CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 846
CRIV 51 COM 846
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DE L
'E
CONOMIE
,
DE LA
P
OLITIQUE
SCIENTIFIQUE
,
DE L
'E
DUCATION
,
DES
I
NSTITUTIONS SCIENTIFIQUES ET CULTURELLES
NATIONALES
,
DES
C
LASSES MOYENNES ET DE
L
'A
GRICULTURE
C
OMMISSIE VOOR HET
B
EDRIJFSLEVEN
,
HET
W
ETENSCHAPSBELEID
,
HET
O
NDERWIJS
,
DE
N
ATIONALE WETENSCHAPPELIJKE EN
CULTURELE
I
NSTELLINGEN
,
DE
M
IDDENSTAND
EN DE
L
ANDBOUW
mardi
dinsdag
07-02-2006
07-02-2006
Après-midi
Namiddag
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu inté-
gral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit des
interventions ; les annexes se trouvent dans une brochure
séparée (PLEN: couverture blanche; COM: couverture
saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken; de
bijlagen zijn in een aparte brochure opgenomen
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
Plenum
COM
réunion de commission
COM
Commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 846
07/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i
SOMMAIRE
INHOUD
Question de M. Koen T'Sijen à la vice-première
ministre et ministre du Budget et de la Protection
de la consommation sur "le label CE" (n° 10056)
1
Vraag van de heer Koen T'Sijen aan de vice-
eerste minister en minister van Begroting en
Consumentenzaken over "het CE-label"
(nr. 10056)
1
Orateurs: Koen T'Sijen, Freya Van den
Bossche, vice-première ministre et ministre
du Budget et de la Protection de la
consommation
Sprekers: Koen T'Sijen, Freya Van den
Bossche, vice-eerste minister en minister van
Begroting en Consumentenzaken
Question de Mme Annemie Turtelboom à la vice-
première ministre et ministre du Budget et de la
Protection de la consommation sur "l'arrêté royal
du 9 mars 2003 relatif à la sécurité des
ascenseurs" (n° 10216)
3
Vraag van mevrouw Annemie Turtelboom aan de
vice-eerste minister en minister van Begroting en
Consumentenzaken over "het koninklijk besluit
van 9 maart 2003 betreffende de beveiliging van
liften" (nr. 10216)
3
Orateurs: Annemie Turtelboom, Freya Van
den Bossche, vice-première ministre et
ministre du Budget et de la Protection de la
consommation, Gerolf Annemans, président
du groupe Vlaams Belang
Sprekers: Annemie Turtelboom, Freya Van
den Bossche, vice-eerste minister en minister
van Begroting en Consumentenzaken, Gerolf
Annemans, voorzitter van de Vlaams Belang-
fractie
Question de M. Patrick De Groote à la vice-
première ministre et ministre du Budget et de la
Protection de la consommation sur "la situation
financière du Fonds de Traitement du
Surendettement" (n° 10160)
6
Vraag van de heer Patrick De Groote aan de vice-
eerste minister en minister van Begroting en
Consumentenzaken over "de financiële toestand
van het Fonds ter Bestrijding van de Overmatige
Schuldenlast" (nr. 10160)
6
Orateurs: Patrick De Groote, Freya Van den
Bossche, vice-première ministre et ministre
du Budget et de la Protection de la
consommation
Sprekers: Patrick De Groote, Freya Van den
Bossche, vice-eerste minister en minister van
Begroting en Consumentenzaken
Questions jointes de
8
Samengevoegde vragen van
8
- M. Gerolf Annemans au ministre de l'Économie,
de l'Énergie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "la manipulation à
laquelle aurait pu se livrer le président du SPP
Politique scientifique fédérale" (n° 9569)
8
- de heer Gerolf Annemans aan de minister van
Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de mogelijke
manipulatie door de voorzitter van de POD
Federaal Wetenschapsbeleid" (nr. 9569)
8
- M. Servais Verherstraeten au ministre de
l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "la sélection du
président du comité de direction du SPP Politique
scientifique" (n° 9660)
8
- de heer Servais Verherstraeten aan de minister
van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de selectie van de
voorzitter van het directiecomité van de POD
Wetenschapsbeleid" (nr. 9660)
8
Orateurs: Gerolf Annemans, président du
groupe Vlaams Belang, Servais
Verherstraeten, Marc Verwilghen, ministre
de l'Économie, de l'Énergie, du Commerce
extérieur et de la Politique scientifique
Sprekers: Gerolf Annemans, voorzitter van
de Vlaams Belang-fractie, Servais
Verherstraeten, Marc Verwilghen, minister
van Economie, Energie, Buitenlandse Handel
en Wetenschapsbeleid
Question de M. Benoît Drèze au ministre de
l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "la légalité de
l'augmentation unilatérale de la contenance des
verres de Jupiler" (n° 9938)
11
Vraag van de heer Benoît Drèze aan de minister
van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de wettigheid van de
eenzijdige beslissing om de inhoud van de
Jupilerglazen te vergroten" (nr. 9938)
11
Orateurs: Benoît Drèze, Marc Verwilghen,
ministre de l'Économie, de l'Énergie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique
Sprekers: Benoît Drèze, Marc Verwilghen,
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid
Question de Mme Muriel Gerkens au ministre de
l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur
13
Vraag van mevrouw Muriel Gerkens aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
13
07/02/2006
CRIV 51
COM 846
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
et de la Politique scientifique sur "le projet de
dépôt de déchets nucléaires" (n° 10017)
Handel en Wetenschapsbeleid over "het plan voor
de berging van nucleair afval" (nr. 10017)
Orateurs: Muriel Gerkens, Marc Verwilghen,
ministre de l'Économie, de l'Énergie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique
Sprekers: Muriel Gerkens, Marc Verwilghen,
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid
Questions jointes de
16
Samengevoegde vragen van
16
- Mme Muriel Gerkens au ministre de l'Économie,
de l'Énergie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "la nomination des
directeurs de la CREG" (n° 10016)
16
- mevrouw Muriel Gerkens aan de minister van
Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de benoeming van de
directeurs van de CREG" (nr. 10016)
16
- M. Melchior Wathelet au ministre de l'Économie,
de l'Énergie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "le renouvellement du
comité de direction de la Commission de
Régulation de l'Electricité et du Gaz" (n° 10153)
16
- de heer Melchior Wathelet aan de minister van
Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de vernieuwing van het
directiecomité van de Commissie voor de
Regulering van de Elektriciteit en het Gas"
(nr. 10153)
16
Orateurs:
Muriel Gerkens, Melchior
Wathelet, président du groupe cdH, Marc
Verwilghen, ministre de l'Économie, de
l'Énergie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique
Sprekers:
Muriel Gerkens, Melchior
Wathelet, voorzitter van de cdH-fractie, Marc
Verwilghen, minister van Economie, Energie,
Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid
Question de Mme Muriel Gerkens au ministre de
l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "le Fonds à long
terme de l'ONDRAF" (n° 10018)
19
Vraag van mevrouw Muriel Gerkens aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "het
Langetermijnfonds van de NIRAS" (nr. 10018)
19
Orateurs: Muriel Gerkens, Marc Verwilghen,
ministre de l'Économie, de l'Énergie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique
Sprekers: Muriel Gerkens, Marc Verwilghen,
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid
Question de Mme Muriel Gerkens au ministre de
l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "la suite de la
reprise d'Electrabel par Suez" (n° 10019)
22
Vraag van mevrouw Muriel Gerkens aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "de
voortgang van de overname van Electrabel door
Suez" (nr. 10019)
22
Orateurs: Muriel Gerkens, Marc Verwilghen,
ministre de l'Économie, de l'Énergie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique
Sprekers: Muriel Gerkens, Marc Verwilghen,
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid
Question de Mme Muriel Gerkens au ministre de
l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "l'exportation
vers l'Iran d'une presse isotope" (n° 10121)
25
Vraag van mevrouw Muriel Gerkens aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "de uitvoer
naar Iran van een isostatische pers" (nr. 10121)
25
Orateurs: Muriel Gerkens, Marc Verwilghen,
ministre de l'Économie, de l'Énergie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique
Sprekers: Muriel Gerkens, Marc Verwilghen,
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid
Question de M. Ortwin Depoortere au ministre de
l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "la déductibilité
fiscale des frais de restaurant" (n° 10169)
27
Vraag van de heer Ortwin Depoortere aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "de fiscale
aftrekbaarheid van restaurantkosten" (nr. 10169)
27
Orateurs:
Ortwin Depoortere, Marc
Verwilghen, ministre de l'Économie, de
l'Énergie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique
Sprekers:
Ortwin Depoortere, Marc
Verwilghen, minister van Economie, Energie,
Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid
Question de Mme Annemie Turtelboom au
ministre de l'Économie, de l'Énergie, du
30
Vraag van mevrouw Annemie Turtelboom aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
30
CRIV 51
COM 846
07/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
iii
Commerce extérieur et de la Politique scientifique
sur "les cahiers des charges des bâtiments"
(n° 10200)
Handel en Wetenschapsbeleid over
"lastenboeken voor gebouwen" (nr. 10200)
Orateurs:
Annemie Turtelboom, Marc
Verwilghen, ministre de l'Économie, de
l'Énergie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique
Sprekers:
Annemie Turtelboom, Marc
Verwilghen, minister van Economie, Energie,
Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid
Question de Mme Simonne Creyf au ministre de
l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "le prix unitaire
de l'énergie" (n° 10196)
33
Vraag van mevrouw Simonne Creyf aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "de
eenheidsprijs voor energie" (nr. 10196)
33
Orateurs: Simonne Creyf, Marc Verwilghen,
ministre de l'Économie, de l'Énergie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique
Sprekers: Simonne Creyf, Marc Verwilghen,
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid
Questions jointes de
36
Samengevoegde vragen van
36
- Mme Simonne Creyf au ministre de l'Économie,
de l'Énergie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "Belgonucleaire"
(n° 10214)
37
- mevrouw Simonne Creyf aan de minister van
Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "Belgonucleaire"
(nr. 10214)
36
- M. Hagen Goyvaerts au ministre de l'Économie,
de l'Énergie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "la fermeture de
Belgonucleaire" (n° 10226)
37
- de heer Hagen Goyvaerts aan de minister van
Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de sluiting van
Belgonucleaire" (nr. 10226)
36
Orateurs: Simonne Creyf, Hagen Goyvaerts,
Marc Verwilghen, ministre de l'Économie, de
l'Énergie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique
Sprekers: Simonne Creyf, Hagen Goyvaerts,
Marc Verwilghen, minister van Economie,
Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid
CRIV 51
COM 846
07/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DE L'ECONOMIE,
DE LA POLITIQUE SCIENTIFIQUE,
DE L'EDUCATION, DES
INSTITUTIONS SCIENTIFIQUES
ET CULTURELLES NATIONALES,
DES CLASSES MOYENNES ET DE
L'AGRICULTURE
COMMISSIE VOOR HET
BEDRIJFSLEVEN, HET
WETENSCHAPSBELEID, HET
ONDERWIJS, DE NATIONALE
WETENSCHAPPELIJKE EN
CULTURELE INSTELLINGEN, DE
MIDDENSTAND EN DE
LANDBOUW
du
MARDI
7
FÉVRIER
2006
Après-midi
______
van
DINSDAG
7
FEBRUARI
2006
Namiddag
______
De vergadering wordt geopend om 14.15 uur door de heer Paul Tant, voorzitter.
La séance est ouverte à 14.15 heures par M. Paul Tant, président.
De voorzitter: De vragen nrs. 9751 van mevrouw Lalieux, 9900 en 9941 van de heer Tommelein en 10033
van de heer Lavaux zijn uitgesteld.
01 Vraag van de heer Koen T'Sijen aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en
Consumentenzaken over "het CE-label" (nr. 10056)
01 Question de M. Koen T'Sijen à la vice-première ministre et ministre du Budget et de la Protection de
01.01 Koen T'Sijen (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, uit een aantal recente productvergelijkingen van
kettingzagen, mini-ovens en broodroosters door de
consumentenorganisatie Test-Aankoop is gebleken dat heel wat
toestellen die het CE-label dragen, niet veilig zijn in het gebruik.
Het CE-label duidt nochtans op de garantie dat het toestel veilig is.
De onderzoeken die Test-Aankoop heeft uitgevoerd, betreffen een
aantal van die toestellen. Bijvoorbeeld, kettingzagen waarvan de
stekker al was uitgetrokken, bleven nog verder functioneren.
Magnetronovens bereikten een temperatuur van meer dan negentig
graden aan de buitenkant, en zo verder. Zulke zaken zijn toch wel
belangrijk.
Voor speelgoed volstaat zelfs een eenvoudige verklaring van de
fabrikant over het feit dat zijn product voldoet aan de Europese
normen om de CE-markering aan te brengen.
Verder bestaan er bijna geen normen voor de thermische veiligheid
van toestellen, of de huidige normen schieten tekort en controles laten
te wensen over.
01.01 Koen T'Sijen (sp.a-spirit):
Plusieurs comparaisons
d'appareils électriques réalisées
par Test-Achats révèlent que de
nombreux appareils qui portent le
label CE ne sont pas sûrs. Ce
label devrait pourtant être une
garantie de sécurité. Pour les
jouets, une simple déclaration du
fabricant selon laquelle son produit
répond aux normes européennes
est suffisante pour obtenir un label
CE.
Comment le ministre compte-t-il
limiter les abus relatifs au label
CE?
Les distributeurs se verront-ils
rappeler leurs responsabilités?
Quelles initiatives le ministre
07/02/2006
CRIV 51
COM 846
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
Ik heb begrepen dat voor de thermische veiligheid gekeken wordt
naar het soort materiaal en de mogelijke contacttijd die een
consument met dat materiaal zou kunnen hebben. Voor die evaluatie
is er een norm, met name de EN 563, die onlangs werd omgezet. Die
norm geeft limiettemperaturen aan vanaf wanneer brandwonden
optreden, rekening houdend met het materiaal en de contacttijd. Met
die norm moet echter geen rekening worden gehouden voor het CE-
label. Dat die norm niet gebruikt wordt, vormt volgens mij toch wel een
probleem.
Mevrouw de minister, naar aanleiding van het onderzoek van Test-
Aankoop, heb ik de volgende vragen.
Zult u een aantal maatregelen nemen om het CE-label niet te
misbruiken? Ik heb vragen bij de toekenningsmodaliteiten van de CE-
markering.
Zult u ook de distributeurs wijzen op hun verantwoordelijkheid voor de
veiligheid van de door hen op de markt gebrachte producten? Ik denk
dat de distributeurs een belangrijke verantwoordelijkheid hebben
aangaande de veiligheid van de producten die zij op de markt
brengen.
Welke initiatieven kunt u ondernemen om de normen voor thermische
veiligheid te verbeteren?
prendra-t-il pour améliorer la
sécurité thermique des appareils?
01.02 Minister Freya Van den Bossche: Mijnheer de voorzitter, door
het aanbrengen van de CE-markering verklaart de fabrikant op
degelijk zichtbare wijze aan de overheid dat zijn product voldoet aan
de essentiële eisen die vermeld zijn in de Europese richtlijn die op dat
product van toepassing is. De procedures die de fabrikant moet
volgen alvorens hij die markering aanbrengt, hangen af van het soort
product en van de richtlijnen waaronder het valt. Voor speelgoed en
de meeste machines geldt inderdaad de autocertificatieprocedure,
waarbij de fabrikant zelf mag vaststellen of hij aan de essentiële eisen
voldoet. De bevoegde controlediensten oefenen dagelijks controles uit
op de veiligheid en de conformiteit van producten.
De controles gebeuren op twee manieren. Enerzijds is er de
behandeling van punctuele dossiers. Dit gebeurt naar aanleiding van
klachten, meldingen uit andere landen, waarschuwingen via het
RAPEX-systeem, steekproeven van douane, steekproeven van de
Algemene Directie Controle en Bemiddeling. Eventuele ongevallen die
worden gemeld kunnen ook de basis vormen voor dergelijke
controles. Het gaat dan om elektrische toestellen, maar even goed
om persoonlijke beschermingsmiddelen en speelgoedartikelen. Dat
zijn twee heel belangrijke categorieën voorwerpen die worden
gecontroleerd.
Anderzijds en daarnaast zijn er jaarlijkse controlecampagnes, waarbij
telkens een bepaalde categorie van toestellen of een aantal aspecten
van die toestellen worden gecontroleerd door het nemen van
willekeurige monsters op de markt. De onveilige producten worden
natuurlijk uit de handel genomen of aangepast. Als zij mits
aanpassing veilig kunnen worden, is dat ook een optie. Meestal
gebeurt dat in akkoord met de betrokken producent of distributeur,
namelijk als zij samen met ons beslissen dat te doen. Gaan zij niet
01.02 Freya Van den Bossche,
ministre: Le label CE permet au
fabricant de faire savoir que son
produit satisfait aux normes
européennes. La procédure diffère
selon le produit. Pour les jouets, il
suffit, en effet, par exemple, que le
fabricant déclare lui-même que
son produit satisfait aux normes.
Des contrôles de sécurité sont
effectués tous les jours. D'une
part, les services de contrôle
travaillent sur des dossiers
spécifiques dans le cadre de
plaintes, de déclarations,
d'accidents ou de sondages. Il
s'agit principalement d'appareils
électriques, mais aussi
d'équipements de protection
individuelle et de jouets. D'autre
part, il y a aussi des campagnes
annuelles au cours desquelles les
contrôles sont effectués par
sondage aléatoire.
Lorsqu'un produit s'avère
dangereux, il doit être adapté ou
retiré du commerce, ceci avec ou
sans l'accord du fabricant. La
grande majorité des produits ne
CRIV 51
COM 846
07/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
akkoord, dan wordt het teruggetrokken uit de markt. Voor alle
duidelijkheid: de meerderheid van de producten die op de markt
worden gebracht, vertoont geen of nauwelijks veiligheidsproblemen.
Sedert vorig jaar zijn er goede en uitgebreide contacten tussen de
distributiesector en de controlerende diensten. De sector is zich
bewust van zijn verplichtingen. Dat blijkt uit een aantal initiatieven die,
bijvoorbeeld, door Fedis zijn genomen. Regelmatig worden de
controlediensten geconfronteerd met de invoerders van wie de
producten, mijns inziens terecht, niet meer aanvaard worden door de
distributieketen. Zij nemen daar steeds meer verantwoordelijkheid op
om enkel datgene op de markt te brengen waarvan zij redelijkerwijze
kunnen veronderstellen dat het aan de normen voldoet.
De bevoegde dienst van de FOD Economie, de afdeling Gas en
Elektriciteit, neemt op regelmatige basis deel aan Europese,
administratieve overlegvergaderingen. Op deze specifieke
vergaderingen, die net de bedoelde problematiek behandelen, worden
zij altijd goed geïnformeerd over eventuele problemen met bepaalde
soorten toestellen.
De markt staat onder constant toezicht van de diensten, die
samenwerken met de bevoegde diensten in andere lidstaten. Als
daarbij wordt vastgesteld dat een bepaalde Europese norm niet
toereikend is, worden er maatregelen getroffen om de norm te
verbeteren of te laten verbeteren. Dat gebeurt dus op die plek.
Het probleem van de warme oppervlakken, zoals bij ovens, dat u
aanhaalt, is goed gekend. Op dit ogenblik wordt een nieuwe,
Europese norm op dat vlak voorbereid. De procedures daarover
werden opgestart. Wij zullen dus in principe binnen afzienbare tijd de
norm op Europees niveau kunnen aanvaarden en meteen daarna ook
kunnen toepassen.
pose cependant pas de problèmes
de sécurité.
Depuis l'année dernière, les
services de contrôle entretiennent
de bons contacts avec le secteur
de la distribution. Ce secteur est
conscient de sa responsabilité et
de l'importance des normes de
sécurité. A ce niveau, la Fedis
prend la responsabilité de refuser
certains produits.
La division Gaz et Électricité du
SPF Economie participe
régulièrement, à l'échelon
européen, à des réunions de
concertation où l'on est toujours
parfaitement informé des
problèmes posés par certains
appareils. Les services
compétents de tous les États
membres collaborent pour
contrôler le marché. Si l'on
constate, à ces occasions, qu'une
norme européenne déterminée
n'est pas suffisante, des mesures
sont prises pour l'améliorer. Nous
sommes au courant du problème
de la sécurité thermique. Une
nouvelle norme européenne en la
matière est actuellement en
préparation. Elle sera
prochainement adoptée et mise en
oeuvre.
01.03 Koen T'Sijen (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, ik dank de
minister voor haar antwoord.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Mevrouw Creyf is nog niet aanwezig, maar naar verluidt is zij onderweg. Inmiddels geef ik
het woord aan mevrouw Turtelboom voor het stellen van haar vraag.
02 Vraag van mevrouw Annemie Turtelboom aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en
Consumentenzaken over "het koninklijk besluit van 9 maart 2003 betreffende de beveiliging van liften"
(nr. 10216)
02 Question de Mme Annemie Turtelboom à la vice-première ministre et ministre du Budget et de la
Protection de la consommation sur "l'arrêté royal du 9 mars 2003 relatif à la sécurité des ascenseurs"
(n° 10216)
02.01 Annemie Turtelboom (VLD): Mijnheer de voorzitter, mevrouw
de minister, op 11 oktober 2005 heeft de Europese Commissie laten
weten dat ze de vier grote liftenconstructeurs Otis, Schindler,
ThyssenKrupp en Köne, beschuldigde van verboden kartelafspraken
in België, Duitsland, Nederland en Luxemburg voor de periode 1998-
2004. Dat is de periode van de totstandkoming van de Europese
02.01 Annemie
Turtelboom
(VLD): Le 11 octobre 2005, la
Commission européenne a fait
savoir qu'elle accuse quatre
grands fabricants d'ascenseurs
d'avoir conclu entre 1998 et 2004,
07/02/2006
CRIV 51
COM 846
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
aanbeveling voor de beveiliging van liften en de voorbereiding en
realisatie van het Belgische KB van 2003 betreffende de beveiliging
van liften.
De Europese Commissie is een onderzoek gestart ook met
huiszoekingen en heeft voldoende aanwijzingen om bezwaarschriften
te versturen. Dit weekend maakte de Duitse krant Welt am Sonntag
bekend dat de vier liftenfabrikanten een miljoenenboete boven het
hoofd hangt wegens deze ongeoorloofde prijsafspraken. Het
onderzoek zou op Europees niveau afgerond zijn. Volgens Europees
parlementslid Florenz hangt de betrokken ondernemingen een boete
boven het hoofd die tot 10% van de jaaromzet kan bedragen.
Vandaar twee korte vragen, mevrouw de minister.
Ten eerste, bent u op de hoogte van de Europese beslissing en de
veroordeling van de vier grote liftenconstructeurs?
Ten tweede, bent u bereid om het KB van 2003 af te schaffen indien
bovenstaand bericht bevestigd is en mocht effectief blijken dat de vier
grote liftenconstructeurs veroordeeld worden voor verboden
kartelafspraken op het ogenblik dat een Europese aanbeveling is
totstandgekomen dat de basis is van ons Belgisch KB, terwijl men
weet dat die vier grote liftenfabrikanten 70% marktaandeel bezitten en
een monopoliepositie hebben, niet afzonderlijk maar wel gezamenlijk.
dans le Benelux et en Allemagne,
des accords de cartel interdits. La
période considérée a vu
l'élaboration de la
recommandation européenne
relative à la sécurité des
ascenseurs et la promulgation de
l'arrêté royal belge de 2003. La
Commission européenne a
entamé une enquête et dispose
aujourd'hui d'indices suffisants
pour adresser des requêtes à ces
entreprises.
Le journal allemand Welt am
Sonntag a révélé que les quatre
fabricants risquent de se voir
infliger une amende de plusieurs
millions d'euros. L'enquête
européenne serait terminée. Selon
le parlementaire européen
Florenz, ces entreprises pourraient
avoir une amende d'un montant
pouvant aller jusqu'à 10 % de leur
chiffre d'affaires annuel.
Le ministre est-il informé de la
condamnation, par les autorités
européennes, de ces quatre
fabricants qui, ensemble,
représentent 70 % du marché? Si
des accords de cartel avaient été
conclus, le ministre abrogerait-il
l'arrêté royal?
02.02 Minister Freya Van den Bossche: Mijnheer de voorzitter, het
eerste deel van uw vraag betreft een beslissing die betrekking heeft
op het mededingingsrecht. Dit valt volledig onder de bevoegdheid van
de minister van Economie. Ik wil u wel het antwoord voorlezen dat hij
mij heeft bezorgd. Voor verdere toelichting zult u echter bij hem
moeten zijn.
Ik lees. "De Belgische mededingingsautoriteiten zijn reeds van in het
begin perfect op de hoogte van dit onderzoek door de Europese
Commissie in het kader van de informatieplicht van de commissie in
het geval van inspecties op het grondgebeid van een lidstaat en in het
kader van de gegevensuitwisseling in het European Competition
Network tussen de verschillende mededingingsautoriteiten. Bovendien
heeft de Belgische Dienst voor de Mededinging, zoals dat regelmatig
gebeurt, de Europese Commissie van bij het prille begin van het
onderzoek bijgestaan bij de inspecties in België. Op 7 oktober 2005
heeft de Europese Commissie haar punten van bezwaar ter kennis
van de betrokken ondernemingen gebracht. De procedure is nog niet
afgerond. Diverse stadia moeten nog worden doorlopen vooraleer tot
een definitieve beslissing te komen. Het gaat om een hoorzitting, een
raadpleging van het adviescomité en de collegiale beslissing van de
commissarissen."
02.02 Freya Van den Bossche,
ministre: L'éventuelle
condamnation par l'Europe
concerne le droit de la
concurrence, une compétence du
ministre de l'Économie. M.
Verwilghen m'a remis sa réponse.
Il estime que dans le cadre du
devoir d'information, l'État a
toujours été au courant de
l'enquête de l'Europe. Le service
belge de la Concurrence a apporté
sa collaboration à la Commission
européenne lors des inspections
menées en Belgique. Le 7 octobre
2005, la Commission a adressé
une plainte aux entreprises. La
procédure ne pourra être achevée
qu'après une audition, l'avis du
comité consultatif et la décision
collégiale des commissaires.
L'arrêté royal de 2003 ne concerne
CRIV 51
COM 846
07/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
Het tweede deel van uw vraag gaat over een Europese aanvulling van
het KB van 2003. Dit heeft alleen betrekking op de
veiligheidsaspecten. Dat is nog iets helemaal anders dan de
mededinging. In die zin lijkt het mij op dit ogenblik op Europees niveau
niet de bedoeling om die aanbeveling af te schaffen of te herzien in
het licht van de gebeurtenissen die u aanhaalt en is er voor ons ook
geen noodzaak of aanleiding om dit wijzigen. Het gaat immers om
twee verschillende zaken, enerzijds de mededinging en anderzijds het
veiligheidsaspect.
que des aspects de sécurité et ne
porte pas sur la concurrence. Je
ne pense pas que l'Europe ait
l'intention de retirer ou de réviser
la recommandation.
02.03 Annemie Turtelboom (VLD): Mevrouw de minister, ik dank u
voor het doorspelen van het antwoord van minister Verwilghen zodat
ik de vraag niet nog eens aan hem moet stellen.
Over het tweede deel ben ik het niet volledig met u eens. Over het
technische aspect wel: het een gaat over de mededinging en het
ander over de beveiliging van liften. Als men op een bepaald moment
echter verboden kartelafspraken maakt en in dezelfde periode komt
een Europese aanbeveling tot stand voor een sterke beveiliging van
liften waar door de renovatie en aanpassing van liften meer omzet en
winst wordt gegenereerd, dan zijn die twee wel met elkaar verbonden.
Om de beveiliging in orde te maken, moeten heel wat investeringen
gebeuren, waarvan niet elke mede-eigenaar overtuigd is. Ik kan
trouwens ook zeggen dat heel wat liften in het Parlement inzake
beveiliging perfect in orde zijn, maar af en toe werken ze toch niet.
Daarom zeg ik dat de twee wel met elkaar te maken hebben. Om te
beveiligen moet men veel investeren en wordt de omzet verhoogd. Er
zijn een aantal kartelafspraken gemaakt waarbij men zich kan
afvragen vanuit welke filosofie de Europese aanbeveling tot stand is
gekomen en of ze niet onder een zekere druk tot stand is gekomen.
02.03
Annemie Turtelboom
(VLD): On dispose semble-t-il de
preuves établissant la création de
cartels. La législation européenne
a instauré des normes de sécurité
draconiennes qui ont permis aux
constructeurs de réaliser des
bénéfices encore plus plantureux.
On observe donc bel et bien un
lien entre les cartels et les normes
de sécurité proprement dites.
02.04 Minister Freya Van den Bossche: Mijnheer de voorzitter,
mevrouw Turtelboom, ik wil er graag het volgende aan toevoegen.
Mocht dat is natuurlijk logisch uit het onderzoek van de commissie
zelf blijken dat die vier liftenconstructeurs door middel van een kartel
op een onrechtmatige manier invloed uitgeoefend zouden hebben op
de totstandkoming van die aanbeveling en mocht dat dan ook invloed
hebben op de veiligheid, als dat aspect daarbij betrokken is of als er
een rechtstreeks verband is, dan zal ik die zaak nauwlettend
opvolgen. Daar kunt u van op aan.
Op dit ogenblik is er volgens mij geen aanleiding om iets aan die
regels te veranderen. Maar mocht er toch een verband zijn, zoals u
suggereert, en mocht dat een invloed hebben, dan zal ik natuurlijk van
nabij bekijken wat daarmee gebeurt en wat wij er, in België, mee
moeten doen.
02.04 Freya Van den Bossche,
ministre: S'il devait ressortir de
l'enquête que les quatre
constructeurs ont indûment
influencé, par le biais d'un cartel,
l'élaboration de la
recommandation et que cela
pourrait avoir un impact sur la
sécurité, je suivrai l'affaire de près.
Il n'y a toutefois pas encore lieu,
pour l'instant, de changer les
règles.
02.05 Annemie Turtelboom (VLD): Mevrouw de minister, ik heb nog
een kleine vraag. Hebt u er enig idee van wanneer er een definitieve
uitspraak zou zijn op Europees niveau? Kunt u dat uit het antwoord
van minister Verwilghen detecteren? Ik bedoel: zal dat nog een
maand duren, of eerder een jaar?
02.05
Annemie Turtelboom
(VLD): Quand une décision
définitive sera-t-elle prise au
niveau européen?
02.06 Minister Freya Van den Bossche: Mevrouw Turtelboom, ik
weet het niet. Het is echt mijn collega die dat opvolgt. Wij hebben
daarover zelf geen rechtstreekse informatie. Ook dit hebben wij
moeten opvragen bij hem.
02.06 Freya Van den Bossche,
ministre: C'est le ministre
Verwilghen qui suit cette affaire. Je
ne sais pas.
07/02/2006
CRIV 51
COM 846
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
02.07 Annemie Turtelboom (VLD): Geen probleem, dank u.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Mevrouw de minister, ik heb een praktisch probleem. Mevrouw Creyf is hier nog niet. De
heer De Groote is hier wel. Ik heb wel een beetje begrip voor de afwezigheid of laattijdige komst van
mevrouw Creyf, vermits zoveel vragen weggevallen zijn en zij er wellicht is van uitgegaan dat dit niet zo zou
zijn.
We hebben haar gebeld en we verwachten haar binnen vijf of tien minuten.
02.08 Minister Freya Van den Bossche: Mijnheer de voorzitter, ik
zou normaalgezien wachten, maar ik moet binnen tien minuten
vertrekken om naar het Koninklijk Paleis te wandelen voor een
medaille voor 175 jaar Grondwet. Ofwel moet u even naar de Koning
bellen dat ik iets later ben, ofwel moet ik straks vertrekken.
De voorzitter: Moet ik zelf naar de Koning bellen?
02.09 Minister Freya Van den Bossche: Anders gaat u in mijn plaats.
Mij niet gelaten, mocht dat werken. Dan blijf ik hier wat langer.
De voorzitter: Dat is inderdaad een dilemma. Wanneer moet u vertrekken, mevrouw?
02.10 Minister Freya Van den Bossche: Om 14.40 uur vertrekken
we effectief beneden. Ik moet over een dikke vijf minuten beneden
zijn.
De voorzitter: Dan gaan we voortdoen.
02.11 Gerolf Annemans (Vlaams Belang): Dat betekent dat minister
Verwilghen ook bij de Koning moet zijn?
De voorzitter: Dat weet ik niet. Of hij even verdienstelijk is,...
02.12 Minister Freya Van den Bossche: Mijnheer de voorzitter, ik zal
de commissieleden geruststellen. Het zijn alleen de premier en de
vice-premiers die gehouden worden deze interessante wandeling op
zich te nemen.
De voorzitter: Ik denk dat we dan beter meteen de vraag door de heer De Groote laten stellen. Als
mevrouw Creyf ondertussen nog binnenkomt, kan zij daar nog altijd iets aan toevoegen.
03 Vraag van de heer Patrick De Groote aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en
Consumentenzaken over "de financiële toestand van het Fonds ter Bestrijding van de Overmatige
Schuldenlast" (nr. 10160)
03 Question de M. Patrick De Groote à la vice-première ministre et ministre du Budget et de la
Protection de la consommation sur "la situation financière du Fonds de Traitement du
Surendettement" (n° 10160)
03.01 Patrick De Groote (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
vice-eerste minister, collega's, het Fonds ter Bestrijding van de
Overmatige Schuldenlast werd in 2002 opgericht in het kader van de
wet op de collectieve schuldenregeling.
03.01 Patrick De Groote (N-VA):
Dans la presse, la ministre a
déclaré que les rémunérations des
médiateurs de dettes ne pouvaient
plus être payés parce que le
CRIV 51
COM 846
07/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
U liet zich via de geschreven pers ontvallen dat de lonen van de
schuldbemiddelaars niet meer kunnen betaald worden vermits er
geen geld meer zou zitten in het Fonds ter Bestrijding van de
Overmatige Schuldenlast. Door de bijdrage van de banken zouden de
betalingen weldra wel terug op gang kunnen komen, maar die
middelen zouden niet volstaan voor een efficiënte aanpak van de
overmatige schuldenlast. Door hetzelfde gebrek aan middelen diende
ook een grootschalige preventiecampagne te worden afgevoerd. In
2003 stelden collega-kamerleden hierover reeds vragen, zodat ik mij
thans kan beperken tot het polsen naar de huidige stand van zaken.
Is de toestand werkelijk zo dramatisch?
Wat zult u ondernemen? Wat zijn uw voorstellen?
Betekent het uitstel van de geplande preventiecampagne ook meteen
het afstel?
Fonds de traitement du
surendettement est sans argent.
Les cotisations des banques
devraient permettre de reprendre
les paiements mais ce sera
insuffisant pour combattre
efficacement l'endettement. Par
ailleurs, une vaste campagne de
prévention a été annulée. S'agit-il
d'un report ou d'une véritable
annulation? Quel est le degré de
gravité de la situation? Que
compte faire la ministre?
03.02 Minister Freya Van den Bossche: Er is een groei in het aantal
aanvragen tot tussenkomst van het Fonds, omwille van het feit dat
steeds meer mensen kennis krijgen en wellicht ook gebruikmaken
van de procedure van collectieve schuldregeling. Enerzijds heeft dat
mogelijkerwijze te maken met het feit dat steeds meer mensen in de
problemen komen, maar anderzijds zeker ook met de bekendheid van
de procedure.
De wet van 13 december 2005 houdende bepalingen betreffende de
termijnen, het verzoekschrift op tegenspraak en de procedure van
collectieve schuldenregeling en betere toegang tot de procedure,
verwacht voor 2006 een nog grotere stijging van de inschrijvingen van
berichten van collectieve schuldenregeling. We verwachten dus een
nog grotere toename. Momenteel onderzoek ik samen met de
ministers van Financiën, Justitie en Economie, de mogelijkheden om
de nodige wettelijke maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat
de inkomsten van het Fonds verhoogd worden, zodat de gestegen
uitgaven ook gedekt worden. Dat is immers het belangrijkste
gegeven.
Het uitgangspunt moet zijn dat het arrest van het Arbitragehof, waarin
wordt gesteld dat een aanzienlijk deel van de overmatige schuldenlast
kan worden toegeschreven aan de kredietverstrekkers, toch zou
moeten leiden tot een inspanning van die kant. Wat de overige
schuldeisers betreft is het zo dat we op dit moment over geen
objectieve criteria beschikken die als basis kunnen dienen voor de
berekening van de bijdrage aan het Fonds. Er is op dit moment ook
nog geen akkoord tussen de regering en de betrokken sector, maar
daar werken we hard aan.
Wat de preventiecampagne betreft: de wet van 22 december 2003
heeft de taken van het Fonds ook uitgebreid met maatregelen inzake
informatie en sensibilisering, gericht op de personen bedoeld in de
wet op de collectieve schuldenregeling. Dat is een mogelijkheid
waarvan we gebruik zouden maken. Maximum 25% van de door de
kredietgevers verschuldigde bedragen mag daarvoor worden gebruikt.
Het begeleidingscomité van het Fonds is van oordeel dat de huidige
middelen nochtans niet volstaan om die maatregelen te financieren.
Als we de inkomsten van het Fonds kunnen verhogen, kunnen we ook
de nodige financiële middelen besteden aan de organisatie en
03.02 Freya Van den Bossche,
ministre: Le nombre de demandes
d'intervention augmente car la
procédure est de mieux en mieux
connue. Il se peut par ailleurs que
le nombre de personnes
confrontées à des difficultés de
paiement soit également en
augmentation. Pour 2006, on peut
prévoir que le nombre
d'inscriptions et d'avis de
règlement collectif de dettes
augmentera encore. J'examine en
ce moment, avec les ministres des
Finances, de la Justice et de
l'Économie la manière d'accroître
les ressources du Fonds, de
manière à pouvoir couvrir ses
dépenses croissantes.
Selon la Cour d'arbitrage, une part
considérable du surendettement
est imputable aux prêteurs. Ceux-
ci devraient donc consentir à un
effort. En ce qui concerne les
autres créanciers, nous ne
disposons pas de critères objectifs
pour le calcul de la cotisation au
Fonds. Il n'y a pas encore d'accord
avec le secteur mais nous y
oeuvrons ardemment.
La loi du 22 décembre 2003
dispose que le Fonds doit aussi
informer et sensibiliser. Une part
de 25 % maximum des montants
dus par les prêteurs peut être
utilisée à cette fin. Le comité
d'accompagnement du Fonds juge
que les moyens actuels ne
07/02/2006
CRIV 51
COM 846
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
maatregelen inzake informatie en sensibilisering en kunnen we
eigenlijk ook meer doen op het vlak van preventie.
suffisent pas. Si nous parvenons à
accroître les ressources du Fonds,
davantage de moyens pourront
être consacrés à l'information et à
la prévention.
03.03 Patrick De Groote (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, de grote toename, enerzijds, van de aanvragen heeft te
maken met de toegenomen bekendheid van de procedure van
collectieve schuldenregeling.
Wat betreft de inhoud van de preventiecampagne, is het de bedoeling
om de consumenten te waarschuwen voor de gevaren die het kopen
op krediet inhoudt of is het ook de bedoeling om de rol en de functie
van de schuldbemiddelaars toe te lichten?
03.03 Patrick De Groote (N-VA):
Les consommateurs seront-ils
avertis, par le biais d'une
campagne, des risques liés aux
achats à crédit? Le rôle des
médiateurs de dettes sera-t-il
explicité?
03.04 Minister Freya Van den Bossche: Het is het Fonds zelf dat de
middelen beheert en op dat domein de beslissingen neemt.
Wat ik alvast belangrijk vind, is dat de consumenten ook worden
gewaarschuwd dat het kopen op krediet op termijn gevolgen heeft, die
op termijn vaak moeilijker vallen binnen het gezinsbudget dan initieel
werd ingeschat. Dat moet dus zeker een belangrijk aspect van de
campagne zijn. Het gaat om preventie.
Het is ook belangrijk dat de consumenten weten wat zij moeten doen,
eens zij in de problemen geraken. Het is echter minstens even
belangrijk hen te waarschuwen. Het kopen op krediet gebeurt immers
steeds makkelijker. Het wordt ook van alle kanten aangemoedigd. De
consumenten kunnen er in het algemeen betere informatie over
krijgen, al zal ik het aan het Fonds overlaten om rond het probleem
een concreet voorstel te formuleren.
03.04 Freya Van den Bossche,
ministre: Le Fonds gère lui-même
les moyens et prend donc
également les décisions. Il est en
tout état de cause important
d'attirer l'attention sur les
répercussions à long terme de
l'achat à
crédit. Les
consommateurs doivent
cependant aussi savoir ce qu'ils
doivent faire s'ils se retrouvent en
difficulté. Je laisse le soin au
Fonds de formuler des
propositions concrètes.
03.05 Patrick De Groote (N-VA): Ik had de vrees dat de consument
anders in een vicieuze cirkel zou terechtkomen. De
preventiecampagne gaat niet door. Nog meer consumenten komen in
de problemen, enzovoort.
03.05 Patrick De Groote (N-VA):
Faute d'informations suffisantes, le
consommateur risque d'être
entraîné dans un cercle vicieux.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Mevrouw de vice-eerste minister, wij danken u voor uw aanwezigheid.
04 Samengevoegde vragen van
- de heer Gerolf Annemans aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de mogelijke manipulatie door de voorzitter van de POD Federaal
Wetenschapsbeleid" (nr. 9569)
- de heer Servais Verherstraeten aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de selectie van de voorzitter van het directiecomité van de POD
Wetenschapsbeleid" (nr. 9660)
04 Questions jointes de
- M. Gerolf Annemans au ministre de l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "la manipulation à laquelle aurait pu se livrer le président du SPP Politique
scientifique fédérale" (n° 9569)
- M. Servais Verherstraeten au ministre de l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "la sélection du président du comité de direction du SPP Politique
scientifique" (n° 9660)
CRIV 51
COM 846
07/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
04.01 Gerolf Annemans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
het is misschien voor de commissie voor het Bedrijfsleven zo maar
het is zeker ook zo voor de federale dienst Overheidsbeleid dat het
daar een zottekeskot is denk ik. Als er in dit land één iemand is die
later een boek zou kunnen schrijven over l'Etat PS, dan lijkt het mij
wel de heer Verwilghen te zijn. De dienst Wetenschapsbeleid onder
leiding van de heer Mettens zal daarin dan een belangrijk hoofdstuk
zijn.
Ik wil daar niet in detail op ingaan, dat is hier al eens even gedaan
door mevrouw Galant. Over de gedragingen en het hof van de
zonnekoning, de heer Mettens, zal ik hier dus niets vragen. Ik ga
alleen vragen naar een deelaspect van het dossier.
Heeft die Mettens zijn eigen benoeming aan het hoofd van de POD
Wetenschapsbeleid gemanipuleerd om daar dan vervolgens de
belangen van Vloesberg en van zijn schoonbroer, de heer Demotte, te
behartigen? Van daar had hij immers de vrijheden en de
mogelijkheden om dat te doen. Mijn vraag aan de minister ik heb ze
hem ook reeds schriftelijk overgemaakt is of het waar is dat er een
brief bestaat - correspondentie tussen Selor en de heer Mettens die
toen nog op het kabinet zat van, god betere het, de heer Ylieff,
toegevoegd aan, nogmaals god betere het, Charles Picqué waarin
de heer Mettens zelf, minstens voor een deel geslaagd, een aantal
mensen suggereert, aanbeveelt en vanuit het kabinet opdringt om te
zetelen in de jury die nadien de heer Mettens zelf heeft benoemd aan
het hoofd van de dienst Wetenschapsbeleid? Als die brief bestaat,
klopt het dan dat die brief zou kunnen beschouwd worden als een
manipulatie van de eigen benoeming door de heer Mettens?
Er is een artikel verschenen in de Franstalige pers waarin de heer
Mettens op die vraag al meteen want het is een aaneenschakeling
van elkaar over en weer beschieten met grof geschut reageerde
door te zeggen dat dit heel normaal is, dat hij daar als kabinetschef
over moest adviseren en dat het er maar twee waren. Hij zei dat als
hij dit had willen manipuleren hij dat trouwens wel wat discreter had
gedaan. Dat is natuurlijk het toppunt van onbeschaamdheid in l'Etat
PS: wanneer men ontdekt wordt, gebruikt men als argument dat men
in feite beschaamd genoeg is om het niet te doen en haalt men aan
dat men het in dat geval in feite discreet zou doen. Men gebruikt dus
dat argument om de eigen manipulaties toe te dekken.
Mijn vraag aan de minister is dan ook of hij die correspondentie met
Selor beschouwt of kan beschouwen als een reden om te
veronderstellen dat de heer Mettens zijn eigen benoeming aan het
hoofd van die dienst heeft beïnvloed.
04.01 Gerolf Annemans (Vlaams
Belang): Dans le cadre de sa
fonction précédente de chef de
cabinet du commissaire du
gouvernement chargé de la
Politique scientifique, le président
du SPP Politique scientifique, M.
Mettens, aurait adressé un
courrier au Selor pour proposer la
candidature de certaines
personnes pour le jury de sélection
du SPP Politique scientifique. Les
membres de ce jury ont par la
suite désigné M. Mettens en
qualité de président.
Ce courrier existe-t-il? M. Mettens
a-t-il manipulé sa propre
nomination pour défendre ensuite
les intérêts de Flobecq et de son
beau-frère, le ministre Demotte?
04.02 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de minister, voor
een stuk is onze vraagstelling reeds vorige week beantwoord door de
minister bevoegd voor Ambtenarenzaken, de heer Dupont. Hij heeft
eigenlijk bevestigend geantwoord op datgene wat de heer Annemans
terecht vraagt. Eigenlijk stelde hij uitdrukkelijk dat dit op eigen initiatief
zou hebben plaatsgevonden.
Voor een deel zijn onze vragen in die zin dus reeds beantwoord maar
ik vraag toch nog zeer uitdrukkelijk en in detail naar de datum van de
briefwisseling en dies meer, de samenstelling van de jury en of de jury
is samengesteld conform de desiderata van de toenmalige
04.02 Servais Verherstraeten
(CD&V): Le ministre Dupont a déjà
répondu la semaine dernière que
M. Mettens avait agi de sa propre
initiative. Quelle est la date du
courrier? Est-il exact que le jury a
effectivement été composé en
fonction des souhaits du chef de
cabinet de l'époque? Qu'en est-il
de l'enquête sur le déroulement de
la procédure? Le ministre a en
07/02/2006
CRIV 51
COM 846
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
kabinetschef.
Ten tweede, ik wil van deze gelegenheid gebruikmaken om te vragen
of u een onderzoek hebt gevoerd naar het verloop van de procedure
terzake.
Ten derde, deze vraag stond niet bij mijn schriftelijke ingediende
vraag, maar naar aanleiding van het antwoord van de minister van
Ambtenarenzaken, wil ik van de gelegenheid misbruik maken.
U zei in een vroeger antwoord aan mijn adres, naar aanleiding van de
gebreken waarop u bent gebotst ten opzichte van de voorzitter van de
POD Wetenschapsbeleid, dat er een onderzoek lopende was, en dat
er tekortkomingen gebleken waren, om welke reden u geschorst hebt.
Daarop is een arrest van de Raad van State tussenbeide gekomen. U
hebt toen ook meegedeeld dat er bijkomend onderzoek zou
plaatsvinden, waarvoor u toen niet de volle medewerking kreeg dat
las ik tussen de regels door van de inspecteur van Financiën.
Ik zou graag even citeren. Over dat bijkomend onderzoek stelde u: "Ik
ben daarvoor volledig afhankelijk van de inspecteur van Financiën op
mijn departement. Ik heb wel de indruk, als ik zie hoe de man de zaak
opvolgt... Hij neemt er zijn tijd voor, maar hij werkt er toch ook in
tempo aan door. Ik hoop dat het niet te lang zal uitblijven."
Wat is de stand van zaken van dat bijkomend onderzoek naar
aanleiding van de mogelijke tekortkomingen?
effet déclaré précédemment avoir
eu le sentiment que l'inspecteur
des finances n'avait pas
totalement collaboré.
04.03 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer de voorzitter, collega
Annemans, collega Verherstraeten, mijn antwoord zal relatief kort zijn.
Ten eerste, de controle op de regelmatigheid van de selecties bij
SELOR, is een bevoegdheid die toekomt aan de minister van
Ambtenarenzaken. Dat werd ook al door u beiden aangestipt.
Wat betreft de gevolgen van de brief die de heer Mettens heeft
geschreven over de samenstelling van de jury, heb ik in het huidig
stadium van de zaak geen commentaar willen geven, gewoonweg
gelet op de lopende tuchtprocedure. U zult zich trouwens herinneren
dat de Raad van State mij naar aanleiding van een voorlopige
maatregel die ik genomen heb, verweten heeft dat er een schijn van
partijdigheid zou kunnen bestaan, en dat die eigenlijk op zich al
voldoende was om geen enkel initiatief in het dossier te nemen.
Ik kan wel verwijzen naar het antwoord van collega Dupont over die
kwestie, vorige week, op een verzoek tot vraagstelling van de heer
Wathelet. Ik heb dat ook gelezen, en dat is geen omfloerst antwoord,
voor wie goed kan lezen.
Mijnheer Verherstraeten, wat uw laatste vraag betreft, ondertussen
hebben wij het bijkomend onderzoek gekregen van de inspecteur van
Financiën. Ik heb het in zijn geheel bezorgd aan de overheid die zich
nu met dat dossier bezighoudt, vermits de Raad van State gezegd
heeft dat ik er op geen enkel ogenblik in kon interveniëren, gelet op
het feit dat er een schijn van partijdigheid kon bestaan.
Al die gegevens werden echter overgemaakt, inclusief het antwoord
van de heer Dupont.
04.03 Marc Verwilghen, ministre:
Le contrôle des sélections du
Selor relève des compétences du
ministre de la Fonction publique.
Étant donné la procédure
disciplinaire en cours à l'encontre
de M. Mettens, je préfère ne pas
faire de commentaire à ce stade
de l'enquête. À la suite de la
mesure provisoire, le Conseil
d'État m'a fait savoir qu'il «pourrait
y avoir» un soupçon de partialité.
Par conséquent, je ne peux pas
prendre d'initiatives dans ce
dossier et je ne peux que renvoyer
à la réponse du ministre Dupont.
L'inspecteur des finances a clôturé
son enquête complémentaire. Les
résultats ont été transmis à
l'autorité compétente
CRIV 51
COM 846
07/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
04.04 Gerolf Annemans (Vlaams Belang): Wij zullen de zaak,
samen met de minister van nabij opvolgen, zelfs als we dan bij de
duivel in de persoon van de heer Dupont te biechten zouden moeten
gaan.
Hoe dan ook zijn er toch al 2 lessen te trekken uit deze zaak. Ik kijk
met veel weemoed terug naar de Copernicusperiode, waarin werd
geprobeerd het ambtenarenapparaat te objectiveren. Ik denk met veel
weemoed terug aan het einde van die periode, destijds nog ingeleid
door mevrouw Arena, waarbij aan het begin van deze laatste paarse
regering onmiddellijk door de PS duidelijk werd gemaakt na haar
verkiezingsoverwinning of iets wat zij als een verkiezingsoverwinning
aanzag, dat het moest afgelopen zijn met die
Copernicushervormingen. Men moest terug naar het aloude, zo niet
nog veel ergere dan vroeger systeem van politieke benoemingen.
Een tweede bemerking. We zullen zien hoe het evolueert, maar als
het zou evolueren zoals dat tot hiertoe is gebeurd, dan zouden we tot
de conclusie moeten komen dat de heer Verwilghen binnen de
regering niet voldoende steun krijgt van de premier om dat varkentje
met de PS te wassen. Als het in andere zin afloopt, zal ik onmiddellijk
erkennen dat het anders is.
04.04 Gerolf Annemans (Vlaams
Belang): Avec le ministre, nous
continuerons à suivre cette affaire
de près. Je songe avec mélancolie
à la réforme Copernic, supprimée
par la ministre PS Arena en faveur
d'un système de nominations
politiques pire encore que le
précédent. L'évolution de ce
dossier nous dira si le ministre
Verwilghen recevra du premier
ministre un soutien suffisant pour
régler l'affaire avec le PS.
04.05 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de minister, u zegt
dat u het hebt doorgegeven aan de bevoegde overheid wat betreft het
tuchtonderzoek. Ik neem aan dat in het licht van het tussengekomen
arrest van de Raad van State u dit hebt doorgegeven aan een collega
in de Ministerraad. Mag ik weten welke collega op dit ogenblik belast
is met dit tuchtonderzoek?
04.05 Servais Verherstraeten
(CD&V): L' «autorité compétente»
dont parle le ministre est un autre
ministre. De qui s'agit-il?
04.06 Minister Marc Verwilghen: Het dossier werd overgemaakt aan
de premier.
04.06 Marc Verwilghen, ministre:
Du premier ministre.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
05 Question de M. Benoît Drèze au ministre de l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur et de
la Politique scientifique sur "la légalité de l'augmentation unilatérale de la contenance des verres de
Jupiler" (n° 9938)
05 Vraag van de heer Benoît Drèze aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de wettigheid van de eenzijdige beslissing om de inhoud van de
Jupilerglazen te vergroten" (nr. 9938)
05.01 Benoît Drèze (cdH): C'est une question a priori sympathique,
mais qui concerne un certain milieu. Ce 21 janvier, la presse,
francophone en tout cas, a relayé de manière assez importante le fait
suivant. La société InBev pratique une opération originale: en une
quinzaine de jours, trois millions de verres de Jupiler ont été
remplacés par des verres plus grands de 2 cl, et ce dans les cafés où
cette bière est vendue.
InBev fait valoir une amélioration des standards de qualité si les
cafetiers augmentent la taille du col de mousse - c'est l'explication
technique qu'ils avancent. Les cafetiers objectent que les clients
n'accepteront pas un col plus grand, car ils sont habitués à une
certaine taille et que, par conséquent, ces mêmes cafetiers perdront
05.01 Benoît Drèze (cdH): Inbev
voert aan dat een grotere
schuimkraag de kwaliteit van het
bier ten goede komt en besliste
daarom zo'n 3 miljoen bierglazen
te vervangen door glazen waarvan
de inhoud 2 centiliter groter is. De
caféhouders menen enerzijds dat
de klanten bezwaar zullen hebben
tegen een grotere schuimkraag en
anderzijds, dat ze zo'n 8 procent
van hun koopwaar zullen
verliezen. De productie van Inbev
07/02/2006
CRIV 51
COM 846
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
8% de leur marchandise - autrement dit, seize bières par fût, donc: six
euros par fût.
En toute hypothèse, la production d'InBev ne pourrait qu'augmenter,
chose inespérée dans un marché en régression comme c'est le cas
dans notre pays.
Monsieur le ministre, une telle décision manifestement unilatérale
dans le chef d'InBev est-elle légale? Les cafetiers pourraient-ils
reporter le surcoût sur la clientèle? En ce cas, y aurait-il infraction à la
réglementation en matière de protection du consommateur? Je vous
remercie de votre réponse.
zou hoe dan ook de hoogte
ingaan.
Is zo'n eenzijdige beslissing
wettelijk? Zouden de caféhouders
de kostprijs op de cliënteel kunnen
verhalen? Zo ja, betekent zulks
geen inbreuk op de regelgeving
betreffende de bescherming van
de consument?
05.02 Marc Verwilghen, ministre: Monsieur Drèze, je ne peux
répondre que partiellement à vos questions, c'est-à-dire pour ce qui
concerne mes compétences. Le lancement de verres de 2 cl plus
grands n'est pas à considérer comme une infraction à la
réglementation en matière de prix, qui sont libéralisés, ni à la loi sur la
protection de la concurrence économique, qui vise les concentrations
d'entreprises, les ententes et les abus de position dominante dans le
marché.
En ce qui concerne une éventuelle infraction à la réglementation sur
la protection du consommateur, je vous conseille de vous adresser à
ma collègue, Freya Van den Bossche, qui est compétente en la
matière.
Donc, pour le premier volet, ma réponse est négative. Pour le second,
il faut vous adresser à Mme Van den Bossche.
05.02 Minister Marc Verwilghen:
Wat het eerste deel van uw vraag
betreft: het overstappen op glazen
met een 2 centiliter grotere inhoud
vormt geen inbreuk op de
prijzenreglementering, aangezien
de prijzen vrij zijn. Zo'n maatregel
schendt evenmin de wet tot
bescherming van de economische
mededinging.
Voor het tweede deel van uw
vraag, over de bescherming van
de consument, verwijs ik u voor
meer informatie naar mevrouw
Freya Van den Bossche, die
hiervoor bevoegd is.
05.0105.03 Benoît Drèze (cdH): Monsieur le président, si j'avais su,
j'aurais gagné du temps en déposant tout à l'heure une question
destinée à Mme Van den Bossche. Je reviendrai sur ce point pour ce
qui concerne le volet de la protection du consommateur.
Sur le premier volet, imaginons qu'InBev décide de passer
unilatéralement à 35 ou 40 cl, cela ne vous pose pas de problème?
05.010 Benoît Drèze (cdH): Ik zal
de bevoegde minister daarover
ondervragen.
Nog een bijkomende,
hypothetische, vraag bij het eerste
deel van mijn vraag: zou Inbev
eenzijdig kunnen beslissen de
inhoud van de glazen met 35
centiliter te verhogen?
05.04 Marc Verwilghen, ministre: C'est initialement de 2 cl qu'il
s'agit. (...) Comme consommateur, je dirais que je préfère un verre de
35 cl à celui de 25, voire 27 cl.
Cette quantité supplémentaire, qui représente un peu moins de 10%
du verre, n'est pas considérée comme une infraction ni à la loi sur la
protection de la concurrence économique, ni à celle sur le prix. En
matière de prix, je dirai sans équivoque que le prix est libéralisé. Dans
ces conditions, le prix libre est celui fixé par le marché.
Si à un certain moment, une brasserie voulait mettre de telles
quantités sur le marché, elle aurait probablement des problèmes à
justifier sa décision d'un point de vue économique, mais dans un
monde libéralisé, elle pourrait apparemment le faire, sauf s'il s'avérait
qu'elle essuye une perte sèche inexplicable.
05.04 Minister Marc Verwilghen:
In dit geval wordt de inhoud met
minder dan 10 procent verhoogd.
In een markteconomie is het de
markt die de vrije prijzen bepaalt.
CRIV 51
COM 846
07/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
05.05 Benoît Drèze (cdH): Si une brasserie met sur le marché une
bière d'une contenance supérieure en maintenant le prix inchangé, sa
responsabilité seule est engagée! Cela ne gêne en effet personne!
Mais dans le cas qui nous préoccupe, le contrat établi entre la
brasserie et les cafetiers fixe un prix par fût en fonction d'un nombre
attendu de verres par fût. Par conséquent, le cafetier a calculé le prix
du verre par rapport à sa clientèle. Unilatéralement, la brasserie
augmente la taille des verres et oblige le cafetier à acheter davantage
pour une recette identique. C'est le cafetier qui fait donc les frais
d'une décision unilatérale de la brasserie. Vous me dites que la
brasserie dispose d'une marge légale de 8%. Jusqu'où la brasserie
peut-elle jouer à ce petit jeu? 10%? 15%?
05.05 Benoît Drèze (cdH): Deze
eenzijdige beslissing maakt echter
deel uit van een akkoord tussen
de brouwerij en de caféhouders.
Door het grotere volume van de
bierglazen zullen de cafébazen
genoodzaakt zijn het aantal te
verbruiken vaten te verhogen
zodat zij uiteindelijk voor de kosten
zullen opdraaien. . Tot waar kan
de brouwerij gaan?
05.06 Marc Verwilghen, ministre: Je ne me prononcerai pas sur un
pourcentage. Je me limiterai à vous conseiller de regarder un
programme qui a été diffusé à la VRT et dans lequel deux cafetiers
qui ont été confrontés au problème expliquent comment ils y ont
apporté une solution. Je dois avouer que l'inventivité est extrêmement
grande dans le secteur! A la fin, j'ai même dû constater, d'après ce
qui était démontré, que le verre de 27 cl contenait moins de bière que
celui de 25cl!
05.06 Minister Marc Verwilghen:
Ik zal me niet uitspreken over een
percentage. Ik nodig u uit een
documentaire te bekijken die
onlangs werd uitgezonden door de
VRT en waarin twee cafébazen
hun oplossingen uit de doeken
doen. Volgens hen zal het glas
van 27 centiliter uiteindelijk minder
bier en meer schuim bevatten dan
het glas van 25 centiliter.
05.07 Benoît Drèze (cdH): Oui, lorsqu'on fait un grand col de
mousse! Mais dans ce cas, le client n'est pas content et demande un
petit col!
05.08 Marc Verwilghen, ministre: Ce programme vaut la peine
d'être regardé, car les consommateurs ont réagi sans tarder!
05.09 Benoît Drèze (cdH): Oui, j'imagine qu'ils doivent être contents!
05.09 Benoît Drèze (cdH): Ik
denk dat de klanten tevreden
zullen zijn!
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
06 Question de Mme Muriel Gerkens au ministre de l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "le projet de dépôt de déchets nucléaires" (n° 10017)
06 Vraag van mevrouw Muriel Gerkens aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel
en Wetenschapsbeleid over "het plan voor de berging van nucleair afval" (nr. 10017)
06.01 Muriel Gerkens (ECOLO): Monsieur le président, monsieur le
ministre, ma question concerne le projet de dépôt de déchets
nucléaires de l'ONDRAF, dont le site internet livre une série
d'informations sur ce dossier.
Il reste néanmoins des questions importantes, à première vue
techniques, mais en soi bien politiques. Il n'est pas toujours clair de
connaître la nature exacte des déchets et la base légale de la
définition des différentes catégories de déchets.
Pouvez-vous me répondre aux questions suivantes?
- Dans quelle mesure la récupération de déchets mis dans le dépôt
est-elle possible une fois que le dépôt sera "fermé"? En cas de
06.01 Muriel Gerkens (ECOLO):
Hoewel NIRAS wel wat informatie
over het kernafvaldossier de
wereld instuurt, blijven een aantal
grote vragen onbeantwoord, meer
bepaald met betrekking tot de aard
en de omschrijving van dat afval.
Als de bergplaats eenmaal
afgesloten is, zal het afval er dan
nog uitgehaald kunnen worden,
bijvoorbeeld in geval van
lekkages?
07/02/2006
CRIV 51
COM 846
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
problèmes, de fuites notamment.
- Comment les déchets faiblement et moyennement radioactifs sont-
ils définis d'un point de vue légal? Quels en sont les critères et les
propriétés? Quelles sont les concentrations maximales par isotope
dans les déchets? Quelle est l'activité totale par isotope, cela à
l'entrée et à la "libération" du dépôt? Quelle est la base juridique pour
ces critères? Existe-t-il des normes européennes ou une législation
belge en la matière? Personnellement, je n'ai rien trouvé.
- Existe-t-il des études scientifiques concernant la radioactivité initiale
des déchets mis en dépôt selon le projet et son évolution au cours
des trois cents premières années? Où sont-elles disponibles?
- Où en est l'ONDRAF avec le volet des compensations
économiques?
Mon collègue Nollet vous avait déjà interrogé sur certains aspects,
mais vous n'aviez pas donné de réponse nette puisque vous aviez
répondu que l'ONDRAF en déciderait et donnerait des éléments quant
à la définition des déchets. Je voulais donc savoir si l'on pouvait à
présent en disposer.
Welke wettelijke criteria hanteert
men voor de omschrijving van
laag- en middelradioactief afval?
Hoe groot zijn de maximale
concentraties van elke isotoop in
het afval? Wat is de totale activiteit
per isotoop, zowel in het begin als
bij het "vrijgeven" van de
bergplaats? Op welke juridische
grondslag stoelen die criteria?
Bestaan er Belgische of Europese
normen op dat gebied?
Werd er wetenschappelijk
onderzoek gevoerd naar de
oorspronkelijke radioactiviteit van
het afval dat geborgen wordt en
naar de evolutie van die
radioactiviteit over de eerste 300
jaar? Zo ja, waar kunnen die
studies ingekeken worden?
Hoe ver is NIRAS inmiddels
gevorderd met de economische
compensaties?
In verband met de omschrijving
van het afval deelde u de heer
Nollet mee dat u daar geen
antwoord op had en dat NIRAS
hierover uitsluitsel zou geven.
Beschikt u nu over die informatie?
06.02 Marc Verwilghen, ministre: Monsieur le président, madame
Gerkens, il convient de faire la distinction entre le dépôt final en
surface et le dépôt final en formations géologiques profondes.
Après fermeture du dépôt final en surface, les déchets enfouis
peuvent être retirés de façon relativement simple. A cette fin, des
mesures ont été prises lors de la conception de l'installation, telles
que des points d'ancrage pour le déplacement des monolithes
contenant les déchets conditionnés et une épaisseur limitée de la
dalle de fermeture permettant d'enlever celle-ci rapidement avec des
techniques existantes. L'intégrité des monolithes (plusieurs dizaines
voire centaines d'années) permet de les sortir si nécessaire de
l'installation de dépôt.
La fermeture de l'installation de dépôt d'un dépôt final profond
implique l'obturation des puits et des galeries d'accès. La récupération
des monolithes, lesquels conserveront leur intégrité pendant une
longue période, comme dans le cas du dépôt final en surface, requiert
dès lors la réouverture de ces puits et galeries d'accès ou la
construction de nouveaux puits ou galeries d'accès. Ceci est possible
mais requiert des efforts plus importants que dans le cas du dépôt
final en surface.
Au niveau international, ces déchets sont définis dans les
recommandations de l'Agence internationale de l'énergie atomique de
06.02 Minister Marc Verwilghen:
Na de sluiting van de
bergingsinfrastructuur aan de
oppervlakte kan het afval
makkelijk worden verwijderd.
Dankzij hun integriteit kunnen de
monolieten indien nodig uit de
bergingsinstallatie worden
weggehaald.
Bij de sluiting van een diepe
bergingsinstallatie worden de
putten en de toegangswegen
volgestort. Als men de monolieten
wil recupereren, moet men die
putten en gangen dus opnieuw
vrijmaken of er nieuwe aanleggen.
Dat is doenbaar maar het vergt
meer werk dan bij
oppervlakteberging.
Op internationaal niveau werd
door het Internationaal
Agentschap voor Atoomenergie en
de Europese Commissie bepaald
CRIV 51
COM 846
07/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
1994 et de la Commission européenne du 15 septembre 1999. Les
déchets faiblement et moyennement actifs et de courte durée de vie
étant généralement définis comme déchets susceptibles d'être
enfouis en surface, seule la limite générique d'activité de longue
durée est fixée dans ces définitions internationales. Les limites
spécifiques par isotope dépendent de l'installation et du site de dépôt
final en surface considéré et doivent dès lors être fixées au cas par
cas dans le cadre d'une évaluation de sûreté.
Pour une installation générique de dépôt final en surface en Belgique,
l'ONDRAF a défini, dans sa publication d'avril 1994, les limites de
concentration et d'activité par isotope en tenant compte de la limite de
dose utilisée comme norme pour la protection de la population après
la fermeture d'un tel dépôt, conformément aux recommandations
internationales dans le domaine, à la directive européenne
96/29/Euratom et au Règlement général de la protection contre les
radiations ionisantes.
L'inventaire radiologique des déchets faiblement et moyennement
actifs et de courte durée de vie est établi par l'ONDRAF et revu à
intervalles réguliers sur la base de l'ensemble des informations
fournies et disponibles. Les rapports finaux, établis par les
partenariats de Dessel et Mol conjointement avec l'ONDRAF et
présentés par ceux-ci, comportent les valeurs de l'inventaire
radiologique que l'ONDRAF a établi en 1999.
Dans un courrier du 25 novembre, j'ai chargé l'ONDRAF de vérifier la
demande relative à la concrétisation du volet sociétal du projet intégré
de dépôt final proposé par les partenariats locaux, ainsi que les
mécanismes de financement envisagés à cette fin.
Les discussions exploratoires entre l'ONDRAF et les acteurs
principaux ont été entamées. L'ONDRAF intégrera les résultats de
ces premiers contacts dans le rapport de clôture qu'il me remettra à
l'issue de la remise par les partenaires locaux des dossiers d'avant-
projet.
om welk soort afval het gaat. Die
reglementeringen leggen echter
uitsluitend een generieke
beperking vast inzake langlevend
afval. De specifieke limieten per
isotoop moeten worden bepaald in
het kader van een specifieke
veiligheidsbeoordeling van de
bergingsinstallatie.
Voor een generieke
bergingsinstallatie aan de
oppervlakte in België heeft de
NIRAS de maximale concentratie
en activiteit per isotoop
vastgelegd, in overeenstemming
met de internationale
aanbevelingen ter zake, de
Europese richtlijn 96/29/Euratom
en het Algemeen Reglement op de
bescherming tegen ioniserende
stralingen.
De radiologische inventaris van
laag- en middelactief en van
kortlevend afval wordt opgesteld
en regelmatig bijgewerkt door de
NIRAS. In de eindverslagen zijn de
waarden van de radiologische
inventaris opgenomen die de
NIRAS in 1999 heeft vastgelegd.
Op 25 november jongstleden
vroeg ik de NIRAS het verzoek te
bestuderen over de concretisering
en financiering van het
maatschappelijk luik van het
geïntegreerd ontwerp van
definitieve berging dat werd
voorgelegd door de lokale
partners. De NIRAS zal mij een
eindverslag bezorgen met de
resultaten van de besprekingen
die zijn opgestart met de in deze
dossiers betrokken lokale
partners.
06.03 Muriel Gerkens (ECOLO): Un délai est-il fixé pour le rapport
de clôture? Discutez-vous de compensations économiques avec
Electrabel? Cette société devrait, me semble-t-il, intervenir également
dans le financement de ce volet.
06.03 Muriel Gerkens (ECOLO):
Is er een termijn voor het
eindverslag? Spreekt u over
economische compensaties met
Electrabel?
06.04 Marc Verwilghen, ministre: En ce qui concerne d'abord les
délais, vous savez qu'il faut suivre une certaine procédure dont le
reste dépend. Il est donc assez difficile de prévoir la date de dépôt du
rapport.
06.04 Minister Marc Verwilghen:
Wij leven de procedure na en we
kunnen bijgevolg niet zeggen
wanneer het verslag zal worden
ingediend.
07/02/2006
CRIV 51
COM 846
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
Pour la question du passif de Suez-Electrabel, cela fait partie plus
particulièrement de l'opération "Pax electrica". Des initiatives sont
donc prévues à cet égard.
Het passief van Suez-Electrabel
wordt geïntegreerd in de operatie
"Pax electrica" en er zijn dus
initiatieven in het vooruitzicht
gesteld.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
07 Questions jointes de
- Mme Muriel Gerkens au ministre de l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "la nomination des directeurs de la CREG" (n° 10016)
- M. Melchior Wathelet au ministre de l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "le renouvellement du comité de direction de la Commission de Régulation
de l'Electricité et du Gaz" (n° 10153)
07 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Muriel Gerkens aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de benoeming van de directeurs van de CREG" (nr. 10016)
- de heer Melchior Wathelet aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de vernieuwing van het directiecomité van de Commissie voor de
Regulering van de Elektriciteit en het Gas" (nr. 10153)
07.01 Muriel Gerkens (ECOLO): Monsieur le ministre, en exécution
des lois relatives à l'ouverture des marchés de l'électricité et du gaz
début 2000, le gouvernement avait nommé les six membres du
comité de direction et la présidence de la CREG. Deux de ces
mandats venant à échéance en 2003, ils ont été prolongés sans
procédure formelle, ce qui revient à une évaluation positive de ces
deux mandats. Les quatre autres arrivent à échéance le 9 juin 2006. Il
semblerait que le gouvernement veuille changer la législation afin de
modifier les compétences de ces six directeurs et de la présidence.
L'intention serait de créer également un nouveau mandat de
"directeur général". D'après des articles parus dans le journal "De
Tijd", M. Ivan Pittevils, chef de cabinet adjoint de M. Verhofstadt,
serait nommé super-directeur ou septième directeur de la CREG.
Samedi, un nouvel article avançait que M. Pittevils serait d'abord
nommé chef de votre cabinet et ensuite directeur de la CREG.
Je n'ai pas du tout l'intention de remettre en cause les compétences
remarquables de M. Pittevils, y compris dans le domaine énergétique.
Néanmoins, j'aurais voulu vous poser les questions suivantes. Où en
est-on exactement dans la procédure de nomination de ces quatre
directeurs? Une procédure d'évaluation a-t-elle été lancée? Le
gouvernement a-t-il approuvé un avant-projet de loi qui modifierait les
compétences des directeurs et qui permettrait la nomination d'un
septième puisque cela nécessiterait une modification de la loi et
quel en serait alors le contenu? Quel serait le rôle du nouveau
directeur et quelle procédure de désignation serait suivie?
07.01 Muriel Gerkens (ECOLO):
De vorige regering heeft 6 leden
van het directiecomité en het
voorzitterschap van de CREG
benoemd. Twee van die mandaten
werden verlengd en de vier
overige zijn verstreken. De
regering zou de bevoegdheden
van de directeurs willen wijzigen
en een ambt van directeur-
generaal willen instellen. Volgens
de pers zou de heer Pittevils,
adjunct-kabinetschef van de heer
Verhofstadt, op die post worden
benoemd.
Hoe zit het met de procedure voor
de benoeming van die 4 directeurs
van de CREG? Werd een
evaluatieprocedure opgestart?
Werd een voorontwerp van wet tot
wijziging van hun bevoegdheden
goedgekeurd? Welke rol zal voor
de directeur-generaal zijn
weggelegd en volgens welke
procedure zal hij worden
benoemd?
07.02 Melchior Wathelet (cdH): Monsieur le ministre, j'avais posé
une question le 13 décembre sur ce sujet et voyant que Mme
Gerkens en reposait une, je me suis permis de m'y joindre.
Le renouvellement du comité de direction de la CREG dont quatre
membres devaient voir leur mandat arriver à échéance fin 2005 doit
effectivement intervenir. Quand je vous demandais si vous aviez
07.02 Melchior Wathelet (cdH):
Op mijn vorige vraag over de
hernieuwing van de mandaten van
vier leden van het directiecomité
van de CREG antwoordde u mij
dat dienaangaande een juridische
analyse werd verricht en dat er op
CRIV 51
COM 846
07/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
entamé les démarches en vue de la désignation ou de la reconduction
de cette partie du comité de direction, vous me répondiez que le
renouvellement éventuel des mandats actuels du président et des
membres du comité de direction de la CREG faisait l'objet d'une
analyse juridique orientée plus particulièrement sur les obligations
contractuelles entre le président et les directeurs de la CREG.
Vous annonciez également que, sur la base de cette analyse, lors du
Conseil des ministres du 23 décembre 2005, vous feriez les
propositions qui s'imposent en vue d'une prise de décision à court
terme par rapport aux mandats soit à renouveler soit à désigner.
S'il a bien été question de la CREG lors de ce Conseil des ministres, il
ne semble cependant pas y avoir eu de décision concernant la
composition du comité de direction. En conséquence, monsieur le
ministre, je souhaiterais obtenir des réponses aux questions
suivantes.
Quels sont les conclusions de l'analyse juridique annoncée?
Pouvons-nous avoir connaissance de cette analyse?
Pourquoi n'y a-t-il pas eu de décision lors du Conseil des ministres du
23 décembre dernier?
Quelles sont les démarches entreprises à ce jour en vue de la
désignation ou de la reconduction du comité de direction de la
CREG?
Quelle est la procédure de renouvellement du comité de direction? Un
appel à candidature a-t-il été ou sera-t-il lancé prochainement? Le
Selor sera-t-il chargé d'examiner les candidatures?
Quelle est la validité du mandat des administrateurs toujours en
fonction?
Enfin, je me permets d'ajouter une question: la presse a annoncé que
le nombre de membres de comité de direction passerait de 6 à 7. Y
aura-t-il un directeur supplémentaire? Certains noms ont même
circulé.
Plus spécifiquement d'un point de vue juridique, sur la question de la
possibilité d'ajouter une personne supplémentaire, la décision a été
postposée ce 23 décembre dernier. Est-ce vraiment cette personne
supplémentaire qui arriverait à la CREG qui a justifié le retard dans
les nominations et la procédure de sélection au sein du comité de
direction de la CREG?
de ministerraad van 23 december
2005 ter zake beslissingen zouden
worden genomen. Tijdens die
ministerraad is er wel over de
CREG gesproken, maar niet over
de samenstelling van het
directiecomité.
Tot welk besluit komt men in de
aangekondigde juridische
analyse? Kan men ons die
meedelen? Waarom heeft de
ministerraad van 23 december
2005 ter zake niets beslist? Welke
demarches werden tot dusver
gedaan? Hoe zit het met de
procedure voor de hernieuwing
van het directiecomité en is Selor
belast met het onderzoek van de
kandidaturen? Is het mandaat van
de huidige bestuurders nog
geldig? Klopt het dat de regering
het aantal leden van het
directiecomité van 6 naar 7 wil
optrekken?
07.03 Marc Verwilghen, ministre: Monsieur le président, madame
Gerkens, monsieur Wathelet, j'ai constaté, à la suite de l'analyse
juridique que j'avais signalée au mois de décembre, qu'à l'heure
actuelle - ce qui peut paraître très étrange -, les membres du comité
de direction de la CREG ne disposent pas d'un statut administratif; il
n'a tout simplement pas été prévu.
Avant d'entamer la procédure de nomination, il est donc nécessaire
de compléter le cadre de référence juridique, notamment en ce qui
concerne les conditions de nomination et la déclaration de vacance
de la fonction.
07.03 Minister Marc Verwilghen:
De leden van het directiecomité
van de CREG hebben momenteel
geen administratief statuut. Dat
moet eerst geregeld worden, voor
we mensen gaan benoemen. Ik
zal de regering tegen het einde
van de maand een wetsontwerp
voorleggen.
De regering wenst dat de zevende
07/02/2006
CRIV 51
COM 846
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
Dans le cadre de son pouvoir discrétionnaire, l'autorité ayant
compétence de nomination devra au moins se laisser guider par les
principes généraux du droit et par les principes d'une bonne
administration. Au-delà de cela, il est indispensable que la base légale
requise pour le statut juridique soit créée.
Mes services s'attellent actuellement à l'élaboration d'un projet de loi
en la matière, que je soumettrai prochainement au gouvernement,
probablement dès la fin de ce mois.
Tant que ceci n'aura pas été fait, il est très difficile de savoir
exactement ce qui sera prévu.
bestuurder belast wordt met de
coördinatie.
Het gaat mijns inziens niet op om
iemand te benoemen zonder
wettelijke grondslag en zonder
enige kandidatuur ontvangen te
hebben, ook niet van de heer
Pittevils.
Au départ, il y avait six fonctions et six personnes désignées.
Aujourd'hui, il y a sept fonctions et six personnes désignées. Le
gouvernement a demandé que soit nommée au poste supplémentaire
une personne qui puisse assurer la coordination générale, ce qui n'est
pas le cas pour l'instant.
J'en arrive à la dernière question de Mme Gerkens concernant le
journal "De Tijd". Celui-ci a peut-être le don de prévoir! Toutefois, il ne
me semble pas à l'ordre du jour de procéder à une nomination sans
base légale et sans avoir reçu de candidature de qui que ce soit, et
notamment pas de M. Pittevils. Je peux même être assez formel sur
ce point. Mais ce n'est pas la seule bêtise que je lis dans les journaux!
07.04 Muriel Gerkens (ECOLO): Monsieur le ministre, je suis
heureuse d'apprendre que, selon vous, l'important est de d'abord
installer une base légale qui puisse effectivement permettre des
nominations basées sur des éléments objectifs et de bonne
administration.
Par ailleurs, si j'ai bien compris, l'intention est de prévoir un poste
supplémentaire de coordination. Il est vrai que les dernières
expériences que l'on a connues au sein de l'Agence fédérale de
contrôle nucléaire et de la Sûreté de l'Etat démontrent que la mission
de coordination est importante. On a diminué les compétences de la
CREG. Je ne sais donc pas comment les choses pourront être
justifiées et organisées. Toujours est-il que vous prévoyez notamment
d'instaurer une base légale pour l'ensemble du personnel et de
nommer un coordinateur supplémentaire.
07.04 Muriel Gerkens (ECOLO):
Het getuigt inderdaad van
deugdelijk bestuur om te voorzien
in een wettelijke grondslag die
benoemingen op een objectieve
basis mogelijk maakt. Ik neem
nota van uw intentie om een
coördinatiefunctie in het leven te
roepen; de ervaringen met het
Federaal Agentschap voor
Nucleaire Controle en de
Staatsveiligheid hebben de
noodzaak ervan aangetoond. Ik
neem ook nota van uw streven om
een wettelijke grondslag in te
stellen teneinde tot de
verschillende benoemingen te
kunnen overgaan.
07.05 Melchior Wathelet (cdH): Monsieur le ministre, je suppose
que les six personnes du comité de direction de la CREG ont appris
aujourd'hui qu'elles n'avaient pas de statut administratif. Il est dès lors
difficile de savoir comment elles ont été nommées et selon quelle
procédure. Elles doivent évidemment s'interroger quant à l'avenir.
Toutefois, j'ai entendu avec satisfaction que la procédure était en
cours et qu'il y avait une volonté d'améliorer cette dernière. C'était
d'ailleurs indispensable et préférable pour tous.
Enfin, comme l'a dit Mme Gerkens, il est assez amusant de constater
que moins l'on donne de compétences à la CREG, plus il faut
coordonner son travail. C'est assez paradoxal, mais c'est ainsi! C'est
07.05 Melchior Wathelet (cdH):
Ik veronderstel dat de zes leden
van het directiecomité van de
CREG vernomen hebben dat ze
geen administratief statuut
hebben. Zij moeten zich afvragen
hoe hun toekomst eruit ziet. Ik stel
met tevredenheid vast dat de
procedures aan de gang zijn. Hoe
minder bevoegdheden de regering
aan de CREG toekent, hoe meer
zij haar werkzaamheden wil
CRIV 51
COM 846
07/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
la raison pour laquelle un septième poste a été prévu pour assurer la
coordination.
Je suppose que cela signifie qu'il y a une demande au sein de la
CREG et que le travail n'est pas suffisamment coordonné pour
qu'aujourd'hui, vous nous fassiez part de cette nécessité de créer un
poste supplémentaire en vue de coordonner le travail entre les
différents membres de ce comité de direction qui, selon vous, ne
fonctionne pas d'une manière optimale.
coördineren.
Ik ga ervan uit dat de CREG
vragende partij was.
07.06 Marc Verwilghen, ministre: Monsieur Wathelet, je voudrais
encore ajouter que j'ai reçu les membres de ce comité, à l'exception
de la présidente qui était malade à ce moment-là. La situation au
niveau juridique leur est connue. Ils ont d'ailleurs eux-mêmes
demandé un avis juridique qui aboutit à la même conclusion. Ce n'est
pas extrêmement étrange.
La seule chose que le gouvernement a voulu régler est le fait qu'il y a
six directions et que six missions doivent être réalisées. Or, on
constate que la coordination, qui est absolument nécessaire, peut
certainement être améliorée.
Pour le reste, nous nous sommes focalisés sur la directive
européenne. En ce qui concerne la mission du régulateur, discussion
que nous avons eue souvent en commission, vous connaissez le
point de vue du gouvernement, qui est également le mien: pour les
tâches de politique générale, nous estimons que c'est l'administration
qui doit faire le travail préparatoire et non la CREG. Vous et moi en
avons déjà discuté mais nous avons des opinions divergentes sur ce
sujet.
07.06 Minister Marc Verwilghen:
Ik heb de leden van het
directiecomité ontvangen, met
uitzondering van de voorzitter, die
ziek was. De juridische toestand
was hun bekend. Een juridisch
advies, waarom ze zelf hadden
verzocht, leidde tot hetzelfde
besluit.
De regering was voorstander van
zes directies om de zes
opdrachten van de CREG naar
behoren te vervullen. Ze wenste
tevens dat de noodzakelijke
coördinatie zou worden verbeterd.
Wat de opdracht van de regulator
betreft, meent de regering dat het
de administratie is die het
voorbereidend werk moet doen, en
niet de CREG. Ik weet dat we er in
dat verband verschillende
standpunten op na houden.
Ik ga ervan uit dat de CREG
vragende partij was.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
08 Question de Mme Muriel Gerkens au ministre de l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "le Fonds à long terme de l'ONDRAF" (n° 10018)
08 Vraag van mevrouw Muriel Gerkens aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel
en Wetenschapsbeleid over "het Langetermijnfonds van de NIRAS" (nr. 10018)
08.01 Muriel Gerkens (ECOLO): Monsieur le président, monsieur le
ministre, le Fonds à long terme (FLT) géré par l'ONDRAF jouera un
rôle clé dans le financement de la gestion à long terme des déchets
nucléaires. Ce FLT n'est pas financé par une redevance à payer par
les producteurs des déchets nucléaires, ce qui serait la logique
politique, économique et budgétaire. Son financement est réglé dans
des contrats entre le fonds et les producteurs de déchets nucléaires.
Ces contrats doivent à chaque fois être négociés. Les premiers
contrats portaient sur la période 1996-2005. Des questions se posent
donc concernant le prolongement de ces contrats.
L'ONDRAF considère l'Etat belge, qui gère les passifs BP1 et BP2,
08.01 Muriel Gerkens (ECOLO):
Het Langetermijnfonds dat door de
NIRAS wordt beheerd, speelt een
sleutelrol in de financiering op
lange termijn van het nucleair
afval. Het wordt niet gefinancierd
via een heffing ten laste van de
producenten van nucleair afval,
maar via tussen het fonds en de
producenten van nucleair afval
onderhandelde overeenkomsten.
De eerste overeenkomsten
07/02/2006
CRIV 51
COM 846
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
comme producteur nucléaire et demande donc à l'Etat belge
également une contribution au FLT. L'ONDRAF insiste, depuis des
années, pour que l'Etat belge signe aussi un contrat avec lui. Cette
procédure implique le financement du FLT par l'Etat belge, même si
l'Etat répercute évidemment ces coûts dans la cotisation générale sur
le tarif de transport d'électricité.
Monsieur le ministre, voici mes questions.
- Quand l'Etat belge a-t-il signé un contrat avec l'ONDRAF sur le
financement du FLT pour la période 1996-2005?
- A quel montant financé par une partie de la cotisation générale
l'ONDRAF a-t-il droit, à la suite de la signature de ce contrat avec
l'Etat belge? Ce montant a-t-il déjà été payé? Si oui, à combien
s'élève-t-il?
- Où en êtes-vous avec les contrats pour la période après 2005?
Quels contrats ont-ils déjà été signés? Quand? Les membres du
conseil d'administration de l'ONDRAF ont-ils vu ces contrats? De
même, le commissaire du gouvernement a-t-il eu l'occasion de voir
ces contrats? A quel montant l'ONDRAF a-t-il droit à la suite du
contrat entre l'ONDRAF et l'Etat belge pour la période après 2005
(contrats signés ou éventuellement encore à signer)? Quel montant
recevra l'ONDRAF au total, une fois que tous ces contrats FLT seront
signés? Ces nouveaux contrats induisent-ils une augmentation ou
une diminution des tarifs? Comment pouvez-vous argumenter une
augmentation ou une diminution? Le parlement peut-il avoir accès au
contrat négocié, signé et conclu entre l'ONDRAF et l'Etat belge?
- Dans quelle mesure ces contrats contiennent-ils des budgets de
compensation pour les communes qui sont candidates à recevoir sur
leur territoire le site des déchets nucléaires de catégorie A, comme
vous l'avez annoncé en mai 2005? De quels montants s'agit-il?
hadden betrekking op de periode
1996-2005.
De NIRAS beschouwt de
Belgische Staat, die de passiva
BP1 en BP2 beheert, als
producent van kernafval en vraagt
hem een bijdragen aan het fonds
te betalen. Jarenlang drong ze
erop aan dat de Belgische Staat
eveneens een overeenkomst zou
ondertekenen.
Wanneer heeft de Belgische Staat
met de NIRAS een overeenkomst
gesloten over de financiering van
het Langetermijnfonds voor de
periode 1996-2005?
Op welk bedrag, aangerekend op
de algemene bijdrage, heeft de
NIRAS recht na de ondertekening
van die overeenkomst met de
Belgische Staat? Werd dat bedrag
al betaald? Zo ja, hoeveel
bedraagt het?
Hoe staat het met de
overeenkomsten voor de periode
na 2005? Welke overeenkomsten
werden al getekend? Wanneer?
Hebben de leden van de raad van
bestuur van de NIRAS die
overeenkomsten gezien? Kreeg
de regeringscommissaris de kans
ze te raadplegen? Op welk bedrag
heeft de NIRAS recht als gevolg
van de overeenkomst tussen de
NIRAS en de Belgische Staat voor
de periode na 2005? Welk bedrag
krijgt de NIRAS in totaal? Leiden
die nieuwe overeenkomsten tot
een stijging of tot een daling van
de tarieven? Welke argumenten
pleiten voor een stijging of een
daling? Kan het Parlement de
overeenkomst tussen de NIRAS
en de Belgische Staat inzien?
Worden in die overeenkomsten
middelen uitgetrokken om de
gemeenten die bereid zijn op hun
grondgebied sites voor nucleair
afval van categorie A te
aanvaarden, te vergoeden? Over
welke bedragen gaat het?
08.02 Marc Verwilghen, ministre: Monsieur le président, madame 08.02 Minister Marc Verwilghen:
CRIV 51
COM 846
07/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21
Gerkens, je rappelle le principe mentionné dans la loi: l'ensemble des
coûts liés aux activités de l'organisme, en ce compris les coûts à long
terme seront mis à charge des sociétés, organismes, institutions ou
personnes au bénéfice desquels l'organisme effectuera ces
prestations. Ces coûts évalués au prix de revient seront répartis entre
les bénéficiaires des prestations et proportionnellement à celles-ci en
fonction de critères objectifs.
Tout d'abord, le contrat formant avenant à la convention du
23 décembre 1986 relative à l'entreposage et à l'évacuation des
déchets radioactifs du passif BP1 - Eurochemic - a été signé le 10
janvier 2005.
Ensuite, ce montant contient les provisions pour l'évacuation des
déchets radioactifs produits dans le cadre du passif depuis 2000
jusqu'à la fin 2008. Lors de l'établissement du montant de la cotisation
fédérale, le Conseil des ministres a décidé de transférer les provisions
pour l'évacuation des déchets produits à partir de 2000 au Fonds à
long terme et de transférer ultérieurement celles des déchets
antérieurs. Le montant correspondant, 43,9 millions d'euros, sera
payé au fur et à mesure de l'acceptation des déchets par l'ONDRAF.
Au 31 décembre 2005, environ cinq millions d'euros avaient été
versés au FLT.
Pour votre troisième question, je me réfère à ma réponse à votre
question du 20 juin 2005 que je reprends ici. Belgonucleaire signe en
décembre 2005; Synatom signe en janvier 2006. Electrabel a été mis
à la signature. Les autres producteurs examinent les textes pour
signature.
Les principes des contrats renouvelés ont été exposés lors du conseil
d'administration de l'ONDRAF du 16 décembre 2005.
Les commissaires du gouvernement assistent aux réunions du
conseil d'administration et peuvent consulter les documents établis
par l'ONDRAF. Un commissaire du gouvernement a consulté les
contrats 1996-2005. Le contrat après 2006 n'a pas changé dans les
principes.
Le montant global des coûts futurs pour l'entreposage et la mise en
dépôt est estimé à 108 millions d'euros aux conditions économiques
pour la mi-2005 pour l'Etat belge. Il est couvert par la cotisation
fédérale.
Les coûts futurs globaux actualisés en 2005 tels qu'estimés dans les
scénarios actuels pour le dépôt en surface (pour les déchets A) et le
dépôt profond (déchets B et C) représentent 800 millions d'euros aux
conditions économiques de la mi-2005.
Les tarifs après 2005 restent inchangés pour les déchets destinés au
dépôt profond (déchets de catégories B et C) et diminuent pour les
déchets de faible activité et de courte durée de vie (déchets A) par
rapport aux tarifs de la période 1996-2005.
Il n'est pas d'usage de rendre public des contrats et conventions qui
sont par ailleurs soumis aux mécanismes de contrôle usuel:
Inspection des Finances et Cour des comptes.
De wet bepaalt dat alle kosten die
voortvloeien uit de activiteiten van
de instelling zullen worden
verdeeld tussen wie van de
diensten van de instelling gebruikt
maakt, op grond van objectieve
criteria.
Het contract betreffende het
radioactief afval van de nucleaire
passiva BP1 werd op 10 januari
2005 ondertekend.
Het bedrag dat daarmee gemoeid
is, omvat ook de provisies voor de
verwijdering van het radioactief
afval dat geproduceerd wordt in de
periode 2000-2008.
De ministerraad heeft beslist de
provisies voor afval uit een
eerdere periode later over te
hevelen. Het desbetreffende
bedrag, 43,9 miljoen euro, zal in
schijven betaald worden,
naargelang de hoeveelheden afval
die NIRAS accepteert. Op 31
december 2005 was er een
bedrag van ongeveer vijf miljoen
euro in het FLT gestort.
Wat het antwoord op uw derde
vraag betreft, verwijs ik naar mijn
antwoord op uw vraag van 20 juni
2005. Belgonucleaire heeft
getekend in december 2005,
Synatom in januari 2006. Het
contract werd ook Electrabel ter
ondertekening voorgelegd. De
overige producenten bestuderen
de teksten en beraden zich over
de ondertekening ervan.
De principes van de verlengde
contracten werden op 16
december 2005 op de vergadering
van de raad van bestuur van
NIRAS uiteengezet.
De regeringscommissarissen
wonen de vergaderingen van de
raad van bestuur bij. Een
regeringscommissaris heeft de
contracten voor 1996-2005
ingekeken.
Wat de principes betreft, is er in
het contract voor de periode na
2006 niets veranderd.
07/02/2006
CRIV 51
COM 846
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22
Enfin, le système actuel ne prévoit pas de financement spécifique
pour le volet socio-économique d'un projet de dépôt final. Il faudra
donc prévoir un financement complémentaire. Ceci fait partie des
missions que j'ai confiées à l'ONDRAF en novembre 2004. Un
premier rapport devra être remis par l'ONDRAF dans le cadre de la
finalisation du dossier de la gestion à long terme des déchets de
catégorie A, lorsque le dossier du dernier partenariat (PaLoFF)
m'aura été transmis.
De toekomstige kosten voor
opslag en berging ten laste van de
Belgische Staat worden op 108
miljoen euro geschat. Die kosten
worden gedekt door de federale
bijdrage.
De toekomstige kosten voor de
oppervlakteberging van het afval
van categorie A en voor de diepe
berging van het afval van
categorie B en C worden op 800
miljoen euro geraamd.
De tarieven voor afval dat
bestemd is voor diepe berging
blijven ongewijzigd na 2005, de
tarieven voor laagradioactief en
kortlevend afval dalen.
Het is niet gebruikelijk om
contracten en overeenkomsten
openbaar te maken.
De huidige regeling voorziet niet in
een specifieke financiering voor
het sociaal-economische gedeelte
van een project voor definitieve
berging. Daartoe zal een
aanvullende financiering geregeld
moeten worden.
08.03 Muriel Gerkens (ECOLO): Monsieur le ministre, je vous
remercie pour cette réponse et pour ces chiffres. Je les examinerai
plus en détail en prenant connaissance de la réponse lorsqu'elle sera
publiée. Vous disiez "jusqu'en 2008 pour provision d'évacuation". Cela
signifie-t-il que le renouvellement du contrat 2005 court jusqu'en
2008? Ou est-ce le prochain contrat que l'Etat doit négocier avec
l'ONDRAF pour l'après 2005?
08.03 Muriel Gerkens (ECOLO):
Ik zal die cijfers meer in detail
bestuderen. Loopt de hernieuwing
van het contract tot in 2008? Of
betreft het het toekomstig contract
waarover de Staat met NIRAS
voor de periode na 2005 moet
onderhandelen?
08.04 Marc Verwilghen, ministre: Il s'agit du montant qui contient les
provisions pour l'évacuation des déchets radioactifs au cours de la
période s'étalant de 2000 jusqu'à la fin 2008.
08.04 Minister Marc Verwilghen:
Het gaat om de periode van 2000
tot eind 2008.
08.05 Muriel Gerkens (ECOLO): D'accord! Néanmoins, je regrette
toujours que l'on ne puisse pas avoir accès à ce contrat qui lie l'Etat et
l'ONDRAF, et qui ne lie même pas un partenaire privé avec
l'ONDRAF. En effet, c'est quand même finalement l'Etat qui prend les
frais à sa charge et ce, via les cotisations versées par le
consommateur belge. Aussi, dans le cas qui nous préoccupe, les
réserves et la confidentialité me semblent abusives.
08.05 Muriel Gerkens (ECOLO):
Ik blijf betreuren dat wij geen
inzage krijgen in dat contract, dat
zelfs geen enkele privépartner
bindt.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
09 Question de Mme Muriel Gerkens au ministre de l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "la suite de la reprise d'Electrabel par Suez" (n° 10019)
09 Vraag van mevrouw Muriel Gerkens aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel
CRIV 51
COM 846
07/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
23
en Wetenschapsbeleid over "de voortgang van de overname van Electrabel door Suez" (nr. 10019)
09.01 Muriel Gerkens (ECOLO): Monsieur le président, monsieur le
ministre, il y a actuellement beaucoup d'agitation autour d'une OPA
lancée par Mittal sur Arcelor. Je constate que le gouvernement
fédéral et les gouvernements régionaux se sentent impliqués et que
l'on n'a pas assisté au même déchaînement au moment où Suez a
repris Electrabel.
Toujours est-il qu'un accord est intervenu entre le gouvernement
fédéral et Suez. J'aurais donc voulu avoir des informations sur
l'évolution de l'exécution de cet accord.
Monsieur le ministre mes questions sont les suivantes.
1. Le délégué du gouvernement a-t-il été désigné au sein
d'Electrabel? Lui a-t-on accordé de manière officielle des
compétences? Sur quelle base légale ou contractuelle reposent-
elles?
2. L'accord stipule que: "Au plus tard le 31.12.2005, un processus
visant par une procédure d'enchères, à rendre disponibles pour
d'autres opérateurs, à concurrence de 1.500 mégawatts, des sites
aujourd'hui propriété d'Electrabel, aura été défini et mis en place". Où
en est-on à ce sujet? Quel est le rôle de la CREG à cet égard?
3. L'accord stipule que: "La participation d'Electrabel dans la société
Elia sera réduite de 3% par cession de parts "A" au prix du marché,
ce afin de renforcer l'indépendance d'Elia". Les discussions sont-elles
lancées? Quel est le timing?
4. L'accord stipule que: "Le partenariat existant avec les communes
sera conforté par une augmentation de leur participation dans
l'actionnariat au prix du marché et une composition paritaire (3-3) du
comité exécutif de l'entreprise." Quel est le timing de l'augmentation
de la participation des communes? Où en est-on avec la parité au
comité exécutif?
5. Selon la revue "Trends", un accord secret aurait été conclu en ce
qui concerne les provisions nucléaires d'Electrabel. Un tel accord
existe-t-il? Si oui, quel en est le contenu?
6. L'accord stipule qu'un groupe de travail doit examiner le
mécanisme de contrôle existant des provisions nucléaires
d'Electrabel. Ce groupe de travail a-t-il été constitué? Qui en est
membre? Quelle est la mission de ce groupe de travail? Quel est le
timing de ses travaux?
7. L'accord mentionne la désignation d'un commissaire du
gouvernement auprès du Comité de suivi qui surveille les provisions.
Où en est-on dans ce dossier? Et où en est le rapport annuel du
Comité de suivi des provisions nucléaires?
09.01 Muriel Gerkens (ECOLO):
Voor de overname van Electrabel
door Suez was er niet zo veel
belangstelling als nu voor het
openbaar overnamebod van Mittal
Steel op Arcelor. Toch wil ik even
op die overname terugkomen, en
ook op de uitvoering van het
akkoord dat de federale regering
met Suez sloot.
Werd de afgevaardigde van de
regering bij Electrabel intussen
aangesteld? Welke bevoegdheid
heeft hij? Op welke wettelijke of
contractuele grondslag berust zijn
bevoegdheid?
Wat is de stand van zaken met
betrekking tot het proces waarbij
de sites van Electrabel
opengesteld moeten worden voor
andere operatoren? Welke rol
speelt de CREG in dat verband?
Zijn de besprekingen begonnen
over de overdracht van aandelen
van Elia die nu in het bezit zijn van
Electrabel? Welk tijdpad werd
daarvoor vastgesteld?
Welk tijdpad werd afgesproken
voor de verhoging van het
aandelenbelang van de
gemeenten? Is de paritaire
samenstelling van het uitvoerend
comité intussen een feit?
Er zou een geheim akkoord
gesloten zijn over de nucleaire
provisies van Electrabel. Klopt
dat? Zo ja, wat staat er in dat
akkoord?
Werd de werkgroep die zich over
het controlemechanisme van de
nucleaire provisies van Electrabel
moet buigen, intussen ingesteld?
Wie zit er in die werkgroep? Welke
opdracht kreeg de werkgroep
mee? Welk tijdschema werd er
vastgesteld voor de
werkzaamheden?
Werd er een
regeringscommissaris aangesteld
07/02/2006
CRIV 51
COM 846
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24
bij het opvolgingscomité voor de
nucleaire provisies? Hoe ver is het
jaarverslag van het Comité
gevorderd?
09.02 Marc Verwilghen, ministre: Monsieur le président, madame
Gerkens, vous avez fait allusion à l'affaire Arcelor. Je constate que
dans cette affaire, le secteur public ne détient que 11% des parts, le
reste étant entre les mains du secteur privé. Il s'agit surtout
d'entreprises cotées en bourse. Nous savons comment les choses
ont évolué. Le cas de figure est pratiquement semblable.
1. Le représentant gouvernemental n'a pas encore été désigné.
Cependant, un groupe de travail examine la mise en oeuvre des
accords passés entre le gouvernement et Suez. Il travaille
pratiquement en permanence dans le souci de respecter le délai
prévu.
2. La procédure est en cours. Il sera donc possible de demander la
vente des sites non utilisés. La CREG a joué un rôle actif dans le
processus et a continué à rassembler les données nécessaires. Le
régulateur continuera d'ailleurs à jouer un rôle dans cette procédure.
3. Cette condition fait partie de l'ensemble des mesures convenues
entre le premier ministre et Suez. Comme indiqué en réponse à votre
première question, un groupe de travail a été créé et se penche sur
tous les aspects de la troisième question. La réduction de la part
d'Electrabel dans Elia en fait également partie et sera abordée au sein
du groupe de travail.
4. Pour cette question, je vous renvoie à ma réponse à la question 3.
5. Pour la réponse à cette question, je vous invite à vous adresser au
premier ministre, qui a mené les négociations avec Suez sur ce point.
6. Le contrôle est assuré par le Comité de suivi. La composition et la
mission de ce comité ont été fixées par la loi du 11 avril 2003.
7. Un projet de loi modifiant la composition du comité établie et
prévue par la loi du 11 avril 2003 est en préparation. Il en est de
même pour le rapport du Comité de suivi.
Ces questions pourront, je l'espère, être bouclées dans les semaines
à venir et être présentées en Conseil des ministres.
09.02 Minister Marc Verwilghen:
Deze zaak vertoont erg veel
gelijkenissen met de zaak-Arcelor.
De vertegenwoordiger van de
regering bij Electrabel werd nog
niet aangesteld. Een werkgroep
buigt zich over de uitvoering van
de akkoorden die de regering en
Suez gesloten hebben, en het is
de bedoeling de gestelde
termijnen te respecteren.
Die werkgroep zal zich eveneens
buigen over het terugschroeven
van het aandeel van Electrabel in
Elia, alsook over de verdere
uitbouw van het partnership met
de gemeenten.
De procedure die het mogelijk
maakt de verkoop van niet-
gebruikte sites te vragen, is aan
de gang. De CREG heeft in het
verleden een belangrijke rol in dat
proces gespeeld en zal dat blijven
doen.
Wat een eventueel akkoord over
de nucleaire provisies van
Electrabel betreft, nodig ik u uit die
vraag aan de eerste minister te
stellen.
De controle met betrekking tot de
nucleaire provisies wordt verricht
door het Opvolgingscomité,
waarvan de samenstelling en de
opdracht bij de wet van 11 april
2003 werden vastgesteld. Een
wetsontwerp tot wijziging van de
samenstelling van dat Comité is in
voorbereiding. Het verslag van het
Opvolgingscomité is eveneens in
voorbereiding.
Die dossiers zouden in de
komende weken aan de
ministerraad moeten kunnen
worden voorgelegd.
09.02 Muriel Gerkens (ECOLO): À la fin février ou en mars ?
09.02 Muriel Gerkens (ECOLO):
Eind februari of in maart?
CRIV 51
COM 846
07/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25
09.04 Marc Verwilghen, ministre: Cela prendra plus de temps pour
les sites, car une grande quantité d'informations devront être traitées.
On hésite entre proposer un projet qui règle le volet administratif
plutôt que celui de la vente des sites ou regrouper le tout en un seul
mouvement. La décision n'a pas encore été prise, mais nous
poursuivons nos travaux, dont l'examen de certains aspects est déjà
terminé. Ces derniers pourraient d'ailleurs faire l'objet d'un projet de
loi.
09.04 Minister Marc Verwilghen:
Het ontwerp zal misschien in twee
fasen worden voorgelegd, met een
administratief gedeelte en een
ander gedeelte voor de sites, die
de verwerking van een grote
hoeveelheid informatie impliceren.
De beslissing werd nog niet
genomen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
10 Question de Mme Muriel Gerkens au ministre de l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "l'exportation vers l'Iran d'une presse isotope" (n° 10121)
10 Vraag van mevrouw Muriel Gerkens aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel
en Wetenschapsbeleid over "de uitvoer naar Iran van een isostatische pers" (nr. 10121)
10.01 Muriel Gerkens (ECOLO): Monsieur le président, monsieur le
ministre, ma question fait suite à la commission de suivi ou
d'évaluation de la CANPAN car la tutelle sur cette commission vous
appartient, si j'ai bien compris.
Les ministres de la Justice et des Finances ont apporté des éléments
d'explication sur les dysfonctionnements au sein de la Sûreté de l'Etat
et sur les problèmes qui se sont posés lors du contrôle des douanes
concernant l'exportation vers l'Iran d'une presse isostatique.
Je vous avais interrogé à l'époque et vous m'aviez dit que puisque la
presse en question n'avait pas les dimensions pour pouvoir être
répertoriée comme presse à double usage, elle n'est pas passée par
la CANPAN. Il ressort du rapport du Comité R que ce ne soit pas si
évident que cela et que la manière de travailler de cette commission
ne semble pas suffisamment efficace.
Par ailleurs, les ministres des Finances et de la Justice disent qu'il
faudrait associer des représentants de la douane à cette commission,
ce qui semble effectivement nécessaire.
Enfin, on a appris ce matin que la CANPAN avait informé
l'administration des douanes au mois d'octobre du passage à un
poste douanier d'un matériel issu d'une firme dont elle ne pouvait dire
le nom car elle était tenue au secret. Cette information, tellement peu
précise, n'a évidemment pas suscité de réaction adaptée à ce qui se
passait.
J'aurais voulu connaître votre analyse sur le fonctionnement de la
CANPAN, au niveau de l'information et de la communication entre les
différentes instances concernées par ce dossier, et sur les problèmes
que ces différents événements ont mis en évidence.
Je vous remercie.
10.01 Muriel Gerkens (ECOLO):
Toen een isostatische pers naar
Iran werd uitgevoerd, heb ik u
daarover ondervraagd. U
antwoordde me dat die pers niet
voor onrechtmatige doeleinden
kon worden gebruikt en dat de
CANVEK het dossier dus niet had
onderzocht. Dat blijkt echter niet
uit het verslag van het Comité I,
dat eerder van een gebrek aan
doeltreffendheid bij de commissie
gewag maakt. Vertegenwoordigers
van de douane zouden in die
commissie zitting moeten hebben,
zoals door de ministers van
Financiën en Justitie werd
geopperd.
Hoe beoordeelt u de werking van
de CANVEK met betrekking tot de
informatiedoorstroming en de
communicatie tussen de
verschillende instanties? Wat
denkt u van de problemen die door
deze gebeurtenissen aan het licht
zijn gekomen?
10.02 Marc Verwilghen, ministre: Monsieur le président, madame
Gerkens, je voudrais attirer votre attention sur le fait qu'une presse
isostatique n'est pas un équipement nucléaire et qu'elle ne contient
pas du matériel nucléaire. Par contre, c'est un équipement à double
10.02 Minister Marc Verwilghen:
Een isostatische pers is geen
nucleair materiaal, maar kan
verscheidene toepassingen
07/02/2006
CRIV 51
COM 846
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
26
usage qui a des applications multiples dans un très grand nombre
d'industries. Une presse isostatique n'est pas utilisée dans le cycle du
combustible nucléaire mais peut être utilisée pour fabriquer des
composantes d'installations relatives au cycle du combustible
nucléaire et peut intervenir dans la fabrication d'armes nucléaires, à
savoir dans le précompactage des matières nucléaires.
Toutefois, pour pouvoir être utilisée dans le cadre de ces applications,
une presse isostatique doit satisfaire à certains critères. Sa pression
de fonctionnement doit être supérieure à 69 mpa et son diamètre
interne supérieur à 152 mm. Si l'une de ces deux valeurs est
inférieure, la presse ne peut être utilisée pour les applications
nucléaires et militaires mentionnées ci-dessus. De telles presses ne
sont alors pas soumises à licence et à autorisation d'exportation.
Sur la base des renseignements dont il disposait, le représentant de
la Sûreté de l'État avait informé le 6 septembre 2004 la Commission
d'avis pour la non-prolifération des armes nucléaires (la CANPAN)
qu'une presse isostatique relevant de la réglementation pourrait être
exportée vers l'Iran sans l'autorisation nécessaire. Suite à cette
information, le secrétariat de la CANPAN a demandé aux douanes
d'être vigilantes au sujet de l'exportation de presses isostatiques vers
l'Iran. La presse isostatique exportée vers l'Iran par la firme EPSI
avait un diamètre intérieur de 150 mm et pouvait donc être exportée
sans autorisation. Les douanes ont pu confirmer que la presse
présentait effectivement les caractéristiques indiquées par
l'exportateur.
Depuis mars 2005, le secrétariat de la CANPAN invite à chaque
délibération, à titre d'observateur, un représentant de l'Administration
centrale des douanes et accises. Ce dernier a accès aux
renseignements mis à la disposition de la CANPAN. Une modification
de l'arrêté royal fixant la composition de la CANPAN est nécessaire
pour officialiser cette représentation. C'est d'ailleurs l'une des
recommandations que j'ai pu lire dans le document qui a été traité au
Sénat et auquel je prête toute mon attention puisque ces
recommandations me semblent de nature à être mises en application
dans l'arrêté royal.
hebben. Het kan onder meer voor
de vervaardiging van kernwapens
worden gebruikt. Daartoe moet zij
echter aan bepaalde criteria
voldoen. Als dat niet het geval is,
dan is zij niet aan een
uitvoervergunning onderworpen.
Op 6 september 2004 heeft de
Staatsveiligheid de CANVEK
ingelicht dat een isostatische pers
die onder de regelgeving viel,
mogelijkerwijze naar Iran zou
kunnen worden uitgevoerd zonder
dat de noodzakelijke vergunning
was afgeleverd. De CANVEK heeft
de douane vervolgens gevraagd
waakzaam te zijn.
De desbetreffende isostatische
pers met een binnenwerkse
diameter van 150 mm mocht
zonder vergunning worden
geëxporteerd. De douane heeft
bevestigd dat zij aan de
kenmerken voldeed.
Sinds 2005 nodigt de CANVEK
één vertegenwoordiger van de
dienst Douane en Accijnzen uit op
al haar beraadslagingen. Een
wijziging van het koninklijk besluit
is echter noodzakelijk om die
vertegenwoordiging officieel te
bekrachtigen. Het betreft trouwens
een aanbeveling in het document
van de Senaat, die in een
koninklijk besluit moet worden
gegoten.
10.03 Muriel Gerkens (ECOLO): Monsieur le président, monsieur le
ministre, le ministre Reynders a déclaré ce matin que l'Administration
des douanes et accises n'avait pas été invitée par la CANPAN et qu'il
était dès lors normal que les douanes aient été absentes aux réunions
citées dans le rapport du Comité R.
D'après ce que j'ai lu et entendu concernant le fonctionnement de la
CANPAN, il conviendrait d'élargir sa composition, mais il reste
beaucoup de travail à réaliser sur le choix des compétences de ses
membres. Manifestement, l'évaluation des dossiers pose problème.
De plus, il serait bon aussi d'évaluer l'exécution des missions qui lui
sont confiées.
Je me permets donc de vous inviter à rester attentif à ces points. En
effet, d'après les échos que je reçois, la manière dont les dossiers
sont étudiés n'est guère professionnelle ni suffisamment incisive.
10.03 Muriel Gerkens (ECOLO):
Vanmorgen heeft de minister van
Financiën gezegd dat de
douanediensten geen uitnodiging
van de CANVEK hebben
ontvangen, wat meteen verklaard
waarom ze niet aanwezig waren
op de vergaderingen die in het
verslag van het Comité I worden
vermeld.
De CANVEK moet worden
uitgebreid. Zo moeten er leden
bijkomen die over de nodige
kennis beschikken om dergelijke
dossiers te evalueren. Er zou ook
moeten worden nagegaan hoe de
commissie zich van haar taken
CRIV 51
COM 846
07/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
27
kwijt. Ik vraag dan ook dat u die
kwestie op de voet volgt want
momenteel worden de dossiers
veel te oppervlakkig en
amateuristisch behandeld!
10.04 Marc Verwilghen, ministre: Monsieur le président, deux
informations supplémentaires.
D'abord, il est exact que la composition de la CANPAN ne prévoit pas,
parmi les représentants des départements, un membre des Finances.
Il s'agit donc de modifier l'arrêté royal afin de fixer cette disposition.
Ensuite, il convient de tirer des leçons de ce qui vient d'arriver et de
prendre les mesures pour éviter que cela ne se reproduise. C'est
d'ailleurs la raison d'être des recommandations du Sénat et, plus
particulièrement, du Comité de suivi.
10.04 Minister Marc Verwilghen:
Het klopt dat er momenteel geen
vertegenwoordiger van Financiën
deel uitmaakt van de CANVEK.
Daartoe moet het koninklijk besluit
worden gewijzigd.
We moeten uit die gebeurtenissen
ook lering trekken en maatregelen
treffen om een herhaling te
voorkomen. De aanbevelingen van
de Senaat en van het
voortgangscomité in het bijzonder
gaan in die zin.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
11 Vraag van de heer Ortwin Depoortere aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel
en Wetenschapsbeleid over "de fiscale aftrekbaarheid van restaurantkosten" (nr. 10169)
11 Question de M. Ortwin Depoortere au ministre de l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "la déductibilité fiscale des frais de restaurant" (n° 10169)
11.01 Ortwin Depoortere (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, vorige week hebt u via de media laten weten dat
u van plan bent de aftrekbaarheid van restaurantkosten te koppelen
aan voorwaarden inzake fiscale en sociale maatregelen. U stelde de
horecasector voor de ultieme deadline van 13 februari om hierover
hun zeg te doen.
Ik stel mijn vraag vandaag in opvolging van collega Claes die u vorige
week over hetzelfde onderwerp heeft ondervraagd, maar toen nog
geen kennis had genomen van de reactie van de horecasector.
Intussen heeft de sector gereageerd. Het moet gezegd u hebt
hiervan wellicht kennis genomen dat zowel Horeca Vlaanderen als
Unizo als het Neutraal Syndicaat voor Zelfstandigen, overwegend
negatief reageerden op het ultieme voorstel dat u hen gedaan had.
Volgens hen moet de regering meer structurele maatregelen in het
vooruitzicht stellen. U kent het probleem dat Europa nog steeds geen
verlaging van het BTW-tarief naar 6% toelaat omdat hierover nog
geen akkoord bestaat.
De horecasector heeft u op basis van haar berekeningen het
volgende tegenvoorstel gedaan. Het budget dat zou kunnen bereikt
worden door de BTW-verlaging, ongeveer 450 miljoen euro, wordt
gereserveerd voor andere structurele maatregelen zoals onder meer
de aftrekbaarheid van restaurantkosten voor particulieren.
Mijnheer de minister, ik kom tot mijn twee vragen.
Wat is uw reactie op het tegenvoorstel van de horecasector? Bent u
bereid structurele maatregelen naar voren te schuiven zoals de sector
11.01 Ortwin Depoortere
(Vlaams Belang): Le ministre a fait
savoir par les médias qu'il veut lier
la déductibilité des frais de
restaurant à des conditions
fiscales et sociales. Il veut recevoir
des propositions concrètes du
secteur pour le 13 février. La
réaction d'Horeca Vlaanderen,
d'Unizo et du Syndicat national
des indépendants (SNI) a toutefois
été majoritairement négative. Ils
souhaitent des mesures
structurelles pour un montant de
450 millions d'euros. Ce budget se
libérerait si l'Europe parvenait à
conclure un accord pour abaisser
le taux de TVA à 6 %. Une
extension de la déductibilité des
frais de restaurant aux particuliers
est une autre possibilité.
Que pense le ministre de la
proposition du secteur? Envisage-
t-il de prendre des mesures
structurelles? Le gouvernement
veut que le secteur lutte contre le
travail au noir par l'instauration
d'un nouveau système fiscal. Le
07/02/2006
CRIV 51
COM 846
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
28
voorstelt? Bent u bereid om deze voorstellen, om gans het dossier in
een pakket te behandelen? Ik heb de indruk dat de horecasector niet
echt tegenstander is van een ander fiscaal systeem. De regering
verwacht van de sector dat zwartwerk wordt tegengegaan door een
nieuw belastingsysteem in te voeren. De sector verwacht structurele
maatregelen. Ik vermoed dat de horecasector erop staat dat deze
twee punten samen worden behandeld en dat het ene niet voor het
ander komt. Een van die structurele maatregelen kan zijn de
aftrekbaarheid van restaurantkosten uit te breiden tot particulieren.
Wat is uw standpunt terzake?
secteur veut des mesures
structurelles. Les deux volets
doivent être traités ensemble.
11.02 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer de voorzitter, collega
Depoortere, u hebt zelf ernaar verwezen, ik ben verleden week, op
een verzoek dat door een van onze collega's was ingediend, uitvoerig
op de materie ingegaan. Uw vraag is relatief identiek, behoudens het
feit dat ze rekening houdt met een reactie die er ondertussen
gekomen is, voornamelijk van Horeca Vlaanderen. Ook Unizo en het
Neutraal Syndicaat voor Zelfstandigen hebben gereageerd, maar de
teneur van de drie reacties is wel duidelijk verschillend.
Ik heb toen gewezen op de afspraken die met de sector werden
gemaakt om tot een sectorgericht horecabeleid te kunnen komen. Er
zit veel meer in dan alleen maar fiscale maatregelen. De twee
eyecatchers zijn effectief de BTW-vermindering en de aftrekbaarheid
van de restaurantkosten, maar daarbuiten zijn er natuurlijk nog een
hele reeks andere fiscale en sociale maatregelen en maatregelen van
volksgezondheid, die moeten worden ingevoerd.
De regering heeft altijd aan de sector voorgehouden ik herhaal het
vandaag nog eens uitdrukkelijk dat de 75% aftrekbaarheid een van
de concrete maatregelen is die de overheid absoluut wil nemen, als,
het is altijd als conditie gesteld, er ook een akkoord kan worden
afgesloten. Ik zou dus bijna durven zeggen dat mijn handen jeuken
om die 75% te kunnen geven aan de sector. Ik meen dat zij het ook
echt nodig hebben om verder te kunnen werken, maar dan is er
minstens van hunnentwege een inspanning vereist.
Sedert het zomerreces, dat nu toch bijna meer dan zes maanden
voorbij is, kon de fiscale werkgroep niet meer bijeenkomen, omdat er
binnen de sector nog altijd geen eensgezindheid kon worden bereikt
over de concrete voorstellen die men aan de regering wil doen
omtrent een sectorgericht taxatiesysteem. U zegt dat ik nog geen
voorstel heb gedaan. Het is niet aan mij om een voorstel te doen. Het
zijn zij die mij een voorstel moeten bezorgen. Het toppunt is dat er
een voorstel klaarligt dat door praktisch 16 van de 18 groepen wordt
aanvaard.
Ik hoop dat de sector op 13 februari een positief signaal geeft aan de
regering, dat erin bestaat dat er concreet onderhandeld kan worden
over een specifiek taxatiesysteem, want dat staat in het voorstel,
waarin de gehele sector zich kan vinden. Ik ben dus niet van plan te
onderhandelen met een deel van de sector dat ja zegt en een ander
deel dat nee zegt. In het verleden hebben wij dat eens meegemaakt.
Dat heeft geen zoden aan de dijk gezet.
Het lijkt mij ook niet opportuun om mij uit te spreken over
hypothetische vragen of voorstellen die sommige actoren lanceren,
omdat ik denk dat dit een negatieve invloed kan hebben op de
11.02 Marc Verwilghen, ministre:
La semaine dernière, j'ai expliqué
en détail que des arrangements
ont été pris avec le secteur pour
arriver à une politique horeca
ciblée sur le secteur. Il s'agit dans
ce cadre, de bien plus que de
simples mesures fiscales.
L'abaissement du taux de TVA et
la déductibilité des frais de
restaurant ne sont que des
eyecatchers mais il s'agit aussi de
mesures sociales et de mesures
de santé.
J'aimerais augmenter la
déductibilité à 75 % mais dans ce
cas le secteur doit d'abord arriver
à un accord. Depuis les vacances
parlementaires, le groupe de
travail fiscal ne s'est plus réuni
faute d'accord. Ce n'est pas à moi
de faire une proposition. On
dispose d'ailleurs d'une
proposition à laquelle se rallient
seize des dix§huit groupes.
J'espère que le 13 février, le
secteur me dira qu'on peut
négocier concrètement un
système qui satisfera tout le
monde.
Je ne veux pas me prononcer sur
d'hypothétiques questions et
propositions au risque d'entraver
les discussions. Une chose est
claire, en tout cas, plus l'accord
sera rapide, mieux ce sera car sa
mise en oeuvre aussi demandera
du temps. J'ai l'impression que le
secteur se rend compte de
l'importance cruciale du 13 février.
Des entretiens supplémentaires
ont été menés pour l'en
convaincre. J'espère que les deux
groupes dont les positions ont
divergé jusqu'à présent arriveront
CRIV 51
COM 846
07/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
29
besprekingen, die al niet gemakkelijk zijn en waarvan ik hoop, ik
herhaal het nog eens, dat men tijdig het ei kan leggen. Ik zeg dat ook
om een praktische reden. Als er een akkoord wordt bereikt en het kan
worden uitgevoerd, dan zal het ook nog tijd vragen om het te
implementeren. Het is dus niet zoiets dat met een vingerknip du jour
au lendemain geregeld is. Ik hoop dat zij dat signaal kunnen geven en
dat wij dan effectief de nodige tijd kunnen hebben om het om te
zetten. Het wordt een vrij cruciale datum. Ik meen dat zij zich daarvan
bewust zijn. Er zijn ondertussen ook bijkomende gesprekken geweest
om hen te overtuigen van het belang van een en ander. Ik herhaal het
nog eens: als zij erin slagen een positief signaal te geven, dan mogen
zij ervan overtuigd zijn dat zij niet alleen die tegemoetkoming zullen
krijgen.
Ik wil eraan toevoegen dat wat het fiscale onderdeel betreft dat is
besproken met zowel de minister van Financiën als met de
staatssecretaris voor de Bestrijding van de fiscale fraude men
bereid is de pistes die worden vooropgesteld, te volgen. Er zijn ook
werkgroepen geweest. Maar dan is het natuurlijk wel noodzakelijk dat
men op een bepaald ogenblik zegt: dit is wat wij gezamenlijk
voorstellen; het houdt het witten van de sector in.
Ik hoop dat men uiteindelijk die stap kan zetten. Het is een stap
waarvan ik zie dat het overgrote deel er nu bereid toe is. Laten wij ook
hopen dat ook de twee laatsten die stap doen. Ik kan begrijpen dat die
mensen moeten terugkoppelen met hun achterban. Dat zal allemaal
niet zo eenvoudig zijn, daar hoeft u mij geen tekening bij te maken. Ik
hoop dat ook zij erin slagen hun achterban te overtuigen en dat wij
dan 18 op 18 kunnen halen.
à convaincre leur base.
En matière de fiscalité, le ministre
des Finances et le secrétaire
d'État sont prêts à suivre les pistes
de réflexion proposées dans le
cadre de la lutte contre la fraude
fiscale mais cela exige du secteur
un certain effort d'assainissement.
11.03 Ortwin Depoortere (Vlaams Belang): Ik dank u, mijnheer de
minister, voor uw antwoord. Het is natuurlijk wachten tot er een ei
wordt gelegd. Daarover ben ik het met u eens.
Ik heb toch de indruk dat in dat dossier een afwachtende houding
wordt aangenomen. Enerzijds, verwacht de horeca eerst positieve
stimuli van de regering, en anderzijds, verwacht de regering dat de
horeca afkomt met maatregelen.
Natuurlijk, op zo'n manier raakt men er moeilijk uit. Ik hoop samen
met u dat u op 13 februari erin slaagt daarover een akkoord te krijgen
en het hele dossier rond te krijgen. Ik meen toch dat de horecasector
tot nu niet veel positieve maatregelen heeft mogen verwachten van
regeringszijde. Als u verwijst naar de maatregelen die moeten
genomen worden op fiscaal en sociaal vlak en op het vlak van de
volksgezondheid, wijs ik u in verband met dat laatste alleen al op het
zottenspel dat er opgevoerd is met de mensen uit de horeca, die eerst
verplicht waren afzuiginstallaties te installeren, maar die plots verplicht
worden, vanaf 1 januari 2007, totaal rookvrije ruimtes in te richten,
enzovoort.
Het schept allemaal niet de constructieve sfeer die nodig is om tot een
akkoord te komen, maar ik hoop wel samen met u, mijnheer de
minister, dat u erin slaagt op 13 februari eruit te geraken.
11.03
Ortwin Depoortere
(Vlaams Belang): Le secteur
horeca et le gouvernement
attendent manifestement chacun
un geste de l'autre, ce qui n'est
pas de nature à accélérer la
résolution du problème. J'espère
qu'ils signeront un accord le 13
février, car le gouvernement n'a
pas encore pris beaucoup de
mesures de soutien à l'égard du
secteur horeca. En matière de
santé publique, il a d'abord fallu
installer des extracteurs d'air pour
apprendre ensuite qu'il serait
totalement interdit de fumer en
2007. Ces revirements ne sont
pas vraiment propices à une
atmosphère de dialogue
constructive.
11.04 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer Depoortere, wij hebben er
geen enkel belang bij olie op het vuur te gieten; wel misschien te
proberen olie op de golven te gieten.
11.04 Marc Verwilghen, ministre:
Nous n'avons aucun intérêt à jeter
de l'huile sur le feu. Des mesures
07/02/2006
CRIV 51
COM 846
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
30
Het is ook niet volledig juist te zeggen dat er geen maatregelen
werden getroffen door de sector. Op het vlak van de voedselveiligheid
zijn wij eruit geraakt en is er een regeling die ondertussen van
toepassing is. Er is een aantal maatregelen getroffen vanaf 2002,
maatregelen die nu van toepassing zijn en effectief soelaas hebben
gebracht in de horecamiddens. Het is wel duidelijk dat vooral het
fiscale en het sociale luik, en de flexibiliteit die daaraan verbonden is,
soelaas zullen brengen.
Daarnaast zou het natuurlijk goed zijn dat de 6% BTW erdoor komt.
We staan daar voor de situatie van 24 landen voor en 1 tegen.
Duitsland blokkeert het nog. Ik hoop dat de studie die de Europese
Commissie heeft besteld, en die verhinderd heeft dat het dossier naar
de agenda van 2010 verschoven werd, het uitsluitsel zal brengen dat
wat de Duitsers zeggen niet klopt.
Ik hoop dat wij dan een maatregel zullen kunnen treffen die ook de
aftrekbaarheid brengt voor dat punt waarop men insisteert, of zelfs
meer dan dat. Dat zijn maatregelen die nogal in het oog springen.
Maar neem van mij aan dat als ik het geheel van de desiderata hoor,
en het geheel van de moeilijkheden, ik ervan overtuigd ben dat
minstens evenveel belang wordt gehecht door hen aan de pure
fiscaliteit en de belastbaarheid het is daar dat de overlevingskansen
van de sector uit voortvloeien en aan de sociale maatregelen, die
moeten toelaten op de piekmomenten en in de piekseizoenen een
afdoende antwoord te geven dat niet te verschrikkelijk moeilijk is. Ik
bedoel daarmee dat het niet te veel aan bureaucratie en dergelijke is
onderworpen.
Het toppunt is dat het voorstel dat ze doen, daaraan in heel grote
mate tegemoetkomt.
ont bien été prises dans l'intérêt du
secteur, notamment en ce qui
concerne la sécurité alimentaire. Il
est exact que la solution viendra
principalement de mesures
fiscales et sociales. L'Allemagne
reste opposé à la TVA à 6 %, mais
j'espère que l'étude de la
Commission européenne infirmera
les thèses défendues par
l'Allemagne. Le secteur accorde
d'ailleurs au moins autant
d'importance à la fiscalité pure, qui
est déterminante pour sa viabilité,
et à des mesures sociales de
nature à offrir une solution non
bureaucratique durant les pics
d'activité.
De voorzitter: We hebben er vorige week al een kwartier over gedebatteerd.
11.05 Ortwin Depoortere (Vlaams Belang): De horecasector is niet
zo tevreden met het Dimonasysteem. U spreekt over bureaucratie.
Welnu, dat is in hun ogen een fraai staaltje van bureaucratie.
11.05
Ortwin Depoortere
(Vlaams Belang): S'il faut en croire
le secteur, le système DIMONA
constitue un bel exemple de
bureaucratie.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
12 Vraag van mevrouw Annemie Turtelboom aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "lastenboeken voor gebouwen" (nr. 10200)
12 Question de Mme Annemie Turtelboom au ministre de l'Économie, de l'Énergie, du Commerce
extérieur et de la Politique scientifique sur "les cahiers des charges des bâtiments" (n° 10200)
12.01 Annemie Turtelboom (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, lastenboeken voor gebouwen en openbare werken maar
ook voor producten zijn voor de beschrijving en verwerking van de
materialen of voor de prestatie-eisen waaraan ze moeten voldoen,
steeds gebaseerd op toepasselijke normen.
Door de eenmaking van de Europese markt worden steeds meer
Belgische normen vervangen door Europese normen. Belgische
normen beginnen met de letters NBN, de Europese normen beginnen
12.01 Annemie Turtelboom
(VLD): Les normes européennes
se substituent de plus en plus à
celles de la Belgique en matière
de bâtiments, de travaux publics et
de produits. Les normes
européennes ne sont libellées
qu'en anglais, en français et en
allemand et doivent être traduites
CRIV 51
COM 846
07/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
31
met EN voor hun vaktermen.
Bijvoorbeeld, alle normen voor de berekening en de samenstelling
van staal- en betonconstructies worden stelselmatig vervangen door
Europese normen.
De Europese normen worden maar in drie standaardtalen zijnde het
Engels, het Frans en het Duits opgesteld, waarna de lidstaten ze
zelf in de overige talen kunnen omzetten. Nochtans moeten
lastenboeken en documenten voor overheidswerken in Vlaanderen
verplicht in het Nederlands worden opgesteld. Dat is ook voor quasi
alle privé-werken het geval.
In België is het Belgisch Instituut voor Normalisatie verantwoordelijk
voor de normen. Dat is een federale instelling. Ik constateer dat een
groot aantal normen op dit ogenblik niet meer in het Nederlands
worden vertaald.
Het is natuurlijk niet de bedoeling dat architectenbureaus of
aannemers zelf de normen beëdigd laten vertalen, voor zover zij dat
juridisch of technisch al zouden kunnen. Meestal kan van een
normtekst immers maar één eenduidige versie bestaan.
Het probleem is op dit ogenblik de vraag naar de rechtsgeldigheid van
de aanbestedingsdocumenten, wanneer wordt verwezen naar
Engelstalige normen. We kunnen ons ook afvragen of wij het wel ok
vinden dat een groot aantal teksten niet meer in het Nederlands wordt
vertaald.
Bent u op de hoogte van de situatie?
Zijn er mogelijkheden om een oplossing te bieden voor de situatie?
par les États membres. Alors
qu'en Flandre, les cahiers des
charges doivent être
obligatoirement rédigés en
néerlandais, l'Institut belge de
normalisation (IBN) refuse de
traduire les normes.
Le manque de documents officiels
en néerlandais risque de créer des
problèmes au niveau de la valeur
juridique des documents
d'adjudication.
Le ministre a-t-il eu vent de ce
problème et envisage-t-il des
mesures pour y remédier?
12.02 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer de voorzitter, mevrouw
Turtelboom, u stelt een vraag over een toch wel prangend probleem.
Eerst en vooral zou ik willen zeggen dat de wet van 3 april 2003, die
handelt over de normalisatie, aanleiding heeft gegeven tot een
grondige hervorming van de organisatie van de normalisatie in België.
De principebeslissing tot ontbinding van het Belgisch Instituut van
Normalisatie, het BIN, werd genomen en zal ook effectief worden
zodra alle leidende organen van de nieuwe structuur, het NBN -
Bureau voor Normalisatie - zullen opgericht zijn. Dat zal dit voorjaar
gebeuren.
Het nieuwe systeem wordt gekenmerkt door een grotere deelname
van de belanghebbende actoren. Daarin zitten niet alleen de
bedrijfsfederaties, maar ook de consumenten en de sectorale
operatoren. Dit betekent dat het normalisatiebeleid beter zal
afgestemd worden op de echte marktbehoeften in termen van
competitiviteit en innovatie en op het vlak van duurzame ontwikkeling.
Op die manier geven we echt invulling aan wat in Europa werd beslist,
veeleer dan wat in het verleden met het Belgisch Instituut voor
Normalisatie werd gedaan.
Dit bij wijze van inleiding.
Ik kom dan tot uw vragen zelf. Wat uw eerste vraag betreft, kan ik
zeggen dat ik op de hoogte ben van de reële problemen die u
12.02 Marc Verwilghen, ministre:
En conséquence de la loi du 3 avril
2003 relative à la normalisation,
l'IBN sera dissout au printemps et
remplacé par une nouvelle
structure: le Bureau de
normalisation (NBN). Au sein de
cette structure, les acteurs
concernés joueront un rôle plus
important si bien que la politique
de normalisation sera mieux
adaptée aux besoins du marché.
Des mesures seront prises pour
autant que le budget le permette.
La traduction de 90 000 pages au
tarif européen de 60 euros l'heure
ne constitue pas une opération
négligeable. Je pense que nous
devons étudier la possibilité d'un
cofinancement européen et d'une
collaboration avec l'Institut
néerlandais de normalisation. Il
convient en outre d'établir une liste
des normes à traduire en priorité.
07/02/2006
CRIV 51
COM 846
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
32
aankaart. Ik vind ze ook ernstig genoeg om tot een oplossing te
komen en liefst zo snel mogelijk. De nodige maatregelen om tot een
bevredigende oplossing te komen, zullen moeten worden genomen in
de nieuwe structuur die tot stand komt en tegelijkertijd rekening
houden met de voorlopig beperkte budgettaire middelen. Om u
terzake een idee te geven: wegens de te vertalen volumes het gaat
over 90.000 bladzijden per jaar die volgens het Europese tarief, door
de Europese commissie geraamd, aan 60 euro per bladzijde moeten
worden gerekend is dit een bijzonder moeilijke operatie. Dit kan niet
opgelost worden op basis van enkel en alleen de interne vertaallogica
binnen het departement.
Zonder te willen interfereren op de bedrijfsautonomie van een
organisme van openbaar belang van de categorie C dat het Bureau
voor Normalisatie zal worden, ben ik van mening dat de volgende
mogelijkheden onder meer overwogen moeten worden, en
momenteel trouwens ook afgetast worden.
Ten eerste, een cofinanciering vanuit de Europese Commissie dat
is geen unicum.
Ten tweede, een samenwerking met Nederland moet tot stand
komen. In Nederland bestaat er een normalisatie-instituut. Dat
instituut moet uiteindelijk ook met vertaalde teksten werken, en daar
moet dus een soortgelijke inspanning worden geleverd.
Ten derde, een prioriteitsstelling in de lijst van de te vertalen normen.
Sommige zijn belangrijker en dwingender dan andere.
Ik ben trouwens ook al van plan om die problematiek voor te leggen
aan een nieuw raadplegingsorgaan dat al bestaat in het
normalisatiebeleid, namelijk de Hoge Raad voor de
normalisatieproblematiek. Ik doe dat in de hoop dat die Hoge Raad
misschien nog enkele bijkomende pistes kan vinden om tot een
volledige oplossing te komen.
Ik kan me inbeelden, zelfs in een wereld die met de dag
internationaler wordt, dat als we niet beschikken, in de eigen
landstaal, over wat de norm juist inhoudt, het effectief problematisch
is.
Nederland is een land met toevallig dezelfde taal als de onze. Ik denk
dus dat wij er met vereende krachten voordeel uit kunnen putten om
in synergie te werken. Dat is trouwens de enige methode om van de
klassieke wiskunde af te wijken. In synergie is een plus een immers
meer dan twee.
Je soumettrai également ce
problème au Conseil supérieur de
la normalisation. Il est important
que les normes soient disponibles
dans la langue nationale de
chacun.
12.03 Annemie Turtelboom (VLD): Mijnheer de minister, ik ben heel
blij dat u erkent dat het probleem bestaat en dat er een oplossing voor
moet worden gezocht.
Onze bouwsector wordt nog altijd met heel wat van die normen
geconfronteerd. Er zitten heel wat kleine aannemers in die sector.
Wie onder een grote multinational werkt, heeft misschien nog wel de
mogelijkheid om zelf voor de vertaling te zorgen, maar kleine
aannemers of architectenbureaus dingen ook mee naar openbare
aanbestedingen.
12.03
Annemie Turtelboom
(VLD): Je me réjouis de constater
que le ministre reconnaît le
problème et est à la recherche
d'une solution rapide. Le
cofinancement européen et une
collaboration avec les Pays-Bas
me semblent de bonnes
propositions. L'introduction de
normes européennes est une
bonne chose, mais l'Europe devra
CRIV 51
COM 846
07/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
33
Bovendien stelt de wetgeving dat al die documenten in het
Nederlands beschikbaar moeten zijn. Er is nog andere wetgeving van
toepassing.
Dat probleem moet dus verholpen worden.
Ik ben heel blij dat u zegt dat we aan cofinanciering moeten denken.
Ik denk dat het logisch is dat een aantal van de Belgische normen
wordt vervangen door Europese normen. Dat is ook veel beter en het
past ook beter in de Europese filosofie. Europa moet echter ook
gedeeltelijk tegemoetkomen. Wij hebben de pech dat onze taal niet
op zo'n grote schaal gesproken wordt dat we, bij wijze van spreken,
tien partnerlanden kunnen vinden waarnaar we kunnen vertalen.
Daarom ben ik blij dat u zegt dat we zeker een akkoord met
Nederland moeten sluiten, en vooral prioriteiten stellen. Want
inderdaad, niet alle Europese normen zijn even prioritair voor ons land
of voor ons landsgedeelte.
Ik ben in ieder geval heel blij dat u het probleem erkent en dat u snel
naar een oplossing zult zoeken in het nieuw wettelijk kader dat er zal
komen.
également tendre la main aux
petites entités linguistiques.
12.04 Minister Marc Verwilghen: We zijn dit wel al aan het
voorbereiden want ik zou niet willen dat we pas moeten beginnen
onderhandelen als het nieuwe wettelijke kader in werking treedt. Die
drie pistes worden momenteel allemaal nagegaan en sommigen
leveren een positief resultaat op.
12.04 Marc Verwilghen, ministre:
Les discussions relatives aux
pistes de réflexion éventuelles
sont déjà en cours. Nous
n'attendons donc pas l'entrée en
vigueur du nouveau cadre légal.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
13 Vraag van mevrouw Simonne Creyf aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel
en Wetenschapsbeleid over "de eenheidsprijs voor energie" (nr. 10196)
13 Question de Mme Simonne Creyf au ministre de l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "le prix unitaire de l'énergie" (n° 10196)
13.01 Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, in september vorig jaar, op het ogenblik dat de olieprijzen de
pan uitrezen, nam de regering een aantal beslissingen om de
energiefactuur van de consument te verlichten. In principe zou dit voor
iedereen een goede zaak moeten zijn, ware het niet dat er in het
kader van een soort politiek opbod ook een aantal maatregelen
werden aangekondigd die een strop kunnen leggen rond de nek van
heel wat kleine en middelgrote ondernemingen.
Dat de petroleumsector in het verleden al een en ander heeft gehad,
zal ik even aantonen. Er was in 2000 de energiecheque. In 2003 was
er het Stookoliefonds. De voorbije dagen hebben we heel de
stookoliesaga meegemaakt. Verder was er ook de gespreide betaling.
Het houdt nog niet op. In de notulen van de Ministerraad van 23
september 2005 en in de nota die door minister Reynders werd
verspreid in de Kamercommissie voor de Financiën is er ook sprake
van een eenheidsprijs per liter stookolie, ongeacht de geleverde
hoeveelheid.
Wij hebben ondertussen niets meer vernomen van dit idee. Om die
reden heb ik dan ook een aantal vragen, mijnheer de minister. Wordt
13.01 Simonne Creyf (CD&V): À
l'automne de l'an passé, le
gouvernement a pris plusieurs
mesures visant à alléger la facture
d'énergie pour le consommateur,
comme le paiement étalé. Il était
également question d'un prix
unitaire par litre de mazout, quelle
que soit la quantité commandée.
Cette mesure pourrait bien
entraîner la perte des petites et
moyennes entreprises.
L'idée du prix unitaire est-elle
encore maintenue? Où en est le
dossier? Quelle est la position de
Brafco et de l'Union pétrolière
belge par rapport à la proposition?
Quelles seront les modalités?
07/02/2006
CRIV 51
COM 846
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
34
het idee van een eenheidsprijs per liter, ongeacht de geleverde
hoeveelheid, nog steeds in aanmerking genomen? Zo ja, in welke
fase zit dit idee? Wat is de stand van zaken? Is er nog overleg
gepleegd met de sector? Hoe staan BRAFCO en de Belgische
Petroleumunie tegenover dit voorstel? Welke modaliteiten zullen er
worden opgelegd? Vanaf welke hoeveelheid geleverde stookolie zal
de eenheidsprijs gelden?
13.02 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer de voorzitter, mevrouw
Creyf, voor de goede orde herinner ik nog eens even aan de historiek
van de zaak. In september 2005 heb ik met de sector een akkoord
kunnen bereiken om de toeslag voor wat men noemt de kleine drops
of de kleine leveringen voor de gezinnen die een beroep doen op het
sociaal stookoliefonds te beperken. Dat is eigenlijk de start. De
voorwaarden waren dan wel een minimumlevering van 900 liter en
een maximumprijs van huisbrandolie die boven de halve euro per liter
lag. Dat waren de twee basisvoorwaarden.
De Ministerraad van 9 september 2005 heeft op basis hiervan beslist
om te zoeken naar een wettelijke basis om ongeacht de bestelde
hoeveelheden tot een vaste prijs per liter te komen. In uitvoering van
de beslissing van de Ministerraad van 23 december 2005 is dan een
werkgroep opgericht die de mogelijkheden moet onderzoeken om de
bestaande programmaovereenkomst aan te passen. Dat is immers
het document dat uiteindelijk zal moeten aangepast worden.
De te onderzoeken mogelijkheden zijn eigenlijk drievoudig. Een, het
afschaffen van de toeslag voor de kleine leveringen waarbij de impact
voor de kleine verdelers wordt beperkt of weggewerkt via een
aanpassing van de distributiemarge. Twee, het uitwerken van een
nieuwe formule voor de distributie waarbij expliciet rekening wordt
gehouden met de effectieve kostprijs per levering ongeacht de
geleverde hoeveelheid. Drie, door elke andere aanpassing van de
programmaovereenkomst te onderzoeken die tot een gelijkaardig
resultaat zou leiden met dezelfde waarborgen voor de kleine
distributeur.
Daar moet ik u wel in volgen, er is een probleem voor de kleine
distributeur. Dat is ook de reden waarom BRAFCO anders reageert
dan de Belgische Petroleumunie. De discussies daarover zijn nog
steeds lopend, dit uiteraard in samenwerking met de sector,
waaronder BRAFCO. Ik kan u trouwens meedelen dat BRAFCO
momenteel onder zijn leden een enquête houdt teneinde van hen te
vernemen wat het standpunt dienaangaande is. Ook daar bestaan er
verschillen. Zolang de resultaten hiervan niet gekend zijn en de
discussies over de te onderzoeken mogelijkheden nog steeds lopend
zijn, lijkt het mij voorbarig nu reeds een passend antwoord te kunnen
geven. Men kan het nog niet geven omdat er nog geen definitief
uitgekristalliseerd antwoord kan worden gegeven op vragen als de
hoeveelheid geleverde stookolie die in acht zal worden genomen, wat
de eenheidsprijs is die zal worden gehanteerd en welke de andere
modaliteiten zijn die moeten worden besproken. Dat is dus een
dossier dat nog lopend is.
Tegelijkertijd zeg ik dat de moeilijkheidsgraad daarin schuilt dat men
natuurlijk tot een aanvaardbaar evenwicht moet kunnen komen.
Daarom zeg ik u dat er soms een verschillende insteek is bij de leden
van BRAFCO. Sommigen onder hen zijn de mening toegedaan dat tot
13.02 Marc Verwilghen, ministre:
En septembre 2005, un accord
avait été conclu avec le secteur
dans le cadre du Fonds mazout,
sur la limitation du supplément
pour les petites livraisons. En vertu
de cet accord, le Conseil des
ministres a décidé en date du 9
septembre de définir un cadre
légal pour un prix unitaire, quelle
que soit la quantité commandée.
Un groupe de travail a été chargé
d'examiner les possibilités
d'adaptation du contrat de
programme.
Soit le supplément pour les petites
livraisons est supprimé et les
effets pour les petites entreprises
sont limités par le biais
d'adaptations de la marge de
distribution ; soit une nouvelle
formule est élaborée pour la
marge de distribution, tenant
compte du coût réel,
indépendamment de la quantité.
D'autres adaptations peuvent
également être examinées, mais
des garanties sont toujours
indispensables pour les petits
distributeurs.
Il va de soi que l'on collabore avec
le secteur. Actuellement, la société
Brafco mène une enquête pour
connaître l'avis de ses membres. Il
est trop tôt pour donner des
réponses concrètes étant donné
que les discussions sont encore
en cours et que l'enquête n'est pas
encore terminée.
CRIV 51
COM 846
07/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
35
en met de allerkleinste verdeler bij dit systeem moet kunnen
betrokken worden, anderen, nochtans evenzeer binnen BRAFCO, zijn
van oordeel dat er een zekere schaalvergroting moet komen en
verplicht is wil de sector kunnen overleven.
Ook dat speelt duidelijk mee in de besprekingen. Vermits BRAFCO
nu zelf het initiatief heeft willen nemen, moeten we hen ook de kans
laten dit initiatief en deze enquête tot een goed einde te brengen, of
ons tenminste te kunnen zeggen waarop dit slaat vooraleer
beslissingen worden genomen die effectief vrij ver strekkende
gevolgen zouden kunnen hebben. Ik zeg dit allemaal in
voorwaardelijke wijze, want dat zal afhangen van het antwoord op de
enquête.
13.03 Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ten eerste zegt u dat BRAFCO tegen is en de Petroleumunie
minder. Volgens onze informatie is ook de Petroleumunie tegen.
Binnen de Petroleumunie zijn er allicht leden die er financieel iets
beter tegen zullen kunnen dan de kleine, onafhankelijke distributeurs
van BRAFCO.
De enquête waarover u spreekt is positief, maar toch moeten we ons
een vraag durven stellen over het invoeren van de gespreide betaling
waardoor mensen in staat zullen zijn hun kosten te spreiden. Wij
staan niet achter de regeling omdat het een slechte regeling is, zeker
omdat men moet beantwoorden aan de door u opgelegde
voorwaarden en niet op basis van vrijwilligheid. In elk geval, door de
gespreide betaling kunnen mensen toch hun kosten spreiden.
Als men een zelfde prijs invoert, ook voor kleine leveringen, zal het
vanzelfsprekend zijn dat heel wat mensen zullen overschakelen naar
kleinere leveringen. De sector wijst erop dat dit tot gevolg zal hebben
dat er heel wat meer personeels- en werkingskosten zullen komen.
De meeste tijd wordt door een bedrijf immers besteed aan het naar de
plaats van de levering rijden en de slang aansluiten. Of men dan een
kleinere of grotere hoeveelheid stookolie levert, is een verschil van 2
tot 5 minuten. Daarin ligt de prijs niet.
Als men volgens de Petroleumunie de eenheidsprijs zou vastleggen
aan 1.300 liter, dan zou het wagenpark verdubbelen en zou dubbel
zoveel moeten worden uitgereden. De vraag is hoe de regering dit
vanuit zowel milieuoverwegingen luchtvervuiling in tijden van
crisissituatie met fijn stof, verkeersveiligheid, filevorming als vanuit
economische overwegingen kan verantwoorden?
Mijnheer de minister, wij menen dat het beter zou zijn met de sector te
praten over meer structurele maatregelen in plaats van verschillende
eenmalige maatregelen te nemen waarvan men het economisch
effect op het milieu en op de economie niet of nauwelijks heeft
berekend.
13.03 Simonne Creyf (CD&V):
Selon nos informations, la
fédération pétrolière s'oppose tout
comme Brafco à la proposition. Si
un prix unique est institué, quelle
que soit l'importance de la
livraison, de nombreux
consommateurs opteront pour de
plus petites livraisons. Les
compagnies pétrolières seront dès
lors confrontées à une hausse des
frais de fonctionnement et de
personnel. En cas de prix unique
pour 1 300 litres, le parc de
véhicules doublerait. Comment le
gouvernement peut-il justifier cela
d'un point de vue écologique et
économique? Il serait préférable
de rechercher avec le secteur de
véritables mesures structurelles.
13.04 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer de voorzitter, mevrouw
Creyf, de door u ontwikkelde argumenten klinken mij bekend in de
oren. Het zijn trouwens ook de argumenten die door BRAFCO worden
gebruikt.
Er is een verschil tussen BRAFCO en de Belgische Petroleum Unie.
We hebben dat ook gezien in de wijze waarop op een bepaald
13.04 Marc Verwilghen, ministre:
Je connais les arguments de Mme
Creyf. Ils sont utilisés par Brafco
mais pas par l'Union pétrolière
belge. Les consommateurs ont
tout intérêt à stocker la plus
grande quantité possible de gasoil
07/02/2006
CRIV 51
COM 846
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
36
ogenblik werd gereageerd en de stappen die de ene niet en de
andere wel administratiefrechtelijk wenste te zetten.
Op een punt hebt u gelijk en ik laat daarover geen twijfel bestaan. De
mensen hebben er alle belang bij om een zo groot mogelijke
bestelling te plaatsen als hun tankinhoud dat toelaat. Het is in hun
eigen voordeel om een aantal redenen die u terecht hebt opgesomd.
Er zal daar ook een stukje opvoeding van de petroleumgebruikers,
van de klanten die met petroleumproducten verwarmen, bij te pas
moeten komen. Het spreekt immers voor zich dat voor de categorie
gebruikers die een gespreide betaling kunnen bekomen en dus
losstaan van de categorie mensen die het van het Stookoliefonds
moeten hebben, de mogelijkheid om een volle tank te nemen een
stuk groter is en dus niet met stukjes en beetjes te moeten vullen.
Dat is een van de zaken die ter bespreking liggen en waarover ik met
de sector onderhandel om tot een vergelijk te kunnen komen. Ik hoop
dat we, naar aanleiding van de enquête die wordt gevoerd door
BRAFCO en zoals door henzelf trouwens werd gesuggereerd, tot een
vergelijk kunnen komen.
de chauffage. Ceux qui peuvent
obtenir un paiement étalé ne sont
pas obligés de remplir leur citerne
avec de petites quantités
successives. Il faudra leur
inculquer
de nouveaux
comportements de consommation.
Les négociations avec le secteur
sont en cours et j'espère que nous
pourrons parvenir à un accord sur
la base de l'enquête de Brafco.
13.05 Simonne Creyf (CD&V): (...) Als de prijs per liter dezelfde is,
ongeacht een kleine of een grote hoeveelheid, dan denk ik dat
mensen, gezien de hoge stookolieprijs, niet zullen kiezen voor een
volle tank. Ze zullen eerder kiezen voor tweemaal een kleinere
hoeveelheid en dan krijgt u precies het negatieve effect waarover we
het net hebben gehad. U zegt dat we de mensen moeten opvoeden.
Door een eenheidsprijs per liter in te voeren, maakt u net dat mensen
dit gedrag zullen ontwikkelen.
13.05 Simonne Creyf (CD&V): Si
le prix au litre n'est pas fonction de
la quantité, les gens étaleront
automatiquement le remplissage
de leur citerne. Le ministre dit qu'il
veut éduquer les consommateurs
mais en instaurant ce prix unitaire,
il leur inculquera au contraire de
mauvaises habitudes.
13.06 Minister Marc Verwilghen: Maak u geen illusies, mevrouw
Creyf, de prijzen spijtig genoeg op de internationale markt, zijn wat
ze zijn. Ik hoop dat de tijd van de grote fluctuaties en de prijsdalingen
en het ineenstorten van de prijs, nog eens terugeert, maar ik meen
dat wij dat zullen moeten vergeten.
13.06 Marc Verwilghen, ministre:
Je crains que le temps des
grandes fluctuations sur le marché
pétrolier international soit révolu.
13.07 Simonne Creyf (CD&V): Ik geloof daar ook niet in.
13.08 Minister Marc Verwilghen: In die omstandigheden zullen de
mensen toch inzien dat zij op een bepaald ogenblik beter in een keer
de inspanning doen dan dat verspreid te doen. Degenen die
gespeculeerd hebben op zulk een daling ik daag u uit, kijk de cijfers
van het jongste jaar er maar op na kunnen daar alleen maar
slechter bij gevaren zijn.
13.08 Marc Verwilghen, ministre:
Les citoyens vont se rendre
compte que la meilleure solution
consiste dès lors à acheter de
grandes quantités.
13.09 Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de minister, ik meen dat dit
laatste wishful thinking van u is. Ik vrees het tegenovergestelde: dat
mensen twee keer een kleinere hoeveelheid zullen bestellen, met alle
gevolgen van dien.
13.09 Simonne Creyf (CD&V):
Le ministre prend ses désirs pour
des réalités. Les citoyens seront
plutôt enclins à remplir leur citerne
par petites quantités.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
14 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Simonne Creyf aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
CRIV 51
COM 846
07/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
37
Wetenschapsbeleid over "Belgonucleaire" (nr. 10214)
- de heer Hagen Goyvaerts aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de sluiting van Belgonucleaire" (nr. 10226)
14 Questions jointes de
- Mme Simonne Creyf au ministre de l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "Belgonucleaire" (n° 10214)
- M. Hagen Goyvaerts au ministre de l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "la fermeture de Belgonucleaire" (n° 10226)
14.01 Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, er is beslist Belgonucleaire te sluiten. Daar bent u reeds over
ondervraagd. Maar nu staat Belgonucleaire natuurlijk voor een nieuw
probleem, met name dat de ontmanteling moet gebeuren van de
plutoniumhoudende installaties.
Mijn vragen zijn de volgende, mijnheer de minister. Hoe zal de
ontmanteling gebeuren van de plutoniumhoudende installaties?
Welke bedrijven kunnen daaraan deelnemen? Wij vernemen dat er
een shortlist is opgesteld. Hoe is die shortlist opgesteld? Welke
bedrijven staan er op die shortlist? Klopt het dat er geen enkel
Belgisch bedrijf op de shortlist staat?
14.01 Simonne Creyf (CD&V):
Belgonucleaire ferme ses portes.
Comment les installations
contenant du plutonium seront-
elles démantelées? Quelles
entreprises y prendront part?
Comment la shortlist a-t-elle été
élaborée? Est-il exact qu'aucune
entreprise belge ne figure sur cette
liste?
14.02 Hagen Goyvaerts (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, ik
had daarover kort het woord gevraagd.
De voorzitter: Inderdaad, mijnheer Goyvaerts, neemt u het mij niet kwalijk. U krijgt het woord.
14.03 Hagen Goyvaerts (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
kwam mijn vraag over dit onderwerp, wegens een administratieve
vertraging bij onze diensten, wat laattijdig aan. Ik neem echter aan dat
het kabinet er ook vandaag over geïnformeerd is en dat de minister
toch een aantal antwoorden kan formuleren.
Mijnheer de minister, we moeten het hele verhaal niet doen. U
herinnert zich ongetwijfeld nog de interpellatieronde van ik denk
20 september 2005, waarin zowel andere parlementsleden als ikzelf u
geïnterpelleerd hebben omtrent uw bekommernis aangaande de
economische toekomst van een aantal bedrijven in de `nucleaire
driehoek' van Dessel, Retie en Mol. Er werd toen ook verwezen naar
de wanhoopspoging die een aantal kaderleden van een aantal van die
bedrijven deden, onder andere ten aanzien van uw kabinet: een
optimistische poging om de sector, en dan zeker het bedrijf
Belgonucleaire, alsnog te redden.
Zoals ik al zei is het niet nodig om het verhaal in detail te herhalen. Op
basis van informatie van vorige week kunnen we ondertussen
vaststellen dat voor Belgonucleaire het doek definitief is gevallen. Na
de afwerking van als ik me niet vergis twee lopende opdrachten,
zal Belgonucleaire midden volgend jaar definitief sluiten.
Naast het aspect van de sociale begeleiding en het sociaal plan dat
dient te worden uitgewerkt, zijn er ook een aantal technische
aspecten. Die hebben te maken met de ontruiming en de
ontmanteling van een aantal installaties in het betrokken bedrijf, in het
bijzonder de installaties die gebruikmaken van radioactieve stoffen, in
casu plutonium voor wat de MOX-brandstof betreft. Ik zou u daarover
drie korte vragen willen stellen.
14.03 Hagen Goyvaerts (Vlaams
Belang): La situation des
entreprises dans le triangle
nucléaire me préoccupe. Si
Belgonucleaire ferme
définitivement ses portes, les
installations nucléaires devront
être évacuées et démantelées.
Quel est le scénario de
démantèlement? Les autorités
mettront-elles sur pied une cellule
d'accompagnement spécifique?
Des autorisations devront-elles
être délivrées? Comment
procédera-t-on et que sera le rôle
de l'ONDRAF dans ce cadre?
07/02/2006
CRIV 51
COM 846
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
38
Kunt u ons, vanuit uw bevoegdheden van Energie,
Wetenschapsbeleid en Economie, een toelichting geven aangaande
het scenario van de ontmanteling van de plutoniumhoudende
installaties?
Op welke manier zal daarover gecommuniceerd worden tussen uw
diensten en het bedrijf? Is het de bedoeling om in een specifieke
begeleidingscel te voorzien?
Wat het scenario van de ontmanteling betreft neem ik aan dat er heel
wat vergunningen moeten worden toegekend. Op welke manier zal
dat verlopen, al dan niet departementoverschrijdend? Ik neem immers
aan dat ook het Federaal Agentschap de problemen met de leiding
buiten beschouwing gelaten toch wat vergunningen zal moeten
afleveren. Ik neem aan dat ook het NIRAS er voor iets tussenzit.
Graag kreeg ik wat dat betreft dus enige verduidelijking.
14.04 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer de voorzitter, met uw
goedvinden zal ik antwoorden op de beide vragen. Het heeft immers
geen zin dat de andere vraag volgende week terug dient te worden
behandeld. Het zijn gedeeltelijk dezelfde antwoorden. Soms zijn er
specifieke vragen. Ik zal proberen alles te beantwoorden.
Na het verloop van de wettelijke procedure is op 22 december 2005
door Belgonucleaire de beslissing genomen om effectief over te gaan
tot de sluiting van de MOX-fabriek. Daarin is in drie fasen voorzien.
Dat is een gezamenlijk antwoord aan de beide vraagstellers die
hebben gesproken, mevrouw Creyf en de heer Goyvaerts.
De eerste fase is het einde van de MOX-productie met de productie
van de nog resterende campagnes in het orderboek. De eerste fase
zal worden afgerond tegen het midden van 2006.
De tweede fase omvat het conditioneren voor transport van de
buitenlandse splijtstoffen die op dat moment nog in de installatie
aanwezig zijn. De tweede fase zal in het najaar van 2006 worden
afgerond.
De derde en laatste fase is de stopzetting van de fabriek, de start van
de wachtperiode van onbepaalde duur overigens tot de
ontmantelingsvergunning van de bevoegde overheden wordt
bekomen, en de ontmanteling van de fabriek zelf via de organisatie
die door Belgonucleaire te gepasten tijde met een extern bedrijf zal
worden gedefinieerd.
Met het extern bedrijf zal worden overeengekomen dat de ex-
Belgonucleaire-medewerkers die zich willen inschakelen voor de
ontmanteling van de fabriek, prioriteit zullen krijgen bij de selectie van
hun personeelsbestand om de ontmanteling te kunnen uitvoeren.
Het ontmantelingsafval zal vervolgens aan het NIRAS worden
bezorgd en verder worden verwerkt in de installatie van zijn industriële
operator. In dit geval is dat Belgoprocess.
In antwoord op de tweede vraag van mevrouw Creyf, wijs ik erop dat,
gezien haar specifieke situatie, Belgonucleaire het totale proces van
de ontmanteling van de fabriek zelf wil kunnen controleren en
beheersen, en dat met inachtname van de hoogst mogelijke
14.04 Marc Verwilghen, ministre:
Dans une première phase, Il sera
mis fin à la production de MOX
lorsque les campagnes restantes
dans le carnet de commande
auront été achevées. La première
phase sera clôturée pour la fin du
premier semestre de cette année.
Les matières fissiles étrangères
des installations seront
conditionnées pour le transport
dans une deuxième phase jusqu'à
l'automne.
Dans une troisième phase, l'usine
arrêtera ses activités et il faudra
attendre un permis de
démantèlement. Une entreprise
externe démantèlera ensuite
l'usine même. Les anciens
collaborateurs de Belgonucleaire
bénéficieront de la priorité lors de
la constitution de l'effectif du
personnel par l'entreprise externe
qui effectuera le démantèlement.
Les déchets issus du
démantèlement seront ensuite
confiés à l'ONDRAF et ils seront
traités dans les installations de
Belgoprocess.
Belgonucleaire entend pouvoir
contrôler la totalité du processus
pour des raisons de sécurité.
Des entreprises peuvent participer
au démantèlement en tant que
contractant principal ou en tant
que fournisseurs de services
spécifiques. Plusieurs entreprises
CRIV 51
COM 846
07/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
39
veiligheidsgaranties.
Bedrijven zullen kunnen deelnemen in het ontmantelingsproject van
Belgonucleaire op verschillende niveaus, ofwel als hoofdcontractant
ofwel als leverancier van specifieke diensten. Een aantal bedrijven uit
de regio komt daarvoor in aanmerking.
De selectiecriteria voor de hoofdcontractant zullen worden gericht op
technische referenties, project management, financiële draagkracht
en garanties voor een dergelijk project, waarbij veiligheid, respect van
timing, minimalisatie van het afval en een hoge kwaliteit van het werk
centraal moeten staan.
Gezien de omvang van het project en een aantal technische vragen,
zal er een shortlist worden opgesteld maar dat zal pas in de tweede
helft van dit jaar gebeuren. Nu is dit nog niet gebeurd waardoor ook
nog niemand zich kon inschrijven.
Uw derde vraag is meteen ook beantwoord vermits het moment
waarop dit zal gebeuren, afhangt van de shortlist die er momenteel
dus nog niet is. Uw vierde vraag ressorteert daar ook onder.
Wat de tweede vraag van de heer Goyvaerts betreft, wil ik hem nog
mededelen dat, aangezien de voorbereidingen met het oog op de
afsluiting en de ontmanteling van de installaties in overleg met het
Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle moet gebeuren en dit
agentschap belast is met het uitreiken van de nodige vergunningen, ik
hem voorstel om deze vraag te stellen aan de voogdijminister, de
minister van Binnenlandse Zaken.
de la région entrent en ligne de
compte pour ces services.
Le contractant principal sera choisi
sur la base de ses qualités. Nous
ne disposons actuellement pas
encore d'une liste succincte. Elle
sera disponible dans le courant du
deuxième semestre de cette
année.
La question des licences doit être
posée à M. Dewael, ministre de
tutelle de l'Agence fédérale de
contrôle nucléaire.
14.05 Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de minister, ik dank u voor
de informatie over het verdere verloop van het proces rond
Belgonucleaire.
U zegt dat er nog geen shortlist werd opgesteld. Mijn informatie over
het ontbreken van Belgische bedrijven klopt dan ook niet. Nochtans
heb ik al namen horen noemen. Ik heb al gehoord dat er wel degelijk
al een shortlist bestaat. U ontkent dat?
14.05 Simonne Creyf (CD&V): Le
ministre est formel, il n'existe pas
encore de shortlist. J'ai pourtant
déjà entendu circuler des noms.
14.06 Minister Marc Verwilghen: Ik ben daarin formeel. Ik heb de
vraag expliciet gesteld en men is formeel in de bewering dat er nog
geen shortlist bestaat.
14.07 Simonne Creyf (CD&V): Ik neem aan dat het inderdaad zo zal
zijn, als het u zo formeel bevestigt. Mijnheer de minister, ik kan er
natuurlijk wel aan toevoegen dat de Belgische overheid voor de helft
eigenaar is van Belgonucleaire. Ik mag dus aannemen dat de
vertegenwoordigers van de Belgische overheid in Belgonucleaire ook
mee de belangen behartigen van de Belgische bedrijven die zouden
kunnen deelnemen aan het ontmantelingsproces.
14.07 Simonne Creyf (CD&V):
Les autorités belges sont
propriétaires pour moitié de
Belgonucleaire et l'on peut tout de
même s'attendre à ce que ses
représentants au sein de
l'entreprise servent les intérêts des
entreprises belges qui peuvent
représenter quelque chose pour le
démantèlement de l'usine.
14.08 Minister Marc Verwilghen: Mij lijkt dat evident. Ik zal er nog
een zaak aan toevoegen, mevrouw Creyf, het is ook de reden
waarom ik het in het antwoord heb gezegd. Er zijn natuurlijk wel een
aantal standaarden die absoluut in acht moeten worden genomen. Ik
14.08 Marc Verwilghen, ministre:
Cela va de soi mais, dans un
projet de ce type, il faut
absolument atteindre certains
07/02/2006
CRIV 51
COM 846
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
40
meen, dat is mijn aanvoelen, wetende wat zich beweegt op onze
markt, met kennis in die sector, dat er zeker Belgische bedrijven
gevonden kunnen worden die die voorwaarden kunnen invullen. Ik
kan mij natuurlijk ook wel indenken dat er een stuk concurrentie kan
spelen. Men kan in een materie als deze ook moeilijk verhinderen dat,
als er eventueel internationale belangstelling bestaat, die zich ook zal
aandienen. Ik blijf erbij dat, gelet op de invloed van de gevolgen van
de beslissing van Belgonucleaire, het aangewezen zou zijn om met
Belgische bedrijven te werken. Het zal in elk geval mogelijk zijn voor
de heel specifieke taken. Ik hoop ook dat het mogelijk zal zijn
daarover spreek ik mij nu nog niet uit voor de algemene opdrachten.
Laat ons hopen dat het op die manier kan worden ingevuld.
standards. En tout état de cause,
la concurrence jouera. Étant
donné l'influence d'une fermeture
sur le reste du secteur dans notre
pays, il s'indique bien entendu de
travailler autant que possible avec
des entreprises belges.
14.09 Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de minister, er zijn in de
streek bedrijven die dat zouden kunnen. U hebt in diverse
verklaringen al meegedeeld dat u belang hecht aan het blijvend
kunnen valoriseren van de knowhow op dit vlak. Er is knowhow in de
streek, het zou dus onaanvaardbaar zijn dat de knowhow uit de streek
niet aangewend zou worden uiteindelijk ook bij de ontmanteling van
Belgonucleaire. Mijnheer de minister, ik ben nog altijd niet zeker van
wat er indertijd allemaal werd afgesproken in het kader van de
overname door Suez van Electrabel. Wat werd er toen allemaal met
de eerste minister afgesproken? Ik hoop, mijnheer de minister, dat dit
contract ook niet naar Frankrijk zal gaan.
14.09 Simonne Creyf (CD&V): Il
y a, dans la région, des
entreprises qui disposent du
savoir-faire approprié. Il serait
inacceptable de ne pas en faire
usage. J'espère que ce marché ne
sera pas attribué à une firme
étrangère.
14.10 Hagen Goyvaerts (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, ik
sluit mij aan bij de analyse van mevrouw Creyf. Wie de sector van de
ontmanteling kent weet dat dit een sector van een zeer beperkt aantal
bedrijven is die op wereldvlak opereren.
Ik ben ook dezelfde mening toegegaan dat de overheid als mede-
50%-aandeelhouder al het nodige moet doen opdat de bedrijven die
daar als satellietbedrijven rond cirkelen de mogelijkheid krijgen om
hun technische kennis op het vlak van ontmanteling te kunnen
aanwenden. Belgonucleair zal waarschijnlijk zelf wel bekijken wat de
draagkracht van de bedrijven is. Ik vermoed dat het algemeen
contract naar een buitenlands bedrijf zal gaan en dat een aantal
deelcontracten hier zullen worden ingevuld. Dat is mijn ervaring met
die sector van voor de tijd dat ik in het Parlement zat. Ik neem aan dat
dit ondertussen weinig of niet zal zijn gewijzigd. Wij volgen het dossier
op en kijken hoe het afloopt.
14.10 Hagen Goyvaerts (Vlaams
Belang): Seul un nombre restreint
d'entreprises sont actives dans ce
secteur au niveau mondial.
Belgonucleaire est le mieux placé
pour juger qui peut faire le boulot.
Le gouvernement doit défendre les
intérêts des entreprises satellites.
Je m'attends à ce que le contrat
principal aille à l'étranger et que
des contrats partiels aillent à des
entreprises belges.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 16.33 uur.
La réunion publique de commission est levée à 16.33 heures.