CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 838
CRIV 51 COM 838
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DE LA
S
ANTÉ PUBLIQUE
,
DE
L
'E
NVIRONNEMENT ET DU
R
ENOUVEAU DE LA
S
OCIÉTÉ
C
OMMISSIE VOOR DE
V
OLKSGEZONDHEID
,
HET
L
EEFMILIEU EN DE MAATSCHAPPELIJKE
H
ERNIEUWING
mercredi
woensdag
01-02-2006
01-02-2006
Après-midi
Namiddag
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu inté-
gral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit des
interventions ; les annexes se trouvent dans une brochure
séparée (PLEN: couverture blanche; COM: couverture
saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken; de
bijlagen zijn in een aparte brochure opgenomen
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
Plenum
COM
réunion de commission
COM
Commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 838
01/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i
SOMMAIRE
INHOUD
Débat d'acutalité sur la grippe aviaire et questions
jointes de
2
Actualiteitsdebat over de vogelgriep en
samengevoegde vragen van
1
- M. Miguel Chevalier au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "la grippe
aviaire" (n° 9791)
2
- de heer Miguel Chevalier aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
vogelgriep" (nr. 9791)
1
- M. Miguel Chevalier au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "la
conférence des donateurs sur la grippe aviaire qui
s'est réunie à Pékin" (n° 9821)
2
- de heer Miguel Chevalier aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
donorconferentie in Peking voor maatregelen
tegen de vogelgriep" (nr. 9821)
1
- M. Mark Verhaegen au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "la situation
actuelle en ce qui concerne la grippe aviaire"
(n° 9857)
2
- de heer Mark Verhaegen aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
huidige stand van zaken in verband met de
vogelgriep" (nr. 9857)
1
- M. Georges Lenssen au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "l'octroi
éventuel d'une compensation financière en cas de
nouvelle obligation de confinement des volailles"
(n° 9868)
2
- de heer Georges Lenssen aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
mogelijkheid van een financiële tegemoetkoming
indien de ophokplicht opnieuw wordt ingevoerd"
(nr. 9868)
1
- Mme Colette Burgeon au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "la
Conférence de Pékin sur la grippe aviaire"
(n° 9926)
2
- mevrouw Colette Burgeon aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
Conferentie van Peking over de vogelgriep"
(nr. 9926)
2
- M. Koen Bultinck au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "la menace
éventuelle d'une crise de grippe aviaire"
(n° 10064)
2
- de heer Koen Bultinck aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "een
eventueel dreigende vogelgriepcrisis" (nr. 10064)
2
- Mme Zoé Genot au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "la grippe
aviaire et le stockage de Tamiflu" (n° 10085)
2
- mevrouw Zoé Genot aan de minister van Sociale
Zaken en Volksgezondheid over "de vogelgriep
en het opslaan van Tamiflu" (nr. 10085)
2
- M. Denis Ducarme au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "le plan
national de prévention contre la grippe aviaire"
(n° 10101)
2
- de heer Denis Ducarme aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "het
nationaal plan ter voorkoming van de vogelgriep"
(nr. 10101)
2
- M. Denis Ducarme au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "l'évolution du
stock belge de Tamiflu et la résistance du virus de
la grippe aviaire au médicament anti-viral Tamiflu"
(n° 10102)
2
- de heer Denis Ducarme aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
evolutie van de Belgische voorraad van Tamiflu
en de resistentie van het vogelgriepvirus tegen de
virusremmer Tamiflu" (nr. 10102)
2
- M. Denis Ducarme au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "les mesures
préventives aux risques de grippe aviaire et la
collaboration européenne en la matière"
(n° 10103)
2
- de heer Denis Ducarme aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
preventieve maatregelen tegen de vogelgriep en
de Europese samenwerking terzake" (nr. 10103)
2
Orateurs: Rudy Demotte, ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique,
Miguel Chevalier, Mark Verhaegen,
Georges Lenssen, Colette Burgeon, Koen
Bultinck, Zoé Genot, Denis Ducarme, Hilde
Dierickx, Dominique Tilmans
Sprekers: Rudy Demotte, minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid, Miguel
Chevalier, Mark Verhaegen, Georges
Lenssen, Colette Burgeon, Koen Bultinck,
Zoé Genot, Denis Ducarme, Hilde Dierickx,
Dominique Tilmans
Débat d'actualité sur la problématique de la
dioxine et questions jointes de
24
Actualiteitsdebat over de dioxineproblematiek en
samengevoegde vragen van
24
- Mme Karin Jiroflée au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "les taux de
dioxine élevés dans la graisse de porc" (n° 9997)
24
- mevrouw Karin Jiroflée aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "het
verhoogde dioxinegehalte in varkensvet"
(nr. 9997)
24
- M. Patrick De Groote au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "les dioxines
dans la graisse de porc" (n° 10001)
24
- de heer Patrick De Groote aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
dioxine in varkensvet" (nr. 10001)
24
- M. Miguel Chevalier au ministre des Affaires 24
- de heer Miguel Chevalier aan de minister van 24
01/02/2006
CRIV 51
COM 838
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
sociales et de la Santé publique sur "l'inquiétude
à propos de la pollution par les dioxines"
(n° 10027)
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
verontrusting over de dioxineverontreiniging"
(nr. 10027)
- M. Koen Bultinck au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "la présence
de dioxines dans de la graisse de porc"
(n° 10063)
24
- de heer Koen Bultinck aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "dioxines
in varkensvet" (nr. 10063)
24
- M. Paul Tant au ministre des Affaires sociales et
de la Santé publique sur "les problèmes de la
dioxine apparus récemment" (n° 10133)
24
- de heer Paul Tant aan de minister van Sociale
Zaken en Volksgezondheid over "de recent
opgedoken dioxineproblematiek" (nr. 10133)
24
Orateurs: Rudy Demotte, ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique,
Karin Jiroflée, Patrick De Groote, Miguel
Chevalier, Koen Bultinck, Paul Tant, Mark
Verhaegen, Robert Denis, Colette Burgeon,
Piet Vanthemsche, administrateur délégué
de l'AFSCA
Sprekers: Rudy Demotte, minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid, Karin
Jiroflée, Patrick De Groote, Miguel
Chevalier, Koen Bultinck, Paul Tant, Mark
Verhaegen, Robert Denis, Colette Burgeon,
Piet Vanthemsche, gedelegeerd bestuurder
van het FAVV
Question de Mme Karin Jiroflée au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "le
contrôle alimentaire dans les écoles" (n° 9650)
51
Vraag van mevrouw Karin Jiroflée aan de minister
van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
voedselcontrole op scholen" (nr. 9650)
50
Orateurs: Karin Jiroflée, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Karin Jiroflée, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de Mme Karin Jiroflée au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "les
tatouages au henné" (n° 9651)
52
Vraag van mevrouw Karin Jiroflée aan de minister
van Sociale Zaken en Volksgezondheid over
"henna-tatouages" (nr. 9651)
52
Orateurs: Karin Jiroflée, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Karin Jiroflée, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de Mme Maya Detiège au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "les
conséquences éventuelles pour la Belgique de
l'amende infligée à AstraZeneca" (n° 9659)
53
Vraag van mevrouw Maya Detiège aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de mogelijke gevolgen voor België van de
boete aan AstraZeneca" (nr. 9659)
53
Orateurs: Maya Detiège, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Maya Detiège, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de Mme Dominique Tilmans au ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"la législation relative aux banques de sang de
cordon" (n° 9250)
54
Vraag van mevrouw Dominique Tilmans aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de wetgeving inzake de
navelstrengbloedbanken" (nr. 9250)
54
Orateurs:
Dominique Tilmans, Rudy
Demotte, ministre des Affaires sociales et de
la Santé publique
Sprekers:
Dominique Tilmans, Rudy
Demotte, minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de M. Bart Laeremans au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "des
équipes d'intervention paramédicales" (n° 9661)
56
Vraag van de heer Bart Laeremans aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "paramedische interventieteams" (nr. 9661)
56
Orateurs: Bart Laeremans, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Bart Laeremans, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de M. Luc Goutry au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "le
fait que l'art infirmier ne soit plus une profession
critique" (n° 9694)
60
Vraag van de heer Luc Goutry aan de minister
van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "het
feit dat verpleegkunde geen knelpuntenberoep
meer is" (nr. 9694)
60
Orateurs: Luc Goutry, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Luc Goutry, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
CRIV 51
COM 838
01/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
iii
Question de Mme Dominique Tilmans au ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"l'identification et l'encodage des chevaux dans
une banque de données centrale" (n° 9805)
61
Vraag van mevrouw Dominique Tilmans aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de identificatie en encodering van paarden
in een centrale gegevensbank" (nr. 9805)
61
Orateurs:
Dominique Tilmans, Rudy
Demotte, ministre des Affaires sociales et de
la Santé publique
Sprekers:
Dominique Tilmans, Rudy
Demotte, minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de M. Luc Goutry au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "les
hôpitaux de jour gériatriques" (n° 9970)
65
Vraag van de heer Luc Goutry aan de minister
van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
geriatrische dagziekenhuizen" (nr. 9970)
65
Orateurs: Luc Goutry, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Luc Goutry, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
CRIV 51
COM 838
01/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DE LA SANTÉ
PUBLIQUE, DE
L'ENVIRONNEMENT ET DU
RENOUVEAU DE LA SOCIÉTÉ
COMMISSIE VOOR DE
VOLKSGEZONDHEID, HET
LEEFMILIEU EN DE
MAATSCHAPPELIJKE
HERNIEUWING
du
MERCREDI
1
FÉVRIER
2006
Après-midi
______
van
WOENSDAG
1
FEBRUARI
2006
Namiddag
______
De vergadering wordt geopend om 14.29 uur door de heer Luc Goutry, voorzitter.
La séance est ouverte à 14.29 heures par M. Luc Goutry, président.
De voorzitter: Collega's, goedenamiddag. De minister en de voorzitter zullen de microfoon delen. Welkom
op onze commissievergadering.
U hebt vastgesteld dat de agenda gewijzigd is. Er volgen twee actualiteitsdebatten. Enerzijds is er het
geplande actualiteitsdebat over de vogelgriep. Omdat heel wat vragen terzake waren ingediend, werd op
basis van artikel 125 van het Reglement besloten om daarover een actualiteitsdebat te houden. Anderzijds
werd op vraag en suggestie van een aantal leden, onder meer de heer Bultinck en mevrouw Avontroodt, op
de Conferentie van voorzitters het voorstel ingediend een actualiteitsdebat over de dioxineproblematiek te
houden. De Conferentie van voorzitters heeft aldus besloten, ook op basis van artikel 125.
Wat de orde van de werkzaamheden betreft, collega's, blijven 30 vragen over die gisteren ofwel niet aan
bod zijn kunnen komen of die werden uitgesteld. Voor alle duidelijkheid, de uitgestelde vragen zullen volgen
na de vragen die gisteren niet aan bod zijn kunnen komen. Op die manier wordt de volgorde niet helemaal
op zijn kop gezet. De minister kan aanwezig zijn tot 18.00 uur. We willen graag een maximum aan vragen
afwerken. Volgende week zijn er geen vragen in commissie. We moeten ons absoluut gedisciplineerd
houden aan de spreektijd. Zo niet zullen op de duur de vragen van december in maart aan bod komen.
Op basis van artikel 125 van het Reglement is voor een actualiteitsdebat normaal per spreker en per fractie
twee minuten spreektijd voor de vraag vastgelegd. De regering antwoordt normaal op 5 minuten. Daarna
volgt de repliek van 2 minuten, waarna de fracties die nog niet aan het woord zijn geweest, 2 minuten
spreektijd krijgen. Ik weet dat dat in dit geval niet houdbaar zal zijn. De heer Vanthemsche is uitgenodigd.
De vragen zijn ingediend op voorhand. Ik durf te vragen dat we de spreektijd voor de vragen zouden
gebruiken om de antwoorden te beluisteren. Dat zal, mijns inziens, belangrijker zijn dan hier lange
redevoeringen en standpunten uiteen te zetten. Ik vraag van iedereen de grootste discipline om gevat, snel
en krachtig het woord te voeren.
01 Actualiteitsdebat over de vogelgriep en samengevoegde vragen van
- de heer Miguel Chevalier aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
vogelgriep" (nr. 9791)
- de heer Miguel Chevalier aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
donorconferentie in Peking voor maatregelen tegen de vogelgriep" (nr. 9821)
- de heer Mark Verhaegen aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de huidige
stand van zaken in verband met de vogelgriep" (nr. 9857)
- de heer Georges Lenssen aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
mogelijkheid van een financiële tegemoetkoming indien de ophokplicht opnieuw wordt ingevoerd"
(nr. 9868)
01/02/2006
CRIV 51
COM 838
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
- mevrouw Colette Burgeon aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
Conferentie van Peking over de vogelgriep" (nr. 9926)
- de heer Koen Bultinck aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "een eventueel
dreigende vogelgriepcrisis" (nr. 10064)
- mevrouw Zoé Genot aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de vogelgriep en
het opslaan van Tamiflu" (nr. 10085)
- de heer Denis Ducarme aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "het nationaal
plan ter voorkoming van de vogelgriep" (nr. 10101)
- de heer Denis Ducarme aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de evolutie van
de Belgische voorraad van Tamiflu en de resistentie van het vogelgriepvirus tegen de virusremmer
Tamiflu" (nr. 10102)
- de heer Denis Ducarme aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de preventieve
maatregelen tegen de vogelgriep en de Europese samenwerking terzake" (nr. 10103)
01 Débat d'acutalité sur la grippe aviaire et questions jointes de
- M. Miguel Chevalier au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "la grippe aviaire"
(n° 9791)
- M. Miguel Chevalier au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "la conférence des
donateurs sur la grippe aviaire qui s'est réunie à Pékin" (n° 9821)
- M. Mark Verhaegen au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "la situation actuelle
en ce qui concerne la grippe aviaire" (n° 9857)
- M. Georges Lenssen au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "l'octroi éventuel
d'une compensation financière en cas de nouvelle obligation de confinement des volailles" (n° 9868)
- Mme Colette Burgeon au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "la Conférence de
Pékin sur la grippe aviaire" (n° 9926)
- M. Koen Bultinck au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "la menace éventuelle
d'une crise de grippe aviaire" (n° 10064)
- Mme Zoé Genot au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "la grippe aviaire et le
stockage de Tamiflu" (n° 10085)
- M. Denis Ducarme au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "le plan national de
prévention contre la grippe aviaire" (n° 10101)
- M. Denis Ducarme au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "l'évolution du stock
belge de Tamiflu et la résistance du virus de la grippe aviaire au médicament anti-viral Tamiflu"
(n° 10102)
- M. Denis Ducarme au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "les mesures
préventives aux risques de grippe aviaire et la collaboration européenne en la matière" (n° 10103)
Mijnheer de minister, had ik begrepen dat u inzake het vogelgriepdebat zou starten met een uiteenzetting?
01.01 Minister Rudy Demotte: Mijnheer de voorzitter, collega's,
volgens mij is het beter dat ik eerst een inleiding, een stand van zaken
geef omdat dit zeer substantieel is. Daarna kunnen de leden van de
commissie reageren.
De voorzitter: Zij kunnen reageren op basis van de ingediende vragen.
01.02 Minister Rudy Demotte: Mijnheer de voorzitter, dit is een meer
gestructureerde manier van werken.
De voorzitter: Na de vragen volgt nog een repliek. Daarna sluiten we dit debat af.
De minister heeft het woord.
01.03 Rudy Demotte, ministre: Monsieur le président, chers
collègues, je voudrais tout d'abord dire quelques mots sur la situation
actuelle.
Je vous rappelle que nous avions décidé, il y a quelque temps, de
nous revoir régulièrement pour faire l'état de la question sur la grippe
01.03 Minister Rudy Demotte:
Het is belangrijk dat er ter zake
een follow-up komt. Thans is
bekend geworden dat men in
januari in Hong Kong tot tweemaal
toe dode en met het H5N1-virus
CRIV 51
COM 838
01/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
aviaire, matière importante s'il en est. En ce qui concerne le problème
de la dioxine, et je vous en parlerai plus tard dans le courant de la
réunion, je vous proposerai d'agir de façon identique et de faire une
évaluation de la situation dans les semaines qui viennent afin de tirer
les leçons qui s'imposent. En effet, selon moi, un suivi est primordial
car, dans ces dossiers, des actions one shot n'ont pas de sens.
Que sait-on aujourd'hui? A deux reprises dans le courant du mois de
janvier, des oiseaux morts porteurs du virus H5N1 ont été découverts
à Hong Kong. Le virus semble donc être revenu sur le territoire
chinois après un an d'absence. De plus, un septième cas de décès
des suites de la grippe aviaire a été signalé en Chine. On a souvent
dit que la Chine était un "black box" en ce qui concerne les retours
d'information mais, aujourd'hui, on peut confirmer un septième décès
lié à ce virus.
En Europe de l'Est, l'attention reste portée sur la Turquie où la
situation actuelle semble se stabiliser. Un cas de H5N1 a été constaté
à Chypre. Un premier cas de décès humain suite au H5N1 a été
confirmé en Irak alors qu'aucun foyer de grippe aviaire n'a été
rapporté pour ce pays.
besmette vogels heeft
aangetroffen. Het virus lijkt er dus
na een jaar afwezigheid te zijn
teruggekeerd en in China werd er
een zevende overlijden ten
gevolge van de vogelgriep
geregistreerd.
In Europa blijft de aandacht
gevestigd op Turkije, waar de
huidige situatie gestabiliseerd lijkt.
In Cyprus werd één geval van
H5N1-besmetting vastgesteld. In
Irak is één met het H5N1-virus
besmette persoon overleden,
terwijl in dat land geen enkele
haard van vogelgriep was gemeld.
Wat Turkije betreft, de situatie aldaar lijkt voorlopig onder controle. De
voorbije week werden geen nieuwe besmettingsgevallen bij mens of
dier vastgesteld en de verspreiding van de vogelgriep lijkt
gestabiliseerd te zijn. Ondertussen werden ruim een miljoen dieren
opgeruimd. De opruimactie gaat volop door. Waakzaamheid is dus
geboden, zeker in het licht van de nakende trek van wilde vogels over
Turkije, in de loop van de maand februari. Het virus komt immers het
land binnen via trekvogels. In Turkije werden eenentwintig mensen
besmet met het vogelgriepvirus, waarbij er vier sterfgevallen waren.
La situation en Turquie est
provisoirement maîtrisée. Au cours
de la semaine écoulée, on n'a
constaté aucun nouveau cas de
contamination. Près d'un million
d'animaux ont été abattus. Cette
action se poursuit. En raison de
l'imminence de la migration des
oiseaux, la vigilance reste de
mise. Le virus est entré en Turquie
par l'intermédiaire des oiseaux
migrateurs. En Turquie, 21
personnes ont contracté le virus
de la grippe aviaire et quatre
d'entre elles sont décédées.
Même si, jusqu'à présent, aucun foyer de grippe aviaire n'y a été
détecté, un premier cas de décès humain a été récemment relevé en
Irak. Il s'agit d'une petite fille qui habitait la zone frontalière avec la
Turquie et l'Iran. Dans cette zone, 50.000 animaux ont été éliminés
préventivement dans l'espoir de contenir le virus. La fillette a été
contaminée après un contact avec des poulets malades. Quatorze
autres personnes supposées contaminées au Kurdistan ont été
testées pour le H5N1.
In die zone werden 50.000 dieren
preventief geslacht in de hoop het
virus te bedwingen. Veertien
mogelijk besmette personen in
Koerdistan werden op het H5N1-
virus getest.
De situatie in Saoedi-Arabië is de volgende. Op 28 januari werd
gemeld dat zevenendertig valken werden gedood en verbrand, nadat
in Riad een valk positief testte op H5N1. Het was H5. Verder
onderzoek moet nog uitmaken of het hier gaat om de virulente H5N1.
Op Cyprus werd de H5N1-variant van het vogelgriepvirus vastgesteld
op het Turkse deel van het eiland. Op die plaats werden sinds
maandag 23 januari duizend vijfhonderd dieren vernietigd. Cyprus
bevindt zich op 75 km van het Turkse vastenland waar vier mensen
overleden zijn aan de H5N1-variant. De trekvogels zouden daar ook
een rol van verspreiding kunnen spelen.
Le 28 janvier, l'Arabie saoudite a
signalé la destruction de 37
faucons après que l'un d'entre eux
ait été testé positif au virus H5.
Des examens complémentaires
devront déterminer s'il s'agissait
bien du H5N1. La présence de la
variante H5N1 a également été
détectée dans la partie turque de
Chypre. 1.500 animaux y ont été
abattus depuis le 23 janvier. L'île
01/02/2006
CRIV 51
COM 838
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
se trouve à 75 kilomètres du
continent turc. Les oiseaux
migrateurs pourraient jouer un rôle
dans la propagation du virus.
J'en arrive à la Roumanie.
Depuis le premier foyer découvert en octobre 2005, la maladie s'est
diffusée sur tout l'ouest et le sud-ouest du pays. Vingt-cinq foyers ont
été découverts dans six départements différents. Au total, 120.000
animaux ont été détruits. A ce jour, aucun cas humain n'y a été
décelé.
L'Organisation mondiale de la santé a récemment fait savoir que le
virus a subi une petite mutation par laquelle les humains seraient plus
facilement contaminés par le virus en cas de contact avec des
animaux contaminés. La transmission d'homme à homme n'a
néanmoins pas encore été démontrée.
Je voudrais maintenant aborder la problématique de la vaccination de
la volaille.
In Roemenië heeft de ziekte zich
in het westen en het zuidwesten
van het land verspreid. In zes
verschillende departementen
werden vijfentwintig haarden
ontdekt. In totaal werden 120.000
dieren vernietigd. Tot op heden
werd nog geen menselijke
besmetting vastgesteld.
De Wereldgezondheids-
organisatie deelde onlangs mee
dat, omdat het virus muteerde, het
gemakkelijker wordt overgedragen
door contact met zieke dieren. Er
werd echter nog niet aangetoond
dat het virus van mens op mens
overdraagbaar is.
De vaccinatie van vogels wordt niet a priori uitgesloten als middel ter
bestrijding van de vogelgriep. De nieuwe Europese richtlijn omtrent de
bestrijding van aviaire influenza voorziet immers in de mogelijkheid
om pluimvee te vaccineren, zij het onder welbepaalde voorwaarden.
Daarbij moet aan een aantal criteria worden voldaan.
De beslissing om te vaccineren moet in overleg met de Europese
Commissie worden genomen. Ons land heeft ondertussen reeds de
procedure ingezet om de zeldzame vogels gehouden in dierentuinen,
te mogen vaccineren. De vaccinatie is uitsluitend bedoeld voor
vogelsoorten die met verdwijning of uitroeiing worden bedreigd. Naar
verwachting zal deze vaccinatie op korte termijn kunnen worden
uitgevoerd.
De vaccinatie van dieren van liefhebbers vraagt een meer afgewogen
benadering. Het betreft hier dieren die in de voedselketen kunnen
terechtkomen en intensiever contact hebben met de bevolking. De
voordelen van de vaccinatie moeten dus goed worden afgewogen
tegen de nadelen.
Het belangrijkste bezwaar van de beschikbare vaccins is dat de
efficiëntie ervan matig is. Een gevaccineerde vogel is enerzijds wel
beschermd tegen ziekte, maar zal anderzijds bij infectie toch nog de
ziekte verspreiden we hebben daarover al een debat gehad onder
de dieren in zijn omgeving. Een ander negatief gevolg van de
vaccinatie is dat de symptomen bij een infectie minder sterk tot uiting
komen. Aangezien de opsporing van vogelgriep deels gebaseerd is
op het opsporen van klinische tekens zou dit leiden tot een minder
goede opsporing van de besmette vogels. Deze twee factoren kunnen
dus een grotere blootstelling van het publiek aan het vogelgriepvirus
tot gevolg hebben.
Het toepassen van vaccinatie bij professioneel pluimvee wordt thans
onderzocht door de verschillende diensten die dit dossier behandelen.
A priori, nous n'excluons pas la
possibilité de vacciner les oiseaux
dans le cadre de la lutte contre la
grippe aviaire. Une nouvelle
directive européenne prévoit la
possibilité de faire vacciner la
volaille. La Belgique a déjà entamé
une procédure visant à faire
vacciner les oiseaux rares dans
les parcs zoologiques. Cette
mesure vise uniquement les
espèces d'oiseaux en voie
d'extinction et pourra être mise en
oeuvre très rapidement. Quant à la
vaccination d'animaux appartenant
à des particuliers, il convient de
bien peser les avantages et les
inconvénients. En effet, l'efficacité
des vaccins disponibles est toute
relative: s'il est vrai qu'un oiseau
vacciné est protégé contre la
maladie, il sera en revanche
toujours contagieux et continuera
à propager la maladie autour de
lui. En outre, la vaccination réduit
l'importance des symptômes; ils
sont moins visibles, ce qui
complique nettement le travail de
détection des oiseaux contaminés.
La possibilité d'une vaccination
des volailles d'élevage est
actuellement à l'étude. La
Commission européenne a
suggéré de faire preuve d'une
CRIV 51
COM 838
01/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
Tijdens een vergadering over vaccinatie tegen aviaire influenza gaf de
Europese Commissie aan dat enige soepelheid met betrekking tot het
intracommunautair handelsverkeer wordt overwogen. Over de
gevolgen van vaccinatie voor de handel met derde landen blijft
daarentegen onzekerheid bestaan.
Alvorens vaccinatie toe te laten, zullen bijgevolg diverse factoren
moeten worden afgewogen, ook op Europeees niveau. Er zal een
consensus moeten groeien omtrent het vaccinatieprogramma dat ons
land ter goedkeuring zal moeten voorleggen. Op dit ogenblik is nog
geen enkel vaccin geregistreerd in België, noch in de Europese Unie.
Het is dus onmogelijk om de kostprijs van een vaccinatieprogramma
te berekenen. Ingeval van noodvaccinatie kan Europa beslissen om te
voorzien in een cofinanciering.
Nu enkele woorden over de ophokplicht en maatregelen betreffende
de duiven. Ik ben mij in de afgelopen maanden voortdurend bewust
geweest van de mogelijke problemen die de preventieve maatregelen
tegen het vogelgriepvirus met zich kunnen meebrengen. Ik heb
daarom getracht om onder meer de ophokplicht zo kort mogelijk op te
leggen. Ik meen dat, mede daardoor, de last voor de betrokken
pluimveehouders en -handelaars beperkt en draaglijk is geweest.
De ophokplicht is ondertussen ook geëvalueerd met de sector. Sinds
de versoepeling van 15 december wordt de maatregel dan ook eerder
als een afschermplicht beschouwd. Dat betekent dat de
pluimveehouders de dieren nog steeds buiten zullen kunnen houden,
weliswaar achter netten die voorkomen dat contact met mogelijk
besmette wilde vogels mogelijk is. Dat betekent dat de maatregel in
de toekomst geen economische schade meer met zich meebrengt
door het mogelijke verlies van het statuut `biologisch' of `vrije uitloop'
van het pluimvee.
Ook de invulling van een verbod op het verzamelen van pluimvee en
vogels is met de sector doorgenomen.
Deze maatregel, die verantwoordelijk kan zijn voor economische
schade bij pluimveehandelaars, zal in de toekomst gradueel strenger
worden ingevuld, overeenkomstig de plaats waar het gevaarlijke
H5N1-vogelvirus wordt aangetroffen en de waarschijnlijkheid dat het
virus van daaruit in ons land kan worden geïntroduceerd.
Wat de problematiek van de duiven betreft, is de timing voor de
ontzetting van de richtlijn in Belgische wetgeving voorzien tegen april
2007. Mijn diensten zullen een ontwerptekst klaarmaken. Het
Parlement en de Gewesten zullen de discussie kunnen voeren op
basis van deze ontwerptekst.
De juiste timing van de bespreking in het Parlement is op dit moment
moeilijk vast te leggen. Het voorlopige advies van het
wetenschappelijk comité van het Interministerieel commissariaat
Influenza omtrent de rol van duiven in de problematiek van de H5N1-
vogelgriep dient op dit ogenblik nog formeel te worden goedgekeurd
door het voltallige comité. Van zodra dit gebeurd is, kan ik u dit advies
ter beschikking stellen.
certaine souplesse dans les
échanges intracommunautaires.
Par contre, l'incertitude règne
toujours en ce qui concerne
l'incidence d'une vaccination sur le
commerce avec des pays tiers.
Un consensus devra être atteint
au niveau européen sur le
programme de vaccination dont
notre pays devra obtenir
l'approbation. Le coût ne peut pas
encore être calculé, parce
qu'aucun vaccin n'a encore été
enregistré en Belgique, ni dans
l'Union européenne. En cas de
vaccination d'urgence, l'Europe
peut prévoir un cofinancement.
Je me suis toujours rendu compte
des difficultés que présentent des
mesures préventives. C'est
pourquoi la durée du confinement
a été réduite au maximum, ce qui
a limité les inconvénients pour les
intéressés. Le confinement a été
évalué entre-temps avec le
secteur. La mesure est plutôt
considérée comme un devoir
d'isolement depuis
l'assouplissement du 15
décembre. La mesure n'entraînera
plus de dommages économiques
à l'avenir. La définition de
l'interdiction de rassemblement de
volailles et d'oiseaux a été
examinée avec le secteur. La
mesure sera progressivement
durcie à l'avenir en fonction de
l'endroit où le virus H5N1 sera
détecté et de la probabilité que le
virus pourrait être introduit à partir
de cet endroit.
En ce qui concerne les pigeons, la
directive devrait être transposée
en droit belge pour avril 2007. Mes
services élaboreront un projet de
texte qui servira de base à la
discussion au Parlement et au
niveau des Communautés. Il est
difficile de fixer d'ores et déjà un
calendrier. L'avis provisoire
concernant le rôle des pigeons
dans la transmission du H5N1 doit
encore être adopté par l'ensemble
du comité. Ensuite, je pourrai le
mettre à votre disposition.
01/02/2006
CRIV 51
COM 838
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
En ce qui concerne les antiviraux, des problèmes se sont posés en
matière notamment de stockage et de résistance.
Le stockage est un des moyens proposés pour lutter contre une
éventuelle pandémie; je pense ici notamment à l'apparition d'un
nouveau virus contre lequel la population n'a pas de protection
immunologique. Cela s'est produit trois fois dans le courant du 20
ème
siècle: en 1918 avec la grippe espagnole, en 1957 avec la grippe
asiatique et en 1968 avec la grippe dite de Hong Kong. Ces
événements sont tout à fait distincts des épidémies saisonnières de
grippe, responsables de plus ou moins 1.000 décès (pour la plupart
des personnes âgées), qui ne nécessitent aucune politique de
stockage d'antiviraux.
Sur la base de l'avis du Comité national de planning opérationnel pour
les pandémies et du Conseil supérieur de l'Hygiène, j'ai décidé de
constituer un stock d'antiviraux en vue de couvrir 33% de la
population belge en cas de pandémie.
Aujourd'hui, le stock des deux inhibiteurs de la neuraminidase
(Relenza et Tamiflu) est le suivant: 400.000 doses, 57.400 traitements
prêts à l'emploi et 378.000 kilogrammes en vrac à constituer, soit
l'équivalent de 360.000 doses.
La firme productrice de Tamiflu s'est engagée à livrer plus tôt que
prévu, ce qui nous permettra de compléter notre stock à la fin de
l'année 2006 pour couvrir un tiers de la population. Je rappelle qu'au
départ, la livraison était prévue pour le premier semestre 2007.
L'acquisition du stock est partiellement prise en charge par le SPF
Santé publique, Sécurité de la chaîne alimentaire et Environnement à
hauteur de 30,4 millions d'euros environ et par le SPF Défense à
raison de 1 million d'euros.
Mes services ont effectué des contrôles quant aux conditions de
stockage et quant à la qualité de la spécialité et de la matière
première fournie.
En ce qui concerne la résistance aux antiviraux (Tamiflu), une étude
scientifique anglaise parle d'une résistance acquise durant un
traitement commencé à temps. C'est la première fois que l'on observe
une résistance acquise au cours d'un traitement.
L'émergence de résistances des inhibiteurs de la neuraminidase,
autrement dit des antiviraux, est un phénomène connu et surveillé au
niveau international. En revanche, le phénomène de la résistance
acquise en cours de traitement n'a jamais été observé. Il demande
donc des études complémentaires.
Cette observation ne remet pas en question la politique de stockage
d'antiviraux prévue par le gouvernement belge car il ne faut pas
confondre le traitement d'un être humain infecté par un animal avec
une charge virale très élevée et celui d'un humain infecté par un autre
humain avec une charge virale beaucoup moins importante pour
lequel les inhibiteurs de la neuraminidase ont diminué une efficacité,
même imparfaite, de 73%.
Op grond van het advies van het
Nationaal Comité voor de
operationele planning inzake
pandemieën en van de Hoge
Gezondheidsraad, heb ik beslist
een voldoende stock
virusremmers aan te leggen om
33 procent van de Belgische
bevolking te kunnen behandelen
wanneer een pandemie zou
uitbreken. Op dit ogenblik
beschikken we over een stock van
400.000 neuraminidaseremmers
(Relenza en Tamiflu).
De firma die Tamiflu produceert
heeft zich ertoe verbonden de
geneesmiddelen vroeger te
leveren dan aanvankelijk gepland,
namelijk eind 2006.
De aankoop van de stock wordt
voor ongeveer 30,4 miljoen euro
door de FOD Volksgezondheid,
Veiligheid van de voedselketen en
Leefmilieu en voor 1 miljoen euro
door de FOD Defensie
gefinancierd.
Mijn diensten hebben controles
uitgevoerd op de kwaliteit van de
grondstof en de
opslagvoorwaarden.
Het ontstaan van resistentie aan
neuraminidaseremmers is niet
nieuw en wordt internationaal
gevolgd. Tot nog toe was echter
nooit resistentie opgetreden in de
loop van de behandeling.
Een en ander zet echter het beleid
inzake de opslag van
virusremmers van de Belgische
regering niet op de helling: er is
immers een duidelijk verschil
tussen het behandelen van een
patiënt met een zware virale
belasting die door een dier werd
besmet en een patiënt die door
een andere mens werd besmet
met een veel lagere virale
belasting.
Ik heb uiting gegeven aan mijn
ontgoocheling over de Europese
coördinatie enerzijds, en over de
CRIV 51
COM 838
01/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
En ce qui concerne la collaboration au niveau européen, après le
Conseil européen des 20 et 21 octobre 2005 auquel j'ai déjà fait
référence dans cette commission, j'ai exprimé ma désillusion en ce
qui concerne la coordination européenne, d'une part, et le rôle de
l'European Center for Disease Prevention and Control (ECDC),
d'autre part.
Suite à cela, j'ai pris l'initiative de développer un point de vue commun
belge à ce sujet, conjointement avec les ministres De Gucht et
De Decker et le secrétaire d'État Donfut. Le 2 décembre 2005, le
gouvernement fédéral a approuvé la note reprenant la position belge
au Forum international concernant la problématique de l'influenza
aviaire. Cette position a préalablement été validée par le Comité de
pilotage du commissariat interministériel.
Les points centraux de cette note concernent la coordination au
niveau européen, qui est encore plus défectueuse; la position belge
concernant les priorités de l'ECDC et son rôle dans la préparation à
une pandémie de grippe. Le gouvernement belge estime qu'il est
nécessaire d'insister sur une collaboration active, aussi bien au
niveau mondial qu'au niveau européen, afin d'éviter une crise globale
éventuelle ou, du moins, de la maîtriser. Une coordination et une
collaboration évidentes doivent être réalisées dans le cadre d'une
efficience entre les Etats membres européens qui sont, à cet égard,
d'une importance cruciale.
Depuis le 2 décembre 2005, tous les représentants belges participant
à différents forums européens et internationaux ont déjà émis à
plusieurs reprises le point de vue belge. Tout cela commence à
donner des résultats. Ainsi, par exemple, une réunion de l'European
Health Security Committee (EHSC) a été organisée au début du mois
de janvier afin d'examiner la situation de la grippe aviaire en Turquie
et en Asie. La Belgique a entre autres insisté sur cette organisation.
L'ECDC a co-organisé cette réunion extraordinaire à Luxembourg,
impliquant tous les coordinateurs nationaux en charge du problème.
Suite aux cas d'influenza en Turquie, la Commission européenne a
convoqué une assemblée extraordinaire le 12 janvier 2006, à laquelle
ont pris part la Commission européenne, son EHSC, les
coordinateurs influenza et d'autres participants et Etats membres,
ainsi que d'autres experts, entre autres, de l'Organisation mondiale de
la Santé (OMS) et du Centre européen de prévention et de contrôle
des maladies (ECDC). Le thème principal de la réunion était le "early
warning and response system", à savoir le dépistage précoce de la
grippe aviaire chez l'homme et l'animal, et les actions nécessaires
pour y réagir.
Les récentes évolutions en Turquie ont été montrées de façon
circonstanciée par la Commission et l'OMS. Il a été convenu
d'organiser régulièrement des concertations entre les Etats membres
de l'Union et la Commission afin d'échanger des informations et de
coordonner les mesures des différents pays.
rol van het European Centre for
Disease Prevention and Control
(ECDC) anderzijds.
Vervolgens heb ik gepoogd om
samen met minister De Gucht,
minister De Decker en
staatssecretaris Donfut een
gemeenschappelijk standpunt te
ontwikkelen. Op 2 december 2005
werd het Belgische standpunt door
de federale regering aangenomen
nadat het door het stuurcomité van
het interministerieel commissariaat
was bekrachtigd.
De kernpunten van die nota
hebben betrekking op de
coördinatie op Europees niveau,
de prioriteiten van het ECDC en
diens rol bij de voorbereiding op
een grieppandemie. De Belgische
regering is van mening dat zowel
op Europees als op wereldvlak
een nauwe samenwerking vereist
is.
België heeft het belang van het
European Health Security
Committee (EHSC) onderstreept.
Op 12 januari 2006 heeft de
Europese Commissie een
buitengewone vergadering belegd
waaraan de Commissie, het
EHSC, de griepcoördinatoren en
deskundigen van de Wereld-
gezondheidsorganisatie (WGO) en
van het ECDC hebben
deelgenomen. De centrale
thema's van die bijeenkomst
waren de opsporing in een vroeg
stadium van de vogelgriep bij
mens en dier, en de acties die
nodig zijn om de ziekte te
bestrijden.
De recente gebeurtenissen in
Turkije werden door de
Commissie en de WGO uitgebreid
belicht. Er werd afgesproken dat
de lidstaten en de Commissie
geregeld overleg zullen plegen.
Er werden geen verscherpte maatregelen genomen voor zee- en
luchthavens. Alle deelnemers aan de vergadering waren het erover
eens dat het huidige reisadvies volstaat.
Il n'y a pas eu de renforcement
des mesures de contrôle dans les
ports et les aéroports. L'avis de
voyage actuel suffit, bien que toute
01/02/2006
CRIV 51
COM 838
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
Wie reist naar een van de landen waar H5N1 voorkomt, moet een
aantal voorzorgsmaatregelen nemen: geen contact met pluimvee,
consumptie van goed doorbakken pluimveeproducten en een goede
basishygiëne. Wel heeft België al een reeks preventieve maatregelen
op de luchthavens genomen. In overleg met BIAC en Saniport werden
1 miljoen folders beschikbaar gesteld voor de reizigers in de
Belgische luchthavens.
De gezondheidsinspecteurs van Saniport en de inspecteurs van het
federaal voedselagentschap, het FAVV, die nauw samenwerken met
de douanediensten, zijn op de hoogte van de problematiek.
Bovendien bestaat er reeds een procedure voor de omgang met
infectieuze ziekten aan boord, welke de ziekte ook mag zijn.
Thans kom ik tot de fameuze donorconferentie in Peking. Op de
internationale donorconferentie in Peking werd 1,9 miljard dollar
toegezegd door de internationale gemeenschap. Dat bedrag moet de
begunstigde landen in staat stellen de nodige maatregelen te nemen
om zich op een eventuele pandemie voor te bereiden en om ze
eventueel te voorkomen.
De Europese Unie heeft een provisioneel bedrag van ongeveer
250 miljoen dollar toegezegd. Ongeveer 120 miljoen dollar daarvan is
afkomstig van de Europese Commissie. De overige 130 miljoen dollar
komt van de lidstaten. België heeft officieel een bedrag van 100.000
euro of ongeveer 120.000 dollar toegezegd.
personne qui souhaite se rendre
dans un des pays où la présence
du H5N1 a été détectée doit bien
entendu prendre certaines
précautions. La Belgique a
d'ailleurs déjà pris des mesures
préventives dans les aéroports.
C'est ainsi qu'un million de
prospectus ont été distribués. Les
inspecteurs de Saniport et de
l'AFSCA, qui collaborent
étroitement avec la douane, sont
au courant du problème. De plus,
une procédure décrit les mesures
à prendre en cas de présence à
bord d'animaux infectés.
Lors de la conférence des pays
donateurs qui s'est tenue à Pékin,
la Communauté internationale a
promis 1,9 milliard de dollars pour
aider les pays bénéficiaires à se
préparer à une pandémie et à
prévenir son apparition. L'Union
européenne a promis 250 millions
de dollars. Environ 120 millions de
dollars proviennent de la
Commission européenne, le reste
des Etats membres. La Belgique a
promis 100.000 euros.
A cet égard, je souhaite faire remarquer que la contribution annuelle à
l'OMS, à la FAO, à l'OIE, et à la Banque mondiale finance déjà un
certain nombre d'initiatives dans le secteur des affections
transmissibles.
D'ailleurs, il existe un support belge spécial de 250.000 $ à un projet
commun de la Banque de développement asiatique et l'OMS, la FAO,
l'OIE, pour l'affection transmissible dans la région du Mékong.
De surcroît, dans le cadre de la collaboration entre la coopération au
développement belge et l'OMS, une attention particulière est prêtée à
la prévention et à la lutte contre l'influenza dans un certain nombre de
pays africains: 810.000 euros pour 8 pays à partir de 2006.
On examinera également avec la FAO et l'OMS, à très brève
échéance, les besoins spécifiques de la concentration des pays où la
Belgique met des programmes de développement en place tant au
niveau vétérinaire qu'au niveau de la santé humaine. Sur cette base
d'évaluation, ces besoins sont prioritaires dans la programmation
pluriannuelle de la coopération technique belge.
Il est également important de mentionner qu'en cas de crise, on peut
faire appel au budget annuel d'aide d'urgence aux pays sous-
développés.
Met onze jaarlijkse bijdrage aan de
WGO, de FAO, de IOE
(International Office of Epizootics)
en de Wereldbank bekostigen we
reeds een aantal initiatieven in de
sector van de overdraagbare
aandoeningen. Voorts heeft België
250.000 dollar vrijgemaakt voor
een project inzake de
overdraagbare aandoening in de
Mekongdelta. Ook zal vanaf 2006
810.000 euro aan acht Afrikaanse
landen worden geschonken.
Samen met de FAO en de WGO
zullen we binnen afzienbare tijd de
specifieke noden onderzoeken van
de landen waarop België zijn
ontwikkelingsprogramma's con-
centreert. Ik moet er ongetwijfeld
ook op wijzen dat als er een crisis
uitbreekt, we het jaarlijks budget
bestemd voor noodhulp aan de
onderontwikkelde landen kunnen
aanspreken.
De Peking-conferentie was zeer belangrijk. Ze illustreert immers de La conférence a été très
CRIV 51
COM 838
01/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
bezorgdheid van de hele wereld voor de problematiek van aviaire en
humane pandemische influenza. De deelnemers van de conferentie
hebben zich ertoe geëngageerd om de nodige middelen te
mobiliseren om de problematiek prioritair aan te pakken en te pogen
een uitbraak van een pandemie te voorkomen. De conferentie heeft
ook het belang van een geïntegreerde aanpak van de dierlijke en
humane influenza onderstreept.
Er was een algemene consensus dat de aanpak aan de bron de beste
manier is om een pandemie te voorkomen. De preventie, de snelle
detectie en de efficiënte bestrijding van dierlijke influenza zijn dus
uiterst belangrijk. Er moet eveneens nog meer geïnvesteerd worden
in bewakings- en monitoringssystemen en in wetenschappelijk
onderzoek. Ook het grondig en duidelijk informeren en sensibiliseren
van het grote publiek is daarbij heel belangrijk.
Wat de aanpak van een pandemie zelf betreft, was de internationale
gemeenschap het erover eens dat de uitvoering van de nationale
crisisplannen hierbij de basis moet vormen. Het spreekt voor zich dat
daarbij in de nodige coördinatie zal moeten worden voorzien, op
Europees niveau en op wereldniveau.
importante car elle a montré que le
monde entier est préoccupé par
cette question. Les participants
veulent mettre tous les moyens en
oeuvre pour aborder le problème
en priorité. En outre, l'accent a été
mis sur une approche intégrée. La
prévention, la détection rapide et
la lutte efficace contre l'influenza
animale sont très importantes. Il
faut par ailleurs investir davantage
dans le contrôle, la surveillance et
les études scientifiques. Le grand
public doit largement et clairement
informé. Si, malgré tout, une
pandémie devait apparaître, les
plans de crise nationaux
serviraient de base aux actions à
entreprendre, ce qui requerra une
coordination aux niveaux
européen et mondial.
Pour la problématique de la grippe aviaire auprès de la population
humaine, la Belgique disposait déjà d'une première version d'un plan
stratégique pour l'approche d'une éventuelle pandémie de grippe
dans notre pays. Ce plan ne donne cependant qu'un aperçu du cadre
stratégique général pour l'approche d'une pandémie et n'est pas un
instrument permettant une gestion adéquate d'une pandémie. Pour
qu'il le devienne, le plan doit être développé et traduit dans un plan
opérationnel de telle sorte que le contenu du plan stratégique puisse
être transposé aisément et rapidement dans la pratique. Depuis son
installation, le commissariat interministériel a analysé et testé quant à
son exhaustivité le plan belge de pandémie de grippe existant.
L'analyse a conduit à dresser une première liste de tous les points
d'action et à évaluer la charge de travail pour rendre le plan de
pandémie totalement opérationnel. En concertation avec le comité
scientifique "Influenza" et le groupe pilote "Influenza", les points
d'action prioritaires seront maintenant définis.
Le 13 janvier dernier, le gouvernement réuni en Conseil des ministres
a débattu de ce problème. Il a également pris acte des réalisations du
commissariat interministériel "Influenza". Le Conseil des ministres a
reconnu la priorité de l'opérationalisation du plan d'urgence national.
Ce 26 janvier, j'ai organisé une seconde conférence interministérielle
Santé publique extraordinaire "Influenza". Les ministres fédéraux,
régionaux et des Communautés ont reconnu la priorité de
l'opérationnalisation du plan d'urgence pandémie "Influenza". Les
entités fédérées ont marqué leur accord de principe sur le
détachement de fonctionnaires de la cellule temporaire d'appui au
commissariat interministériel "Influenza".
Pas plus tard que ce matin - c'est une nouvelle toute fraîche - en
comité de concertation, le dernier accord a été obtenu pour la mise en
place des agents qui vont travailler dans cette structure. Le plan
opérationnel sera terminé cet été.
Je vous remercie de votre attention.
België beschikt over een eerste
versie van een strategisch plan
voor de aanpak van een eventuele
grieppandemie in ons land. Dat
moet verder worden ontwikkeld en
in een operationeel plan worden
gegoten. Het interministerieel
commissariaat heeft een eerste
lijst van alle actiepunten opgesteld
en de werklast om het
pandemieplan volledig
operationeel te maken,
geëvalueerd. In overleg met het
wetenschappelijk comité en de
stuurgroep "Influenza" zullen nu de
prioritaire actiepunten worden
vastgesteld.
De regering heeft dat probleem op
13 januari jongstleden besproken.
Zij heeft nota genomen van de
realisaties van het interministerieel
comité "Influenza". De
ministerraad heeft het operationeel
maken van het nationaal
urgentieplan als een prioriteit
aangemerkt, daarin gevolgd door
de gewest- en gemeenschaps-
ministers. De deelgebieden
hebben hun principiële instemming
betuigd met de detachering van
ambtenaren van de tijdelijke
ondersteuningscel naar het
interministerieel comité
"Influenza". Het operationeel plan
zal deze zomer klaar zijn.
01/02/2006
CRIV 51
COM 838
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
De voorzitter: Thans krijgen de commissieleden het woord, met als eerste spreker de heer Chevalier,
gevolgd door de heren Verhaegen en Lenssen, mevrouw Burgeon, de heer Bultinck, mevrouw Genot en de
heer Ducarme. Mevrouw Muylle is verontschuldigd.
01.04 Miguel Chevalier (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik dank u in elk geval voor uw uitgebreide toelichting. Ik heb
vandaag gezien dat het nuttig is ik meen dat sommige collega's mijn
mening zullen delen om dit soort debatten of dialogen tussen de
minister en het Parlement hier in de commissie te organiseren, en dit
ook op regelmatige basis te doen. Ik moet afwijken van de vragen die
ik heb ingediend, omdat de minister al heel wat antwoorden heeft
gegeven op de vragen.
In eerste instantie wil ik specifiek inpikken op drie duidelijke
antwoorden die de minister gegeven heeft op vragen die ook in het
verleden gesteld werden in deze commissie. Vandaag kunnen wij
vaststellen dat de dialoog blijkbaar tot een aantal oplossingen heeft
geleid.
Mede op aandringen van de commissie is er een efficiëntere invulling
gebeurd, wat de ophokplicht betreft, waarbij zowel rekening gehouden
werd met de beperkingen die mensen zelf ondervinden alsook, in
ruime mate, met het dierenwelzijn zelf. Ik weet van een aantal
veeartsen dat er zich in de beginperiode nogal wat longaandoeningen
voordeden bij ganzen en kippen, omdat ze in een heel beperkte
ruimte moesten leven.
Ik stel vast, dat is mijn tweede punt, dat er eindelijk een doorbraak is
inzake de vaccinatie van zeldzame hoenderrassen. Terwijl de minister
in oktober en november nog wat weigerachtig was, hebben wij met
een aantal leden ik meen dat ook de heer Verhaegen erbij was, een
pleidooi gehouden voor alle mensen die dag in dag uit bezig zijn met
hun hobby en het instandhouden van een aantal zeldzame
hoenderrassen. Ik vind het een goede zaak dat er een opening
gemaakt wordt en dat daarvoor een oplossing in de maak is. Wat, ten
slotte, de duiven betreft, u weet dat een aantal collega's en ikzelf deze
problematiek hebben aangekaart in deze commissie. Ik meen dat er
ook daarvoor een gunstig vooruitzicht is.
Toen ik naar hier kwam maakte ik mij de bedenking dat het misschien
aan de vrieskou lag, of aan de wind, maar dat wij momenteel niet zo
veel horen over de vogelgriep. U hebt echter een overzicht gegeven
en ik stel vast dat de geografische verspreiding van de ziekte toch wel
verontrustend is.
We moeten dus voortdurend alert zijn op het terrein. We moeten ook
voortdurend alert zijn voor mogelijke veranderingen. Het is dus niet
iets wat recht evenredig is met de berichtgeving in de pers over de
materie.
Mijnheer de minister, ik heb een concrete vraag. Ik had gelezen dat
op de internationale donorconferentie in Peking, China uitgerekend
het land van de canard laqué; zij weten dus wat er gebeurt met
eenden en kippen, wanneer ze ziek worden , België had beloofd zich
te zullen inschakelen in een aantal projecten in Midden-Afrika. Ik had
dus graag wat meer toelichtingen gekregen daaromtrent. Over welke
projecten gaat het? Wat is de bedoeling van het project? Waarom
01.04 Miguel Chevalier (VLD):
Le ministre a déjà clairement
expliqué comment mettre plus
efficacement en oeuvre la mesure
de confinement, en tenant
notamment compte des limitations
auxquelles on est confronté, ainsi
que du bien-être des animaux. Il a
évoqué ensuite la possibilité de
vacciner les races rares de
gallinacés. On a pu relever dans
l'exposé du ministre de nombreux
éléments favorables aux
colombophiles.
Il ressort néanmoins de l'aperçu
que le silence des médias à
propos de la grippe aviaire n'est
pas en adéquation avec
l'inquiétante propagation
géographique actuelle de la
maladie. J'ai lu que, lors de la
conférence internationale des pays
donateurs à Pékin, la Belgique
s'était proposée pour lancer des
projets en Afrique centrale. De
quels projets s'agit-il? Pourquoi a-
t-on opté pour cette région?
Les stocks prévus de Tamiflu
seront constitués d'ici à la fin de
2006 mais cela suffira-t-il?
Dernièrement, des scientifiques
ont mis en doute l'effet du Tamiflu.
D'autres médicaments seraient
plus efficaces dans la lutte contre
le virus de la grippe aviaire. Le
ministre peut-il faire un pronostic
sur ce à quoi il faut s'attendre sur
le terrain et sur le plan
scientifique?
Le ministre a donné une
estimation du nombre de victimes
humaines potentielles. Une
instance internationale tient-elle à
jour ces estimations qui
permettraient de dégager
certaines tendances?
CRIV 51
COM 838
01/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
werd precies Midden-Afrika uitgekozen?
De minister zegt ook dat tegen eind 2006 in ons land de voorziene
hoeveelheid Tamiflu zal zijn opgeslagen. Dat is dus 30%. Ik blijf nog
altijd met de vraag zitten waarom dat 30% is. Steekt er een puur
budgettaire reden achter of zijn er andere redenen?
Ik vraag mij ook af of 30% voldoende zal zijn voor ons land, gelet op
het feit dat wij weliswaar binnenlands een erg sterke mobiliteit kennen
en dat ons land ook een bijzondere draaischijf is voor allerlei
internationaal verkeer dat door ons land reist of via de verschillende
luchthavens ons land binnenkomt en opnieuw verlaat. Is 30% dan wel
voldoende?
Daarbij moet ook rekening worden gehouden met het feit dat de
efficiëntie en het effect van het product Tamiflu in vraag wordt gesteld
door een aantal wetenschappers. Onder andere las ik heel recent in
het tijdschrift Nature dat het H5N1-virus een bepaalde vorm van
resistentie zou vertonen tegen het antivirale geneesmiddel Tamiflu.
Dus zou blijken dat een ander medicijn, Relenza, over meer
kwaliteiten zou beschikken in de therapie tegen of de aanpak van het
vogelgriepvirus.
Ten slotte, ik kan natuurlijk niet verwachten dat de minister de
toekomst in de sterren leest of desnoods in een geopende kip.
Niettemin is het nuttig de heer Vanthemsche heeft dat de vorige
keer ook gedaan voor de commissie een prognose te krijgen van
wat ons de komende maanden misschien te wachten staat, zowel op
het terrein zelf als op het gebied van de wetenschappelijke
verwachtingen en de vooruitgang in die verwachtingen.
Ten slotte heb ik nog een heel specifieke vraag.
De minister heeft een overzicht gegeven van de menselijke
slachtoffers, de zieken, en ook van het aantal vogels en dieren dat
wordt opgeruimd. Is er een of ander internationaal platform waar men
bijvoorbeeld op basis van de gehouden tellingen van de
wildbestanden bepaalde tendensen ontwaart? Ik kan mij immers best
voorstellen dat niet elk dood dier in een labo terechtkomt.
Waarschijnlijk sneuvelen ook onderweg of aan de rand van of in
natuurreservaten nog dieren, waarvan men geen weet heeft. Bestaat
er een telling waaruit bepaalde tendensen kunnen worden afgeleid?
De voorzitter: De heer Chevalier kreeg dubbele spreektijd toegemeten, aangezien hij twee vragen had
ingediend, die werden samengevoegd. Het woord is aan de heer Verhaegen met uiteraard de helft van de
spreektijd van de heer Chevalier.
01.05 Mark Verhaegen (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik zal
uiteraard de ons toegemeten spreektijd respecteren.
Mijnheer de minister, u hebt al een aantal goede antwoorden
gegeven. Mijn eerste vraag was een opvolgingsvraag. U hebt die
oplijsting gegeven. Ik hoop dat u op schema bent met de aanschaf
van antivirale middelen en andere hulpmiddelen. Het is heel belangrijk
dat heel de bevolking kan beschermd worden. Even in het verlengde
van de vraag die de heer Chevalier gesteld heeft, ik denk aan de
wintergriep waarvoor de vaccinatie uitgeput was. Dat mag niet meer
gebeuren. Ik denk dat dit een les moet geweest zijn.
01.05 Mark Verhaegen (CD&V):
Le ministre a fourni quelques
réponses concluantes. J'espère
qu'on se procurera à temps les
médicaments nécessaires pour
protéger la population afin d'éviter
que le problème survenu avec le
vaccin de la grippe ne se
reproduise.
La directive européenne devrait de
01/02/2006
CRIV 51
COM 838
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
De tweede vraag die ik gesteld had betrof de omzetting van de richtlijn
van de Europese Raad in Belgisch recht. Ik hoop toch dat die
ratificatie sneller komt dan u gezegd hebt. Ik meen vernomen te
hebben dat dit in april 2007 zou gebeuren. Ik vind dat ruim laat. Het is
alweer op de valreep. Het gaat hier om twee zaken. Voor de eerste
zijn heel wat mensen gevoelig, ik uiteraard ook want ik ga ook dikwijls
naar de duivenwedstrijden. Ik heb de mensen vorige zondag nog een
bekertje gegeven. De ruimte die de reisduiven krijgen, naar de
categorie pluimvee, is maar één aspect. Een tweede aspect in die
richtlijn ik heb ze ondertussen ook te pakken kunnen krijgen omdat
ze openbaar is is dat er een aantal belangrijke maatregelen in staat
voor een geïntegreerde Europese aanpak, zowel geografisch, dus
over de 25 landen, als en dat is heel belangrijk epidemiologisch.
Er staat een aantal voorzorgsmaatregelen in en men schrijft een
aantal scenario's uit voor de hoog en de laag pathogene aviaire
influenza. Men gaat ook aan de grensposten iets doen. Dat is heel
belangrijk, de vogelgriep die wij in 2003 hadden kwam uit Nederland.
Ook de nazorg is een heel belangrijke zaak. Dat pleit ervoor, mijnheer
de minister, om in de mate van het mogelijke toch snel te werk te
gaan bij die omzetting. We slaan dan twee vliegen in één klap.
Een laatste aspect dat ik nog wil aanhalen is de vaccinatie van
pluimvee en andere in gevangenschap levende vogels. Dat staat in
die Europese richtlijn. U hebt het nu beperkt tot een aantal met
uitsterven bedreigde soorten. Persoonlijk vind ik dat een heel stuk te
eng, wetend dat in Europa vandaag de discussie loopt over de
vaccinatie van de hele pluimveestapel. U weet dat Frankrijk en
Nederland vragende partij zijn. Ik heb gelezen dat de experts zeggen
dat de vogelgriep via vaccinatie eenvoudig is aan te pakken. U hebt
gezegd dat er een aantal bezwaren zijn, onder andere de matige
efficiëntie. Ik kan daar tegenover stellen dat de stilstand in zuidoost-
Azië er gekomen is dankzij de vaccinatie. Een tweede argument dat u
aanhaalde was dat er nog altijd een reservoir voor besmetting
bestaat. Hier kan ik dus een nieuwe techniek die ook in de Europese
richtlijn staat aanhalen, de DIVA-strategie. Ik weet niet of u die kent.
Dat wil eigenlijk zeggen dat men de mogelijkheid heeft om op een
heel eenvoudige manier het onderscheid te maken tussen
gevaccineerde, besmette en gevaccineerde en niet besmette dieren.
Om die te onderscheiden en te traceren is er een speciale techniek
die ook in die richtlijn staat. Misschien kan de heer Vanthemsche daar
straks nog iets over zeggen als hij dat wil.
Dat zijn zaken waarop we zeker moeten inspelen en die we dan ook
moeten toepassen.
Ik pleit voor een algemene vaccinatie. Maar het is dan ook heel
belangrijk dat wij kijken naar eventuele repercussies voor de
pluimveesector op het vlak van de export van eieren en vlees. In
Europa is het momenteel immers verboden om gevaccineerd vlees in
te voeren. Ik denk dat daarvoor de nodige garanties moeten komen.
Mijnheer de minister, u hebt een vraag niet beantwoord, namelijk in
verband met de simulatieoefening op Europees niveau. Een aantal
zaken zijn daarin te licht bevonden. Ik denk onder meer aan de
taakomschrijving van de federale overheid ten opzichte van de
Gemeenschappen, de wijze en het moment waarop de cel
Binnenlandse Zaken moet worden geactiveerd en de communicatie
préférence être transposée avant
le mois d'avril 2007. Outre le fait
que différentes personnes sont
sensibles à cette maladie, la
directive contient également des
mesures importantes en faveur
d'une approche européenne
intégrée et du suivi des vols
d'oiseaux.
La vaccination d'oiseaux en
captivité est actuellement limitée
aux espèces menacées. Au
niveau européen, on discute
toutefois de la possibilité de
vacciner l'ensemble du cheptel
avicole. Les partisans de cette
idée affirment que la grippe aviaire
pourrait ainsi être enrayée. La
directive européenne esquisse une
nouvelle technique pour le traçage
et la séparation des animaux
contaminés. Quelles seraient les
conséquences d'une vaccination
généralisée pour le secteur
avicole? Actuellement, il est
interdit d'importer de la viande
vaccinée en Europe.
La simulation a été jugée trop peu
consistante. La description des
tâches des Communautés et de
l'autorité fédérale était trop vague
et la communication avec la
Commission européenne
présentait des lacunes. Comment
compte-t-on remédier à ces
imperfections?
CRIV 51
COM 838
01/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
met de Europese Commissie. Op deze terreinen waren er nog een
aantal lacunes. Ik heb u gevraagd op welke wijze deze punten worden
verbeterd. Ik heb begrepen dat wij regelmatig op deze problematiek
zullen terugkomen. Ik dank u dan ook al op voorhand voor uw
antwoord dat eventueel later zal worden gegeven.
De voorzitter: Trekvogels vliegen overal, ook tot in Limburg. Ik geef dan ook het woord aan de Lenssen.
01.06 Georges Lenssen (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, u bent eigenlijk al voor een heel groot stuk tegemoet
gekomen aan de vraag die ik wou stellen.
Mijn bekommernis gaat vooral uit naar de professionele
pluimveehouders en de mensen die handel drijven in pluimvee. U
hebt gezegd dat er mogelijkheden zijn om deze dieren via draad af te
schermen als ze toch buiten moeten worden gehouden. Als de
ophokplicht in de toekomst weer strenger wordt, lijkt het mij mogelijk
dat er nog bijkomende beperkingen komen voor de sector, en zeker
voor de handelaars.
Mijn vraag is of de mogelijkheid bestaat om een soort fonds op te
richten voor de mensen die inkomsten derven. Misschien zou het ook
goed zijn om zo'n fonds te laten spijzen door de sector zelf. Op
momenten dat het de sector voor de wind gaat, is het misschien
mogelijk om terzake iets op te starten. Op momenten dat de sector
het moeilijk heeft, lijkt het mij voor de getroffenen noodzakelijk dat zij
via een fonds worden bijgesprongen.
01.06 Georges Lenssen (VLD):
La situation des éleveurs de
volaille professionnels me
préoccupe. Le ministre a indiqué
qu'il était possible de protéger la
volaille élevée en plein air. Or, il
n'est pas à exclure que des
contraintes supplémentaires soient
imposées à terme. La création
d'un fonds qui interviendrait en
faveur des personnes confrontées
à une perte de revenus est-elle
envisageable? Ce fonds pourrait
être alimenté en grande partie par
le secteur lui-même.
01.07 Colette Burgeon (PS): Monsieur le ministre, vous avez
répondu à quasiment toutes mes questions à propos des principales
décisions prises par la communauté internationale. Si j'ai bien
compris, la Belgique s'engage pour 100.000 euros; de plus, au cours
de la conférence de Pékin, 1,9 milliard de dollars ont été promis par la
Commission internationale. Enfin, au niveau des applications
financières, des engagements futurs ont été conclus pour notre pays.
Votre réponse me satisfait mais, bien entendu, je vous interrogerai à
nouveau, si nécessaire, en fonction de l'actualité.
01.07 Colette Burgeon (PS): Als
ik het goed heb begrepen, stelt
België 100.000 euro in het
vooruitzicht en heeft de
Internationale Commissie op de
conferentie van Peking 1,9 miljard
dollar beloofd. Wat de financiële
implicaties betreft, heeft ons land
een aantal toekomstige
verbintenissen aangegaan. Indien
de actualiteit zulks vereist, zal ik u
opnieuw ondervragen.
01.08 Koen Bultinck (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, op mijn beurt wil ik u uitdrukkelijk bedanken
voor de zeer uitgebreide antwoorden die u reeds gegeven hebt op een
aantal vragen. Ik zal systematisch trachten te werken, de thema's
bespreken die u overlopen hebt en eventueel nog wat bijkomende
detailvragen stellen.
Wat vaccinatie betreft, denk ik dat een aantal commissieleden reeds
min of meer een antwoord kreeg in de lijn van de verwachtingen en
ook in de lijn van vorige vragen. Zowel voor de liefhebbers als voor de
professionelen, zegt u zeer duidelijk dat u dat verder gaat
onderzoeken. Ik denk dat we dit als commissieleden ook verder zullen
moeten opvolgen en dat we die mogelijkheid zeer ernstig blijven
nemen.
Wat de ophokplicht betreft, moeten we ondertussen vaststellen dat
we tot een werkbare en aanvaardbare oplossing gekomen zijn voor
01.08 Koen Bultinck (Vlaams
Belang): Le ministre a indiqué qu'il
continuerait à faire étudier le
moment où les vaccins sont utiles.
Nous suivrons attentivement ce
dossier. Il existe une solution
applicable et acceptable pour
l'obligation de confinement, mais
la prudence sera de mise au
printemps.
La revue "The Lancet"
a
récemment publié un article qui
met en doute l'utilité du Tamiflu
pour lutter contre la transmission
du virus. Quel est l'état du
dossier sur le plan scientifique? Le
01/02/2006
CRIV 51
COM 838
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
alle betrokken mensen in de sector. Ook daar zijn we verplicht in het
licht van de evolutie van het dossier en een beetje met de vrees dat
de lente wel eens een gevaarlijke periode zou kunnen zijn ik kom
daar straks op terug te kijken hoe deze zaak concreet evolueert.
Ik kom toch even terug op de antivirale middelen, mijnheer de
minister. Ik denk dat dit in onze communicatie en ook in de
wetenschappelijke literatuur zeer belangrijk is. Ik verwijs naar het
artikel in het medische vakblad The Lancet, waarin toch even ernstig
werd getwijfeld aan de werkbaarheid en de efficiëntie van de
toepassing van het antivirale middel Tamiflu. Men stelde
samengevat dat men met Tamiflu inderdaad de complicaties kan
tegengaan, maar dat het niet werkt om de verspreiding van de
problematiek tegen te gaan. Het zou goed zijn dat we van u een
duidelijk zicht krijgen op de echte wetenschappelijke situatie. Zeker
voor de communicatie is dit niet onbelangrijk. Het heeft geen zin dat
wij de bevolking de indruk zouden geven dat wij werken aan een zeer
ernstige stock van antivirale middelen als ook maar de schijn van
indruk zou kunnen ontstaan dat men uiteindelijk bij de efficiëntie van
Tamiflu enige vraagtekens kan plaatsen.
Over de donorconferentie hebben we duidelijke antwoorden
gekregen. Daarop moeten we niet verder ingaan.
Ik ga nog even iets dieper in op de concrete vraag naar de betrokken
sectoren. U hebt het gehad over een nationaal crisisplan. Ik heb
daarover een zeer concrete vraag. Ik heb zeer recentelijk gelezen dat
bijvoorbeeld de pluimveesector wel degelijk een draaiboek voor een
eventuele vogelgriepcrisis reeds klaar heeft. Is het de bedoeling dat
ook andere bedrijfssectoren dit zouden doen? Zo ja, zijn er andere
sectoren en hoe ver staat men daar ongeveer? Kan u ons daarover
een stand van zaken geven?
Ik kom tot mijn slotvraag, mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister,
gezien de strikte beperking van de spreektijd. Als wij de uitspraken
van de EU-commissaris horen, die zeer duidelijk gesteld heeft dat we
sinds 1968 nooit zo dicht bij een ernstige grieppandemie hebben
gestaan dit is echte crisiscommunicatie , moeten wij dit dan
relativeren of is de situatie wel degelijk zo ernstig? Kunt u ons een
beetje geruststellen inzake de vrees voor de lente die eraan komt?
Zouden we dan terug met een sterke stijging van de dreiging zitten
met betrekking tot het dossier van de vogelgriep?
Tot hier, mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, binnen het
beperkte tijdskader, een aantal concrete vragen.
Tamiflu est-il efficace?
Un plan de crise international a été
arrêté pour la grippe aviaire.
D'autres secteurs doivent-ils y être
associés et prévoir un scénario?
Des déclarations faites récemment
par le commissaire européen
compétent avaient l'allure d'une
communication de crise.
L'inquiétude est-elle de mise?
01.09 Zoé Genot (ECOLO): Monsieur le ministre, je voudrais revenir
sur les différents indicateurs tendant à faire croire, à un moment
donné, que nous étions face à une crise mondiale et que nous avions
une solution à préconiser.
Je voudrais connaître le comment et le pourquoi de cette stratégie de
stockage de Tamiflu. On dit très souvent que c'est l'OMS qui
recommandait ces mesures. Mais j'ai sous les yeux un article du
journal "Le Monde" du 17 novembre 2005, dans lequel Dick Thomson,
le porte-parole de l'OMS, dit lui-même que cette dernière n'a jamais
recommandé stricto sensu la constitution de stocks nationaux de
Tamiflu: "Nous avons simplement observé que le Tamiflu semblait
01.09 Zoé Genot (ECOLO): Ik wil
een aantal vragen stellen om beter
te begrijpen hoe men in België te
werk is gegaan. Op welk niveau
werd beslist om een voorraad
Tamiflu aan te leggen? Wie nam
die beslissing en wanneer
gebeurde dat? Heeft de WGO
daarbij een rol gespeeld?
Werd het voorstel om een
voorraad Tamiflu aan te leggen
CRIV 51
COM 838
01/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
doté, in vitro, d'une certaine efficacité...". De plus en plus de voix de
médecins s'élèvent pour demander d'évaluer sérieusement la
stratégie développée jusqu'ici et, surtout, la pertinence des sommes
débloquées. Les sommes débloquées sont-elles adéquatement
affectées pour sauver un maximum de vies dans la stratégie
développée ici?
Plusieurs de mes questions demeurent en suspens:
- A quel niveau la décision de stocker du Tamiflu a-t-elle été prise?
Quand? Par qui? Sur la base de quels éléments? L'OMS est-elle
intervenue directement dans cette décision?
- Quels sont les mécanismes d'expertise ayant validé le fait que cette
proposition de stocker le Tamiflu était la meilleure?
- Eu égard aux diverses grippes qui circulent - la grippe aviaire circule
depuis 1978, avec des souches d'importance diverses selon les
années - comment estime-t-on que cette année-ci verra le déblocage
des sommes dont on a parlé?
- Quelle était la grippe présente dans le monde ces dix dernières
années?
- A combien s'élève le nombre de décès dus à la grippe ces dix
dernières années?
- Quels sont les achats et stocks effectués ces dix dernières années,
Vos réponses me permettront de mieux comprendre la façon dont
nous avons fonctionné.
Vous avez parlé d'un consensus important intervenu en ce qui
concerne la priorité à accorder, à savoir traiter les problèmes à la
source. En Belgique, on semble contrôler la situation au maximum en
la matière, mais traiter le problème à la source, c'est principalement
traiter le problème aux endroits qui présentent le plus de risques: en
Asie, en Afrique. La contamination pourrait se répandre très vite
ailleurs. Ainsi, en Turquie, il a fallu pas moins de douze jours entre le
moment où l'alerte a été donnée au niveau régional et celle où
l'analyse a été réellement exécutée, le diagnostic confirmé et
l'information développée à plus large échelle. On ne peut qu'être
inquiet par rapport à ces capacités de surveillance sanitaire, à ces
quelques capacités de réaction, que ce soit au niveau aviaire ou au
niveau humain.
Je suis un peu mal à l'aise face aux chiffres: plus de
30.000.000 d'euros sont débloqués pour le stockage de Tamiflu et
100.000 euros, plus les programmes qu'on soutient déjà, pour
permettre un contrôle de la maladie dans le Sud. Je suis assez
inquiète quand je vois qu'on avait prévu d'obtenir le stockage de
Tamiflu pour le premier semestre 2006 et que ce ne sera pas
possible. Ce sera seulement, si Roche le veut bien, pour fin 2006. On
sait que, si éventuellement on aboutit à un vaccin, on éprouvera les
mêmes difficultés. Les firmes qui produiront ces vaccins auront-elles
des capacités de production suffisamment rapides?
C'est pourquoi je voudrais que la Belgique réfléchisse à nouveau à la
possibilité de recourir à la production de génériques, dans le pays si
les usines existent pour le faire ou à l'extérieur du pays si ce n'est pas
possible.
On sait que la Belgique s'interdit d'utiliser ces mécanismes. Le
montant important des sommes débloquées incite à croire que l'on
craint pour la vie de milliers d'êtres humains. Dans ces cas-là, on ne
door deskundigen bekrachtigd?
Op grond van welke redenen mag
men ervan uitgaan dat de
voornoemde bedragen dit jaar
zullen worden vrijgemaakt?
Hoeveel slachtoffers heeft de griep
gedurende de voorbije tien jaar
gemaakt? Welke voorraden
werden er gedurende die periode
aangelegd?
U sprak over een belangrijke
consensus die inzake de
prioriteitenlijst werd bereikt. België
lijkt de toestand onder controle te
hebben. Het probleem aan de
bron bestrijden, komt erop neer
dat men het probleem aanpakt
daar waar het risico het grootst is:
in Azië en Afrika. Besmettingen die
daar ontstaan, kunnen zich snel
elders verspreiden.
Ik voel me ongemakkelijk bij het
zien van die cijfers en ben
ongerust over het feit dat de
voorraad Tamiflu rijkelijk laat wordt
aangelegd. De Belgische
beleidsmakers zouden beter
nadenken over de mogelijkheid
om generische producten aan te
maken.
Als men ziet welke aanzienlijke
bedragen worden vrijgemaakt,
moet men er wel van uitgaan dat
voor het leven van duizenden
mensen wordt gevreesd.
In dat geval kan men zich niet
veroorloven om op dezelfde
manier te werk te blijven gaan.
01/02/2006
CRIV 51
COM 838
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
peut pas se permettre de continuer de la même manière.
01.10 Denis Ducarme (MR): Monsieur le président, tout d'abord, je
souhaitais m'excuser pour mon retard car Bruxelles est embouteillée.
Monsieur le ministre, je ferai sans doute allusion à un certain nombre
de réponses que vous avez déjà pu donner.
Je voudrais d'abord souligner qu'il apparaît, dans le chef de la
population, une certaine satisfaction à voir la problématique de la
grippe aviaire prise ainsi à bras-le-corps.
Je crois que la nomination d'un commissaire à la grippe aviaire a
vraiment satisfait les gens et les a rassurés par rapport à ce
problème. Même si nous ne sommes pas encore les premiers élèves
de la classe au niveau européen en la matière, je pense vraiment que
nous avançons sur le bon chemin.
La presse faisait récemment état de l'accélération de l'acquisition par
la Belgique des stocks de médicaments antiviraux et indiquait que ce
n'était plus en 2007, comme dit initialement, que la Belgique se sera
dotée de 2,5 millions de doses de Tamiflu, mais déjà fin 2006. C'est le
stockage recommandé par les institutions internationales. Si elle est
avérée, je salue évidemment cette accélération.
Pouvez-vous me confirmer ceci et m'informer du nombre de doses
individuelles disponibles aujourd'hui et du stockage du médicament
en vrac?
En outre, un article de la revue scientifique "New England journal of
medicine" révélait qu'une jeune Vietnamienne de 13 ans, qui avait pris
des médicaments dans les 48 heures suivant l'affection était décédée.
Monsieur le ministre, par rapport à cela, pouvez-vous néanmoins
confirmer, au regard des évolutions de la recherche à ce propos et de
l'évolution de la santé des malades, que le Tamiflu demeure un
médicament pleinement efficace pour lutter contre la grippe aviaire?
Pour ce qui a trait à l'Europe, lors de notre dernier entretien
concernant cette problématique en cette commission, je vous avais
interrogé sur l'état d'avancement des politiques de coordination à
l'échelle européenne. De retour d'un Conseil européen, vous nous
aviez alors exposé votre déception quant à l'avancée de l'Union à ce
propos. Qu'en est-il aujourd'hui? Quelles avancées concrètes l'Union
a-t-elle pu produire? J'apprends à l'instant que vous y avez déjà
répondu. Je ne manquerai donc pas de lire le compte rendu.
Dans le même ordre d'idées, je vous interrogeais sur l'action de
coordination et d'information produite par l'Union dans sa politique
contre les risques de pandémie. Je faisais alors référence au Centre
européen de Stockholm, dépendant de la Commission et installé
depuis peu, dont les missions sont précisément celles-là. Ce centre
n'était pas apparu comme remplissant concrètement ses missions
depuis le début de la crise et vous comptiez prendre vos informations.
Pouvez-vous m'en dire davantage à ce stade?
En outre, l'Europe a procédé à une aide multilatérale à hauteur de
80 millions d'euros. En ce qui concerne les pays qui en ont besoin
dans le cadre de cette problématique de la grippe aviaire, une
01.10 Denis Ducarme (MR): De
aanstelling van een Commissaris
influenza en de versnelde aankoop
van voorraden antivirale
geneesmiddelen door ons land
hebben de bevolking
gerustgesteld.
Toch vraag ik me af in hoeverre
het onderzoek de opmars van de
ziekte kan bijbenen, nu bekend is
geraakt dat het virus in bepaalde
gevallen resistent wordt tegen het
geneesmiddel. Blijft Tamiflu een
voldoende doeltreffend middel om
de vogelgriep te bestrijden?
Welke concrete vooruitgang heeft
de Europese Unie geboekt op het
stuk van de coördinatie? Men zegt
me dat u al op die vraag heeft
geantwoord. Ik zal er het verslag
zeker op nalezen.
Kan u me meer informatie
bezorgen over het Europees
centrum te Stockholm?
Er zouden multilaterale
steunmaatregelen komen voor de
landen die het nodig hebben, voor
een bedrag van 80 miljoen euro. Is
ook een bilaterale samenwerking
gepland op het vlak van de
gezondheid en om die landen
beter voor te bereiden?
Terwijl een aantal Europese
steden, zoals Parijs, over een
preventieplan beschikken, wordt in
ons land blijkbaar niet zo'n
stringente strategie opgesteld. Zal
zo een plan ter bestrijding van een
vogelgriepcrisis er komen?
CRIV 51
COM 838
01/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
coopération est-elle prévue sur le plan bilatéral en matière de santé et
en termes de préparation de ces pays.
Enfin, lors de notre dernier entretien, j'avais fait référence au plan de
prévention français qui prévoyait, au même titre que d'autres pays:
- l'ensemble de la stratégie des pouvoirs publics des stades 1 à 5 de
lutte contre la grippe aviaire;
- un plan coordonné qui reprend l'ensemble des missions des
différents services publics impliqués dans les différents stades de
lutte contre la grippe aviaire, que ce soit à l'échelle animale ou à
l'échelle humaine;
- une réaction aussi du secteur privé en cas de crise grave.
Alors qu'un certain nombre de villes européennes, comme Paris, il y a
quelques jours, se dotent d'un tel plan de prévention et d'une telle
stratégie, je n'ai pas encore pu constater que nous avons développé,
à l'échelle de notre pays, une stratégie aussi rigoureuse. Monsieur le
ministre, qu'en est-il de l'élaboration d'un plan global de prévention
pour lutter contre une crise de grippe aviaire?
01.11 Hilde Dierickx (VLD): (...)
01.12 Rudy Demotte, ministre: Monsieur le président, Mme Dierickx
peut être rassurée. Je suis tout à fait disposé à continuer le débat
ensuite.
Je voudrais synthétiser certaines demandes transversales qui ont été
exprimées. L'une d'entre elles a été posée entre autres par Mme
Genot et avait pour but d'obtenir des indications sur la réalité du
risque encouru.
Peut-on donner des éléments précis d'appréciation? Je vais sortir de
mes notes et vous faire part de ce que j'ai appris dans les réunions
internationales auxquelles je me suis rendu.
Quand vous regardez la récurrence presque mécanique des
pandémies, vous constatez des périodes d'environ quarante ans dans
la reproduction des cycles. On part donc de cette observation, peut-
être empirique mais importante pour tout épidémiologiste, et on
considère qu'on se situe dans une fenêtre de risque. Cette
observation est certaine. Dès lors, en Conseil des ministres
européens de la Santé, nous avons posé la question à la
représentante de l'OMS, le docteur Margaret Chan. Nous lui avons
demandé son appréciation subjective, en tant que scientifique
responsable de ces programmes au sein de l'Organisation mondiale
de la Santé, du risque encouru.
Au Conseil européen, il a été dit que la question ne se posait pas en
termes de possibilité d'éclatement d'une grave crise épidémiologique
mais que la question était de savoir quand, et je me souviens du
diaporama qui avait été projeté. Je viens de consulter, pendant que
vous parliez, un site internet reprenant une autre déclaration de
Margaret Chan dans laquelle il est dit qu'il faut d'urgence mettre en
place des moyens pour améliorer la surveillance, renforcer les
systèmes d'alerte précoce et les capacités en matière de
communications. "Le temps nous est compté", a déclaré le docteur
Margaret Chan.
01.12 Minister Rudy Demotte: Ik
wil een gemeenschappelijk
antwoord geven op enkele
aanverwante vragen. Een ervan
werd onder andere door mevrouw
Genot gesteld met de bedoeling
aanwijzingen over het reële gevaar
te verkrijgen.
Wanneer je de recurrentie van
pandemieën bekijkt, stel je vast
dat de cycli in periodes van
ongeveer veertig jaar verlopen.
We gaan dus uit van die voor elke
epidemioloog belangrijke
vaststelling en op grond daarvan
bevinden we ons in een
risicovenster. Daarom hebben we
tijdens de Europese raad van
ministers van Volksgezondheid
aan de vertegenwoordigster van
de Wereldgezondheidsorganisatie,
dokter Margaret Chan, gevraagd
ons haar subjectieve mening over
het risico te geven.
Dokter Margaret Chan heeft
verklaard dat de tijd dringt.
Daarom moeten we handelen
alsof het vijf vóór twaalf is, ook al
breekt er misschien geen
pandemie uit.
Wat de
te nemen
voorzorgsmaatregelen betreft, wijs
01/02/2006
CRIV 51
COM 838
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
Aussi, je pense que nous devons faire, même si la crise pandémique
n'éclate pas, comme s'il était moins cinq!
Il vaut mieux partir d'un principe de précaution que de faire comme si
ce que les scientifiques nous donnent à connaître aujourd'hui était
purement spéculatif.
Deuxièmement, s'il faut prendre des précautions, de quelle nature
seront-elles? Plusieurs d'entre vous ont posé cette question.
Faut-il constituer des stocks d'inhibiteurs de la neuraminidase? Au
lieu de parler de Tamiflu et de Relenza, on parle ici d'inhibiteurs. Je
rappelle le principe scientifique. Quand vous avez affaire à un virus, et
le principe vaut pour tous les virus, pour que ce virus puisse gagner
son combat dans le corps humain, il a besoin de pouvoir se
reproduire et si vous inhibez sa capacité à trouver une place
dominante dans l'organisme, vous limitez sa progression ainsi que
son impact. C'est là tout le principe des inhibiteurs, principe qui nous
conduit à prendre une décision.
Les inhibiteurs ont une fonction qui n'agit pas à titre préventif. Nous
sommes dans un contexte qui implique qu'on prenne ces inhibiteurs
quand on est en situation de risque. Cela me fait dire que le message
doit être clair par rapport aux médecins prescripteurs,
indépendamment de la question des stocks: on ne doit pas, à titre
préventif, avoir sur soi une boîte de Tamiflu et avaler un comprimé
par jour! C'est inefficient et c'est même dangereux! D'une part, cela
revient à utiliser une cartouche alors que ce n'est pas un besoin.
D'autre part, étant donné que celui qui prend cette molécule n'est pas
nécessairement celui qui en a besoin, on court le risque d'épuiser,
dans les stocks, la matière utile à ceux qui en ont besoin.
Cela m'amène à poser une autre question relative aux stocks. Quel
est le niveau de stock souhaitable? Cette question est extrêmement
délicate. A l'échelle mondiale, quelle est la variation des stocks
d'inhibiteurs de neuraminidase, quel que soit le produit? Cela varie de
0 à 50% d'un pays à l'autre. Nous nous tournons de ce fait vers
l'OMS. L'OMS n'a jamais donné d'indication précise; elle recommande
un taux de 25% mais n'en fait pas une norme. C'est donc devenu une
référence au niveau européen, sans être une norme obligatoire. C'est
un consensus qui nous invite à tendre vers les 25%.
En ce qui concerne le débat Tamiflu Relenza, en Belgique, nous
n'avons pas unilatéralement tranché en faveur du Tamiflu. Nous
avons également des stocks de Relenza, qui sont moindres car ils
sont réservés à l'usage pédiatrique. Monsieur le président, vous y
êtes sensible, on en a déjà parlé; nous savons que certains effets
pédiatriques sont intéressants à exploiter.
Disposons-nous d'indications sur les contre-effets liés à ces
molécules? Tous les inhibiteurs de neuraminidase ont des contre-
indications. C'est précisément la raison pour laquelle, lorsque nous
nous sommes adressés à nos scientifiques en Belgique, nous avons
préconisé d'avancer vers 30%, un peu au-delà des 25% de référence.
Cependant, nous leur avons demandé de ne pas avoir une couverture
trop élevée non plus car c'est doublement inutile. Premièrement, il
faut toujours mettre dans la balance les effets positifs d'une molécule
et les contre-indications. Deuxièmement, les études internationales
ik erop dat de inhibitoren niet
preventief werken maar in een
crisissituatie moeten worden
ingenomen. Los van de kwestie
van de voorraden moeten we de
voorschrijvende artsen duidelijk
maken dat Tamiflu niet preventief
moet worden voorgeschreven en
dat het geen zin heeft een tablet
per dag te slikken! Dat haalt toch
niets uit en is bovendien
gevaarlijk!
De WGO heeft nooit precieze
aanwijzingen gegeven over de
wenselijke omvang van de
voorraad. Zij beveelt een voorraad
van 25 procent aan, maar vaardigt
dat niet uit als norm. In België
hebben wij niet eenzijdig voor
Tamiflu gekozen. Wij beschikken
eveneens over voorraden van
Relenza, die minder groot zijn
omdat zij enkel voor pediatrisch
gebruik zijn bestemd.
Alle neuraminidase-inhibitoren
hebben contra-indicaties. Daarom
pleiten wij voor een voorraad die
ietwat hoger ligt dan het
referentiecijfer van 25 procent.
Internationale studies hebben
aangetoond dat die
geneesmiddelen niet in 100
procent van de gevallen
doeltreffend zijn; zij zouden een
gunstige werking hebben in
ongeveer 75 procent van de
gevallen.
In dit stadium kunnen we de vraag
betreffende de mogelijke
aanpassing van de virusstam aan
de virusremmers niet
beantwoorden, maar hoe dan ook
beschikken we, in afwachting van
het vaccin, niet over andere
wapens. Daarnaast beschikken we
echter ook over relatieve wapens,
namelijk preventiemaatregelen.
Maatregelen inzake de ophokplicht
kunnen enkel in overleg met de
Europese Unie worden genomen.
Het probleem met de vaccinaties
is hun identificatie. Vandaag
bestaat op het Europese niveau
CRIV 51
COM 838
01/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
ont démontré que ces médicaments ne sont pas efficaces dans 100%
des cas; en fait, ils seraient bénéfiques dans environ 75% des cas.
Evidemment, ce n'est pas non plus la ceinture de sécurité que l'on
porte en voiture qui garantit qu'en cas d'accident, on en sort indemne
même s'il y a des airbags et un système de protection très
sophistiqué!
Le risque zéro en matière de santé est une illusion avec laquelle nous
voulons tous vivre comme un idéal et je pense que nous avons intérêt
à vouloir tendre vers cela. Mais c'est une illusion si on y croit sans
prendre des mesures de précaution.
Dernière question en relation avec les stocks: y a-t-il aujourd'hui une
forme d'acclimatation de la souche virale aux inhibiteurs?
Il est encore tôt pour répondre à cette question. Des études
scientifiques vont dans des sens contraires. Mais ce qui est sûr, c'est
que c'est la seule arme dont nous disposons pour le moment dans
l'attente du vaccin. Toutefois ce n'est pas la seule arme dans l'absolu
car des armes relatives doivent être utilisées en même temps. C'est
la raison pour laquelle nous promouvons le port du masque dans les
circuits professionnels ainsi que le port de gants car les mesures
d'hygiène des mains sont fondamentales dans la transmission des
pathologies.
On ne peut pas vivre avec l'illusion, comme un commentateur de
télévision que j'ai vu récemment sur une chaîne française avec sa
boîte de Tamiflu en poche, que l'on se protège de tous les malheurs
du monde.
J'ai terminé pour tout cet aspect transversal qui était abordé par un
certain nombre d'entre vous. Il reste encore quelques questions plus
précises. M. Ducarme constatera que j'ai répondu à nombre de ses
questions dans le cadre de l'exposé que je viens de faire. Comme je
m'y suis engagé, je reviendrai devant cette commission faire état de
l'évolution de la situation et répondre aux différentes questions qui
pourraient être déposées entre-temps.
J'aborde à présent les questions qui restent ouvertes, notamment
concernant les mesures de "containment" par rapport aux différentes
volailles et à la vaccination. Je pense que nous ne pouvons rien
décider dans ce domaine-là qui ne soit pas en coordination avec
l'Union européenne.
Quant aux vaccins, vous avez tous compris que le problème, ce n'est
pas leur usage mais leur identification. Nous n'avons pas encore
aujourd'hui le vaccin de référence à l'échelle européenne. De plus,
une fois en possession de ce vaccin, pour entrer dans la logique qui a
été décrite tout à l'heure, faut-il encore avoir une coïncidence des
méthodologies utilisées à l'échelon de l'Union européenne. Nous ne
pouvons pas nous engager dans une traçabilité distincte de celle de
nos voisins. Je pourrais avoir le même raisonnement sur le
"containment" et les mesures d'enfermement des volailles. Nous ne
pouvons rien décider chez nous qui ne soit pas lié à cela.
Je pense ainsi avoir fait le tour des grandes questions. Je reste à
votre disposition si vous souhaitez être informés sur des points précis.
nog geen referentievaccin.
Als u dat wenst, kan ik u de
schriftelijke versie van mijn
antwoorden op de gestelde vragen
bezorgen.
01/02/2006
CRIV 51
COM 838
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
J'ai en ma possession les réponses écrites aux questions qui m'ont
été posées. Si vous le désirez, je pourrais faire remettre à chacun
d'entre vous la totalité des réponses. Vous pourrez ainsi les lire et, si
nécessaire, revenir ultérieurement sur le sujet.
De voorzitter: Iedereen heeft het recht om te repliceren. Ik roep ertoe op om de replieken zeer kort te
houden, gezien de uitvoerigheid waarmee het onderwerp tot nu toe werd behandeld.
01.13 Hilde Dierickx (VLD): Mijnheer de voorzitter, de minister heeft
voor het grootste deel geantwoord op mijn vragen in verband met
Tamiflu.
Mijnheer de minister, ik wil toch nog een bijkomende vraag stellen.
Wij hebben vandaag of gisteren via de media vernomen dat Tamiflu
ook wordt aanbevolen door Europa voor kinderen tot twaalf jaar. Dat
was eerst enkel nog in de States aanbevolen.
Bestaat het gevaar niet, wanneer dat op die manier wordt aanbevolen,
dat mensen toch aan Tamiflu geraken?
Dat heeft twee nadelen. Ten eerste, er wordt van de voorraad
gebruikt, terwijl dat eigenlijk niet nodig is. Ten tweede, mensen zullen
toch Tamiflu innemen op een moment dat het niet nodig en dus
inefficiënt is.
Zult u, als minister van Volksgezondheid, maatregelen nemen ten
opzichte van de media om dat te verhinderen?
01.13 Hilde Dierickx (VLD):
Nous avons appris par les médias
que les autorités de l'Union
européenne recommandent aussi
le Tamiflu pour les enfants de
moins de douze ans. Cette
recommandation ne risque-t-elle
pas d'inciter les gens à stocker le
Tamiflu ou à le consommer sans
que cela soit nécessaire ou
efficace? Le ministre envisage-t-il
d'attirer l'attention de nos
concitoyens sur ce double risque
par médias interposés?
01.14 Rudy Demotte, ministre: Il faut être très prudent sur le
Tamiflu. D'abord, j'ai dit que nous disposions de stocks de Relenza
avec un usage pédiatrique.
Ensuite, le comité scientifique nous demande d'agir selon une logique
très conservatoire à ce sujet. Je voudrais donc vous rassurer.
01.14 Minister Rudi Demotte:
We moeten met Tamiflu
voorzichtig omspringen. We
beschikken over een voorraad
Relenza die voor de kinderen is
bestemd. Het wetenschappelijk
comité vraagt ons trouwens ter
zake erg behoedzaam tewerk te
gaan.
01.15 Denis Ducarme (MR): Monsieur le ministre, je voudrais
revenir brièvement sur ce que je nommais plan national de prévention
et de crise, tel que d'autres pays l'ont élaboré, tel qu'il a été rédigé
noir sur blanc, tel qu'il a pu être rendu public dans d'autres pays. Soit,
je fais une erreur, soit ce plan existe et je n'ai pu y avoir accès. Dans
des pays comme la France, lors des stades les plus critiques de la
crise, l'ensemble des attitudes et des comportements que doivent
adopter le personnel médical, l'armée, la police, les hôpitaux, les
écoles, le secteur privé ou des transports est précisé. Chacun sait à
l'avance, les citoyens savent à l'avance de quelle manière il faudra
répondre à la crise. Je suis d'accord avec vous sur le principe de
précaution: il faut se préparer au pire. Ce n'est pas être défaitiste, ce
n'est pas appeler de ses voeux une épidémie de grippe aviaire en
Belgique d'être préparé au pire. Dans cette optique, je voulais vous
demander si, en dehors des contacts que le commissaire "grippe
aviaire" doit entretenir avec certains services, vous comptiez élaborer
ce plan et le rendre public.
01.15 Denis Ducarme (MR): Ik
zou in het kort willen terugkomen
op wat ik het nationaal preventie-
en crisisplan heb genoemd. Ofwel
vergis ik mij, ofwel bestaat dat
plan en heb ik er geen toegang toe
gekregen. In Frankrijk weet
eenieder van tevoren op welke
manier hij of zij op de crisis moet
reageren. Afgezien van de
contacten die de commissaris voor
de vogelgriep met bepaalde
diensten moet onderhouden, zal u
dat plan uitwerken en openbaar
maken?
01.16 Rudy Demotte, ministre: J'avais abordé ce thème dans la 01.16 Minister Rudy Demotte:
CRIV 51
COM 838
01/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21
note de préambule mais je vais à nouveau préciser les choses. On a
aujourd'hui un bréviaire de protocoles à suivre qui correspond au
premier jet, à la première version d'un plan mais qui n'a pas fait l'objet
d'une déclinaison opérationnelle. En d'autres termes, nous disposons
d'un schéma qu'il faut transformer en plan opérationnel. Ce que nous
avons fait en conseil interministériel de la Santé, c'est nous mettre
d'accord sur la création d'une cellule permanente pour la rédaction de
ce plan. Cela a été confirmé encore ce matin. Douze personnes
équivalent temps plein ont travaillé exclusivement là-dessus.
Ce plan sera terminé pour l'été, dans son aspect purement
opérationnel. Entre-temps, on aura sans doute l'occasion de le mettre
à l'épreuve d'un certain nombre de cas de figure par le biais d'un
exercice. L'exercice ne suit pas le plan parce qu'il y contribue: on va
apprendre des choses de nos échecs éventuels, de nos surprises
agréables et désagréables. Avant de lancer cet exercice, on voulait
qu'il soit bien structuré, on ne voulait pas se livrer à une improvisation.
Ce qui est pire que de ne pas s'attendre au pire, c'est de donner une
mauvaise information.
Même dans les pays qui font de gros efforts de communication, l'art
de la pédagogie est toujours défaillant. Si nous regardons ce qui se
passe chez nous, nous constatons que nous rencontrons un gros
problème quant à l'usage des inhibiteurs de neuraminidase. En effet,
malgré l'information donnée, les prescripteurs n'avaient pas mesuré
l'ampleur des risques que nous courions si nous délivrions trop vite
les stocks disponibles. C'est ainsi que j'ai dû dire publiquement de ne
pas prescrire de Tamiflu dans l'état actuel des choses. Il n'appartient
pourtant pas au ministre de la Santé de donner des indications
précises sur une molécule et sa prescription.
Wij moeten het schema waarover
wij beschikken in een operationeel
plan omzetten. Tegen de zomer
zal dat gebeurd zijn. Intussen
zullen verscheidene scenario's in
het kader van een oefening
worden getest.
Zelfs in de landen die grote
inspanningen op het gebied van
de communicatie leveren, laten de
pedagogische kwaliteiten altijd te
wensen over. Wij hebben een
groot probleem met betrekking tot
het gebruik van de neuraminidase-
inhibitoren. De voorschrijvers
hadden de omvang van de risico's
die wij zouden lopen als wij de
beschikbare voorraden te snel
zouden afleveren, niet goed
ingeschat. Ik heb dan ook
publiekelijk moeten verklaren dat
in de huidige omstandigheden
geen Tamiflu moest worden
voorgeschreven. Het komt de
minister van Volksgezondheid
echter niet toe precieze
aanwijzigingen over een molecule
en het voorschrijven ervan te
geven.
01.17 Zoé Genot (ECOLO): Monsieur le ministre, vous avez dit que
selon la spécialiste de l'OMS, la question n'était pas de savoir si nous
serons confrontés un jour à une pandémie mais bien de savoir quand
nous le serons.
Il y a eu l'épidémie de SRAS en 2003; il y a maintenant la grippe
aviaire. Nous pourrions être confrontés à une autre forme de grippe,
l'année prochaine... (hors micro).
Le Tamiflu pourrait-il être prescrit pour d'autres types de grippe? Avec
quelle efficacité? Quelle est sa date de péremption? En effet, il serait
un peu dommage qu'un stock soit constitué au moment où cette
grippe aura quasiment disparu.
Par ailleurs, je voudrais m'attarder un instant sur la stratégie globale
adoptée à l'égard de nos concitoyens mais aussi des citoyens du
monde. Vous avez dit que Mme Chan avait déclaré que le plus
important était d'améliorer les réseaux de surveillance et de
communication.
Je crains que l'effort fourni au niveau mondial ne soit assez faible par
rapport à l'effort consenti pour nos populations.
(...) (Intervention hors micro).
01.17 Zoé Genot (ECOLO): U
heeft gezegd dat het volgens de
specialiste van de WGO niet de
vraag was of wij ooit met een
pandemie zullen worden
geconfronteerd, maar wel wanneer
dat zou gebeuren. Kan Tamiflu
helpen bij andere vormen van
griep? Is het in dit geval minder
doeltreffend? Wanneer vervalt het
product? Het zou immers jammer
zijn dat er een voorraad wordt
aangelegd op het ogenblik dat die
griep nagenoeg verdwenen is. Ik
maak mij niet alleen zorgen over
de totaalaanpak ten aanzien van
onze medeburgers maar ook
tegenover de burgers in de rest
van de wereld.
01.18 Rudy Demotte, ministre: Madame Genot, je suis d'accord
avec vous. Cependant, je voudrais apporter quelques nuances car il
01.18 Minister Rudy Demotte: Ik
ben het met u eens. Wanneer er in
01/02/2006
CRIV 51
COM 838
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22
arrive que l'on ait raison sans que cela soit de manière absolue.
En ce qui concerne le deuxième aspect de votre question, quand un
feu vient à prendre dans la maison du voisin et que l'on craint que
l'incendie ne se répande, la meilleure façon de se protéger est
d'éteindre le feu dans la maison du voisin et non de placer des
sprinklers chez soi. C'est la même chose pour les pandémies.
La question est délicate car elle est posée de manière théorique. Il
serait intéressant de demander aux Belges s'ils préfèrent constituer
des stocks ici ou donner leurs stocks à d'autres, même s'il s'agit de
stocks de vaccins ordinaires de la grippe. Nous recevons aujourd'hui
un avis selon lequel nous ne courons sans doute pas de risque
majeur de grippe saisonnière et que les vaccins administrés jusque-là
sont suffisants. Par conséquent, on dispose de quelques dizaines de
milliers de vaccins excédentaires. Par ailleurs, l'Arménie connaît
actuellement une vague de grippe et nous demande nos stocks. Le
ministre de la Santé publique peut-il décider, sans délibération
politique sur la question, de donner les stocks à l'Arménie? J'illustre la
situation par des exemples concrets. Je ne bluffe pas, je dépeins le
vécu tel qu'il est.
Deuxième élément concernant la question de Mme Chan et le degré
de préparation des Etats. Elle dit en effet qu'il faut se préparer mais
elle n'a jamais dit qu'il n'y avait que le H5N1. Pour ce type de
pandémie, elle a indiqué que de nombreux candidats de souche H7,
de souche H9 existaient. On a connu des souches comme le H7N7
qui n'étaient pas du tout virulentes mais demain, on pourrait avoir de
nouvelles souches dangereuses pour l'être humain.
Aujourd'hui, on attend de mener la guerre contre un virus: le H5N1.
Néanmoins, ce ne sera peut-être pas celui-là qui trouvera une
recombinaison avec un virus humain. Cela signifie qu'il faudra des
produits d'une certaine souplesse et des technologies de détection et
de prise en charge de crise tenant compte de ces éléments. C'est le
cas des inhibiteurs de neuraminidase qui ont une fonction jouant sur
les souches virales.
het huis van je buurman brand
uitbreekt en gevreesd wordt dat
het vuur zich zal verspreiden,
bestaat de beste manier om zich
te beschermen erin het vuur bij de
buurman te gaan blussen.
Dat geldt ook voor de
pandemieën.
We hebben vandaag nog een
advies ontvangen waarin staat dat
er weinig gevaar bestaat voor een
seizoensgriep en dat de vaccins
die tot heden werden toegediend,
volstaan. Als gevolg daarvan
beschikken we thans over enkele
tienduizenden overtollige vaccins.
Armenië gaat thans gebukt onder
een griepepidemie en wil onze
voorraden aanspreken. Kan de
minister van Volksgezondheid
zonder daarover politiek overleg te
plegen beslissen Armenië die
voorraden te leveren?
Mevrouw Chan stelt dat men zich
moet voorbereiden, maar ze heeft
nooit gezegd dat we enkel voor het
H5N1-virus op onze hoede moeten
zijn. Dat betekent dat we
producten moeten hebben die
diverse varianten helpen
bestrijden, evenals opsporings-,
behandelings- en crisistechnieken
die daarmee rekening houden. De
neuraminidase-inhibitoren beant-
woorden daaraan omdat ze op de
virusstammen inwerken.
01.19 Dominique Tilmans (MR): Monsieur le président, monsieur le
ministre, j'ai dressé un constat à propos duquel je ne sais pas si vous
pourrez apporter une réponse. Le Tamiflu qui était disponible dans les
pharmacies voilà deux, trois mois, avait une validité relativement
courte de six mois. Or le Tamiflu vendu aujourd'hui présente une
validité jusqu'à 2008. Pourquoi?
01.19 Dominique Tilmans (MR):
De Tamiflu-verpakkingen die twee
of drie maanden geleden in de
apotheken konden worden
gekocht, hadden een
bewaartermijn van zes maanden.
De Tamiflu-tabletten die nu
worden verkocht, zijn goed tot in
2008. Vanwaar dat verschil?
01.20 Rudy Demotte, ministre: Cela dépend des stocks qui étaient
en pharmacie, d'une officine publique à une autre. Si, par exemple,
vous aviez des boîtes de Tamiflu relativement anciennes, les dates de
péremption étaient plus proches.
Quelles sont les dates de péremption? Il existe deux types de doses:
les "bulks" les fûts et les doses "per units" les doses
individualisées. Pour ces dernières, la période de validité est de
01.20 Minister Rudy Demotte:
Dat hangt af van de voorraad
waarover de apotheek beschikte.
Als men relatief oude Tamiflu-
verpakkingen had, waren de
vervaldata dichterbij. Er bestaan
trouwens twee soorten verpakking:
de geïndividualiseerde dosissen
CRIV 51
COM 838
01/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
23
quatre ans deux ans, avec la possibilité de doubler cette période
jusque quatre ans. Pour ce qui concerne les doses en "bulk"...
en de vaten.
01.21 Dominique Tilmans (MR): Cela signifie-t-il "en paquet", "en
vrac"?
01.22 Rudy Demotte, ministre: Les doses individualisées sont
conditionnées en paquets; il s'agit de comprimés, de doses que l'on
prend unitairement. Les "bulks" sont des fûts. Pour ce type de
conditionnement, la période de validité est de neuf ans.
01.22 Minister Rudy Demotte: In
vaten kan het product langere tijd
worden bewaard, gedurende
negen jaar om precies te zijn.
01.23 Dominique Tilmans (MR): Il s'agit dès lors de grosses
quantités qui ne sont pas destinées aux particuliers.
01.23 Dominique Tilmans (MR):
Dan gaat het over grote
hoeveelheden die niet voor
particulieren beschikbaar zijn.
01.24 Rudy Demotte, ministre: Il ne s'agit pas de passer avec une
cuillère à café dans les maisons. Le conditionnement prend du temps.
C'est à ce niveau-là que l'armée va nous aider; ce n'est pas André
Flahaut personnellement!
01.24 Minister Rudy Demotte:
De verpakking neemt tijd in
beslag. Daarbij krijgen we dan ook
hulp van het leger.
01.25 Dominique Tilmans (MR): Monsieur le ministre, cela signifie-
t-il qu'il y a une production de Tamiflu à deux vitesses ou est-ce le
conditionnement qui fait la différence?
01.25 Dominique Tilmans (MR):
Verloopt de productie van Tamiflu
tegen twee snelheden of maakt de
verpakking het verschil?
01.26 Rudy Demotte, ministre: Nous disposons actuellement de
doses immédiatement utilisables, pour la toute première ligne. En
attendant que ces doses soient épuisées, les autres sont produites.
La distribution se fait donc en deux temps: les doses conditionnées
sous forme de paquets et les autres qui seront mises sous
conditionnement. Actuellement, des formations ont lieu avec l'armée
française car nous sommes en passe d'acheter une machine
permettant le conditionnement.
Je tiens à ajouter une précision. Nous ne pouvions pas acheter des
doses individualisées pour les 30% de la population à cause des
péremptions. Si l'on achète ce type de dose, les obligations de
rotation dans les stocks sont impayables. Cela coûte plus cher et cela
conserve moins longtemps. Cela fait effectivement vivre l'industrie
pharmaceutique mais l'efficacité n'y était pas. Nous avons dû acheter
un certain nombre de doses immédiatement utilisables pour la
première ligne de soins, par exemple les médecins, etc. et les bulks
pour les groupes-cible, à savoir les personnes faibles, âgées,
immunodéficientes, etc. Ce sont ces personnes qui bénéficieront en
premier des produits.
Les délais de mise en doses individuelles sont relativement courts.
Nous y travaillons actuellement. Si elle éclate, la pandémie aura lieu
en deux phases: une première vague et ensuite, une deuxième
vague, 40 jours à trois mois plus tard. C'est une observation
commune à toute pandémie. Cela signifie que le produit sera utilisé
lors de la première vague: c'est la "digue". Lors de la deuxième
vague, nous espérons ne plus devoir utiliser les antiviraux mais bien
un vaccin. Les problèmes qui se posent sont la production dans les
délais mais aussi le fait qu'un vaccin injecté ne fonctionne pas du jour
au lendemain. Il nécessite un délai d'environ dix jours qui vous
garantit d'être immunisé contre la souche virale.
01.26 Minister Rudy Demotte:
Momenteel beschikken we over
dosissen die onmiddellijk kunnen
worden toegediend en die het ons
mogelijk maken de verpakking van
andere dosissen uit te stellen. De
termijn binnen dewelke individuele
dosissen worden aangemaakt, is
relatief kort. Als de pandemie
uitbreekt, gebeurt dat zoals
gebruikelijk in twee golven. Tijdens
de tweede fase hopen we vaccins
te kunnen toedienen. De
problemen die rijzen, betreffen niet
alleen de tijdige productie maar
evenzeer het feit dat een vaccin
pas ongeveer tien dagen na de
toediening begint te werken.
01/02/2006
CRIV 51
COM 838
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24
De voorzitter: Dames en heren, geachte collega's, we moeten nu absoluut het debat over de vogelgriep
afsluiten. Ik denk dat het diepgaand was en dat iedereen ruim de vragen heeft kunnen stellen. We hebben
een zeer omstandige inleiding gekregen van de minister en we sluiten hier dat punt af.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Actualiteitsdebat over de dioxineproblematiek en samengevoegde vragen van
- mevrouw Karin Jiroflée aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "het verhoogde
dioxinegehalte in varkensvet" (nr. 9997)
- de heer Patrick De Groote aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de dioxine in
varkensvet" (nr. 10001)
- de heer Miguel Chevalier aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
verontrusting over de dioxineverontreiniging" (nr. 10027)
- de heer Koen Bultinck aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "dioxines in
varkensvet" (nr. 10063)
- de heer Paul Tant aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de recent opgedoken
dioxineproblematiek" (nr. 10133)
02 Débat d'actualité sur la problématique de la dioxine et questions jointes de
- Mme Karin Jiroflée au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "les taux de dioxine
élevés dans la graisse de porc" (n° 9997)
- M. Patrick De Groote au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "les dioxines dans
la graisse de porc" (n° 10001)
- M. Miguel Chevalier au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "l'inquiétude à
propos de la pollution par les dioxines" (n° 10027)
- M. Koen Bultinck au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "la présence de
dioxines dans de la graisse de porc" (n° 10063)
- M. Paul Tant au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "les problèmes de la
dioxine apparus récemment" (n° 10133)
Ik weet niet of de minister hier ook een inleiding wenst te geven?
02.01 Minister Rudy Demotte: Dat is misschien gemakkelijker, dan
kunnen achteraf de vragen worden gesteld.
Monsieur le président, tout d'abord, je ferai un tout petit résumé afin
que chacun soit au même niveau. Le 24 janvier 2006, les autorités
néerlandaises informent l'AFSCA de la présence de dioxine dans de
la graisse animale destinée à l'alimentation animale aux Pays-Bas.
L'échantillon incriminé a été prélevé le 15 décembre 2005 par les
autorités néerlandaises dans un lot en provenance de la Belgique.
Donc, on notifie ce fait le 24 janvier sur la base de cet échantillon.
L'Agence a immédiatement démarré une enquête auprès du
fournisseur de la graisse.
L'enquête comprend deux parties différentes:
1. identifier la cause de la contamination;
2. définir l'étendue de la contamination.
Les outils utilisés pour identifier la cause d'une telle contamination
sont, d'une part, l'analyse d'échantillons témoins et, d'autre part, les
données analytiques, par exemple le profil chimique des dioxines.
C'est l'empreinte digitale des dioxines qui permet de les identifier.
Selon l'enquête administrative, il apparaît que toute la graisse
concernée par cet incident provient de PB Gelatins. Le seul client de
02.01 Minister Rudy Demotte:
Op 24 januari 2006 hebben de
Nederlandse autoriteiten het
Agentschap meegedeeld dat zij
dioxine hadden aangetroffen in vet
dat afkomstig was uit België. Het
Agentschap is onmiddellijk met
een onderzoek gestart bij de
leverancier van het vet teneinde
de oorzaak van de besmetting te
achterhalen en de omvang ervan
te kunnen inschatten. Het blijkt dat
al het desbetreffende vet
afkomstig is van PB Gelatins. De
enige klant van dat soort vet was
Profat NV (het voormalige
Verkest) in Deinze. De
desbetreffende vetten werden aan
vier Belgische fabrikanten en één
Nederlandse fabrikant geleverd.
Dank zij de verplichte registratie
van de verkoop van dierenvoeding
bij die fabrikanten konden de
betrokken bedrijven worden
geïdentificeerd. Het FAVV heeft
CRIV 51
COM 838
01/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25
cette sorte de graisse était Profat NV (ex Verkest) à Deinze.
Dans le cas présent, quatre fabricants belges (Algoet voeders,
Klaassen, Leroy et Scherrens) et un fabricant hollandais (Bouman)
ont reçu les fameuses graisses litigieuses. L'enregistrement
obligatoire des ventes d'aliments pour animaux auprès de ces
fabricants a permis d'identifier les 399 exploitations concernées: 358
exploitations de porcs, 40 exploitations avicoles et 1 exploitation
d'élevage de lapins.
L'AFSCA a également saisi certaines carcasses encore présentes
dans les abattoirs, à titre conservatoire.
eveneens bewarend beslag gelegd
op sommige karkassen die zich
nog in de slachthuizen bevonden.
Alle bedrijven die vet verhandelen of verwerken voor veevoeders
moeten getuigstalen bijhouden. Het FAVV liet op 25 januari 2006
getuigstalen van Profat, PB Gelatins en van een aantal
veevoederfabrikanten analyseren. Op 27 januari 2006 waren de
eerste analyseresultaten beschikbaar. Uit die resultaten bleek dat de
contaminatie terug te voeren was op PB Gelatins gezien een
getuigstaal van dat bedrijf positief was.
Het profiel of de fingerprint van de dioxine die werd aangetroffen in
het vet kon oorspronkelijk niet worden thuisgebracht. Het FAVV zocht
contact met verschillende experts in binnen- en buitenland maar die
gaven geen uitsluitsel.
Toutes les entreprises qui
négocient ou traitent de la graisse
entrant dans la fabrication
d'aliments pour bétail doivent
conserver des échantillons
témoins. Le 25 janvier, l'AFSCA a
demandé l'analyse d'échantillons
des sociétés Profat, PB Gelatins et
d'autres fabricants. Le 27 janvier,
les premiers résultats des
analyses ont montré que la
contamination provenait de chez
PB Gelatins.
Le profil dioxine dans la graisse
n'a initialement pas pu être
identifié. Les experts belges et
étrangers n'ont pas pu se
prononcer définitivement.
Quand, le 27 janvier 2006, il est apparu que la contamination se
situait vraisemblablement chez PB Gelatins, l'Agence y a envoyé des
inspecteurs pour analyser le processus de production. L'inspection a
défini qu'une cause de contamination possible était l'usage d'esprit-
de-sel, l'acide chlorhydrique (HCI), pour l'extraction de graisse à partir
des os. Le 28 janvier, des contacts ont été pris avec le producteur
d'esprit-de-sel Tessenderlo Chemie.
De inspectie heeft bepaald dat het
gebruik van zoutzuur,
chloorwaterstofzuur (HCl), om vet
uit beenderen te winnen, een
mogelijke oorzaak van de
besmetting was. Op 28 januari
werd contact opgenomen met de
producent van het zoutzuur,
Tessenderlo Chemie.
Op 29 januari deelde Tessenderlo Chemie mee dat er inderdaad
dioxines werden gevormd bij de productie van zoutzuur. Het profiel
van deze dioxines stemde overeen met het profiel van de dioxines die
werd aangetroffen in het vet. Later, dezelfde dag, werden de
verantwoordelijken van Tessenderlo Chemie geconvoceerd op het
FAVV voor verder onderzoek.
Le 29 janvier, Tessenderlo
Chemie a signalé avoir observé la
formation de dioxines lors de la
production d'acide chlorhydrique.
Leur profil correspondait à celui
des dioxines détectées dans la
graisse. Plus tard dans la journée,
les responsables de Tessenderlo
ont été convoqués auprès de
l'AFSCA en vue d'un complément
d'information.
De cette enquête, il est apparu que les filtres à dioxine utilisés pour la
production d'esprit-de-sel (HCl) avaient été défectueux lors de leur
usage pendant la période du 6 au 28 octobre 2005. De l'esprit-de-sel
Uit die studie is gebleken dat de
dioxinefilters die bij de productie
van zoutzuur (HCI) werden
01/02/2006
CRIV 51
COM 838
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
26
contaminé par la dioxine avait été utilisé par PB Gelatins et a ainsi
causé la contamination de la graisse et, dans une plus faible mesure,
de la gélatine.
gebruikt, van 6 tot 28 oktober 2005
defect zijn geweest. Het met
dioxine besmette zoutzuur werd
vervolgens door PB Gelatins
verwerkt, waardoor het vet, en in
mindere mate ook de gelatine,
verontreinigd raakten.
Ik kom tot de evaluatie van het risico voor de volksgezondheid.
Op 28 januari vergaderde een groep deskundigen van het WIV, de
FOD Volksgezondheid, het FAVV en de professoren Willems en
Daenens om, op basis van de gegevens van het FAVV, een eerste
inschatting te maken van het risico voor de volksgezondheid. Hun
conclusie was dat dit incident zou leiden tot een kleine piek in de
dioxinebelasting waaraan de bevolking blootgesteld is zonder invloed
voor de volksgezondheid. Ze wezen evenwel op het grote belang van
het detecteren van dergelijke bronnen van contaminatie en van het
nemen van maatregelen om dit in de toekomst te elimineren. Er werd
aan het FAVV gevraagd om op basis van een model de mogelijke
blootstelling van individuele consumenten te ramen. Het resultaat van
die raming bevestigt de conclusies van de experts.
Le 28 janvier, un groupe d'experts
s'est réuni afin de procéder, sur la
base des données de l'AFSCA, à
une évaluation du risque pour la
santé publique. Les experts en ont
conclu que cet incident avait
provoqué un léger pic de pollution
par la dioxine sans, toutefois, que
cela ait la moindre influence sur la
santé publique. A leurs yeux, il est
extrêmement important de
détecter de telles sources de
contamination comme il est crucial
de prendre des mesures pour
éviter que des incidents analogues
ne se reproduisent. Il a été
demandé à l'AFSCA d'évaluer, par
le biais d'un modèle, l'exposition
possible de consommateurs
individuels. Cette estimation
confirme les conclusions des
experts.
Mesures prises pour éliminer cette contamination à la dioxine de la
chaîne alimentaire.
Dès le 25 janvier 2005, à chaque signe de contamination, l'Agence a
pris des mesures conservatoires pour éviter que la contamination à la
dioxine ne pénètre dans la chaîne alimentaire.
- Tessenderlo Chemie a dû arrêter la livraison d'esprit-de-sel.
- PB Gelatins a vu le blocage de toute sa production et a procédé au
retrait volontaire du marché des gélatines produites pendant la
période à risque.
- Profat a vu le blocage des réservoirs contenant de la graisse pour
l'industrie des aliments composés.
- Les exploitations agricoles contenant des animaux et possédant des
aliments potentiellement contaminés ont été placées sous
surveillance: il leur a été interdit de faire abattre ou de mettre leurs
produits sur le marché.
- Les carcasses en provenance d'exploitations toujours présentes
dans les abattoirs ont fait l'objet d'une saisie conservatoire.
Ces différentes mesures ne pourront être levées qu'après qu'il aura
été démontré que la gélatine, la graisse, les animaux, les produits
d'animaux répondent aux normes en vigueur en matière de dioxine.
Valeurs trouvées sur base des échantillons:
Tessenderlo Chemie, PB Gelatins
en Profat hebben maatregelen
genomen om die verontreiniging
van de voedselketen door dioxine
tegen te gaan. Landbouwbedrijven
waar dieren aanwezig zijn en waar
mogelijk besmette
voedingsmiddelen werden
gebruikt, werden onder toezicht
geplaatst. Op verdachte karkassen
die nog in de slachthuizen lagen,
werd bewarend beslag gelegd.
Die waaier van maatregelen kan
pas worden opgeheven van zodra
wordt aangetoond dat de gelatine,
het vet, de dieren en de dierlijke
producten aan de geldende
dioxinenormen voldoen.
- gelatine: één staal met 2,8 picogram per gram vet;
- het vet geleverd door PB Gelatines had een maximale waarde van
Un échantillon de gélatine
contenait 2,8 picogrammes par
CRIV 51
COM 838
01/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
27
900 picogram per gram vet;
- het vet geleverd door Profat had een maximale waarde van 400
picogram per gram vet.
De eerste resultaten van de dieren zelf zijn gunstig, maar het is nog te
vroeg om daaruit conclusies te trekken. We hebben al de resultaten
van twaalf varkens die helemaal in orde zijn en van een pluimveestal
dat ook helemaal in orde is.
gramme de graisse. La graisse
fournie par PB Gelatins présentait
une valeur maximale de 900
picogrammes par gramme de
graisse tandis que la graisse
fournie par Profat présentait une
valeur maximale de 400
picogrammes par gramme de
graisse.
En ce qui concerne les animaux
eux-mêmes, les premiers résultats
sont favorables. Il s'agit
d'échantillons de douze porcs et
d'un échantillon de volaille.
Toutefois, il est encore tôt pour en
tirer des conclusions.
Quelques éléments à retenir à ce stade de notre analyse.
Men kan geen vergelijking maken met de dioxinecrisis van 1999, want
nu is het incident zeer gelimiteerd in tijd, in contaminatiegraad en in
hoeveelheden.
Il ne sert à rien d'établir un
parallèle avec la crise de 1999 dès
lors qu'aujourd'hui, l'incident est
très limité en termes de durée, de
degré de contamination et de
quantité.
La gestion d'incidents s'est faite sans commune mesure avec la crise
de 1999. Il a fallu 5 jours pour détecter la source de contamination à
l'Agence alors qu'en 1999, il a fallu près de 4 mois de recherche.
Ce résultat est notamment dû à la mise en pratique des
recommandations - ce qui répond à des questions qui ont été posées
par d'aucuns -, de la commission parlementaire d'enquête dioxine:
1. le rejet des matières à risques;
2. l'analyse systématique des substances critiques;
3. le renforcement de la traçabilité.
Het beheer van dit incident binnen
de voedselketen valt niet te
vergelijken met de crisis van 1999.
Op amper vijf dagen werd de bron
van de besmetting achterhaald,
terwijl het onderzoek in 1999 bijna
vier maanden aansleepte. Dit
resultaat valt onder andere toe te
schrijven aan de toepassing van
de aanbevelingen van de
parlementaire onderzoeks-
commissie "Dioxine", met name
het niet langer gebruiken van
risicostoffen, de systematische
analyse van gevaarlijke stoffen en
de versterking van het systeem
van de traceerbaarheid.
Men kan zeggen dat er een uiterst goede samenwerking bestaat op
internationaal niveau. We hebben zelfs felicitaties gekregen van de
Europese Unie en van ons buurland Nederland.
Dioxine-incidenten zijn niet nieuw en dit niet alleen in België. Ik heb
een lijst van incidenten met betrekking tot dioxine. Ik zal ze voorlezen,
want ik denk dat dit interessant is voor de commissieleden.
Ik begin met een eerste besmetting in 1997 in de Verenigde Staten
door de contaminante kaoliniet. Het ging hier om voeder voor
pluimvee.
La collaboration au niveau
international est excellente. Nous
avons reçu les félicitations de
l'Union européenne et des Pays-
Bas. Les incidents liés à la dioxine
ne sont d'ailleurs pas nouveaux et
ne se limitent pas à la Belgique.
Ainsi, des aliments pour volailles
avaient été contaminés aux Etats-
Unis en 1997.
En 1997-1998, en Allemagne et au Brésil, des pulpes de citron ont
01/02/2006
CRIV 51
COM 838
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
28
contaminé des aliments pour bétail.
En Allemagne, en 1999, des traces de dioxine ont été trouvées dans
la kaolinite destinée à des aliments minéraux. La contamination s'est
donc produite via l'argile dans laquelle on trouve des reliquats de
dioxine. Une deuxième crise s'est également produite en Allemagne
en 1999. Des traces de kaolinite ont été relevées dans des aliments
pour volailles.
En Belgique, en 1999, des traces de dioxine ont été retrouvées dans
de l'huile recyclée utilisée dans des aliments pour animaux.
En Espagne et en Allemagne, en 2000, des pré-mélanges ont été
intoxiqués par du chlorure de choline.
En Allemagne et en Turquie, en 2000, on a trouvé de l'oxyde de zinc
avec des traces de dioxine dans des aliments pour animaux.
Aux Etats-Unis et en France, en 2002, on a retrouvé du SGM-minéral,
du Carbosan-minéral (autrement dit de la dioxine) dans des additifs,
compléments alimentaires, pré-mélanges et "turf" pour porcelets.
En Allemagne, en 2003, on a retrouvé des traces de dioxine dans des
déchets de boulangerie séchés destinés à des aliments composés
pour animaux.
En Allemagne, en 2004, des sous-produits de pommes de terre
contenant de la dioxine ont contaminé des aliments pour bétail.
Nu enkele woorden over de verantwoordelijkheid van de verschillende
operatoren. Na de dioxinecrisis van 1999 werd een grondig debat
gevoerd over de verantwoordelijkheden, op nationaal en Europees
niveau. Daaruit kwam verordening 178/2002 onder de General Food
Law, die bepaalt dat er eerst een autocontrole moet gebeuren. De
producent is dus verantwoordelijk voor de veiligheid van zijn
producten. Dat betreft de controle van het proces en de veiligheid van
de producten. De producent moet de nodige garantie bieden om
veilige producten op de markt te brengen.
Thans kom ik tot de controle op de autocontrole. De overheid doet
aan monitoring ten einde de grote risico's voor de volksgezondheid op
te sporen. Het is niet de taak van de overheid garanties te bieden voor
alle producten die zich op de markt bevinden. Dat is de taak van de
producenten. Ik herhaal dat het een illusie is te denken dat er een
nulrisico bestaat. De overheid moet alle producten kunnen controleren
op alle mogelijke contaminanten. Het is eerst de taak van de
verschillende bedrijven de regel van de autocontrole in te voeren. De
overheid moet waarborgen dat die autocontrole wordt gecontroleerd
volgens de vastgestelde normen.
Ik zal nog enkele woorden wijden aan het gevaar voor de
volksgezondheid. De mens wordt constant blootgesteld aan dioxines,
voornamelijk via voeding, maar ook via milieuvervuiling. Dioxine vormt
een risico voor de volksgezondheid. Een voorbeeld van een acuut
effect van intoxicatie bij heel hoge dosissen is de Oekraïense
politicus, de heer Joesjtsjenko. Het spijt mij, maar hij is het bewijs dat
het een direct en zeer zichtbaar effect kan hebben. Dergelijke hoge
dosissen werden uiteraard nooit bereikt, ook niet in 1999.
Le débat de fond mené après la
crise de 1999 a débouché sur le
règlement 178/2002, dit "General
Food Law", qui prévoit l'obligation
pour le producteur de contrôler le
processus de production et la
sécurité des produits. Il doit
garantir que les produits sont
commercialisés en toute sécurité.
Les autorités identifient les risques
importants pour la santé par le
biais de monitorings. Ce n'est pas
à elles mais aux producteurs qu'il
incombe d'offrir des garanties pour
l'ensemble des produits
commercialisés. Il est illusoire de
penser que le risque zéro existe
mais les autorités doivent pouvoir
contrôler la présence de
contaminants dans tout produit.
Toutes les entreprises doivent
effectuer un autocontrôle et les
autorités doivent garantir le
contrôle de celui-ci conformément
aux normes fixées.
L'homme est exposé
constamment aux dioxines à
travers son alimentation et
CRIV 51
COM 838
01/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
29
Chronisch effect bij continue blootstelling aan lage dosissen is de
bioaccumulatie. Wegens het chronisch effect worden constant nieuwe
en strenge maatregelen ingevoerd om de blootstelling zoveel mogelijk
te reduceren. De wetenschappers bewijzen dat de dosissen dioxine
die bij onze bevolking aanwezig zijn, verminderen.
Dit incident is natuurlijk ook onaanvaardbaar, want het past niet in het
continu beleid om dioxineblootstelling te reduceren. Om die reden
moeten de mogelijk besmette producten en dieren die nog in de
voedselketen zijn terechtgekomen, worden onderzocht op besmetting.
De reductie van de blootstelling hangt daarvan af.
Voor wat betreft de besmette producten die wel reeds werden
geconsumeerd, heeft een wetenschappelijke risico-evaluatie
aangetoond dat een kleine piekblootstelling, veroorzaakt door het
incident, geen verhoogd risico betekent voor de volksgezondheid.
Uiteraard moet elke verhoogde blootstelling zo veel mogelijk worden
vermeden, vandaar ook de adviezen voor de gematigde consumptie
van vette vis en schelpdieren.
Ik zal besluiten met de monitoring van de overheid.
l'environnement. Des doses de
dioxine très élevées sont de nature
à causer une intoxication.
L'exemple du président ukrainien
Iouchtchenko prouve que cette
intoxication peut avoir des effets
directs et visibles. En cas
d'exposition permanente à de
faibles doses, un effet chronique
peut être induit. C'est la raison
pour laquelle des mesures
nouvelles et
strictes sont
instaurées constamment. Des
études scientifiques montrent que
les doses présentées par notre
population sont en baisse. Dans
cette perspective, l'incident
survenu récemment est
inacceptable. Il est impératif de
soumettre à une analyse les
produits qui se sont retrouvés
dans la chaîne alimentaire afin de
déceler leur contamination
éventuelle.
En ce qui concerne les produits
contaminés qui ont déjà été
consommés, une évaluation
scientifique a montré qu'un léger
pic d'exposition ne présente pas
de risque accru pour la santé
publique. Il convient évidemment
d'éviter autant que possible toute
exposition plus importante. Voilà
pourquoi les coquillages et le
poisson gras doivent être
consommés avec modération.
Le secteur analyse tous les produits pour déceler les PCB. Le
monitoring des autorités s'effectue au niveau d'échantillons sur les
dioxines et les PCB. Les analyses sont calculées de manière à
détecter un incident sérieux de façon certaine.
Comment fonctionne le système de monitoring? S'il y a un
pourcentage dépassant 1% de produit touché par la dioxine, nous
avons 99% de chances de pouvoir le détecter grâce aux
méthodologies actuelles de détection.
Sur l'accident actuel, comparé aux masses de graisses produites, il
est entré une proportion infinitésimale puisque inférieure à 1%. En
fait, statistiquement, on peut dire que l'incident représente une
contamination extrêmement mineure de lots de graisse à destination
d'aliments pour animaux.
De sector analyseert alle
producten op basis van
staalnames om de aanwezigheid
van PCB's op te sporen. Dankzij
het monitoringsysteem kunnen we
in 99 procent van de gevallen
vaststellen of meer dan 1 procent
van het product dioxine bevat. Bij
het huidige incident is de
besmetting verwaarloosbaar klein,
namelijk minder dan 1 procent.
Het is dus geen zwaar incident.
Wat de piekblootstelling betreft, wordt door de wetenschappelijke
risico-evaluatie bevestigd dat er geen gevaar bestaat voor de
Il ressort de l'évaluation des
risques que la santé publique n'est
pas menacée en matière
d'exposition maximale. Le
01/02/2006
CRIV 51
COM 838
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
30
volksgezondheid. Dit probleem werd in Nederland louter toevallig
gedetecteerd na steekproefsgewijze controle.
Wat de positie van het monitoringsysteem van België ten opzichte van
andere lidstaten betreft, kan men zeggen dat België tot de beste
behoort.
Ik zal de heer Vanthemsche antwoorden laten geven in verband met
de interne vergelijking van de kwantiteit van de testen uitgevoerd op
pcb's en dioxines.
problème a été détecté par hasard
aux Pays-Bas. La Belgique
possède un des meilleurs
systèmes de monitoring en
Europe.
Quant aux améliorations et à l'évaluation, j'ai demandé que l'AFSCA
interroge le comité scientifique au sein d'un groupe de travail et
d'experts en toxicologie pour procéder rapidement à l'évaluation du
problème que nous avons connu.
Pour le reste des enseignements, je pourrais tirer un certain nombre
de leçons, dont je ferai part de manière détaillée à la commission la
semaine prochaine. Dès que nous serons en possession de l'avis du
comité scientifique, nous en tirerons de nouvelles leçons par rapport à
des poches d'expertise. Je ne peux évidemment me contenter d'une
première vague d'explications. Ce problème méritera encore une
lecture la semaine prochaine.
Wat de mogelijke bijsturingen en
de evaluatie betreft, heb ik
gevraagd dat het FAVV de kwestie
met het wetenschappelijk comité
in een werkgroep met
deskundigen inzake toxicologie
doorneemt om zo vlug mogelijk tot
een evaluatie te komen. Ik zal de
commissie de andere bevindingen
volgende week meedelen.
De voorzitter: Ik geeft thans de commissieleden het woord voor het stellen van hun vragen waarop de
minister zal antwoorden, waarna de leden nog mogen repliceren.
02.02 Karin Jiroflée (sp.a-spirit): Mijnheer de minister, u hebt een
heel klaar en duidelijke inleiding gegeven en het probleem in zijn
geheel geschetst.
Ik zal dat niet meer herhalen en mij beperken tot een aantal positieve
en minder positieve punten en een paar vragen.
Zoals u zelf hebt aangegeven, bedroeg de hoogste dioxinewaarde in
de genomen stalen 400 picogram toxine-equivalent per gram vet.
Tijdens de dioxinecrisis in 1999 werden er waarden gemeten van
10.000 picogram. We mogen dit incident dus absoluut niet vergelijken
met de crisis van 1999. Degenen die dit tot een groot incident willen
opblazen, zijn volgens mij intellectueel niet helemaal eerlijk.
Er werd snel en correct gehandeld door het FAVV vanaf het ogenblik
dat de besmetting bekend raakte. Er Werden stalen genomen,
bedrijven werden geblokkeerd en bovendien werd de bron zeer snel
gevonden. Er werd ook zeer correct gecommuniceerd door het FAVV
en door de minister zelf. De Europese Commissie schonk terecht
haar vertrouwen aan de nationale voedselautoriteiten.
We moeten volgens mij echter ook even stilstaan bij een paar minder
positieve punten. Het is mogelijk dat er sinds 15 november met
dioxine vervuild varkensvet de fabriek heeft verlaten met certificaat.
Men kan de bedrijven zelf die te goeder trouw handelden moeilijk iets
verwijten.
Ik heb echter begrepen dat de dioxine in België minder gemakkelijk
werd herkend omdat de Belgische testmethode wat beperkter is dan
deze van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit waarbij dioxine
ook werd ontdekt bij een routinecontrole. In België gebruikt men tests
02.02 Karin Jiroflée (sp.a-spirit):
Le ministre a prononcé un exposé
introductif clair. La teneur en
dioxine maximale des échantillons
comportait 400 picogrammes en
équivalent-toxine par gramme de
graisse. Lors de la crise de la
dioxine de 1999, cette valeur
s`élevait à 10.000 picogrammes.
Les deux incidents ne sont donc
pas comparables. L'Agence
fédérale de la sécurité alimentaire
a agi rapidement et correctement
et elle a ensuite communiqué des
informations exactes.
Il est possible que de la graisse
porcine contaminée munie d'un
certificat soit entrée dans le circuit
dès la mi-novembre 2005, de sorte
qu'aucune faute ne peut être
imputée aux entreprises. Les tests
belges sont plus limités que les
tests néerlandais, étant donné que
l'on recherche uniquement la
présence de PCB dans notre pays.
Les tests sur la présence de
dioxines sont plus onéreux, mais
ont démontré leur utilité. Qu'en
pense le ministre?
CRIV 51
COM 838
01/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
31
die alleen zijn gericht op het opsporen van pcb's in tegenstelling tot
Nederland waar men zowel tests op pcb's en op dioxines apart doet.
Onze tests zouden nog dateren van vóór de dioxinecrisis van 1999
toen pcb's en dioxines tegelijk voorkwamen.
Ik heb ook begrepen dat pcb-tests vrij eenvoudig en relatief goedkoop
zijn, terwijl dioxinetests een pak duurder zijn. Deze minicrisis heeft
volgens mij toch wel aangetoond dat het op bepaalde momenten niet
voldoende is om op die manier te werken en dat er naast de
bestaande controles een meer uitgebreide bemonstering op dioxine
zou moeten worden gedaan door het FAVV. Mijnheer de minister, wat
is uw mening hierover?
Een tweede opmerking is dat de verontreiniging via het zoutzuur tot in
de voedselketen kon raken en pas na drie maanden werd ontdekt.
Alle mogelijke besmettingsbronnen, zoals zoutzuur, vereisen volgens
mij dan ook een betere controle, ook al is de kans op verontreiniging
in dat geval klein. Ik pleit dus eigenlijk voor een betere controle in de
productieketen, ook van die nevenproducten, want daar gaat het
eigenlijk om. Zoutzuur is een nevenproduct bij het gebruiken van
dierenbeenderen. Ik denk dat we ook op die nevenproducten een
betere controle moeten garanderen.
Wat is uw mening daarover?
Estime-t-il que le chaîne de
production devrait être mieux
contrôlée, tout en ne perdant
également pas de vue les produits
dérivés?
02.03 Patrick De Groote (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, u hebt daarnet een bijna allesomvattende uiteenzetting
gegeven.
We kunnen de situatie inderdaad zeker niet vergelijken met de
toestand in 1999. Ik stel vast dat het Federaal Agentschap voor de
Veiligheid van de Voedselketen ook de voorbije dagen verklaard heeft
dat het niet systematisch controleert op dioxines. Het gaat om
ongeveer een duizendtal steekproeven per jaar, meer bepaald bij
veevoeders. De steekproeven op pcb's gebeuren uiteraard vaker. De
reden zou zijn dat die gemakkelijker zijn uit te voeren en dat die ook
goedkoper zijn. Misschien ware het in de toekomst wenselijk om meer
systematische controles op dioxines te gaan doen.
Het onderzoek uitgevoerd door het Voedselagentschap, heeft de bron
van de dioxinecontaminatie aan het licht gebracht. Men verwijst naar
Tessenderlo Chemie, waar twee filters gedurende een periode van
een drietal weken niet functioneerden. Dit lijkt mij toch wel een zeer
lange periode. Mijn vraag is dan ook hoe het mogelijk is dat men
dergelijke zaken niet beter kan controleren. Op die manier werd
ongezuiverd zoutzuur afgeleverd. Dit besmet zoutzuur ligt dan aan de
basis van de besmetting van het varkensvet.
Wat de gezondheidszorg betreft, de professoren hebben gesteld dat
de normale consumptie van gelatine leidt tot minder dan 25 procent
van de aanvaardbare dagelijkse inname van dioxines. Dit is dus niet
echt een gevaar voor de volksgezondheid, maar ik denk dat we toch
heel waakzaam moeten blijven.
De voedselketen wordt permanent gecontroleerd op pcb's omdat tot
op heden de vaststelling van dioxine gepaard gaat met de
aanwezigheid van die pcb's. Tessenderlo Chemie heeft al onmiddellijk
02.03 Patrick De Groote (N-VA):
En effet, la situation actuelle n'est
pas comparable à celle de 1999.
L'AFSCA a déclaré que les
contrôles sur la présence de
dioxines ne sont pas
systématiques. Des échantillons
sont surtout prélevés sur les
aliments pour le bétail et les tests
portent sur la présence de PCB. Il
serait préférable à l'avenir de se
concentrer également sur la
présence de dioxines.
L'enquête menée par l'AFSCA a
révélé l'origine de la
contamination. Elle est due au
non-fonctionnement, pendant trois
semaines, des filtres de
Tessenderlo Chimie. Comment
est-il possible que des aspects
aussi essentiels ne soient pas
mieux contrôlés?
Il a été dit qu'une consommation
normale de gélatine ne
représentait qu'une absorption de
dioxines inférieure à 25 pour cent
de la dose journalière admissible
et que, par conséquent, il n'y avait
aucun danger pour la santé
publique. Il nous faut toutefois
01/02/2006
CRIV 51
COM 838
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
32
gezegd dat ze haar filtersystemen gaat verfijnen.
Ik stel ook vast dat in het hele dossier het alarmerende bericht over
het dioxinegehalte in varkensvet eigenlijk in Nederland is vastgesteld
en niet in ons land. Ik stel evenzeer vast dat eenmaal men hier op de
hoogte was van de problemen, dit geleid heeft tot een zeer snelle
opsporing van de bron, waarvoor men terechte felicitaties heeft
gekregen van de Europese Commissie.
Toch heb ik nog een aantal vragen. Ik heb mijn vroeger ingediende
vragen wat moeten aanpassen omdat het tijdstip waarover we kunnen
praten, toch wel twee tot drie weken oud is.
Ik denk dat ook het hoofd van het Federaal Agentschap voor de
Veiligheid van de Voedselketen de vraag gesteld heeft waarom het
zolang duurde vooraleer de Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit
de slechte resultaten doorstuurde of kon doorsturen. Men heeft, als ik
mij niet vergis, twee dagen nodig om dioxines te detecteren. De
staalopnames dateerden van 15 december en de resultaten kwamen
in Nederland binnen op 24 januari.
Ten tweede, overweegt u de controle op dioxines, los van de pcb-
tests, meer sluitend te maken? Is dat uw bedoeling?
Ik weet het niet heel zeker, maar ik vraag het ter verduidelijking. Is het
inderdaad zo dat Nederland alle veevoeder op dioxines controleert?
Of was het een toevalstreffer? Was het werkelijk ook een
zogenaamde steekproef?
Met kennis over de bron van de vervuiling in het achterhoofd, te weten
de bewuste twee filters, zal dat aanleiding geven tot een wijziging van
de regelgeving inzake de veiligheid in de voedselketen?
Ik heb geprobeerd het kort te houden, voorzitter.
rester vigilants. Tessenderlo
Chimie a annoncé que les
systèmes de filtres allaient être
améliorés.
C'est aux Pays-Bas que le
problème a été constaté, bien que
la source ait rapidement été
détectée après que les services
belges aient été informés de la
situation. Pourquoi les services
néerlandais ont-ils attendu aussi
longtemps avant de transmettre
les mauvais résultats à l'AFSCA?
Les échantillons ont été prélevés
le 15 décembre 2005 et ce n'est
que le 24 janvier 2006 que les
résultats ont été connus.
Le ministre compte-t-il renforcer
les contrôles en matière de
présence de dioxines? Les Pays-
Bas contrôlent-ils systématique-
ment les aliments pour le bétail
afin de déceler une éventuelle
présence de dioxines ou peut-on
parler d'effet du hasard? Peut-on
s'attendre à une modification de la
réglementation en matière de
sécurité de la chaîne alimentaire?
De voorzitter: Dank u wel. U bent daar ook in gelukt, mijnheer De Groote.
02.04 Miguel Chevalier (VLD): Mijnheer de minister, ik heb op de
duur de indruk dat er in de politiek twee zaken zijn die altijd
terugkeren: de nachtvluchten en alles wat te maken heeft met de
veehouderij: kippen, varkens, koeien. Dat zijn twee constanten in de
Belgische politiek.
Ik hoor wel, mijnheer de minister, dat iedereen hier zegt dat snel werd
gehandeld en dat de bron snel werd vastgesteld. Dat klopt natuurlijk
voor een stuk. Maar ik meen dat hoe snel wij ook zijn, wij ons er sterk
van bewust moeten zijn dat een besmetting nooit uit te sluiten is. Wij
moeten ook rekening houden met het feit dat er mensen zijn die hun
brood verdienen in die sector. Tegenwoordig is er toch ik heb dat
vorige week direct gemerkt een soort psychose bij die mensen, die
eigenlijk nooit helemaalverdwijnt. Men investeert, men werkt, men
koopt, men verkoopt, maar men blijft steeds met een zekere angst
zitten: op een of andere dag kan ons bedrijf geblokkeerd worden; dan
wordt het misschien wel opnieuw gedeblokkeerd maar moeten wij wel
opnieuw beginnen; dan hebben wij weer kosten gemaakt en hebben
wij weer geïnvesteerd; hoe lang blijven wij safe?
Ik meen dus dat wij toch, in de euforie dat wij heel snel zijn geweest,
02.04 Miguel Chevalier (VLD):
La source a été détectée
rapidement, mais une
contamination n'est jamais exclue.
De nombreuses personnes en
subissent les lourdes
conséquences. Une sorte de
psychose s'est emparée des
éleveurs de bovins parce qu'ils
savent qu'une entreprise peut être
bloquée à tout moment.
Sur la base de quel critère le
ministre a-t-il décidé de bloquer
des entreprises? Existe-t-il un
schéma pour débloquer les
entreprises touchées? Le bétail
sera-t-il détruit ou les animaux
peuvent-ils à nouveau être
commercialisés après le
déblocage?
CRIV 51
COM 838
01/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
33
daar toch goed rekening mee moeten houden.
Ik heb een aantal concrete vragen, mijnheer de minister. Misschien is
het mij ontgaan in uw toelichting, maar wat was het exacte criterium
om het aantal bedrijven dat vandaag geblokkeerd is, te blokkeren?
Op basis van welke gegevens, op basis van welke cijfers heeft men
dat gedaan? Op basis van welke tracés?
In dezelfde lijn, is er nu een tijdsschema vastgelegd voor het
deblokkeren van bedrijven? Wat is de einddatum daarvan?
Wat gebeurt er met de bedrijven die gedeblokkeerd worden?
Betekent dit dat zij opnieuw goederen mogen verhandelen? Betekent
dit dat er opgeruimd wordt?
Wij zijn heel streng inzake de etikettering. Tegenwoordig hangt er bij
de beenhouwer om de hoek een etiket waarop staat vermeld waar het
vlees vandaan komt, waar het versneden is, waar het gekweekt is. In
de volledige voedingsketen zitten er toch een aantal additieven en
nevenproducten waarvan ik meen dat men er zich vragen bij moet
stellen. Als ik zo het verhaal hoor van zoutzuur en gelatine, stel ik mij
echt vragen daarbij. Is dat nu echt nodig, dat er zoutzuur gebruikt
wordt bij de verwerking van varkensbeenderen? Bestaat er geen
andere methode? Zijn er geen andere middelen? Moet men niet op
zoek gaan naar alternatieven bij de samenstelling van veevoeders?
Het wordt allemaal zo sterk gecontroleerd, maar dat blijkbaar niet.
Dan is er dat bedrijf waar men zei dat de filters niet goed
functioneerden, maar eigenlijk moesten die niet functioneren want zij
vallen niet onder die regelgeving, of misschien vallen zij wel onder die
regelgeving, maar dat wordt dan niet getest. Dat vind ik eigenlijk een
zeer diffuus verhaal in het hele verhaal.
Mijnheer de minister met een aantal Vlaamse collega's stellen wij ons
ten slotte de vraag wie wat zal betalen in de hele zaak. Gelukkig zijn
de kosten nog minimaal gebleven. Ik heb echter een persbericht
ontvangen waarin staat dat Tessenderlo Chemie blijkbaar bereid is te
vergoeden. Ik vraag mij dan af binnen welk tijdsbestek dat zal
gebeuren. Zal dat via een verzekeraar, via de parketten of via de
rechtbanken gaan? Hoe zal dat gebeuren? Is het ministerie bereid
voorschotten te leveren? Ik weet het niet, maar ik zou ook op deze
vragen graag een antwoord krijgen.
Ne faut-il pas contrôler davantage
tous les additifs qui sont déjà
présents dans la chaîne
alimentaire? Pourquoi faut-il
utiliser de l'acide chlorhydrique
lors du traitement des os de porcs
et lors de la fabrication de la
gélatine? Ne faudrait-il pas
chercher des solutions de
substitution pour la composition
des aliments pour bétail?
Qui paiera les coûts? Tessenderlo
Chemie est disposée à verser des
indemnités, mais dans quel délai
procédera-t-elle à ce versement?
Le ministre octroiera-t-il des
avances?
02.05 Koen Bultinck (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, ik heb soms de indruk dat politiek bedrijven heel
cynisch is. Ik zal dus een cynische intro maken om in de sfeer te
komen.
Het is toch wel bijzonder symbolisch en bijzonder cynisch dat
uitgerekend de heer Pinxten, die destijds als minister van Landbouw
is moeten opstappen na de hele heisa van de fameuze dioxinecrisis
van 1999, nu ergens in de rand als beheerder van Tessenderlo
Chemie opnieuw een kleine rol speelt. Dat kan toch wel tellen als
staaltje van cynisme in de politiek. Het is een enigszins boude
omschrijving om mijn uiteenzetting in te leiden.
Mijnheer de minister, de tweede vaststelling die ik wil maken, is ook
de bezorgdheid van onze fractie. Ik kan eerlijk gezegd heel goed
02.05 Koen Bultinck (Vlaams
Belang): Je trouve cynique que
M. Pinxten, qui avait dû
démissionner en 1999 à la suite
de la crise de la dioxine, soit à
nouveau impliqué de manière
indirecte dans l'incident, en raison
de ses connexions avec
Tessenderlo Chemie.
Je comprends les frustrations des
éleveurs, qui sont victimes d'une
détérioration de leur image. En
Belgique, l'élevage est un des
secteurs qui exportent le plus.
01/02/2006
CRIV 51
COM 838
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
34
begrijpen dat de mensen uit de veevoeder- en landbouwsector het op
dit moment stilaan meer dan beu zijn dat zij telkenmale worden
opgezadeld met een imagoprobleem, waarvan zij ten gronde niet
eens de schuld zijn. Meestal zitten zij in de slachtofferrol. Ook nu, net
zoals in 1999, zijn zij veeleer slachtoffer dan dader. Zeker omdat de
hele sector ondertussen een hele evolutie heeft ondergaan en een
ernstig systeem van autocontrole heeft opgezet, moeten we in de
commissie durven zeggen deze mening kan zelfs worden gedeeld
over alle grenzen van meerderheid en oppositie heen dat we ons
zorgen moeten maken over dat imagoprobleem. De sector is immers
op het vlak van export heel belangrijk voor ons land.
Een derde element dat ik wil aanhalen, is de communicatie in het
dossier. Het was goed het nieuws kwam ook niet voortijdig dat
heel snel aan de buitenwereld werd gecommuniceerd dat er op dit
moment laat ons niet voorbarig en te enthousiast zijn geen gevaar
is voor de volksgezondheid. Heel concreet blijven een aantal
picogram TEQ per gram vet-gegevens ver onder de gevarenzone en
onder de norm. Op dit moment is er dus geen concreet gevaar voor
de volksgezondheid. Het is dus ook niet nodig om naar waanzinnige
middelen te grijpen, zoals het weghalen van producten uit de
winkelrekken. Gelukkig maar, zou ik zeggen.
In die zin kan terecht worden gesteld dat het huidige dioxine-incident
niet vergelijkbaar is met 1999.
Toch zou ik willen vragen dat is mijn rol als lid van de oppositie dat
wij en zeker de regering niet overmoedig worden. Mijnheer de
minister, het is immers in de feiten gebleken dat het incident in
Nederland aan het licht is gekomen. De heer De Groote stelde al
terecht de vraag of het een toevalstreffer is geweest. Daarbij mag
minimaal een woordje uitleg komen. Waarom vinden onze
Nederlandse noorderburen wat wij niet hebben gevonden? Hoe was
dat mogelijk?
Mijnheer de minister, ik heb een heel concrete vraag over de
technische kant van het dossier.
Wij hebben, op wetenschappelijke gronden, heel lang gedacht dat
pcb's bijna altijd samen met dioxines voorkwamen. Wij weten heel
goed dat was ook het concrete resultaat van de dioxinecommissie
van 1999 dat wij vooral testen op en op zoek gaan naar pcb's en
meestal los van of althans vele minder naar dioxines.
Vandaag moeten wij hier voor de eerste maal heel duidelijk de vraag
durven stellen of het niet nodig zal zijn om de controles bij te sturen.
Ook al weten wij dat de tests heel duur zijn en heel wat minder
praktisch dan de pcb-tests, rijst de vraag of het net nodig zal zijn om
meer accuraat en apart te zoeken naar dioxines, al was het maar om
incidenten zoals het huidige incident te vermijden.
Ik heb nog een concrete vraag, ook al hebt u in uw inleiding
voorzichtig laten blijken dat het iets te voorbarig zou zijn om hierop
concreet in te gaan. Het zou goed zijn als wij op zeer korte termijn de
resultaten van de proefslachtingen in de varkens- en kippensector
zouden kunnen krijgen. Dat zou niet slecht zijn.
Ik heb ook een concrete vraag over het vrijgeven van de bedrijven.
La communication sur cet incident
s'est déroulée de manière très
fluide. Etant donné l'absence de
risques pour la santé publique, il
n'y a pas lieu d'ordonner le rappel
de certains produits. Dans ce
sens, l'incident n'est pas
comparable à la crise de 1999.
Toutefois, nous ne devons pas
nous réjouir trop vite car c'est aux
Pays-Bas que le problème a été
détecté. Pourquoi nos propres
services n'ont-ils pas découvert la
pollution?
On a longtemps pensé que les
dioxines et les PCB allaient
toujours de pair. Cette thèse est-
elle encore défendable à l'heure
actuelle? Faut-il mettre au point
des tests plus précis pour détecter
les dioxines plus efficacement?
J'espère que nous connaîtrons
rapidement les résultats des
abattages sélectifs effectués dans
les différents secteurs. Pour limiter
les conséquences de la crise et le
préjudice économique, il est
important de rouvrir le plus
rapidement possible les
exploitations mises à l'arrêt.
Certaines demandes de
dédommagement introduites en
1999 ne sont toujours pas
clôturées. Comment garantir aux
intéressés que dorénavant, leurs
actions aboutiront plus
rapidement?
CRIV 51
COM 838
01/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
35
Om de crisis tot zijn reële en relatief kleine proporties te kunnen
houden, is het zeer essentieel dat die bedrijven zo snel mogelijk
worden vrijgegeven, al was het maar om de economische schade
voor de hele sector te kunnen beperken. Ik denk dat uw antwoord
daarin cruciaal kan zijn.
Ik besluit met een vaststelling. Iedereen van ons kan dit dossier
blijven opvolgen. Dat is het cynische van het politieke bedrijf. Als
vandaag nogmaals blijkt dat de schadeclaims van de dioxinecrisis van
1999 nog niet eens allemaal zijn afgehandeld, dan is de terechte
vraag, als wij nu terug worden geconfronteerd met schadeclaims,
welke garantie de betrokkenen kunnen krijgen dat het iets sneller zal
gaan dan met de crisis uit 1999. Dit is immers geen prachtvoorbeeld
van een snelle afhandeling. Daarom durf ik u vragen om, zelfs bij een
trage afhandeling van de concrete dossiers uit 1999, toch een stand
van zaken te geven.
02.06 Paul Tant (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, collega's, wat de teneur betreft, ik denk dat het niemand zijn
bedoeling is om het incident op te blazen. De contaminatie is veel
beperkter. Bovendien is het aantal betrokken bedrijven kleiner. De
omvang van het incident is dus van een heel andere aard dan de
vorige keer.
Toch enkele vragen, hoewel ik niet veel vragen meer hoef toe te
voegen aan de lijst met vragen die reeds aan u werd voorgelegd,
mijnheer de minister. Ik denk echter dat wij toch even moeten
stilstaan bij het waarom van het ontdekken van de besmetting in
Nederland, terwijl de oorsprong in België te zoeken is. Ik zal daar
straks iets concreter over zijn. Bovendien is er in Nederland 40 dagen
verlopen tussen de staalname en de vaststelling over de aard van de
contaminatie. Hebt u daarvoor een uitleg, mijnheer de minister? Ik
weet wel dat dit uw verantwoordelijkheid niet is. In deze commissie
gaat het niet alleen over het opsporen van de politieke
verantwoordelijkheid, het is ook interessant om een verklaring te
horen over dit lange tijdsverloop. Is dit tijdsverloop bij ons even groot?
Moeten wij ook 40 dagen wachten vooraleer wij de uitslag kennen?
Als dat het geval zou zijn, dan rijzen heel wat vragen over de
relevantie voor de volksgezondheid en de controle zoals die wordt
georganiseerd. Als men 40 dagen op het resultaat moet wachten,
zelfs als die termijn korter is, dan weten wij allemaal dat een groot
deel van de producten, zeker in de pluimveesector, bij de consument
zijn terechtgekomen.
Wij moeten er alles aan doen. Ik zou de opinie van de minister en van
de deskundigen willen horen: hoe kunnen wij die termijn zo kort
mogelijk houden?
Dit is nog niet aan de orde geweest, mijnheer de minister, collega's.
naar verluidt dat schijnt te zijn gebaseerd op verklaringen van
Tessenderlo Chemie zelf - heeft de disfunctie van de filter zich
voorgedaan in de periode van 6 tot 28 oktober. Tessenderlo Chemie
zegt er te zijn van uitgegaan dat problemen zouden zijn gebleken uit
de PCB-testen, quod non. Ik zou willen weten of er bij ons in die
periode staalnames zijn gebeurd. Is daar iets naar voren gekomen?
Dat is een essentiële vraag naar mijn gevoel. Ik weet dat er discussie
is geweest over de vraag of die filters bij Tessenderlo Chemie al dan
niet verplicht waren. Als een bedrijf investeert in installaties, bestaat
02.06 Paul Tant (CD&V):
Personne ne veut amplifier cet
incident mais celui-ci soulève bien
des questions. Pourquoi la
contamination a-t-elle été
découverte aux Pays-Bas?
Comment se fait-il qu'un délai de
quarante jours se soit écoulé entre
la prise d'un échantillon et le
diagnostic? Quel est l'incidence
d'un tel constat pour la santé
publique? Ce délai ne peut-il être
raccourci?
Le dysfonctionnement des filtres
de Tessenderlo Chimie s'est
produit entre le 26 et le 28 octobre
2005. Selon l'entreprise, s'il y avait
eu des problèmes, les tests PCB
les auraient décelés. Est-ce
exact? L'installation de ces filtres
était-elle obligatoire sur un plan
légal? Pourquoi n'ont-ils pas été
remplacés plus tôt si le
dysfonctionnement était connu? La
société a-t-elle effectué les tests
elle-même? A-t-elle donné elle-
même l'alarme?
Tessenderlo Chemie a eu un
entretien avec le Boerenbond et se
tournerait vers ses assureurs pour
les dommages-intérêts, en vertu
de la responsabilité du fait des
produits. Qu'en est-il de
l'autocontrôle au sein des
entreprises? Comment celui-ci
est-il organisé?
La commission dioxine a constaté
que les risques de ce type
01/02/2006
CRIV 51
COM 838
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
36
daarvoor een reden. Als daar een reden toe was, waarom zijn de
filters dan niet sneller vervangen als men van de disfuncties op de
hoogte was? Kende men het risico en deed men dan zelf PCB-
onderzoeken bij de afgeleverde producten? Of deed men dat niet
zelf? Als men dat niet zelf deed, lijkt het mij normaal dat men de
overheid of de bevoegde diensten zou hebben gealarmeerd.
Ondertussen bevestigt een perscommuniqué dat er een gesprek is
geweest tussen Tessenderlo Chemie en de Boerenbond, als idk het
goed heb begrepen. Daarbij heeft Tessenderlo Chemie zich
geëngageerd om alvast bij de eigen verzekeraars aan te dringen op
schadeloosstelling. Ik vind dit normaal, want principieel is er de
productaansprakelijkheid. Men is aansprakelijk voor het product dat
men op de markt brengt. Mijnheer de minister, een van de
aanbevelingen uit de vroegere dioxinecommissie betrof de toen
toekomstige organisatie van de controles. Volgens de toenmalige
concepten moest dat op drie niveaus. Eerste niveau: dat van de
bedrijven. Dat is technisch uitgewerkt in het verslag. Hoe ver staan we
daarmee, mijnheer de minister? Dit is cruciaal. Vooral belangrijk is te
weten welke bedrijven daartoe worden verplicht? Ik kan mij
bijvoorbeeld voorstellen dat er in dit stadium nog niet aan gedacht
werd om de zelfcontrole te laten doen door Tessenderlo Chemie. Dit
bedrijf is bij mijn weten niet rechtstreeks actief in de voedselsector.
Als deze hypothese juist is, waar trek je dan de lijn, ook voor de
zelfcontrole, aangenomen dat die bestaat?
Ik kom nog tot een paar vragen die iets minder aan de orde waren tot
hiertoe, mijnheer de minister, met name het probleem van de
schadeloosstelling en, nog meer, het probleem van de verzekering.
In de dioxinecommissie moesten wij destijds tot de vaststelling komen
dat dit soort risico's niet verzekerd was. Een van de aanbevelingen
bestond erin dat de regering zou onderhandelen met de sector om het
probleem van de verzekering te regelen. Met de sector bedoel ik
zowel de veevoedersector als andere bedrijven, maar vooral de
verzekeringssector. Is er op dat vlak iets gebeurd, mijnheer de
minister? Ik meen dat op dat punt de aanbeveling de aanbeveling is
gebleven. Mij is er niets bekend van stappen die in dat verband
werden gezet. Men kan dit betreuren.
God en nog een paar anderen zij dank dat Tessenderlo Chemie,
op het eerste gezicht, bereid is om minstens een stuk van zijn
verantwoordelijkheid te nemen, anders zaten wij in een moeilijke
situatie, mijnheer de minister, gegeven zijnde dat de sanitaire fondsen
drooggelegd zijn. Het enige fonds dat nog bestaat, mijnheer de
minister, wij kennen het beiden zeer goed, is ondertussen, zo hebt u
mij gezegd, getransfereerd naar het Vlaamse Gewest, namelijk de
bijdrage uit de veevoedersector, die door sommigen werd gestort en
nadien geen juridische basis bleek te hebben. Dat fonds bestaat nog,
maar dat is ongeveer het enige. Voor zij die het dossier kennen, is het
een beetje cynisch, maar gelukkig is er een duidelijke aanduiding van
de verantwoordelijkheid en wellicht dus ook de gevolgtrekking die het
bedrijf in kwestie eraan verbindt.
In elk geval, mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, in de
landbouw- en veeteeltsector is men het een beetje beu om
voordturend zaken te moeten ondergaan die natuurlijk in de eerste
plaats een gevolg zijn van de contaminatie, maar mag ik het
n'étaient pas couverts par les
assurances. Elle a dès lors
recommandé la concertation entre
le secteur des aliments pour bétail
et celui des assurances. Cette
recommandation a-t-elle été
suivie? Il est heureux que
Tessenderlo Chemie accepte
d'assumer une partie des
responsabilités car le seul fonds
sanitaire restant a dans l'intervalle
été transféré à la Région
flamande. L'agriculture est
toujours la victime. Ce secteur
subit les effets de la contamination
et du blocage des entreprises par
les pouvoirs publics. Les pouvoirs
publics doivent dès lors également
collaborer à la recherche d'une
solution. Par ailleurs, sur quelle
base les entreprises sont-elles
bloquées et débloquées?
La commission dioxine a constaté
que M. Destickere avait joué un
rôle capital dans la précédente
crise de la dioxine. A-t-il été
sanctionné dans l'intervalle?
CRIV 51
COM 838
01/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
37
zeggen? ook van de beslissing tot het blokkeren van bedrijven. Dat
is een overheidsmaatregel. De overheid is hierin dus hoe dan ook
geconcerneerd. Het zou dus normaal zijn dat zij minstens mee zorgt
voor een oplossing. Mijnheer de minister, ik meen dat wij op dit punt
niet zo ver staan en dat daarvan heel dringend werk gemaakt moet
worden.
De vraag op basis waarvan men blokkeert en deblokkeert, werd hier
gesteld. Daar moet ik niet meer bij stilstaan. De vraag of wij niet beter
echte dioxinetests zouden doen, werd ook al gesteld. Daarop moet ik
niet meer terugkomen. Ik eindig met nog een vraag over de
conclusies uit de dioxinecommissie destijds. Mijnheer de minister, u
weet dat toen een cruciale rol gespeeld werd door een zeker heer
Destickere, horresco referens. Toen was iedereen het erover eens,
de regering ook, dat men bestraffend zou optreden.
Het zou mij interesseren te weten of er daar ooit iets gebeurd is,
mijnheer de minister. Ik denk dat ik het antwoord ken maar ik zou het
graag uit uw mond vernemen.
Ten slotte, de vorige spreker heeft al even allusie gemaakt op het ten
tonele verschijnen van de heer Pinxten. Ik moet toch zeggen dat ik
samen met iedereen hier tot de vaststelling kom dat overal waar de
heer Pinxten zich vertoont er korte tijd later een dioxineprobleem
ontstaat.
(...) (...)
02.07 Paul Tant (CD&V): Dat zal nog moeten blijken. U ziet er niet
goed uit. Kijkt u maar goed uit, volgens mij ziet u er toch niet zo goed
uit, mijnheer Chevalier.
Hij is dus het tegendeel van koning Midas die alles wat hij aanraakte
veranderde in goud. Het omgekeerde geldt voor de heer Pinxten op
dat punt. Ik zou dus de regering willen waarschuwen dat als ze de
heer Pinxten benoemt, omwille van de beloning waarop hij nog altijd
recht heeft omdat hij grenzen heeft verlegd, ze de Europese
Commissie - het moet daarom niet via het specifieke RAS-systeem
gebeuren moet verwittigen over de risico's die men in dit verband
loopt.
Tot daar, mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's,
enkele opmerkingen, vragen en zelfs suggesties.
De voorzitter: Mijnheer Tant, bedankt voor uw opvallende beknoptheid. Naar het schijnt hebben ze de
Melsestraat geblokkeerd.
02.08 Mark Verhaegen (CD&V): Mijnheer de minister, ik kan het wel
wat korter houden want uiteindelijk is het meeste al gezegd. Ik kan
misschien uitgaan van de situatie van de man en de vrouw in de
straat. Wat onthouden de mensen van deze affaire? Dat is natuurlijk
belangrijk.
Stelt het u even voor, drie maanden geleden ontstaat er een
besmetting in een chemisch bedrijf. Dat wordt niet opgemerkt en
uiteindelijk moet dat door Nederland, dus het land van Balkenende,
ontdekt worden. Er zijn vijf Belgische klanten en één Nederlandse
klant en net die Nederlandse klant wordt betrapt. Van steekproeven
02.08 Mark Verhaegen (CD&V):
Il y a trois mois, une fuite a lieu
dans une usine chimique, et c'est
finalement aux Pays-Bas qu'on
découvre les conséquences de cet
incident. Que va en retenir la
population? Aurions-nous jamais
eu vent de ce problème si les
Pays-Bas ne nous en avaient pas
avertis? Le mécanisme de
contrôle belge est un de meilleurs
01/02/2006
CRIV 51
COM 838
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
38
gesproken natuurlijk. Mijn vraag is dan ook een beetje stout. Zouden
wij iets geweten hebben als de Nederlanders geen alarm geslagen
hadden? Daar kan ik direct aan toevoegen of de regering op de
hoogte was. Dat zijn pertinente vragen denk ik. Waarom die
besmetting eerst in Nederland bekend gemaakt is, is al gezegd.
Na 1999 werd ons voorgehouden en ik heb er ook altijd in geloofd
dat de controlemechanismen bij ons tot de meest performante van ik
zou bijna zeggen heel de wereld behoorden. Ik blijf er nog in geloven
natuurlijk. Dat geloof kan echter een beetje beschadigd worden. Ik
vind het spijtig en eigenlijk verbijsterend dat België controleert maar
daar zal misschien een goede uitleg voor zijn op pcb's en niet op
dioxines. U weet dat dit nog een voortvloeisel is uit de vorige crisis
waarbij die transformatoren op de containerparken met pcb's
behandeld waren. De Gewesten hebben nu de verantwoordelijkheid
genomen om die smurrie weg te halen van de containerparken.
Misschien is het dan tijd om opnieuw op dioxines te controleren omdat
er blijkbaar toch geen 100% correlatie tussen de twee is.
Wat de mensen zich ook afvragen is hoeveel besmet kippen- en
varkensvlees zij nu eigenlijk al gegeten hebben.
De minister heeft gezegd dat het niet nodig is grote maatregelen te
nemen. Ik ga ermee akkoord dat de minister zegt dat geen
paniekreactie wil veroorzaken en bij wijze van spreken eieren en vlees
uit de winkelrekken wil halen. Dat zou inderdaad fout zijn. Dan zouden
wij pas een probleem veroorzaken. Maar goed, dit is een vraag die
ook mag worden bekeken.
Ik heb nog een vraag over de geloofwaardigheid van het hele
systeem. U zegt dat wij ons geen zorgen moeten maken, maar
waarom moeten dan honderden veebedrijven, die het al moeilijk
hebben en van de ene crisis in de andere terechtkomen, worden
geblokkeerd? Leg dat eens uit aan de bevolking. Dat is heel moeilijk.
Zoals al aangehaald, moet de federale overheid haar
verantwoordelijkheid nemen als het nodig is. De minister kan een
aantal initiatieven nemen, onder meer met betrekking tot de
vergoeding. Ik geef het voorbeeld van een voorfinanciering. De
federale overheid moet ook haar verantwoordelijkheid nemen
tegenover de sectoren die erbij zijn gekomen maar eigenlijk niets te
maken hebben met het probleem en alleen maar slachtoffer zijn.
Collega Tant heeft in dat kader ook verwezen naar de aanbevelingen
van de dioxinecommissie. De verzekeringsaspecten zijn ook heel
belangrijk. Ik heb vernomen dat de bedrijven zelf moesten zorgen
voor twee zaken: voor de veiligheid en de meldingsplicht. Wat de
veiligheid betreft, ga ik ervan uit dat het bedrijf nu wordt uitgekamd
met betrekking tot het kwaliteitshandboek, de autocontrole en de
staalnemingen. De meldingsplicht werd echter niet aangehaald. Ik
verwijs naar de defecte filters.
In de functionele aanbevelingen van de dioxinecommissie zie ik dat
men ook heeft gezegd dat er gegevensuitwisseling moet gebeuren
tussen de producent en het FAVV, en uiteindelijk ook met de minister
van Volksgezondheid. Hoe wordt die meldingsplicht in het algemeen
geïmplementeerd? Dat is een belangrijke opmerking.
au monde, mais il n'est pas
suffisant puisqu'il teste la teneur
en PCB et non en dioxines. Peut-
être faudrait-il corriger ce défaut.
Vu l'étendue très limitée de cette
contamination, le gouvernement a
réagi à juste titre avec calme et n'a
pas ordonné de retirer des
denrées alimentaires de la vente.
Pourquoi continue-t-on alors à
bloquer des centaines
d'entreprises? Cette mesure
entame la crédibilité du système.
L'aspect "assurances" est très
important. Tessenderlo Chemie
devait veiller à la sécurité du
processus; de plus, l'entreprise est
tenue de notifier les anomalies qui
se produisent. Le défaut a-t-il été
signalé? Quelles sont les
modalités de cette notification
obligatoire et s'applique-t-elle
également au secteur des
assurances? Existe-t-il un point de
contact centralisé au niveau
fédéral? A-t-on conclu un
protocole avec les Régions?
Nous avons connu différents
incidents au cours des dernières
années. Je pense ainsi au sirop
d'hormones de l'industrie sucrière
ou encore aux antibiotiques dans
le lait. Cela démontre clairement
que nous devons encore renforcer
le système de contrôle.
Le ministre estime que la situation
actuelle n'est pas comparable à
celle que nous avons connue en
1999 mais pour ma part j'y vois de
nombreux parallèles. Nous avons
par un coup du hasard pu éviter
une véritable crise mais cette
contamination date tout de même
d'il y a trois mois déjà. Le public a
une nouvelle fois été informé
tardivement.
CRIV 51
COM 838
01/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
39
Ik heb het ook over de aangestelden van de
verzekeringsmaatschappijen die weet hebben gekregen van een
probleem in de voedselketen. Hoe kan men ervoor zorgen dat ook zij
zullen melden? Heeft men al werk gemaakt van een soort centraal
contactpunt op federaal niveau? Dat is ook een sterke aanbeveling
van de dioxinecommissie, samen met een protocol met de Gewesten.
Mijnheer de minister, u hebt een aantal besmettingen in het
buitenland genoemd. Dat zou ik niet hebben gedaan, want u hebt nog
een aantal binnenlandse besmettingen van na 2000 vergeten. Ik
dacht aan de hormonensiroop in het restproduct van de
suikerindustrie in 2002. Ik denk ook aan 2004 en de dioxine in de
aardappelschillen. Als mijn geheugen mij niet in de steek laat, was er
in 2005 de antibiotica in melk.
Wij blijven dus niet vrij. Wij moeten dus nog meer competente
systemen uitbouwen om al die risico's te vermijden.
U ziet geen gelijkenissen met 1999. Ik zie een aantal frappante
gelijkenissen, hoewel het inderdaad een toevalstreffer is - en we zijn
allemaal gelukkig met deze toevalstreffer - die ervoor gezorgd heeft
dat we ons niet in een crisis bevinden.
Er is dus geen probleem of, in ieder geval, het probleem is klein. Het
begon toen ook met enkele verdachte bedrijven en ook toen was het
ook dioxinevet dat aanleiding gaf tot het vuil veevoeder. Dat
dioxinevet is nu ook drie maanden oud. Opnieuw is de bevolking veel
te laat verwittigd. Ik vraag me af of de regering op de hoogte was.
In ieder geval, er zijn inderdaad wel een aantal parallellismen.
Natuurlijk, de persoon die altijd terugkomt, of hij nu doofpot of potdoof
is, de heer Pinxten is inderdaad weer in het spel. Ik hoop dat dat dus
niets te maken heeft met heel die affaire. Laat ons onze goede wil
betonen en laat ons ervan uitgaan dat er eigenlijk niets aan de hand
is.
02.09 Robert Denis (MR): Monsieur le président, j'ai entendu
certains collègues se demander s'il n'y avait pas lieu de renforcer
encore certains contrôles. Je voudrais réagir sur ce point.
Premièrement, dans notre pays, il faut bien constater que les
contrôles sont particulièrement sévères et d'une très grande efficacité.
Tout le monde se rend compte qu'aujourd'hui, l'AFSCA effectue sa
mission avec beaucoup de savoir-faire et de sérieux et surtout avec
une très grande organisation.
Deuxièmement, on peut toujours opérer plus de contrôles. Mais qui dit
contrôles supplémentaires, dit augmentation des coûts et
augmentation énorme des contraintes pour les producteurs, qui sont
déjà aujourd'hui soumis à des contraintes de tout ordre et pas
seulement de la santé publique.
J'en viens maintenant aux dioxines elles-mêmes.
J'ai fait partie de la commission "Dioxine" en 1999. A cette époque,
j'ai constaté, monsieur le président, que certains parlementaires et
même certains scientifiques des professeurs d'université, des
toxicologues ont raconté tout et n'importe quoi! On a même entendu
02.09 Robert Denis (MR): Bij ons
zijn de controles uiterst streng en
zeer doeltreffend. Men kan het
aantal controles altijd opvoeren,
maar dat kost geld.
In het kader van de
dioxinecommissie in 1999, heb ik
vastgesteld dat sommigen onzin
uitkraamden.
De enige dioxine die gevaarlijk is,
is de Sevesodioxine.
Het risico voor de consument is
erg beperkt. Bovendien heeft het
FAVV, met efficiënte maatregelen,
kort op de bal gespeeld en daar
kunnen we alleen maar blij om
zijn. Het grootste verschil in
vergelijking met 1999 is de
informatie. Dit keer wordt ze snel
01/02/2006
CRIV 51
COM 838
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
40
un toxicologue considéré jusque-là comme quelqu'un de très haut
niveau raconter d'abominables âneries. En effet, à cette époque, il
affirmait que la crise que l'on venait de connaître aurait certainement
des conséquences considérables sur la santé publique. On l'a
entendu déclarer qu'elle allait déclencher des centaines, voire des
milliers de cancers mortels!
La seule dioxine dangereuse c'est bien connu est la dioxine dite
"de Seveso", la fameuse 2-3-7-8-tetrachlorodibenzoparadioxine. C'est
d'ailleurs elle qui est affectée du fameux coefficient de toxicité 1 par
rapport auquel toutes les autres dioxines sont cataloguées et
classifiées. Ces autres dioxines n'ont pour ainsi dire pas réellement
d'effet toxique reconnu puisque leurs facteurs équivalents-toxiques
sont 10 fois à 100.000 fois inférieurs à celui de la dioxine de Seveso.
En 1999, lorsque la crise de la dioxine est arrivée, on n'avait pas du
tout détecté de dioxine de Seveso. Il s'agissait de dioxines d'un tout
autre ordre qui dérivaient d'ailleurs de la présence d'ascarelle dans
certaines graisses. Je pense qu'un ramasseur de graisse ou un
producteur ou encore quelqu'un qui avait démonté un appareil avait,
méchamment ou sans le vouloir, jeté dans des graisses animales de
l'ascarelle. On avait donc retrouvé des quantités infimes de ces
substances dans la chaîne alimentaire. J'ai entendu hier le
représentant de l'AFSCA dire qu'il y en avait peut-être 25 fois ou 225
fois plus que ce qu'on en a trouvé cette fois-ci.
En 1999, il n'y a pas de dioxine de Seveso. Cette année, il semblerait
qu'il n'y en aurait pas non plus. C'est dire le très faible risque encouru
par le consommateur; malgré cela, l'AFSCA a instantanément réagi
par des mesures rapides et efficaces, ce dont on ne peut que se
réjouir.
Monsieur le ministre, ce qui a changé par rapport à 1999 et je
voudrais vous en féliciter , c'est l'information: cette fois, elle va vite et
bien. Il ne suffit pas seulement de dire la vérité au consommateur; il
faut aussi le rassurer quand l'affaire ne présente pas de danger. En
1999, cela n'a pas été fait et on a vu à quoi cela nous a conduits, à
une situation difficile, voire dramatique! Maintenant, l'information est
rapide.
en correct verstrekt.
02.10 Rudy Demotte, ministre: En réalité, nous avons un avantage
par rapport à 1999: celui d'avoir vécu 1999! C'est une question de
modestie. Nous tirons des leçons de toutes les crises. Même du petit
problème que nous connaissons aujourd'hui, comme vous l'entendez,
nous en tirerons des leçons, et cela doit toujours se produire.
02.10 Minister Rudy Demotte: In
vergelijking met 1999 hebben we
het voordeel dat we lering hebben
kunnen trekken uit de vorige crisis.
02.11 Paul Tant (CD&V): Mijnheer de minister, het doet wel plezier
te mogen vaststellen dat de instellingen die daaruit ontstaan zijn,
efficiënt zijn en goed werken. (...)
02.11 Paul Tant (CD&V): Ce dont
je me réjouis, c'est que les
instances qui ont été créées à la
suite de cette crise travaillent si
efficacement.
02.12 Robert Denis (MR): Monsieur le président, l'important est
donc que l'on dise la vérité au consommateur, qu'il y ait danger ou
non. Et il faut surtout ne pas avoir peur de lui dire qu'il n'y a pas de
danger, ce qui a été fait ici.
Pour ce qui me concerne, ce qui vient de se passer ne doit certes pas
02.12 Robert Denis (MR): Het is
belangrijk dat de consument de
waarheid te horen krijgt, wat die
ook weze. Volgens mij mag men
wat gebeurd is niet bagatelliseren,
maar mag men de consument
CRIV 51
COM 838
01/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
41
être banalisé, mais il ne faudrait pas qu'un tel événement nous
conduise une fois de plus à une crainte injustifiée du consommateur.
evenmin ongegronde angst
aanjagen.
02.13 Colette Burgeon (PS): Monsieur le président, excusez-moi si
je n'ai pas déposé ma question, mais je pensais qu'on discuterait de
ce sujet lors de la séance plénière de demain. Néanmoins, l'idée de le
faire ici est excellente.
Je ne reviendrai pas sur les pré-requis, mais je poserai directement
mes questions et répéterai certains points.
On a parlé de la traçabilité, élément important. Ce qui m'étonne, c'est
qu'on se rend compte que, du 6 au 28 octobre, un appareil est
défectueux. Si les Pays-Bas n'avaient pas remarqué le problème, je
ne suis pas sûre qu'on l'aurait su. Je me pose donc la question des
limites de la traçabilité et de l'autocontrôle; c'était pourtant une des
recommandations principales de la commission "Dioxine".
Ce qui m'étonne aussi, même si les Pays-Bas ont prévenu, c'est qu'il
aura fallu quand même 40 jours du 15 décembre 2005 au 24 janvier
2006 pour le faire. N'y aurait-il pas de solutions pour éviter que ces
problèmes d'autocontrôle, de traçabilité et d'information durent aussi
longtemps? Cette fois, cela n'entraîne pas de conséquences pour la
santé publique, mais s'il y en avait eu, quid? Qu'aurait-on fait après un
si long délai?
Monsieur le ministre, je souhaite vous poser les questions qui suivent.
L'AFSCA a-t-elle retracé complètement la propagation des dioxines?
Dans le cas qui nous occupe, s'agit-il vraiment de dioxines ou de
PCB?
Il a été dit qu'environ 600 firmes avaient été bloquées. Ont-elles
toutes été libérées ou certaines sont-elles encore bloquées?
Les éleveurs seront-ils indemnisés? Par qui?
Si mes renseignements sont exacts, le comité de concertation, dont
vous avez parlé et qui s'est réuni ce matin, devait décider de
l'indemnisation des éleveurs dans le cadre de la crise de 1999.
Pouvez-vous nous fournir davantage de renseignements? Pourvu que
les éleveurs qui ont subi ces problèmes en 2006 ne doivent pas
attendre aussi longtemps; il faudrait pouvoir accélérer les choses.
Pour le professeur Bernard, l'explication d'une contamination par
l'acide chlorhydrique est une hypothèse surprenante. Cette hypothèse
a-t-elle été vérifiée? Est-il possible qu'aucun membre de Tessenderlo
Chimie n'ait été au courant des défectuosités qui ont touché pendant
22 jours les deux filtres utilisés pour purifier l'esprit-de-sel?
Quelles sont les conséquences économiques pour nos exportations?
Quelle a été la procédure utilisée pour avertir les autorités
européennes? Puisque ce sont les Pays-Bas qui ont découvert le
problème, sont-ce les Pays-Bas qui les ont prévenues ou la Belgique?
J'aimerais savoir comment cela s'est déroulé.
02.13 Colette Burgeon (PS):
Wat de traceerbaarheid betreft, is
het verwonderlijk dat het de
Nederlandse autoriteiten zijn die
ons melden dat er een toestel
defect is.
Dat incident doet vragen rijzen
over de grenzen van de
traceerbaarheids- en
zelfcontrolemaatregelen, alsook
van de termijnen ter zake. Zou
men die problemen met de
termijnen niet kunnen voorkomen?
Heeft het FAVV de verspreiding
van die dioxines volledig kunnen
hertraceren? Gaat het hier om
dioxines of pcb's?
Zullen de circa 600 geblokkeerde
bedrijven allemaal worden
vrijgegeven? Zullen de
veehouders worden vergoed? Zo
ja, door wie?
Naar verluidt moest het
Overlegcomite zich uitspreken
over de schadeloosstelling van de
veehouders die door de crisis van
1999 werden getroffen. Kan u ons
daar meer inlichtingen over
verstrekken?
Hoe kan men voorkomen dat de in
2006 getroffen veehouders zo lang
zouden moeten wachten?
Volgens professor Bernard wekt
de hypothese van een besmetting
door zoutzuur verbazing. Werd die
hypothese nagetrokken? Is het
mogelijk dat geen enkel
personeelslid van Tessenderlo
Chemie op de hoogte was van het
feit dat de twee filters die voor de
zuivering van het zoutzuur werden
gebruikt 22 dagen lang defect
waren?
Wat zijn de economische gevolgen
voor onze export? Welke
procedure werd gevolgd voor het
waarschuwen van de Europese
autoriteiten? Werden zij door
01/02/2006
CRIV 51
COM 838
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
42
Nederland of door België van een
en ander op de hoogte gebracht?
02.14 Rudy Demotte, ministre: Monsieur le président, chers
collègues, je vais commencer par une question que trois d'entre vous
ont posée et que je trouve importante pour la suite du raisonnement.
"Pourquoi y a-t-il eu 40 jours entre l'échantillonnage et la transmission
des données? Y a-t-il là le signe d'un dysfonctionnement?"
Ce délai donnerait un signal paradoxal puisque les autorités
hollandaises seraient alors celles qui auraient détecté le problème
mais aussi celles qui auraient mis très longtemps à le signaler. En
fait, il n'y a pas de contradiction pour la raison suivante. Tout d'abord,
au sujet de la méthode, les Pays-Bas ont pris en tout 50 échantillons
de graisse animale prélevés de manière aléatoire. L'échantillonnage a
été réalisé au gré du hasard. Il portait sur la présence possible de
dioxines, pas de PCB. Nous reviendrons sur cette question tout à
l'heure. Un de ces échantillonnages est tombé par hasard sur
Bouman. Bouman est une des entreprises qui a été fournie par
Profat. Si je vais encore en amont, je tombe sur PB Gelatins et plus
loin encore, sur la base du même lot, je tombe sur Tessenderlo
Chemie à cause de l'usage du HCl. Je dirai un mot ultérieurement au
sujet de l'usage du HCl dans les processus alimentaires.
L'échantillon est donc réalisé par les méthodes aléatoires que je viens
de rappeler. Il est prélevé le 15 décembre et on ne communique plus
aucune information pendant un mois. La raison en est que la
procédure hollandaise implique des contrats avec des laboratoires
privés et prévoit que ces laboratoires disposent d'un délai de 30 jours
pour livrer leurs résultats. Ce n'est pas un élément de
dysfonctionnement: cela fait partie des modes de fonctionnement
prévus aux Pays-Bas en raison de la sous-traitance des labos. Nous
avons reçu les résultats avec un léger décalage mais la plus grande
partie du temps écoulé correspond au délai accordé aux laboratoires.
Il faut le savoir et maintenant, on le sait.
Certains m'ont dit que personne ne contestait le fait que l'on travaille,
en Belgique, sur des prises d'échantillonnage essentiellement PCB et
m'ont posé la question de savoir s'il ne faudrait pas se pencher
davantage sur les échantillonnages de dioxine.
Je peux vous dire que nous sommes aujourd'hui l'un des pays qui a le
plus haut niveau en termes de prise d'échantillons tant en PCB qu'en
dioxine et que, depuis 1999, nous assistons à une augmentation
régulière de nos prélèvements dioxine. A ce sujet, je laisserai la
parole à un expert. Je ne voudrais pas vous faire croire que c'est moi
l'expert. Toutefois, je peux vous dire que la Belgique procède
approximativement à un quart de tous les échantillons pris sur
l'ensemble de l'Union européenne.
Vous pourriez me dire que la méthode est a priori fiable, qu'elle
couvre, à partir du moment où le taux de contamination dépasse 1%
de la masse, 99% de fiabilité. Dans ces conditions, pourquoi
sommes-nous passés à côté? Nous réalisons plus d'échantillons
qu'ailleurs, nous augmentons les échantillons dioxine à côté des PCB,
et pourtant, ce sont les Pays-Bas qui ont trouvé.
Je rappelle qu'il s'agit d'une méthode aléatoire. Or, le principe d'une
02.14 Minister Rudy Demotte: Ik
zal eerst op de vragen met
betrekking tot de termijn van
veertig dagen tussen het ogenblik
waarop de stalen werden
genomen en het overzenden van
de gegevens, ingaan.
Wat de methode betreft heeft
Nederland vijftig willekeurige
stalen van dierlijk vet genomen.
Een van die stalen was afkomstig
van het bedrijf Bouman, dat
bevoorraad werd door Profat.
Hoger in de keten treffen we de
firma PB Gelatines en, nog hoger,
Tessenderlo Chemie aan.
Dat staal, dat op de aanwezigheid
van dioxine en niet van pcb's werd
getest, werd op 15 december
genomen. Daarop volgde een
maand stilte. In Nederland worden
immers overeenkomsten met
particuliere laboratoria gesloten,
die over dertig dagen beschikken
om hun resultaten over te zenden.
Er is dus geen sprake van
disfuncties.
We kregen de resultaten
inderdaad pas na verloop van tijd,
maar die tijdspanne stemt overeen
met de aan de laboratoria
toegestane termijn.
Wat het aantal stalen dat op de
aanwezigheid van dioxine en van
pcb's wordt getest, betreft, is ons
land bij de koplopers. Het aantal
stalen dat voor dioxinetests wordt
genomen stijgt gestaag sinds 1991
en is nu goed voor één vierde van
de stalen die in de hele Europese
Unie worden genomen.
In dat verband laat ik liever het
woord aan een expert.
Hoe valt te verklaren dat, waar
onze methode voor 99 procent
betrouwbaar is, het Nederland is
dat ons in dit geval heeft moeten
waarschuwen? De willekeurige
methode die Nederland hanteert
CRIV 51
COM 838
01/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
43
méthode aléatoire est de jouer avec ce côté lié au hasard. Les Pays-
Bas ont eu plus de chance que nous. Cela nous a donné l'opportunité
de connaître un résultat concernant un échantillon que nous n'avions
pas. Mais vous devez savoir qu'en statistique, il existe ce que l'on
appelle l'interstice d'erreurs. Nous savons que si nous avions moins
de 1% de contamination sur la masse en Belgique, nous n'avions pas
99% de réussite. Cette fois-ci, nous nous trouvons dans le moins de
1% de la masse. Nous nous inscrivons donc dans un phénomène très
limité en quantité. Il faut le savoir. De plus, nous n'avons pas affaire à
une contamination massive.
Comment peut-on savoir que la source de contamination est bien le
HCI, même si le professeur Bernard, reconnu comme l'un des grands
spécialistes en la matière, dit que cela l'étonne? Je tiens à dire que je
trouve très intéressante la remarque de M. Bernard. Pourquoi? Parce
qu'en disant qu'il est surpris, il démontre que les modes de
contamination ont encore des choses à nous enseigner et que nous
ne sommes pas au bout du processus de connaissance sur les
modes de contamination et formation des dioxines. Par conséquent,
ceux qui parlent de risque zéro mentent. Il n'y a jamais de risque zéro.
On peut dire que l'on tend vers le minimum minimorum, mais
personne ne peut garantir le risque zéro.
Je rappelle aussi que, lorsque le professeur Bernard dit que cela le
surprend, il ne sait pas ce que nous apprenons entre-temps.
(Le ministre montre un document)
Voici le profil de la dioxine.
En d'autres termes, le profil de la dioxine trouvé dans les échantillons
hollandais et les nôtres et le profil qu'on a détecté au plus haut de la
pyramide chez Tessenderlo Chemie sont identiques. Il n'y a donc pas
de doute, c'est l'origine de la contamination.
J'entends que Tessenderlo Chemie a rencontré le Boerenbond cet
après-midi, ce qui signifie que des contacts se prennent et qu'un
certain nombre d'éléments sont identifiés.
Je viens de vous dire comment on établissait le profil de la dioxine;
c'est bien le HCl qui intervient dans une partie très précise du travail
alimentaire. On s'en sert pour retirer la gélatine des os.
Avons-nous à nous prononcer sur l'usage du HCl dans ce processus?
A l'évidence, nous n'avons qu'un point d'ancrage pour nous prononcer
sur l'usage du HCl: ce produit engendre-t-il en aval des problèmes
dans la sécurité de la chaîne alimentaire? C'est la seule question que
nous devons nous poser.
Si le HCl ne contient pas de dioxine, ce qui est normalement le cas du
HCl filtré, on ne peut pas se prononcer contre cela. Si on dit aux gens
qu'il y a des produits qu'on peut consommer dans lesquels il y a du
bicarbonate de sodium, ils vont vous regarder bizarrement. Nous
devons trouver à chaque fois une justification pour contenir l'usage de
produits dès lors que cela présente un problème en matière de santé
publique. Le HCl, quand il est utilisé dans certaines limites bien
définies, ne semble pas, dans l'état actuel de nos connaissances
vous constatez que je parle avec beaucoup de prudence , présenter
heeft hier blijkbaar haar vruchten
afgeworpen, maar dit is wel een
uitzonderlijk geval.
De besmettingsbron was wel
degelijk HCI en uit de verbazing
van professor Bernard mag blijken
dat onze kennis over de
besmettingswijze en de vorming
van dioxines beperkt is. We
kunnen dan ook nooit een nulrisico
waarborgen, maar enkel het risico
zo laag mogelijk houden.
Ik wijs er ook op dat wanneer
professor Bernard stelt dat dat
hem verrast, hij niet weet dat we
ondertussen over andere
informatie beschikken. Het profiel
van de dioxine die in de
Nederlandse en onze stalen werd
aangetroffen is identiek aan dat
van de dioxine die aan de top van
de productieketen bij Tessenderlo
Chemie werd gevonden. Er
bestaat dus geen twijfel over de
oorsprong van de besmetting.
Voorts wordt HCI wel degelijk in
een welbepaalde fase van de
voedselbereiding gebruikt,
namelijk om vet uit beenderen te
halen. Moeten wij ons uitspreken
over het gebruik van HCI in dat
proces? Wanneer het op een
welomschreven wijze wordt
gebruikt, zou HCI volgens onze
huidige kennis geen gevaar
opleveren voor de
volksgezondheid, behalve
wanneer het sporen van dioxine
bevat.
In dit geval hebben velen onder u
me gevraagd tot waar de
verantwoordelijkheid reikt. Vermits
het product in de voedselketen
wordt gebruikt, moeten we zeker
zijn dat het veilig is. Ik kan me
echter niet uitspreken over de
verantwoordelijkheid van
Tessenderlo Chemie.
Men heeft de fokkerijen
geblokkeerd op grond van de
traceerbaarheid vastgesteld aan
de hand van de aanbevelingen
van de Dioxinecommissie. Het
01/02/2006
CRIV 51
COM 838
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
44
de danger pour la santé humaine, sauf quand il contient des résidus
de dioxine.
Dans le cas qui nous occupe, beaucoup d'entre vous m'ont demandé
jusqu'où allait la chaîne de responsabilité. C'est clair: la disposition
européenne à laquelle j'ai fait allusion tout à l'heure dit qu'il faut
garantir la sécurité du produit. Dès lors que le produit a trait à la
chaîne alimentaire, il est évident que la sécurité du produit doit être
garantie.
En ce qui concerne la responsabilité ad personae de Tessenderlo
Chemie, je ne peux me prononcer pour deux raisons. D'abord, parce
que je n'ai pas la position d'un juge. Je vous ai fait part de l'ensemble
des éléments qui ont été portés à ma connaissance. Ensuite, je ne
veux pas préjuger précisément de la position de la justice et donner
en commission des arguments qui pourraient poser un problème pro
forma dans la définition, sur une base incontestable cette fois-ci, de la
responsabilité.
Une question dérivée: pourquoi a-t-on déjà bloqué certaines fermes
d'élevage? On l'a fait sur la base de la traçabilité établie à la suite des
recommandations de la commission "Dioxine". On est précisément
dans les unités qui ont reçu potentiellement des aliments pour
animaux contaminés. On travaille donc à la vérification de cette
hypothèse en réalisant des prélèvements chez les animaux de ces
entités pour voir si les taux de dioxine correspondent ou pas aux
normes acceptables. À ce jour, on a libéré 15 exploitations de
volailles et 21 exploitations de porcs. Vous le voyez, cela va
relativement vite. On peut estimer que le travail sera terminé pour les
400 exploitations d'ici quelques semaines.
dioxinegehalte wordt vastgesteld
en wanneer men de bevestiging
heeft dat zij aan de aanvaardbare
normen beantwoorden, worden de
bedrijven vrijgegeven. Men kan
ervan uitgaan dat dit werk over
enkele weken zal zijn afgelopen.
02.15 Paul Tant (CD&V): On n'a pas constaté jusqu'ici de cas
positif?
02.15 Paul Tant (CD&V): Tot nu
toe werd nog geen positief geval
vastgesteld.
02.16 Rudy Demotte, ministre: Absolument. On n'a constaté aucun
dépassement du seuil de tolérance. C'est une information que je livre
à la commission. Je pense que la semaine prochaine, ce sera encore
plus intéressant.
02.16 Minister Rudy Demotte:
Men heeft geen enkele
overschrijding van de
tolerantiedrempel vastgesteld.
Er zit namelijk een termijn tussen van een week, en wij zullen over
meer statistieken kunnen beschikken, die ook zullen bewijzen dat de
maatregelen die wij genomen hebben, redelijk waren.
D'ici une semaine, nous
disposerons de plus de
statistiques qui démontreront que
nous avons pris des mesures
raisonnables.
Nous voulons rassurer l'opinion publique. Le secteur ne s'est pas
opposé à nos mesures; il a demandé que nous soyons limités dans
l'envergure, ce que nous avons fait par la traçabilité.
Nous ne nous trouvons plus du tout dans la situation de 1999 où l'on
avait d'abord donné un chiffre x, puis un chiffre y et un chiffre z, en
l'augmentant à chaque fois. Dans le cas présent, nous avons estimé
le plus largement possible la chaîne de contamination, sur la base
des données en notre possession. Ensuite, des tests nous ont permis
d'exclure des cas. On a donc agi dans le sens contraire de la fois
dernière.
In dit geval zijn we van een zo ruim
mogelijke besmettingsketen
uitgegaan, op basis van de
gegevens waarover we
beschikten. Men neemt een zo
ruim mogelijk doelpubliek, men
gaat na aan welke bedrijven de
mogelijk besmette producten
werden geleverd en vervolgens
beperkt men de bedrijven waar
stalen worden genomen tot kan
worden vastgesteld waar zich
CRIV 51
COM 838
01/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
45
On prend le plus large public-cible possible que l'on connaît ; on
détermine les livraisons tracées des produits potentiellement
contaminés et puis on réduit la portée de l'échantillonnage jusqu'à ce
que l'on tombe éventuellement sur des fermes d'élevage qui
poseraient des problèmes. Telle est la méthodologie.
Comment cela se passera-t-il en cas de dommages? D'abord, en ce
qui concerne la responsabilité ab initio, c'est la justice qui tranchera.
Je sais que la justice a déjà commencé à instruire un dossier.
Ensuite, les fonds sanitaires sont une préoccupation à laquelle reste
très fidèle Paul Tant, qui connaît bien le secteur agricole. Il existe trois
fonds sanitaires qui peuvent être mobilisés: le fonds pour les bovidés,
celui pour les porcs et celui pour les volailles. Dans le secteur de la
volaille, avec les grippe aviaire et autres, on n'a pas de chance cette
année. Je connais aussi des gens du secteur qui m'en parlent. Le
fonds sanitaire "volailles" est vide mais nous avons établi un principe
selon lequel une solidarité peut exister entre les trois fonds.
Je reviens un bref instant sur les dossiers de 1999. Ce matin, nous
avons abouti à un accord définitif en comité de concertation. Cet
accord prévoit que tous les contentieux qui étaient portés devant les
juridictions et qui peuvent être résolus doivent l'être dans l'urgence. Ils
feront l'objet d'une prise en charge par un niveau de pouvoir identifié.
C'est fait!
Pour la question de la responsabilité civile, l'idée est qu'on laisse les
tribunaux se prononcer. S'il y a responsabilité, l'Etat fédéral l'assume
sauf si le jugement du tribunal déclare une responsabilité solidaire
des entités publiques. C'est la règle qui a été définie ce matin. Je ne
peux pas encore vous donner le détail de la décision prise car une
procédure écrite d'approbation est en cours à propos de laquelle les
entités peuvent encore réagir. Néanmoins, l'accord a été pris sous les
termes que je viens de vous décrire.
J'en arrive à une très bonne question, même si elle a été posée de
manière provocante.
Etait-il justifié de bloquer 400 exploitations agricoles s'il n'y avait pas
de danger pour la santé publique?
Je dois d'abord dire que je n'ai pas dit cela. Mais je vais tenter de
m'expliquer. Ainsi, quand vous avez un pic de dioxine élevé, mais que
cela ne dépasse pas un certain niveau, les dangers pour la santé
sont, comme le disent les experts, négligeables. Si vous avez un pic
très élevé, situé au-delà des niveaux que l'on a connus cette fois-ci, il
peut y avoir un danger pour la santé publique. Il ne s'agit pas ici de
niveaux allant de 50 à 400 picogrammes. Imaginez qu'il s'agisse d'un
niveau beaucoup plus élevé. Dans ce cas, il peut y avoir un danger.
Selon les experts, si le pic se situe à un niveau plus bas, mais avec
un flux qui se maintient dans le temps, cela peut aussi représenter un
danger. Nous n'avons rien pu faire pour les produits qui ont été
consommés. Comme je vous l'ai dit, il n'y a pas de danger. Mais nous
avons voulu couper le flux en faisant en sorte que ceux qui mettent
des produits sur le marché garantissent la sécurité des
consommateurs. C'est dans cette optique que nous avons décidé de
bloquer ces fermes tout en faisant procéder rapidement à des tests
afin de les sortir progressivement du système mis en place. La
werkelijk een probleem voordoet.
Dat is de gevolgde werkwijze.
Wanneer bepaalde bedrijven
schade lijden, zal het gerecht
uitmaken wie daarvoor
aansprakelijk is.
Er kan een beroep worden gedaan
op drie sanitaire fondsen: het
fonds voor de runderen, dat voor
de varkens en het fonds voor het
pluimvee. Het sanitair fonds voor
het pluimvee is leeg, maar er werd
beslist dat de drie fondsen solidair
kunnen optreden.
Ik kom nog even terug op de
dossiers van 1999. In het
Overlegcomité werd een akkoord
bereikt dat bepaalt dat alle
betwistingen waarvoor een
oplossing bestaat, zo snel mogelijk
moeten worden opgelost. Ze
zullen door een welbepaald
beleidsniveau ten laste worden
genomen.
De rechtbanken zullen zich over
de burgerlijke aansprakelijkheid
uitspreken. Indien zij oordelen dat
de burgerlijke aansprakelijkheid in
het geding is, zal de federale Staat
de gevolgen daarvan op zich
nemen, behoudens wanneer de
rechtbank oordeelt dat de
verschillende overheden hoofdelijk
aansprakelijk zijn.
Waarom zouden we 400 en geen
600 bedrijven blokkeren als de
volksgezondheid geen gevaar
loopt? Maar zelfs al kennen we
geen al te hoge piekwaarden, een
permanente blootstelling kan
omwille van de bijzonder trage
afbouw van de dioxines tot een
gevaarlijke ophoping in de
lichaamsvetten leiden.
We hebben dus een einde willen
stellen aan de blootstelling en
daarom hebben we bedrijven
geblokkeerd, niet om ze te
straffen, maar om de risico's voor
de volksgezondheid te bepalen.
We willen immers dat de
producten die op de markt
01/02/2006
CRIV 51
COM 838
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
46
mesure prise me semble donc très équilibrée. Nous ne nous
inscrivons pas du tout dans une logique selon laquelle le secteur est
sanctionné nous ne pouvons d'ailleurs pas nous le permettre car il a
déjà beaucoup souffert- ou selon laquelle la santé publique est
sacrifiée. Nous avons fait en sorte d'assurer un équilibre parfait, sur la
base d'avis scientifiques, en ce qui concerne la détermination des
risques en termes de santé. Les experts sont unanimes pour dire que
les taux ne présentent aucun risque.
Par ailleurs, on nous a fait remarquer qu'il fallait éviter des logiques de
reconduction de ces taux dans le temps. Sinon, vous exposez les
gens à des matières, comme la dioxine, qui ont un caractère très
spécifique. En effet, toutes les dioxines ont un point commun: elles
ont une métabolisation extrêmement lente. Si je me rappelle bien, il
faut sept ans pour éliminer toute trace de dioxine. C'est ainsi que plus
vous exposez des gens, même à des quantités faibles mais de
manière régulière, plus il y aura de métabolisation dans les graisses
les dioxines sont lipophiles et plus ils seront susceptibles d'avoir des
problèmes.
Je crois ainsi avoir répondu à l'essentiel des questions qui ont été
posées.
Madame Burgeon, ce ne sont pas 600 exploitations qui ont été
bloquées mais 400. De plus, 15 exploitations de volailles et
21 exploitations porcines ont déjà été libérées.
terechtkomen, absoluut veilig zijn.
Na tests konden al 15
pluimveebedrijven en 21
varkenskwekerijen van de lijst
worden geschrapt.
02.17 Karin Jiroflée (sp.a-spirit): Mijnheer de minister, u hebt zeer
omstandig geantwoord.
Ik wil nog even ingaan op de specifieke dioxinetests die in Nederland
veelvuldig gebruikt worden, maar die wij weinig of niet gebruiken.
Mijnheer Vanthemsche, kunt u daarover iets meer uitleg geven?
02.17 Karin Jiroflée (sp.a-spirit):
Je souhaiterais obtenir des
précisions au sujet des analyses
permettant de détecter la
présence de dioxine qui sont
effectuées aux Pays-Bas mais qui
ne sont guère utilisées en
Belgique.
02.18 Piet Vanthemsche: De tests die in België en Nederland
gebruikt worden, zijn dezelfde. Ik denk dat dat berust op een
misverstand.
Er zijn twee soorten tests.
Ten eerste, een biologische test, een snelle test. We hebben het
resultaat dan op twee dagen tijd. Wij gebruiken die om heel snel
resultaten te krijgen.
Ten tweede, een chromatografische test, die langer duurt.
De tests in België laten evengoed toe om dioxines te vinden dan die in
Nederland. Er is geen verschil. Ik denk dat dat een misverstand is.
02.18 Piet Vanthemsche: Il s'agit
d'un malentendu. On distingue
deux types de test. Les résultats
du test biologique, que nous
utilisons actuellement, sont déjà
connus depuis deux jours. Le test
chromatographique dure plus
longtemps. Les tests belges
permettent de détecter les
dioxines tout aussi bien que les
tests néerlandais.
02.19 Koen Bultinck (Vlaams Belang): Mijnheer Vanthemsche, wij
blijven zitten met het grote debat over de vraag: pcb-tests of
dioxinetests?
Hebt u, voor zover de stand van zaken bekend is met het huidig
incident, beleidsmatig, op dit moment ik weet dat we voorzichtig
moeten zijn, want we zitten nog maar in de eerste stappen, en er is
02.19 Koen Bultinck (Vlaams
Belang): Il reste à savoir si des
tests dioxine distincts ne sont pas
recommandés. Le ministre a-t-il
des projets en ce sens?
CRIV 51
COM 838
01/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
47
tijd nodig om alles rustig en wetenschappelijk te analyseren het
aanvoelen dat we toch iets meer zullen moeten neigen naar aparte
dioxinetests?
02.20 Piet Vanthemsche: We doen beide. Het is een misvatting dat
we geen dioxinetests zouden doen. We volgen nog altijd het
programma dat we opgesteld hebben na de dioxinecrisis. Op
jaarbasis voeren wij op veevoeders ongeveer 9.000 tests uit een
cijfer uit 2004 , waarvan 8.000 pcb-tests en 1.000 dioxinetests. Er
wordt dus wel getest voor dioxine.
Het grote verschil is dat de bewaking voor pcb op vetten continu
verplicht was, uit te voeren door de sector.
De overheid heeft ook nog een controlesysteem, dat bestaat uit zowel
pcb-tests als dioxinetests.
Er is een evolutie geweest in de tijd. In 2002 voerden wij op het
veevoeder, in globale cijfers, 11.000 pcb-tests en 780 dioxinetests uit.
In 2004 spreken we over 8.100 pcb-tests en meer dan 1.000
dioxinetests. Wij hebben dus in de tijd, ook op basis van ervaringen,
het aantal dioxinetests wat opgedreven.
Zoals de minister uitgelegd heeft, is dat een statistische benadering
via ons wetenschappelijk comité. Wij trachten een niveau te behalen
om een incident van 1% te ontdekken. Het huidige incident is kleiner
dan 1%.
Als we het aantal tests in België vergelijken met de aantallen in de
Europese Unie, dan zitten wij nog altijd op een zeer hoog niveau,
sinds 1999. In het totaal worden er in heel de Europese Unie jaarlijks
zowat 5.000 dioxinetests op veevoer uitgevoerd, waarvan 1.000 in
België.
Dat de oorzaak dan in Nederland wordt gevonden, is bijzonder
frustrerend. Ik vermoed dat dit de wet van Murphy is. Ik kan daar ook
niet aan doen. Dat is de realiteit.
Hetzelfde geldt ook voor pcb's. Wij voeren verhoudingsgewijs nog
altijd een veel groter aantal pcb-tests uit dan andere landen van de
Europese Unie. Dat is het systeem dat we hebben ingevoerd na de
dioxinecrisis.
02.20 Piet Vanthemsche:
Chaque année, environ 9.000
tests sont réalisés sur des
aliments pour bétail en Belgique,
dont 8.000 tests PCB et 1.000
tests dioxine. Les contrôles PCB
réalisés sur les graisses par le
secteur sont obligatoires. En outre,
les autorités utilisent un système
de contrôle qui inclut des tests
dioxine et PCB. En 2002, les
aliments pour bétail ont fait l'objet
de 11.000 tests PCB et de 780
tests dioxine. En 2004, 8.100 tests
PCB et plus de 1.000 tests dioxine
ont été effectués. Nous nous
efforçons d'atteindre un niveau
permettant de détecter un incident
d'un pour cent. L'incident actuel se
situe en dessous de ce chiffre.
En outre, notre pays soutient
largement la comparaison avec
d'autres pays européens. Depuis
1999, environ 5.000 tests sont
réalisés annuellement sur des
aliments pour bétail au sein de
l'Union européenne, dont 1.000
dans notre pays. Il en va de même
pour les tests PCB. Il est frustrant
que cet incident ait été détecté aux
Pays-Bas.
02.21 Paul Tant (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik wil even een kanttekening plaatsen.
We zijn allemaal heel gelukkig dat de omvang van de besmetting zeer
beperkt is. Ik ben echter zo stout eraan toe te voegen dat wij ook
geluk hebben niet in een pre-electorale sfeer te zitten zoals de vorige
keer het geval was. U moet mij toelaten dat nog even in herinnering te
brengen. De feiten hebben ons ondertussen trouwens gelijk gegeven.
De vorige crisis in 1999 werd in scène gezet door sommige politieke
verantwoordelijken. Ik denk dat vandaag niemand daaraan nog
twijfelt. Dat er geen aanleiding toe bestond, of althans dat de
problemen voor de volksgezondheid niet waren wat sommigen
hadden beweerd, is des te beter. Desondanks kan de omvang niet
worden verklaard zonder ook de politiek electorale context van toen in
02.21 Paul Tant (CD&V): Nous
nous réjouissons qu'aujourd'hui,
l'ampleur de la contamination soit
limitée mais aujourd'hui ne règne
pas l'ambiance pré-électorale qui
régnait en 1999. Entre-temps, les
faits ont montré que la crise
d'alors avait été mise en scène par
certains responsables politiques.
Le risque pour la santé publique
n'était pas si grand que d'aucuns
l'avaient annoncé. Les
responsables politiques ont le droit
d'exploiter certains événements à
des fins politiques mais ce qui est
01/02/2006
CRIV 51
COM 838
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
48
overweging te nemen.
Men kan politici overigens niet het recht ontnemen om wanneer zich
iets voordoet in de samenleving - incident of geen incident - dit politiek
te gebruiken. Ik zeg dat zelf. Wat echter erger is, is het feit dat de
economische schade die daaruit voortvloeide voor sommige bedrijven
desastreus is geweest.
Mijnheer de minister, ik vraag u daarom daaraan niet zonder
nadenken voorbij te gaan en als het kan - op die vraag hebt u niet
geantwoord - werk te maken van de aanbeveling van de
dioxinecommissie om zich tegen dit risico in te dekken. Dit zou een
geruststelling zijn voor de sector.
plus grave, ce sont les dégâts
économiques qui en ont résulté.
Pour certaines exploitations, les
conséquences ont été
désastreuses. Il faut appliquer la
recommandation que la
commission sur la dioxine a
formulée en la matière.
02.22 Minister Rudy Demotte: Mijnheer Tant, ik deel uw standpunt. U
hebt gelijk.
Het gaat echter over een materie die niet alleen tot mijn bevoegdheid
behoort. Het gaat over economie en verzekeringen. We zullen
misschien een initiatief kunnen nemen om een van de voorstellen van
de vroegere dioxinecommissie die zich over deze problematiek boog,
in het leven te roepen.
02.22 Rudy Demotte, ministre:
M. Tant a raison mais je ne suis
pas compétent pour l'économie et
les assurances. Effectivement,
nous pourrions peut-être exécuter
une des propositions de la
commission dioxine.
02.23 Paul Tant (CD&V): Mijnheer de minister, voor het overige
meen ik uit uw antwoord te kunnen afleiden dat de overheid zich
terzake organiseert om haar verantwoordelijkheid te nemen. Ik hoop
dat dat het geval is. Ook al is er tot hiertoe in algemene termen het
engagement van Tessenderlo Chemie, u moet er toch niet naast
kijken dat men terzake aan zijn verzekering refereert.
Vraag is wat de verzekeringen zullen dekken en wat niet. Een zaak is
zeker. Ondertussen zullen een aantal bedrijven zonder dat hen een
causale verantwoordelijkheid kan worden toegewezen, weer eens het
slachtoffer zijn ook ten gevolge van de blokkering. Ik herhaal dat dit
een overheidsoptreden is. Daar moet de overheid haar
verantwoordelijkheid nemen. Het verheugt me dat u ondertussen tot
versnelde vrijmaking kunt komen. Ik dring hierop trouwens aan. Indien
inderdaad blijkt, mijnheer de minister, dat geen enkel staal echt
risico's inhoudt, waarom zou men dan langer rekken dan nodig is. Ik
denk dat een snel vrijgeven voor iedereen goed zou zijn.
02.23 Paul Tant (CD&V):
J'espère que les pouvoirs publics
assumeront leurs responsabilités.
Tessenderlo Chemie s'engage en
termes généraux mais la question
de savoir ce que couvriront les
assurances se pose. Quoi qu'il en
soit, les exploitations qui ne
portent aucune responsabilité sont
victimes du blocage de leurs
activités qui leur a été imposé par
l'autorité publique. Je voudrais
aussi demander instamment au
ministre de dégager plus
rapidement les fonds concernés
dès qu'il sera établi qu'aucun
échantillon ne présente de risques.
02.24 Piet Vanthemsche: Mijnheer de voorzitter, ik zou nog een
zaak willen zeggen in verband met het blokkeren van bedrijven.
Mochten we die bedrijven niet blokkeren, valt de export van onze
voedingsindustrie morgen compleet stil. Dat is heel simpel.
02.24 Piet Vanthemsche: Si
nous ne bloquons pas les
entreprises, il y aurait
immédiatement un gel complet
des exportations de notre industrie
alimentaire.
02.25 Paul Tant (CD&V): Dat is correct.
02.26 Piet Vanthemsche: Deze maatregel hebben we nodig om
vertrouwen te wekken bij de afnemers dat men de verspreiding van
de contaminatie stopt in de keten. Het is evident dat volksgezondheid
moet vermijden dat er verder dioxine in de voedselketen terechtkomt.
Het is ook heel belangrijk de commissie en al onze handelspartners
kijken op onze vingers dat wij alle adequate maatregelen nemen.
Dat is een voorwaarde om onze exportmarkten op te houden.
02.26 Piet Vanthemsche: La
mesure est nécessaire pour
susciter la confiance. Nous devons
en outre protéger la santé publique
et donc éviter toute nouvelle
présence de dioxines dans la
chaîne alimentaire. La
Commission veille également à ce
CRIV 51
COM 838
01/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
49
que nous prenions les mesures
adéquates.
02.27 Paul Tant (CD&V): Dit is een belangrijke signaalfunctie,
mijnheer Vanthemsche. Dit neemt niet weg dat sommigen daarvan
extra de gevolgen zullen dragen. Ik denk dat we het op dit punt ook
eens zijn.
02.27 Paul Tant (CD&V): Il s'agit
effectivement d'un signal important
à donner mais d'aucuns en
subissent les conséquences.
02.28 Mark Verhaegen (CD&V): Mijnheer de voorzitter, even kort,
vermits iedereen het woord krijgt. Ik heb nog twee kleine
onbeantwoorde vraagjes.
Kan worden nagegaan hoeveel mensen besmet kippen- of
varkensvlees geconsumeerd hebben? Is dat niet mogelijk? Dat is de
eerste vraag.
Tweede vraag, inzake de meldingsplicht. Tessenderlo Chemie is een
voorval waaruit wij lessen moeten trekken. Een functionele
aanbeveling van de dioxinecommissie was precies om een centraal
contactpunt te krijgen, een federaal punt, en daarover eventueel een
protocol af te sluiten met de Gewesten. Is dit gerealiseerd?
02.28 Mark Verhaegen (CD&V):
Est-il possible de vérifier le
nombre de personnes qui ont
consommé de la viande
contaminée? La commission de la
dioxine a conseillé de créer un
point central de signalement pour
les problèmes au sein des
entreprises. Cette recomman-
dation a-t-elle été mise en oeuvre?
02.29 Minister Rudy Demotte: Over het eerste punt kan ik mij niet
uitspreken, want ik beschik niet over de statistische gegevens. Op uw
tweede vraag kan ik zeer duidelijk antwoorden. Nu al bestaat er
meldingsplicht voor bedrijven met verantwoordelijkheid voor de
kwaliteit van op de markt gebrachte producten.
02.29 Rudy Demotte, ministre:
Je ne puis m'exprimer sur la
première question sans données
supplémentaires.
Il existe déjà une obligation de
signalement pour les entreprises
qui sont responsables pour les
produits qu'elles mettent sur le
marché.
02.30 Mark Verhaegen (CD&V): Ik heb het over de defecte filters.
Dit moest men toch onmiddellijk melden?
02.31 Minister Rudy Demotte: Normaal moest het volgens de
Europese verordening worden gemeld aan het FAVV.
02.31 Rudy Demotte, ministre: La
panne des filtres devait être
signalée à l'AFSCA.
02.32 Mark Verhaegen (CD&V): Daar is dus de fout gebeurd. Een
suggestie. U zegt dat de sanitaire fondsen zullen tussenkomen. Dat is
goed. Eigenlijk is dat een verzekeringsfonds voor sanitaire ruimingen
dat gestijfd wordt door de sectoren zelf. Wij hopen dat dit opnieuw op
hetzelfde niveau zal gebracht worden, want het zou spijtig zijn
moesten de sectoren een financiële aderlating krijgen door een zaak
waaraan zij zelf niets kunnen doen, waarvan zij zelf het slachtoffer zijn
en waarbij hun reputatie op het spel wordt gezet. Ik hoop dat er terug
een aanvulling komt met gezond verstand. Dat ligt misschien in het
verlengde van een vraag van collega Tant.
02.32 Mark Verhaegen (CD&V):
Le ministre affirme que le fonds
sanitaire interviendra, mais il s'agit
là en fait d'un fonds d'assurance
qui a été créé à d'autres fins.
J'espère que le fonds sera
réapprovisionné après le
versement de l'argent.
02.33 Colette Burgeon (PS): Si j'ai parlé de 600 exploitations, c'est
parce que j'ai également compté les Pays-Bas et l'Allemagne. Chez
nous, il ne s'agit effectivement que de 399 exploitations.
Monsieur le ministre, il y a deux questions auxquelles vous n'avez pas
répondu, notamment celle qui concerne les conséquences
économiques pour nos exportations. Certains pays ont-ils déjà bloqué
02.33 Colette Burgeon (PS): Als
ik het had over 600 bedrijven, dan
is dat omdat ik Nederland en
Duitsland heb meegeteld. In België
gaat het slechts over 399
bedrijven. Hebben sommige
landen de invoer van vlees uit het
01/02/2006
CRIV 51
COM 838
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
50
leurs importations de viande? Si oui, combien?
Je vous demanderai peut-être plus de précisions la semaine
prochaine car il est difficile de pouvoir donner si vite des indications
précises.
Je voudrais également connaître la procédure utilisée pour avertir les
autorités européennes via le RAS, le Rapid Alert System.
buitenland al geblokkeerd? Welke
procedure wordt er gevolgd om de
Europese autoriteiten via het RAS
(Rapid Alert System) te
verwittigen?
02.34 Piet Vanthemsche: Je peux peut-être essayer de vous
répondre sur les conséquences économiques quant aux exportations.
La Corée du Sud refuse actuellement les viandes de porc belges.
Nous avons mis en place une cellule en collaboration avec les
Affaires étrangères afin d'avoir une bonne communication dans les
postes diplomatiques belges dans les pays tiers. Nous allons essayer
de diffuser une bonne information, une "fact sheet", au sein des
postes diplomatiques encore cette semaine.
En ce qui concerne la communication avec l'Union européenne, elle
se passe de plusieurs façons. Il y a une information directe,
informelle, et il y a toujours eu, pour chaque résultat positif, un
message dans le Rapid Alert System.
Nous avons eu une réunion avec les "Voedings- en warenautoriteiten"
aux Pays-Bas et la Commission avant-hier au cours de laquelle nous
avons accordé nos violons et avons vu approuver les mesures de
gestion prises en Belgique.
02.34 Piet Vanthemsche: Zuid-
Korea heeft momenteel de invoer
van Belgisch varkensvlees
stopgezet. In samenwerking met
het ministerie van Buitenlandse
Zaken hebben we een cel
opgericht teneinde een afdoende
communicatie in de Belgische
diplomatieke posten in derde
landen te verzekeren. Met de
Europese Unie wordt er
rechtstreeks en op een informele
manier gecommuniceerd. Van elk
positief resultaat is er steeds
melding gemaakt in het kader van
het RAS.
In België hebben we tevens
beheersmaatregelen uitgevaardigd
in overleg met de Commissie en
de VWA (Voedsel en Waren
Autoriteit), het Nederlandse
agentschap.
02.35 Colette Burgeon (PS): Est-ce la Belgique ou les Pays-Bas qui
ont réagi lorsqu'on s'est aperçu du problème?
02.35 Colette Burgeon (PS): Is
het België of Nederland dat heeft
ingegrepen toen het probleem
werd vastgesteld?
02.36 Piet Vanthemsche: Les Pays-Bas nous ont d'abord prévenu
par téléphone et ont ensuite envoyé un message dans le Rapid Alert
System. C'est obligatoire, chaque résultat dont nous disposons est
diffusé dans les 25 pays.
De plus, nous avons immédiatement expliqué la situation au sein d'un
comité permanent de la Commission européenne. De ce côté-là, la
communication s'est bien déroulée.
02.36 Piet Vanthemsche:
Nederland heeft ons eerst
telefonisch verwittigd en heeft
vervolgens een bericht verspreid
via het RAS. We hebben de
toestand onmiddellijk toegelicht in
een permanent comité van de
Europese Commissie. Op dat vlak
is de communicatie correct
verlopen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: De minister is bereid om, zoals hij beloofd heeft, samen met ons nog een half uur te blijven
werken tot 18.00 uur. We zullen proberen nog te redden wat er te redden valt.
03 Vraag van mevrouw Karin Jiroflée aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
voedselcontrole op scholen" (nr. 9650)
03 Question de Mme Karin Jiroflée au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "le
CRIV 51
COM 838
01/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
51
contrôle alimentaire dans les écoles" (n° 9650)
03.01 Karin Jiroflée (sp.a-spirit): Mijnheer de minister, scholen
betalen vanaf 1 januari 2006 minstens 111 euro per jaar aan het
Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen. Die
bijdrage dient om de voedselcontrole door het FAVV op de scholen te
betalen. Vroeger betaalden scholen voor die dienst slechts 50 euro
per 3 jaar. Vanaf 2006 vallen scholen waar leerlingen kunnen eten en
drinken, voor het FAVV onder de categorie Horeca, waardoor ze met
die verhoging worden geconfronteerd.
De heffing moet betaald worden door degene op wiens terrein
voedingswaren worden verspreid. Het gaat dus om bijna alle scholen.
Voor scholen die sowieso niet echt breed in de werkingsmiddelen
zitten, betekent het weer een extra financiële aderlating.
Mijn vragen zijn de volgende. Vindt u het normaal dat scholen worden
beschouwd als horecazaken en op dezelfde manier worden
behandeld als een commercieel bedrijf, terwijl ze dat toch niet echt
zijn? Is het niet mogelijk om een oplossing te bedenken in de zin van
een aparte categorie voor scholen en eventueel andere, niet-
commerciële instellingen?
03.01 Karin Jiroflée (sp.a-spirit):
Depuis le 1
er
janvier 2006, les
écoles doivent payer 111 euros
par an à l'AFSCA pour la
réalisation de contrôles
alimentaires. Par le passé, elles
ne devaient payer que 50 euros
pour trois ans. À présent, les
écoles font toutefois partie de la
catégorie horeca.
Le ministre estime-t-il que cette
situation est normale? Une
catégorie à part entière ne peut-
elle pas être créée pour les écoles
et les autres institutions non
commerciales?
03.02 Minister Rudy Demotte: Mijnheer de voorzitter, mevrouw
Jiroflée, een aantal scholen valt inderdaad binnen de werkingssfeer
van het koninklijk besluit van 10 november 2005 betreffende heffingen
bepaald bij artikel 4 van de wet van 9 december 2004 betreffende de
financiering van het FAVV. Scholen die voeding opwarmen, afkoelen,
transformeren, behandelen of manipuleren, beoefenen een activiteit
die onder de bevoegdheid van het FAVV valt en zijn dus
bijdrageplichtig. Scholen die daarentegen enkel een ruimte ter
beschikking stellen van leerlingen om hun eigen boterhammen en
drank te nuttigen, moeten de heffing niet betalen.
Het voornoemde KB voorziet inderdaad niet in uitzonderingen voor
scholen, noch voor andere non-profitinstellingen. Men mag immers
niet uit het oog verliezen dat die instellingen ook daadwerkelijk
opgenomen zijn in het controleplan van het FAVV. De heffingen
dienen onder meer om die controles te financieren. Voor de scholen
verandert er principieel niets, aangezien zij in het verleden ook een
bijdrage betaalden voor de vergunning, die drie jaar geldig was.
Die vergunning werd afgegeven met uitvoering van het koninklijk
besluit van 4 december 1995 tot onderwerping aan vergunning van
plaatsen waar voedingsmiddelen gefabriceerd of in de handel
gebracht worden, of met het oog op de uitvoer behandeld worden. Het
is dan ook niet correct om te stellen dat scholen als commerciële
horecazaken beschouwd worden. Het is door de aard van hun
activiteit, met name de bereiding van maaltijden, dat zij door het
agentschap gecontroleerd worden zoals de restaurants, en dus
heffingsplichtig zijn in de categorie horeca.
Ik had me reeds voorgenomen om de nieuwe financiering van het
agentschap na het eerste jaar te evalueren. Ik kan aankondigen dat ik
zeker rekening zal houden met uw suggestie om te onderzoeken of er
in een aparte categorie voor scholen en eventuele andere niet-
commerciële instellingen kan worden voorzien.
03.02 Rudy Demotte, ministre:
Un certain nombre d'écoles
ressortissent aux dispositions de
l'arrêté royal du 10 novembre
2005. Si elles traitent de la
nourriture, les écoles sont
soumises aux contrôles de
l'AFSCA et sont dès lors tenues de
participer aux frais. L'arrêté royal
n'établit pas de distinction entre
les écoles et les commerces
horeca. Le nouveau mode de
financement sera évalué après
une année. J'examinerai alors si
une adaptation de la loi est
nécessaire pour les écoles et les
institutions non commerciales.
01/02/2006
CRIV 51
COM 838
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
52
03.03 Karin Jiroflée (sp.a-spirit): Mijnheer de minister, ik dank u
voor het antwoord. Ik volg uw redenering dat het er niet om gaat of het
al dan niet commerciële instellingen zijn, maar dat het gewoon gaat
om het feit dat er moet gecontroleerd en gefinancierd worden.
We kunnen echter niet om het feit heen dat horecazaken nu eenmaal
vaak grote winst maken op de verkoop van eten, terwijl scholen en
een aantal andere instellingen zoals ziekenhuizen, dat niet op
commerciële basis doen en er dus geen inkomsten uit halen. Zij
moeten dan die heffing uit andere middelen financieren. Ik ben blij dat
u het wil evalueren en ik hoop van harte dat u er een oplossing voor
zal vinden. Ik heb nu immers het gevoel dat er iets niet klopt.
03.03 Karin Jiroflée (sp.a-spirit):
Je me rallie au raisonnement du
ministre. Les commerces du
secteur horeca peuvent toutefois
récupérer la contribution sur leurs
bénéfices, ce qui n'est pas le cas
pour les écoles ou les
établissements non commerciaux.
03.04 Minister Rudy Demotte: Wij controleren natuurlijk niet de
kwaliteit van de voeding in verhouding tot de winsten van een sector.
Men moet de kwaliteit waarborgen.
03.04 Rudy Demotte, ministre:
La qualité des aliments n'est pas
contrôlée sur la base des
bénéfices réalisés par un secteur.
03.05 Karin Jiroflée (sp.a-spirit): Vandaar dat ik zei dat ik u volledig
kan volgen. Maar de bijdrage wordt bij horecazaken uit de winst van
de verkoop betaald, terwijl zulke instellingen het geld elders moeten
halen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van mevrouw Karin Jiroflée aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over
"henna-tatouages" (nr. 9651)
04 Question de Mme Karin Jiroflée au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "les
04.01 Karin Jiroflée (sp.a-spirit): Mijnheer de minister,
hennatatoeages zijn de jongste jaren zeer populair, zowel bij jongeren
als bij volwassenen. In vakantieoorden in Azië is het een echte rage.
Ook hier, op festivals en zelfs in schoonheidsinstituten, worden zij
alsmaar vaker gezet. Het kan ook erg leuk zijn voor jongeren zo'n
ding tijdelijk op arm of schouder te hebben.
Nu blijkt dat die tijdelijke hennatatoeages de gezondheid zouden
kunnen schaden. In het Tijdschrift voor Geneeskunde waarschuwen
artsen van de Universitaire Ziekenhuizen Leuven voor de gevaren van
hennatatoeages. In dat artikel roepen zij op die tatoeages ten
stelligste af te raden.
Die tatoeages zouden namelijk aanleiding kunnen geven tot ernstige
allergische reacties, tot eczeem toe. In contact met kleurstoffen
zouden ze bovendien bijkomende allergische reacties kunnen
veroorzaken. Het blijkt dat de pasta's die straatartiesten gebruiken,
naast henna een aantal andere producten bevatten. Het zijn vooral
die producten die de reacties veroorzaken, niet in de eerste plaats de
henna.
De dermatologen wijzen vooral beschuldigend naar het product
paraphenyleendiamine, dat vooral verantwoordelijk zou zijn voor die
allergische reacties. In dat artikel roepen de dermatologen zelfs op tot
een wereldwijde regelgeving.
Bent u op de hoogte van de gevaren van de hennatatoeages?
04.01 Karin Jiroflée (sp.a-spirit):
Les tatouages au henné, qui sont
très prisés, sont pratiqués lors de
festivals, de voyages à l'étranger
et dans les salons de beauté. Mais
d'après les médecins des
Universitaire Ziekenhuizen
Leuven, ils peuvent nuire à la
santé. Le produit qui est
fréquemment ajouté, la para-
phénylènediamine, peut provoquer
de graves réactions allergiques.
Les dermatologues ont déjà
demandé que ce produit soit
réglementé à l'échelle mondiale.
Le ministre est-il informé des
risques que comportent les
tatouages au henné? Ces produits
sont-ils réglementés en Belgique
ou à l'échelon de l'Union
européenne? Le ministre compte-
t-il prendre des initiatives?
CRIV 51
COM 838
01/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
53
Bestaat er in België enige regelgeving daarvoor? Is er op Europees
vlak enige regelgeving of is die in de maak?
Hebt u de intentie in de zaak een initiatief te nemen?
04.02 Minister Rudy Demotte: Mevrouw Jiroflée, bepaalde tijdelijke
tatoeages met henna kunnen inderdaad ernstige allergische reacties
veroorzaken. Het betreft tatoeages die worden gezet met hennapasta
waaraan paraphenyleendiamine of PPD werd toegevoegd. Met
toepassing van de Belgische en Europese wetgeving voor cosmetica
is het gebruik van PPD verboden in producten bestemd om de huid te
kleuren.
Er werden reeds preventieve en repressieve maatregelen genomen,
omdat die producten verboden zijn. Er werden specifieke controles
uitgevoerd door de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de
Voedselketen en Leefmilieu, onder meer op festivals, toeristische
trekpleisters en in schoonheidssalons.
Een groot aantal producten werd in beslag genomen en
geanalyseerd. De inspectiediensten zullen hun controle voortzetten.
Teneinde de bevolking, die ook tijdens een verblijf in het buitenland tot
de tatoeages kan worden aangetrokken, te waarschuwen, werd in juni
een persbericht verstuurd waarin op de gevaren van die producten
werd gewezen. U kunt dat persbericht op verschillende websites
terugvinden, onder andere op Belgium.be
04.02 Rudy Demotte, ministre:
Des lois belges et des directives
européennes interdisent l'emploi
de la para-phénylènediamine pour
colorer la peau. Des inspections
ont déjà été effectuées lors de
festivals et dans des salons de
beauté, et à cette occasion, un
grand nombre de produits ont été
saisis.
En juin 2005 a été diffusé un
communiqué de presse destiné à
informer la population des risques
que comportent les tatouages au
henné. Il est encore possible
aujourd'hui de consulter ce
communiqué.
04.03 Karin Jiroflée (sp.a-spirit): Mijnheer de minister, ik dank u
voor uw antwoord.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van mevrouw Maya Detiège aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
mogelijke gevolgen voor België van de boete aan AstraZeneca" (nr. 9659)
05 Question de Mme Maya Detiège au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "les
conséquences éventuelles pour la Belgique de l'amende infligée à AstraZeneca" (n° 9659)
05.01 Maya Detiège (sp.a-spirit): Op 15 juni 2005 legde de
Europese Commissie de Brits-Zweedse farmaceutische groep
AstraZeneca een boete van 60 miljoen euro op. Volgens de
Commissie misbruikte AstraZeneca zijn dominante positie in de
octrooi- of patentwetgeving om goedkope alternatieven voor Losec,
dat een middel is tegen maagzweren, af te blokken. AstraZeneca ging
in beroep. Na lang onderzoek besloot de Commissie dat AstraZeneca
tussen 1993 en 2000 op verschillende manieren het op de markt
brengen van goedkopere generische versies van Losec voorkwam of
vertraagde. Volgens de Commissie gaf AstraZeneca misleidende
informatie aan de nationale octrooibureaus in verschillende EU-
landen, waaronder en dit is ook belangrijk België. Daardoor
verkreeg AstraZeneca een langere patentbescherming voor het goed
verkopende Losec. Bovendien bracht AstraZeneca in een aantal
landen Losec als tablet op de markt en vroeg tegelijk het op markt
brengen van Losec in capsule te verbieden. Dat verhinderde de
verkoop van generische Losec-capsules. Door die handelswijze
verhinderde AstraZeneca de toegang tot de generische vorm,
05.01 Maya Detiège (sp.a-spirit):
Le 15 juin 2005, la Commission
européenne a infligé une amende
à AstraZeneca pour violation des
lois sur les brevets et abus de
position dominante ayant permis à
la société de bloquer la mise sur le
marché des médicaments de
substitution bon marché pour le
Losec, un médicament destiné au
traitement des ulcères à l'estomac.
La firme a interjeté appel. Selon la
Commission, AstraZeneca a
empêché ou ralenti la
commercialisation de versions
génériques bon marché du Losec,
a fourni, en Belgique notamment,
des informations trompeuses au
01/02/2006
CRIV 51
COM 838
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
54
waardoor AstraZeneca de prijzen voor Losec voor de patiënt en voor
het budget kunstmatig hoog hield.
Recente cijfers tonen aan dat het geneesmiddelenbudget dit jaar
alweer met 45 à 66 miljoen euro overschreden dreigt te worden. Een
ruwe schatting leert ons ook dat België in de bewuste periode 1993-
2000 veel te veel heeft uitgegeven aan de terugbetaling van het
geneesmiddel Losec. Gelet op al die gegevens stel ik voor dat u
stappen zou ondernemen om het geleden verlies voor het
geneesmiddelenbudget enigszins te compenseren.
Ik wil eigenlijk ook een signaal geven aan de bedrijven, omdat een
aantal toch wel denkt dat ze alles mogen, en omdat het op Europees
vlak een uniek feit was. Het is de eerste keer dat de Europese
Commissie zo fel gereageerd heeft. Ik hoop dat we hier in België een
signaal kunnen geven aan onder andere AstraZeneca.
Bureau national des brevets et a
maintenu le prix du Losec à un
niveau artificiellement élevé. Au
cours de cette période, la Belgique
a donc dépensé des sommes
beaucoup trop élevées pour le
remboursement du Losec. Le
ministre s'emploiera-t-il à
récupérer ces sommes et à
compenser quelque peu la perte
pour le budget des médicaments?
05.02 Minister Rudy Demotte: Mijnheer de voorzitter, ethisch gezien
kan ik natuurlijk ook zeggen dat het niet fair is van een bedrijf om zich
zo te gedragen. Toch kan ik hier mijn antwoord op een meer concrete
manier geven.
We zijn hier in België natuurlijk op de hoogte van de boete die de
Europese Commissie AstraZeneca heeft opgelegd.
Op basis van het strafrechtprincipe non bis in idem kan men voor
dezelfde feiten een bedrijf geen tweede straf in een lidstaat opleggen
als het een geharmoniseerd domein betreft.
Octrooiwetgeving is geen geharmoniseerd domein. Bovendien valt de
octrooiwetgeving niet onder de strafwetgeving. Concurrentieregels zijn
wel Europees geharmoniseerd, maar de strafwetgeving niet.
Het spijt me, niet Volksgezondheid maar Economische Zaken ziet toe
op de toepassing van de octrooiwetgeving, alsook op het naleven van
de concurrentieregels, zelfs als het de volksgezondheid betreft.
05.02 Rudy Demotte, ministre:
Ces pratiques sont effectivement
contraires à l'éthique. La Belgique
a eu connaissance de l'amende
infligée. En vertu du principe de
droit "non bis in idem", on ne peut
être sanctionné deux fois pour les
mêmes faits. En outre, la
législation sur les brevets et le
respect des règles de concurrence
ne relèvent pas de la compétence
du département de la Santé
publique mais celle des Affaires
économiques, même s'il s'agit de
faits qui concernent la Santé
publique.
05.03 Maya Detiège (sp.a-spirit): Mijnheer de minister, ik dank u
voor het antwoord. Mensen die ervaring hebben op Europees niveau,
hebben mij gezegd dat België normaal wel iets kan doen. Ik zal
nagaan of er technische mogelijkheden zijn en andere ministers
hierover interpelleren.
05.03 Maya Detiège (sp.a-spirit):
Il semblerait que la Belgique
puisse faire quelque chose. Je
vais faire examiner cette question
et j'interrogerai d'autres ministres
à ce sujet.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
06 Question de Mme Dominique Tilmans au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"la législation relative aux banques de sang de cordon" (n° 9250)
06 Vraag van mevrouw Dominique Tilmans aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de wetgeving inzake de navelstrengbloedbanken" (nr. 9250)
06.01 Dominique Tilmans (MR): Monsieur le président, monsieur le
ministre, le 30 septembre dernier, le CHU de Liège obtenait une
accréditation mondiale Netcord/FACT et devenait ainsi la huitième
banque mondiale et la première banque belge accréditée pour la
vente de sang de cordon ombilical. Cet événement était important
pour le CHU et a donné lieu à une collaboration à la fois avec l'ULB et
06.01 Dominique Tilmans (MR):
Op 30 september jongstleden
werd het CHU van Luik wereldwijd
erkend als commerciële
navelstrengbloedbank. Het is het
eerste Belgische ziekenhuis en het
CRIV 51
COM 838
01/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
55
l'UCL.
Cependant, il y a la transposition de la directive européenne relative à
l'établissement de normes de qualité et de sécurité pour le don,
l'obtention, le contrôle, la transformation, la conservation, le stockage
et la distribution des cellules et tissus humains.
Monsieur le ministre, à la suite d'une question qui vous a été posée
au mois de mars au Sénat, vous avez répondu que vous travailliez à
la rédaction d'un arrêté royal sur la question. Où en est-on à ce sujet?
Qu'en est-il de la reconnaissance de la firme Cryosave, seule banque
de sang de cordon privée? La Belgique possède-t-elle la base légale
suffisante pour permettre ce type d'activité à titre privé et surtout une
réglementation stricte de cette activité? Estimez-vous que la
législation actuelle assure un fonctionnement optimal de ces banques
de sang de cordon?
achtste ter wereld dat die titel
draagt. De omzetting van de
Europese richtlijn tot vaststelling
van kwaliteits- en
veiligheidsnormen voor menselijke
weefsels en cellen verloopt echter
niet probleemloos. Hoever is het
dossier gevorderd? Beschikt
België over een toereikende
rechtsgrond om dit soort activiteit
mogelijk te maken? Hoe staat het
met de erkenning van de firma
Cryosave, de enige privé-
navelstrengbloedbank?
06.02 Rudy Demotte, ministre: Monsieur le président, j'ai soumis le
texte d'un avant-projet de loi au Conseil supérieur de l'Hygiène qui a
émis un avis positif à son sujet. Il vise à régler globalement les
activités nécessitant le recours à des cellules et tissus humains, pour
autant qu'ils soient destinés à des utilisations humaines ou à la
recherche scientifique. Les activités visées sont en effet tellement
complexes que, ni la loi du 13 juin 1986 sur le prélèvement et la
transplantation d'organes, ni celle du 5 juillet 1994 relative au sang et
aux dérivés du sang d'origine humaine ne leur donnent une base
juridique suffisante.
Une nouvelle réglementation légale est en effet nécessaire pour
donner des bases aux activités des banques de cellules après la
suspension et l'annulation de l'arrêté royal du 23 décembre 2003. De
plus, ce texte va servir de base juridique pour la transposition de la
directive européenne de 2004 visant à instaurer des normes en
matière de qualité et de sécurité.
Le prélèvement et l'utilisation du sang de cordon en fait partie. Mon
point de vue par rapport à la conservation des cellules et des tissus
destinés à une personne bien précise, à savoir le donneur ou à un
tiers, est basé sur le principe de soins de santé de qualité accessibles
à tous.
Dans cette optique, je suis enclin à l'autoriser seulement dans un
certain nombre de cas limité, à savoir pour autant que la personne à
qui ces cellules et tissus sont destinés souffre d'une pathologie ou
présente un risque exceptionnel, démontré scientifiquement, de
développer cette pathologie pour laquelle la conservation des tissus
ou cellules visés est nécessaire. Ce dernier point doit encore avoir été
prouvé sur le plan scientifique.
Je vous donnerai la copie écrite; ce sera plus facile.
06.02 Minister Rudy Demotte: Ik
heb de tekst van een voorontwerp
van wet voorgelegd aan de Hoge
Gezondheidsraad, die er een
gunstig advies heeft over
uitgebracht. De tekst strekt ertoe
in een toereikende juridische
grondslag en een allesomvattende
regeling te voorzien voor de
activiteiten die de aanwending van
menselijke cellen en menselijk
weefsel vereisen, op voorwaarde
dat zij voor menselijk gebruik of
wetenschappelijk onderzoek zijn
bestemd. Die tekst zal tevens als
juridische grondslag voor de
omzetting van de Europese
richtlijn dienen.
Vanuit die optiek ben ik bereid om
het enkel in een beperkt aantal
gevallen toe te laten.
06.03 Dominique Tilmans (MR): Monsieur le ministre, vous ne
répondez pas à la question relative à la société Cryosave, la banque
de données privée existant en Belgique.
06.03 Dominique Tilmans (MR):
U antwoordt niet op de vraag in
verband met het bedrijf Cryosafe,
de enige private databank in
België.
06.04 Rudy Demotte, ministre: Je ne peux pas vous faire d'autre 06.04 Minister Rudy Demotte: Ik
01/02/2006
CRIV 51
COM 838
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
56
réponse que celle que l'administration prépare. Ce sont des matières
tellement techniques. Concernant la firme Cryosave, visiblement
l'administration n'a pas donné de réponse. Je vous propose que mon
secrétariat vous fasse parvenir une réponse écrite sur ce dernier
point.
kan u enkel het antwoord geven
dat mijn administratie heeft
opgesteld. En de administratie
heeft niets over de firma Cryosafe
gezegd. Ik stel voor dat mijn
secretariaat u daarover een
schriftelijk antwoord bezorgt.
06.05 Dominique Tilmans (MR): Ce serait effectivement intéressant
car si, selon moi, les banques universitaires de sang de cordon ne
posent pas de problème, il en va différemment des banques de sang
de cordon privées. On court le risque d'une exploitation ...
06.05 Dominique Tilmans (MR):
Dat zou inderdaad interessant zijn
want volgens mij vormen de
universitaire navelstrengbloed-
banken geen probleem, wat niet
kan gezegd worden van de private
navelstrengbloedbanken.
06.06 Rudy Demotte, ministre: Je connais ce problème. Il a déjà été
posé par plusieurs membres de la commission. On pourrait retrouver
dans mes positions antérieures les limites que j'ai posées à cet
exercice. Toutefois, je propose quand même de vous faire parvenir
une réponse écrite. Je préfère en effet vous faire une réponse
prudente car nous ne sommes pas dans des domaines où l'on peut
faire des réponses improvisées.
06.06 Minister Rudy Demotte: Ik
ben op de hoogte van het
probleem. Verscheidene
commissieleden hebben het reeds
aangekaart. Uit mijn vorige
stellingnames kan men afleiden
hoever ik wil gaan. Ik stel toch
voor u een schriftelijk antwoord te
bezorgen.
Le président: Je suis formellement contre ces banques privées. Il est
immoral de vendre des produits génétiques.
De voorzitter: Ik verzet me
formeel tegen die private banken.
Het is onethisch genetisch
materiaal te verkopen.
06.07 Dominique Tilmans (MR): On ne devrait pas les autoriser.
06.07 Dominique Tilmans (MR):
Men zou ze geen toelating mogen
geven.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Vraag van de heer Bart Laeremans aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over
"paramedische interventieteams" (nr. 9661)
07 Question de M. Bart Laeremans au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "des
équipes d'intervention paramédicales" (n° 9661)
07.01 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, eind december ondertussen reeds een maand
geleden kwam u met een zogenaamde oplossing voor het
ontbreken van een MUG-team in Halle en de taalproblemen die
daarvan het gevolg zijn. We hebben daarover reeds regelmatig van
gedachten gewisseld.
Er wordt gestart met de organisatie van hetgeen men noemt een
paramedisch interventieteam dat gefinancierd worden door de
diensten van de minister in analogie met de MUG's, maar op een
minder intensieve wijze betaald. Ook op vijf andere plaatsen zou zo'n
experiment worden opgezet.
Een belangrijk verschil met de MUG is de afwezigheid van een arts,
terwijl gebleken is dat de aanwezigheid van een arts in een belangrijk
07.01 Bart Laeremans (Vlaams
Belang): À la fin du mois de
décembre, le ministre a
prétendument proposé une
solution pour l'absence de SMUR
à Hal et les problèmes
linguistiques qui en découlent. Le
SMUR "light" est mis sur les rails à
Hal, à Virton et dans quatre autres
localités, sans que la présence
d'un médecin soit requise. Il s'agit
en fait d'un service 100. Le
ministre affirme que la présence
d'un médecin n'est requise que
dans 20% des interventions SMUR
CRIV 51
COM 838
01/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
57
percentage van de MUG-interventies zeer noodzakelijk is. Er wordt
dan ook meer en meer gesproken van een herzatz-MUG of een MUG
light. Eigenlijk evolueren we naar een gewone 100-dienst in plaats van
een MUG-dienst zoals hij geconcipieerd is. De essentie van een MUG
is de aanwezigheid van een arts. In het verleden hebben we ook
daarover reeds gesproken. U hebt toen geantwoord dat slechts in
20% van de gevallen de aanwezigheid van een arts noodzakelijk is.
Men zal zich maar in een van die vijf gevallen bevinden waar de arts
noodzakelijk is en het leven laten omdat men geconfronteerd wordt
met een vrij merkwaardige beslissing van de minister.
Intussen hebben we ons hierover geïnformeerd. Naar verluidt is die
20% helemaal niet algemeen, mijnheer de minister. Die blijken
misschien uit cijfers uit het Leuvense. Op andere plaatsen, onder
meer in Antwerpen, gaat het om veel hogere percentages waarbij de
arts aanwezig zou zijn. Die cijfers van Leuven worden gecontesteerd.
Men vreest voor de goede reputatie van onze urgentiegeneeskunde.
Men vreest dat ze zal worden onderuit gehaald. Men vraagt zich dan
ook af waarom er in dit dossier niet beter overlegd is geweest met de
betrokken sector en waarom men een vrij gevaarlijk precedent
schept. Ze zien dit als een onderuit halen van de goede
gezondheidszorgen die op dit moment bestaan. Een vergelijking met
het buitenland gaat ook niet helemaal op omdat daar de opleiding van
verpleegkundigen heel anders is als bij ons.
Ik kom tot mijn vragen.
Dit experiment zou opgestart worden op zes plaatsen, mijnheer de
minister, waaronder Virton en Halle. Welke zijn de overige locaties?
Gaat dit opnieuw om de opvulling van een leemte of gaat het over een
vergroting van het aanbod?
Ten tweede, wat behelst een dergelijk interventieteam? Op welke
wijze wordt een arts betrokken bij deze operaties? In welke mate kan
alsnog beroep worden gedaan op de komst van een arts? Volstaat de
aanwerving van een extra geneesheer in Halle om aan die behoefte
tegemoet te komen?
Ten derde, wat is het verschil in kostprijs per jaar tussen een MUG-
dienst en wat u een paramedisch interventieteam noemt? Krijgt een
dergelijk team een gelijkaardige subsidie als een MUG? Wat gebeurt
er als de subsidie niet alle kosten dekt? Past de kliniek een deel van
het verschil bij of zijn er andere instanties die bijdragen?
Ten slotte, hoe lang loopt dit experiment?
mais ce chiffre est contesté. Cette
expérience nuit à la qualité des
soins de santé.
Quels sont les quatre autres
localités concernées? S'agit-il de
combler un vide ou de renforcer
l'offre? Quelles sont les missions
d'une telle équipe d'intervention et
comment un médecin peut-il y être
associé? Quelle est la différence
de coût entre un SMUR et une
équipe d'intervention
paramédicale? Cette dernière
bénéficie-t-elle
des mêmes
subventions? Quelle sera la durée
de cette expérience?
07.02 Minister Rudy Demotte: Eerst en vooral zou ik graag beweren
- dat blijkt nodig te zijn - dat het is gebeurd in totaal overleg met de
overheden, met name met de mensen van het bestuur van het
ziekenhuis te Halle en met mijn geachte collega, Inge Vervotte, de
minister van Volksgezondheid van de Vlaamse Gemeenschap.
In eerste instantie moet ik wijzen op het feit dat bij een MUG-oproep
in het merendeel van de gevallen de interventie van een geneesheer
niet echt noodzakelijk is. Dit is onder meer het gevolg van de
technologische evolutie bij de automatische defibrillatoren en
katheders. Voor een doeltreffend gebruik van dit materiaal is het niet
noodzakelijk dat men de kwalificatie van arts heeft. Er is echter wel in
07.02 Rudy Demotte, ministre:
Cette expérience a été menée en
concertation avec l'administration
de l'hôpital de Hal et le ministre
flamand, Mme Vervotte. Lorsque
le SMUR intervient, la présence
d'un médecin n'est pas
absolument indispensable étant
donné que le véhicule dispose de
défibrillateurs et de cathéters. Le
SMUR est de plus en contact
téléphonique avec le service
01/02/2006
CRIV 51
COM 838
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
58
een permanent telefonisch contact voorzien met de arts in de
spoedgevallendienst van het ziekenhuis dat het paramedisch
interventieteam uitbaat. Indien ter plaatse blijkt dat de aanwezigheid
van een arts toch noodzakelijk is, zal het oproepcentrum van de 100
ook een arts oproepen.
Ik moet u erop wijzen dat deze werkwijze in diverse landen reeds
wordt toegepast. Ik verwijs naar de Scandinavische landen,
Nederland, het Verenigd Koninkrijk, de Duitse Bondsrepubliek, de
Verenigde Staten en Canada, toch geen onderontwikkelde landen.
Het gaat dus om een zeer belangrijk experiment met het oog op een
toekomstgerichte en meer efficiënte organisatie van de dringende
geneeskundige hulpverlening, waarin de schaarse middelen, ook wat
gespecialiseerde artsen betreft, worden ingezet waar zij het meest
renderen.
Een dergelijk experiment kan slechts voldoende informatie genereren
wanneer het in gebieden met een verschillend profiel wordt toegepast,
met name naast Halle, dat vrij verstedelijkt is, ook in zeer rurale
gebieden als Tubize. De vier overige projecten zijn nog niet
toegewezen. Die projecten kan ik dus nog niet preciseren.
d'urgence de l'hôpital si bien qu'un
médecin peut toujours être appelé
en cas de nécessité. Ce système
est appliqué de longue date en
Scandinavie, aux Pays-Bas, en
Allemagne, au Royaume-Uni et au
Canada. Il permet d'augmenter
l'efficacité des médecins en ne les
envoyant que là où ils sont
vraiment indispensables. Dans le
cadre de cette expérience, la ville
de Hal est assimilée à une zone
fortement urbanisée et Virton à
une zone rurale. Les quatre autres
lieux n'ont pas encore été choisis.
07.03 Bart Laeremans (Vlaams Belang): (...)
07.04 Minister Rudy Demotte: Het wordt als voorbeeld geciteerd. Wij
hebben nog niet gedefinieerd waar de volgende experimenten zullen
plaatsvinden.
Kortom, voor dat project zal het regionaal ziekenhuis Sint-Maria te
Halle een jaarlijks bedrag van 215.000 euro ontvangen via het budget
van financiële middelen, wat overeenstemt met de financiering van
een erkende MUG. Dat bedrag is vooral bestemd om de wedden van
de permanentie te betalen. Noch vanuit het ziekenhuis, noch vanuit
enige andere instantie is ons gemeld dat de financiering van bedoeld
experiment te gering zou zijn.
Ten slotte, ik ben ervan overtuigd dat dit experiment, zoals mede
uitgevoerd door het regionaal ziekenhuis Sint-Maria te Halle, op een
waardevolle manier zal bijdragen tot een op termijn meer
toekomstgerichte en efficiënte organisatie van de dringende
geneeskundige hulpverlening in ons land.
Dat hiermee ook wordt tegemoetgekomen aan een behoefte die in de
regio bestaat, wordt dan ook positief onthaald.
07.04 Rudy Demotte, ministre:
Pour ce projet, l'hôpital régional
Sint-Maria, de Hal, recevra
annuellement 215.000 euros, ce
qui correspond au financement
d'un SMUR reconnu.
Je suis convaincu que l'expérience
contribuera à rendre plus efficace
l'organisation de l'aide d'urgence.
07.05 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Mijnheer de minister, ik
kan alleen maar herhalen wat ik reeds heb gezegd: in de medische
wereld maakt men het grootste voorbehoud bij dit experiment, precies
omdat men uitgaat van verkeerde cijfers. De cijfers die u uit Leuven
werden meegedeeld, kloppen niet voor andere plaatsen. Mits een
goede dispatching, komt men op heel wat plaatsen en onder meer in
Antwerpen tot veel hogere cijfers, waarbij de arts wel noodzakelijk is.
Als u nu daarmee gaat experimenteren, kan het gevolg zijn dat in
plaats van doden bij gebrek aan kennis van het Nederlands en het
tijdig arriveren van de MUG, men nu een dode zou kunnen hebben bij
gebrek aan medische kennis en dit doordat de arts niet aanwezig is
die er noodzakelijk bij had moeten zijn.
07.05 Bart Laeremans (Vlaams
Belang): Le monde médical
exprime de fortes réserves à
propos de cette expérience. Les
chiffres concernant Louvain sur
lesquels on se fonde ne peuvent
être purement et simplement
extrapolés. Plutôt que de
provoquer la mort de patients à
cause du manque de
connaissances linguistiques parmi
les membres de l'équipe
CRIV 51
COM 838
01/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
59
Ik heb het grootste voorbehoud bij uw antwoord en bij dit medisch
experiment. Wij zullen ons verder medisch bevragen, maar hebben
de indruk dat u op termijn een drastische besparing wil doorvoeren in
een sector waarin wij aan kop staan in Europa en waardoor wij dankzij
onze goede urgentiegeneeskunde heel wat levens kunnen redden. In
een aantal landen als het Verenigd Koninkrijk en Nederland staat men
helemaal niet op ons niveau inzake urgentiegeneeskunde. Als u zich
aan hen spiegelt en ervan uitgaat dat wij terug naar dat niveau
kunnen afzakken, bespaart men op mensenlevens: dat heeft tot
gevolg dat mensen er het leven bij kunnen inschieten.
Wij zullen de medische sector inlichten over uw antwoord, maar wij
weten nu al dat men daar heel ongelukkig is met het toekomstbeeld
dat u schetst. Het zal misschien geld opleveren en u zal misschien
minder moeten uitgeven aan urgentiediensten, maar er zullen minder
mensen geholpen kunnen worden en dit kan levens kosten. Wij zullen
dit dossier met argusogen niet alleen volgen omwille van de
problematiek in Halle de MUG light of ersatz-MUG maar ook
omwille van de geneeskunde in het algemeen.
Bovendien, wat Vlaams-Brabant betreft, in Halle zal er een eerste
aanzet tot oplossing zijn, tot we opnieuw met incidenten
geconfronteerd worden. Dat neemt echter niet weg dat er nog altijd
taalproblemen bestaan in en rond Brussel, omdat onder andere
Erasmus en St-Luc niet aan de nodige taalvereisten voldoen. De
problemen blijven daar nog altijd bestaan. Ook daar is nog altijd geen
begin van oplossing.
d'intervention, on risque à présent
de la provoquer en n'adjoignant
pas de médecin à l'équipe
d'intervention. Nous craignons qu'il
s'agisse d'une mesure d'économie
inavouée. Nous ne devons pas
nous inspirer de l'exemple de pays
comme le Royaume-Uni et les
Pays-Bas, car le niveau de notre
système d'aide médicale est
supérieur. Nous allons suivre très
attentivement l'expérience du
SMUR façon "light". Du reste,
l'ébauche d'une solution à Hal ne
signifie pas que tous les
problèmes linguistiques de
Bruxelles et de la périphérie soient
résolus.
07.06 Minister Rudy Demotte: Het geval van Halle bewijst, mijns
inziens, dat ik, als ik het kan, altijd van goede wil ben. Ik baseer me
voor de promotie van een dergelijke praktijk niet op het feit dat het mij
minder geld zal kosten, hoewel het natuurlijk een bezorgdheid is om
onze gelden zo voorzichtig mogelijk te besteden. Het gaat hier echter
over het gebruik van nieuwe methodes ten gevolge van het feit dat we
nu over nieuwe technologieën en apparatuur beschikken, zoals de
fameuze defibrillatoren.
De telecommunicatie brengt ons op medisch vlak eveneens een zeer
grote meerwaarde. Alsmaar meer artsen volgen hun patiënten op
afstand. Toen ik op bezoek was in ziekenhuizen, heb ik zelfs
vernomen dat men een ingreep kan doen onder supervisie van
iemand die zich heel ver van de plaats bevindt waar het eigenlijk
gebeurt en die de verschillende operaties kan volgen.
Ik denk dus dat we ook rekening moeten houden met de evolutie van
de verschillende technologieën en ik heb vertrouwen in de nieuwe
ploegen. We zullen het natuurlijk ook moeten evalueren op basis van
hun eigen ervaringen.
07.06 Rudy Demotte, ministre:
En ce qui concerne Hal, j'ai fait la
preuve de ma bonne volonté. Je
suis bien évidemment attentif au
coût mais il s'agit ici de la mise en
oeuvre de nouvelles méthodes, à
présent que nous disposons de
nouvelles technologies et de
nouveaux instruments. La
télécommunication ouvre
également de nouvelles
possibilités. Désormais, on peut
pratiquer des opérations sous la
supervision d'un médecin se
trouvant à distance. J'ai toute
confiance dans le
professionnalisme des équipes qui
seront envoyées en mission mais
il va de soi que nous devrons
procéder à l'évaluation de
l'expérience.
07.07 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Mijnheer de minister, ik
dank u voor uw toevoeging. Wanneer u spreekt over begeleiding op
afstand, doet mij dat een beetje denken aan een artikel dat ik een
paar jaar geleden in de krant heb gelezen, waarbij een kruidendokter
die op afstand een telefonisch advies had gegeven en nadien moest
vaststellen dat de patiënt was overleden, een zware sanctie had
gekregen. Begeleiding op afstand kan in sommige gevallen misschien
07.07 Bart Laeremans (Vlaams
Belang): Je ne fais pas confiance
aux soins à distance. Lorsque le
SMUR est appelé, il s'agit
d'incidents sérieux, comme une
crise cardiaque foudroyante ou un
grave accident de la circulation.
01/02/2006
CRIV 51
COM 838
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
60
wel nuttig zijn, maar wanneer roept men een MUG? Wanneer er zich
ernstige zaken hebben voorgedaan, als iemand een acute hartaanval
heeft of het slachtoffer is van een ernstig verkeersongeval. In die
omstandigheden kan de snelle tussenkomst ter plaatse van een arts
levensreddend zijn.
Dans ce type de situations,
l'intervention rapide d'un médecin
peut sauver des vies.
07.08 Minister Rudy Demotte: Dat moet gedefinieerd worden door de
mensen die de oproep opnemen. Zij moeten gekwalificeerd zijn om te
kunnen bepalen of er al dan niet een zeer gemedicaliseerde ploeg ter
plaatse moet gaan.
07.08 Rudy Demotte, ministre:
Les personnes qui traitent les
appels doivent être correctement
formées pour être capables de
décider si une équipe spécialisée
doit être envoyée sur place ou
non.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Vraag van de heer Luc Goutry aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "het feit
dat verpleegkunde geen knelpuntenberoep meer is" (nr. 9694)
08 Question de M. Luc Goutry au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "le fait que
l'art infirmier ne soit plus une profession critique" (n° 9694)
08.01 Luc Goutry (CD&V): Mijnheer de minister, is verpleegkunde
niet langer een knelpuntenberoep?
Volgens een krantenbericht waren er nog nooit zoveel student-
verplegers als dit schooljaar. Ze zijn met 21.112 en men zegt dus dat
er de komende jaren voldoende uitstroom zou zijn zodat het niet
langer een knelpuntenberoep zou zijn. Men heeft steeds gezegd dat
men te weinig verpleegkundigen had.
Dit is een heel belangrijke vaststelling omdat de toestand jarenlang
andersom was zodat er vandaag nog altijd een nijpend tekort is aan
verpleegkundigen.
Het beleid moet deze ontwikkelingen alleszins op de voet volgen.
Dergelijke aankondigingen zouden bijvoorbeeld ontradend kunnen
werken bij toekomstige kandidaten om verpleegkundestudies aan te
vatten.
Mijnheer de minister, ik wil daarom graag heel nauwkeurig van u
vernemen hoe u zelf de situatie inschat wat betreft voldoende aanbod
van verpleegkundigen in de toekomst? Denkt u dat daarmee het
probleem is opgelost? Beschikt u over precieze cijfers inzake het
aanbod voor pakweg de komende tien jaar? Hoever staat het met een
kadaster voor verpleegkundigen? Weet u hoeveel verpleegkundigen
er momenteel effectief hun beroep uitoefenen, in welke sectoren, met
hoeveel jobtime algemene verpleegkundigen, psychiatrische
verpleegkundigen en vroedkunde? Hoever staat het met de publicatie
van het aangekondigde koninklijk besluit in verband met de
zorgkunde?
08.01 Luc Goutry (CD&V): À en
croire la presse, les étudiants en
soins infirmiers n'auraient jamais
été aussi nombreux que cette
année. L'art infirmier ne
constituerait dès lors plus une
profession critique au cours des
prochaines années. Je m'en
félicite même si de telles nouvelles
peuvent évidemment aussi avoir
un effet dissuasif sur les candidats
aux études d'infirmier.
Comment le ministre évalue-t-il lui-
même l'offre d'infirmiers à
l'avenir? Dispose-t-il de chiffres à
cet égard? Qu'en est-il du
cadastre des infirmiers?
Actuellement, combien d'infirmiers
exercent-ils effectivement leur
profession? Qu'en est-il de l'arrêté
royal relatif aux aides-soignants?
08.02 Minister Rudy Demotte: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Goutry, het beroep van verpleegkundige zal een knelpuntenberoep
blijven zolang het aanbod op de arbeidsmarkt niet beantwoordt aan
de vraag.
De stijging van het aantal studenten verpleegkundige is zonder meer
08.02 Rudy Demotte, ministre:
La profession d'infirmier
demeurera une profession critique
tant que l'offre ne répondra pas à
la demande. L'augmentation du
nombre d'étudiants constitue une
CRIV 51
COM 838
01/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
61
een zeer positief teken wat de aantrekkelijkheid, dat een paar jaar
geleden toch voor probleem zorgde, van het beroep betreft.
Bij de evaluatie van het aanbod moet er eveneens rekening worden
gehouden met het aantal gediplomeerde verpleegkundigen die het
beroep daadwerkelijk uitoefenen. Vooral de werktijd is belangrijk.
Die parameter is grotendeels afhankelijk van de omstandigheden en
de organisatie van het werk, alsook van de mogelijkheid om het
gezinsleven te verzoenen met het beroepsleven.
Ten vierde, vandaag de dag beschikken wij nog niet over volledige
gevalideerde en betrouwbare gegevens voor een kadaster voor
verpleegkundigen.
Ten vijfde, om die reden is de opstelling van een kadaster voor dat
beroep een prioriteit.
Ten zesde, op korte termijn zal mijn administratie over de nodige
informaticamiddelen beschikken die het mogelijk maken om de
gegevens waarover zij reeds beschikt, te beheren. Overigens zal de
registratie van de beoefenaars van de verpleegkundigen afhangen
van het wettelijk kader dat momenteel wordt uitgewerkt, vooral voor
de bijzondere beroepstitels en de bijzondere beroepskwalificaties die
worden behandeld in een werkgroep van de interministeriële
conferentie Volksgezondheid.
Ten zevende, het is slechts op basis van federale gegevens,
gevalideerd door de wetenschapswereld, dat de planningcommissie
Medisch Aanbod efficiënt zal kunnen werken rond het beroep van
verpleegkundige en een antwoord kan worden gegeven op de
relevante vragen die u stelt.
Ten laatste, de koninklijke besluiten betreffende de zorgkundigen, zijn
momenteel ter ondertekening aan de Koning voorgelegd, alvorens in
het Belgisch Staatsblad gepubliceerd te worden.
bonne chose puisqu'elle démontre
que la profession a retrouvé de
l'attrait. Dans le cadre de
l'évaluation de l'offre, il convient de
tenir compte du nombre
d'infirmiers qui exercent
effectivement leur profession. À
cet égard, les temps de travail et
la possibilité de concilier la
profession avec la vie familiale
constituent principalement des
critères importants.
Tant que le cadastre de données
ne sera pas disponible, nous ne
serons pas en possession de
chiffres complets et fiables. Dès
lors, nous érigeons l'établissement
de ce cadastre au rang de nos
priorités. L'administration
disposera à court terme des
moyens informatiques nécessaires
à la gestion des données.
Le cadre légal est en cours
d'élaboration. C'est uniquement
sur la base des données
fédérales, évaluées par le monde
scientifique, que la commission de
planification pourra travailler et
que nous pourrons répondre
l'ensemble de ces questions
pertinentes.
L'arrêté royal relatif aux infirmiers
a été soumis à la signature royale
et sera publié rapidement.
08.03 Luc Goutry (CD&V): Bedankt voor uw antwoord.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
09 Question de Mme Dominique Tilmans au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"l'identification et l'encodage des chevaux dans une banque de données centrale" (n° 9805)
09 Vraag van mevrouw Dominique Tilmans aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de identificatie en encodering van paarden in een centrale gegevensbank" (nr. 9805)
09.01 Dominique Tilmans (MR): Monsieur le ministre, ma question
est éminemment technique. J'espérais ne pas devoir vous la lire mais
il semblerait que ce soit obligatoire.
L'arrêté royal du 16 juin 2005 prévoit l'identification et l'encodage des
chevaux dans une banque de données centrales et ce, à partir du 1
er
juillet prochain.
Je souhaiterais obtenir quelques précisions quant à la mise en oeuvre
de cette mesure.
09.01 Dominique Tilmans (MR):
Mijn vraag is eerder technisch. Het
koninklijk besluit van 16 juni 2005
voorziet in de identificatie en de
encodering van de paarden in een
centrale gegevensbank vanaf 1
juli. Ik vraag me af op grond van
welke criteria de beheerder wordt
gekozen, welke bijkomende
identificatiemiddelen worden
01/02/2006
CRIV 51
COM 838
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
62
Au chapitre I, article 1
er
, alinéa 13: quels sont les critères retenus pour
établir le choix du gestionnaire?
Au chapitre II, article 7: pourriez-vous me préciser quelle sont les
modalités dont il est question?
Au chapitre III, section 1
re
, article 8, paragraphe 2: quels moyens
d'identification supplémentaires envisagez-vous? Dans quelles
circonstances devront-ils être appliqués?
Au chapitre III, section 2, article 10, paragraphe 2: quelles conditions
supplémentaires envisagez-vous? Cette question me tient
particulièrement à coeur car la réponse est importante. Aujourd'hui,
les vétérinaires sont tenus de suivre une formation obligatoire s'ils
souhaitent figurer sur la liste des vétérinaires vérificateurs. 400
vétérinaires ont été formés par l'ASBL Formavet. Il semblerait
toutefois que la Confédération Wallonie-Bruxelles du Cheval veuille
limiter l'identification des chevaux inscrits au "Stud-Book" à trois
vétérinaires qu'elle désignera elle-même.
Quelle formation considérez-vous comme certifiante? Celle de l'ASBL
Formavet ou bien celle de la Confédération Wallonie-Bruxelles du
Cheval? Que pensez-vous aussi de la volonté de monopole de la
Confédération Wallonie-Bruxelles du Cheval?
Au chapitre VI, article 22, paragraphe 4: selon quels critères le
gestionnaire procédera-t-il au choix de ce vétérinaire identificateur?
Au chapitre VII, article 28: comment procédera-t-on si la mère n'a pas
encore été identifiée? Quelle est la procédure de mise en route du
système?
Au chapitre VII, article 27: sur quels critères sera confiée la gestion de
la banque de données? Un cahier des charges a-t-il été rédigé? Si
oui, comment peut-on se le procurer?
Au chapitre VII, article 30: quels sont les prestataires de services?
Au chapitre VII, article 31: comment sera organisée la tarification
unique pour tous les vétérinaires identificateurs? Le tarif sera-t-il fixé
par le ministre ou par l'Ordre des vétérinaires?
overwogen en wat de verplichte
opleiding voor de identificeerders
inhoudt. Wat vindt u trouwens van
de plannen van de 'Confédération
Wallonie-Bruxelles du cheval'?
Volgens welke criteria zal het
beheer van de gegevensbank
worden toegekend? Wie zijn de
dienstverleners? Hoe wordt de
unieke tarifering voor alle
identificerende dierenartsen
georganiseerd? Wordt het tarief
door de minister of door de Orde
van de dierenartsen bepaald?
09.02 Rudy Demotte, ministre: Monsieur le président, madame,
voici une réponse en dix points. Les critères initiaux repris pour la
sélection des candidats étaient que ceux-ci devaient être constitués et
posséder une certaine expérience dans le secteur des animaux
vivants. La désignation finale de l'organisme se fera sur la base de
critères définis dans le cahier spécial des charges envoyé uniquement
aux candidats sélectionnés. Rassurez-vous, je vous communiquerai
le texte écrit.
Deuxièmement, les modalités de modification de la destination finale
de l'animal par le vétérinaire consistent à faire valider officiellement
sur le passeport et dans la banque de données l'exclusion de l'animal
pour la consommation humaine. Certaines modalités seront définies
en concertation avec le gestionnaire de la banque de données une
fois que celui-ci aura été désigné.
09.02 Minister Rudy Demotte:
De oorspronkelijke criteria voor de
selectie van de kandidaten waren
onder meer een zekere ervaring in
de sector van de levende dieren.
De uiteindelijke aanwijzing van het
organisme gebeurt op grond van
de in het bijzonder bestek
bepaalde criteria. Dit bestek werd
alleen naar de geselecteerde
kandidaten gestuurd.
Ten tweede, de modaliteiten om
de uiteindelijke bestemming van
het dier door de veearts te wijzigen
CRIV 51
COM 838
01/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
63
Troisièmement, je n'envisage actuellement aucun autre moyen
d'identification supplémentaire. Cette disposition a été rédigée en
prévision d'une réglementation européenne actuellement en
préparation. Celle-ci pourrait éventuellement imposer d'autres moyens
d'identification comme, par exemple, un prélèvement d'ADN.
Quatrièmement, j'envisage en effet d'imposer des conditions
supplémentaires pour qu'un vétérinaire soit reconnu comme
identificateur. Il faudra qu'il ait suivi une formation sur l'identification
des chevaux. Cette formation doit permettre aux vétérinaires agréés
d'acquérir ou d'actualiser leurs compétences techniques; ainsi que
d'apprécier la portée de cet acte.
Le vétérinaire doit également acquérir les connaissances
administratives nécessaires pour la collecte des données
d'identification et pour la collaboration avec les associations d'élevage
équin et l'ASBL gestionnaire de la banque de données.
Cinquièmement, une formation "certifiante" est une formation donnée
par des professionnels du monde du cheval et dont le contenu aura
préalablement été soumis à l'approbation de mes services.
Lors des groupes de travail qui ont déterminé l'actuelle législation, il
avait été convenu avec le secteur que l'identificateur serait désigné
par l'association d'élevage, dans le cas des chevaux destinés à être
inscrits dans un livre généalogique, soit choisi par le responsable du
cheval parmi une liste d'identificateurs reconnus, dans le cas des
autres chevaux.
bestaan erin de uitsluiting van het
dier voor menselijke consumptie
officieel op het paspoort en in de
gegevensbank te valideren.
Bepaalde modaliteiten worden in
samenspraak met de beheerder
van de gegevensbank bepaald
zodra een beheerder is
aangesteld.
Ten derde, momenteel beoog ik
geen enkel ander bijkomend
identificatiemiddel. Deze bepaling
werd opgesteld met het oog op
een Europese regelgeving in
voorbereiding. De Europese
regelgeving zou nog andere
identificatiemiddelen kunnen
opleggen zoals bijvoorbeeld het
nemen van DNA-stalen.
Ten vierde overweeg ik inderdaad
de dierenartsen die als
identificeerder willen worden
erkend, ertoe te verplichten een
technische en administratieve
opleiding te volgen.
Ten vijfde is een "certifiërende"
opleiding een opleiding waarvan
de inhoud door mijn diensten werd
goedgekeurd en die door
beroepsmensen die actief zijn in
het paardenmilieu zal worden
gegeven.
In het kader van de werkgroepen
waarvan de werkzaamheden tot
de huidige wetgeving hebben
geleid, werd afgesproken dat de
identificeerder door de persoon die
verantwoordelijk is voor het paard
zou worden gekozen uit een lijst
van erkende identificeerders of,
wanneer het paarden betreft die in
een stamboek moeten worden
ingeschreven, door de
fokvereniging zou worden
aangewezen.
De voorzitter: Het is een "paardenvraag" en een "paardenantwoord".
09.03 Rudy Demotte, ministre: C'est bon! Le français vaut le
néerlandais dans mes réponses.
Sixièmement, le fait que la Confédération Wallonie-Bruxelles du
Cheval veuille limiter le nombre d'identificateurs pour les chevaux
inscrits est donc légitime. Pour X chevaux, on prévoit Y identificateurs
09.03 Minister Rudy Demotte:
Het voornemen van de
"Confédération Wallonie-Bruxelles
du cheval" om het aantal
identificeerders voor de
ingeschreven paarden te
01/02/2006
CRIV 51
COM 838
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
64
limités. En cas de perte du passeport, le gestionnaire désignera un
identificateur sur la base du critère géographique et pour contrôler
l'identité de l'animal. L'identificateur choisi sera celui exerçant dans la
localité la plus proche du cheval à contrôler.
Septièmement, lors de l'identification des poulains destinés à être
abattus dans l'année de leur naissance, c'est le numéro
d'identification de la mère qui est repris sur l'attestation de notification.
Si la mère ne possède pas encore de micro chip au moment de
l'identification de son poulain, l'identificateur lui en implantera un à
cette occasion.
Huitièmement, la procédure de désignation se déroule selon un appel
d'offres restreint en cours depuis le mois d'août 2005. Les candidats
devaient rentrer leur candidature pour le 30 septembre 2005. Comme
je l'ai déjà dit, la désignation finale de l'organisme se fera sur la base
de critères définis dans le cahier spécial des charges.
Neuvièmement, les éventuels prestataires de services ne seront
connus qu'une fois que le gestionnaire aura été désigné.
Dixièmement, le montant forfaitaire sera fixé en concertation avec le
gestionnaire de la banque de données. Les visites des identificateurs
seront payées selon les honoraires vétérinaires.
Ce texte n'est, semble-t-il, pas rédigé par des littéraires mais par des
vétérinaires!
beperken, is gewettigd. Bij de
identificatie van veulens die binnen
het jaar na hun geboorte zullen
worden geslacht, wordt het
identificatienummer van de merrie
op het attest van betekening
vermeld.
De aanwijzingsprocedure neemt
de vorm aan van een beperkte
offerteaanvraag. De kandidaten
moesten zich tegen 30 september
2005 aanmelden. De eventuele
dienstverleners zullen pas bekend
zijn nadat de beheerder zal zijn
aangewezen. Het forfaitaire
bedrag zal in overleg met de
beheerder van de gegevensbank
worden vastgesteld. De
identificeerders zullen dezelfde
erelonen ontvangen als de
dierenartsen.
09.04 Dominique Tilmans (MR): Monsieur le ministre, je voudrais
quand même attirer votre attention sur la question que je posais
concernant la formation.
Aujourd'hui, une formation certifiante existe, 400 vétérinaires ayant
été formés par l'ASBL Formavet. Par ailleurs, la Confédération
Wallonie-Bruxelles du Cheval veut limiter la certification des chevaux
du Stud-Book.
Personnellement, j'ai été effrayée du nombre d'organisations qui
s'occupent des chevaux. J'ignorais qu'il en existait autant mais je ne
suis que l'intermédiaire d'un vétérinaire désirant obtenir une réponse à
sa question. Qu'en est-il exactement de la certification officielle et de
celle réalisée par une confédération wallonne? Cela signifie-t-il que la
formation certifiante suivie par de nombreuses personnes ne vaut
rien? C'est dangereux!
09.04 Dominique Tilmans (MR):
Ik wil nog even terugkomen op
mijn vraag over de opleiding.
Vandaag bestaat een opleiding
voor dierenartsen die een
erkenning wensen voor het
identificeren van paarden.
Vierhonderd dierenartsen hebben
die gevolgd. Anderzijds wil de
'Confédération Wallonie-Bruxelles'
echter beperkingen opleggen aan
de certificering van de paarden
opgenomen in het stud-book.
Betekent een en ander dat er twee
certificeringen bestaan: een
officiële en één van een Waalse
confederatie? Wat is dan nog de
waarde van die opleiding?
09.05 Rudy Demotte, ministre: Je retourne un instant dans mes
hiéroglyphes pour essayer de les traduire.
Pour ce qui concerne la certification, on me dit que l'identification doit,
pour les chevaux inscrits au Stud-Book, être limitée à un certain
nombre de personnes qui ont été formées dans le cadre des
confédérations d'après la question que vous me posez et la réponse
que j'ai sous les yeux. La Confédération Wallonie-Bruxelles du Cheval
pourrait elle-même limiter le nombre d'identificateurs.
La question que vous posez à ce sujet, mais de manière dérivée,
09.05 Minister Rudy Demotte:
De in het stud-book opgenomen
paarden moeten worden
geïdentificeerd door een beperkt
aantal personen die een door de
confederaties georganiseerde
opleiding volgden. De
'Confédération Wallonie-Bruxelles'
zou dus langs die weg het aantal
voor de identificatie erkende
veeartsen kunnen beperken.
CRIV 51
COM 838
01/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
65
serait: ne pourrait-il pas y avoir de contradiction entre cela et une
autre formation officielle?
Franchement, téléphonez, comme dans l'émission "Visa pour le
monde", à l'équipe en demandant de répondre à cette question! Moi,
je suis incapable d'y répondre!
Wat u mij vraagt, is of dat niet
haaks zou kunnen staan op een
andere officiële opleiding. Ik kan u
daar niet op antwoorden.
09.06 Dominique Tilmans (MR): Je m'en doute. Il faut simplement
ouvrir l'esprit et je reviendrai probablement avec des questions à ce
sujet.
Ils disent: "... uniquement des personnes qui auront été formées par
la Confédération". Cela signifie donc que les personnes qui sont les
identificateurs "légaux" ne seraient pas compétentes pour le "Stud-
Book". Voilà qui fera l'effet d'une bombe dans le milieu! Soyez-y
attentif!
09.06 Dominique Tilmans (MR):
Dat had ik wel gedacht. Maar het
gevaar bestaat dat de "wettelijke"
identificeerders niet als deskundig
worden erkend. Men moet
waakzaam zijn op dat gebied.
09.07 Rudy Demotte, ministre: Je suis incapable d'interpréter cette
réponse, car, pour être honnête avec vous, je n'en comprends pas la
langue!
09.07 Minister Rudy Demotte: Ik
kan dat antwoord niet
interpreteren, want om eerlijk te
zijn begrijp ik het niet.
09.08 Dominique Tilmans (MR): Monsieur le ministre, je vous
remercie d'avoir accepté ma question jusqu'au bout.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
10 Vraag van de heer Luc Goutry aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
geriatrische dagziekenhuizen" (nr. 9970)
10 Question de M. Luc Goutry au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "les
10.01 Luc Goutry (CD&V): Mijnheer de minister, recent werden 45
projecten voor geriatrische dagziekenhuizen geselecteerd, waarvan
26 in Vlaanderen, 4 in Brussel en 15 in Wallonië.
Uit uw omzendbrief aan de ziekenhuizen van 20 december 2005
vernemen we meer over de financiële impact van voornoemde
beleidsmaatregel op het budget van de financiële middelen van de
ziekenhuizen voor het jaar 2006. Er is in een financiering voorzien van
twee fulltime verpleegkundigen en van één fulltime paramedicus,
telkens ter waarde van 45.881 euro per fulltime equivalent.
Over de selectie van de projecten voor geriatrische dagziekenhuizen
bestaat op het terrein echter nogal wat verwarring. In eerste instantie
zouden de ziekenhuizen die reeds een of andere vorm van
geriatrische dagziekenhuizen hadden, worden geselecteerd voor het
project. Niet alle ziekenhuizen die kandidaat waren, hadden evenwel
reeds een of andere vorm van geriatrisch dagziekenhuis. Anderzijds
werden bijvoorbeeld in de streek van Gent ziekenhuizen met meer
dan 150 verantwoorde G-bedden met andere woorden met een heel
grote geriatrische dienst niet in aanmerking genomen voor het
project.
Mijnheer de minister, welke criteria werden precies gebruikt bij de
toekenning van de projecten voor geriatrisch dagziekenhuis aan de
geïnteresseerde kandidaten?
10.01 Luc Goutry (CD&V): 45
projets d'hôpitaux de jour
gériatriques ont été sélectionnés
récemment: 26 en Flandre, 4 à
Bruxelles et 15 en Wallonie. Les
hôpitaux en ont été informés par la
circulaire du 20 décembre 2005. Il
existe une certaine confusion sur
le terrain à propos de la sélection
des projets.
Quels critères ont été utilisés? A-t-
on donné la priorité aux hôpitaux
exploitant déjà un hôpital de jour
gériatrique? Que faut-il entendre
par hôpital de jour gériatrique? Si
le nombre de places était
supérieur au nombre d'hôpitaux
répondant aux critères, comment
a-t-on sélectionné les hôpitaux
restants? Comment est-on arrivé à
cette répartition régionale?
Pourquoi le ministre n'a-t-il pas
prévu de financement pour chaque
hôpital général afin de mettre en
01/02/2006
CRIV 51
COM 838
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
66
Ten tweede, werd voorrang verleend aan ziekenhuizen die reeds een
geriatrisch dagziekenhuis uitbaatten? Zo ja, wat verstaat u dan
precies onder een geriatrisch dagziekenhuis?
Indien er meer plaatsen te begeven waren dan ziekenhuizen die aan
de criteria voldeden, welke maatstaven werden dan gebruikt om de
overige instellingen te selecteren?
Hoe kwam u tot de regionale spreiding van de geselecteerde
projecten?
Ten slotte, waarom hebt u niet het initiatief genomen om in een
financiering te voorzien voor elk algemeen ziekenhuis om de functie
van geriatrische liaison buiten de geriatrische dienst uit te bouwen,
zodat kwaliteitsvolle zorg aan alle geriatrische patiënten van ons land
kan worden aangeboden?
place la fonction de liaison
gériatrique en dehors du service
gériatrique?
10.02 Minister Rudy Demotte: Mijnheer Goutry, ik dank u voor uw
vraag.
De volgende selectiecriteria werden gebruikt. Ten eerste, onvolledige
dossiers of dossiers die na de deadline werden verstuurd, werden
uitgesloten. Dat is normaal. Ten tweede, de verdeling van 45
geriatrische dagcentra gebeurde op basis van gegevens van het
Nationaal Instituut voor de Statistiek. Het aantal personen ouder dan
65 jaar gold als criterium om de verdeling per provincie te bepalen:
Luik 5, Namen 2, Luxemburg 1, Henegouwen 6, Waals-Brabant 1,
Antwerpen 7, Limburg 3, Oost-Vlaanderen 6, West-Vlaanderen 6,
Vlaams-Brabant 4 en Brussel 4.
De ziekenhuizen die reeds een geriatrisch dagcentrum hadden,
kregen voorrang. De gegevens hieromtrent waren afkomstig uit de
jaarlijkse statistische registraties van de ziekenhuizen. Tot slot werd
de kwaliteit van het medisch project en van de voorgestelde
infrastructuur gebruikt voor de selectie van de ziekenhuizen die nog
niet over die structuur beschikten. Het in staat zijn om de dienst snel
in te richten, was hierbij doorslaggevend.
Ten tweede, een geriatrisch dagziekenhuis moet het volgende
aanbieden. Er zijn drie criteria.
Eerste criterium, een ambulant diagnostisch programma. Dat kan
bijvoorbeeld omvatten: een geheugenkliniek, een diagnostisch
programma, toegespitst op de problematiek van het vallen en van
incontinentie.
Tweede criterium, een therapeutisch programma waarvoor
ziekenhuisopname nodig is, maar dat in één dag uitgevoerd kan
worden.
Derde criterium, een functioneel revalidatieprogramma, al dan niet
volgend op een ziekenhuisopname.
In de mate van het mogelijke moeten de ziekenhuisopnames
vervangen worden door een aanpak die door het geriatrisch
dagziekenhuis wordt uitgevoerd.
10.02 Rudy Demotte, ministre:
L'exclusion des dossiers
incomplets ou envoyés après la
date limite a été utilisée comme
critère. La répartition des 45
centres de jour gériatriques s'est
faite à l'aide de données de l'INS.
Le nombre de personnes âgées
de plus de 65 ans a été pris
comme critère afin de fixer la
répartition par province. Les
hôpitaux qui disposaient déjà d'un
centre de jour gériatrique ont eu la
priorité. Ces informations ont été
puisées dans les statistiques
annuelles des hôpitaux. La qualité
du projet médical et de
l'infrastructure proposée a été
utilisée comme critère de sélection
pour les hôpitaux qui ne
disposaient pas encore d'une telle
structure. La capacité de mettre le
service rapidement en place était
un élément décisif.
Un hôpital gériatrique de jour doit
offrir trois services: un programme
diagnostique ambulatoire, un
programme thérapeutique
nécessitant une hospitalisation
mais qui peut être réalisé en une
journée et un programme de
revalidation fonctionnelle à la suite
ou non d'une hospitalisation. Les
hospitalisations doivent être
remplacées, dans la mesure du
possible, par un traitement réalisé
dans un hôpital gériatrique de jour.
L'instauration de la fonction de
CRIV 51
COM 838
01/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
67
Ten derde, de invoering van de liaisonfunctie vereist dat de notie van
geriatrisch patiënt van tevoren wordt gedefinieerd. Die definitie moet
het immers mogelijk maken: ten eerste, het aantal geriatrische
patiënten dat in heel het ziekenhuis aanwezig is, te bepalen, dit om de
financiering van de interne liaisonequipe te bepalen; ten tweede, de
geriatrische risicopatiënten op te sporen die door de liaisonfunctie
moeten worden behandeld.
Ik heb het federaal kenniscentrum opgedragen voorstellen te doen in
verband met die materie.
liaison implique la définition
préalable de la notion de patient
gériatrique. Cette définition doit
permettre de déterminer le
nombre de patients gériatriques
présents dans tout l'hôpital. Il sera
ainsi possible de fixer le
financement de l'équipe de liaison
interne. Cette définition doit
également permettre de détecter
les patients gériatriques qui
doivent être traités par la fonction
de liaison.
J'ai demandé au Centre fédéral
d'expertise de formuler une
proposition.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Mijnheer de minister, als ik dat zo bekijk, dan kunnen wij op onszelf een parlement
beginnen. Wij zijn, voorzitter en minister samen, een parlement op zichzelf. Wij zouden verder kunnen
blijven werken; dat zou zeer efficiënt zijn.
10.03 Minister Rudy Demotte: Heel de nacht!
De voorzitter: Mijnheer de minister, wij danken u voor uw grote inspanning van gisteren en van vandaag. U
bent vele uren aanwezig geweest in onze commissie. Wij hebben getracht zoveel mogelijk vragen aan bod
te laten komen. Wij hebben nog heel wat vragen over. Volgende week dinsdag hebben wij alleen
wetsontwerpen en wetsvoorstellen op de agenda. Ik zou voorstellen dat wij woensdag nog een bijkomende
commissie houden om vragen te kunnen stellen. (...)
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 18.30 uur.
La réunion publique de commission est levée à 18.30 heures.