CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 834
CRIV 51 COM 834
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DE LA
D
ÉFENSE NATIONALE
C
OMMISSIE VOOR DE
L
ANDSVERDEDIGING
mercredi
woensdag
01-02-2006
01-02-2006
Matin
Voormiddag
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu inté-
gral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit des
interventions ; les annexes se trouvent dans une brochure
séparée (PLEN: couverture blanche; COM: couverture
saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken; de
bijlagen zijn in een aparte brochure opgenomen
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
Plenum
COM
réunion de commission
COM
Commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 834
01/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i
SOMMAIRE
INHOUD
Question de Mme Ingrid Meeus au ministre de la
Défense sur "le contrôle des heures de travail"
(n° 9288)
1
Vraag van mevrouw Ingrid Meeus aan de minister
van Landsverdediging over "de controle van de
werkuren" (nr. 9288)
1
Orateurs: Ingrid Meeus, André Flahaut,
ministre de la Défense
Sprekers: Ingrid Meeus, André Flahaut,
minister van Landsverdediging
Question de Mme Ingrid Meeus au ministre de la
Défense sur "les hélicoptères Agusta" (n° 9539)
3
Vraag van mevrouw Ingrid Meeus aan de minister
van Landsverdediging over "de Agusta-
helikopters" (nr. 9539)
3
Orateurs: Ingrid Meeus, André Flahaut,
ministre de la Défense
Sprekers: Ingrid Meeus, André Flahaut,
minister van Landsverdediging
Question de Mme Ingrid Meeus au ministre de la
Défense sur "la présence de substances
radioactives dans le Fort de Haasdonk" (n° 9727)
4
Vraag van mevrouw Ingrid Meeus aan de minister
van Landsverdediging over "radioactieve stoffen
in het Fort van Haasdonk" (nr. 9727)
4
Orateurs: Ingrid Meeus, André Flahaut,
ministre de la Défense
Sprekers: Ingrid Meeus, André Flahaut,
minister van Landsverdediging
Question de M. Luc Sevenhans au ministre de la
Défense sur "la dissolution de la direction
territoriale au sein de l'état-major de la Défense"
(n° 9802)
6
Vraag van de heer Luc Sevenhans aan de
minister van Landsverdediging over "het
opdoeken van de territoriale directie binnen de
staf van Defensie" (nr. 9802)
6
Orateurs: Luc Sevenhans, André Flahaut,
ministre de la Défense
Sprekers: Luc Sevenhans, André Flahaut,
minister van Landsverdediging
Question de M. Luc Sevenhans au ministre de la
Défense sur "l'efficacité de la nouvelle structure
de la Défense" (n° 9803)
6
Vraag van de heer Luc Sevenhans aan de
minister van Landsverdediging over "de efficiëntie
van de nieuwe structuur van Defensie" (nr. 9803)
6
Orateurs: Luc Sevenhans, André Flahaut,
ministre de la Défense
Sprekers: Luc Sevenhans, André Flahaut,
minister van Landsverdediging
Question de M. Luc Sevenhans au ministre de la
Défense sur "sa politique controversée en matière
de nominations" (n° 9804)
8
Vraag van de heer Luc Sevenhans aan de
minister van Landsverdediging over "zijn
controversiële benoemingspolitiek" (nr. 9804)
8
Orateurs: Luc Sevenhans, André Flahaut,
ministre de la Défense
Sprekers: Luc Sevenhans, André Flahaut,
minister van Landsverdediging
Interpellation de M. Luc Sevenhans au ministre de
la Défense sur "un recrutement suspect à l'INIG"
(n° 760)
9
Interpellatie van de heer Luc Sevenhans tot de
minister van Landsverdediging over "een
dubieuze aanwerving binnen het NIOOO"(nr. 760)
9
Orateurs: Luc Sevenhans, André Flahaut,
ministre de la Défense
Sprekers: Luc Sevenhans, André Flahaut,
minister van Landsverdediging
Question de Mme Hilde Vautmans au ministre de
la Défense sur "la location de chambres dans les
casernes" (n° 9500)
13
Vraag van mevrouw Hilde Vautmans aan de
minister van Landsverdediging over "de huur van
kamers in de kazernes" (nr. 9500)
13
Orateurs: Hilde Vautmans, André Flahaut,
ministre de la Défense
Sprekers: Hilde Vautmans, André Flahaut,
minister van Landsverdediging
Question de Mme Hilde Vautmans au ministre de
la Défense sur "la prévention du sida et le team
infosida" (n° 9551)
15
Vraag van mevrouw Hilde Vautmans aan de
minister van Landsverdediging over "de
aidspreventie en het aidsinfoteam" (nr. 9551)
15
Orateurs: Hilde Vautmans, André Flahaut,
ministre de la Défense
Sprekers: Hilde Vautmans, André Flahaut,
minister van Landsverdediging
Question de M. Pieter De Crem au ministre de la
Défense sur "le fonctionnement de la division
NCAGS belge" (n° 9667)
16
Vraag van de heer Pieter De Crem aan de
minister van Landsverdediging over "de werking
van de Belgische NCAGS-eenheid" (nr. 9667)
16
Orateurs: Pieter De Crem, président du
groupe CD&V, André Flahaut, ministre de la
Sprekers: Pieter De Crem, voorzitter van de
CD&V-fractie, André Flahaut, minister van
01/02/2006
CRIV 51
COM 834
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
Défense
Landsverdediging
Question de M. Koen Bultinck au ministre de la
Défense sur "l'accueil de demandeurs d'asile
dans le quartier militaire de Lombardsijde"
(n° 9713)
18
Vraag van de heer Koen Bultinck aan de minister
van Landsverdediging over "de opvang van
asielzoekers in het militair kwartier in
Lombardsijde" (nr. 9713)
18
Orateurs: Koen Bultinck, André Flahaut,
ministre de la Défense
Sprekers: Koen Bultinck, André Flahaut,
minister van Landsverdediging
Questions jointes de
19
Samengevoegde vragen van
19
- M. Staf Neel au ministre de la Défense sur "les
pilotes militaires devenus à demi-sourds en raison
des nuisances sonores liées aux vols" (n° 9844)
19
- de heer Staf Neel aan de minister van
Landsverdediging over "halfdove legerpiloten door
de geluidsoverlast van het vliegen" (nr. 9844)
19
- Mme Ingrid Meeus au ministre de la Défense sur
"les protecteurs auditifs à l'usage des pilotes
militaires" (n° 9867)
19
- mevrouw Ingrid Meeus aan de minister van
Landsverdediging over "de gehoorbeschermers
voor militaire piloten" (nr. 9867)
19
Orateurs: Staf Neel, Ingrid Meeus, André
Flahaut, ministre de la Défense
Sprekers: Staf Neel, Ingrid Meeus, André
Flahaut, minister van Landsverdediging
Questions et interpellations jointes de
22
Samengevoegde vragen en interpellaties van
22
- M. Luc Sevenhans au ministre de la Défense sur
"l'uniforme prévu pour le nouveau corps de
parade" (n° 9898)
22
- de heer Luc Sevenhans aan de minister van
Landsverdediging over "het uniform voor het
toekomstige paradekorps" (nr. 9898)
22
- M. Pieter De Crem au ministre de la Défense sur
"les nouveaux uniformes de parade" (n° 769)
22
- de heer Pieter De Crem tot de minister van
Landsverdediging over "de nieuwe parade-
uniformen" (nr 769)
22
- M. Patrick De Groote au ministre de la Défense
sur "le nouvel uniforme de parade dans l'armée
belge" (n° 775)
22
- de heer Patrick De Groote tot de minister van
Landsverdediging over "het nieuwe parade-
uniform in het Belgisch Leger" (nr. 775)
22
- M. François-Xavier de Donnea au ministre de la
Défense sur "les uniformes de parade de l'armée"
(n° 10097)
22
- de heer François-Xavier de Donnea aan de
minister van Landsverdediging over "de parade-
uniformen van het leger" (nr. 10097)
22
- Mme Marie-Christine Marghem au ministre de la
Défense sur "l'uniforme de l'unité de parade des
forces armées" (n° 10107)
22
- mevrouw Marie-Christine Marghem aan de
minister van Landsverdediging over "het uniform
van de parade-eenheid van de krijgsmacht"
(nr. 10107)
22
Orateurs: Luc Sevenhans, Pieter De Crem,
président du groupe CD&V, Patrick De
Groote, François-Xavier de Donnea, Marie-
Christine Marghem, André Flahaut, ministre
de la Défense, Stef Goris
Sprekers: Luc Sevenhans, Pieter De Crem,
voorzitter van de CD&V-fractie, Patrick De
Groote, François-Xavier de Donnea, Marie-
Christine Marghem, André Flahaut, minister
van Landsverdediging, Stef Goris
Motions
36
Moties
36
Question de M. Luc Sevenhans au ministre de la
Défense sur "la structure organique de la
composante 'Marine'" (n° 10067)
37
Vraag van de heer Luc Sevenhans aan de
minister van Landsverdediging over "de organieke
structuur van de Marinecomponent" (nr. 10067)
37
Orateurs: Luc Sevenhans, André Flahaut,
ministre de la Défense
Sprekers: Luc Sevenhans, André Flahaut,
minister van Landsverdediging
Question de M. Luc Sevenhans au ministre de la
Défense sur "l'utilisation de drones B-Hunter au-
dessus de la mer du Nord" (n° 10072)
39
Vraag van de heer Luc Sevenhans aan de
minister van Landsverdediging over "de inzet van
drones B-Hunter boven de Noordzee" (nr. 10072)
38
Orateurs: Luc Sevenhans, André Flahaut,
ministre de la Défense
Sprekers: Luc Sevenhans, André Flahaut,
minister van Landsverdediging
Question de M. Luc Sevenhans au ministre de la
Défense sur "le taux d'occupation des
infrastructures de Neder-over-Heembeek"
(n° 10073)
40
Vraag van de heer Luc Sevenhans aan de
minister van Landsverdediging over "de
bezettingsgraad van de infrastructuur van Neder-
over-Heembeek" (nr. 10073)
40
Orateurs: Luc Sevenhans, André Flahaut,
ministre de la Défense
Sprekers: Luc Sevenhans, André Flahaut,
minister van Landsverdediging
Question de Mme Marie-Christine Marghem au 41
Vraag van mevrouw Marie-Christine Marghem 41
CRIV 51
COM 834
01/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
iii
ministre de la Défense sur "l'entrée en vigueur du
nouveau statut des musiciens militaires"
(n° 10108)
aan de minister van Landsverdediging over "de
inwerkingtreding van het nieuwe statuut van de
militaire muzikanten" (nr. 10108)
Orateurs: Marie-Christine Marghem, André
Flahaut, ministre de la Défense
Sprekers: Marie-Christine Marghem, André
Flahaut, minister van Landsverdediging
CRIV 51
COM 834
01/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DE LA DEFENSE
NATIONALE
COMMISSIE VOOR DE
LANDSVERDEDIGING
du
MERCREDI
1
FEVRIER
2006
Matin
______
van
WOENSDAG
1
FEBRUARI
2006
Voormiddag
______
La séance est ouverte à 10.07 heures par M. Philippe Monfils, président.
De vergadering wordt geopend om 10.07 uur door de heer Philippe Monfils, voorzitter.
Le président: Chers collègues, monsieur le ministre, nous débutons notre réunion par les questions. Tout à
l'heure, quand nous serons un peu plus nombreux, je vous lirai à nouveau la lettre du président De Croo qui
insiste sur le respect du temps de parole. Pour rappel: cinq minutes pour les questions et réponses et deux
minutes pour les répliques. Sept minutes par question, cela signifie que nous aurons fini à 12.10 heures. Si
vous traînez, comme d'habitude, en transformant les questions en interpellations, seules quatorze
questions pourront être posées. C'est très clair! Pour inaugurer le système, j'arrêterai Mme Meeus à la
troisième minute et, si cela ne va pas, je placerai un sablier en commission l'an prochain!
01 Vraag van mevrouw Ingrid Meeus aan de minister van Landsverdediging over "de controle van de
werkuren" (nr. 9288)
01 Question de Mme Ingrid Meeus au ministre de la Défense sur "le contrôle des heures de travail"
01.01 Ingrid Meeus (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, sinds februari 2005 is voor het personeel van Defensie een
systeem van glijdende uren in voege getreden. Het geeft de
personeelsleden de gelegenheid, rekening houdend met bepaalde
stamtijden, de start en het einde van hun werkdag zelf te bepalen en
aan te passen aan de noden van het moment. Zij kunnen bijvoorbeeld
ervoor kiezen om 7 uur 's ochtends te beginnen werken om dan in de
namiddag iets vroeger naar huis te gaan. Uiteraard moeten zij
wekelijks wel aan het aantal vereiste uren voldoen.
De invoering van het systeem zorgt echter voor een aantal problemen
met betrekking tot de controle van het personeel. Wanneer iedereen,
weliswaar in beperkte mate, zelf zijn werkuren kan bepalen, is het
natuurlijk niet zo gemakkelijk te overzien hoeveel uren iedereen
precies werkt, althans niet zonder controlesysteem.
Tot nu toe werd in de begroting geen apart budget bepaald voor een
uniform controlesysteem voor alle militairen in de kwartieren. Dus elke
eenheid is verantwoordelijk voor het financieren van haar eigen
controlesysteem. In sommige kazernes is er een elektronische
prikklok. Andere kazernes hebben een computergestuurd systeem. In
nog andere kazernes moet men gewoon zijn handtekening plaatsen.
Het zou echter goedkoper zijn wanneer het Belgisch leger één
uniform controlesysteem aankocht, in plaats van elk kwartier apart.
Dat zou ook de verwarring door het gebruik van de verschillende
systemen tegengaan. Uniformiteit op het vlak van controle kan
eigenlijk alleen maar worden aangemoedigd.
01.01 Ingrid Meeus (VLD): Le
personnel de la Défense bénéficie
depuis peu d'un système
d'horaires flottants.
Provisoirement, aucun budget
n'est cependant disponible pour la
mise en place d'un système de
contrôle uniforme de tous les
quartiers militaires. C'est pourquoi
certaines casernes utilisent une
pointeuse, d'autres un dispositif
informatique et d'autres encore, un
système de signatures sur une
liste de présence. L'instauration
d'un système de contrôle uniforme
permettrait pourtant de réaliser
des économies et serait plus
pratique.
La Défense optera-t-elle pour un
système uniforme de pointeuses
et de contrôle des accès par
badges?
Quand ce système sera-t-il
opérationnel?
Existe-t-il des projets concrets
01/02/2006
CRIV 51
COM 834
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
Naast controle geeft zo'n prikkloksysteem immers ook extra
beweeglijkheid aan de personeelsleden van Defensie. Een levering
van het Kwartier Westakkers aan het Kwartier Koningin Astrid in
Brussel bijvoorbeeld zou al veel vlotter verlopen wanneer de militair
via zijn badge toegang kan krijgen tot alle kwartieren. Via die badge
kan hij in elk kwartier binnen. Het gebruik van één systeem impliceert
tevens slechts één onderhoudscontract, zodat ook daarin de kosten
kunnen worden gedrukt.
Mijnheer de minister, ik kom tot mijn vragen. Wordt er momenteel
door het Belgische leger geopteerd voor een uniform tikklok- en
toegangssysteem? Dat kan immers met één systeem worden gedaan
door de invoering van badges. Zo neen, waarom niet, gezien de vele
voordelen? Zo ja, wanneer zal dat systeem operationeel zijn?
Wie zal dat systeem beheren? Bestaat er een mogelijkheid één
centrale oproepdienst op te richten, onder auspiciën van DGMR of
DGHR, of enige andere instantie die het tikklok- en toegangssysteem
beheert en onderhoudt? Bestaat hiervoor reeds concrete plannen, en
in welke zin?
Naast de korps- en kwartiercommandant zou die centrale
beheersautoriteit onder meer de toegangsregels van de badges
kunnen aanpassen en kleine problemen met het systeem kunnen
oplossen, zodat de kwartiercommandant dat niet zelf moet doen.
visant à créer un service central
chargé de la gestion et de
l'entretien de ce système?
01.02 Minister André Flahaut: Mijnheer de voorzitter, mevrouw
Meeus, mijnheer de generaal, dames en heren, na de invoering van
het systeem van de glijdende uren bestaat inderdaad de noodzaak tot
invoering van een geautomatiseerd systeem voor de controle op de
arbeidsduur, en dat zowel voor het militaire als voor het
burgerpersoneel van Defensie. Dit project bevindt zich nog in de
analyse- en prospectieve fase. De planning voorziet echter in het
opstarten van een proefproject in de loop van dit jaar.
Het is momenteel nog niet mogelijk om zich uit te spreken over een al
dan niet centraal beheer van het toekomstige systeem. Voor wat
betreft het invoeren van een uniform systeem voor toegangscontrole
bestaat er reeds een dossier dat werd voorgelegd aan de inspecteur
van Financiën, maar tot op heden werd er nog geen gunstig advies
bekomen. De ontplooiing van dit systeem blijft gepland voor de
periode 2006-2012 en zal beheerd worden door de Algemene Directie
Material Resources.
01.02 André Flahaut, ministre:
Après l'instauration des horaires
flottants pour le personnel militaire
et civil du département de la
Défense, il s'est effectivement
avéré nécessaire d'effectuer un
contrôle automatisé des heures de
travail. Ce projet se situe toutefois
encore dans une phase d'analyse
et de prospection. Un projet pilote
sera démarré dans le courant de
2006. Il n'a pas encore été
déterminé si le système ferait
l'objet d'une gestion centrale. Un
dossier a déjà été soumis à
l'inspecteur des Finances mais
sans avis favorable à ce jour. La
mise en oeuvre de ce projet est
planifiée pour la période 2006-
2012.
Toutefois, il faut tenir compte de la spécificité de certains quartiers et
de certaines tâches. Tout le monde ne peut pointer à la même heure
dans tous les quartiers.
Er moet rekening worden
gehouden met de eigenheid van
bepaalde kwartieren en het
specifiek karakter van bepaalde
taken.
01.03 Ingrid Meeus (VLD): Mijnheer de voorzitter, ik dank de
minister voor het antwoord. Ik verneem dat Landsverdediging volop
bezig is met het bestuderen of een uniform systeem mogelijk is,
toegang sowieso. Een prikklok zit nog in de pipeline.
01.03 Ingrid Meeus (VLD) : Nous
attendons ce projet avec
impatience.
CRIV 51
COM 834
01/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
01.04 Ingrid Meeus (VLD): Mijnheer de voorzitter, Hilde Vautmans is
eventjes verontschuldigd. Zij staat in de file.
Le président: Madame Meeus, je viens de Liège et je m'arrange pour partir plus tôt lorsque je préside la
commission. Croyez-moi, le trajet Louvain-Bruxelles est aussi embêtant que le trajet Malines-Bruxelles. Ce
ne sont pas des excuses, mais des justifications qui n'en sont pas.
Nous poursuivons donc et remettons les questions de Mme Vautmans à la fin. Je ne tiens pas à jouer au
punching-ball sans arrêt. Je commence à en avoir marre de cette manière d'agir.
02 Vraag van mevrouw Ingrid Meeus aan de minister van Landsverdediging over "de Agusta-
helikopters" (nr. 9539)
02 Question de Mme Ingrid Meeus au ministre de la Défense sur "les hélicoptères Agusta" (n° 9539)
02.01 Ingrid Meeus (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, de Agusta is een multiroll-helikopter die in 1999 door
Defensie in gebruik is genomen. Die helikopter moest toen de meer
dan 20 jaar oude, uitstekende, Alouette vervangen.
De Agusta's waren immers flexibeler dan de Alouettes en uiterst
geschikt voor verbindingsmissies, voor verkenningsvluchten, voor
anti-tankoperaties, voor het vervoer van personeel en voor medische
evacuaties. In het blaadje Vizier in een nummer dat eigenlijk al van
december dateert het driemaandelijks infoblaadje van het Koninklijk
Legermuseum, las ik dat naar aanleiding van besparingsmaatregelen
opgelegd aan Defensie, een aantal van die 14 jaar oude Agusta-
helikopters uit dienst worden genomen. Een van die helikopters zou
aan het legermuseum ter beschikking gesteld worden om in de
collectie als museumstuk opgenomen te worden.
Daarom mijn vragen, mijnheer de minister. Ten eerste, waarom
worden die relatief jonge Agusta-helikopters zij zijn uiteindelijk maar
14 jaar oud uit dienst genomen? Ten tweede, volgens Vizier zou
een perfect werkend Agusta-exemplaar aan het legermuseum
geschonken zijn. Klopt dat? Zo ja, waarom geeft men dan een perfect
werkend exemplaar en verkoopt men dat perfect werkend exemplaar
niet aan derden zodat men weer financiële middelen binnen kan
krijgen?
02.01 Ingrid Meeus (VLD) : Les
Alouettes ont été remplacées par
les hélicoptères Agusta en 1991,
notamment en raison de la plus
grande flexibilité et adaptabilité
pour différentes missions.
Plusieurs de ces hélicoptères
Agusta, qui ont à peine 14 ans,
sont à présent retirés du service.
Le ministre peut-il expliquer cette
décision?
Est-il exact qu'un hélicoptère
Agusta en parfait état de
fonctionnement a été offert au
musée de l'armée?
Pourquoi cet hélicoptère n'a-t-il
pas été vendu à des tiers?
02.02 Minister André Flahaut: Mijnheer de voorzitter, mevrouw
Meeus, in overeenstemming met het stuurplan voor Defensie, dat in
een aangepast ambitieniveau voorziet, werd beslist diverse
wapensystemen geheel of gedeeltelijk uit omloop te nemen. In dat
verband werd beslist het aantal Agusta-helikopters te herleiden tot
tweeëndertig stuks.
De finale bestemming van het uit omloop genomen materiaal wordt
bepaald op basis van zijn toestand en de eventuele herstelprijs om
het opnieuw in goede staat te brengen. Op basis van dat principe
werd een van de helikopters, die structurele schade had opgelopen,
visueel opnieuw in goede staat gebracht teneinde op een correcte
manier te kunnen worden geëxposeerd in het legermuseum.
02.02 André Flahaut, ministre:
Plusieurs systèmes d'armement
sont retirés provisoirement ou
définitivement du service,
conformément au Plan directeur
de la Défense. Le nombre
d'hélicoptères A109 est réduit à
32.
La destination finale du matériel
retiré du service est déterminée
sur la base de son état et des
éventuels coûts de réparation.
L'exemplaire offert au musée de
l'armée avait subi des dommages
01/02/2006
CRIV 51
COM 834
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
structurels.
02.03 Ingrid Meeus (VLD): Mijnheer de voorzitter, ik dank de
minister voor zijn antwoord.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van mevrouw Ingrid Meeus aan de minister van Landsverdediging over "radioactieve stoffen
in het Fort van Haasdonk" (nr. 9727)
03 Question de Mme Ingrid Meeus au ministre de la Défense sur "la présence de substances
radioactives dans le Fort de Haasdonk" (n° 9727)
03.01 Ingrid Meeus (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, mijn vraag gaat over het Fort van Haasdonk, dat niet zo ver
van mijn eigen gemeente is gelegen.
Het Fort van Haasdonk is gelegen tussen het centrum van Haasdonk
en Velle, een gehucht van Temse. Het is een van de historische
verdedigingsgordels van Antwerpen van vóór de Eerste Wereldoorlog.
Het is een van de best bewaarde forten van ons land. Het domein is
zowat 25 hectare groot en is eigendom van het ministerie van
Landsverdediging. Het werd in 2002 geklasseerd als beschermd
monument. Het heeft dus wel een heel belangrijke, culturele en
natuurhistorische waarde.
Recent echter werd door een aantal oudgedienden van het
voormalige Asmat, Arsenaal van het Materiaal Kwartier Westakkers
Haasdonk, en Asmun, Arsenaal van de Munitie Kwartier Brosius
Zwijndrecht, mijn aandacht gevestigd op het feit dat in het verleden
gedurende verschillende jaren radioactieve stoffen zouden zijn
gestockeerd in het Fort van Haasdonk.
Mijnheer de minister, dat is van vóór uw tijd.
Volgens de betrokkenen zouden vanaf de jaren zeventig tot 1980
tientallen betonnen blokken met een volume van ongeveer 1 kubieke
meter op permanente wijze zijn gestockeerd ter hoogte van de
linkerzijde van de binnenplaats van het Fort, aansluitend op de
toegangstunnel.
De radioactiviteit van de blokken zou volgens de betrokkenen op
continue wijze en met een maandelijkse frequentie met daartoe
gespecialiseerde meetapparatuur zijn opgemeten door de
respectieve, militaire instanties van het toenmalige Asmat en het
toenmalige Asmun. Daarbij zouden uiteenlopende stralingswaarden
zijn opgemeten.
In 1980 zouden de blokken definitief zijn verwijderd uit de
binnenplaats van het Fort.
Teneinde alle onduidelijkheid weg te nemen en het mystieke karakter
rond de radioactieve betonblokken op te heffen, heb ik dan ook de
volgende vragen.
Ten eerste, mijnheer de minister, het dossier is van vóór uw tijd, maar
wat is de ware toedracht van de tot in 1980 in het Fort van Haasdonk
gestockeerde betonblokken? Wat bevond zich in de betonnen
03.01 Ingrid Meeus (VLD) : Le
fort de Haasdonk est la propriété
du ministère de la Défense. Ce
domaine, qui revêt une valeur
culturelle et historico-naturelle, va
être vendu à l'administration
provinciale de Flandre orientale.
Dans le passé, des substances
radioactives ont été entreposées
dans le fort.
Quel type de matières radioactives
y a-t-on entreposé avant 1980?
Quelles valeurs de rayonnement
a-t-on mesurées à l'époque?
Celles-ci impliquaient-elles des
risques pour les militaires ou les
riverains?
Qu'a fait le département de la
Défense avec les blocs de béton
contenant des substances
radioactives?
Subsiste-t-il un risque d'irradiation
aujourd'hui?
CRIV 51
COM 834
01/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
omhulsels? Vanwaar waren ze afkomstig?
Ten tweede, kan een overzicht worden gegeven van de door de
militaire autoriteiten van het toenmalige Asmat en het toenmalige
Asmun opgemeten radioactieve stralingswaarden? In welke mate
betekenden de opgemeten stralingswaarden een risico voor de
militairen die waren belast met de opmeting?
Ten derde, welke finale eindbestemming werd door Defensie gegeven
aan de betonblokken?
Ten vierde, in welke mate bestaat door de voormalige stockage van
de betonblokken thans nog een reëel, latent, radioactief
stralingsgevaar in het Fort van Steendorp en zijn directe omgeving?
03.02 Minister André Flahaut: Mijnheer de voorzitter, betonblokken
met radioactief afval van militaire oorsprong werden eerder inderdaad
opgeslagen in het fort van Haasdonk, tot begin jaren '80.
Die blokken werden vervaardigd door de voormalige
defensielaboratoria in de jaren '60 en '70 om het radioactief afval te
conditioneren met het oog op dumping in zee.
Het radioactief afval bestond uit lichtgevende wijzertjes. Zij gelijken
goed op de ronde reflectoren van de fietsen van die tijd, maar hun
actieve bestanddeel, lichtgeel van kleur, bestond ofwel uit radium-226
ofwel uit strontium-90, waardoor ze als lichtbakens werden gebruikt.
Door de conventie van Oslo in 1972 voerde de marine echter geen
dumpingoperaties meer uit, waardoor de blokken in Haasdonk bleven
gestockeerd.
De conditionering van dat radioactieve afval in betonblokken werd
zodanig uitgevoerd dat de buitenstraling zeer gering bleef en slechts
een zeer beperkt risico betekende voor het personeel belast met de
metingen. Voor de omwonenden van het fort is het risico zo goed als
onbestaande.
In juni 1982 werd besloten om de blokken open te breken en de
inhoud te herconditioneren in daartoe bestemde metalen vaten, voor
definitieve afvoer naar het studiecentrum voor kernenergie in Mol.
Aangezien er in het fort niets meer is opgeslagen en aangezien het
afval op correcte wijze werd geconditioneerd en afgevoerd, bestaat er
noch voor het fort, noch voor de omgeving, enig gevaar in verband
met ioniserende stralen.
03.02 André Flahaut, ministre:
Les blocs de béton qui étaient
entreposés dans le fort de
Haasdonk ont été fabriqués dans
les années 60 et 70 pour le
conditionnement de déchets
radioactifs destinés à être
déversés en mer. Étant donné
qu'à partir de 1972, plus aucune
opération de déversement ne
pouvait être réalisée, les blocs de
béton ont été conservés dans le
fort jusqu'au début des années 80.
Le rayonnement extérieur était très
faible et représentait un risque
limité pour les personnes
chargées d'effectuer les mesures
et non pour les riverains.
En juin 1982, les blocs de béton
ont été fractionnés et leur contenu
a été conditionné dans des fûts
métalliques en vue de son
transfert définitif au Centre
d'Études de l'Énergie nucléaire de
Mol.
Actuellement, le fort et ses
alentours sont à l'abri de tout
risque d'irradiation.
03.03 Ingrid Meeus (VLD): Mijnheer de minister, dat is natuurlijk een
heel geruststellende gedachte. Er gaan geruchten de ronde, en men
begint zich dan allerlei vragen te stellen. Vandaar dat uw antwoord
zeer mooi is.
03.03 Ingrid Meeus (VLD) : Voilà
qui est rassurant.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Le président: Mme Meeus, pour votre question n° 9867, nous devons attendre M. Neel.
Avant que M. Sevenhans ne pose sa question, je répète ce que j'ai dit tout à l'heure: nous avons reçu du
01/02/2006
CRIV 51
COM 834
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
président de la Chambre une lettre qui insiste sur la nécessité de faire respecter très précisément le temps
de parole des questions.
04 Vraag van de heer Luc Sevenhans aan de minister van Landsverdediging over "het opdoeken van
de territoriale directie binnen de staf van Defensie" (nr. 9802)
04 Question de M. Luc Sevenhans au ministre de la Défense sur "la dissolution de la direction
territoriale au sein de l'état-major de la Défense" (n° 9802)
04.01 Luc Sevenhans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, ik zal mijn spreektijd respecteren. Ik hoop dat ik
dan ook gedurende twee minuten een antwoord krijg, dan ben ik een
gelukkig mens. Dit is een vrij korte vraag, dus ik kan al goed starten.
Het koninklijk besluit van 21 oktober 2005 voorziet in het opdoeken
van de territoriale directie binnen de staf van Defensie. Deze directie
werd in januari 2002 opgericht en was onder meer verantwoordelijk
voor de coördinatie binnen de staf van Defensie voor wat de
territoriale activiteiten betreft en voerde het commando over de
territoriale support group. Op basis van het voorgaande wens ik de
volgende vragen te stellen.
Wat zijn de redenen voor het opdoeken van deze directie? Wie heeft
haar verantwoordelijkheden overgenomen? Onder wie ressorteren nu
haar oudere ondereenheden?
04.01 Luc Sevenhans (Vlaams
Belang): L'arrêté royal du 21
octobre 2005 supprime la direction
territoriale au sein de l'état-major
de la Défense. Pourquoi cette
décision?
Qui a repris les responsabilités de
cette direction?
De qui dépendent actuellement les
anciennes sous-unités?
04.02 Minister André Flahaut: Mijnheer de voorzitter, de reden voor
de herverdeling van de bevoegdheden van de territoriale directie dient
gezien te worden in het licht van de optimalisering van de werking van
Defensie. De verantwoordelijkheden werden herverdeeld binnen de
eenheidsstructuren. De huidige hiërarchie laat een betere werking van
het departement toe.
04.02 André Flahaut, ministre:
Cette opération s'inscrit dans le
cadre de l'optimisation du
fonctionnement de la Défense. Les
responsabilités sont redistribuées
au sein de la structure unique. La
hiérarchie actuelle permet un
meilleur fonctionnement du
département.
04.03 Luc Sevenhans (Vlaams Belang): Mijnheer de minister, ik
dank u voor uw antwoord op deze vraag om informatie.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van de heer Luc Sevenhans aan de minister van Landsverdediging over "de efficiëntie van
de nieuwe structuur van Defensie" (nr. 9803)
05 Question de M. Luc Sevenhans au ministre de la Défense sur "l'efficacité de la nouvelle structure
05.01 Luc Sevenhans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, mijn aandacht werd getrokken door uw
verklaring tijdens een persconferentie van 16 januari, waarop u
meedeelde dat het met de investeringen de goede richting uitging. We
hebben hieromtrent een mooie brochure gekregen waarin ik her en
der wel iets gevonden heb. Ik blijf evenwel met een aantal vragen
zitten.
Het heeft me verrast dat u sprak over het topjaar 2005. Uw
opeenvolgende strategische en andere plannen hebben minstens een
element gemeenschappelijk: ze beogen een kleinere, maar beter
uitgeruste krijgsmacht. Hiervoor zou het departement door de
05.01 Luc Sevenhans (Vlaams
Belang): Lors d'une conférence de
presse donnée au début de
l'année, le ministre avait déclaré
que les choses se présentaient
bien en matière d'investissements
et que 2005 pouvait même être
considérée comme une année
record. La volonté de créer une
nouvelle structure avec une armée
plus petite mais mieux équipée ne
s'est guère traduite dans les faits.
CRIV 51
COM 834
01/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
invoering van een eenheidsstructuur efficiënter functioneren. Van bij
het begin is het me opgevallen dat de potentiële verdienste van deze
nieuwe structuur tot een soort dogma werd verheven u komt er ook
regelmatig op terug terwijl we nog niet eens beschikken over enige
meting terzake. Toch blijft u het steeds als uw grootste verdienste
verkondigen. Meer nog, we mogen zelfs geen woorden van twijfel
uiten als er hier en daar iets stroef verloopt.
Mijnheer de minister, ik heb altijd begrepen dat u er zelf in gelooft. Dat
kan een verdienste zijn. Ik, maar ik niet alleen, heb er steeds
bedenkingen bij gehad. In het verslag van het Rekenhof heb ik
gelezen dat het hof opmerkingen maakt over uw ontwerp van
begroting van 2006. Ik citeer: "Voor wat de basisallocatie 50.21.13.74
betreft: zo werd in de periode 2002-2004 slechts respectievelijk
21,7%, 51,6% en 26,5% van deze vastleggingskredieten benut. Ook
in 2005 zal er wellicht sprake zijn van een sterke onderbenutting van
deze vastleggingskredieten. Op datum van 14 oktober 2005 werd er
slechts voor een bedrag van 133,7 miljoen euro vastgelegd op een
totaal bedrag aan vastleggingskredieten van 1019 miljoen euro". Een
snelle rekensom leert ons dat dit overeenstemt met 13,1%. Ik zie niet
goed in, mijnheer de minister, waar uw succesnummertje plots
vandaan komt.
Mijnheer de minister, ik kom tot mijn vragen.
Waarom zijn de resultaten voor de jaren 2002 tot 2004 en wellicht ook
2005 zo slecht? Logischerwijze werd in deze cijfers nog geen
rekening gehouden met de fregatten en de helikopters. Welke invloed
hebben deze programma's mogelijks nog? Wat zijn de
wederuitrustingsprogramma's ingeschreven op artikel 13.74 en die
niet konden worden vastgelegd? Waarom niet? Wat zal de invloed
van deze vertraging zijn op de uitvoering van het strategisch plan?
La Cour des comptes confirme
d'ailleurs cette impression en
soulignant qu'au cours des années
2002, 2003 et 2004, les crédits
d'engagement pour la Défense
sont restés largement sous-
utilisés.
Pourquoi les résultats pour ces
années sont-ils si mauvais?
Les frégates et les hélicoptères,
qui n'ont pas été pris en compte,
influencent-ils encore fortement
les chiffres?
Quels sont exactement les
programmes de rééquipement qui
n'ont pas fait l'objet d'un
engagement?
Quelle sera l'influence du retard
encouru sur la mise en oeuvre du
plan stratégique?
Ne faut-il pas en déduire que la
structure unique ne fonctionne
pas?
05.02 Minister André Flahaut: Mijnheer de voorzitter, de aanwending
van het vastleggingskrediet is niet de meest aangewezen indicator om
de doeltreffendheid en de doelmatigheid van de organisatie van
Defensie te meten. Defensie heeft ingevolge de aanslagen van
september 2001 een grondig onderzoek gevoerd naar de
gegrondheid van haar programma's, alvorens nieuwe uitgaven aan te
gaan. Dat heeft geleid tot het stuurplan 2003 en tot een PIDV waarvan
de realisatie lopende is.
In 2004 en 2005 werd reeds voor 690 miljoen euro aan vastleggingen
gerealiseerd. Dat houdt dan nog geen rekening met het dossier AIV
dat in de komende weken zal worden gerealiseerd noch met het
dossier transporthelikopter dat werd aanvaard door de Ministerraad
en waarvan de realisatie in de loop van dit jaar wordt vooropgesteld.
De kredieten waarin was voorzien in 2005, maar die niet resulteerden
in een vastlegging, betroffen de hierna vermelde programma's.
Het programma AIV: de termijn die noodzakelijk is voor het goede
verloop van de aankoopprocedure op deze belangrijke markt, kon niet
worden ingekort. De procedure loopt en zal worden afgerond de
komende weken.
Het programma MPPV betreft de verwerving van een tweede schijf
van gevechtsvoertuigen, die nog aan de Ministerraad moet worden
voorgelegd.
05.02 André Flahaut, ministre:
Les crédits d'engagement ne sont
pas le meilleur indicateur pour
mesurer l'efficacité de la Défense.
Après les attentats en 2001, la
Défense a fondementalement revu
les programmes existants, ce qui
a débouché en 2003 sur un plan
directeur.
En 2004
et en 2005, des
engagements ont été réalisés à
hauteur de 690 millions d'euros.
Ce montant ne comprend pas
encore les dossiers du programme
AIV ni de celui des hélicoptères de
transport.
Les crédits de 2005 qui ne se sont
pas traduits par un engagement
concernaient les programmes
suivants : AIV, MPPV, FAU,
MWDC, IP Crypto et AF-EMS.
Le plan stratégique, dont les
01/02/2006
CRIV 51
COM 834
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
Het programma Field Accomodation Unit en het programma CBRN
zijn gedeeltelijk gerealiseerd en een deel maakt het onderwerp uit van
een interne evaluatie.
Het programma MWDC, Mine Warfare Data Centre: de procedure
heeft enige vertraging opgelopen. De offertes van de inschrijvers
worden verwacht voor midden februari 2006.
De inhoud van het programma IP CRYPTO maakt het onderwerp uit
van een interne evaluatie.
Het programma AFEMS, Armed Force Enterprise Management
System: de specificaties van het te verwerven materiaal worden
uitgewerkt.
Het Strategisch Plan, waarvan de objectieven zullen worden bereikt
voor 2015, verloopt conform de vooruitzichten. Dankzij de
eenheidsstructuur kan Defensie op een zeer soepele wijze inspelen
op de wijzigende omstandigheden. Het volume van de gerealiseerde
dossiers bewijst dat.
objectifs seront atteints en 2015,
est correctement suivi.
Grâce à la structure unique, la
Défense peut s'adapter avec
souplesse à l'évolution des
circonstances. Le nombre de
dossiers menés à bien le prouve.
05.03 Luc Sevenhans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, de
minister heeft gelijk als hij zegt dat het vastleggingskrediet niet de
enige parameter is, maar het is wel een belangrijke indicator van hoe
het strategisch plan wordt uitgevoerd. Ik stel telkens vast dat er
vertragingen zijn. Die vertragingen beginnen natuurlijk te cumuleren.
Ik neem nota van het antwoord, hoewel ik er niet enthousiast over
ben.
05.03 Luc Sevenhans (Vlaams
Belang): Les crédits d'engagement
sont un indicateur important de la
façon dont est exécuté le Plan
stratégique. Or les retards
s'accumulent, ce qui ne constitue
pas une évolution heureuse.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van de heer Luc Sevenhans aan de minister van Landsverdediging over "zijn controversiële
benoemingspolitiek" (nr. 9804)
06 Question de M. Luc Sevenhans au ministre de la Défense sur "sa politique controversée en matière
06.01 Luc Sevenhans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, de lectuur van het Belgisch Staatsblad blijft een
saaie activiteit, maar ze wordt soms toch wel eens met surrealistische
verhalen beloond. Het zal u misschien verwonderen, collega's, maar
ik ben een trouwe lezer van deze publicatie.
Zo verscheen in de eerste editie van 28 november jongstleden het
koninklijk besluit van 17 oktober 2005 betreffende de intrekking van
de benoeming van sommige leden van de raad van bestuur van het
Nationaal Gedenkteken van het Fort van Breendonk, die door een
koninklijk besluit van 3 april 2003 werden benoemd. De
consideransen van dat KB van 17 oktober 2005 zijn bijzonder boeiend
om te lezen en leren ons dat deze intrekking het gevolg is van, ik
citeer: "... het niet naleven van het vergelijkend onderzoek van de
titels en de verdiensten van de kandidaten bij de totstandkoming
waardoor een beroep tegen het KB bij de Raad van State werd
ingediend." Wie schuld bekent, heeft half geboet, zegt men. Blijft dus
nog de tweede helft van de boete over.
Zou het mogelijk zijn dat de verantwoordelijke van dit dossier binnen
06.01 Luc Sevenhans (Vlaams
Belang): Le Moniteur belge du 28
novembre 2005 a publié l'arrêté
royal du 17 octobre 2005 relatif au
retrait de nomination de certains
membres du conseil
d'administration du Mémorial
national du Fort de Breendonk, qui
avaient été nommés par l'arrêté
royal du 3 avril 2003. Selon les
considérants de l'arrêté royal du
17 octobre 2005, ce retrait est
motivé par le fait que la
comparaison des titres et mérites
des candidats n'a pas été
respectée lors de l'adoption de
l'arrêté royal. Cette lacune a
entraîné un recours contre l'arrêté
royal devant le Conseil d'État. Une
bévue a manifestement été
CRIV 51
COM 834
01/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
uw kabinet dezelfde persoon is die de problematiek van NIOOO
opvolgt en die zich in de zaak-Etienne heeft onderscheiden? Her en
der loopt er al eens een rode draad door al die verschillende dossiers.
Desgevallend durf ik u te vragen of u deze persoon in mijn naam zou
willen feliciteren voor de efficiëntie waarmee hij zich van zijn taak
kwijt. Dankzij zijn kenmerkende aanpak van benoemingsdossiers
heeft de Raad van State nog een mooie toekomst.
Mijnheer de minister, alle gekheid op een stokje. Op basis van het
voorgaande wens ik de volgende vragen te stellen. Hoeveel
kandidaten waren er voor de raad van beheer van het Nationaal
Gedenkteken van het Fort van Breendonk, naast de vijf die door het
ingetrokken KB van 3 april 2003 werden benoemd? In welke criteria
was voorzien voor deze benoemingen en werden ze ook gehanteerd?
Waarom werd het vergelijkende onderzoek van de titels en
verdiensten van de kandidaten niet nageleefd? Waarom hebt u niet
op het arrest van de Raad van State gewacht om deze benoemingen
teniet te doen en het bewuste KB in te trekken? Was uw dossier zo
onverdedigbaar dat u ervoor gekozen hebt om niet publiekelijk door
de Raad van State te worden gedesavoueerd?
Graag uw antwoord op deze vragen.
commise au cabinet du ministre.
Combien de candidats étaient en
lice pour le conseil d'administration
du Mémorial national, hormis les
cinq personnes nommées par
l'arrêté royal rapporté du 3 avril
2003?
Quels critères ont été appliqués
dans le cadre de la nomination?
Pourquoi l'enquête comparative
n'a-t-elle pas eu lieu?
Pourquoi le ministre n'a-t-il pas
attendu l'arrêt du Conseil d'État
pour rapporter l'arrêté royal?
Voulait-il éventuellement éviter un
désaveu public par le Conseil
d'État?
06.02 Minister André Flahaut: Mijnheer de voorzitter, om een zinloze
polemiek de heer Sevenhans houdt daarvan te vermijden, en
gelet op het opmerkelijke werk dat werd verricht door de raad van
beheer, aangesteld door het koninklijk besluit van 3 april 2003, op het
vlak van het overdragen van de herinneringen aan de door onze
medeburgers tegenover de nazi's en de fascisten gebrachte offers,
heb ik het gelaakte besluit gedeeltelijk ingetrokken. Een nieuw
ontwerp van besluit zal heel binnenkort aan Zijne Majesteit worden
voorgelegd.
06.02 André Flahaut, ministre:
J'ai partiellement rapporté cet
arrêté pour éviter une vaine
polémique dont M. Sevenhans est
si friand, et en tenant compte du
travail de sensibilisation
remarquable déjà fourni par le
conseil d'administration désigné
par l'arrêté royal du 3 avril 2003.
Un nouveau projet d'arrêté royal
sera soumis au Roi
prochainement.
06.03 Luc Sevenhans (Vlaams Belang): Mijnheer de minister, doe
zeker de groeten aan Zijne Majesteit, namens mij. Ik stel mijn vraag
uiteraard niet omdat ik problemen heb met het instituut als zodanig.
Het gaat om het beleid van het instituut, dat weet u. Het is duidelijk
kenmerkend voor sommige mensen dat ze er een boeltje van maken.
Dat is de reden van deze vraag. Ik wijs u gewoon erop dat ik het
opnieuw heb ontdekt tijdens mijn lectuur van het Staatsblad.
06.03 Luc Sevenhans (Vlaams
Belang): Le fonctionnement du
Mémorial national du Fort de
Breendonk me tient fort à coeur. Je
me réjouis de ce que ma lecture
du Moniteur belge ait mis ce
problème au jour.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Interpellatie van de heer Luc Sevenhans tot de minister van Landsverdediging over "een dubieuze
aanwerving binnen het NIOOO"(nr. 760)
07 Interpellation de M. Luc Sevenhans au ministre de la Défense sur "un recrutement suspect à l'INIG"
(n° 760)
Le président: On a déjà pas mal parlé de l'INIG mais, on ne sait jamais, il y a peut-être des nouveautés!
07.01 Luc Sevenhans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, u
zult zich misschien nog de vergadering van enkele weken geleden
herinneren, waarop de minister mij betichtte van het gijzelen van de
commissie. Ik moet toegeven dat ik door zijn verbetenheid was
07.01 Luc Sevenhans (Vlaams
Belang): Lors de la réunion de
commission du 11 janvier 2006,
j'ai abordé le problème du
01/02/2006
CRIV 51
COM 834
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
beginnen twijfelen. Ik dacht dat ik iets verkeerd had gezegd, mij niet
goed had geïnformeerd of mijn bronnen niet goed had gecontroleerd.
Mijnheer de minister, ik moet het eerlijk toegeven: u had mij aan het
twijfelen gebracht. Ik luister immers naar uw argumenten. U bracht ze
met een zodanige verbetenheid en met een zodanige woede-uitval dat
ik meende dat ik in mijn eigen voet had geschoten.
Ik ging dus naar huis en begon er mijn bronnen te controleren. Ik las
alles goed na en kwam tot een vreemde vaststelling: ik ben ten
onrechte beginnen twijfelen. Daarom heb ik in mijn boosheid mijn
vraag omgezet in een interpellatie.
Mijnheer de minister, als ik u op iets wijs, kan u dat eventueel
ontkennen. U mag echter geen leugens vertellen. Op een bepaald
moment ging u echter op een zodanige manier tekeer dat ik het ook
niet goed meer wist.
Ik kom nu tot de essentie van mijn interpellatie. Mijnheer de voorzitter,
deze inleiding ging enkel over de commissievergadering van
11 januari 2006.
Aanleiding tot mijn vraag toen was de verbazing van een controleur
van het Rekenhof, toen hij vaststelde dat de aangeworven kandidaat
meer dan vijf maanden na haar aanwerving nog steeds geen afschrift
van haar basisdiploma of -getuigschrift had ingediend. Het document
is nochtans onontbeerlijk om aan te tonen dat zij in de voorwaarden
verkeert om een betrekking van niveau A in het openbaar ambt te
bekleden.
U reageerde toen, zoals ik al zei, verontwaardigd. U verzekerde de
commissie dat de aanwerving volgens het boekje was verlopen. Er is
nochtans een detail. Ik heb uw antwoord in het integraal verslag van
de vergadering nog eens aandachtig herlezen. Op geen enkel
ogenblik hebt u de vaststelling van de controleur van het Rekenhof
tegengesproken en ons verzekerd dat het afschrift van het diploma in
kwestie wel aanwezig was in het persoonlijk dossier van de
betrokkene. In het bijzonder vond u dat de commissie zich niet hoefde
te bemoeien met de aanwerving van een banale jurist.
In antwoord op deze uitspraak verwijs ik u naar een uitspraak uit de
volksmond: "Wie het kleine niet eert, is het grote niet weerd."Ik moet
niet altijd de grote vissen hebben. Uiteindelijk is iedereen gelijk voor
de wet.
Uw overdreven hevige reactie deed mij toen vermoeden dat ik ergens
de gevoelige snaar had geraakt en spoorde mij aan om het dossier
verder uit te diepen.
In eerste instantie wens ik het volgende kwijt. Het gaat hier niet om
een individueel geval. Het gaat erom aan de hand van voorbeelden de
onregelmatigheden en het wanbeleid binnen het instituut aan de kaak
te stellen. Dat wanbeleid leidt ertoe dat het organisme in een nooit
eerder geziene chaos verkeert. Door uw alom berucht, eigengereid
optreden het was tenslotte uw persoonlijke keuze die de
belastingbetaler 350.000 euro heeft gekost bent u zelf de
hoofdverantwoordelijke voor het hele drama.
Aldus staan we vandaag voor de keuze. Ofwel werd u door de
recrutement d'un juriste
contractuel au sein de l'INIG. Le
ministre a alors eu un violent
accès de colère. Ma question était
motivée par le constat de la Cour
des comptes, selon lequel la
juriste concernée n'avait pas
encore fourni de copie de son
diplôme de base plus de cinq mois
après son entrée en fonction. Le
ministre a affirmé que le
recrutement s'était pourtant
déroulé en parfaite conformité
avec les règles prescrites mais il
n'a nullement contredit le constat
de la Cour des comptes.
Ce dossier illustre la mauvaise
gestion qui sape l'INIG. Celui-ci se
trouve dans une situation
totalement chaotique et le ministre
en est très largement responsable.
Pourquoi n'a-t-on pas engagé un
juriste statutaire, comme l'avait
proposé l'inspecteur des
Finances?
Le scénario qui était
manifestement prêt depuis
longtemps devait aboutir à
l'engagement d'une personne
donnée. Pour mettre ce scénario
en oeuvre, il fallait bien sûr
préalablement montrer qu'aucun
candidat n'était disponible pour la
nomination statutaire.
Selon le ministre, l'INIG a contacté
en vain de nombreux juristes qui
avaient réussi l'examen du Selor.
Le dernier examen pour juristes
organisé par le Selor remonte à
février 2004. Au départ, la liste des
lauréats devait rester valable
jusqu'en février 2006, mais elle
vient d'être prolongée d'un an.
Cette liste rassemble pas moins
de 368 lauréats qui, du moins aux
dires du ministre, auraient tous
refusé d'entrer en service à l'INIG.
Une commission a donc été
constituée pour examiner les
candidatures `spontanées' que
l'INIG avait reçues. La composition
de cette commission a une couleur
politique rouge vif. C'est la preuve
qu'une fois de plus le recrutement
CRIV 51
COM 834
01/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
administrateur-generaal van het NIOOO en de verantwoordelijke voor
het dossier op uw kabinet om de tuin geleid misschien wordt u ook
wel eens om de tuin geleid; dat weet ik niet , ofwel hebt u de
commissie bewust fout voorgelicht.
De normale procedure zou erin hebben bestaan een statutaire jurist
aan te werven ter vervanging van een adviseur-jurist die in juni 2005
het instituut verliet. De Inspecteur van Financiën bevoegd voor het
instituut drong zelfs aan op voornoemde oplossing. Ze paste echter
niet in het scenario dat al voorbereid lag en dat absoluut in de
aanwerving van één bepaalde persoon moest uitmonden. Eerst moest
dus worden aangetoond dat geen enkele kandidaat voor de statutaire
betrekking kon worden gevonden.
Zo zou volgens u het instituut een groot aantal juristen, die geslaagd
waren voor het statutaire wervingsexamen van Selor, hebben
gecontacteerd. Geen enkele van hen zou bereid zijn gevonden om de
aangeboden betrekking te aanvaarden.
Het laatste wervingsexamen voor juristen door Selor dateert van
februari 2004 en draagt, voor uw informatie, het nummer ANG03812.
Ik ben in het bezit van de lijst van de laureaten van dat examen,
waarvan de geldigheidsduur initieel nog tot februari 2006 loopt. Die
lijst bevat de namen van 368 Vlaamse kandidaten. Trouwens, ik heb
gelezen dat sommigen in mijn eigen gemeente wonen. Dat laat ik
echter terzijde, want Eigen Volk Eerst geldt niet altijd en overal, zeker
niet in benoemingen. Daarmee moet men opletten, dat weet u
intussen.
Volgens u was geen enkele van die 368 kandidaten beschikbaar voor
de aangeboden betrekking. Dat is vreemd. Zeer recent heeft Selor
nochtans de geldigheidsdatum van die lijst tot februari 2007 verlengd.
Dat wijst erop dat nu nog, in februari 2006, laureaten van dat examen
beschikbaar zijn. Het lijkt mij een zeer vreemde uitspraak in deze
context nog te durven verkondigen dat er geen kandidaten meer zijn,
en ik weeg mijn woorden nog.
Volgens u werd een commissie samengesteld om de spontane
kandidaturen die door het instituut werden ontvangen te onderzoeken.
In uw antwoord van 11 januari jongstleden beschreef u zelfs de
samenstelling van die commissie. Ik zal uw informatie nog wat
vervolledigen. Die commissie werd samengesteld uit de
administrateur-generaal van de sp.a, voor de geïnteresseerden en
twee ambtenaren van niveau A van PS-signatuur met nauwe banden
met de CGSP. Om het gezicht te redden is er zelfs een CCOD-
vakbondsafgevaardigde bij, maar wel van niveau C. Men moet
immers een beetje voorzichtig zijn.
Er zijn dus ernstige aanwijzingen dat deze aanwervingen nogmaals
niet volgens het boekje zijn verlopen en dat de vigerende
reglementering gewoon werd genegeerd. Dit geval is symptomatisch
voor het beleid dat in het NIOOO wordt gevoerd. Tot in het absurde
weigert men de reglementaire procedures voor de aanwerving en de
bevordering van de agenten toe te passen om kameraden en
vrienden binnen te loodsen en te bevoordelen.
Op basis van het voorgaande kom ik tot mijn vragen. Hoeveel
kandidaten uit de Selor-lijst werden door het NIOOO officieel
ne s'est pas fait dans les règles.
C'est d'ailleurs tout à fait
révélateur de la politique de
nomination de l'INIG : les
procédures réglementaires de
recrutement ont été ignorées afin
de pouvoir faire rentrer quelques
`amis' à l'intérieur de l'INIG.
Combien de lauréats de la liste de
l'examen du Selor l'INIG a-t-elle
contactés?
Le ministre pourrait-il présenter à
la commission le dossier
contenant la correspondance
officielle?
Il y a peu, plusieurs contractuels
de rang inférieur ont été écartés
pour des raisons budgétaires.
Quel est le nombre précis de
personnes licenciées? Sans doute
fallait-il libérer l'espace budgétaire
nécessaire pour pouvoir réaliser
les recrutements douteux.
Le diplôme de base de l'intéressé
a-t-il entre-temps été retrouvé?
01/02/2006
CRIV 51
COM 834
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
aangeschreven, zoals gebruikelijk bij een dergelijke procedure?
Kunt u het dossier met deze briefwisseling eventueel aan de
commissie voorleggen? Als u het niet bij zich hebt, kunt u het altijd ter
inzage leggen. U weet immers dat het mij interesseert.
Er is mij ook ter ore gekomen dat er contractuele agenten van een
lagere rang onlangs om budgettaire redenen werden ontslagen.
Blijkbaar was de budgettaire enveloppe voor het contractueel
personeelslid door deze dubieuze aanwerving overschreden. Hoeveel
contractuele agenten moesten worden ontslagen om hiervoor
budgettaire ruimte te creëren?
Ten slotte, en dit is niet onbelangrijk, heeft men ondertussen het
basisdiploma van de betrokkene al teruggevonden?
07.02 Minister André Flahaut: Mijnheer de voorzitter, op de vraag
inzake de universitaire diploma's werd reeds geantwoord. Deze
diploma's zijn opgenomen in het betrokken dossier in het instituut.
Zoals reeds in mijn eerste antwoord werd toegelicht, diende dringend
een jurist te worden aangeworven. Na het akkoord van de inspecteur
van Financiën raadpleegde de administrateur-generaal de
gegevensbank van Selor, waarna tientallen juristen rechtstreeks
werden gecontacteerd. Omdat voor het instituut weinig belangstelling
werd betoond of omdat een antwoord uitbleef, ging de administrateur-
generaal in samenspraak met Selor en met het akkoord van de
inspecteur van Financiën over tot de aanwerving van contractuele
juristen.
In zijn zitting van eind augustus 2005 keurde de raad van beheer van
het instituut eenparig een aantal aanwervingen goed, waaronder deze
van de betrokken jurist. Het is duidelijk dat het instituut na de
definitieve goedkeuring van het personeelsplan en van het taalkader
van plan is een statutair personeelslid aan te werven voor de functie
van directeur human resources.
De zinspeling als zou er een verband bestaan tussen de afdanking
van verschillende contractuelen eind 2005 en de aanwerving van een
jurist en een expert budget en financiën is volkomen uit de lucht
gegrepen. De goede werking van het instituut en de opgelegde
budgetbeperking waren steeds het enige motief. Ik heb ook het advies
van de inspecteur van Financiën.
07.02 André Flahaut, ministre:
Entre-temps, les copies des
diplômes nécessaires ont été
jointes au dossier à l'INIG.
Il devenait particulièrement urgent
d'engager un juriste. Avec
l'assentiment de l'inspecteur des
Finances, l'administrateur général
de l'INIG a donc consulté la
banque de données du Selor,
dans laquelle se trouvaient les
coordonnées de dizaines de
juristes ayant réussi l'examen.
Ceux-ci ont été contactés mais la
perspective d'un emploi à l'INIG ne
suscitait qu'un très faible intérêt.
C'est la raison pour laquelle
l'administrateur général avait pris
la décision, de commun accord
avec le Selor et l'inspecteur des
Finances, d'engager un juriste
contractuel. Le conseil
d'administration de l'INIG a
approuvé ce recrutement le 1
er
août 2005.
Une fois le plan de personnel et le
cadre linguistique définitivement
approuvés, un juriste statutaire
sera engagé pour exercer la
fonction de directeur des
ressources humaines.
La remarque de M. Sevenhans,
qui insinue qu'il existerait un lien
entre le recrutement du juriste et le
licenciement de plusieurs
travailleurs contractuels, est tout à
fait fantaisiste.
07.03 Luc Sevenhans (Vlaams Belang): Mijnheer de minister, ik wil 07.03 Luc Sevenhans (Vlaams
CRIV 51
COM 834
01/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
u hier niet bezighouden, dat weet u. Als ik die interpellatie heb
ingediend, was dit omdat u het zelf hebt uitgelokt met uw reactie van
vorige keer.
Het NIOOO is een vrij bekende parastatale geworden. Dat ligt niet
aan mij, maar aan u omdat u zich er altijd hebt willen mengen. Later
op de agenda staan nog een paar punten waarbij men de vraag kan
stellen waarmee u zich allemaal bezighoudt en waar u de tijd vandaan
haalt.
Mijnheer de minister, ik heb maar een boodschap voor u. Zorg
gewoon dat daar een deftig beleid wordt gevoerd, stop met uw
vriendjespolitiek, zorg dat de juiste mensen op de juiste plaats komen
en dan kan dit onderwerp eindelijk van de agenda geraken. Als men
zo blijft voortgaan, is dit voor mij een onuitputtelijke bron. Ik hoop dat
men zich naar aanleiding van deze interpellatie nogmaals bezint, dat
men eens zal beginnen met de juiste beslissingen te nemen en dat
men de juiste personen zal respecteren, benoemen of bevorderen.
Het is daarmee allemaal begonnen en ik heb nog niet de indruk dat
het zal veranderen. Als men zo blijft voortgaan, is dit alweer een
aflevering in het feuilleton. Niemand is daarbij gebaat. Mijnheer de
minister, zorg ervoor dat u die mensen het juiste signaal geeft, dat is
alles.
Belang): Je demande pour la
énième fois au ministre de mettre
un terme à sa politique de
copinage et de permettre que,
dans l'intérêt du fonctionnement
de l'administration, les
nominations se déroulent en
parfaite conformité avec les
règles. Sinon, je ne cesserai pas
de le poursuivre avec mes
questions et interpellations.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Vraag van mevrouw Hilde Vautmans aan de minister van Landsverdediging over "de huur van
kamers in de kazernes" (nr. 9500)
08 Question de Mme Hilde Vautmans au ministre de la Défense sur "la location de chambres dans les
08.01 Hilde Vautmans (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, onlangs kregen onze militairen die verblijven in de kazerne
van Burcht de informatie dat zij in de toekomst zullen moeten betalen
voor het huren van een kamer in de kazerne. Hierbij hoort ook de
verplichte brandverzekering die ook ten laste van de militair zal vallen.
Het is, mijns inziens, een nieuw fenomeen dat de militairen die
overnachten in de kazerne huur moeten betalen voor een kamer en
ook een brandverzekering moeten afsluiten.
Daarom de volgende vragen, mijnheer de minister.
Vanaf wanneer wordt er huur voor een kamer gevraagd? Wat is de
achterliggende motivatie? Waarom nu plots onze militairen laten
betalen?
Ten tweede, hoeveel bedraagt de huur? Wat valt hieronder? Wordt er
een huurcontract opgesteld? Wie is de andere partij die ondertekent?
Dat zijn, mijns inziens, allemaal belangrijke vragen.
Ten derde, waarom werd deze beslissing genomen?
Ten vierde, geldt die beslissing voor alle kazernes? Zo nee, voor
welke wel en voor welke niet? Waarom?
Ten vijfde, wordt de verplichte brandverzekering via het leger
08.01 Hilde Vautmans (VLD) :
Récemment, les militaires de la
caserne de Burcht ont dû payer
pour la location d'une chambre et
contribuer au paiement de
l'assurance incendie.
Pourquoi demander aux militaires
de payer un loyer?
À combien s'élève ce loyer et que
comprend ce montant? Cette
décision s'applique-t-elle à toutes
les casernes?
L'assurance incendie sera-t-elle
souscrite individuellement par
chaque militaire ou collectivement
par l'armée?
01/02/2006
CRIV 51
COM 834
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
afgesloten of wordt het een individuele brandverzekering die de
militairen zelf moeten afsluiten? Hoeveel zal deze bedragen?
08.02 André Flahaut, ministre: Madame Vautmans, il n'y a pas
vraiment de nouveauté. Cela existait déjà. Nous avons simplement
voulu remettre de l'ordre dans le système et nous assurer que tous
étaient traités de la même manière.
08.02 Minister André Flahaut: Dat
bestond al. Wij hebben er ons
willen van vergewissen dat
eenieder gelijk werd behandeld.
Op 7 oktober 2005 werd na nauw overleg met de erkende syndicale
vertegenwoordigers het nieuwe reglement inzake het logement in de
militaire kwartieren goedgekeurd. Het aangeboden logement wordt
onderverdeeld in functioneel logement, dat aan het personeel de
mogelijkheid geeft om ter plaatse te overnachten om de dienst te
verzekeren, en domestic logement, dat het personeel met sociale
problemen of met vervoersmoeilijkheden om het kwartier of de
woonst tijdig te bereiken, de mogelijkheid geeft ter plaatse te
overnachten.
Het functionele logement is gratis. Aan het personeel dat over een
domestic logement wenst te beschikken, wordt geen huur gevraagd,
maar ze zijn onderhevig aan cijns en dragen bij in de
verbruiksonkosten.
Le règlement en matière de
logement dans les quartiers
militaires a été approuvé le
7 octobre 2005, en concertation
avec les représentants syndicaux.
Ce règlement établit une
distinction entre le logement de
fonction et le logement
domestique. Le premier a pour
objectif de permettre au militaire
d'assurer son service ; il est donc
gratuit. En revanche, si le militaire
utilise le logement domestique, il
lui sera demandé de verser une
contribution mensuelle de
7,44 euros comme participation
aux frais.
C'est une demande qui émane de l'Inspection des Finances. Si vous
utilisez votre voiture personnelle ou une voiture de société, vous
devez payer. Si vous avez un logement ou un téléphone, vous devez
payer. C'est la même chose. Si on avait rendu tout cela gratuit, on
aurait créé une inégalité.
Dat verzoek gaat uit van de
Inspectie van Financiën. Wanneer
wij dat alles gratis hadden
gemaakt, dan zou dat tot een
ongelijkheid hebben geleid.
De cijns is vastgelegd op maximum 7,44 euro per maand per man.
De bijdragen in de onkosten verwarming, elektriciteit, water,
onderhoud varieert van minimum 12,25 euro tot een maximum van
78,75 euro, in functie van de hoedanigheid van de persoon die de
kamer bezet en de kwaliteit van de infrastructuur.
Daarenboven zijn een aantal vrijstellingen vastgelegd, bijvoorbeeld
voor personen met ernstige financiële moeilijkheden en jonge
medewerkers die een loopbaan bij Defensie aanvatten. Bijkomende
lokale voorzieningen, zoals een internetverbinding, kunnen aanleiding
geven tot een bijkomende bijdrage mits akkoord van de betrokkene.
De bijdrage wordt gevraagd vanaf 1 september van dit jaar.
De beslissing om het logement in de militaire kwartieren te
reglementeren, heeft verschillende doelstellingen: een optimaal
beheer van de beschikbare infrastructuur, het ondersteunen van het
personeelsbeleid aantrekkelijkheid van de loopbaan en een beter
evenwicht tussen werk en privé en het vastleggen van gelijke en
eerlijke beheersregels, geldig voor alle personeelsleden in alle
kazernen.
Het reglement is van toepassing in alle kazernes en voor alle
personeelsleden van Defensie. De verplicht af te sluiten
aansprakelijkheidsverzekering volgens artikel 1733 van het Burgerlijk
Wetboek is op dit ogenblik een individuele taak. Bepaalde
kwartiercommandanten hebben het initiatief genomen om voor hun
Une cotisation de 12,25 à 78,75
euros est également prévue pour
les frais variables. Les personnes
en proie à des difficultés
financières ou se situant en début
de carrière peuvent en être
exemptées. La cotisation sera
réclamée à partir du 1
er
septembre
2006.
Cette décision vise à permettre
une gestion
optimale de
l'infrastructure, un soutien de la
politique en matière de personnel
et l'établissement de règles de
gestion valables pour l'ensemble
des casernes.
Actuellement, les militaires doivent
souscrire individuellement une
assurance en responsabilité, bien
que certains commandants de
quartier aient déjà conclu des
assurances de groupe. Cette
prime avoisine annuellement 25 à
30 euros par chambre.
CRIV 51
COM 834
01/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
kwartier, in het voordeel van de logé, een collectief contract te
onderhandelen met een verzekeringsmakelaar. De premie is
afhankelijk van de oppervlakte van het toegekende logement. De
praktijk wijst uit dat de jaarpremie tussen 25 en 30 euro per kamer
bedraagt.
08.03 Hilde Vautmans (VLD): Mijnheer de minister, uw antwoord
verduidelijkt een aantal zaken, voor mij althans.
In uw antwoord zei u dat het zou ingaan op 1 september van dit jaar.
Bedoelde u daarmee het jaar 2006 of het jaar 2005? Mijn vraag werd
namelijk vorig jaar ingediend.
08.04 Minister André Flahaut: Het jaar 2006
08.05 Hilde Vautmans (VLD): Het gaat dus in op 1 september 2006.
Ik meen dat het veel beter is dat men voor de kazernes in hun geheel
een aansprakelijkheidsverzekering sluit, anders wordt het opnieuw
een hele papierwinkel voor elke militair afzonderlijk. Misschien kunnen
wij een stimulans geven om de kwartieren deze verzekering
gezamenlijk te laten sluiten.
08.05 Hilde Vautmans (VLD): Je
crois qu'il vaudrait mieux
contracter une assurance en
responsabilité civile pour toutes les
casernes.
08.06 André Flahaut, ministre: La Défense propriétaire a sa
propre assurance globale, mais la personne qui est logée peut
prendre également une assurance propre. C'est un acte individuel. Je
ne suis pas certain que le propriétaire doive conclure un marché avec
une compagnie d'assurance afin de couvrir tous les occupants. Ce
serait contraindre tous les occupants à souscrire à une même
assurance.
Le cas présent se pose non pas en termes d'opérationalité, mais de
"vie".Selon moi, il s'agit d'un acte posé par chacun.
08.06 Minister André Flahaut:
Landsverdediging heeft een eigen
algemene verzekering. Indien
Landsverdediging een contract
met een maatschappij zou
afsluiten, zouden alle bewoners
verplicht zijn een verzekering bij
dezelfde maatschappij af te
sluiten.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09 Vraag van mevrouw Hilde Vautmans aan de minister van Landsverdediging over "de aidspreventie
en het aidsinfoteam" (nr. 9551)
09 Question de Mme Hilde Vautmans au ministre de la Défense sur "la prévention du sida et le team
09.01 Hilde Vautmans (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, deze vraag dateert al van december van vorig jaar.
Ik heb al verschillende ministers ondervraagd over de initiatieven die
zij nemen in verband met de Wereldaidsdag en om het aids-probleem
in de wereld te bestrijden.
Ons land heeft iemand die daarin een voortrekkersrol speelt, met
name Peter Piot die een heel grote rol heeft in Genève waar hij
inspanningen levert om het aids-probleem te bestrijden. Er blijft echter
nog heel veel werk.
Ik heb u al regelmatig ondervraagd en uit uw antwoorden bleek dat
het aids-infoteam van de krijgsmacht heel goed werk levert. Mijn
vraag strekt ertoe een update te krijgen van de activiteiten die het
aids-infoteam bij Defensie organiseert. Mijnheer de voorzitter,
09.01 Hilde Vautmans (VLD) :
Cette question a été déposée en
décembre 2005 déjà et concerne
les initiatives prises dans le cadre
de la journée mondiale de lutte
contre le sida.
Combien d'exposés ont été
assurés par l'équipe Infosida entre
le 15 décembre 2004 et le 15
décembre 2005 et combien de
militaires ont ainsi pu être
informés? Cette information a-t-
elle été donnée de manière
systématique aux militaires
envoyés en mission? Dispose-t-on
01/02/2006
CRIV 51
COM 834
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
achteraf gezien was het beter geweest een schriftelijke vraag in te
dienen, maar ik stel ze nu toch maar mondeling.
Hoeveel voordrachten heeft het aids-infoteam gegeven tussen 2004
en 2005? Welke categorieën van militairen namen eraan deel?
Gebeurde dit op systematische wijze voor militairen die op zending
worden gezonden? Het is immers heel belangrijk dat onze militairen
deze informatie krijgen alvorens zij naar het buitenland worden
gezonden. Een derde vraag betreft iets waarop ik al heel vaak
aandrong en dat al werd ingevoerd, maar waarnaar ik toch nog wil
peilen. Zijn er voor de vrouwelijke militairen nog steeds
vrouwencondooms beschikbaar bij zendingen?
de préservatifs en nombre
suffisant pour les femmes
militaires envoyées en mission?
09.02 Minister André Flahaut: Mijnheer de voorzitter, het aids-
informatieteam heeft 95 voordrachten gegeven aan militairen in de
periode van 15 december 2004 tot 15 december 2005. De
voordrachten zijn bedoeld voor alle categorieën militairen en werden
in de bedoelde periode bijgewoond door 2.664 personen. De
categorieën militairen die aan die voordrachten deelnamen, zijn
hoofdzakelijk beroepsvrijwilligers en onderofficieren.
Bij de voorbereiding van een langdurige buitenlandse zending nemen
de militairen niet op systematische wijze deel aan die
vormingssessies. Er zijn bij de Defensie voldoende
vrouwencondooms beschikbaar. Er wordt enkel in voorzien bij
langdurige zendingen in het buitenland.
09.02 André Flahaut, ministre: Du
15 décembre 2004 au 15
décembre 2005, 95 conférences
ont été organisées. Elles
s'adressaient aux militaires de
toutes les catégories et 2 664
personnes y ont assisté, surtout
des volontaires de carrière et des
sous-officiers. Les militaires ne
participent pas systématiquement
à ces sessions qui visent à
préparer les missions à l'étranger.
Suffisamment de préservatifs
féminins sont disponibles.
Par ailleurs, vous savez que nous avons aussi développé, dans le
cadre du partenariat avec le Bénin et avec le Congo, une valisette tout
à fait spécifique pour transmettre l'information dans les endroits les
plus difficiles, par le biais de différents supports dvd, cassettes,
papier, etc.
We hebben ook voor een 'koffertje'
gezorgd om de informatie op de
moeilijkste plaatsen over te
brengen.
09.03 Hilde Vautmans (VLD): Mijnheer de minister, ik stel alleen
maar vast dat er veel minder voordrachten gegeven werden voor veel
minder personen, want in 2004 waren er 159 voordrachten voor 4.583
personen. Het is bijna een halvering van het aantal personen en het
aantal voordrachten. Is er daarvoor een specifieke reden of is het
toevallig?
09.03 Hilde Vautmans (VLD) :
Pourquoi le nombre de
conférences a-t-il diminué par
rapport à l'an dernier et pourquoi
moins de personnes y ont-elles
assisté?
09.04 André Flahaut, ministre: Non, je crois qu'il y a des personnes
qui ont participé à plusieurs missions successives et qui ne suivent
pas la formation à chaque fois. Je n'ai pas la réponse mais je crois
que c'est une des explications.
09.04 Minister André Flahaut:
Neen, ik denk dat er mensen zijn
die aan verscheidene
opeenvolgende opdrachten
hebben deelgenomen en die niet
telkens de opleiding volgen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
10 Vraag van de heer Pieter De Crem aan de minister van Landsverdediging over "de werking van de
Belgische NCAGS-eenheid" (nr. 9667)
10 Question de M. Pieter De Crem au ministre de la Défense sur "le fonctionnement de la division
10.01 Pieter De Crem (CD&V): Mijnheer de minister, ik heb 10.01 Pieter De Crem (CD&V): La
CRIV 51
COM 834
01/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
vernomen dat de directie Human Resources instructies in de
voorwaardelijke zin zou hebben gegeven met betrekking tot het
inzetten van de Belgische reserve. Iedere component zou vanaf de
instructies zijn reservisten slechts voor 5 tot 7 dagen per jaar kunnen
inzetten, 7 dagen voor een reserveofficier, 5 dagen voor de andere
reservisten. Het reglement A84 van de reserve een aantal jaren
geleden hebben we dat reeds besproken voorziet erin dat minstens
5 tot 7 dagen moeten kunnen worden uitgetrokken voor die te
besteden periode.
Mijnheer de minister, indien de maatregel effectief wordt doorgevoerd,
kan de werking van de Belgische afdeling van de naval cooperation
and guidance of shipping of NCAGS, die nagenoeg uitsluitend door
reservisten wordt beheerd, zwaar onder druk komen te staan en zal
een aantal NAVO-verplichtingen die uit dat project voortvloeien, niet
meer vervuld kunnen worden.
Ik kom tot de concrete vragen.
Ten eerste, is die maatregel effectief voorgesteld door het directoraat-
generaal Human Resources? Bent u daarvan op de hoogte? In welke
mate kan de professionele inzet van de reservisten in het algemeen,
maar ook van de NCAGS-eenheid aangehouden worden? Is het
mogelijk dat de marinecomponent voor die reservisten een beroep
zou kunnen doen op het statuut van reserve bijzondere eenheden?
direction des Ressources
humaines a indiqué que les
réservistes ne pouvaient être mis
à contribution que cinq à sept
jours par an au maximum. Le
règlement A84 prévoit une
contribution minimale de cinq à
sept jours. La section belge de la
«Naval Cooperation and Guidance
of Shipping» (NCAGS) est
presque exclusivement gérée par
des réservistes et doit remplir
certaines obligations vis-à-vis de
l'OTAN.
Le ministre a-t-il connaissance de
cette mesure?
La mise à contribution de
réservistes pour la NCAGS peut-
elle être assurée?
La composante marine peut-elle
faire appel à ces réservistes dans
le cadre du statut «réserve des
unités particulières»?
Cette mesure complète-t-elle la
nouvelle campagne de
recrutement de réservistes?
10.02 Minister André Flahaut: Mijnheer de voorzitter, in het licht van
het vernieuwd concept van de reserve zullen alle getrainde
reservisten vanaf dit jaar ten minste een wettelijk bepaalde
minimumprestatie moeten uitvoeren om in de getrainde reserve en
dus op post in de eenheid te kunnen blijven. Dit betekent concreet 7
dagen voor een officier en een onderofficier en 5 dagen voor
vrijwilligers. Voor een beperkt aantal functies is voorzien in een
minimum van 14 dagen. Deze minimumprestaties zijn opgelegd door
het KB van 3 mei 2003. Dit betreft het statuut van de militairen van het
reservekader van de krijgsmacht.
De Defensiestaf houdt er echter wel degelijk rekening mee dat
bepaalde taken zich bijzonder lenen tot de inzet van reservisten, wat
verklaart dat bepaalde specifieke functies momenteel quasi exclusief
door reservisten worden uitgevoerd. Dit is onder meer het geval bij de
NCAGS. Het is niet de bedoeling de reservisten aan deze taak te
onttrekken. De tewerkstellingsrichtlijn van 20 december 2005 voorziet
enerzijds in de nodige maatregelen opdat alle op posten geplaatste
reservisten in 2006 hun minimumprestaties kunnen leveren om
getraind te blijven, maar anderzijds ook in procedures om bijkomende
wederoproepingsprestaties aan te vragen in functie van de
operationele behoeften, bijvoorbeeld in de NCAGS, maar ook de
HNS-opdrachten. Het nieuwe concept van de reserve voorziet in de
inzet van de reservist in zijn burgercompetentie en trekt ook in 2006
opnieuw jonge reservisten aan in alle personeelscategorieën:
officieren, onderofficieren en vrijwilligers.
10.02 André Flahaut, ministre:
Pour pouvoir rester en poste dans
l'unité, tous les réservistes devront
effectuer les prestations minimales
fixées par la loi à partir de 2006.
La prestation minimale pour les
volontaires a été fixée à cinq jours,
alors que les sous-officiers et les
officiers seront mobilisés pendant
sept jours. En vertu de l'arrêté
royal du 3 mai 2003, une
prestation minimale de quinze
jours est d'application pour
certaines fonctions.
On est bien conscient que
certaines missions, telles que
celles du NCAGS, se prêtent
particulièrement bien au recours à
des réservistes. L'objectif ne
consiste pas à soustraire les
réservistes de ces missions. La
directive sur l'emploi du
20 décembre 2005 comporte des
procédures permettant de
demander des prestations
supplémentaires sur la base des
01/02/2006
CRIV 51
COM 834
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
besoins opérationnels.
Des nouveaux réservistes seront
engagés dans toutes les
catégories en 2006.
10.03 Pieter De Crem (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik dank de
minister voor zijn antwoord.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Le président: Chers collègues, avant de passer à la question de M. Bultinck, je rappelle que les
collaborateurs non accrédités ne peuvent être assis sur les bancs de la commission. Ils doivent se trouver
dans les tribunes réservées au public. Seule la présence d'un collaborateur par groupe politique est
autorisée. Cette règle doit être respectée, ce d'autant que, la semaine dernière, j'ai pu constater que les
collaborateurs présents en commission étaient quasiment plus nombreux que les députés.
Je demande donc aux collaborateurs qui ne sont pas accrédités par un groupe politique, de bien vouloir
quitter la salle et de rejoindre les tribunes réservées au public.
11 Vraag van de heer Koen Bultinck aan de minister van Landsverdediging over "de opvang van
asielzoekers in het militair kwartier in Lombardsijde" (nr. 9713)
11 Question de M. Koen Bultinck au ministre de la Défense sur "l'accueil de demandeurs d'asile dans
le quartier militaire de Lombardsijde" (n° 9713)
11.01 Koen Bultinck (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, voor zover mijn inlichtingen strekken, werd in de
eerste helft van de maand januari gestart met de opvang van
asielzoekers in het militair kamp te Lombardsijde-Nieuwpoort. Ik wil u
formeel een aantal vragen stellen, omdat dat wel eens een belangrijk
precedent zou kunnen zijn.
Het zou concreet om een dertigtal asielzoekers gaan, die telkenmale
enkele dagen opgevangen worden, in dit concreet geval in
Lombardsijde-Nieuwpoort. Dat zou gebeuren tijdens gebrek aan
opvangcapaciteiten in het opvangcentrum van Sint-Pieters-Woluwe.
Mijnheer de minister, ik heb eerst een politiek-principiële vraag. Kunt
u mij zeggen sinds wanneer de opvang van asielzoekers tot het
takenpakket van Defensie behoort? Bij mijn weten is dat nog altijd de
bevoegdheid van enerzijds het ministerie van Maatschappelijke
Integratie en anderzijds het ministerie van Binnenlandse Zaken,
naargelang de aard en het statuut van de betrokken asielzoeker.
Kunt u me zeggen in welke mate en hoe frequent het ministerie van
Defensie blijkbaar het ministerie van Maatschappelijke Integratie ter
hulp moet schieten?
Uiteraard blijft de vraag openstaan over het merkwaardig fenomeen
dat ter plaatse niet overlegd wordt met de betrokken gemeenten, in dit
concrete dossier zowel de gemeenten Middelkerke als Nieuwpoort.
11.01 Koen Bultinck (Vlaams
Belang): L'accueil de demandeurs
d'asile au camp de Lombardsijde
aurait débuté au début du mois de
janvier. En raison du manque de
capacité d'accueil au centre de
Woluwé-Saint-Pierre, une
trentaine de demandeurs d'asile
seraient à chaque fois accueillis
au camp militaire. Il pourrait s'agir
en l'occurrence d'un précédent
important.
L'accueil de demandeurs d'asile
fait-il désormais partie des
missions de la Défense?
Cet accueil ne relève-t-il pas des
départements de l'Intégration
sociale ou de l'Intérieur?
Avec quelle fréquence le
département de la Défense se
charge-t-il de l'accueil des
demandeurs d'asile?
Une concertation a-t-elle eu lieu
avec les autorités locales de
Middelkerke et Nieuport?
11.02 Minister André Flahaut: Mijnheer de voorzitter, de opvang van
asielzoekers dient gezien te worden als een bijdrage van Defensie in
11.02 André Flahaut, ministre:
Les demandeurs d'asile sont
CRIV 51
COM 834
01/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
het kader van de hulp aan de natie, die niet plotseling nu ontstaan is,
maar al ettelijke jaren toegepast wordt. Ik verwijs naar de bijdragen
van Defensie bij overstromingen, kustvervuiling, de opvang van
daklozen enzovoort.
Tot nu toe varieert het dagelijkse aantal opgevangen asielzoekers in
het kwartier te Lombardsijde tussen 11 en 39 personen. Volgens de
conventie tussen Defensie en Maatschappelijke Integratie loopt de
opvang tot 30 maart van dit jaar. Indien het nodig blijkt, kan in
onderling overleg de periode verlengd worden.
Er werden inderdaad voorbereidende vergaderingen gehouden tussen
de betrokken partijen. Naast de provinciegouverneur werd eveneens
de burgemeester van Nieuwpoort ingelicht.
accueillis dans le cadre de l'aide à
la nation, tout comme l'armée
apporte son secours depuis des
années en cas d'inondations et de
pollution côtière et dans le cadre
de l'accueil des sans-abri.
Jusqu'à présent, 11 à 39
demandeurs d'asile sont accueillis
quotidiennement à Lombardsijde.
Dans la convention entre les
départements de la Défense et de
l'Intégration sociale, cet accueil est
planifié jusqu'au 30 mars 2006.
Cette période peut être prolongée.
Des réunions préparatoires ont eu
lieu avec les parties concernées.
Le gouverneur de la province et le
bourgmestre de Nieuport ont été
informés au préalable.
11.03 Koen Bultinck (Vlaams Belang): Mijnheer de minister, ik dank
u beleefdheidshalve voor uw antwoord. Ik blijf bij mijn stelling. U kunt
het zeer goed omschrijven. Hulp aan de natie is bijna een laconieke
omschrijving, als wij dezer dagen zien wie zich welke uitspraken
permitteert. Het is een zeer belangrijk precedent. Het departement
Defensie snelt nu plotseling ook het departement Maatschappelijke
Integratie te hulp. Ik zal door middel van een aantal schriftelijke
vragen nog wat verder grasduinen in het dossier, want het is niet
onbelangrijk dat een en ander het daglicht ziet.
11.03 Koen Bultinck (Vlaams
Belang): L'aide à la nation
constitue une description pour le
moins laconique. C'est là un
important précédent. Le
département de la Défense vole
subitement au secours du
département de l'Intégration
sociale. Je continuerai à suivre ce
dossier par la voie de questions
écrites.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
12 Samengevoegde vragen van
- de heer Staf Neel aan de minister van Landsverdediging over "halfdove legerpiloten door de
geluidsoverlast van het vliegen" (nr. 9844)
- mevrouw Ingrid Meeus aan de minister van Landsverdediging over "de gehoorbeschermers voor
militaire piloten" (nr. 9867)
12 Questions jointes de
- M. Staf Neel au ministre de la Défense sur "les pilotes militaires devenus à demi-sourds en raison
des nuisances sonores liées aux vols" (n° 9844)
- Mme Ingrid Meeus au ministre de la Défense sur "les protecteurs auditifs à l'usage des pilotes
militaires" (n° 9867)
12.01 Staf Neel (Vlaams Belang): Mijnheer de minister, enige tijd
geleden had ik het genoegen een vraag te stellen in verband met het
gehoor van onze militairen. De Gentse universiteit heeft samen met
professor Vlieghe een onderzoek gedaan. Volgens een krantenartikel
van 19 januari blijkt uit een onderzoek van de legerarts Paul Van der
Veke dat de helft van de legerpiloten half doof zou zijn door de
geluidsoverlast van het vliegen. Tevens zou 75% van de militaire
piloten zich hiervan niet bewust zijn en zich onvoldoende beschermen.
Ook zouden para's zonder gehoorbescherming die zich enkele uren in
de buik van een C-130 bevinden, belangrijk gehoorverlies vertonen en
operationeel verzwakken.
12.01 Staf Neel (Vlaams Belang):
Il ressort d'un article de presse du
19 janvier que selon une étude
menée par le médecin militaire
Paul Van der Veken, la moitié des
pilotes de l'armée sont à moitié
sourds à cause des nuisances
sonores encourues lors des vols.
De plus, 75 pour cent des pilotes
militaires ne seraient même pas
conscients du problème et ne se
01/02/2006
CRIV 51
COM 834
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
Mijnheer de minister, ik veronderstel dat de jachtpiloten wel iets op
hun oren hebben, maar ik denk dat de legerarts vooral heeft gedoeld
op de militairen die in de buik van de C-130 zitten. Ik weet het niet
juist. Ik heb ondertussen ook navraag gedaan, maar ik denk dat het
hier meer gaat over de paracommando's die regelmatig mee vliegen.
Het artikel is in het vakblad De huisarts verschenen.
Mijnheer de minister, bent u hiervan op de hoogte? Welke
maatregelen zult u nemen?
protégeraient pas suffisamment.
Les paracommandos qui attendent
pendant plusieurs heures dans la
soute d'un C130 subiraient aussi
des pertes auditives significatives.
Le ministre est-il au courant de ce
problème? Quelles mesures
envisage-il de prendre?
12.02 Ingrid Meeus (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijn vraag sluit
hierbij aan. Het Europees Parlement heeft twee jaar geleden een
richtlijn uitgevaardigd met de minimumvereisten inzake gezondheid
en veiligheid voor werklieden die worden blootgesteld aan lawaai. Op
15 februari zal dat in België in een KB worden omgezet. Dat zal in de
wet op het welzijn worden opgenomen. De richtlijn is vooral een
verlaging van de geluidsnorm op de werkvloer van 90 decibel naar
87 decibel. Dat is natuurlijk niet zo eenvoudig. Drie decibel
verminderen wil zeggen dat de geluidsbron met de helft moet worden
verminderd. Dat vraagt een hele inspanning en brengt grote financiële
kosten met zich mee.
Mijnheer de minister, piloten hebben gehoorbeschermers. Zijn die
reeds aangepast aan de nieuwe geluidsnorm of moet dat nog
gebeuren? Zo niet, wordt al een aankoop van de nieuwe
gehoorbeschermers gepland? Werd in het budget van 2006
voldoende ingeschreven voor de aankoop van gehoorbeschermers en
beschermingsmiddelen op de werkvloer ingevolge de wet op het
welzijn?
12.02 Ingrid Meeus (VLD): Le
Parlement européen a édicté le 6
février 2003 une directive
définissant les normes minimales
en matière de santé et de sécurité
pour les travailleurs exposés au
bruit. Cette directive doit être
transposée en droit belge pour le
15 février 2006 par le biais d'un
arrêté royal et d'une adaptation de
la loi relative au bien-être des
travailleurs. La norme sonore sur
le lieu de travail doit être ramenée
de 90 à 87 décibels. Cela signifie
qu'il faudra diminuer de moitié
l'importance de la source sonore.
Les dispositifs de protection
auditive des pilotes sont-ils
adaptés aux nouvelles normes
sonores?
L'armée doit-elle acquérir de
nouveaux protecteurs auditifs?
Lors de l'élaboration du budget
2006, a-t-il été suffisamment tenu
compte de l'acquisition de
protecteurs auditifs et de moyens
de protection sur le lieu de travail
dans le cadre de la loi relative au
bien-être des travailleurs?
12.03 André Flahaut, ministre: Monsieur le président, tout d'abord,
je crois qu'il faut être prudent lorsqu'on voit un titre dans un journal. Je
n'ai pas lu dans l'article en question que la moitié des pilotes militaires
devenaient sourds à cause de l'exposition au bruit des moteurs. Je ne
vais donc pas polémiquer sur cet article.
12.03 Minister André Flahaut: Ik
heb in het artikel niet gelezen dat
de helft van de militaire piloten
doof wordt door het lawaai van de
motoren.
Maar net zoals de gewone bevolking verwaarlozen de piloten vaak het
risico op lawaai.
En effet, on parle ici de 75% mais pratiquement personne ne fait
attention à la perte d'audition.
Comme tout un chacun, les pilotes
négligent souvent le risque relatif à
la perte d'ouïe.
Gehoorverlies komt meestal geleidelijk en wordt zelden opgemerkt.
Gehoorverlies wordt echter wel vastgesteld tijdens het jaarlijkse
La perte d'audition étant
généralement progressive, elle
CRIV 51
COM 834
01/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21
gehooronderzoek. Bij Defensie loopt de laatste jaren een
bewustmakingscampagne bij de piloten om hen erop te wijzen de
gehoorbescherming altijd te dragen eens ze op het vliegveld lopen
waar toestellen draaien.
De bewustmakingscampagne richt zich uiteraard ook tot de andere
risicocategorieën, waaronder de paracommando's, om hun gehoor bij
onder andere het transport in een C-130 te beschermen, gezien het
hoge risico op een operationele impact.
passe souvent inaperçue. Mais
elle est constatée lors de l'examen
annuel de l'ouïe. Depuis quelques
années, une campagne destinée à
sensibiliser les pilotes à la
nécessité de porter un protecteur
auditif est menée. Cette
campagne s'adresse à d'autres
catégories à risque comme les
paracommandos.
L'article paru dans l'hebdomadaire accentue l'expertise militaire dans
le domaine de la reconnaissance et du traitement du problème du
bruit. Il plaide également pour plus de prévention dans les milieux
civils.
Les protections auditives des pilotes militaires sont déjà adaptées et
sont munies du "communication earplug system". Il s'agit d'un
bouchon avec un écouteur incorporé. Un article a été publié dans un
hebdomadaire médical et des émissions télévisées ont été diffusées à
ce sujet.
Des campagnes de mesure dans différents types d'avions et
d'hélicoptères ont été exécutées. Dans ce cadre, on a d'abord utilisé
une tête de mesure équipée des anciennes protections auditives. On
a ensuite utilisé une tête de mesure équipée des nouvelles
protections adaptées au système CEP.
L'exposition moyenne avec le système CEP était de 60 décibels
environ tandis que l'on mesurait une exposition moyenne, avec les
anciennes protections, de 90 décibels environ. Pratiquement, cela
implique que l'on peut être exposé plus longtemps avec le système
CEP.
Ces campagnes de mesure et l'adaptation des protections auditives
sont une preuve supplémentaire que, depuis 2003 vous connaissez
mon souci pour la santé des militaires , la Défense s'adapte à la
nouvelle législation.
On ne peut mener une réelle campagne de prévention sérieuse en
matière de protection de la santé qu'en se basant sur des chiffres
clairs, précis et récents sur un panel tout à fait représentatif. C'est la
raison pour laquelle j'ai donné des instructions, il y a deux semaines,
pour que l'ensemble du personnel volant de la composante Air passe
un test médical auditif auprès du médecin civil de leur choix, ce dans
les plus brefs délais. Je procèderai d'ailleurs de la même manière
pour d'autres catégories de personnel.
C'est donc sur la base de chiffres complets, précis et traités de
manière anonyme par la direction du "Well Being" que la Défense
pourra très prochainement tirer les conclusions qui s'imposent,
déterminer les possibles groupes à risques, les causes principales
des affections et ainsi mener une réelle campagne de prévention,
prendre les mesures adéquates et assurer un accompagnement des
personnes qui présentent ce type de problèmes.
Je voudrais également insister pour que toutes les analyses menées
par "Well Being" et qui ont pour but de promouvoir la protection de la
In het artikel dat in het weekblad
werd gepubliceerd wordt verwezen
naar de ruime ervaring van
Defensie in de vaststelling en de
behandeling van het
geluidsprobleem. Het artikel pleit
tevens voor meer preventie in
civiele middens.
De oorbescherming van de
militaire piloten werd reeds
aangepast. Ze werd uitgerust met
een
communication earplug
system (oordop met ingebouwde
oortelefoon), die een langere
blootstelling aan het geluid
mogelijk maakt. Dat bewijst dat
Defensie zich, sinds 2003, aan de
nieuwe wetgeving aanpast.
Om een ernstige
preventiecampagne te kunnen
voeren heb ik twee weken geleden
richtlijnen gegeven opdat alle
leden van het vliegend personeel
een gehoortest zouden ondergaan
bij een burgerarts naar keuze; de
andere personeelscategorieën
zullen volgen.
Op grond van volledige en
duidelijke cijfers, die door de
directie van Well Being anoniem
worden verwerkt, zal Defensie
heel binnenkort de nodige
besluiten kunnen trekken.
Ik wens dat de onderzoeken van
Well Being gepaard gaan met
externe wetenschappelijke
ondersteuning. Het gebeurt dat
onvolledige resultaten worden
verspreid en dit kan immers
aanleiding geven tot onjuiste
commentaar.
01/02/2006
CRIV 51
COM 834
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22
santé au travail puissent bénéficier systématiquement d'un
accompagnement scientifique externe. En effet, il se peut, en cours
d'analyse, que des résultats partiels soient diffusés, ce qui donne lieu
à des commentaires généralisants qui ne sont pas tout à fait corrects.
12.04 Staf Neel (Vlaams Belang): Mijnheer de minister, ik wens niet
te polemiseren. Ik stel de vraag enkel in het belang van het personeel.
Als het een beroepsziekte wordt, zou ik slechts willen dat deze wordt
erkend. Ik vind het zeer goed dat er aan preventie wordt gedacht.
12.04 Staf Neel (Vlaams Belang):
Je ne veux pas polémiquer. Mais
pour le personnel, il est important
que les endommagements de
l'ouïe soient reconnus comme
maladie professionnelle. Et
j'estime que dans ce domaine, la
prévention est une bonne chose.
12.05 Ingrid Meeus (VLD): Mijnheer de minister, de wet op het
welzijn geldt ook voor onze militairen en biedt een degelijke
bescherming. Daarin wordt onder andere verplicht vorming en
opleiding te geven aan onze militairen inzake gehoorbescherming.
Een jaarlijkse medische controle is verplicht. Een rondgang met de
preventieambtenaar en de artsen is verplicht. Afbakening van
terreinen waar te veel lawaai is, is ook verplicht. De wet op het welzijn
biedt een enorme bescherming aan onze mensen.
In theorie zouden de artsen duidelijk moeten weten dat als er een
probleem is, het ook geweten moet zijn bij de artsen. Er moet dan iets
gesignaliseerd worden. Deze artsen doen immers een jaarlijkse
medische controle bij onze mensen. Via de artsen en de
preventieadviseurs moet daarop geanticipeerd worden, wat ze
natuurlijk ook doen. Ik denk dat de wet op het welzijn enorme
bescherming biedt aan onze militairen.
12.05 Ingrid Meeus (VLD): La loi
sur le bien-être, qui offre une
bonne protection du fait qu'elle
prévoit notamment une formation
obligatoire à la protection de l'ouïe,
un contrôle médical annuel et
l'intervention de fonctionnaires
chargés de la prévention,
s'applique aussi à nos militaires.
Médecins et conseillers en
prévention se doivent d'anticiper
leurs problèmes d'audition.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
13 Samengevoegde vragen en interpellaties van
- de heer Luc Sevenhans aan de minister van Landsverdediging over "het uniform voor het
toekomstige paradekorps" (nr. 9898)
- de heer Pieter De Crem tot de minister van Landsverdediging over "de nieuwe parade-uniformen"
(nr 769)
- de heer Patrick De Groote tot de minister van Landsverdediging over "het nieuwe parade-uniform in
het Belgisch Leger" (nr. 775)
- de heer François-Xavier de Donnea aan de minister van Landsverdediging over "de parade-
uniformen van het leger" (nr. 10097)
- mevrouw Marie-Christine Marghem aan de minister van Landsverdediging over "het uniform van de
parade-eenheid van de krijgsmacht" (nr. 10107)
13 Questions et interpellations jointes de
- M. Luc Sevenhans au ministre de la Défense sur "l'uniforme prévu pour le nouveau corps de parade"
(n° 9898)
- M. Pieter De Crem au ministre de la Défense sur "les nouveaux uniformes de parade" (n° 769)
- M. Patrick De Groote au ministre de la Défense sur "le nouvel uniforme de parade dans l'armée
belge" (n° 775)
- M. François-Xavier de Donnea au ministre de la Défense sur "les uniformes de parade de l'armée"
(n° 10097)
- Mme Marie-Christine Marghem au ministre de la Défense sur "l'uniforme de l'unité de parade des
forces armées" (n° 10107)
13.01 Luc Sevenhans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, deze morgen aan het ontbijt vroeg mijn zoon mij
13.01 Luc Sevenhans (Vlaams
Belang): Jusqu'à ce jour, je n'ai
CRIV 51
COM 834
01/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
23
"Papa, wat is de stunt van deze week van minister Flahaut?". Ik moet
zeggen dat het deze week nog rustig is geweest maar ik ga vandaag
wel een paar vragen stellen over vorige week. Ik moet toegeven,
mijnheer de minister en ik heb het u al gezegd dat als u niet zou
bestaan wij u zouden moeten uitvinden. U bent zeker geen saaie
minister, dat is het minste wat we over u kunnen zeggen. Met de
regelmaat van de klok haalt u de pers en de krantenkoppen met uw
initiatieven. Ik herinner de collega's eraan dat het in het voorbije jaar
in de komkommertijd ging over de opvang van kinderen in de militaire
kwartieren. Daarmee hebt u toen ook voor de nodige animo gezorgd.
Het is eigenlijk een constante in uw beleid. U haalt zeer regelmatig de
pers. Ik denk dat u als minister echt de lijst aanvoert van
vermeldingen of hits in de pers.
Deze keer hebt u wel heel goed toegeslagen. U bent er zelfs in
geslaagd om het noorden en het zuiden van het land te verenigen,
wellicht geïnspireerd door de Koning die dat ook terug wil. U hebt er
echter ook voor gezorgd, u hebt dat op uw palmares kunnen
schrijven.
Collega's, het gaat over het nieuwe uniform van het toekomstige
paradekorps. De gustibus et coloribus non disputandum. Dat is
uiteraard een zeer mooie wijsheid. Er zijn echter bepaalde grenzen.
Dat er sinds Descartes van het principe nogal wordt afgeweken, wordt
vandaag nogmaals bewezen. Tot op heden ik heb de pers deze
morgen nog niet gelezen heb ik nog geen enkele positieve reactie
gehoord op dat nieuwe uniform, ook niet van mevrouw Vautmans. Ik
heb begrepen dat zij het ook niet mooi vindt. Zelfs uw laatste trouwe
soldaat begint af te haken.
Ik geef een paar citaten. Ik weet niet of u de Nederlandstalige pers
leest, mijnheer de minister, daarom zal ik even een paar citaten
voorlezen: "Soldaten moeten paraderen in operette-uniformen". "Voor
een musical oké, maar toch niet voor onze militairen". Een ander: "Het
heeft zoiets Mussolini-boswachter-musicalachtigs". Ook een leuke:
"Anno 1944 droeg de portier van Cinema Rex in Antwerpen hetzelfde
uniform". Dat is niet helemaal correct, er verschillen wel een paar
details maar het lijkt er inderdaad zeer sterk op. Een ander: "Arme
soldaten, straks krijgen ze nog het gezelschap van majorettes".
Misschien komt de muziekkapel erachteraan, ik weet het niet. Ook
een mooi citaat: "Ik dacht dat de verkiezing van prins carnaval in Aalst
al voorbij was". "Een dikke proficiat aan de carnavalgroep die dit
uniform ontworpen heeft". Een andere: "Een tip: naai een afbeelding
van Winnie the Pooh op de rug". Nog eentje: "We zijn die uniformen
zeker gratis gaan halen in de voormalige DDR. Welkom in de BDR".
Ook aan Franstalige zijde heeft men toch enige kritiek durven geven:
trouvé trace, dans la presse
flamande, de la moindre réaction
positive concernant le nouvel
uniforme du futur corps de parade.
En revanche, j'ai lu des
commentaires dépréciatifs à
propos de ces « uniformes
d'opérette » qui semblent plus
adaptés à une comédie musicale
qu'à notre armée. On dirait qu'ils
ont été dessinés par et pour une
troupe de carnaval ou qu'on a les
dénichés dans l'ancienne
Allemagne de l'Est sans dépenser
un euro. La presse francophone
ne mâche pas ses mots non plus.
Pour ne pas mettre des bâtons
dans les roues de mes collègues
qui souhaitent interroger le
ministre au sujet du même
dossier, je ne lui poserai qu'une
seule question. Combien de sous-
officiers et de volontaires de
carrière ont introduit leur
candidature pour faire partie du
corps de parade?
"On se croirait au Cirque Bouglione. Il faut dire que les militaires
disposent déjà d'un fameux directeur de cirque", ik vermoed dat het
over u gaat, "et il se fout véritablement des militaires. Les grooms de
certains hôtels ont une tenue plus seyante".
Zoals we in deze commissie uiteraard weten, de hele wereld heeft
ongelijk en u heeft altijd gelijk!
De manier waarop het nieuwe uniform werd ontworpen, is typerend
voor uw stijl. Ik herinner mij nog dat de invoering van de nieuwe
werkkledij voor de landmacht aanleiding gaf tot de breedste
01/02/2006
CRIV 51
COM 834
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24
consultatie van het personeel. Iedereen mocht toen zijn mening geven
over een tiental verschillende modellen. Dat gebeurde natuurlijk niet
onder u maar onder een vorige minister.
Ik zeg dat maar, collega's, anders zou u denken dat minister Flahaut
ineens van idee veranderd zou zijn. Nee, nee, minister Flahaut, de
bezinger van de democratie en de burgerzin, is degene die alles zelf
wil regelen tot in de kleinste beslissingen en de kleinste details
Dat geeft de alom bekende resultaten, vooral in dit dossier. U leest er
de pers maar op na of u luistert maar naar de commentaren hier in de
wandelgangen. Of u moet eens uw oor te luisteren leggen in de
wandelgangen van de militaire hoofdkwartieren.
Mijnheer de minister, er zijn nog enkele collega's die terzake ook wat
opmerkingen hebben. Ik wil hun niet het gras voor de voeten
wegmaaien, uiteraard, want hun vragen zullen wellicht in dezelfde
richting gaan.
Een vraag heb ik toch: hoeveel onderofficieren en beroepsvrijwilligers
hebben zich reeds kandidaat gesteld? Ik neem aan dat er wel een
grote toevloed zal zijn?
Tot daar mijn vraag, mijnheer de voorzitter. Ik hoop dat ik binnen de
tijd ben gebleven.
13.02 Pieter De Crem (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, collega's, was het niet zo ernstig, we staken er de draak
mee! Vanmorgen aan de ontbijttafel vroeg mijn zoontje wat ik
vandaag ging doen. Voorzitter, wij zijn van een gezinspartij. Ik zei dus
dat ik een vraag ging stellen over het nieuwe parade-uniform van het
leger. Ik had het een beetje voorbereid. Hij vroeg wat een parade-
uniform is en toen toonde ik hem deze foto, waarop mijn zoontje
antwoordde:"O, papa, wij hebben ook zoiets in de verkleedkoffer
liggen". Dat was zijn opmerking.
Dus daarover gaat het. Ik las vanmorgen ook de krant. Het was
misschien een beetje telepathisch want in De Standaard stond een
bijzonder interessant artikel, weliswaar niet bij binnenlandse of
buitenlandse zaken en evenmin bij defensiebeleid, maar op de
cultuurpagina's. De Standaard blokletterde: "De operette overleeft alle
modes." Toen kon ik mij echt niet meer van de indruk ontdoen dat De
Standaard, die een heel diligente krant is, op de ene of de andere
manier verwees naar het nieuwe parade-uniform dat is ontstaan.
Wij kunnen natuurlijk altijd zeggen dat carnaval vroeg valt dit jaar,
maar als wij de buitenlandse gasten zullen moeten ontvangen op de
militaire luchthaven van Melsbroek, zal onze carnavaltraditie die door
de UNESCO werd erkend als werelderfgoed, worden beschouwd als
een dagelijks weerkerend feit. Het zal elke dag Vette Dinsdag zijn
daar in Melsbroek, meen ik. Stel u voor dat u als buitenlandse gast de
trap afkomt en geconfronteerd wordt met zo'n uniform. De schrik zou
u om het hart slaan!
Het is natuurlijk een typisch Flahaut-dossier, een typisch
beheersdossier van een PS-kabinet. Dat gebeurt zonder adviezen.
Heel specifiek daarvoor is er nochtans een kledijcommissie. Die is
over dat uniform niet geraadpleegd. Dan komt natuurlijk ik zal u de
13.02 Pieter De Crem (CD&V) :
Ce matin, au petit-déjeuner, j'ai
montré une photo du nouvel
uniforme à mon petit garçon. Il m'a
indiqué avec enthousiasme que
notre coffre de déguisement
comprenait un accoutrement
similaire. On peut bien entendu
multiplier les variations sur ce
thème et ironiser sur la précocité
du carnaval cette année mais en
fait, il est intolérable qu'un ministre
entêté puisse ridiculiser à lui seul
l'image de marque de toute la
Belgique. Il s'agit une fois de plus
d'un dossier typiquement `Flahaut'
dans lequel le ministre impose sa
volonté sans consulter qui que ce
soit et a fortiori les experts.
Qui a donné l'instruction de
concevoir un nouvel uniforme de
parade?
Qui a été chargé de concevoir ce
nouvel uniforme?
Qui a décroché le marché en
définitive?
Parmi le vaste groupe de stylistes
belges de premier plan, n'y avait-il
CRIV 51
COM 834
01/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25
foto nog eens tonen; het gaat wel om de persoon rechts dat nieuwe
parade-uniform. Het gaat niet over de persoon links, het gaat over de
persoon rechts.
Dan komt men natuurlijk tot zo'n resultaat, waarbij de argumenten
luiden: alle kleuren van alle krijgsmachten zitten erin, en: ik heb het
zelf gekozen. Dat is dus de basisredenering bij de totstandkoming van
nieuwe parade-uniformen!
Soms vraag ik mij af, mijnheer de minister, of u uit bent op uitlokking?
Ik probeer nu al een aantal jaren, sinds 1999, uw drijfveren, uw
motieven, te doorgronden. Eindelijk ben ik er achter gekomen: het
heeft gewoon met uzelf te maken. U wil eigenlijk voortdurend uw wil
opdringen.
Was het zo onbelangrijk, ik had er niet over geïnterpelleerd. Het is
echter wel belangrijk voor het imago van het land.
De vragen die rijzen, zijn de volgende. Ten eerste, wie heeft de
opdracht gegeven tot het ontwerpen van een nieuw parade-uniform?
Er wordt heel omfloerst over gedaan. Ik vind dat wij hierop absoluut
een antwoord moeten krijgen.
Ten tweede, aan wie werd gevraagd een ontwerp te maken? Er werd
toch minstens één iemand geconsulteerd voor het uittekenen van het
patroon? Zoals onze grootmoeders vroeger deden, werd dit toch
uitgetekend op stikpapier? Vervolgens werd dat dan geknipt en vroeg
men of het een mooi patroon was en of het klopte. Ik denk dat dit toch
gebeurd is.
Ten derde, wie heeft die opdracht tot het ontwerpen van dat gekozen
uniform gekregen? Zelfs de Nederlandse prinsessen komen naar
België bij Edouard Vermeulen, Gérald Wathelet, Dirk Bikkembergs en
Dries Van Noten. In de tentoonstelling Rusland-België hebben we
A.F. Vandervorst uit Antwerpen gezien. Ik las vandaag nog dat in
Parijs de wintermode voor de heren wordt beheerst door de Belgische
ontwerpers. We komen echter weer uit bij iemand die in de
gereduceerde kieskring van de minister woont, iemand die "attaches"
heeft met Nijvel. Ik wil echt wel weten wie de opdracht heeft gekregen
om dat uniform te ontwikkelen.
Ten vierde, hoeveel bedraagt de kostprijs van dat uniform? Bent u
van oordeel dat na de massa negatieve kritiek die u terzake kreeg, die
opdracht kan doorgaan? Voor een keer zou ik u een voorstel willen
doen: onderhandel over een schadevergoeding want ik zeg u namens
al degenen die het goed menen met de Belgische strijdkrachten,
ongeacht het feit of zij in de meerderheid dan wel in de oppositie
zitten, dat dit echt niet kan.
Ik zou daar nog een aantal zaken aan toe kunnen voegen. Maar dit is
de essentie van de politiek: ik vind dat de limiet van het belachelijke
overschreden is en ik vind echt dat dit niet kan.
personne de plus qualifié qu'un
styliste de la circonscription
électorale très réduite du ministre?
Combien coûte ce nouvel
uniforme?
Celui-ci peut-il encore être utilisé
après toutes les critiques
destructrices émises ou ne serait-il
pas préférable de négocier des
dommages et intérêts?
13.03 Patrick De Groote (N-VA): Mijnheer de voorzitter, ik zou eerst
een opmerking willen maken. Ik was op een vorige
commissievergadering aanwezig met drie medewerkers. Het waren
wel degelijk medewerkers. Ik heb achteraf vernomen dat u samen
met de minister achter mijn rug hebt opgemerkt dat ik iemand van de
13.03 Patrick De Groote (N-VA) :
On ne discute pas des goûts et
des couleurs, mais il me semble
que le nouvel uniforme de parade
ait été inspiré par Tintin et les
01/02/2006
CRIV 51
COM 834
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
26
pers bij me had, wat dus helemaal niet waar is. Ik wens dat ook in het
verslag recht te zetten.
Mijnheer de minister, ik heb, in tegenstelling tot mijn collega's, deze
ochtend nog niet ontbeten. Mijn zoon heeft dus geen vragen gesteld.
Hij is reeds twintig jaar oud.
Ik wou beginnen met de zinsnede "De gustibus et coloribus non
disputandum". Vermits de heer Sevenhans echter met deze zinsnede
al is begonnen, zal ik maar gewoon zeggen: over smaken en kleuren
valt niet te redetwisten.
Mijnheer de minister, als de berichten kloppen, dan is er in u werkelijk
een kunstenaar ontstaan. Ik kijk dan naar de Zwitserse Garde met
haar 500 jaar traditie. Wat een succes! Ik vermoed dat u bij haar uw
inspiratie hebt opgedaan. U hebt dat heel goed ingezien. Ik vermoed
ook dat een deel van uw inspiratie van Kuifje is gekomen. Ik denk aan
het album "Kuifje en de Picaro's". Misschien is het uniform zelfs
geïnspireerd op de Gilles van Binche.
Pas op, vergis u niet. De Gilles zijn werelderfgoed en zijn iets om trots
op te zijn. Zij vormen een heel grote, toeristische attractie. Daar is het
uiteindelijk toch om te doen.
Het uniform geeft waarlijk een imago aan België, zoals Kuifje en de
Gilles. Ik zie de grote staatsleiders al voorbij de erehaag stappen. De
ontmoeting met België zal hen nog lang heugen. Het is werkelijk de
kroon op uw werk dat het Belgische leger wordt ingeleid in het
werelderfgoed.
Er zijn natuurlijk wat kritieken op het kostuum. Onder andere wordt
gesproken over een operette-uniform. De heer Sevenhans heeft de
kritieken reeds kleurrijk verwoord. Er moet echter ook rekening mee
worden gehouden dat België is ontstaan na de operette van De
Stomme van Portici. Dat is de symbolische waarde die in het dossier
vervat zit.
Mijnheer de minister, ik vind de kritieken niet zo erg. Hier en daar
kwam op het nieuwe uniform van de politie ook enige reactie, zoals de
kwak mayonaise die op de kepies lag. Ondertussen is deze kritiek al
weggeëbd.
Ik zou u dus volledig willen steunen. Uw talent wordt zwaar
onderschat. Het parade-uniform moet zelfs nog worden uitgebreid. Ik
zou in het bijzonder ook de koninklijke wacht ermee willen uitrusten.
Dat zou kracht geven aan de uitstraling van de koninklijke familie. Als
de leden van de koninklijke familie dan de legerparades nog eens
komen begroeten, zou ik voorstellen dat ook zij dergelijk legeruniform
zouden dragen.
Ik stel voor het niet te houden bij vijftig paradekostuums.
Ik zal een motie indienen waarin ik vraag dat de dracht van het
parade-uniform van de erewacht wordt uitgebreid tot die van de
koninklijke wacht en tot het feestuniform van de koninklijke familie bij
militaire stoeten en plechtigheden.
Ik kom tot mijn vragen.
Picaros ou par les Gilles de
Binche. Bref, il est typiquement
belge. Je déposerai même une
motion pour faire porter cet
uniforme par la garde royale lors
de parades, voire par la famille
royale en personne.
À combien s'élèvent les frais de
conception?
Le ministre peut-il commenter les
projets qui n'ont pas abouti?
Quelle était la composition du
jury?
Pourquoi la commission
d'habillement n'a-t-elle pas été
consultée?
Pourquoi l'armée n'a-t-elle pas
organisé de concours?
La garde d'honneur reçoit-elle une
rémunération pour ses missions?
Celle-ci sera-t-elle accrue?
CRIV 51
COM 834
01/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
27
Mijnheer de minister, klopt het dat de ontwerpkosten 5000 euro
bedragen voor zo'n briljante uitvoering?
Kunt u de andere ontwerpen die het niet hebben gehaald, voorleggen
en becommentariëren? Beschikt u over een lijst met de samenstelling
van de jury die de ontwerpen beoordeeld heeft?
Waarom werd de kledijcommissie niet geraadpleegd voor de nieuwe
uniformen? Waarom heeft men geen wedstrijd uitgeschreven?
Krijgt de erewacht of het paradekorps een vergoeding voor haar
opdrachten? Zal dit in de toekomst, mee door het uniform, worden
opgetrokken?
13.04 François-Xavier de Donnea (MR): Monsieur le président, je
voudrais prendre un peu de hauteur dans ce débat. Tout d'abord, je
dois regretter que M. De Groote - qui a, bien entendu, le droit de
penser ce qu'il veut de l'uniforme proposé - en profite pour ironiser sur
la famille royale. Je trouve cela extrêmement déplacé. Je regrette
donc que l'on évoque celle-ci dans un tel débat.
Ensuite, monsieur le ministre, créer un uniforme de parade est une
excellente idée. Quand on voit la tenue actuelle des militaires
recevant des dignitaires étrangers, on ne peut pas manquer de faire
une comparaison très défavorable au regard de ce que l'on voit dans
les autres pays. Car, à l'étranger, il existe des uniformes de
cérémonie qui sont portés, pas nécessairement par une garde
d'honneur, mais en tout cas par les militaires. Je vous félicite donc
pour votre idée et vous soutiens vivement dans cette initiative.
Ceci dit, "de gustibus et coloribus non disputandum est" comme on l'a
rappelé - et je vois qu'il y a beaucoup de latinistes dans cette
assemblée! A tort ou à raison, le modèle d'uniforme que vous avez
montré à titre indicatif suscite beaucoup de controverses; et pas
seulement ici mais également dans d'autres cénacles, pour ne pas
parler de la presse.
Tout en retenant votre idée, monsieur le ministre, qui est excellente,
je le répète, je me demande si faire appel à des stylistes de mode - et
je me démarque de M. De Crem - représente la meilleure solution.
Car je ne suis pas sûr que ces gens soient compétents en l'espèce.
Ils le sont pour habiller des civils et mettre en valeur les formes
féminines ou même masculines, mais ils ne sont pas spécialisés dans
la confection de l'uniforme. Celle-ci constitue une spécialité à part
entière, qui a d'ailleurs atteint des sommets en Angleterre, où l'on
trouve probablement les meilleurs tailleurs militaires. Mais je ne vous
propose pas d'aller chez eux non plus.
Pour quitter cette controverse, qui vole finalement très bas et frise le
ridicule, le mieux n'est pas de renoncer à votre idée, qui me semble
excellente, mais de ressusciter un uniforme traditionnel de l'armée
belge.
Le premier qui vient à l'esprit, et cela ne demande d'ailleurs pas
beaucoup d'imagination, est celui de l'Ecole royale militaire. Pourquoi
ne pas faire porter par les soldats, les sous-officiers et les officiers qui
assurent les gardes d'honneur, un uniforme fortement inspiré ou
13.04
François-Xavier de
Donnea (MR): Ik betreur dat de
heer De Groote spot met de
koninklijke familie.
Ik vind het ontwerpen van een
parade-uniform een uitstekend
idee waar ik helemaal achter sta.
Maar het model dat u voorstelt
doet heel wat stof opwaaien. Ik
denk dat modeontwerpers geen
kaas hebben gegeten van het
ontwerpen van uniformen, maar ik
ben eveneens van mening dat we
geen inspiratie moeten zoeken in
Engeland, hoewel dat land over de
beste militaire kleermakers
beschikt.
We kunnen deze discussie, die
aan het belachelijke grenst, best
afronden en teruggrijpen naar een
traditioneel uniform van het
Belgisch leger.
Waarom inspireren we ons niet op
de uniformen van de Militaire
school of de oude uniformen van
de rijkswacht? Zo zou u een
traditie doen herleven, iedereen
zou er het zwijgen toe doen en de
militairen, wier meningen
uiteenlopen, zouden tevreden zijn.
01/02/2006
CRIV 51
COM 834
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
28
calqué sur celui de l'Ecole royale militaire? Il y a également la tenue
bleue que portent encore les officiers lors de grandes cérémonies. Il y
a donc moyen de faire appel à nos traditions.
Il y a aussi des uniformes plus anciens comme ceux de la
gendarmerie, qui étaient superbes.
Je pense que ce serait l'occasion, en utilisant votre excellente idée,
de raviver une tradition en termes d'uniformes. Ce faisant, vous
rendriez vie à certaines valeurs historiques de notre armée, vous
feriez taire tout le monde, vous auriez tous les rieurs de votre côté et
vous satisferiez probablement les militaires qui aspirent aussi à avoir
un uniforme de parade, tout en notant qu'en leur sein, des avis
divergent quant à la qualité de ce qu'a proposé le styliste que vous
avez consulté.
Monsieur le ministre, puisqu'il n'y a pas eu de consensus sur ce
projet, ne pensez-vous pas que pour sortir de cette controverse qui
est finalement périphérique et anecdotique , il vaudrait mieux revenir
à un des nos uniformes traditionnels, comme par exemple celui de
l'Ecole royale militaire ou de tel ou tel corps d'élite ou de la
gendarmerie, pour en faire l'uniforme de parade de notre armée?
Je vous remercie de votre attention.
13.05 Marie-Christine Marghem (MR): Monsieur le président,
monsieur le ministre, je ne reprendrai évidemment pas les propos
tenus précédemment avec toutes les nuances et les couleurs que la
période carnavalesque ou Europalia Russie ont permis à certains
orateurs d'utiliser. Selon moi, l'idée de créer un nouvel uniforme est
bonne en soi. A cet égard, mon discours variera quant aux goûts et
aux couleurs. Nous avons beau dire que nous n'en discutons pas,
nous sommes quand même bien obligés d'en parler. D'ailleurs, c'est
ce que nous faisons!
La consternation générale, à laquelle a largement participé la presse,
après un moment de surprise quand cet uniforme est apparu urbi et
orbi, montre que globalement, les goûts et les couleurs sont discutés.
En tout cas, ceux choisis par la Défense concernant cet uniforme de
parade ont suffisamment heurté pour donner aujourd'hui lieu à un
débat.
Comme mon collègue M. de Donnea, j'estime qu'il n'est pas
nécessaire de solliciter un grand couturier, dont les exigences de
travail sont tout à fait différentes. Mais il faut garder à l'esprit qu'un
minimum de classe et de sobriété s'imposent pour ce type de
vêtement, objectif que l'on atteint souvent par des couleurs
relativement sobres et le raffinement dans les détails. Je me permets
de donner mon avis, mais il me semble intéressant de savoir qui a
donné cet avis dans ce dossier. C'est la question fondamentale que je
voudrais poser.
Je ne suis pas contre le fait de ressusciter des uniformes de tradition
ni d'en créer un nouveau, mais pour un Corps qui est une interface
entre l'armée et la société civile, et surtout la société internationale,
puisqu'il s'agit quand même d'accueillir des personnalités étrangères
qui foulent notre sol pour y travailler, nouer et entretenir des relations
avec la Belgique, un minimum de classe et de sobriété ne nuirait pas.
13.05 Marie-Christine Marghem
(MR): Met het idee om een nieuw
uniform te ontwerpen is op zich
niets mis. Vooral over de smaak
van defensie werd al heel wat
getwist, ook in de pers.
Het is niet nodig om met een groot
modeontwerper in zee te gaan en
een minimum aan klasse en
soberheid zijn vereist, vooral voor
een korps dat buitenlandse
prominenten moet ontvangen.
Wie neemt die beslissing? Op
welke diensten werd een beroep
gedaan? Is de productie al gestart
of werd een prototype getoond
waarop we nog kunnen
terugkomen?
CRIV 51
COM 834
01/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
29
Ma première question tend à savoir de qui émane cette décision.
Quels sont les services sollicités dans le cadre de cette décision?
Peut-on revenir en arrière? En effet, les informations dont je dispose
ne sont pas précises à ce sujet. A-t-on montré un prototype alors que
la mise en fabrication n'est pas encore lancée? Ou, au contraire, a-t-
on, déjà malheureusement fabriqué une série d'uniformes, ce qui
suppose un coût et une difficulté de faire marche arrière?
Je souhaiterais, monsieur le ministre, que vous répondiez à ces
questions précises.
13.06 André Flahaut, ministre: Monsieur le président, reste-t-il
encore beaucoup de questions?
Le président: Il reste cinq questions mais nous clôturerons à 12.30 heures.
13.07 André Flahaut, ministre: Monsieur le président, chers
collègues, je souhaiterais recadrer les choses. Je retiens de son
intervention que M. de Donnea a compris exactement de quoi il
s'agissait. Que se passe-t-il aujourd'hui? Nous ne comptons pas
remplacer les uniformes de l'Ecole royale militaire; les étudiants de
l'Ecole royale militaire doivent porter leur uniforme lors de
manifestations officielles ou lorsqu'un chef d'Etat passe en revue les
troupes sur la Place des Palais. Nous ne prévoyons pas non plus de
réinstaurer une garde devant le Palais royal, qui serait renouvelée à
l'instar de ce qui se passe dans d'autres pays. Il ne s'agit pas non plus
de substituer les troupes qui sont passées en revue lors de la visite
de certains chefs d'Etat. Effectivement, lorsque le président Karzai est
arrivé à Melsbroek, une haie d'honneur constituée des militaires qui
avaient été en mission en Afghanistan l'a accueilli. Je remercie ceux
qui ont dit que c'était une excellente initiative. J'ai dérogé au protocole
car cela me semblait être un honneur pour les militaires présents à
Kaboul d'accueillir le président Karzai. J'aurais agi de même avec les
troupes qui sont allées au Kosovo si le président Rugova était venu
en Belgique. Ce n'est donc pas dans le but de remplacer les unités
mises en oeuvre.
Que prévoit le protocole lorsqu'un chef d'Etat ou de gouvernement est
invité dans notre pays? Soit, il arrive à l'aéroport militaire de
Melsbroek. Dans ce cas, il est accueilli par un ministre ou un membre
de la famille royale et quelques militaires. Certaines cérémonies sont
parfois plus larges que d'autres. Soit, il atterrit sur l'aéroport privé et il
est accueilli par les mêmes personnes mais selon un autre protocole.
Ensuite, la personne en question est entre les mains si je puis
m'exprimer ainsi du protocole des Affaires étrangères pour la visite
sur la place du palais ou devant la colonne du soldat inconnu ou
encore dans la cour du palais d'Egmont. Cette visite s'effectue sur
fond de musique militaire avec des unités désignées à cet effet, selon
une rotation respectant l'équilibre entre néerlandophones et
francophones et entre les différents types d'unités. C'est cette visite
qui constitue la parade proprement dite.
Pour répondre aux questions posées, je précise qu'en l'espèce, cette
parade ne change en rien!
Par ailleurs, quelqu'un est venu me présenter, voilà quinze jours, un
13.07 Minister André Flahaut: Het
is niet de bedoeling om de
uniformen van de Koninklijke
militaire school te vervangen, noch
om de wacht voor het Koninklijk
paleis weer in te voeren en ook
niet om de troepen te vervangen
die tijdens officiële bezoeken
werden geïnspecteerd.
Volgens het protocol moet een
staatshoofd of regeringsleider uit
het buitenland bij aankomst in
Melsbroek of op een privé-
luchthaven door een minister of
een lid van de koninklijke familie
en enkele militairen sommige
ceremoniën zijn omvangrijker dan
andere worden ontvangen.
Voor het bezoek geldt vervolgens
het protocol van Buitenlandse
zaken, waarbij een parade wordt
gehouden met speciale eenheden
en militaire muziek op de
achtergrond. Dit zal niet
veranderen.
Twee weken geleden werd mij een
ontwerp voorgelegd voor een
gesponsord uniform voor de
koninklijke wacht. Wij hebben
geen gevolg gegeven aan dit
ontwerp. De ontvangst aan het
vliegtuig wordt verzorgd door
MP's, wier uniform, hoewel het
slechts één korps is, bij de
verschillende componenten
verschilt. Daarom hebben wij
beslist dit korps van maar enkele
eenheden uniform te kleden.
01/02/2006
CRIV 51
COM 834
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
30
projet d'uniforme sponsorisé par des firmes privées. Le concepteur de
cette idée est décédé aujourd'hui mais c'est la preuve que créer une
garde royale avec des uniformes sponsorisés est dans l'air du temps.
Nous n'avons pas donné suite à ce projet car j'estime que le protocole
tel qu'il existe aujourd'hui est bien réalisé et qu'il mérite d'être
poursuivi.
Toutefois, un aspect de ce protocole dépend uniquement du
département de la Défense: l'accueil au pied de l'avion, au moment
où la personne arrive ou repart. Sur ce point, comme M. de Donnea
l'a signalé, la présentation n'est pas du tout uniforme. Cet accueil est
réalisé par les MP mais ceux qui connaissent la Défense savent que
certains d'entre eux possèdent encore des uniformes aux couleurs de
la Force aérienne, d'autres aux couleurs de la Marine et d'autres aux
couleurs de la composante Terre. Les personnalités accueillies voient
donc des personnes avec des uniformes différents alors que les MP
constituent un corps unique. Pour ne citer qu'un exemple, la couleur
recouvrant le képi des MP de la Force aérienne est le blanc, celle de
la composante Terre est le rouge. Par conséquent, dans le
prolongement de la structure unique, nous avons décidé d'habiller de
la même façon cette unité, que ce soient les hommes ou les femmes.
C'est de cela dont il est question, d'un corps de quelques unités.
Il faut par ailleurs noter que ces MP ne sont pas toujours disponibles.
Il ne s'agit pas toujours des mêmes personnes et cela pose des
problèmes en termes d'organisation. L'idée est donc très simple: nous
allons demander des volontaires pour suivre ce "drill" particulier que
les MP n'ont pas. Cela permettra d'obtenir une présentation uniforme
c'est le cas de le dire et un "drill" particulier lors de la phase du
premier accueil et de l'accompagnement.
Je suis désolé pour certains d'entre vous, mais il m'appartient encore
de prendre des décisions.
Fort de ce que j'ai entendu dans le passé en ce qui concerne les
uniformes, par exemple des discussions dans d'autres départements
mais aussi au sein même de la Défense, notamment la composante
Terre (la longueur des jupes, l'endroit où on attache les grades, le
polar), j'ai préféré répondre aux souhaits. J'ai donc défini une série de
lignes, d'objectifs. Il fallait également ne pas trop changer les choses.
Vous savez comme moi que si on avait opté pour un uniforme de
couleur grise, nous aurions eu de gros problèmes car on aurait dit
qu'on ne retrouvait pas dans cet uniforme les différents éléments des
composantes. Il fallait aussi trouver, et c'est nouveau, la référence à
l'Europe et à notre appartenance à l'OTAN. Donc, les boutons
reprennent les étoiles européennes avec le drapeau belge et le sigle
de l'OTAN.
Les MP, qui vont constituer la partie principale de cette unité,
souhaitaient retrouver les éléments de leur habillement actuel. Il fallait
aussi que cela soit sobre: il n'y aura plus d'armes car ces uniformes
servent uniquement à des missions d'accueil. Il fallait également
prévoir un manteau.
Le projet a donc été présenté de cette manière et plusieurs dessins
ont été réalisés. La commission des tenues a été consultée
préalablement à la commande le 5 décembre 2005 et l'opération est
en cours.
Omdat die MP's niet altijd
beschikbaar zijn, hebben wij
beslist een beroep te doen op
vrijwilligers om te zorgen voor een
uniform voorkomen en bijzondere
'dril' tijdens die eerste fase van de
ontvangst.
Ik neem inderdaad nog steeds de
beslissingen.
Rekening houdend met vroegere
ervaringen, heb ik ervoor gekozen
rekening te houden met de
wensen van de manschappen en
in het bijzonder van de militaire
politie, die het grootste deel van
die eenheid zal uitmaken en die
elementen van de bestaande
uitrusting wenst terug te vinden. Ik
heb zodoende een aantal lijnen
uitgezet en doelstellingen
omschreven, om ervoor te zorgen
dat uit het uniform eveneens zou
blijken dat we deel uitmaken van
Europa en de NAVO. Het korps zal
geen wapens dragen en er zou
wel een mantel komen.
Er werden verschillende
ontwerpen gemaakt. De
Kledijcommissie werd op 5
december 2005 geraadpleegd,
vóór de aan gang zijnde -
bestelling in het kader van een
open overeenkomst met de firma
Pelsmaekers in Antwerpen werd
gesloten.
Wie dit uniform niet wil dragen,
wordt daar niet toe verplicht, want
die eenheid zal uit vrijwilligers
bestaan.
De opdracht werd gegund in
overeenstemming met de
reglementering inzake de
overheidsopdrachten.
Al meer dan twintig kandidaten
hebben op de oproep gereageerd.
De uitrusting van het korps zou
binnen een half jaar rond moeten
zijn.
De kostprijs van dit alles bedraagt
6 791 euro en geen vijf miljoen,
zoals daarnet werd beweerd.
CRIV 51
COM 834
01/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
31
Je signale également qu'aujourd'hui, tout le monde se base sur la
photo d'un journal. Je tenais donc à préciser ce que vont faire ces
personnes, qui sont des volontaires donc si elles ne veulent pas
porter l'uniforme, elles ne devront pas le faire dans une unité
spéciale d'un nombre limité de personnes, disponible pour accueillir,
selon le protocole que j'ai cité, les chefs d'Etats et de gouvernements.
Une indemnité est aussi prévue car ces accueils ont parfois lieu en
soirée, en matinée ou le dimanche.
Je répète que la commission des tenues a été consultée, que la
commande est en cours d'exécution et qu'elle s'inscrit dans un contrat
ouvert avec la firme de tenues militaires Pelsmaekers (Luppenstraat à
Antwerpen).
Le marché a été attribué conformément à la réglementation relative
aux marchés publics sur base d'une procédure négociée. Lors de
cette procédure, deux firmes avaient soumissionné en tenant compte
du prix comme critère d'attribution.
Un appel a été lancé auprès du personnel de la Défense pour
introduire sa candidature. Le corps devrait être équipé d'ici la mi-
année. Plus de vingt personnes sont aujourd'hui candidates. La
procédure est toujours en cours.
J'ai précisé qu'il s'agissait d'un uniforme spécifique pour cette garde,
peut-être erronément appelée "garde d'honneur".
Les coûts du développement s'élèvent à 6.791 euros et non
5 millions, comme j'ai pu l'entendre tout à l'heure.
En ce qui concerne le statut pécuniaire, je vous ai déjà communiqué
l'information.
Je crois avoir ainsi répondu aux différentes questions posées.
13.08 Luc Sevenhans (Vlaams Belang): Mijnheer de minister, u was
er al in geslaagd de militaire gemeenschap te demotiveren, maar nu
bent u er ook in geslaagd ze belachelijk te maken.
Ik heb nu begrepen waarvoor het precies dient. Het is minder voor
staatshoofden maar misschien meer voor het bal van de
burgemeester van Wavre. Als het dan toch zo is, mogen wij zeker de
denkpiste van de majorettes niet verlaten. Die combinatie zal wellicht
geslaagd zijn!
Ik heb de commentaren gehoord van de verschillende collega's. De
meest vriendelijke was uiteraard de charmante chevalier de Donnea,
die u een beetje naar de mond aan het praten was. Hij zegt wel: er is
veel over gepraat, maar u moet eerlijk zijn: er is ook veel mee
gelachen.
Kortom, ik meen dat wij niet echt zaten te wachten op zo'n uniform. U
blijkbaar wel. U hebt tijd om zich met zulke zaken bezig te houden. U
blijft mij verbazen! Ik denk dat ik eens een wetsvoorstel ga indienen
om u te verplichten vakantie te nemen. U geraakt overspannen! Dat u
zich daarmee als minister van Defensie allemaal kunt bezighouden
slaat mij met verstomming.
13.08 Luc Sevenhans (Vlaams
Belang): Non seulement le
ministre est parvenu, par sa
politique désastreuse, à démotiver
les militaires, mais il a également
réussi à les ridiculiser ! L'armée
n'avait vraiment aucun besoin de
pareils uniformes. J'ai peine à
croire que le ministre consacre ne
fut-ce qu'un instant à ce genre de
futilités. J'ai l'intention de déposer
une proposition de loi obligeant M.
Flahaut à prendre des congés. Il
est, de toute évidence, en état de
surmenage.
Dans sa réponse, M. Flahaut
affirme que tout a été fait dans le
respect des règles mais, si c'est le
cas, pourquoi assistons-nous à un
tel déferlement de critiques? Je
m'interroge et je compte bien
01/02/2006
CRIV 51
COM 834
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
32
Mijnheer de minister, er zijn al wat parade-uniformen: bijvoorbeeld die
van de Koninklijke Militaire School. Er zijn ook de oude uniformen van
de rijkswacht waarnaar ook de heer de Donnea heeft verwezen. Ik zie
ze voor mij: de uniformen met de berenmutsen. Als men dan toch
zulke uniformen wil hebben, waren die er wel.
U zegt: kijk, het is allemaal in kannen en kruiken; alles is gedaan
volgens de regels der kunst, met een openbare aanbesteding en zo.
Goed, maar dan verbaast het mij dat u heel slecht hebt
gecommuniceerd. Want ik heb dat nog nergens kunnen vernemen.
De pers heeft u regelmatig gevraagd hoe het nu precies in elkaar zat,
maar u kon dat niet zeggen. En nu komt u ineens af met: alles is
verlopen zoals het moet. Let op, ik zal dat laten nakijken. Als het niet
klopt, zitten wij hier volgende week terug met dezelfde vraag. U weet,
ik ben zeer gevoelig voor de informatie die u geeft, maar zij moet wel
correct zijn. Kortom, ik sta een beetje verbaasd.
Maar goed, die kleermaker ik ken hem ook is een zeer goede
firma. Ik ben blij: het is er een uit Antwerpen. Kijk eens aan! Het
communautaire evenwicht wordt dus gerespecteerd!
Mijnheer de minister, ik begrijp het allemaal niet zo heel goed. Ik zie
de noodzaak er niet van in. U houdt ons allemaal bezig. Ik weet niet of
u een zoon hebt. Spijtig anders, want dan had u op voorhand eens
met uw zoon kunnen overleggen. Dan waren wij hier nu niet bezig
over parade-uniformen.
suivre ce dossier de très près.
13.09 Pieter De Crem (CD&V): Mijnheer de voorzitter, de minister
zegt dat er een nieuwe erewacht une garde d'honneur komt.
Collega's, ik vraag het u in alle objectiviteit. Het is geen "garde
d'honneur", maar wel "une garde d'horreur". Ik meen dat. Het is een
uniform voor een tamboer-majoor die vooroploopt in de fanfare en nu
en dan zijn staf in de lucht gooit. Het is echter geen uniform met
klasse. Het past niet bij de waardigheid en de opdracht van de
Belgische strijdkrachten, ook niet wanneer u, mijnheer de minister,
van hen een nieuwe erewacht zou willen maken. Dat kan dus
absoluut niet. Ik ben gechoqueerd ik meen dat en het is overstijgt de
politiek dat u op een dergelijke wijze een reputatie zichtbaar te
grabbel gooit. Het kan voor ons echt niet.
Ik heb trouwens geen antwoord gekregen op mijn vraag wie de
opdracht heeft gekregen om het uniform te ontwerpen. U gaat toch
niet beweren, tenzij u het effectief zelf hebt gedaan, dat mensen u
zomaar 's morgens op de stoep, op de pui van de Lambermontstraat
komen vertellen dat zij spontaan de ingeving van hun leven hebben
gekregen, namelijk een nieuw uniform? Zo zit de maatschappij toch
niet in elkaar? U hebt voor het ontwerpen van het uniform de opdracht
gegeven. Ik wil van u weten aan wie u de opdracht hebt gegeven en
wie het uniform heeft ontworpen. Ik wil dat weten. Als u het ons niet
zegt, dan zullen wij het zeggen, aan u en aan de leden van de
commissie. Wij zullen zeggen waar, wanneer en hoe het dossier tot
stand is gekomen.
Ik eis van u voor de commissie het antwoord op deze vraag.
U hebt ons les gegeven over het protocol. Wij weten echter allemaal
13.09 Pieter De Crem (CD&V) :
Cet uniforme représente
véritablement le degré zéro de
l'élégance vestimentaire. Je suis
scandalisé de voir le ministre flétrir
ainsi la dignité et la réputation des
forces armées belges. J'exige qu'il
réponde à une question très
simple: qui a dessiné cet
uniforme? Qui a conçu cette chose
affreuse?
Le ministre affirme que cet
uniforme sera porté par des
volontaires. Le problème, c'est
qu'en 2006, notre armée ne
compte pas dans ses rangs de
volontaires. Je suis certain que
des pressions ne manqueront pas
de s'exercer sur nos militaires
pour qu'ils revêtent ce costume de
parade.
La première fois que j'ai vu cet
uniforme, il m'a fait penser
instantanément aux soldats nord-
coréens paradant devant leur
Guide dans les rues de
Pyongyang. Il ne reste plus au
ministre Flahaut qu'à créer au sein
CRIV 51
COM 834
01/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
33
hoe het protocol in elkaar zit, zowel het burgerlijke als het militaire
protocol als de graden van het protocol. Velen van ons hebben dat
ooit in hun pakket van rechten- en andere studies gehad. Bespaar
ons alstublieft uw toelichtingen over het protocol.
Daarna moet er een nieuw korps worden gemaakt, een soort
vrijwilligerskorps, waarvan de leden vrijwillig dat gedrocht zullen
aantrekken. Ik weet echter wat vrijwilligheid bij Defensie betekent. Dat
is een geforceerde vrijwilligheid met afdreigingen en intimidatie langs
alle kanten. Dat is vrijwilligheid bij Defensie anno 2006.
Het uniform is absoluut geen referentie naar Europa. Het moet
nochtans doorgaan als een referentie naar Europa, naar de lidstaten
en naar onze internationale engagementen ten opzichte van de
NAVO. Volgens mij is het echter ten hoogste - en dat was trouwens
mijn eerste reactie - een referentie naar Noord-Korea.
Een dergelijk uniform zien we in de straten van Pyongyang. In
zadelpas en eendenpas rondtrekken en eer betonen aan de grote
leider: dat is het niveau van dit uniform.
Toen ik klein was ging ik met mijn grootmoeder naar Louis de Funès
kijken in de Capitole in Gent. Er was iemand die de ticketjes
scheurde, net voor men de cinema inging. Van iemand die nog wat
moest bijverdienen na zijn uren kreeg je dan een cornet d'amour van
Artic. Wel, die had ook zo'n uniform aan. Dat is het niveau waarop
wordt omgegaan met de waardigheid van het leger. Als u toch door
zal doen en dat zal u wellicht en een nieuwe eenheid of een
nieuwe brigade creëert, zou u naast de brigade Piron ook de eenheid
Franz Lehár in het leven moeten roepen. Dat is immers het enige wat
men met een dergelijk uniform kan doen.
de l'armée, aux côtés de la
Brigade Piron, une Brigade Franz
Lehar. Ces uniformes seraient
parfaits pour vêtir ses membres!
13.10 Patrick De Groote (N-VA): Mijnheer de voorzitter, ik kreeg niet
veel antwoorden op mijn vragen, maar dat zijn we gewoon.
Er is inderdaad al veel gelachen met die uniformen. Eigenlijk vraagt u
erom, want als men iemand in Brussel een omgekeerde zak frieten op
het hoofd zet, zal er ook om gelachen worden. U gaf een hele lange
inleiding over de protocollen, die eigenlijk weinig te maken hebben
met de essentie van de zaak. De vragen gingen meer over de manier
van werken, en daar was u erg kort over.
U stelt dat alles correct verlopen is, maar ik heb daar zo mijn twijfels
over. Ik vind dat u militairen belachelijk laat maken. De manier van
werken toont mijns inziens weinig respect voor de militairen en ik
denk dat zij de laatsten zijn die dat verdienen. Wat meer respect zou
dus goed zijn. Net als uw niet-gebruikt legermateriaal, dat in hangars
staat te roesten, zullen die uniformen misschien ooit nog als
vogelverschrikkers worden gebruikt. Ik vind het jammer dat u durft te
stellen dat u zult doorgaan met een dergelijk uniform.
13.10 Patrick De Groote (N-VA) :
Les réponses du ministre ne
portent pas sur la critique
proprement dite. Il prétend que la
procédure s'est déroulée
correctement lors de la conception
de ces uniformes. J'en doute. Je
sais par contre qu'il ridiculise ainsi
l'armée.
13.11 François-Xavier de Donnea (MR): Monsieur le président, je
répète ce que j'ai dit: je suis d'accord pour donner un uniforme
particulier à la garde d'honneur qui assure l'accueil à la sortie des
avions ou des trains, pas de problème. Je constate une forte
contestation autour de cet uniforme. J'entends que le ministre l'a déjà
commandé. Le vin étant tiré, il faudra bien le boire! Peut-être que la
vision en vrai de l'uniforme calmera les controverses. Attendons de
13.11
François-Xavier de
Donnea (MR): Ik heb er niets op
tegen dat de erewacht die instaat
voor het onthaal bij de aankomst
van vliegtuigen of treinen, een
speciaal uniform draagt. Op het
kwestieuze uniform wordt echter
01/02/2006
CRIV 51
COM 834
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
34
voir!
Pour me montrer constructif, je suggère au ministre, puisque
gouverner, c'est prévoir, d'examiner la possibilité d'en revenir à un
uniforme traditionnel de l'armée une fois que ceux-ci auront fait leur
temps, par exemple la tenue bleue des officiers, l'uniforme de l'École
militaire ou celui d'anciens régiments traditionnels. C'est ce qui se fait
dans des pays comme la Grande-Bretagne où, lors des cérémonies,
les militaires ne portent évidemment pas la tenue de combat léopard
mais des uniformes issus des traditions militaires.
Les choses étant ce qu'elles sont, attendons les réactions en temps
réel. Monsieur le ministre, si la controverse se calme, tant mieux pour
vous, tant mieux pour tout le monde. Si elle ne se calme pas, une fois
que ces nouveaux uniformes auront été amortis, la sagesse sera de
ressusciter un de nos uniformes historiques, traditionnels et de
remettre en vigueur une tradition. Vous aurez alors le mérite d'avoir
innové, d'avoir essayé mais aussi de relancer une tradition qui vous
attirera des applaudissements sur tous les bancs plutôt que des
flèches.
veel kritiek geuit. Maar vermits de
minister het reeds heeft besteld,
moeten we wachten op de reacties
die het zal uitlokken wanneer het
door de erewacht zal worden
gedragen. Als de controverse blijft
duren, stel ik voor dat de erewacht
opnieuw een traditioneel
legeruniform aantrekt zodra die
nieuwe uniformen zijn
afgeschreven.
13.12 Marie-Christine Marghem (MR): Monsieur le ministre, si j'ai
bien compris, vous avez participé à l'oeuvre de stylisme de cet
uniforme puisque vous avez défini les codes d'après lesquels ils
devaient être imaginés, bien que nous ne sachions pas encore qui,
sur le plan technique, a développé les idées-cadres que vous aviez
instillées dans ce dossier. Mais je peux remarquer que vous êtes
personnellement à l'origine du produit dont nous discutons
aujourd'hui.
Bien sûr, la masse d'habillement a été consultée, ce qui est bien le
moins; cela se fait dans tous les corps de sécurité (police, pompiers,
etc.). Comme vous le rappeliez dans votre exposé, elle sert souvent à
donner des indications pratiques (où fixer les grades, type de
fermeture à adopter pour rendre l'usage facile, nécessité ou non d'un
manteau), mais pas des orientations esthétiques.
Et j'en viens au côté esthétique. Vous dites que cet uniforme
représente pour vous la sobriété convenue en pareille circonstance.
Là, je dois constater que nous n'avons pas la même définition de la
sobriété. À voir le chapeau ou le ceinturon à fermeture semblable à
celle des élastiques de valise ou similaire au ceinturon utilisé par les
scouts vis-à-vis de qui je n'ai d'ailleurs aucun grief ou les
manchons rouges assortis aux gants rouges, j'estime que l'ensemble
fait plutôt melting-pot "flashy" qu'unité vestimentaire.
C'est pourquoi je suis assez consternée: apparemment, tout est
engagé et il n'y a plus rien à faire. Comme on dit, tout ce qui est bu
est versé!
Je voudrais quand même vous poser une petite question technique.
Je sais que le tailleur choisi, d'ailleurs fréquemment choisi par
l'armée, fait un travail de qualité. Je peux donc rassurer mon collègue
de Donnea: avant que ces uniformes ne soient amortis, de
nombreuses années passeront puisque le tissu systématiquement
utilisé par cette firme est un tissu de très bonne qualité et durera très
longtemps, ce qui est positif.
13.12 Marie-Christine Marghem
(MR): U hebt zelf de krachtlijnen
voor het ontwerp van het uniform
uitgetekend. Ik vind het echter niet
zo sober. Ik sta ervan versteld dat
het nu te laat is om die beslissing
te herzien.
De kleermaker waarvoor werd
geopteerd, levert kwaliteitswerk af.
De uniformen zullen dus lange tijd
meegaan.
De aangekondigde kostprijs van
6 700 euro lijkt me evenwel
extreem laag, rekening houdend
met het aantal uniformen en de
gebruikte stoffen.
Sommige militairen hebben laten
verstaan dat ze het uniform niet
zullen aantrekken omdat ze vinden
dat het er belachelijk uitziet. Hebt
u daarom vrijwilligers gezocht in
plaats van een welbepaalde groep
ertoe te verplichten het te dragen?
CRIV 51
COM 834
01/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
35
Lorsque vous parlez de 6.700 euros, à moins que je n'aie mal
entendu, est-ce un prix par uniforme, par personne ou un prix global?
13.13 André Flahaut, ministre: (...)
13.14 Marie-Christine Marghem (MR): Oui, mais, 6.700 euros, ce
n'est rien du tout! Il faut avoir la notion du prix des choses. Ce prix me
semble inférieur à ce qu'il devrait être pour le nombre d'uniformes que
vous avez annoncé, pour l'utilisation des tissus qui seront mis en
oeuvre. Je m'inquiète au sujet de ce montant que je trouve
ridiculement bas.
J'espère que vous trouverez des volontaires - vous dites en avoir déjà
trouvé 20 - parce que l'armée est quand même fondée sur un
système hiérarchisé, au travers duquel l'ordre n'est pas un vain mot.
J'ai entendu de nombreux volontaires exprimer leur volonté de refuser
le port de cet habit qui, selon leurs considérations, ne manquera pas
de les ridiculiser.
J'ai entendu pas mal de réactions du corps des militaires auquel vous
vous adressez et au sein duquel il faut trouver des volontaires,
arguant que jamais on ne leur ferait porter un tel uniforme. Est-ce
pour cela, monsieur le ministre, l'ayant compris, que vous avez
cherché des volontaires plutôt que d'ordonner à un groupe déterminé
de porter un uniforme que vous avez été le premier et pratiquement le
seul à choisir?
13.15 Stef Goris (VLD): Mijnheer de voorzitter, het uniform is een
onderwerp dat ons allemaal bezighoudt.
Wij weten allemaal dat het een prerogatief van de minister is die
dingen te doen. Het is niet aan de commissie om te zeggen dat hij
met een ontwerp van uniform voor deze commissie moet passeren en
het aval ervan nodig heeft. Dat is niet waar.
Het is echter wel nuttig dat we hierover vandaag een debat voeren. Ik
heb zelf immers ook een probleem met dat uniform. Ik ben het
volledig eens met collega's de Donnea, Marghem en anderen die
hebben gezegd dat een eregarde noodzakelijk is om autoriteiten te
ontvangen op luchthavens, enzovoort. Ik kan daar best inkomen, dat
is in andere landen ook het geval. Daarover zijn we het eens.
Ik sluit mij ook aan bij collega de Donnea wanneer hij zegt dat er een
aantal tradities in de krijgsmacht bestaan: het blauwe uniform, het
uniform van de KMS enzovoort. Het zou gekund hebben daaraan
eventueel een nieuw uniform toe te voegen. Ik heb daarmee geen
probleem.
Het moet mij echter helaas van het hart dat ik dit ontwerp allerminst
geslaagd vind. Dit is geen persoonlijke aanval, integendeel, maar ik
stel vast dat ik tot op heden nog niemand heb horen zeggen dat ze
het wel geslaagd vinden. Dat is spijtig. Ik heb nog niemand horen
zeggen of heb nergens gelezen dat ze het een schitterend resultaat
vinden.
Ik herhaal dat dit uw prerogatief is en niet dat van de commissie,
maar ik wil u vragen hiermee in de mate van het mogelijke rekening te
houden en na te gaan wat nog kan worden bijgestuurd.
13.15 Stef Goris (VLD): Le
ministre est compétent pour
modifier l'uniforme sans consulter
préalablement les membres de la
commission, mais je me rallie aux
observations de M. de Donnea et
de Mme Marghem. Une garde
d'honneur est nécessaire, mais il
est des traditions au sein des
forces armées qu'il serait
préférable de respecter. J'estime
que ce projet n'est pas une
réussite et je n'ai rencontré
personne à ce jour qui a salué la
beauté de l'uniforme. Je prie dès
lors le ministre de tenir compte de
nos remarques.
01/02/2006
CRIV 51
COM 834
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
36
13.16 André Flahaut, ministre: Monsieur De Crem, le styliste est M.
Beeckaert. Dès que ses plans ont été acceptés, il a commencé à
travailler avec la firme qui a été retenue. Pour le reste, il est très
difficile de changer les choses dans ce pays. L'uniforme de la
Musique de la Force aérienne a été modifié, mais on n'en a pas parlé.
Pourtant, elle se produit dans un nouvel uniforme: les militaires qui en
font partie sont vêtus d'une tenue bleue.
Monsieur de Donnea, en tant qu'ancien ministre de la Défense, vous
me direz comment vous auriez arbitré entre les composantes pour
déterminer le choix de l'uniforme à retenir; ce n'est pas gagné
d'avance. Ensuite, on ne peut pas non plus imposer à des étudiants
de l'Ecole royale militaire de faire ces services-là en permanence.
Vous expliquerez à l'Ecole royale militaire comment on autorise
certaines personnes à porter un uniforme, alors qu'elles ne sont pas
qualifiées pour le faire.
De plus, je rappelle la portée limitée de cette unité. Les militaires qui
la composent sont des volontaires, car ce service demande des
prestations en dehors des heures normales. Le prix de 6.791 euros
concerne le développement, mais non l'ensemble des uniformes. Le
prix unitaire de l'uniforme - composé d'un képi, d'une veste, d'un
manteau, d'un ceinturon, d'un pantalon, et d'autres accessoires -
s'élève à 1.519 euros, plus la TVA. Ils sont taillés sur mesure.
Contrairement à ce que j'ai lu et entendu, il n'y a pas de jupe prévue
pour les dames, qui porteront un pantalon; il n'y a pas de gants
rouges; et les képis seront identiques à ceux de la Force aérienne, qui
sont recouverts d'un dessus rouge.
13.16 Minister André Flahaut:
Mijnheer De Crem, de heer
Beeckaert is de ontwerper. Het
uniform van de muziekkapel van
de luchtmacht werd gewijzigd
zonder dat dat stof heeft doen
opwaaien. Mijnheer de Donnea,
als gewezen minister van
Landsverdediging moet u mij eens
uitleggen hoe u tussen de diverse
componenten zou bemiddeld
hebben om de keuze van het
uniform vast te leggen! We
kunnen van de studenten van de
Koninklijke Militaire School moeilijk
verwachten dat ze telkens die
diensten waarnemen.
Ik wijs erop dat die eenheid
uiteindelijk niet zoveel zal kosten.
Het ontwerp kost 6 791 euro. De
prijs van een volledig, op maat
geleverd uniform bedraagt 1 519
euro, plus BTW. De dames zullen
het zonder rok of rode
handschoenen moeten stellen en
de kepies zijn dezelfde als die van
de luchtmacht.
Le président: Monsieur le ministre, je suggèrerais que, la prochaine fois, la garde d'honneur encadre le
président de la commission quand il entre ici!
Il faudrait avancer, car sinon nous ne terminerons pas à 12.30 heures.
13.17 Pieter De Crem (CD&V): Collega Goris, ik denk dat er weinig
hoop is. Wij zullen de schaar niet in dit uniform kunnen zetten. Het is
besteld en het zal gedragen worden door die vrijwilligers waarvan ik
hoor dat het vooral MP's zouden zijn. Ik zal mij echter met alle kracht
inzetten, ook in de Conferentie van voorzitters, tot in het bureau van
de voorzitter van deze Kamer, de eerste burger van dit koninkrijk,
opdat de MP's in deze Kamer nooit dit afschuwelijk gedrocht zullen
moeten aantrekken.
13.17 Pieter De Crem (CD&V) : Il
y a peu d'espoir de changement
étant donné que l'uniforme a déjà
été commandé et sera porté par
les volontaires de la police
militaire. Je mettrai tout en oeuvre
pour éviter que cet uniforme de
mauvais goût ne soit porté au sein
de ce Parlement.
Moties
Motions
Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.
En conclusion de cette discussion les motions suivantes ont été déposées.
Een motie van aanbeveling werd ingediend door de heren Pieter De Crem en Theo Kelchtermans en luidt
als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellaties van de heren Pieter De Crem en Patrick De Groote
en het antwoord van de minister van Landsverdediging,
vraagt de regering
met onmiddellijke ingang het lopende contract op te zeggen, een nieuwe aanbesteding uit te schrijven en
CRIV 51
COM 834
01/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
37
het advies te vragen van de adviescommissie `kledij' vooraleer een definitieve beslissing te nemen."
Une motion de recommandation a été déposée par MM. Pieter De Crem et Theo Kelchtermans et est
libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de MM. Pieter De Crem et Patrick De Groote
et la réponse du ministre de la Défense,
demande au gouvernement
de résilier sur-le-champ le contrat en cours, de procéder à une nouvelle adjudication et de recueillir l'avis de
la commission consultative `habillement' avant de prendre une décision définitive."
Een eenvoudige motie werd ingediend door de dames Talbia Belhouari en Marie-Christine Marghem en
door de heren François-Xavier de Donnea en Philippe Monfils.
Une motion pure et simple a été déposée par Mmes Talbia Belhouari et Marie-Christine Marghem et par
MM. François-Xavier de Donnea et Philippe Monfils.
Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.
Le président: Chers collègues, il reste encore 20 minutes, donc il y a intérêt à se dépêcher si on veut
terminer aujourd'hui.
La question n
o
9945 de M. Staf Neel est retirée.
14 Vraag van de heer Luc Sevenhans aan de minister van Landsverdediging over "de organieke
structuur van de Marinecomponent" (nr. 10067)
14 Question de M. Luc Sevenhans au ministre de la Défense sur "la structure organique de la
14.01 Luc Sevenhans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, op 22 december 2005 ging op de esplanade van
het Jubelpark in Brussel een militaire plechtigheid door, tijdens
dewelke de nieuwe commandant van de marinecomponent in functie
werd gesteld. Dat herinnerde mij eraan dat de marine de enige
component is waarvan de organieke structuur in geen volwaardige
opperofficier als commandant voorziet.
Ik heb kunnen vaststellen dat de betrekking deze keer wordt bemand
door een flottielje admiraal, terwijl de andere componenten meestal
door een generaal-majoor worden geleid.
Ik heb daarmee een probleem. Het verbaast mij. Tenslotte is een
flottielje admiraal voor wie dat niet zou weten een kapitein ter zee
of een kolonel die in de graad van brigadeadmiraal wordt benoemd
voor de duur van zijn opdracht.
Dat lijkt mij des te eigenaardiger, omdat de commandant van de
marinecomponent zijn functie met de functie van Deputy Admiral
Benelux cumuleert. Hij vervult dus een belangrijke representatietaak
in het buitenland.
Hoe is het zo ver gekomen? Hoe is kunnen worden geregeld dat de
marine niet over een volwaardige opperofficier beschikt?
Was dat een foutje of was het een bewuste keuze?
14.01 Luc Sevenhans (Vlaams
Belang): Le 22 décembre 2005, un
nouveau commandant a été
désigné au sein de la composante
Marine, qui est la seule à ne pas
disposer d'un officier général à
part entière étant donné qu'on
désigne à cet effet un amiral de
flottille qui n'est revêtu du grade
supérieur que pour la durée de sa
mission. Le commandant de la
composante Marine remplit une
fonction représentative importante
dès lorsqu'il est également Deputy
Admiral Benelux.
Pourquoi la composante Marine
ne dispose-t-elle pas d'un officier
général à part entière?
14.02 André Flahaut, ministre: Monsieur le président, il n'y a pas de 14.02 Minister André Flahaut: Er
01/02/2006
CRIV 51
COM 834
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
38
discrimination: la composante Médicale est dirigée également par un
général de brigade, ce qui est un grade équivalent à celui d'amiral de
flotille.
is geen sprake van discriminatie:
de medische component wordt
eveneens door een
brigadegeneraal aangevoerd. Die
graad is gelijkwaardig aan die van
flottieljeadmiraal.
14.03 Luc Sevenhans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, een flottielje-admiraal is bij mijn weten nog altijd
een brigadegeneraal. De andere machten of componenten
beschikken over een generaal-majoor. Dat is heel eenvoudig. Dat is
toch een hogere functie.
14.03 Luc Sevenhans (Vlaams
Belang): Dans ce cas-ci, il est
question d'un général de brigade
et non d'un général major.
14.04 André Flahaut, ministre: La composante Terre dispose même
d'un lieutenant-général.
Vous savez, il y a un général de brigade à la composante Médicale,
un lieutenant-général à la composante Terre, un général-major à la
composante Air et un général de brigade amiral de flotille à la
composante Marine. Il n'est écrit nulle part qu'il faille un lieutenant-
général ou un général partout. Quel est ce raisonnement visant à
recréer des chapelles partout avec les mêmes structures?
Monsieur le président, je le répète, ces décisions ont été prises par la
hiérarchie militaire. Je réponds à la question; je n'ai pas à donner
d'explication sur ces décisions.
14.04 Minister André Flahaut: De
landcomponent heeft zelfs een
luitenant-generaal. Het staat
nergens geschreven dat het overal
een luitenant-generaal of generaal
moet zijn. Die beslissingen werden
door de militaire hiërarchie
genomen. Ik moet ze niet
verklaren.
14.05 Luc Sevenhans (Vlaams Belang): Mijnheer de minister, ik heb
u een vraag gesteld over het aantal generaals. Ik begrijp het niet
goed. In sommige directies struikelt men over de generaals en ik
bedoel hiermee en ik neem het woord niet graag in mijn mond een
soort "echte" generaal.
14.05 Luc Sevenhans (Vlaams
Belang): Certaines directions, par
contre, comptent trop de
généraux.
14.06 André Flahaut, ministre: C'est l'organisation interne d'un
département ministériel! Que je sache, on n'interroge pas le ministre
de la Santé publique pour savoir combien on dénombre de médecins
dans tel service. Vous dérapez! Vous n'êtes pas ici pour organiser le
travail de l'Exécutif.
A la question: "y a-t-il eu discrimination?", je vous ai répondu
négativement. Il y a un général de brigade à la Marine, un amiral de
flotille, un général de brigade à la composante Médicale, un
lieutenant-général à la Terre, un général-major à l'Air. C'est ainsi! Et
cela fonctionne très bien!
14.06 Minister André Flahaut: Dat
is de interne organisatie van een
ministerieel departement! U bent
hier niet om het werk van de
uitvoerende macht te organiseren.
Ik heb geantwoord op de vraag
over de discriminatie.
Le président: Monsieur Sevenhans, le ministre a raison:
l'organisation interne d'un département ministériel ne fait pas l'objet
de débats.
Pour le reste, vous pouvez poser toutes les questions que vous
souhaitez. Je suis persuadé que ce sera le cas la semaine prochaine.
De voorzitter: De minister heeft
gelijk. De interne organisatie van
een ministerieel departement
wordt niet besproken.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
15 Vraag van de heer Luc Sevenhans aan de minister van Landsverdediging over "de inzet van
drones B-Hunter boven de Noordzee" (nr. 10072)
15 Question de M. Luc Sevenhans au ministre de la Défense sur "l'utilisation de drones B-Hunter au-
CRIV 51
COM 834
01/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
39
15.01 Luc Sevenhans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, ik
hoop dat ik deze vraag mag stellen.
Le président: (...) Nous en avons parlé, il y a une quinzaine de jours à propos d'un cas personnel que vous
avez soulevé, monsieur Sevenhans. Vous êtes un des principaux intervenants de cette commission, vous
connaissez donc les limites à ne pas dépasser.
15.02 Luc Sevenhans (Vlaams Belang): Mijnheer de minister, ook
dit is een informatieve vraag. In december jongstleden organiseerde
uw departement op de basis van Koksijde een demonstratie van de
inzet van een onbemand vliegtuig B-hunter van de luchtcomponent
boven de Noordzee. De bedoeling van deze oefening, die door uw
collega Renaat Landuyt werd bijgewoond, was de haalbaarheid
verifiëren van het inschakelen van het materieel in de strijd tegen
milieuverontreiniging in de Noordzee. Deze onbemande vliegtuigen
zijn door het personeel van het tachtigste smaldeel uit Elsenborn
ontplooid en zij worden ook er ook in tewerkgesteld.
Op basis daarvan zou ik graag willen weten waar u van plan bent de
toestellen die boven de Noordzee zullen worden ingezet te
stationeren. Hebt u daar al zicht op? Ik ben zeker een voorstander
van het inzetten van die toestellen als ze daadwerkelijk kunnen
bijdragen tot een beter beheer van de Noordzee. Ik weet ook wel dat
het dan de gewoonte is dat de kosten worden verhaald op andere
departementen. Dat is ook normaal denk ik. Het is nog altijd de
bedoeling van Defensie om het land te verdedigen, niet om aan
milieubescherming te doen. Als we daar echter aan kunnen bijdragen,
graag. Hebt u eventueel al zicht op wat die kostprijs kan zijn? Het is
een initiatief dat al enkele jaren aangekondigd is. Ik neem aan dat er
dus over nagedacht zal zijn. Ik neem aan dat men weet wie het zal
betalen. Wat zal de kostprijs daarvan zijn?
15.02 Luc Sevenhans (Vlaams
Belang): Le 8 décembre 2006 a eu
lieu une démonstration, au-dessus
de la mer du Nord et depuis la
base de Koksijde, d'un avion sans
pilote de type B-Hunter
appartenant à la Composante air.
Le but visé était de vérifier la
faisabilité d'une utilisation de cet
appareil dans la lutte contre la
pollution de l'environnement en
mer du Nord. Il sera fait appel, à
cette fin, au personnel appartenant
à la 80
e
escadrille.
Où seront stationnés ces avions
sans pilote? Combien cela
coûtera-t-il?
15.03 Minister André Flahaut: Voor zover een akkoord wordt
afgesloten tussen de betrokken departementen inzake een UAV-
opdracht voor de bewaking van de Noordzee, zal een verhoogde
aanwezigheid van dit toestel aan de kust nodig zijn. De basis van
Koksijde komt hiervoor het meest in aanmerking. De kosten van de
inzet van UAV's boven de Noordzee worden bepaald door de aard
van de opdracht, de duur en de behoefte aan personeel. Dit zal het
onderwerp uitmaken van een stafstudie indien er een akkoord wordt
getekend tussen de betrokken departementen. In geval van een
overeenkomst tussen de betrokken departementen zal de eventuele
terugvordering van de kosten het onderwerp uitmaken van een
technisch akkoord. Het basisonderhoud van de UAV wordt binnen
Defensie georganiseerd. Vanaf een bepaald niveau wordt een beroep
gedaan op de burgersector.
15.03 André Flahaut, ministre: Si
un accord relatif à une mission
UAV en vue de la surveillance de
la mer du Nord devait être conclu
entre les départements concernés,
une présence accrue de cet
appareil serait nécessaire. C'est la
base de Koksijde qui semble être
la plus appropriée pour accueillir
cette présence. Son coût sera
déterminé par la nature de la
mission, sa durée et le volume de
personnel que requerra son
accomplissement. Si un accord
est conclu, il sera soumis à une
étude. Une éventuelle
récupération de son coût passera
obligatoirement par la conclusion
d'un accord technique. L'entretien
de base sera organisé au sein de
la Défense mais il sera également
fait appel au secteur civil.
15.04 Luc Sevenhans (Vlaams Belang): Mijnheer de minister, ik ga
01/02/2006
CRIV 51
COM 834
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
40
akkoord met het antwoord. Dat kan gebeuren, nietwaar?
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
16 Vraag van de heer Luc Sevenhans aan de minister van Landsverdediging over "de bezettingsgraad
van de infrastructuur van Neder-over-Heembeek" (nr. 10073)
16 Question de M. Luc Sevenhans au ministre de la Défense sur "le taux d'occupation des
infrastructures de Neder-over-Heembeek" (n° 10073)
16.01 Luc Sevenhans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, het
is al enkele weken geleden dat ik nog eens over Neder-over-
Heembeek heb kunnen spreken, maar ja, wij hadden andere
problemen om ons hoofd.
Op 11 januari jongstleden heeft de minister in deze commissie
verklaard ik geef een vertaling: "Voorts, de gebouwen van Neder-
Over-Heembeek zijn niet meer wat zij enkele jaren geleden waren,
namelijk: grote, leegstaande gebouwen. Vandaag worden die
gebouwen gebruikt. Dankzij de komende verwezenlijking... " dat
hoop ik nochtans "...van het partnerschap tussen Neder-over-
Heembeek, Defensie en het Irisnetwerk, onder andere met
Brugmann, zal het mogelijk zijn deze ruimtes in te vullen."
Mijnheer de minister, ik heb die zin een paar keer gelezen en ik moet
zeggen dat ik hem toch moeilijk begrijp. Enerzijds, vertelt u ons dat
die gebouwen in gebruik zijn. Anderzijds, kondigt u aan, in dezelfde
zin, dat het partnerschap met Brugmann het mogelijk zal maken die
ruimtes in te vullen? Ofwel worden zij gebruikt, ofwel worden zij niet
gebruikt.
Ik had toch graag willen weten: hebt u al een beslissing genomen in
verband met die ruimtes die op dit moment gebruikt worden, om ze op
te ruimen zodra het partnerschap met Brugmann concrete vormen zal
aannemen? Als u spreekt over infrastructuurwerken, over welke
ruimtes spreekt u dan? Hebt u al een termijn daarvoor? Ik had
begrepen dat het dossier toch tot een afronding moest komen, gelet
op de tijd die eroverheen gegaan is sinds het voor de eerste keer
werd aangekondigd?
Wie heeft dan de voorrang? Immers, nog niet zo lang geleden
weigerde u nog het Europees Centrum voor Proton-Iontherapie op de
site van Neder-over-Heembeek te ontvangen. De gegeven reden was
dat er geen plaats was in het Militair Hospitaal. U gaf trouwens
hetzelfde antwoord toen u ondervraagd werd over de capaciteit van
het Militair Hospitaal ingeval van een ramp of een crisis.
Wie heeft dus eventueel de voorrang? Hebt u al zicht op wat u gaat
doen met die infrastructuur?
16.01 Luc Sevenhans (Vlaams
Belang): Lors de la commission du
11 janvier 2006, le ministre s'est
exprimé à propos des bâtiments
de Neder-over-Heembeek. Il a
déclaré, d'une part, qu'ils sont
occupés, et, d'autre part, que le
partenariat avec l'hôpital
Brugmann permettra de remplir
ces espaces.
Qu'entend-il par là?
Libérera-t-il des espaces, qui sont
actuellement occupés, dès que le
partenariat avec l'hôpital
Brugmann se concrétisera?
De quels espaces s'agit-il? Quand
les libérera-t-il?
Le ministre a encore refusé
récemment d'accueillir le Centre
européen de thérapie par protons
et ions sur le site de Neder-over-
Heembeek par manque de place.
Le ministre a également déjà
déclaré qu'il y aurait trop peu de
place à l'Hôpital militaire en cas de
catastrophe majeure. Qui
bénéficiera de la priorité pour venir
s'installer à cet endroit et selon
quels critères?
16.02 Minister André Flahaut: De infrastructuur van Neder-over-
Heembeek herbergt actueel het militair hospitaal en alle diensten in
het domein van het personeel. Eens de concrete invulling van het
partnerschap met Brugmann voldoende gevorderd is, zal het gebruik
van de beschikbare ruimte geoptimaliseerd worden en dit rekening
houdend met zowel de noden van de diensten die actueel in NOH
gehuisvest zijn, als met deze die gebonden aan de activiteit in het
kader van het partnerschap.
16.02 André Flahaut, ministre:
Actuellement, l'Hôpital militaire et
l'ensemble des services du
personnel sont établis sur le site
de Neder-over-Heembeek.
Lorsque le partenariat avec
Brugmann deviendra plus concret,
l'utilisation de l'espace disponible
CRIV 51
COM 834
01/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
41
sera optimisée, compte tenu des
besoins des services qui y sont
actuellement établis et des
besoins liés aux activités dans le
cadre du partenariat.
16.03 Luc Sevenhans (Vlaams Belang): Ik had wel al begrepen dat
er nog geen concrete timing bekend is maar gebruik makende van
deze vraag had ik graag het volgende geweten. Uit verschillende
interventies van de minister had ik eind vorig jaar begrepen dat er in
deze commissie vrij binnenkort een nieuwe uiteenzetting zou
plaatsvinden. Hebt u daar al enig zicht op? Hebt u enig idee wanneer
u nog eens iets concreet zult kunnen vertellen over de plannen voor
het militair hospitaal?
16.03 Luc Sevenhans (Vlaams
Belang) : Quand le ministre
pourra-t-il nous préciser les projets
concernant l'Hôpital militaire?
16.04 Minister André Flahaut: Nee.
16.04 André Flahaut, ministre: Je
l'ignore.
16.05 Luc Sevenhans (Vlaams Belang): Dat is eenvoudig.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
17 Question de Mme Marie-Christine Marghem au ministre de la Défense sur "l'entrée en vigueur du
nouveau statut des musiciens militaires" (n° 10108)
17 Vraag van mevrouw Marie-Christine Marghem aan de minister van Landsverdediging over "de
inwerkingtreding van het nieuwe statuut van de militaire muzikanten" (nr. 10108)
17.01 Marie-Christine Marghem (MR): Monsieur le président,
monsieur le ministre, au cours des mois passés, je vous ai interrogé à
de nombreuses reprises sur l'entrée en vigueur du titre de la loi du
27 mars 2003 relatif au statut des musiciens militaires. À l'époque, en
décembre 2003, il était question que l'arrêté royal qui devait mettre en
vigueur ce titre soit publié incessamment au Moniteur. Nous sommes
aujourd'hui le 1
er
février 2006 et à ce jour, je ne vois point l'ombre d'un
arrêté royal en la matière et je m'inquiète à nouveau, raison pour
laquelle je suis amenée à vous poser la même question. En effet, la
dernière fois, vous m'indiquiez qu'on approchait d'une entrée en
vigueur.
En outre, alors que prochainement les musiques de la Marine et de la
Force aérienne seront privées d'officier chef de musique, à l'instar de
la Musique royale des Guides, à la suite du départ de leurs chefs
respectifs qui vont atteindre l'âge de la retraite, je vous redemande où
en est la procédure d'entrée en vigueur du statut des musiciens
militaires puisque c'est cet arrêté royal qui doit provoquer et permettre
le recrutement d'officiers chefs de musique à la tête de ces trois
musiques militaires.
17.01 Marie-Christine Marghem
(MR): Het koninklijk besluit dat de
titel van de wet van 27 maart 2003
die betrekking heeft op de militaire
muzikanten in werking moet doen
treden is nog niet in het Belgisch
Staatsblad verschenen. Wat is de
stand van zaken?
Bovendien komen de
muziekkapellen van de Marine en
de Luchtmacht, zoals nu al het
geval is voor de Koninklijke
Muziekkapel van de Gidsen,
binnenkort zonder officier
kapelmeester te zitten. Hoe staat
het met de procedure betreffende
de inwerkingtreding van het statuut
van de militaire muzikanten?
Krachtens dat koninklijk besluit
zullen aan het hoofd van die drie
muziekkapellen officieren
kapelmeesters kunnen worden
aangewezen.
17.02 André Flahaut, ministre: Madame Marghem, l'arrêté qui met
en vigueur le statut des musiciens militaires entrera en vigueur dix
jours après sa publication au Moniteur. Cette publication devrait
intervenir à la fin de cette semaine ou au cours de la semaine
prochaine. M. Sevenhans, qui est un lecteur assidu du Moniteur,
17.02 Minister André Flahaut:
Het koninklijk besluit waarop u zit
te wachten, zal in werking treden
tien dagen na zijn publicatie in het
Staatsblad, wellicht eind deze of in
01/02/2006
CRIV 51
COM 834
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
42
pourra vous prévenir quand cela paraîtra. Ne perdez pas votre temps
avec cela!
Au sujet des chefs de musique, je peux vous rassurer: j'ai accordé
des prestations volontaires d'encadrement, ce qui permettra de
procéder au recrutement dans de bonnes conditions et à la formation,
ce qui prendra tout de même un certain temps.
de loop van volgende week. De
heer Sevenhans, die geen uitgave
van het Belgisch Staatsblad mist,
zal u op de hoogte brengen!
Ik heb de toelating gegeven om de
functie van kapelmeester in het
kader van vrijwillige
encadreringsprestaties waar te
nemen. Aldus zullen de nieuwe
kapelmeesters in de best
mogelijke omstandigheden in
dienst kunnen worden genomen
en worden opgeleid, wat toch wel
enige tijd zal vergen.
17.03 Marie-Christine Marghem (MR): Je vous remercie pour cette
réponse. C'est un commissionnement, je suppose?
17.03 Marie-Christine Marghem
(MR): Ik veronderstel dat het om
een aanstelling gaat.
17.04 André Flahaut, ministre: Quand un militaire arrive en fin de
carrière, il peut demander que celle-ci soit prolongée d'un an, deux
ans ou trois ans. En fait, on prolonge d'un an à la fois et on peut
renouveler l'opération chaque année. Les chefs de musique en
question ont donc vu leur carrière prolongée par des prestations
volontaires d'encadrement, ce qui permet d'organiser dans de bonnes
conditions l'examen et la formation de leurs successeurs.
17.04 Minister André Flahaut: Op
het einde van zijn loopbaan kan
een militair vragen dat die met
één, twee of drie jaar wordt
verlengd. De loopbaan van de
betrokken kapelmeesters werd
dus verlengd met vrijwillige
encadreringsprestaties, zodat het
examen en de opleiding van hun
opvolgers in goede
omstandigheden kunnen worden
georganiseerd.
17.05 Marie-Christine Marghem (MR): Monsieur le ministre, je me
réjouis et je m'accorderai avec mon collègue, s'il est d'accord, pour
examiner avec attention les publications du Moniteur dans les
prochains jours. Il acquiesce, c'est parfait. Et ce n'est pas fatal: on en
parlera peut-être dans les journaux. Vous savez que la forme est
souvent, malheureusement, plus importante que le fond et qu'on parle
parfois assez facilement des choses concernant exclusivement la vie
privée. Ici, il s'agit d'un travail que je confie à M. Sevenhans; cela n'a
donc rien de fatal.
Cela dit, je suis très inquiète et je reviendrai vers vous dans une
question ultérieure. D'un côté, vous annoncez de bonnes nouvelles,
dont je me réjouis, mais il a fallu deux ans et demi pour y arriver tout
qui peut attendre arrive à ses fins un jour ou l'autre: vous allez
organiser le recrutement, conformément à la loi du 27 mars 2003,
d'officiers chefs de musique à la tête de ces trois corps de musique.
Mais d'un autre côté, je constate, grâce à un document mis en ma
possession, que vous avez l'intention, par un avant-projet émis par
votre département le 12 octobre 2005 et qui arrivera sans doute
devant le Parlement fédéral, d'abroger la loi du 27 mars 2003
organisant le statut des musiciens militaires.
Je lis le commentaire: "La loi du 27 mars 2003 relative au recrutement
des militaires et au statut des musiciens militaires, modifiant diverses
17.05 Marie-Christine Marghem
(MR): Het heeft twee jaar geduurd
om tot dit resultaat te komen. Als
ik echter een voorontwerp mag
geloven dat op 12 december 2005
door uw departement werd
uitgebracht, bent u voornemens
die wet van 27 maart 2003
betreffende het statuut van de
militaire muzikanten af te schaffen.
De werving zal dus integraal deel
uitmaken van de wetgeving die
thans wordt voorbereid en de
muzikanten van het departement
zullen het statuut van ambtenaar
krijgen: de muzikanten moeten
dus geen militairen zijn, maar
kunnen tot een van de categorieën
van ambtenaren behoren die
gemachtigd zijn om bij de
uitvoering van bepaalde
opdrachten een uniform te dragen.
Ik denk
daarbij aan de
aalmoezeniers, de morele
consulenten en de magistraten
CRIV 51
COM 834
01/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
43
lois applicables au personnel de la Défense, est abrogée. D'une part,
parce que le recrutement fait intégralement partie du présent projet,
au chapitre 2, titre 2 et, d'autre part, parce qu'on vise, dans le
nouveau statut, à faire passer les musiciens du département sous le
statut de fonctionnaire. En effet, conformément à l'objectif de limiter
les militaires au nombre strictement nécessaire pour mener des
opérations fixées dans l'introduction du présent projet, les musiciens
ne doivent pas être militaires, mais peuvent être une des catégories
de fonctionnaires qui sont habilités à porter un uniforme pour
l'exécution de certaines prestations (comme les aumôniers, les
conseillers moraux et, autrefois, les magistrats de l'auditorat militaire).
Selon ce raisonnement, la base législative du statut militaire des
musiciens de la loi du 27 mars 2003 peut être abrogée".
C'est cela qui m'inquiète, monsieur le ministre, puisque nous avons
une loi qui a été prise en 2003, qui n'est pas encore mise en oeuvre
mais qui va bientôt l'être avec un certain retard. Nous sommes en
2006 et vous vous apprêtez à présenter au Parlement fédéral, je
suppose dans les prochains mois, un nouveau projet qui règle et qui
chamboule complètement le statut qui va à peine être mis en oeuvre
puisque j'imagine que ce document traduit vos intentions dans le
cadre de la limitation des effectifs militaires.
Le deuxième chose qui m'inquiète est que le statut protégeait ces
musiciens et interdisait donc qu'on leur propose de faire autre chose.
Maintenant, on va pouvoir éventuellement leur proposer d'explorer
leurs talents en matière informatique ou en matière de garde
d'honneur lors des parades à venir.
van het militair auditoraat van
vroeger.
We beschikken dus over een wet
van 2003 die nog niet wordt
toegepast en over een nieuw
wetsontwerp dat ingrijpende
wijzigingen aanbrengt aan het
statuut maar dat ternauwernood
ten uitvoer zal worden gebracht.
Anderzijds bood het statuut
bescherming aan die muzikanten,
aangezien het andere opdrachten
verbood. Vandaag kan men hen
eventueel voorstellen om zich uit
te leven in de informatica of om
tijdens toekomstige militaire
parades de erewacht te
verzekeren.
17.06 André Flahaut, ministre: Monsieur le président, en ce qui
concerne le texte en question, je voudrais préciser qu'il s'agit du
concept de la carrière mixte. Ce concept va amener certaines
modifications des textes existants, surtout pour permettre à des
militaires, musiciens par exemple, de rester plus longtemps. Ce
concept de carrière mixte vise à faire en sorte que des gens qui
arrivent à l'âge de la pension en tant que militaires puissent travailler
plus longtemps sous un statut civil. C'est dans ce texte que se
trouvent ces dispositions.
Le concept de la carrière mixte, pour ceux qui ont suivi les séances
d'information, est actuellement en discussion avec les organisations
syndicales et représente une petite révolution dans le statut militaire.
17.06 Minister André Flahaut: Het
gaat om het concept van de
gemengde loopbaan. Enkele
bestaande teksten zullen aan dat
concept moeten worden
aangepast zodat sommige
militairen, onder wie de
muzikanten, langer het
burgerstatuut kunnen behouden.
Over het concept van de
gemengde loopbaan voeren we
thans onderhandelingen met de
vakbondsorganisaties. Het brengt
een kleine revolutie in het militair
statuut teweeg.
Le président: Nous n'allons pas commencer un débat sur des textes
que nous ne possédons pas. Nous attendrons le projet concernant la
carrière mixte pour pouvoir en discuter de manière approfondir en
commission.
De voorzitter: We zullen dit
ontwerp te gelegener tijd
bespreken.
17.07 André Flahaut, ministre: Monsieur le président, je ne vois pas
de problème à amender ce texte pour protéger certaines catégories
de personnel.
17.07 Minister André Flahaut: Ik
heb er geen bezwaar tegen dat die
tekst wordt geamendeerd teneinde
bepaalde personeelscategorieën
te beschermen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
01/02/2006
CRIV 51
COM 834
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
44
La réunion publique de commission est levée à 12.29 heures.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 12.29 uur.