CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 835
CRIV 51 COM 835
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DES
A
FFAIRES SOCIALES
C
OMMISSIE VOOR DE
S
OCIALE
Z
AKEN
mercredi
woensdag
01-02-2006
01-02-2006
Matin
Voormiddag
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE






























cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders ­ Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu inté-
gral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit des
interventions ; les annexes se trouvent dans une brochure
séparée (PLEN: couverture blanche; COM: couverture
saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken; de
bijlagen zijn in een aparte brochure opgenomen
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
Plenum
COM
réunion de commission
COM
Commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 835
01/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i

SOMMAIRE
INHOUD
Question de Mme Maggie De Block au ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"les demandes de régularisation des indemnités
journalières accordées dans le cadre du
télétravail" (n° 9876)
1
Vraag van mevrouw Maggie De Block aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de verzoeken tot regularisatie van
dagvergoedingen in het kader van telewerken"
(nr. 9876)
1
Orateurs: Maggie De Block, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Maggie De Block, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de M. Daniel Bacquelaine au ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"la réforme du Service d'évaluation et de contrôle
médicaux de l'INAMI" (n° 9922)
5
Vraag van de heer Daniel Bacquelaine aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de hervorming van de Dienst voor
geneeskundige evaluatie en controle van het
RIZIV" (nr. 9922)
5
Orateurs: Daniel Bacquelaine, président du
groupe MR, Rudy Demotte, ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique
Sprekers: Daniel Bacquelaine, voorzitter van
de MR-fractie, Rudy Demotte, minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid
Question de Mme Hilde Vautmans au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "le
remboursement des sondes et des sacs à urine"
(n° 9589)
7
Vraag van mevrouw Hilde Vautmans aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de terugbetaling van sondes en urinezakjes"
(nr. 9589)
7
Orateurs: Hilde Vautmans, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Hilde Vautmans, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de Mme Anne Barzin au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur
"l'activité complémentaire comme indépendante
et le congé de maternité" (n° 9988)
9
Vraag van mevrouw Anne Barzin aan de minister
van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "het
moederschapsverlof voor de vrouwelijke
zelfstandigen in bijberoep" (nr. 9988)
9
Orateurs: Anne Barzin, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Anne Barzin, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
CRIV 51
COM 835
01/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DES AFFAIRES
SOCIALES
COMMISSIE VOOR DE SOCIALE
ZAKEN
du
MERCREDI
1
FÉVRIER
2006
Matin
______
van
WOENSDAG
1
FEBRUARI
2006
Voormiddag
______

De vragen en interpellaties vangen aan om 11.28 uur.
Voorzitter: de heer Hans Bonte.
Les questions et les interpellations commencent à 11.28 heures.
Président: M. Hans Bonte.
01 Vraag van mevrouw Maggie De Block aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over
"de verzoeken tot regularisatie van dagvergoedingen in het kader van telewerken" (nr. 9876)
01 Question de Mme Maggie De Block au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"les demandes de régularisation des indemnités journalières accordées dans le cadre du télétravail"
(n° 9876)
01.01 Maggie De Block (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, we leven in een tijd waarin we niet meer elke morgen onze
werkgever een handje gaan geven. Heel wat werknemers werken
ergens te land op hun computer en zijn met hun werkgever verbonden
via het internet. Zij krijgen maandelijks een forfaitair bedrag
uitgekeerd voor hun kosten. Ik denk daarbij aan parkeerkosten en
kosten van een middagmaal, enzovoort. Dat is een gebruikelijke
maatregel in de ICT-wereld. In samenspraak met de fiscus wordt een
forfaitair bedrag bepaald. Naar gelang van het bedrijf kan dat forfait
nogal verschillen, maar eigenlijk vormt dat forfait altijd een redelijke
raming van de kosten die gemaakt worden door de werknemer.

Op basis van artikel 111 van de wet van 20 juli 2005, houdende
diverse bepalingen wordt dat automatisme onderbroken. Als er
vroeger een akkoord was met de fiscus over de hoogte van dat
bedrag en over de duur van de uitkering, dan gold dat akkoord ook
voor de RSZ. De regel die bepaalde dat een akkoord met de fiscus
automatisch ook gold voor de RSZ, is door dat artikel doorbroken. So
far, so good.

Het is een aanvaardbaar principe voor de toekomst, maar we worden
nu in het veld geconfronteerd met bedrijven voor wie de wijziging een
gevaar betekent voor het voortbestaan van het bedrijf. Ik zal u
uitleggen waarover het gaat. Er geldt een retroactiviteit van 5 jaar. Wij
hebben signalen opgevangen dat er een soort heksenjacht ontketend
is op bedrijven. Ik heb bijvoorbeeld iemand bij mij gehad met een
bedrijf, een jonge informaticus die in 1997 gestart is met een bedrijf
dat nu 125 werknemers telt. Het gaat dus niet om zelfstandigen die
voor hem werken, het zijn werkelijk werknemers in zijn bedrijf. Die
persoon heeft controle gehad van de RSZ en die beweert dat het
akkoord is opgeblazen. Hij geeft aan zijn telewerkers een vergoeding
naar rato van 10,70 euro per werkdag. Dat bedrag wordt nu door de
RSZ beschouwd als een uitgekeerd loon voor de bedienden die
01.01 Maggie De Block (VLD) :
Aujourd'hui, de nombreux
travailleurs salariés ne sont plus
en contact avec leur employeur
que par ordinateur interposé. Ils
perçoivent un montant forfaitaire
mensuel, déterminé en accord
avec le fisc et couvrant les frais
découlant de cette organisation du
travail.

Auparavant, l'accord conclu avec
le fisc était également respecté
par l'ONSS, mais l'article 111 de la
loi du 20 juillet 2005 a mis fin à cet
automatisme. Cette modification,
qui est appliquée avec effet
rétroactif, menace la survie de
certaines entreprises. L'ONSS
considère en effet à présent ce
forfait comme un salaire et
réclame des arriérés de
cotisations sur les montants
versés à ces travailleurs. D'aucuns
parlent même d'une chasse aux
sorcières.

Notre service d'études me signale
que certaines entreprises doivent
verser de grosses sommes
d'argent à l'ONSS, ce qui met leur
avenir en péril. Le versement
d'une indemnité journalière est
01/02/2006
CRIV 51
COM 835
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
langer dan 14 dagen op dezelfde plek tewerkgesteld zijn. Hij had dus
een akkoord met de belastingen dat liep tot 2007, maar de RSZ
beweert dat hij zich door de goedkeuring van dat bewuste artikel
daaraan niet hoeft te houden.

Volgens de RSZ is de dagvergoeding uitgekeerd loon. Betrokkene
moet voor 5 jaar retroactief voor alle werknemers die hij in dienst had,
op die 10,70 euro bedrijfsvoorheffing en de hele reutemeteut betalen.
Het gaat over een bedrag van 85 miljoen. Voor een bedrijf van 8 jaar
oud dat investeert in mensen en middelen, maar op een blauwe
maandag controle krijgt en 85 miljoen moet ophoesten, betekent dat
de doodsteek. Betrokkene heeft zijn situatie, die vrij technisch was, bij
mij komen toelichten. Via onze studiedienst heb ik nagevraagd of er
nog meldingen zijn van mensen die in die sector met soortgelijk
probleem geconfronteerd worden. Het blijken er meerdere te zijn.

Het gaat erom dat de dagvergoeding, wat een wijdverspreide
gewoonte is voor werknemers in de ICT-sector, momenteel door de
RSZ als een loon wordt beschouwd. Indien een werknemer daar
langer dan 14 dagen werkt, beschouwt de RSZ de dagvergoeding als
loon. De werknemer behoort volgens de RSZ tot het bedrijf waar hij
mag eten, gratis parkeren.

Ik heb dat nagevraagd. Ik heb een paar vrienden die ook gestudeerd
hebben en een beroep doen op zo'n informatici om een update te
maken. Ik heb hun gevraagd of zij die mensen beschouwen als
werknemers van het bedrijf. Het antwoord is neen. Die mensen
krijgen geen bedrijfsbadge en mogen niet tegen personeelstarief eten.

Ik zal me beperken tot mijn vragen. Mijn punt is dat de boete, de
patronale persoonlijke bijdrage en de verwijlintresten zeer hoog
kunnen oplopen voor ICT-bedrijfsleiders.

Mijnheer de minister, waarom wordt via artikel 111 van de wet van
20 juli het automatisme doorbroken dat een akkoord met de fiscus
ook een akkoord met de RSZ impliceert? Wat is de bedoeling
daarvan? Is de bedoeling een heksenjacht?

Waarom wordt de retroactiviteit van 5 jaar ingevoerd gelet op het feit
dat de rechtsonzekerheid administratieve overlast en extra kosten
met zich meebrengt voor ondernemingen die tot op heden in de waan
verkeerden dat zij volledig correct handelden? Is het correct de
retroactiviteit uit te oefenen en zo jonge ondernemingen in
moeilijkheden te brengen?

Op basis van welke precieze wettelijke bepalingen hanteert de RSZ
het criterium dat een werknemer, uitbesteed, na 14 dagen in een
bedrijf, al tot het personeel van het bedrijf behoort en niet langer een
dagvergoeding moet genieten, vermits die als een soort loon wordt
beschouwd? Waarom worden uitgerekend bedrijven met telewerkers
aangepakt? Zit hierachter enige filosofie?

Tegen hoeveel bedrijven in alle delen van het land, zijn momenteel
procedures hangende? Is dat een probleem voor de toekomst? Over
welke mogelijkheden beschikken die mensen om zich te verweren
tegen de RSZ-aanmaningen?
vraiment un usage répandu
auprès des travailleurs du secteur
de l'informatique.

Pourquoi l'article 111 de la loi du
20 juillet déroge-t-il au principe
selon lequel un accord avec le fisc
entraîne automatiquement un
accord avec l'ONSS?

Pourquoi est-il question ici d'une
rétroactivité de cinq ans?

Sur quelles dispositions légales
l'ONSS se base-t-il pour affirmer
qu'un travailleur fait partie du
personnel de l'entreprise au bout
de deux semaines et qu'à partir de
ce moment-là, son indemnité
journalière doit être considérée
comme une sorte de salaire?

Pourquoi seules des entreprises
pratiquant le télétravail sont-elles
visées?

Combien d'entreprises font-elles
en ce moment l'objet de
procédures?

De quels moyens disposent-elles
pour s'opposer aux injonctions de
l'ONSS?

01.02 Minister Rudy Demotte: Mevrouw De Block, in uw eerste vraag 01.02 Rudy Demotte, ministre:
CRIV 51
COM 835
01/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
wenst u de verantwoording te kennen voor de inhoud van artikel 111
van de wet van 20 juli 2005 houdende diverse bepalingen.

Volgens de bepaling zijn, ten eerste, de akkoorden tussen de fiscale
administratie en de belastingplichtige omtrent de kosten eigen aan de
werkgever en/of de kwalificatie van de inkomsten, enkel bindend
inzake belastingen. Ten tweede, hetzelfde geldt voor de beslissingen
van de fiscale administratie inzake de kwalificatie van de inkomsten.
De drie voornaamste redenen die ten grondslag liggen van de
ingelaste bepaling, zijn de volgende. Ten eerste zijn de begrippen
"bijdrageplichtige bezoldiging" en "belastbaar inkomen" verschillend
en dekken zij niet systematisch hetzelfde begrip. Ten tweede bepaalt
de sociale wetgeving uitdrukkelijk de elementen van de bezoldiging
die niet aan de socialezekerheidsbijdrage onderworpen zijn, alsook de
strikte voorwaarde om de uitzondering te genieten. Ten derde wil men
vermijden dat, aangezien er een fiscaal akkoord is, de rechter het
toegekende voordeel als niet bijdrageplichtige bezoldiging beschouwt,
zonder na te gaan of dat wel het geval is ten opzichte van de
wetgeving inzake sociale zekerheid.

Dat houdt niet in dat de RSZ de fiscale akkoorden automatisch ter
discussie stelt. De rijksdienst stelt een fiscaal akkoord enkel ter
discussie indien hij over voldoende elementen beschikt die het
akkoord tegenspreken. Hetzelfde geldt indien er voldoende redenen
bestaan om redelijkerwijze de beoordeling van de elementen in twijfel
te trekken.

Mevrouw De Block, u mag ook niet uit het oog verliezen dat een
fiscaal akkoord in het algemeen op verschillende elementen
betrekking heeft. In dat kader kan de fiscale administratie een
bepaalde oplossing gemakkelijker aanvaarden die zij zou verwerpen
indien dat element het enige element van betwisting is.

Naar aanleiding van uw tweede vraag omtrent de terugwerkende
kracht van de bepaling deel ik u de volgende twee elementen mee.
Ten eerste heeft artikel 111 geen retroactiviteit ingelast. Ten tweede
is de termijn van 5 jaar de thans geldende verjaringstermijn inzake
socialezekerheidsbijdragen.

Ik kom tot uw derde vraag. Ze heeft betrekking op het criterium van
14 dagen, dat de RSZ zou toepassen om uit te maken of een
forfaitaire dagvergoeding al dan niet als aan bijdragen onderworpen
beschouwd moet worden. De inlichtingen die de RSZ mij verstrekt
heeft, doen vermoeden dat uw vraag voornamelijk de niet-sedentaire
werknemers beoogt.

De RSZ vertrekt van de volgende vaststelling. De werknemer die zich
in de loop van de dag verplaatst, kan niet beschikken over de
voorzieningen die door de werkgever ter beschikking van het
personeel worden gesteld. Het gaat bijvoorbeeld om wasplaatsen,
refters, toiletten, enzovoort. In die omstandigheden moeten de
werknemers bijkomende kosten maken. De RSZ aanvaardt dat deze
specifieke onkosten op een forfaitaire manier, vrij van
socialezekerheidsbijdragen, door de werkgever worden terugbetaald.
Het gaat dus om personeel met een in essentie reizende functie,
zoals handelsvertegenwoordigers, consulenten, technici, inspecteurs,
enzovoort. Enkel dagen waarop de werknemer minstens vier uur op
de baan is, worden door de RSZ in aanmerking genomen voor deze
L'article 111 de la loi de juillet 2005
portant des dispositions diverses
concerne les accords fiscaux
conclus entre l'administration
fiscale et le contribuable. Il n'est
contraignant que pour les services
des contributions. L'article en
question met fin à certaines
imprécisions sur ce qu'il y a lieu de
considérer ou non comme
rémunération soumise à
cotisation.

L'ONSS accepte de manière
générale de tels accords fiscaux,
sauf s'il dispose de suffisamment
d'éléments pour remettre en cause
l'accord. Il peut alors être
considéré qu'un accord est
contraire à la législation en matière
de sécurité sociale et que
certaines rémunérations doivent
tout de même être soumises à
cotisation.

L'article 111 n'a pas d'effet
rétroactif. Le délai de prescription
actuellement en vigueur en
matière de cotisations de sécurité
sociale est de cinq ans.

Selon Mme De Block, le critère
utilisé par l'ONSS pour déterminer
si une indemnité journalière
forfaitaire doit être soumise ou non
à des cotisations serait celui de la
période de quatorze jours. Pour
les travailleurs non sédentaires,
l'ONSS part du principe qu'ils ont
nécessairement des frais
supplémentaires dus à leurs
déplacements et qu'ils ne peuvent
profiter des infrastructures que
l'employeur met à la disposition du
personnel sur le lieu de travail.
L'ONSS accepte que ces frais
soient remboursés par l'employeur
de façon forfaitaire et soient donc
exonérés de cotisations. Il faut
toutefois que le travailleur soit en
déplacement quatre heures par
jour.

Mais qu'en est-il des personnes
qui travaillent temporairement en
tant que technicien ou consultant à
un endroit bien précis ? L'ONSS
estime que c'est alors la durée de
01/02/2006
CRIV 51
COM 835
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
forfaitaire vergoedingen.

Binnen deze groep werknemers die, ten eerste, niet op de zetel van
het bedrijf werken en die, ten tweede, in aanmerking kunnen komen
voor deze forfaitaire vergoedingen, onderscheidt de RSZ een
specifieke subcategorie. Het gaat om werknemers die in opdracht van
hun werkgever tijdelijk op een welbepaalde plaats werken, namelijk
consulenten, technici, enzovoort. De RSZ is van oordeel dat de duur
van tewerkstelling op een welbepaalde plaats een belangrijk element
is om te beoordelen of zij al dan niet de specifieke regeling van
forfaitaire kosten kunnen inroepen. De RSZ is van oordeel dat, indien
de tewerkstelling op een bepaalde plaats een zekere duur
overschrijdt, minstens een tot twee weken, de werknemer gebruik kan
maken van de voorzieningen die de opdrachtgever ter beschikking
van zijn werknemer stelt.

De duur van de tewerkstelling bij de opdrachtgever is een van de
elementen die in aanmerking worden genomen om de toestand te
beoordelen. De specificiteit van iedere situatie afzonderlijk maakt uit
of er al dan niet een RSZ-vrije kostenvergoeding toegekend mag
worden.

Met betrekking tot uw vraag omtrent de redenen waarom de RSZ
specifiek de ondernemingen met telewerknemers zou aanpakken,
heb ik zowel de RSZ als de Sociale Inspectie ondervraagd. De RSZ
heeft laten weten dat hij niet specifiek de ondernemingen met
telewerknemers aanpakt. De Sociale Inspectie heeft meegedeeld dat
er geen instructie verspreid werd om de ondernemingen met
telewerknemers specifiek te controleren.

In het kader van de regionale actieplannen, uitgewerkt door de
regionale diensten van de Sociale Inspectie, hebben sommige regio's
in sectorale controles voorzien in de sector van de informatica en
aanverwante activiteiten. Het is dus wel mogelijk, mevrouw De Block,
dat in dit kader de problematiek van forfaitaire dagvergoedingen
toegekend aan telewerknemers, aan bod komt.

Met betrekking tot uw vijfde vraag, deelt de RSZ mee dat er geen
regionale statistieken per categorie van geschil bestaan.

Rekening houdend met de antwoorden die ik heb gegeven op de
verschillende vragen die u stelde, mevrouw De Block, kan ik u geen
antwoord bezorgen omtrent de sectoren die in de nabije toekomst het
slachtoffer zouden worden van artikel 111.

Met betrekking tot de mogelijkheden waarover de werkgevers
beschikken om een beslissing van de RSZ in het kader van artikel
111 in vraag te stellen, vestig ik uw aandacht op de volgende vier
elementen:

Ten eerste, zoals vermeld in het antwoord op mijn vraag, stelt de RSZ
niet systematisch de akkoorden gesloten tussen de fiscale
administratie en een belastingplichtige in vraag.

Ten tweede, na onderzoek neemt de RSZ een beslissing, rekening
houdend met alle elementen die werden verzameld door de
inspectiedienst en dus ook rekening houdend met de argumenten die
de werkgever inroept.
la mission temporaire qui
détermine s'ils peuvent bénéficier
ou non du régime avantageux en
matière de frais forfaitaires. En
effet, si une personne travaille au
même endroit pendant plus de
deux semaines, elle peut alors
réellement utiliser les
infrastructures mises à sa
disposition par l'employeur.
Chaque situation est examinée
individuellement.

L'ONSS m'a par ailleurs fait savoir
que les entreprises occupant des
télétravailleurs ne sont pas
spécifiquement visées.
L'Inspection sociale affirme la
même chose. Or, dans certaines
régions, l'inspection procède à des
contrôles sectoriels, ce qui pourrait
donner l'impression qu'un certain
type d'entreprise est visé.

L'ONSS ne dispose par de
statistiques régionales selon les
catégories de litiges.

Je n'ai pas de réponse non plus à
votre question concernant les
entreprises qui seront concernées
par l'article 111 à l'avenir.

L'ONSS ne statue qu'après un
examen approfondi par les
services de l'inspection et compte
tenu des arguments invoqués par
l'employeur. Il est loisible aux
employeurs d'introduire un recours
administratif contre la décision de
l'ONSS. Si l'ONSS maintient sa
position, l'employeur pourra saisir
le tribunal du travail du dossier.

CRIV 51
COM 835
01/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5

Ten derde, indien de werkgever niet akkoord gaat met het standpunt
van de RSZ, kan hij dit administratief betwisten. In dit kader kan hij
alle nuttige elementen meedelen die kunnen bewijzen dat de RSZ
zich vergist.

Ten slotte, indien de RSZ ondanks de elementen die werden
aangevoerd door de werkgever zijn oorspronkelijk standpunt
aanhoudt, kan de werkgever het geschil aan de arbeidsgerechten
voorleggen.

Ik hoop, mevrouw De Block, de situatie hiermee opgehelderd te
hebben.

De voorzitter: Mevrouw De Block, voor u het woord te geven, wil ik
de commissieleden informeren dat ik een schrijven gekregen heb van
de voorzitter van de Kamer waarin aangedrongen wordt om vragen
binnen de voorziene tijd te behandelen. Dit ter informatie.
Le président : Le président de la
Chambre demande instamment
que le temps de parole prévu pour
les questions orales soit plus
rigoureusement respecté.
01.03 Maggie De Block (VLD): Mijnheer de voorzitter, ik heb
gisteren heel korte vragen gesteld in de andere commissie. De
minister kan dat getuigen. Ik neem nu wat meer tijd. Ik hoop dat mij
dat vergeven wordt voor een eenmalig feit. Ik weet dat de voorzitter
van de Kamer gewoonlijk ook bondig is met zijn commentaren. Ik
neem er nota van.

Mijnheer de minister, ik heb op één vraag geen antwoord gekregen.
Op welke wettelijke bepaling baseert de RSZ zich om die "een week
tot veertien dagen" te stellen, waarna de werknemer in het bedrijf
waarin hij uitbesteed wordt, ineens tot het personeel zou behoren? Ik
heb ernaar gezocht, maar heb geen enkele wettelijke bepaling
gevonden. U hebt het betreffende artikel ook niet gegeven. Maar u
hebt wel meer mensen om aan het werk te zetten om die bepaling te
vinden. Dat is namelijk het cruciale punt waarop men zich fout
baseert. Wie veertien dagen onder uitbesteding ergens werkt, behoort
daarom na die periode nog niet tot het personeel.
01.03 Maggie De Block (VLD) :
Une question très importante
demeure sans réponse : sur quelle
disposition légale l'ONSS se base-
t-il pour affirmer qu'une personne
qui travaille temporairement en un
certain lieu fait partie après huit ou
quinze jours du personnel de ce
lieu de travail?

01.04 Minister Rudy Demotte: Mevrouw De Block, ik zal die vraag
stellen aan mijn administratie. In het antwoord dat ik meegekregen
heb, staat het niet duidelijk.

Ik zal u in een brief het antwoord geven. Die brief zal ik eveneens
bezorgen aan de leden van de commissie die erin geïnteresseerd zijn.
Ik laat u weten welke de legale basis is van die beslissing.
01.04 Rudy Demotte, ministre: Je
ne dispose pas des données
nécessaires pour répondre à cette
question. Je vais rechercher
l'information et je vous la
communiquerai par écrit.
01.05 Maggie De Block (VLD): Daar zit het heikele punt. Eerst de
diagnose, en dan de therapie.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
02 Question de M. Daniel Bacquelaine au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "la
réforme du Service d'évaluation et de contrôle médicaux de l'INAMI" (n° 9922)
02 Vraag van de heer Daniel Bacquelaine aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over
"de hervorming van de Dienst voor geneeskundige evaluatie en controle van het RIZIV" (nr. 9922)
02.01 Daniel Bacquelaine (MR): Monsieur le président, monsieur le 02.01 Daniel Bacquelaine (MR):
01/02/2006
CRIV 51
COM 835
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
ministre, le 26 décembre dernier, le Comité du Service d'évaluation et
de contrôle médicaux de l'INAMI a fait savoir par communiqué de
presse qu'il procédait actuellement avec le SECM (Service
d'évaluation et de contrôle médicaux) à une révision des procédures
de contrôle afin d'assurer une meilleure transparence et une meilleure
garantie des droits de la défense depuis le premier contact avec le
prestataire.

Par ailleurs, l'administrateur général de l'INAMI a précisé son intention
d'améliorer la communication entre le Service d'évaluation et de
contrôle médicaux et les prestataires de soins.

Monsieur le ministre, pouvez-vous nous donner des informations sur
le contenu de la réforme envisagée par le SECM et le timing prévu
pour concrétiser cette réforme?

Enfin, monsieur le ministre, pouvez-vous nous préciser s'il est exact
que, dans l'attente de la réforme, le SECM a décidé de suspendre les
contrôles des prestataires?
Het Comité van de Dienst voor
geneeskundige evaluatie en
controle van het RIZIV deelde op
26 december jongstleden mee dat
het op dit ogenblik samen met de
DGEC de controleprocedures aan
het herzien is om te zorgen voor
een betere transparantie en om de
rechten van de verdediging beter
te waarborgen. Kan u ons
informatie geven over de inhoud
van de herziening die door de
DGEC wordt gepland? Klopt het
dat de DGEC, in afwachting van
de herziening, beslist heeft de
controle op de zorgverstrekkers op
te schorten?
02.02 Rudy Demotte, ministre: Monsieur le président, monsieur
Bacquelaine, ma réponse comprendra quatre points.

1. La loi du 24 décembre 2002 a prévu l'évaluation au Parlement de la
réforme du contrôle médical de l'INAMI qu'elle institue et qui est
entrée en vigueur le 15 février 2003. Cette évaluation doit avoir lieu
dans le courant de cette année 2006.

2. La procédure actuelle de traitement des griefs formulés par le
Service d'évaluation et de contrôle médicaux à l'encontre des
prestataires de soins contrôlés contient un certain nombre de
garanties sur les droits de la défense. Affirmer le contraire serait
énoncer une contre-vérité. Je suis vraiment très attentif aux
arguments des prestataires de soins même s'ils n'ont pas ce
sentiment, ce qui est partiellement subjectif.

Si l'évaluation en cours aboutit à des propositions concrètes
d'amélioration des droits de la défense, majoritairement partagées par
les parlementaires, je prendrai les initiatives utiles pour les faire
aboutir dans les meilleurs délais.

3. Dans le contexte de la nécessaire maîtrise des dépenses de
l'assurance obligatoire soins de santé - je sais que c'est une
préoccupation partagée par beaucoup et plus particulièrement par M.
Bacquelaine - il n'est pas raisonnable de suspendre pour une période
indéterminée les contrôles des prestataires de soins.

Cependant, soyez certains que je reste soucieux de la prise en
compte par le SECM des réalités de terrain et de leurs contraintes, de
la nécessité d'une certaine souplesse dans l'application de la
réglementation. Les dispositions légales et réglementaires sont
cependant là pour être respectées par tous. Et, dans un Etat de droit,
nous ne pouvons pas accepter de laisser chacun interpréter à sa
guise des dispositions appliquées de manière subjective.

4. Quant aux contrôles de la prescription du Spiriva, ils sont tenus en
suspens. Le dossier en cause du médecin généraliste de Lierneux
sera examiné par le Comité du SECM, dans le respect le plus
02.02 Minister Rudy Demotte: De
evaluatie in het Parlement van de
herziening van de geneeskundige
controle van het RIZIV moet
plaatsvinden in de loop van 2006.
De huidige procedure bevat een
aantal waarborgen voor de rechten
van de verdediging. Indien de
evaluatie die aan de gang is tot
concrete voorstellen ter
verbetering van die rechten leidt,
zal ik de nodige maatregelen
nemen om ze zo snel mogelijk
voortgang te laten maken. In de
context van de noodzakelijke
beheersing van de uitgaven voor
de verplichte verzekering voor
geneeskundige verzorging is het
niet redelijk de controles op de
zorgverstrekkers voor onbepaalde
duur op te schorten.

CRIV 51
COM 835
01/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
scrupuleux des droits de la défense.
02.03 Daniel Bacquelaine (MR): (hors micro) Monsieur le ministre,
vous me renforcez dans (...) de la question que je vous posais. Par
rapport aux réformes des procédures du Service d'évaluation et de
contrôle médicaux, (...) on ne pourra pas (...) une réforme de
procédure en cours. Je pense qu'il faut être attentif à la surcharge
administrative qui découle de la catégorisation actuelle des
médicaments. Elle induit une véritable surdose administrative pour les
médecins. Il est urgent que le parlement se penche sur une révision
des procédures en cours, en ce compris le fonctionnement de la
commission de Remboursement des médicaments. Il ne faut pas
limiter le débat à un aspect parcellaire du problème. En ce qui
concerne le contrôle des prescriptions, les droits de la défense, (...) il
faut que vous considériez le problème dans son ensemble.
02.03 Daniel Bacquelaine (MR):
Men mag niet uit het oog verliezen
dat de huidige categorisering van
de geneesmiddelen een
aanzienlijke administratieve
werklast meebrengt. De artsen
verliezen het hoofd bij al die
administratieve rompslomp.
Binnen het parlement moet dan
ook dringend een akkoord worden
bereikt over een herziening van de
lopende procedures. Wat het
toezicht op het voorschrijfgedrag
betreft, moet het probleem in zijn
geheel worden aangepakt.
02.04 Rudy Demotte, ministre: Monsieur le président, je suis à
l'évidence attentif à cela. Etant pris entre le marteau - les dérives
financières - et l'enclume - des contrôles bien adaptés et pas trop
lourds -, mon souci est d'avoir un système efficient. Les chiffres
révélés, il y a peu, par l'enquête de Santé publique nationale m'ont
frappé. En effet, si l'on considère la surconsommation des
médicaments en Belgique, ce qui la caractérise par rapport aux pays
voisins, c'est qu'elle est essentiellement le fait de la surconsommation
prescrite. Il faut se pencher sérieusement sur ce problème. Il faut
réfléchir à des mécanismes qui ne sont pas étouffants pour la liberté
thérapeutique mais qui tiennent également compte de cet objectif à
moyen/long terme de la durabilité du système.
02.04 Minister Rudy Demotte: Ik
streef vooral naar een doeltreffend
systeem. De Nationale
Gezondheidsenquête bracht aan
het licht dat de medische
overconsumptie in België vooral
betrekking heeft op
voorgeschreven geneesmiddelen.
We moeten mechanismen
ontwikkelen die de therapeutische
vrijheid niet al te zeer aan banden
leggen, maar die evenmin het
voortbestaan van het systeem in
gevaar brengen.
02.05 Daniel Bacquelaine (MR): (...) Nous sommes tout à fait
d'accord sur le fait qu'il faille combattre la surconsommation.
D'ailleurs, j'estime qu'il faut recentrer les mécanismes du contrôle des
prescriptions sur cet aspect "surconsommation" plutôt que de
multiplier les angles d'attaque et d'appliquer des contrôles tatillons sur
les procédures de prescription de l'un ou l'autre médicament. Je le
répète, il faut combattre avant tout la surconsommation. S'il n'y avait
pas de surconsommation de médicaments, on pourrait dire, à la
limite, que tout le monde se porte bien. Mais on sait que cette
surconsommation...
02.05 Daniel Bacquelaine (MR):
Wij zijn het ermee eens dat alle
controles op de overconsumptie
worden toegespitst. Er mogen
echter niet te veel uiteenlopende
controlemaatregelen worden
ingevoerd: muggenzifterige
controles van de procedures voor
het voorschrijven van bepaalde
geneesmiddelen zijn uit den boze.
02.06 Rudy Demotte, ministre: La boutade affirmait d'ailleurs que ce
sont les médicaments qui rendent malades.
02.07 Daniel Bacquelaine (MR): Je suis persuadé qu'il faut
recentrer l'ensemble des contrôles sur l'aspect surconsommation.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van mevrouw Hilde Vautmans aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over
"de terugbetaling van sondes en urinezakjes" (nr. 9589)
03 Question de Mme Hilde Vautmans au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "le
remboursement des sondes et des sacs à urine" (n° 9589)
01/02/2006
CRIV 51
COM 835
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
03.01 Hilde Vautmans (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik kom niet vaak in deze commissie, maar nu is er een
probleem waarvoor ik geen uitleg kan geven. Ik heb een zelfstandige
ontmoet die een vliegtuigongeval heeft gekregen en invalide werd. Hij
heeft zijn inkomen verloren en moet rondkomen met een
vervangingsinkomen. Daarnaast heeft hij tal van medische problemen
waarvoor ik geen uitleg kan geven. Hij zegt dat de urinezakjes die hij
moet gebruiken ­ dat doet men niet voor zijn plezier ­maar voor een
derde worden terugbetaald. De sonde die men nodig heeft om het
urinezakje te gebruiken, wordt niet terugbetaald.

Steeds meer personen worden met dat probleem geconfronteerd. Als
leek in de gezondheidszorg vraag ik waarom een urinezakje wel wordt
terugbetaald en de sonde die men nodig heeft om het urinezakje in te
brengen, niet. Zijn er plannen om die vreemde situatie recht te zetten?
Met de vergrijzing en de veroudering van de bevolking zullen alsmaar
meer personen daarop een beroep doen. Ik vind het een heel gekke
situatie.
03.01 Hilde Vautmans (VLD): Un
indépendant devenu invalide et
devant vivre d'un revenu de
remplacement m'a signalé que les
poches de drainage d'urine dont il
a besoin ne sont remboursées
qu'à concurrence d'un tiers et la
sonde même pas du tout.
Pourquoi cette différence de
traitement? Va-t-on remédier à
cette situation? N'oublions pas
qu'avec le vieillissement de la
population, de plus en plus de
personnes auront besoin de ces
dispositifs d'aide.

03.02 Minister Rudy Demotte: In antwoord op uw vragen kan ik het
volgende meedelen.

Ten eerste, de urinezakjes zijn opgenomen in de nomenclatuur van
de geneeskundige verstrekkingen. Indien de zelfstandige is verzekerd
voor de kleine risico's komt hij in aanmerking voor die terugbetaling.

De sondes zijn niet opgenomen in de nomenclatuur. Ik wens er echter
op te wijzen dat een jaarlijks forfaitaire tussenkomst is voorzien voor
het incontinentiemateriaal, via het koninklijk besluit van 2 juni 1998.
Dat forfait, waarvan het bedrag 416 euro per jaar bedraagt, is
bestemd voor incontinente patiënten die een bepaald niveau van zorg
behoeven.
03.02 Rudy Demotte, ministre:
Les sacs à urine figurent dans la
nomenclature des prestations
médicales. S'il est assuré pour les
petits risques, l'indépendant peut
bénéficier de ce remboursement.
Les sondes ne figurent pas dans
la nomenclature. Il existe toutefois
un forfait pour le matériel
d'incontinence en vertu de l'arrêté
royal du 2 juin 1998. Ce forfait, qui
s'élève à 416 euros par an,
concerne les patients incontinents
qui ont besoin d'un certain niveau
de soins.
03.03 Hilde Vautmans (VLD): (Micro niet ingeschakeld) Waarom is
de sonde er niet in opgenomen? Dat is toch moeilijk uit te leggen? Het
urinezakje is er wel in opgenomen, maar de sonde die je nodig hebt
om het urinezakje te gebruiken, dus een essentieel onderdeel, is er
niet in opgenomen. (...) Dat begrijp ik niet.
03.03 Hilde Vautmans (VLD): La
sonde est un accessoire essentiel
pour pouvoir utiliser les sacs à
urine. Il serait dès lors logique que
la sonde figure également dans
les prestations de la
nomenclature. Le forfait peut-il
couvrir les sondes?
03.04 Minister Rudy Demotte: Mevrouw Vautmans, als ik het
antwoord van de administratie goed begrijp, zeggen ze toch dat een
forfait ook de sondes kan dekken.
03.04 Rudy Demotte, ministre:
Une distinction est faite entre
l'incontinence provisoire et
structurelle.
03.05 Hilde Vautmans (VLD): Tot op een bepaald niveau.
03.06 Minister Rudy Demotte: Ja, van 416 euro per jaar.
03.07 Hilde Vautmans (VLD): Ook wanneer je een bepaald niveau
van incontinentie hebt?
03.08 Minister Rudy Demotte: Zeker, het is op objectieve basis.
Iemand die maar een klein, niet-permanent probleem heeft, zal niet
03.08 Rudy Demotte, ministre:
Jusqu'à 416 euros, le coût des
CRIV 51
COM 835
01/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
op hetzelfde niveau worden beschouwd als iemand die regelmatig
aan incontinentie lijdt.
sondes peut être supporté à l'aide
du forfait.
03.09 Hilde Vautmans (VLD): Ik weet niet of het forfaitair bedrag
ook van toepassing is op zelfstandigen. Ik hoop dat ik uw schriftelijk
antwoord krijg.
03.09 Hilde Vautmans (VLD) :
J'espère que ce forfait s'applique
également aux indépendants.
03.10 Minister Rudy Demotte: Ik zal het vragen, maar ik denk het
wel.
03.10 Rudy Demotte, ministre: Je
suppose que oui mais je
m'informerai.
03.11 Hilde Vautmans (VLD): Goed, want eigenlijk is het een absurd
gegeven.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
04 Question de Mme Anne Barzin au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"l'activité complémentaire comme indépendante et le congé de maternité" (n° 9988)
04 Vraag van mevrouw Anne Barzin aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "het
moederschapsverlof voor de vrouwelijke zelfstandigen in bijberoep" (nr. 9988)
04.01 Anne Barzin (MR): Monsieur le président, monsieur le
ministre, afin de protéger les travailleuses salariées enceintes, le
congé de maternité est aujourd'hui obligatoire. Tout au long de leur
grossesse, les futures mamans bénéficient d'un suivi médical de la
part de la médecine du travail. La future maman ne peut d'ailleurs
effectuer certaines tâches quelques jours avant et après
l'accouchement. De même, dans le cadre de certains métiers à
risques, la jeune femme peut bénéficier d'un écartement et être mise
en arrêt de maladie jusqu'à la fin de son congé de maternité.

En ce qui concerne les travailleuses indépendantes, celles-ci sont
libres de gérer elles-mêmes leur congé de maternité. Rien ne les
empêche, semble-t-il, de travailler jusqu'à la veille de l'accouchement
et au lendemain de celui-ci. Je voudrais vous interroger, monsieur le
ministre, sur les travailleuses salariées à temps partiel qui exercent à
titre complémentaire la même profession qu'à titre d'indépendante. Il
me semble en effet que certaines règles devraient être clarifiées.

Mes questions sont les suivantes:
- L'écartement prononcé par la médecine du travail à l'égard de la
jeune salariée a-t-il une incidence sur son activité d'indépendante?
- Le fait de poursuivre son activité en qualité d'indépendante a-t-il des
conséquences sur ses droits de travailleuse salariée?
- Quels sont ses droits exacts en qualité de salariée si elle poursuit
une activité indépendante durant son congé de maternité?
- Quels sont ses droits exacts en qualité d'indépendante si elle
poursuit son activité tout en ayant arrêté son activité de salariée?
- Qui doit autoriser la jeune femme à poursuivre son activité de travail
de salariée? Qui doit autoriser la jeune femme à poursuivre son
activité de travailleuse indépendante? S'agit-il du médecin conseil, de
la mutuelle ou encore de la médecine du travail?
04.01
Anne Barzin
(MR):
Zwangere werkneemsters zijn
verplicht moederschapsverlof te
nemen. Tijdens hun
zwangerschap worden ze door de
arbeidsgeneesheer medisch
begeleid, mogen ze enkele dagen
vóór en na de bevalling bepaalde
taken niet meer uitvoeren en in de
risicoberoepen moeten ze zelfs
met ziekteverlof gaan. De
vrouwelijke zelfstandigen kunnen
zelf bepalen hoe zij hun
moederschapsverlof nemen.

Welke regeling geldt voor de
deeltijdse werkneemsters die
daarnaast zelfstandige in bijberoep
zijn?

Kunnen zij hun nevenactiviteit
voortzetten en onder welke
voorwaarden? Wat zijn hun
rechten terzake?

Welke instantie kan hun de
toelating geven hun activiteit voort
te zetten?

04.02 Rudy Demotte, ministre: Madame Barzin, je tenterai de
répondre synthétiquement à vos différentes questions.

Vous m'interrogez au sujet du congé de maternité des travailleuses
04.02 Minister Rudy Demotte:
Men moet een onderscheid maken
tussen de verwijdering van het
werk en het moederschapsverlof.
01/02/2006
CRIV 51
COM 835
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
salariées et des femmes qui exercent une activité indépendante à titre
complémentaire de même nature que leur activité salariée. Vos
questions concernent l'écartement du travail salarié et la poursuite
d'activités accessoires.

Dans mes réponses, je me dois de distinguer deux périodes bien
précises: celle de l'écartement du travail et celle du congé de
maternité. Un écartement du travail en vue de protéger la santé de la
mère et de l'enfant se déroule en trois étapes: la proposition du
médecin du travail sur le risque à éviter, l'attestation de l'employeur
qui se trouve dans l'impossibilité d'appliquer les recommandations et
l'entérinement par la mutuelle.

Vous me demandez les conséquences de la mesure d'écartement
pour les travailleuses salariées qui exercent à titre accessoire une
activité indépendante. Je tiens tout d'abord à préciser que la
réglementation ne fait pas de distinction entre l'activité accessoire ou
indépendante, qu'elle soit ou non de même nature que l'activité
principale du salarié.

Les dispositions applicables prévoient que la travailleuse écartée doit
introduire une demande préalable d'exercice de son activité
indépendante auprès du médecin conseil de son organisme
mutualiste. Elle doit joindre à cette demande une attestation médicale,
précisant que l'activité indépendante ne présente pas de risques ni
pour sa santé ni pour celle de son enfant. L'autorisation du médecin
conseil va limiter l'exercice de cette activité indépendante aux jours et
heures où l'assurée aurait normalement travaillé comme
indépendante si elle n'avait pas été écartée. Cette indemnité
d'écartement s'élève à 60% du salaire de base. Elle est diminuée de
10% en cas de reprise d'une activité indépendante complémentaire.

Ces prescriptions étant respectées, l'écartement n'a pas d'influence
sur l'activité indépendante.

Vous m'interrogez ensuite sur les conséquences éventuelles de la
poursuite d'une activité indépendante pendant une période
d'écartement si la procédure que je viens de vous expliquer n'a pas
été respectée. Les indemnités ne sont pas versées et font l'objet
d'une récupération lorsqu'il a été constaté que, pendant la période
d'écartement, une activité a été poursuivie sans une autorisation
préalable.

Il a déjà été répondu à vos troisième et quatrième questions. Quant à
votre cinquième question, je rappelle qu'il revient au médecin du
travail de décider ou non de l'écartement d'office de la travailleuse.

En ce qui concerne l'activité indépendante, je vous ai déjà précisé que
c'est au médecin-conseil de la mutuelle qu'il appartient de se
prononcer sur la poursuite de l'activité.

J'aborde maintenant la question de la poursuite de l'activité
indépendante au cours de la seconde période, c'est-à-dire celle du
congé de maternité. Dans ce cas, il n'est pas permis de travailler
pendant une période de repos de maternité indemnisée, tant en
régime salarié qu'en régime indépendant.

J'espère ainsi avoir été complet et avoir répondu à toutes vos
Een verwijdering van het werk
wegens gezondheidsredenen
verloopt in drie fasen: voorstel van
de arbeidsgeneesheer, bewijs van
de werkgever en goedkeuring door
het ziekenfonds.

In de wetgeving wordt geen
onderscheid gemaakt tussen de
nevenactiviteit en de zelfstandige
activiteit, ongeacht de aard ervan.
De verwijderde werkneemster
moet vooraf bij de adviserend
geneesheer van haar ziekenfonds
(met een medisch attest waarin
wordt vermeld dat de activiteit
geen gevaar vormt voor haar
gezondheid of die van het kind)
een aanvraag indienen om haar
zelfstandige activiteit te mogen
voortzetten. De adviserend
geneesheer zal de uitoefening van
die activiteit beperken tot de dagen
en uren waarop ze normaliter haar
zelfstandige activiteit zou
uitgeoefend hebben indien ze niet
van haar werk was verwijderd. De
verwijderingsvergoeding bedraagt
60 procent van het basisloon, min
10 procent indien ze een
zelfstandige nevenactiviteit
heropneemt. Wanneer die
voorschriften worden nageleefd,
heeft de verwijdering geen invloed
op de zelfstandige activiteit.

Als die procedure niet werd
nageleefd, wordt er geen
vergoeding uitbetaald. Ze wordt
zelfs teruggevorderd indien de
betrokkene tijdens de
onderbreking van haar activiteit als
loontrekkende zonder
voorafgaande toestemming een
zelfstandige activiteit heeft
voortgezet.
De arbeidsgeneesheer beslist of
de loontrekkende activiteit van de
betrokkene al dan niet ambtshalve
wordt opgeschort.
Wat de zelfstandige activiteit
betreft, beslist de adviserend
geneesheer van het ziekenfonds
of ze al dan niet wordt voortgezet.

Tot slot is het verboden om de
zelfstandige activiteit tijdens het
bevallingsverlof voort te zetten,
CRIV 51
COM 835
01/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
questions.
ongeacht het stelsel ­ voor
zelfstandigen dan wel voor
loontrekkenden ­ waarbij de
betrokkene is aangesloten.
04.03 Anne Barzin (MR): Je remercie le ministre pour la clarté et
l'exhaustivité de sa réponse.
04.04 Rudy Demotte, ministre: Je vous laisse mon document, qui
vous sera certainement utile.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 12.04 uur.
La réunion publique de commission est levée à 12.04 heures.