CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 785
CRIV 51 COM 785
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DE L
'I
NFRASTRUCTURE
,
DES
C
OMMUNICATIONS ET DES
E
NTREPRISES
PUBLIQUES
C
OMMISSIE VOOR DE
I
NFRASTRUCTUUR
,
HET
V
ERKEER EN DE
O
VERHEIDSBEDRIJVEN
lundi
maandag
12-12-2005
12-12-2005
Après-midi
Namiddag
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE






























cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders ­ Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu inté-
gral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit des
interventions ; les annexes se trouvent dans une brochure
séparée (PLEN: couverture blanche; COM: couverture
saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken; de
bijlagen zijn in een aparte brochure opgenomen
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
Plenum
COM
réunion de commission
COM
Commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 785
12/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i


SOMMAIRE
INHOUD
Question de M. Bart Tommelein au ministre de la
Mobilité sur "les conditions d'homologation des
camping-cars" (n° 8560)
1
Vraag van de heer Bart Tommelein aan de
minister van Mobiliteit over "de
homologatievoorwaarden voor kampeerwagens"
(nr. 8560)
1
Orateurs: Bart Tommelein, Renaat Landuyt,
ministre de la Mobilité
Sprekers: Bart Tommelein, Renaat Landuyt,
minister van Mobiliteit
Question de M. Bart Tommelein au ministre de la
Mobilité sur "la carte de conducteur pour
l'utilisateur du tachygraphe digital" (n° 8615)
4
Vraag van de heer Bart Tommelein aan de
minister van Mobiliteit over "de bestuurderskaart
voor een digitale tachograaf" (nr. 8615)
4
Orateurs: Bart Tommelein, Renaat Landuyt,
ministre de la Mobilité
Sprekers: Bart Tommelein, Renaat Landuyt,
minister van Mobiliteit
Question de Mme Hilde Vautmans au ministre de
la Mobilité sur "l'immatriculation de voitures de
société après le déménagement d'une entreprise"
(n° 8571)
6
Vraag van mevrouw Hilde Vautmans aan de
minister van Mobiliteit over "de inschrijving van
bedrijfswagens na de verhuis van een
onderneming" (nr. 8571)
6
Orateurs: Hilde Vautmans, Renaat Landuyt,
ministre de la Mobilité
Sprekers: Hilde Vautmans, Renaat Landuyt,
minister van Mobiliteit
Question de Mme Hilde Vautmans au ministre de
la Mobilité sur "les résultats d'une étude sur
l'implication d'étudiants limbourgeois dans des
accidents" (n° 9020)
8
Vraag van mevrouw Hilde Vautmans aan de
minister van Mobiliteit over "de resultaten van een
onderzoek naar ongevalbetrokkenheid bij
Limburgse studenten" (nr. 9020)
8
Orateurs: Hilde Vautmans, Renaat Landuyt,
ministre de la Mobilité
Sprekers: Hilde Vautmans, Renaat Landuyt,
minister van Mobiliteit
Question de M. Dylan Casaer au ministre de la
Mobilité sur "la réglementation en matière de
signalisation routière" (n° 8995)
10
Vraag van de heer Dylan Casaer aan de minister
van Mobiliteit over "de reglementering inzake
bewegwijzering" (nr. 8995)
10
Orateurs: Dylan Casaer, Renaat Landuyt,
ministre de la Mobilité
Sprekers: Dylan Casaer, Renaat Landuyt,
minister van Mobiliteit
Question de M. Jan Mortelmans au ministre de la
Mobilité sur "l'utilisation du Segway sur la voie
publique" (n° 9018)
11
Vraag van de heer Jan Mortelmans aan de
minister van Mobiliteit over "het gebruik van de
Segway op de openbare weg" (nr. 9018)
11
Orateurs: Jan Mortelmans, Renaat Landuyt,
ministre de la Mobilité
Sprekers: Jan Mortelmans, Renaat Landuyt,
minister van Mobiliteit
Question de M. Eric Massin au ministre de la
Mobilité sur "la formation à la conduite" (n° 9123)
12
Vraag van de heer Eric Massin aan de minister
van Mobiliteit over "de rijopleiding" (nr. 9123)
12
Orateurs: Eric Massin, Renaat Landuyt,
ministre de la Mobilité
Sprekers: Eric Massin, Renaat Landuyt,
minister van Mobiliteit
Question de M. Jan Mortelmans au ministre de la
Mobilité sur "l'immatriculation obligatoire des
remorques" (n° 9207)
13
Vraag van de heer Jan Mortelmans aan de
minister van Mobiliteit over "de verplichte
inschrijving van aanhangwagens" (nr. 9207)
13
Orateurs: Jan Mortelmans, Renaat Landuyt,
ministre de la Mobilité
Sprekers: Jan Mortelmans, Renaat Landuyt,
minister van Mobiliteit
Questions jointes de
15
Samengevoegde vragen van
15
- M. Luk Van Biesen au ministre de la Mobilité sur
"les problèmes linguistiques au sein de la
Direction de l'immatriculation des véhicules (DIV)"
(n° 9287)
15
- de heer Luk Van Biesen aan de minister van
Mobiliteit over "de taalproblemen bij de Dienst
voor de Inschrijving van Voertuigen (DIV)"
(nr. 9287)
15
- Mme Dalila Douifi au ministre de la Mobilité sur
"le fonctionnement et l'accessibilité de la Direction
de l'immatriculation des véhicules (DIV)" (n° 9358)
15
- mevrouw Dalila Douifi aan de minister van
Mobiliteit over "de werking en de toegankelijkheid
van de Dienst Inschrijving Voertuigen (DIV)"
(nr. 9358)
15
12/12/2005
CRIV 51
COM 785
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
Orateurs: Luk Van Biesen, Dalila Douifi,
Renaat Landuyt
, ministre de la Mobilité
Sprekers: Luk Van Biesen, Dalila Douifi,
Renaat Landuyt
, minister van Mobiliteit
Questions jointes de
18
Samengevoegde vragen van
18
- M. Luk Van Biesen au ministre de la Mobilité sur
"l'utilisation historique des pistes de l'aéroport de
Zaventem" (n° 9303)
18
- de heer Luk Van Biesen aan de minister van
Mobiliteit over "het historisch baangebruik op de
luchthaven van Zaventem" (nr. 9303)
18
- M. Bart Laeremans au ministre de la Mobilité sur
"les négociations menées avec les Régions
concernant la répartition des nuisances sonores à
proximité de l'aéroport de Zaventem" (n° 9397)
18
- de heer Bart Laeremans aan de minister van
Mobiliteit over "de onderhandelingen met de
gewesten over de spreiding van de geluidshinder
rond de luchthaven van Zaventem" (nr. 9397)
18
Orateurs: Luk Van Biesen, Bart Laeremans,
Renaat Landuyt
, ministre de la Mobilité
Sprekers: Luk Van Biesen, Bart Laeremans,
Renaat Landuyt
, minister van Mobiliteit
Question de M. Philippe Monfils au ministre de la
Mobilité sur "contrôles anti-drogue'" (n° 9267)
26
Vraag van de heer Philippe Monfils aan de
minister van Mobiliteit over "de controles op
drugsgebruik" (nr. 9267)
26
Orateurs: Philippe Monfils, Renaat Landuyt,
ministre de la Mobilité
Sprekers: Philippe Monfils, Renaat Landuyt,
minister van Mobiliteit
Question de M. Dylan Casaer au ministre de la
Mobilité sur "le système ISA en Belgique"
(n° 9319)
28
Vraag van de heer Dylan Casaer aan de minister
van Mobiliteit over "het ISA-systeem in België"
(nr. 9319)
28
Orateurs: Dylan Casaer, Renaat Landuyt,
ministre de la Mobilité
Sprekers: Dylan Casaer, Renaat Landuyt,
minister van Mobiliteit
Question de Mme Inga Verhaert au secrétaire
d'État aux Entreprises publiques, adjoint à la
ministre du Budget et de la Protection de la
consommation sur "le département Accès au
réseau d'Infrabel" (n° 9345)
30
Vraag van mevrouw Inga Verhaert aan de
staatssecretaris voor Overheidsbedrijven,
toegevoegd aan de minister van Begroting en
Consumentenzaken over "de afdeling Toegang tot
het net van Infrabel" (nr. 9345)
30
Orateurs: Inga Verhaert, Renaat Landuyt,
ministre de la Mobilité
Sprekers: Inga Verhaert, Renaat Landuyt,
minister van Mobiliteit
Question de M. Jef Van den Bergh au ministre de
la Mobilité sur "la non-utilisation des clignotants"
(n° 9365)
32
Vraag van de heer Jef Van den Bergh aan de
minister van Mobiliteit over "het niet gebruiken
van de richtingaanwijzers" (nr. 9365)
32
Orateurs: Jef Van den Bergh, Renaat
Landuyt
, ministre de la Mobilité
Sprekers: Jef Van den Bergh, Renaat
Landuyt
, minister van Mobiliteit
CRIV 51
COM 785
12/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1


COMMISSION DE
L'INFRASTRUCTURE, DES
COMMUNICATIONS ET DES
ENTREPRISES PUBLIQUES
COMMISSIE VOOR DE
INFRASTRUCTUUR, HET
VERKEER EN DE
OVERHEIDSBEDRIJVEN
du
LUNDI
12
DÉCEMBRE
2005
Après-midi
______
van
MAANDAG
12
DECEMBER
2005
Namiddag
______

De vergadering wordt geopend om 14.22 uur door de heer Francis Van den Eynde, voorzitter.
La séance est ouverte à 14.22 heures par M. Francis Van den Eynde, président.
01 Vraag van de heer Bart Tommelein aan de minister van Mobiliteit over "de homologatievoorwaarden
voor kampeerwagens" (nr. 8560)
01 Question de M. Bart Tommelein au ministre de la Mobilité sur "les conditions d'homologation des
camping-cars" (n° 8560)
01.01 Bart Tommelein (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, volgens artikel 9, §2 van het koninklijk besluit van 15 maart
1968 dient de maximaal toegelaten massa kampeerauto minstens 20%
groter te zijn dan de eigen massa. In de praktijk blijkt deze voorwaarde
niet echt realistisch. Als men ze zou toepassen op alle motorhomes in de
EU, zouden er veel ongeschikt blijken voor het verkeer. Voor het
bekomen van een Europees gelijkvormigheidbewijs hanteert men totaal
andere normen, namelijk 75 kilo per persoon en 25 kg bagage. Dit lijkt
mij realistisch, zeker gezien in de tarra de massa van het bedrijfsklare
voertuig met inbegrip van de binneninrichting en een gevulde vloeistof-
en gastank voor huishoudelijk gebruik, begrepen zijn.

De verschillende toepassing in België en op Europees vlak zorgt ervoor
dat een aantal Belgische verkopers van motorhomes met de handen in
het haar zitten. Zij verkochten immers te goeder trouw een aantal
monovolumes die in het buitenland worden geproduceerd en daar wel
een gelijkvormigheidbewijs kunnen krijgen. Plots blijkt op het terrein
echter een aantal ambtenaren de homologatie te weigeren op grond van
artikel 9 van voornoemd KB van 1968.

Mijnheer de minister, ten eerste, acht u de voorwaarden van artikel 9, §2
noodzakelijk voor de verkeersveiligheid? Ten tweede, bent u bereid om
op korte termijn een regeling uit te werken die rechtszekerheid kan
bieden aan de verkopers en/of eigenaars van kampeerwagens die niet
alleen aan Belgische, maar ook aan Europese normen voldoen? Het
probleem doet zich immers wel degelijk op het terrein voor omdat veel
mobilhomes niet in België worden geproduceerd.
01.01 Bart Tommelein (VLD):
L'article 9, § 2, de l'arrêté royal du
15 mars 1968 précise que le poids
maximal autorisé des véhicules
automobiles de camping doit être
supérieur d'au moins 20% à la tare
du véhicule. Dans la pratique, de
nombreux camping-cars fabriqués
en Europe ne satisfont pas à cette
condition. Des normes différentes
sont en effet utilisées pour l'octroi
d'un certificat de conformité
européen, ce qui crée des
problèmes pour les vendeurs
belges, parce qu'il n'est pas
possible d'homologuer en
Belgique les camping-cars
importés qu'ils ont vendus de
bonne foi.

Le ministre estime-t-il la norme
inscrite dans l'arrêté royal de 1968
nécessaire pour la sécurité
routière? Est-il disposé à garantir à
court terme la sécurité juridique
aux acheteurs de camping-car
respectant les normes
européennes, mais pas les
normes belges?
01.02 Minister Renaat Landuyt: Mijnheer de voorzitter, waarde 01.02 Renaat Landuyt, ministre:
12/12/2005
CRIV 51
COM 785
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
collega's, collega, ik geef u een overzicht van wat mijn administratie
antwoordt. Ik kan dan op het einde zeggen wat ik denk.

Wat de mobilhomes betreft die totaal conform de Europese richtlijn zijn,
spreekt men over twee categorieën: de voertuigen die totaal conform
aan de Europese richtlijnen zijn en anderzijds de voertuigen die
nationaal goedgekeurd zijn, volgens het KB van 1968.

De Europese richtlijn bepaalt in eerste instantie dat de voertuigen die
conform de Europese richtlijn zijn goedgekeurd over een Europese
typekeuring beschikken. Dat wil zeggen dat zij van het EG-certificaat van
overeenstemming zijn voorzien. De richtlijn 95/48, betreffende massa's
en afmetingen van motorvoertuigen van categorie M1, wordt toegepast,
in het bijzonder de methode voor de controle van de massa's en de
asbelastingen van die voertuigen.

De massa van het voertuig wordt als volgt gecontroleerd. In onbeladen
toestand - dat wil zeggen in bedrijfsklare toestand, maar zonder
bestuurder - wordt rekening gehouden met de massa die overeenkomt
met de massa van het waterreservoir en de gastank, die tot 90% van de
inhoud gevuld zijn. In beladen toestand, wat ook wordt gecontroleerd,
wordt rekening gehouden met het aantal inzittenden, inclusief de
bestuurder, vermenigvuldigd met 75 kilogram, de massa's van extra
toebehoren en opties en de massa van de additionele belasting, die ten
minste gelijk is aan een bepaald getal.

Wat de voertuigen betreft die nationaal goedgekeurd zijn ­ op die
regeling is er een beetje kritiek ­, overeenkomstig artikel 1, paragraaf 2,
punt 10 is een kampeerwagen elk voertuig dat gebouwd of omgebouwd
werd voor het vervoer en het verblijf van ten hoogste 8 personen, de
bestuurder niet inbegrepen, en waarvan de binneninrichting blijvend aan
het koetswerk bevestigd is.

Overeenkomstig het artikel 9, §2, dient het verschil tussen maximale
massa en eigen massa van het voertuig 20% te bedragen.
Il convient de distinguer deux
catégories: d'une part les
véhicules conformes aux
directives européennes et
disposant d'un certificat européen
et, d'autre part, les véhicules
homologués au niveau national
conformément aux dispositions de
l'arrêté royal précité. Les
dispositions européennes sont
fondées sur le principe qu'à partir
du moment où un véhicule est
homologué, plus rien ne peut y
être ajouté. Ce n'est évidemment
pas le cas dans la pratique, aussi
les normes sont-elles souvent
dépassées. La Belgique applique
une norme plus sévère au
bénéfice de la sécurité routière.
L'expérience révèle que la marge
de 20% est bonne et offre une
certaine liberté quant au choix de
la finition du véhicule. Les
arguments soulevés en faveur
d'un assouplissement des règles
nationales n'ont pas pu me
convaincre jusqu'ici.

(Het geluid van een GSM weerklinkt)
(Une sonnerie de GSM retentit)

Eigen massa wordt gedefinieerd in artikel 1, §2, 28. Eigen massa wil
zeggen: de massa van het rijklare voertuig, met carrosserie, uitrusting en
toebehoren, dat brandstof, water en smeerolie ingenomen heeft, echter
zonder inbegrip van de vervoerde personen en goederen.

(Het geluid van een GSM weerklinkt)
(Une sonnerie de GSM retentit)

Voor de kampeerauto's omvat de tarra de massa van het bedrijfsklare
voertuig met inbegrip van de binneninrichting. De vloeistof en de
massa's voor huishoudelijk gebruik moeten gevuld zijn.

Daarbij wordt er geen rekening gehouden met de massa's van extra
toebehoren en opties, zoals wel voorzien voor de Europese certificaten
van overeenstemming.

Moet ik voortgaan? Het is uw vraag, mijn antwoord.
01.03 Bart Tommelein (VLD): Ja, in orde. Het is niet mijn vraag, het is
CRIV 51
COM 785
12/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
een probleem op het terrein.
01.04 Minister Renaat Landuyt: Ja, ik dacht wel dat het niet van u
kwam.

Met andere woorden: Europa gaat ervan uit, eens een wagen
gehomologeerd is, dat er dan ook niets meer aan wordt toegevoegd.
`Niets' betekent zelfs niet de toevoeging van een tapijt en dergelijke.

In de praktijk is dat echter niet het geval. Dat betekent dat de normen
steeds overschreden worden.

Europa bepaalt dus de algemene regels.
(Het geluid van een GSM weerklinkt)
(Une sonnerie de GSM retentit)

Niets verhindert om nog meer nadruk te leggen op verkeersveiligheid op
het Belgisch niveau. België neemt een grotere veiligheidsmarge dan
Europa omdat wij het risico op het vlak van de verkeersveiligheid willen
beperken.

De ervaring leert dat 20% een goede marge is. De Europese marge is
ongeveer 10% ruimer dan de onze. Aangezien er een andere manier
van berekenen wordt gehanteerd, is dat verschil niet precies te
specificeren, dus moeilijk te vergelijken, maar wij hebben een tamelijk
strenge marge, wat we ook wel beseffen. Het heeft niets te maken met
onzekerheid, want die situatie bestaat al sinds 1968, sinds die regel in
het koninklijk besluit van 1968 van kracht is.

Er is nu voortdurend de vraag om die regels te versoepelen. Daarvan
kon ik echter nog niet overtuigd worden. Wij staan wel open voor verder
onderzoek. Voorlopig heb ik echter geen argumenten om af te wijken
van wat wij ooit als veilig hebben beschouwd.
01.05 Bart Tommelein (VLD): Mijnheer de minister, u hebt gelijk.
Verkeersveiligheid staat hoog in het vaandel. Maar ik wijs er u toch op
dat de meeste van de kampeerwagens die hier gehomologeerd moeten
worden of hier in orde moeten zijn, ook dienen voor gebruik in het
buitenland. Laten wij ervan uitgaan dat die kampeerwagens meestal
voor gebruik op Europese bodem en niet alleen op eigen Belgische
bodem dienen.

Het probleem is natuurlijk dat men verschillende regels hanteert voor
wagens die geproduceerd worden in de Europese Unie. Het gaat immers
niet over kampeerwagens die van buiten de Europese Unie komen. Het
zijn kampeerwagens die gefabriceerd worden in Groot-Brittannië, in
Duitsland of in Nederland. Die worden met het probleem geconfronteerd
dat ze wel een Europese vergunning krijgen, maar op een njet stuiten op
het moment dat ze zich aanbieden om in het verkeer in België te worden
gebracht. Meestal zijn de wagens in de praktijk reeds verkocht en is er
natuurlijk geen opschortende voorwaarde dat de klant of de consument
zijn geld terugkrijgt indien geen nationale vergunning kan worden
verkregen.

Wij moeten effectief de verkeersveiligheid in acht nemen, maar er zijn
hier argumenten genoeg, typisch voor het gebruik van het product van
de kampeerwagens om naar Europese normen te gaan. Wij moeten ons
01.05 Bart Tommelein (VLD):
Nous accordons également une
grande importance à la sécurité
routière. Toutefois, ces
réglementations divergentes
posent problème puisque des
autocaravanes qui disposent d'un
permis européen sont vendues
chez nous mais n'obtiennent pas
l'homologation au moment de la
mise en circulation. Les
autocaravanes sont généralement
déjà vendues à ce moment-là et le
client ne peut plus récupérer son
argent. L'argument me semble
suffisant pour justifier un
réexamen de la réglementation.

12/12/2005
CRIV 51
COM 785
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
allemaal in de Europese Unie aan de Europese normen houden en
proberen beter niet strenger te zijn dan de andere lidstaten.
01.06 Minister Renaat Landuyt: Mijnheer de voorzitter, ik wil nog even
iets opmerken. Het gaat niet over Europese wagens. Het gaat over de
invoer van wagens. Men zoekt allerhande manieren, ook bij andere type
wagens, om wagens te kunnen invoeren die goedkoper en minder veilig
zijn.

De houding van België is daar om consequent ervoor te zorgen dat wie
in België een wagen koopt, zeker is dat het een veilige wagen zal zijn.
Onderschat het lobbyen vanuit het Europese niveau niet. Die lobby komt
van veel verder dan Europa.
01.06 Renaat Landuyt, ministre:
Il va de soi que tous les moyens
sont recherchés pour pouvoir
vendre chez nous des véhicules
meilleur marché depuis l'étranger.
Le lobbying est important à cet
égard à l'échelle européenne.
Mais nous donnons la priorité à la
sécurité.

01.07 Bart Tommelein (VLD): Mijnheer de voorzitter, ik zou nog even
willen repliceren.
De voorzitter: Mijnheer Tommelein, u moet het dan wel heel kort houden, want wij zijn ver over tijd.
01.08 Bart Tommelein (VLD): Mijnheer de minister, hier gaat het niet
over Europees lobbyen. Het gaat hier over consumenten die een
motorhome gekocht hebben en nu in de problemen zitten.
01.08 Bart Tommelein (VLD): Ce
que je dénonce, c'est que de
nombreux consommateurs se
retrouvent maintenant avec sur les
bras un camping-car qu'ils ne
peuvent pas utiliser en raison des
différentes réglementations.
01.09 Minister Renaat Landuyt: Waar komt hij vandaan? U moet eens
kijken, waarschijnlijk is het China of de Verenigde Staten.
01.09 Renaat Landuyt, ministre:
Il s'agira sans doute dans de
nombreux cas d'un camping-car
de fabrication chinoise ou russe.
01.10 Bart Tommelein (VLD): Ik zal het nakijken en dan stel ik u
desnoods een vervolgvraag.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Vraag van de heer Bart Tommelein aan de minister van Mobiliteit over "de bestuurderskaart voor een
digitale tachograaf" (nr. 8615)
02 Question de M. Bart Tommelein au ministre de la Mobilité sur "la carte de conducteur pour
l'utilisateur du tachygraphe digital" (n° 8615)
02.01 Bart Tommelein (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, het gaat hier om een iets recentere problematiek dan in mijn
vorige vraag, aangezien het daar ging over 1968. Alle nieuwe voortuigen
die vanaf 5 augustus 2005 voor het eerst in het verkeer worden gebracht
en die onderworpen zijn aan de naleving van de rij- en rusttijden moeten
een digitale tachograaf aan boord hebben.

Deze voertuigen kunnen dus enkel in het verkeer worden gebracht en
gebruikt indien de chauffeur beschikt over een bestuurderskaart voor
een digitale tachograaf. De aanvraag daarvan is echter omslachtig. Men
moet de aanvraag met pasfoto's per post opsturen waarna aan de
aanvrager een factuur wordt gestuurd per post, en pas wanneer de
betaling is geregistreerd, wordt de aanvraag afgewerkt met het oog op
de afgifte van een dergelijke kaart. Het lijkt mij dan ook vreemd dat de
gevraagde gegevens en pasfoto's niet elektronisch kunnen worden
02.01 Bart Tommelein (VLD):
Les nouveaux véhicules mis en
circulation depuis le 5 août 2005
dans notre pays et qui sont soumis
aux règles relatives aux temps de
conduite et de repos doivent être
équipés d'un tachygraphe
numérique et ne peuvent être
conduits que par des chauffeurs
disposant à cet effet d'une carte
de conducteur. Cependant, la
procédure de demande de cette
carte est assez complexe.
Pourquoi ne peut-elle pas être
faite par la voie électronique?
CRIV 51
COM 785
12/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
verstuurd. Ook de factuur zou toch op een snellere manier naar de
aanvrager kunnen worden gestuurd.

Een ander punt is dat digitale tachografen alleen kunnen worden
uitgereikt aan mensen die een vaste verblijfplaats in België hebben. Dat
betekent dat Belgische transporteurs die in de grensstreek gevestigd
zijn, voor hun personeelsleden die aan de andere kant van de grens
wonen - Frankrijk, Nederland, Duitsland of Luxemburg - geen
bestuurderskaart kunnen aanvragen in België. Ook dat lijkt mij vrij
kafkaiaans.

Mijnheer de minister, ik wil daarom twee vragen stellen. Ten eerste, ziet
u een mogelijkheid om de verwerking, zijnde aanvraag en afgifte van
een dergelijke bestuurderskaart, sneller te laten verlopen? Ten tweede,
is het niet mogelijk om, in het kader van de open grenzen en de
grensoverschrijdende samenwerking, in België een bestuurderskaart
aan te vragen voor chauffeurs die niet in België woonachtig zijn?

Par ailleurs, les tachygraphes sont
délivrés uniquement aux
personnes disposant d'un domicile
fixe en Belgique. Les transporteurs
belges établis dans la zone
frontalière ne peuvent donc pas
demander de carte de conducteur
pour leurs collaborateurs habitant
de l'autre côté de la frontière.

Peut-on accélérer la demande et
la délivrance des cartes de
conducteur? Pourquoi les
chauffeurs ne résidant pas en
Belgique ne peuvent-ils pas en
obtenir?
02.02 Minister Renaat Landuyt: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Tommelein, ik heb een eerste persoonlijke bedenking. Ik hoop dat dit
geen vraag is op verzoek van de een of andere firma die zich in Oost-
Europa inschrijft maar alles doet vanuit België. Wie van de voordelen
van Oost-Europa wil genieten, moet er ook de ongemakken bijnemen.
02.02 Renaat Landuyt, ministre:
J'espère que cette question n'est
pas inspirée par l'une ou l'autre
société qui est inscrite en Europe
de l'Est et qui règle tout depuis la
Belgique.
02.03 Bart Tommelein (VLD): Het gaat om een Belgisch bedrijf dat hier
gevestigd is.
02.04 Minister Renaat Landuyt: Het zijn die bedrijven die outsourcen en
daarvan dan de nadelen ondervinden.

Deze vraag is alleen van belang voor firma's die afzonderlijke
vrachtwagens inschrijven in het buitenland waardoor twee bijkomende
problemen ontstaan. Het gaat om minder veilige vrachtwagens, maar
zelfs daar sparen ze niet altijd op uit. Het kunnen immers heel veilige
vrachtwagens zijn. Het tweede probleem is dat zij op die manier onze
sociale wetgeving onderuit kunnen halen, waardoor ze echter worden
geconfronteerd met het vervelende feit dat ze niet kunnen genieten van
een bepaalde service in België.

Ik hoop dat uw vraag daarmee niet te maken heeft, wat het geval zou
kunnen zijn.
02.04 Renaat Landuyt, ministre:
Le problème n'est pas seulement
que ces entreprises utilisent des
camions qui pourraient être moins
sûrs mais aussi et surtout qu'elles
vident notre législation de sa
substance. Lorsqu'elles
n'obtiennent pas en Belgique un
service donné, qu'elles s'en
accommodent.

02.05 Bart Tommelein (VLD): Mijnheer de minister, ik heb het in mijn
vraag specifiek gehad over een Belgisch bedrijf uit de grensstreek met
Frankrijk dat in België geen bestuurderskaart kan aanvragen voor zijn
Franse autobestuurders.
02.06 Minister Renaat Landuyt: Er zijn bedrijven die zich niet alleen in
West-Vlaanderen vestigen, maar ook aan de grens, juist in Frankrijk,
omwille van bepaalde fiscale voordelen die ze daar willen halen, maar ze
willen er niet de nadelen bijkrijgen. Ik kan namen noemen, als het over
dat bedrijf gaat.
02.07 Bart Tommelein (VLD): Neen, het gaat over een Belgisch
bedrijf...
02.08 Minister Renaat Landuyt: Ik heb het begrepen. Ik weet welk 02.08 Renaat Landuyt, ministre:
12/12/2005
CRIV 51
COM 785
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
bedrijf het is. Nu weet ik voor wie u werkt.

De wereld is niet zo groot.

Wat het afgeven van de digitale tachograaf betreft, is een en ander
geregeld volgens de strikte voorwaarden van de Europese verordening.
We kunnen daar dus niet zomaar van afwijken. Een van de essenties
van dat systeem is dat ieder land zijn eigen systeem moet hebben omdat
men juist een goede bewaking moet hebben. Dit gezegd zijnde, zullen
we pas in een volgende fase op Europees niveau kunnen overleggen
hoe we ervoor kunnen zorgen dat men op een soepelere wijze
aanvragen kan doen. Nu zitten we in de volle ontplooiing van het
systeem, waarbij België, tot ergernis van sommigen in de vervoersector,
effectief zoveel mogelijk de data van invoering van het systeem probeert
te respecteren. Een van de essenties van de bewaking van het systeem,
is dat ieder land zijn verantwoordelijkheid neemt en dat men de digitale
kaarten niet zomaar rondstrooit, die op zich een bewaakt systeem zijn.
Un règlement européen régit très
strictement cette matière; nous ne
pouvons pas nous en écarter. Ce
n'est que dans une phase
ultérieure que nous pourrons
envisager au niveau européen de
faciliter le traitement des
demandes. Nous en sommes
encore à la phase de la
transposition du système. Chaque
pays doit prendre ses
responsabilités et éviter de
distribuer les cartes de chauffeur à
la ronde.
02.09 Bart Tommelein (VLD): Ik hoop, mijnheer de minister, dat we zo
snel mogelijk van die omslachtige procedures af kunnen en ­ ten tweede
­ dat er ook een regeling kan getroffen worden voor bedrijven die
effectief met buitenlandse werknemers zitten in de grensstreek. Dat
probleem is mij trouwens wel bekend, als ondervoorzitter van het
Benelux-parlement. Ik zie toch niet graag een beweging ontstaan waarbij
we in de grote Europese Unie zeer nationalistisch beginnen te handelen
en we alles nog strenger gaan maken om ervoor te zorgen dat er op
geen enkele manier een misbruik kan bestaan. Ik kan daarvoor begrip
opbrengen, maar mensen die volkomen in orde zijn met de sociale
zekerheid en met alle wetgeving, zijn daar natuurlijk wel het slachtoffer
van.
02.09 Bart Tommelein (VLD):
J'espère que nous serons
prochainement débarrassés de
cette procédure accaparante. Ma
question ne m'a nullement été
inspirée par l'une ou l'autre
entreprise louche. J'avais moi
aussi connaissance du problème.
Je comprends la méfiance du
ministre mais, en attendant,
d'autres firmes qui sont en règle
avec la sécurité sociale sont les
victimes d'une rigidité excessive.
02.10 Minister Renaat Landuyt: Het is in algemene zin onze manier van
werken om te proberen zoveel mogelijk een Europees systeem te
hebben, maar we moeten vermijden dat onze eigen nationale dynamiek,
die iets verder staat, afgeremd wordt of al te zeer afgeremd wordt, want
door te conformeren, remmen wij in België eigenlijk bij momenten een
stuk af. Het is niet de bedoeling om op een of andere manier nieuwe
nationale systemen en beschermingssystemen in te voeren.
Integendeel.
02.11 Bart Tommelein (VLD): Men moet niet te nationalistisch worden.
02.12 Minister Renaat Landuyt: Men moet altijd internationalist zijn. Dat
zit in mijn politieke opvatting.
02.13 Bart Tommelein (VLD): Bent u het ermee eens, mijnheer de
voorzitter?
De voorzitter: Ik ben het ermee eens, mijnheer. Ook niet Belgisch-nationalistisch.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van mevrouw Hilde Vautmans aan de minister van Mobiliteit over "de inschrijving van
bedrijfswagens na de verhuis van een onderneming" (nr. 8571)
03 Question de Mme Hilde Vautmans au ministre de la Mobilité sur "l'immatriculation de voitures de
société après le déménagement d'une entreprise" (n° 8571)
CRIV 51
COM 785
12/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
03.01 Hilde Vautmans (VLD): Mijnheer de minister, dit probleem werd
niet aangekaart door een of andere onderneming, maar is er een
waarmee vele ondernemingen in ons land worden geconfronteerd.

Onlangs heb ik een brief gekregen van een onderneming die verhuist,
een andere naam aanneemt en een aantal bedrijfswagens heeft.
Uiteraard moet men, wanneer men verhuist en een andere naam
aanneemt, de bedrijfswagens opnieuw inschrijven bij de dienst
Inschrijvingen Voertuigen. Dat is logisch. Mij verontrust dat dat
afzonderlijk moet gebeuren: men moet elk van die 100 wagens apart
opnieuw inschrijven bij de dienst Inschrijvingen Voertuigen. Voor elk van
die inschrijvingen moeten dan opnieuw de nodige fiscale zegels worden
betaald en moet de nodige administratie worden verricht. Ik vind dat
nodeloos veel papierwerk en kosten. Wij moeten de ondernemingen in
ons land helpen als zij willen verhuizen en een andere naam willen
aannemen. Uiteindelijk zijn wij er om hun het leven iets gemakkelijker te
maken.

Mijnheer de minister, ten eerste, hebt u weet van de omslachtige
procedure?

Ten tweede, bestaat er geen mogelijkheid of kunnen wij die niet creëren
om gezamenlijk in te schrijven?

Ten derde, heeft u plannen om de procedure te vereenvoudigen?
03.01 Hilde Vautmans (VLD):
Toute entreprise qui déménage et
adopte une nouvelle raison sociale
est tenue d'obtenir auprès de la
DIV une nouvelle immatriculation
pour toutes ses voitures de
société.

Pourquoi les entreprises doivent-
elles introduire une nouvelle
demande d'immatriculation pour
chaque voiture en acquittant à
chaque fois les timbres fiscaux qui
sont dus?

La multiplication de cette
démarche engendre en effet des
paperasseries et des frais inutiles.
Le ministre est-il informé de la
complexité de cette procédure?

Une déclaration conjointe pour
tous les véhicules de société n'est-
elle vraiment pas envisageable?

03.02 Minister Renaat Landuyt: Mijnheer de voorzitter, ik kan mevrouw
Vautmans volledig bijtreden. De huidige procedure lijkt mij inderdaad
veel te omslachtig en te sterk gebonden aan de wagen zelf. Het feit dat
wij de retributie afschaffen vanaf 1 januari 2006, zou voor ons de
aanleiding moeten zijn om een en ander te vereenvoudigen.

Mijn administratie zegt mij dat een en ander zou kunnen, als een paar
voorwaarden vervuld zijn. We moeten ervoor kunnen zorgen dat er een
globaal akkoord van de aanvrager van de wijziging aangaande alle
betrokken voertuigen is. Dat lijkt mij evident en doenbaar. Ten tweede
moet er een globale test van de verzekeringsmaatschappij over alle
verzekerde of te verzekeren voertuigen zijn. Ten derde moet er een
fysieke presentatie van alle betrokken kentekenbewijzen van de
oorspronkelijke inschrijving zijn. Ik vraag mij af waarom men er niet
eerder op is gekomen om dat te doen.

Ik zal dus de nodige instructies geven om dat effectief mogelijk te maken
door de dienst.
03.02 Renaat Landuyt, ministre:
J'adhère totalement aux propos de
Mme Vautmans. Une déclaration
conjointe me paraît envisageable
à condition que le demandeur de
la modification donne son accord
général pour tous les véhicules
concernés, que la compagnie
d'assurances délivre une
attestation générale pour tous les
véhicules assurés ou qui à assurer
et que les documents
d'immatriculation originaux soient
restitués. Je vais donner les
instructions nécessaires pour offrir
effectivement cette possibilité aux
entreprises.
03.03 Hilde Vautmans (VLD): Mijnheer de minister, af en toe ben ik
toch blij dat we nog mondelinge vragen kunnen stellen, want zo kunnen
we soms toch nog iets veranderen aan bepaalde procedures.

Ik vraag om er spoed achter te zetten, want zoveel hoeft er niet te
wijzigen. De voorwaarden, die u opsomt, kunnen door elk bedrijf heel
gemakkelijk gehaald worden. Het moet bijna mogelijk zijn om dat vanaf
1 januari 2006 mogelijk te maken, al droom ik dan misschien, of toch
begin volgend jaar. Laten we in onze nieuwjaarsbrief schrijven dat de
regeling begin volgend jaar van toepassing wordt.
03.03 Hilde Vautmans (VLD): Je
vous demande de mettre en
oeuvre cet assouplissement de
toute urgence et j'espère que ce
sera chose faite avant le 1er
janvier ou, en tout cas, dans les
plus brefs délais.

03.04 Minister Renaat Landuyt: Ik kan bevestigen dat naar aanleiding
12/12/2005
CRIV 51
COM 785
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
van uw vraag de nodige instructies gegeven worden. Ik hoop dat de
uitvoering zo vlug mogelijk gebeurt.

De voorzitter: Als dat geen nieuwjaarscadeau is!

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03.05 Hilde Vautmans (VLD): Misschien kan ik mijn andere vraag ook
stellen?
De voorzitter: Dat moet u ook aan de heer Casaer vragen.
03.06 Minister Renaat Landuyt: Die gaat er blijkbaar mee akkoord, hij
knikt.
03.07 Hilde Vautmans (VLD): Dank u wel.
04 Vraag van mevrouw Hilde Vautmans aan de minister van Mobiliteit over "de resultaten van een
onderzoek naar ongevalbetrokkenheid bij Limburgse studenten" (nr. 9020)
04 Question de Mme Hilde Vautmans au ministre de la Mobilité sur "les résultats d'une étude sur
l'implication d'étudiants limbourgeois dans des accidents" (n° 9020)
04.01 Hilde Vautmans (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, er is een onderzoek gebeurd door het Steunpunt
Verkeersveiligheid van de Universiteit van Hasselt, waaruit blijkt dat
jonge bestuurders vier maal meer kans maken op een ongeval dan een
gemiddelde bestuurder. Bovendien vertegenwoordigen jongeren tussen
18 en 24 jaar 39% van de bestuurders die overlijden binnen de 30 dagen
na het ongeval of die zwaargewond zijn.

Een van de oplossingen die u in uw beleidsbrief naar voren heeft
geschoven, mijnheer de minister, is de verbetering van de rijopleiding.
Wij zijn, net als u waarschijnlijk, van oordeel dat de hervorming van de
rijopleiding op een gefundeerde manier moet gebeuren, waarbij
beslissingen zo veel mogelijk gebaseerd moeten zijn op
wetenschappelijk onderzoek.

In die zin levert het Limburgse onderzoek van 10 oktober jongstleden
over jongeren in het verkeer, dat werd uitgevoerd bij 1.864 studenten in
opdracht van het Steunpunt Verkeersveiligheid, enkele belangrijke
resultaten op. Uit het onderzoek blijkt namelijk dat rijervaring, wat wordt
uitgedrukt in het aantal uren dat effectief werd gereden sinds het
behalen van het rijbewijs, een sterke voorspellende waarde heeft om
betrokken te zijn in een verkeersongeval. De ongevalbetrokkenheid daalt
naarmate er meer rijervaring wordt opgedaan. Louter de tijd verstreken
tussen het behalen van het rijbewijs en het ongeval heeft geen enkele
zin want iemand kan natuurlijk al die tijd niet meer gereden hebben. Een
ander belangrijk punt is dat de kans dat jongeren betrokken zijn in een
ongeval, groter is overdag tijdens de week en niet ­ zoals we meestal
denken - 's nachts tijdens het weekend. Ten slotte blijkt er geen verband
te bestaan tussen de aanwezigheid van passagiers en de betrokkenheid
bij ongevallen.

Graag zou ik u willen vragen, mijnheer de minister, wat u gaat doen met
de resultaten van dit onderzoek. Welke rol speelt volgens u het opdoen
van rijervaring bij het behalen van het rijbewijs? Zult u bij de hervorming
van de rijopleiding rekening houden met deze studie? Zult u beperkingen
04.01 Hilde Vautmans (VLD): Le
risque d'accident est quatre fois
plus élevé pour les jeunes
conducteurs. De plus, 39% des
tués ou des blessés graves sont
âgés de 18 à 24 ans. C'est
pourquoi le ministre souhaite
améliorer la formation à la
conduite. A notre estime, cette
réforme doit s'appuyer le plus
possible sur des recherches
scientifiques.

Une étude récemment menée à la
demande du
Steunpunt
Verkeersveiligheid (cellule
« Sécurité routière ») montre que
l'implication dans des accidents
diminue à mesure que
l'expérience de conduite
augmente et que le risque
d'accident impliquant des jeunes
n'est pas plus élevé pendant les
nuits du week-end.

Quel rôle le projet de réforme du
ministre réservera-t-il à
l'expérience de conduite au niveau
de l'obtention du permis de
conduire? Comment fera-t-on en
sorte que les formations
permettent aux conducteurs
débutants d'acquérir une
expérience de conduite?
Comment cette expérience sera-t-
CRIV 51
COM 785
12/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
opleggen tijdens de rijopleiding, zoals niet rijden in het weekend en 's
nachts, terwijl we duidelijk zien dat de connectie daarmee niet wordt
aangetoond in de studie? Als we de grafieken uit het onderzoek
bekijken, mijnheer de minister, merken we dat vanaf 400 uur effectieve
rijervaring het aantal ongevallen drastisch daalt. De drie variabelen die
werden getest, zijn het moment van de dag, het moment van de week en
het aantal passagiers.
elle mesurée?

A l'heure actuelle, il est interdit de
circuler la nuit et le week-end au
cours de la formation à la
conduite. Cette restriction restera-
t-elle d'application?
04.02 Minister Renaat Landuyt: Mijnheer de voorzitter, collega
Vautmans, de regering is volop bezig met de hervorming van de
rijopleiding. Ik zal een paar elementen van onze redenering toelichten.

Eerst en vooral, de studie is ons bekend. Rijervaring is wellicht het
beste. Professor Pauwels van de KUL benadrukt dat de vrije begeleiding
soms ervoor zorgt dat mensen veel meer geoefend zijn dan degenen die
een opleiding door een rijschool hebben gevolgd. Men kan niet stellen
dat een vrije begeleiding slechter is dan een schoolopleiding of,
omgekeerd, dat een schoolopleiding beter is dan vrije begeleiding.

De grote vraag is hoe men rijervaring beïnvloedt. Indien men de stelling
400 uren rijervaring is belangrijk als regel zou willen invoeren, moet men
die 400 uren kunnen controleren. In het verleden zei men dat men na
een opleiding een aantal maanden moest rijden al dan niet onder
begeleiding. Men kon gedurende die maanden evengoed de auto in de
garage laten staan en toch naar het examen gaan. Het grote probleem is
de controle, zeker omdat de rijscholen het enig echte vrije
onderwijssysteem is dat bestaat. Het zijn ondernemers die de scholen
beheren. Echte privé-scholen vind je in de rijscholen.

Wat gaan we doen? We gaan de essentie proberen te bewaken in een
juridisch kader waardoor er veel meer ruimte vrijkomt voor de
begeleiding. In tweede instantie zullen we een screening uitvoeren van
de rijscholen over de manier waarop en welk soort lessen er gegeven
worden. Dit is te weinig gebeurd in het verleden en werd zeker nooit
gemoderniseerd. Ten derde, in een later stadium moeten we
onderzoeken of de examencentra voldoende inspelen op de opbouw van
ervaring. De manier waarop de eindmeet georganiseerd wordt, zal het
belangrijkste zijn.

Aan de hand van deze principes hoop ik dat de regering volgende week
een beslissing zal nemen.
04.02 Renaat Landuyt, ministre:
Le gouvernement prépare
actuellement la réforme de la
formation à la conduite. Je connais
cette étude. Elle indique que
l'expérience de conduite est la
meilleure arme contre les
accidents. Selon le professeur
Pauwels de la KULeuven, c'est la
filière libre qui permet d'acquérir
l'expérience de la conduite la plus
large.

Ceux qui veulent obtenir un permis
de conduire aujourd'hui doivent
d'abord s'exercer pendant une
période déterminée avant de
pouvoir présenter l'examen.
Toutefois, un contrôle n'est
effectué pour déterminer si
l'expérience de la conduite est
effectivement acquise pendant
cette période. Le grand problème
réside donc dans le contrôle,
d'autant plus que les auto-écoles
relèvent du secteur privé.

La réforme a pour but de créer un
cadre juridique qui ménage
davantage d'espace pour la filière
libre. Un screening des auto-
écoles sera également réalisé.
Enfin, nous devons examiner si les
centres d'examen attachent
suffisamment d'importance à
l'acquisition d'une expérience de
conduite. J'espère que le
gouvernement prendra une
décision la semaine prochaine.
04.03 Hilde Vautmans (VLD): Mijnheer de minister, u hebt twee punten
vermeld inzake de essentie bewaken in juridische vorm. Het eerste punt
heb ik gemist.
04.03 Hilde Vautmans (VLD):
Qu'entend le ministre par la
création d'un cadre juridique?
04.04 Minister Renaat Landuyt: Mijnheer de voorzitter, collega
Vautmans, alles ligt nog niet definitief vast. We zullen een aantal
duidelijke lijnen bepalen omtrent de juridische voorwaarden om een
rijbewijs te behalen. Men kan evenwel niet alles in een wettelijk kader
plaatsen. Er zal vooral nood zijn aan controle op de rijscholen.
04.04 Renaat Landuyt, ministre:
Rien n'est encore définitif. Nous
voulons fixer les conditions
juridiques de l'obtention d'un
permis de conduire. Le contrôle
des auto-écoles sera toutefois
12/12/2005
CRIV 51
COM 785
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
Er zal echter wel meer vrijheid zijn dan vandaag. Het systeem is nu zo
dat men op het eerste gezicht denkt: dat alles is bewaakt en dat er
ervaring wordt opgebouwd, maar in de praktijk gaat het alleen om een
mechanisme dat de mensen bijna verplicht via de rijschool te passeren,
zonder het inhoudelijke aspect te bekijken. Wat ons nu veel meer
interesseert, is het inhoudelijke verhaal. Het is een verhaal van controle
en van overleg met de sector, om nieuwe lesprogramma's en methodes
op te stellen.
indispensable.

La formation à la conduite ne peut
être réduite à un mécanisme
purement formel. Le contenu des
cours fera donc l'objet d'une
revalorisation. Il faudra renforcer le
contrôle et intensifier la
concertation avec le secteur afin
d'établir de nouveaux programmes
de cours et de nouvelles
méthodes.
04.05 Hilde Vautmans (VLD): Mijnheer de minister, ik repliceer nog
heel kort. Ik dank u voor uw antwoord. Ik ben ook blij dat u die studie
kent. Ik wens u veel succes volgende week op de Ministerraad, wanneer
de hervorming van de rijopleiding aan bod komt.

Persoonlijk heb ik leren rijden met vrije begeleiding. Ik heb toen ook
mogen vaststellen dat vriendinnen die via de rijscholen gingen, veel
minder uren gereden hadden dan ik. Ik reed met mijn papa op de kleine
weggetjes in een dorp, maar uiteindelijk was ik wel elke dag aan het
rijden. Ik meen dus dat wanneer de mensen de vrije begeleiding
opnieuw iets meer gaan toepassen, de rijervaring hoger zal zijn.
04.05 Hilde Vautmans (VLD): Je
souhaite bonne chance au
ministre pour la réforme de la
formation à la conduite. J'ai pu
constater moi-même que le
nombre d'heures de pratique est
généralement plus élevé dans la
filière libre que dans le cadre de la
formation organisée par une auto-
école. J'espère donc que la filière
libre sera davantage encouragée.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van de heer Dylan Casaer aan de minister van Mobiliteit over "de reglementering inzake
bewegwijzering" (nr. 8995)
05 Question de M. Dylan Casaer au ministre de la Mobilité sur "la réglementation en matière de
signalisation routière" (n° 8995)
05.01 Dylan Casaer (sp.a-spirit): Mijnheer de minister, het gaat om een
korte vraag die normaal was toegevoegd aan een vraag van collega
Saudoyer die ons echter wegens ziekte helaas niet kan vervoegen. Voor
de uitleg zelf verwijs ik voor een deel naar de schriftelijke weerslag van
de vraag. Ik zal het zo kort mogelijk houden.

De verschillende wegbeheerders hebben een categorisering van wegen
die erop gericht is enerzijds het zwaar verkeer zoveel mogelijk weg te
houden van de minder belangrijke wegen en anderzijds om ook voor het
niet-gemotoriseerd verkeer bepaalde alternatieven enzovoort aan te
wijzen. De reglementering inzake bewegwijzering dateert van de jaren
`80. We hebben vernomen dat u die reglementering wat wil aanpassen
om ervoor te zorgen dat er minder verkeersborden zouden zijn.

Ik heb daar een aantal korte vragen over. Hoe staat het met die
reglementering en uw voornemen om die te wijzigen? Twee, met
betrekking tot sommige attracties enzovoort baseert men zich op
bezoekersaantallen. Dat is natuurlijk enigszins een relatief gegeven
omdat dit misschien maar voor een deel van het jaar van belang is.
Enerzijds stelt u dat er te veel verkeersborden zijn en anderzijds zien we
toch dat er voor voetgangers en fietsers soms misschien juist nood is
aan meer signalisatie. Welke controle is er nu reeds op de wetgeving
inzake bewegwijzering? Is er daarover overleg met de verschillende
wegbeheerders? Als u weet dat 30% van het gemotoriseerd verkeer op
dit ogenblik zoekverkeer is, bent u dan voorstander van een uitgebreid
05.01 Dylan Casaer (sp.a-spirit):
La réglementation en matière de
signalisation routière date des
années quatre-vingt. Aujourd'hui,
le ministre veut réduire le nombre
de panneaux. Où en est la
modification de la législation?

Personnellement, je pense qu'au
contraire, les piétons et les
cyclistes ont souvent besoin d'une
signalisation plus présente.
Comment s'assure-t-on que la
législation en matière de
signalisation routière est dûment
respectée? Ce contrôle fait-il
l'objet d'une concertation avec les
différents gestionnaires de la
voirie?

Actuellement, on estime à 30% du
trafic motorisé la part du trafic
constitué des véhicules dont le
conducteur cherche une place de
parking. Le ministre est-il partisan
CRIV 51
COM 785
12/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
parkeerverwijssysteem voor grote steden zoals dat nu in een aantal
steden reeds bestaat? Ik denk bijvoorbeeld aan Gent waar nu al heel
uitgebreid de parkeerroutes, het aantal beschikbare parkeerplaatsen en
dergelijke meer worden aangegeven.
de l'instauration d'itinéraires de
parcage dans les grandes villes?

05.02 Minister Renaat Landuyt: In eerste instantie wil ik in algemene zin
zeggen dat wij bezig zijn met een operatie minder verkeersborden. Dat
wil echter niet zeggen dat wij de bewegwijzering direct zullen aanpakken
omdat dit een ander probleem is. Men moet natuurlijk bijvoorbeeld de
weg naar Brugge blijven vinden en ook de weg buiten Brugge.
05.02 Renaat Landuyt, ministre:
Notre action «moins de panneaux
de signalisation» est en cours. Le
gestionnaire de la voirie doit
évidemment continuer de veiller à
ce que chaque destination soit
indiquée clairement et
efficacement.
De voorzitter: Naar Geraardsbergen ook.
05.03 Minister Renaat Landuyt: En naar Geraardsbergen bijvoorbeeld
ook, om niet te spreken over Wenduine. De bewegwijzering is een
problematiek voor de wegbeheerder die er uiteraard voor moet zorgen
dat zijn wegen niet zomaar naar Rome leiden maar dat er tussenstops
zijn.

Datgene waarmee wij bezig zijn, zijn de verkeersborden. Dat is een heel
andere problematiek in eerste instantie. Daar zij we effectief aan het
bekijken welke methode van reglementering ervoor zorgt dat wij te veel
verkeersborden plaatsen. We zijn ondertussen ook gaan kijken hoe we
de wegbeheerder een advies kunnen geven of een soort minder-borden-
gids via het BIVV die ertoe zou moeten leiden dat men borden
wegneemt in plaats van bijplaatst.
05.03 Renaat Landuyt, ministre:
Dans le même temps, nous
procédons à une radioscopie de la
réglementation car la question est
posée: comment se fait-il qu'il y ait
tellement de panneaux? Par
l'entremise de l'Institut belge pour
la sécurité routière, nous voulons
conseiller le gestionnaire de la
voirie afin qu'il communique des
informations suffisantes et exactes
avec moins de panneaux.
05.04 Dylan Casaer (sp.a-spirit): Dat is inderdaad een algemeen
antwoord.

U hebt het over minder verkeersborden. Maar als men op bepaalde
punten het aantal wegwijzers ziet, ook naar bijvoorbeeld privé-bedrijven
in de buurt van industrieparken, geeft dat toch een heel verwarde indruk.
Iedereen heeft ook zo'n beetje zijn eigen manier om dat te doen. Het ene
bedrijf heeft een blauw bord; een ander heeft een rood bord; nog iemand
anders heeft een groen bord, bij wijze van spreken. Misschien moet daar
toch eens aandacht aan worden geschonken om door de bomen het bos
nog te zien.
05.04 Dylan Casaer (sp.a-spirit):
Le ministre veut réduire le nombre
de panneaux de signalisation.
Souvent, les panneaux indiquant
l'accès aux entreprises dans les
zones d'activités sont à ce point
chaotiques qu'ils sont source de
confusion. Il conviendrait sans
doute de s'intéresser au problème.

De voorzitter: Mijnheer Casaer, dat was inderdaad een korte reactie.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van de heer Jan Mortelmans aan de minister van Mobiliteit over "het gebruik van de Segway op
de openbare weg" (nr. 9018)
06 Question de M. Jan Mortelmans au ministre de la Mobilité sur "l'utilisation du Segway sur la voie
publique" (n° 9018)
06.01 Jan Mortelmans (Vlaams Belang): Mijn vraag dateert van half
november, mijnheer de minister. Ondertussen hebt u via uw beleidsnota
en via de media bekendgemaakt dat u een nieuw begrip gaat invoeren,
met name "voortbewegingtoestellen." In die zin is mijn vraag dus
misschien een klein beetje achterhaald. Ik zal dus niet alles herhalen wat
er instond. Ik wil van u wel graag nog vernemen wat de timing is voor het
06.01 Jan Mortelmans (Vlaams
Belang): Le ministre veut instaurer
un nouveau concept en matière de
circulation: les `dispositifs de
locomotion'. Qu'en est-il de ce
projet? Dans quelle catégorie les
12/12/2005
CRIV 51
COM 785
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
nieuwe begrip "voortbewegingtoestellen?" Hoever staat het daarmee?
Hoe zullen die Segways ­ die elektronische voetgangers, zou ik ze
kunnen noemen ­ worden gecategoriseerd in - dat vermoed ik althans -
het koninklijk besluit?
Segways ou piétons électroniques
seront-ils classés?

06.02 Minister Renaat Landuyt: Mijnheer de voorzitter, in het raam van
het koninklijk besluit worden inderdaad, onder meer, de
voortbewegingtoestellen geïntroduceerd. Iedereen zegt dat dit een
duidelijke term is, maar misschien vindt iemand een betere term.
Onlangs ontmoette ik schrijvers en zij vonden het een mooi nieuw
woord, terwijl ik mijn twijfels had.

Eigenlijk is het een soort Copernicaanse revolutie. Vroeger waren er
eenvoudiger regelingen. Men vond de auto uit en men regelde dat; men
vond de fiets uit en men regelde dat; men vond de bromfiets uit en men
regelde dat. Nu gaat het te vlug met de uitvindingen. Wij moeten de zaak
omkeren. Al wat ooit beantwoordt aan het begrip
"voortbewegingtoestellen" in het algemeen, zal zich op een welbepaalde
plaats op de weg moeten situeren.

Dat zal een heel pak discussies in de praktijk oplossen:
verzekeringsdiscussies, maar ook feitelijke discussies, bijvoorbeeld over
de Segways. Er zijn politiediensten die de Segways gebruiken om op
straat toezicht te houden en in andere zones zijn er politiediensten die
Segways niet op de weg toelaten. Alleen al die verwarring kunnen wij nu
wellicht oplossen.

Wat is de timing? De tekst ligt op dit moment bij de Raad van State. Hij
is dus al bij de Gewesten geweest in het raam van de
betrokkenheidprocedure. Hij ligt nu bij de Raad van State en ik hoop dat
die fase tegen de maand februari afgerond zal zijn.
06.02 Renaat Landuyt, ministre:
Les inventions permettant de se
déplacer se succèdent à un
rythme effréné. La réglementation
routière ne peut être adaptée
chaque fois et tous les dispositifs
de locomotion doivent dès lors
trouver dorénavant leur place sur
la voie publique. Certains services
de police interdisent par exemple
aujourd'hui les Segways alors que
d'autres les utilisent. L'arrêté royal
a pour objectif de mettre un terme
à ce genre de confusion.

Les Régions ont déjà rendu leur
avis, le texte se trouve à présent
au Conseil d'État. J'attends l'avis
de ce dernier au mois de février.

06.03 Jan Mortelmans (Vlaams Belang): Mijnheer de minister, specifiek
wat die Segways betreft, zullen die op het voetpad mogen rijden?
06.03 Jan Mortelmans (Vlaams
Belang): Les Segways pourront-ils
rouler sur le trottoir?
06.04 Minister Renaat Landuyt: De regeling voor
voortbewegingtoestellen is dat wie als een voetganger functioneert, een
voetganger is; wie als een fietser of als een bromfietser functioneert,
moet op het fietspad. Dat is het zo'n beetje. Het grote criterium is
eigenlijk de snelheid waarmee men het toestel gebruikt.
06.04 Renaat Landuyt, ministre:
La nouvelle règle générale veut
que ceux qui fonctionnent comme
des piétons, sont considérés
comme tels. Il en va de même
pour les cyclistes qui doivent dès
lors emprunter la piste cyclable. La
vitesse du dispositif de locomotion
est donc le critère déterminant.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

Le président: La question n° 9028 de M. Bellot est reportée.
07 Question de M. Eric Massin au ministre de la Mobilité sur "la formation à la conduite" (n° 9123)
07 Vraag van de heer Eric Massin aan de minister van Mobiliteit over "de rijopleiding" (nr. 9123)
07.01 Eric Massin (PS): Monsieur le président, monsieur le ministre,
vous avez présenté, il y a plusieurs mois, votre projet d'arrêté royal
visant à remanier complètement la formation à la conduite et l'accès au
permis de conduire.
07.01 Eric Massin (PS): Heeft de
geplande vermindering van het
verplichte aantal uren praktijkles
tot zes uur geen nadelige
CRIV 51
COM 785
12/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13

Plusieurs de mes collègues sont déjà intervenus en commission pour
mettre en exergue un certain nombre de points qui posent question
quant à la cohérence des mesures présentées dans votre projet d'arrêté.

Permettez-moi de revenir sur ce projet d'arrêté et, plus particulièrement,
sur deux points qui me semblent essentiels.

Le premier concerne la diminution annoncée du nombre d'heures de
cours pratiques en présence d'un instructeur qui passerait de 8 à 18
heures dans la forme actuelle des modules organisés à 6 heures.

Ne pensez-vous pas, monsieur le ministre, que cette diminution du
nombre obligatoire d'heures de cours pratiques pourrait avoir un impact
négatif sur la sécurité routière?

A votre connaissance, existe-t-il un lien entre la durée de la formation
pratique en compagnie d'un instructeur professionnel d'un candidat
conducteur et la qualité de conduite de ce dernier?

Pourquoi objectivement limiter ce nombre à 6 heures?

Le deuxième point a trait à la situation des guides non professionnels.
En effet, ceux-ci seront obligés de suivre une formation de 6 heures en
auto-école. Ces candidats-guides ne risquent-ils pas d'être confrontés à
un problème de disponibilité pour suivre ces cours?
gevolgen voor de veiligheid?
Bestaat er een verband tussen het
aantal uren praktijkles met
instructeur en de kwaliteit van het
rijgedrag?

Waarom werd voor een
vermindering van het aantal uren
geopteerd?

Hoe zullen niet-professionele
begeleiders zich kunnen vrijmaken
om zelf ook een verplichte
opleiding van zes uur bij de
rijschool te volgen?

07.02 Renaat Landuyt, ministre: Monsieur le président, monsieur
Massin, comme je l'ai déjà dit, le gouvernement fédéral prendra
vraisemblablement vendredi une décision concernant la formation à la
conduite.

Il ressort des discussions en cours qu'il ne faut pas distinguer, au niveau
des résultats, les cours pratiques dans une auto-école et l'expérience de
la conduite. En effet, selon les études réalisées, les résultats obtenus via
la filière libre sont aussi bons que ceux obtenus en passant par une
auto-école.

Notre objectif est de simplifier le cadre juridique afin qu'il n'y ait plus
d'obligation de passer par une école.

Par ailleurs, nous voulons faire en sorte que les écoles, pour lesquelles il
y a une libre concurrence, répondent à un minimum de critères en
termes de qualité. En fixant le nombre des cours pratiques en école de
conduite à 6 heures, nous indiquons non seulement notre volonté de
limiter le coût de la formation à la conduite mais aussi de donner une
plus grande place à l'expérience journalière.
07.02 Minister Renaat Landuyt:
Tegen vrijdag aanstaande zal de
federale regering een beslissing
nemen inzake de rijopleiding. Het
basisbeginsel bestaat erin
praktijklessen en ervaring niet met
elkaar te vermengen. De vrije
begeleiding geeft even goede
resultaten als de opleiding bij de
rijschool. Het is de bedoeling om
de verplichte opleiding bij de
rijschool uit het juridisch kader te
schrappen. De rijscholen zullen
evenwel aan welbepaalde
minimale kwaliteitseisen moeten
voldoen. De beperking tot zes uur
praktijkles strekt ertoe de kostprijs
van de opleiding te verlagen en
meer aandacht te besteden aan
het opdoen van rijervaring.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Vraag van de heer Jan Mortelmans aan de minister van Mobiliteit over "de verplichte inschrijving van
aanhangwagens" (nr. 9207)
08 Question de M. Jan Mortelmans au ministre de la Mobilité sur "l'immatriculation obligatoire des
remorques" (n° 9207)
08.01 Jan Mortelmans (Vlaams Belang): Mijnheer de minister, recent
nam de verkeerspolitie een aanhangwagen van een Britse onderdaan
08.01 Jan Mortelmans (Vlaams
Belang): La loi belge prévoit que
12/12/2005
CRIV 51
COM 785
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
tijdelijk in beslag, omdat de eigenaar van het voertuig geen specifiek
inschrijvingsbewijs voor dat voertuig kon voorleggen.

Volgens onze wet dienen aanhangwagens in principe apart te worden
ingeschreven, net zoals ze ook afzonderlijk dienen te worden verzekerd.
De inschrijvingsverplichting geldt evenwel niet voor een aantal
categorieën van aanhangwagens. In dit geval viel de aanhangwagen
echter niet binnen een van deze categorieën. In Groot-Brittannië gelden
er andere regels. Uit documenten van de Driver and Vehicle Licensing
Agency, een met de DIV vergelijkbare instantie, blijkt dat een
aanhangwagen niet afzonderlijk dient te worden ingeschreven. Dat
verklaarde waarom de betrokkene deze documenten dan ook niet aan
de verkeerspolitie kon voorleggen. Het gevolg van deze vervelende
situatie voor beide partijen was dat de politieagenten de wetgeving
correct toepasten, door er vanuit te gaan dat het voertuig niet wettelijk in
orde was, doch dat ook de Brit, voor zover hij wist, in orde was,
weliswaar naar Brits recht. Het is duidelijk dat dit soort situaties in de
toekomst kan worden vermeden, indien de nodige informatie wordt
uitgewisseld.

Ik heb de volgende vragen. Mijnheer de minister, bent u op de hoogte
van de problematiek? Werden er initiatieven genomen om, in overleg
met de buitenlandse collega, een en ander op elkaar af te stemmen? Zal
er, in samenspraak met uw collega's, een rondzendbrief worden
opgesteld om de politiediensten en het politieparket op de hoogte te
brengen van deze situatie?
les remorques doivent faire l'objet
d'une immatriculation distincte et
être assurées séparément.
L'obligation d'immatriculation ne
s'applique cependant pas à
certaines catégories spécifiques,
telles que les remorques de moins
de 750 kilogrammes et les
remorques de chantier et
agricoles.

La remorque d'un véhicule
britannique a récemment fait
l'objet d'une saisie temporaire
parce que le conducteur ne
pouvait produire un document
d'immatriculation spécifique. En
Grande-Bretagne, toutefois, il
n'existe as d'obligation spécifique
pour les remorques. Cette
situation engendre la confusion et
génère des situations
embarrassantes lorsque des
véhicules britanniques avec
remorques circulent sur nos
routes.

Le ministre se concertera-t-il avec
son homologue britannique afin de
procéder à une harmonisation en
la matière? Une circulaire sera-t-
elle adressée aux services de
police afin d'attirer leur attention
sur la spécificité de la législation
britannique, afin qu'il ne soit plus
procédé plus inutilement à la
saisie de remorques?
08.02 Minister Renaat Landuyt: Mijnheer de voorzitter, waarde
collega's, collega, ik ben inderdaad op de hoogte van de problematiek
van de Britse aanhangwagens die in eigen land niet worden
ingeschreven, maar toch deelnemen aan het internationaal verkeer,
meestal onder dekking van een reproductie van de nummerplaat van het
trekkend voertuig, aangebracht op de aanhangwagen.

Die regeling de facto ontslaat Groot-Brittannië echter niet van de
verplichting om de bepalingen van het verdrag van Wenen van 8
november 1968 inzake het wegverkeer, en zijn bijlagen, na te leven.
Artikel 35 van dat verdrag, dat door ons land werd geratificeerd door de
wet van 30 september 1988 ­ twintig jaar later ­, stelt ondubbelzinnig dat
auto's in de ruime zin van het woord en aanhangwagens, met
uitzondering van de lichte aanhangwagen, zijnde minder dan 750
kilogram, door de contracterende partijen moeten worden ingeschreven,
hetgeen trouwens effectief gebeurt in zowat alle Europese staten,
behalve in Groot-Brittannië.

Ten tweede, ik zie dan ook geen directe noodzaak om daarover overleg
te plegen met mijn buitenlandse collega's, tenzij om de bevoegde Britse
08.02 Renaat Landuyt, ministre:
Il est exact qu'aucun certificat
d'immatriculation spécifique n'est
requis pour les remorques au
Royaume-Uni. Une reproduction
de la plaque d'immatriculation du
véhicule tracteur est généralement
fixée sur la remorque. En
revanche, le Traité de Vienne de
1968 relatif à la réglementation de
la circulation routière impose une
immatriculation distincte, à
l'exception de plusieurs catégories
spécifiques. Entre-temps, cette
immatriculation obligatoire est en
vigueur dans tous les pays, à
l'exception du Royaume-Uni.

Je ne vois pas pourquoi je devrais
me concerter avec le ministre
CRIV 51
COM 785
12/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
minister te herinneren aan diens verplichting om de Britse
aanhangwagens in te schrijven met bezorging van een eigen
kentekenplaat en inschrijvingsbewijs.

Ten derde, een rondschrijven om de politiediensten en de
politieparketten op de hoogte te brengen van de unieke situatie van de
Britse aanhangwagens in het internationaal verkeer lijkt mij daarentegen
wel een nuttig initiatief. Alhoewel ik toch mijn woorden wens in te
trekken. Ik zal iets anders zeggen dan het antwoord dat in de schriftelijke
voorbereiding staat, want dat is veel te repressief. Ik zal meteen mijn
administratie ter orde roepen.

Als er al een rondschrijven aan de politiediensten en de politieparketten
zou moeten gebeuren, dan komt het erop neer dat zij gewoon moeten
nakijken of een aanhangwagen al dan niet is ingeschreven. Zij moeten
dus niet letten op de nationaliteit van de bestuurder of van de wagen.
Iedereen moet in orde zijn, bij manier van spreken ook een Rus, dus niet
enkel de Engelsman.
britannique à cet effet. Je peux
éventuellement attirer l'attention
des Britanniques sur le fait qu'une
immatriculation est obligatoire
dans notre pays lorsqu'on circule
avec une remorque.

Je n'ai pas davantage l'intention
d'adresser une circulaire à la
police pour préciser la situation
britannique. La police doit
contrôler toutes les remorques
avec la même sévérité.

08.03 Jan Mortelmans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, ik zal
het antwoord er nog eens grondig op nalezen. Ik had wel graag geweten
wat er in de schriftelijke voorbereiding stond.

Mijnheer de minister, ik neem aan dat de politiediensten eerst een
waarschuwing kunnen uitschrijven, vooraleer ten aanzien van de Britse
onderdanen over te gaan tot sancties of inbeslagname van de
aanhangwagen. Wat denkt u daar zelf over? Moet bestraffing of
inbeslagname onmiddellijk?
08.03 Jan Mortelmans (Vlaams
Belang): Je partage votre avis à ce
sujet, mais j'estime toutefois qu'il
serait plus opportun de donner un
avertissement pour les véhicules
britanniques au lieu de procéder à
une saisie immédiate.

08.04 Minister Renaat Landuyt: Wij kunnen wat dat betreft niet streng
genoeg zijn, maar ja, tegen wie zegt u het.
08.05 Jan Mortelmans (Vlaams Belang): Ik kijk het nog eens na en
misschien kom ik er nog eens op terug.
08.06 Minister Renaat Landuyt: Overigens, mijnheer de voorzitter, mijn
opmerking was ironisch bedoeld in de richting van de vraagsteller.
De voorzitter: Dat zegt iedereen.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09 Samengevoegde vragen van
- de heer Luk Van Biesen aan de minister van Mobiliteit over "de taalproblemen bij de Dienst voor de
Inschrijving van Voertuigen (DIV)" (nr. 9287)
- mevrouw Dalila Douifi aan de minister van Mobiliteit over "de werking en de toegankelijkheid van de
Dienst Inschrijving Voertuigen (DIV)" (nr. 9358)
09 Questions jointes de
- M. Luk Van Biesen au ministre de la Mobilité sur "les problèmes linguistiques au sein de la Direction de
l'immatriculation des véhicules (DIV)" (n° 9287)
- Mme Dalila Douifi au ministre de la Mobilité sur "le fonctionnement et l'accessibilité de la Direction de
l'immatriculation des véhicules (DIV)" (n° 9358)
09.01 Luk Van Biesen (VLD): Mijnheer de minister, geregeld ontvangen
wij nogal wat opmerkingen en klachten van mensen betreffende de
gebrekkige bediening van Nederlandstaligen in de loketten van de dienst
voor Inschrijving van Voertuigen.
09.01 Luk Van Biesen (VLD): De
nombreux citoyens se plaignent de
la qualité des services fournis par
la Direction de l'immatriculation
12/12/2005
CRIV 51
COM 785
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16

Blijkbaar was het op 28 november opnieuw het geval. Een
Nederlandstalige dame werd aan het loket geconfronteerd met een
Franstalige bediende die pertinent weigerde om Nederlands te spreken.
De Nederlandstalige dame werd zelfs naar een ander loket verwezen.

Het is niet de eerste keer dat de problematiek aan bod komt in onze
commissie. Op 18 juli 2001 werd in de commissie voor de Infrastructuur
het volgende reeds aangekaart bij de toenmalige minister van Mobiliteit,
uw voorgangster Isabelle Durant: "Op donderdag 5 juli was het opnieuw
zover, in die zin dat een loketbediende manifest weigerde een Vlaming in
het Nederlands aan te spreken. De loketbediende gedroeg zich zelfs
hooghartig tegen die persoon en scheldt hem uit, waarbij hij laat
uitschijnen dat het schandalig is dat hij geen Frans spreekt."

Sinds 2001 kunnen we dus eigenlijk constateren dat er niet echt veel
gewijzigd is. Toenmalig minister Durant deelde toen in onze commissie
eenvoudig mede dat alle loketbedienden een minimale kennis hebben
van de beide landstalen, maar dat het personeel tijdens de middagpauze
om beurten gaat eten, zodat het wel eens kan voorkomen dat iemand
zich tijdens die periode bij een loketbediende aanmeldt die die minimale
taalkennis plotseling niet meer heeft.

Komen al die klachten dan van mensen die zich tijdens de middagpauze
hebben aangemeld? Waarschijnlijk niet.

De vraag is eenvoudig, mijnheer de minister. Welke taalverplichtingen
bestaan er voor de bedienden van de dienst voor Inschrijving van
Voertuigen?

Kunnen Nederlandstaligen zomaar worden doorverwezen naar een
ander loket? Denken we hierbij maar aan de loketten destijds in het
gemeentehuis van Schaarbeek.

Ten derde, dit jaar werd naar verluidt een eerste enquête bij de burgers
afgenomen omtrent de werking van de dienst voor Inschrijving van
Voertuigen. Kunt u meedelen of de taalproblematiek in het actieplan
werd opgenomen? Zo ja, welke initiatieven worden aangereikt om
definitief komaf te maken met dergelijke incidenten?

Ten vierde had ik graag vernomen waarom eigenlijk zolang moet worden
aangeschoven bij een inschrijving. Ik was er op 28 november zelf
getuige van in een andere rij dat het ettelijke uren duurt voordat men zijn
nummerplaat verkrijgt.
des véhicules (DIV). La mauvaise
communication vis-à-vis des
clients néerlandophones est
depuis longtemps déjà à l'origine
de plaintes. En 2001, l'ancienne
ministre, Mme Durant, avait
indiqué en réponse à une question
parlementaire que les guichetiers
doivent disposer d'une
connaissance minimum des deux
langues nationales mais que
parfois, par exemple à l'heure de
midi, il n'y avait pas d'employé
maîtrisant suffisamment le
néerlandais. Peu de choses ont
changé en quatre ans, semble-t-il.
De plus, il me paraît assez
incroyable que toutes les
doléances émaneraient de clients
se présentant à la DIV pendant la
pause de midi.

À quelles exigences linguistiques
les employés de la DIV, qui est
tout de même une institution
publique, doivent-ils satisfaire?
Est-il acceptable que des
néerlandophones soient rabroués
et renvoyés à un autre guichet par
des employés francophones? Une
enquête de satisfaction a été
menée pour la première fois cette
année à propos de la DIV.
Combien de plaintes concernaient
des problèmes linguistiques? La
DIV ne peut-elle vraiment pas
travailler de manière plus efficace,
de sorte que les citoyens ne soient
pas contraints de faire
interminablement la file?

09.02 Dalila Douifi (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik zou al blij geweest zijn mocht ik de stem van een mens
gehoord hebben op de DIV, al ben ik hier misschien zwaar aan het
overdrijven. Mijn vraag gaat niet zozeer over eventuele taalproblemen,
maar wel over de problemen inzake toegankelijkheid en bereikbaarheid
van deze federale overheidsdienst.

Men mag niet zomaar beschuldigingen uiten. De vorige spreker spreekt
uit ervaring en ik spreek ook uit ervaring. Ik heb namelijk gedurende vijf
opeenvolgende werkdagen, telkens een drietal keren per dag, mijn
secretariaat laten bellen naar de DIV. Dat was een mini-onderzoekje.
Welnu, de resultaten waren zeer bedroevend. Als men drie maal per
dag, gedurende vijf werkdagen op verschillende tijdstippen het
09.02 Dalila Douifi (sp.a-spirit):
Ma question porte sur un autre
point névralgique du
fonctionnement de la DIV, à savoir
la difficulté à joindre ce service par
téléphone. Ce problème
d'accessibilité fait également
l'objet de nombreuses plaintes.
J'en ai d'ailleurs moi-même fait le
test. Pendant cinq jours ouvrables,
j'ai tenté trois fois par jour d'entrer
en contact avec un collaborateur
de la Direction pour
CRIV 51
COM 785
12/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
telefoonnummer voor de Nederlandstaligen indrukt, dan moet men veel
tijd vrijmaken wil men uiteindelijk iemand aan de lijn te krijgen.

Ik som het even voor u op, mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister,
collega's, hoe het daar in zijn werk gaat. Houd intussen het uur in het
oog want het zal even duren. Men drukt het nummer dus in en men
hoort een antwoordapparaat. Dat is normaal en tegenwoordig is dat zo
bij alle diensten. Wat natuurlijk veel minder normaal is, is dat men de
laan wordt uitgestuurd, of liever het bos wordt ingestuurd. Als men toets
1 indrukt krijgt men de openingsuren. De tweede keuzemogelijkheid
heeft betrekking op inschrijvingsaanvragen die werden opgestuurd en
het gevolg dat eraan werd gegeven. Toets 3 dient om inlichtingen te
verkrijgen over de manier waarop men een voertuig moet inschrijven.
Toets 4 is voor inlichtingen over het schrappen, het verlies of de diefstal
van een nummerplaat. Belt men voor de aanvraag van een duplicaat van
een nummerplaat dan moet men 5 indrukken. Toets nummer 6 is voor
inlichtingen tot het bekomen van gecommercialiseerde of
gepersonaliseerde nummerplaten. Toets nummer 7 moet worden
ingedrukt in het geval van moeilijkheden bij het inschrijven van een
voertuig via internet. Ten slotte kan men toets 9 indrukken om een
medewerker aan de lijn te krijgen. Kon men geen van de voorgaande
keuzes maken, dan kan men 0 indrukken om terug te keren naar het
startmenu.

Ik nodig u uit om dezelfde test te doen. U mag om het even welk
nummer kiezen, u wordt ofwel gewoon van de lijn gegooid, ofwel krijgt u
een bezettoon. U krijgt na al die tijd geen medewerker aan de lijn die u
kan helpen met uw probleem. Ik breng dit allemaal een beetje cynisch,
maar dat werkt zeer frustrerend bij de mensen. Het is ook absoluut niet
klantvriendelijk.

Mijnheer de minister, bent u op de hoogte van de manier waarop wordt
gehandeld wanneer iemand telefonisch wenst te worden geholpen? Wat
is uw mening in verband met deze bevindingen? Kunt u daar snel en op
een eenvoudige manier aan verhelpen?
l'Immatriculation des Véhicules. Au
bout d'une semaine, aucune de
mes tentatives n'avait été
fructueuse. Dans un premier
temps, on est orienté vers un
répondeur qui vous propose une
dizaine d'options. Une de celles-ci
devrait en théorie vous mettre en
communication avec un
collaborateur de la DIV mais, dans
la pratique, on est invariablement
confronté au même scénario: soit
la ligne est coupée, soit on entend
une tonalité indiquant que la ligne
est occupée. Pour accéder à une
des autres options, il faut patienter
pendant au moins trois minutes.

Comment le ministre réagit-il à ce
constat de carence manifeste de
la DIV? Quelle suite compte-t-il
réserver aux plaintes?

09.03 Minister Renaat Landuyt: Mijnheer de voorzitter, collega's, zoals
steeds zal ik mijn woorden wikken.

Deze dienst is toch een uithangbord ten aanzien van de bevolking. Wij
bekijken die dienst prioritair samen met collega Dupont. Zoals collega
Van Biesen ook meldde in zijn vraag wordt momenteel een enquête
gevoerd bij de bevolking. Ik weet niet of daarin de vraag wordt gesteld in
verband met het nieuw telefoonsysteem, maar ik zal de ervaring van
collega Douifi door haar parlementaire werkzaamheden voegen bij het
onderzoeksrapport.

Wij moeten prioritair werken aan de dienst voor Inschrijving van
Voertuigen. Er is een zaak die zeer goed werkt. Ongeveer 30% van de
aanvragen wordt nu door de makelaar ingediend via het internet. Dat is
een heel handig systeem waarbij de makelaar of de verzekeringsagent
van de aangesloten maatschappijen - dat zijn ze bijna allemaal - een
verzekeringscontract aflevert en een signaal naar Brussel stuurt via het
systeem waardoor men de volgende dag reeds beschikt over een
nummerplaat. Dat is dus een heel efficiënt systeem.

Er is natuurlijk de problematiek van de mensen die na lang twijfelen een
auto hebben gekocht en hem onmiddellijk willen inschrijven. Zij zijn heel
09.03 Renaat Landuyt, ministre:
M. Dupont et moi-même
considérons que la Direction de
l'immatriculation des véhicules
constitue une priorité. Une
enquête de satisfaction est
actuellement en cours. J'ignore si
elle contient des questions
relatives au nouveau système
téléphonique, mais j'inclurai les
observations de Mme Douifi dans
le rapport d'évaluation.

Environ 30% des demandes
d'immatriculation introduites par le
biais de l'internet le sont par des
courtiers ou des agents
d'assurances, qui peuvent ainsi
obtenir une plaque
d'immatriculation après un jour
déjà. Certains se rendent eux-
mêmes à Bruxelles parce qu'ils
12/12/2005
CRIV 51
COM 785
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
vlug geneigd zelf naar Brussel te gaan om zodoende nog een dag te
winnen ten opzichte van de agentschappen. Dat zorgt voor lange rijen en
lange wachttijden. Er is wel een beheersingsprobleem.

Ik heb begrepen dat de manier waarop men de telefonische service
wenst te verbeteren wellicht niet de aangewezen manier is. Blijkbaar
krijgt men pas bij de negende keuzemogelijkheid de kans op persoonlijk
contact met een medewerker. Een overheid moet volgens mij in deze tijd
bereid zijn een goed contact te hebben met de burgers en hen niet
zolang mogelijk aan het lijntje te houden.

Wat mij betreft, is het duidelijk dat wij naar een hervorming van deze
dienst gaan. Dat zal in januari worden besproken in het directiecomité
omdat de studie van collega Dupont vrijwel afgerond is.

Wat het taalprobleem betreft, was het probleem maar dat.
estiment ce délai encore trop long,
ce qui provoque de longues files
d'attente.

Le service téléphonique est loin
d'être parfait. Les pouvoirs publics
doivent être accessibles
facilement et rapidement pour le
citoyen. Il me semble évident
qu'une réforme doit être mise en
oeuvre. Le comité de direction
examinera le problème en janvier,
car l'étude de M. Dupont est
presque prête. Je souhaiterais que
le bilinguisme soit le seul
problème à résoudre!

09.04 Luk Van Biesen (VLD): Dat is een even belangrijk probleem als
een ander. Dat mag niet worden geminimaliseerd.
09.04 Luk Van Biesen (VLD): Le
problème linguistique ne peut être
minimisé.
09.05 Minister Renaat Landuyt: Ik zei: "Was het probleem maar dat."
Uiteindelijk is dat er duidelijk in opgenomen. Ik krijg daarover tal van
uitleg in alle talen. Ik heb begrepen dat het zeker een van de pijnpunten
is inzake de werking. Daaromtrent mag geen misverstand bestaan.

Het project wordt mee opgenomen in de hervorming en reorganisatie.
Soms moet men geen grootse maatregelen nemen, maar moet men
proberen met kleine stappen de werking te verbeteren.

Zij die het kunnen weten, zeggen dat wij reeds van ver komen.
09.05 Renaat Landuyt, ministre:
L'aspect linguistique étant
assurément un problème épineux,
il sera inclus dans la réforme.
Parfois, il faut améliorer le
fonctionnement très
progressivement. Des experts en
la matière affirment d'ailleurs que
nous venons de loin.

09.06 Dalila Douifi (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, ik dank de
minister voor zijn antwoord.

Het is goed dat die groep via telefonische weg en via het internet kan
geholpen worden. Het verheugt mij echter dat u denkt aan de piste om
het menselijk contact met de hervormingen nog op te waarderen. Bij
mijn weten worden heel veel mensen nog steeds graag geholpen door
een mens aan de andere kant van de lijn.
09.06 Dalila Douifi (sp.a-spirit): Si
je me réjouis des possibilités
offertes par le téléphone et
l'internet, je me félicite davantage
encore de la volonté du ministre
de revaloriser le contact
interhumain.

De voorzitter: Dat is juist.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
10 Samengevoegde vragen van
- de heer Luk Van Biesen aan de minister van Mobiliteit over "het historisch baangebruik op de
luchthaven van Zaventem" (nr. 9303)
- de heer Bart Laeremans aan de minister van Mobiliteit over "de onderhandelingen met de gewesten
over de spreiding van de geluidshinder rond de luchthaven van Zaventem" (nr. 9397)
10 Questions jointes de
- M. Luk Van Biesen au ministre de la Mobilité sur "l'utilisation historique des pistes de l'aéroport de
Zaventem" (n° 9303)
- M. Bart Laeremans au ministre de la Mobilité sur "les négociations menées avec les Régions
concernant la répartition des nuisances sonores à proximité de l'aéroport de Zaventem" (n° 9397)
CRIV 51
COM 785
12/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
10.01 Luk Van Biesen (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik wens opnieuw een vraag te stellen over de problematiek van
de terugkeer naar het historisch baangebruik van 1999.

De voorbije weken hebt u herhaaldelijk in de pers verklaard dat een
terugkeer naar het baangebruik van 1999 of een terugkeer naar het
historisch baangebruik juridisch niet mogelijk is. U spreekt terecht over
"baangebruik" en niet over vliegroutes, omdat het inderdaad twee
verschillende zaken zijn.

Mijnheer de minister, ik begrijp absoluut niet met welke juridische
argumenten u uw uitspraken staaft. Het historisch baangebruik is nooit
voor een rechtbank aangeklaagd. Bijgevolg is er nooit enige
gerechtelijke uitspraak geweest die het historisch baangebruik verbiedt,
noch op weekdagen, noch in de weekends, anders gezegd noch tijdens
de piekuren en noch tijdens de daluren. Bovendien lijkt het juridisch zo
goed als onmogelijk om het historisch baangebruik thans nog aan te
klagen. Er is geen enkele rechter die een situatie die 40 jaar lang heeft
bestaan en nooit het voorwerp is geweest van een rechtszaak, plots gaat
verbieden.

Niet alleen is een terugkeer naar het historisch baangebruik de enige
oplossing die door de meerderheid van de bevolking wordt aanvaard,
maar ook de enige die de juridische zekerheid geeft waar we reeds twee
jaar naar op zoek zijn.

Mijnheer de minister, graag verneem ik de juridische argumenten
waarop u zich baseert om te beweren dat een terugkeer naar het
historisch baangebruik onmogelijk is.
10.01 Luk Van Biesen (VLD): Le
ministre a déclaré à plusieurs
reprises dans la presse qu'un
retour à l'utilisation historique des
pistes de Zaventem n'était
juridiquement pas possible. Cette
utilisation des pistes n'a toutefois
jamais fait l'objet d'une action
judiciaire et n'est dès lors
nullement interdite. Par ailleurs, au
plan juridique, l'utilisation
historique des pistes aujourd'hui
semble quasi inattaquable. Aucun
juge n'interdira une situation qui a
existé pendant quarante ans. Le
retour à l'utilisation historique des
pistes constitue donc, selon nous,
la seule solution: elle est acceptée
par la majorité de la population et
offre la sécurité juridique que nous
souhaitons depuis deux ans déjà.

Sur quels arguments juridiques le
ministre se base-t-il?

10.02 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Mijnheer de minister, recent
hebt u verklaard dat er wellicht helemaal geen oplossing meer komt voor
het probleem van de spreiding van de hinder tot 2008. Het is echt
onbegrijpelijk dat het tot dan moet worden uitgesteld. Dat wil zeggen dat
we tot 2008 wellicht geconfronteerd zullen zijn met processen,
moeilijkheden en onzekerheden allerhande. Dat is een immense
verspilling aan energie en middelen, terwijl een redelijke oplossing die
gebaseerd is op een billijke spreiding van de lasten, toch mogelijk moet
zijn.

Ik wil hieraan nog de volgende bedenkingen toevoegen. We hebben de
indruk dat u in heel het dossier op een ongelooflijke manier aan het
aanmodderen bent. U schuift uw verantwoordelijkheid volledig af op de
Gewesten. Lange tijd hebt u geprobeerd een oplossing te zoeken. Thans
vindt u dat de Gewesten er zelf maar moeten uitgeraken; desnoods in
2008. U lijkt niet meer van plan nog een regeling te vinden. U hebt er het
bijltje bij neergelegd. Zo komt de zaak althans bij ons en bij steeds meer
mensen over.

Ten tweede, ben ik verwonderd over hetgeen zonet is gezegd. We
stellen vast dat de spreiding in het regeerakkoord is ingeschreven. Het
regeerakkoord werd gedragen door de partijen die hier aanwezig zijn, de
sp.a en de partij van de heer Van Biesen, de VLD.

Thans blijkt dat een vertegenwoordiger van een meerderheidspartij het
akkoord en het principe van de spreiding op de helling zet.

Ik had graag geweten of die sprak namens zijn hele partij, dan wel
10.02 Bart Laeremans (Vlaams
Belang): Le ministre a déclaré
récemment qu'aucune solution ne
serait probablement trouvée au
problème des vols de nuit avant
2008. Nous serons dès lors
confrontés à des procès et à une
situation d'insécurité, entraînant un
énorme gaspillage. Une solution
raisonnable, fondée sur une
répartition équitable des charges,
doit tout de même être possible.
Nous avons l'impression que le
ministre patauge un peu et ne
recherche plus de véritable
solution. Il rejette entièrement la
responsabilité sur les Régions.

L'accord de gouvernement, qui
prévoit la dispersion, a été soutenu
par le sp.a et le VLD. Je m'étonne
qu'un représentant de la majorité
remette aujourd'hui le principe de
la dispersion en cause. S'exprime-
t-il en son nom propre, au nom de
son parti ou de sa région?

En combinant l'utilisation
12/12/2005
CRIV 51
COM 785
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
namens de streek of louter namens zichzelf.

Ook dat brengt ons echter geen stap dichterbij. Wanneer we het
voorgestelde baangebruik - dus alles terug zoals voor 1999 -
combineren met de Brusselse geluidsnormen, die in 1999 werden
ingevoerd ­ ik zie u lachen, mijnheer Van Biesen ­, dan komen we tot
een totale concentratie van alle vluchten niet boven Brussel, maar boven
de Noordrand. Sinds 1999 zijn die fameuze normen ingevoerd, waardoor
alles geleidelijk door mevrouw Durant richting Noordrand werd
afgewimpeld en afgevoerd. Dergelijk concentratiebeleid zit er dus aan te
komen, zowel overdag als 's nachts, als men daarnaar terug zou keren.

Het is bovendien volkomen verkeerd om het oude baangebruik voor te
stellen als legitiem, want dat zou betekenen dat de ene groep die in het
verlengde van een van de startbanen is gaan wonen, helemaal
gevrijwaard zou worden, en de andere helemaal niet. Ook inzake het
gebruik van startbanen en niet enkel de vluchtroutes, is de billijke
spreiding noodzakelijk en elementair. Daarnaast kan de situatie van
vandaag onmogelijk met toen vergeleken worden, want mevrouw Durant
heeft de doos van Pandora geopend en de gevoeligheden zijn nu aan
alle zijden totaal. Terwijl er vroeger een grote onverschilligheid leefde bij
veel inwoners, is er nu een zeer groot engagement, zodat men niet tot
die situatie terug kan keren. Ik kom bij mijn vragen.

Ten eerste, waarop baseert de minister zich om te stellen dat een
oplossing uitblijft tot 2008? Wie blokkeert momenteel de totstandkoming
van een akkoord en waarom?

Ten tweede, welke diensten onderhandelen er momenteel? Waarop
slaan de onderhandelingen en wat zijn de vorderingen? Op een vraag
van collega Van Hauthem in de Senaat heeft u geantwoord dat er
momenteel nog altijd bepaalde onderhandelingen lopen. Daarover kreeg
ik graag wat meer uitleg.

Ten derde, hoever staat het met de onderzoeken naar het gebruik van
baan 25? Ook dat was bezig, had u gesignaleerd. Impliceert een
regelmatig gebruik noodzakelijk een verlenging of niet? Waar staat het
met het onderzoek terzake?

Ten vierde, heeft Brussel de dreiging met het gebruik van
dwangsommen intussen laten vallen of niet? Hoe zit het daarmee?

Ten vijfde, waarop is het cijfer van 18.000 nachtvluchten of een
vermindering van 25.000 naar 18.000 gebaseerd? Hoeveel vluchten wil
DHL jaarlijks overhouden na 2008? Komen er maatschappijen in de
plaats? Zijn er mogelijkheden om een aantal lijnvluchten en charters te
verschuiven naar de daguren? Werd dat onderzocht? Tegen wanneer is
dat mogelijk? Tegen wanneer kunnen die verschuivingen plaatsvinden?
Is het cijfer 18.000 absoluut of kan men nog lager gaan? Waarom juist
18.000? Waarop is dat gebaseerd?
historique des pistes et les normes
de bruit bruxelloises, on obtiendra
une concentration de tous les vols
au-dessus de la périphérie nord de
Bruxelles. Considérer comme
légitime l'utilisation historique des
pistes n'est vraiment pas une
bonne idée. La situation a du reste
connu un changement
spectaculaire depuis que Mme
Durant a ouvert la boîte de
Pandore. De nombreux riverains
ne sont plus indifférents à la
question depuis bien longtemps
déjà.

Sur quoi le ministre se fonde-t-il
lorsqu'il évoque un report jusqu'en
2008? Pourquoi serait-il
impossible de parvenir à un
accord avant cette date? Le
ministre a déclaré au Sénat que
des négociations sont encore en
cours. Entre quels services? Des
progrès ont-ils été enregistrés?
Qu'en est-il de l'étude relative à
l'utilisation de la piste 25L? Son
utilisation plus fréquente implique-
t-elle une prolongation de la piste?
Bruxelles a-t-elle renoncé entre-
temps à la menace des
astreintes? Sur quoi le chiffre de
18 000 vols de nuits repose-t-il?
Ce nombre peut-il encore être
diminué? Combien de vols
annuels veut DHL après 2008?
D'autres sociétés vont-elles venir
s'installer? Des vols réguliers ou
charter peuvent-ils être déplacés
vers le jour? A partir de quand?


10.03 Minister Renaat Landuyt: Mijnheer de voorzitter, ik zal proberen
globaal en des te duidelijker te antwoorden.

Ten eerste, wat mij betreft: hoe vlugger een akkoord kan worden bereikt,
hoe liever. Echter, naar mijn inschatting ­ aangezien ik al een eind met
het dossier bezig ben, kan ik een inschatting maken ­ zal een en ander
automatisch makkelijker worden in 2008. Op dat moment zal er immers
10.03 Renaat Landuyt, ministre:
Plus l'accord interviendra
rapidement, mieux ce sera. Cet
accord devrait être plus facile à
obtenir en 2008 car il y aura alors
une limitation automatique du
nombre de vols de nuit. Le nombre
CRIV 51
COM 785
12/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21
automatisch sprake zijn van een capaciteitsbeperking of, in ieder geval,
van een beperking van de nachtvluchten en het nachtlawaai, met name
de zogezegde 18.000 vluchten per jaar.

Waarop is dat getal van 18.000 vluchten gebaseerd? Dat getal is
gebaseerd op een hele dikke studie van de luchthavenuitbater, in
samenspraak en in discussie met de Gewesten. Uit de studie ontstond
het aanvoelen en de overtuiging dat een hoeveelheid van 18.000
nachtvluchten een realistische en heel nuttige beperking is van het
aantal nachtvluchten.

Over het akkoord heb ik gezegd: wat mij betreft, hoe vlugger, hoe liever.
Laat daarover in ieder geval geen misverstand bestaan: het akkoord is
noodzakelijk, niet alleen uit federale overtuiging, maar ook omdat hier
effectief ieders bevoegdheden moeten samenspelen. Het gaat met
name om de bevoegdheid rond de exploitatie van de luchthaven, die een
Vlaamse bevoegdheid is, en om de bevoegdheid inzake ruimtelijke
ordening, die een gewestelijke bevoegdheid is en in haar specifieke
vorm niet alleen Vlaanderen maar ook Brussel aanbelangt, eenmaal er
ook geluidsnormen zullen zijn die overeenstemmen met een akkoord.
Het gaat om geluidsnormen die, in tegenstelling tot vandaag, toelaten
dat er wordt gevlogen zoals dient te worden gevlogen. Iedereen kan elk
op zijn terrein dus stoer doen, maar uiteindelijk moet toch
overeenstemming worden gevonden om de situatie volledig te doen
functioneren.

Mijn inschatting blijft echter dat in 2008 een en ander veel gemakkelijker
zal zijn. De situatie zal immers minder moeilijk zijn dan vandaag. We
doen niettemin ons best.

Ten tweede, waar durf ik de stelling te halen dat niet meer kan worden
teruggekeerd naar de toestand vóór 1999? Dat heeft niet eens te maken
met procedures of banen. De jurisprudentie in de materie is echter al
sterk ontwikkeld. De jurisprudentie in de materie steunt op artikel 23 van
de Grondwet, dat vertrekt van het recht van het individu op een gezonde
leefomgeving. Dat recht werd in de problematiek niet voort uitgevoerd op
het vlak van wetgeving. Daarom hebben wij wetgevende initiatieven
genomen. Zij werden echter op vandaag niet voort uitgevoerd. Bij de
initiatieven zijn bepaalde, ook inhoudelijke, jurisprudentiële regels
mogelijk.

Als men de Grondwet toepast, is een van de evidente regels de stand
still, in combinatie met de verworven rechten. Welnu, sedert 1999, al
meerdere jaren dus, hebben er mensen het verworven recht van
stiltemomenten, dat zij vóór 1999 niet hadden.

Teruggaan naar de periode vóór 1999 is volgens de jurisprudentie even
onmogelijk als iedere andere wijziging. Een wijziging is mogelijk als men
zich richt naar de voorwaarden van de jurisprudentie en als men op een
degelijke manier zijn beslissing opbouwt. Ook beslissen om zomaar
terug te keren naar de periode vóór 1999 kan niet meer, omdat men niet
meer voldoet aan de jurisprudentiële regels. Dat is de juridisch correcte
stelling.

Wat de politieke situatie betreft stelt niemand, zelfs niet de rechtbanken,
het principe van de spreiding in vraag. Dat is vandaag de realiteit.
Iedereen redeneert vandaag in termen van spreiding. Ook in de
discussie was dit nooit het probleem. Men discussieert over de
de 18 000 vols est issu d'une
étude sérieuse réalisée par
l'exploitant de l'aéroport en
concertation avec les régions. Il
s'agit d'une limitation utile et
réaliste.

La conviction, au plan fédéral, est
qu'il faut un accord mais les
différentes compétences doivent y
contribuer. La Flandre est
compétente pour l'exploitation de
l'aéroport. L'aménagement du
territoire est également une
matière régionale et concerne
aussi Bruxelles au-travers des
normes sonores. Ces normes
doivent dès lors permettre de voler
comme il convient. On aura beau
rouler des mécaniques, il faudra
bien s'entendre.

Dans l'intervalle, la jurisprudence a
beaucoup évolué dans ce dossier.
Elle repose sur l'article 23 de la
Constitution. Le droit de l'individu à
un environnement sain n'a
toutefois pas été développé plus
avant sur le plan de la législation.
Si l'on applique la Constitution, le
statu quo paraît une règle
évidente, en combinaison avec le
droit à des moments de quiétude
acquis en 1999. Le retour à la
situation de 1999 est aussi
impossible que toute autre
modification car, dans cette
hypothèse, on ne satisferait pas à
la jurisprudence.

Personne - les tribunaux non plus
- ne remet en question le principe
de la dispersion. L'accord politique
relatif au plan de dispersion reste
valable, à une modification près.
Ce plan est toujours considéré
comme une base de discussion,
tant par moi-même que par le
reste du gouvernement fédéral.

Concernant l'état actuel des
négociations, je puis dire que nous
préparons actuellement un accord
relatif aux échelles de mesure
objectives dans le cadre d'une
étude d'incidence sur l'utilisation
de la piste 25L. Notre but est de
débloquer la situation en
12/12/2005
CRIV 51
COM 785
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22
spreiding. Ook ik werk in de federale regering binnen een globaal
akkoord, het spreidingsplan ­ dat is het politieke akkoord ­, met
wijzigingen en één fundamentele wijziging in maart of april, na het begin
van de jurisprudentie. Sindsdien is er, wat het politieke akkoord betreft,
geen enkele twijfel mogelijk. In de federale regering hanteert men nog
altijd dezelfde logica. Ik herhaal dat én in de onderhandelingen én in de
jurisprudentie het principe van de spreiding voortdurend wordt
toegepast, nooit in vraag wordt gesteld.

Wat is de huidige, concrete stand van de onderhandelingen? Wij zijn
een akkoord aan het bewerkstelligen over de manier waarop wij op een
objectieve en voor iedereen aanvaardbare wijze een impactstudie
kunnen maken rond het gebruik van de baan 25L, zodat wij een
struikelblok voor een globaal akkoord kunnen wegnemen, door te
objectiveren.

Ondertussen is er inzake dwangsommen niets veranderd.
l'objectivant. Rien n'a changé en
matière d'astreintes.

10.04 Luk Van Biesen (VLD): Ik heb uw antwoord gehoord. Wat de
juridische argumenten betreft, u veronderstelt dat er juridische
problemen zouden kunnen zijn wanneer men terugkeert, aangezien er
nooit een juridische uitspraak geweest is vóór 1999. U hebt geen
opsomming gegeven van de juridische arresten.
10.04 Luk Van Biesen (VLD): Le
ministre indique qu'un retour à la
situation d'avant 1999 entraînerait
des problèmes juridiques.
Toutefois, il ne cite aucune
décision de justice étayant son
propos.
10.05 Minister Renaat Landuyt: U hebt niet geluisterd.
10.06 Luk Van Biesen (VLD): Ik heb wel geluisterd.
10.07 Minister Renaat Landuyt: Ik vind dat u correct moet zijn. Ik zal
proberen het nog beter uit te leggen.

De uitspraken op zich spreken elkaar tegen, maar de redeneringen
spreken elkaar niet tegen. Hoe komt dat? Aan iedere rechtbank wordt
voorgelegd, in het kader van artikel 23, dat men op een bepaalde plaats
woont waar vliegtuigen overkomen, wat een invloed heeft op de
gezondheid en op de leefomgeving. Dat is beschermd door de
Grondwet. Op iedere rechtbank weet men dat zulks in de Grondwet
staat, dat er inderdaad vliegtuigen zijn; ze zien echter niet - en dat is het
punt - hoe de beslisser zijn redenering heeft opgebouwd. Heeft hij wel
met alles rekening gehouden? Wij zeggen dan dat wij uiteraard met alles
rekening hebben gehouden en leggen vervolgens de elementen voor.
Iedere beslissing was immers een grondige beslissing. Dat kunnen we
allemaal bewijzen. Vervolgens zegt men dan dat er geen zekerheid is
dat we alle beslissingen in dat dossier op dezelfde wijze hebben
genomen en dat deze beslissing dus voorlopig wordt verboden. Dat
zeggen ze ook ten opzichte van een persoon die aan een heel andere
kant van de luchthaven woont. Het is dezelfde redenering, maar met het
gevolg dat ze elkaar tegenspreken omdat dan na een tijdje alles
verboden is, ook wat vroeger bestond. Zomaar zeggen vanuit de huidige
situatie dat we gaan terugkeren naar de situatie van voor 1999 gaat niet
op. Men moet immers de beslissing nemen rekening houdend met de
huidige situatie van de persoon die dit aanklaagt. Dat is het punt. Ik weet
dat het juridisch is, maar er zijn hier toch juristen die dit beter zouden
moeten kunnen uitleggen dan ik. Ik kan de rechtspraak niet veranderen.
10.07 Renaat Landuyt, ministre:
Les décisions judiciaires se
contredisent mais non les
raisonnements. Les juges ont
toujours pris comme principe de
base l'article 23 de la Constitution
et estimé qu'il n'était pas établi
que les pouvoirs publics ont pris
toutes les décisions de la même
manière. Si toutefois le juge
donnait raison aux riverains des
différents côtés sur la base de ce
raisonnement, il deviendrait à la
longue impossible d'organiser des
vols.

La jurisprudence exclut un retour
pur et simple à la situation d'avant
1999. Il faut toujours tenir compte
des circonstances du moment.

10.08 Luk Van Biesen (VLD): Ik wil daarover niet polemiseren. Ik ben
CRIV 51
COM 785
12/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
23
uiteraard geen jurist en ik heb er geen problemen mee om dat toe te
geven.
10.09 Minister Renaat Landuyt: U moet het niet zo opnemen. Misschien
moet u blij zijn dat u geen jurist bent.
10.10 Luk Van Biesen (VLD): Aan de andere kant kan ik u wel zeggen
dat u geen enkel arrest of element kunt aanhalen van voor 1999 dat
enige uitspraak zou hebben gedaan over dat historisch baangebruik. Met
andere woorden, u stelt dat er problemen zouden kunnen zijn met het
spreidingsplan, dat vandaag nog altijd in het politiek akkoord van de
meerderheid staat. U zegt dat niemand daaraan twijfelt. Welnu, eerlijk
gezegd, steeds meer mensen, ook van de meerderheidspartijen,
beginnen te twijfelen aan de nuttigheidsgraad van het spreidingsplan dat
u vandaag voorlegt. Ik weet dat blijkbaar de lobby van de noordrand en
anderen in deze aangelegenheid blijven spelen. Ik wil dat spelletje
overstijgen en duidelijk zeggen dat het getalm dat wij thans meemaken,
wat overigens niet alleen aan u te wijten is, zeer zwaar op onze regio
Kraainem weegt.
10.10 Luk Van Biesen (VLD): Le
ministre ne peut citer aucun
jugement relatif à l'utilisation des
pistes avant 1999. Au sein des
partis de la majorité aussi, ils sont
de plus en plus nombreux à douter
de l'utilité de la dispersion. Les
atermoiements actuels pèsent
lourdement sur la région entourant
l'aéroport. L'incapacité des
autorités à parvenir à un accord
risque de décourager de
nombreux investisseurs.
De voorzitter: De oostrand.
10.11 Luk Van Biesen (VLD): Ik ben daar geboren en getogen.
10.12 Minister Renaat Landuyt: Het siert u dat u vecht voor uw streek,
maar mijn lot is dat ik voor alle streken moet zorgen.
10.13 Luk Van Biesen (VLD): Wij hebben er geen enkel probleem mee
om terug te gaan, daar wij altijd al het verkeer van landingsbaan 02
gekregen hebben bij ons. Het gaat er zeker niet om dat wij minder last
willen, wel dat wij eerlijkheid willen op dat vlak. Wat wij vandaag
meemaken is onaanvaardbaar voor onze regio. Het werkt verlammend
voor onze hele luchthaven. Vorige week nog had ik een gesprek met de
leider van de kamer van koophandel, omtrent de luchthaven. Ook daar
zegt men dat hoe langer er geen akkoord is, hoe slechter het is want de
investeerders haken af omwille van het feit dat er in dit land over
dergelijke aangelegenheden geen akkoorden meer mogelijk zijn.
De voorzitter: Bedankt. Het woord is aan de heer Laeremans, uit Grimbergen, of was het Beigem?
10.14 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Niet uit Beigem. Dat is mijn
broer.

Ik zal op het laatste inhaken. Het is juist: er moet een akkoord komen.
Zolang die onzekerheid blijft bestaan, zal een aantal mensen niet
investeren en zal er een aantal onzekerheden blijven, zowel voor de
werknemers als voor de omwonenden. Er zou dus het beste inderdaad
snel een akkoord komen.

Ten eerste, waar zit de zaak geblokkeerd? Zoals ik het vaststel ­ en ik
hoop dat u het ook zo vaststelt, collega Van Biezen ­ zit het in Brussel
geblokkeerd, waar mevrouw Huytebroeck een zeer extreme houding
aanneemt, die erop neerkomt dat er bijna niets over Brussel mag
vliegen, of niets méér dan nu het geval is, terwijl Brussel op dit moment
zeer sterk bevoordeeld wordt. Ik heb moeten vaststellen dat zij enkel een
beetje wordt tegengesproken door de Vlaamse partijen in Brussel
wanneer het gaat over de dwangsommen. Daarover hebben zij gezegd
"dat zij op dat vlak nu even haar damp moet inhouden". Maar voor de
10.14 Bart Laeremans (Vlaams
Belang): L'incertitude persistante
est en effet néfaste, tant pour les
investisseurs que pour les
travailleurs et les riverains. Or, il
est clair que le blocage se situe au
niveau de Bruxelles. La ministre
Huytebroeck adopte une position
extrême et n'est pas rappelée à
l'ordre par ses partenaires
flamands au sein de la coalition,
sauf en ce qui concerne les
astreintes.

Il est trop facile de vouloir reporter
la solution à 2008. Il ne faut pas
s'attendre à une diminution
spectaculaire du nombre de vols
12/12/2005
CRIV 51
COM 785
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24
rest, inhoudelijk, is zij nooit tegengesproken en hebben de drie Vlaamse
meerderheidspartijen in Brussel ­ VLD, CD&V en sp.a. ­ op geen enkel
moment durven zeggen dat mevrouw Huytebroeck een egoïstische
houding aanneemt. Zij zijn haar altijd inhoudelijk bijgetreden. En dat
betreur ik ten zeerste.

Het probleem zit in Brussel. Het is Brussel dat niet een behoorlijk deel
van de lasten op zich wil nemen, en dat niet solidair wil zijn met de rest
van de gemeenten rond de luchthaven. Daar zit de kern. Uw partijen,
collega Van Biezen en mijnheer de minister, zijn daar in elk geval bij
betrokken.

Ten tweede, wat 2008 betreft, vind ik het een gemakkelijkheidoplossing
het zoveel mogelijk naar dat moment op te schuiven, vooral omdat er
geen enkele zekerheid is dat er dan wel een akkoord komt. Het aantal
vluchten daalt niet spectaculair. Op dit moment zijn het er in de praktijk
zo'n 23.000. Dan gaan wij naar 18.000. Dat zijn er 5.000 minder op dat
moment, als het een beetje meezit. Maar het probleem is daarmee zeker
niet van de baan.

De minister zegt nu dat er een studie is waarop alles gebaseerd is. Ik
heb die studie niet gezien. Ik had die graag ontvangen. Ik hoop, mijnheer
de voorzitter, dat wij geen maanden moeten wachten ­ als dat via deze
commissie gevraagd wordt ­ om die studie te ontvangen. Ik hoop,
mijnheer de minister, dat u of uw medewerkster kunt noteren dat ik die
studie graag zou hebben.

U knikt neen. Heb ik geen recht op die studie? U bent aan het
telefoneren. Ik zal nog even wachten, mijnheer de minister.
de nuit d'ici là. Je souhaiterais
prendre connaissance de l'étude
qui évoque 18.000 vols. Ce chiffre
me paraît arbitraire. Il devrait, me
semble-t-il, être possible de
réduire davantage encore ce
nombre en adaptant les créneaux
horaires pour les charters. Une
chose est sûre, ou presque: en
2008, M. Landuyt ne sera plus
ministre de la Mobilité. Il se
contente donc de refiler le dossier
à son successeur, et il s'en lave
les mains.

10.15 Minister Renaat Landuyt: Het is slechts mijn voicemail.
10.16 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Uw voicemail interesseert mij
niet. Als het uw voicemail is, is het een kwestie van verschrikkelijke
onbeleefdheid om tijdens een vraagstelling in het Parlement te luisteren
naar de voicemail van uw antwoordapparaat. Dat heb ik nu nog nooit
geweten.
10.17 Minister Renaat Landuyt: Mijn zoontje belt om te zeggen dat hij
niet zeker is of zijn examen Latijn heel goed is gegaan. (Gelach)
10.18 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Het zal dus maar half goed
zijn gegaan? Ik neem er in elk geval ­ mag dat in het verslag, mijnheer
de voorzitter ­ nota van. Het is letterlijk gezegd dus het moet ook in het
verslag. Ik vind het toch wel nuttig dat dit in het verslag komt.

Mijnheer de minister, ik wil om te beginnen vragen dat die studie inzake
die 18.000 vluchten ter beschikking wordt gesteld van het Parlement.
Dat zijn geen staatsgeheimen. Daar zou nog eens een woordje over
gezegd kunnen worden of een debat over gevoerd kunnen worden. Mij
heeft het trouwens altijd vrij arbitrair geleken waarom er precies 18.000
zouden zijn.

Ik zal u een voorbeeld geven in verband met de charters. In het verleden
is duidelijk gebleken dat een vrij groot deel van de nachtelijke charters
aankomt tussen 23 uur en 0 uur 's nachts en dat een vrij groot deel
opstijgt tussen 5 uur en 6 uur 's morgens. Met een beetje goede wil en
een beetje verschuiven, op enkele jaren tijd desnoods, zou men een
CRIV 51
COM 785
12/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25
aanzienlijk deel van die charters naar de daguren kunnen verplaatsen.
Dan kan men die 18.000 misschien nog een stuk lager krijgen. Daarom
zou ik graag die studie hebben, zodat wij daar later nog een debat over
kunnen hebben.

In ieder geval, uw droom, te zeggen dat in 2008 alles is opgelost omdat
wij dan van 23.000 naar 18.000 vluchten gaan, vind ik heel kortzichtig
geredeneerd.

Ik weet dat er tegen 2008 wel iets anders verwacht kan worden. Ik heb
natuurlijk geen kristallen bol, maar tegen dan zal u wellicht geen minister
van Verkeerswezen en Infrastructuur meer zijn. Dan is het natuurlijk
gemakkelijk om te zeggen dat het dan aan een ander is om het
probleem op te lossen.
10.19 Minister Renaat Landuyt: Hebt u het niet door?
10.20 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Waarschijnlijk zijn er heel veel
andere eerbare motieven om te spreken van 2008.
10.21 Minister Renaat Landuyt: U kunt de garantie hebben dat ik
minister blijf, want niemand wil het dossier. Ik neem het dus mee tot na
2007. Dan zal men zeker mij nog aanstellen.
10.21 Renaat Landuyt, ministre:
Ceux qui me connaissent, savent
que c'est exactement le contraire.
Personne ne veut de ce dossier.
En le reportant au-delà de 2007,
j'assure ma position.
10.22 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Tenzij uw partij niet meer in de
regering zit. Dat zou wel eens kunnen. De sp.a zit 18 jaar in de regering.
Het kan zijn dat de bevolking zegt dat het tijd is voor een andere partij.

Mevrouw Durant is de geschiedenis ingegaan als de vrouw die de doos
van Pandora heeft opengezet. De heer Anciaux is de geschiedenis
ingegaan als de man van het spreidingsplan, het gedeeltelijke
spreidingsplan. U kan tot nu toe alleen de geschiedenis ingaan als de
man van het blussen van de brandjes, van de pompiers. Na elk
probleem herschikt u een beetje en past u wat aan. U hebt tot nu toe nog
steeds niets fundamenteels kunnen doen.

Als u zo blijft voortdoen en alles voor u blijft uitschuiven tot 2008, dan zal
u niet als een groot minister in verband met het dossier de geschiedenis
ingaan.
10.22 Bart Laeremans (Vlaams
Belang): Mme Durant entrera dans
l'histoire comme la ministre qui
aura ouvert la boîte de Pandore,
M. Anciaux comme l'architecte du
plan de répartition, et ce ministre-
ci comme le sapeur-pompier qui
aura éteint quelques incendies
mais qui n'aura rien réussi de
fondamental.

10.23 Minister Renaat Landuyt: Ik begin te geloven dat u ooit zal
zeggen dat ik iets goed gedaan heb.
10.24 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Tot nu toe hebben wij nog niet
veel goeds van u gezien.
10.25 Minister Renaat Landuyt: U kunt dat karakterieel niet. Ik heb u
nog nooit horen zeggen dat iets goed was. Ik weet niet hoe u dat doet in
uw fractie. U kan echter niet positief zijn.
10.26 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Over uw beleid kan ik dat tot
nu toe niet, dat is heel juist.
10.27 Minister Renaat Landuyt: U behoort tot die harde kern van
vroeger, tot de Vlaamse strijders die elke keer als ze een strijd wonnen
12/12/2005
CRIV 51
COM 785
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
26
zeiden wat ze niet gewonnen hadden.
10.28 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Mijnheer de minister, bij u
heeft nog niemand iets gewonnen. Bij u is de miserie alleen maar groter
geworden.
De voorzitter: Het was alleszins een merkwaardig debat tijdens hetwelke wij enerzijds vernamen dat de zoon
van minister problemen had met zijn examen Latijn en dat de heer Laeremans ons anderzijds kwam vertellen
dat mevrouw Huytebroeck haar damp moest inhouden, wat toch ook een vrij merkwaardige manier is om het
een en ander aan te kondigen.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
11 Question de M. Philippe Monfils au ministre de la Mobilité sur "contrôles anti-drogue'" (n° 9267)
11 Vraag van de heer Philippe Monfils aan de minister van Mobiliteit over "de controles op
drugsgebruik" (nr. 9267)
11.01 Philippe Monfils (MR): Monsieur le président, la campagne de
sécurité routière "Bob" a démarré depuis quelques jours. Le ministre
envisage une plus grande sévérité quant au nombre de contrôles portant
essentiellement sur l'alcool, ce qui est très positif, à mon avis.

Toutefois, comme chaque année, j'aimerais connaître vos projets vis-à-
vis de la drogue. En effet, toujours davantage d'études montrent
combien la drogue peut être pernicieuse pour la conduite. En France,
par exemple, il a été constaté que près de 40% des jeunes tués au
cours d'un accident de la route en 2003 et 2004 avaient consommé du
cannabis.

Récemment, une revue automobile a mis en présence des personnes
qui avaient volontairement bu quelques verres et d'autres qui avaient
volontairement fumé du cannabis. Diverses expériences ont été
menées, comme tourner autour de cônes ou freiner le plus tard possible.
Elles ont permis de constater que les fumeurs de cannabis présentaient
d'importantes lacunes relativement au temps de réaction et à la
perception du danger. Par conséquent, ils pouvaient être considérés
comme des conducteurs potentiellement dangereux.

Monsieur le ministre, ma question est simple. Nous connaissons le
nombre de contrôles qui seront organisés; avez-vous prévu de renforcer
également les contrôles "drogue"? N'envisagez-vous pas une campagne
de sensibilisation à la prise de drogue avant de prendre le volant? Enfin,
si vous me dites que les tests ne sont pas fiables, ce qui est exact pour
l'instant, comptez-vous accélérer les recherches dans ce domaine?

Il est vrai que des recherches sont organisées sur l'amélioration des
radars, sur la fiabilité des tests d'haleine, mais il semblerait que rien ne
bouge en ce qui concerne les drogues. Est-ce une volonté délibérée de
votre part et de celle des services de sécurité, ce que je trouverais
évidemment tout à fait déplacé, car il s'agit ici de vies humaines qui
pourraient être gâchées par une consommation de cannabis, voire, plus
grave encore, de drogues plus lourdes alors qu'on s'apprête à prendre le
volant de sa voiture.
11.01 Philippe Monfils (MR):
Recente studies in Frankrijk
hebben aangetoond dat rijden
onder invloed van drugs even
gevaarlijk is als rijden met een
glas te veel op. Het verwondert me
dan ook dat er, in het vooruitzicht
van de eindejaarsfeesten, geen
enkele maatregel wordt
aangekondigd om de
drugscontroles te verscherpen.
Bent u voornemens alsnog
dergelijk initiatief te nemen?
Ware het niet gepast een
sensibiliseringscampagne aan de
"Bob"-campagne te koppelen?

Hebt u er bewust voor geopteerd
om het onderzoek dat ertoe strekt
drugstests betrouwbaarder te
maken, niet te versnellen?

11.02 Renaat Landuyt, ministre: Monsieur le président, chers
collègues, M. Monfils a de nouveau raison: il faut agir. Mais il ne faut pas
mélanger cette problématique avec la campagne "Bob" et je ne crois pas
11.02 Minister Renaat Landuyt:
De heer Monfils heeft opnieuw
gelijk, maar men mag die kwestie
CRIV 51
COM 785
12/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
27
que ce soit le but poursuivi par M. Monfils. Cette campagne est forte,
son message est clair pour un grand nombre de personnes. Il ne faut
donc pas y toucher.

En ce qui concerne la drogue sur la route, la volonté d'agir existe et des
études ont été réalisées.
niet verwarren met de "Bob-
campagnes" die een duidelijke en
sterke boodschap inhouden.

Er worden momenteel studies
verricht en de wil bestaat om de
resultaten ervan aan te wenden.
11.03 Philippe Monfils (MR): Monsieur le ministre, c'est gentil de me
dire que j'ai raison!

Vous indiquez que vous voulez faire quelque chose mais, comme on dit:
"Où? Quand? Comment? Combien? Avec quels moyens?". Je ne sais
pas si en 2008 vous serez encore là mais j'aimerais obtenir quelques
éléments de réponse avant. Pour l'instant, c'est comme si vous disiez:
"L'alcool est dangereux; on s'en occupera un de ces jours". Non, on s'en
est occupé!

Que diable, avançons dans les contrôles! Je sais qu'au niveau de la
détection du cannabis, on considère que huit heures après la prise, des
traces de cannabis persistent alors que plus aucune conséquence sur la
conduite ne se fait sentir. C'est vrai! Mais on peut avancer. Il suffit de
réaliser quelques recherches. On finira bien par disposer de tests fiables
en matière de prise de drogue.

Je le répète, je voudrais obtenir quelques renseignements
complémentaires. Si vous m'indiquez qu'il faudra six mois, je vous les
laisserai, puis, je me permettrai de vous réinterroger. Mais ne me dites
pas que vous vous y attachez, que vous verrez ce qui se passe dans un
mois ou dans un an.
11.03 Philippe Monfils (MR): Ja,
maar hoe zit het precies? Kan
men de betrouwbaarheid van de
tests verbeteren? Stel een termijn
voorop. Laat ons zeggen, zes
maanden, bijvoorbeeld.

11.04 Renaat Landuyt, ministre: Monsieur le président, M. Monfils a
demandé six mois, je lui donne six mois. Je vais être plus clair. Je
voulais lui donner l'occasion de réagir, maintenant, je vais répondre.

Une approche ciblée nécessite également une bonne connaissance du
phénomène.
11.04 Minister Renaat Landuyt:
Goed! Ik stel die termijn voorop.

11.05 Philippe Monfils (MR): Jusqu'à présent, je suis d'accord.
11.06 Renaat Landuyt, ministre: Actuellement, nous manquons de
données statistiques permettant de cartographier le problème de la
conduite sous influence de drogues illicites.

Une étude datant de 1996, "Belgian toxicology and trauma study", lors
de laquelle 2.053 prélèvements sanguins de conducteurs impliqués dans
des accidents avec dommages corporels ont été analysés, a montré que
19% des victimes roulaient sous influence de substances psychotropes.

Il peut s'agir de drogues illégales ou de médicaments. Vingt-sept pour
cent de ces victimes avaient à la fois des substances psychotropes et de
l'alcool dans le sang.

En collaboration avec l'Université de Gand, l'IBSR effectuera une étude
semblable en 2006, dans le cadre du projet européen DRUID (Driving
under the Influence of Drugs) qui prévoit à la fois la réalisation d'une
étude hospitalière et d'une mesure de comportement, ce qui doit
permettre de mieux connaître le phénomène des drogues au volant.
11.06 Minister Renaat Landuyt:
Aangezien het ons aan statistische
gegevens ontbreekt, zullen het
BIVV en de Universiteit van Gent,
in het kader van het Europees
DRUID-project (Driving under the
Influence of Drugs, Alcohol and
Medicine
) in 2006 een soortgelijke
studie verrichten als de Belgian
Toxicology and Trauma Study
, die
in 1996 werd uitgevoerd.

Intussen verricht het BIVV sinds 1
december 2004 een studie over de
toepassing van de wetgeving.
Tegen juni 2006 zullen in dat
kader aanbevelingen moeten
worden geformuleerd met het oog
12/12/2005
CRIV 51
COM 785
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
28

Entre-temps, l'IBSR effectue une étude d'évaluation concernant
l'application de la législation en matière de drogues au volant, en
collaboration avec l'Université de Gand et pour le compte de la Politique
scientifique fédérale. Cette étude a débuté le 1
er
décembre 2004 et a
pour objectif de formuler des recommandations politiques pour juin
2006, afin d'améliorer l'efficacité de la législation relative à la conduite
sous l'influence de drogues et sa politique criminelle. Je vous donne
donc rendez-vous dans six mois pour voir quelles seront les
recommandations et comment elles seront appliquées.
op een doeltreffender regelgeving.
Afspraak dus na juni 2006, over
zes maanden.

11.07 Philippe Monfils (MR): Monsieur le ministre, c'est déjà une
avancée en matière d'études. Après juin, on remettra des
recommandations au gouvernement. Ensuite, il faudra encore mettre au
point un plan d'action. J'ai le sentiment que je serai pensionné avant que
le premier effet de vos études n'apparaisse concrètement sur la route,
au moyen de contrôles intensifs contre ce fléau.
11.07 Philippe Monfils (MR): In
juni zal men slechts over
aanbevelingen beschikken. Ik heb
de indruk dat ik al met pensioen
zal zijn wanneer de eerste effecten
van uw studies op de wegen
merkbaar zullen zijn.
11.08 Renaat Landuyt, ministre: Monsieur Monfils, de mon côté, j'ai
l'impression que le fait que vous soyez pensionné ou pas ne vous
empêchera pas de parler!
11.08 Minister Renaat Landuyt:
Ik heb dan weer de indruk dat
wanneer u met pensioen zal zijn, u
daarom niet minder spraakzaam
zal zijn.
11.09 Philippe Monfils (MR): Nous verrons bien! Je vous poserai une
nouvelle question après le mois de juin, avant les élections communales,
pour savoir si cette étude à abouti. Le rendez-vous est pris.
11.09 Philippe Monfils (MR): Ik
kom hier zeker nog op terug vlak
voor de
gemeenteraadsverkiezingen, en
dan zullen we zien of we
vooruitgang boeken in de
bestrijding van deze plaag.
11.10 Renaat Landuyt, ministre: Pendant la campagne!
11.11 Philippe Monfils (MR): Un peu avant. Vous ne comptez quand
même pas mener votre campagne à longueur de journée. Nous
passerons encore un peu de notre temps ici! Il m'importe de connaître
l'état d'avancement du dossier ainsi que la manière dont nous pouvons
lutter contre ce nouveau fléau qui se répand de plus en plus.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
12 Vraag van de heer Dylan Casaer aan de minister van Mobiliteit over "het ISA-systeem in België"
(nr. 9319)
12 Question de M. Dylan Casaer au ministre de la Mobilité sur "le système ISA en Belgique" (n° 9319)
12.01 Dylan Casaer (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik heb een korte vraag over het ISA-systeem dat het mogelijk
maakt om nieuwe technologieën te gebruiken inzake
snelheidsbeperkingen.

U kent dat systeem, mijnheer de minister. Het laat toe om via een geluid
of tegendruk op de gaspedaal bepaalde snelheden te doen respecteren
door de bestuurders. De universiteit van Gent en onze vroegere collega,
Johan De Mol, heeft daarin al veel ervaringen opgedaan. Uit de
enquêtes die werden afgenomen van de vrijwilligers die dit systeem
12.01 Dylan Casaer (sp.a-spirit):
Le système de contrôle intelligent
de la vitesse (ISA) aide le
conducteur à respecter la vitesse
maximum par l'émission d'un
signal d'avertissement ou par une
contre-pression sur l'accélérateur.
Testé à Gand, il a été jugé apte et
l'on envisage de l'introduire
également au niveau européen.
CRIV 51
COM 785
12/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
29
hebben gebruikt, blijkt dat zij wel degelijk voorstander zijn van en
enthousiast zijn over dit systeem. Ook op Europees niveau wordt
nagedacht over de invoering van dit systeem.

Mijnheer de minister, ik heb hierover de volgende vragen.

Wat is de stand van zaken van dit systeem in België? Als ik mij niet
vergis zou het in een deel van Brussel en Gent operationeel kunnen zijn.
Welke investeringen doet de federale overheid terzake? Bent u
voorstander van dit systeem en een verdere invoering ervan? Quid wat
betreft de termijn?

U weet ook dat er een resolutie werd goedgekeurd in 2004 ter
aanbeveling van de installatie van een dergelijk systeem in wagens van
personen met een voorbeeldfunctie. Wat is de stand van zaken? Wat
zijn de kosten voor een individuele gebruiker van het systeem?

Ik denk ook dat het belangrijk is dat, gelet op het feit dat binnen een
aantal weken het autosalon van start gaat, terzake de nodige
sensibilisatie plaatsvindt.

Quel est l'état du dossier en
Belgique? À quels investissements
est-il procédé? Le ministre est-il
partisan de ce système? Dans
quel délai pourrait-il être mis en
service? Je rappelle au ministre la
résolution qui a été adoptée ici en
2004 et qui recommande
l'utilisation du système par les
personnes qui exercent une
fonction d'exemple. Quel est le
coût moyen par véhicule? Peut-
être conviendrait-il d'organiser une
campagne de sensibilisation en
vue du salon de l'automobile qui
se tiendra sous peu.

12.02 Minister Renaat Landuyt: Mijnheer de voorzitter, waarde collega,
wat de stand van zaken betreft, denk ik dat er op dit ogenblik in het
Waals Gewest geen projecten bekend zijn. In het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest overweegt men in het kader van het
mobiliteitsbeleid het ISA-systeem in te voeren in de Vijfhoek, nadat
verschillende aanpassingen aan de openbare wegen uitgevoerd zijn. In
Vlaanderen zijn er projecten geweest in Gent en in Leuven.

Wat de kostprijs betreft, zou het project in Gent in totaal, over een
tweetal jaar, ongeveer 147.965 euro hebben gekost. Ik beschik niet over
gegevens betreffende de totale kostprijs van het Leuvens project.

Ik kom op de derde vraag. Een veralgemeende invoering van het ISA-
systeem ligt in de lijn van de evolutie van de GPS-systemen. Er zijn nu
GPS-systemen die bijvoorbeeld al de gevaarlijke kruispunten aanduiden
door aan te wijzen waar de flitspalen staan, wat de chauffeur altijd
aanzet tot voorzichtiger rijden. Dat zou dus geen probleem mogen zijn.
Ik denk dat een en ander afhangt van de evolutie van de markt. Als er
meer vraag is om zonder stress te rijden, zal men dat kunnen doen
dankzij aangepaste GPS-systemen.

Wat de voorbeeldfunctie betreft, zou de kostprijs vandaag ongeveer
5.000 euro per wagen zijn. Men kan zijn wagen daarop installeren, maar
het systeem bestaat niet. Men Het is dan ook niet nuttig. Dat lijkt me dan
een voorbeeld van een verkeerde uitgave te zijn.

Vandaar dat wellicht geen enkele wagen zo is ingericht, behalve een
paar Gentse wagens van mensen van het bestuur die dat systeem
hebben uitgetest.
12.02 Renaat Landuyt, ministre:
Je n'ai pas connaissance de
projets ISA en Région wallonne.
La Région de Bruxelles-Capitale
envisage l'instauration du système
ISA à l'intérieur du pentagone,
après toutefois un aménagement
de la voie publique. Et en Région
flamande, il y avait à Gand un
projet pilote qui a coûté quelque
148 000 euros en deux ans et un
autre à Louvain pour lequel je ne
dispose pas de données
budgétaires.

L'instauration généralisée est liée
à l'évolution du système GPS qui
annonce également déjà les
radars automatiques et qui a une
influence positive sur le
comportement au volant.

Le coût s'élèverait à 5 000 euros
par voiture.

12.03 Dylan Casaer (sp.a-spirit): Mijnheer de minister, uit uw antwoord
leid ik af dat u in elk geval voorstander bent van het systeem. Daarnet
heeft collega Monfils aangehaald dat het gebruik of misbruik van
bepaalde drugs in combinatie met rijden, een heel gevaarlijke factor is.
Snelheid is echter ook een erg belangrijke factor in de
verkeersonveiligheid.
12.03 Dylan Casaer (sp.a-spirit):
Une vitesse adaptée constitue un
élément essentiel de la sécurité
routière. Les personnes investies
d'une fonction d'exemple devraient
jouer un rôle en vue dans la mise
en oeuvre d'un tel système. Je
12/12/2005
CRIV 51
COM 785
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
30
Het is volgens mij belangrijk dat een aantal mensen met een
voorbeeldfunctie - zoals wij bijvoorbeeld - op een bepaald ogenblik
voortrekkers zijn om een dergelijk systeem in te voeren. Gelet op de
evolutie verzoek ik deze aangelegenheid met aandacht te blijven volgen
en, indien mogelijk, erop in te spelen.
vous invite dès lors à rester attentif
à cette matière.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
13 Vraag van mevrouw Inga Verhaert aan de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan
de minister van Begroting en Consumentenzaken over "de afdeling Toegang tot het net van Infrabel"
(nr. 9345)
13 Question de Mme Inga Verhaert au secrétaire d'État aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre
du Budget et de la Protection de la consommation sur "le département Accès au réseau d'Infrabel"
(n° 9345)
13.01 Inga Verhaert (sp.a-spirit): Mijnheer de minister, mijn vraag gaat
inderdaad over die directie van Infrabel die zich bezighoudt met toegang
tot het netwerk. Als ik goed geïnformeerd ben, houdt deze directie zich
grosso modo met twee dingen bezig: enerzijds het afleveren van
vergunningen aan spoorwegondernemingen voor het rollend materiaal
en de certificering van de treinbestuurders en anderzijds de verdeling
van de capaciteit, zeg maar het onderling verdelen van de rijpaden,
tussen verschillende operatoren.

Ik heb daarover een aantal vragen die ik heb onderverdeeld in
verschillende luiken. Een eerste luik betreft de organisatie van die
directie. Hoe staat het daarmee? Is die al volledig operationeel of
wanneer zal die operationeel zijn? Hoe groot is dat?

Het tweede luik gaat over de vergunningen die worden afgeleverd.
Worden er bepaalde standaarden gehanteerd bij het uitreiken van
vergunningen? Zo ook voor certificaten. Hoe wordt de controle
georganiseerd eens die vergunningen en certificaten zijn uitgedeeld?
Organiseert dezelfde directie ook de controle op de vergunningen en
certificering of is dat een andere instantie?

Ten slotte heb ik wat vragen over die capaciteit en de rijpaden. Kunt u
mij zeggen welke criteria worden gehanteerd wanneer die capaciteit
wordt uitgedeeld aan de verschillende operatoren? Hoe gaat men te
werk? Heeft men een set van criteria die voor iedereen gelijk zijn of gaat
dat middels onderhandelingen? Hoe moet ik mij dat voorstellen? Is er
een garantie ingebouwd waardoor personenvervoer voorrang krijgt op
goederenvervoer? Wat met de treinen van de NMBS wanneer het gaat
om het verdelen van de capaciteit en de rijpaden? Hoe moet ik mij dat
precies voorstellen?
13.01 Inga Verhaert (sp.a-spirit):
La direction d'Infrabel `Accès au
réseau' délivre des agréments
pour le matériel roulant aux
entreprises ferroviaires et des
certifications aux conducteurs de
train. Elle répartit par ailleurs les
sillons entre les différents
opérateurs.

La direction est-elle déjà
entièrement opérationnelle?
Combien de personnes compte-t-
elle? Quelles sont les normes
appliquées pour la délivrance des
permis et des certificats? La
même direction organise-t-elle
également le contrôle de ces
permis et certificats?

Quels sont les critères appliqués
pour la répartition de la capacité?
Existe-t-il une série de critères
applicables à tous les opérateurs
ou la procédure se déroule-t-elle
par le biais de négociations? Le
transport de personnes a-t-il la
priorité sur le transport de
marchandises? Les trains de la
SNCB bénéficient-ils d'un
traitement de faveur?
13.02 Minister Renaat Landuyt: Mijnheer de voorzitter, collega, vooraf
dien ik erop te wijzen dat de directie Toegang tot het net geen
vergunningen aflevert. De vergunningen van spoorwegondernemingen
worden door de minister van Mobiliteit - tot 2008 Renaat Landuyt -
afgeleverd, evenals de veiligheidsattesten. Voor deze laatste wordt het
voorafgaandelijk goedkeuringsattest inzake personeel en materieel en
een technisch advies door Infrabel afgeleverd.

Ten eerste, de directie Toegang tot het net is sinds 1 januari 2005
operationeel.
13.02 Renaat Landuyt, ministre:
La direction «Accès au réseau» ne
délivre pas d'autorisations. Il s'agit
d'une compétence du ministre de
la Mobilité. Cette direction est
opérationnelle depuis le 1
er
janvier
2005. Actuellement, 66 des 80
postes sont pourvus. Une
procédure est en cours pour
pourvoir les postes vacants. En ce
CRIV 51
COM 785
12/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
31

Ten tweede, het personeelskader van Toegang tot het net voorziet in 80
betrekkingen. Daarvan zijn er 66 ingevuld. Er loopt een procedure om de
nog overblijvende openstaande betrekkingen in te vullen.

Ten derde, voor de toekenning van goedkeuringsattesten voor het
materieel en voor het personeel steunt Toegang tot het net zich op de
bestaande reglementering terzake, namelijk het zogenaamde Algemeen
reglement voor het gebruik van de spoorweginfrastructuur. Infrabel heeft
tot nu toe goedkeuringsattesten voor het materieel en het personeel
afgeleverd voor de volgende ondernemingen: de NMBS, Dillen &
Lejeune Cargo, de SNCF-Fret of de Franse maatschappij. Op basis van
deze positieve adviezen hebben zij een veiligheidsattest ontvangen.

Ten vierde, krachtens de van kracht zijnde reglementering dient de
directie Toegang tot het net de geschiktheid van het materieel en het
personeel dat van Belgische infrastructuur gebruik maakt, op te volgen.

Ten vijfde, Toegang tot het net past voor de toewijzing van de
infrastructuurcapaciteit de bepalingen toe die zijn opgenomen in het
koninklijk besluit van 12 maart 2003 betreffende de voorwaarden voor
het gebruik van spoorweginfrastructuur. Er wordt thans een regulator
opgericht, die er onder meer op zal toezien dat de
infrastructuurcapaciteit op niet-discriminerende wijze wordt toegekend.
De criteria zitten in een koninklijk besluit en binnen de administratie komt
er een onafhankelijke structuur, de regulator. De aanwervingen daarvoor
zijn bezig. Deze zal er toezicht op houden dat Infrabel een en ander op
evenwichtige wijze doet, conform de criteria van het koninklijk besluit.

Wanneer sommige infrastructuursegmenten overbelast zijn, past de
toegang tot het net de voorrangsregels toe bedoeld in het koninklijk
besluit van 9 december 2004 houdende de uitvoering van dit koninklijk
besluit van 12 maart 2003.

In dit geval wijst de toegang tot het net de capaciteit van de overbelast
verklaarde spoorweginfrastructuur toe zonder afbreuk te doen aan de
gereserveerde capaciteit voor het geplande onderhoud van het net,
rekening houdend met een voorkeur voor de openbare diensten op
gemengde lijnen of op lijnen bestemd voor reizigersvervoer.

Er is dus wel degelijk een soort van voorrang aan de openbare
dienstverlening en soort voorrang aan de openbare dienstverlening van
personen.

Ten zesde, geen enkele spoorwegonderneming mag bij de toewijzing
van treinpaden, van slots, een voorkeursbehandeling genieten, behalve
wanneer sommige infrastructuursegmenten overbelast zijn, zoals reeds
uitgelegd.
qui concerne la délivrance des
certificats d'approbation pour le
matériel et le personnel, la
direction se fonde sur le règlement
général pour l'utilisation de
l'infrastructure ferroviaire.

À ce jour, Infrabel a délivré des
attestations d'agrément pour la
SNCB, Dillen & Lejeune Cargo et
la SNCF-Fret. Le département
« Accès au réseau » d'Infrabel doit
assurer le suivi de l'aptitude du
matériel et du personnel qui utilise
l'infrastructure.

La capacité d'infrastructure est
attribuée conformément à l'arrêté
royal du 12 mars 2003.
Actuellement, nous sommes en
train d'instituer un régulateur qui
veillera au respect de tous les
critères et fera en sorte que la
capacité d'infrastructure soit
accordée de façon non
discriminatoire. Nous procédons
en ce moment au recrutement du
personnel nécessaire.

En cas de surcharge de certains
segments d'infrastructure, il est fait
application des règles prioritaires
définies dans l'arrêté royal du 9
décembre 2004. Nous accordons
la priorité à la maintenance du
réseau, aux services publics sur
les lignes hybrides et aux lignes
réservées au transport des
voyageurs. Il est exclu qu'une
entreprise ferroviaire jouisse d'un
traitement de faveur dans le cadre
de l'attribution des sillons, sauf en
cas de surcharge de certains
segments.

13.03 Inga Verhaert (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, het doet mij veel plezier om te horen dat daar toch de nodige
waarborgen zijn ingebakken om voorrang te geven, wanneer er
overbevraging is, aan openbare dienstverlening.

U had het nog over die regulator, die daar wordt opgericht. Hebt u enig
idee wanneer dat operationeel zal zijn? U zei dat de aanwervingen
lopen.
13.03 Inga Verhaert (sp.a-spirit):
Je me réjouis que les services
publics soient prioritaires en cas
de surcharge. Quand le régulateur
sera-t-il opérationnel?

12/12/2005
CRIV 51
COM 785
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
32
13.04 Minister Renaat Landuyt: De aanwervingen zijn lopende. Ik denk
dat het vanaf 1 januari 2006 zal zijn.
13.04 Renaat Landuyt, ministre:
Les recrutements sont en cours.
Je pense que le régulateur sera
opérationnel à partir du 1
er
janvier
2006.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
14 Vraag van de heer Jef Van den Bergh aan de minister van Mobiliteit over "het niet gebruiken van de
richtingaanwijzers" (nr. 9365)
14 Question de M. Jef Van den Bergh au ministre de la Mobilité sur "la non-utilisation des clignotants"
(n° 9365)
14.01 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, mijn vraag handelt over het gebruik van de richtingaanwijzers.
Het lijkt een fait divers op de agenda in vergelijking met de andere
onderwerpen maar het is wel een grote bron van ergernis bij veel
automobilisten. Uit studies blijkt dat 91% van de automobilisten, niet
onaanzienlijk, zich ergert aan het niet of fout gebruiken van de
richtingaanwijzers.

De gegevens die ik vraag heb ik eerder reeds in een schriftelijke vraag
van september gesteld. Tot op heden heb ik hierop geen antwoord
gekregen. Dat is de reden waarom ik mede naar aanleiding van een
uitspraak van een rechter de vraag mondeling in commissie stel.

Mijnheer de minister, wat rekent u onder correct gebruik van de
richtingaanwijzer? Hoeveel keer "pinken" wordt hieronder verstaan?
Daarover bestond vorige week naar aanleiding van de rechtszaak nogal
wat discussie.

Ten tweede, hoeveel overtredingen met betrekking tot het gebruik van
de richtingaanwijzer werden in 2004 opgetekend? Veel automobilisten
lijken het gebruik van de richtingaanwijzer als een bijkomstigheid te
beschouwen. Vindt de politie dat ook of wordt hiertegen daadwerkelijk
opgetreden?

Ten derde, hoeveel boetes werden reeds uitgeschreven voor deze
overtreding in 2004? Bent u van plan extra controles om het niet-gebruik
van de richtingaanwijzers aan de kaak te stellen of bent u van plan
sensibilisatiecampagnes op te zetten met betrekking tot deze materie,
gelet op de grote bron van ergernis die het niet gebruiken van de
richtingaanwijzers betekenen?
14.01 Jef Van den Bergh
(CD&V): Les conducteurs qui
n'utilisent pas leurs clignotants
gênent, voire déconcertent les
autres usagers de la route. Pour
91% des conducteurs, la non-
utilisation des clignotants est la
source d'agacement majeure dans
la circulation.

Une discussion vient d'avoir lieu
au sujet de l'utilisation correcte
des clignotants. Qu'entend le
ministre par là?

Combien d'infractions aux règles
concernant l'utilisation des
clignotants ont-elles été
constatées en 2004 et dans
combien de cas le conducteur
fautif s'est-il vu infliger une
amende? Des contrôles
spécifiques seront-ils effectués?
Le ministre envisage-t-il de mener
une campagne de sensibilisation?

14.02 Minister Renaat Landuyt: Waarde collega, vooreerst een
algemene opmerking. Wij moeten er in het Parlement voor oppassen om
ons te mengen in een debat over een individuele zaak dat nog lopend is
in de stand van een van de procedures. Ik heb een te groot geloof in de
rechtsstaat om daarin te durven tussenkomen.

Wat de regels betreft, denk ik dat het essentieel is om goed te verwijzen
naar het verkeersreglement, in het bijzonder artikel 13, artikel 16, punt 4,
2°, artikel 19, 2°, artikel 19, 3° en artikel 16, 6°. Dat zijn allemaal
specifieke regels in verband met het gebruik van de richtingaanwijzers.

Ten tweede moet er gewezen worden op de rechtspraak in verband met
het begrip "tijdig genoeg". Er bestaat heel wat rechtspraak daaromtrent,
14.02 Renaat Landuyt, ministre:
Nous ne pouvons pas nous
immiscer dans un débat sur une
affaire judiciaire individuelle qui est
toujours en cours.

Les articles 13, 16 et 19 du
règlement de la circulation routière
comprennent des règles
spécifiques concernant l'utilisation
des clignotants. Il existe une
abondante jurisprudence, même
en cassation, sur l'utilisation
CRIV 51
COM 785
12/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
33
over hoe lang tijdig genoeg is. Daarvoor zou ik durven verwijzen naar
een zeer uitgebreide jurisprudentie, ook over het ongelegen gebruik, het
goed zichtbaar gebruik en het ophouden van het gebruik. Er is zelfs
cassatierechtspraak over deze problematiek.
appropriée des clignotants.

De voorzitter: Dank u. Mijnheer Van den Bergh?
14.03 Minister Renaat Landuyt: Dat was nog maar het eerste deel van
mijn antwoord. De voorzitter is enorm geïnteresseerd om af te sluiten.

Wat betreft de tweede vraag met betrekking tot het aantal overtredingen,
er zijn geen bijzondere categorieën van vaststellingen in die richting
bewaard, statistisch dan. Het is wel zo dat er meestal geen specifieke
controle is op het gebruik van de richtingaanwijzers. Wellicht zal men
daar in de toekomst bij het meer en meer gebruiken van filmmateriaal
voor het volgen van rijgedrag ook effectief meer aandacht aan kunnen
besteden. Dat gebeurt eigenlijk ook met het Provida-systeem. Men volgt
de wagen die een zeer gevaarlijk gedrag vertoont om die uit het verkeer
te halen.

Ook wordt bijvoorbeeld het al dan niet gebruiken van de
richtingaanwijzer vastgelegd. De richtingaanwijzer wordt wel, in het
kader van ongevallen, heel specifiek bestudeerd, om na te gaan of hij al
dan niet tijdig werd gebruikt.

Wat betreft eventuele campagnes, komt bij het vastleggen van de
prioriteiten, gebaseerd op de noodzakelijkheden, het gebruik van de
richtingaanwijzer niet direct naar boven. Nochtans is geweten ­ vandaar
ook de vaststellingen met filmmateriaal ­ dat een en ander nodig is om
te onderzoeken op welke wijze sensibilisering en controle juist en
efficiënt kunnen worden gecombineerd. We zijn er echter nog niet uit.
14.03 Renaat Landuyt, ministre:
Il n'existe pas de statistiques sur
l'usage impropre des clignotants et
il n'est généralement pas procédé
à des contrôles spécifiques. Si, à
l'avenir, il est fait plus
abondamment usage de matériel
filmé pour suivre le comportement
des automobilistes, ce phénomène
retiendra sans doute aussi
davantage l'attention. Toutefois,
après un accident, on vérifie s'il a
été fait usage des clignotants.

L'organisation d'une campagne de
sensibilisation ne constitue
actuellement pas une priorité.
Nous examinons comment nous
pouvons combiner sensibilisation
et contrôle.

14.04 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik maak een kleine vaststelling.

Ik heb hier onlangs een vraag gesteld over controles of overtredingen op
het inhaalverbod voor vrachtwagens. Toen bleek eveneens dat daarover
geen specifieke cijfers worden bijgehouden. Het gebrek aan goede
statistieken is toch wel een groot probleem.
14.04 Jef Van den Bergh
(CD&V): Je vous ai récemment
interrogé sur les contrôles ou les
infractions à l'interdiction de
dépassement pour les poids
lourds. Il est également apparu à
cette occasion qu'on ne tenait pas
de statistiques. Cela pose quand
même problème.
14.05 Minister Renaat Landuyt: Dat is heel juist. Daarom doen wij
binnen onze bevoegdheden zoveel mogelijk stappen vooruit. De
processen-verbaal worden echter niet echt ingedeeld volgens
overtreding en controle, waarvan dan bestanden kunnen worden
aangelegd. De processen-verbaal volgen immers een andere logica,
namelijk de logica van de verkeersveiligheidsbarometer. Op die manier
kunnen ze wel worden gegroepeerd. Nu is het zoeken naar een manier
waarop ze kunnen worden gespecificeerd.

Een overtreding op het gebruik van de richtingaanwijzer is echter een
overtreding die nooit alleen is. Meestal gaat de fout gepaard met een
ongeval. Aangezien er bij deze overtreding moeilijkheden zijn om
gerichte controles uit te voeren, zijn er ook heel weinig statistieken over.
14.05 Renaat Landuyt, ministre:
C'est exact. Nous essayons de
remédier à cette situation, sans
outrepasser nos compétences,
bien sûr. Les procès-verbaux ne
sont pas classés selon le type
d'infraction. Ils suivent la logique
du baromètre de la sécurité
routière, laquelle permet une
classification. Nous recherchons
des manières d'affiner ce procédé.

Une infraction à l'obligation de
mettre le clignotant n'est jamais la
seule infraction constatée. Ce
constat va généralement de pair
12/12/2005
CRIV 51
COM 785
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
34
avec un accident. Or, faute de
contrôles ponctuels, on ne dispose
que de très peu de statistiques.
14.06 Jef Van den Bergh (CD&V): Worden er stappen ondernomen om
de processen-verbaal beter te organiseren?
14.06 Jef Van den Bergh
(CD&V): Des mesures sont-elles
prises pour perfectionner le
classement des procès-verbaux?
14.07 Minister Renaat Landuyt: Mijn pleidooi bij de verschillende
diensten, zowel bij het NIS als bij de politie en de gerechtelijke diensten,
is te vertrekken van het proces-verbaal en dat proces-verbaal zodanig
op te stellen dat tijd wordt bespaard door een betere indeling. Dat is
echter een verhaal van lange adem met heel veel onderhandelingen en
discussies.

Het effect van de verkeersveiligheidsbarometers heeft echter het debat
daarover vooruit geholpen. De betrokken diensten zien nu immers in dat
het nuttig is om vlug informatie te kunnen geven en dat moet worden
vermeden dat diensten dubbel werk doen en dubbel registreren.
14.07 Renaat Landuyt, ministre:
Je plaide auprès de la Direction
générale Statistique (l'ancien INS)
et auprès des services de police et
des services judiciaires pour que
les procès-verbaux soient établis
de manière à favoriser un
classement adéquat. Il faudra
cependant encore mener des
négociations à ce sujet.

C'est grâce aux baromètres de la
sécurité routière que les services
concernés se sont rendu compte
de l'utilité des données et des
statistiques. Il convient d'éviter les
doubles emplois.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 16.11 uur.
La réunion publique de commission est levée à 16.11 heures.