CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 825
CRIV 51 COM 825
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DES
F
INANCES ET DU
B
UDGET
C
OMMISSIE VOOR DE
F
INANCIËN EN DE
B
EGROTING
mercredi
woensdag
25-01-2006
25-01-2006
Matin
Voormiddag
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE






























cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders ­ Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu inté-
gral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit des
interventions ; les annexes se trouvent dans une brochure
séparée (PLEN: couverture blanche; COM: couverture
saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken; de
bijlagen zijn in een aparte brochure opgenomen
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
Plenum
COM
réunion de commission
COM
Commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 825
25/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i

SOMMAIRE
INHOUD
Question de M. Jef Van den Bergh au vice-
premier ministre et ministre des Finances sur "la
déductibilité fiscale des camps sportifs" (n° 9699)
1
Vraag van de heer Jef Van den Bergh aan de
vice-eerste minister en minister van Financiën
over "de fiscale aftrekbaarheid van sportkampen"
(nr. 9699)
1
Orateurs: Jef Van den Bergh, Didier
Reynders
, vice-premier ministre et ministre
des Finances
Sprekers: Jef Van den Bergh, Didier
Reynders
, vice-eerste minister en minister
van Financiën
Question de Mme Véronique Ghenne au vice-
premier ministre et ministre des Finances sur
"l'annulation par la Cour d'arbitrage de la
cotisation sur les emballages" (n° 9760)
3
Vraag van mevrouw Véronique Ghenne aan de
vice-eerste minister en minister van Financiën
over "de vernietiging door het Arbitragehof van de
heffing op verpakkingen" (nr. 9760)
3
Orateurs:
Véronique Ghenne, Didier
Reynders, vice-premier ministre et ministre
des Finances
Sprekers:
Véronique Ghenne, Didier
Reynders, vice-eerste minister en minister
van Financiën
Question de M. Carl Devlies au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "la mise en
oeuvre du chapitre III de la note de politique, à
savoir la couverture des besoins de financement
en 2005 et en 2006" (n° 9777)
4
Vraag van de heer Carl Devlies aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over "de
uitvoering van hoofdstuk III van de beleidsnota,
meer bepaald het dekken van de
financieringsbehoeften in 2005 en 2006"
(nr. 9777)
4
Orateurs: Carl Devlies, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
Sprekers: Carl Devlies, Didier Reynders,
vice-eerste minister en minister van Financiën
Question de M. Bart Tommelein au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "la
déduction des interventions esthétiques à titre de
frais professionnels" (n° 9813)
6
Vraag van de heer Bart Tommelein aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over
"het inbrengen van esthetische ingrepen als
beroepskosten" (nr. 9813)
6
Orateurs: Bart Tommelein, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
Sprekers: Bart Tommelein, Didier Reynders,
vice-eerste minister en minister van Financiën
Question de M. Patrick De Groote au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "la question
de la récupération de la TVA afférente aux
investissements relatifs aux réseaux d'égouts"
(n° 9928)
7
Vraag van de heer Patrick De Groote aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over "de
problematiek van de BTW-recuperatie van
rioolinvesteringen" (nr. 9928)
7
Orateurs:
Patrick De Groote, Didier
Reynders, vice-premier ministre et ministre
des Finances
Sprekers: Patrick De Groote, Didier
Reynders
, vice-eerste minister en minister
van Financiën
Questions jointes de
9
Samengevoegde vragen van
9
- M. Carl Devlies au vice-premier ministre et
ministre des Finances sur "le coût des intérêts
notionnels" (n° 9815)
9
- de heer Carl Devlies aan de vice-eerste minister
en minister van Financiën over "de kostprijs van
de notionele intresten" (nr. 9815)
9
- M. Hagen Goyvaerts au vice-premier ministre et
ministre des Finances sur "le succès et le coût de
la déduction des intérêts notionnels" (n° 9896)
9
- de heer Hagen Goyvaerts aan de vice-eerste
minister en minister van Financiën over "het
succes en de kosten van de aftrek van de
notionele interesten" (nr. 9896)
9
Orateurs: Carl Devlies, Hagen Goyvaerts,
Didier Reynders
, vice-premier ministre et
ministre des Finances
Sprekers: Carl Devlies, Hagen Goyvaerts,
Didier Reynders
, vice-eerste minister en
minister van Financiën
Question de M. Servais Verherstraeten au vice-
premier ministre et ministre des Finances sur "les
opérations de vente de bâtiments en 2005 et en
2006" (n° 9825)
15
Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de
vice-eerste minister en minister van Financiën
over "de verkoopoperaties van gebouwen in 2005
en 2006" (nr. 9825)
15
Orateurs: Servais Verherstraeten, Didier
Reynders
, vice-premier ministre et ministre
des Finances
Sprekers: Servais Verherstraeten, Didier
Reynders
, vice-eerste minister en minister
van Financiën
25/01/2006
CRIV 51
COM 825
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
Question de Mme Hilde Vautmans au vice-
premier ministre et ministre des Finances sur "le
régime de TVA applicable aux donations de
biens" (n° 9850)
18
Vraag van mevrouw Hilde Vautmans aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over
"het toepasselijke BTW-stelsel voor schenkingen
van goederen" (nr. 9850)
18
Orateurs: Hilde Vautmans, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
Sprekers: Hilde Vautmans, Didier Reynders,
vice-eerste minister en minister van Financiën
Question de M. Hendrik Bogaert au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "le
programme de calcul de l'impôt du SPF Finances"
(n° 9881)
20
Vraag van de heer Hendrik Bogaert aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over
"het belastingberekeningsprogramma van de FOD
Financiën" (nr. 9881)
20
Orateurs: Hendrik Bogaert, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
Sprekers:
Hendrik Bogaert, Didier
Reynders, vice-eerste minister en minister
van Financiën
Question de M. Servais Verherstraeten au vice-
premier ministre et ministre des Finances sur "la
reprise du contrat de location relatif aux étages de
La Poste dans la Tour WTC II" (n° 9903)
21
Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de
vice-eerste minister en minister van Financiën
over "de overname van het huurcontract van de
verdiepingen van De Post in het WTC II-gebouw"
(nr. 9903)
21
Orateurs: Servais Verherstraeten, Didier
Reynders
, vice-premier ministre et ministre
des Finances
Sprekers: Servais Verherstraeten, Didier
Reynders
, vice-eerste minister en minister
van Financiën
Question de M. Eric Massin au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "les
conséquences de l'arrêt de la Cour de Justice des
Communautés européennes du 12 janvier 2006,
en ce qui concerne les fraudes à la TVA pour les
assujettis de bonne foi" (n° 9925)
23
Vraag van de heer Eric Massin aan de vice-eerste
minister en minister van Financiën over "de
gevolgen van het vonnis van het Hof van Justitie
van de Europese Gemeenschappen van
12 januari 2006 inzake BTW-fraude voor
belastingplichtigen die te goeder trouw handelen"
(nr. 9925)
23
Orateurs: Eric Massin, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
Sprekers: Eric Massin, Didier Reynders,
vice-eerste minister en minister van Financiën
CRIV 51
COM 825
25/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1


COMMISSION DES FINANCES ET
DU BUDGET
COMMISSIE VOOR DE FINANCIËN
EN DE BEGROTING
du
MERCREDI
25
JANVIER
2006
Matin
______
van
WOENSDAG
25
JANUARI
2006
Voormiddag
______

Les questions et les interpellations commencent à 11.50 heures.
Président: M. François-Xavier de Donnea.
De vragen en interpellaties vangen aan om 11.50 uur.
Voorzitter: de heer François-Xavier de Donnea.
01 Vraag van de heer Jef Van den Bergh aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over
"de fiscale aftrekbaarheid van sportkampen" (nr. 9699)
01 Question de M. Jef Van den Bergh au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "la
déductibilité fiscale des camps sportifs" (n° 9699)
01.01 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de minister, op 14 juli
verklaarde u via een persmededeling dat naast jeugdkampen ook
sportkampen fiscaal aftrekbaar zouden worden voor kinderen tot 12
jaar, zij het slechts voor 50 procent. Ik diende hierover reeds een
schriftelijke vraag in, die tot op heden niet werd beantwoord.

Mijnheer de minister, vandaar heb ik de volgende vragen.

1. Vanwaar het onderscheid tussen jeugd(werk)kampen en
sportkampen, waarom voor jeugdkampen 100% en voor sportkampen
50% fiscale aftrekbaarheid? Als een kind 10 dagen op kamp is, is dit
dan meer opvang voor de ouders indien het een jeugdkamp betreft
dan wanneer het om een sportkamp gaat?
2. Meer algemeen maakt u een onderscheid tussen "algemene
kampen" en "specifieke kampen". Hoe worden deze groepen
gedefinieerd?
3. U stelde in de persmededeling dat de 50% fiscale aftrekbaarheid
kan opgetrokken worden indien kan worden aangetoond dat het
aandeel van de opvang groter is. Hoe moet dit concreet aangetoond
worden? Hoe kan men dit bewijzen?
4. Ontvingen de gemeentebesturen een omzendbrief in verband met
de fiscale tegemoetkomingen voor sportkampen?
5. Zijn er modelattesten (in de zin van goedgekeurde
standaardformulieren) voorhanden die de gemeentebesturen naar de
jeugd- en sportwerking kunnen sturen?

Hoe staat het met de correcte en concrete informatie ten aanzien van
die personen?
01.01 Jef Van den Bergh
(CD&V): Le ministre a déclaré
dans un communiqué de presse
du 14 juillet 2005 qu'outre les
camps de jeunes, les stages
sportifs pour les enfants jusqu'à 12
ans sont fiscalement déductibles,
mais seulement à concurrence de
50%. Pourquoi le ministre opère-t-
il une distinction entre les camps
de jeunes et les camps sportifs?

Le ministre a également établi une
distinction entre les stages
généralistes et spécifiques.
Comment définit-il ces différentes
catégories? La déductibilité de
50% peut être augmentée s'il peut
être prouvé que l'aspect `garde
d'enfant' est plus important.
Comment peut-on le démontrer?
Les administrations communales
ont-elles reçu une circulaire
relative aux interventions fiscales
pour les camps sportifs? Existe-t-il
des modèles d'attestations que les
administrations communales
peuvent transmettre aux
mouvements sportifs et de
jeunesse?
01.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, zoals de heer 01.02 Didier Reynders, ministre:
25/01/2006
CRIV 51
COM 825
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
Van den Bergh weet, werd in de plenumvergadering van
21 december 2005, het wetsontwerp houdende diverse bepalingen
aangenomen. Het wetsontwerp resulteerde in de wet van
23 december 2005 houdende diverse bepalingen, die in het Belgisch
Staatsblad van 30 december, tweede editie, is gepubliceerd.

Ingevolge de artikels 170 en 190, tweede lid, van voormelde wet,
wordt artikel 113, §1, van het Wetboek van Inkomstenbelastingen
1992 vanaf aanslagjaar 2006, inkomsten van het jaar 2005, grondig
gewijzigd. Daardoor worden de uitgaven voor kinderoppas buiten de
normale lesuren tijdens dewelke het kind jonger dan 12 jaar onderwijs
volgt, als een aftrekbare besteding aangemerkt, wanneer die uitgaven
worden betaald, ofwel, ten eerste, aan instellingen of
opvangvoorzieningen die worden erkend, gesubsidieerd of
gecontroleerd door Kind & Gezin, het Office de la Naissance et de
l'Enfance of door het Executief van de Duitstalige Gemeenschap, of
door het lokale openbaar bestuur of de openbare besturen van de
Gemeenschappen, andere dan de in het eerste streepje vermelde
bestuur, of van de Gewesten, ofwel, ten tweede, aan
kinderdagverblijven of zelfstandige opvanggezinnen die onder toezicht
staan van Kind & Gezin en andere instellingen, ofwel, ten derde, aan
kleuterscholen of lagere scholen of aan instellingen of
opvangvoorzieningen die verbonden zijn met de school of de
inrichtende macht.

Ingevolge die wetswijziging zijn de uitgaven voor sportkampen voor
kinderen en voor jeugdkampen volledig aftrekbaar, wanneer zij
worden betaald aan een van de voormelde instellingen of
opvangvoorzieningen.

Het is duidelijk dat de betaling van de uitgaven voor sportkampen
voor kinderen, rechtstreeks betaald aan het lokale openbaar bestuur
of aan een orgaan van de Gemeenschap of het Gewest, geen
hindernis mag vormen voor de aftrek ervan door de ouders. Terzake
ben ik zo vrij u te verwijzen naar de memorie van toelichting bij
artikel 162 van voormeld wetsontwerp, inzonderheid bladzijde 105.

Bijgevolg wordt er geen onderscheid meer gemaakt tussen de
verschillende opvangmogelijkheden.

Mijn administratie bereidt momenteel een nieuwe rondzendbrief voor
die de vorige rondzendbrief van 4 april 2005 volledig zal vervangen.

Ook het modelattest zal worden aangepast en als bijlage aan deze
nieuwe rondzendbrief worden toegevoegd. Ik herhaal dat het niet
nodig is om een modelattest voor de aftrek te hebben, maar het is
gemakkelijker in gebruik.

Deze rondzendbrief en het modelattest worden opgesteld in overleg
met de diverse bevoegde instanties, namelijk in de eerste plaats de
Gemeenschappen, en zullen zo snel mogelijk worden gepubliceerd op
de website fisconet.be. Het zal dus zeer vlug gaan.
Les articles 170 et 190 de la loi du
23 décembre 2005 portant des
dispositions diverses stipulent que
les dépenses concernant le
paiement de la garde d'un enfant
de moins de douze ans en dehors
des heures normales de classe
sont déduites si elles sont payées
aux institutions et organisations
visées par la loi. Ceci vaut autant
pour les camps de jeunes que
pour les stages sportifs. Il ressort
clairement de l'exposé des motifs
de la loi que le gouvernement
n'entend plus opérer de distinction
entre les différentes possibilités de
garde d'enfant. Mon administration
prépare une circulaire qui
remplacera entièrement la
précédente datant du 4 avril 2005.

Le modèle d'attestation sera joint
à la circulaire.

Ces deux documents seront
bientôt disponibles sur le site
internet fisconet.be.
01.03 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de minister, ik dank u
voor de duidelijkheid die u creëert met uw antwoord. Ik hoop absoluut
dat die rondzendbrief en het modelattest er zo snel mogelijk komen.
Het zal snel maart zijn, vermoed ik.
CRIV 51
COM 825
25/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
02 Question de Mme Véronique Ghenne au vice-premier ministre et ministre des Finances sur
"l'annulation par la Cour d'arbitrage de la cotisation sur les emballages" (n° 9760)
02 Vraag van mevrouw Véronique Ghenne aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over
"de vernietiging door het Arbitragehof van de heffing op verpakkingen" (nr. 9760)
02.01 Véronique Ghenne (PS): Monsieur le président, monsieur le
ministre, à la suite d'un recours en justice introduit par Nestlé et
Danone, la Cour d'arbitrage a récemment annulé une partie de la loi-
programme de 2003, plus précisément celle concernant les
cotisations d'emballage.

L'article 359 de la loi-programme en question prévoyait ainsi que le
Roi pouvait envisager d'accorder une exonération de la cotisation
d'emballage de boissons à usage unique pour les emballages
constitués, d'une quantité à définir par arrêté royal, de matières
recyclées. Le fait est que, depuis 2003, cette exonération n'est en
réalité pas possible, car le taux de matières recyclées que devait
contenir la bouteille n'a toujours pas été précisé.

La Cour d'arbitrage a finalement estimé qu'il n'était pas du ressort du
Roi de fixer le taux de matières recyclées, mais que cela relevait du
législateur. Elle donne ainsi à l'État jusqu'au 30 juin la possibilité
d'améliorer sa législation.

Monsieur le ministre, je souhaite vous poser quelques questions.

Les plaignants dans cette affaire ne s'estiment plus soumis à la taxe
d'emballage alors que la Fédération royale de l'industrie des eaux et
boissons affirme, elle, le contraire. Qu'en est-il exactement?

Envisagez-vous finalement de supprimer le principe d'exonération ou,
au contraire, de le modifier?

À défaut de ne pouvoir utiliser des emballages complètement
recyclables et ce, du fait de l'extranationalité des centres de
production, ne pensez-vous pas devoir encourager, via une
exonération, l'utilisation maximale des matériaux recyclés?
02.01 Véronique Ghenne (PS):
Naar aanleiding van een klacht
van Nestlé en Danone annuleerde
het Arbitragehof een deel van de
programmawet 2003. Artikel 359
van die wet voorzag in de
mogelijkheid tot vrijstelling door
koninklijk besluit van de heffing op
drankverpakkingen die een
bepaald percentage gerecycleerd
materiaal bevatten. Die vrijstelling
is echter onmogelijk omdat het
percentage gerecycleerd materiaal
niet wordt vermeld. Het
Arbitragehof was van mening dat
niet de Koning, maar de wetgever
bevoegd is om dit percentage vast
te leggen en geeft de staat tot 30
juni de tijd om de wetgeving te
verbeteren.

Bent u van plan het principe van
de vrijstelling af te schaffen of aan
te passen? Is het niet beter,
wanneer geen recycleerbare
verpakkingen kunnen worden
gebruikt, om het maximaal gebruik
van gerecycleerd materiaal aan te
moedigen?
02.02 Didier Reynders, ministre: Monsieur le président, madame
Ghenne, l'arrêt de la Cour d'arbitrage rendu le 14 décembre 2005 ne
remet aucunement en cause le principe de la cotisation d'emballage;
ledit arrêt rejette les demandes de remboursement de montants de
cotisations d'emballage déjà acquittés. Dès lors, la loi querellée
continue à produire tous ses effets, à tout le moins jusqu'au 30 juin
2006, tel que le prévoit l'arrêt précité.

Cependant, compte tenu de la nécessité de se conformer aux
attendus de l'arrêt ­ ce qui est différent du dispositif ­ de la Cour
d'arbitrage, il me semble nécessaire de mettre en place un groupe de
travail chargé d'étudier les implications de l'arrêt et d'apporter les
éventuels amendements à la loi.

Je vous avoue que, depuis le début de ce débat sur les écotaxes et
les cotisations d'emballage, je suis assez favorable à octroyer des
exonérations en fonction de l'utilisation de produits recyclés, mais,
02.02 Minister Didier Reynders:
Het arrest van het Arbitragehof
van 14 december 2005 zet het
principe van de verpakkingsheffing
niet op losse schroeven, maar
verwerpt de aanvragen tot
terugbetaling van reeds betaalde
heffingen. De wet blijft minstens
van kracht tot 30 juni 2006. Toch
moet er een werkgroep worden
opgericht om de gevolgen van het
arrest te bestuderen en de wet te
wijzigen.

Ik ben al van bij de aanvang van
dit debat voorstander van de
vrijstelling voor het gebruik van
25/01/2006
CRIV 51
COM 825
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
jusqu'à présent, nous avons toujours été confrontés à un débat, avec
mon collègue de la Santé publique, sur la capacité ou non d'utiliser
ces produits pour des boissons et autres produits alimentaires.

Néanmoins, je suis toujours disponible pour poursuivre cette
discussion, car je suis favorable à prévoir cette exonération; d'ailleurs,
j'avais introduit cet élément dans la loi. Nous mettrons donc en place
un groupe de travail pour savoir s'il convient de tirer des conclusions
en la matière et pour interroger à nouveau mon collègue de la Santé
publique afin de voir s'il n'y a pas d'objection à tenter d'avancer dès à
présent dans cette voie.
gerecycleerde producten, ondanks
de technische problemen met het
hergebruik ervan. Ik ben altijd
bereid om op deze weg voort te
gaan. Ik zal mijn collega van
Volksgezondheid opnieuw
raadplegen om in deze zaak
vooruitgang te kunnen boeken.
02.03 Véronique Ghenne (PS): Monsieur le ministre, je vous
remercie pour votre réponse. Je suivrai avec attention les travaux du
groupe de travail et je n'hésiterai pas à vous interroger à nouveau.
02.03 Véronique Ghenne (PS):
Ik zal de werkzaamheden van de
werkgroep aandachtig volgen en
zal niet aarzelen u daarover indien
nodig te ondervragen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

Le président: L'interpellation n° 756 de M. Devlies est reportée.
03 Vraag van de heer Carl Devlies aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de
uitvoering van hoofdstuk III van de beleidsnota, meer bepaald het dekken van de
financieringsbehoeften in 2005 en 2006" (nr. 9777)
03 Question de M. Carl Devlies au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "la mise en
oeuvre du chapitre III de la note de politique, à savoir la couverture des besoins de financement en
2005 et en 2006" (n° 9777)
03.01 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik heb het in deze vraag over hoofdstuk III van uw
beleidsnota, meer bepaald over de financieringsbehoeften in 2005 en
2006. Ik stel mij de vraag of de cijfers, die u destijds hebt
vooropgesteld, nog actueel zijn.

Er zijn namelijk twee wijzigingen opgetreden ten opzichte van uw
oorspronkelijke doelstellingen, meer bepaald met betrekking tot de
inkohiering in de personenbelasting.

Voor het aanslagjaar 2005 gaat u daarmee pas in 2006 van start
terwijl u bij het opmaken van de begroting oorspronkelijk nog het idee
had om reeds in het jaar 2005 van start te gaan. Dit zou betekenen
dat u uitgaven zou hebben aan terugbetalingen van inkohieringen van
personenbelasting. Dat is echter niet doorgegaan. U hebt in het jaar
2005 dus geen uitgaven gehad op dat punt.

Inzake de vennootschapsbelasting had u voorzien in de volledige
inkohiering in het jaar 2006. Op het laatste moment hebt u daar echter
op 21 december nog 30 bedrijven manueel ingekohierd, voor een
bedrag van ongeveer 160 miljoen. Dat was niet gepland voor 2005,
maar voor 2006.

Mijn vraag is wat de implicaties zijn van deze twee evoluties op de
cijfers die u in de begroting hebt vooropgesteld. Voor het
begrotingsjaar 2005 had u vooropgesteld dat er 1,7 miljard aan
terugbetalingen zou gebeuren inzake inkohieringen van
personenbelasting. Voor het jaar 2006 hebt u in een bedrag voorzien
03.01 Carl Devlies (CD&V): Le
troisième chapitre de la note de
politique générale du ministre
traite des besoins de financement
en 2005 et en 2006. Je me
demande si ces chiffres sont
encore d'actualité. Pour l'exercice
2005, l'enrôlement de l'impôt des
personnes physiques ne débutera
qu'en 2006, alors qu'il avait
initialement été prévu de
commencer déjà en 2005. Cette
situation a eu pour conséquence
que les remboursements prévus
d'enrôlements n'ont pas eu lieu en
2005 et qu'ils n'ont donc pas
généré de dépenses en 2005.
Celles-ci sont dès lors reportées à
l'année 2006.

Le ministre
avait prévu
l'enrôlement complet de l'impôt
des sociétés en 2006. Le 21
décembre 2005, 30 sociétés ont
toutefois encore enrôlées
manuellement pour un montant de
160 millions d'euros.
CRIV 51
COM 825
25/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
van -2,7 miljard. Door het feit dat u in 2005 geen inkohieringen hebt
gedaan in de personenbelasting, waardoor deze volledig in het jaar
2006 komen, betekent dit dan dat het cijfer van 2005 neerwaarts zal
worden bijgesteld omdat er in 2005 minder terugbetalingen zijn
gebeurd en er misschien meer zullen gebeuren in 2006 dan werd
gepland in de begroting?

Ik kom dan tot de tweede vraag met betrekking tot de
vennootschappen. U had een positief resultaat vooropgesteld van 713
miljoen voor het jaar 2005. Met die 160 miljoen van de manuele
inkohieringen die erbij kwamen, dient dit bedrag te worden aangepast.
Wordt dit bedrag van 713 miljoen opgetrokken? Moet het bedrag dat
u had vooropgesteld voor 2006, te weten 951 miljoen aan positieve
inkohieringen van vennootschapsbelasting, verminderd worden met
160 miljoen?

Dit zijn de vragen waarover ik graag duidelijkheid bekwam van de
minister.
Quelles sont les conséquences de
ces deux modifications sur le plan
budgétaire?
03.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Devlies, momenteel werkt de administratie nog aan de centralisatie
van de bedoelde ontvangsten van de vennootschapsbelasting en de
bedrijfsvoorheffing en ook van de personenbelasting.

Deze gegevens zullen misschien nog in de loop van de maand januari
bekend zijn. Zodra de definitieve resultaten bekend zijn, zal ik u deze
onverwijld meedelen. Er moeten nog een aantal verdelingen gebeuren
van de verschillende soorten belastingen.

Het tweede aspect van uw vraag betreft de budgettaire consequenties
van de start van de inkohiering voor het aanslagjaar 2005. Mijn
administratie heeft mij het volgende antwoord gegeven. Wij moeten
het onderscheid maken tussen het tijdstip van inkohiering en het
tijdstip van betaling van de ingekohierde rechten. U verwijst in uw
vraag naar de gegevens opgenomen in de Belgische begroting. Zoals
u weet, is de Belgische begroting opgemaakt op kasbasis. Het loutere
feit van de aanvang van de inkohiering voor het aanslagjaar 2005
inzake de vennootschapsbelasting in de maand december 2005, roert
in feite de ontvangsten van het jaar 2005 niet. De belastingplichtigen
beschikken immers over een termijn van twee maanden om
ingekohierde rechten te betalen.

Evenmin heeft de niet-inkohiering van de personenbelasting voor het
aanslagjaar 2005 vanaf de maand december 2005 de cijfers van de
Belgische begroting beïnvloed.
03.02 Didier Reynders, ministre:
Mon administration est encore
occupée à centraliser les recettes
définitives de l'impôt des
personnes physiques, de l'impôt
des sociétés et du précompte
professionnel perçues en 2005.
Ces données seront disponibles
dans le courant de ce mois. Je les
transmettrai immédiatement à M.
Devlies.

En ce qui concerne l'enrôlement, il
convient de distinguer le moment
de l'enrôlement de celui où sont
versés les droits enrôlés. Le
budget belge est confectionné sur
la base de caisse. Le début de
l'enrôlement relatif à l'exercice
d'imposition 2005, en matière
d'impôt des sociétés n'a aucune
influence sur les recettes de
l'année 2005. Les contribuables
disposent en effet d'un délai de
deux mois pour payer les droits
enrôlés. Le non-enrôlement de
l'impôt des personnes physiques
2005 à partir de décembre 2005
n'a pas non plus eu d'influence sur
le budget.
03.03 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik meen te kunnen concluderen dat voor het geheel van de
overheid de aanrekening zich situeert in 2005 en voor de federale
overheid nog eens in 2006.

Ik veronderstel dat uw conclusie dan waarschijnlijk is dat u uw
begrotingscijfers niet moet aanpassen?
03.03 Carl Devlies (CD&V) :
Pour l'ensemble des pouvoirs
publics, l'imputation se situe donc
en 2005 et pour l'État fédéral, elle
a lieu en 2006. La conclusion du
ministre sera certainement que
son budget ne doit pas être revu.
25/01/2006
CRIV 51
COM 825
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
03.04 Minister Didier Reynders: Er zijn ook een aantal ESER-
correcties wat de betalingen in januari en februari betreft.
03.04 Didier Reynders, ministre:
Plusieurs corrections sont encore
prévues en fonction de la norme
SEC en ce qui concerne les
paiements effectués en janvier et
février.
03.05 Carl Devlies (CD&V): Dat betekent dan wel een mogelijke
verslechtering van het globaal resultaat van de overheid voor het jaar
2006?
03.05 Carl Devlies (CD&V): Cela
signifie-t-il qu'il se peut que le
résultat global de 2006 se
détériore?
03.06 Minister Didier Reynders: U kunt dat altijd hopen, maar dat is
niet zeker.
03.06 Didier Reynders, ministre:
M. Devlies l'espère peut-être, mais
ce n'est pas encore certain.
03.07 Carl Devlies (CD&V): Ik denk dat het een logische,
samenhangende conclusie is.

Voor het overige wacht ik op de cijfers die u mij onverwijld zult
bezorgen.
03.07 Carl Devlies (CD&V):
J'attends les chiffres que me
fournira le ministre.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van de heer Bart Tommelein aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "het
inbrengen van esthetische ingrepen als beroepskosten" (nr. 9813)
04 Question de M. Bart Tommelein au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "la déduction
des interventions esthétiques à titre de frais professionnels" (n° 9813)
04.01 Bart Tommelein (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik verneem dat er onduidelijkheid bestaat over de
aftrekbaarheid van kosten voor medische ingrepen van esthetische
aard bij mensen voor wie het uiterlijk een rol speelt bij de uitoefening
van hun beroep. Het gaat niet over politici, maar meer bepaald over
acteurs, mannequins, televisiefiguren, podiumkunstenaars en andere
mensen uit de showbizzwereld.

Uit artikel 49 en artikel 53 van het WIB92 volgt dat de voornoemde
kosten fiscaal aftrekbaar zijn, inzoverre ze de beroepsbehoeften niet
op onredelijke wijze overtreffen.

Daarom had ik graag de volgende vragen gesteld.

In welke mate zijn voornoemde uitgaven fiscaal aftrekbaar? Bestaan
er terzake richtlijnen die de administratie in acht neemt?

Ten tweede, hebt u weet van betwistingen over dat soort uitgaven? Zo
ja, om hoeveel gevallen en om welke bedragen gaat het?
04.01 Bart Tommelein (VLD): Un
manque de clarté entoure la
question de la déductibilité du coût
des interventions de chirurgie
esthétique en faveur des
personnes pour lesquelles
l'apparence physique joue un rôle
dans l'exercice de leur profession.
Il découle de l'article 49 et de
l'article 53 du Code des impôts sur
les revenus (CIR) 1992 que ce
coût est fiscalement déductible
dans la mesure où il n'excède pas
de façon déraisonnable les
nécessités professionnelles.

Dans quelle mesure ces dépenses
sont-elles fiscalement
déductibles? Des directives
existent-elles en la matière? Le
ministre a-t-il connaissance de
contestations portant sur ce type
de dépenses?
04.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Tommelein, ik kan u mededelen dat de kosten voor medische
ingrepen van esthetische aard in de regel als uitgaven van
persoonlijke aard, zoals beoogd in artikel 53, 1°, van het Wetboek van
04.02 Didier Reynders, ministre:
Les interventions de chirurgie
esthétique sont normalement
considérées comme des
CRIV 51
COM 825
25/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
de inkomstenbelastingen 1992, moeten worden aangemerkt.

Slechts in specifieke omstandigheden kan van de algemene regel
worden afgeweken. Daarbij zal dan niet enkel het bewijs moeten
worden geleverd dat zulke medische ingrepen noodzakelijk zijn voor
de uitoefening van de beroepswerkzaamheid. Bovendien zal moeten
worden aangetoond dat de beroepswerkzaamheid ook de oorzaak
van de ingreep is.

Ten slotte, ik heb geen kennis van betwistingen op dat vlak. Het is
nuttig om, indien mogelijk, een aantal betwistingen te bekijken.
Daarna kunnen we misschien een nieuwe commentaar geven. Tot nu
toe zijn er in dat verband echter geen betwistingen. Ik ben bereid om
een aantal gevallen te onderzoeken en daarna een heel precieze,
administratieve commentaar te geven.
dépenses ayant un caractère
personnel au sens de l'article 53
du CIR 1992. Il peut être dérogé à
cette règle générale dans des
circonstances spécifiques. Il faut
alors démontrer que l'intervention
est nécessaire à l'exercice de la
profession et que cette profession
est également la cause de cette
intervention. Je n'ai pas
connaissance de contestations à
ce sujet mais je veux bien m'en
enquérir.
04.03 Bart Tommelein (VLD): Mijnheer de minister, in mijn
interpretatie ging ik ervan uit dat beroepskosten die noodzakelijk zijn
voor de uitoefening van het beroep, volgens artikel 49 effectief voor
aftrekbaarheid in aanmerking komen. Natuurlijk moeten daarbij een
aantal zaken in acht worden genomen. Ik ga er immers van uit dat de
beroepskosten niet hoger mogen zijn dan de inkomsten die uit het
beroep worden verworven.

In principe is het dus wel mogelijk.
04.03 Bart Tommelein (VLD):
Mon interprétation n'est donc pas
erronée. Le coût d'une intervention
de cette nature est bien déductible
dans certaines circonstances.
04.04 Minister Didier Reynders: Het is mogelijk. Het gaat weliswaar
om een privé-aangelegenheid, maar we moeten de kosten ook als
professioneel kunnen aanvaarden, mits een aantal bewijzen wordt
geleverd.
04.04 Didier Reynders, ministre:
Il l'est en principe, à condition
toutefois de produire les
justificatifs requis.
04.05 Bart Tommelein (VLD): Mijnheer de minister, ik dank u voor
het antwoord.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van de heer Patrick De Groote aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de
problematiek van de BTW-recuperatie van rioolinvesteringen" (nr. 9928)
05 Question de M. Patrick De Groote au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "la
question de la récupération de la TVA afférente aux investissements relatifs aux réseaux d'égouts"
(n° 9928)
05.01 Patrick De Groote (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, heel wat steden en gemeenten willen hun kans wagen nu er
een BTW-meevaller is voor rioolinvesteringen. De steden en
gemeenten kunnen de BTW op rioolinvesteringen voortaan
grotendeels terugvorderen. De voorwaarde is wel dat ze een
overeenkomst met een drinkwatermaatschappij sluiten om het door
haar geleverde drinkwater af te voeren. Nu de concurrentie terzake
volop speelt, is het beheer der rioleringen immers een BTW-plichtige
handeling geworden. Als de gemeenten de BTW-heffingen op hun
investeringen willen recupereren, dient er dus een hele
administratieve mallemolen te worden doorworsteld, waarbij kan
worden vastgesteld dat niet alle steden en gemeenten juist weten hoe
een en ander dient te verlopen. Of ook onrechtstreekse investeringen
in het rioleringsstelsel, zoals bijvoorbeeld het net houden van
afvoerputjes en het aankopen van veegmachines, in aanmerking
05.01 Patrick De Groote (N-VA):
Les villes et les communes
peuvent dorénavant récupérer la
majeure partie de la TVA afférente
aux investissements relatifs aux
réseaux d'égouts si elles
concluent un accord avec une
société de distribution d'eau
potable. À présent que la
concurrence joue un rôle
prépondérant, la gestion des
réseaux d'égouts est devenue une
activité assujettie à la TVA. De
nombreuses villes et communes
ignorent toutefois comment elles
25/01/2006
CRIV 51
COM 825
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
komen om de BTW te recupereren, weten zij niet duidelijk. Dat is
helemaal niet duidelijk.

Daarom drie korte vragen.

Hebben de steden en gemeenten al concrete informatie vernomen
over deze BTW-recuperatiemogelijkheid? Vanaf welke datum geldt
dit? Is er een herzieningstermijn?

Komen er naast rechtstreekse investeringen in het rioleringsstelsel
ook onrechtstreekse investeringen in aanmerking?

Ten derde, is het in het kader van de door de federale overheid zo
vaak gepromote administratieve vereenvoudiging niet opportuun om
alle investeringen die betrekking hebben op het rioleringsstelsel ­
rechtstreeks of onrechtstreeks ­ zonder onderscheid aan het laagste
BTW-tarief van 6 procent te onderwerpen?
peuvent récupérer leurs
investissements. Il n'est
également pas précisé si les
investissements indirects relatifs
aux réseaux d'égouts entrent
également en ligne de compte.

Les villes et les communes ont-
elles déjà reçu des informations
concrètes? À partir de quand
pourront-elles récupérer la TVA?
Existe-t-il un délai de révision? Les
investissements indirects entrent-
ils également en ligne de compte?
Ne serait-il pas opportun, dans le
cadre de la simplification
administrative, de soumettre sans
distinction tous les
investissements relatifs aux
réseaux d'égouts au taux de TVA
le plus bas de 6%?
05.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, mijnheer De
Groote, de gemeenten kunnen hun recht op aftrek uitoefenen
overeenkomstig artikel 45, § 1, van het BTW-wetboek vanaf het
tijdstip waarop ze de hoedanigheid hebben van BTW-
belastingplichtige voor het inzamelen en afvoeren van afvalwater. In
geval van twijfel nopens de draagwijdte van dat recht op aftrek,
kunnen de betrokken gemeenten zich richten tot het BTW-
controlekantoor waaronder ze ressorteren. Ik heb aan de gemeenten
altijd gezegd dat ze naar hun BTW-controlekantoor moeten gaan.

De heer De Groote zal begrijpen dat het niet mogelijk is om voor
iedere belastingplichtige een exhaustieve lijst te geven van
handelingen waarvoor de betrokkene een recht op aftrek kan
genieten. Het is in ieder geval noodzakelijk dat er een rechtstreeks
verband bestaat tussen de gedane uitgaven en de activiteit waarvoor
de betrokken gemeente de hoedanigheid heeft van belastingplichtige,
wat volgens mij niet het geval is voor onder meer veegmachines.

Dat is nu zeer duidelijk voor de administratie.

De administratie wordt thans verzocht zich uit te spreken over het
recht op aftrek in hoofde van de Vlaamse gemeenten die de
hoedanigheid van belastingplichtige hebben in het raam van hun
activiteiten inzake het inzamelen en afvoeren van afvalwater,
inzonderheid wat de herziening in hun voordeel betreft van de BTW-
heffing op bedrijfsmiddelen.

Die problematiek maakt overigens het voorwerp uit van een overleg
tussen mijn diensten en het kabinet van de staatssecretaris, dat heeft
plaatsgevonden op woensdag 18 januari 2006.

Ten slotte, wijs ik u erop dat de toepassing van het verlaagde tarief
van 6% in het door u beoogde geval niet mogelijk is op grond van
bijlage A bij de zesde BTW-richtlijn. Het is onmogelijk naar dat
verlaagde tarief te gaan.
05.02 Didier Reynders, ministre:
En vertu de l'article 45 du Code de
la TVA, les communes peuvent
exercer leur droit de récupération
à partir du moment où elles sont
assujetties à la TVA en matière de
collecte et d'évacuation d'eaux
usées.

En cas de doute, elles peuvent
s'adresser à leur bureau de
contrôle de la TVA. Un lien direct
doit exister entre les
investissements et l'activité pour
laquelle la commune concernée
revêt la qualité d'assujetti.

J'ai demandé à mon
administration de se prononcer sur
le droit de déduction pour les
communes flamandes qui sont
assujetties à l'impôt dû pour la
collecte et l'évacuation des eaux
usées, notamment en ce qui
concerne la révision, à leur
avantage, de la TVA sur les biens
d'investissement. Je me suis déjà
concerté à ce sujet avec le cabinet
du secrétaire d'État le 18 janvier
2006.

Il n'est pas possible d'appliquer le
taux réduit de 6% à tous les
investissements en vertu de
l'annexe H de la sixième directive
TVA.
CRIV 51
COM 825
25/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
Ik herhaal, het is de beste oplossing voor alle gemeenten om naar
hun BTW-controlekantoor te gaan. Wij zullen een algemeen antwoord
geven via mijn diensten en daarna een precieze toepassing uitwerken
inzake de verschillende uitgaven en inzake de draagwijdte van het
recht van specifieke gemeenten om een terugbetaling te krijgen. De
gemeente moet daarvoor belastingplichtige zijn, wat de BTW betreft.
05.03 Patrick De Groote (N-VA): Mijnheer de minister, ik dank u
voor uw antwoord. Ik heb geen repliek, mijnheer de voorzitter.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Samengevoegde vragen van
- de heer Carl Devlies aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de kostprijs van de
notionele intresten" (nr. 9815)
- de heer Hagen Goyvaerts aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "het succes en
de kosten van de aftrek van de notionele interesten" (nr. 9896)
06 Questions jointes de
- M. Carl Devlies au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "le coût des intérêts
notionnels" (n° 9815)
- M. Hagen Goyvaerts au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "le succès et le coût de la
déduction des intérêts notionnels" (n° 9896)
06.01 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, de wet op de notionele intresten is er gekomen, mede
dankzij de steun van CD&V. De minister zal zich nog wel herinneren
dat zijn Franstalige coalitiepartner, de PS, nogal onwillig was. De
steun die CD&V heeft gegeven, ook gebaseerd op een wetsvoorstel
dat wijzelf een paar maanden eerder hadden ingediend, is wel van
pas gekomen.

Wij staan uiteraard nog altijd positief ten opzichte van die maatregel.

We hebben wel een discussie gehad over de kostprijs van die
maatregel, die u destijds berekende op 566 miljoen euro, eens de
maatregel op kruissnelheid zou zijn gekomen.

Mijnheer de minister, wat betekent dat concreet voor de begrotingen
van 2006, 2007 en 2008?

Via de kranten, onder meer De Tijd en De Standaard, die blijkbaar
journalisten in uw gezelschap hadden tijdens uw reis in de Verenigde
Staten, journalisten die ook contact hebben gehad met de belangrijke
groep van fiscalisten die u vergezelde, verneem ik dat door die
fiscalisten wel wat bedenkingen werden gemaakt bij de kostprijs van
de notionele intresten. Die groep van fiscalisten was zo goed als
eenparig van oordeel dat de uiteindelijke kosten van de notionele
intresten veel hoger zouden zijn voor de begroting dan door u
geraamd.

Graag had ik uw standpunt daarover gekend.

Gebeuren er momenteel binnen uw administratie berekeningen om na
te gaan of u de oorspronkelijke cijfers nog altijd kunt handhaven of
bent u van plan een herberekening te doen? Graag had ik uw visie
daarover gekend.
06.01 Carl Devlies (CD&V): La
loi relative aux intérêts notionnels
a été votée notamment grâce au
soutien du CD&V. Nous sommes
toujours favorables à cette
mesure. Lors des discussions, le
ministre avait estimé le coût de la
mesure à 566 millions d'euros.
Quelle est son incidence concrète
pour les budgets 2006, 2007 et
2008?

Dans les quotidiens "De Tijd" et
"De Standaard", nous avons
appris que quasiment tous les
fiscalistes qui ont participé au
voyage promotionnel du
gouvernement aux États-Unis
partent du principe que la mesure
coûtera finalement beaucoup plus
cher. Le ministre est-il d'accord et
procédera-t-il à une nouvelle
évaluation du coût de cette
mesure?
25/01/2006
CRIV 51
COM 825
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
06.02 Hagen Goyvaerts (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, naar aanleiding van uw werkbezoek konden we
in de pers een uitgebreid verslag lezen van de zogenaamde
toezeggingen die verschillende Amerikaanse bedrijven hebben
gedaan naar aanleiding van de missie in de Verenigde Staten.

Waar de regering liet uitschijnen dat de missie een succes was en het
enthousiasme overdonderend, blijkt uit de commentaren van de
betrokken bedrijfsleiders van de lokale filialen en niet van de
Amerikaanse hoofdkantoren dat die engagementen niet echt concreet
zijn. Ik verwijs naar de commentaren die gegeven zijn door de lokale
directies van Johnson &Johnson waar die 100 miljoen euro die men in
New York had aangekondigd in feite deel uitmaakt van de reguliere
investering die dat bedrijf doet. Hetzelfde geldt voor de Europese
dochter van The Bank of New York. Eenzelfde verhaal wat Cargill
betreft dat in Gent een fabriek voor biodiesel wilde neerzetten en
hiervoor een investering zou doen. Thans blijkt dat Cargill slechts
kandidaat is voor de bouw van een dergelijk bedrijf en dat het zeker
nog niet vaststaat dat hier 75 miljoen euro als kost tegenover staat.

Het klopt dat in uw begeleiding tijdens uw reis naar de VS een aantal
fiscalisten aanwezig was. Zij en ook degenen die ten lande zijn
gebleven en het dossier met betrekking tot de notionele aftrek
beheersen, zijn tot de conclusie gekomen dat de geraamde
566 miljoen euro eerder aan de lage kant zal zijn. Hierover zouden
een aantal elementen of voorberekeningen circuleren waar getallen
van 1,5 à 2 miljard euro worden vermeld.

Mijnheer de minister, de vraag is de volgende. Klopt dit? Kan het zijn
dat uw berekening van 566 miljoen euro niet echt overeenstemt met
datgene wat u ervan verwacht of verwacht kan worden? Zo ja, op
welke manier zal de regering de grotere impact opvangen dan de 566
miljoen die in de begroting 2006 is voorzien?

Ten tweede, men hoort zeggen dat deze maatregel weliswaar geld
kost maar dat er terugverdieneffecten worden verwacht. Hoe zit het
met de terugverdieneffecten? Voor het begrotingsjaar 2006 zal dit
kritisch of zelfs te vroeg zijn. Hoe staat het met de
terugverdieneffecten in 2007 en 2008? Op welke manier wordt dit
becijferd? Ik neem aan dat op een gegeven ogenblik een rekenblad is
naar boven gehaald.

De hogere kost kan ons niet echt verbazen, mijnheer de minister,
omdat nogal wat bedrijven en ondernemingen hun vermogen aan het
herschikken zijn om te kunnen voldoen aan de voorwaarden die de
notionele aftrek vooropstellen om van dit stelsel te kunnen genieten.

Daar bestaan in de vakliteratuur al heel wat artikels over en ook bij uw
diensten. U hebt daarover al een aantal interne nota's verspreid. Een
vraag die ik mij stel is, waar men daar de grens trekt. Op een
gegeven moment zijn er bedrijven die waarschijnlijk te goeder trouw
van die notionele intrestaftrek gebruik maken maar anderzijds zou
men om zuiver bedrijfseconomische redenen in dat systeem kunnen
stappen. De vraag is dan natuurlijk waar de scheidingslijn ligt, tot waar
het wel kan en vanaf waar mogelijk misbruik begint. Ik denk niet dat
er momenteel misbruik is, verre van. Ik denk dat de administratie
daarvoor waakzaam moet zijn.
06.02 Hagen Goyvaerts (Vlaams
Belang): Après sa mission aux
États-Unis, le gouvernement a
laissé entendre que des
entreprises américaines
réagissaient avec beaucoup
d'enthousiasme à l'idée d'investir
chez nous mais il s'avère qu'aucun
engagement concret n'a encore
été pris à ce jour par les filiales
locales de ces entreprises.

La réduction des recettes de
l'impôt des sociétés à la suite de la
déduction des intérêts notionnels
est estimée à 566 millions d'euros
mais, selon certains fiscalistes, il
s'agirait de 1,5 à 2 milliards
d'euros. Cette information est-elle
exacte et comment l'incidence
budgétaire accrue sera-t-elle
compensée? Quelles seront les
retombées positives pour les
budgets 2006, 2007 et 2008?
Comment ces retombées positives
sont-elles chiffrées?

Les entreprises ajustent leurs
fonds propres compte tenu de la
déduction des intérêts notionnels.
Jusqu'où peuvent aller les
techniques d'optimalisation et à
partir de quand peut-on parler
d'abus? Le gouvernement prévoit-
il des mesures anti-abus et une
concertation a-t-elle été organisée
à ce sujet au sein du
gouvernement ainsi qu'avec le
secteur financier?
CRIV 51
COM 825
25/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
Mijn vraag is gewoon of de regering, op een min of meer officiële
manier dan, een antimisbruikmaatregel voorbereidt. Zo ja, hoe gaat u
dat regelen: bij wet, door middel van een circulaire of bij koninklijk
besluit? Bestaat daarover momenteel overleg in uw departement? Is
hierover ook overleg voorzien met de financiële sector?
06.03 Minister Didier Reynders: Mijnheer Devlies, mijnheer
Goyvaerts, u vreest een te groot succes van deze maatregel. Goed,
dank u. Misschien zal dat het geval zijn. We zullen dat zien.

Misschien moet ik even aan de inhoud van de maatregel herinneren.
We kunnen de budgettaire omvang ervan immers niet aansnijden
zonder terug te komen op de inhoud van de nieuwe schikking op het
vlak van de vennootschapsbelasting die bepaalde bronnen, van
dezelfde aard als de bronnen waarnaar de heer Devlies verwijst, als
de belangrijkste hervorming van de huidige zittingsperiode
beschouwen. Ik heb dat gelezen in de pers.

Ik wens te herhalen dat deze hervorming ondernemingen de
mogelijkheid biedt om een notionele intrest op het risicokapitaal af te
trekken van hun belastbare basis. Concreet wordt de intrest berekend
die de onderneming had moeten betalen als ze zichzelf niet met eigen
middelen maar met vreemd vermogen had gefinancierd.

Het aftrektarief wordt telkens voor elk aanslagjaar vastgesteld. Voor
het eerste aanslagjaar, dus het aanslagjaar 2007 met betrekking tot
de inkomsten van 2006, is het toepasbaar tarief gelijk aan het
gemiddeld tarief van de door de Belgische staat uitgegeven lineaire
obligaties op tien jaar, vastgesteld volgens de bijdrage van die
obligaties in 2005. Het is nu gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad
en bedraagt 3,442%. Dat is dus minder dan voorzien werd bij de
bespreking van de wet, namelijk 3,5% voor een correcte
begrotingsberekening. Nu blijkt het minder te zijn. We zullen dus
misschien een lagere kost hebben.

Voor de latere aanslagjaren wordt het toepasbaar tarief bepaald met
inachtneming van het gemiddeld tarief van de door de Belgische Staat
uitgegeven lineaire obligaties op tien jaar voor het voorlaatste jaar dat
voorafgaat aan het jaar waarvan het duizendtal naar het aanslagjaar
verwijst, met dien verstande dat het aftrektarief voor het risicokapitaal
telkens slechts 1 procentpunt mag afwijken van het tarief dat voor het
vorig aanslagjaar werd toegepast. Het toepasbaar tarief mag
daarenboven niet meer dan 6,5% bedragen. Van dit bedrag kan
echter worden afgeweken bij een door de Ministerraad overlegd
koninklijk besluit.

Behalve de notionele interest voert de wet nog een tweede maatregel
in ten gunste van de vennootschappen: de afschaffing van het
registratierecht op de inbreng in een vennootschap.

Van bij het begin van de regeerperiode heeft de regering duidelijk
gemaakt dat zij zowel voor de natuurlijke personen als voor de
ondernemingen de last van de directe belastingen wou verlichten.
Deze maatregel past rechtstreeks in het kader van die intentie.
Aangezien het in 1942 ingevoerde systeem van de coördinatiecentra
nog steeds door de Europese Commissie werd bekritiseerd, was het
absoluut noodzakelijk hen een rechtszekerheid te waarborgen.
06.03 Didier Reynders, ministre:
Je me félicite de constater que les
auteurs des questions craignent
que cette mesure rencontre un
succès trop important. La
déduction des intérêts notionnels
sur le capital à risques des
entreprises constitue notre
principale réforme sur le plan de
l'impôt des sociétés.
Concrètement, on calcule l'intérêt
qu'aurait dû payer l'entreprise si
elle avait assuré son financement
non sur ses fonds propres, mais
en ayant recours à des fonds de
tiers.

Le taux de déductibilité est fixé
pour chaque exercice d'imposition.
Pour le premier concerné, à savoir
2007, ce taux sera égal au taux
moyen des obligations linéaires à
10 ans émises par la Belgique en
2005, c'est-à-dire 3,442%. Pour
déterminer les taux de déductibilité
des exercices d'imposition
suivants, on se basera chaque fois
sur la situation ayant prévalu deux
ans auparavant, tout en respectant
la règle selon laquelle le taux ne
devra jamais s'écarter que d'un
point de pourcentage du taux de
l'exercice précédent. Le tarif
applicable ne devra pas non plus
excéder 6,5%, mais il sera
possible de déroger à cette règle
moyennant un arrêté fixé à l'issue
d'une concertation en Conseil des
ministres.

Une deuxième mesure concerne
la suppression du droit
d'enregistrement dû pour l'apport
d'actions dans une société. Ce
gouvernement s'est en effet fixé
pour objectif de réduire les impôts
directs, tant pour les personnes
physiques que pour les
entreprises. Étant donné que le
système des centres de
coordination instauré en 1982 est
toujours en butte aux critiques de
25/01/2006
CRIV 51
COM 825
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
Wij mogen ook niet uit het oog verliezen dat er voor de invoering van
de notionele intrest, sinds de
invoering van een
vennootschapsbelasting in 1962, een overduidelijke discriminatie
bestond tussen eigen vermogen en geleend vermogen. Deze
maatregel maakt nu een einde aan deze discriminatie, wat ook zal
leiden tot een toename van het eigen vermogen van de
ondernemingen en in het bijzonder van de KMO's, waaraan in het
kader van de nieuwe aftrek bijzondere aandacht wordt besteed.

Een dergelijke maatregel ten gunste van de economie zal tal van
terugverdieneffecten hebben. Zo zal de aan de coördinatiecentra
toegekende rechtszekerheid het concurrentievermogen van ons land
vergroten en ertoe bijdragen dat deze structuren niet vertrekken.

De invoering van de notionele interest komt neer op de toepassing
van een verlaagde aanslagvoet op de vennootschapsbelasting, wat
nieuwe investeerders zal aantrekken of de reeds aanwezige
investeerders die hun aanwezigheid willen versterken, zal
geruststellen.

Ten slotte zal het feit dat op KMO's een hoger aftrektarief wordt
toegepast hen ertoe aanmoedigen hun eigen middelen uit te breiden,
wat hun solvabiliteit en duurzaamheid zal verbeteren. U hebt wellicht
begrepen dat de maatregel van de notionele interest de economische
activiteit mede zal ondersteunen.

De jaarlijkse begrotingsimpact van de maatregel ­ de kostprijs van de
aftrek, waaronder de verhoging voor de KMO's en de afschaffing van
het inbrengrecht ­ wordt op 566 miljoen euro geraamd. Het gaat om
een bruto begrotingsimpact, die door de administratie werd berekend
en geen rekening houdt met het terugverdieneffect.

Hoewel wij in dit stadium het terugverdieneffect nog niet precies
kunnen inschatten, is het toch interessant erop te wijzen dat de
ontvangsten uit de vennootschapsbelasting in procenten van het bbp
lijken te stijgen naarmate de aanslagvoet lager is. Dat blijkt te kloppen
wanneer wij bijvoorbeeld België en Ierland met elkaar vergelijken.
Hoewel de gemiddelde aanslagvoet op de vennootschapsbelasting in
Ierland gelijk is aan 12,5%, en dus veel lager ligt dan de Belgische
aanslagvoet van 40,17%, gedurende de vorige regeerperiodes, zijn de
ontvangsten uit de vennootschapsbelasting in Ierland tussen 2001 en
2003 van 3,6 naar 3,8% van het bbp gestegen. In diezelfde periode
zakte het percentage in België van 3 naar 2,7% van het bbp. Vanaf
2003 werd de aanslagvoet in België verlaagd tot 33,99%. Deze
verlaging nam niet weg dat de ontvangsten uit de
vennootschapsbelasting zijn gestegen tot 3% in 2004 en 3,1% in
2005. Het tarief werd dus verlaagd, maar de ontvangsten voor de
Staat stegen. Dat is een zeer goede evolutie voor de bedrijven en de
Staat.

Een andere Belgische situatie illustreert deze realiteit perfect. De heer
Devlies en de heer Goyvaerts kennen wellicht alle details. In
Vlaanderen leidt de tariefverlaging met betrekking tot de
registratierechten al twee jaar tot een ontvangststijging van 20%. Dat
is dus een interessante evolutie: een verlaging van de tarieven en een
verhoging van de ontvangsten. Ik heb altijd gezegd dat dit ook geldt
voor de personenbelasting, gedurende de fiscale hervorming.
la Commission, il était nécessaire
de proposer une sécurité juridique
suffisante.

Avant l'instauration des intérêts
notionnels, il y avait une
discrimination entre fonds propres
et fonds empruntés. Aujourd'hui,
cette discrimination n'existe plus,
ce qui conduira à une
augmentation des fonds propres
des entreprises et, en particulier,
des PME. Cette mesure va
relancer l'économie, accroître la
compétitivité de nos entreprises et
renforcer en même temps les
centres de coordination, ce qui
générera également des
retombées positives. La déduction
des intérêts notionnels équivaut à
une réduction du taux de l'impôt
sur les sociétés, ce qui ne
manquera pas d'attirer de
nouveaux investisseurs ou de
rassurer ceux qui se sont déjà
implantés chez nous. La mesure
incite les PME à augmenter leurs
fonds propres, ce qui renforcera
d'autant leur solvabilité et leur
longévité.

En chiffres bruts, l'impact
budgétaire annuel est évalué à
566 millions d'euros sans tenir
compte des retombées positives.
Nous ne pouvons pas encore
chiffrer avec précision ces
retombées positives mais nous
savons que les recettes de l'impôt
des sociétés augmentent
proportionnellement à la réduction
du taux d'imposition. À partir de
2003, le taux d'imposition a été
ramené de 40,17 à 33,99%, ce qui
n'a pas empêché les recettes de
grimper en passant de 2,7% du
PIB en 2003 à 3,1% en 2005. La
mesure est dès lors positive pour
les entreprises et pour l'État. En
Flandre, la baisse des droits
d'enregistrement a même entraîné
une hausse de 20% des recettes
sur deux ans.

Toute mesure ayant une incidence
budgétaire fait régulièrement
l'objet d'une évaluation,
principalement lors du contrôle
CRIV 51
COM 825
25/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
U zult wel begrijpen dat wij momenteel niet over gedetailleerde,
kwantitatieve gegevens beschikken, aangezien de maatregel nog
maar 25 dagen van kracht is. De vragen die de pers zich stelde bij de
bruto begrotingsweerslag, zijn waarschijnlijk een reactie op het feit dat
de gezagsdragers, zowel in het buitenland als in België, hun
enthousiasme tonen voor deze nieuwe verlaging van het
vennootschapsbelastingtarief.

Als de maatregel inderdaad nieuwe investeerders in België aantrekt,
zal dit alles de kostprijs van de maatregel verlagen. Ik denk daarbij
aan extra, niet-geraamde ontvangsten in de vennootschapsbelasting,
extra banen en dus extra personenbelastingen, BTW, accijnzen en
dergelijke meer. Dit is allemaal zeer positief en het verheugt mij dat
anderen mijn enthousiasme delen.

Zoals voor alle maatregelen met een begrotingsweerslag zal bij de
regelmatig gevoerde werkzaamheden en in het bijzonder tijdens de
begrotingscontrole worden onderzocht of het nodig is deze bedragen
aan te passen. Inzake de controle bestaan al een aantal regels voor
een normale controle van de vennootschappen. Er is ook een controle
van de financiële instellingen door de CBFA.

Ik dank een aantal journalisten, analisten en leden van de Kamer voor
het uiten van hun vrees inzake een te groot succes van het verlagen
van het tarief van de vennootschapsbelasting. Ik heb in de Kamer en
bij vele werkgeversorganisaties gehoord dat een dergelijke verlaging
noodzakelijk was. Ik lees nu dat de verlaging misschien te groot is. De
CD&V en andere partijen vinden dat de verlaging misschien te groot
is, dat we de limiet hebben bereikt. We zullen zien. Ik hoop dat het
mogelijk zal zijn om meer activiteit te krijgen en meer jobs te creëren
in België.
budgétaire. Il en ira également
ainsi pour cette mesure. Je me
félicite que certains craignent un
trop grand succès. Tout le monde
était d'accord pour dire que l'impôt
des sociétés devait être abaissé. À
présent que c'est chose faite,
d'aucuns estiment que nous avons
été trop loin, mais il s'agit là de la
seule façon de créer des emplois.
06.04 Carl Devlies (CD&V): De minister geeft een antwoord en er
zijn twee verschillende vragen gesteld. Ik heb het gevoel dat hij niet
goed heeft geluisterd naar de vragen die ik heb gesteld en de
randbemerkingen die ik heb gemaakt.

Ik heb ook verwezen naar ons eigen wetsvoorstel nr. 1704, onder de
benaming autofinancieringsaftrek. Dit voorstel heeft ongeveer
dezelfde inhoud als het wetsontwerp dat de regering later heeft
neergelegd. In ons voorstel was ook voorzien in de afschaffing van de
registratierechten. U hebt destijds zelf de beperking van artikel 9
ingevoerd. Wij hadden daarin niet voorzien. Wij hebben u achteraf
ook geholpen om dit weg te werken. Wat deze maatregel betreft,
zitten wij dus op dezelfde golflengte. U moet mij absoluut niet
overtuigen. Uw hele discours bestond erin nog eens te vermelden hoe
deze maatregelen functioneren, maar wij weten dat perfect.

Wij hebben ook eigen berekeningen gemaakt. In ons wetsvoorstel
hadden wij berekeningen gemaakt van de kostprijs van deze operatie.
Onze berekeningen kwamen uit op een iets hoger bedrag dan uw
berekeningen maar dat is bijkomstig. Ik wil enkel zeggen dat wij 100%
achter deze maatregel staan. U weet dat maar u hebt het niet nodig
gevonden om in uw antwoord daarover iets te zeggen. Ik vind dat een
beetje spijtig. Ik denk dat een correct spel kan gespeeld worden
tussen meerderheid en oppositie. U zou dat ook kunnen erkennen.

Als u spreekt over antimisbruik ­ een collega heeft daarover een
06.04 Carl Devlies (CD&V): Le
ministre n'a pas répondu à mes
questions. J'ai fait référence à
notre proposition de loi n° 1704 sur
la déduction pour autofinancement
dont la teneur est quasiment
identique. La différence est que
nous proposons également la
déduction pour les droits
d'enregistrement. Nous sommes
donc bel et bien sur la même
longueur d'ondes. Le ministre sait
parfaitement bien que nous
soutenons pleinement la mesure,
mais il n'y fait délibérément pas
référence.

Je ne vois aucun inconvénient à
ce que le ministre parle d'anti-
abus. Le projet de loi adopté est
suffisamment clair sur la question
de savoir quand les mesures sont
applicables et quand elles ne le
sont pas. Il n'y a pas de problèmes
au niveau législatif. Les tarifs ont
été réduits en 2002, mais la base
25/01/2006
CRIV 51
COM 825
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
vraag gesteld ­ heb ik daar persoonlijk geen probleem mee. Het
goedgekeurd wetsontwerp is voldoende duidelijk. Daarin wordt
duidelijk voorzien in welke gevallen de maatregelen van toepassing
zijn en in welke gevallen niet. Er is een ganse reeks van bepalingen
die erin voorziet dat er geen misbruik zou kunnen worden gemaakt. Ik
denk dat men daar goed zit met het wetgevend werk. In tegenstelling
tot andere wetten, heeft men hier wel goed gewerkt.

De vergelijking die de minister maakt met Ierland, is niet volledig
correct. De conclusie die hij neemt voor Ierland is juist, maar de
vergelijking met de hervorming in België van 2002 klopt niet. Oorzaak
en resultaat staan daar niet in verhouding, zoals u dat stelt. In 2002
hebt u inderdaad een verlaging van de tarieven doorgevoerd, maar
tegelijkertijd was er een verhoging van de belastbare basis zodat er ­
we zullen weldra de resultaten van de studie van het Rekenhof zien
en we hebben andere studies van universitaire instellingen gelezen ­
aan de feitelijke belastingdruk op dat moment niets is gewijzigd. Wat
is er natuurlijk gebeurd in België door de herneming van de
economische groei na de problemen van 1999 tot 2001? Daardoor
zijn de winstcijfers van de ondernemingen verbeterd en zijn de
ontvangsten toegenomen. Dit is een slecht voorbeeld om te zeggen
dat een verlaging van de tarieven aanleiding heeft gegeven tot een
hogere ontvangst. Voor Ierland hebt u gelijk. U hebt ook gelijk met
betrekking tot de tarieven van de successie, die door de Vlaamse
Gemeenschap zijn verlaagd. Daarin hebt u gelijk, maar u mag die lijn
niet doortrekken naar België.

Ik vraag mij af, mijnheer de minister, of het niet nuttig is dat het
Rekenhof, zoals dat gebeurt voor de hervorming van 2002, ook de
effecten van deze maatregel zou bekijken.
imposable a été augmentée dans
le même temps. De ce fait, la
pression fiscale réelle n'a pas
diminué en Belgique à ce moment.
L'explication du ministre
concernant les droits de
succession en Flandre est
toutefois exacte. La Cour des
comptes devrait examiner
l'incidence de cette mesure,
comme elle l'a fait pour la réforme
de 2002.
De voorzitter: Het is wel een beetje vroeg om dat te doen.
06.05 Carl Devlies (CD&V): In 2002 heeft men dat op hetzelfde
moment gedaan of toch kort nadien. Er moest een evaluatie komen.
Ik was op dat moment nog niet in het Parlement, maar ik meen
begrepen te hebben dat men toen praktisch van...
De voorzitter: Mijnheer Devlies, het is geen interpellatie. U bent al ruimschoots over uw tijd en er zijn nog
andere mensen die hun vraag willen stellen.
06.06 Carl Devlies (CD&V): Mijn vraag was kort, maar de minister
heeft uitgebreid over een aantal andere zaken gesproken.
De voorzitter: Ik heb u laten uitspreken, maar nu begint het een beetje lang te worden. U kunt daarop later
terugkomen. Ik heb daar geen probleem mee, maar er moeten vandaag nog veel mensen aan bod komen.
06.07 Hagen Goyvaerts (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
misschien moeten we ons opnieuw verontschuldigen dat we een
vraag stellen over de notionele intrestaftrek. Ik weet het niet.

Wat is de bekommernis, mijnheer de minister? Ik denk niet dat we
moeten twijfelen aan het mogelijk succes van de maatregel die deze
regering daaromtrent neemt, maar ik denk dat we een onderscheid
moeten maken tussen binnenlands succes en buitenlands succes.

U bent natuurlijk naar Amerika gegaan.
06.07 Hagen Goyvaerts (Vlaams
Belang): Nous ne devons pas
douter de l'éventuel succès de
l'instauration de la déduction des
intérêts notionnels, mais nous
devons faire la distinction entre le
succès au niveau national et
international.
CRIV 51
COM 825
25/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
06.08 Minister Didier Reynders: Wij kregen niets dan applaus in het
buitenland. Dat kan ik u verzekeren. In het binnenland daarentegen,
...
06.09 Hagen Goyvaerts (Vlaams Belang): U maakt er natuurlijk een
hele show van. Nu blijkt echter dat de verkondigingen die aan de
overkant van de plas werden gemaakt, hier ten lande niet helemaal
kloppen of niet helemaal de voorgehouden investeringen zullen
voorstellen.

Dat een aantal KMO's van het principe van de notionele intrestaftrek
gebruik zullen maken, is ongetwijfeld waar.

Als wij vragen of de begrotingsimpact groter zou kunnen zijn dan de
genoemde 566 miljoen euro, dan doen wij dat met reden. Als we
kijken naar een buurland dat ook heeft overwogen om de maatregel in
te voeren ­ ik kijk dan naar Nederland, waar uw liberale evenknie,
minister van Financiën Zalm, ook de oefening heeft gemaakt ­, dan
merken wij dat zij daar op een veel groter bedrag uitkwamen. Ik geloof
dat het om 3,5 miljard euro gaat. Terwijl zij nog niet in het wetgevend
kader waren beland en de maatregelen dan ook onmiddellijk hebben
ingetrokken, is de wet hier goedgekeurd. Hier zal er dus een
begrotingsimpact zijn.

De oppositie zou dan nog niet mogen vragen wat u zal doen, mocht
de impact op uw begroting groter zijn. Laat ons hopen dat dit niet zo
is.
06.09 Hagen Goyvaerts (Vlaams
Belang): Il est clair que nous
devons examiner si l'impact
budgétaire dépasse les 566
millions d'euros. Les Pays-Bas ont
également envisagé d'instaurer
cette mesure, mais lorsqu'ils ont
constaté que son coût serait
beaucoup plus élevé que prévu, ils
ne l'ont pas adoptée.
06.10 Minister Didier Reynders: In Nederland is er een tekort.
06.11 Hagen Goyvaerts (Vlaams Belang): Mijnheer de minister, we
kunnen natuurlijk de discussie voeren over tekorten en over de
staatsschuld. Zij kennen een veel lagere belastingsdruk. Wij kunnen
dat wieltje terug ophalen. Vermits de voorzitter heeft gevraagd om
kort te zijn in onze repliek, wou ik mij echter beperken tot de
elementen die inzake de notionele intrestaftrek voorlagen.

U zegt dat de misbruikmaatregelen, zoals ze in de huidige wet werden
ingeschreven, voldoende zijn. Ik help u dat hopen. We zullen evenwel
zien wat de toekomst zal brengen.
06.11 Hagen Goyvaerts (Vlaams
Belang): L'avenir nous dira si les
mesures anti-abus suffiront.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de vice-eerste minister en minister van Financiën
over "de verkoopoperaties van gebouwen in 2005 en 2006" (nr. 9825)
07 Question de M. Servais Verherstraeten au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "les
opérations de vente de bâtiments en 2005 et en 2006" (n° 9825)
07.01 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de minister, u weet
dat ik een zeer koele minnaar ben van de verkoop en het
wederinhuren van het onroerend patrimonium dat de Belgische
overheid heeft. U weet uiteraard net als ik dat het vooral gaat om
eenmalige operaties om begrotingen op te smukken. Dat heeft
natuurlijk tot gevolg dat er heel wat facturen worden doorgeschoven
naar de toekomst.

Ik meen uit berekeningen af te leiden dat wat de verkopen betreft die
07.01 Servais Verherstraeten
(CD&V): Les opérations "sale and
lease
back" appliquées au
patrimoine immobilier de l'État
belge ont pour but de présenter le
budget actuel sous un jour plus
favorable. Les factures sont
reportées à plus tard. Si les ventes
effectuées jusque fin 2004 sont
25/01/2006
CRIV 51
COM 825
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
tot 2004 werden ingecalculeerd, het reeds over meer dan 200 miljoen
euro op jaarbasis gaat. Dat bedrag neemt uiteraard toe, ook onder
meer door de verkopen die hebben plaatsgevonden in de loop van
2005, en die welke wellicht nog zullen volgen in het raam van de
geplande bevak-operatie.

Vandaar eigenlijk mijn volgende concrete vragen aan u, nu 2005 is
verstreken, mijnheer de minister.

Welke gebouwen zijn in 2005 ondertussen verkocht, of desgevallend
in 2006? In welke gevallen gaat het om sale-and-lease-back-
operaties? Hoeveel kost het opnieuw inhuren van die gebouwen, per
gebouw? De huurprijs? De indexaties? Welke andere lasten neemt u
op zich, zoals eigenaaronderhoud, taksen, andere verplichtingen?
Wat is de duurtijd van elk van die huurcontracten afzonderlijk?

Hebt u, mijnheer de minister, al een lijst van de gebouwen die
eigendom zijn van de federale Staat en die worden ondergebracht in
de bevak, zoals de ambitie is van deze regering in het raam van de
begrotingsinvulling voor 2006? In welke gevallen zal dat gepaard gaan
met wederinhuring? Welke participaties zal de overheid in de bevak
nemen en is er al een advies over het ESER-effect van die operatie?
prises en considération, un budget
supplémentaire de 200 millions
d'euros doit déjà être prévu
annuellement. Ce montant ne
cessera d'augmenter, étant donné
que des ventes ont également été
effectuées en 2005 et qu'une
opération sicafi est prévue.

Combien de bâtiments ont-ils été
vendus l'année dernière? Quels
sont les projets pour 2006? Quels
contrats de vente sont assortis
d'une clause "sale and lease
back"? Quel sera le coût de la
reprise en location? Quelle est la
durée de chacun des contrats?
Dispose-t-on déjà de la liste des
bâtiments qui seront concernés
par l'opération sicafi? Dans quels
cas sera-t-il procédé à une reprise
en location? Quelle participation le
gouvernement prendra-t-il dans
cette sicafi? Dispose-t-on déjà
d'un avis au sujet du caractère
SEC de l'opération?
07.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Verherstraeten, ik heb een lijst van gebouwen. Ik zal u de lijst ook
geven.

Volgende gebouwen werden in 2005 door de Staat verkocht zonder
wederinhuringcontract:
- te Brussel, Leuvenseweg 38.
- te Brussel, Regentlaan 30.
- te Brussel, Leuvenseweg 40 tot 58, Persstraat en IJzerenkruisstraat.
Dat is het Parlement.
- te Brussel, Wetstraat 26 tot 28, drie verdiepingen in een
kantoorgebouw plus 14 parkeerplaatsen.
- te Middelkerke, Zon en Zee
- te Bohan, les Dolimarts.

Volgend gebouw werd in 2005 door de Staat verkocht met een
huurcontract op korte termijn, van drie jaar:
- te Aalst, Graanmarkt 1. De jaarlijkse huurprijs bedraagt 1.430.000
euro. De jaarlijkse indexatie gebeurt volgens de gezondheidsindex.
Het onderhoud is ten laste van de Regie. De onroerende voorheffing
is ten laste van de huurder.

In 2006 komen volgende gebouwen in aanmerking voor verkoop,
hetzij gebouwen waarvan de verkoop voorzien was in 2005, maar niet
werd afgerond:
- te Gent, Savaanstraat 74, zonder wederinhuring.
- te Houthalen, Hengelhoef, zonder wederinhuring.
- te Antwerpen, Koningin Elisabethlei 22 tot 24, vijf verdiepingen,
wederinhuring van één verdieping voor 18 jaar en van twee
verdiepingen voor 3 jaar. Er zijn nog geen verdere gegevens
beschikbaar van die laatste operatie.
07.02 Didier Reynders, ministre:
Je communiquerai à M.
Verherstraeten la liste des
bâtiments, faisant ou non l'objet
d'un contrat locatif, vendus par
l'État en 2005. Pour 2006, nous
prévoyons de vendre quelques
bâtiments dont la cession, déjà
prévue en 2005, n'a pu avoir lieu.
En 2006, la Régie des Bâtiments
vendra également d'anciennes
maisons de gendarme
inoccupées.

Le Conseil des ministres fait appel
à trois conseillers externes -
financier, juridique et immobilier -
pour la constitution d'une sicafi.
Les bureaux externes sont
notamment chargés d'évaluer
avec le SPF Finances et la Régie
des Bâtiments les biens
immobiliers qui seront cédés à la
sicafi. Les modalités spécifiques
de l'opération seront arrêtées dans
le cadre de l'exécution de cette
mission.

Les décisions se prennent pas à
pas, tout comme pour la titrisation
en 2005. Il est trop tôt que pour
CRIV 51
COM 825
25/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
In 2006 zal de Regie leegstaande ex-rijkswachterwoningen verkopen.

De Ministerraad heeft voor de oprichting van de vastgoedbevak
beslist beroep te doen op externe adviseurs. Hiertoe werden drie
procedures opgestart, voor de aanstelling van een financieel, een
juridisch en een vastgoedadviseur. Het is de opdracht van deze
externe bureaus om samen met de FOD Financiën en de Regie der
Gebouwen een juridische structuur uit te tekenen, financiële plannen
op te stellen en een portefeuille samen te stellen en de goederen die
aan de bevak moeten worden afgestaan te waarderen.

De specifieke modaliteiten voor de oprichting van de bevak, welke de
wederinhuringen zullen zijn en wat de portefeuille van de bevak zal
zijn zullen moeten blijken naarmate deze bureaus samen met de FOD
Financiën en de Regie der Gebouwen vorderen bij de uitvoering van
hun opdracht. Net zoals voor de effectisering in 2005 zullen wij stap
voor stap naar een aantal van beslissingen moeten gaan.

Ik zal informatie aan de Kamer geven over elke stap, de
samenstelling van de portefeuille en dergelijke meer. Het is echter te
vroeg. Wij starten nu de procedure om een aantal van externe
adviseurs te hebben.
déjà en informer la Chambre.
De voorzitter: Mijnheer Verherstraeten, voor alle duidelijkheid, hebt u
nu ook een antwoord gekregen op uw vraag nr. 9892? De minister
heeft immers ook over de bevaks gesproken. Hebt u de twee vragen
samengevoegd? Ik geloof dat de minister ook reeds een antwoord
heeft gegeven op vraag nr. 9892.
Le
président: Monsieur
Verherstraeten estime-t-il avoir
obtenu une réponse à la question
n° 9892 sur la constitution d'une
sicafi et sur l'avenir de la Régie
des Bâtiments?
07.03 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de voorzitter, vraag
nr. 9892 was iets specifieker. Ik had het bij de ene vraag zeer klein
gedaan en bij vraag nr. 9892 heb ik het iets ruimer gedaan. Als het
hetzelfde antwoord is, dan is dat voor mij goed.

Als de minister mij het extract van zijn antwoord bezorgt op mijn vraag
nr. 8992, is dat ook goed.
07.03 Servais Verherstraeten
(CD&V): Si la réponse est
identique ou si le ministre me
fournit une réponse écrite, je m'en
satisferai.
De voorzitter: Ik neem dus aan dat uw twee vragen werden beantwoord.
07.04 Minister Didier Reynders: Ik zal later terugkomen op de
hervorming van de Regie der Gebouwen.

Er is morgen een bespreking in de plenaire vergadering met de eerste
minister over de tien werven van de regering voor 2006. Er is een
specifiek werf dat de Regie en de hervorming van een aantal
instellingen betreft.

Het proces wordt gestart, maar ik stel voor hier later op terug te
komen met betrekking tot de hervorming van de Regie der
Gebouwen, misschien morgen al bij de algemene bespreking van de
werven en anders later in commissie. Ik kan u deze week echter geen
ander antwoord geven.
07.04 Didier Reynders, ministre:
Je reviendrai ultérieurement sur la
réforme de la Régie des
Bâtiments. Le premier ministre
présentera demain au Parlement
les dix chantiers du gouvernement
pour 2006. L'un de ces chantiers
concerne spécifiquement la Régie
et la réforme d'une série
d'institutions.
07.05 Servais Verherstraeten (CD&V): Gelet op het gevorderde uur,
zal ik een heel korte repliek houden.

Mijnheer de minister, ik dank u als u mij de twee schriftelijke extracten
07.05 Servais Verherstraeten
(CD&V): Je demanderai les
recettes des ventes par écrit.
25/01/2006
CRIV 51
COM 825
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
wil geven.

Ik zie nu dat ik bij het opstellen van mijn vraag vergeten ben u te
vragen naar de opbrengsten van de verkopen. Ik zal u deze schriftelijk
vragen.
07.06 Minister Didier Reynders: Ik zal u alle cijfers schriftelijk
bezorgen.
07.07 Servais Verherstraeten (CD&V): Ik dank u. Alleen werd
daarin het Justitiepaleis van Antwerpen niet opgenomen. We kunnen
strikt juridisch erover discussiëren dat het daar niet gaat om een
verkoop van het gebouw als dusdanig, maar over de verkoop van de
zakelijke en economische rechten met de huurprijs, maar daarvan
heb ik de cijfers.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Vraag van mevrouw Hilde Vautmans aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over
"het toepasselijke BTW-stelsel voor schenkingen van goederen" (nr. 9850)
08 Question de Mme Hilde Vautmans au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "le régime
de TVA applicable aux donations de biens" (n° 9850)
08.01 Hilde Vautmans (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ongeveer een week geleden konden wij in de pers over een
schrijnend geval lezen. De uitbaatster van een kledingzaak had
kleding die ze niet meer kon verkopen, weggeschonken en werd
nadien geconfronteerd met een terugvordering van de BTW en een
fikse boete. Een aantal van mijn vriendinnen zijn ook zelf een winkel
begonnen en hadden mij dit probleem ook al gesignaleerd. Het is
natuurlijk gemakkelijker om de niet verkochte schoenen en kleding
voor 1 euro te verkopen dan ze weg te schenken, want dan zijn er
geen kosten.

Ik stel mij toch een aantal vragen. Ik snap waarom het zo is
ingevoerd. Dit is een regel om misbruiken tegen te gaan. De heer Van
Biesen heeft mij dat zojuist nog verduidelijkt. Hij is meer een specialist
in Financiën dan ik. Ik ben wel veel met ontwikkelingssamenwerking
bezig en met de vierde wereld in ons land en ik vind het schrijnend dat
kledingzaken en schoenwinkels vaak ruimtes moeten huren om de
oude stocks nog kwijt te raken. Zij geraken hun goederen echt aan de
straatstenen niet meer kwijt.

Ik vraag mij af of er toch geen tussenoplossing kan worden gevonden
die enerzijds tegemoet komt aan het respecteren van de BTW-
regeling die een bestaansreden heeft, maar anderzijds toch
mogelijkheden biedt om mensen die het goede doel willen steunen,
niet te bestraffen door het moeten betalen van de BTW. Het spreekt
voor zich dat geen enkele uitbater van schoen- en/of kledingzaken dat
anders nog zal doen omdat het te veel kost en zij die kosten niet
kunnen inbrengen.

Wij hadden hierop een specialist losgelaten en die suggereerde dat,
in het licht van artikel 12 van het WIB, die goederen zouden kunnen
worden gelijkgeschakeld met handelsmonsters en
handelsgeschenken. Ze zouden dus als gift worden beschouwd. Ik
weet niet of daarvoor een mogelijkheid is.
08.01 Hilde Vautmans (VLD): On
a pu lire dans la presse, la
semaine dernière, qu'une gérante
d'un magasin de vêtements qui
avait fait un don de vêtements
s'était vu adresser une demande
de récupération de la TVA assortie
d'une lourde amende. Je
comprends que la règle en vigueur
en la matière tende à lutter contre
les abus. Il est toutefois navrant de
constater que les gérants de
magasins de vêtements et de
chaussures sont souvent
contraints de prendre en location
des entrepôts pour les vieux
stocks. Ne pourrait-on trouver une
solution intermédiaire qui respecte
la réglementation en matière de
TVA tout en offrant aux
commerçants la possibilité de
soutenir des oeuvres caritatives
sans être sanctionnés?

De tels biens pourraient
éventuellement être assimilés à
des échantillons ou à des cadeaux
commerciaux.

Les garanties nécessaires doivent
évidemment être prévues afin
d'exclure toute forme d'abus.
CRIV 51
COM 825
25/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19

Ik heb vernomen via de pers dat u ook mee wilt zoeken naar een
oplossing om het evenwicht te bewaren, maar toch de vierde wereld
in ons land te kunnen helpen met goederen die bestaan en die men
niet meer kan verkopen.

Mijnheer de minister, ik had hierover graag uw standpunt gekend.
08.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, mevrouw
Vautmans, eerst wil ik een toelichting geven bij de huidige toestand.
Wanneer een belastingplichtige aan zijn voorraad goederen onttrekt
om ze aan een liefdadige instelling om niet te verstrekken, dan wordt
die onttrekking krachtens artikel 12, § 1, 2de, van het BTW-wetboek,
met een belastbare levering gelijkgesteld.

Op grond van artikel 33, 1°, van hetzelfde wetboek moet de wegens
die onttrekking verschuldigde BTW worden berekend over een
maatstaf van heffing die in principe gelijk is aan de aankoopprijs die
de belastingplichtige bij aankoop van die goederen heeft moeten
betalen.

Billijkheidshalve aanvaardt de administratie evenwel dat rekening
wordt gehouden met de normale aankoopprijs van die goederen,
volgens hun ouderdom en de staat waarin zij zich bevinden op het
tijdstip dat zij worden onttrokken. De vaststelling van die waarde wordt
door de belastingplichtige gedaan onder controle van de administratie.

Een vrijstelling in de zin van artikel 42, § 3, 8°, van het BTW-wetboek
kan in casu echter niet van toepassing zijn, vermits de geschonken
kleding in België in de verbruikssfeer terechtkomt. De reden is de
fraudebestrijding. In dat geval is dat heel duidelijk.

Wat kunnen we doen? Ik heb al een aantal beslissingen genomen,
voor tal van specifieke operaties, om geen BTW te vragen,
bijvoorbeeld voor een sms, voor specifieke operaties op de televisie of
voor een aantal andere goederen zoals CD's. Enkele maanden
geleden was het mogelijk om vrijstelling van BTW te geven voor een
aantal humanitaire operaties. Misschien moet het, via een contact met
mijn diensten, mogelijk zijn om een zeer specifieke operatie te
organiseren maar met controle van de overheid op de operatie.

In het aangehaalde geval heeft een journalist mij erover
aangesproken op zondag. Hij zei dat er een controle plaatsvond en
vroeg of het normaal was dat de BTW betaald moest worden. Ik heb
toen alleen geantwoord dat de wet toegepast moest worden, wat
normaal is.

Ik pleit dus meer voor een contact tussen een aantal handelaars en
mijn administratie, om na te gaan of het mogelijk is om dat te doen,
en om de omstandigheden waarbinnen dat mogelijk is, nader te
omschrijven. Ik sta open voor een oplossing, zoals voor een aantal
zeer grote operaties, via televisie, radio of humanitaire verenigingen.
Misschien is dat de beste oplossing.

Een wettelijk kader zal zeer moeilijk zijn. Ik vrees namelijk voor
fraude, zoals in het verleden in dat verband al gebeurde.
08.02 Didier Reynders, ministre:
Lorsqu'un contribuable extrait des
marchandises de son stock pour
les offrir à une oeuvre de
bienfaisance, cette livraison est
considérée comme imposable. En
principe, ce contribuable doit donc
payer la TVA, calculée sur le prix
d'achat des marchandises.
Toutefois, dans la pratique,
l'administration accepte que la
TVA soit calculée sur la valeur
résiduelle des marchandises au
moment du don. La loi ne permet
pas l'exonération de la TVA étant
donné que les marchandises
offertes sont écoulées sur le
marché de la consommation
belge. La sévérité de la loi
s'explique par la lutte contre la
fraude. Je suis néanmoins prêt à
examiner si les autorités ne
peuvent pas organiser une
opération permettant de régler les
dons provenant de stocks. Un
cadre légal sera très difficile à
instaurer.
08.03 Hilde Vautmans (VLD): Mijnheer de minister, ik begrijp het 08.03 Hilde Vautmans (VLD): Je
25/01/2006
CRIV 51
COM 825
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
volledig dat de wettelijke regeling zeer moeilijk zal zijn. Ik hoop dan
wel dat u contact opneemt met de verschillende organisaties.

Misschien kunnen we een eenmalige operatie organiseren, telkens na
een aantal jaren, zodat de mensen hun stocks op die momenten
kunnen kwijtschelden. Ik denk dat we er wat creatief in moeten zijn.
We kunnen toekennen dat mensen eenmalig, bijvoorbeeld om de vijf
of zes jaar, hun stocks die ze niet kwijt geraken, op dat moment
kunnen wegschenken.

Ik denk dat er gebrainstormd moet kunnen worden in het contact met
de organisaties. Ik hoop dan ook dat er een positief resultaat uit kan
voortvloeien om de vierde wereld in ons land te helpen.
comprends qu'il soit difficile
d'instaurer une réglementation
légale. La solution serait peut-être
d'organiser une opération unique à
intervalles d'années réguliers.
Cette opération profiterait en tout
cas au quart-monde.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09 Vraag van de heer Hendrik Bogaert aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "het
belastingberekeningsprogramma van de FOD Financiën" (nr. 9881)
09 Question de M. Hendrik Bogaert au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "le
programme de calcul de l'impôt du SPF Finances" (n° 9881)
09.01 Hendrik Bogaert (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, het belastingberekeningprogramma van de FOD Financiën
werd geschreven in Cobol. In dat programma werd een filter
geprogrammeerd. Hierbij kan de FOD Financiën bij een bepaalde run
de belastingplichtige personen of vennootschappen filteren die nog
geld van de fiscus te goed hebben versus degenen die nog geld
moeten aan de fiscus bij de inkohiering. Vanuit het perspectief van het
netjes opvolgen van de begroting had ik enkele dingen willen weten.

Ten eerste, bevestigt of ontkent u dat er in het
belastingberekeningprogramma dergelijke filter werd
geprogrammeerd?

Ten tweede, sinds hoeveel jaar is deze filter reeds geprogrammeerd?

Ten derde, wanneer heeft deze filter de voorbije vijf jaar op "on"
gestaan? Wanneer heeft deze filter de voorbije vijf jaar op "off"
gestaan? Wat is de bedoeling van deze filter? Wat was de implicatie
van deze filter op het begrotingsresultaat van de jaren 2000, 2001,
2002, 2003, 2004 en 2005?
09.01 Hendrik Bogaert (CD&V):
Le programme de calcul de l'impôt
du SPF Finances comporterait un
filtre permettant de distinguer les
contribuables qui sont débiteurs de
l'État de ceux qui ont droit à un
remboursement.

Le ministre confirme-t-il l'existence
de ce filtre? Depuis quand existe-t-
il? Son utilisation est-elle
fréquente? Quel en est le but?
Quelle fut son incidence pour les
exercices budgétaires 2000 à
2005?
09.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Bogaert, de programma's voor het berekenen van de
personenbelasting en de vennootschapsbelasting zijn totaal
verschillend. In beide toepassingen is er een hoeveelheid testen met
als bedoeling op basis van de meest betrouwbare gegevens in te
kohieren. Dergelijke filters hebben altijd bestaan en maken integraal
deel uit van de toepassingen. Zij evolueren jaar na jaar mee met de
wettelijke wijzigingen, zowel op gebied van de burgerlijke stand als op
sociaal en fiscaal gebied, met de ontdekte praktijken, al dan niet
frauduleus, met de manier waarop de nieuwigheden van het
aanslagjaar kunnen worden geïmplementeerd enzovoort. Er zijn altijd
evoluties in dat verband, jaar na jaar. Ik heb geen berekening van de
invloed daarvan op de verschillende begrotingen. Het heeft geen zin
dergelijke berekening te maken. Wij proberen een zeer juiste
inkohiering te organiseren, met een aantal filters en testen in de twee
09.02 Didier Reynders, ministre:
Dans le cadre du calcul de l'impôt
tant des sociétés que des
personnes physiques, une série de
tests ont pour but de permettre
d'enrôler des données aussi
fiables que possible. Ces filtres ont
toujours existé et évoluent au
même rythme que les
modifications de la loi, les
pratiques découvertes et la
manière de mettre en oeuvre les
nouveautés de l'exercice
d'imposition.
CRIV 51
COM 825
25/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21
soorten programma's.
Je ne dispose pas des calculs
relatifs à l'incidence budgétaire de
ces tests.
09.03 Hendrik Bogaert (CD&V): Mijnheer de minister, u zegt dat dit
een test is van het programma. Dat er een test wordt uitgevoerd om
na te gaan of het programma werkt, dat is okay. Ik ben blij dat u
bevestigt dat er een filter bestaat die aangeeft of er mensen zijn die
moeten bijbetalen en anderen die moeten worden terugbetaald. Het is
echter heel vreemd dat u dat moet uittesten want er is geen enkele
noodzaak aan testen op dat vlak, tenzij een budgettaire noodzaak. U
moet niet testen of iemand al dan niet moet bijbetalen. Als iemand
moet bijbetalen, moet er worden bijbetaald en als iemand moet
terugkrijgen dan moet er worden terugbetaald; dat is evident. Ik
begrijp dus niet goed waarom u dit een test noemt.

Mijn punt is dat die filter wordt gebruikt om budgettaire redenen en dat
in functie daarvan, zeker op het einde van het jaar, wordt gehandeld.
Er werd in 2005 sowieso niet ingekohierd, maar stel dat er in
december werd ingekohierd in de personenbelasting, dan had men
deze filter gebruikt. U hebt in deze commissie in elk geval toegegeven
dat er in de vennootschapsbelasting zeer selectief werd ingekohierd.
Een dertigtal vennootschappen werden geselecteerd en ik meen te
weten dat u daarmee nog 159 miljoen extra hebt opgehaald in de
laatste dagen van december.

U bevestigt dat zo'n filter bestaat. U zegt dat deze filter wordt gebruikt
om te testen, maar ik zie de noodzaak er niet van in. Ik denk dat u dit
enkel gebruikt voor budgettaire operaties. Nogmaals, ik zou graag van
u vernemen ­ u moet wel voorzichtig zijn in uw antwoord want ik zal
daarmee rekening houden - of u dit tijdens deze legislatuur al dan niet
hebt gebruikt om budgettaire redenen, om op die manier bepaalde
zaken naar voren te halen.
09.03 Hendrik Bogaert (CD&V):
Le problème, c'est que le filtre
détermine s'il y a remboursement
ou non. Je ne comprends pas
l'utilité de ce test. Je crains qu'il
soit utilisé à des fins budgétaires. Il
est déjà arrivé dans le passé que
le gouvernement procède à des
enrôlements sélectifs pour servir le
budget. Ne serait-ce pas, là aussi,
le but recherché?
09.04 Minister Didier Reynders: Ik heb een klaar en duidelijk
antwoord, zonder enige referentie naar een eventuele terugbetaling
aan of betaling door de belastingplichtige. De heer Bogaert wilt het
antwoord blijkbaar niet horen. Ik beschik over een tekst, mijnheer
Bogaert, die u kunt opvragen.
09.04 Didier Reynders, ministre:
Ma réponse était claire.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
10 Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de vice-eerste minister en minister van Financiën
over "de overname van het huurcontract van de verdiepingen van De Post in het WTC II-gebouw"
(nr. 9903)
10 Question de M. Servais Verherstraeten au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "la
reprise du contrat de location relatif aux étages de La Poste dans la Tour WTC II" (n° 9903)
10.01 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de voorzitter, in het
licht van het gevorderde tijdsbestek, zou ik nog graag deze vraag
willen stellen. De enige reden daarvoor, mijnheer de minister, is dat ik
er gisteren een artikel in de FET over heb gelezen.

U weet dat ik u in de laatste plenaire vergadering van vorig jaar een
vraag heb gesteld omtrent het voornemen van de regering om de
huurovereenkomst die De Post heeft met een privé-vennootschap
met betrekking tot de WTC-toren, over te dragen. Dat was overigens
10.01 Servais Verherstraeten
(CD&V): Le gouvernement
collaborerait à une cession de bail
commercial concernant un bail
conclu par La Poste avec une
société privée pour la tour WTC II.
En décembre, il n'y avait encore ni
proposition ni avis définitifs parce
que les négociations étaient
25/01/2006
CRIV 51
COM 825
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22
een beslissing van de regering naar aanleiding van de
begrotingscontrole van de zomer 2005. U zei toen dat men in
onderhandeling was, mijnheer de minister.

Ik lees nu in de pers ­ we waren toen 22 december ­ dat ondertussen
De Post, reeds voor het jaareinde, 20 miljoen euro aan de schatkist
zou hebben gestort. Wellicht waren de onderhandelingen op het
ogenblik dat ik de mondelinge vragen gesteld heb, reeds gefinaliseerd
of quasi gefinaliseerd.

ik heb daarom volgende vragen voor u.

Ik neem aan dat er ondertussen een akkoord is tussen de
verschillende partijen. Wat behelst dit akkoord? Wat is het advies dat
de Inspectie van Financiën hieromtrent heeft gegeven? Welke
kostprijs hebben zij berekend, in de toekomst, voor dat contract dat
gesloten is met de drie partijen?

Blijft het de bedoeling dat de Regie der Gebouwen een
huurovereenkomst afsluit waarbij de nu nog door De Post bezette
verdiepingen in de WTC II worden ingehuurd, voorafgaandelijk aan
deze inhuring deze verdiepingen worden gerenoveerd en De Post ter
compensatie van die overname een bedrag in de schatkist stort?
Indien ja, wat is de huurprijs, de looptijd van het huurcontract, de
kostprijs van de renovatiewerken ­ ik denk aan het wegnemen van
het asbest ­ en het bedrag dat De Post in de schatkist zal storten?

Ik heb nog een vraag die niet schriftelijk genoteerd staat. Als u er niet
op kunt antwoorden, is dat geen probleem, mijnheer de minister.
Heeft de Regie der Gebouwen er op dit ogenblik reeds zicht op welke
diensten men in dat gebouw zal onderbrengen?
toujours en cours.
Les parties ont-elles conclu un
accord depuis? Le gouvernement
a-t-il enfin reçu une proposition et
un avis a-t-il été transmis à
l'Inspection des finances?

La Régie des Bâtiments a-t-elle
toujours l'intention de prendre les
étages de La Poste en location
après les avoir rénovés? La Poste
versera-t-elle un dédommagement
au Trésor pour cette reprise?
Dans l'affirmative, quel en sera le
montant? Le ministre pourrait-il
préciser les conditions locatives?

Le ministre a-t-il déjà la liste des
services qui pourraient être
hébergés à ces étages?
10.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, op basis van
een verslag van de Regie der Gebouwen over de modaliteiten van de
overname van het huurcontract van De Post voor de oppervlaktes die
zij in het WTC II-gebouw huurt, werd op 23 december 2005 een nota,
vergezeld van het advies van de inspectie van Financiën, aan de
Ministerraad voorgelegd.

Mijnheer Verherstraeten, als gevolg van de beslissing ad hoc werd
tussen de Regie en De Post een laatste onderhandelingsronde
gevoerd op 28 december 2005 waarna een overeenkomst betreffende
overdracht van het huurcontract werd ondertekend. De jaarlijkse
huurprijs na renovatiewerken bedraagt 9.351.919,57 euro, waarde juli
2005. De huur gaat in op 1 januari 2009 voor een duur van tien jaar.

Voor de kostprijs van de renovatiewerken ten laste van De Post en
het bedrag dat De Post in de schatkist zal storten verwijs ik naar mijn
collega verantwoordelijk voor de Overheidsbedrijven. Het gaat dus om
een storting van De Post aan de schatkist, dit zonder invloed op de
Regie der Gebouwen. Ik heb de laatste cijfers in dat verband niet
maar u kunt die vraag misschien stellen aan mijn collega belast met
Overheidsbedrijven.

Wat de Regie der Gebouwen betreft, is er een huurcontract vanaf
1 januari 2009 voor 10 jaar en met een kost van 9,35 miljoen euro.
10.02 Didier Reynders, ministre:
Les modalités de la reprise du
contrat de location ont été
présentées au Conseil des
ministres en décembre 2005, avec
l'avis de l'Inspection des Finances.
En décembre toujours, la Régie et
La Poste ont signé une convention
réglant les modalités du transfert.

Le loyer annuel après les travaux
de rénovation se chiffrera à 9,35
millions d'euros, soit la valeur en
juillet 2005. Le bail location
débutera le 1
er
janvier 2009 et
portera sur une durée de dix ans.

En ce qui concerne le coût des
travaux de rénovation ainsi que le
montant que La Poste versera au
Trésor, je vous renvoie à mon
collègue des Entreprises
publiques.
10.03 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik 10.03 Servais Verherstraeten
CRIV 51
COM 825
25/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
23
dank de minister voor zijn antwoord. Mijnheer de minister, behoudens
vergissing van mijn zijde viel deze operatie onder uw
verantwoordelijkheid. Ik neem dus aan dat u het bedrag kent dat De
Post gestort heeft aan de federale overheid. Wijkt het af van datgene
wat destijds de ronde deed, namelijk 20 miljoen?
(CD&V): Je pensais que cette
opération relevait de la
responsabilité du ministre. Il
connaît assurément le montant
que devra verser La Poste. Ne
s'agit-il pas de 20 millions d'euros?
10.04 Minister Didier Reynders: U hebt gevraagd hoeveel de storting
van De Post was. Ik zal het navragen bij mijn collega. Ik heb daarover
geen cijfers. Ik antwoord liever, wanneer ik een heel grote mate van
zekerheid heb. Als ik antwoord dat het om 20 miljoen euro gaat en het
blijkt om 19 of om 21 miljoen euro te gaan, dan zal niet u maar een
aantal van uw collega's zeggen dat de minister een fout in zijn
communicatie heeft begaan. Ik geef dus liever precieze cijfers.
10.04 Didier Reynders, ministre:
Je ne connais pas le montant,
mais je suis disposé à demander
des renseignements à mon
collègue responsable des
Entreprises publiques.
10.05 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de minister, ik heb
mijn vraag mondeling gesteld. Ze stond ook niet in het extract van
mijn vraag. Hebt u of de Regie der Gebouwen echter reeds zicht op
de overheidsdiensten die naar het gebouw zouden kunnen verhuizen?
10.05 Servais Verherstraeten
(CD&V): Le ministre sait-il quels
services abritera ce bâtiment?
10.06 Minister Didier Reynders: Ik heb daarover geen preciseringen
gekregen. We zijn nog bezig met een aantal transfers. Ik zal u echter
zo vlug mogelijk de details bezorgen. Ik zal bij de Regie een lijst van
de diensten opvragen.
10.06 Didier Reynders, ministre:
Je dois aussi m'informer des
services qui seront hébergés dans
le bâtiment WTC II.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
11 Question de M. Eric Massin au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "les
conséquences de l'arrêt de la Cour de Justice des Communautés européennes du 12 janvier 2006, en
ce qui concerne les fraudes à la TVA pour les assujettis de bonne foi" (n° 9925)
11 Vraag van de heer Eric Massin aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de
gevolgen van het vonnis van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen van
12 januari 2006 inzake BTW-fraude voor belastingplichtigen die te goeder trouw handelen" (nr. 9925)
11.01 Eric Massin (PS): Monsieur le président, monsieur le vice-
premier ministre, dans le cadre de la lutte contre la fraude à la TVA,
l'administration de la TVA a, jusqu'à présent, refusé les déductions et
les restitutions se rapportant à des factures qui ne satisfont pas à
toutes les règles imposées par la réglementation. Par ailleurs, une
tendance s'est fait jour d'étendre au client de bonne foi les sanctions
civiles et fiscales d'opérations qui pourtant ne sont fictives que dans le
chef du fournisseur.

Cette position s'appuyait sur le fait que les droits à déduction et à
restitution de la TVA dans le chef des assujettis avaient pour effet
d'aggraver le préjudice résultant de la fraude dans le chef du Trésor.
L'exercice de ces droits a pour effet de doubler le préjudice: d'une
part, le montant encaissé par le fournisseur frauduleux pour le compte
du Trésor n'est pas payé à celui-ci et, d'autre part, ce montant fait
l'objet d'une déduction ou d'une restitution au profit de l'acheteur
assujetti qui, de bonne foi, a payé la TVA à son fournisseur fraudeur.

Cependant, les conséquences peuvent être dramatiques pour les
assujettis de bonne foi: implication dans les procédures pénales, rejet
des déductions pratiquées et des restitutions sollicitées ou encore
action en condamnation solidaire au paiement de la TVA fraudée.
Plusieurs commerçants dont les affaires étaient souvent prospères
11.01 Eric Massin (PS): In het
kader van de bestrijding van de
BTW-fraude, heeft de BTW-
administratie tot dusver de aftrek
en de teruggaven aangaande
facturen die niet voldoen aan alle
regels opgelegd door de
wetgeving geweigerd.

Daarnaast is de tendens gegroeid
om de klant die te goeder trouw is
mee te betrekken bij de burgerlijke
en fiscale sancties ten gevolge van
verrichtingen die nochtans enkel in
hoofde van de leverancier fictief
zijn.

Dit standpunt steunde op het feit
dat de rechten op BTW-aftrek en
teruggave in hoofde van de BTW-
plichtigen tot gevolg hadden dat de
Schatkist door de fraude een nog
groter nadeel ondervond. De
25/01/2006
CRIV 51
COM 825
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24
ont ainsi fait faillite et sont restés impliqués dans les procédures
judiciaires en cours.

La Cour de justice des Communautés européennes a rendu le 12
janvier dernier un arrêt particulièrement important. Selon cet arrêt,
une activité doit être considérée en elle-même, indépendamment de
ses buts ou de ses résultats, et la nature d'une opération déterminée
dans une chaîne ne saurait être altérée du fait d'événements
antérieurs ou ultérieurs. L'idée qu'une opération réalisée par un
assujetti de bonne foi serait contaminée par l'existence d'autres
opérations frauduleuses dans la chaîne n'est donc pas recevable aux
yeux de la Cour de justice des Communautés européennes.

Pour résumer quelque peu, il ressort de cet arrêt ­ c'est la Grande-
Bretagne qui a été condamnée ­ qu'un assujetti ayant effectué des
opérations irréprochables dispose et conserve le droit de déduire la
TVA qu'il a acquittée en amont. Le droit à la déduction fait partie du
mécanisme de la TVA et ne peut donc être limité. La position
soutenue, semble-t-il, par l'administration de la TVA devrait donc être
revue.

Monsieur le ministre, pouvez-vous dès lors me dire quelles
instructions vous donnerez à l'administration de la TVA pour
l'application de cet arrêt? Quel sera l'impact de cette décision sur les
litiges en cours et sur les recettes TVA de l'État?
uitoefening van die rechten leidt
immers tot een verdubbeling van
het nadeel: enerzijds, wordt het
bedrag, dat de frauduleuze
leverancier voor rekening van de
Schatkist ontvangt, niet aan de
Schatkist betaald, en anderzijds
rust er op dit bedrag nog een recht
op aftrek of teruggave ten
voordele van de BTW-plichtige
koper die, te goeder trouw, de
BTW heeft betaald aan de
frauderende leverancier.

Ondertussen kunnen de gevolgen
echter dramatisch zijn voor de
BTW-plichtigen die te goeder
trouw zijn; verschillende
handelaars met bloeiende zaken
gingen zo failliet en zijn verwikkeld
in nog lopende juridische
procedures.

Het Hof van Justitie van de
Europese Gemeenschappen heeft
op 12 januari jl. een uitermate
belangrijk arrest geveld. Volgens
dit arrest moet een handeling op
zichzelf beschouwd worden,
ongeacht haar doel of resultaten,
en verandert de aard van een
bepaalde verrichting in een keten
niet door toedoen van vroegere of
latere gebeurtenissen. De idee dat
een verrichting uitgevoerd door
een BTW-plichtige die te goeder
trouw is, aangetast zou worden
door het bestaan van andere
frauduleuze verrichtingen in de
keten is dus niet ontvankelijk in de
ogen van het Hof van Justitie van
de Europese Gemeenschappen.

We kunnen dus besluiten dat een
BTW-plichtige die correcte
verrichtingen heeft uitgevoerd zijn
recht behoudt om de vroeger
betaalde BTW af te trekken. Het
recht op aftrek maakt deel uit van
het BTW-mechanisme en kan dus
niet beperkt worden. De BTW-
administratie zou haar standpunt
dus moeten herzien.

Welke richtlijnen zal u de BTW-
administratie geven voor de
toepassing van dit arrest? Welke
impact zal deze beslissing hebben
CRIV 51
COM 825
25/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25
op de lopende geschillen en op de
BTW-inkomstent?
11.02 Didier Reynders, ministre: Monsieur le président, monsieur
Massin, l'administration a évidemment pris acte de l'arrêt rendu par la
Cour de justice des Communautés européennes, ce 12 janvier 2006.
J'ai demandé qu'on en tire les conclusions éventuelles en droit belge.

Je me dois toutefois d'attirer votre attention sur le fait que la Cour de
justice doit encore se prononcer dans deux affaires, C439/04 et
C440/04, qu'elle a jointes par ordonnance du 28 janvier 2005,
concernant le même sujet, et qui lui ont été soumises par la Cour de
cassation. Une troisième affaire a du reste été soumise de nouveau
par la Cour de cassation à la Cour de justice; celle-ci a toutefois
suspendu la procédure jusqu'au prononcé de l'arrêt dans les affaires
précitées qui ont été jointes.

J'estime donc qu'il serait prématuré de prendre une position officielle
et définitive avant que la Cour de justice n'ait rendu sa décision.

En résumé, j'ai demandé qu'on examine déjà les conséquences
éventuelles du premier arrêt rendu, mais deux affaires renvoyées par
la Cour de cassation restent pendantes; nous attendrons que la Cour
de justice se prononce avant de décider. En effet, nous défendons
devant la Cour de justice une position dont nous pourrons tirer des
conséquences en Belgique en fonction de la décision de la Cour. Je
ne veux pas préjuger.

Je vous rassure cependant: l'administration est déjà en charge de
l'examen de ce dossier et de la défense des intérêts du budget et de
la Belgique, en général, devant la Cour de justice.
11.02 Minister Didier Reynders:
De administratie heeft uiteraard
nota genomen van het arrest van
het Hof van Justitie van de
Europese Gemeenschappen en ik
heb gevraagd dat men er voor het
Belgisch recht de nodige
conclusies uit zou trekken.

Dit gezegd zijnde, het Hof van
Justitie moet in nog twee zaken,
namelijk. C439/04 en C440/04,
een uitspraak doen. Die twee
zaken hebben betrekking op
hetzelfde onderwerp en werden
door het Hof van Cassatie
voorgelegd. Het Hof van Justitie
heeft ze bij ordonnantie van 28
januari 2005 samengevoegd. Het
Hof van Cassatie heeft trouwens
een derde zaak opnieuw
voorgelegd aan het Hof van
Justitie, maar het Hof heeft de
procedure daarvan opgeschort tot
het arrest in de twee genoemde
samengevoegde zaken zal zijn
geveld.

Het zou dus voorbarig zijn om een
officieel en definitief standpunt in
te nemen voordat het Hof van
Justitie een beslissing genomen
heeft.

Samengevat: ik heb gevraagd dat
men nu reeds de mogelijke
gevolgen van het eerste arrest
onderzoekt, maar er blijven nog
twee zaken lopen die het Hof van
Cassatie heeft aanhangig
gemaakt; we wachten op de
uitspraak van het Hof van Justitie
alvorens een standpunt in te
nemen. We verdedigen dus voor
het Hof van Justitie een standpunt
waaruit we in België, in functie van
de beslissing van het Hof, de
gevolgen zullen kunnen trekken. Ik
wil niet op de feiten vooruitlopen.

Tot slot, de administratie is reeds
belast met het onderzoek van dit
dossier en met de verdediging
voor het Hof van Justitie van de
begrotingsbelangen en van België
25/01/2006
CRIV 51
COM 825
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
26
in het algemeen.
11.03 Eric Massin (PS): Monsieur le ministre, je vous remercie. En
effet, la Cour de cassation belge a posé une question préjudicielle à la
Cour de justice des Communautés européennes sur le problème de
la nullité absolue qui frappe l'opération visée.

Si l'on suit la position antérieure de la Cour de cassation belge, il est
vrai que l'opération serait frappée de nullité absolue, ce qui priverait le
droit à la déductibilité de la TVA.

Par ailleurs, si la Cour de justice suit la jurisprudence dont elle a été
l'initiatrice en prenant l'arrêt du 12 janvier dernier, elle devra faire
savoir à la Cour de cassation belge qu'elle doit également la suivre et
que, ce faisant, la nullité ne devrait pas être absolue pour celui qui est
de bonne foi. Il me semble qu'il serait prudent, dans un souci de
sauvegarde des intérêts du Trésor, de demander à l'administration de
vérifier ce qu'il en est.
11.03 Eric Massin (PS): Het
Belgische Hof van Cassatie heeft
inderdaad aan het Hof van Justitie
van de Europese
Gemeenschappen een prejudiciële
vraag gesteld over het probleem
van de absolute nietigheid van de
hele operatie.

Volgens het vroegere standpunt
van het Belgische Hof van
Cassatie zou de hele operatie
inderdaad nietig verklaard worden,
zodat het recht op BTW-aftrek zou
wegvallen.

Als het Hof van Justitie de
rechtspraak volgt waaraan ze met
haar arrest van 12 januari jl. zelf
ten grondslag ligt, moet ze het Hof
van Cassatie meedelen dat ook zij
die moet volgen en dat derhalve
de nietigheid niet absoluut zou
moeten zijn voor wie te goeder
trouw is. Het lijkt me voorzichtig,
met het oog op de bescherming
van de belangen van de Schatkist,
om aan de administratie te vragen
dat ze nagaat hoe de vork aan de
steel zit.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

La réunion publique de commission est levée à 13.05 heures.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 13.05 uur.