CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 842
CRIV 51 COM 842
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DES
F
INANCES ET DU
B
UDGET
C
OMMISSIE VOOR DE
F
INANCIËN EN DE
B
EGROTING
mardi
dinsdag
07-02-2006
07-02-2006
Matin
Voormiddag
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE






























cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders ­ Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu inté-
gral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit des
interventions ; les annexes se trouvent dans une brochure
séparée (PLEN: couverture blanche; COM: couverture
saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken; de
bijlagen zijn in een aparte brochure opgenomen
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
Plenum
COM
réunion de commission
COM
Commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 842
07/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i
SOMMAIRE
INHOUD
Question de M. Carl Devlies au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "la décision
de la Commission européenne relative à la
réduction des accises sur les biocarburants"
(n° 10032)
1
Vraag van de heer Carl Devlies aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over "de
beschikking van de Europese Commissie inzake
de accijnsverlaging op biobrandstoffen"
(nr. 10032)
1
Orateurs: Carl Devlies, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
Sprekers: Carl Devlies, Didier Reynders,
vice-eerste minister en minister van Financiën
Question de M. Hendrik Bogaert à la vice-
première ministre et ministre du Budget et de la
Protection de la consommation sur "le
supplément de recettes des accises et de la TVA
en 2005 par rapport à 2004" (n° 10048)
3
Vraag van de heer Hendrik Bogaert aan de vice-
eerste minister en minister van Begroting en
Consumentenzaken over "de meeropbrengsten
van accijnzen en BTW in 2005 ten opzichte van
2004" (nr. 10048)
3
Orateurs: Hendrik Bogaert, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
Sprekers:
Hendrik Bogaert, Didier
Reynders, vice-eerste minister en minister
van Financiën
Question de M. Hendrik Bogaert au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "les
différents régimes d'exonération de versement du
précompte professionnel, modifiés par le Pacte de
solidarité entre les générations" (n° 10076)
7
Vraag van de heer Hendrik Bogaert aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over "de
diverse vrijstellingsregimes van doorstorting van
de bedrijfsvoorheffing, gewijzigd door de
Generatiepactwet" (nr. 10076)
7
Orateurs: Hendrik Bogaert, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
Sprekers:
Hendrik Bogaert, Didier
Reynders, vice-eerste minister en minister
van Financiën
Question de M. Hendrik Bogaert au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "la
déduction de la TVA en cas de financement avec
gestion du projet" (n° 10077)
8
Vraag van de heer Hendrik Bogaert aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over "de
BTW-aftrek bij de financiering met projectbeheer"
(nr. 10077)
8
Orateurs: Hendrik Bogaert, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
Sprekers:
Hendrik Bogaert, Didier
Reynders, vice-eerste minister en minister
van Financiën
Questions jointes de
9
Samengevoegde vragen van
9
- M. Hendrik Bogaert au vice-premier ministre et
ministre des Finances sur "l'exonération de
versement du précompte professionnel dans le
cadre de la recherche scientifique" (n° 10078)
9
- de heer Hendrik Bogaert aan de vice-eerste
minister en minister van Financiën over "de
vrijstelling van doorstorting van de
bedrijfsvoorheffing voor wetenschappelijk
onderzoek" (nr. 10078)
9
- M. Hendrik Bogaert au vice-premier ministre et
ministre des Finances sur "l'exonération de
versement du précompte professionnel pour
certains chercheurs" (n° 10079)
9
- de heer Hendrik Bogaert aan de vice-eerste
minister en minister van Financiën over "de
vrijstelling van doorstorting van de
bedrijfsvoorheffing voor sommige onderzoekers"
(nr. 10079)
9
Orateurs: Hendrik Bogaert, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
Sprekers:
Hendrik Bogaert, Didier
Reynders, vice-eerste minister en minister
van Financiën
Question de M. Hendrik Bogaert au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "le nouveau
régime fiscal applicable aux indemnités
complémentaires accordées dans le cadre de la
prépension et Canada Dry" (n° 10080)
11
Vraag van de heer Hendrik Bogaert aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over
"het nieuw fiscaal regime voor de aanvullende
vergoedingen in het kader van het brugpensioen
en Canada Dry" (nr. 10080)
11
Orateurs: Hendrik Bogaert, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
Sprekers:
Hendrik Bogaert, Didier
Reynders, vice-eerste minister en minister
van Financiën
Question de M. Hendrik Bogaert au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "le nouveau
régime fiscal pour les pensions complémentaires
12
Vraag van de heer Hendrik Bogaert aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over
"het nieuw fiscaal regime voor de aanvullende
12
07/02/2006
CRIV 51
COM 842
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
des travailleurs salariés (Pacte de solidarité entre
les générations)" (n° 10081)
pensioenen van de werknemers
(Generatiepactwet)" (nr. 10081)
Orateurs: Hendrik Bogaert, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
Sprekers:
Hendrik Bogaert, Didier
Reynders, vice-eerste minister en minister
van Financiën
Question de Mme Sabien Lahaye-Battheu au
vice-premier ministre et ministre des Finances sur
"l'ancien palais de justice à Courtrai" (n° 10066)
14
Vraag van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan
de vice-eerste minister en minister van Financiën
over "het oude gerechtsgebouw te Kortrijk"
(nr. 10066)
14
Orateurs: Sabien Lahaye-Battheu, Didier
Reynders
, vice-premier ministre et ministre
des Finances
Sprekers: Sabien Lahaye-Battheu, Didier
Reynders
, vice-eerste minister en minister
van Financiën
Question de M. Hendrik Bogaert au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "les incitants
fiscaux pour la garde d'enfants" (n° 10082)
16
Vraag van de heer Hendrik Bogaert aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over "de
fiscale stimulatie van kinderopvang" (nr. 10082)
16
Orateurs: Hendrik Bogaert, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
Sprekers:
Hendrik Bogaert, Didier
Reynders, vice-eerste minister en minister
van Financiën
Question de M. Hendrik Bogaert au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "la
ventilation par district des cotisations ouvertes et
dégrevées" (n° 10083)
17
Vraag van de heer Hendrik Bogaert aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over "de
spreiding van de ontlaste en de openstaande
aanslagen per district" (nr. 10083)
17
Orateurs: Hendrik Bogaert, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
Sprekers:
Hendrik Bogaert, Didier
Reynders, vice-eerste minister en minister
van Financiën
Interpellation de M. Carl Devlies au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "la taxation
injuste à l'impôt des personnes physiques"
(n° 776)
18
Interpellatie van de heer Carl Devlies tot de vice-
eerste minister en minister van Financiën over "de
onrechtvaardige taxatie in de personenbelasting"
(nr. 776)
18
Orateurs: Carl Devlies, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances,
Luk Van Biesen
Sprekers: Carl Devlies, Didier Reynders,
vice-eerste minister en minister van Financiën,
Luk Van Biesen
Motions
22
Moties
22
Question de M. Hendrik Bogaert à la vice-
première ministre et ministre du Budget et de la
Protection de la consommation sur "l'utilisation du
compte 1068" (n° 10099)
22
Vraag van de heer Hendrik Bogaert aan de vice-
eerste minister en minister van Begroting en
Consumentenzaken over "het gebruik van de
rekening 1068" (nr. 10099)
22
Orateurs: Hendrik Bogaert, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
Sprekers:
Hendrik Bogaert, Didier
Reynders, vice-eerste minister en minister
van Financiën
Interpellation et question jointes de
24
Samengevoegde interpellatie en vraag van
24
- Mme Muriel Gerkens au vice-premier ministre et
ministre des Finances sur "l'exportation de
matériel pouvant être utilisé dans des
programmes nucléaires vers l'Iran en
janvier 2005" (n° 780)
24
- mevrouw Muriel Gerkens tot de vice-eerste
minister en minister van Financiën over "de
uitvoer naar Iran in januari 2005 van een machine
die ook voor nucleaire doeleinden kan worden
gebruikt" (nr. 780)
24
- M. Melchior Wathelet au vice-premier ministre et
ministre des Finances sur "les
dysfonctionnements constatés au sein de
l'Administration des douanes et accises dans le
cadre de 'l'Irangate'" (n° 10219)
24
- de heer Melchior Wathelet aan de vice-eerste
minister en minister van Financiën over "de
disfuncties die werden vastgesteld bij de
Administratie der douane en accijnzen in het
kader van 'Irangate'" (nr. 10219)
24
Orateurs:
Muriel Gerkens, Melchior
Wathelet, président du groupe cdH, Didier
Reynders
, vice-premier ministre et ministre
des Finances
Sprekers:
Muriel Gerkens, Melchior
Wathelet, voorzitter van de cdH-fractie, Didier
Reynders
, vice-eerste minister en minister
van Financiën
Motions
33
Moties
33
CRIV 51
COM 842
07/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
iii
Question de M. Servais Verherstraeten au vice-
premier ministre et ministre des Finances sur "le
plan du personnel 2006 en fonction de la mise sur
pied du bureau de douane unique" (n° 10131)
34
Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de
vice-eerste minister en minister van Financiën
over "het personeelsplan 2006 in functie van de
oprichting van het enig douanekantoor"
(nr. 10131)
34
Orateurs: Servais Verherstraeten, Didier
Reynders
, vice-premier ministre et ministre
des Finances
Sprekers: Servais Verherstraeten, Didier
Reynders
, vice-eerste minister en minister
van Financiën
Question de M. Servais Verherstraeten au vice-
premier ministre et ministre des Finances sur "la
corruption supposée au sommet de la Régie des
Bâtiments" (n° 10139)
36
Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de
vice-eerste minister en minister van Financiën
over "de vermeende corruptie bij de top van de
Regie der Gebouwen" (nr. 10139)
36
Orateurs: Servais Verherstraeten, Didier
Reynders
, vice-premier ministre et ministre
des Finances
Sprekers: Servais Verherstraeten, Didier
Reynders
, vice-eerste minister en minister
van Financiën
Question de M. Jacques Chabot au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "l'impact de
l'arrêt de la Cour de justice quant à la TVA
applicable aux frais d'hospitalisation" (n° 10164)
38
Vraag van de heer Jacques Chabot aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over "de
impact van het arrest van het Hof van Justitie
inzake de BTW op de ziekenhuiskosten"
(nr. 10164)
38
Orateurs: Jacques Chabot, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
Sprekers: Jacques Chabot, Didier Reynders,
vice-eerste minister en minister van Financiën
Question de M. Jacques Chabot au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur
"l'interprétation administrative de la règle des
183 jours et son impact sur la taxation des
camionneurs internationaux et des travailleurs
itinérants" (n° 10165)
39
Vraag van de heer Jacques Chabot aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over "de
administratieve interpretatie van de 183-
dagenregeling en haar impact op het
aanslagstelsel voor internationale
vrachtwagenchauffeurs en reizende werknemers"
(nr. 10165)
39
Orateurs: Jacques Chabot, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
Sprekers: Jacques Chabot, Didier Reynders,
vice-eerste minister en minister van Financiën
Questions jointes de
43
Samengevoegde vragen van
42
- Mme Maggie De Block au vice-premier ministre
et ministre des Finances sur "les impôts dus sur
les subventions accordées aux mini-crèches par
les autorités flamandes" (n° 10178)
43
- mevrouw Maggie De Block aan de vice-eerste
minister en minister van Financiën over "de
belasting op de Vlaamse subsidies aan mini-
crèches" (nr. 10178)
42
- M. Carl Devlies au vice-premier ministre et
ministre des Finances sur "l'exonération des
primes et subsides régionaux dans le cadre de
l'impôt des sociétés" (n° 10185)
43
- de heer Carl Devlies aan de vice-eerste minister
en minister van Financiën over "de vrijstelling van
gewestelijke subsidies en premies in de
vennootschapsbelasting" (nr. 10185)
42
Orateurs:
Maggie De Block, Didier
Reynders, vice-premier ministre et ministre
des Finances, Carl Devlies
Sprekers:
Maggie De Block, Didier
Reynders, vice-eerste minister en minister
van Financiën, Carl Devlies
Questions jointes de
44
Samengevoegde vragen van
44
- Mme Sabien Lahaye-Battheu au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "la
perception des amendes judiciaires" (n° 10202)
44
- mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over "de
inning van gerechtelijke boeten" (nr. 10202)
44
- M. Hagen Goyvaerts au vice-premier ministre et
ministre des Finances sur "le non-paiement
d'amendes et la mauvaise perception de celles-ci"
(n° 10217)
44
- de heer Hagen Goyvaerts aan de vice-eerste
minister en minister van Financiën over "het
onbetaald blijven van boetes en de gebrekkige
inning ervan" (nr. 10217)
44
Orateurs: Sabien Lahaye-Battheu, Hagen
Goyvaerts, Didier Reynders
, vice-premier
ministre et ministre des Finances
Sprekers: Sabien Lahaye-Battheu, Hagen
Goyvaerts, Didier Reynders
, vice-eerste
minister en minister van Financiën
Question de M. Carl Devlies au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "le résultat
des impositions établies au cours du mois de
50
Vraag van de heer Carl Devlies aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over
"het resultaat van de belastingaanslagen van
50
07/02/2006
CRIV 51
COM 842
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
iv
janvier 2006" (n° 10209)
januari 2006" (nr. 10209)
Orateurs: Carl Devlies, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
Sprekers: Carl Devlies, Didier Reynders,
vice-eerste minister en minister van Financiën
CRIV 51
COM 842
07/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DES FINANCES ET
DU BUDGET
COMMISSIE VOOR DE FINANCIËN
EN DE BEGROTING
du
MARDI
7
FEVRIER
2006
Matin
______
van
DINSDAG
7
FEBRUARI
2006
Voormiddag
______

La séance est ouverte à 10.09 heures par M. François-Xavier de Donnea, président.
De vergadering wordt geopend om 10.09 uur door de heer François-Xavier de Donnea, voorzitter.
01 Vraag van de heer Carl Devlies aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de
beschikking van de Europese Commissie inzake de accijnsverlaging op biobrandstoffen" (nr. 10032)
01 Question de M. Carl Devlies au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "la décision de la
Commission européenne relative à la réduction des accises sur les biocarburants" (n° 10032)
01.01 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, via de programmawet van 11 juli 2005 werd voorzien in een
gedeeltelijke accijnsvrijstelling voor de biobrandstoffen.

Artikel 33 van die wet bepaalt dat de Koning de
toepassingsvoorwaarden van de tarieven inzake accijnzen kan
bepalen. Concreet betekent zulks dat men bij koninklijk besluit kan
bepalen dat de accijnsvrijstelling zal worden verleend aan de hand
van een systeem via Europese offerteaanvragen na inzage van een
bestek. Op grond daarvan worden de eenheden erkend die instaan
voor de vervaardiging van producten bestemd voor mengers van
fossiele producten en producten van plantaardige oorsprong. Daartoe
werd overleg gepleegd tussen de verschillende betrokken federale en
gewestelijke entiteiten. Op dat overleg werden reeds
werkdocumenten in verband met het bestek en de offerteaanvragen
voorgesteld.

Artikel 34 van dezelfde wet bepaalt dat de Koning bij een besluit,
vastgelegd na overleg in de Ministerraad, de datum bepaalt waarop
de artikelen 30 tot 33 in werking treden. Aangezien de bepalingen
inzake accijnsvrijstelling in de wet inzake staatssteun ­ en zelfs
toegelaten staatssteun ­ zijn opgenomen, moet de Europese
Commissie van deze bepalingen op de hoogte worden gebracht.

De inwerkingtreding hangt af van een formele toestemming van de
Commissie.

Op 23 december vaardigde de Europese Commissie naar aanleiding
van de aanmeldingsprocedure een beschikking uit. In die beschikking
wordt onder meer gesteld dat de Belgische autoriteiten hebben
verklaard dat de steun, daarmee wordt bedoeld de federale
accijnsverlaging op biobrandstoffen, niet mag worden gecumuleerd
met steun ontvangen in het kader van andere lokale, regionale,
nationale of communautaire regelingen die dezelfde subsidiale kosten
dekken. De installaties voor de productie van biobrandstoffen kunnen
evenmin investeringssteun krijgen.
01.01 Carl Devlies (CD&V): Une
exonération partielle des droits
d'accise pour les biocarburants
était inscrite dans la loi-
programme. L'article 33 prévoit
que le Roi peut déterminer les
conditions d'application de cette
exonération sur la base d'appels
d'offres européens. L'article 34
prévoit que le Roi détermine la
date d'entrée en vigueur de
l'exonération et que la
Commission européenne doit en
être informée.

L'entrée en vigueur dépend de
l'accord formel de la Commission.

La Commission européenne a
décidé le 23 décembre que cette
réduction des accises ne pouvait
être cumulée avec d'autres
mesures de soutien. Les
installations de production de
biocarburants ne peuvent
également plus bénéficier d'aides
à l'investissement. C'est pourquoi
la prime écologique flamande ne
peut plus être octroyée aux
biocarburants.

Cette analyse est-elle exacte? Le
ministre est-il disposé à soumettre
à nouveau ce dossier à la
Commission européenne afin
d'obtenir des mesures cumulatives
plus souples? Quels sont l'état
07/02/2006
CRIV 51
COM 842
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
Deze bepaling heeft als gevolg dat de Vlaamse overheid aan de
begunstigden van de federale accijnsverlaging niet langer
ecologiesteun kan verlenen met betrekking tot dezelfde investeringen
waardoor het Vlaams stimulerend beleid wordt ondergraven. Dit kan
verstrekkende gevolgen hebben voor de Vlaamse ecologiepremie
omdat hierdoor niet langer steun zou kunnen verstrekt worden voor
biobrandstoffen.

Ik heb de volgende vragen.

Ten eerste, bevestigt de minister dat er in het kader van de
overlegprocedure door hem toegevingen werden gedaan die tot
gevolg hebben dat de Gewesten geen ecologiesteun meer kunnen
verlenen inzake biobrandstoffen aan begunstigden die reeds hebben
genoten van de accijnsverlaging? Indien ja, is de minister bereid tot
heraanmelding en heropening van het dossier bij de Europese
Commissie om de cumulatieregels te versoepelen?

Ten tweede, kan de minister toelichten wat de stand van zaken en
verdere timing is in verband met de aanbestedingsprocedures voor
bio-ethanol en bio-diesel?
d'avancement et le calendrier des
procédures d'adjudication pour le
bioéthanol et le biodiesel?
01.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, zoals de heer
Devlies weet past de fiscale ontheffing via een accijnsverlaging in het
kader van de staatssteun, zelfs al gaat het om toegestane
staatssteun. Bijgevolg was ons land, net als de andere lidstaten,
gehouden aan de betekening van de tekst over de ontheffing in de
vorm van een ontwerp. Die tekst is intussen in de wet van 11 juli 2005
gegoten.

De betekening van dit ontwerp moet geschieden volgens de door de
Commissie voorgeschreven vormen. Er zijn tal van vragen gesteld,
onder andere over de verschillende vormen van staatssteun die aan
het project zouden kunnen worden gekoppeld.

Er dient ook te worden opgemerkt dat richtlijn 2003/96/EG van
27 oktober 2003 betreffende de belasting van energieproducten deze
fiscale ontheffing toestaat en dat in het bijzonder artikel 16, § 3,
bepaalt dat de door de lidstaat toegepaste belastingvrijstelling of ­
verlaging wordt aangepast naargelang de ontwikkeling van de
grondstofprijzen, teneinde overcompensatie van de hogere
productiekosten van de bedoelde biobrandstoffen te vermijden. Dat is
een duidelijke bepaling in de richtlijn. Hier is geen sprake van
onderhandeling met de Commissie.

In haar formele toestemming wijst de Commissie er ook op dat het
niveau van de accijnzen jaarlijks moet worden herberekend. Op die
manier zal de pompprijs van een volledig fossiele brandstof met
dezelfde energie-inhoud gelijk zijn aan het bedrag dat moet worden
bepaald bij het verbruik van een vloeistof, bestaande uit een mengsel
van een fossiel product en een hernieuwbaar product.

Als wij tijdens de betekening op de vraag van de Commissie over het
bestaan van andere steunmaatregelen hadden geantwoord dat dit
mogelijk was, hadden wij die in detail moeten aanhalen en zouden die
meegespeeld hebben bij de berekening van de accijnsontheffing en
zouden die tot lagere accijnsontheffing hebben geleid aangezien het
beginsel van de overcompensatie moet worden nageleefd.
01.02 Didier Reynders, ministre:
La réduction des accises
correspond en effet à une forme
de soutien de l'État. La
réglementation a dans l'intervalle
été intégrée à la loi du 11 juillet
2005. La directive européenne
2003/96/CE autorise cette
réduction d'impôts en fonction de
l'évolution des prix des matières
premières, pour éviter la
surcompensation des coûts de
production. Dans son accord
formel, la Commission précise
également que le niveau des
accises doit être recalculé
annuellement. Ainsi, le prix à la
pompe du carburant d'origine
entièrement fossile sera égal au
prix du mélange de carburants
fossile et renouvelable. Si nous
avions dès lors évoqué les autres
mesures de soutien lors des
discussions avec la Commission,
la réduction des accises aurait été
moindre.

Par conséquent, si les Régions
veulent octroyer des subsides, ce
qu'elles n'ont pas fait à ce jour, il
faudra limiter l'aide du fédéral.
Cependant, nous n'avons pas
attendu que les Régions prennent
une décision pour commercialiser
les biocarburants à un prix
compétitif. Nous préparons
CRIV 51
COM 842
07/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3

Als de Gewesten dus subsidies willen geven ­ dat is tot nu toe niet
gebeurd ­ dan moet de interventie van de federale Staat worden
ingeperkt. De federale Staat heeft niet gewacht op een beslissing van
de Gewesten om zelf reeds een maximale inspanning te doen
teneinde de biobrandstof competitief op de Belgische markt te
brengen. Wij hebben alle mogelijke inspanningen gedaan.

Betreffende het huidige uitvoeringsschema staan twee ontwerpen van
koninklijk besluit ter discussie. Het ene betreft de herberekening van
de accijnzen 2006, het andere gaat over de toepassingsmodaliteiten
en de uitvoeringsdatum.
actuellement deux projets de loi,
l'un concernant le nouveau calcul
des accises pour 2006, l'autre
concernant les modalités
d'application et la date
d'exécution.
01.03 Carl Devlies (CD&V): Vermits de aanbestedingsprocedure
nog loopt, kan er vandaag ook geen sprake zijn van subsidies. Ik stel
wel vast dat u bepaalde verklaringen hebt afgelegd ten aanzien van
de Europese Commissie, maar tegelijkertijd zegt u door de Europese
wetgeving in feite gedwongen te zijn dit te doen en dat u daarin over
geen enkele marge beschikt. Dat is wat u stelt.
01.03 Carl Devlies (CD&V): La
procédure d'adjudication étant
toujours en cours, il ne peut
encore être question de subsides
à l'heure où nous parlons mais ce
que le ministre nous dit, au fond,
c'est que la législation européenne
n'autorise aucune marge.
01.04 Minister Didier Reynders: Ik zal het niet herhalen, want ik heb
een duidelijk antwoord gegeven. Voor wat de heer Devlies betreft zijn
er veel mogelijke interpretaties, maar het is duidelijk dat we alle
mogelijke inspanningen hebben gedaan. We hebben niet gewacht op
een subsidie van het ene of andere Gewest, maar het is altijd mogelijk
dat een bepaald Gewest meer doet. Er is echter een richtlijn met heel
duidelijke regels.
01.04 Didier Reynders, ministre:
Nous avons mis tout en oeuvre
pour boucler ce dossier sans
attendre que les Régions prennent
une initiative. Pour le reste, la
directive est très claire.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Vraag van de heer Hendrik Bogaert aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en
Consumentenzaken over "de meeropbrengsten van accijnzen en BTW in 2005 ten opzichte van 2004"
(nr. 10048)
02 Question de M. Hendrik Bogaert à la vice-première ministre et ministre du Budget et de la
Protection de la consommation sur "le supplément de recettes des accises et de la TVA en 2005 par
rapport à 2004" (n° 10048)
02.01 Hendrik Bogaert (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, verscheidene malen is er een rapport beloofd, dat zou er
telkens - ik citeer - "eerstdaags" komen, over de meerontvangsten
van BTW en accijnzen op de hogere prijzen in 2005.

Daarom had ik graag geweten wat de stand van zaken is. Wij zijn nu
toch reeds enkele weken gevorderd na die belofte dat het er heel snel
zou aankomen. Ik had graag het volgende geweten.

Ten eerste, wat is de totale opbrengst van de accijnzen op
olieproducten in 2005?
Ten tweede, wat was de totale opbrengst van de accijnzen op
olieproducten in 2004?

Ten derde, wat was de totale opbrengst van de BTW op olieproducten
in 2005?

Ten vierde, wat was de totale opbrengst van de BTW op
02.01 Hendrik Bogaert (CD&V):
Le ministre nous a promis à
plusieurs reprises de faire rédiger
un rapport relatif aux recettes
supplémentaires de TVA et
d'accises sur les prix du pétrole.
Combien ont rapporté au total les
accises et la TVA prélevées sur
les produits pétroliers en 2004 et
en 2005?

Le ministre pourrait-il nous donner
des chiffres n'intégrant pas de
paramètres tels que les dépenses
accrues des pouvoirs publics ou
l'incidence des mauvais pronostics
de croissance économique? Le
ministre ayant pris l'engagement
07/02/2006
CRIV 51
COM 842
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
olieproducten in 2004?

Ten vijfde ­ zoals ik heb geschreven in mijn vraag ­ zou ik
bovenstaande bedragen graag ontvangen exclusief de cijfers die er
niet strikt mee te maken hebben en die ik als dusdanig ook niet vraag,
zoals de hogere uitgaven van de overheid zelf of de weerslag van de
tegenvallende economische groei op andere ontvangsten dan degene
die ik hier vraag. Indien u toch die laatste cijfers wilt geven, zou ik ze
graag apart ontvangen en niet vermengd met de cijfers die ik echt
vraag.

Ik zeg dat erbij omdat er achteraf blijkbaar een politieke redenering is
bijgekomen dat de overheid ook veel extra kosten heeft gehad in
verband met die hogere olieprijzen. Dat is natuurlijk nooit een punt
geweest in het begin van de discussie, daar hebt u beloofd om elke
euro meeropbrengst terug te geven aan de burgers.

Ik wil ook het volgende benadrukken. Ik vraag naar de extra
opbrengsten. Ik vraag niet wat er meer ontvangen is ten opzichte van
hetgeen werd gebudgetteerd, mijnheer de minister. Daar is er ook
een, al dan niet opzettelijke, spraakverwarring gelanceerd. Ik vraag
niet wat de meeropbrengst is ten opzichte van het budget, van de
gebudgetteerde cijfers voor 2005. Ik vraag wat de meeropbrengsten
zijn ten opzichte van 2004. Dat is immers het politieke statement dat
gemaakt werd: "Wij gaan elke euro meerontvangsten ten opzichte van
2004 teruggeven aan de burgers."

Ten slotte wil ik graag het volgende weten. U hebt een niet
onopgemerkte persconferentie gegeven over 120 miljoen euro
overschot op de begroting. Welk cijfer hebt u daarbij eigenlijk
gebruikt? 120 miljoen euro overschot, dat is dus het verschil tussen
ontvangsten en uitgaven. Aangezien u op een persconferentie met dat
cijfer kunt uitpakken, moet het zeer gemakkelijk zijn voor u om
haarfijn uit te leggen wat de ontvangsten en de uitgaven in 2005 zijn
geweest.

Ik zou graag weten welke cijfers van de totale ontvangst aan
accijnzen en BTW op olieproducten u hebt gebruikt bij de berekening
van het overschot van 120 miljoen euro op de begroting 2005.
politique de rendre aux citoyens
chaque euro de recettes
supplémentaires par rapport à
2004, je ne lui demanderai donc
pas à combien s'élève le
supplément de recettes par
rapport aux chiffres budgétisés
pour 2005.

Le ministre a donné une
conférence de presse au cours de
laquelle il a annoncé un excédent
budgétaire de 120 millions d'euros.
Quelle part du total des accises et
de la TVA sur les produits
pétroliers intervient-elle dans le
calcul de cet excédent?
02.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Bogaert, ik heb hierover altijd gezegd dat er een nota komt van de
Inspectie van Financiën. Dit is echter moeilijk. Ik heb elke dinsdag of
donderdag nieuwe vragen hierover. Is het niet mogelijk dat enkele
leden van de commissie een lijst met precieze vragen opmaken om
een nota te vragen aan de administratie van Financiën? De ene dag
gaat het over de meeropbrengst van de cliquet van 2004. Daarna is
het de BTW. Dan is het de BTW in vergelijking met de begroting
2004.

Ik ben bereid alles te doen, maar we kunnen misschien vragen om
een algemene lijst met precieze vragen op te maken, in plaats van
een vraag op dinsdag, een andere een volgende keer, met weer een
andere berekening...

Ik heb altijd gezegd dat we alle cijfers hebben. De heer Jamar heeft al
een paar antwoorden gegeven in dat verband. Misschien is het niet de
gewoonte, maar als minister vraag ik nu een lijst van klaar en
02.02 Didier Reynders, ministre:
J'ai toujours dit que j'attendais une
note de l'Inspection des finances à
ce sujet. Chaque semaine
pourtant, ce sujet fait l'objet de
nombreuses nouvelles questions
orales. Ne pourrait-on pas établir à
l'intention de l'Inspection des
finances une liste de l'ensemble
des questions précises concernant
la TVA et les accises sur les
produits pétroliers, etc., pour éviter
qu'il faille à chaque fois procéder à
d'autres calculs?
CRIV 51
COM 842
07/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
duidelijke vragen inzake BTW, accijnzen, cliquet of niet, 2004 of 2005:
wat u maar wilt.

Ik heb altijd gezegd dat er een nota komt van Financiën. Die is al
gevraagd op basis van een vorige vraag. Er zijn echter altijd nieuwe
vragen met een aantal andere aandachtspunten. Mag ik dus een lijst
hebben met de verschillende vragen inzake BTW en accijnzen inzake
olieproducten? Op basis daarvan wil ik met mijn collega van Begroting
wel een definitieve nota aan de Inspectie van Financiën vragen.

De voorzitter: Het zou nuttig zijn dat wij een exhaustieve lijst krijgen.
Immers, mijnheer Bogaert, u ondervraagt de minister van Begroting,
die naar de minister van Financiën verwijst. Er is dus een soort
pingpongspel bezig. Wij moeten absoluut een duidelijke lijst hebben
van de zaken die u wenst te weten. Ik geloof dat de minister
desbetreffend geen geheimen heeft. Dat is normaal publiek ...
Le président: Je pense qu'il serait
effectivement utile de dresser une
liste des questions de M. Bogaert.
Les ministres du Budget et des
Finances se renvoient
actuellement à chaque fois la
balle. Je ne pense pas que le
ministre ait des secrets à
préserver.
02.03 Hendrik Bogaert (CD&V): Mijnheer de voorzitter, dat is een
van de meest opmerkelijke antwoorden die ik hier al ooit heb
gekregen. Ik ben nochtans al een en ander gewoon.

Mijnheer de minister, ik heb heel slecht nieuws voor u. Ik beschik
namelijk over het Wordprogramma. Ik heb ook PowerPoint en Excel.
Ik heb echter ook het tekstverwerkingsprogramma Word. Het zit zo in
elkaar dat ik in het programma `copy' en `paste' doe. Het is dus
gewoon identiek dezelfde vraag als de vraag die ik een paar weken
geleden aan u heb gesteld, mijnheer de minister.

Het verhaaltje dat u nu vertelt, namelijk dat u niet goed weet welke
vraag ik nu aan het stellen ben, verwijs ik dus naar de prullenmand.

Mijnheer de minister, er bestaat zoiets als het vraagrecht. Wanneer
een collega van mij of ikzelf vraag wat de opbrengst van het
cliquetsysteem is geweest, dan hebben wij het recht om dat te vragen.
Als de minister een goede minister is, krijgen wij een goed antwoord
op onze vraag. Wanneer een collega van mij vraagt wat de
meeropbrengst is geweest ten opzichte van het gebudgetteerde
bedrag, dan moet u dat zo uit de computer kunnen halen. Hoe kan u
anders een persconferentie geven waarop u meedeelt dat u een
overschot heeft van 120 miljoen euro?

Laat ons een kat een kat noemen. Het afleidingsmanoeuvre dat u nu
probeert te maken, is totaal misplaatst.

Ik vraag u gewoon wat de meeropbrengsten zijn ten opzichte van
vorig jaar. U hebt verschillende keren beloofd dat daarover
eerstdaags een nota zou worden gepubliceerd. Het kan niet dat dit zo
lang duurt voor zo een basisgegeven.

Mijnheer de minister, u geeft een persconferentie over de begroting
waarop u meedeelt dat er goed nieuws is, namelijk er is een
overschot van 120 miljoen euro. U weet echter geenszins ­ ik mag
dat afleiden uit het feit dat u voortdurend weigert te antwoorden op de
vraag ­ hoeveel de ontvangsten in 2005 waren voor een
fundamenteel basisgegeven, namelijk de olieprijzen. U weet dus niet
02.03 Hendrik Bogaert (CD&V):
Il s'agit là d'une des réponses les
plus étonnantes qu'il m'ait été
donné d'entendre ici. La question
que je viens de poser est
exactement la même que celle
que j'ai posée il y a quelques
semaines. Elle est donc très claire
et je jette aux oubliettes la réponse
du ministre.

Nous avons le droit de poser des
questions et un bon ministre
fournit de bonnes réponses.
Comment un ministre peut-il
déclarer lors d'une conférence de
presse qu'il y a un excédent de
120 millions, s'il n'est pas en
mesure de communiquer le
montant des recettes
supplémentaires par rapport au
montant budgétisé? Le ministre se
livre à une manoeuvre de diversion
totalement déplacée.
07/02/2006
CRIV 51
COM 842
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
hoeveel de BTW-inkomsten en de inkomsten uit accijnzen in 2005
bedroegen. Anders had u immers al lang op de vraag geantwoord.

We zijn nu een paar weken na uw persconferentie. Ik heb onmiddellijk
de vraag gesteld. U kunt gewoon niet op de vraag antwoorden.
02.04 Didier Reynders, ministre: Monsieur le président, je demande
à disposer de la liste des questions.

On me demande comment j'ai pu annoncer les chiffres du budget
2005. Il faut savoir que je n'ai pas besoin des chiffres de 2004 pour
annoncer les résultats de 2005. Par ailleurs, on me demande les
résultats totaux en TVA. La semaine dernière, on me posait une
question sur le cliquet d'une année par rapport à une autre. Aucun
problème! Mais qu'on me donne la liste des questions.

Je suis surpris que ces questions de type documentaire soient posées
dans le cadre des questions orales. En effet, quand on voit ce qu'elles
représentent, à la longue, cela devient étonnant. Mais ça, c'est un
autre débat!

Si je dispose de la liste des questions, comme je l'ai dit,
l'administration fera une note et vous aurez un avis chiffré de
l'Inspection des Finances. Mais ne jouez pas chaque jour en
réclamant tel ou tel détail! Dites-nous ce que vous voulez. On
transmettra alors l'ensemble à l'Inspection des Finances. Ce sera plus
simple.
02.04 Minister Didier Reynders:
Ik heb de cijfers van 2004 niet
nodig om de resultaten van 2005
aan te kondigen. Zodra ik beschik
over de lijst van alle vragen die
met dat thema verband houden,
zal de administratie een
allesomvattende nota opstellen en
zal u een becijferd advies van de
Inspectie van Financiën
ontvangen.
Dat is zeer klaar en duidelijk, zonder enige twijfel. Vorige week waren
er alleen maar vragen over het cliquet-systeem. Vandaag gaat het
over de BTW in vergelijking met 2004. Volgende week zal het
misschien gaan over de BTW in vergelijking met de opmaak van de
begroting 2006. U kunt ons toch een lijst met vragen geven en wij
zullen een klaar en duidelijk antwoord geven.
La semaine dernière, les
questions ont toutes porté sur le
système de cliquet. Aujourd'hui,
elles concernent les recettes TVA
réalisées sur les produits pétroliers
par rapport à 2004. La semaine
prochaine, on m'interrogera peut-
être de nouveau sur les recettes
TVA de 2005 par rapport au
budget de 2006. Il doit tout de
même être possible de regrouper
toutes les questions pour que
nous puissions fournir une
réponse claire?
02.05 Hendrik Bogaert (CD&V): Die lijst met vragen hebt u,
mijnheer de minister. Als er een probleem is met een kapotte
kopieermachine op uw kabinet wil ik gerust die inspanning voor u
doen en u een kopietje bezorgen van de vragen. U kan ook lezen,
mijnheer de minister. En ik neem aan dat men op uw kabinet ook kan
lezen. U gaat op het internet. U klikt op de Kamer en u gaat naar de
vragen in de commissie voor de Financiën. Als u daar bent, klikt u er
even op en dan hebt u alle vragen die wij daarover hebben gesteld. Ik
begrijp uw vraag dus niet. Ik ben van plan een synoptische tabel te
maken van de vragen die al gesteld zijn over dit onderwerp.

Dit is een heel duidelijke vraag. Wat is de opbrengst in 2005? Wat is
de opbrengst in 2004? U moet daarop antwoorden, u bent de minister
van Financiën. U moet weten wat de inkomsten geweest zijn in 2004
en 2005 van zo'n cruciaal onderdeel van uw budget. U moet dat
02.05 Hendrik Bogaert (CD&V):
Le ministre dispose tout de même
de l'ensemble de nos questions? Il
peut y accéder par le biais de la
page web de la Chambre. Je vais
toutefois l'aider en établissant un
tableau synoptique de l'ensemble
des questions déjà posées sur
cette matière.

Le ministre doit répondre à ma
question claire concernant les
recettes générées par la TVA et
les accises sur les produits
pétroliers. Il s'agit d'un élément
CRIV 51
COM 842
07/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
weten.
crucial de son budget.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

Voorzitter: Carl Devlies.
Président: Carl Devlies.
03 Vraag van de heer Hendrik Bogaert aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de
diverse vrijstellingsregimes van doorstorting van de bedrijfsvoorheffing, gewijzigd door de
Generatiepactwet" (nr. 10076)
03 Question de M. Hendrik Bogaert au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "les
différents régimes d'exonération de versement du précompte professionnel, modifiés par le Pacte de
solidarité entre les générations" (n° 10076)
03.01 Hendrik Bogaert (CD&V): Mijnheer de minister, de invoering
van een aantal vrijstellingen inzake de doorstorting van de
bedrijfsheffing gebeurde de voorbije jaren via programmawetten. De
wettelijke basis ­ via een programmawet ­ werd verantwoord door het
tijdelijke en specifieke karakter van deze maatregelen. Twee
vrijstellingen van doorstorting van de bedrijfsvoorheffing zijn reeds
opgenomen in het WIB'92: overuren, zeevervoer en koopvaardij-,
bagger- en sleepvaartsector. Drie vrijstellingen van doorstorting van
de bedrijfsvoorheffing zijn nog niet opgenomen in het WIB'92: nacht-
en ploegenarbeid, wetenschappelijk onderzoek, en zeevisserij. De
Generatiepactwet brengt die drie laatste vrijstellingen nu onder in het
WIB'92.

Door de wijziging van de wettelijke basis zijn ook de
uitvoeringsbesluiten die verwijzen naar de wettelijke basis en de
respectievelijke programmawetten impliciet opgeheven. Meer bepaald
gaat het om de volgende uitvoeringsbesluiten:

- ten eerste, inzake nacht- en ploegenarbeid: het koninklijk besluit van
16 juni 2004 tot uitvoering van artikel 301, § 1, derde lid, en artikel 302
van de programmawet van 22 december 2003 en tot wijziging van het
koninklijk besluit WIB'92 op het stuk van de aangifte van de
bedrijfsvoorheffing, zoals gewijzigd door het koninklijk besluit van
4 augustus 2005;

- ten tweede, inzake wetenschappelijk onderzoek: het koninklijk
besluit van 28 september 2003 tot vaststelling van de
toepassingsmodaliteiten waarin voorzien werd in artikel 385 van de
programmawet van 24 december 2002, zoals gewijzigd door het
koninklijk besluit van 11 maart 2005 en een koninklijk besluit van
24 augustus 2005;

- ten derde, inzake zeevisserij: het koninklijk besluit van 3 april 2003
tot uitvoering van artikel 388 van de programmawet van
24 december 2002 en tot wijziging van het koninklijk besluit WIB'92
op het stuk van de aangifte van de bedrijfsvoorheffing.

Mijn vragen, mijnheer de minister, zijn de volgende.

Ten eerste, hoe wil u aan die rechtsonzekerheid, veroorzaakt door het
ontbreken van de correcte wettelijke basis, een einde stellen?

Ten tweede, hoe moet de aangifte van de bedrijfsvoorheffing in
03.01 Hendrik Bogaert (CD&V):
Ces dernières années, des
exonérations de versement du
précompte professionnel ont été
instaurées par le biais de lois-
programmes. Les exonérations
relatives aux heures
supplémentaires, au transport
maritime et aux secteurs de la
marine marchande, du dragage et
du remorquage figurent déjà dans
le Code des impôts sur les
revenus 1992. À présent, la loi
relative au Pacte de
Solidaritéentre des générations
intègre également dans le CIR 92
les exonérations concernant la
recherche scientifique, le travail de
nuit et le travail en équipe et la
pêche maritime. La base légale
étant modifiée, les arrêtés
d'exécution qui y font référence
sont eux aussi implicitement
abrogés.

Comment le ministre compte-t-il
mettre un terme à l'insécurité
juridique qui découle de cette
situation? En l'absence d'arrêtés
royaux adaptés, le précompte
professionnel doit-il être déclaré
sur la base des dispositions des
arrêtés royaux abrogés? De
nouveaux arrêtés d'exécution
seront-ils pris? Quel est le
calendrier prévu à cet effet?
07/02/2006
CRIV 51
COM 842
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
afwachting van aangepaste koninklijke besluiten gebeuren: op grond
van de bepalingen van de opgeheven koninklijke besluiten?

Ten derde, hebt u concrete plannen voor nieuwe
uitvoeringsbesluiten? Indien ja, wat is de timing daarvoor?
03.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, de wettelijke
basis terzake blijft bestaan, met name door de opname van de door
de heer Bogaert geciteerde maatregelen in het Wetboek van de
Inkomstenbelastingen 1992.

De bedoelde aangiften van de bedrijfsvoorheffing zullen door mijn
administratie worden aanvaard op basis van de bestaande
uitvoeringsbesluiten. Bovendien bereidt mijn administratie op dit
moment een ontwerp van koninklijk besluit voor dat al de door de heer
Bogaert vermelde uitvoeringsbesluiten op coherente wijze in het
koninklijk besluit WIB'92 zal opnemen. Maar er is geen probleem om
de nieuwe bedrijfsvoorheffing te doen op basis van de bestaande
uitvoeringsbesluiten.
03.02 Didier Reynders, ministre:
La base légale subsiste puisque
les mesures sont intégrées dans le
CIR 92. Mon administration
acceptera les déclarations
concernées sur la base des
arrêtés d'exécution existants. En
outre, nous préparons un projet
d'arrêté royal intégrant de manière
cohérente l'ensemble des arrêtés
d'exécution dans l'arrêté royal
relatif au CIR 92. Les nouveaux
arrêtés d'exécution seront pris
dans les plus brefs délais mais je
ne dispose pas d'un calendrier
précis.
03.03 Hendrik Bogaert (CD&V): Mijnheer de minister, ik dank u voor
uw antwoord. Ik heb alleszins op een vraag geen antwoord gehad:
wat de timing is voor die uitvoeringsbesluiten?
03.04 Minister Didier Reynders: Mijn administratie is bezig met die
nieuwe uitvoeringsbesluiten, dus: zo vlug mogelijk. Maar ik heb geen
precieze timing van mijn administratie.
03.05 Hendrik Bogaert (CD&V): Het is een kwestie van dagen of
van weken? Goed. Dank u.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van de heer Hendrik Bogaert aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de
BTW-aftrek bij de financiering met projectbeheer" (nr. 10077)
04 Question de M. Hendrik Bogaert au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "la
déduction de la TVA en cas de financement avec gestion du projet" (n° 10077)
04.01 Hendrik Bogaert (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, een autonoom gemeentebedrijf kan in opdracht van een
gemeentebestuur via het systeem van financiering met projectbeheer
een gedeeltelijke nieuwbouw laten optrekken.

Het voordeel is dat via voornoemde procedure een bank via een
opstalrecht een gebouw optrekt en de nodige opvolging verzekert. Na
realisatie van de nieuwbouw worden de kosten via een lening
doorgerekend en wordt de gemeente na de afgesproken termijn
eigenaar van het gebouw.

Mijnheer de minister, kan de betaalde BTW via dat systeem door het
autonoom gemeentebestuur in aftrek worden genomen, zoals dat
bijvoorbeeld het geval is via een systeem van medecontractant?
04.01 Hendrik Bogaert (CD&V):
Une entreprise communale
autonome peut faire construire un
bâtiment partiellement neuf pour le
compte d'une administration
communale. Une banque peut
faire ériger un bâtiment sur la base
d'un droit de surface et assurer le
suivi. Lorsque la construction
neuve est achevée, les coûts sont
facturés à la commune sous la
forme d'un emprunt et la
commune devient propriétaire du
bâtiment.

L'administration communale peut-
CRIV 51
COM 842
07/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
elle déduire la TVA?
Président: François-Xavier de Donnea.
Voorzitter: François-Xavier de Donnea.
04.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, de wijze
waarop de vraag van de heer Bogaert werd geformuleerd, laat te veel
hypothesen toe, opdat ik erop zou kunnen antwoorden binnen het
kader van een vraag.

Ik veronderstel dat de heer Bogaert het geval bedoelt waarbij een
autonoom gemeentebedrijf een nieuw gebouw in leasing neemt bij
een leasingmaatschappij op een terrein waarop het gemeentebedrijf
een recht van opstal heeft gevestigd ten voordele van die
maatschappij.

Voor het overige verduidelijkt de heer Bogaert bijvoorbeeld niet wat de
aard is van de relaties die zullen worden aangeknoopt tussen het
autonoom gemeentebedrijf en de gemeente, die aan laatstgenoemde
zouden toelaten de eigendom te verwerven van de
leasingmaatschappij van het in leasing gegeven onroerend goed.

Ingeval de heer Bogaert een concreet geval beoogt, nodig ik hem uit
mij alle juridische en feitelijke gegevens mede te delen. Ik zal ze door
mijn administratie laten onderzoeken.

Mijnheer de voorzitter, het is onmogelijk een precies antwoord te
geven op basis van een erg algemene hypothese.
04.02 Didier Reynders, ministre:
La question de M. Bogaert laisse
ouvertes trop d'hypothèses pour
qu'il soit possible d'y répondre. S'il
songe à un cas concret, je l'invite
à me transmettre toutes les
données juridiques et factuelles.
Mon administration examinera
ensuite le dossier.
04.03 Hendrik Bogaert (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik dank u voor uw antwoord.

Ik zal de vraag preciseren, als dat nodig is. Ik zal dan op de kwestie
terugkomen. Ik hoop dat u dan niet een kopie van de vorige vraag zal
vragen. Ik zal met uw goedvinden op de zaak terugkomen.
04.03 Hendrik Bogaert (CD&V):
Je reviendrai sur la question.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Samengevoegde vragen van
- de heer Hendrik Bogaert aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de vrijstelling
van doorstorting van de bedrijfsvoorheffing voor wetenschappelijk onderzoek" (nr. 10078)
- de heer Hendrik Bogaert aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de vrijstelling
van doorstorting van de bedrijfsvoorheffing voor sommige onderzoekers" (nr. 10079)
05 Questions jointes de
- M. Hendrik Bogaert au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "l'exonération de
versement du précompte professionnel dans le cadre de la recherche scientifique" (n° 10078)
- M. Hendrik Bogaert au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "l'exonération de
versement du précompte professionnel pour certains chercheurs" (n° 10079)
05.01 Hendrik Bogaert (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, voor samenwerkingsovereenkomsten tussen
onderzoeksinstellingen en privé-ondernemingen geldt de voorwaarde
dat de vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing van 50%
slechts mag worden toegepast op het deel dat effectief betrekking
heeft op onderzoek. De wet bepaalt immers dat die vrijstelling alleen
geldt voor de bedrijfsvoorheffing op de bezoldigingen die in het kader
van het onderzoeksproject uitbetaald zijn tijdens de duurtijd van het
05.01 Hendrik Bogaert (CD&V):
L'exonération de versement de
50% du précompte professionnel
en faveur des accords de
coopération conclus entre des
instituts de recherche et des
entreprises privées s'applique
uniquement aux rémunérations
07/02/2006
CRIV 51
COM 842
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
project, voor zover die betrekking hebben op effectieve tewerkstelling
in het onderzoeksproject.

De vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor
wetenschappelijk onderzoek voor universiteiten, hogescholen, NFWO
en Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek Vlaanderen, is van
toepassing op assistent-onderzoekers en postdoctorale
onderzoekers. Deze vrijstelling van doorstorting van
bedrijfsvoorheffing bedraagt 65%. Assistent-onderzoekers aan
universiteiten hebben vanuit hun statuut 50% onderzoeksopdrachten
en 50% onderwijsopdrachten.

De vraag rijst of de vrijstelling van doorstorting van 65% voor
universiteiten en hogescholen moet toegepast worden op de volledige
bezoldiging van de betrokken assistent-onderzoeker, of slechts op het
deel van de bezoldiging dat betrekking heeft op de
onderzoeksopdrachten, in casu vrijstelling van 65% slechts toepassen
op 50% van de bezoldiging?
versées dans le cadre de
recherches pendant la durée du
projet.

Une exonération de 65% pour la
recherche scientifique s'applique
aux chercheurs assistants et aux
chercheurs postdoctoraux qui
travaillent pour des universités et
des hautes écoles.

Cette exonération s'applique-t-elle
à l'intégralité de la rémunération
ou seulement à la partie perçue
pour les recherches?
05.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Bogaert, de vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing
vermeld in artikel 385 van programmawet 1 van 24 december 2002 is
van toepassing voor de universiteiten en hogescholen die
bezoldigingen uitbetalen of toekennen aan assistent-onderzoekers en
het Nationaal Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek, alsmede het
Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek Vlaanderen, die
bezoldigingen uitbetalen of toekennen aan postdoctorale
onderzoekers en die krachtens artikel 270, 1° van het Wetboek van
Inkomstenbelastingen 1992, bedrijfsvoorheffing op die bezoldigingen
verschuldigd zijn.

Daarbij wordt geen onderscheid gemaakt naargelang de concrete
invulling van de opdracht die door bedoelde assistent-onderzoekers of
postdoctorale onderzoekers wordt uitgevoerd. De vrijstelling van
doorstorting van bedrijfsvoorheffing is dan ook van toepassing op het
bedrag van die voorheffing, berekend op de totale bezoldigingen
respectievelijk betaald of toegekend door universiteiten en
hogescholen aan assistent-onderzoekers en door het Nationaal
Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek en het Fonds voor
Wetenschappelijk Onderzoek Vlaanderen, aan postdoctorale
onderzoekers.

Ik wens de aandacht van de heer Bogaert eerst en vooral erop te
vestigen dat de terugbetaling van eigen kosten van de werkgever
krachtens artikel 31, tweede lid, 1°, in fine van het Wetboek van
Inkomstenbelastingen 1992, niet als een belastbare bezoldiging moet
worden aangemerkt.

Zij zijn bijgevolg niet aan de inkomstenbelastingen onderworpen en
moeten overeenkomstig bijlage 3 KB WIB 92, dan ook niet in de
grondslag voor de berekening van de bedrijfsvoorheffing worden
opgenomen.

Vervolgens deel ik u mede dat de vrijstelling van doorstorting van
bedrijfsvoorheffing, voorzien in artikel 275, derde lid van voormeld
wetboek, ook van toepassing is op de bedrijfsvoorheffing ingehouden
op de bezoldigingen betaald of toegekend aan onderzoekers/niet-
inwoners, voor zover aan alle in dat artikel gestelde voorwaarden is
05.02 Didier Reynders, ministre:
L'exonération est calculée sur
l'intégralité de la rémunération des
chercheurs assistants et des
chercheurs postdoctoraux.

Le remboursement des dépenses
propres à l'employeur ne doit pas
être considéré comme une
rémunération imposable. Les
dépenses propres ne sont pas
soumises à l'impôt sur les revenus
et ne doivent donc pas être
incluses dans le calcul du
précompte professionnel.

L'exonération de versement du
précompte professionnel
s'applique également à la
rémunération de chercheurs non-
résidents pour autant que toutes
les conditions de l'article 275
soient remplies.

Je puis vous remettre une copie
de ma réponse.
CRIV 51
COM 842
07/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
voldaan. Dit is al een kleine inlichting voor alle universiteiten en
instellingen maar ook voor de verschillende verenigingen van
bedrijven.

Ik heb een kopie van mijn antwoord.
05.03 Hendrik Bogaert (CD&V): Ik zal het in uw plaats bewaren.
05.03 Hendrik Bogaert (CD&V):
Je vais la conserver pour le
ministre.
05.04 Minister Didier Reynders: Ik heb nog een aantal kopieën.
05.05 Hendrik Bogaert (CD&V): U moet alleen bewaren wat u niet
beantwoordt. Als u er niet op antwoordt, moet u dat bewaren want dan
kom ik daar op terug. Als u dan een tijdje niet antwoordt dan krijg ik
de indruk dat u iets verstopt voor het Parlement. Ik weet dat dit nooit
zou gebeuren bij u maar dat is de indruk die u nalaat bij de
commissie. Als ik verschillende keren iets moet vragen en u wilt er
gewoon niet op antwoorden dan geeft dat die indruk.
05.05 Hendrik Bogaert (CD&V):
Car ses réponses sont tellement
sélectives que la commission
commence à avoir l'impression
qu'il a quelque chose à cacher.
05.06 Minister Didier Reynders: Gelukkig bent u aanwezig, er zijn
andere leden die...
De voorzitter: Mijnheer Bogaert, wij hebben weinig tijd en ik stel voor dat u uw volgende vraag stelt.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van de heer Hendrik Bogaert aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "het
nieuw fiscaal regime voor de aanvullende vergoedingen in het kader van het brugpensioen en Canada
Dry" (nr. 10080)
06 Question de M. Hendrik Bogaert au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "le nouveau
régime fiscal applicable aux indemnités complémentaires accordées dans le cadre de la prépension et
Canada Dry" (n° 10080)
06.01 Hendrik Bogaert (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, tijdens de besprekingen in de commissie voor de Financiën
van het fiscaal deel van het Generatiepact bevestigde u expliciet ­ ik
verwijs naar het verslag van de commissie voor de Financiën, nr.
2128/12, pagina 17 ­ dat volgende aanvullende vergoedingen onder
het nieuw fiscaal regime vallen.

Ten eerste, de aanvullende vergoedingen, toegekend ingevolge
CAO nr. 17. Dit zijn de aanvullende vergoedingen van het
brugpensioen.

Ten tweede, de aanvullende vergoedingen, toegekend ingevolge een
andere CAO die voorziet in een aanvullende vergoeding die minstens
gelijkwaardig is aan die bepaald in CAO nr. 17. Dit zijn de aanvullende
vergoedingen brugpensioen, bepaald bij sector- of ondernemings-
CAO.

Ten derde, de aanvullende vergoedingen die een werkgever toekent
boven op het brugpensioen, zoals bepaald in een CAO.

Ten vierde, de aanvullende vergoedingen, afgesproken naar
aanleiding van een Canady Dry.
06.01 Hendrik Bogaert (CD&V):
Selon le ministre, les indemnités
complémentaires accordées dans
le cadre de la prépension, les
"indemnités complémentaires
prépension" fixées par CCT
sectorielle ou d'entreprise,
l'indemnité complémentaire
octroyée par l'employeur en sus
de la prépension et les indemnités
complémentaires accordées dans
le cadre d'un Canada Dry sont
soumises au nouveau régime
fiscal.

Ce nouveau régime fiscal
s'applique-t-il également aux
indemnités complémentaires
accordées en cas de prépension à
mi-temps, octroyées en exécution
de la CCT 55? Dans l'affirmative,
quid si le travailleur est engagé par
un nouvel employeur? Dans la
07/02/2006
CRIV 51
COM 842
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
Mijnheer de minister, ik heb volgende vragen.

Geldt het nieuw fiscaal regime voor de aanvullende vergoedingen ook
bij halftijds brugpensioen, toegekend in de uitvoering van CAO nr. 55?
Zo ja, hoe moet de verplichting tot doorbetaling van de aanvullende
vergoeding door de gewezen werkgever na werkhervatting bij een
andere werkgever bij halftijds brugpensioen worden begrepen? Zo
nee, impliceert dit dan dat het halftijds brugpensioen wordt uitgesloten
van de toepassing van artikel 31bis van het WIB `92? Wat is dan het
fiscaal regime dat moet worden toegepast voor halftijds
brugpensioen?
négative, cela implique-t-il que la
prépension à mi-temps est exclue
de l'application de l'article 31bis du
CIR 92?
06.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Bogaert, overeenkomstig de wet van 1 april 2003 houdende de
uitvoering van het interprofessioneel akkoord voor de periode 2003-
2004, wordt de aanvullende vergoeding als volgt omschreven: "De
vergoeding die door de werkgever rechtstreeks of onrechtstreeks
wordt toegekend aan de gewezen werknemer die
werkloosheidsuitkeringen als volledige werkloze geniet of zou kunnen
genieten indien hij het werk niet had hervat bij een ander werkgever,
voor zover deze vergoeding door de wet van 12 april 1965 betreffende
de bescherming van het loon van de werknemers niet als loon wordt
beschouwd".

De aanvullende vergoedingen, toegekend ter uitvoering van
CAO nr. 55 worden bijgevolg niet beoogd voor de toepassing van
artikel 31bis van het WIB '92. In dat geval moeten de aanvullende
vergoedingen, toegekend ter uitvoering van een CAO gesloten in de
NAR tot instelling van een regeling van aanvullende vergoeding voor
sommige werknemers in het geval van halftijds brugpensioen, als een
vergoeding verkregen tot volledig of gedeeltelijk herstel van een
tijdelijke derving van bezoldiging, krachtens artikel 31, tweede lid, 4°,
inleidende zin van het WIB '92, worden aangemerkt.

De aanvullende vergoedingen, toegekend aan een werknemer voor
de hervatting van een deeltijdse job bij een andere werkgever,
moeten derhalve samen met de halftijdse bezoldiging, steeds als een
bezoldiging in de zin van artikel 31, tweede lid, 1°, WIB'92 worden
aangemerkt.
Ik heb een kopie van mijn antwoord voor de heer Bogaert.
06.02 Didier Reynders, ministre:
Les indemnités complémentaires
accordées par le biais de la CCT
n° 55 n'entrent pas dans le champ
d'application de l'article 31bis du
CIR 92. Pareilles indemnités
complémentaires doivent être
considérées comme des
indemnités obtenues en réparation
totale ou partielle d'une perte
temporaire de rémunérations.

Si un travailleur commence à
travailler à temps partiel pour autre
employeur, les indemnités et la
rémunération à mi-temps doivent
être considérées ensemble
comme une rémunération au sens
de l'article 32, 1° du CIR 92.
06.03 Hendrik Bogaert (CD&V): Mijnheer de minister, ik dank u voor
uw antwoord.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Vraag van de heer Hendrik Bogaert aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "het
nieuw fiscaal regime voor de aanvullende pensioenen van de werknemers (Generatiepactwet)"
(nr. 10081)
07 Question de M. Hendrik Bogaert au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "le nouveau
régime fiscal pour les pensions complémentaires des travailleurs salariés (Pacte de solidarité entre les
générations)" (n° 10081)
07.01 Hendrik Bogaert (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, collega's, het Generatiepact wil de beroepsbevolking ertoe
aanzetten om langer te werken.
07.01 Hendrik Bogaert (CD&V):
Afin d'inciter la population active à
travailler plus longtemps, un
régime fiscal favorable a été
CRIV 51
COM 842
07/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
Een van de hefbomen daarvoor is de invoering van een gunstig
belastingsregime voor aanvullende pensioenkapitalen. Het deel van
het pensioenkapitaal dat met werkgeversbijdragen wordt gevormd,
wordt verlaagd van 16,5% naar 10%. Voorwaarde is wel dat het
aanvullend pensioen wordt uitgekeerd ten vroegste bij het bereiken
van de wettelijke pensioenleeftijd van de werknemer en dat de
werknemer tot die dag aan de slag is gebleven.

Hoe moet die voorwaarde om aan de slag te blijven tot de wettelijke
pensioenleeftijd, begrepen worden, in de volgende gevallen:

- ten eerste, bij werknemers die deeltijds werken tot 65 jaar;

- ten tweede, bij werknemers die deeltijds werken als gevolg van de
opname van ­ eventueel deeltijds ­ tijdskrediet, en het
pensioenkapitaal opnemen op 65 jaar;

- ten derde, werknemers die met vervroegd pensioen gaan op hun
60
ste
, maar op hun 64
ste
terug aan de slag gaan als uitzendkracht tot
hun 65
ste
en hun aanvullend pensioen dan pas opnemen;

- ten vierde, werknemers die met vervroegd pensioen gaan op 60
jaar, na een loopbaan van 40 jaar, en pas het aanvullend
pensioenkapitaal opnemen op 65 jaar;

- ten vijfde, werknemers die voltijds tijdskrediet opnemen tot aan de
wettelijke pensioenleeftijd en het pensioenkapitaal opnemen op 65
jaar;

- ten zesde, en ten laatste, werknemers die langere tijd afwezig zijn
door een schorsing van de arbeidsovereenkomst, bijvoorbeeld
wegens ziekte, en dan het aanvullend pensioen ontvangen op 65
jaar?

Kan in elk van deze gevallen al dan niet het gunsttarief worden
toegepast? Indien niet, waarom niet?
instauré pour le capital de pension
complémentaire. La partie
constituée par les cotisations
patronales est ramenée de 16,5 à
10%. La pension complémentaire
doit cependant être versée au plus
tôt au moment où le travailleur
atteint l'âge légal de la pension.
De plus, le travailleur doit être
resté au travail jusqu'à ce
moment-là.

Comment cette condition doit-elle
être interprétée pour les
travailleurs qui travaillent à temps
partiel jusqu'à 65 ans, qui
travaillent à temps partiel parce
qu'ils bénéficient d'un crédit-
temps, qui prennent leur
prépension à soixante ans mais
deviennent ensuite intérimaires de
soixante-quatre à soixante-cinq
ans, qui prennent leur prépension
à soixante ans après une carrière
de quarante ans, qui prennent un
crédit-temps à temps plein jusqu'à
l'âge légal de la pension ou qui
sont en congé de longue durée
après une suspension de leur
contrat de travail?
07.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Bogaert, deze maatregel is er gekomen in het kader van het
Generatiepact, teneinde de mensen te stimuleren om actief ouder te
worden en het nemen van het brugpensioen te ontraden.

De situaties die de heer Bogaert aanhaalt, zijn evenwel een voor een
specifieke situaties die nader onderzoek vergen. Ik zal aan mijn
administratie dan ook de opdracht geven het verder te onderzoeken,
eventueel in overleg met de collega's van de FOD Werkgelegenheid,
Arbeid en Sociaal Overleg, en hierover meer duidelijkheid te
verschaffen door middel van een administratieve omzendbrief.

Ik zal misschien een kopie van de administratieve omzendbrief aan de
kamercommissie voor de Financiën sturen. Ik denk dat het nuttig is
om het geval per geval te bekijken en zo misschien een algemene
omzendbrief op te stellen.
07.02 Didier Reynders, ministre:
Cette mesure, qui a été prise dans
le cadre du Pacte de solidarité
entre les générations, avait pour
but de stimuler le travail des aînés
et de décourager les prépensions.
Je demanderai à mon
administration d'examiner les
situations évoquées, en
concertation éventuellement avec
le SPF Emploi, Travail et
Concertation sociale. Il s'ensuivra
une circulaire administrative dont
je peux éventuellement
transmettre une copie à la
commission.
07.03 Hendrik Bogaert (CD&V): Ik stel vast dat de minister nu geen
antwoord geeft. Natuurlijk kan hij niet op alles in een keer
antwoorden, maar ik meen toch dat het niet zonder belang is.
07.03 Hendrik Bogaert (CD&V):
Dans quel délai?
07/02/2006
CRIV 51
COM 842
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
Wat is de timing die u vooropstelt om de omzendbrief rond te krijgen?
07.04 Minister Didier Reynders: Dat zullen we zien. Als wij een
aantal van die gevallen krijgen, zal het onderzoek ervan zeer vlug
gaan, maar eerst en vooral willen we de feitelijke situatie bekijken. Wij
proberen om de doelstelling van de maatregel te bereiken. Indien
mogelijk moeten we discriminatie dus vermijden. Eerst en vooral moet
er een onderzoek komen, geval per geval, en dan kan er een
omzendbrief volgen.
07.04 Didier Reynders, ministre:
Nous verrons bien. Si nous
pouvons examiner un certain
nombre de cas factuels, cela peut
aller très vite. Nous entendons
atteindre l'objectif qui sous-tend
cette mesure et par conséquent
éviter autant que possible les
discriminations. Il ne sera toutefois
possible de rédiger une circulaire
qu'après une analyse cas par cas.
07.05 Hendrik Bogaert (CD&V): Als wij een kopie krijgen van die
rondzendbrief, op het ogenblik dat hij uitkomt, dan is dat goed voor
mij.
07.05 Hendrik Bogaert (CD&V):
J'aimerais en recevoir une copie.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Vraag van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan de vice-eerste minister en minister van Financiën
over "het oude gerechtsgebouw te Kortrijk" (nr. 10066)
08 Question de Mme Sabien Lahaye-Battheu au vice-premier ministre et ministre des Finances sur
"l'ancien palais de justice à Courtrai" (n° 10066)
08.01 Sabien Lahaye-Battheu (VLD): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de vice-premier, ik heb u al een aantal keren ondervraagd
over het gerechtsgebouw te Kortrijk, het oude gerechtsgebouw
welteverstaan.
Het is zo dat daar aanvankelijk een volledige renovatie was gepland
ten belope van 16 miljoen euro.

Daarvan werd gezegd dat er daarvoor geen kredieten beschikbaar
waren en dat het dossier zou worden opgesplitst. Thans blijkt dat er
zelfs bij opsplitsing onvoldoende kredieten beschikbaar zouden zijn. Ik
vang hierover een aantal geruchten op. Er zou worden geopteerd om
de meest dringende werken uit het dossier te lichten en voorrang te
geven aan deze werken. Dat zijn dan de herstellingswerken naar
aanleiding van de uitgevoerde saneringswerken inzake asbest. Het is
sinds 18 november 2002 of meer dan drie jaar geleden dat die
saneringswerken inzake asbest zijn beëindigd en dat het
gerechtsgebouw in Kortrijk er troosteloos bijstaat. Ik heb het al
gezegd: de plafonds zijn volledig afgekapt en van de muren zie je de
ruwe baksteen. Het is begin 2006 en ik vraag u nogmaals wat er nu
eigenlijk zal gebeuren met dat gerechtsgebouw.

Klopt het dat vandaag wordt afgezien van het opsplitsen van het
dossier en dat het plan van volledige renovatie definitief naar de
diepvries verhuist? Eigenlijk zijn de mensen ter plaatse nooit
vragende partij geweest voor een volledige renovatie. Sinds meer dan
drie jaar vragen zij om de zittingzalen meer toonbaar te maken, zodat
de mensen er niet moeten worden beoordeeld in zalen die het
eigenlijk niet waard zijn om dergelijke procedures in te voeren.

Klopt het dat er door de Regie nu een budget is vastgelegd van
1.260.000 euro om de meest dringende herstellingswerken uit te
voeren? Zo ja, wanneer zal dat nu eindelijk gebeuren?
08.01 Sabien Lahaye-Battheu
(VLD): Une rénovation complète
de l'ancien palais de justice de
Courtrai avait initialement été
prévue pour un montant de 16
millions d'euros.

Or, il apparaît que les crédits
prévus sont insuffisants, même si
on les scindait. La priorité serait à
présent accordée aux travaux les
plus urgents.

Quel sort compte-t-on en fait
réserver à cet immeuble? Les
projets de répartition en phases et
de rénovation complète sont-ils
abandonnés? Est-il exact que la
Régie des bâtiments a engagé
1.260.000 euros pour l'exécution
des travaux de réparation les plus
urgents? Quel est l'échéancier
prévu pour ces travaux?
CRIV 51
COM 842
07/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
08.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, mevrouw
Lahaye-Baattheu, er werd beslist om de meest dringende
herstellingswerken uit te voeren, dit ingevolge de vroeger uitgevoerde
asbestsaneringswerken. Omdat de volledige renovatie en uitbreiding,
zelfs opgesplitst in fasen, niet kan binnen de reguliere
investeringsenveloppe van de Regie der Gebouwen, worden ze voor
onbepaalde tijd uitgesteld.

De opmaak van het dossier voor uitbreiding en renovatie van het oude
gerechtsgebouw gebeurde conform het opgemaakte
behoefteprogramma door het hoofdbestuur van Justitie. De
gebouwencommissie waarin de plaatselijke magistraten zetelen, heeft
daar kennis van genomen, heeft de studie opgevolgd in de
verschillende fasen en haar akkoord gegeven. Op vraag van de
magistraten ter plaatse werd zelfs een aantal aanpassingen voor
meer uitbreiding opgenomen.

Deze uitbreiding- en renovatiewerken stonden overigens als
categorie A1, dus met hoge prioriteit, aangeduid op het meerjarenplan
Justitie-gerechtsgebouwen op 2 maart 2004. Het bepleisteren van
muren en plafonds was een onderdeel van de volledig noodzakelijke
renovatie. Het werd destijds als niet zinvol beschouwd om alleen deze
werken uit te voeren, wetende dat er een volledige renovatie zou
volgen.

De totale renovatie van het gebouw zou ten andere reeds lang zijn
gestart na de voltooiing van de nieuwbouw indien de nodige
budgetten voorhanden zouden zijn geweest.

Alles wordt in het werk gesteld om deze werken in het kader van de
asbestsanering zo vlug mogelijk aan te besteden. Zoals u stelde is
een uitgave ten bedrage van 1.260.000 euro voorzien voor 2006 op
het begrotingsartikel voor asbestsanering.

Na vastlegging van de beschikbare kredieten kunnen de werken dan
starten zodat de lokalen in een aanvaardbare staat kunnen worden
gebruikt.
08.02 Didier Reynders, ministre:
Il a été décidé de procéder aux
travaux de réparation les plus
urgents, à la suite des travaux de
désamiantage effectués
précédemment. L'enveloppe
normale prévue pour les
investissements de la Régie des
bâtiments ne permet pas de
financer une rénovation complète
et un agrandissement, même en
cas de phasage. Ces travaux sont
donc reportés sine die.
L'administration centrale du
département de la Justice a rédigé
le dossier conformément au
programme des besoins. La
commission des bâtiments, dans
laquelle siègent les magistrats
locaux, a donné le feu vert.
Plusieurs adaptations visant à une
extension plus importante ont
même été retenues à la demande
des magistrats. Les travaux
d'agrandissement et de rénovation
avaient été inscrits au plan
pluriannuel Justice pour les
bâtiments de la justice du 2 mars
2004. On ne jugeait pas tellement
utile, à l'époque, de se limiter au
plâtrage des murs et des plafonds,
sachant qu'une rénovation
complète allait suivre.

Si des budgets avaient été
disponibles, la rénovation
complète aurait déjà débuté
depuis longtemps, après
l'achèvement des travaux du
nouveau bâtiment. Tout est mis en
oeuvre pour en arriver à une
adjudication dans les meilleurs
délais. Un montant de 1.260.000
euros a été inscrit au budget 2006
pour les travaux de désamiantage.
Les travaux pourront débuter
après l'engagement des crédits
disponibles.
08.03 Sabien Lahaye-Battheu (VLD): Ik dank de minister voor zijn
antwoord. Ik kijk samen met u uit naar de realisatie van die werken
die eigenlijk al drie jaar hadden moeten zijn uitgevoerd.
08.03 Sabien Lahaye-Battheu
(VLD): J'attends avec impatience
la réalisation des travaux qui
auraient en fait déjà dû être
terminés depuis trois ans.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07/02/2006
CRIV 51
COM 842
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
09 Vraag van de heer Hendrik Bogaert aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de
fiscale stimulatie van kinderopvang" (nr. 10082)
09 Question de M. Hendrik Bogaert au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "les
incitants fiscaux pour la garde d'enfants" (n° 10082)
09.01 Hendrik Bogaert (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, heel wat gezinnen argumenteren dat het financieel
voordeliger is niet te gaan werken en thuis te blijven om voor de
opvoeding van de kinderen in te staan. Op zich moet dat een keuze
zijn die los staat van het financiële, maar ik had graag vernomen of
het mogelijk is het fiscaal voordeel voor kinderopvang bij de
bedrijfsvoorheffing in te calculeren in plaats van bij de
belastingaangifte, bij de inkohiering. Op die manier kunnen gezinnen
op voorhand uitgaan van de reële kostprijs van kinderopvang wat de
bestrijding van de werkloosheidsval ten goede kan komen.

Ik ontmoet vaak mensen die twijfelen tussen gaan werken en niet
gaan werken. Allerlei financiële overwegingen spelen hierin een rol.
Kinderopvang is een van de aspecten en dan zowel de kost van die
opvang als de fiscale aftrekbaarheid ervan. Indien u het fiscale
voordeel meer `up front', meer direct, zou tonen dan zouden een
aantal mensen gestimuleerd kunnen worden om te gaan werken
terwijl ze nu misschien thuis blijven. Dit zou goed zijn voor de
werkgelegenheidsgraad. Ik denk dat er nog een hele afstand is tussen
de normen van Lissabon ­ 70% - en de huidige stand van zaken in
België. Ik heb gemerkt dat de toestand op dat vlak nog niet veel
veranderd is de laatste vier jaar.

Hopelijk kunt u hier op ingaan.
09.01 Hendrik Bogaert (CD&V):
Pour beaucoup de ménages, il
serait financièrement plus
intéressant de ne pas aller
travailler et de s'occuper eux-
mêmes de leurs enfants. En fait,
ce choix ne devrait être lié à
aucune contingence financière.

Est-il possible de tenir compte de
l'avantage fiscal de la garde
d'enfants dans le précompte
professionnel plutôt qu'au moment
de la déclaration d'impôts, de
sorte que les ménages puissent
partir des frais réels de la garde
d'enfants? Cette façon de
procéder pourrait les encourager à
aller travailler.
09.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Bogaert, de kosten voor kinderoppas worden niet van de
beroepsinkomsten maar wel van het totale netto-inkomen
afgetrokken. De bedrijfsvoorheffing daarentegen slaat op de
beroepsinkomsten. Andere elementen die het totale netto-inkomen
bepalen, kunnen geen invloed hebben op het bedrag van de
bedrijfsvoorheffing.

Bij het opstellen van de reglementering inzake de bedrijfsvoorheffing
wordt immers van het principe uitgegaan dat, behalve bepaalde
sociale inhoudingen en sommige buitengewone beroepskosten, een
vermindering waarvan alle gegevens door de schuldenaars van de
inkomsten zijn gekend, enkel de gezinslasten die toch een min of
meer constant karakter hebben en waarvoor een forfaitaire toeslag op
de belastingvrije som wordt toegekend, voor de berekening van de
bedrijfsvoorheffing in aanmerking kunnen worden genomen.

De uitgaven voor kinderoppas daarentegen kunnen zeer variabel zijn
en worden alleen van het totale netto-inkomen afgetrokken na
onderzoek door de belastingdiensten van de terzake gestelde
voorwaarden en dit op het ogenblik van de regularisatie van de
belastingtoestand van de ouders in de inkomstenbelastingen. Het zou
voor de schuldenaars van de inkomsten een te omvangrijke,
complexe en delicate taak zijn om bij de berekening van de
bedrijfsvoorheffing reeds rekening te houden met de diverse
elementen die van belang zijn voor de vaststelling van de uiteindelijk
verschuldigde inkomstenbelasting. Ik denk bijvoorbeeld aan de van
09.02 Didier Reynders, ministre:
Les frais de garde d'enfants sont
déductibles non pas des seuls
revenus professionnels mais de
l'ensemble des revenus nets. Le
précompte professionnel ne
concerne toutefois que les
revenus professionnels.

Dans le calcul du précompte
professionnel, seules les charges
du ménage à caractère constant
sont prises en considération pour
le calcul. Les dépenses de garde
d'enfants peuvent cependant
s'avérer très variables et ne sont
déduites de l'ensemble des
revenus nets qu'après examen par
l'administration fiscale. Il serait
trop complexe de tenir compte de
tous les éléments dans le calcul
du précompte professionnel.

Dans un arrêt du 15 octobre 2002,
la Cour d'arbitrage estime
préférable de conférer au
précompte professionnel un
CRIV 51
COM 842
07/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
het totale netto-inkomen aftrekbare bestedingen zoals de uitgaven
voor kinderoppas, de uitgaven die recht geven op een
belastingvermindering, enzovoort.

In een arrest van 15 oktober 2002 van het Arbitragehof staat
bovendien dat het relevant is om aan de bedrijfsvoorheffing een
forfaitair karakter toe te kennen dat geen rekening houdt met de
bijzondere fiscale situatie van de belastingplichtige. Dat forfaitair
karakter, zo schrijft het Arbitragehof, kan bijkomend worden
verantwoord aangezien de bedrijfsvoorheffing wordt betaald door de
werkgever van de belastingplichtige en niet door de belastingplichtige
zelf. Een eventuele aanpassing van de bedrijfsvoorheffing aan de
specifieke kenmerken van de fiscale situatie van de belastingplichtige
zou inhouden dat die belastingplichtigen hun werkgevers gegevens
dienen mee te delen die tot de persoonlijke levenssfeer behoren.

In die omstandigheden acht ik het niet mogelijk om een wijziging van
de bestaande reglementering inzake bedrijfsvoorheffing door te
voeren.
caractère forfaitaire qui ne prend
pas en considération la situation
fiscale particulière du contribuable.
Le précompte professionnel étant
versé par l'employeur, une
adaptation à la situation fiscale
particulière du contribuable
impliquerait la communication par
celui-ci à son employeur
d'éléments relevant du domaine
de la vie privée.
09.03 Hendrik Bogaert (CD&V): Mijnheer de minister, u wijst op een
aantal administratieve moeilijkheden in deze. Ik meen dat daaraan
altijd een mouw te passen is. U kunt bijvoorbeeld een deel
"forfaitiseren". Ik denk niet dat het argument van de privacy hier van
tel is. Ik denk niet dat het een schokkend privacygeheim is of men al
dan niet een beroep doet op kinderopvang. Ik denk dat de werkgever
wel meer weet over de werknemer. Ik denk aan medische dossiers.
Als de mensen op het sociaal secretariaat en de personeelsdiensten
in de bedrijven professioneel zijn, waar ik absoluut vanuit ga, dan
denk ik niet dat dit een bijkomend probleem van privacy is. Het feit dat
iemand al dan niet kinderopvang heeft en waar, is geen goed
argument om te zeggen dat de privacy zou worden verstoord.

Als dat het enige probleem is, herhaal ik mijn vraag om hiervan
dringend werk te maken.
09.03 Hendrik Bogaert (CD&V) :
Le ministre évoque des difficultés
administratives auxquelles on peut
toujours, à mon sens, remédier,
par exemple, en proposant de
n'appliquer le caractère forfaitaire
qu'à une partie seulement. La
communication de données à
l'employeur notamment sur la
garde d'enfants ne porte
cependant pas atteinte à la vie
privée. Je demande dès lors de
faire de ce point un point à traiter
d'urgence.
De voorzitter: U kunt misschien het advies vragen van de commissie
voor de Bescherming van de Persoonlijke Levenssfeer.
Le président: Il conviendrait peut-
être de demander l'avis de la
Commission de la protection de la
vie privée.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
10 Vraag van de heer Hendrik Bogaert aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de
spreiding van de ontlaste en de openstaande aanslagen per district" (nr. 10083)
10 Question de M. Hendrik Bogaert au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "la
ventilation par district des cotisations ouvertes et dégrevées" (n° 10083)
10.01 Hendrik Bogaert (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijn
excuses vooreerst aan de commissie omdat ik moet terugkomen op
die vraag.

Mijnheer de minister, ik had een vraag gesteld, nr. 9638 van
10 januari 2006. Ik heb van uw diensten de gevraagde cijfers
bekomen maar ik merkte dat die cijfers waren afgesneden. Ik heb de
cijfers voor de districten Antwerpen, Gent, Leuven, Brussel, Charleroi
en Luik maar er moet iets gebeurd zijn met de tekstverwerking want
10.01 Hendrik Bogaert (CD&V):
J'ai obtenu des services du
ministre une réponse à la question
n° 9638. Ces données sont
cependant incomplètes. Il s'agit,
semble-t-il, d'un problème de
traitement de texte.
07/02/2006
CRIV 51
COM 842
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
alles wat er rechts nog verder staat heb ik niet ontvangen. Ik kan u
eventueel een kopie tonen van wat ik heb ontvangen.

Wij hebben even navraag gedaan bij uw diensten. De heer
Schelstraete, meen ik, heeft mij gezegd dat het zo was doorgestuurd
door het kabinet en dat hij ook niet meer gegevens had. Ik zal u mijn
kopie even tonen. Dit is wat ik heb ontvangen.
10.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, ik heb een
aantal tabellen. Ik kan misschien een kopie geven aan de heer
Bogaert. Ik heb tabellen die antwoorden op zijn vraag nr. 10043, niet
alleen voor Antwerpen I en II maar ook voor Brugge, Gent, Hasselt,
Leuven, Brussel I en Brussel II, Bergen, Charleroi, Namen, Luik; en
een totaal van 9.434.834.313 euro. Dat was het algemene totaal, voor
alle districten, op 31 oktober 2005.

Ik heb ook een kopie van mijn antwoord op parlementaire vraag
nr. 9.666 van mevrouw Govaerts in dat verband, en van mijn
antwoord op een andere vraag van de heer Bogaert, nr. 9.638.
Misschien bedoelt u dat, mijnheer Bogaert?
10.02 Didier Reynders, ministre:
Je puis vous donner aujourd'hui
une copie de mes réponses aux
questions n°s 10043 et 9638 de M.
Bogaert, ainsi qu'à la question n°
9666 de Mme Govaerts.
10.03 Hendrik Bogaert (CD&V): Dat was mijn initiële vraag. Het
antwoord daarop was inderdaad afgesneden.
10.04 Minister Didier Reynders: Ik zal u een kopie geven. U zult niet
de hele tabel nodig hebben.
10.05 Hendrik Bogaert (CD&V): Ik zal even het antwoord inkijken
voor ik u zal repliceren...

Anders kan ik niet op een goede manier repliceren, natuurlijk...

Er is een aantal zaken dat mij opvalt. Ik zal daar nog op moeten
terugkomen, tenzij u dat een bijzonder storende vertraging van de
commissiewerkzaamheden vindt? Als het goed is voor u, zal ik daar
nog eens op terugkomen. Er staat een aantal interessante zaken in
uw antwoord.
10.05 Hendrik Bogaert (CD&V):
Je reviendrai sur cette question,
car la réponse comporte certains
éléments intéressants.
10.06 Minister Didier Reynders: (...)
De voorzitter: Stap voor stap zullen wij er komen.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
11 Interpellatie van de heer Carl Devlies tot de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de
onrechtvaardige taxatie in de personenbelasting" (nr. 776)
11 Interpellation de M. Carl Devlies au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "la taxation
injuste à l'impôt des personnes physiques" (n° 776)
11.01 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, mijn interpellatie gaat over een zeer principiële
aangelegenheid: de progressiviteit in de personenbelasting voorzien
in artikel 130 van het Wetboek van Inkomstenbelastingen. Er is een
opklimmend tarief van 25% tot 50%. Het principe is: wie meer
verdient, betaalt meer belastingen, maar houdt netto ook meer over.
Dit is het principe van de draagkracht, waardoor hogere inkomsten
een hogere belastingdruk dragen.
11.01 Carl Devlies (CD&V):
Compte tenu de la progressivité
de l'impôt des personnes
physiques, définie à l'article 130
du Code des impôts sur les
revenus, le contribuable qui gagne
plus, est redevable de plus
d'impôts, tout en gardant un
CRIV 51
COM 842
07/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19

Ik stel evenwel vast dat bij lage uitkeringen en lage lonen dit principe
vaak wordt doorbroken. In het verleden heb ik al een aantal keren
voorbeelden hiervan gegeven. Iemand die een kleine verhoging krijgt
van het brutopensioen kan bijvoorbeeld uiteindelijk terechtkomen bij
een lager netto pensioen. De combinaties van werkloosheid met een
kleine ziektevergoeding, een gepensioneerde die een extra inkomen
uit arbeid verwerft, een bruggepensioneerde die een aanvullende
brugvergoeding ontvangt, enzovoort, er zijn tal van voorbeelden te
geven waaruit blijkt dat het principe van de progressiviteit wordt
doorbroken. Dit geeft vaak aanleiding tot onrechtvaardige situaties.

U bent daarvan op de hoogte, mijnheer de minister. Ik moet daarover
niet verder uitweiden. U hebt trouwens aan uw administratie de
opdracht gegeven om deze zaak te onderzoeken. Ik heb vernomen
dat uw administratie een aantal voorstellen heeft geformuleerd, dat er
een aantal teksten werden opgemaakt, maar dat u uiteindelijk de
voorstellen niet verder in overweging zou kunnen nemen, wegens
budgettaire redenen.

Kunt u toelichting geven bij de verschillende voorstellen om deze
onrechtvaardigheden weg te werken? Welke zijn de budgettaire
problemen waarmee u wordt geconfronteerd? Hoe zult u dit probleem
oplossen?
revenu net plus important. Force
est de constater que, pour des
personnes bénéficiant de petites
allocations ou de bas revenus, ce
principe est souvent remis en
cause. Une petite augmentation
de la pension brute peut ainsi
donner lieu à une pension nette
moins élevée. Le ministre avait
chargé son administration
d'analyser ce problème. Celle-ci
aurait formulé quelques
propositions, que le ministre
n'aurait finalement pas prises en
considération pour des raisons
budgétaires.

Le ministre pourrait-il préciser la
portée des différentes propositions
visant à supprimer les injustices
actuelles? Quels sont les
obstacles budgétaires?
11.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Devlies, ik heb een aantal voorstellen op tafel gelegd. De voorstellen
strekken ertoe om bij overschrijding van het maximale inkomen
waarvoor geen enkele belasting is verschuldigd een bijkomende
belastingvermindering toe te passen, die geleidelijk wordt afgebouwd.
Dat werd zo meegedeeld in de commissie. Ik heb geen budgettair
probleem. Ik heb alleen een budgettaire kost. De budgettaire kostprijs
van deze voorstellen werd geraamd op 175 miljoen euro.

Ik ben bereid om verder te gaan met de toelichting van die
problematiek. Het is nuttig om zo een toelichting te geven in de
commissie samen met de mensen van mijn administratie. Het is geen
budgettair probleem, het is een budgettaire kost van 175 miljoen euro.

Ik kan niet meer details geven in verband met een aantal mogelijke
voorstellen. Ik heb dus reeds een aantal antwoorden gegeven, maar
voor antwoorden op basis van een mogelijk voorstel gedurende de
voorbereiding van een begroting heb ik geen tijd om dat gedurende
een hele week te doen.
11.02 Didier Reynders, ministre:
J'ai formulé plusieurs propositions
visant à appliquer une réduction
d'impôt supplémentaire, diminuant
progressivement, lors du
dépassement du montant
maximum de la quotité exemptée
d'impôt. Il n'y a pas de problème
budgétaire mais le coût budgétaire
est estimé à 175 millions d'euros.

Je suis disposé à vous donner de
plus amples informations, avec
l'assistance de personnel de mon
administration.

Je ne peux pas entrer plus en
détail sur d'autres propositions
éventuelles.
11.03 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik begrijp dat u weinig zin hebt om vandaag die voorstellen
toe te lichten. U bent wel bereid om dat te doen op een afzonderlijke
vergadering. Ik kan dat wel waarderen.

Ik zou echter toch graag inzage bekomen in de teksten van de
voorstellen die door de administratie werden geformuleerd.
11.03 Carl Devlies (CD&V): Je
souhaiterais consulter les textes
des propositions formulées par
l'administration.
11.04 Minister Didier Reynders: Een minister gaat met een voorstel
van tekst naar de regering en niet naar het Parlement.

U kunt een voorstel van wet indienen. Ik kan toch niet naar het
Parlement komen met alle voorstellen van mijn administratie. Dat is
11.04 Didier Reynders, ministre:
Il convient de soumettre ces
propositions au gouvernement en
premier lieu. Il est loisible à M.
Devlies de déposer lui-même une
07/02/2006
CRIV 51
COM 842
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
een andere redenering.

Er is een probleem. Ik heb een aantal voorstellen op tafel gelegd voor
een budgettaire kost van 175 miljoen euro. Ik ben bereid om een
echte bespreking te hebben in dat verband met alle leden van de
commissie, misschien op basis van een aantal wetsvoorstellen.

U kunt toch niet vragen dat ik u een voorstel van de administratie
geef. Een minister gaat daarmee naar de regering. Misschien bent u
later lid van de regering en dan zal het mogelijk zijn om zo'n debat te
voeren.
proposition de loi. Je ne puis tout
de même pas venir au Parlement
avec les propositions émanant de
mon administration?
11.05 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de voorzitter, u hebt aan uw
administratie gevraagd om deze zaken te onderzoeken.
11.06 Minister Didier Reynders: Ik heb een aantal voorstellen op
tafel gelegd. Het is klaar en duidelijk. Ik heb een aantal voorstellen of
commentaren aan mijn administratie gevraagd. Ik heb een aantal
voorstellen op tafel gelegd.
De voorzitter: De minister kan natuurlijk moeilijk naar hier komen
met ontwerpen die niet zijn goedgekeurd door de regering. Wij
kunnen hier wel een algemeen debat hebben op basis van
wetsvoorstellen. Dat kan wel. Een algemeen debat kan wel. Maar dat
kan niet op basis van teksten die nog niet zijn voorgelegd aan de
regering. Dat kan niet.

Als u daarover een algemeen debat wenst in april, ben ik bereid dat te
organiseren. Zoals wij dat nu doen voor andere ontwerpen kunnen wij
in april een algemeen debat daarover hebben met wetsvoorstellen,
maar niet met niet-afgewerkte wetsontwerpen, dat kan dat niet.
Le président: Il est vrai que le
ministre peut difficilement venir à
la Chambre avec des propositions
qui n'ont pas encore reçu l'aval du
gouvernement. Nous pouvons en
revanche discuter de propositions
de loi. Si M. Devlies souhaite un
débat général sur cette question,
je suis prêt à organiser un tel
débat au mois d'avril.
11.07 Carl Devlies (CD&V): Maar de minister heeft in antwoord op
een andere vraag, een schriftelijke vraag, gesteld: "Ik had mijn
bevoegde administratie opgedragen om de zaak te onderzoeken.
Terzake zijn ontwerpen van tekst opgesteld. Mijn voorstellen" ­ dus
uw voorstellen ­ "werden evenwel niet in overweging genomen
omwille van budgettaire redenen".

Ik denk dat het toch niet ongepast is om te vragen om over deze
teksten te kunnen beschikken zodoende dat de discussie die wij
kunnen organiseren in een afzonderlijke commissievergadering ook
door de leden van de commissie kan worden voorbereid op basis van
stukken en onderzoeken die in het kader van de openbaarheid van
bestuur toch minstens ter inzage moeten zijn van de leden van de
commissie voor Financiën.
11.07 Carl Devlies (CD&V): En
réponse à une question écrite, le
ministre m'a fait savoir qu'il avait
chargé son administration
d'examiner le dossier et que des
projets avaient été préparés, mais
que pour des raisons budgétaires,
les propositions du ministre
n'avaient pas été retenues. Il n'est
dès lors pas inopportun, me
semble-t-il, de demander de
pouvoir consulter ces textes, pour
que les membres de la
commission puissent préparer
correctement le débat.
De voorzitter: Wat de minister wel kan doen is hier algemeen een
aantal werkhypotheses komen uiteenzetten maar niet op basis van
wetsontwerpen die zelfs niet goedgekeurd zijn door de regering. Ten
overstaan van de andere collega's in de regering zou zoiets ook niet
deontologisch zijn.
Le président: Le ministre pourrait
développer devant nous un certain
nombre d'hypothèses de travail,
mais nous ne pouvons pas
examiner de projets de loi avant
qu'ils n'aient été approuvés par le
gouvernement.
11.08 Didier Reynders, ministre: Monsieur le président, la procédure
n'est pas de publier au Moniteur, de venir ensuite au parlement et
11.08 Minister Didier Reynders:
De teksten moeten eerst door de
CRIV 51
COM 842
07/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21
d'aller au gouvernement. Il faut d'abord aller au gouvernement, puis
au parlement et ensuite publier au Moniteur.

Je suis tout à fait ouvert au débat et nous pouvons le faire sur base
de propositions de loi. Je connais le précédent, connaissant les
questions. Si, à chaque fois, un projet de texte imaginé au sein du
gouvernement doit être soumis au parlement avant de voir son
adoption définitive, je ne comprends plus! J'ai dit moi-même qu'il y
avait un réel problème et que je souhaitais formuler des propositions,
ce que j'ai fait avec un coût de 175 millions d'euros. Je reviendrai
régulièrement sur ce dossier. Je ne vais quand même pas soumettre
au parlement les avant avant-projets de texte qui ne sont pas encore
adoptés par le gouvernement. Là, quelque chose m'échappe mais,
chaque semaine, beaucoup de choses m'échappent dans les
questions!
regering en vervolgens door het
parlement worden besproken,
alvorens ze in het Belgisch
Staatsblad
kunnen worden
bekendgemaakt. Ik heb zelf
gezegd dat er wel degelijk een
probleem bestaat en dat ik
voorstellen wenste te formuleren.
Dat heb ik dan ook gedaan; ze
vertegenwoordigen een bedrag
van 175 miljoen euro. Ik zal dit
dossier regelmatig opnieuw ter
sprake brengen. Teksten die nog
niet door de regering zijn
goedgekeurd, kan ik echter niet
aan het parlement voorleggen.
Le président: Néanmoins, vous êtes prêt à participer à un débat
général, en avril ou mai, sur la question ou sur base, notamment, de
propositions de loi.
De voorzitter: U bent echter wel
bereid deel te nemen aan een
algemene bespreking over deze
aangelegenheid, onder meer op
basis van de wetsvoorstellen.
11.09 Didier Reynders, ministre: Bien entendu, d'autant plus que
j'avais cru comprendre ­ peut-être me suis-je trompé ­ que la plupart
de ces textes, comme la plupart des textes de mon administration ou
de l'Inspection des Finances sont de toute façon à disposition de M.
Devlies. En effet, il me pose généralement des questions sur base de
textes qu'il a reçus. Ceci, je ne peux pas le maîtriser non plus!
11.09 Minister Didier Reynders:
Dat spreekt voor zich.
De voorzitter: Mijnheer Devlies, ik stel voor dat wij daarover een algemeen debat organiseren na de
paasvakantie, met of zonder wetsvoorstellen van u of van anderen. Trouwens: we hebben in maart een
debat over alle fiscale wetsvoorstellen die werden neergelegd. We kunnen er sommige uithalen en
verwijzen naar het debat van april. We zullen toch niet alles in maart kunnen behandelen, dus misschien is
dat een betere werkwijze.

Ik denk dat de minister bijzonder veel kritiek zou krijgen binnen de regering, indien hij naar hier zou komen
met teksten die zijn collega's nog niet hebben ingezien.
11.10 Didier Reynders, ministre: Monsieur le président, je suppose
que la question sera posée à un collègue pour savoir s'il est d'accord
avec la proposition de texte.
11.11 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de voorzitter, indien de
minister de commissie tijdig op de hoogte brengt, kan de commissie
de minister behulpzaam zijn om de kwaliteit van de teksten te
verbeteren, hetgeen het hem misschien makkelijker zal maken om
een aantal projecten bij de regering te verdedigen.

De voorzitter: Dat kan in een algemeen debat, maar niet op basis van regeringsteksten.
11.12 Minister Didier Reynders: Een aantal parlementsleden (...) als
expert in het kabinet Dat is toch een echt probleem. Deontologisch
gezien is dat, denk ik, moeilijk.
Le président: Vous pouvez toujours les consulter dans le cadre d'un colloque singulier entre vous et eux!
11.13 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de voorzitter, misschien is dat
07/02/2006
CRIV 51
COM 842
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22
een vorm van constructieve oppositie. De minister is het niet gewoon
om met een constructieve oppositie te maken te hebben.
11.14 Luk Van Biesen (VLD): Hij is dat inderdaad niet gewoon.
De voorzitter: Mijnheer Devlies, als u echt constructief bent, dan zal de minister dat leren.

Wat u zegt, is overigens niet helemaal juist. In het kader van onze besprekingen over sport en fiscaliteit is
de minister wel degelijk met een constructieve oppositie aan het werken.
11.15 Carl Devlies (CD&V): Ja, er is beterschap van de kant van de
minister.
Moties
Motions

Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.
En conclusion de cette discussion les motions suivantes ont été déposées.

Een motie van aanbeveling werd ingediend door de heren Carl Devlies en Hendrik Bogaert en luidt als
volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellatie van de heer Carl Devlies
en het antwoord van de vice-eerste minister en minister van Financiën,
vraagt de minister
het Parlement de ontwerpen van tekst, zijn voorstellen en budgettaire berekeningen over te maken, die hij
aan de regering heeft voorgelegd als oplossing voor de onrechtvaardige taxaties in hoofde van
(brug)gepensioneerden, werklozen en andere uitkeringsgerechtigden."

Une motion de recommandation a été déposée par MM. Carl Devlies et Hendrik Bogaert et est libellée
comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de M. Carl Devlies
et la réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances,
demande au ministre
de transmettre au Parlement les projets de texte, ses propositions et calculs budgétaires qu'il a soumis au
gouvernement pour résoudre le problème des taxations injustes pour les (pré)pensionnés, les chômeurs et
autres bénéficiaires d'allocations."

Een eenvoudige motie werd ingediend door mevrouw Annemie Roppe en door de heren Jacques Chabot,
Luc Gustin en Luk Van Biesen.

Une motion pure et simple a été déposée par Mme Annemie Roppe et par MM. Jacques Chabot, Luc
Gustin et Luk Van Biesen.

Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.
12 Vraag van de heer Hendrik Bogaert aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en
Consumentenzaken over "het gebruik van de rekening 1068" (nr. 10099)
12 Question de M. Hendrik Bogaert à la vice-première ministre et ministre du Budget et de la
Protection de la consommation sur "l'utilisation du compte 1068" (n° 10099)
12.01 Hendrik Bogaert (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik heb een heel simpele vraag. Kan de minister mij een
overzicht geven van het gebruik van de rekening 1068? Klopt het dat
Financiën via deze post het Rekenhof geld voorschiet?
12.01 Hendrik Bogaert (CD&V):
Le ministre peut-il donner un
aperçu de l'utilisation du compte
1068? Est-il vrai que le SPF
Finances avance de l'argent à la
CRIV 51
COM 842
07/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
23
Cour des comptes via ce compte?
12.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Bogaert, in naam van de "FOD Financiën-Thesaurie-Cor 1818-
Betalingen naar het buitenland via de Nationale Bank van België"
werd de thesaurierekening 1068 00 14 geopend, met het oog op de
boeking, met behulp van ordonnanties van uitgaven, van alle
betalingen naar het buitenland die dienen te worden verricht via de
Nationale Bank van België voor rekening van de federale
overheidsdiensten.

De behandelde betalingen naar het buitenland betreffen betalingen: in
deviezen zowel binnen als buiten België, in euro buiten België, voor
rekening van alle federale overheidsdiensten van de federale Staat en
voor rekening van alle rekenplichtigen van de federale Staat.

Er worden drie grote categorieën van betalingen onderscheiden:

V: Ordonnanties van uitgaven onderworpen aan voorafgaande
goedkeuring door het Rekenhof: uitgavencategorie 73, 74 en 75.

F: Deze uitgaven zijn stortingen ter spijzing van het werkkapitaal van
de diplomatieke posten en van de landbouwattachés.

C: De betalingen van alle rekenplichtigen.

Het kantoor 18/2 van de Thesaurie ontvangt de boekhoudkundige
stukken van de verschillende departementen en verstuurt ze ter
uitvoering naar de Nationale Bank van België.

Het is inderdaad de Nationale Bank van België die met de
verrichtingen van deze betalingen belast is. Het gaat om betalingen
als debet op bankrekeningnummer 100-0041460-75, "Betalingen naar
het buitenland voor departementen", geopend in naam van de
schatkist bij de rijkskassier en door boeking van de uitgave, via
ordonnanties van categorie 96, op de thesaurierekening 1068 00 14.

De dienst Schatkistramingen staat in voor de dagelijkse spijzing van
de thesaurierekening 1068 en verstrekt de NBB zo de nodige
financiële middelen om deze betalingen voor rekening van de
departementen te verrichten.

Via de rekening 1068 wordt geen enkel voorschot aan het Rekenhof
betaald.

De ordonnateuren of rekenplichtigen van de verschillende federale
overheidsdiensten worden door de 18/2 verzocht om, op basis van de
elementen opgenomen in de afrekening van de Nationale Bank van
België ­ inclusief bankkosten en wisselkosten ­ de uitgaven die de
NBB voor hun rekening verrichtte, te regulariseren.

De regularisatie gebeurt hetzij via de uitgifte van ordonnanties van
categorieën 76 en 15, 32 en 33, hetzij via de uitgifte van ordonnanties
van overboekingen in de schrifturen om de thesaurierekening 1068 te
crediteren voor een bedrag gelijk aan het bedrag waarmee de NBB
heeft debiteerd om de uitgave te verrichten.

Mijnheer de voorzitter, ook voor de minister was het heel nuttig om
12.02 Didier Reynders, ministre:
Le compte 1068 00 14 sert à
exécuter tous les paiements
étrangers effectués par la Banque
nationale de Belgique pour le
compte des services publics
fédéraux.

Il s'agit de paiements en devises
en Belgique et hors de Belgique,
et en euros hors de Belgique,
effectués pour le compte de tous
les services publics fédéraux et de
tous les comptables de l'État
fédéral.

Il y a trois catégories de
paiements: les ordonnances de
dépenses soumises à
l'approbation de la Cour des
comptes (V), le fonds de
roulement pour les postes
diplomatiques et les attachés
agricoles (F) et les paiements de
tous les comptables (C).

Le bureau 18/2 de la Trésorerie
reçoit les pièces comptables des
différents départements et les
envoie pour exécution à la Banque
nationale de Belgique. La Banque
nationale enregistre les dépenses
sur le compte de trésorerie
1068 00 14. Le service Prévisions
de trésorerie détermine le montant
qui doit être versé
quotidiennement sur ce compte de
trésorerie. Pas la moindre avance
n'est payée à la Cour des comptes
via ce compte.

La Banque nationale prie les
ordonnateurs ou les comptables
de rembourser les dépenses faites
pour eux par la Banque nationale,
en y ajoutant les frais de banque
et de change. Cette régularisation
se fait par le biais de différents
types d'ordonnances.
07/02/2006
CRIV 51
COM 842
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24
dergelijke informatie te krijgen.
12.03 Hendrik Bogaert (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik dank de
minister voor het antwoord, dat ik grondig zal nalezen.
12.03 Hendrik Bogaert (CD&V):
Je relirai attentivement cette
réponse.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
13 Interpellation et question jointes de
- Mme Muriel Gerkens au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "l'exportation de matériel
pouvant être utilisé dans des programmes nucléaires vers l'Iran en janvier 2005" (n° 780)
- M. Melchior Wathelet au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "les dysfonctionnements
constatés au sein de l'Administration des douanes et accises dans le cadre de 'l'Irangate'" (n° 10219)
13 Samengevoegde interpellatie en vraag van
- mevrouw Muriel Gerkens tot de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de uitvoer naar
Iran in januari 2005 van een machine die ook voor nucleaire doeleinden kan worden gebruikt" (nr. 780)
- de heer Melchior Wathelet aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de disfuncties
die werden vastgesteld bij de Administratie der douane en accijnzen in het kader van 'Irangate'"
(nr. 10219)
13.01 Muriel Gerkens (ECOLO): Monsieur le président, monsieur le
ministre, je vous invite à vous pencher sur la chronologie des faits
relatifs à l'exportation de cette presse isostatique depuis la firme EPSI
de Temse.

A la suite d'un article paru dans le journal "Le Soir", je vous
interrogeais, en mai 2005, à propos d'une exportation prévue à
l'époque en janvier 2005 et qui s'était produite sans qu'aucun contrôle
n'ait pu être effectué, y compris via les douanes.

Vous m'aviez alors répondu que vous n'aviez pas trouvé de trace de
cette exportation par le biais des informations que vous aviez
demandées au sein des bureaux de douane et qu'il y avait une erreur
dans la datation, à savoir que cette exportation datait de novembre
2004 et non de janvier 2005. Néanmoins, vous comptiez à l'époque
demander un supplément d'informations et un complément d'enquête,
étant donné qu'il apparaissait que ce dossier avait été traité sans que
tous les éléments aient été pris en compte.

Le rapport du Comité R met également en évidence des
dysfonctionnements dans le traitement de ce dossier, tant au sein de
la CANPAN qui n'y a pas eu accès ou qui n'a pas eu la capacité de
l'examiner convenablement, qu'au sein de la Sûreté de l'Etat qui n'a
pas transmis les informations. En ce qui concerne l'Administration des
douanes et les postes de douane, des problèmes apparaissent
également à la lecture du rapport du Comité R qui conforte les
interrogations que nous avions en mai 2005, indépendamment de la
date.

Il apparaît que les douanes ont reçu l'information de la CANPAN le
28 septembre 2004 en vue d'appliquer la procédure d'alarme. Malgré
une intervention directe, plus celle de l'attaché des douanes
américaines, l'Administration des douanes n'a prévenu que cinq
postes de douane du risque de passage, à travers nos douanes, d'un
matériel pouvant être utilisé à des fins de prolifération nucléaire. Cette
firme n'a pas utilisé les cinq postes de douane ayant été alertés mais
un autre poste, rarement utilisé par cette firme-là mais qui,
13.01 Muriel Gerkens (ECOLO):
Naar aanleiding van een artikel dat
in de krant "Le Soir" was
verschenen, ondervroeg ik u in
mei 2005 over een isostatische
pers die in januari 2005 was
uitgevoerd zonder enige vorm van
controle, laat staan door de
douane.

Volgens het verslag van het
Comité I werd dit dossier evenmin
correct behandeld door de
CANVEK, de Veiligheid van de
Staat en de Administratie der
Douane en Accijnzen.

Blijkbaar werd de douane op 28
september 2004 door de CANVEK
verwittigd zodat de
alarmprocedure kon worden
ingezet. Ondanks dit rechtstreekse
optreden en een initiatief van de
attaché van de Amerikaanse
douane heeft de Administratie der
Douane en Accijnzen slechts vijf
douanekantoren van de mogelijke
komst van het desbetreffende
materieel op de hoogte gebracht.
De pers werd evenwel in een
ander kantoor uitgeklaard.

Waarom heeft de Administratie
der Douane en Accijnzen niet alle
douanekantoren verwittigd? Hoe
verklaart u dat er tussen die
waarschuwing en de verspreiding
CRIV 51
COM 842
07/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25
semblerait-il, est utilisé pour exporter vers l'Orient.

Monsieur le ministre, pourquoi l'Administration des douanes n'a-t-elle
averti que cinq postes plutôt que l'ensemble des postes sur les
risques du passage d'un matériel pouvant être utilisé dans des
programmes de prolifération nucléaire? Comment expliquez-vous le
fait qu'il ait fallu un mois entre cette information et cette diffusion
d'information?

Dans ce même rapport, il apparaît que, dans sa note à la ministre de
la Justice, la Sûreté de l'Etat affirme que "concernant les informations
parues dans la presse, notre service n'en avait pas été informé
préalablement par le ministère des Finances".

Monsieur le ministre, le ministère des Finances est-il tenu de
communiquer ce genre d'informations à la Sûreté de l'Etat? Pourriez-
vous me donner des explications à ce sujet? Dans l'affirmative, êtes-
vous d'accord avec la réponse donnée par la Sûreté de l'Etat? Dans
la négative, y a-t-il eu transfert d'informations? Si oui, quand et
comment? Si non, des mesures ont-elles été prises ou sont-elles
envisagées et ce, suite à l'enquête supplémentaire que vous avez
demandée?

Enfin, à la lecture des rapports, il apparaît à plusieurs reprises que les
représentants des douanes étaient absents aux réunions de la
CANPAN. Il est vrai que les douanes ne semblent pas être
officiellement membres de la commission. Monsieur le ministre, les
douanes ont-elles décidé, après avoir été invitées, de ne pas
participer à ces réunions ou n'avaient-elles pas été invitées?

En séance plénière, la ministre de la Justice a déclaré que la
composition de cette commission allait être modifiée pour y intégrer
les douanes. Pourriez-vous me donner des informations à ce sujet et
me faire part de votre analyse sur la situation et les changements à
apporter?
van de informatie een maand is
verlopen?

In datzelfde verslag stelt de
Staatsveiligheid niet vooraf door
de minister van Financiën op de
hoogte te zijn gebracht. Is de
minister van Financiën verplicht
dat soort inlichtingen aan de
Staatsveiligheid mee te delen? Uit
de lezing van de verslagen blijkt
herhaaldelijk dat
vertegenwoordigers van de
douane afwezig waren op de
vergaderingen van de CANVEK.
Heeft de douane na te zijn
uitgenodigd beslist niet aan die
vergaderingen deel te nemen?
Wat is uw analyse van de situatie
en welke wijzigingen dienen
volgens u te worden aangebracht?
13.02 Melchior Wathelet (cdH): Monsieur le président, monsieur le
ministre, la presse s'est récemment fait l'écho du rapport du Comité R
selon lequel la Sûreté de l'Etat aurait omis d'alerter le gouvernement
d'une demande formulée par la CIA, le 15 juillet 2004, quant à
l'interception d'une presse isostatique susceptible d'être livrée en Iran
par la firme flamande EPSI.

Au-delà du travail de la Sûreté, du partage de ses connaissances et
de sa collaboration avec l'autorité publique, il semble que
l'Administration des douanes et accises aurait agi avec une certaine
désinvolture à l'égard des informations transmises par les douanes
américaines qui auraient pourtant permis d'intercepter le matériel à
destination de l'Iran

En effet, il me revient que les douanes ont été alertées une première
fois, en date du 28 septembre 2004, par courrier électronique, et une
seconde fois, le 28 octobre 2004, lors d'une visite de représentants de
l'administration des douanes américaines du fait que la firme EPSI
s'apprêtait à expédier du matériel potentiellement militaire vers l'Iran.

Selon le rapport du Comité R, cinq bureaux utilisés habituellement -
Mme Gerkens les a cités - par la firme auraient été prévenus d'une
13.02 Melchior Wathelet (cdH):
In de pers werd onlangs gewag
gemaakt van het verslag van het
Comité I waarin te lezen staat dat
de Staatsveiligheid zou nagelaten
hebben de regering in te lichten
over een verzoek van de CIA om
een isostatische pers die
mogelijkerwijze aan Iran zou
worden geleverd, te
onderscheppen.

De Administratie der Douane en
Accijnzen zou blijk gegeven
hebben van enige lichtzinnigheid
met betrekking tot de door de
Amerikaanse douane bezorgde
inlichtingen. Volgens het verslag
van het Comité I zouden vijf
kantoren die doorgaans door de
firma worden gebruikt, op de
hoogte zijn gebracht van een
07/02/2006
CRIV 51
COM 842
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
26
possible exportation entre le 28 octobre et le 3 novembre.

Néanmoins, il semble que le matériel aurait transité par un autre
poste de douane ne disposant d'aucune information à ce sujet bien
que celui-ci soit un point de passage souvent utilisé en cas
d'exportation à destination du Moyen-Orient.

Il a, semble-t-il, fallu attendre le 22 décembre 2004 pour que
l'ensemble des bureaux des douanes, dont celui d'Eynatten, soit
alerté, soit deux mois après le départ du matériel vers l'Iran.

Monsieur le ministre, je souhaiterais savoir si vous confirmez les
informations publiées dans la presse à ce sujet. En d'autres termes,
pourriez-vous me confirmer que l'ensemble des bureaux des douanes
de notre pays n'ont été informés que le 22 décembre 2004, soit près
de trois mois après la première alerte par l'administration des
douanes américaines?

Dans la négative, pourriez-vous m'indiquer les raisons qui justifient
que les informations dont disposaient les services centraux des
douanes n'ont jamais été communiquées à temps aux différents
bureaux des douanes, dont celui d'Eynatten?

Dans l'affirmative, n'estimez-vous pas que le temps de réaction pour
informer l'ensemble des bureaux du pays a été particulièrement long?
Quelles sont les raisons justifiant cette attente de trois mois?

Pourriez-vous me préciser quel sort a été réservé aux informations
transmises par l'administration américaine des douanes en date du
28 septembre, confirmées le 28 octobre 2004?

N'estimez-vous pas que, même fin octobre, il n'était pas trop tard pour
intercepter le matériel? Ne convenait-il pas de bloquer le matériel
dans l'entreprise ou d'alerter tous les bureaux dès la réception des
informations transmises par l'administration américaine des douanes?

De plus, n'estimez-vous pas qu'il eût été plus aisé encore
d'intercepter la presse isostatique en vue d'en vérifier la conformité
avec le code communautaire appliqué dans notre pays? Autrement
dit, pourriez-vous me confirmer que la règle selon laquelle une
entreprise doit dédouaner la marchandise dans le bureau de sa
circonscription n'est pas respectée en Belgique? Si oui, pourquoi?

En outre, pourriez-vous m'indiquer si une enquête administrative est
actuellement en cours au sein de l'Administration des douanes et
accises afin de déterminer s'il y a eu ou non d'éventuels
manquements dans le traitement du flux des informations au sein des
bureaux des douanes?

N'estimez-vous pas qu'une responsabilité pourrait être engagée?
Projetez-vous d'infliger des sanctions disciplinaires dans le cas où des
informations n'auraient pas circulé selon la procédure et avec la
célérité requise par ce type d'information?

Pourriez-vous me préciser si l'Administration des douanes et accises
dispose d'une procédure particulière en vue de faire transiter
suffisamment rapidement ces informations?
mogelijke uitvoer tussen 28
oktober en 3 november. Het blijkt
echter dat het materiaal werd
doorgevoerd via een andere
douanepost, die over geen
inlichtingen ter zake beschikte.
Pas op 22 december 2004 werden
alle douanekantoren van een en
ander op de hoogte gebracht.

Welk gevolg werd er gegeven aan
de informatie die door de
Amerikaanse douane op 28
september 2004 werd meegedeeld
en op 28 oktober 2004 werd
bevestigd? Klopt het dat alle
Belgische douanekantoren pas
drie maanden na de eerste
waarschuwing van de
Amerikaanse douane werden
verwittigd? Ware het niet
eenvoudiger geweest de
isostatische pers te
onderscheppen teneinde na te
gaan of het materieel in
overeenstemming was met het in
ons land van toepassing zijnde
communautaire douanewetboek?
Loopt er momenteel een
administratief onderzoek bij de
Administratie der Douane en
Accijnzen?
CRIV 51
COM 842
07/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
27
13.03 Didier Reynders, ministre: Monsieur le président, madame
Gerkens, monsieur Wathelet, mes services ont analysé le dossier de
manière approfondie, comme je l'avais déjà dit à Mme Gerkens lors
d'une question précédente. Je vais résumer en trois points ce qui a
été pris en considération: d'abord, la manière dont l'Administration
des douanes et accises a pris connaissance des faits, car on dit
beaucoup de choses mais il faut prendre connaissance de la
chronologie exacte; ensuite les actions entreprises par
l'Administration des douanes et accises à la suite de cette information
et, enfin, les leçons à tirer de cette situation pour l'avenir.

En ce qui concerne la manière dont l'Administration des douanes et
accises a pris connaissance des faits, je vais renvoyer pour l'essentiel
au rapport du Comité R. Je les résume cependant au vu des
développements ultérieurs du dossier. Le 28 septembre 2004, la
douane a reçu un courriel de la commission d'avis, la CANPAN,
mentionnant qu'un membre "avait diffusé une information classée
"Secret" sur la possibilité de détournement du régime d'exportations
nucléaires belge, information dans laquelle une firme belge est
nommée. La CANPAN est soucieuse au sujet de cette information et
demande d'étudier et de prendre des mesures. Entre-temps, l'alerte
est donnée. Au membre qui a diffusé l'information, il sera demandé
de lever l'obligation de discrétion pour qu'une information concrète
puisse être donnée".

Il faut préciser que la douane n'est pas membre de cette commission
et n'a d'ailleurs pas été invitée à la réunion pour laquelle on signale
son absence. Elle n'a donc pas reçu d'invitation à cette réunion et ne
disposait pas d'informations plus concrètes, pas de nom de firme cité
au moment où cette information est diffusée.

Le 28 octobre 2004, un mois plus tard, une note concise et secrète a
été remise à la Direction nationale des recherches par l'attaché
douanier près l'ambassade des Etats-Unis à Bruxelles. Selon ce
document, la firme EPSI était sur le point d'expédier le jour même une
presse isostatique vers l'Iran. Le transport devait avoir lieu par
camion. Les actions entreprises par l'Administration des douanes et
accises peuvent être subdivisées en deux catégories, les actions
ayant débuté parallèlement, à savoir les actions menées par la
Direction nationale des recherches et celles menées par
l'administration centrale.

L'information que les services de recherche avaient reçue le
28 octobre 2004 à 7.45 heures donne comme date de transport le 28
octobre, soit le jour même, mais ne donne aucune indication claire
quant au lieu où l'exportation serait effectuée ou quant au lieu où la
presse se trouvait. Pour cette raison, on a opté pour une tactique de
réaction rapide en fixant l'action autour d'un nombre limité de
bureaux. Sur la base des antécédents connus de la firme, un profil de
ses mouvements d'exportation a été établi. Il s'avère que, dans les
années précédentes, la firme déclarait ses mouvements d'exportation
à cinq bureaux de douane différents seulement. À part le bureau local
de Saint-Nicolas, il existe un groupe de bureaux dont on peut
supposer qu'ils peuvent être choisis pour un mode de transport
typique (mer, air, route) ou encore où des envois groupés peuvent
être déclarés. Les cinq bureaux utilisés par la firme dans la
déclaration des mouvements d'exportation, à savoir Anvers, Meer,
Malines, Zaventem et Saint-Nicolas ont été mis en état de vigilance
13.03 Minister Didier Reynders:
Wat de manier waarop de
Administratie der Douane en
Accijnzen kennis genomen heeft
van de feiten betreft, verwijs ik
naar het rapport van het comité.
Samengevat kan ik zeggen dat de
douane op 28 september 2004
een mail ontvangen heeft van de
CANVEK, waarin vermeld stond
dat een lid geheime informatie
over een mogelijke ontduiking van
de Belgische exportvoorschriften
voor kernmateriaal had verspreid.
De naam van een Belgisch bedrijf
wordt genoemd. De CANVEK
vraagt dat er maatregelen
getroffen worden. In afwachting
wordt alarm geslagen. Het lid dat
de informatie verspreid heeft,
wordt verzocht de discretieplicht
op te heffen, opdat er concrete
informatie verstrekt zou kunnen
worden.

De douane heeft geen zitting in die
commissie, en beschikte dus niet
over nadere informatie.

Op 28 oktober 2004 werd door de
douane-attaché bij de ambassade
van de Verenigde Staten in
Brussel een nota overgezonden
aan de Nationale
Opsporingsdirectie der douane en
accijnzen. In die nota stond dat de
firma Epsi op het punt stond een
isostatische pers aan Iran te
leveren. De pers zou diezelfde dag
nog met een vrachtauto verzonden
worden. Bij de Administratie der
Douane en Accijnzen hebben
zowel de Nationale
Opsporingsdirectie als de centrale
administratie actie ondernomen.

Wij hebben gekozen voor een
snelle reactie, en hebben de actie
geconcentreerd in een beperkt
aantal douanekantoren. De vijf
kantoren die het bedrijf gebruikte
voor haar aangiften van uitvoer,
namelijk Antwerpen, Meer,
Mechelen, Zaventem en Sint-
Niklaas, werden door de
recherchediensten opgeroepen
extra waakzaam te zijn.
07/02/2006
CRIV 51
COM 842
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
28
par les services de recherche.

Le 28 octobre 2004, aucun contrôle n'a été effectué sur la firme elle-
même. Il y a lieu de faire preuve de suffisamment de discrétion pour
éviter que la presse isostatique n'échappe au contrôle en laissant
transiter une déclaration d'exportation vers un bureau de douane d'un
autre Etat membre.

L'exportation effective d'une presse isostatique a finalement été
enregistrée par la douane le 3 novembre 2004 au bureau d'Eynatten.
A cette occasion, une vérification des documents présentés a été
effectuée, à savoir la déclaration en douane et la copie de la facture.

L'enquête laisse apparaître que la firme EPSI disposait d'une
attestation de laquelle il ressort que, pour les machines du type de
celles qui ont fait l'objet de la déclaration d'exportation du
3 novembre 2004 du bureau d'Eynatten, aucune licence d'exportation
ne doit être présentée et que le choix du bureau d'exportation est fait
de manière autonome par la firme qui, sur ordre de l'exportateur
EPSI, prend à son compte toutes les formalités relatives au transport.
Ce choix concerne donc l'organisation du transport. L'exportateur
n'est pas intervenu dans ce choix de sorte que l'on ne peut pas
supposer que ce choix était une manoeuvre pour tromper la douane,
d'après les éléments dont on dispose à ce jour.

De plus, il a pu par après être constaté que la presse exportée faisait
partie d'un envoi en groupage, dans lequel les marchandises des
différents expéditeurs pour différents destinataires étaient
assemblées de sorte que l'on pouvait déroger aux obligations légales
et communautaires de déclaration au bureau de Saint-Nicolas.

L'enquête laisse apparaître que la firme EPSI disposait d'une
attestation de laquelle il ressort que, pour les machines du type de
celles qui ont fait l'objet de la déclaration d'exportation du 3 novembre
2004 du bureau d'Eynatten, aucune licence d'exportation ne doit être
présentée. Je reprends la formule. L'attestation - je l'ai d'ailleurs
signalé à ma collègue de la Justice - figurait au dossier remis par la
douane.

A la suite de l'exportation du 3 novembre 2004, une enquête
approfondie a été menée à la firme EPSI par les services de
recherche. Cette enquête a démontré qu'aucune infraction formelle
n'avait été mise en lumière, malgré l'examen des différents
mouvements d'exportation de la firme concernée en 2004, ni au mois
de janvier 2005, dont il a été question dans la presse et qui avait
donné lieu à votre question, madame Gerkens, l'année dernière.

Parallèlement à l'enquête des services de recherche, après réception
le 28 septembre 2004 du courrier de la commission d'avis avec
l'information secrète et très vague - je le rappelle, aucune société
n'était encore désignée -, l'administration centrale a estimé opportun
de diffuser une circulaire spécifique à côté des règlements existants
pour augmenter la vigilance générale vis-à-vis de l'exportation de
presses vers l'Iran.

Dès le 1
er
octobre 2004, la douane a envoyé l'avant-projet de
circulaire à la commission d'avis - la source du message d'alarme -
pour accord.
Op 28 oktober 2004 werd de firma
zelf niet gecontroleerd.

Het douanekantoor te Eynatten
heeft uiteindelijk op 3 november
2004 de eigenlijke uitvoer van een
isostatische pers opgetekend.

Het onderzoek heeft aangetoond
dat de firma Epsi over een attest
beschikte waaruit blijkt dat er geen
uitvoerlicentie moet worden
voorgelegd voor het soort
machines waarvoor het kantoor te
Eynatten de uitvoeraangifte van 3
november 2004 heeft opgesteld.
Uit dat attest blijkt nog dat de firma
het uitvoerkantoor vrij kan kiezen.
Naar aanleiding van de uitvoer van
3 november 2004 werd de firma
Epsi aan een grondig onderzoek
onderworpen. Daaruit is gebleken
dat er geen enkele formele inbreuk
kon worden vastgesteld.

Tot zover het onderzoek van de
opsporingsdiensten. Nadat het op
28 september 2004 het schrijven
van de adviescommissie had
ontvangen, vond het hoofdbestuur
het aangewezen om ter aanvulling
van de bestaande
reglementeringen een specifieke
omzendbrief te verspreiden waarin
werd opgeroepen tot meer
waakzaamheid ten aanzien van de
uitvoer van persen naar Iran.

Reeds op 1 oktober 2004 heeft de
douane het voorontwerp van
omzendbrief naar de
adviescommissie verzonden.

Op 5 oktober 2004 heeft de
douane het voorontwerp voor
akkoord aan de Gewesten
toegezonden. Zij heeft de
instemming van het Vlaams
Gewest verkregen, maar die van
het Waals Gewest nooit
ontvangen. Zij heeft niettemin
bewarende maatregelen getroffen.

Op 22 december 2004 heeft de
douane een circulaire met een
algemene waarschuwing
verzonden om dergelijke gevallen
van export in de toekomst te
CRIV 51
COM 842
07/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
29

Le 5 octobre 2004, la douane a envoyé le même avant-projet pour
accord aux Régions, selon une procédure en vigueur à l'époque.
L'accord des Régions était essentiel pour le cas où il devrait être fait
appel à leur assistance technique. Le jour même, la douane a obtenu
l'accord de la Région flamande concernant le contenu de la circulaire.
L'accord de la Région wallonne s'est malheureusement fait attendre
et n'a, jusqu'à présent, pas encore été reçu. A la suite des premiers
résultats de l'enquête des services de recherche et notamment de la
constatation que l'exportation avait lieu le 3 novembre, la douane n'a
plus attendu l'accord de la Région wallonne pour prendre des
mesures conservatoires.

Après les interventions des services de recherche que j'ai
mentionnées, la douane a envoyé, le 22 décembre 2004, une
circulaire avec un avertissement général pour éviter, à l'avenir, de
telles exportations. C'est la circulaire dont il est question dans la
presse et qui est toujours en vigueur. L'Administration des douanes et
accises a déjà pris des initiatives à court et moyen termes.

C'est ainsi qu'à court terme, il a entre autres été convenu avec les
Régions que celles-ci reconnaissent leurs compétences réciproques
de sorte que la douane puisse faire intervenir, le cas échéant, les
experts des trois Régions. Il a également été convenu que la douane
pouvait désormais prendre des mesures conservatoires sans prendre
conseil auprès de la Région concernée dans les cas les plus urgents.

A moyen terme, la réforme de la douane a été reprise dans le
programme en dix points du gouvernement, plus particulièrement au
point 7 "Efficacité accrue des pouvoirs publics", en vue d'adapter ses
méthodes de travail à la sécurisation de la chaîne logistique.

A la question de savoir pourquoi la douane n'a pas informé la sécurité
nationale le 28 octobre 2004, je peux simplement répondre qu'aucune
loi existante n'impose au département des Finances de fournir
spontanément des informations à la sécurité nationale. Cette dernière
peut effectivement réclamer des informations à la douane,
informations dont elle a besoin pour l'exécution de sa tâche légale,
comme cela se passe régulièrement dans la pratique.

La douane est bien partie prenante pour réaliser l'échange
d'informations avec toutes les parties concernées. Ceci est d'ailleurs
un des points qui sera repris dans le projet de loi du plan en dix points
du gouvernement.

Monsieur le président, en conclusion, je suis tout à fait d'avis, comme
Mme Gerkens le disait, qu'on devrait élargir la composition de la
commission d'avis aux services de la douane. J'ai demandé que dans
tous les dispositifs de sécurité, on essaye d'intégrer le plus possible la
douane. J'ai entendu l'avis de ma collègue de la Justice dans la
commission d'avis et je pense que le ministre des Affaires
économiques, dont la commission dépend, ira dans le même sens.
Mais pour l'instant, la douane n'est pas invitée à ces réunions et je
crois qu'il faudrait effectivement lui donner cette tâche d'y participer.

Je n'ai aucun problème à essayer de voir dans quelle mesure on
pourrait encore renforcer des échanges d'informations.
voorkomen.

Voorts hebben de Gewesten op
korte termijn elkaars wederzijdse
bevoegdheden erkend, zodat de
douane thans zo nodig een beroep
kan doen op deskundigen van de
drie Gewesten. In de meest
dringende gevallen kan zij
eveneens bewarende maatregelen
nemen zonder over het advies van
het desbetreffende Gewest te
beschikken. Op middellange
termijn is de hervorming van de
douane opgenomen in het
regeringsprogramma.

De reden waarom de douane de
Staatsveiligheid op 28 oktober
2004 niet op de hoogte heeft
gebracht, is dat geen enkele wet
haar daartoe verplicht.

Ik deel de mening van mevrouw
Gerkens dat de douanediensten
zitting moeten krijgen in de
adviescommisie en toegang
moeten krijgen tot de
veiligheidsmaatregelen. Ik zal
laten onderzoeken hoe de
uitwisseling van informatie nog
kan worden verbeterd.

Ten slotte preciseer ik dat er
controles werden uitgevoerd op
grond van documenten, met attest
van niet-noodzakelijkheid van een
uitvoervergunning. De
opsporingsdienst heeft
rechtstreeks contact opgenomen
met de adviescommissie en met
de Gewesten.

Als ik een onderzoek zou voeren,
zou dat in eerste instantie zijn om
te achterhalen wie anoniem
ondoordachte verklaringen aflegt
in de pers. De douaneambtenaren
hebben zich in dit dossier niets te
verwijten.
07/02/2006
CRIV 51
COM 842
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
30
Enfin, je voudrais préciser qu'il y a eu des contrôles dans un bureau
sur la base des documents, avec attestation de non-nécessité d'une
licence d'exportation. Les contacts ont été pris directement par le
service de recherche avec la commission d'avis, comme avec les
Régions.

Je regrette qu'une des Régions n'ait pas réagi, mais, pour le reste,
cela a permis de diffuser une information générale.

Monsieur Wathelet, si je devais mener une enquête, ce serait
probablement pour vérifier qui, parmi les agents des douanes, se
permet anonymement de raconter à la presse n'importe quoi sur la
chronologie. J'ai pris un peu l'habitude de ce genre de choses et,
malheureusement, du peu de résultat de ce type d'enquête.

Il est évident qu'il n'a pas fallu attendre trois mois pour obtenir une
réaction de la part de l'Administration des douanes. Je viens de vous
fournir la chronologie: dès qu'il a été alerté de manière spécifique, sur
un objet précis, c'est-à-dire une firme et une exportation, le service
d'enquête a réagi le jour même.

Si je le dis, c'est pour conforter la manière dont les agents ont travaillé
dans nos bureaux des douanes, quels que soient les dénigrements
que l'un ou l'autre agent, je ne sais pour quelle raison, se permet de
diffuser de façon anonyme.
13.04 Muriel Gerkens (ECOLO): Il est évident qu'on est face à une
réaction en chaîne d'informations, de non-informations, d'informations
interprétées, traduites ou non, etc. impliquant plusieurs acteurs.

Néanmoins, à partir du moment où un courriel est envoyé le 28
septembre pour prévenir que du matériel à risque va transiter par la
Belgique, sans citer de firme, j'estime que cette information aurait pu
être transmise à l'ensemble des postes, même si le nom de la firme
n'était pas connu. En effet, les firmes qui produisent ou qui exportent
ce type de matériel ne sont pas très nombreuses.

Par ailleurs, je voudrais élargir le débat - mais je reviendrai sur ce
point à un autre moment. On s'est braqué sur la possibilité de double
usage de ce matériel et on a situé la question dans le cadre de la
prolifération nucléaire, mais la Belgique a également des
engagements concernant la prolifération de missiles et d'armement
même si ce n'est pas de type nucléaire. J'estime que ce type de
matériel qui traverse nos frontières comporte des dangers autres que
nucléaires. Dès lors, il faudra peut-être examiner si les outils mis en
place chez nous permettent de remplir nos engagements en la
matière.

Comme vous, je regrette que la Région wallonne n'ait pas réagi à la
proposition de circulaire d'octobre car cela aurait sans doute permis
au gouvernement de prendre des mesures

En outre, je suis surprise par le fait que personne n'a vu cette presse.
Par conséquent, la firme EPSI ou n'importe quelle autre firme peut
très bien produire une presse en affirmant qu'elle a tel diamètre et
que, étant donné ce diamètre, elle n'est pas obligée de demander une
licence d'exportation. Si personne ne vient vérifier que le matériel
correspond à ce que la firme a noté sur l'attestation, je me pose des
13.04 Muriel Gerkens (ECOLO):
Het staat vast dat we hier met een
kettingreactie te maken hebben
waarbij verschillende spelers
betrokken zijn. Ik vind dat de
informatie dat risicomateriaal door
België zou transiteren, zoals in de
e-mail van 28 september stond,
beter naar alle posten was
verstuurd, ook al was de naam
van de firma niet bekend.

In het licht van het gevaar voor
nucleaire proliferatie waren wij
gefocust op de dubbele
gebruiksmogelijkheden van dat
materiaal. België is echter ook
verbintenissen aangegaan met
betrekking tot raketten en andere,
zelfs niet nucleaire wapens. Men
zou moeten nagaan of de
middelen waarin we hier hebben
voorzien volstaan om die
verbintenissen na te komen.

Ik ben trouwens verbaasd over het
feit dat niemand die pers ooit
gezien heeft.

Zelfs als hierover wettelijk niets
bepaald is, moet het mogelijk
gevaar voor proliferatie de
CRIV 51
COM 842
07/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
31
questions sur notre capacité de contrôle. Ce ne doit pas être
forcément les douanes - encore que je ne sais pas qui a la capacité
d'aller vérifier sur place ­ mais il faut pouvoir vérifier si le matériel en
transit est conforme aux attestations. Je serais donc heureuse de
savoir qui doit effectuer cette vérification. Cette question est
intéressante car il me semble qu'un problème s'est posé à ce niveau
et qu'il pourrait, en tout cas, se représenter à l'avenir.

Je voudrais encore dire quelques mots quant au transfert spontané
d'informations des douanes vers la Sûreté de l'Etat, par exemple.
Pour ce genre de matière, même si aucune loi ne le prévoit, le danger
potentiel en termes notamment de prolifération devrait inciter les
agents à communiquer spontanément.

Sans vouloir cibler un individu et le considérer comme étant plus
responsable qu'un autre, au regard de la complexité de la situation et
des dysfonctionnements constatés, il me semblerait opportun de
mettre sur pied une enquête administrative, notamment dans le but
d'améliorer le fonctionnement du système.
ambtenaren ertoe aanzetten zulke
vaststellingen spontaan te
rapporteren. Ik denk daarbij
bijvoorbeeld aan een informatie-
uitwisseling tussen de
douanediensten en de
Staatsveiligheid.

Ik wil niemand met de vinger
wijzen, maar in het licht van de
complexe toestand en de
vastgestelde disfuncties vind ik het
nodig dat er een administratief
onderzoek komt.
13.05 Melchior Wathelet (cdH): Monsieur le ministre, je vous
remercie pour votre réponse. Comme vous le voyez, les questions
parlementaires ont toute leur utilité: elles permettent au moins de
clarifier les éléments, d'obtenir les bonnes dates, la bonne
chronologie des faits et de ne plus nous fier à des informations
erronées.

Deux éléments m'interpellent dans votre réponse, monsieur le
ministre. D'abord, vous avez lu l'extrait du courriel du 28 septembre
2004, particulièrement grave, il est vrai. Je peux comprendre qu'une
administration qui reçoit un tel courriel ne sait peut-être pas quoi en
faire et qui alerter, comment et avec quel degré d'intensité. Sa
matière reste vague et assez difficile d'utilisation.

Par contre, le 28 octobre 2004, une société est identifiée. Là, il y a
une urgence: on dit que l'exportation pourrait avoir lieu le même jour
que la date d'envoi du mail. Ce qui m'étonne, c'est pourquoi choisir
cinq bureaux, selon des critères que vous avez définis, qui sont ceux
habituellement utilisés par la firme EPSI. Avec les techniques dont on
dispose aujourd'hui, avec le flux d'informations possible grâce aux
outils techniques actuels, pourquoi ne peut-on pas prévenir, quasi
simultanément, l'ensemble des bureaux en Belgique?

Pour moi, il devrait être possible, quand on détient une information
aussi précise et aussi importante, de la diffuser directement à tous les
bureaux de douanes plutôt que d'en choisir cinq, laissant ainsi des
passages dans les mailles du filet, comme cela s'est passé avec la
société EPSI.

Le deuxième élément est l'attestation présentée par EPSI.

Au bureau d'Eynatten, ils ont vu que l'attestation n'imposait pas de
licence et ils s'y sont fiés. On ne peut donc pas leur en vouloir. Dans
le même temps, j'imagine que cette attestation émane de la Région
flamande et qu'elle précise que le type de matériel que veut exporter
EPSI ne nécessite pas de licence.

Pouvez-vous donc confirmer que la Région flamande a dit à EPSI
13.05 Melchior Wathelet (cdH):
Twee elementen van uw antwoord
zijn mij bijgebleven. Het uittreksel
uit de e-mail van 28 september
2004 was misschien vaag en
nogal moeilijk te interpreteren.
Daarentegen wordt op 28 oktober
2004 vastgesteld over welk bedrijf
het gaat. Waarom worden slechts
vijf en niet alle Belgische kantoren
verwittigd?

Het kantoor van Eynatten stelde
op grond van het voorgelegde
attest vast dat geen
uitvoervergunning vereist was.
Kan u bevestigen dat het Vlaams
Gewest aan Epsi gezegd heeft dat
het voor dit soort producten niet
over een uitvoervergunning hoefde
te beschikken?

Uzelf en de minister van Justitie
bewandelen een aantal wegen om
de informatie-uitwisseling te
bevorderen. Dat lijkt me hoogst
noodzakelijk, willen we dit soort
kakofonieën vermijden.
07/02/2006
CRIV 51
COM 842
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
32
qu'elle n'avait pas besoin de licence pour ce type de produits?

Enfin, je crois que toutes les pistes de réflexion qui ont été évoquées
par vous ainsi que par la ministre de la Justice, qui visent à un
meilleur flux d'informations et à une information réciproque de
l'ensemble des intervenants dans ce type de dossiers, me semblent
essentielles pour éviter ce genre de cacophonies et de discours
opposés.

Le président: Monsieur le ministre, si je me présente à un poste
douanier avec une attestation qui dit que je n'ai pas besoin de licence
d'exportation et si je peux prouver que le matériel n'est pas volé, sur
quelle base légale et dans quelles circonstances les douanes
pourraient-elles empêcher ce matériel de passer?

C'est finalement le noeud du problème: quelqu'un se présente à la
douane avec du matériel pour lequel il existe une attestation. Sur
quelle base la douane aurait-elle pu arrêter ce matériel si elle avait été
prévenue?

Dans les lois qui règlent la sécurité de l'Etat, y a-t-il des dispositions
qui permettent de bloquer, même temporairement, certaines
marchandises?
De
voorzitter: Als ik een
douanepost een attest voorleg
waaruit blijkt dat ik geen
uitvoervergunning nodig heb en
als ik kan bewijzen dat het
materiaal niet gestolen is, op
grond van welke wettelijke
bepaling en in welke
omstandigheden zouden de
douanediensten dat materiaal dan
kunnen tegenhouden?
13.06 Melchior Wathelet (cdH): Pour compléter la remarque de M.
le président, on ne peut plus constructive, j'imagine que la douane est
apte à vérifier si le matériel est conforme à l'attestation qui est
présentée, cela tombe sous le sens. Evidemment, il n'y avait peut-être
pas de raison de croire que l'attestation présentée n'était pas la bonne
vu qu'elle avait été réalisée en bonne et due forme. D'où la nécessité
de diffuser le mail le plus rapidement possible et l'utilité de
l'information précise du 28 octobre 2004 qui aurait dû être diffusée
partout.
13.06 Melchior Wathelet (cdH):
Ik veronderstel dat de douane kan
nagaan of het materiaal
overeenstemt met het attest.
Vandaar de noodzaak om de mail
zo snel mogelijk te verspreiden en
het nut van de precieze informatie
van 28 oktober 2004.
Le président: Monsieur le ministre, je souhaite entendre cette précision technique et juridique.
13.07 Didier Reynders, ministre: Premièrement, madame Gerkens,
l'enquête administrative a bien eu lieu. J'avais demandé l'année
dernière une analyse du dossier sur la base de votre question. Ce
travail a été réalisé et c'est ce que je vous communique à présent.
C'est comme cela que les détails ont été reconstitués a posteriori. On
a parlé d'exportation en janvier 2005, les services américains ont
évoqué une exportation le jour même, le 28 octobre. Elle a finalement
eu lieu le 3 novembre.

Deuxièmement, on semble dire que rien ne s'est passé mais, même
en passant par le bureau d'Eynatten, il y a eu un contrôle. Je vous
confirme l'existence d'une attestation délivrée par la Région flamande.
On peut débattre du degré d'alerte de nos services mais ne croyez
pas qu'il n'y a aucun contrôle et qu'on va déclencher une toute
nouvelle procédure sur la base d'un avis comme celui du mois de
septembre. Pour enclencher une procédure, il faut des éléments un
tant soit peu concrets.

J'ai suivi à distance les débats au sein du Comité R, où on évoquait
un risque pour les mois prochains, en particulier pour le mois de
juillet. La douane n'en a pas été mise au courant. Cela veut dire que
dans les six ou sept mois, il est possible que quelque chose se
13.07 Minister Didier Reynders:
Het administratief onderzoek is
gebeurd. Ik heb vorig jaar, in het
verlengde van uw vraag, een
analyse van het dossier gevraagd.
De details werden a posteriori
gereconstrueerd. Het materiaal
zou in januari 2005 zijn uitgevoerd,
volgens de Amerikaanse diensten
gebeurde dit op 28 oktober. In
feite ging het om 3 november. Bij
de grensovergang van Eynatten
gebeurde wel degelijk een
controle. Er werd een door het
Vlaams Gewest uitgereikt attest
voorgelegd.

De douane werd niet op de hoogte
gebracht. Dergelijke feiten zouden
zich dus nog kunnen voordoen.
Zolang de douane geen precieze
informatie ontvangt over de
CRIV 51
COM 842
07/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
33
produise. Tant que la douane ne recevra pas une information précise
sur les firmes concernées, il est très difficile de faire autre chose que
des recommandations générales, ce qui a d'ailleurs abouti aux
circulaires du mois de décembre.

On peut évidemment procéder à des contrôles successifs mais si la
conformité avec les documents d'exportation est avérée, il n'y a pas
de raison de faire obstacle. Cependant, la procédure devrait
effectivement être améliorée.

Dans les propositions formulées, je soutiens évidemment celle que
les douanes ont proposée. Celles-ci proposent d'être membres de la
commission d'avis pour ne plus recevoir des informations générales
informelles mais des informations concrètes.

Je crois que si l'information à propos d'une firme avait été disponible
dès le mois de septembre, les mesures auraient peut-être pu être
différentes. Mais n'oubliez pas, je le répète, que l'information est
arrivée précisément le 28 octobre à 7.45 heures pour donner le
programme de la journée. Il faut comprendre que la réaction a voulu
être ciblée. Je ne dis pas que ce n'est pas une erreur de vouloir cibler;
je répète simplement que le contrôle a quand même eu lieu, à un
poste frontière qui n'était pas un de ceux évoqués.

Enfin, dans la procédure d'échange d'informations, je reviens aux
propos de Mme Gerkens. En cette matière, je souhaite qu'il y ait des
règles. Madame Gerkens, vous dites qu'au-delà des lois et des
règles, il faudrait pouvoir échanger des initiatives. Attention, vous
devez savoir que nous avons conclu des accords douaniers avec un
certain nombre de pays à travers le monde, qui nous échangent des
informations. Ces informations ne peuvent pas être répercutées vers
tous les services qui pourraient être intéressés d'une manière ou
d'une autre. Pour protéger nos agents - car je constate qu'on
demande très vite quelle est la responsabilité et quelle mesure on
pourrait prendre à leur égard -, je crois qu'ils doivent savoir à qui il est
normal ou non de transmettre l'information qu'ils reçoivent.

Nous avons vu le circuit d'information. Comme beaucoup, je regrette
qu'il n'ait pas été possible de recevoir une information précise dès le
mois de juillet ou dès le mois de septembre 2004. Si cela avait été le
cas, il est clair que la réaction aurait été totalement différente. Mais
cela étant, je peux vous dire que le département et les services des
douanes en particulier sont tout à fait disponibles pour tenter de
renforcer encore certains éléments de la chaîne.

Par ailleurs, je retiens la remarque de Mme Gerkens nous incitant à
ne pas étudier cette matière uniquement sous un angle "prolifération
nucléaire". En effet, il peut aussi y avoir d'autres usages auxquels
nous devons être attentifs dans le contrôle à l'exportation.
betrokken firma's, kan men
eigenlijk enkel met algemene
richtlijnen werken, zoals in de
circulaires van december. Er kan
natuurlijk een aantal controles
worden uitgevoerd, maar indien
het product overeenstemt met de
uitvoerdocumenten is er geen
reden om de zending tegen te
houden. De procedure is
ongetwijfeld voor verbetering
vatbaar.

Ik onderschrijf uiteraard het
voorstel van de douane om hen bij
de adviescommissie te betrekken.
Ten slotte wil ik erop wijzen dat wij
met bepaalde landen reeds
informatie uitwisselen. Die
informatie kan echter niet
systematisch worden doorgegeven
aan alle diensten die er op enige
manier bij betrokken zouden
kunnen zijn. Ik betreur dat het niet
mogelijk was om vanaf juli of
september 2004 nauwkeurige
informatie te ontvangen. Dan zou
er immers op een heel andere
manier zijn gereageerd.

Het departement en de
douanediensten in het bijzonder
zijn evenwel bereid het nodige te
doen om bepaalde schakels in de
ketting verder te versterken. Ik
onthoud de opmerking van
mevrouw Gerkens, die een oproep
deed om deze aangelegenheid
niet alleen vanuit het oogpunt van
de proliferatie van kernwapens te
beschouwen.
Motions
Moties

En conclusion de cette discussion les motions suivantes ont été déposées.
Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.

Une motion de recommandation a été déposée par Mme Muriel Gerkens et est libellée comme suit:
"La Chambre,
07/02/2006
CRIV 51
COM 842
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
34
ayant entendu l'interpellation de Mme Muriel Gerkens
et la réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances,
demande au gouvernement
d'organiser une enquête administrative au sein de l'Administration des douanes et accises afin de
déterminer s'il y a eu manquements ou erreurs et de proposer des améliorations de fonctionnement."

Een motie van aanbeveling werd ingediend door mevrouw Muriel Gerkens en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellatie van mevrouw Muriel Gerkens
en het antwoord van de vice-eerste minister en minister van Financiën,
vraagt de regering
een administratief onderzoek in te stellen bij de Administratie der douane en accijnzen om vast te stellen of
er geen tekortkomingen zijn of fouten werden gemaakt, en voorstellen te doen om de werking ervan te
verbeteren."

Une motion pure et simple a été déposée par Mme Annemie Roppe et par MM. Jacques Chabot et Luc
Gustin.

Een eenvoudige motie werd ingediend door mevrouw Annemie Roppe en door de heren Jacques Chabot
en Luc Gustin.

Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.
Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.
14 Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de vice-eerste minister en minister van Financiën
over "het personeelsplan 2006 in functie van de oprichting van het enig douanekantoor" (nr. 10131)
14 Question de M. Servais Verherstraeten au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "le
plan du personnel 2006 en fonction de la mise sur pied du bureau de douane unique" (n° 10131)
14.01 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de voorzitter, u
kondigt mijn vraag 10131 aan, maar wat gebeurt er met mijn vraag
10139 in punt 14 op de agenda?
De voorzitter: In dat punt is er ook nog een vraag van de heer Muls.
14.02 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de voorzitter, kan
telefonisch contact worden opgenomen met de heer Muls, want ik
moet ook nog vragen stellen in andere commissievergaderingen?
De voorzitter: Wij hebben daarnet naar hem gebeld en hij zegt dat hij zal komen. Het tijdstip is echter
onbepaald. Ik kan ook beslissen u, in afwezigheid van de heer Muls, het woord te geven voor vraag 10139,
maar ik stel voor dat u nu uw vraag 10131 stelt. Indien de heer Muls ondertussen niet aangekomen is, dan
hebt u opnieuw het woord voor uw vraag 10139.
14.03 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de minister, wat de
personeelsinvullingen betreft, dienen er normaal gezien door Coperfin
jaarlijks personeelsplannen te worden opgemaakt. In de realiteit
kwamen de personeelsplannen in de FOD Financiën pas op het einde
van het jaar. Rekening houdend met de invulling ervan, via de Selor-
procedures, vergde dit dermate tijd dat men eigenlijk te laat kwam.

Als ik het goed begrepen heb, dan zou de douaneadministratie
voortgaan met de invoering van een enig douanekantoor. Het zou
misschien goed zijn om hiervoor op tijd een personeelsplan 2006 te
maken. Als ik het goed begrepen heb, mijnheer de minister, voorziet
het project in een doorgedreven automatisering. Het zou moeten
leiden tot een continudienst. Ik zou graag van u vernemen wanneer
het personeelsplan en de definitieve beslissing hieromtrent mogen
14.03 Servais Verherstraeten
(CD&V): Dans le passé, les plans
de personnel du SPF Finances
n'étaient prêts qu'à la fin de
l'année. L'Administration des
douanes poursuivrait le projet
d'instauration d'un bureau de
douane unique. Ce projet prévoit
une automatisation poussée et
devrait conduire à un service
continu.

Quand le plan du personnel fera-t-
il l'objet d'une décision définitive?
CRIV 51
COM 842
07/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
35
worden verwacht. Houdt het personeelsplan rekening met de
operationalisering van het enig kantoor? Zal het nog enige tijd duren?
Zal men in de oude structuur voortwerken? Wat zijn de intenties? Zal
aan het hoofd van een geherstructureerde douaneadministratie in een
gewestelijke directeur dan wel in een managementfunctie worden
voorzien?
Ce plan tient-il compte de
l'opérationnalisation du bureau
unique? Poursuit-on les activités
dans l'ancienne structure?
L'administration des douanes
restructurée sera-t-elle dirigée par
un directeur régional ou un
manager?
14.04 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Verherstraeten, de FOD Financiën loopt niet achter de feiten aan.

Hoewel de FOD Financiën, qua personeel, de belangrijkste federale
overheidsdienst is, werd haar personeelsplan 2006 reeds op 30
januari 2006 bij de administratieve begrotingsautoriteiten ingediend,
na op 24 januari 2006 een gunstig advies van de Inspectie van
Financiën te hebben gekregen. Ik zie dus geen enkele reden waarom
mijn collega's van Ambtenarenzaken en Begroting het op korte termijn
niet zouden goedkeuren. Het personeelsplan 2006 zal trouwens met
absolute voorrang worden uitgevoerd. Zo worden op dit moment de
laureaten van de wervingsselectie, de inspecteurs bij een fiscaal
bestuur, die op onze vraag in 2005 door Selor werd georganiseerd,
geïnterviewd om zo snel mogelijk in dienst te treden.

Bovendien is er reeds een engagement met Selor om dit jaar opnieuw
een dergelijke wervingsselectie te organiseren teneinde het
personeelsplan 2006 volledig te kunnen uitvoeren. Dit plan voorziet in
de wervingsbehoeften van de totale FOD. Bij de oprichting van
nieuwe diensten wordt in grote mate een beroep gedaan op interne
medewerkers die over een zekere ervaring beschikken en op hun
beurt in principe door nieuwe medewerkers zullen worden vervangen.

In het personeelsplan 2006 is er ook in wervingen voorzien van
specifieke profielen voor de nieuw op te richten diensten. ICT-
profielen zijn hiervan een typisch voorbeeld. In dit geval moet Selor
geen nieuwe selecties organiseren en kan er worden geput uit de
recente ICT-reserves, reserves van projectleider, helpdeskpersoneel,
programmeurs, enzovoort. Op elk ogenblik en naargelang de
functionele behoeften, kunnen laureaten met een dergelijk profiel op
zeer korte termijn in dienst worden gesteld.

De leiding van het inningkantoor van de administratie der Douane en
Accijnzen zal uitgeoefend worden door een nieuwe N-3 functie zoals
in het moderniseringsplan BPR-oefening werd bepaald. Net zoals de
managers N-2 in de voorbije drie jaar werden benoemd, zullen de
centrumdirecteurs, dus N-3, progressief gespreid en naarmate de
nieuwe diensten worden opgericht, over een langere testperiode
worden aangesteld.

Het directiecomité heeft ervoor geopteerd de nieuwe structuur te
realiseren in het nieuwe organigram van de FOD Financiën, zoals het
door de regering in 2002 werd goedgekeurd. De juridische basis voor
dit nieuwe organigram wordt thans voorbereid. Het inningkantoor zal
zijn plaats krijgen binnen die nieuwe structuur.
14.04 Didier Reynders, ministre:
Le plan concernant le personnel
du SPF Finances a été introduit
dès le 30 janvier 2006 auprès des
autorités budgétaires
administratives après un avis
favorable de l'Inspection des
finances. Il n'y a aucune raison
qu'il ne soit pas approuvé à brève
échéance par les ministres de la
Fonction publique et du Budget.
Nous donnerons la priorité absolue
à sa mise en oeuvre.

Quand de nouveaux services sont
créés, l'on fait appel, dans une
grande mesure, à des
collaborateurs internes possédant
une certaine expérience qui, en
principe, seront remplacés par de
nouveaux collaborateurs. Le plan
"personnel" 2006 prévoit aussi le
recrutement de profils spécifiques
­ TIC, par exemple ­ pour les
nouveaux services. A cette fin, le
Selor pourra puiser dans des
réserves constituées récemment.
La direction du bureau de
perception de l'Administration des
douanes et accises sera assurée
par un nouvel N-3. Les directeurs
de centre seront répartis
graduellement et désignés pour
une période à l'essai plus longue.
Le bureau de perception se verra
attribuer au sein du nouvel
organigramme du SPF Finances
une place dont la base juridique
est actuellement préparée.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07/02/2006
CRIV 51
COM 842
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
36
15 Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de vice-eerste minister en minister van Financiën
over "de vermeende corruptie bij de top van de Regie der Gebouwen" (nr. 10139)
15 Question de M. Servais Verherstraeten au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "la
corruption supposée au sommet de la Régie des Bâtiments" (n° 10139)
15.01 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, het regent jammer genoeg aanhoudingen, hetzij
onder de ambtenaren van de Regie zelf, hetzij onder de aannemers.
Dit weekend is er nog een aanhouding geweest zodanig dat we op dit
ogenblik, dacht ik, aan nummer acht zitten. Ik pleit er hoe dan ook
voor dat alle mensen en ambtenaren bij de Regie der Gebouwen niet
over dezelfde kam worden geschoren en dat ze niet allemaal als
corrupt zouden worden aanzien. Ik ben ervan overtuigd en ik heb er
ook vertrouwen in, dat de overgrote meerderheid zeer hard, zeer
consciëntieus en zeer eerlijk zijn moeilijke werkzaamheden uitvoert, in
de moeilijke omstandigheden die we kennen.

Mijn vraag is wat er preventief is gebeurd. Het is immers hoe dan ook
een gevoelige dienst waar belangrijke toewijzingen moeten gebeuren
en belangrijke sommen als het ware over de toonbank gaan. Wat
heeft er preventief allemaal plaatsgevonden om zaken als corruptie te
voorkomen? Wat gaat er nu gebeuren, in het licht van de kennis ­
weliswaar beperkt ­ die er nu is ingevolge de aanhoudingen en
sommige verklaringen in de pers? Dit geldt zeker ook voor de
procedures van toewijzing, openbare aanbesteding, onderhandse
aanbesteding en beperkte aanbesteding. Wat zult u preventief doen
met betrekking tot de aangehouden ambtenaren? Worden zij ad
interim vervangen? Start men terzake tuchtonderzoeken? Wat zult u
allemaal doen?
15.01 Servais Verherstraeten
(CD&V): Dans le dossier de
corruption concernant la Régie
des bâtiments, les arrestations se
multiplient. Il faut espérer que ce
scandale ne ternira pas la
réputation de l'ensemble des
fonctionnaires employés par la
Régie qui, dans la majorité des
cas, exercent leur fonction sans
aucun doute de manière correcte
et consciencieuse.

Des mesures préventives ont-elles
été prises pour lutter contre la
corruption possible? Seront-elles
adaptées à la lumière du
scandale? Dans ce contexte, je
pense notamment aux procédures
d'attribution et d'adjudication.

Qu'adviendra-t-il des
fonctionnaires arrêtés? Seront-ils
remplacés provisoirement? Une
enquête disciplinaire sera-elle
ouverte à l'encontre de ces
agents?
15.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Verherstraeten, aangezien het onderzoek nog aan de gang is en ik op
een dossier wacht ­ ik heb nog geen officiële inlichtingen gekregen
van het parket ­ kan ik nog geen standpunt innemen over het
onderzoek zelf.

Ik wil u echter eraan herinneren dat de Regie der Gebouwen
momenteel wordt hervormd. De bedoeling van deze hervorming is de
structuur en organisatie van de Regie te vereenvoudigen en te
optimaliseren, het beheer efficiënter te maken en de Regie toe te
laten haar opdracht beter uit te voeren.

Deze structurele en organisatorische verbetering ging in de loop van
2004 van start met een audit. In de verslagen van de audit, die begin
2005 werden ingediend, werd de diagnose van de Regie opgemaakt
en werden aanbevelingen omtrent mogelijke verbeteringen
geformuleerd. Die conclusies hebben geleid tot de instelling van de
cel Regie 2005, die sinds februari 2005 voornamelijk belast is met het
voortzetten van een globaal operationeel plan van de Regie en het
nadenken over de invoering van nieuwe structuren.

In haar verslag van juli 2005 formuleerde de veranderingscel Regie
2005 aanbevelingen omtrent de operationele structuur van de nieuwe
Regie in haar geheel. Zij werkte ook operationele plannen uit die tot
de oprichting van deze nieuwe structuur moeten leiden. Op dezelfde
15.02 Didier Reynders, ministre:
L'enquête étant toujours en cours,
je ne puis me prononcer à ce
sujet.

La Régie des Bâtiments fait
actuellement l'objet d'une
importante réforme, l'objectif étant
d'en simplifier la structure et
l'organisation. La réforme a
démarré dans le courant de 2004
par un audit approfondi. Le rapport
d'audit a été achevé au début de
2005 et l'on a alors fait le
diagnostic du fonctionnement de la
Régie. A cette occasion, des
suggestions ont également été
émises en vue d'améliorer son
fonctionnement. Il s'en est suivi,
en février 2005, la constitution
d'une cellule Régie 2005, laquelle
oeuvre depuis lors à l'instauration
d'une structure plus simple et plus
transparente. Elle élabore en outre
des plans opérationnels pour faire
CRIV 51
COM 842
07/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
37
wijze onderzocht zij ook welke reglementaire bepalingen dienden te
worden vastgelegd. Zo werd een veranderingsproces binnen de Regie
opgestart. De timing van de operaties werd nageleefd. Het project
nieuwe Regie zal haar doelstelling in de loop van 2006 bereiken. De
aanwerving van het nieuwe managementteam is gepland en werd
zelfs al gedeeltelijk opgestart.

In afwachting van de indiensttreding van het nieuwe
managementteam en de conclusies van het huidige onderzoek naar
de vermeende corruptie bij de Regie der Gebouwen en door de
directeur-generaal, worden de bevoegdheden van laatstgenoemde,
overeenkomstig artikel 7 van het ministerieel besluit van
13 februari 2003, uitgeoefend door de ambtenaar-generaal die als
tweetalig adjunct werd aangeduid.

Ik dank u voor uw vertrouwen in een zeer groot aantal mensen bij de
Regie der Gebouwen. Dat is een zeer goede vaststelling.

Ik zal nog geen instructie geven voor een tuchtprocedure, zonder
inlichtingen van het parket. Ik heb gevraagd aan de directeur van mijn
algemene beleidscel om contact op te nemen met het parket,
teneinde meer inlichtingen te krijgen. Tot nu toe heb ik nog geen
dossier en geen precieze inlichtingen gekregen.
accepter une telle structure. Ce
projet se clôturera à la fin de
l'année. La procédure de
recrutement d'une nouvelle équipe
dirigeante a entre-temps été
lancée.

Les compétences du directeur
général inculpé seront entre-temps
exercées, conformément à l'article
7 de l'arrêté ministériel du 13
février 2003, par le fonctionnaire
général désigné comme adjoint
bilingue.

Je ne donnerai pas l'ordre de
lancer une procédure disciplinaire
tant que l'enquête judiciaire est en
cours et que je ne dispose pas
d'informations supplémentaires. Je
prendrai dès que possible contact
avec le parquet afin d'obtenir de
plus amples informations.
15.03 Servais Verherstraeten (CD&V): Ik dank de minister voor zijn
antwoord.

Mijnheer de minister, de hervorming van de Regie der Gebouwen
mag mijns inziens niet in oorzakelijk verband staan met de feiten die
de laatste veertien dagen aan het licht zijn gekomen en ik meen dat
dat ook niet zo is.

Uw hervorming is eigenlijk al geruime tijd bezig. Voor een deel had die
hervorming met efficiëntie te maken, maar voornamelijk met het
gegeven dat het patrimonium dat de Regie der Gebouwen te beheren
heeft door een massaal aantal verkopen veel geringer is geworden en
met het feit dat de verplichtingen van de Regie beperkter zijn
geworden door de weder-inhuringen. Via die weder-inhuringen heeft
men immers andere en beperktere verplichtingen, aangezien het
eigenaarsonderhoud meestal ten laste is van de nieuwe eigenaars
van de gebouwen.

Ik durf te hopen dat het kind hoe dan ook niet met het badwater zal
worden weggegooid en ­ ik ben blij dat we het hierover eens zijn ­ ik
hoop dat zij die consciëntieus hun werk hebben gedaan niet de
rekening zullen krijgen van de mensen die zich niet correct zouden ­
ik gebruik bewust de voorwaardelijke wijs ­ hebben gedragen.

De hervormingen en de invullingen van de plaatsen zullen toch nog
enige tijd in beslag nemen, ook in het licht van de regelgeving. Ik denk
dus dat het aangewezen is om preventief te letten op het feit dat
dingen, als ze al gebeurd zouden zijn, in de toekomst worden
voorkomen en dat het nauwlettender in de gaten wordt gehouden. Ik
denk dat daar misschien het schoentje knelt, dus ik wil er toch voor
pleiten, mijnheer de minister.

Het Rekenhof heeft terzake in haar jaarverslagen al een aantal keren
reprimandes gegeven met betrekking tot bepaalde dossiers waarin de
15.03 Servais Verherstraeten
(CD&V): À mon sens, la réforme
de la Régie est totalement
étrangère aux faits qui ont été
révélés ces dernières semaines.
La réforme est en cours depuis un
certain temps déjà. Elle procède
avant tout d'un besoin d'efficacité
mais résulte aussi de la réduction
très sensible du patrimoine au
cours des dernières années à la
suite de la politique mise en oeuvre
par le gouvernement. La location
de nombreux immeubles après
leur vente a également fortement
influé sur le fonctionnement de la
Régie.

La réforme se poursuivra encore
un certain temps. Entre-temps, les
faits qui ont été dévoilés doivent
inciter tous les intéressés à la plus
grande prudence. Je voudrais
souligner que la Cour des comptes
a déjà formulé à plusieurs reprises
des observations concernant
certains dossiers de la Régie en
raison du non-respect des
procédures d`adjudication légales.
Pour les grands dossiers comme
celui du palais de justice d'Anvers,
la réglementation est sans faille.
En revanche, les petits dossiers
attribués dans le cadre
07/02/2006
CRIV 51
COM 842
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
38
wetten op de openbare aanbestedingen niet zijn gerespecteerd. Ik
ben ervan overtuigd dat er met grote dossiers, zoals belangrijke
toewijzingen, het Antwerpse justitiepaleis of grote werken van
belangrijke omvang, geen problemen zijn omwille van de regelgeving
die ons fenomenaal beschermt.

Het zijn echter voornamelijk de kleine dossiers, van onderhandse en
beperkte aanbestedingen, die corruptiegevoeliger zijn. Terzake heeft
men in het verleden bepaalde keuzes van toewijzingen gedaan die ik
betreur en is men afgeweken van de openbare aanbestedingen. Dat
waren politieke keuzes, en niet de keuzes van de ambtenaren.
Daarmee heeft men hoe dan ook risico's genomen. Ik wil er dan ook
voor pleiten om die risico's in de toekomst ­ los van elke hervorming
­ niet meer te nemen.
d'adjudications restreintes et de
gré à gré sont davantage
susceptibles de faire l'objet d'actes
de corruption. De plus, ces
dossiers sont trop souvent assortis
de considérations politiques. Il
conviendrait d'éviter ce genre de
situations à l'avenir.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
16 Question de M. Jacques Chabot au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "l'impact de
l'arrêt de la Cour de justice quant à la TVA applicable aux frais d'hospitalisation" (n° 10164)
16 Vraag van de heer Jacques Chabot aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de
impact van het arrest van het Hof van Justitie inzake de BTW op de ziekenhuiskosten" (nr. 10164)
16.01 Jacques Chabot (PS): Monsieur le ministre, l'administration
de la TVA enseigne que l'exemption de l'article 44 du Code de la TVA
s'étend aux divers services fournis aux malades - les examens, les
soins, la nourriture, les boissons, le logement, la fourniture de
prothèses et de médicaments -, mais aussi à l'hébergement éventuel
par l'établissement hospitalier d'une personne qui accompagne le
malade.

Par son arrêt du 1
er
décembre 2005, la Cour de Justice impose de
réexaminer la portée de cette exemption, à la suite d'une question
préjudicielle qui lui a été posée par la cour administrative d'appel
d'Athènes. La Cour souligne qu'il faut dorénavant opérer une
distinction entre prestations médicales et prestations de soins à la
personne.

Mes questions sont les suivantes.

- Quelle est la position de votre département à ce propos?

- Quels sont les frais liés une hospitalisation qui sont exemptés de
TVA?

- Qu'en est-il des services complémentaires, par exemple, la location
d'une radio ou d'un téléviseur? Et quid de l'hébergement d'un tiers?

- Qu'en est-il des prestations de services qui sont de nature à
améliorer le confort et le bien-être des personnes hospitalisées? En
effet, ces services sont, dans la plupart des cas, indispensables au
traitement de ces personnes.

Je vous remercie.
16.01 Jacques Chabot (PS):
Volgens de BTW-administratie
geldt de vrijstelling van artikel 44
van het BTW-Wetboek voor de
verschillende diensten die aan de
zieke verstrekt worden maar
eveneens voor het eventuele
verblijf in het ziekenhuis van een
persoon die de zieke vergezelt.

In zijn arrest van 1 december 2005
wijst het Hof van Justitie er op dat
men de medische prestatie moet
onderscheiden van de
zorgverstrekking aan de persoon.

Wat is het standpunt van uw
departement? Welke zijn de van
BTW vrijgestelde hospitalisatie-
kosten? Hoe staat het met de
bijkomende diensten? Hoe staat
het met de dienstverlening die
bedoeld is om het comfort en het
welzijn van de gehospitaliseerde
patiënt te verbeteren?
Président: Luk Van Biesen.
Voorzitter: Luk Van Biesen.
CRIV 51
COM 842
07/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
39
16.02 Didier Reynders, ministre: Monsieur Chabot, le dispositif de
l'arrêt de la Cour de Justice auquel vous vous référez est clair: en
principe, les prestations telles que la location de radios ou de
télévisions, les prestations de téléphonie et l'hébergement de tiers
accompagnant les malades ne peuvent bénéficier d'exemptions de la
TVA que pour autant que ces prestations revêtent un caractère
indispensable pour atteindre les buts thérapeutiques poursuivis par
les services d'hospitalisation et de soins médicaux dans le cadre
desquels elles ont été fournies.

L'administration estime toutefois, et je ne peux qu'abonder dans sons
sens, qu'il ne relève pas des compétences de ses fonctionnaires
d'apprécier le caractère indispensable ou non de ces prestations.
Pareille appréciation ne pourrait du reste qu'être source de conflits
avec les établissements hospitaliers pour un enjeu fiscal qui reste très
limité.

Je soutiens donc le maintien de l'exemption pour ces prestations qui
sont rendues dans le cadre d'une hospitalisation. En outre, cette
exemption ne me paraît pas de nature à engendrer une réelle
distorsion de concurrence avec les opérateurs téléphoniques, les
restaurants ou les hôtels.
16.02 Minister Didier Reynders:
Het arrest van Hof van Justitie laat
aan duidelijkheid niets te wensen
over: voor de verhuur van radio- of
televisietoestellen, telefonie en het
logies verschaffen aan derden
kunnen geen uitzonderingen op de
BTW-regelgeving worden
toegestaan, behalve wanneer die
verrichtingen noodzakelijk zijn voor
therapeutische doeleinden. De
administratie acht zichzelf evenwel
niet bevoegd om over die
noodzakelijkheid te oordelen.

Ik geloof echt niet dat die
uitzondering een heuse
concurrentievervalsing in de hand
werkt, en ik vind dan ook dat ze
kan blijven bestaan.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
17 Question de M. Jacques Chabot au vice-premier ministre et ministre des Finances sur
"l'interprétation administrative de la règle des 183 jours et son impact sur la taxation des camionneurs
internationaux et des travailleurs itinérants" (n° 10165)
17 Vraag van de heer Jacques Chabot aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de
administratieve interpretatie van de 183-dagenregeling en haar impact op het aanslagstelsel voor
internationale vrachtwagenchauffeurs en reizende werknemers" (nr. 10165)
17.01 Jacques Chabot (PS): Monsieur le président, monsieur le
ministre, lorsqu'un travailleur exerce une partie de son activité dans
un autre pays avec lequel a été signée une convention préventive de
double imposition, la partie de la rémunération correspondante doit
être en principe taxée dans cet autre pays. Par ailleurs, ce montant
est exonéré en Belgique sous réserve de la clause de progressivité.
Le salarié itinérant a dès lors intérêt à saucissonner ses
rémunérations entre les différents pays où il travaille. Le niveau
d'imposition est en effet plus faible dans nombre d'autres pays
étrangers.

Le mécanisme général des conventions prévoit que le pays de
résidence de l'employé a en principe le pouvoir d'imposition sur ses
rémunérations. La situation devient délicate pour les travailleurs
itinérants. Dans un arrêt du 6 novembre 2000, la Cour de cassation
avait présenté une solution pragmatique. Celle-ci ne semble pas avoir
été suivie par vos services puisque la circulaire administrative sur
l'application de l'article 15 de la convention modèle OCDE choisit le
principe de la présence physique effective.

Si cette position est théoriquement compréhensible, je voudrais
néanmoins vous poser les questions suivantes.

- Quelles sont les raisons ayant incité votre département à ne pas
adopter la position de la Cour de cassation?
17.01 Jacques Chabot (PS): Als
een werknemer een deel van zijn
activiteit in een ander land
uitoefent, waarmee een
overeenkomst tot voorkoming van
dubbele belasting gesloten werd,
moet het overeenstemmende
gedeelte van de bezoldiging in
principe in dat andere land belast
worden.

Voor de reizende werknemers ligt
de situatie moeilijker.

Waarom volgt uw departement het
standpunt van het Hof van
Cassatie in zijn arrest van 6
november 2000 niet? Hoe wordt
een reizende werknemer die
tewerkgesteld wordt door een in
land X gevestigd werkgever,
bezoldigd? Zal de omzendbrief ter
zake aangevuld worden en zo ja,
wanneer?
07/02/2006
CRIV 51
COM 842
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
40
- Vos services ne seront-ils pas confrontés à des problèmes
pratiques, particulièrement en matière de preuve?
- Comment allouer et attribuer la rémunération d'une personne au
service d'un employeur établi dans un pays X et qui est tout le temps
sur la route?
- Qu'en est-il pour celles et ceux qui traversent plusieurs pays, y
compris le pays de résidence de l'employeur?
- Des précisions seront-elles apportées à cette circulaire? Dans quel
délai?
17.02 Didier Reynders, ministre: Monsieur le président, monsieur
Chabot, les raisons pour lesquelles mon département a estimé ne pas
pouvoir se rallier à la position de la Cour de cassation sont de
plusieurs ordres.

Il convient, tout d'abord, de rappeler que les conventions préventives
de la double imposition, conclues par la Belgique, présentent un
caractère bilatéral impliquant en principe une unicité des points de
vue entre Etats signataires. Or, force est de constater que la Cour de
cassation emprunte en l'espèce une voie qui, si elle était suivie,
isolerait complètement la Belgique de ses partenaires. A cet égard,
les commentaires OCDE sur le modèle de convention fiscale reflètent
parfaitement l'unanimité dégagée en la matière, et d'ailleurs partagée
par notre pays, en précisant à son article 15, point 1: "Le paragraphe
1
er
de l'article 15 de la convention modèle pose la règle générale
applicable en matière d'imposition des revenus provenant d'activités
salariées selon laquelle ces revenus sont imposables dans l'Etat où
l'emploi salarié est effectivement exercé, l'emploi est exercé à
l'endroit où le salarié est physiquement présent lorsqu'il exerce ses
activités au titre desquelles les revenus liés à l'emploi sont payés."

A l'appui de sa décision, la Cour de cassation énonce en outre que
cette disposition, à savoir le même article 15 de la convention, ne
subordonne pas l'exercice de l'emploi dans l'autre Etat contractant,
c'est-à-dire dans l'Etat autre que celui de la résidence du travailleur, à
une présence physique permanente du salarié durant l'exercice de
son activité. Comme tel, ce constat n'appelle aucune critique. Il en va
toutefois tout autrement de l'attitude consistant pour notre Cour
suprême à défendre l'idée selon laquelle la Belgique agissant en tant
qu'Etat de résidence perdrait totalement tout pouvoir d'imposer des
rémunérations dès lors qu'une partie même infime de l'activité est
exercée sur le territoire de l'autre Etat. Cette approche est en effet
tout à fait contraire à la lettre de l'article 15 des conventions dont le
libellé du paragraphe premier ne peut prêter ni à confusion, ni à
interprétation. Les salaires qu'un résident d'un Etat contractant reçoit
au titre d'un emploi salarié ne sont imposables que dans cet Etat à
moins que l'emploi ne soit exercé dans l'autre Etat contractant. Si
l'emploi y est exercé, les rémunérations reçues à ce titre sont
imposables dans cet autre Etat.

Non seulement cette disposition attribue-t-elle dans un premier temps
un pouvoir général et exclusif d'imposition à l'Etat de résidence du
travailleur, mais encore subordonne-t-elle le droit d'imposition conféré
à l'autre Etat à la condition qu'un emploi y soit exercé tout en limitant
ce droit aux seules rémunérations perçues au titre de l'emploi exercé
sur le territoire de cet autre Etat.

Privilégier l'arrêt rendu le 6 novembre 2000 par la Cour de cassation
17.02 Minister Didier Reynders:
Mijn departement meent dat het
zich, om verschillende redenen,
niet bij het standpunt van het Hof
van Cassatie kan aansluiten.

Vooreerst zijn de
dubbelbelastingverdragen die door
België worden gesloten bilaterale
verdragen, waarbij de
verdragsluitende landen hetzelfde
standpunt delen. Door het
standpunt van het Hof van
Cassatie te volgen, zou België
echter volledig van zijn partners
worden geïsoleerd. Artikel 15 van
de modelovereenkomst legt de
algemene regel vast volgens
dewelke de inkomsten belastbaar
zijn in het land waar de activiteit
als loontrekkende effectief wordt
uitgeoefend; de activiteit wordt
uitgeoefend op de plaats waar de
loontrekkende fysiek aanwezig is
wanneer hij de activiteit uitoefent
waarvoor het inkomen wordt
betaald.

Volgens het Hof van Cassatie
houdt die bepaling niet in dat de
uitoefening van een activiteit in
een ander land dan dat van de
woonplaats van de werknemer,
onderworpen is aan een
permanente fysieke aanwezigheid
van de werknemer gedurende de
uitoefening van zijn activiteit. Tot
daar geen probleem. Volgens ons
hoogste rechtscollege zou België,
als woonstaat, echter elk recht
verliezen om inkomens te belasten
zodra ook maar een miniem
gedeelte van de activiteit op het
grondgebied van de andere Staat
wordt uitgeoefend. Die benadering
staat haaks op de duidelijke
bepalingen van artikel 15, dat het
recht om belastingen te heffen dat
CRIV 51
COM 842
07/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
41
conduirait enfin, dans certains cas, à des situations incohérentes et
incompatibles avec des conventions dont l'objectif premier est de
prévenir des situations de double imposition. J'en veux pour preuve
l'exemple suivant.

Un résident de la Belgique, salarié d'une entreprise établie au grand-
duché de Luxembourg, exerce son activité pour partie sur le territoire
grand-ducal et, pour partie, sur le territoire allemand, dans des
circonstances telles que tant le Luxembourg que l'Allemagne
disposent conventionnellement d'un pouvoir d'imposition (activité
exercée au Luxembourg au service d'une employeur luxembourgeois
et rémunération afférente à l'activité exercée en Allemagne prise en
charge par l'établissement stable dont l'employeur dispose sur le
territoire allemand). Si le point de vue défendu par la Cour de
cassation devait être adopté par les Etats partenaires, la totalité des
rémunérations serait imposable à la fois au Luxembourg et en
Allemagne dans la mesure où une activité, même partielle, est
exercée sur le territoire de chacun de ces pays. Il en résulterait une
double imposition impossible à corriger par le biais d'une concertation
entre les deux Etats puisque le travailleur ne réside ni au
Luxembourg, ni en Allemagne.

Quant au problème pratique singulièrement en matière de preuve, je
tiens ici à rappeler l'article 5 du Code des impôts sur les revenus 92
selon lequel les habitants du Royaume sont soumis à l'impôt des
personnes physiques à raison de tous leurs revenus imposables visés
au présent Code alors même que certains de ces revenus auraient
été produits ou recueillis à l'étranger.

Sur la base de cette disposition, l'habitant du Royaume est imposable
sur son revenu mondial. C'est donc à lui, et non à l'administration,
qu'il incombe de démontrer qu'il réunit les conditions lui permettant de
bénéficier des exonérations prévues par les conventions. En l'espèce,
le travailleur aura à établir la réalité de sa présence physique sur le
territoire de l'Etat d'activité aux fins d'y exercer son emploi (pièces
justificatives de séjours, de déplacements, liste de clients, agenda,
feuilles de route, etc.). En cas de doute, l'administration dispose des
pouvoirs d'investigation qui lui sont conférés par la loi, voire de
l'assistance administrative entre Etats prévue notamment par les
conventions.

Pour ce qui est des difficultés liées à la répartition du montant des
rémunérations que chaque Etat est conventionnellement en droit
d'imposer, il convient d'en relativiser l'importance et ce,
principalement lorsque l'activité du travailleur exige de fréquents
déplacements. Par dérogation au principe selon lequel les
rémunérations liées à un emploi exercé sur le territoire d'un Etat sont
imposables dans cet Etat, le paragraphe 2 de l'article 15 des
conventions accorde en effet à l'Etat de résidence le droit d'imposer
les rémunérations du travailleur qui réunit simultanément les trois
conditions suivantes:
- il séjourne ou exerce son activité dans l'Etat d'activité durant une (ou
des) période(s) n'excédant pas un total de 183 jours au cours de
l'année civile, ou de la période imposable ou durant toute période de
douze mois commençant ou se terminant pendant l'année fiscale
considérée;
- ses rémunérations sont payées par un employeur, ou pour le
compte d'un employeur, qui n'est pas un résident de l'Etat d'activité;
aan de andere dan de woonstaat
wordt toegekend, onderwerpt aan
de voorwaarde dat in die andere
Staat een activiteit moet worden
uitgeoefend, maar dat recht
tegelijkertijd beperkt tot het loon
dat de werknemer ontvangt voor
de betrekking die hij op het
grondgebied van die andere Staat
heeft uitgeoefend.

Indien we het arrest van het Hof
van Cassatie van 6 november
2000 zouden volgen, zou dit in
sommige gevallen tot
onsamenhangende toestanden
leiden die niet langer verenigbaar
zouden zijn met overeenkomsten
waarvan de eerste doelstelling het
voorkomen van dubbele belasting
is.

Wat de bewijslast betreft, bepaalt
artikel 5 van het Wetboek van de
inkomstenbelastingen 1992 dat
Rijksinwoners aan de
personenbelasting onderworpen
zijn, zelfs indien sommige daarvan
in het buitenland zijn behaald of
verkregen.

Volgens die bepaling is de
belastingplichtige belastbaar op
grond van zijn wereldinkomen. Hij
moet dus aantonen dat hij voldoet
aan de voorwaarden om de in de
verdragen bepaalde vrijstellingen
te genieten (effectieve lichamelijke
aanwezigheid op het grondgebied,
uitoefening van een beroep, enz.).
In geval van twijfel is de
administratie gemachtigd om een
onderzoek in te stellen en kan ze
de administratieve hulp van
andere lidstaten inroepen.

De moeilijkheden om de
loonbedragen die elke lidstaat kan
belasten, te verdelen, moeten
worden gerelativeerd, vooral
wanneer de activiteit regelmatige
verplaatsingen vergt. Het artikel
vijftien, tweede § van het verdrag
biedt de lidstaat waar de
werknemer verblijft de
mogelijkheid om zijn loon onder de
volgende voorwaarden te
belasten: de betrokkene verblijft
07/02/2006
CRIV 51
COM 842
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
42
- la charge de ses rémunérations n'est pas supportée par un
établissement stable (ou une base fixe) que son employeur a dans
l'Etat d'activité.

Il s'ensuit qu'en cas d'activité mobile, l'Etat de résidence disposera
d'un pouvoir d'imposition majoritaire, sinon intégral. Ainsi, un
représentant de commerce résidant en Belgique et employé par une
entreprise allemande ne disposant d'aucun établissement stable à
l'étranger exerce son activité à la fois en Belgique, en Allemagne, aux
Pays-Bas et au grand-duché de Luxembourg. Sur une année de
travail comptant 220 jours, ce travailleur passe 55 jours sur le
territoire de chaque Etat. En pareille hypothèse, la Belgique, Etat de
résidence, dispose du pouvoir d'imposer l'ensemble des
rémunérations, à l'exception de celles se rapportant à l'activité
exercée en Allemagne; quoique l'activité soit exercée sur le territoire
allemand durant une période inférieure à 183 jours, l'employeur est
établi en Allemagne de sorte que seul ce pays est en droit d'imposer
les rémunérations dont il s'agit.

Bien qu'exonérées d'impôts belges, ces rémunérations (afférentes à
l'activité exercée sur le territoire allemand) sont toutefois prises en
considération en Belgique pour fixer le taux d'imposition applicable
aux autres revenus (combinaison de l'article 23, § 2, 1° de la
Convention belgo-allemande et de l'article 155 du Code des impôts
sur les revenus 1992). Dans un tel cas de figure, le montant des
rémunérations imposables en Allemagne peut, sauf preuve contraire,
être déterminé proportionnellement au nombre de jours de travail sur
le sol allemand. Dans le cas, par exemple, de transporteurs
internationaux, la rémunération peut être ventilée en fonction du
nombre de kilomètres parcourus.

Pour toutes les raisons qui précèdent, monsieur le président,
l'administration n'envisage pas de modifier la position développée
dans sa circulaire du 25 mai 2005. Un addendum contenant
notamment quelques précisions de portée pratique sera cependant
publié dans les prochaines semaines.
niet langer dan 183 dagen per
kalenderjaar in de lidstaat waar hij
de activiteit uitoefent; het loon
wordt betaald door een werkgever
die niet verblijft in de lidstaat waar
de activiteit wordt uitgeoefend; de
loonlast wordt niet gedragen door
een vaste inrichting waarover de
werkgever beschikt in de lidstaat
waar de activiteit wordt
uitgeoefend.

In geval van een mobiele activiteit
kan de lidstaat waar de
betrokkene verblijft het grootste
gedeelte van het loon en zelfs het
volledige bedrag belasten. Nemen
we het voorbeeld van een
handelsvertegenwoordiger die in
België verblijft, die door een Duitse
firma wordt tewerkgesteld en die
gedurende 55 dagen in België,
Duitsland, Nederland en het
Groothertogdom Luxemburg
werkt: zijn loon kan integraal in
België worden belast, met
uitzondering van het gedeelte dat
met zijn activiteit in Duitsland
verband houdt, vermits zijn
werkgever daar gevestigd is.

Het loon dat hij ontvangt voor de
activiteit die hij op het Duitse
grondgebied uitoefent, telt in
België wel mee bij de berekening
van de algemene aanslagvoet.

Op grond van alle voorgaande
redenen is de administratie dan
ook niet voornemens haar
omzendbrief van 25 mei 2005 aan
te passen. Binnenkort wordt echter
wel een addendum gepubliceerd
dat een aantal praktische
verduidelijkingen bevat.
17.03 Jacques Chabot (PS): Monsieur le ministre, je vous remercie
pour cette réponse complète.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
18 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Maggie De Block aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de belasting
op de Vlaamse subsidies aan mini-crèches" (nr. 10178)
- de heer Carl Devlies aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de vrijstelling van
gewestelijke subsidies en premies in de vennootschapsbelasting" (nr. 10185)
18 Questions jointes de
CRIV 51
COM 842
07/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
43
- Mme Maggie De Block au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "les impôts dus sur les
subventions accordées aux mini-crèches par les autorités flamandes" (n° 10178)
- M. Carl Devlies au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "l'exonération des primes et
subsides régionaux dans le cadre de l'impôt des sociétés" (n° 10185)
18.01 Maggie De Block (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, dit is een zeer korte vraag.

Vorige week werd beslist dat bedrijven in de nabije toekomst geen
federale vennootschapsbelasting moeten betalen op
steunmaatregelen van de Vlaamse overheid. Dankzij die maatregel
moeten Vlaamse bedrijven 30 miljoen euro minder belastingen
betalen. In Vlaanderen zijn er mini-crèches die 500 euro per plaats
per jaar krijgen. Het gaat om crèches van zelfstandig werkende
kinderverzorgsters die acht tot tweeëntwintig kinderen per plaats
opvangen.

Vandaag vragen veel mini-crèches die subsidie niet aan omdat
eigenlijk ­ om het spreekwoordelijk te zeggen ­ het sop de kool niet
waard is omdat zij op die 500 euro nog belastingen moeten betalen.

Ik heb daarom volgende vraag.

Moet in de toekomst nog belasting worden betaald op de Vlaamse
subsidie van 500 euro per plaats per jaar voor de mini-crèches?
18.01 Maggie De Block (VLD):
La semaine passée, il a été décidé
que les subventions que l'autorité
flamande octroie aux sociétés ne
seraient plus soumises à l'impôt
des sociétés. En Flandre, les
petites crèches organisées par
des puéricultrices indépendantes
peuvent prétendre à une
subvention de 500 euros par place
d'accueil. De nombreuses
personnes n'ont pas demandé
cette subvention parce que,
compte tenu de l'impôt dû, le jeu
n'en valait pas la chandelle.

Cette subvention spécifique sera-t-
elle encore taxée à l'avenir?
De voorzitter: Mijnheer de minister, u krijgt het woord voor uw antwoord.
18.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, ik dacht dat
bij die vraag een vraag van de heer Devlies gevoegd was, in dezelfde
richting. Ik heb een antwoord voor beide vragen.
De voorzitter: Wij kunnen die vragen inderdaad samenvoegen.
18.03 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de voorzitter, geen probleem,
ik wil mijn vraag nu wel formuleren.

Mijnheer de minister, mijn vraag gaat over het principiële akkoord dat
tussen de federale regering en de deelstaatregeringen werd gesloten
met betrekking tot het niet langer belasten van de door de Gewesten
toegekende subsidies en premies in de vennootschapsbelastingen.

Mijnheer de minister, wat is de timing van het overleg dat verder zal
worden gepleegd tussen het federale niveau en de deelstaten?

Kunt u preciseren welke gewestelijke subsidies en premies in
aanmerking zullen komen voor de vrijstelling?

Met ingang van welk aanslagjaar zal de vrijstelling worden
doorgevoerd?
18.03 Carl Devlies (CD&V): Le
gouvernement fédéral et les
entités fédérées ont conclu un
accord de principe en la matière.
Quel est le calendrier pour la
concertation ultérieure? Quelles
subventions et primes régionales
sont susceptibles de bénéficier de
l'exonération fiscale? À partir de
quel exercice d'imposition
l'exonération sera-t-elle
appliquée?
18.04 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, mevrouw De
Block, mijnheer Devlies, ik kan u nu al meedelen dat de artikelen 117
tot 119 in de wet van 23 december 2005 betreffende het
Generatiepact, reeds voorzien in een vrijstelling enerzijds voor
tewerkstellingspremies en beroepsoverstappremies en, anderzijds,
van bepaalde kapitaal- en interestsubsidies die door de Gewesten
aan vennootschappen zijn toegekend in het kader van de
18.04 Didier Reynders, ministre:
Les articles 117 à 119 de la loi du
23 décembre 2005 relative au
Pacte de solidarité entre les
générations prévoient déjà
plusieurs exonérations. Une
concertation est actuellement en
07/02/2006
CRIV 51
COM 842
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
44
economische expansiewetgeving. Er zijn dus al een aantal
vrijstellingen.

Een uitbreiding van de reeds vermelde vrijstelling tot andere
gewestelijke subsidies en premies, zoals premies voor innovatie,
wetenschappelijk onderzoek en ondernemerschap, maakt thans het
voorwerp uit van een politiek overleg.

Er was al een eerste contact tussen de premier en de vice-premier op
het federale vlak en de ministers-presidenten van de Gewesten en de
Gemeenschappen. Een tweede vergadering is gepland op 15
februari. Ik heb nog geen klare en duidelijke agenda op dat vlak,
zeker niet wat de verschillende aanslagjaren en de verschillende
vrijstellingen betreft, maar wij gaan hiermee voort.

Zoals reeds gezegd in "de tien werven van de federale regering",
moeten wij komen tot nieuwe vrijstellingen, bijvoorbeeld voor
innovatie. Ik heb echter ook een aantal andere premies of subsidies
op tafel gelegd en ik heb uw vragen gehoord.
cours au niveau politique,
concernant l'extension de
l'exonération aux subventions et
aux primes pour l'innovation, la
recherche scientifique et
l'entrepreneuriat. Je n'ai pour
l'instant pas encore d'agenda bien
défini, notamment en ce qui
concerne les exercices
d'imposition et les exonérations,
mais on y travaille.
18.05 Maggie De Block (VLD): Dank u wel, mijnheer de minister. Ik
ben blij dat u nog werk maakt van de mogelijke uitbreiding. We zullen
daar dan wel op terugkomen.
18.05 Maggie De Block (VLD):
Je me félicite de l'annonce que le
ministre travailleà une extension.
18.06 Carl Devlies (CD&V): Ik denk dat dit erg belangrijk is. We
kunnen alleen hopen dat dit zo snel mogelijk wordt afgehandeld en
dat het aanslagjaar vanaf het welke dit wordt doorgevoerd zich zo
vroeg mogelijk in de tijd zal situeren.
18.06 Carl Devlies (CD&V):
Espérons que cela se concrétisera
le plus rapidement possible.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
19 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de
inning van gerechtelijke boeten" (nr. 10202)
- de heer Hagen Goyvaerts aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "het onbetaald
blijven van boetes en de gebrekkige inning ervan" (nr. 10217)
19 Questions jointes de
- Mme Sabien Lahaye-Battheu au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "la perception
des amendes judiciaires" (n° 10202)
- M. Hagen Goyvaerts au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "le non-paiement
d'amendes et la mauvaise perception de celles-ci" (n° 10217)
19.01 Sabien Lahaye-Battheu (VLD): Mijnheer de minister, ik stel u
deze vraag in opvolging van mijn schriftelijke vraag. In uw antwoord
van enkele weken geleden stelde u dat de werkwijze voor het innen
van de penale boetes door de eerstaanwezend inspecteur verschilt
van arrondissement tot arrondissement. U zei letterlijk dat er in
Antwerpen bijvoorbeeld slechts een betalingsbericht wordt gestuurd
en dat er geen aangetekende herinnering meer komt. In Hoei ­ staat
ook letterlijk in het antwoord ­ worden er sinds enkele jaren geen
dossiers meer doorgestuurd naar de gerechtsdeurwaarders. Als hij
daar met andere woorden niet vrijwillig betaalt, wordt de veroordeelde
ongemoeid gelaten.

Uit de cijfers blijkt dat voor Vlaanderen in de jaren 2003 en 2004
respectievelijk maximaal 40% en 35% van de boetes door de
ontvanger werden geïnd. Wallonië scoorde nog slechter met een
19.01 Sabien Lahaye-Battheu
(VLD): Le ministre a répondu à
une question écrite que le mode
de perception des amendes
pénales diffère d'un
arrondissement à l'autre. En
Flandre, en 2003 et 2004,
respectivement 40 et 35%
seulement des amendes ont été
perçues. En Wallonie, ce
pourcentage n'était que de 25%.
Le SPF Finances dispose de trop
peu de personnel et de moyens et
s'est encore vu confier de
nouvelles tâches.
CRIV 51
COM 842
07/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
45
inning van maximaal 25%. Altijd gaat het over inning door de
ontvanger, wel te verstaan.

Bij navraag bij de diensten van de FOD Financiën blijkt dat men daar
onder andere over te weinig mankracht en middelen zou beschikken
om die dossiers optimaal te verwerken. Bovendien kreeg men daar
een aantal nieuwe taken, onder andere in het raam van de collectieve
schuldbemiddeling.

Ik heb in dat verband dan ook een aantal concrete vragen, mijnheer
de minister.

Ten eerste, erkent u dat er een tekort aan mankracht is in de
betrokken diensten? Hebt u cijfers over het aantal mensen dat die
dossiers verwerkt en is dat aantal verminderd de jongste jaren?

Ten tweede, werd er overgegaan tot bijkomende aanwervingen in die
diensten naar aanleiding van de toewijzing van nieuwe taken?

Ten derde, zult u de ontvangers van de verschillende
arrondissementen aanspreken in verband met het gebrek aan
invorderingen in die dossiers en samen met hen het probleem
analyseren?

Ten vierde en ten laatste, ­ de belangrijkste vraag ­ bent u bereid
maatregelen te treffen om ofwel te investeren in bijkomend personeel
en/of informaticatoepassingen, ofwel de inning via het private circuit te
laten verlopen?

Le ministre reconnaît-il cette
pénurie de personnel? Le ministre
dispose-t-il de chiffres à ce
propos? Du personnel
supplémentaire a-t-il été engagé
en vue de l'exécution des
nouvelles tâches? Le ministre a-t-il
l'intention de discuter avec les
différents receveurs de ce faible
taux de perception? Le ministre
est-il prêt soit à investir dans du
personnel ou dans des moyens
informatiques, soit à confier la
perception des amendes au privé?
19.02 Hagen Goyvaerts (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
collega's, het onderwerp dat hier vandaag in een vraag wordt vertaald,
is niet nieuw. In de voorbije jaren hebben we het al een paar keer zien
verschijnen.

Het verhaal dat de vorige spreekster heeft geschetst, is een goede
weergave van wat in de praktijk gebeurt. Mijnheer de voorzitter,
gezien het gevorderde uur zal ik er niet te lang over uitweiden.

Het cruciale element in het onbetaald blijven van de gerechtelijke
boetes of de gebrekkige inning ervan ­ als ik mij met een eufemisme
mag uitdrukken, mijnheer de minister ­ is alleszins het gebrek aan
personeel en middelen om de inning op een min of meer snelle en
efficiënte manier te organiseren.

U laat bij talrijke gelegenheden uitschijnen dat de FOD Financiën een
geoliede machine is, waar het personeel en de middelen die u ter
beschikking staan, u moeten toelaten om het werk van de FOD
Financiën op een deftige manier uit te voeren. Gelet op de juist
geschetste problematiek, had ik vandaag van u graag geweten op
welke manier u uw diensten zal aanmanen om in alle
arrondissementen ­ er blijken immers nogal wat verschillen te
bestaan tussen de arrondissementen ­ de achterstallige, gerechtelijke
boetes sneller en efficiënt te innen. Het is belangrijk dat voor de inning
van boetes overal dezelfde manier van werken en dezelfde uitvoering
wordt gebruikt.

Ik gebruik uitdrukkelijk de omschrijving "snel en efficiënt". Immers,
zoals u ongetwijfeld weet, bent u in 1999 minister van Financiën
19.02 Hagen Goyvaerts (Vlaams
Belang): Le problème fondamental
dans le recouvrement des
amendes est le manque d'effectifs
et de moyens.

Comment le ministre incitera-t-il le
SPF Finances à accélérer et à
améliorer le recouvrement des
amendes en retard dans tous les
arrondissements? Le ministre
envisage-t-il aussi de confier le
recouvrement à des tiers?
07/02/2006
CRIV 51
COM 842
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
46
geworden. Een van de doelstellingen van de eerste
regeringsverklaring was precies om alles sneller en efficiënter te doen
dan in het verleden.

Mijnheer de minister, mocht de snellere en efficiënte manier te maken
hebben met de mogelijkheid om de inning uit te besteden aan derden,
dan zou ik dat graag van u weten.
19.03 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, mevrouw
Lahaye, mijnheer Goyvaerts, gelet op de media-aandacht die mijn
vorige antwoord heeft gekregen wens ik vooraf enige zaken te
verduidelijken.

De cijfers die vermeld worden in het antwoord op de schriftelijke
vraag 1002 van 22 november 2005 hebben enkel betrekking op de
boetes die door de rechtbank worden opgelegd. Ze zijn evenwel niet
beperkt tot de verkeersovertredingen. Ze hebben zowel betrekking op
alle soorten overtredingen als op wanbedrijven en misdaden. Indien
men het enkel over verkeersovertredingen heeft, moet er eveneens
rekening worden gehouden met de bedragen die worden ingevorderd
als minnelijke schikking of als onmiddellijke inning. Er zijn veel
belangrijke bedragen in dat verband met een zeer groot resultaat voor
de gemeenten maar ook een aantal federale departementen. We
hebben dat de laatste week gezien.

Daarenboven wordt nog opgemerkt dat bij gedeeltelijke betaling deze
eerst moet worden toegerekend aan de gerechtskosten, dan aan de
bijdrage tot de financiering van het bijzonder fonds voor hulp aan de
slachtoffers van opzettelijke gewelddaden en pas daarna aan de
eigenlijke boete. Het kan bijgevolg enkele jaren duren vooraleer aan
de afbetaling van de boete kan worden begonnen.

De absolute cijfers geven een vertekend beeld van de
invorderingsratio daar sommige grote boetes, opgelegd aan
veroordeelden die in de gevangenis of in het buitenland verblijven,
zeer moeilijk tot zelfs in het geheel niet verhaalbaar zijn daar de
Belgische wetten, zoals u weet, enkel op het Belgisch grondgebied
van toepassing zijn. Daarenboven hebben diegenen die echt grote
boetes kunnen verwachten meestal vooraf de nodige maatregelen
genomen om een gedwongen invordering van de boetes en ook van
de andere verschuldigde bedragen onmogelijk te maken. Daarnaast
zijn er ook nog de duizenden afbetalingsregelingen per jaar, apart van
de collectieve schuldenregelingen die een constante opvolging van de
betalingen noodzakelijk maakt.

In sommige kantoren valt het daarenboven op dat een hoog
percentage van de veroordeelden in het buitenland gedomicilieerd is
zodat enkel nog een minnelijke invordering mogelijk is. Dossiers
waarin na onderzoek blijkt dat de schuldenaar niet voldoende solvabel
is om tot een gedwongen uitvoering over te gaan, worden niet aan de
gerechtsdeurwaarder ter invordering toegezonden om te vermijden
dat er bijkomende kosten zouden worden gemaakt. Er is dus een
aantal elementen in dat verband, het zijn niet alleen bruto cijfers. Het
is altijd zo dat men bij een schriftelijke vraag een aantal bruto cijfers
krijgt en dat men dan een aantal commentaren kan geven.

De invordering van de penale boetes gebeurt niet alleen in de
kantoren der Penale Boetes zelf maar ook in de kantoren der
19.03 Didier Reynders, ministre:
Les chiffres qui figurent dans la
réponse à la question écrite 1002
ne se rapportent qu'aux amendes
infligées par le tribunal. Il ne s'agit
pas seulement d'infractions au
code de la route. Pour ces
dernières, il faut également tenir
compte des montants enregistrés
à titre de transaction ou de
perception immédiate.

Un paiement partiel est d'abord
affecté aux frais de justice, ensuite
au Fonds spécial pour l'aide aux
victimes d'actes intentionnels de
violence et enfin à l'amende
effective. Les chiffres absolus
donnent une image tronquée du
ratio de recouvrement parce que
certaines amendes élevées sont
difficilement voire pas du tout
récupérables parce que les
personnes condamnées
séjournent en prison ou à
l'étranger. En outre, de
nombreuses personnes qui
s'attendent à des amendes
élevées prennent des mesures
pour échapper au recouvrement.
On enregistre par ailleurs chaque
année des milliers de règlements
de remboursement, sans parler
des règlements collectifs de
dettes, ce qui nécessite un suivi
constant des paiements.

Le recouvrement des amendes
pénales n'est pas effectué
seulement dans les bureaux du
service des Amendes pénales
mais également dans les bureaux
du service des Domaines et des
Amendes pénales. Ce service est
également chargé d'autres
missions. Il est donc impossible de
communiquer le chiffre exact des
effectifs chargés du traitement de
ces dossiers. L'administration est
également confrontée de plus en
CRIV 51
COM 842
07/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
47
Domeinen en Penale Boetes. Deze kantoren zijn ook belast met
verschillende andere taken. Het is dus onmogelijk het effectief mee te
delen van de personeelsleden die specifiek belast zijn met de
behandeling van deze dossiers. Gelet op de steeds hoger wordende
gemiddelde leeftijd van de personeelsleden van de administratie van
de Patrimoniumdocumentatie wordt die administratie geconfronteerd
met het vertrek van steeds meer ervaren personeelsleden.

Wij evolueren inderdaad naar meer investeringen in nieuwe
informaticamiddelen in dergelijke sector wat invordering betreft.
Mogelijk kan dit met een deel van de opbrengst van de effectisering
van de belastingschuld, zoals gezegd bij de voorbereiding van de
begroting 2006.

Anderzijds investeert de administratie in informaticatoepassingen en
de vereenvoudiging van de werkprocedures in alle kantoren. Het
management van de FOD Financiën volgt de materie op. Voor de pas
aangestelde administrateur van de niet-fiscale invorderingen is deze
problematiek prioritair. Een van de maatregelen die zullen worden
genomen is het ter beschikking stellen van een geïntegreerd systeem
om te komen tot een geautomatiseerde innings- en
invorderingsprocedure. Dit gebeurt in samenwerking met de
administratie van de Belastingen en de Invorderingen. Zo kan men er
toe komen dat de eerstaanwezend inspecteur zich meer kan richten
op de eigenlijke invorderingen.

De invorderingstaken overhevelen naar de privé-sector heeft, mijns
inziens, weinig zin. De invorderingsresultaten zullen niet significant
beter zijn, gelet op de bijzondere aard van de vorderingen en op de
veelal niet gewone voorgeschiedenis van degenen die tot de heel
hoge boetes worden veroordeeld. Daarnaast is er nog een aantal
situaties als insolvabiliteit, collectieve schuldenregeling en
faillissement, waarbij het geen verschil uitmaakt of de invordering
moet gebeuren door de openbare of de privé-sector. Dat is dezelfde
redenering als voor een aantal belastingschulden.

Er zijn ook wettelijke beperkingen die invloed hebben op de
invorderingsmogelijkheden, onder andere artikel 1409 en volgende
van het Gerechtelijk Wetboek.

Een belangrijke verbetering zou zijn dat de eerstaanwezende
inspecteurs belast met de invordering van de penale boeten de
mogelijkheid zouden hebben door een vereenvoudigd uitvoerend
beslag, dus zonder tussenkomst van de gerechtsdeurwaarder zoals
voorzien voor de invordering van bepaalde belastingen, de invordering
verder te zetten. Dit is misschien een mogelijke vereenvoudiging.

Er wordt nog opgemerkt dat om geen schadevergoeding te moeten
betalen wegens tergend beslag het niet de bedoeling kan zijn
uitvoerend beslag te leggen op een onroerend goed zoals een woning
om tot de betaling te komen van een politieboete van maximum 25
euro, te verhogen met de opcentiemen. De kosten-batenanalyse voor
dergelijke vorderingen zal gunstiger zijn, aangezien de kosten beperkt
worden tot de kosten van de aangetekende zending.

Ten slotte wil ik nog opmerken dat, als het kantoor der penale boeten
in de eerste helft van 2005 nog geen bedragen heeft geboekt
ingevolge de gedwongen uitvoering, dat niet betekent dat er geen
plus au départ de travailleurs âgés
et donc expérimentés.

En ce qui concerne le
recouvrement des amendes
également, les investissements en
matière de nouvelles technologies
informatiques et de simplification
des procédures de travail sont de
plus en plus nombreux. Il s'agit
d'une priorité de l'administrateur
des recouvrements non fiscaux qui
vient d'être désigné. Il s'agit
d'instaurer une procédure
d'encaissement et de
recouvrement automatisée, en
collaboration avec l'Administration
des impôts et des recouvrements.
Confier le recouvrement des
amendes au secteur privé n'a,
selon moi, pas de sens étant
donné que les résultats ne
s'amélioreraient pas de manière
significative. Il existe également
des restrictions légales qui
influencent la possibilité de
recouvrement. Il serait toutefois
intéressant que les inspecteurs
principaux puissent poursuivre le
recouvrement par le biais d'une
procédure de saisie-exécution
simplifiée, sans l'intervention d'un
huissier de justice. Il ne s'agit par
ailleurs pas de procéder à des
saisies-exécutions sur des
habitations.

L'analyse coût-bénéfices d'une
amende de police de 25 euros au
maximum deviendra plus
favorable étant donné que les frais
se limiteront à l'envoi d'un
recommandé.

Enfin, le fait que durant la
première moitié de 2005 aucun
montant n'ait encore été enregistré
ne signifie pas qu'aucun dossier
n'ait encore été transmis à un
huissier de justice mais seulement
que les montants n'ont pas encore
été perçus. Il est un fait que les
amendes, tout comme les impôts,
ne sont pas faciles à percevoir.
07/02/2006
CRIV 51
COM 842
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
48
dossier aan de gerechtsdeurwaarder werd verzonden, maar wel dat er
nog geen bedragen werden ontvangen.

We kunnen misschien een algemene tabel geven met alle boetes,
niet alleen voor wat de rechtbank betreft, maar ook voor de boetes
met onmiddellijke inning of met minnelijke schikking. Het is altijd
mogelijk om dat te doen. Ik ben altijd bereid om een aantal mensen
van mijn administratie in de commissie een meer precieze presentatie
te laten geven over een dergelijke werking.

Er zijn veel problemen met de invordering van boetes. De opbrengst
van bijvoorbeeld 40 of 50 miljoen voor de schatkist is niet zo
eenvoudig in te vorderen, zo simpel is het niet. Het is dezelfde
redenering als voor de belastingsschuld. De invordering van de
verschillende gerechtelijke boetes bij de bevolking stelt meer en meer
problemen.
19.04 Sabien Lahaye-Battheu (VLD): Ik heb enkele punten van
repliek. Ik ben akkoord met de minister dat het in deze om veel meer
gaat dan enkel verkeersboetes. De vraag ging over alle gerechtelijke
boetes, uitgesproken door de politierechter, de correctionele
rechtbank en zelfs door de hoven van beroep.

Samen met u heb ik vastgesteld dat minister Landuyt de voorbije
dagen werd opgevoerd als redder van het dossier, in de zin dat
gerechtsdeurwaarders volgens hem systematisch de boetes zouden
moeten innen. Ik weet niet goed in welke hoedanigheid hij dat zegt,
want bij mijn weten is hij niet echt betrokken minister.

U zegt ook dat het vele jaren kan duren vooraleer de boete wordt
afbetaald. Eerst moeten immers de gerechtskosten en andere kosten
worden geïnd. Dat klopt: uit de informatie waarover ik beschik blijkt
dat een op twee dossiers leidt tot een afbetalingsplan. Heel veel
mensen die tot een boete worden veroordeeld, bijvoorbeeld in drugs-
en andere zaken, hebben het financieel niet gemakkelijk en moeten
met een afbetalingsplan werken.
19.04 Sabien Lahaye-Battheu
(VLD): Il s'agit en effet de bien
plus que les amendes de roulage
car la question portait sur
l'ensemble des amendes
judiciaires. Le ministre Landuyt ­
un ministre pas vraiment concerné
­ a déclaré que les huissiers de
justice devraient
systématiquement percevoir les
amendes. Il est vrai qu'il peut se
passer plusieurs années avant
que les amendes ne soient payées
étant donné les difficultés
financières que rencontrent de
nombreuses personnes
condamnées.
19.05 Didier Reynders, ministre: (...)
19.06 Sabien Lahaye-Battheu (VLD): In verband met de
gedwongen invordering, het overmaken van dossiers aan
gerechtsdeurwaarders, zegt u dat men uit het cijfer 0 niet mag
afleiden dat er geen dossiers zijn overgemaakt. Toch blijkt dat in Hoei
al in jaren geen dossier meer werd overgemaakt. Ik vraag u om daar
iets aan te doen.

Bovendien weet ik pertinent zeker dat ook in Vlaanderen een aantal
ontvangers die dossiers laten liggen omwille van de werkdruk. Ze
maken die niet over omdat ze geen tijd hebben om de
voorbereidingen te doen. Ik vraag u om daar ook echt iets aan te
doen. Het kan niet dat iemand in Kortrijk zijn boete moet betalen
terwijl iemand in Hoei ongemoeid wordt gelaten. Ik vraag om dat aan
te pakken.

Gisteren ben ik toevallig gestoten op een document van april 2000,
"Analyse van de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen en
penale boeten", opgesteld door het Rekenhof. Volgens mij is het een
hele goede samenvatting van de problematiek. Er staan ook een
19.06 Sabien Lahaye-Battheu
(VLD): Le ministre indique que le
chiffre 0 ne signifie pas qu'aucun
dossier n'a été transmis. Il en est
pourtant ainsi à Huy depuis des
années. Je demande au ministre
de remédier à cette situation. En
Flandre également, certains
receveurs laissent ces dossiers en
suspens en raison de la charge de
travail. La Cour des comptes a
rédigé en avril 2000 un document
qui résume bien le problème. Une
nouvelle étude n'est pas
nécessaire.
CRIV 51
COM 842
07/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
49
aantal aanbevelingen voor u in op het vlak van versterking van
personeel en middelen. Ik denk dat er geen nieuwe studie moet
gebeuren. Het is wel zes jaar later maar ik denk dat ze nog bruikbaar
is om te beginnen.
19.07 Minister Didier Reynders: Ik heb geen nieuwe studie
gevraagd. Ik heb zelf gezegd dat we naar een presentatie, geen
studie, van de administratie kunnen gaan. Zelfs met een aantal
nieuwe personeelsleden en nieuwe informatica, moet er nog geld zijn.
Er zijn heel veel mensen die gewoon niet kunnen betalen en dit om
verschillende redenen. Ik heb ook niet gezegd dat het onmogelijk is
om iets te verbeteren. Dat is klaar en duidelijk.
19.07 Didier Reynders, ministre:
Je n'ai pas demandé de nouvelle
étude mais bien une présentation
de l'administration. Je n'ai pas dit
que toute amélioration était
impossible.
19.08 Sabien Lahaye-Battheu (VLD): De vraag moet misschien
eens gesteld worden of het gezond is om een overheidsdienst zoals
die van Financiën, gelden te laten innen die door een andere
overheidsdienst, Justitie in dit geval, worden opgelegd. Ik verwijs
onder andere naar dat rapport van het Rekenhof. Daarin staat al dat
de administratie van Domeinen inzake penale boeten moeilijkheden
ondervindt in de samenwerking met het ministerie van Justitie. Is dat
gezond? Is dat houdbaar? Ik stel het hier maar eens als vraag. Ik wil
besluiten door te zeggen dat het de bedoeling van iedereen moet zijn
om als er pv's worden opgemaakt, strafonderzoeken worden gevoerd,
procedures, vonnissen worden uitgesproken, dat die op het einde van
de rit ook worden uitgevoerd.
19.08 Sabien Lahaye-Battheu
(VLD): Est-il sain que le
département des Finances
procède à des encaissements
imposés par un autre service
public, en l'occurrence le
département de la Justice? Ainsi,
le rapport de la Cour des comptes
mentionne les difficultés
rencontrées par l'Administration
des domaines dans le cadre de la
collaboration avec le département
de la Justice en matière
d'amendes pénales. Chacun doit
veiller à donner suite à chaque
procès-verbal.
19.09 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, ik wil nog een
kleine opmerking maken. Wij gaan naar meer en meer boetes om
niemand naar de gevangenis te moeten sturen. Het is misschien ook
nuttig om andere soorten sancties op te leggen. Er zijn ook
alternatieve straffen voor iemand met een zeer grote boete die niet de
capaciteit heeft om ze te betalen. Er moeten misschien meer en meer
alternatieve sancties komen. Dat is een zeer goede oplossing.

Ik herhaal dat ik bereid ben om een presentatie te vragen aan de
administratie. Het is steeds mogelijk om een aantal verbeteringen aan
te brengen.
19.09 Didier Reynders, ministre:
Si le nombre d'amendes est en
augmentation, c'est pour ne plus
envoyer personne en prison. Il
faudrait peut-être prévoir
davantage de peines de
substitution pour les personnes qui
ne peuvent payer ces amendes.
Je suis disposé à demander un
état de la question à mon
administration. Il est toujours
possible d'apporter certaines
améliorations.
19.10 Hagen Goyvaerts (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, uw uitgebreide antwoord is het lezen waard.

Collega Lahaye-Battheu verwijst naar het rapport van het Rekenhof,
dat uit 2000 dateert. De problematiek is dus niet echt nieuw. Ik stel
alleen vast dat er in de uitvoering wat schort. Ik blijf de stelling
verdedigen dat de FOD Financiën er steeds voor moet zorgen dat hij
op een correcte manier zijn tegoeden int en dat dan weliswaar in het
hele land en niet afhankelijk van het ene gerechtelijke arrondissement
tegenover het andere.

Ik blijf dan ook aandringen dat u de nodige inspanningen zou leveren,
zowel qua personeel als qua informatica, als u spreekt over de
geautomatiseerde inning. Dergelijke verhalen leiden immers tot
19.10 Hagen Goyvaerts (Vlaams
Belang): Ce problème ne date pas
d'hier car Mme Lahaye-Battheu
fait référence à un rapport de l'an
2000. C'est sur le plan de
l'exécution que le bât blesse. Le
SPF Finances se doit de toujours
veiller à percevoir correctement
ses recettes dans tout le pays.
Des efforts en matière de
personnel et d'informatique afin
d'assurer la perception
automatisée sont nécessaires. Les
pouvoirs publics doivent empêcher
07/02/2006
CRIV 51
COM 842
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
50
normvervaging. Men krijgt de indruk dat men tegenwoordig boetes
kan oplopen zonder het risico te lopen ze te moeten betalen. Dat moet
de overheid te allen tijde vermijden.
à tout moment que les citoyens
perdent le sens du respect des
normes.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
20 Vraag van de heer Carl Devlies aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "het
resultaat van de belastingaanslagen van januari 2006" (nr. 10209)
20 Question de M. Carl Devlies au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "le résultat des
impositions établies au cours du mois de janvier 2006" (n° 10209)
20.01 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, hoeveel belastingaanslagen in de personenbelasting werden
gevestigd in de loop van de maand januari 2006? Hoeveel daarvan
waren met terugbetaling aan de belastingplichtigen? Wat was het
globaal resultaat hiervan? Hoeveel aanslagen waren er met
bijbetaling aan de Belgische Staat? Wat was het globaal resultaat
hiervan? Kunt u mij dezelfde gegevens bezorgen, alleen van de
verwerking van de elektronische aangiftes? Op welke dag vond de
eerste inkohiering plaats voor de personenbelasting van het
aanslagjaar 2005?
20.01 Carl Devlies (CD&V):
Combien de cotisations d'impôts
ont-elles été établies dans l'impôt
des personnes physiques en
janvier 2006? Dans combien de
dossiers des remboursements ont-
ils été effectués ou des
suppléments payés? À quelle date
le premier enrôlement a-t-il eu
lieu? Puis-je obtenir les chiffres
relatifs au traitement des
déclarations électroniques?
20.02 Minister Didier Reynders: Ik beschik over een eerste tabel. Ik
weet niet of dat voldoende is, maar ik zal u deze tabel al bezorgen.
Dan kunt u eventueel verduidelijkende vragen stellen. Ik zal die tabel
alleszins niet voorlezen. Het totale bedrag bedraagt 154.279 euro. Er
is een bijbetaling van 45.414 euro. Er zijn ook terugbetalingen voor
verschillende bedragen: voor de bijbetalingen en voor de
terugbetalingen. Ik stel voor om u een kopie te bezorgen. Dan kunt u
hierover misschien nog vragen stellen.
20.02 Didier Reynders, ministre:
Je fournirai le premier tableau dont
je dispose à M. Devlies. Le
montant total des enrôlements
s'élève à 154.279 euros, les
suppléments représentant 45.414
euros.
20.03 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de minister, ik heb de tabel
reeds gekregen. De elektronische aangiftes staan echter niet in de
tabel vermeld. Er is toch geen geheim aan verbonden.
20.03 Carl Devlies (CD&V): Je
dispose déjà de ce tableau. Celui-
ci ne comprend toutefois pas de
données relatives aux déclarations
électroniques.
20.04 Minister Didier Reynders: Neen. Ik zal ook om die cijfers
vragen. U hebt echter al een eerste tabel gekregen. Ik probeer altijd
om een zeer correct antwoord te geven. Er waren 10 vragen van de
heer Bogaert en een aantal vragen van u. Ik heb twee specifieke
diensten voor statistiek, één voor de heer Bogaert en één voor de
heer Devlies. Soms is daar al eens iemand ziek.
20.04 Didier Reynders, ministre:
Je demanderai ces chiffres-là
également.
20.05 Carl Devlies (CD&V): Ik stel vast dat de minister de tweede
vraag niet kan of wenst te beantwoorden. Dat is mij niet zo duidelijk.

Op welke dag had de eerste inkohiering plaats? Dat is een heel
eenvoudige vraag.
20.05 Carl Devlies (CD&V): À
quelle date a eu lieu le premier
enrôlement?
20.06 Minister Didier Reynders: Dat is al gebeurd, maar precies
weet ik dat niet. Dat zal ik nog vragen.
20.06 Didier Reynders, ministre:
Il a déjà eu lieu. Je vérifierai la
date exacte.
20.07 Carl Devlies (CD&V): Daar kunt u niet op antwoorden. De 20.07 Carl Devlies (CD&V): Il
CRIV 51
COM 842
07/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
51
cijfers spreken voor zich. Het gaat slechts over 154.279 inkohieringen.
Dat is niet het vooropgestelde resultaat.
s'agit de 154.279 enrôlements
seulement, soit moins que le
résultat escompté.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 12.40 uur.
La réunion publique de commission est levée à 12.40 heures.