IC848_FIN.doc

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

cdH

centre démocrate Humaniste

CD&V

Christen-Democratisch en Vlaams

ECOLO

Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales

Front National

Mouvement réformateur

N-VA

Nieuw-Vlaamse Alliantie

Parti socialiste

sp.a-spirit

Socialistische Partij Anders Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht

Vlaams Belang

VLD

Vlaamse Liberalen en Democraten

Abréviations dans la numérotation des publications :

Afkortingen bij de nummering van de publicaties :

DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de

base et du n° consécutif

DOC 51 0000/000

Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer

QRVA

Questions et Réponses écrites

QRVA

Schriftelijke Vragen en Antwoorden

CRIV

version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV

voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)

CRABV

Compte Rendu Analytique (couverture bleue)

CRABV

Beknopt Verslag (blauwe kaft)

CRIV

Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu inté-
gral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit des
interventions ; les annexes se trouvent dans une brochure
séparée (PLEN: couverture blanche; COM: couverture
saumon)

CRIV

Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken; de
bijlagen zijn in een aparte brochure opgenomen
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)

PLEN

séance plénière

PLEN

Plenum

COM

réunion de commission

COM

Commissievergadering

MOT

motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT

moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)

Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :

publications@laChambre.be

Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :

publicaties@deKamer.be

CRIV 51

COM 848

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

SOMMAIRE

INHOUD

Question de M. Koen T'Sijen à la secrétaire d'État
aux Familles et aux Personnes handicapées,
adjointe au ministre des Affaires sociales et de la
Santé publique sur "la carte de stationnement
pour les personnes handicapées" (n° 9848)

Vraag van de heer Koen T'Sijen aan de
staatssecretaris voor het Gezin en Personen met
een handicap, toegevoegd aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
parkeerkaart voor gehandicapten" (nr. 9848)

Orateurs: Koen T'Sijen, Gisèle Mandaila
Malamba, secrétaire d'État aux Familles et
aux Personnes handicapées

Sprekers: Koen T'Sijen, Gisèle Mandaila
Malamba, staatssecretaris voor het Gezin en
Personen met een handicap

Questions jointes de

Samengevoegde vragen van

- Mme Josée Lejeune au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "le
remboursement de l'Erbitux" (n° 9806)

- mevrouw Josée Lejeune aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
terugbetaling van Erbitux" (nr. 9806)

- M. Benoît Drèze au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "le
remboursement du médicament Cetuximab"
(n° 9832)

- de heer Benoît Drèze aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
terugbetaling van het geneesmiddel Cetuximab"
(nr. 9832)

- Mme Valérie De Bue au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "le
remboursement du médicament Cetuximab"
(n° 9869)

- mevrouw Valérie De Bue aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
terugbetaling van het geneesmiddel Cetuximab"
(nr. 9869)

Orateurs: Josée Lejeune, Benoît Drèze,
Valérie De Bue, Rudy Demotte, ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique

Sprekers: Josée Lejeune, Benoît Drèze,
Valérie De Bue, Rudy Demotte, minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid

Question de Mme Annemie Turtelboom au
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "l'occupation à temps partiel de
personnes souffrant d'un handicap avec
l'autorisation du médecin-conseil" (n° 10053)

Vraag van mevrouw Annemie Turtelboom aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de deeltijdse tewerkstelling van invaliden
met toestemming van de adviserende
geneesheer" (nr. 10053)

Orateurs:

Annemie Turtelboom, Rudy

Demotte, ministre des Affaires sociales et de
la Santé publique, Greta D'hondt

Sprekers: Annemie Turtelboom, Rudy
Demotte, minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, Greta D'hondt

CRIV 51

COM 848

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

COMMISSION DES AFFAIRES

SOCIALES

COMMISSIE VOOR DE SOCIALE

ZAKEN

MERCREDI

FÉVRIER

2006

Matin

______

van

WOENSDAG

FEBRUARI

2006

Voormiddag

______

De vergadering wordt geopend om 10.03 uur door de heer Hans Bonte, voorzitter.
La séance est ouverte à 10.03 heures par M. Hans Bonte, président.

01 Vraag van de heer Koen T'Sijen aan de staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een

handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de parkeerkaart
voor gehandicapten" (nr. 9848)

01 Question de M. Koen T'Sijen à la secrétaire d'État aux Familles et aux Personnes handicapées,

adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "la carte de stationnement pour
les personnes handicapées" (n° 9848)

01.01 Koen T'Sijen (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de

staatssecretaris, ik heb u op 24 oktober een schriftelijke vraag gesteld
in verband met het verkrijgen van een parkeerkaart voor personen
met een handicap. Uit uw antwoord blijkt dat er vooral een probleem
bestaat bij het aanvragen van een parkeerkaart door mensen die nog
niet over een officieel attest beschikken. In dit geval kan de termijn
tussen de aanvraag en het verkrijgen van de parkeerkaart soms
oplopen tot 8 maanden.

Mijn ervaring leert mij ik wil u een heel specifiek voorbeeld niet
onthouden dat het soms veel langer duurt. Ik heb een dossier van
iemand die ernstig ziek is, een parkeerkaart heeft aangevraagd en
niet beschikt over een officieel attest. Hij heeft reeds een aanvraag
ingediend op 15 april 2005 en hij heeft momenteel nog altijd geen
parkeerkaart. Het medisch centrum in Antwerpen moet nog iemand
aanduiden om een controle uit te oefenen. Als ik de termijnen erbij
zou rekenen die noodzakelijk zijn om die persoon een parkeerkaart
toe te kennen, dan krijgt hij in het beste geval eind mei zijn
parkeerkaart. Dat betekent dus dat het meer dan een jaar duurt om
zo'n dossier, de simpele aanvraag van een parkeerkaart, af te
handelen.

Uit uw beschrijving van de procedure in het schriftelijk antwoord blijkt
dat er voornamelijk een probleem ontstaat met betrekking tot het
medisch onderzoek. Naargelang de regio kan de termijn om een
onderzoek te doen, variëren van drie tot zes maanden. Ik vraag mij af
of een tweede medisch onderzoek nog echt noodzakelijk is en of er
niet voldoende vertrouwen kan worden gesteld in de onderzoeken van
de huisarts van de betrokkenen.

Ik meen dat er aantal maatregelen noodzakelijk zijn om de termijnen
voor de aanvraag van een parkeerkaart in te korten. Ik heb de
volgende concrete vragen. Hebt u bepaalde initiatieven in petto om
die termijnen in te korten? Is het mogelijk om ook maximumtermijnen

01.01 Koen T'Sijen (sp.a-spirit):

Le délai d'obtention d'une carte de
stationnement peut s'élever
jusqu'à plus d'un an pour les
personnes handicapées qui ne
disposent pas encore d'une
attestation officielle. Le deuxième
examen médical constitue la
principale cause de ce retard. On
peut se demander si cet examen
est réellement nécessaire vu que
la personne en situation de
handicap dispose déjà d'une
attestation de son médecin
généraliste.

Quelles démarches la secrétaire
d'État va-t-elle entreprendre afin
de limiter ce temps d'attente? Est-
il possible d'imposer un délai
maximal pour le contrôle médical?

08/02/2006

CRIV 51

COM 848

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

op te leggen wat betreft de medische controle of, in het algemeen,
voor het verkrijgen van een parkeerkaart? Ik heb begrepen dat dit
geregeld wordt bij KB en dat er dus mogelijks een initiatief genomen
kan worden. Ik wil u alleen maar wijzen op de menselijke situatie. Nu
moeten mensen die een parkeerkaart aanvragen soms langer dan
een jaar wachten op het verkrijgen van een eenvoudige parkeerkaart,
door alle administratieve procedures die ertussen zitten. Dat is in onze
welvaartsstaat een beetje van het goede te veel.

01.02 Staatssecretaris Gisèle Mandaila Malamba: Mijnheer de

voorzitter, ik heb de eer het geachte lid het volgende antwoord mee te
delen.

Je suis entièrement d'accord avec vous pour considérer que le délai
actuel pour la délivrance des cartes de stationnement est trop
important. Il varie entre deux et huit mois.

Plusieurs mesures, que j'ai prises depuis mon entrée en fonction,
devraient cependant permettre une réduction substantielle du délai de
livraison des cartes de stationnement.

Comme vous le savez, le système "Communit-e" qui permet aux
administrations communales de transmettre les demandes
d'allocations de façon électronique par le biais d'une application web
sécurisée à la direction générale Personnes handicapées, sera
d'application dans toutes les communes à la fin du premier semestre
2006. Cette procédure permet une réduction des délais de traitement
des dossiers de demande d'environ trois semaines.

Actuellement, il est vrai que les demandes de cartes de stationnement
ne transitent pas par ce système mais il est prévu d'étendre
l'application à celles-ci dans le courant de l'année 2006. Cette
extension du "Communit-e" aux cartes de stationnement devrait donc
permettre, lorsqu'elle sera pleinement opérationnelle, une réduction
de trois semaines environ du délai moyen du traitement de la
demande.

Comme vous le relevez justement, le délai est particulièrement long
lorsque la personne ne dispose pas d'une attestation officielle lui
permettant de demander immédiatement la carte de stationnement.
Dans cette hypothèse, un examen médical doit avoir lieu, ce qui
nécessite un délai supplémentaire (entre trois et six mois).

Il m'apparaît aussi qu'une autre mesure que j'ai prise et qui est
actuellement en cours d'élaboration dans l'administration permettra
également de raccourcir le délai de délivrance des cartes de
stationnement. Il s'agit du projet de digitalisation de l'ensemble des
dossiers médicaux. Ce projet baptisé "Medic-e" qui consiste à
organiser l'échange électronique des données médicales entre les
médecins et l'administration permettra un gain de temps considérable
dans la procédure d'instruction de l'examen médical et donc
également dans la procédure de traitement des cartes de
stationnement.

Par ailleurs, comme je l'ai indiqué, il est prévu d'engager du personnel
médical en renfort. Quatre médecins ont déjà été recrutés en 2005 et
nous comptons en recruter encore deux supplémentaires en 2006.
L'augmentation du personnel médical devra contribuer à la réduction

01.02 Staatssecretaris Gisèle

Mandaila Malamba: Sinds mijn
aantreden heb ik een aantal
maatregelen genomen om de
wachttijd voor de uitreiking van de
parkeerkaarten in te perken.

Vóór eind 2006 zullen de
aanvragen voor parkeerkaarten
via Communit-e worden
behandeld, een systeem dat door
alle gemeentebesturen zal worden
gebruikt voor de elektronische
overzending van
uitkeringsaanvragen.

Daardoor

zou de gemiddelde
behandelingsduur van de
aanvragen met ongeveer drie
weken moeten dalen.

Het Medic-e-project maakt de
elektronische uitwisseling van
medische gegevens tussen de
geneesheren en de administratie
mogelijk. Het zal een aanzienlijke
tijdswinst meebrengen in de
voorbereidende procedure van het
medisch onderzoek, wanneer de
aanvrager niet over een officieel
attest beschikt.

Tot slot zou ook de indienstneming
van bijkomend medisch personeel
tot kortere behandelingstermijnen
moeten leiden. In 2005 werden
vier nieuwe geneesheren
aangenomen, in 2006 zullen nog
twee artsen in dienst treden.

Ik zal uw voorstel om een
maximumtermijn voor het medisch
onderzoek op te leggen aan de
administratie voorleggen. We
moeten vervolgens ook nog de
sancties bepalen die kunnen
worden opgelegd indien die termijn
wordt overschreden.

Ik zal die problematiek hoe dan

CRIV 51

COM 848

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

du délai de traitement des cartes de stationnement lorsqu'un examen
médical est requis.

Vous m'avez demandé s'il était possible d'imposer un délai maximal
pour l'examen médical. C'est théoriquement envisageable, mais
encore faudrait-il définir des sanctions en cas de dépassement de ce
délai.

Lorsqu'il s'agit d'une prestation financière, le texte prévoit
actuellement le paiement d'intérêts moratoires. Il en va de même en
ce qui concerne la délivrance des cartes de stationnement. J'ai donc
l'intention de demander à mon administration ce qu'il est possible de
faire en la matière.

En tout état de cause, soyez assuré que je suis particulièrement
attentive à cette problématique. C'est d'ailleurs la raison pour laquelle
j'ai invité l'administration à finaliser au plus vite les trois mesures
énoncées ci-dessus.

ook van nabij blijven volgen en ik
heb mijn administratie gevraagd
de maatregelen waar ik naar
verwees, zo snel mogelijk uit te
werken.

01.03 Koen T'Sijen (sp.a-spirit): Mevrouw de staatssecretaris, ik ben

u dankbaar omdat u een aantal maatregelen wil treffen om die
procedure te verkorten. Met betrekking tot de duurtijd zou men
natuurlijk ook een maatregel kunnen invoeren; dat hoeft niet per se
met financiële sancties. Wanneer die parkeerkaart bijvoorbeeld niet
binnen een bepaalde termijn wordt afgeleverd, zou die parkeerkaart
misschien vanzelf kunnen worden afgeleverd, ongeacht de medische
controle. Als de medische controle niet heeft plaatsgevonden binnen
een termijn van bijvoorbeeld drie maanden, dan wordt de
parkeerkaart toch afgeleverd. Dit zou de mensen kunnen helpen. Er is
trouwens een medisch attest van de huisarts. Het is aan de overheid
om ervoor te zorgen dat die medische controle snel genoeg
plaatsvindt. Gebeurt dat niet dan wordt de parkeerkaart automatisch
afgeleverd. Dit zou een mogelijkheid kunnen zijn die kan worden
overwogen.

Met betrekking tot de arts had ik nog een bijkomende vraag. Er
werden reeds vier artsen aangeworven. Kunt u ook zeggen in welke
regio's zij werden aangeworven?

01.03 Koen T'Sijen (sp.a-spirit):

Peut-être serait-il envisageable de
délivrer automatiquement la carte
de stationnement lorsque le
contrôle médical n'a pas eu lieu
dans un délai déterminé, puisque
la personne handicapée dispose
déjà d'une attestation de son
médecin généraliste. Quatre
médecins de contrôle ont déjà été
recrutés. La secrétaire d'État
pourrait-elle dire où ils l'ont été?

01.04 Gisèle Mandaila Malamba, secrétaire d'Etat: Je n'ai pas en

tête les lieux où ont été recrutés les médecins mais je peux vous en
faire parvenir la liste et vous préciser où seront recrutés les deux
autres médecins. Pour ce qui est des sanctions, je soumettrai cette
possibilité à l'administration. Elle déterminera le moyen d'octroyer les
cartes en fonction des demandes ou des modèles. C'est encore à
l'étude, cela prend du temps car il faut modifier un grand nombre de
paramètres. Il faut donc laisser le temps à l'administration d'analyser
le problème.

01.04 Staatssecretaris Gisèle

Mandaila Malamba: Ik zal u laten
weten waar de vier artsen in 2005
werden aangeworven. Voor de
twee artsen die in 2006 in dienst
zullen worden genomen, zal ik
hetzelfde doen.

De administratie zal nagaan of
sancties aangewezen zijn. Iedere
wijziging aan de procedures zal
evenwel tijd in beslag nemen.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

Le président: Je remercie Mme la secrétaire d'Etat pour sa présence.

Collega's, nu is het wachten op de aanwezigheid van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid.

08/02/2006

CRIV 51

COM 848

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Hij zou om kwart over tien aanwezig zijn.

02 Questions jointes de

- Mme Josée Lejeune au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "le remboursement
de l'Erbitux" (n° 9806)
- M. Benoît Drèze au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "le remboursement du
médicament Cetuximab" (n° 9832)
- Mme Valérie De Bue au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "le remboursement
du médicament Cetuximab" (n° 9869)

02 Samengevoegde vragen van

- mevrouw Josée Lejeune aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
terugbetaling van Erbitux" (nr. 9806)
- de heer Benoît Drèze aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de terugbetaling
van het geneesmiddel Cetuximab" (nr. 9832)
- mevrouw Valérie De Bue aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
terugbetaling van het geneesmiddel Cetuximab" (nr. 9869)

02.01 Josée Lejeune (MR): Monsieur le président, monsieur le

ministre, l'amélioration des connaissances en biologie moléculaire a
ouvert la voie à de nouveaux traitements, notamment contre certaines
formes de cancer. L'Erbitux, utilisé pour la stabilisation du cancer du
côlon et du rectum en est un exemple.

Je voudrais ici, monsieur le ministre, me faire l'écho de l'injustice dont
sont victimes les malades atteints de certaines formes de cancer. Ces
patients sont déjà fortement fragilisés par leur pathologie. Savoir que
des traitements permettent une stabilisation, mais que, vu leurs prix
excessivement élevés, ils restent inaccessibles, renforce leur
détresse.

Dans le cas présent, la posologie de l'Erbitux étant de quatre à cinq
ampoules par administration, au rythme d'une administration par
semaine, et le prix de l'ampoule étant de 223,59 euros, toutes taxes
comprises, le calcul est vite fait. Très peu de patients peuvent s'offrir
un traitement de 1.000 euros par semaine, montant à ajouter au coût
des chimiothérapies traditionnelles qui sont souvent, voire toujours,
administrées en même temps.

Monsieur le ministre, j'en viens à mes questions.

Ce traitement étant remboursé en France, au grand-duché de
Luxembourg et dans tous les autres pays européens, comment
expliquez-vous la différence dans la prise en compte de ce
médicament en Belgique?

Pouvez-vous m'informer davantage sur les raisons qui ont empêché
la commission de remboursement des médicaments d'aboutir à un
avis positif?

Quelles sont les perspectives en matière de remboursement de ce
médicament? On en a déjà parlé et cela ne concerne pas uniquement
l'Erbitux.

Comment comptez-vous garantir l'accès à l'innovation?

02.01 Josée Lejeune (MR):

Dankzij de vooruitgang van het
wetenschappelijk onderzoek
worden tal van nieuwe
kankertherapieën ontwikkeld. Zo
kan colon- en rectumkanker
momenteel met Erbitux
(werkzaam bestanddeel
Cetuximab) worden behandeld.

Erbitux wordt in vier tot vijf
ampullen per week toegediend;
een ampul kost maar liefst 223,59
euro! Erg weinig patiënten kunnen
wekelijks 1.000 euro ophoesten
voor een behandeling die bovenop
de traditionele chemotherapie
komt. Dat geneesmiddel ligt dus
niet binnen het bereik van veel
patiënten die door hun ziekte toch
al bijzonder kwetsbaar zijn.

Waarom wordt deze behandeling
in België niet terugbetaald, terwijl
dat in alle Europese lidstaten wel
het geval is? Waarom heeft de
Commissie Tegemoetkoming
Geneesmiddelen ter zake geen
positief advies gegeven? Welke
vooruitzichten hebben de
betrokkenen? Hoe zal u ervoor
zorgen dat nieuwe behandelingen
ook in België voor iedereen
toegankelijk zijn?

02.02 Benoît Drèze (cdH): Monsieur le président, monsieur le

ministre, depuis le mois de décembre, les médias écrits et télévisés
ont relayé la situation particulière de Mme Frédérique L'Hoest, une

02.02 Benoît Drèze (cdH): Sinds

ik mijn vraag indiende, is mevrouw
L'Hoest overleden. Maar omdat ze

CRIV 51

COM 848

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

jeune femme de 34 ans, mère de deux enfants et atteinte d'un cancer
aux poumons et au coeur.

Monsieur le ministre, vous savez sans doute que cette dame est
décédée depuis le dépôt de ma question, le 18 janvier. Cependant, le
combat, en outre efficace, du comité de soutien qui s'est organisé
autour de Mme L'Hoest se voulant universel, j'ai décidé de maintenir
ma question.

La seule rémission envisageable pour cette dame atteinte d'une
maladie rare résidait en un médicament, le Cetuximab - Erbitux,
produit par la firme Merck. Ce médicament coûte Mme Lejeune l'a
indiqué environ 1.000 euros par semaine. Il est donc très cher. Il
n'est pas remboursé en Belgique. Par contre, comme Mme Lejeune
l'a dit, il l'est en France et au Luxembourg.

Mme L'Hoest vivait d'une allocation de la mutuelle de 850 euros par
mois. Elle ne devait son accès au traitement et donc sa survie
momentanée que de différents gestes de solidarité. Une ASBL interne
à l'hôpital, où elle était soignée, a débloqué 6.000 euros pour lui
permettre de trouver une solution. C'est ainsi qu'elle a pu disposer de
6 semaines de répit qui ont été mises à profit par ses proches pour
remuer ciel et terre en vue de collecter des dons.

Grâce à la médiatisation, un large mouvement de soutien s'est créé
spontanément, de quoi assurer plusieurs semaines, voire plusieurs
mois de traitement.

Par ailleurs, les proches de Mme L'Hoest ont interpellé votre cabinet,
début janvier, dans l'espoir que vous accéléreriez la procédure visant
à permettre le remboursement du médicament. Un délai de six mois a
été évoqué, ce qui est logique. Votre cabinet se serait dit conscient de
la longueur de ce délai administratif, tout en expliquant que le ministre
ne pouvait intervenir. Le cabinet aurait ajouté qu'il était possible de
faire une demande à la firme pour qu'il délivre le Cetuximab Erbitux
à titre compassionnel.

Monsieur le ministre, mes questions sont les suivantes.

1. La firme Merck a-t-elle introduit une demande de remboursement
pour le Cetuximab et à quelle date?

2. Le projet de loi modifiant l'arrêté royal n° 78 du 10 novembre 1967
relatif à l'exercice des professions des soins de santé que nous avons
commencé à examiner en commission de la Santé publique le 10
janvier dernier introduit dans la réglementation concernée la notion de
"médicaments fournis à usage compassionnel". Cette disposition de
votre projet de loi a-t-elle un lien avec la situation de Mme L'Hoest?

3. Dans l'état actuel de la législation, la firme Merck peut-elle fournir le
Cetuximab pour raison compassionnelle?

4. Quelles considérations ou conclusions pouvez-vous tirer de la
situation décrite? S'agit-il d'un cas d'école? Où fixez-vous la frontière
entre le coût et l'efficacité? Je pense que le débat se situe aussi à ce
niveau-là.

voor alle patiënten in haar situatie
opkwam, heb ik beslist mijn vraag
niet in te trekken.

Het enige geneesmiddel dat die
dame enige verlichting kon geven,
was Cetuximab van de firma
Merck. Een weekdosis van dat
geneesmiddel kost

ongeveer

1.000 euro. In België wordt het niet
terugbetaald. Enkel dankzij de
opbrengst van solidariteitsacties
kon mevrouw L'Hoest dat
geneesmiddel aankopen. De
verwanten van mevrouw L'Hoest
hebben contact opgenomen met
uw kabinet om de
goedkeuringsprocedure voor de
terugbetaling van dat
geneesmiddel te versnellen. Naar
verluidt zou dat ongeveer zes
maanden in beslag nemen. Het
kabinet zou er nog aan hebben
toegevoegd dat het mogelijk was
het geneesmiddel in schrijnende
gevallen te bekomen.

Heeft de firma Merck een
aanvraag tot terugbetaling voor
Cetuximab ingediend? Het
wetsontwerp betreffende de
uitoefening van de
gezondheidszorgberoepen voert in
de desbetreffende regelgeving het
begrip "geneesmiddelen verstrekt
in schrijnende gevallen" in. Heeft
die bepaling uit uw wetsontwerp
enig verband met de situatie
waarin mevrouw L'Hoest zich
bevond? Kan de firma Merck
Cetuximab "for compassionate
use" leveren? Waar ligt volgens u
de grens tussen kostprijs en
efficiëntie?

02.03 Valérie De Bue (MR): Monsieur le ministre, mes questions 02.03 Valérie De Bue (MR): De

08/02/2006

CRIV 51

COM 848

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

sont exactement les mêmes que celles de mes collègues et se
basent sur le même cas qui avait été médiatisé et qui m'avait émue.
Je ne vais donc pas refaire l'historique de ce cas particulier. La
procédure existante semble assez lourde. À l'heure où on parle de
simplification administrative, ce genre de cas contraste singulièrement
avec ce discours. On avait également évoqué un projet de protocole
pour que cette personne puisse être soignée dans un hôpital et
bénéficier d'un traitement. C'est peut-être cela que vous qualifiez de
"traitement compassionnel". Je ne vais pas reprendre l'ensemble des
questions mais j'aimerais que vous apportiez des précisions et que
vous fassiez en sorte qu'une personne ne doive plus se battre seule
ou avec son comité de soutien à la fois contre sa maladie et contre un
système qui ne peut la prendre en charge.

bestaande procedure lijkt vrij
omslachtig. Er werd gewag
gemaakt van de eventuele
uitwerking van een
ontwerpprotocol teneinde het
mogelijk te maken dat de
betrokkene in het ziekenhuis zou
kunnen worden verzorgd. Is het
dat wat u onder een behandeling
in schrijnende gevallen verstaat?
Ik zou graag willen dat u meer
toelichtingen zou verstrekken en
dat u ervoor zorgt dat mensen,
alleen of met de hulp van hun
steuncomité, niet langer
tegelijkertijd hun ziekte het hoofd
moeten bieden en ten strijde
moeten trekken tegen een
systeem dat hen niet ten laste kan
nemen.

02.04 Rudy Demotte, ministre: Monsieur le président, chers

collègues, dans ces matières, je suis toujours sensible aux situations
humaines. Dans un système géré par des hommes, il n'y a jamais de
solutions absolues, totalement efficaces et traçant une ligne définitive.
Je dis cela en guise de préambule pour ne pas donner le sentiment
de me livrer à une lecture trop rigide et administrative de faits
humains. Ce n'est ni ma nature, ni celle de notre système de soins de
santé.

Maintenant, voici quelques éléments de débat et de réponse. D'abord,
je vais rappeler les modalités d'admission et de remboursement. S'il y
a bien une commission dans laquelle il est utile de rappeler ces
choses clairement, c'est celle-ci, afin que chacun ait pleine et parfaite
connaissance de ces mécanismes. Pour qu'un médicament soit
admis au remboursement, il faut que la firme qui détient
l'enregistrement introduise elle-même une demande. Cela ne peut
être fait par des tiers. Je précise qu'il existe des médicaments
enregistrés pour lesquels les firmes ne jugent pas nécessaire de
demander un remboursement.

Une analyse, qui se veut tout d'abord scientifique, sera effectuée par
des experts de l'INAMI, éventuellement aidés par des experts
externes. Ensuite, un avis sera soumis une première fois dans le
cadre de la Commission de remboursement des médicaments
(CRM). Qui siège au sein de cette commission? Des représentants du
monde académique (c'est-à-dire les universités), des représentants
de l'assurance (c'est-à-dire ceux-là mêmes qui couvrent l'assurance
maladie invalidité dans leurs pratiques quotidiennes), des
représentants des pharmaciens de ville, des grossistes, qui jouent
également un rôle important dans la mise en oeuvre, des
pharmaciens hospitaliers ainsi que - ce n'est pas anecdotique - des
médecins.

Je signale d'ailleurs à ce sujet, qui a trait à un autre débat qui a lieu
tant au sein de cette commission qu'en commission de la Santé
publique, que j'essaie de faire en sorte que ceux qui représentent le
corps médical à l'intérieur de cet organe soient en contact étroit avec

02.04 Minister Rudy Demotte:

Een geneesmiddel kan alleen voor
terugbetaling in aanmerking
komen als de desbetreffende
firma-registratiehouder daartoe
een aanvraag indient. Die
aanvraag is onderworpen aan een
wetenschappelijke analyse door
het RIZIV en moet vervolgens aan
de Commissie Tegemoetkoming
Geneesmiddelen (CTB), waarin
alle actoren van de gezondheids-
zorg vertegenwoordigd zijn,
worden voorgelegd. De
Commissie brengt een advies uit
op grond van de klinische
meerwaarde en de
kosteneffectiviteit van het
geneesmiddel. De firma krijgt dan
de gelegenheid op dat advies te
antwoorden. De volledige
procedure neemt niet meer dan
zes maanden in beslag.

Een eerste aanvraag van de firma
Merck tot terugbetaling van
Cetuximab werd afgewezen. Een
nieuwe aanvraag is in
behandeling. In dit precieze geval
werd de patiënte gevraagd deel te
nemen aan de Babelstudie en
langs die weg toegang te krijgen
tot de behandeling. Er bestaat
overigens een Bijzonder
Solidariteitsfonds dat
tegemoetkomt in de gevallen
waarin de wetgever niet heeft

CRIV 51

COM 848

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

la réalité de terrain. En effet, les académiciens ont une connaissance
scientifique importante dans la CRM, mais les acteurs du terrain qui
connaissent les problèmes des patients au travers d'un contact
quotidien, ont parfois un avis inspiré par d'autres sources, une autre
expérience, qui n'en demeure pas moins intéressante.

En ce qui concerne l'approche administrative, elle est très différenciée
selon le profil des représentants du corps médical: soit ces derniers
ont été écartés de la pratique par peut-être 15 ou 20 années de
structure, soit ils sont encore frais prescripteurs en raison de
l'exercice total ou partiel de leurs activités, dans le cadre desquelles le
contact avec les patients est maintenu.

Y ont également une voix consultative les représentants de l'industrie
elle-même, puisque l'industrie pharmaceutique est dans le processus
dont nous débattons. L'ensemble des intervenants dans le système
des soins de santé y sont représentés. La première discussion a une
portée essentiellement scientifique. Elle cherchera à clarifier les
éléments transmis par la firme, mais aussi, tel qu'inscrit dans la loi, le
bénéfice clinique qui est apporté par le nouveau médicament en
relation aussi avec le bénéfice qu'il apporte en matière de santé au
regard de son coût économique.

On examine si le jeu en vaut la chandelle, si la molécule a l'impact
voulu pour le coût qu'on lui impute.

Il existe donc des échelles d'évaluation internes à la CRM qui fixent le
seuil d'impact. Ceci dit, je ne pense pas que ces échelles soient
définies comme le sont celles utilisées par le Fonds des accidents du
travail, qui déterminent avec précision le montant de l'indemnité
accordée par niveau. On ne se situe pas dans ce type de relation. En
cette matière, il reste toujours une dimension subjective.

La firme peut évidemment répondre aux questions qui se posent en
fonction de la relation coût/impact sur la santé. On donne alors le
temps nécessaire pour voir si des réponses peuvent être apportées.
Durant ce laps de temps, on suspend la procédure pour ne pas
prendre une décision négative trop vite. Cette procédure est d'ailleurs
reprise dans les textes de loi. Cette étape est connue sous le nom du
"rapport jour 120". Il faut savoir que la Belgique applique les délais
fixés par la directive européenne 89/105, qui demande qu'une
décision sur le remboursement soit notifiée endéans les 180 jours; in
casu, il s'agit probablement des six mois auxquels certains ont fait
allusion. Après les réponses de la firme, la CRM doit émettre un avis
définitif au plus tard le jour 150: cent vingt jours plus trente jours. J'ai
alors trente jours pour notifier la décision au demandeur.

La loi prévoit que je ne peux m'écarter de l'avis de la CRM que pour
des raisons budgétaires ou sociales.

La firme Merck qui commercialise le Cetuximab avait déjà introduit
une première demande d'admission au remboursement, qui avait été
rejetée par plus des deux tiers de la commission, à cause
précisément de ce rapport coût/efficacité défavorable, tel que
déterminé par une étude pharmaco-économique soumise d'ailleurs
par la firme demanderesse elle-même. Il ne s'agit pas ici d'un
problème de lenteur administrative mais d'un processus visant à
protéger tant les patients particuliers que notre population en général,

voorzien, zoals voor zeldzame
ziektes en aandoeningen. In
beginsel worden geneesmiddelen
waarvoor een procedure tot
terugbetaling werd gestart, echter
niet door dat Fonds terugbetaald.
Overeenkomstig artikel 56 kunnen
tussen het RIZIV en bepaalde
gespecialiseerde centra
protocolakkoorden worden
gesloten waarbij die laatste de
toelating krijgen om nog niet-
geregistreerde geneesmiddelen te
gebruiken. Een Europese
verordening handelt over
"compassionate use" en is
vandaag dus al mogelijk. Daartoe
moet de firma die het
geneesmiddel produceert een
aanvraag indienen bij het
directoraat-generaal Genees-
middelen.

Patiënten die bij wijze van
"compassionate use" deelnemen
aan het programma, kunnen het
nieuwe geneesmiddel gebruiken
vanaf de toekenning van de
vergunning tot het ogenblik
waarop het geneesmiddel in de
handel wordt gebracht.

Het geval van mevrouw L'Hoest
toont aan hoe moeilijk de keuze
tussen het klinische voordeel en
de kostprijs van bepaalde
geneesmiddelen soms kan zijn.

Ook moet men behoedzaam te
werk gaan wanneer men de
vergelijking maakt met onze
buurlanden, aangezien sommige
van hen de financiering van de
gezondheidszorg volkomen anders
benaderen.

De introductie van nieuwe
geneesmiddelen is pas mogelijk
nadat hun therapeutische waarde
en efficiëntie geëvalueerd zijn. De
Commissie spreekt zich uit over
de prijs van geneesmiddelen en
maakt enkel een afweging tussen
hun kostprijs en efficiëntie.

Op de gezondheidszorg kan men
een prijs plakken, op een
mensenleven niet.

08/02/2006

CRIV 51

COM 848

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

via le contrôle de la bonne utilisation du budget qui est mis à notre
disposition pour les médicaments. Le coût du traitement par
Cetuximab dépassant très largement les limites de ce que la CRM
considère comme étant acceptable, tenable par la communauté, la
demande a été rejetée. Entre-temps, la firme Merck a introduit une
nouvelle demande d'admission au remboursement qui suit à nouveau
le processus CRM.

Le troisième élément concerne la patiente malheureusement
décédée. Il lui avait été proposé de prendre part à une étude clinique,
étude Babel, qui lui aurait permis d'avoir accès au traitement. Vous
vous souviendrez que lors de la discussion en commission sur les
études cliniques, il a été signalé qu'un certain nombre de personnes
correspondaient au profil pour y participer. Dès ce moment, elles
bénéficient de la délivrance, moyennant des conditions prévues dans
la loi, de la molécule faisant l'objet de l'expérimentation. Cette voie a
été conseillée à la patiente. Et son médecin traitant qui a été cité ,
mis au courant de cette possibilité, en a discuté avec les
responsables de l'étude.

Le quatrième élément consiste à rappeler l'existence d'un fonds de
solidarité. Ce fonds vise à intervenir dans des cas particuliers, non
prévus par le législateur. Quand un médicament n'est pas remboursé,
mais qu'il peut avoir un impact vital, et que le malade fait une
demande au fonds de solidarité, cette personne peut entrer dans le
cadre de ce fonds. Cependant, avec une réserve: en principe, le
fonds n'intervient pas dans le coût de médicaments en cours de
procédure d'admission au remboursement. C'est logique; on veut se
protéger aussi des décisions éventuellement favorables.

De plus, sa vocation est de couvrir les frais occasionnés par des
maladies rares, ce qui n'est malheureusement pas le cas du cancer,
ou lorsqu'on n'est pas dans le cas d'une maladie, mais d'un impact du
médicament lui-même rare.

Exemple: un médicament peut être pris pour une indication très
générale. Alors, il est remboursé pour cette indication ou ne l'est pas.
Si une autre indication pour ce médicament, nettement plus pointue,
peut avoir un impact important sur la vie, dans ce cas, le fonds de
solidarité peut également intervenir.

Qui en décide? Le Collège des médecins-directeurs institué auprès
de l'INAMI, sur base d'un dossier médical bien documenté, qu'on ait
affaire ou non à une indication rare.

Malgré ces réserves, chaque personne doit veiller à évaluer avec sa
mutualité la pertinence de l'introduction d'un dossier au fonds spécial
de solidarité.

Une autre approche est aussi possible: le recours à l'article 56, qui
permet la mise en place de protocoles d'accord avec l'INAMI et des
centres spécialisés.

Le but est de permettre à ces centres d'utiliser des médicaments qui
ne sont, par exemple, pas encore enregistrés pour une indication
particulière. C'est ce type de démarche que j'ai initié via le Comité de
l'assurance pour permettre que les patientes atteintes d'un type
particulier de cancer puissent bénéficier du remboursement de

CRIV 51

COM 848

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

molécules particulières. Je songe ici à une molécule que j'ai citée à
quelques reprises dans cette commission: l'herceptine. Il s'agit d'un
adjuvant à un traitement classique et il faut savoir que nous avons pu
réaliser cela avant même son enregistrement au niveau européen.

Je vais dire quelques mots sur l'usage compassionnel, régi par le
règlement 726/2004 du Parlement européen et du Conseil européen
du 31 mars 2004, qui établit des procédures communautaires pour
l'autorisation et la surveillance en ce qui concerne les médicaments à
usage humain et à usage vétérinaire et qui institue une Agence
européenne des médicaments. Puisqu'un règlement est directement
applicable dans les Etats membres, l'usage compassionnel est déjà
possible aujourd'hui. A cet effet, il faut donc que la firme
pharmaceutique qui produit le médicament fasse une demande
auprès de la direction générale des Médicaments et démontre que le
médicament répond aux conditions pour être mis à la disposition des
patients dans le cadre dudit usage compassionnel.

L'usage compassionnel est défini comme suit: "La mise à disposition
pour des raisons compassionnelles d'un médicament à usage humain
à un groupe de patients souffrant d'une maladie invalidante,
chronique ou grave, ou d'une maladie considérée comme mettant la
vie en danger, ces patients ne pouvant pas être traités de manière
satisfaisante par un médicament à usage humain autorisé. Le
médicament à usage humain concerné doit avoir fait soit l'objet d'une
demande d'autorisation de mise sur le marché, soit être en cours
d'essai clinique pour l'indication thérapeutique en question".

Dans la mesure où le programme a été mis en place à titre d'usage
compassionnel, le demandeur va donc veiller à ce que les patients qui
y participent aient également un accès au niveau du médicament à
usage humain pendant la période courant entre l'octroi de
l'autorisation de mise sur le marché et la mise sur le marché réelle.

Le cas de feu Mme L'Hoest n'est un cas d'école que dans la mesure
où nous devons parfois faire des choix qui sont extrêmement difficiles
dans le chef de la CRM, comme je l'ai déjà indiqué à deux reprises,
entre le bénéfice clinique de certains médicaments et le coût de ces
médicaments. Dans un budget fermé pour les médicaments, chacun
d'entre eux fait l'objet d'une évaluation critique en termes de
coût/efficacité et d'impact budgétaire. La comparaison avec d'autres
pays doit se faire avec prudence pour certaines raisons. Ces pays ont
parfois une approche qui est très différente quant au financement des
soins de santé. Les Pays-Bas en sont un bel exemple.

Aux Pays-Bas, comme dans d'autres pays, le système en place est
celui de la forfaitarisation par hôpital. Selon ce système, de nouveaux
produits, relativement chers, sont admis au remboursement. S'ils sont
intégrés dans l'enveloppe de soins des hôpitaux, cela ne signifie pas
pour autant que tous les patients y accèdent. Si l'enveloppe ou le
choix de l'hôpital, intuitu personae, ne le permet pas, globalement
parlant, on peut croire que la molécule est remboursable dans le
pays; elle est délivrable dans le cadre de programmes hospitaliers,
mais ceux-ci fonctionnent par forfait. Cela signifie que si l'on préfère
administrer telle molécule plutôt que telle autre, en raison de son prix
jugé trop coûteux, on ne délivrera pas ladite molécule. On peut même
entreprendre des démarches "intuitu personae" et dire que tel(le)
patient(e) est plus à même de recevoir la molécule que tel(le) autre.

08/02/2006

CRIV 51

COM 848

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Ce système engendre la création d'un certain nombre de difficultés
qui n'apparaissent pas dans l'argument facial du remboursement. Je
le dis par honnêteté intellectuelle.

Le septième et dernier point porte sur l'accès à l'innovation. Ce
dernier se fait après évaluation de la valeur thérapeutique de
l'efficience. C'est un thème que j'ai abordé à plusieurs reprises et sur
lequel je vais conclure. Pour ce faire, un médicament qui souhaite
obtenir un remboursement sur la base d'un prix plus élevé que ce qui
figure actuellement dans l'arsenal thérapeutique doit démontrer une
réelle plus-value thérapeutique tout en offrant un bon rapport coût-
efficacité pour que ce prix soit accepté par la commission.

De tels débats sont toujours difficiles. J'ai moi-même encore, je vous
le livre à titre d'expérience récente, été amené à discuter avec des
assemblées citoyennes de la question du coût des médicaments.
Ainsi, on annonce que le prix des molécules telle l'herceptine peut
s'élever à 36.000 euros par personne et par an. Certes, c'est
légèrement moins cher que ce que nous avons dans la mire, mais ce
coût unitaire est inaccessible à la plupart des citoyens de ce pays s'ils
n'ont effectivement pas un bon état de fortune. Si on ajoute que
l'herceptine vaut pour un public cible d'environ 1.000 femmes, il y aura
toujours parmi l'assistance une personne qui se lèvera pour
demander si le coût de 36 millions d'euros pour 1.000 personnes au
détriment d'autres molécules en vaut toujours la chandelle.

Je n'ai ni la capacité ni la volonté de répondre personnellement. C'est
la raison pour laquelle la Commission de remboursement du
médicament, à la sagesse du parlement, a été instaurée pour le faire
et fixe les limites de ce débat qui, s'il est d'ordre scientifique, revêt
indéniablement aussi un côté éthique, humain, extrêmement sensible.

Je voudrais conclure par une phrase: si nous partons du principe que
la santé n'a pas de coût mais un prix, une vie n'a jamais de prix!

02.05 Josée Lejeune (MR): Monsieur le président, monsieur le

ministre, je comprends les difficultés qui se posent en cette matière
très sensible.

Par ailleurs, je tiens à attirer l'attention sur le fait qu'en l'espace de
quatre ans, le gouvernement a fourni des efforts très importants en
matière de remboursement des médicaments. Si ma mémoire est
bonne, 3 milliards d'euros supplémentaires ont été affectés au
remboursement de certains médicaments, ce qui représente une
hausse d'environ 50% du montant alloué audit remboursement.

Monsieur le ministre, serait-il possible de mieux cibler le
remboursement et donner la priorité aux médicaments destinés à
soigner des maladies graves comme le cancer? Ne pourrions-nous
pas nous pencher sur cette problématique? Dans ce cas, nous avons
parlé de l'Erbitux, mais d'autres médicaments sont indiqués dans le
traitement de cette maladie.

02.05 Josée Lejeune (MR): Het

verheugt me dat de regering
ernstige inspanningen heeft
geleverd op het stuk van de
terugbetaling van de
geneesmiddelen. Ze heeft daartoe
3 miljard euro vrijgemaakt.

Maar is het niet mogelijk de
terugbetaling gerichter te laten
verlopen en voorrang te geven aan
geneesmiddelen bestemd voor
zwaar zieken, zoals
kankerpatiënten?

02.06 Benoît Drèze (cdH): Monsieur le président, je tiens à

remercier le ministre pour sa réponse précise et à l'occasion de
laquelle il a fait preuve de doigté au regard des cas humains qui sous-
tendent notre réflexion.

02.06 Benoît Drèze (cdH): Ik zou

bijkomende informatie willen over
de tweede aanvraag van de firma
Merck.

CRIV 51

COM 848

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Monsieur le ministre, vous avez indiqué que la firme Merck avait
introduit une première demande qui a été rejetée et qu'elle avait,
ensuite, introduit une deuxième demande.

Depuis le dépôt de ma question, le comité de soutien, dont j'ai parlé
tout à l'heure, m'a transmis un mail de l'INAMI indiquant qu'une
décision, qu'elle soit positive ou négative d'ailleurs, serait prise par
vous-même au plus tard au terme des 180 jours, autrement dit le
4 avril 2006. Pouvez-vous me confirmer cette date?

Existe-t-il une différence significative entre la première et la deuxième
demande? Faute de quoi, nous pouvons nous attendre à un nouveau
refus.

Blijkbaar zal u in dat dossier ten
laatste op 4 april 2006 een
beslissing treffen. Kan u die datum
bevestigen? Verschillen de twee
aanvragen sterk van elkaar?

02.07 Valérie De Bue (MR): Monsieur le président, je tiens

également à remercier le ministre pour ses réponses.

Je m'interroge simplement sur le fait qu'il ait fallu une mobilisation et
l'acharnement du comité de soutien pour attirer l'attention sur le cas
particulier de cette personne. Ce genre de mobilisation ne devrait pas
exister. Une réponse à ce type de problème devrait être apportée
beaucoup plus rapidement.

02.07 Valérie De Bue (MR): Ik

betreur dat het lot van die dame
enkel door de inspanningen van
het steuncomité onder de
aandacht is gekomen. Men had
daarop veel sneller moeten
reageren.

02.08 Rudy Demotte, ministre: Monsieur le président, je voudrais

tout d'abord répondre aux deux sous-questions de M. Drèze.

Monsieur Drèze, il ne m'est pas possible de vous répondre
aujourd'hui, mais j'ai demandé à ma collaboratrice de vous faire
parvenir les informations quant à la nature du contenu du nouveau
dossier introduit par la firme et l'agenda.

J'ai envie de répondre à la question de l'attention à ce type de cas.
Malheureusement, peut-être parce qu'on y est sensible uniquement
lorsque les médias en parlent, on a le sentiment que ces cas
n'existent qu'à ces moments-là. C'est évidemment faux.

J'ai régulièrement connaissance de ce type de cas, par des courriers
qui me sont directement adressés dans le seul but de décrire des
situations humaines difficiles. Sans doute, l'opinion publique n'a-t-elle
pas conscience du débat sur le problème coût/avantages du
médicament. Cela me permet d'insister sur le fait que c'est pourtant le
coeur de la discussion, coeur au sens propre comme au sens figuré.

En effet, en cette matière, l'arbitrage est de type sanitaire et
économique. Sanitaire parce que, dans la société idéale, pour ceux
qui ne se posent pas le problème de la limite des moyens
technologiques ou financiers, le débat ne se pose pas dans les
mêmes termes. Mais nous ne vivons pas dans la société idéale: nous
vivons dans une société perfectible par nature. Chacune des
décisions, chacun des gestes posés, y compris quant aux choix
médicaux et aux grands arbitrages sociaux, est perfectible aussi par
définition. Les sociétés totalitaires qui avaient imaginé pouvoir
atteindre la perfection en ce domaine, se sont finalement montrées
les plus inhumaines. Ici, nous avons maintenant conscience que ces
arbitrages doivent au moins se dérouler dans la plus grande clarté.

Monsieur le président, je suis désolé d'être prolixe sur ce problème,
mais il s'agit d'un débat de nature sociétale.

02.08 Minister Rudy Demotte:

Ten eerste zal ik de heer Drèze
informatie bezorgen over de aard
van het nieuwe aanvraagdossier
en de te volgen kalender.

Een welbepaald geval wordt nu
wel breed uitgesmeerd in de
media, maar ik besef wel degelijk
dat er zich in andere
omstandigheden nog dergelijke
gevallen voordoen. De publieke
opinie heeft niet altijd een goed
inzicht in de discussie over het
probleem van de
kosteneffectiviteit, die de kern van
de discussie over de terugbetaling
van de geneesmiddelen uitmaakt.
De afweging die ter zake wordt
gemaakt stoelt op economische
elementen en overwegingen met
betrekking tot de volksgezondheid.
Wij leven in een maatschappij die
van nature voor verbetering
vatbaar is en waarin ook onze
keuzes en beslissingen nog
kunnen worden verbeterd.

Wat de uiteindelijke vraag met
betrekking tot de terugbetaling van
het geneesmiddel betreft, mag
men zich niet enkel beperken tot
een enkele categorie van
geneesmiddelen voor acute
gezondheidsproblemen. De

08/02/2006

CRIV 51

COM 848

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Sur cette question finale du remboursement du médicament, on ne
peut apporter une réponse du type: on peut se braquer sur telle
catégorie de médicaments à usage aigu. Pourquoi? Parce que, sur
les plus de 3 milliards d'euros que l'assurance maladie destine au
remboursement de médicaments, outre les fonds privés ou l'argent
des patients, la plupart des moyens sont destinés à couvrir les soins
au sens quotidien du terme.

Si j'osais la comparaison, ce serait comme la relation entre la
médecine d'urgence classique et la médecine d'urgence de
catastrophe.

Dans le cas d'un événement catastrophique qui requiert l'intervention
d'hélicoptères et d'une noria d'ambulances, tout est prévisible et très
sensible. On a l'impression que tout doit se focaliser sur la médecine
de catastrophe.

La médecine d'urgence au quotidien, de quoi s'agit-il? Par exemple,
une grand-mère tombant de son lit et se cassant le col du fémur peut
décéder si elle n'est pas aidée à temps. Il peut également s'agir de
médicaments préventifs qui permettent de ne pas développer des
pathologies cardio-vasculaires ou autres. Tous ces médicaments ont
également un coût. Cet arbitrage ne se fait pas exclusivement entre
les molécules très pointues, qui soignent tel type de cancer ou telle
sous-catégorie de la maladie x, y ou z. C'est aussi tout le débat sur ce
terrible drame des maladies orphelines. Une maladie orpheline peut
parfois être soignée par une molécule lorsque, par chance, une
molécule existe, mais à quel prix? Dans une enveloppe close, au
détriment de quoi?

ziekteverzekering trekt meer dan
drie miljard euro uit voor de
terugbetaling van geneesmiddelen
en het gros van die middelen
wordt besteed aan de dagelijkse
verzorging.

Dit is een debat met een belangrijk
ethisch aspect en het betreft
situaties die vanuit menselijk
oogpunt als uitermate delicaat
worden ervaren. Het is dan ook
bijzonder moeilijk om definitieve
uitspraken te doen en een
eensgezind standpunt in te
nemen.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

03 Vraag van mevrouw Annemie Turtelboom aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid

over "de deeltijdse tewerkstelling van invaliden met toestemming van de adviserende geneesheer"
(nr. 10053)

03 Question de Mme Annemie Turtelboom au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique

sur "l'occupation à temps partiel de personnes souffrant d'un handicap avec l'autorisation du
médecin-conseil" (n° 10053)

03.01 Annemie Turtelboom (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer

de minister, de onafhankelijke ziekenfondsen maakten een
interessante studie over het verband tussen arbeidsongeschiktheid en
leeftijd. De resultaten daarvan zijn nogal frappant. Daarom stel ik
deze vraag.

Het aantal deeltijdse werkhervattingen door invaliden met akkoord
van de adviserende geneesheer is 6,4% van de invaliden of 11.709
op 184.109 invaliden. Vanaf de leeftijd van 45 jaar daalt het aantal
deeltijdse werkhervattingen spectaculair. Het RIZIV ontwikkelde een
programma voor beroepsrevalidatie. Het succes van dit programma is
echter slecht. In 2003 volgden slechts 552 mensen deze vorming.
Ook neemt het aantal af naarmate de leeftijd stijgt. Van de
vijftigplussers namen slechts twee invaliden deel aan het programma.

Midden 2002 lanceerde het College voor Geneesheren-Specialisten
een pilootproject voor beroepsrevalidatie in Mechelen, Luik en Eupen.

03.01 Annemie Turtelboom

(VLD): Les résultats d'une étude
des Mutualités libres sur le lien
entre l'âge et l'incapacité de travail
sont assez frappants. Le travail à
temps partiel après une période
d'invalidité, avec l'approbation du
médecin-conseil, est rare dans
l'ensemble du groupe des
invalides et quasi inexistant chez
les plus de 50 ans. Le travail à
temps partiel pourrait pourtant
largement contribuer à permettre
au plus de 50 ans de conserver
une activité professionnelle. Les
résultats du programme de
réadaptation professionnelle de

CRIV 51

COM 848

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Men wilde de procedures vereenvoudigen om zo de
beroepsrevalidatie aantrekkelijker te maken. De resultaten waren nog
maar eens slecht. In 2004 namen 31 invaliden deel aan het project. In
2003 waren het er 85 en in 2002 waren het er 24. Opnieuw was de
deelname van vijftigplussers nauwelijks bestaande. In 2004 nam
niemand deel. In 2003 en in 2002 nam slechts 1 vijftigjarige invalide
deel.

De onafhankelijke ziekenfondsen toetsten voor de eigen leden over
de periode 1999-2002 af in welke mate invaliden terugkeren naar de
arbeidsmarkt. Bij een arbeidsongeschiktheidsduur van minder dan
één jaar ging 28,1% terug naar de arbeidsmarkt. Daarna daalde de
terugkeer ook weer spectaculair. Bij een invaliditeit tussen één en
twee jaar keerde nog slechts 7,2% terug. Bij een duur tussen twee en
drie jaar was het 2,4%. Bij een duur van drie tot vier jaar was de
terugkeer reeds geslonken tot 1%.

Concluderend kan gesteld worden dat deeltijdse tewerkstelling na
invaliditeit mits goedkeuring van de adviserende geneesheer
nauwelijks wordt toegepast op de totale basis van de mensen die
invalide zijn en bijna onbestaande is voor vijftigplussers.

Nochtans zou de deeltijdse tewerkstelling voor vele vijftigplussers een
belangrijk element kunnen zijn in het professioneel actief houden van
vijftigplussers. Daarnaast kunnen wij ook concluderen dat de
programma's beroepsrevalidatie niet succesvol zijn.

Mijnheer de minister, daarom vernam ik van u graag een antwoord op
volgende vragen.

Kan u de resultaten van dit onderzoek van de onafhankelijke
ziekenfondsen bevestigen?

Werd er reeds onderzocht waarom zo weinig invaliden terug deeltijds
aan de slag gaan met de toestemming van de adviserende
geneesheer en in het bijzonder voor de vijftigplussers?

Werd onderzocht waarom zo weinig invalide vijftigplussers na hun
invaliditeit deeltijds aan de slag gaan?

Werd onderzocht waarom de programma's voor de beroepsrevalidatie
zo weinig succesvol zijn?

Hetzelfde geldt voor de pilootprojecten in Mechelen, Luik en Eurpen,
die een flop zijn, kunnen wij wel zeggen. Waarom is dat? Wat zijn de
resultaten van die projecten?

Ten slotte, acht u het niet tijd om meer te investeren in reïntegratie
van invaliden op de arbeidsmarkt?

l'INAMI sont médiocres. Les
projets pilotes de réadaptation
professionnelle lancés par le
Collège des médecins spécialistes
à la mi-2002 n'ont pas donné de
meilleurs résultats.

Le ministre peut-il confirmer les
résultats de l'étude? A-t-on déjà
mené des recherches afin de
déterminer les causes de ces
mauvais résultats? Ne faudrait-il
pas investir davantage dans la
réinsertion des invalides sur le
marché du travail?

03.02 Minister Rudy Demotte: Mijnheer de voorzitter, mevrouw

Turtelboom, ten eerste, de studie is gebaseerd op de gegevens
afkomstig van de Dienst voor Uitkeringen. Ik kan de graad van
deeltijdse werkhervatting, met akkoord van de adviserende
geneesheer, bevestigen.

Op 31 december 2000 zijn er inderdaad van de 184.109 invaliden
11.709 personen die een beroep hebben gedaan op de mogelijkheid

03.02 Rudy Demotte, ministre:

Les données de l'étude ont été
fournies par le Service des
indemnités. Je confirme le faible
degré de reprise partielle de travail
avec l'accord du médecin-conseil.
Au 31 décembre 2000, 11.709 des
184.109 invalides ont fait usage de

08/02/2006

CRIV 51

COM 848

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

om, met akkoord van de adviserende geneesheer, het werk
gedeeltelijk te hervatten. Ook per leeftijdscategorie kan ik de
conclusie bevestigen. Op latere leeftijd daalt het aantal deeltijdse
werkhervattingen gevoelig.

Sinds kort beschikt de dienst voor uitkeringen over specifieke
statistische gegevens betreffende de werkhervatting met toestemming
van de adviserende geneesheer. Zoals blijkt uit de cijfers van 2004
bedraagt het aantal deeltijdse werkhervattingen door invaliden, met
akkoord van de adviserende geneesheer, 6,04% van het totale aantal
invaliden, of 12.338 van de 204.000 invaliden.

De geciteerde cijfers houden geen rekening met de deeltijdse
hervattingen in het kader van vrijwilligerswerk en niet-bezoldigde
activiteiten. Het aantal deeltijdse werkhervattingen vertoont bijgevolg
een quasi status quo ten opzichte van het jaar 2000. Net zoals in
2000 neemt het aantal deeltijdse werkhervattingen vanaf de leeftijd
van 45 jaar sterk af.

De Dienst voor Uitkeringen heeft geen kennis van de methodologie
die door de Onafhankelijke Ziekenfondsen werd gebruikt voor de
berekening van de uittreders uit arbeidsongeschiktheid. De
vaststelling dat het aantal uittreders afneemt naarmate de duur van de
arbeidsongeschiktheid toeneemt, klopt evenwel.

Ten tweede, ik heb aan mijn diensten, evenals aan het RIZIV,
gevraagd om de verschillende maatregelen ter bevordering van de
sociopositionele reïntegratie van erkende arbeidsongeschikte
gerechtigden te onderzoeken. Een van deze maatregelen betreft de
verbetering van de cumulregel in geval van de hervatting van een
toegelaten activiteit.

Het doel is de hervatting te stimuleren en te vermijden dat invaliden
die hun arbeidsvolume wensen te verhogen, worden bestraft.

Ten derde, de situatie van rechthebbenden ouder dan vijftig jaar is
ingewikkelder. Een eventuele hervatting hangt af van de volgende drie
elementen: de resterende arbeidscapaciteit van de betrokkene, het
aanbod van aangepaste of passende arbeid, en sensibilisering en
initiatieven van de verschillende bevoegde instanties bijvoorbeeld op
het vlak van de integratie van personen met een handicap of op het
vlak van vorming.

Ten vierde, sinds geruime tijd trekt deze problematiek de aandacht
van het college van geneesheren-directeurs van het RIZIV. De
pilootprojecten waarover u het hebt, resulteren uit deze aandacht. Er
zitten daarin vier zaken vervat. Een eerste zaak betreft de begeleiding
naar een eventuele herscholing en de herscholing zelf. Deze behoren
tot de taak van een heel team rond de adviserende geneesheer en in
de eerste plaats rond de rechthebbende zelf. Ten tweede, de teams
gespecialiseerd op het vlak van het motiveren van de kandidaat, de
studie van de gewijzigde functionele mogelijkheden en de vereisten
van de beroepen die in aanmerking komen. Ten derde, het
engagement van zowel de verzekerde als het medico-sociaal team
om de herscholing aan te gaan. Ten slotte, een
herscholingsprogramma aangepast aan de invalide-gerechtigde en
aan het doel, namelijk een volwaardige en duurzame professionele
reïntegratie, zo weinig klassiek schools mogelijk en zo intensief

la possibilité de reprendre
partiellement le travail avec
l'accord du médecin-conseil. En
2004, ils étaient 12.338 sur
204.397. Aucune évolution n'a
donc été constatée. Le nombre de
reprises partielles de travail après
45 ans est particulièrement bas.
Ces chiffres ne tiennent pas
compte de la reprise partielle de
travail en cas de bénévolat et
d'activités non rémunérées. Le
Service des indemnités ne connaît
pas la méthode utilisée par les
Mutuelles indépendantes, mais il
est exact que le nombre de
personnes qui sortent de
l'incapacité de travail diminue à
mesure que la durée de
l'incapacité de travail augmente.

J'ai demandé à mes services et à
l'NAMI d'étudier des mesures
favorisant la réintégration sociale
et professionnelle, notamment en
assouplissant la règle de cumul en
cas de reprise d'une activité
autorisée.

La réintégration des
quinquagénaires est suivie depuis
un certain temps par le collège
des médecins-directeurs de
l'INAMI. En 2004, 178 personnes
ont pris part à des projets pilotes
en matière de reconversion
professionnelle. Il ne s'agit en effet
pas de nombres importants et les
plus de 50 ans n'en constituent
même pas 3 pour cent. Les projets
ont également pour but d'assurer
un feedback de la reconversion
professionnelle. Ils font
actuellement l'objet d'une
évaluation qui ne nous permettra
toutefois pas de connaître le
nombre de bénéficiaires qui
auraient en définitive dû être
candidats à une reconversion
professionnelle.

Lors du rapport final, j'ai formulé à
propos du contrat d'administration
concerné diverses observations
que les comités examinent pour
l'instant. Je souhaite investir dans
la réintégration des invalides sur le
marché du travail. Les médecins-

CRIV 51

COM 848

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

mogelijk, uiteraard in functie van de handicap van de betrokkene en
liefst eindigend met een resultaatgerichte reïntegratiefase.

Ten vijfde, de cijfers die u vermeldt, stemmen niet overeen met de
laatste RIZIV-gegevens. In 2004 namen 178 personen deel aan de
pilootprojecten: 122 voor een herscholingsonderzoek, 52 voor de
eerste herscholing en 4 voor een andere herscholing. Het is echter
correct dat de pilootprojecten, die overigens pas op 1 juli 2002 van
start gingen, geen groot aantal mensen betreffen en dat de
gerechtigden ouder dan 50 jaar daarvan nog geen 3% uitmaken.

De evaluatie van de pilootprojecten is nu volop aan de gang. Het is in
deze evaluatie niet mogelijk het aantal gerechtigden te meten dat
uiteindelijk kandidaat voor een herscholing had moeten zijn. Wel volgt
men de karakteristieken van de kandidaten om te weten te komen of
ze de scholing hebben afgewerkt of opnieuw aan het werk zijn.

Ten zesde, ik heb persoonlijk veel aandacht voor deze problematiek
en ik heb de beheerscomités van de uitkeringsverzekering van
loontrekkenden en zelfstandigen gevraagd deze problematiek te
onderzoeken in het kader van de bestuursovereenkomst gesloten met
het RIZIV voor de jaren 2002-2004. Ik heb verschillende bedenkingen
en opmerkingen geformuleerd bij het eindrapport dat mij werd
overgemaakt in uitvoering van deze overeenkomst. De opmerkingen
worden momenteel onderzocht door deze comités.

Het is dus zeker mijn bekommernis om te investeren in de reïntegratie
van invaliden op de arbeidsmarkt. Het is precies hierom dat er binnen
de uitkeringsverzekeringen werd geïnvesteerd in de deeltijdse
werkhervatting. Het is bovendien mijn overtuiging dat de adviserend
geneesheren veel meer en veel vroeger, op geregelde tijden in de
loop van de arbeidsongeschiktheid, de deeltijdse werkhervatting of
een herscholing moeten overwegen.

Het was van meet af aan ook de bedoeling om de pilootprojecten
feedback over de herscholing als dusdanig te laten geven. Intussen
bereid ik met de betrokken federale instanties een geïntegreerde
aanpak voor de professionele reïntegratie voor. Zo zijn onder meer
arbeidsongevallen en beroepsziekten evenzeer betrokken in deze
materie.

Wat er ook van zij, het kan niet mijn bedoeling zijn de herscholing te
gebruiken om op een ongediscrimineerde manier het aantal invaliden
te drukken. Een herscholing die uitloopt op werkloosheid is
onrechtvaardig voor de gerechtigde die er al die inspanningen voor
deed, demotiverend voor de controlerende instanties binnen het ZIV,
waaronder in de eerste plaats de adviserend geneesheer, en een
geldverkwisting voor ons sociaalverzekeringsstelsel. Tot daar mijn
antwoord.

conseils doivent envisager bien
plus souvent, bien plus tôt et à
intervalles réguliers la reprise du
travail à temps partiel ou la
reconversion professionnelle au
cours de l'incapacité de travail. Je
prépare entre-temps avec les
instances concernées une
approche intégrée de la
réintégration professionnelle. Je
n'entends pas me servir de la
reconversion professionnelle pour
diminuer sans discernement le
nombre d'invalides. La
reconversion professionnelle ne
doit pas déboucher sur le
chômage.

03.03 Annemie Turtelboom (VLD): Mijnheer de minister, dank u

voor uw antwoord.

Waarom vond ik deze cijfers zo frappant? Een aantal mensen die
invalide geworden zijn, zullen misschien niet terug kunnen gaan
werken. Hier gaat het ten eerste om deeltijdse tewerkstelling en het
gaat ook maar om 6,4 procent. Wat mij vooral frappeert, is dat het
programma voor beroepsrevalidatie een pilootproject is. Hier zouden

03.03 Annemie Turtelboom

(VLD): Les projets pilotes en
matière de réadaptation
professionnelle devraient
permettre d'identifier les
personnes qui, après un recyclage
par exemple, peuvent renouer
avec une activité professionnelle.

08/02/2006

CRIV 51

COM 848

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

we toch de mensen moeten kunnen uitfilteren die mits een
herscholing of mits een goede begeleiding in een andere job of in
dezelfde job die ze vroeger deden, terug deeltijds aan de slag kunnen
gaan.

Als men daarvan dan de resultaten ziet, dan moeten wij ons volgens
mij afvragen of die pilootprojecten niet de verkeerde insteek hebben,
niet op de goede manier werken of niet de goede doelstellingen
bereiken. Dat is de reden voor mijn vraag van vandaag. Ik wil
uiteraard geen heksenjacht ontketenen. Ik wil echter te weten komen
waarom er slechts 11.700 opnieuw aan de slag gingen van de
184.000 die werden onderzocht. Bovendien stelt men een
spectaculaire daling vast met de leeftijd. Ik denk dat mensen die op
een bepaald moment invalide zijn geworden, vaak geholpen kunnen
zijn met een deeltijdse tewerkstelling die hun toestand ook voor een
stuk kan helpen verwerken.

De cijfers zijn frappant. Ik stel ook vragen bij het feit dat er niet meer
mensen worden bereikt met de pilootprojecten. Ik ben blij met de
nieuwe cijfers die u geeft maar het gaat ook daar toch maar om 178
mensen die ermee worden bereikt. Dat is toch wel heel weinig voor
pilootprojecten waarmee men toch meer mensen zou moeten kunnen
bereiken. Ik zeg niet dat men ze allemaal kan helpen, maar men zou
ze op zijn minst moeten kunnen bereiken.

Ik denk dat er zich een evaluatie opdringt van die pilootprojecten. We
moeten toch eens nadenken over de manier. U verwijst terecht naar
de cumulregeling waarbij men wordt bestraft. Volgens mij dringt een
evaluatie zich op om te bekijken hoe we die mensen in de mate van
het mogelijke terug in de arbeidsmarkt kunnen inschakelen. Mijn
vraag gaat hier echt om deeltijdse tewerkstelling en niet om een
fulltime.

Les projets reposent-ils bien sur
une approche adéquate? Je n'ai
évidemment pas l'intention de
déclencher une chasse aux
sorcières. Je souhaite simplement
déterminer pourquoi si peu de
personnes ont repris le travail. On
observe en outre une baisse
spectaculaire à mesure que l'âge
augmente. Pourtant, l'emploi à
temps partiel peut souvent aider à
faire face à une invalidité. Les
chiffres relatifs au projet pilote sont
dérisoires. On ne peut aider toutes
les personnes mais on devrait à
tout le moins pouvoir les atteindre.
Le ministre a évoqué à juste titre
les règles actuelles en matière de
cumul et les sanctions y
afférentes. Il convient d'étudier la
question dans son ensemble de
manière à permettre
éventuellement la réinsertion
professionnelle par le biais de
l'emploi à temps partiel.

03.04 Minister Rudy Demotte: Een korte reactie, om te zeggen dat er

een grote kloof is tussen de realiteit en de wil tot reïntegratie van
bepaalde sociale groepen. Dat is ons probleem. Iedereen wenst
natuurlijk eerst en vooral niet invalide te worden. Dat is een eerste
vaststelling. Dat is misschien een beetje kort door de bocht, maar met
de veroudering van onze maatschappij zullen we dat meer en meer
kennen.

Ten tweede, de relatie tussen de mensen die gehandicapt zijn door
hun invaliditeit en die in het kader van de vergrijzing oudere
werknemers zijn, en de werkgevers is niet altijd ideaal. Men mag
zoveel plannen schetsen en herscholingen bedenken, maar het
gebeurt niet gemakkelijk op het terrein.

03.04 Rudy Demotte, ministre:

Le fossé est grand entre les rêves
et la réalité. Le vieillissement de la
population entraînera une
augmentation du nombre de
personnes invalides. Les rapports
entre ces travailleurs âgés frappés
d'invalidité et les employeurs ne
sont pas des meilleurs. Quels que
soient les plans ou recyclages
imaginés, quasi rien ne se passe
sur le terrain.

03.05 Annemie Turtelboom (VLD): Mijnheer de minister, u heeft dit

ook onlangs in antwoord op een schriftelijke vraag van mij gezegd: de
invaliditeit zal stijgen met de vergrijzing. Hier gaat het niet alleen om
vijftigplussers of zestigplussers; ook mensen van minder dan 45 jaar
zaten in deze doelgroep. Als zij op een bepaald moment invalide
worden, moet men nagaan op welke manier men hen nog kan
inschakelen op de arbeidsmarkt. U spreekt over de vergrijzing van de
bevolking en de hogere invaliditeit daardoor, maar een groot deel van
deze studie gaat niet over het segment waarnaar u verwijst.

03.05 Annemie Turtelboom

(VLD): L'étude ne portait pas
uniquement sur les invalides âgés
mais également sur les personnes
de moins de 45 ans.

03.06 Minister Rudy Demotte: De grootste problemen rijzen voor die 03.06 Rudy Demotte, ministre:

CRIV 51

COM 848

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

categorie op dat tijdstip.

Le problème affecte surtout les
invalides âgés.

De voorzitter: Mevrouw Turtelboom, ter informatie: in mijn regio loopt
er een proefproject om werkgevers te sensibiliseren voor mensen die
in het statuut halftijds terugkeren, met de mogelijkheid om hen gratis
ter beschikking te krijgen. De realiteit is dat nauwelijks een werkgever
daartoe bereid is.

Le président: Un projet pilote
mené dans ma région tend à faire
reprendre aux personnes invalides
une activité professionnelle à
temps partiel. Très peu
d'employeurs sont
malheureusement disposés à
collaborer au projet.

03.07 Greta D'hondt (CD&V): (...) Ik ben enorme voorstander van

tewerkstelling van arbeidsgehandicapten. Maar men moet er maar
eens een tewerkstellingsplaats voor vinden.

03.08 Annemie Turtelboom (VLD): Ik denk dat het de bedoeling is

van zulke pilootprojecten dat we de twee kanten bekijken.

03.08 Annemie Turtelboom

(VLD): C'est la raison d'être des
projets pilotes, par lesquels on
tente d'aborder les deux volets du
problème.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De voorzitter: Mevrouw Lahaye stelt haar vraag nr. 10065 uit. Mevrouw Avontroodt stelt haar vraag
nr. 10180 uit.

De bespreking van vragen en interpellaties eindigt om 11.18 uur.
La discussion des questions et des interpellations se termine à 11.18 heures.