CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 789
CRIV 51 COM 789
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DE L
'E
CONOMIE
,
DE LA
P
OLITIQUE
SCIENTIFIQUE
,
DE L
'E
DUCATION
,
DES
I
NSTITUTIONS SCIENTIFIQUES ET CULTURELLES
NATIONALES
,
DES
C
LASSES MOYENNES ET DE
L
'A
GRICULTURE
C
OMMISSIE VOOR HET
B
EDRIJFSLEVEN
,
HET
W
ETENSCHAPSBELEID
,
HET
O
NDERWIJS
,
DE
N
ATIONALE WETENSCHAPPELIJKE EN
CULTURELE
I
NSTELLINGEN
,
DE
M
IDDENSTAND
EN DE
L
ANDBOUW
mardi
dinsdag
13-12-2005
13-12-2005
Après-midi
Namiddag
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu inté-
gral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit des
interventions ; les annexes se trouvent dans une brochure
séparée (PLEN: couverture blanche; COM: couverture
saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken; de
bijlagen zijn in een aparte brochure opgenomen
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
Plenum
COM
réunion de commission
COM
Commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 789
13/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i
SOMMAIRE
INHOUD
Question de M. Jean-Marc Nollet au ministre de
l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "l'état
d'avancement du processus de sélection du site
susceptible d'accueillir des déchets nucléaires
faiblement radioactifs" (n° 9186)
1
Vraag van de heer Jean-Marc Nollet aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "de stand van
zaken van de selectieprocedure van de site voor
de berging van laag radioactief afval" (nr. 9186)
1
Orateurs:
Jean-Marc Nollet, Marc
Verwilghen, ministre de l'Economie, de
l'Energie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique
Sprekers:
Jean-Marc Nollet, Marc
Verwilghen, minister van Economie, Energie,
Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid
Question de Mme Marie Nagy au ministre de
l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "le projet de
directive sur l'efficacité énergétique" (n° 9349)
5
Vraag van mevrouw Marie Nagy aan de minister
van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de ontwerp-richtlijn over
de energie-efficiëntie" (nr. 9349)
5
Orateurs: Marie Nagy, Marc Verwilghen,
ministre de l'Economie, de l'Energie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique
Sprekers: Marie Nagy, Marc Verwilghen,
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid
Question de M. Melchior Wathelet au ministre de
l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "le
renouvellement du Comité de direction de la
Commission de Régulation de l'Électricité et du
Gaz (CREG)" (n° 9360)
8
Vraag van de heer Melchior Wathelet aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "de
hernieuwing van het Directiecomité van de
Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit
en het Gas (CREG)" (nr. 9360)
8
Orateurs: Melchior Wathelet, président du
groupe cdH, Marc Verwilghen, ministre de
l'Economie, de l'Energie, du Commerce
extérieur et de la Politique scientifique
Sprekers: Melchior Wathelet, voorzitter van
de cdH-fractie, Marc Verwilghen, minister van
Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid
Questions jointes de
10
Samengevoegde vragen van
9
- M. Walter Muls au ministre de l'Économie, de
l'Énergie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "l'avenir des produits
'Hoegaarden' et 'Gueuze'" (n° 9362)
10
- de heer Walter Muls aan de minister van
Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "het voortbestaan van
de producten 'Hoegaarden' en 'Geuze'" (nr. 9362)
9
- M. David Geerts au ministre de l'Économie, de
l'Énergie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "la disparition de la
brasserie de Hoegaarden" (n° 9413)
10
- de heer David Geerts aan de minister van
Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "het verdwijnen van de
brouwerij van Hoegaarden" (nr. 9413)
9
Orateurs: Walter Muls, David Geerts, Marc
Verwilghen, ministre de l'Economie, de
l'Energie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique
Sprekers: Walter Muls, David Geerts, Marc
Verwilghen, minister van Economie, Energie,
Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid
Question de M. Philippe Monfils au ministre de
l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "la rétrospective
consacrée au peintre liégeois Armand
Rassenfosse" (n° 9399)
14
Vraag van de heer Philippe Monfils aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "de
retrospectieve tentoonstelling van de Luikse
schilder Armand Rassenfosse" (nr. 9399)
14
Orateurs:
Philippe Monfils, Marc
Verwilghen, ministre de l'Economie, de
l'Energie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique
Sprekers:
Philippe Monfils, Marc
Verwilghen, minister van Economie, Energie,
Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid
Question de Mme Marie Nagy au ministre de
l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "la composition
de l'index des prix à la consommation" (n° 9419)
16
Vraag van mevrouw Marie Nagy aan de minister
van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de samenstelling van
de index van de consumptieprijzen" (nr. 9419)
16
Orateurs: Marie Nagy, Marc Verwilghen,
Sprekers: Marie Nagy, Marc Verwilghen,
13/12/2005
CRIV 51
COM 789
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
ministre de l'Economie, de l'Energie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid
Question de Mme Inga Verhaert au ministre de
l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "le déversement
des déchets nucléaires en Russie" (n° 9425)
17
Vraag van mevrouw Inga Verhaert aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "het dumpen
van nucleair afval in Rusland" (nr. 9425)
17
Orateurs: Inga Verhaert, Marc Verwilghen,
ministre de l'Economie, de l'Energie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique
Sprekers: Inga Verhaert, Marc Verwilghen,
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid
CRIV 51
COM 789
13/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DE L'ECONOMIE,
DE LA POLITIQUE SCIENTIFIQUE,
DE L'EDUCATION, DES
INSTITUTIONS SCIENTIFIQUES
ET CULTURELLES NATIONALES,
DES CLASSES MOYENNES ET DE
L'AGRICULTURE
COMMISSIE VOOR HET
BEDRIJFSLEVEN, HET
WETENSCHAPSBELEID, HET
ONDERWIJS, DE NATIONALE
WETENSCHAPPELIJKE EN
CULTURELE INSTELLINGEN, DE
MIDDENSTAND EN DE
LANDBOUW
du
MARDI
13
DECEMBRE
2005
Après-midi
______
van
DINSDAG
13
DECEMBER
2005
Namiddag
______
La séance est ouverte à 14.04 heures par Mme Anne Barzin, présidente.
De vergadering wordt geopend om 14.04 uur door mevrouw Anne Barzin, voorzitter.
01 Question de M. Jean-Marc Nollet au ministre de l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur et
de la Politique scientifique sur "l'état d'avancement du processus de sélection du site susceptible
d'accueillir des déchets nucléaires faiblement radioactifs" (n° 9186)
01 Vraag van de heer Jean-Marc Nollet aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel
en Wetenschapsbeleid over "de stand van zaken van de selectieprocedure van de site voor de berging
van laag radioactief afval" (nr. 9186)
01.01 Jean-Marc Nollet (ECOLO): Madame la présidente, monsieur
le ministre, selon un document en notre possession, le PaLoFF
(Partenariat local Fleurus-Farciennes) devrait conclure ses travaux
mercredi prochain. A ce propos, j'aimerais refaire le point sur
quelques questions bien précises relatives à la problématique de la
sélection du site d'accueil des déchets nucléaires.
1. Ma première question, monsieur le ministre, a trait au calendrier.
En effet, vous nous aviez annoncé votre objectif de disposer des
dossiers de candidature des trois communes candidates pour la fin de
l'année, afin d'être à même de prendre une décision dans le courant
de l'année 2006. Vous l'atteindrez à quelques semaines près, puisque
le conseil communal se réunit à la mi-janvier.
Dès lors, j'aurais voulu connaître votre calendrier pour la suite des
travaux. Vers quelle date envisagez-vous que le gouvernement
fédéral désigne définitivement le partenaire qu'il aura sélectionné?
Par ailleurs, les bourgmestres de Fleurus et Farciennes ont annoncé
leur intention d'organiser une consultation populaire. En cas de
résultat négatif, la commune retirera sa candidature qui ne devra pas
être prise en considération.
Etant donné que cette consultation populaire ne peut avoir lieu avant
le déroulement des élections communales, eu égard à l'application du
décret wallon d'organisation des consultations populaires, comment
01.01 Jean-Marc Nollet
(ECOLO): Het dossier met
betrekking tot de selectie van de
site voor de berging van laag
radioactief afval is opnieuw
actueel, aangezien de lokale
partner PaLoFF, in Fleurus-
Farciennes, bijna rond zou zijn met
zijn dossier.
Wanneer zal de regering de
geselecteerde partner aanwijzen?
In Fleurus en Farciennes willen de
burgemeesters een volksraad-
pleging organiseren en zouden zij
hun kandidatuur intrekken als het
advies van de bevolking negatief
uitvalt. Krachtens de Waalse
regelgeving kan er geen
volksraadpleging worden
gehouden vóór de gemeente-
raadsverkiezingen, waardoor ze
pas in januari 2007 zou kunnen
plaatsvinden. Hoe zal u dat in uw
tijdschema inpassen?
13/12/2005
CRIV 51
COM 789
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
allez-vous intégrer cette donnée au calendrier? A la base, le
processus ne prévoyait pas de consultation populaire si tardive. Elle
aurait pu avoir lieu éventuellement avant que Fleurus et Farciennes
ne déposent leur candidature à la mi-janvier, mais ce n'est plus
possible, car, me semble-t-il, le décret interdit d'organiser une
consultation populaire 15 ou 18 mois avant les élections communales.
A ce propos, ma question est très précise: le gouvernement fédéral
attendra-t-il les résultats de la consultation populaire pour sélectionner
un site? La consultation populaire est garantie par les bourgmestres:
le gouvernement estime-t-il cette condition encore acceptable? Il faut
savoir que si l'on suit le calendrier, la décision sera au moins reportée
à janvier 2007. En effet, les nouveaux conseils communaux prendront
leur fonction en décembre 2006-janvier 2007. Il faudra alors que les
collèges s'installent et que la consultation soit organisée, ce qui nous
mènera au printemps 2007. Arriveront ensuite, dans la foulée, les
élections fédérales.
Monsieur le ministre, vous aurez constaté que j'ai ajouté quelques
éléments par rapport à la question écrite que je vous avais transmise.
Pour la suite, je vais rester fidèle au document que vous avez reçu
afin d'éviter de vous perturber.
2. Un dossier peut-il comporter comme condition légale le fait que les
déchets susceptibles d'être accueillis présentent une radioactivité
inférieure à 5 millisievert/heure?
3. Le transfert du dossier à l'ONDRAF signifie-t-il que les communes
se portent candidates, éventuellement sous condition, ou bien ce
transfert n'est-il qu'une étape intermédiaire qui ne peut nullement
signifier que les communes puissent être effectivement considérées
comme "candidates"? Ce dernier mot est important. A partir du
moment où Fleurus et Farciennes décident de déposer le dossier,
considère-t-on qu'elles sont candidates? Ces dernières laissent planer
une certaine ambiguïté. Ou alors considère-t-on qu'elles ne sont pas
encore candidates et qu'elles ne le seront que plus tard? Il est
important que vous puissiez répondre à cette question.
4. A quel moment précis de la procédure l'Agence fédérale de
contrôle nucléaire, dont on connaît les problèmes actuels, délivrera-t-
elle un avis quant à la sûreté de l'avant-projet? Avant ou après la
finalisation de la négociation avec les communes candidates?
5. Quel est le montant des budgets prévus ou envisagés
respectivement pour la construction, la gestion et surtout les
compensations? Ces différents budgets sont-ils provisionnés? Dans
la négative, comment seront-ils alimentés? Je vous ai déjà interrogé
sur ce point précis. Vous m'aviez répondu que cela ferait l'objet de
discussions ultérieures. Avez-vous déjà entamé, voire finalisé les
négociations sur les compensations? Dans le cas contraire, quel est
le calendrier de travail? A défaut d'une finalisation rapide, comme
allez-vous pouvoir opérer un choix de site et vous engager avec lui
sur des montants de compensation?
Les producteurs d'électricité nucléaire seront-ils invités à signer un
engagement ferme sur le montant avant que le gouvernement ne
prenne sa décision finale sur le site?
Kan u in een dossier de
voorwaarde laten opnemen dat de
radioactiviteit van het afval niet
hoger mag liggen dan vijf
milliSievert per uur?
Betekent de overdracht van het
dossier naar de NIRAS dat de
gemeenten zich kandidaat stellen
of gaat het slechts om een
overgangsfase?
Zal het advies van het Federaal
Agentschap voor nucleaire
controle betreffende de veiligheid
van het voorontwerp worden
verstrekt voor of na het afsluiten
van de onderhandelingen met de
gemeenten?
Hoeveel bedragen de begrotingen
voor de bouw, het beheer en de
compensaties? Zijn die
begrotingen gereserveerd? Zo
nee, hoe zullen ze gefinancierd
worden? Hoever zijn de
onderhandelingen met de
betrokken actoren in verband met
de sociaal-economische
compensaties gevorderd? Als die
nog lang aanslepen, hoe zal u dan
kunnen beslissen waar de site
moet komen en hoeveel de
compensaties bedragen? Zal u de
nucleaire elektriciteitsproducenten
vragen een gegarandeerd bedrag
vast te leggen nog vooraleer de
regering een beslissing treft?
CRIV 51
COM 789
13/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
01.02 Marc Verwilghen, ministre: Monsieur Nollet, le contenu de ma
réponse est naturellement dans le même ordre d'idées que les
réponses que je vous ai communiquées aux mois de janvier et mai
2005.
1. Ce n'est que lorsque le gouvernement aura des dossiers complets
en sa possession, concernant les avant-projets intégrés de dépôt final
des trois partenaires locaux, qu'il sera à même de prendre une
décision en la matière.
Les rapports définitifs des partenariats STOLA-Dessel et MONA de
Mol m'ont déjà été transmis officiellement par l'ONDRAF. Celui du
partenariat PaLoFF doit encore être soumis aux conseils communaux
de Farciennes et de Fleurus. Ces dossiers seront complétés par une
note de synthèse qui sera établie par l'ONDRAF, à la demande de
son conseil d'administration, et qui reprendra l'ensemble des
éléments relatifs au dossier de dépôt final des déchets de catégorie
A. Cette note sera soumise pour approbation au conseil
d'administration de l'organisme après réception officielle par
l'ONDRAF du rapport final du partenariat local PaLoFF. Elle me sera
transmise après accord du conseil d'administration.
En ce qui concerne l'organisation de la consultation populaire, dont j'ai
pris connaissance comme vous, en cours de procédure, il est vrai que
cet élément pourrait poser problème. Bien entendu, cela dépend de la
position des communes. Comme vous le savez, les communes ont le
droit de se retirer à tout moment du processus, conformément à la
méthodologie des partenariats locaux. Ceci répond d'ailleurs
partiellement à votre troisième question.
J'espère que les communes se rendront compte de l'évolution de l'un
et de l'autre. En effet, s'il s'avérait impossible d'organiser une
concertation publique ou populaire, cela nuirait au dossier,
juridiquement parlant.
Voilà pour la première question, mais le volet que vous y présentez
est assez perturbant.
2. Comme le précise ma réponse à votre question du 4 mai 2005, la
méthodologie des partenariats locaux leur confère l'entière
responsabilité des conditions techniques ou non formulées dans leurs
rapports. Il me faut l'accepter.
3. Le transfert des dossiers des partenariats locaux constitue une
étape intermédiaire qui n'engage pas à ce stade les communes
concernées. Par ailleurs, je rappelle que les communes ont le droit de
se retirer à tout moment du processus conformément à la
méthodologie des partenariats locaux.
4. Il reviendra au gouvernement de décider, après réception officielle
des rapports définitifs des trois partenariats locaux, dans quelle
mesure et sous quelle forme l'Agence fédérale de contrôle nucléaire
sera appelée à émettre un avis sur la sûreté des avant-projets
introduits par les partenariats. L'ONDRAF a exprimé le souhait d'avoir
un avis préliminaire sur ces avant-projets dans le respect des
compétences et pouvoirs de l'Agence. J'envisage un contact en
temps opportun avec mon collègue de l'Intérieur, qui est responsable.
01.02 Minister Marc Verwilghen:
Slechts nadat ze de volledige
voorontwerpen van de drie
kandidaten heeft ontvangen, zal
de regering een beslissing kunnen
nemen. Het ontwerp van het lokaal
partnerschap PaLoFF moet nog
aan de gemeenteraden van
Farciennes en Fleurus worden
voorgelegd en NIRAS moet een
synthesenota opstellen die door de
raad van bestuur van dat
organisme moet worden
goedgekeurd vooraleer het aan mij
wordt overgemaakt.
De volksraadpleging zou het
beheer van het dossier inderdaad
kunnen verstoren, maar de
gemeenten hebben het recht zich
op ieder moment terug te trekken.
Ik hoop dat de betrokken
gemeenten inzien wat de gevolgen
zouden zijn wanneer geen
volksraadpleging kan worden
gehouden.
Aangezien met lokale partners
wordt gewerkt, ligt de volledige
verantwoordelijkheid voor het al
dan niet formuleren van
technische voorwaarden in de
verslagen bij die partners.
In dit stadium van de procedure
zijn de gemeenten niet gebonden
door de overdracht van de
dossiers van de lokale partners.
Ze behouden het recht zich terug
te trekken.
De regering beslist of het Federaal
Agentschap voor Nucleaire
Controle al dan niet een advies
moet uitbrengen over de veiligheid
van de door de partnerschappen
ingediende voorontwerpen. De
NIRAS is voorstander van een
voorafgaand advies. Ik ben van
plan in dat verband contact op te
nemen met mijn collega van
Binnenlandse Zaken.
De totale kostprijs voor de bouw
en de uitbating van een
opslagplaats voor de definitieve
berging van radioactief afval van
categorie A bedraagt 432 miljoen
13/12/2005
CRIV 51
COM 789
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
5. Le montant total des coûts de construction et d'exploitation d'un
dépôt final des déchets de catégorie A s'élève à 432 millions d'euros,
valeur 2005 (marges d'incertitudes comprises). Ces coûts sont
couverts par le fonds à long terme et par les garanties contractuelles.
Le financement du volet socio-économique des avant-projets intégrés
de dépôt final introduits par les partenariats fait l'objet de la mission
de reconnaissance que j'ai confiée à l'ONDRAF par ma lettre du
25 novembre 2004, sur laquelle celui-ci fera rapport dans la note de
synthèse que j'ai évoquée dans ma réponse à la première question.
Voilà les réponses que je voulais vous fournir. Je ne vous cache pas
que ce que vous ajoutez dans votre question pourrait poser problème.
euro. Dat bedrag wordt
gefinancierd door het
Langetermijnfonds en door de
contractuele waarborgen. De
financiering van de sociaal-
economische aspecten van de
voorontwerpen maakt deel uit van
de verkenningsopdracht die ik aan
de NIRAS heb toevertrouwd.
Ik moet echter toegeven dat het
nieuwe element dat u aanbrengt,
een probleem zou kunnen vormen.
01.03 Jean-Marc Nollet (ECOLO): Monsieur le ministre, je vous
remercie pour la franchise de vos réponses, y compris sur le fait que
la commune a bien la possibilité d'évoquer les conditions citées dans
ma question.
Je voudrais obtenir une précision. Vous avez livré un calendrier en
plusieurs étapes. Il m'importe plutôt de connaître la date de votre
décision finale. J'ai cru comprendre que vous vouliez décider en juin
et que, pour cette raison, vous vouliez disposer des dossiers en
décembre. Alors, il faudra envisager un mois de retard puisque les
dossiers communaux ne vous arriveront qu'en janvier. Si vous me
dites que votre décision sera prise en juin, les communes de Fleurus
et Farciennes doit en avoir conscience et la consultation populaire
devient juridiquement impossible selon ce calendrier. Si vous me dites
par contre que vous déciderez en avril ou en mai 2007, cette
consultation sera peut-être encore possible. Voilà pourquoi il
m'importe de connaître la date de votre décision finale.
01.03
Jean-Marc Nollet
(ECOLO): Ik dank de minister voor
zijn openheid. Tegen welke datum
zal u een definitieve beslissing
nemen? Als dat in juni is, is de
raadpleging onmogelijk. Als u de
beslissing in mei 2007 neemt, kan
ze nog plaatsvinden.
01.04 Marc Verwilghen, ministre: Je partais avec la volonté de
garder les dates prévues officiellement. J'ai donc demandé les
rapports au mois de décembre pour pouvoir décider au mois de juin.
J'ai dû constater, comme vous, que les communes demandent un
temps de réflexion, et d'avoir au moins la possibilité de questionner
leurs citoyens. Je voudrais maintenir ma position initiale, sauf si on
parvient à me convaincre qu'il est absolument nécessaire de procéder
à cette consultation populaire avant de décider.
Dès que je recevrai les documents, je pourrai me rendre compte de
ce que recouvre la demande des communes.
01.04 Minister Marc Verwilghen:
Ik wilde de officieel vooropgestelde
data behouden en heb daarom
gevraagd dat de verslagen in
december zouden worden
ingediend. Ik heb echter
vastgesteld dat de gemeenten
enige bedenktijd vragen en dat ze
de kans willen krijgen hun
inwoners te raadplegen.
Ik blijf bij mijn standpunt, tenzij ik
alsnog van de absolute noodzaak
van een voorafgaande
volksraadpleging kan worden
overtuigd.
Ik zal de exacte inhoud van de
aanvragen van de gemeenten
onderzoeken eens de gemeenten
ze hebben overgezonden.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
La présidente: À la demande de Mme Liesbeth Van der Auwera, sa
o
De voorzitter: De vraag nr. 9281
CRIV 51
COM 789
13/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
question n
o
9281 est reportée.
van mevrouw Van der Auwera
over de uitbetaling van de
achterstallen van vóór 1988 in het
onderwijs wordt uitgesteld.
01.05 Marc Verwilghen, ministre: Madame la présidente, si l'on se
réfère au Règlement, cette question est supprimée puisqu'elle a déjà
été reportée à deux reprises.
01.05 Minister Marc Verwilghen:
Voor de tweede keer!
02 Question de Mme Marie Nagy au ministre de l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur et de
la Politique scientifique sur "le projet de directive sur l'efficacité énergétique" (n° 9349)
02 Vraag van mevrouw Marie Nagy aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de ontwerp-richtlijn over de energie-efficiëntie" (nr. 9349)
02.01 Marie Nagy (ECOLO): Madame la présidente, monsieur le
ministre, les activités humaines associées au secteur de l'énergie
sont responsables de pas moins de 78% des émissions de gaz à effet
de serre dans la Communauté. Les émissions de CO
2
et des autres
gaz à effet de serre continuent d'augmenter dans l'Union européenne.
Pour lutter contre la pollution et pour limiter la facture énergétique, il
est donc important de consacrer des efforts à l'amélioration de
l'efficacité énergétique et à la maîtrise de la demande d'énergie.
C'est la raison pour laquelle le Parlement européen et le Conseil
européen ont proposé la directive relative à l'efficacité énergétique
dans les utilisations finales et aux services énergétiques. Cette
proposition s'applique à la distribution et à la vente au détail d'énergie
aux clients finals.
L'objectif est que les Etats membres adoptent et atteignent l'objectif
annuel d'économiser 1% d'énergie. L'objectif du secteur public
consistera à réaliser des économies annuelles d'au moins 1,5% de
l'énergie distribuée et/ou vendue. A cette fin, les Etats membres
doivent désigner une autorité ou agence indépendante appartenant
au secteur public et qui sera chargée de contrôler l'application de la
directive.
La directive propose l'obligation d'utiliser des instruments financiers,
d'acheter des équipements et des véhicules performants sur le plan
de l'efficacité énergétique ou l'obligation d'acheter des produits qui
consomment peu d'énergie.
Les Etats membres doivent également:
- établir des possibilités de financement sous contrôle public pour une
utilisation finale plus efficace de l'énergie;
- établir des programmes destinés à améliorer l'efficacité énergétique;
- développer des systèmes d'audits énergétiques de haute qualité;
- veiller à ce que les utilisateurs finals reçoivent à des prix
concurrentiels des relevés individuels et des factures explicatives qui
fassent apparaître leur consommation d'énergie effective.
Monsieur le ministre, je voudrais vous poser les questions suivantes.
- Soutenez-vous le projet de directive? Quelles démarches avez-vous
déjà réalisées pour que l'adoption de cette directive soit effective?
02.01 Marie Nagy (ECOLO): In
het licht van de stijgende uitstoot
van de broeikasgassen en om de
energiefactuur enigszins te
beperken hebben het Europees
Parlement en de Europese Raad
voorgesteld om een richtlijn
betreffende de energie-efficiëntie
bij het eindgebruik en de
energiediensten goed te keuren. In
het kader van die richtlijn moeten
de lidstaten jaarlijks 1 procent en
de overheidssector 1,5 procent
energie besparen. Daartoe
moeten de lidstaten een
onafhankelijk overheidsorgaan
met de controle op de uitvoering
van die richtlijn belasten.
De richtlijn verplicht de betrokken
partijen er onder andere toe om
door de overheid gecontroleerde
financieringsmechanismen in te
voeren, energiezuinige toestellen
en voertuigen te kopen,
programma's op te stellen om de
energie-efficiëntie te verhogen,
hoogkwalitatieve systemen van
energie-audits te ontwikkelen en
aan de gebruikers een overzicht
van hun werkelijk energieverbruik
te bezorgen.
Staat u achter dit ontwerp van
richtlijn? Welk orgaan zal op de
uitvoering van de richtlijn moeten
toezien?
Welke maatregelen stelt u voor
om de jaarlijkse energiebesparing
van 1 procent en die van 1,5
procent in de overheidssector te
realiseren? Hoe zal u concreet
vorm geven aan het door de
13/12/2005
CRIV 51
COM 789
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
- Quelle instance, existante ou nouvelle, serait-elle compétente pour
effectuer le contrôle et la surveillance en vue d'atteindre les objectifs
fixés par la directive?
- Quelles mesures proposez-vous pour atteindre l'objectif annuel d'1%
d'économies?
- Quelles mesures mettrez-vous en place pour atteindre l'objectif de
1,5% d'économies dans le secteur public?
- Que prévoyez-vous en matière de financement sous contrôle public?
Programmes d'efficacité énergétique? Audits énergétiques? Relevés
qui indiquent la consommation d'énergie effective?
overheid gecontroleerd
financieringsmechanisme, de
programma's inzake de energie-
efficiëntie, de energie-audits en de
overzichten van het werkelijk
energieverbruik?
02.02 Marc Verwilghen, ministre: Madame la présidente, madame
Nagy, j'ai reçu la semaine dernière une question similaire de la part
de M. Wathelet. Je renvoie donc à la réponse que j'ai fournie à cette
question.
1. De toute évidence, l'efficacité énergétique est un thème qui mérite
une attention particulière. A ce titre, ma réponse à votre première
question est fermement positive. L'efficacité énergétique est d'ailleurs
une priorité forte de l'Union européenne et de ses Etats membres,
comme en témoignent les discussions relatives au Livre vert sur
l'efficacité énergétique.
Au terme d'une procédure longue et difficile, la proposition de
directive du Parlement européen et du Conseil relative à l'efficacité
énergétique arrive en phase finale de négociation et je m'en réjouis.
Toutefois, je tiens à rappeler que si la question de l'efficacité
énergétique nous concerne tous, la compétence relative à ce thème
est, pour l'essentiel, dévolue aux Régions. Dans ce contexte, les
réflexions belges concernant cette proposition de directive ont eu lieu
dans le cadre du groupe Concertation Etat-Régions pour l'Energie
(CONCERE) et la Commission économique interministérielle (CEI).
En outre, j'ai sollicité un avis de la part du Conseil Central de
l'Economie (CCE).
2. L'instance compétente pour effectuer le contrôle et la surveillance
des objectifs établis par la proposition de directive n'a pas encore été
désignée aujourd'hui.
3. Dans le cadre des discussions relatives au Livre vert sur l'efficacité
énergétique, les Etats membres ont été invités par la Commission
européenne à fournir une contribution sous la forme d'un plan d'action
en matière d'efficacité énergétique. La contribution de la Belgique,
rédigée en concertation avec les Régions, sera prochainement
accessible sur le site internet: www.mineco.fgov.be.
Il me paraît raisonnable de proposer, en premier lieu, un
renforcement des mesures inscrites dans le plan d'action de la
Belgique sur l'efficacité énergétique. D'autres actions devront
également être prises. Ainsi, je soutiens les travaux de la Belgique
effectués dans le cadre du projet européen Odyssée.
4. Il est exact que la proposition de directive insiste sur le rôle
exemplaire que doit jouer le secteur public. A cet égard, je me
02.02 Minister Marc Verwilghen:
Ik verwijs eveneens naar mijn
antwoord op de vraag die eerder
door de heer Wathelet
dienaangaande werd gesteld.
Ten eerste is de energie-efficiëntie
een prioriteit voor de EU-lidstaten,
en daar sta ik volledig achter. Ik
verheug er mij dus over dat het
voorstel voor een richtlijn
betreffende de energie-efficiëntie
in de eindfase van de
onderhandelingen is beland. In
België valt die aangelegenheid
onder de bevoegdheid van de
Gewesten en hebben de
besprekingen in de Energie-
Overleggroep Staat-Gewesten
(ENOVER) en de Interministeriële
Economische Commissie (IEC)
plaatsgevonden. Voorts heb ik het
advies van de Centrale Raad voor
het Bedrijfsleven (CRB) gevraagd.
Ten tweede werd de instantie die
belast is met de controle van en
het toezicht op de doelstellingen
van de richtlijn nog niet gekozen.
Ten derde heeft de Europese
Commissie de lidstaten verzocht
een actieplan inzake energie-
efficiëntie te bezorgen. De
Belgische bijdrage werd uitgewerkt
in samenwerking met de
Gewesten en zal binnenkort
beschikbaar zijn op de internetsite
www/mineco.fgov.be.
Volgens mij ware het verstandig
de maatregelen die in het Belgisch
actieplan zijn opgenomen, aan te
scherpen en later andere
CRIV 51
COM 789
13/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
permets de rappeler que ce rôle d'exemple est pleinement pris en
compte dans le Plan fédéral de Développement durable 2004 et que
toute une série de dispositions en la matière ont déjà été prises au
niveau fédéral.
Ainsi, la décision du Conseil des ministres du 20 juillet 2004 fixant
l'obligation pour les services publics fédéraux d'être certifiés EMAS au
plus tard pour 2007 poursuit cet objectif.
En outre, le Conseil des ministres du 21 mars 2004 a décidé de
promouvoir l'achat, par les services publics fédéraux, de matériel
informatique et de matériel de bureautique respectueux de
l'environnement et, par voie de conséquence, qui tiennent compte de
la consommation en énergie.
De même, un guide méthodologique d'achat de véhicules motorisés à
l'usage des administrations fédérales a été récemment approuvé par
le gouvernement fédéral. De plus, il y a aussi le récent
développement de FEDESCO qui, entre autres objectifs, aura à
promouvoir le système du tiers investisseur en Belgique.
Ces divers exemples illustrent combien le gouvernement actuel
entend attribuer au secteur public un rôle d'exemple en matière
d'économie d'énergie.
5. En ce qui concerne le financement sous contrôle public, je
présume que vous faites référence au principe du tiers investisseur.
Si tel est le cas, je renvoie à ma réponse exposée ci-avant concernant
FEDESCO.
Quant aux programmes d'efficacité énergétique, là encore, il est fait
référence à la réponse formulée à la question 3, relative à la
contribution de la Belgique au Livre vert sur l'efficacité énergétique.
En ce qui concerne les audits énergétiques, dans le domaine du
logement, l'Etat fédéral a contribué avec les Régions au
développement d'une procédure d'avis énergétique. Cette procédure
vise à évaluer la performance énergétique des bâtiments existants.
Par ailleurs, je rappelle les dispositions en matière de déduction
fiscale pour les investissements économiseurs d'énergie dans les
habitations. Parmi les investissements considérés par cette mesure
figure la réalisation d'un audit énergétique de l'habitation.
Enfin, actuellement, dans les trois Régions, les factures de gaz et
d'électricité envoyées aux consommateurs comportent des indications
quant à la consommation effective avec, dans certains cas, des
références aux consommations antérieures. Par conséquent, on peut
suivre chaque dossier de très près.
maatregelen te treffen. Ik steun de
werkzaamheden die ons land in
het kader van het Odysseus-
programma verricht.
Ten vierde legt de richtlijn de
nadruk op de voorbeeldfunctie van
de overheidssector die overigens
ruimschoots aan bod komt in het
Federaal plan voor duurzame
ontwikkeling 2004.
Dit blijkt uit de beslissing van de
ministerraad van 20 juli 2004 die
de federale overheidsdiensten
verplicht om uiterlijk tegen 2007 de
EMAS-erkenning te verkrijgen en
uit de beslissing van 21 maart l.l.
die ertoe strekt de aankoop van
energievriendelijk informatica- en
buroticamateriaal door de federale
overheidsdiensten aan te
moedigen. Ook heeft de federale
regering onlangs een aankoopgids
voor motorvoertuigen
goedgekeurd en zal FEDESCO
o.a. als opdracht hebben het
systeem van de derde
investeerder in België te promoten.
Dit zijn evenveel illustraties van de
voorbeeldfunctie die de huidige
regering de overheidssector
inzake energiebesparingen wil
toebedelen.
In antwoord op uw laatste
antwoord neem ik aan dat u naar
het principe van de derde
investeerder verwijst en nodig ik u
dan ook uit kennis te nemen van
het antwoord met betrekking tot
FEDESCO.
Wat het tweede punt van uw vraag
betreft, verwijs ik u naar het
antwoord over de bijdrage van
België aan het Groenboek
energie-efficiëntie.
Op het gebied van huisvesting
heeft de federale staat samen met
de Gewesten bijgedragen tot het
uitstippelen van een
Energieadviesprocedure (EAP) die
ertoe strekt de bestaande
woningen op hun energetische
efficiëntie te beoordelen. Het
13/12/2005
CRIV 51
COM 789
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
uitvoeren van een energie-audit
maakt bovendien deel uit van de
bepalingen inzake fiscale
aftrekbaarheid voor
energiebesparende investeringen
in woningen.
Ten slotte bevatten de gas- en
elektriciteitsfacturen in de drie
Gewesten aanwijzingen in verband
met het feitelijk verbruik met, in
sommige gevallen, verwijzingen
naar vroegere verbruikspatronen.
02.03 Marie Nagy (ECOLO): Madame la présidente, je remercie le
ministre pour ses réponses. Des éléments sont sur la table mais je
me demande par exemple si FEDESCO est déjà opérationnel et s'il y
a un plan de travail. A ma connaissance, non! Les outils commencent
à être mis en place mais il reste le côté opérationnel.
Je reviendrai vers vous prochainement afin de savoir de quelle
manière les choses se concrétisent.
02.03 Marie Nagy (ECOLO): Er
bestaan wel middelen maar ze
lijken nog niet te werken. Ik zal u
later ondervragen over de
uitvoering van deze maatregelen.
02.04 Marc Verwilghen, ministre: La mise en place de FEDESCO
est en cours. Nous avons décidé des moyens et nous mettons tous
les éléments pratiques en place afin que FEDESCO puisse
fonctionner le plus rapidement possible. Mais vous avez raison dans
le sens où il s'agit d'une décision assez récente. Dès que ces
éléments seront en place, nous pourrons concrétiser l'approche
souhaitée par le gouvernement.
02.04 Minister Marc Verwilghen:
FEDESCO is aan het opstarten en
zodra alles operationeel is zullen
wij het door de regering gewenste
beleid in de praktijk kunnen
brengen.
02.05 Marie Nagy (ECOLO): Monsieur le ministre, je vous remercie
pour vos réponses et le rendez-vous est pris pour la suite.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
03 Question de M. Melchior Wathelet au ministre de l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "le renouvellement du Comité de direction de la Commission de
Régulation de l'Électricité et du Gaz (CREG)" (n° 9360)
03 Vraag van de heer Melchior Wathelet aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel
en Wetenschapsbeleid over "de hernieuwing van het Directiecomité van de Commissie voor de
Regulering van de Elektriciteit en het Gas (CREG)" (nr. 9360)
03.01 Melchior Wathelet (cdH): Madame la présidente, monsieur le
ministre, je tenais à vous dire que vous avez été magnifiquement
suppléé la semaine dernière en commission pour répondre aux
questions. C'était parfait.
Le comité de direction de la CREG a été mis en place en 2000 pour
un mandat de trois ans, renouvelable tacitement.
Les mandats de deux des personnes composant ce comité ont été
reconduits en date du 10 janvier 2003 pour une durée de six ans. Ils
ont appris la reconduction de leur mandat début décembre 2002,
après avoir simplement fait état par écrit au premier ministre et au
secrétaire d'Etat en charge de l'Energie de leur souhait de voir leur
mandat renouvelé. Aucun appel à candidature externe n'a été lancé.
03.01 Melchior Wathelet (cdH):
Het directiecomité van de CREG
werd in 2000 aangesteld voor een
mandaat van drie jaar, dat
stilzwijgend verlengd kan worden.
Op 10 januari 2003 werden de
mandaten van twee leden van dat
comité met zes jaar verlengd. De
betrokkenen hebben begin
december 2002 vernomen dat hun
mandaat verlengd zou worden,
nadat ze de eerste minister en de
Staatssecretaris voor Energie
CRIV 51
COM 789
13/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
Les quatre autres mandats se terminent, eux, fin de cette année et il
ne semble pas y avoir eu d'appel à candidature.
Monsieur le premier ministre, j'aimerais dès lors savoir si vous avez
déjà entamé des démarches en vue de la désignation ou de la
reconduction d'une partie de ce comité de direction. Dans l'affirmative,
lesquelles? Un appel à candidature sera-t-il prochainement lancé? Le
Selor sera-t-il chargé d'examiner les candidatures? En résumé, quelle
est la procédure de renouvellement du comité de direction de la
CREG?
schriftelijk meegedeeld hadden dat
ze een verlenging van hun
mandaat wensten. Er werd geen
externe oproep tot
kandidaatstelling gedaan. De vier
overige mandaten lopen op het
eind van het jaar af; naar verluidt
werd ook hiervoor geen oproep tot
kandidaatstelling gedaan.
Heeft u al actie ondernomen om
nieuwe leden van dat
directiecomité aan te stellen of het
mandaat van leden van dat comité
te verlengen? Zo ja, welke? Komt
er eerdaags een oproep tot
kandidaatstelling? Zal Selor belast
worden met het onderzoek van de
kandidaturen? Welke procedure
wordt er gevolg om een nieuw
directiecomité van de CREG
samen te stellen?
03.02 Marc Verwilghen, ministre: Madame la présidente, monsieur
Wathelet, le renouvellement éventuel des mandats actuels du
président et des membres du comité de direction de la CREG fait
l'objet d'une analyse juridique qui s'oriente plus particulièrement sur
les obligations contractuelles entre le président, les directeurs et la
CREG.
Je ne veux pas anticiper les conclusions de cette analyse qui me
parviendront dans les jours à venir. Je soumettrai au Conseil des
ministres du 23 décembre 2005 les propositions qui s'imposent en
vue d'une prise de décision à court terme par rapport aux mandats
soit à renouveler, soit à désigner. Cela dépendra de l'analyse.
03.02 Minister Marc Verwilghen:
In verband met de mogelijke
verlenging van het huidige
mandaat van de voorzitter en de
leden van het directiecomité van
de CREG, is een juridische
analyse aan de gang die meer
bepaald betrekking heeft op de
contractuele verplichtingen van de
voorzitter, de directeurs en de
CREG. De conclusies van die
analyse zullen mij de komende
dagen worden overgezonden en ik
zal ze op 23 december 2005 aan
de ministerraad voorleggen.
03.03 Melchior Wathelet (cdH): Rien n'est donc prévu. Une analyse
est effectuée pour l'instant et une proposition sera faite pour le
renouvellement ou la prolongation des mandats. Si je comprends
bien, toutes les pistes restent ouvertes.
03.03 Melchior Wathelet (cdH):
Alles blijft dus mogelijk.
03.04 Marc Verwilghen, ministre: Toutes les pistes sont ouvertes.
03.04 Minister Marc Verwilghen:
Zo is dat.
03.05 Melchior Wathelet (cdH): Monsieur le ministre, je vous
remercie pour votre réponse.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Samengevoegde vragen van
- de heer Walter Muls aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "het voortbestaan van de producten 'Hoegaarden' en 'Geuze'" (nr. 9362)
- de heer David Geerts aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "het verdwijnen van de brouwerij van Hoegaarden" (nr. 9413)
13/12/2005
CRIV 51
COM 789
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
04 Questions jointes de
- M. Walter Muls au ministre de l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur et de la Politique
scientifique sur "l'avenir des produits 'Hoegaarden' et 'Gueuze'" (n° 9362)
- M. David Geerts au ministre de l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur et de la Politique
scientifique sur "la disparition de la brasserie de Hoegaarden" (n° 9413)
04.01 Walter Muls (sp.a-spirit): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de
minister, op het ogenblik dat ik mijn vraag indiende schreef ik
voorzichtig dat er wat commotie was ontstaan omtrent de beslissing
van InBev om tot 232 werkplaatsen te schrappen. Commotie was
misschien een beetje voorzichtig uitgedrukt, want er was dit weekend
nog een betoging van ongeveer 3.000 mensen in het kleine, landelijke
Hoegaarden.
De sluiting die InBev vooropstelt, gaat inderdaad over de volledige
productie van Hoegaardenbier in Hoegaarden. Het gaat over de
sluiting van de Bellevuebrouwerij aan de Henegouwenkaai in
Molenbeek, over herstructureringen bij Bellevue in Sint-Pieters-Leeuw
en, zoals ik daarnet reeds zei, bij brouwerij De Kluis in Hoegaarden.
Van de 92 arbeiders zouden er daar de helft hun job verliezen.
Wat mij ten zeerste verontrust is dat het telkenmale gaat over
streekproducten waarvan de productie volledig uit de streek van
origine verdwijnt.
Voor de bieren geuze lambiek betekent dit dat deze dienen te worden
gebrouwen in de Zennevallei in het Pajottenland, waar een specifieke
bacterie het proces van de wilde gisting verrijkt. Indien wordt
aanvaard dat buiten deze streek mag worden gebrouwen, dan kan om
het even welke producent om het even waar een typisch Brabants
streekproduct als geuze gaan produceren en commercialiseren.
Er zijn talrijke voorbeelden uit andere landen waar typische
streekproducten logischerwijze alleen in de desbetreffende regio
mogen bereid worden. Ik denk onder meer aan champagne,
parmaham, vele Franse kazen en Griekse fetakazen. Dat heeft
uiteindelijk tot een zeer sterke economische activiteit geleid.
De maatregel van InBev voor het witbier van Hoegaarden, dat de
naam van de gelijknamige gemeente draagt, is nog hallucinanter.
Mijnheer de minister, ik had graag van u vernomen of u het
aanvaardbaar vindt dat producten die duidelijk streekgebonden zijn
buiten de specifieke regio worden geproduceerd.
Wat is uw standpunt over producten die de specifieke naam van een
gemeente of een streek dragen?
Welke stappen zult u ondernemen om het voortbestaan van unieke
producten als geuze en hoegaarden in de eigen streek te vrijwaren?
04.01 Walter Muls (sp.a-spirit):
La décision d'InBev de supprimer
232 emplois a suscité un vif émoi.
Un grand nombre de personnes
ont ainsi participé à une
manifestation organisée ce week-
end à Hoegaarden. La moitié des
92 travailleurs du site de
Hoegaarden perdraient en effet
leur emploi.
Qu'il s'agisse des restructurations
à Molenbeek, à Sint-Pieters-
Leeuw ou à Hoegaarden, on
déracine à chaque fois la
production des bières régionales
de leur terroir d'origine. La Lambic
doit être brassée dans la vallée de
la Senne et dans le Pajottenland
parce qu'une bactérie spécifique
enrichit le processus de
fermentation spontanée. Si l'on
abandonne ce principe, n'importe
quel producteur de bière pourra
produire et commercialiser de la
Gueuze n'importe où. Il en va bien
sûr de même de la bière blanche
de Hoegaarden, qui porte même le
nom du village de production. On
trouve à l'étranger de nombreux
exemples de produits typiques
d'une contrée, par exemple le
champagne et le jambon de
Parme, qui sont fabriqués dans la
région en question et y ont permis
la création d'une importante
activité économique.
Le ministre estime-t-il qu'il est
acceptable que des produits
typiquement liés à une contrée
soient produits dans une autre
région? Quel est son avis
concernant les produits qui portent
le nom d'une commune ou d'une
région? Quelles démarches va-t-il
entreprendre afin de préserver la
production de bières uniques telles
que la Gueuze et la Hoegaarden
dans la région d'origine?
De voorzitter: De heer Geerts heeft thans het woord voor zijn vraag over het verdwijnen van de brouwerij
CRIV 51
COM 789
13/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
van Hoegaarden.
04.02 David Geerts (sp.a-spirit): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de
minister, ik sluit mij aan bij de retoriek van collega Muls. In België
dragen tal van bieren de naam van de gemeente waar zij ooit, in een
ver verleden, gebrouwen werden. Ik haal onder andere Corsendonck,
Tongerlo en Maredsous aan.
Nationalisering, wellicht ook bedrijfsefficiëntie en het verder zoeken
naar winst, hebben tot gevolg dat die bieren niet meer in de lokale
brouwerijen gebrouwen worden. Vandaar dat wij mogelijk in de
situatie terechtkomen dat het zogenaamde Belgische bier bij de
tweedegrootste brouwer van China gebrouwen zal worden, of in
Brazilië, of elders. De smaak zal dan wel afhangen van het klimaat
waar het gebrouwen wordt.
Ik meen dat wij er toch terdege rekening mee moeten houden dat wij
de naam "Belgisch bier" als merknaam moeten deponeren.
Ik wil onmiddellijk terugkoppelen naar de discussie die wij reeds
geruime tijd hebben omdat een aantal biergiganten de interne
Belgische markt steeds meer domineren. Ik heb dat destijds de
"verticale integratie" genoemd en ik heb daarover meer dan eens een
schrijven gericht aan de Raad voor de Mededinging.
Concreet, mijnheer de minister, wil ik van u twee dingen weten. Ten
eerste, wat is uw visie inzake het deponeren van "Belgisch bier", of
iets soortgelijks, als merknaam? Ten tweede, mijn brief aan de Raad
voor de Mededinging dateert van 11 augustus 2005. Tot heden heb ik
zelfs geen ontvangstmelding, laat staan een antwoord ten gronde,
gekregen.
Mijn inziens is die verticale integratie eigenlijk de oorzaak van een
verder verschralen van de Belgische biermarkt.
04.02 David Geerts (sp.a-spirit):
Je me rallie à l'exposé de M. Muls.
Bon nombre de bières belges
portent le nom de la commune où
elles étaient brassées autrefois.
Pour des raisons de
rationalisation, d'efficacité
économique et de recherche du
gain, ces bières ne sont
généralement plus brassées dans
les petites brasseries locales.
Ainsi, la bière régionale belge
risque un jour d'être produite en
Chine. C'est la raison pour laquelle
il est urgent de lancer la procédure
visant à déposer l'appellation
"bière belge" comme nom de
marque. Comme je l'ai déjà
évoqué au Conseil de la
concurrence, quelques géants de
la bière dominent le marché
intérieur belge.
Que pense le ministre du dépôt du
label "bière belge" comme nom de
marque? L'"intégration verticale"
est responsable de la poursuite de
l'étiolement du marché de la bière
belge. Comment se fait-il que je
n'ai pas encore reçu d'accusé de
réception à défaut d'une réponse
de fond à la lettre que j'avais
adressée le 11 août 2005 au
Conseil de la Concurrence?
04.03 Minister Marc Verwilghen: Mevrouw de voorzitter, collega's
Muls en Geerts, uw vragen verrassen mij niet. Zij waren trouwens
aangekondigd, maar wanneer men het antwoord moet formuleren
blijkt in wat voor een ingewikkeld land wij leven.
De bescherming van streekgebonden producten is sinds 1992 een
communautaire materie geworden. Verordening 2081/92 van de
Europese Gemeenschap regelt de bescherming van de
oorsprongsbenamingen en de geografische aanduidingen, terwijl
verordening 2082/92, die er onmiddellijk op volgt, een garantie biedt
voor de bescherming van traditionele specialiteiten.
Alvorens een product dat een plaats- of streeknaam draagt, kan
beschermd worden moet het eerst als dusdanig geregistreerd worden
op vraag van de producenten.
Daar is er al een verschil van insteek. Voor de bieren van Hoegaarden
is er nooit een Europese bescherming aangevraagd. Voor geuze is
dat wel gebeurd, namelijk als gegarandeerde traditionele specialiteit,
of GTS, zoals men dat noemt, volgens verordening 2082/92. De
bescherming geldt in dat geval alleen voor de benaming vergezeld
04.03 Marc Verwilghen, ministre:
La protection des produits
régionaux est une compétence
régionale depuis 1992. Pour
Hoegaarden, elle dépend de
l'administration flamande de
l'agriculture et de l'horticulture.
Sur la base des règlements
européens 2081/92 et 2082/92,
tout producteur peut demander la
protection des produits qui portent
le nom d'un endroit ou d'une
région. Cela s'est fait pour la
Gueuze. Cette bière est
enregistrée sous le label
"Spécialité traditionnelle garantie".
Cette protection ne s'applique
toutefois pas à une zone
géographique.
13/12/2005
CRIV 51
COM 789
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
door het Europese logo en de Europese vermelding "GTS", zodat de
benaming geuze alleen in feite niet geografisch beschermd is.
Het zijn echter de Belgische producenten zelf die voor dat type
bescherming hebben gekozen. Men is immers altijd vrij om er al dan
niet voor te kiezen.
Indien bepaalde producten die een plaats- of streeknaam dragen,
geen Europese bescherming genieten, bestaat de mogelijkheid om ze
elders te produceren en ze onder die naam op de markt te brengen.
In dat geval moet echter de etiketteringwetgeving worden
gerespecteerd, die zegt dat etikettering de consument niet mag
misleiden over de werkelijke oorsprong van het product.
Een product dat de Europese regelgeving respecteert, kan dus wel
degelijk in bepaalde gevallen gebruik maken van plaatsnamen die
verschillend zijn van de plaats waar het wordt geproduceerd.
Europa heeft een heel groot aantal geografische aanduidingen en
oorsprongsbenamingen met grote waarde. De huidige regelgeving
heeft ertoe bijgedragen dat er voor al deze producten, binnen de
Europese Unie alleszins, een strikte bescherming geldt. Alle
productengroeperingen van streekproducten hebben toegang tot deze
bescherming. Daarom is het wellicht spijtig dat niet alle Belgische
producenten daarvan gebruik hebben gemaakt of hebben
geprofiteerd.
Op Belgisch niveau is de materie inzake landbouwproducten met
geografische aanduiding een bevoegdheid van de Gewesten, zoals ik
al zei. In Vlaanderen, en dus voor Hoegaarden, is de Administratie
Land- en Tuinbouw van het Vlaams Gewest bevoegd.
Het merkenrecht speelt wel een rol in het geval van Hoegaarden. De
naam Hoegaarden is sedert 1992 als biermerk geregistreerd bij het
Benelux-Merkenbureau. Volgens het merkenrecht kan de
bescherming van een merk oneindig worden verlengd. Als gevolg
daarvan kan de merkhouder de merknaam ook gebruiken voor
producten die buiten Hoegaarden worden geproduceerd, mits met de
etiketteringwetgeving wordt rekening gehouden.
In antwoord op de vragen van de heer Geerts wens ik aan te stippen
dat het voor de toekomst goed is om de Belgische producenten van
dergelijke streekproducten erop te wijzen hoe ze hun producten
kunnen beschermen. Ik herhaal echter nogmaals dat het een
gewestelijke en geen federale bevoegdheid is. Het zou nogal komisch
overkomen, mocht de federale minister dat vragen.
Mijnheer Geerts, in antwoord op uw vraag over de brief aan de Raad
voor de Mededinging kan ik het volgende zeggen.
De Raad heeft wel degelijk uw brief van 11 augustus 2005 ontvangen.
Het is logisch dat er geen antwoord komt. Voor u is dat niet logisch,
maar voor hen wel, in die zin dat de Raad wel de ontvangst van uw
brief zou hebben kunnen melden. Een concreet antwoord kan de
Raad u echter niet geven. Of er al klachten zijn, is hoe dan ook
vertrouwelijke informatie. Over het verloop van het onderzoek, dat ook
vertrouwelijk is, kan geen informatie worden gegeven. Daarom heeft
de Raad verkozen uw brief onbeantwoord te laten.
Les produits portant une
appellation régionale et qui ne
bénéficient pas de la protection
européenne, peuvent être produits
ailleurs. La législation relative à
l'étiquetage dispose toutefois que
le consommateur ne peut pas être
trompé sur l'origine du produit.
La protection européenne n'a
jamais été sollicitée pour les
bières de Hoegaarden, dont le
nom est cependant enregistré
comme marque de bière auprès
du Bureau Benelux des Marques
depuis 1992, mais cela n'empêche
pas de brasser cette bière ailleurs
qu'à Hoegaarden.
Il est normal que le Conseil de la
concurrence n'ait pas répondu au
courrier de M. Geerts. Les plaintes
introduites et le déroulement de la
nouvelle enquête constituent des
informations confidentielles. Le
Conseil ne fera pas ouvrir une
enquête d'office et préfère que les
affaires en cours soient terminées.
Après le Nouvel An, nous
aborderons d'ailleurs en
commission la réforme tendant à
accroître l'efficacité du Conseil de
la concurrence.
CRIV 51
COM 789
13/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
De Raad is niet overgegaan tot een ambtshalve onderzoek, omdat,
mede gelet op de weinig concrete gegevens in de brief, de voorkeur
werd gegeven aan de afhandeling van de hangende zaken. U weet
dat er op dat vlak een enorm contentieux hangende is. De Raad
verkoos om zich daarop toe te spitsen.
Ik kan alleen maar hopen dat tijdens de hervorming van de Raad voor
de Mededinging, die wellicht na nieuwjaar hier in de commissie zal
worden besproken, enige wijziging aan de wet zal kunnen worden
aangebracht. Samen met u deel ik immers de mening dat op het vlak
van de mededinging nog heel wat kan en moet worden gedaan om
een performant mededingingsorgaan te krijgen.
04.04 Walter Muls (sp.a-spirit): Mijnheer de minister, uw partijgenoot
en voorzitter van de WEU heeft gezegd dat hij stappen zal
ondernemen bij Europees commissaris Louis Michel, om na te gaan
of die bescherming er niet kan komen. Ik heb mij ook al de bedenking
gemaakt dat het de producenten zijn die om bescherming moeten
vragen. Als men ziet dat een producent op de markt in België zodanig
dominant is dat hij ongeveer het hele gamma van bieren in ons land
kan bestrijken, streekbieren inbegrepen, dan vrees ik een beetje dat
we tot een situatie komen, zeker hier, waarin zuiver winstbejag het zal
halen op enige verantwoordelijkheid ten aanzien van de
gemeenschap. Als men bescherming kan vragen, zal het precies
degene zijn tegen wie er bescherming moet komen, die de
bescherming niet zal vragen, louter en alleen omdat zij, om zuiver
economische redenen, menen het niet te moeten doen. Dat is
jammer, want uiteindelijk zal er van de streekproducten in België niet
veel overblijven.
04.04 Walter Muls (sp.a-spirit):
Le président de l'UEO, un
coreligionnaire du ministre, a
annoncé qu'il s'adresserait au
commissaire européen, M. Michel,
pour malgré tout encore obtenir la
protection.
Il appartient aux producteurs eux-
mêmes de faire protéger un
produit mais, en Belgique, un
brasseur en particulier occupe une
position très dominante. Pour des
raisons purement économiques, il
ne demande évidemment pas de
protection. Une fois de plus, la
recherche du profit prime l'intérêt
de la collectivité.
04.05 David Geerts (sp.a-spirit): Mijnheer de minister, ik zal me
zeker ook richten tot de desbetreffende brouwerij en andere die
daarvoor in aanmerking komen. Ik hoop dat we na nieuwjaar,
wanneer het nieuwe ontwerp voor de Raad voor de Mededinging er is,
tot een transparantere markt zullen komen.
04.05 David Geerts (sp.a-spirit):
C'est pourquoi je vais m'adresser
aussi à la brasserie elle-même.
J'espère que le nouveau projet
rendra le Conseil de la
Concurrence plus transparent.
04.06 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer Muls, u spreekt over
verticale integratie en zegt dat er een dominante speler op de markt is
gekomen. Het is een verordening, geen richtlijn. Die is onmiddellijk
toepasselijk en dateert al van 1992. Misschien moet de vraag gesteld
worden waarom die verordening niet werd aangewend in een periode
waarin men, misschien met iets minder druk van die belangrijke
speler op de markt, wel dergelijke stappen had kunnen zetten.
04.06 Marc Verwilghen, ministre:
Le règlement existe depuis déjà
1992, lorsque cet acteur dominant
ne l'était pas encore autant
qu'aujourd'hui. Pourquoi n'a-t-on
pas demandé la protection alors,
lorsqu'une telle démarche aurait
pu donner des résultats?
04.07 Walter Muls (sp.a-spirit): Als mijn informatie juist is, is het
precies in die periode dat de grote speler Hoegaarden heeft
overgenomen. Dan kunnen we daar natuurlijk bedenkingen bij maken.
We zullen ons tot de oppositie moeten richten, want vooral zij is
vertegenwoordigd in de raad van beheer van die brouwer.
04.07 Walter Muls (sp.a-spirit):
C'est précisément de cette époque
que date la reprise de
Hoegaarden. On retrouve
essentiellement au sein du conseil
d'administration de la brasserie en
question des gens de l'opposition.
Je vais donc devoir m'adresser à
13/12/2005
CRIV 51
COM 789
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
eux.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
05 Question de M. Philippe Monfils au ministre de l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur et
de la Politique scientifique sur "la rétrospective consacrée au peintre liégeois Armand Rassenfosse"
(n° 9399)
05 Vraag van de heer Philippe Monfils aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel
en Wetenschapsbeleid over "de retrospectieve tentoonstelling van de Luikse schilder Armand
Rassenfosse" (nr. 9399)
05.01 Philippe Monfils (MR): Madame la présidente, monsieur le
ministre, je suis un peu ennuyé: je dois vous parler d'une convention
et c'est assez mal vu actuellement. En fait, je peux immédiatement
rassurer l'assemblée: il ne s'agit pas d'une convention avec
M. Ecclestone ni une convention signée par vous, monsieur le
ministre.
La presse s'est fait l'écho de litiges opposant les descendants du
peintre liégeois Armand Rassenfosse et les organisateurs d'une
rétrospective organisée au Palais des Académies à Bruxelles,
consacrée à ce dernier.
Je n'entrerai ni dans la personnalisation ni dans les problèmes
judiciaires: on sait que divers problèmes se sont posés. L'exposition a
d'abord été annulée, alors qu'elle était conçue et réalisée par un
groupe de personnes privées sous les auspices et avec le soutien
moral, logistique et financier du service public fédéral de
programmation (SPP) Politique scientifique. C'est pour cette raison
que je m'adresse à M. le ministre.
Mes questions sont assez simples.
Comment ce service public fédéral a-t-il été amené à s'investir dans
une exposition qui relevait d'une initiative purement privée, mais qui
surtout, de par les activités professionnelles de certains participants
influents dans le secteur comme les galeries , montrait clairement
sa vocation commerciale?
Comment expliquer qu'une convention ait été signée entre les
Musées Royaux des Beaux-Arts, établissement scientifique fédéral, et
ce groupe privé? D'autant plus qu'il me semble que cette convention
engageait en contrepartie le service public fédéral dans quelques
domaines, tels le transport des oeuvres, la surveillance, la sécurité, la
promotion et la publicité de l'exposition. Manifestement, on voit un
service public fédéral intervenir dans un secteur qui connaît
apparemment bien des problèmes et où prédomine l'aspect
commercial.
Dès lors, et pour essayer d'y voir clair, pourriez-vous nous exposer
comment vous voyez cette affaire? Quel jugement portez-vous sur
cette décision du service public fédéral de s'engager plus loin dans
cette exposition? Quelle est votre jugement sur la question?
05.01 Philippe Monfils (MR):
Volgens persberichten is er een
geschil gerezen tussen de
organisatoren van een
retrospectieve tentoonstelling van
de schilder Armand Rassenfosse
en de nakomelingen van de
schilder. De tentoonstelling, een
initiatief van een groep
particulieren met steun van de
POD Wetenschapsbeleid, werd
uiteindelijk geannuleerd.
Waarom heeft Wetenschapsbeleid
zijn steun verleend aan die
tentoonstelling, waarvan het
initiatief uitging van particulieren,
vermoedelijk met de bedoeling er
geld aan te verdienen, gelet op de
beroepsactiviteiten van de
organisatoren?
Wat vindt u ervan dat de POD
Wetenschapsbeleid in dat verband
een bindende overeenkomst
gesloten heeft?
05.02 Marc Verwilghen, ministre: Madame la présidente, collègue
Monfils, pour répondre à votre première question, c'est le SPP
Politique scientifique, par l'intermédiaire du président du département,
05.02 Minister Marc Verwilghen:
Toen ik vernam dat de Voorzitter
van de POD Wetenschapsbeleid
CRIV 51
COM 789
13/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
qui a signé en 2005 une convention avec les administrateurs d'une
galerie d'art, et ce en vue d'organiser une exposition du peintre
Rassenfosse.
J'ai été informé de cet état de fait et j'ai donné instruction, en juin et
juillet 2005, au président du département de signifier officiellement
aux signataires de la convention que la Politique scientifique fédérale
ne soutiendrait pas cet événement.
La convention n'avait même pas fait l'objet d'un avis de l'Inspection
des Finances alors qu'elle prévoyait plusieurs avantages en nature et
des frais financiers, notamment liés à la promotion de l'événement en
question.
Malgré ces instructions, je constate comme vous que le soutien de la
Politique scientifique figure officiellement dans la promotion et la
rédaction d'un ouvrage sur le peintre. Je ne m'explique pas le fait que
l'administration ait refusé d'obtempérer à mes instructions ni son
acharnement à soutenir l'organisation de l'exposition. Je constate par
exemple que "Science Connection", revue de la Politique scientifique,
et le site internet du département font également la promotion de la
même exposition. L'Etat semble ainsi engagé dans une exposition
valorisant le travail d'une galerie d'art.
La justice de paix vient d'écarter, pour confusion de rôles, le
responsable de la gestion des biens de l'héritière du peintre
Rassenfosse qui n'est autre que le mari de la gestionnaire de la
galerie d'art et un des signataires de la convention.
J'ai demandé à l'inspecteur des Finances de procéder à une enquête
complémentaire car il appert que les Musées Royaux des Beaux-Arts
ont signé, sans accord de l'inspection des Finances et de la
commission de gestion de l'institution, une convention qui accorde du
personnel de l'Etat et de multiples moyens en nature pour
l'événement organisé par cette galerie. Cette convention engage le
président du département et confirme le soutien de la Politique
scientifique fédérale.
een overeenkomst gesloten had
met de houders van een galerie
met het oog op de organisatie van
een tentoonstelling van werk van
de schilder Armand Rassenfosse,
heb ik de Voorzitter in juni en juli
2005 instructie gegeven de
overeenkomstsluitende partijen
officieel mee te delen dat
Wetenschapsbeleid deze
manifestatie niet zou steunen. De
inspectie van Financiën had niet
eens een advies uitgebracht over
de overeenkomst, hoewel daarin
sprake is van verscheidene
voordelen in natura en diverse
kosten.
Ik stel net als u vast dat het
departement Wetenschapsbeleid
desalniettemin officieel vermeld
wordt in een werk over de schilder,
en dat er op onze website reclame
gemaakt wordt voor de
tentoonstelling, en ik begrijp dan
ook niet waarop de administratie
mijn instructies niet heeft willen
opvolgen.
De overheid lijkt aldus betrokken
bij de promotie van een
kunstgalerij. Het gerecht heeft de
goederenbeheerder van de
erfgename Rassenfosse van de
zaak verwijderd omdat hij de
echtgenoot van de uitbater van de
kunstgalerij en de ondertekenaar
van de overeenkomst is.
Ik heb de inspecteur van
Financiën om een aanvullend
onderzoek gevraagd vermits de
Koninklijke Musea voor Schone
Kunsten deze overeenkomst
zonder de vereiste akkoorden
hebben ondertekend. De
betrokken overeenkomst die het
nodige personeel en de nodige
middelen ter beschikking stelt van
het door deze galerij op touw
gezette evenement, houdt
verplichtingen in voor de Voorzitter
van het departement en bevestigt
zodoende de steun van het
federaal Wetenschapsbeleid.
05.03 Philippe Monfils (MR): Monsieur le ministre, en effet, je
connaissais également la personne et le problème avec le juge de
05.03 Philippe Monfils (MR): Ik
deel uw standpunt. Mijn
13/12/2005
CRIV 51
COM 789
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
paix. Je ne voulais pas en parler ici mais vous l'avez fait et je partage
tout à fait votre point de vue.
Je retiens de tout cela que vous avez donné l'instruction d'arrêter et
qu'ils ont malgré tout continué; c'est tout à fait étonnant! Ils n'ont pas
remis non plus la convention pour avis à l'Inspection des Finances,
tout ceci est parfaitement inacceptable de la part du SPP Politique
scientifique, d'autant plus que tout cela est purement commercial. On
connaît également les difficultés entre les héritiers, ceux qui ont des
toiles dans une galerie, ceux qui en ont ailleurs. Cela devient vraiment
un panier de crabes et je vous suis reconnaissant d'avoir
immédiatement décidé qu'il fallait arrêter ce genre de choses et
d'avoir demandé une enquête administrative dans la mesure où on ne
vous a pas obéi et où on retrouve encore dans des documents
officiels de la Politique scientifique la publicité et la promotion de
l'exposition.
Cela ne doit pas arriver. Je ne peux donc que partager votre point de
vue et j'ai le sentiment que la réponse que vous donnez est très ferme
et intéressera certainement un certain nombre de protagonistes de
cette brillante affaire.
Je vous remercie.
voornaamste conclusie is dat u
heeft bevolen om alles stop te
zetten en dat zij desondanks zijn
voortgegaan, wat onaanvaardbaar
is! Het verheugt me ook dat u een
administratief onderzoek heeft
gelast.
Uw resoluut antwoord zal de
hoofdrolspelers in deze
opzienbarende zaak zeker
interesseren...
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
06 Question de Mme Marie Nagy au ministre de l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur et de
la Politique scientifique sur "la composition de l'index des prix à la consommation" (n° 9419)
06 Vraag van mevrouw Marie Nagy aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de samenstelling van de index van de consumptieprijzen" (nr. 9419)
06.01 Marie Nagy (ECOLO): Madame la présidente, monsieur le
ministre, tous les huit ans, le service public fédéral Économie
détermine la composition du panier de la ménagère ou indice des prix
à la consommation. À partir du 1
er
janvier 2006, la liste des produits
qui interviennent dans son calcul sera modifiée. La pondération
donnée dans l'indice à certains produits sera également revue. Une
des questions à ce propos concerne la part du loyer dans le panier de
la ménagère. En effet, aujourd'hui, celui-ci ne compte que pour 5,5%
alors que pour un nombre important de ménages, il représente plus
de 30% de leurs dépenses. Pour bien refléter l'évolution de la
consommation, il me semble que le loyer devrait être pris en
considération dans des proportions plus importantes.
Le ministre partage-t-il mon analyse quant à la nécessité d'accroître la
part du loyer dans le panier de la ménagère? La modification qui
interviendra en 2006 intègre-t-elle ce changement? Quelle sera la
nouvelle pondération?
06.01 Marie Nagy (ECOLO): Om
de acht jaar bepaalt de FOD
Economie het indexcijfer van de
consumptieprijzen. In januari 2006
wordt de lijst van de producten
voor de berekening van die index
gewijzigd en wordt de weging van
een aantal producten herzien.
In die korf van de gezins-
bestedingen vertegenwoordigt de
huurprijs slechts 5,5 procent,
terwijl in heel wat gezinnen meer
dan 30 procent van het
gezinsbudget naar huur gaat.
Meent u ook dat het aandeel van
de huurprijs moet worden
opgetrokken? Gebeurt dat naar
aanleiding van de wijziging van
2006? Wat wordt de nieuwe
weging?
06.02 Marc Verwilghen, ministre: Madame la présidente, madame
Nagy, la pondération des loyers dans l'indice des prix actuel est basée
sur l'enquête sur les budgets des ménages 1995/1996. Cette enquête
06.02 Minister Marc Verwilghen:
De weging van de huurprijzen in
het huidige indexcijfer berust op
CRIV 51
COM 789
13/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
détermine de façon détaillée la structure des dépenses moyennes de
consommation d'un ménage résidant en Belgique. Le poids de
55,28% dans l'indice des prix à la consommation semble faible à
première vue mais il faut tenir compte du fait que plus de 70% des
ménages sont propriétaires de leur habitation.
Les points des témoins du nouvel indice des prix à la consommation
sont basés sur les résultats de l'enquête sur la consommation des
ménages 2004. La pondération des loyers augmente, passant de
55,28% à 62,33%. J'ai ainsi répondu à vos trois questions.
de gezinsbudgetenquête 1995/96.
Het aandeel van 55,28 procent in
het indexcijfer lijkt laag, maar men
mag niet vergeten dat 70 procent
van de gezinnen eigenaar is. Voor
het nieuwe indexcijfer wordt van
de enquête 2004 uitgegaan. De
weging van de huurprijzen stijgt
van 55,28 naar 62,33 procent.
06.03 Marie Nagy (ECOLO): Je remercie le ministre pour sa
réponse. Je constate que la pondération a été modifiée. J'entends
bien qu'il y a un nombre important de ménages propriétaires mais on
sait aussi que l'augmentation des loyers a connu une accélération
notable depuis 1995/1996. On ne peut donc que se réjouir de la
nouvelle pondération.
06.03 Marie Nagy (ECOLO): Er
komt dus een wijziging van de
weging. Heel wat gezinnen zijn
inderdaad eigenaar, maar
anderzijds zijn de huurprijzen
sinds 1995/96 sterk gestegen. We
zijn dus verheugd dat er een
nieuwe weging komt.
06.04 Marc Verwilghen, ministre: Je voudrais rappeler que l'enquête
sur le budget des ménages porte sur 2004 et permet donc de prendre
pour base des chiffres récents.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Vraag van mevrouw Inga Verhaert aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "het dumpen van nucleair afval in Rusland" (nr. 9425)
07 Question de Mme Inga Verhaert au ministre de l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur et
de la Politique scientifique sur "le déversement des déchets nucléaires en Russie" (n° 9425)
07.01 Inga Verhaert (sp.a-spirit): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de
minister, mijn vraag is ingegeven door een nogal zorgwekkend
perscommuniqué, dat gelanceerd werd door Greenpeace.
Op 1 december werd er door Greenpeace actie gevoerd in Le Havre
tegen het transport van 450 ton nucleair afval, dat uit de
opwerkingsfabriek van Pierrelatte zou komen en richting Rusland
ging. De milieuvereniging wilde daarmee onder de aandacht brengen
dat er volgens hen al decennia lang nucleair afval uit West-Europa
richting Rusland wordt gestuurd.
Greenpeace afdeling Rusland zegt nog meer, namelijk dat afval van
de Europese kernindustrie wordt gestockeerd, maar ook heel vaak
wordt afgevoerd richting Rusland, waar het dan ik weet niet wat de
exacte term is wordt herverrijkt, of iets dergelijks. Het probleem
daarbij is dat van de meer dan 100.000 ton die gedurende de laatste
10 jaar naar Rusland is afgevoerd, 90% daar zou zijn gebleven. Dat
zou tegen de Russische wetgeving zijn. Greenpeace Rusland heeft
daarom ook een proces aangespannen, op basis van een artikel dat
het stockeren en dumpen van dat soort materiaal illegaal maakt in
Rusland.
Er werden ook vragen gesteld bij de manier van transport binnen
Rusland zelf, namelijk per spoor, over meer dan 3.000 kilometer,
richting Siberië. Men kan zich inderdaad vragen stellen over de
veiligheid, want het is een publiek geheim dat in de voormalige Sovjet-
07.01 Inga Verhaert (sp.a-spirit):
Je me suis inquiétée à la suite
d'un communiqué de presse de
Greenpeace dans lequel
l'organisation de défense de
l'environnement accuse la France
de transporter ses déchets
nucléaires de l'usine de
retraitement de Pierrelatte vers la
Russie pour les y mettre en
décharge. La France ne
constituerait pas un cas isolé à cet
égard. Au cours des dix dernières
années, 100.000 tonnes de
déchets nucléaires européens
auraient été acheminées en
Russie. Une grande partie de ces
déchets restent définitivement en
Russie, ce qui est contraire à la loi
russe. Qui plus est, les transports
effectués vers la Sibérie via le
réseau ferroviaire russe soulèvent
des questions en matière de
sécurité.
Le ministre est-il au fait de ces
13/12/2005
CRIV 51
COM 789
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
Unie niet altijd alles even nauw genomen wordt, met betrekking tot de
veiligheid. Wij weten dat er niet altijd even streng wordt toegekeken
op veiligheid rond nucleaire wapens. Daarover worden geregeld
vragen gesteld. Het spreekt voor zich dat dit eens van naderbij
bekeken kan worden.
Wat mij bijzonder interesseert, is dat Greenpeace ook sprak van
mogelijke betrokkenheid van Electrabel. Ook zij zouden afval richting
Rusland sturen. Ik wil graag van u weten of u op de hoogte bent van
dat soort transporten en of België garanties kan bieden dat er geen
vuiltje aan de lucht is.
pratiques? Electrabel y est-elle
impliquée d'une manière ou d'une
autre? Les centrales nucléaires
belges se débarrassent-elles
également d'une partie de leurs
déchets en Russie?
07.02 Minister Marc Verwilghen: Mevrouw de voorzitter, collega
Verhaert, ik heb mijn administratie om uitleg gevraagd met betrekking
tot deze vraag. Wat uw eerste vraag betreft, de transporten van
nucleair afval uit de opwerkingsfabriek van Pierrelatte naar Rusland
verlopen niet over Belgisch grondgebied. Daarom worden wij daarvan
niet op de hoogte gesteld.
Ik kom tot uw tweede vraag. Het afval van de Belgische kerncentrales
wordt in België gestockeerd. De transporten van afval van Belgische
kerncentrales zijn, zoals u weet, onderworpen aan vergunningen.
Door de bevoegde diensten, in casu het Federaal Agentschap voor
Nucleaire Controle, werd geen enkele vergunning voor transporten
van afval naar Rusland afgeleverd.
Ik meen dat in die omstandigheden de twee door u gestelde vragen
een duidelijk antwoord hebben gekregen.
07.02 Marc Verwilghen, ministre:
Les transports nucléaires de
Pierrelatte vers la Russie ne
transitent pas par le territoire
belge. Nous ne sommes donc pas
tenus informés.
Les déchets des centrales
nucléaires belges sont entreposés
en Belgique même. Nos transports
de déchets sont régis par des
permis et l'Agence fédérale de
contrôle nucléaire (AFCN) n'a
délivré aucun permis pour le
transport de déchets vers la
Russie.
07.03 Inga Verhaert (sp.a-spirit): Mijnheer de minister, ik mag dus
concluderen dat hetgeen Greenpeace hierover zegt niet klopt en dat
er geen Belgische betrokkenheid is?
07.03 Inga Verhaert (sp.a-spirit):
J'en conclus donc que les
nouvelles alarmantes de
Greenpeace sont sans fondement
pour ce qui concerne la Belgique.
07.04 Minister Marc Verwilghen: U hoorde het antwoord van mijn
administratie.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De bespreking van de vragen en interpellaties eindigt om 14.54 uur.
La discussion des questions et interpellations se termine à 14.54 heures.