IC862_FIN.doc

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

cdH

centre démocrate Humaniste

CD&V

Christen-Democratisch en Vlaams

ECOLO

Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales

Front National

Mouvement réformateur

N-VA

Nieuw-Vlaamse Alliantie

Parti socialiste

sp.a-spirit

Socialistische Partij Anders Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht

Vlaams Belang

VLD

Vlaamse Liberalen en Democraten

Abréviations dans la numérotation des publications :

Afkortingen bij de nummering van de publicaties :

DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de

base et du n° consécutif

DOC 51 0000/000

Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer

QRVA

Questions et Réponses écrites

QRVA

Schriftelijke Vragen en Antwoorden

CRIV

version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV

voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)

CRABV

Compte Rendu Analytique (couverture bleue)

CRABV

Beknopt Verslag (blauwe kaft)

CRIV

Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu inté-
gral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit des
interventions ; les annexes se trouvent dans une brochure
séparée (PLEN: couverture blanche; COM: couverture
saumon)

CRIV

Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken; de
bijlagen zijn in een aparte brochure opgenomen
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)

PLEN

séance plénière

PLEN

Plenum

COM

réunion de commission

COM

Commissievergadering

MOT

motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT

moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)

Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :

publications@laChambre.be

Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :

publicaties@deKamer.be

CRIV 51

COM 862

21/02/2006

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

SOMMAIRE

INHOUD

Débat sur la grippe aviaire et questions jointes de

Debat over de vogelgriep en samengevoegde
vragen van

- M. Miguel Chevalier au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "la détection
de nouveaux foyers de grippe aviaire" (n° 10299)

- de heer Miguel Chevalier aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
vaststelling van nieuwe haarden van vogelgriep"
(nr. 10299)

- Mme Colette Burgeon au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "le premier
foyer de grippe aviaire en Afrique" (n° 10303)

- mevrouw Colette Burgeon aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
eerste haard van vogelgriep in Afrika" (nr. 10303)

- M. Koen Bultinck au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "la menace
d'une crise de grippe aviaire" (n° 10337)

- de heer Koen Bultinck aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
dreigende vogelgriepcrisis" (nr. 10337)

- M. Miguel Chevalier au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "la menace
de la grippe aviaire et les mesures prises pour la
combattre" (n° 10340)

- de heer Miguel Chevalier aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
dreiging van de vogelgriep en de maatregelen ter
bestrijding ervan" (nr. 10340)

- Mme Colette Burgeon au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "le transfert
de 14.000 doses de vaccin contre la grippe en
Arménie" (n° 10370)

- mevrouw Colette Burgeon aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "het
overmaken van 14.000 dosissen van het
griepvaccin aan Armenië" (nr. 10370)

- Mme Colette Burgeon au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "la dernière
concertation des experts vétérinaires des États
membres de l'UE concernant la grippe aviaire"
(n° 10417)

- mevrouw Colette Burgeon aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "het
recente overleg van de veterinaire experts van de
EU-lidstaten over de vogelgriep" (nr. 10417)

- M. Mark Verhaegen au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "la situation
actuelle en ce qui concerne la grippe aviaire"
(n° 10420)

- de heer Mark Verhaegen aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
huidige stand van zaken met betrekking tot de
vogelgriep" (nr. 10420)

- M. Denis Ducarme au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "le risque de
pandémie de grippe aviaire et l'évolution récente
du virus" (n° 10431)

- de heer Denis Ducarme aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "het
gevaar voor een vogelgrieppandemie en de
recente evolutie van het virus" (nr. 10431)

- M. Denis Ducarme au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "le risque de
pandémie de grippe aviaire et l'évolution récente
du virus" (n° 10468)

- de heer Denis Ducarme aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "het
gevaar voor een vogelgrieppandemie en de
recente evolutie van het virus" (nr. 10468)

- M. Benoît Drèze au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur
"l'opérationnalisation du plan d'urgence pandémie
influenza" (n° 10478)

- de heer Benoît Drèze aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "het
operationeel karakter van het noodplan influenza
bij een pandemie" (nr. 10478)

Orateurs: Rudy Demotte, ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique,
Miguel Chevalier, Colette Burgeon, Koen
Bultinck, Mark Verhaegen, Denis Ducarme,
Benoît Drèze, Hilde Dierickx,

Piet

Vanthemsche, commissaire interministériel

Sprekers: Rudy Demotte, minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid, Miguel
Chevalier, Colette Burgeon, Koen Bultinck,
Mark Verhaegen, Denis Ducarme, Benoît
Drèze, Hilde Dierickx, Piet Vanthemsche,
interministerieel commissaris

CRIV 51

COM 862

21/02/2006

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

COMMISSION DE LA SANTE

PUBLIQUE, DE

L'ENVIRONNEMENT ET DU

RENOUVEAU DE LA SOCIETE

COMMISSIE VOOR DE

VOLKSGEZONDHEID, HET

LEEFMILIEU EN DE

MAATSCHAPPELIJKE

HERNIEUWING

MARDI

FEVRIER

2006

Matin

______

van

DINSDAG

FEBRUARI

2006

Voormiddag

______

La séance est ouverte à 10.26 heures par M. Yvan Mayeur, président.
De vergadering wordt geopend om 10.26 uur door de heer Yvan Mayeur, voorzitter.

01 Debat over de vogelgriep en samengevoegde vragen van

- de heer Miguel Chevalier aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
vaststelling van nieuwe haarden van vogelgriep" (nr. 10299)
- mevrouw Colette Burgeon aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de eerste
haard van vogelgriep in Afrika" (nr. 10303)
- de heer Koen Bultinck aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de dreigende
vogelgriepcrisis" (nr. 10337)
- de heer Miguel Chevalier aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de dreiging
van de vogelgriep en de maatregelen ter bestrijding ervan" (nr. 10340)
- mevrouw Colette Burgeon aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "het
overmaken van 14.000 dosissen van het griepvaccin aan Armenië" (nr. 10370)
- mevrouw Colette Burgeon aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "het recente
overleg van de veterinaire experts van de EU-lidstaten over de vogelgriep" (nr. 10417)
- de heer Mark Verhaegen aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de huidige
stand van zaken met betrekking tot de vogelgriep" (nr. 10420)
- de heer Denis Ducarme aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "het gevaar
voor een vogelgrieppandemie en de recente evolutie van het virus" (nr. 10431)
- de heer Denis Ducarme aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "het gevaar
voor een vogelgrieppandemie en de recente evolutie van het virus" (nr. 10468)
- de heer Benoît Drèze aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "het operationeel
karakter van het noodplan influenza bij een pandemie" (nr. 10478)

01 Débat sur la grippe aviaire et questions jointes de

- M. Miguel Chevalier au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "la détection de
nouveaux foyers de grippe aviaire" (n° 10299)
- Mme Colette Burgeon au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "le premier foyer
de grippe aviaire en Afrique" (n° 10303)
- M. Koen Bultinck au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "la menace d'une crise
de grippe aviaire" (n° 10337)
- M. Miguel Chevalier au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "la menace de la
grippe aviaire et les mesures prises pour la combattre" (n° 10340)
- Mme Colette Burgeon au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "le transfert de
14.000 doses de vaccin contre la grippe en Arménie" (n° 10370)
- Mme Colette Burgeon au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "la dernière
concertation des experts vétérinaires des États membres de l'UE concernant la grippe aviaire"
(n° 10417)
- M. Mark Verhaegen au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "la situation actuelle
en ce qui concerne la grippe aviaire" (n° 10420)

21/02/2006

CRIV 51

COM 862

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

- M. Denis Ducarme au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "le risque de
pandémie de grippe aviaire et l'évolution récente du virus" (n° 10431)
- M. Denis Ducarme au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "le risque de
pandémie de grippe aviaire et l'évolution récente du virus" (n° 10468)
- M. Benoît Drèze au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "l'opérationnalisation
du plan d'urgence pandémie influenza" (n° 10478)

Le président: Chers collègues, nous entamons notre réunion par le débat relatif à la grippe aviaire.
Comme nous en avons convenu, ce point est inscrit régulièrement à l'ordre du jour et les questions y sont
intégrées de façon à mener un débat général. Je rappelle que, préalablement, le ministre fait le point de la
situation avant que les parlementaires posent chacun leur question plus précise sur l'état de ladite situation.

Monsieur le ministre, le parlement est impatient de vous entendre et de connaître les mesures que vous
avez préconisées.

01.01 Rudy Demotte, ministre: Monsieur le président, mesdames,

messieurs les députés, au cours de cet exposé, je détaillerai l'arsenal
des mesures qui ont été prises tant au niveau belge que sur le plan
européen et qui ont pour ambition d'éviter la propagation du virus.

Je vous ferai part des mesures à prendre en cas de détection du virus
de souche H5N1 en Belgique et je ferai également le point sur la
situation au Nigéria et sur la demande de GlaxoSmithKline (GSK) de
commercialiser des vaccins contre la grippe saisonnière en Arménie.

Je terminerai par les éléments relatifs au Commissariat
interministériel Influenza et la coordination entre les différentes entités
fédérées.

De voorbije dagen werden in Europa en meer bepaald in de Europese
Unie veel gevallen opgespoord van besmette wilde vogels. In de
Europese Unie werd het H5N1-virus vastgesteld bij wilde vogels in
Frankrijk, Duitsland, Italië, Oostenrijk, Griekenland, Hongarije en
Slovenië.

In de meerderheid van de gevallen ging het om zwanen die dood
werden aangetroffen. Verschillende trekroutes doorkruisen ons land.
Vanuit mediterrane landen zoals Spanje vliegen heel wat vogelsoorten
terug naar het noorden over de landen die aan de Atlantische Oceaan
liggen.

Ons land is eveneens gelegen langsheen de trekroutes die
Noordwest-Europa verbinden met het Midden-Oosten enerzijds en
West-Afrika anderzijds. De route vanuit het Midden-Oosten is
hoofdzakelijk een trekroute van zangvogels. Van zangvogels wordt
aangenomen dat ze een minder belangrijke rol spelen in de
verspreiding van het vogelgriepvirus.

De route vanuit Afrika verbindt de landen gelegen ten westen van de
Sahara, dus Senegal, Mali, Guinee, Sierra Leone met Scandinavië via
de Atlantische kust. Dit is bij uitstek de route die door wilde eenden en
ganzen wordt gevolgd, de vogelsoorten die als de meest
waarschijnlijke verspreiders van het vogelgriepvirus worden
beschouwd.

Die routes zijn niet absoluut en worden niet altijd strikt gevolgd door
trekvogels. Het risico is dus reëel dat een besmette trekvogel,
afkomstig uit de getroffen landen rond de Zwarte Zee en rond de

01.01 Rudy Demotte, ministre:

Des oiseaux sauvages contaminés
par le dangereux virus H5N1 ont
été trouvés ces derniers jours
dans divers pays de l'Union
européenne. Dans la plupart des
cas, il s'agissait de cygnes.
Différentes voies migratoires
passent au-dessus de notre pays
tant à partir de pays
méditerranéens qu'entre les pays
d'Europe du Nord-ouest, d'une
part, et le Moyen Orient et l'Afrique
occidentale, d'autre part. La voie
en provenance du Moyen Orient
est principalement suivie par des
oiseaux chanteurs, qui jouent un
rôle moins important dans la
propagation de la maladie. La voie
qui relie l'Afrique occidentale par la
côte atlantique à la Scandinavie
est principalement empruntée par
des canards et des oies sauvages
qui constituent les propagateurs
les plus probables. Le risque est
donc réel que des oiseaux
contaminés arrivent chez nous en
provenance de la Mer noire, de la
Mer méditerranée ou d'Afrique.
Selon les experts de l'Institut royal
belge des sciences naturelles, la
migration commencera aux
alentours du 1

mars.

En septembre 2005, une série de
mesures de biosécurité ont déjà
été prises pour combattre la
propagation du virus. Les médias
se sont focalisés sur l'obligation de
confinement dans les zones à
risques, mesure que les
aviculteurs ont eu beaucoup de
mal à mettre en oeuvre.

CRIV 51

COM 862

21/02/2006

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Middellandse Zee of uit Afrika, in onze contreien kan terechtkomen of
passeren. Volgens de experts van het Koninklijk Belgisch Instituut
voor Natuurwetenschappen beginnen de trektochten omstreeks
1 maart. Gelet op de verspreiding van de vogelgriep via trekvogels
werden in september 2005 verscheidene bioveiligheidsmaatregelen
genomen om de verspreiding van het virus tegen te gaan.

De maatregel die het meest in de media is gekomen en die zonder
twijfel het moeilijkst was voor de pluimveehouders, was de
ophokplicht in de risicozones. Op 15 december jongstleden, op het
einde van de wintertrek, werd een versoepeling van de
ophokmaatregelen voor particulieren ingevoerd. Toen werd reeds
duidelijk gesteld dat de ophokplicht waarschijnlijk opnieuw zou worden
ingevoerd tijdens de periode van de lentetrek.

In december 2005 werd, samen met wetenschappelijke experts, een
gefaseerd strategisch plan opgesteld waarin de te nemen
maatregelen volgens de epidemiologische toestand werden
vastgelegd. Dat strategisch plan is zeer dynamisch, waardoor op elk
moment kan worden overgeschakeld naar een nieuwe fase van
maatregelen, indien de omstandigheden daartoe aanleiding geven.

Een wijziging van de maatregelen is bijgevolg steeds gebaseerd op
objectieve en wetenschappelijk onderbouwde parameters.

Het strategisch plan wordt ook nu gevolgd. In het plan wordt rekening
gehouden met de verschillende, belangrijke elementen in het kader
van de strijd tegen de vogelpest, zoals de trekperiode, gevallen of
haarden langs trekroutes, zowel in als buiten de Europese Unie en
België.

Gezien het aantal nieuwe gevallen in onze grenslanden heb ik het
Wetenschappelijk Comité Influenza gevraagd de balans op te maken
van de voorzorgmaatregelen die in België moeten worden genomen.
Het Wetenschappelijk Comité adviseert unaniem om de huidige
benadering te behouden, die gebaseerd is op de afbakening van
gevoelige natuurgebieden en op de migratieperioden van wilde
vogels.

Op basis van het advies besliste ik om de Belgische strategische
aanpak te behouden, evenwel met één belangrijke nuance. Gelet op
de recente evolutie en aangezien het risico buiten de gevoelige
natuurgebieden niet helemaal kan worden uitgesloten, zal de ophok-
of afschermplicht voor pluimvee vanaf 1 maart 2006 worden
uitgebreid tot het hele land en niet beperkt blijven tot de gevoelige
natuurgebieden.

Er wordt nu reeds aan iedereen sterk aangeraden om het pluimvee af
te schermen van wilde vogels of op te hokken. Bovendien wordt
aangeraden om het pluimvee niet buiten te voederen en te drenken.
Indien de dieren binnen, in het hok, worden gevoederd en gedrenkt,
wordt immers het lokaas voor de wilde vogels weggenomen.

Vanaf 1 maart 2006 zullen voornoemde maatregelen worden verplicht
voor het hele grondgebied.

Beurzen, wedstrijden of evenementen waar dieren verkocht worden,
zullen verboden worden voor alle pluimvee en andere soorten vogels.

A la fin de la migration d'hiver, il
avait déjà été annoncé que
l'obligation de confinement serait
probablement à nouveau instaurée
lors de la migration de printemps.
Un plan stratégique, phasé et très
dynamique, a été élaboré. Il
comporte des mesures
scientifiquement étayées. Ce plan
sert de fondement aux nouvelles
décisions qui sont envisagées.

Compte tenu de la situation dans
les pays voisins, j'ai demandé au
Comité scientifique Influenza
quelles étaient les mesures devant
être prises en Belgique. Le Comité
conseille la poursuite de la mise
en oeuvre des mesures
stratégiques actuelles mais avec
une extension de l'obligation de
confinement à l'ensemble du
territoire. A partir du 1er mars,
l'obligation de confinement
s'appliquera ainsi à l'ensemble du
territoire et ne se limitera donc
plus aux zones naturelles
sensibles. En outre, le
confinement est d'ores et déjà
fortement recommandé. Les
bourses, les concours et les autres
événements dans le cadre
desquels des animaux sont
vendus sont interdits pour ce qui
est de la volaille et des oiseaux en
général. Ces mêmes activités
restent autorisées s'il n'y a pas
vente d'animaux. Les marchés ne
sont autorisés que si les vendeurs
restent à l'écart et si l'origine des
animaux est garantie.

Un cas de grippe aviaire ne peut
toutefois jamais être
complètement exclu. Nous devons
rester vigilants et informer la
population. Un million et demi de
brochures seront dès lors
disponibles à partir du 27 février.
La version électronique peut déjà
être consultée dès à présent sur le
site www.influenza.be. La
brochure explique les mesures à
prendre lorsqu'un cas de
contamination par la grippe aviaire
se manifeste chez des animaux
sauvages ou dans une entreprise

21/02/2006

CRIV 51

COM 862

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Beurzen, wedstrijden of evenementen waar geen dieren verkocht
worden zijn nog wel toegestaan.

Voor de markten zullen er specifieke maatregelen genomen worden.
Alleen markten waar de verkopers afgescheiden staan en waar de
herkomst van de dieren gewaarborgd is, zijn nog toegestaan.

Ongeacht welke maatregelen worden genomen, een geval van
vogelgriep kan nooit uitgesloten worden. Het is dus belangrijk dat wij
waakzaam blijven en de bevolking van objectieve informatie voorzien.
Ik heb het initiatief genomen de burgers een informatiebrochure aan
te bieden. Vanaf 27 februari zullen 1,5 miljoen exemplaren van de
brochure beschikbaar zijn voor het publiek. Een elektronische versie
van de brochure is reeds beschikbaar op de website
www.influenza.be.

De brochure beschrijft welke maatregelen genomen moeten worden
wanneer het virus ontdekt wordt bij wilde dieren of in een bedrijf. De
brochure geeft ook een antwoord op veelgestelde vragen.

Morgen, woensdag 22 februari, zal op mijn initiatief in alle Belgische
kranten een halve pagina gewijd aan de vogelgriepproblematiek
verschijnen.

Op Europees niveau heeft het permanent comité voor de
Voedselketen en de Dierengezondheid op 16 februari twee
beslissingen van de Europese Commissie goedgekeurd. Het gaat om
de maatregelen die de lidstaten moeten invoeren wanneer er een
geval van vogelgriep wordt ontdekt bij wilde vogels of in de
professionele pluimveehouderij.

Wanneer H5N1 wordt vastgesteld bij wilde vogels, moeten de
lidstaten een bewakings- en een toezichtgebied afbakenen van
respectievelijk 3 en 10 km rond de plaats van vaststelling. Binnen die
gebieden moeten bijzondere maatregelen worden toegepast. Er
worden beperkingen inzake het verplaatsen en verzamelen van
vogels die in gevangenschap worden gehouden, van toepassing en
de bioveiligheidsmaatregelen worden versterkt. Ook de jacht op wilde
vogels wordt verboden wanneer zich een geval van influenza bij wilde
vogels voordoet.

Als de uitbraak van vogelgriep zich op een boerderij voordoet, bepaalt
de tweede beslissing dat er een zone wordt afgebakend die dienst
doet als buffer tussen de besmette en de niet-besmette gebieden in
ons land. Die tweede beslissing regelt vooral het verkeer van
gevogelte tussen de bufferzone en de ongeschade gebieden.

Wanneer er in een commerciële pluimveekwekerij een haard wordt
vermoed of bevestigd, worden uitroeiings- en controlemaatregelen in
de besmette zones genomen. Producten als gevogeltevlees en eieren
uit de afgebakende gebieden mogen niet meer op de markt in de
Europese Unie worden gebracht, met uitzondering van bepaalde
producten als warmtebehandeld vlees.

De producten die afkomstig zijn uit veilige delen van het land, kunnen
nog wel op de Europese markt gebracht worden.

et elle fournit des réponses à des
questions fréquemment posées.
En outre, une demi-page
d'informations sur le problème de
la grippe aviaire sera publiée
demain dans tous les journaux
belges.

Le 16 février 2006, le Comité
permanent de la chaîne
alimentaire et de la santé animale
de l'Union européenne a approuvé
deux décisions de la Commission.
Si le virus H5N1 est constaté chez
des oiseaux sauvages, les États
membres doivent délimiter une
zone de surveillance et de contrôle
de respectivement trois et dix
kilomètres autour du foyer de
contamination et des mesures
spéciales doivent être prises dans
cette zone. Si le virus H5N1 est
détecté dans une exploitation
avicole, une zone tampon doit être
délimitée entre les zones
contaminées et celles qui ne le
sont pas, le transport de volaille
doit être soumis à certaines règles
et des mesures d'éradication et de
contrôle sont d'application. La
viande de volaille et les oeufs
provenant des zones délimitées ne
peuvent plus être commercialisés,
à l'exception de certains produits
comme la viande soumise à un
traitement thermique. Les produits
provenant de zones sûres du pays
peuvent encore être mis sur le
marché au niveau de l'Union
européenne.

Jeudi dernier, le plan de vaccination belge des parcs zoologiques a Vorige donderdag werd het

CRIV 51

COM 862

21/02/2006

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

été accepté par la Commission européenne. Neuf parcs zoologiques
ont fait une demande de vaccination de leurs oiseaux rares, soit
approximativement 1.300 oiseaux. Les experts européens se
réunissent aujourd'hui pour examiner les demandes d'autres pays,
notamment la France et les Pays-Bas.

En ce qui concerne la vaccination des animaux d'élevage, il est
important que la décision soit prise sur le plan européen.

Le comité scientifique a également débattu hier des avantages et
inconvénients de la vaccination des oiseaux en Belgique. La
vaccination est une stratégie qui devrait être retenue dans la lutte
contre la grippe aviaire en Belgique. Le comité était plutôt d'avis que
cette stratégie ne pouvait être retenue qu'en cas d'endémie de grippe
aviaire. Cela signifie que le virus demeure largement présent et pour
plus d'une longue période au sein de la volaille et des autres oiseaux.

Vacciner des oiseaux présente également des inconvénients. C'est
une entreprise ardue qui peut masquer la maladie. Des oiseaux
vaccinés ne contracteraient vraisemblablement pas la maladie mais
pourraient héberger et propager le virus. Quand les oiseaux sont
vaccinés, ils le sont suivant un plan de vaccination approuvé par
l'Europe, les oiseaux vaccinés devant être étroitement suivis et des
restrictions au niveau du commerce des produits d'oiseaux vaccinés
étant imposées. Le comité scientifique est d'avis que la décision de
vaccination plus étendue doit être prise dans le contexte européen et
insiste pour une discussion approfondie à ce sujet.

La grippe aviaire ne tient pas compte des frontières. C'est la raison
pour laquelle la Belgique insiste pour une meilleure collaboration entre
les Etats membres afin d'aboutir à une approche cohérente, rassurant
citoyens et partenaires commerciaux. Les scientifiques sont
favorables à ce que la Belgique élabore une stratégie de vaccination
mais ils insistent également pour que la mesure soit prise de manière
coordonnée au niveau européen. Actuellement, aucun vaccin n'est
enregistré au plan européen mais les choses peuvent évoluer très
vite.

En ne tenant compte que du prix du vaccin, celui de la vaccination
peut sembler peu élevé. Il faut cependant prendre en considération
les autres frais qui sont engendrés par l'opération de vaccination et
son suivi. Des estimations réalisées par les autorités néerlandaises
montrent que, dans leur pays, le prix de la vaccination s'élèverait à 0,8
euro par animal. Ce n'est pas négligeable.

Permettez-moi maintenant d'aborder la question des pays tiers. Je
voudrais m'arrêter plus singulièrement sur la situation du Nigeria et de
l'Arménie.

Belgisch plan voor de vaccinatie
van de vogels in de dierentuinen
door de Europese Commissie
aanvaard. Negen dierentuinen
hebben een vaccinatieaanvraag
ingediend voor circa 1.300
zeldzame vogels.

Het wetenschappelijk comité heeft
eveneens de voor- en nadelen van
een uitgebreidere vaccinatie
besproken. De gevaccineerde
vogels zouden het virus kunnen
verspreiden en de handel in
producten afkomstig van
gevaccineerde vogels is aan
beperkingen onderworpen.
Volgens het wetenschappelijk
comité kon er enkel voor een
grootschalige vaccinatie worden
geopteerd in geval van een
endemie en moest een dergelijke
beslissing op Europees niveau
worden genomen.

Momenteel is er geen enkel vaccin
op Europees niveau geregistreerd,
maar een en ander kan zeer vlug
evolueren. Volgens de schattingen
van de Nederlandse autoriteiten
zouden de vaccinatie en de follow-
up ervan 0,80 euro per dier
kosten; dat is een niet-
onaanzienlijk bedrag.

De Wereldgezondheidsorganisatie, de Werelddierengezondheids-
organisatie, de Wereldbank en de Landbouworganisatie van de VN
trachten gezamenlijk op een gestructureerde wijze de getroffen
landen bij te staan. De steun situeert zich op verschillende fronten en
heeft betrekking op zowel de volksgezondheid als de
dierengezondheid. Ze bestaat voornamelijk uit financiële, materiële en
logistieke steun, expertise, laboratoriumondersteuning en het
sensibiliseren van de overheid en de bevolking.

L'Organisation mondiale de la
santé (OMS), l'Organisation
mondiale de la santé animale
(OIE), la Banque mondiale et
l'Organisation des Nations Unies
pour l'agriculture s'efforcent
d'aider, tant sur le plan de la santé
publique que sur celui de la santé
animale, les pays concernés. Il

21/02/2006

CRIV 51

COM 862

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

In januari 2006 werd op de internationale donorconferentie over
aviaire en humane pandemische influenza in Peking 1,9 miljard US
dollar toegezegd door de internationale gemeenschap. Dat bedrag
moet de begunstigde landen in staat stellen om de nodige
maatregelen te nemen om zich voor te bereiden op een eventuele
pandemie en om die zo goed mogelijk te voorkomen. De Europese
Unie neemt daarvan een provisioneel bedrag van 250 miljoen US
dollar voor haar rekening. België heeft officieel een bedrag toegezegd
van 100.000 euro, ongeveer 130.000 US dollar. Ik wil bovendien nog
opmerken dat België jaarlijks een bijdrage betaalt aan de WGO, de
FAO, de OIE en de Wereldbank om die organisaties te helpen bij het
vervullen van hun opdrachten.

s'agit d'une aide financière,
matérielle et logistique, ainsi que
d'actions de sensibilisation et
d'information. Lors de la
conférence des pays donateurs
qui s'est tenue à Pékin en janvier
2006, la communauté
internationale s'est engagée à
hauteur de 1,9 million de dollars.
L'Union européenne prend une
provision de 250 millions de
dollars à son compte. La part de la
Belgique représente environ
130.000 dollars. Par ailleurs, la
Belgique verse une contribution
financière annuelle à ces
organisations.

En ce qui concerne l'Arménie, j'ai été sollicité par écrit, le 24 janvier
dernier, par GSK Biologicals localisée à Rixensart. La maison-mère,
située à Londres, a fait appel à ses filiales en Europe pour répondre à
une demande de l'Arménie. Il faut dire que ce pays est tout proche de
la partie turque particulièrement touchée par le virus H5N1.

Seule GSK Belgique pouvait répondre à cette demande. En effet, la
filiale disposait d'un stock de 28.000 doses de vaccin invendues
contre la grippe saisonnière. En automne, 100.000 doses
supplémentaires ont été ajoutées au stock prévu pour la saison 2005-
2006. GSK s'est engagée à réserver ces vaccins au marché belge. La
firme a donc demandé à la Belgique de pouvoir réorienter le stock
inutilisé vers l'Arménie.

J'ai proposé de répondre favorablement à cette demande tenant
compte du fait que le comité scientifique du Commissariat Influenza a
émis un avis favorable pour la libération de ces doses. Par
précaution, le gouvernement a décidé, dans un premier temps, de ne
libérer que 14.000 doses, en attendant une évaluation de la situation.

Aucun autre pays européen n'a pu répondre à cette demande, leurs
stocks étant épuisés.

L'Arménie compte actuellement prospecter vers l'hémisphère sud,
principalement en Australie, pour assurer ses besoins.

Je terminerai mon exposé par des questions relatives au
fonctionnement du Commissariat interministériel Influenza et sur la
concertation avec l'autorité régionale.

Le Commissariat travaille actuellement sur l'opérationnalisation du
plan Influenza. Ce plan sera mis en place pour cet été.

Il est essentiel de rappeler qu'actuellement, il n'est aucunement
question d'une pandémie, où que ce soit dans le monde. Une
transmission de la grippe aviaire d'homme à homme n'a pas encore
été démontrée.

Dans la perspective d'une pandémie, des commandes d'antiviraux et
de masques sont en cours.

Ik werd door het bedrijf GSK
Biologicals gecontacteerd naar
aanleiding van een vraag die hen
vanuit Armenië werd gesteld. GSK
België bezat immers nog 28.000
onverkochte vaccins tegen de
gewone griep en kon als enige aan
de Armeense vraag tegemoet
komen. In de herfst werden
100.000 bijkomende dosissen aan
de voor het seizoen 2005-2006
geplande voorraad toegevoegd.
GSK had beloofd die vaccins voor
de Belgische markt voor te
behouden. Het bedrijf heeft ons
land dus gevraagd of het de
ongebruikte voorraad aan Armenië
mocht leveren. Na een positief
advies van het wetenschappelijk
comité van het Interministerieel
Commissariaat Influenza heb ik
voorgesteld om op dat verzoek in
te gaan. In eerste instantie heeft
de regering evenwel besloten om
slechts 14.000 dosissen vrij te
maken.

Het Interministerieel
Commissariaat Influenza werkt
momenteel aan een operationeel
plan.

In het vooruitzicht van een
pandemie waarvan thans geen
sprake is , werden er antivirale
middelen en maskers besteld. De
totale voorraad antivirale middelen
zal tegen eind 2006 worden
bereikt, maar de overheid beschikt
nu al over de nodige reserves om

CRIV 51

COM 862

21/02/2006

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

En ce qui concerne les antiviraux, les délais de livraison ont été
raccourcis. Le stock final sera atteint d'ici la fin 2006. Les livraisons
sont prévues en février, en juin et en décembre 2006. Les autorités
disposent, dès à présent, des stocks nécessaires pour faire face à
une flambée de grippe aviaire dans notre pays.

Actuellement, l'Agence alimentaire met le matériel nécessaire à la
disposition des Régions, responsables du monitoring de la faune
sauvage. A court terme, les Régions devront toutefois veiller elles-
mêmes à l'équipement de leurs agents.

Lors de la Conférence interministérielle Influenza aviaire, le 26 janvier
dernier, les Régions ont donné leur accord pour le détachement d'un
agent au sein de la cellule d'appui aux commissaires. La
Communauté française a détaché un médecin pour 0,4 équivalent
temps plein (ETP). Le gouvernement wallon s'est engagé à détacher
un économiste agricole pour 0,6 équivalent temps plein. Il devrait
entrer en service dans les prochains jours.

La Région wallonne organise une réunion d'information à l'intention
des agents de terrain, ce vendredi 24 février, à laquelle participeront
les représentants de l'Agence alimentaire.

La collaboration avec les autorités régionales est constructive. J'ai
pris l'initiative d'organiser cet après-midi un groupe de travail avec les
autorités régionales pour évaluer les conséquences économiques
d'une flambée de grippe aviaire en Belgique.

Voilà qui donne, monsieur le président, mesdames et messieurs les
parlementaires, un premier tour d'horizon sur les mesures prises en
matière de lutte contre la peste aviaire dans notre pays.

een eventuele grieppandemie het
hoofd te kunnen bieden.

Momenteel stelt het FAVV het
materiaal voor de monitoring van
wilde vogels ter beschikking van
de Gewesten. Op korte termijn
zullen de Gewesten evenwel zelf
voor de uitrusting van hun
personeel moeten instaan.

Tijdens de Interministeriële
Conferentie Influenza op 26
januari hebben de Gewesten zich
akkoord verklaard om een
ambtenaar bij de
ondersteuningscel voor de
commissarissen af te vaardigen.
De Franse Gemeenschap heeft
een arts afgevaardigd voor 0,4
voltijdse equivalent. De Waalse
regering heeft zich ertoe
verbonden een landbouwkundig
economist af te vaardigen voor 0,6
voltijdse equivalent.

Op 24 februari eerstkomend
organiseert het Waalse Gewest
een informatievergadering voor de
ambtenaren die in de praktijk met
de problemen te maken krijgen.

Vanmiddag zal ik samen met de
gewestelijke overheden een
werkgroep oprichten die de
mogelijke economische gevolgen
moet bestuderen.

Le président: Chers collègues, il y a beaucoup d'intervenants qui posent beaucoup de questions mais des
réponses à certaines questions viennent d'être données par le ministre. Je vous propose d'intervenir les
uns après les autres en posant les questions qu'il vous reste, de manière à ce que nous nous trouvions
dans une discussion générale plutôt que dans des interventions formelles. L'ordre des intervenants serait le
suivant: M. Chevalier, Mme Burgeon, M. Bultinck, M. Verhaegen, M. Denis Ducarme et M. Drèze, si ce
dernier arrive avant la fin de la réunion.

01.02 Miguel Chevalier (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de

minister, collega's, het is natuurlijk bijzonder vruchtbaar dat de
minister vandaag alle maatregelen in verband met de bestrijding van
het vogelgriepvirus komt toelichten. Ik had alleen liever gezien dat we
het morgen in de krant hadden gelezen en dat de minister eerst naar
de commissie was gekomen om zijn uitleg te doen.

Ik denk dat we de minister inderdaad moeten bijtreden dat hoe meer
maatregelen men neemt om het vogelgriepvirus te bekampen of
tegen te houden, hoe beter dat is. Daar kan inderdaad geen maat op
staan. Ik denk inderdaad dat men de zaken niet mag verwaarlozen.

Het is, mijns inziens, ook goed dat er niet toegegeven wordt aan een

01.02 Miguel Chevalier (VLD):

L'exposé introductif du ministre
était très intéressant. Je regrette
que le matin même du débat en
commission, la Chambre ait déjà
pu prendre connaissance des
mesures par les journaux.

Je me réjouis que des mesures
radicales soient prises sans
provoquer de réactions de
panique. J'apprécie également la
clarté des mesures prises, par

21/02/2006

CRIV 51

COM 862

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

aantal paniekreacties, want in de voorbije dagen was er al her en der
sprake van dat men de maatregelen absoluut moest vervroegen van
1 maart naar 15 of 20 februari. Ik vind het een goede zaak dat het op
1 maart blijft, omdat men dan in de communicatie met de bevolking
een heel duidelijke richtdatum heeft en men ondertussen de bevolking
moet kunnen voorbereiden op 1 maart.

Ik heb een en en ander bekeken en ook gehoord.

Ten eerste, het belang van de communicatie is hier al voldoende
aangehaald in de commissie. Men moet de bevolking informeren over
wat er moet gebeuren, welke maatregelen er genomen worden en wat
het effect is van die maatregelen op het gedrag van de bevolking, ook
in de relatie met hun dieren.

Mijnheer de minister, u zult op zeer grote schaal communiceren, via
kranten en via brochures. Graag zag ik alvast dat de brochure wijd
verspreid wordt. Ik hoor het voornemen dat die verspreid zal worden
via gemeentehuizen en bibliotheken. Helaas zijn die niet altijd open.

Ten tweede, ik heb ook vastgesteld dat die brochure bijzonder veel
tekst bevat. Ik kan mij best voorstellen dat ik op pad ben met die
brochure, dat ik één dode zwaan aantref zoals hier in de brochure
beschreven staat en dan niet goed weet wat ik moet doen. Ik had
liever een informatiecampagne gehad dat kunt u misschien doen via
de kranten waarin men meer werkt met pictogrammen: "wat te doen
in geval van...", zonder dat daarbij al te veel tekst staat. Ik pleit er dus
voor om meer met pictogrammen te werken, ook bijvoorbeeld inzake
de ophokplicht of afschermplicht. Ik krijg nog altijd vragen van
mensen die niet weten hoe eraan te beginnen. Desnoods moet u een
pakket voorstellen aan de mensen wat de ideale afmetingen zijn voor
hokken voor kippen of ganzen en hoe lang ze daarin kunnen worden
ondergebracht. Ik heb het ook al gezegd in de commissie. Men kan
inderdaad vier ganzen ophokken of afschermen, maar dan moet men
ervoor zorgen dat men niet binnen de twee of drie weken naar de
apotheker hoeft om Baytril te kopen, want dan zouden er wel eens
andere infecties kunnen optreden bij de beesten.

Ik denk dat we nog duidelijker en eenvoudiger moeten
communiceren. Ik lees dat men contact moet nemen met de
inspecteur-dierenarts van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid
van de Voedselketen.

Ik ken die man niet en daar staat ook geen telefoonnummer bij. In
deze zin zou ik willen dat er misschien nog duidelijker
gecommuniceerd wordt.

Mijnheer de minister, ik zie dat er een aantal vaccinatieprogramma's
zijn opgestart. Dat is een goede zaak. We hebben daar vandaag zeer
mooie foto's van gezien in de krant. We hebben daar gisteren ook
mooie beelden van gezien op televisie. De vraag is of die
vaccinatieprogramma's nog kunnen worden uitgebreid. Ik denk dan in
de eerste plaats aan particulieren die via een verenigingsleven, via
een clubleven toch zeldzame kippen en hoenderrassen in ons land in
stand houden. Is er daar geen uitbreiding mogelijk want dit is iets dat
ook via clubverband zou kunnen georganiseerd worden.

Nog twee kleine opmerkingen. De heer Vanthemsche heeft bij elke

exemple en ce qui concerne le
confinement obligatoire généralisé
qui entrera en vigueur le 1

mars.

Dans ce dossier, la
communication à destination de la
population est cruciale. Celle-ci
doit être bien informée des
mesures décrétées, de la raison
de ces mesures, savoir qui elles
visent et quelles en sont
concrètement les conséquences.
Le ministre a l'intention d'informer
la population par le biais des
journaux et de brochures. Ces
dernières seront diffusées par le
biais des administrations
communales et des bibliothèques,
qui sont bien entendu tenues à
des heures d'ouverture fixes.
J'estime en outre que ces
brochures comportent trop de
texte, ce qui risque de nuire à la
clarté du message. J'aurais plutôt
utilisé des pictogrammes. La
brochure mentionne aussi les
personnes à contacter en cas de
problème mais là aussi, quelques
informations supplémentaires
auraient été les bienvenues.

Un certain nombre de
programmes de vaccination vont
donc être mis en route. Les
associations et les clubs
d'éleveurs d'oiseaux de volière ne
pourraient-ils pas jouer un rôle de
coordination vis-à-vis de leurs
membres?

Quel est le pronostic le plus récent
sur l'évolution du virus de la grippe
aviaire?

A long terme, la mise en oeuvre de
mesures ne peut avoir de l'effet
que si l'on s'attaque efficacement
à la source du virus, qui se trouve
en Asie.

Pendant le congé de carnaval, les
Belges se rendront en masse à
l'étranger, notamment dans des
pays présentant un risque élevé
de propagation du virus. Ces
voyageurs seront-ils suffisamment
informés sur ce qui les attend et
sur ce à quoi ils doivent faire

CRIV 51

COM 862

21/02/2006

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

gelegenheid een prognose gegeven. Wat is de prognose nu van het
virus, de evolutie van het virus, van de wetenschappelijke
vooruitgang?

Tenslotte mijnheer de minister - we hebben het er hier ook al over
gehad -, we kunnen heel veel maatregelen nemen om het
vogelgriepvirus tegen te houden maar ik denk dat het ook vooral een
zaak zal zijn van internationale solidariteit. Want als men ziet waar het
virus echt is uitgebroken; waar het vandaan komt; hoe het zich over
de lucht of via de wegen verspreidt, dan denk ik dat we alles moeten
doen om het hier aan te pakken.

Sta mij toe de vergelijking te maken met de hoeveelheid centen die er
vorig jaar naar de tsunami zijn gegaan. Ik denk dat er minstens
evenveel geld zou moeten gaan naar de werkelijke oorzaak, naar de
werkelijke aanpak van de wortels van het probleem en die liggen in de
Aziatische regio. Ik denk dat we daar dus inderdaad de zaak zullen
moeten oppakken.

Nog een kleinigheid, mijnheer de minister. Ik heb deze ochtend ook in
de krant gelezen dat er volgende week massaal gereisd wordt. Alle
skivakanties zijn blijkbaar volgeboekt. De trek naar de zon is ook
begonnen, de trek naar exotische oorden. Ik denk dat we daar ook op
moeten focussen. We moeten de mensen informatie meegeven in
verband met het reizen en de risico's, ook als ze terugkeren.

Toen ik de voorbije maand twee keer ben teruggekeerd uit een land
dat toch min of meer risico vertoonde, heeft niemand op de
luchthaven mij geïnformeerd of aangesproken over de mogelijke
effecten van het vogelgriepvirus.

attention?

01.03 Colette Burgeon (PS): Monsieur le ministre, je vous remercie

de toutes les informations que vous nous avez transmises, non
seulement à travers votre exposé, mais aussi avec le document que
nous avons reçu. Comme le montre la carte de Belgique reprenant
les zones à risque, un petit dessin vaut mieux qu'un long discours.
Elle devrait être diffusée partout et régulièrement pour rassurer une
partie de la population tout en permettant aux autres d'être vigilants.

En ce qui concerne la grippe aviaire en Afrique, vous avez
partiellement répondu. Mais, pour les oiseaux migrateurs, quelles sont
les mesures spécifiques qui devraient être prises en Europe avant
que ces oiseaux n'atteignent nos régions aux environs du 1

mars?

L'OMS a-t-elle exprimé un avis sur ce problème?

Au sujet des vaccins transmis en Arménie, vous avez dit que ce pays
se tournerait vers l'Australie pour assurer le reste de ses besoins.
Nous lui avions déjà transmis 14.000 doses; la Belgique est, tout
compte fait, un bon élève. Mais pourquoi se tourner vers l'Australie au
lieu de le demander à d'autres pays européens? N'étaient-ils pas
prêts? Même si nous sommes de bons élèves, il faut essayer de
donner l'exemple. Il faudrait donc que les autres pays européens se
dotent d'un stock de médicaments important. Je ne comprends pas
pourquoi l'Arménie sollicite l'Australie, alors que la petite Belgique a
livré à elle toute seule 50% du stock demandé.

Enfin, j'en viens à ma troisième question. Depuis le 11 février, l'Union
européenne est confrontée aux premiers cas de grippe aviaire à

01.03 Colette Burgeon (PS): Als

wij de kaart van ons land met de
risicozones bekijken, zijn we
gerustgesteld; die kaart zou
trouwens onder de bevolking
moeten worden verspreid.

Welke maatregelen zou Europa
moeten treffen alvorens de
trekvogels uit Afrika onze
gebieden bereiken, namelijk rond
1 maart? Heeft de WHO daarover
een advies uitgebracht?

Heeft Armenië Australië gevraagd
vaccins te leveren omdat de
Europese voorraden ontoereikend
zijn? Zou Europa derhalve geen
grotere voorraden moeten
aanleggen?

Op 15 en 16 februari hebben de
dierenartsen van de EU-lidstaten
de eventuele slachtings-
maatregelen onderzocht die ten
aanzien van de getroffen bedrijven
moeten worden genomen. Welke

21/02/2006

CRIV 51

COM 862

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

l'intérieur de ses frontières, même s'ils ne concernent pour l'instant
que des oiseaux sauvages. Aucune volaille ni aucun homme ne sont
actuellement concernés. Les 15 et 16 février, les vétérinaires des 25
Etats membres se sont réunis à Bruxelles afin d'étudier les mesures
d'abattage à prendre au cas où l'épizootie de grippe aviaire atteindrait
dans l'Union européenne des volailles commerciales d'élevage et non
plus seulement des oiseaux sauvages. Les mesures examinées
prévoyaient la destruction de toutes les volailles et de tous les oeufs
d'une exploitation dans laquelle une volaille aurait été contaminée. Si
des signes de la maladie apparaissaient dans des exploitations
voisines, elles devraient être étroitement surveillées, et la destruction
y serait également décidée.

Ces mesures s'ajouteraient à la mise en place de zones de protection
et de surveillance renforcée dans un rayon de 10 kilomètres autour de
l'endroit où la volaille infectée serait découverte.

J'ai plusieurs questions et je me permettrai d'en ajouter en réaction à
votre exposé. Pouvez-vous détailler les mesures envisagées lors de
cette concertation des vétérinaires les 15 et 16 février derniers?
Quelles dispositions faudra-t-il prendre au cas ou l'épizootie de grippe
aviaire atteindrait dans l'Union européenne des volailles
commerciales d'élevage et plus seulement des oiseaux sauvages?
Vous avez parlé des vaccins dans les zoos et des animaleries de
notre région. Quel est le coût d'un vaccin?

L'information est importante et j'y reviendrai. J'en veux pour preuve le
problème survenu hier. Un pompier a déclaré à la radio avoir trouvé
un animal mort, s'être renseigné et ne pas avoir su ce qu'il fallait faire
exactement. Je ne sais pas si les pompiers connaissent l'existence de
l'AFSCA. Il faudrait transmettre l'information aux autorités, à la police,
aux pompiers mais aussi à la population dans le but de la rassurer.
En effet, que penser de ces déclarations le matin à la radio où un
pompier avoue ne pas savoir ce qu'il doit faire? On fait confiance aux
pompiers, on se fie à eux: le fait qu'ils déclarent ne pas être informés
n'est pas de nature à rassurer.

Enfin, à Braine-le-Comte, trois volailles ont été retrouvées mortes. On
a téléphoné à l'AFSCA qui a répondu qu'elle n'interviendrait pas en
dessous de cinq oiseaux morts. Pourquoi cinq, pas quatre ou six?
Quelle est la justification scientifique de ce chiffre? Que doivent faire
ceux qui ont retrouvé ces volailles? Doivent-ils les liquider, doit-on
vérifier auprès d'un autre vétérinaire ce qu'il en est? S'il faut s'en
débarrasser, comment faut-il procéder? En effet, on ne dispose
d'aucun renseignement à ce sujet. Avant, quand on retrouvait des
oiseaux morts, on était un peu plus désinvolte mais désormais, il y a
cette inquiétude même si on veut essayer de la dépasser.

maatregelen werden tijdens dat
overleg overwogen?

Welke maatregelen zou men
moeten treffen indien de
vogelgriepepidemie binnen de
Europese Unie op het voor de
handel bestemde fokpluimvee
overslaat?

Hoeveel zouden de vaccinatie-
maatregelen voor de dierentuinen
en de proefdierenverblijven in ons
land kosten?

Een brandweerman die gisteren
een dood dier vond, wist niet wat
men in een dergelijk geval moet
doen. Het FAVV zou de overheid,
de politie en de brandweer moeten
informeren. Ook de bevolking
moet duidelijk worden gemaakt dat
er geen reden tot ongerustheid is.

Het FAVV grijpt niet in zolang de
drempel van vijf dode vogels niet
wordt overschreden. Hoe werd die
drempel vastgesteld? Moet wie
minder dan vijf vogels vindt, ze
doden of met een dierenarts
contact opnemen?

01.04 Koen Bultinck (Vlaams Belang): Het wordt een vaste

gewoonte dat een parlementslid een beetje gefrustreerd geraakt als
hij ziet dat een minister noodzakelijke maatregelen aankondigt en het
debat erover een dag later plaatsvindt. Bij ieder rechtgeaard
parlementslid geeft dat aanleiding tot een beetje frustratie. Voor een
stuk is dat de gang van zaken in het politieke bedrijf, waarmee we
zullen moeten leren leven.

Ten tweede wil ik u bedanken, mijnheer de minister. Ik denk dat we
een vrij correct overzicht gekregen hebben over waar we staan met

01.04 Koen Bultinck (Vlaams

Belang): Il est de plus en plus
fréquent que la primeur des
mesures gouvernementales ne
soit pas réservée au Parlement.
C'est également le cas
aujourd'hui. Nous avons déjà été
informés des mesures en matière
de lutte contre la grippe aviaire par
la presse ce matin.

CRIV 51

COM 862

21/02/2006

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

betrekking tot de vogelgriepproblematiek. We moeten goed beseffen
dat, wanneer we de Europese kaart en de feitelijke gegevens
bekijken, het voor een klein landje als het onze, zeer moeilijk zal
worden om er nog aan te ontsnappen. Ik denk dat we nuchter moeten
zijn.

Ik heb een essentiële vraag naar communicatie. Ik denk dat dat zeer
essentieel is. Als we rekening houden met de kleine
onnauwkeurigheden van vorig jaar, is het van groot belang dat we
ditmaal zeer correct communiceren en in eerste instantie zeggen dat
er op dit moment geen enkele reden tot paniek is.

Ik denk dat we het economische belang van de pluimveesector toch
nog eens moeten durven te benadrukken. Het zou zeker geen goede
zaak zijn dat, als gevolg van onnodige paniek, er daar problemen
opduiken. Ik denk dat we ook daar meer stappen moeten zetten. De
Europese Commissie denkt op dit moment ernstig na over een
compensatieregeling voor de kwekers. Ik denk dat we dat inderdaad
ernstig moeten overwegen, in de wetenschap dat het zeer moeilijk zal
worden om eraan te ontsnappen.

Ook wat betreft reisinformatie op luchthavens en dergelijke, kan er
nog een en ander bijgestuurd worden.

Volgend element is het hele debat over de uitbreiding van de
afscherm- of ophokplicht tot het hele land. Ik neem aan dat u vanuit
overwegingen van voorzichtigheid - ik verwijs naar de verklaring van
professor Van Ranst - toch wel een stap verder gaat dan het
Wetenschappelijk Comité strikt genomen adviseert. Dat zegt zeer
duidelijk dat strikt wetenschappelijk genomen wij ons zouden kunnen
beperken tot een ophokplicht voor professionelen. U gaat de weinig
aangename maatregel uitbreiden naar particulieren. Dat blijft een
eeuwig debat. Is dat noodzakelijk? Is dat verantwoord in het kader
van algemene voorzichtigheidsregelingen?

Dan is er het debat over de vaccinatie. Een aantal landen, waaronder
Nederland en Frankrijk, neemt zeer duidelijk het voortouw. Zij gaan
binnen hun eigen stelsel over tot vaccinatie en nemen een aantal
maatregelen. Wij integendeel vinden voor een stuk dat het op
Europees niveau moet gebeuren.

Ik denk dat we toch twee sectoren uit elkaar moeten houden.
Enerzijds is er het vaccinatievoorstel voor de hobbypluimveesector.
Dat moeten we zeer ernstig overwegen, omdat het zeer gevoelig ligt
bij een aantal mensen. Anderzijds is er de vaccinatie bij de
professionele sector. Dat zou inderdaad een zeer arbeidsintensieve
karwei zijn. Het zou nuttig zijn dat we zeer snel op Europees niveau
naar een eensgezinde houding gaan, om op eenzelfde degelijke
manier de problematiek aan te pakken.

Het volgende element is uiteraard de situatie dat we op markten en
tentoonstellingen met of zonder verkoop vrij strikte maatregelen zullen
moeten nemen. Iedereen van ons weet dat dat noch voor
particulieren, noch voor professionelen aangename maatregelen
zullen zijn. Waarschijnlijk zullen we echter moeten vrezen en
vaststellen dat het noodzakelijke maatregelen zijn, waar we niet
omheen kunnen. Al zullen ze allesbehalve aangenaam zijn voor de
betrokken mensen, waarschijnlijk zal er niet aan te ontkomen zijn.

Le ministre a donné un bon aperçu
des mesures prises par la
Belgique contre la menace du
virus.

Un simple coup d'oeil sur la carte
de l'Europe suffit pour se rendre
compte qu'il est impossible que la
Belgique échappe à la
contamination. Il est dès lors vital
de mettre en place une
communication claire et rapide,
sans semer inutilement la panique.
Dans ce contexte, l'information
des voyageurs dans les aéroports
ne peut en aucun cas être oubliée.
L'éternel débat sur l'obligation de
confinement demeure: faut-il la
limiter au secteur professionnel ou
doit-elle être étendue aux
particuliers? Le ministre reste
convaincu de la nécessité d'une
mesure de confinement élargie.
Nous prenons acte de sa position.
Le débat sur la nécessité de
vacciner les volailles, est, lui aussi,
encore et toujours ouvert. Pour le
secteur professionnel, il s'agirait
dans tous les cas d'une mesure
coûteuse et complexe, et une
vaccination généralisée, qui
concernerait donc également les
particuliers, n'est pas réalisable.

Qu'en est-il, du reste, des
mesures impopulaires mais
nécessaires concernant les
marchés et les expositions? Que
se passerait-il si, demain, la
Belgique était confrontée à
l'apparition de la grippe aviaire sur
son territoire?

21/02/2006

CRIV 51

COM 862

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Het slotdebat blijft natuurlijk de vraag wat er staat te gebeuren op het
moment dat de vogelgriep wel degelijk uitbreekt. We moeten de
terechte vaststelling maken dat het op dit moment, als we de
Europese kaart bekijken, zeer moeilijk zal zijn om nog te ontsnappen.
Ik heb vastgesteld dat u inderdaad een aantal zeer concrete
initiatieven inzake de afbakeningsproblematiek lanceert. Laat ons in
stilte blijven hopen maar dat zou binnen enkele dagen wel eens een
illusie kunnen blijken dat we eraan kunnen ontsnappen. We moeten
echt naar een vrij strak systeem waarin de noodzakelijke maatregelen
worden genomen op het moment dat het probleem zich voordoet. Ik
heb de indruk dat op dat vlak de nodige veiligheidsvereisten op dit
moment zijn ingebouwd.

01.05 Mark Verhaegen (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de

minister, ik heb nog enkele vragen die niet beantwoord zijn. Belangrijk
daarin is de paraatheid van ons land als er mogelijk een pandemie
zou uitbreken, waarvan we hopen dat het nooit gebeurt.

Op een tweede vraag, die ik ook concreet gesteld had, hebt u, net als
vorige keer, ook niet geantwoord. Misschien was dat nalatigheid, en
ditmaal ook. Ik had een vraag over de simulatieoefening op Europees
niveau. U weet dat er een aantal zaken te licht bevonden zijn. Ik denk
onder meer aan de taakomschrijving van de federale overheid ten
opzichte van de Gemeenschappen, de wijze en het moment waarop
de cel Binnenlandse Zaken geactiveerd moet worden, en ook de
communicatie met de Europese Commissie. Er waren een aantal
lacunes. Is daaraan tegemoetgekomen?

Ik ga nu verder in op uw uiteenzetting. Inderdaad, de communicatie is
een heikel punt. Dat werd al aangehaald door de vorige sprekers. Het
is niet van een leien dakje gelopen.

Ik stel ook vast dat u eerst communiceert met de media, en daarna
met het Parlement. Qua appreciatie kan dat tellen, natuurlijk.

U noemt de ophokplicht nu afschermplicht. U bent op de hoogte van
de crash met de website vorig najaar. De najaarstrek zal niet meer
aan de orde zijn, omdat heel het Belgisch grondgebied uiteindelijk
uitgeroepen is tot risicogebied. Dat wil dus ook zeggen dat er geen
kaarten moeten verschijnen.

In alle geval, ik ben er tevreden over dat ik de brochure gezien heb.
Dat is positief. Wij hebben daarop trouwens sinds vorige zomer op
aangedrongen, toen in Azië de uitbraak van de vogelgriep woedde.
Toen hebben wij gezegd dat het tijd werd dat we ten aanzien van de
mensen zouden communiceren met een brochure.

Afgelopen zondag had een wandelaar, die met dat regenweer de
natuur getrotseerd had, een aantal dode kippen en verwaarloosd
pluimvee gezien op het grondgebied van de gemeente Hulshout, waar
ik burgemeester ben. Die man heeft de media gebeld. De media
bellen naar het gemeentehuis. Uiteindelijk werd ik in derde instantie
verwittigd. Op dat moment was het Federaal Voedselagentschap nog
niet verwittigd.

Ik wil dus maar zeggen dat wij dat 0800-nummer, die influenzalijn,
heel belangrijk vinden. Er moet heel duidelijk gecommuniceerd

01.05 Mark Verhaegen (CD&V):

La Belgique est-elle préparée à
faire face à une pandémie?
Comment le département de
l'Intérieur sera-t-il activé et
comment se déroulera la
collaboration avec la Commission
européenne?

La communication constitue
également un point délicat. Il est
inacceptable que les médias
soient informés avant le
Parlement. Les cartes sont
apparemment devenues
superflues, car la zone à risques
s'étend à présent sur l'ensemble
du pays et le devoir d'isolement
est en vigueur partout.

Je me félicite en tout cas que les
brochures existent et que l'on
anticipe clairement ce qui nous
attend. Le secteur a effectivement
toujours des craintes depuis la
dernière crise. Les mesures de
soutien en faveur des pays qui
disposent de moins de moyens
sont également positives.

Le moment de la vaccination est
d'une grande importance mais il
est par ailleurs impératif de
distinguer clairement les animaux
qui sont vaccinés et ceux qui ne le
sont pas. Une grande confusion
règne en ce qui concerne le coût
réel de la vaccination. Le ministre
peut-il l'expliquer?

Quels sont les moyens réellement
disponibles si la crise éclatait? En
effet, la caisse pour la volaille est
vide depuis 2003 déjà.

CRIV 51

COM 862

21/02/2006

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

worden. Dat nummer of mailadres mag zelfs nog groter op de
brochure staan. Het is namelijk de bedoeling dat de mensen best
onmiddellijk telefoneren of mailen en contact opnemen. Dat kan zulke
voorvallen vermijden. Ik heb de milieudienst gestuurd en er zou niets
aan de hand zijn. Ik had ook gevraagd dat het Federaal
Voedselagentschap, als het nodig zou zijn, ter plaatse zou komen.
Het is dus heel belangrijk dat er op zulke voorvallen heel duidelijk en
snel geanticipeerd kan worden.

Over de ophokplicht herinner ik eraan dat de landbouworganisaties
ook voorstander zijn om alle pluimveebedrijven vrijwillig af te
schermen, omdat zij heel bang zijn voor een nieuwe uitbraak van
aviaire influenza, zoals in 2003 is gebeurd. Die bedrijven zijn nog altijd
uit die diepe put aan het kruipen die toen is gemaakt.

U had het ook over de donorconferentie. Ik vind het goed dat het
Westen helpt om in middelen te voorzien voor de noodafweer van de
aviaire influenza die uit landen kan komen met heel weinig
mogelijkheden, waar een schrijnend tekort is aan mensen, middelen
en gezondheidszorg. Wij vinden het goed dat het Westen daarin een
belangrijke rol kan spelen.

Het vaccinatiebeleid is voor mij ook een belangrijk punt. Ik heb dat
reeds verschillende keren aangehaald. Nederland en Frankrijk zijn
vragende partij om hun pluimvee en vooral de scharreldieren te
vaccineren. Mijnheer de minister, ik heb terzake een concrete vraag.
Wanneer zal ons land tot vaccinatie overgaan, en niet alleen van de
dieren die in de dierentuinen blijven? U spreekt over zeldzame dieren.
Ik weet niet of ooievaars zeldzame dieren zijn. Ooievaars vliegen uit.
U hebt gezegd dat een ooievaar die gevaccineerd is, de ziekte zal
maskeren. Hij is dus een stille doder van aviaire influenza.
Voortbouwend op uw redenering, vraag ik mij af of het verstandig is
om te vaccineren. Ik ben voorstander van vaccinatie volgens het
DIVA-principe. Dat is vorige keer verkeerd in het verslag gekomen.
Wat is immers het sterk punt van de DIVA-strategie? Een dergelijk
vaccinatiebeleid maakt het mogelijk om gevaccineerde besmette
dieren en gevaccineerde niet-besmette dieren van elkaar te
onderscheiden. Ik weet niet wat daarvan de kostprijs is. Misschien
kan de heer Vanthemsche daarover iets zeggen. Ik vind het een
oplossing om de vaccinatie door te trekken. Dat is voor mij een
belangrijk punt.

Welke middelen kan ons land uittrekken als de sector nogmaals door
de vogelgriep wordt getroffen? De kas van de pluimveesector is leeg
door de situatie in 2003. Ik hoop dat er dan middelen zijn. Ik hoop dat
het nooit gebeurt, maar als de griep toeslaat, is het noodzakelijk dat
die mensen niet hun laatste strohalm verliezen.

Vorige keer hebt u ook gezegd dat de omzetting van de Europese
richtlijn inzake de bestrijding van de aviaire influenza pas tegen
midden 2007 zal gebeuren. Heeft dat al repercussies, omdat daarin
een aantal belangrijke maatregelen is vastgelegd die u nu weliswaar
fragmentair overneemt, maar die misschien beter geïntegreerd
zouden worden opgenomen?

Dat zijn de belangrijke punten.

Natuurlijk kunnen wij ons ook afvragen in hoeverre handhaving

Qu'en est-il de la directive
européenne relative à la grippe
aviaire qui doit être transposée
pour la mi-2007? Y a-t-il des
répercussions? Les mesures de la
directive sont-elles contraignantes
pour les particuliers? Qu'en est-il
du secteur des pigeons
voyageurs? Les concours
colombophiles peuvent-ils avoir
lieu?

21/02/2006

CRIV 51

COM 862

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

afdwingbaar is. Kunnen wij handhaving afdwingbaar maken,
bijvoorbeeld bij de bioparticulieren die maatregelen nemen? Hoe
kunnen wij dat? Dat is ook een belangrijk punt.

Tot slot, u hebt gezegd dat er een verzamelverbod is voor beurzen,
markten en dergelijke, maar hoe zit het nu met de duivenwedstrijden?
De omzetting van de regel om de duiven uit de groep van het
pluimvee te halen, is nog altijd niet gebeurd. Hoe is het daarmee
gesteld? Mogen die wedstrijden nog doorgaan of niet? Daarop hebt u
niet geantwoord.

Tot daar, mijnheer de voorzitter, mijn eerste reactie.

01.06 Denis Ducarme (MR): Monsieur le président, monsieur le

ministre, je voudrais tout d'abord souligner une fois de plus le sérieux,
la rigueur, la vigilance de ce gouvernement et de vous-même dans le
traitement de la crise aviaire. Je voudrais également dire qu'en ce qui
concerne la communication organisée auprès des médias sur votre
action et celle du gouvernement en la matière, il importait, étant
donné la situation, que la population en soit informée le plus
rapidement possible.

En notre qualité de parlementaire, c'est volontiers que nous faisons le
point avec vous le lendemain par rapport à une situation telle que
celle-là, quitte à ce que, en fonction de l'échange que nous pouvons
avoir, un certain nombre de choses soient réadaptées. Le débat de ce
jour nous en offrant l'occasion, je prendrai le temps nécessaire pour
ce faire.

Lors de nos multiples échanges en commission relatifs à la grippe
aviaire, nous avions conclu que la propagation du virus semblait
inéluctable et que son arrivée aux frontières de notre pays n'était
qu'une question de temps. En effet, nous constatons aujourd'hui qu'il
continue sa propagation et qu'il a atteint l'Union européenne.
L'Allemagne et la France ont décidé d'appliquer de nouvelles mesures
d'enfermement des volailles, tandis que la Belgique se prépare pour
le 1

mars à appliquer des mesures de confinement semblables. On

a fait également référence aux routes et au retour des oiseaux
migrateurs au printemps, qui reste évidemment une période critique.
Nous devons être prêts à réagir rapidement en cas de détection.

Aussi ai-je, eu égard à l'information, exprimé en novembre dernier, le
voeu que la communication relative à la grippe aviaire dépasse
l'information via internet dans le chef des pouvoirs publics. Je suis
extrêmement satisfait de constater aujourd'hui qu'une brochure est
élaborée par l'OMS à destination de la presse visant à aider celle-ci à
informer la population de manière utile et objective. Une nouvelle
brochure sera diffusée le 27 février à l'intention de la population. Elle
reprendra les données principales favorisant la bonne gestion de la
crise tant sur le plan pratique que psychologique.

Dans le cadre du Commissariat interministériel, il ne serait pas inutile,
afin de préparer psychologiquement la population et les plus jeunes,
que la Communauté française puisse organiser à l'échelle des écoles
un certain nombre d'opérations de sensibilisation à cet égard. Ce
serait sans doute plus efficace dans le chef de la Communauté
française que les quelque "ridicules" 0,4 équivalents temps plein que
celle-ci met à disposition dans le cadre d'une crise qui, à mon sens,

01.06 Denis Ducarme (MR): Ik

wil eens te meer onderstrepen dat
de regering het vogelgriepdossier
zorgvuldig aanpakt en dat het zeer
belangrijk is dat de bevolking snel
wordt geïnformeerd.

De verspreiding van het virus in
België lijkt onontkoombaar en met
de terugkeer van de trekvogels
moeten wij klaar zijn om snel te
reageren.

Wat de verspreiding van de
informatie betreft, stel ik tot mijn
zeer grote tevredenheid vast dat
de Wereldgezondheidsorganisatie
een brochure uitwerkt om de pers
te helpen de bevolking op een
nuttige en objectieve manier in te
lichten. Op 27 februari zal een
nieuwe brochure ten behoeve van
de bevolking worden uitgegeven.
De Franse Gemeenschap zou
doeltreffender maatregelen
kunnen treffen en
sensibiliseringsacties in de
scholen kunnen organiseren.

Nog altijd in verband met de
informatieverstrekking wilde ik u
om meer toelichting vragen
omtrent de rol van het ministerie
van Binnenlandse Zaken in het
interministerieel commissariaat.
Welke informatie krijgen de
hulpdiensten die onder het Waalse
Gewest ressorteren? Die diensten
wisten anders duidelijk niet wat ze
moesten aanvangen met een dode
gans in de abdij van Aulne
afgelopen zondag.

Er wordt een brochure voor het
grote publiek uitgegeven, maar

CRIV 51

COM 862

21/02/2006

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

doit engager l'effort de chacun.

Au même titre et toujours en ce qui concerne l'information, comme
Mme Burgeon et M. Verhaegen, j'aimerais que vous précisiez à la
commission le rôle du ministère de l'Intérieur dans ce Commissariat
interministériel. En effet, si la population et la presse sont informées,
qu'en est-il exactement de l'information diffusée aux services
d'urgence, tels les pompiers, la police, les agents des Eaux et Forêts,
dépendant eux de la Région wallonne?

Il se passe toujours quelque chose à Thuin, monsieur le ministre;
vous le savez puisque vous êtes Hennuyer. Pas plus tard que
dimanche matin, une oie est morte à l'abbaye d'Aulne. Au-delà du
drame que cela constitue pour cette oie, il faut admettre que la
communication à ce sujet a été plus que laborieuse. L'éclusier de
l'abbaye d'Aulne a appelé l'agent des Eaux et Forêts; celui-ci ne
savait pas exactement que faire du volatile, ni comment retirer le
cadavre. Il a dès lors appelé un agent de police; lui aussi ignorait que
faire de l'oie. Les pompiers sont arrivés: comme ils avaient vu des
images à la télévision montrant que les manipulateurs portaient des
masques, ils ont utilisé ceux qu'ils avaient sous la main. Bref, il
semble qu'il règne dans tous ces services un manque évident
d'information et qu'il serait utile de faire le point.

Outre la brochure destinée à la population, l'information continuera et
sera adaptée. Je voulais donc vous demander des renseignements
sur les multiples formes de communication choisies pour informer le
plus complètement et objectivement possible la population sur le suivi
de la crise et les comportements à privilégier.

Enfin, pardonnez-moi d'y revenir encore, car, en octobre dernier déjà,
dans cette même commission, je vous questionnais sur les
déclarations faites en juillet 2005 relatives à l'élaboration de ce
fameux plan opérationnel de prévention et de lutte contre la pandémie
grippale d'origine aviaire. Lors de notre dernier échange à ce propos,
vous m'indiquiez que ce plan serait établi pour l'été 2006.

En fonction de l'évolution géographique du virus, en fonction de vos
commentaires récents et importants relatifs aux communications de
l'Organisation mondiale de la santé concernant cette petite mutation
par laquelle les humains seraient plus facilement contaminés par le
virus en cas de contact avec des animaux contaminés et aussi du fait
que l'été court jusqu'au 21 septembre, je vous demanderais de bien
vouloir, autant que possible, activer encore la réalisation de ce plan
et, si possible, de vous montrer plus précis en ce qui concerne sa
date de présentation et sa date d'opérationnalité.

Toujours au sujet de notre niveau de préparation, comme déjà
débattu, une information récente que vous avez précisée ici portait
sur une acquisition plus rapide des stocks antiviraux, fin 2006, ce qui
nous permettra de protéger 30% de la population à la fin de cette
année. Ce rythme d'acquisition est-il suivi par la mise en condition de
ces produits et la capacité de distribution? Dans quels délais serons-
nous en mesure de distribuer l'antiviral? Le stockage et la mise en
condition doivent entraîner un délai. Pouvez-vous préciser cet aspect?
Fin 2006, c'est encore loin. Peut-on encore espérer, comme cela a
déjà été le cas, que ce processus d'acquisition soit encore accéléré?

daarnaast wordt de opleiding ook
voortgezet en aangepast. Kan u
nadere informatie verstrekken
over de communicatiemiddelen
waarmee men de bevolking wil
informeren over de follow-up van
de crisis en de juiste handelwijze.

Ten slotte wil ik nog even
terugkomen op het operationele
plan voor de preventie en
bestrijding van de
vogelgrieppandemie, dat tegen de
zomer 2006 klaar moet zijn. Kan u
daar, gezien de omstandigheden,
geen vaart achter zetten en kan u
ons meedelen wanneer dat plan
bekendgemaakt zal worden en
operationeel zal zijn?

Wat het niveau van onze
voorbereiding betreft, hebt u
aangekondigd dat de voorraad
antivirale middelen versneld zou
worden aangelegd. Op die manier
zou tegen eind 2006 dertig procent
van onze bevolking kunnen
worden beschermd. Worden die
producten even snel
verkoopsklaar gemaakt en
evolueert de distributiecapaciteit
gelijklopend? Kan de voorraad zo
mogelijk nog sneller worden
aangelegd?

Graag kreeg ik meer uitleg over de
beslissing om de bestelling van 41
miljoen maskers uit te stellen bij
gebrek aan een gepaste ruimte
om ze op te slaan. Kan u ons ook
informeren over het precieze
aantal beschikbare maskers, de
geplande levering ervan aan de
beroepsbeoefenaars in de
(dier)geneeskunde en aan de
hulp- en milieudiensten, over de
plannen van de regering inzake
die bestelling, de
leveringstermijnen, en de plaats
en de inrichting van een geschikte
opslagplaats?

Wat de preventieve vaccinatie
betreft, zou men aparte
procedures kunnen overwegen
voor pluimvee enerzijds en voor
gevogelte dat niet kan worden
opgehokt anderzijds?

21/02/2006

CRIV 51

COM 862

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Le journal "La Libre Belgique" rappelait récemment que si des fonds
étaient prévus pour acquérir 41 millions de masques respiratoires
FFP2, la cellule Influenza estimait qu'il n'y avait pas d'urgence à
l'heure actuelle. En outre, la commande n'avait pas encore été
passée car il n'y avait pas de lieu de stockage adéquat. Je trouve
cette approche étrange. J'aimerais connaître votre sentiment et
recevoir quelques précisions à cet égard. Pouvez-vous informer la
commission quant au nombre de masques disponibles, quant à la
mise à disposition prévue pour les professionnels de la santé
humaine, d'une part, et animale, d'autre part, au niveau des services
de secours ou de l'environnement, quant aux intentions du
gouvernement en ce qui concerne la commande à réaliser, quant aux
délais nécessaires à l'obtention de cette commande, quant à la
détermination et la mise en condition de ce lieu de stockage adéquat
qui n'existerait pas aujourd'hui?

Pour en venir aux mesures de confinement de volailles prévues pour
le 1

mars, vous avez déjà traité la question. Je n'y reviendrai donc

pas. Les mesures que vous préconisez sont les bonnes. Nous avons
raison de nous aligner sur les pays qui procèdent de la sorte.

En ce qui concerne la politique de vaccination préventive, vous nous
dites deux choses. D'une part, selon vous, les scientifiques sont prêts
à lancer un processus de vaccination à l'échelle belge. En tout cas,
les scientifiques pourraient se pencher sur cet aspect et l'étudier.
D'autre part, il faudrait une politique européenne coordonnée en la
matière. On parle de l'enregistrement de ces vaccins, du financement
des vaccinations.

Ne pourrait-on pas travailler à l'étude d'un processus de vaccination
pour la Belgique, d'une part, pour les volailles et, d'autre part, pour les
volatiles qui ne peuvent subir de claustration? Nous pourrions avancer
dans cette voie et je souhaiterais avoir votre avis à ce sujet.

Je tiens également à vous faire part d'un article assez intéressant qui
a été publié dans les journaux du groupe "Vers l'Avenir" et qui faisait
référence au développement, sur des sites internet commerciaux,
d'offres de produits et matériaux divers destinés à lutter contre la
grippe aviaire, tant à l'échelle humaine qu'animale. Un contrôle est-il
organisé au niveau belge ou européen afin de vérifier que ces offres
commerciales correspondent à une réalité scientifique et n'exploitent
pas les peurs du consommateur?

Enfin, des politiques européennes ont été développées en termes de
solidarité envers un certain nombre de pays, notamment au Sommet
mondial de Pékin. Nous disposons, en Belgique, d'une politique
propre de coopération au développement; nous avons des
partenariats serrés avec plusieurs pays au titre de pays de
concentration. Monsieur le ministre, quelles mesures comptez-vous
privilégier au sein du gouvernement pour que, dans le cadre de notre
politique de coopération au développement, nous puissions venir en
aide à un certain nombre de pays qui en ont besoin aujourd'hui, je
pense particulièrement au continent africain?

Ondertussen worden er her en der
producten te koop aangeboden
om zich tegen de vogelgriep te
beschermen. Wordt op Belgisch of
Europees niveau nagegaan of die
producten aan een
wetenschappelijk bewezen
gegeven beantwoorden, dan wel
of de verkopers ervan niet eerder
munt willen slaan uit de angst van
de consument?

Welke maatregelen zal de
regering ten slotte nemen om, in
het kader van de ontwikkelings-
samenwerking, andere landen,
met name in Afrika, te helpen deze
crisis aan te pakken?

01.07 Benoît Drèze (cdH): Monsieur le président, monsieur le

ministre, je vous prie de m'excuser pour mon retard. Comme vous le
savez, je dois me partager entre la commission des Affaires sociales
et celle de la Santé publique. Or, en commission des Affaires

CRIV 51

COM 862

21/02/2006

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

sociales, on discutait également d'un dossier important, à savoir la
délégation syndicale dans les PME.

Le président: Monsieur Drèze, allez aux faits! M. le ministre doit encore avoir la possibilité de répondre.

01.08 Benoît Drèze (cdH): Je voudrais commencer par saluer la

justesse de ton constante de M. Vanthemsche, que j'ai encore
entendu ce matin et que l'on entend fréquemment, également en
commission. Je souhaitais confirmer à M. Vanthemsche que le ton
qu'il a adopté depuis le début de la crise de la grippe aviaire nous
paraît tout à fait adéquat et je pense qu'il s'agit d'un avis unanime.

Monsieur le président, mon dernier préambule concerne les questions
d'actualité. Par méconnaissance de la décision de la Conférence des
présidents de la semaine dernière, mon groupe avait déposé une
question d'actualité en séance plénière.

01.08 Benoît Drèze (cdH): Eerst

en vooral wil ik mijn appreciatie
uitdrukken voor de consequente
aanpak en de gepaste manier van
communiceren van de heer
Vanthemsche sinds het uitbreken
van deze crisis.

Le président: ... alors que le Règlement ne le permet pas. Il faut que votre collaborateur serve à quelque
chose! La commission décide ...

01.09 Benoît Drèze (cdH): Nous avons retiré notre question.

Néanmoins, je pense que notre chef de groupe reviendra
ultérieurement sur le sujet à la Conférence des présidents. En effet,
dans certains cas extrêmes, l'opinion publique ne comprendrait pas
que le Parlement s'autocensure.

Ceci étant dit, je voudrais centrer mon intervention sur la question du
plan opérationnel. Monsieur le ministre, je ne dirais pas que nous
sommes inquiets car vous allez certainement répondre, mais nous
nous posons des questions à ce sujet.

Lors du dernier débat d'actualité, le 1

février, vous avez indiqué où

vous en étiez. Vous avez annoncé un plan opérationnel qui serait
terminé pour l'été. Vous avez donné une série d'informations à ce
sujet. Depuis lors, nous constatons que la grippe aviaire arrive
progressivement dans les pays qui nous entourent. Il ne fait plus de
doute pour les experts que, tôt ou tard, elle sera présente sous une
forme ou une autre dans notre pays. Etant donné cette évolution, la
question du caractère opérationnel du plan d'urgence paraît plus que
fondamentale au cdH.

Ce plan ne comprend pas uniquement vous l'avez dit vous-même
des questions limitées à la constitution de stocks de médicaments; il
étudie également la collaboration active des entités fédérées dans les
compétences qui leur sont propres. C'est un point sur lequel je
voudrais attirer l'attention de la commission. D'entrée de jeu, je
voudrais faire référence à l'illustration française je n'emploierai pas
le mot "exemple" car le plan adopté en France n'est peut-être pas un
modèle à prendre tel quel; il a certainement aussi ses travers , pays
qui nous est très proche.

La France a adopté un plan de 58 pages, extrêmement concret,
précis et détaillé, lors de la réunion du gouvernement du 6 janvier
2006, à peu près six mois avant l'échéance fixée en Belgique. Ce plan
n'est en réalité qu'une actualisation d'un plan datant d'octobre 2004.

Je ne demande pas que ce plan soit transmis aux membres de la
commission. Chacun jugera de l'utilité de le consulter. Toutefois, si

01.09 Benoît Drèze (cdH):

Rekening houdend met het feit dat
de vogelgriep onze buurlanden
bereikt heeft en onvermijdelijk in
ons land zal opduiken, is de
kwestie van het operationeel
noodplan dat u op 1 februari
jongstleden aankondigde, van
essentieel belang voor de cdH.
Zulk plan veronderstelt niet enkel
de aanleg van
geneesmiddelenvoorraden, maar
ook een actieve inbreng van de
deelstaten.

De Franse regering heeft op 6
januari 2006 een ongeveer 50
pagina's tellend plan aangenomen
dat in feite een bijwerking is van
een plan uit oktober 2004. In dat
plan worden de bevoegdheden
van de diverse ministers
afgebakend. Gelet op de
complexiteit van onze instellingen,
zouden ook bij ons de
bevoegdheden nauwkeurig
moeten worden afgelijnd.

Op de interministeriële conferentie
van 26 januari 2006 zou de
Waalse minister van Gezondheid
verklaard hebben niet bevoegd te
zijn in dat dossier en zij zou
geweigerd hebben personeel te
detacheren.

Het leiderschap en de
verantwoordelijkheid mogen dan

21/02/2006

CRIV 51

COM 862

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

quelqu'un veut y jeter un coup d'oeil, je l'invite à lire les pages 15 à 18
qui font l'inventaire des répartitions de compétences entre les
différents ministres du gouvernement français.

Sur quatre pages, il est indiqué très précisément que la coordination
est du ressort du premier ministre lui-même. Ensuite, il est expliqué
pour chaque ministre - de l'Economie, de la Santé publique, de
l'Intérieur, de l'Agriculture, des Affaires étrangères, de la Défense, des
Transports, du Tourisme, du Travail, de l'Education nationale, etc. -
qui fait quoi. Cela me paraît d'autant plus important pour notre pays,
même s'il est tout petit, que nous avons des niveaux de pouvoir plus
éclatés et plus complexes.

Pour illustrer mon propos, je me référerai à des échos qui me
reviennent de la Conférence interministérielle du 26 janvier 2006. Je
ne tiens pas à personnaliser le débat, mais seulement à l'illustrer. Il y
a été décidé une répartition de détachés des Communautés et
Régions. Le principal du détachement - 12,5 personnes ETP -
provient du fédéral, mais 2,5 personnes ETP sont aussi détachées
des Communautés et Régions. La Communauté française a mis à
disposition une personne à 4/10

temps. La ministre wallonne de la

Santé aurait indiqué que, comme elle n'était pas compétente en
matière de prévention, elle ne l'était pas non plus pour la grippe
aviaire et qu'elle ne détacherait personne. S'agit-il d'une rumeur? En
tout cas, cela me paraît une question essentielle. Car, si la répartition
des compétences avec les entités fédérées n'est pas opérationnelle
et claire au moment où les choses se précisent, un énorme point
d'interrogation s'esquisse.

Pour bien me faire comprendre, il est évident pour tout le monde que
le leadership et la responsabilité première reviennent au fédéral. Mais
il est notoire que, dans ce dossier comme dans d'autres, le fédéral ne
possède pas tous les instruments requis. Par exemple, s'il faut
intervenir dans les écoles, le fédéral ne dispose ni de l'autorité
nécessaire ni de la liste de tous les établissements scolaires du pays.
Il doit donc forcément demander l'aide des Communautés pour
transmettre les informations utiles aux établissements concernés.
C'est très vaste. Pour les Communautés française, flamande et
germanophone, il n'y a pas que les écoles, mais aussi les crèches,
les rassemblements sportifs et culturels, etc.

Pour la Région wallonne, je pense aux services d'aide et de soins à
domicile, aux maisons de repos et maisons de repos et de soins, etc.
Sans doute Mme Vienne, comme pour la question du chèque-mazout
- et je le dis sans intention polémique -, estime-t-elle que le fédéral est
compétent pour financer les soins et qu'il lui incombe d'intervenir.
Mais, si c'est bien son raisonnement, cela me paraît extrêmement
court.

Monsieur le ministre, pouvez-vous nous indiquer dans ces cas précis
- maisons de repos, maisons de repos et de soins, services d'aide et
de soins à domicile, notamment - qui est compétent pour l'exécution
très concrète des décisions éventuelles? Est-ce vous ou Mme
Vienne?

De manière plus générale, êtes-vous au point avec toutes les entités
fédérées pour votre plan opérationnel?

bij de federale overheid berusten,
maar die beschikt niet over alle
vereiste instrumenten. Zo zou
onder meer aan de
Gemeenschappen worden
gevraagd de nodige inlichtingen
met betrekking tot de scholen en
de culturele en sportevenementen
mee te delen en zouden de
Gewesten om informatie over de
hulpdiensten en de
thuiszorgdiensten worden
verzocht. Mevrouw Vienne is
wellicht de mening toegedaan dat
de federale overheid bevoegd is
voor de financiering van de zorg
en moet bijspringen. Als dat het
geval is, dan is haar redenering
toch wat kortzichtig.

Wie is bevoegd voor de uitvoering
van eventuele beslissingen: u of
mevrouw Vienne?

Is er een akkoord tussen de
federale overheid en de
deelgebieden over uw
operationeel plan?

Is de deadline van medio 2007 niet
te veraf om al over een volledig
document te kunnen beschikken?

CRIV 51

COM 862

21/02/2006

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Enfin, ne pensez-vous pas que la mi-2007 est une échéance trop
lointaine pour disposer d'un document complet? Il est vrai que ceux
mis à notre disposition aujourd'hui sont totalement insuffisants et, à
ma connaissance, ne reprennent pas la répartition entre les ministres
concernés, fédéraux et régionaux.

Le président: Monsieur le ministre, avant que vous ne répondiez, j'ai
trois petites remarques.

D'abord, je voudrais saluer la rigueur avec laquelle vous traitez le
dossier avec le Commissariat interministériel Influenza. J'ai déjà eu
l'occasion de le vivre en direct lors du "cas" potentiel du journaliste
soigné à Bruxelles. Ici, les choses continuent et, comme beaucoup de
collègues, je voudrais saluer votre rigueur et la mettre en regard avec
les crises que la Belgique a connues précédemment.

Je me demande pourtant dans quelle mesure cette crise ne nous
amène pas à un excès de prudence et à ne plus nous y retrouver. Je
prends un exemple: le document rédigé par le Commissariat, assez
indigeste. Je ne suis pas éleveur de volaille, je ne vis pas dans une
zone à risque selon votre carte: le seul point qui m'intéresse est de
savoir si je peux consommer de la viande. À lire votre réponse, votre
position n'est pas franchement oui ni franchement non. Parfois,
l'excès de prudence fait que je ne puis plus m'y retrouver et que les
gens aussi basiques que moi ne doivent pas non plus s'y retrouver
nettement mieux. N'est-il pas préférable d'affirmer les choses
purement et simplement?

Un dernier élément: dans votre communiqué, vous dites à juste titre
que "la grippe aviaire ne tient pas compte des frontières. C'est
pourquoi la Belgique insiste pour une meilleure collaboration entre les
Etats membres afin d'arriver à une approche cohérente, rassurant
citoyens et partenaires commerciaux". On sent à travers votre
remarque une forme d'agacement ou, à tout le moins, de
mécontentement par rapport à ce qui se passe sur le plan européen.

Pourriez-vous préciser votre position? On peut sans doute regretter
que l'Union européenne ne soit pas plus proactive et cohérente dans
la gestion de cette crise; pourtant, là aussi, nous disposons des
expériences des crises antérieures où l'on a manqué singulièrement
de cohérence et de prises de décisions communes. Ici, êtes-vous
dans la même situation et ressentez-vous la même chose? C'est un
peu ce que je lis à travers votre petite phrase.

Un commentaire à ce sujet serait peut-être intéressant.

De voorzitter: Ik ben blij dat de
minister het dossier zo gestreng
behandeld met het
interministerieel commissariaat
Influenza.

Tegelijk mogen we ook niet te
voorzichtig willen zijn, waardoor
we zouden verdrinken in een
massa onverteerbare informatie.
Zou men niet beter gewoon klare
taal spreken?

In uw communiqué wordt gesteld
dat België beter moet
samenwerken met de overige
lidstaten met het oog op een
coherente aanpak. Daarmee laat
men uitschijnen dat er wrevel
bestaat over de huidige gang van
zaken. Wat is uw standpunt? Men
kan inderdaad betreuren dat er
van een coherent en proactief
beleid in de Europese Unie geen
sprake is, maar uit vorige crisissen
is gebleken dat wij de zaken ook
niet altijd even coherent hebben
aangepakt en dat de gezamenlijke
besluitvorming te wensen overliet.
Heeft u commentaar op de
situatie?

01.10 Rudy Demotte, ministre: Monsieur le président, mesdames,

messieurs les parlementaires, permettez-moi d'abord de vous dire
que, sur la question de l'information, nous sommes dans un débat qui
doit tenir compte d'un climat qui, à certains moments, nous plonge
dans une logique apocalyptique millénariste liée à l'apparition de
maladies, et qui est donc irrationnelle. Nous devons tenir compte de
l'irrationnel pour le contredire. Il faut dès lors beaucoup de nuance
dans le débat.

En termes d'information, la réponse que nous devons apporter doit
être graduée et viser différents publics cibles. Cela explique que telle
brochure est destinée à un public cible et que, demain, dans la

01.10 Minister Rudy Demotte:

Inzake informatie, moeten we
rekening houden met irrationele
gegevens: het debat vergt dus
heel wat nuancering. Ons
antwoord moet stapsgewijs en
doelgericht worden verstrekt. Het
merendeel van de bevolking denkt
het risico te lopen door het H5N1-
virus besmet te worden terwijl de
vogelgriep voornamelijk en zelfs
uitsluitend van veterinaire aard is.

21/02/2006

CRIV 51

COM 862

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

presse, un autre public cible sera visé. A chaque fois, nous allons
essayer, pas à pas, de toucher les publics qui peuvent être exposés à
la grippe aviaire, à propos de laquelle je rappelle qu'il y a pas mal de
confusion ne serait-ce que dans l'énoncé du titre.

A quoi pense-t-on quand on parle de grippe aviaire? Dans la majeure
partie de l'opinion publique, on pense au risque que l'on court pour
soi-même de contracter le virus H5N1. Or, il faut bien répéter que,
pour le moment, la grippe aviaire est essentiellement, j'oserais
presque dire exclusivement je vous dirai pourquoi dans un instant ,
de type vétérinaire. Cette maladie touche la volaille et nous avons
connu, de manière très marginale, des cas de personnes
contaminées.

A l'échelle mondiale, ce nombre de cas est, au regard de n'importe
quelle pathologie humaine aujourd'hui, très marginal. Au Cambodge, il
y a 4 cas et 4 décès; en Chine, il y a à peu près 12 cas et 8 décès; en
Indonésie, il y a 26 cas et 19 décès; en Irak, il y a 1 cas et 1 décès; en
Thaïlande, il y a 22 cas et 14 décès; au Vietnam, il y a 93 cas et 42
décès; en Turquie, il y a 12 cas et 4 décès.

De ces chiffres, on peut tirer deux enseignements: c'est encore très
marginal pour le moment et cela reste une maladie liée à la
promiscuité absolue entre la volaille et l'homme. En d'autres termes, il
s'agit de personnes qui ont été directement exposées à de la volaille
malade, qui ont parfois vécu dans les mêmes pièces ou, ce qui peut
arriver dans les modes culturels de consommation, qui ont mangé de
la volaille qui n'a pas été cuite.

A partir de là, on peut constater qu'il y a des cas je parle ici de cas
globaux qui ne correspondent pas aux cas de décès. Dans la
situation la plus dramatique, on se trouve face à 100% de décès
comme au Cambodge. Dans le meilleur des cas, comme en Turquie,
on compte 4 décès sur 12 cas. En d'autres termes, quand le virus du
H5N1 infecte des personnes, sa virulence est variable.
Paradoxalement, tant que ce virus sera extrêmement agressif et ne
se transmettra pas à l'homme, il s'autodétruira.

Si l'on observe les études scientifiques qui ont été réalisées, on
s'aperçoit qu'il y a un risque, à un moment donné, que le caractère
virulent de la souche H5N1 diminue un peu, que l'on assiste alors à
une "recombinaison" avec le virus de la grippe humaine (le H3N2, par
exemple), et qu'à partir de ce moment, on soit appelé à se trouver
dans une phase pandémique. Telle n'est pas la situation
actuellement. D'après les experts, nous n'avons pas encore
aujourd'hui de raison de penser que cela puisse arriver dans un délai
proche.

Comme je l'ai expliqué lors d'une précédente réunion de cette
commission, selon les experts, en matière de reproduction de
maladies pandémiques, il y a des cycles d'environ 40 ans. Toujours
selon ces experts, nous pouvons considérer que nous entrons
doucement dans une "fenêtre" où ce type de cycle pandémique peut
apparaître.

Pourrait-on connaître ce risque pandémique à partir du virus du
H5N1?

Uit een vergelijking van de erg
beperkte aantallen van menselijke
besmetting met het aantal doden
blijkt dat de ziekte verband houdt
met het direct contact van mensen
met gevogelte (mens en dier
verblijven in dezelfde ruimte of
consumptie van rauw gevogelte)
en dat de virulentie van het virus
heel veranderlijk is.

Paradoxaal genoeg vernietigt dit
virus zichzelf zolang het uiterst
agressief blijft en niet op de mens
overgaat.

Het risico bestaat dat de H5N1-
stam samen met het menselijke
griepvirus een nieuwe variant
vormt en een pandemie
veroorzaakt. Nu is dat echter niet
het geval en de deskundigen
voorspellen het ook geenszins op
korte termijn.

Het staat trouwens helemaal niet
vast dat net het H5N1-virus tot een
pandemie kan leiden. We mogen
ons niet blind staren op een enkele
virusstam. Integendeel, we
moeten transversale en
gemoduleerde procedures
ontwikkelen naargelang van de
benadering van de ziekte, die
thans vooral op de dierlijke variant
is gestoeld.

In 2003 was België er reeds in
geslaagd het aantal besmette
bedrijven drastisch te beperken.
Dankzij onze beveiligings-
maatregelen en de beperking van
of het verbod op het vervoer van
pluimvee zijn we erin geslaagd de
verspreiding van het virus in te
dammen.

Dat virus kan ons land op
verschillende manieren bereiken.

Zo hebben de deskundigen
kunnen vaststellen dat ons land
vanaf 1 maart kan besmet worden
door het soort trekvogels dat het
vaakst drager van dat virus is.
Maar ondertussen raden we alle
beroeps- en amateurfokkers ten
stelligste aan hun pluimvee op te

CRIV 51

COM 862

21/02/2006

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Ce n'est pas du tout certain. Vous pouvez trouver des candidats dans
les autres souches virales aviaires. Je pense notamment à la souche
du H7, à la souche du H9 même si, à ce stade, il s'agit de souches
virales moins virulentes. Elles peuvent toutefois connaître des
"mariages" avec le virus humain. C'est dire que nous ne devons pas
nous braquer sur une souche particulière; nous devons, au contraire,
établir des procédures transversales dans l'approche
épidémiologique.

A partir du moment où l'on établit la distinction entre la grippe aviaire
dans sa composante essentiellement animale, problématique qui fait
l'objet de notre discussion d'aujourd'hui, la grippe aviaire dans ses
risques marginaux de transmission à l'homme quand on franchit la
barrière des espèces et l'hypothèse d'une mutation, à un moment
donné, du virus ou d'une recombinaison de ce dernier, les réponses
doivent être formulées autrement.

Sur le plan de la grippe aviaire proprement dite et de la maladie
vétérinaire, nous pouvons avancer que ce pays a déjà une certaine
expérience de la grippe aviaire, expérience positive qui plus est! Si
vous remontez à 2003, deux pays ont été exposés au risque de la
même manière et ont pourtant développé des stratégies différentes; il
s'agit des Pays-Bas et de la Belgique.

Que s'est-il passé en 2003? Nous sommes parvenus à contenir de
manière extrêmement éclatante la progression du virus dans notre
pays. Cela n'a pas été le cas aux Pays-Bas. Ces derniers ont tiré un
certain nombre de leçons depuis et mettent en oeuvre des
procédures. Nous en avions déjà. Elles ont donné des résultats très
visibles, puisque nous avons limité de manière drastique le nombre
d'exploitations touchées. Par les mesures de sécurisation prises et la
limitation, voire l'interdiction du transport de volailles, nous sommes
effectivement parvenus à contenir le virus.

Cette fois, nous sommes exposés à un virus qui peut emprunter des
chemins d'adduction divers. Le premier chemin qui nous préoccupe
est celui des voies naturelles, celui des oiseaux sauvages. Il ne faut
pas confondre les différents types de migration des oiseaux
sauvages. Vous avez des bassins de migration, des couloirs de
migration, différenciés en fonction des pays d'Europe. Vous n'avez
donc pas un seul canal, un seul type d'oiseaux sauvages. Vous avez
des oiseaux sauvages qui sont davantage des vecteurs de ce virus
que d'autres.

A partir de l'expertise de ceux qui, dans ce pays, sont réputés pour
être les meilleurs experts dans la migration de ces volatiles, on a
défini que la fenêtre de risque s'ouvrait à partir du 1

mars pour le

type d'oiseau le plus porteur de cette souche virale et qui entre dans
les couloirs de survol de la Belgique dans le cadre des zones à risque
que nous avons développées.

Aussi maintenons-nous, sur la base d'un avis scientifique - cette
décision ne s'inspire pas exclusivement d'une opinion politique
formulée en commission ou au sein du gouvernement -, la date du
1

mars. Mais, entre-temps, nous recommandons fermement à tous

les éleveurs, qu'ils soient professionnels ou particuliers, de procéder à
des mesures de confinement par rapport à leur volaille. En cette
matière, un débat a eu lieu.

hokken. Daarover werd er reeds
een debat gevoerd.

21/02/2006

CRIV 51

COM 862

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

In het Nederlands sprak men in het begin enkel van ophokplicht. Nu
spreekt men van afschermplicht. Bestaat er een verschil tussen een
afschermplicht en een ophokplicht? In feite niet; het is een kwestie
van woordenschat, van terminologie. Het gaat om de afscherming van
de verschillende pluimveesoorten.

Plutôt que "d'obligation de
confinement", on parle à présent
"d'obligation d'isolement". En
réalité, il s'agit seulement d'une
différence de vocabulaire. Il s'agit
dans les deux cas du fait d'isoler
les volatiles.

Nous parlons ici de la mise sous couvert, du confinement au sens
large du terme.

Cela signifie que nous invitons ceux qui le peuvent ce sera d'ailleurs
communiqué dans les prochaines étapes , vu le nombre de leurs
volailles, leur situation ou la disposition des infrastructures, à procéder
à une mise sous abri de leurs volailles, qu'il s'agisse de particuliers ou
d'éleveurs professionnels. Pour ceux qui ne le peuvent pas pour
différentes raisons, nous leur demandons de faire en sorte de
protéger les volailles par des filets séparant ces volailles du monde
animal extérieur et, surtout, de les nourrir et de leur donner à boire
dans des endroits couverts.

A ce stade, nous formulons cette demande de confinement par
mesure de prudence. Nous la recommandons avant le 1

mars.

La Belgique est-elle plus ou moins prudente que d'autres pays en
cette matière? La Belgique n'est ni plus ni moins prudente puisque le
confinement n'est qu'une des mesures "prudentielles" que nous
mettons en oeuvre. J'en arriverai presque tout de suite à donner une
appréciation sur la politique européenne.

Aujourd'hui, des pays comme le Danemark, qui connaissent déjà sur
leur sol national des problèmes d'infection, de contamination au
H5N1, n'ont pas imposé le confinement pour tous; ils l'ont
recommandé. On peut donc parfois constater des procédures moins
exigeantes que les nôtres mais nous ne pouvons pas dire que cette
mesure est moins préventive ou moins prudente que celle appliquée
par notre pays.

Va-t-on trop loin? Je ne le pense pas. J'estime que nous avons choisi
la juste mesure. Nous voulons garder l'équilibre jusqu'au bout entre la
protection des volailles domestiquées, des oiseaux migrateurs et la
déraison qui pousserait à prendre des mesures extrêmement
radicales aujourd'hui, alors qu'il n'y a aucun cas de H5N1 sur notre sol
national.

Par ailleurs, ce que nous préconisons d'ici le 1

mars permet un

temps d'adaptation. Prenons garde aux pays qui font des effets
d'annonce, aux pays qui imposent aujourd'hui à tous, professionnels
et particuliers, la mise en oeuvre des plans. Vous avez vu ce qui s'est
passé en France. C'est extrêmement difficile sur le terrain! Nous
avons opté pour un délai entre l'annonce et la mise en oeuvre. Ce
délai permettra aux gens d'être avertis et de se préparer pour le
1

mars.

Entre-temps, on diffuse l'information. Ce sera encore le cas demain;
ce sera le cas par les brochures.

Daarom vragen we de kwekers
hun pluimvee te beschutten of, als
dat niet mogelijk is, het met netten
af te schermen van de dieren
buiten het bedrijf en vooral het
enkel op overdekte plaatsen te
voeren.

België is niet méér noch minder
voorzichtig dan andere landen. Zo
raadt Denemarken, waar al
gevallen van besmetting werden
vastgesteld, aan gevogelte op te
hokken, weliswaar zonder de
ophokplicht in te voeren. Een en
ander betekent niet dat die
maatregel minder voorzichtig is
dan de onze.

We zochten de gulden
middenweg, met de bedoeling het
pluimvee tegen de trekvogels te
beschermen, zonder echter in
excessen te vervallen terwijl in ons
land nog geen enkel geval werd
vastgesteld.

Bovendien beschikken we over de
nodige tijd om aanpassingen uit te
voeren, aangezien de maatregel
pas op 1 maart ingaat. Intussen
zorgen we ook voor het
verspreiden van informatie: zo
zullen door de gemeenten en in de
postkantoren brochures ter
beschikking worden gesteld. We
onderhandelen met de
Gemeenschappen met de
bedoeling die brochures ook in de
scholen ter sprake te brengen.

In de brochure wordt de bedrijven
aangeraden zich tot een dierenarts
te wenden, maar wordt ook het
groen nummer (0800 99 777), dat
in geval van twijfel dient te worden
opgebeld, vermeld. Tevens is de
website influenza.be zeer duidelijk.

CRIV 51

COM 862

21/02/2006

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Je rappelle que les brochures ne seront pas distribuées uniquement
par les communes. On les trouvera également dans les bureaux de
poste. Par ailleurs, nous sommes en négociation avec les
Communautés pour que ces brochures soient commentées dans les
écoles. En d'autres termes pour qu'on ait une lecture critique de ces
brochures en les vulgarisant.

Pour répondre à notre collègue Miguel Chevalier, nous avons donné
dans la brochure plusieurs informations. Par exemple, quand des
problèmes se posent avec des volailles, nous conseillons à
l'exploitant de s'en référer au vétérinaire qui, lui-même, connaît
l'inspecteur. Mais, en parallèle, nous donnons quand même un
numéro vert, le 0800 99 777, que chacun peut appeler en cas de
doute. Le site influenza.be est extrêmement clair également. Je pense
que tout cela peut apporter de l'aide.

Vendredi, je me rends au gouvernement avec une proposition - et je
réserve même cette information aux membres du parlement avant
que mes collègues ne l'obtiennent. Vous voyez que nous ne reculons
devant rien pour vous satisfaire. Les membres du gouvernement vont
recevoir une proposition de campagne qui va se décliner en
s'appuyant aussi sur les médias audiovisuels. Car, puisque l'on parle
d'iconographie, de lecture de l'image - et cela fait partie de la culture
désormais, car les gens lisent malheureusement de moins en moins
de texte, sauf au parlement -, des moyens simples seront mis à la
disposition du grand public pour l'aider à comprendre diverses
situations. Je défendrai donc vendredi cette idée d'une campagne
d'information aussi vaste que possible.

Pour la question de la coordination européenne, je vais vous répéter
sans aucune nuance ce que j'ai déjà dit dans cette commission et que
je continue de penser: l'échec le plus grave de l'Union européenne est
l'absence de politique sanitaire réellement intégrée. Puis-je vous
donner sur la grippe aviaire - et je ne parle pas de la possible
pandémie humaine - un exemple extrêmement éloquent? Il s'agit des
concours de pigeons. Dans la situation actuelle, l'Espagne permet
sous certaines conditions les vols de pigeons, la France les interdit,
tandis que la Belgique les autorise. Imaginez maintenant des
colombophiles belges qui vont déposer leurs pigeons en Espagne. A
moins de leur donner un plan de vol évitant l'espace aérien français et
l'espace maritime bordant la France, les pigeons se retrouvent dans
une situation illégale. Autant dire que ceci démontre par l'absurde le
manque d'intégration européenne dans une matière aussi importante
que le contrôle sanitaire, en l'occurrence, animal.

Mais ce que je vous dis pour le contrôle vétérinaire vaut aussi pour la
médecine humaine. Car, dans ce domaine, nous n'avons toujours pas
été capables de définir une attitude commune sur la question des
stocks d'antiviraux ni même sur celle des vaccins que nous devrions
produire en cas de mutation ou de recombinaison d'un germe
hautement pathologique de souche virale.

C'est dire que l'Union européenne est handicapée sur ce terrain parce
qu'elle se réfère à ce sentiment que chaque pays dispose de
meilleurs outils sanitaires sur un plan individuel que ceux qui
pourraient être garantis par l'Europe en termes de coordination ou
d'initiative supranationale. Or, cela me paraît être un contresens en
termes de santé car, comme je l'ai déjà dit sous forme ironique ici, on

Vrijdag zal aan de regering een
voorstel van campagne worden
voorgelegd; die campagne zal
onder meer met de steun van de
audiovisuele media worden
opgezet en in dat kader zullen
eenvoudige middelen ter
beschikking van het grote publiek
worden gesteld.

Op Europees niveau schuilt de
grootste mislukking in het
ontbreken van een geïntegreerd
gezondheidsbeleid, niet enkel wat
de diergeneeskundige controle
betreft, maar ook inzake de
menselijke geneeskunde: wij zijn
er nog niet in geslaagd tot een
gemeenschappelijk standpunt over
de kwestie van voorraden van
antivirale producten te komen, en
evenmin over de vaccins die
moeten worden geproduceerd in
geval van een mutatie of een
recombinatie van een
hoogpathologische kiem van een
virusstam.

21/02/2006

CRIV 51

COM 862

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

n'a toujours pas expliqué au virus ce qu'était une frontière nationale.
Ne toujours pas disposer d'une politique européenne transcendant les
États-nations dans la perspective d'une Union répondant de manière
plus concrète aux citoyens, ne pas fournir cette réponse est à mes
yeux l'un des défauts les plus manifestes de la construction de l'Union
aujourd'hui.

Le président: La Belgique ne pourrait-elle pas prendre l'initiative à ce
sujet lors d'un prochain sommet? Cette commission a autrefois
examiné l'affaire du SRAS et a traité des conséquences éventuelles
pour nos pays. La Belgique ne devrait-elle pas prendre une initiative?

De voorzitter: Kan België ter zake
op een komende top geen initiatief
nemen?

01.11 Rudy Demotte, ministre: En matière de stocks de

médicaments, la Belgique n'a pas pris la tête d'une fronde mais on
peut dire qu'elle a été à la base d'une attitude extrêmement radicale
devant le Conseil des ministres. Le minimum minimorum qu'on a
reconnu aujourd'hui, c'est qu'il existe un consensus dans une bonne
dizaine d'États pour examiner la possibilité de constituer des stocks
médicamenteux de manière générale à l'échelle européenne.

Par la même occasion, nous avons noué des relations bilatérales
avec des pays qui pensent comme nous et nous n'allons pas
abandonner ce combat. Mais cela ne concerne que la question des
stocks. Pour ce qui est plus généralement de l'approche des maladies
animales ou humaines, si nous n'avons pas des protocoles identiques
ou au moins hautement convergents, nous serons toujours confrontés
à des difficultés d'interprétation. Le Belge francophone et le Belge
néerlandophone qui regardent soit la télévision française, soit la
télévision néerlandaise et qui reçoivent des instructions en matière de
comportement épidémiologique dissonantes par rapport à celles
préconisées par leur État vont se poser des questions.

De la même manière, pour être totalement efficaces, nous avons
intérêt à être sur la même ligne que nos voisins, en tout cas en
termes de dispositions de base minimales. Or, vous avez sans doute
pu prendre connaissance dans les tableaux synoptiques des mesures
en vigueur aujourd'hui dans les limites de l'Union et observer des
différences radicales entre les États dans la manière dont ils mènent
leur politique épidémiologique. Ce n'est donc pas anecdotique de le
dire devant la commission, ni un énième avatar de mon avis sur le
sujet. C'est un défaut consubstantiel à une Europe qui n'arrive pas à
trouver un diapason sur une matière aussi importante que la santé
publique, santé animale et santé humaine confondues.

A propos du plan pandémie, il ne faut pas confondre ce plan avec le
problème très aigu de la grippe aviaire dont il s'agit maintenant. L'un a
évidemment un lien indirect avec l'autre, mais nous ne sommes pas
dans des espaces-temps identiques.

En ce qui concerne le plan pandémie, pour le moment, nous avons
déjà 65 fiches projets. Nous n'en sommes donc pas à 56 pages
généralistes, mais nous disposons déjà de 65 fiches projets
particulières: chaque projet touche des champs d'activité. Nous avons
pour elles un timing qui doit déboucher, d'abord, sur la rédaction d'un
document facilement lisible qui constitue notre plan stratégique en
tant que tel, ensuite, sur un plan opérationnel et, enfin, sur un niveau
le plus affiné possible de la procédure que sont les "standard
operating procedures".

01.11 Minister Rudy Demotte:

Ons land heeft een tiental landen
ervan kunnen overtuigen
gezamenlijk te onderzoeken of er
op Europees niveau
geneesmiddelenvoorraden kunnen
worden aangelegd. Maar zolang
we over geen sterk gelijklopende
protocollen beschikken, zullen we
steeds met tegenstrijdige
interpretaties te maken krijgen.
Het is bovendien in ons eigen
belang dat we inzake de minimale
basisvoorschriften op een lijn
zitten met onze buurlanden. U
heeft trouwens kunnen vaststellen
dat alle lidstaten een totaal
verschillend epidemiologisch
beleid voeren.

Dat gebrek is kenmerkend voor
een Europa dat er niet in slaagt in
een zo belangrijke aangelegenheid
als volksgezondheid overeen-
stemming te bereiken.

In het kader van het pandemieplan
beschikken we reeds over 65
ontwerpfiches met een
bijbehorende timing. Het is de
bedoeling dat ze in de vorm van
een makkelijk leesbaar document,
een operationeel plan en
"Standard Operating Procedures"
worden gegoten tegen het begin
van de zomer, wanneer we het
plan zullen voorstellen dat aan alle
beleidsniveaus zal worden
bezorgd.

Aan de heer Drèze kan ik
antwoorden dat alleen het federale
niveau de nodige middelen heeft
vrijgemaakt voor de cel Influenza.
De Franse Gemeenschap zal er
een ambtenaar bevoegd voor de

CRIV 51

COM 862

21/02/2006

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Nous ne voulons pas travailler avec un agenda qui nous imposerait
une attitude non bâtie sur l'évidence scientifique ni sur le
fonctionnement réel des plans que nous mettons en oeuvre. Nous ne
voulons pas d'effet d'annonce sur un plan opérationnel, par exemple,
qui ne serait pas suivi d'effet. C'est la raison pour laquelle nous avons
parlé de l'été, sans parler de la fin de l'été, mais de son début: c'est le
moment où nous présenterons le plan.

Ce plan sera décliné à tous les niveaux de pouvoir.

En réponse à M. Drèze sur la question des délégués des entités
fédérées à la cellule Influenza, d'abord, je signale que le seul niveau
de pouvoir qui a délivré des moyens et à des hauteurs considérables
nous ferons un jour le compte pour faire fonctionner cet
instrument, c'est le niveau fédéral. On remercie les Communautés et
les Régions de leur appui sur le plan méthodologique mais, pour le
moment, c'est le fédéral qui a débloqué les moyens financiers.

Sur le plan des délégations des personnes envoyées dans cette
cellule, j'ai dit tout à l'heure qu'un 0,4 équivalent temps plein était
libéré par la Communauté française et 0,6 pour ce qui concerne la
Région wallonne. Il semble qu'à la Région wallonne, l'accord se fasse
sur la désignation d'une personne en provenance du secteur de
l'agriculture, en complément de la prévention en matière de santé, qui
serait délivrée par la Communauté.

Je suppose, qu'en bonne intelligence, notre collègue Catherine
Fonck, en qui j'ai pleine confiance, et notre collègue Christiane
Vienne, en qui je n'ai pas moins pleine confiance, vont prendre langue
pour savoir comment faire l'articulation entre les missions de
prévention générale de la Communauté française et les institutions de
soins, les maisons de repos et de soins qui sont entre autres gérées
par la Région wallonne.

En ce qui concerne les stocks, quand on parle de stocks d'antiviraux,
il s'agit de la première ligne de défense dans le cadre d'une exposition
au risque de pandémie. Ces stocks sont évolutifs. Notre première
difficulté dans la constitution de ces stocks, vous le savez tous, a été
que chaque pays de l'Union européenne était le concurrent de son
voisin en termes d'acquisition et que les entreprises pouvaient donc,
dans ce cadre, opérer des contacts de type commerciaux avec les
pays dans lesquels on fixait le planning de livraison.

La Belgique est arrivée à s'inscrire dans un plan d'approvisionnement
qui aboutissait à la complétude de ses objectifs aux alentours du
premier trimestre 2007. Or, après les contacts que nous avons eus
avec les firmes productrices, nous sommes arrivés à faire en sorte
que nos stocks soient constitués pour fin 2006.

Pour rappel, ces stocks sont constitués sur la base des 36.000 doses
dont j'ai parlé. Le gouvernement précédent avait, pour lutter contre les
éventuelles pandémies, 36.000 doses pour le pays. Après
augmentation des budgets, j'ai fait passer le stock des 36.000 doses
acquises en 2003 à 370.000 doses. Aujourd'hui, je peux vous
annoncer que nous sommes à quelque 480.000 doses et nous allons
arriver à la fin de cette année à couvrir 30% de la population. Nous
sommes donc au-dessus du chiffre de référence cité par l'OMS. Mais

preventieve gezondheidszorg in
afvaardigen, voor 0,4 voltijdse
equivalent; het Waalse Gewest zal
iemand uit de landbouwsector
afvaardigen, voor 0,6 voltijdse
equivalent.

De voorraden antivirale middelen
waarvan sprake vormen de eerste
verdedigingslinie in geval van
blootstelling aan het virus. De
omvang van de stocks evolueert.
De grootste hinderpaal bij het
aanleggen van de voorraden was
het feit dat de onderscheiden
Europese landen eigenlijk met
elkaar rivaliseerden om zo snel
mogelijk een voldoende grote
stock te hebben. Ons land heeft
ervoor kunnen zorgen dat het
tegen eind 2006 voldoende
middelen op stock zal hebben. Ik
heb het aantal dosissen in stock
opgetrokken van 36.000 naar
370.000 en vervolgens naar
480.000, voldoende om 30 procent
van de bevolking (dat percentage
ligt boven de referentiewaarde van
de WHO) tegen het einde van het
jaar soelaas te bieden. Voor
sommige Europese landen is het
aanleggen van een voorraad geen
prioriteit; hun stocks variëren van
0 tot 50 procent.

De vraag die daaruit voortvloeit is
wanneer de producten en vaten in
individuele dosissen aan de
bevolking kunnen worden
aangeboden. We hebben met het
Franse en Belgische leger
afspraken gemaakt om in zes
weken tijd 1.360.000 dosissen te
kunnen aanmaken, genoeg voor
de doelgroep van 25 procent
waarop de WHO alludeert, in de
periode van vijftien weken waarin
de epidemiologische curve haar
piek bereikt. Wij hebben niet
alleen Oseltamivir maar ook
Zanamivir in onze stocks, want de
indicaties voor die middelen zijn
soms een beetje verschillend en er
moet ook met bepaalde vereisten
uit het oogpunt van de pediatrie
rekening worden gehouden.

We namen maatregelen in de

21/02/2006

CRIV 51

COM 862

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

je rappelle que, quand on questionne les experts de l'OMS, ils disent
que ce n'est pas un chiffre absolu mais simplement une référence.

Au sein de l'Union européenne, je rappelle qu'il y a encore des pays
qui ont des stocks qui vont de 0 à 50% ou qui ont l'ambition
d'atteindre les 50%.

Cependant, certains d'entre eux considèrent que la constitution de
stocks n'est pas une priorité. C'est dire si nous sommes bien situés!

La question corollaire est la suivante. Une fois notre constitution de
stocks terminée, quelles sont les quantités de produits en fûts et
quelle est la quantité de produits qui n'est pas en fûts? Soit, dans quel
délai les produits qui sont en fûts peuvent-ils être mis à disposition
des individus?

Comment cela se passe-t-il sur un plan pratique? Nous sommes en
négociation avec les armées françaises qui ont mis à disposition leur
savoir technologique pour le conditionnement en doses individuelles.
Nous avons un accord avec l'armée belge pour qu'elle fasse le travail
auquel elle aura été formée par le biais de ses contacts avec les
experts français.

Il faut savoir que la cadence de production est évaluée à 1 million de
comprimés en 32 jours, 360.000 flacons en solution buvable au jour
J+6 semaines, soit 1.360.000 doses si je me réfère aux deux
conditionnements précités au-delà de la période de 6 semaines que je
viens d'évoquer.

Or, lorsque vous examinez les pics épidémiologiques, comment les
choses se produisent-elles? Vous avez une émergence de l'épidémie
avec une montée en puissance dans les courbes de Gauss. Vous
allez avoir une courbe dont le niveau ascensionnel va culminer à 15
semaines avant d'enregistrer une diminution.

En d'autres termes, nous avons dans le délai la faculté de produire et
de mettre à disposition ce qui couvre la population cible et même au-
delà si on prend la référence de 25% citée sans l'être par l'OMS. Voilà
une information qui concerne les "bulks" de Oseltamivir ou de
Tamiflu.

Je rappelle que tous nos stocks ne sont pas exclusivement orientés
vers l'Oseltamivir mais aussi vers le Zanamivir, qui est connu sous le
nom de Relenza. Pourquoi? Parce que les indications des deux
molécules, bien que parfois très proches, ne sont pas parfaitement
identiques et que des obligations pédiatriques existent, raison pour
laquelle nous avons déjà, à ce jour, un certain nombre de doses dans
l'un et l'autre produit.

En ce qui concerne les aéroports, par rapport aux risques humains,
nous avons actuellement déjà pris un certain nombre de mesures à
proximité des passages de contrôle des passeports aux douanes.

Des fascicules sont disponibles à l'entrée de l'aéroport. Des affiches
sont apposées à Zaventem et Charleroi, qui constituent aujourd'hui
les deux lieux de migration de transport aérien les plus conséquents
de notre pays.

nabijheid van de paspoortcontroles
in de luchthavens. In Zaventem en
Charleroi werd voor affiches en
folders gezorgd. Volgende week
zullen we ons richten op de
doelgroep van personen die naar
het buitenland vertrekken of ervan
terugkomen. Het is niet de
bedoeling het verblijf in bepaalde
landen te verbieden, wel wordt
gevraagd in een aantal landen de
nodige voorzichtigheid aan de dag
te leggen. Indien de reiziger na zijn
terugkeer bepaalde symptomen
ontwikkelt, wordt gevraagd een
arts te raadplegen. De artsen
zullen intussen een circulaire
hebben gekregen over de
eventuele doorverwijzing van de
patiënt naar een gespecialiseerd
centrum.

Alle gemeenten kregen in de loop
van januari en februari de nodige
informatie. Blijkbaar loopt de
informatieverspreiding niet van
een leien dakje. De gouverneurs
kregen de informatie al in
december, de brandweerkorpsen
hadden intussen dus al op de
hoogte moeten zijn.

Aangezien er in dat verband een
aantal klachten kwam, werd beslist
vandaag een vergadering te
beleggen met alle actoren van het
federaal crisiscentrum. Zo nodig
zullen ze nauwkeurige informatie
krijgen over de te nemen
maatregelen wanneer de kans
bestaat dat men met het
vogelgriepvirus in aanraking is
gekomen.

CRIV 51

COM 862

21/02/2006

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

La semaine prochaine, nous avons également pour projet de
communiquer de manière plus ciblée vers ceux qui se rendent à
l'étranger ou qui en reviennent. Notre but est de faire circuler
l'information.

Je rappelle les conseils de prudence.

Aucun pays n'est aujourd'hui proscrit. En revanche, on invite à un
comportement de prudence quand on se rend dans certains pays: ne
pas s'exposer à de la volaille que ce soit dans des marchés ou dans
des endroits où on en fait l'élevage. Si au retour de pays liés à des
foyers de peste aviaire, on développe des symptômes aigus pouvant
être assimilés à ceux de la grippe aviaire, détaillés aujourd'hui dans
de nombreuses brochures, il faut s'en remettre à un médecin qui, lui-
même, aura reçu des informations par lettre circulaire sur la manière
de diriger éventuellement le patient vers des centres spécialisés.

En ce qui concerne les communes, elles ont toutes été informées une
première fois en janvier et une deuxième fois en février.
Apparemment, la circulation de l'information n'est pas évidente dans
les administrations communales.

Je signale aussi que les gouverneurs, qui ont la charge des équipes
opérationnelles en matière de sécurité, ont reçu l'information en
décembre dernier. Par conséquent, les corps de pompiers auraient
déjà dû être informés. Néanmoins, étant donné que tout comme vous
j'ai observé certaines récriminations sur le degré de percolation de
l'information, une réunion a été prévue; elle se tient aujourd'hui avec
l'ensemble des acteurs du centre de crise fédéral pour qu'ils reçoivent
si nécessaire cela répond aussi aux demandes plus précises
formulées par notre collègue Ducarme une information pointue sur
les comportements à adopter en cas d'exposition à un risque ou un
présumé risque de grippe aviaire.

Je crois ainsi avoir répondu à la plupart des questions posées mais je
me tiens à disposition pour davantage d'informations. Monsieur le
président, avant que vous ne me repreniez la parole, je voudrais
préciser que M. Vanthemsche a quelques informations
supplémentaires à donner sur l'aspect vétérinaire.

01.12 Interministerieel commissaris Piet Vanthemsche: Mijnheer de

minister, de vraag wordt gesteld naar de prognose.

De situatie waarin we vandaag zijn, is heel duidelijk. Het
vogelpestvirus is zich aan het verspreiden bij de wilde fauna in
Europa. Niemand moet zich daarbij illusies maken. Men kan het
trouwens helemaal niet tegenhouden. Wij moeten goede
meetsystemen hebben om het virus onmiddellijk te kunnen detecteren
als het bij ons aankomt.

Zullen wij uitbraken krijgen in onze pluimveestapel of niet? Dat is heel
moeilijk te voorspellen, maar aangezien het virus zich verspreidt via
de wilde vogels, moet men rekening houden met die eventualiteit. Wij
trachten door een geheel van maatregelen het risico van overdracht
zo klein mogelijk te maken, maar, zoals Marc Van Ranst gisteren zei,
men kan het risico nooit helemaal elimineren.

Een tweede vraag ging over vaccinatie. Ik heb gevraagd aan de

01.12 Piet Vanthemsche,

commissaire interministériel: Il est
clair que le virus se répand
actuellement dans la faune
sauvage du territoire européen. Ne
nous faisons donc pas trop
d'illusions. Nous devons
harmoniser le mieux possible nos
instruments de détection afin de
pouvoir réagir dès que le premier
cas sera détecté sur le territoire
belge. Nous devons également
limiter autant que possible le
risque de transmission du virus
d'oiseau à oiseau. Il est cependant
évident que nous ne pourrons
jamais exclure totalement une telle
transmission.

21/02/2006

CRIV 51

COM 862

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

minister om toch toe te lichten dat we hier niet spreken over een
eenvoudig spuitje. De vaccinatie van pluimvee is een belangrijke stap
in de bestrijding van vogelpest. Het is een stap die moet overwogen
worden. Dat is ook het advies van het Wetenschappelijk Comité. Het
is echter een stap die niet in de hitte van het moment moet
overwogen worden, maar goed overdacht. Ik geef u een voorbeeld
van wat er zou gebeuren, mochten wij pluimvee van particulieren
vaccineren. Dan moet dat pluimvee geregistreerd worden, moet elk
dier individueel geïdentificeerd worden, moet het zijn leven lang
gevolgd worden, moet het gevaccineerd worden door een dierenarts
en nadien zal regelmatig een bloedonderzoek nodig zijn als follow-up,
zodat we er zeker van kunnen zijn dat die dieren geen drager zijn van
het virus. Ik vraag mij af welke particulier bereid is om dat te doen en
om dat te betalen. Het kost tussen de 100 en 200 euro om die
bewaking op drie kippen in de tuin te organiseren.

Er zijn vragen vanuit de Stichting Levend Erfgoed bijvoorbeeld. Wij
hebben een discussie met de stichting. Wij vinden dat, als men die
stap zet, dat Europees gecoördineerd moet worden. Het is niet zo dat
Frankrijk en Nederland hetzelfde doen. Frankrijk wil eenden
vaccineren en Nederland wil hobbypluimvee vaccineren. Dat zijn twee
verschillende dingen. Wij denken dit is ook de instructie van onze
mensen die vandaag in het permanent comité zitting hebben dat het
Europees gecoördineerd moet worden. Wij zijn niet tegen vaccinatie,
integendeel. Wij kunnen het misschien goed gebruiken. De voor- en
de nadelen zijn door de wetenschappers op een rijtje gezet, maar
onderschat niet wat vaccinatie betekent in termen van follow-up, van
administratieve overlast voor mensen enzovoort. Ik denk dat we
daarover heel eerlijk moeten zijn. Onderschat ook niet wat de impact
kan zijn van vaccinatie op de economie van onze pluimveesector. Het
is gemakkelijk gezegd dat we zullen vaccineren, maar als men die
gevaccineerde dieren niet onder controle houdt, kan men geen
garanties meer geven aan het buitenland dat men niet-gevaccineerde
dieren uitvoert. Dat is een van de grote problemen.

De kritiek op de communicatie begrijp ik heel goed. Ik was deze
morgen nog op een radioprogramma van de RTBF. Wij komen met
een erg complexe boodschap. De discussie en de verwarring die
soms ontstaan, zowel bij journalisten die de zaak volgen als bij
mensen die de zaak van buitenuit volgen, bewijzen dat het een heel
complexe boodschap is. De uitdaging voor ons is dus de boodschap
op een behoorlijke manier te communiceren, zowel aan de burgers
als aan de mensen die professioneel met de problematiek te maken
hebben.

Ik ben zeker gevoelig voor de opmerking dat wij, experts, soms
geneigd zijn om te complex te communiceren. Wij hebben ook al veel
eenvoudige brochures gemaakt met enkel pictogrammen. Wij moeten
het juiste evenwicht vinden. Jullie suggesties moeten ons helpen om
op een goede manier te communiceren en een duidelijke boodschap
te brengen. De boodschap zal echter genuanceerd blijven.

De minister heeft gezegd dat, indien hem wordt gevraagd of er geen
enkel gevaar voor de volksgezondheid is, hij daarop niet "ja" zal
antwoorden. Hij zal dan een genuanceerd antwoord geven.

Wij zouden eigenlijk ook op de media een beroep moeten doen om
ons te helpen bij het verstrekken van goede informatie. Ik was

On a posé la question de savoir si
notre pays envisageait une
vaccination généralisée. Tout le
monde doit savoir qu'il ne s'agit
pas d'une intervention minime.
Ses répercussions sont
colossales. Tout animal détenu
par un particulier devrait alors faire
l'objet d'un enregistrement
individuel, être vacciné par un
vétérinaire et ensuite être suivi tout
au long de sa vie. Qui plus est,
des échantillons de sang devraient
être prélevés régulièrement pour
vérifier si l'animal est ou non
porteur du virus. En d'autres
termes, une charge administrative
non négligeable. Pour une
personne qui possède trois poules
dans son jardin, cette procédure
coûterait entre cent et deux cents
euros. En tout état de cause, une
éventuelle vaccination généralisée
ne pourrait se faire qu'en
coordination avec l'Europe.
Laisser chaque État membre agir
séparément n'aurait aucun sens.
Une

vaccination généralisée

suppose en outre un instrument de
contrôle et de suivi efficace. Si l'on
commet une erreur, c'est tout le
système qui s'effondre.

D'aucuns émettent des critiques
concernant la communication
officielle dans ce dossier. Il
convient toutefois de ne pas
perdre de vue que le message est
complexe et doit sans cesse être
nuancé. J'admets qu'on utilise
parfois un jargon excessif.
J'appelle les médias à contribuer à
une communication complète et
compréhensible à l'égard de la
population. Un journal a hélas
complètement dérapé dans le
relais de l'information. Ce genre
de pratique est inadmissible à mes
yeux. (M. Vanthemsche déplie une
page de journal)

CRIV 51

COM 862

21/02/2006

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

gisteren verontwaardigd door een artikel in een Vlaamse krant. (De
heer Vanthemsche toont een krantenartikel). Dat is niet de goede
manier om de bevolking voor te lichten over wat ons te wachten staat.
Ik vind dat schandalig.

De media spelen hun rol. Wij moeten de media niet gebruiken. Zij zijn
een onderdeel van de omgeving waarbinnen een individu zich
informeert. Ik heb het echter al eens gedaan op het moment van mijn
aanstelling en zou het nu hier opnieuw willen doen. Ik vind dat ook de
media hun verantwoordelijkheid hebben en die moeten opnemen.

01.13 Miguel Chevalier (VLD): Er is nog een zaak die mij niet echt

duidelijk is en misschien moet de minister daarover een antwoord
geven. Er wordt gesproken over afschermingsplicht, ophokplicht,
verzamelverbod, standstill, transportverbod. Ik had graag van de
minister geweten wat de sancties zijn als die maatregelen niet worden
nageleefd, als iemand zijn kippen toch de vrije loop laat of die dumpt
langs een snelweg, of toch ganzen transporteert of toch markten
organiseert of toch een wedstrijd organiseert. Wat zijn dan de
sancties? Ik hoop dat u niet zegt dat u die dieren zal aanslaan, want
dan is het probleem opgelost voor de betrokken particulier.

Ten tweede pleit ik voor meer internationale solidariteit, vandaar mijn
oproep van daarnet. Ik heb ietwat de indruk dat de trekvogel, of het nu
een zwaan of een gans is, het zwarte schaap dreigt te worden van het
hele verhaal. Immers, ik heb op een website gelezen dat in Malta het
afschieten van trekvogels een soort volksvermaak zal worden. Het is
er nu al een vaste gewoonte dat men er elk jaar vele
honderdduizenden vogels afschiet. Blijkbaar is men van plan om het
tot een soort nationale sport te verheffen. Het is misschien wel een
remedie om ervoor te zorgen dat het virus niet verspreid wordt, maar
uiteindelijk pakt men de oorzaak niet aan. De oorzaak ligt veel verder
dan Malta.

01.13 Miguel Chevalier (VLD):

Qu'adviendra-t-il si les mesures ne
sont pas respectées? Des
sanctions peuvent-elles être
imposées?

Je constate que les pigeons
voyageurs sont de plus en plus
souvent accusés. Il semblerait
même qu'à Malte, le sport national
soit d'abattre les oiseaux
migrateurs en vol. J'en appelle à
plus de sang-froid.

01.14 Mark Verhaegen (CD&V): Mijnheer de minister, u hebt

trachten aan te tonen dat ons land paraat is mocht er een pandemie
uitbreken. Die meer dan 30% bescherming van de bevolking is boven
de wereldgezondheidsnorm. Dat is goed. Ik hoop dat men voor die
stocks de vervaldatum niet laat verstrijken. Ik heb verhalen gehoord
over gasmaskers die net zoals obussen gedateerd zouden zijn.

In verband met die simulatieoefening heeft u geen antwoord gegeven.
Het is de tweede keer dat ik die vraag stel. Ik stel ze geen derde keer.
Misschien is het goed dat u er volgende keer, als er nog een
actualiteitsdebat is, even op terugkomt. U kunt dan aangeven hoe die
simulatieoefening op Europees niveau verlopen is, wat de zwaktes
waren en hoe u die zaken gaat aanpakken en finetunen.

Dan had ik ook een vraag hoe het zit met de wedstrijdduiven. Dat is
een bekommernis van heel wat mensen op het terrein, zeker op het
platteland waar ik woon.

Ik sluit mij aan bij de vraag van collega Chevalier hoe we de personen
die zich mordicus niet aan die afschermnormen houden, vatten en
hoe gebeurt de controle? Zullen de medewerkers van het Federaal
Voedselagentschap al die hobbykwekers controleren?

Ik hoorde wat de heer Vanthemsche terzake zei. U haalde

01.14 Mark Verhaegen (CD&V):

Je n'ai tout d'abord pas obtenu de
réponse à ma question relative à
l'exercice de simulation, je veux
donc savoir à une prochaine
occasion comment le ministre
organisera cet exercice. Le
ministre n'a par ailleurs donné
aucune précision en ce qui
concerne les concours
colombophiles. Il estime par
ailleurs que le coût des
vaccinations est prohibitif. La
question reste bien sûr de savoir
ce que nous devrons faire si la
crise est comparable à celle de
2003. Nous ne savons pas
davantage d'où proviendront les
moyens alors que la caisse pour
les aviculteurs est vide. Un
préfinancement est-il possible ou
non? Le ministre n'a pas
davantage réagi à la question
relative aux conséquences de la

21/02/2006

CRIV 51

COM 862

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

fenomenale bedragen aan om de kippen te vaccineren. In dat geval
gaat het niet meer over kippen met gouden eieren, maar over gouden
kippen. Ik trek mijn vragen al terug daarover want blijkbaar is
vaccinatie onbetaalbaar als ik u hoor. Wat moeten wij dan doen in een
noodtoestand, als de aviaire influenza naar ons toekomt en, zoals in
2003, de Nederlandse grens oversteekt? Toen hebben wij op een
bepaald moment gezegd dat het Albertkanaal de grens was. Wat
gaan wij dan doen? Hoe zullen wij ingaan tegen de oprukkende
vogelgriep als wij niet vaccineren?

De kas van de pluimveekwekers is leeg sedert 2003. Werd er in
middelen voorzien om, als de pluimveekwekers terug getroffen
worden, betrokkenen toch door die periode die wij uiteraard
niemand toewensen door te helpen, eventueel in de vorm van een
soort prefinanciering of een tijdelijke tegemoetkoming? Wij hopen dat
het nooit zal gebeuren, maar wij moeten de voorbode zijn.

U weet dat de Europese richtlijn in verband met de bestrijding van de
aviaire influenza is uitgevaardigd. U zei dat wij deze pas in april van
volgend jaar zouden implementeren of in Belgisch recht zouden
omzetten. Heeft dat concrete gevolgen voor de maatregelen die wij nu
nemen omdat wij daar eigenlijk geen wettelijke basis hebben? Ik heb
wel een aantal maatregelen gehoord die inderdaad ook opgenomen
zijn in de richtlijn, dus ik denk dat u daar een aantal fragmenten
uithaalt, maar is dat eigenlijk geen gebrek aan een geïntegreerde
aanpak?

Voorts is gebleken dat de federale overheid gedeeltelijk tekortschoot
ten overstaan van de gemeenschappen. Dat bleek ook uit die
simulatieoefeningen. Volgens u zou de Europese Gemeenschap
weinig respect hebben voor de lidstaten en moet België dan ook maar
weinig respect opbrengen voor de deelstaten. Dat mag zeker het
geval niet zijn. Ik denk dat deze strijd tegen de vogelgriep belangrijk
genoeg is om gecoördineerd op te treden en om de krachten te
bundelen om tot een harde aanpak te komen.

transposition de la directive
européenne en avril 2007. Il est
clair qu'à ce sujet, les autorités
fédérales manquent à leurs
responsabilités face aux
Communautés. Comment les
efforts peuvent-ils être mieux
coordonnés?

01.15 Colette Burgeon (PS): Monsieur le ministre, au point 5 de la

petite brochure, il est dit qu'il doit s'agir d'un cygne, de vingt mouettes,
goélands ou étourneaux ou bien de cinq animaux morts. Je vous
avais demandé si ces chiffres avaient été déterminés sur des bases
scientifiques. Lorsque le nombre d'animaux est inférieur, comment
faut-il les éliminer?

01.16 Rudy Demotte, ministre: Madame Burgeon, c'est également

indiqué.

01.17 Colette Burgeon (PS): Excusez-moi, je n'avais pas encore eu

l'occasion de le lire.

01.18 Koen Bultinck (Vlaams Belang): Mijnheer de minister,

uiteraard bedankt voor de zaken die we te weten gekomen zijn. Voor
een stuk moet ik echter vaststellen dat er technisch gezien, in
vergelijking met het debat dat we enkele weken geleden gehad
hebben, bitter weinig zeer strikte nieuwe elementen zijn. Ik denk dat
we verplicht zullen zijn, voorzitter, om het debat in deze commissie
echt verder op te volgen zoals we dit al gedaan hebben en dat we
deze afspraak in de commissie ook houden.

01.18 Koen Bultinck (Vlaams

Belang): Il ne fait aucun doute que
nous n'avons pas appris grand-
chose ici aujourd'hui. Je souhaite
dès lors demander uniquement au
ministre de ne pas imposer le
devoir d'isolement aux particuliers
jusque dans l'absurde, de préciser
la situation pour les marchés et les

CRIV 51

COM 862

21/02/2006

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Een zeer essentieel element blijft uiteraard de graduele
communicatie. Ik denk dat we de bevolking op dit ogenblik niet
duidelijk genoeg kunnen zeggen dat er geen reden tot paniek is en
dat het op dit moment in grote orde een probleem van veterinaire aard
is en blijft.

Wat de afschermplicht betreft, zou ik durven vragen dat, als men tot
maatregelen overgaat die af te dwingen zijn bij particulieren, niet tot in
het absurde te overdrijven. Het moet eerder een advies zijn in het
belang van iedereen zonder dat we daar tot te absurde spelregeltjes
komen.

Mijnheer de minister, ik heb de indruk dat de boodschap vanuit dit
Parlement, dat er af en toe ook een primeurtje aan het Parlement
moet worden gegeven, wel degelijk aangekomen is. U hebt hier
gezegd dat u vrijdag naar de Ministerraad gaat met een voorstel voor
een audiovisuele campagne. Ik denk dat het nuttig is dat we hier af en
toe in het Parlement nog eens een primeur krijgen, al was het maar
om niet telkens dagen na feiten te moeten aanhollen.

De slotvraag blijft er toch een naar meer verduidelijking in het dossier
voor de markten en de tentoonstellingen. Hoe verhoudt specifiek de
duivensector zich daar tegenover de andere deelsectoren van het
pluimvee?

expositions des pigeons de
concours et, "last but not least", de
réserver de temps à autre une
primeur au Parlement.

01.19 Benoît Drèze (cdH): Monsieur le ministre, en réponse à ma

question, vous me dites que le rapport français est relativement
généraliste et que vous vous donnez un délai jusqu'à l'été pour
obtenir un document plus précis. Je ne peux pas me satisfaire de
cette réponse. On peut certainement aller plus loin que le plan
français, tel qu'il a été porté à notre connaissance. Mais de là à dire
qu'il est généraliste, cela me paraît un peu court. Au vu des
documents mis à notre disposition aujourd'hui, ce sont les documents
belges qui sont généralistes et qui présentent des situations de début
d'une pandémie éventuelle. Comme je l'ai déjà dit dans cette
commission, tout le monde souhaite qu'il n'y ait pas de pandémie.
Mais, en tant qu'autorité publique, nous devons imaginer l'évolution
jusqu'au bout, qu'elle se déroule en quelques semaines, en mois ou
en années.

Dans le schéma que vous nous avez remis en ouverture de cette
commission, vous inventoriez dix situations, reprises de A à J. En se
basant sur les phases décrites par l'OMS et reprises dans le plan
français, il faut voir qu'elles correspondent au tout début de l'évolution.
Dans le plan français, on évoque sept phases successives:

- les deux premières sont déjà derrière nous, puisqu'il s'agit de
situations d'absence de virus (situation 1), d'épizootie à l'étranger
provoquée par un virus hautement pathogène sans cas humain
(situation 2). Elles sont toutes deux dépassées;
- la situation 2b concerne l'épizootie en France, provoquée par un
virus hautement pathogène sans aucun cas humain. C'est celle dans
laquelle nous entrons;
- la situation 3a décrit un cas humain isolé à l'étranger sans
transmission interhumaine. Elle pose question dans certains pays;
- la situation 3b évoque un cas isolé en France sans transmission
interhumaine. Grâce à Dieu, nous n'en sommes heureusement pas
encore là;

01.19 Benoît Drèze (cdH): In

tegenstelling tot u vind ik de
Belgische documenten
"generalistisch", en niet het Franse
rapport. De overheid moet op het
verdere verloop van de ziekte tot
het einde van de pandemische
fase anticiperen.

België zou over een document
moeten kunnen beschikken dat
vergelijkbaar is met het Franse
plan. Dit houdt zeven
opeenvolgende fases in waarvan
de eerste twee (de afwezigheid
van een virus, gevolgd door een
epizoötie in het buitenland zonder
menselijke besmetting) al achter
ons liggen.

Ik ben evenmin tevreden over het
gebrek aan duidelijkheid inzake de
verdeling van de bevoegdheden
tussen uzelf en de ministers van
de deelgebieden.

Mevrouw Fonck gaat uit van het
ondergeschiktheidsprincipe, wat
inhoudt dat het beheer van
epidemieën uit haar oogpunt
duidelijk een bevoegdheid is van
de federale overheid. Zij meent dat
de Gemeenschappen en

21/02/2006

CRIV 51

COM 862

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

- la situation 4a concerne des cas humains groupés à l'étranger,
limités et localisés. La transmission interhumaine est limitée et due à
un virus mal adapté à l'homme;
- la situation 4b concerne des cas humains groupés en France, limités
et localisés;
- la situation 5a décrit de larges foyers groupés et localisés, mais non
maîtrisés à l'étranger;
- la situation 5b, c'est l'extension à la France des cas humains
groupés;
- la situation 6 concerne la pandémie grippale;
- enfin, la septième phase est la fin de la vague pandémique.

Bien sûr, par rapport aux phases 4, 5 et 6, nous avons encore un peu
de temps. Si la France dispose d'un document contenant jusqu'au
bout l'évolution commencée en janvier 2006 - qui est l'actualisation
d'un plan stratégique élaboré en 2004 -, je ne vois pas pourquoi la
Belgique ne pourrait pas en faire autant, du moins dans les grandes
lignes.

Ensuite, en ce qui concerne les ministres des entités fédérées, vous
rappelez à juste titre que, pour la Communauté française, c'est
Catherine Fonck qui a détaché quelqu'un; tandis que, pour la Région
wallonne, à ce stade-ci, c'est Benoît Lutgen. Vous avez ajouté: "Je
suppose que les ministres des entités fédérées prendront l'un d'entre
eux eu égard à la répartition des compétences." Cela me paraît
franchement trop court.

Je suis le premier à me rendre compte que, dans notre pays, les
différents niveaux de pouvoir fédéral, Communautés, Régions ne
sont pas subordonnés mais sur un pied d'égalité. Pourtant, voici une
lettre de Mme Fonck à sa ministre-présidente. Si elle n'est pas
exacte, il faudra la contredire. Cette lettre dit notamment que "la
gestion des épidémies est clairement une compétence de l'État
fédéral". Mme Fonck s'inscrit dans une subordination et demande à
participer dans le cadre d'une compétence clairement fédérale.

Elle poursuit: "Cependant, l'intervention des Communautés et des
Régions est fondamentale pour déterminer comment, dans chacune
des entités, sera opérationnalisé le plan d'urgence pandémie
Influenza. Les entités fédérées doivent également se préparer à
appliquer dans leur champ de compétences le cas échéant en face
de pandémies avec transition inter-humaine les conséquences des
décisions permettant de freiner la transmission du virus sur tout le
territoire par exemple fermeture de collectivités, restriction
d'activités professionnelles non essentielles, etc. tout en maintenant
les activités essentielles et plus particulièrement les chaînons
opérationnels et leurs missions. Les domaines concernés sont très
vastes. Pour la Communauté française, c'est le cas des écoles, des
crèches, de la limitation de rassemblements sportifs et culturels, etc.".

Gewesten alles in gereedheid
moeten brengen om de in het
kader van het noodplan genomen
maatregelen toe te passen binnen
het bestek van hun
bevoegdheden. Voor de Franse
Gemeenschap gaat het meer
bepaald om de scholen, crèches,
enz.

Le président: On connaît les compétences des Communautés!

voorzitter: We weten

waarvoor de Franse
Gemeenschap bevoegd is!

01.20 Benoît Drèze (cdH): Monsieur le président, je dispose de mon

droit de parole et je n'en abuse jamais.

Le président: Oui, vous avez un droit de parole mais je dois gérer le De voorzitter: Stel uw vraag.

CRIV 51

COM 862

21/02/2006

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

temps, je dois gérer la réponse du ministre et vous n'avez pas à
disposition l'ensemble des membres de la commission, pas plus que
le président ou le ministre. Posez votre question!

01.21 Benoît Drèze (cdH): Je termine ma phrase. "Et pour la Région

wallonne ..."

Le président: Quelle est votre question, monsieur Drèze? On est dans des répliques aux réponses. Quelle
est votre question?

01.22 Benoît Drèze (cdH): Pas de terrorisme, monsieur le président!

Vous êtes coutumier de ce genre de situation.

Le président: Monsieur Drèze, quelle est votre question? Posez votre question au ministre, sinon je vous
coupe la parole et je la donne au ministre pour ses réponses! Quelle est votre question?

01.23 Benoît Drèze (cdH): Monsieur le président, je ferai mon

intervention par communiqué de presse et j'indiquerai qu'on n'a pas
voulu me laisser m'exprimer!

01.23 Benoît Drèze (cdH): Ik zal

een perscommuniqué verspreiden
om te zeggen wat ik te zeggen
heb, en ik zal daarbij vermelden
dat men mij het woord niet heeft
willen geven!

Le président: Très bien, monsieur Drèze!

01.24 Hilde Dierickx (VLD): Mijnheer de minister, ik heb twee korte,

zeer concrete vragen in verband met preventieve maatregelen. Ten
eerste, zou het niet zinvol zijn om, zoals in bepaalde Nederlandse
luchthavens, op de luchthaven het schoeisel te laten ontsmetten van
reizigers die van gevoelige gebieden komen?

Ten tweede, hebt u voldoende controle dat de vrachtwagens die uit
besmette gebieden in onze buurlanden komen, voldoende ontsmet
worden? De controle moet uiteraard op internationaal vlak gebeuren.

01.24 Hilde Dierickx (VLD): Ne

conviendrait-il pas de désinfecter
les souliers des voyageurs de
retour de zones contaminées? Ne
pourrait-on également désinfecter
les camions revenant de zones
contaminées? Comment organiser
les contrôles à ce niveau?

01.25 Denis Ducarme (MR): Monsieur le ministre, il y a quatre mois,

je vous ai fait des remarques quant au plan français opérationnel de
prévention et de lutte contre la pandémie grippale et les questions de
M. Drèze aujourd'hui sont les mêmes que celles que je vous posais à
l'époque.

Je constate aujourd'hui que le plan est en ordre. Vous avez d'ailleurs
confirmé, tout à l'heure, qu'il serait opérationnel au début de l'été. Je
peux donc dire que votre réponse m'a donné satisfaction.

Par ailleurs, je suppose que vous aurez l'occasion de répondre, dans
un instant ou lors d'une prochaine réunion, à ma question relative à
l'acquisition des masques respiratoires FFP2 et de leur lieu de
stockage. Je suppose qu'il en sera de même en ce qui concerne ma
question relative au contrôle de sites commerciaux qui, comme je l'ai
dit, surfent quelque peu sur les peurs du consommateur.

Je voudrais également revenir un instant sur la théorie de la résilience
qui permet d'associer pleinement la population à la gestion de la crise
en lui communiquant les faits le plus largement possible, l'associant
ainsi de manière responsable à la conduite de la crise.

Selon moi, la brochure est une initiative positive et la presse joue son

01.25 Denis Ducarme (MR): Het

antwoord van de minister, waarin
hij bevestigt dat het operationeel
plan tegen de zomer klaar zal zijn,
stelt me tevreden. Ik veronderstel
dat hij later nog zal antwoorden op
mijn vragen betreffende de
ademhalingsmaskers en de
controles op commerciële
websites die munt slaan uit de
angst van de gebruiker.

De brochure is een positief
initiatief en de pers kwijt zich op
een verantwoorde manier van haar
taak. Ik herhaal mijn voorstel om
de scholen en de gemeenten meer
bij deze acties te betrekken. De
Vereniging van Steden en
Gemeenten zou met het
interministerieel commissariaat
influenza kunnen samenwerken,
vooral in de risicozones, waar de

21/02/2006

CRIV 51

COM 862

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

rôle de manière responsable.

Pour votre part, vous ciblez un certain nombre de secteurs d'activité
ou de publics. Je réitère quant à moi la proposition que j'ai faite tout à
l'heure d'associer plus largement les écoles.

Je demanderai à mes collègues de la Communauté française de
sensibiliser leur exécutif.

Je me demande également si les communes ne devraient pas être
davantage associées à la démarche plutôt que de se contenter de
s'en servir comme comptoir où l'on peut se procurer la brochure.

Ne serait-il pas intéressant, qu'à certaines occasions, l'Union des
villes et communes puisse se joindre au Commissariat interministériel
Influenza? Je pense notamment aux zones à risque qui ont été
déterminées et au sujet desquelles la population ne va pas manquer
de s'interroger. Ne faudrait-il pas prévoir, dans ces communes, la
présence d'éco-conseillers afin de répondre aux questions des
habitants?

Pour terminer, j'aborderai la question de l'Union européenne. Nous
avons déjà fait allusion, depuis septembre dernier, à la nécessité de
coordonner davantage les politiques européennes en matière de
grippe aviaire. On a vu, malgré de multiples efforts de sensibilisation
de notre pays, la nécessité d'une coordination encore plus étroite de
l'action européenne. Mais la prise de conscience n'avance que très
lentement. Je regrette ce manque d'intégration des politiques
européennes en la matière.

Monsieur le ministre, j'estime, et peut-être me donnerez-vous votre
avis à ce propos, que nous pouvons peut-être aller au-delà des
contacts bilatéraux, au-delà des consensus divers tels que ceux
relatifs à la question des stocks communs d'antiviraux. Nous devrions
peut-être, à l'échelle du gouvernement, lancer sur la place publique
européenne un débat sur la nécessité de parler, avec les pays qui le
souhaitent, de coopération renforcée.

J'enverrai un courrier au premier ministre dans ce sens.

gemeenten een beroep moeten
kunnen doen op milieuadviseurs.

Ik betreur dat Europa er niet in
slaagt een geïntegreerd beleid op
het stuk van de volksgezondheid
te voeren. Misschien moeten we
op Europees niveau een debat
over de mogelijkheden voor een
versterkte samenwerking op gang
brengen. Ik zal de eerste minister
een schrijven in die zin richten.

Le président: Quoi encore, monsieur Drèze? Vous n'avez plus la parole!

01.26 Benoît Drèze (cdH): M. Ducarme n'a pas posé de question,

moi j'ai une question! On l'a laissé parler et on ne me laisse pas
parler!

Le président: Vous n'avez pas la parole et je vous invite à lire l'article 125 du Règlement! La parole est au
ministre.

01.27 Rudy Demotte, ministre: Monsieur le président, le plan

opérationnel doit être déclinable de manière pratique. C'est la raison
pour laquelle toutes les entités fédérées et le fédéral travaillent
d'arrache-pied à la rédaction d'un plan applicable. Je remercie mes
collègues des entités fédérées de s'associer à l'effort, sachant que
nous sommes devant une répartition de compétences différente.

Le fédéral peut jouer un rôle en matière de coordination mais il ne
dispose pas de tous les outils pour le mettre en oeuvre sur le terrain.

01.27 Minister Rudy Demotte:

Het operationeel plan moet
gemakkelijk kunnen worden
uitgevoerd. Ik dank mijn
ambtsgenoten uit de deelstaten
voor de inspanningen die ze
leveren om snel een haalbaar plan
op te stellen. Het federale niveau
kan het plan coördineren maar is

CRIV 51

COM 862

21/02/2006

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Dans les écoles, pour citer un exemple parmi beaucoup d'autres, il
m'est difficile de prendre des mesures indépendamment de mes
collègues des Communautés. C'est dans la déclinaison précise de ce
plan opérationnel que l'enjeu se situe actuellement en ce sens que le
jour où il sera mis en oeuvre, il soit réellement concrétisé.

Pour ce qui est du plan stratégique, je signale que nous avons déjà
aujourd'hui un embryon de plan, sinon nous n'irions pas plus loin. Sur
notre site influenza.be, vous le retrouverez chapitre par chapitre.

Si on veut le comparer avec le plan français, ce ne sont pas des
méthodes totalement semblables mais on ne peut pas dire non plus
qu'on ne part de rien. Nous avons un plan qui est en ligne et dans
lequel nous déclinons un certain nombre d'attitudes.

niet in staat het overal in de
praktijk te brengen. We hebben
reeds een aanzet tot een
strategisch plan dat u op de site
influenza.be kan raadplegen.

01.28 Benoît Drèze (cdH): (...)

Le président: Monsieur Drèze, c'est moi qui donne la parole! Vous
n'avez plus la parole! Vous avez épuisé votre droit de réponse.

Je ne vous donne pas la parole! Faites votre communiqué de presse!
La parole est au ministre puis nous terminons notre commission.

Monsieur Drèze, relisez le Règlement et faites donc votre
communiqué de presse!

De voorzitter: Het Reglement
staat mij niet toe de heer Drèze,
die het woord vraagt, het woord te
verlenen.

01.29 Benoît Drèze (cdH): (...)

Le président: Cela suffit!

01.30 Rudy Demotte, ministre: Monsieur le président, chers

collègues, la question de la mise en oeuvre du plan est importante,
notamment au regard des dispositions très précises que nous allons
exécuter dans les prochaines semaines. Par exemple, l'obligation de
confinement. Celle-ci portera sur tout le sol national plutôt que sur les
zones protégées ou considérées comme à risque. M. Van Ranst a lui-
même confirmé l'option hier. Il a déclaré que le comité scientifique
considère que l'essentiel des risques sont encourus dans les zones
délimitées mais on ne peut exclure que, demain, une épidémie de
type vétérinaire commence en dehors de ces zones.

Pour éviter ce problème, l'autorité politique doit prendre la décision et
faire en sorte qu'il n'y ait pas d'ambiguïté entre une zone et un lieu à
cinq kilomètres de cette zone. L'interdiction porte donc sur l'ensemble
du territoire national à partir du 1

mars. Pourquoi vise-t-elle à la fois

les particuliers et les professionnels? Pour la même raison: si on
donne l'instruction uniquement à une partie de la population, c'est
incompréhensible. Pourquoi un particulier possédant 60 poules
derrière chez lui en élevage amateur ne devrait-il rien faire alors que
les éleveurs professionnels doivent prendre un certain nombre de
mesures? Cela ne se justifie pas. Il faut donc une logique d'équité.

En ce qui concerne le contrôle, y a-t-il des sanctions pénales? Ce
contrôle doit être exercé avec la coopération des forces de police. Il
est important que nous les ayons à nos côtés. Nous allons
transmettre le plus d'informations possible et nous allons en appeler à
une intelligence collective et à une co-citoyenneté dans la mise en
oeuvre de ces dispositions. Si nous ne sommes pas collectivement

01.30 Minister Rudy Demotte:

De uitvoering van het plan is
belangrijk, met name in het licht
van de ophokmaatregelen, die
vanaf 1 maart over het hele
grondgebied

- volgens het

wetenschappelijk comité is het
immers niet uitgesloten dat er een
veterinaire epidemie uitbreekt
buiten de risicogebieden en, uit
billijkheidsoverwegingen, zowel
voor de particuliere of
beroepskwekers, zullen ingaan.

De controles moeten worden
uitgevoerd in samenwerking met
de politie, maar wij leggen de
nadruk op de informatie,
appelleren aan de collectieve
intelligentie en roepen op tot een
actief "medeburgerschap". Indien
de regels toch niet zouden worden
nageleefd, zou de lokale politie
kunnen ingrijpen door het
gevogelte in beslag te nemen of
het te laten vernietigen.

Het probleem is niet dat ik niet wil

21/02/2006

CRIV 51

COM 862

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

vigilants, s'il n'y a pas une sorte de co-citoyenneté active dans un
dossier tel que celui-ci, nous mettons en péril au-delà de l'intérêt
collectif chacun des intérêts individuels. C'est la raison pour laquelle
nous voulons informer largement. Nous songeons a priori moins aux
mesures de répression qu'à la co-citoyenneté. Néanmoins, il est clair
que, si la police locale voyait, de manière avérée, que certains
dérogent à ces règles, elle pourrait intervenir en confisquant la volaille
ou en faisant en sorte qu'elle soit détruite. Ce sont des mesures
possibles de rétorsion. Le but n'est rien d'autre que la mise en oeuvre
d'un plan où l'intérêt de chacun prévaut et s'inscrit dans une
dynamique d'ensemble.

J'en viens maintenant à la question moult fois posée par
M. Verhaegen sur l'évaluation du plan européen.

Le problème n'est pas que je ne veuille pas répondre: j'ai déjà
répondu, mais je ne suis pas entendu. Je tenterai donc de donner une
réponse plus claire que celle donnée par le passé.

Ce plan européen a mis en oeuvre une situation: à un moment donné,
on détecte à l'échelon européen un problème au niveau du système
d'alarme: le "Early Warning System". Un exercice dénommé
"Common Ground" est exécuté, lequel permettra d'éprouver la
manière dont l'Union européenne reçoit l'information des pays
membres.

Que dit-on? Qu'il subsiste encore aujourd'hui un certain nombre de
difficultés de transmission de l'information vers le Centre intégré de
données européen. La Belgique n'est pas pointée du doigt pour son
inefficacité. Nous avons bien travaillé sur ce plan. En d'autres termes,
la Belgique doit-elle parfaire quoi que ce soit sur la base de ce plan?
Pour ce qui nous concerne, un certain nombre de petits éléments
opérationnels sont perfectibles, ce qui apparaîtra notamment dans
une des lignes du plan opérationnel dont je parlais tout à l'heure à
propos du plan national. En effet, à un moment donné, force est de
communiquer l'information. Mais la personne de contact chez nous, à
savoir Daniel Reynders, satisfait pleinement au cahier des charges
européen. Donc, M. Verhaegen, je ne peux être plus complet. Nous
nous sommes bien acquittés de l'exercice.

Au niveau de l'Union européenne, un certain nombre de défauts ont
été détectés. Je parle ici sous le regard attentif de M. Vanthemsche
qui a été, plus que moi, opérateur direct dans cette simulation. La
Belgique n'a pas à proprement parler à corriger des éléments
fondamentaux, hormis quelques petits détails. A cet égard, je laisserai
M. Vanthemsche s'exprimer, s'il le souhaite.

En ce qui concerne la vaccination, je ne dirai pas autre chose que ce
qui a déjà été dit par plusieurs. Dans la balance des avantages et des
inconvénients de la vaccination, aucune évidence scientifique n'existe
à l'heure actuelle permettant de faire pencher un plateau de la
balance plutôt que l'autre. Seuls, nous ne pouvons pas opter en
faveur de l'hypothèse A, soit la vaccination par groupe totale, par
espèce ou la non-vaccination, car nous ne disposons pas d'éléments
suffisamment pertinents que pour nous décider.

Le comité scientifique dit au ministre, à l'autorité publique et à vous
directement de ne pas exiger de se positionner maintenant. Il faut

antwoorden: ik heb geantwoord,
maar men hoort mij niet! Dankzij
dat Europees plan kon worden
vastgesteld dat de informatie niet
altijd goed doorstroomt naar het
geïntegreerde Europese
informatiecentrum. Wat België
betreft zijn er nog een aantal
kleine operationele elementen
vatbaar voor verbetering; daar zal
werk van gemaakt worden in het
nationale operationele plan. Onze
contactpersoon, mevrouw Danielle
Reynders, voldoet in alle opzichten
aan de Europese vereisten.

De heer Vanthemsche heeft de
simulatie meer dan ik van nabij
gedirigeerd. Ik zal hem het woord
geven, als hij dat wenst.

Er is momenteel geen enkel
wetenschappelijk bewijs tot staving
van het nut of onnut van
vaccinatie. Volgens het
wetenschappelijk comité mag men
niet eisen dat er nu al een
standpunt ingenomen wordt. De
Europese Unie moet haar
standpunt nog bepalen. Een
coherentere aanpak is nodig.

Er werd geen werk gemaakt van
het Nederlandse voorstel om
voetbaden te installeren in de
luchthavens.

Ik vind dat de gemeenten niet
alleen rechtstreeks maar ook via
de Verenigingen van Steden en
Gemeenten moeten worden
ingelicht. Mijn oproep tot die
Verenigingen heeft gehoor
gevonden langs Nederlandstalige
kant. Ik zal erop aandringen dat
ook de Franstalige Vereniging
erop zou ingaan.

Ik denk dat het verkieslijk is om nu
de heer Vanthemsche het woord
te verlenen.

CRIV 51

COM 862

21/02/2006

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

encore que l'Union européenne clarifie sa position. Car prendre,
comme vient de le dire M. Vanthemsche, des dispositions sur les oies
en France, sur les canards en Belgique et sur les canaris aux Pays-
Bas, cela ne revêt pas beaucoup de sens en termes de vaccination.
Davantage de cohérence s'impose!

En ce qui concerne à présent la question des mesures dans les
aéroports.

Aux Pays-Bas, les mesures sur les pédiluves proposées par le
ministre de l'Agriculture n'ont pas été mises en oeuvre, mais cela
devrait être confirmé par M. Vanthemsche; ces mesures ont fait l'objet
d'une évocation au public, mais n'ont jamais été concrétisées.

En ce qui concerne l'Union des villes et communes, monsieur
Ducarme, et l'Association des municipalités, je suis d'avis que les
communes doivent être informées le mieux possible, par de
l'information directe, mais aussi par de l'information retravaillée par
les Unions. J'ai une information selon laquelle les deux Unions,
néerlandophone et francophone, ont été invitées à faire ce travail de
réinformation ou de "fine tuning" par rapport à l'information des
communes, que cela a très bien marché du côté néerlandophone,
mais que personne n'était au rendez-vous du côté francophone. Je
vais insister.

À ce stade, je crois qu'il est préférable de laisser à M. Vanthemsche
l'occasion de répondre.

01.31 Interministerieel commissaris Piet Vanthemsche: Wat de

oefening betreft, hebben wij inderdaad ook een interne evaluatie
gemaakt. De conclusie was dat de oefening uitstekend was voor alle
partijen om elkaar goed te leren kennen: de Gemeenschappen, de
federale overheden en de verschillende departementen.

Het was geen praktijkoefening, maar een commando-oefening: men
testte vooral de communicatielijnen tussen de lidstaten en de
Europese Commissie. Dat is wat de minister aangegeven heeft.

01.31 Piet Vanthemsche,

commissaire interministériel: Nous
avons évalué l'exercice au niveau
interne. Que les Communautés, le
niveau fédéral et les départements
apprennent à bien se connaître est
une excellente chose. Il s'agissait
d'ailleurs d'un exercice de
commandement et non d'un
exercice pratique. Les lignes de
communication entre les États
membres et la Commission
européenne ont plus
particulièrement été soumises à
un test.

Je réponds maintenant à la question de Mme Burgeon concernant les
nombres fixés. Le nombre de cygnes, le nombre de mouettes ou
d'animaux d'une autre espèce ont été définis sur la base d'un avis
scientifique. En fixant un nombre, nous voulons éviter que tous nos
laboratoires soient submergés d'oiseaux morts. Cela ne sert à rien et
serait même contre-productif.

Nous conseillons aux gens qui trouvent des oiseaux morts d'appeler à
tout moment le "call-center" au numéro gratuit. Ils y recevront un avis
sur la nécessité d'avertir les services ou de demander à la commune
responsable de la gestion des déchets d'enlever les cadavres.

Nous voulions disposer d'une définition d'un cas suspect dans la
faune sauvage et nous nous sommes appuyés sur des avis

De aantallen werden voor elke
soort vastgesteld op grond van
een wetenschappelijk advies en
strekken ertoe te voorkomen dat
de laboratoria overbelast worden.

De personen die een dode vogel
vinden kunnen zich wenden tot de
oproepcentra, die hen kunnen
meedelen hoe ze moeten
reageren. Om misverstanden te
vermijden, moet ook het
Agentschap ervoor zorgen dat het
goed communiceert.

21/02/2006

CRIV 51

COM 862

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

scientifiques pour définir ces nombres.

Par ailleurs, il est extrêmement difficile de communiquer l'information
aux gens. Certains affirment avoir téléphoné à l'Agence pour signaler
deux canards morts et que l'Agence ne fait rien. Il est donc très
important de bien communiquer.

Wij zullen samen met de FOD zo snel mogelijk trachten te komen tot
de omzetting van de richtlijn aviaire influenza. Niets mag de
bestrijding in de weg staan.

Wat het probleem van de voetbaden in Nederland betreft, minister
Veerman heeft die maatregel op een bepaald moment aangekondigd,
maar hij heeft hem nooit doorgevoerd, omdat het ook heel erg
nutteloos zou zijn. Wij trachten reizigers te sensibiliseren. Ik denk niet
dat het zin heeft alle bagage te onderzoeken. Wij mikken vooral op
goede communicatie.

Dat was volgens mij het belangrijkste.

Nous transposerons la directive
relative à la grippe aviaire dans les
meilleurs délais, avec la
coopération du SPF. Rien ne peut
faire obstacle à la lutte contre le
phénomène.

Le ministre néerlandais, M.
Veerman, n'a jamais mis en
oeuvre la mesure relative aux
pédiluves parce qu'elle serait
inutile. Nous nous efforçons
surtout de sensibiliser les
voyageurs par le biais d'une
communication adéquate. Il me
paraît vain de contrôler tous les
bagages.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

01.32 Colette Burgeon (PS): Monsieur le président, j'ai déposé une

question concernant une analyse du CRIOC et elle n'est toujours pas
inscrite à l'agenda. Mme Jiroflée, au point 20bis, pose le même type
de question. Ne pourrait-on joindre les deux questions?

01.32 Colette Burgeon (PS):

Kunnen de vraag van mevrouw
Jiroflée en de mijne, die nog altijd
niet werd geagendeerd, worden
samengevoegd?

Le président: Je vous répondrai cet après-midi.

De voorzitter: Ik zal u daar
vanmiddag op antwoorden.

La réunion publique de commission est levée à 12.44 heures.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 12.44 uur.