CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 828
CRIV 51 COM 828
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DE L
'I
NTÉRIEUR
,
DES
A
FFAIRES
GÉNÉRALES ET DE LA
F
ONCTION PUBLIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
B
INNENLANDSE
Z
AKEN
,
DE ALGEMENE
Z
AKEN EN HET
O
PENBAAR
A
MBT
mercredi
woensdag
25-01-2006
25-01-2006
Matin
Voormiddag
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu inté-
gral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit des
interventions ; les annexes se trouvent dans une brochure
séparée (PLEN: couverture blanche; COM: couverture
saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken; de
bijlagen zijn in een aparte brochure opgenomen
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
Plenum
COM
réunion de commission
COM
Commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 828
25/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i
SOMMAIRE
INHOUD
Question de Mme Nahima Lanjri au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "la filière
belge" (n° 9914)
1
Vraag van mevrouw Nahima Lanjri aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de Belgiëroute" (nr. 9914)
1
Orateurs: Nahima Lanjri, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Nahima Lanjri, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de Mme Nahima Lanjri au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "les permis
de séjour dans le cadre d'une relation durable"
(n° 9919)
3
Vraag van mevrouw Nahima Lanjri aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de verblijfsvergunningen in het kader
van een duurzame relatie" (nr. 9919)
3
Orateurs: Nahima Lanjri, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Nahima Lanjri, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de M. Guido De Padt au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "l'assurance
des communes contre les catastrophes" (n° 9737)
4
Vraag van de heer Guido De Padt aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de verzekering van gemeenten tegen
rampen" (nr. 9737)
4
Orateurs: Guido De Padt, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Guido De Padt, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de Mme Zoé Genot au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "le suicide
survenu au centre pour réfugiés d'Hechtel-Eksel"
(n° 9528)
6
Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de zelfmoord in het
vluchtelingencentrum van Hechtel-Eksel"
(nr. 9528)
6
Orateurs: Zoé Genot, Patrick Dewael, vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Zoé Genot, Patrick Dewael, vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken
Question de Mme Hilde Claes au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "la
modification de l'arrêté royal du 20 mars 2002
relatif à l'ancienneté des membres des services
d'incendie" (n° 9704)
8
Vraag van mevrouw Hilde Claes aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de wijziging van het koninklijk besluit
van 20 maart 2002 betreffende de anciënniteit
van het brandweerpersoneel" (nr. 9704)
8
Orateurs: Hilde Claes, Patrick Dewael, vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Hilde Claes, Patrick Dewael, vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken
Question de Mme Hilde Claes au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "le rituel
propre à la conviction philosophique qui préside à
la cérémonie d'adieu" (n° 9705)
9
Vraag van mevrouw Hilde Claes aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "het ritueel van de
levensbeschouwing volgens dewelke de
afscheidsplechtigheid moet verlopen" (nr. 9705)
9
Orateurs: Hilde Claes, Patrick Dewael, vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Hilde Claes, Patrick Dewael, vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken
Question de M. Claude Marinower au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "la
suppression de l'aide aux immigrés par
regroupement familial" (n° 9182)
11
Vraag van de heer Claude Marinower aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de stopzetting van de steun aan
gezinsherenigers" (nr. 9182)
11
Orateurs:
Claude Marinower, Patrick
Dewael, vice-premier ministre et ministre de
l'Intérieur
Sprekers:
Claude Marinower, Patrick
Dewael, vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
25/01/2006
CRIV 51
COM 828
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
Question de M. Claude Marinower au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "le racisme et
l'antisémitisme autour des terrains de football"
(n° 9430)
12
Vraag van de heer Claude Marinower aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "het racisme en antisemitisme rond
het voetbalveld" (nr. 9430)
12
Orateurs:
Claude Marinower, Patrick
Dewael, vice-premier ministre et ministre de
l'Intérieur
Sprekers:
Claude Marinower, Patrick
Dewael, vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de Mme Hilde Vautmans au vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le
rajout d'une photo au bulletin de vote" (n° 9451)
15
Vraag van mevrouw Hilde Vautmans aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "het aanbrengen van een foto op de
stembrief" (nr. 9451)
15
Orateurs: Hilde Vautmans, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Hilde Vautmans, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de Mme Hilde Vautmans au vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la
carte d'identité électronique" (n° 9535)
16
Vraag van mevrouw Hilde Vautmans aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de elektronische identiteitskaart"
(nr. 9535)
16
Orateurs: Hilde Vautmans, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur,
Hilde Claes
Sprekers: Hilde Vautmans, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken, Hilde Claes
Question de Mme Hilde Claes au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "le service
24 heures sur 24 d'aide aux victimes de violence
entre partenaires" (n° 9810)
19
Vraag van mevrouw Hilde Claes aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de 24-uursdienstverlening voor
slachtoffers van partnergeweld" (nr. 9810)
19
Orateurs: Hilde Claes, Patrick Dewael, vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Hilde Claes, Patrick Dewael, vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken
Question de Mme Annemie Roppe au vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le
financement de l'industrie de l'armement"
(n° 9807)
20
Vraag van mevrouw Annemie Roppe aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de financiering van de
wapenindustrie" (nr. 9807)
20
Orateurs: Annemie Roppe, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Annemie Roppe, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de M. Jef Van den Bergh au vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le
contrôle de fraudes dans l'utilisation des limiteurs
de vitesse des camions" (n° 9581)
22
Vraag van de heer Jef Van den Bergh aan de
vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de controle van fraude met
snelheidsbegrenzers van vrachtwagens"
(nr. 9581)
22
Orateurs: Jef Van den Bergh, Patrick
Dewael, vice-premier ministre et ministre de
l'Intérieur
Sprekers: Jef Van den Bergh, Patrick
Dewael, vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de M. Jef Van den Bergh au vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le
contrôle du tachygraphe digital des camions par
la police fédérale" (n° 9582)
24
Vraag van de heer Jef Van den Bergh aan de
vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de controle van de digitale
tachograaf van vrachtwagens door de federale
politie" (nr. 9582)
24
Orateurs: Jef Van den Bergh, Patrick
Dewael, vice-premier ministre et ministre de
l'Intérieur
Sprekers: Jef Van den Bergh, Patrick
Dewael, vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de M. Melchior Wathelet au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "la
scolarisation des mineurs détenus en centres
fermés" (n° 9627)
26
Vraag van de heer Melchior Wathelet aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "het schoolbezoek van minderjarigen
in gesloten centra" (nr. 9627)
26
Orateurs: Melchior Wathelet, président du
Sprekers: Melchior Wathelet, voorzitter van
CRIV 51
COM 828
25/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
iii
groupe cdH, Patrick Dewael, vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur
de cdH-fractie, Patrick Dewael, vice-eerste
minister en minister van Binnenlandse Zaken
Question de Mme Marleen Govaerts au vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "un
demandeur d'asile qui a été mis à la porte du
centre d'asile à Saint-Trond" (n° 9797)
28
Vraag van mevrouw Marleen Govaerts aan de
vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "een asielzoeker die in het
asielcentrum van Sint-Truiden aan de deur werd
gezet" (nr. 9797)
28
Orateurs: Marleen Govaerts, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers:
Marleen Govaerts, Patrick
Dewael, vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de M. Dirk Claes au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "le recours à
250 assistants de prévention et de sécurité
supplémentaires" (n° 9798)
30
Vraag van de heer Dirk Claes aan de vice-eerste
minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"de inzet van 250 extra stadswachten" (nr. 9798)
30
Orateurs: Dirk Claes, Patrick Dewael, vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Dirk Claes, Patrick Dewael, vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken
Question de M. Dirk Claes au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "l'envoi d'une
circulaire relative à l'entreposage du matériel
pyrotechnique confisqué" (n° 9808)
33
Vraag van de heer Dirk Claes aan de vice-eerste
minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"het versturen van een omzendbrief over de
opslag van in beslag genomen vuurwerk"
(nr. 9808)
33
Orateurs: Dirk Claes, Patrick Dewael, vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Dirk Claes, Patrick Dewael, vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken
Question de M. Dirk Claes au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "le
demandeur d'asile 'volant'" (n° 9836)
34
Vraag van de heer Dirk Claes aan de vice-eerste
minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"de 'vliegende' asielzoeker" (nr. 9836)
33
Orateurs: Dirk Claes, Patrick Dewael, vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Dirk Claes, Patrick Dewael, vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken
Question de M. Dirk Claes au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "la
mobilisation de la police lors des rencontres de
football" (n° 9875)
36
Vraag van de heer Dirk Claes aan de vice-eerste
minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"het inzetten van politie tijdens
voetbalwedstrijden" (nr. 9875)
36
Orateurs: Dirk Claes, Patrick Dewael, vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Dirk Claes, Patrick Dewael, vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken
Question de M. Mohammed Boukourna au vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les
expulsions ciblées des occupants de l'église
Saint-Boniface" (n° 9934)
38
Vraag van de heer Mohammed Boukourna aan de
vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de gerichte uitzettingen van de
bezetters van de Sint-Bonifaciuskerk" (nr. 9934)
38
Orateurs: Mohammed Boukourna, Patrick
Dewael, vice-premier ministre et ministre de
l'Intérieur
Sprekers: Mohammed Boukourna, Patrick
Dewael, vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de M. Philippe Monfils au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "les gadgets
de récompense offerts par la police aux 'bons
conducteurs'" (n° 9849)
39
Vraag van de heer Philippe Monfils aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de gadgets die de politie als beloning
uitdeelt aan 'goede bestuurders'" (nr. 9849)
39
Orateurs: Philippe Monfils, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Philippe Monfils, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de Mme Valérie Déom au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "l'application
de la loi du 21 décembre 1998 relative à la
41
Vraag van mevrouw Valérie Déom aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de toepassing van de wet van
41
25/01/2006
CRIV 51
COM 828
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
iv
sécurité lors des matches de football" (n° 9909)
21 december 1998 betreffende de veiligheid bij
voetbalwedstrijden" (nr. 9909)
Orateurs: Valérie Déom, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Valérie Déom, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de M. Stijn Bex au vice-premier ministre
et ministre de l'Intérieur sur "le droit à la protection
de la police pour les sans-papiers" (n° 9963)
43
Vraag van de heer Stijn Bex aan de vice-eerste
minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"het recht op politiebescherming van mensen
zonder papieren" (nr. 9963)
43
Orateurs: Stijn Bex, Patrick Dewael, vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Stijn Bex, Patrick Dewael, vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken
CRIV 51
COM 828
25/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DE L'INTERIEUR,
DES AFFAIRES GENERALES ET
DE LA FONCTION PUBLIQUE
COMMISSIE VOOR DE
BINNENLANDSE ZAKEN, DE
ALGEMENE ZAKEN EN HET
OPENBAAR AMBT
du
MERCREDI
25
JANVIER
2006
Matin
______
van
WOENSDAG
25
JANUARI
2006
Voormiddag
______
Les questions et les interpellations commencent à 11.05 heures.
Président: M. André Frédéric.
De vragen en interpellaties vangen aan om 11.05 uur.
Voorzitter: de heer André Frédéric.
01 Vraag van mevrouw Nahima Lanjri aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "de Belgiëroute" (nr. 9914)
01 Question de Mme Nahima Lanjri au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la filière
01.01 Nahima Lanjri (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, collega's, ik heb een vraag die aansluit bij mijn vraag van
november of begin december.
Onlangs hebt u overleg gepleegd met de Nederlandse minister
Verdonk met betrekking tot de Belgiëroute. U hebt er gezegd dat u het
probleem in kaart zult brengen. De vraag om het in kaart te brengen,
de vraag naar de omvang van het probleem, heb ik u voorheen reeds
gesteld. Toen kon u mij daar geen onmiddellijk antwoord op geven.
Uw medewerker heeft me dan ook doorverbonden met de heer
Rozemond, maar tot op heden heb ik er nog geen zicht op.
Mijnheer de minister, ik weet dat het moeilijk op te zoeken is, maar
hebt u ondertussen zicht op de omvang van het probleem?
Wat is er concreet overeengekomen met uw Nederlandse collega
Verdonk? Hoe zullen de misbruiken worden opgespoord en
aangepakt? Op welke manier zal er worden samengewerkt? In mijn
vorige vraag heb ik gepleit voor een Europese samenwerking, omdat
dit probleem vooral op Europees vlak moet worden aangepakt: de
wetgeving moet op elkaar worden afgestemd.
U zegt dat u het probleem in kaart zult brengen. Wanneer mogen we
de eerste resultaten verwachten van het onderzoek? Hoe zal dat
onderzoek verlopen?
01.01 Nahima Lanjri (CD&V): Le
ministre a convenu récemment
avec sa collègue néerlandaise,
Mme Verdonk, d'analyser le
phénomène de la "filière belge".
Avez-vous déjà pu identifier
clairement l'étendue du problème?
Comment va-t-on déceler les abus
et s'y attaquer? En quoi consistera
cette coopération? J'ai déjà plaidé
précédemment pour une collabo-
ration à l'échelle européenne.
Quand annoncera-t-on les
premiers résultats de l'étude?
01.02 Minister Patrick Dewael: Ik heb inderdaad een overleg gehad
met mijn Nederlandse collega, in de marge van de jongste Europese
Ministerraad Binnenlandse Zaken en Justitie. We hebben het gehad
01.02 Patrick Dewael, ministre: Il
apparaît aujourd'hui une nouvelle
fois que cette question préoccupe
25/01/2006
CRIV 51
COM 828
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
over de zogenaamde Belgiëroute. We zijn overeengekomen dat we
intensief en intensiever zullen gaan controleren of het inderdaad
klopt dat Nederlandse onderdanen effectief woonachtig zijn op het
opgegeven adres in België.
Er worden daar nu ook meer en meer vragen over gesteld. Ook
vandaag lees ik in de pers weer een artikel waarin de vraag wordt
gesteld of er eigenlijk wel een Belgiëroute is.
Wij hebben er inderdaad alle belang bij om het fenomeen goed te
omschrijven. Dat kan alleen maar als wij intensiever gaan controleren,
want dan gaan wij daarop ook een duidelijker zicht krijgen.
Er zal dus meer informatie moeten uitgewisseld worden tussen België
en Nederland. Langs Belgische zijde zal men de cijfers en de
informatie verzamelen en overmaken over zowel het fenomeen als de
betrokkenen. Langs Nederlandse zijde zal men gegevens verzamelen
over de feitelijke verblijfplaats van de Nederlandse onderdanen tijdens
de verblijfprocedure in België en over de terugkeer van de
betrokkenen naar Nederland eenmaal ze een verblijfsvergunning
bekomen hebben.
Bovendien zullen wij gaan verifiëren of de personen die aan de basis
liggen van een gezinshereniging met ouders of grootouders over
voldoende regelmatige en stabiele bestaansmiddelen beschikken.
Ik kom aan de omvang van het fenomeen. Ik kom er nog even op
terug. De omzeiling van de strenge Nederlandse wetgeving zorgt
vooral voor een administratieve overlast in de Belgische regio's die
grenzen aan Nederland, het gaat om Noord-Limburg, de regio
Turnhout en groot-Antwerpen, in het kader van de behandeling van de
aanvraag tot het bekomen van verblijfsvergunningen en ook in het
kader van de aanvragen tot het afsluiten van een huwelijk in ons land.
Echte betrouwbare cijfers zijn er op dit ogenblik niet. Wij kunnen wel
vaststellen dat het aantal ingeschreven Nederlanders in Antwerpen
een opwaartse trend vertoont. Er waren er 525 in 2000, 587 in 2001,
623 in 2002, 762 in 2003 en 930 in 2004.
Het moet echter binnen een aantal maanden mogelijk zijn om op
basis van ingewonnen gegevens de situatie correcter in te schatten.
In functie van de vaststellingen moet dan nagegaan worden of
bijkomende maatregelen vereist zijn.
Dat betekent uiteraard het intensifiëren van controles op basis van de
bestaande wetgeving. Ik heb in de voorgaande commissie
genoegzaam duidelijk gemaakt dat ik niet overweeg een regeling uit
te werken die strenger zou zijn voor Belgen dan voor andere EU-
burgers, wat Nederland wel heeft gedaan.
de plus en plus de monde,
également dans la presse. J'ai
convenu avec la ministre
néerlandaise Verdonk, en marge
du Conseil européen des ministres
de l'Intérieur et de la Justice,
d'intensifier les contrôles visant à
vérifier si les ressortissants
néerlandais habitent effectivement
à l'adresse déclarée en Belgique.
L'échange d'informations sera
également renforcé. La Belgique
va collecter des données
concernant le phénomène ainsi
que les personnes concernées. De
leur côté, les Pays-Bas vont
récolter des informations sur la
résidence de fait des ressortis-
sants néerlandais durant la
procédure de résidence en
Belgique ainsi que sur le retour
aux Pays-Bas après l'octroi d'un
permis de séjour. De plus, nous
examinerons la question de savoir
si les personnes souhaitant un
regroupement avec des parents
ou des grands-parents disposent
de ressources suffisantes,
régulières et stables.
La surcharge administrative
concerne principalement les
régions belges du nord du
Limbourg, de Turnhout et de
l'agglomération d'Anvers. Il s'agit
de demandes en vue de
l'obtention d'un permis de séjour
et de la conclusion d'un mariage.
Nous ne disposons pas de chiffres
réellement fiables concernant la
filière belge. Le nombre de
Néerlandais inscrits à Anvers est
toutefois en hausse. Ce chiffre
s'élevait à 525 personnes en 2000,
à 587 en 2001, à 623 en 2002, à
762 en 2003 et à 930 en 2004.
Dans quelques mois, nous
devrons pouvoir évaluer la
situation correctement et des
mesures supplémentaires
pourront être envisagées. Ainsi,
les contrôles seront intensifiés sur
la base de la législation existante.
J'ai déjà indiqué précédemment
que je ne souhaite pas instaurer,
comme l'ont fait les Néerlandais,
un règlement qui soit plus strict
pour nos propres citoyens que
CRIV 51
COM 828
25/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
pour les autres ressortissants de
l'Union européenne.
01.03 Nahima Lanjri (CD&V): Mijnheer de minister, ik dank u voor
het antwoord en laat opmerken dat uw laatste punt niet mijn vraag
was.
01.03 Nahima Lanjri (CD&V): Ce
dernier point était étranger à ma
question.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Vraag van mevrouw Nahima Lanjri aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "de verblijfsvergunningen in het kader van een duurzame relatie" (nr. 9919)
02 Question de Mme Nahima Lanjri au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les permis
de séjour dans le cadre d'une relation durable" (n° 9919)
02.01 Nahima Lanjri (CD&V): Mijnheer de minister, het bekomen
van verblijfsvergunningen op basis van een duurzame relatie wordt
geregeld in een rondzendbrief van 1997. Die verwijst ook uitdrukkelijk
naar de strijd tegen de schijnhuwelijken en stelt dat in het kader van
de toepassing van deze rondzendbrief diverse maatregelen worden
ingebouwd om misbruiken te voorkomen. Zo worden onder meer
duidelijke en langlopende financiële engagementen gevraagd van de
partner die in België verblijft of een vreemdeling die hier in België
verblijft, vinden er regelmatige controles plaats en kan pas een
definitieve verblijfsmachtiging afgeleverd worden na 3 jaar en 6
maanden samenwonen.
We hebben het al over schijnhuwelijken gehad, maar nu hebben we
het over een schijnrelatie en over mensen die hierheen komen met de
bedoeling hier te blijven. Juist omwille van de ingebouwde
voorwaarden kiest men soms al vlugger voor een schijnhuwelijk. Nu
we de schijnhuwelijken strenger gemaakt hebben, is het natuurlijk de
vraag of er voldoende garanties zijn ingebouwd tegen schijnrelaties
met als doel hier aan een verblijfsvergunning te geraken. Ik heb een
aantal vragen over de toepassing van de rondzendbrief.
Hoeveel aanvragen zijn er jaarlijks voor verblijfsvergunningen?
Hoeveel verblijfsvergunningen worden jaarlijks afgeleverd in
toepassing van de rondzendbrief van 30 september 1997? Hebt u er
zicht op hoeveel mensen samenwonen en op basis daarvan een
verblijfsvergunning krijgen? Hoeveel verblijfsvergunningen werden
uiteindelijk geweigerd ingevolge misbruiken in de procedure of
ingevolge het misbruik dat men bijvoorbeeld niet samenwoont?
Zal de minister de regeling inzake de verblijfsvergunning op basis van
samenwoonst in het kader van een duurzame relatie aanpassen? Ik
bedoel daar het volgende mee. Als wij heel de problematiek van
gezinshereniging gaan bespreken dit is een andere vorm van
samenwonen -, zult u ook rekening houden met dit element bij het
afleveren van een verblijfsvergunning? Als de controleperiode op dat
vlak wordt opgetrokken tot 5 jaar vraag ik me af of u dat hiervoor ook
zult doen.
Het College van de federale ombudsmannen heeft in verschillende
jaarrapporten aanbevolen om een regelmatig verblijf, op basis van
een duurzame relatie, in een wet te regelen en niet op basis van een
omzendbrief. Ik wou vragen of u al op die suggestie van de
ombudsmannen bent ingegaan, of zult ingaan, zodat dit kan worden
02.01 Nahima Lanjri (CD&V):
Une circulaire du 30 septembre
1997 régit la délivrance de permis
de séjour dans le cadre d'une
relation durable. Cette circulaire
fait explicitement référence à la
lutte contre les mariages de
complaisance et exige du
partenaire belge ou de l'étranger
séjournant en Belgique des
engagements manifestes et
durables. De plus, des contrôles
sont prévus et l'autorisation de
séjour définitive ne peut être
délivrée qu'au terme de trois ans
et six mois de cohabitation. Ces
conditions sévères ont eu pour
conséquence que certaines
personnes ont opté pour le
mariage fictif. À présent que la
législation relative aux mariages
de complaisance est aussi
devenue plus rigoureuse, on peut
se demander si la réglementation
relative aux relations fictives offre
des garanties suffisantes contre
les abus.
Combien de permis de séjour
sont-ils demandés, délivrés et
refusés par an dans le cadre de la
circulaire? Les règles seront-elles
ajustées? La question sera-t-elle
intégrée à la discussion relative au
regroupement familial? La période
de contrôle sera-t-elle portée à
cinq ans?
Le Collège des médiateurs
fédéraux a déjà conseillé à
plusieurs reprises de légiférer en
matière de séjour régulier sur la
base d'une relation durable. Le
25/01/2006
CRIV 51
COM 828
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
opgenomen in een wijziging van de vreemdelingenwet.
ministre envisage-t-il de modifier la
loi sur les étrangers?
02.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, collega's, in
het jaar 2005 zijn er in totaal 918 verblijfsvergunningen afgeleverd en
dat bij toepassing van de omzendbrief van 30 september 1997,
waarvan sprake. Wat de weigeringsbeslissingen betreft, zou ik u
willen zeggen dat er bij deze procedure uitermate zelden sprake is
van misbruik. Er wordt vaak een verblijfsvergunning gevraagd op
basis van duurzaam samenwonen door vreemdelingen die duidelijk
niet voldoen aan de in de omzendbrief omschreven voorwaarden. In
het jaar 2005 zijn in totaal 821 verblijfsvergunningen geweigerd.
De wijziging van de wettelijke bepalingen met betrekking tot de
gezinshereniging in het kader van de omzetting van de Europese
richtlijnen geeft juist de mogelijkheid om die reglementering
betreffende de ongehuwde partners in de vreemdelingenwet te
integreren. Dat is eigenlijk uw vraag. Het voorontwerp dat wij in de
Ministerraad hebben goedgekeurd, en dat op dit ogenblik voor advies
bij de Raad van State ligt, voorziet in een recht op gezinshereniging
voor ongehuwde partners afkomstig uit derdewereldlanden. Ik zal een
soortgelijke bepaling opnemen in het voorontwerp van wet tot
omzetting van de richtlijn 2004/38 betreffende de burgers van de
Europese Unie. Hier gaat het om de derdewereldlanden. In de
volgende aanpassing gaat het om de EU-burgers. Dat voorontwerp
wordt op dit moment gefinaliseerd.
Ik geef dus gevolg aan de aanbevelingen van de federale
ombudsmannen. Op die basis geef ik volgens mij ook een grotere
rechtszekerheid omdat een regeling die vertaald is in een wet
rechtszekerder is dan een regeling die wordt toegepast door middel
van een omzendbrief.
02.02 Patrick Dewael, ministre
En 2005, 918 autorisations de
séjour ont été délivrées en
application de la circulaire du 30
septembre 1997. 821 autorisations
ont été refusées parce que les
demandeurs ne remplissaient pas
les conditions.
La transposition des directives
européennes 2003/86 et 2004/38
offre la possibilité d'intégrer la
réglementation relative aux
partenaires non mariés dans la loi
sur les étrangers. L'avant-projet de
loi instaurant le droit au
regroupement familial pour les
partenaires non mariés de pays
tiers a été soumis pour avis au
Conseil d'État. Je mets
actuellement la dernière main à un
avant-projet contenant une
disposition similaire pour les
citoyens de l'Union européenne.
Je donne ainsi suite aux
recommandations des médiateurs
fédéraux.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
La discussion des questions et interpellations est interrompue de 11.16 heures à 11.21 heures.
De bespreking van de vragen en interpellaties wordt onderbroken van 11.16 uur tot 11.21 uur.
03 Vraag van de heer Guido De Padt aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "de verzekering van gemeenten tegen rampen" (nr. 9737)
03 Question de M. Guido De Padt au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "l'assurance
des communes contre les catastrophes" (n° 9737)
03.01 Guido De Padt (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
vice-eerste minister, collega's, ik haal mijn inspiratie voor deze vraag
voor een deel uit wat in 2003 in Ghislenghien is gebeurd. Ik heb wat
nagedacht over de mogelijke gevolgen voor de actoren die betrokken
zijn bij grote rampen. Het is immers zo dat er niet alleen voor de
mensen zelf dramatische gevolgen waren in Ghislenghien, mijns
inziens is het niet uitgesloten dat er ook zware financiële gevolgen
kunnen zijn voor besturen en andere betrokken actoren.
Ik heb wat nagedacht over deze problematiek op het ogenblik dat ik in
de pers las dat zowel de burgemeester als de stadssecretaris van de
stad Ath mee vervolgd zullen worden en hic et nunc in het gerechtelijk
onderzoek mee beklaagd worden van eventuele verantwoordelijkheid
bij die ramp. Indien, hypothetisch, zou komen vast te staan dat
03.01 Guido De Padt (VLD): La
catastrophe gazière de 2003 à
Ghislenghien n'a pas été qu'un
drame humain. Elle pourrait
s'avérer aussi un désastre
financier pour quantité de gens et
nombre de communes. C'est ainsi
qu'en hypothèse, il n'est pas exclu
que la Ville d'Ath fasse faillite si le
tribunal estime que son
bourgmestre et son secrétaire
communal en sont
coresponsables. En effet, une ville
ou une commune ne peut
CRIV 51
COM 828
25/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
bijvoorbeeld de burgemeester van Ath en de stadssecretaris
verantwoordelijk zouden zijn voor deze ramp, dan is het zo dat het
niet enkel een groot drama zou zijn voor die twee personen. Ook voor
de stad Ath zou het op financieel vlak een onoverkomelijk drama zijn,
omdat volgens mijn informatie de steden en gemeenten via hun
reguliere polissen alleszins bij Ethias verzekerd zijn voor een
maximumwaarborg van 500 miljoen Belgische frank. Het is duidelijk
dat de financiële impact van de ramp in Ghislenghien uiteraard veel
groter zal zijn dan die 500 miljoen Belgische frank en dat het dus
wellicht niet uitgesloten is dat de stad Ath voor het surplus zou kunnen
opdraaien. Tot daar mijn eerste punt.
Langs de andere kant is het ook zo dat de gemeentebesturen
verplicht zijn om Fluxys-leidingen op hun grondgebied te tolereren.
Dat heeft natuurlijk gevolgen voor de risicograad die ermee gemoeid
is. Door een verkeerde inschatting van een ambtenaar of door een
ietwat ongelukkige beheersing van dat risico is het immers mogelijk
dat de gemeente geconfronteerd wordt met hoge schade-eisen,
waartegen ze zichzelf niet kan indekken. Vandaar dat ik u ik de
volgende drie vragen wil stellen.
Ten eerste, hoeveel Belgische gemeenten zijn thans `behept' met
Fluxys-leidingen en/of met andere objectief af te lijnen risico's die hun
grondgebied bezwaren?
Ten tweede, in welke mate zijn de Belgische gemeenten voldoende
verzekerd tegen rampen waarvan de financiële gevolgen groter zijn
dan de 12.500.000 euro?
Ten derde, en daar is het mij in feite om te doen, is het niet
aangewezen een nationale solidariteit na te streven, waarbij de lokale
overheden die hoogrisicovolle leidingen op hun grondgebied moeten
gedogen voor het normaliter niet verzekerd surplus in denk aan
alles boven de 500 miljoen Belgische frank door de netbeheerder of
een andere instantie zouden worden verzekerd?
s'assurer contre la survenue de
telles catastrophes sur son
territoire qu'à hauteur de 12,5
millions d'euros maximum.
De nombreuses communes sont
contraintes de tolérer les
conduites Fluxys sur leur territoire,
ce qui les expose, contre leur gré,
à de très grands risques. Combien
de communes sont-elles
confrontées au problème posé par
ces conduites? Les communes
belges sont-elles suffisamment
assurées contre des catastrophes
dont les dégâts dépassent les 12,5
millions d'euros? N'est-il pas
opportun, s'agissant de la
couverture de tels risques,
d'essayer de nouer des liens de
solidarité nationale?
03.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, collega's,
volgens de gegevens van de federatie van transporteurs via
pijpleidingen lopen de Fluxys-leidingen over het grondgebied van 364
gemeenten. Daarnaast zijn er nog andere risico's van industriële aard
ik verwijs naar Seveso-bedrijven, nucleaire installaties en andere
uitbaters van pijpleidingen waarvoor het crisiscentrum uiteraard over
objectieve informatie beschikt. Aangezien elke industriële activiteit
risico's met zich meebrengt, is de lijst van mogelijke risico's zeer
uitgebreid. Elke gemeente kan in principe met bepaalde risico's
worden geconfronteerd.
Naar aanleiding van de ramp in Gellingen werden twee werkgroepen
opgericht, die respectievelijk belast waren met het opstellen van een
eenduidige interventieprocedure bij incidenten met ondergrondse
leidingen en met het uitwerken van een uniforme provinciale
rampenplanning. In de bespreking is de nood aan een algemene
cartografie voor het volledige Belgische grondgebied naar voren
gekomen. Daarom werd een aanvang gemaakt met het uitwerken van
een cartografie.
Het afsluiten van verzekeringen u stelde vragen daarover voor
schade ten gevolge van rampen, is een materie waarover de
03.02 Patrick Dewael, ministre:
D'après la Fédération des
Transporteurs par Pipeline, les
canalisations de Fluxys traversent
le territoire de 364 communes. En
outre, le centre de crise dispose
également de données objectives
quant aux autres risques de nature
industrielle. Chaque commune
peut donc en principe se trouver
confrontée à certains risques.
A la suite de la catastrophe de
Ghislenghien, deux groupes de
travail ont été constitués pour
élaborer une procédure
d'intervention unique lors
d'incidents concernant une
conduite souterraine et développer
un plan catastrophe provincial
uniforme. La nécessité de
disposer d'une cartographie
25/01/2006
CRIV 51
COM 828
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
gemeenten autonoom kunnen beslissen. U weet uiteraard ook dat het
toezicht, de voogdij over de gemeenten, overgedragen werd aan de
Gewesten. Mijn federale diensten op Binnenlandse Zaken beschikken
dus niet meer over concrete cijfers aangaande dergelijke
verzekeringen. U kunt die vraag stellen aan de bevoegde ministers in
de Gewesten.
Anderzijds oppert u de mogelijkheid om een vorm van nationale
solidariteit te bekomen inzake de verzekering voor de aanwezigheid
van dat soort van leidingen. Deze problematiek behoort tot de
bevoegdheid van collega Verwilghen, die bevoegd is voor
Economische Zaken. Ik kan uw redenering voor een stuk volgen,
maar ik kan niet antwoorden namens de Gewesten. Ik mag ook niet
antwoorden namens mijn collega die bevoegd is voor Economie.
générale de l'ensemble du
territoire belge est clairement
apparue lors de ces travaux. On
s'est déjà attelé à cette tâche.
La souscription de contrats
d'assurance est du ressort des
communes, qui se trouvent sous la
tutelle des Régions. Une forme
d'assurance de solidarité nationale
pour la présence de conduites à
risques relève des compétences
du ministre des Affaires
économiques.
03.03 Guido De Padt (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik begrijp natuurlijk dat u niet
kunt antwoorden voor minister Verwilghen, maar ik wou toch de
problematiek ook hier even voorleggen aan u, als minister van
Binnenlandse Zaken, omdat er naast de 364 gemeenten er zijn
meer dan 500 gemeenten op ons grondgebied die geconfronteerd
worden met het hoge risico, ongeveer nog een tweehonderdtal
gemeenten zijn die daarmee niet geconfronteerd worden. Ik zal dit
gegeven aankaarten bij uw collega, om te zien of er geen druk
uitgeoefend kan worden op Fluxys om de 364 gemeenten eventueel
te verzekeren voor het normaliter niet-gedekte risico.
03.03 Guido De Padt (VLD): Je
ne manquerai pas d'aborder cette
question avec le ministre des
Affaires économiques.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
04 Question de Mme Zoé Genot au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le suicide
survenu au centre pour réfugiés d'Hechtel-Eksel" (n° 9528)
04 Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "de zelfmoord in het vluchtelingencentrum van Hechtel-Eksel" (nr. 9528)
04.01 Zoé Genot (ECOLO): Monsieur le président, monsieur le
ministre, une nouvelle fois, j'ai eu connaissance du suicide d'un
demandeur d'asile débouté. Il s'agit de M. Mohammed Hanif, né au
Bengladesh, qui se trouvait dans le centre pour réfugiés de Hechtel-
Eksel dans le Limbourg.
La demande d'asile de M. Hanif a été rejetée par le CGRA le 24
novembre dernier. Quelques jours plus tard, M. Hanif a tenté une
première fois de mettre fin à ses jours, mais ses compagnons de
chambre s'en sont rendu compte à temps et ont appelé la police
locale, qui s'est contentée de lui dire d'éviter pareille aventure. Le
lendemain, M. Hanif s'est suicidé en se jetant en dessous d'un poids
lourd.
Dans le centre d'accueil, on savait donc bien que M. Hanif était
désespéré par la décision du CGRA et dans un état mental très
dépressif. Pourquoi, dès lors, ne l'a-t-on pas transféré dans un hôpital
après sa première tentative de suicide afin de soigner sa dépression?
Il s'agit de la part de la police locale d'une non-assistance à personne
en danger. Y a-t-il un(e) psychologue dans le centre de Hechtel-
Eksel?
Il y a plus d'un an, à la suite d'un autre suicide à Merksplas, je vous
04.01 Zoé Genot (ECOLO): De
heer Mohammed Hanif, een
uitgeprocedeerde asielzoeker uit
Bangladesh, heeft zelfmoord
gepleegd in het opvangcentrum
voor vluchtelingen van Hechtel-
Eksel in Limburg.
Men wist in het opvangcentrum dat
de heer Hanif, die reeds eerder
zelfmoord had willen plegen, aan
een ernstige depressie leed.
Waarom werd hij na zijn mislukte
zelfmoordpoging niet overge-
plaatst naar een ziekenhuis? De
lokale politie heeft hier verzuimd
om hulp te verlenen aan een
persoon in nood. Is er een
psycholoog werkzaam in het
centrum van Hechtel-Eksel?
Meer dan een jaar geleden heeft u
CRIV 51
COM 828
25/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
interrogeais sur le problème du suivi psychologique dans les centres
d'accueil pour demandeurs d'asile. Vous m'aviez alors répondu que
"l'Office des étrangers souhaite mettre en place un système de
coopération avec les institutions spécialisées dans l'accueil et le
soutien aux personnes souffrant de problèmes psychologiques ou
psychiatriques. Ce projet est inscrit dans le plan opérationnel de
l'Office des étrangers et est en voie de réalisation". Qu'en est-il de ce
plan opérationnel de l'Office des étrangers? Est-il actuellement en
fonctionnement? Avec quel type de centres d'accueil travaille-t-il?
me, na een andere zelfmoord in
Merksplas, gemeld dat de Dienst
Vreemdelingenzaken van plan was
om samen te werken met
gespecialiseerde psychiatrische
instellingen. Hoe ver staat het met
dat project? Is er nu sprake van
een effectieve samenwerking?
04.02 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, madame
Genot, tout d'abord, en ce qui concerne M. Hanif, sa demande d'asile
n'a pas été rejetée, le 24 novembre dernier, par le commissariat
général. L'intéressé lui-même a renoncé à sa demande d'asile
introduite le 10 novembre. Il l'a fait en date du 24 novembre, parce
qu'il désirait retourner dans son pays.
Cela dit, le centre de Hechtel-Eksel est un centre d'accueil ouvert, qui
ne relève pas de ma compétence mais de celle du ministre de
l'Intégration sociale. Je vous renvoie, dès lors, auprès de mon
collègue M. Dupont pour ce qui a trait à vos deux premières
questions.
Quant au projet d'instaurer un système de coopération entre les
centres fermés et les institutions spécialisées dans l'accueil et le
soutien aux personnes souffrant de problèmes psychologiques ou
psychiatriques, il n'a pu être réalisé jusqu'à présent. Actuellement, le
placement dans une institution adaptée est toujours envisagé au cas
par cas. Il est, en effet, difficile d'avoir un accord général avec les
institutions concernées qui, outre la crainte de ne pas être payées,
sont confrontées, d'une part, à un manque de places pour accueillir
les patients et, d'autre part, à une difficulté supplémentaire dans le
suivi des patients étrangers due à la langue.
En revanche, à la suite du projet de modernisation de mon
département, il est prévu de mettre en place, au sein des centres
fermés, un projet visant à améliorer davantage le soutien et le suivi
psychologique des résidents.
04.02 Minister Patrick Dewael:
De asielaanvraag van de heer
Hanif werd niet verworpen. De
betrokkene heeft deze zelf
ingetrokken omdat hij terug wou
keren naar zijn vaderland.
Het opvangcentrum van Hechtel-
Eksel is echter een open centrum,
dat niet onder mijn bevoegdheid
valt maar onder dat van de
minister van Maatschappelijke
Integratie.
Het samenwerkingsproject met de
gespecialiseerde instellingen werd
tot dusver nog niet verwezenlijkt.
De betrokken instellingen vrezen
dat ze niet betaald zullen worden
en hebben te kampen met een
tekort aan plaatsen enerzijds en
met een taalprobleem anderzijds.
Ten gevolge van de geplande
modernisering van mijn departe-
ment voorzien we wel in een
betere psychologische onder-
steuning en opvolging van de
residenten in de gesloten centra.
04.03 Zoé Genot (ECOLO): Monsieur le ministre, je vous remercie.
Je note l'amélioration prévue au sujet du soutien psychologique dans
les centres fermés.
En ce qui concerne les cas de souffrance psychologique grave, il est
important de coopérer et de conclure un accord entre vos services,
ceux de M. Dupont et les institutions spécialisées en psychiatrie. Ces
souffrances nécessitent un encadrement particulier. Il doit y avoir
moyen de trouver une solution pour payer les centres qui
accueilleraient les personnes dans cette situation.
Par ailleurs, en ce qui concerne la situation de M. Hanif, il est
étonnant d'entendre que ce monsieur avait renoncé à sa demande
alors que ses compagnons de chambre affirment que c'est la peur de
devoir repartir qui l'a poussé à cet acte désespéré.
04.03 Zoé Genot (ECOLO): Ik
stel vast dat de psychologische
begeleiding in de gesloten centra
is verbeterd zoals vooropgesteld.
Voor de mensen die psychologisch
zwaar lijden, is het belangrijk om
een overeenkomst te sluiten
tussen uw diensten, die van de
heer Dupont en de psychiatrische
instellingen om een bijzondere
omkadering te garanderen.
Het verrast mij te horen dat de
heer Hanif zou hebben afgezien
van zijn aanvraag, terwijl zijn
kamergenoten bevestigen dat hij
uit angst te moeten vertrekken tot
25/01/2006
CRIV 51
COM 828
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
die wanhoopsdaad werd
gedreven.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
Le président: J'essaie de me retrouver dans l'ordre du jour étant donné l'assiduité des collègues et leur
présence massive pour poser les questions qu'ils estiment hautement importantes!
05 Vraag van mevrouw Hilde Claes aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "de wijziging van het koninklijk besluit van 20 maart 2002 betreffende de anciënniteit van het
brandweerpersoneel" (nr. 9704)
05 Question de Mme Hilde Claes au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la modification
de l'arrêté royal du 20 mars 2002 relatif à l'ancienneté des membres des services d'incendie" (n° 9704)
05.01 Hilde Claes (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik wil een vraag stellen over de anciënniteit van het
brandweerpersoneel.
Het KB van 20 maart 2002 bepaalt dat de vrijwilligers van openbare
brandweerdiensten aangeworven als beroepsbrandweermannen, een
anciënniteitregeling meekrijgen, gelijk aan het aantal dienstjaren als
vrijwilliger, weliswaar vanaf 1 april 2002. Voor beroepsmannen die
vrijwilliger waren vóór 1 april 2002, zou die anciënniteitregeling niet
gelden. Dat wekt op het terrein heel wat wrevel op.
Enkele maanden geleden kondigde u over de problematiek aan dat
uw diensten een ontwerp van KB tot wijziging van dat KB van
20 maart 2002 aan het voorbereiden waren. Dat zou al zijn opgesteld.
Begin augustus zou er al een overleg met de Gewesten hebben
plaatsgevonden.
De regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zou reeds
hebben meegedeeld akkoord te gaan met uw ontwerp van KB. Van
de Waalse en Vlaamse regering verwachtte u nog een antwoord. Ook
de vakbonden moesten nog worden geconsulteerd. Het advies moest
vervolgens ook nog worden gevraagd van de Raad van State.
Mijnheer de minister, ik zou graag een stand van zaken krijgen.
Ten eerste, hebt u een antwoord van de Vlaamse en Waalse regering
ontvangen? Zo ja, wat is het standpunt?
Ten tweede, hebt u de vakbonden al geconsulteerd? Wat is hun
standpunt?
Ten derde, werd het ontwerp reeds ter advies aan de Raad van State
voorgelegd?
Ten vierde, zal het ontwerp tot wijziging van het KB de discriminatie,
die ik zonet beschreef, opheffen?
Ten vijfde, wat is de verdere timing voor de totstandkoming van het
ontwerp tot wijziging van het KB van 20 maart 2002?
05.01 Hilde Claes (sp.a-spirit):
L'arrêté royal du 20 mars 2002
instaure une discrimination parmi
les pompiers professionnels: les
années de service en tant que
volontaire entrent en ligne de
compte dans le calcul de
l'ancienneté pour certains et non
pour d'autres. Le ministre a
annoncé un arrêté royal pour
mettre fin à cette discrimination.
Le ministre a-t-il entre-temps reçu
les avis des Régions concernant le
projet d'arrêté royal? A-t-il déjà
consulté les syndicats et sollicité
l'avis du Conseil d'État? La
discrimination créée entre les
personnes qui ont effectué la
transition avant et après l'entrée
en vigueur de l'arrêté royal sera-t-
elle supprimée? Le ministre
pourrait-il préciser le calendrier
fixé pour cet arrêté royal?
05.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, mevrouw
Claes, dat zijn veel vragen.
05.02 Patrick Dewael, ministre:
Mes services ont déjà reçu l'avis
des Régions wallonne et
CRIV 51
COM 828
25/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
Ten eerste, mijn diensten hebben inderdaad het advies van de
Waalse en de Brusselse gewestregering reeds ontvangen. Die
adviezen, die noodzakelijk zijn om het dossier te kunnen afronden,
zijn binnen. De beide regeringen hebben zich ook akkoord verklaard
met de voorgestelde wijziging. Ik heb echter nog steeds geen reactie
ontvangen van de Vlaamse regering. Ik heb daarom op
1 december 2005 in een brief nogmaals aangedrongen opdat zij het
dossier toch de nodige spoed wil verlenen.
Wat uw tweede en derde vraag aangaat, de consultatie van de
vakbonden enerzijds, en het advies van de Raad van State
anderzijds, zijn procedurestappen die ik pas kan of mag nemen nadat
ik het advies van de Gewesten heb ontvangen.
Ten vierde, het gewijzigde KB zal inderdaad - dit zegt u terecht - elke
discriminatie opheffen tussen de brandweerlieden die vóór dan wel na
de inwerkingtreding van het KB van 20 maart 2002
beroepsbrandweerman zijn geworden. Ik zou er wel op willen wijzen
dat het ontwerp de gemeenten alleen de mogelijkheid biedt om alle
anciënniteitjaren als vrijwilliger te valoriseren. Dat is dus facultatief en
geen verplichting.
Ten slotte hoop ik dat het advies van de Vlaamse regering zeer snel
zal volgen want dan zal het ontwerp ter advies worden voorgelegd aan
zowel de vakbonden als de Raad van State.
bruxelloise mais attendent encore
celui de la Région flamande, à
laquelle j'ai adressé un courrier de
rappel le 1
er
décembre. Je ne
pourrai consulter les syndicats et
le Conseil d'État qu'une fois en
possession de tous les avis
régionaux.
L'arrêté royal supprimera en effet
toute discrimination entre les
pompiers qui ont acquis le statut
de pompier professionnel
respectivement avant et après
l'entrée en vigueur de l'arrêté royal
du 20 mars 2002. Ce dernier
n'oblige
toutefois pas les
communes à tenir compte des
années de service en tant que
volontaire dans le calcul de
l'ancienneté mais leur en offre
uniquement la possibilité.
05.03 Hilde Claes (sp.a-spirit): Ik dank de minister voor zijn
antwoord. Ik noteer dat hij duidelijk de intentie heeft om de
discriminatie terzake weg te werken maar dat voor de verdere
stappen in de procedure het advies van het Vlaams Gewest moet
worden afgewacht. Ik hoop echter toch, mijnheer de minister, dat daar
spoedig werk van kan worden gemaakt.
05.03 Hilde Claes (sp.a-spirit): Il
doit être mis fin à cette
discrimination dans les plus brefs
délais.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van mevrouw Hilde Claes aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "het ritueel van de levensbeschouwing volgens dewelke de afscheidsplechtigheid moet
verlopen" (nr. 9705)
06 Question de Mme Hilde Claes au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le rituel propre
à la conviction philosophique qui préside à la cérémonie d'adieu" (n° 9705)
06.01 Hilde Claes (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik wil even terugkomen op een vraag van een aantal
maanden geleden. Ik vroeg om wettelijk de mogelijkheid in te bouwen
om de burger de mogelijkheid te geven om voor de ambtenaar van de
burgerlijke stand zijn keuze van afscheidsplechtigheid vast te leggen.
Die mogelijkheid bestaat vandaag wettelijk gezien al. Ze kent haar
basis in het decreet van 16 januari 2004, maar in de praktijk kent ze
geen uitvoering, omdat er nog uitvoeringsbesluiten moeten worden
genomen.
Voor die materie moeten de uitvoeringsbesluiten worden
uitgevaardigd door uw Vlaamse collega, minister Keulen, maar ook
door uzelf, omdat wij ingrijpen in de registers van de burgerlijke stand.
In uw vorige antwoord verklaarde u dat precies die dag terzake een
overleg plaatsvond met uw Vlaamse collega. Bovendien zei u dat het
06.01 Hilde Claes (sp.a-spirit): Le
libre choix d'un rituel funèbre en
fonction des convictions philoso-
phiques est inscrit dans le décret
du 16 janvier 2004. Pour que ce
choix soit effectivement consigné
dans le registre de population, le
ministre de l'Intérieur doit toutefois
faire adjoindre une disposition à
l'arrêté royal relatif aux registres
de population. Il a répondu
précédemment qu'il se
concerterait à ce sujet avec son
collègue flamand.
Quel a été le résultat de cette
25/01/2006
CRIV 51
COM 828
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
de gemeenten vrij stond om terzake al een initiatief te nemen.
Ondertussen hebben wij dat in Hasselt al gedaan. Om alles evenwel
volledig sluitend en ook afdwingbaar te maken, zou het ideaal zijn,
mocht dat genoteerd kunnen worden in de registers van de burgerlijke
stand. Daarvoor zijn er uitvoeringsbesluiten nodig.
Graag kreeg ik een stand van zaken.
Wat is het resultaat van de vergadering met uw Vlaamse collega,
minister Keulen?
Zullen er aanpassingen aan het koninklijk besluit betreffende de
bevolkingsregisters worden doorgevoerd, opdat de keuze van
afscheidsplechtigheid in het bevolkingsregister kan worden
ingeschreven?
Zo ja, wanneer zal dat gebeuren? Op welke manier zal die
aanpassing doorgevoerd worden?
concertation? Quand l'arrêté royal
sera-t-il adapté?
06.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, mevrouw
Claes, het klopt dat op de dag van de vraagstelling mijn diensten
overleg hebben gehad met de diensten van collega Keulen.
Als gevolg daarvan is een ontwerpbesluit opgesteld tot wijziging van
het koninklijk besluit van 16 juli 1992, tot vaststelling van de informatie
die opgenomen wordt in de bevolkingsregisters en het
vreemdelingenregister. Dat besluit heb ik voor advies bezorgd aan de
Vlaamse Gemeenschap.
Nogmaals, sedert de Lambermont-akkoorden zijn het de Gewesten
en de Gemeenschappen die bevoegd zijn voor alles wat
begraafplaatsen en lijkbezorging aangaat. Het enige waarvoor de
federale overheid nog bevoegdheid draagt, is erin voorzien dat alle
verklaringen inzake begraafplaatsen en lijkbezorging ook in de
bevolkingsregisters worden opgenomen.
Ik heb die tekst bezorgd, maar ik heb nog geen reactie ontvangen van
de Vlaamse Gemeenschap.
Ik zet de procedure voort. Ik heb ook het advies van de Raad van
State gevraagd. Zodra dat in mijn bezit is, kan ik, wat mijn
bevoegdheid betreft, het dossier finaliseren.
Ik breng nog even in herinnering dat het Vlaams Parlement een
decreet heeft aangenomen op 16 januari 2004. In uitvoering van dat
decreet moet er door de Vlaamse regering een besluit worden
genomen tot vaststelling van de wijzen van lijkbezorging, de
bestemming van de as en de rituelen van de levensbeschouwing voor
de uitvaartplechtigheid. Die gegevens kunnen ook worden
opgenomen in de laatste wilsbeschikking.
De Vlaamse regering heeft dat besluit nog niet genomen.
Logischerwijze moet het besluit de wijziging van mijn koninklijk besluit
voorafgaan. Dat laatste koninklijk besluit kan immers niet meer
bepalen dan dat verklaringen in de bevolkingsregisters moeten
worden opgenomen. Voor het vaststellen van de inhoud zijn de
Gewesten bevoegd.
06.02 Patrick Dewael, ministre:
Je me suis concerté avec le
ministre Keulen et le projet
d'arrêté modifiant l'arrêté royal
relatif aux informations consignées
dans le registre national a été
rédigé. Nous attendons à présent
l'avis de la Communauté
flamande, qui est compétente en
matière de funérailles et de
sépultures. La compétence du
gouvernement fédéral se limite à
la transcription, dans le registre de
population, de toutes les
déclarations en matière de
funérailles et de sépultures.
Entre-temps, j'ai déjà demandé
l'avis du Conseil d'État. Le dossier
pourra être finalisé au niveau
fédéral dès que je disposerai de
cet avis. Il appartient toutefois au
gouvernement flamand de
promulguer en exécution du décret
du 16 janvier 2004 un arrêté relatif
au contenu des déclarations en
matière de sépultures, de
destination des cendres et de
cérémonies d'adieu qui peuvent
figurer dans la déclaration de
dernières volontés. J'insisterai
auprès du gouvernement flamand
pour qu'il s'attelle à cette tâche.
CRIV 51
COM 828
25/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
Ik rijd mijn rit verder. Ik zet de procedure zoals ik ze heb opgestart via
mijn koninklijk besluit, dus voort. Ik zal nogmaals bij de bevoegde
collega in de Vlaamse regering erop aandringen dat het
uitvoeringsbesluit bij het decreet zo spoedig mogelijk zou volgen.
06.03 Hilde Claes (sp.a-spirit): Mijnheer de minister. Ik noteer
opnieuw uw goede intentie.
Waar ik echter enigszins voor vreesde, blijkt nu te kloppen, namelijk
dat het dossier vrij moeilijk zal verlopen, precies door de verdeling van
de bevoegdheden.
Ik ben er mij van bewust dat er op Vlaams niveau uitvoeringsbesluiten
moeten komen. Tegelijkertijd moet dat echter ook op federaal vlak
gebeuren. Ik heb toch enigszins de indruk dat we naar elkaar blijven
kijken.
Ik noteer echter dat u binnen uw bevoegdheid de eerste stappen hebt
gedaan. Ik hoop dat ook in dit dossier de intentie effectief in daden
wordt omgezet, zodat de verklaringen in de praktijk in de registers van
de burgerlijke stand kunnen worden genoteerd.
06.03 Hilde Claes (sp.a-spirit): Le
ministre a certes de belles
intentions mais la répartition des
compétences complique considé-
rablement ce dossier. J'espère
qu'une réglementation verra
rapidement le jour dans la
pratique.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Vraag van de heer Claude Marinower aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de stopzetting van de steun aan gezinsherenigers" (nr. 9182)
07 Question de M. Claude Marinower au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la
suppression de l'aide aux immigrés par regroupement familial" (n° 9182)
07.01 Claude Marinower (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
vice-premier, we kennen allemaal het verhaal waarbij allochtone
kinderen hun ouders laten overkomen en daarbij een verplichte
handtekening zetten dat ze twee jaar voor hen moeten zorgen, maar
na afloop van die periode kloppen ze bij het OCMW aan om voor die
ouders te zorgen. Eind vorig jaar is er door het OCMW of door leden
van het OCMW van Antwerpen daarover andermaal een alarmkreet
geslagen.
Ik citeer. "Klassiek is het verhaal waarbij Turkse of Marokkaanse
kinderen hun ouders lieten overkomen, de verplichte handtekening ...
en na die periode kwamen aankloppen. We noteren dat die kinderen
vaak geen vragende partij waren voor de komst van hun ouders,
maar onder sociale druk werden gezet door hun omgeving." Blijkbaar
zouden de OCMW's, ook dat van Antwerpen, de appreciatie van dat
soort vragen hebben ik citeer "bijgespijkerd", waarbij het neen zou
zijn, tenzij de situatie van die ouder zo penibel zou zijn dat het OCMW
niet anders kan dan zijn wettelijke rol van hulpverlener te spelen.
Wat is uw houding tegenover die stellingname van het Antwerpse
OCMW? Zijn er concrete maatregelen die moeten genomen worden
voor de ondersteuning van dergelijke acties? Zijn u andere OCMW's
bekend die met soortgelijke problematiek te kampen hebben en
soortgelijke maatregelen hebben getroffen of soortgelijke standpunten
hebben ingenomen? Zijn er cijfers om die problematiek te schetsen?
Over hoeveel aanvragen gaat het? Hoeveel wordt er jaarlijks
uitgekeerd door het OCMW aan mensen die zich in deze situatie
bevinden?
07.01 Claude Marinower (VLD):
Pour faire venir leurs parents en
Belgique, les allochtones doivent
signer une déclaration dans
laquelle ils s'engagent à subvenir
aux besoins de ces parents
pendant deux ans. Toutefois, il est
fréquent qu'au terme de cette
période, ils s'adressent aux CPAS
pour qu'ils prennent alors les
parents en charge, ce que le
CPAS d'Anvers refuse de plus en
plus souvent.
Le ministre approuve-t-il l'attitude
du CPAS d'Anvers et prendra-t-il
des mesures dans ce sens?
Recommandera-t-il à d'autres
CPAS d'agir de même? Dispose-t-
il de chiffres illustrant le problème?
De combien de demandes s'agit-il
et quel est le montant annuel des
allocations versées aux personnes
concernées?
25/01/2006
CRIV 51
COM 828
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
07.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, collega's, de
beslissingen inzake steunverlening behoren tot de bevoegdheid van
collega Dupont.
Ik kan wel bevestigen dat de regering maatregelen heeft getroffen om
misbruiken in het kader van de reglementering inzake
gezinshereniging aan te pakken. U kent de maatregelen intussen.
Gezinshereniging voor ascendenten zal pas mogelijk zijn indien er
voldoende financiële waarborgen zijn. We moeten daarbij een
onderscheid maken naargelang het gaat om een gezinshereniging
met een EU-onderdaan of een niet EU-onderdaan. In het eerste geval
zal een gezinshereniging slechts mogelijk zijn indien de ascendent ten
laste is van de persoon die hij in België wenst te vervoegen. Als
achteraf tijdens de controletermijn zou blijken dat de ascendent een
onredelijke belasting vormt voor het socialezekerheidssysteem, dan
kan diens verblijfsrecht ook worden beëindigd. Wat betreft de niet EU-
onderdanen is er geen recht op gezinshereniging voor ascendenten.
Ouders of grootouders kunnen slechts een in België verblijvende
persoon vervoegen als zij daartoe worden gemachtigd, maar er is
geen recht dat automatisch ontstaat. Een dergelijke machtiging zal
ook alleen maar worden toegestaan als er financiële garanties zijn.
De verlenging van een eventuele machtiging in deze gevallen, zal
afhankelijk gemaakt worden van de blijvende invulling van deze
voorwaarden.
07.02 Patrick Dewael, ministre:
Les décisions relatives à l'aide
sociale ressortissent à la
compétence du ministre de
l'Intégration sociale. Le gouverne-
ment prendra des mesures pour
s'attaquer aux abus. Le
regroupement familial ne sera
autorisé que si les garanties
financières sont suffisantes.
Pour les ressortissants de l'UE, le
regroupement familial sera
restreint aux ascendants à charge
de la personne résidant en
Belgique. S'il apparaît par la suite
que ces ascendants constituent
une charge déraisonnable pour la
sécurité sociale, leur droit de
séjour pourra être supprimé.
Pour les non-ressortissants de
l'UE, le droit au regroupement
familial ne s'applique pas aux
ascendants. Une autorisation
pourra être accordée si les
garanties financières sont
suffisantes. De plus, la
prolongation de l'autorisation sera
soumise à des conditions.
07.03 Claude Marinower (VLD): Ik dank de minister voor zijn
antwoord.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Vraag van de heer Claude Marinower aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "het racisme en antisemitisme rond het voetbalveld" (nr. 9430)
08 Question de M. Claude Marinower au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le racisme
et l'antisémitisme autour des terrains de football" (n° 9430)
08.01 Claude Marinower (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
vice-eerste minister, het is toeval dat deze vraag vandaag aan de
agenda staat, terwijl u vorige week verslag hebt uitgebracht over de
zesmaandelijkse rondetafelconferentie over veiligheid rond
voetbalstadions.
Ik heb u daarover reeds een aantal keren ondervraagd en weet hoe
gevoelig u bent voor het onderwerp van racisme en racistische acties
rond het voetbalveld. Het toeval wil dat ongeveer tegelijkertijd met het
door u inhuldigen van een nieuwe actie rond fairplay - maatregelen die
werden genomen door de voetbalbond en een aantal
eersteklassevoetbalclubs die op het veld kwamen met een actie tegen
racisme - een van de Belgische topscheidsrechters een wedstrijd floot
in Nederland. Hij bleef daar volstrekt ongevoelig voor hetgeen rond
het veld gebeurde.
08.01 Claude Marinower (VLD):
L'Union belge de football continue
à faire preuve d'un trop grand
laxisme en matière de racisme
autour des terrains. C'est ainsi que
l'un de nos meilleurs arbitres, parti
arbitrer un match aux Pays-Bas,
n'a pas réagi face aux calicots
antisémites brandis dans le stade.
La fédération hongroise de football
sanctionne les arbitres qui ne
réagissent pas dans un tel cas.
Chez nous, rien de tel.
Dans quelle mesure les points
CRIV 51
COM 828
25/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
De topscheidsrechter die, zoals ik las in de krant, was gebrieft over
wat voor een geladen wedstrijd Ajax-Utrecht was, liet een wedstrijd
beginnen waar zeer duidelijke spandoeken werden gedragen met
"Voordelig LPG" en met verwijzingen naar het imago van jodenclub
Ajax en de gaskamers van de Tweede Wereldoorlog. Dat dit alles kon
gebeuren onder het oog en het oor van een Belgische
topscheidsrechter en dat een dergelijke wedstrijd gewoon kan worden
gefloten zonder dat enige maatregel wordt genomen, is veelzeggend.
Ik verwijs ook naar Hongarije waar de Hongaarse voetbalfederatie
zelfs scheidsrechters straft die niet zouden optreden tegen racisme
tijdens wedstrijden.
In 2005 hebt u in het kader van een overeenkomst tussen de
voetbalcel en het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor
racismebestrijding voor het werkjaar 2005 aangegeven dat een aantal
actiepunten met betrekking tot de strijd tegen racisme zouden worden
opgevoerd. Dat punt is in de bespreking die we daarover vorige week
hadden niet erg aan bod gekomen.
Ik weet dat u binnenkort nog een onderhoud hebt met een aantal
clubs op de Bond. Het gaat op dat ogenblik wel zeer specifiek over
veiligheid, maar ik denk dat dit een integraal deel daarvan zou moeten
uitmaken, zeker wanneer een deel van de toeschouwers of van de
spelers wordt geviseerd met dergelijke racistische spreekwoorden.
Ik heb de volgende vragen. Hoeveel actiepunten werden reeds
gerealiseerd? Kunt u een evaluatie geven van hetgeen al is gebeurd?
Wat is de rol van de voetbalbond en van de voetbalploegen en hun
medewerking op dat vlak? Welke actiepunten worden nog meer
voorbereid voor het huidige werkjaar 2006?
d'action définis par le département
et le Centre pour l'égalité des
chances et la lutte contre le
racisme ont-ils été suivis d'effets?
L'Union belge de football et les
clubs apportent-ils leur
collaboration dans ce cadre?
Quels points d'action sont en
préparation pour 2006?
08.02 Minister Patrick Dewael: Ik zal concreet antwoorden. In
verband met de actiepunten heb ik eergisteren een overleg gehad
met de clubs op de voetbalbond. Er is een volgend overleg gepland
met de burgemeesters en de zonechefs. De supportersfederatie heeft
alleszins ook de problematiek van het racisme en de kwetsende
spreekkoren ter sprake gebracht. Ik geef een stand van zaken voor
2005.
Een eerste actiepunt is het uitwerken en organiseren van een grote
sensibiliseringscampagne met de verschillende partners van de
federale en regionale overheden. Het actieplan werd in 2005
opgesteld, met aandacht voor een grootscheepse mediacampagne
tegen racisme, net als het opstellen van pedagogisch materiaal en
preventie inzake racisme op internetfora.
Het tweede actiepunt is het uitwerken van richtlijnen en procedures ter
bestrijding van verbaal geweld en kwetsende spreekkoren. In dat
verband is er een omzendbrief die mijn diensten op dit ogenblik
voltooien.
Het derde actiepunt zijn de vormingen aangaande de aanpak van
racisme. In 2005 werden alle stewards en
veiligheidsverantwoordelijken gevormd, alsook de spotters en de
dossierbeheerders van de politie. Er werd een syllabus uitgewerkt
door het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding.
08.02 Patrick Dewael, ministre:
Je me suis concerté avant-hier
avec les clubs de football. Une
concertation est également prévue
avec les bourgmestres et les chefs
de zone. La fédération des
supporters est également attentive
à la question du racisme. Qu'a-t-
on fait en 2005?
Une première action consiste à
concevoir et à organiser avec les
différentes autorités partenaires
une
vaste campagne de
sensibilisation. Mes services
préparent également une circulaire
comportant les lignes directrices et
les procédures à suivre pour lutter
contre la violence verbale et les
slogans blessants.
Des formations ont également été
organisées pour les stewards et
les responsables de la sécurité,
ainsi que pour les spotters et les
25/01/2006
CRIV 51
COM 828
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
Het vierde actiepunt is het overleg met enkele risicoclubs. Er werden
een driehonderdtal stewards van risicoclubs gevormd door
medewerkers van het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en
Racismebestrijding.
Het vijfde actiepunt is de verdere inventarisatie en follow-up van
racistische gedragingen in stadions. Een aantal risicowedstrijden werd
bijgewoond door mijn voetbalcel. Door bekendheid te geven aan de
initiatieven die worden genomen tegen racisme en discriminatie,
ontvangt het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en
Racismebestrijding meer klachten over racisme op de Belgische
voetbalvelden. Dat is positief.
Voor een evaluatie van alle acties en de gevolgen op het terrein is het,
mijns inziens, op dit ogenblik nog te vroeg. Die evaluatie zal alleszins
deel uitmaken van de overeenkomst voor 2006 tussen het Centrum
voor Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding enerzijds en de
voetbalcel anderzijds.
Wat uw tweede en uw derde vraag aangaat, de voetbalbond en de
Belgische clubs zijn uiteraard heel belangrijke partners in het verhaal.
Ik stel samen met u vast dat er nog altijd een zekere
terughoudendheid heerst. De tolerantiegrenzen bijvoorbeeld in België
blijven te hoog. Ik denk dus dat een kordate aanpak door de
Belgische Voetbalbond, scheidsrechters en clubs van kwetsende,
racistische en discriminerende spreekkoren ontbreekt.
In augustus had ik een overleg bij de voetbalbond. Ik heb nogmaals
aangedrongen op een duidelijke strategie, met sancties. Ik heb nog
altijd geen concrete voorstellen of acties gezien. Mijn diensten hebben
de veiligheidsverantwoordelijken uitgenodigd om een ontwerp van
richtlijn en procedures ter bestrijding van verbaal geweld en
kwetsende spreekkoren vorm te geven. Vier van de 37 clubs zijn
daarop ingegaan.
Kortom, de boodschap is herhaald, een week geleden, ter attentie van
de voetbalbond. De bondsvoorzitter was aanwezig. 4 van de 37 clubs
hadden gereageerd. Ik heb dus, met andere woorden, op de
vergadering eergisteren dat punt opnieuw moeten maken.
Dat sommige personen en diensten uit de voetbalwereld het probleem
trachten te minimaliseren, sterkt mij precies in de overtuiging dat een
rondzendbrief met richtlijnen en procedures een noodzaak is. Als het
niet spontaan en vrijwillig gebeurt, meen ik dat wij naar andere
methodes moeten grijpen.
Wat ten slotte uw vraag betreft over de actiepunten voor 2006, dat zijn
uiteraard de voltooiing van de rondzendbrief en het voorzien in nog
meer vorming. Ik meen dat vorming voor zowel expert-stewards als
voor scheidsrechters en voor stadionspeakers belangrijk is. Andere
actiepunten zijn de evaluatie van de vorming die al gegeven is, het
lanceren van de mediacampagne, het aanmaken en verspreiden van
pedagogisch materiaal, het voort inventariseren van alle mogelijke
risicoploegen en ook nog het plegen van systematisch overleg met
enkele risicoclubs.
Ik wil nogmaals herhalen dat die actiepunten maar slagen als het een
gestionnaires de dossiers des
services de police. Le CECLR a
rédigé un syllabus à cet effet.
Environ trois cents stewards de
clubs à risque ont également été
formés par des collaborateurs du
Centre.
La cellule football de mon
département a assisté à quelques
rencontres à risque dans le cadre
de l'étude des comportements
racistes dans les stades.
L'attention portée aux initiatives de
lutte contre le racisme sur les
terrains de football se traduit
actuellement par une augmenta-
tion du nombre de plaintes dont
est saisi le CECLR. L'évaluation
des actions s'avère encore
prématurée mais elle fera partie
d'une convention prévue en 2006
entre le CECLR et la cellule
football.
Dans ce contexte, l'Union belge de
football et les clubs sont égale-
ment d'importants partenaires.
Hélas, l'Union, les arbitres ni les
clubs ne font preuve de fermeté.
Au mois d'août, j'ai une fois encore
demandé à l'Union de développer
une stratégie claire, mais les
propositions ou actions concrètes
se font attendre. Mes services ont
également invité les responsables
de la sécurité à rédiger un projet
de lignes directrices et de
procédures à suivre pour la lutte
contre la violence verbale et les
slogans vexatoires. Seuls 4 clubs
sur les 37 contactés ont répondu à
l'invitation et j'ai dès lors du
rappeler ce point lors de la réunion
qui a eu lieu avant-hier. Je reste
convaincu qu'il faut une circulaire
en la matière puisque certains
dans le monde du football,
persistent à minimiser le
problème.
Les points d'actions pour 2006
sont les suivants: finalisation de la
circulaire, offre de formations,
évaluation de toutes les formations
déjà dispensées, lancement de la
campagne médiatique et distribu-
tion de matériel pédagogique,
CRIV 51
COM 828
25/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
gezamenlijk en ook een positief project is dat gedragen wordt door
alle partners. De overheid kan dat helaas niet alleen.
inventorisation des équipes à
risque, également dans les
divisions inférieures, et
concertation avec les clubs à
risque.
08.03 Claude Marinower (VLD): Mijnheer de minister, wij zijn allen
uw medestanders wanneer u zegt dat voetbal opnieuw een feest moet
worden, maar dan mag het feest niet verstoord worden door
racistische spreekkoren. Ik ken en waardeer zeer erg uw blijvende
bekommernis om daaraan paal en perk te stellen. Ik stel alleen maar
vast, samen met u overigens, dat maar 4 van de 37 clubs het nuttig
en nodig vinden daarop te antwoorden, wat boekdelen spreekt. Er is
dus nog veel werk aan de winkel.
08.03 Claude Marinower (VLD):
J'apprécie l'intérêt que le ministre
continue de porter à cette
question. Le fait que seulement
quatre des 37 clubs aient voulu y
collaborer est très révélateur.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09 Vraag van mevrouw Hilde Vautmans aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "het aanbrengen van een foto op de stembrief" (nr. 9451)
09 Question de Mme Hilde Vautmans au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le rajout
09.01 Hilde Vautmans (VLD): Mijnheer de minister, het is al even
geleden dat we de pers haalden met het voorstel dat ik lanceerde
inzake het aanbrengen van een foto op de stembrief.
Bij de laatste verkiezingen voor de moslimexecutieve stond er
effectief een foto naast de naam van de kandidaat op de lijst. Ik had
dit ook graag zo gezien bij de federale verkiezingen. Voor de
gemeenteraadsverkiezingen in oktober is dit misschien niet meer
haalbaar en te ingewikkeld, maar voor de federale verkiezingen heeft
dit toch zijn nut. We weten allen dat de voorkeurstem belangrijker
wordt gelukkig maar omdat de lijststem is geneutraliseerd. Met de
huidige voornamen weet men bovendien heel vaak niet meer of men
voor een man of een vrouw stemt. Men heeft ook nooit enig idee van
de leeftijd van de kandidaten. Wij willen allen tijdens de campagnes
voluit gaan met ons gezicht, op de foto's, op de affiches, op de
kaartjes. Ook in de campagnes wordt dit meer en meer opgevoerd.
Een foto op de kiesbrief is voor heel veel mensen effectief een grote
verduidelijking. Men weet dan of men stemt voor man of vrouw, voor
jong of oud.
Argumenten contra zijn zeker te vinden, maar vooral het voordeel van
de foto op de stembrief moet doorwegen. Sinds het lanceren van het
voorstel heb ik veel e-mail gekregen van mensen die het een goed
voorstel vonden. Voor mensen die de politiek niet van nabij volgen is
het een heel groot hulpmiddel.
Mijnheer de minister, ten eerste, is dit technisch mogelijk? Dat is een
belangrijke voorwaarde. Ten tweede, is het haalbaar voor de
verkiezingen van 2007? Ten derde, wat is het budgettaire plaatje van
heel deze operatie?
09.01 Hilde Vautmans (VLD):
Lors des dernières élections pour
l'Exécutif des Musulmans de
Belgique, une photographie était
apposée à côté du nom de chaque
candidat. Je voudrais généraliser
ce système. Sans doute est-il déjà
trop tard pour l'appliquer lors du
prochain scrutin communal mais
j'espère qu'il pourra être utilisé lors
des prochaines élections
législatives.
L'ajout d'une photo est souhaitable
parce que la voix de préférence
revêt une importance de plus en
plus grande et que sont en usage
de plus en plus de prénoms
épicènes. Ma proposition ayant fait
l'objet d'une large attention
médiatique, j'ai déjà reçu énormé-
ment de réactions positives.
L'apposition d'une photographie à
côté du nom du candidat pourrait
être très utile pour les électeurs
qui ne s'intéressent que
modérément à la politique.
Est-ce faisable techniquement?
Serait-ce réalisable avant le
scrutin de 2007? Combien en
coûterait-il?
09.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, collega's, voor
een stuk is dit een herhaling van wat ik reeds bij een vorige
09.02 Patrick Dewael, ministre:
C'est possible techniquement mais
25/01/2006
CRIV 51
COM 828
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
gelegenheid heb gezegd.
Er bestaat geen discussie over dat het technisch mogelijk is om een
foto naast de naam van een kandidaat te plaatsen. Daarbij rijzen wel
een aantal technische problemen. Alleszins zijn er aanpassingen
nodig aan het huidige model van stembiljet. Ook de schermen, dus de
huidige verkiezingsprogrammatuur, zijn niet geschikt voor een
dergelijk nieuw systeem. Een ander soort geheugendrager is dan
nodig en ook een geheugenuitbreiding van alle stemmachines zal
nodig zijn. Ook het formaat van de stembiljetten moet dan aangepast
worden. Ik wijs erop dat het stempapier voor de verkiezingen in 2007
met de huidige wettelijke formaten al besteld is of alleszins al in
productie is. Dat zijn maatregelen die men niet kan nemen op slechts
enkele maanden voor de verkiezingen; daarmee moeten we tijdig
aanvangen.
Ik heb al verwezen naar het samenwerkingsakkoord dat werd
afgesloten tussen de federale en de gewestelijke niveaus op
14 juli 2005. Dat voorziet in een upgrade van de bestaande
verkiezingsapparatuur voor de verkiezingen van 2006 en 2007. Daar
gaat het dan louter om het operationeel houden van de bestaande
systemen. Dat was ook de vraag van de Gewesten die financieel en
budgettair een duit in het zakje moeten doen. Het akkoord bepaalt dat
de federale overheid en de Gewesten een werkgroep oprichten die de
nieuwe normen zal bepalen voor de toekomstige systemen na 2008.
In die werkgroep zal het voorstel inzake de opname van een pasfoto
van de kandidaten bij verkiezingen worden opgenomen.
Wat dat zal kosten, weet ik niet. Ik kan op dit ogenblik geen indicatie
geven over de kostprijs. Ik zou wel willen meegeven het is een
gevoelig aspect dat daaraan, alleszins voor de gemeenten,
belangrijke kosten zullen verbonden zijn. We zullen dus ook op dat
punt met hen een goed overleg moeten voeren. U weet immers hoe
gevoelig gemeenten zijn voor voorstellen die wij goedkeuren en die
voor hen financiële repercussies inhouden.
De upgrade van de bestaande apparatuur is aan de gang. De
werkgroep ter evaluatie van de situatie na de verkiezingen van 2007
werd ook opgestart. Het is in die werkgroep dat uw voorstel, dat ik
persoonlijk genegen ben, alleszins een kans moet krijgen.
cela nécessiterait naturellement
une adaptation du modèle actuel
de bulletin de vote et du type
d'ordinateurs utilisés pour les
opérations électorales. Ces
ordinateurs, en effet, devraient
être équipés d'une mémoire vive
plus importante. Quant aux
formulaires de vote pour le scrutin
de 2007, ils ont déjà été
commandés ou sont déjà en
fabrication.
L'État fédéral et les Régions ont
déjà conclu un accord de
coopération qui prévoit une mise à
niveau du matériel informatique
utilisé pour les scrutins de 2006 et
2007. Cet accord prévoit aussi la
création d'un groupe de travail
chargé de fixer de nouvelles
normes pour les dispositifs
électoraux après 2008. Ce groupe
de travail pourrait examiner aussi
votre proposition tendant à ajouter
une photographie aux listes de
candidats. Il faudra par ailleurs se
concerter avec les communes car
cette proposition entraînera pour
elles des dépenses
supplémentaires.
09.03 Hilde Vautmans (VLD): Mijnheer de minister, ik begrijp
natuurlijk wel dat er al initiatieven voor 2007 werden genomen. Ik vind
het alleen jammer en ik had veel liever gezien dat het voorstel sneller
uitvoerbaar was geweest.
Uw antwoord boezemt echter vertrouwen in. We zullen de resultaten
van de werkgroep afwachten.
09.03 Hilde Vautmans (VLD):
J'aurais préféré que les choses
avancent plus vite, mais la
réponse du ministre m'a toutefois
rendu confiante. Nous attendons
les résultats des travaux du
groupe de travail.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
10 Vraag van mevrouw Hilde Vautmans aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de elektronische identiteitskaart" (nr. 9535)
10 Question de Mme Hilde Vautmans au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la carte
10.01 Hilde Vautmans (VLD): Mijnheer de minister, binnenkort krijgt 10.01 Hilde Vautmans (VLD): La
CRIV 51
COM 828
25/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
iedereen een elektronische identiteitskaart. Heel velen, waaronder
ikzelf, hebben ze al. Daarbij krijgen wij een attest waarop ons adres
vermeld staat, omdat het niet zichtbaar is op de nieuwe
identiteitskaart.
In België hebben zich een aantal probleem voorgedaan met de
elektronische identiteitskaart. Die zijn gelukkig opgelost, maar nu
duiken de eerste problemen op in het buitenland. Ik geef een heel
concreet voorbeeld, van iemand die mij gemaild heeft, van wat u in
het buitenland kan overkomen met een elektronische identiteitskaart.
Die persoon woont in België en wil een VZW oprichten in het Verenigd
Koninkrijk. Doordat er geen gegevens meer op de identiteitskaart
staan, is het document voor officiële instanties daar eigenlijk niet
bruikbaar. Voor het aanvragen van het attest van woonst kan men
niet terecht bij de Belgische ambassade. Zij kunnen het enkel
afleveren voor iemand die in het Verenigd Koninkrijk woont. De
persoon in kwestie moet zich dus wenden tot het gemeentehuis van
de woonplaats in België. Voor sommige officiële instanties is een
attest met zwartwitfoto echter niet voldoende. Zij vragen een
document met een kleurenfoto, mogelijk in vier talen. Het
gemeentebestuur kan zo'n document niet afleveren. Er bestaat
eigelijk geen regelgeving voor en het duurt dus heel lang. Dat is een
concreet voorbeeld van een probleem dat zich voordoet wanneer men
met een elektronische identiteitskaart iets wil ondernemen in het
buitenland.
Mijnheer de minister, ik heb de volgende vragen.
Ten eerste, hebt u kennis van de problemen die zich in het buitenland
kunnen voordoen?
Ten tweede, zijn er op Europees niveau al afspraken gemaakt rond
het gebruik van de elektronische identiteitskaart?
Ten derde, bestaan er ook in andere Europese landen plannen om
een elektronische identiteitskaart in te voeren? Zo ja, gebeurt dat in
afspraak met de andere EU-landen, zodat dezelfde kaartlezers
gebruikt kunnen worden?
carte d'identité électronique ne
mentionne plus l'adresse du
titulaire, ce qui occasionne plus
d'un problème aux Belges
séjournant à l'étranger.
Le ministre a-t-il conscience de
ces problèmes? D'autres pays
européens prévoient-ils d'instaurer
une carte d'identité électronique?
Le cas échéant, des accords sont-
ils conclus en vue d'une utilisation
généralisée des mêmes lecteurs
de cartes?
10.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, collega's,
Buitenlandse Zaken heeft de diplomatieke posten in het buitenland op
de hoogte gebracht van het bestaan en de verdeling van de
elektronische identiteitskaarten in ons land. Uiteraard is het de plicht
van deze posten om ook de administratie van het land waar zij
gevestigd zijn in te lichten. Het document "adresbewijs" wordt niet
meer afgeleverd. Elke Belg kan ten uitzonderlijken titel nog een
gelijkaardig document verkrijgen dat alle gegevens bevat die zich op
de chip van de elektronische kaart bevinden, maar dat document heet
"elektronisch beschikbare gegevens op uw identiteitskaart". Dat is de
naam van het document.
Voor de kaartlezers bestaan er internationale ISO-normen waaraan
kaartlezers moeten beantwoorden. Ook de landen die overwegen om
de kaart in te voeren ik denk aan Frankrijk, Nederland en zelfs
Groot-Brittannië, Oostenrijk en Spanje zullen rekening moeten
houden met deze normen voor kaartlezers. In Estland en Finland,
waar de elektronische identiteitskaart al bestaat, is dat ook het geval.
10.02 Patrick Dewael, ministre:
Les postes diplomatiques à
l'étranger ont été informés de
l'existence de la carte d'identité
électronique dans notre pays et
doivent en informer à leur tour les
autorités locales.
Le document `Preuve d'adresse'
n'est plus délivré. Toutefois,
chacun peut encore obtenir, à titre
exceptionnel, un document
mentionnant toutes les données
figurant sur la puce électronique
de la carte d'identité. Ce document
s'intitule `Données électroniques
figurant sur votre carte d'identité'.
25/01/2006
CRIV 51
COM 828
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
In het kader van de internationale normalisatie werkt men aan
voorstellen inzake een European Citizen Card. Op Europees niveau
bestaan er dus werkgroepen die zich met de problematiek
bezighouden. Op een conferentie die dit jaar in Brussel werd
georganiseerd onder auspiciën van mijn departement, werd ook de
noodzaak aan uniformiteit van de kaartlezers nog eens benadrukt.
Ik zou er u ook op willen wijzen dat in de overeenkomstige resolutie
van de Raad van Europa van 28 december 1977 met betrekking tot
de opmaak en de harmonisatie van nationale identiteitskaarten het
adres een facultatief gegeven is. Men heeft mij daarover heel veel
vragen gesteld, maar het adres as such is een facultatief gegeven op
de kaart.
Les lecteurs de cartes doivent
satisfaire aux normes ISO
internationales. Des pays comme
la France, les Pays-Bas, la
Grande-Bretagne et l'Allemagne,
qui envisagent d'instaurer la carte
électronique, doivent évidemment
tenir compte de ces normes. En
Estonie et en Finlande, où la carte
électronique a été instaurée, c'est
bien entendu déjà le cas.
Dans le cadre de la normalisation
internationale, des propositions
concernant une "European Citizen
Card" sont en préparation.
Au niveau de l'Union européenne,
plusieurs groupes de travail se
penchent sur la question des
cartes d'identité électroniques.
Une conférence européenne
organisée l'an dernier à Bruxelles
a, une fois de plus, souligné la
nécessité de disposer de lecteurs
de cartes uniformes.
Conformément à une résolution du
Conseil de l'Europe du 28
septembre 1977 relative à la
confection et à l'harmonisation des
cartes d'identité nationales, la
reproduction de l'adresse sur la
carte est facultative.
10.03 Hilde Vautmans (VLD): Mijnheer de minister, ik dank u voor
uw antwoord. Ik denk toch dat wij in onze gemeentehuizen zullen
moeten kijken hoe wij de mensen zo snel mogelijk van dienst kunnen
zijn. Als mensen kaartproblemen ondervinden in het buitenland,
moeten wij daarvoor aandacht hebben. Ik denk dat een oplossing niet
zo moeilijk is. Met een beetje goede wil kan er in veel
gemeentehuizen veel worden afgeleverd waardoor men geholpen is.
10.03 Hilde Vautmans (VLD):
Avec un minimum de bonne
volonté, les administrations
communales du pays peuvent
résoudre quantité de problèmes
posés par les cartes belges à
l'étranger.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Le président: La question n° 9690 de Mme Tilmans est reportée. La question n° 9711 de M. Chevalier est
transformée en question écrite.
Nous arrivons aux questions jointes de Mmes Jiroflée et Claes.
Madame Claes, est-ce que nous attendons Mme Jiroflée?
10.04 Hilde Claes (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mevrouw
Jiroflée zal vandaag niet aanwezig kunnen zijn. Met uw toestemming
had ik graag mijn vraag vandaag al behandeld.
Le président: Je vous cède bien volontiers la parole pour votre question.
CRIV 51
COM 828
25/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
11 Vraag van mevrouw Hilde Claes aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "de 24-uursdienstverlening voor slachtoffers van partnergeweld" (nr. 9810)
11 Question de Mme Hilde Claes au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le service
24 heures sur 24 d'aide aux victimes de violence entre partenaires" (n° 9810)
11.01 Hilde Claes (sp.a-spirit): Mijnheer de minister, ik wil vandaag
even terugkomen op de problematiek van het partnergeweld, meer
specifiek de vierentwintiguursdienstverlening voor slachtoffers van
partnergeweld. Een tijdje geleden heb ik u over die problematiek al
eens een vraag gesteld. Uit uw antwoorden destijds heb ik een aantal
punten onthouden. Allereerst kondigde u aan dat er een grondige
evaluatie zou worden gemaakt van de statistieken inzake de 24-
uursdienstverlening waarover u reeds beschikte. Voorts pleitte u
ervoor om de interzonale samenwerking te stimuleren, zodat elke
zone zo spoedig mogelijk over een gespecialiseerde medewerker kan
beschikken, die permanent oproepbaar is. Ook stelde u dat u in de
tweede helft van vorig jaar een werkgroep zou oprichten. De taak van
die werkgroep zou erin bestaan om bijkomende maatregelen te
formuleren om daadwerkelijk een 24-uursdienstverlening te
garanderen. Tot slot zei u ook nog dat uw administratie provinciale
sensibilisatiedagen zou organiseren inzake de preventie van
intrafamiliaal geweld, meer bepaald in verband met heel de
problematiek van geweld tegen vrouwen.
Graag vernam ik vandaag van u of er al een evaluatie is gebeurd van
de statistieken van de personen die instonden voor de 24-
uursdienstverlening. Zo ja, welke zijn de voornaamste conclusies?
Ten tweede, zijn er al resultaten bekend van de werkgroep die u
samenriep?
Ten derde, beschikt inmiddels elke politiezone over een
gespecialiseerde medewerker, die permanent oproepbaar is?
Ten vierde, welke zijn de resultaten van uw administratie met
betrekking tot het onderzoek om via externe partners provinciale
sensibilisatiedagen te organiseren?
Ten vijfde, zal in Limburg in de toekomst ook een sensibilisatiedag
georganiseerd worden?
11.01 Hilde Claes (sp.a-spirit):
En réponse à une question
antérieure sur l'accueil des
victimes de la violence entre
partenaires, le ministre avait
promis qu'il ferait procéder à une
évaluation approfondie du service
24 h sur 24 d'aide à ces victimes.
Il avait en outre prôné de stimuler
une collaboration interzonale
étroite de manière à ce que
chaque zone de police puisse
disposer le plus vite possible d'un
collaborateur spécialisé pouvant
être appelé en permanence. De
plus, un groupe de travail
composé de représentants des
polices locale et fédérale, et des
SPF Justice et Intérieur, devait
être chargé de préparer des
mesures garantissant effective-
ment un service 24 h sur 24 d'aide
à ces victimes. Enfin, la direction
générale Politique de sécurité et
de prévention devait examiner la
possibilité d'organiser des
journées de sensibilisation
provinciale autour de la prévention
de la violence intrafamiliale,
principalement celle contre les
femmes.
Ces promesses ont-elles été
tenues?
11.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, collega's, in
het kader van de problematiek van het partnergeweld hebben collega
Onkelinx en ikzelf de begeleidingscommissie gelast met een grondige
analyse van de basisfunctionaliteiten van lokale politiekorpsen,
waaronder dus ook de slachtofferbejegening. Bijzondere aandacht
wordt door de commissie besteed aan de 24-uursdienstverlening voor
slachtoffers van partnergeweld. Ik wacht nog op de conclusies van de
begeleidingscommissie.
In het kader van het nationaal actieplan inzake intrafamiliaal geweld
wordt momenteel ook een omzendbrief voltooid op het niveau van het
college van procureurs-generaal. De omzendbrief legt de richtlijnen
vast voor de gerechtelijke actoren en ook voor de politiediensten. De
Ministerraad heeft ook een werkgroep onder leiding van de minister
van Gelijke Kansen opdracht gegeven om een project uit te werken
dat voorziet in de praktische uitvoeringsmodaliteiten voor de
11.02 Patrick Dewael, ministre:
La ministre de la Justice et moi-
même avons chargé la Commis-
sion d'accompagnement de
réaliser une analyse approfondie
des missions de base des corps
de police locaux au rang des-
quelles figure l'accueil des
victimes. La commission se
penchera notamment sur
l'évaluation du service 24 h sur 24
d'aide aux victimes de la violence
entre partenaires. Les conclusions
de la Commission d'accompa-
gnement ne sont pas encore
prêtes.
25/01/2006
CRIV 51
COM 828
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
politiediensten. Aan dat project wordt ook de laatste hand gelegd. Het
voorziet onder meer voor de politiediensten en voor andere specifieke
doelgroepen zoals preventieambtenaren en terreinwerkers in de
eerste plaats in informatieverspreiding en ook in het voeren van
sensibiliseringsacties.
Ten tweede, daarnaast wordt in de basisopleiding eveneens voorzien
in specifieke vorming van het politiepersoneel inzake partnergeweld.
Ten derde, een aantal preventieprojecten in verband met intrafamiliaal
geweld zal verder worden uitgewerkt.
De meeste politiezones blijken volgens mijn informatie nu te
beschikken over een medewerker die permanent oproepbaar is. Dat
wordt in bepaalde zones geregeld op basis van interzonale
samenwerking.
Ik meen, ten slotte, dat ook de rol van Gewesten en
Gemeenschappen belangrijk is. Een werkgroep is belast met de
uitwerking van een gezamenlijk actieplan en met de timing en
opvolging van dat plan. Dat dossier is opnieuw geagendeerd op de
interministeriële conferentie tussen de federale overheid en de
deelstaten op 8 februari eerstkomend.
Het geheel belangt dus elke zone aan en zal uiteraard dat was uw
laatste vraag ook in Limburg worden geconcretiseerd.
Dans le cadre du plan d'action
national Violence intrafamiliale, le
Collège des procureurs généraux
met la dernière main à une
circulaire contenant des directives
concrètes destinées aux services
judiciaires et de police.
Le Conseil des ministres a
demandé à un groupe de travail
placé sous l'autorité du ministre de
l'Egalité des chances d'élaborer
les modalités pratiques pour les
services de police. Cette mission
est en voie d'achèvement. Il y aura
une opération de sensibilisation
des services de police, des agents
de prévention et des travailleurs
de terrain. Le personnel de police
bénéficiera d'une formation axée
spécifiquement sur les violences
au sein du couple et un certain
nombre de projets de prévention
concrets seront mis sur pied.
La plupart des zones de police
disposent déjà d'un collaborateur
qui peut être appelé en
permanence. Certaines zones
organisent une collaboration à cet
effet.
Un groupe de travail a été chargé
de l'élaboration d'un plan d'action
commun aux autorités fédérales et
aux Communautés. Il figurera à
l'ordre du jour de la conférence
interministérielle du 8 février. Il est
évident que ce plan d'action
s'appliquera à toutes les zones de
police, y compris celles du
Limbourg.
11.03 Hilde Claes (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, ik dank de
minister voor zijn antwoord dat, meen ik, geen repliek behoeft.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
12 Vraag van mevrouw Annemie Roppe aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de financiering van de wapenindustrie" (nr. 9807)
12 Question de Mme Annemie Roppe au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le
financement de l'industrie de l'armement" (n° 9807)
12.01 Annemie Roppe (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, op 25 mei 2005 ik herinner me dat het een hele warme
lentedag was heb ik u een vraag gesteld over de financiering van de
12.01 Annemie Roppe (sp.a-
spirit): En mai 2005, j'ai interrogé
les ministres de l'Intérieur et des
CRIV 51
COM 828
25/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21
wapenindustrie. Eerder had ik dezelfde vraag gesteld aan de minister
van Financiën die mij voor een deel van de vraag doorverwees naar
de minister van Binnenlandse Zaken. Het ging meer bepaald over de
controle van het investeringsbeleid van de banken. De minister van
Financiën meldde me dat de CBFA niet over de nodige middelen
beschikt om dit te doen.
Uzelf hebt me er toen op gewezen dat delen van mijn vraag onder de
bevoegdheid van de minister van Justitie vielen en andere delen
onder die van de minister van Landsverdediging. Andere delen vielen
onder de bevoegdheden van de Gewesten. We kwamen werkelijk in
een kafkaiaanse toestand waar niemand nog uit wijs geraakte. U hebt
me toen voorgesteld zelf na te zullen gaan hoe de bevoegdheden juist
verdeeld zijn om zo uiteindelijk toch een antwoord op mijn vraag te
krijgen.
Vandaar, mijnheer de minister, dat ik graag van u verneem of u meer
informatie hebt inzake de controle op de naleving van de wapenwet,
meer bepaald met betrekking tot de financiering van de
wapenindustrie dan wel of u kunt meedelen onder wiens bevoegdheid
die materie valt en of u voor de verschillende aspecten van mijn vraag
kunt meedelen welke ministers precies bevoegd zijn. Ik dank u bij
voorbaat voor het antwoord.
Finances à propos du financement
de l'industrie de l'armement. Dans
le cadre de sa réponse à ma
question relative au contrôle de la
politique d'investissement des
banques, le ministre des Finances
a reconnu que la Commission
bancaire, financière et des
assurances (CBFA) ne dispose
pas des moyens suffisants pour
assurer ce contrôle. M. Dewael a
répondu à son tour que certains
éléments de la question relevaient
des compétences des ministres de
la Justice et de la Défense, et
même des Régions.
La répartition précise des
compétences semble toutefois
poser des problèmes inextricables
et donne lieu à une situation
kafkaïenne. Le ministre peut-il
fournir aujourd'hui plus de
précisions sur la répartition exacte
des compétences en ce qui
concerne le contrôle du respect de
la loi sur les armes en général et
du financement de l'industrie de
l'armement en particulier?
12.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, mevrouw
Roppe, u drijft me in de ombudsfunctie. Anderzijds denk ik dat u me
voldoende kent om te weten dat als ik bevoegd ben of ik er iets aan
zou kunnen doen, ik mijn verantwoordelijkheid niet uit de weg ga. In
belangrijke mate moet ik u echter opnieuw verwijzen naar mijn
antwoord van 25 mei.
Wapenwetgeving zit helemaal op het terrein van Justitie enerzijds, en
de Gewesten anderzijds. Dat is een keuze geweest die we hebben
gemaakt. Zij zijn bevoegd voor al hetgeen te maken heeft met de
financiering van de wapenindustrie.
Ik kan alleen bevestigen dat de controle op het investeringsbeleid tot
de bevoegdheid behoort van de Commissie voor het Bank-, Financie-
en Assurantiewezen. U hebt dat initieel vernomen van de minister van
Financiën.
U houdt voor dat Binnenlandse Zaken moet nagaan op welke manier
de controle op het investeringsbeleid van de banken moet worden
gevoerd. Ik moet u antwoorden dat het aan mijn departement, in het
bijzonder de politiediensten, alleen toekomt om inbreuken op de
wapenwet op te sporen. Dan gaat het om de algemene directie
gerechtelijke politie - dat zit nog eerder bij het justitiële luik - die
beschikt over gespecialiseerde centrale diensten voor de bestrijding
van wapentrafiek en van financieel-economische delicten. Dat is de
justitiële gerechtelijke poot van de politie.
Het is niet aan deze diensten om de naleving van ethische principes
12.02 Patrick Dewael, ministre:
Je renvoie Mme Roppe à ma
réponse du 25 mai 2005. La loi sur
les armes relève des
compétences de la ministre de la
Justice. Les Régions sont
compétentes pour le financement
de l'industrie de l'armement. Le
contrôle de la politique
d'investissement des banques
relève de la compétence de la
CBFA.
Je m'en tiens à mes compétences.
Les services de police ont pour
seule mission de découvrir les
infractions à la loi sur l'armement.
La direction générale de la Police
judiciaire dispose de services
centraux spécialisés pour la lutte
contre le commerce des armes et
contre les délits économico-
financiers. Les services de police
ne s'intéressent pas au respect ou
au non-respect de principes
éthiques dans le cadre du
financement de l'industrie sur
l'armement. Il ne relève pas
25/01/2006
CRIV 51
COM 828
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22
inzake financiering van de wapenindustrie onder de loep te nemen. Ik
mag mij uiteraard ook niet inlaten met de werking van het CBFA.
Financiën speelt daarin dus een rol en de gerechtelijke pijler van
Justitie speelt zijn rol inzake de acties van de politie. Ik zou u meer
willen vertellen, maar dan overschrijd ik mijn bevoegdheid en dat is
niet de bedoeling van uw vraag, of ze nu wordt gesteld op een warme
lentedag dan wel op een koude winterdag.
davantage de mes compétences
de m'intéresser au fonctionnement
de la CBFA: cette compétence
relève en effet exclusivement du
ministre des Finances.
12.03 Annemie Roppe (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, ik dank
de minister voor zijn antwoord.
De ombudsfunctie die ik hem had toegemeten, had hij zichzelf even
voorgehouden. Ik was dus heel benieuwd naar het antwoord. De
kafkaiaanse toestand die bestond vóór ik mijn vraag stelde, bestaat
echter nog evengoed na het antwoord.
Mijnheer de minister, u kent mij genoeg om te weten dat, wanneer ik
mij in een dossier vastbijt, ik er mij voort mee bezig zal houden. Ik zal
dus zowel aan de minister van Justitie als aan de minister van
Financiën de nodige vragen stellen.
Het probleem in de materie blijft alleszins dat de minister van
Financiën al heeft verklaard dat de CBFA, die in het dossier toch een
bepaalde controle is toebedeeld, niet de middelen heeft om de
controle te doen.
Ik zal bij de gepaste ministers de vragen opnieuw naar voren brengen.
12.03 Annemie Roppe (sp.a-
spirit): Cette expérience
kafkaïenne n'est donc pas encore
terminée. J'interrogerai dès lors
les ministres de la Justice et des
Finances.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
13 Vraag van de heer Jef Van den Bergh aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de controle van fraude met snelheidsbegrenzers van vrachtwagens" (nr. 9581)
13 Question de M. Jef Van den Bergh au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le contrôle
de fraudes dans l'utilisation des limiteurs de vitesse des camions" (n° 9581)
13.01 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, collega's, ik wil mij eerst excuseren voor het feit dat ik zo
laat ben binnengekomen, maar ik had nog een vraag in de commissie
voor de Financiën te stellen.
Deze vraag gaat over de fraude met snelheidsbegrenzers bij
vrachtwagens. Volgens een wetenschappelijke enquête van het
Instituut voor Duurzame Ontwikkeling van de Gentse universiteit
worden ongeveer 20% van de vrachtwagens in ons land uitgerust met
een, al dan niet elektronische, onderbreking van de
snelheidsbegrenzer. Het gaat om een toestel waarmee die
vrachtwagenchauffeurs hun snelheidsbegrenzer, die op 90 km/uur of
voor ADR-transporten op 85 km/uur staat, kunnen uitschakelen.
Iedereen heeft al wel eens de ervaring gehad, als hij op de
autosnelweg rijdt, dat vrachtwagens dikwijls sneller dan 90 km/uur
rijden. Daarom wilde ik toch eens vragen in hoeverre hierop wordt
gecontroleerd en hoeveel vaststellingen er terzake reeds zijn gebeurd.
Ik kom aan mijn concrete vragen.
Ten eerste; hoeveel gerichte controles werden er sinds 2002, en liefst
13.01 Jef Van den Bergh
(CD&V): D'après les calculs de
l'Institut pour le développement
durable (Université de Gand), 20%
environ des camions sont équipés
dans notre pays d'un dispositif
permettant de désactiver le
limiteur de vitesse. Conformément
à une directive européenne, ces
limiteurs doivent être réglés en
fonction d'une vitesse de 90 km à
l'heure pour les poids lourds
ordinaires et de 85 km à l'heure
pour les transports ADR. Un
rapide sondage mené dans le
secteur nous apprend que très
peu, voire aucun contrôle ne porte
sur d'éventuels traficotages en la
matière.
Combien de contrôles visant la
fraude au limiteur de vitesse ont-ils
CRIV 51
COM 828
25/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
23
jaar per jaar, uitgevoerd op de autosnelwegen in verband met fraude
met de snelheidsbegrenzer?
Ten tweede, deze vraag is een logisch vervolg. Hoeveel vaststellingen
van overtredingen werden er gedaan en in hoeveel gevallen van deze
vaststellingen hadden deze vaststellingen betrekking op ADR-
transporten?
Ten derde, hoeveel vaststellingen van overtreding werden er gedaan
op basis van toevallige controles van snelheidsbegrenzers? Hoeveel
ADR-transporten waren daarbij betrokken?
Ten vierde en ten slotte, welke specifieke richtlijn of welk specifiek
voorschrift is er door de politie aan de manschappen op het terrein
gegeven in verband met de controle van deze snelheidsbegrenzers?
Wanneer is deze eventuele richtlijn gegeven en wat houdt deze
concreet in?
Als wij de geruchten of de verhalen mogen geloven zou er immers
door de politie hierop nauwelijks of geen controle worden uitgeoefend.
Ik hoop dat u het tegendeel kunt aantonen.
été effectués depuis 2002 sur nos
autoroutes? Combien d'infractions
ont-elles été constatées à cette
occasion? Combien d'infractions
ont-elles été constatées lors de
contrôles aléatoires? Des
directives précises ont-elles été
communiquées aux services de
police en vue de contrôler les
limiteurs de vitesse?
13.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, de federale
politie beschikt niet over gegevens over het aantal gerichte controles
dat in verband met fraude met snelheidsbegrenzers werd verricht
door de wegpolitie van de federale politie.
De controles maken deel uit van het totale pakket aan controle-uren
op zwaar vervoer en op snelheid. Fraude aan de snelheidsbegrenzer
kan vastgesteld worden wanneer is gebleken dat de vrachtwagen te
snel rijdt of heeft gereden of wanneer deze fraude de facto visueel
kan worden vastgesteld. Op dat moment kan een erkend installateur
worden gevorderd om de fraude te kunnen opsporen.
Overigens worden bepaalde controles op de snelheidsbegrenzer ook
uitgevoerd bij de technische keuring.
Daarnaast kan men bij voertuigen die eveneens met een tachograaf
zijn uitgerust de snelheid aflezen op de schijf of op de print.
Met betrekking tot uw vragen over het aantal vastgestelde
overtredingen kon de federale politie mij geen gegevens verstrekken.
U weet wel dat de federale politie elk jaar een groot aantal PV's
opstelt van snelheidsovertredingen door vrachtwagens op de
autosnelwegen. Die cijfers kan ik u wel overhandigen.
Er zijn geen specifieke richtlijnen van de politietop met betrekking tot
de controle van snelheidsbegrenzers.
U weet dat een van de hoofdthema's van het actieplan
Verkeersveiligheid van de wegpolitie bestaat uit het zwaar vervoer. U
weet ook dat vanaf vorig jaar de federale wegpolitie middelen krijgt uit
het verkeersveiligheidsfonds.
Met deze extra middelen wordt extra materiaal gekocht en in extra
capaciteit voorzien voor de controle op het zwaar vervoer: respect
voor rij- en rusttijden, respect voor de toegelaten vrachthoeveelheid,
enzovoort.
13.02 Patrick Dewael, ministre:
La police fédérale ignore combien
de contrôles ciblés ont porté sur la
fraude aux limiteurs de vitesse, car
ces contrôles font partie d'un
ensemble global. La fraude peut
être constatée visuellement ou en
cas d'excès de vitesse. Un
installateur agréé peut être requis
dans ce cas. Un contrôle est
également prévu dans le cadre de
l'inspection technique. De plus, la
vitesse peut être déchiffrée sur le
disque ou sur l'épreuve du
tachygraphe.
La police fédérale n'a en outre pu
fournir aucune donnée concernant
le nombre d'infractions. Je trans-
mettrai toutefois à M. Van den
Bergh des chiffres relatifs au
nombre de procès-verbaux
dressés chaque année pour excès
de vitesse de poids lourds sur les
autoroutes.
La hiérarchie policière n'a pas
émis de directives spécifiques
mais les poids lourds constituent
toutefois un thème central dans le
cadre du plan d'action en matière
de sécurité routière. Les moyens
octroyés depuis l'année dernière
par le fonds de la sécurité routière
à la police fédérale de la route
seront mis à profit pour
25/01/2006
CRIV 51
COM 828
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24
Het is vaak een combinatie van deze factoren die leiden tot zware
ongevallen veroorzaakt door het zwaar vrachtvervoer, namelijk het
niet-respecteren van rij- en rusttijden, een overladen vrachtwagen en
een overdreven snelheid.
Fraudetechnieken met de snelheidsbegrenzer bij zwaar vervoer
worden doorgegeven via het expertsnetwerk van de federale politie
dat ook is gespecialiseerd in de fraudetechnieken die bestaan met
betrekking tot de tachograaf.
l'acquisition de matériel et de
capacité supplémentaires pour les
contrôles. Le non-respect des
temps de conduite et de repos, les
excès de vitesse et les camions
surchargés entraînent en effet de
graves accidents. Les techniques
de fraude avec les limiteurs de
vitesse sont signalées par le
réseau d'experts de la police
routière.
13.03 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, ik dank u voor uw antwoord.
Ik had er al voor gevreesd dat er weinig cijfermateriaal zou worden
gegeven. Dat is bewaarheid geworden. Dat blijkt vaak voor te komen
bij zowel ministers Landuyt als Onkelinx.
We kunnen geen cijfers te pakken krijgen over bepaalde
verkeersovertredingen omdat er geen goede statistieken worden
bijgehouden. Ik doe nog maar eens een oproep om daaraan iets te
doen.
Ik hoop wel dat ik de beloofde cijfers van u zal krijgen.
13.03 Jef Van den Bergh
(CD&V): Je craignais déjà
qu'aucun chiffre ne soit disponible.
Il convient vraiment de remédier à
cette situation.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
14 Vraag van de heer Jef Van den Bergh aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de controle van de digitale tachograaf van vrachtwagens door de federale politie"
(nr. 9582)
14 Question de M. Jef Van den Bergh au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le contrôle
du tachygraphe digital des camions par la police fédérale" (n° 9582)
14.01 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de voorzitter, deze
vraag sluit enigszins aan bij de vorige. Het gaat over de controle op
het nieuwe toestel dat in de plaats komt van de analoge tachograaf
de digitale tachograaf voor vrachtwagens en over de controle die
daarop zal moeten worden uitgeoefend door de federale politie.
Vanaf 1 januari is de Europese richtlijn van kracht inzake de digitale
tachograaf voor vrachtwagens. In principe is dit een goede evolutie,
omdat met dit apparaat duidelijk minder kan worden gefraudeerd en
de controles beter en vlotter zullen kunnen verlopen.
Wij vernemen vanuit de federale politie dat de autosnelwegpolitie op
het terrein daar helemaal niet op is voorbereid. Bijna niemand zou in
staat zijn de naleving van de rij- en rusttijden te controleren met het
nieuwe apparaat.
Vandaar enkele concrete vragen om te polsen waar men staat met de
voorbereiding van de controle met dit nieuwe apparaat.
Ten eerste, hoeveel manschappen precies hebben tot nu toe een
bijscholing gevolgd om kennis te krijgen van de nieuwe digitale
tachograaf? Kunt u een overzicht geven waar en wanneer dat precies
is gebeurd?
14.01 Jef Van den Bergh
(CD&V): Depuis le 1er janvier
2006, la directive européenne
relative au tachygraphe digital pour
les camions est en vigueur. C'est
une bonne chose car cela
compliquera la vie des fraudeurs.
Toutefois, la police fédérale me dit
qu'à la police des routes, presque
personne n'est en mesure de
contrôler ce nouvel appareil.
Combien de personnes ont-elles
suivi un recyclage? Où et quand?
Est-il exact qu'une poignée
d'agents soient formés et chargés
ensuite de transmettre à leurs
collègues les connaissances qu'ils
ont acquises? Dans le Brabant, il
ne s'agirait que d'un seul agent.
D'autres recyclages seront-ils
organisés? Pendant les heures de
service? Qui paiera? Les zones de
CRIV 51
COM 828
25/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25
Ten tweede, is het zoals wij vernemen, namelijk dat enkele agenten
zouden zijn opgeleid die dan spontaan hun kennis zouden moeten
doorgeven aan hun collega's? Zo zou voor Brabant welgeteld 1 agent
dergelijke opleiding hebben gehad, met de bedoeling zijn collega's te
introduceren. In de praktijk komt dat er helaas niet van. Ik zou graag
van de minister te weten komen of deze werkwijze effectief werd en
wordt gevolgd.
Ten derde, zijn er concreet nog dergelijke bijscholingen gepland? Zo
ja, wanneer en met wie? Zullen daar veel politieagenten aan
deelnemen?
Ten vierde, gebeurt de bijscholing, voor zo ver al voorzien, tijdens de
werkuren, of moeten de betrokkenen daarvoor verlof nemen? Dat lijkt
een vrij evidente zaak, maar blijkt nu toch niet zo evident.
Ten vijfde, wie staat in voor de kosten hiervan? Dat lijkt eveneens
evident, maar opnieuw moeten we vaststellen dat dit schijnbaar toch
niet allemaal zo logisch in elkaar zit.
Tot slot, wordt er ook op toegezien dat er ook in de lokale politiezones
voldoende knowhow komt om de digitale tachograaf te controleren?
Welke maatregelen worden genomen om dit te stimuleren? Komt het
volgen van bijscholing door agenten van de lokale politie in
aanmerking voor financiering vanuit het Verkeersveiligheidsfonds?
police locales auront-elles le
savoir-faire requis? Leur formation
pourra-t-elle être financée en
puisant dans le fonds de la
sécurité routière?
14.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, collega, tot op
heden hebben in totaal 125 personeelsleden van de federale politie
de bijscholing voor de digitale tachograaf gevolgd. De zes
vormingssessies die daarvoor nodig waren, werden allemaal verstrekt
door de federale politieschool van Brussel tussen 29 september 2005
en 13 november 2005. Een vormingssessie duurt een dag.
In deze materie wordt het principe "train de trainer" toegepast. De
reeds gevormde personeelsleden staan in voor het doorgeven van de
vorming aan de overige personeelsleden die nog niet werden
gevormd. Elk van de 26 verkeersposten beschikt over een
interactieve CD-rom ter ondersteuning van die vorming.
Bij de wegpolitie werden al acht personeelsleden gevormd. In de
praktijk moeten we rekening houden met de beschikbaarheid van
zowel opleiders als op te leiden personen. Men moet daar effectief
ook tijd voor kunnen uittrekken. Ze kunnen ook niet allemaal op
hetzelfde moment worden opgeleid.
Ten derde, fondsen uit het Verkeersveiligheidfonds. Wij hebben al
voorzien om 84 personeelsleden van de federale politie een
gespecialiseerde opleiding te laten volgen bij een bedrijf dat ook
digitale tachografen installeert en herstelt. Deze 84 personen zullen
een netwerk van specialisten vormen bij de federale politie. De
opleidingen zullen normaal begin maart 2006 starten.
De opleidingen zijn voorzien tijdens de werkuren. De federale politie
draagt alle kosten die daaraan zijn verbonden. Zonder de
personeelskosten in rekening te brengen, werd tot op heden 101.383
euro besteed aan of voorzien voor de bijscholing over de digitale
tachografen. Die kosten omvatten de aankoop van de opleidingscd-
rom's, twee speciale demokoffers voor opleidingsdoeleinden, 71
14.02 Patrick Dewael, ministre:
A ce jour, 125 membres de la
police fédérale ont suivi ce
recyclage. Entre le 21 septembre
et le 30 novembre, l'école de
police fédérale a organisé six
séances de formation dont
chacune a duré une journée. Le
principe "train the trainer" (former
le formateur) a été appliqué: les
membres du personnel formés
doivent transmettre à leurs
collègues la formation qu'ils ont
reçue. En outre, chaque poste
chargé de la circulation a reçu un
cd-rom interactif. A la police des
routes, huit membres ont déjà été
formés mais il faut tenir compte de
la disponibilité des formateurs et
du personnel.
Grâce au budget provenant du
fonds de la sécurité routière, 84
membres de la police locale
peuvent suivre une formation dans
une entreprise spécialisée dans
l'installation et la réparation de
tachygraphes numériques. Ils
constitueront un réseau de
spécialistes. Les formations
démarreront au début du mois de
mars et auront lieu pendant les
25/01/2006
CRIV 51
COM 828
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
26
interventiekoffers en de opleiding van de 84 personeelsleden in de
burgersector.
Er bestaan concrete afspraken tussen de federale wegpolitie en de
vaste commissie voor de lokale politie, waarbij de lokale politie in
eerste instantie een beroep kan doen op de specialisatie van de
federale politie in dit domein. Tot op heden hebben 45
personeelsleden van de lokale politie een vormingssessie gevolgd. De
lokale politie kan in dit domein bijstand vragen aan de federale
wegpolitie om hun geplande acties inzake vervoer mee te volgen.
Onder impuls van de vaste commissie van de lokale politie werd in
december 2005 gestart met een infosessie introductie digitale
tachograaf. Binnen de permanente coördinatiecel werd ook een
werkgroep `vademecum' opgericht, een werkgroep die voor de
erkenning van een toekomstige gespecialiseerde opleiding inzake de
controle de inhoud samenstelt.
Tot slot, de financiering van de bijscholing uit het
Verkeersveiligheidfonds is een bevoegdheid van de heer Landuyt,
zoals u weet.
heures de travail. La police
fédérale supportera l'ensemble
des coûts qui s'élèvent à ce jour à
101.383 euros, frais de personnel
non compris.
La police fédérale des routes et la
commission permanente de la
police locale ont conclu des
accords concrets. Dans un
premier temps, la police locale
peut recourir à l'expertise de la
police fédérale. Par ailleurs, 45
policiers locaux ont déjà suivi une
formation. En outre, la police
locale peut demander de
l'assistance dans le cadre
d'actions ciblant les poids lourds.
Une session d'information a
également débuté en décembre
2005. Un groupe de travail chargé
de développer le contenu d'une
formation spécialisée a été mis sur
pied au sein de la cellule
permanente de coordination.
Le financement du recyclage par
le biais du fonds de la sécurité
routière relève de la compétence
du ministre Landuyt.
14.03 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik wil de
minister danken voor zijn duidelijk en gedetailleerd antwoord. Ik hoop
alle cijfers te kunnen ontvangen.
14.03 Jef Van den Bergh
(CD&V): Je souhaiterais obtenir
une copie de la réponse du
ministre.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
15 Question de M. Melchior Wathelet au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la
scolarisation des mineurs détenus en centres fermés" (n° 9627)
15 Vraag van de heer Melchior Wathelet aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "het schoolbezoek van minderjarigen in gesloten centra" (nr. 9627)
15.01 Melchior Wathelet (cdH): Monsieur le président, monsieur le
ministre, je me permets de venir vers vous à propos d'une question
posée par une de nos collègues, Mme Corbisier, à la ministre de
l'Education en Communauté française, Mme Arena. Il s'agit de
l'impossibilité pour les mineurs détenus en centre fermé de suivre ou
de poursuivre une scolarité normale du fait de leur enfermement. La
ministre de l'Education a répondu à la question en affirmant que cette
problématique ressortissait exclusivement à la compétence du
ministre de l'Intérieur et que, tant que ce dernier ne se mettait pas en
conformité avec les conventions internationales, la Communauté
française ne pourrait pas scolariser les mineurs détenus dans les
centres fermés.
Monsieur le ministre, dans ma question, j'ai résumé les éléments
15.01 Melchior Wathelet (cdH):
Op een vraag van mevrouw
Corbisier inzake de onmoge-
lijkheid voor minderjarigen in
gesloten centra om in normale
omstandigheden school te lopen,
antwoordde de Franse Gemeen-
schapminister van Onderwijs dat u
voor dit probleem bevoegd bent en
dat de Franse Gemeenschap die
minderjarigen geen opleiding kan
laten genieten zolang u de
internationale verdragen niet
toepast.
CRIV 51
COM 828
25/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
27
essentiels de droit international, notamment le Protocole additionnel
n° 1, annexé à la Convention des droits de l'enfant, en ses articles 2
et 28, qui prévoient l'obligation de permettre à ces enfants de suivre
une scolarité.
Ainsi, la détention d'enfants en centre fermé viole la loi de 1983 qui
réglemente l'obligation scolaire. Le mineur est soumis à l'obligation
scolaire pendant une période qui commence avec l'année scolaire et
qui prend cours dans l'année civile où il atteint l'âge de 6 ans et qui se
termine à la date anniversaire de ses 18 ans.
Donc la privation de liberté et l'exécution par surprise d'une mesure
d'éloignement du territoire interrompt la scolarité en cours et empêche
les enfants détenus de jouir d'une éducation normale. Il convient de
garder à l'esprit qu'il s'agit ici d'enfants qui sont souvent les "victimes"
d'une situation qu'ils n'ont pas choisie. La situation des enfants est
donc fondamentalement différente de la situation des adultes dans ce
cadre.
Le droit à l'enseignement comprend également le droit à la sanction
des études, ce qui signifie l'obtention d'un diplôme au terme d'un an
de suivi de cours. Les enfants retirés de l'école au cours de l'année
scolaire ne bénéficient pas non plus de ce droit.
Monsieur le ministre, on ne peut nier qu'il s'agit d'une problématique
difficile, en ce sens que ces cas sont humainement particuliers, mais
qu'il s'agit de pouvoir les gérer dans leur globalité. Je sais à quel point
c'est compliqué lorsqu'on est le ministre de tutelle en cette matière.
Cependant, il s'agit d'enfants et de scolarité.
Comme la ministre de l'Éducation avoue l'impossibilité pour elle de
réagir puisque la matière dépend de votre compétence exclusive,
j'aurais aimé connaître vos intentions dans cette politique. Y a-t-il une
volonté de se conformer aux conventions internationales? Quelles
initiatives pourriez-vous envisager en la matière?
Het Aanvullend Protocol nr. 1 bij
het Internationaal Verdrag inzake
de Rechten van het Kind voorziet
in de verplichting om die kinderen
de mogelijkheid te bieden om
school te lopen. Het vasthouden
van kinderen in een gesloten
centrum is bovendien strijdig met
de wet van 1983 betreffende de
leerplicht. Het recht op onderwijs
omvat tevens het recht op het
behalen van een diploma.
Wat bent u voornemens te doen
op dit vlak? Bent u bereid om zich
naar de internationale verdragen
te schikken? Welke initiatieven zal
u ter zake nemen?
15.02 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, monsieur
Wathelet, je tiens à vous rappeler que le droit à l'enseignement, qui
est consacré à l'article 17, §3 de la Constitution, et qui permet
l'application de l'article 28 de la Convention des Nations unies relative
aux droits de l'enfant dans notre droit interne, ne donne pas lieu à un
droit de séjour.
Les mineurs accompagnés de leurs parents ou tuteur légal qui se
trouvent sur le territoire belge et au(x)quel(s) une mesure
d'éloignement a été notifiée peuvent effectivement être maintenus en
détention dans un centre fermé, ceci en vue de leur éloignement
effectif faisant suite à l'illégalité de leur séjour, soit parce qu'ils n'ont
jamais introduit une procédure déterminée par la loi de 1980 et qu'ils
ont toujours vécu en séjour illégal, soit parce qu'ils ont été déboutés
de la demande d'autorisation de séjour introduite sur la base de la
même loi et qu'un ordre de quitter le territoire leur a été délivré.
Il est dans l'intérêt de l'enfant de suivre la situation de séjour de ses
parents afin de ne pas en être séparé lorsque la procédure en matière
d'asile, de séjour et d'établissement se clôture, le cas échéant,
négativement et de retourner avec eux dans le pays d'origine ou de
résidence.
15.02 Minister Patrick Dewael:
Het recht op onderwijs heeft niets
te maken met het verblijfsrecht.
De minderjarigen die zich op
Belgisch grondgebied bevinden en
aan wie een verwijderings-
maatregel werd betekend, kunnen
met het oog op hun verwijdering in
een gesloten centrum vast-
gehouden worden.
Het kind heeft er alle belang bij dat
het zich in dezelfde verblijfssituatie
als zijn ouders bevindt. Zo kan
worden voorkomen dat het van
hen wordt gescheiden. Bijgevolg
worden de minderjarigen samen
met hun ouders of hun wettelijke
voogd in een gesloten centrum
vastgehouden.
25/01/2006
CRIV 51
COM 828
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
28
Les mineurs sont, par conséquent, maintenus en détention avec leurs
parents ou tuteur légal dans le centre fermé et ce, afin de préserver et
de maintenir l'unité familiale définie à l'article 9, 1
er
alinéa de la
Convention des Nations unies relative aux droits de l'enfant.
La loi prescrit que la durée de la détention en vue de l'éloignement
doit être limitée au strict minimum. Dans ce cas, la priorité est mise
sur un éloignement rapide de manière à limiter le plus possible le
séjour d'enfants dans des centres fermés.
Volgens de wet moet de duur van
de hechtenis met het oog op de
verwijdering tot het strikte
minimum worden beperkt. In dat
geval wordt voorrang gegeven aan
een snelle verwijdering.
15.03 Melchior Wathelet (cdH): Monsieur le ministre, je vous
remercie pour votre réponse.
Il est vrai que le droit à l'enseignement et à suivre une scolarité ne
donne pas un droit de séjour. Toutefois, l'unité familiale et la détention
ne sont peut-être pas nécessairement incompatibles avec la
continuation de la scolarité. Ainsi, l'enfant devrait pouvoir sortir du
centre pour avoir accès à l'école ou bénéficier de cours organisés
pour lui permettre d'étudier.
Monsieur le ministre, dans ce cas, la situation est extrêmement
délicate dans la mesure où il s'agit d'enfants qui suivent leurs parents.
Je peux comprendre la nécessité de l'unité familiale, mais selon moi,
cela n'est pas incompatible avec la scolarisation ou l'organisation de
cours dans les centres fermés.
Peut-être pourriez-vous tendre une perche à Mme Arena qui semble
vouloir prendre des mesures en la matière si le pouvoir fédéral l'y
autorise?
15.03 Melchior Wathelet (cdH):
Ik ben het ermee eens dat het
recht op onderwijs geen verblijfs-
recht impliceert. Maar de
gezinseenheid en de hechtenis
sluiten het schoolbezoek of het
geven van lessen in de gesloten
centra niet noodzakelijk uit.
Minister Arena wil blijkbaar terzake
een aantal initiatieven nemen.
Misschien kan u haar daarbij
helpen?
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
16 Vraag van mevrouw Marleen Govaerts aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "een asielzoeker die in het asielcentrum van Sint-Truiden aan de deur werd gezet"
(nr. 9797)
16 Question de Mme Marleen Govaerts au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "un
demandeur d'asile qui a été mis à la porte du centre d'asile à Saint-Trond" (n° 9797)
16.01 Marleen Govaerts (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de vice-eerste minister, collega's, volgende berichten
stonden op 16 januari in de krant.
Het Laatste Nieuws meldt: "Gisteren werd een asielzoeker uit Wit-
Rusland door de politie opgepakt. Hij werd op bevel van het parket in
Hasselt voorgeleid bij de onderzoeksrechter in Hasselt. De man wordt
beschuldigd van een aantal winkeldiefstallen in Hasselt en Sint-
Truiden. Hij ging er voornamelijk vandoor met parfum, kleding en
gereedschap. De asielzoeker is geen onbekende voor politie en
gerecht. Een tijdlang verbleef hij in het asielcentrum in Sint-Truiden"
en nu komt het "en daar werd hij aan de deur gezet voor het plegen
van diefstallen. De man in kwestie is 53 jaar."
Het Belang van Limburg meldt: "Een 52-jarige asielzoeker uit Wit-
Rusland" waarschijnlijk gaat het over dezelfde "is vorig weekend
opgepakt op verdenking van winkeldiefstallen. Uit onderzoek bleek
dat hij niet aan zijn proefstuk toe was. Hij pleegde diefstallen in Sint-
16.01 Marleen Govaerts
(Vlaams Belang): Le 16 janvier,
les quotidiens "Het Laatste
Nieuws" et "Het Belang van
Limburg" faisaient état du fait
qu'un demandeur d'asile originaire
de Biélorussie avait été arrêté par
la police et accusé de vols à
l'étalage à Hasselt et à Saint-
Trond. Il s'est avéré que cet
homme n'est pas inconnu de la
justice puisque le centre d'asile de
Saint-Trond l'avait déjà expulsé
parce qu'il avait commis des vols.
Cet homme sera-t-il expulsé en
tant que récidiviste? Peut-il encore
bénéficier du statut de demandeur
CRIV 51
COM 828
25/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
29
Truiden en Hasselt. De Wit-Rus is voorgeleid bij de Hasseltse
onderzoeksrechter. De man verbleef een tijdlang in het asielcentrum
in Sint-Truiden, maar was daar ook buitengezet na diefstallen."
Mijnheer de minister, graag kreeg ik een antwoord op volgende
vragen.
Zal de Wit-Rus onmiddellijk als recidivist worden uitgewezen?
De recidivist zal toch niet langer in aanmerking kunnen komen voor
een statuut als politiek asielzoeker?
Heeft de minister cijfers over het aantal geregistreerde diefstallen
door asielzoekers van het asielcentrum van Sint-Truiden?
Heeft de minister cijfers over de echte bedragen die werden
terugbetaald door het asielcentrum aan gedupeerde winkeliers in en
rond Sint-Truiden? Iedereen in Sint-Truiden weet immers dat het
gemeentebeleid de gedupeerde winkeliers onmiddellijk terugbetaalt
als ze geen klacht komen indienen.
d'asile politique? Le ministre
connaît-il le nombre de vols
déclarés commis par des
demandeurs d'asile du centre de
Saint-Trond? Les pertes subies
par les commerçants lésés allaient
être immédiatement remboursées
si ceux-ci ne déposaient pas
plainte. Le ministre est-il informé
des sommes déjà payées par le
centre d'asile à ces commerçants
de Saint-Trond et des environs?
16.02 Minister Patrick Dewael: Mevrouw Govaerts, de persoon
waarnaar u verwijst is een kandidaat-vluchteling. Mijn diensten
beschikken over inlichtingen waaruit blijkt dat de betrokken
vreemdeling ook gekend is in een andere EU-lidstaat. Het is die
lidstaat die in beginsel verantwoordelijk is voor de behandeling van
het asielverzoek: dat is de Dublin-conventie, de Dublin-
reglementering. Die bepaalt dat als het asielverzoek in de Europese
Unie wordt ingeleid in een bepaalde lidstaat, het ook die lidstaat is die
de behandeling moet doen van het asielverzoek. Conform die
reglementering hebben wij ook een overnameverzoek ingediend.
Ik benadruk ook dat de illegale vreemdelingen die een gevaar vormen
voor de openbare orde altijd prioritair door mijn diensten worden
gerepatrieerd.
Ik beschik niet over cijfers met betrekking tot diefstallen die worden
gepleegd door asielzoekers die verblijven in het open centrum van
Sint-Truiden.
U had ook vragen met betrekking tot de werking van het asielcentrum
van Sint-Truiden in het algemeen. Zoals u weet behoren die niet tot
mijn bevoegdheid, maar tot de bevoegdheid van mijn collega, minister
Dupont. De opvang en maatschappelijke integratie van asielzoekers
behoren tot het bevoegdheidsdomein van de minister van
Maatschappelijke Integratie, minister Dupont. Het open centrum van
Sint-Truiden dus eveneens.
16.02 Patrick Dewael, ministre:
Le candidat-réfugié en question
est également connu dans un
autre État membre de l'Union
européenne. Conformément à la
réglementation de Dublin, son
dossier sera traité dans ce pays.
Les étrangers en situation illégale
qui menacent l'ordre public sont
rapatriés en priorité par mes
services.
Je ne dispose pas de chiffres de
vols commis par des demandeurs
d'asile du centre ouvert de Saint-
Trond. Mme Govaerts peut
adresser toutes ses questions
relatives au fonctionnement du
centre d'asile au ministre de
l'Intégration sociale.
16.03 Marleen Govaerts (Vlaams Belang): Ik dank de minister voor
zijn antwoord. Werd die man reeds gerepatrieerd, of is hij nog ergens
in het land?
16.03
Marleen
Govaerts
(Vlaams Belang): L'homme en
question a-t-il déjà quitté le pays?
16.04 Minister Patrick Dewael: Dat kan ik u niet concreet zeggen. Ik
geef u de regel mee die ik volg.
16.04 Patrick Dewael, ministre:
Je ne puis vous répondre.
16.05 Marleen Govaerts (Vlaams Belang): Hoe komt het dat hij uit
het asielcentrum van Sint-Truiden is gezet? Ze laten die man dus
eigenlijk gewoon vrij rondlopen. Dat behoort toch tot uw bevoegdheid?
16.05
Marleen Govaerts
(Vlaams Belang): Comment est-il
possible qu'un tel personnage
puisse à nouveau commettre des
25/01/2006
CRIV 51
COM 828
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
30
vols après avoir été expulsé du
centre?
16.06 Minister Patrick Dewael: Ik heb u toch een antwoord gegeven?
Als het gaat om iemand die gekend is in een andere lidstaat, moet hij
door die lidstaat worden overgenomen. Dat is de Conventie van
Dublin. Wij stellen vast dat hij een aanvraag heeft ingediend in een
andere lidstaat. Dan is er een overnameverzoek en wordt hij
getransfereerd naar die andere lidstaat.
16.06 Patrick Dewael, ministre:
Nous appliquons pour l'heure la
réglementation de Dublin.
16.07 Marleen Govaerts (Vlaams Belang): Maar hij loopt nog vrij
rond, vermits hij werd buitengezet en dan nog diefstallen kon plegen.
16.07
Marleen Govaerts
(Vlaams Belang): Mais nous avons
tout de même pu lire dans les
journaux qu'il avait commis des
vols après avoir quitté le centre?
16.08 Minister Patrick Dewael: Dat weet ik niet, dat zegt u. Dat kan ik
niet concreet nagaan.
16.09 Marleen Govaerts (Vlaams Belang): Volgens de kranten
pleegde hij diefstallen nadat hij was buitengezet.
16.10 Minister Patrick Dewael: Ik heb u geantwoord wat ik op uw
vraag kan antwoorden.
16.10 Patrick Dewael, ministre:
Je vous ai donné une réponse
aussi complète que possible.
16.11 Marleen Govaerts (Vlaams Belang): Mijnheer de minister, ik
dank u voor uw antwoord, dat ik zal verspreiden in Sint-Truiden.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
17 Vraag van de heer Dirk Claes aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"de inzet van 250 extra stadswachten" (nr. 9798)
17 Question de M. Dirk Claes au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le recours à
250 assistants de prévention et de sécurité supplémentaires" (n° 9798)
17.01 Dirk Claes (CD&V): Mijnheer de minister, ik heb een vraag
over de inzet van 250 extra stadswachten. U weet dat er al een 1500-
tal zijn, die vooral actief zijn in 73 gemeenten en steden met een
veiligheids- en preventiecontract. Onlangs kondigde u aan, bij een
bezoek aan Oostende, dat Binnenlandse Zaken 250 nieuwe
stadswachten in dienst zou nemen. Hoe die verdeeld zullen worden
over de steden, gemeenten of politiezones, is nog onduidelijk en daar
gaat precies mijn vraag over.
Zult u, mijnheer de minister, de extra stadswachten opnieuw toewijzen
aan de gemeenten en steden, of ditmaal ook aan de politiezones? Is
de voorwaarde voor een lokaal veiligheids- en preventiecontract nog
steeds van toepassing? Tegen wanneer ziet u de concrete uitvoering
van uw voorstellen? Bent u op de hoogte van de situatie van sommige
steden en gemeenten waar een aantal vacatures voor stadswachten
niet ingevuld geraakt? Welke redenen ziet u, mijnheer de minister,
voor het blijven open staan van die vacatures?
Naast de 73 gemeenten met een veiligheidscontract zou het
aangewezen zijn dat ook politiezones van de andere gemeenten een
beroep kunnen doen op stads- gemeente- of politiewachters. Als dat
nog niet kan, overweegt u, mijnheer de minister, dat mogelijk te
17.01 Dirk Claes (CD&V): 1.500
assistants de prévention et de
sécurité sont actuellement actifs
dans les 73 villes et communes
ayant conclu un contrat local de
sécurité et de prévention. Le
ministre a annoncé récemment
son intention de recruter 250
assistants supplémentaires.
Où ces nouveaux assistants de
prévention et de sécurité seront-ils
affectés? Une commune doit-elle
toujours avoir conclu un contrat
local de sécurité et de prévention
pour pouvoir bénéficier des
services de ces assistants? Quand
ces nouveaux assistants
entreront-ils en fonction? Le
ministre peut-il préciser pourquoi il
n'est pas possible de pourvoir
partout aux emplois vacants
CRIV 51
COM 828
25/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
31
maken, en vanaf wanneer? Dat is natuurlijk de essentie van de vraag,
want vroeger waren er alleen vergelijkingen mogelijk tussen
gemeenten onderling. Dan waren er bepaalde gemeenten die aan
bepaalde criteria voldeden en een veiligheids- of preventiecontract
konden sluiten.
Ik meen dat er nu een andere situatie is. Door de politiezones zijn de
betrokken zones nu groter. Mogelijk komen die zones nu ook in
aanmerking. Ik meen dat die oefening nog niet gemaakt is.
Welke zijn de andere federale voordelen die op dit moment alleen ten
goede komen aan die 73 gemeenten met een contract, of aan hun
inwoners? Kunnen die in de toekomst ook niet voor politiezones
gelden? Ik weet onder andere dat de voordelen voor premies voor
inbraakpreventie wel aan die gemeenten toekomen en niet aan de
andere gemeenten.
d'assistant? Les zones de police
des communes n'ayant pas conclu
de contrat de sécurité et de
prévention peuvent-elles
également prétendre à
ces
nouveaux assistants ou cela leur
sera-t-il rendu impossible? Quels
sont les autres avantages dont
bénéficient les 73 communes
ayant conclu un contrat de
sécurité?
17.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, collega's, met
dit initiatief wens ik het lokaal veiligheids- en preventiebeleid effectief
te versterken en ook in te spelen op verschillende vragen van steden
en gemeenten ter ondersteuning van het lokale veiligheidsbeleid. Het
opzet bestaat erin om het contingent op supralokaal niveau flexibel in
te schakelen. Intergemeentelijke samenwerking en samenwerking
binnen de politiezones is zeker toe te juichen. Momenteel zijn
stadswachten alleen maar actief binnen de 73 steden en gemeenten
die beschikken over een veiligheids- en preventiecontract. Via de
veiligheids- en preventiecontracten krijgen deze steden en gemeenten
een financiële ondersteuning voor de uitwerking van een lokaal
veiligheids- en preventiebeleid. Met deze federale subsidiëring
kunnen ze stadswachten inzetten. Om budgettaire redenen kan dit
momenteel niet worden uitgebreid naar andere steden en gemeenten.
Dat weet u. Ik heb dit reeds gezegd in het budgettaire debat. Ik zou
andere steden en gemeenten, allemaal eigenlijk, willen aanmoedigen
om een lokaal preventie- en veiligheidsbeleid te ontwikkelen. Dus ook
de steden die niet beschikken over zo'n contract, wordt op deze wijze
de mogelijkheid geboden om met federale financiële ondersteuning
stadswachten ook effectief in te zetten ter ondersteuning van hun
beleid.
Een van de komende weken zal de Ministerraad beslissen over de
toekenning van de contingenten startbaners over de verschillende
departementen. Van zodra deze beslissing is genomen, worden de
modaliteiten en de procedures inzake verdeling en aanwerving in
detail uitgewerkt. Ik hoop dat bij de concrete uitwerking van deze
procedures nog voor het zomerreces van de federale regering van
start zal kunnen worden gegaan.
Er moet een duidelijk onderscheid worden gemaakt tussen
stadswachters, gemeentewachters en politiewachters. In een eerder
antwoord op een parlementaire vraag rond de taken van de
stadswachters van 11 januari heb ik daarvan reeds melding gemaakt.
De opdrachten van de stadswachten passen in een preventieve
aanpak van fenomenen van maatschappelijke overlast zoals
openbare netheid, verkeersveiligheid in de schoolomgeving of
openbaar vervoer. Stadswachten zijn geen politiemensen. Ze hebben
geen enkel politionele bevoegdheid en kunnen onmogelijk worden
ingezet als gemeentewachters onder meer voor het verrichten van de
vaststellingen met het oog op de toepassing van de
17.02 Patrick Dewael, ministre:
Je désire renforcer la politique
locale de sécurité et de prévention
grâce à l'intervention de ces
assistants de prévention et de
sécurité. Le but étant de faire
intervenir ces agents de manière
flexible au niveau supralocal. Je
suis en outre favorable à une
collaboration intercommunale et à
une coopération au sein des zones
de police.
A l'heure actuelle, seules 73 villes
et communes ayant conclu un
contrat de sécurité et de
prévention bénéficient de ces
assistants. Ces contrats offrent
aux villes et communes un appui
financier leur permettant de
rémunérer les assistants de
prévention et de sécurité. Cette
mesure ne peut être étendue à
d'autres communes pour des
motifs budgétaires. Cependant,
afin d'encourager les villes et
communes ne disposant pas de
tels contrats, à développer une
politique locale de prévention et de
sécurité, je leur offre maintenant la
possibilité d'engager des
assistants de prévention et de
sécurité en leur octroyant un appui
financier fédéral.
J'espère que ces nouvelles
recrues pourront être
opérationnelles encore avant la
trêve estivale du gouvernement.
Ceci dépendra d'une décision du
Conseil des ministres quant à
25/01/2006
CRIV 51
COM 828
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
32
retributiereglementering. Dat is niet verenigbaar met de preventieve
aanpak.
Ik ben mij ervan bewust dat in een aantal van de 73 steden en
gemeenten met een contract vacatures moeilijker kunnen worden
ingevuld. Dat kan volgens mij worden toegeschreven aan het statuut
van die personeelsleden, dat een actief statuut is in plaats van een
PWA-statuut. Het is immers financieel minder aantrekkelijk voor de
oudere werklozen. In het merendeel van de betrokken steden en
gemeenten rijzen er hieromtrent echter geen problemen.
l'attribution des contingents de
conventions de premier emploi
aux différents services publics
fédéraux, décision qui doit être
prise dans quelques semaines.
Les assistants de prévention et de
sécurité ont un statut bien
particulier. Ils interviennent
préventivement et ne disposent
pas de compétences de police. Ils
ne peuvent d'ailleurs être amenés
à veiller au respect de la
réglementation de rétribution.
Il est impossible dans certaines
villes de pourvoir à tous emplois
vacants d'assistant. Ceci est dû au
statut moins favorable
de
l'assistant et à l'impact financier du
système pour les communes.
Dans la plupart des villes toutefois,
il a été pourvu aux emplois
vacants.
17.03 Dirk Claes (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, als ik u goed heb begrepen, kunnen deze 350 stadswachten
dus overal worden ingezet en niet alleen in gemeenten met een
preventiecontract.
Ik neem aan dat we daarover nog een rondzendbrief zullen ontvangen
met informatie hoe we onze kandidatuur kunnen indienen en of het
dan per politiezone of per gemeente zal zijn.
Dat kan volgens mij zeker een versterking zijn van het
veiligheidsbeleid van alle gemeenten en niet alleen van die 73 steden
en gemeenten.
Ik heb echter geen antwoord gekregen op een van mijn vragen, met
name of u eraan denkt om de andere voordelen waarvan de
73 gemeenten momenteel genieten in de toekomst ook van
toepassing te maken op de politiezones? Wat denkt u daarover?
17.03 Dirk Claes (CD&V): Je
présume que les communes
recevront une circulaire précisant
les modalités de recours aux
assistants de prévention et de
sécurité.
Je n'ai pas obtenu de réponse à
ma question relative aux
avantages dont bénéficient les
communes ayant conclu un
contrat de prévention et de
sécurité.
17.04 Minister Patrick Dewael: Dat hangt allemaal af van de
begroting. Er wordt ook gevraagd om de preventie- en
veiligheidscontracten te indexeren. Dat is een vraag die nog in
overweging wordt genomen.
Met het inzetten van de stadswachten probeer ik ook de andere
gemeenten wat te gunnen. We moeten daarin verder gaan en het
onderscheid doen vervagen tussen degenen die bevoorrecht zijn en
titularis zijn van een dergelijk contract en de anderen.
Op een bepaald moment heeft men een beleid gevoerd waarbij alleen
werd gekeken naar de 73 gemeenten die genoten van een preventie-
en een veiligheidscontract en waardoor de andere gemeenten in de
kou bleven staan. Met de maatregelen die ik nu heb genomen,
probeer ik dat onderscheid te doen vervagen.
17.04 Patrick Dewael, ministre:
Je conçois qu'il y ait une grande
différence de traitement entre les
communes selon qu'elles ont ou
non signé un tel contrat. Cette
mesure vise à remédier à ce
problème. La question de savoir si
des mesures supplémentaires
pourront encore être prises
dépendra des possibilités
budgétaires.
CRIV 51
COM 828
25/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
33
Als we meer willen doen, is het allemaal een kwestie van financiële
middelen.
17.05 Dirk Claes (CD&V): Ik dank alleszins uw woordvoerder die bij
de voorstelling van die stadswachten verwees naar Werchter, zonder
dat ik ervan op de hoogte was.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Le président: L'interpellation n° 759 de M. De Man est reportée.
18 Vraag van de heer Dirk Claes aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"het versturen van een omzendbrief over de opslag van in beslag genomen vuurwerk" (nr. 9808)
18 Question de M. Dirk Claes au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "l'envoi d'une
circulaire relative à l'entreposage du matériel pyrotechnique confisqué" (n° 9808)
18.01 Dirk Claes (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, deze vraag betreft het versturen van een omzendbrief over
de opslag van het in beslag genomen vuurwerk.
Die omzendbrief werd op 21 december opgesteld en op 23 december
kwam deze toe bij de provincie Vlaams-Brabant. Pas op
2 januari 2006 kwam deze brief in het bezit van de diensten die hem
moesten versturen. Uiteindelijk werd de brief op 5 januari dan toch
nog via e-mail verzonden naar de burgemeesters en korpschefs. De
betrokken administraties zijn immers gesloten tussen kerst en
nieuwjaar waardoor deze omzendbrief eigenlijk pas na de feiten bij de
gemeenten aankwam. Er zijn misschien wel een aantal gemeenten
die na 5 januari veel vuurwerk afschieten maar ik denk niet dat dit op
veel plaatsen het geval is.
Hoe verklaart de minister dit laattijdige toezenden van deze
omzendbrief? Hebben de diensten mogelijk geen rekening gehouden
met de mogelijke sluiting van diensten? Waarom werd de brief niet
eerder verzonden aan de provincies of rechtstreeks aan de
burgemeesters? Op 21 december had men de brief rechtstreeks naar
de burgemeesters kunnen zenden.
18.01 Dirk Claes (CD&V): La
circulaire du ministre relative à
l'entreposage du matériel
pyrotechnique saisi a été rédigée
le 21 décembre et est parvenue le
surlendemain aux gouverneurs de
province. Les services chargés de
l'envoyer ne l'ont eux-mêmes
reçue que le 2 janvier 2006, de
telle sorte qu'elle n'est parvenue
par e-mail aux bourgmestres et
aux chefs de corps que le 5
janvier, donc bien après la Saint-
Sylvestre. Le ministre pourrait-il
nous expliquer les raisons de cet
envoi tardif? Ses services
n'auraient-ils pas tenu compte de
la fermeture possible des services
provinciaux entre Noël et le Nouvel
An?
18.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, de
omzendbrief betreffende opslag van in beslag genomen vuurwerk
werd door mij op 21 december jongstleden ondertekend en door de
administratie aan de provinciegouverneurs per brief overgemaakt op
23 december. De gouverneurs hebben die brief ontvangen in de week
van 25 december, dat klopt.
Ik heb de administratie de opdracht gegeven om te onderzoeken hoe
een omzendbrief in dergelijke omstandigheden sneller kan worden
verspreid. Ik denk dan aan de mogelijkheid om hem te verzenden via
fax of mail. Voor het overige ben ik het met uw vraag eens.
18.02 Patrick Dewael, ministre:
J'ai signé cette circulaire le 21
décembre. Mon administration l'a
ensuite adressée le 23 décembre
aux gouverneurs de province qui
ne l'ont reçue que la semaine du
25. J'ai chargé mon administration
de vérifier comment une circulaire
pourrait être diffusée plus
rapidement dans de telles
circonstances.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
Le président: Le point 24, la question n° 9810 de Mme Claes, a été joint au point 15 de l'agenda. La
question n° 9826 de Mme Nagy est reportée.
19 Vraag van de heer Dirk Claes aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over
25/01/2006
CRIV 51
COM 828
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
34
"de 'vliegende' asielzoeker" (nr. 9836)
19 Question de M. Dirk Claes au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le demandeur
19.01 Dirk Claes (CD&V): Mijnheer de minister, dit is geen vraag
omtrent de vliegende Hollander maar wel omtrent de vliegende
asielzoeker. Het is zo dat die soap blijft duren. De Iraniër die vanuit
Istanbul op onze nationale luchthaven aankwam, bleek bij
grenscontrole een vals paspoort te hebben. De man vroeg daarop
asiel aan maar kreeg na een gerechtelijke procedure het bevel om
ons land te verlaten. Normaal gezien zou het de
luchtvaartmaatschappij zijn die hem naar hier bracht die hem ook
weer naar het vertrekpunt zou moeten brengen. Door een of andere
handigheid droeg die bewuste maatschappij echter de
verantwoordelijkheid over aan een andere. Die vloog de Iraniër dan
ook terug naar Istanbul alwaar de Turkse autoriteiten hem weigerden
op te vangen. Het gevolg was dat de man terug naar Brussel vloog.
Hij bleek na een tijdje dan ook een frequent flyer geworden te zijn.
Bovendien dreigden beide autoriteiten ermee om de licentie van de
luchtvaartmaatschappij in te trekken wanneer zij die man niet opnieuw
meenam.
Graag had ik dan ook vernomen wie in deze historie de kosten van de
vluchten draagt. Draait telkenmale de luchtvaartmaatschappij op bij
de repatriëring van een vluchteling die via het luchtverkeer ons land
bereikt? Hoeveel keer heeft deze man, inclusief zijn oorspronkelijke
aankomst, ons land reeds aangedaan? Heeft de minister reeds
contact gehad met zijn Turkse collega om in een oplossing te
voorzien in dit dossier? Wat kan volgens de minister de oplossing
zijn? Welke verplichtingen heeft een luchtvaartmaatschappij wanneer
zij een vluchteling te goeder trouw naar ons land brengt? Gelden die
verplichtingen ook voor andere vervoermaatschappijen, bijvoorbeeld
de spoorwegen?
Het is ook zo dat op zaterdag 20 januari, toen hij hier terug is
aangekomen, er een discussie is geweest met de piloot. Hij is door de
piloot uit het vliegtuig gezet en zou zich nu in de transitzone bevinden.
Hij zou hier mogelijk nog een week verblijven. De Dienst
Vreemdelingenzaken zegt dat hij volgens de conventie van Chicago
terug naar Turkije moet en dat Turkije hem moet terugnemen. Turkije
zegt dat de termijn waarbinnen wij een beroep zouden kunnen doen
op die conventie van Chicago verstreken zou zijn. Het blijft dus een
welles-nietesspelletje. Iedereen vliegt wel eens graag maar ik denk
dat dit van het goede te veel is.
19.01 Dirk Claes (CD&V): Un
Iranien muni d'un faux passeport
qui voulait entrer en Belgique il y a
quelques mois via la Turquie s'est
vu signifier un ordre de quitter
notre territoire. La Turquie lui a
toutefois interdit d'entrer dans le
pays et l'a renvoyé. Dans
l'intervalle, l'homme est devenu un
"frequent flyer" entre Istanbul et
Zaventem.
Qui supporte le coût de ces vols?
La compagnie aérienne qui assure
le vol aller du réfugié doit-elle
également ramener l'individu dans
son pays? Quelles sont les
obligations d'une compagnie
aérienne qui amène de bonne foi
un réfugié vers notre pays?
Combien de fois cet homme a-t-il
déjà rallié la Belgique? Le ministre
a-t-il déjà contacté son homologue
turc?
19.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, de
vreemdeling in kwestie beschikte niet over de nodige documenten om
België te kunnen betreden. Hij heeft asiel gevraagd, maar zijn verzoek
werd door de bevoegde instanties zowel in eerste aanleg als in
beroep afgewezen. De luchtvaartmaatschappij die betrokkene naar
België vervoerde moet hem dus terugbrengen naar Turkije. De
maatschappij in kwestie verzocht een andere luchtvaartmaatschappij
om deze taak op zich te nemen.
De Belgische wetgeving is heel duidelijk: artikel 74, 4° van de
vreemdelingenwet bepaalt dat de vervoerder die een vreemdeling die
niet beschikt over de nodige documenten, naar België brengt,
verantwoordelijk is voor het terugbrengen van deze vreemdeling naar
19.02 Patrick Dewael, ministre:
Le réfugié en question ne disposait
pas des papiers adéquats et sa
demande d'asile a été refusée. La
compagnie aérienne qui avait
assuré le vol aller devait ramener
le réfugié dans son pays mais en a
chargé une autre compagnie. Le
transporteur qui achemine un
réfugié démuni de papiers vers un
pays est responsable de son
rapatriement, ainsi que le
prévoient l'article 74/4 de la loi sur
CRIV 51
COM 828
25/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
35
zijn land van oorsprong of naar elk land waar hij wordt toegelaten. Die
terugnameplicht vloeit niet alleen voort uit de nationale wetgeving,
maar is een vast beginsel in de Europese en internationale
reglementering. Ik verwijs naar
artikel 26 van de
uitvoeringsovereenkomst van het akkoord van Schengen van 19 juni
1960 en ook naar richtlijn 2001/51 van 28 juni 2001 tot aanvulling van
artikel 26 van die uitvoeringsovereenkomst. Ook bijlage 9 bij de
conventie van Chicago van 7 december 1944 inzake de internationale
burgerlijke luchtvaart voorziet in een dergelijke bepaling.
Op 7 januari is betrokkene dan teruggekeerd naar Turkije. Daar werd
hem de toegang tot het grondgebied ontzegd. Op 14 januari werd hij
teruggezonden naar België. Volledig overeenkomstig de
reglementering werd betrokkene de toegang tot het grondgebied
geweigerd en werd de luchtvervoerder verzocht hem terug mee te
nemen naar de plaats van vertrek. Op 21 januari 2006 is hij opnieuw
naar België gebracht. De betrokken vreemdeling vertoeft momenteel
in het INAD-Centrum van de luchthaven. De DVZ heeft in deze zaak
haar wettelijke opdracht uitgevoerd. Na mondeling op de hoogte te
zijn gebracht dat betrokkene op 14 januari terug naar België zou
worden vervoerd, werd op 10 januari een schrijven gericht aan de
Turkse ambassade om hen in te lichten over de verplichtingen die op
de Turkse staat rusten als gevolg van de conventie van Chicago.
De ambassade heeft nadien beloofd alles in het werk te zullen stellen
om de Turkse immigratiediensten te wijzen op de bepalingen van de
Conventie en ze te verzoeken de vreemdeling te accepteren volgens
de vigerende, internationale reglementeringen.
Blijkbaar hebben de demarches een onvoldoende gevolg gehad. De
directeur-generaal van de DVZ heeft daarom op 24 januari 2006 een
onderhoud gehad met de Turkse ambassadeur om hem nogmaals te
wijzen op de verplichtingen die op de Turkse staat rusten.
Ik reken er dus op dat de Turkse autoriteiten hun verantwoordelijkheid
zullen erkennen en dat betrokkene op korte termijn de toegang zal
krijgen tot het Turkse grondgebied.
Ik kan ook nog toelichten dat een vreemdeling die niet beschikt over
de nodige binnenkomstdocumenten, het statuut van vluchteling kan
bekomen. De voormelde terugnameplicht komt dan uiteraard te
vervallen. Als hij dus niet beschikt over documenten maar hij bekomt
het statuut van vluchteling, dan vervalt de terugnameplicht. Bovendien
vervalt ook de administratieve geldboete die wordt toegepast, indien
een vreemdeling die niet over de nodige documenten beschikt, naar
het Rijk wordt gebracht.
De verantwoordelijkheden die de luchtvaartmaatschappijen hebben bij
het vervoeren van vreemdelingen naar ons land, staan duidelijk
ingeschreven in de wet en in de protocolakkoorden die met sommige
vervoermaatschappijen werden gesloten.
les étrangers, les accords de
Schengen et la Convention de
Chicago relative à l'aviation civile
internationale. Les responsabilités
des compagnies aériennes dans le
cadre du transport des étrangers
vers notre pays sont clairement
définies dans la loi et dans des
protocoles d'accord.
Le 7 janvier, l'intéressé a été
renvoyé en Turquie, où il s'est vu
refuser l'accès au territoire et
contraint de revenir dans notre
pays. Le 10 janvier, l'ambassade
turque a été informée par écrit des
obligations prévues dans le cadre
de la Convention de Chicago.
L'ambassade a promis d'en
informer le service turc
d'immigration. L'intéressé a de
nouveau été renvoyé vers la
Turquie le 21 janvier mais nous a
de nouveau été renvoyé. Il
séjourne actuellement au centre
INAD de Zaventem. Le 24 janvier,
le directeur général de l'Office des
étrangers (ODE) s'est entretenu
personnellement avec
l'ambassadeur turc et j'espère que
les autorités turques assumeront à
présent leur responsabilité. En tout
état de cause, l'ODE a agi en toute
légalité dans cette affaire.
Je rappelle une fois encore que
l'obligation de réadmission cesse
de s'appliquer dès qu'une
personne a obtenu le statut de
réfugié.
19.03 Dirk Claes (CD&V): Mijnheer de voorzitter, als ik het goed heb
begrepen, zit de aannemer nog altijd vast op de luchthaven.
Mijnheer de minister, ik had toch verwacht dat u zelf bij uw Turkse
collega zou hebben gepleit, teneinde een snellere oplossing van het
dossier te bekomen. Blijkbaar leiden de contacten met de
19.03 Dirk Claes (CD&V): Je
m'étais attendu à ce que le
ministre se concerte personnelle-
ment avec son homologue turc sur
cette question. L'ambassade ne
permet manifestement d'aboutir à
25/01/2006
CRIV 51
COM 828
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
36
ambassades immers nog altijd niet tot een goed resultaat.
Het is vooral belangrijk dat wij dat soort zaken in de toekomst kunnen
voorkomen. Geen enkele betrokken partij komt immers goed uit de
kwestie, zeker ook ons land niet.
aucun résultat. J'espère que ce
genre de situation pourra être évité
à l'avenir.
19.04 Minister Patrick Dewael: (...). De vraag stellen, is ze
beantwoorden.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
20 Vraag van de heer Dirk Claes aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"het inzetten van politie tijdens voetbalwedstrijden" (nr. 9875)
20 Question de M. Dirk Claes au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la mobilisation de
la police lors des rencontres de football" (n° 9875)
20.01 Dirk Claes (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, vorige week werd over dit onderwerp in de plenaire
vergadering al een getelefoneerde vraag gesteld door Claude
Marinower. Ik wil nog even ingaan op de kwestie die toen aan bod is
gekomen.
U kondigde aan dat de politiekosten opnieuw sterk gedaald zijn.
Tijdens het seizoen 2004-2005 bedroegen de kosten 4,3 miljoen euro,
ten opzichte van ongeveer 5 miljoen euro. Daarbij was er eveneens
een serieuze daling van de inzet van agenten tijdens de
veiligheidshandhaving, wat natuurlijk positief is. Tijdens het seizoen
2003-2004 bedroeg de inzet nog ongeveer 40.000 politieagenten,
maar de inzet daalde tijdens het seizoen 2004-2005 tot 33.000
agenten. Ten slotte daalde ook het aantal incidenten met 35%, wat
prima is. Bovendien zou u de voetbalwereld ook willen aansporen om
meer inspanningen te doen om de veiligheid in de stadions te
verhogen.
Ik heb een aantal bijkomende vragen hierover.
Hoeveel bedraagt de politiefactuur voor elke individuele club uit eerste
en tweede klasse tijdens de laatste twee seizoenen, 2003-2004 en
2004-2005? Hoeveel politieagenten werden er gemiddeld ingezet bij
elke club, in dezelfde periode, tijdens hun thuiswedstrijden? Natuurlijk
zijn niet alleen de aantallen belangrijk, maar ook wat de clubs effectief
ervoor moeten betalen. Dat is de essentie van deze vraag. Ik kan
begrijpen dat u niet alles afleest, maar dat u het mij straks schriftelijk
bezorgt.
Hoe denkt u de verschillen tussen de verschillende clubs te kunnen
oplossen? U hebt zelf gezegd dat Brussel een gemiddelde van 180
heeft, Charleroi 200 en Westerlo een twintigtal. Er is een groot
verschil tussen de verschillende clubs. Welke voorstellen hebt u ter
zake?
Hoe denkt u de clubs ervan te overtuigen een deel van hun tv-gelden
aan de installatie van camera's te besteden? Is de installatie van
camera's niet reeds bij KB opgelegd aan de clubs uit eerste en
tweede klasse? Waarom wilt u de clubs opnieuw zo'n engagement
doen aangaan?
20.01 Dirk Claes (CD&V): Le
ministre a annoncé, la semaine
dernière, que les frais de police
pour le maintien de l'ordre lors de
rencontres de football ont
fortement diminué. Il a également
affirmé qu'il compte inciter les
clubs à investir davantage dans la
sécurité de leur stade.
Pouvez-vous me fournir les
factures des frais de police de tous
les clubs de première et deuxième
divisions au cours des deux
dernières saisons? Combien
d'agents de police ont-ils été
mobilisés lors de leurs rencontres
à domicile? Comment le ministre
compte-t-il gommer les différences
entre les clubs? Comment entend-
il convaincre les clubs de
consacrer une partie de leurs
recettes télévisées à l'installation
de caméras de surveillance? Un
arrêté royal n'impose-t-il pas déjà
cette installation?
CRIV 51
COM 828
25/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
37
20.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, collega Claes,
de eerste vraag is een vraag naar statistieken. Ik heb een zeer
interessante bijlage met zeer interessante cijfers voor u meegebracht.
Ten tweede, ik wil benadrukken dat niet de clubs maar de lokale
burgemeesters en de zonechefs verantwoordelijk zijn voor het
bepalen van het aantal in te zetten politiemensen. Daarnaast is het
logisch dat deze inzet verschilt van zone tot zone aangezien het risico
ook verschilt van zone tot zone. Zowel mijn diensten als de cel
integrale voetbalveiligheid binnen de federale politie sensibiliseren de
lokale politiediensten reeds jaren om over te stappen van een
politioneel concept van veel ostentatief machtsvertoon naar een
concept van risicogelieerde politie-inzet. Dat wordt op het terrein nogal
goed opgevolgd. De politie-inzet bij voetbalwedstrijden is de laatste
seizoenen drastisch gedaald. Dat zijn de cijfers die u inderdaad kent.
Van het seizoen 1991-1992 is het geleden dat er nog zo weinig politie
werd ingezet bij voetbalwedstrijden.
Zonder te willen raken aan de lokale bevoegdheden inzake de
handhaving van de openbare orde zal ik op 13 februari effectief de
burgemeesters en de zonechefs met een club uit eerste en tweede
klasse uitnodigen om de problematiek te bespreken. De resultaten
van hun inspanningen zal ik door de federale politie laten opvolgen via
de voorziene evaluaties.
Ik wil er ten slotte op wijzen dat de vermindering van politie-inzet niet
zo maar kan gebeuren, maar gekoppeld is aan een ganse reeks
andere maatregelen. Het terugbrengen van het aantal politiemensen
bij voetbalwedstrijden mag niet gepaard gaan met een nieuwe stijging
van het aantal incidenten. Globaal daalt de factuur, maar er blijven
verschillen in politie-inzet. Voor sommige wedstrijden schat men de
risico's blijkbaar zeer ruim in. Er zijn enorme verschillen en enorme
discrepanties tussen een aantal clubs met aan de ene kant van de
schaal Charleroi en aan de andere kant Westerlo. Dat is bijna een
verhouding van 1 op 10. Daar moeten we overgaan tot een betere
afweging van de risico's. Met die instelling voor ogen zal ik de
burgemeesters en de zonechefs ontmoeten.
Ten slotte, camerabewaking is wettelijk en reglementair vastgelegd.
Een aanpassing van het KB moet leiden tot een kwalitatieve
verbetering. Het betreft het aantal camera's, het onderhoud, de
kwaliteit van de beelden, de registratie, de opleiding van de personen
die ze moeten bedienen.
Op dit ogenblik heeft een ontwerp van koninklijk besluit bijna de hele
procedure doorlopen aangezien het nu nog voor advies ligt bij de
Europese Commissie. Daarna zal het kunnen worden gefinaliseerd.
20.02 Patrick Dewael, ministre:
Je communiquerai les chiffres par
écrit.
Ce ne sont pas les clubs mais les
bourgmestres locaux et les chefs
de zone qui fixent le nombre de
policiers appelés à intervenir. Le
risque variant d'une zone à l'autre,
l'importance des forces mises en
oeuvre varie également.
La cellule Sécurité intégrale
Football et mes services
sensibilisent depuis des années la
police locale pour l'amener à
évoluer de la traditionnelle
démonstration de force vers un
concept d'engagement policier lié
aux risques. C'est ce qui a permis
de réduire très sensiblement
l'effectif des forces de l'ordre
mobilisées au cours des dernières
saisons.
Le 13 février 2006, j'examinerai la
question de l'engagement des
forces de police lors des matches
de football avec les bourgmestres
et les chefs de zone sur le
territoire desquels se trouve un
club de première ou de deuxième
division. La police fédérale
évaluera les efforts qu'ils
fourniront dans ce sens. Nous ne
pourrons pas réduire le recours
aux forces de police sans prendre
en même temps toute une série
de mesures. Globalement, ce
recours diminue mais les écarts
entre clubs sont parfois énormes.
La vidéo-surveillance dans les
stades est déjà une obligation
légale mais nous ambitionnons
d'en améliorer la qualité en
opérant une modification par la
voie d'un arrêté royal. Ce projet
d'arrêté royal est déjà passé par
tous les stades de la procédure
légale ou presque, et la
Commission européenne vient
d'en être saisie.
20.03 Dirk Claes (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, elke ploeg heeft een aantal risicowedstrijden, bijvoorbeeld
wanneer de grote clubs op bezoek komen, enzovoort.
20.03 Dirk Claes (CD&V):
L'objectif du nouvel arrêté royal
est-il d'augmenter le nombre de
caméras ou d'en modifier
25/01/2006
CRIV 51
COM 828
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
38
Ik meen echter dat dit het verschil niet verantwoordt tussen de
ploegen die veel politie-inzet vragen en de ploegen die minder politie-
inzet vragen. Er staan nu ongeveer 225 camera's in eerste klasse. Is
het de bedoeling van het koninklijk besluit dit aantal uit te breiden of
eerder om de inzet ervan te wijzigen?
l'utilisation?
20.04 Minister Patrick Dewael: Neen. Het gaat er in de eerste plaats
om over welke apparatuur men moet beschikken. Er zijn blijkbaar
clubs die in het verleden hebben geïnvesteerd in systemen die niet
deugen of die de minimumstandaard niet halen. Dat is een eerste
zaak.
Ten tweede, de clubs die hebben geïnvesteerd, hebben uiteraard
geïnvesteerd. Het is nu de bedoeling om met een aantal minimale
kwalitatieve eisen een aantal andere clubs over de streep te trekken.
Ik heb daarbij gesuggereerd - daarover moet de Profliga zich
uitspreken - om bijvoorbeeld een klein percentage van de
televisierechten daarvoor aan te wenden. Als men bijvoorbeeld 1%
van de televisierechten zou aanwenden, leert een summiere
berekening mij dat wij binnen een aantal jaren al onze stadions met
performante camerasystemen hebben kunnen uitrusten.
20.04 Patrick Dewael, ministre: Il
s'agit en premier lieu des
systèmes dont il faut disposer.
Deuxièmement, nous voulons
convaincre les clubs n'ayant que
peu investi de s'y atteler. En
consacrant 1% des droits de
télévision à la sécurité, tous les
stades pourraient être équipés de
caméras d'ici quelques années.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
21 Question de M. Mohammed Boukourna au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les
expulsions ciblées des occupants de l'église Saint-Boniface" (n° 9934)
21 Vraag van de heer Mohammed Boukourna aan de vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken over "de gerichte uitzettingen van de bezetters van de Sint-Bonifaciuskerk"
(nr. 9934)
21.01 Mohammed Boukourna (PS): Monsieur le président,
monsieur le ministre, chers collègues, depuis bientôt quatre mois, des
demandeurs d'asile déboutés occupent l'église Saint-Boniface à
Bruxelles afin d'attirer l'attention des autorités et de l'opinion publique
sur leur situation. Le statut de réfugié leur a été refusé, mais ils sont
pour la plupart dans l'impossibilité de retourner dans leur pays
d'origine. Selon moi nous verrons le moment venu le statut de
protection subsidiaire pourrait leur être accordé.
Beaucoup sont en Belgique depuis de nombreuses années et ont des
enfants nés et/ou scolarisés dans notre pays. Leurs demandes de
régularisation, souvent formulées sur base de l'article 9, alinéa 3 de la
loi de 1980, seraient toujours en cours d'examen. Pourriez-vous
m'éclairer à ce propos?
Par ailleurs, j'ai été étonné d'apprendre que trois des militants du
comité d'occupation, actifs à différents niveaux, ont été arrêtés en vue
de leur expulsion. L'un d'entre eux, d'origine roumaine, faisait une
grève de la faim samedi dernier. Cette grève de la faim serait en
passe d'être arrêtée.
Monsieur le ministre, j'ai déjà eu l'occasion de vous interroger sur
cette occupation à plusieurs reprises et plus globalement sur la
condition des sans-papiers dans notre pays. J'ai l'impression que,
dans ce cas, nous avons affaire à des arrestations ciblées. Pourriez-
vous me démentir?
21.01 Mohammed Boukourna
(PS): De uitgeprocedeerde
asielzoekers die ondertussen al
bijna vier maanden lang de Sint-
Bonifaciuskerk bezetten, zouden
voor de subsidiaire beschermings-
status in aanmerking komen.
Wordt hun regularisatieaanvraag
op grond van artikel 9, derde lid
van de wet van 1980 nog steeds
onderzocht? Drie militanten van
het bezettingscomité zijn aange-
houden en zullen het land worden
uitgezet.
Kan de minister weerleggen dat
dergelijke gerichte aanhoudingen
plaatsvinden?
Heeft hij de situatie van de
betrokkenen van naderbij
bekeken? Ware het niet gepast
hun eisen in overweging te
nemen?
CRIV 51
COM 828
25/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
39
Enfin, avez-vous pu vous pencher sur la situation de ces personnes?
Ne pensez-vous pas utile de tenir compte des demandes formulées
par celles-ci?
21.02 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, je voudrais
tout d'abord rappeler, une fois de plus, ma position selon laquelle,
dans un Etat de droit, la réglementation en vigueur doit être
respectée. Donc, accorder un traitement de faveur à certains
étrangers par le seul fait de l'occupation d'une église serait tout à fait
inéquitable par rapport aux autres demandeurs d'asile, qui, eux,
respectent les décisions prises à leur égard.
Je rappellerai ce principe lors de chaque manifestation de cet acabit.
En effet, je n'aurais pas la conscience tranquille si je devais prendre
une autre décision en raison d'une manifestation ou d'une occupation
d'église. Ce serait tout à fait inéquitable vis-à-vis de ceux qui ont bien
respecté les décisions qui ont été prises par les instances d'asile.
Par ailleurs, je ne me prononcerai pas au sujet du statut de protection
subsidiaire qui, lorsqu'il sera intégré dans le droit belge, fera l'objet
d'un examen individuel par les instances d'asile. Dans l'attente, je
vous rappelle que le Commissariat général rend, lorsqu'il confirme la
décision d'irrecevabilité de la demande d'asile prise par l'Office des
étrangers, un avis sur la reconduite de l'intéressé à la frontière du
pays qu'il a fui et que la mesure d'éloignement n'est pas exécutée en
cas d'avis défavorable.
Cela étant, le directeur général de l'Office des étrangers et un de mes
représentants ont rencontré une délégation des personnes en
question le 12 janvier dernier et leurs demandes d'asile ou
d'autorisation de séjour, sur la base de l'article 9, alinéa 3 sont
actuellement à l'examen.
En ce qui concerne les personnes détenues en vue de leur
éloignement, je vous confirme qu'il ne s'agit pas de dossiers ciblés en
raison de l'occupation d'une église. A l'inverse, toutefois, cette
occupation n'immunise pas les intéressés contre un éloignement,
lorsque leurs demandes d'asile ou d'autorisation de séjour ont été
rejetées.
21.02 Minister Patrick Dewael:
De geldende regelgeving moet
worden nageleefd: een voorkeurs-
behandeling uitsluitend wegens
het bezetten van een kerk zou
onrechtvaardig zijn.
Wanneer de subsidiaire
beschermingsstatus in het
Belgisch recht wordt opgenomen,
zullen de asielinstanties elk geval
afzonderlijk onderzoeken.
Bovendien wordt de verwijderings-
maatregel niet uitgevoerd wanneer
het Commissariaat-generaal
negatief advies uitbrengt over de
terugbrenging van de kandidaat
naar de grens van het land waaruit
hij is gevlucht.
De directeur-generaal van de
Dienst vreemdelingenzaken en
een van mijn vertegenwoordigers
hebben op 12 januari een
delegatie van de betrokken
personen ontmoet. De asiel-
aanvragen of verblijfs-
vergunningen worden momenteel
onderzocht.
De dossiers krijgen geen
bijzondere aandacht omdat een
kerk wordt bezet.
21.03 Mohammed Boukourna (PS): Monsieur le président, je
remercie M. le ministre pour ses réponses.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
22 Question de M. Philippe Monfils au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les gadgets
de récompense offerts par la police aux 'bons conducteurs'" (n° 9849)
22 Vraag van de heer Philippe Monfils aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "de gadgets die de politie als beloning uitdeelt aan 'goede bestuurders'" (nr. 9849)
22.01 Philippe Monfils (MR): Monsieur le président, monsieur le
ministre, ma question est relative aux gadgets de récompense offerts
par la police aux bons conducteurs. C'est peut-être une plaisanterie
mais cela me paraît être le symbole d'une attitude que je trouve tout à
fait inacceptable.
22.01 Philippe Monfils (MR): Bij
wegcontroles zou de politie aan
chauffeurs die niet in overtreding
zijn soms gadgets, zoals T-shirts
of sleutelhangers, uitdelen. Dat is
misschien als grap bedoeld, maar
25/01/2006
CRIV 51
COM 828
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
40
La presse nous apprend qu'au cours d'une série de contrôles routiers
concernant de très nombreux véhicules, la police distribue aux
conducteurs qui ne sont pas en infraction des gadgets tels que des t-
shirts ou des porte-clefs. Bref, on récompense les automobilistes qui
ont respecté la loi.
Cette attitude me paraît totalement débile! Si on suit cette logique, on
pourrait donner un gâteau au chocolat aux citoyens dont le casier
judiciaire est vierge ou une poupée gonflable à celui qui n'a violé
personne! De surcroît, cela infantilise totalement les conducteurs qui,
après tout, ne font que respecter la loi.
Monsieur le ministre, je reprends ce que vous avez dit il y a trois
minutes à notre collègue: "La réglementation en vigueur doit être
respectée". Dans le domaine dont vous parliez, comme dans celui de
la sécurité routière, on ne doit pas être félicité parce qu'on applique la
réglementation!
Vu le nombre d'automobilistes contrôlés, dont 90% au moins ne sont
pas en infraction, beaucoup de t-shirts et beaucoup de porte-clefs
sont donc distribués.
Quel est le budget prévu pour l'achat de ces objets? Ces dépenses
sont-elles imputées au budget des communes sur la base des
amendes pénales prélevées? Trouvez-vous normal que les policiers
jouent au père Noël? Je voudrais d'ailleurs vous signaler que de
nombreux psychologues vous diront qu'on ne récompense pas avec
une sucette des enfants qui ont été sages.
Pensez-vous qu'il s'agit d'un moyen pertinent de responsabiliser les
automobilistes face aux dangers de la vitesse, de l'alcool ou de la
drogue?
Et lorsqu'ils en auront reçu un, ce n'est plus la peine de leur en
donner. S'ils sont arrêtés plusieurs fois et qu'ils ne sont pas en
infraction, vous devriez alors proposer aux policiers de multiplier les
gadgets pour qu'on ne se retrouve pas avec une armoire remplie de
ces colifichets!
Monsieur le ministre, quel est votre sentiment à cet égard?
Ne serait-il pas temps d'écrire aux policiers qu'ils ont autre chose à
faire que de prendre les automobilistes pour des arriérés mentaux?
een dergelijke houding zou
volstrekt onaanvaardbaar zijn.
Men verdient geen gelukwensen
omdat men zich aan de
regelgeving houdt!
Gelet op het aantal gecontroleerde
automobilisten, van wie ten minste
90 procent niet in overtreding zijn,
worden er dus veel T-shirts en
sleutelhangers uitgedeeld. Welk
bedrag werd voor de aankoop van
die voorwerpen uitgetrokken?
Vallen die uitgaven ten laste van
de begroting van de gemeenten?
Vindt u het normaal dat
politiemensen sinterklaas spelen?
Ik wijs er u tevens op dat tal van
psychologen beweren dat men
kinderen die braaf geweest zijn
best niet met een lolly beloont.
Vindt u dat een probaat middel om
de automobilisten verantwoorde-
lijkheidsbesef bij te brengen?
Le président: La question ne peut être plus claire, monsieur le ministre! Je vérifie simplement si les propos
de notre collègue étaient bien mentionnés dans la question initialement déposée. Je peux confirmer qu'il y
est fait allusion au gros gâteau au chocolat pour les casiers judiciaires vierges et aux poupées gonflables
pour les non-violeurs.
J'espère une réponse précise du ministre!
22.02 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, je serai fidèle
à mon style!
Cher collègue, l'action de contrôle à laquelle il est fait référence cadre
avec une action FIPA (Full Integrated Police Action), qui s'est tenue
dans la soirée du 13 janvier dernier, à laquelle participaient environ
150 policiers. Cette action de contrôle a été menée conjointement par
22.02 Minister Patrick Dewael:
De bedoelde actie heeft op 13
januari jongstleden plaatsgehad.
Ongeveer 1.250 leden van de
lokale en federale politie hebben
eraan deelgenomen.
CRIV 51
COM 828
25/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
41
la police locale et la police fédérale sous la direction du dirco de
Bruxelles.
Bien qu'une attention ait été consacrée à toutes les infractions au
Code de la route, le contrôle portait en particulier sur la conduite sous
l'influence de l'alcool et avait lieu dans le cadre de la campagne BOB
de l'Institut belge pour la sécurité routière. L'action, largement relayée
par les médias, a porté ses fruits; en effet, la majorité des
conducteurs contrôlés présentaient des résultats négatifs.
La remise des t-shirts faisait partie de la campagne de sensibilisation
à l'initiative de Mme le gouverneur de l'arrondissement administratif
de Bruxelles-Capitale et n'a eu aucune implication sur le budget de la
police. L'action de contrôle a été un succès, en particulier en matière
de sensibilisation. Je félicite la coopération policière et tous les
acteurs qui y ont participé. Elle a sans aucun doute contribué à la
sécurité routière.
Vooral het rijden onder invloed
werd gecontroleerd. De
campagne, die uitgebreid aan bod
kwam in de media, heeft ook
resultaat gehad. De meerderheid
van de gecontroleerde
bestuurders scoorde immers
negatief.
Op initiatief van mevrouw de
gouverneur van het administratief
arrondissement Brussel-Hoofdstad
werden T-shirts uitgedeeld, wat
geen enkele weerslag op de
begrotingsmiddelen heeft gehad.
22.03 Philippe Monfils (MR): Monsieur le ministre,
personnellement, je n'ai rien contre les contrôles. Je maintiens
simplement mon point de vue, selon lequel la distribution de petits
gadgets par des policiers s'avère tout à fait stupide, d'autant plus que
cette distribution s'est effectuée d'un côté et que, dans certaines
circonstances, ils n'ont pas nécessairement la même ouverture
d'esprit. Qu'ils laissent donc à d'autres le soin de distribuer des petits
machins, par exemple au Club Méditerranée, aux personnes du
troisième âge en promenade dans des bus affrétés à cette fin mais
pas dans ce type de situation. Je considère cela totalement hors de
propos!
Qu'il s'agisse du gouverneur de la province ou de n'importe qui
d'autre, cela ne modifiera en rien mon attitude! De toute façon,
quelqu'un a dû supporter le coût de ces porte-clefs et de ces t-shirts.
Je n'en ai pas eu, non pas que j'étais en infraction, mais je ne passais
pas à ce moment-là à cet endroit-là!
22.03 Philippe Monfils (MR): Ik
blijf bij mijn standpunt: het uitdelen
van gadgets door de politie is
gewoon belachelijk en ongepast.
De ene keer stoppen politie-
agenten de bestuurders immers
hebbedingetjes toe, de andere
keer zijn ze heel wat minder
breeddenkend.
Le président: Au demeurant, nous envisagerons la distribution de gadgets pour les bonnes questions!
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
23 Question de Mme Valérie Déom au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "l'application
de la loi du 21 décembre 1998 relative à la sécurité lors des matches de football" (n° 9909)
23 Vraag van mevrouw Valérie Déom aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "de toepassing van de wet van 21 december 1998 betreffende de veiligheid bij
voetbalwedstrijden" (nr. 9909)
23.01 Valérie Déom (PS): Monsieur le président, monsieur le
ministre, la loi du 21 décembre 1998 relative à la sécurité lors des
matches de football, telle que modifié par la loi de 2003, est plus
communément appelée loi "football". Elle vise à "redonner aux
matches de football un caractère de fête agréable et familiale" en
donnant la possibilité aux fonctionnaires de police de sanctionner, via
des amendes administratives et/ou une interdiction de stade, les
supporters enfreignant cette loi.
Vous avez déjà eu l'occasion de m'éclairer sur l'application de cette loi
quant à l'intervention policière et au budget y afférent. Cette fois, ma
23.01 Valérie Déom (PS): De
voetbalwet biedt politieambtenaren
de mogelijkheid om voetbalfans
die de wet overtreden adminis-
tratieve boetes of een
stadionverbod op te leggen.
Hoeveel keer werd er reeds een
stadionverbod uitgesproken door
een politieambtenaar en door de
zogenaamde voetbalcel van de
FOD Binnenlandse Zaken?
25/01/2006
CRIV 51
COM 828
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
42
question porte plutôt sur un aspect plus judiciaire, plus juridique de
son application.
Dans ce contexte, pouvez-vous me communiquer les informations
suivantes.
Combien d'interdictions de stade ont-elles été prononcées, d'une part,
par un fonctionnaire de police au titre de mesure de sécurité et,
d'autre part, par la cellule football du SPF Intérieur?
Combien d'amendes ont-elles été imposées et quel en est le montant
moyen?
En outre, l'article 24.2 de cette même loi prévoit la possibilité d'infliger
des mesures d'interdiction de stade aux mineurs de plus de 14 ans.
Dans ce contexte, pouvez-vous m'indiquer le nombre d'interdictions
prononcées à l'encontre de mineurs d'âge?
Enfin, quel est le nombre de décisions de la cellule football ayant fait
l'objet d'un appel devant les tribunaux de police?
Parmi ces recours, quels sont ceux ayant abouti soit à une
aggravation de la peine, soit à une diminution de la sanction, soit à
une annulation pure et simple de la sanction?
Hoeveel boetes werden er
opgelegd en wat is het gemiddelde
bedrag ervan?
Diezelfde wet maakt het
bovendien mogelijk om een
stadionverbod op te leggen aan
minderjarigen ouder dan veertien.
Hoeveel keer werden zij reeds op
die manier bestraft?
Tegen hoeveel beslissingen van
de voetbalcel werd ten slotte
beroep aangetekend voor de
politierechtbank? In hoeveel
gevallen werd de straf na afloop
van de beroepsprocedure
verhoogd, verlaagd of nietig
verklaard?
23.02 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, chère
collègue, en réponse aux questions posées, je voudrais tout d'abord
vous préciser qu'étant donné que les questions ne stipulent ni la
saison ni l'année visée, je vous communiquerai les informations les
plus récentes, et plus particulièrement celles de l'année 2005.
On me communique que 137 interdictions de stade à titre de mesure
de sécurité ont été prononcées par un fonctionnaire de police; 600
interdictions de stade administratives ont été prononcées par la
cellule football de mon département. Le montant total des amendes
administratives pour l'année 2005 s'élève à 2.077.160,75 euros; le
montant moyen de celles-ci était d'environ 400 euros.
En ce qui concerne le nombre d'interdictions de stade prononcées à
l'encontre de mineurs, nos statistiques ne permettent pas, dans des
délais aussi brefs, d'extraire des données afin de répondre à votre
question. Les mineurs de plus de 14 ans représentent environ 5% de
l'ensemble des dossiers traités par la cellule football.
Quatre-vingt cinq sur sept cent onze décisions prises ont fait l'objet
d'un appel au cours de l'année 2005.
Si l'on considère les décisions prises par la cellule football en 2005 et
contre lesquelles un appel a été introduit, un seul jugement de tribunal
de police a été rendu, toujours en 2005. La juridiction d'appel a annulé
la sanction imposée par la cellule football.
En bref, c'est surtout, pour ne pas dire exclusivement, la cellule
football qui intervient en cette matière. En effet, si on devait attendre
des décisions de justice, ceux qui vont à l'encontre de la loi
concernant le foot ne seraient pas souvent sanctionnés!
23.02 Minister Patrick Dewael:
In 2005 werd in 137 gevallen een
stadionverbod opgelegd door een
politieambtenaar, en dit bij wijze
van veiligheidsmaatregel. In 600
gevallen werd een administratief
stadionverbod uitgesproken door
de voetbalcel. De administratieve
boetes bedragen in totaal
2.077.160,75 euro en gemiddeld
vierhonderd euro.
Minderjarigen ouder dan veertien
vertegenwoordigen ongeveer 5
procent van alle dossiers die door
de voetbalcel worden behandeld.
In 2005 werd tegen 85 van de 711
genomen beslissingen beroep
aangetekend. In datzelfde jaar
werd slechts een vonnis geveld
door een politierechtbank, inzake
een straf die in 2005 was opgelegd
en die nietig werd verklaard.
Het is meestal, om niet te zeggen
altijd, de zogenaamde voetbalcel
die ter zake optreedt. Als men de
gerechtelijke beslissingen zou
moeten afwachten, zouden
overtreders van de voetbalwet
zelden worden bestraft!
CRIV 51
COM 828
25/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
43
23.03 Valérie Déom (PS): Monsieur le président, je remercie le
ministre pour les précisions qu'il a bien voulu me donner. Je tiens
quand même à lui signaler qu'un autre jugement a été rendu en 2005;
il n'annule pas la décision de la cellule football.
23.03 Valérie Déom (PS): Er
werd nog een ander vonnis geveld
in 2005, dat de beslissing van de
voetbalcel niet nietig verklaart.
23.04 Patrick Dewael, ministre: Dans ce cas, il y en a deux.
23.04 Minister Patrick Dewael:
In dat geval gaat het dus om twee
vonnissen.
23.05 Valérie Déom (PS): En tout cas, au moins deux jugements ont
été rendus.
23.05 Valérie Déom (PS): Het
zijn er dan toch ten minste twee.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
24 Vraag van de heer Stijn Bex aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"het recht op politiebescherming van mensen zonder papieren" (nr. 9963)
24 Question de M. Stijn Bex au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le droit à la
protection de la police pour les sans-papiers" (n° 9963)
24.01 Stijn Bex (sp.a-spirit): Mijnheer de minister, er is de voorbije
weken al wat gediscussieerd over de positie die illegalen in ons land
bekleden, en ook over de manier waarop mensen aan dergelijke
illegalen hulp mogen verlenen. Deze week werden wij geconfronteerd
met een incident dat zich vorige week afspeelde. Een illegale deed
een beroep op de politie om te ontsnappen aan geweld op haar. Ik
schets u kort de feiten. Op zondag 15 januari was een transseksueel
het slachtoffer van gewelddaden. Ze werd opgesloten, door
verschillende mannen bedreigd met messen, geslagen en verwond.
Zij kon zich bevrijden en kon de politie attent maken op haar situatie.
Ze legde op het commissariaat verklaringen af waarbij tijdens het
verhoor door de politie werd vastgesteld dat zij geen geldige
verblijfsdocumenten bezat. De politie contacteerde nog die
zondagavond de dienst Vreemdelingenzaken, die besliste de persoon
onmiddellijk door te verwijzen naar het transitcentrum 127, om haar
op vrijdag 19 januari terug te sturen. Uiteindelijk is er een advocaat zo
goed geweest om de situatie van die persoon ter harte te nemen. Hij
heeft de dienst Vreemdelingenzaken aangeschreven met een aantal
feitelijke, alsook juridische bezwaren. Op donderdag 18 januari is de
betrokken persoon vrijgelaten en de voor vrijdag geplande repatriëring
is niet doorgegaan.
Mijnheer de minister, ik heb daar toch wel serieuze vragen bij. Het is
toch wel belangrijk dat illegalen - die evengoed mensen zijn zoals u
en ik, dat zult u niet betwisten ,die in een situatie terechtkomen
waarin er geweld op hen wordt gepleegd, niet rechteloos zijn.
Zij moeten zich ten minste kunnen wenden tot de politiediensten
zonder dat zij hoeven te vrezen dat zij, naast de gewelddaden waar zij
al het slachtoffer van geworden zijn, ook nog eens gestraft zullen
worden. Of dat dan straf in juridische dan wel feitelijke zin is; in de
ogen van die mensen is het alleszins een zware straf. Naast het feit
dat zij zwaar zijn aangerand, moeten zij bij aangifte bij de politie
blijkbaar nog eens het risico lopen dat zij worden teruggestuurd.
De vrijlating van de betrokkene doet vermoeden dat de dienst
Vreemdelingenzaken wel besefte dat het geen juiste manier van
werken was. Het leek mij toch verstandig aan u, mijnheer de minister,
24.01 Stijn Bex (sp.a-spirit): La
semaine dernière, une personne
transsexuelle en situation illégale a
fait appel à la police après avoir
été victime d'actes de violence.
Lorsque la police a constaté que la
personne en question ne disposait
pas de documents de séjour en
règle, elle a immédiatement
contacté l'Office des étrangers qui
a fait transférer la personne au
centre de transit 127 dans le but
de la faire rapatrier le vendredi 19
janvier. Grâce à l'intervention d'un
avocat, le rapatriement n'a
finalement pas eu lieu.
Je me pose beaucoup de
questions à ce propos. Les
illégaux ne peuvent être
dépourvus de droits en cas d'actes
de violence. Ils doivent pouvoir
s'adresser à la police sans devoir
aussitôt craindre d'être pénalisés
car c'est comme une lourde peine
que le rapatriement a été perçu
par la personne en question.
Celle-ci a été relaxée, ce qui laisse
présumer que l'Office des
étrangers a également conscience
que cette manière de procéder
n'est pas correcte.
La possibilité de faire appel à une
autorité en cas de mise en péril de
l'intégrité physique ne constitue-t-
elle pas un droit fondamental ? Le
ministre estime-t-il normal que les
25/01/2006
CRIV 51
COM 828
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
44
te vragen hoe u daar precies tegenaan kijkt? Ik weet dat er in de
vreemdelingenwet van 1980 geen uitzonderingen voor slachtoffers
van gewelddaden die aangifte doen bij de politie, zijn opgenomen,
maar men moet er toch van uitgaan dat zowel in de Grondwet als in
het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens het recht
gegarandeerd is op fysieke integriteit en het recht zich te wenden tot
de overheid, wanneer die fysieke integriteit in gevaar is?
Een duidelijk slachtoffer dat zich louter door aangifte te doen, een
tweede maal tot slachtoffer zou maken, is volgens mij minstens niet in
overeenstemming met de geest van die bepalingen. Ik vraag mij af of
het wel in overeenstemming zou zijn met de letter van die bepalingen.
Concreet, mijnheer de minister, is volgens u die handelswijze een
logische gang van zaken? Vindt u het terecht dat illegalen die het
slachtoffer zijn van gewelddaden, niet terechtkunnen bij de politie,
zonder dat zij dan moeten vrezen voor een onmiddellijke repatriëring?
Ten tweede, bestaan daarover richtlijnen aan de politiediensten en de
dienst Vreemdelingenzaken of overweegt u die naar aanleiding van
dat incident uit te vaardigen?
Ten derde, is het toch niet aangewezen dat voor mensen die effectief
het slachtoffer werden van gewelddaden, een soort "free haven", een
veilige manier om klacht in te dienen tegen gewelddaden, hetzij via
een wet, hetzij via een rondzendbrief wordt ingevoerd?
illégaux qui sont victimes d'actes
de violence ne puissent s'adresser
aux services de police sans
redouter un rapatriement? Des
directives ont-elles été données à
cet égard aux services de police et
à l'Office des étrangers? Ne
s'indique-t-il pas d'instaurer, par la
voie d'une loi ou d'une circulaire,
une sorte de "free haven", un
moyen de déposer plainte en toute
sécurité contre les actes de
violence?
24.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, collega's, voor
u zit iemand die de opdracht heeft, dat spruit voort uit de eed die ik
heb gezworen, om de wet toe te passen. Een van de aspecten van
mijn beleid is de toepassing van de wet van 1980 die door dit
Parlement is goedgekeurd en waarin een aantal duidelijke bepalingen
staan. Die werd nooit op een fundamentele manier in vraag gesteld,
welke de samenstelling van de regering sinds 1980 ook was. Ook
tijdens de vorige legislatuur, toen de Agalev-Ecolo-fractie deel
uitmaakte van de regering, werd dat nooit in vraag gesteld.
Ik heb ooit verwezen naar het bestaan van artikel 77 van die wet, dat
bepaalt dat illegaliteit daadwerkelijk een misdrijf is en dat hulp aan
illegalen eigenlijk niet kan en ook een misdrijf is, tenzij humanitaire
factoren meespelen. Ik heb dat dus niet strafbaar gemaakt. Dat staat
zo in de wet.
Ik moest glimlachen toen ik gisteren in een aantal kranten las dat ik
de strafbaarstelling van illegaliteit zou hebben uitgevonden. Nee, dat
staat zo in de wet van 1980. Dat wordt op die manier door mijzelf en
mijn voorgangers op een consequente manier toegepast. Anders
moet men de wet aanpassen, in die zin dat illegaliteit en geen
papieren hebben, niet langer een misdrijf is in dit land. Dan is
iedereen die hiernaartoe komt welkom en doen we verder niets. Dat is
de opengrenzenpolitiek. Dan zegt men onmiddellijk dat dat niet de
bedoeling kan zijn. Daartussenin zit wel een flinke dosis hypocrisie.
U wil ook niet verhelen dat ik nogal gegriefd was door de voorstelling
van zaken in een krantenartikel van gisteren, om de eenvoudige
reden dat mensen die illegaal zijn, uiteraard ook mensen zijn, maar
men moet wel een bepaalde administratieve en politieke houding
tegenover hen aannemen die niet verschillend kan zijn van geval tot
24.02 Patrick Dewael, ministre:
Une des lois que je dois faire
appliquer est la loi de 1980, qui a
été adoptée par le Parlement et
qui comporte une série de
dispositions très précises. Aucun
gouvernement n'a remis cette loi
en cause depuis. L'article 77 de
cette loi dispose que l'illégalité
constitue effectivement un délit,
qu'il est en fait interdit d'aider des
illégaux et que cette aide constitue
aussi un délit, sauf si des facteurs
humanitaires entrent en jeu. Je
n'ai donc pas inventé l'incrimi-
nation de l'illégalité. Nous avons,
mes prédécesseurs et moi-même,
appliqué la loi en toute logique. Si
l'on souhaite qu'il n'en soit plus
ainsi, il faut modifier la loi de
manière à ce que l'illégalité et le
fait de ne pas posséder de papiers
ne constituent plus un délit dans
ce pays. L'on obtiendra alors une
politique de `frontières ouvertes'
qui ne saurait être, chacun en
conviendra d'emblée, l'objectif
poursuivi. Les personnes en
situation illégale sont certes aussi
des êtres humains, mais la loi
s'applique de la même manière à
CRIV 51
COM 828
25/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
45
geval. Ik denk dat de wet toepassen op dezelfde manier tegenover
iedereen, een van de basisregels is.
Men heeft mij ooit gezegd dat ik mijn hart niet mag laten spreken in
deze dossiers. Ik moet echter ook rekening houden met mijn
geweten. Als ik à la tête du client zou beslissen in een aantal gevallen
- de vorige vraag ging ook in die richting of als ik zou zeggen dat als
men lang genoeg in België is of als men zelf zijn illegaliteit
organiseert, men rechten krijgt, dan zou mijn geweten niet meer rustig
zijn ten aanzien van een aantal andere mensen die zelf spontaan
beslisten om de wet te respecteren.
Laat ik duidelijk zijn. De meeste illegalen die in ons land worden
aangetroffen, zijn uiteraard geen misdadigers. De meesten ik zeg
wel: de meesten zijn geen misdadigers of geen zware misdadigers
en worden ook niet als dusdanig behandeld door de diensten die met
hen in aanraking komen.
Het spreekt voor zich dat onze politiediensten voor om het even welke
persoon die zich op ons grondgebied bevindt, dezelfde houding
moeten aannemen als het gaat om een eerste dringende
hulpverlening of de opvang van een slachtoffer van een
geweldmisdrijf of een ander misdrijf. Dat is evident. U zult het ook met
mij eens zijn dat, wanneer tijdens of na die evidente humanitaire
aanpak de politie vaststelt dat de betrokkene illegaal in ons land
verblijft, ook met dat aspect rekening moet worden gehouden. Het lijkt
mij dus niet opportuun dat de politie in die gevallen plots de ogen zou
moeten sluiten voor de wet, die voor iedereen gelijk is. Er is nu
eenmaal een aantal formaliteiten die moeten vervuld worden.
Toen in Antwerpen een boot aankwam met daarin 10 Afrikaanse
verstekelingen, was mijn eerste zorg humanitaire hulp. Die mensen
waren bijna omgekomen van de vrieskou. Dat heeft niet uitgesloten
dat men een aantal formaliteiten en plichtplegingen heeft moeten
vervullen. Na een aantal dagen heeft men om hun een statuut te
kunnen geven, hun moeten vragen of ze asiel wensten of niet en wat
juist hun bedoelingen waren. Het ene is volgens mij ook niet
contradictoir met het andere. Het humanitaire aspect moet uiteraard
altijd een rol spelen, maar mag niet beletten dat de toepassing van de
wet hoe dan ook moet worden gewaarborgd.
Het vinden van een evenwicht tussen de noodzaak om op een
doeltreffende, humane manier een slachtoffer hulp te bieden en
tegelijk ook de illegaliteit te bestrijden, is niet altijd eenvoudig. In de
zaak waaraan u refereert, hebben de politiediensten overeenkomstig
de regels DVZ gesignaleerd dat zij werden geconfronteerd met een
persoon die illegaal op het grondgebied verbleef. Ik voeg daaraan toe
dat de betrokken persoon ook in het verleden reeds illegaal in ons
land verbleef. Ik deel dat maar mee, want dikwijls lees je niet over die
aspecten in de betreffende krantencommentaren. Het gaat om
iemand die in het verleden reeds illegaal in ons land werd
aangetroffen en effectief werd gerepatrieerd en die om een of andere
reden weer in ons land is opgedoken.
DVZ was zich wel niet bewust van het feit dat het ging om een
slachtoffer van een gewelddelict en heeft, conform de wet, een
beslissing tot administratieve vrijheidsberoving met het oog op een
repatriëring genomen. Onmiddellijk wordt dan het proces gemaakt
van een administratie. De ambtenaren van de DVZ zeggen echter dat
tous c'est là un principe
fondamental. Si j'octroyais des
droits "à la tête du client" pour
autant qu'on ait séjourné assez
longtemps en Belgique ou qu'on
ait organisé son illégalité, je
n'aurais pas la conscience
tranquille
à l'égard d'autres
personnes, qui décident de leur
plein gré de respecter la loi.
La plupart des illégaux présents
dans notre pays ne sont pas des
criminels et ne sont donc pas
traités comme tels. La police doit
accorder de la même manière une
aide et un accueil d'urgence à
toute personne qui se trouve sur
notre territoire et qui a été victime
d'un délit. Naturellement, si la
police constate que l'intéressé est
en séjour illégal en Belgique, elle
doit en tenir compte. La police ne
peut tout de même pas ignorer la
loi. En principe, l'aide humanitaire
et la chasse aux illégaux ne sont
pas incompatibles, même s'il n'est
pas toujours facile de trouver un
bon équilibre.
Dans l'affaire évoquée par M. Bex,
les services de police ont signalé à
l'Office des étrangers qu'ils
avaient eu affaire à une personne
se trouvant en séjour illégal dans
notre pays. D'ailleurs, l'intéressé
n'en était pas à son coup d'essai
puisqu'il avait déjà fait l'objet d'une
mesure de rapatriement pour
séjour illégal.
L'Office des étrangers ignorait qu'il
s'agissait d'une victime d'un acte
de violence et, en conséquence, il
a décidé de prendre à son égard
une mesure administrative de
privation de liberté en vue de son
rapatriement. Dès que l'Office a
appris qu'il s'agissait d'une victime
qui s'était elle-même rendue à la
police, il a estimé que son
rapatriement forcé ne se justifiait
plus.
Je soutiens la décision de l'Office.
Les victimes doivent, en toute
circonstance et sans crainte,
pouvoir se rendre à la police, ce
25/01/2006
CRIV 51
COM 828
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
46
zij op dat ogenblik niet wisten dat het ging om iemand die effectief het
slachtoffer was geworden van een gewelddelict.
Op het ogenblik dat de DVZ geïnformeerd werd inzake het feit dat de
betrokken vreemdeling zelf contact had gezocht met de
politiediensten met een verzoek om bijstand, heeft DVZ het niet
verantwoord geacht om over te gaan tot een gedwongen repatriëring.
Dat is een belangrijke nuancering tegenover de voorstelling van de
feiten zoals zij gisteren in de krant werden uiteengezet.
Ik sta dus achter deze beslissing van de DVZ. Ik wens dat slachtoffers
steeds zonder enige vrees hulp van politiediensten kunnen inroepen.
Dat wil langs de andere kant niet zeggen dat de politie illegaal verblijf
kan gedogen. De persoon naar wie u verwijst werd daarom ook in het
bezit gesteld van een bevel om het land te verlaten. Als de betrokkene
daaraan niet vrijwillig gevolg geeft, dan zal in voorkomend geval toch
een bevel tot een gedwongen repatriëring moeten worden gegeven.
Men moet dus geval per geval onderzoeken.
Rekening houdend met het gewelddelict heeft de DVZ hier gezegd dat
er op dit moment uiteraard niet wordt aangedrongen op die
repatriëring. Wil dat zeggen dat men oordeelt dat er voor die illegaal
verblijvende persoon geen probleem meer is? Nee, men moet op een
bepaald moment uiteraard de administratieve procedure in
voorkomend geval heropstarten.
Ik zou nog één opmerking willen maken. Dit is ook van belang. Ik loop
niet vooruit op de feiten. Wat is het summum van humaan zijn in zo'n
aangelegenheid? Het gaat om iemand die blijkens het dossier in de
prostitutie zou terechtgekomen zijn. Is het dan beter om te zeggen dat
men de betrokkene vrij, illegaal laat rondlopen, waarna zij op dit
ogenblik mogelijkerwijze seksueel zou worden misbruikt en zou
worden blootgesteld aan een aantal risico's? Of is het niet humaner
om te beslissen dat zij wordt opgenomen in een gesloten centrum
waar zij de meest elementaire verzorging kan krijgen die zich opdringt
en essentiële verzorging, onderdak, voeding en dergelijke meer?
Daar zal de betrokkene op dat ogenblik ook veilig zijn.
Veronderstel even dat zij de komende dagen opnieuw op straat wordt
geagresseerd, omdat zij mogelijkerwijze in een netwerk van
economische of seksuele uitbuiting is terechtgekomen. Op straat
komt zij opnieuw iemand tegen uit het netwerk en er gebeurt iets
erger met haar. Wat zal u dan zeggen? Zal u mij dan de vraag stellen
waarom ik haar, om haar te beschermen, niet in een gesloten
centrum heb laten opnemen?
We moeten dus goed nagaan wat in zo een geval humaan is: de
betrokkene vrijlaten en haar dus laten terugkeren naar het netwerk
waarin zij is terechtgekomen, met alle risico's vandien, of, anderzijds,
dura lex sed lex. Een gesloten centrum geeft haar een aantal
veiligheidswaarborgen. Uiteindelijk is dat voor haar fysieke integriteit
nog niet zo een slechte oplossing.
Ik durf dus op het dossier niet vooruitlopen. Er loopt een
strafonderzoek tegen de agressor. Ik hoop dat, als de feiten worden
bewezen, hij streng zal worden gestraft. Denkt u echter eens na over
de vraag wat de meest humane oplossing is.
qui ne signifie pas pour autant que
celle-ci puisse tolérer un séjour
illégal.
La personne en question s'est vu
signifier un ordre de quitter le
territoire. Si elle ne s'exécute pas,
elle devra être rapatriée par la
force. Il faut toujours juger au cas
par cas.
Qu'est-ce qui est humain,
d'ailleurs? Au vu de son dossier,
l'intéressée se serait retrouvée
dans le circuit de la prostitution.
Est-il réellement préférable,
compte tenu des périls auxquels
elle est exposée, de la laisser
circuler en toute liberté mais aussi
dans l'illégalité la plus totale?
N'est-il pas, en l'occurrence, plus
humain de la placer dans un
établissement fermé où elle sera
en sûreté et où elle bénéficiera de
toute l'assistance nécessaire?
Supposons que la personne en
question subisse sous peu une
nouvelle agression: M. Bex me
demandera-t-il alors pourquoi je
ne l'ai pas fait héberger dans un
centre fermé pour préserver son
intégrité physique? Est-il
humainement justifié de la libérer,
au risque de la voir tomber aux
mains d'un réseau qui l'exploitera?
Un centre fermé constitue une
garantie de sécurité.
Je ne veux pas anticiper les
résultats de l'instruction criminelle.
Si les faits sont établis, j'espère
que l'auteur sera sévèrement
sanctionné.
CRIV 51
COM 828
25/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
47
24.03 Stijn Bex (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, ik zal mijn best
doen om kort te zijn, maar toch wil ik een paar punten aanhalen.
Ik wil eerst de minister danken voor zijn antwoord. Dura lex sed lex
was inderdaad een van de principes die wij in Leuven hebben geleerd.
Ik weet niet waar u uw rechtsopleiding hebt gevolgd.
(...): (...).
24.04 Stijn Bex (sp.a-spirit): Dat doet er inderdaad niet toe. U
verwijst naar artikel 77 van de vreemdelingenwet, waarin volgens u
heel duidelijk staat dat hulp aan illegalen strafbaar is. Als het
Parlement wil dat het anders is, moeten we volgens u de wet maar
veranderen. Daartegenover plaatst u de opengrenzenpolitiek.
U zegt dat daartussen veel hypocrisie ligt. Daartussen circuleert
echter natuurlijk ook als jurist weet u dat ook de noodzaak om
elke wet, hoe genuanceerd of hoe duidelijk hij ook is gemaakt, te
interpreteren. U zegt dat hulp aan illegalen strafbaar is. Er mogen nog
honderd gevallen worden gegeven die zeker strafbaar zijn en honderd
gevallen die eventueel door de beugel kunnen, toch zal er altijd een
201
e
geval zijn waarbij het niet duidelijk is of het al dan niet strafbaar
is.
Het is de taak van Justitie en in dezen, waar aan overheidsdiensten
als de DVZ een beoordelingsmarge wordt gegeven om de wet te
interpreteren, ook de taak van ambtenaren. Op dat ogenblik komen
wij uiteraard terecht bij de minister die verantwoordelijk is voor die
ambtenaren.
24.04 Stijn Bex (sp.a-spirit):
Selon le ministre, l'article 77 de la
loi sur les étrangers stipule très
clairement que l'aide aux illégaux
est punissable. Mais toute loi,
quelque nuancée et claire qu'elle
puisse être, devra toujours faire
l'objet d'une interprétation. Cette
tâche incombe à la Justice et,
dans certains cas aussi, à des
fonctionnaires. Il me semble
logique de m'adresser au ministre
qui est responsable de ces
fonctionnaires.
24.05 Minister Patrick Dewael: (...) artikel 77.
24.06 Stijn Bex (sp.a-spirit): Niet artikel 77, maar wel een aantal
punten uit de vraagstelling, waarop ik later nog zal terugkomen.
Laat mij eerst zeggen dat ik de wet, zoals hij vandaag bestaat, niet
hoef te betwisten om te kunnen zeggen dat het in bepaalde gevallen
wel moet kunnen dat er hulp verleend wordt aan mensen in nood. Dat
betekent niet meteen dat ik een voorstander ben van een
opengrenzenpolitiek. Ik ben het met u eens dat wij de wet moeten
toepassen op een identieke manier voor alle gevallen. Het is niet
omdat men toevallig met een zaak in de media kan komen, of omdat
men bepaalde parlementsleden kan aanspreken, of omdat men een
goede advocaat kan betalen dat men op een andere manier
beoordeeld moet worden dan mensen die dat niet kunnen.
U reconstrueerde de zaken zoals ze vorige week gebeurd zijn. U zei
dat de politie aan DVZ gesignaleerd heeft dat zij iemand bij zich
hadden die geen geldige verblijfdocumenten had en dat men bij de
DVZ, op het moment dat men aan de politie vroeg om de persoon
over te brengen naar het gesloten centrum met het oog op
repatriëring, niet op de hoogte was van het feit dat het ging om
iemand die het slachtoffer was van een gewelddelict. Uit uw antwoord
heb ik gehoord dat men, op het ogenblik dat men daarvan wel
wetenschap kreeg, gezegd heeft dat men het niet opportuun achtte
om naar aanleiding van die concrete aanhouding onmiddellijk over te
gaan tot repatriëring. Ik wil niet de discussie aangaan over wat er in
de toekomst met die persoon moet gebeuren. Is het humaner om
24.06 Stijn Bex (sp.a-spirit): Le
fait que j'estime qu'il doit être
autorisé dans certains cas d'aider
des personnes en détresse ne
signifie pas que je conteste les
dispositions actuelles de la loi ou
que je sois favorable à une
politique des frontières ouvertes.
Le ministre a raison lorsqu'il
affirme que la loi doit être
appliquée de la même manière en
toutes circonstances.
Je ne veux pas discuter de
l'attitude à adopter dans le futur et
de la solution qui serait la plus
humaine. J'estime toutefois que
cette personne a été enfermée
parce que l'on a voulu respecter la
loi et non pas en raison de
considérations humanitaires.
Ne conviendrait-il pas que les
services de police qui prennent
contact avec l'Office des étrangers
signalent à celui-ci dans quelles
25/01/2006
CRIV 51
COM 828
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
48
haar al dan niet in een gesloten centrum onder te brengen? Die
discussie wil ik hier niet voeren. Ik denk alleszins dat beslissing om
haar op te sluiten niet genomen is uit humane overwegingen, maar
wel uit de overweging om de wet na te leven. Dat is hier echter niet de
discussie.
De vraag is of het niet aangewezen is dat, wanneer de politiediensten
iemand bij zich krijgen die een klacht komt indienen omdat hij of zij
het slachtoffer is van gewelddaden en de politiediensten contact
opnemen met DVZ, zij laten weten hoe die persoon daar
terechtgekomen is?
Het is uiteraard een andere situatie wanneer iemand op straat wordt
tegengehouden omdat hij bijvoorbeeld een overtreding begaat en er
wordt vastgesteld dat die persoon illegaal is. Dat is een heel andere
situatie dan wanneer die persoon het slachtoffer is van geweld en
aangifte komt doen.
Mijn vraag is dus de volgende. De redenering die de DVZ heeft
gevolgd is weliswaar de correcte, maar op het moment van de
beslissing was men niet op de hoogte van de situatie. Is het dan niet
aangewezen dat u via een circulaire aan de politiediensten de vraag
zou stellen om aan DVZ te laten weten wanneer iemand het
slachtoffer is van geweld, zodat DVZ met volle kennis van zaken kan
oordelen?
circonstances il sont entrés en
contact avec la personne en
question? Il y a une différence
entre avoir commis une infraction
et avoir signalé un acte de
violence. L'Office des étrangers a
donc suivi un raisonnement
correct sur la base de données
incomplètes. Le ministre ne
devrait-il pas inciter les services de
police à informer l'Office des
étrangers du fait qu'une personne
a été victime de violences?
Le président: Je pense que nous avons fait le tour du sujet. En tout cas, nous avons allègrement dépassé
le temps imparti pour une question. Je vous laisse les clefs et je clos la discussion. Je vous laisse disposer
de la salle jusqu'à 14.15 heures puisque nous reprenons nos travaux avec des votes et en ayant besoin
d'un quorum de 18.
24.07 Stijn Bex (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, ik zag de
minister begrijpend knikken toen ik mijn vraag stelde. Ik vraag me dan
ook af of hij het eens is met mij en of er inderdaad maatregelen zullen
worden genomen.
24.08 Minister Patrick Dewael: Ik moet u misschien vragen of u het
eens bent met mij, want op het einde van mijn betoog heb ik u ook
een vraag gesteld. Ik heb duidelijk aangegeven dat DVZ niet wist wat
de juiste en volledige toedracht was. Er een algemeen antwoord op
geven is echter ook niet mogelijk.
Er moet een goede wisselwerking zijn tussen politie en DVZ en DVZ
moet maximaal geïnformeerd worden door de politie. De mogelijkheid
om rechten te puren uit de medewerking van bijvoorbeeld bepaalde
slachtoffers van mensenhandel met de gerechtelijke autoriteiten, zal
binnenkort ook bij wet geregeld worden. Het is een soort van pentiti-
regeling waardoor iemand een verblijfsdocument kan bekomen als hij
zich wil losmaken uit een bepaald milieu van mensenhandel of
mensensmokkel.
Dat is een Europese richtlijn, maar je kan er geen algemeen principe
op plakken. Het principe is dat je geval per geval moet gaan
onderzoeken en dat onder meer de administratie, net zoals justitie, de
toepassing moet verzekeren van de wet. Het is moeilijk om uit die
vraag nu concrete algemene principes te distilleren. Ik heb u een
volledig antwoord gegeven en heb u gezegd hoe ik tegenover die
problematiek sta. Ik denk dat mijn antwoord van humanisme getuigt.
24.08 Patrick Dewael, ministre:
Une coopération efficace entre les
services de police et l'Office des
étrangers doit être mise en place.
La possibilité pour la victime
d'obtenir certains droits du fait de
sa coopération avec les autorités
judiciaires sera bientôt réglée par
la loi. Il s'agira d'une sorte de
réglementation pour les repentis,
permettant à une personne
d'obtenir un permis de séjour si
elle est prête à quitter les milieux
de la traite d'êtres humains. Ainsi,
nous appliquons une directive
européenne sans en inférer des
principes généraux. Il faudra juger
au cas par cas et il revient à
l'administration et à la Justice
d'assurer le respect de la loi.
CRIV 51
COM 828
25/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
49
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 13.32 uur.
La réunion publique de commission est levée à 13.32 heures.