CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 809
CRIV 51 COM 809
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DE L
'I
NFRASTRUCTURE
,
DES
C
OMMUNICATIONS ET DES
E
NTREPRISES
PUBLIQUES
C
OMMISSIE VOOR DE
I
NFRASTRUCTUUR
,
HET
V
ERKEER EN DE
O
VERHEIDSBEDRIJVEN
mercredi
woensdag
11-01-2006
11-01-2006
Après-midi
Namiddag
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE






























cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders ­ Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu inté-
gral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit des
interventions ; les annexes se trouvent dans une brochure
séparée (PLEN: couverture blanche; COM: couverture
saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken; de
bijlagen zijn in een aparte brochure opgenomen
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
Plenum
COM
réunion de commission
COM
Commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 809
11/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i

SOMMAIRE
INHOUD
Question de Mme Annick Saudoyer au ministre de
la Mobilité sur "la sécurité aux abords des
passages à niveau" (n° 8641)
1
Vraag van mevrouw Annick Saudoyer aan de
minister van Mobiliteit over "de veiligheid ter
hoogte van de overwegen" (nr. 8641)
1
Orateurs:
Annick Saudoyer, Renaat
Landuyt, ministre de la Mobilité
Sprekers:
Annick Saudoyer, Renaat
Landuyt, minister van Mobiliteit
Question de Mme Annick Saudoyer au ministre de
la Mobilité sur "la limitation des zones 30 aux
jours et aux heures d'école" (n° 8940)
3
Vraag van mevrouw Annick Saudoyer aan de
minister van Mobiliteit over "de beperking van de
zone 30-regeling tot de schooldagen en -uren"
(nr. 8940)
3
Orateurs:
Annick Saudoyer, Renaat
Landuyt, ministre de la Mobilité
Sprekers:
Annick Saudoyer, Renaat
Landuyt, minister van Mobiliteit
Question de Mme Annick Saudoyer au ministre de
la Mobilité sur "le contrôle des poids lourds"
(n° 9480)
4
Vraag van mevrouw Annick Saudoyer aan de
minister van Mobiliteit over "de controle van de
vrachtwagens" (nr. 9480)
4
Orateurs:
Annick Saudoyer, Renaat
Landuyt, ministre de la Mobilité
Sprekers:
Annick Saudoyer, Renaat
Landuyt, minister van Mobiliteit
Question de Mme Annick Saudoyer au ministre de
la Mobilité sur "les critiques émises au sujet de la
réforme de la formation à la conduite" (n° 9609)
5
Vraag van mevrouw Annick Saudoyer aan de
minister van Mobiliteit over "de kritiek op de
hervorming van de rijopleiding" (nr. 9609)
5
Orateurs:
Annick Saudoyer,
Renaat
Landuyt, ministre de la Mobilité
Sprekers:
Annick Saudoyer, Renaat
Landuyt, minister van Mobiliteit
Question de Mme Annick Saudoyer au ministre de
la Mobilité sur "la réforme du contrôle technique"
(n° 9676)
7
Vraag van mevrouw Annick Saudoyer aan de
minister van Mobiliteit over "de hervorming van de
technische controle" (nr. 9676)
7
Orateurs:
Annick Saudoyer, Renaat
Landuyt, ministre de la Mobilité
Sprekers:
Annick Saudoyer, Renaat
Landuyt, minister van Mobiliteit
Question de Mme Inga Verhaert au ministre de la
Mobilité sur "la libéralisation de l'entretien du
matériel roulant des chemins de fer" (n° 9331)
9
Vraag van mevrouw Inga Verhaert aan de
minister van Mobiliteit over "de liberalisering van
het onderhoud van het rollend spoormaterieel"
(nr. 9331)
9
Orateurs: Inga Verhaert, Renaat Landuyt,
ministre de la Mobilité
Sprekers: Inga Verhaert, Renaat Landuyt,
minister van Mobiliteit
Question de M. Guido De Padt au ministre de la
Mobilité sur "la répression de la récidive dans la
circulation" (n° 9378)
10
Vraag van de heer Guido De Padt aan de minister
van Mobiliteit over "de aanpak van de recidive in
het verkeer" (nr. 9378)
10
Orateurs: Guido De Padt, Renaat Landuyt,
ministre de la Mobilité
Sprekers: Guido De Padt, Renaat Landuyt,
minister van Mobiliteit
Interpellation de M. Jef Van den Bergh au ministre
de la Mobilité sur "la limitation à 80 km/h de la
vitesse des camions sur les autoroutes" (n° 742)
13
Interpellatie van de heer Jef Van den Bergh tot de
minister van Mobiliteit over "de
snelheidsbeperking tot 80 km per uur voor
vrachtwagens op de autosnelwegen" (nr. 742)
13
Orateurs: Jef Van den Bergh, Renaat
Landuyt
, ministre de la Mobilité
Sprekers: Jef Van den Bergh, Renaat
Landuyt
, minister van Mobiliteit
Motions
20
Moties
20
Orateur: Olivier Maingain
Spreker: Olivier Maingain
Question de Mme Talbia Belhouari à la vice-
première ministre et ministre du Budget et de la
Protection de la consommation sur "les droits des
passagers" (n° 9507)
21
Vraag van mevrouw Talbia Belhouari aan de vice-
eerste minister en minister van Begroting en
Consumentenzaken over "de rechten van de
passagiers" (nr. 9507)
21
Orateurs: Talbia Belhouari, Renaat Landuyt,
ministre de la Mobilité
Sprekers: Talbia Belhouari, Renaat Landuyt,
minister van Mobiliteit
11/01/2006
CRIV 51
COM 809
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
Question de M. Guido De Padt au ministre de la
Mobilité sur "le contrôle de la vitesse tout au long
d'un trajet" (n° 9570)
22
Vraag van de heer Guido De Padt aan de minister
van Mobiliteit over "de trajectcontrole" (nr. 9570)
22
Orateurs: Guido De Padt, Renaat Landuyt,
ministre de la Mobilité
Sprekers: Guido De Padt, Renaat Landuyt,
minister van Mobiliteit
Question de M. Guido De Padt au ministre de la
Mobilité sur "la plaque d'immatriculation
obligatoire pour les cyclomoteurs" (n° 9571)
23
Vraag van de heer Guido De Padt aan de minister
van Mobiliteit over "de verplichte nummerplaat
voor bromfietsen" (nr. 9571)
23
Orateurs: Guido De Padt, Renaat Landuyt,
ministre de la Mobilité
Sprekers: Guido De Padt, Renaat Landuyt,
minister van Mobiliteit
Question de M. Jef Van den Bergh au ministre de
la Mobilité sur "l'arrêté royal relatif au paiement
des perceptions immédiates au moyen d'un
bulletin de versement" (n° 9616)
27
Vraag van de heer Jef Van den Bergh aan de
minister van Mobiliteit over "het koninklijk besluit
over de betaling van onmiddellijke inningen met
een stortingsformulier" (nr. 9616)
27
Orateurs: Jef Van den Bergh, Renaat
Landuyt
, ministre de la Mobilité
Sprekers: Jef Van den Bergh, Renaat
Landuyt
, minister van Mobiliteit
Question de M. Olivier Maingain au ministre de la
Mobilité sur "la répartition linguistique des
demandes d'immatriculation des véhicules
automobiles, motos et remorques, introduites par
des personnes physiques domiciliées dans une
des six communes périphériques bruxelloises"
(n° 9055)
27
Vraag van de heer Olivier Maingain aan de
minister van Mobiliteit over "de verdeling volgens
taalrol van de inschrijvingsaanvragen voor auto's,
motorfietsen en aanhangwagens, ingediend door
natuurlijke personen die in één van de zes
Brusselse randgemeenten gedomicilieerd zijn"
(nr. 9055)
28
Orateurs: Olivier Maingain, Renaat Landuyt,
ministre de la Mobilité
Sprekers: Olivier Maingain, Renaat Landuyt,
minister van Mobiliteit
Question de M. Olivier Maingain au ministre de la
Mobilité sur "les déclarations du ministre relatives
aux plaintes des riverains de l'aéroport de
Bruxelles-National concernant les nuisances
sonores" (n° 9679)
29
Vraag van de heer Olivier Maingain aan de
minister van Mobiliteit over "de verklaringen van
de minister over de klachten van de
buurtbewoners van de luchthaven van Brussel-
Nationaal inzake geluidsoverlast" (nr. 9679)
29
Orateurs: Olivier Maingain, Renaat Landuyt,
ministre de la Mobilité
Sprekers: Olivier Maingain, Renaat Landuyt,
minister van Mobiliteit
CRIV 51
COM 809
11/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DE
L'INFRASTRUCTURE, DES
COMMUNICATIONS ET DES
ENTREPRISES PUBLIQUES
COMMISSIE VOOR DE
INFRASTRUCTUUR, HET
VERKEER EN DE
OVERHEIDSBEDRIJVEN
du
MERCREDI
11
JANVIER
2006
Après-midi
______
van
WOENSDAG
11
JANUARI
2006
Namiddag
______

De vergadering wordt geopend om 14.27 uur door de heer Francis Van den Eynde, voorzitter.
La séance est ouverte à 14.27 heures par M. Francis Van den Eynde, président.
01 Question de Mme Annick Saudoyer au ministre de la Mobilité sur "la sécurité aux abords des
passages à niveau" (n° 8641)
01 Vraag van mevrouw Annick Saudoyer aan de minister van Mobiliteit over "de veiligheid ter hoogte
van de overwegen" (nr. 8641)
01.01 Annick Saudoyer (PS): Monsieur le président, monsieur le
ministre, je vous présente mes meilleurs voeux.

Voici quelques semaines, un bus scolaire a été fauché par un train à
proximité de la gare d'Antoing. Ce bus était tombé en panne sur la
voie ferrée en plein milieu d'un passage à niveau. Par chance, son
conducteur et ses deux jeunes passagers ont été évacués grâce à un
automobiliste présent sur les lieux.

Le bus a été emporté et broyé par le train qui se dirigeait vers
Tournai. Si le bus avait été rempli d'écoliers et si les quais de la gare
n'avaient pas été déserts à ce moment, nous aurions pu compter les
morts et les blessés par dizaines.

Il y a eu 13 morts victimes d'accidents à des passages à niveau en
2005, 8 en 2004, 12 en 2003 et 14 en 2002. Ces chiffres peuvent
paraître minimes en regard du nombre de morts sur les routes mais
leur constance m'interpelle. Je rappelle toujours qu'un mort est
toujours un mort de trop.

D'après d'autres chiffres que j'ai lus, 2.249 passages à niveau ont été
recensés en 2004 en Belgique. La plupart sont équipés de feux
clignotants et de barrières qui ferment le passage au moins sur la
moitié de la chaussée ou entièrement. 350 sont signalés uniquement
par des feux clignotants, ce qui me semble insuffisant. 425 n'ont ni
barrière ni feux clignotants mais sont seulement signalés par une
croix. Même s'il s'agit là de lignes industrielles parcourues par des
trains moins rapides, cette signalisation est beaucoup trop discrète
par rapport au danger encouru par les usagers de la route.

J'insiste sur le manque de signalisation parce que la plupart des
accidents sont dus à des imprudences de la part des usagers de la
voie publique. Par exemple, il n'est pas rare de voir des
01.01 Annick Saudoyer (PS):
425 van de 2.249 spooroverwegen
die in 2004 werden geteld hebben
geen slagbomen of knipperlichten.
Sinds 2005 schommelt het aantal
ongevallen aan overwegen tussen
acht en veertien per jaar. Niet
langer dan enkele weken geleden
kon nog nipt een ongeval in
Antoing worden voorkomen.

De NMBS streeft ernaar het aantal
overwegen te verminderen, maar
bij gebrek aan de nodige middelen
is het tijdschema dat werd
vooropgesteld te lang. Welke
maatregelen zal de regering
treffen om de veiligheid aan de
overwegen op korte termijn te
verbeteren?
11/01/2006
CRIV 51
COM 809
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
automobilistes démarrer quand le train est passé, même si les feux
clignotent encore, sans se rendre compte qu'un second train peut
arriver dans l'autre sens.

Monsieur le ministre, j'ai appris que l'objectif de la SNCB est de
réduire le nombre de passages à niveau mais l'échéancier, forcément
calculé en fonction des budgets, me semble trop long.

Quelles sont les mesures prévues par le gouvernement pour
améliorer à très court terme la sécurité aux abords des passages à
niveau?
01.02 Renaat Landuyt, ministre: Monsieur le président, chers
collègues, madame Saudoyer, les chiffres que vous avez énoncés
concernent aussi bien les passages à niveau publics que privés situés
sur des lignes en exploitation touristique et hors exploitation. Au
1
er
janvier 2005, le réseau ferroviaire exploité par Infrabel
comptabilisait 1.802 passages à niveau publics répartis comme suit:
- 17 passages à niveau équipés de feux clignotants et de barrières
coupant entièrement la voirie;
- 1.308 passages à niveau équipés de feux clignotants et d'une demi-
barrière;
- 308 passages à niveau équipés de feux clignotants;
- 169 passages à niveau munis de croix de Saint-André.

En d'autres termes, plus de 90% des passages à niveau publics sont
équipés d'une signalisation annonçant l'approche d'un train. Les 10%
restants connaissent un trafic ferroviaire ou routier marginal.

Les statistiques d'accidents montrent que 98,5% des accidents ont
lieu à des passages à niveau munis de feux ou de barrières.

Le contrat de gestion conclu entre l'Etat et Infrabel, le 27 mai dernier,
prévoit dans son article 17 qu'Infrabel doit soumettre pour approbation
au ministre de la Mobilité un nouveau plan stratégique en matière de
passages à niveau. Des accidents ont également eu lieu de l'autre
côté du pays. Nous avons donc veillé à ce que la politique stratégique
sur ce point soit revue.

Ce plan doit comporter les points sensibles du réseau et un planning
d'exécution de mesures visant l'échéance du contrat de gestion, soit
2008, comme année d'achèvement de la sécurisation maximale de
l'ensemble du réseau.

Infrabel a fait une proposition de plan stratégique, mais je souhaite la
voir renforcée par un accord avec l'IBSR afin de mener des
campagnes de sensibilisation à la problématique des passages à
niveau. En effet, beaucoup d'accidents sont dus au non-respect des
règles par les usagers. Je pense ici, notamment aux feux clignotants.

Cet accord doit être bientôt finalisé. S'il ne l'est pas encore, c'est
surtout en raison d'un désaccord de ma part. J'aimerais encore
examiner quelques points de discussion en la matière.
01.02 Minister Renaat Landuyt:
De cijfers die u hebt
bekendgemaakt betreffen zowel
openbare als privé-overwegen.

Op 1 januari 2005 telde het door
Infrabel beheerde net 1 802
openbare overwegen, waarvan 17
met knipperlichten en volledige
slagbomen, 1.308 met knipper-
lichten en halve slagbomen, 308
met knipperlichten en 169 met
Andreaskruisen.

Minder dan 10 procent van de
openbare overwegen is niet
voorzien van een signalisatie die
een naderende trein aankondigt.
Op die plaatsen is er weinig
verkeer. Bovendien doet 98,5
procent van de ongevallen zich
voor op openbare overwegen die
met lichten of slagbomen zijn
beveiligd.

Het op 27 mei jongstleden
gesloten beheerscontract bepaalt
dat Infrabel een nieuw strategisch
plan met betrekking tot de
overwegen dient voor te leggen
met het oog op het afwerken van
de maximale beveiliging van het
hele spoorwegnet tegen 2008.

Infrabel heeft een voorstel van
strategisch plan uitgewerkt, maar
ik wil dat een en ander nog wordt
aangescherpt via een akkoord met
het BIVV met het oog op het
voeren van sensibiliserings-
campagnes. Tal van ongevallen
zijn immers te wijten aan het feit
dat de gebruikers zich niet aan de
regels houden.

Dat akkoord moet binnenkort rond
CRIV 51
COM 809
11/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
zijn. Ik zou nog enkele
discussiepunten ter zake willen
onderzoeken.
01.03 Annick Saudoyer (PS): Monsieur le président, je remercie le
ministre pour sa réponse complète et son objectif d'améliorer encore
la sécurité aux abords des passages à niveau. Serait-il possible
d'obtenir une note lorsque vous serez d'accord avec vos partenaires?
01.03 Annick Saudoyer (PS):
Zou u ons een nota kunnen
bezorgen zodra u een akkoord
met uw partners heeft bereikt?
01.04 Renaat Landuyt, ministre: La note corrigée!
01.05 Annick Saudoyer (PS): Pouvez-vous éventuellement la faire
parvenir à la commission?
01.06 Renaat Landuyt, ministre: J'en transmettrai une copie.
01.06 Minister Renaat Landuyt:
Ja.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
02 Question de Mme Annick Saudoyer au ministre de la Mobilité sur "la limitation des zones 30 aux
jours et aux heures d'école" (n° 8940)
02 Vraag van mevrouw Annick Saudoyer aan de minister van Mobiliteit over "de beperking van de
zone 30-regeling tot de schooldagen en -uren" (nr. 8940)
02.01 Annick Saudoyer (PS): Monsieur le ministre, j'ai bien noté
votre intention de circonscrire par arrêté royal les zones 30 aux
abords des établissements scolaires aux jours d'école de 7 à
19 heures. Comme vous, je suis favorable à l'idée d'adapter les
limitations de vitesse aux réalités du terrain. Mais justement dans
cette optique, je trouve que cette limitation dans le temps aux
journées et heures d'école n'est pas assez souple par rapport à
certaines particularités. Je pense que vous avez quelque peu oublié
des activités qui peuvent se dérouler dans les écoles qui accueillent
des participants à des activités sportives ou culturelles le soir,
pendant les week-ends ou les congés. Je pense également aux fêtes
d'école ou aux journées portes ouvertes qui se déroulent un jour férié
ou pendant le week-end et qui provoquent davantage d'effervescence
et d'insouciance chez les élèves à la sortie de ces établissements.

Votre arrêté royal prévu pour 2006 tient-il compte du fait que des
écoles restent en activité en dehors des journées et des heures
d'école habituelles? Si non, serait-il possible d'élargir ces dispositions
aux week-ends lorsqu'il y a des manifestations dans les écoles?
02.01 Annick Saudoyer (PS): Ik
heb nota genomen van uw
voornemen om de zones 30 in de
omgeving van scholen bij
koninklijk besluit enkel op de
schooldagen van 7 tot 19 uur te
laten gelden. Ik vind dat die
beperking in de tijd tot de
schooldagen en ­uren niet soepel
genoeg is. Zou men het
tijdsbestek waarbinnen die
bepalingen gelden niet kunnen
uitbreiden wanneer dat nodig blijkt,
met name tijdens het weekend?
02.02 Renaat Landuyt, ministre: Monsieur le président, chère
collègue, pour instaurer une règle générale, il faut toujours choisir. La
bonne solution serait le panneau variable. C'est la seule solution pour
sécuriser selon les lieux et les circonstances variables. J'ai réalisé un
premier pas. De longues discussions ont eu lieu et des constatations
ont été effectuées, y compris pendant la nuit. On s'est demandé si
une modification des dispositions plaiderait en faveur du respect de la
règle; en effet, on n'était pas certain que tous les procureurs étaient
sur la même longueur d'onde.
02.02 Minister Renaat Landuyt:
De echte oplossing zou erin
bestaan variabele verkeersborden
te plaatsen, ...
02.03 Annick Saudoyer (PS): Qu'entendez-vous exactement par
"panneau variable"?
11/01/2006
CRIV 51
COM 809
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
02.04 Renaat Landuyt, ministre: Non, je dis que la vraie solution est
l'installation de panneaux variables, mais ce n'est pas à moi qu'il
incombe de le faire: c'est le rôle des gestionnaires de la route.

La seule chose qu'il m'est possible de faire, c'est d'adapter les règles
générales aux réalités, donc de limiter la constatation d'infractions
durant la nuit pour des situations où ces constatations n'ont aucune
raison d'être. Pour éviter de telles situations et sauvegarder les
règles, j'ai décidé d'appliquer cette solution.

Comme je ne peux pas prévoir toute la panoplie des situations
concrètes, tellement variables, j'ai dit que la vraie solution d'avenir
sera l'utilisation de panneaux variables.
02.04 Minister Renaat Landuyt:
...maar dat valt onder de
verantwoordelijkheid van de
wegbeheerders. Het enige wat ik
kan doen, is de algemene regels
aan de werkelijkheid aanpassen,
en dus de vaststelling van
overtredingen 's nachts beperken
voor situaties waarvoor die
vaststellingen totaal overbodig zijn.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
03 Question de Mme Annick Saudoyer au ministre de la Mobilité sur "le contrôle des poids lourds"
(n° 9480)
03 Vraag van mevrouw Annick Saudoyer aan de minister van Mobiliteit over "de controle van de
vrachtwagens" (nr. 9480)
03.01 Annick Saudoyer (PS): Monsieur le président, monsieur le
ministre, j'ai interrogé en juillet dernier le ministre de l'Intérieur à
propos du contrôle des camions. Sa réponse m'avait paru
moyennement satisfaisante.

Il s'agit d'une des priorités du plan d'action de la police fédérale en
matière de sécurité routière mais je ne suis pas certaine que les
contrôles sont suffisants. Des contrôles en la matière sont organisés
au moins une fois par mois dans chaque province et sont coordonnés
par la cellule spéciale du SPF Mobilité.

Le ministre m'a aussi appris que les moyens consacrés à ces
opérations avaient été augmentés par rapport à 2004. Cependant,
alors que le nombre d'accidents de la route est globalement à la
baisse, il est regrettable de voir celui des accidents impliquant des
poids lourds en augmentation. Au premier semestre 2005, le nombre
de décès provoqués par un accident impliquant un poids lourd est
passé de 50 à 65. Le nombre de ces accidents doit être d'urgence
diminué du fait de la gravité des dommages physiques qu'ils causent.

Par ailleurs, il n'existe pas de banque de données spécifique pour les
infractions commises par les conducteurs de poids lourds. Comme je
l'avais dit au ministre de l'Intérieur, il serait intéressant de disposer
d'une telle banque de données pour, d'une part, ouvrir valablement le
débat sur la vitesse maximum sur autoroute ­ en son temps, la
ministre flamande de la Mobilité voulait ramener la vitesse de 90 à
80 km/heure ­ et, d'autre part, cibler plus efficacement les actions de
contrôle et ainsi réduire le nombre d'accidents.

Dès lors, monsieur le ministre, mes questions sont les suivantes.

Quand pourra-t-on disposer des statistiques spécifiques aux
infractions et aux accidents de la route impliquant des poids lourds
sur le territoire belge?

Les contrôles vont-ils être renforcés en 2006 et dans les années à
03.01 Annick Saudoyer (PS): Ik
ben niet zeker dat de controles
van de vrachtwagens volstaan. De
minister heeft in juli jongstleden
geantwoord dat de aan die
activiteiten gewijde middelen ten
opzichte van 2004 werden
verhoogd. Toch stijgt het aantal
ongevallen met zware vracht-
voertuigen. Er bestaat echter geen
specifieke gegevensbank voor de
overtredingen van vrachtwagen-
bestuurders. Het zou nuttig zijn om
over een dergelijke gegevensbank
te beschikken. Wanneer kunnen
we beschikken over specifieke
statistieken betreffende over-
tredingen en verkeersongevallen
met vrachtwagens op Belgisch
grondgebied? Zullen de controles
in 2006 en de volgende jaren
worden verscherpt?
CRIV 51
COM 809
11/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
venir?
03.02 Renaat Landuyt, ministre: Monsieur le président, chère
collègue, le 23 décembre 2005, le gouvernement fédéral a décidé
d'installer un groupe de travail ministériel pour globaliser tout ce qui
concerne la sécurité routière à propos des poids lourds.

J'espère que nous pourrons nous mettre d'accord sur une méthode
d'enregistrement des chiffres que vous demandez car, en ce qui me
concerne, je ne possède que les données recensées par mon
administration; je ne dispose pas des données recensées par la
police. Pour avoir une vue globale, il faudrait s'adresser au ministre de
l'Intérieur, en charge de la police, ou encore à la ministre de la
Justice, pour ce qui concerne les parquets.

Les conclusions du groupe de travail seront reprises dans un rapport
qui doit être remis au gouvernement au mois de mars.

Quant aux contrôles pour 2006, il s'agit d'une priorité pour mon
administration ainsi que pour la police fédérale de la route. Nous
allons intégrer cette politique de contrôle dans la note qui sera remise
au gouvernement au mois de mars.
03.02 Minister Renaat Landuyt:
De federale regering heeft beslist
een ministeriële werkgroep op te
richten betreffende alles wat met
de verkeersveiligheid van de
vrachtwagens te maken heeft. Ik
hoop dat we het eens raken over
een registratiemethode voor de
door u gevraagde cijfers. De
besluiten van de werkgroep zullen
in maart worden meegedeeld.

De controles voor 2006 zijn een
prioriteit. Dat punt zal in de nota
die de regering in maart zal
worden bezorgd, worden
opgenomen.
03.03 Annick Saudoyer (PS): Monsieur le président, je félicite le
ministre et le gouvernement d'avoir pris cette initiative de créer un
groupe de travail. Nous attendrons donc le mois de mars pour en
avoir les résultats.
03.03 Annick Saudoyer (PS): Ik
juich dit initiatief van de minister en
de regering toe. Het is nu wachten
op de resultaten, die in maart
bekend zullen zijn.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
04 Question de Mme Annick Saudoyer au ministre de la Mobilité sur "les critiques émises au sujet de
la réforme de la formation à la conduite" (n° 9609)
04 Vraag van mevrouw Annick Saudoyer aan de minister van Mobiliteit over "de kritiek op de
hervorming van de rijopleiding" (nr. 9609)
04.01 Annick Saudoyer (PS): Monsieur le ministre, par rapport à la
réforme de la formation à la conduite en cours, je voudrais réagir sur
certains points. Je voudrais encourager votre volonté de faire entrer
les bases théoriques du Code de la route dans l'enseignement
secondaire. Je vous avais d'ailleurs déjà interrogé à l'époque sur ce
sujet et j'espère que les concertations prévues avec les
Communautés porteront leurs fruits. Je salue également votre
décision de chercher à rendre l'accès au permis le plus démocratique
possible sur le plan financier.

En ce qui concerne la sécurité, il est important de limiter les risques
d'accidents dus à l'inexpérience. La conduite durant les nuits de
week-end et de jours fériés est, en effet, dangereuse. Cette limitation
doit toutefois permettre aux étudiants qui vivent en kot la semaine de
s'exercer à la conduite. Les samedis et dimanches sont les seuls
jours où ils en ont souvent la possibilité. Je pense aussi aux candidats
au permis qui doivent le week-end se rendre sur leur lieu de travail.

En règle générale, les modalités de la formation que vous proposez
sont plus simples et plus accessibles, mais ayant pris connaissance
de certaines critiques dans la presse, je tiens à vous demander dans
04.01 Annick Saudoyer (PS): Ik
zou willen reageren op de aan
gang zijnde hervorming van de
rijopleiding. Ik sta achter uw
bedoeling om de theoretische
kennis van het verkeersreglement
in de leerstof van de middelbare
school op te nemen, enerzijds, en
om het behalen van het rijbewijs
goedkoper te maken, anderzijds.
Daarnaast moet het risico op
ongevallen als gevolg van een
gebrek aan rijervaring worden
beperkt: jonge chauffeurs vormen
immers een risicogroep. We
moeten maatregelen nemen om
de statistieken betreffende de door
hen veroorzaakte ongevallen te
doen dalen.

Uw hervorming maakt de toegang
11/01/2006
CRIV 51
COM 809
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
un but constructif votre avis concernant ces critiques.

Comme vous le savez, les jeunes au volant forment une population à
risque. Dans notre pays, un quart des tués et blessés graves ont
moins de 24 ans; 40% d'entre eux ont moins de 29 ans. Il s'agit donc
d'une catégorie qu'il faut soigner pour arriver à faire chuter les
statistiques d'accidents entraînant la mort.

Touring affirme qu'aux Pays-Bas, un des pays les plus sûrs d'Europe,
une formation de base de 40 heures d'auto-école est imposée.

Votre réforme va sans aucun doute faciliter l'accès au permis. Qu'en
est-il réellement pour promouvoir un meilleur apprentissage de la
conduite? Je voulais également faire remarquer qu'à ma
connaissance, rien n'est entrepris pour rehausser le niveau de
formation des instructeurs dans les auto-écoles.
tot het rijbewijs misschien wel
laagdrempeliger, maar welke
maatregelen zijn er om de
opleiding zelf te verbeteren? Moet
het opleidingsniveau van de rij-
instructeurs niet worden
opgetrokken?
04.02 Renaat Landuyt, ministre: Monsieur le président, chère
collègue, le 23 décembre 2005, le gouvernement a bien travaillé. Il a
pris une première décision importante: le cadre juridique général a été
prévu en ce qui concerne la formation pour l'obtention du permis de
conduire. Il prévoit qu'à 17 ans, une personne a la possibilité de
présenter son examen théorique.

Il a été demandé au ministre de la Mobilité de prendre contact avec
ses collègues de l'Enseignement des Communautés afin de savoir si
le concept de préparer les jeunes aux examens théoriques est déjà
intégré dans les écoles.

Ceci doit être décidé en concertation avec les Communautés.

Deuxième principe, il faut faire en sorte qu'à 18 ans, le jeune ait la
possibilité de passer son examen pratique. Cela signifie qu'entre 17 et
18 ans, on laisse le choix de la filière au jeune. Pourquoi? Il se peut
que la majorité du gouvernement ne soit pas convaincue de
l'efficacité du système actuel des écoles. De fait, aucun chiffre ne
prouve que ce nouveau système garantit la qualité demandée,
certains chiffres prouvent même le contraire. Actuellement, on ne
peut faire la différence entre les deux types d'apprentissages.

En outre, il faut faire en sorte que la concurrence puisse fonctionner
par la transparence. Dans ce but, un site a été créé
http://www.reussiteaupermis.be où sont reprises toutes les
informations utiles. On y retrouve notamment les prix transmis par les
écoles et les résultats, école par école, communiqués par les centres
d'examen indépendants mais liés au centre de contrôle. Ce premier
pas est une manière de prouver une certaine qualité.

Les écoles seront tenues de donner la possibilité aux jeunes de suivre
six heures de formation technique, de manière à ce que, par la suite,
ils puissent s'entraîner en présence d'un formateur privé. Celui-ci
devra dorénavant avoir huit ans d'expérience au lieu de six. En effet,
nous avons constaté que les risques d'accident sont les plus élevés
dans les six ans qui suivent l'obtention du permis de conduire.

Nous ne touchons pas au système des vingt heures qui existe
actuellement dans les écoles. Par contre, contrairement aux autres
systèmes, après avoir suivi vingt heures de cours pratiques, il est
04.02 Minister Renaat Landuyt:
Op 23 december 2005 heeft de
regering het algemene juridische
kader voor de rijopleiding
geschetst. Dat bepaalt dat
jongeren vanaf 17 jaar het
theoretische examen kunnen
afleggen.

Ik moet nu contact opnemen met
mijn gemeenschapscollega's
bevoegd voor Onderwijs, om te
horen of de voorbereiding op de
theoretische examens al deel
uitmaakt van het
onderwijsprogramma.

Tussen 17 en 18 jaar mag de
kandidaat tussen een autorijschool
en de vrije begeleiding kiezen om
het praktische examen af te
leggen. Er bestaan namelijk geen
cijfers die bewijzen dat het nieuwe
systeem de vereiste kwaliteit
waarborgt.

Bovendien moet met de grootste
transparantie voor de nodige
concurrentieruimte worden
gezorgd. Daarom is een webstek
met alle nuttige informatie
gecreëerd.

De scholen zullen verplicht worden
zes uur technische opleiding te
geven opdat jongeren daarna met
een privé opleider kunnen
oefenen. Deze laatste zal voortaan
acht jaar ervaring moeten hebben
in plaats van zes; deze wijziging
komt er op basis van de
CRIV 51
COM 809
11/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
permis de conduire sans formateur.

Mais, dans ce cas, il est stipulé que l'on ne peut rouler seul avant
l'âge de 18 ans. C'est la seule différence. Pour le reste, nous avons
voulu supprimer la règle qui fait en sorte que les personnes
concernées, faute de temps, laissent passer des périodes et sont
ainsi obligées de reprendre des cours. Il s'agit donc d'un système
assez simple mais qui n'est peut-être pas idéal. Le grand problème
réside dans le fait que nous ne sommes pas certains de la qualité des
écoles de conduite.
ongevallenstatistieken.

We veranderen niets aan het
twintig uursysteem dat vandaag
door de scholen wordt toegepast,
maar het is voortaan toegelaten
om na twintig uur praktische
lessen zonder begeleider te rijden.

Op de leeftijd van zeventien jaar
kan men het theoretisch examen
afleggen, en op de leeftijd van
achttien jaar het praktijkexamen.
Tussen zeventien en achttien jaar
laat men de jongere vrij om de
opleidingsvorm te kiezen. Men
moet er tevens voor zorgen dat er
dankzij een grotere doorzichtigheid
concurrentie kan bestaan. Daartoe
werd een website opgericht:
http://slaagpercentagerijbewijs.be.
De scholen zullen jongeren de
mogelijkheid moeten bieden om
zes uur opleiding te volgen. De
begeleider moet voortaan acht in
plaats van zes jaar rijervaring
hebben. Het huidige systeem met
twintig uur opleiding wordt
behouden.
04.03 Annick Saudoyer (PS): Monsieur le président, je remercie le
ministre pour sa réponse très intéressante.

Il est regrettable qu'il n'y ait qu'un 23 décembre dans une année car le
gouvernement réfléchit bien ce jour-là!

Par ailleurs, il serait intéressant de pouvoir disposer des résultats de
cette "enquête" relative aux autos-écoles. En effet, j'ai le sentiment
que l'on pourrait avoir une inspection des instructeurs plus importante.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
05 Question de Mme Annick Saudoyer au ministre de la Mobilité sur "la réforme du contrôle
technique" (n° 9676)
05 Vraag van mevrouw Annick Saudoyer aan de minister van Mobiliteit over "de hervorming van de
technische controle" (nr. 9676)
05.01 Annick Saudoyer (PS): Monsieur le président, je tiens encore
à remercier mes collègues de m'avoir permis de poser toutes mes
questions en une fois.

Monsieur le ministre, l'an dernier à cette époque, vous annonciez
qu'une réforme du contrôle technique allait sortir, dans le cadre d'une
modification de l'arrêté royal du 15 mars 1998. A ma connaissance,
ce projet est toujours en phase de travail. Vous venez de le dire, il n'y
a pas de réforme à ce sujet.
05.01 Annick Saudoyer (PS):
Hoe ver staat het met het ontwerp
tot hervorming van de technische
controle in het kader van de
wijziging van het koninklijk besluit
van 15 maart 1998? Welke criteria
hebt u gehanteerd om een
geldigheid van twee jaar in te
voeren? Hoe ver staat het met de
onderhandelingen met het
11/01/2006
CRIV 51
COM 809
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
Je voudrais vous demander plus de précisions sur ce projet.

Par rapport à la durée du certificat de visite, je suis a priori favorable à
l'idée de le rendre valable deux ans au lieu d'un an actuellement.
Dans certains cas, le passage au contrôle technique peut être une
contrainte superflue qui coûte en temps et surtout en argent. Mais,
vous serez d'accord avec moi: un véhicule bien entretenu est
important pour la sécurité des occupants mais également pour la
sécurité des autres usagers de la route. De plus, le passage annuel
oblige le propriétaire d'un véhicule à effectuer un minimum d'entretien.
Il s'agit donc de bien définir les conditions dans lesquelles les
véhicules pourraient être contrôlés une année sur deux.

- Sur quels critères vous êtes-vous basé en proposant de rendre le
certificat de visite valable deux ans au lieu d'un an actuellement?
- Disposez-vous d'une étude sur le sujet ou d'un rapport établi par des
spécialistes?
- Où en sont les négociations avec le GOCA?
- Avez-vous prévu une lutte contre la fraude? Je pense notamment
aux véhicules d'occasion sur lesquels certains garagistes remontent
des pièces usées, après leur passage réussi aux centres de contrôle.
technisch controleorganisme
GOCA? Hebt u er ook aan
gedacht om de fraude te
beteugelen?
05.02 Renaat Landuyt, ministre: Monsieur le président, chère
collègue, je fais référence à la décision du Conseil des ministres du
26 octobre 2005. Nous nous sommes alors mis d'accord sur le
principe qu'une voiture de quatre ans ne doit passer au contrôle
technique que tous les deux ans, à la condition qu'elle n'ait pas plus
de 100.000 kilomètres au compteur.

Pour le reste, nous attendons les réactions des Régions et ensuite
l'avis du Conseil d'Etat.

Entre-temps, nous avons des contacts avec le GOCA pour
l'organisation pratique du nouveau système.

Le critère des 100.000 kilomètres au compteur a été décidé en
concertation avec les experts du GOCA, ayant constaté le fait que les
voitures sont de plus en plus fiables.

En ce qui concerne la fraude dans tous les sens du terme, il est
convenu de tout faire pour augmenter les contrôles et surtout leur
suivi. En effet, constater les fraudes ne pose aucun problème, mais
bien leur suivi, qui n'est pas toujours une priorité pour les parquets.

C'est pour cette raison que j'envisage un bon accord avec la ministre
de la Justice; elle pourrait inspirer les procureurs généraux en ce
sens.
05.02 Minister Renaat Landuyt:
Tijdens de ministerraad van 26
oktober 2005 hebben wij beslist
dat een vier jaar oud voertuig
maar om de twee jaar technisch
moet worden gecontroleerd op
voorwaarde dat de teller niet meer
dan 100.000 kilometer aangeeft.
Wij wachten op de reacties van de
Gewesten en het advies van de
Raad van State.

Wij staan in contact met GOCA
voor de praktische organisatie van
het nieuwe systeem.

Wat de fraude betreft, doet vooral
het toezicht op de voortgang van
fraudedossiers problemen rijzen.
Ik ben dan ook voornemens om tot
een degelijk akkoord te komen
met de minister van Justitie.
05.03 Annick Saudoyer (PS): Monsieur le ministre, une petite
précision: au bout de quatre ans, la voiture passe au contrôle
technique. On attendra ensuite deux ans si la voiture n'atteint pas les
100.000 kilomètres. Mais ensuite, le contrôle reprendra
annuellement?
05.04 Renaat Landuyt, ministre: Le gouvernement a simplement
voulu simplifier les résultats de la concertation avec le GOCA. Le seul
critère retenu sera donc les 100.000 kilomètres.
CRIV 51
COM 809
11/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
05.05 Annick Saudoyer (PS): Lorsque la voiture a dépassé les
100.000 kilomètres, elle doit être représentée chaque année au
contrôle technique?
05.06 Renaat Landuyt, ministre: Oui, elle devra repasser le contrôle
chaque année.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van mevrouw Inga Verhaert aan de minister van Mobiliteit over "de liberalisering van het
onderhoud van het rollend spoormaterieel" (nr. 9331)
06 Question de Mme Inga Verhaert au ministre de la Mobilité sur "la libéralisation de l'entretien du
matériel roulant des chemins de fer" (n° 9331)
06.01 Inga Verhaert (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, mijn vraag is ingegeven door een tweetal elementen. Ten
eerste heb ik een tijd geleden de gelegenheid gehad om een bezoek
te brengen aan de tractiewerkplaats Noord, net boven Antwerpen
Centraal gelegen richting Antwerpse haven. Ik was bijzonder onder de
indruk van de inzet, de kwaliteitszorg en de opleiding die ervoor
zorgen dat een zeer hoge kwaliteitsgarantie kan worden geboden. Ik
neem aan dat dit op andere werkplaatsen van de NMBS niet anders
is. Men gaat verder dan strikt noodzakelijk is. Men spant zich in om
bepaalde ISO-normeringen te behalen, onder meer ISO-normering
9001 en 14001. Het zijn kwaliteitslabels die te maken hebben met de
zorg die men draagt voor het milieu. Dat heeft implicaties voor het
materiaal dat onderhouden mag worden. Het is perfect mogelijk dat in
de tractiewerkplaats materiaal onderhoudt van de Nederlandse
Spoorwegen. Dat is niet zo vanzelfsprekend, omdat de Nederlandse
overheid heel strikte beperkingen en bepalingen oplegt waaraan
voldaan moet worden om onderhoud te mogen doen van Nederlands
spoorwegmateriaal. Dat is een eerste zaak waar ik sterk onder de
indruk van was.

Een tweede element is de berichtgeving die we deze zomer te lezen
hebben gekregen, over de vraag van een aantal andere spelers in het
spoorweggebeuren om zelf een werkplaats te mogen oprichten op
een boogscheut van de NMBS-werkplaats Noord. Dat is wat het is.
Het is vanzelfsprekend dat in het kader van de liberalisering van het
spoorweggebeuren nog meer van dat soort vragen zullen komen. Ik
weet niet hoe dat intussen gelopen is en men de concessie reeds
heeft toegestaan. Er zullen ongetwijfeld nog meer van dat soort
vragen gesteld worden.

Mijn vraag is de volgende. Hoe zit het met de controle op veiligheid
van het rollend materiaal dat wordt onderhouden in de nieuwe
werkplaatsen van andere bedrijven dan de NMBS? Wordt hierop
controle uitgevoerd? Wie houdt zich daarmee bezig of moet dat nog
geregeld worden? Wie moet garanderen dat het rollend materiaal en
het onderhoud in de nieuwe werkplaatsen veilig zijn?
06.01 Inga Verhaert (sp.a-spirit):
Après avoir visité l'atelier de
traction d'Anvers-Nord, j'ai été
impressionnée par l'engagement,
la gestion de la qualité et la
formation des personnes qui font
en sorte que les ateliers de la
SNCB puissent offrir une garantie
de très haut niveau. Ils font bien
plus que ce qui est strictement
nécessaire. Ainsi, ils s'efforcent
d'atteindre certaines normes ISO,
des labels de qualité pour la
protection de l'environnement.

L'été dernier, en raison de la
libéralisation des chemins de fer,
une entreprise a demandé
l'autorisation d'installer un atelier à
proximité de l'atelier d'Anvers-
Nord. Il est vraisemblable que des
demandes similaires nous
parviendront à l'avenir.

Qu'en est-il du contrôle de la
sécurité du matériel roulant
entretenu dans les nouveaux
ateliers d'autres entreprises que la
SNCB?
06.02 Minister Renaat Landuyt: Collega Verhaert, uw vragen zijn
een beetje voorbarig. Er rest ons nog enige tijd om de zaak te
beslechten.

Het is zo dat de verordening 2004/881 tot oprichting van het Europees
Spoorwegbureau nog enige tijd geeft na de oprichting van het bureau
06.02 Renaat Landuyt, ministre:
Cette question est prématurée.

Le règlement 2004/881 portant
création de l'Agence ferroviaire
européenne nous laisse un certain
11/01/2006
CRIV 51
COM 809
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
om een aanvang te nemen inzake certificatie van
onderhoudswerkplaatsen voor rollend materieel. De aanbevelingen
zullen in de richting gaan van een gestructureerd beheersysteem,
personeel met de nodige bekwaamheden, faciliteiten en instrumenten,
technische documentatie en onderhoudsvoorschriften.

Ik zit dus een klein beetje verveeld met het feit dat uw vragen
beantwoorden ver vooruitlopen is op de uitwerking van een systeem
dat nog moet aanvatten.
délai, après cette création, avant
d'entamer la certification des
ateliers de maintenance
du
matériel roulant. Les recom-
mandations préconiseront un
système de gestion structuré en
mettant l'accent sur les facilités et
les outils, la documentation
technique, les prescriptions
d'entretien et la compétence du
personnel.
06.03 Inga Verhaert (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, mijn bekommernis is vooral dat wij dat mee sturen. De
NMBS heeft hier een zeer goede reputatie en wij moeten haar als
voorbeeld stellen.

Ik neem aan dat in het zog van die verordening op Europees niveau
wij een soort van uniformisering zullen krijgen met dat
Spoorwegbureau. Dat lijkt mij een goede zaak. Wij moeten dan alleen
wel zorgen dat als er een soort van nivellering komt, die nivellering
zeker naar boven gaat en dat men niet minder goede voorbeelden als
norm gaat stellen.

Ik zou willen vragen dat er daarop zeer nauwlettend wordt
toegekeken. Ik zal ook spreken met mijn collega's in het Europees
Parlement om daar zeker een oogje in het zeil te houden. Wij kunnen
daar immers absoluut een goed voorbeeld stellen, niet alleen hoe
men de nodige kwaliteitszorg gaat bieden in het onderhoud van
rollend materieel, maar ook hoe men omgaat met de mensen die daar
werken en hoe men de nodige garanties kan bieden inzake
milieuzorg. De veiligheid van mens en milieu moet zeker voorop
staan.

Hebt u enig idee van de timing? Wanneer zal dat Spoorwegbureau
opgericht worden?
06.03 Inga Verhaert (sp.a-spirit):
J'espère surtout que les pouvoirs
publics pourront jouer un rôle à cet
égard. La SNCB ne peut perdre la
bonne réputation dont elle
bénéficie. Je comprends
l'exigence d'uniformisation au
niveau européen mais j'espère
qu'elle ne correspondra pas à un
nivellement par le bas. Je
demande au ministre d'être
particulièrement attentif à ce point.
Nous pouvons servir d'exemple en
matière de maintenance, de
gestion du personnel et de
protection de l'environnement.

Existe-t-il déjà un échéancier?
06.04 Minister Renaat Landuyt: Ik durf u geen timing te geven. Ik
kan u alleen geruststellen in het feit dat wij voldoende betrokken zijn
en sterk zullen vertegenwoordigd zijn in het Spoorwegbureau.
06.04 Renaat Landuyt, ministre:
Non, mais je puis rassurer Mme
Verhaert: notre représentation au
sein de l'Agence ferroviaire sera
forte.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Vraag van de heer Guido De Padt aan de minister van Mobiliteit over "de aanpak van de recidive in
het verkeer" (nr. 9378)
07 Question de M. Guido De Padt au ministre de la Mobilité sur "la répression de la récidive dans la
circulation" (n° 9378)
07.01 Guido De Padt (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, in een artikel in De Gazet van Antwerpen van 5 december
2005 zegt u dat de recidive in het verkeer wilt aanpakken. Uit een
eerste analyse van de ongevallencijfer wordt geconcludeerd dat bij
ongevallen vaak mensen zijn betrokken die reeds eerder een ongeval
hadden, zo staat in het artikel. Het artikel vermeldt geen concrete
actiepunten, maar wel dat u wenst dat Justitie deze recidivisten extra
07.01 Guido De Padt (VLD): Le
ministre a déclaré dans la "Gazet
van Antwerpen" du 5 décembre
2005 qu'il comptait réprimer la
récidive en matière de circulation.
Il ressort d'une première analyse
des statistiques d'accidents que
CRIV 51
COM 809
11/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
zwaar zou aanpakken.

Mijnheer de minister, ik heb hierover een aantal vragen.

Ten eerste, welke acties en of wetgevende initiatieven zult u nemen
tegen de recidive in het verkeer? Tegen welke tijdspanne mogen wij
die verwachtten? Is er reeds overleg geweest of gepland met de
minister van Justitie?

Ten tweede, kunt u ons de cijfers bezorgen waaruit blijkt dat, ik citeer
uit het artikel: "bij ongevallen vaak mensen betrokken zijn die reeds
eerder een ongeval hadden?"

Ten derde, is het juist dat u wil dat Justitie de recidivisten strenger
bestraft? Zo ja, kan men dan alle recidivisten over een kam scheren?
Dient er geen onderscheid te worden gemaakt tussen de mensen die
voorzichtig zijn in het verkeer, maar veeleer toevallig meer dan een
ongeluk veroorzaken en de verkeerscriminelen die, zoals u het in het
artikel omschrijft "zich weinig of niets aantrekken van
verkeersreglementen en vroegere veroordelingen en gewoon
voortdoen"? Hebt u daarover concrete voorstellen?
les mêmes personnes sont
souvent impliquées à plusieurs
reprises dans un accident. Le
ministre pourrait-il transmettre ces
chiffres à la commission de
l'Infrastructure?

Quelles actions ou initiatives
législatives le ministre compte-t-il
prendre pour réprimer la récidive
en matière de circulation? Dans
quel délai? Une concertation a-t-
elle déjà eu lieu avec la ministre
de la Justice? Compte-t-on
pénaliser plus sévèrement
l'ensemble des récidivistes? Ne
convient-il pas d'établir une
distinction entre les personnes qui
occasionnent fortuitement
plusieurs accidents et les
véritables criminels de la route?
07.02 Minister Renaat Landuyt: Mijnheer de voorzitter, het is zo dat
wij in ons systeem pas kunnen spreken van recidive wanneer iemand
voor de rechtbank verschijnt. Momenteel beschikken wij immers over
een onvoldoende geschikt systeem van bewaring en centralisering
van gegevens van alles wat gebeurt voordat iemand voor de
rechtbank verschijnt. Naar aanleiding van de afschaffing van de
boetezegels zal dat verbeteren. Dan zal een gemakkelijker systeem
voor het betalen van boetes worden geïntroduceerd, dat ons ook zal
toelaten de gegevens te centraliseren. Dat zal ons ooit de
mogelijkheid geven om daadwerkelijk over te gaan naar een systeem
van een rijbewijs met punten. Dan kan worden bepaald wie recidivist
is en wie niet. Wie te weinig punten overhoudt, is misschien
uiteindelijk een recidivist, maar die zal geen rijbewijs meer hebben.
Dat is geen probleem van wil, maar van gegevensverzameling. Wij
zijn dat stap na stap aan het oplossen. Terwijl wij het ene coördineren,
kunnen wij ook de rest coördineren.

Ondertussen wordt alles wat verkeerscriminaliteit betreft - wat
eigenlijk een stap verder is dan de gewone overtreding van de regels
door de burgers -, alsmaar vaker geordend door de verschillende
parketten.

Samen met de minister van Justitie kijken we uit naar goede
afspraken inzake richtlijnen betreffende verkeersreglementnaleving
van de procureurs-generaal, zodat daarin veel meer dan vandaag
gestalte kan worden gegeven aan een politiek die erop gericht is de
effectieve recidivisten uit het verkeer te halen. Uiteindelijk zorgt die
groep ervoor dat we strenger moeten zijn voor iedereen, terwijl we
efficiënter zouden kunnen zijn, mochten we veel meer gericht kunnen
werken tegen de overtreders van kwade wil.

Wij staan nog maar aan het begin van het verhaal. In samenspraak
met de procureurs-generaal verzamelen we veel meer gegevens dan
vroeger.
07.02 Renaat Landuyt, ministre:
À l'heure actuelle, il ne peut être
question de récidive que
lorsqu'une personne est
condamnée à plusieurs reprises
par le tribunal. Notre système de
conservation et de centralisation
des données sur les autres
infractions ou accidents est tel qu'il
ne saurait être question de
récidive dans de tels cas. La
situation va s'améliorer avec la
suppression des timbres-amendes
et le nouveau système de
paiement des amendes. Ces
mesures permettront de
centraliser les données.
Finalement, ce système permettra
l'instauration du permis de
conduire à points. Nous tentons de
résoudre progressivement le
problème de la collecte des
données.

Les différents parquets vont
enregistrer de manière plus
systématique les véritables cas de
criminalité routière, les infractions
graves et intentionnelles. Nous
travaillons avec la ministre de la
Justice à l'élaboration de directives
précises pour les procureurs-
généraux, dans le but d'empêcher
les récidivistes de reprendre la
route. Nous obtiendrons des
résultats plus concrets si nous
11/01/2006
CRIV 51
COM 809
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
nous concentrons sur les
infractions intentionnelles. Mais
ces nouvelles mesures doivent
encore faire l'objet de
développements.
07.03 Guido De Padt (VLD): Mijnheer de voorzitter, ik ben eigenlijk
niet veel wijzer geworden.
07.03 Guido De Padt (VLD):
Vous ne nous en avez pas appris
beaucoup plus.
07.04 Minister Renaat Landuyt: Dat kan te maken hebben met het
feit dat ik het niet goed uitleg.
07.05 Guido De Padt (VLD): Het heeft wellicht met mij te maken.
Mijnheer de minister, u spreekt van het rijbewijs met punten.
07.06 Minister Renaat Landuyt: Uit uw vraag leid ik af dat u
voorstander bent van het rijbewijs met punten.
07.07 Guido De Padt (VLD): Neen, neen. Ik heb naar uw intenties
gepeild, mijnheer de minister.

Is het rijbewijs met punten al een uitgemaakte zaak?
07.07 Guido De Padt (VLD): Le
permis à points va-t-il devenir une
réalité?
07.08 Minister Renaat Landuyt: Het staat in de wet.
07.08 Renaat Landuyt, ministre:
En fait, la loi le prévoit déjà.
07.09 Guido De Padt (VLD): Inderdaad, maar het is nog niet van
toepassing.
07.10 Minister Renaat Landuyt: Men kan daar uren over praten. Het
betreft een praktisch probleem. Het is zoals bij de fiscale fraude. Hoe
vaker men fiscale fraude aanpakt, hoe meer men de belastingen kan
verlagen. Welnu, hoe meer we de verkeersfraude aanpakken, hoe
meer vertrouwen we kunnen scheppen in het spontaan naleven door
de doorsnee bevolking van de verkeersregels. We moeten
verstrengen voor de recidivisten om beter met de rest van de
bevolking te kunnen omgaan.
07.11 Guido De Padt (VLD): Het rijbewijs met punten staat wel in de
wet, maar er is daaraan nog geen uitvoering gegeven.
07.12 Minister Renaat Landuyt: Inderdaad.
07.13 Guido De Padt (VLD): Is er al zicht op een tijdspad?
07.14 Minister Renaat Landuyt: Tijdspad? Het is zoals in de liefde:
men kan dat allemaal niet zo timen.
07.15 Guido De Padt (VLD): Men kan de gevolgen ervan niet altijd
timen. (Hilariteit)
07.16 Minister Renaat Landuyt: Nu denkt men dat ik dat zeg ter
afleiding.

Wat ik wou zeggen, is dat met de afschaffing van de boetezegel
automatisch een systeem van betere centralisering van de gegevens
07.16 Renaat Landuyt, ministre:
Son exécution pose néanmoins
des problèmes d'ordre pratique. Je
suis incapable de vous
communiquer un calendrier précis
CRIV 51
COM 809
11/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
tot stand is gekomen, wat ons wellicht op termijn - ik kan niet zeggen
wanneer - zicht zal geven op de betrouwbaarheid van de
centralisering van gegevens van inbreuken tegen personen.

Vergeet niet, bijvoorbeeld wat de anonieme camera's betreft, dat er
een systeem bestaat van bescherming van de gegevens van de
betrokken persoon, waardoor wij zelf regels hebben opgesteld,
waardoor we de punten voor de mensen moeilijker zullen kunnen
verzamelen.

Er vindt in onze politieke en maatschappelijke wereld een discussie
plaats tussen degenen die vinden dat we iedereen maar streng en
goed moeten straffen, en dan ook meteen vergeten, en degenen die
oordelen dat we niet mogen vergeten, maar dat we rekening zouden
moeten kunnen houden met herhaling. We voelen dat die discussie
zowat overal binnensluipt.

We gaan erop vooruit. De dag dat de gegevens echt gecentraliseerd
zijn, is het een kwestie van effectief beslissen om het systeem in
uitvoering te brengen. Voordien erover praten, is eigenlijk slechts
praten.
pour le permis à points. La
suppression des timbres-amendes
constitue un pas dans cette
direction car elle permettra une
meilleure collecte des données.
Des problèmes subsistent
néanmoins en ce qui concerne la
protection de la vie privée. Si nous
parvenons à sanctionner
efficacement les criminels routiers,
nous pourrons mieux nous
concentrer sur les usagers
normaux.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Interpellatie van de heer Jef Van den Bergh tot de minister van Mobiliteit over "de
snelheidsbeperking tot 80 km per uur voor vrachtwagens op de autosnelwegen" (nr. 742)
08 Interpellation de M. Jef Van den Bergh au ministre de la Mobilité sur "la limitation à 80 km/h de la
vitesse des camions sur les autoroutes" (n° 742)
08.01 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de voorzitter, collega's,
mijnheer de minister, deze interpellatie werd ingediend tijdens de
tweede helft van december. Rekening houdend met de
krantenartikels van de voorbije dagen en het interview in het weekblad
Humo van gisteren, moet ik toegeven dat het ondertussen een beetje
een achterhaalde discussie begint te lijken.
08.02 Minister Renaat Landuyt: Wat vond u van dat interview in
Humo?
08.03 Jef Van den Bergh (CD&V): U kwam er nog redelijk
sympathiek uit.

Dat neemt niet weg dat ik mijn interpellatie toch wil aanhouden, ook
omdat ik er een aantal andere elementen met betrekking tot de
transportsector heb ingebracht. Ik denk dat het goed is dat we
daarover even van gedachten wisselen.

De hele discussie is eigenlijk begonnen met het ballonnetje van uw
Vlaamse collega, minister Van Brempt, wiens werk voorlopig erin
bestaat te zorgen dat zij de pers haalt. Haar pendelplan bijvoorbeeld,
staat vol met ideeën die reeds in de jaren negentig werden geopperd
en waarvan er enkele reeds werden afgeblokt, zelfs door de federale
kamerfractie van uw partij. Denk maar aan het voorstel van de
verplichte bedrijfsvervoerplannen, een voorstel dat oorspronkelijk
goedgekeurd was maar waarover uiteindelijk nooit gestemd werd.

Thans staan we weer voor zo'n ballonnetje, met name de
08.03 Jef Van den Bergh
(CD&V): La ministre flamande Van
Brempt a lancé il y a quelque
temps l'idée d'une limitation de
vitesse pour les camions sur les
autoroutes. A mon avis, elle
cherchait surtout à faire parler
d'elle dans la presse.
11/01/2006
CRIV 51
COM 809
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
snelheidsbeperking tot 80 kilometer per uur op de autosnelwegen
voor vrachtwagens, een idee waarvoor zij niet eens de bevoegdheid
heeft, maar waarvan de lancering blijkbaar past in de strategie van
het sp.a-hoofdkwartier waarbij ieder om de beurt toch eens moet
kunnen scoren.
08.04 Minister Renaat Landuyt: U maakt zich illusies over de
organisatie. (...)
08.05 Jef Van den Bergh (CD&V): De vraag gaat over de snelheid
van 80 kilometer per uur: Moet dat er al dan niet komen?

Wat onze fractie betreft, is het duidelijk. Er bestaat voorlopig geen
enkele reden en geen enkele prioriteit om deze maatregel in te
voeren. Op de eerste plaats is het niet evident dat zo'n maatregel de
verkeersveiligheid ten goede zou komen. Enerzijds is er natuurlijk wel
de kortere remafstand bij lagere snelheid zodat een aantal botsingen
ofwel een kleinere vernielingsimpact zullen hebben ofwel zelfs nipt
vermeden kunnen worden. Anderzijds neemt het snelheidsverschil
tussen vrachtwagens en andere motorvoertuigen uiteraard toe, dat
verscherpt volgens ons de conflicten tussen de verschillende soorten
voertuigen en kan dus ook een grotere onveiligheid creëren en een
grotere ongevallenoorzaak worden.

Het is allesbehalve duidelijk hoe de eindbalans dan uiteindelijk luidt.
Ook de studie van de Stichting Verkeerskunde in Diepenbeek heeft
zich niet uitgesproken over de gevolgen van het groeiende
snelheidsverschil op de autosnelwegen. Ik denk dan ook dat het een
goede zaak is dat de Vlaamse regering of de federale regering ­ het
is niet altijd even duidelijk ­ de zaak verder zal laten bestuderen.
Eenzelfde twijfel kunnen we ook uitspreken over de milieueffecten. Op
bepaalde punten zijn er positieve effecten volgens de studie van het
VITO, op andere punten zijn er mogelijk ook negatieve gevolgen. Op
de milieueffecten wil ik echter in deze context niet verder ingaan. Ik wil
het bekijken vanuit de verkeersveiligheid.

Naast de maatregel op zichzelf is er een tweede en veel belangrijker
reden waarom wij de maatregel niet prioritair vinden. Het beleid kan
nog niet lopen, om het met een boutade te zeggen, en het wil al gaan
vliegen. Daarmee bedoel ik dat wij toch wel wat vraagtekens plaatsen
bij het bestaande vrachtwagenbeleid. Er bestaat al een hoop
regelgeving die eigenlijk nauwelijks of veel te weinig wordt
afgedwongen of gevolgd. Wij denken dat het onzinnig is om dan
nieuwe regels op te leggen.

Ik geef hiervan enkele voorbeelden. Tot op heden moeten de
vrachtwagens, voorlopig enkel nog degenen van plus 12 ton, uitgerust
worden met een snelheidsbegrenzer tot 90 km/uur. Dat is een
belangrijke Europees geldende verplichting om de snelheid van de
vrachtwagens naar beneden te halen. Uiteraard geldt dat alleen maar
als de regel ook effectief wordt nageleefd en als de naleving wordt
gecontroleerd en afgedwongen. Volgens een wetenschappelijke
enquête evenwel van het Centrum voor Duurzame Ontwikkeling van
de Gentse universiteit zou ongeveer 20% van alle vrachtwagens in
ons land zodanig uitgerust zijn dat de snelheidsbegrenzer elektronisch
uitgeschakeld kan worden. Automobilisten zoals u wellicht en ik weten
uit ervaring hoe veelvuldig dat in werkelijkheid ook gebeurt op de
autosnelwegen. Als men achter een vrachtwagen rijdt, gebeurt het
08.05 Jef Van den Bergh
(CD&V): Le CD&V ne voit aucune
raison d'introduire une telle
limitation de vitesse et n'estime
certainement pas qu'il s'agit d'une
priorité. Une vitesse moins élevée
diminue effectivement les
distances de freinage mais elle
entraîne également une
augmentation de la différence de
vitesse par rapport aux autres
usagers, ce qui engendre aussi
des situations dangereuses. La
question devra en tout état de
cause être étudiée plus avant. Les
avis sont également partagés
quant aux effets sur
l'environnement.

Nous nous posons d'ailleurs déjà
des questions sur la politique telle
que menée actuellement en ce qui
concerne les camions. Toute une
série de règles, comme
l'installation obligatoire de limiteurs
de vitesse sur les véhicules
utilitaires lourds, ne sont
pratiquement pas mises en
oeuvre. Cela n'a dès lors guère de
sens d'imposer encore de
nouvelles règles. Les contrôles
sont d'ailleurs très peu nombreux.

En vertu d'une directive
européenne, tous les grands
camions et autocars doivent être
équipés d'un tachygraphe digital
depuis le 1er janvier 2006. Cela
devrait permettre de réduire autant
que possible les fraudes au
tachygraphe. L'instrument doit
bien entendu être entretenu
régulièrement mais la police
fédérale ne dispose pas d'un
équipement ad hoc lui permettant
de contrôler le nouvel appareil.
Selon une source anonyme, la
police fédérale de la route n'aurait
pour ainsi dire pas reçu de
CRIV 51
COM 809
11/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
meermaals dat de kilometerteller over de 100 km/uur gaat. Wat nog
veel erger is, de onderbreking van de snelheidsbegrenzer bij zware
vrachtwagens komt volgens het onderzoek eveneens voor bij de
gevaarlijke ADR-transporten, waarbij de gevolgen natuurlijk nog veel
dramatischer kunnen zijn. De kernvraag hier is dan of die inbreuk op
de Europese regelgeving gecontroleerd wordt. De controles terzake
lijken erg marginaal te zijn.

Wij hebben eens wat mensen bij de federale politie gecontacteerd en
zij zeggen dat terzake nauwelijks wordt gecontroleerd. Ik heb enkele
dagen geleden bijvoorbeeld nog een mail gekregen van een
politieofficier van de autosnelwegenpolitie. In die mail stond te lezen:
"Er wordt bij ons weten tot op heden nooit gericht gecontroleerd op de
onderbreking van de snelheidsbegrenzer van vrachtwagens. Er zijn
uiteraard wel enkelingen die dit bij gelegenheid wel eens doen, als ze
er de tijd voor hebben, maar dat kan je op een hand tellen. Er is
daarover ook nog nooit enig onderricht gegeven. Er zijn binnen de
wegpolitie zeker ook helemaal geen directieven terzake". Hieruit kan
men alleen controleren dat zoiets niet wordt gecontroleerd.
Vrachtwagenchauffeurs met zo'n onderbreker van de
snelheidsbegrenzer kunnen gerust voortrijden. Zij hoeven zich geen
zorgen te maken.

Mijnheer de minister, ik heb dan ook een aantal concrete vragen.
Wordt de bestaande regel al dan niet gehandhaafd? Kunt u terzake
enige toelichting geven? Zijn er bijvoorbeeld in 2005 terzake
vaststellingen gedaan? Kunt u daarover cijfers geven?

Een andere verplichting waarmee de transportsector, terecht, wordt
geconfronteerd, betreft de rij- en rusttijden. Sinds 1 januari 2006 moet
elke grote vrachtwagen en autocar, krachtens een Europese richtlijn,
uitgerust zijn met een digitale tachograaf. Wij hebben het hierover
eerder al eens gehad. Dankzij dat nieuwe apparaat zal er minder
gefraudeerd kunnen worden, wat natuurlijk positief is. Ook hier geldt
weer dat de digitale tachograaf moet worden gecontroleerd. We zien
echter dat de federale politie nog steeds niet opgeleid is om het
nieuwe, verbeterde apparaat te controleren. Ik citeer opnieuw een
andere politieofficier op het terrein: "De cursus voor controle van de
nieuwe digitale tachograaftoestellen kan in heel Brabant nog maar
door één Nederlandstalig persoon worden gevolgd. Er wordt
verondersteld dat die persoon zijn kennis verder doorgeeft aan zijn
collega's. Wij weten uit ondervinding dat dit weer ten dode is
opgeschreven." Die politieofficier wordt nog sterker in zijn uitspraken:
"Er is nog niets verbeterd inzake opleiding en bijscholing van de
wegpolitie. Het is gewoonweg een schande. Wij zijn vragende partij,
maar extern mogen wij niets volgen, tenzij op eigen kosten en buiten
de uren. Intern bakken ze er niets van", om vervolgens te eindigen
met: "Ik kan alleen maar toevoegen dat het federaal momenteel
enorm slecht is en dat heel veel mensen van de wegpolitie
gedemotiveerd zijn of gedemotiveerd worden. Bij de lokale
verkeerssecties kan alles en binnen de federale wegpolitie kan
blijkbaar niets."

Ik geef toe dat het een boodschap is van één getuige. U kunt hierop
straks reageren, maar ik denk dat het toch een klacht is die we niet
zomaar mogen negeren, zeker niet omdat het gaat om essentiële
controles voor de verkeersveiligheid in ons land en vooral wanneer u
wilt focussen op de verkeersveiligheid van de transportsector.
formation. Selon la même source,
la police fédérale de la route est
d'ailleurs confrontée à une foule
d'autres problèmes, ce qui
engendre une démotivation du
personnel.

Comment va se dérouler
concrètement le contrôle de la
vitesse des camions? Les radars
des autoroutes sont réglés sur une
vitesse maximale de 120 km/h.
Comment va-t-on contrôler les
camions, qui ne peuvent dépasser
90 ou 80 km/h?

Quand la directive européenne
imposant l'installation d'un limiteur
de vitesse sur les camions de 3,5
à 12 tonnes sera-t-elle appliquée
dans notre pays? La date du 1
e
janvier 2006, initialement avancée
par le ministre, est déjà dépassée.
Le ministre impute ce retard à
l'administration, mais également à
un secteur peu enthousiaste. Ce
dernier point a pourtant été
fermement démenti par le secteur.

Comment notre pays respecte-t-il
les obligations minimales de
l'Europe en matière de contrôle
des temps de conduite et de
repos?

Combien de camions entre 3,5 et
12 tonnes roulant à plus de 100
km/h a-t-on surpris sur les
autoroutes depuis 2000?

Quelles mesures le gouvernement
a-t-il prises en matière de lutte
contre la déconnexion illégale du
limiteur de vitesse dans les
camions, en particulier dans les
camions qui effectuent des
transports ADR de substances
dangereuses?

Comment contrôle-t-on le respect
de la réglementation relative au
chargement des camions?

Quand entrera en vigueur la
directive relative au limiteur de
vitesse pour les véhicules entre
trois tonnes et demie et douze
tonnes?
11/01/2006
CRIV 51
COM 809
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16

Als we zien dat in het korps de ontmoediging met de dag toeneemt en
dat men zonder de nodige opleiding en bijscholing de digitale
tachograaf moet controleren, terwijl er ondertussen wel wordt
aangekondigd dat de maximumsnelheid op de autosnelwegen zal
worden verlaagd tot 80 kilometer per uur, vragen wij ons toch af
waarmee de regering bezig is.

Mijnheer de minister, in het licht hiervan wil ik u uitdagen ons te
zeggen welke maatregelen de regering reeds heeft genomen om de
politie een opleiding te geven om hen op zijn minst in staat te stellen
de digitale tachograaf te controleren. Bovendien wil ik graag weten of
ons land aan de minimale Europese verplichtingen inzake de
controles op de rij- en rusttijden voldoet. Graag kreeg ik hierover
enkele cijfers.

Een derde element in het verkeersveiligheidsbeleid ten aanzien van
de transportsector betreft de daadwerkelijke snelheidscontroles op de
vrachtwagens. Wij vragen ons vaak af hoe de reële snelheid van
vrachtwagens wordt gecontroleerd. We hebben het daarnet al gehad
over de categorie +12 ton, maar ook voor vrachtwagens lichter dan
12 ton gelden bepaalde maximumsnelheden. We zien bijvoorbeeld
dat de flitstoestellen die op de autosnelwegen worden gebruikt voor
de snelheidscontroles, afgesteld staan op iets meer dan 120 kilometer
per uur. Wij vragen ons af hoe u dan specifiek de snelheid van
vrachtwagens kunt controleren. Kunt u daarover wat meer zeggen?
Zijn er wat de snelheidsverplichtingen voor vrachtwagens betreft
specifieke controles op de autosnelwegen en op de andere wegen?

Ik zal een deel van mijn uiteenzetting overslaan, maar wil toch nog
een punt aanraken dat vorige week in de media kwam, met name het
in werking treden van de Europese richtlijn voor de verplichte
snelheidsbegrenzers voor vrachtwagens tussen 3,5 en 12 ton. Die
snelheidsbegrenzers zouden volgens de Europese richtlijn verplicht
worden vanaf 1 januari 2005. U kondigde vorige zomer aan dat die
maatregel in werking zou treden op 1 januari 2006. We zijn
ondertussen 11 januari 2006 en die maatregel is nog steeds niet in
werking getreden aangezien het besluit nog steeds niet is verschenen
in het Belgisch Staatsblad.

Uw reactie in de pers luidt dat het enerzijds de schuld is van de
administratie, waarvan u nochtans eindverantwoordelijke bent, dacht
ik, en anderzijds de schuld van de transportsector, die zou
tegenstribbelen.

De sector, of toch tenminste een gedeelte ervan, was absoluut niet
tevreden met die uitspraak van u, omdat zij stelt dat zij zeker niet het
koninklijk besluit tegenhoudt, wel integendeel, dat zij allang op dat
koninklijk besluit zit te wachten. Maar de sector vraagt wel, eens het
koninklijk besluit is verschenen, enige tijd om hun vrachtwagens of
bestelwagens aan te passen aan de criteria die in het koninklijk
besluit zouden worden opgenomen.

Mijnheer de minister, concreet en samenvattend wil ik de volgende
vragen voorleggen.

Ten eerste, ik zou graag cijfergegevens verkrijgen in verband met het
voldoen van ons land aan de minimale Europese verplichtingen
CRIV 51
COM 809
11/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
inzake rij- en rusttijden.

Ten tweede, wat is de evolutie, jaar per jaar, sinds 2000, van het
aantal vaststellingen van vrachtwagens op autosnelwegen die de
toegelaten snelheid van 100 km per uur overtreden? Het gaat dan
over vrachtwagens van 3,5 tot 12 ton.

Ten derde, welke zijn de maatregelen die de regering heeft genomen
in verband met de praktijk van de illegale onderbreking van de
snelheidsbegrenzer door vrachtwagens en specifiek ook voor de
ADR-transporten?

Ten vierde, welke zijn de maatregelen die reeds werden genomen in
verband met de naleving van de bepalingen van artikel 45 van het
verkeersreglement dat betrekking heeft op de algemene voorschriften
in verband met de lading van voertuigen? Dat hoofdstukje heb ik
overgeslagen wegens de tijdsbeperking, maar u hebt er vroeger al
over gecommuniceerd.

Ten vijfde, wat is de reden waarom de richtlijn 2002/85/EG
betreffende de snelheidsbegrenzer voor lichte vrachtwagens tussen
3,5 en 12 ton nog een tijdje zal uitblijven?

Ik concludeer. De aanleiding was heel de discussie over de
snelheidsbeperking voor vrachtwagens tot 80 km per uur. Dat is een
discussie met een grote symboolwaarde. Er zijn echter nog heel wat
aantal maatregelen uit te werken en concreet op het terrein af te
dwingen, denken wij, vooraleer er dergelijke nieuwe maatregelen
uitgevaardigd moeten worden.

Mijnheer de voorzitter, mijn excuses voor de tijdsoverschrijding.
08.06 Minister Renaat Landuyt: Mijnheer de voorzitter, waarde
collega, uw inleiding staat een beetje haaks op uw vragen, die
overeenstemmen met de tekst die u doorgegeven hebt. U hebt drie
bijkomende vragen gesteld in uw overwegingen, maar u hebt de tekst
misschien niet zo goed gevolgd.

Ik wil wel eens nagaan hoe de controle op snelheidsbegrenzers
gebeurt.

De vraag in verband met de digitale tachograaf en de opleidingen
daartoe wil ik ook even nagaan. Ik veronderstel dat de commentaren
van het anoniem lid van de federale politie, die zo gefrustreerd is dat
de zonale politie het zo veel beter heeft dan de federale politie,
genoteerd staan, zodat ik die ook eens kan voorleggen om na te gaan
of die opmerkingen ernstig zijn.

Ik wil wel verwijzen naar het rapport. De beste planning inzake
verkeersveiligheidpolitiek heb ik nu gelezen bij de federale politie in
een rapport dat helemaal niet getuigde van enige frustratie,
integendeel: van een groot pak gezonde ambitie met vooral de nadruk
op controle wat de transportsector betreft, gebaseerd op de meest
gedetailleerde cijfers die ik ooit gezien heb. Dus, ondanks de
frustraties bij uw contactpersoon blijkt de federale politie een en ander
enorm goed te verwerken in zeer goede rapporten en zelfs in een
zeer ambitieuze planning wat de transportsector betreft. Dus, ik raad
u die literatuur zeker aan.
08.06 Renaat Landuyt, ministre:
M. Van den Bergh a posé trois
questions supplémentaires qui ne
figurent pas dans son texte initial.
Je vais donc faire vérifier
comment le contrôle des limiteurs
de vitesse est effectué
concrètement et comment la
formation pour être capable de
contrôler le tachygraphe digital est
organisée. Je constate que les
déclarations anonymes de ce
membre de la police fédérale des
routes sont contredites par
l'excellent rapport que cette police
a publié récemment et qui
témoigne d'une haute et saine
ambition.

La question de la mesure de
vitesse effective des camions sera
forcément évoquée lors de la
discussion à venir sur la limitation
de la vitesse des poids lourds à 80
kilomètres à l'heure.
11/01/2006
CRIV 51
COM 809
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18

U hebt nog een bijkomende vraag gesteld, met name over de reële
snelheidsmeting van vrachtwagens. Eigenlijk lopen wij dan op onze
werkzaamheden inzake het invoeren van de snelheidsbeperking tot
80 kilometer per uur voor vrachtwagens. Uiteraard zal daarbij de
vraag rijzen naar de noodzaak om de vaststellingsmiddelen op die
snelheid af te stellen. Dat is nogal evident. Maar dat is al een vraag
naar de uitvoering.

Ik kom nu tot het antwoord op de vragen die mij wel werden
doorgegeven. Ten eerste vroeg u naar cijfergegevens betreffende de
naleving van de minimale verplichtingen inzake rij- en rusttijden door
België. Volgens de jongste aangifte is het minimaal aantal te
controleren voertuigen volgens de richtlijn van 1988 ­ met name 1%
van het aantal dagen waarop de onder de Europese verordening
vallende voertuigenbestuurders werkzaam zijn geweest ­ 360.140.
Het aantal langs de weg gecontroleerde vervoerders bedraagt
340.525. Het aantal in de ondernemingen gecontroleerde vervoerders
is 6.917. Het aantal langs de weg gecontroleerde werkdagen bedraagt
232.280. Het aantal in de ondernemingen gecontroleerde werkdagen
bedraagt 139.321. In totaal zijn er 371.601 controles, dat is dus meer
dan het ene procent dat ik genoemd heb en wat overeenkomt met
360.140 controles.

Dus, volgens de Europese normen lijkt het, wat België betreft, in orde
te zijn.

Wat uw tweede vraag betreft, over de evolutie, jaar per jaar sinds
2000, van het aantal vaststellingen van snelheidsovertredingen door
vrachtwagens op autosnelwegen spreken wij voor het jaar 2000 over
3.042 opgetekende overtredingen, voor 2001 over 9.845
overtredingen, voor 2002 over 10.437, voor 2003 over 6.056 en voor
2004 over 2.263.

De cijfers van 2005 werden nog niet bijgevoegd. De cijfers hebben
betrekking op de categorie van vrachtwagens met een
snelheidsbeperking van 90 km/uur.

Wat de maatregelen betreft die de regering heeft genomen in verband
met de praktijk van het illegaal onderbreken van de
snelheidsbegrenzer door vrachtwagens waaronder ADR-transporten,
kan ik meedelen dat om de fraudes inzake het onderbreken van
snelheidsbegrenzers en van de tachograaf efficiënter te kunnen
aanpakken, de controleurs van de dienst wegcontrole uitgerust zijn
met apparatuur om deze manipulaties op te sporen. Tevens werd de
toe te passen boete verhoogd in het KB van 14 juli 2005, tot een
boete van 3750 euro.

Wat de vierde vraag betreft inzake de maatregelen die reeds werden
genomen in verband met de naleving van de bepaling van artikel 45
van het verkeersreglement dat betrekking heeft op de algemene
voorschriften in verband met de lading van voertuigen, kan ik
meedelen dat we op grond van de ervaringen van de federale
wegpolitie en op hun vraag, een regel in het verkeersreglement zullen
invoeren die veel preciezer is en even precies als de Duitse regel die
toelaat om per aard van de lading veel beter preventieve
vaststellingen te doen dat effectief niet veilig werd geladen. Volgens
de politie laat de algemene regel die thans geldt niet toe om zonder
A propos des contrôles relatifs aux
temps de conduite et de repos, la
directive de 1988 dispose que le
nombre minimum de véhicules à
contrôler doit s'élever à 1 pour
cent du nombre de jours de travail
accomplis par les conducteurs de
véhicules tombant sous
l'application de la directive
européenne. Selon ce critère, il
fallait procéder à 360.140
contrôles dans notre pays alors
qu'il y en a eu 371.601, ce qui
représente un peu plus de la
moyenne européenne.

Le nombre d'excès de vitesse
constatés commis par des
conducteurs de poids lourds sur
les autoroutes a évolué comme
suit, ces dernières années: 3.042
en 2000, 9.845 en 2001, 10.437
en 2002, 6.056 en 2003 et 2.263
en 2004. Il s'agit en l'occurrence
de camions dont la vitesse
maximum est de 90 kilomètres à
l'heure.

Les contrôleurs du service du
Contrôle routier ont été équipés de
dispositifs permettant de détecter
l'interruption illégale du limiteur de
vitesse des camions. Par ailleurs,
en cas de flagrant délit, les
amandes ont été portées à 3.750
euros.

Les contrôles des chargements
seront améliorés étant donné que
le code de la route comprend à
présent une nouvelle disposition
qui, à l'exemple de ce qui existe
en Allemagne, est beaucoup plus
précise et permet d'effectuer des
contrôles à titre préventif en
fonction la nature du chargement.
Cette nouvelle disposition doit
permettre de réduire le nombre
d'accidents qui impliquent des
camions dont le chargement est
excessif ou mal arrimé.

Une distinction doit être faite entre
ce qui est obligatoire et ce qui
concerne uniquement la
transposition juridique de la
directive. La directive n'impose le
limiteur de vitesse qu'à partir du
er
CRIV 51
COM 809
11/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
discussies preventief op te treden. Wij gaan in op hun verzoek om het
reglement op dat punt te specificeren.

In het verleden is terzake enorm veel overleg gepleegd. De sector ­
die dit wellicht alweer zal tegenspreken ­ pleit voortdurend om
ruimere internationale normen te gebruiken, in de hoop dat er minder
gecontroleerd kan worden. Wij stappen over op een veel duidelijker,
maar door de sector voor streng ervaren, Duits systeem. Dit systeem
is wellicht het enige dat er kan voor zorgen dat er heel wat minder
ongevallen gebeuren ingevolge slecht laden.

De vijfde vraag was of er een onderscheid moet worden gemaakt
tussen hetgeen effectief verplicht is en hetgeen de juridische
omzetting van de richtlijn is. De richtlijn op zich is omgezet. De richtlijn
voorzag er niet in dat vrachtwagens vanaf 1 januari 2005 ­ die van 3,5
ton ­ over een snelheidsbegrenzer moesten beschikken. Volgens de
richtlijn moet dit slechts tegen 1 januari 2007. Wij hebben beslist om
dit in werking te stellen op 30 juni 2006 zodat de sector die duidelijk
verwittigd is, de tijd krijgt om zich hierop voor te bereiden.

Daarmee heb ik een einde gesteld aan de rustige gesprekken tussen
mijn administratie en de sector om eens te kijken wanneer zij die
datum eventueel zouden bepalen. Ik heb nu zelf de discussie
stopgezet en duidelijk gezegd dat wij het vroeger zullen doen dan
Europees is voorgeschreven zodanig dat wij veel gemakkelijker dan
voordien kunnen overstappen van 90 km/uur naar 80 km/uur, omdat
tachtig prachtig is.
1
er
janvier 2007 alors que nous
l'instaurons dès le 30 juin 2006.
J'ai mis un terme aux discussions
avec le secteur à ce sujet et pris
ma décision. Le secteur a le temps
de se préparer.
08.07 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, ik ben enigszins verrast door uw laatste zinsnede. U blijft
erbij om die 80 km/uur toch in te voeren op termijn terwijl u, had ik de
indruk, in de artikels en het interview van gisteren eerder op een meer
rationele manier wilde omgaan met de transportsector, meer de
nadruk wilde leggen op de huidige maatregelen, de huidige regels, om
die af te dwingen, dat u eerder iets wilde doen aan het laden van de
vrachtwagens - het is een terechte maatregel om het Duitse boekje
daar ook te gaan toepassen en ik denk niet dat de transportsector
daar zoveel moeilijkheden mee heeft - en dat u wilde afstappen van
die symboolmaatregel van het invoeren van 80 km/uur.

Blijkbaar klopt de indruk die werd gegeven in alle gesprekken en
interviews niet. Mijnheer de minister, ik wil u nog eens vragen of u dat
al dan niet wilt bevestigen.

Voor de andere antwoorden wil ik u alvast bedanken. Ik hoop dat ik
een kopie kan krijgen van het antwoord, gezien het aantal cijfers dat
daarin vermeld wordt. Anders zal ik moeten wachten op het verslag
terzake om dat nog eens allemaal goed na te kijken en goed na te
lezen.

Ik zou echter toch nog graag even verduidelijking krijgen over uw
houding ten opzichte van die 80 km/uur, want dat is toch niet
onbelangrijk in dit debat.
08.07 Jef Van den Bergh
(CD&V): A l'occasion d'interviews,
le ministre a semblé dire qu'il se
concentrerait surtout sur les
dispositions actuelles, qu'il
interviendrait essentiellement en
ce qui concerne le problème du
chargement et que l'instauration
de la vitesse maximale de 80
km/heure n'était pas acquise. Ce
n'est pas le sentiment que j'ai
aujourd'hui. Le ministre peut-il
expliquer cette contradiction?
08.08 Minister Renaat Landuyt: Mijnheer de voorzitter, in verband
met die laatste vraag is er een officieel standpunt van de federale
regering verwoord in de beslissing van 23 december laatstleden. Dat
stelt dat er een werkgroep onder mijn leiding opgericht wordt met de
08.08 Renaat Landuyt, ministre:
Le 23 décembre 2005, le
gouvernement a décidé de
constituer un groupe de travail
11/01/2006
CRIV 51
COM 809
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
verschillende ministers die op een of andere manier te maken hebben
met de transportsector om alle regels inzake problematiek van
verkeersveiligheid samen te nemen en een rapport voor te leggen in
maart van dit jaar zodat wij dan kunnen zien welke stappen wij zetten
in de richting van 80 km/uur.
sous ma supervision et réunissant
tous les ministres compétents en
matière de transport pour fixer
ensemble les règles de sécurité
routière. En mars, le groupe de
travail fournira un rapport à ce
sujet. Nous verrons alors si nous
optons pour la limite de 80 km à
l'heure.
Moties
Motions

Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.
En conclusion de cette discussion les motions suivantes ont été déposées.

Een motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Jef Van den Bergh en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellatie van de heer Jef Van den Bergh
en het antwoord van de minister van Mobiliteit,
vraagt de regering
1. in het beleid, inzake de impact van vrachtwagens op de verkeersveiligheid, prioriteit te geven aan
- een tijdige implementatie in Belgisch recht van Europese richtlijnen en voorschriften die betrekking
hebben op het wegtransport;
- een consequente en doorgedreven handhaving van de bestaande regels, alvorens nieuwe ideeën te
lanceren;
2. in functie van de verkeersveiligheid meer bijscholing en permanente vorming te voorzien voor de
politiediensten in ons land inzake de handhaving van technische reglementen inzake wegtransport;
3. de nodige maatregelen te nemen teneinde elke mogelijke demotivatie bij het personeel van de federale
politie inzake de handhaving van verkeersregels te voorkomen."

Une motion de recommandation a été déposée par M. Jef Van den Bergh et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de M. Jef Van den Bergh
et la réponse du ministre de la Mobilité,
demande au gouvernement
1. d'accorder la priorité, dans le cadre de la politique relative à l'incidence des camions sur la sécurité
routière,
- à une transposition en droit belge, dans le délai imparti, des directives et règles européennes ayant trait
au transport par route;
- à une application cohérente et accentuée des règles existantes, avant de lancer de nouvelles idées;
2. de prévoir, en fonction de la sécurité routière, davantage de recyclage et de formation permanente pour
les services de police de notre pays dans le domaine de la répression des infractions aux règlements
techniques en matière de transport routier;
3. de prendre les mesures nécessaires afin d`éviter toute démotivation éventuelle du personnel de la police
fédérale sur le plan de la répression des infractions aux règles du code de la route."

Een eenvoudige motie werd ingediend door mevrouw Inga Verhaert en door de heer Guido De Padt.
Une motion pure et simple a été déposée par Mme Inga Verhaert et par M. Guido De Padt.

Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.

En ce qui concerne l'ordre des travaux, je propose de donner, dans un instant, la parole à Mme Belhouari,
puis à M. De Padt pour poser ses deux questions. Monsieur Maingain, je vous donnerai ensuite la parole
pour poser à votre tour vos deux questions.
08.09 Olivier Maingain (MR): Cela prendra combien de temps,
CRIV 51
COM 809
11/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21
monsieur le président?

Le président: Environ vingt minutes.
08.10 Olivier Maingain (MR): Je suis à votre disposition, monsieur
le président.
09 Question de Mme Talbia Belhouari à la vice-première ministre et ministre du Budget et de la
Protection de la consommation sur "les droits des passagers" (n° 9507)
09 Vraag van mevrouw Talbia Belhouari aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en
Consumentenzaken over "de rechten van de passagiers" (nr. 9507)
09.01 Talbia Belhouari (PS): Monsieur le ministre, la Commission
européenne a décidé, le 14 décembre dernier, de citer quatre pays
européens, dont la Belgique, devant la Cour européenne de justice
pour des lacunes dans l'application européenne de défense des droits
des passagers aériens. L'Autriche, le Luxembourg, la Suède et notre
pays n'ont, en effet, pas encore rempli toutes les obligations en vertu
du règlement européen offrant aux passagers européens une
protection renforcée en cas de refus d'embarquement, d'annulation
de vol ou de retard important.

Il est plus spécifiquement reproché à ces pays de ne pas avoir encore
établi de système de sanctions efficace à l'égard des compagnies en
infraction.

Monsieur le ministre, mes questions sont les suivantes:

- Pourquoi notre pays n'applique-t-il pas le règlement européen entré
en vigueur voici bientôt un an? Il s'agit pourtant d'un bon règlement
qui défend les droits des passagers aériens.

- Quelles mesures avez-vous déjà prises en éventuelle collaboration
avec vos collègues de l'Economie et de la Protection des
consommateurs pour remédier à cette situation?
09.01 Talbia Belhouari (PS): Op
14 december jongstleden besliste
de Europese Commissie om vier
lidstaten, waaronder België, te
dagvaarden wegens hun onvol-
ledige toepassing van de
verordening die ertoe strekt
luchtreizigers een betere
bescherming te bieden bij
instapweigering, annulering van
een vlucht of langdurige
vertraging.

Waarom past ons land die
Europese verordening niet toe?
Welke maatregelen hebt u
genomen?
09.02 Renaat Landuyt, ministre: Monsieur le président, madame
Belhouari, soyez rassurée, toute cette problématique a été réglée.

Un seul point relatif aux sanctions reste en suspens en raison de l'avis
de la Région flamande qui se fait attendre.

Quant au point concernant les plaintes, il est également définitivement
réglé. Ainsi, les passagers aériens, qui se sentent lésés, peuvent
déposer une plainte auprès de notre administration. Il fallait
seulement encore désigner l'instance responsable si la conciliation
menée par notre administration n'aboutit pas. J'ai donc décidé que
c'est le juge de paix qui serait compétent en cette matière, même si
cela n'était pas tout à fait nécessaire. Toutefois, pour éviter toute
discussion, le projet de loi stipule que le juge de paix est compétent.

Il s'agit maintenant d'une question de semaines. En effet, nous
attendons la réponse de la Région flamande pour poursuivre la
procédure relative au projet de loi portant sur des sanctions. Il n'y est
pas seulement question des passagers aériens, la navigation
maritime et les routes étant également concernées.

Après coup, je constate qu'il aurait été plus intéressant d'avoir
09.02 Minister Renaat Landuyt:
Er is geen probleem.

Er moest een bevoegde instantie
worden aangewezen na de
verzoeningspoging door de
administratie. We hebben de
vrederechter aangewezen.
Eigenlijk was die precisering
overbodig maar we hebben dat
gedaan om elke discussie te
vermijden.

De vertraging kan worden
verklaard door het feit dat die
bepaling werd opgenomen in een
algemene tekst over vervoer en
dat we over een ander punt ­ dat
geen verband houdt met het
luchtvervoer ­ op het advies van
het Vlaams Gewest wachten. Wij
zouden dat advies in de komende
11/01/2006
CRIV 51
COM 809
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22
plusieurs projets de loi au lieu d'un seul. C'est la seule complication.
Je ne m'attends donc pas à des problèmes devant la Cour
européenne.
weken moeten ontvangen.
09.03 Talbia Belhouari (PS): Je vous remercie, monsieur le
ministre, me voilà rassurée.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
10 Vraag van de heer Guido De Padt aan de minister van Mobiliteit over "de trajectcontrole" (nr. 9570)
10 Question de M. Guido De Padt au ministre de la Mobilité sur "le contrôle de la vitesse tout au long
d'un trajet" (n° 9570)
10.01 Guido De Padt (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, collega's, de trajectcontrole is een relatief nieuwe manier om
snelheden te meten en overtreders te bekeuren. Kenmerkend is dat
de snelheid niet op een punt wordt gemeten, maar dat het om de
gemiddelde snelheid over een langere afstand gaat. De pakkans ­ en
dat zal u wellicht verheugen ­ is 100%.

Nederlandse weggebruikers blijken zich met trajectcontrole goed aan
de snelheidslimiet te houden. Op trajecten waar aanvankelijk vaak de
snelheid werd overschreden, is het overtredingspercentage
teruggebracht naar enkele procenten. Volgens wat men in Nederland
heeft geleerd komt de trajectcontrole de verkeersveiligheid, de
doorstroming van het verkeer en het milieu ten goede.

Het Nederlands Bureau Verkeershandhaving van het Openbaar
Ministerie heeft op dit moment 6 operationele systemen. Het is de
bedoeling om in Nederland over ongeveer 10 jaar 20 systemen
operationeel te hebben. De Nederlandse Hoge Raad heeft bepaald
dat trajectcontrole een wettig meetmiddel is. Het voordeel van de
trajectcontrole is ­ ik heb het reeds gezegd ­ dat de snelheid niet op
een punt wordt gemeten, maar dat het om de gemiddelde snelheid
over een langere afstand gaat.

Vele mensen vinden om die redenen de trajectcontrole eerlijker dan
bijvoorbeeld meting met behulp van een flitspaal. Een ander voordeel
voor de weggebruiker is dat het verkeersbeeld rustiger wordt doordat
de onderlinge snelheidsverschillen kleiner worden. Met de
trajectcontrole kan 7 dagen per week en 24 uren per dag
gecontroleerd worden, zonder dat er fotorolletjes moeten gewisseld
worden. De verwerking van de bekeuringen gebeurt vrijwel
geautomatiseerd.

Mijnheer de minister, ik heb twee vragen.

Welke visie en welk standpunt houdt u erop na betreffende de
invoering van een dergelijke trajectcontrole op ons grondgebied?

Zijn in ons land de wettelijke instrumenten voorhanden om aan
trajectcontrole te doen? Kan een politiezone al overgaan tot
trajectcontrole op bepaalde gedeelten van haar grondgebied? Zo ja,
welke zijn de na te leven procedures? Zo nee, wordt er een initiatief
genomen om dat in de toekomst mogelijk te maken? Wordt er in dat
verband overleg gepleegd met de dienst Metrologie?
10.01 Guido De Padt (VLD): Le
contrôle de la vitesse tout au long
d'un trajet est un nouveau procédé
pour constater les excès de
vitesse. Le système présente de
nombreux avantages: le risque
d'être verbalisé est de 100% et les
contrôles peuvent être effectués
sept jours sur sept et 24 heures
sur 24. Les conducteurs ont
davantage tendance à respecter
les limitations de vitesse grâce à
ce système, ce qui ne peut être
que bénéfique pour la sécurité, la
fluidité du trafic et l'environnement.
Il est déjà utilisé aux Pays-Bas.

Quelle est la position du ministre à
propos de l'instauration d'un tel
contrôle de trajet dans notre pays?
Dispose-t-on de suffisamment
d'instruments légaux? Des
procédures particulières doivent-
elles être observées? Une
concertation a-t-elle lieu à ce sujet
avec le service de Métrologie?
CRIV 51
COM 809
11/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
23
10.02 Minister Renaat Landuyt: Over het persoonlijke punt dat ik blij
zou zijn dat de pakkans verhoogt: dat weet ik nog zo niet. Maar ik zal
mijn persoonlijke standpunt daaromtrent maar niet uiten.

Uiteraard is een vorm van trajectcontrole een ideale manier om de
vaststellingen te doen. Het zou bovendien een sfeer scheppen waarbij
men weet dat men betrapt kan worden en waardoor men zich aan de
regels houdt. Alleen al om die sfeer te scheppen, is een
trajectcontrole wellicht de beste manier van werken.

Wat de controle-instrumenten betreft: strikt genomen zouden dezelfde
meetinstrumenten die vandaag worden gehanteerd ook daarvoor
moeten worden aangewend. Noodzakelijk is echter dat een en ander
reglementair wordt geregeld. Het is immers niet de gemiddelde
snelheid die de overtreding is, maar men gaat uit van de
veronderstelling dat wanneer men een bepaald traject in een
bepaalde tijd heeft afgelegd, het dan niet anders kan dan dat er op
een bepaald moment van het traject te snel werd gereden.

Die redenering is een bewijsredenering. Die bewijsredenering kan
men juridisch nog versterken door ze in een KB als een juridische
bewijsredenering te formuleren. Strikt genomen kan men met
dezelfde wapens als vandaag een vaststelling doen: dan moet men
filmen bij het begin en het einde van het traject en moet men een
tijdsmeting hebben. De sfeer in ons land is er niet naar om dit zomaar
ongereglementeerd te doen. Er zullen dan veel discussies zijn. Niet
iedereen is zoals u immers geneigd om de reglementen na te leven.

Wat is de praktische werkwijze? Wij moeten samen met de politie en
het parket nagaan of wij hiervan voorstander zijn. Dan moeten er
investeringen door de wegbeheerder gebeuren en moet er een
reglementering worden opgesteld om dit een iets strakkere juridische
omkadering te geven. De eerste stap is echter de afspraak met de
wegbeheerder over investeringen terzake.
10.02 Renaat Landuyt, ministre:
Le contrôle de la vitesse tout au
long d'un trajet constitue un
instrument idéal pour constater les
infractions. Il est extrêmement
positif de constater que ce
système crée un climat qui incite
les gens à respecter les règles.

Lors des contrôles de trajet, on
mesure le temps mis pour se
déplacer du point de départ au
point d'arrivée. Si ce temps est
trop court, on peut supposer que
le trajet a été effectué à une
vitesse trop élevée. Il s'agit d'un
raisonnement de preuve qui diffère
du système actuel.

Le contrôle de trajet pourrait
théoriquement être instauré dans
notre pays avec les instruments et
règles dont nous disposons
actuellement mais il n'est pas
dans les habitudes belges d'agir
ainsi sans fixer une
réglementation. Il est donc
indispensable d'élaborer un arrêté
royal conférant un fondement
juridique à un tel système. Il
convient par ailleurs d'étudier la
question des investissements à
réaliser par les gestionnaires de
voirie et à mener une concertation
avec la police et le parquet.
10.03 Guido De Padt (VLD): Mijnheer de voorzitter, ik dank de
minister voor zijn antwoord.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
11 Vraag van de heer Guido De Padt aan de minister van Mobiliteit over "de verplichte nummerplaat
voor bromfietsen" (nr. 9571)
11 Question de M. Guido De Padt au ministre de la Mobilité sur "la plaque d'immatriculation
obligatoire pour les cyclomoteurs" (n° 9571)
11.01 Guido De Padt (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ook hiervoor ben ik de mosterd gaan halen in Nederland.
Sinds 1 september 2005 moeten brommers, scooters en snorfietsen
daar een eigen kenteken hebben.

Een eigen kentekenbewijs en kentekenplaat voor brom- en
snorfietsen was een lang gekoesterde wens van de Nederlandse
overheid, de politie, de verzekeraars, de fabrikanten en de verkopers
daar. Met de kentekenregistratie worden van alle Nederlandse brom-
en snorfietsen de kentekens van het voertuig en de
persoonsgegevens van de eigenaar/houder geregistreerd. Daarmee
11.01 Guido De Padt (VLD):
Depuis le 1er septembre 2005 aux
Pays-Bas, les cyclomoteurs, les
scooters et les mobylettes doivent
être munis d'une plaque
d'immatriculation spécifique. Les
plaques du véhicule et les
données personnelles de leur
titulaire sont enregistrées, ce qui
devrait être bénéfique pour la
sécurité routière, la lutte contre la
11/01/2006
CRIV 51
COM 809
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24
wil de overheid de verkeersveiligheid verhogen, de criminaliteit beter
aanpakken, de aansprakelijkheid duidelijker vaststellen en de
verzekeringsplicht beter laten handhaven. Veel Europese landen,
waaronder Duitsland, hebben ook een nationale kentekenregistratie
gehad. Ik meen mij trouwens te herinneren dat ook België dat in het
verleden heeft gehad.

Vanaf 1 september 2005 worden in Nederland nieuwe brom- en
snorfietsen alleen nog maar verkocht met kentekenbewijs en
bijbehorende kentekenplaat. 1 september was ook het startmoment
voor registratie van het bestaande park. Alle eigenaren kunnen vanaf
dat moment hun brom- en snorfiets laten schouwen bij de erkende
brom- en snorfietshandelaren, een kentekenbewijs aanvragen op het
postkantoor en een kenteken laten maken bij een erkende
kentekenplaatfabrikant. De laatste dag dat het postkantoor nog een
eerste aanvraag accepteert in Nederland, is dinsdag 31 oktober 2006.
Daarna kan een eerder gebruikte bromfiets enkel nog via een
keuringsstation een kentekenbewijs krijgen na keuring. Vanaf
1 januari 2007 is in Nederland voor alle brom- en snorfietsen een
eigen kentekenbewijs en kentekenplaat verplicht.
Ook in ons land gaan stemmen op om dit verplicht te maken. Er is
onder meer Dirk Verstuyft, rechter bij de politierechtbank in Gent, die
er in een interview voor gepleit heeft om opnieuw de kentekenplaat
voor bromfietsen in te voeren. Bromfietsen moeten in België
verzekerd zijn, maar omdat inschrijvingsplaten niet vereist zijn, is
controle op de verzekeringsplicht van de bestuurders onmogelijk.
Zoals gezegd dringt men ook vanuit de magistratuur op verplichte
registratie aan, al was het maar om het opfokken van bromfietsen
tegen te gaan.

Ik ben eens nagegaan welke voordelen een verplichte nummerplaat
zou kunnen hebben voor bromfietsen. Een eerste voordeel is dat men
de verzekeringsplicht zou kunnen controleren. Sinds 2003 controleert
het Gemeenschappelijk Motorwaarborgfonds of wagens verzekerd
zijn, enkel als het fonds de nummerplaten van de Dienst voor
Inschrijving van Voertuigen kan vergelijken met de contracten van de
verzekeraars. Omdat bromfietsen geen nummerplaat hebben, is de
vergelijking dus niet mogelijk.

Ten tweede gebeuren er dagelijks ongelukken met bromfietsen
zonder nummerplaat. Behoorlijk vaak plegen de bestuurders
vluchtmisdrijf en alleen de kleur van helm en bromfiets en een
persoonsbeschrijving maken dan de opsporing mogelijk. Met een
kenteken kunnen de daders volgens de politie beter worden
opgespoord.

Ten derde, voor de politie wordt het ook gemakkelijker om
bromfietsbestuurders te controleren op overtredingen. Een kenteken
maakt bijvoorbeeld flitsen mogelijk, wat het ook mogelijk maakt om
het opfokken van bromfietsen beter een halt toe te roepen.

Derhalve heb ik twee vragen.

Mijnheer de minister, wat is uw visie en uw standpunt over de
invoering van een verplichte registratie en een verplichte nummerplaat
voor bromfietsen? Bent u voor- of tegenstander? Op welke wijze en
met welk tijdspad zou u eventueel te werk willen gaan?
criminalité, la détermination des
responsabilités et le respect de
l'obligation de s'assurer. Je pense
que la Belgique a déjà connu,
dans le passé, un tel système
d'immatriculation.

Dans notre pays, des voix
s'élèvent pour rendre obligatoire
l'immatriculation. Les cyclomo-
teurs doivent être assurés mais les
plaques d'immatriculation n'étant
pas requises, tout contrôle s'avère
impossible. L'immatriculation
permettrait également de lutter
contre l'augmentation illégale de la
puissance des cyclomoteurs,
rendrait plus difficiles les délits de
fuite et faciliterait le contrôle des
infractions.

Que pense le ministre de l'idée de
rendre obligatoire l'immatriculation
des cyclomoteurs grâce à une
plaque minéralogique? Comment
conçoit-il les choses dans la
pratique? Combien de
cyclomoteurs seraient concernés
par une telle mesure?
CRIV 51
COM 809
11/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25
Ten tweede, hebt u een zicht op het aantal bromfietsen waarop een
dergelijke, verplichte registratie in voorkomend geval van toepassing
zou zijn?
11.02 Minister Renaat Landuyt: Mijnheer de voorzitter, waarde
collega, aangezien u zo duidelijk vraagt of ik voor- of tegenstander
ben van een verplichte nummerplaat voor bromfietsen, moet ik
duidelijk antwoorden dat ik tegenstander ben. Daardoor moet ik uw
tweede vraag niet eens beantwoorden.
11.02 Renaat Landuyt, ministre:
Je ne suis pas favorable à la
plaque d'immatriculation
obligatoire pour les cyclomoteurs.
11.03 Guido De Padt (VLD): Wellicht bestaat in de Kamer ook nog
een motiveringsplicht.
De voorzitter: De minister was aan het wachten op die vraag.
11.04 Minister Renaat Landuyt: U hebt op alle punten gelijk.

Met een nummerplaat kan veel beter worden gecontroleerd. Als we
de voetgangers ook van een nummer zouden voorzien, zouden we
nog beter kunnen controleren. Op het punt van de controle kan ik het
dus niet halen. Hoe meer er wordt geregistreerd en gecontroleerd,
hoe beter kan worden gecontroleerd. Een en ander gaat echter in
tegen mijn spontaan vrijheidsgevoel.
11.04 Renaat Landuyt, ministre:
Cela faciliterait certes les contrôles
policiers mais si nous poussions
ce raisonnement, nous doterions
également les piétons d'une
marque d'immatriculation.
De voorzitter: Als dat geen liberale reactie is.
11.05 Minister Renaat Landuyt: Ik ben dus geen vorstander van
dergelijke controle. Ik ben er zeker van dat, als we de nummerplaat
kunnen zien in plaats van de kleur van de brommer, we een stap
verder zijn in het geval van vluchtmisdrijf.

Ik durf het aantal vluchtmisdrijven onderschatten. Als de politie de
verzekering wil controleren, moet ze maar aan de eigenaar van de
brommer vragen dat hij zijn verzekeringscontract voorlegt. In de
weinige gevallen van personen die tientallen brommers bezitten, kan
dan worden gediscussieerd over de vraag of de echte brommer
effectief al dan niet verzekerd is.

De kosten wegen, wat mij betreft, niet op tegen de baten. Ik herhaal
dat ik tegenstander ben van een verplichte nummerplaat voor
bromfietsen. Ik ben voorstander van een betere en efficiëntere
registratie van onze auto's.

Laten we daarmee beginnen. Laten we zorgen dat de Car-Pass goed
functioneert, zodat we op dat vlak een goede registratie krijgen.
11.05 Renaat Landuyt, ministre:
L'idée d'un numéro d'immatri-
culation obligatoire heurte mon
sens de la liberté. Le coût est
disproportionné par rapport aux
avantages. Commençons par
mieux enregistrer et mieux
contrôler les voitures.
11.06 Guido De Padt (VLD): Mijnheer de voorzitter, ik vind de
motivering van de minister eerder zwak omdat ik vind dat men
moeilijk kan vergelijken met voetgangers. Ik denk dat de problemen
waarmee de mensen en de samenleving worden geconfronteerd door
brom- en snorfietsen, niet van dezelfde aard zijn als de problemen die
voetgangers kunnen veroorzaken. Ik maak het als burgemeester
dagelijks mee dat mijn politiemensen mij zeggen dat ze weinig of
geen mogelijkheden hebben om op een adequate manier op te treden
tegen diegenen die zich constant schuldig maken aan overtredingen
met hun bromfietsen. Men heeft, op het ogenblik dat men
vaststellingen wil doen van snelheidsovertredingen, geen enkele
mogelijkheid om dat te gaan registreren, als men die registratie dan
11.06 Guido De Padt (VLD): Les
motivations du ministre me
paraissent bien faibles. La police
prétend ne pas pouvoir intervenir
efficacement à l'encontre des
cyclomotoristes en infraction. Des
magistrats, par exemple le juge de
police Verstuyft à Gand, plaident
eux aussi en faveur d'une plaque
d'immatriculation pour les
cyclomoteurs.
11/01/2006
CRIV 51
COM 809
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
26
toch zo hoog in het vaandel voert.

Wat doen degenen die te kwader trouw zijn en als ze iets
mispeuteren? Ze tonen "dit" naar de politieagenten, mijnheer de
minister. Dat gebeurt dagelijks. Ze gaan langs kleine wegeltjes rijden
zodat de politie hen hoegenaamd niet meer kan betrappen of kan
snappen.

Ik stel vast dat er vanuit de magistratuur een bepaalde vraag is om
dat te doen, dat de verzekeringsplicht voor de bromfietsen een
bepaald probleem is en dat vele, over het algemeen jongere mensen
zich schuldig maken aan het opfokken van hun bromfiets, wat ook
heel moeilijk controleerbaar is.

Ik neem akte van uw stelling, mijnheer de minister, dat u ook geen
nummerplaat op een voetganger kan of wil kleven. Het vrijheidsgevoel
kleef ik uiteraard ook persoonlijk erg aan, maar ik wil dat toch stellen
tegenover de veiligheid en de verzekering die mensen moeten
hebben wanneer ze anderen schade toebrengen. Daar komt het toch
op neer. Vele mensen blijven in de kou staan wanneer ze aangereden
worden door bromfietsen omdat er geen mogelijkheid van herkenning
is.
11.07 Minister Renaat Landuyt: Ik ga er nog iets aan toevoegen. Ik
doe niets af aan de bestaande problemen, maar we moeten ervan
leren afstappen om de problemen die we hebben met specifieke
groepen, op te lossen door extra administratieve en andere lasten op
te leggen aan de grote groep van de bevolking.

Het vergemakkelijkt het politiewerk als men iedereen verplicht een
nummerplaat te hebben voor een bromfiets. Maar op die manier legt
men de last ook op de brave burgers. Ik behoor niet tot die politici die
voortdurend de mensen, die de regels wel naleven, zwaardere lasten
willen opleggen omdat we dan op een gemakkelijkere manier onze
politiecontroles kunnen uitvoeren. Ik wil wel investeren in efficiëntere
politiecontrole, maar dan niet ten koste van de gewone, doorsnee
burger want daarvoor is mijn vrijheidsgevoel te groot.
11.07 Renaat Landuyt, ministre:
Je ne crois pas qu'il faille résoudre
les écarts de conduite de certains
en imposant à chacun des
charges administratives supplé-
mentaires. Nous devons investir
dans un contrôle de police plus
efficace.
De voorzitter: Na deze akte van geloof in de vrijheid...

(...): (...)
11.08 Minister Renaat Landuyt: De echte socialist is eigenlijk de
echte liberaal van vroeger, maar dan met de juiste idealen. Vrijheid
voor de firma's, goed, maar geen vrijheid voor de mens die met zijn
brommertje rijdt? Pepe moet zijn brommer laten registreren omdat er
een of andere pipo iets verkeerd doet. Ik ben daar tegen.

(...): (...).
11.09 Minister Renaat Landuyt: Nog zo'n betuttelende uitspraak! U
ziet dat we via misbegrepen liberalisme vervallen in louter
katholicisme. Geef mij dan maar het socialisme!
De voorzitter: U zou dat ook DDR-socialisme kunnen noemen. Nee, ik mag hier als voorzitter niets
zeggen!

Het incident is gesloten.
CRIV 51
COM 809
11/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
27
L'incident est clos.
12 Vraag van de heer Jef Van den Bergh aan de minister van Mobiliteit over "het koninklijk besluit
over de betaling van onmiddellijke inningen met een stortingsformulier" (nr. 9616)
12 Question de M. Jef Van den Bergh au ministre de la Mobilité sur "l'arrêté royal relatif au paiement
des perceptions immédiates au moyen d'un bulletin de versement" (n° 9616)
12.01 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik heb de
vraag niet bij me.
De voorzitter: U vraagt, wij draaien. Het secretariaat van deze commissie zal daarvoor zorgen.
12.02 Jef Van den Bergh (CD&V): Dank u wel, voorzitter.

Mijnheer de minister, het is de bedoeling van de regering om de
boetezegels als betaalmiddel voor de onmiddellijke inning te
vervangen door een stortingsformulier. Deze doelstelling is evenwel
nog niet opgenomen in het koninklijk besluit van 30 september 2005
over de onmiddellijke inning. Daaromtrent moet er nog een KB
verschijnen. We hebben het hierover ook al kort gehad tijdens de
begrotingsbesprekingen.

Mijnheer de minister, ten eerste, wat is de stand van zaken in dit
dossier? Is het ontwerp van koninklijk besluit klaar? Voor wanneer
wordt de publicatie verwacht?

Een tweede, niet onbelangrijke vraag is of de betaling van de
onmiddellijke inning met overschrijving via de bank ook toepasselijk is
op buitenlandse bestuurders die niet staande gehouden kunnen
worden bij de vaststelling van de overtreding. Zo niet, waarom? Het is
een praktische modaliteit die denk ik niet onbelangrijk is omdat ik via
een schriftelijke vraag aan uw collega Onkelinx heb kunnen
vaststellen dat buitenlanders meestal nog steeds kunnen ontsnappen
aan de boetes of aan de vaststelling van overtredingen. Zij moeten die
boetes quasi nooit betalen.
12.02 Jef Van den Bergh
(CD&V): Nous avons en fait
l'intention de remplacer les
timbres-amendes pour la
perception immédiate par un
bulletin de versement. Le projet
d'arrêté royal est-il prêt? Quand
sera-t-il publié? Le paiement par
virement sera-t-il aussi
d'application pour les chauffeurs
étrangers?
12.03 Minister Renaat Landuyt: Mijnheer de voorzitter, waarde
collega, wat betreft uw eerste vraag, over de stand van zaken, de
Vlaamse regering moet nog haar standpunt mededelen, in het kader
van de betrokkenheidsprocedure. Als dat gebeurd is, op een
voldoende grondige en zakelijke wijze, kunnen wij opnieuw vooruit.
Een en ander zal tijdig in orde zijn, verzekert men mij.

Wat betreft de problematiek van de buitenlandse bestuurders, de
nieuwe betalingswijze verandert in se niets aan de bestaande situatie.
Ik dien dus te verwijzen naar het antwoord van minister Onkelinx,
waarnaar u ook reeds hebt verwezen. De problematiek van de
internationale verhoudingen wordt op de Europese raden voortdurend
aangekaart, omdat een gezamenlijk repressief en vervolgend
optreden de ultieme oplossing is voor dergelijke problemen bij
onwillige, buitenlandse bestuurders.
12.03 Renaat Landuyt, ministre:
Cet arrêté royal requiert de
connaître le point de vue du
gouvernement flamand, ce qui,
m'assure-t-on, ne devrait plus
tarder. Concernant les
conducteurs étrangers, la situation
reste inchangée. Le problème de
leur impunité doit être résolu au
niveau européen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
13 Question de M. Olivier Maingain au ministre de la Mobilité sur "la répartition linguistique des
demandes d'immatriculation des véhicules automobiles, motos et remorques, introduites par des
personnes physiques domiciliées dans une des six communes périphériques bruxelloises" (n° 9055)
11/01/2006
CRIV 51
COM 809
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
28
13 Vraag van de heer Olivier Maingain aan de minister van Mobiliteit over "de verdeling volgens taalrol
van de inschrijvingsaanvragen voor auto's, motorfietsen en aanhangwagens, ingediend door
natuurlijke personen die in één van de zes Brusselse randgemeenten gedomicilieerd zijn" (nr. 9055)
13.01 Olivier Maingain (MR): Monsieur le président, monsieur le
ministre, le 8 juin 2005, je vous interrogeais par voie de question
écrite afin de connaître la répartition linguistique pour les années 2000
à 2002 en ce qui concerne les demandes d'immatriculation des
véhicules automobiles, motos et remorques, introduites par des
personnes physiques domiciliées dans une des six communes
périphériques visées par l'article 7 des lois sur l'emploi des langues
en matière administrative.

Vous m'avez répondu que, pour le traitement des demandes
d'immatriculation, vos services ne faisaient pas de différence quant à
la langue utilisée (français, néerlandais ou allemand) et que vous ne
pouviez pas fournir de statistiques faisant une subdivision sur la base
de ce critère. Or, en réponse à une question écrite similaire du 13
avril 2004 relative aux demandes d'immatriculation introduites pour
les mêmes années de référence par les personnes physiques
domiciliées dans l'agglomération bruxelloise, votre prédécesseur
m'avait pourtant fourni des statistiques ad hoc.

Dès lors, au vu de ce précédent, il n'apparaît pas que vous puissiez
arguer de ce critère technique pour refuser de me fournir les
statistiques souhaitées.

En conséquence, pouvez-vous me préciser, monsieur le ministre,
quelles sont les justifications liées à ce refus et si ce refus n'a
vraiment pas d'autre motivation que des raisons purement
techniques?
13.01 Olivier Maingain (MR): In
antwoord op mijn vraag om me de
statistieken betreffende 2002,
2001 en 2000 inzake de verdeling
volgens taalrol van de
inschrijvingsaanvragen ingediend
door natuurlijke personen die in
één van de zes Brusselse
randgemeenten gedomicilieerd
zijn, te bezorgen, antwoordde u
me enerzijds dat geen
onderscheid wordt gemaakt op
grond van de taalrol en anderzijds
dat u me geen statistieken op
grond van dat criterium kan
bezorgen.

In antwoord op een soortgelijke
vraag bezorgde uw voorganger me
nochtans zulke gegevens. Uw
weigering op grond van technische
redenen lijkt in het licht daarvan
dan ook niet gerechtvaardigd.

Kan u me derhalve de gevraagde
statistieken bezorgen? Zoniet,
mag ik u vragen de redenen voor
uw weigering uiteen te zetten?
13.02 Renaat Landuyt, ministre: Monsieur Maingain, ce refus n'est
pas justifié par une raison technique mais par une raison pratique.
Cela n'a rien à voir avec notre travail. Les voitures n'ont pas de
langue!
13.02 Minister Renaat Landuyt:
De weigering berust niet op
technische, maar op praktische
redenen. Bij de uitvoering van
onze opdrachten gaan we er
immers van uit dat voertuigen
geen taal hebben.
13.03 Olivier Maingain (MR): Les demandeurs d'immatriculation,
eux, ont une langue! Ce ne sont pas les voitures qui s'adressent au
service d'immatriculation.
13.03 Olivier Maingain (MR): De
personen de een
inschrijvingsaanvraag indienen,
hebben echter wel een taal.
13.04 Renaat Landuyt, ministre: Il n'y a pas de différence. Tout le
monde a les mêmes droits. Mon administration a tellement de travail
qu'elle ne s'occupe que de ce dont elle doit s'occuper et pas d'autre
chose. C'est une instruction formelle de ma part.
13.04 Minister Renaat Landuyt:
Mijn administratie heeft het erg
druk en ik heb haar de formele
opdracht gegeven zich niet met
zulke aangelegenheden bezig te
houden.
13.05 Olivier Maingain (MR): J'entends bien qu'il s'agit d'une
instruction formelle de votre part, mais c'est une première!

A l'Office national des Pensions, les demandeurs de pensions
s'adressent dans l'une ou l'autre langue et on peut obtenir les
13.05 Olivier Maingain (MR):
Het gaat dus om een formele
opdracht vanwege de minister. Dat
is een première!
CRIV 51
COM 809
11/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
29
statistiques pour savoir dans quelle langue sont introduites les
demandes de pensions.

Les demandes d'immatriculation sont traitées dans l'une ou l'autre
langue, conformément à la loi sur l'emploi des langues en matière
administrative. Il n'y a aucune demande qui le soit sur la base d'un
formulaire bilingue puisque la loi sur l'emploi des langues en matière
administrative impose - et c'est vrai tant pour les citoyens
néerlandophones que francophones - l'usage de la langue du
particulier dans les rapports avec les administrations concernées.

Nous sommes donc en droit de connaître cette information
administrative. Il suffit à vos services d'appuyer sur une touche de leur
ordinateur pour nous apprendre les statistiques de la répartition des
volumes des affaires traitées. D'ailleurs, vous devez les communiquer
à la Commission permanente de contrôle linguistique quand vous
élaborez les cadres linguistiques de vos services.

Dès lors, dire à votre administration que vous refusez formellement le
relevé statistique sur base d'un critère d'appartenance linguistique du
demandeur est contraire à la loi sur l'emploi des langues en matière
administrative et à la répartition des agents sur base du volume des
affaires traitées. Vous vous mettez alors en infraction par rapport aux
lois sur l'emploi des langues en matière administrative.

Ma demande n'a d'autre but que de faire constater ce qui a été une
pratique courante chez tous les ministres précédents: connaître la
répartition linguistique. Je ne peux comprendre votre refus. Votre
refus pratique est un refus politique.
Overeenkomstig de wet op het
gebruik van de talen in
bestuurszaken, worden de
inschrijvingsaanvragen in één van
de landstalen behandeld,
aangezien diezelfde wet
voorschrijft dat in de betrekkingen
met die besturen de taal van de
particulier moet worden gebruikt.

Wij hebben het recht over die
administratieve informatie te
beschikken. U bent trouwens
verplicht die informatie aan de
Vaste Commissie voor
Taaltoezicht te bezorgen. Uw
weigering is dan ook in strijd met
de wet op het gebruik der talen in
bestuurszaken en met de
spreiding van het personeel op
grond van het volume van de
behandelde zaken. Mijn verzoek
was een courante praktijk ten tijde
van de vorige ministers en ik
beschouw uw weigering dan ook
als een politieke weigering.
13.06 Renaat Landuyt, ministre: Tout ce que je fais est de la
politique, c'est certain. Je ne suis pas ministre pour me soumettre à
des pratiques courantes.
13.06 Minister Renaat Landuyt:
Ik bedrijf inderdaad politiek en ik
ben geen minister om mij bij
courante praktijken neer te leggen.
13.07 Olivier Maingain (MR): Je reviendrai à la charge avec
d'autres initiatives. Franchement, c'est une première! Je ne connais
aucun ministre qui refuse. Pourtant, j'interroge les ministres pour
connaître les répartitions linguistiques dans des tas de domaines, ce
qui est logique puisque c'est conforme à l'emploi des langues en
matière administrative. C'est la première fois que je me heurte à un tel
refus.
13.07 Olivier Maingain (MR): Ik
kom later op dit dossier terug. Dit
is werkelijk een première! Ik
ondervraag de ministers
regelmatig in verband met de
taalopsplitsing op allerlei vlakken
en het is de eerste keer dat een
minister weigert op mijn verzoek in
te gaan.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
14 Question de M. Olivier Maingain au ministre de la Mobilité sur "les déclarations du ministre
relatives aux plaintes des riverains de l'aéroport de Bruxelles-National concernant les nuisances
sonores" (n° 9679)
14 Vraag van de heer Olivier Maingain aan de minister van Mobiliteit over "de verklaringen van de
minister over de klachten van de buurtbewoners van de luchthaven van Brussel-Nationaal inzake
geluidsoverlast" (nr. 9679)
14.01 Olivier Maingain (MR): Monsieur le ministre, cette question
porte également sur des statistiques. Nous verrons que, dans ce cas,
vous les traitez plus diligemment, comme par hasard! C'est curieux,
14.01 Olivier Maingain (MR): De
verenigingen van de omwonenden
van de luchthaven Brussel-
11/01/2006
CRIV 51
COM 809
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
30
l'esprit pratique prend une autre orientation.

Les associations de riverains de l'aéroport de Bruxelles-National ont
fermement contesté vos récentes déclarations selon lesquelles les
quelque 205.000 plaintes introduites par ceux-ci devaient être
relativisées car la plupart d'entre elles auraient un caractère
automatique. A bien lire certaines de vos déclarations, notamment
dans un quotidien de la capitale, seulement 400 adresses de courrier
électronique auraient été utilisées pour adresser ces plaintes.

Selon les associations, ces plaintes ont bel et bien un caractère
personnel et émanent de riverains perturbés dans leur tranquillité par
les nuisances sonores et qui adressent dès lors une plainte au
médiateur de l'aéroport de Bruxelles-National ainsi qu'à vos services
ou à ceux du premier ministre.

En conséquence, M. le ministre peut-il me faire savoir si une bonne
raison justifie la diligence avec laquelle sont traitées et
communiquées ces statistiques pour tenter de les relativiser?
D'ailleurs, celles-ci sont sûrement communiquées sur de fausses
bases.

Quel est le nombre précis de plaintes effectivement enregistrées
auprès du service du médiateur depuis l'application du plan de
dispersion (plan Anciaux), dans ses versions successives et ce,
commune par commune?

Quelle est la répartition linguistique des plaintes susvisées? Il serait
intéressant de connaître cette donnée.

Sur quels faits principaux portent les plaintes ainsi enregistrées?
Nationaal betwisten uw
verklaringen dat de draagwijdte
van de 25.000 ingediende klachten
relatief zou zijn vanwege hun
automatisch karakter. Voor die
klachten zouden slechts 400
elektronische adressen zijn
gebuikt.

De verenigingen bevestigen dat de
klachten aan de ombudsman van
de luchthaven, aan u en aan de
premier wel degelijk klachten van
afzonderlijke individuen zijn en dat
ze afkomstig zijn van
omwonenden die door
geluidsoverlast worden geplaagd.

Waarom minimaliseert de minister
het aantal klachten? Hoeveel zijn
het er juist en hoe is taalverdeling?
Op welke feiten hebben die
klachten vooral betrekking?
14.02 Renaat Landuyt, ministre: Monsieur le président, cher
collègue, il faut savoir que le service de médiation est un service
indépendant. J'ai constaté dans la presse qu'il y a une discussion
entre les deux médiateurs en ce qui concerne les chiffres. Je dispose
uniquement des chiffres de l'année passée qui m'ont été transmis par
M. De Baerdemaeker, qui est le collègue de M. Touwaide.

J'ai reçu un compte rendu de M. De Baerdemaeker, dont j'ai appris
l'année passée qu'il s'occupait des statistiques du service. Il a fait une
certaine analyse avec laquelle M. Touwaide n'est pas d'accord.

Les chiffres parus dans la presse viennent de M. De Baerdemaeker
mais son collègue Touwaide dit qu'il ne sait pas compter!

Je peux vous transmettre ce que j'ai reçu de M. De Baerdemaeker.
14.02 Minister Renaat Landuyt:
De ombudsdienst is onafhankelijk.
De twee ombudsmannen zijn het
niet eens over de cijfers. Ik
beschik enkel over de cijfers met
betrekking tot vorig jaar die me
werden bezorgd door de heer De
Baerdemaeker. Zijn collega
Touwaide gaat echter niet akkoord
met die cijfers. Ik kan u wel de
cijfers die ik van de heer De
Baerdemaeker kreeg, bezorgen.
14.03 Olivier Maingain (MR): Cela m'intéresse vivement, je vous en
remercie.
14.04 Renaat Landuyt, ministre: Je suppose que vous possédez les
chiffres de M. Touwaide.
14.05 Olivier Maingain (MR): Non. Je n'ai reçu aucune statistique
de sa part.
14.06 Renaat Landuyt, ministre: Il m'a expliqué l'année passée qu'il 14.06 Minister Renaat Landuyt:
CRIV 51
COM 809
11/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
31
fallait demander les chiffres à M. De Baerdemaeker, car il n'était pas
assez compétent en informatique.

Aujourd'hui, il dit dans la presse que les chiffres de M. De
Baerdemaeker ne sont pas corrects. J'ai des doutes quant à la
manière dont le service de médiation fonctionne actuellement. Il y a
vraiment un problème.
De heer Touwaide verklaart
vandaag in de pers dat de cijfers
van de heer De Baerdemaeker
niet kloppen. Ik heb mijn twijfels bij
de werking van de ombudsdienst.
Er doet zich werkelijk een
probleem voor.
14.07 Olivier Maingain (MR): Puisque vous êtes si prompt à donner
des instructions à propos de statistiques, ne pourriez-vous donner
une instruction pour demander aux deux médiateurs de se mettre
d'accord sur la méthodologie de comptabilisation? Ce serait déjà bien.
14.07 Olivier Maingain (MR):
Zou u de ombudsmannen niet de
opdracht kunnen geven het eens
te worden over de
berekeningswijze?
14.08 Renaat Landuyt, ministre: Non, car premièrement, ce service
est indépendant et deuxièmement, je ne demande pas un accord sur
les comptes. Je demande simplement les comptes corrects.

Avant de se mettre d'accord sur les chiffres, il faut pouvoir avoir des
comptes.
14.08 Minister Renaat Landuyt:
Neen, want het gaat om een
onafhankelijke dienst en wat ik wil,
zijn correcte cijfers.
14.09 Olivier Maingain (MR): Les chiffres sont toujours très
intéressants, mais le rapport du service de médiation pourrait contenir
l'exposé des données chiffrées, une méthodologie quant à leur
évaluation par commune, par nature des plaintes, etc.

Soyons clairs! Le rapport est établi unilatéralement. Or, lorsqu'un
service de médiation compte deux médiateurs, toute communication
sur des données enregistrées par le service de médiation doit, je le
suppose, faire l'objet de l'accord des deux médiateurs, sinon nous
allons vivre ce que nous avons connu pour le service fédéral des
médiateurs auprès de nos dignes assemblées. On sait ce que cela a
donné comme carnaval!

Ici, j'ose espérer que l'on pourra faire comprendre au médiateur qui
s'est si rapidement et de manière si désintéressée empressé de
communiquer des statistiques que, peut-être à l'avenir, il lui
appartiendra de travailler en bonne entente avec son collègue et de
faire en sorte de nous livrer des données complètes, détaillées,
précises et objectives. C'est tout ce que nous demandons. Nous ne
demandons pas une interprétation des données dans un sens ou
dans un autre. Les politiques s'en chargeront.
14.09 Olivier Maingain (MR): De
cijfers zijn altijd zeer interessant
maar het verslag van de
ombudsdienst zou een overzicht
van de cijfergegevens, een
methodologie over de evaluatie
ervan per gemeente, naargelang
van de aard van de klachten, enz.
kunnen omvatten.

Ik hoop dat men de ombudsman
zal kunnen doen inzien dat hij in
samenspraak met zijn collega
moet werken en ons nauwkeurige
en objectieve gegevens moet
bezorgen. Wij vragen geen
interpretatie van de cijfers.
14.10 Renaat Landuyt, ministre: Monsieur Maingain, votre demande
correspond à la mienne. J'ai sous les yeux une petite note de M. De
Baerdemaeker. Il ne s'agit pas d'un rapport mais d'une note. Les
chiffres y figurent en tant que tels. Le texte est en néerlandais. Pas de
problème? En voici une copie!
14.10 Minister Renaat Landuyt:
Uw vraag stemt overeen met de
mijne (de minister overhandigt de
heer Maingain een kopie van de
voor het jaarverslag 2005
bestemde nota `cijfermateriaal' van
de heer Raf De Baerdemaeker,
Nederlandstalig ombudsman van
de luchthaven van Brussel-
Nationaal)
.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

La réunion publique de commission est levée à 16.08 heures.
11/01/2006
CRIV 51
COM 809
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
32
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 16.08 uur.