CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 832
CRIV 51 COM 832
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DE LA
S
ANTÉ PUBLIQUE
,
DE
L
'E
NVIRONNEMENT ET DU
R
ENOUVEAU DE LA
S
OCIÉTÉ
C
OMMISSIE VOOR DE
V
OLKSGEZONDHEID
,
HET
L
EEFMILIEU EN DE MAATSCHAPPELIJKE
H
ERNIEUWING
mardi
dinsdag
31-01-2006
31-01-2006
Après-midi
Namiddag
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu inté-
gral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit des
interventions ; les annexes se trouvent dans une brochure
séparée (PLEN: couverture blanche; COM: couverture
saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken; de
bijlagen zijn in een aparte brochure opgenomen
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
Plenum
COM
réunion de commission
COM
Commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 832
31/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i
SOMMAIRE
INHOUD
Question de M. Miguel Chevalier au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "les
projets de lutte contre le tabagisme par la
présence d'illustrations sur les paquets de
cigarettes" (n° 8526)
1
Vraag van de heer Miguel Chevalier aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de plannen om het roken af te schrikken
door het plaatsen van afbeeldingen op
sigarettenpakjes" (nr. 8526)
1
Orateurs: Miguel Chevalier, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Miguel Chevalier, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de M. Miguel Chevalier au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "le
Zeepreventorium à De Haan" (n° 8874)
4
Vraag van de heer Miguel Chevalier aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "het Zeepreventorium in De Haan" (nr. 8874)
4
Orateurs: Miguel Chevalier, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Miguel Chevalier, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de M. Miguel Chevalier au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "la
progression de la maladie de Lyme" (n° 8953)
6
Vraag van de heer Miguel Chevalier aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "het stijgend aantal gevallen van de ziekte
van Lyme" (nr. 8953)
6
Orateurs: Miguel Chevalier, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique, Maggie De Block
Sprekers: Miguel Chevalier, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, Maggie De Block
Question de Mme Maggie De Block au ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"l'annulation par la Cour d'arbitrage d'une partie
de la loi relative aux expérimentations sur la
personne humaine" (n° 9126)
8
Vraag van mevrouw Maggie De Block aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de vernietiging door het Arbitragehof van
een deel van de wet inzake experimenten op de
menselijke persoon" (nr. 9126)
8
Orateurs: Maggie De Block, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Maggie De Block, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de Mme Hilde Vautmans au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "la
Journée mondiale du sida" (n° 9144)
9
Vraag van mevrouw Hilde Vautmans aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de Wereldaidsdag" (nr. 9144)
9
Orateurs: Hilde Vautmans, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Hilde Vautmans, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de Mme Maggie De Block au ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"l'octroi tardif d'un numéro spécifique aux
médecins spécialistes en formation" (n° 9147)
11
Vraag van mevrouw Maggie De Block aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de laattijdige toekenning van een GSO-
nummer aan geneesheren-specialisten in
opleiding" (nr. 9147)
11
Orateurs: Maggie De Block, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Maggie De Block, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de M. Miguel Chevalier au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "les
substances cancérigènes présentes dans les
produits light" (n° 9185)
12
Vraag van de heer Miguel Chevalier aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de kankerverwekkende stoffen in light
producten" (nr. 9185)
12
Orateurs: Miguel Chevalier, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Miguel Chevalier, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de M. Luc Goutry au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "la
date exacte des élections médicales" (n° 9295)
15
Vraag van de heer Luc Goutry aan de minister
van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
juiste datum van artsenverkiezingen" (nr. 9295)
15
31/01/2006
CRIV 51
COM 832
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
Orateurs: Luc Goutry, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Luc Goutry, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de M. Jo Vandeurzen au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "le
budget des moyens financiers en date du
1er juillet 2006" (n° 9321)
15
Vraag van de heer Jo Vandeurzen aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "het budget van de financiële middelen op
1 juli 2006" (nr. 9321)
15
Orateurs: Jo Vandeurzen, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Jo Vandeurzen, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de M. Jo Vandeurzen au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "la
TVA applicable aux services hospitaliers"
(n° 9403)
17
Vraag van de heer Jo Vandeurzen aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de BTW op ziekenhuisdiensten" (nr. 9403)
17
Orateurs: Jo Vandeurzen, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Jo Vandeurzen, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de M. Luc Goutry au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur
"l'agrément de médecins en revalidation pour les
centres de revalidation autonomes" (n° 9453)
18
Vraag van de heer Luc Goutry aan de minister
van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
erkenning van revalidatieartsen voor de autonome
revalidatiecentra" (nr. 9453)
18
Orateurs: Luc Goutry, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Luc Goutry, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de M. Mark Verhaegen au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur " les
problèmes concernant les formulaires de
déclaration pour le calcul des cotisations AFSCA"
(n° 10050)
19
Vraag van de heer Mark Verhaegen aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de problemen met de aangifteformulieren
voor de bijdragen aan het FAVV" (nr. 10050)
19
Orateurs: Mark Verhaegen, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Mark Verhaegen, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de Mme Karin Jiroflée au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "la
violence intrafamiliale et le rôle du médecin de
famille" (n° 9473)
23
Vraag van mevrouw Karin Jiroflée aan de minister
van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "het
intrafamiliaal geweld en de rol van de huisarts"
(nr. 9473)
23
Orateurs: Karin Jiroflée, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Karin Jiroflée, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de Mme Hilde Vautmans au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "la
prophylaxie 'post-exposition' (PEP)" (n° 9502)
24
Vraag van mevrouw Hilde Vautmans aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "'post-exposure' profylaxis (PEP)" (nr. 9502)
24
Orateurs: Hilde Vautmans, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Hilde Vautmans, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de Mme Hilde Vautmans au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "le
taux de TVA applicable aux lubrifiants" (n° 9503)
26
Vraag van mevrouw Hilde Vautmans aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "het BTW-tarief voor glijmiddelen" (nr. 9503)
26
Orateurs: Hilde Vautmans, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Hilde Vautmans, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de Mme Hilde Vautmans au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "le
remboursement de médicaments pour les patients
atteints du sida" (n° 9504)
28
Vraag van mevrouw Hilde Vautmans aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de terugbetaling van geneesmiddelen voor
aidspatiënten" (nr. 9504)
28
CRIV 51
COM 832
31/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
iii
Orateurs: Hilde Vautmans, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Hilde Vautmans, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Interpellation et questions jointes de
30
Samengevoegde interpellatie en vragen van
29
- M. Koen Bultinck au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "l'éventualité
d'une distribution gratuite d'héroïne à titre
expérimental" (n° 750)
30
- de heer Koen Bultinck tot de minister van
Sociale
Zaken en Volksgezondheid over
"mogelijke experimenten met gratis
heroïneverstrekking" (nr. 750)
30
- Mme Hilde Dierickx au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "l'expérience
pilote de délivrance d'héroïne à Liège" (n° 9939)
30
- mevrouw Hilde Dierickx aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "het
heroïne-experiment te Luik" (nr. 9939)
30
- M. Mark Verhaegen au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "la
distribution contrôlée d'héroïne" (n° 10049)
30
- de heer Mark Verhaegen aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
heroïneverstrekking op gecontroleerde wijze"
(nr. 10049)
30
Orateurs: Koen Bultinck, Hilde Dierickx,
Mark Verhaegen, Rudy Demotte, ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique
Sprekers: Koen Bultinck, Hilde Dierickx,
Mark Verhaegen, Rudy Demotte, minister
van Sociale Zaken en Volksgezondheid
Motions
39
Moties
39
Questions et interpellation jointes de
39
Samengevoegde vragen en interpellatie van
39
- Mme Marleen Govaerts au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "l'examen
supplémentaire organisé en novembre 2005 pour
les kinésithérapeutes diplômés flamands"
(n° 9576)
39
- mevrouw Marleen Govaerts aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "het
extra examen voor Vlaamse afgestudeerde
kinesisten in november 2005" (nr. 9576)
39
- M. Patrick De Groote au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "les résultats
de l'examen auquel doivent se soumettre les
kinésithérapeutes pour obtenir un numéro INAMI"
(n° 755)
39
- de heer Patrick De Groote tot de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
resultaten van het examen voor kinesisten voor
het behalen van een RIZIV-nummer" (nr. 755)
39
- Mme Yolande Avontroodt au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "les
numéros INAMI non utilisés par des
kinésithérapeutes sélectionnés" (n° 9623)
39
- mevrouw Yolande Avontroodt aan de minister
van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
niet-opgenomen RIZIV-nummers door
geselecteerde kinesitherapeuten" (nr. 9623)
39
- M. Koen Bultinck au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "les numéros
INAMI non utilisés par des kinésithérapeutes
sélectionnés" (n° 9652)
39
- de heer Koen Bultinck aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de door
geselecteerde kinesisten niet-opgenomen RIZIV-
nummers" (nr. 9652)
39
- Mme Hilde Dierickx au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "les résultats
contestés de l'examen supplémentaire pour les
kinésithérapeutes" (n° 9983)
39
- mevrouw Hilde Dierickx aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
gecontesteerde resultaten van het bijkomend
examen voor kinesitherapeuten" (nr. 9983)
39
Motions
50
Moties
50
Orateurs: Marleen Govaerts, Patrick De
Groote, Yolande Avontroodt, Koen
Bultinck, Rudy Demotte, ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique,
Hilde Dierickx
Sprekers: Marleen Govaerts, Patrick De
Groote, Yolande Avontroodt, Koen
Bultinck, Rudy Demotte, minister van Sociale
Zaken en Volksgezondheid, Hilde Dierickx
Question de Mme Yolande Avontroodt au ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"l'admission de personnes âgées souffrant de
démence dans une maison de repos ou dans une
maison de repos et de soins" (n° 9624)
51
Vraag van mevrouw Yolande Avontroodt aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de opname van dementerende bejaarden in
rustoorden en rust- en verzorgingstehuizen"
(nr. 9624)
51
Orateurs:
Yolande Avontroodt, Rudy
Demotte, ministre des Affaires sociales et de
la Santé publique
Sprekers:
Yolande Avontroodt, Rudy
Demotte, minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
CRIV 51
COM 832
31/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DE LA SANTÉ
PUBLIQUE, DE
L'ENVIRONNEMENT ET DU
RENOUVEAU DE LA SOCIÉTÉ
COMMISSIE VOOR DE
VOLKSGEZONDHEID, HET
LEEFMILIEU EN DE
MAATSCHAPPELIJKE
HERNIEUWING
du
MARDI
31
JANVIER
2006
Après-midi
______
van
DINSDAG
31
JANUARI
2006
Namiddag
______
De vragen en interpellaties vangen aan om 15.41 uur.
Voorzitter: de heer Luc Goutry.
Les questions et les interpellations commencent à 15.41 heures.
Président: M. Luc Goutry.
01 Vraag van de heer Miguel Chevalier aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over
"de plannen om het roken af te schrikken door het plaatsen van afbeeldingen op sigarettenpakjes"
(nr. 8526)
01 Question de M. Miguel Chevalier au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "les
projets de lutte contre le tabagisme par la présence d'illustrations sur les paquets de cigarettes"
(n° 8526)
01.01 Miguel Chevalier (VLD): Mijnheer de voorzitter, als West-
Vlaming dank ik u dat u mij als eerste het woord geeft. We wonen
naast elkaar, weliswaar: Oostkamp en Beernem liggen vlak naast
elkaar.
Mijnheer de minister, ik had mijn vraag een tijdje geleden ingediend,
maar ze heeft niets aan actualiteit ingeboet. U heeft ondertussen
immers een aantal stappen gezet inzake het afbeelden van
schrikwekkende foto's op sigarettenpakjes. Ik wil op enkele punten
dieper ingaan, namelijk op uw voornemen om dit effectief te laten
afdrukken en de vraag vanaf wanneer dit ingaat.
Ik heb vernomen dat de Europese Commissie enthousiast is over uw
voorstel. Vanuit de administratie is men dikwijls enthousiast over
zoiets en dan vooral vanuit de Europese Commissie, als het gaat over
mensen die getroffen worden. Ik heb wel een aantal opmerkingen bij
uw voornemen.
Ik wil een ding duidelijk stellen: ik heb er geen moeite mee dat een
minister of een regering maatregelen neemt die mensen ertoe moeten
aanzetten de sigaret of het roken achterwege te laten. Het is immers
ons streven mensen gezonder te maken en ervoor te zorgen dat
mensen minder vlug ziek worden. Wel heb ik vragen bij de methodes
die daarvoor worden gebruikt. De voorbije maanden en jaren hebben
rokers heel wat ingeboet. Het is verboden te roken op kantoor, het is
verboden te roken in openbare ruimtes: er worden heel veel
inspanningen gevraagd van rokers om zich aan te passen aan de
wetgeving.
01.01 Miguel Chevalier (VLD) :
Le ministre Demotte est convaincu
qu'apposer des photographies
dissuasives sur les paquets de
cigarettes pour décourager les
fumeurs est une bonne idée. Il me
revient que cette proposition
enthousiasmerait l'Union
européenne. Personnellement, je
suis sceptique. Ces dernières
années, les fumeurs sont de plus
en plus ostracisés. Le ministre doit
se garder d'organiser une chasse
aux sorcières contre les fumeurs
en les stigmatisant de plus en
plus.
Voici quelques années, des
messages mettant en garde les
fumeurs contre tous les risques du
tabagisme pour la santé étaient
imprimés sur les paquets de
cigarettes. Cette initiative a-t-elle
déjà été soumise à une
évaluation?
Son effet sur le comportement des
fumeurs a-t-il été étudié
31/01/2006
CRIV 51
COM 832
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
Deze morgen konden we in de krant lezen dat dit voorlopig tot
resultaten leidt maar dat we nog moeten afwachten hoe de zaak
evolueert. We moeten, mijns inziens, ervoor opletten de rokers niet te
stigmatiseren en een klopjacht op hen te lanceren.
Mijnheer de minister, een paar jaar geleden werd een eerste stap
gezet met de tekstvermeldingen die afgedrukt worden op de
sigarettenpakjes om rokers te waarschuwen dat roken ongezond is,
gevaarlijk en fertiliteitsproblemen met zich meebrengt. Op de pakjes
worden reeds allerlei waarschuwingen aangebracht.
Mijn concrete vraag is de volgende. Werd een evaluatie uitgevoerd
over het effect van dergelijke boodschappen? Werd een evaluatie
uitgevoerd inzake het rookgedrag van mensen? Zijn meer mensen
gestopt met roken? Worden meer mensen aangezet om te stoppen?
Graag had ik hierover een evaluatie gehad, zeker in het licht van de
plannen van de minister waarvan ik vermoed dat hij ermee door zal
gaan.
Mijnheer de minister, sta mij toe een aantal opmerkingen te maken bij
het karakter van de afbeeldingen. Ten eerste, er worden
huiveringwekkende, afgrijselijke beelden gebruikt. Ik heb deze
morgen het standpunt van een tabacoloog gelezen die bezig is met
rookpreventie. Hij vraagt zich af of deze maatregel effect zal hebben.
Ik vrees dat dit geen effect zal hebben op de roker zelf.
Ten tweede, afbeeldingen op sigarettenpakjes hebben ook een
publiek karakter. Men laat al eens een pakje ergens rondslingeren, er
liggen pakjes in de winkel. Kinderen zullen geconfronteerd worden
met dit soort beelden. Ik vraag me af of dit wel zin heeft en of het
nodig is dat kinderen op jonge leeftijd met dit soort beelden
geconfronteerd worden.
Als men deze consequentie tot in het onzinnige zou doortrekken -
omdat deze afschrikwekkende beelden effect zullen hebben - dan
houd ik een beetje mijn hart vast want de logica van dat soort denken
zal er in de toekomst misschien toe leiden dat affiches van bloedende
kinderhoofdjes op wagens moeten worden geplakt, moeten er
misschien zeer dikke heren en vrouwen op zakjes chips worden
afgebeeld en moet een levercirrose misschien vermeld worden op
een bierflesje. Ik vraag mij af wat de consequentie is van de ingrepen
die nu worden gepland. Nogmaals, ik heb er geen enkel probleem
mee dat mensen moeten worden aangezet om te stoppen met roken.
Ik vind dat een zeer nobele doelstelling en het heeft een aantal
effecten gehad.
Ik zou bij de minister evenwel willen aandringen op het volgende. Er
worden inspanningen gevraagd van rokers. We zien dat rokers ook
die inspanningen doen. Eigenlijk zou ik de minister willen vragen om
een meer menselijke benadering te volgen. Ik kan mij best voorstellen
dat in de huidige omstandigheden met het rookverbod op kantoor,
mensen overwegen om te stoppen met roken. Ik heb daarom een
tegenvoorstel voor de minister. Laat even die zware foto's
achterwege, stop die even in de ijskast en maak van de gelegenheid
gebruik, vermits er toch een zekere advertentieruimte is, om
bijvoorbeeld noodnummers te vermelden waar rokers terechtkunnen
als zij overwegen om te stoppen met roken zodat zij hulp kunnen
minutieusement?
La proposition actuelle impliquera
l'impression sur les paquets de
cigarettes de photographies
horribles de dentitions et
d'organes ravagés par le
tabagisme. Je me demande si les
fumeurs s'en soucieront. En
revanche, si nous adoptons cette
proposition, nous courons le
risque bien réel d'exposer à ces
épouvantables photographies des
enfants qui tomberaient sur un
paquet qui traîne ici ou là. Et si
l'on suivait la même logique, il
faudrait aussi apposer sur les
voitures des photographies
d'enfants ensanglantés ou, sur les
bouteilles de bière, des
photographies d'un foie rongé par
la cirrhose.
Je propose que le ministre ne
mette pas tout de suite en pratique
sa proposition tendant à imprimer
de telles photographies sur les
paquets de cigarettes.
Personnellement, je plaide en
faveur d'une approche plus
humaine. Il me semble opportun
d'attendre les effets du
durcissement de la législation sur
le tabagisme. En outre, on pourrait
utiliser l'espace laissé libre sur les
paquets pour mentionner certains
numéros de services de secours
auxquels peuvent s'adresser les
fumeurs qui veulent arrêter de
fumer et souhaitent être aidés
pour y parvenir.
CRIV 51
COM 832
31/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
inroepen van mensen die hen daarbij kunnen helpen.
01.02 Minister Rudy Demotte: Deze maatregel werd reeds maanden
geleden aangekondigd, namelijk bij het aannemen in januari 2004 van
het federaal plan voor de strijd tegen tabaksverslaving. Een beslissing
van de Europese Commissie maakte het immers mogelijk dat de
lidstaten gekleurde foto's gebruiken om op concrete wijze de
bevolking te sensibiliseren voor de gevaren van roken. Zo zullen drie
foto's de veertien waarschuwingen illustreren die momenteel te lezen
zijn op alle verkochte pakjes.
Het koninklijk besluit ter invoering van dit principe werd aangenomen
in overleg met de minister van Middenstand en met de minister van
Economie. Er is voor de productie in een overgangstermijn van een
jaar voorzien. Voor het op de markt brengen is de overgangsperiode
anderhalf jaar. Ik ben bevoegd om foto's te selecteren en om aan te
geven hoe de fabrikanten deze moeten plaatsen. Het ministerieel
besluit werd dus op 30 november 2005 gepubliceerd.
De motivatie die ertoe heeft aangezet om deze maatregel te
introduceren is denk ik eenvoudig. Ik wil zoveel mogelijk activiteiten
ondernemen die mensen kunnen ontmoedigen om met roken te
beginnen of die rokers ertoe kunnen aanzetten om te stoppen met
roken. Het gebruik van foto's is op zich uiteraard niet voldoende om
het probleem van de tabaksverslaving op te lossen. Het gaat hier om
een aanvullende maatregel bij alle andere maatregelen die reeds
werden genomen in de strijd tegen roken.
Een bewustmaking van de risico's van het roken vraagt een variatie
van methodes, gaande van de schok van foto's tot het gebruik van
humor en surrealisme. Hoe meer de methodes afgewisseld worden,
des te groter is de kans dat veel mensen worden bereikt. Het plaatsen
van foto's wordt beschouwd als een efficiënte maatregel gezien de
resultaten die dit in Canada heeft opgeleverd. Canada is een land dat
eveneens gekozen heeft voor een geïntegreerde strijd tegen
tabaksverslaving. Het is zelfs zo dat een aantal Canadese ex-rokers
meent dat de foto's een bepalende factor waren in hun beslissing om
te stoppen met roken.
Men heeft dat ook kunnen opmerken toen wij met leden van de
commissie naar Canada zijn geweest. Daar waren er veel reacties op
het zeer positieve effect van de schokkende foto's. Ik herhaal dat een
keer zeker niet voldoende is. Dit moet worden geïntegreerd in een
algemeen beleid.
01.02 Rudy Demotte, ministre: Il
s'agit d'une mesure qui figurait
déjà dans le plan fédéral de lutte
contre le tabagisme de janvier
2004. Une décision de la
Commission européenne autorise
les États membres à utiliser des
photos en couleurs pour illustrer
les avertissements qui
apparaissent déjà sur les paquets
aujourd'hui.
L'arrêté royal qui instaure ce
principe a été pris en concertation
avec les ministres des Classes
moyennes et de l'Économie. Les
périodes de transition prévues
sont d'un an avant la production et
d'un an et demi avant la
commercialisation. La compétence
de sélectionner les photos et de
déterminer leur emplacement
exact appartient au ministre de la
Santé publique. L'arrêté a été
publié le 30 novembre 2005.
Le but de cette mesure est bien
entendu de dissuader le plus
possible de fumeurs potentiels de
passer à l'acte et de motiver le
plus possible de fumeurs à arrêter
de fumer. La conscientisation et la
sensibilisation de la population aux
risques peuvent se faire sous de
multiples formes, en allant de
l'humour à l'effet de choc. Au
Canada, l'utilisation de photos
horribles a donné des résultats
remarquables. De nombreux
anciens fumeurs ont déclaré avoir
été amenés à arrêter par les
horribles photos sur les paquets
de cigarettes.
Il est cependant évident qu'une
telle mesure doit s'inscrire dans
une politique générale intégrée.
01.03 Miguel Chevalier (VLD): Mijnheer de minister, ik dank u in elk
geval voor uw antwoord. Ik heb geleerd dat er ten minste toch een
overgangsperiode wordt ingelast. Ik hoop dat u van die
overgangsperiode gebruikmaakt om nog eens goed na te denken
over de aangekondigde maatregel.
U zei ook dat foto's onvoldoende zijn en dat is duidelijk. Vandaar ook
mijn vraag om de prioriteitenlijst inzake tabakspreventie op termijn te
01.03 Miguel Chevalier (VLD): Je
me félicite de la décision de
prévoir une longue période de
transition. Je suis convaincu que la
simple utilisation de ces photos ne
suffira pas. Il est plus que temps
que le ministre revoie ses priorités
en matière de prévention du
31/01/2006
CRIV 51
COM 832
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
herschikken.
tabagisme.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Aangezien mevrouw Lejeune verontschuldigd is, is het opnieuw aan de heer Chevalier.
02 Vraag van de heer Miguel Chevalier aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over
"het Zeepreventorium in De Haan" (nr. 8874)
02 Question de M. Miguel Chevalier au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "le
02.01 Miguel Chevalier (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, iedereen kent ondertussen wel het Zeepreventorium in De
Haan van de befaamde docureeks op televisie. Het bestaat natuurlijk
al veel langer dan sinds die reeks. Wij weten allemaal dat daar zowel
mucopatiënten alsook kinderen met obesitas worden behandeld. De
instelling heeft een zeer zware opdrachten en men probeert die
opdracht in te vullen, rekening houdend met de omstandigheden
waarin men moet werken.
De kinderen die worden opgenomen in het Zeepreventorium
verblijven daar maximaal 12 maanden. Na deze 12 maanden vallen
de kinderen in een zwart gat omdat er eigenlijk weinig aan nazorg
wordt gedaan. De financiering van het Zeepreventorium gebeurt door
middel van een conventie die wordt afgesloten met het RIZIV. Deze
conventie laat noch preventie, noch nazorg toe. Nochtans zou een
regelmatig contact met het Zeepreventorium na de behandeling
belangrijke resultaten kunnen opleveren. Naar aanleiding van de
studiedag die wij hebben georganiseerd en naar aanleiding van de
viering van het feit dat men in het Zeepreventorium al 10 jaar kinderen
met obesitas behandelt, hebben wij kunnen vaststellen dat er na het
verblijf een soort terugval wordt genoteerd bij die kinderen. Kinderen
winnen toch weer aan gewicht en krijgen opnieuw een verstoord
voedingspatroon. Dit zou natuurlijk binnen de perken kunnen worden
gehouden door middel van nazorg.
De wachttijden voor een verblijf en opname in De Haan zijn ook vrij
lang. Een consult vooraleer het verblijf van start gaat, zou kunnen
vermijden dat kinderen in de wachtperiode nog zwaarder worden, met
alle gevolgen vandien voor de gezondheid. Het RIZIV financiert de
preventie en de nazorg niet omdat dit zou behoren tot de bevoegdheid
van de Gemeenschappen.
Graag had ik van de minister een antwoord gekregen op de volgende
vragen. Gaat de minister ermee akkoord dat preventie en nazorg niet
behoren tot de bevoegdheid van het RIZIV? Zo niet, vindt hij de
preventie en de nazorg in het kader van een verblijf in het
Zeepreventorium belangrijk genoeg? Is hij bereid om in de toekomst
de preventie en nazorg te financieren om zo de resultaten die zijn
meetbaar die de jongeren neerzetten in het Zeepreventorium te
bestendigen in een zorgcontinuüm? Als de minister de mening is
toegedaan dat preventie en nazorg behoren tot de bevoegdheid van
de Gemeenschappen, is hij dan bereid om in dialoog te treden met de
Gemeenschappen en Gewesten teneinde te voorzien in de
financiering van preventie en nazorg? Deze instelling wordt blijkbaar
niet alleen geconfronteerd met medische problemen maar ook met
logistieke problemen. Er zijn blijkbaar een aantal storingen in de
02.01 Miguel Chevalier (VLD) :
Le zeepreventorium à De Haan
permet aux enfants qui souffrent
d'obésité de suivre une cure
d'amaigrissement lors d'un séjour
de douze mois maximum et
d'adopter un mode de vie plus
sain. Le financement du
préventorium est organisé sur la
base d'une convention conclue
avec l'INAMI. Cette convention ne
porte toutefois ni sur la prévention
ni sur la postcure, de sorte que les
enfants sont bien souvent livrés à
eux-mêmes après leur séjour. Par
ailleurs, les délais d'attente pour
les séjours sont très longs.
L'INAMI n'assume pas le
financement de la prévention et de
la postcure parce que ces
matières relèvent des
compétences des Communautés.
Le ministre peut-il envisager que la
prévention et la postcure soient
dorénavant financées par l'INAMI?
S'il estime que ces matières
relèvent de la compétence des
Communautés, est-il prêt à
aborder ce problème avec celles-
ci?
CRIV 51
COM 832
31/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
communicatie tussen de Gemeenschappen en de federale overheid
waardoor op termijn zowel de medische zorg als de logistieke
ondersteuning in het gevaar dreigen te komen.
02.02 Minister Rudy Demotte: Mijnheer de volksvertegenwoordiger,
ik deel uw bezorgdheid over de toename van overgewicht en obesitas
bij kinderen. Het gaat om een vrij veralgemeend fenomeen. Gezonde
voeding en beweging zijn noodzakelijk om die zorgwekkende evolutie
te bestrijden.
Het centrum te De Haan heeft, in het kader van zijn conventie met het
RIZIV, een specifieke rol in de bestrijding van obesitas, namelijk
opname en residentiële verzorging van zeer zware obese kinderen en
jongeren.
Uitbreiding van die residentiële zorg met voorafgaande raadpleging en
nazorg is in het kader van die overeenkomst niet mogelijk. Enerzijds
is de financiering van de gezondheidsopvoeding en van primaire
preventie inderdaad niet de taak van het RIZIV, maar wel van de
Gemeenschappen. Anderzijds maakten budgettaire bekommernissen
het nodig dat ik bezuinigingen doorvoer in de sector van de
revalidatie, om andere prioriteiten te kunnen realiseren in 2006, zoals
uitbreiding van de zorg voor toxicomanen, chronischepijnpatiënten of
kankerrevalidatie.
In het kader van zijn conventie werkt het Zeepreventorium wel in een
netwerk met doorverwijzing van patiënten door hun behandelende
arts. De samenwerking met de verwijzers en de aanwijzingen voor de
nazorg door die artsen maken deel uit van de opdracht van het
centrum in De Haan.
Ook in de begeleiding van ouders van die obese kinderen gedurende
de opname is in het kader van de conventie voorzien.
Ik ben het met u eens dat voor de aanpak van overgewicht en
obesitas dialoog en gecoördineerde actie door alle overheden nodig
is. Binnen de interministeriële conventie Volksgezondheid werden de
doelstellingen goedgekeurd van het nationaal voedings- en
gezondheidsprogramma. Experts werken nu strategieën uit voor
gecoördineerde actie op gebied van gezonde voeding en beweging.
Hopelijk kunnen in de loop van 2006 meer maatregelen voor de
implementering ervan worden afgesproken.
02.02 Rudy Demotte, ministre:
L'augmentation du nombre de cas
d'obésité constitue un phénomène
préoccupant qui ne peut être
combattu que par une alimentation
saine et de l'exercice physique. Le
centre de De Haan joue un rôle
important à cet égard. La
convention conclue entre ce
centre et l'INAMI n'y permet pas
une extension des activités. Le
financement de la prévention et de
l'éducation sanitaire n'incombe
pas à l'INAMI mais aux
Communautés. En outre, j'ai prévu
des économies dans le secteur de
la rééducation pour pouvoir
financer d'autres priorités en
matière de santé.
Le centre fait toutefois partie d'un
réseau d'orientation des patients
et assure également
l'accompagnement des soins de
suivi par le biais de ce réseau. La
convention prévoit par ailleurs
aussi un accompagnement des
parents des enfants obèses.
Une action coordonnée à tous les
niveaux de pouvoir s'impose
effectivement. Des experts
élaborent des stratégies qui
pourront, espérons-le, être mises
en oeuvre en 2006.
02.03 Miguel Chevalier (VLD): Mijnheer de voorzitter, ik dank de
minister voor het antwoord.
Mijnheer de minister, vooraleer meer vragen te stellen zal ik uw
antwoorden in het Integraal Verslag zeer goed bestuderen. Ik denk
dat er nog heel veel werk aan de winkel is.
Uit uw laatste antwoord heb ik onthouden dat u bereid bent samen
met de Gemeenschappen en Gewesten een initiatief te nemen om
een aantal maatregelen uit te werken. Op basis van een van uw
antwoorden op eerder gestelde vragen hierover, kon ik me niet van de
indruk ontdoen dat u het classificatiesysteem van prioriteiten binnen
de gezondheidszorg aanvoert om obesitas dit jaar een beetje lager in
te schalen. Ik zou het op prijs stellen mocht uw engagement om met
de Gemeenschappen en Gewesten rond de tafel te gaan zitten,
02.03 Miguel Chevalier (VLD):
J'étudierai la réponse du ministre.
Je note toutefois que le ministre
accepte de s'engager à examiner
ce dossier en concertation avec
les Communautés et les Régions.
Le problème est trop important
pour qu'il soit occulté par les
priorités en matière de soins de
santé.
31/01/2006
CRIV 51
COM 832
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
effectief zou leiden tot zeer concrete maatregelen, zeker inzake
preventie, financiering en nazorg van kinderen die werden
opgenomen. Ik kijk uit naar zeer concreet nieuws. Het probleem zit
een beetje weggestopt aan de Noordzee. Volgens mij is het veel
groter dan het lijkt. Vandaar mijn vraag om het met zeer veel
aandacht te bestuderen en op de voet te volgen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van de heer Miguel Chevalier aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over
"het stijgend aantal gevallen van de ziekte van Lyme" (nr. 8953)
03 Question de M. Miguel Chevalier au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "la
03.01 Miguel Chevalier (VLD): Mijnheer de voorzitter, op basis van
persoonlijke ervaringen van de voorbije zomer hebben we vastgesteld
dat kinderen vlug worden gebeten door teken. Ik heb gelukkig op mijn
leeftijd nog zeer goede ogen. Als men 's avonds het kind uitkleedt en
de pyjama aandoet, ontdekt men zoiets. Als men daarover naar een
dokter belt, stelt men vast dat dokters daar zeer moeilijk mee
omgaan.
Iedereen weet dat de ziekte van Lyme wordt veroorzaakt door de
Borrelia-bacterie. Blijkbaar is die in opmars in ons land, zeker in de
Ardennen, maar ook in de streek waar de voorzitter en ik wonen en
waar in de zomer al wel eens hoog gras voorkomt waarin kinderen en
dieren zich bewegen. Blijkbaar begint dit veel voor te komen. Er is een
zekere incubatieperiode van de ziekte die door weinig dokters wordt
opgemerkt. Men moet als ouder al zeer attent zijn om te merken dat
er een tekenbeet is. Meestal denkt men aan een vorm van allergie die
van voorbijgaande aard is. Blijkbaar is er een incubatieperiode van
een aantal weken voor de ziekte effectief uitbreekt.
Naast hoofdpijn, keelpijn en vermoeidheid zijn er nog andere en
ergere gevolgen, namelijk spierverlammingen, hartritmestoornissen
en chronische neurologische stoornissen. Ik kan ervan uitgaan dat de
minister op de hoogte is van de evolutie van dergelijke bacteriën in
ons land. Preventie is natuurlijk een gewestelijke materie, zal men
zeggen, maar van de minister vernam ik toch graag of het in de
aanloop naar de zomer niet interessant zou zijn om via scholen en
huisartsen een informatie- en sensibiliseringscampagne te starten in
verband met de gevolgen van de ziekte van Lyme, zonder hierin te
overdrijven. Ik denk dan aan het geven, zowel aan dokters als aan
ouders, van het herkenningspatroon, namelijk hoe je een tekenbeet
herkent, hoe een teek eruit ziet, hoe je een teek verwijdert, wat de
gevolgen zijn van een tekenbeet die tot besmetting leidt en welke
maatregelen zouden moeten worden genomen. Dit moet men
misschien periodiek herhalen, maar ik stel vast dat het nu niet wordt
herkend en dat er vaak onzorgvuldig mee wordt omgegaan.
03.01 Miguel Chevalier (VLD) :
La maladie de Lyme est en
progression. Elle est provoquée
par une bactérie transmise par les
morsures de tiques. Les séquelles
sont importantes. La maladie peut
être traitée avec des antibiotiques.
Le ministre est-il au courant du
nombre croissant de
contaminations?
Une campagne de sensibilisation
est-elle nécessaire pour expliquer
à la population comment elle peut
reconnaître une morsure de tique
et quelles sont les mesures à
prendre en cas de morsure?
03.02 Minister Rudy Demotte: Mijnheer Chevalier, ik dank u omdat u
mijn aandacht op de ziekte van Lyme gevestigd hebt. Ik vind het
spijtig dat ik niet beschik over de bron van uw cijfers, maar daarover
kunnen wij later nog spreken. Volgens de bronnen van het
Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid waren er 1.004 gevallen
in 2004, terwijl u 841 gevallen vermeldt, dat zijn er dus nog meer.
03.02 Rudy Demotte, ministre:
Les chiffres de prévalence de la
maladie de Lyme relatifs à 2004
dont dispose le département de la
Santé publique sont même plus
élevés que ceux produits par M.
Chevalier. L'Institut scientifique de
CRIV 51
COM 832
31/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
Het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid volgt de ziekte op.
Dat wil nog niet zeggen dat de ziekte noodzakelijkerwijze van
besmettelijke aard is. Wanneer er zich gevallen van de ziekte
voordoen, wordt dat aan het instituut gerapporteerd door een netwerk
van wachtlaboratoria, dat 50% van de laboratoria voor klinische
biologie in ons land omvat.
Wanneer de gevallen ontdekt worden, wordt hun diagnose meestal
bevestigd door een referentielaboratorium. Het is trouwens het aantal
bevestigde gevallen dat ten grondslag ligt van de statistieken van het
Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid.
Dat het aantal gevallen van de ziekte jaarlijks toeneemt, komt met
name doordat de ziekte nu beter vastgesteld kan worden dan vroeger.
Enkele jaren geleden werden er door de Gemeenschappen
sensibilisatiecampagnes georganiseerd. Momenteel verspreidt het
Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid een informatiebrochure
waarvan de inhoud geraadpleegd kan worden op de website
www.iph.fgov.be/epidemio/labo.
Het is ongetwijfeld opportuun en nuttig om het grote publiek te
herinneren aan de boodschap van de sensibilisatiecampagne. Ik wil u
er wel op wijzen dat die materie, dat weet u, onder de bevoegdheid
van de Gemeenschappen valt.
Santé publique suit cette maladie,
bien qu'elle ne soit pas
contagieuse.
Les cas de contamination sont
rapportés par les laboratoires de
garde, qui constituent 50 % des
laboratoires de biologie clinique de
notre pays. Généralement, le
diagnostic est confirmé
ultérieurement par un laboratoire
de référence.
La progression de la maladie
pourrait découler du meilleur
diagnostic en la matière. Il y a
quelques années, les
Communautés ont organisé des
campagnes de sensibilisation. Le
département de la Santé publique
distribue en ce moment une
brochure, qui peut également être
consultée en ligne. Il est
indubitablement utile de mettre en
garde la population contre la
maladie de Lyme, mais la
prévention relève des
Communautés.
03.03 Miguel Chevalier (VLD): Mijnheer de minister, ik dank u voor
uw antwoord. Ik weet natuurlijk dat u automatisch naar de
Gemeenschappen en Gewesten verwijst, maar ik ben niet bevoegd
om daar te interpelleren, dus richt ik mij tot u. Misschien kunt u de
boodschap overbrengen aan de bevoegde ministers om via zeer
concrete en praktische informatie via de scholen of huisartsen, een
voorlichtingscampagne op te starten. Ik denk immers dat dit op korter
termijn opnieuw nodig zal zijn.
Ik weet dat het stijgend aantal gevallen ook te maken heeft met de
bloedafnames die gebeuren en waardoor men de ziekte vaststelt. Ik
heb echter zelf vastgesteld dat mensen en soms ook artsen niet eens
weten hoe ze een teek moeten verwijderen, laat staan dat men na de
incubatieperiode kan vaststellen...
03.03 Miguel Chevalier (VLD): Le
ministre évoque les Communautés
et les Régions. Je n'ai toutefois
pas la compétence pour interroger
les ministres communautaires et
régionaux, et je propose dès lors
que le ministre aborde la question
auprès de ses collègues. Le fait
est que de nombreux médecins
sont incapables de reconnaître ou
de retirer une tique.
03.04 Maggie De Block (VLD): (...)
03.05 Miguel Chevalier (VLD): Ik ben aan het repliceren.
Een van de indicaties dat de ziekte zich heeft gevestigd in de
gastheer, is een kringvormige afbeelding in de omgeving van de
oorspronkelijke beet. Dat wordt dikwijls afgedaan als een onschuldige
allergie, maar dat is toch een bron van besmetting waaraan de nodige
aandacht moet worden geschonken.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van mevrouw Maggie De Block aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over
31/01/2006
CRIV 51
COM 832
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
"de vernietiging door het Arbitragehof van een deel van de wet inzake experimenten op de menselijke
persoon" (nr. 9126)
04 Question de Mme Maggie De Block au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"l'annulation par la Cour d'arbitrage d'une partie de la loi relative aux expérimentations sur la
personne humaine" (n° 9126)
04.01 Maggie De Block (VLD): Mijnheer de minister, het
Arbitragehof oordeelde dat de wetgever met de wet betreffende de
experimenten op de menselijke persoon voor een deel zijn
bevoegdheid te buiten was gegaan, meer bepaald door de definitie
van een experiment zo ruim te maken dat ook studie en onderzoek
over aangelegenheden waarvoor de Gemeenschappen bevoegd zijn,
onder de wet vallen. Het Arbitragehof heeft dat gedeelte vernietigd.
Ondertussen klagen medische onderzoekers en de farmaceutische
industrie over de onderbemanning van de dienst die de aanvragen
behandelt.
Ik heb korte, concrete vragen.
Ten eerste, wat doet u met de uitspraak van het Arbitragehof? Pleegt
u daarover overleg met de Gewesten en de Gemeenschappen? Hoe
tracht u daaraan te remediëren?
Ten tweede, hebt u weet van de onderbemanning van de dienst die
de aanvragen behandelt, en de moeilijkheden die daarvan het gevolg
zijn?
Ten derde, wat is de gemiddelde duur van een behandeling van een
aanvraag?
04.01 Maggie De Block (VLD): La
Cour d'arbitrage a estimé que la loi
relative aux expérimentations sur
la personne humaine dépasse les
compétences fédérales. Entre-
temps, les chercheurs et l'industrie
pharmaceutique se plaignent de
ce que, en raison d'un manque de
personnel au sein du service
compétent, les demandes
demeurent trop longtemps sans
réponse.
Comment le ministre réagit-il à cet
arrêt?
Est-il exact que le service manque
d'effectifs?
Quel est le délai de traitement
moyen des demandes?
04.02 Minister Rudy Demotte: Mijnheer de voorzitter, mevrouw
De Block, zoals u waarschijnlijk al weet, werd een juridische oplossing
gevonden die aan de voorschriften van het Arbitragehof beantwoordt
en die werd geconcretiseerd in het kader van de goedkeuring van de
diverse bepalingen van de wet.
Wat uw tweede en derde vraag betreft, om deze nieuwe wetgeving zo
snel mogelijk in de praktijk om te zetten, heb ik een overlegplatform in
het leven geroepen waarin, naast mijn vertegenwoordiger, eveneens
de farmaceutische industrie, de commissies voor ethiek en de
bevoegde overheid - het DG Geneesmiddelen - in het kernteam
zetelen. Indien relevant, kunnen ad hoc andere stakeholders worden
uitgenodigd.
Deze stuurgroep vergadert op maandelijkse basis en volgt de
prestaties van het R&D-departement op en optimaliseert de
samenwerking tussen de bevoegde overheid en de commissies voor
ethiek, bijvoorbeeld door te voorzien in een geïntegreerd
informaticasysteem.
Het team detecteert ook de probleemgebieden op het terrein en
organiseert de nodige workshops met de sector in dit verband - het
rapporteren van ongewenste effecten kan dat illustreren. Het probeert
te antwoorden op de talrijke vragen en tracht een zeer coherente
implementatie van de nieuwe wetgeving te waarborgen.
Tot op heden werden reeds een duizendtal aanvragen tot
goedkeuring van klinische studies ontvangen waarvan een kleine 20%
04.02 Rudy Demotte, ministre:
Une solution juridique a été
trouvée. Elle répond aux
prescriptions de la Cour
d'arbitrage et elle a été adoptée
dans la loi portant des dispositions
diverses. Pour la rendre
opérationnelle, j'ai créé une plate-
forme de développement au sein
de laquelle siègent tous les
intéressés.
Le groupe d'experts se réunit
mensuellement et assure le suivi
de l'efficacité du département de
R&D, optimalise la coopération
entre les autorités compétentes et
les commissions d'éthique,
détecte les zones à risque sur le
terrain, organise des ateliers de
travail pour le secteur et essaie de
répondre aux questions.
Du millier de demandes, 930 ont
été traitées. Il était difficile au
départ de traiter les demandes
dans le cadre des délais légaux
stricts. Actuellement, 90 % des
CRIV 51
COM 832
31/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
fase 1-studies zijn. Hiervan werden reeds 930 dossiers afgehandeld.
Aangezien bij de aanvang in een transitieperiode noch in
transitiemaatregelen werd voorzien, was er initieel een zekere
achterstand in het tijdig behandelen van de dossiers binnen de vrij
scherpe legale termijnen. Dit werd echter snel bijgestuurd door het
hanteren van een zeer scherp risicomanagement.
Momenteel kunnen een negentigtal aanvragen adequaat worden
afgehandeld binnen de legale termijn. De additionele financiering
waarin reeds werd voorzien, moet het mogelijk maken dit proces nog
verder te optimaliseren.
demandes sont traitées dans ces
délais. Un financement
supplémentaire devrait permettre
d'accélérer encore la procédure de
demande.
04.03 Maggie De Block (VLD): Dank u wel, mijnheer de minister.
Mijn vraag dateert van 21 november. Wat mijn eerste vraag betreft,
was ik natuurlijk aanwezig bij de behandeling van de wet houdende
diverse bepalingen. Ik ben echter blij dat u gezegd hebt dat die
nieuwe stuurgroep nu eigenlijk op kruissnelheid aan het komen is en
dat enerzijds de nodige achterstand zal ingelopen worden en dat
anderzijds problemen in de toekomst vermeden zullen worden door
deze nieuwe manier van werken. Ik denk dat dit inderdaad goed
nieuws is voor de hele massa van betrokken stakeholders, zoals u ze
noemt.
04.03 Maggie De Block (VLD) :
Je me félicite que le nouveau
comité de pilotage atteigne sa
vitesse de croisière, permettant
ainsi de résorber le retard
accumulé. Grâce à la nouvelle
méthode de travail, des problèmes
similaires pourront être évités à
l'avenir.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van mevrouw Hilde Vautmans aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over
"de Wereldaidsdag" (nr. 9144)
05 Question de Mme Hilde Vautmans au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "la
05.01 Hilde Vautmans (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, de vraag is al heel lang geleden ingediend en door
omstandigheden niet geagendeerd geraakt. Ze handelt over de aids-
problematiek, een materie waarover we hier in commissie al vaker
gesproken hebben. Op de Wereldaidsdag van 1 december 2005 zijn
cijfers bekendgemaakt waaruit heel duidelijk bleek dat het aantal
besmettingen terug toeneemt. Recentelijk bleek ook ik denk dat
collega Chevalier daarover straks ook nog een vraag heeft dat de
kennis van de Vlaamse jongeren ondermaats is en dat men eigenlijk
denkt dat er voldoende geneesmiddelen voorhanden zijn waardoor de
angst voor het fenomeen stilaan aan het verdwijnen is, hetgeen
onrustbarend is.
Ik moet u eerlijk zeggen dat ik een aantal jaren geleden gewerkt heb
met seropositieve prostituees. U weet dat. Ik zat toen in Antwerpen op
kot. Ik wil u daar toch een anekdote over vertellen. Wij hadden een
gemeenschappelijke keuken en badkamer in het studentenhuis. Toen
ik vertelde dat ik werkte met seropositieve mensen, heeft men daar
vriendelijk maar toch kordaat alle spullen uit de keuken verwijderd
omdat men angst had dat ik, die werkte met seropositieven, hen ook
zou besmetten. Waarover ik nu spreek, is echt geen vijftig jaar
geleden. Zo oud ben ik nog niet. Het gaat echt wel over tien jaar
geleden. Toen was die kennis terzake al zeer beperkt en ik vrees dat
door de huidige berichtgeving dat men zoekt naar geneesmiddelen en
dat er meer geneesmiddelen voorhanden zijn, bij de jongeren een
soort gewenning optreedt en het teruggrijpen naar het condoom
05.01 Hilde Vautmans (VLD): Le
1er décembre, c'était la Journée
mondiale du sida. Dans notre
pays, le nombre de
contaminations par le virus VIH est
en augmentation constante. Il
ressort de l'enquête sur la santé
des Belges que nos jeunes savent
fort peu de choses sur le sida et
qu'ils semblent s'en accommoder.
Le ministre compte-t-il, dans le
cadre de ses compétences,
prendre des mesures pour lutter
contre cette augmentation, comme
le lancement d'une campagne de
prévention, par exemple?
Qu'en est-il de la reprise du centre
Elisa de Médecins sans
Frontières?
Envisagez-vous de créer par
province au moins un centre
organisant des tests de dépistage
anonymes?
31/01/2006
CRIV 51
COM 832
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
gezien wordt als iets overbodig. Ik stel dat alleen maar vast in de
contacten die ik heb, want ik geef nog regelmatig aidspreventie bij
jongeren. Daar stel ik inderdaad vast dat de gewenning eigenlijk aan
het optreden is, vandaar, mijnheer de minister, mijn vragen.
Hebt u plannen om de stijging van het fenomeen aan te pakken? Ik
denk ook aan meer preventiecampagnes. Ik weet wel dat daar de
bevoegdheidsverdelingen spelen, maar wij zijn hier alleen bevoegd
om u te ondervragen.
Op mijn tweede vraag hebt u schriftelijk geantwoord, maar ik zou het
toch graag in het verslag terugzien. Hoe zit het nu met de overname
van Elisa? Het is overgenomen, heeft men mij gezegd, maar hoe zit
het met de verdere plannen om in elke provincie een centrum op te
richten waar men zich anoniem kan laten testen op aids?
05.02 Minister Rudy Demotte: Mijnheer de voorzitter, deze vraag
werd hier al door verschillende leden gesteld. Het is waar dat het over
een zeer erg probleem gaat. U hebt gelijk als u stelt dat alsmaar
minder mensen de gevaarlijkheid van deze ziekte beseffen.
In samenwerking met het RIZIV heb ik alles in het werk gesteld om
het voortbestaan van de gratis en anonieme test te verzekeren. De
voortzetting van de gratis anonieme opsporing wordt gerealiseerd
dankzij een uitbreiding van de overeenkomst met het aids-
referentiecentrum van Sint-Pieter. Bovendien zal een gelijkaardige
samenwerking met het aids-referentiecentrum van Antwerpen worden
aangegaan om gratis een anonieme opsporing ook in die stad in te
voeren. De maatregel is opgenomen in de begroting 2006 voor de
gezondheidszorg en, op zijn beurt, goedgekeurd door de Algemene
Raad van het RIZIV op 10 oktober 2005.
Er wordt een budget van 450.000 euro besteed aan de opsporing en
aan bepaalde specificiteiten van het aids-referentiecentrum van Sint-
Pieter en van het Tropisch Instituut van Antwerpen. De
invoeringsmodaliteiten worden vastgesteld, zodat de continuïteit van
de dienst verzekerd is vanaf januari, aangezien AZG de activiteiten
van het Elisa-centrum op 31 december 2005 heeft stopgezet.
Daarnaast zal een aanvullend bedrag van 500.000 euro worden
besteed aan de versterking van de 7 aids-referentiecentra in België.
Dat betekent voor 2006 een totaal van 950.000 euro extra
inspanningen van de federale overheid in dat domein. Hiermee wordt
integraal tegemoetgekomen aan de verzoeken van de
vertegenwoordigers van de aids-referentiecentra.
Ik ben ook aandachtig voor uw bemerking omtrent de moeilijkheden
die we thans in België ondervinden in de strijd tegen aids ik ben mijn
antwoord daarmee begonnen - als gevolg van de versnippering van
de bevoegdheden. Dat is een realiteit waarmee we moeten leven.
Het is de reden waarom ik de werkgroep Aids binnen de ministeriële
conferentie Volksgezondheid nieuw leven heb ingeblazen tijdens de
interministeriële conferentie van 12 december 2005. Die werkgroep
zal een volledig overzicht opstellen van het beleid dat wordt gevoerd
door de verschillende entiteiten die voor de materie bevoegd zijn.
Vervolgens zal de werkgroep een synthese maken van de verzoeken
van de actoren op het terrein. Hierdoor zal het mogelijk zijn het
Belgisch beleid inzake de strijd tegen aids te verbeteren. Er zullen ook
05.02 Rudy Demotte, ministre:
Avec l'INAMI, je mets tout en
oeuvre pour garantir la pérennité
des tests anonymes gratuits. A
cette fin, j'ai veillé à élargir le
champ d'application du centre de
référence sida de l'hôpital Saint-
Pierre et à ce que soit conclu un
accord analogue avec le centre de
référence sida de l'Institut de
Médecine tropicale d'Anvers. Ces
deux décisions ont été prises en
compte dans le budget 2006 et
approuvées par le conseil général
de l'INAMI le 10 octobre 2005. Un
budget de 450 000 euros a été
réservé à cette fin.
Après la cessation d'activité du
centre Elisa le 31 décembre 2005,
la continuité sera donc assurée.
Par ailleurs, un montant
supplémentaire de 500 000 euros
est consacré au renforcement des
sept centres de référence sida en
Belgique. Ces efforts apportent
donc une réponse complète aux
demandes des centres de
référence.
Nous rencontrons des difficultés à
cause du morcellement des
compétences. J'ai dès lors
réactivé le groupe de travail sida
au sein de la conférence
interministérielle de la Santé
publique. Ce groupe de travail
rédigera une synopsis de la
politique menée par les différentes
instances et une synthèse des
besoins. Des actions seront ainsi
entreprises après une concertation
CRIV 51
COM 832
31/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
acties ondernomen worden, die zullen resulteren uit het overleg
tussen de verschillende betrokken partijen. Daarnaast worden de
medische zorgverstrekkers die er het meest bij betrokken zijn, zo
goed als mogelijk gesensibiliseerd.
Ruimer dan dat is het mijn bedoeling een nieuwe impuls te geven
inzake de strijd tegen aids, met name in de interministeriële
conferentie, zodat de samenhang tussen de verschillende bevoegde
niveaus optimaal kan worden.
entre les différentes parties
concernées. Les prestataires de
soins médicaux seront sensibilisés
au mieux.
05.03 Hilde Vautmans (VLD): Mijnheer de minister, het is
geruststellend te weten dat de werkgroep aids nieuw leven is
ingeblazen. Ik denk echter dat we de fase van de werkgroepen toch
moeten overstijgen en dat we nu, met cijfers in de hand, zowel naar
aanleiding van de wereldaidsdag als naar aanleiding van de
gezondheidsenquête, echt moeten handelen. Ik hoop echt dat er uit
die werkgroep concrete acties voorkomen. Ik weet wel dat er 950.000
euro extra is maar ondertussen zitten we nog altijd niet in één
centrum per provincie. De eerste keer dat ik u daarover heb
ondervraagd was zeven à acht maand geleden. Ik weet wel dat
dingen tijd vergen maar ik ga hierop echt blijven terugkomen, dat is
een spijker waarop ik ga blijven kloppen tot ze er effectief zijn.
Opsporing is één ding maar hoe meer mensen we in een vroeg
stadium kunnen opsporen, hoe beter zij zichzelf kunnen beschermen
en ook anderen kunnen beschermen door hen niet te besmetten en
een condoom te dragen. Ik blijf dus toch wel op die spijker slaan, dat
is een belofte die ik u doe.
05.03 Hilde Vautmans (VLD):
D'une part, il est rassurant qu'un
second souffle ait été insufflé au
groupe de travail. D'autre part,
nous devons aller au-delà de la
phase des groupes de travail.
J'espère que des actions
concrètes verront le jour. Malgré
tous les moyens complémentaires,
certaines provinces n'ont toujours
pas de centre de référence, alors
qu'il est essentiel de dépister le
virus. Je reviendrai dès lors sur
cette problématique.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van mevrouw Maggie De Block aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over
"de laattijdige toekenning van een GSO-nummer aan geneesheren-specialisten in opleiding" (nr. 9147)
06 Question de Mme Maggie De Block au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"l'octroi tardif d'un numéro spécifique aux médecins spécialistes en formation" (n° 9147)
06.01 Maggie De Block (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, de geneesheren-specialisten in opleiding moeten een
zogenaamd GSO-nummer hebben om de onderzoeken aan te vragen
die nodig zijn. Dit nummer wordt door het RIZIV verstrekt op het
ogenblik dat de ziekenhuisstageplannen bij Volksgezondheid zijn
ingediend. Op 1 september waren alle ziekenhuisstageplannen
ingediend bij de FOD Volksgezondheid, maar de plannen werden tot
nu toe nog niet naar het RIZIV doorgestuurd. Voor de geneesheren-
specialisten in opleiding heeft dat een aantal praktische nadelen,
namelijk dat zij alleen voorschriften van geneesmiddelen kunnen
voorschrijven, maar dat zij geen onderzoeken zelf kunnen
ondertekenen. Zij moeten deze laten ondertekenen en afstempelen
door een stagemeester of collega-assistent die deze onderzoeken wel
mag attesteren. Onnodig u te zeggen dat dit in ziekenhuizen tot
hilarische toestanden en heen en weer geloop met papieren en
aanvragen leidt, om nog niet te spreken over de verantwoordelijk.
Wat is de oorzaak van de vertraging van het toekennen van dit
nummer door het RIZIV? Waarom treedt er zo'n vertraging op bij de
FOD Volksgezondheid? Worden er acties ondernomen om de
toekenning van het nummer te versnellen, gelet op het feit dat de
vraag reeds eind november werd geformuleerd? Zult u achterhalen
06.01 Maggie De Block (VLD) :
Les médecins spécialistes en
formation doivent disposer d'un
numéro «GSO» pour prescrire des
examens. Ce numéro doit être
fourni par l'INAMI dès que celui-ci
a reçu les plans de stage
hospitalier introduits au SPF Santé
publique, ce qui n'est toutefois pas
encore le cas. En conséquence,
les médecins spécialistes en
formation ne peuvent même
prescrire aucun examen.
Quel est le motif de ce retard?
Quelles mesures a-t-on prises
pour remédier rapidement à ce
problème?
Le ministre s'informera-t-il sur la
responsabilité de ce retard?
31/01/2006
CRIV 51
COM 832
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
waar de verantwoordelijkheid voor deze achterstand ligt? Het
interesseert mij nog meer te vernemen hoe hieraan kan worden
verholpen.
06.02 Minister Rudy Demotte: Mijnheer de voorzitter, mevrouw De
Block, begin december hadden 257 kandidaat-specialisten hun
stageplan ingediend bij de FOD Volksgezondheid. Dat is slechts 64%
van het aantal beschikbare plaatsen. Door de leidende ambtenaren
van zowel de FOD als het RIZIV werd een actieplan uitgewerkt om
binnen de maand een oplossing te bieden voor dit probleem. Vanuit
de administratie werden de artsen en de decanen van de faculteit
gecontacteerd om zo snel mogelijk de ontbrekende aanvragen te
bekomen.
De 252 dossiers die op dat ogenblik administratief waren
goedgekeurd, werden doorgegeven aan het RIZIV zodat de
kandidaat-specialisten onmiddellijk een voorlopig opleidingsnummer
konden krijgen. Ondertussen wordt door het RIZIV en de FOD
Volksgezondheid de procedure voor de toekomst aangepast. Dit zal
gebeuren met de medewerking van alle actoren: de kandidaten, de
decanen, de administratie, de erkenningcommissies en het RIZIV.
06.02 Rudy Demotte, minister:
Début décembre 2005, seuls 64 %
des candidats spécialistes avaient
introduit un plan de stage auprès
du SPF Santé publique. Le SPF et
l'INAMI ont élaboré un plan
d'action pour remédier au
problème dans un délai d'un mois.
Les médecins et les doyens des
facultés ont été invités à envoyer
les demandes manquantes dans
les plus brefs délais.
Les 252 dossiers qui avaient déjà
été approuvés ont été transmis à
l'INAMI. La procédure a été
adaptée en concertation avec
l'ensemble des intéressés si bien
qu'un tel problème ne se
reproduira plus.
06.03 Maggie De Block (VLD): Mijnheer de minister, als ik het goed
begrijp wordt de procedure aangepast en worden deze toestanden in
de toekomst vermeden. Ik dank u.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Vraag van de heer Miguel Chevalier aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over
"de kankerverwekkende stoffen in light producten" (nr. 9185)
07 Question de M. Miguel Chevalier au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "les
substances cancérigènes présentes dans les produits light" (n° 9185)
07.01 Miguel Chevalier (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik heb deze vraag een tijd geleden ingediend, maar ze blijft
actueel, omdat er ondertussen een ander onderzoek gedaan werd
naar de aanwezigheid van suikers in voedingswaren. Mijn vraag
handelt vooral over de leesbaarheid van etiketten op verpakkingen.
Enkele weken geleden vroeg ik mij af of mijn zicht achteruitging en ik
een bril nodig had, dan wel of de lettertjes kleiner werden. Het
verheugt mij dat het artikel in Test-Aankoop is verschenen, want daar
werd het bewijs geleverd dat de lettertjes kleiner worden. Blijkbaar
mankeert er dus niets aan mijn ogen.
Een aantal weken geleden was er ophef over bepaalde zoetstoffen
die toegevoegd worden aan voeding en suikervervangend zouden
zijn, en meer in het bijzonder over de zoetstof aspartaam, die, aldus
een bepaald onderzoek ik meen dat er ook al tegenonderzoeken
zijn gebeurd , sterk kankerverwekkend zou zijn. U weet dat die
zoetstof vooral terug te vinden is in de befaamde cola light en alle
andere light-dranken, maar blijkbaar ook in yoghurt en andere light-
producten.
Ik weet dat collega De Groote liever bier drinkt, omdat hij dan zeker is
07.01 Miguel Chevalier (VLD) :
L'aspartame, un édulcorant
présent dans les produits «light», a
suscité un vif émoi il y a quelques
semaines. Selon une étude, cette
substance serait extrêmement
cancérigène. Elle le serait déjà à
partir d'une dose quotidienne de
vingt milligrammes par
kilogramme de poids corporel,
alors que la quantité admise en
Europe s'élève à quarante
milligrammes par kilogramme.
Les emballages de ces produits
mentionnent très clairement qu'ils
ne contiennent ni sucre, ni
graisses, ni calories, mais la
quantité d'aspartame ne figure
nulle part.
CRIV 51
COM 832
31/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
dat er geen aspartaam toegevoegd is, maar dat is hem ondertussen
al aan te zien.
Het is verontrustend dat het onderzoek uitwijst dat een dagelijkse
dosis van 20 milligram per kilogram lichaamsgewicht
kankerverwekkend zou zijn, terwijl de aanvaarde hoeveelheid in
Europa op 40 milligram per kilogram lichaamsgewicht werd
vastgelegd.
Ik heb een aantal verpakkingen van light-producten onderzocht en
vastgesteld dat er duidelijk leesbaar, en iets groter dan de andere
vermeldingen, wordt aangegeven dat er nul gram suiker, nul gram vet
of geen calorieën aanwezig zijn in het product. Over de hoeveelheid
aspartaam, bijvoorbeeld in drankverpakkingen, vindt men echter geen
vermelding op de verpakking. De verpakking vermeldt alleen dat er
zoetstoffen, aspartaam of andere producten, toegevoegd werden.
Mijnheer de minister, ik heb een aantal concrete vragen. Ik vermoed
dat u bezig bent met het doornemen van de studies inzake deze
stoffen. Kunt u een Salomonsoordeel vellen over de verschillende
onderzoeken die bezig zijn? Wat is uw visie op de verschillende
resultaten? Als de resultaten even alarmerend zijn als aangegeven,
zult u zich dan samen met uw Europese collega's erover beraden om
de maximaal toegelaten hoeveelheid aspartaam van 40 milligram per
kilogram lichaamsgewicht te verlagen naar een hoeveelheid die
aanvaardbaar is voor de volksgezondheid? Kunt u erop aandringen
dat er op de verpakking een duidelijke vermelding komt van de
hoeveelheid zoetstoffen die in dranken en andere light-producten
aanwezig is?
Le ministre a-t-il eu vent de cette
étude?
Ses résultats sont-ils
scientifiquement corrects?
Va-t-il intervenir auprès de ses
collègues européens en faveur
d'un abaissement de la quantité
maximale d'aspartame autorisée?
07.02 Minister Rudy Demotte: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Chevalier, ik ben inderdaad op de hoogte van het onderzoek over
aspartaam. Ik heb daarover hier al antwoorden gegeven op vragen
van commissieleden.
Het onderzoek werd uitgevoerd door het Ramazzini-instituut in
Bologna. In juli 2005 werd die studie door de Italiaanse onderzoekers
voorgesteld aan de Europese voedselautoriteit, de zogenaamde
EFSA. EFSA is het referentiecentrum van de Europese Unie,
bevoegd voor wetenschappelijke risicobeoordeling inzake
voedselveiligheid.
EFSA behandelt dat dossier met hoge prioriteit en besliste in juli 2005
een nieuwe risico-evaluatie over aspartaam uit te voeren, op basis
van die nieuwe studie en alle andere, eerdere onderzoeken die reeds
werden uitgevoerd.
Om die reden werd aan het Ramazzini-instituut gevraagd om alle
onderzoeksgegevens ter beschikking te stellen van het EFSA. Die
gegevens werden pas op 19 december 2005 ontvangen.
Het EFSA is onmiddellijk gestart met haar evaluatie en zal tegen
maart 2006 een advies formuleren over de veiligheid van de zoetstof
aspartaam.
Indien dat advies ongunstig is, zal België uiteraard onmiddellijk bij de
Europese Commissie aandringen om de wetgeving aan te passen.
Het is nu echter voorbarig om vooruit te lopen op de conclusies van
07.02 Rudy Demotte, ministre: Je
suis effectivement au courant de
l'étude réalisée par l'institut
Ramazzini à Bologne. Les auteurs
en ont soumis les résultats en
juillet 2005 à l'Autorité européenne
de sécurité des aliments (EFSA),
chargée d'évaluer scientifiquement
les risques en matière de sécurité
alimentaire. L'EFSA a accordé une
haute priorité à l'examen de ce
dossier et elle a décidé en juillet
2005 de procéder à une nouvelle
évaluation des risques pour
l'aspartame.
C'est pour cette raison qu'il a été
demandé à l'institut Ramazzini de
mettre à disposition toutes les
données des recherches qui ont
été effectuées. Les données n'ont
été transmises que le 19
décembre 2005. L'EFSA a
immédiatement entamé son
évaluation et il formulera pour le
mois de mars 2006 un avis sur la
sécurité de l'édulcorant
aspartame. Si cet avis est
31/01/2006
CRIV 51
COM 832
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
het EFSA.
In afwachting van de conclusies van heel de evaluatie, vermeldt EFSA
heel duidelijk in haar persberichten dat er momenteel geen wijziging
van dieet inzake aspartaam wordt aanbevolen aan de consument, op
basis van de huidige wetenschappelijke kennis.
défavorable, la Belgique insistera
immédiatement auprès de la
Commission européenne en vue
d'une adaptation de la législation.
Il est prématuré de tirer déjà
certaines conclusions. Dans un
communiqué de presse, l'EFSA
stipule clairement que sur la base
des connaissances scientifiques
actuelles, aucune modification des
habitudes diététiques en matière
d'aspartame n'est recommandée.
07.03 Miguel Chevalier (VLD): Mijnheer de minister, u bevestigt dat
de definitieve resultaten verkrijgbaar zullen zijn in de loop van de
maand maart 2006. Ik hoop dan ook dat u het Parlement of onze
commissie daarover informeert. Indien de resultaten ongunstig
zouden zijn, dan dring ik aan op wijzigingen in verband met de
reglementering inzake de toevoeging van zoetstoffen in
levensmiddelen.
Mijnheer de minister, los van het resultaat, of het nu negatief of
positief is, wil ik er toch op aandringen om, in overleg met de
verpakkingsindustrie of de voedingsindustrie, een betere gedragscode
af te spreken in verband met de etikettering en de vermelding van
stoffen.
Er wordt op de verpakking immers reclame voor gemaakt dat het
caloriearme drankjes zijn, dat er geen vet of suiker in zit. Eigenlijk zou
er toch op vermeld moeten staan wat er dan wel in zit en ook de
hoeveelheid daarvan.
07.03 Miguel Chevalier (VLD):
J'espère que le ministre tiendra la
commission au courant. Si les
résultats sont défavorables, il
conviendra de modifier la
réglementation. En ce qui
concerne l'étiquetage et l'indication
des diverses substances, il
conviendrait de se mettre d'accord
avec l'industrie sur l'élaboration
d'un meilleur code de conduite.
07.04 Minister Rudy Demotte: Mijnheer de voorzitter, volgens mij is
dat nu al verplicht. Ik kan dat natuurlijk checken. Indien men echter
zegt dat er geen suiker in zit, maar een vervangproduct, dan moet
men zeggen welk product dat is en in welke hoeveelheid. Ik denk dus
dat het nu al verplicht is.
07.04 Rudy Demotte, ministre: Si
un produit contient un édulcorant,
la nature ainsi que la quantité de
cet ingrédient doivent figurer sur
l'emballage.
07.05 Miguel Chevalier (VLD): Bij de voorbereiding van deze vraag
heb ik een aantal verpakkingen bekeken waarop heel duidelijk staat
0 g vet, 0 g suiker en waar dan nadien vermeld wordt: zoetstoffen:
aspartaam, xylito, maar niet de hoeveelheid ervan. Het gaat over
drankverpakkingen.
07.05 Miguel Chevalier (VLD): Il
m'est arrivé de ne trouver aucune
indication de la quantité sur
certains emballages de boissons.
07.06 Minister Rudy Demotte: We zullen dat nazien. Indien u
concrete voorbeelden hebt, zou het interessant zijn om die
voorbeelden te krijgen.
07.06 Rudy Demotte, ministre: Je
vais me pencher sur ce dossier. Je
vous saurais gré de me faire
connaître des cas concrets.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Vraag nr. 9187 van mevrouw Pécriaux wordt uitgesteld.
Vraag nr. 9236 van de heer Ducarme wordt uitgesteld.
Vraag nr. 9250 van mevrouw Tilmans wordt uitgesteld.
08 Vraag van de heer Luc Goutry aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
CRIV 51
COM 832
31/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
juiste datum van artsenverkiezingen" (nr. 9295)
08 Question de M. Luc Goutry au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "la date
08.01 Luc Goutry (CD&V): Mijnheer de minister, ik heb deze vraag
twee maanden geleden ingediend.
De wet zegt dat de artsenverkiezingen om de vier jaar plaats moeten
vinden. De vorige verkiezingen dateren van 2002. De eerstvolgende
verkiezingen moeten dus wettelijk worden georganiseerd in 2006.
Aanvankelijk kondigde u aan dat de verkiezingen zouden doorgaan
rond juni dit jaar. Later hebt u uw voorstel zelfs gewijzigd naar maart
dit jaar. Nu zou er opnieuw sprake zijn van verkiezingen na de eerste
helft van 2006. Daarom zou ik van u graag klaar en duidelijk willen
weten op welke datum de artsenverkiezingen precies zijn gepland en
zullen doorgaan.
08.01 Luc Goutry (CD&V): La loi
précise que les élections
médicales doivent avoir lieu tous
les quatre ans. Les dernières
élections datent de 2002. Quand
les élections seront-elles
organisées cette année-ci?
08.02 Minister Rudy Demotte: Mijnheer de voorzitter, ik kan u laten
weten dat ik na rijp beraad besloten heb dat de verkiezingen tussen 5
september en 20 september 2006 zullen plaatshebben. De
geneesheren zullen de gelegenheid hebben hun stem uit te brengen
en het resultaat zal uiterlijk op 3 oktober 2006 bekend zijn.
08.02 Rudy Demotte, ministre:
Entre le 5 et le 20 septembre
2006. Les résultats seront
annoncés le 3 octobre 2006 au
plus tard.
08.03 Luc Goutry (CD&V): Mijnheer de minister, de stemperiode
loopt dus van 5 september tot 20 september en de uitslag volgt op 3
oktober. Dan zal de voorafgaande procedure tijdig moeten starten,
zoals in de wet is bepaald.
08.03 Luc Goutry (CD&V): Il
faudra dès lors lancer la procédure
à temps.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09 Vraag van de heer Jo Vandeurzen aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "het
budget van de financiële middelen op 1 juli 2006" (nr. 9321)
09 Question de M. Jo Vandeurzen au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "le
budget des moyens financiers en date du 1
er
De voorzitter: Mijnheer Vandeurzen, ik vermoed dat het over het budget van financiële middelen voor de
ziekteverzekering gaat.
09.01 Jo Vandeurzen (CD&V): Mijnheer de voorzitter, het gaat over
de ziekenhuizen.
De voorzitter: Dat was niet vermeld in de titel van de vraag.
09.02 Jo Vandeurzen (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, collega's, het is een heel korte vraag. Ik ben eigenlijk reeds
een beetje te laat. De ziekenhuizen hebben hun begroting voor 2006
uiteraard reeds opgesteld en moeten ze aan hun algemene
vergaderingen voorleggen. Uw voorganger heeft echter het idee
gehad om de berekeningswijze van het budget te laten lopen van juli
tot en met juni. Als men dan een raming moet maken van de
ontvangsten voor het volgende jaar, dan moet men natuurlijk weten
op welke parameters u de financiering vanaf juli zult organiseren.
Daarom heb ik volgende vragen.
Op basis van welke gegevens zal het budget op 1 juli 2006 worden
opgemaakt?
09.02 Jo Vandeurzen (CD&V):
Les hôpitaux ont déjà confectionné
leur budget 2006 et ils doivent à
présent le soumettre à
l'assemblée générale. Toutefois,
pour estimer les recettes de
l'année suivante, les hôpitaux
doivent savoir quels paramètres
régiront leur financement.
Sur la base de quelles données le
budget sera-t-il arrêté le 1
er
juillet
2006?
31/01/2006
CRIV 51
COM 832
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
Welke MKG-referentie of referentiejaar zal gebruikt worden voor de
berekening van de verantwoorde activiteit?
Wat zullen de referentiejaren zijn voor de bijkomende financiering in
onderdeel B2: de nomenclatuur, MVG en MKG?
Welk aanpassingspercentage zal gebruikt worden voor het budget B1
en B2? Op 1 juli 2005 was dat 60%.
Ten slotte, zal er een baremieke verhoging toegekend worden? Zo ja,
zal dit op 1 januari 2006 of 1 juli 2006 zijn? Welke percentages zal u
daarbij gebruiken, mijnheer de minister?
Quelle année de référence RCM
sera utilisée pour calculer l'activité
justifiée?
Quelles seront les années de
référence pour le financement
supplémentaire dans la section B2
en matière de nomenclature, de
RIM et de RCM?
Quel pourcentage d'ajustement
sera utilisé pour les budgets B1 et
B2?
Le 1
er
juillet 2005, il était de 60 %.
Les barèmes seront-ils relevés?
Quand? Dans quelle proportion?
09.03 Minister Rudy Demotte: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Vandeurzen, in haar advies van 12 september 2005 heeft de afdeling
Financiering van de Nationale Raad voor Ziekenhuisvoorzieningen, de
zogenaamde NRZV, voorgesteld de gegevens die werden gebruikt
voor de vaststelling van het budget van financiële middelen op
1 juli 2005 up-to-date te maken.
Op voorwaarde dat ze beschikbaar zijn zouden de volgende gegevens
gebruikt moeten worden voor de berekening van het budget van
financiële middelen op 1 juli 2006. Ik citeer: "De boekhoudkundige
gegevens zullen afkomstig zijn uit de Finhosta-tabellen 2004" De
MKG op basis waarvan het aantal verantwoorde bedden wordt
berekend zijn die van het tweede semester 2003 en van het eerste
semester 2004. De nomenclatuurgegevens en de MVG die worden
gebruikt voor de inleiding in decielen zullen afkomstig zijn uit het
referentiejaar 2003.
Voor de aanpassing van de budgetten B1 en B2 zou dit percentage
100% moeten zijn op 1 juli 2006, rekening houdend met het feit dat de
aanpassing voor 100% van het budget B2 een sociale correctie-index
zou omvatten in de berekening van de verantwoorde bedden.
Ten slotte wil ik vermelden dat de financiering van de baremieke
verhogingen niet voorkomt in het budget 2006. Dat bevat daarentegen
het bedrag van 9,66 miljoen euro, bestemd voor het onderdeel B2 van
het budget van financiële middelen.
Tot zover, mijnheer Vandeurzen, mijn antwoord.
09.03 Rudy Demotte, ministre: Le
12 septembre 2005, la division
Financement du Conseil national
des Etablissements hospitaliers a
décidé d'actualiser les données.
Une clause de disponibilité est
prévue mais pour collecter les
données comptables, nous
puiserons dans les tables Finhosta
2004. Pour calculer le nombre de
lits justifiés, nous utiliserons le
RCM du deuxième semestre de
2003 et du premier semestre de
2004. Nous appliquerons les
données de la nomenclature et le
RCM de l'année de référence
2003. Le pourcentage
d'ajustement applicable aux
budgets B1 et B2 devrait s'élever à
100 étant entendu que nous
tiendrons compte du fait que
l'ajustement du budget B2 intègre
un indice de correction sociale
pour le calcul des lits justifiés.
Dans le budget 2006, il n'est pas
question d'un quelconque
financement des augmentations
barémiques. En revanche, 9,66
millions d'euros ont été destinés à
la section B2 du budget.
09.04 Jo Vandeurzen (CD&V): Ik dank de minister voor het
antwoord.
Uiteraard zijn er paar randvoorwaarden, zoals onder meer de
beschikbaarheid van de gegevens.
Ik heb eerlijk gezegd vaak meer vragen over de validatie van de
gegevens. Er is op dat vlak voor mij een aantal serieuze problemen.
09.04 Jo Vandeurzen (CD&V):
Les données doivent évidemment
être disponibles, mais c'est surtout
leur validation qui semble poser
problème. Toutes les informations
nécessaires devraient être
communiquées avant le début de
l'année. Sinon, comment peut-on
CRIV 51
COM 832
31/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
In algemene termen vind ik dat men zo'n informatie zou moeten
kunnen geven vóór het jaar start. Hoe kunt u nu vragen dat mensen
budgetten maken als ze niet weten hoe het budget zal worden
berekend? Allerlei samenwerkingsverbanden beschikken over
simulaties en willen een en ander berekenen, maar men weet gewoon
niet op basis van welke gegevens men moet rekenen. Ik vind het
beter mocht u dat aan de betrokkenen kunnen meedelen vóór het
budget wordt opgesteld, dus vóór december.
confectionner des budgets?
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Mijnheer Vandeurzen, andere collega's zijn zich goed bewust van het feit dat u een druk
bezet man bent. Daarom hebben de heer Arens en mevrouw Muylle hun respectievelijke vragen nrs. 9382
en 9401 uitgesteld. U kunt aldus meteen overgaan tot het stellen van uw vraag nr. 9403.
10 Vraag van de heer Jo Vandeurzen aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
BTW op ziekenhuisdiensten" (nr. 9403)
10 Question de M. Jo Vandeurzen au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "la TVA
applicable aux services hospitaliers" (n° 9403)
10.01 Jo Vandeurzen (CD&V): Mijnheer de voorzitter, het is een oud
probleem. De vraag dateert al van enige jaren geleden.
Een arrest van het Europees Hof bepaalt dat ziekenhuizen verplicht
zijn om BTW aan te rekenen op de niet-medische diensten. Het gaat
onder andere over kamers.
Is er een juiste lezing van het desbetreffende arrest?
Wat zijn de repercussies van het arrest?
Zult u de regels inzake financiering aanpassen aan het feit dat nu
blijkbaar BTW zal moeten worden aangerekend en, naar ik aanneem,
ook in mindering kan worden gebracht?
Hebt u het effect kunnen berekenen van die maatregelen voor de
patiënten?
10.01 Jo Vandeurzen (CD&V):
Selon un arrêt de la Cour de
justice des Communautés
européennes, les hôpitaux
devraient réclamer la TVA sur les
services non médicaux. Est-ce
ainsi qu'il faut interpréter l'arrêt?
Quelles sont les répercussions de
cette lecture?
Les règles régissant le
financement seront-elles
adaptées?
Les implications pour les patients
ont-elles déjà été chiffrées?
10.02 Minister Rudy Demotte: Mijnheer de voorzitter, de omzetting
van de Europese richtlijn inzake BTW kan inderdaad gevolgen
hebben voor de niet-medische diensten in ziekenhuizen. We denken
daarbij in het bijzonder aan diensten waarvoor wordt betaald, maar
die geen deel uitmaken van de nomenclatuur van de
gezondheidszorg, en aan andere, niet-medische prestaties.
De kwestie moet nog worden besproken met mijn collega-minister
van Financiën. Eventueel zal een werkgroep in verband met het
thema worden opgericht. Dat lijkt mij redelijk.
Het is eveneens mogelijk dat binnenkort een juridische nota wordt
opgesteld. Ik zal niet nalaten u over de kwestie te informeren.
10.02 Rudy Demotte, ministre: La
transposition de la directive
européenne sur la TVA pourrait en
effet avoir des conséquences pour
les services non médicaux dans
les hôpitaux. Il s'agit en l'espèce
de services rétribués non inscrits
dans la nomenclature ainsi que
d'autres prestations non
médicales. Je dois encore
examiner la question avec le
ministre des Finances. Il est
possible qu'un groupe de travail
soit créé, ce qui me semble une
démarche raisonnable. Une note
juridique pourrait également voir le
jour sous peu. Je tiendrai M.
Vandeurzen au courant des
31/01/2006
CRIV 51
COM 832
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
nouveaux développements.
10.03 Jo Vandeurzen (CD&V): Ik ben erg benieuwd naar de
juridische nota.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
11 Vraag van de heer Luc Goutry aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
erkenning van revalidatieartsen voor de autonome revalidatiecentra" (nr. 9453)
11 Question de M. Luc Goutry au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"l'agrément de médecins en revalidation pour les centres de revalidation autonomes" (n° 9453)
11.01 Luc Goutry (CD&V): Mijnheer de minister, het gaat erom dat
de sector van de autonome revalidatiecentra, de zogenaamde NOK-
en PSY- centra, mij meldt dat al enige tijd het groot probleem bestaat
van een tekort aan revalidatieartsen. Elk van deze centra heeft op
basis van zijn erkenning en zijn conventie de verplichting om te
beschikken over een revalidatiearts die uiteraard verantwoordelijk is
voor alle revalidaties die worden doorgevoerd. Een aantal centra is
momenteel intensief op zoek naar revalidatieartsen maar zij hebben
geen resultaat. Tevens melden andere centra dat zij in de nabije
toekomst een vergelijkbaar probleem verwachten. We zullen daar dus
toch even aandacht voor moeten hebben. Het blijkt ook dat dit
structureel probleem aangroeit. In de betrokken RIZIV-conventie is de
aanwezigheid van een revalidatiearts binnen de equipe als
voorwaarde opgelegd. Ik dring dus uiteraard aan op een aanpak van
dit probleem.
Mijnheer de minister, waarmee zou dit te maken hebben? Welke zijn
de actuele erkenningsvoorwaarden? Liggen die misschien te moeilijk?
Wat zal er ondernomen worden om dit probleem uiteindelijk op te
lossen? Uiteraard is er ook de vraag of het probleem u bekend is.
11.01 Luc Goutry (CD&V) : Le
secteur des centres de
revalidation autonomes est
confronté à une pénurie de
médecins spécialistes en
réadaptation. Ce problème
structurel se pose avec de plus en
plus d'acuité. En vertu de la
convention INAMI, chaque équipe
doit disposer d'un médecin
spécialiste en réadaptation.
Le ministre est-il informé du
problème?
Comment l'explique-t-il? Quelles
sont les conditions d'agréation
actuelles? Comment le ministre
résoudra-t-il le problème?
11.02 Minister Rudy Demotte: Mijnheer de voorzitter, in verband met
de actuele erkenningsvoorwaarden kan ik u het volgende melden: de
huidige criteria voor de erkenning van geneesheren-specialisten in de
functionele en professionele revalidatie staan vermeld in het koninklijk
besluit van 6 maart 1968 tot vaststelling van de modaliteiten en
voorwaarden van erkenning van geneesheren-specialisten in de
revalidatie inzake sociale reclassering van de mindervaliden en
tevens in het koninklijk besluit van 20 december 1978 tot goedkeuring
van de criteria voor stage en beoefening van de revalidatie met het
oog op de erkenning van geneesheren-specialisten in de revalidatie
op het gebied van de sociale wederaanpassing van de mindervaliden.
Op dit moment wordt de laatste hand gelegd aan een ontwerp van
ministerieel besluit tot vaststelling van bijzondere criteria voor de
erkenning van de geneesheren-specialisten, houders van de
bijzondere beroepstitel in de functionele, sociale en professionele
revalidatie van gehandicapten alsook van de stagemeesters en
stagediensten in de functionele, sociale en professionele revalidatie
van gehandicapten. Van zodra dit ministerieel besluit in voege treedt
valt de functionele en professionele revalidatie onder het koninklijk
besluit van 21 april 1983 tot vaststelling van de nadere regeling voor
de erkenning van geneesheren-specialisten en huisartsen, zoals alle
andere specialiteiten en bijzondere bevoegdheden.
11.02 Rudy Demotte, ministre:
Les critères d'agréation actuels
pour les médecins spécialistes en
réadaptation fonctionnelle et
professionnelle figurent dans
l'arrêté royal du 6 mars 1968 et
dans l'arrêté royal du 20 décembre
1978. Un projet d'arrêté ministériel
portant fixation des critères
particuliers d'agréation des
médecins spécialistes, titulaires
d'un titre professionnel particulier
et maîtres de stage et services de
stage dans la réadaptation
fonctionnelle, sociale et
professionnelle de personnes
handicapées, est en voie de
finalisation. Dès l'entrée en
vigueur de l'arrêté ministériel, la
réadaptation fonctionnelle et
professionnelle entre dans le
champ d'application de l'arrêté
royal du 21 avril 1983 fixant les
modalités de l'agréation des
CRIV 51
COM 832
31/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
De bovenvermelde koninklijke besluiten uit 1968 en 1978 vervallen
dan ook.
Wat uw tweede vraag betreft, in het koninklijk besluit van 30 mei 2002
met betrekking tot de planning van het medisch aanbod werd de
functionele en professionele revalidatie opgenomen in de lijst van
bijzondere beroepstitels waarop de beperking van het aantal
kandidaten niet van toepassing is.
In het ontwerp van ministerieel besluit waarvan sprake in mijn eerste
punt, wordt bepaald dat een geneesheer-specialist in de fysische
geneeskunde en revalidatie, zonder bijkomende opleiding kan worden
erkend voor de motorische revalidatie op voorwaarde dat hij kan
aantonen tijdens zijn opleiding in de fysieke geneeskunde en
revalidatie een specifieke opleiding van ten minste twee jaar te
hebben gevolgd in een erkende stagedienst voor motorische
revalidatie.
Het gegeven dat zij in bovenvermeld geval geen bijkomende opleiding
meer moeten volgen om erkend te worden in de motorische
revalidatie, zou meer geneesheren-specialisten in de fysische
geneeskunde en revalidatie ertoe moeten aanzetten deze bijkomende
erkenning aan te vragen.
médecins spécialistes et des
médecins généralistes, comme
toutes les autres spécialités et
compétences particulières. Les
arrêtés royaux de 1968 et de 1978
deviennent alors caducs.
Dans l'arrêté royal du 30 mai
2002, la réadaptation fonctionnelle
et professionnelle figure dans la
liste des titres professionnels
particuliers qui ne font l'objet
d'aucune limitation quant au
nombre de candidats.
Il sera précisé dans mon arrêté
ministériel qu'un médecin
spécialiste en médecine physique
et en réadaptation, qui n'a pas
suivi de formation
complémentaire, pourra obtenir un
agrément en matière de
réadaptation motrice à condition
d'avoir suivi pendant ses études
une formation spécifique à cet
effet auprès d'un service de stage
agréé. On promouvra ainsi
l'obtention de cet agrément.
11.03 Luc Goutry (CD&V): Mijnheer de minister, ik neem akte van
uw antwoord, waarvoor ik u dank.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Het volgende punt was samengevoegde vragen, maar aangezien collega Bellot en mevrouw
Muylle niets van zich hebben laten horen, is er alleen de resterende vraag van de heer Verhaegen.
12 Vraag van de heer Mark Verhaegen aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over
"de problemen met de aangifteformulieren voor de bijdragen aan het FAVV" (nr. 10050)
12 Question de M. Mark Verhaegen au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur " les
problèmes concernant les formulaires de déclaration pour le calcul des cotisations AFSCA" (n° 10050)
12.01 Mark Verhaegen (CD&V): Mijnheer de voorzitter, dan zal ik de
handschoen ook opnemen voor mijn twee collega's. De vraag gaat
over de problemen betreffende de aangifteformulieren voor de
bijdragen aan het FAVV.
Met het nieuwe financieringssysteem van het FAVV, mijnheer de
minister, heeft de land- en tuinbouwsector geopteerd voor een
forfaitaire bijdrage van 187 euro per bedrijf. Zo'n bijdrage zorgt in de
eerste plaats voor een aanzienlijke administratieve verlichting bij het
FAVV. Op het terrein stellen wij nu vast dat er zich een aantal
problemen manifesteren omdat de bedrijven een aangifteformulier
ontvangen hebben dat zij alleen moeten terugsturen wanneer er
fouten in staan. In de loop van de maand mei zullen zij dan een
factuur ontvangen.
12.01 Mark Verhaegen (CD&V) :
Dans le nouveau système de
financement de l'AFSCA, il a été
opté pour une contribution
forfaitaire de 187 euros par
entreprise. L'AFSCA se base sur
la Banque-carrefour des
entreprises (BCE) pour l'envoi des
formulaires de déclaration.
Certains agriculteurs pensionnés
ont également reçu un formulaire
parce que les données de la
banque ne sont pas à jour.
Quelles en seront les
conséquences?
31/01/2006
CRIV 51
COM 832
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
Om die onduidelijkheden op te lossen of te verhelderen, heb ik enkele
vragen.
Ten eerste, de verstuurde aangifteformulieren zijn gebaseerd op
gegevens van de Kruispuntbank van Ondernemingen, maar deze zijn
niet altijd up-to-date. Daardoor gebeurt het wel eens dat veel
gepensioneerde boeren ook nog een aangifteformulier ontvangen
hebben. Vaak waren zij ook niet op de hoogte van het systeem en
hebben zij het formulier weggegooid of onachtzaam ergens
weggelegd. Zal hier een beroepsprocedure mogelijk zijn wanneer de
facturen worden verstuurd?
Ten tweede, kan er ook begrip opgebracht worden voor kleine
bedrijven in de landbouw? Ik denk bijvoorbeeld, aan
gelegenheidstelers of paardenhouders.
Ten derde, kunnen samenwerkingsvormen op een bedrijf aanzien
worden als een eenheid, zodat er maar een aangifte moet uitgevoerd
worden?
Ten vierde, sectoren als sierteelt, vlas of kerstbomen behoren
duidelijk niet tot de voedselproductie. Wij vragen ons dan ook af
waarom deze bedrijven nog wel moeten betalen.
Ten vijfde, bedrijven die autocontrole uitvoeren, zouden een korting
ontvangen hebben op hun bijdragen. Er zijn blijkbaar maar een
zevental sectorgidsen goedgekeurd, de overige laten op zich
wachten. Mijn vraag is dan ook hoelang dat nog zal duren. Wanneer
zullen de laatste sectorgidsen ter beschikking zijn van de land- en
tuinbouwers?
Fera-t-on preuve de
compréhension pour les petites
entreprises agricoles? Les
entreprises qui pratiquent des
formes de coopération sont-elles
considérées comme une unité ou
comme des entreprises distinctes?
L'horticulture, le lin et les sapins
de Noël ne font pas partie de la
production alimentaire. Pourquoi
ces entreprises doivent-elles
également payer?
Les entreprises qui pratiquent
l'auto-contrôle bénéficient d'une
réduction, mais jusqu'à présent
sept guides sectoriels seulement
ont été approuvés. Quand les
autres guides le seront-ils?
12.02 Rudy Demotte, ministre: Monsieur le président, monsieur
Verhaegen, les déclarations de l'AFSCA servent à récolter les
données nécessaires pour le calcul des montants des contributions
dans le cadre de nouveaux financements.
L'AFSCA a déterminé, en étroite collaboration avec chacune des
organisations représentantes des opérateurs, le calcul des montants
et des modalités de facturation.
En ce qui concerne l'agriculture, un montant forfaitaire de 187 euros a
été retenu, ce qui empêche toute modulation en fonction de la taille
dans le secteur agricole.
Pour les autres secteurs, il est tenu compte de paramètres tels que le
volume de production ou le nombre de personnes employées.
Vu le caractère forfaitaire de la contribution, les agriculteurs, qui ne
sont actifs que dans le secteur primaire, ne doivent pas renvoyer le
formulaire. Ils peuvent le faire lorsqu'une des données de leur
signalétique telle que connue dans la banque de données de l'AFSCA
doit être corrigée avec le mailing. L'agriculteur est donc parfaitement
au courant des données détenues par l'Agence. Cela doit permettre
d'éviter toute erreur dans l'établissement des factures.
12.02 Minister Rudy Demotte: De
FAVV-aangiften dienen voor de
inzameling van de gegevens voor
de berekening van de bijdragen in
het kader van de nieuwe
financiering. Voor de landbouw
geldt een forfaitaire bijdrage (187
euro). De landbouwers die enkel in
de primaire sector actief zijn,
dienen bijgevolg het formulier niet
terug te sturen. Zij kunnen dat
evenwel doen om te vragen dat de
inlichtingen in de FAVV-databank
die op hen betrekking hebben,
worden gecorrigeerd.
Voor de identificatie van de bedrijven zijn we uitgegaan van de
Kruispuntbank van de Ondernemingen. Indien verschillende,
juridische entiteiten zich op een geografische locatie bevinden en zij
Les entreprises sont identifiées sur
la base de données fournies par la
BCE. Lorsque plusieurs entités
CRIV 51
COM 832
31/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21
elk een activiteit uitoefenen in het bevoegdheidsdomein van het
agentschap, zal elke entiteit bijdrageverplicht zijn.
Voor alle andere maatregelen, zoals fiscaliteit, worden zij ook als
aparte entiteiten beschouwd.
Sierteelt, vlas en kerstbomen maken inderdaad geen onderdeel uit
van de voedselproductie. Daarentegen staat evenwel dat het
agentschap niet alleen bevoegd is voor controles op de productie van
voedingsmiddelen bestemd voor menselijke consumptie, maar ook
voor controles op de gezondheid van plant en dier. Dat betekent
onder meer dat fytosanitaire controles worden uitgevoerd door het
agentschap. Aangezien de voormelde bedrijven binnen het
bevoegdheidsdomein van het agentschap vallen, zijn zij ook
bijdrageplichtig.
Voor de verzending van aangifteformulieren werd zoveel mogelijk
gebruikgemaakt van de gegevens van de Kruispuntbank van de
Ondernemingen, de zogenaamde KBO. Voor een ander gedeelte van
de gegevens werd gebruikgemaakt van de databanken van het
voedselagentschap. Niet alle operatoren die voor het agentschap van
belang zijn, zijn immers bekend bij de KBO. Dat geldt bijvoorbeeld
voor natuurlijke personen. Dat kan een verklaring zijn voor het feit dat
een aantal formulieren werd verstuurd aan gepensioneerde
landbouwers.
juridiques exerçant une activité
dans le domaine de compétence
de l'AFSCA sont établies dans le
même site, elles doivent payer
chacune séparément des
cotisations.
Étant donné que l'AFSCA est
également compétente en matière
de la santé des animaux et des
plantes et effectue à cet effet des
contrôles phytosanitaires, les
secteurs de l'horticulture, de la
liniculture et de la production de
sapins de Noël sont également
tenus de payer des cotisations.
Pour l'envoi des formulaires, il a
été fait usage des données de la
BCE. Les personnes physiques
n'étant pas reprises dans la BCE,
il a également été fait appel aux
banques de données de l'AFSCA.
De ce fait, certains agriculteurs
pensionnés ont également reçu un
formulaire.
Si l'agriculteur exerce plusieurs activités, dont celle du tourisme à la
ferme, il est tenu de renvoyer le formulaire dûment complété. La
plupart de ses autres activités ne sont pas nécessairement reprises
dans les banques de données existantes, en ce comprises celles des
Régions, d'où la nécessité d'un retour de la déclaration.
Als de landbouwer verscheidene
activiteiten uitoefent, waaronder
het hoevetoerisme, dient hij het
formulier terug te sturen.
Wanneer ex-operatoren als gepensioneerde landbouwers te goeder
trouw hun formulier niet hebben teruggezonden, zullen zij uiteraard
niet gepenaliseerd worden.
In de financieringswet van december 2004, meer bepaald in
artikel 11, § 2, liggen de principes met betrekking tot het indienen van
bezwaren vast. Dit geldt dus ook voor degenen die van mening zijn
dat zij niet meer in aanmerking komen als bijdrageplichtige. Zij
kunnen via een aangetekend schrijven bezwaar indienen bij de
gedelegeerd bestuurder van het agentschap.
Ik ben mij ervan bewust dat het een vrij omslachtige procedure is. Ik
heb het Agentschap dan ook reeds gevraagd om, samen met de
beroepsorganisaties, een meer gebruiksvriendelijke oplossing uit te
werken met bijzondere aandacht voor degenen die de stopzetting van
hun activiteiten wensen aan te geven.
Les agriculteurs retraités qui ne
renvoient pas le formulaire ne
seront pas sanctionnés. S'ils le
veulent, ils peuvent introduire une
réclamation écrite auprès de
l'administrateur délégué de
l'AFSCA. Puisque cette procédure
est assez complexe, l'AFSCA et
les organisations professionnelles
préparent actuellement une
solution plus pratique.
L'Agence a en effet mis en place un helpdesk accessible les jours
ouvrables de 7 à 20 heures. Le helpdesk a reçu 27.876 appels entre
le 15 novembre et le 30 janvier et a pu apporter une réponse définitive
à 97,6% d'entre eux. La majorité des appels a été enregistrée entre le
6 et le 14 décembre avec un pic de 1.700 appels par jour. Une équipe
de 20 personnes dont la moitié à plein temps répond aux appels. La
situation s'est régularisée dans la dernière semaine de décembre
mais on a connu un nouveau pic vers la fin du mois de janvier 2006,
Het FAVV heeft een helpdesk
opgericht die tussen 15 november
en 30 januari bijna dertigduizend
oproepen heeft gekregen. Gelet
op de noodzaak, heb ik de
aangifteperiode tot 28 februari
2006 verlengd en ook de helpdesk
zal tot die datum kunnen worden
31/01/2006
CRIV 51
COM 832
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22
fin de la période de déclaration.
Vu la nécessité, j'ai décidé de prolonger la période de déclaration et
les activités du helpdesk jusqu'au 28 février 2006. Les opérateurs ont
d'ailleurs la possibilité de consulter un site web consacré aux
changements en 2006. Les questions posées sur le financement et
les réponses correspondantes se trouvent aussi sur ce site dont
l'adresse est "www.afsca2006.be".
geraadpleegd. De operatoren
kunnen tevens inlichtingen over de
in 2006 geplande wijzigingen en
de financiering verkrijgen op de
site www.favv2006.be.
Wat de autocontrolegidsen betreft, kan ik meedelen dat er 25
ontwerpen van sectorgidsen ingediend zijn, waarvan er op dit moment
7 gevalideerd zijn.
Een goed ontworpen en geschreven gids kan binnen de 6 maanden
goedgekeurd worden. Daarbij wordt rekening gehouden met het
doorlopen van de evaluatieprocedure, met een onderzoek door
experts en met een advies van het Wetenschappelijk Comité. Meestal
moeten in de ingediende gidsen wijzigingen aangebracht worden ten
gevolge van de evaluatie. De belangrijkste factor in de
behandelingstermijn is de snelheid van de reactie van de
beroepsorganisaties op de opmerkingen van het agentschap.
Men kan ervan uitgaan dat de reeds ingediende gidsen goedgekeurd
zullen worden in de loop van 2006. Ik heb erin voorzien dat er een
grondige evaluatie uitgevoerd zal worden van het
financieringssysteem. Na die evaluatie kunnen eventueel bijsturingen
in de reglementering aangebracht worden. Ik zal er ook over waken
dat ook het probleem van de kleine landbouwbedrijven meegenomen
wordt in de evaluatie. Tot daar mijn lange en uitgebreide antwoord.
Actuellement, sept des vingt-cinq
projets de guide sectoriel qui ont
été déposés ont été validés. Nous
tiendrons compte de la procédure
d'évaluation, de l'analyse réalisée
par des experts et de l'avis du
Comité scientifique. La rapidité
avec laquelle se fera leur
homologation dépendra surtout de
la vitesse avec laquelle les
organisations professionnelles
réagiront aux modifications
proposées de l'AFSCA. Les guides
qui ont déjà été déposés seront
homologués en 2006.
Nous procéderons à une
évaluation approfondie du système
de financement, après quoi des
modifications éventuelles pourront
être apportées au règlement. Je
veillerai à ce que la situation des
exploitations de petite taille puisse
aussi être évaluée.
De voorzitter: Tot daar het inderdaad uitgebreide antwoord van de minister.
12.03 Mark Verhaegen (CD&V): Het was inderdaad heel uitgebreid,
mijnheer de minister. Dank u daarvoor.
U herinnert zich het wetsontwerp over de financiering van het FAVV.
Daar hebben wij zeer lang over gedaan. Dat is er vier jaar na de
oprichting gekomen. Er zal inderdaad nog een aantal
vereenvoudigingen en verduidelijkingen moeten komen.
Een enkele vraag hebt u niet beantwoord. Misschien kunt u ze
meenemen bij de sectorbesprekingen. Ik denk dan aan de
mogelijkheid tot samenwerkingsvormen en ik denk ook aan enig
realisme inzake de kleine bedrijven en hobbysituaties. Ik heb een
aantal signalementen gekregen. Zo moet een ponyvereniging die
dikwijls voor een buitenlandse wedstrijd met jongeren de grens over
trekt, voor elke pony een attest invullen, waar zij dan een factuur voor
krijgen. Kortom, zulke praktische problemen brengen de mensen toch
aan het schrikken. Ik meen dat een en ander moet verfijnd worden.
Belangrijk is voor ons ook het engagement die sectorgidsen dit jaar te
federaliseren. Dat is een goede zaak. Dank u voor uw antwoord.
12.03 Mark Verhaegen (CD&V): Il
convient effectivement d'apporter
un certain nombre de
modifications au projet de loi sur le
financement de l'AFSCA.
J'espère que le ministre saura
faire preuve d'un certain sens des
réalités vis-à-vis des petites
exploitations et des personnes qui
pratiquent l'agriculture comme
hobby.
Le fait que les guides sectoriels
aient été fédéralisés cette année
est un point positif.
Het incident is gesloten.
CRIV 51
COM 832
31/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
23
L'incident est clos.
De voorzitter: Het geduld van mevrouw Jiroflée wordt beloond.
13 Vraag van mevrouw Karin Jiroflée aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "het
intrafamiliaal geweld en de rol van de huisarts" (nr. 9473)
13 Question de Mme Karin Jiroflée au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "la
violence intrafamiliale et le rôle du médecin de famille" (n° 9473)
De voorzitter: Dit is uiteraard geen biografische vraag.
13.01 Karin Jiroflée (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, in juli 2005 publiceerde het Steunpunt Algemeen
Welzijnswerk in Vlaanderen een dossier over intrafamiliaal geweld.
Uzelf gaf in 2003 opdracht om een onderzoek uit te voeren over de rol
van de huisarts en de spoedgevallendiensten bij intrafamiliaal geweld.
Dit onderzoek gebeurde in 2003 en 2004 en dit werd in 2005 verder
geïmplementeerd door de Wetenschappelijke Vereniging van
Vlaamse Huisartsen. Vanuit de FOD Volksgezondheid werd ook een
campagne opgezet met onder meer de uitgave van een brochure. Het
is trouwens een zeer goede brochure.
Ondanks deze inspanningen, mijnheer de minister, worden de
huisartsen nog zeer moeilijk bereikt met betrekking tot intrafamiliaal
geweld. Uit het veld krijg ik meldingen dat de samenwerking niet altijd
even makkelijk loopt en zelfs moeilijk loopt. Huisartsen zijn nochtans
een belangrijke partner in dit verband, zeker als we het hebben over
vroege detectie.
Mijn vragen aan de minister zijn de volgende. Is er een evaluatie
geweest van uw acties naar de huisartsen? Wordt het project
voortgezet, gestopt of geheroriënteerd? Wat gaat u er verder mee
doen? Plant u in de toekomst nog andere acties rond het thema
intrafamiliaal geweld?
13.01 Karine Jiroflée (sp.a-spirit):
Malgré les efforts accomplis pour
remédier au problème de la
violence intrafamiliale une étude
relative au rôle du médecin
généraliste en 2003, une
campagne menée par le SPF
Santé publique - il s'avère
extrêmement difficile de
sensibiliser les médecins
généralistes à ce problème.
Les actions ciblant les médecins
généralistes sont-elles évaluées,
poursuivies, arrêtées ou
réorientées?
Le ministre prévoit-il d'autres
actions dans ce domaine?
13.02 Minister Rudy Demotte: Mijnheer de voorzitter, mevrouw
Jiroflée, zoals u weet werd er op mijn initiatief een onderzoek
uitgevoerd door twee Belgische artsenverenigingen, de
Wetenschappelijke Vereniging van Vlaamse Huisartsen (WVVH), en
de Société Scientifique de Médecine Générale (SSMG). Na dit
onderzoek werd er een gids opgesteld en gepubliceerd. Deze gids
had als doel de eerstelijnszorgverstrekkers, de huisartsen en de
spoedartsen te sensibiliseren voor de problematiek van het
intrafamiliaal geweld.
Een tweede onderzoek werd geleid door dokter Pas van de
Wetenschappelijke Vereniging van Vlaamse Huisartsen en had onder
andere als doel deze gids te evalueren, voornamelijk vanuit het
standpunt van de huisartsen. In dit kader werden er telefonische
enquêtes bij huisartsen georganiseerd. Op basis hiervan werd
besloten synthesekaarten op te stellen, aangevuld met schema's in de
vorm van beslissingsbomen. Deze zullen de sensibilisatie van de
actoren op het terrein versterken en ondersteunen. Deze schema's
zullen begin 2006 verspreid worden.
De volledige resultaten van de studie worden zeer binnenkort
verwacht en zullen beschikbaar zijn op de webstek van de FOD,
www.health.fgov.be.
13.02 Rudy Demotte, ministre:
J'ai chargé deux associations de
médecins belges, la
Wetenschappelijke Vereniging van
Vlaamse Huisartsen (association
scientifique des médecins
généralistes flamands WVVH) et
la Société scientifique de
Médecine générale (SSMG) de
mener une enquête à ce sujet.
Dans la foulée, un guide visant à
sensibiliser les prestataires de
soins de première ligne au
problème de la violence
intrafamiliale a été publié.
Une deuxième étude, visant à
évaluer le guide du point de vue
des médecins généralistes, a été
coordonnée par le docteur Pas de
la WVVH.
Une enquête téléphonique est
31/01/2006
CRIV 51
COM 832
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24
Overeenkomstig het nationaal actieplan tegen partnergeweld 2004-
2007 is er in 2006 in opleidingen voor huisartsen voorzien.
Tegelijkertijd zal een registratiesysteem voor daden van
partnergeweld worden opgezet binnen een representatieve
steekproefgroep van spoeddiensten in ziekenhuizen. Dit zal het
mogelijk maken om vervolgens na te gaan in welke mate dit
registratiesysteem in 2007 door de huisartsen kan gebruikt worden.
menée dans ce cadre auprès des
médecins généralistes. Elle servira
de base à des cartes de synthèse
qui seront complétées par des
schémas d'arborescences
décisionnelles. Ces schémas
seront diffusés dans les prochains
mois à venir. Les résultats
complets pourront bientôt être
consultés sur site web du SPF
Santé publique.
Par ailleurs, un système
d'enregistrement des actes de
violence conjugale sera mis en
place dans le cadre d'un
échantillonnage représentatif de
services d'urgences hospitaliers.
Nous verrons ensuite dans quelle
mesure ce système
pourra
également être mis en oeuvre par
les médecins généralistes dans le
courant de l'année prochaine.
13.03 Karin Jiroflée (sp.a-spirit): Mijnheer de minister, ik merk dat u
voortgaat op de ingeslagen weg. Dat is een hele goede zaak. Het
actieplan krijgt langzamerhand vorm. We zijn op de goede weg,
vooral omdat het actieplan, over de grenzen van de verschillende
FOD's heen, voorziet in een aantal acties. Blijkbaar zijn deze acties
lopende. Ik zal dit dossier met de nodige aandacht blijven volgen. Ik
ben ervan overtuigd dat een aantal goede zaken aan het gebeuren is.
13.03 Karine Jiroflée (sp.a-spirit):
Je constate avec plaisir que les
choses bougent dans ce dossier
très sérieux et que le plan d'action
commence à prendre forme, au
delà des limites des différents
SPF.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Van mevrouw De Permentier hebben wij niets vernomen. Haar vraag nr. 9492 wordt
geschrapt.
14 Vraag van mevrouw Hilde Vautmans aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over
"'post-exposure' profylaxis (PEP)" (nr. 9502)
14 Question de Mme Hilde Vautmans au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "la
prophylaxie 'post-exposition' (PEP)" (n° 9502)
14.01 Hilde Vautmans (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, vandaag is het blijkbaar mijn vragendag over aids, want al
mijn vragen staan na mekaar geagendeerd.
Hier gaat het om een specifiek probleem dat zich voordoet in de
ziekenhuizen. We stellen namelijk vast dat af en toe ook HIV wordt
overgedragen door een prikincident of door het spatten van besmet
lichaamsvocht op een niet-intacte huid. Vooral ziekenhuispersoneel
loopt een verhoogd risico om op die manier besmet te geraken.
Als bij een mogelijke besmetting snel kan worden opgetreden, bestaat
daarvoor een medicijn, dat post-exposure profylaxis of PEP heet. Het
kan worden toegediend tussen de twee en de vierentwintig uur na een
eventuele besmetting; een behandeling duurt vier weken.
14.01 Hilde Vautmans (VLD) : Le
virus HIV peut se transmettre par
le contact inopiné d'une aiguille
infectée ou par le giclement de
liquides organiques sur une peau
non intacte. Le personnel
hospitalier est surtout concerné
par ce type de contamination.
Quand on se trouve face à une
possible contamination, il convient
d'agir rapidement. Le médicament
PEP doit être administré dans un
délai maximal de deux à vingt-
quatre heures après cette
contamination éventuelle. Le
CRIV 51
COM 832
31/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25
De werking ervan is, volgens de informatie die ik kreeg, niet helemaal
aangetoond, maar het is wel waarschijnlijk dat PEP de kans verkleint
dat iemand wel degelijk HIV-positief wordt.
In de Unicef-brochure uit de conclusies en aanbevelingen van de
Unicef-brochure komen mijn vragen staat zeer duidelijk dat
Frankrijk en Nederland PEP wel terugbetalen, terwijl dat in België niet
het geval is.
Mijnheer de minister, vandaar heb ik de volgende vragen.
Hoe komt het dat PEP in België niet wordt terugbetaald, maar in
Nederland en Frankrijk wel?
Zijn er plannen om dat medicijn ook in onze ziekenhuizen voorhanden
te hebben? De aanwezigheid van elk middel dat de kans geeft om de
besmetting in een ziekenhuis waar de kans op besmetting overigens
reëel is, gezien de aard van de activiteiten, niet te laten doorgaan; kan
nuttig zijn.
traitement doit ensuite
se
poursuivre durant quatre
semaines.
L'efficacité du PEP n'a pas été
démontrée, mais il est très
probable qu'il diminue le risque de
devenir HIV positif. Le PEP est
déjà remboursé en France et aux
Pays-Bas.
Le ministre envisage-t-il
également un remboursement de
ce médicament dans notre pays,
par exemple dans le cas d'un
accident professionnel?
14.02 Minister Rudy Demotte: Mijnheer de voorzitter, mevrouw
Vautmans, het profylactisch gebruik van geneesmiddelen houdt een
behandeling van vier weken in, waarmee begonnen moet worden
binnen de 72 uur na besmetting met het virus.
Het voorschrijven van een dergelijke behandeling is gebaseerd op
een enkele studie die reeds een aantal jaren oud is. Die studie heeft
een risicoverkleining aangetoond bij personen die binnen de 72 uren
PEP hebben ingenomen. Sindsdien werd het behandelingsschema
uitgebreid met twee of drie geneesmiddelen, zonder dat er een
volgende studie werd uitgevoerd.
De enige studie, waarvan sprake, werd uitgevoerd volgens een
kwalitatief zeer middelmatige methodologie. Ze werd door geen
enkele andere échte studie gevolgd, dat wil zeggen een studie
gebaseerd op een aselecte steekproef en op "dubbel blind"
onderzoek.
Wegens het gebrek aan indicatie en aan een echt therapeutisch
schema, zijn er tot nu toe geen plannen voor tegemoetkoming door
het RIZIV.
De prijs bedraagt 600 tot 700 euro, naargelang de gekozen molecule.
Elke zorginstelling en de arbeidsgeneesheren staan in voor het
eventuele contact van het zorgpersoneel met besmette biologische
vloeistoffen. Het besmettingsrisico dat tijdens seksuele betrekkingen
wordt opgelopen, wordt geval per geval onderzocht tijdens medische
raadplegingen.
14.02 Rudy Demotte, ministre: Le
traitement au PEP se base sur
une seule étude qui date déjà de
plusieurs années. Cette étude met
effectivement en évidence une
diminution des risques chez les
personnes contaminées
auxquelles le médicament a été
administré dans les 72 heures. Le
schéma de traitement inclut déjà
deux à trois médicaments
supplémentaires, mais aucune
nouvelle étude n'a été réalisée.
L'unique étude existante a en
outre été menée selon une
méthodologie de qualité moyenne
et aucune autre véritable étude n'a
suivi.
Cela signifie qu'il n'est pas prévu
pour l'heure de remboursement de
la PEP par l'Inami. Le prix du
médicament se situe en outre
entre 600 et 700 euros, selon les
molécules choisies.
Chaque établissement de soins et
le médecin du travail doivent
veiller à éviter tout contact du
personnel soignant avec des
liquides biologiques contaminés.
Le risque d'infection encouru lors
de relations sexuelles est examiné
au cas par cas dans le cadre de
consultations médicales.
31/01/2006
CRIV 51
COM 832
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
26
14.03 Hilde Vautmans (VLD): Mijnheer de minister, twee
verduidelijkingen. Zegt u mij nu dat zo'n behandeling tussen de 600
en 700 euro kost voor een patiënt? Zijn er onvoldoende studies die de
werking aantonen zodat er geen terugbetaling is? Dan wil ik u vragen
om contact op te nemen met onze buurlanden, waar men het wel
doet, om te vragen welke resultaten zij behalen. Ik neem aan dat u
zegt dat het te duur is om het zomaar terug te betalen zolang de
werking nog niet is bewezen. Daarin volg ik u. Ik vind dan wel dat men
de studie moet stimuleren en moet nagaan wat in Frankrijk en
Nederland wel gebeurt, want daar wordt het immers terugbetaald.
Achten zij het dan wel reëel dat besmetting wordt voorkomen?
Nederland en Frankrijk liggen kortbij. Ik denk dat u uw collega's toch
regelmatig ziet. Ik hoop dan ook dat u hiernaar informeert. Mocht de
werking bewezen zijn, dan kunt u hierop terugkomen.
14.03 Hilde Vautmans (VLD): Il
s'agit manifestement d'un
médicament extrêmement
onéreux. Le ministre envisage-t-il
de prendre contact avec les pays
voisins afin de vérifier comment le
remboursement y est organisé?
14.03 Minister Rudy Demotte: Ik doe navraag bij de administratie.
14.04 Rudy Demotte, ministre:
Je poserai la question à mon
administration.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
15 Vraag van mevrouw Hilde Vautmans aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over
"het BTW-tarief voor glijmiddelen" (nr. 9503)
15 Question de Mme Hilde Vautmans au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "le
taux de TVA applicable aux lubrifiants" (n° 9503)
15.01 Hilde Vautmans (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, u biedt mij een uitgelezen kans om een begin te maken van
mijn vraag. Ik betreur het dat er in de pers en ook door een aantal
collega's in dit Parlement nogal smalend wordt gedaan over deze
vraag, terwijl het weldegelijk om een aanbeveling van Unicef gaat.
Het BTW-tarief voor condooms is - gelukkig maar - van 21% naar 6%
gegaan. In deze tijd is dit immers geen luxeproduct, zeker wanneer
we, teruggrijpend naar mijn eerste vraag, merken dat het aantal
besmettingen stijgt.
Voor de homo's in ons land is een glijmiddel ook geen luxeproduct.
Het is essentieel om scheuren in condooms te vermijden. Uit studies
en verschillende publicaties blijkt dat mensen meer moeten durven
spreken over seks en over de middelen. Als hier dan een vraag wordt
ingediend over een product dat perfect voorhanden is in verschillende
winkels, moet men daarover niet smalend doen.
In ons land wordt een BTW-tarief van 21% geheven op glijmiddelen,
terwijl dat in de andere landen 6% is. Ik heb de persartikels
meegebracht. Ik vind het heel erg hoe hierop wordt gereageerd. Ik
neem het Unicef-jaarverslag over de Belgische jongeren er bij. Er
wordt weldegelijk gevraagd om ook in België het BTW-tarief te
verlagen van 21% naar 6%. Voor de homo's in ons land is dit immers
geen luxeproduct.
15.01 Hilde Vautmans (VLD):
Des actions de prévention incitent
les jeunes à la prudence lors de
relations sexuelles. Le taux de
TVA de 6 % qui s'applique aux
préservatifs permet d'en réduire le
prix. Or, les lubrifiants, qui sont
souvent utilisés en combinaison
avec un préservatif, sont toujours
soumis au taux de 21 %.
Le ministre envisage-t-il de réduire
à 6 % le taux de TVA applicable
aux lubrifiants?
15.02 Minister Rudy Demotte: Mijnheer de voorzitter, mevrouw
Vautmans, uw vraag betreft de prijs van glijmiddelen die vaak in
combinatie met condooms worden gebruikt.
Meer specifiek vraagt u mij of het mogelijk is het BTW-tarief op
15.02 Rudy Demotte, ministre:
Une diminution éventuelle du taux
de TVA relève du ministre des
Finances.
CRIV 51
COM 832
31/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
27
glijmiddelen te verlagen van 21% tot 6% zoals dat het geval is voor
condooms. De mogelijke verlaging van het tarief is een technische
kwestie waarvoor ik u verwijs naar mijn collega, minister van
Financiën Reynders, aangezien BTW-tarieven onder diens
bevoegdheid vallen.
Mijn collega heeft mij echter laten weten dat er voor het toevoegen
van het product aan de lijst met verlaagde tarieven een beslissing op
Europees niveau vereist is. Een beslissing over de verlaging van
BTW-tarieven is niet alleen een Belgische bevoegdheid, maar moet
ook worden goedgekeurd door Europa. Deze problematiek is nog in
de actualiteit.
Glijmiddelen die als geneesmiddel geregistreerd zijn, zijn evenwel
onderworpen aan het BTW-tarief van 6%. Wat echter het doel van uw
vraag betreft, zijnde de prijsverlaging van het glijmiddel, wil ik twee
elementen aanbrengen. Ten eerste, u weet dat een glijmiddel geen
beschermingsmiddel is en bijgevolg slechts efficiënt is in combinatie
met een condoom. Indien men een BTW-verlaging zou kunnen
verdedigen, zou het moeten gaan om een combinatie, om een
gezamenlijke verpakking van condooms met glijmiddelen. Anders zou
men immers kunnen denken dat wij de glijmiddelen specifiek
promoten, wat tot gevolg zou kunnen hebben dat mensen die niet
altijd over voldoende informatie beschikken, het glijmiddel zouden
kunnen beschouwen als een middel dat voldoende bescherming
biedt.
Op het debat over seks rust een groot taboe. De mensen durven
daarover niet te spreken. Ik weet dat het moeilijk is om dergelijke
onderwerpen onder elkaar te bespreken, maar men moet veel
informatie geven over de verschillende producten. Verschillende
soorten condooms, ik meen zelfs de meeste condooms die nu op de
markt zijn, bevatten reeds glijmiddel. Op die manier beschikt men
reeds over een lager tarief van 6%.
Ik vat mijn antwoord samen. Ik kan uw voorstel perfect begrijpen. Het
gebruik van condooms met specifieke glijmiddelen, die de condooms
niet aantasten, heeft wel zin, maar er zijn glijmiddelen die met latex
reageren en latex verzwakken. Het is dus een zeer gevoelige materie.
Ik kan uw voorstel begrijpen. Men zou het kunnen verdedigen in het
kader van een BTW-verlaging, maar met veel nuances.
Je rappelle que le lubrifiant
proprement dit n'offre aucune
forme de protection, contrairement
à ce que certains jeunes
pourraient croire. Le lubrifiant n'est
efficace qu'en combinaison avec
le préservatif. La diminution du
taux de TVA applicable aux
lubrifiants, sans que l'utilisation de
ceux-ci soit associée à celle du
préservatif, pourrait être assimilée
à une invitation à n'utiliser que le
seul lubrifiant, ce qu'il faut éviter à
tout prix.
Il existe différentes sortes de
préservatifs sur le marché qui sont
déjà lubrifiés. Le taux de 6 % leur
est applicable. Nous nous devons
de mettre en garde contre les
lubrifiants qui pourraient porter
atteinte à l'efficacité du préservatif.
15.03 Hilde Vautmans (VLD): Mijnheer de minister, ik dank u voor
uw antwoord. Ik hoop dat u het contact met de minister van Financiën
onderhoudt, want ik heb geen zin om deze vraag nogmaals in te
dienen en de spot van een aantal collega's over mij te halen.
15.03 Hilde Vautmans (VLD) : Je
poserai ma question au ministre
des Finances. Je suis favorable à
la vente de préservatifs
accompagnés d'un lubrifiant.
15.04 Minister Rudy Demotte: (...)
15.05 Hilde Vautmans (VLD): Ik denk het ook.
U haalde aan dat men het glijmiddel misschien moet verkopen in een
gezamenlijke verpakking met condooms. Volgens mij is dat geen
goede oplossing, want de meeste condooms die door de homo's in
ons land gebruikt worden, bevatten reeds het juiste glijmiddel, maar
dat is niet voldoende. Zij hebben extra glijmiddel nodig voor hun
veilige seksuele contacten.
31/01/2006
CRIV 51
COM 832
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
28
U haalde aan dat sommige mensen dit misschien zouden gebruiken
als preventiemiddel. Ik meen dat wij het gewoon heel goed moeten
uitleggen. Misschien moeten wij daarover zelfs niet te veel
communiceren, maar het glijmiddel op zich is tamelijk duur en wordt
door weinig mensen gebruikt. Ik wil deze aangelegenheid niet
opblazen.
15.06 Minister Rudy Demotte: Ik ken het percentage niet meer, maar
ik meen dat uit een enquête is gebleken dat ongeveer 20 tot 30% van
de jongeren denkt dat de pil een volledige bescherming geeft tegen
aids en andere ziektes.
15.06 Rudy Demotte, ministre:
Nous devons être attentifs à ne
pas créer de malentendus. Pas
moins de 20 à 30 % des jeunes
pensent ainsi que la pilule offre
une protection suffisante contre le
sida.
15.07 Hilde Vautmans (VLD): Mijnheer de minister, ik heb jarenlang
in scholen preventie gegeven. Mijn openingsvraag was altijd: "Wie
neemt er in de klas de pil?". Dan zie je de armen van de meisjes
omhoog gaan. Ik zei dan: "Dat vind ik wel fijn: je beschermt je tegen
leven". Dan vroeg ik de jongens: "Dragen jullie een condoom bij de
sex?". Dan zei niemand ja. Ik zei dan: "Jullie beschermen je niet tegen
de dood". Daar gaat het uiteindelijk om. Ik denk dat we niet voldoende
kunnen hameren op het belang daarvan.
Voorzitter, we moeten ook de moeilijkere thema's hier in de
commissie durven aan te snijden, of dat nu door een man of een
vrouw gebeurt. Ik denk dat het een relevant thema is, zeker voor de
homobeweging in ons land.
15.07 Hilde Vautmans (VLD):
Nous devons continuer à insister
sur l'importance de la prévention.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
16 Vraag van mevrouw Hilde Vautmans aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over
"de terugbetaling van geneesmiddelen voor aidspatiënten" (nr. 9504)
16 Question de Mme Hilde Vautmans au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "le
remboursement de médicaments pour les patients atteints du sida" (n° 9504)
16.01 Hilde Vautmans (VLD): Mijnheer de minister, men heeft mij
gesignaleerd dat de nieuwe wet op de Gezondheidszorg van april
2005 gevolgen zou hebben want ik ben voorzichtig voor de
terugbetaling van geneesmiddelen. Blijkbaar zou deze heel nadelig
zijn voor seropositieve personen bij wie de behandeling niet werkt. Zij
hebben nieuwe moleculen nodig die niet meer zouden worden
terugbetaald.
Ten eerste mijnheer de minister, kent u die problemen die opgedoken
zijn naar aanleiding van de inwerkingtreding van de nieuwe wet op de
Gezondheidszorg?
Ten tweede, zijn er plannen om in de toekomst de terugbetaling te
regelen voor seropositieve personen die nieuwe moleculen nodig
hebben?
Ten derde, voor hoeveel personen heeft dat negatieve gevolgen?
16.01 Hilde Vautmans (VLD): La
nouvelle loi d'avril 2005 sur les
soins de santé devrait entraîner
certaines conséquences pour les
personnes séropositives qui ont
besoin de nouvelles molécules.
Ces nouveaux médicaments, en
effet, ne seraient pas remboursés.
Le ministre est-il informé de ce
problème et a-t-il une solution?
Combien de personnes seront
affectées financièrement par cette
mauvaise nouvelle?
16.02 Minister Rudy Demotte: Mijnheer de voorzitter, de wet van april
2005 heeft bij mijn weten geen enkel probleem veroorzaakt inzake de
16.02 Rudy Demotte, ministre: La
loi d'avril 2005 ne produira aucun
CRIV 51
COM 832
31/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
29
toegang tot de nieuwe anti-aidsgeneesmiddelen. Voor die
geneesmiddelen geldt dezelfde terugbetalingprocedure als voor
andere geneesmiddelen. Wanneer de aanvraag goedgekeurd wordt
zijn de geneesmiddelen ontvankelijk voor terugbetaling en worden zij
opgenomen in de lijst van de vergoedbare geneesmiddelen onder een
specifieke paragraaf van hoofdstuk 4.
Het gebeurt dat de Commissie Tegemoetkoming Geneesmiddelen
een aanvraag niet goedkeurt en dat ik een negatieve beslissing
meedeel. Dat was onlangs het geval voor een geneesmiddel dat tot
de door u genoemde categorie behoort. In dat geval berustte de
negatieve beslissing van de commissie op een te hoge vraagprijs voor
een therapeutische waarde die vergelijkbaar was met die van reeds
vergoedbare geneesmiddelen.
Ter informatie deel ik u mee dat ik onlangs een positief antwoord heb
uitgebracht inzake een nieuw geneesmiddel. Ik spreek van Fuseon,
een fusieremmer tussen het HIV-virus en de CD4-cellen, waaraan
een meerwaarde van klasse 1 werd toegekend door de CTG. Tot
daar mijn antwoord.
effet négatif pour ce qui est de
l'accès aux nouveaux
médicaments contre le sida,
lesquels pourront être remboursés
pourvu que la demande de
remboursement soit acceptée. Il
arrive à la commission Intervention
Médicaments de refuser une
demande, par exemple si le prix
du médicament est trop élevé en
comparaison de celui d'autres
médicaments d'une valeur
thérapeutique comparable.
Récemment, la commission a
accepté le remboursement du
Fuseon, un inhibiteur de fusion
entre les cellules CD4 et le virus
VIH qui s'est vu attribuer la plus-
value maximale.
16.03 Hilde Vautmans (VLD): Ik moet u eerlijk zeggen dat dit voor
een leek in de commissie voor de Volksgezondheid eigenlijk
onverstaanbaar was. Meerwaarde klasse 1, wat wil dat zeggen in
mensentaal?
16.03 Hilde Vautmans (VLD):
Dans le rapport d'Unicef Belgique,
il est cependant mentionné que
certains médicaments ne seront
plus remboursés.
16.04 Minister Rudy Demotte: Dat wil zeggen dat het de hoogste
meerwaarde biedt. Dus, het is het meest efficiënte therapeutische
middel
16.05 Hilde Vautmans (VLD): Dus, dat wordt terugbetaald?
16.06 Minister Rudy Demotte: Ja.
16.07 Hilde Vautmans (VLD): Ik moet u zeggen want u zegt dat de
nieuwe wet op de Gezondheidszorg geen negatieve gevolgen heeft
dat in het Unicef-verslag over België het is geen internationaal
verslag; het gaat over een verslag hier in België, waarvan ik u een
kopie met de conclusies kan overhandigen wel heel duidelijk staat
dat een aantal geneesmiddelen dat door aidspatiënten genomen
wordt niet meer zou worden terugbetaald. Ik hoop gewoon dat u eens
goed laat onderzoeken waar dat misverstand vandaan komt?
16.07 Hilde Vautmans (VLD):
Toutefois, une liste de
médicaments précis n'y a pas été
jointe. Je propose que le ministre
contacte les auteurs du rapport
pour dissiper ce malentendu.
16.08 Minister Rudy Demotte: Graag kreeg ik een kopie van die
tekst, om een meer precies antwoord te kunnen geven.
16.09 Hilde Vautmans (VLD): Mijnheer minister, misschien kunnen
uw diensten contact opnemen met degenen die het verslag gemaakt
hebben. Het lijkt mij zinvol er goed op te letten dat mensen die aan
deze chronische ziekte lijden niet gestraft worden. Dat lijkt mij
essentieel.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
17 Samengevoegde interpellatie en vragen van
- de heer Koen Bultinck tot de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "mogelijke
31/01/2006
CRIV 51
COM 832
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
30
experimenten met gratis heroïneverstrekking" (nr. 750)
- mevrouw Hilde Dierickx aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "het heroïne-
experiment te Luik" (nr. 9939)
- de heer Mark Verhaegen aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
heroïneverstrekking op gecontroleerde wijze" (nr. 10049)
17 Interpellation et questions jointes de
- M. Koen Bultinck au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "l'éventualité d'une
distribution gratuite d'héroïne à titre expérimental" (n° 750)
- Mme Hilde Dierickx au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "l'expérience pilote
de délivrance d'héroïne à Liège" (n° 9939)
- M. Mark Verhaegen au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "la distribution
contrôlée d'héroïne" (n° 10049)
17.01 Koen Bultinck (Vlaams Belang): Mijnheer de minister, u kent
ongetwijfeld de vrij duidelijke houding van onze partij met betrekking
tot zowel soft- als harddrugs. In die zin trap ik waarschijnlijk een open
deur in met mijn interpellatie.
Ik moet u zeggen dat ik mij, wanneer ik zeer recent de actualiteit
inzake het drugsthema gevolgd heb, door een aantal zeer recente
publicaties van wetenschappelijk onderzoek zeer gesteund voelde
met betrekking tot onze thesis dienaangaande.
Ik verwijs uiteraard naar het zeer recente onderzoek van de Vrije
Universiteit Amsterdam, waaruit overduidelijk bleek dat bij pubers die
zeer snel en zeer vroegtijdig cannabis zijn beginnen te roken, later de
kans veel groter is dat zij grijpen naar heroïne of cocaïne. Dat heeft
het Vlaams Belang zeer lang geleden reeds gesteld. Men heeft ons
steeds trachten tegen te spreken. In die zin zijn wij moreel tevreden
om in dit dossier moreel gelijk te krijgen door niet onbelangrijke
wetenschappers.
Mijnheer de minister, een aantal collega's zullen in de vorige
legislatuur het dossier gevolgd hebben. Ik keer terug naar de fameuze
federale beleidsnota drugs van 19 januari 2001. Daarin stelde de
toenmalige regering: "In het buitenland lopen en liepen
wetenschappelijke experimenten rond gecontroleerde
heroïneverstrekking. De federale regering zal de resultaten van die
experimenten evalueren. De federale regering zal geen experimenten
opzetten of betalen rond gecontroleerde heroïneverstrekking." Dat
was een letterlijk citaat uit de federale beleidsnota Drugs van
19 januari 2001.
Mijnheer de minister, ondertussen is ook uw collega mevrouw
Onkelinx in de commissie voor de Justitie door een aantal collega's
ondervraagd. Uit haar antwoorden blijkt zeer duidelijk dat zij wel
degelijk op juridisch vlak stelt: "In die zin is gecontroleerd verstrekken
van heroïne aan verslaafden in principe wel degelijk een strafbare
daad. Juridisch bestaat hierover geen twijfel." Dat zei mevrouw
Onkelinx in de commissie voor de Justitie enkele weken geleden.
Mijnheer de minister, deze interpellatie is ondertussen reeds een tijdje
hangende. Wanneer ik even naar mijn blad papier kijk, zie ik dat het
verzoek net vóór het kerstreces is ingediend. Toen reeds had de
Luikse burgemeester in de media aangekondigd dat hij vanaf
1 januari 2007 zou willen starten met gratis heroïneverstrekking aan
langdurig verslaafden.
17.01 Koen Bultinck (Vlaams
Belang) : La position de notre parti
sur les drogues douces et dures
est bien connue. Une étude
scientifique de la Vrije Universiteit
Amsterdam nous donne à présent
raison : plus on consomme du
cannabis à un âge précoce, plus
on court le risque de devenir
dépendant aux drogues dures.
La note de politique fédérale de
janvier 2001 stipulait clairement
qu'aucune expérience relative à la
distribution contrôlée d'héroïne
n'était prévue. Or, le bourgmestre
de Liège a annoncé vouloir
entamer, dès le 1
er
janvier 2007, la
distribution gratuite d'héroïne à
des toxicomanes de longue durée.
La ministre Onkelinx a récemment
déclaré qu'une telle expérience
pourrait faire l'objet de poursuites
pénales.
Lors de la discussion budgétaire
en commission de la Santé
publique, le ministre a déclaré que
seuls des produits de substitution
sont administrés pour l'heure. Il n'a
pas exclu une expérience de
consommation de drogue sous
contrôle, à condition qu'elle soit
scientifiquement fondée.
Notre pays a-t-il adressé une
demande à l'International
Narcotics Control Board à Vienne?
Le ministre dispose-t-il de rapports
scientifiques récents relatifs à de
telles expériences?
Quelle est la position du
gouvernement à ce sujet?
CRIV 51
COM 832
31/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
31
Mijnheer de minister, het debat is aan de zijlijn even aan de orde
geweest op het moment dat wij de begroting 2006 in de commissie
voor de Volksgezondheid besproken hebben. Ik citeer even uit uw
antwoord van toen. Dit is letterlijk hetgeen u zei over het dossier:
"Momenteel worden geen drugs in plaats van substitutiemiddelen
rondgedeeld in Luik. Er bestaat wel een project in die zin, maar dat
wordt niet door de federale overheid gefinancierd. Tot hier toe wordt
nog steeds de weg gevolgd om substitutiemiddelen zoals methadon
aan te bieden. Indien het echter wetenschappelijk zou worden
bewezen dat het goed zou zijn voor het afkicken van een persoon dat
deze op een gecontroleerde wijze drugs blijft gebruiken, is de minister
niet tegen dergelijke behandeling. Hij vindt wel dat dergelijke
experimenten enkel op wetenschappelijke gronden mogen zijn
gebouwd." Dat was het letterlijke citaat uit uw antwoord tijdens de
begrotingsbespreking die wij in december vorig jaar in de commissie
voor de Volksgezondheid gevoerd hebben.
Kijken we iets dieper in het dossier, mijnheer de minister, moeten wij
toch in de feiten vaststellen dit is geen toeval dat Luik als een van
de zeer grote Waalse steden wel degelijk met een zeer ernstig
criminaliteitsprobleem zit, in het bijzonder met een zeer ernstig
probleem van heroïneverslaving. Er zouden zich in Luik het zijn
getallen van de veiligheidsexpert van de eerste minister, Brice De
Ruyver himself 5.000 zware drugsverslaafden bevinden. In die zin
dit is een eerste kritische opmerking die ik wil maken, mijnheer de
minister is het toch op zijn zachtst uitgedrukt een beetje
merkwaardig dat men dan zou overwegen om een experiment op te
zetten waaraan maximaal 50 tot 100 zware drugsverslaafden zullen
kunnen deelnemen.
Ik kom tot een eerste concrete vraag die ik over de kwestie wil stellen,
mijnheer de minister. Ook de kostprijs van dergelijke experimenten
doet ernstige vragen rijzen. Ik durf vanuit onze fractie te vragen of het
niet opportuner zou zijn de financiële middelen die u al dan niet zou
inzetten voor het experiment dat hangt voor een stuk van uw
antwoord straks af , te besteden aan preventie enerzijds, en
anderzijds aan de hulp van drugsverslaafden, die in vele gevallen
zieke mensen zijn.
Vandaar, mijnheer de minister, heb ik een aantal zeer concrete
vragen in het dossier, te meer omdat de antwoorden tot nu toe, ook
van uw collega in de commissie voor de Justitie, mevrouw Onkelinx,
aan de vrij vage kant blijven.
Is er op dit moment een aanvraag tot toestemming voor een dergelijk
experiment ingediend bij het fameuze International Narcotics Control
Board in Wenen? Zo ja, als dat is ingediend, is er een advies? Wat is
eventueel de inhoud van dat advies?
Ten tweede, mijnheer de minister, beschikt u over recente
wetenschappelijke rapporten die al dan niet zouden aangeven dat
dergelijke experimenten vanuit wetenschappelijk oogpunt te
verdedigen zijn? Ieder van ons wordt geregeld om de oren geslagen
met wetenschappelijke studies. Ook wij beschikken over een aantal
wetenschappelijke studies die zeer duidelijk aangeven dat dergelijke
heroïne-experimenten geenszins aanleiding geven tot het goed
kanaliseren, verbeteren of onder controle krijgen van het probleem,
integendeel.
N'est-il pas préférable d'investir
dans la prévention et l'aide aux
toxicomanes?
31/01/2006
CRIV 51
COM 832
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
32
Dan kom ik tot het meest essentiële punt, mijnheer de minister, de
politieke vraag bij dat soort van interpellaties. Ik wil toch eens zeer
ernstig polsen naar het regeringsstandpunt met betrekking tot
dergelijke heroïne-experimenten. Zeker in het licht van de fameuze
federale beleidsnota Drugs van 19 januari 2001, waaruit ik geciteerd
heb, mijnheer de minister, en waarin zeer duidelijk stond dat de
toenmalige regering geen plannen had om dergelijke experimenten op
te zetten, denk ik dat uw antwoord vandaag toch zeker belangrijk zou
moeten zijn.
17.02 Hilde Dierickx (VLD): Mijnheer de minister, ik verwijs naar
mijn mondelinge vraag over dit onderwerp aan uw collega Onkelinx
vorige week. Zij heeft de vragen doorgespeeld naar u.
Samengevat komt mijn vraag op het volgende neer. Ik zal niet
herhalen hetgeen de heer Bultinck reeds gezegd heeft. Bij het
mogelijk experiment om gratis heroïne te distribueren aan de
verslaafden in Luik zouden van de 5.000 zwaar verslaafden ongeveer
50 à 100 drugsverslaafden in aanmerking komen. Het zijn verslaafden
met een lange - als ik dat woord mag gebruiken - carrière van 10 tot
15 jaar.
Wat gebeurt er met de andere verslaafden? De rest heeft de heer
Bultinck reeds verwoord. Ik ga daar niet verder op in.
Mijnheer de minister, u hebt zich de afgelopen jaren nogal dikwijls
sterk opgesteld ten opzichte van bepaalde verslavingen zoals tabak
en alcohol. U hebt daarvoor soms drastische maatregelen voor
genomen. Het heroïne-experiment in Luik moet de goedkeuring
krijgen niet alleen van de minister van Justitie, maar vooral van u,
minister van Volksgezondheid. Ik meen dat u nog aan het
onderzoeken bent of het experiment de haalbaarheidsgraad zal
doorstaan. Daarna zal de toestemming worden gevraagd aan de VN
in Wenen.
Mijnheer de minister, bent u op de hoogte van heel wat studies uit
Nederland en Zwitserland die het tegenovergestelde aantonen, met
name dat de fysische en psychische conditie van de verslaafden niet
verbetert en dat het zelden leidt tot het opheffen van de verslaving?
Bent u op de hoogte van een alternatief, onder meer met naltrexone-
implantaten. De implantaten hebben het grote voordeel dat ze
geïmplanteerd worden in de onderbuik of de bovenarm. De patiënten
hoeven geen drie keer per dag naar het centrum te komen. Dat is de
voornaamste reden waarom heroïneverslaafden afhaken. De
implantaten blijven 5 à 8 weken actief en bevatten geen toxische
stoffen. Zo'n experiment loopt al meer dan 6 jaar succesvol in Groot-
Brittannië.
Ten slotte heb ik een meer algemene vraag. Zult u toestemming
geven voor het experiment?
17.02 Hilde Dierickx (VLD): J'ai
également interrogé la ministre de
la Justice à ce sujet.
Le bourgmestre de Liège envisage
de mettre en place une expérience
de délivrance contrôlée d'héroïne
à une cinquantaine voire à une
centaine de toxicomanes
invétérés. Or la délivrance gratuite
et contrôlée d'héroïne requiert
l'autorisation des ministres de la
Justice et de la Santé publique,
ainsi que l'approbation de
l'Organisation des Nations Unies à
Vienne.
Le ministre a-t-il connaissance
d'études scientifiques étrangères
qui démontrent que de telles
expériences n'ont pas d'effet
bénéfique pour les toxicomanes?
Le ministre connaît-il la solution de
rechange, à savoir un implant de
naltrexone dont les effets se
prolongent durant cinq à huit
semaines?
Une expérience de ce genre est
en cours depuis six ans en
Grande-Bretagne, avec succès. Le
ministre accordera-t-il son
autorisation?
17.03 Mark Verhaegen (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, eind 2005 heb ik bij de bespreking van de beleidsnota ook
het probleem van heroïneverstrekking bij langdurig verslaafden in Luik
aangekaart. Ik zag toen het ongeloof bij verschillende collega's. Het
was een donderslag bij heldere hemel.
17.03 Mark Verhaegen (CD&V) :
Fin 2005, j'ai abordé le problème
de la distribution d'héroïne aux
toxicomanes de longue durée à
Liège. Le ministre n'a pas fourni
CRIV 51
COM 832
31/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
33
U hebt toen geen duidelijk antwoord gegeven op onze vraag of in Luik
daadwerkelijk heroïne wordt verstrekt. Ik wil verwijzen de heer
Bultinck heeft het ook al gedaan naar de federale drugsnota van
2001, die heel duidelijk is.
In augustus 2005 vernamen we via krantenberichten ook dat u het
voorstel van dokter Reggers uit Luik om heroïne te verdelen, naar het
voorbeeld van de wettelijke methadonregeling zoals ze vandaag
bestaat, aan het onderzoeken was. Uw collega, mevrouw Onkelinx,
was blijkbaar ook in overleg met het College van procureurs-generaal.
Zij deelde mee dat u de doelstellingen van het experiment zou
onderzoeken. In het weekblad Knack zei u recent dat u het opportuun
vond om proefprojecten, zoals ze hier werden beschreven, toe te
staan.
Dat wekt bij mij heel wat argwaan. Daarom heb ik een viertal vragen
voor u.
Ten eerste, is in Luik officieel een experiment rond gecontroleerde
heroïneverstrekking lopende? Gebeurt dat naar analogie van het
voorstel van dokter Reggers?
Ten tweede, zo ja, sinds wanneer loopt het experiment en onder
welke voorwaarden? Volgens welke afspraken of binnen welk wettelijk
kader gebeurt het? Werden voor het experiment reeds subsidies
toegekend?
Ten derde, zo neen, is het opstarten van een dergelijk experiment in
een nabije toekomst gepland?
Ten vierde, is er over het dossier overleg over het wettelijk kader
geweest met uw collega, mevrouw Onkelinx?
d'explications très claires à
l'époque. La note sur les drogues
de 2001 est toutefois très précise
à ce sujet.
En août 2005, nous avons appris
par la presse que le ministre
examinait la proposition du
docteur Reggers de Liège visant à
distribuer de l'héroïne, à l'instar de
la réglementation légale pour la
méthadone. Mme Onkelinx se
serait concertée avec le collège
des procureurs-généraux. Le
ministre a déclaré dans
l'hebdomadaire
Knack qu'il
estimait opportun d'autoriser des
projets pilotes.
Une expérience de distribution
contrôlée d'héroïne est-elle
officiellement en cours à Liège?
S'agit-il d'une mise en oeuvre de la
proposition du docteur Reggers?
Depuis quand cette expérience
est-elle en cours, sous quelles
conditions et dans quel cadre
légal? Des subsides ont-ils déjà
été octroyés?
Une telle expérience sera-t-elle
menée à l'avenir?
Une concertation a-t-elle eu lieu
avec Mme Onkelinx?
17.04 Minister Rudy Demotte: Mijnheer de voorzitter, mevrouw
Dierickx, mijnheer Bultinck, mijnheer Verhaegen, momenteel wordt
onderzocht of het gepast is om een wetenschappelijk project uit te
voeren, waarbij op gecontroleerde wijze heroïne wordt verstrekt.
Mijn standpunt tegenover het project wordt positiever, aangezien
geleidelijk aan de therapeutische waarde van het project wordt
bevestigd.
Bijgevolg zullen in twee fasen en in nauw overleg met mijn collega-
minister van Justitie alle kwesties omtrent de praktische uitvoering
worden opgelost. Ik denk daarbij aan de aanpassing van het wettelijk
kader, aan het aanvragen van vergunningen bij het INCB het
internationale orgaan voor controle op verdovende middelen en aan
de kwestie van subsidies.
Over welke elementen beschik ik momenteel?
Ik beschik over de studie die werd ondersteund door het Federaal
Wetenschapsbeleid en uitgevoerd door de Université de Liège onder
17.04 Rudy Demotte, ministre:
Nous examinons pour l'heure
l'opportunité de réaliser un projet
scientifique visant à distribuer de
l'héroïne de manière contrôlée.
Mon opinion à ce propos est de
plus en plus positive, étant donné
que la valeur thérapeutique du
projet se confirme
progressivement.
Tous les problèmes concernant la
mise en oeuvre pratique du projet,
tels que le cadre légal, la demande
d'autorisation auprès de l'INCB
(l'organe international de contrôle
des stupéfiants) et les subsides,
seront résolus en deux phases.
En exécution de la note de
31/01/2006
CRIV 51
COM 832
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
34
leiding van professor Marc Ansseau en dit ter uitvoering van de
federale beleidsnota inzake drugs van 2001. Deze studie onderzoekt
de haalbaarheid van het project vanuit wetenschappelijk, economisch,
administratief en wettelijk standpunt en evalueert de gevolgen op
therapeutisch, sociaal en crimineel vlak. Ik heb deze resultaten aan
mijn diensten voorgelegd, zodat ze deze kritisch kunnen analyseren
en in perspectief kunnen plaatsen in vergelijking met gelijkaardige
experimenten in Nederland en Zwitserland. De studie, die momenteel
nog niet officieel is, zou de klemtoon leggen op de doeltreffendheid
van de experimenten in Nederland en in Zwitserland, dit zowel vanuit
het standpunt van de verbetering van de fysieke en mentale
gezondheid van de drugsverslaafden, alsook wat hun
maatschappelijke integratie betreft en omwille van de daling van
criminele activiteiten die verbonden zijn aan het illegaal gebruik.
Bij mijn weten bestaat er geen enkele studie die aantoont dat een
behandeling met heroïne van een bepaalde doelgroep ondoeltreffend
is. Ik heb onlangs professor Ansseau ontmoet. Dankzij deze
ontmoeting heb ik de kwestie van de heroïneverstrekking kunnen
uitdiepen en heb ik begrepen dat een dergelijke behandeling nodig is
voor een zeer specifieke doelgroep die men kenmerkt als ongevoelig
voor het bestaande zorgaanbod. Hiermee bedoelt men
drugsverslaafden waarbij de huidige beschikbare oplossingen en
behandelingen reeds verschillende keren gefaald hebben of die
omwille van hun situatie geen toegang hebben tot het zorgaanbod.
Dat gaat over de psychologisch-sociale situatie enzovoort. Deze notie
van ongevoelig voor behandeling lijkt mij fundamenteel als criterium
voor de opname in het experiment. Ik meen dat deze notie
gepreciseerd moet worden. Dit werpt natuurlijk de vraag op omtrent
de kwaliteit van het bestaande zorgaanbod, alsook omtrent de context
en de criteria die het mogelijk maken te oordelen of de bestaande
behandelingen gefaald hebben bij een drugsverslaafde.
Tot slot ben ik van plan naar Zwitserland te gaan en daarna terug te
keren waar het eerste project van heroïneverstrekking in 1994 werd
uitgevoerd.
Zo zal ik een concreet beeld kunnen vormen van heroïneverstrekking
onder medisch toezicht.
Mijnheer de voorzitter, ik denk dat het ook niet slecht zou zijn dat de
commissie ter plaatse verschillende projecten zou kunnen
bestuderen.
politique sur les drogues de 2001,
une étude a été menée par
l'université de Liège, sous la
direction du professeur Ansseau.
Cette étude se penche sur la
faisabilité du projet d'un point de
vue scientifique, économique,
administratif et légal et en évalue
les conséquences sur les plans
thérapeutique, social et criminel.
Ces résultats doivent à présent
faire l'objet d'une analyse critique
et être comparés à des
expérimentations similaires
menées aux Pays-Bas et en
Suisse. Selon l'étude, ces projets
menés à l'étranger se révèlent très
efficaces : la santé mentale et
physique des toxicomanes et leur
intégration sociale se sont
améliorées et les activités
criminelles ont diminué.
Je n'ai connaissance d'aucune
étude indiquant que ces projets
seraient inefficaces. Le professeur
Ansseau m'a récemment
convaincu de la nécessité de
délivrer de l'héroïne à un groupe
cible spécifique, considéré comme
insensible à l'offre de soins
existante. Cette notion est
fondamentale dans le cadre de
l'expérimentation et doit encore
être précisée. Je me rendrai
prochainement en Suisse pour m'y
informer sur les projets.
De voorzitter: Wij nemen de uitnodiging van de minister graag in overweging om naar het experiment te
gaan zien in Zwitserland.
17.05 Koen Bultinck (Vlaams Belang): Mijnheer de minister,
beleefdheidshalve dank ik u voor uw antwoord, maar u zult van mij
wel verwachten dat ik een aantal kritische opmerkingen heb.
Een eerste vaststelling betreft een essentieel element in het debat. In
de federale beleidsnota "Drugs" van 19 januari 2001 stond letterlijk
dat de toenmalige regering niet van plan was om experimenten met
heroïneverdeling op te zetten. Een belangrijke politieke vaststelling is
dat deze regering althans twee bevoegde ministers van PS-
signatuur van plan zijn om deze nota minstens drastisch bij te
sturen op een zeer essentieel punt. Ik denk dat dit een zeer
17.05 Koen Bultinck (Vlaams
Belang) : Un tel projet a été exclu
dans la note de politique de 2001.
Ce gouvernement opère à présent
un net revirement dans ce
domaine. Nous continuerons à
suivre le dossier et à en débattre
au Parlement. Il nécessitera en
effet un sérieux travail législatif.
À mon estime, Liège est
CRIV 51
COM 832
31/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
35
belangrijke politieke vaststelling is die ons moreel verplicht om dit op
te volgen en hierover een geanimeerd debat in het Parlement te
voeren. U bent er zich inderdaad van bewust dat dit serieus
wetgevend werk tot gevolg zal hebben.
Ik kom tot mijn tweede vaststelling, mijnheer de minister. Ik blijf bij het
statement dat ik ook bij de inleiding van mijn interpellatie heb
gemaakt. Als ik in een zeer zwak moment, waarin ik mij veel te
constructief zou opstellen, in de dagdromerij van de PS over drugs
zou meegaan, blijf ik toch bij de vaststelling dat Luik met een zeer
concreet probleem van 5.000 harde drugverslaafden zit. Men moet mij
dan niet proberen te overtuigen dat een experiment waaraan
maximum 50 tot 100 mensen kunnen deelnemen, het grote
drugprobleem van Luik zal oplossen. Luik heeft een zeer ernstig
probleem waarvoor veel drastischere oplossingen nodig zijn en een
kordate aanpak van het hele criminaliteitsprobleem. Men moet ook de
moed hebben om mensen te verplichten af te kicken van drugs in hun
eigen belang. Als mensen zo zwaar verslaafd zijn, beseffen zij immers
niet meer hoe erg zij eraan toe zijn. De maatschappij moet haar
verantwoordelijkheid opnemen en desnoods zwaar zieke mensen
verplichten om in hun eigen belang af te kicken.
Een derde vaststelling, is de volgende. Ik heb zeer duidelijk om een
regeringsstandpunt gevraagd, mijnheer de minister, en in die zin was
uw antwoord naar mijn mening een beetje vaag. Ik denk dat dit als
politiek statement ook van belang is. Als het de persoonlijke mening
van twee PS-ministers is, is dat één zaak. Als het een
regeringsstandpunt is, is dat iets anders. Daarom zou ik u nog een
bijkomende vraag willen stellen. Gaat het hier over de persoonlijke
mening van twee PS-ministers of gaat het over een
regeringsstandpunt?
confrontée au problème concret
posé par cinq mille toxicomanes.
Je ne pense pas qu'une
expérimentation basée sur
cinquante à cent toxicomanes
puisse y apporter une solution. Il
convient d'adopter une approche
plus ferme et de prévoir la
possibilité d'imposer le sevrage
aux toxicomanes.
La réponse du ministre était assez
vague. Reflète-t-elle son opinion
personnelle ou la position du
gouvernement?
17.06 Minister Rudy Demotte: Als het dubbelzinnig was, kan ik
daarover zeer duidelijk zijn. Ik antwoord hier niet als PS-minister,
maar als minister en ik neem acte van de verschillende standpunten
die daarover zijn uitgesproken. Ik zeg het als minister van
Volksgezondheid. Mijn bezorgdheid is de gezondheid van de mensen.
Het gaat hier om een zeer specifieke doelgroep en een zeer kleine.
Het gaat niet om de 5.000 drugsverslaafden van Luik, maar wel om
de zeer specifieke doelgroep die gedefinieerd wordt door de studie.
De studie is een theoretische studie en betekent dus niet dat er al
ervaring bestaat in termen van concrete experimenten in Luik. Ik heb
dus niets anders gezegd en ik wou dat dat duidelijk was tussen ons.
17.06 Rudy Demotte, ministre: Je
réponds en qualité de ministre de
la Santé publique et non comme
un ministre PS. Je tiens toujours
compte des différents points de
vue.
Il ne s'agit ici que d'une
expérience touchant un groupe
cible restreint et très spécifique
défini par une étude théorique.
Reste à organiser sa mise en
pratique.
17.07 Koen Bultinck (Vlaams Belang): Dat zorgt al voor iets meer
duidelijkheid, mijnheer de minister. Ik denk echter dat ik mij uiteraard
moreel verplicht zal voelen om het dossier op de voet te blijven volgen
omdat het in deze essentieel is of het nu een regeringsstandpunt is of
een standpunt van slechts twee ministers. Dat geldt zeker in de
wetenschap, mijnheer de minister, dat u, net zoals destijds met de
hele substitutieregeling in verband met methadon, die wij hier een
tijdje geleden hebben weten passeren, dat u als bevoegd minister al
heel wat praktische problemen hebt om de regeling concreet op het
terrein uit te werken. Het lijkt mij dan toch zeer onverstandig, nu zelfs
dat element nog niet treffelijk concreet is uitgewerkt, om een volgende
stap te zetten, ongeacht de vraag of we het met die volgende stap
17.07 Koen Bultinck (Vlaams
Belang): La mise en pratique du
plan méthadone est déjà très
complexe. Il n'est pas indiqué de
passer dès à présent à l'étape
suivante. Le ministre peut-il me
détailler la chronologie du projet?
31/01/2006
CRIV 51
COM 832
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
36
eens zouden zijn.
Ik heb nog een slotvraagje, mijnheer de voorzitter, en dan rond ik af
met de indiening van een motie. Mijnheer de minister, kunt u ons
enige duidelijkheid geven met betrekking tot de chronologie? Dat is
uiteraard ook van belang. Ik heb er akte van genomen dat er nog
geen duidelijke aanvraag bij Wenen is ingediend. Het zou voor de
follow-up natuurlijk nuttig zijn als we een iets beter zicht krijgen op de
chronologie in het dossier.
17.08 Minister Rudy Demotte: Dat heeft ook te maken met de
verschillende adviezen, die ik verwacht. Ik heb de bronnen van
kritisch overzicht van de studies aangehaald. Ik kan dus nu nog geen
concreet antwoord geven, maar ik zal alvast geen beslissing neem
vooraleer ik over de adviezen beschik, want die wil ik meenemen naar
Zwitserland wanneer ik de situatie ginder zal bestuderen.
17.08 Rudy Demotte, ministre: Je
ne puis répondre à cette question.
J'attends d'avoir reçu tous les avis
et d'avoir vu le projet en Suisse
pour prendre une décision en cette
matière.
17.09 Hilde Dierickx (VLD): Mijnheer de minister, ik begrijp dat er
natuurlijk iets moet worden gedaan aan drugsgerelateerde overlast. Ik
heb mij toch vragen bij het experiment, want studies tonen aan dat het
niet altijd juist is dat de patiënten geleidelijk tot ontwenning zouden
overgaan. Ik begrijp dat het bedoeld is voor drugsverslaafden die
ongevoelig zijn voor therapie, maar is het nu de bedoeling om zo
weinig mensen te helpen? Dat begrijp ik niet goed.
Ik kan begrijpen dat zij zich psychisch en fysisch beter voelen als ze
worden gecontroleerd. Ze krijgen nu gratis datgene waarvoor ze
anders moeten stelen en dus een crimineel gedrag moeten
aannemen. Ik blijf erbij dat ik het jammer vind dat niet alle
alternatieven worden nagegaan. U zei dat u, alvorens u uw fiat geeft
voor dit experiment, zult onderzoeken hoe het loopt met de
experimenten in Zwitserland en Nederland. Ik zou heel graag hebben
dat u ook het experiment in Groot-Brittannië met Naltrexone zou
onderzoeken. Naltrexone heeft geen toxische eigenschappen en het
heeft het grote voordeel dat het een implantaat is. Ik heb dit daarjuist
al gezegd.
17.09 Hilde Dierickx (VLD): Je
me pose tout de même quelques
questions quant à ce projet. Selon
différentes études, on n'assiste
pas à une désintoxication
progressive des patients. Pourquoi
le ministre opte-t-il pour un groupe
cible restreint?
Il est normal qu'une distribution
contrôlée d'héroïne les fasse se
sentir mieux psychiquement et
physiquement. Toutefois, je
déplore qu'on ne cherche pas
d'autres solutions. Puisque le
ministre dit qu'il souhaite d'abord
examiner les expériences menées
à l'étranger, je lui suggère
d'examiner celle qui a été réalisée
en Grande-Bretagne avec le
naltrexone, qui n'a pas de
propriétés toxiques et est un
implant.
17.10 Minister Rudy Demotte: U hebt gelijk, mevrouw Dierickx. Wij
spreken echter niet over dezelfde doelgroepen. U spreekt in het
algemeen van een ontwenningsprogramma voor
heroïnedrugverslaafden en ik spreek hier van een zeer kleine,
specifieke doelgroep die om verschillende redenen wetenschappers
kunnen die beter uitleggen dan ikzelf niet reageert op een
substitutiebehandeling. Hoe kan men die mensen, die zeer zwaar
verslaafd zijn en voor zeer zware problemen kunnen zorgen voor de
maatschappij, begeleiden? Is deze begeleiding succesvol indien men
die mensen rechtstreeks heroïne verstrekt? Onder welke
voorwaarden moet dit gebeuren? Dat zijn de vragen die worden
gesteld.
U hebt gelijk voor de andere alternatieve middelen voor de grootste
groep drugverslaafden. Men heeft a priori veel belangstelling voor de
efficiëntie van methodes die aantonen dat zij een voordeel hebben in
termen van geneesbaarheid van de betrokkenen. Ik sluit niet uit dat
17.10 Rudy Demotte, ministre:
Nous ne parlons pas des mêmes
groupes-cibles. Mme Dierickx
parle de tous les toxicomanes
alors que je parle, moi, d'un
groupe-cible spécifique de
toxicomanes peu nombreux qui ne
réagissent pas à une thérapie de
substitution.
Le suivi des toxicomanes donne-t-
il de bons résultats si on leur
administre directement de
l'héroïne?
Sous quelles conditions? Ce sont
ces questions-là qui sont
CRIV 51
COM 832
31/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
37
wij ook andere modellen zullen bestuderen voor de grote doelgroep
van drugverslaafden om op die manier betere antwoorden te geven
aan die mensen.
cruciales.
En ce qui concerne les solutions
de rechange pour le groupe de
toxicomanes le plus important,
Mme Dierickx a raison. L'efficacité
de méthodes qui offrent des
avantages sur le plan de la
curabilité retient l'attention de tous.
Je n'exclus pas de soumettre à
l'étude d'autres modèles
appropriés pour le grand groupe-
cible.
17.11 Hilde Dierickx (VLD): Mijnheer de voorzitter, mag ik nog een
kleinigheid zeggen?
Mijnheer de minister, dit is eigenlijk een reden te meer om die
Naltrexone ook voor die patiënten te gebruiken want er is nog geen
experiment geweest met die zeer zwaar verslaafden, dus de
doelgroep die u nu viseert. Ik denk dat deze groep ook kan worden
opgenomen in het geheel van het project.
17.11 Hilde Dierickx (VLD) :
Raison de plus pour utiliser le
naltrexone car aucune expérience
n'a encore été réalisée avec des
personnes présentant une
toxicomanie très lourde. Ce
groupe-cible particulier pourrait
être intégré au projet.
17.12 Minister Rudy Demotte: Het gaat om een kwalitatief heel
andere groep. Ik herhaal het: ik meen dat het aangewezen zou zijn,
en meer overtuigend, dat specialisten getuigenissen zouden brengen.
Men heeft daar niet te doen met hetzelfde publiek. Men heeft het over
die zeer kleine en specifieke groep van mensen die al meermaals,
onder verschillende therapieën, gefaald hebben. Kortom, die
therapieën werken niet voor hen. Zoals de Engelsen zeggen:
whatever is the cure. Dus, wij moeten iets specifieks doen voor die
mensen.
Maar inzake de andere substitutiemethodes hebt u gelijk dat als
mensen dagelijks meermaals ofwel inspuitingen moeten krijgen ofwel
pillen nemen, het probleem niet enkel rijst voor die mensen die dat
moeten doen maar ook voor hun gezin. Men heeft een week of twee
geleden nog een ongeval gezien met een klein meisje dat een pil van
haar vader geslikt had en dat daarvan gestorven is. Kortom, dat kan ik
perfect begrijpen.
17.12 Rudy Demotte, ministre:
Qualitativement, il s'agit d'un
groupe-cible tout à fait différent. Il
me paraît indiqué de demander à
des spécialistes de venir
témoigner. Les toxicomanes
appartenant à ce groupe-cible ont
déjà suivi diverses thérapies sans
le moindre résultat. Dès lors, des
mesures spécifiques s'imposent.
En ce qui concerne les autres
méthodes de substitution, elles
posent des difficultés aux familles
des toxicomanes qui reçoivent des
injections ou absorbent des
comprimés plusieurs fois par jour.
Pas plus tard qu'il y a deux
semaines, une fillette est décédée
après avoir avalé un comprimé de
son père.
De voorzitter: Daarmee is uw repliek beantwoord, mevrouw Dierickx?
17.13 Mark Verhaegen (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ook ik dank
de minister voor zijn antwoord. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat wij
het ermee eens moeten zijn.
Los van het feit dat het voor mij een ethisch bedenkelijk experiment
blijft, bovendien met nog een hoge kostprijs blijkbaar, en dat met de
schaarse middelen van de gezondheidszorg, vind ik het zeker zonde,
mijnheer de minister, dat telkens aan nieuwe initiatieven gedacht
wordt er blijkbaar ook veel tijd besteed wordt aan naar ik hoor
werkbezoeken en dergelijke meer. Er zijn misschien alternatieven; dat
is één zaak. Maar vooral en dat vind ik nog erger veel zaken die
17.13 Mark Verhaegen (CD&V):
Je continue à considérer cette
expérience comme douteuse,
coûteuse et par trop longue. Dans
l'intervalle, de nombreux éléments
de la note de politique fédérale en
matière de drogue ne sont pas mis
en oeuvre. Ainsi, aucun accord de
coopération n'a été conclu à ce
jour. Apparemment, le
gouvernement fédéral ne veut pas
31/01/2006
CRIV 51
COM 832
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
38
beloofd zijn in de federale Drugsnota raken niet uitgevoerd. Het meest
bang ben ik, in dat verhaal inzake het samenwerkingsakkoord tussen
de overheden van dit land om tot een geïntegreerd drugsbeleid te
komen, dat er totaal geen werk van gemaakt is.
Met andere woorden, wij blijven de indruk hebben dat de federale
regering niet geïnteresseerd is om het drugsprobleem met wortel en
al uit te roeien. Dat is onze indruk. Zeker in een maatschappij die
meer en meer in de wurggreep komt van het drugsprobleem betalen
vooral de sociaal zwakkeren, de minderjarigen en dergelijke meer.
Wij hebben ook met lede ogen moeten vaststellen, mijnheer de
minister, dat de enige wettelijke substitutiebehandeling methadon
op het terrein niet goed werkt en dat er gewoon een zootje van
gemaakt wordt. De erkenning van de artsencentra is er niet. De
registratie zou blijkbaars dikwijls dubbel gebeuren zodat men twee
keer methadon kan gaan halen, wat eigenlijk immoreel is.
Met andere woorden, er worden nieuwe zaken geïnitieerd terwijl
eigenlijk aan de kern van de zaak niet gewerkt wordt. Dat vinden wij
heel spijtig. Ik zou het zonde vinden, mijnheer de minister, dat u na uw
kruistocht tegen alcohol, tabak, maar ook suiker en vet, de
geschiedenis zou moeten ingaan als de minister die de junks gratis
heroïne zou toespelen. Dat zou natuurlijk totaal fout zijn. Wij hopen
dat dit niet gebeurt.
éradiquer le problème des
drogues. En outre, le traitement de
substitution à la méthadone prévu
par la loi ne fonctionne pas en
pratique. Il n'y a pas de centres de
médecins agréés et il est question
d'un double enregistrement. C'est
immoral. Après sa croisade contre
l'alcool, le tabac, le sucre et les
graisses, le ministre risque
d'entrer dans l'histoire comme
celui qui distribue gratuitement de
l'héroïne aux toxicomanes.
17.14 Minister Rudy Demotte: Zoiets kan ik niet aanvaarden. Dat is
intellectueel oneerlijk. Excuseer mij, dat is demagogisch. Ik ben zeer
bezorgd over de gezondheid van de mensen. Ik wil daarover zeer
duidelijk zijn: ik ben een tegenstander van drugsgebruik. Ik meen dat
zelfs de koffie die wij drinken, slecht is voor de gezondheid. Ik voer,
meen ik, een overtuigende strijd tegen de sigaretten. Ik strijd ook
tegen softdrugs of harddrugs, maar hier gaat het over de genezing
van een zeer specifieke groep.
Ik moet al mijn taboes breken, wanneer ik daarover spreek. Ik hoor
dat ik de minister zou zijn die gratis harddrugs verstrekt. Excuseer mij,
dat heeft absoluut geen zin.
Het is geen algemene benadering, maar het gaat over een zeer
specifieke vraag, over de samenwerkingsakkoorden tussen de
Gemeenschappen en de federale regering. Ik ben natuurlijk vragende
partij, maar men weet dat men met twee moet zijn om te trouwen.
17.14 Rudy Demotte, ministre: Je
n'accepte pas que l'on me qualifie
de ministre qui dispense
gratuitement des drogues dures.
C'est démagogique et cela
témoigne de malhonnêteté
intellectuelle! La santé des gens
me préoccupe beaucoup et je suis
opposé à toute utilisation de
drogues, que se soit le café, les
cigarettes, les drogues douces ou
les drogues dures. Il y a un instant
je parlais de la guérison d'un
groupe très spécifique.
Je suis demandeur d'accords de
coopération entre les
Communautés et le gouvernement
fédéral, mais un accord suppose
la présence de deux parties.
De voorzitter: Om het even welk soort huwelijk, maar men moet met twee zijn.
17.15 Mark Verhaegen (CD&V): Mijnheer de minister, om te trouwen
moet men met twee zijn, maar de bruid moet ook begeerlijk zijn. Men
moet het initiatief nemen. Ik wil erop blijven drukken en herhalen dat
de drugsnota van 2001 een heel punctuele lijst is met duidelijke
punten die uitgevoerd zouden moeten worden. De maatregelen liggen
niet allemaal in uw domein, ze liggen ook in andere domeinen, maar
het is een federale nota. Ik hoop dat de regering eindelijk eens werk
maakt van de uitvoering van al die punten. Dan kan de teneur van
mijn reactie iets positiever zijn dan vandaag. Als ik u gekwetst heb,
17.15 Mark Verhaegen (CD&V) :
La note sur les drogues de 2001
est une liste de points précis. Le
ministre Demotte n'est pas
compétent pour tous ses aspects,
mais le gouvernement doit
exécuter la note. Si j'ai tenu des
propos blessants à votre égard,
monsieur le ministre, veuillez m'en
CRIV 51
COM 832
31/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
39
dan excuseer ik mij daarvoor.
excuser.
De voorzitter: Wij sluiten hierbij het huwelijksbureau.
Moties
Motions
Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.
En conclusion de cette discussion les motions suivantes ont été déposées.
Een motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Koen Bultinck en mevrouw Marleen Govaerts en
luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellatie van de heer Koen Bultinck
en het antwoord van minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid,
vraagt de regering
geen experimenten op te zetten met gratis heroïneverstrekking."
Une motion de recommandation a été déposée par M. Koen Bultinck et Mme Marleen Govaerts et est
libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de M. Koen Bultinck
et la réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique,
demande au gouvernement
de ne pas mener d'expérimentations en matière de délivrance gratuite d'héroïne."
Een eenvoudige motie werd ingediend door de dames Colette Burgeon, Maya Detiège en Hilde Dierickx en
door de heer Miguel Chevalier.
Une motion pure et simple a été déposée par Mmes Colette Burgeon, Maya Detiège et Hilde Dierickx et par
M. Miguel Chevalier.
Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.
18 Samengevoegde vragen en interpellatie van
- mevrouw Marleen Govaerts aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "het extra
examen voor Vlaamse afgestudeerde kinesisten in november 2005" (nr. 9576)
- de heer Patrick De Groote tot de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de resultaten
van het examen voor kinesisten voor het behalen van een RIZIV-nummer" (nr. 755)
- mevrouw Yolande Avontroodt aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de niet-
opgenomen RIZIV-nummers door geselecteerde kinesitherapeuten" (nr. 9623)
- de heer Koen Bultinck aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de door
geselecteerde kinesisten niet-opgenomen RIZIV-nummers" (nr. 9652)
- mevrouw Hilde Dierickx aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
gecontesteerde resultaten van het bijkomend examen voor kinesitherapeuten" (nr. 9983)
18 Questions et interpellation jointes de
- Mme Marleen Govaerts au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "l'examen
supplémentaire organisé en novembre 2005 pour les kinésithérapeutes diplômés flamands" (n° 9576)
- M. Patrick De Groote au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "les résultats de
l'examen auquel doivent se soumettre les kinésithérapeutes pour obtenir un numéro INAMI" (n° 755)
- Mme Yolande Avontroodt au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "les numéros
INAMI non utilisés par des kinésithérapeutes sélectionnés" (n° 9623)
- M. Koen Bultinck au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "les numéros INAMI
non utilisés par des kinésithérapeutes sélectionnés" (n° 9652)
- Mme Hilde Dierickx au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "les résultats
contestés de l'examen supplémentaire pour les kinésithérapeutes" (n° 9983)
31/01/2006
CRIV 51
COM 832
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
40
18.01 Marleen Govaerts (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, ik had mijn vraag ingediend op 3 januari. Ik denk
dat ik de eerste was, omdat in Limburg immers het verhaal de ronde
deed dat het examen vooral kinesisten uit Limburg benadeelde. Er is
in Limburg alleen een Hogeschool die kinesisten aflevert en die
studenten hadden blijkbaar een niet zo goede theoretische kennis. De
universiteitsstudenten hadden duidelijk meer theoretische kennis
terwijl onze studenten meer praktische kennis hadden.
Het RIZIV-examen werd verbeterd en meer dan honderd kinesisten
waren niet geslaagd en kunnen zich dus niet vestigen als
zelfstandige.
Mijnheer de minister, omdat ik vooral door Limburgse kinesisten werd
aangesproken, had ik graag van u vernomen of u cijfers hebt van de
afgestudeerden per provincie en of inderdaad in Limburg de meeste
studenten niet geslaagd zijn.
Niet alle studenten konden op gelijke basis aan het examen beginnen,
vermits de universiteitsstudenten meer theoretisch geschoold waren
en de hogeschoolstudenten meer praktisch. Daarom vroegen de
kinesisten om het examen te annuleren.
Een gedeelte van mijn vraag valt weg omdat het niet meer actueel is.
De Raad van State heeft vorige dinsdag de vraag verworpen om het
examen te annuleren. Er zou geen sprake zijn van een moeilijk te
herstellen ernstig nadeel. Wij zijn er echter van overtuigd dat er in de
realiteit wel een moeilijk te herstellen ernstig nadeel is.
Volgens de Raad van State zouden de studenten op de hoogte zijn
geweest wegens de publicatie in het Belgisch Staatsblad. Elke Belg is
geacht het Staatsblad te lezen. Er werd echter alleen in bepaald dat er
een beperking zou komen. Op welke manier werd pas begin 2005
duidelijk. De regering heeft die aankondiging trouwens altijd
geminimaliseerd en gezegd dat men nog wel zou zien of de beperking
nodig was.
De Raad van State gebruikt het argument van de vrije keuze om te
zeggen dat de kinesisten nog altijd ervoor kunnen kiezen hun beroep
zonder nummer uit te oefenen. Dat argument klopt echter niet. Het is
immers de overheid die een keuze oplegt via haar examen. Sterker
nog, omdat het examen pas in het najaar van 2005 plaatsvond,
konden de pas afgestudeerden al met een voorlopige erkenning werk
zoeken.
Van de 104 niet-geslaagden die dus geen nummer krijgen, hebben er
al 62 een job waarvoor een nummer nodig is. Van de 270 geslaagden
werken er ongeveer 45 op een plaats die geen nummer vereist.
Zonder selectie had dus bijna iedereen de job van zijn of haar keuze
kunnen behouden.
Daarom vindt het Vlaams Belang het niet zo goed een plangestuurde
aanpak in de gezondheidszorg te gebruiken. Als we iedereen hadden
laten doen, hadden alle mensen het werk dat ze graag wilden.
Hoe moet het nu verder met de 104 kinesisten die geen RIZIV-
nummer hebben? Volgend jaar kunnen ze opnieuw aan het examen
18.01 Marleen Govaerts (Vlaams
Belang): L'examen pour
kinésithérapeutes aurait semble-t-
il surtout défavorisé des candidats
limbourgeois. Cette province ne
compte qu'une école supérieure,
et les étudiants diplômés de cette
école disposent de moins de
connaissances théoriques que
ceux des universités.
Plus de cent kinésithérapeutes
n'ont pas réussi et ne pourront
donc pas s'établir comme
indépendants. Le ministre
dispose-t-il de données par
province?
Étant donné que les étudiants
n'ont pu passer cet examen sur un
pied d'égalité, ils ont demandé une
annulation. Le Conseil d'État a
rejeté cette requête parce qu'il ne
serait pas
question d'un
désavantage difficile à réparer.
Les étudiants auraient semble-t-il
été informés de cet état de fait par
le Moniteur Belge, mais ce dernier
stipulait uniquement qu'il y aurait
une limitation. Les étudiants n'ont
été fixés que début 2005 sur la
forme qu'allait prendre cette
limitation. Le gouvernement a
d'ailleurs toujours minimisé le
problème. L'argument selon lequel
les kinésithérapeutes peuvent
choisir librement d'exercer leur
profession sans numéro n'est pas
exact. C'est l'État qui impose ce
choix au moyen de l'examen.
Comme l'examen n'a eu lieu qu'à
l'automne 2005, les diplômés ont
déjà pu travailler dans le cadre
d'un agrément provisoire. Parmi
les 104 candidats qui n'ont pas
réussi l'examen, 62 avaient un
emploi nécessitant un numéro. Sur
les 270 kinésithérapeutes qui ont
réussi, 45 ont un travail pour
lequel aucun numéro n'est requis.
En l'absence de sélection, presque
tous les diplômés auraient pu
conserver l'emploi de leur choix.
Une approche basée sur un plan
n'est pas indiquée dans le secteur
des soins de santé.
CRIV 51
COM 832
31/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
41
deelnemen. Ondertussen bevinden ze zich in een soort
rechtenloosheid. Wat gebeurt er met de nummers van de 45
kinesisten die over een nummer beschikken maar het niet nodig
hebben in hun huidige job?
Qu'adviendra-t-il des 104
kinésithérapeutes sans numéro?
Que deviendront les numéros des
45 kinésithérapeutes qui n'en ont
en fait pas besoin?
18.02 Patrick De Groote (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, collega's, de kritiek op dit examen komt niet onverwacht.
Van bij het begin, van bij de eerste verklaringen betreffende een
contingenteringsexamen voor kinesisten in januari-februari 2005,
hebben wij ons reeds verzet tegen dergelijke praktijken.
Half november legden 374 pas afgestudeerde kinesisten nogmaals
een examen af voor het behalen van een RIZIV-nummer. Het
slaagcijfer was op voorhand reeds gekend. Er was in de herberg als
ik het zo mag uitdrukken slechts plaats voor 270 mensen.
Wat zien we thans? Er zijn opvallende verschillen tussen de diverse
opleidingsinstellingen. Bij de Leuvense studenten is het
slaagpercentage let op ik heb het niet, omdat het over studenten
gaat, over slaappercentage van 96%. Bij de Gentse studenten is dat
90% ten opzichte van een slaagpercentage van 50% bij de provinciale
hogeschool en 40% bij de VUB. Of dit nu de bevoegdheid is van uw
collega of van uzelf, mijnheer de minister, u kunt hiervoor niet blind
zijn. Daarom mijn eerste vraag. Hoe verklaart u de grote verschillen
tussen de verschillende opleidingsinstanties? Zult u een onderzoek
laten verrichten met betrekking tot deze opvallende verschillen?
In de kranten werd gesproken van cd-rom's met wetteksten over
sociale zekerheid ter voorbereiding van het examen die de studenten
in de bus kregen. Ik heb allerlei verklaringen gelezen van
hogescholen die al dan niet hun studenten zouden hebben voorbereid
op het examen terwijl een hogeschool beweerde van het bestaan van
deze.cd-rom zelfs niets af te weten. Heeft elke student een dergelijke
cd-rom ontvangen?
Een volgende vraag handelt over het aantal personen die reeds bezig
zijn met een de praktijk via een voorlopig RIZIV-nummer en die niet
geslaagd zijn. Over hoeveel personen gaat het? U begrijpt waarom ik
deze vraag stel. De regering heeft altijd de mond vol over jobs, jobs
scheppen en jobs creëren. Dat een aantal kinesisten die reeds aan de
slag waren en reeds betaalden voor hun statuut van zelfstandige
thans zo maar hun job verliezen, komt, mijns inziens, neer op een
vorm van broodroof. Graag kreeg ik cijfers over dit aantal. Hoeveel
kinesisten zijn werkloos geworden doordat hun voorlopig RIZIV-
nummer niet meer werd verlengd omdat betrokkenen niet geslaagd
zijn voor het examen?
Ik heb u de volgende vraag al eerder gesteld, mijnheer de minister,
maar ik heb daar toen geen antwoord op gekregen. Op basis van
welke leerstof gaat u eigenlijk oordelen of iemand een goed of een
slecht kinesist is? Kinesitherapie is nog altijd een praktijkuitvoering.
We hebben wel gezien in het Staatsblad dat één derde van de punten
werd toegekend op basis van de kennis van de wetten betreffende de
sociale zekerheid. Wel, als ik naar een kinesist zou moeten gaan
omdat ik een pijnlijke rug heb, dan is het niet zozeer mijn bezorgdheid
of hij zijn wetgeving goed kent. Bovendien, met het tempo waarin de
wetgeving verandert, is het misschien volgend jaar alweer
18.02 Patrick De Groote (N-VA) :
Le fait que l'examen soulève des
critiques n'étonnera personne.
Nous nous y sommes toujours
opposés. Seuls 270 des 374
jeunes diplômés en kinésithérapie
qui ont participé à l'examen,
pouvaient le réussir. Le taux de
réussite s'élevait à 96 % pour les
étudiants de Louvain, à 90 % pour
les étudiants de Gand, à 50 %
pour les étudiants de l'école
supérieure provinciale et à 40 %
pour les étudiants de la VUB.
Quelle est l'explication de ces
différences considérables ? Une
enquête sera-t-elle menée ?
Un cd-rom contenant les textes de
loi relatifs à la sécurité sociale
aurait été envoyé aux étudiants
pour préparer l'examen. Une école
supérieure prétend toutefois ne
pas être au courant de l'existence
du cd-rom. Chaque étudiant l'a-t-il
effectivement reçu ?
Combien de kinésithérapeutes
travaillaient-ils déjà avec un
numéro Inami provisoire, mais
n'ont pas réussi l'examen ?
J'estime que le fait qu'ils perdent à
présent leur emploi alors qu'ils
payaient déjà des cotisations pour
leur statut d'indépendant, équivaut
à les priver de leur gagne-pain.
Comment les kinésithérapeutes
sont-ils évalués?
Il me revient que l'examen
porterait surtout sur la
connaissance des textes de loi
relatifs à la sécurité sociale. S'agit-
il là vraiment d'un critère pertinent
pour un kinésithérapeute?
Le parlement pourrait-il prendre
connaissance des questions
d'examen et de la ventilation des
points?
31/01/2006
CRIV 51
COM 832
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
42
voorbijgestreefd.
Daarom had ik en misschien nog een aantal collega's wel eens
willen weten wat voor soort vragen u gesteld heeft aan de mensen die
mijn pijnlijke rug onder handen moeten nemen. Met andere woorden,
kunnen volksvertegenwoordigers inzage krijgen in een
examenformulier of in de gestelde vragen met de puntenverdeling,
zodat ze zich perfect een beeld kunnen vormen op welke kennis Selor
zich baseerde om te oordelen of iemand al dan niet een goed kinesist
is?
Ik rond stilaan af. Een artikel in de krant heeft mij toch wel even
getroffen. Het gaat over een huisvader-kinesist die zestig jaar is
geworden. Zijn dochter is afgestuurd aan de Provinciale Hogeschool
in Limburg en zij heeft een vriend die ook het diploma van kinesist
heeft behaald. Die twee afgestudeerden konden eigenlijk in juli al
onmiddellijk aan de slag, deeltijds in meerdere praktijken, en ze
hadden daarvoor een tijdelijk RIZIV-nummer. Op de proef vielen ze
net buiten de 270-norm. Concreet betekent dit voor die mensen dat ze
hun deeltijdse opdracht niet meer mogen uitvoeren, maar het is ook
erg dat men zelfs in een totaal uitgebouwde familiepraktijk, met alles
erop en eraan, niet meer kan werken. Ik denk dat het KB toch wel
leidt tot enkele frustrerende situaties.
Dan zijn er natuurlijk nog de kinesisten die slaagden in de proef en
dus een RIZIV-nummer kregen, maar daar helemaal niets mee doen.
Er zijn er die gaan voortstuderen of werk hebben in een andere
sector. Ik vind dat wel schrijnend. Ik weet dat het te veel zal gevraagd
zijn om de criteria en de regels voor de selectie en daarmee het
hele KB op te heffen, maar ik vraag u straks in een motie om
misschien het KB aan te passen, in die zin dat geslaagde
kinesitherapeuten die binnen een bepaalde termijn geen RIZIV-
nummer hebben opgevraagd na kennisgeving en wanneer er geen
bezwaar wordt opgetekend, kunnen aangevuld worden door niet-
ingevulde RIZIV-nummers toe te kennen aan de niet-geslaagden, een
soort reserve die kan aangelegd worden.
Ik dank u bij voorbaat voor uw antwoord.
Certains kinésithérapeutes ont pu
commencer à travailler dès la fin
de leurs études avec un numéro
Inami provisoire mais ont échoué
de peu à l'épreuve. Il y a aussi des
kinésithérapeutes qui ont réussi
l'épreuve et qui ne feront pas
usage de leur numéro Inami.
L'arrêté royal ne pourrait-il être
adapté en ce sens qu'un délai
serait prévu pour la demande des
numéros Inami. Les numéros non
demandés pourraient alors être
attribués aux meilleurs des
kinésithérapeutes n'ayant pas
réussi l'épreuve.
18.03 Yolande Avontroodt (VLD): Mijnheer de minister, mijn vraag
is vrij praktisch en pragmatisch. Ze is ook al meer dan een maand
oud. Er is dus al enige tijd overheen gegaan.
Wij beseffen heel goed dat het een moeilijke beslissing is en dat het
niet prettig is om eerst af te studeren om dan geen toegang tot het
beroep te krijgen. Wij weten ook dat de beslissing tot stand is
gekomen in samenspraak met de beroepsorganisaties en met de
beroepsverenigingen. Desalniettemin blijft een aantal vragen wringen.
De meest praktische vraag heb ik reeds samengevat. Wat gebeurt er
met de 30 toegekende RIZIV-nummers die door de geselecteerden
niet zullen worden opgenomen?
Van de kandidaten de andere vraagstellers hebben dat ook gesteld
zijn er dertig niet geselecteerd. Die 30 nummers komen vrij.
Anderzijds is een aantal kandidaten net niet geslaagd; zij zijn met 1 of
2 punten gezakt. Dat is altijd dramatisch, zowel voor de betrokkene
als voor het hele gezin. Daarom heb ik de volgende vraag.
18.03
Yolande Avontroodt
(VLD): Une trentaine de
kinésithérapeutes admis
n'utiliseront pas leur numéro
Inami. Ces numéros ne peuvent-ils
être attribués aux trente premiers
kinésithérapeutes qui ont échoué?
Le Cartel des kinésithérapeutes
propose de permettre aux 141
kinésithérapeutes non reçus
d'acquérir de l'expérience sur une
base volontaire pendant une
année pour améliorer leurs
chances de réussir l'examen
suivant. Un tel système existe en
Norvège. Que pense le ministre de
cette proposition?
CRIV 51
COM 832
31/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
43
Is er een mogelijkheid om de vrijgekomen nummers op een uiteraard
juridisch correcte manier aan de eerste 30 van de 104 niet-
geselecteerde kandidaten toe te kennen?
Ten tweede, mijnheer de minister, misschien nog belangrijker is de
vraag hoe u omgaat met het door het kinesitherapeutenkartel
geformuleerde voorstel dat de niet geselecteerde kandidaten zal
toelaten om toch gedurende een jaar hun praktijk op peil te houden,
om dan eventueel het volgende jaar beter voorbereid deel te kunnen
nemen aan de selectie.
Ik maak heel even een parenthesis. Ik wil verwijzen naar Noorwegen.
Voor de toegang tot de studies het gaat zelfs niet over de toegang
tot het beroep krijgen precies studenten of kandidaten die niet
geslaagd zijn of niet voldoende punten hebben, de kans om
praktijkervaring op te doen. Op die manier zijn zij, ten eerste, beter
voorbereid. Ten tweede, op die manier kan ook worden gepeild
daarmee kom ik tegemoet aan de zorg van de heer De Groote naar
de motivatie om het beroep uit te oefenen. De betrokkenen kunnen
theoretisch punten verdienen door op vrijwillige basis ervaring op te
doen in een andere praktijk. Zulke formules bestaan in Europa en
kunnen perspectieven bieden.
18.04 Koen Bultinck (Vlaams Belang): Mijnheer de minister, vragen
over het fameuze bijkomende examen voor kinesisten werden u
reeds veelvuldig gesteld in de commissie door ettelijke collega's. Het
zal waarschijnlijk een van de keren zijn waarop wij het dossier
definitief moeten kunnen afronden. Dat neemt niet weg dat wij toch
nog eens op het dossier willen terugkomen.
U hebt op 14 november dan die fameuze vergelijkende selectieproef
voor kinesisten georganiseerd. Er is reeds gezegd dat een aantal
mensen is geslaagd die het RIZIV-nummer niet echt nodig heeft. Dat
is een feitelijke vaststelling die wij moeten maken en die nuttig is in
het gegeven van het hele dossier.
Als Vlaams-Belanger vind ik het mijn plicht om er ook op te wijzen dat
dit dossier ook een communautair angeltje heeft. Het is een zeer
merkwaardig examen geweest waarbij alleen Nederlandstalige
kinesisten een examen hebben moeten afleggen.
18.04 Koen Bultinck (Vlaams
Belang): Qu'adviendra-t-il des
numéros Inami non réclamés?
Seront-ils délivrés aux premiers
kinésithérapeutes non reçus?
Que pense le ministre de la
proposition du Cartel des
kinésithérapeutes de créer une
sorte de pool d'intérimaires pour
les kinésithérapeutes qui ne
disposent pas d'un numéro Inami?
18.05 Minister Rudy Demotte: (...)
18.06 Koen Bultinck (Vlaams Belang): Daarin hebt u grotendeels
gelijk, mijnheer de minister. U bent ook uitvoerder geweest van een
beslissing van de vorige regering.
18.07 Minister Rudy Demotte: Ik heb ze zelfs versoepeld.
18.08 Koen Bultinck (Vlaams Belang): Ik weet dat dit zeer gevoelig
bij u ligt, mijnheer de minister, maar dat neemt niet weg dat dit een
zeer merkwaardige manier van werken is geweest. U zult in mijn
schriftelijke vraag al wel gemerkt hebben dat ik nog even wil polsen
naar de pikante details in dit dossier.
Het gaat om 104 Nederlandstalige student-kinesisten die niet voor de
selectieproef geslaagd zijn. Dan is het kinesitherapeutenkartel met
18.08 Koen Bultinck (Vlaams
Belang): Un examen a été
organisé pour les seuls
kinésithérapeutes flamands afin de
déterminer qui obtiendrait les 270
numéros Inami. Du côté
francophone, le quota a été fixé à
180 numéros Inami. Combien de
31/01/2006
CRIV 51
COM 832
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
44
een zeer constructief voorstel voor de dag gekomen, namelijk om die
mensen in de pool van uitzendkrachten op te nemen. Daar kunnen
die afgestudeerde kinesisten, de sukkelaars van dienst zonder RIZIV-
nummer, in worden opgenomen en verder functioneren.
Mijnheer de minister, ik heb een aantal zeer concrete vragen. Wat
gebeurt er met de niet-opgenomen RIZIV-nummers? Kunnen die
verdeeld worden onder de 104 niet-geslaagde kinesisten? Wat is uw
houding als minister tegenover het zeer concrete voorstel van het
kinesitherapeutenkartel?
Ik heb ook twee communautaire vragen. Hoeveel Franstalige
kinesisten boden zich oorspronkelijk aan voor het fameuze invullen
van het quotum van 180? U weet zeer goed dat er een quotum van
180 Franstaligen en 270 Nederlandstaligen was vastgesteld. Er was
wel een overschrijding van 10% toegestaan. Zelfs met die
overschrijding zou geen examen worden afgenomen. Hoeveel
Franstalige kinesisten hebben zich dus aangeboden? In de praktijk
hebben wij immers moeten vaststellen dat, eenmaal de selectie is
gebeurd, er 198 Franstalige studenten zijn geselecteerd.
kinésithérapeutes se sont-ils
présentés à cet effet et combien
d'entre eux ont-ils été
sélectionnés?
18.09 Hilde Dierickx (VLD): Mijnheer de minister, ik ga niet herhalen
wat mijn collega's al hebben gezegd. Aansluitend bij mevrouw
Avontroodt wou ik toch vragen of u zelf vindt dat dit uitgangsexamen
wel objectief is. Via Selor konden alle studenten wel een cd bekomen
waarin de examenstof werd uitgelegd. Bepaalde hogescholen en
universiteiten hebben daarvan gebruikgemaakt om een syllabus voor
hun studenten te maken zodat ze beter waren voorbereid op dat
examen.
Dat is natuurlijk niet verboden. Dat is zelfs een goede zaak. Het is
echter wel opvallend dat studenten van een bepaalde universiteit die
volgens een kwaliteitscontrole van de Vlaamse regering de beste
opleiding biedt, slecht scoren. Die instelling heeft haar studenten niet
speciaal voorbereid op het bijkomende examen omdat ze van bij het
begin tegen het examen was, zoals de meeste instellingen.
Mijnheer de minister, vindt u het logisch dat de studenten met de
beste opleiding het slechtst scoren?
Is het wel logisch dat de toegang tot zo'n praktisch beroep vooral
bepaald wordt door de studenten die de beste kennis hebben van de
wetteksten?
Aansluitend bij mijn collega's wil ik nog vragen welke oplossing u hebt
voor de gediplomeerde studenten die geen RIZIV-nummer bekomen
hebben?
18.09 Hilde Dierickx (VLD) :
L'université offrant la meilleure
formation, d'après le contrôle de
qualité effectué par le
gouvernement flamand, n'avait
pas élaboré de syllabus en vue de
préparer les étudiants à l'examen,
contrairement à certaines autres
universités et écoles supérieures.
Les étudiants ayant suivi la
meilleure formation ont par
conséquent obtenu les plus
mauvais résultats. Une telle
situation est-elle logique aux yeux
du ministre?
Est-il logique que la connaissance
des textes légaux soit
prépondérante dans le cadre de
l'exercice d'une profession axée
sur la pratique?
Quelle solution le ministre
propose-t-il aux kinésithérapeutes
n'ayant pas obtenu de numéro
Inami?
18.10 Minister Rudy Demotte: Mijnheer de voorzitter, voorafgaand
moet ik nog eens herhalen, opdat het duidelijk zou zijn, dat ik hier het
beleid uitvoer van mijn Vlaamse voorgangers. Ik doe het met veel
moed. Ik zal u bewijzen dat de moed ook zal dienen voor de
Franstaligen en niet alleen voor de Vlamingen. Dat ligt niet in mijn
aard. Ik wilde hierover nog eens zeer duidelijk zijn.
Ik kom tot de verschillende vragen die gesteld werden.
Ten eerste, ik wil mij niet uitspreken over de eventuele verschillen
18.10 Rudy Demotte, ministre:
J'exécute la politique de mon
prédécesseur flamand.
Il ne m'appartient pas de me
prononcer sur les différences
qualitatives entre les formations. Il
s'agit d'une compétence
communautaire.
CRIV 51
COM 832
31/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
45
tussen de bestaande opleidingen in kinesitherapie qua kwaliteit en
dergelijke. Dat is natuurlijk de bevoegdheid van de Gemeenschappen.
Indien er objectieve verschillen worden aangetoond, wat nog moet
blijken, is het aan de betrokken Gemeenschap om hierop te reageren.
Ik kan het natuurlijk ook melden aan mijn collega's van de
Gemeenschappen, maar ik kan zelf geen initiatief daarin nemen.
Ten tweede, alle deelnemers aan het examen werden op de hoogte
gebracht van de materie van het examen. De inhoud van de
examenmaterie werd op expliciete wijze kenbaar gemaakt op de
websites van Selor en van het RIZIV. Bovendien heeft Selor
tegelijkertijd met de oproep voor het examen een cd-rom uitgedeeld
met daarop de examenmaterie. Ik beschik niet over gegevens die
aantonen dat sommige kandidaten geen cd-rom zouden gekregen
hebben.
Ten derde, ik beschik niet over gegevens over het aantal kinesisten
dat zijn baan zou hebben verloren ten gevolge van het niet slagen
voor het examen. Ik wil er echter aan herinneren dat dit voorlopige
nummer werd toegekend op uitdrukkelijk verzoek van de
studentenverenigingen.
Op het moment dat deze nummers werden toegekend, was altijd
duidelijk dat het slechts om een voorlopig nummer ging. Het is
bijgevolg ongeoorloofd het RIZIV nu te verwijten deze voorlopige
nummers te hebben toegekend.
Ten vierde, niets belet de leden die over de examenvragen wensen te
beschikken zich met dit verzoek tot Selor te wenden.
Ik herhaal nog eens dat de versoepeling in het stelsel die door mijn
voorgangers werd geconcipieerd, is dat nu iemand zijn beroep kan
uitoefenen zelfs indien hij niet over een RIZIV-nummer beschikt. Dat
was in het verleden niet het geval. Dat is, volgens mij, toch een heel
belangrijk verschil.
Ten vijfde, de resultaten per provincie zijn als volgt. Ik zal eerst de niet
geselecteerden noemen en dan de geselecteerden.
West-Vlaanderen: 17 niet geselecteerden, 42 geselecteerden.
Oost-Vlaanderen: 15 niet geselecteerden, 59 geselecteerden.
Antwerpen: 33 niet geselecteerden, 85 geselecteerden.
Limburg: 22 niet geselecteerden, 30 geselecteerden.
Vlaams-Brabant, inclusief Brussel: 18 niet geselecteerden, 52
geselecteerden.
Woonachtig in Nederland en Wallonië: 0 niet geselecteerden
misschien is de opleiding daar beter? grapje! 2 geselecteerden.
Op een totaal van 375 zijn er 105 niet geselecteerden.
Ten zesde, wat betreft de spreiding over de Gemeenschappen en de
reden waarom het examen niet voor de Franstalige gediplomeerden
werd gehouden, zijn de redenen als volgt. Het besluit voorziet dat het
examen gehouden dient te worden zodra het aantal inschrijvingen met
10% het quotum, voorzien voor dat jaar, overschrijdt.
Voor de Franstaligen bedroeg het quotum voor 2005 180; 197
personen schreven zich in en 197 nummers werden verstrekt. Het
besluit bepaalt dat de boven het quotum verstrekte nummers van het
Tous les participants à l'examen
ont été informés de la matière sur
laquelle ils seraient interrogés. Le
contenu pouvait d'ailleurs être
consulté sur les sites internet de
l'Inami et du Selor, qui a d'ailleurs
également produit un cd-rom.
Je ne dispose d'aucune indication
selon laquelle des étudiants
n'auraient pas reçu le cd-rom, ni
d'informations sur des
kinésithérapeutes qui auraient
perdu leur emploi parce qu'ils
auraient échoué à l'examen.
Les numéros Inami provisoires ont
été attribués à la demande des
associations d'étudiants. Il était
clair dès le départ qu'il s'agissait
de numéros provisoires.
Je ne dispose pas des questions
de l'examen. Les membres qui
souhaitent en prendre
connaissance, peuvent en faire la
demande au Selor.
Je signale que le système actuel
est plus souple: la profession peut
en effet être exercée sans numéro
Inami.
Les résultats par province sont les
suivants : 17 non sélectionnés et
42 sélectionnés en Flandre
occidentale, 15 et 59 en Flandre
orientale, 33 et 85 à Anvers, 22 et
30 dans le Limbourg, 18 et 52 en
Brabant flamand et à Bruxelles.
Candidats habitant aux Pays-Bas
ou en Wallonie : 0 et 2. Sur un
total de 375 kinésithérapeutes,
105 n'ont pas été sélectionnés.
Pourquoi n'a-t-on organisé aucun
examen pour les diplômés
francophones ? L'arrêt stipule
qu'un examen est nécessaire
quand le nombre d'inscriptions
dépasse de 10 % le quota défini
pour l'année considérée. Le quota
de francophones était de 180 pour
2005. Un total de 197 diplômés se
sont inscrits, et un nombre égal de
numéros ont été attribués. Les
numéros octroyés en plus du
quota sont retranchés du quota
31/01/2006
CRIV 51
COM 832
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
46
quotum voor de volgende jaren wordt afgetrokken. Dat betekent dus
dat die 17 zullen afgetrokken worden van het quotum voor de
volgende jaren. Er is dus een inhaalbeweging voorzien. Als zij volgend
jaar nog 197 bereiken, betekent dit dat de inspanning nog groter zal
zijn voor de Franstaligen omdat zij nu een overschrijding met 17
hebben die moet ingehaald worden. Dat moet hier duidelijk zijn. Het is
dus geen cadeau, de marge van minder dan 10%; het is integendeel
iets wat in de toekomst moet ingehaald worden.
Ten slotte, wat betreft het herverdelen van de RIZIV-nummers die niet
door de laureaten gebruikt worden. Dat is volgens mij een zeer
belangrijk element. Ik had er niet a priori aan gedacht. Mijn diensten
hebben de opdracht gekregen om een technische oplossing te vinden
die het mogelijk zou maken om deze nummers toe te kennen aan de
niet geslaagden, natuurlijk in volgorde van de klassering van de
resultaten van het examen.
des années suivantes, en
l'occurrence 17 unités. Un
mouvement de rattrapage a donc
bel et bien été prévu.
L'administration élabore
actuellement une solution en vue
de la redistribution des numéros
que n'utilisent pas les lauréats.
J'estime qu'on devrait pouvoir
attribuer ces numéros aux non-
lauréats, évidemment dans l'ordre
où ils ont été classés en fonction
des résultats qu'ils ont obtenus à
l'examen.
18.11 Marleen Govaerts (Vlaams Belang): Mijnheer de minister,
natuurlijk betreuren wij dat er slechte communicatie geweest is en dat
de studenten eigenlijk niet juist wisten hoe de selectie zou gebeuren.
Pas begin 2005 is het duidelijk geworden.
Het zijn inderdaad de Gemeenschappen die het initiatief moeten
nemen in verband met de opleiding. Ik betreur echter dat Limburg er
zo slecht uitkomt, het slechtste van alle provincies. Eigenlijk is dat
jammer want iedereen is toch voor werk in eigen streek. Door de
vergrijzing zullen we binnenkort kinesisten tekort hebben en gaan die
uit de andere provincies moeten komen omdat onze kinesisten geen
nummer hebben.
18.11 Marleen Govaerts (Vlaams
Belang) : Je trouve qu'on s'y est
vraiment mal pris pour
communiquer aux candidats le
mode d'organisation des examens
et leurs résultats. Je le déplore. Je
constate que le Limbourg s'en est
très mal sorti et je crains par
conséquent que cette province
manque
bientôt de
kinésithérapeutes, a fortiori
compte tenu du vieillissement de
la population.
18.12 Minister Rudy Demotte: De planningscommissie heeft haar
mening al bijgestuurd wat betreft de artsen, rekening houdend met de
vergrijzing. We zullen nu zien hoe de planningscommissie voor
kinesisten zal reageren. Ik kan mij daar natuurlijk niet over uitspreken,
maar het is een feit dat men rekening moet houden met de
vergrijzing.
18.12 Rudy Demotte, ministre:
C'est précisément pour cette
raison que la commission de
planification pour les médecins a
déjà apporté un correctif. La
commission de planification pour
les kinésithérapeutes suivra peut-
être cet exemple.
18.13 Marleen Govaerts (Vlaams Belang): Dat dacht ik ook. De
vergrijzing zal het probleem min of meer oplossen of bijsturen, maar
voor Limburg is het nu heel concreet een probleem dat er weinig
nieuw afgestudeerde, jonge kinesisten zijn. Verschillende kinesisten
waren al aan het werk en kregen geen erkend nummer. Ik weet niet
wat zij de volgenden maanden, tot aan de nieuwe examens, zullen
doen. Waarschijnlijk zullen zij opnieuw meedoen, maar ik denk dat
deze mensen voorlopig geen werk hebben. Dat is te betreuren.
18.13 Marleen Govaerts (Vlaams
Belang) : De nombreux candidats
qui ont échoué exercent déjà la
profession. Si j'ai bien compris, ils
perdent donc leur travail jusqu'au
prochain examen.
18.14 Patrick De Groote (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik betreur uiteraard wat gebeurd is, maar daaraan kan men
niets meer veranderen, namelijk dat een aantal afgestudeerde
kinesisten ernstig belemmerd werden bij de start van hun loopbaan,
door de spelregels op het einde van hun studie te wijzigen. Er werd
gezegd dat wie uit de boot valt, terechtkan in instellingen waarvoor
geen RIZIV-nummer nodig is. Ik meen dat dit pure retoriek is, want de
praktijk leert dat men vrijwel voor iedere betrekking een RIZIV-
nummer vraagt. De meeste instellingen, ziekenhuizen en
18.14 Patrick De Groote (N-VA) :
Le ministre affirme que les
candidats qui ont échoué peuvent
être engagés là où le numéro
Inami n'est pas requis, ce qui est
évidemment purement théorique.
Le nombre de cas qui entrent en
ligne de compte est très limité.
CRIV 51
COM 832
31/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
47
verzorgingsinstellingen, zoeken immers kinesisten die zonder
problemen alle soorten patiënten kunnen verzorgen. Ik wil er ook nog
aan toevoegen dat Vlaanderen reeds behoorlijke inspanningen heeft
gedaan wat de instroom van kinesisten betreft.
Ik kom tot mijn laatste opmerking. Het is hemeltergend dat sommige
kinesisten die slaagden en in het bezit zijn van hun RIZIV-nummer,
het nummer helemaal niet gebruiken. Er is nog hoop, wanneer ik u
hoor praten over de mogelijke herverdeling van de niet-gebruikte
RIZIV-nummers. U zult aan uw medewerkers vragen om daarvoor
een technische oplossing uit te werken. Ik wil nogmaals herhalen dat
ik in mijn motie een voorstel doe om een bepaalde termijn in te
schakelen. Wanneer men het RIZIV-nummer niet heeft opgevraagd,
zou men de rest als werfreserve kunnen gebruiken. Wanneer men het
RIZIV-nummer na een bepaalde tijd niet heeft opgevraagd, zouden de
mensen die nipt niet geslaagd waren toch in aanmerking kunnen
komen. Ik meen dat dit perfect mogelijk is.
18.15 Yolande Avontroodt (VLD): Mijnheer De Groote, ik meen dat
de minister daarop heeft geantwoord en dat hij een oplossing heeft
voor zij die hun RIZIV-nummer niet hebben opgenomen. De dertig
eerst geklasseerden, op basis van het examen.
18.15
Yolande Avontroodt
(VLD): Je me félicite qu'une
solution soit élaborée pour les
numéros qui n'ont pas été
attribués.
18.16 Minister Rudy Demotte: Ik meen dat dit objectief is. Andere
oplossingen zouden volgens mij zeer gevaarlijk zijn. Iemand zou
bijvoorbeeld zijn nummer kunnen verkopen.
18.17 Yolande Avontroodt (VLD): Mijnheer de minister, ik meen dat
dit een heel billijke oplossing is. Dertig mensen, en op termijn
misschien nog meer. U hebt dan een soort wervingsreserve.
Ik heb nog geen antwoord gekregen op de tweede vraag in verband
met het op peil houden van de praktijk. Er is het voorstel van het
kartel om dat gedurende één jaar mogelijk te maken. U hebt daarop
nog niet echt geantwoord. U zegt dat men in een instelling terecht
kan, maar eigenlijk zou dat ook moeten kunnen in een privé-praktijk.
18.17
Yolande Avontroodt
(VLD): Quelle est la réponse du
ministre à la proposition du cartel
visant à pouvoir maintenir
également à niveau la pratique
dans les établissements privés ?
18.18 Minister Rudy Demotte: Nee, daarop moet ik negatief
antwoorden. Ik volg dat voorstel niet.
18.18 Rudy Demotte, ministre: Je
rejette cette proposition.
18.19 Koen Bultinck (Vlaams Belang): Mijnheer de minister,
uiteraard wil ik u op mijn beurt ook danken voor uw antwoord.
Ik heb nog drie korte opmerkingen, mijnheer de minister. Ik denk dat
we in het Parlement toch nog eens het volgende moeten durven te
zeggen. U hebt inderdaad de regeling aangepast en hebt dat aan ons,
parlementsleden, zeer handig weten te verkopen. Hierdoor kan
iemand het beroep van kinesist uitoefenen zonder strikt over een
RIZIV-nummer te beschikken. Ieder van ons wordt dagelijks wel
geconfronteerd met kinesisten die bij ons komen klagen en zeggen:
"Mijnheer of mevrouw het parlementslid, het is allemaal goed en wel,
de minister zegt wel aan jullie in het Parlement dat hij de regeling
versoepeld heeft, maar in de praktijk hebben zeer veel kinesisten in
allerlei instellingen daar toch wel degelijk problemen mee." Ik denk dat
u als bevoegd minister inlichtingen ter informatie bij al die instellingen
moet inwinnen. Er zijn wel degelijk problemen op het terrein, mijnheer
de minister. Goede wil tonen en een versoepeling van de regeling is
18.19 Koen Bultinck (Vlaams
Belang): J'ai l'impression que le
ministre devrait confronter
d'urgence ses déclarations
théoriques à l'exercice pratique de
la profession de kinésithérapeute.
Je me félicite du mouvement de
rattrapage en ce qui concerne le
dépassement du quota
francophone. La réponse du
ministre permettra de démentir de
nombreuses rumeurs fantaisistes
qui circulent à ce sujet. La
redistribution éventuelle des
numéros non attribués est
également une bonne chose.
31/01/2006
CRIV 51
COM 832
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
48
één zaak, maar ik denk dat in de praktijk blijkt dat er problemen zijn.
Ik denk dat u als bevoegd minister uw voelsprieten nog eens moet
uitsteken om te zien in welke mate aan het probleem nog iets kan
worden gedaan. Ik denk dat het echt zeer belangrijk is. Ik denk dat
alle collega's die het dossier volgen, met dat soort opmerkingen
worden geconfronteerd. Er zijn op het terrein wel degelijk nog
problemen.
Een tweede vaststelling die ik maak, mijnheer de minister, is dat u
voor een stuk aan mijn klassieke bezorgdheid tegemoetkomt. Ik denk
dat u een belangrijk statement heeft gedaan door zeer duidelijk te
zeggen dat de overschrijding van het quotum aan Franstalige zijde het
volgende jaar wel degelijk moet worden gecompenseerd. Ik denk dat
het goed is dat daarover geen onduidelijkheid meer bestaat en dat de
wilde verhalen terzake definitief naar de fabeltjeswereld werden
verzonden. Ik denk dat het zeer positief is dat u ook open staat voor
de zeer concrete herverdeling van de RIZIV-nummers en zeer
duidelijk zegt dat er een praktische oplossing bestaat voor de 30
beste die niet in aanmerking komen.
Gebruikmakend, mijnheer de minister, van de interpellatie van collega
De Groote, zullen wij vanuit onze fractie toch een motie neerleggen
waarin wij zeer duidelijk aan de regering zullen vragen heel het
examen toch eens ernstig te evalueren, en te kijken of het wel moet
blijven bestaan. Wij willen vragen in de toekomst dat bijkomende
examen voor kinesisten niet langer meer te organiseren.
Dans notre motion, nous
demandons de procéder à une
évaluation approfondie de cet
examen et, en fin de compte, de le
supprimer totalement.
18.20 Hilde Dierickx (VLD): Mijnheer de minister, aansluitend op de
repliek van mevrouw Avontroodt heb ik nog een kleine reactie. Ik ben
uiteraard gelukkig dat voor de niet gebruikte RIZIV-nummers een
oplossing wordt gevonden en dat er op basis van het examen nog 30
gelukkigen zullen worden gemaakt. Maar ik hoop dat u ook zult
rekening houden met het feit dat bepaalde geslaagden die hun RIZIV-
nummer in het begin nog niet gebruiken dat in de toekomst misschien
wel nodig zullen hebben en dat u erin verwerkt hoe lang zo'n RIZIV-
nummer dat niet gebruikt wordt, geldig kan blijven.
Ik geef als bijvoorbeeld iemand die geslaagd is in dat bijkomend
examen en die zijn nummer op dit moment niet opneemt maar die wel
over enkele maanden een praktijk zal starten of zal overnemen en die
dan dat RIZIV-nummer wel nodig heeft. Ik hoop dat daarvoor een
oplossing wordt gevonden, omdat zo iemand die geslaagd is anders
uiteindelijk zijn nummer niet kan gebruiken.
18.20 Hilde Dierickx (VLD) : Je
voudrais attirer l'attention sur le fait
qu'un lauréat peut ne pas faire
usage de son numéro dans une
première phase, mais opter
ensuite pour un changement de
carrière et décider tout de même
de l'utiliser. Qu'en sera-t-il si le
numéro a dans l'intervalle déjà été
attribué à un collègue?
18.21 Minister Rudy Demotte: Er is geen beperking in de tijd
bepaald. Als men over een RIZIV-nummer beschikt, blijft dat geldig.
Iemand kan wel zeggen: ik wens er niet over te beschikken. Dan kan
hij of zij het nummer afstaan en iemand anders ervan laten genieten,
maar dat is een persoonlijke bewuste keuze.
18.21 Rudy Demotte, ministre:
Les numéros attribués demeurent
valables.
De voorzitter: Collega's, als laatste in de rij wil ik, conform het
Reglement, ook even repliceren. Het feit dat er een interpellatie is
ingediend, staat me toe, ondanks het feit dat ik op voorhand geen
vraag had ingediend, toch ook even te repliceren.
Mijnheer de minister, ik denk over dat onderwerp altijd zeer `vigilent' te
hebben gesproken. Ik heb al in de tijd van uw voorgangers, mevrouw
Aelvoet en de heer Tavernier, gewaarschuwd dat er aan de instroom
Le président: Je suis ce dossier
depuis plusieurs années déjà.
Nous savions évidemment depuis
un certain temps que le problème,
pour lequel le ministre a élaboré
une solution, risquait de se
produire un jour.
CRIV 51
COM 832
31/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
49
gecorrigeerd moesten worden, om later problemen te vermijden. Wij
wisten dat moeten we niet verbloemen dat er een contingent was
vastgesteld, zes jaar geleden, en dat we daarmee natuurlijk ooit
geconfronteerd zouden worden.
Collega's, de uitwisseling van nummers zou ik natuurlijk graag willen.
Maar we moeten ervoor zorgen dat dat juridisch gezien goed klopt.
Wat de minister zegt, is juist. Wie nu geselecteerd is, heeft de
toelating om onder het nummer te werken. Zelfs al zou hij dat
nummer niet gebruiken, dan nog behoudt de geselecteerde zijn
toelating om met dat nummer te werken. Pas als hij er zelf vrijwillig
toe zou beslissen om dat nummer af te staan, zou dat nummer naar
iemand anders kunnen gaan. Het is dus onvoldoende om te stellen:
dertig mensen hebben nu hun nummer niet nodig, waardoor we die
dertig nummers ter beschikking van anderen kunnen stellen. Het is
mogelijk dat een geselecteerde wordt ontslaan uit een fitnesscentrum
en zijn nummer terug nodig heeft, bijvoorbeeld om te gaan werken bij
een zelfstandig kinesist, in een associatie of zo. Die persoon moet
terug over zijn nummer kunnen beschikken. We moeten er dus voor
opletten dat we geen `poespas' organiseren die nadien niet meer
overzichtelijk is. Dat zou een koehandel van nummers, toelatingen en
accreditaties kunnen worden. Ik zie dat eerlijk gezegd niet goed zitten.
Om die reden heb ik duidelijk op voorhand gewaarschuwd, aan de
minister zeggende dat we goed moeten beseffen wat we aan het doen
zijn. We sluiten ik blijf daarbij honderd mensen uit die niet de
toelating hebben om onder een nummer te presteren.
Misschien zijn er mensen die niet geslaagd zijn, maar toch aan werk
geraken op plaatsen waar men geen nummer nodig heeft. In een
aantal gevallen blijkt dat te kloppen. Maar er blijven heel wat mensen
over die op dit ogenblik, zonder nummer, geen werk kunnen vinden,
of, erger nog, aan het werk waren, geen geldig nummer meer hebben
sinds 1 januari, en daardoor hun werksituatie hebben moeten
verlaten.
Voor mij is het dus niet duidelijk wie er bereid zal zijn om zijn nummer
vrijwillig af te staan. Wie dat doet, geeft natuurlijk zijn sleutel af. Van
iemand die geslaagd is als kinesist, telt het diploma namelijk niet
meer, want alleen de toelating telt om te kunnen presteren bij het
RIZIV.
Wie die toelating afgeeft, snijdt de eigen handen af als kinesist. Wie
dat doet, kan niet veel meer werken. Met andere woorden, ik denk dat
dit helemaal geen oplossing is: dit zijn vijgen na Pasen, die men op
voorhand had moeten inschatten.
Mijnheer de minister, u zegt dat men nu door aanpassingen een
aantal prestaties kon verrichten, wat vroeger niet kon en waarvoor
men een nummer nodig had. Dat is altijd zo geweest: men heeft de k-
waarden en men heeft de n-waarden. Als men alleen in het
ziekenhuis werkt volgens de k-waarden, heeft men in principe geen
nummer nodig. Men attesteert dan niet zelf, het is de superviserende
fysiotherapeut die presteert. De kinesist is zelfs niet bekend.
Dat is een nieuw element, dat we toch eens moeten onderzoeken. Wij
noch de planningcommissie kunnen weten welke de omzet is van de
kinesitherapie. Alle kinesitherapie die onder k-nummer wordt
Je tiens à mettre en garde contre
le danger d'un marchandage avec
les numéros Inami. Le numéro ne
se libère et ne peut être attribué à
une autre personne que s'il y a été
renoncé délibérément.
Nous savons depuis longtemps
que l'afflux de kinésithérapeutes
devait être sérieusement limité.
L'échange de numéros Inami doit
s'effectuer avec une grande
prudence. Certaines personnes
risquent de perdre leur emploi,
d'autres n'en trouvent pas. Aucun
kinésithérapeute ayant obtenu un
numéro ne sera enclin à renoncer
à l'accès à sa profession. Ceux qui
ont obtenu un numéro conservent
également le droit de l'utiliser.
L'attribution des numéros inutilisés
à d'autres personnes constitue
donc une démarche délicate qui
risque d'entraîner le chaos.
Actuellement, cent personnes sont
exclues et sont donc condamnées
à des prestations qui ne
nécessitent pas de numéro.
Certains ont perdu leur emploi,
d'autres n'en trouvent pas.
Depuis toujours, il y a des
prestations
les fameuses
prestations effectuées sous les
conditions K qui ne nécessitent
pas de numéro. Nous ne
connaissons pas, et la
commission de planification non
plus, le chiffre d'affaires total de la
kinésithérapie pour la bonne et
simple raison qu'il est impossible
de savoir combien de prestations
exactement sont fournies sous les
conditions K. C'est d'ailleurs le
talon d'Achille de tout ce dossier.
Nous aurions dû assimiler depuis
belle lurette les prestations
effectuées sous les conditions K et
celles fournies sous les conditions
N. Aujourd'hui, le bureau de
planification doit prendre position
sans que toutes les données
essentielles soient sur la table.
En Flandre, le nombre d'étudiants
qui s'inscrivent en kinésithérapie a
31/01/2006
CRIV 51
COM 832
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
50
geleverd, is eigenlijk niet geregistreerd, want die wordt niet
geattesteerd door de kinesist zelf. Toch doen we daarover een
uitspraak vanuit de planningcommissie. Dat lijkt mij ook nog een hele
kluif.
De achillespees van het hele dossier zit in de k- en n-waarden.
Toenmalig minister Vandenbroucke heeft destijds gezegd bij die
hervorming dat het niet kon dat er geen gelijkschakeling kwam tussen
k- en n-waarden, dus degene die grosso modo in ziekenhuizen
worden geleverd en degene die grosso modo worden geleverd vanuit
een autonoom kabinet. Het blijkt dat er daar grote verschillen zijn in
mogelijkheid, betaling, kostprijs enzovoort. Ik heb al herhaaldelijk
gevraagd of dit niet beter uniform wordt gemaakt, anders heeft men
daar geen zicht op. Vandaag blijkt dat dit juist is. Wij hebben daar
totaal geen zicht op. Dat is een van de grote problemen die zich nu
voordoet in de kinesitherapie. De heer Vandenbroucke heeft destijds
al gezegd dit gelijk te willen schakelen. Dat is nooit gebeurd. Ook
deze minister heeft dit nooit gedaan.
Ten slotte, ik wil er toch aan herinneren dat er hard is gewerkt aan de
instroom van de studenten. Vroeger, zes jaar geleden, waren dat er
1.400. Nu zijn het er nog 400. Door de hele hervorming van het
HOBU-onderwijs werden 1.000 studenten ontraden. We zijn ei zo na
geslaagd: op 100 na niet. Eigenlijk had men die 100 mensen veel
beter ook een nummer gegeven en dan de werkwijze van Wallonië
toegepast, namelijk afgetrokken van het toekomstig contingent. De
studie voorspelt immers dat er binnen vier tot vijf jaar eerder een
tekort aan kinesisten zal zijn. Het probleem zou dan zichzelf oplossen.
Nu hebben we met een zeer mechanische, confronterende manier
gewerkt, waardoor men mensen totaal in de kou zet. Dat is nog mijn
bedenking in de repliek.
chuté de 1 400 à 400. Donc,
il aurait mieux valu donner un
numéro à ces cent personnes
surnuméraires qui en sont privées
aujourd'hui, quitte à les décompter
du futur contingent.
Moties
Motions
Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.
En conclusion de cette discussion les motions suivantes ont été déposées.
Een eerste motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Patrick De Groote en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellatie van de heer Patrick De Groote
en het antwoord van minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid,
vraagt de regering
- het koninklijk besluit tot vaststelling van de criteria en de regels voor de selectie van de erkende
kinesitherapeuten die het recht bekomen om verstrekkingen te verrichten die voorwerp kunnen zijn van een
tussenkomst van de verplichte verzekering geneeskundige verzorging en uitkeringen van 20 juni 2005, op
te heffen;
- zoniet het koninklijk besluit aan te passen door een termijn in te bouwen; wanneer geslaagde
kinesitherapeuten binnen de bepaalde termijn geen RIZIV-nummer hebben opgevraagd, na kennisgeving
en waarbij geen bezwaar wordt opgetekend, worden de niet ingevulde voorziene RIZIV-nummers
toegekend aan niet-geslaagden, een soort werfreserve dus."
Une première motion de recommandation a été déposée par M. Patrick De Groote et est libellée comme
suit:
"La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de M. Patrick De Groote
et la réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique,
demande au gouvernement
CRIV 51
COM 832
31/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
51
- d'abroger l'arrêté royal du 20 juin 2005 fixant les critères et les modalités de sélection des
kinésithérapeutes agréés qui obtiennent le droit d'accomplir des prestations qui peuvent faire l'objet d'une
intervention de l'assurance obligatoire soins de santé et indemnités;
- à défaut, d'adapter l'arrêté royal en prévoyant un délai à l'expiration duquel les numéros INAMI qui n'ont
pas été demandés par des kinésithérapeutes ayant réussi l'examen, seraient accordés, après notification et
en l'absence de toute objection, à des kinésthérapeutes qui ont échoué, qui constitueraient en quelque
sorte une réserve de recrutement."
Een tweede motie van aanbeveling werd ingediend door mevrouw Marleen Govaerts en door de heer Koen
Bultinck en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellatie van de heer Patrick De Groote
en het antwoord van minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid,
vraagt de regering
- een ernstige evaluatie te maken van het bijkomend examen voor kinesitherapeuten;
- het bijkomend examen voor kinesisten niet langer te organiseren in de toekomst."
Une deuxième motion de recommandation a été déposée par Mme Marleen Govaerts et par M. Koen
Bultinck et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de M. Patrick De Groote
et la réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique,
demande au gouvernement
- de procéder à une évaluation sérieuse de l'examen complémentaire pour les kinésithérapeutes;
- de ne plus organiser l'examen complémentaire pour les kinésithérapeutes à l'avenir."
Een eenvoudige motie werd ingediend door de dames Yolande Avontroodt, Colette Burgeon Maya Detiège,
Hilde Dierickx en Karin Jiroflée en door de heer Miguel Chevalier.
Une motion pure et simple a été déposée par Mmes Yolande Avontroodt, Colette Burgeon, Maya Detiège,
Hilde Dierickx et Karin Jiroflée et par M. Miguel Chevalier.
Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.
19 Vraag van mevrouw Yolande Avontroodt aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de opname van dementerende bejaarden in rustoorden en rust- en verzorgingstehuizen"
(nr. 9624)
19 Question de Mme Yolande Avontroodt au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"l'admission de personnes âgées souffrant de démence dans une maison de repos ou dans une
maison de repos et de soins" (n° 9624)
19.01 Yolande Avontroodt (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, mijn vraag heeft betrekking op de opname van
dementerende en beginnende dementerende bejaarden in rustoorden
en RVT's.
Deze vraag werd mij aangereikt door mensen die in de sector werken
en bezorgd zijn over het feit dat, omwille van de financiering en van
het inschalen van de bejaarden, beginnende dementerenden die
gedesoriënteerd zijn, maar nog mobiel zijn en nog zelfstandig kunnen
eten, niet meer opgenomen geraken in de rustoorden.
Mijnheer de minister, dit is vooral een vraag om cijfers. Ik hoop dat u
die van de administratie hebt kunnen krijgen. De nieuwe financiering
dient immers - terecht - voor de zware zorgbehoevenden en houdt
een billijke vergoeding in voor de reële verzorging en staat soms
haaks op het nieuwe soort paria's dat men daardoor creëert, met
19.01 Yolande
Avontroodt
(VLD): En raison du financement
et de l'intégration des personnes
âgées, les personnes souffrant
d'un début de démence et qui sont
seulement désorientées ne sont
plus admises dans des maisons
de repos. Les nouvelles mesures
de financement sont axées sur les
personnes âgées fortement
tributaires de soins mais risquent
d'engendrer de nouveaux laissés-
pour-compte, c'est-à-dire des
personnes sélectionnées pour ne
pas être admises. On compte de
plus en plus de personnes
31/01/2006
CRIV 51
COM 832
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
52
name de mensen die men selecteert om niet te worden opgenomen.
U weet dat het aantal dementerenden toeneemt. Ik heb in de aanzet
van mijn vraag gesteld dat men verwacht dat er meer dan
200.000 dementerenden zijn in ons land. Daarom moet men daarmee
met zorg omgaan en nadenken op welke manier men het creëren van
die nieuwe soort paria's kan vermijden.
Ten eerste, hoe evolueren de nieuwe opnames in rustoorden van
personen die op desoriëntatie in tijd en ruimte drie of meer scoren en
die hulp nodig hebben bij het wassen en/of kleden? Hoe evolueren de
opnames voor personen die positief scoren op tijd en ruimte en niet
incontinent zijn? Kunt u mij die gegevens bezorgen van de voorbije
drie jaren? Dat is de categorie van mensen die mobiel zijn, maar
vooral omwille van beginnende dementie zouden willen of moeten
worden opgenomen.
Ten tweede, bent u bereid het meetinstrument aan te passen aan de
specifieke behoefte van die dementerenden? Ik weet dat er een
inschaling is die rekening houdt met dementie. Men is echter reeds
lang bezig met het creëren van een nieuw instrument. Hoever staat
het met die studie? Werd deze afgerond? Heeft men nu al resultaten
van die wetenschappelijke analyse? Is er al een consensus voor het
nieuwe instrument voor het inschalen van dementerenden?
Ten slotte, hebt u cijfers over het aantal personen dat in de rusthuizen
resideert, met precies de O-, de A-, de B- en de C-forfaits?
Hoe is de evolutie van de voorbije jaren, namelijk 2003, 2004 en
2005, met betrekking tot de zorg van de rusthuizen zelf, die minder de
beginnende dementerenden wensen op te nemen? Zij moeten aan
deze patiënten immers veel zorg besteden. Aangezien zij mobiel zijn,
moet worden geprobeerd hen rustig en in hun kader te houden.
Mij wordt gesignaleerd dat de betrokkenen uit de boot dreigen te
vallen.
démentes et il convient de les
entourer de façon appropriée.
Quelle est l'évolution des
nouvelles admissions en maisons
de repos de personnes âgées
obtenant un score de trois ou plus
en désorientation dans le temps et
l'espace et nécessitant une aide
pratique et de personnes âgées
obtenant un score positif au niveau
de l'orientation dans le temps et
l'espace et qui ne sont pas
incontinentes?
Le ministre est-il disposé à
adapter l'instrument de mesure
aux besoins spécifiques de ces
personnes démentes?
Un consensus s'est-il déjà dégagé
concernant ce nouvel instrument?
Le ministre dispose-t-il de
données chiffrées relatives au
nombre de personnes résidant en
maisons de repos sous les
différents forfaits?
Quelle a été, ces dernières
années, l'attitude des maisons de
repos face aux personnes
souffrant d'un début de démence?
De voorzitter: Het laatste woord vandaag is aan de minister, die al flink is ingepakt en die zich de hele
namiddag recht heeft gehouden met Sofrasolone. Hij krijgt nu het woord.
19.02 Minister Rudy Demotte: Mevrouw Avontroodt, op uw eerste
vraag naar de cijfergegevens over de evolutie van nieuwe opnames in
rusthuizen moet ik helaas een onvoldoende antwoord geven. De
gegevens over de door de adviserende geneesheer gegeven
akkoorden, die het RIZIV van de verzekeringsinstelling ontvangt, laten
immers niet toe een onderscheid te maken tussen nieuwe opnames
en verlengingen of wijzigingen van een bestaand akkoord. Daarop
kan ik dus helaas met de huidige meetinstrumenten niet antwoorden.
Ten tweede, een snelle aanpassing van het huidige meetinstrument,
de Katz-schaal, lijkt mij op dit moment weinig opportuun. Op 23
januari 2006 werd immers op de vergadering van het
Verzekeringscomité van het RIZIV het eindverslag van de werkgroep-
Qualidem voorgesteld. Ik heb de conclusie nog niet kunnen lezen. Het
is dus nog een beetje voorbarig om mij over de kwestie uit te spreken.
Ten derde, ik zal u de verschillende tabellen bezorgen, anders zou het
antwoord te lang zijn. Ik zal de diensten van de Kamer vragen om ook
19.02 Rudy Demotte, ministre:
Les instruments de mesure
actuels ne me permettent pas de
vous fournir les données chiffrées
demandées.
Il ne me semble pas opportun de
procéder à une adaptation rapide
de l'instrument de mesure actuel,
l'échelle de Katz. Je n'ai pas
encore lu le rapport final du groupe
de travail Qualidem. Il serait donc
prématuré de me prononcer sur
cette question.
Je vous fournirai par écrit les
chiffres relatifs à la catégorie de
dépendance et aux catégories
CRIV 51
COM 832
31/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
53
de commissieleden een kopie van de tabellen te bezorgen. In de
tabellen vindt u de precieze cijfers over de afhankelijkheidscategorie,
de verschillende leeftijdscategorieën en de verdeling per Gewest.
d'âge, ainsi que les données
relatives à la répartition par
Région.
19.03 Yolande Avontroodt (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, ik dank u voor de cijfers. Ik zou wel willen vragen, dit is
immers net de essentie van mijn vraag, of u niet kan onderzoeken of
men die gegevens over de nieuwe opnames niet kan opvragen. Mijns
inziens moeten de mutualiteiten dat wel kunnen geven. Mijns inziens
zijn die gegevens over de nieuwe opnames wel bij de mutualiteiten.
Dat moet immers toch telkens gemeld worden. Elke registratie van
een bejaarde in een instelling moet ook overgemaakt worden aan de
mutualiteit van die persoon. Volgens mij hebben de mutualiteiten dus
die gegevens.
19.03
Yolande Avontroodt
(VLD): Ne peut-on obtenir les
informations relatives aux
nouvelles admissions par
l'intermédiaire des mutualités?
19.04 Minister Rudy Demotte: Ik zal mijn administratie daarover
ondervragen en voorstellen dat zij meer informatie zouden geven over
de nieuwe opnames.
19.04 Rudy Demotte, ministre: Je
demanderai à mon administration
de s'informer sur cette question.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Dames en heren, wij bedanken eenieder die ons vannamiddag heeft bijgestaan. Ik wens u
een uitstekende avond en een goede thuiskomst. Tot morgennamiddag.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 18.43 uur.
La réunion publique de commission est levée à 18.43 heures.