IC867_FIN.doc

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

cdH

centre démocrate Humaniste

CD&V

Christen-Democratisch en Vlaams

ECOLO

Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales

Front National

Mouvement réformateur

N-VA

Nieuw-Vlaamse Alliantie

Parti socialiste

sp.a-spirit

Socialistische Partij Anders Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht

Vlaams Belang

VLD

Vlaamse Liberalen en Democraten

Abréviations dans la numérotation des publications :

Afkortingen bij de nummering van de publicaties :

DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de

base et du n° consécutif

DOC 51 0000/000

Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer

QRVA

Questions et Réponses écrites

QRVA

Schriftelijke Vragen en Antwoorden

CRIV

version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV

voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)

CRABV

Compte Rendu Analytique (couverture bleue)

CRABV

Beknopt Verslag (blauwe kaft)

CRIV

Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu inté-
gral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit des
interventions ; les annexes se trouvent dans une brochure
séparée (PLEN: couverture blanche; COM: couverture
saumon)

CRIV

Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken; de
bijlagen zijn in een aparte brochure opgenomen
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)

PLEN

séance plénière

PLEN

Plenum

COM

réunion de commission

COM

Commissievergadering

MOT

motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT

moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)

Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :

publications@laChambre.be

Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :

publicaties@deKamer.be

CRIV 51

COM 867

22/02/2006

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

SOMMAIRE

INHOUD

Question de Mme Josée Lejeune au ministre de
la Défense sur "l'éventuelle fermeture du Mess
Cavalier Fonck à Liège" (n° 10306)

Vraag van mevrouw Josée Lejeune aan de
minister van Landsverdediging over "de eventuele
sluiting van de Mess Cavalier Fonck in Luik"
(nr. 10306)

Orateurs: Josée Lejeune, André Flahaut,
ministre de la Défense

Sprekers: Josée Lejeune, André Flahaut,
minister van Landsverdediging

Question de Mme Dalila Douifi au ministre de la
Défense sur "l'école à Zedelgem" (n° 10315)

Vraag van mevrouw Dalila Douifi aan de minister
van Landsverdediging over "de school in
Zedelgem" (nr. 10315)

Orateurs: Dalila Douifi, André Flahaut,
ministre de la Défense

Sprekers: Dalila Douifi, André Flahaut,
minister van Landsverdediging

Question de M. Robert Denis au ministre de la
Défense sur "les perspectives d'avenir de la
80ème escadrille UAV" (n° 10304)

Vraag van de heer Robert Denis aan de minister
van Landsverdediging over "de
toekomstperspectieven van het 80ste UAV
smaldeel" (nr. 10304)

Orateurs: Robert Denis, André Flahaut,
ministre de la Défense

Sprekers: Robert Denis, André Flahaut,
minister van Landsverdediging

Question de M. Theo Kelchtermans au ministre de
la Défense sur "la pension de survie de certaines
veuves de pilotes" (n° 10372)

Vraag van de heer Theo Kelchtermans aan de
minister van Landsverdediging over "het
overlevingspensioen van sommige weduwen van
piloten" (nr. 10372)

Orateurs:

Theo Kelchtermans, André

Flahaut, ministre de la Défense

Sprekers:

Theo Kelchtermans, André

Flahaut, minister van Landsverdediging

Question de M. Theo Kelchtermans au ministre de
la Défense sur "les blindés belges qui sont
introuvables" (n° 10390)

Vraag van de heer Theo Kelchtermans aan de
minister van Landsverdediging over "de Belgische
pantserwagens die zoekgeraakt zijn" (nr. 10390)

Orateurs:

Theo Kelchtermans, André

Flahaut, ministre de la Défense

Sprekers:

Theo Kelchtermans, André

Flahaut, minister van Landsverdediging

Question de M. Theo Kelchtermans au ministre de
la Défense sur "le recours aux réservistes"
(n° 10391)

Vraag van de heer Theo Kelchtermans aan de
minister van Landsverdediging over "de inzet van
reservisten" (nr. 10391)

Orateurs:

Theo Kelchtermans, André

Flahaut, ministre de la Défense, Ingrid
Meeus

Sprekers:

Theo Kelchtermans, André

Flahaut, minister van Landsverdediging,
Ingrid Meeus

Questions jointes de

Samengevoegde vragen van

- M. François-Xavier de Donnea au ministre de la
Défense sur "l'avenir de l'armée" (n° 10424)

- de heer François-Xavier de Donnea aan de
minister van Landsverdediging over "de toekomst
van het leger" (nr. 10424)

- M. Melchior Wathelet au ministre de la Défense
sur "la suppression de l'armée belge" (n° 10398)

- de heer Melchior Wathelet aan de minister van
Landsverdediging over "de afschaffing van het
Belgisch leger" (nr. 10398)

- M. Theo Kelchtermans au ministre de la Défense
sur "le rôle et l'avenir des Forces armées belges"
(n° 10446)

- de heer Theo Kelchtermans aan de minister van
Landsverdediging over "de rol en de toekomst van
de Belgische strijdkrachten" (nr. 10446)

Orateurs: François-Xavier de Donnea,
Melchior Wathelet, président du groupe cdH,
Theo Kelchtermans, André Flahaut, ministre
de la Défense, Ingrid Meeus, Luc
Sevenhans

Sprekers: François-Xavier de Donnea,
Melchior Wathelet, voorzitter van de cdH-
fractie, Theo Kelchtermans, André Flahaut,
minister van Landsverdediging, Ingrid Meeus,
Luc Sevenhans

Question de M. Benoît Drèze au ministre de la
Défense sur "l'interprétation de la loi du
16 janvier 2006" (n° 10344)

Vraag van de heer Benoît Drèze aan de minister
van Landsverdediging over "de interpretatie van
de wet van 16 januari 2006" (nr. 10344)

22/02/2006

CRIV 51

COM 867

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Orateurs: Benoît Drèze, André Flahaut,
ministre de la Défense

Sprekers: Benoît Drèze, André Flahaut,
minister van Landsverdediging

Question de M. François Bellot au ministre de la
Défense sur "les avocats chargés de défendre les
intérêts de l'Institut National des Invalides de
Guerre" (n° 9817)

Vraag van de heer François Bellot aan de minister
van Landsverdediging over "de advocaten die de
belangen van het Nationaal Instituut voor
Oorlogsinvaliden verdedigen" (nr. 9817)

Orateurs: François Bellot, André Flahaut,
ministre de la Défense

Sprekers: François Bellot, André Flahaut,
minister van Landsverdediging

Question de Mme Ingrid Meeus au ministre de la
Défense sur "les armes non létales" (n° 10491)

Vraag van mevrouw Ingrid Meeus aan de minister
van Landsverdediging over "niet-dodelijke
wapens" (nr. 10491)

Orateurs: Ingrid Meeus, André Flahaut,
ministre de la Défense

Sprekers: Ingrid Meeus, André Flahaut,
minister van Landsverdediging

Question de Mme Dalila Douifi au ministre de la
Défense sur "le statut des ambulanciers à bord du
Sea King" (n° 10495)

Vraag van mevrouw Dalila Douifi aan de minister
van Landsverdediging over "het statuut van de
ambulanciers in de Sea King" (nr. 10495)

Orateurs: Dalila Douifi, André Flahaut,
ministre de la Défense, Staf Neel

Sprekers: Dalila Douifi, André Flahaut,
minister van Landsverdediging, Staf Neel

Question de M. Luc Sevenhans au ministre de la
Défense sur "une compensation pour le
versement de l'indemnité à l'ancien administrateur
général adjoint de l'Institut National des Invalides
de Guerre, Anciens Combattants et Victimes de
Guerre" (n° 10487)

Vraag van de heer Luc Sevenhans aan de
minister van Landsverdediging over "een
compensatie voor de betaling van de
schadevergoeding aan de gewezen adjunct-
administrateur-generaal van het Nationaal
Instituut voor Oorlogsinvaliden, Oud-Strijders en
Oorlogsslachtoffers" (nr. 10487)

Orateurs: Luc Sevenhans, André Flahaut,
ministre de la Défense

Sprekers: Luc Sevenhans, André Flahaut,
minister van Landsverdediging

Question de M. Luc Sevenhans au ministre de la
Défense sur "l'avertissement du SPF Personnel &
Organisation à l'adresse de l'administrateur
général de l'Institut National des Invalides de
Guerre, Anciens Combattants et Victimes de
Guerre" (n° 10488)

Vraag van de heer Luc Sevenhans aan de
minister van Landsverdediging over "de
aanmaning van de FOD Personeel & Organisatie
aan het adres van de administrateur-generaal van
het Nationaal Instituut voor Oorlogsinvaliden,
Oud-Strijders en Oorlogsslachtoffers" (nr. 10488)

Orateurs: Luc Sevenhans, André Flahaut,
ministre de la Défense

Sprekers: Luc Sevenhans, André Flahaut,
minister van Landsverdediging

Question de M. Luc Sevenhans au ministre de la
Défense sur "la structure organique de la
composante 'Marine'" (n° 10489)

Vraag van de heer Luc Sevenhans aan de
minister van Landsverdediging over "de organieke
structuur van de Marinecomponent" (nr. 10489)

Orateurs: Luc Sevenhans, André Flahaut,
ministre de la Défense

Sprekers: Luc Sevenhans, André Flahaut,
minister van Landsverdediging

CRIV 51

COM 867

22/02/2006

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

COMMISSION DE LA DÉFENSE

NATIONALE

COMMISSIE VOOR DE

LANDSVERDEDIGING

MERCREDI

FÉVRIER

2006

Matin

______

van

WOENSDAG

FEBRUARI

2006

Voormiddag

______

De vergadering wordt geopend om 10.09 uur door mevrouw Hilde Vautmans, voorzitter.
La séance est ouverte à 10.09 heures par Mme Hilde Vautmans, présidente.

01 Question de Mme Josée Lejeune au ministre de la Défense sur "l'éventuelle fermeture du Mess

Cavalier Fonck à Liège" (n° 10306)

01 Vraag van mevrouw Josée Lejeune aan de minister van Landsverdediging over "de eventuele

sluiting van de Mess Cavalier Fonck in Luik" (nr. 10306)

01.01 Josée Lejeune (MR): Monsieur le ministre, ma question

s'articule autour du mess Fonck à Liège qui constitue un lieu de
rencontre non seulement pour le personnel militaire qui travaille au
quartier Général Leman mais aussi pour les anciens combattants et
les militaires retraités qui peuvent s'y retrouver. L'avenir de ce mess
semble menacé puisque l'on évoque avec une insistance croissante
une éventuelle fermeture en précisant même la date du 30 juin
prochain.

Monsieur le ministre, pouvez-vous confirmer ou infirmer cette
annonce? S'il se confirme que la fermeture est programmée, quelles
sont les alternatives envisagées notamment pour les anciens
combattants et les militaires retraités?

01.01 Josée Lejeune (MR): De

mess Fonck, in Luik, die een
ontmoetingsplaats is voor de
militairen van het kwartier Général
Leman, voor de oud-strijders en
de gepensioneerde militairen, zou
met sluiting bedreigd zijn. Kan u
deze informatie bevestigen of
ontkennen? Wat zijn, in geval van
sluiting, de alternatieven die
worden overwogen, meer bepaald
voor de oud-strijders en de
gepensioneerde militairen?

01.02 André Flahaut, ministre: Madame la présidente, madame

Lejeune, la fermeture du mess Cavalier Fonck est prévue dans le
courant de l'année 2006. Cette décision a été prise en vue de
rationaliser le nombre de mess de garnison. Par plateau, un seul
mess servira le personnel de plusieurs garnisons. Pour le plateau de
Liège, le mess du centre de compétences de Rocourt a été retenu
pour le personnel des garnisons de Ans, Bierset, Rocourt et Liège. Ce
mess est le seul à disposer d'une capacité suffisante à l'accueil du
nombre estimé de clients et peut se conformer plus facilement aux
normes du Service de prévention et protection au travail.

Les facilités qui étaient accordées au mess Cavalier Fonck jusqu'à
présent aux anciens combattants et aux militaires retraités seront
proposées par ce mess. C'est cela que nous répondons aux
associations d'anciens qui craignent de ne plus avoir d'endroit pour se
réunir. Ils pourront continuer à le faire et seront accueillis dans les
mêmes conditions. On doit cependant diminuer le nombre de lieux
disponibles puisque cela représente chaque fois une intendance et du
personnel.

01.02 Minister André Flahaut:

Ingevolge de beslissing om slechts
één enkele garnizoensmess per
plateau te behouden, zal de mess
Fonck sluiten in 2006. De mess
van Rocourt zal voortaan het
personeel van de garnizoenen van
Ans, Bierset, Rocourt en Luik
bedienen. De oud-strijders en de
gepensioneerde militairen zullen er
dezelfde faciliteiten genieten als
degene die hun werden verleend
in de mess Fonck.

22/02/2006

CRIV 51

COM 867

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

02 Vraag van mevrouw Dalila Douifi aan de minister van Landsverdediging over "de school in

Zedelgem" (nr. 10315)

02 Question de Mme Dalila Douifi au ministre de la Défense sur "l'école à Zedelgem" (n° 10315)

02.01 Dalila Douifi (sp.a-spirit): Mevrouw de voorzitter, als u voorzit,

gaat het hier snel, en dat is leuk. Men komt zelfs voor zijn beurt.

Mijnheer de minister, wij weten inmiddels allemaal dat u het
moderniseringsplan 2000-2015 aan het uitvoeren bent. Voor
negentien kazernes betekent dat de sluiting, onder meer ook voor de
militaire school voor onderofficieren te Zedelgem. Ik was daar vorige
week, naar aanleiding van een Valentijnsactie, samen met de
socialistische vakbond ACOD-Defensie. Dat was leuk, het was ook
ludiek bedoeld. Het was echter ook zeer ernstig wat betreft de
doelstellingen en de opvolging van de toekomstige sluiting van de
school en meer in het bijzonder wat betreft de mutaties van de 149
personeelsleden 148 militairen en 1 lid van het burgerpersoneel
naar andere kazernes.

Ik heb een aantal specifieke vragen daarover. De sluiting is nakende
en iedereen ter plaatse weet dat. Men wil het zo goed mogelijk laten
verlopen. Iedereen kijkt natuurlijk ook uit naar wat er zal gebeuren in
de zeer nabije professionele toekomst.

Mijnheer de minister, u hebt de goede gewoonte in zulke situaties
minstens één jaar voor de sluiting van een kazerne sociale enquêtes
te organiseren bij het betrokken personeel. Hebt u reeds weet van de
datum waarop de sluiting van de militaire school te Zedelgem zal
plaatsvinden? Vanaf wanneer zult u de sociale enquêtes ter plaatse
laten uitvoeren?

Mijn tweede vraag gaat over de mutaties van het personeel. In het
verleden hebt u zich via het sectorakkoord ertoe verbonden, eenmaal
de resultaten van de enquêtes gekend zijn, eerst overleg te plegen
met de representatieve vakbonden en pas nadien over te gaan tot het
voorschrijven van de mutaties. Wanneer is dat overleg met de
syndicale afgevaardigden gepland?

De derde vraag heeft te maken met de voldoeningsgraad. De
betrokken militairen mogen immers op het enquêteformulier drie
keuzes vooropstellen van eenheden waarheen zij willen worden
gemuteerd.

In dat verband zou ik een niet onbelangrijke opmerking willen maken.
Mijnheer de minister, het valt toch op dat, wanneer er mutaties
worden aangevraagd naar andere eenheden en machten dan degene
waartoe de militair behoort, het sinds de eenheidsstructuur en
getrouw aan de oude cultuur bij Defensie niet zo gemakkelijk is om
bijvoorbeeld van de landcomponent naar de marinecomponent te
worden gemuteerd.

Mijnheer de minister, wij vinden ik spreek mij ook uit namens de
socialistische vakbond, waarmee wij samen actie hebben gevoerd en
met wie wij ons op dat punt kunnen vinden dat de sluiting van de
militaire school in Zedelgem een mooie case, een goede oefening zou

02.01 Dalila Douifi (sp.a-spirit):

Dans le cadre du plan de
modernisation 2000-2015, l'école
militaire pour sous-officiers de
Zedelgem devra également fermer
ses portes. Une telle fermeture
doit être bien préparée, plus
particulièrement en ce qui
concerne la mutation de 149
membres du personnel. La date
exacte de fermeture est-elle déjà
connue et quand une enquête
sociale sera-t-elle menée auprès
du personnel? Quand une
concertation sera-t-elle organisée
avec les syndicats sur les
mutations?

Les intéressés peuvent faire part
de leurs préférences en matière
de mutation. Dans la pratique, il
est toutefois extrêmement rare
qu'une personne soit mutée d'une
composante à l'autre. On pourrait
peut-être rompre avec cette
tradition dans le cas de Zedelgem
et faciliter la mutation entre les
composantes. Une enquête
réalisée par le syndicat socialiste
révèle qu'il existe une réelle
demande pour de telles mutations.
Le ministre est-il disposé, dans le
cadre de la structure unique à
Zedelgem, à prévoir la possibilité
d'un transfert vers la composante
marine ou la composante air?

L'enquête informelle a aussi fait
apparaître que 19 des 46
personnes interrogées souhaitent
être mutées à la caserne de la
marine Sint-Kruis, où une nouvelle
unité fusionnée sera hébergée en
2008, et cela le plus souvent pour
des raisons liées à la mobilité. Le
ministre est-il disposé à laisser de
préférence au personnel de
Zedelgem les fonctions
administratives et logistiques à
pourvoir à Sint-Kruis?

CRIV 51

COM 867

22/02/2006

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

kunnen zijn om de soepelere mutaties tussen de verschillende
componenten mogelijk te maken.

Er werd door de ACOD-militanten in de school een enquête
uitgevoerd. Zij hebben 46 van de 149 militairen kunnen ondervragen.
Als u een beetje mee wil met mijn redenering, zouden we kunnen
stellen dat zij ongeveer een derde hebben bevraagd. Er zijn een
aantal vragen om eventueel naar een andere component te kunnen
worden gemuteerd.

Mijnheer de minister, ziet u in het kader van de eenheidsstructuur een
overgang naar de marine of naar de luchtmacht als een bijkomende
mogelijkheid voor de militairen ter plaatse?

Ten slotte, mijnheer de minister, zou ik een voorstel willen formuleren.
Volgens uw infrastructuurplan zal er in 2008 een fusie plaatsgrijpen
tussen de Technische School van de Voeding in Peutie en de
Nederlands-Belgische CSM. De nieuwe eenheid wordt
geïmplementeerd in de marinekazerne in Sint-Kruis. Wij hebben uit
de enquête die wij in Zedelgem hebben gevoerd, ook geleerd dat een
meerderheid van de bevraagden een derde van de 46 bevraagden
een mutatie naar Sint-Kruis wenst. Negentien personen hebben dat
gevraagd.

Als u dat wenst, wil ik u de resultaten van de enquête gerust
doorspelen.

Dat heeft ook te maken dat was ook een element van de bevraging
met de manier waarop de militairen die in de school van Zedelgem
zijn gekazerneerd, zich naar de school verplaatsen. Mijnheer de
minister, de meerderheid van de betrokkenen verplaatst zich met de
fiets en met het openbaar vervoer.

Vandaar dat u die tendens allicht zult terugvinden in de sociale
enquête die uw departement zal uitvoeren. Wat betreft de nieuwe
eenheid die naar de marinekazerne in Sint-Kruis komt, zou ik u willen
voorstellen om de administratieve en de logistieke functies met
prioriteit te laten invullen door de militairen die vandaag gekazerneerd
zijn in Zedelgem. Het voordeel is dat die militairen vertrouwd zijn met
het schoolsysteem. Ik had dus graag van u vernomen, mijnheer de
minister, of u deze mening eventueel kunt delen.

Mevrouw de voorzitter, ik wil er nog heel kort aan toevoegen dat uit
die interne enquête ook gebleken is dat zo goed als alle militairen
reeds de tweede keer, sommigen zelfs voor de derde en de vierde
keer, een mutatie hebben gehad alvorens ze in de kazerne in
Zedelgem toegekomen zijn. Veel van die mensen dachten eigenlijk
dat ze daar nu wel zouden blijven.

Certains militaires basés à
Zedelgem ont déjà connu
plusieurs mutations et aspirent à
une certaine tranquillité.

De voorzitter: We gaan proberen vandaag het Reglement te respecteren, dat wil zeggen twee minuten per
vraag, twee minuten voor het antwoord en een minuut voor de repliek.

02.02 Minister André Flahaut: Mevrouw, de sluiting van de school is

gepland in de periode juli-augustus 2007 teneinde het goed verloop
van de vorming niet te verstoren. De personeelsbeheerders willen
starten met de sociale enquête omstreeks mei 2006 teneinde over
voldoende tijd te beschikken voor een grondig overleg met de
betrokkenen.

02.02 André Flahaut, ministre: Il

est prévu que l'école de Zedelgem
ferme ses portes au cours de l'été
2007 afin de perturber le moins
possible les formations en cours.
En mai de cette année, l'enquête

22/02/2006

CRIV 51

COM 867

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Eenmaal de resultaten van de enquête zijn gekend, wordt erover,
zoals bij eerder sluitingen, overlegd met de representatieve
vakorganisaties.

Het is vanzelfsprekend dat de toekomstige affectaties van het
personeel van de scholen voor onderofficieren zullen worden bekeken
vanuit het oogpunt van een intermachtentewerkstelling waarbij de
competenties van het individu primordiaal zijn.

sociale démarrera. Ensuite suivra
la concertation avec les
organisations syndicales.

En dernière instance, ce sont les
compétences des individus qui
sont déterminantes lors des
affectations, même s'il s'agit
d'emplois "interforces".

Il est vrai que le regroupement sur Sint-Kruis offrira sans doute des
possibilités. J'ai aussi connaissance de la succession de mutations
dans le chef de certaines personnes.

De fusie te Sint-Kruis opent
inderdaad een aantal
mogelijkheden. Ik ben overigens
op de hoogte van het grote aantal
mutaties van sommige
personeelsleden.

Verdere herstructureringen die personeelsverschuivingen
veroorzaken, zullen volgens de beschreven procedure worden
doorgevoerd met bijzondere aandacht voor transparantie en
flexibiliteit.

Lors de transferts de personnel
dans le cadre de restructurations,
la procédure décrite sera suivie et
une attention particulière sera
accordée à la transparence et à la
flexibilité.

Je n'ignore pas qu'il existe encore une ancienne culture au moment
des mutations; cela s'améliore cependant. Pour la réorganisation de
la formation, tâche à laquelle nous nous sommes attelés aujourd'hui,
il est clair qu'il y a une Ecole royale militaire pour la formation des
officiers, une Ecole royale pour la formation des sous-officiers, en un
endroit donné, une Ecole de formation pour les opérations, avec une
formation dispensée au maximum dans les unités. Les gens seront
donc moins mutés: on a beaucoup parlé de Bourg-Léopold à une
époque, mais maintenant ce seront surtout les instructeurs qui se
déplaceront. Nous renforcerons la formation des formateurs en
valorisant leur rôle. Nous créerons également des antennes de
formation au soutien aux opérations; cela fait partie de cet ensemble
que nous voulons transformer aujourd'hui.

Qu'en est-il pour Peutie? Oui, le transfert vers Sint-Kruis sera une
opportunité: pour l'école de soutien aux opérations fonction cuisine,
essentiellement de marine, en commun avec les Hollandais , il est
clair que du personnel sera nécessaire sur place et qu'il faudra le
muter prioritairement.

De vroegere cultuur met
betrekking tot de mutaties is nog
niet helemaal verdwenen, maar er
is verbetering. Wat de
reorganisatie van de opleiding
betreft, is er een Koninklijke
Militaire School voor de
officierenopleiding, een Koninklijke
School voor de opleiding van de
onderofficieren en een opleiding
operaties.

Het aantal mutaties zal dus dalen
en het zullen vooral de instructeurs
zijn die worden gemuteerd. Voorts
zullen antennes worden opgericht
voor de opleiding ondersteuning
van operaties.

De verhuizing naar Sint-Kruis
opent nieuwe mogelijkheden voor
de school ondersteuning van de
operaties en er zal personeel
moeten worden gemuteerd.

02.03 Dalila Douifi (sp.a-spirit): Ik dank, in dit stadium, de minister

voor zijn antwoord.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De bespreking van de vragen en de interpellaties wordt geschorst van 10.22 uur tot 10.26 uur.
La discussion des questions et des interpellations est suspendue de 10.22 heures à 10.26 heures.

CRIV 51

COM 867

22/02/2006

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

03 Question de M. Robert Denis au ministre de la Défense sur "les perspectives d'avenir de la

ème

escadrille UAV" (n° 10304)

03 Vraag van de heer Robert Denis aan de minister van Landsverdediging over "de

toekomstperspectieven van het 80

ste

UAV smaldeel" (nr. 10304)

03.01 Robert Denis (MR): Madame la présidente, monsieur le

ministre, cette question a déjà été posée en novembre dernier,
question à laquelle le secrétaire d'Etat aux Entreprises publiques avait
répondu en votre nom, et porte sur l'avenir de la 80

ème

escadrille UAV

localisée à Elsenborn.

A l'époque, le secrétaire d'Etat avait répondu, je cite: "l'utilisation
rationnelle des moyens et de l'infrastructure fait aujourd'hui l'objet de
diverses études et, à l'heure actuelle, aucune décision de transfert de
l'unité n'a été prise."

Près de trois mois plus tard, il semble que la question reste d'actualité
et que l'inquiétude subsiste. Qu'en est-il, monsieur le ministre, des
travaux d'infrastructure entamés à Elsenborn au profit de la 80

ème

escadrille UAV?

Quels sont les résultats des différentes études sur l'utilisation
rationnelle des moyens et de l'infrastructure?

Quels sont les arguments d'ordre opérationnel qui justifieraient que
l'unité quitte Elsenborn?

Le transfert à Coxyde ou vers une autre base ou encore le maintien à
Elsenborn de la 80

ème

escadrille UAV a-t-il fait l'objet d'un avis de

l'état-major? Le cas échéant, lequel?

A l'heure actuelle, la décision de transfert a-t-elle été prise?

03.01 Robert Denis (MR): In

november jongstleden verklaarde
de staatssecretaris voor
Overheidsbedrijven namens uzelf
dat er geen plannen waren om het
80

ste

"Unmanned Aerial Vehicle"-

smaldeel in Elsenborn elders
onder te brengen, en dat werd
nagegaan hoe de beschikbare
middelen en infrastructuur
rationeel konden worden
aangewend.

Vandaag zijn we drie maanden
later. Hoe staat het met de
infrastructuurwerken die in
Elsenborn ten gunste van dat
UAV-smaldeel werden aangevat?
Wat zijn de resultaten van de
uitgevoerde studies? Om welke
operationele redenen moest het
smaldeel Elsenborn verlaten?
Heeft de Generale staf over die
beslissing advies uitgebracht? Zo
ja, hoe luidt dat advies? Werd
uiteindelijk beslist om het smaldeel
elders onder te brengen?

03.02 André Flahaut, ministre: Madame la présidente, monsieur

Denis, divers travaux d'infrastructure ont déjà été réalisés à Elsenborn
pour un montant total de 4.000.000 d'euros au profit de la 80

ème

escadrille UAV.

La piste de 25 mètres de large sur 600 mètres de long fait partie
intégrante de ces travaux. Elle est terminée (marquages y compris).
Cette piste est d'ailleurs actuellement en service.

Les taxiways reliant la piste et les aires de services sont également
opérationnels.

La construction d'un hangar pour les opérations de dépose et
d'assemblage des UAV en lieu et place de la construction semi-rigide
actuelle fait l'objet d'une évaluation dans le cadre de l'occupation
rationnelle de l'infrastructure.

Pour être clair, les gens s'inquiètent car un hangar définitif n'a pas été
construit. Or, il faut savoir qu'en Belgique, ce qui est provisoire est
généralement de longue durée. De plus, beaucoup d'opérations ont
lieu sur la base du "semi-définitif". D'ailleurs, même les opérations en
extérieur s'inscrivent dans ce cadre.

Je répète que l'inquiétude vient de là. Toujours est-il qu'il y a une
piste, des taxiways, un hangar, comme c'est le cas pour une

03.02 Minister André Flahaut: In

Elsenborn werden reeds
infrastructuurwerken ter waarde
van ongeveer vier miljoen euro
uitgevoerd ten gunste van het 80

ste

UAV-smaldeel. Zo werd een baan
met een breedte van 25 meter en
een lengte van 600 meter
aangelegd, die thans in gebruik is.
Ook de "taxiways" tussen de baan
en de dienstgebouwen zijn
operationeel.

De bouw van een permanente
hangar voor het opslaan en
monteren van toestellen wordt
beoordeeld, wat sommigen ietwat
verontrustend vinden. In België
gaan tijdelijke oplossingen vaak
lang mee...

De resultaten van de studie over
het rationeel gebruik van de
infrastructuur worden verwacht
voor juni 2006.

22/02/2006

CRIV 51

COM 867

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

opération en Bosnie, par exemple.

L'étude qui vise l'occupation rationnelle de l'ensemble des
infrastructures est toujours en cours de finalisation. Les résultats sont
attendus pour juin 2006.

Aucune étude qui justifie un éventuel déménagement n'a été réalisée
à ce jour à l'état-major. Les UAV sont donc à Elsenborn. Le transfert
de l'unité vers un site autre que la base-mère actuelle n'a pas non
plus fait l'objet d'une étude de l'état-major. Donc aucune décision de
transfert.

Que se passe-t-il? Il se passe que les personnes, avec les UAV,
étaient en phase d'expérimentation, qu'elles ont travaillé à Elsenborn.
La plupart des gens de cette unité provenaient d'Allemagne et ont été
installés à Elsenborn. Ils ont fait des expérimentations au-dessus du
camp, ce qui est plus prudent et ce qui a permis de collaborer
notamment avec la Région wallonne, la division Nature et Forêts pour
identifier les espèces de gibier à différentes périodes de l'année. Or,
ils ont travaillé en phase expérimentale.

Nous avons envoyé ces personnes en opération en Bosnie, ce qui
était une première: il s'agissait de l'opération ALTEA, une opération
réelle. Ils ont réalisé du bon travail là-bas. Il a toujours été dit que ces
unités devraient aussi servir pour la société civile, notamment pour le
repérage au-dessus de la mer du Nord des agissements de navires
qui nettoient leurs cuves, de trafiquant d'armes (difficilement
repérables) ou d'êtres humains (grâce à l'infrarouge). Il a toujours été
prévu des opérations réelles de contrôle, menées par le ministre en
charge de la mer du Nord et la province sur place. Ce sont donc des
opérations similaires à celles menées par une brigade de police qui
se rend à un endroit pour effectuer des contrôles.

Dans le courant des années 2006 et 2007, des sessions seront
organisées où les hommes devront déménager, avec leur matériel,
d'Elsenborn vers Coxyde pour effectuer des exercices sur place,
durant les deux dernières semaines de mars. Voilà de quoi il s'agit
aujourd'hui.

Il convient donc de rassurer les gens. Énormément de rumeurs
circulent. Ce qui est vrai, c'est qu'ils devront partir travailler à Coxyde
de façon ponctuelle pour réaliser des opérations de contrôle, étant
entendu qu'à certaines périodes de l'année, il est impossible de sortir
à Elsenborn à cause du brouillard et des intempéries.

Op dit ogenblik is er op de Staf
geen enkele beslissing gevallen
over de verhuizing of de
overplaatsing van de eenheid. De
UAV's blijven dus in Elsenborn.

De personen en UAV's die actief
waren in Elsenborn waren in een
proeffase. De meesten van hen
kwamen van Duitsland en werden
naar Bosnië gestuurd. Het ging om
een première, de operatie ALTEA.

Bovendien zullen deze eenheden
ook diensten bewijzen aan de
burgermaatschappij, meer bepaald
door van boven de Noordzee de
scheepsbewegingen in het oog te
houden en de wapen- en
mensenhandel op te sporen. Het
gaat dus om operaties die
vergelijkbaar zijn met die van een
politiebrigade.

Tijdens de sessies die in maart
2006 en 2007 zullen worden
gehouden, zullen de
manschappen moeten verhuizen
van Elsenborn naar Koksijde om
er ter plaatse oefeningen te doen,
niks anders. Deze manschappen
dienen dus te worden
gerustgesteld met betrekking tot
de geruchten over een
overplaatsing.

03.03 Robert Denis (MR): Monsieur le ministre, je vous remercie. Je

vais pouvoir les rassurer.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

04 Vraag van de heer Theo Kelchtermans aan de minister van Landsverdediging over "het

overlevingspensioen van sommige weduwen van piloten" (nr. 10372)

04 Question de M. Theo Kelchtermans au ministre de la Défense sur "la pension de survie de

certaines veuves de pilotes" (n° 10372)

04.01 Theo Kelchtermans (CD&V): Mevrouw de voorzitter, mijnheer

de minister, de bedoeling van deze vraag is de voortgang van dit

04.01 Theo Kelchtermans

(CD&V): Certaines veuves de

CRIV 51

COM 867

22/02/2006

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

dossier te kennen om de oplossing te kunnen beoordelen.

Mijnheer de minister, ik wil u eraan herinneren dat het een
onrechtvaardigheid betreft. Zo wordt dit althans door de betrokken
weduwen zeer sterk aangevoeld. Ook de luchtmachtpiloten zijn
bezorgd dat in geval van overlijden hun echtgenotes eventueel onder
hetzelfde negatieve regime zouden vallen. Zij zouden slechts een
overlevingspensioen van nauwelijks 38% van het brutopensioen van
de overleden echtgenoot ontvangen in tegenstelling tot andere
weduwen van piloten die 56% ontvangen.

U hebt toen zeer begripvol gereageerd op mijn vraag. U was
verwonderd en zei dat u het nodige wenste te doen, maar dat uw
collega van Pensioenen dat moest regelen. U zou de nodige
demarches ondernemen om de minister van Pensioenen aan te
zetten om tot een spoedige oplossing te komen.

Mijn vraag ligt dus voor de hand. Wat is er ondertussen gebeurd? Wat
is de stand van zaken? De betrokkenen delen mij mee dat het om een
zeer beperkt aantal gaat. Elk jaar wordt een aantal problemen de
facto opgelost omdat de weduwe overlijdt en er dus geen
rechthebbende meer is. Het zou voor die paar gevallen - men zegt dat
er nog hoogstens een twintigtal personen daarvoor in aanmerking
komt - niet meer dan rechtvaardig zijn dat men dit rechtzet. Ik meen
dat er zelfs argumenten zijn om dit met terugwerkende kracht recht te
zetten.

Mijn vraag is dus eenvoudig. Wat is de stand van zaken en hebt u een
idee over hoeveel mensen het gaat?

pilotes ne recevraient que 38% de
la pension brute du mari décédé,
d'autres reçoivent 56%. Le
premier groupe ressent cette
situation comme une injustice et
les pilotes de la force aérienne
craignent que leurs épouses ne
tombent sous le régime
désavantageux lors de leur décès.

Le ministre a réagi avec
compréhension à ma question
précédente sur ce sujet. Il allait
inciter le ministre des Pensions à
chercher une solution. Quelles
mesures ont été prises entre-
temps? Il ne s'agirait que d'une
vingtaine de veuves. Est-ce exact?
Cette injustice peut-elle être
réparée avec effet rétroactif?

04.02 Minister André Flahaut: Mevrouw de voorzitter, mijnheer

Kelchtermans, ik heb inderdaad de diensten van de Algemene
Directie Human Resources opdracht gegeven een dossier in te leiden
bij de Federale Overheidsdienst Pensioenen. Het dossier wordt
momenteel technisch overlegd met de Administratie der Pensioenen.

Enkel de Dienst voor Pensioenen van de Openbare Sector is in staat
het correcte aantal personen te bepalen dat zich in de geschetste
situatie bevindt. Zodra de cijfers bekend zijn, zullen zij u worden
meegedeeld.

04.02 André Flahaut, ministre:

J'ai chargé la direction générale
Ressources humaines d'introduire
un dossier auprès du SPF
Pensions. Une concertation
technique a lieu actuellement à ce
sujet avec l'administration des
Pensions.

Seul le service des Pensions du
secteur public est en mesure de
déterminer le nombre de
personnes concernées. Je
communiquerai les chiffres dès
qu'ils seront connus.

Je confirme que ce dossier m'a interpellé et que j'ai moi-même mis
"mon poids dans la balance" pour faire avancer le dossier
régulièrement.

Regelmatig grijp ik zelf in om het
dossier te laten vooruitgaan.

04.03 Theo Kelchtermans (CD&V): Mijnheer de minister, uw laatste

argument is doorslaggevend.

04.03 Theo Kelchtermans

(CD&V): Ce dernier aspect est
déterminant.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

05 Vraag van de heer Theo Kelchtermans aan de minister van Landsverdediging over "de Belgische

22/02/2006

CRIV 51

COM 867

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

pantserwagens die zoekgeraakt zijn" (nr. 10390)

05 Question de M. Theo Kelchtermans au ministre de la Défense sur "les blindés belges qui sont

introuvables" (n° 10390)

05.01 Theo Kelchtermans (CD&V): Mevrouw de voorzitter, mijnheer

de minister, ik vond het een leuk verhaal van de voertuigen die
vermist waren. De vraag is heel simpel. Is er ondertussen iets meer
geweten over de afloop? Misschien is mij dat ontgaan.

Ik had ook nog een gelijkaardige vraag. In Zutendaal staan 400
afgeschreven voertuigen te wachten op transport naar de
Democratische Republiek Congo. Bij mijn weten is er tot op heden
nog altijd niets gebeurd met deze voertuigen. Men is op dat vlak op
zoek naar geschikt transport, zegt men mij. Ik neem aan dat mijn
bron, die zeer dicht bij de basis staat, correcte informatie geeft. Wat
gebeurt met deze voertuigen? Wanneer worden ze naar de
Democratische Republiek Congo overgebracht? Zijn er garanties dat
dit op een meer veilige manier gebeurt dan de Pandur-
pantserwagens?

05.01 Theo Kelchtermans

(CD&V): En savez-vous déjà plus,
à l'heure actuelle, sur les blindés
Pandur qui sont introuvables?

À Zutendaal, 400 véhicules que
nous n'utilisons plus attendent
d'être acheminés vers la
République démocratique du
Congo. On rechercherait encore
un moyen de transport approprié.
Qu'adviendra-t-il de ces
véhicules? Quand leur transport
aura-t-il lieu? Et s'effectuera-t-il
dans de meilleures conditions de
sécurité que dans le cas des
blindés Pandur?

De voorzitter: Mijnheer Kelchtermans, ik denk dat deze vraag vorige keer reeds in de commissie aan bod
kwam, maar ik geef het woord graag aan de minister voor zijn antwoord.

05.02 Minister André Flahaut: Mevrouw de voorzitter, het door de

Verenigde Naties gecharterde schip met de Belgische Pandur-
pantserwagens aan boord werd op 11 januari 2006 aan de ketting
gelegd in de haven van Malabo door de plaatselijke autoriteit van
Equatoriaal Guinea en dit voor de totale duur van één maand. Het
schip werd op 11 februari opnieuw vrijgegeven en kon dezelfde dag
zijn traject voortzetten. Uit informatie van de VN blijkt dat dit slechts
mogelijk was, onder meer na betaling van een boete. Deze boete
werd integraal betaald door de rederij Geodis Frankrijk.

Actueel bevindt het materiaal zich nog steeds aan boord van het schip
op weg naar de haven van Dar es Salaam waar het wordt verwacht
op 27 februari. Vervolgens is een eerste gedeelte gepland om aan te
komen in Kalemi rond 17 maart. Eind maart zou het volledige lot op
zijn eindbestemming moeten zijn.

De VN hebben intussen aan België en Benin gevraagd om een
summiere kwantitatieve controle van het materiaal uit te voeren bij
aankomst in Dar Es Salaam. Op dat ogenblik zal deze informatie, in
functie van de gedane vaststellingen kunnen worden bevestigd of
ontkend. De VN hebben zich echter geëngageerd om in te staan voor
de vergoeding van elke mogelijke vorm van geleden schade.

In het kader van de verkoop van het Belgische materieel aan de
Democratische Republiek Congo werd tussen beide landen een
contract opgesteld. In dit contract wordt zowel de verkoop zelf als het
aspect transport van het materieel behandeld. De volgende stap
voorziet in het betalen van het voorschot door de Democratische
Republiek Congo, wat ons vervolgens toelaat om het transport naar
Afrika te organiseren. Concreet zijn ons hiervoor nog geen
vooruitzichten bekend.

De problemen ontstaan tijdens het zeetransport van onder meer de

05.02 André Flahaut, ministre:

Le 11 janvier 2006, les autorités
locales de Guinée-Équatoriale ont
mis l'embargo pour un mois, dans
le port de Malabo, sur le navire qui
transportait les blindés Pandur. Le
11 février 2006, ce navire affrété
par les Nations unies a pu
poursuivre sa route après que
l'armateur Geodis eut payé une
amende à la France.

Ce navire, qui transporte encore
les blindés, devrait arriver dans le
port de Dar Es-Salaam le 27
février. Une partie du matériel
devrait atteindre Kalemi vers le 17
mars. Fin mars, l'ensemble du lot
devrait avoir rejoint sa destination
finale.

Les Nations unies ont demandé à
la Belgique et au Bénin de
procéder à un contrôle quantitatif
sommaire lors de l'arrivée à Dar
Es-Salaam. Les deux pays
s'engagent à indemniser tout
dommage subi.

Dans le contrat passé entre la
Belgique et la République
démocratique du Congo ont été
incluses les conditions applicables

CRIV 51

COM 867

22/02/2006

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Pandurs, waren te wijten aan het afwijken van de vastgelegde route
op initiatief van de reder of van de kapitein van het schip. Bovendien
werden door de kapitein foutieve verklaringen afgelegd op de vragen
gesteld door de autoriteiten van Equatoriaal Guinea. Deze situatie gaf
rechtstreeks aanleiding tot het aan de ketting leggen van het schip.
De veiligheid van het schip en het materieel aan boord ligt in de
eerste plaats bij de kapitein die hiervoor de volledige
verantwoordelijkheid draagt.

In het geval van een bevrachting door België tijdens de fase
voorafgaand aan het afsluiten van het contract door de aankoopdienst
van defensie, wordt de strikte betrouwbaarheid van de firma's die in
aanmerking komen om het transport uit te voeren, gecontroleerd.
Bovendien wordt tevens bij Belgische transporten, in bepaalde
gebieden geteisterd door piraterij, in een escorte voorzien.

en matière de vente et de
transport de véhicules belges. Le
Congo doit à présent verser une
avance, après quoi nous pourrons
organiser le transport. À cet égard,
nous n'avons encore aucune
perspective concrète.

Le transport des blindés Pandur a
posé certaines difficultés parce
que l'armateur ou le capitaine s'est
écarté de l'itinéraire fixé. En outre,
le capitaine a fait de fausses
déclarations auprès des autorités
de Guinée-Équatoriale, ce qui a
incité celles-ci à mettre l'embargo
sur le navire. Le capitaine est
entièrement responsable de la
sécurité du navire et du matériel
se trouvant à son bord.

Avant que le service des achats de
la Défense ne conclue un contrat
en cas d'affrètement par la
Belgique, la fiabilité des sociétés
de transport est soumise à un
contrôle strict. Dans les régions où
sévit la piraterie, une escorte est
prévue.

Il y a une volonté de faire diminuer précisément le stock de véhicules
déclassés. Ils ne sont pas obsolètes mais ils sont en surnombre ou
nous n'en avons plus l'utilité.

Nous avons passé un contrat avec le Congo qui va acheter ce
matériel pour l'équipement de neuf brigades. Une fois que le
paiement sera effectué, nous allons louer un navire puisque nous
n'avons pas de navire de transport en recourant au système qu'on
appelle Sea-Lift, le système OTAN, qui permet d'obtenir des navires
dans de meilleures conditions de prix parce qu'il y a une solidarité qui
joue. Nous allons embarquer le matériel et il arrive parfois que nous
l'accompagnions, comme la dernière fois, avec une escorte de
frégate.

L'organisation du transport et la conclusion des contrats, qui se font à
un niveau national et bilatéral, font l'objet d'une attention plus suivie
que lorsqu'on se trouve dans un cadre multilatéral au niveau de
l'ONU.

Je vous rassure tout de suite, le stock de véhicules doit effectivement
diminuer et les choses sont en cours pour que ces véhicules soient
acheminés vers le Congo.

Il en restera sans doute encore, mais ils pourront être acheminés vers
d'autres endroits en fonction d'accords qui seraient passés.

We willen het park
gedeclasseerde voertuigen
afbouwen. Er werd een contract
met Congo gesloten voor de
verkoop van materieel. Zodra we
de betaling hebben ontvangen,
wordt het materieel met een via
het "Sea-Lift"- systeem van de
NAVO gehuurd schip vervoerd.
Deze procedure duurt langer,
maar is goedkoper.

Vanwege het bilateraal kader
waarbinnen het transport wordt
georganiseerd en de contracten
worden gesloten, wordt er meer
aandacht aan besteed dan op
multilateraal niveau in het kader
van de VN.

De voertuigen die niet naar Congo
gaan, kunnen in het kader van
toekomstige overeenkomsten
worden verkocht.

05.03 Theo Kelchtermans (CD&V): Is er wat dat betreft nog geen

tijdschema vastgelegd?

05.03 Theo Kelchtermans

(CD&V): Un calendrier a-t-il été

22/02/2006

CRIV 51

COM 867

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

fixé?

05.04 André Flahaut, ministre: Nous attendons le versement de

l'acompte par les autorités congolaises. Il devrait nous parvenir dans
les prochains jours. C'est évidemment un des points dont je discuterai
la semaine prochaine, étant donné que je me rends au Congo et que
j'aurai l'occasion de revoir des autorités civiles et militaires
congolaises. J'en profiterai pour leur rappeler le versement de
l'acompte, si ce n'est déjà fait. Dès que le montant est viré, nous
passerons le contrat. Il s'agit d'un contrat ouvert au niveau du
gouvernement en ce qui concerne le transport de matériel.
L'acheminement dépend alors du calendrier du système Sea-Lift et
pourra avoir lieu la semaine qui suit ou un mois plus tard.

Nous essayons de raccourcir au maximum les délais pour que la
frégate qui se trouve dans la mer Méditerranée et qui part le
23 février 2006 puisse être utilisée comme escorte.

05.04 Minister André Flahaut:

De Congolese overheid zal ons
het voorschot binnenkort betalen.
Indien nodig zal ik dat in
herinnering brengen wanneer ik
het land volgende week bezoek.
De levering van het materieel zal
vervolgens afhangen van de timing
waarin voor het "Sea Lift"-systeem
is voorzien. We trachten de
termijnen zoveel mogelijk in te
korten, zodat het fregat dat in de
Middellandse Zee is gestationeerd,
als escorte kan worden gebruikt.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

06 Vraag van de heer Theo Kelchtermans aan de minister van Landsverdediging over "de inzet van

reservisten" (nr. 10391)

06 Question de M. Theo Kelchtermans au ministre de la Défense sur "le recours aux réservistes"

(n° 10391)

De voorzitter: Collega Kelchtermans, ik zie dat het tweede deel van uw vraag over cijfers gaat, dus ik weet
niet of de minister die mondeling zal toelichten, dat zullen we aan hem overlaten.

06.01 Theo Kelchtermans (CD&V): Mevrouw de voorzitter, het

mogen grote getallen zijn, dus het hoeft niet in detail te zijn, maar mijn
vraag gaat vooral over het eerste.

Toevallig had ik met een tweetal wat ontgoochelde reservisten een
gesprek dat mij eigenlijk inspireerde om die vraag toch eens te
stellen, temeer omdat het gesprek wat contrasteerde met de
uitspraken van de minister met betrekking tot diezelfde reservisten. Ik
verwijs naar het antwoord aan mijn collega Pieter De Crem en ik
verwijs dus ook naar de intenties, die toen duidelijk toch al positief
werden ervaren. Ik herhaal echter dat dit blijkbaar niet strookt met de
indruk die ik opdeed toen ik deze reservisten aan het woord hoorde.
Ik wil deze verhalen niet veralgemenen, maar men gaf mij de indruk
dat het zo algemeen was.

Het gaat er vooral om dat de reservisten zich niet meer au serieux
genomen voelen, dat er dus op dat vlak ook naar opleiding toe nogal
wat bedenkingen zijn, dat het bijna zoeken is naar "waarmee kunnen
we hen bezig houden" en dat ze niet het gevoel hebben dat ze
daarmee nuttig worden gebruikt. Ik denk ook aan het statuut van de
reservist. Men heeft de indruk dat het statuut meer en meer onder
druk komt te staan, los van de regelingen die in het statuut voor
reservisten zijn voorzien.

Mijn vraag is dan ook voor de hand liggend: wat zijn de intenties van
de minister met betrekking tot deze reservisten? Hoe worden zij
verdeeld over de verschillende componenten en over de verschillende
operationele eenheden? Wat zijn de regels bij het uitzetten van
missies? Het is mij immers bekend uit een verhaal dat het nogal eens

06.01 Theo Kelchtermans

(CD&V): Il semblerait que les
réservistes ne se sentent plus pris
au sérieux actuellement. Même
leur statut semble remis en
question.

Quelles sont les intentions du
ministre en ce qui concerne les
réservistes? Comment sont-ils
répartis entre les composantes et
les différentes unités
opérationnelles? Selon quelles
procédures les réservistes
participent-ils aux missions à
l'étranger? Est-il exact que des
réservistes sont affectés à des
commandements provinciaux, aux
commandants de province ou à
l'état-major parce que l'on ne sait
pas quoi en faire?

La brochure de la Défense tente
de convaincre les officiers et les
sous-officiers par de belles paroles
à devenir réserviste mais la
désillusion ne risque-t-elle pas
d'être particulièrement grande?

CRIV 51

COM 867

22/02/2006

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

kan wisselen en dat een reservist alle nodige voorzieningen treft om
aan een buitenlandse missie deel te nemen - waarvoor hij op zijn
werk en ook familiaal vanalles moet regelen - en dan in de laatste tien
dagen een eenvoudig bericht krijgt dat de missie niet doorgaat. Dat is
iets wat men op het eerste gezicht niet zou verwachten van een leger
dat er voor bekend staat planmatig en georganiseerd te werken, en
nog moeilijk te stoppen is eenmaal de machine op gang is. Maar hier
werd hen dus tien dagen voordien ijskoud meegedeeld dat het dus
niet kan.

Men zegt mij ook dat een aantal reservisten, eigenlijk bijna uit
noodzaak, worden toegewezen aan provinciale commando's of aan
de commandanten van de provincie of aan de staf, dat sommigen
zich moeten bezig houden met papier versnipperen. Ik neem aan dat
dat de uitzonderingen zijn, maar dat zijn allemaal dingen die men niet
verwacht als men het over de reservisten heeft. Ik heb dan toch de
brochure van Defensie gezien, van Tele Vox, waarin men een heel
mooi verhaal over die reservisten ophangt, en dus campagne voert
om onderofficieren en ook officieren eventueel te overtuigen.

Er zitten ook een aantal dienstplichtigen van vroeger in de
reservistenkaders, die men met dezelfde argumenten gelokt heeft.
Dat contrasteert dus allemaal met de wat ontnuchterende verhalen
die ik daaromtrent gehoord heb.

Mijn vraag is dus geresumeerd, een heel duidelijk standpunt met
betrekking tot uw beleidsvisie omtrent de reservisten, en ook of dat
uiteindelijk ook allemaal klopt met wat de NAVO-directieven
daaromtrent aanbevelen.

La politique du ministre en ce qui
concerne les réservistes est-elle
conforme aux directives de
l'OTAN?

06.02 Minister André Flahaut: Met haar stuurplan streeft Defensie

naar een meer flexibele en sneller inzetbare krijgsmacht. Daarbij blijft
de reservemilitair een onontbeerlijke schakel voor de band tussen
Defensie en de burgersamenleving.

Sinds november 2003 is het concept van de nieuwe Reserve,
uitgewerkt in het strategisch plan 2015, integraal van toepassing. De
reserve zal kleiner, beter geïntegreerd, beter getraind, professioneler
en meer inzetbaar zijn vanaf vredestijd.

Het nieuwe concept van de Reserve behelst in concreto het volgende.
De Reserve biedt het departement de mogelijkheid om gericht en
voor een korte periode gebruik te maken van de expertise of
knowhow die de reservist vanuit zijn beroepsspecialiteit bezit; voor
kwalificaties die niet of onvoldoende aanwezig zijn bij Defensie; voor
gerichte en tijdelijke taken ter ondersteuning van eenheden in binnen-
en buitenland; voor tijdelijke en specifieke taken ter versterking van de
eenheidsstructuur, just in time, just as needed en als strategische
reserve van Defensie in crisisperiode. Jaarlijks wordt een rekrutering
van reservisten voorzien.

Zo hebben 29 militairen van het reservekader deelgenomen aan
buitenlandse operaties in 2005, in Afrika, Kosovo, Afghanistan en in
Zuidoost-Azië, na de tsunami.

Momenteel zijn er getrainde reservemilitairen als volgt verdeeld over
de componenten: 515 voor landcomponent, 337 voor luchtcomponent,
220 voor marinecomponent, 261 medische component en 575 voor

06.02 André Flahaut, ministre:

Le plan directeur de la Défense
vise à créer une armée plus
flexible et pouvant être engagée
plus rapidement. Le militaire de
réserve constitue un maillon
indispensable entre la Défense et
la société civile. La nouvelle
réserve sera plus petite, mieux
intégrée, mieux entraînée et
pourra être engagée plus
rapidement. La réserve offre au
département la possibilité de
mettre à profit, de façon ciblée et
pour une courte période,
l'expertise que le réserviste a
accumulée de par sa profession.
Un réserviste peut participer à des
opérations dans le pays et à
l'étranger, il peut aider à renforcer
la structure unique et servir de
réserve stratégique en périodes de
crise.

Actuellement, la

composante

terrestre compte 515 militaires de
réserve, contre 337 pour la
composante aérienne, 220 pour la

22/02/2006

CRIV 51

COM 867

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

ACOS en Directie-Generaal.

Het North Atlantic Military Committee heeft het document "NATO
framework policy on reserves" gepubliceerd dat aanbevelingen
formuleert tot optimalisatie van de reservestrijdkrachten die de
lidstaten individueel kunnen nemen. Het eindobjectief is te komen tot
een maximum van 3.000 reservemilitairen behorend tot de getrainde
reserve. De weddekosten van de reservemilitairen varieerden in de
periode 2000-2005 tussen 3,8 miljoen euro en 12,6 miljoen euro.
Zowel de basisvormingen als de voortgezette vormingen worden
verstrekt in overeenstemming met de huidige reglementering. Het is
vanzelfsprekend dat elke eenheid haar eigen accenten legt tijdens de
uitvoering van haar opdrachten.

composante marine, 261 pour la
composante médicale et 575 pour
l'ACOS et la direction générale.

Le "North Atlantic Military
Committee" a publié des
recommandations en vue
d'optimiser les forces armées de
réserve. L'objectif consiste à
disposer de 3.000 militaires de
réserve entraînés.

Au cours de la période 2000-2005,
les coûts salariaux ont varié entre
3,8 millions d'euros et 12,6
millions d'euros.

Tant les

formations de base que les
formations continues sont
dispensées conformément à la
réglementation actuelle.

Chaque unité place imprime ses
propres accents dans le cadre de
l'exécution des missions.

En ce qui concerne les cas concrets, lorsqu'une personne se libère
pour participer à une opération, il n'est pas correct de la prévenir dix
jours avant le départ qu'elle ne participe plus. Ce n'est pas décent. Il
s'agit d'un problème de gestion administrative.

Par ailleurs, je confirme qu'il est très difficile aujourd'hui d'avoir des
réservistes, aussi bien dans le secteur public que dans le secteur
privé.

Het getuigt van weinig fatsoen om
iemand die zich voor een operatie
heeft vrijgemaakt luttele dagen
voor de aanvang ervan mee te
delen dat zijn deelname niet
doorgaat.

Bovendien is het echt bijzonder
moeilijk om reservisten te vinden,
zowel in de openbare als in de
privésector.

06.03 Theo Kelchtermans (CD&V): Mevrouw de voorzitter, het

antwoord van de minister is zoals het zou moeten zijn, maar op het
terrein klopt dat niet. Dat is nu juist mijn klacht en mijn vraag.

Ik hoor dat ook van de gesprekspartners. Men zegt mij dat de
koninklijke nationale unie van reserveonderofficieren ook het gevoel
heeft niet au sérieux te worden genomen in de besprekingen die
daaromtrent gevoerd worden.

Mijnheer de minister, ik vraag u uitdrukkelijk dat u uw instructies
duidelijk zou meedelen aan de legerleiding, zodat wat u hier zegt, ter
plekke, in de uitvoering, ook waar wordt. U kunt wel een mooi verhaal
ophangen. Ik heb die verhalen wel gelezen en gehoord. Ik zie soms
reserveofficieren die hun ervaringen met veel vuur en overtuiging
vertellen, maar ik heb er ook anderen gehoord. Ik heb dus de indruk
dat er op dat vlak nog veel werk aan de winkel is.

Mijnheer de minister, ik vraag u uitdrukkelijk dat u uw instructies,
zoals u ze hier formuleert, ook zou meedelen aan de legerleiding.

06.03 Theo Kelchtermans

(CD&V): La réponse du ministre
semble parfaite, mais la réalité est
tout autre. Le ministre devrait
fournir des instructions précises à
la direction de l'armée, de telle
sorte que les propos qu'il nous
tient se vérifient aussi sur le
terrain.

06.04 Ingrid Meeus (VLD): Mevrouw de voorzitter, staat u me toe 06.04 Ingrid Meeus (VLD): Des

CRIV 51

COM 867

22/02/2006

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

even het woord te nemen.

Het gaat over de reservisten. Wat ik wil zeggen, vind ik geen vraag
waard, maar ik wil het wel even laten noteren.

Er worden jobs uitgeschreven voor reservisten; die zijn op de website
te vinden. Ik heb dat nagekeken. Er worden ook jobs uitgeschreven
voor gewone militairen. Bij de gewone militairen staat er "m/v"
vermeld, dus voor zowel mannen als vrouwen. Bij de reservisten, op
de website, staat bij een aantal jobs "m/v" vermeld, maar bij een
aantal andere niet.

Mijnheer de minister, ik vraag u om dat op die website recht te zetten,
en alle jobs voor reservisten zowel voor mannen als vrouwen
toegankelijk te maken. Ik veronderstel dat het een vergetelheid is, en
daarom dien ik daarover geen vraag in.

offres d'emploi comme réservistes
figurent sur le site Internet de la
Défense. Certaines de ces
annonces s'adressent tant aux
hommes qu'aux femmes, mais
d'autres pas. Le ministre peut-il
corriger cette erreur?

06.05 André Flahaut, ministre: Nous avons eu la même chose avec

la campagne de recrutement. Le fait que les emplois sont accessibles
aux hommes et aux femmes est entré dans les moeurs à tel point
que, finalement, il n'en est plus fait mention. Mais nous l'indiquerons.

06.05 Minister André Flahaut:

De gelijkheid tussen man en
vrouw is zo vanzelfsprekend
geworden dat men die
preciseringen wel eens vergeet
aan te brengen. Die vergissing
werd ook tijdens de
rekruteringscampagne begaan en
zal worden rechtgezet.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

De voorzitter: Mevrouw Meeus, ik heb u daarnet het woord gegeven omdat onze werkzaamheden goed
vorderen, maar dat is niet gebruikelijk.

07 Questions jointes de

- M. François-Xavier de Donnea au ministre de la Défense sur "l'avenir de l'armée" (n° 10424)
- M. Melchior Wathelet au ministre de la Défense sur "la suppression de l'armée belge" (n° 10398)
- M. Theo Kelchtermans au ministre de la Défense sur "le rôle et l'avenir des Forces armées belges"
(n° 10446)

07 Samengevoegde vragen van

- de heer François-Xavier de Donnea aan de minister van Landsverdediging over "de toekomst van het
leger" (nr. 10424)
- de heer Melchior Wathelet aan de minister van Landsverdediging over "de afschaffing van het
Belgisch leger" (nr. 10398)
- de heer Theo Kelchtermans aan de minister van Landsverdediging over "de rol en de toekomst van
de Belgische strijdkrachten" (nr. 10446)

07.01 François-Xavier de Donnea (MR): Monsieur le ministre, voici

environ deux semaines, M. Vande Lanotte, en tant que président du
sp.a, annonçait que son parti inscrivait à son programme la
suppression pure et simple de l'armée belge avec toutefois une étape
intermédiaire, à savoir la réduction du nombre de militaires de 40.000
à 20.000 à l'horizon 2010. M. Vande Lanotte espérait ainsi libérer
environ un milliard de francs à affecter à la coopération au
développement.

J'estime que ces déclarations sont à la fois malheureuses et basées
sur des calculs très inexacts.

07.01 François-Xavier de

Donnea (MR): De sp.a stelt bij
monde van de heer Vande Lanotte
voor het Belgische leger af te
schaffen. In een eerste fase zou
het aantal personeelsleden van
40.000 naar 20.000 worden
teruggebracht. Dat voorstel komt
erg ongelukkig, want het houdt
geen rekening met onze
verplichtingen aan de NAVO noch
met de oprichting van een

22/02/2006

CRIV 51

COM 867

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Cette proposition est évidemment regrettable car elle fait totalement fi
de nos obligations à l'égard de l'OTAN. Certes, M. Vande Lanotte
indique qu'il faudra créer une armée européenne et que des Belges y
seront intégrés mais nous savons bien, monsieur le ministre, que la
création de l'armée européenne n'est malheureusement pas pour
demain. Je lisais encore ce matin dans un journal les difficultés que
les Vingt-cinq rencontrent pour se mettre d'accord ou même pour
trouver un officier de haut rang afin de commander un détachement
au Congo. Personnellement, j'espère aussi qu'un jour il y aura une
armée européenne; mais, à mon avis, celle-ci ne verra pas le jour
dans un avenir humainement prévisible.

Par conséquent, vouloir supprimer l'armée belge à court terme
comme veut le faire M. Vande Lanotte, c'est vraiment transformer la
Belgique en "passager clandestin" de l'appareil sécuritaire de l'OTAN.
C'est donner un très mauvais signal à nos alliés; de plus, c'est un
coup de canif supplémentaire dans l'image de notre pays qui n'a pas
été toujours excellente ces dernières années. Cela conduit à donner
de la Belgique l'image d'une espèce de pays surréaliste où l'on peut
dire tout et n'importe quoi sans avoir étudié correctement les
conséquences de ce que l'on raconte!

Il est clair aussi que le signal est extrêmement négatif vis-à-vis des
militaires. M. le ministre a lancé une campagne et je l'en félicite
pour recruter un nombre supplémentaire de militaires. Toutefois, les
jeunes qui ont entendu ce message de M. Vande Lanotte hésiteront à
répondre aux appels pressants du ministre de la Défense. Si j'étais un
jeune major ou un jeune lieutenant-colonel ayant entendu les propos
de M. Vande Lanotte, je m'empresserais, pour autant que j'aie presté
les années me permettant d'amortir mes études, d'aller chercher un
job ailleurs!

Je le répète, le message est extrêmement négatif. Tout d'abord à
l'égard de nos partenaires de l'OTAN et, ensuite, pour la crédibilité de
la Belgique. Il est totalement négatif en ce qui concerne la stabilité du
personnel et le maintien de personnel de qualité à l'armée. Enfin, ce
message coupe l'herbe sous les pieds du ministre de la Défense qui
s'efforce, au contraire, de mener une politique de recrutement
dynamique.

En outre, M. Vande Lanotte a très mal fait ses calculs. Monsieur le
ministre, vous savez mieux que moi que si l'on voulait passer, en
quatre ans, de 40.000 à 20.000 militaires, vous devriez payer
beaucoup de primes de départ et de préavis. D'après des calculs dont
j'ai connaissance, le budget de la Défense augmenterait jusqu'en
2008 environ au lieu de diminuer, ce qui est complètement absurde.
Qu'un parti politique se prononce pour un projet utopique, fût-il
généreux, c'est une chose, mais encore faut-il avoir effectué des
calculs sérieux. Et faire croire aux gens que l'on va donner un milliard
de francs à la coopération au développement, c'est faux! A court
terme, c'est totalement inexact et cela ne repose sur aucun calcul
sérieux.

Monsieur le ministre, je ne vais pas faire comme le curé qui
"engueule" en chaire de vérité les présents au lieu des absents, je ne
vais donc pas vous reprocher les paroles d'un autre mais bien vous
interroger sur votre propre réaction, que j'ai lue dans un journal, citée
entre guillemets: "Cela doit faire partie des négociations lors de la

toekomstig Europees leger. Dat
soort verklaringen tast de
geloofwaardigheid van ons land
aan, is nefast voor de stabiliteit
van het personeel en zet de beste
mensen ertoe aan voor een
loopbaan buiten het leger te
kiezen. Bovendien steekt de heer
Vande Lanotte stokken in de
wielen van de defensieminister,
die probeert een dynamisch
wervingsbeleid te voeren.

De berekening van de heer Vande
Lanotte klopt niet: de uitbetaling
van premies en opzeggings-
vergoedingen zou de begroting
van Landsverdediging de hoogte
injagen tot 2008. Het is onjuist om
de mensen te laten geloven dat er
een miljard naar ontwikkelings-
samenwerking zal gaan.

Bent u het eens met de heer
Vande Lanotte? Betekent uw
verklaring dat het voorstel in het
kader van de onderhandelingen
voor de vorming van een regering
in 2007 moet worden besproken
dat u het eermee eens bent dat er
zo'n onderhandeling zou
plaatsvinden?

Heeft u reacties van de NAVO
gekregen? Welke instructies heeft
u onze ambassadeur bij de NAVO
gegeven om onze bondgenoten
gerust te stellen?

Hoe zal u onze militairen
geruststellen? Die ongepaste
verklaringen kunnen uw
rekruteringscampagne enkel maar
ondermijnen.

CRIV 51

COM 867

22/02/2006

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

formation d'un gouvernement en 2007." D'aucuns, vous interprétant
sans doute mal, pourraient croire que cette déclaration consiste à dire
"oui, je ne suis pas tout à fait contre, mais ce n'est pas le moment
d'en discuter, faisons plutôt cela dans deux ans".

Dès lors, je vous poserai deux questions.

Premièrement, êtes-vous d'accord avec M. Vande Lanotte? Estimez-
vous qu'il faut pouvoir discuter de cela en 2007, lors de la formation
du gouvernement?

Deuxièmement, avez-vous déjà eu des réactions de l'OTAN? Si oui,
quelles instructions avez-vous données à notre ambassadeur auprès
de l'OTAN pour rassurer nos partenaires? Si non - et je dirais "tant
mieux" -, avez-vous quand même donné à titre conservatoire
certaines instructions à notre ambassadeur pour qu'il puisse, dans
l'éventualité, rassurer nos alliés?

Enfin, que comptez-vous faire pour rassurer nos militaires? Ces
déclarations intempestives, malheureuses et surtout mal étudiées de
M. Vande Lanotte, qui nous avait habitués à mieux quand il était
ministre du Budget, ne peuvent qu'inquiéter fondamentalement nos
militaires et saboter votre propre campagne de recrutement, à
laquelle j'adhère et dont je me réjouis.

Monsieur le ministre, mes questions sont claires et nettes. J'aimerais
que vous nous rassuriez sur ces points.

De voorzitter: Mijnheer de Donnea, als gewezen minister van Landsverdediging meen ik dat u hier wel de
juiste vragen stelt.

07.02 Melchior Wathelet (cdH): Madame la présidente, mes

questions étaient sensiblement les mêmes que celles de M. de
Donnea. La seule différence était que je les avais posées en
commission et M. de Donnea, lors de la séance plénière de la
semaine dernière. Etant donné que le ministre de la Défense était
absent et que quelqu'un d'autre allait devoir réponde à sa place, je
comprends qu'on ait préféré attendre et avoir pour interlocuteur M. le
ministre. En effet, dans le contexte des déclarations de son président
de parti, M. Vande Lanotte, il aurait peut-être été plus difficile pour un
ministre du sp.a de répondre au nom du gouvernement.

Par ailleurs, je reconnais que les propositions de M. Vande Lanotte
qui, subitement, en changeant de casquette change aussi d'avis et
j'imagine qu'il n'aurait pas fait de telles déclarations voilà six mois de
supprimer l'armée d'ici une dizaine d'années et d'injecter l'argent
épargné dans l'aide au développement peuvent sembler originales et
innovantes. Néanmoins, ce changement radical de politique en
matière de défense réduit à zéro les capacités de protection de la
Belgique au niveau interne. Cela risque également de décrédibiliser la
Belgique je ne vais pas répéter tout ce que M. de Donnea vient de
dire à juste titre au niveau international et de compromettre sa
participation à une défense collective garantissant la sécurité des
citoyens et des institutions européennes.

Tout le monde peut appeler de ses voeux une réelle politique de
défense européenne. Toutefois, des déclarations telles que celles de
M. Vande Lanotte ne crédibilisent pas la position belge, qui doit jouer

07.02 Melchior Wathelet (cdH):

De voorstellen van de heer Vande
Lanotte kunnen vernieuwend
lijken, maar als ze worden
uitgevoerd, wordt onze interne
beschermingscapaciteit tot nul
herleid en dreigt België zijn
geloofwaardigheid op
internationaal en vooral op
Europees niveau te verliezen.
Oproepen tot het voeren van een
Europees defensiebeleid valt
inderdaad niet te rijmen met het
beperken van de middelen die aan
het nationale leger worden
besteed. Integendeel, om de
NAVO-overeenkomsten binnen de
Europese Unie na te leven, moet
België zijn leger zelfs versterken
en beter uitrusten.

Zoals de heer de Donnea vraag ik
mij af hoe dit alles bij het
personeel van het leger overkomt.

Zullen de jongeren door een
dergelijke verklaring niet

22/02/2006

CRIV 51

COM 867

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

un rôle moteur en cette matière. Si j'étais un autre pays et que je
constatais que l'un de mes partenaires demande la création d'une
politique de défense européenne, alors qu'il a une si faible
considération pour sa propre armée interne, je ne serais pas porté à
vouloir partager avec lui des compétences au niveau de la création
d'une politique européenne de défense.

Le message de M. Vande Lanotte est contradictoire!

Enfin, pour respecter les accords de l'OTAN au sein de l'Union
européenne, la Belgique doit mettre sur pied une force armée. Elle
doit peut-être être plus flexible, améliorée, plus mobile; elle doit
certainement être mieux équipée mais elle doit, en tout cas, pouvoir
continuer à exister pour respecter enfin les engagements. C'est tout
simple! Nous avons pris des engagements au niveau international,
particulièrement au niveau de l'OTAN. Nous avons la chance d'avoir
le siège de l'OTAN sur notre territoire. J'estime donc tout à fait normal
de respecter les engagements pris à ce niveau. Dans ce contexte, le
message est tout à fait désastreux!

Je voudrais reprendre aussi ce que M. de Donnea a dit concernant le
personnel de l'armée aujourd'hui. Franchement, quel est le type de
signal lancé par M. Vande Lanotte? Imaginez: vous travaillez au sein
de l'armée, vous vous êtes engagé par vocation, par le biais d'études
au sein de l'armée. En entendant de telles déclarations, vous vous
poseriez des questions!

Des jeunes gens qui viennent de terminer leurs études et qui
s'engagent dans l'armée doivent se demander quel sera leur avenir
dans vingt ou trente ans et s'ils ne feraient pas mieux de chercher un
boulot dans un autre secteur. Ce serait alors perdre toutes ces
personnes qui ont vocation à travailler au sein de l'armée, ce qui
serait mauvais pour l'armée.

Monsieur le ministre, c'est la raison pour laquelle je voulais connaître
vos réactions en ce jour. Je sais que vous allez nous rassurer: il n'est
pas inutile de le faire aussi dans ce Parlement. Je suppose que vous
allez parler au nom du gouvernement, que sa position est claire et
qu'il n'est évidemment pas question de donner suite à la proposition
de M. Vande Lanotte.

Quand vous vous êtes exprimé sur le sujet, même si ces questions
doivent faire l'objet d'un accord de gouvernement, ce qui n'a
manifestement pas été le cas, j'imagine que vous n'aviez pas
l'intention de dire que lors des discussions préludant à la création d'un
prochain gouvernement, vous défendriez ce type d'idées. Je suppose
que ce n'est pas le cas.

ontmoedigd worden om dienst te
nemen in het leger?

Ik veronderstel dat u namens de
regering zal reageren en het
voorstel van de heer Vande
Lanotte duidelijk zal afwijzen?

07.03 Theo Kelchtermans (CD&V): Mevrouw de voorzitter, mijnheer

de minister, ik onderschrijf de gestelde vraag stuk voor stuk. Geen
probleem dus.

Wat mij opvalt, mijnheer de minister, is dat er in het verleden, althans
tijdens mijn loopbaan als parlementslid en ik hoorde het mijn
voorgangers ook altijd vertellen als het ware een heilige regel
bestond, een traditie, volgens dewelke de grote politieke partijen, over
de partijgrenzen heen, steeds één duidelijke visie hadden over het
leger, zonder betwisting en waarin zelfs de oppositie zich steeds kon

07.03 Theo Kelchtermans

(CD&V): Traditionnellement, les
grands partis politiques ont
toujours eu une vision claire et
uniforme du rôle de l'armée, vision
dans laquelle l'opposition pouvait
d'ailleurs également se retrouver.
C'est dès lors avec beaucoup
d'étonnement que j'ai pris
connaissance de la prise de

CRIV 51

COM 867

22/02/2006

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

terugvinden. Ook op het vlak van de basisregels was er steeds grote
eensgezindheid.

Vandaar dat ik met des te meer verwondering hoorde dat de voorzitter
van een belangrijke regeringspartij die bovendien uw zusterpartij is,
terzake een standpunt inneemt. Nauwelijks enkele maanden geleden
zat hij nog in de regering in zijn hoedanigheid van minister van
Begroting en onderschreef hij uw herstructureringsplan, uw stuurplan,
en mee help mee de budgettaire lijnen tot 2015 uitgezet.

De heer de Donnea reageerde terecht toen u nu al zei dat het dan
maar in 2007 ter tafel moest komen, enzovoort. Ik had ook een
andere reactie verwacht, want dat maakt het voor mij duidelijk dat er
al een intentieproces bezig is, over de partijen heen, zowel binnen de
sp.a, als binnen de PS en dat deze aangelegenheid dus inderdaad
wel eens op de regeringstafel zou kunnen komen. Dan wijkt men dus
af van datgene wat men hier altijd verkondigd heeft in verband met
2015. We hebben ons ingeschreven in dat stuurplan. Nogmaals,
volgens de traditie was men het eens met wat goed is voor het
geheel. Het leger heeft een heel belangrijke functie in dit land; het
leger is eigenlijk de verbinding tussen wat het volk en de
staatsstructuur moet zijn.

Welnu, ik heb dus vragen omtrent uw standpunt daarover, mijnheer
de minister. Ik had verwacht dat u heel duidelijk zou zeggen dat u
daarvan afstand neemt. Althans, binnen uw legislatuur hebt u die
verantwoordelijkheid en ik vind dat u, binnen die legislatuur, daar een
heel duidelijk standpunt zou moeten innemen. U moet een duidelijk
signaal geven, om redenen die door de collega's reeds werden
aangehaald. In dat verband denk ik aan de jonge mensen die zich
met enig idealisme aan het voorbereiden waren, en dergelijke. Ik denk
ook aan de NATO.

Het leger is geen tewerkstellingsmachine, zoals sommigen het
voorstellen. Het is uiteraard een belangrijke vorm van tewerkstelling.
Daaruit moeten de argumenten evenwel niet worden geput, maar wel
uit de opdrachten van het leger.

Ik zie nu op welke manier enkele politici die hetzij op het lokale
niveau, hetzij zelfs op het parlementaire niveau werken, of die
intussen in een andere functie die meer ambtelijk is zijn geplaatst
maar die in het verleden in die partij een belangrijke rol speelden
zich nu reppen om de indruk die gewekt is door hun partijvoorzitter
recht te zetten. Ik lees bijvoorbeeld in een krant over een ontmoeting
tussen de partijvoorzitter en een sp.-a-burgemeester die zijn beklag is
gaan doen natuurlijk die van Leopoldsburg in de eerste plaats bij
zijn voorzitter dat het toch ongepast is en dat men moet weten dat er
in de provincie, zeker in Leopoldsburg, zoveel mensen tewerkgesteld
zijn. Ik herhaal, dat is heel belangrijk maar dat is niet het hoofdmotief.
Er zijn andere motieven.

Dan verdedigt de heer Vande Lanotte zijn ideeën met het motief dat
"de sp.a het net niet haalbare moet durven te dromen." Dat maakt het
voor mij nog duidelijker. Een communicatiespecialist heeft mij gezegd
dat de definitie van het net niet haalbare is dat het net niet haalbaar is.

Het is in feite maar een lokmiddeltje om ter voorbereiding van de
verkiezingen wat de sympathieke uit te hangen inzake een aantal

position du président d'un
important parti de la coalition
gouvernementale. Il y a quelques
mois encore, l'actuel président du
sp.a soutenait le plan directeur de
la Défense et il avait tracé les
grandes lignes directrices
budgétaires jusqu'en 2015. Il s'en
écarte à présent totalement.
J'attendais du ministre qu'il se
distancie clairement de cette prise
de position. La question n'est pas
de savoir si l'armée est une
machine à créer de l'emploi ou
non. Ce qui est important, ce sont
les missions qui sont confiées à
l'armée.

Les politiciens locaux et les
parlementaires doivent se hâter de
gommer l'impression laissée par
les propos de leur président de
parti. Je réclame avec insistance
une réponse très claire. Le
ministre doit se distancier de cette
prise de position pour éviter que
les plans de réforme ne perdent
toute crédibilité.

22/02/2006

CRIV 51

COM 867

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

thema's die bij ontwikkelingshelpers heel gevoelig liggen en die
uiteindelijk in de samenleving ook heel gevoelig liggen. Als men daar
geen duidelijke standpunten over inneemt, dan is het hek van de dam
voor men het zelf goed beseft.

Kortom, ik dring erop aan, zoals de twee collega's voor mij, dat u zeer
duidelijk zou antwoorden en dat u zich ook zou distantiëren want
anders gaat de geloofwaardigheid van uw hervormingsplannen
compleet onderuit.

De voorzitter: Mijnheer de minister, het woord is aan u om te antwoorden op die drie toch wel belangrijke
vragen.

07.04 André Flahaut, ministre: Madame la présidente, je voudrais

d'abord remercier les membres d'avoir accepté de reporter les
questions à cette séance, sur insistance de mon cabinet. Il ne
s'agissait aucunement d'une absence stratégique ou autre, mais
j'assistais aux funérailles du fils de mon chauffeur, âgé de 25 ans,
fauché dans un accident de voiture. J'estimais que ma place était là
plutôt qu'au parlement. C'était un choix et je tenais à vous remercier
d'avoir accepté ce report. Vous disposez à présent de l'explication qui,
apparemment, n'est pas bien passée la semaine dernière.

07.05 François-Xavier de Donnea (MR): Monsieur le ministre, j'ai

tout de suite accepté de reporter ma question dès que j'ai connu la
motivation; j'aurais agi de la même façon que vous.

07.06 André Flahaut, ministre: Je vous remercie.

Aujourd'hui, j'ai un peu l'impression que le message s'adresse plutôt à
M. Vande Lanotte, qui n'est pas dans cette commission, qui est au
Parlement et qui connaît bien le département de la Défense puisque,
pendant plus de sept ans, nous avons travaillé ensemble, quand il
était au département du Budget. Je crois qu'il sait qu'à la Défense,
sans augmentation du budget, la transformation a été mise en oeuvre,
avec des avancées importantes pour le personnel, avec des
économies dans le secteur du fonctionnement, ce qui nous a permis
de réinvestir dans l'équipement tout en honorant nos engagements au
niveau de la communauté internationale, tant vis-à-vis de l'OTAN que
de l'Europe; j'y reviendra en fin d'intervention. De plus, nous avons
aussi respecté nos engagements dans la durée. Une participation
ponctuelle pendant quatre ou six mois, c'est bien, mais une
participation à une opération telle qu'au Kosovo ou en Afghanistan,
depuis le début, c'est très différent; voilà qui fait notre crédibilité
auprès de l'OTAN.

J'ai pris connaissance des déclarations du président du sp.a. quant à
sa volonté de mettre dans le débat, en vue de la préparation de
congrès idéologiques pour rédiger le programme de son parti, l'idée
de supprimer l'armée d'ici une dizaine d'années et, dans l'intervalle,
de réduire fortement le nombre de militaires.

Je n'ai reçu à ce jour aucun document officiel du sp.a et j'ignore si les
membres de ce parti en ont reçu. Néanmoins, j'ai fait parvenir à son
président, comme à vous tous, le rapport d'activités, intitulé "L'armée
au rapport". Je souhaite qu'il y ait trouvé des indications et des
éléments importants pour animer le débat au sein de son parti, dans
la perspective de ce congrès qui doit se tenir et du programme qui

07.06 Minister André Flahaut:

De heer Vande Lanotte weet dat
Landsverdediging zonder
bijkomende middelen werd
hervormd en dat besnoeiingen in
de werkingskosten nieuwe
investeringen in de uitrusting
mogelijk maakten zonder dat er
aan onze internationale
verplichtingen ten aanzien van de
NAVO en Europa werd geraakt.

Ik heb kennis genomen van de
verklaringen van de sp.a die een
debat wil voeren over de
mogelijkheid om het leger over
een tiental jaar af te schaffen. Tot
heden heb ik geen enkel officieel
document van de sp.a ontvangen,
maar ik heb de voorzitter van de
sp.a een activiteitenverslag van
het leger bezorgd in de hoop dat
hij er informatie en zaken in kan
vinden waarmee hij het debat
binnen zijn partij kan voeden.

Wij weten allemaal dat sommige
ideeën worden besproken binnen
de partijen maar dat zij nooit in
hun programma worden
opgenomen. Ik neem dus geen

CRIV 51

COM 867

22/02/2006

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

sera rédigé.

Toutes et tous, vous êtes membres d'un parti et vous savez que
certaines idées sont quelquefois émises ou discutées mais ne figurent
jamais dans un programme. De même, certaines choses sont écrites
dans des programmes mais, lorsque l'on se retrouve autour de la
table de négociation, elles ont parfois totalement disparu.

J'ai moi-même rédigé dans une vie antérieure des programmes pour
le PS; certaines phrases n'ont jamais figuré dans une déclaration
gouvernementale. C'est la raison pour laquelle je garde mon calme et
je suis zen! C'est aussi pourquoi je me suis abstenu de prendre une
position politique spécifique par rapport à cette proposition. Cela ne
signifie pas que je sois resté inactif. Je me suis contenté de remettre
le débat là où il devait être, à savoir d'abord au sein du sp.a bien
que je n'en sois pas membre et ensuite entre les différents partis de
la majorité. Avant toute chose, il faut que le sp.a détermine son
attitude.

Tout comme un précédent premier ministre qui avait adopté une sorte
de philosophie africaine et qui attaquait les problèmes au moment où
ils se posaient, je ne souhaite pas me prononcer pour l'instant. Nous
sommes toujours dans l'hypothétique. Si cette proposition est adoptée
par le congrès du sp.a, si les élections se passent bien et que le sp.a
se retrouve autour de la table, à ce moment-là, une discussion aura
peut-être lieu. Aujourd'hui, j'ignore qui sera présent autour de la table.
Même si je le savais, cela ne signifie pas que cette proposition fera
l'objet d'un consensus et qu'elle sera acceptée dans son intégralité ou
partiellement.

La vie politique est faite de tellement d'imprévus que 2007 semble
être l'éternité par rapport à 2006. Il faut garder son calme. M. Vande
Lanotte a réussi à lancer le débat dans le monde politique, et comme
mentionné dans la presse, à l'intérieur de son parti. Cela a donné lieu
à des prises de positions intéressantes. Personnellement, je me
réfère à mon président de parti. Sa réaction m'agrée et fait preuve
d'équilibre, de sagesse et je me rallie à la sagesse.

En ce qui concerne l'OTAN, une réunion des ministres de la Défense
de l'OTAN s'est tenue la semaine dernière. Nous n'avons pas parlé
de cela. J'en ai un peu discuté avec l'ambassadeur en lui répétant ce
que je dis ici. Etant lui-même un fin politique, il a compris. Il a fait
l'analyse. Comme tout bon ambassadeur, il a pu répercuter cela vers
ses collègues de façon formelle ou informelle. Mais sachez que le
point n'a pas été mis à l'ordre du jour.

Selon moi, certains responsables politiques sont énervés par la façon
de travailler de l'OTAN. En effet, l'OTAN met souvent les Etats devant
le fait accompli. Il s'engage dans des dynamiques sans
nécessairement savoir comment sortir d'une opération, sans
nécessairement estimer suffisamment les coûts. Je crois qu'en tant
qu'ancien ministre du Budget, M. Vande Lanotte y est sans doute
sensible et qu'il a voulu faire passer un message à l'OTAN.
Cependant, il n'avait pas besoin d'intervenir ainsi. Je l'avais moi-
même déjà fait remarquer au secrétaire général de l'OTAN et à mes
collègues. Je suis aujourd'hui le doyen des ministres de la Défense de
l'OTAN et celui des ministres de l'Europe. En tant que tel, je peux
donc faire passer certains messages.

standpunt in; de sp.a moet eerst
haar standpunt bepalen. Er zal
dan misschien een bespreking
volgen indien het voorstel op de
onderhandelingstafel komt na de
verkiezingen.

De heer Vande Lanotte heeft het
debat gelanceerd en dat heeft
gezorgd voor interessante
standpunten. Ik verwijs naar de
voorzitter van mijn partij, wiens
reactie getuigt van evenwicht en
wijsheid.

Tijdens de vorige week gehouden
vergadering van de ministers van
defensie van de NAVO kwam de
kwestie niet aan bod. Ik heb het
probleem wel informeel met de
ambassadeur besproken en hij zal
beslissen om mijn standpunt al
dan niet aan zijn collega's bekend
te maken.

Volgens mij hebben sommige
politici genoeg van de politiek van
het 'voldongen feit' die bij de
NAVO vaak wordt toegepast. Er
worden immers vaak opdrachten
uitgevoerd zonder dat het einde
ervan wordt vooropgesteld of de
kosten ervan worden geraamd.
Voormalig minister van Begroting,
de heer Vande Lanotte had oog
voor dit probleem en heeft het
onder de aandacht gebracht. Hij
moest echter zelf geen stappen
ondernemen, omdat ik het
probleem reeds heb aangekaart bij
de secretaris-generaal van de
NAVO en bij mijn collega's.

Sinds 1999 hebben de regeringen
Verhofstadt I en II mij de taak
toevertrouwd om Defensie te
moderniseren en het militair
personeel tegen 2015 in te
krimpen tot 35 000 eenheden. De
invoering van de
eenheidsstructuur, de
modernisering en de toenadering
tussen Defensie en de
burgermaatschappij staan in de
twee regeringsakkoorden. De heer
Vande Lanotte weet goed hoe
nuttig Defensie voor de
burgermaatschappij is. De militaire

22/02/2006

CRIV 51

COM 867

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Depuis 1999, sous les gouvernements Verhofstadt I et II, on m'a
confié une mission, à savoir la modernisation du département de la
Défense et une réduction du personnel militaire à 35.000 unités, plus
les civils, d'ici 2015. C'est au vu des ces deux accords
gouvernementaux et dans la continuité de ceux-ci heureusement
que cette continuité existe que nous avons mené la mise en place
de la structure unique, la modernisation de l'outil et le rapprochement
de la Défense avec la société civile. Sur ce point, M. Vande Lanotte
est sans doute le premier à reconnaître l'utilité de la Défense dans
toute une série de tâches d'utilité civile. Par exemple, on parlait tout à
l'heure des UAV en mission au-dessus de Coxyde, des missions des
Seaking, d'actions menées en divers endroits du monde et toute une
série d'autres choses.

Il est exact que nous avons redéfini les missions militaires et
humanitaires, que nous avons reprécisé la formation et les carrières.
Tout cela doit être pris en compte.

Si nous avons la chance d'être autour de la table pour les futures
négociations; si la proposition est reprise par le sp.a dans son
ensemble; si ce parti se trouve également autour de la table, il est
évident que nous avons suffisamment d'arguments pour démontrer
que la transformation de la Défense est nécessaire, qu'elle est en
bonne voie d'atteindre l'objectif d'une armée plus petite, plus flexible,
etc., mais qu'il y a des méthodes moins brutales que la suppression
de la moitié de l'effectif qui serait, comme vous l'avez dit, impossible à
financer sur le plan budgétaire!

La modernisation se poursuit conformément aux engagements qui ont
été pris, selon le programme qui a été établi et selon le calendrier.
Ces propositions figurent dans l'accord gouvernemental. Comme
vous l'avez dit, le plan stratégique a été accepté. Il en va de même
pour le plan de modernisation.

Les déclarations dont il est question ne constitue pas un point à
l'ordre du jour et ce qui ne figure pas à l'ordre du jour ne m'encombre
pas l'esprit!

Je voudrais également me référer aux propos tenus par le général
Van Daele lors d'une émission télévisée à laquelle il a participé,
émission au cours de laquelle il a mis en évidence le fait que la
Défense belge est aujourd'hui appréciée dans le cadre des missions
internationales; on peut d'ailleurs le constater chaque jour. Hier
encore, j'assistais à un exercice de l'Eurocorps; je peux vous dire que
le travail effectué par les officiers et le personnel belges était
apprécié. Tout cela illustre la crédibilité dont nous jouissons auprès de
nos partenaires internationaux, et dont on ne parle pas assez souvent
à mon goût.

Le général Van Daele a répété que la Défense dispose d'un grand
nombre de spécialités pour lesquelles la Belgique est reconnue à
l'étranger (les démineurs, les pilotes, le génie, les paracommandos,
les forces spéciales, les UAV, les NBC). Croyez-moi, lors des
conférences de génération des forces, notre participation est très
appréciée! Nous pourrons encore le constater dans les prochains
jours dans le cadre de la problématique du Congo.

en humanitaire opdrachten werden
opnieuw gedefinieerd en de
loopbanen werden verduidelijkt.

De toekomstige onderhandelingen
zullen uitwijzen of de sp.a dit
standpunt blijft verdedigen. We
zullen dan zeker ook beschikken
over voldoende argumenten om
aan te tonen dat Defensie moet
worden hervormd zonder daarom
het personeelsbestand met de
helft in te krimpen, wat budgettair
onmogelijk is.

Ik deel het standpunt van generaal
Van Daele, die verklaarde dat de
inbreng van het Belgische leger in
internationale opdrachten wordt
gewaardeerd. Wat het personeel
betreft, mag men niet vergeten dat
de 800 tot 1.000 manschappen die
in het veld actief zijn, om de vier
maanden worden afgelost en dat
er voor dergelijke operaties dubbel
zoveel ondersteunend personeel
nodig is. De paraatheid van onze
strijdkrachten is dus heel wat
hoger dan het niveau dat een
oppervlakkige lezing van de cijfers
laat vermoeden.

Sinds zeven jaar streven we
ernaar het leger te verbeteren in
plaats van het af te schaffen,
zodat het kan uitgroeien tot een
werkinstrument dat aangepast is
aan de nieuwe internationale
context.

Wat het Europese leger betreft,
betreur ik het getalm rond de
Congoproblematiek. Het idee om
een ondersteuningsmacht voor de
MONUC op te richten kwam
oorspronkelijk van de UNO.

Onze ruimte om initiatieven te
nemen is beperkt door de
besluiten van de
Rwandacommissie.

We kunnen ons ertoe verbinden
ondersteuningsopdrachten uit te
voeren in het kader van een
Europese operatie, maar we
moeten er rekening mee houden
dat we al manschappen hebben in

CRIV 51

COM 867

22/02/2006

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Le recrutement est indéniable. On nous pose souvent la question de
savoir comment il est possible qu'avec 42.000 personnes, nous
n'ayons qu'entre 800 et 1.000 personnes en opération. Il faut savoir
qu'une opération couvre une période de 4 mois; il faut donc multiplier
par trois. Il faut également savoir que quand des soldats sont envoyés
en opération, d'autres se trouvent derrière pour les soutenir. On peut
considérer que chaque fois qu'une personne se trouve en opération,
deux autres la soutiennent. Il y a également les avions qui assurent
les déplacements. Cela signifie qu'en réalité, environ 4.000 personnes
sont engagées pour la partie opération.

Comme nous voulons également veiller à avoir une politique sociale
et éviter que les gens se trouvent tout le temps en opération et que
l'on prévoit un an entre deux opérations, l'opérationnalité est donc
plus grande que ce que ne laisse apparaître une première lecture des
chiffres.

J'ai fait savoir au personnel de la base que l'on continuait à travailler à
la transformation de la Défense. Je lui ai demandé d'observer ce qui
se passe sur le terrain depuis 7 ans. Il pourra ainsi constater que l'on
ne s'inscrit pas dans une démarche de suppression de la Défense,
mais plutôt dans une démarche d'amélioration de l'outil pour le rendre
le plus efficient possible et lui permettre de correspondre au nouveau
contexte international.

Pour l'armée européenne, je ne peux que regretter les atermoiements
sur la problématique du Congo, même si je ne suis pas convaincu
que ce soit le meilleur signal que l'on puisse donner aux Congolais
car ils sont sans doute capables d'organiser des élections. L'idée de
mettre en oeuvre une force de soutien à la MONUC a été lancée dans
un premier temps par l'ONU qui ne parvenait pas à combler ses
contingents.

Quant à nous, nous sommes bridés dans les initiatives que nous
pouvons prendre compte tenu des conclusions de la commission
Rwanda. Nous sommes donc un peu limités.

Nous pouvons prendre un engagement qui se rapproche de ce que
nous avons fait dans le cadre de l'opération Artémis, essentiellement
des missions de soutien. Mais il faudra tenir compte du fait, à la
différence d'Artémis, qu'un grand nombre de personnes sont déjà
présentes au Congo et qu'elles vont y rester pour assurer des
missions de soutien ou de formation, aussi bien avant qu'après les
élections. Il y aura environ 100 à 130 personnes durant cette période.
Il faudra donc tenir compte de cela dans notre engagement éventuel
au niveau d'une nouvelle opération européenne.

Congo en dat die personen hun
ondersteunings- en opleidings-
opdracht na de verkiezingen zullen
voortzetten.

De voorzitter: Collega's, ik zou jullie willen vragen om de replieken kort te houden, want wij zijn onze
voorsprong aan het verliezen. Collega de Donnea heeft het woord voor zijn repliek.

07.07 François-Xavier de Donnea (MR): Monsieur le ministre, je

comprends que vous soyez extrêmement ennuyé c'est ce qui
transparaît de vos propos, même si je me réjouis de vous voir aussi
calme aujourd'hui. Au travers de vos propos transparaît le fait que
vous soyez très embêté de l'énorme bourde commise par M. Vande
Lanotte, ce qui est heureux pour vous comme pour nous. Vous avez
d'ailleurs dit clairement en me donnant raison du reste
qu'indépendamment de l'opportunité et surtout de l'inopportunité de

07.07 François-Xavier de

Donnea (MR): Ik stel vast dat u
erg verveeld zit met de uitlatingen
van de heer Vande Lanotte en dat
u erkent dat het tijdpad dat hij
heeft voorgesteld, budgettair niet
haalbaar is.

22/02/2006

CRIV 51

COM 867

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

sa déclaration, son échéancier n'était pas tenable budgétairement.
C'est une déclaration totalement farfelue sur le plan budgétaire et qui
ne peut qu'apporter de grandes désillusions.

07.08 André Flahaut, ministre: Des déclarations farfelues, il y en a

dans tous les partis politiques!

07.08 Minister André Flahaut: In

alle partijen worden wel dwaze
verklaringen afgelegd.

07.09 François-Xavier de Donnea (MR): Je n'en ai pas fait

récemment!

07.10 André Flahaut, ministre: C'est vrai, et vous n'êtes d'ailleurs

pas coutumier de ce genre de choses. Mais dans les partis politiques,
il y a des démesures!

07.11 François-Xavier de Donnea (MR): Comme je l'ai dit, vous

êtes heureusement et à juste titre embarrassé par la bourde de votre
ancien collègue M. Vande Lanotte. Vous avez été clair au sujet de
l'échéancier qu'il propose: passer de 40.000 à 20.000 hommes en
2010, ce n'est pas tenable budgétairement. Je vous remercie de
l'avoir dit clairement.

Deuxièmement, vous ne l'avez dit que tout à la fin et vous avez passé
beaucoup de temps à dresser le bilan des actions positives menées
par ce gouvernement en la matière, notamment en ce qui concerne la
modernisation de l'armée, mais vous l'avez tout de même dit, tout à la
fin: vous avez laissé échapper que nous n'étions pas dans une
démarche de suppression de l'armée. Je suis ravi de vous l'entendre
dire. J'aurais aimé que vous le disiez un peu plus clairement: "Moi,
André Flahaut, ministre de la Défense, je suis contre la suppression
de l'armée aujourd'hui et demain". Mais peut-être allez-vous le dire
plus clairement tout à l'heure!

Dernier point que je voulais mentionner, en ce qui concerne le Congo,
nous devons être prudents. Je me réjouis de voir que vous avez
relancé la coopération militaire avec le Congo. Avant de lancer des
opérations de type Artémis-bis, il faut être prudent. Je ne veux pas
lancer le débat aujourd'hui mais il serait opportun que cette
commission réfléchisse à tête reposée à l'opportunité du maintien des
conclusions de cette commission Rwanda qui remonte maintenant à
près de dix ans. Ce n'est pas le débat du jour et je ne vais donc pas
m'engager là-dedans. Par contre, je serais ravi d'entendre de votre
bouche: "Moi, André Flahaut, ministre de la Défense, je suis contre la
suppression de l'armée aujourd'hui, demain et après-demain".

07.11 François-Xavier de

Donnea (MR): Ik ben tevens
bijzonder tevreden dat u verklaard
heeft dat de afschaffing van het
leger niet in de "pipeline" zit.

Wat Congo betreft, verheugt het
me dat u de militaire
samenwerking met dat land nieuw
leven heeft ingeblazen. Maar toch
moeten we de nodige
omzichtigheid aan de dag leggen.
Misschien zou deze commissie
ook kunnen onderzoeken of de
conclusies van de
Rwandacommissie nog steeds van
toepassing zijn.

Is u een tegenstander van de
afschaffing van het leger?

07.12 André Flahaut, ministre: Je suis pour une armée comme nous

sommes en train de la transformer!

07.13 François-Xavier de Donnea (MR): Vous êtes donc contre sa

suppression?

07.14 André Flahaut, ministre: Je suis positif; je n'aime pas être

contre quelque chose. Mais si vous insistez, je suis contre une armée
comme elle l'était en 1999. A cette époque, elle était complètement
dépassée mais, je le répète, je suis pour une armée comme on est en
train de la transformer et comme elle devra être en 2015.

07.14 Minister André Flahaut: Ik

ben een tegenstander van een
totaal voorbijgestreefd leger, zoals
ons leger in 1999. Maar ik herhaal
nogmaals dat ik voor een leger
ben dat eruit ziet zoals het
Belgisch leger er in 2015 na de

CRIV 51

COM 867

22/02/2006

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

hervorming zal uitzien.

07.15 François-Xavier de Donnea (MR): Vous êtes pour son

maintien, c'est très clair!

07.16 Melchior Wathelet (cdH): Monsieur le ministre, M. de Donnea

m'a donné la raison de votre absence au Parlement jeudi passé.
Votre absence était totalement justifiée et M. de Donnea peut attester
de mon accord immédiat pour reporter la question.

En ce qui concerne votre réponse, je voulais vous demander la même
affirmation que M. de Donnea. Mais restons positifs!

07.17 André Flahaut, ministre: (...). Je suis pour le maintien d'une

armée, comme nous sommes en train de la transformer aujourd'hui. Il
faut que cela se sache à l'OTAN aussi!

07.18 Melchior Wathelet (cdH): Monsieur le ministre, nous nous en

réjouissons et nous n'attendions pas autre chose aujourd'hui!

Par contre, et je suis d'accord avec vous, il est vrai que la campagne
électorale est lancée et qu'on entend des propositions de tous les
partis, qui vont dans tous les sens et qui ne sont pas budgétées.
Certains partis ont reparlé, ces derniers jours, des sans-abri, des
loyers, des pièges à l'emploi, du cannabis, sans nécessairement avoir
pu faire quelque chose au sein du gouvernement malgré le fait qu'ils
en aient les compétences depuis de nombreuses années.

Monsieur le ministre, vous avez remis la proposition de M. Vande
Lanotte à sa juste place. Je voudrais quand même dire que ce genre
d'affirmations même si on sait qu'une telle proposition ne verra
jamais le jour venant de la bouche d'un président de parti, ancien
ministre du Budget, connu pour son caractère responsable plutôt que
pour des déclarations sans fondement, ont causé des dégâts au sein
du personnel de l'armée, ont nui à l'image de la Belgique au niveau
international.

On sait que sa proposition ne verra jamais le jour et c'est peut-être
pour cela qu'il l'a lancée au congrès de son parti. Les dégâts sont bien
présents aujourd'hui et nous allons encore ramer pendant des années
avant de pouvoir donner une autre image. Ce type d'affirmations ne
devrait jamais être prononcé, surtout venant de la bouche d'un
président de parti.

Enfin, je voudrais dire un mot à propos du positionnement de la
Belgique au niveau de l'OTAN. Vous dites que nous rencontrons de
temps en temps des difficultés avec l'OTAN en fonction des budgets
qu'elle nous demande. Vous êtes le ministre compétent, vous avez le
soutien du gouvernement pour négocier en cette matière. Je trouve
donc qu'il n'appartient pas au président d'un parti de vous donner des
conseils quant à la position que la Belgique doit adopter, d'autant plus
qu'il s'agit du président d'un parti de la majorité.

07.18 Melchior Wathelet (cdH):

De minister heeft het voorstel van
de heer Vande Lanotte, dat
bedoeld was om stemmen te
trekken maar dat heel wat
opschudding in het leger heeft
veroorzaakt en het Belgische
imago geen goed heeft gedaan,
tot zijn juiste proporties herleid.

Een partijvoorzitter moet een
minister geen advies geven in
verband met de
begrotingsmiddelen die de NAVO
vraagt.

07.19 Theo Kelchtermans (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik zal het

ook kort houden. Ik heb gemerkt dat de aanwezigheid van een
journalist uiteindelijk al voldoende is om een duidelijke uitspraak van
de minister te krijgen daar waar parlementsleden een half uur moeten
pleiten om die eveneens te hebben. Toch vind ik het antwoord nog

07.19 Theo Kelchtermans

(CD&V): De toute évidence, le
ministre tient un discours
beaucoup plus clair devant les
journalistes que devant les

22/02/2006

CRIV 51

COM 867

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

steeds onvoldoende duidelijk. Er was immers veel diplomatie mee
gemoeid in plaats van duidelijk te zeggen "Ik neem afstand van deze
verklaring" - dat is ten minste duidelijk "en ik blijf staan achter het
hervormingsplan zoals het op de sporen is gezet".

Ten tweede, ik zeg u heel duidelijk dat mijn partij nooit akkoord zal
gaan met wat de heer Vande Lanotte heeft gezegd. Nooit maar dan
ook nooit.

parlementaires, et il se montre en
outre fort diplomate.

Mon parti n'acceptera jamais une
réduction des effectifs de l'armée
belge telle que la propose
M. Vande Lanotte.

De voorzitter: Het incident is gesloten.

07.20 Ingrid Meeus (VLD): (...)

De voorzitter: Nee, collega Meeus, wij zijn daarnet al van het Reglement afgeweken.

07.21 Ingrid Meeus (VLD): (...)

De voorzitter: Collega Meeus, u hebt het woord niet. Ik wil u vragen
om het Reglement te respecteren. U bent een collega van mijn partij,
maar het Reglement staat dit niet toe. Daarnet hebben wij een
uitzondering gemaakt. Als wij daarmee beginnen, dan kunnen wij het
Reglement niet respecteren.

Collega Sevenhans, ik meen dat het Reglement gerespecteerd moet
worden. Wij gaan dan ook over tot punt 5 van de agenda.

Le président: Mme Meeus vient
d'obtenir la parole à titre
absolument exceptionnel. Il ne faut
pas que cela devienne la règle.
Nous devons observer le
règlement.

07.22 Ingrid Meeus (VLD): (...) Het gaat erover dat zes maanden

geleden juist dezelfde vragen werden gesteld door Pieter De Crem,
Luc Sevenhans en door mij, want zes maanden geleden, bij de
aanstelling, heeft de heer Vande Lanotte juist dezelfde uitlatingen
gedaan.

07.22 Ingrid Meeus (VLD): Nous

avons déjà eu un tel débat il y a
six mois, à l'époque où M. Vande
Lanotte a fait ses déclarations
pour la première fois.

De voorzitter: Ik meen dat de collega's in de commissie dit wel
degelijk weten. Collega en voorzitter Vande Lannote heeft die
verklaringen inderdaad afgelegd. Wij hebben daarover toen een debat
gehad, maar dit debat mocht natuurlijk opnieuw plaatsvinden,
aangezien de heer Vande Lanotte zijn uitspraken opnieuw heeft
gedaan.

Le président: Cela ne nous
empêche pas de refaire le même
débat puisqu'il a lui-même réitéré
ses déclarations.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

07.23 Luc Sevenhans (Vlaams Belang): Mevrouw de voorzitter, ik

heb nu nog eerst een vraag over de IJzeren Rijn in de commissie voor
de Infrastructuur. Ik heb hier daarnet admiraal Robyns zien
binnenkomen. Heeft dat iets te maken met mijn vraag? In dat geval
kan ik immers het signaal geven dat ik onmiddellijk terugkom.

07.24 André Flahaut, ministre: Non, il est là pour m'accompagner au

Sénat afin de présenter l'opération prochaine du Westdiep.

08 Question de M. Benoît Drèze au ministre de la Défense sur "l'interprétation de la loi du

16 janvier 2006" (n° 10344)

08 Vraag van de heer Benoît Drèze aan de minister van Landsverdediging over "de interpretatie van

de wet van 16 januari 2006" (nr. 10344)

08.01 Benoît Drèze (cdH): Monsieur le ministre, j'ai été contacté par

des responsables d'associations d'anciens combattants qui se

08.01 Benoît Drèze (cdH):

Moeten de berekeningsregels in

CRIV 51

COM 867

22/02/2006

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

réjouissent de la nouvelle loi mais qui sont parfois préoccupés par les
avantages restrictifs qui leur seraient octroyés en reconnaissance de
ce qu'ils ont fait pour le pays à cette époque. Ma question porte sur la
loi du 16 janvier 2006 instituant réouverture des délais d'introduction
des demandes pour l'obtention d'un statut de reconnaissance
nationale de la Guerre 1940-1945 et de la campagne de Corée. En
effet, la réouverture des délais prévus ne produirait d'effets, selon
l'article 6 de cette loi, que dans le seul cadre de l'application de
l'article 1

, b1, de l'arrêté royal du 23 décembre 2002.

Je vais parler au conditionnel puisque ma question porte sur
l'interprétation: cette hypothèse impliquerait que l'obtention du ticket
modérateur serait conditionnée au fait de bénéficier déjà d'une ou de
plusieurs rentes de guerre, sur une base de trois semestres au moins,
ce qui exclut toute personne atteignant nouvellement et au total une
durée de reconnaissance d'au moins trois semestres. Ces anciens
combattants inquiets comptent en effet trois semestres grâce à la
réouverture prévue par la loi mais sans en recevoir la rente y afférent.

L'exposé des motifs de la loi indique cependant que pour le
remboursement du ticket modérateur, "le calcul de ces périodes
s'effectuera selon les mêmes règles que celles prévues pour les
rentes de combattants". L'application des modalités de calcul quant
au remboursement du ticket modérateur doit-elle dès lors s'inspirer de
l'interprétation restrictive de l'arrêté royal du 23 décembre 2002 ou
plutôt de l'esprit de la loi précisé dans son exposé des motifs? Je
vous remercie de bien vouloir nous rassurer à ce propos.

de wet van 16 januari 2006
houdende de heropening van de
termijnen voor het indienen van
aanvragen tot het bekomen van
een statuut van nationale
erkentelijkheid van de oorlog
1940-1945 en van de veldtocht in
Korea betreffende de terugbetaling
van het remgeld de beperkende
interpretatie van het koninklijk
besluit van 23 december 2002
volgen? In dat geval zou de
terugbetaling enkel gelden voor
personen die al één of meerdere
oorlogsrenten genieten toegekend
op basis van ten minste 3
semesters. Of wordt de geest van
de wet, zoals die in de memorie
van toelichting tot uiting komt, als
vertrekpunt genomen en zal de
berekening van die periodes
volgens dezelfde regels gebeuren
als voor de strijdersrenten?

08.02 André Flahaut, ministre: Madame la présidente, la loi est à

interpréter comme le décrit l'exposé des motifs. En effet, cela n'aurait
aucun sens de rouvrir les délais d'introduction des demandes de
statut de reconnaissance nationale s'il fallait être au préalable titulaire
d'une rente de guerre. L'article 6 de la loi du 16 janvier 2006 à laquelle
vous faites référence détermine la manière de calculer les périodes à
prendre en considération pour l'octroi de la gratuité des soins de
santé. Soit l'intéressé obtient un statut de reconnaissance nationale
pour une durée d'au moins un an, soit il obtient plusieurs statuts pour
une durée totale de deux semestres et 90 jours, ce qui correspond à
la manière actuelle de calculer les rentes de guerre. Les anciens
statuts peuvent être cumulés avec les nouveaux statuts.

08.02 Minister André Flahaut: De

wet moet worden geïnterpreteerd
als beschreven in de memorie van
toelichting.

Betrokkene moet hetzij over een
statuut van nationale
erkentelijkheid voor ten minste één
jaar beschikken, hetzij over
verschillende statuten voor een
totale duur van twee semesters en
90 dagen. De berekeningswijze is
dezelfde als voor de
oorlogsrenten. De vroegere
statuten mogen met de nieuwe
worden gecumuleerd.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

09 Question de M. François Bellot au ministre de la Défense sur "les avocats chargés de défendre les

intérêts de l'Institut National des Invalides de Guerre" (n° 9817)

09 Vraag van de heer François Bellot aan de minister van Landsverdediging over "de advocaten die

de belangen van het Nationaal Instituut voor Oorlogsinvaliden verdedigen" (nr. 9817)

09.01 François Bellot (MR): Madame la présidente, monsieur le

ministre, j'aurais voulu tout simplement savoir quel(s) étai(en)t le ou
les avocat(s) désigné(s) dans le cadre de la défense des intérêts de
l'INIG pour l'année 2005, par exemple.

09.01 François Bellot (MR): Wie

is of zijn de advocaat of advocaten
die werden aangeduid om de
belangen van het NIOOO te
verdedigen in 2005?

22/02/2006

CRIV 51

COM 867

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

09.02 André Flahaut, ministre: Plusieurs bureaux ont été utilisés au

cours de l'année 2005: le bureau de maîtres Snijkers et Defrancq, le
bureau de Janson Baugniet et l'association d'avocats d'Uyttendaele,
Gérard & Doutrelepont.

Pour Snijkers et Defrancq: 24.796 euros; pour Baugniet: 4.515 euros;
pour Uyttendaele: 13.718 euros.

Pour Snijkers et Defrancq, suite à un appel d'offres négocié; pour les
autres suivant leur expertise en la matière.

09.02 Minister André Flahaut:

Het kantoor Snijkers en Defrancq,
voor 24.796 euro, met
offerteaanvraag met
onderhandelingsprocedure. Het
kantoor Janson Baugniet, voor
4.515 euro, en de
advocatenvereniging Uyttendaele,
Gérard en Doutrelepont, voor
13.718 euro, naargelang van hun
expertise.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

10 Vraag van mevrouw Ingrid Meeus aan de minister van Landsverdediging over "niet-dodelijke

wapens" (nr. 10491)

10 Question de Mme Ingrid Meeus au ministre de la Défense sur "les armes non létales" (n° 10491)

10.01 Ingrid Meeus (VLD): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de

minister, mijn vraag gaat eigenlijk over non lethal weapons, want in
het Engels en het Amerikaans is die term meer beduidend dan niet-
dodende of niet-toxische wapens, wat het een stuk verengt. Vandaar
dat ik ook die term, non lethal weapons, zal gebruiken.

Momenteel zijn diverse landen, waaronder ook Amerika, volop bezig
met het ontwikkelen en zelfs met het implementeren van non lethal
weapons. Dat zijn eigenlijk voor een stuk futuristische, toekomstige
wapens die het biologisch systeem van de mens treffen, zonder
lichamelijke letsels toe te brengen. Die wapens kunnen natuurlijk een
antwoord bieden in assymetrische conflicten, ze kunnen bijvoorbeeld
ingezet worden bij een snel opkomende bedreiging en in operaties
zonder gevecht.

Non lethal weapons kunnen dus eigenlijk heel interessant zijn voor
zowel militaire als politionele doeleinden, om op een efficiënte en
gepaste wijze een protest, een betoging, gewelddadige acties of
iedere vorm van verzet te onderdrukken. Zo werden non lethal
weapons gebruikt in Irak, als waarschuwingssignaal voor ongewenste
personen. Daar werd de LRAD of de Long Rang Acoustic Device, die
geluidsgolven produceert en afstuurt, ingezet om zo oproerkraaiers of
mensen die ergens binnen willen treden daar weg te houden. Verder
worden er bijvoorbeeld bij de Amerikaanse politie elektrische
schokpistolen gebruikt en bestaan er ook non lethal weapons in de
vorm van elektromagnetische straling, waarbij door de straling de
watermolecules onder de huid verhitten, wat eigenlijk een soort
brandend gevoel geeft, maar uiteindelijk geen lichamelijke letsels
toebrengt.

Eind oktober vorig jaar werd door de NAVO als het ware een beurs
gehouden rond de soorten non lethal weapons en de mogelijkheden
die nu reeds op de markt zijn. Ook op Europees niveau worden
momenteel diverse symposia gehouden over dit item.

Mijnheer de minister, ik kom tot mijn vraag. Beschikt het Belgisch
leger over non lethal weapons? Zo ja, bij welke operaties werden ze
reeds ingezet en wat is dan de evaluatie van deze wapens? Zo neen,

10.01 Ingrid Meeus (VLD):

Plusieurs pays s'occupent
activement du développement
d'armes non létales. Ces armes
perturbent le système biologique
sans infliger des blessures
physiques. Fin octobre 2005,
l'OTAN a organisé une sorte de
salon où étaient présentées les
différentes armes de ce type déjà
disponibles sur le marché et les
possibilités offertes par ces armes.
Des colloques sont également
organisés à ce sujet au niveau
européen.

L'armée belge dispose-t-elle
d'armes non létales? Le cas
échéant, celles-ci ont-elles déjà
été utilisées? Quelle évaluation en
a été faite? Le département de la
Défense participe-t-il à des
expériences ou des programmes
dans ce cadre? Qui au
département de la Défense est
chargé de suivre l'évolution en la
matière?

CRIV 51

COM 867

22/02/2006

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

wordt de aanschaf van dit soort wapens door het Belgisch leger
overwogen? Neemt Defensie momenteel deel aan experimenten of
programma's met betrekking tot non lethal weapons, dus participeert
België in multinationale programma's of discussiefora dienaangaande
en wie is eigenlijk voor het department Defensie piloot voor de
opvolging van de evolutie en de ontwikkeling van deze soort wapens?

10.02 Minister André Flahaut: Mevrouw de voorzitter, in het kader

van Civil Disturbance Operations met gebruik van crowd-and-riot-
controltechnieken werden specifieke uitrustingen aangekocht,
waarvan bepaalde onderdelen als niet-letale wapens kunnen worden
beschouwd: de wapenstok en de traangasgranaten die worden
afgevuurd met het geweer.

De wapenstok en de traangasgranaten behoren momenteel tot de
uitrusting van het detachement Belumokos in Kosovo. Tijdens de
rellen te Mitrovica, tussen 17 en 19 maart 2004, heeft een Belgisch
detachement de traangasgranaten effectief ingezet. Die munitie bleek
zeer doeltreffend op grotere afstanden, tot 100 meter. Er werd
evenwel vastgesteld dat dat type traangasgranaat niet geschikt was
voor de inzet in de nabijheid van het opgestelde detachement.

Naast wat reeds bij Defensie bestaat, worden nieuwe aankopen op
vrij korte termijn overwogen, maar pas na het afronden van de studie
die moet leiden tot een globaal gebruiksconcept aangaande less
lethal weapons, met inbegrip van de wacht in de militaire kwartieren.

Een voorstel voor een studie werd in het programma voor
wetenschappelijk en technologisch onderzoek van Defensie
ingeschreven voor het jaar 2006. Die studie beoogt het ter
beschikking stellen van de onontbeerlijke expertise aangaande niet-
letale kinetische energiewapens aan de militaire en politieke
autoriteiten. Defensie neemt deel aan discussies aangaande die
materie, onder meer binnen de NAVO. ACOS Strategie volgt de
evolutie en de ontwikkeling van de capaciteit van less lethal weapons
op de voet. Het gebruiksconcept wordt ontwikkeld door ACOS
Operaties en Training.

10.02 André Flahaut, ministre:

Des équipements spécifiques ont
été achetés dans le cadre de "Civil
Disturbance Operations". La
matraque et les grenades
lacrymogènes tirées au fusil
peuvent être considérées comme
des armes non létales. Elles font
actuellement partie de
l'équipement du détachement
Belumokos au Kosovo. Un
détachement belge a utilisé les
grenades lacrymogènes lors des
émeutes survenues à Mitrivica
entre les 17 et 19 mars 2004. Elles
se sont révélées très efficaces
jusqu'à 100 mètres mais non
appropriées pour un usage à
proximité du détachement
déployé.

De nouveaux achats sont
envisagés dans un avenir
relativement proche mais après la
finalisation d'une étude. Une
proposition d'étude a été inscrite
pour cette année au programme
de Recherche scientifique et
technologique de la Défense. Le
département de la Défense
participe également à des
discussions, au sein de l'OTAN
notamment. ACOS Stratégie suit
l'évolution et le développement de
la capacité des armes moins
létales ("less lethal weapons"),
tandis que ACOS Operations and
Training développe le concept
d'utilisation.

10.03 Ingrid Meeus (VLD): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw

antwoord. Non-lethal weapons zullen stilaan ook de toekomst
uitmaken. Ik denk aan traangas, alsook aan elektrische golven en
geluidssignalen. Het is goed dat de Belgische Defensie dat volgt.

10.03 Ingrid Meeus (VLD): Il est

positif que le département de la
Défense suive l'évolution des
armes non létales.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

11 Vraag van mevrouw Dalila Douifi aan de minister van Landsverdediging over "het statuut van de

ambulanciers in de Sea King" (nr. 10495)

11 Question de Mme Dalila Douifi au ministre de la Défense sur "le statut des ambulanciers à bord du

22/02/2006

CRIV 51

COM 867

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Sea King" (n° 10495)

11.01 Dalila Douifi (sp.a-spirit): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de

minister, in uitvoering van het ministerieel besluit van 24 maart 2003
tot wijziging van het ministerieel besluit van 16 april 1998 inzake het
varend personeel van de krijgsmacht, werd onder andere de
ambulancier en de kandidaat-ambulancier aan boord van een
opzoekings- en reddingsvaartuig opgenomen in de categorie van het
tijdelijk varend personeel. Het ministerieel besluit trad in werking op
1 april 2003. Tot nu toe krijgen echter de nieuwe categorieën
personeelsleden met een brevet van varend personeel nog niet de
correcte verloning, in het bijzonder de ambulanciers aan boord van
een opzoekings- en reddingsvaartuig.

Het besluit was gemotiveerd door de dringende noodzakelijkheid
omwille van het verbeteren van de attractiviteit van het beroep van
militair en om het moreel van de leden van de krijgsmacht te
consolideren.

Mijnheer de minister, kunt u mij zeggen wanneer de volledige
implementatie van het betrokken besluit zal gebeuren?

11.01 Dalila Douifi (sp.a-spirit):

Depuis le 1

avril 2003, les

ambulanciers et les candidats
ambulanciers se trouvant à bord
d'embarcations de recherche et de
sauvetage sont repris dans la
catégorie du personnel navigant
temporaire. Or, à ce jour, ils ne
perçoivent pas encore le salaire
que perçoivent normalement les
membres du personnel de cette
catégorie. Quand l'arrêté concerné
sera-t-il appliqué dans son
intégralité?

11.02 Minister André Flahaut: Mevrouw de voorzitter, het personeel

in kwestie wordt momenteel verloond in functie van de huidige
statuten die in 2003 werden gewijzigd. In overeenstemming met het
sectoraal akkoord 2 van 16 juli 2004 werken de diensten van DGHR
momenteel aan de herzieningen van het statuut van het geheel van
het varend personeel niet-piloten. Momenteel vinden er consultaties
plaats met de betrokken personeelsleden en met de
vertegenwoordigers van de verschillende componenten.

De overwogen pistes zijn enerzijds de herziening van de verschillende
ondercategorieën van varend personeel niet-piloten en anderzijds de
inplaatsstelling van loopbaanrichtingen die toelaten om rekening te
houden met de specificiteit van de beschouwde functies.

Het ontwerp tot herziening van het statuut is voorzien om klaar te zijn
eind mei 2006, met uitzondering van de fase van de administratieve
en de budgettaire controle, welke fase zeer lang kan duren.

11.02 André Flahaut, ministre:

Le personnel dont vous parlez est
actuellement rémunéré
conformément aux statuts
modifiés en 2003. Le projet portant
révision du statut de l'ensemble du
personnel navigant non-pilotes
sera prêt fin mai 2006, à
l'exception du contrôle
administratif et budgétaire.

Mais il vrai qu'un problème se pose pour les ambulanciers à bord du
Seaking. Il s'agit d'un problème de brevet. Un ambulancier militaire à
bord du Seaking voulant travailler dans le civil, à bord d'un hélicoptère
ou d'une ambulance, doit repasser toutes les épreuves. C'est ridicule.

C'est la même chose pour les pompiers. Si vous êtes pompier sur
une base militaire et que vous voulez devenir pompier dans le civil,
vous devez refaire tous les examens.

Het is belachelijk dat een militair
ambulancier die aan boord van de
Seaking werkt, al zijn examens
opnieuw moet afleggen om in de
burgermaatschappij te kunnen
werken. Hetzelfde geldt voor de
brandweerlieden.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

Voorzitter: Theo Kelchtermans.
Président: Theo Kelchtermans.

11.03 Staf Neel (Vlaams Belang): Mijnheer de minister, u hebt

daarstraks gesproken over het toezenden van een activiteitenverslag
van Landsverdediging. Hebben wij dat ook gekregen of kunnen wij dat

CRIV 51

COM 867

22/02/2006

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

ook krijgen?

De voorzitter: Dat is een vraag om informatie, maar dat is eigenlijk geen vraag.

11.04 Staf Neel (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, daarom

waren wij niet ingeschreven in het debat.

11.05 Minister André Flahaut: (...)

De voorzitter: Het secretariaat zal u daarvan in kennis stellen.

11.06 Minister André Flahaut: (...)

11.07 Staf Neel (Vlaams Belang): Ik vraag het maar. Is dat het

verslag?

De voorzitter: Het is nuttig om dat nog te hebben vóór de krokusvakantie, want u kunt daarmee een week
vullen.

Voorzitter: Hilde Vautmans.
Présidente: Hilde Vautmans.

De voorzitter: Ik dank de heer Kelchtermans, omdat hij mij even vervangen heeft.

Ik stel vast dat de heer Sevenhans is binnengekomen. We kunnen nu overgaan tot de laatste punten aan
onze agenda.

Collega Sevenhans, wat uw vragen betreft, ik hoop dat het deze keer beschaafd blijft, want ik heb vorige
keer in het verslag mogen vaststellen dat er in mijn afwezigheid een aantal niet zo fraaie woorden zijn geuit
aan mijn adres. Ik hoop, collega's, dat het deze keer beschaafd blijft.

12 Vraag van de heer Luc Sevenhans aan de minister van Landsverdediging over "een compensatie

voor de betaling van de schadevergoeding aan de gewezen adjunct-administrateur-generaal van het
Nationaal Instituut voor Oorlogsinvaliden, Oud-Strijders en Oorlogsslachtoffers" (nr. 10487)

12 Question de M. Luc Sevenhans au ministre de la Défense sur "une compensation pour le

versement de l'indemnité à l'ancien administrateur général adjoint de l'Institut National des Invalides
de Guerre, Anciens Combattants et Victimes de Guerre" (n° 10487)

12.01 Luc Sevenhans (Vlaams Belang): Mevrouw de voorzitter, ik

hou het zo beschaafd mogelijk. Overigens heb ik nooit een verkeerd
woord over u gezegd. U hebt het verslag hopelijk nagelezen en dan
hebt u gezien dat ik mijn bewondering en sympathie voor u heb
uitgedrukt. U was gewoon collateral damage, om een militaire term te
gebruiken.

Mijnheer de minister, de begrotingscontrole 2005 werd door de
Ministerraad op 22 april 2005 goedgekeurd. In de bijlage bij de
notificatie van de beslissing leest men het volgende onder de titel
Sociale Zekerheid: "Het INIG" of NIOOO "krijgt eenmalig
490.000 euro ingevolge veroordelingen. Hiervan is er 350.000 euro
gecompenseerd op Defensie". Ik heb de nota bij mij voor het geval er
discussie zou ontstaan.

12.01 Luc Sevenhans (Vlaams

Belang): Le Conseil des ministres
a approuvé le contrôle budgétaire
2005 en avril 2005. Le document
annexé à la notification de cette
décision indique que l'INIG
percevra une indemnité unique, du
chef de condamnations, de
490.000 euros, dont 350.000
euros seront compensés en faveur
de la Défense.

12.02 Minister André Flahaut: (...)

12.03 Luc Sevenhans (Vlaams Belang): 350.000 euro. Het is al erg

genoeg.

22/02/2006

CRIV 51

COM 867

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

12.04 Minister André Flahaut: (...)

12.05 Luc Sevenhans (Vlaams Belang): Ja, we spreken over

350.000 euro. Certainement, M. le ministre.

U zult zich zeker herinneren dat u dat eerst ontkende toen ik u op
25 mei 2005 hierover ondervroeg. Niet Defensie maar de Staat zou
de vergoeding betalen. Mijn bewering was belachelijk en ik had last
van mijn op hol geslagen fantasie. De feiten hebben mij achteraf
nochtans gelijk gegeven en voor iedereen duidelijk gemaakt dat u in
onze commissie toch wel een vreemde kronkel had gemaakt in uw
antwoord, tenzij ik mij uiteraard vergis. Ik kan mij soms vergissen, dat
weet u.

Op basis van het voorgaande wens ik toch een paar vragen te stellen.
Op welke manier werd het bedrag door Defensie gecompenseerd? Ik
heb het niet in de begroting gevonden, maar ik ken ook niet elk detail
van die begroting. Die hebben wij als parlementsleden niet. Wanneer
vond de compensatie plaats? Op welke basisallocatie werd de
vergoeding eventueel gecompenseerd? Tot daar mijn technische
vraag.

12.05 Luc Sevenhans (Vlaams

Belang): En mai 2005, le ministre
a encore affirmé que ce serait
l'État qui paierait cette somme, et
non la Défense. Quiconque
prétendait le contraire était pris
pour un fantaisiste.

Comment la Défense a-t-elle
compensé la somme? Quand la
compensation a-t-elle eu lieu?

12.06 Minister André Flahaut: Vooreerst merken we op dat Defensie

de schadevergoeding waarvan sprake, niet heeft betaald. Het is het
budget van de Sociale Zekerheid dat ten gevolge van de
conclaafbeslissing werd vermeerderd met 350.000 euro.

Tijdens de begrotingscontrole van 2005 werd het budget van Defensie
zoals gewoonlijk herzien om aldus rekening te houden met de
uitvoeringsparameters die op het moment van de opmaak van de
initiële begroting niet bekend waren, meer in het bijzonder met de
vastgelegde contracten in 2004. In dat kader werden verscheidene
aanpassingen op verschillende basisallocaties uitgevoerd, waaronder
de compensatie van de vermindering van 350.000 euro.

De werking van Defensie werd niet beïnvloed door de vermindering
waartoe werd beslist tijdens het begrotingsconclaaf.

12.06 André Flahaut, ministre:

Monsieur le président, la Défense
n'a pas payé ces dommages-
intérêts. Le budget de la Sécurité
sociale a été augmenté de
350.000 euros. Pendant le
contrôle budgétaire, le budget de
la Défense a été revu et dans ce
cadre, plusieurs allocations de
base ont été adaptées, afin de
compenser la réduction de
350.000 euros, qui n'a pas affecté
le fonctionnement de la Défense.

Les décisions du conclave budgétaire ont fait l'objet du document
d'ajustement budgétaire qui a été présenté, discuté et voté en
commission de la Défense du Parlement. Il a ensuite été présenté et
adopté en séance plénière. Je considère donc que tous ces
documents sont publics.

De beslissingen van het conclaaf
werden in de commissie en in de
plenaire vergadering besproken en
goedgekeurd. Al die documenten
zijn openbaar.

12.07 Luc Sevenhans (Vlaams Belang): Quod erat demonstrandum.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

13 Vraag van de heer Luc Sevenhans aan de minister van Landsverdediging over "de aanmaning van

de FOD Personeel & Organisatie aan het adres van de administrateur-generaal van het Nationaal
Instituut voor Oorlogsinvaliden, Oud-Strijders en Oorlogsslachtoffers" (nr. 10488)

13 Question de M. Luc Sevenhans au ministre de la Défense sur "l'avertissement du SPF Personnel &

Organisation à l'adresse de l'administrateur général de l'Institut National des Invalides de Guerre,
Anciens Combattants et Victimes de Guerre" (n° 10488)

13.01 Luc Sevenhans (Vlaams Belang): Mevrouw de voorzitter, 13.01 Luc Sevenhans (Vlaams

CRIV 51

COM 867

22/02/2006

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

mijnheer de minister, u kent mijn bijzondere interesse voor het
Instituut. De bedoeling is om er mee voor te helpen zorgen dat dit zo
vlug mogelijk optimaal functioneert. Ik heb het vermoeden dat het
toch wel een beetje mank loopt.

Het koninklijk besluit van 4 augustus 2004 betreffende de loopbaan
van niveau A van het rijkspersoneel verscheen op 16 augustus 2004
in het Belgisch Staatsblad en trad op 1 december 2004 in werking
voor de gemeenschappelijke graden van niveau A.

Tijdens de tweede helft van 2004 heeft de FOD Personeel en
Organisatie verschillende ontwerpen uitgewerkt voor de integratie in
de nieuwe loopbaan van niveau A van de agenten die houder waren
van de specifieke graden van het oude niveau 1.

Deze ontwerpen werden door de ministers van Begroting en van
Openbaar Ambt in december 2004 goedgekeurd. Op 16 december
stelde men de administrateur-generaal van het NIOOO hiervan
schriftelijk op de hoogte met de vraag om een KB op te stellen inzake
de integratie van de specifieke graden van zijn instituut.

Op 4 juli 2005 kreeg de administrateur-generaal een aanmaning van
de FOD Personeel en Organisatie die zich erover verbaasde dat er
nog steeds geen gevolg aan hun vraag werd gegeven. Deze
aanmaning lijkt eveneens lang dode letter te zijn gebleven. Pas in
januari van dit jaar, vorige maand dus, kreeg een ambtenaar van het
instituut de opdracht om te starten met het opstellen van het
gevraagde KB.

De gevolgen van het uitblijven van het KB zijn niet te onderschatten
voor het betrokken personeel van het instituut. De wegingsfactoren
van hun functie kunnen niet worden bepaald. Zij kunnen zich niet
inschrijven voor de gecertificeerde opleidingen en kunnen aldus
onmogelijk worden bevorderd.

Ik meende nochtans begrepen te hebben dat u de vorige
topambtenaar van het instituut de laan had uitgestuurd vanwege van
zijn `benaderend beleid', zo heb ik het omschreven gezien in de
verslagen. Ik ben echter eerlijk gezegd niet onder de indruk van het
beleid van zijn opvolger.

Op basis van het vorige wens ik volgende vragen te stellen.

Waarom moest er meer dan een jaar gewacht worden met het
opstellen van een reglementering die zo belangrijk is voor de
loopbaan van het personeel van het instituut?

Wanneer verwacht u dat het zal worden afgerond? Wanneer zal het
gevraagde KB worden gepubliceerd?

Hebt u de leidende ambtenaar van het instituut gewezen op of bent u
van plan hem te wijzen op de gevolgen van zijn `benaderend beleid'
voor zijn eigen personeel?

Belang): Des problèmes se posent
à l'Institut national des invalides de
guerre, anciens combattants et
victimes de guerre (INIG). L'arrêté
royal du 4 août 2004 concernant la
carrière des agents de l'Etat de
niveau A est entré en vigueur le 1

décembre 2004. En décembre
2004, les ministres du Budget et
de la Fonction publique ont
approuvé les projets permettant la
transition vers le nouveau niveau.
Le 16 décembre 2004, il a été
demandé à l'administrateur
général de l'INIG d'élaborer un
projet d'arrêté royal relatif à
l'intégration des grades des
membres du personnel de
l'Institut. En dépit d'une mise en
demeure, l'intéressé n'y a donné
suite qu'en janvier 2006.
Actuellement, les membres du
personnel de l'INIG ne peuvent
donc être promus et ils ne peuvent
pas non plus s'inscrire pour suivre
des formations certifiées.

Pourquoi a-t-on attendu plus d'un
an pour rédiger ces règlements?
Quand l'arrêté royal sera-t-il
publié? Le ministre a-t-il fait
comprendre à ce fonctionnaire
dirigeant que sa négligence
pouvait avoir des conséquences
fâcheuses pour le personnel?

13.02 Minister André Flahaut: Het bewuste ontwerp van KB werd

bezorgd aan de bevoegde dienst van de FOD P&O, die weldra zijn
voorafgaand advies zal geven. Na ontvangst van dit advies dient het
ontwerp een procedure te doorlopen. De procedure omvat het advies

13.02 André Flahaut, ministre:

Le SPF Personnel et Organisation
doit rendre un avis sur le projet
d'arrêté royal qui sera ensuite

22/02/2006

CRIV 51

COM 867

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

van de raad van beheer van het Instituut, het advies van de
inspecteur van Financiën, het akkoord van de minister van Begroting
en van de minister van Ambtenarenzaken en het overleg binnen het
sectorcomité.

De publicatie gebeurt pas na de afwerking van deze procedure. Ik ben
niet van oordeel dat deze omstandigheden de belangen van de
betrokken personeelsleden zullen schaden. Zij hebben allemaal de
kans gehad om zich in te schrijven voor de gecertificeerde vormingen.
De wegingen van hun functies werden uitgevoerd. Bevorderingen
zullen mogelijk zijn zodra het personeelsplan en de nieuwe
taalkaders, die momenteel worden voorbereid, zullen zijn
goedgekeurd.

Dit dossier wordt beheerd door de leidende ambtenaar van het
Instituut, in de beste omstandigheden, volgens het minimum, qua
beheerspersoneel, waarover hij momenteel beschikt. Rekening
houdend met wat de jongste drie jaar werd gepresteerd in het Instituut
de hervorming van de boekhouding, het wegwerken van de
achterstand van het revisoraat, onderhandelingen met het Rekenhof
over de afrekeningen uit het verleden, de verkoop van de home, de
verhuis van de centrale administratie, de lopende reorganisatie van
het personeel en, vooral, de opmerkelijke verbetering van de
dienstverlening aan de rechthebbenden, met name op het vlak van de
terugbetalingen van de medische kosten en de ontwikkeling van
acties op het vlak van herinnering en burgerzin heb ik niets
bijzonders te verwijten aan de leidende ambtenaren van het instituut.

soumis au conseil d'administration
de l'INIG, à l'inspecteur des
Finances, aux ministres du Budget
et de la Fonction publique et au
comité sectoriel.

La procédure ne lèse pas les
membres du personnel, étant
donné que la pondération de leur
fonction a été effectuée et qu'ils
ont eu l'opportunité de s'inscrire
aux formations certifiées. Les
promotions seront possibles
lorsque le plan du personnel et les
nouveaux cadres linguistiques
auront été approuvés.

Le fonctionnaire dirigeant de l'INIG
traite au mieux ce dossier avec les
moyens limités dont il dispose. Au
cours des trois dernières années,
la comptabilité a été réformée,
l'arriéré du révisorat a été résorbé,
les négociations avec la Cour des
comptes ont été clôturées, la
maison d'accueil a été vendue et
l'administration centrale a
déménagé, une réorganisation du
personnel est intervenue et le
service aux ayants droit a été
amélioré.

13.03 Luc Sevenhans (Vlaams Belang): Mijnheer de minister, ik heb

meer dan het vermoeden dat het antwoord is geschreven door de
leidend ambtenaar zelf, met dank voor zijn antwoord. Beter laat dan
nooit, mijnheer de minister.

Ik heb ook begrepen dat er geen enkel gevolg voor het personeel uit
zou kunnen voortvloeien en daar is het mij om te doen. Ik ben
gematigd tevreden met het antwoord. Ze zullen beseffen dat ik hen in
de gaten houd.

13.03 Luc Sevenhans (Vlaams

Belang): Je me réjouis du fait qu'il
ne devrait pas y avoir de
conséquences néfastes pour le
personnel mais je reste toutefois
vigilant.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos

14 Vraag van de heer Luc Sevenhans aan de minister van Landsverdediging over "de organieke

structuur van de Marinecomponent" (nr. 10489)

14 Question de M. Luc Sevenhans au ministre de la Défense sur "la structure organique de la

composante 'Marine'" (n° 10489)

14.01 Luc Sevenhans (Vlaams Belang): Mijnheer de minister, u

herinnert zich dat ik op 8 februari jongstleden aankondigde dat ik van
plan was mijn vraag over de organieke structuur van de
Marinecomponent opnieuw in te dienen. Ik heb begrepen dat de
aanwezigheid van de admiraal toeval is. In ieder geval heet ik de
admiraal welkom.

Op de vraag over de functie van de commandant van deze

14.01 Luc Sevenhans (Vlaams

Belang): Le 1

février, je n'ai pas

obtenu de réponse satisfaisante à
ma question concernant le
commandant de la Composante
Marine.

Les structures organiques des

CRIV 51

COM 867

22/02/2006

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

component antwoordde u op 1 februari op uw klassieke ontwijkende
manier door naar de huidige titularissen van verschillende functies te
verwijzen. Ik neem aan dat u deze vraag verkeerd hebt begrepen. In
toepassing van mijn grondwettelijk recht uw beleid te controleren, stel
ik ze vandaag opnieuw met een andere hopelijk voor u duidelijkere
formulering, zodat u mijn echte beweegredenen zou kennen.

De organieke structuren van de krijgsmacht voorzien in de graad
GO3, flottieljeadmiraal, voor de commandant van de
Marinecomponent en in de graad GO2, generaal-majoor of
divisieadmiraal in de marine, voor de commandanten van alle andere
componenten, en dat benadruk ik.

Zoals u weet, voorziet de hiërarchie van de Belgische graden, volgens
artikel 8, § 1, van de wet van 1 maart 1958 betreffende het statuut van
de beroepsofficieren van de kijgsmacht, niet in de graad van
flottieljeadmiraal. Volgens mijn informatie wordt men in die graad
normaal aangesteld voor de duur van zijn opdracht, met andere
woorden tijdelijk.

Dat lijkt mij des te eigenaardiger, omdat de commandant van de
Marinecomponent zijn functie cumuleert met de functie van Deputy
Admiral Benelux. Daardoor heeft hij een belangrijke representatietaak
in het buitenland. Al geeft artikel 8, § 2, van de wet de mogelijkheid in
deze context een flottieljeadmiraal aan te stellen, mag dat artikel niet
worden gelezen als een impliciet verbod om een hogere graad voor
deze functie te voorzien.

Mijnheer de minister, uw beslissing de commandant van de
Marinecomponent niet op dezelfde voet te plaatsen als zijn collega's
van de andere componenten is dus geen toeval. Alleen is het gissen
naar de reële motieven daarvan.

In navolging op uw antwoorden op mijn schriftelijke vragen over de
omvang van de Staf Defensie brengt het analyseren van de organieke
structuur van de krijgsmacht aan het licht dat er nogal wat variaties
zijn in de programmering van de generaalsfuncties. Ik geef enkele
voorbeelden.

Tussendoor wil ik er toch op wijzen dat in deze commissie al een
aantal keren vragen werden gesteld over het aantal generaals. Ik heb
mij daar steeds tegen verzet. Ik heb geen probleem met het aantal
generaals. Ik vergelijk onze krijgsmacht graag met de Nederlandse. In
verhouding tot de Nederlandse krijgsmacht hebben wij te weinig
generaals. Met Duitsland valt de vergelijking dan misschien anders
uit.

Ik denk niet dat het probleem hem in het aantal zit, hoogstens in de
functies waarin ze worden tewerkgesteld. Ik geef enkele voorbeelden.
Bij DGHR is er 1 luitenant-generaal en 3 generaal-majoors voor een
totaal van 537 functies. Met andere woorden, er is daar 1 generaal
per 134 manschappen. Bij de ACOS STRAT is er 1 luitenant-generaal
en 2 generaal-majoors voor een totaal van 118 functies wat neerkomt
op 1 generaal per 39 manschappen. Bij IGM is er 1 generaal-majoor
voor amper 21 functies.

Er is duidelijk een grote discrepantie. Wellicht is hiervoor een logische
verklaring. Dit was ook de bedoeling van mijn vorige vraag. Hoe wordt

Forces armées prévoient le grade
d'amiral de flottille pour le
commandant de la Composante
Marine et le grade de général
major ou d'amiral de division pour
les commandants de toutes les
autres composantes.

La loi relative au statut des
officiers de carrière des forces
armées ne prévoit pas le grade
d'amiral de flottille. Ce grade n'est
normalement conféré que pour la
durée d'une mission.

Le commandant de la
Composante Marine cumule sa
fonction avec celle de Deputy
Admiral Benelux et est donc
investi d'une importante mission
de représentation à l'étranger.
Bien que la loi prévoie la possibilité
de désigner un amiral de flottille
dans ce contexte, elle n'interdit
pas explicitement l'attribution d'un
grade supérieur pour cette
fonction.

La décision du ministre de ne pas
placer le commandant de la
Composante Marine sur le même
pied que les autres commandants
n'est donc pas fortuite mais les
motifs réels restent flous.

Une analyse de la structure
organique des Forces armées
montre que la programmation des
fonctions de général a subi un
nombre important de
modifications.

Je ne suis pas de ceux qui
pensent que notre armée compte
un nombre excessif de généraux.
Ce n'est pas au niveau de leur
nombre que le bât blesse mais au
niveau des fonctions qu'ils sont
amenés à exercer. A la Direction
générale des ressources
humaines, il n'y a qu'un général
pour un effectif de 134 personnes.
Le rapport est d'un général pour
39 fonctions au département
ACOS STRAT, contre 1 pour 21
fonctions au service de l'IGM.

D'où vient cette discordance?

22/02/2006

CRIV 51

COM 867

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

die verdeling juist bepaald? Bestaan er lijsten of tabellen van? Dat
was mijn vraag en ik ga ze vandaag zo emotieloos mogelijk opnieuw
stellen. Wat zijn de criteria die gehanteerd worden om in een
luitenant-generaal of een generaal-majoor voor een bepaalde functie
in de organieke structuren van de krijgsmacht te voorzien? Dit is mijn
uitgangspositie maar ik had net zo goed de medische dienst kunnen
gebruiken. Deze dienst is echter reeds uitgebreid aan bod gekomen
en daarom heb ik de marinecomponent genomen. Wat zijn de juiste
criteria? Met op voorhand dank voor uw antwoord.

Comment le partage est-il
effectué? Quels critères sont
retenus pour affecter un général à
telle ou telle fonction?

14.02 André Flahaut, ministre: Madame la présidente, l'organisation

interne d'un département ministériel ne fait pas l'objet de débats
parlementaires.

14.02 Minister André Flahaut: De

interne organisatie van een
departement wordt in het
Parlement niet besproken.

14.03 Luc Sevenhans (Vlaams Belang): Waarop baseert de minister

zich?

14.03 Luc Sevenhans (Vlaams

Belang): Sur quoi le ministre se
base-t-il ?

14.04 André Flahaut, ministre: Je me base sur la réglementation et

sur le fait que je n'ai pas à vous répondre au sujet des critères
retenus par l'état-major pour désigner telle ou telle personne à tel ou
tel endroit. Cela fait partie d'évaluations permanentes. Il n'y a pas à
donner d'appréciation sur ce sujet au Parlement.

14.04 Minister André Flahaut: Ik

baseer me op de regelgeving. De
criteria die de Staf hanteert,
worden permanent geëvalueerd.

14.05 Luc Sevenhans (Vlaams Belang): Mijnheer de minister, in het

verleden zijn al vragen gesteld over het aantal generaals en dan bent
u daar wel op ingegaan. Het is dus duidelijk dat de vraagsteller u het
antwoord in de mond legt. Dat vind ik dan spijtig. Ik zal u een lijstje
geven van gelijke vragen in andere commissies over gelijkaardige
functies.

14.05 Luc Sevenhans (Vlaams

Belang): Le ministre a pourtant
déjà répondu par le passé à des
questions concernant le nombre
de généraux.

14.06 André Flahaut, ministre: Monsieur Sevenhans, j'estime que

vous dépassez certaines limites. Dorénavant, je vous répondrai juste
ce qu'il faut, ni plus, ni moins!

14.06 Minister André Flahaut: De

heer Sevenhans gaat echt te ver.
Voortaan zal ik hem enkel het
hoogstnodige antwoorden.

14.07 Luc Sevenhans (Vlaams Belang): Daar zou ik best tevreden

mee zijn, als u dat zou doen, als u het nodige zou antwoorden. Dat
zou een doorbraak zijn, mijnheer de minister!

14.07 Luc Sevenhans (Vlaams

Belang): Voilà qui serait un
véritable tournant.

14.08 André Flahaut, ministre: Les réponses que je vous donne

sont les réponses convenables. Si elles ne vous plaisent pas, cela
m'indiffère. Ce sont mes réponses, il faut les prendre ainsi. Si vous
voulez les communiquer ou continuer vos enquêtes, vous continuez.
Je suis très calme, très zen. Une fois, je suis calme, une fois, je ne le
suis pas. Aujourd'hui, je suis très calme et tout sourire, mais je peux
dire à quelqu'un qu'il m'emmerde!

14.08 Minister André Flahaut:

Het staat u vrij uw onderzoek voort
te zetten wanneer mijn
antwoorden u niet bevallen.
Vandaag ben ik heel kalm, maar ik
mag iemand zeggen dat hij mij de
keel uithangt!

14.09 Luc Sevenhans (Vlaams Belang): Mijnheer de minister, ik

apprecieer uw kalmte. Toen u binnenkwam, heb ik onmiddellijk gezien
dat u zeer kalm was. Ik apprecieer dat.

14.10 André Flahaut, ministre: Je n'ai pas à vous donner

d'explications. Les procédures de mise en place et d'évaluation sont
faites par l'état-major, par la structure elle-même. Et donc, en clair,
cela arrive à un certain moment avec des propositions qui sont faites
par l'état-major et puis c'est tout. Vous comparez avec l'armée

14.10 Minister André Flahaut: Ik

moet hierover geen
verantwoording afleggen. De
benoemings- en evaluatie-
procedures worden door de

CRIV 51

COM 867

22/02/2006

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

hollandaise. L'armée hollandaise est une chose, l'armée allemande
est une autre chose, l'armée française idem. La seule chose que je
peux vous dire, c'est que ces armées-là regardent aujourd'hui ce que
nous faisons en Belgique pour se transformer. C'est ce que je
constate.

S'il y a, je l'ai déjà dit à plusieurs reprises, des gens qui, à l'intérieur
de la structure, n'ont pas les étoiles pour leur permettre de parader
dans les cocktails, c'est leur problème. Moi, je préfère faire la
promotion de gens, et je ne savais qu'il serait là de toute façon, qui
travaillent et qui sont compétents pour diriger les structures. Ca, c'est
ma politique. Indépendamment de l'appartenance linguistique ou
politique. Quelqu'un de compétent, oui. Mais, pour le reste, il y a
toujours des gens qui effectivement, à un certain moment, ont fait des
plans de carrière et c'était en 99. J'ai découvert des personnes qui
m'ont engueulé, parce qu'on ne les avait pas désignées comme
général. Et j'ai dit: pourquoi? Parce qu'on m'avait dit que je serais
général. J'ai dit: qui vous a dit ça? Dans mon corps, dans mon arme,
on m'avait dit que si j'étais chef là-bas, je deviendrais chef là-bas, puis
je serais chef là-bas, etc. J'ai dit: ceux qui vous ont dit cela n'ont pas
le pouvoir de désigner, de décider. Dans ces conditions, vous vous
êtes fiés à des promesses qui vous ont été faites par des gens qui
n'avaient pas à les faire.

Mais, les procédures, croyez-moi, elles sont très précises. D'ailleurs,
même la Fonction publique fédérale s'en inspire. Au moment où on a
discuté des formations, des évaluations, au niveau de la Fonction
publique fédérale, les gens de Copernic sont venus voir. Ils ont dit que
finalement, au niveau de la Défense, c'était beaucoup plus précis,
beaucoup plus sévère, beaucoup plus contraignant et beaucoup plus
permanent que dans la Fonction publique. Donc, ce système-là, il
fonctionne et il aboutit à des décisions qui jusqu'à présent ne sont pas
contestables. Moi, je n'ai pas à me plaindre des personnes qui sont
au plus haut degré de la hiérarchie. Et si Somers a plus d'étoiles que
Robyns et qu'il a plus de personnel que lui, c'est parce que Robyns a,
dans l'opérationalité, quelques centaines de personnes et des
frégates alors que l'autre doit gérer les 42.000 dossiers qui existent au
sein de la Défense. Si De Winter a trois étoiles et plus de personnel,
c'est parce qu'il a dû mettre en oeuvre l'aboutissement de tous les
projets d'achats et d'acquisitions militaires.

C'est ainsi.

Il faut aussi sortir de la logique des TO, ces tableaux organiques
figés, qui font que quelqu'un de compétent, qui réussit des examens
dans sa formation de major à Safraanberg, s'entend proposer d'aller
travailler à Bruxelles à cause d'une inscription sur le TO. On n'agit
plus ainsi: si quelqu'un est utile à Safraanberg, qu'il est spécialiste en
matériaux composites, il y restera, même s'il est investi d'un grade
supérieur.

Ces techniques ont changé. Il se peut qu'à Safraanberg, quelqu'un
attendait la place de celui qui aurait dû partir une fois formé. Des
spéculations avaient lieu. Aujourd'hui, on essaie de juger les
personnes comme des individus, en tenant compte de leur passé.

Robyns a géré le centre opérationnel et est venu expliquer les
opérations. Aujourd'hui, il vient d'être désigné et la première chose

Generale Staf opgesteld.

Ik bevorder liever mensen die
werken en bekwaam zijn,
ongeacht hun moedertaal en
politieke overtuiging. In het
verleden werden promoties
beloofd door mensen die niet
bevoegd waren om dergelijke
beslissingen te nemen en dat is de
reden waarom die beloftes niet
werden gehouden. De procedures
zijn duidelijk. Het systeem werkt
en leidt tot onbetwistbare
beslissingen. Ik kan niet klagen
over de mensen die bovenaan de
hiërarchische ladder staan. En het
aantal sterren dat ze hebben
verwijst naar hun
verantwoordelijkheid.

Men moet ook de logica van de
vastgelegde organieke tabellen
durven verlaten. Met de overgang
naar een hogere graad hoeft niet
automatisch een verplaatsing
gepaard te gaan omdat iemand op
de organieke tabel istaat.

Bij de benoeming van Robyns
werd rekening gehouden met het
feit dat hij de manschappen ter
plaatse kent. Dat is voor mij van
belang. Ik heb geen behoefte aan
salongeneraals.

22/02/2006

CRIV 51

COM 867

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

que l'on fait, c'est mettre en opération une frégate dans le "Enduring
Freedom". J'ai au moins la certitude que la personne désignée suivra
correctement la mission. Quand j'ai pris Pochet comme chef de
cabinet, c'est parce qu'il était à l'époque le commandant des troupes
qui partaient pour la première fois en Afghanistan; il fallait avoir à
proximité quelqu'un qui connaisse les gars sur le terrain. Il est alors
parti à la Composante Terre, parce qu'il connaît bien les gens sur le
terrain, il vit avec eux, il connaît bien leurs problèmes.

C'est ce qui m'intéresse et je n'ai pas besoin de généraux de salon.
Ce n'est pas dans les cocktails, d'ailleurs je n'y vais pas, qu'on fait
l'armée. On y fait peut-être de la politique ou on essaie de la faire.
Mais moi je la fais sur le terrain avec les gens qui sont sur le terrain.

14.11 Luc Sevenhans (Vlaams Belang): Mijnheer de minister, ik

dank u voor uw antwoord. Als u enkele weken geleden diezelfde
poging had gedaan, had ik nu die vraag niet opnieuw moeten stellen.
Ik ben blij dat u zich toch hebt laten verleiden om een antwoord te
geven. Ik kan er mij ten dele in terugvinden. Het is toch een positieve
doorbraak, mijnheer de minister.

14.11 Luc Sevenhans (Vlaams

Belang): Si j'avais reçu cette
réponse il y a quelques jours, je
n'aurais pas dû reposer la
question.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 12.14 uur.
La réunion publique de commission est levée à 12.14 heures.