sociale Zekerheid en Dimona zijn lang
getest. Die staan na alle kinderziektes op punt, we weten dat
allemaal. Mijn vertrouwen daarin is zo groot, mijnheer de minister, dat
ik zeg dat dat mogelijk moet zijn vóór onze kalender 2007 aanduidt.
Of men daar een grens op moet zetten, is een andere zaak. Dankzij
de implementatie van Dimona en de aangifte voor zelfstandigen moet
een en ander mogelijk zijn voor de zes achteraan in een zeven
verandert op de kalender. Zo groot is mijn vertrouwen in onze
instellingen van sociale zekerheid en vooral in de mankracht en de
kennis die daar bestaat.

Als men ons bijna wereldwijd nomineert, dan zou ik zeggen dat dat
niet kan. Zij kunnen dat wel en u en de regering weten dat ook. De
kwestie is alleen dat zij daartoe de opdracht moeten krijgen en dat de
regering daarin zelf moet geloven. Mocht uw geloof even groot zijn als
mijn geloof, dat bergen verzet, dan is het probleem opgelost.
professions où il y a pénurie de
candidats et pour lesquelles nous
avons besoin de travailleurs
étrangers. Compte tenu des plus
de 500 000 demandeurs d'emploi
que compte notre pays, ce n'est
pas possible ni admissible.

Je crois au bon fonctionnement de
la Banque-carrefour, à tel point
que je suis convaincue qu'elle peut
fonctionner plus rapidement. Il doit
être possible d'implémenter
Dimona et de boucler le dossier
relatif à la déclaration des
indépendants pour 2007. J'espère
que le gouvernement en est aussi
fermement convaincu que moi.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09 Vraag van mevrouw Greta D'hondt aan de minister van Werk over "de terugbetaling van PWA-
cheques in het kader van de pensioenregeling" (nr. 10632)
09 Question de Mme Greta D'hondt au ministre de l'Emploi sur "le remboursement des chèques ALE
dans le cadre du régime des pensions" (n° 10632)
09.01 Greta D'hondt (CD&V): Mijnheer de voorzitter, er moet iets
fout gelopen zijn met mijn computer. Ik weet niet wat er gebeurd is bij
het opstellen van de vraag, maar de terugbetaling in het kader van de
pensioenregeling klopt uiteraard niet. Wellicht zat er in de
aanspreking nog een stuk tekst gericht aan de minister van
Pensioenen. Mijn vraag handelt over de terugbetaling van de PWA-
cheques.

Mijnheer de minister, we hebben reeds over de problematiek van
gedachten gewisseld. U hebt gezegd dat te zullen regelen in de
programmawet van 27 december 2005. Er moet nog een KB
uitgevaardigd worden om hier uitvoering aan te geven. Voor zover ik
me niet vergis, is er nog geen KB. Mijn vraag is kort. Wanneer zal het
KB verschijnen, zodat PWA-cheques kunnen worden omgeruild?
09.01 Greta D'hondt (CD&V): La
loi de décembre 2005 portant des
dispositions diverses prévoit qu'il
sera désormais possible de
rembourser les chèques ALE non
utilisés. La base légale est ainsi
créée et nous attendons à présent
l'arrêté royal. Quand sera-t-il
publié et quelle en sera la teneur?

09.02 Minister Peter Vanvelthoven: Mijnheer de voorzitter, mevrouw
D'hondt, artikel 131 van de wet van 27 december 2005 houdende
diverse bepalingen heeft in artikel 8, paragraaf 2, ten vijfde van de
besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke
09.02
Peter Vanvelthoven,
ministre: L'arrêté royal modifiant le
système de remboursement des
chèques ALE a été transmis le 9
07/03/2006
CRIV 51
COM 874
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
32
zekerheid der arbeiders de Koning gemachtigd om de wijze te
bepalen waarop de gebruiker de terugbetaling van de niet-gebruikte
PWA-cheques kan verkrijgen.

Het ontwerp van KB dat uitvoering geeft aan die wettelijke bepaling, is
met het volledig dossier op 9 januari 2006 voor advies naar de Raad
van State gezonden. Er werd gevraagd dat hij advies zou willen
verstrekken binnen een termijn van ten hoogste 30 dagen. Tot op
heden heb ik het advies van de Raad van State nog niet ontvangen.
Van zodra dat het geval is en indien het advies gunstig is, zal ik het
nodige doen, opdat het KB zo snel als mogelijk gepubliceerd kan
worden in het Belgisch Staatsblad.

Wat uw tweede vraag betreft, voorziet het huidige PWA-systeem erin
dat niet-gebruikte PWA-cheques op naam slechts kunnen worden
terugbetaald aan de gebruiker indien de gebruiker ze vóór 31
december van het kalenderjaar van aankoop terugzendt aan de
uitgever van de PWA-cheques. Het vernoemd ontwerp van KB beoogt
dat systeem te wijzigen. De PWA-cheques op naam waarvoor een
fiscaal attest wordt afgeleverd, zullen ook na 31 december van het
kalenderjaar van aankoop kunnen terugbetaald worden, indien de
terugbetaling na die datum wordt gevraagd, maar op voorwaarde dat
de geldigheidsduur van 12 maanden nog niet verstreken is.

De terugbetaling aan de gebruiker zal evenwel slechts 70% bedragen
van de aanschafprijs, aangezien de gebruiker ook voor die niet-
gebruikte PWA-cheques een fiscaal voordeel geniet. De resterende
30% zal betaald worden aan de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening
als compensatie voor het verlies van de Staat ten gevolge van de
toekenning van een fiscaal voordeel voor de niet-gebruikte PWA-
cheques. Op die manier zal in de PWA-regeling een
terugbetalingssysteem worden toegepast dat analoog is aan hetwelk
in de regeling dienstencheques werd ingevoerd bij KB van 10
november 2004.
février au Conseil d'État ; il lui a
été demandé de remettre un avis
dans les trente jours. Dès que je
recevrai l'avis, et s'il est positif, je
mettrai tout en oeuvre pour que
l'arrêté royal soit publié le plus
rapidement possible.

Les chèques ALE pourront
dorénavant être remboursés, pour
autant que leur durée de validité
n'ait pas expiré. Ils ne devront plus
être retournés à l'émetteur avant
le 31 décembre de l'année durant
laquelle ils ont été demandés. Le
remboursement sera effectué à
hauteur de 70 pour cent du prix
d'achat, l'utilisateur bénéficiant
d'un avantage fiscal. Les 30 pour
cent restants seront versés à
l'ONEM en compensation de la
perte fiscale. Ce système est
comparable à celui des titres-
services.

09.03 Greta D'hondt (CD&V): Mijnheer de minister, ik denk dat de
inhoud overeenstemt met wat werd afgesproken naar aanleiding van
de bespreking van de wet houdende diverse bepalingen. Ik hoop
samen met u dat wij heel vlug het advies van de Raad van State
zullen ontvangen, zodat het KB kan worden uitgevaardigd.
09.03 Greta D'hondt (CD&V):
J'espère que l'arrêté royal sera
rapidement d'application.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
10 Vraag van mevrouw Annemie Turtelboom aan de minister van Werk over "de actualisering van het
begrip 'passend jobaanbod'" (nr. 10656)
10 Question de Mme Annemie Turtelboom au ministre de l'Emploi sur "l'actualisation de la notion
d''offre d'emploi appropriée'" (n° 10656)
10.01 Annemie Turtelboom (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, gezien de vele knelpuntvacatures op de Belgische
arbeidsmarkt, dringt zich een evaluatie van de problematiek op, liefst
ook gevolgd door gepaste acties.

De aangekondigde versoepeling voor de arbeidskaarten B voor
buitenlandse werknemers, afkomstig uit de nieuwe EU-lidstaten, is
een positieve ontwikkeling. Toch blijft de uitdaging de eigen werklozen
te laten instromen in deze knelpuntvacatures. Het knelpuntkarakter
10.01 Annemie Turtelboom
(VLD): Les offres dans le cadre de
professions critiques sont légion
sur le marché de l'emploi. Il reste
extrêmement difficile d'inciter nos
demandeurs d'emploi à s'orienter
vers ces emplois. Leur caractère
critique réside souvent dans la
flexibilité requise, les conditions
CRIV 51
COM 874
07/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
33
van vacatures schuilt vaak in de flexibiliteit die van werknemers wordt
gevraagd, in de randvoorwaarden waarmee sommige werkzoekenden
kampen, de verloning en andere factoren.

Voor de gewestelijke diensten voor arbeidsbemiddeling is de vraag
wat een passend jobaanbod is van wezenlijk belang om
werkzoekenden aan te sporen in te gaan op dergelijke
knelpuntvacatures. In welke mate kan een werkzoekende
gestimuleerd of zelfs verplicht worden tot een onregelmatig uurrooster
of kan hij of zij verplicht worden een job aan te nemen die weinig
financiële meerwaarde biedt of kan hij of zij verplicht worden een job
aan te nemen die organisatorische problemen met zich brengt?

Momenteel worden al deze vragen in de werkloosheidsreglementering
onvoldoende beantwoord. Artikel 25 van de reglementering schetst
wel een algemeen kader, maar laat veel ruimte voor interpretatie. Er
is ook nog de algemeen maatschappelijke context die andere normen
hanteert. Ook bij de VDAB worstelt men met de concrete toepassing
van artikel 25 en is men van oordeel dat het bewuste artikel aan een
update toe is om beter in te spelen op een aantal tendensen op de
arbeidsmarkt. Vandaar een aantal vragen.

Heeft u ook al signalen gekregen van de VDAB over het begrip
"passend jobaanbod" dat aan een update toe is? Wat zijn de
voornaamste problemen bij de toepassing van het begrip "passend
jobaanbod"? Welke elementen zijn verouderd en welke worden niet
voldoende omschreven? Zult u met de regionale diensten voor
arbeidsbemiddeling in de nabije toekomst overleg plegen met het oog
op de aanpassing van dit begrip en om in te spelen op actuele
tendensen op de arbeidsmarkt? Bent u van oordeel dat extra criteria
moeten worden ingeschreven voor knelpuntvacatures?
annexes et la rémunération.

Pour les services régionaux de
l'emploi, la définition d'une `offre
d'emploi appropriée' est
essentielle. Le VDAB est
également confronté à la
concrétisation de cette notion et
préconise l'actualisation de l'article
concerné.

Le ministre a-t-il déjà reçu des
signaux du VDAB? Où se situe
exactement l'imprécision dans la
notion `d'offre d'emploi
appropriée'? Le ministre compte-t-
il définir cette notion plus
précisément dans le cadre d'une
concertation? Convient-il selon lui
de prévoir des critères
supplémentaires lorsqu'il s'agit
d'offres d'emploi dans le cadre de
professions critiques?

10.02 Minister Peter Vanvelthoven: Mijnheer de voorzitter, collega,
tot vandaag heb ik geen signalen ontvangen, noch van de VDAB,
noch van mijn regionale collega's, dat de notie "passend jobaanbod"
aan updating toe zou zijn. De criteria van de passende
dienstbetrekking zijn vastgelegd in de artikelen 22 tot en met 33 van
het ministerieel besluit van 26 november 1991 houdende de
toepassingsregelen van de werkloosheidsreglementering. De
toepassing van die bepalingen vormt, voor zover mij bekend, geen
problemen. De opsomming van de criteria van de passende
dienstbetrekking is ook niet limitatief, aangezien in de aanhef van dat
onderdeel van de reglementering gezegd wordt dat inzonderheid
rekening gehouden moet worden met de vermelde bepalingen.

Bij de beoordeling van een concreet dossier, kan de RVA-directeur
dus wel degelijk rekening houden met andere elementen dan die,
vervat in de reglementering. Hij moet wel minstens de criteria toetsen
die de reglementering vermeldt.

De criteria, vervat in het ministerieel besluit, zijn voor het laatst
aangepast in juli 2002. Toen zijn er specifieke criteria opgenomen
voor werknemers ouder dan 50 jaar. Dat kaderde reeds in de
bekommernis om oudere werknemers zo lang als mogelijk actief te
houden op de arbeidsmarkt. Op datzelfde ogenblik zijn ook de
mogelijkheden teruggeschroefd voor oudere werknemers om zich uit
de arbeidsmarkt terug te trekken.
10.02
Peter Vanvelthoven,
ministre: Pas plus le VDAB
qu'aucun autre organisme de
placement ne m'a encore fait
parvenir le moindre signal à ce
sujet. A ma connaissance,
l'application des critères ne pose
aucun problème. Ces critères ne
sont pas limitatifs et doivent être
appréciés lors de l'évaluation de
l'offre d'emploi mais d'autres
facteurs peuvent également être
pris en compte. En 2002, des
critères supplémentaires ont été
ajoutés à l'arrêté ministériel de
1991 pour les travailleurs âgés. Je
n'ai pas l'intention de modifier ces
critères.

07/03/2006
CRIV 51
COM 874
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
34
Het ligt niet in mijn bedoeling in een nabije toekomst de
reglementering op dat vlak opnieuw aan te passen. Mijn regionale
collega's hebben ook niet om overleg gevraagd op dat vlak.

Ik ben dus niet van oordeel dat er extra criteria ingeschreven moeten
worden met betrekking tot knelpuntvacatures. Zoals reeds vermeld,
kan de directeur van de RVA steeds rekening houden met dat
gegeven in het kader van een globale beoordeling van een concreet
dossier.
10.03 Annemie Turtelboom (VLD): Mijnheer de minister, ik heb mijn
vraag gesteld naar aanleiding van een nota van de VDAB waarin
letterlijk staat ­ ik zou het bijna kunnen voorlezen ­ dat artikel 25 aan
een updating toe is, zodanig dat het inspeelt op een aantal tendensen
op de arbeidsmarkt, tja...

Daarnet hebben we, naar aanleiding van de sociale inspectie, nog
gezegd dat er samenwerking moet zijn tussen de verschillende
inspectiediensten. Als ik die nota van de VDAB lees, dan vermoed ik
­ omdat de werkloosheidsreglementering federale materie is ­ dat dit
toch misschien zal worden doorgespeeld via uw Vlaamse collega voor
Werk.

Mijnheer de minister, ik zal u de nota bezorgen. Misschien kan ik u er
op die manier van overtuigen om die omschrijving misschien dan toch
aan te passen.
10.03
Annemie Turtelboom
(VLD): Je pose cette question à la
suite d'une note du VDAB. Je me
serais attendue à ce qu'un service
régional transmette ce type de
note au ministre fédéral mais je
peux vous la faire parvenir.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
11 Question de Mme Zoé Genot au ministre de l'Emploi sur "la réforme des compléments chômage
des travailleurs à temps partiel" (n° 10663)
11 Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de minister van Werk over "de hervorming van de aanvullende
werkloosheidsuitkeringen van werknemers die deeltijds werken" (nr. 10663)
11.01 Zoé Genot (ECOLO): Monsieur le ministre, la CSC-Charleroi a
tenu une conférence de presse le 10 février 2006 concernant un sujet
important, mais que nous n'avons pas l'occasion d'aborder souvent: la
réforme du complément de chômage pour les travailleurs à temps
partiel. C'est votre prédécesseur, M. Vandenbroucke, qui l'avait
préparée, et elle est entrée en vigueur au début juillet. Nous
commençons donc à avoir un certain recul sur cette mesure.
J'aimerais que commencent les premières évaluations.

C'est pourquoi je vous demande une série de statistiques à dessein
de pouvoir mieux cerner les personnes concernées. Combien de
personnes perçoivent-elles ces compléments de chômage? Combien
d'entre elles prestent-elles un temps inférieur ou égal au travail à
trois-quarts temps? Quelle est la situation de famille? Quelles sont les
enveloppes financières prévues à cette fin dans l'ancien et le nouveau
systèmes?

Les statistiques disponibles sur le site de l'ONEM ne permettent pas
de distinguer les personnes concernées par l'un ou l'autre système.
Qui est donc visé dans le nouveau système? Je souhaiterais obtenir
des statistiques à cet effet.

La CSC-Charleroi constate que, pour l'ensemble des personnes
11.01 Zoé Genot (ECOLO): De
CSC-Charleroi (Confédération des
syndicats chrétiens - Algemeen
christelijk vakverbond) heeft op 10
februari een persconferentie
georganiseerd over de hervorming
van de werkloosheidsvergoeding
voor deeltijdse werknemers, die in
juli van kracht is geworden. Om
die maatregel te kunnen
evalueren, vraag ik een aantal
gegevens over de betrokken
werklozen, want op grond van de
op de site van de RVA
beschikbare statistieken kan geen
onderscheid worden gemaakt
tussen de werklozen die onder de
oude, respectievelijk de nieuwe
regeling vallen.

De CSC-Charleroi komt tot de
verontrustende vaststelling dat alle
deeltijds werkenden die de
CRIV 51
COM 874
07/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
35
demandant ces compléments de chômage temps partiel dans le
nouveau régime, la situation est plus défavorable que si on leur avait
appliqué l'ancien. Votre évaluation est-elle identique?

Pour vous citer des exemples inquiétants, je vous parlerai d'une dame
qui a signé un modeste contrat de dix heures pour garder les enfants
dans une école avant le début des cours, pendant l'heure de midi et le
soir. Ce contrat est donc très utile. Cette dame a vu son contrat
s'interrompre pendant quinze jours à l'occasion des vacances de
Noël. Quand elle est revenue, le nouveau système s'appliquait à elle,
et la voilà qui perd désormais 200 euros par mois. Cette perte de
8.000 francs, pour quelqu'un qui ne reste pas à la maison à percevoir
ses allocations sociales, mais se montre utile, c'est un très mauvais
signal.

Pour vous citer un autre cas, un chef de famille qui effectue un temps
partiel de 22 heures sur 38 se retrouve dans une situation plus
défavorable que s'il était au chômage. Je peux vous montrer les
calculs: ce monsieur qui travaille plus qu'un mi-temps gagnerait plus
en restant au chômage à ne rien faire. Nous nous trouvons dans une
situation complètement opposée à la tendance selon laquelle il faut
encourager le travail. Il faut constater que la mesure prise provoque
un effet totalement contre-productif.

C'est pourquoi j'aimerais connaître votre évaluation de cette réforme
des temps partiels après six mois.
bijkomende
werkloosheidsvergoeding
aanvragen in het kader van de
nieuwe regeling, slechter af zijn
dan indien de vroegere regeling
was toegepast.

Maakt u dezelfde evaluatie?

In sommige gevallen heeft een
deeltijds werkende het financieel
slechter dan indien hij of zij
volledig werkloos zou zijn. In de
praktijk wordt de nieuwe regeling
dus soms ontradend.

Wat is, in het licht van die feiten,
uw evaluatie van de recente
hervorming?

11.02 Peter Vanvelthoven, ministre: Monsieur le président, chère
collègue, votre question est avant tout une demande de données
chiffrées.

Hier, dès que j'ai reçu votre question, j'ai contacté l'ONEM mais il ne
lui était matériellement pas possible de vous fournir tous ces chiffres
aujourd'hui. Ils vous seront remis dans les jours qui suivent.

Toutefois, je peux vous rappeler les grandes lignes de la réforme
concernant les allocations de garantie de revenu. Les travailleurs à
temps partiel qui bénéficient d'un maintien des droits aux allocations
de chômage peuvent prétendre à des allocations de garantie de
revenu. L'ancien système de calcul de garantie de revenu favorisait
des reprises de travail à temps partiel avec peu d'heures
d'occupation. En travaillant peu d'heures, le complément de chômage
est proportionnellement important. Quand le nombre d'heures de
travail augmente, le complément diminue relativement vite. La
conséquence est que la personne qui travaille plus ne voit pas croître
son revenu en relation avec l'effort fourni. L'ancien système de calcul
forme donc un piège à l'emploi.

Les travailleurs qui entrent dans le système pour la première fois à
partir du 1
er
juillet 2005 voient leurs allocations de garantie de revenu
calculées d'une autre façon. Le nouveau système de calcul favorise
effectivement ceux qui ont un horaire comprenant plus d'heures de
travail. Le système vise à augmenter le revenu des personnes qui font
un effort pour travailler plus qu'un tiers temps.
11.02
Minister
Peter
Vanvelthoven: Gezien de zeer
krappe termijnen beschik ik nog
niet over de door u gevraagde
precieze cijfergegevens. Zodra de
RVA mij die cijfers meedeelt, zal ik
ze u bezorgen.

Vóór de hervorming was de
regeling inzake
inkomensgarantieuitkeringen voor
deeltijdwerkers voordelig voor wie
maar weinig uren werkte, terwijl
wie meer werkte, zijn loon niet
evenredig met de geleverde
inspanning zag stijgen. Eigenlijk
hadden we zo een
werkloosheidsval gecreëerd.

Sinds 1 juli 2005 is het stelsel
echter veranderd, en is het
voordeliger geworden voor wie
meer uren werkt (meer dan een
derde van een volledige
betrekking).
11.03 Zoé Genot (ECOLO): Monsieur le ministre, je comprends très
bien qu'étant donné le délai, il était matériellement impossible de
fournir les statistiques demandées.
11.03 Zoé Genot (ECOLO): Ik zal
u hierover opnieuw ondervragen
zodra ik de statistieken heb
07/03/2006
CRIV 51
COM 874
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
36

Par contre, je voudrais vraiment que vous vous penchiez à nouveau
sur le système. Il est bien de dire que les gens doivent augmenter leur
temps de travail jusqu'au trois-quarts temps mais les travailleurs n'ont
pas toujours cette possibilité. En général, ce sont les employeurs qui
choisissent d'augmenter le temps de travail et rien n'a été fait pour les
inciter à le faire.

Les deux cas que je vous ai cités sont des cas de terrain. Une étude
d'une université flamande ­ je ne sais plus si c'est celle de Gand ou
d'Anvers ­ montrait que 5% des travailleurs étaient pauvres. La
mesure est clairement en train d'augmenter ce nombre de travailleurs
pauvres. Je vous ai cité le cas de cette dame qui travaille dans une
école et qui perd 8.000 francs par mois et le cas de ce monsieur qui
travaille 22 heures et qui gagne moins que le chômage. Cela vaudrait
la peine de se pencher à nouveau sur ce système.

Je vous interrogerai à nouveau sur le sujet lorsque j'aurai les
statistiques qui me permettront de mieux cerner la situation.
kunnen bekijken. Ik hamer
evenwel op de noodzaak van een
herziening van de bestaande
regeling, want nu stijgt het aantal
arme werknemers alleen maar.
Bovendien hebben werknemers
zelden de mogelijkheid om méér
uren te werken; wat dat betreft
hangen ze af van wat de
werkgever beslist. Er werden
evenwel geen maatregelen
getroffen ten aanzien van de
werkgevers.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
12 Question de Mme Zoé Genot au ministre de l'Emploi sur "les effets pervers du plan Activa"
(n° 10664)
12 Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de minister van Werk over "de averechtse uitwerking van het
Activaplan" (nr. 10664)
12.01 Zoé Genot (ECOLO): Monsieur le ministre, durant cette même
conférence de presse de la CSC-Charleroi de février 2006, toute une
série d'effets pervers du plan Activa ont été soulignés.

Premièrement, ce sont des entreprises qui se portent très bien qui
recourent de façon importante aux Activa; dans la région de Charleroi,
par exemple, la société Caterpillar a remplacé les travailleurs non
Activa par des travailleurs Activa. Je ne sais pas si c'était réellement
l'effet souhaité!

Deuxième dérive: la mesure est limitée pour les travailleurs. On
constate donc une certaine angoisse en raison de la durée limitée à
trois ans pour les travailleurs. En revanche, il n'existe aucune limite
pour les employeurs qui, eux, peuvent changer de travailleurs tous les
trois ans. Les travailleurs se demandent ce qui va leur arriver après
trois ans et craignent pour leur avenir. Ils sont 40.000 dans ce cas. Il
est important de garder cela à l'oeil.

Troisième problème ­ mais en l'espèce, il s'agit d'un cas typique
d'ingénierie sociale qui, selon moi, doit être retravaillée par vos
services ­, soit l'ONEM n'applique pas correctement les mesures, soit
le système ne fonctionne pas bien. C'est un cas vécu. Une personne
a été engagée à tiers temps dans une maison de repos. Elle s'est vue
engagée, via un avenant à son contrat, pour un jour à temps plein.
L'employeur bénéficie de l'ensemble de la prime Activa et le travailleur
reçoit 500 euros. Si vous calculez ce qu'un travailleur, disponible 57
heures par mois, soit un tiers temps, coûte à l'employeur, on obtient
57 cents de l'heure. J'estime qu'il s'agit là d'une mauvaise application
du système Activa. Selon moi, il serait urgent de signaler à l'ensemble
des agences locales de l'ONEM que telle ne doit pas être la façon
12.01 Zoé Genot (ECOLO): De
CSC-Charleroi stelde eveneens
vast dat het Activaplan in bepaalde
gevallen een averechtse
uitwerking heeft. Om te beginnen
wijst het erop dat alle bedrijven,
ook de florerende, die steun
kunnen ontvangen. Het gevaar is
echter allesbehalve denkbeeldig
dat bepaalde ondernemingen
zoals Caterpillar een beroep doen
op Activa-werknemers om niet-
Activa-werknemers te vervangen.
Ten tweede merkt de CSC-
Charleroi op dat de maatregel
beperkt is tot drie jaar voor
werknemers, terwijl voor
werkgevers geen beperking geldt.
Ten slotte verbaast het zich erover
dat een werkgever het totale
premiebedrag kan krijgen als hij
een werknemer één dag per
maand voltijds en de rest van de
maand voor 1/3 in dienst neemt. In
een dergelijk geval van sociale
spitstechnologie bedraagt de
kostprijs voor de werkgever 57
cent per uur.

Wat is uw analyse van die drie
CRIV 51
COM 874
07/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
37
d'appliquer le système.

Monsieur le ministre, quelle est votre analyse de ces problèmes de
terrain?
vaststellingen?

12.02 Peter Vanvelthoven, ministre: Monsieur le président,
madame Genot, le plan Activa prévoit une réduction de charges pour
les employeurs qui embauchent des demandeurs d'emploi de longue
durée. Cette réduction de charges se compose, d'une part, d'une
réduction des cotisations de sécurité sociale de l'employeur et, d'autre
part, si le demandeur d'emploi est également chômeur complet
indemnisé, d'une activation de l'allocation de chômage.

La durée de ces avantages dépend de la durée pendant laquelle
l'intéressé est demandeur d'emploi. La mesure est donc clairement
ciblée sur les demandeurs d'emploi de longue durée qui risquent de
ne pas sortir du chômage.

Au moyen d'un incitant financier, les pouvoirs publics visent à rendre
plus intéressant le recrutement de tels jeunes pour l'employeur. Les
employeurs ne sont, dans ce cadre, nullement ciblés. Cela aurait
d'ailleurs peu de sens.

Malgré les réductions de charges, le recrutement d'un travailleur
relevant d'un groupe cible demeure un investissement. Une entreprise
n'engagera pas de travailleur si le besoin ne se présente pas - je
pense, par exemple, à une augmentation du volume de travail ­ ou si
aucune marge financière n'est disponible à cet effet. L'exclusion
d'entreprises florissantes porterait donc gravement atteinte à l'impact
de cette mesure.

La réduction des charges prévue dans le cadre de la mesure ACTIVA
a une durée limitée. Le scénario où le travailleur concerné reçoit un
contrat de travail de la même durée que celle prévue pour la réduction
de charges n'est donc pas à exclure. Il ne faut toutefois pas oublier
que, même dans ce scénario défavorable, le demandeur d'emploi
aura néanmoins eu l'occasion d'acquérir, pendant quelques années,
une expérience de travail. Cette expérience peut lui être profitable
dans la recherche d'un nouvel emploi.

En ce qui concerne votre troisième point, suivant le règlement,
l'allocation de travail prévue dans le cadre du plan ACTIVA est de
500 euros par mois maximum. Si le travailleur travaille à temps
partiel, le montant de 500 euros sera proportionné. Pour le travailleur
intérimaire ou celui qui travaille dans le cadre d'un contrat d'emploi à
durée déterminée de moins de deux mois, le règlement spécifié est
d'application. Le montant de 500 euros est multiplié par le nombre
d'heures pour lequel un salaire est dû et est divisé par le nombre
maximum d'heures prestées mensuellement par un travailleur à
temps plein.

Dans le cas que vous citez, le travailleur aura droit à une allocation de
travail se composant de deux éléments: une première partie calculée
au prorata en fonction du contrat à temps partiel et une deuxième
partie calculée au prorata sur la base des heures supplémentaires. Si
une allocation de travail de 500 euros avait néanmoins été acceptée
par l'ONEM, cela signifie que, dans ce dossier spécifique, une erreur
a sans doute été commise. Ce n'est en tout cas pas la règle normale
12.02
Minister
Peter
Vanvelthoven: Dankzij het
Activaplan kunnen werkgevers die
langdurig werklozen aannemen
een lastenverlaging genieten. Ook
welvarende bedrijven komen
ervoor in aanmerking. Als ze
zouden worden uitgesloten, zou de
maatregel heel wat minder effect
hebben.

Het is mogelijk dat een Activa-
werknemer een
arbeidsovereenkomst krijgt die
maar even lang geldig is als de
lastenverlaging. De ervaring die hij
opdoet zal hem evenwel van pas
komen wanneer hij op zoek gaat
naar een nieuwe baan.

Wat de mogelijkheden op het stuk
van de sociale spitstechnologie
betreft, bedraagt de maandelijkse
werkuitkering in het kader van het
Activaplan maximum 500 euro.
Dat bedrag wordt aangepast voor
deeltijdse werknemers,
uitzendkrachten en werknemers
die in het kader van een
overeenkomst van bepaalde duur
met een looptijd van minder dan
twee maanden worden
aangenomen.

In het geval waar u naar verwijst,
heeft de RVA ongetwijfeld een fout
gemaakt.

07/03/2006
CRIV 51
COM 874
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
38
ni la pratique courante.
12.03 Zoé Genot (ECOLO): Monsieur le ministre, je suis contente
d'apprendre que nous pourrons signaler à l'ONEM qu'il y a eu une
mauvaise application de ce système d'avenant à temps plein pour un
jour et qui permet de bénéficier de l'ensemble de la prime Activa. Cela
me paraissait effectivement être un non-sens. J'espère que ce cas
n'est pas généralisé et que peu d'employeurs recourent à cette
méthode, ce qui me paraîtrait scandaleux.

Pour le reste, l'application du système Activa peut être considérée
comme une opportunité de se remettre en selle pour des gens qui ont
traversé une longue période sans emploi. Dans des régions aussi
largement touchées par le chômage que Charleroi, ces gens y sont
très nombreux mais les opportunités d'emploi y sont très faibles.
Malgré leurs trois ans de formation, ces personnes craignent d'être
finalement remplacées par des sans-emploi très motivés et de se
retrouver sans aucune opportunité de travail. Dans ces régions, il
règne vraiment une angoisse quant à l'avenir.
12.03 Zoé Genot (ECOLO): Ik
verneem met genoegen dat het
om een fout ging. Ik hoop dat het
bij dat ene geval blijft. Voor het
overige meen ik dat het Activaplan
als een zegen voor de langdurig
werklozen kan worden
beschouwd. Maar we mogen niet
vergeten dat in de regio's met een
hoge werkloosheidsgraad de
Activa-werknemers terecht voor
hun toekomst vrezen zodra ze niet
meer aan de Activa-voorwaarden
voldoen.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
13 Vraag van mevrouw Greta D'hondt aan de minister van Werk over "de begroting en de jobcreatie
door dienstencheques" (nr. 10669)
13 Question de Mme Greta D'hondt au ministre de l'Emploi sur "le budget et la création d'emplois par
le biais de titres-services" (n° 10669)
13.01 Greta D'hondt (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, voor 2006 werd na de begrotingsaanpassing van het budget
van de sociale zekerheid een bedrag van 386 miljoen voorzien voor
de financiering van de dienstencheques.

Mijn aandacht wordt nu getrokken door berekeningen die circuleren
en die aantonen dat, dankzij de attractiviteit van de dienstencheques
die wij hebben gekend, al in januari het niveau van de begroting zou
zijn bereikt. Dat betekent dat wij in de komende maanden geen
stijging meer zouden mogen hebben en dat de 386 miljoen al zouden
zijn opgesoupeerd.

Volgens mij zal de groeivoet misschien wel niet meer zo spectaculair
zijn als in 2005, maar zeggen dat er geen groeivoet meer zal zijn in de
dienstencheques zou mekaar iets wijsmaken zijn. Dat betekent dat
als de cijfers die circuleren kloppen, wij met een probleem zouden
zitten wat betreft de begroting. Er zouden dan meer middelen naar de
dienstencheques moeten gaan of we zouden inderdaad moeten
zeggen dat het nu gedaan is.

Dat doet mij wat terugdenken aan andere aangelegenheden die we
hebben gekend. Ik denk bijvoorbeeld aan de schilderscheques die op
waren vóór iemand maar adem had kunnen halen of had kunnen
overwegen zijn huis te schilderen. Er hebben daarover ook verhalen
de ronde gedaan en uw voorgangers hebben altijd gezegd dat dit
nooit zou gebeuren met de dienstencheques. Mijnheer de minister,
stelt u ons dus allemaal gerust.

Mijn vraag is of er dus een begrotingsaanpassing zal gebeuren bij de
begrotingscontrole.
13.01 Greta D'hondt (CD&V): Le
gouvernement devra s'atteler
prochainement à un ajustement
budgétaire. Initialement, un
montant de 386 millions d'euros
avait été inscrit pour le
financement des titres-services en
2006. Or, il ressort des chiffres
provisoires que ce montant n'a
suffi qu'à financer la croissance
qu'a connue le système au mois
de janvier. Le gouvernement
entend-il procéder à un ajustement
budgétaire? Quelles sont les
prévisions financières actualisées
pour les titres-services en 2006?

Dans son rapport annuel, la
Banque nationale apporte
quelques nuances en ce qui
concerne la création d'emplois
grâce aux titres services. La BNB
parle de 18 000 emplois alors que
le gouvernement, lui, en annonce
pas moins de 25 000. Cette
différence pourrait être due à une
définition différente de la notion
d'emploi au niveau de la durée de
travail. Un point plus important
encore est que, vu que cette
CRIV 51
COM 874
07/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
39

Het tweede gedeelte van mijn vraag betreft de cijfergegevens en de
extra tewerkstelling die de dienstencheques genereren. Ik las
pagina 75 en volgende van het verslag van de Nationale Bank waar
men het had over de werkgelegenheid en onder andere over de
dienstencheques. De Nationale Bank nuanceert in haar jaarverslag
toch wel de cijfers van de bijkomende creatie van banen dankzij de
dienstencheques. Zij schat het aantal banen in december 2005 op
18.000, wat merkelijk minder is dan de ongeveer 25.000 die de
regering had vooropgesteld.

Dat kan natuurlijk te maken hebben met de wijze waarop men een
arbeidsplaats berekent, aan 100% of aan 80% of nog anders. Die
cijfers verschillen echter heel erg, maar goed, cijfers zijn cijfers. Wat
mij vooral opviel bij de lectuur van het verslag van de Nationale Bank
en wat ook aansluit bij mijn eigen praktijkervaring, is de vraag
waaraan we veel geld aan het besteden zijn en wat werkelijk extra
jobs en vervangingsjobs zijn.

Dat begint mij meer en meer te bekommeren, als ik zie wat op het
terrein gebeurt. Een deel van het zwartwerk wordt inderdaad gewit.
Op zich is dat, denk ik, een van de hoofdredenen geweest om de
dienstencheques in te voeren. Ten tweede heeft men toch ook een
aantal mensen die niet aan de bak geraakten, opnieuw aan de bak
gebracht, met inderdaad een grote financiële stimulans. Ten derde
was er de omzetting van de PWA.

Nu blijkt toch wel ­ de Bank wijst erop en mijn praktijkervaring zegt
het mij ook ­ dat wij de voorbije tijd geconfronteerd zijn, mijnheer de
minister, met de omzetting van wat reeds reguliere arbeid was naar
dienstencheques, vanwege de financiële attractiviteit. Vandaar dat ik
mij permitteer om hier de vraag te stellen. Zoals uit de cijfers van de
Nationale Bank blijkt, mijnheer de minister, moeten we alle hens aan
dek roepen om het goede instrument van de dienstencheques te
blijven "cibleren" naar die zaken waarvoor het bedoeld was en niet
naar de vervanging van tewerkstelling. Ik ga hier echt geen
indianenverhalen opdiepen over het allerslechtste geval dat ik ooit
eens gehoord heb. Dat bestaat, maar u weet dat in de gezinshulp, de
poetshulp en dergelijke in de voorbije maanden een omzetting is
gebeurd van wat eigenlijk al bestond naar dienstenchequejobs. Dit
kan toch niet de bedoeling zijn. Gezien de budgettaire "contraintes"
die wij hebben, moeten wij toch niet proberen ­ zonder met een
voorhamer naar muggen te kloppen ­ opnieuw te komen tot de
hoofddoelstelling van de dienstencheques?
croissance est en partie due à la
conversion d'emplois au noir,
d'emplois ALE et d'emplois légaux
d'aides ménagères, le nombre des
empois réellement créés doit être
estimé à la baisse. Dans le cadre
de l'évaluation du système, cette
constatation est bien sûr
essentielle. J'aimerais donc
demander d'urgence au ministre
quelle est son estimation de cette
situation.

13.02 Minister Peter Vanvelthoven: Mijnheer de voorzitter, collega,
in het kader van de voorbereiding op de begrotingscontrole heeft het
beheerscomité van de RVA de geactualiseerde ramingen voor 2006
besproken. Opvallend daarbij is zeker dat de initiële raming aan
uitgaven in het kader van de dienstencheques werd herzien van 386
miljoen tot 528 miljoen euro of een stijging van 142 miljoen euro. Het
mag duidelijk zijn dat het gebruik van de dienstencheques sterk
groeit. Dat maakt het niet eenvoudig om die groei te ramen.

Bij de begrotingsopmaak moest de RVA zich daarbij baseren op de
cijfers tot en met de maand augustus 2005. De cijfers van de
gebruikte cheques over de maanden maart tot en met mei 2005 tonen
slechts beperkte schommelingen. Daarna was er wel een zware
13.02
Peter Vanvelthoven,
ministre: Pour préparer le contrôle
budgétaire, le comité de gestion
de l'ONEM a procédé à une
évaluation des estimations
actualisées pour 2006. Au lieu du
budget initial de 386 millions
d'euros, nous réserverons 528
millions d'euros pour les titres-
services. Pour la première
estimation, l'ONEM ne disposait
que des données valables jusqu'à
août 2005 et il ne pouvait encore
07/03/2006
CRIV 51
COM 874
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
40
stijging, maar door de vertekeningen van het beeld gedurende de
zomermaanden, was het heel moeilijk uit te maken hoe de groei
verder zou evolueren.

De cijfers die nu ter beschikking zijn, lopen tot en met januari 2006.
Die cijfers vertonen de laatste maanden wel een sterk stijgende
tendens. Op basis van die jongste gegevens, heeft de RVA zijn
raming dus bijgesteld. Daarbij werd rekening gehouden met een
gemiddelde maandelijkse stijging van zo'n 5% in het gebruik.

Die cijfers weerspiegelen de kosten van het stelsel voor de RVA. Dat
zijn de bruto kosten, zonder rekening te houden met de
terugverdieneffecten. Die terugverdieneffecten situeren zich in de
eerste plaats bij de RVA zelf, door een verminderde uitgave van
werkloosheidsuitkeringen en in de tweede plaats bij de RSZ door
hogere opbrengsten van sociale zekerheidsuitkeringen.

Wat rest, zijn de netto kosten voor de sociale zekerheid. Die netto
kosten worden echter opgevangen door een stroom aan alternatieve
financieringen naar het globaal beheer. Op die manier komt het
stelsel van de dienstencheques dus niet ten laste van de sociale
zekerheid.

De alternatieve financiering werd tijdens de begrotingsopmaak op 210
miljoen euro bepaald. Het spreekt vanzelf dat dit bedrag, gezien de
stijgende uitgaven voor de RVA, zal moeten worden bijgesteld.

In het jaarverslag van de Nationale Bank, waarnaar u verwees, is
inderdaad sprake van gemiddeld 18.000 personen die in december
2005 met dienstencheques zijn tewerkgesteld. Het is mij eerlijk
gezegd niet duidelijk hoe en op welke manier dat aantal wordt
uitgedrukt. Wel bleek uit het evaluatierapport dienstencheques over
het jaar 2004, dat in deze commissie overigens uitvoerig besproken
werd, dat eind 2004 reeds 15.000 personen met dienstencheques
werden tewerkgesteld. Gezien de evolutie van de verkochte en
gebruikte dienstencheques, heb ik het vermoeden dat het aantal
dienstenchequewerknemers in december 2005 dus toch wel wat
hoger ligt dan het cijfer van de Nationale Bank.

Allicht is het verschil te verklaren door de statistische definitie die
hierbij wordt gehanteerd.

Ook voor uw andere vragen dien ik u te verwijzen naar het
evaluatieverslag Dienstencheques 2004. Daarin werd aan de
gebruikers de vraag gesteld wat zij deden vooraleer zij
gebruikmaakten van dienstenchequewerknemers. Slechts 24%
verklaarde dat zij een beroep deden op een bestaande, reguliere
dienstverlening. 76% van de tewerkstelling met dienstencheques is
dus nieuw gecreëerde tewerkstelling. Daarbij moet nog 12% worden
geteld van werknemers die overstapten vanuit het PWA-stelsel. Zij
zaten vroeger in de werkloosheid terwijl zij nu, door middel van een
arbeidsovereenkomst, worden tewerkgesteld en bijdragen aan de
middelen in de sociale zekerheid.

Tot slot wil ik erop wijzen dat momenteel wordt gewerkt aan een
nieuwe evaluatie van het stelsel van de dienstencheques op basis van
de gegevens van het jaar 2005. Vanaf het ogenblik dat dit werkstuk
klaar is, zal het uiteraard aan deze commissie worden bezorgd. We
en déduire une croissance
spectaculaire. Cependant, les
chiffres valables jusqu'à janvier
2006 ont fait apparaître une très
forte augmentation puisqu'on parle
maintenant d'une croissance
mensuelle de 5 %.

Les montants cités sont, pour
l'ONEM, des montants bruts, ce
qui signifie qu'ils ne tiennent pas
compte de l'effet de retour
financier qu'on pourrait résumer
ainsi: plus il y aura de titres-
services, moins l'État devra verser
d'allocations de chômage et plus
élevées seront les recettes tirées
des cotisations de sécurité sociale.
Ce système ne grèvera pas la
sécurité sociale parce que le coût
net subsistant pour celle-ci sera
couvert par une série de
financements de substitution ­
estimés à 210 millions d'euros ­
qui devront également être
adaptés en raison de la croissance
des dépenses à charge de
l'ONEM.

On ne peut établir avec précision
sur quelle définition statistique la
Banque nationale se fonde pour
affirmer que 18 000 personnes ont
travaillé dans le cadre du système
des titres-services en décembre
2005. Je pense que ce chiffre est
plus élevé, étant donné que
15 000 travailleurs étaient déjà
employés sur cette base fin 2004.

Le rapport d'évaluation révèle
également que seulement 24 %
des utilisateurs des titres faisaient
déjà auparavant appel aux
services d'un autre prestataire
régulier. On note donc la création
d'emplois nouveaux à hauteur de
76 %, dont 12 % grâce au
système des ALE.

La nouvelle évaluation se basera
sur les chiffres de 2005. Dès que
le rapport sera disponible, nous en
débattrons au sein de cette
commission.

CRIV 51
COM 874
07/03/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
41
zullen dan op basis van recente cijfers kunnen discussiëren.
13.03 Greta D'hondt (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik denk dat het
goed is dat wij op de website van de RVA via cijfermateriaal de
evolutie tot en met januari kunnen volgen. De feiten zijn inderdaad dat
het budget op een zeer aanzienlijke manier zal moeten worden
aangepast. Ik blijf heel sceptisch, mijnheer de minister, over het gelijk
opgaan van de stijging van het aantal dienstencheques met het
terugverdieneffect. Ik blijf terzake sceptisch omwille van een zeker
Fingerspitzengefühl over wat er zich op het terrein afspeelt inzake de
omzetting van tewerkstelling in dienstenchequetewerkstelling. Ik ben
heel nieuwsgierig naar het rapport. Ik wil het vandaag niet langer
rekken dan nodig is. De wetgeving bepaalt dat dit rapport eind van
deze maand klaar moet zijn. Ik denk mijnheer de minister dat wij ons
op het terrein in een andere situatie bevinden dan bij de start van de
dienstencheques.

Men heeft het succes en de financiële aantrekkelijkheid te goed
ontdekt. We zullen het verslag afwachten om uit te maken of mijn
verhalen ook niet in uw verhaal weerkeren. Ik bedoel dit zeker niet
negatief. Ik blijf geloven in het instrument van de dienstencheques en
de bijhorende tewerkstelling. Ik vrees alleen dat we het systeem
opnieuw tussen de lijnen zullen moeten plaatsen en terugkeren naar
de oorspronkelijke bedoeling ervan. We mogen niet blijven beweren
dat we niet zien dat bestaande tewerkstelling in een ander stelsel
omgezet wordt in dienstenchequetewerkstelling. Dat was niet de
bedoeling van het instrument. Op die manier gaat het
terugverdieneffect verloren. Daar gaat het om. Ik versta het veld heel
goed. Ik ken de problematiek. Meer nog, misschien zou ik wel
hetzelfde doen. Op die manier is er evenwel helemaal geen
terugverdieneffect. Die categorie, ongeacht of ze in de private of
openbare sector werkt, zat reeds in de inkomsten van de sociale
zekerheid. Er is geen terugverdieneffect zodat het een heel dure
tewerkstelling wordt zonder het doel dat we beoogden, in casu zwart
werk te witten of niet-werkenden aan een degelijke job te helpen.

Mijnheer de minister, ik kijk met spanning uit naar het verslag
waarvan ik hoop dat we dit na 30 maart zo snel als mogelijk in deze
commissie kunnen bespreken. 200 miljoen extra is geen kleinigheid.
De vaststelling dat men nog andere activiteiten in de dienstencheques
wil onderbrengen, doet me mijn hart vasthouden. Laat ons eerst
evalueren wat de zaak ons op dit moment kost vooraleer er
luxeactiviteiten aan toe te voegen.
13.03 Greta D'hondt (CD&V): Je
doute tout de même que les
retombées positives soient
proportionnelles à la croissance de
l'utilisation des titres-services.
L'objectif initial du système était de
convertir le travail au noir en travail
régulier et d'aider les chômeurs à
trouver un emploi. Nous ne
devons pas nous écarter de cette
philosophie. Il n'a jamais été
question de transformer des
emplois existants en des emplois
basés sur des titres-services. Si
l'on s'engage tout de même sur
cette voie, il n'y aura plus de
retombées positives.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 12.41 uur.
La réunion publique de commission est levée à 12.41 heures.