CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 855
CRIV 51 COM 855
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DE LA
J
USTICE
C
OMMISSIE VOOR DE
J
USTITIE
mardi
dinsdag
14-02-2006
14-02-2006
Matin
Voormiddag
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu inté-
gral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit des
interventions ; les annexes se trouvent dans une brochure
séparée (PLEN: couverture blanche; COM: couverture
saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken; de
bijlagen zijn in een aparte brochure opgenomen
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
Plenum
COM
réunion de commission
COM
Commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 855
14/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i
SOMMAIRE
INHOUD
Question de M. Tony Van Parys à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "les
mesures visant à permettre la protection de
témoins" (n° 10277)
1
Vraag van de heer Tony Van Parys aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
maatregelen om de bescherming van getuigen
mogelijk te maken" (nr. 10277)
1
Orateurs:
Tony Van Parys, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers: Tony Van Parys, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de M. Servais Verherstraeten à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "les
avocats qui siègent en tant que membre du
ministère public" (n° 10308)
4
Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de
vice-eerste minister en minister van Justitie over
"de advocaten die zetelen als lid van het
openbaar ministerie" (nr. 10308)
4
Orateurs: Servais Verherstraeten, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers: Servais Verherstraeten, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de M. Jef Van den Bergh à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur
"l'utilisation abusive de l'immunité diplomatique
dans le cadre des infractions au code de la route"
(n° 10348)
6
Vraag van de heer Jef Van den Bergh aan de
vice-eerste minister en minister van Justitie over
"het misbruik van de diplomatieke
onschendbaarheid om de verkeersregels met de
voeten te treden" (nr. 10348)
6
Orateurs: Jef Van den Bergh, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers: Jef Van den Bergh, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de Mme Sabien Lahaye-Battheu à la
vice-première ministre et ministre de la Justice sur
"les avis des parquets et leur actualisation"
(n° 10228)
9
Vraag van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan
de vice-eerste minister en minister van Justitie
over "de adviezen van de parketten en de
actualisering ervan" (nr. 10228)
9
Orateurs: Sabien Lahaye-Battheu, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers: Sabien Lahaye-Battheu, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de Mme Marie Nagy à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "les
documents à remettre lors de la déclaration de
mariage" (n° 10281)
10
Vraag van mevrouw Marie Nagy aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
documenten die bij de huwelijksaangifte moeten
worden overgelegd" (nr. 10281)
10
Orateurs: Marie Nagy, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Marie Nagy, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Justitie
Question de Mme Annemie Turtelboom à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "le
recours à des travailleurs intérimaires lors de la
préparation des élections de l'Exécutif des
musulmans" (n° 10341)
12
Vraag van mevrouw Annemie Turtelboom aan de
vice-eerste minister en minister van Justitie over
"het inschakelen van uitzendkrachten bij de
voorbereiding van de verkiezingen van de
Moslimexecutieve" (nr. 10341)
12
Orateurs: Annemie Turtelboom, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers: Annemie Turtelboom, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
CRIV 51
COM 855
14/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DE LA JUSTICE
COMMISSIE VOOR DE JUSTITIE
du
MARDI
14
FÉVRIER
2006
Matin
______
van
DINSDAG
14
FEBRUARI
2006
Voormiddag
______
De vergadering wordt geopend om 10.22 uur door mevrouw Martine Taelman, voorzitter.
La séance est ouverte à 10.22 heures par Mme Martine Taelman, présidente.
01 Vraag van de heer Tony Van Parys aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
maatregelen om de bescherming van getuigen mogelijk te maken" (nr. 10277)
01 Question de M. Tony Van Parys à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "les
mesures visant à permettre la protection de témoins" (n° 10277)
01.01 Tony Van Parys (CD&V): Mevrouw de voorzitter, mevrouw de
vice-premier, op 7 juli 2002 hebben wij de wet op de bescherming van
de getuigen goedgekeurd. Die wet bepaalt dat de ministers van
Justitie en van Binnenlandse Zaken de noodzakelijke
organisatorische maatregelen treffen om de bescherming van
getuigen mogelijk te maken.
Dit betekent concreet dat de ministers van Justitie en van
Binnenlandse Zaken de noodzakelijke financiële middelen ter
beschikking moeten stellen om de bescherming van getuigen
mogelijk te maken. Dat is belangrijk, want de bescherming van die
getuigen stelt Justitie in staat heel belangrijke informatie te
verzamelen in dossiers van georganiseerde criminaliteit, corruptie en
dergelijke zaken meer. Die bescherming gebeurt via het ter
beschikking stellen van financiële middelen en daar is dus geld voor
nodig.
Werden deze noodzakelijke specifieke organisatorische maatregelen
genomen? Welke financiële middelen werden ter beschikking gesteld
om die getuigenbescherming mogelijk te maken? In welke middelen
zijn voorzien voor 2005? In welke zijn voorzien voor 2006? Mocht dit
niet het geval zijn, dan is mijn vraag waarom deze maatregelen
desgevallend niet zouden zijn genomen.
Daarnaast zou ik u willen vragen in welke materies en in hoeveel
dossiers tot op heden beschermingsmaatregelen zijn genomen,
respectievelijk op verzoek van de Belgische gerechtelijke autoriteiten,
op verzoek van de buitenlandse gerechtelijke autoriteiten en op
verzoek van de internationale strafrechtelijke instanties als de
Internationale Straftribunalen inzake Rwanda en ex-Joegoslavië.
Een bijkomende vraag kwam aan bod naar aanleiding van de
hoorzitting met de federale procureur die het voorstel deed om te
voorzien in de mogelijkheid een beschermingsprogramma op te
zetten voor een bedreigde getuige, wanneer die ook zelf beschuldigd
is. Dat is de situatie waarbij een beschuldigde interessante informatie
kan verstrekken in verband met mededaders of medeplichtigen. De
01.01 Tony Van Parys (CD&V):
En vertu de la loi du 7 juillet 2002,
les ministres de la Justice et de
l'Intérieur doivent prendre les
mesures organisationnelles spéci-
fiques nécessaires en vue de
rendre possible la protection des
témoins. De plus, ils doivent
prévoir les moyens financiers
nécessaires à cet effet. Ces
mesures ont-elles été prises? Quel
budget a-t-il été prévu à cet effet
en 2005 et 2006? Dans combien
de dossiers, dans quelles matières
et à la demande de qui a-t-on déjà
pris des mesures de protection?
Pourquoi ne prévoit-on pas la
possibilité de protéger un témoin
menacé lorsqu'il est lui-même
accusé?
14/02/2006
CRIV 51
COM 855
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
vraag is of hier kan worden voorzien in een beschermingsprogramma
voor dergelijke getuigen.
01.02 Minister Laurette Onkelinx: Mevrouw de voorzitter, ik kan u
terzake laten weten dat sinds de inwerkingtreding van de wet van juli
2002 houdende regeling voor de bescherming van de bedreigde
getuigen, reeds verschillende initiatieven werden genomen op
organisatorisch vlak. Dienaangaande werden door de federale politie
meerdere samenwerkingsakkoorden en protocollen gesloten met
diverse overheidsdiensten en administraties die desbetrefffend een
bijdrage kunnen leveren.
Voor de getuigenbescherming in het geheel werden de nodige gelden
voorzien voor het jaar 2006. Het toegewezen bedrag maakt een
verhoging uit van het budget van 2005 met 1,5%. Dit bedrag is
opgenomen in een specifieke provisie die opgenomen is in de
begroting van Justitie en dient voor de kosten die verbonden zijn aan
de Belgische dossiers. De kosten die in België worden gemaakt op
verzoek van buitenlandse gerechtelijke instanties zijn ten laste van
deze buitenlandse instanties.
De dienst binnen de federale politie, die verantwoordelijk is voor de
operationele kant van de getuigenbescherming, zorgt ook voor de
organisatie van de videoconferenties, alsook voor de adviesverlening
bij bedreigingen van magistraten en politiemensen. In totaal werden
22 dossiers behandeld in 2003, 16 in 2004 en 31 in 2005.
Sinds 2003 werden 7 Belgische echte getuigenbeschermingsdossiers
behandeld, alsook 9 dossiers op vraag van buitenlandse instanties en
4 dossiers op vraag van het Internationale Strafhof. De Belgische
dossiers hebben betrekking op moorden, meervoudige hold-ups,
mensenhandel en criminele organisaties. De buitenlandse dossiers
slaan op moorden, criminele organisaties, internationale drugshandel
en trafiek en terrorisme. De dossiers van het Internationale Strafhof
hebben betrekking op genocide.
Bij de totstandkoming van de wet van 7 juli 2002 werd de politieke
keuze gemaakt om bedreigde getuigen die zelf werden beschuldigd
uit het beschermingsprogramma te weren. De redenen die toen
werden gehanteerd blijven nog steeds gelden. Ik vind het niet nodig
om de wet op dat vlak te wijzigen.
01.02
Laurette Onkelinx,
ministre: Différentes initiatives ont
déjà été prises, sur le plan
organisationnel, en matière de
protection des témoins. La police
fédérale a conclu des accords de
collaboration avec divers services
publics et administrations. Les
moyens nécessaires pour couvrir
le coût des dossiers belges ont été
prévus au budget Justice pour
l'année 2006. Les frais engagés à
la demande d'instances judiciaires
étrangères sont à charge de ces
instances étrangères. Le service
de police responsable de la
protection des témoins assure
également l'organisation de
vidéoconférences et joue un rôle
de conseiller en cas de menaces à
l'encontre de magistrats et de
policiers. Vingt-deux dossiers de
ce type ont été traités en 2003, 16
en 2004 et 31 en 2005.
Depuis 2003, sept dossiers belges
de protection effective de témoins
ont été traités, ainsi que neuf
dossiers à la demande d'instances
étrangères et quatre à la demande
de la Cour pénale internationale.
Ces derniers concernaient des
faits de génocide. Les dossiers
belges avaient trait à des
meurtres, de multiples hold-up, la
traite d'êtres humains et des
organisations criminelles. Les
dossiers étrangers, enfin, se
rapportaient à des meurtres et des
organisations criminelles, au trafic
et au commerce international de
drogues ainsi qu'au terrorisme.
En ce qui concerne la dernière
question: une décision a été prise
en 2002 pour protéger les témoins
qui sont eux-mêmes accusés. Les
raisons qui ont présidé à cette
décision n'ont pas changé;
j'estime donc qu'il n'est pas
nécessaire de modifier la loi.
01.03 Tony Van Parys (CD&V): Mevrouw de voorzitter, mevrouw de
minister, ik stel vast dat dan toch minstens vanaf 2006 de nodige
financiële middelen ter beschikking worden gesteld. Het werd hoog
01.03 Tony Van Parys (CD&V):
Un budget sera donc prévu au
moins à partir de 2006. Il était
CRIV 51
COM 855
14/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
tijd, want de wet dateert van 2002. Het kan natuurlijk niet dat in al die
tijd de fondsen niet beschikbaar waren.
Ik wil u evenwel wijzen op een probleem dat zich stelt en dat naar mijn
aanvoelen verhindert dat de getuigenbeschermingscommissies
kunnen functioneren. Het is het volgende. In het Belgisch Staatsblad
is het koninklijk besluit verschenen van 18 december 2003. Dat is het
huishoudelijk reglement voor de werking van de commissies die de
getuigenbescherming moeten organiseren.
Er is een bijzonder pijnlijke vergissing geslopen in het koninklijk
besluit. De Nederlandstalige tekst en de Franstalige tekst zijn namelijk
verschillend. In de Nederlandstalige tekst is voorzien dat in die
commissie alle leden moeten aanwezig zijn om geldig te kunnen
vergaderen. In de Franstalige tekst is voorzien dat men slechts geldig
kan vergaderen wanneer de meerderheid van de aanwezige leden
vertegenwoordigd is.
Dit betekent dat er een fundamenteel verschil is tussen de
Nederlandstalige tekst en de Franstalige tekst van het huishoudelijk
reglement. In het ene geval moeten alle leden aanwezig zijn. In het
andere geval moet slechts een meerderheid van de leden aanwezig
zijn. Dat stelt natuurlijk enorme problemen, die commissies moeten
beslissen over het beschermen van getuigen, omdat zij niet weten of
zij zich moeten houden aan de Franstalige dan wel aan de
Nederlandstalige tekst.
Dit wijst op een probleem dat ik reeds een paar keer heb aangehaald,
namelijk dat uw Federale Overheidsdienst Justitie in de uitvoering van
de wetten bijzonder nalatig is met, naar mijn aanvoelen, enorme
gevolgen of mogelijke gevolgen voor zeer concrete dossiers, hier voor
beslissingen die betrekking hebben op de bescherming van getuigen.
Ik zou u willen aanraden om het nodige te doen, om de
Nederlandstalige en de Franstalige tekst op mekaar af te stemmen
zodat die comités voor de bescherming van de getuigen weten op
welke wijze ze geldig kunnen vergaderen. Op dit ogenblik is dit
immers helaas niet duidelijk.
temps pour une loi datant de 2002.
Un problème juridique empêche
toutefois les commissions de
protection des témoins de se
réunir valablement. La version
néerlandaise de l'arrêté royal du
8 décembre 2003 prévoit que tous
les membres doivent être présents
à la réunion alors que la version
française prévoit seulement
qu'une majorité des membres
doivent l'être. Cette différence
entre les textes néerlandais et
français du règlement d'ordre
intérieur est source de confusion
et a des répercussions sur la
protection des témoins. Il s'agit là
du énième exemple de la
négligence avec laquelle le SPF
Justice applique les lois. La
ministre doit absolument aborder
ce problème avec les instances
responsables et mettre fin à la
discordance entre les deux
versions.
01.04 Laurette Onkelinx, ministre: Madame la présidente, très
concrètement, je n'ai jamais été interpellée sur le fait qu'il y avait une
difficulté à travailler à cause de cette différence. De toute façon, cette
différence n'est pas justifiable.
01.04 Minister Laurette
Onkelinx: Men heeft me nooit op
die moeilijkheid gewezen, maar
dat verschil kan niet worden
verantwoord.
01.05 Tony Van Parys (CD&V): Mevrouw de voorzitter, in het
jaarverslag van het federaal parket van 2004 werd dit uitdrukkelijk
gesignaleerd. De minister van Justitie en haar diensten waren
daarvan op de hoogte.
Mevrouw de minister, u moet, mijns inziens, eens een grondig
gesprek voeren met de voorzitter van de FOD Justitie om na te gaan
op welke wijze deze man de wetten die in dit Parlement worden
goedgekeurd in uitvoering brengt. Hij neemt daar toch onvoorstelbare
risico's.
01.05 Tony Van Parys (CD&V):
La différence entre les deux
versions du règlement a déjà été
signalée dans le rapport annuel
2004 du parquet fédéral. La
ministre ne peut donc pas agir
comme si elle n'était au courant de
rien.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
14/02/2006
CRIV 51
COM 855
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
02 Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over
"de advocaten die zetelen als lid van het openbaar ministerie" (nr. 10308)
02 Question de M. Servais Verherstraeten à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "les
avocats qui siègent en tant que membre du ministère public" (n° 10308)
02.01 Servais Verherstraeten (CD&V): Mevrouw de voorzitter,
mevrouw de minister, advocaten kunnen worden opgeroepen als
plaatsvervangend rechter of zelfs om de functie van ambtenaar van
het openbaar ministerie te vervullen. In het Gerechtelijk Wetboek is dit
vervat in de bepalingen 442 en 87. Ik dacht dat de maatregel om een
rechter te vervangen alleen een tijdelijke maatregel kan zijn en alleen
kan gebeuren als rechters verhinderd zijn.
Uit een hoorzitting in het kader van het echtscheidingsrecht hebben
wij vernomen dat bij de kortgedingrechter in Brussel de functie van
ambtenaar van het openbaar ministerie in het kader van procedures
in kortgeding permanent wordt ingevuld door een plaatsvervangend
advocaat.
Ter herinnering, in het kader van de hoorzittingen over de
strafuitvoeringsrechtbanken heeft de Orde van Vlaamse Balies u
meegedeeld dat de Vlaamse balies niet meer wensen dat de
advocatuur structureel wordt gebruikt om de gerechtelijke achterstand
op te lossen. Volgens het OVB moet de overheid de problematiek van
de structurele verhindering van magistraten oplossen via een pool van
toegevoegde rechters, zodat dat was de bedoeling van de wetgever
in illo tempore advocaten alleen in noodgevallen vervangingen
doen. Zeker wanneer een advocaat het ambt van openbaar ministerie
moet vervullen, lijkt mij dit zeer moeilijk compatibel in het licht van de
onafhankelijkheid van zijn beroep en ook in het licht van de gewijzigde
regelgeving van de laatste jaren inzake het openbaar ministerie.
Mevrouw de minister, in hoeveel gevallen zijn er in 2005 advocaten
ingeschakeld om verhinderde rechters enerzijds, en ambtenaren van
het openbaar ministerie anderzijds, te vervangen? In hoeveel gevallen
ging het om burgerlijke zaken en in hoeveel gevallen om
strafrechtelijke zaken?
Rijst dit probleem voornamelijk in Brussel, zoals wij vernamen tijdens
de hoorzittingen in de subcommissie Familierecht, of is dit ook het
geval in andere arrondissementen?
Welke stappen zult u ondernemen om de gevolgen van de beslissing
van de algemene vergadering van de OVB om geen advocaten meer
in te zetten, op te vangen?
02.01 Servais Verherstraeten
(CD&V): Les avocats peuvent être
mis à contribution pour le
remplacement de juges ou de
fonctionnaires du ministère public.
Il s'agit toutefois d'une mesure
temporaire qui ne peut être
appliquée que pour le remplace-
ment de juges légitimement
empêchés et de juges suppléants.
La pratique montre que les
remplacements par un avocat sont
de plus en plus fréquents. À
Bruxelles, le ministère public est
pratiquement toujours assuré par
un avocat suppléant dans le cadre
de procédures de référé en langue
française.
L'ordre des barreaux
néerlandophones (Orde van
Vlaamse Balies ou OVB) a indiqué
récemment encore être opposé à
un tel recours systématique aux
avocats pour remédier aux
problèmes structurels de
personnel au sein de la justice.
L'OVB plaide à cet égard pour la
création d'un pool de juges de
complément qui pourrait être
appelé en renfort en cas
d'empêchement de magistrats.
À combien de reprises des
avocats ont-ils été mis à
contribution en 2005 pour le
remplacement de juges empêchés
et de fonctionnaires du ministère
public? Ce phénomène se
présente-t-il principalement à
Bruxelles ou également dans
d'autres arrondissements
judiciaires? Comment la ministre
compte-t-elle réagir à cette
tendance frappante? Approuve-t-
elle la suggestion de l'OVB?
02.02 Minister Laurette Onkelinx: Mevrouw de voorzitter, voor zover
ik kon nagaan, zijn er geen statistische cijfers beschikbaar inzake het
aantal keren dat een beroep werd gegaan op de medewerking van
plaatsvervangende rechters. Het is dan ook onmogelijk om
vergelijkingen te maken tussen de verschillende arrondissementen. Ik
betwijfel echter of het probleem zo groot is als u het probeert voor te
02.02
Laurette Onkelinx,
ministre: Il n'existe pas de
statistiques concernant le recours
aux juges suppléants. Par
conséquent, il n'est pas davantage
possible d'établir une comparaison
CRIV 51
COM 855
14/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
stellen. Ik stel immers vast dat, voor elke vacature voor het ambt van
plaatsvervangend rechter, zich verschillende kandidaten aanmelden.
Ik betwijfel dan ook dat gemiddeld gezien de daaraan gekoppelde
werklast overdreven is. Ik ben het echter volledig met u eens dat een
gerechtelijk systeem slechts bij uitzondering een beroep zou mogen
doen op de plaatsvervangende rechters. Er zijn verschillende redenen
om dat tegen te gaan. De vorming van een pool van toegevoegde
rechters is er slechts een van.
De oplossing ligt duidelijk in een vergroting van de mobiliteit van
magistraten. Die mobiliteit kan worden vergroot door magistraten op
basis van artikel 100 van het Gerechtelijk Wetboek gelijktijdig in
verschillende arrondissementen te benoemen, waardoor zij ook
sneller en meer inzetbaar zijn. Op korte termijn lijkt mij die laatste
oplossing het snelst tot resultaten te leiden.
entre les différents arrondis-
sements judiciaires.
Je ne suis pas persuadée que le
problème soit aussi sérieux que ne
l'affirme M. Verherstraeten.
Plusieurs candidats se présentent
chaque fois pour les postes
vacants de juge suppléant. J'en
déduis donc que la charge de
travail associée à cette fonction
n'est pas si excessive.
Je pense toutefois, comme
M. Verherstraeten, que la justice
ne peut recourir aux juges
suppléants qu'à titre exceptionnel.
La création d'un pool, comme le
suggère l'OVB, constitue l'une des
options possibles. Je pense
toutefois que la solution réside
principalement dans une mobilité
accrue des magistrats: ceux-ci
pourraient, par exemple, en vertu
de l'article 100 du Code judiciaire,
être nommés simultanément dans
plusieurs arrondissements
judiciaires de manière à être
mobilisables plus rapidement et
plus souvent. Cette solution
conduira le plus rapidement à des
résultats concrets.
02.03 Servais Verherstraeten (CD&V): Mevrouw de minister, ik
dank u voor uw antwoord.
Ten eerste, het lijkt mij toch aangewezen dat is een vraag die ik
toch aan u zou willen stellen dat indien u niet over statistische
gegevens beschikt, wij daarvan werk gaan maken, of dat u daarvan
werk laat maken, zodat die statistische gegevens er wel zijn.
Als er volgens de Vereniging van Vlaamse Balies een probleem is en
zij zo eigenlijk niet meer verder wil werken, dan rommelt het toch een
beetje. Dan vindt men wellicht ook dat het iets te ver aan het gaan is
en dat het althans verder gaat dan het de bedoeling van de wetgever
was. Om dat beter in kaart te brengen, lijkt het mij toch aangewezen
dat dit cijfermatig wordt bekeken in de loop van dit jaar.
Ten tweede, mevrouw de minister, het is kortgedingrechter mevrouw
Hayez van de rechtbank van eerste aanleg te Brussel die dat heeft
gemeld in de subcommissie voor het Familierecht. Ik ontbloot
daarmee noch de kroon noch de magistratuur, want dat zal wel in het
verslag staan. Zij heeft uitdrukkelijk gezegd en nu kijk ik naar het
Brusselse fenomeen dat geen enkele parketmagistraat in burgerlijke
zaken nog wenst te komen zetelen als openbaar ministerie.
Nu weet ik wel dat wij eens moeten overdenken wat de rol van het
openbaar ministerie moet zijn in burgerlijke aangelegenheden. Ik kan
02.03 Servais Verherstraeten
(CD&V): S'il n'existe pas de
statistiques en la matière, la
ministre pourrait veiller à ce que
celles-ci soient désormais tenues.
Lors d'une réunion récente de la
commission Droit de la famille de
la Chambre, l'OVB ainsi qu'un
magistrat ont explicitement
soulevé le problème. Le fait que le
phénomène se présente presque
systématiquement à Bruxelles
démontre une fois de plus qu'il y
existe un sérieux problème de
personnel qu'il convient de
résoudre dans les plus brefs
délais.
14/02/2006
CRIV 51
COM 855
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
begrip opbrengen voor het door parketmagistraten in Brussel
ingenomen standpunt, in het licht van het feit dat de kaders daar in de
verste verte niet zijn ingevuld en zij uiteraard prioriteit moeten geven
aan strafrechtzaken. Ik wil wel met u mee bewegen wat artikel 100
van het Gerechtelijk Wetboek betreft, mevrouw de minister, indien de
magistraten terzake een mobiliteitsvergoeding kunnen krijgen, maar ik
meen dat aan het probleem van de invulling van de kaders en meer
specifiek de opvulling van de kaders in Brussel heel dringend een
antwoord moet worden gegeven, en eerder op die wijze dan via artikel
100 van het Gerechtelijk Wetboek.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: De heer De Padt heeft juist gemeld dat hij niet op tijd aanwezig zal zijn. Zijn vraag wordt
omgezet in een schriftelijke vraag.
03 Vraag van de heer Jef Van den Bergh aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "het
misbruik van de diplomatieke onschendbaarheid om de verkeersregels met de voeten te treden"
(nr. 10348)
03 Question de M. Jef Van den Bergh à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur
"l'utilisation abusive de l'immunité diplomatique dans le cadre des infractions au code de la route"
(n° 10348)
03.01 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de voorzitter, collega's,
mevrouw de minister, ik heb over de materie van de diplomatieke
onschendbaarheid met betrekking tot de naleving van de
verkeersregels reeds vorig jaar een vraag gesteld aan de minister van
Buitenlandse Zaken. Hij nam de problematiek toen ernstig. Ik verwijs
naar zijn woorden. Hij noemde het niet betalen van verkeersboetes
een onvriendelijke daad ten aanzien van het gastland, wat toch
duidelijke woorden zijn.
Ondertussen verbetert de situatie er niet op. In 2002 werden nog
ongeveer 44 procent van de verkeersboetes door het diplomatieke
korps betaald. Vandaag is dit verminderd tot 32 procent, zo heeft een
tv-uitzending vorige week aangetoond.
Dat roept toch heel wat vragen op die ik aan u zou willen voorleggen.
Diplomaten behoren in de ogen van veel mensen tot de
"machthebbers in Brussel". Zij geven door het niet betalen van
dergelijke verkeersovertredingen mee de indruk dat deze Brusselse
elite boven de wet staat, wat alleen maar een voedingsbodem geeft
aan de antipolitiek. Ik denk dat we daarom moeten zoeken, ondanks
het statuut van de diplomatieke onschendbaarheid, naar
mogelijkheden om hier tegen op te treden.
Ik heb dan ook de volgende vragen, mevrouw de minister.
Ten eerste, zijn diplomaten onschendbaar als zij aansprakelijk zijn
voor een dodelijk ongeval dat zij zelf door onverantwoord
verkeersgedrag hebben uitgelokt? Bestaat er dan voor hen geen
straffeloosheid? Dat is een eerste concrete vraag.
Ten tweede, hoe verloopt de samenwerking in zulke
aangelegenheden tussen Justitie en Buitenlandse Zaken? Hoe wordt
er opgetreden tegen het niet naleven van verkeersregels of het niet
betalen van verkeersboetes? Vindt de minister het niet de moeite om
03.01 Jef Van den Bergh
(CD&V): En mai 2005, j'ai
interrogé le ministre De Gucht sur
le fait que certains auteurs
d'infractions au code de la route
commises dans notre pays
invoquent l'immunité diplomatique
pour se soustraire à toute
sanction. A cette occasion, il a
défini ce phénomène comme "un
acte inamical envers le pays hôte".
Une émission récente de
télévision a révélé que le
pourcentage d'amendes effective-
ment payées par des diplomates
étrangers était passée de 44% en
2002 à 32% aujourd'hui. Or, il est
permis de considérer ces chiffres
surprenants comme un signal on
ne peut plus négatif adressé à la
population belge dans la mesure
où ils sont de nature à la conforter
dans sa conviction qu'il existe une
certaine "caste bruxelloise" qui
s'estime au-dessus des lois.
Les diplomates jouissent-ils
vraiment d'une immunité lorsqu'ils
sont responsables d'un accident
de la circulation ayant entraîné des
conséquences fatales? Comment
la collaboration entre la Justice et
les Affaires étrangères se déroule-
t-elle dans les cas de ce genre?
CRIV 51
COM 855
14/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
samen uitdrukkelijk een houding te bepalen en in dat verband ook
herhaaldelijk een krachtig signaal te geven aan de ambassades? Wat
gebeurt er in geval van een dodelijk ongeval? Neemt Justitie dan
contact op met Buitenlandse Zaken om te komen tot een verklaring
als persona non grata of iets dergelijks?
Ten derde, zijn er misschien gecoördineerde initiatieven van Justitie
en van Buitenlandse Zaken inzake inbreuken op andere wetten, terwijl
de verkeersregelgeving daarentegen niet aan bod zou komen? Zo ja,
welke dan? Hoe is dat dan te verantwoorden?
Ten vierde, worden de ambassades zelf ingelicht inzake het niet
betalen van geldboetes door buitenlandse diplomaten? Dat zou al een
motivering kunnen zijn om hun diplomatiek personeel toch aan te
zetten om tot betaling over te gaan.
Ten vijfde, vallen gedepenaliseerde verkeersovertredingen betalend
parkeren en parkeren van beperkte duur in de blauwe zone
bijvoorbeeld ook onder de diplomatieke onschendbaarheid, vermits
deze uit de strafwetgeving zijn gehaald? Het gaat hier niet enkel om
boetes, maar om retributies voor het gebruik van openbare ruimte.
Worden deze parkeerovertredingen ook systematisch niet betaald?
Tot slot, vallen de verkeersovertredingen en andere inbreuken die
helemaal niet zijn gebeurd in dienstverband maar puur privé zijn,
onder de onschendbaarheid? Zo ja, maken de parketten dit
onderscheid daadwerkelijk? Of is het niet doenbaar om een
opsplitsing te maken tussen overtredingen die gemaakt zijn tijdens de
dienst en overtredingen die eenvoudig tot de private sfeer behoren?
Kunnen hieromtrent overeenkomsten gesloten worden met de
ambassades en de consulaten?
Les diplomates concernés
peuvent-ils être considérés
persona non grata? Ces deux
départements prennent-ils
certaines initiatives coordonnées
en cas d'autres infractions
commises par des diplomates?
Les ambassades auxquelles est
lié le personnel diplomatique
concerné sont-elles informées
systématiquement des infractions
commises et des amendes qui
n'ont pas été payées?
Les infractions aux règles de
stationnement relèvent-elles aussi
de l'immunité diplomatique? Il ne
s'agit pas ici, en effet, d'amendes
mais de redevances dues du fait
de l'utilisation d'espaces publics
de parcage.
Les infractions au code de la route
commises par des diplomates
étrangers dans un cadre privé
ressortissent-elles également à
l'immunité diplomatique? Les
parquets peuvent-ils réellement
faire la distinction entre ces
deux catégories de délits?
03.02 Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur Van den Bergh, ma
réponse se base sur notre espace juridique actuel, ce qui, bien
entendu, ne signifie pas que je l'approuve. Vous me demandez ce
qu'il en est des conventions, etc. Je vais vous l'expliquer sans
nécessairement l'approuver. Que ce soit bien clair!
03.02 Minister Laurette
Onkelinx: Ik zal u een beeld
schetsen van de bestaande
juridische toestand, wat niet
noodzakelijk betekent dat ik er
achter sta.
De toestand van diplomatieke ambtenaren wordt geregeld door het
verdrag van Wenen van 18 april 1961 betreffende de diplomatieke
betrekkingen dat eigenlijk een codificatie was van het geldende
internationaal gewoonterecht. De diplomatieke immuniteit is
verbonden aan de diplomatieke functie. De diplomaat moet in de
ontvangststaat geaccrediteerd zijn. De immuniteit is wel begrensd in
de tijd. Zij geldt slechts gedurende de periode waarin de betrokkene
met deze functie is belast.
Ook de diplomaten in transit beschikken over immuniteit, op
voorwaarde dat zij toelating hebben gekregen om het grondgebied te
betreden of wanneer zij wegens overmacht aanwezig zijn op het
Belgisch grondgebied. De diplomatieke immuniteit strekt zich tevens
uit, zij het in meer beperkte mate, tot de inwonende familieleden, het
administratief en technisch personeel van de ambassade en de leden
van het zogenaamde dienstpersoneel van de zending op voorwaarde
dat zij geen nationale onderdanen zijn van de ontvangststaat.
De diplomaten genieten een onbeperkte immuniteit. Dit betekent dat
La situation des fonctionnaires
diplomatiques est réglée par le
Traité de Vienne du 18 avril 1961,
qui était en fait une codification du
droit coutumier international en
vigueur.
L'immunité diplomatique est liée à
la fonction diplomatique. Le
diplomate doit être accrédité dans
l'État d'accueil. L'immunité est
limitée dans le temps. Elle n'est
valable que pendant la période de
la mission diplomatique. Les
diplomates en transit bénéficient
de l'immunité à condition qu'ils
soient admis sur le territoire ou
qu'ils soient présents pour des cas
de force majeure. L'immunité
14/02/2006
CRIV 51
COM 855
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
zij op geen enkele wijze strafrechtelijk kunnen worden vervolgd in de
ontvangststaat ongeacht de ernst of de aard van het misdrijf. Zelfs
wanneer de diplomatieke status zou worden misbruikt om
ongehinderd misdrijven te plegen kunnen deze diplomaten niet
worden vervolgd in de ontvangststaat. Het enige wat de
ontvangststaat kan doen is de betrokken diplomaat persona non grata
verklaren en hem vragen het land te verlaten.
Diplomatieke onschendbaarheid is een machtigingsimmuniteit. Dit
houdt in dat zij kan worden opgeheven door de zendstaat waardoor
de ontvangststaat wordt gemachtigd de diplomaat te vervolgen.
De immuniteit van consulaire ambtenaren wordt geregeld door het
verdrag van Wenen van april 1963 betreffende de consulaire
betrekkingen.
De immuniteit van consulaire ambtenaren is veel beperkter dan de
diplomatieke immuniteit. Consulaire ambtenaren hebben enkel een
functionele immuniteit. Deze heeft enkel betrekking op misdrijven,
gepleegd binnen het raam van de consulaire functie. Wanneer er
verkeersmisdrijven worden gepleegd buiten de consulaire functie,
zullen de personen kunnen worden vervolgd.
De immuniteit van ambtenaren van internationale organisaties wordt
telkens geregeld door specifieke verdragen. Daarbij geldt meestal dat
enkel de hogere ambtenaren een diplomatieke immuniteit hebben en
de lagere ambtenaren een functionele immuniteit.
Ik moet u ook meedelen dat mijn diensten niet beschikken over de
door u gevraagde cijfergegevens. Zij beschikken enkel over de totale
cijfers. In 2005 hebben aldus 674 diplomaten een boete betaald.
Indien u deze cijfers ook zou wensen voor de voorafgaande jaren, zal
ik dit vragen aan mijn administratie.
Tot slot kan ik u meedelen dat wanneer een diplomaat een dodelijk
verkeersongeval in België veroorzaakt, hij niet kan worden vervolgd,
zelfs niet op burgerlijk gebied, behalve indien de zendstaat de
onschendbaarheid van de diplomaat heeft opgegeven. Dit belet
evenwel niet dat de betrokken diplomaat in eigen land eventueel kan
worden vervolgd, indien de wetgeving van de zendstaat dit toelaat.
Wat betreft de gedepenaliseerde parkeerovertredingen waarvoor
retributies worden geheven, geldt eveneens de diplomatieke
onschendbaarheid op basis van artikel 34 van het Verdrag van
Wenen van 18 april 1961.
diplomatique s'étend, dans une
mesure limitée, aux membres de
famille cohabitants, au personnel
administratif et technique de
l'ambassade et aux membres du
personnel de service, à condition
qu'ils ne soient pas ressortissants
de l'État d'accueil.
Les diplomates bénéficient d'une
immunité illimitée. Ils ne peuvent
être poursuivis dans le pays
d'accueil, même s'ils abusent de
leur statut diplomatique pour se
livrer à des infractions. Cet État
peut cependant leur demander de
quitter le pays, mais cela se
produit rarement. L'immunité
diplomatique peut être levée par
l'État accréditant.
L'immunité des fonctionnaires
consulaires est régie par la
Convention de Vienne du 24 avril
1963. Ces fonctionnaires ne
jouissent que d'une immunité
fonctionnelle, qui n'a donc trait
qu'aux infractions commises dans
le cadre de leur fonction.
L'immunité de fonctionnaires
d'organisations internationales est
régie par des conventions
spécifiques. Les hauts
fonctionnaires bénéficient
généralement d'une immunité
diplomatique et les fonctionnaires
de rangs inférieurs, d'une
immunité fonctionnelle.
Mes services ne disposent que de
statistiques globales. En 2005, 674
diplomates ont payé une amende.
Un diplomate qui cause un
accident de circulation mortel en
Belgique ne peut être poursuivi
que si l'État accréditant lève
l'immunité du diplomate. Le
diplomate concerné peut
éventuellement faire l'objet de
poursuites dans son propre pays.
L'immunité diplomatique
s'applique également aux
contraventions qui concernent le
stationnement.
03.03 Jef Van den Bergh (CD&V): Mevrouw de minister, ik dank u
voor uw antwoord.
03.03 Jef Van den Bergh
(CD&V): La ministre reconnaît le
CRIV 51
COM 855
14/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
Ik apprecieer enerzijds dat u erkent dat er een probleem is en dat een
en ander, wat beeldvorming betreft, zeker geen goede zaak is.
Anderzijds, stelt u alleen maar vast dat u er heel weinig aan kunt
doen. U suggereert zelfs geen pistes of mogelijke initiatieven die de
regering zou kunnen nemen ten opzichte van de diplomatieke wereld
om er ten minste nog eens op aan te dringen respect te tonen voor de
verkeersregels.
Minister De Gucht had mij dat vorig jaar wel beloofd, maar er kunnen
momenteel nog geen resultaten worden vastgesteld, integendeel.
Ik hoop dat de regering stappen zal ondernemen om de diplomatieke
wereld te wijzen op hun plichten met betrekking tot het
verkeersreglement.
problème, mais elle ne peut
manifestement y remédier. Ne
pourrait-elle insister auprès des
diplomates pour qu'ils respectent
également le code de la route?
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan de vice-eerste minister en minister van Justitie
over "de adviezen van de parketten en de actualisering ervan" (nr. 10228)
04 Question de Mme Sabien Lahaye-Battheu à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur
"les avis des parquets et leur actualisation" (n° 10228)
04.01 Sabien Lahaye-Battheu (VLD): Mevrouw de voorzitter,
mevrouw de vice-eerste minister, ik heb een vraag in verband met de
adviezen die uitgebracht worden door de parketten in functie van de
naturalisatieaanvragen. Het gaat dus om mensen die vragen om Belg
te worden.
Als de dienst Naturalisaties een aanvraag ontvangt, vraagt de dienst
onder andere het advies van het parket dat bevoegd is voor de
woonplaats van de aanvrager. Aan de procureur of aan een van haar
of zijn substituten wordt een advies gevraagd in verband met die
aanvraag om Belg te worden.
Uit de praktijk blijkt nu dat het afleveren van deze adviezen tot de
volgende problemen leidt. Ik bundel ze in drie items.
Ten eerste, de kwaliteit van de adviezen verschilt van parket tot
parket. Sommige parketten beperken zich ertoe de
verblijfsvoorwaarde van drie jaar verblijf, die in de wet is
ingeschreven, te onderzoeken en geven geen informatie over het
gedrag, de integratiegraad, de taalkennis of het strafrechtelijk
verleden van de aanvrager.
Andere parketten doen hun werk veel ruimer. Ze onderzoeken niet
alleen de verblijfsvoorwaarden, maar geven ook informatie over de
verschillende elementen die ik heb opgesomd.
Ten tweede, sommige adviezen laten heel lang op zich wachten.
Ten derde, sommige adviezen zijn reeds twee of drie jaar oud op het
ogenblik dat het dossier door de commissie wordt behandeld. Ik
bedoel daarmee het volgende. Wij krijgen een advies uit bijvoorbeeld
het jaar 2002 terwijl dat dossier in 2006 wordt behandeld. In die twee,
drie of vier jaar kan reeds heel veel gebeurd zijn. Als er zich nieuwe
04.01 Sabien Lahaye-Battheu
(VLD): Les avis demandés par le
service des Naturalisations aux
parquets soulèvent souvent des
problèmes. Si la qualité des avis
varie fortement selon le parquet
saisi, certains avis se font aussi
longuement attendre. Au moment
où la commission des
Naturalisations de la Chambre se
penche sur le dossier, de
nombreux avis datent déjà d'il y a
deux voire trois ans.
La ministre est-elle au courant de
ces problèmes? Est-elle disposée
à faire les démarches
nécessaires, en concertation avec
le Collège des procureurs
généraux, pour que les avis soient
complets, actualisés et rendus en
temps utile?
14/02/2006
CRIV 51
COM 855
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
feiten of veroordelingen voordoen in die tussenperiode, geeft het
parket de dienst hiervan geen kennis.
Dat zijn de problemen. Mijn vragen aan u zijn de volgende.
Ten eerste, erkent u die problemen als minister van Justitie?
Ten tweede, bent u bereid om de nodige initiatieven te nemen om
bijvoorbeeld in samenspraak met het College van procureurs-
generaal te ijveren voor tijdige, volledige, geactualiseerde adviezen
die volgens dezelfde normen worden opgesteld over heel het land?
04.02 Minister Laurette Onkelinx: Mevrouw de voorzitter, artikel
24bis van het Wetboek van de Belgische nationaliteit voorziet erin dat
de minister van Justitie de richtlijnen vastlegt met betrekking tot de
wijze waarop de parketten het onderzoek verrichten met het oog op
het verlenen van een advies. Die richtlijnen zijn bindend voor alle
leden van het openbaar ministerie. Er is tevens bepaald dat het
College van procureurs-generaal toezicht houdt op de wijze waarop
de parketten de opdrachten uitvoeren.
Op 17 december 2001 werd door mijn voorganger een schrijven
gericht aan het openbaar ministerie waarin de algemene criteria
werden aangehaald met het oog op de appreciatie van de aanvragen
tot naturalisatie, zoals ze door de commissie voor de Naturalisaties
van het Parlement werden vastgelegd.
In februari 2005 werd ik door de voorzitter van de commissie op de
hoogte gebracht van een aantal moeilijkheden, onder meer inzake de
adviezen die de parketten moeten uitbrengen. De inhoud van het
schrijven werd door mij kort nadien bezorgd aan het College van
procureurs-generaal voor advies en commentaar.
In de loop van oktober 2005 heb ik het college aan mijn vraag
herinnerd.
Tot op heden heb ik nog steeds geen antwoord mogen ontvangen. Ik
zal de problematiek dan ook op de agenda van de eerstvolgende
vergadering van het College van procureurs-generaal plaatsen, die
onder mijn voorzitterschap zal doorgaan. De vergadering wordt
gepland in de loop van de maand maart.
04.02
Laurette Onkelinx,
ministre: En vertu de l'article 24bis
du Code de la nationalité belge, le
ministre détermine les modalités
selon lesquelles les parquets
formulent un avis, tandis que le
Collège des procureurs généraux
exerce une mission de contrôle à
cet égard. Mon prédécesseur a,
dans un courrier du 17 décembre
2001, rappelé les critères
généraux fixés par la commission
des naturalisations auxquels
doivent satisfaire les avis rendus
par les parquets.
Le président de la commission m'a
informée des problèmes fin février
2005 et j'ai transmis ses
observations au collège des
procureurs généraux. Je n'ai
toujours pas obtenu de réponse.
Je ne manquerai pas d'aborder la
question lors de la réunion qui
aura lieu avec le Collège au mois
de mars.
04.03 Sabien Lahaye-Battheu (VLD): Mevrouw de voorzitter, ik dank
de minister dat zij de problemen erkent en dat zij die wil aanpakken
door op de vergadering met de procureurs-generaal uitdrukkelijk te
vragen wat zij aan de problemen die de voorzitter van de commissie u
heeft gesignaleerd, zullen doen. Het is echt dringend. Als leden van
de commissie moeten wij immers met halve en ongelijke middelen
werken. Daarin moet dringend verbetering komen. Ik dank de minister
voor de inspanning die zij daarvoor zal leveren.
04.03 Sabien Lahaye-Battheu
(VLD): Il est positif que la ministre
reconnaisse les problèmes. Il
convient d'agir rapidement.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
05 Question de Mme Marie Nagy à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "les
documents à remettre lors de la déclaration de mariage" (n° 10281)
05 Vraag van mevrouw Marie Nagy aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
documenten die bij de huwelijksaangifte moeten worden overgelegd" (nr. 10281)
CRIV 51
COM 855
14/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
05.01 Marie Nagy (ECOLO): Madame la présidente, madame la
ministre, comme vous le savez, certaines personnes ayant été
adoptées voici une vingtaine d'années éprouvent aujourd'hui des
difficultés à constituer leur dossier administratif en vue de leur
mariage.
Pour rappel, ces personnes sont généralement dans l'impossibilité de
fournir un acte de naissance et peuvent, selon l'article 70 du Code
civil, suppléer au manque de celui-ci par la fourniture d'un acte de
notoriété.
Pour éviter cette procédure longue et coûteuse, les officiers de l'état
civil ont la possibilité d'accepter une copie de l'acte de légitimation par
adoption.
J'ai déposé une proposition de loi modifiant l'article 70 du Code civil
prévoyant de ne plus laisser cette possibilité à l'appréciation de
l'officier de l'état civil mais qu'en cas de mariage d'une personne
belge adoptée, l'acte de légitimation par adoption puisse faire foi
Ma proposition, quoique largement partagée par d'autres groupes
politiques, n'a malheureusement pas encore été examinée en
commission de la Justice de la Chambre.
Madame la ministre, je vous ai interrogée sur le sujet le 18 mai 2005.
Vous aviez confirmé notre appréciation quant à la manière dont cette
disposition est appliquée dans les différentes communes. Je vous
avais à l'époque suggéré d'édicter une circulaire afin de remédier à
cette situation dans l'attente d'une éventuelle modification législative.
Vous m'avez alors répondu que ma suggestion était intéressante. Or,
je constate que des personnes rencontrent encore des difficultés
dans le cadre de leurs démarches en vue de contracter mariage.
Madame la ministre, avez-vous édicté une circulaire à ce sujet?
Sinon, pourquoi? Une solution urgente est-elle envisagée pour
remédier à cette situation? Sinon, pourquoi? Dans l'affirmative, dans
quels délais?
05.01 Marie Nagy (ECOLO):
Sommige mensen die in hun jeugd
geadopteerd werden, ondervinden
moeilijkheden om hun adminis-
tratief dossier samen te stellen
wanneer ze in het huwelijk willen
treden. Ze zijn meestal niet in staat
een geboorteakte voor te leggen.
Volgens artikel 70 van het
Burgerlijk Wetboek kunnen ze die
vervangen door een akte van
bekendheid. Om die lange en dure
procedure te vermijden kunnen de
ambtenaren van de burgerlijke
stand een afschrift van de akte
van wettiging door adoptie
aanvaarden.
Ik heb een wetsvoorstel tot
wijziging van dat artikel 70
ingediend waarmee ik in alle
gevallen aan die akte van
wettiging door adoptie bewijs-
kracht wil verlenen. Mijn voorstel
werd echter nog niet in de
commissie besproken.
Op 18 mei 2005 heb ik u
voorgesteld een rondzendbrief op
te stellen om die situatie in
afwachting van een wetswijziging
voorlopig te regelen. U vond dat
een interessant voorstel, maar tot
heden ondervinden een aantal
mensen nog steeds problemen.
Heeft u een rondzendbrief
opgesteld en zo niet, waarom niet?
Stelt u een snelle oplossing in het
vooruitzicht en wat houdt die in?
05.02 Laurette Onkelinx, ministre: Madame la présidente, le Sénat
doit normalement se saisir du dossier dans une semaine, voire deux.
S'il le fait, je déposerai les amendements que je vais vous citer et qui
ont été préparés par mes services, sinon j'édicterai une circulaire.
Les amendements visent tout d'abord à ce que toute personne dont
l'adoption a été prononcée ou reconnue en Belgique et qui se trouve
dans l'impossibilité de se procurer son acte de naissance puisse
produire l'acte de transcription du dispositif du jugement de l'adoption.
Cette disposition ne se limitera pas au seul cas d'un mariage mais
sera d'application dans toute procédure administrative et judiciaire. Si
les données contenues dans l'acte de transcription ne suffisent pas
aux fins pour lesquelles elles doivent être utilisées, l'autorité
requérante procèdera à une enquête visant à obtenir des données
complémentaires ou, si elle n'est pas en mesure de les obtenir elle-
même, demandera à l'intéressé de lui remettre toute autre preuve
étayant ces données.
05.02 Minister Laurette
Onkelinx: Normaliter buigt de
Senaat zich binnen een à twee
weken over dit dossier. Als dat niet
het geval is, zal ik een
omzendbrief uitvaardigen. Als dat
echter wel het geval is, zal ik
amendementen indienen. Die
strekken ertoe eenieder wiens
adoptie in België werd uitge-
sproken of erkend en die er niet in
slaagt zijn geboorteakte te
verkrijgen, de mogelijkheid te
bieden om de akte van over-
schrijving van het adoptievonnis
voor te leggen. Indien de
gegevens in de akte van
14/02/2006
CRIV 51
COM 855
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
Je pense par exemple, dans le cadre d'un mariage, à la preuve de
filiation biologique qui n'est pas reprise dans l'acte d'adoption mais qui
est nécessaire afin d'examiner si les conditions de fond du mariage
sont remplies, notamment les empêchements d'alliance.
Le jugement déclaratif d'état civil, coulé en force de chose jugée,
pourra également être produit devant toute autorité requérante par
toute personne établissant qu'elle se trouve toujours dans
l'impossibilité de se procurer l'acte d'état civil concerné et pour autant
que l'exactitude des données qu'il contient ne soit pas réfutée. Ici, il
s'agit aussi bien des actes de naissance que des actes de mariage et
des actes de décès.
Ensuite, l'époux qui se trouve dans l'impossibilité de se procurer son
acte de naissance pourra produire un acte équivalent délivré par les
autorités diplomatiques ou consulaires de son pays de naissance.
Avec cet amendement, je ferai le parallèle avec ce que prévoit le
Code de la nationalité.
Finalement, toute personne qui a déjà obtenu un acte de notoriété ou
qui a déjà été autorisée par le tribunal à faire une déclaration sous
serment et qui établit qu'elle est toujours dans l'impossibilité de
produire son acte de naissance pourra le suppléer devant toute
autorité requérante, pour autant que l'exactitude des données
contenues dans l'acte de notoriété ou dans l'autorisation ne soit pas
réfutée.
overschrijving niet volstaan, zal de
verzoekende overheid een
bijkomend onderzoek instellen of
de betrokkene verzoeken om een
ander bewijsstuk voor te leggen
dat die gegevens staaft. Indien
nodig mag tevens het vonnis tot
aanwijzing van burgerlijke staat
worden voorgelegd. In dit geval
gaat het om geboorte-, huwelijks-
en overlijdensaktes. Ten slotte
mag ook een gelijkwaardige akte
van de diplomatieke of consulaire
overheden van het geboorteland
worden voorgelegd. Bovendien
mag eenieder die een akte van
bekendheid bezit of die
gemachtigd werd een verklaring
onder ede af te leggen, dat
document in de plaats van zijn
geboorteakte bij de verzoekende
overheid voorleggen, op
voorwaarde dat de juistheid van de
gegevens niet wordt betwist.
05.03 Marie Nagy (ECOLO): Madame la ministre, je vous remercie
pour votre réponse. J'espère simplement que les choses pourront se
régler assez rapidement. Votre réponse et les travaux déjà entamés
au Sénat pourront peut-être aider l'une ou l'autre personne confrontée
à la difficulté de faire comprendre sa situation.
En effet, la question est traitée de manière tout à fait différente d'une
commune à l'autre. Certaines acceptent facilement l'acte de
transcription de l'adoption au contraire d'autres communes qui le
refusent. C'est une vraie difficulté à laquelle il faut répondre.
J'espère donc que la loi sera modifiée et que, le cas échéant et avant
la fin de l'année, cette situation sera clarifiée afin d'éviter les
désagréments administratifs qui, selon moi et selon ceux qui ont
déposé les propositions de loi, ne se justifient pas.
05.03 Marie Nagy (ECOLO):
Mede in het licht van de
werkzaamheden in de Senaat
kunnen we hopen dat de wet snel
zal worden gewijzigd. In de huidige
stand van zaken behandelen alle
gemeenten de kwestie op hun
eigen manier, wat dan weer tot
ongegronde administratieve
moeilijkheden leidt.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van mevrouw Annemie Turtelboom aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over
"het inschakelen van uitzendkrachten bij de voorbereiding van de verkiezingen van de
Moslimexecutieve" (nr. 10341)
06 Question de Mme Annemie Turtelboom à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "le
recours à des travailleurs intérimaires lors de la préparation des élections de l'Exécutif des
musulmans" (n° 10341)
06.01 Annemie Turtelboom (VLD): Mevrouw de vice-premier, in de
wetgeving op de overheidsdiensten is de mogelijkheid om
uitzendkrachten in te zetten in overheidsdiensten sterk gelimiteerd.
Nochtans weet men, zeker in het bedrijfsleven, dat het aantrekken
06.01 Annemie Turtelboom
(VLD): Les services publics ont
rarement recours à des
intérimaires. Est-il exact que le
CRIV 51
COM 855
14/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
van uitzendkrachten een oplossing kan zijn wanneer men met plotse
of eenmalige veranderingen in het werkvolume zit. Men ziet dan ook
bij bedrijven dat men geregeld uitzendkrachten tewerkstelt, maar dat
men dat nooit doet voor 50% van het personeel. In de meeste
gevallen gaat het om 3 à 4% van het personeel, om net die plotse of
eenmalige veranderingen in het werkvolume aan te kunnen.
Vorig jaar vonden de verkiezingen plaats voor de moslimraad. Die zijn
dan uitgemond in de aanstelling van een nieuwe moslimexecutieve.
Voor de organisatie van de verkiezingen zou de FOD Justitie
uitzendkrachten hebben geëngageerd. Dezelfde FOD zou tevens een
beroep hebben gedaan op uitzendarbeid voor het inzetten van
verpleegsters in strafinrichtingen.
Daarom, mevrouw de minister, had ik eigenlijk graag een antwoord
gekregen op een aantal vragen. Klopt het dat de FOD Justitie
uitzendkrachten heeft ingeschakeld tijdens de voorbereiding van die
verkiezingen voor de moslimexecutieve?
Hoelang was de termijn waarvoor de uitzendkrachten werden
ingeschakeld? Hoeveel waren het er?
Op basis van welk motief van de wet van 24 juli 1987 werden de
uitzendkrachten ingeschakeld? Ik heb daarnet al gezegd dat men
eigenlijk slechts op een heel gelimiteerde manier uitzendkrachten
mag inschakelen. Waarom werd dan toch de voorkeur gegeven aan
de inschakeling van uitzendkrachten boven het engageren van
werknemers met contracten van bepaalde duur? Dat is immers vaak
het antwoord dat ik krijg van bevoegde ministers in verband met de
problematiek.
Heeft de keuze voor uitzendkrachten in plaats van voor werknemers
met contracten van bepaalde duur geleid tot meer kosten? Hoeveel
was dan het bedrag van die meerkosten?
SPF Justice a fait appel à des
intérimaires pour préparer les
élections de l'Exécutif des
Musulmans? Pour quelle durée
ont-ils été engagés en moyenne?
De combien d'intérimaires s'est-il
agi? Sur la base de quels articles
de la loi du 24 juillet 1987 ces
intérimaires ont-ils pu être
engagés? Pourquoi cette solution
a-t-elle été retenue? Le coût
afférent à l'engagement
d'intérimaires est-il supérieur au
coût afférent à l'engagement de
salariés dans le cadre d'un contrat
à durée déterminée?
06.02 Minister Laurette Onkelinx: Mevrouw de voorzitter, de wet van
20 juli 2004 heeft een commissie belast met de organisatie voor de
hernieuwing van de organen van de islamitische eredienst. Artikel 5,1
belast de commissie ermee alle noodzakelijke maatregelen te nemen
voor de organisatie van de algemene verkiezingen.
De commissie kon onmogelijk op voorhand de administratieve
werklast evalueren die de organisatie van dergelijke verkiezingen
meebrengt. De organisatie van deze verkiezingen was enerzijds iets
nieuw, de commissie beschikte niet over een voorbeeld uit het
verleden om de werklast te kunnen evalueren. Anderzijds kreeg de
commissie te maken met obstakels voor de organisatie van deze
verkiezingen waardoor een soepel beheer van haar administratief
personeel nodig was.
De termijnen om contractueel personeel aan te werven waren te lang
en de arbeidscontracten moesten gedurende minstens zes maanden
lopen indien men voor dit doel personeel wilde krijgen. Het kiezen
voor uitzendkrachten was dus noodzakelijk. De organisatie van de
verkiezingen vergde enige soepelheid voor de aanwerving van het
personeel aangezien de werklast veranderlijk was in functie van het
verkiezingsproces.
06.02
Laurette Onkelinx,
ministre: Comme il n'y avait pas
de précédents, la commission
chargée d'organiser le renouvelle-
ment des organes du culte
musulman n'était pas en mesure
d'évaluer la charge de travail
administratif. Des problèmes ont,
en outre, également surgi lors de
l'organisation des élections. Les
délais pour engager du personnel
contractuel étaient trop longs et les
contrats de travail devaient être
d'une durée minimale de six mois.
La charge de travail variait
également en fonction du
processus électoral. Il était donc
indispensable d'opter en faveur de
personnel intérimaire.
14/02/2006
CRIV 51
COM 855
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
06.03 Annemie Turtelboom (VLD): Mevrouw de minister, ik dank u
voor uw toch wel heel duidelijk antwoord. Ik ben blij dat men ook in de
FOD Justitie, waarvan u de voogdijminister bent, op bepaalde
momenten beseft dat uitzendkrachten een oplossing kunnen zijn. Zo
kan men, zoals hier bij de organisatie van de verkiezing van de
moslimexecutieve, contractuelen voor onbepaalde duur inzetten als
de huidige procedures van de overheid ontoereikend zijn.
Ik vind uw antwoord heel belangrijk omdat ik van de bevoegde
ministers altijd het antwoord krijg dat het niet opportuun is om
uitzendkrachten in te schakelen omdat de mogelijkheid bestaat om
contracten voor onbepaalde duur in te schakelen en daaraan wil men
prioriteit geven. Dat antwoord heb ik altijd gekregen van zowel
minister Arena als van minister Dupont. Ik heb hierover ook een
wetsvoorstel in de Kamer ingediend. Ik zal zeker ook vragen om dit
wetsvoorstel te agenderen. Ik hoop van uw partij ook enige steun
terzake te krijgen.
06.03 Annemie Turtelboom
(VLD): Je me réjouis d'entendre
que le SPF Justice se rend
également compte que le recours
aux intérimaires peut offrir une
solution dans des situations où la
souplesse est de mise. D'autres
ministres répondent invariable-
ment qu'ils n'estiment pas
opportun de faire appel à des
intérimaires. J'ai déposé une
proposition de loi à ce sujet et
j'espère que les parlementaires
socialistes la soutiendront.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 11.06 uur.
La réunion publique de commission est levée à 11.06 heures.