IC813_FIN.doc

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

cdH

centre démocrate Humaniste

CD&V

Christen-Democratisch en Vlaams

ECOLO

Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales

Front National

Mouvement réformateur

N-VA

Nieuw-Vlaamse Alliantie

Parti socialiste

sp.a-spirit

Socialistische Partij Anders Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht

Vlaams Belang

VLD

Vlaamse Liberalen en Democraten

Abréviations dans la numérotation des publications :

Afkortingen bij de nummering van de publicaties :

DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de

base et du n° consécutif

DOC 51 0000/000

Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer

QRVA

Questions et Réponses écrites

QRVA

Schriftelijke Vragen en Antwoorden

CRIV

version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV

voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)

CRABV

Compte Rendu Analytique (couverture bleue)

CRABV

Beknopt Verslag (blauwe kaft)

CRIV

Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu inté-
gral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit des
interventions ; les annexes se trouvent dans une brochure
séparée (PLEN: couverture blanche; COM: couverture
saumon)

CRIV

Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken; de
bijlagen zijn in een aparte brochure opgenomen
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)

PLEN

séance plénière

PLEN

Plenum

COM

réunion de commission

COM

Commissievergadering

MOT

motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT

moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)

Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :

publications@laChambre.be

Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :

publicaties@deKamer.be

CRIV 51

COM 813

17/01/2006

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

SOMMAIRE

INHOUD

Question de M. Patrick De Groote au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "d'éventuels
dysfonctionnements au centre d'asile de
Bevingen" (n° 8871)

Vraag van de heer Patrick De Groote aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "vermeende wantoestanden in het
asielcentrum van Bevingen" (nr. 8871)

Orateurs: Patrick De Groote, Christian
Dupont, ministre de la Fonction publique, de
l'Intégration sociale, de la Politique des
grandes villes, de l'Egalité des chances

Sprekers: Patrick De Groote, Christian
Dupont, minister van Ambtenarenzaken,
Maatschappelijke Integratie,
Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen

Questions jointes de

Samengevoegde vragen van

- Mme Liesbeth Van der Auwera à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "la
tutelle des mineurs étrangers non accompagnés"
(n° 9279)

- mevrouw Liesbeth Van der Auwera aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
voogdij over niet-begeleide minderjarige
vreemdelingen" (nr. 9279)

Orateurs: Marie Nagy, Liesbeth Van der
Auwera, Christian Dupont, ministre de la
Fonction publique, de l'Intégration sociale, de
la Politique des grandes villes, de l'Egalité des
chances

Sprekers: Marie Nagy, Liesbeth Van der
Auwera, Christian Dupont, minister van
Ambtenarenzaken, Maatschappelijke
Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke
Kansen

Question de Mme Nahima Lanjri au ministre de la
Fonction publique, de l'Intégration sociale, de la
Politique des grandes villes et de l'Egalité des
chances sur "le recours tardif par les sociétés de
logements sociaux aux CPAS en cas de problème
d'endettement d'un locataire" (n° 8835)

Vraag van mevrouw Nahima Lanjri aan de
minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke
Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
over "het te laat inschakelen van OCMW's door
de sociale huisvestingsmaatschappijen als een
huurder schuldproblemen heeft" (nr. 8835)

Orateurs: Nahima Lanjri, Christian Dupont,
ministre de la Fonction publique, de
l'Intégration sociale, de la Politique des
grandes villes, de l'Egalité des chances

Sprekers: Nahima Lanjri, Christian Dupont,
minister van Ambtenarenzaken,
Maatschappelijke Integratie,
Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen

Questions jointes de

Samengevoegde vragen van

- M. Claude Marinower au ministre de la Fonction
publique, de l'Intégration sociale, de la Politique
des grandes villes et de l'Égalité des chances sur
"la mise en oeuvre du Plan fédéral de lutte contre
le racisme, l'antisémitisme et la xénophobie"
(n° 9441)

- de heer Claude Marinower aan de minister van
Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie,
Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen over "het
uitvoeren van het Federaal Plan tegen racisme,
antisemitisme en xenofobie" (nr. 9441)

Orateurs: Claude Marinower, Christian
Dupont, ministre de la Fonction publique, de
l'Intégration sociale, de la Politique des
grandes villes, de l'Egalité des chances

Sprekers: Claude Marinower, Christian
Dupont, minister van Ambtenarenzaken,
Maatschappelijke Integratie,
Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen

Question de Mme Sabien Lahaye-Battheu au
ministre de la Fonction publique, de l'Intégration
sociale, de la Politique des grandes villes et de
l'Égalité des chances sur "les bénéficiaires de

Vraag van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan
de minister van Ambtenarenzaken,
Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid
en Gelijke Kansen over "leefloontrekkers die een

17/01/2006

CRIV 51

COM 813

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

revenu d'intégration qui refusent un emploi pour
cause d'inaptitude médicale" (n° 8672)

betrekking weigeren wegens medische
ongeschiktheid" (nr. 8672)

Orateurs: Sabien Lahaye-Battheu, Christian
Dupont, ministre de la Fonction publique, de
l'Intégration sociale, de la Politique des
grandes villes, de l'Egalité des chances

Sprekers: Sabien Lahaye-Battheu, Christian
Dupont, minister van Ambtenarenzaken,
Maatschappelijke Integratie,
Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen

Question de Mme Muriel Gerkens au ministre de
la Fonction publique, de l'Intégration sociale, de la
Politique des grandes villes et de l'Égalité des
chances sur "l'accès au fonds mazout" (n° 8841)

Vraag van mevrouw Muriel Gerkens aan de
minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke
Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
over "de toegang tot het stookoliefonds"
(nr. 8841)

Orateurs: Muriel Gerkens, Christian Dupont,
ministre de la Fonction publique, de
l'Intégration sociale, de la Politique des
grandes villes, de l'Egalité des chances

Sprekers: Muriel Gerkens, Christian Dupont,
minister van Ambtenarenzaken,
Maatschappelijke Integratie,
Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen

Question de M. Guy Hove au ministre de la
Fonction publique, de l'Intégration sociale, de la
Politique des grandes villes et de l'Egalité des
chances sur "l'accueil des demandeurs d'asile par
les CPAS de petite taille" (n° 8872)

Vraag van de heer Guy Hove aan de minister van
Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie,
Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen over "de
opvang van asielzoekers door kleine OCMW's"
(nr. 8872)

Orateurs: Guy Hove, Christian Dupont,
ministre de la Fonction publique, de
l'Intégration sociale, de la Politique des
grandes villes, de l'Egalité des chances

Sprekers: Guy Hove, Christian Dupont,
minister van Ambtenarenzaken,
Maatschappelijke Integratie,
Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen

Question de Mme Marie Nagy au ministre de la
Fonction publique, de l'Intégration sociale, de la
Politique des grandes villes et de l'Égalité des
chances sur "les frais d'études et les subventions
aux associations dans le cadre de la politique des
grandes villes" (n° 8912)

Vraag van mevrouw Marie Nagy aan de minister
van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke
Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
over "de studiekosten en de toelagen aan
verenigingen in het kader van het
grootstedenbeleid" (nr. 8912)

Orateurs: Marie Nagy, Christian Dupont,
ministre de la Fonction publique, de
l'Intégration sociale, de la Politique des
grandes villes, de l'Egalité des chances

Sprekers: Marie Nagy, Christian Dupont,
minister van Ambtenarenzaken,
Maatschappelijke Integratie,
Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen

Question de M. Olivier Maingain au ministre de la
Fonction publique, de l'Intégration sociale, de la
Politique des grandes villes et de l'Égalité des
chances sur "la lutte contre les discriminations
fondées sur la langue" (n° 8966)

Vraag van de heer Olivier Maingain aan de
minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke
Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
over "de bestrijding van discriminaties op grond
van de taal" (nr. 8966)

Orateurs:

Olivier Maingain, Christian

Dupont, ministre de la Fonction publique, de
l'Intégration sociale, de la Politique des
grandes villes, de l'Egalité des chances

Sprekers:

Olivier Maingain, Christian

Dupont, minister van Ambtenarenzaken,
Maatschappelijke Integratie,
Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen

Interpellation de Mme Marie Nagy à la vice-
première ministre et ministre de la Justice et au
ministre de la Fonction publique, de l'Intégration
sociale, de la Politique des grandes villes et de
l'Egalité des chances sur "les résultats de la
Conférence Interministérielle sur le logement"
(n° 720)

Interpellatie van mevrouw Marie Nagy tot de vice-
eerste minister en minister van Justitie en tot de
minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke
Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
over "de resultaten van de Interministeriële
Conferentie Huisvesting" (nr. 720)

Orateurs: Marie Nagy, Christian Dupont,
ministre de la Fonction publique, de
l'Intégration sociale, de la Politique des
grandes villes, de l'Egalité des chances

Sprekers: Marie Nagy, Christian Dupont,
minister van Ambtenarenzaken,
Maatschappelijke Integratie,
Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen

Motions

Moties

Questions jointes de

Samengevoegde vragen van

- Mme Zoé Genot au ministre de la Fonction 32

- mevrouw Zoé Genot aan de minister van 32

CRIV 51

COM 813

17/01/2006

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

iii

publique, de l'Intégration sociale, de la Politique
des grandes villes et de l'Égalité des chances sur
"un manque de places d'accueil pour les
demandeurs d'asile" (n° 9198)

Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie,
Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen over "een
tekort aan opvangplaatsen voor asielzoekers"
(nr. 9198)

- Mme Magda De Meyer au ministre de la
Fonction publique, de l'Intégration sociale, de la
Politique des grandes villes et de l'Egalité des
chances sur "le manque de place au centre
d'accueil d'urgence de Woluwe-Saint-Pierre"
(n° 9212)

- mevrouw Magda De Meyer aan de minister van
Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie,
Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen over "het
plaatsgebrek in het noodopvangcentrum van Sint-
Pieters-Woluwe" (nr. 9212)

Orateurs: Zoé Genot, Magda De Meyer,
Christian Dupont, ministre de la Fonction
publique, de l'Intégration sociale, de la
Politique des grandes villes, de l'Egalité des
chances

Sprekers: Zoé Genot, Magda De Meyer,
Christian Dupont, minister van
Ambtenarenzaken, Maatschappelijke
Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke
Kansen

CRIV 51

COM 813

17/01/2006

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

COMMISSION DE LA SANTE

PUBLIQUE, DE

L'ENVIRONNEMENT ET DU

RENOUVEAU DE LA SOCIETE

COMMISSIE VOOR DE

VOLKSGEZONDHEID, HET

LEEFMILIEU EN DE

MAATSCHAPPELIJKE

HERNIEUWING

MARDI

JANVIER

2006

Matin

______

van

DINSDAG

JANUARI

2006

Voormiddag

______

La séance est ouverte à 11.03 heures par M. Yvan Mayeur, président.
De vergadering wordt geopend om 11.03 uur door de heer Yvan Mayeur, voorzitter.

01 Vraag van de heer Patrick De Groote aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse

Zaken over "vermeende wantoestanden in het asielcentrum van Bevingen" (nr. 8871)

01 Question de M. Patrick De Groote au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "d'éventuels

dysfonctionnements au centre d'asile de Bevingen" (n° 8871)

01.01 Patrick De Groote (N-VA): Mijnheer de minister, de aanleiding

van mijn vraag is een aantal klachten inzake een aantal problemen
gesignaleerd vanuit diverse hoeken. Die problemen hadden te maken
met onder andere de veiligheid en de hygiëne en ook de
vakantiekampen van dat asielcentrum.

Ik wil van u horen of dat geruchten zijn? Wat is er daar eigenlijk van
aan? In hoeverre zijn al die klachten gegrond, of niet? Ik heb terzake
een aantal concrete vragen.

Wat de veiligheid betreft, zou er bijvoorbeeld een persoon
verantwoordelijk zijn voor zesendertig jongeren, en dat gedurende
twaalf uur. Dat zijn details, maar ik wil proberen aan te tonen
waarover de klachten in het algemeen gaan.

Het gaat ook over beperkte permanentiediensten 's nachts; het gaat
over vechtpartijen in de keuken; het gaat over personeel dat niet
opgeleid zou zijn tot opvoeder; het gaat over onvoldoende hygiënische
toestanden. Er zijn geen aparte voorzieningen, toiletten bijvoorbeeld,
voor vrouwen en mannen. Het gaat ook over het laattijdig op de
hoogte brengen van ziektes. Er zijn klachten over maaltijden, klachten
over de vakantiekampen, en over ongezonde toestanden in het
algemeen.

Daarom heb ik een aantal vragen, mijnheer de minister, waarop ik
graag van u een antwoord zou krijgen.

Ten eerste, hoeveel personeelsleden telt het voornoemde centrum in
het totaal? Hoeveel voormalige werknemers van Hengelhoef zijn
ingeschakeld in het centrum te Bevingen? Zijn die mensen speciaal
opgeleid voor de respectievelijke doelgroepen?

01.01 Patrick De Groote (N-VA):

Ces derniers temps, le centre
d'asile de Fedasil à Bevingen, près
de Saint-Trond, est l'objet de
plaintes graves. Combien de
membres du personnel ce centre
occupe-t-il? Combien de ceux-ci
travaillaient-ils auparavant à
Hengelhoef? Ont-ils suivi une
formation spéciale? Une
procédure est-elle en cours au
tribunal du travail concernant le
licenciement d'un travailleur par la
direction de Fedasil? Un autre
membre du personnel a-t-il
entamé contre Fedasil une
procédure pour harcèlement au
travail? Comment la permanence
de nuit est-elle organisée au
centre? La sécurité du personnel
est-elle suffisamment garantie?
Existe-t-il des consignes de
sécurité spéciales pour le
personnel en matière de risques
de santé possibles? Les syndicats
sont-ils consultés à ce sujet? Le
personnel a-t-il été informé sur le
sujet? Est-il formé à la gestion de
comportements agressifs? Y a-t-il
des consignes spéciales en la
matière? L'absentéisme du
personnel est-il normal ou plutôt

17/01/2006

CRIV 51

COM 813

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Ten tweede, klopt het dat er een procedure voor de arbeidsrechtbank
loopt van een in de afdeling te Sint-Truiden-Bevingen ontslagen
werknemer tegen de directie van Fedasil? Klopt het dat er op dit
moment ook een procedure loopt van een werknemer van de afdeling
te Bevingen inzake pesten op het werk, na interventie van de
preventieadviseur?

Ten derde, hoe is de nachtpermanentie in het centrum geregeld? Zijn
er voldoende garanties voor de veiligheid van personeel, 's nachts
zowel als overdag?

Ten vierde, zijn er, gelet op de gevaren voor de gezondheid van het
personeel ik meen dat er in het recente verleden een tbc-dreiging
bleek te zijn in het centrum speciale veiligheidsvoorschriften? Is er
vooraf syndicaal overleg geweest om terzake beslissingen te nemen?
Is er terzake ook voorlichting aan het personeel gegeven?

Ten vijfde, is het personeel wel opgeleid om om te gaan met de
agressie van de inwoners van het centrum? Zijn er speciale
agressiebeheersingstechnieken of voorschriften van toepassing?

Ten zesde en ten laatste, wanneer wij kijken naar het ziekteverzuim
bij het personeel, kunt u daarvan zeggen dat het normaal te noemen
is? Of zijn er bepaalde excessen waarneembaar? Ik dank u voor uw
antwoord, mijnheer de minister.

exceptionnel?

01.02 Minister Christian Dupont: Mijnheer De Groote, er werken op

dit moment negentig personeelsleden in het opvangcentrum van Sint-
Truiden. Bij de sluiting van het centrum Hengelhoef te Houthalen,
heeft het opvangcentrum te Sint-Truiden een aanzienlijke inspanning
gedaan om in het raam van het sociaal plan vijftien personeelsleden
over te nemen.

Uiteraard werden die mensen ingezet voor functies die
overeenstemmen met hun competentie. Bovendien is het
personeelsbeleid erop gericht in de nodige opleiding te voorzien als
dat nodig is voor de functie.

Wat de procedure voor de arbeidsrechtbank betreft, gebeurt het zoals
in elk bedrijf en ook bij Fedasil, dat werknemers ontslagen worden
indien zij niet voldoen voor de functie.

Ik kan u verzekeren dat Fesasil in deze zorgvuldig te werk gaat en de
arbeidswetgeving nauwgezet naleeft. Het is inderdaad steeds aan de
arbeidsrechtbank om het tegendeel vast te stellen. Ik heb geen weet
van een procedure voor de arbeidsrechtbank.

Er is momenteel wel een interne procedure lopende in het kader van
pesterijen op het werk. Deze procedure bevindt zich nog in een
onderzoeksfase en gaat na of er aanwijzingen zijn dat de betrokken
werknemer wordt gepest.

Wat de nachtpermanentie betreft, er zijn steeds minimaal twee
personeelsleden aanwezig tijdens de nacht alsook een extra
personeelslid bij de dienst voor de niet-begeleide minderjarigen. Dat is
de algemeen geldende norm in onze opvangcentra. De
personeelsleden die instaan voor de permanentie hebben vaak een
opleiding gevolgd in EHBO en blustechnieken. Tot op heden heeft

01.02

Christian Dupont,

ministre: Nonante personnes
travaillent au centre à l'heure
actuelle. Lors de la fermeture de
Hengelhoef, quinze membres du
personnel ont été repris et affectés
à des fonctions correspondant à
leurs compétences. Une formation
supplémentaire a été organisée si
nécessaire.

Fedasil respecte scrupuleusement
la législation du travail en cas de
licenciement. Je n'ai pas
connaissance d'une procédure
auprès du tribunal du travail à
propos d'un licenciement. Par
contre, une procédure interne pour
harcèlement au travail est en
cours mais elle se trouve toujours
en phase d'enquête.

La nuit, deux membres du
personnel sont présents au
minimum et un collaborateur
supplémentaire s'occupe des
mineurs d'âge non accompagnés.
Ces membres du personnel ont
généralement suivi une formation
au secourisme et aux techniques
d'extinction. Il ne s'est produit
aucun incident sérieux jusqu'ici.

CRIV 51

COM 813

17/01/2006

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

zich geen ernstig incident voorgedaan.

U vroeg mij naar de gevaren voor de gezondheid van het personeel.
Jaarlijks ondergaan alle personeelsleden een algemene medische
controle uitgevoerd door de arbeidsgeneeskundige dienst. Bovendien
wordt er om de zes maanden een specifieke tbc-screening
georganiseerd bestaande uit een intradermotest of een radiografie
van de longen. Ieder personeelslid is eveneens ingeënt tegen
hepatitis. Daarnaast bestaan er specifieke procedures die het risico
van andere tbc-besmettingen moeten beperken. De medische dienst
ziet erop toe dat het risico van besmetting met eender welke ziekte
zoveel mogelijk beperkt blijft.

De personeelsleden zijn aan de hand van twee vergaderingen op de
hoogte gebracht van het tbc-risico. Bij aanwerving ontvangen zij een
brochure die hen op eventuele gezondheidsrisico's wijst en die
aangeeft welke voorzorgsmaatregelen getroffen moeten worden.
Daarnaast werd er een voorlichtingssessie georganiseerd over
algemene hygiëne en kan het personeel steeds bij het medische team
terecht met vragen en opmerkingen. Fedasil overlegt hierover met de
representatieve vakbondsorganisaties. Deze laatste zijn uitermate
tevreden over de ernst en de degelijkheid waarmee veiligheid en
preventie worden benaderd.

Is het personeel opgeleid om om te gaan met agressie van de
inwoners van het centrum? Zo luidt een van uw vragen. Er worden
geregeld cursussen georganiseerd met betrekking tot omgaan met
agressie. Vorig jaar werden deze cursussen georganiseerd voor alle
onthaalmedewerkers, dit jaar voor de sociaal assistenten en de
opvoeders.

Wat het ziekteverzuim betreft, vergeleken met de andere
opvangcentra kent het centrum van Sint-Truiden geen abnormaal
hoog ziekteverzuim.

Les membres du personnel
passent chaque année un examen
médical général. Un dépistage
TBC est organisé tous les six
mois. En outre, chaque membre
du personnel est vacciné contre
l'hépatite. Le personnel a été
informé du risque lié à la
tuberculose au cours de deux
réunions et dispose d'une
brochure consacrée aux mesures
préventives. Une séance
d'information relative à l'hygiène
générale a aussi été organisée.
Les syndicats sont très satisfaits
de la manière dont Fedasil traite
les questions liées à la sécurité et
à la prévention. Des cours de
gestion des comportements
agressifs existent également. Ils
ont été suivis l'an dernier par les
collaborateurs chargés de l'accueil
et, cette année, ils s'adresseront
aux assistants sociaux et aux
éducateurs.

Comparé à d'autres centres
d'accueil, l'absentéisme à Saint-
Trond n'est pas anormalement
élevé.

01.03 Patrick De Groote (N-VA): Mijnheer de minister, dank u voor

dit uitgebreid antwoord. Het is soms wat in tegenspraak met de door
mij aangehaalde voorbeelden. U hebt gesteld dat er 15 mensen van
Hengelhoef zijn overgekomen en dat zij worden ingeschakeld
naargelang de mogelijkheden en hun competenties. Voor wie uit de
horeca komt is een opvoedingstaak toch heel iets anders en ik zie niet
goed in hoe deze mensen competent zijn voor dergelijke opdrachten.

U beaamt de procedure tegen een ontslagen werknemer, die volgens
u volledig correct verlopen is. Ik zal mij daar niet over uitspreken,
vermits u aanhaalt dat de arbeidswetgeving volledig is nageleefd. Ik
hoop dat er inderdaad een interne procedure loopt in verband met
pesten op het werk. Men doet dit niet zo maar, denk ik. Ik dring er op
aan dat dit heel grondig gebeurt, want werken in een pestsfeer is
inderdaad zeer ongezond en is niet goed voor de prestaties van de
personeelsleden. U hebt een aantal voorbeelden aangehaald en
gezegd dat er niets gebeurd is, maar toch heb ik een hele lijst met
klachten, waarvan ik een deel al heb opgesomd. U hebt ook niet
gesproken over de vakantiekampen waarover men toch een aantal
zaken zou kunnen zeggen. Er zijn daar incidenten gebeurd inzake
nachttoezicht waarover ik liever niet in detail treed, maar die toch
schrijnend zijn. Ik vraag om de zaak heel goed op te volgen en
desnoods vanuit uw diensten een onderzoek in te stellen naar wat er

01.03 Patrick De Groote (N-VA):

La réponse du ministre est en
contradiction totale avec les
plaintes dont j'ai eu connaissance.
J'espère que le ministre chargera
ses services d'examiner ce
dossier de manière approfondie.

17/01/2006

CRIV 51

COM 813

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

allemaal leeft en heerst in het centrum.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

02 Questions jointes de

- Mme Marie Nagy au ministre de la Fonction publique, de l'Intégration sociale, de la Politique des
grandes villes et de l'Égalité des chances sur "l'accueil de deuxième ligne et la prise en charge par les
CPAS des mineurs étrangers non accompagnés non-demandeurs d'asile" (n° 8752)
- Mme Liesbeth Van der Auwera à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "la tutelle des
mineurs étrangers non accompagnés" (n° 9279)

02 Samengevoegde vragen van

- mevrouw Marie Nagy aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie,
Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen over "de tweedelijnsopvang en de tenlasteneming door de
OCMW's van niet-begeleide buitenlandse minderjarigen die geen asiel aanvragen" (nr. 8752)
- mevrouw Liesbeth Van der Auwera aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
voogdij over niet-begeleide minderjarige vreemdelingen" (nr. 9279)

02.01 Marie Nagy (ECOLO): Monsieur le président, monsieur le

ministre, j'aimerais avoir votre point de vue sur une situation
inextricable qui concerne les mineurs non accompagnés (MENA) non-
demandeurs d'asile.

Ces MENA sont hébergés au centre d'accueil Fedasil de Neder-over-
Heembeek ou son correspondant néerlandophone, Steenokkerzeel.

Ces deux centres seraient, d'après Fedasil, des centres d'accueil
d'urgence. L'hébergement y est prévu pour une durée de quinze jours,
renouvelable une fois. Ils auraient pour finalité l'observation et
l'orientation des jeunes et ne seraient, dès lors, pas adaptés à un
accueil de plus long terme.

Penchons-nous sur les possibilités d'hébergement en deuxième ligne.

- L'hébergement en famille d'accueil: hypothèse possible en théorie
mais très rare en pratique, étant donné la pénurie de familles
d'accueil. Quand une famille se propose, elle préfère accueillir des
enfants en bas âge, et généralement pas les MENA dont il s'agit.

- L'hébergement en centre d'accueil pour les MENA qui ne sont pas
prêts à vivre en autonomie: situation rare, difficile à concrétiser vu la
pénurie des structures d'accueil pouvant accueillir ce type de mineurs.

- L'hébergement en autonomie (flat/appartement/kot d'étudiant): ici,
aussi, des barrières rendent pratiquement impossible l'hébergement
en autonomie, étant donné la position des CPAS. Plusieurs CPAS
refusent d'intervenir pour une aide financière équivalente au RIS
lorsque ces jeunes ne sont pas inscrits au registre des étrangers, ce
qui est toujours le cas car, durant les six premiers mois, ils sont sous
déclaration d'arrivée délivrée par l'administration communale. Quant à
l'avance pour la garantie locative et le paiement du premier loyer, ils
estiment que le CPAS compétent est celui de la dernière résidence.
Or, quand ces jeunes issus du centre de Neder-over-Heembeek se
tournent vers le CPAS de Bruxelles, celui-ci s'estime incompétent au
motif qu'ils viennent d'un centre Fedasil et que, par conséquent,
Fedasil est compétent. La signature même d'un contrat de bail
s'avère donc impossible.

02.01 Marie Nagy (ECOLO): Wat

is uw standpunt in verband met de
tenlasteneming van niet-begeleide
minderjarige vreemdelingen die
geen asiel aanvragen?

Fedasil heeft twee centra voor
noodopvang (in Neder-over-
Heembeek en Steenokkerzeel) die
de niet-begeleide minderjarige
vreemdelingen in principe maar
voor maximaal vier weken kunnen
opvangen. Tot de mogelijkheden
van alternatieve opvang behoort
het gastgezin, maar dat gebeurt
zelden omdat er zo weinig
kandidaat-gezinnen zijn. Er zijn
niet voldoende opvangcentra die
niet-begeleide minderjarige
vreemdelingen kunnen opvangen.

Zelfstandig wonen blijkt in de
praktijk ook onmogelijk omdat
verscheidene OCMW's weigeren
financiële bijstand gelijk aan het
leefloon te verlenen.

Hoe ver staat het met de
onderhandelingen met de Franse
Gemeenschap over het probleem
van de subsidies voor de
opvangcentra waar die categorie
van minderjarigen terecht kan?

Bent u van plan een omzendbrief
op te stellen om de OCMW's te
gelasten dezelfde gedragslijn te
volgen inzake de huurwaarborg
van de eerste huur en de
financiële hulp?

CRIV 51

COM 813

17/01/2006

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

La conclusion logique de cette situation est que ces jeunes restent
beaucoup plus longtemps en centre d'accueil d'urgence, jusqu'à ce
qu'un grand nombre d'entre eux disparaissent dans la nature,
découragés par l'absence de perspectives en termes d'hébergement.

Soit ces deux centres fédéraux sont effectivement des centres
d'accueil d'urgence et, dès lors, l'accueil en deuxième ligne doit être
possible concrètement et facilité, tant au point de vue des centres
d'accueil que de la mise en autonomie et l'aide accordée par les
CPAS. Soit ces centres ne sont pas considérés comme des centres
d'accueil d'urgence et devraient être outillés pour permettre un suivi
adéquat de ces jeunes à plus long terme.

Monsieur le ministre, pouvez-vous m'expliquer votre position dans
cette problématique? Où en sont les négociations avec la
Communauté française sur la question des subventions aux centres
d'accueil pouvant accueillir cette catégorie de mineurs? Je vous ai
déjà interrogé à ce sujet et vous m'aviez répondu à l'époque que le
groupe de travail tentait de dégager des solutions. Plus d'un an après,
le problème ne me semble toujours pas résolu. Pour l'hébergement
en autonomie de ces jeunes, avez-vous l'intention d'apporter une
solution par l'adoption d'une circulaire enjoignant les CPAS à une
pratique uniforme tant en matière de garantie locative que du premier
loyer et de l'aide financière?

Je remercie le ministre pour les réponses qu'il voudra bien me
donner.

02.02 Liesbeth Van der Auwera (CD&V): Mijnheer de voorzitter,

mijnheer de minister, zoals de vorige spreker heeft aangehaald, heeft
dit land twee verschillende opvangmodellen inzake de niet-begeleide
minderjarigen. Niet-begeleide minderjarigen die asiel aanvragen
komen in de federale opvangstructuur terecht. Jongeren die
uitgeprocedeerd zijn of geen asiel aanvragen worden opgevangen
door de Gemeenschappen. We kunnen stellen dat we enerzijds te
maken hebben met een grootschalig federaal model dat de niet-
begeleide minderjarige als vluchteling beschouwt. Anderzijds is er het
kleinschalig model dat niet-begeleide minderjarigen opvangt als
jongeren in een problematische opvoedingssituatie. Het normerend
kader voor deze twee systemen is totaal verschillend. De federale
centtra scoren veel beter op het vlak van capaciteit, maar een
kwaliteitsvol zorgkader voor die jongeren ontbreekt. Het globale duale
opvangsysteem is, mijns inziens, onvoldoende afgestemd op de
zorgbehoeften van de niet-begeleide minderjarigen.

Ik kom tot mijn vragen.

De commissie van experts inzake niet-begeleide minderjarigen pleit
ervoor de niet begeleide minderjarige vreemdeling niet op basis van
zijn/haar statuut of er al dan niet een asielprocedure is gestart aan
een opvangcentrum toe te wijzen maar op basis van een
zorgbehoefte. Wat is het standpunt van de minister terzake?

Wat is de reden waarom er nog steeds geen formele afspraken zijn
gemaakt tussen de federale overheid en de Gemeenschappen inzake
de vraag hoe de federale overheid en de gemeenschapsoverheid
haar taken en bevoegdheden ten aanzien van deze doelgroep dienen
te bekijken.

02.02 Liesbeth Van der Auwera

(CD&V): Il existe dans notre pays
deux modèles d'accueil pour les
mineurs non accompagnés. Les
demandeurs d'asile sont accueillis
au sein de la structure d'accueil
fédérale alors que ceux qui sont
déboutés ou ne demandent pas
l'asile relèvent de la compétence
des Communautés. Le cadre
normatif des deux systèmes est
totalement différent. Le système
de soins dual n'est pas
suffisamment adapté aux besoins
en matière de soins des mineurs
non accompagnés.

Que pense le ministre du plaidoyer
de la commission d'experts qui
préconise que les mineurs non
accompagnés soient affectés à un
centre d'accueil non pas sur la
base de leur statut mais sur la
base de leurs besoins en matière
de soins? Pourquoi les autorités
fédérales et les Communautés ne
se sont-elles pas encore mises
d'accord sur leurs missions et
compétences respectives vis-à-vis
du groupe-cible? Cette

17/01/2006

CRIV 51

COM 813

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

In de beleidsverklaring van de minister van Justitie van
12 november 2003 werd gesteld dat het overleg met de andere
overheden die bevoegd zijn voor het verblijf en het onthaal van deze
minderjarigen in de loop van het eerste semester van 2004 zou zijn
afgerond. Ik geloof niet dat er reeds veel schot in de zaak is.

concertation aurait déjà dû avoir
eu lieu au cours du premier
semestre 2004.

02.03 Christian Dupont, ministre: Monsieur le président, dans la

perspective de la conclusion d'un protocole d'accord entre l'État et les
Communautés, conformément à l'accord gouvernemental, le
gouvernement a décidé en mars 2004 de créer deux centres chargés
d'organiser le premier accueil des mineurs non accompagnés, sans
distinction de statut. C'est une première avancée. L'un est situé à
Neder-over-Heembeek, l'autre à Steenokkerzeel.

Les deux centres sont dotés d'un personnel important, ce qui permet
d'activer la première phase d'observation des jeunes qui y arrivent.

Ces centres sont actuellement en activité. Vous pouvez les visiter;
d'ailleurs, à mon sens, Steenokkerzeel est un très bon exemple. Ils
peuvent accueillir 98 jeunes durant une période de quinze jours,
renouvelable une fois.

02.03 Minister Christian Dupont:

Twee centra, één in Neder-over-
Heembeek en één in
Steenokkerzeel, werden door de
regering opgericht en zijn
momenteel in werking.

Ook na deze eerste opvangfase in een observatie- en
oriëntatiecentrum dienen niet-begeleide buitenlandse minderjarigen
doorverwezen te worden naar de opvangstructuur die het meest
aangepast is aan hun behoeften en niet gebaseerd is op hun
administratief statuut. Het idee is dat men ze observeert en dat ze dan
moeten worden doorverwezen naar de opvangstructuur die het meest
geschikt is voor hen.

De contouren van het samenwerkingsakkoord werden reeds in het
regeerakkoord bepaald: de opvang van minderjarigen organiseren op
basis van hun noden en niet langer op basis van hun administratief
statuut. Ik onderschrijf dit principe volledig en er bestaat eveneens
een consensus over dit akkoord binnen de werkgroep.

Après cette première phase
d'accueil dans un centre
d'observation et d'orientation, les
mineurs étrangers non accompa-
gnés doivent être dirigés vers la
structure d'accueil qui répond le
mieux à leurs besoins, sans tenir
compte de leur statut administratif.
Les contours de l'accord de
coopération qui figurent dans
l'accord de gouvernement allaient
dans le même sens. Je souscris à
ce principe et un consensus sur
l'accord s'est également dégagé
au sein du groupe de travail.

En novembre 2004, j'ai pris l'initiative de relancer les négociations
laborieuses avec les Communautés en vue de conclure un accord de
coopération. Plusieurs réunions constructives ont eu lieu durant le
premier semestre de 2005 et un état des lieux a été dressé. Les
négociations ont repris fin octobre en raison d'une suspension
demandée par la Communauté flamande qui avait mandaté un
groupe d'experts.

Dans le modèle d'accueil que je souhaite mettre sur pied avec les
Communautés, les mineurs seront, sur la base d'une évaluation
circonstanciée aux deux centres d'observation et d'orientation, dirigés
vers la structure la plus adaptée à leurs besoins spécifiques et ce,
indépendamment de leur statut de séjour.

L'orientation devrait idéalement se faire par un organe composé de
représentants du fédéral et des entités fédérées concernées. Mon
cabinet travaille sur cette piste en concertation avec les représentants
des Communautés. Cela facilitera l'accès aux services de l'aide à la
jeunesse lorsque le MENA répond aux critères des décrets

In november 2004 werden
onderhandelingen aangeknoopt
met de Gemeenschappen om een
samenwerkingsovereenkomst te
sluiten.

In een optimaal opvangmodel
zullen de minderjarigen door een
orgaan met vertegenwoordigers
van de federale overheid en de
betrokken deelgebieden naar de
structuur worden verwezen die het
best aan hun noden beantwoordt.

De niet-begeleide minderjarige
vreemdeling die zijn aankomst
heeft gemeld, verblijft wettelijk op
het grondgebied en heeft dus
recht op sociale steun, die door de

CRIV 51

COM 813

17/01/2006

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

communautaires. La capacité nécessaire à l'accueil des jeunes
sortant de la première ligne doit également être renforcée. Cette
question est en cours de discussion.

Le MENA qui se voit délivrer une déclaration d'arrivée conformément
à une circulaire de l'Office des étrangers du 15 septembre 2005
réside légalement sur le territoire et a, dès lors, droit à une aide
sociale. Cette aide doit lui permettre de mener une vie conforme à la
dignité humaine et porte, le cas échéant, sur une avance pour la
garantie locative ou le paiement du premier loyer. Le CPAS
compétent pour octroyer cette aide est celui de la commune où le
MENA souhaite s'installer après avoir quitté le centre d'accueil pour
MENA. En effet, conformément à la loi, "le CPAS compétent pour
accorder l'aide sociale est celui de la commune sur le territoire de
laquelle se trouve une personne qui a besoin d'assistance".

Enfin, je tiens à préciser que l'aide sociale octroyée au MENA en
possession d'une déclaration d'arrivée bénéficie du remboursement
de l'Etat.

Très récemment, avec Mme Fonck, nous avons réglé le problème de
l'association de Namur à Gembloux qui accueillait des mineurs non
accompagnés qu'ils soient demandeurs d'asile ou non. C'est une
belle préfiguration de ce que devrait être l'accord de coopération sur
lequel nous continuons à travailler. Nous espérons aboutir au premier
semestre de cette année. Vous allez rétorquer que cela va trop
lentement pour vous. Sachez que cela va trop lentement aussi pour
moi! Néanmoins, je ne peux pas faire avancer les choses plus vite
qu'elles ne veulent avancer.

J'estime que le fédéral remplit sa part d'obligation. Il a créé deux
centres confortables; il a mis le personnel compétent à disposition. Il
faut maintenant prévoir les structures d'accueil adaptées au niveau
fédéral qui a déjà des places adaptées pour les mineurs non
accompagnés et au niveau des Communautés. Les choses
évoluent bien. Peut-être n'aurez-vous plus à me poser
systématiquement cette question.

Comme il y a un coût financier à l'opération, je comprends que les
Communautés renâclent un peu.

Je comprends ce type de problème sur l'accueil des auteurs en
matière de violence féminine pour lequel il existe des projets pilotes
financés par le fédéral. On a dit qu'ils seraient financés jusqu'au
premier semestre 2006 mais nous sommes maintenant prêts à les
financer pendant toute l'année. Mais à un moment donné, les
Communautés et les Régions devront aussi prendre le relais.

staat wordt terugbetaald. Het
OCMW van de gemeente waar de
minderjarige zich wenst te
vestigen is hiervoor bevoegd.

De werkzaamheden met de
Gemeenschappen vorderen goed.
Samen met mevrouw Fonck
hebben we het probleem van een
vereniging in Gembloux opgelost.
De federale overheid heeft twee
centra opgericht. De
Gemeenschappen en Gewesten
moeten de structuren aanpassen,
wat bepaalde kosten met zich
meebrengt.

02.04 Marie Nagy (ECOLO): Monsieur le ministre, je vous remercie

pour votre réponse.

Je pense que je vous ai laissé assez de temps entre mes deux
questions. La réponse que vous donnez va dans la bonne direction et
j'entends bien votre appel aux Communautés. Je ne manquerai pas
de le relayer à ceux qui pourront interroger les ministres
communautaires compétents en la matière.

Votre réponse contient un élément important: la précision concernant

02.04 Marie Nagy (ECOLO): Ik

zal uw oproep aan de
Gemeenschappen doorspelen.

Kunt u de OCMW's via een
omzendbrief verduidelijken wat u
precies met de te verlenen sociale
steun bedoelt? De huidige
situaties zijn absurd. Ik volg dit
dossier op de voet.

17/01/2006

CRIV 51

COM 813

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

l'aide des CPAS aux jeunes qui sortent des centres. Il serait peut-être
intéressant et vous n'en avez pas parlé de transmettre une
circulaire aux CPAS pour préciser les choses. J'ai connaissance de
situations vraiment kafkaïennes dans lesquelles certaines personnes
se retrouvent ballottées entre deux administrations, ce qui n'est
jamais très facile.

Je resterai attentive à l'évolution du dossier.

Le président: Moi aussi.

De voorzitter: Ik ook.

02.05 Liesbeth Van der Auwera (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik

sluit mij aan bij de opmerking van mevrouw Nagy en ik dank de
minister voor het uitgebreid antwoord.

02.05 Liesbeth Van der Auwera

(CD&V): Je me rallie à la réplique
de Mme Nagy.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

03 Vraag van mevrouw Nahima Lanjri aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke

Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen over "het te laat inschakelen van OCMW's door de
sociale huisvestingsmaatschappijen als een huurder schuldproblemen heeft" (nr. 8835)

03 Question de Mme Nahima Lanjri au ministre de la Fonction publique, de l'Intégration sociale, de la

Politique des grandes villes et de l'Egalité des chances sur "le recours tardif par les sociétés de
logements sociaux aux CPAS en cas de problème d'endettement d'un locataire" (n° 8835)

03.01 Nahima Lanjri (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik dank u voor

uw geduld. Ik vergezelde een groep van een school die hier op
bezoek was.

Mijnheer de minister, mijn vraag stel ik naar aanleiding van een
werkbezoek aan een sociale huisvestingsmaatschappij. Ik heb daar
een tijdje meegelopen en ik heb een aantal vaststellingen kunnen
doen. Wij weten allemaal dat er soms mensen zijn, ook in de sociale
huisvesting, die hun huur niet kunnen betalen. Meestal wordt dat aan
het OCMW gesignaleerd zodat het OCMW tussenbeide kan komen
en eventueel aan schuldbemiddeling kan doen, of aan begeleiding, en
meestal raken de problemen opgelost.

Maar er blijft een probleem dat ook te maken heeft met de wet op de
privacy. Mensen moeten blijkbaar uitdrukkelijk hun toestemming
geven dat het OCMW op de hoogte wordt gebracht. Soms gebeurt
dat niet. Wanneer wordt dan het OCMW op de hoogte gebracht?
Bijvoorbeeld op de dag dat het gezin uit zijn huis wordt gezet. Dan is
het natuurlijk veel te laat. Dan is het kalf verdronken. Dus, dat geeft
echt wel problemen, sociale problemen die normaal gezien toch niet
de bedoeling zijn.

Ik meen dat niemand de bedoeling heeft eerst mensen op straat te
zetten die nadien door het OCMW toch opnieuw moeten worden
opgevangen. Vaak kunnen zulke problemen toch vermeden worden,
of toch in meer gevallen dan nu gebeurt.

Mijn vraag is of u op de hoogte bent van dat probleem? Hebt u een
idee, of hebt u voorstellen, om dat probleem aan te pakken? Ik lees
bijvoorbeeld dat alleen al in Vlaanderen vorig jaar 300 huishoudens
in totaal 1.300 mensen uit hun huis zijn gezet omdat zij niet op tijd
waren met hun betalingen. Het gaat dan inderdaad om gevallen waar
er aanmaningen zijn geweest om te betalen. Maar het probleem blijft

03.01 Nahima Lanjri (CD&V):

Certaines personnes ne sont pas
en mesure de payer le loyer de
leur logement social, un problème
que le CPAS résout généralement
par le recours à la médiation de
dettes. Aux termes de la loi sur la
vie privée, toutefois, l'accord
exprès des locataires est requis
pour que le CPAS puisse être
informé. Il arrive dès lors que
celui-ci ne soit averti qu'après
l'expulsion des locataires. Il faut
éviter que cette situation se
produise. Le ministre a-t-il
connaissance de ce problème et
comment compte-t-il le résoudre?
En 2005, 300 ménages, soit 1.300
personnes au total, ont été
expulsés de leur logement, rien
qu'en Flandre.

CRIV 51

COM 813

17/01/2006

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

die wet op de privacy, volgens mij. Of misschien is er nog een ander
probleem. Mijn vraag is, mijnheer de minister, wat gaat u eraan doen?

03.02 Minister Christian Dupont: Mevrouw Lanjri, eerst en vooral wil

ik zeggen dat het de taak is van de OCMW's de personen die dat
vragen te begeleiden bij het beheer van hun budget of bij de
schuldbemiddeling. Niets belet dat zij die taak ook vervullen voor
sociale huurders. Dat zou een eerste antwoord kunnen zijn voor die
mensen.

Bovendien vind ik dat de sociale huisvestingsmaatschappijen ook een
sociale taak in hun takenpakket moeten hebben. Zij kunnen die
begeleiding voor hun rekening nemen. Maar zij kunnen ook een
overeenkomst sluiten met een OCMW of een ander organisme om de
modaliteiten van die samenwerking te bepalen. Het is, vind ik, een
beetje te gemakkelijk om als privé-eigenaar te handelen zonder dat er
een oranje of rood licht oplicht wanneer er problemen zijn.

U lijkt het niet eens te zijn? U zult mij straks wel zeggen waarom.

Wat de budgetbegeleiding betreft, bestaan zulke
samenwerkingsverbanden reeds in verscheidene gemeenten. Die
vorm van overleg moet worden aangemoedigd binnen de
bevoegdheden van elk organisme, zodat er werkelijk preventief kan
worden opgetreden.

Kortom, ik begrijp niet goed waarom er geen sociale begeleiding zou
kunnen zijn voor die mensen die problemen hebben om hun huur te
betalen, en waarom men niet op tijd zou kunnen reageren met de
instrumenten die bestaan dat is zeker het geval voor de OCMW's
en met de instrumenten die zouden moeten bestaan in de sociale
huisvestingsmaatschappijen.

03.02

Christian Dupont,

ministre: Les CPAS doivent fournir
un accompagnement aux
personnes concernées en matière
de gestion de budget et de
médiation de dettes et rien ne les
empêche de le faire également
pour les locataires sociaux. Les
sociétés de logements sociaux
sont également investies d'une
mission sociale. Elles peuvent
assurer elles-mêmes l'accompa-
gnement ou conclure un accord
avec les CPAS ou une autre
instance. Il existe déjà des
accords de coopération en matière
de gestion de budget dans
différentes communes. Ces
formes de concertation doivent
être encouragées afin qu'un travail
de prévention puisse effectivement
être mis en place. Il me semble
que les instruments disponibles s'y
prêtent assurément.

03.03 Nahima Lanjri (CD&V): Mijnheer de minister, ik heb ook

gezegd dat er al heel vaak wordt samengewerkt met het OCMW en
dat het OCMW ook aan begeleiding doet.

Ik heb het over de groep waarbij de sociale huurder weigert dat zijn
naam wordt doorgegeven aan het OCMW. Op dat moment staat de
sociale huisvestingsmaatschappij machteloos. Men mag de gegevens
niet doorgeven aan het OCMW met het oog op begeleiding. Het is
over die groep dat het gaat. Het OCMW mag pas op de hoogte
worden gesteld op de dag van de uithuiszetting. Dat is het probleem.
De maatschappijen waarover ik het heb, hebben soms ook sociale
assistenten. Het probleem is echter dat een bepaalde groep van
huurders weigert dat hun naam wordt doorgegeven aan het OCMW.
Op dat vlak is er volgens mij een probleem met de wet op de privacy.

03.03 Nahima Lanjri (CD&V): Il

existe bien une collaboration avec
les CPAS, mais la société de
logements sociaux est impuis-
sante lorsque le locataire social
refuse que le CPAS soit informé.
Actuellement, on attend parfois le
jour de l'expulsion pour informer le
CPAS.

03.04 Minister Christian Dupont: Het is geen probleem qua privacy

tussen de huurder en de eigenaar-verhuurder. Op dat niveau kan men
zeker ageren.

03.04

Christian Dupont,

ministre: Il n'y a pas de
complications en matière de vie
privée entre le locataire et la
société de logement qui est
propriétaire et qui met le bien en
location. Des mesures peuvent
donc être prises à ce niveau pour
apurer la dette.

17/01/2006

CRIV 51

COM 813

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

03.05 Nahima Lanjri (CD&V): Dat gebeurt ook.

03.05 Nahima Lanjri (CD&V):

C'est déjà le cas ...

03.06 Minister Christian Dupont: U zegt dat er voor de OCMW's een

probleem is op het vlak van de privacy waardoor men geen beroep op
hen kan doen. Tussen de eigenaar, de huisvestingsmaatschappij, en
zijn huurder is er geen probleem van privacy. Als de problemen
gekend zijn, moet men een plan opstellen om de schuld aan te
zuiveren.

03.07 Nahima Lanjri (CD&V): Het blijft een probleem, mijnheer de

minister. Wat u zegt, gebeurt al. Wanneer er een
begeleidingssysteem op poten is gezet en het heeft nog niet gewerkt,
ondanks bijvoorbeeld verschillende aanmaningen en een
begeleidingsplan, dan kan dat toch leiden tot een uithuiszetting. Het
OCMW kan echter niet op tijd verwittigd worden als de huurder niet
wil dat zijn naam wordt doorgegeven aan het OCMW. Dat is het
probleem dat ik u signaleer, mijnheer de minister.

03.07 Nahima Lanjri (CD&V): ...

mais le problème des personnes
qui refusent que le CPAS soit
informé n'est pas résolu de la
sorte.

03.08 Minister Christian Dupont: Ik zal dit probleem signaleren aan

mijn collega's van de Gewesten bij de volgende Interministeriële
Conferentie. Ik zal er bij hen op aandringen dat er op sociaal vlak iets
gebeurt omdat dit inderdaad een nijpend probleem kan worden als
men de mensen uit hun huis moet zetten. Op dat moment wordt het
een onmogelijk probleem. Men kan dus beter preventief te werk gaan.

03.08

Christian Dupont,

ministre: Je soumettrai ce
problème aux Régions lors de la
prochaine conférence intergouver-
nementale. J'insisterai afin qu'elles
prennent des mesures, car une
approche préventive est
essentielle.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

04 Samengevoegde vragen van

- de heer Claude Marinower aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie,
Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen over "het ontnemen van de burgerlijke en politieke rechten na
een veroordeling voor racisme en negationisme" (nr. 8467)
- de heer Claude Marinower aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie,
Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen over "het uitvoeren van het Federaal Plan tegen racisme,
antisemitisme en xenofobie" (nr. 9441)

04 Questions jointes de

- M. Claude Marinower au ministre de la Fonction publique, de l'Intégration sociale, de la Politique des
grandes villes et de l'Égalité des chances sur "le retrait des droits civils et politiques après une
condamnation pour racisme et négationnisme" (n° 8467)
- M. Claude Marinower au ministre de la Fonction publique, de l'Intégration sociale, de la Politique des
grandes villes et de l'Égalité des chances sur "la mise en oeuvre du Plan fédéral de lutte contre le
racisme, l'antisémitisme et la xénophobie" (n° 9441)

04.01 Claude Marinower (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de

minister, naar aanleiding van een veroordeling, die reeds dateert van
een paar maanden geleden, hebt u zich uitgelaten met betrekking tot
die veroordeling. U zei dat u de mogelijkheid onderzocht om die
personen die veroordeeld zijn voor racisme en negationisme harder
aan te pakken en dat u samen met de minister van Justitie, mevrouw
Onkelinx, een wetsontwerp zou voorbereiden om die mensen voor
een bepaalde tijd hun burger- en politieke rechten te ontnemen. Ik zou
daarover zeer specifiek van u willen weten hoe ver het staat met het
ontwerp dat u aangekondigd hebt.

04.01 Claude Marinower (VLD):

Au moment de la publication du
rapport de la Commission du
dialogue interculturel, le ministre a
déclaré que les personnes
condamnées pour racisme ou
négationnisme devaient faire
l'objet de mesures plus sévères.
En collaboration avec Mme
Onkelinx, il a préparé un projet de
loi en vertu duquel les intéressés

CRIV 51

COM 813

17/01/2006

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Gekoppeld daaraan wil ik het volgende zeggen. Uiteindelijk heeft het
een ook met het ander te maken. Net voordat uw voorgangster
mevrouw Arena de federale regering verliet, dat is reeds een tijdje
geleden, en u haar verving met deze bevoegdheden is er een federaal
plan tegen racisme, antisemitisme en xenofobie opgesteld en
voorgesteld. Daarin werden een tiental punten opgenomen. Ik ga
daarop niet terugkomen.

Af en toe speelt de tijd ook in het voordeel van de vraagsteller en heel
toevallig vernam ik dit weekend, ter gelegenheid van een
nieuwjaarsreceptie, dat een bepaalde partij in Vlaanderen wenst dat
de - en ik citeer - "muilkorfwetten" zouden afgeschaft worden.

Ik neem aan dat datgene waarover ik het daarnet had en dat geleid
heeft tot de veroordeling van de gekende heer Verbeke ook behoort
tot die muilkorfwetten. Ik neem ook aan dat het tweede dat daarbij
geopperd werd, met name dat het de kiezer zou zijn die in de
toekomst zou oordelen over racisme. Bij uitbreiding zal dat wellicht
ook moeten gelden, wat die partij betreft tenminste, voor
negationisme en revisionisme. Dat zal allemaal door de kiezer moeten
beoordeeld worden in de toekomst. Ik zeg dit terzijde, maar het is toch
van belang omdat het net dit weekend aan bod is gekomen.

Ik kom terug tot dat federale actieplan tegen racisme, antisemitisme
en xenofobe gewelddaden, dat goedgekeurd werd en tien hoofdlijnen
bevat. Twee daarvan zijn uitgevoerd, voor zover mij bekend. Het gaat
om, ten eerste, de Scholen voor de Democratie en, ten tweede, de
toetreding van België, dat was ongeveer twee maanden geleden, tot
de Task Force for International Cooperation on Holocaust Education,
Remembrance and Research. Dat was net op tijd met het oog op 27
januari en hetgeen die dag staat te gebeuren.

Mijnheer de minister, ik had graag van u vernomen hoe ver u staat
met de verdere uitwerking van die tien actiepunten, waarvan een
aantal reeds voor een deel ingevuld zijn. In welke mate zijn deze
omgezet in concrete maatregelen?

Ten tweede, kunt u als coördinerend minister een overzicht geven van
uw contacten met de gewestelijk bevoegde of federaal bevoegde
ministers en/of hebben de interministeriële conferenties, waarvan er
één mij bekend is, plaatsgevonden en welk resultaat hebben ze
opgeleverd?

Ten derde, heeft er reeds een evaluatie plaatsgevonden met
betrekking tot de campagne Scholen voor Democratie? Wat zijn de
resultaten daarvan? Is er sprake van een eenmalig project of van een
project met langere duur?

Er was ook een voorstel, dat u op een gegeven ogenblik hebt geuit,
voor schoolreizen waarbij scholen ook naar concentratiekampen
gingen. De lagere scholen gingen naar Breendonk en naar Mechelen
op bezoek en andere op schoolreis naar Auschwitz. Dat was een idee
dat u geopperd hebt in november 2004. Graag had ik van u vernomen
hoe ver het staat met die projecten.

peuvent être privés de leurs droits
civils et politiques. Où en est le
dossier à ce jour?

En 2004, le gouvernement fédéral
a approuvé un plan d'action contre
les actes de violence racistes,
antisémites et xénophobes. Ce
thème reste d'actualité étant
donné que le week-end dernier
encore, un parti flamand a déclaré
que les lois dites `muselières'
doivent disparaître. Deux éléments
du plan en dix points, à savoir le
projet `Écoles pour la démocratie'
et l'adhésion à la "Task Force for
International Cooperation on
Holocaust Education,
Remembrance and Research", ont
déjà été exécutés. Qu'en est-il des
autres points?

Le ministre Dupont coordonne le
plan. Peut-il donner un aperçu de
ses contacts avec les autres
ministres compétents? Les
conférences interministérielles ont-
elles donné des résultats? La
campagne `Écoles pour la
démocratie' a-t-elle déjà été
évaluée? S'agit-il d'un projet
unique? Qu'en est-il de la
proposition d'organiser des
voyages scolaires vers des camps
de concentration?

04.02 Minister Christian Dupont: Mijnheer de voorzitter, mijnheer

Marinower, in 2003 bepaalde het regeerakkoord reeds dat elke
veroordeling op basis van racisme en negationisme moet leiden tot

04.02

Christian Dupont,

ministre: L'accord de
gouvernement de 2003 précisait

17/01/2006

CRIV 51

COM 813

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

automatisch verlies van politieke en burgerrechten voor een beperkte
tijd. Bij de goedkeuring van het antiracismeplan in juli 2004 heeft de
regering deze maatregel bevestigd.

Mijn collega Laurette Onkelinx en ikzelf hebben een tekst in deze zin
ingediend, die in juni onderzocht werd door het kernkabinet. Een
werkgroep kreeg de opdracht de bestaande voorzieningen voor de
ambtenaren aan te passen aan alle andere situaties. Ik hoop zeer
binnenkort een voorontwerp van wet voor eerste lezing te kunnen
voorleggen aan de Ministerraad. Ik hoop te kunnen rekenen op uw
steun en op de steun van alle democraten om dit wetsontwerp snel tot
een goede einde te brengen.

Degenen die de basisprincipes van een democratische maatschappij
bespotten en degenen die aansporen tot haat of racistisch geweld
tegenover een deel van onze burgers wegens hun oorsprong, geloof
of huidskleur, zouden zich niet mogen uitspreken in naam van onze
democratie en in naam van deze medeburgers.

Wat het federale actieplan tegen het racisme betreft, ongeveer om de
twee maanden vindt er in het Centrum voor Gelijkheid van Kansen
een coördinatievergadering plaats met vertegenwoordigers van de
ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken. Deze vergaderingen
dienen als monitoring inzake de voortgang en de uitvoering van het
plan. De voortgang is wel degelijk reëel voor elk van onze
departementen.

Sta mij toe, wat mijn bevoegdheden betreft, naast de initiatieven die u
hebt aangehaald, nog op het volgende te wijzen.

De projectoproep "wijken en diversiteit", die gericht is op de oprichting
van lokale platformen voor de democratie, om het samenleven in
onze wijken te verbeteren, werd gelanceerd en afgesloten. Er werden
meer dan 170 projecten ingediend, wat de rijkdom aan ideeën en het
dynamisme van de actoren op het terrein bewijst ten aanzien van de
problematiek van de diversiteit. Een jury, die samengesteld is uit
vertegenwoordigers van het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en
van de administratie Grootstedenbeleid, heeft de 20 kandidaten
geselecteerd die volgens hem de meest vernieuwende en
baanbrekende projecten voorstelden. De jury heeft ook in de mate
van het mogelijke getracht om een territoriaal en taalkundig evenwicht
te respecteren.

Tien platformen hebben een steun van 5.000 euro gekregen en tien
andere een steun van 15.000 euro. Het waren allemaal heel mooie
projecten.

Wat de studie over de behandeling van de personen van vreemde
afkomst betreft, zal het Centrum voor Gelijkheid van Kansen zijn
resultaten en aanbevelingen opnieuw updaten tijdens het jaar 2006. In
de maand maart zal er een seminarie plaatsvinden over het
onderwerp "racisme op internet", dat zal resulteren in
sensibiliseringsmaatregelen bij de actoren, maar ook in co-
regulatiemaatregelen.

Wat de coördinatie en de herziening van de
antidiscriminatiewetgeving betreft, zal de expertgroep die hiertoe
wordt gemandateerd zijn conclusies indienen in de loop van het

que toute condamnation pour
racisme et négationnisme doit
entraîner la perte automatique des
droits civils et politiques pour une
période limitée. Le gouvernement
a confirmé cette mesure au
moment de l'approbation du plan
contre le racisme en juillet 2004.
Je déposerai bientôt un avant-
projet de loi au Conseil des
ministres. Je compte sur le soutien
de l'ensemble des démocrates
pour que la loi soit rapidement
approuvée.

Une réunion de coordination a lieu
tous les deux mois au Centre pour
l'égalité des chances et la lutte
contre le racisme, avec des
représentants des ministres de la
Justice et de l'Intérieur, à propos
de la mise en oeuvre du Plan
fédéral de lutte contre le racisme.
D'importants progrès ont déjà été
réalisés. L'appel aux projets
"Quartiers et diversité" a donné
lieu à l'introduction de 170 projets.
Un jury composé de représentants
du Centre et de l'administration de
la Politique des grandes villes a
sélectionné les vingt projets les
plus innovants, en s'efforçant de
respecter un équilibre géogra-
phique et linguistique. Dix projets
ont bénéficié d'une aide de 5.000
euros et dix autres ont reçu 15.000
euros.

Concernant l'étude relative au
traitement des personnes d'origine
étrangère, le Centre va réactu-
aliser ses recommandations en
2006. Un séminaire consacré au
racisme sur l'internet aura lieu en
mars. Il donnera lieu à des
mesures de sensibilisation et de
co-régulation. Le groupe de travail
chargé de la coordination et de la
réforme de la législation déposera
ses conclusions

pendant le

premier trimestre 2006. Les
Communautés et les Régions y
seront associées par le biais de la
conférence interministérielle.

Les conclusions de l'évaluation
pédagogique du projet-pilote
"Ecoles pour la démocratie" par

CRIV 51

COM 813

17/01/2006

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

eerste trimester van 2006.

Op het niveau van de Interministeriële Conferentie is het Centrum op
mijn verzoek een nationaal actieplan tegen het racisme aan het
coördineren, waarbij ook Gemeenschappen en Gewesten worden
betrokken. Voor de maatregelen die onder de bevoegdheden van
Justitie en Binnenlandse Zaken vallen, stel ik u voor vragen te stellen
aan de bevoegde ministers.

Wat het project "Scholen voor de Democratie" inzake opvoeding in
burgerschap door de beschouwing van het verleden betreft, de
basisscholen die bij dit project betrokken zijn brengen op dit moment
een bezoek aan het Deportatiemuseum in Mechelen en aan het fort
van Breendonk. De klassen van het zesde leerjaar van het secundair
onderwijs vertrekken eind januari op drie reizen. Er wordt een
pedagogische evaluatie van dit pilootproject uitgevoerd door een
universitair team van de VUB. Deze evaluatie zal aan het einde van
het jaar tot een resultaat leiden. Zoals ik van bij het begin heb gezegd,
bestaat de ambitie erin om het na evaluatie van het pilootproject
duurzaam te maken en uit te breiden naar meer deelnemende
scholen.

Ik zal zeker op geregelde basis een globale balans opmaken van de
uitvoering van het plan. Ik kan u zeggen dat dit jaar 450 leerlingen van
het basisonderwijs en 530 leerlingen van het secundair onderwijs
zullen deelnemen aan het project. Tussen al deze scholen zijn er
banden. In al deze scholen is er een voorbereiding van deze
bezoeken en is er na de bezoeken een gesprek en een uitleg over wat
ze gezien of meegemaakt hebben. Onze bedoeling is dat het niet
zomaar een bezoek is, maar iets dat voorbereid wordt en een gevolg
heeft.

Wij hebben een eerste evaluatiesessie gehad met de
verantwoordelijken van het project, ook met de academici. Aan het
einde van het jaar zullen we een definitieve evaluatie van het project
maken om na te gaan of het de juiste leeftijd is, of dat het juiste om te
doen is, of het zo moet worden gedaan dan wel of het eventueel
anders en beter kan. Alle vragen blijven dus open. We zijn bezig met
een pilootproject en er is een serieuze evaluatie nodig om te zien of
wij ons doel halen of missen. Ik herhaal het, er is een eerste gesprek
geweest tussen al degenen die het project evalueren. Het gaat niet
om zomaar een project dat men wil lanceren omdat het in zou zijn, het
gaat erom iets concreets op te bouwen dat te maken heeft met
burgerschap en met de strijd tegen racisme en antisemitisme. Dat is
een ernstige zaak die wij op een heel professionele manier willen
behandelen.

une équipe de la VUB sont
attendues d'ici à la fin de 2006.
L'objectif est d'étendre le projet,
auquel participent 450 élèves de
l'enseignement primaire et 530 de
l'enseignement secondaire.
Toutes les écoles participantes
entretiennent des relations entre
elles. Les élèves sont préparés
avant les visites, qu'ils doivent
pouvoir assimiler ensuite. Une
session d'évaluation a déjà eu lieu
mais l'évaluation définitive est
prévue en fin d'année.

La citoyenneté et la lutte contre le
racisme et l'antisémitisme
constituent des questions de
première importance, que nous
voulons aborder de manière
professionnelle.

04.03 Claude Marinower (VLD): Mijnheer de minister, ik dank u voor

uw antwoord. Ik heb nog een bijkomende vraag. Ik heb hier even het
persbericht van de Ministerraad bekeken dat in maart vorig jaar
verspreid is en waarin ook de tien actiepunten per verantwoordelijke
minister werden uiteengezet. Mijn excuses, ik ben dat vergeten bij de
vragen die ik u daarnet stelde. Het is echter maar een korte vraag en
als u mij het antwoord schriftelijk wil bezorgen is dat voor mij geen
probleem.

Ik las daar ook dat een van de hoofdlijnen, met name het internet als
vector voor de verspreiding van racistische en antisemitische

04.03 Claude Marinower (VLD):

Où en sont les projets concernant
la lutte contre le racisme sur
internet?

17/01/2006

CRIV 51

COM 813

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

ideologieën, onder uw bevoegdheid ressorteert. Toevallig kom ik net
terug van een conferentie die specifiek handelde over onderwerpen
zoals onder meer de verspreiding van antisemitisme via internet. Dat
geldt natuurlijk voor iedere vorm van racisme. Wij hebben dat
probleem al een aantal keren aangekaart in de commissie voor
Justitie en ik weet dat dit zeker en vast niet het eenvoudigste
probleem is om op te lossen. Ik had echter graag van u vernomen
welke vooruitgang er specifiek op dat gebied geboekt is. Nogmaals, ik
heb er geen bezwaar als u mij het antwoord maar dan wel op korte
termijn schriftelijk zou willen bezorgen. Ik maak echter van deze
gelegenheid gebruik om u die vraag voor te leggen.

04.04 Minister Christian Dupont: Mijnheer de voorzitter, een

werkgroep werd opgericht samengesteld uit leden van de federale
politie, een procureur-generaal en allerlei specialisten. De eerste
conclusies zullen in maart beschikbaar zijn. De leden van de
werkgroep hebben een beetje tijd nodig om serieus te werk te gaan
en geen dubbel werk te leveren, wat niet zo gemakkelijk is. De
werkgroep zoekt eveneens naar buitenlandse voorbeelden. Het zijn
experts van hoog niveau. Men geeft hun de tijd om op serieuze wijze
te werken. Er zullen conclusies worden getrokken.

04.04

Christian Dupont,

ministre: Un groupe de travail
composé de représentants de la
police fédérale, d'un procureur
général et d'autres spécialistes a
été constitué. Les premières
conclusions seront rendues
publiques en mars prochain.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

05 Vraag van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan de minister van Ambtenarenzaken,

Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen over "leefloontrekkers die een
betrekking weigeren wegens medische ongeschiktheid" (nr. 8672)

05 Question de Mme Sabien Lahaye-Battheu au ministre de la Fonction publique, de l'Intégration

sociale, de la Politique des grandes villes et de l'Égalité des chances sur "les bénéficiaires de revenu
d'intégration qui refusent un emploi pour cause d'inaptitude médicale" (n° 8672)

05.01 Sabien Lahaye-Battheu (VLD): Mijnheer de voorzitter,

mijnheer de minister, uit cijfers van de RVA blijkt dat in de eerste helft
van 2005, 15% meer werkzoekenden een sanctie hebben opgelopen,
onder andere omwille van werkonwilligheid.

Ik trek deze tendens door naar de leefloners die in het kader van
artikel 60, § 7, worden geactiveerd. Niemand kan ontkennen dat bij
een bepaalde groep werkzoekenden een probleem rijst op het vlak
van werkonwilligheid. Heel specifiek echter overhandigen sommige
werkzoekenden die door het OCMW worden tewerkgesteld, al bij het
begin van hun tewerkstelling aan de werkgever en het OCMW een
ziekenbriefje, waarin wordt gesteld dat zij ziek zijn en hun contract niet
meer kunnen voortzetten.

Mijnheer de minister, in hoeverre bent u ervan op de hoogte dat door
de OCMW's in dergelijke gevallen een aanvraag voor
tegemoetkoming wegens mindervaliditeit wordt ingediend?

Eigenlijk kan de ingeroepen ziekte enkel objectief worden getoetst
aan de hand van een medisch onderzoek dat de werkongeschiktheid
al dan niet vaststelt. Hebt u daarover informatie?

Hebt u in de eerste plaats informatie over het aantal leefloners dat
wordt gesanctioneerd door de OCMW's wegens werkonwilligheid? In
de OCMW-wet staat dat iemand die een uitkering geniet, wordt
geacht werkwillig te zijn. Zoniet kunnen er sancties worden getroffen.

05.01 Sabien Lahaye-Battheu

(VLD): Il ressort de chiffres de
l'ONEM qu'au cours de la
première moitié de 2005, 15% de
demandeurs d'emploi de plus que
l'année précédente ont été
sanctionnés, notamment pour
refus d'accepter un emploi. Par
ailleurs, les personnes qui
perçoivent le revenu d'intégration
envoient souvent un certificat
médical dès qu'elles commencent
à travailler pour un CPAS.

Combien de ces personnes ont-
elles déjà été sanctionnées pour
avoir refusé d'accepter un emploi?
Pour combien de ces personnes le
CPAS a-t-il déjà introduit une
demande d'intervention pour
handicap et dans combien de cas
la décision prise a-t-elle été
positive? Quel a été le délai
moyen qui s'est écoulé entre le
dépôt de la demande et l'examen
médical?

CRIV 51

COM 813

17/01/2006

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Meestal is dat in eerste instantie een schorsing. Hebt u in uw
hoedanigheid van bevoegd minister daarover cijfers van de Belgische
OCMW's?

Dan is er nog de link naar werkzoekenden die opperen dat zij niet
kunnen werken, omdat zij ziek zijn. In hoeverre wordt in deze gevallen
een aanvraag voor tegemoetkoming ingediend? In hoeveel gevallen
worden de aanvragen positief beantwoord?

Hoeveel bedraagt de gemiddelde termijn tussen de datum van de
aanvraag en het effectieve, medische onderzoek?

Dat is de essentie van mijn vraag.

05.02 Minister Christian Dupont: Mijnheer de voorzitter, mevrouw

Lahaye-Battheu, ik wens u er eerst en vooral op te wijzen dat de POD
Maatschappelijke Integratie de redenen waarom een OCMW een
recht voor een leefloner opent of intrekt, niet kent. Daarom hebben we
inzake de werkloosheidssancties de opdracht gegeven een
specifieke, universitaire studie uit te voeren over de overdrachten ten
laste van maatschappelijke integratie, om de aard van de openingen
van rechten en het percentage gestrafte werklozen te identificeren die
naar aanleiding van de versterkte controle worden opgevangen door
de OCMW's.

Zoals ik u reeds zei in antwoord op een vorige vraag, toont de studie
over de evaluatie van de wet op het recht op maatschappelijke
integratie, die werd uitgevoerd door Ernst & Young en die werd
voorgesteld tijdens het colloquium van 1 maart 2005, aan dat het
aantal administratieve sancties een heel klein percentage uitmaakt
van het totale aantal beslissingen dat werd genomen door de
OCMW's, namelijk 0,15%.

Ten gevolge van de inwerkingtreding van de wet van 26 mei 2002 is
het aantal administratieve sancties met 20% gedaald.

De meeste sancties duren minder dan een maand, hetzij 61%. Het
gevoerde onderzoek heeft echter geen preciezere gegevens
opgeleverd inzake de sanctie voor het weigeren van een betrekking
wegens medische ongeschiktheid en de dekking van dit fenomeen
om medische redenen.

In deze wet is evenwel de mogelijkheid voor het OCMW opgenomen
om de betaling van het leefloon gedeeltelijk te schrappen. Deze
bepaling werd door alle actoren beschouwd als een vooruitgang. Deze
sanctie kan worden toegepast wanneer de persoon die hulp ontvangt
van het OCMW, zich niet beschikbaar toont voor de arbeidsmarkt, of
wanneer deze de voorwaarden van zijn arbeidscontract niet naleeft.

Het KB van 11 juni 2002 heeft eveneens een nieuwe bepaling
opgenomen die het centrum, wanneer het dit nodig acht, de
mogelijkheid biedt om de aanvrager die gezondheidsredenen inroept,
al dan niet op basis van een medisch getuigschrift, te onderwerpen
aan een medisch onderzoek door een gemandateerd geneesheer die
wordt betaald door het centrum. Het centrum heeft dus de
mogelijkheid de gezondheidsredenen te controleren en de persoon in
kwestie kan dit medisch onderzoek niet weigeren. De taak van de
aangewezen geneesheer bestaat erin na te gaan of de persoon in

05.02

Christian Dupont,

ministre: Le SPF Intégration
sociale ne connaît pas les raisons
pour lesquelles un CPAS ouvre ou
retire un droit à une personne
vivant du revenu d'intégration.
C'est la raison pour laquelle nous
avons commandé une étude en la
matière.

L'étude consacrée par Ernst &
Young à l'évaluation de la loi sur le
droit à l'intégration sociale, qui a
été présentée lors du colloque du
1

mars 2005, démontre que le

nombre de sanctions ne
représente que 0,15% du nombre
de décisions prises par des CPAS.
La loi du 26 mai 2002 a eu pour
effet de faire baisser le nombre de
sanctions appliquées de 20% et
61% des sanctions ont une durée
inférieure à un mois.

Nous ne disposons toutefois pas
de données précises en ce qui
concerne les sanctions applicables
en cas de refus d'un emploi pour
cause d'incapacité médicale. Un
CPAS peut suspendre partielle-
ment le paiement du revenu
d'intégration lorsqu'une personne
n'est pas disponible pour le
marché de l'emploi ou ne respecte
pas les conditions de son contrat
d'intégration. L'arrêté royal du 11
juillet 2002 permet aux CPAS de
faire procéder à leurs frais à un
examen médical que l'intéressé ne
peut refuser. Le médecin doit
uniquement déterminer si
l'intéressé est inapte au travail et
pour combien de temps. Ces
données ne nous sont toutefois

17/01/2006

CRIV 51

COM 813

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

kwestie al dan niet gezondheidsredenen kan inroepen en, wanneer dit
het geval is, voor welke periode. Alle andere vaststellingen vallen
onder het medisch geheim. De gegevens worden ons echter niet
meegedeeld.

Ik wil eraan herinneren dat de doelstelling van de nieuwe wet duidelijk
bestaat in de integratie van elke persoon in de maatschappij, dankzij
een persoonlijke begeleiding die wordt verzorgd door het OCMW. De
lange termijn die is bepaald tussen de beslissing van de sanctie en de
inwerkingtreding ervan, heeft tot doel de twee partijen de mogelijkheid
te bieden de inhoud van een sociaal of professioneel
inschakelingsparcours opnieuw te bespreken. Op basis hiervan kan
een sanctie mogelijk worden vermeden.

Ik wil er ook aan herinneren dat het werkloosheidsstelsel verschilt van
het stelsel van het leefloon. Het bijstandsstelsel is het laatste vangnet
van het verzekeringsstelsel. Wat betreft het beschikbaar zijn voor de
arbeidsmarkt in het bijstandsstelsel, rust de bewijslast niet uitsluitend
op de schouders van de begunstigde. Het OCMW moet de
begunstigde ook helpen bij diens zoektocht naar werk of hem zelf
werk geven. Daarom spreken we van recht op werk. De RVA van zijn
kant moet geen rol van begeleider spelen: het is uitsluitend een
controleorgaan.

Wat de medische redenen betreft, herhaal ik dat de procedure werd
verduidelijkt en aangevuld in de nieuwe wet. Deze wetgevende
versterking maakt het mogelijk de medische redenen beter te
controleren.

pas communiquées.

La nouvelle loi tend à l'intégration
au sein de la société grâce à un
accompagnement individuel par le
CPAS. Le long délai légal qui
s'écoule entre la décision d'infliger
une sanction et la mise en oeuvre
de cette décision doit permettre de
réexaminer le parcours d'insertion
social ou professionnel et d'éviter
éventuellement la sanction. Le
régime de chômage diffère du
régime d'assistance, qui constitue
un dernier filet de sécurité dans le
cadre du régime d'assurance. En
ce qui concerne la disponibilité sur
le marché de l'emploi, la charge
de la preuve incombe tant au
bénéficiaire du revenu
d'intégration qu'au CPAS. L'ONEM
ne fait pas fonction d'accom-
pagnateur, mais uniquement
d'organe de contrôle. Pour ce qui
est des motifs médicaux, la
procédure a été clarifiée dans la
nouvelle loi, si bien qu'un contrôle
est possible.

05.03 Sabien Lahaye-Battheu (VLD): Dank u voor dit uitvoerig

antwoord.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

06 Question de Mme Muriel Gerkens au ministre de la Fonction publique, de l'Intégration sociale, de la

Politique des grandes villes et de l'Égalité des chances sur "l'accès au fonds mazout" (n° 8841)

06 Vraag van mevrouw Muriel Gerkens aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke

Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen over "de toegang tot het stookoliefonds" (nr. 8841)

Voorzitter: Sabien Lahaye-Battheu.
Présidente: Sabien Lahaye-Battheu.

06.01 Muriel Gerkens (ECOLO): Monsieur le ministre, ma question

date quelque peu mais, en même temps, il m'intéressait de connaître
la situation actuelle en matière d'accès au fonds mazout pour les
personnes qui ont de faibles revenus à la suite de l'émission de la
circulaire relative au fonds. D'après cette circulaire, on doit présenter
la facture acquittée ou le formulaire de livraison. Il apparaît que les
personnes disposant de faibles revenus ont besoin de l'intervention
du fonds pour pouvoir acquitter la facture et que le livreur ne remet le
formulaire de livraison à son client qu'après paiement de la facture.
J'ai pris connaissance de plusieurs témoignages de travailleurs des
CPAS selon lesquels la situation est quelque peu kafkaïenne. J'aurais
voulu savoir si ce problème avait trouvé une solution.

De plus, il m'a également été communiqué que des travailleurs
"article 60" n'avaient pas accès au fonds mazout et ce, pour quelques

06.01 Muriel Gerkens (ECOLO):

Omdat de leveringsfactuur die
moet worden voorgelegd om recht
te hebben op een tegemoetkoming
door het stookoliefonds, pas wordt
afgeleverd na betaling aan de
leverancier, ondervinden de kleine
inkomens, die juist rekenen op het
Stookoliefonds om hun rekening te
kunnen betalen, problemen.

Anderzijds worden de werknemers
artikel 60 van het systeem
uitgesloten op grond van het
maximuminkomen vastgesteld

CRIV 51

COM 813

17/01/2006

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

centaines d'euros, et qu'il en allait de même pour certaines personnes
jouissant du salaire minimum garanti, vu que leur brut imposable
après cotisation est de 14.000 euros alors que le plafond de revenus
annuels bruts pour l'accès au fonds mazout était porté à 13.246
euros. Je sais que des dispositions ont été prises pour améliorer
l'accès à ce fonds. J'aimerais donc savoir où on en est à présent
concernant ces difficultés.

voor de rechthebbenden.

Welke oplossingen heeft de
minister hiervoor in petto?

06.02 Christian Dupont, ministre: Madame Gerkens, je n'ignore pas

les difficultés qu'entraînent les démarches administratives et
financières pour une personne à charge du CPAS. Bien qu'il importe
de simplifier au maximum celles-ci, certains modes de preuves sont
néanmoins nécessaires au CPAS pour qu'il puisse apporter
l'intervention du fonds social pour un usager. C'est la raison pour
laquelle la circulaire relative à l'accès au fonds social mazout fait
référence à la nécessité de présenter la facture de livraison au CPAS.

En effet, si le bénéficiaire a fait chauffer son logement au moyen de
mazout de chauffage ou de gaz propane livré en vrac, il doit le
prouver au moyen d'une facture de livraison de ces combustibles
pendant la période de chauffe. La preuve est fournie au moyen d'une
preuve d'achat d'un combustible éligible pendant la période de
chauffe. Cette facture permet également de tenir compte du prix
facturé au moment de la livraison et donc de calculer le niveau de
l'allocation octroyée.

Cependant, il est vrai que certains usagers du CPAS ont, vu la
faiblesse de leurs revenus, des difficultés à régler leur facture et que
l'intervention du fonds devrait partiellement en combler le coût. Dans
ce cas, le CPAS a la possibilité d'octroyer une avance récupérable sur
le montant de l'allocation, ce qui aide le bénéficiaire à régler la facture
au livreur. Le CPAS peut également payer l'intégralité de la facture et
se faire rembourser une partie de celle-ci par l'allocation dont peut
bénéficier l'usager.

Je ne nie pas l'existence de difficultés. Dans beaucoup de CPAS, on
pratique le préfinancement. Il n'y a guère d'autre choix si on veut que
ce problème reste un problème social, ce qui était une de vos
demandes pressantes.

Nous pourrions également envoyer les listes des bénéficiaires à tous
les distributeurs, qui appliqueraient directement la ristourne Vous et
moi n'approuvons pas ce procédé par respect pour la vie privée et
dans le souci d'au moins éviter une confusion de genres. Bref, en
raison du seuil de revenus établi et de l'enquête sociale, ce seuil de
revenus étant aussi dépendant des revenus immobiliers de la
personne - ce qui est normal -, force est de transiter par le CPAS.
Certes, cette procédure n'est pas spécialement rapide.

Je me suis rendu la semaine dernière au CPAS de Peruwelz. Les
bénéficiaires du fonds mazout se réjouissent de son existence, mais
administrativement parlant, la procédure est lourde. La question
m'interpelle. Nous essayons de trouver des solutions pour que les
procédures se déroulent plus rapidement. Ainsi, les CPAS ne
reçoivent-ils plus une liste de la Banque-Carrefour mais plusieurs
listes tous les trois mois, de manière à pouvoir disposer de
documents tout à fait actualisés.

06.02 Minister Christian

Dupont:

Het OCMW heeft

bepaalde bewijsmethoden, zoals
de leveringsfactuur, nodig om de
tegemoetkoming door het Fonds
goed te keuren.

Er is een maatschappelijk
onderzoek en je moet inderdaad
aankloppen bij het OCMW. Vele
OCMW's geven voorschotten of
aanvullende tegemoetkomingen.
Maandelijkse betaling is een
andere oplossing, maar de
leveranciers moeten wel worden
beschermd tegen slechte betalers.

Het maximumbedrag is een
afspiegeling van dat van de
verhoogde tegemoetkoming in de
gezondheidszorg zodat de
tegemoetkoming niet alleen voor
uitkeringsgerechtigden is bedoeld.

Dit betekent inderdaad
administratieve rompslomp, maar
ik wil misbruiken zoals vorig jaar
waarbij een WIGW-er uit een
welgestelde familie al de stookolie
bestelde, voorkomen! Er zijn te
weinig middelen. Daarom moeten
ze zeker worden toegekend aan
de mensen die ze het hardst nodig
hebben.

17/01/2006

CRIV 51

COM 813

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Nombre d'entre eux font du préfinancement. Nombre d'entre eux font
d'ailleurs aussi du financement complémentaire. Voilà une première
réponse. Sans doute la vraie réponse réside-t-elle dans le paiement
échelonné, qui permettra à l'usager d'étaler dans le temps le coût total
de la charge de la facture énergétique.

La loi-programme de décembre prévoit une base légale permettant de
généraliser ce système de paiements mensualisés. L'arrêté royal a
été contesté par les distributeurs. Nous verrons ce que le Conseil
d'Etat en dira mais le paiement mensualisé est un acquis social
important, et il faudra y recourir de toute manière. Le sujet me tenant
à coeur, je n'éprouve aucun problème à dire que ce mode de
paiement devra prévoir des dispositions qui permettent à tous les
distributeurs d'être protégés contre les éventuels mauvais payeurs. La
présence d'une forme de solidarité ne me gêne pas. Au contraire, je
l'appelle de mes voeux car je comprends l'existence d'un certain
nombre de restrictions par rapport à ce système de paiement, qui n'a
peut-être pas été suffisamment étudié.

En ce qui concerne le plafond de revenus fixé, il a été calqué sur celui
de l'intervention majorée en matière d'assurance soins de santé. La
règle choisie concerne donc un seuil de revenus et ceux qui
l'excèdent sont, hélas, exclus de cette mesure. C'est le problème
présenté par toutes les limites. Nous avons fait en sorte que celle-ci
ne concerne pas les seuls allocataires sociaux mais toutes les
personnes comme, par exemple, un certain nombre de bas salaires
ou d'indépendants qui n'auraient pas de revenus supérieurs à ce
niveau et qui pourraient ainsi quand même bénéficier du fonds
mazout, ce qui est logique.

Pour vous répondre, je crois qu'un problème se pose effectivement en
termes de complexité administrative. Nous allons essayer de la
réduire au maximum mais je ne voudrais pas que nous retombions
dans la situation que nous avons connue l'année dernière. Prenez
une famille disposant de revenus élevés dont un des membres est
VIPO. Si c'est systématiquement ce membre qui commande le
mazout, j'estime qu'il s'agit d'une fraude. En tout cas, cette
interprétation est très extensible de ce qu'est un droit. Nous avons
trop peu de moyens pour les gaspiller. Nous devons les réserver à
ceux qui en ont vraiment besoin, sachant que ce problème
énergétique est crucial. C'est la véritable question sociale de demain.
Il va falloir que nous nous en occupions sérieusement!

Mon credo est je le répèterai tout à l'heure pour répondre à une
autre question "un maximum de moyens pour ceux qui en ont le
plus besoin".

Par ailleurs, je ne suis pas prêt à dire que les CPAS, avec les dix
euros qu'ils reçoivent pour traiter les dossiers, n'ont pas assez.
J'estime que, s'il y a dix euros à donner, il vaudrait encore mieux les
donner aux gens qui en ont besoin pour se chauffer.

06.03 Muriel Gerkens (ECOLO): Madame la présidente, je

répliquerai brièvement.

Je constate que les CPAS ont mis en pratique les avances sur
paiement. Je voulais éviter que des personnes n'aient pas accès au
système à cause de démarches administratives qui, je vous rejoins

06.03 Muriel Gerkens (ECOLO):

Ik neem kennis van de
mogelijkheid om voorschotten te
krijgen en in termijnen te betalen.
Ik vind het jammer dat de artikel
60-gerechtigden niet in

CRIV 51

COM 813

17/01/2006

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

sur ce point, sont nécessaires pour que les aides parviennent bien à
leurs destinataires.

Par ailleurs, je vous rejoins sur le paiement mensualisé. C'est une
solution. Néanmoins, j'estime qu'elle doit être adaptée pour que les
distributeurs puissent être protégés contre les mauvais payeurs. C'est
indispensable. Je constate que les mesures mises en place
consommation annuelle divisée sont intéressantes.

En ce qui concerne le montant, il est vrai qu'il faut bien fixer un
plafond. Néanmoins, j'ai toujours du mal lorsque ce plafond exclut,
par exemple, les "article 60". Ces personnes étaient en dehors de tout
circuit un mois auparavant et bénéficiaient d'une aide. Mais, à la suite
d'une démarche active, qui n'améliore pas nécessairement leur
capacité financière car des frais sont liés à l'activité, ils sont privés de
cette aide. Ce problème ne se pose pas seulement dans ce cas mais
également pour différentes aides. Je me demandais donc s'il n'était
pas possible de laisser une marge de manoeuvre aux travailleurs des
CPAS pour pouvoir estimer la capacité financière de la personne
dans cette situation et, éventuellement, lui accorder l'aide. Je
comprends qu'agir ainsi équivaut à ouvrir une porte à l'interprétation
qui est toujours plus difficile à gérer qu'un plafond fixe.

aanmerking komen voor het
systeem.

06.04 Christian Dupont, ministre: Un des chantiers du

gouvernement concerne la lutte contre la pauvreté: il faut tenter
d'éviter les pièges à l'emploi pour ceux qui viennent de trouver un
emploi et qui se retrouvent soudain dans des situations dans
lesquelles ils n'ont plus droit à l'intervention majorée ou dans
lesquelles ils ont des frais de garde. C'est une chose à laquelle on
pourrait réfléchir et je suis ouvert à toute discussion, sachant que le
fonds a des moyens qui ne sont pas extensibles. Le débat reste donc
ouvert.

06.04 Minister Christian

Dupont: De werkloosheidsvallen
voorkomen is een prioriteit van
een van de krachtlijnen namelijk
de armoedebestrijding van het
regeringsbeleid. Ik ben bereid
hierover van gedachten te
wisselen.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

07 Vraag van de heer Guy Hove aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie,

Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen over "de opvang van asielzoekers door kleine OCMW's"
(nr. 8872)

07 Question de M. Guy Hove au ministre de la Fonction publique, de l'Intégration sociale, de la

Politique des grandes villes et de l'Egalité des chances sur "l'accueil des demandeurs d'asile par les
CPAS de petite taille" (n° 8872)

07.01 Guy Hove (VLD): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister,

de meeste gemeenten vangen in opdracht van de federale overheid
asielzoekers op. Daarvoor organiseren de OCMW's in de praktijk
meestal lokale opvanginitiatieven om de materiële opvang te
organiseren. Dit gebeurt in samenspraak met de federale
overheidsdienst Fedasil, waarmee ze een overeenkomst sluiten. De
OCMW's staan dan in voor de sociale en medische begeleiding van
die asielzoekers. Het gaat, net zoals de asielzoekers die opgevangen
worden door de federale asielcentra, om asielzoekers die in de eerste
fase van hun procedure verkeren, met name het
ontvankelijkheidsonderzoek.

Voor heel wat kleine OCMW's is die opvang niet evident. Ik kom
toevallig uit een streek waar zich nog al wat kleine OCMW's bevinden,
OCMW's die vaak zelfs niet één fulltime bediende of fulltime

07.01 Guy Hove (VLD): Des

communes accueillent des
demandeurs d'asile à la demande
des autorités fédérales. Leur
CPAS conclut à cet effet un
accord avec le service public
fédéral Fedasil et organise une
initiative locale d'accueil (ILA) en
concertation avec ce service. Il se
charge de l'accompagnement
social et médical des demandeurs
d'asile qui sont soumis à la
première phase de la procédure,
l'enquête de recevabilité.

17/01/2006

CRIV 51

COM 813

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

secretaris hebben. Het komt dan frequent voor dat de Dienst
Vreemdelingenzaken de asielzoeker nog 's avonds naar een of ander
LOI doorstuurt, soms zonder dat het betrokken OCMW werd
gecontacteerd. Men zou dus moeten voorzien in een
avondpermanentie, maar voor die kleine OCMW's met zo'n beperkte
personeelsbezetting is dit niet gemakkelijk of zelfs onmogelijk te
organiseren.

Ik geef u een voorbeeld ter illustratie. Een Chinese asielzoeker die
enkel Chinees spreekt, wordt om 19.00 uur 's avonds door de Dienst
Vreemdelingenzaken te Brussel doorverwezen naar een OCMW. De
asielzoeker beschikt enkel over een document waaruit blijkt dat hij
zich bij het betrokken OCMW dient aan te melden. Enkele uren later,
rond 23.00 uur 's nachts, arriveert de betrokkene inderdaad in de
gemeente die voor zijn opvang dient in te staan. Uiteindelijk vangt de
plaatselijke politie de man op en verwittigen zij de plaatselijke OCMW-
voorzitter. U begrijpt dat een Chinees in the middle of nowhere, om
23.00 uur 's avonds, niet al te evident is. Persoonlijk vind ik dan ook
dat men in dergelijke gevallen nog amper van een menswaardige
opvang kan spreken.

Jammer genoeg, mijnheer de minister, is dit geen alleenstaand geval.
Daarom had ik graag van u het volgende willen vernemen.

Ten eerste, waarom wordt er niet eerst contact opgenomen met het
lokale OCMW om er zeker van te zijn dat men de asielzoeker opvang
kan verzekeren?

Ten tweede, kan er rekening worden gehouden met de lage
personeelsbezetting van die kleine OCMW's zodat het doorsturen van
asielzoekers niet meer na een bepaald uur gebeurt?

Ten derde, welke maatregelen zult u nemen om incidenten zoals hier
net aangehaald, in de toekomst te vermijden? Dit feit heeft zich
voorgedaan, maar het is de bedoeling naar een constructieve
oplossing te streven.

Ce processus est à l'origine de
nombreux problèmes pratiques au
sein des CPAS de petites
communes. L'Office des étrangers
envoie souvent le demandeur
d'asile le soir même dans la
commune d'accueil, sans en
avertir préalablement le CPAS.
Étant donné leur effectif de
personnel limité, les CPAS des
petites communes ne sont pas
toujours accessibles le soir. En
pareil cas, l'improvisation est de
mise et l'accueil n'est plus
vraiment approprié.

Pourquoi n'avertit-on pas
systématiquement les communes
d'accueil pour s'assurer que le
premier accueil sera de qualité?
Ne peut-on pas convenir de ne
plus envoyer les demandeurs
d'asile vers les CPAS le soir, à un
moment où plus aucune
permanence n'est assurée?

07.02 Minister Christian Dupont: Mijnheer Hove, ideaal wordt bij

iedere toewijzing het OCMW of het LOI voor 14 uur per fax verwittigd.
Het is bijgevolg onjuist te zeggen dat het OCMW niet wordt
geïnformeerd over de toewijzing van een asielzoeker. Enige
uitzondering is mogelijk, maar uiterlijk om 17 uur is iedereen
vertrokken. Mocht er zich al een uitzondering voordoen, bijvoorbeeld
bij een probleem van inschrijving van een asielaanvraag of toewijzing,
dan wordt nagegaan of de betrokkene nog op een redelijk uur op de
plaats van bestemming zal geraken. Is dat niet het geval, dan wordt
de betrokkene doorverwezen naar het noodopvangcentrum in Sint-
Pieters-Woluwe.

Persoonlijk heb ik het drie jaar geleden toen ik nog burgemeester
was, meegemaakt dat ik ten minste tweemaal toevallig een
asielzoeker in de gangen van het gemeentehuis, dat dichtbij onze LOI
is gelegen, heb ontmoet. Daarom sprak ik in het begin van mijn
antwoord over ideaal. Die heer of dame zocht naar het LOI. Toen was
het ongeveer 20 of 21 uur. Ik zal niet ontkennen dat het soms
gebeurt, maar misschien was hij of zij wel om 17 uur vertrokken in
Brussel. Dat is mogelijk wanneer iemand niet goed zijn weg hier kan
vinden.

07.02

Christian Dupont,

ministre: Lors de la répartition des
demandeurs d'asile entre les
communes, le CPAS ou l'ILA de la
commune d'accueil sont contactés
en principe avant 14 h. En temps
normal, le candidat réfugié doit
être parti à 17 h au plus tard. S'il
se pose des problèmes lors de
l'inscription ou de la répartition, il
peut être dérogé à cette règle
mais on s'assure alors
préalablement que l'intéressé peut
encore arriver dans la commune
d'accueil à une heure raisonnable.
Si tel n'est pas le cas, il est
adressé au centre d'accueil
d'urgence à Woluwé-St-Pierre.

Ce scénario me paraît idéal. J'ai
vécu de très près voici quelques

CRIV 51

COM 813

17/01/2006

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Sinds de omvorming van het noodopvangcentrum in Neder-over-
Heembeek tot een observatie- en oriëntatiecentrum voor niet-
begeleide minderjarigen, beschikt Fedasil nog slechts over een
noodopvangcentrum, met name in Sint-Pieters-Woluwe. Fedasil moet
inderdaad omzichtig omspringen met de verminderde
noodopvangcapaciteit.

Daarenboven is er de voorbije weken een significante stijging van het
aantal asielzoekers dat zich voor opvang aandient, waar te nemen.
Beide factoren maken dat Fedasil de asielzoekers die aan de LOI's
worden toegewezen en die LOI nog op een redelijk uur kunnen
bereiken, de dag zelf zal blijven doorverwijzen.

De LOI's worden bovendien vergoed vanaf de dag van de toewijzing.
De dagvergoeding moet toelaten om de nodige maatregelen te
nemen voor de eerste opvang, ook bij een lagere
personeelsbezetting.

Sommige OCMW's schakelen andere gemeentelijke diensten in om
een permanentie op de betrokken dagen te organiseren. Andere doen
beroep op externe diensten of maken afspraken met een plaatselijk
hotel.

Om de toewijzing aan de OCMW's soepeler te laten verlopen, worden
nu - en dat is misschien de oplossing - naast de centrale
dispatchingcel in Brussel ook de regionale zonebureaus van Fedasil
ingeschakeld en worden deze verwittigd. De inschakeling van de
zonemedewerkers die dagelijks het toewijzingsproces begeleiden, zal
de eventueel resterende misverstanden in de communicatie
wegwerken.

De inschakeling van deze mensen die de zone kennen en contact
hebben met de verschillende LOI's is heel belangrijk. Het is misschien
een van de waarborgen dat wie een beetje te laat vertrekt vanuit
Brussel niet zomaar 's avonds of 's nachts zijn weg niet moeten
zoeken naar een moeilijk te vinden plaats. Wie een oriëntatiezin heeft
zoals ik, kan dat best begrijpen.

années, en tant que bourgmestre
d'une commune d'accueil, le
problème décrit par M. Hove. De
plus, il n'est pas toujours aisé de
déterminer la durée du trajet que
le candidat réfugié aura à
accomplir jusqu'à sa destination.

Fedasil ne dispose plus que d'un
seul centre d'accueil d'urgence de
120 lits à Woluwe-Saint-Pierre et
doit donc utiliser cette capacité
réduite avec parcimonie. Le
nombre de demandeurs d'asile a
par ailleurs considérablement
augmenté au cours des dernières
semaines. C'est pourquoi on fait
en sorte de transférer un
maximum de demandeurs d'asile
vers une ILA le jour-même de la
demande. Ces ILA reçoivent
d'ailleurs une indemnité dès le
premier jour. Certains CPAS font
appel à d'autres services
communaux pour assurer une
permanence, tandis que d'autres
font appel à des services externes
ou même à des hôtels des
environs. En outre, les bureaux
régionaux de Fedasil sont
également mis à contribution afin
de faciliter l'assignation aux CPAS.
Ceci permet d'éviter que des
demandeurs d'asile doivent
encore demander leur chemin le
soir ou la nuit.

07.03 Guy Hove (VLD): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister,

ik heb uit uw antwoord begrepen dat de ideale situatie niet altijd
overeenstemt met de reële situatie. Dat is wel duidelijk.

U zult ook wel begrijpen dat het voor kleine gemeenten waar zich
kleine OCMW's bevinden niet altijd gemakkelijk is een dergelijke
permanentie te organiseren. Vaak staat de omvang van het OCMW in
verhouding tot de omvang van de gemeente. Het lijkt mij dan ook niet
altijd evident om afspraken te maken met andere diensten.

Ik meen met deze vraag toch uw aandacht te hebben gevestigd op
een schrijnend probleem. Door het inzetten van de regionale
zonemedewerkers komen we wat dichter bij de oplossing. Ik hoop dat
mijn vraag heeft bijgedragen tot een meer gestroomlijnde organisatie
van de opvang van asielzoekers.

07.03 Guy Hove (VLD): Je

persiste à croire qu'il s'agit d'un
problème aigu et qu'il est très
difficile, pour les petites
communes, d'assurer un service
en permanence. J'espère que le
recours aux bureaux régionaux de
Fedasil permettra de remédier à
cette situation.

Voorzitter: Nahima Lanjri.
Présidente: Nahima Lanjri.

17/01/2006

CRIV 51

COM 813

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

08 Question de Mme Marie Nagy au ministre de la Fonction publique, de l'Intégration sociale, de la

Politique des grandes villes et de l'Égalité des chances sur "les frais d'études et les subventions aux
associations dans le cadre de la politique des grandes villes" (n° 8912)

08 Vraag van mevrouw Marie Nagy aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke

Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen over "de studiekosten en de toelagen aan
verenigingen in het kader van het grootstedenbeleid" (nr. 8912)

08.01 Marie Nagy (ECOLO): Madame la présidente, monsieur le

ministre, le poste budgétaire prévu pour la politique des grandes villes
a augmenté considérablement au cours des dernières années. Je
pense, notamment au budget pour les frais d'études qui passe de
326.000 euros en 2003 à 713.000 euros en 2005 et les années
suivantes. Ce poste budgétaire a donc plus que doublé en deux ans.

Le budget pour des subventions d'associations, qui n'existait pas en
2003, prévoit 304.000 euros pour 2005 et les années suivantes.

Monsieur le ministre, je voudrais vous poser les questions suivantes.

- Quelle a été l'utilisation précise, en 2005, du budget prévu pour les
frais d'études?
- Quelle procédure de marché public a été suivie pour chaque
dossier?
- Quelle a été la procédure pour sélectionner les projets et les
associations subventionnés?
- Quelles associations ont été choisies en vue d'un subventionnement
en 2005?
- Quels étaient les critères pour juger et sélectionner ces projets?
- Y a-t-il eu un appel public pour introduire des projets? De quelle
manière a-t-il été rendu public?
- Dans quelles villes ces associations sont-elles actives?
- Quels ont été les projets, évènements ou actions pour lesquels ces
associations ont été subventionnées ainsi que les montants qui y ont
été consacrés?

08.01 Marie Nagy (ECOLO): De

begrotingskredieten voor het
grootstedenbeleid werden de
jongste jaren fors opgetrokken,
met name voor de studiekosten en
de subsidies aan verenigingen. Ik
zou graag enkele toelichtingen
willen over de aanwending van die
kredieten, de toegepaste
gunningsprocedures, de selectie-
criteria en

procedure, de

begunstigden van de subsidies, de
eventuele oproepen tot de
indiening van projecten en de
betrokken steden.

08.02 Christian Dupont, ministre: Madame Nagy, je tiens tout

d'abord à vous remercier pour votre question à laquelle je vais tenter
d'apporter une réponse claire et exhaustive.

Au préalable, permettez-moi de rectifier quelques erreurs parmi les
données budgétaires que vous avez avancées. Ainsi, le budget prévu
pour les études à mener dans le cadre de la politique des grandes
villes était de 694.000 euros en 2003, de 575.000 euros en 2004 et de
713.000 euros en 2005. Il n'a donc pas doublé. Il est plutôt resté
relativement stable.

Le poste "subventions" existait aussi en 2003. Seul le numéro
d'allocation a changé. Pour plus de clarté, nous avons regroupé deux
anciennes allocations en une seule. Je comprends que certains aient
pu penser qu'il s'agissait d'une nouvelle allocation.

Ces précisions étant posées, je reviens maintenant aux questions
concernant l'utilisation des différents budgets.

A ce stade, en 2005, 523.000 euros sur les 713.000 disponibles ont

08.02 Minister Christian

Dupont: De gegevens die u
aanhaalt kloppen niet helemaal.
De begrotingskredieten zijn niet zo
fors gestegen.

Voor 2005 was er een totaal
krediet van 713.000 euro
beschikbaar, waarvan 523.000
euro werd uitgegeven aan
onderzoeken en uitwisselingen
met betrekking tot stadsprojecten.
Wellicht zal het hele bedrag voor
2005 worden uitgegeven. Ik heb
een tabel meegebracht waarin een
overzicht wordt gegeven van de
geselecteerde studies en
activiteiten en waarin tevens de
toewijzingsprocedure en het
kostenplaatje voor elk project

CRIV 51

COM 813

17/01/2006

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

été mobilisés à des fins d'études, recherches et échanges sur les
matières urbaines. Quelques marchés sont encore en cours
d'attribution ou de négociation. J'ai bon espoir de tendre vers une
consommation quasi intégrale de cette allocation pour l'année 2005.

Je vous ai apporté un tableau reprenant les listes des thèmes de
recherche et autres manifestations retenus pour cet exercice
budgétaire ainsi que le budget attaché à chaque projet et la procédure
d'attribution aux revenus.

En ce qui concerne l'octroi des subventions, je puis vous apporter les
précisions suivantes.

Comme vous le verrez en parcourant le tableau qui vous sera remis,
certaines subventions ont été accordées en réponse à des demandes
formulées par des associations actives sur le terrain.

Pour le reste, j'ai voulu ouvrir la possibilité pour un plus grand nombre
d'acteurs de bénéficier d'une mesure de soutien. C'est pourquoi j'ai
piloté le lancement d'un appel public relatif à un projet dénommé
"Quartiers et diversité", qui est d'ailleurs le résultat direct d'un des
souhaits de la Commission du dialogue interculturel.

Cette commission avait préconisé de soutenir la création dans les
quartiers de plates-formes locales pour la démocratie. A terme, ces
plates-formes devraient devenir des lieux de rencontre et de dialogue
entre tous les habitants des quartiers, quels que soient leur origine,
leur confession et leur âge. Je précise qu'il ne s'agit pas de créer de
nouvelles structures plus ou moins officielles mais bien d'aider les
habitants à animer eux-mêmes des espaces de dialogue et de
rencontre.

Un appel a donc été lancé en vue de soutenir la création et les
premières actions de vingt plates-formes locales pour la démocratie
dans les villes et communes belges. Des "lauréats" ont été
sélectionnés et bénéficient d'une intervention de 5.000 ou de
15.000 euros. Nous avons procédé à la sélection en parfaite
collaboration avec le Centre pour l'égalité des chances.

Par conséquent, le tableau que vous allez recevoir aujourd'hui
demeure partiel puisqu'il faut encore y intégrer les choix opérés par le
jury. Ces éléments vous seront transmis dès cet après-midi.

Je précise enfin que nous renouvellerons l'expérience de l'appel à
projets en vue de l'octroi de subventions l'année prochaine, compte
tenu du succès de l'initiative.

worden vermeld.

In een tweede tabel vindt u een
overzicht van de projecten
waarvoor subsidies werden
verleend, de bedragen van die
subsidies en de betrokken steden.
Sommige subsidies werden
toegekend op verzoek van
bepaalde verenigingen.

Ik heb tevens een openbare
projectoproep "Wijken en
diversiteit" gelanceerd om,
overeenkomstig de aanbeveling
van de Commissie voor de
Interculturele Dialoog, de
oprichting van twintig lokale
platformen voor de democratie te
ondersteunen. De projecten
werden zopas geselecteerd en
staan nog niet in de tabel. Ik zal u
vanmiddag een bijgewerkte tabel
bezorgen. Volgend jaar zullen we
opnieuw een openbare
projectoproep lanceren om
subsidies toe te kennen.

08.03 Marie Nagy (ECOLO): Monsieur le ministre, je vous remercie

pour vos réponses.

Je suppose que les attributions sont terminées pour 2005.

08.03 Marie Nagy (ECOLO): Zijn

voor 2005 dus alle subsidies
toegekend?

08.04 Christian Dupont, ministre: Oui.

08.04 Minister Christian

Dupont: Ik denk van wel.

08.05 Marie Nagy (ECOLO): Il n'y a donc pas eu de nouvelles

attributions depuis.

08.05 Marie Nagy (ECOLO):

Voor 2005 worden er dus geen
meer toegekend?

17/01/2006

CRIV 51

COM 813

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

08.06 Christian Dupont, ministre: Non.

08.06 Minister Christian

Dupont: Nee.

08.07 Marie Nagy (ECOLO): Monsieur le ministre, pour le reste,

j'examinerai avec attention vos tableaux.

08.07 Marie Nagy (ECOLO): Ik

zal uw tabellen grondig
onderzoeken.

08.08 Christian Dupont, ministre: Je vous transmettrai le tableau

actualisé.

08.08 Minister Christian

Dupont: Ik bezorg u een
bijgewerkte versie.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

09 Question de M. Olivier Maingain au ministre de la Fonction publique, de l'Intégration sociale, de la

Politique des grandes villes et de l'Égalité des chances sur "la lutte contre les discriminations fondées
sur la langue" (n° 8966)

09 Vraag van de heer Olivier Maingain aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke

Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen over "de bestrijding van discriminaties op grond van
de taal" (nr. 8966)

09.01 Olivier Maingain (MR): Madame la présidente, monsieur le

ministre, en avril 2005, une entreprise de grande distribution a fait
paraître dans un journal toutes-boîtes, distribué essentiellement à
Bruxelles et dans une partie des communes de l'agglomération, une
offre d'emploi spécifiant que les personnes recherchées devaient,
notamment, être néerlandophones avec une bonne connaissance du
français, alors que cela ne constituait aucunement une exigence
professionnelle essentielle et déterminante pour la fonction en
question. Je précise que la fonction proposée consistait à décharger
des produits et à les ranger dans les rayons, à savoir un emploi peu
qualifié.

Sollicité en vue de toute action qu'il jugera utile d'entreprendre face à
cette discrimination fondée sur la langue, le Centre pour l'égalité des
chances et la lutte contre le racisme s'est refusé à entreprendre
quelque action que ce soit. Je l'ai moi-même sollicité par courrier.

Pour rappel, toute forme de discrimination est interdite en vertu de la
loi du 25 février 2003 tendant à lutter contre la discrimination, telle
qu'annulée dans certaines de ses dispositions par l'arrêt de la Cour
d'arbitrage n°157/2004. Plus particulièrement, les discriminations
basées sur la langue dans le domaine de l'embauche à l'emploi sont
interdites par différents instruments internationaux que je ne
rappellerai pas en détail mais qui sont mentionnés dans le texte de
ma question: le Pacte international relatif aux droits civils et politiques,
le Pacte international relatif aux droits économiques et sociaux et
culturels, la Convention de sauvegarde des droits de l'homme et des
libertés fondamentales et les protocoles additionnels et, enfin, la
Charte des droits fondamentaux de l'Union européenne.

Cet arrêt important de la Cour d'arbitrage a supprimé la liste
restrictive des motifs discriminatoires dans la plupart des articles de la
loi du 25 février 2003, dont j'ai parlé précédemment. Il est vrai que cet
arrêt n'a pas supprimé cette liste dans les dispositions du Code pénal,
notamment l'article 8 de la loi du 25 février 2003. Même s'il n'y a pas
fondement à une action pénale dans le cas d'espèce ce qui reste à

09.01 Olivier Maingain (MR): In

april 2005 publiceerde een bedrijf
in Brussel een vacature voor het
lossen en in de rekken zetten van
goederen. Daarbij werd gesteld
dat de kandidaten Nederlandstalig
moesten zijn en een goede kennis
van het Frans moesten hebben,
ook al was dat taalprofiel van geen
enkel belang voor de desbetref-
fende functie. Het ging hier
duidelijk om een discriminatie op
grond van de taal.

Toen deze aangelegenheid onder
de aandacht van het Centrum voor
gelijkheid van kansen werd
gebracht, weigerde het ook maar
enige actie te ondernemen.

Ter herinnering, iedere vorm van
discriminatie is verboden
krachtens de wet van 25 februari
2003 zoals die door het arrest nr.
157/2004 van het Arbitragehof
nietig werd verklaard. Ook in
verscheidene nationale verdragen
en documenten wordt discriminatie
bij de aanwerving verboden.

De restrictieve lijst van
discriminerende motieven werd
door het desbetreffende arrest van
het Arbitragehof ingekort. Toch
kan ik moeilijk begrijpen dat het
Centrum voor gelijkheid van

CRIV 51

COM 813

17/01/2006

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

voir je peux difficilement comprendre que le Centre pour l'égalité
des chances décline toute compétence pour aborder ce type de
question.

Les discriminations fondées sur la langue sont plus nombreuses
qu'on le croit. Je ne parle pas du problème de l'emploi des langues en
matière administrative ou en d'autres matières. En effet, certains
autres organismes spécialisés, tels que la Commission permanente
de contrôle linguistique, sont chargés de faire respecter ce type de loi.
Je parle bien des relations entre un candidat à l'emploi et un
employeur. Je reçois de plus en plus de témoignages de ce type où le
fait d'être d'une appartenance linguistique est constitué comme un
motif de refus d'engagement.

Il faut être de l'autre appartenance linguistique pour être engagé, ce
qui n'est évidemment pas acceptable. Aujourd'hui, quel est
l'organisme qui peut jouer un rôle médiateur, d'intervention ou de suivi
de ce genre de dossier?

kansen zich ter zake onbevoegd
kan verklaren, ook al zijn
gerechtelijke stappen in dit geval
wellicht niet gerechtvaardigd. Tot
welk organisme moet men zich
dan wenden indien men vaststelt
dat er bij een aanwerving
discriminatie op grond van de taal
plaatsvindt?

09.02 Christian Dupont, ministre: Madame la présidente, cher

collègue, la loi du 25 février 2003 visant à lutter contre la
discrimination telle qu'annulée partiellement par la Cour d'arbitrage
considère comme une discrimination toute différence de traitement
qui manque de justification objective et raisonnée. De ce fait, si une
différence de traitement fondée sur la langue manque de justification
objective et raisonnable, le juge pourra la sanctionner comme une
discrimination.

Quant à la compétence du Centre pour l'égalité des chances et sa
décision en l'occurrence, je ferai deux observations. La Cour
d'arbitrage n'a pas annulé la liste limitative de motifs de discrimination
visés à l'article 23 de cette même loi il n'y a donc pas de cohérence
parfaite dans l'arrêt qui traite de la compétence du Centre à agir en
justice. Cette liste n'inclut pas les discriminations fondées sur la
langue. Il n'est donc pas évident que le Centre se soit vu octroyer la
compétence d'agir en justice contre les éventuelles discriminations
fondées sur le critère linguistique.

Quoi qu'il en soit, l'appréciation de l'opportunité pour le Centre d'agir
en justice relève du seul conseil d'administration du Centre. Je vous
rappelle que le législateur a voulu garantir l'indépendance du Centre
dans sa gestion et le traitement des plaintes. Il revient donc par
conséquent au Centre de motiver ses décisions d'agir ou non. Cela
dit, rappelons que la victime supposée d'une discrimination peut
toujours aller directement en justice afin de faire valoir ses droits ou
s'adresser aux organisations visées à l'article 31 de la loi et habilitées
à agir en justice également.

Voilà, monsieur Maingain, une réponse que je crois fondée
juridiquement sur la manière d'interpréter l'arrêt de la Cour
d'arbitrage.

09.02 Minister Christian

Dupont: In de wet van 25 februari
2003 wordt ieder verschil in
behandeling dat niet objectief en
redelijkerwijze wordt gerecht-
vaardigd, beschouwd als
discriminatie. Op grond van die
bepaling kan een verschil in
behandeling op grond van de taal
dus strafbaar worden gesteld.

De restrictieve lijst van
discriminerende motieven die bij
artikel 23 van diezelfde wet is
bepaald en die geen melding
maakt van discriminatie op grond
van de taal, werd niet door het
Arbitragehof nietig verklaard.

De raad van bestuur van het
Centrum dient in te schatten of het
aangewezen is om gerechtelijke
stappen te ondernemen.

Het mogelijke slachtoffer kan ook
rechtstreeks naar de rechtbank
stappen.

09.03 Olivier Maingain (MR): Monsieur le ministre, je vous remercie

pour votre réponse. Il est exact que la Cour d'arbitrage, par l'arrêt du
6 octobre 2004, n'a pas supprimé la liste restrictive des
discriminations, telles que retenues à l'article 23, qui donne la
compétence au Centre pour l'égalité des chances d'agir en justice.

09.03 Olivier Maingain (MR):

Het Centrum voor gelijkheid van
kansen heeft een bemiddelende
rol, die het moet kunnen opnemen.

Is het Centrum daartoe bereid? Zo

17/01/2006

CRIV 51

COM 813

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Le Centre pour l'égalité des chances, dans un tel cas, n'a pas
nécessairement pour obligation de saisir immédiatement la justice.
C'est ce que j'appelle le rôle médiateur du Centre. Or, je ne vois pas
dans les dispositions légales de restrictions quant à la compétence du
Centre. Si nécessaire, je prendrai une initiative parlementaire sous la
forme d'une proposition de loi, s'il faut confirmer ou faire reconnaître
cette compétence au Centre pour l'égalité des chances.

Toutefois, dans notre système juridique, le Centre pour l'égalité des
chances ayant cette compétence générale pour lutter contre toute
forme de discrimination doit pouvoir assumer la mission de médiateur,
dans un cas d'espèce. En effet, grâce à un processus de négociation
avec certaines sociétés commerciales, je pense qu'il n'y aurait aucune
difficulté à faire admettre une adaptation de ce genre de
comportement. Je ne crois pas utile de systématiquement saisir les
tribunaux, mais une intervention d'une autorité administrative est
toujours intéressante et je plaide en ce sens. Peut-être pourriez-vous,
de par vos contacts avec le Centre pour l'égalité des chances,
examiner s'il est prêt à assumer cette fonction? A défaut, s'il attend du
législateur un fondement plus explicite, je ne manquerai pas d'agir.

nodig zal ik een wetsvoorstel
indienen. Het lijkt me immers niet
opportuun dit soort zaken
systematisch voor de rechter te
brengen.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

10 Interpellation de Mme Marie Nagy à la vice-première ministre et ministre de la Justice et au ministre

de la Fonction publique, de l'Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l'Egalité des
chances sur "les résultats de la Conférence Interministérielle sur le logement" (n° 720)

10 Interpellatie van mevrouw Marie Nagy tot de vice-eerste minister en minister van Justitie en tot de

minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
over "de resultaten van de Interministeriële Conferentie Huisvesting" (nr. 720)

10.01 Marie Nagy (ECOLO): Madame la présidente, monsieur le

ministre, bien que l'accord gouvernemental consacrait un chapitre
entier au logement et à la politique des grandes villes, nous n'avons
pas vu beaucoup d'actions du gouvernement en cette matière!

La Conférence interministérielle (CIM) de juin qui promettait des
résultats pour septembre n'a, à ce jour, pas encore abouti à des
solutions. La question du logement est pourtant une priorité pour de
nombreuses familles! Les loyers grimpent surtout dans les grandes
villes. A Bruxelles, les loyers courants ont augmenté de plus de 25%
depuis 1998. Les loyers demandés à l'entrée dans le logement ont
augmenté de plus de 40% et ce, alors même que l'indice santé à
partir duquel sont calculées les indexations de loyer prévues par la loi
n'a crû que de 10%. Pendant ce temps, les revenus moyens des
Bruxellois ont baissé. La réalité reste donc que 75% des Bruxellois
consacrent un tiers, voire plus, de leur budget pour se loger. Je crois
que la situation dans les deux autres Régions peut différer mais est la
même pour les personnes les plus fragilisées financièrement.

Beaucoup de gens sont forcés de vivre dans des logements
insalubres. La recherche d'un logement décent devient difficile, le
paiement des factures à la fin du mois, problématique. Dans le
secteur du logement social, la Belgique est le pays qui investit le
moins mais il vrai que les compétences en matière de logement sont
distribuées entre les Régions et le fédéral.

Dans l'accord gouvernemental, on peut lire, je cite, "trouver un

10.01 Marie Nagy (ECOLO): Op

de interministeriële Conferentie
van juni werden resultaten op het
stuk van de huisvesting in het
vooruitzicht gesteld. In de praktijk
is daar tot heden echter niets van
te merken. Voor veel gezinnen is
de kwestie van de huisvesting
nochtans van levensbelang. Zo
spenderen 75 procent van de
Brusselaars er een derde van hun
budget aan. En dan is er nog het
probleem van de verkrotting en het
gebrek aan investeringen in de
sociale huisvesting.

Hoever zijn de werkgroepen al
opgeschoten? Welke voorstellen
werden er concreet geformuleerd?

Wat de huurwet betreft, heb ik een
wetsvoorstel ingediend om de
leemten in de zogenaamde wet-
Wathelet op te vullen. Ik stel
echter vast dat de regering ter
zake geen enkel initiatief neemt.

CRIV 51

COM 813

17/01/2006

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

logement décent devient de plus en plus difficile pour les familles
nombreuses ou pour les familles n'ayant pas de revenus ou alors des
revenus modestes. Ce phénomène se manifeste entre autres dans
les villes et entraîne également de l'exclusion sociale. Une meilleure
coordination des politiques de logement est dès lors nécessaire,
notamment via une conférence interministérielle ad hoc". Il est vrai
que la réunion de la Conférence interministérielle représente une
première depuis de nombreuses années. Vous l'avez souligné à
l'occasion d'une autre question que je vous ai posée. Cependant, elle
avait soulevé énormément d'attentes mais, à ce stade, beaucoup de
questions se posent.

Où en sont les groupes de travail?

Quand peut-on espérer des propositions concrètes pour améliorer la
situation des locataires, des familles nombreuses, des jeunes et de
toutes les personnes défavorisées en matière de logement?

Une question n'est pas souvent abordée, c'est celle de la loi sur les
baux à loyer. A cet égard, les prises de position divergent, notamment
dans votre parti, sur la nécessité de bloquer les loyers. Depuis le
Conseil des ministres d'Ostende, on n'entend pas de volonté de
régulation de la loi sur les baux à loyer. J'ai déposé une proposition de
loi pour tenter de remédier aux lacunes de la loi dite Wathelet.
Néanmoins, je ne vois aucune initiative du gouvernement en la
matière alors qu'on sait que cette loi pose problème!

Quelles mesures proposez-vous concrètement pour améliorer la
protection des locataires les plus défavorisés ainsi que la qualité des
logements offerts sur le marché?

Quelles sont les mesures fiscales que vous envisagez pour l'accès à
un logement propre, principalement pour les personnes ne disposant
que de revenus modestes et pour les jeunes, promis par l'accord
gouvernemental?

Quand prévoyez-vous que ces mesures puissent entrer en vigueur?

Welke fiscale maatregelen worden
ter zake overwogen en wanneer
zullen zij ingaan?

10.02 Christian Dupont, ministre: Madame Nagy, vous l'avez

rappelé, nous avons tenu en juin 2005 la première Conférence
interministérielle consacrée au logement depuis la régionalisation du
secteur.

A cette occasion, avec mes collègues du gouvernement fédéral et
des entités fédérées, nous avons évoqué des questions fiscales,
administratives, juridiques et sociales étroitement liées au problème
du logement. Au terme de cette première réunion, nous avons décidé
de mettre sur pied dix groupes de concertation. Chacun de ces
groupes a pour mission de traiter d'une problématique précise liée au
logement. La répartition des présidences des groupes a été effectuée
et, depuis lors, les groupes de travail se réunissent régulièrement afin
de soumettre des propositions d'action concrètes à l'occasion de la
prochaine Conférence interministérielle. Chacun des ministres
concernés est coprésident d'un des groupes.

Certains ministres n'ont pas encore réuni le groupe de travail dont la
présidence leur avait été attribuée. Je me suis donc chargé, en tant
que président de la CIM, de leur rappeler l'importance de réunir les

10.02 Minister Christian Dupont:

Op de interministeriële conferentie
hebben wij die diverse kwesties
aangekaart en hebben wij beslist
tien overleggroepen op te richten.
Afgezien van een algemene
doelstelling op het stuk van de
armoedebestrijding, zal elke groep
zich buigen over een probleem dat
verband houdt met de huisvesting:
discriminatie, het wonen in
mensonwaardige omstandig-
heden, gelijke toegang voor
iedereen, het plaatselijk overleg,
de opvang van daklozen, de
solidaire woonvormen, het plan
voor de spreiding van
asielzoekers, de fiscale maat-
regelen, de administratieve
formaliteiten en het ombouwen

17/01/2006

CRIV 51

COM 813

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

différents acteurs dans les meilleurs délais.

En tout état de cause, la prochaine Conférence interministérielle se
réunira au cours de ce premier trimestre. Nos collègues le savent et
progressent en conséquence dans leurs travaux.

Pour rappel, les dix groupes de travail qui portent sur l'ensemble de la
problématique du logement ont les missions suivantes:
- lutter contre la discrimination dans le logement;
- lutter contre l'habitat indigne;
- garantir un meilleur accès pour tous au logement locatif;
- être des projets-pilotes en matière de concertation locale en matière
locative;
- améliorer l'accueil des personnes sans-abri et/ou sans-papiers;
- encourager de nouvelles formes de logement solidaire;
- prendre en compte les effets du plan de répartition des demandeurs
d'asile sur le logement et la qualité de vie dans les villes;
- envisager de nouvelles mesures fiscales;
- faciliter les démarches administratives dans le cadre des aides au
logement;
- implication de la Régie des Bâtiments en tant que partenaire dans
des projets de conversion de bâtiments inoccupés en logements.

En filigrane des objectifs assignés à ces groupes, transparaît un
objectif plus global de lutte contre la pauvreté. Il est clair que le coût
du logement ou le coût de l'énergie sont des facteurs aggravants de la
pauvreté. Nous intégrons donc une dimension complémentaire dans
les travaux de la CIM.

Je peux déjà citer une liste des premières actions enclenchées par
les groupes de travail depuis le mois de juillet.

Avec l'expertise de différents instituts de recherche, nous travaillons
sur la question du logement solidaire, à savoir les possibilités et
implications de la reconnaissance de l'habitat groupé pour les
personnes en situation de précarité sociale.

Il s'agit d'un système dans le cadre duquel des personnes
individuellement défavorisées mettent en commun leurs ressources
pour accéder à un logement leur offrant un plus grand confort.

Le groupe de travail est chargé de déterminer le public cible de ce
type d'habitat, d'évaluer les implications budgétaires ainsi que les
dispositions légales ayant un impact sur lui, notamment en matière
d'allocations sociales.

Par ailleurs, avec ma collègue ministre de la Justice, nous avons
procédé à la création de trois expériences pilotes de médiation en
matière de logement à Gand, Bruxelles et Charleroi. Brièvement,
l'objectif de ces projets pilotes est de créer une structure de médiation
donnant la possibilité pour les propriétaires et les locataires de trouver
une solution à l'amiable au conflit qui les oppose, dans le respect de
la loi.

Une équipe de sociologues et de juristes évalue le travail réalisé dans
ces trois commissions. Ils sont également chargés d'alimenter la
réflexion sur les grilles indicatives de fixation des loyers, ainsi que le
projet de bail type concernant la résidence principale. L'objectif est

van leegstaande panden. Elke
minister is voorzitter van een
groep. Sommige ministers hebben
hun werkgroep nog niet
bijeengeroepen.

De volgende interministeriële
conferentie zal in de loop van het
eerste trimester bijeenkomen.

Wij buigen ons over de kwestie
van de solidaire woonvormen, de
bemiddeling inzake huisvesting, de
te nemen maatregelen in geval
van discriminatie op de privé-
huurmarkt en wij zullen een
inventaris opstellen van de diverse
opvangstructuren voor daklozen.

Blokkering kan een oplossing zijn
om de stijging van de huurprijzen
af te remmen, maar het is geen
duurzame structurele oplossing. Ik
blijf erbij dat we niet buiten overleg
tussen de verschillende actoren
kunnen.

Sociale huisvesting is een
gewestbevoegdheid. Wij kunnen
hoogstens, langs fiscale weg, een
gunstig kader scheppen om het
aantal sociale woningen uit te
breiden. Daartoe hebben we een
werkgroep opgericht. De federale
regering besliste voorts een beleid
gericht op sociale samenhang en
vermenging te ondersteunen via
de toegang tot de huisvesting in de
kwetsbare wijken van de grote
steden. Daartoe werd in totaal 70
miljoen euro uitgetrokken, toch
een niet onaardig bedrag. Het
komt er hoe dan ook op aan een
voorbeeld te stellen.

Om de zwakste huurders te
beschermen, hebben we paritaire
huurcommissies opgericht, alsook
een werkgroep die ermee belast
werd de onderscheiden
wetgevingen op elkaar af te
stemmen en in de wet van 1991
een artikel op te nemen met de
minimumnormen die in de drie
Gewesten gelden op het vlak van
de veiligheid, de gezondheid en de
bewoonbaarheid van de woningen.

CRIV 51

COM 813

17/01/2006

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

donc non seulement, dans un premier temps, de jouer le rôle de
médiateur mais aussi d'élaborer des grilles indicatives de fixation des
loyers et d'arriver à un projet de bail type. Le projet est ambitieux,
mais phasé.

Le groupe de travail constitué d'acteurs de terrain, d'associations de
syndicats et de membres des différents cabinets assure le suivi et la
méthodologie des différentes commissions.

Le groupe de travail sur la discrimination dans le logement se focalise
pour l'heure sur des mesures à prendre en vue de lutter contre les
discriminations dans le marché locatif privé. De nombreuses
initiatives ont été proposées lors des réunions de ce groupe de travail
et une réunion technique s'est précisément tenue hier à ce sujet.

Prochainement, le secteur associatif sera consulté en vue de
confronter ses propositions aux pistes de travail suggérées par les
représentants politiques. Il est cependant trop tôt pour annoncer de
manière définitive les pistes retenues par les ministres qui composent
la CIM Logement.

Pour ce qui est de l'amélioration de l'accueil des sans-abri et/ou des
sans-papiers, jusqu'à présent, le groupe de travail a procédé à
l'inventorisation des différentes structures d'accueil au sein des
Régions et Communautés. Cet examen exhaustif reprend par public
cible les structures d'accueil existantes en vue d'identifier
géographiquement d'éventuels besoins.

Vous m'interrogez également sur le blocage des loyers. Il s'agirait ici
de réfléchir à des formes d'encadrement des loyers pour freiner la
hausse actuelle à partir des réalités de terrain et dans un esprit de
concertation. En tout état de cause, je reste convaincu que la
concertation et le dialogue entre propriétaires, locataires et autorités
publiques locales, régionales et fédérales doivent être privilégiés. S'il
apparaît qu'ils ne permettent pas ou pas assez rapidement de
répondre au défi de la hausse des loyers, nous devrons envisager
d'autres mesures, plus immédiates, à titre intermédiaire.

Le blocage des loyers dans certaines zones bien déterminées peut
être un élément de réponse, parmi d'autres. Ce n'est cependant pas
une mesure structurelle durable. Une telle mesure devrait être
encadrée: elle doit être mise à profit pour mettre en place les mesures
qui permettent une régulation sur le long terme.

Par ailleurs, elle appelle plusieurs prérequis, dont bien entendu une
forme sûre et contraignante d'enregistrement des baux. Elle ne peut
donc être envisagée comme une mesure isolée et y recourir demande
une large concertation. Je compte donc proposer à la CIM qu'un
groupe de travail balise les pistes pouvant conduire à une régulation
des loyers en identifiant les implications techniques et légales de
chaque piste envisagée.

En ce qui concerne l'effort pour augmenter l'offre des maisons
sociales, vous n'ignorez pas que le logement social est une
compétence régionale. Dois-je souligner les efforts conséquents de
mon excellente collègue et amie Françoise Dupuis à cet égard? Il ne
revient donc pas au pouvoir fédéral d'intervenir directement sur l'offre
de logements sociaux. Tout au plus pouvons-nous, par exemple,

We hebben nog veel werk voor de
boeg, maar we moeten de
problemen verstandig aanpakken.
Ik denk daarbij bijvoorbeeld aan
het aanbieden van woningen
onder bepaalde voorwaarden, de
zogenaamde geconventioneerde
woningen die in het bezit van de
eigenaar blijven, maar door de
overheid worden gecontroleerd en
specifiek voor sociale huisvesting
worden gebruikt. Daarnaast biedt
de fiscale benadering ook
interessante uitwegen.

17/01/2006

CRIV 51

COM 813

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

créer un cadre favorable à l'extension du parc de logements sociaux
en utilisant l'instrument fiscal, raison pour laquelle nous avons chargé
un groupe de travail de procéder à l'élaboration de telles mesures,
groupe dont la présidence a été confiée à Mme Dupuis.

Je veux rappeler également que le gouvernement fédéral a décidé de
soutenir une politique de cohésion à mixité sociale via un accès au
logement dans les quartiers fragilisés des grandes villes. Cette année,
nous avons conclu 17 conventions entre l'Etat fédéral et les villes et
communes afin de les soutenir dans leur politique d'accès pour tous
au logement.

Au total, 70 millions d'euros ont été débloqués pour rénover,
réhabiliter et construire des logements de qualité à destination des
familles dans les quartiers des grandes villes. Nous espérons ainsi
intervenir de façon directe ou indirecte sur 3.000 logements au
bénéfice d'autant de familles.

C'est peu et beaucoup à la fois mais, ce qui est important, c'est
l'impact que cette politique peut avoir en montrant l'exemple avec un
beau projet. J'ai vu tant au Nord qu'au Sud de beaux projets de
réhabilitation de quartiers, parce que la commune a la maîtrise du sol
ou qu'elle peut ouvrir des brèches dans un quartier enclavé. La
commune ou la ville peut réaliser de très, très belles opérations ayant
un effet incitateur sur le reste du quartier.

Quelles mesures légales le gouvernement propose-t-il pour améliorer
la protection des locataires les plus défavorisés? S'il y a les
commissions paritaires locatives, un des groupes de travail de la CIM
avait pour objet premier de mettre en concordance les différentes
législations régionales et fédérales en matière de lutte contre l'habitat
indigne. Nous connaissons tous l'histoire de la maison déclarée
insalubre ou inhabitable par la Région, qui continue néanmoins à être
habitée. Si elle ne l'est plus, c'est souvent la croix et la bannière pour
le locataire de faire casser son bail.

Il y a là une série de législations qui doivent être mises en
concordance. C'est un des axes de travail sur lequel nous nous
penchons actuellement. Il semble d'ailleurs intéressant d'inclure dans
la loi de 1991 sur les baux à loyer un article représentant les normes
minimales communes aux trois Régions en matière de sécurité, de
salubrité et d'habitabilité.

De nombreuses choses doivent encore être faites. Cette
problématique comporte des aspects sociaux considérables et est
sans aucun doute une des raisons de la plongée de nos concitoyens
dans la pauvreté ou dans la précarité. Cependant, dans un pays où
70% de la population est propriétaire, tous ne souhaitent évidemment
pas que l'on réglemente le marché de la propriété et de la location.

On ne peut qu'avancer de manière volontariste mais intelligente et les
logements conventionnés en constituent d'ailleurs un bon exemple. Si
les autres pays, notamment les grands pays tels que la France,
l'Allemagne et la Hollande, font mieux que nous en matière d'offre de
logements, ce n'est pas tellement lié au fait qu'ils disposent de
davantage de logements sociaux que nous, mais bien qu'ils disposent
d'un certain nombre de logements conventionnés. Les logements
conventionnés sont des logements dont le propriétaire reste

CRIV 51

COM 813

17/01/2006

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

propriétaire, le droit à la propriété est donc garanti, mais dont
l'utilisation est contrôlée et sociale. Il me semble dès lors que c'est
une piste de réflexion à avoir, parmi d'autres. Les pistes fiscales sont
bien entendu également intéressantes, que ce soit la diminution de la
TVA sur un certain nombre de bâtiments ou d'autres.

10.03 Marie Nagy (ECOLO): Monsieur le ministre, je vous remercie

pour cette réponse. Vous êtes effectivement bien placé pour voir qu'il
s'agit d'un élément qui fragilise énormément les ménages, les
familles, qu'elles soient monoparentales ou non. Cette augmentation
de la pauvreté se marque très fort dans la précarité vis-à-vis du
logement. Sur ce point, nous sommes tout à fait d'accord.

10.03 Marie Nagy (ECOLO): De

kansarmste gezinnen komen nog
meer in de verdrukking door een
gebrekkige huisvesting die de
armoede in de hand werkt. Het is
nu wachten op concrete
voorstellen van de Interministeriële
conferentie. De federale overheid
beschikt over machtige hefbomen.
Men mag de huurprijzen niet
bevriezen want dan jaagt men
iedereen tegen zich in het harnas.
De bestaande wetsbepalingen
inzake de wijziging en de
opzegging van
huurovereenkomsten moeten
worden aangevuld om extreme
verhogingen van de huurprijzen in
dat geval te voorkomen. De Kamer
zou terzake een aanbeveling
kunnen opstellen. Wat de
kansarmen betreft, moet men
voorts gebruik maken van de
belastingkredieten.

Motions
Moties

En conclusion de cette discussion les motions suivantes ont été déposées.
Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.

Une motion de recommandation a été déposée par Mmes Marie Nagy et Zoé Genot et est libellée comme
suit:
"La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de Mme Marie Nagy
et la réponse du ministre de la Fonction publique, de l'Intégration sociale, de la Politique des grandes villes
et de l'Egalité des chances,
demande au gouvernement
- d'exécuter l'accord gouvernemental de 2003 en ce qui concerne le logement;
- de créer un cadre légal et réglementaire permettant d'encadrer les hausses de loyers en les liant à une
augmentation de la qualité intrinsèque du logement;
- de rendre effective l'obligation d'enregistrement des baux oraux et écrits;
- de favoriser la construction de logements sociaux. D'appliquer les principes de l'éco-construction par une
réduction de la TVA et de l'efficacité énergétique sur les constructions de logements sociaux;
- de changer la fiscalité de manière à encourager l'accès à un logement propre, principalement pour les
personnes ne disposant que de revenus modestes et pour les jeunes;
- d'encourager la fixation de loyers raisonnables. A cette fin, il convient de sortir de la fiscalité forfaitaire
actuelle (impôt calculé à partir du revenu cadastral majoré de 40%) pour arriver à une imposition des loyers
nets réels encourageant fiscalement le logement de qualité à prix raisonnable;
- d'activer la Conférence interministérielle sur le Logement et de formuler des propositions concrètes pour
protéger les locataires dans les plus brefs délais."

17/01/2006

CRIV 51

COM 813

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Een motie van aanbeveling werd ingediend door de dames Marie Nagy en Zoé Genot en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellatie van mevrouw Marie Nagy
en het antwoord van minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en
Gelijke Kansen,
vraagt de regering
- de maatregelen betreffende de huisvesting uit het regeerakkoord van 2003 ten uitvoer te leggen;
- een wettelijk en reglementair kader tot stand te brengen waarbij het optrekken van de huurprijzen
afhankelijk wordt gemaakt van de kwaliteit van de woning;
- de registratie van de mondelinge en de schriftelijke huurovereenkomsten verplicht te maken;
- het bouwen van sociale woningen aan te moedigen en daarbij de beginselen van het ecologisch bouwen
door middel van een BTW-verlaging en van de energie-efficiëntie toe te passen;
- de fiscaliteit zo aan te passen dat personen met een bescheiden inkomen en jongeren gemakkelijker
toegang krijgen tot een eigen woning;
- het vaststellen van redelijke huurprijzen aan te moedigen; daartoe moet van de forfaitaire belastingheffing
worden afgestapt (belasting op grond van het kadastraal inkomen verhoogd met 40 procent) en moet
worden gekozen voor een belasting van de werkelijke nettohuurprijzen; aldus zal het verhuren van degelijke
woningen tegen een redelijke prijs in de hand worden gewerkt;
- de Interministeriële Conferentie Huisvesting bijeen te roepen en zo snel mogelijk concrete voorstellen te
formuleren om de huurders beter te beschermen."

Une motion pure et simple a été déposée par Mme Magda De Meyer.

Een eenvoudige motie werd ingediend door mevrouw Magda De Meyer.

Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.
Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.

11 Questions jointes de

- Mme Zoé Genot au ministre de la Fonction publique, de l'Intégration sociale, de la Politique des
grandes villes et de l'Égalité des chances sur "un manque de places d'accueil pour les demandeurs
d'asile" (n° 9198)
- Mme Magda De Meyer au ministre de la Fonction publique, de l'Intégration sociale, de la Politique
des grandes villes et de l'Egalité des chances sur "le manque de place au centre d'accueil d'urgence
de Woluwe-Saint-Pierre" (n° 9212)

11 Samengevoegde vragen van

- mevrouw Zoé Genot aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie,
Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen over "een tekort aan opvangplaatsen voor asielzoekers"
(nr. 9198)
- mevrouw Magda De Meyer aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie,
Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen over "het plaatsgebrek in het noodopvangcentrum van Sint-
Pieters-Woluwe" (nr. 9212)

11.01 Zoé Genot (ECOLO): Madame la présidente, monsieur le

ministre, en juillet dernier, j'avais déjà eu l'occasion de vous interroger
sur un problème de manque de places pour accueillir notamment
certaines familles avec enfants. A l'époque, j'avais attiré l'attention sur
la situation d'une petite fille qui devait rester à l'hôpital car une solution
d'accueil n'avait pu être trouvée pour elle et sa maman. Il m'avait été
répondu que le problème n'existait pas; pourtant, après vérification, il
s'est avéré que ce dernier était bien réel.

Monsieur le ministre, il faut malheureusement constater que ce
problème est récurrent depuis juillet 2005 et ce, de manière
sporadique. Il est impossible de prévoir combien de demandeurs
d'asile arriveront dans notre pays. Toutefois, on se rend compte
aujourd'hui que le nombre de lits disponibles est insuffisant si l'on veut
accueillir les demandeurs d'asile à leur arrivée. Les centres

11.01 Zoé Genot (ECOLO): Het

tekort aan opvangplaatsen voor
asielzoekers dat ik in juli had
aangekaart, is een steeds
terugkerend probleem, vooral
wanneer het om gezinnen gaat.
De urgentiecentra zitten vol en de
asielzoekers worden doorgestuurd
naar nachtasielen voor daklozen.
Er verblijven ook kinderen in die
totaal ongeschikte centra.
Degenen die niet op één
welbepaalde plaats worden
opgevangen, beschikken niet over
een 207-code, waardoor ze geen

CRIV 51

COM 813

17/01/2006

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

d'urgence, comme celui de Woluwe-Saint-Pierre, sont très souvent
remplis car les gens y restent plus longtemps que prévu. Certaines
personnes ou familles ont dû être envoyées dans des centres d'asile
de nuit, des centres pour clochards. Autrement dit, l'Office des
étrangers a dû se résoudre à leur donner l'adresse des centres pour
clochards car c'était le seul moyen de ne pas les envoyer dans la rue.
On a ainsi pu constater qu'en plein coeur de l'hiver, certains jours,
plus d'une vingtaine d'enfants se retrouvaient dans de tels centres
offrant des structures totalement inadéquates.

Nous savons que les centres doivent accueillir les enfants en séjour
illégal même en fin de procédure. Leur nombre est-il en
augmentation? Se trouve-t-on face à des arrivées plus atypiques qui
nécessiteraient un plus grand nombre de places? Il faut également
savoir que, tant que ces personnes ne sont pas envoyées dans un
centre particulier, il est n'est pas possible de leur attribuer un code
207 leur permettant l'accès aux soins. C'est ainsi que l'on se retrouve
dans une situation telle que non seulement ces gens ne peuvent être
logés, mais ils sont aussi dans l'incapacité de se faire soigner.

Je pense savoir que vous avez un projet d'un centre d'urgence de
cent places dans la région de Westende. Je me demande comment
les choses vont se passer pour les gens qui introduisent leur première
demande d'asile. Va-t-on les envoyer à Westende? Va-t-on organiser
des navettes?

Monsieur le ministre, quelle est votre analyse de la disponibilité des
places d'accueil, ces derniers mois, en particulier pour les familles?
Avez-vous été informé de ces manques récurrents? Quelles solutions
vont-elles pouvoir être proposées pour cet hiver? Quelles solutions
proposez-vous à plus long terme pour que ce genre de situation ne se
reproduise pas? Quelles solutions peuvent-elles être envisagées pour
répondre au problème des soins de santé auquel sont confrontés les
demandeurs d'asile qui ne peuvent être envoyés dans un centre?

recht hebben op verzorging.

Wat is uw kijk op het beschikbare
aantal opvangplaatsen in de
jongste maanden, inzonderheid
voor de gezinnen? Bent u op de
hoogte van dat almaar
terugkerend tekort? Welke
oplossingen zullen deze winter en
op langere termijn kunnen worden
voorgesteld? In welke dringende
oplossing voorziet men met
betrekking tot de medische
verzorging van de asielzoekers
zonder verblijfplaats?

11.02 Magda De Meyer (sp.a-spirit): Mevrouw de voorzitter,

mijnheer de minister, ook mijn vraag handelt over het probleem van
plaatsgebrek in het noodopvangcentrum van Sint-Pieters-Woluwe.

Fedasil, het federaal agentschap, kreeg als taak de opvang van
asielzoekers te verzekeren. De meeste asielzoekers vragen asiel aan
op DVZ. Via de dispatching worden ze toegewezen aan een
opvangcentrum. Voor asielzoekers die 's avonds laat aankomen is het
te laat om naar een opvangcentrum te gaan. Zij worden toegewezen
aan het noodopvangcentrum van Sint-Pieters-Woluwe. Ook
asielzoekers die eventueel vrijwillig gerepatrieerd worden de volgende
dag, brengen een nachtje door in dit noodopvangcentrum. Voorts
wordt de structuur nog eens extra belast door de families die aan
Fedasil zijn toegewezen tengevolge van het arrest van het
Arbitragehof van 22 juli 2003. Dit arrest regelt het recht op materiële
steun aan minderjarige kinderen die met hun ouders onwettig op het
grondgebied verblijven. Het fameuze noodopvangcentrum dat al deze
taken moet volbrengen, telt slechts 120 plaatsen die bijna permanent
volzet zijn. Indien mensen zich aanbieden als het centrum volzet is,
kan geen onderdak worden geboden en worden de asielzoekers
doorverwezen naar de nachtasielen in het Brusselse. Ook deze
nachtasielen werken met een speciaal regime afgestemd op
daklozen. Ze werken alleen 's nachts en voorzien in opvang voor een

11.02 Magda De Meyer (sp.a-

spirit) : Fedasil doit veiller à la
prise en charge des demandeurs
d'asile. Les personnes qui
introduisent une demande d'asile
auprès de l'Office des étrangers
sont assignées à un centre
d'accueil par dispatching. En cas
d'arrivée tardive le soir, il convient
de se rendre au centre d'accueil
d'urgence de Woluwe-Saint-
Pierre. Les personnes qui font
l'objet d'un rapatriement volontaire
le lendemain doivent également
passer une nuit au centre
d'urgence. Les familles assignées
à Fedasil en vertu de l'arrêt de la
Cour d'arbitrage du 22 juillet 2003
se retrouvent également dans ce
centre.

Les 120 places du centre d'accueil
d'urgence sont quasiment

17/01/2006

CRIV 51

COM 813

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

nacht. De mensen die er een nacht verbleven moeten de volgende
nacht op zoek naar een andere slaapplaats. Voor asielzoekers is het
moeilijk te begrijpen waarom ze de volgende dag opnieuw op straat
staan. Voor het personeel van de nachtasielen is de structuur ver van
ideaal voor de opvang van asielzoekers.

Daarom de volgende vragen, mijnheer de minister.

Zijn er voldoende plaatsen in de opvangcentra? Zijn er genoeg
noodopvangplaatsen? Moet er niet in een extra quotum worden
voorzien, zeker tijdens de winterperiode? Voorziet u in extra plaatsen
in de noodopvangcentra?

occupées en permanence. Les
demandeurs d'asile sont alors
renvoyés vers des asiles de nuit
situés en région bruxelloise et qui
sont spécifiquement destinés aux
sans-abri. Comme on ne peut y
passer qu'une seule nuit, on se
retrouve donc à la rue ensuite.

Les centres d'accueil comptent-ils
suffisamment de places? Existe-t-
il suffisamment de places d'accueil
d'urgence? Des places supplé-
mentaires seront-elles créées,
surtout en hiver?

11.03 Christian Dupont, ministre: Je remercie Mmes Genot et De

Meyer pour leurs questions. Le réseau d'accueil connaît actuellement
un taux d'occupation élevé. Depuis début novembre, le taux
d'occupation du réseau d'accueil qui compte 15.650 places a
augmenté d'environ 95%. Le centre d'accueil de Woluwe-Saint-Pierre
avec ses 120 places d'accueil d'urgence connaît également des
problèmes de capacité. Je veux attirer votre attention sur le fait que
c'est la durée de la procédure d'asile souvent de 3 à 4 ans qui
engendre un besoin de places permanent et rend la situation
difficilement contrôlable. On attend donc tous la nouvelle procédure
d'accueil, la nouvelle procédure d'asile qui devrait permettre aux
choses d'aller mieux.

11.03 Minister Christian

Dupont: Sinds begin november is
de bezettingsgraad in de
opvangcentra met circa 95 procent
toegenomen. Het opvangcentrum
van Sint-Pieters-Woluwe, dat over
120 plaatsen voor dringende
opvang beschikt, kampt eveneens
met capaciteitsproblemen.

Door de duur van de
asielprocedure krijgen we maar
moeilijk vat op de situatie. Wij
kijken dus allen uit naar de nieuwe
opvangprocedure.

Tijdens de maand november waren er twee dagen waarop een aantal
mensen de dag van hun aanmelding niet konden worden opgevangen
in het netwerk, noch in het noodopvangcentrum. De daaropvolgende
werkdag kon aan deze personen wel een oplossing worden geboden.

Het volgende heb ik op de radio gehoord en ook laten verifiëren. Men
heeft verschillende keren meegedeeld dat in de week tussen kerstmis
en nieuwjaar asielzoekers moesten worden opgevangen in centra
voor daklozen. Dat strookt niet met wat men mij meedeelde. Om
eerlijk te zijn, er is inderdaad een probleem geweest op 2 januari en
op 26 december omdat Fedasil gesloten was. Er hing een papiertje op
de deur waarop stond dat men zich elders moest aanbieden. Dit kan
en mag natuurlijk niet. Ik heb dan ook onmiddellijk gereageerd.

Ik herhaal echter dat er ook op deze twee dagen steeds
mogelijkheden waren in onze opvangcentra. Uit mijn informatie blijkt
dat de mensen die men in de centra voor daklozen heeft
teruggevonden, ofwel illegalen waren, ofwel...

En novembre, il n'a pas été
possible, deux jours durant,
d'accueillir certaines personnes le
jour même dans le réseau des
centres d'accueil ni dans le centre
d'accueil d'urgence. Selon un
communiqué diffusé à plusieurs
reprises à la radio, des
demandeurs d'asile auraient dû
être accueillis dans des centres
d'accueil pour SDF entre Noël et le
nouvel an. Cette information ne
correspond pas à celle dont je
dispose. Il est vrai qu'un problème
s'est posé le 2 janvier ainsi que le
26 décembre, les services de
Fedasil étant fermés ces deux
jours. J'ai immédiatement réagi,
une telle situation étant
évidemment inacceptable. Par
contre, nos centres d'accueil
étaient prêts à accueillir des
demandeurs d'asile ces deux
jours. Selon mes informations, les
centres pour SDF auraient
effectivement accueillis des

CRIV 51

COM 813

17/01/2006

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

illégaux.

Je vous répète ce qui m'a été dit. J'ai vérifié auprès de mes services
et j'ai trouvé la situation inacceptable.

On a fait vérifier auprès de Fedasil qui nous a communiqué ces
informations. En tout cas, je vous dis ce que je sais.

Ik herhaal hier wat mij werd
gezegd. Ik vond de toestand
onaanvaardbaar.

Gedurende het afgelopen jaar werden er verschillende maatregelen
genomen om het opvangnetwerk uit te breiden. Zo werden er
beslissingen genomen om de opvangcapaciteit van het Rode Kruis uit
te breiden met 340 plaatsen. Het eerste opvangcentrum van 140
plaatsen, in Oignies, zal eind november operationeel zijn.

In maart werd eveneens beslist de capaciteit van het federale
opvangcentrum te Ekeren uit te breiden met 25 opvangplaatsen. Dat
is ondertussen gebeurd.

Naast het creëren van nieuwe opvangplaatsen heb ik reeds van bij
mijn aantreden de opdracht gegeven het netwerk optimaler te
gebruiken. Door het passender toewijzen van families aan
beschikbare opvangplaatsen werd het aantal verliesplaatsen in het
LOI-netwerk fors teruggedrongen.

Des mesures ont été prises au
cours de l'année écoulée pour
élargir le réseau d'accueil. Au sein
de la Croix Rouge, la capacité a
été accrue de 340 places. Le
centre d'Oignies qui compte 140
places sera opérationnel fin
novembre. La capacité du centre
d'accueil fédéral d'Ekeren a été
augmentée de 25 places. Dès
mon entrée en fonction, j'ai
demandé que le réseau soit utilisé
de façon optimale. Le nombre de
places perdues dans le réseau ILA
a fortement diminué.

Il y a un an, on constatait un grand nombre de places a été perdu en
ILA, à savoir 11%. Fedasil et les ILA ont réussi à faire passer ce
pourcentage à 8%. Nous pensons pouvoir arriver à 7%.

Enfin, j'ai décidé de mettre des places inoccupées pour MENA à la
disposition d'autres groupes cibles. L'inoccupation étant liée à la
baisse dans les arrivées des MENA, il ne s'agit pas d'une
reconversion définitive.

Nous avons ouvert, le 2 janvier, un centre à Lombardsijde. Ce centre
a fonctionné pendant quelques jours. Les demandeurs d'asile ont été
transportés en car jusqu'à cette destination. Il est aujourd'hui vide,
c'est vous dire que la situation s'améliore.

Vous m'avez demandé quelles solutions allaient pouvoir être
proposées dès cet hiver et à plus long terme?

A part les extensions de place que je viens de vous citer, d'autres
solutions sont à l'examen actuellement. Mon administration examine
les possibilités d'une extension des places dans les centres d'accueil
fédéraux, ainsi que dans les centres de la Croix-Rouge de Belgique.

Vous m'avez enfin posé la question de savoir quelle solution
d'urgence j'envisageais en matière de soins médicaux des
demandeurs sans domicile?

Le principe est la prise en charge des frais médicaux par Fedasil à
partir de l'introduction de la demande d'asile et ce même en l'absence
de la désignation d'un code le jour même. Je demanderai à mon
administration de faire preuve de souplesse à cet égard.

Je répète et sachez que ce n'est pas de la mauvaise foi de ma part
j'ai vérifié au jour le jour quelle était la situation. J'ai entendu une
ministre bruxelloise, j'ai entendu la représentante de l'Office des

Een jaar geleden gingen in de
lokale opvanginitiatieven (LOI's)
nog 11 procent van de plaatsen
"verloren". Fedasil en de LOI's zijn
erin geslaagd dat percentage naar
8 procent te doen dalen, en wij
denken dat 7 procent haalbaar is.
Ik besliste ten slotte de niet-
gebruikte plaatsen bestemd voor
niet-begeleide minderjarigen ter
beschikking te stellen van andere
doelgroepen.

Op 2 januari openden we een
centrum in Lombardsijde.
Vandaag staat het leeg: er is dus
beterschap.

Andere oplossingen, zowel met
betrekking tot de federale
opvangcentra als met betrekking
tot de centra van het Belgische
Rode Kruis, worden nog
bestudeerd.

De medische kosten van de
asielzoekers zonder woonplaats
worden in beginsel gedragen door
Fedasil van bij de asielaanvraag,
ook al kan de dag zelf geen code
worden toegekend. Ik zal mijn
administratie opdragen ter zake de
nodige soepelheid aan de dag te
leggen.

17/01/2006

CRIV 51

COM 813

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

étrangers - qui n'est, à mon avis, pas tout à fait habilitée à parler sur
le sujet faire état de la situation que vous avez évoquée. Cela m'a
préoccupé, choqué. Mes services ont donc vérifié chaque jour l'état
de la situation. Nous sommes arrivés à la conclusion que nous
pouvons héberger tout le monde, même si c'est un peu limite. Le
centre de Lombardsijde étant ouvert depuis le 2 ou le 3 janvier, les
choses iront encore mieux. Suivant les informations dont je dispose,
je répète que ce centre n'est plus utilisé pour l'instant. Nous le
gardons en réserve.

Par ailleurs, le ministre de la Défense nationale et moi-même avons
élaboré un autre projet qui pourrait être mis sur pied, mais sa mise en
oeuvre nécessite un peu plus de travaux.

Toutefois, si l'on considère le nombre de places, la situation est un
peu difficile. Peut-être devrais-je me résoudre à demander au
gouvernement d'augmenter les capacités d'accueil.

We bekijken de toestand van dag
tot dag. Op dit ogenblik kan
iedereen worden opgevangen, al
is het nipt. Wellicht zal ik de
regering moeten vragen het aantal
bedden te verhogen.

11.04 Zoé Genot (ECOLO): Monsieur le ministre, j'apprends avec

plaisir qu'on a pu ouvrir le centre de Lombardsijde, donc augmenter le
nombre de places. En effet, par définition, il faut plus de places que
de demandes; comme c'est fluctuant, il est indispensable de se
garder une marge de manoeuvre.

En revanche, l'information sur ce qui se passe sur le terrain connaît
un vrai problème. En juillet, vous m'aviez donné la même réponse; en
sortant, vous me disiez que les problèmes que je signalais n'existaient
pas, que j'étais mal informée. Je suis sortie, j'ai passé mes coups de
fil pour vérifier et les gens me disaient bien ne pas pouvoir être
accueillis et rester dans des structures hospitalières. Juste avant
Noël, j'ai rencontré les gens d'un centre de nuit; nous avons vérifié la
situation des illégaux ou des demandeurs d'asile: un groupe de
demandeurs d'asile avec enfants se trouvait dans le centre de nuit.

C'est peut-être parce qu'ils étaient arrivés tardivement dans la journée
et que leur demande d'asile n'avait pas encore pu être traitée
valablement; du coup, ils ne sont pas comptabilisés. Donc ils
n'existent pas. Serait-ce là le problème ou y en a-t-il un autre? En tout
cas, il me semble nécessaire de se pencher sur la question puisque
l'information qu'on nous donne ne correspond pas à la réalité
rencontrée sur le terrain.

11.04 Zoé Genot (ECOLO): De

informatie over wat het in het veld
gebeurt, is een echt probleem. U
bent slecht ingelicht.

11.05 Magda De Meyer (sp.a-spirit): Ik heb de uitleg van de minister

gehoord. Ik begrijp dat er een acuut probleem was gedurende twee
dagen en dit omwille van het sluiten van de diensten. Dit is inderdaad
onaanvaardbaar.

U verwijst zelf naar de gespannen situatie. Men zit aan een maximum.
Zodra er ergens een toevloed of overschrijding is, ontstaat er
natuurlijk een probleem. Ik denk dat we toch zullen moeten zorgen
voor een kleine capaciteitsverhoging om die surplus in geval van nood
te kunnen opvangen.

Het is volgens mij onaanvaardbaar dat mensen op straat staan en
zeker in de gegeven omstandigheden.

11.05 Magda De Meyer (sp.a-

spirit): J'ai cru comprendre qu'un
grave problème s'était posé
pendant deux jours parce que les
services étaient fermés. Cette
situation est inacceptable. Je
pense qu'une augmentation de la
capacité est nécessaire pour
pouvoir faire face aux situations
d'urgence.

11.06 Minister Christian Dupont: Het laatste woord is gezegd.

CRIV 51

COM 813

17/01/2006

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De voorzitter: Ik kijk naar de minister. Het is ondertussen 13.10 uur.

Ik meen dat de minister normaal gezien om 13 uur weg moest. Ik ben bereid eventueel mijn vraag nr. 9354
te verdagen naar volgende week. Misschien kunt u volgende week iets concreter antwoorden?

11.07 Minister Christian Dupont:: Waarover ging uw andere vraag?

De voorzitter: Over de afbakening van de gebieden voor positief grootstedelijk beleid, de studie die eind
december afliep.

11.08 Minister Christian Dupont: O ja, ik heb inderdaad nog geen

conclusies.

De voorzitter: Misschien volgende week dan? Dan hebt u nog een week tijd voor die conclusies.

11.09 Minister Christian Dupont: Misschien, ja.

De voorzitter: Goed, dat hoop ik.

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 13.10 uur.
La réunion publique de commission est levée à 13.10 heures.