CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 806
CRIV 51 COM 806
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DES
A
FFAIRES SOCIALES
C
OMMISSIE VOOR DE
S
OCIALE
Z
AKEN
mercredi
woensdag
11-01-2006
11-01-2006
Matin
Voormiddag
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu inté-
gral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit des
interventions ; les annexes se trouvent dans une brochure
séparée (PLEN: couverture blanche; COM: couverture
saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken; de
bijlagen zijn in een aparte brochure opgenomen
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
Plenum
COM
réunion de commission
COM
Commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 806
11/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i
SOMMAIRE
INHOUD
Questions jointes de
1
Samengevoegde vragen van
1
- Mme Greta D'hondt au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur
"l'augmentation constante des primes pour les
assurances hospitalisation" (n° 9121)
1
- mevrouw Greta D'hondt aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
steeds toenemende premies voor
hospitalisatieverzekeringen" (nr. 9121)
1
- Mme Colette Burgeon au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "la
transparence des mutuelles en matière
d'assurance complémentaire" (n° 9396)
1
- mevrouw Colette Burgeon aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
transparantie van de ziekenfondsen inzake
aanvullende verzekering" (nr. 9396)
1
Orateurs: Greta D'hondt, Colette Burgeon,
Rudy Demotte, ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique
Sprekers: Greta D'hondt, Colette Burgeon,
Rudy Demotte, minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de Mme Nathalie Muylle au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "le
remboursement du médicament Avastin"
(n° 9154)
6
Vraag van mevrouw Nathalie Muylle aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de terugbetaling van het geneesmiddel
Avastin" (nr. 9154)
6
Orateurs: Nathalie Muylle, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Nathalie Muylle, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de Mme Nathalie Muylle au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "le
remboursement de l'intervention chirurgicale
consistant à placer un 'stent' dans le gros intestin"
(n° 9210)
7
Vraag van mevrouw Nathalie Muylle aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de terugbetaling van de heelkundige
ingreep voor het plaatsen van een stent in de
dikke darm" (nr. 9210)
7
Orateurs: Nathalie Muylle, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Nathalie Muylle, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de M. Dirk Claes au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "la
réduction des cotisations ONSS pour les
travailleurs âgés" (n° 9518)
9
Vraag van de heer Dirk Claes aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de RSZ-
vermindering voor oudere werknemers" (nr. 9518)
9
Orateurs: Dirk Claes, Rudy Demotte, ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique
Sprekers: Dirk Claes, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de M. David Geerts au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "le
système du travail des étudiants" (n° 9591)
11
Vraag van de heer David Geerts aan de minister
van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "het
systeem van de studentenarbeid" (nr. 9591)
10
Orateurs: David Geerts, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: David Geerts, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de Mme Greta D'hondt au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "la
mise en oeuvre de la loi relative aux droits des
bénévoles" (n° 9645)
14
Vraag van mevrouw Greta D'hondt aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de uitvoering van de wet betreffende de
rechten van de vrijwilligers" (nr. 9645)
14
Orateurs: Greta D'hondt, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Greta D'hondt, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
CRIV 51
COM 806
11/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DES AFFAIRES
SOCIALES
COMMISSIE VOOR DE SOCIALE
ZAKEN
du
MERCREDI
11
JANVIER
2006
Matin
______
van
WOENSDAG
11
JANUARI
2006
Voormiddag
______
De vergadering wordt geopend om 10.22 uur door de heer Hans Bonte, voorzitter.
La séance est ouverte à 10.22 heures par M. Hans Bonte, président.
01 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Greta D'hondt aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de steeds
toenemende premies voor hospitalisatieverzekeringen" (nr. 9121)
- mevrouw Colette Burgeon aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
transparantie van de ziekenfondsen inzake aanvullende verzekering" (nr. 9396)
01 Questions jointes de
- Mme Greta D'hondt au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "l'augmentation
constante des primes pour les assurances hospitalisation" (n° 9121)
- Mme Colette Burgeon au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "la transparence
des mutuelles en matière d'assurance complémentaire" (n° 9396)
01.01 Greta D'hondt (CD&V): Mijnheer de minister, de vraag is al
een tijdje geleden ingediend, maar ze blijft, denk ik, even actueel. Ik
heb de vraag opgesteld naar aanleiding van publicaties uit de sector
van de hospitalisatieverzekeringen waarin wordt gesteld dat de sector
een zeer moeilijke periode doormaakt en dat de
verzekeringsmaatschappijen in die sector vorig jaar een verlies
geleden hebben van ruim 6%. Dat is een economisch gegeven, maar
het is niet de directe aanleiding van mijn vraag. Mijn vraag is wel
ingegeven door het feit dat het aangekondigde verlies en de
moeilijkheden in de sector kennelijk afgewenteld worden op de
verzekeringnemer, in casu de patiënt.
Inderdaad, de aangeslotenen bij zo'n hospitalisatieverzekering worden
in de voorbije periode regelmatig geconfronteerd met niet
onaanzienlijke premieverhogingen, die niet eenmalig zijn. De
gemiddelde premie voor collectieve verzekeringen ging vorig jaar met
10% omhoog. Men zegt dat men 6,4% verlies maakte; de premies
heeft men vorig jaar wel met gemiddeld 10% verhoogd. Men kondigt
aan dat er dit jaar zelfs bedrijven zouden zijn die voor een collectieve
verzekering van hun personeel tot een derde meer zouden moeten
betalen. Het gaat hem dan niet alleen om privé-bedrijven. Ook de
openbare besturen en vele individuele verzekerden zien zich
geconfronteerd met een fameuze stijging van de te betalen premies.
De verhoging van de premies is één zaak.
Terzelfder tijd, mijnheer de minister, stellen wij vast dat zelfs met die
hogere premies het verzekerde pakket kleiner wordt. Vroeger waren
bijvoorbeeld in zeer veel hospitalisatieverzekeringen de kosten voor
een eenpersoonskamer inbegrepen. Wij hebben vastgesteld dat men
hiervoor nu bij een aantal maatschappijen een bijkomende premie
01.01 Greta D'hondt (CD&V):
L'an passé, le secteur des
assurances hospitalisation aurait
subi 6,4% de pertes.
Manifestement, les pertes sont
répercutées sur les preneurs
d'assurance puisque la prime
moyenne des
assurances
collectives a augmenté l'an dernier
de plus de 10%. Cette année-ci,
certaines entreprises devraient
payer jusqu'à un tiers de plus pour
assurer leur personnel, mais les
pouvoirs publics et les assurés
individuels pâtiront également de
la répercussion de cette perte.
Et il faut ajouter à cela que, dans
de nombreux cas, l'offre de
services proposés par les
assureurs se réduit. Certaines
compagnies font par exemple
acquitter aux assurés des
suppléments de prime pour une
chambre individuelle. L'assurance
hospitalisation complémentaire
risque donc d'être bientôt
impayable et ceux qui devront y
renoncer risquent d'être de plus en
plus nombreux.
11/01/2006
CRIV 51
COM 806
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
bovenop de reeds verhoogde globale premie moet betalen.
Waar komt het in feite op neer? Naast de gewone verzekering voor
gezondheidszorg bestond ook al de hospitalisatieverzekering. Als
iemand nu nog de baten wil hebben die hij of zij vroeger met de
gewone hospitalisatieverzekering genoot, moet hij of zij ook nog eens
een supplementaire verzekering nemen. We zijn dus, om dezelfde
voordelen te genieten als bij aanvang, beland in een cascade van
verzekering op verzekering.
Een derde element is dat nu nog veel meer dan vroeger voor een deel
van onze bevolking de bijkomende hospitalisatieverzekering, wanneer
de premies stijgen en er nog een bijkomende verzekering moet
worden genomen om dezelfde gunsten te genieten, onbetaalbaar
dreigt te worden. De groep die moet afhaken, dreigt ook te vergroten.
Mijnheer de minister, daarom heb ik de volgende vragen.
Ten eerste, zijn de aangehaalde cijfers bij u bekend? Ik heb het dan
over de verliescijfers van de sector en over de verhoging met
gemiddeld 10% van de premievoet, terwijl een verzekerde er minder
verzekerde voordelen voor terugkrijgt.
Ten tweede, mijnheer de minister, bent u voornemens om de groei
van de premievoet van de hospitalisatieverzekering af te remmen?
Ten slotte, hoe zal u optreden? Voor Kerstmis nog werd, ook in onze
commissie, nogmaals gesproken over de ereloonsupplementen.
Welke maatregelen zult u nemen om de alsmaar toenemende kamer-
en ereloonsupplementen te beperken?
Le ministre confirme-t-il ces
chiffres? Compte-t-il prendre des
mesures pour freiner le taux de
croissance des primes? Comment
se propose-t-il de limiter les
suppléments afférents aux
honoraires et aux chambres
individuelles qui sont en
augmentation constante?
01.02 Colette Burgeon (PS): Monsieur le président, je voudrais tout
d'abord remercier Mme D'hondt qui a accepté juste avant les
vacances de reporter la question à ce jour, raison pour laquelle nous
avons environ trois semaines de retard.
Monsieur le ministre, une enquête de Test-Achats de décembre 2005
sur les assurances complémentaires auprès de 85 bureaux de
mutuelle du pays suscite quelques interrogations. Depuis les années
80, les mutuelles offrent des prestations en rapport avec le bien-être
physique, psychique et social à travers leurs assurances
complémentaires.
Les experts de cette enquête ont cependant relevé de grands écarts
de prix d'une mutuelle à l'autre. Les écarts ne se limitent pas à des
différences entre les fédérations. Il existe aussi de grands écarts au
sein d'un même groupe de mutuelles et au sein d'une même région.
Les différences de couverture des services ne suffiraient pas à
justifier les énormes différences de prix. Les informations sur le
caractère obligatoire ou non de souscrire une assurance
complémentaire sont aussi assez floues.
L'Office de contrôle des mutualités plancherait actuellement sur un
projet de révision de la loi qui viserait à rendre obligatoire la
souscription à la plupart des services offerts par l'assurance
complémentaire. N'estimez-vous pas que les grands écarts de prix, le
manque de clarté et de transparence au niveau de l'offre qui ressort
de l'enquête de l'organisation de consommateurs devraient aussi être
01.02 Colette Burgeon (PS):
Een recent onderzoek van Test-
Aankoop inzake de door de
ziekenfondsen van het land
voorgestelde bijkomende
verzekering vestigde de aandacht
op de sterk uiteenlopende prijzen
die niet evenredig zijn met de
verschillen in dienstverlening. De
Controledienst voor de
ziekenfondsen zou een ontwerp
bestuderen tot herziening van de
wet met het oog op gedeeltelijke
verplichting om een bijkomende
verzekering af te sluiten.
Bent u van plan de prijsverschillen
evenals de onduidelijkheid van het
aanbod op de agenda van de
besprekingen aangaande dit
ontwerp te plaatsen?
CRIV 51
COM 806
11/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
mis à l'ordre du jour des discussions sur ce projet?
01.03 Minister Rudy Demotte: Mijnheer de voorzitter, wat de vraag
van mevrouw D'hondt betreft, heb ik reeds meerdere keren mogen
zeggen dat de problematiek van de vaststelling van premies voor
hospitalisatieverzekeringen niet onder mijn bevoegdheden valt, maar
onder die van de minister van Economische Zaken. Ik ben er
eveneens van overtuigd dat het bestaan van
hospitalisatieverzekeringscontracten die zo goed als alle kosten
dekken, ook inzake comfort, in grote mate bijdragen tot de explosie
van de supplementen ten laste van de patiënt. Men kan de vraag
opwerpen of de verzekeringsmaatschappijen zelf geen problemen
hebben gecreëerd voor het rentabiliteitsbehoud van hun producten.
De vaststelling dat de hospitalisatiekosten ten laste van de patiënt
aanzienlijk toenemen, krijgt uiteraard wel mijn aandacht. Zowel in het
verleden als in de toekomst doe ik er alles aan om in het kader van de
verplichte verzekering een halt toe te roepen aan het fenomeen.
Naast de vermindering van de onderfinanciering van de ziekenhuizen
denk ik in het bijzonder aan een betere bescherming van de patiënt
tegen honoraria en kamersupplementen. In de door het Parlement
goedgekeurde programmawet is een bepaling terzake opgenomen.
Die bepaling geeft de Koning de mogelijkheid de categorieën van
patiënten vast te stellen die geen enkel kamersupplement moeten
betalen voor hun verblijf in een tweepersoonskamer, ook niet voor
een dagopname.
Een KB wordt voorbereid en moet zijn effect hebben vanaf 1 juli 2006.
01.03 Rudy Demotte, ministre:
J'ai dit à plusieurs reprises déjà
que le ministre de l'Économie est
compétent pour fixer les primes
d'assurances hospitalisation. Ce
sont précisément les contrats
d'assurances qui couvrent
pratiquement tous les coûts y
compris au niveau du confort qui
ont fait exploser les suppléments.
On peut se demander si les
compagnies d'assurance n'ont pas
créé elles-mêmes les problèmes
de rentabilité.
Je suis attentif à l'augmentation
importante des frais
d'hospitalisation à charge des
patients. Je mets tout en oeuvre
pour enrayer ce phénomène dans
le cadre de l'assurance obligatoire.
Le problème pose la question du
sous-financement des hôpitaux et
celui d'une meilleure protection
des patients contre les
suppléments d'honoraires et de
chambre. La loi-programme
permet au Roi de déterminer les
catégories de patients qui ne
doivent payer aucun supplément
de chambre pour un séjour en
chambre double, même en cas
d'hospitalisation de jour. Un arrêté
royal en la matière devrait entrer
en vigueur le 1
er
juillet 2006.
En ce qui concerne votre question, madame Burgeon, l'Office de
contrôle des mutualités et des unions nationales des mutualités m'a
informé - à l'occasion de la parution de certains articles de presse à
ce sujet - de l'existence d'un document de travail contenant
différentes propositions de modification de la loi du 6 août 1990
relative aux mutualités et unions nationales de mutualités. Il contient,
entre autres, une proposition qui figurerait dans un avis émis au sein
du collège intermutualiste national et transmis à l'Office de contrôle,
visant à distinguer trois types de services de l'assurance libre et
complémentaire, parmi lesquels ceux qu'une mutuelle doit organiser
au minimum et auxquels sont obligatoirement affiliés tous ses
membres.
Etant donné qu'il s'agit encore d'un document de travail et qu'aucun
dossier n'a été transmis jusqu'à présent à ce propos, j'ai - comme
vous - pris connaissance de l'enquête menée par Test-Achats, qui
portait sur l'assurance complémentaire proposée par les mutualités.
En ce qui concerne les informations fournies au public par les
mutualités, je compte demander dans les prochains jours à l'Office de
contrôle de réfléchir avec les acteurs du secteur mutualiste à la
De Controledienst voor de
ziekenfondsen heeft me laten
weten dat er een werkdocument
bestaat met voorstellen tot
wijziging van de wet van 6
augustus 1990. Tot nu toe werd
me in dat verband nog geen
dossier bezorgd.
Wat de informatie aan de leden
betreft, zal ik de Controledienst
binnen afzienbare tijd vragen met
de actoren van de sector over dit
probleem na te denken en
daarvan een verslag op te stellen.
Ook zou het nuttig zijn de
verzekeringsinstellingen te vragen
waaraan de slechte
informatieverstrekking door de
loketbedienden, waar Test-
11/01/2006
CRIV 51
COM 806
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
manière grâce à laquelle la transmission d'informations peut être
améliorée et d'en préparer un compte rendu.
Il pourrait également être envisagé que chaque agence d'une
mutualité accessible au public mette à sa disposition une brochure ou
un dépliant librement consultable sur place, qui préciserait clairement
quels avantages sont offerts par les mutualités. Pour de plus amples
informations sur ces conditions dans lesquelles les avantages sont
octroyés, le public pourrait être renvoyé aux statuts, qui devraient
alors être consultables sur place, et qui pourraient également être
repris sur internet.
En outre, il me semble utile de demander aux organismes assureurs
comment peut s'expliquer la mauvaise transmission d'informations
par les guichetiers, mentionnée par Test-Achats, et de s'informer des
moyens permettant d'y remédier.
Il va de soi que, s'il ressort de la réflexion précitée qu'il convient de
modifier la loi du 6 août 1990, je proposerai des modifications légales,
même indépendamment de l'évolution des discussions relatives aux
pistes de réflexion contenues dans le document de travail dont j'ai
parlé tout à l'heure.
Enfin, je peux vous communiquer que les différences entre les
cotisations des mutualités pour les services d'assurance libre et
complémentaire s'expliquent en premier lieu par la nature des
services proposés et l'importance des interventions.
Toutefois, d'autres facteurs interviennent dans la fixation du montant
de ces cotisations. Ainsi il convient, par exemple, de tenir compte du
fait que, dans le cadre d'un plan de redressement imposé par l'Office
de contrôle des mutualités, certaines d'entre elles doivent prendre des
mesures pour apurer les mali cumulés du passé ou pour constituer
des fonds de réserve nécessaires.
Le profil des risques effectifs dans leur ensemble, qui varie d'une
mutualité à l'autre, détermine également le montant des cotisations.
Par ailleurs, le fonctionnement administratif de la mutualité peut
également jouer un rôle. Je pense notamment à une mutualité qui,
proportionnellement, dispose de plus d'agences locales que d'autres.
Aankoop op wees, te wijten is en
hoe een en ander kan worden
verholpen.
Hoe dan ook moet de wet van 6
augustus 1990 worden gewijzigd.
Ik zal dus, ook los van het
resultaat van de besprekingen op
grond van het werkdocument,
voorstellen tot wijziging van die
wet formuleren.
Ten slotte vallen de prijsverschillen
tussen de bijdragen voor de vrije
en de aanvullende verzekering te
verklaren door de aard van de
voorgestelde diensten en de
omvang van de
tegemoetkomingen.
Bij de bepaling van de bijdragen
moet evenwel met nog andere
factoren rekening worden
gehouden, zoals de toepassing
van maatregelen betreffende de
aanleg van reservefondsen, de
effectieve risicoprofielen en de
administratieve werking van de
ziekenfondsen.
01.04 Greta D'hondt (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik weet dat verzekeringen niet onder uw bevoegdheid vallen
maar onder die van minister Verwilghen. Punt is dat het gaat over een
beleid van een regering waar alle ministers voor hun vakgebied aan
moeten meewerken.
Straks kom ik tot het statuut van de vrijwilliger. Eerlijk gezegd, het
talmen en doorschuiven van verantwoordelijkheden werkt me op de
heupen.
Mijnheer de minister, ik heb deze vraag aan u gericht omdat ze
betrekking heeft op het gezondheidsbeleid dat in dit land wordt
gevoerd en de toegang tot kwalitatieve gezondheidszorg voor
iedereen op een gelijke manier.
De feiten zijn wat ze zijn. Ik ben hierover nooit enthousiast geweest
01.04 Greta D'hondt (CD&V): Je
sais que les assurances ne
ressortissent pas à la compétence
du ministre, mais il s'agit d'une
politique gouvernementale qui
implique la collaboration de
plusieurs ministres et concerne
l'accès égal pour tous à des soins
de santé de qualité. On en est
arrivé dans notre pays à une
situation de fait dans laquelle on
nous oblige quasiment à souscrire
une assurance hospitalisation afin
de pouvoir payer les frais
d'hôpitaux. Il faut rester attentif à
cette situation, car les soins de
CRIV 51
COM 806
11/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
maar we zijn in een situatie beland waarbij de modale landgenoot
quasi verplicht is over een hospitalisatieverzekering te beschikken om
een opname in een ziekenhuis betaalbaar te houden. Een van de
eerste vragen bij een ziekenhuisopname is of men over een
hospitalisatieverzekering beschikt. Dit is gewoon geworden. We
worden allemaal met deze problematiek geconfronteerd.
Eens men de gezondheidszorg "vermarkt" wordt men geconfronteerd
met premies. Op die manier heeft de overheid geen vat meer op een
basisgoed dat gezondheidszorg toch is. De premies stijgen. Voor een
stijgende premie ontvangt men minder service. Als we willen
vasthouden aan gezondheidszorg die voor iedereen toegankelijk is en
gelijke kwaliteit willen bieden moeten we los van het
vrijemarktprincipe - dit segment in het oog houden, mijnheer de
minister. Dit is een ander soort verzekering dan een reisverzekering.
Gezondheidszorg is een basisgoed.
Als men dan precies die zaken eruit haalt waarvoor mensen een
hospitalisatieverzekering afsluiten, namelijk een beetje comfort, dan
rijzen daar toch een aantal vragen bij.
Ten derde, enkele weken geleden hebben we in deze commissie naar
aanleiding van de programmawet of de begroting ik weet het niet
meer precies vernomen dat er een KB in de maak is in verband met
de kamersupplementen en dergelijke. Ik wil er de aandacht op
vestigen dat het, naast de kamersupplementen, vooral de
ereloonsupplementen zijn die doorwegen. Over kamersupplementen
heb ik steeds het volgende gezegd: wie in een 5 sterrenhotel wil
slapen, weet dat hij meer zal moeten betalen dan in een
jeugdherberg. Dat vind ik minder erg. Dat men voor de keuze van de
kamer echter ook nog eens ereloonsupplementen betaalt, is een
andere zaak. Ik weet dat het te maken heeft met de financiering van
onze ziekenhuizen, maar ik denk dat we niet achteraan maar net
vooraan moeten beginnen: bij de financiering van de ziekenhuizen.
Mijnheer de minister, ik stel deze vraag aan u, want een antwoord van
de minister van Economie Marc Verwilghen zou me geen voldoening
schenken: ik weet dat we dan in een processie van Echternach zitten.
Mijnheer de minister, ik wil u vragen om dit te bekijken. Dit is immers
een liberalisering van een deel van de gezondheidszorg, waarbij we
de middengroep en de laagste inkomens aan het uitsluiten zijn van
iets dat geen luxe meer is, maar niet meer weg te denken is in ons
systeem van gezondheidszorg. Over luxe kan men nog zeggen dat
men er veel voor moet betalen en dat het niet erg is dat een deel daar
niet van kan genieten. Dit gaat echter over een opname in een
ziekenhuis, zonder dat daar luxe aan verbonden is.
Ik denk dus, mijnheer de minister, dat we het ons niet kunnen
veroorloven om er geen werk van te maken. In de loop van de
volgende weken wil ik er dus nogmaals op terugkomen. Ik hoop dat u
er in de Ministerraad de aandacht voor wil vragen, want dit is een
fenomeen dat een groot deel van onze bevolking zuur zal opbreken.
Men geeft immers meer uit dan de maximumfactuur voor de mensen
kan opbrengen: het kost nu meer dan de besparing door de
maximumfactuur. Ik zal er dus zeker nog op terugkomen.
santé constituent un bien de base.
Un arrêté royal sur les
suppléments de chambre est en
préparation mais le ministre doit
savoir que ce sont surtout les
suppléments d'honoraires qui
grèvent les budgets. C'est
pourquoi je demande avec
insistance que le financement des
hôpitaux fasse l'objet d'un
examen. En libéralisant les soins
de santé, on exclut les revenus les
moins élevés. Je demande au
ministre d'évoquer ce problème au
conseil des ministres. Ces
mesures coûteront plus cher aux
patients que ce que le maximum à
facturer leur permet d'économiser.
01.05 Colette Burgeon (PS): Monsieur le ministre, le problème se
pose en termes de concurrence entre les différentes sociétés de
01.05 Colette Burgeon (PS): Het
is vooral een probleem van
11/01/2006
CRIV 51
COM 806
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
mutuelle.
En tout cas, je vous remercie pour le travail que vous effectuez en
cette matière et j'espère que vous nous tiendrez au courant du suivi.
concurrentie tussen de
verschillende ziekenfondsen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Vraag van mevrouw Nathalie Muylle aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over
"de terugbetaling van het geneesmiddel Avastin" (nr. 9154)
02 Question de Mme Nathalie Muylle au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "le
remboursement du médicament Avastin" (n° 9154)
02.01 Nathalie Muylle (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ruim een jaar geleden bleek uit een groot onderzoek dat als
men voor de behandeling van onder andere dikkedarmkanker, maar
ook van andere kankers, bijvoorbeeld eierstokkanker, het
bestanddeel bevacizumab toevoegt in bepaalde cocktails die kanker
moeten bestrijden, dit bestanddeel een aanzienlijke kans op
overleving en genezing met zich meebrengt.
In de Verenigde Staten heeft de firma Roche daarop onmiddellijk
gereageerd en het geneesmiddel Avastin, dat het bestanddeel
bevacizumab bevat, op de markt gebracht. Het werd beschikbaar
gesteld en wordt vandaag in de Verenigde Staten gebruikt. In Europa
is de registratie van dit geneesmiddel wat later gekomen, maar
ondertussen is dit ook gebeurd. Een aantal Europese landen,
waaronder Nederland, werken vandaag ermee, met heel veel succes.
In België is dit vandaag nog niet het geval. Het gaat hier over een
medicament dat zeer duur is en vandaag nog niet wordt terugbetaald.
Waarom richt ik mij tot u? Ik ben afkomstig van Roeselare, waar er
een ziekenhuis is met een zeer belangrijke afdeling Oncologie. Daar
geven artsen vandaag aan hun patiënten mee, wanneer zij hen
behandelen voor dikkedarmkanker, dat zij vandaag niet alle
mogelijkheden kunnen uitputten om hun patiënten te helpen. Zij
spreken de patiënten over het bestaan van dit middel. Zij spreken ook
over de kostprijs en zeggen dat zij het vandaag niet kunnen
gebruiken. Het resultaat is dat artsen, maar vooral patiënten zeker
in het geval van darmkanker gaat het toch over patiënten die heel wat
problemen hebben en vaak terminaal zijn vandaag te horen krijgen
dat de artsen vandaag niet in staat zijn om alle middelen te gebruiken
die zij graag zouden willen gebruiken.
Ik zou graag vernemen wat de stand van zaken is in verband met de
eventuele terugbetaling van dit middel. Ik veronderstel dat er vandaag
daarover een dossier loopt.
02.01 Nathalie Muylle (CD&V):
L'adjonction de bevacizumab à
certains cocktails pour lutter contre
le cancer du gros intestin
notamment s'avère augmenter
considérablement les chances de
survie et de guérison. Aux Etats-
Unis et aux Pays-Bas entre autres,
ce composant est utilisé avec
succès dans le médicament
Avastin.
Ce médicament onéreux n'est pas
encore remboursé en Belgique et
nos médecins ne peuvent dès lors
pas recourir à tous les
médicaments disponibles.
Qu'en est-il du remboursement
éventuel de ce médicament?
02.02 Minister Rudy Demotte: Mijnheer de voorzitter, betreffende de
aanzienlijke kans op genezing moet worden opgemerkt dat Avastin
geregistreerd is voor de behandeling van colorectale kanker die
gemetastaseerd is. In een dergelijk stadium van de ziekte kan men
niet meer spreken van genezing maar wel van een eventuele
verlenging van de overleving. Wanneer Avastin aan de bestaande
therapie, irinotecan plus 5-fluorouracil plus leucovorin, wordt
toegevoegd, dan wordt de overleving met mediaan vijf maanden
verlengd in vergelijking met bovengenoemde bestaande therapie. Dat
is inderdaad aanzienlijk maar Avastin kan ook ernstige, soms fatale
02.02 Rudy Demotte, ministre:
Le médicament Avastin est utilisé
à un stade de la maladie où il n'est
plus question de guérison mais de
prolongation éventuelle de la
survie. Celle-ci est prolongée de
cinq mois en moyenne lorsque
l'Avastin est adjoint au cocktail
thérapeutique. La prolongation est
considérable mais l'Avastin peut
CRIV 51
COM 806
11/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
bijwerkingen veroorzaken.
De kosten van Avastin alleen bedragen gemiddeld 26.300 euro per
behandeling per patiënt. De kosteneffectiviteit dient nog verder
onderzocht te worden. De opname op de lijst van vergoedbare
farmaceutische specialiteiten kan slechts overwogen worden indien
de aanvrager, dus het farmaceutisch bedrijf, daartoe een aanvraag tot
opname indient bij de commissie Tegemoetkoming Geneesmiddelen.
Op 25 februari 2005 heeft Roche een aanvraagdossier tot opname in
de vergoedbaarheid ingediend voor Avastin bij voornoemde
commissie. De procedure werd op 12 juli 2005 geschorst op verzoek
van het bedrijf. Van zodra het bedrijf de schorsing opheft, zal de
procedure voortgezet worden.
avoir des effets secondaires
graves et parfois même fatals.
Son coût est de 26.300 euros en
moyenne par traitement et par
patient. L'efficience du coût doit
encore être examinée plus en
détail. L'inscription sur la liste des
médicaments remboursables ne
peut être envisagée que si
l'entreprise pharmaceutique
dépose une demande auprès de la
Commission de remboursement
des médicaments. La société
Roche a déposé une telle
demande le 25 février 2005. À la
requête de cette société elle-
même, la procédure de demande
a été suspendue le 12 juillet 2005.
Lorsque la procédure aura repris,
la commission pourra réexaminer
la demande.
02.03 Nathalie Muylle (CD&V): Dank u voor uw antwoord, mijnheer
de minister.
Ik heb al wat artsen gesproken. Het klopt dat het meestal wordt
gebruikt bij de verlenging of toch in een terminale fase, alhoewel niet
alle artsen het daarover eens zijn. Het kan ook heel positief worden
ingezet bij de behandeling van bijvoorbeeld eierstokkanker en dat is
dan vaak niet in een terminale fase. Ik verneem nu zelfs dat Roche de
aanvraag heeft ingetrokken. Ik zal dat dan ook in die zin doorgeven
aan de dienst Oncologie van het ziekenhuis waar ik kom.
02.03 Nathalie Muylle (CD&V):
J'ai constaté que les médecins ne
sont pas toujours d'accord entre
eux sur la phase de la maladie qui
permet l'administration du
médicament. Il m'est revenu que
l'Avastin est utilisé chez des
patients qui ne sont pas en phase
terminale.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van mevrouw Nathalie Muylle aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over
"de terugbetaling van de heelkundige ingreep voor het plaatsen van een stent in de dikke darm"
(nr. 9210)
03 Question de Mme Nathalie Muylle au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "le
remboursement de l'intervention chirurgicale consistant à placer un 'stent' dans le gros intestin"
(n° 9210)
03.01 Nathalie Muylle (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, deze vraag ligt ook in het verlengde van het bezoek dat ik
heb gehad, en de vragen van artsen van de dienst Oncologie.
Op 23 september is er een KB verschenen dat voorziet in de
terugbetaling van heel wat medische toepassingen van de stent,
terwijl dat vroeger niet het geval was. Hier gaat het heel specifiek over
het plaatsen van een stent in de dikke darm.
Mijnheer de minister, ik wil vertrekken vanuit het specifieke geval dat
ik heb gehad, maar mijn vraag is heel algemeen. Dat is ook de reden
waarom ik ze mondeling aan u stel. Er is een persoon bij me geweest
die getroffen was door dikkedarmkanker. De plaatsing van een stent
was zeer dringend. De diagnose werd eind oktober gesteld. Het KB
03.01 Nathalie Muylle (CD&V):
L'arrêté royal régissant le
remboursement de l'intervention
chirurgicale consistant à poser un
"stent" dans le gros intestin a été
publié le 23 septembre 2005. Son
entrée en vigueur a été fixée au 1
er
novembre 2005. Les patients
ayant dû subir une intervention de
ce type entre la publication de
l'arrêté royal et l'entrée en vigueur
du remboursement sont donc
laissés pour compte. Or, pour
raisons médicales, pareille
11/01/2006
CRIV 51
COM 806
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
bepaalt dat de terugbetaling pas kan gebeuren vanaf 1 november
2005. De artsen hebben op dat ogenblik beslist dat het niet opportuun
was om te wachten, ondanks de terugbetaling vanaf 1 november, en
zij hebben op 26 oktober de stent geplaatst bij die patiënt.
Op 26 oktober was het KB nog niet van kracht, wat betekent dat de
betrokkene die behandeling zelf moet betalen. Via het Bijzonder
Solidariteitsfonds kan men wel een dossier indienen, maar u weet ook
dat er terzake geen garantie bestaat. Ook de ziekenfondsen zeggen
dat de kans groot is dat het Bijzonder Solidariteitsfonds de
behandeling zal terugbetalen, aangezien het KB de terugbetaling
ondertussen heeft geregeld. De afhandeling van het dossier zal echter
6 maanden tot 1 jaar duren. Die mensen hebben heel wat problemen.
De persoon in kwestie zit ook in een terminale fase. De afwikkeling
van de administratieve rompslomp kan in zekere zin een oplossing
bieden.
Ik ben ook in contact gekomen met de artsen en zij zeiden mij dat het
KB op 17 september werd ondertekend en op 23 september werd
gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. Het KB trad echter pas in
werking vanaf 1 november.
Ik ben eens gaan kijken naar alle KB's inzake de terugbetaling van
bepaalde zaken in het RIZIV. Meestal werken die KB's met
terugwerkende kracht of treden ze in werking bij publicatie in het
Belgisch Staatsblad. Ook de ziekenfondsen en de artsen zeggen mij
dat dit drama's zijn. Het gaat dus niet om een alleenstaand geval.
Hier gaat het om een toepassing die zeer veel wordt gebruikt. De
patiënt weet dat er een beslissing is genomen. Men weet dat dit in het
Staatsblad is verschenen in september. Men voorziet pas in
terugbetaling vanaf november. De patiënten komen dan gedurende 2
tot 3 maanden niet in aanmerking voor een terugbetaling via het
solidariteitsfonds en dat in een periode waarin er reeds heel wat
problemen voor patiënten zijn. Het gaat immers vaak over zwaar
zieke patiënten. Zij worden dan nog eens met bijkomende
administratieve rompslomp geconfronteerd.
Mijnheer de minister, ziet u hiervoor oplossingen? Ik wil u vragen om
hieraan in de toekomst zorg te besteden. Zowel mutualiteiten als
artsen zeggen dat er heel veel dossiers zijn waarin er problemen zijn
tussen het moment van publicatie en de daadwerkelijke
inwerkingtreding. Dat zorgt voor problemen en ontgoocheling bij
patiënten. Ik had graag van u vernomen of u in de toekomst
oplossingen zou willen zoeken voor deze problematiek.
intervention ne peut généralement
pas être reportée ultérieurement à
l'entrée en vigueur du
remboursement.
Les patients concernés peuvent
toujours introduire une demande
de remboursement auprès du
Fonds spécial de solidarité de
l'INAMI. Ce document est
particulièrement détaillé, la
procédure est assez complexe et
la décision se fait parfois attendre
très longtemps.
Pourquoi les opérations de
patients dont la vie est en danger
ne peuvent-elles être remboursées
immédiatement à partir de la date
de publication de l'arrêté royal? Le
ministre a-t-il une solution à
proposer aux patients opérés
entre la date de publication de
l'arrêté royal instaurant le
remboursement et la date de son
entrée en vigueur?
03.02 Minister Rudy Demotte: Mijnheer de voorzitter, ten eerste, de
terugbetaling van stents die bij dergelijke ingrepen gebruikt worden,
gebeurt inderdaad sinds 1 november 2005. Zoals u al gezegd hebt,
werd dat vastgelegd in het KB van 17 september, gepubliceerd in het
Staatsblad van 23 september.
Ten tweede, de startdatum van de terugbetaling werd bepaald u
weet dat wij met veel budgettaire moeilijkheden moeten afrekenen
volgens de budgettaire mogelijkheden van de ziekteverzekering.
Ten derde, vragen voor terugbetalingen via het Bijzonder
Solidariteitsfonds van het RIZIV dienen via het ziekenfonds van de
03.02 Rudy Demotte, ministre:
L'arrêté royal est paru au Moniteur
Belge le 23 septembre 2005. Son
entrée en vigueur a été fixée au 1
er
novembre 2005. La date d'entrée
en vigueur d'un arrêté royal
portant sur un remboursement est
établie en tenant compte de la
marge de manoeuvre budgétaire
disponible au niveau de
l'assurance maladie. Je suppose
que Mme Muylle n'est pas sans
CRIV 51
COM 806
11/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
verzekerde te gebeuren. Het ziekenfonds beoordeelt of aan de criteria
voor terugbetaling via het fonds voldaan is en stuurt het dossier door
naar het RIZIV. Dat mag maximaal dertig dagen in beslag nemen. Het
college in het RIZIV dat over de aanvraag oordeelt, vergadert
wekelijks. Het RIZIV heeft de snelle afhandeling van dergelijke
dossiers opgenomen in het beheerscontract.
Ten vierde, indien gunstig moet het ziekenfonds binnen de veertien
dagen de tegemoetkoming aan de betrokkene betalen.
Ten slotte, voor meer details is er op de website van het RIZIV een
informatiebrochure in verband met de rol en de werking van het
Bijzonder Solidariteitsfonds beschikbaar.
savoir qu'actuellement, les
moyens sont assez limités.
Le patient doit introduire une
demande de remboursement au
Fonds spécial de solidarité de
l'INAMI par l'intermédiaire de sa
mutualité qui doit se prononcer sur
la recevabilité du dossier. Le
dossier doit ensuite être transmis
dans les trente jours à l'INAMI. Le
collège chargé de l'examen de ces
demandes se réunit chaque
semaine. S'il émet un avis
favorable, la mutualité doit régler
le remboursement dans les quinze
jours. Cette procédure est décrite
en détails sur le site internet de
l'INAMI.
03.03 Nathalie Muylle (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, wat het Bijzonder Solidariteitsfonds betreft, zijn de mensen
daarvan op de hoogte en zullen zij de procedure volgen. Ik heb mijn
boodschap duidelijk willen maken: er zijn telkens problemen tussen
het moment van publicatie en het moment van effectieve intreding. U
zegt dat dit te maken heeft met budgettaire mogelijkheden, maar de
patiënten in dergelijk geval hebben daar geen boodschap aan. Ik zal
met mijn fractie nagaan of wij initiatieven kunnen nemen om dat
probleem op te lossen.
03.03 Nathalie Muylle (CD&V):
Je suppose que les intéressés
connaissent également la
procédure à suivre auprès du
Fonds spécial de solidarité. Ma
question visait plutôt à attirer
l'attention du ministre sur la
situation des patients concernés
par le problème entre la
publication d'un arrêté royal et sa
date d'entrée en vigueur.
J'envisage de prendre une
initiative législative en la matière.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Vraag nr. 9320 van mevrouw Lahaye-Battheu wordt op haar verzoek omgezet in een
schriftelijke vraag.
04 Vraag van de heer Dirk Claes aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de RSZ-
vermindering voor oudere werknemers" (nr. 9518)
04 Question de M. Dirk Claes au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "la
réduction des cotisations ONSS pour les travailleurs âgés" (n° 9518)
04.01 Dirk Claes (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, de federale regering wil via het Generatiepact een verlaging
van de werkgeversbijdrage zowel voor jongere als oudere
werknemers. Voor oudere werknemers zal dat progressief gebeuren
naar gelang van de leeftijd.
Mijnheer de minister, ik had dan ook graag van u vernomen of de
maatregel ook zal gelden voor de openbare sector en minstens voor
de sectoren in de lokale besturen die dezelfde activiteiten als de
particuliere sector ontwikkelen. In de openbare social-profitsector,
denken wij maar aan rusthuizen, dienst- en gezinszorg, kinderopvang,
ziekenhuizen enzovoort, worden heel wat activiteiten ontplooid die
gelijklopend zijn met die in de particuliere sector.
04.01 Dirk Claes (CD&V): Le
Pacte de solidarité entre les
générations prévoit notamment
une baisse des cotisations
patronales sur le travail des jeunes
et des aînés. Pour cette dernière
catégorie, cette diminution se fera
progressivement par tranches
d'âge.
Cette mesure s'appliquera-t-elle
également au secteur public et
plus spécifiquement aux services
11/01/2006
CRIV 51
COM 806
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
Mijnheer de minister, wat is uw motivatie om een dergelijke beslissing
al dan niet te nemen?
Bent u zich bewust van het gegeven dat wanneer de openbare sector
niet van die kortingen gebruik kan maken, hij een enorm
concurrentienadeel zal ondervinden?
qui déploient les mêmes activités
que dans le secteur privé? Je
pense surtout au secteur public
non marchand, notamment aux
hôpitaux, crèches, garderies,
maisons de repos et services
d'aide familiale. Si tel n'était pas le
cas, le gouvernement imposerait
au secteur public un handicap
concurrentiel majeur qui pourrait
avoir des répercussions sur
l'emploi.
04.02 Minister Rudy Demotte: Mijnheer de voorzitter, mijnheer Claes,
inzake de vermindering voor oudere werknemers kan ik u meedelen
dat in de huidige stand van het dossier de regering niet in de wijziging
van het toepassingsgebied van de maatregelen heeft voorzien ten
opzichte van de thans geldende bijdragevermindering voor dezelfde
doelgroep. In de huidige stand van het dossier betekent dit dat de
bijkomende bijdragevermindering voor oudere werknemers alleen
wordt toegekend in het voordeel van de private profitsector.
De bijkomende maatregel treedt pas op 1 april 2007 in werking.
Ondertussen zal de raming van de kostprijs worden verfijnd en zal er
een uiteindelijke beslissing terzake worden genomen.
04.02 Rudy Demotte, ministre:
Le gouvernement n'a pas
l'intention de modifier le champ
d'application des mesures du
Contrat de solidarité entre les
générations. Par conséquent, la
réduction des cotisations pour les
travailleurs âgés ne vaut que pour
le secteur marchand privé. La
mesure ne prendra cours qu'au 1
er
avril 2007. Entre-temps,
l'estimation de son coût pourra
être analysée plus avant et affinée.
04.03 Dirk Claes (CD&V): Mijnheer de minister, het is ook belangrijk
te weten of dit tijdens het overleg met de vakbonden over het
Generatiepact aan bod is gekomen en of dit ook is besproken met
vertegenwoordigers van de gemeenten. Het is pijnlijk om vast te
stellen dat dit alleen zal gelden voor de private sector en niet voor de
openbare sector. Ik denk dat daar nog heel wat tewerkstellingskansen
liggen als men die regels daar ook zou toepassen. Het zou de
werkgelegenheid in de openbare sector, de gemeenten, de OCMW's,
de openbare ziekenhuizen, ook ten goede komen.
04.03 Dirk Claes (CD&V): Ce
point a-t-il été abordé lors des
négociations avec les syndicats?
Des représentants des pouvoirs
locaux ont-ils aussi été entendus?
Si la mesure s'applique seulement
au secteur privé, elle entraînera un
important et injuste handicap
concurrentiel, qui se répercutera
sur l'emploi.
04.04 Minister Rudy Demotte: Mijnheer Claes, u weet dat het
Generatiepact alleen de privé-sector betrof, dus zij waren niet
aanwezig.
04.04 Rudy Demotte, ministre:
Les négociations ont
exclusivement porté sur le secteur
privé.
04.05 Dirk Claes (CD&V): Dit concurrentienadeel tussen de
openbare en de private diensten is toch niet te onderschatten.
Misschien moet u met uw diensten toch eens bekijken om daaraan in
de toekomst ook iets te doen. Ik denk dat het een goede
werkgelegenheidsmaatregel zou zijn.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Vraag nr. 9560 van mevrouw Turtelboom wordt op haar verzoek omgezet in een schriftelijke
vraag. Mevrouw Vautmans heeft zich verontschuldigd.
05 Vraag van de heer David Geerts aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "het
systeem van de studentenarbeid" (nr. 9591)
05 Question de M. David Geerts au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "le
CRIV 51
COM 806
11/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
05.01 David Geerts (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, collega's, ik stel deze vragen inzake studentenarbeid omdat,
mijns inziens, een aantal verduidelijkingen dienen gegeven te worden.
Met ingang van 1 juli 2005 werd het systeem van studentenarbeid
versoepeld en uitgebreid zowel inzake sociale zekerheid als inzake de
fiscaliteit. Het KB van 10 november 2005 staat studenten toe vanaf
het derde kwartaal van 2005 46 dagen per jaar te werken in plaats
van 23. Gedurende deze periode zijn ze niet onderworpen aan de
normale sociale zekerheidsbijdragen maar aan een speciale
solidariteitsbijdrage. De periode van 46 dagen dient opgesplitst te
worden in twee tewerkstellingsperiodes, 23 dagen in het derde
kwartaal en 23 dagen gedurende de andere kwartalen. Er worden
twee verschillende percentages voor de solidariteitsbijdrage
vastgelegd. Het percentage voor het derde kwartaal bedraagt 7,5%
waarvan 5% ten laste van de werkgever en 2,5% voor de
werknemer/student. Voor de andere kwartalen geldt een percentage
van 12,5%, uitgesplitst in respectievelijk 8 en 4,5%.
Het KB van 10 november 2005 bevat eveneens bepalingen met
betrekking tot de gevolgen van de overschrijding van het maximum
aantal toegestane arbeidsdagen. Er werd voorzien in twee soorten
regelingen. Indien de overschrijding van het maximum aantal
toegestane dagen plaatsvindt bij dezelfde werkgever zijn student en
werkgever voor de volledige periode van tewerkstelling bij de
werkgever normale sociale zekerheidsbijdragen verschuldigd. In geval
van overschrijding van het maximum aantal werkdagen in de loop van
het kalenderjaar zijn de student en werkgever die hem tewerkstelt na
het overschrijden van het maximum aantal dagen, voor alle bij deze
laatste werkgever gepresteerde arbeidsdagen aan de wet
onderworpen. De laatste bepaling beoogt de werkgevers te
beschermen die de overschrijding van het aantal arbeidsdagen niet
hebben veroorzaakt tijdens de voorgaande kwartalen. Voor 2005 geldt
dat de werkgever die de overschrijding heeft veroorzaakt normale
sociale zekerheidsbijdragen moet betalen.
Deze bepalingen inzake de 46 dagen roepen een viertal vragen en
bemerkingen op. De 46 dagen worden in twee periodes van 23 dagen
opgesplitst. Daarna stelt men zich de vraag welke gevolgen een
overschrijding in een van de periodes heeft.
Bij een overschrijding kan men een aantal hypothesen volgen. Een
eerste hypothese. Indien de student in het eerste of tweede kwartaal
de toegestane 23 dagen overschrijdt, betaalt de werkgever voor dat
kwartaal de normale sociale zekerheidsbijdrage en kan de student
tijdens de zomermaanden en in het vierde kwartaal geen
tewerkstelling in het systeem van de solidariteitsbijdrage uitvoeren.
Tweede hypothese. De student overschrijdt de toegestane 23 dagen
in de zomermaanden, het derde kwartaal. In dit geval betaalt de
werkgever niet alleen voor het derde kwartaal maar ook voor de
dagen tijdens het eerste en tweede kwartaal bij eenzelfde werkgever
de normale sociale zekerheidsbijdragen vermits er een overschrijding
heeft plaatsgevonden in het derde kwartaal.
Dat wil dan zeggen dat de student in de tweede hypothese geen
05.01 David Geerts (sp.a-spirit):
Le système du travail d'étudiant a
été considérablement assoupli
depuis le 1
er
juillet 2005, tant au
niveau social que fiscal.
Conformément à l'arrêté royal du
10 novembre 2005, les étudiants
sont maintenant autorisés à
travailler 46 jours par an au lieu de
23 jours auparavant. Pendant
cette période, ils ne sont pas
soumis aux cotisations normales
de sécurité sociale, mais
seulement à une cotisation
spéciale de solidarité. Cette
période de 46 jours est scindée en
deux périodes: 23 jours pendant
les mois de juillet, août et
septembre et 23 jours pendant le
reste de l'année. À chaque période
correspond un pourcentage
spécifique pour le calcul de la
cotisation de solidarité.
L'arrêté royal instaure également
une sanction lorsque le nombre
maximum de jours de travail
autorisés est dépassé. Il existe
deux systèmes, selon que le
nombre de jours de travail
autorisés est dépassé au service
d'un seul employeur ou au cours
de l'année civile. Dans le dernier
cas, l'employeur de bonne foi qui
n'est pas au courant du
dépassement du nombre de jours
de travail autorisés par l'étudiant
bénéficie d'une protection. Ce
système semble toutefois susciter
une certaine confusion.
Si l'étudiant dépasse les 23 jours
autorisés pendant les mois d'été,
l'employeur paiera les cotisations
ONSS normales pour ce trimestre,
ainsi que pour les jours où
l'étudiant a travaillé pour lui au
cours des premier et deuxième
trimestres. Si toutefois l'étudiant
dépasse les 23 jours au cours du
quatrième trimestre, toutes les
prestations de l'année seront
soumises aux cotisations ONSS
normales. Aucun problème ne se
pose s'il s'agit d'un même
employeur. Toutefois, si plusieurs
11/01/2006
CRIV 51
COM 806
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
tewerkstelling kan krijgen in het vierde kwartaal. Een derde hypothese
is dat de student in het vierde kwartaal de toegestane 23 dagen
overschrijdt en dat alle prestaties voordien bij dezelfde werkgever,
voor het ganse jaar, aan de normale socialezekerheidsbijdragen
worden onderworpen. Concreet, in die verschillende hypotheses wil ik
er met mijn vraag eigenlijk toe komen dat de overschrijding van de
maximaal toegestane arbeidsdagen in een bepaald kwartaal of in een
bepaalde periode van 23 dagen ook effect heeft op de correct
gepresteerde dagen bij dezelfde werkgever in de voorgaande
kwartalen en op de periode van 23 dagen. Wat zijn de
sanctiemechanismen voor iemand die bijvoorbeeld in de horeca
werkt, gedurende het eerste, tweede en derde kwartaal correct
gewerkt heeft maar bijvoorbeeld in het vierde kwartaal een
overschrijding heeft bij dezelfde werkgever? Dat is een eerste vraag.
Wat zijn daar de gevolgen van?
De tweede van mijn vier opmerkingen. Als op de voorgaande vragen
bevestigend geantwoord wordt, op het feit dat de overschrijdingen
effectief bestraft worden, dan rijst bij mij een volgende vraag. Indien
men werkt bij één werkgever is die werkgever in staat te weten
hoeveel dagen er effectief gewerkt werd. Het probleem is echter dat
studenten soms bij meerdere werkgevers werken. Indien een student
bijvoorbeeld werkt bij een eerste werkgever zonder dat hij dit meldt
aan de tweede werkgever en er daardoor, in de hypothese dat er een
overschrijding is van het aantal gepresteerde dagen in een van de
kwartalen, welke gevolgen heeft dat dan voor de tweede werkgever?
Concreet, bij een andere werkgever wordt tien dagen gewerkt zonder
dat dit gemeld wordt. Die tweede werkgever gaat dan een
engagement aan terwijl hij zich van geen kwaad bewust is.
Derde bemerking. Kan de oorspronkelijke werkgever zich bij een
officiële instantie informeren om na te gaan of een jobstudent in
hetzelfde kalenderjaar ook al gewerkt heeft bij een andere
werkgever? Zo zou hij een overschrijding kunnen vermijden. Ik weet
niet of dat kan.
Vierde bemerking. Stel u voor dat u een student aanwerft en u laat
hem een papier ondertekenen waarop hij uitdrukkelijk verklaart dat hij
nog geen studentenarbeid heeft verricht. Stel dan echter dat dit strijdig
is met de effectieve werkelijkheid. Dient de werkgever die voortgaat
op het door de student ondertekende document dan een normale
socialezekerheidsbijdrage te betalen of kan hij aan de hand van het
ondertekende document zeggen dat hij dit niet wist en fout
geïnformeerd werd?
Ik weet dat dit een zeer complexe materie is. Vandaar dat ik ze met
verschillende hypotheses zo goed mogelijk heb proberen uit te
leggen. Wanneer er meerdere werkgevers zijn en de overschrijding
gebeurt door het feit dat er foute informatie of geen informatie
doorgestroomd is tussen de werknemer-student en de werkgever of
tussen de verschillende werkgevers, welke gevolgen heeft dat dan
eigenlijk voor de berekening van de bijdragen?
employeurs sont concernés,
l'employeur de bonne foi risque
d'avoir à payer ultérieurement un
supplément ONSS, bien qu'il ne
soit pas conscient d'avoir commis
une infraction.
Existe-t-il du reste une instance
officielle auprès de laquelle un
employeur peut s'informer sur les
périodes au cours desquelles un
étudiant a travaillé chez un autre
employeur? Quelle est en
définitive pour l'employeur la
valeur d'un document où un
étudiant déclare sur l'honneur
n'avoir pas encore travaillé comme
étudiant au cours de l'année
civile?
05.02 Minister Rudy Demotte: Ik zal trachten om kort te antwoorden
op deze complexe vragen.
Ten eerste, de drie hypotheses kunnen positief worden beantwoord.
De overschrijding van de maximaal toegestane arbeidsdagen in een
05.02 Rudy Demotte, ministre:
Le dépassement du nombre de
jours de travail autorisés au cours
d'un trimestre influe sur les
journées de prestation
CRIV 51
COM 806
11/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
bepaald kwartaal of in een bepaalde periode van 23 dagen heeft
inderdaad een effect op de correcte gepresteerde dagen bij dezelfde
werkgever in de voorafgaande kwartalen, of de andere periode van 23
dagen. De niet-onderwerping van studentenarbeid aan het algemene
regime van sociale zekerheid voor werknemers dient immers net
zoals vroeger trouwens restrictief geïnterpreteerd te worden.
Gelet daarop kunnen een student en zijn werkgever slechts genieten
van het gunstige systeem van de solidariteitsbijdrage indien alle
voorwaarden van artikel 17 bis, § 1, van het voornoemde koninklijk
besluit van 28 november 1969 zijn vervuld. Dat betekent in concreto
enerzijds dat de student en de werkgever gedurende de rest van dat
jaar geen beroep meer kunnen doen op het regime van de
solidariteitsbijdrage en anderzijds dat, ingeval de overschrijding
gebeurt bij eenzelfde werkgever, de student en de werkgever
overeenkomstig artikel 17 bis, § 2, eerste lid, van hetzelfde koninklijk
besluit van 28 november 1969, voor de volledige periode van
tewerkstelling bij deze werkgever onderworpen zijn aan de wet van 27
juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944
betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders.
Ten tweede, deze vraag dient ontkennend te worden beantwoord.
Ingevolge artikel 17 bis, § 2, tweede lid, van het voornoemde
koninklijk besluit van 28 november 1969 blijven de arbeidsdagen die
bij een eerdere werkgever op een correcte manier gepresteerd
werden buiten schot. Zoals vermeld in het verslag aan de Koning
beoogt deze regeling bonafide werkgevers te beschermen tegen
eventuele latere overschrijdingen van het maximale aantal toegelaten
arbeidsdagen, waaraan zij geen schuld hebben.
In antwoord op uw derde vraag kan ik het volgende antwoorden. De
Rijksdienst voor Sociale Zekerheid weet via de onmiddellijke aangifte
van tewerkstelling, de Dimona, of de student reeds gewerkt heeft. Ze
mag die gegevens echter niet aan andere wetgevers bezorgen. Het
gaat namelijk om sociale gegevens van persoonlijke aard die,
overeenkomstig artikel 15 van de wet van 15 januari 1990 houdende
oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van Sociale
Zekerheid, slechts buiten het netwerk kunnen worden meegedeeld na
een principiële machtiging van het sectoraal comité van de sociale
zekerheid.
In antwoord op uw vierde vraag kan ik het volgende antwoorden. De
verklaring op eer van de student dat hij gedurende dat jaar nog geen
studentenarbeid heeft verricht, ontslaat de werkgever niet van zijn
verplichting om, ingeval van niet-naleving van de voorwaarden van het
systeem van de solidariteitsbijdrage, alsnog de normale sociale
zekerheidsbijdragen te storten aan de Rijksdienst voor Sociale
Zekerheid. Zoals aangehaald in het verslag aan de Koning dient de
wetgever immers de correcte bijdragen tijdig in te houden van het
brutoloon van de werknemer. Doet hij dat niet, bijvoorbeeld omdat hij
van mening is dat niet de normale sociale zekerheidsbijdrage, maar
slechts de solidariteitsbijdrage verschuldigd is, dan moet de
werkgever de niet tijdig ingehouden werknemersbijdragen zelf
betalen.
De Rijksdienst voor Sociale Zekerheid mag deze bijdrage geenszins
achteraf op de werknemer verhalen. De werkgever kan deze bijdrage
eventueel wel steeds via gerechtelijke weg van de student
valablement effectuées au cours
d'un autre trimestre. L'employeur
ne peut bénéficier du régime
ONSS favorable que si toutes les
conditions prévues à l'article 17, §
1 de l'arrêté royal du 28 novembre
1969 sont remplies. Dans le cas
contraire, l'employeur ne pourra
plus bénéficier de ce régime de
faveur pendant le reste de l'année
et fera l'objet d'un ajustement.
Par ailleurs, l'article 17, § 2, partie
2 de cet arrêté royal dispose que
les journées de travail valablement
effectuées auprès d'un précédent
employeur ne sont pas visées.
Cette disposition vise à prémunir
les employeurs de bonne foi
contre les effets de possibles
infractions ultérieures dont ils ne
sont pas responsables.
La déclaration Dimona permet à
l'ONSS de savoir immédiatement
si l'étudiant a déjà travaillé mais
cette information ne peut pas être
communiquée à d'autres
employeurs.
La déclaration sur l'honneur par
laquelle un étudiant déclare n'avoir
pas encore travaillé comme jobiste
ne dispense pas l'employeur de
l'obligation de payer de nouveau
les cotisations à l'ONSS en cas de
non-respect des normes. L'ONSS
ne peut pas réclamer cette
cotisation au travailleur. Par
contre, l'employeur peut
s'adresser au tribunal pour en
exiger le remboursement par
l'étudiant.
11/01/2006
CRIV 51
COM 806
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
terugvorderen. De verklaring op eer van de student kan dan dienen
als een bewijsstuk in de procedure.
05.03 David Geerts (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, wanneer er gewerkt wordt bij twee verschillende werkgevers
en de eerste werkgever, de bonafide werkgever, er eigenlijk niets aan
kan doen is er dus geen herberekening.
Is mijn interpretatie juist? Mijn interpretatie hier is de volgende. Dit is
zeer belangrijk. Er zijn twee werkgevers. De eerste is een bonafide
werkgever. Als er een overschrijding gebeurt in bijvoorbeeld het
vierde kwartaal bij een andere werkgever, dan is de eerste werkgever
dus niet aansprakelijk en is er geen herberekening.
05.03 David Geerts (sp.a-spirit):
Lorsqu'un étudiant a travaillé chez
deux employeurs dont le premier
était de bonne foi tandis qu'un
dépassement a eu lieu chez le
second, le premier ne sera-t-il pas
inquiété?
05.04 Minister Rudy Demotte: In mijn antwoord heb ik gezegd dat
ingevolge artikel 17 bis, § 2, tweede lid, van het koninklijk besluit van
28 november 1969 de arbeidsdagen die bij een eerdere werkgever op
een correcte manier gepresteerd werden buiten schot blijven. Ik denk
dat het duidelijk is.
05.04 Rudy Demotte, ministre:
Sur base de l'article 17 bis, § 2,
deuxième partie de l'arrêté royal
du 28 novembre 1969, les
journées de prestation effectuées
dans le respect des règles chez un
employeur précédent ne sont pas
concernées.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Collega Goutry en mevrouw Saudoyer hebben om uitstel voor hun vraag verzocht.
06 Vraag van mevrouw Greta D'hondt aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
uitvoering van de wet betreffende de rechten van de vrijwilligers" (nr. 9645)
06 Question de Mme Greta D'hondt au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "la
mise en oeuvre de la loi relative aux droits des bénévoles" (n° 9645)
06.01 Greta D'hondt (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik hoop dat iedereen er zich van bewust is dat de wet van 3
juli die een statuut invoert voor de vrijwilligers, eigenlijk in werking
treedt op 1 februari. Iedereen die meegewerkt heeft aan de
totstandkoming van deze wet, is zich wellicht bewust van het feit dat
heel wat zaken nog moeten ingevuld of geconcretiseerd worden door
uitvoeringsbesluiten. Op vandaag beschikken we niet over die
uitvoeringsbesluiten. Ik heb u daaromtrent, mijnheer de minister, op
het einde van vorig jaar vragen gesteld, tot in de plenaire vergadering.
Ik heb ook minister Verwilghen ondervraagd, die zei van niets te
weten.
Mijnheer de minister, ik weet niet of bij het stellen van deze vraag bij
mij een vorm van kwaadheid of van ontgoocheling doorweegt. Ik weet
wel dat ik alle dagen vragen krijg van vrijwilligers en hun organisaties
en ik hoop bijna dat is dan een uiting van mijn kwaadheid dat het
bij alle ministers en bij alle collega's-parlementairen op dezelfde wijze
gebeurt als bij mij. Ik kan evenwel geen antwoord geven op hun
vragen.
Wat deze zomer een goede politieke zaak was, namelijk een statuut
voor vrijwilligers, dreigt zich nu tegen ons te keren. De mensen zijn
niet meer content dat we het voor hen gedaan hebben. Ze zeggen dat
we het dan beter hadden gelaten zoals het was. Dan hadden ze
tenminste niet de ongerustheid en onzekerheid die men nu heeft.
06.01 Greta D'hondt (CD&V): Je
reçois quotidiennement des
questions de la part de bénévoles
et d'organisations qui en
emploient, et je suis obligée de les
décevoir car je ne peux y
répondre, ce qui est très frustrant
pour un parlementaire. En
attendant, les compagnies
d'assurances essayent de vendre
leurs polices aux acteurs de
terrain alors que personne ne sait
avec précision ce qu'il faut assurer
ni ce qu'on a le droit d'assurer. Ma
question est urgente: les arrêtés
d'exécution sont-ils prêts, non
seulement les arrêtés royaux qui
sont sous la responsabilité de M.
Demotte mais également ceux des
ministres Verwilghen et
Vanvelthoven? S'ils ne le sont pas,
l'entrée en vigueur de la loi,
prévue le 1
er
février 2006, sera-t-
elle reportée à une date
ultérieure?
CRIV 51
COM 806
11/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
Mijnheer de minister, ik weet niet of u en uw medewerkers er zich van
bewust zijn dat op het terrein de verzekeringsmaatschappijen dat is
één van de nieuwe zaken in het statuut avonden organiseren "ten
dienste" van de organisaties die werken met vrijwilligers om aan hen
polissen te slijten. Men weet dus eigenlijk niet waarvoor men zich
moet verzekeren. Het aanbod van polissen gaat van een premie van
1 tot 10. Wat moet men kiezen? Wat is men verplicht te kiezen? Wat
kiest men best?
Ik weet niet, mijnheer de minister, mijnheer de voorzitter, hoe ik deze
vraag moet aanpakken, want ik heb minstens werk voor een uurtje.
Dat mag ik niet en ik het zal het dus ook niet doen. Ik vraag wel wat
we ermee gaan doen, mijnheer de voorzitter. Dit is een werk van het
Parlement. Wij kunnen het niet uitvoeren en we kunnen aan de
mensen geen antwoord geven.
Ik kan vandaag niet anders, mijnheer de minister, dan u heel
uitdrukkelijk vragen of de uitvoeringsbesluiten klaar zijn. Niet alleen
die van u, maar hebt u er ook een zicht op u hebt toch als minister
de koepel in handen of uw collega's Vanvelthoven en Verwilghen
klaar zijn? Als men niet klaar is, gaat men dan de inwerkingtreding
van de wet uitstellen? Hij moet op 1 februari in voege gaan, dus is het
beter dat men nu zegt dat zal worden uitgesteld. Wat gaat daarmee
gebeuren? Dat is de grote vraag.
Ik heb een bijna onuitputtelijke lijst van concrete vragen. Ik ga mij
beperken en ze groeperen. Ik heb niet durven interpelleren, hoewel ik
dan meer tijd zou hebben, omdat dan de maand ook opschoof en wij
misschien geen antwoord hadden voor de vrijwilligers en hun
organisaties.
Wij zijn dus eigenlijk in een situatie beland die niet doenbaar is.
Ik zou het niet wensen, maar het mooiste antwoord dat u mij vandaag
kan geven, is dat u met de regering hebt beslist om de invoegetreding
van de wet uit te stellen. Dan ben ik enigszins gerustgesteld. Mijnheer
de minister, wanneer u de inwerkingtreding van de wet niet uitstelt,
vraag ik u een gelegenheid te zoeken waarop wij concrete
antwoorden kunnen krijgen op heel concrete vragen.
Ik wil u vandaag enkel de meest prangende vragen stellen.
Een eerste vraag gaat over de organisatienota. De wet bepaalt dat
een organisatie die werkt met vrijwilligers aan de vrijwilliger vooraf ter
informatie een organisatienota met alle nodige info moet bezorgen.
De vraag die rijst op het terrein, is hoe we dat concreet gaan
aanpakken. Mijnheer de minister, is de organisatienota ook verplicht
voor eenmalige initiatieven? Hoe zal dat worden aangepakt?
Deze vraag lijkt mij enorm belangrijk. Voldoet een organisatie die met
vrijwilligers werkt, aan de verplichting tot het verstrekken van een
organisatienota, wanneer ze de organisatienota in haar tijdschrift
publiceert? Is dat voldoende? Hebben alle leden van de organisatie
die voor de organisatie als vrijwilliger kunnen werken, dan kennis van
de nota? Is het bijvoorbeeld voldoende voor een school dat ze de
organisatienota als bijlage bij het schoolreglement voegt, waardoor de
ouders, die dikwijls de vrijwilligers zijn op de school, en de
La note d'organisation est-elle
nécessaire pour des activités
uniques? Comment faut-il
procéder? Peut-on se contenter de
publier la note d'organisation dans
la revue de l'association ou de
l'inclure en annexe au règlement
scolaire?
En ce qui concerne l'assurance, le
conseil des ministres doit décider
du contenu de la couverture
minimale.
Pour les organisations existantes
qui recouraient déjà aux services
de bénévoles, une période
transitoire devrait être prévue
jusqu'au 1
er
juillet 2006. Est-il
exact que dans tous les autres
cas, la loi entrera en vigueur au 1
er
février 2006?
Suffit-il d'avoir exercé quelque
activité bénévole environ cinq ans
auparavant et de reprendre
aujourd'hui le fil pour entrer en
ligne de compte pour la période
transitoire? Et qu'en est-il des
administrateurs d'ASBL?
L'administrateur d'une direction
d'école qui effectue également du
bénévolat sera-t-il considéré
comme bénévole? Le ministre l'a
confirmé à M. Arens mais
plusieurs juristes ne partagent pas
son point de vue. Qui des
communes ou des organisations
qui représentent les conseils est
responsable pour les conseils
consultatifs communaux? Selon la
VVSG (Vereniging voor Vlaamse
Steden en Gemeenten), ce sont
les communes.
Je crains qu'il n'y ait plus guère de
gloire à tirer de ce dossier. Si les
arrêtés royaux ne sont pris dans
un délai de deux semaines, il
faudra avoir le courage de reporter
l'entrée en vigueur. Nous avions
espéré rendre service aux
bénévoles sans surcharger les
organisations mais c'est le
contraire qui s'est produit. Je n'ai
jamais reçu autant de plaintes
dans aucun autre dossier. Le
11/01/2006
CRIV 51
COM 806
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
leerkrachten kennis hebben van de nota?
Het is heel belangrijk dat wij dat weten. De betrokkenen zien de
verplichting immers concreet gewoon niet zitten. Bijvoorbeeld, tijdens
de winter wordt een zwemactiviteit voor kinderen georganiseerd.
Twee vrijwilligers die meewerken aan de activiteit en die de nota heel
klassiek al hebben ontvangen, kunnen onverwacht niet komen, zodat
twee nieuwe vrijwilligers moeten worden gezocht. Begin
zaterdagnamiddag dan maar de paperassen voor de organisatienota
boven te halen. Als de nota werd gepubliceerd in een tijdschrift of in
het schoolreglement, is er de dekking dat iedereen de informatie kan
kennen.
Ten tweede, over de verzekering heb ik daarjuist gezegd dat de
mensen worden overstelpt met aanbiedingen. Eigenlijk had de
Ministerraad echter moeten beslissen in welke dekking minimaal moet
worden voorzien. Mijnheer de minister, als de wet op 1 februari 2006
in werking treedt, is het hypernoodzakelijk dat wij dat zouden weten.
Een aantal andere technische aspecten van de verzekering kunnen
misschien later aan bod komen, maar om een keuze te kunnen
maken, is het voor de organisaties noodzakelijk te weten welke
verzekering zij moeten nemen.
Ten derde, ik heb een vraag naar verduidelijking. Met mijn kennis
opgedaan tijdens het volgen van de bespreking, vraag ik mij af of ik
de juiste informatie heb over de datum van inwerkingtreding. Ik geef
het antwoord als volgt. De wet gaat in op 1 februari 2006 voor alle
organisaties. De bestaande organisaties en hun bestaande
vrijwilligers, die dus voordien al vrijwilliger waren bij de organisatie,
beschikken over een overgangsperiode tot juli 2006.
Voor een bestaande organisatie met een nieuwe vrijwilliger gaat de
wet in op 1 februari. Daar is er dus geen overgang van zes maanden.
Een nieuwe organisatie die werkt met vrijwilligers, moet op 1 februari
in orde zijn. Als die interpretatie juist is, is het dus 1 februari voor bijna
alle organisaties. Alleen voor bestaande organisaties en bestaande
vrijwilligers zal de overgangsperiode tot 1 juli gelden.
Een bijkomende vraag. Aan bestaande vrijwilligers vraagt men
regelmaat. Is het voldoende dat ik ooit eens vrijwilliger ben geweest
vijf jaar geleden en sindsdien niet meer om nu terug te beginnen,
opdat voor mij 1 juli van toepassing zou zijn? Op al die vragen moeten
wij antwoord geven.
Nog een vraag waarop wij dringend moeten antwoorden. Zijn de
bestuurders van VZW's ook vrijwilligers? Ik weet het niet meer. Dit is
een van de punten waarop ik geen antwoord durf geven. Neem
bestuursleden van een schoolbestuur die ook vrijwilligerswerk doen:
zijn dit vrijwilligers naar de geest en de letter van de wet? Ik durf niet
antwoorden. Ik heb er uw antwoord op een vraag van collega Arens
op nageslagen. U antwoordde toen: "Ja". Verschillende juristen
zeggen mij: "Nee". Ik heb ondertussen al heel wat documenten en
mails daarover gekregen: ik denk dat het moet worden uitgeklaard.
Een ander punt: de lokale besturen. Ik heb een kwade mail
teruggestuurd aan de VVSG, omdat zij zeggen dat er in het statuut
meer vragen dan antwoorden zitten. Dat kon men ook wat positiever
zeggen, al heeft men ten gronde wel wat gelijk. Neem de
ministre doit trouver une solution.
CRIV 51
COM 806
11/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
gemeentelijke adviesraden: zijn de gemeenten verantwoordelijk voor
die mensen volgens de wet op de vrijwilligers, of zijn dat de
organisaties die zij vertegenwoordigen? Volgens VVSG zijn het
waarschijnlijk de gemeenten. Mijn lezing zou anders geweest zijn. De
gemeenten luisteren natuurlijk veel meer naar de VVSG dan naar
Greta D'hondt. Laat het duidelijk zijn dat u daarop een antwoord moet
geven, mijnheer de minister.
Zo kan ik nog een tijdje voortdoen, maar ik zal dat niet doen, vermits
we hier bij wijze van spreken maar met twee man en een paardenkop
zitten. Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, dit is parlementair
werk waaraan we echt geen eer meer halen.
Mijnheer de minister, ik concludeer. Ofwel nemen we onze moed in
beide handen en zorgen we binnen dit en 14 dagen voor KB's. Ofwel
nemen we nog meer moed in onze handen en zeggen we dat we de
datum van inwerkingtreding niet halen. Dan stellen we het uit en
hebben we tijd om veel van die dingen proberen uit te klaren. Zo
mogen we echt het statuut op de vrijwilliger niet laten ingaan, want dit
zou een omgekeerd effect hebben.
Wij hoopten de vrijwilligers een dienst te bewijzen zonder hun
organisaties het te lastig te maken, maar nu kennen wij op het terrein
het omgekeerde effect. Ik ben kwaad, ik ben ontgoocheld, ik ben echt
niet tevreden. Ik was fier dat ik mee aan de basis van wetsvoorstellen
hierover had kunnen liggen. Eerlijk waar, ik krijg op mijn donder dat
het niet meer mooi is en sta met mijn mond vol tanden: ik kan geen
antwoord geven. Mijnheer de minister, geef het verlossende woord!
06.02 Minister Rudy Demotte: Mijnheer de voorzitter, ik zal eerst een
antwoord geven op een van de vele vragen, met name over de
verantwoordelijkheid van de gemeentes. Er bestaat nu reeds de plicht
om de verschillende vrijwilligers in het kader van de structuur van de
gemeente aan te geven aan de RSZ/PPO. Dezelfde logica zal
volgens mij gevolgd moeten worden.
Ik zal natuurlijk niet op al de vragen kunnen antwoorden. Het gaat
over zulke technische en juridische delen van de zeer complexe
problematiek van de vrijwilligers, dat ik niet ga improviseren. Toch zal
ik voor een stand van zaken reeds een aantal preciseringen geven.
Ten eerste, voor de besluiten inzake de bescherming van de
werknemers en inzake sociale documenten hebben de beleidscellen
van mijn collega Vanvelthoven en de FOD Werkgelegenheid, Arbeid
en Sociaal Overleg bericht dat ze hun werkzaamheden voortzetten,
zodat de besluiten per 1 juli 2006 worden genomen, de datum van
inwerkingtreding van artikel 9 van de wet op de rechten van
vrijwilligers.
De maatregelen inzake de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden
en inzake de kinderbijslag worden momenteel voorbereid en doen
geen probleem rijzen.
Aangaande het gewaarborgd inkomen voor bejaarden werd er een
ontwerp van koninklijk besluit opgesteld door mijn collega Tobback,
minister van Pensioenen. Het ontwerp is ter ondertekening aan de
Koning voorgelegd.
06.02 Rudy Demotte, ministre:
Toutes les communes doivent
d'ores et déjà déclarer à
l'ONSSAPL les volontaires qui
travaillent au sein de leur
structure. Nous devons suivre la
même logique. Je ne veux
d'ailleurs pas improviser au sujet
de différentes questions
techniques et juridiques.
En ce qui concerne les documents
sociaux et la protection des
travailleurs, les cellules
stratégiques du ministre
Vanvelthoven et le SPF Emploi
continuent leur travail afin que les
arrêtés soient promulgués pour le
1
er
juillet 2006. C'est à cette date
qu'entrera en vigueur la loi sur les
droits des volontaires. Les
mesures relatives aux allocations
familiales et aux interventions pour
l'aide aux personnes âgées sont
en préparation et ne posent aucun
problème. Le projet d'arrêté royal
du ministre Tobback en matière de
revenu garanti aux personnes
âgées a été soumis à la signature
11/01/2006
CRIV 51
COM 806
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
De bepaling die het mogelijk maakt dat er geen rekening wordt
gehouden met de vrijwillige vergoeding bij de toekenning van het
integratie-inkomen, werd door de FOD Sociale Zekerheid ter
goedkeuring voorgelegd aan mijn collega Dupont.
Voor de besluiten inzake de verzekering - dat was ook een van uw
bezorgdheden - werden er nauwe contacten aangeknoopt tussen mijn
beleidscel en die van mijn waarde collega Verwilghen, opdat de
uitvoeringsbesluiten binnen de kortst mogelijke termijnen worden
genomen, zodra de Verzekeringscommissie haar advies heeft
uitgebracht.
Aangaande de naleving van de wet in zijn geheel heb ik reeds gezegd
dat de problematiek op verschillende domeinen betrekking heeft,
waarvoor niet alleen ik bevoegd ben. De verschillende cellen werken
samen om een enkel controlesysteem uit te werken waarin de
gegevens gecentraliseerd worden. Op die manier wordt vermeden dat
de organisaties meer documenten moeten bijhouden of opstellen en
kunnen de bevoegde diensten de naleving van de wet controleren.
Betreffende uw andere vragen en in het bijzonder aangaande de
aansprakelijkheid van de vereniging kan ik u nog het volgende
zeggen. De organisatienota moet de identiteit van de aansprakelijke
persoon vermelden. Indien de organisatienota door dezelfde persoon
ondertekend wordt, ontheft dat de tekenende persoon niet van zijn
verantwoordelijkheid, ondanks de veronderstelling op grond van
artikel 5.
Tekent men de organisatienota, dan stelt men zich expliciet
verantwoordelijk terwijl men tegelijk tracht de verantwoordelijkheid te
ontwijken op grond van de veronderstelling. In geval van conflict zal
men zeker niet aan de verantwoordelijkheid ontsnappen. De
vrijwilligerskaart is thans geen van de opties die worden weerhouden
inzake de controle.
Wat het vrijwilligerswerk in het buitenland betreft, verduidelijkt artikel 2
dat de wet zal worden aangepast indien de hoofdverblijfplaats van de
vrijwilliger in België is en indien het vrijwilligerswerk vanuit België
wordt georganiseerd. Deze tweede voorwaarde kan slechts geval per
geval worden onderzocht. Deze kwestie werd reeds in de commissie
besproken tijdens de debatten die de goedkeuring van de wet
voorafgingen. Voor de organisatie werd toen geen enkele voorwaarde
inzake de sociale zetel vereist.
Tot zo ver mijn antwoord. Mochten er nog concrete vragen zijn,
mevrouw D'hondt, kan ik u binnen de kortste termijn schriftelijk
antwoorden. Ik heb het hier niet over een formele, maar over een
informele procedure.
du Roi. Le SPF Sécurité sociale a
soumis à l'approbation du ministre
Dupont la disposition permettant
de ne pas tenir compte de
l'indemnité de volontariat pour
l'octroi du revenu d'intégration.
En ce qui concerne l'assurance,
des contacts étroits sont noués
entre ma cellule stratégique et
celle du ministre Verwilghen. Dès
que la commission des
assurances aura rendu un avis,
les arrêtés d'exécution seront pris
dans les meilleurs délais.
Je ne suis pas seul compétent
pour l'application et le respect de
la loi. Les diverses cellules
stratégiques élaborent ensemble
un système de contrôle au sein
duquel les données seront
centralisées. Ainsi, l'organisation
ne doit plus conserver de
documents supplémentaires et les
services compétents peuvent
assurer le contrôle.
La note d'organisation doit
mentionner l'identité de la
personne responsable. Si la note
est signée par la même personne,
celle-ci n'en est pas pour autant
déchargée de sa responsabilité,
en dépit de l'hypothèse inférée de
l'article 5. La carte de bénévole ne
constitue pas une option à l'heure
actuelle.
S`il s'agit de bénévolat à l'étranger,
la loi sera appliquée si la
résidence principale est sise en
Belgique et que le travail est
organisé depuis notre pays. Ce
dernier aspect ne peut être
examiné qu'au cas par cas. Lors
des débats en commission,
aucune condition n'a été exigée en
ce qui concerne le siège social.
Si Mme D'hondt a encore des
questions concrètes à poser, je
suis disposé à lui fournir une
réponse écrite par la voie
informelle.
06.03 Greta D'hondt (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, het verheugt mij dat er nauwe contacten zijn met uw collega
06.03 Greta D'hondt (CD&V):
Cela a-t-il un sens que la loi entre
e
CRIV 51
COM 806
11/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
Verwilghen. In het kader van de gebeurtenissen van de laatste dagen
raad ik u aan ervoor te zorgen dat ze niet te nauw worden!
Hamvraag blijft, mijnheer de minister, of we deze wet op 1 februari in
voege laten gaan. Ik ken de verzekeringssector een beetje. U spreekt
over nauwe contacten. Men moet nog langs het Verzekeringscomité.
Dit zal niet klaar geraken tegen 1 februari. Ik pleit tegen mijn eigen
overtuiging maar omwille van de rust op het terrein de wet niet in
voege te laten treden op 1 februari.
Ik zal u uiteraard de vragen bezorgen, want het zijn er immens veel,
mijnheer de minister.
U geeft mij een antwoord op de vraag over de aansprakelijke
personen. Ik wil u enkel zeggen dat er op het terrein terzake
misschien wel wat haarkloverij bestaat. Wij hebben in de tekst
"aansprakelijke persoon" gezet. Men zegt mij dat dat niet mag, omdat
het in geval van feitelijke verenigingen het over "verantwoordelijken"
gaat. Ook op dat vlak zou er dus een wijziging moeten gebeuren,
anders zit men met een probleem, omdat de betrokkenen hoofdelijk
aansprakelijk zijn. Om te kunnen spreken van een feitelijke vereniging
moet men minstens met twee zijn, zodat men niet kan spreken over
de "verantwoordelijke". Dat is misschien juridische haarkloverij.
Ik heb zo nog drie opmerkingen, waarvoor de wet zal moeten worden
gewijzigd. Het gaat hier om een fout die werd gemaakt. Dat is
allemaal niet erg. Vandaag, midden januari, is dat wel erg, omdat we
het niet meer kunnen rechtzetten vóór 1 februari. Ik richt mij tot de
voorzitter en tot u met de bede om de wet niet in werking te laten
treden.
Ik zal proberen om de lijst in de loop van de dag te vervolledigen, die
ik u dan zal bezorgen. U zult verschieten en ik hoop dat ik positief zal
verschieten als ik het antwoord krijg dat alles werd opgelost. Ik vrees
echter dat dat niet het geval zal zijn.
Ik herhaal mijn bede. We zullen er toch niet uitraken. Ik heb geen
antwoord gekregen op mijn vraag wat er zal gebeuren met de
bestuurders van de VZW's. Dit is een levensgrote vraag voor die
mensen: zijn zij vrijwilliger? Hoe moet dat gebeuren? Ik heb ook geen
antwoord gekregen op de vraag of die organisatienota al dan niet een
publicatie mag zijn. Ik kijk achter mij om te zien of wij in staat zullen
zijn om mijn opmerkingen in het klad vandaag allemaal te
verzamelen. Ik denk dat dat wel zal lukken. Ik richt mij ook tot de
voorzitter om ons mooi parlementair werk niet te laten verworden tot
een nachtmerrie voor de mensen op het terrein.
en vigueur le 1
e
février? En
demandant un report, je contredis
mes propres convictions, mais je
prends surtout en considération
les difficultés rencontrées sur le
terrain. Je fournirai au ministre une
liste des problèmes à résoudre
avant l'entrée en vigueur de la loi.
Tant les administrateurs d'ASBL
que les responsables
d'associations de fait et bien
d'autres acteurs encore sont
concernés. Le texte comporte
même des erreurs juridiques. La
correction des erreurs et la
clarification des zones d'ombre du
texte ne pourront être réalisées à
temps. Je m'adresse donc
également au président : faisons
en sorte que notre beau travail
parlementaire ne devienne pas un
cauchemar sur le terrain.
De voorzitter: Collega D'hondt, als u zich tot mij richt, heb ik hier
inderdaad een aantal onduidelijkheden en vragen waar u het nog niet
over gehad hebt. In uw map wordt daar ongetwijfeld ook naar
verwezen. Dit om aan te geven dat er effectief zeer grote
onduidelijkheid bestaat op het veld. Als lokaal bestuurder ontsnapt
men niet aan vele vragen maar ook niet aan het gebrek aan
antwoorden wegens de stand van zaken met betrekking tot een aantal
pertinente vragen.
Vanuit die redenering ben ik er inderdaad ook pleitbezorger van om
uitstel te verlenen voor de inwerkingtreding, temeer daar ik vaststel
Le
président: Régulièrement
aussi, on me signale des
questions et des zones d'ombre.
Le plaidoyer pour un report de
l'entrée en vigueur de la loi ne me
paraît dès lors pas déraisonnable.
Il y a également là une chance à
saisir pour les régions et les
pouvoirs locaux ainsi qu'une
mission à remplir. S'ils sont les
11/01/2006
CRIV 51
COM 806
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
bij de bespreking van de wetgeving is dat hier ook ruimschoots aan
bod gekomen dat daar ook een opportuniteit en eigenlijk zelfs een
opdracht ligt voor de regio's en de lokale besturen. Niettegenstaande
het feit dat men daar wel goede intenties voelt en ziet, zijn ook die
intermediaire structuren, die cruciaal zijn om de zwakste organisaties
in het proces mee te helpen, absoluut niet in staat om hun werk à
fond te gaan doen en dus ondersteunend te gaan optreden voor
verenigingen en vrijwilligers. Ik ben er nochtans van overtuigd dat
eenieder hen koestert.
Als u mij vraagt wat wij daar vanuit het Parlement aan kunnen doen,
mevrouw D'hondt, dan kent u de instrumenten die de wetgevende
macht tot haar beschikking heeft even goed als ik. Ik wil geen
strobreed in de weg leggen voor het gebruik van die instrumenten.
Het zou inderdaad nuttig kunnen zijn het is een losse suggestie
waarover we dan volgende week moeten beslissen om eens een
round-up te gaan maken. Naast uw vragen zijn er immers nog vele
andere vragen die u ongetwijfeld ook kent maar die nu niet aan de
orde gebracht zijn. Ik denk dat we er nood aan hebben om ons uit te
spreken over de timing van de inwerkingtreding en om de antwoorden
op de concrete vragen te verzamelen zodanig dat men daar een soort
informatiecampagne rond kan voeren op de niveaus die daarvoor
deels voor de hand liggen.
Dit zouden we kunnen doen naar aanleiding van een specifieke
vergadering over dat thema.
mieux placés pour soutenir les
nombreuses associations
présentes sur le terrain, ils ne sont
généralement pas en mesure de le
faire, en dépit des bonnes
intentions affichées.
En tant que législateur, nous
disposons d'instruments
permettant de redresser la barre.
Nous devons nous prononcer sur
la date d'entrée en vigueur de la
loi. Je voudrais donc faire le point
sur les problèmes, collecter les
réponses à y apporter et lancer
une campagne d'information.
06.04 Greta D'hondt (CD&V): Ik heb hier een twintigtal vragen, geen
detailvragen maar grotere vragen. Ik heb drie vragen tot wijziging van
de tekst omdat hij juridisch zou haperen. Er moet iets mee gebeuren.
Ten tweede, mijnheer de voorzitter, ik weet dat men, langs Vlaamse
zijde althans ik weet niet of het in het Waals Gewest bezig is aan
het pogen is om in het kader van die verzekering minstens een
basispolis aan te bieden met ook een stuk financiering daarvan.
Sommige provincies zijn daarmee bezig. Ik hoop dat meerdere lokale
bestuurders even goed als ik ten bewarende titel in de gemeentelijke
begroting van 2006 laten inschrijven dat men eventueel een stuk van
de premie zou betalen voor de vrijwilligers. Men kan dat natuurlijk niet
op gemeentelijk niveau doen als men nog altijd hoopt dat men
daarboven, langs Vlaamse zijde, nog iets zal doen.
Misschien dat we volgende week de round-up eens kunnen maken en
de minister ons dan, als hij in de commissie komt, kan zeggen of er
binnen de regering een consensus zou kunnen zijn om dit inderdaad
uit te stellen.
06.04 Greta D'hondt (CD&V): Je
dispose d'une liste avec plus de
vingt questions et trois
modifications de texte d'ordre
juridique. Ensuite, il y a le
problème des contrats de base
que les Régions veulent proposer
et financer partiellement. Où en
est-on à ce sujet? J'en ai en tout
cas tenu compte lors de
l'élaboration de mon budget
communal. Trop de questions se
posent donc pour imposer des
décisions à la hâte. Le
gouvernement doit chercher un
consensus pour aboutir à un
report.
06.05 Minister Rudy Demotte: Ik herhaal dat het een parlementair
initiatief was. Ik denk dat het Parlement zich daarover moet buigen en
zien of het al dan niet opportuun is om dat uit te stellen.
06.05 Rudy Demotte, ministre:
J'attire l'attention sur le fait que
cette loi était une initiative
parlementaire. Il appartient par
conséquent au Parlement de
vérifier si un report de l'entrée en
vigueur se justifie.
06.06 Greta D'hondt (CD&V): Mijnheer de minister, ik had eraan
gedacht te interpelleren, maar dan kon ik maar volgende week aan
bod komen. Als ik had geïnterpelleerd, dan had ik een motie
06.06 Greta D'hondt (CD&V): La
question se pose alors de savoir
comment nous déciderons d'un tel
CRIV 51
COM 806
11/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21
ingediend die misschien zou gecounterd worden door een gewone
motie om te vragen om het alstublieft uit te stellen, niet meer of
minder dan dat. Als het niet vanuit de regering komt, kunnen we de
zaak eventueel ook met een kamerbrede resolutie tot 1 juli de
tweede datum die in de wet staat uitstellen.
report. Je n'ai pas choisi la voie
d'une interpellation avec une
motion de recommandation, mais
une résolution qui pourrait réunir
un large consensus constitue
peut-être une possibilité. Un report
jusqu'au 1
er
juillet est alors
possible.
De voorzitter: Ik denk dat we de technische kant daarvan eens
moeten bekijken. In de hypothese dat er een meerderheid of een
consensus ontstaat om de inwerkingtreding uit te stellen en in de
hypothese dat er een consensus bestaat in het Parlement over de
nieuwe datum waarop de wet in voege treedt, blijft de vraag: hoe doet
men dat?
06.07 Minister Rudy Demotte: In een koninklijk besluit kan men niet
bepalen dat de datum van een wet wordt uitgesteld.
06.07 Rudy Demotte, ministre:
En effet, il n'est pas possible de
reporter l'entrée en vigueur d'une
loi par un simple arrêté royal.
06.08 Greta D'hondt (CD&V): Inderdaad, maar dat kan wel met een
wetsvoorstel dat door de Kamer wordt aanvaard.
06.08 Greta D'hondt (CD&V):
C'est possible s'il s'agit d'une
proposition de loi recueillant
l'adhésion de l'ensemble des
membres de la Chambre.
De voorzitter: Dan moet in een spoedtempo de consensus worden
vastgesteld, om op basis daarvan bijvoorbeeld bij hoogdringendheid
de bespreking aan te vatten, na de goedkeuring van de
inoverwegingneming. Met andere woorden: als het eind februari af
moet zijn, zal er ongetwijfeld een probleem rijzen met de timing.
Le président: Cela suppose
d'entreprendre différentes
démarches qui nous amèneront en
dehors des délais.
06.09 Greta D'hondt (CD&V): Ik heb liever dat wij met dat probleem
zitten, dan de vrijwilligers en de organisaties van vrijwilligers.
06.09 Greta D'hondt (CD&V): Il
vaut mieux compliquer la vie des
parlementaires plutôt que celle
des bénévoles et de leurs
organisations à cause d'une loi
imparfaite.
De voorzitter: Laat ons het volgende afspreken, bij consensus in
deze commissie. In de loop van volgende week zullen we de
discussie die mevrouw D'hondt heeft aangekaart met haar reeks van
vragen hernemen, met de bedoeling dat ook andere parlementsleden
er vragen aan kunnen toevoegen. Zo kan gepoogd worden om vast te
stellen of er een meerderheid of een consensus bestaat over dit
voorstel. Zullen we het zo doen? Goed, dus wellicht woensdag om
11 uur 15. Om 10 uur is er een vergadering gepland.
Le président: Je propose dès lors
que nous reprenions cette
discussion la semaine prochaine,
probablement mercredi, à 11.15
heures, et que nous tentions à ce
moment de trouver un consensus
au sein de cette commission sur le
report.
06.10 Greta D'hondt (CD&V): Er is een commissievergadering op
woensdag, niet op dinsdag.
De voorzitter: Jawel, zowel op dinsdagvoormiddag als op woensdagvoormiddag.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 11.40 uur.
11/01/2006
CRIV 51
COM 806
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22
La réunion publique de commission est levée à 11.40 heures.