CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 864
CRIV 51 COM 864
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DE LA
J
USTICE
C
OMMISSIE VOOR DE
J
USTITIE
mardi
dinsdag
21-02-2006
21-02-2006
Après-midi
Namiddag
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE






























cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders ­ Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu inté-
gral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit des
interventions ; les annexes se trouvent dans une brochure
séparée (PLEN: couverture blanche; COM: couverture
saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken; de
bijlagen zijn in een aparte brochure opgenomen
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
Plenum
COM
réunion de commission
COM
Commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 864
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i

SOMMAIRE
INHOUD
Question de M. Claude Marinower à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "la
médiatisation des récentes actions judiciaires
menées dans le cadre des scandales de
corruption dans le monde du football" (n° 10451)
1
Vraag van de heer Claude Marinower aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
mediatisering van de recente gerechtelijke acties
naar aanleiding van het omkoopschandaal in het
voetbal" (nr. 10451)
1
Orateurs: Claude Marinower, Laurette
Onkelinx
, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers: Claude Marinower, Laurette
Onkelinx
, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de Mme Zoé Genot à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "les saisies
sur salaire et l'adaptation des montants en
fonction du nombre d'enfants à charge"
(n° 10267)
3
Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over
"loonbeslag en de aanpassing van de bedragen
naargelang van het aantal kinderen ten laste"
(nr. 10267)
3
Orateurs: Zoé Genot, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Zoé Genot, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Justitie
Question de Mme Zoé Genot à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "le droit au
procès équitable et à l'aide juridique de l'assuré
social" (n° 10292)
4
Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "het
recht van de sociaal verzekerde op een eerlijk
proces en op juridische bijstand" (nr. 10292)
4
Orateurs: Zoé Genot, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Zoé Genot, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Justitie
Question de M. Éric Massin à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "la formation
des magistrats de la chambre des mises en
accusation chargés du contrôle des méthodes
particulières de recherche" (n° 10441)
6
Vraag van de heer Éric Massin aan de vice-eerste
minister en minister van Justitie over "de opleiding
van de magistraten van de kamer van
inbeschuldigingstelling die instaan voor het
toezicht op de bijzondere opsporingsmethoden"
(nr. 10441)
6
Orateurs: Éric Massin, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Éric Massin, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Justitie
Question de Mme Greet van Gool à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "les
ouvriers portuaires détenus à Strasbourg"
(n° 10463)
7
Vraag van mevrouw Greet van Gool aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
havenarbeiders die in Straatsburg opgesloten
zijn" (nr. 10463)
7
Orateurs:
Greet van Gool, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers:
Greet van Gool, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de Mme Muriel Gerkens à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur
"l'organisme d'utilité publique Rodin, devenu
CREAA" (n° 10401)
9
Vraag van mevrouw Muriel Gerkens aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
stichting van openbaar nut Rodin, die nu het
CREAA is geworden" (nr. 10401)
9
Orateurs:
Muriel Gerkens, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers:
Muriel Gerkens, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de M. Guy Hove à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "les travaux
de rénovation nécessaires au tribunal de
commerce d'Audenarde" (n° 10421)
12
Vraag van de heer Guy Hove aan de vice-eerste
minister en minister van Justitie over "de
noodzakelijke herstellingswerken aan de
rechtbank van koophandel te Oudenaarde"
(nr. 10421)
12
Orateurs: Guy Hove, Laurette Onkelinx, vice-
première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Guy Hove, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Justitie
Question de M. Tony Van Parys à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "la
mise en oeuvre du plan Thémis" (n° 10459)
13
Vraag van de heer Tony Van Parys aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
uitvoering van het Themisplan" (nr. 10459)
13
21/02/2006
CRIV 51
COM 864
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
Orateurs:
Tony Van Parys, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers: Tony Van Parys, Laurette
Onkelinx
, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de M. Tony Van Parys à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur
"l'incendie qui s'est déclaré dans une annexe du
Palais de Justice de Bruxelles" (n° 10460)
17
Vraag van de heer Tony Van Parys aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
brand in het bijgebouw van het Brussels
Justitiepaleis" (nr. 10460)
17
Orateurs:
Tony Van Parys, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers: Tony Van Parys, Laurette
Onkelinx
, vice-eerste minister en minister van
Justitie
CRIV 51
COM 864
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DE LA JUSTICE
COMMISSIE VOOR DE JUSTITIE
du
MARDI
21
FÉVRIER
2006
Après-midi
______
van
DINSDAG
21
FEBRUARI
2006
Namiddag
______

De vergadering wordt geopend om 14.05 uur door mevrouw Martine Taelman, voorzitter.
La séance est ouverte à 14.05 heures par Mme Martine Taelman, présidente.
01 Vraag van de heer Claude Marinower aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
mediatisering van de recente gerechtelijke acties naar aanleiding van het omkoopschandaal in het
voetbal" (nr. 10451)
01 Question de M. Claude Marinower à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "la
médiatisation des récentes actions judiciaires menées dans le cadre des scandales de corruption
dans le monde du football" (n° 10451)
01.01 Claude Marinower (VLD): Mevrouw de voorzitter, mevrouw de
minister, vorige week (micro uitgeschakeld) op televisie zag. Ik weet
wel dat er een wisselwerking is tussen onderzoeken en pers en dat de
media te allen tijde maximale inlichtingen trachten te bekomen. Wat ik
vorige week heb gezien op televisie, is voor mij bijna een première.

In een onderzoek naar gokschandalen of corruptie in het voetbal,
staat de pers van bij de aanvang van een huiszoeking, bij het krieken
van de dag, op drie verschillende locaties waar huiszoekingen worden
uitgevoerd. Dit lijkt mij een schoolvoorbeeld van lekken bij een
onderzoek. Het Comité P heeft dezelfde dag nog beslist een
onderzoek naar die lekken te voeren. Ik stel geen vragen over het
Comité P, omdat ik mij uw antwoord al op voorhand kan voorstellen.
Ik bespaar dus u en mij die moeite.

Wat u wel aangaat, wat wel uw bevoegdheid is, zijn de lekken die
constant bij bepaalde onderzoeken gebeuren. Neem een arrest dat
gisteren door de Kamer van Inbeschuldigingstelling in Antwerpen
werd uitgesproken. Ik ken het dossier niet, noch de inhoud, wel de
omgeving van het dossier. Iedereen zegt nu dat men misschien toch
wel wat te hard werd aangepakt door de media, om drie jaar later
buiten vervolging te worden gesteld. Ook daar waren de lekken legio.
Wij weten allen hoe moeilijk het wordt om dossiers te behandelen
voor welk onderzoeksgerecht dan ook, wanneer er meer van het
dossier in de krant staat dan in het dossier zelf.

Mevrouw de minister, welke maatregelen kunnen worden getroffen
tegen dat permanent lekken uit dossiers? Het gaat nu zelfs niet meer
over bekentenissen die al dan niet zouden zijn afgelegd maar over de
onderzoeksdaden zelf. Waar zijn we mee bezig? Waar moet dit
eindigen? Graag uw standpunt daarover.

Voor zo ver u bekend, waarom zou dan uitgerekend in dit onderzoek
een onderzoek naar de lekken moeten gebeuren, terwijl dit in veel
gevoeligere dossiers waarin ook wordt gelekt, niet het geval is?
01.01 Claude Marinower (VLD):
La semaine dernière, nous avons
pu assister, par le canal de la
télévision, aux perquisitions
opérées dans le cadre du
scandale des paris dans le milieu
du football. C'est l'illustration quasi
parfaite de ce que constitue une
fuite
dans le cadre d'une
instruction judiciaire. Le Comité P
a dès lors ouvert une enquête le
jour-même.

Quelles mesures le ministre
compte-t-il prendre pour mettre fin
aux fuites observées
continuellement dans les enquêtes
judiciaires?
21/02/2006
CRIV 51
COM 864
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
01.02 Minister Laurette Onkelinx: Mijnheer Marinower, ik kan geen
antwoorden verschaffen op vragen omtrent de concrete inhoud van
een gerechtelijk dossier. Vragen omtrent de eigenlijke inhoud van een
gerechtelijk dossier komen toe aan de procureur des Konings. Deze
staat in voor de communicatie in gerechtelijke dossiers. Er zijn
hieromtrent duidelijke bepalingen in onze wetgeving.

Het parket van Brussel beschikt over een goed uitgebouwde
persdienst die deze taak goed aankan. Het parket heeft omtrent dit
dossier een communicatiestop aangekondigd. Het parket is daartoe
gerechtigd en het is de volle verantwoordelijkheid van de procureur
des Konings om te oordelen over de redenen en over de duurtijd van
de maatregel. Dit soort tijdelijke maatregelen wordt in het algemeen
genomen om het onderzoek niet te schaden.

In die omstandigheden is het des te meer te betreuren dat er van
waar dan ook lekken zijn naar de pers omtrent plaats en tijdstip van
sommige gerechtelijke acties. Ik kan alleen hopen dat deze lekken
geen onherroepelijke schade toebrengen, noch aan het onderzoek
zelf, noch aan de reputatie van de personen die in het dossier worden
genoemd en die onschuldig tot bewijs van het tegendeel door de
rechtbank. Het zal evenwel finaal de rechtbank zijn die moet bepalen
welke de gevolgen zijn voor het gerechtelijk onderzoek.

Ik heb vernomen, zoals u heeft meegedeeld, dat er terzake trouwens
een onderzoek is opgestart door het Comité P naar de bron van deze
schendingen van het geheim van het onderzoek. Dat valt onder de
verantwoordelijkheid van het Comité P. Ik hoop dat dit onderzoek de
verantwoordelijken voor deze lekken kan aanduiden opdat nadien de
gepaste maatregelen ­ strafrechtelijke en/of disciplinaire ­ zouden
kunnen worden genomen.
01.02
Laurette Onkelinx,
ministre: Le procureur du Roi, et
lui seul, est en charge de la
communication concernant les
dossiers judiciaires. La législation
est claire à cet égard. Dans ce
dossier, le parquet a décrété un
embargo sur la communication. Il
appartient au procureur de juger
de l'opportunité et de la durée
d'une telle mesure. Des mesures
temporaires de ce type sont
généralement prises pour éviter de
nuire à l'instruction. Il est d'autant
plus regrettable, dans ces
circonstances, que des fuites aient
été organisées vers la presse
concernant le lieu et l'heure à
laquelle étaient prévues des
actions judiciaires.

Il faut espérer que ces fuites
n'auront pas entraîné des
dommages irrémédiables, ni pour
l'enquête, ni pour la réputation des
intéressés, qui sont innocents
jusqu'à preuve du contraire.

Le juge devra en définitive évaluer
les dommages pour l'enquête.

Le Comité P a ouvert une enquête
sur l'origine de l'information.
J'espère que cette enquête
permettra d'identifier les auteurs
de la fuite et que des sanctions
pénales ou disciplinaires pourront
être prises.
01.03 Claude Marinower (VLD): Ik hou het heel kort, mevrouw de
minister. Het enige wat ik me afvraag is wanneer het parket de
informatiestop heeft afgekondigd. Was dat voor de huiszoekingen die
op televisie te zien waren, of daarna? Indien het daarvoor was, is het
nog des te erger. Indien het daarna was, was het meer dan tijd.

Het tweede dat ik u wil zeggen ­ en dat is wat me in feite bezighoudt ­
is het volgende. Het gaat hier nu om een voetbalschandaal en ik weet
niet of voetbal veel mensen bezighoudt, maar als we het over veel
gevoeligere onderwerpen zouden hebben, dan zouden toch vragen
rijzen bij de methode die hierin gebruikt is en die blijvend gebruikt
wordt. Nadat die huiszoeking bijna rechtstreeks op televisie te zien
was, lazen we iedere dag de bekentenissen die links en rechts
zouden zijn afgelegd. Ik vraag me af waarom de ondervragingen niet
in een of ander perslokaal worden gehouden, want dat zou de zaak
voor iedereen vergemakkelijken.
01.03 Claude Marinower (VLD):
Je me demande si l'embargo sur
la communication a été décrété
avant ou après les perquisitions.
Quoi qu'il en soit, mises en oeuvre
dans des dossiers plus délicats,
ces méthodes pourraient avoir des
conséquences très importantes.
01.04 Laurette Onkelinx, ministre: Madame la présidente, je suis 01.04 Minister Laurette
CRIV 51
COM 864
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
d'accord avec M. Marinower, comme il l'aura compris. C'est vrai que
cela m'inquiète.

En effet, comme vous l'avez dit, le monde du football intéresse
énormément de personnes, mais pour d'autres dossiers qui
intéressent aussi bon nombre de personnes et mettent aussi en
question non seulement des fautes mais encore la sécurité de l'État,
on a pu constater, notamment lors de perquisitions, que les
journalistes étaient avertis en temps réel. Voilà qui pose un réel
problème.
Onkelinx: Ik deel uw bezorgdheid.
Ook in andere dossiers, waarbij
soms de veiligheid van de Staat in
het gedrang kwam, werden
journalisten "in real time"
verwittigd.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
02 Question de Mme Zoé Genot à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "les saisies
sur salaire et l'adaptation des montants en fonction du nombre d'enfants à charge" (n° 10267)
02 Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over
"loonbeslag en de aanpassing van de bedragen naargelang van het aantal kinderen ten laste"
(nr. 10267)
02.01 Zoé Genot (ECOLO): Madame la présidente, madame la
ministre, les saisies sur salaires sont limitées et les limites de ces
saisies font l'objet d'une adaptation annuelle. Ainsi, par exemple, en
2006, en dessous d'un salaire net de 907 euros, on ne peut rien
saisir; entre 907 et 974 euros, on peut saisir 20%; entre 974 et 1.075
euros, on peut saisir 30%, etc.

Il semblerait que ces différents montants devraient être augmentés de
56 euros par enfant à charge. Cette mesure aurait été annoncée
depuis des années et aurait été reportée en attendant que le
gouvernement donne la définition légale de "enfant à charge".

Or, cette définition a été donnée depuis un an maintenant, via deux
arrêtés royaux datés du 27 décembre 2004. Et pourtant, cette mesure
n'est toujours pas applicable car on attend encore les arrêtés
ministériels d'exécution.

Madame la ministre, pouvez-vous me dire pourquoi la situation est
ainsi bloquée? Sera-t-elle débloquée rapidement?
02.01 Zoé Genot (ECOLO):
Jarenlang werd de verhoging van
de grensbedragen voor loonbeslag
ten bedrage van 56 euro per kind
ten laste niet toegepast, bij gebrek
aan een wettelijke definitie van het
begrip "kind ten laste". Die definitie
werd gegeven door twee
koninklijke besluiten van 27
december 2004. Wanneer zullen
de uitvoeringsbesluiten worden
genomen, zodat die maatregel ook
kan worden toegepast?
02.02 Laurette Onkelinx, ministre: Madame la présidente, madame
Genot, après la publication des deux arrêtés royaux du
27 décembre 2004 auxquels vous faites référence, ainsi que la
consultation qui a été organisée à propos du projet de formulaire qui
doit être établi par arrêté ministériel, de très nombreuses observations
m'ont été transmises par les institutions qui seront chargées
d'appliquer cette réglementation.

Plusieurs de ces observations sont pertinentes et nécessitent des
adaptations. Celles-ci concernent essentiellement l'arrêté royal de
pouvoirs spéciaux qui détermine les règles de procédure et qui, entre-
temps, a été confirmé par la loi. C'est donc le Code judiciaire qu'il faut
modifier et non pas un arrêté royal.

Les observations ont été collectées et un projet de texte sera soumis
dans les jours qui viennent pour examen à un groupe de travail
multidisciplinaire. Je souhaite comme vous qu'une solution soit
trouvée dans les plus brefs délais à cette problématique et qu'il
02.02 Minister Laurette
Onkelinx: Na de publicatie van de
koninklijke besluiten en de
raadpleging over het
ontwerpformulier, kreeg ik heel
wat opmerkingen van de
instellingen die de regelgeving
moeten toepassen. Als gevolg
daarvan is een aantal
aanpassingen noodzakelijk, met
name op het stuk van de
procedure. Daartoe moet het
Gerechtelijk Wetboek worden
gewijzigd.

Ik wens dat dit probleem snel
wordt opgelost. Een werkgroep zal
zich binnenkort over een
21/02/2006
CRIV 51
COM 864
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
s'agisse d'une solution non pas temporaire, mais définitive.

Dès qu'un consensus aura été atteint sur ces aménagements, un
projet de loi sera soumis au gouvernement et déposé au parlement.

L'entrée en vigueur de la majoration des montants insaisissables
pourra alors avoir lieu immédiatement après la publication de la loi.
ontwerptekst buigen. Zodra over
de nodige aanpassingen een
consensus wordt bereikt, zal een
wetsontwerp worden ingediend.
Kort na de publicatie van de wet
zal de maatregel in werking
kunnen treden.
02.03 Zoé Genot (ECOLO): Madame la présidente, je me réjouis
d'entendre que le dossier fait l'objet d'un suivi et que des
consultations permettront d'avoir des textes aussi adaptés que
possible.

J'espère que le résultat de ces diverses consultations et les
adaptations nécessaires pourront déboucher au plus vite sur la mise
en oeuvre de la mesure, qui a un intérêt notable pour les familles avec
enfant(s).
02.03 Zoé Genot (ECOLO): We
zullen dit dossier blijven volgen. Ik
hoop dat hiermee vaart zal worden
gemaakt, want gezinnen met
kinderen hebben daar alle belang
bij.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
03 Question de Mme Zoé Genot à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "le droit au
procès équitable et à l'aide juridique de l'assuré social" (n° 10292)
03 Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "het recht
van de sociaal verzekerde op een eerlijk proces en op juridische bijstand" (nr. 10292)
03.01 Zoé Genot (ECOLO): Madame la présidente, madame la
ministre, ma question se base sur un cas concret mais cette situation
se présente assez régulièrement. Une dame s'est vu refuser les
allocations aux personnes handicapées. Elle saisit le tribunal du
travail qui désigne un médecin-expert et sollicite l'assistance d'un
médecin-conseil de son choix ainsi que l'assistance judiciaire
(gratuité) pour les frais et honoraires qui en découlent.

Le tribunal du travail demande à la Cour d'arbitrage de se prononcer
sur la conformité du Code judiciaire avec la Constitution (droit à l'aide
juridique) et avec un article de la Convention européenne des droits
de l'homme (droit au procès équitable). Le Code judiciaire n'a en effet
pas prévu la possibilité pour un assuré social qui ne dispose pas de
revenus suffisants d'obtenir la gratuité de l'assistance d'un médecin-
conseil dans le cadre d'un litige d'ordre médical portant sur des
prestations de sécurité sociale.

La Cour conclut à la violation de la Constitution et de la Convention
européenne des droits de l'homme. Elle rappelle pour ce faire que le
droit au procès équitable peut impliquer le droit à un conseil lorsqu'il
ressort des circonstances de l'affaire qu'il est très improbable que la
personne concernée puisse défendre utilement sa propre cause sans
cette aide. Ce droit doit également être garanti au cours de la
procédure d'expertise médicale, les conclusions de l'expert ayant une
influence déterminante sur la décision du juge. Donc, la partie qui ne
pourrait bénéficier de l'assistance d'un médecin-conseil au cours de
cette expertise pour des raisons financières est discriminée par
rapport à la partie qui en aurait les moyens. Cette différence de
traitement n'est en effet pas justifiable puisqu'elle est basée sur la
situation de fortune de l'intéressé.

Madame la ministre, j'imagine que vous êtes davantage au courant
03.01 Zoé Genot (ECOLO): Mijn
vraag is gebaseerd op een
concreet geval, maar die situatie
doet zich geregeld voor. Een dame
dient een aanvraag in voor een
tegemoetkoming aan
gehandicapten, maar die wordt
haar geweigerd. Zij maakt de zaak
aanhangig bij de arbeidsrechtbank
en vordert de aanwijzing van een
adviserend geneesheer en het
voordeel van de rechtsbijstand
voor de kosten en honoraria.

De rechtbank vraagt aan het
Arbitragehof om een uitspraak te
doen over de bestaanbaarheid van
het Gerechtelijk Wetboek ­ dat
niet voorziet in de gratis bijstand
van een adviserend geneesheer
voor de sociaal verzekerden die
niet over voldoende inkomsten
beschikken ­ met de Grondwet en
het Europees Verdrag ter
bescherming van de Rechten van
de Mens.

Het Hof besluit dat de Grondwet
en het Europees Verdrag in deze
worden geschonden. Het recht op
een eerlijk proces kan indien nodig
de bijstand van een raadsman
CRIV 51
COM 864
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
que moi de cette problématique. Quels sont vos projets en la matière
pour permettre cette accessibilité renforcée à la justice sur une base
égalitaire pour tous.
impliceren. Dat recht moet ook
worden gewaarborgd tijdens de
procedure van het medisch
deskundigenonderzoek. De partij
die tijdens die procedure om
financiële redenen niet de bijstand
van een adviserend geneesheer
kan genieten wordt dus
gediscrimineerd ten opzichte van
de partij die daar wel de middelen
toe heeft; Dat verschil in
behandeling kan niet worden
verantwoord.

Wat zal u ondernemen om ervoor
te zorgen dat eenieder een gelijke
toegang tot de justitie heeft?
03.02 Laurette Onkelinx, ministre: Madame la présidente, madame
Genot, il est vrai que l'arrêt qu'a rendu la Cour d'arbitrage le
26 octobre 2005 est fondamental dans la vision que j'ai de l'accès à la
justice. La plupart des praticiens savent pertinemment que, dans les
litiges d'ordre technique qui nécessitent une expertise, qu'elle soit
médicale, automobile ou de construction, la seule connaissance
juridique ne suffit plus. Il est nécessaire de recourir à un expert
spécialisé qui va intervenir aux côtés de l'avocat d'une partie pour
défendre sa position du point de vue de la technique.

Dans bien des cas, cette intervention est décisive. La Cour a
simplement affirmé cette évidence en relevant que le système actuel
de l'assistance judiciaire ne permettait pas à une partie dont les
ressources sont insuffisantes d'obtenir la désignation d'un conseiller
technique privé dont les frais et honoraires seraient pris en charge par
l'assistance judiciaire.

Même si la question posée à la Cour ne concernait que l'hypothèse
d'un médecin-conseil dans un litige relatif à la sécurité sociale, la
portée de l'arrêt peut être étendue à l'ensemble des hypothèses où un
expert judiciaire est désigné par un juge.

À la suite de l'arrêt de la Cour d'arbitrage, j'ai demandé à mon
administration de recueillir toutes les informations utiles pour estimer
le surcoût budgétaire que représenterait l'adoption d'une disposition
générale qui permettrait de désigner, sous couvert de l'assistance
judiciaire, un expert technique privé dans toutes les hypothèses où
une expertise judiciaire est ordonnée par un juge, également sous
couvert de l'assistance judiciaire. J'attends ces estimations.

Je suis tout à fait favorable au principe et nous verrons si ma
demande pourra être retenue lors du prochain contrôle budgétaire.
03.02 Minister Laurette
Onkelinx: Het arrest van het
Arbitragehof van 26 oktober 2005
is van fundamenteel belang voor
wat mijn visie op de toegang tot
het gerecht betreft. In de
geschillen van technische aard die
een deskundigenonderzoek
vereisen, volstaat de loutere
juridische kennis niet langer en
moet een beroep worden gedaan
op een technisch deskundige.

In tal van gevallen is dat optreden
van doorslaggevend belang. Het
Hof heeft aan dat vanzelfsprekend
gegeven herinnerd door erop te
wijzen dat een partij die over
onvoldoende middelen beschikt in
het huidige systeem geen
rechtsbijstand kan vragen voor het
inschakelen van een particuliere
technische raadsman

Ingevolge dat arrest heb ik mijn
administratie gelast de budgettaire
meerkosten te berekenen van een
algemene bepaling die de
mogelijkheid zou bieden om, in het
kader van de rechtsbijstand, een
technisch deskundige aan te
wijzen wanneer de rechter tot een
gerechtelijk onderzoek besluit. Ik
wacht op die berekeningen.

Ik ben daar in principe voorstander
van en we zullen afwachten of mijn
vraag bij de eerstvolgende
begrotingscontrole kan worden
behandeld.
21/02/2006
CRIV 51
COM 864
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
03.03 Zoé Genot (ECOLO): Madame la ministre, nous y serons donc
attentifs lors du prochain contrôle budgétaire.
03.03 Zoé Genot (ECOLO): Bij
die controle zullen we er dan ook
op terugkomen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
04 Question de M. Éric Massin à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "la formation
des magistrats de la chambre des mises en accusation chargés du contrôle des méthodes
particulières de recherche" (n° 10441)
04 Vraag van de heer Éric Massin aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
opleiding van de magistraten van de kamer van inbeschuldigingstelling die instaan voor het toezicht
op de bijzondere opsporingsmethoden" (nr. 10441)
04.01 Éric Massin (PS): Madame la présidente, madame la vice-
première ministre, la loi du 27 décembre 2005 portant des
modifications diverses au Code d'instruction criminelle et au Code
judiciaire en vue d'améliorer les modes d'investigation dans la lutte
contre le terrorisme et la criminalité organisée a été publiée au
Moniteur du 30 décembre 2005. Cette loi modifie substantiellement la
loi du 6 janvier 2003 concernant les méthodes particulières de
recherche et quelques autres méthodes d'enquête, notamment pour
la mettre en conformité avec l'arrêt rendu par la Cour d'arbitrage le
21 décembre 2004.

Dans ce contexte, il a donc été décidé de confier à la chambre des
mises en accusation le contrôle de la mise en oeuvre des méthodes
particulières de recherche et ce, comme le recommandait la Cour
d'arbitrage. Néanmoins, il apparaît indispensable que des garanties
importantes soient prévues pour assurer un bon examen devant la
chambre des mises en accusation.

Lors de la discussion générale de cette loi, vous avez précisé: "Tout
comme les juges d'instruction et les magistrats du parquet spécialisés
dans la mise en oeuvre des méthodes particulières, les trois
magistrats de la chambre des mises en accusation devront
nécessairement se spécialiser en ce domaine et recevront à cet effet
une formation dispensée par le Conseil supérieur de la Justice. Dans
la mesure où ce contrôle par une juridiction indépendante et
impartiale constitue la pierre angulaire de cette législation, il
m'apparaît important de sensibiliser les magistrats qui exerceront ce
contrôle."

Par conséquent, madame la ministre, pouvez-vous me dire si des
mesures seront prochainement prises afin d'assurer la formation des
magistrats chargés du contrôle de ces méthodes particulières?
04.01 Éric Massin (PS): Sinds de
inwerkingtreding van de wet van
27 december 2005 betreffende de
onderzoeksmethoden in de strijd
tegen het terrorisme en de
georganiseerde criminaliteit, houdt
de kamer van
inbeschuldigingstelling toezicht op
het gebruik van die methodes. Dat
toezicht zou echter met een aantal
waarborgen gepaard moeten
gaan.

Naar aanleiding van de algemene
bespreking van de wet, heeft u
erop gewezen dat de magistraten
van de kamer van
inbeschuldigingstelling zich in die
materie zouden moeten
specialiseren en dat de Hoge
Raad voor de Justitie voor hun
opleiding zou zorgen. Hoe staat
het met de opleiding van de
magistraten?
04.02 Laurette Onkelinx, ministre: Madame la présidente, lors des
travaux parlementaires consacrés à la loi portant des méthodes
particulières de recherche, j'avais pris l'engagement que les différents
magistrats puissent recevoir une formation appropriée, dispensée par
le Conseil supérieur de la Justice. Pour votre parfaite information, le
Conseil a rapidement organisé les formations, après qu'il eut été
contacté.

La première formation a été organisée à Bruxelles le 2 février dernier
et s'adressait à tous les magistrats du parquet spécialisés dans
04.02 Minister Laurette
Onkelinx: Tijdens de
parlementaire werkzaamheden ter
voorbereiding van die wet, heb ik
inderdaad beloofd dat de
magistraten een passende
opleiding zouden krijgen, die door
de Hoge Raad voor de Justitie zou
worden gegeven.
CRIV 51
COM 864
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
l'usage de ces méthodes particulières de recherche, aux magistrats
du siège relevant de la chambre des mises en accusation, mais aussi
aux magistrats qui traitent d'affaires correctionnelles, ainsi qu'aux
juges d'instruction.

Une deuxième formation a été dispensée le 10 février 2006 à Namur
et une troisième le sera demain à Anvers.

Le 15 juin 2006, une rencontre sera organisée entre les différents
magistrats intéressés par cette formation pour qu'ils puissent
échanger leurs expériences professionnelles quant à la mise en
oeuvre de la loi du 27 décembre dernier. Le programme de la
formation recouvre les différents aspects de la loi, à savoir
l'observation, l'infiltration, le recours aux indicateurs, mais également
toutes les autres techniques particulières de recherche.

Des exposés sont également consacrés au contrôle de légalité
effectué par la chambre des mises en accusation.

Les différents magistrats qui assurent cette formation relèvent du
parquet fédéral, des juges d'instruction ainsi que du siège.
De eerste opleiding werd op 2
februari jongstleden in Brussel
georganiseerd. Een tweede
opleiding vond plaats op 10
februari 2006 in Namen. Een
derde volgt op 22 februari in
Antwerpen.

Op 15 juni 2006 worden de
magistraten wie deze opleiding
aanbelangt, bijeengebracht, zodat
ze hun beroepservaringen kunnen
uitwisselen. Het opleidings-
programma behelst de
verschillende aspecten van de wet
(observatie, infiltratie, informanten-
werking) en alle andere bijzondere
opsporingstechnieken.

Daarnaast worden uiteenzettingen
gegeven over de wettigheidstoets
door de kamer van
inbeschuldigingstelling.

De magistraten die de opleiding
geven vallen onder het federaal
parket, de onderzoeksrechters en
de zetel.
04.03 Éric Massin (PS): Madame la vice-première ministre, je vous
remercie pour cette réponse.

Je constate avec beaucoup de plaisir la rapidité avec laquelle les
formations ont été mises sur pied. Il est effectivement très important
que les magistrats puissent appliquer la loi convenablement et qu'ils
prennent conscience des différents enjeux et des contrôles devant
être effectués. De même, il me semble très important d'assurer un
échange de vues sur les expériences entre les différents magistrats,
que ce soit le parquet, le juge d'instruction ou la chambre de contrôle.
En effet, certaines disparités apparaissent malgré tout, de temps à
autre. Sur ce point, les formations nous donnent la certitude d'une
uniformité d'application sur l'ensemble du territoire.
04.03 Éric Massin (PS): Ik ben
tevreden dat de opleidingen zo
snel worden georganiseerd. Het is
belangrijk dat de magistraten de
wet naar behoren kunnen
toepassen en zich bewust worden
van het belang en van de inhoud
van de controles. Ook de
uitwisseling van de ervaringen
tussen de magistraten valt toe te
juichen. Zo zullen de verschillen in
toepassing uit de weg kunnen
worden geruimd en zal kunnen
worden gezorgd voor een
eenvormige toepassing over het
hele grondgebied.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

Le président: La question n° 10349 de M Maingain est reportée.
05 Vraag van mevrouw Greet van Gool aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
havenarbeiders die in Straatsburg opgesloten zijn" (nr. 10463)
05 Question de Mme Greet van Gool à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "les
ouvriers portuaires détenus à Strasbourg" (n° 10463)
05.01 Greet van Gool (sp.a-spirit): Mevrouw de voorzitter, mevrouw
de minister, dit is een korte vraag, in navolging van een vraag die ik u
05.01 Greet van Gool (sp.a-
spirit): À la suite de la
21/02/2006
CRIV 51
COM 864
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
eerder heb gesteld.

Na de betoging tegen de havenrichtlijn begin januari, werden zeven
Belgische havenarbeiders en een Nederlandse havenarbeider die in
België woont, opgesloten in de Franse gevangenis. Twee
havenarbeiders zijn intussen vrijgelaten, maar de anderen zitten nog
altijd vast.

U hebt eerder al gezegd dat u die situatie op de voet volgt en dat u
ook onderzoekt of het mogelijk is dat betrokkenen hun
gevangenisstraf in België kunnen uitzitten.

Nadat wij vorige week vernamen dat de toestand in de Franse
gevangenissen veel te wensen overlaat, lijkt het me een zeer
gerechtvaardigde eis of vraag dat de betrokken personen hun
gevangenisstraf in België zouden kunnen uitzitten.

Mevrouw de minister, ik vernam dan ook graag van u wat de stand
van zaken is in dit dossier.
manifestation contre la directive
portuaire européenne en début
d'année, huit ouvriers portuaires
belges ont été incarcérés dans
une prison française. Six d'entre
eux sont toujours sous les verrous.
La ministre suivrait le dossier de
près et examinerait si les
travailleurs peuvent également
purger leur peine en Belgique. Où
en est ce dossier?
05.02 Minister Laurette Onkelinx: Mevrouw de voorzitter, op vrijdag
10 februari werden de eerste twee gedetineerde dokwerkers in
vrijheid gesteld. Er werden geen handboeien gebruikt tijdens hun
overbrenging naar België.

Er werd tevens bevestigd dat de gevangenis de aanvragen tot
overbrenging van de zes andere dokwerkers op 3 februari aan Parijs
overmaakte. Nu wordt gewacht op nieuws van het Franse ministerie
van Justitie.

Via officiële briefwisseling, aan de Franse onderhandelingspartner
verstuurd, heeft België al laten weten akkoord en bereid te zijn om
elke gedetineerde terug op te vangen na de procedure van
overbrenging.

Het dossier is dus in handen van de Franse overheid.

Op donderdagnamiddag 16 februari brachten de heer consul-generaal
in Straatsburg en zijn medewerkster een derde bezoek aan de
Belgische dokwerkers. Er werd een omslag met de Nederlandstalige
kranten van de voorbije week aan de sociaal assistente afgegeven.
De gevangenis stelde opnieuw een zaaltje ter beschikking, zodat het
gesprek, dat een goed uur in beslag nam, kon plaatsvinden met de
hele groep samen, zoals bij de vorige bezoeken.

De bezoeken vanuit België lijken regelmatig en verlopen meestal
zonder problemen. Meen heeft ook de indruk dat, wanneer mogelijk,
de gevangenisadministratie meewerkt en bezoekuren langer laat
duren of meer bezoeken toelaat dan voorgeschreven door het
reglement.

Een verschijning voor de strafuitvoeringsrechter is gepland voor
morgen, woensdag 22 februari. De uitspraak wordt verwacht op
vrijdag 24 februari. Na het resultaat van de zitting zal worden
overwogen welke procedurele stappen nog zullen moeten worden
ondernomen om alle havenarbeiders zo spoedig mogelijk naar België
over te brengen.
05.02
Laurette Onkelinx,
ministre: Le 10 février 2006, deux
débardeurs détenus ont été libérés
et ramenés en Belgique sans
menottes. Le ministère de la
Justice français examine à présent
si les six autres peuvent être
rapatriés en Belgique. Notre pays
a indiqué qu'il était prêt à accueillir
les six détenus.

Le 16 février, le consul général à
Strasbourg et sa collaboratrice ont
rendu visite aux débardeurs
détenus. Ceux-ci ont reçu des
journaux en néerlandais et une
petite salle a été mise à disposition
pour que le groupe puisse se
rencontrer. Les visites depuis la
Belgique se déroulent sans
difficulté et la prison fait même
preuve d'une souplesse accrue en
ce qui concerne le droit de visite.

Le 22 février, les débardeurs
paraîtront devant le juge de
l'application des peines et le
jugement devrait tomber deux
jours plus tard. Nous fixerons la
procédure à suivre pour le
rapatriement des intéressés vers
la Belgique après l'audience.
CRIV 51
COM 864
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
05.03 Greet van Gool (sp.a-spirit): Ik dank de minister voor haar
antwoord, waaruit inderdaad blijkt dat vanuit België nog steeds ervoor
wordt gezorgd dat de omstandigheden waarin de gevangenen moeten
verblijven, zo goed mogelijk zijn. Ik heb ook al contact gehad met
ouders van de betrokkenen. De verplaatsing naar ginder en het feit
dat hun kinderen in de gevangenis moeten verblijven, weegt natuurlijk
zwaar. Dat is niet alleen voor ouders, maar ook voor de betrokkenen
het geval.

Ik hoor verhalen waaruit blijkt dat de betrokkenen het er zeer moeilijk
en zeer zwaar mee hebben. Uit de getuigenis van een van de
personen die vorige week is vrijgelaten, blijkt dat hij nog steeds
slaapmiddelen moet nemen, omdat hij daaraan gewend is geraakt in
de Franse gevangenis.

Wij kunnen alleen maar hopen dat de uitspraak gunstig zal zijn, zodat
de betrokkenen overgebracht kunnen worden naar België om hier hun
straf uit te zitten. Ik zal het verder van nabij volgen en u eventueel na
vrijdag opnieuw een vraag hierover stellen.
05.03 Greet van Gool (sp.a-
spirit): La Belgique veille à ce que
les conditions de détention des
personnes incarcérées soient les
meilleures possibles. J'ai pris
contact avec les familles des
détenus. Il est évident que les
déplacements leur pèsent. Les
intéressés en souffrent également.
L'une des personnes libérées la
semaine dernière doit aujourd'hui
encore prendre des somnifères.
La seule chose que nous
puissions espérer est que le
verdict sera favorable, de sorte
que les intéressés puissent purger
leur peine en Belgique. Je
continue à suivre cette affaire et
nous y reviendrons éventuellement
après vendredi.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De voorzitter: Mevrouw van Gool, ik heb in mijn documenten nog een vraag over het afluisteren van
telefonische gesprekken door mensen met een visuele handicap. Ik neem aan dat ze per ongeluk ertussen
is geslopen?
05.04 Greet van Gool (sp.a-spirit): Het is een vraag voor de minister
van Binnenlandse Zaken. Ik hoop dat ze aan hem werd bezorgd, want
morgen is er een bijeenkomst van de commissie voor de
Binnenlandse Zaken.
06 Question de Mme Muriel Gerkens à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur
"l'organisme d'utilité publique Rodin, devenu CREAA" (n° 10401)
06 Vraag van mevrouw Muriel Gerkens aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
stichting van openbaar nut Rodin, die nu het CREAA is geworden" (nr. 10401)
06.01 Muriel Gerkens (ECOLO): Madame la présidente, madame la
ministre, après vous avoir interrogée le 7 février dernier à ce sujet, je
me permets de revenir sur votre position quant à la demande de
reconnaissance en tant qu'organisme d'utilité publique formulée par la
fondation Rodin, nouvelle ASBL issue de la fondation Rodin initiale.

Vous m'aviez alors répondu qu'avec l'avis du ministre Demotte et du
ministre des Finances, puisqu'il n'y avait pas de lien direct avec les
cigarettiers, vous ne voyiez pas de raison de refuser cette
reconnaissance, mais qu'il leur avait été conseillé de changer de nom
pour éviter la confusion entre leur fondation d'utilité publique et Rodin.
Le lendemain, à la lecture de l'article du journal "Le Soir" qui relate
cette affaire, je découvre qu'en fait, cette fondation Rodin a déjà
changé de nom et s'appelle CREAA. D'après ce que j'ai lu, elle serait
déjà reconnue en tant qu'organisme d'utilité publique.

J'ai consulté les annexes du Moniteur, mais je n'ai rien trouvé à ce
sujet. Peut-être ai-je mal regardé.

D'une part, est-ce exact que cet organisme est déjà reconnu en tant
06.01 Muriel Gerkens (ECOLO):
Op mijn vraag nr. 10038 van 7
februari betreffende het verzoek
van de Rodin Stichting om als
instelling van openbaar nut te
worden erkend, antwoordde u dat,
aangezien er geen enkel verband
met de tabaksindustrie bestaat, u
niet inzag waarom die erkenning
zou moeten worden geweigerd,
maar dat de Stichting het advies
had gekregen om van naam te
veranderen teneinde alle
mogelijke verwarring te
voorkomen.

De dag nadien las ik in de pers dat
de Stichting reeds van naam was
veranderd, ondertussen "CREAA"
heette en reeds als instelling van
21/02/2006
CRIV 51
COM 864
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
qu'organisme d'utilité publique et que son nom a déjà effectivement
été modifié? Était-ce déjà le cas au moment où vous m'avez
répondu? Si non, quelles sont les étapes à venir?

D'autre part, par les articles de journaux et les communiqués de
presse rédigés, notamment par la Coalition nationale contre le tabac,
des extraits d'avis et de rapports de l'OMS sont rendus publics et
l'OMS révèle que la fondation Rodin avait pour objectif principal le
sabotage du fonds public du contrôle du tabac, fonds que la ministre
de la Santé avait voulu mettre en place en août 2000, que son budget
a ainsi été réduit au bénéfice du fonds subventionné par les
cigarettiers; que ce sont donc les cigarettiers qui, d'une certaine
façon, maîtrisent les politiques de prévention et de lutte contre le
tabac en Belgique et que cela est contraire à la recommandation et à
la convention-cadre de l'OMS en matière de lutte antitabac.

J'ai déjà eu l'occasion de vous faire part de mon inquiétude du fait
qu'on permet aux cigarettiers d'accompagner des personnes en
situation d'assuétude et de faire des études sur ces assuétudes.

Je voudrais que vous me donniez votre analyse, en tant que ministre
de la Justice interpellée par la reconnaissance d'utilité publique, sur
ce rapport qui existe bel et bien entre les cigarettiers et le CREAA,
organisme d'utilité publique. Comment peut-on justifier le respect de
la convention-cadre et des règles de l'OMS qui exigent une
indépendance entre les moyens que les Etats engagent pour lutter
contre le tabac et l'industrie du tabac?
openbaar nut zou worden erkend.

Klopt dat? Was dat reeds het
geval toen u mijn vraag
beantwoordde? Zo neen, wat moet
er nog gebeuren?

Anderzijds heeft de WHO aan het
licht gebracht dat de Rodin
Stichting in de eerste plaats de
werking van het openbaar fonds
ter bestrijding van het
tabaksgebruik wilde ondermijnen.
De middelen van dat fonds werden
immers verminderd, ten voordele
van een fonds dat door de
tabaksindustrie wordt gefinancierd.
Op een bepaalde manier
beheersen zij dus het beleid
inzake de preventie en de
bestrijding van het tabaksgebruik
in België, wat indruist tegen de
kaderovereenkomst betreffende
de bestrijding van het
tabaksgebruik.
06.02 Laurette Onkelinx, ministre: Madame la présidente, il y a une
confusion terminologique. En effet, lors de la procédure introduite afin
d'obtenir la personnalité juridique, la fondation en voie de constitution
voulait utiliser la dénomination "Fondation Rodin". Toutefois, sur
proposition de mon administration et sur avis de mes collègues
Reynders et Demotte, il a été conseillé de modifier ladite
dénomination. La fondation a opté pour "Centre de Recherche,
d'Evaluation et d'Action sur les Assuétudes" (CREAA) et a obtenu la
personnalité juridique sous cette dénomination.

Les buts de la fondation susmentionnée correspondent, quant à eux,
au prescrit de l'article 27 alinéa 4 de la loi du 27 juin 1921 sur les
associations sans but lucratif, les fondations et les associations
internationales sans but lucratif et respectent les principes de la
convention-cadre de l'OMS pour la lutte anti-tabac ratifiée par la
Belgique le 1
er
novembre 2005. L'identité des personnes physiques ou
morales subventionnant la fondation n'entre pas en ligne de compte
dans le cadre de l'attribution de la personnalité.

Je suis d'avis que quelle que soit l'origine de ces fonds de
financement, la fondation doit bien entendu respecter ses statuts qui
correspondent au cadre de l'OMS. En cas de non-respect, elle risque
d'être dissoute sur la base de l'article 39 de la loi du 27 juin 1921. En
effet, l'article 39 prévoit une procédure de dissolution d'une fondation
pour diverses causes. Conformément à cet article, c'est au ministère
public qu'il appartient notamment de requérir la dissolution d'une
fondation en cas de contravention de celle-ci à la loi ou à l'ordre
public.

Si la fondation ne poursuit pas les buts pour lesquels elle a été créée,
06.02 Minister Laurette
Onkelinx: Er is sprake van een
terminologisch misverstand. De
stichting die wordt opgericht wilde
zichzelf Rodin Stichting noemen,
maar kreeg de raad die benaming
te wijzigen. Ze heeft uiteindelijk
rechtspersoonlijkheid verkregen
onder de naam "Centrum voor
Research, Evaluatie en Actie
betreffende Afhankelijkheids-
stoornissen" (CREAA).

Het oogmerk van de stichting
strookt met de vzw-wet en de
principes van de
kaderovereenkomst van de
Wereldgezondheidsorganisatie.

Met de identiteit van de
subsidiënten van de stichting
wordt geen rekening gehouden bij
de toekenning van de
rechtspersoonlijkheid.

In geval van niet-naleving van de
statuten kan de vzw op verzoek
van het openbaar ministerie
ontbonden worden.
CRIV 51
COM 864
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
le ministère public peut introduire cette requête en dissolution.
06.03 Muriel Gerkens (ECOLO): Madame la ministre, avez-vous la
date de parution au Moniteur belge?
06.03 Muriel Gerkens (ECOLO):
Weet u wanneer het in het
Belgisch Staatsblad verschijnt?
06.04 Laurette Onkelinx, ministre: Non, je vous la ferai parvenir.
06.04 Minister Laurette
Onkelinx: Ik zal u de datum
meedelen.
06.05 Muriel Gerkens (ECOLO): Madame la ministre, sans doute
l'identité et les fonds de subventions n'entrent-ils pas dans les critères
des organismes pour être reconnus d'utilité publique de manière
générale! Nous sommes cependant liés à des engagements qui
dépassent le cadre de reconnaissance ou non d'un organisme en tant
qu'organisme d'utilité publique. Nous sommes dans le contexte d'une
organisation mondiale en matière de santé et de lutte contre le tabac.

Parmi les missions que s'octroyait cet organisme CREAA - à cet
égard, il serait intéressent de revoir les statuts ­ figurent
l'accompagnement de ceux qui fument, de ceux qui boivent et
l'évaluation des actions que font sur le terrain les autres associations
de lutte contre le tabac. Ce sont des domaines d'action qui intéressent
de manière directe les cigarettiers qui, et on l'a vu dans leurs
pratiques aux USA et en Suisse lorsqu'on a découvert leurs
manoeuvres et qu'on les a obligés à publier toutes leurs informations
et données scientifiques sur leurs sites, vont tenter systématiquement
d'influencer les données scientifiques et l'opinion. Ils voudront repérer
les comportements susceptibles d'amener une personne à fumer et
comment elle va commencer à le faire.

Donc, comment peut-on se dire dans le cas présent, alors que ce
sont les mêmes personnes qui composent cet organisme, que tel
n'est pas leur objectif? Et vous n'aurez pas la possibilité, via les
missions, de juger s'ils respectent ou non les missions. Elles vont
effectuer des études et sans doute procéder à des évaluations et
s'exprimer sur les actions posées par d'autres. Donc, elles
respecteront leurs missions, mais ce qu'elles feront risque de servir
les intérêts des cigarettiers. La règle d'indépendance que nous avons
adoptée via la ratification de la convention-cadre de l'OMS en
novembre 2005, ne permet pas d'empêcher de déboucher sur la
dénomination d'utilité publique vu les critères de cette action-là mais
ce devrait être le cas dans le cadre de la lutte contre le tabac car en la
matière, on est en contradiction avec la ratification de la convention.

De votre réponse, je dois déduire que vous considérez ne posséder
aucun moyen d'action par rapport à ce sujet en lien avec la lutte
contre le tabac.
06.05 Muriel Gerkens (ECOLO):
Dit debat gaat verder dan het al
dan niet erkennen van een
stichting als instelling van
openbaar nut. Hier bevinden we
ons in een context van
internationale verbintenissen. In de
statuten van het CREAA staat dat
er studies over verslaving en
evaluaties van andere
antitabakverenigingen worden
uitgevoerd. Die werkzaamheden
belangen de sigarettenfabrikanten
aan. En de in de Verenigde Staten
opgedane ervaring leert dat
sigarettenfabrikanten systematisch
hebben geprobeerd de resultaten
van dergelijke studies te
beïnvloeden. Wat kunnen we doen
om zo'n beïnvloeding bij ons te
voorkomen? Conform de
onafhankelijkheidsclausule in de
kaderovereenkomst van de WHO
zou die stichting die dan wel van
openbaar nut mag zijn, niet erkend
mogen worden op het gebied van
de bestrijding van het
tabaksverbruik. Uit uw antwoord
leid ik af dat u van mening bent
dat u niet over de nodige
actiemiddelen beschikt om in die
zin op te treden.
06.06 Laurette Onkelinx, ministre: C'est cela. Ma compétence en
tant que ministre de la Justice ne me permet pas d'apprécier cette
opportunité telle que vous la décrivez.
06.06 Minister Laurette
Onkelinx: Ik beschik daartoe
inderdaad niet over de nodige
bevoegdheid.
06.07 Muriel Gerkens (ECOLO): Donc, c'est au ministre de la Santé
que je devrais demander si, dans le cadre de la lutte contre le tabac,
on peut autoriser des subventions à une telle organisation, permettre
son fonctionnement ou lui confier ce type de mission.
06.07 Muriel Gerkens (ECOLO):
Ik zal mij dus moeten wenden tot
de minister van Volksgezondheid.
21/02/2006
CRIV 51
COM 864
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
07 Vraag van de heer Guy Hove aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
noodzakelijke herstellingswerken aan de rechtbank van koophandel te Oudenaarde" (nr. 10421)
07 Question de M. Guy Hove à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "les travaux de
rénovation nécessaires au tribunal de commerce d'Audenarde" (n° 10421)
07.01 Guy Hove (VLD): Mevrouw de voorzitter, mevrouw de vice-
eerste minister, ik heb een gelijkaardige vraag gericht aan de minister
bevoegd voor infrastructuur en dus voor de Regie der Gebouwen. Ik
heb daarop vanochtend een antwoord gekregen.

Ik meen dat de aspecten veiligheid en werking van een rechtbank, die
door de omstandigheden of door een gebrekkige infrastructuur in het
gedrang dreigen te komen, toch wel onder uw bevoegdheid
ressorteren en dat u daarop kunt toezien.

Ik heb in de schriftelijke neerslag van mijn vraag heel duidelijk een
aantal problemen aangekaart met betrekking tot de infrastructuur.
Een eerste punt betreft het feit dat de lift zeer gebrekkig werkt. Het
komt vaak voor dat personeelsleden en rechtsonderhorigen
geblokkeerd zitten in die lift, wat zeker niet bevorderlijk is. Hoewel er
een telefoon aanwezig is in de lift, kan men enkel een binnendienst
bereiken en geen hersteldienst.

Ten tweede, ook de vensters zijn aan vernieuwing toe. Vaak moeten
ze worden gesloten met kleefband, aangezien ze anders steeds
openwaaien. Tot op heden zijn er nog geen dossiers verdwenen,
maar het spreekt voor zich dat bepaalde malafide personen zich op
die manier toch wel heel gemakkelijk toegang kunnen verschaffen tot
de lokalen.

Ten derde, alsof dat allemaal nog niet genoeg is, kampt de rechtbank
van koophandel ook nog met een probleem van waterinfiltratie met
alle gevolgen van dien. Het water valt immers niet alleen op dossiers,
maar ook op computers, printers en stopcontacten waardoor de
veiligheid van het griffiepersoneel ernstig in het gedrang komt.

Het is mij bekend dat de voorzitter van de rechtbank herhaaldelijk
brieven heeft geschreven waarin hij zijn beklag doet. Hij heeft daarvan
telkens de beheerder van het gebouw in kennis gesteld.

Mijn vraag is de volgende. Is de situatie u bekend? Indien ja, waarom
werden tot op heden nog geen herstellingswerken aangevat? Ik besef
dat een andere minister daartoe het initiatief moet nemen, maar welke
stappen zult of kunt u eventueel ondernemen, teneinde er zo snel
mogelijk voor te zorgen dat de nodige herstellingswerken worden
aangevat?
07.01 Guy Hove (VLD): J'ai déjà
posé cette question aujourd'hui en
commission des Finances. Si le
fonctionnement d'un tribunal est
mis en péril par une infrastructure
déficiente, j'estime néanmoins que
la ministre de la Justice est, elle
aussi, concernée par ce dossier.

Les infrastructures du tribunal de
commerce doivent être rénovées.
L'ascenseur est très défectueux.
Des personnes s'y retrouvent
régulièrement coincées, et ces
gens peuvent seulement appeler
un service extérieur, pas un
service de réparation. Les fenêtres
ne ferment pas bien et doivent être
maintenues fermées à l'aide de
papier collant. Il n'y a pas encore
eu de disparition de dossiers, mais
on facilite grandement le travail
d'éventuelles personnes mal
intentionnées. De plus, de l'eau
tombe sur des dossiers, des
ordinateurs, des imprimantes et
des prises de courant, ce qui est
évidemment très dangereux.

Le président du tribunal de
commerce a écrit plusieurs fois au
SPF Justice pour dénoncer cette
situation. La ministre est-elle au
courant? Pourquoi n'a-t-on pas
encore remédié à ces problèmes?
La ministre de la Justice peut-elle
faire quelque chose pour que l'on
procède aux réparations
nécessaires?
07.02 Minister Laurette Onkelinx: Mevrouw de voorzitter, in januari
2006 blijkt de voorzitter van de rechtbank van koophandel te
Oudenaarde in twee brieven aan de FOD Justitie melding te hebben
gemaakt van een aantal gebreken aan dit gebouw dat een federale
eigendom is en door de Regie der Gebouwen wordt beheerd.

Ik heb zelf voordien geen enkele melding gekregen van klachten
07.02
Laurette Onkelinx,
ministre: En janvier 2006, le
président du tribunal de commerce
d'Audenarde a signalé dans deux
courriers adressés au SPF Justice
une série de défauts présentés par
le bâtiment, qui est administré par
CRIV 51
COM 864
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
vanwege de rechtbank van koophandel te Oudenaarde. Nu werden
inderdaad liftproblemen, openwaaiende ramen, waterinsijpeling en
oplopende binnentemperaturen tijdens de zomerperiode
gesignaleerd.

De FOD Justitie heeft nog dezelfde maand de plaatselijke directie van
de Regie der Gebouwen op de hoogte gebracht van deze klachten en
heeft aangedrongen op het nemen van acties om deze gebreken te
verhelpen.

Het ligt niet binnen mijn bevoegdheid om dergelijke
herstellingswerken te laten uitvoeren. Tot op heden werd door de
Regie der Gebouwen nog niet gereageerd op het schrijven van de
FOD Justitie. Ik zal nu zelf het initiatief nemen om de voogdijminister,
mijn collega Reynders, te verzoeken spoedig tot de noodzakelijke
herstellingen over te gaan.

Maar misschien hebt u nu een aantal voorstellen van mijn collega.

Zoals hiervoor gezegd dient de Regie der Gebouwen zo spoedig
mogelijk de manifeste gebreken te verhelpen die dit onder haar
beheer staande gebouw vertoont.

Sinds enige tijd echter wordt ook geprospecteerd naar mogelijkheden
om verschillende diensten van Justitie waarvan de huisvesting in
Oudenaarde niet meer aan de eigentijdse kwaliteitsnormen voldoet, te
centraliseren op een nieuwe locatie. Dit onderzoek zal door de FOD
Justitie samen met de regie worden voortgezet en moet, wat mij
betreft, snel leiden naar een betere huisvesting van de gerechtelijke
diensten te Oudenaarde.
la Régie des Bâtiments. Des
problèmes d'ascenseurs, de
portes battant au vent,
d'infiltrations d'eau et de
températures excessives durant
l'été, ont été signalés. Je n'étais
pas au courant de ces problèmes
auparavant.

Le même mois, le SPFJustice a
informé la direction locale de la
Régie des Bâtiments et a insisté
auprès de celle-ci pour qu'il soit
remédié à ces défauts.

Il ne ressortit pas à ma
compétence de faire procéder aux
travaux de réparation. La Régie
des Bâtiments n'a pas encore
répondu au courrier du SPF
Justice. C'est pourquoi je
demanderai au ministre de tutelle,
M. Reynders, de s'occuper de ce
dossier. La Régie des Bâtiments
doit remédier dans les meilleurs
délais à ces défauts manifestes.

Un travail de prospection est mené
depuis quelque temps déjà pour
centraliser ailleurs les services de
la Justice d'Audenarde, dont les
bâtiments ne sont plus conformes
aux normes de qualité actuelles.
Le travail du SPF Justice et de la
Régie des Bâtiments doit donner
lieu à des résultats dans les
meilleurs délais.
07.03 Guy Hove (VLD): Mevrouw de minister, ik dank u voor uw
antwoord. Ik durf aannemen dat u de situatie in de toekomst verder
van nabij zult willen opvolgen.
07.03 Guy Hove (VLD): Je
suppose que la ministre reste
attentive à la situation.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De voorzitter: Dit is voorlopig de laatste vraag. Kan iemand mij zeggen of de heer Van Parys hier stipt om
15 uur zal zijn? Dan schors ik de vergadering tot 15 uur.

De vergadering wordt geschorst van 14.48 uur tot 15.10 uur.
La séance est suspendue de 14.48 heures à 15.10 heures.
08 Vraag van de heer Tony Van Parys aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
uitvoering van het Themisplan" (nr. 10459)
08 Question de M. Tony Van Parys à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "la mise en
oeuvre du plan Thémis" (n° 10459)
08.01 Tony Van Parys (CD&V): Mevrouw de voorzitter, mevrouw de
minister, neemt u het mij niet kwalijk, maar ik kon de bijeenkomst van
08.01 Tony Van Parys (CD&V):
Le plan Thémis a été annoncé en
21/02/2006
CRIV 51
COM 864
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
de begeleidingscommissie van het Comité I niet vroeger verlaten.

Mevrouw de minister, wat is de stand van zaken omtrent de uitvoering
van het Themisplan? In juni 2005 werd het Themisplan
aangekondigd. In het document dat toen werd voorgelegd, werd
meegedeeld dat vanaf 1 december 2005 pilootprojecten zouden
worden opgestart in Gent en in Charleroi. Bovendien zou op het
niveau van de Federale Overheidsdienst Justitie een directie
Modernisering van de Rechterlijke Organisatie worden opgericht. Ten
slotte zou er een begeleidingscommissie worden opgericht, die de
motor zou zijn van de hervorming.

Ten opzichte van uw voorstellen bleken grondwettelijke bezwaren te
bestaan, met name met betrekking tot het collegiaal beheer, waarbij
de zetel en het parket samen het beheer over het personeel, de
middelen en de logistiek in handen zouden hebben. Daartegen waren
er fundamentele bezwaren, omdat het een aantasting is van de
onafhankelijkheid van de zetel. Een tweede grondwettelijk bezwaar
was de beheersdirecteur die werd gezien als inmenging van de
uitvoerende macht in de rechterlijke macht. Dit zijn de zaken die
werden aangekondigd en de feiten, zoals ze zich in de loop van de
maanden hebben afgespeeld.

Werden de pilootprojecten inmiddels opgestart in Gent, Charleroi en
Bergen? Is de directie Modernisering van de Rechterlijke Organisatie
samengesteld? Wie maakt deel uit van de begeleidingscommissie die
de motor zou moeten zijn van het hele project? Zal het Themisplan
worden aangepast aan de grondwettelijke bezwaren met betrekking
tot het afzonderlijk beheer van de zetel en het parket en met
betrekking tot de positie van de beheerder-directeur?
juillet 2005. Les projets pilotes
auraient dû démarrer à Gand et à
Charleroi depuis le 1
er
décembre
2005. Une direction de la
Modernisation de l'Organisation
judiciaire aurait dû être créée au
sein du SPF Justice. Une
commission d'accompagnement,
qui devait être le moteur de toute
la réforme, aurait également dû
être instaurée.

Un certain nombre d'objections
d'ordre constitutionnel ont été
soulevées à l'encontre des
propositions de la ministre. La
gestion collégiale du personnel et
des moyens par le siège et le
parquet risquait de porter atteinte
à l'indépendance du siège. La
nomination d'un directeur de la
gestion a également été
considérée comme une immixtion
du pouvoir exécutif dans le pouvoir
judiciaire.

Les projets pilotes ont-ils démarré
depuis lors? La direction générale
de la Modernisation a-t-elle été
constituée? Qui fait partie de la
commission d'accompagnement?
Le plan Thémis a-t-il été modifié
en tenant compte des objections
d'ordre constitutionnel?
08.02 Minister Laurette Onkelinx: De door de regering oorspronkelijk
vooropgestelde timing kon niet worden nageleefd, gelet op het
belangrijk overleg dat werd ingericht. Alle organisaties van de
gerechtelijke actoren hebben zich kunnen uitspreken over de
bedoelingen van de regering inzake de decentralisatie van het beheer
van de rechtelijke orde. Het advies van de Hoge Raad voor de Justitie
werd pas op 28 november 2005 gegeven. Hierdoor was het moeilijk
om reeds vanaf de maand december met de acties in de proefsites te
beginnen.

Ik zal in de eerstvolgende weken de oprichtingsnota van het
Themisplan voorstellen. Na de beslissing van de regering zullen we
de acties in de proefsites concreet kunnen opstarten. In de loop van
dit jaar zal het in de eerste plaats gaan om informatie en opleiding en
het betrekken van de gerechtelijke overheden bij de opmaak van de
begroting 2007. Bovendien ben ik van plan het beheer van sommige
budgetten toe te vertrouwen aan lokale gerechtelijke overheden. Dat
beheer zal het voorwerp zijn van een discussie met hen. Ik heb
daarom aan mijn administratie gevraagd de besprekingen voor te
bereiden met de proefsites. Maar die besprekingen zullen pas kunnen
gebeuren na de goedkeuring van de oprichtingsnota door de regering.

We zullen werken met de budgetten van het departement. Voor 2006
08.02
Laurette Onkelinx,
ministre: Nous n'avons pas pu
respecter le calendrier fixé
initialement parce que nous avons
dû organiser une large
concertation. Toutes les
organisations et tous les acteurs
judiciaires ont eu l'occasion de se
prononcer sur la réforme. Le
Conseil supérieur de la Justice n'a
rendu son avis que le 28
novembre 2005 si bien que les
projets pilotes pouvaient
difficilement commencer dès le
mois de décembre.

Au cours des prochaines
semaines, je présenterai la note
organique du plan Thémis. Après
son approbation par le
gouvernement, les projets pilotes
pourront démarrer.
CRIV 51
COM 864
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
hebben we nog geen specifiek Themisbudget geïdentificeerd.

Wat de administratieve ondersteuning van het project betreft, in de
eerste nota hadden we gepland om een directie Modernisering van de
Rechterlijke Orde binnen het directoraat-generaal van de rechterlijke
orde op te richten. We moeten die piste verlaten om redenen die
verband houden met de detachering van zetelmagistraten.

Tijdens de regeringsbespreking zal ik de oprichting voorstellen van
een commissie voor de modernisering van de rechterlijke orde. Dat
voorstel zal gebeuren volgens het bestaande model van het
beheerscomité Phenix ofwel van de commissie voor de Bescherming
van de Persoonlijke Levenssfeer. Op die manier zal de
onafhankelijkheid van de magistraten die tijdelijk zullen worden
gedetacheerd, gevrijwaard zijn.

U hebt het begrepen: de commissieleden zullen pas gekozen worden
wanneer het wetsontwerp een wet is geworden die van kracht is. Als
de regering het voorontwerp van wet en de oprichtingsnota heeft
goedgekeurd, zal ik terugkomen op de opdrachten die de commissie
zullen worden toevertrouwd.

Voor het begeleidend comité van de gerechtelijke en para-
gerechtelijke partners zal de wettelijke grondslag ook in dit
wetsontwerp zijn ingeschreven. Het is de bedoeling om in dit comité
een ruime vertegenwoordiging van personen te verenigen die zowel
door deze organen, door de minister van Justitie als door de Hoge
Raad voor de Justitie zijn aangewezen.

Ik zal hierop ook later uitgebreider terugkomen wanneer de regering
een beslissing zal hebben genomen.
Dans le courant de cette année, il
s'agira essentiellement de donner
des informations et de dispenser
des formations. Les autorités
judiciaires seront associées à la
confection du budget 2007. En
outre, j'ai l'intention de confier la
gestion de certains budgets à des
autorités judiciaires locales. J'ai
demandé à mon administration de
préparer les négociations avec les
sites pilotes mais les tractations
elles-mêmes ne pourront avoir lieu
qu'après l'approbation de la note
organique par le gouvernement.

Pour 2006, il n'est pas prévu de
budget spécifique pour Thémis.
Nous travaillerons donc avec les
budgets du département.

Le projet nécessite un appui
administratif. D'après la première
note, nous avions prévu une
direction Modernisation au sein de
la direction générale de l'Ordre
judiciaire. À la suite du
détachement des magistrats du
siège, nous avons dû abandonner
cette piste. Au moment de la
discussion au sein du
gouvernement, je proposerai la
création d'une commission de
Modernisation de l'Ordre judiciaire.
Pour ce faire, nous nous baserons
sur le comité de gestion de Phenix
ou sur la commission pour la
protection de la vie privée. De
cette manière, l'indépendance des
magistrats temporairement
détachés sera garantie.

Les membres de la commission
ne seront choisis que lorsque le
projet de loi aura force de loi.
Quand le gouvernement aura
approuvé l'avant-projet et la note
relative à la création de la
commission, j'exposerai les
missions de cette dernière.

Cela vaut également pour le
comité d'accompagnement des
partenaires judiciaires et
parajudiciaires, dont le fondement
juridique sera également inscrit
dans ce projet de loi.
21/02/2006
CRIV 51
COM 864
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
08.03 Tony Van Parys (CD&V): Mevrouw de voorzitter, mevrouw de
vice-eerste minister, er zijn dus geen pilootprojecten. Er is op geen
enkel niveau enige vergadering geweest, niet in Gent, noch in Mons
en evenmin in Charleroi.
08.03 Tony Van Parys (CD&V): Il
n'y a donc pas de projets pilotes et
il n'y a pas eu non plus de
réunions à quelque niveau que ce
soit. En vérité, la ministre ne s'est
pas encore attaquée à ce dossier.
08.04 Laurette Onkelinx, ministre: Si, bien sûr! Des réunions
d'information ont évidemment eu lieu. Nous sommes prêts à
démarrer. Mais, comme la note Thémis va être modifiée en fonction
de la concertation - sinon, celle-ci ne servirait à rien -, le projet-pilote
commencera effectivement lorsque nous disposerons des nouvelles
lignes Thémis qui devront être adoptées par le gouvernement.
08.04 Minister Laurette
Onkelinx: Het spreekt vanzelf dat
er informatievergaderingen
gehouden werden. We zijn klaar
om te starten maar het
proefproject zal effectief beginnen
zodra we over de nieuwe
krachtlijnen van het Themisplan
beschikken. Die zullen, na overleg,
door de regering bepaald worden.
Waartoe zou anders dat overleg
dienen?
08.05 Tony Van Parys (CD&V): Ik wil nog eens herhalen dat er op
dit ogenblik geen pilootprojecten bestaan. Er is zelfs geen begin
gemaakt van de werking in de pilootprojecten en er is geen enkele
vergadering geweest op het niveau van de pilootprojecten.
08.06 Minister Laurette Onkelinx: Maar jawel.
08.07 Tony Van Parys (CD&V): Er is geen enkele vergadering
geweest op het niveau van de pilootprojecten.
08.08 Laurette Onkelinx, ministre: Mais si! Il y a évidemment eu des
réunions! Tout est prêt! Enfin, ce n'est pas grave!
08.09 Tony Van Parys (CD&V): Er is geen directie voor de
modernisering van de rechterlijke organisatie en er is geen
begeleidingscommissie. Het oorspronkelijke Themisplan heeft alleen
maar gediend als propaganda-instrument voor de regering. Het is
alleen maar nuttig geweest om de eerste minister toe te laten
daarover iets te kunnen zeggen in zijn State of the Union.
08.09 Tony Van Parys (CD&V):
Le Plan Thémis initial n'a donc
servi que d'instrument de
propagande pour le premier
ministre.
08.10 Laurette Onkelinx, ministre: Les foules en liesse se
demandent ce que devient le plan Thémis! D'ailleurs, à mon avis, ce
sera un thème qui émouvra les foules lors de la campagne électorale!

Evidemment, ce plan est lancé. Les sites pilotes sont prêts. Des
réunions ont déjà eu lieu. Et nous serons opérationnels dès que les
nouvelles lignes auront été définies par le gouvernement.
08.10 Minister
Laurette
Onkelinx: Dit thema zal de
bevolking niet onbewogen laten
tijdens de komende verkiezings-
campagne... Ik herhaal het: het
plan is gelanceerd, mijnheer Van
Parys, en wij zullen operationeel
zijn zodra de nieuwe regels door
de regering bepaald zullen zijn.
08.11 Tony Van Parys (CD&V): Mevrouw de voorzitter, ik apprecieer
ten volle de gedrevenheid van de minister die zo sterk in het
Themisplan gelooft dat zij verplicht werd een oprichtingsnota aan de
regering voor te leggen. Nogmaals, er bestaan geen pilootprojecten,
er is geen directie modernisering van de rechterlijke organisatie en er
is geen begeleidingscommissie. Er is alleen een
propagandamanoeuvre geweest. Nu gaat de minister naar de
regering met een zogenaamde oprichtingsnota waarin zij nota bene
08.11 Tony Van Parys (CD&V):
Je salue l'habileté de la ministre
mais elle n'est actuellement nulle
part. Il n'y a pas de projets pilotes,
pas de direction de la
Modernisation ni de commission
d'accompagnement. La ministre
va se présenter devant le
CRIV 51
COM 864
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
fundamenteel andere voorstellen zal doen dan de voorstellen die de
basis vormden in de oorspronkelijke nota, met name ingevolge de
grondwettelijke bezwaren van de magistratuur. Men zal dus nu,
gelukkig maar, voorstellen dat het beheer geen collegiaal beheer zou
zijn van de zetel en het parket, maar een gescheiden beheer tussen
het parket en de zetel.

De gemaakte opmerkingen waren dus volkomen terecht. Ik hoop dat
wij in de toekomst de juiste weg opgaan met het Themisplan. Ik kan
alleszins niet aanvaarden dat wij met dit dossier dezelfde weg zouden
opgaan inzake de vragen en interpellaties als met het dossier van de
instellingen voor de geïnterneerden, waar er op het moment van de
vraag geen antwoord komt en er enkele dagen heel concrete
beslissingen worden genomen.

Wij staan dus nergens. Wij moeten herbeginnen en gelukkig maar,
want het trok eigenlijk op niets.
gouvernement munie d'une note
qui diffère fondamentalement de la
note originale.

Fort heureusement, on propose à
présent une gestion séparée entre
le parquet et le siège. Nos
observations étaient donc
fondées. J'espère que nous
serons informés en temps
opportun, et correctement, sur ce
qu'il adviendra du plan Thémis.
Rien n'est encore fait. Nous
devons recommencer et c'est fort
heureux, car ce qui existait ne
représentait rien.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09 Vraag van de heer Tony Van Parys aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
brand in het bijgebouw van het Brussels Justitiepaleis" (nr. 10460)
09 Question de M. Tony Van Parys à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "l'incendie
qui s'est déclaré dans une annexe du Palais de Justice de Bruxelles" (n° 10460)
09.01 Tony Van Parys (CD&V): Ik zal een nieuwe poging doen,
mevrouw de voorzitter.

Mevrouw de vice-premier, u hebt de brand in het bijgebouw van het
gerechtsgebouw van Brussel van september 2005 terecht
gekwalificeerd als een aanslag op de justitie. We zijn nu toch al een
heel eind verder, februari 2006. Ik meen dat wij het in ons land aan
onszelf verplicht zijn dat de feiten snel opgehelderd worden en dat er
klaarheid komt over de vraag hoe dergelijke feiten hebben kunnen
plaatsgrijpen.

Omdat het dossier zo belangrijk is ­ het gaat om kabinetten van
onderzoeksrechters met belangrijke dossiers die in brand worden
gestoken ­ is mijn vraag dan ook of er een spoor is van de daders.
Zijn er tot op dit ogenblik aanhoudingen verricht? Werden er personen
in verdenking gesteld?

Vooral, heeft de minister een administratief onderzoek ingesteld naar
de oorzaak van de disfuncties in de beveiliging, die zijn vastgesteld?
Waarom werkten de beveiligingscamera's niet en sinds wanneer
werkten ze niet? Was de procureur des Konings hiervan op de
hoogte? Welke maatregelen heeft de procureur genomen? Wat zijn
de conclusies van de minister uit het administratief onderzoek en
welke maatregelen zal zij daaromtrent nemen?
09.01 Tony Van Parys (CD&V):
L'incendie qui a éclaté dans
l'annexe du Palais de Justice de
Bruxelles doit être élucidé.

Est-on sur la piste des auteurs? A-
t-il été procédé à des arrestations?
La ministre a-t-elle ordonné une
enquête sur les défaillances de la
sécurisation du bâtiment?
Pourquoi les caméras ne
fonctionnaient-elles pas? Le
procureur du Roi était-il au
courant de cette défectuosité?
Quelles mesures a-t-il prises?
Quelles sont les conclusions de
l'enquête administrative?
09.02 Laurette Onkelinx, ministre: Madame la présidente, je me
suis renseignée auprès du procureur général quant à l'état
d'avancement de l'enquête judiciaire. Comme vous le savez, elle n'est
pas terminée et je ne peux, dès lors, pas vous communiquer
d'informations pertinentes à ce propos. L'enquête administrative sur la
cause éventuelle des dysfonctionnements dans la surveillance n'est
pas terminée non plus. Je peux uniquement vous dire que des
09.02 Minister Laurette
Onkelinx: Het gerechtelijk
onderzoek is nog niet afgerond en
het administratief evenmin.
Tussen de procureur-generaal, de
heer Jacques De Lentdecker, en
het directoraat-generaal
21/02/2006
CRIV 51
COM 864
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
échanges de courriers ont eu lieu entre M. le procureur général De
Lentdecker et la direction générale de l'organisation judiciaire de mon
administration, notamment en ce qui concerne l'utilisation ou la non-
utilisation du système de vidéosurveillance et sa mise hors service.

Ces documents, ces échanges de courriers, font bien entendu l'objet
de l'enquête elle-même. Le dernier courrier que j'ai en mains, adressé
par le procureur général à l'attention de M. Cheruy a été adressé le 8
décembre dernier directement au SPF. Cette réponse est examinée
dans le cadre de l'enquête administrative. Il ne serait pas positif que je
vous révèle les arguments du procureur général sur le système de
surveillance, tant que l'enquête administrative n'est pas terminée. Cet
échange a bien eu lieu, un examen des arguments du procureur
général est en cours ainsi qu'une enquête administrative, en plus de
l'enquête judiciaire.
Rechterlijke Orde van mijn
departement werd een
briefwisseling gevoerd over het al
dan niet gebruiken van
camerabewaking en de
uitschakeling van dergelijke
systemen. Het onderzoek slaat op
die documenten en de recentste
brief waarover ik beschik, werd op
8 december jongstleden door de
heer De Lentdecker aan de FOD,
meer bepaald aan de heer Claude
Cheruy, gericht. Het is niet
aangewezen dat ik u thans de
argumenten van de heer De
Lentdecker, procureur-generaal,
meedeel.
09.03 Tony Van Parys (CD&V): Ik dank de minister van Justitie voor
het antwoord. Ik zal daar te gelegener tijd op terugkomen omdat het
dossier te belangrijk is en omdat ik geloof dat er enige druk moet zijn,
zeker op het administratief onderzoek. Het is interessant vast te
stellen dat het onderzoek zich bevindt op het niveau van het parket-
generaal en dat procureur-generaal De Lentdecker daaromtrent een
briefwisseling voert met onder meer de FOD Justitie, wat dus
alleszins aantoont dat het onderzoek op het hoogste niveau gebeurt.

U weet uiteraard dat als het dossier op het niveau van het parket-
generaal wordt behandeld, dit een heel interessant gegeven is voor
de wijze waarop het onderzoek verloopt. Ik zal daar binnen een paar
weken op terugkomen, mevrouw de minister, omdat wij ons deze
zware feiten niet kunnen permitteren en omdat de elementen die
ervan de oorzaak kunnen zijn, bijzonder belangrijk zijn.
09.03 Tony Van Parys (CD&V):
Je reviendrai sur cette affaire. Ce
dossier est beaucoup trop
important, comme en témoigne le
fait que l'enquête soit menée au
plus haut niveau.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De bespreking van de vragen en interpellaties eindigt om 15.27 uur.
La discussion des questions et interpellations se termine à 15.27 heures.