CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 784
CRIV 51 COM 784
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DE L
'I
NTÉRIEUR
,
DES
A
FFAIRES
GÉNÉRALES ET DE LA
F
ONCTION PUBLIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
B
INNENLANDSE
Z
AKEN
,
DE ALGEMENE
Z
AKEN EN HET
O
PENBAAR
A
MBT
mercredi
woensdag
07-12-2005
07-12-2005
Après-midi
Namiddag
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu inté-
gral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit des
interventions ; les annexes se trouvent dans une brochure
séparée (PLEN: couverture blanche; COM: couverture
saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken; de
bijlagen zijn in een aparte brochure opgenomen
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
Plenum
COM
réunion de commission
COM
Commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 784
07/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i
SOMMAIRE
INHOUD
Interpellation de M. Filip De Man au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "les récents
incendies volontaires" (n° 718)
1
Interpellatie van de heer Filip De Man tot de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de recente brandstichtingen"
(nr. 718)
1
Orateurs: Filip De Man, Patrick Dewael, vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Filip De Man, Patrick Dewael, vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken
Motions
4
Moties
4
Question de M. Bert Schoofs au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "l'interruption
d'un exercice de la police fédérale au domaine
militaire de Bourg-Léopold" (n° 9051)
4
Vraag van de heer Bert Schoofs aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "het afbreken van een oefening van
de federale politie op het militair domein in
Leopoldsburg" (nr. 9051)
4
Orateurs: Bert Schoofs, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Bert Schoofs, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Interpellation de M. Dirk Claes au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "la réforme
de la procédure d'asile et sur les dossiers en
souffrance" (n° 724)
6
Interpellatie van de heer Dirk Claes tot de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de hervorming van de asielprocedure
en de achterstallige dossiers" (nr. 724)
6
Orateurs: Dirk Claes, Patrick Dewael, vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Dirk Claes, Patrick Dewael, vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken
Motions
10
Moties
10
Question de M. Charles Michel au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "le système
de télé-police" (n° 9171)
11
Vraag van de heer Charles Michel aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "het telepolitiesysteem" (nr. 9171)
11
Orateurs: Charles Michel, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Charles Michel, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de M. Olivier Maingain au ministre de la
Fonction publique, de l'Intégration sociale, de la
Politique des grandes villes et de l'Égalité des
chances sur "la promotion du bilinguisme dans le
supplément 'Métiers de la fonction publique belge
et européenne' diffusé dans les journaux
francophones" (n° 9235)
14
Vraag van de heer Olivier Maingain aan de
minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke
Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
over "het promoten van de tweetaligheid in de
bijlage 'Métiers de la fonction publique belge et
européenne' van de Franstalige kranten"
(nr. 9235)
14
Orateurs:
Olivier Maingain, Christian
Dupont, ministre de la Fonction publique, de
l'Intégration sociale, de la Politique des
grandes villes, de l'Egalité des chances
Sprekers:
Olivier Maingain, Christian
Dupont, minister van Ambtenarenzaken,
Maatschappelijke Integratie,
Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
CRIV 51
COM 784
07/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DE L'INTERIEUR,
DES AFFAIRES GENERALES ET
DE LA FONCTION PUBLIQUE
COMMISSIE VOOR DE
BINNENLANDSE ZAKEN, DE
ALGEMENE ZAKEN EN HET
OPENBAAR AMBT
du
MERCREDI
7
DECEMBRE
2005
Après-midi
______
van
WOENSDAG
7
DECEMBER
2005
Namiddag
______
La séance est ouverte à 14.29 heures par M. André Frédéric, président.
De vergadering wordt geopend om 14.29 uur door de heer André Frédéric, voorzitter.
Le président: La question n° 8998 de M. Chevalier est reportée.
01 Interpellatie van de heer Filip De Man tot de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de recente brandstichtingen" (nr. 718)
01 Interpellation de M. Filip De Man au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les récents
01.01 Filip De Man (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, vorige maand werd ook in dit land een groot
aantal voertuigen in brand gestoken door jongeren. Ik heb ergens in
een krant gelezen dat het jongeren zijn die zich niet herkennen in het
schoolsysteem. Heel wat van die termen komen regelrecht uit de
newspeak.
Ik heb hierover een aantal vragen, want hoewel het volgens u en de
regering telkens opnieuw om alleenstaande gevallen ging, lijkt het
totaalplaatje mij toch nogal indrukwekkend. Mijnheer de minister, ik
zou graag van u een overzicht krijgen van het aantal geïsoleerde
incidenten tijdens de periode van de brandstichtingen en de kosten
gepaard gaande met de handhaving van de openbare orde in dit
verband.
Kunt u mij meedelen hoeveel personenwagens, autobussen,
vrachtwagens en bestelwagens vuur hebben gevat? Hoeveel
pogingen tot brandstichting waren er voor dezelfde vier categorieën?
Hoeveel voertuigen van politie en brandweer werden beschadigd,
omdat ze bekogeld werden met stenen en dergelijke? Werden er ook
beschadigd door molotovcocktails? Hoeveel andere alleenstaande
brandstichtingen werden door de politie- en brandweerdiensten in dit
land genoteerd? Wij weten allemaal dat er bijvoorbeeld
afvalcontainers in brand werden gestoken, maar ook, vrees ik,
scholen, handelszaken en andere gebouwen. Ik zou ook graag weten
hoeveel gevallen van beschadiging van straatmeubilair er werden
genoteerd.
Een aantal andere vragen gaan natuurlijk over de brandstichters.
Hoeveel van die personen werden opgepakt door de politie? Over
hoeveel administratieve en gerechtelijke aanhoudingen gaat het?
01.01 Filip De Man (Vlaams
Belang): Un grand nombre de
véhicules ont été incendiés en
novembre. J'aimerais obtenir le
bilan de ces incendies qui sont
toujours considérés comme des
`incidents isolés'.
Combien d'incendies et de
tentatives d'incendies de voitures,
de camions et d'autobus ont-ils eu
lieu? Combien de véhicules
appartenant à la police et aux
services d'incendie ont-ils été
endommagés? Á combien de
conteneurs de déchets, de
commerces et d'autres immeubles
a-t-on bouté le feu? Dans combien
de cas du mobilier urbain a-t-il été
détérioré? A combien d'arresta-
tions administratives ou judiciaires
a-t-il été procédé? Le gouverne-
ment a-t-il l'intention d'expulser les
incendiaires condamnés de
nationalité étrangère ou d'annuler
la naturalisation de nouveaux
Belges? Á combien le ministre
évalue-t-il les coûts supplémen-
taires liés au maintien de l'ordre?
07/12/2005
CRIV 51
COM 784
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
Is de regering van plan veroordeelde brandstichters met een vreemde
nationaliteit uit te wijzen? Overweegt de regering de naturalisatie van
nieuwe Belgen die de openbare orde zwaar in het gedrang brachten
met dergelijke brandstichtingen, ongedaan te maken? Zoals u weet, is
die mogelijkheid opgenomen in de bestaande wetgeving. Het moet
om zware feiten gaan, maar ik neem aan dat brandstichting, zeker bij
nacht, absoluut een zwaar feit is.
Ten slotte, op hoeveel raamt u de extra kosten van de federale en de
lokale politie om de orde te handhaven bij de wekenlange incidenten?
Over hoeveel manuren gaat het?
01.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, ik denk dat we
in de plenaire vergadering reeds uitvoerig over de materie hebben
gedebatteerd. Ik heb de feiten en de gebeurtenissen waar de heer De
Man naar verwijst, toen effectief in een bepaalde context geplaatst. Ik
neem aan dat de heer De Man liever gehad zou hebben dat de vonk
helemaal zou zijn overgeslagen en dat er ook in ons land sprake
geweest zou zijn van honderden feiten. In Frankrijk gaat het
bijvoorbeeld om duizenden voertuigen. We gaan het voor ons land
niet minimaliseren: elk voertuig dat in brand wordt gestoken, is er een
te veel. Ik heb enkel weergegeven dat het ging om geïsoleerde
incidenten. Het waren, met andere woorden, geen rellen die, zoals in
Frankrijk, systematisch verschillende steden geteisterd hebben.
Ik heb ook de origine in ons land wat gesitueerd. Zoals blijkt uit de
verklaringen die altijd werden afgelegd door vaak zeer jonge mensen,
waren die vaak van Belgische origine, collega De Man. In een aantal
gevallen was het heel duidelijk dat het helemaal niet ging over
vreemdelingen, maar om jongens van Belgische origine, maar dat
past waarschijnlijk niet in uw kraam, mijnheer De Man. Zij zegden
dingen op televisie te hebben gezien en zich te hebben bezondigd aan
een zeker kopieer- of imitatiegedrag. De twee met elkaar vergelijken,
loopt nogal mank.
Zoals gezegd is elk feit of incident er een te veel. De politiediensten
hebben goed werk geleverd en zijn in een groot aantal gevallen
samen met de gerechtelijke diensten kunnen overgaan tot het vatten
van de daders. Justitie moet daaraan passend gevolg verlenen.
Over hoeveel gevallen gaat het nu?
De federale politie laat mij weten - ik antwoord zeer concreet met
cijfers op de vragen die u hebt gesteld - dat tussen 1 en 21 november,
112 auto's, 9 vrachtwagens en 2 bussen in brand werden gestoken.
Daarnaast waren er 18 pogingen tot brandstichting voor auto's, 3 voor
vrachtwagens en 1 voor een bus. Ten tweede, er werden 1
politievoertuig en 1 brandweerwagen beschadigd. Ten derde, in 67
andere gevallen werd brandstichting vastgesteld waaronder 43
afvalcontainers. Er zijn geen brandstichtingen aan handelszaken
waargenomen. Wat de gebouwen betreft, waren er 17
brandstichtingen waaronder een politiegebouw. Ten slotte waren er 7
brandstichtingen aan straatmeubilair. In totaal werden 97 personen
aangehouden, waarvan 34 gerechtelijk en 65 administratief.
Op de vraag wat met vreemdelingen gebeurt, kan ik meedelen dat
vreemdelingen die illegaal in het land verblijven en zich schuldig
01.02 Patrick Dewael, ministre:
Nous avons déjà débattu de ces
événements en détails en séance
plénière. M. De Man aurait peut-
être préféré que les faits
s'exportent dans une plus large
mesure depuis la France, mais ce
n'a pas été le cas. Sans vouloir
minimiser les faits, soulignons que
nous n'avons observé que des
incidents isolés. Il n'a nullement
été question en Belgique de
bagarres ni de milliers de voitures
calcinées comme en France. Dans
notre pays, les auteurs étaient très
jeunes et souvent d'origine belge.
Il va de soi que tout incident est un
incident de trop. La police a bien
travaillé, mais la Justice doit
maintenant donner suite à ces
interventions.
Entre le 1
e
et le 21 novembre, 112
voitures, neuf camions et deux bus
ont été incendiés. Par ailleurs, on
a enregistré diverses tentatives
d'incendie: dix-huit sur des
voitures, trois sur des camions et
une sur un bus. Un véhicule de
police et un véhicule de pompiers
ont été endommagés. De plus, 67
autres cas d'incendies criminels
ont été constatés, dont 43 dans
des conteneurs de déchets et dix-
sept dans des bâtiments. Sept cas
de dommages à du mobilier urbain
ont de plus été constatés.
Un total de 99 personnes ont été
appréhendées, dont 34 ont fait
l'objet d'une arrestation judiciaire
et 65 d'une arrestation
administrative.
CRIV 51
COM 784
07/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
maken aan strafbare feiten nog altijd van het grondgebied verwijderd
worden. Wat verwijdering aangaat van vreemdelingen die legaal in het
land verblijven, moet er rekening worden gehouden met de
rechtspraak van het Europees Hof voor de rechten van de mens. Ik
houd mij strikt aan deze rechtspraak en aan de bepalingen van de
Vreemdelingenwet. Als parenthesis wijs ik erop dat men in Frankrijk
tegenwoordig ook beseft dat de rechtspraak van het Europees Hof
moet worden gerespecteerd. Ook daar is een aankondiging gebeurd
van het verwijderen van al degenen die niet beschikten over de
Franse nationaliteit en een verblijfsrecht hadden in Frankrijk. U moet
de optelsom eens maken. Ik heb nog niet zoveel gevallen
geregistreerd of mogen registreren waar men daarin geslaagd is
omdat er beperkingen en belemmeringen zijn voortspruitend uit de
bepalingen van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens.
Ten zesde, zowel de lokale als de federale politie hebben op veel
plaatsen belangrijke bijkomende inspanningen geleverd om preventief
op het terrein in voldoende mate aanwezig te zijn en om kort op de bal
te kunnen spelen. Aangezien de globale prestaties over een periode
van twee maanden worden berekend, waarbij het in dit geval gaat om
de maanden november en december, zal een eventuele
eindafrekening pas kunnen worden gemaakt wanneer die periode
volledig is afgelopen.
Daarenboven zal het ook niet altijd evident zijn om op dat moment
vast te stellen wat het aandeel is van de eventueel uit te betalen
inconveniënten die dan een rechtstreeks gevolg zijn van de
maatregelen die werden genomen om zoveel mogelijk incidenten te
voorkomen. Om te gaan vaststellen wat de inconveniënten zijn van
maatregelen die men genomen heeft om dat specifieke deel van de
veiligheid of het beleid te ondersteunen, dat zal niet gemakkelijk te
becijferen zijn. Ik wil die poging echter wel wagen maar dan heb ik de
referentiebasis november-december nodig. Als u het goed vindt kom
ik daar dus in de loop van de maand januari schriftelijk op terug.
De enige kosten die we nu al met zekerheid als meerkosten kunnen
bestempelen zijn uiteraard de kosten verbonden aan het
terugroepbaar stellen van personeel van het interventiekorps en van
de algemene reserve. Die kosten bedragen in totaal 13.937 euro.
Les étrangers en séjour illégal en
Belgique coupables d'infractions
sont toujours éloignés du territoire.
En ce qui concerne les étrangers
en séjour légal, il faut tenir compte
de la jurisprudence de la Cour
européenne des droits de l'homme
(CEDH).
La police fédérale comme la police
locale ont fourni des efforts
considérables à maints endroits
pour effectuer des actions
préventives. Étant donné que les
prestations de la police ne sont
calculées que sur une période de
deux mois, un décompte final ne
pourra être établi qu'en janvier. Il
est en outre difficile de déterminer
les prestations supplémentaires
qui découlent directement des
mesures de prévention contre les
incidents. Les seuls coûts qui
peuvent être qualifiés avec
certitude de supplémentaires sont
ceux liés au rappel du personnel
du corps d'intervention et de la
réserve générale, qui représentent
un montant d'environ 14.000
euros.
01.03 Filip De Man (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, bedankt voor de cijfers.
Voor het tweede deel echter schiet de regering te kort. Ik heb niet
mogen vernemen dat er veroordelingen zijn geweest. Ik heb niet
mogen vernemen dat het snelrecht is toegepast. Ik heb niet mogen
vernemen dat ouders zijn aangesproken. Ik heb niet mogen
vernemen dat verblijftitels werden afgenomen, hoewel het Europees
Verdrag voor de rechten van de mens dat vrijwel onmogelijk maakt. Ik
denk dat men hier echter wel zijn gelijk zou kunnen halen als men de
allochtonen buitenzet.
Het antwoord dat niet alleen u, maar de hele regering hebt gegeven
om nog meer inspanningen voor de jongeren te doen, nog meer geld
te geven aan de islam, nog meer straathoekwerkers in te zetten, is
eigenlijk niet meer dan het voor zich uitschuiven van het probleem.
Het komt neer op wachten op de volgende uitbarsting. Ik wil dit niet
dramatiseren, maar ik denk toch dat door het lakse gedrag van deze
01.03 Filip De Man (Vlaams
Belang): En dépit de cette
réponse, j'ignore toujours combien
de pyromanes ont été condamnés,
si la procédure de comparution
immédiate a été mise en oeuvre, si
les parents ont été appelés à
rendre des comptes et si des
permis de séjour ont été retirés. Si
la réaction du gouvernement à ces
faits inquiétants se borne à
octroyer plus de moyens en vue
d'une nouvelle augmentation du
nombre d'éducateurs de rue, je
crains qu'on assiste tôt ou tard à
une nouvelle explosion de
violence. Je dépose une motion
par laquelle j'invite le gouverne-
07/12/2005
CRIV 51
COM 784
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
regering de volgende uitbarsting nog erger zal zijn dan wat wij in
november hebben meegemaakt.
Mijnheer de voorzitter, ik wil dan ook een motie indienen om de
regering aan te manen krachtdadiger op te treden wanneer dergelijke
opstootjes opnieuw beginnen.
ment à faire preuve de plus de
fermeté.
Moties
Motions
Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.
En conclusion de cette discussion les motions suivantes ont été déposées.
Een motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Filip De Man en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellatie van de heer Filip De Man
en het antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken,
dringt er bij de regering op aan
bij een volgende opstoot van rassenrellen, een krachtdadiger houding aan te nemen door middel van een
avondklok, de snelle veroordeling van de brandstichters en de afname van de naturalisaties/verblijfstitels na
eventuele veroordelingen."
Une motion de recommandation a été déposée par M. Filip De Man et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de M. Filip De Man
et la réponse du vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur,
demande instamment au gouvernement
d'adopter une attitude plus ferme lors d'une prochaine recrudescence d'émeutes raciales par l'instauration
d'un couvre-feu, la condamnation rapide des incendiaires et le retrait des naturalisations ou des titres de
séjour après d'éventuelles condamnations."
Een eenvoudige motie werd ingediend door de heren Mohammed Boukourna en Willy Cortois.
Une motion pure et simple a été déposée par MM. Mohammed Boukourna et Willy Cortois.
Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.
02 Vraag van de heer Bert Schoofs aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "het afbreken van een oefening van de federale politie op het militair domein in Leopoldsburg"
(nr. 9051)
02 Question de M. Bert Schoofs au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "l'interruption
d'un exercice de la police fédérale au domaine militaire de Bourg-Léopold" (n° 9051)
02.01 Bert Schoofs (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, mijn
vraag aan de minister strekt ertoe te vernemen wat exact is gebeurd
in het kamp van Beverlo op 29 september 2005.
Ik heb de vraag voor een gedeelte al eerder gesteld aan de minister
van Landsverdediging, om na te gaan of de feiten wel klopten,
namelijk of inderdaad een oefening van de federale politie die op de
terreinen van de militaire basis in Leopoldsburg plaatsvond, op een
gegeven ogenblik werd afgebroken. De minister van
Landsverdediging deelde mee dat het klopte. Er was blijkbaar geen
toestemming verleend. Ook waren er vooraf geen afspraken
gemaakt. Er werd inderdaad een oefening van de federale politie
afgebroken, omdat Landsverdediging de terreinen niet formeel ter
beschikking had gesteld.
02.01 Bert Schoofs (Vlaams
Belang): Le ministre de la Défense
m'a effectivement confirmé qu'un
exercice de la police se déroulant
sur le domaine militaire de Bourg-
Léopold avait été interrompu car
aucun accord n'avait été conclu à
ce sujet.
Combien d'hommes participaient à
cet exercice? Quel matériel était
utilisé? Quel était le coût de cet
exercice? Avec quelle fréquence
de tels exercices sont-ils
CRIV 51
COM 784
07/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
Mijn vraag aan de minister is dan ook: hoe is dat kunnen gebeuren?
Hoeveel manschappen waren bij de oefening betrokken?
Welk materiaal, zoals overvalwagens en wapenkanonnen, werd
ingezet?
Werd ook gebruikgemaakt van de ruiterij? Nam zij ook deel aan de
oefening?
Hoeveel bedroeg de kostprijs van de oefening?
Met welke frequentie worden dergelijke oefeningen uitgevoerd?
Worden op alle militaire domeinen van het Koninkrijk of het Rijk
dergelijke oefeningen georganiseerd? Met welke frequentie vinden zij
plaats?
Ik zou de minister danken, indien hij mij het antwoord verschaft.
organisés? Quels domaines
militaires peuvent convenir pour
l'organisation de tels exercices?
02.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, collega's, in de
provincie Limburg wordt sinds de politiehervorming heel wat energie
gestoken in de opleiding en training van het personeel voor de
handhaving van de openbare orde, zowel in de basisopleiding als de
voortgezette opleiding.
Naast het theoretische gedeelte wordt altijd ruime aandacht besteed
aan het praktisch inoefenen van verschillende technieken. Het
praktische gedeelte wordt onder meer ingevuld door FTX-oefeningen.
Dat zijn oefeningen met een organiek peloton waarbij de verschillende
actiemodi op afgesloten terreinen worden uitgevoerd en waarbij
verschillende bijzondere middelen zoals een sproeiwagen en
Spaanse ruiters, worden geïntegreerd in de oefening.
Die methodologie werd zopas ook opgenomen in de ministeriële
richtlijn MFO2 van 2 augustus 2005, inzake versterkingen voor
opdrachten van bestuurlijke politie. Voor de FTX-oefeningen werd tot
op heden altijd gebruikgemaakt van het militaire domein in
Leopoldsburg en hiervoor bestaan verschillende goede argumenten.
Het terrein beschikt over een ruime stratenstructuur. Er kan realistisch
worden geoefend in een veilige, afgesloten omgeving. Andere
politiescholen doen voor oefeningen eveneens een beroep op militaire
domeinen zoals in Brasschaat en Lombardsijde.
In 2005 werden voor de zones van de lokale politie gelegen in de
provincie Limburg, een 6-tal FTX-oefeningen georganiseerd in het
raam van de opleidingen HiCap. Daarnaast heeft de Limburgse
politieschool in 2005 drie van dergelijke oefeningen in het raam van
de basisopleidingen voor het basis- en middenkader georganiseerd.
Op donderdag 29 september 2005 werd in het raam van de
basisopleiding voor het basis- en middenkader van het PLOT een
FTX-oefening georganiseerd in Leopoldsburg. Er namen een 50-tal
politiemensen aan deel. De nodige aanvragen werden gedaan via de
cel HiCap. Ondertussen werd de reserveringsprocedure voor het
gebruik van militaire domeinen aangepast en gestroomlijnd, wat ertoe
leidde dat de voormelde oefening inderdaad werd stilgelegd. Het gaat
hier effectief om een punctueel misverstand.
02.02 Patrick Dewael, ministre:
Depuis la réforme des polices, le
Limbourg consacre beaucoup
d'énergie à la formation du
personnel. Dans ce cadre, une
attention particulière est
consacrée à l'apprentissage
pratique des différentes
techniques de maintien de l'ordre
par le biais des exercices dits
FTX. Ceux-ci sont organisés sur
des terrains isolés et clôturés et à
l'aide de moyens spéciaux tels que
l'autopompe et les chevaux de
frise.
Ces exercices ont jusqu'à présent
toujours eu lieu sur le domaine de
Bourg-Léopold, étant donné que
les infrastructures s'y prêtent tout
particulièrement. Les autres
écoles de police organisent
également des exercices dans des
domaines militaires, comme ceux
de Brasschaat et de Lombardsijde.
En 2005, six exercices FTX ont
été organisés pour les zones de
police limbourgeoises. Par ailleurs,
l'école de police du Limbourg a
organisé trois formations de ce
type cette année pour les cadres
de base et moyen.
Une cinquantaine de policiers ont
participé à l'exercice du 29
septembre. Les demandes
07/12/2005
CRIV 51
COM 784
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
nécessaires ont été introduites à
cet effet par le biais de la cellule
HyCap.
La procédure de réservation avait
toutefois été adaptée dans
l'intervalle, ce qui a donné lieu à
un malentendu, et l'exercice a dès
lors dû être annulé.
02.03 Bert Schoofs (Vlaams Belang): Mijnheer de minister, ik hoop
dat er in de toekomst beter overleg zal gepleegd worden of dat de
circulaire terzake voldoende duidelijkheid schept. Tenslotte gaat het
hier over een oefening die afgebroken is. De manschappen hebben
hun manuren gepresteerd. Daarvoor zijn ook kosten blootgesteld,
zoals brandstofkosten, manuren en dergelijke. Dat kost de
belastingbetaler natuurlijk ook geld. U hebt trouwens niet gezegd
hoeveel zo'n concrete oefening in feite kost.
In elk geval, als er een veldslag plaatsvindt op die terreinen, was dat
een slag in het water, als men veldslagen oefent met betogers en
dergelijke. Ik hoop dat een dergelijke slag in het water kan vermeden
worden.
Ik zou nog graag vernemen hoeveel de kostprijs van een FTX-
oefening gemiddeld bedraagt.
02.03 Bert Schoofs (Vlaams
Belang): Le ministre ne nous a pas
dit à combien s'élevait le coût de
cet exercice.
02.04 Minister Patrick Dewael: Ik kan zeggen dat de afspraken
gemaakt zijn. Ik bevestig dat die aanpassingen zijn gebeurd. Ik heb
gesproken over een punctueel misverstand, niet meer en niet minder.
De afspraken zijn gemaakt.
Ik kan de hand niet leggen op de nota met de kostprijs. Ik zie dat dit
element inderdaad voorkomt in uw vraag, maar het antwoord erop zal
ik u schriftelijk meedelen, als u dat goed vindt.
02.04 Patrick Dewael, ministre:
Je vous le communiquerai par
écrit.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Interpellatie van de heer Dirk Claes tot de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "de hervorming van de asielprocedure en de achterstallige dossiers" (nr. 724)
03 Interpellation de M. Dirk Claes au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la réforme de
la procédure d'asile et sur les dossiers en souffrance" (n° 724)
De voorzitter: Mijnheer Claes, u hebt maximum tien minuten spreektijd.
03.01 Dirk Claes (CD&V): Mijnheer de voorzitter, geachte mijnheer
de minister, naar verluidt worden er binnen de regering gesprekken
gevoerd over een nieuwe asielprocedure. Nochtans had u in het
voorjaar al een hervorming aangekondigd met onder meer de
oprichting van een administratief rechtscollege die de geschillen
inzake vreemdelingendossiers moet behandelen. Het onderwerp zou
naar verluidt gisteren ook in het kernkabinet behandeld zijn. Ook in de
beleidsnota hebt u de op handen zijnde wetswijziging naar voren
gebracht.
Enkele punten van deze interpellatie zijn dus reeds behandeld in de
bespreking van de beleidsnota. Wij wachten echter nog steeds op het
03.01 Dirk Claes (CD&V): Un
accord est-il déjà intervenu au sein
du gouvernement à propos de la
nouvelle procédure d'asile? Quel
est l'état d'avancement de l'avant-
projet? L'avis du Conseil d'État a-t-
il déjà été demandé? Qu'en sera-t-
il de la Commission permanente
de recours? Sera-t-elle suppri-
mée? Qu'adviendra-t-il, dès lors,
du personnel? Quid des dossiers
en souffrance dans l'ancienne
CRIV 51
COM 784
07/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
verslag van die bespreking.
Graag hadden wij van u dan ook reeds duidelijkheid verkregen over
enkele punten.
Is er ondertussen al een akkoord binnen de regering over die nieuwe
procedure?
Wat is de stand van zaken van het voorontwerp? Is het voorontwerp
bijvoorbeeld ook al voor advies naar de Raad van State gestuurd?
Wat gebeurt er met de vaste beroepscommissie? Zal zij in de nieuwe
procedure worden opgenomen of wordt zij opgeheven? In dat laatste
geval, wat gebeurt er met het personeel van de vaste
beroepscommissie?
Laten wij toch ook niet vergeten dat er nog heel wat dossiers te
wachten liggen en dat de achterstand er recent gestegen is tot bijna
10.000 dossiers.
Wat gebeurt er met de achterstallige dossiers in de oude procedure?
Denkt u aan een algehele regularisatieprocedure voor die oude
dossiers?
Wij hebben ook nog enkele andere vragen.
Wat zal de rol zijn van de Dienst voor Vreemdelingenzaken in de
nieuwe procedure? Blijft zij belast met het
ontvankelijkheidsonderzoek, of doet DVZ enkel nog de registratie en
het Dublin-onderzoek?
De oude dossiers worden nu geregulariseerd op basis van artikel 9,
3de van de vreemdelingenwet. In de beleidsnota stelt u dat daarover
bij DVZ uniforme jurisprudentie is ontstaan. Welke criteria worden
precies gehanteerd bij de behandeling van artikel 9, 3de als resultaat
van die uniforme jurisprudentie?
procédure? Le ministre envisage-t-
il une régularisation générale pour
ces anciens dossiers?
03.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, de heer Claes
is binnen de tien minuten spreektijd gebleven. Ik zal mijn antwoord
dan ook binnen een redelijke termijn houden.
Wat het eerste deel van de interpellatie betreft, kan ik inderdaad
bevestigen dat de voorontwerpen tot wijziging van de asielprocedure
en de procedure voor de Raad van State gefinaliseerd werden en
gisteravond ook werden besproken op de vergadering van het
kernkabinet. Uiteraard gaat de bespreking dan verder op de
Ministerraad van de eerstkomende vrijdag. Het wetsontwerp inzake
de hervorming van de Raad van State werd op het kernkabinet
goedgekeurd en moet dus nog worden geformaliseerd via de
besluitvorming in de gewone Ministerraad. Een aantal technische
punten moet nog worden nagekeken, maar de essentie van de
hervorming, waarover ik in het Parlement reeds enkele keren uitleg
gaf, is goedgekeurd. Het komt er dus op neer dat er een nieuwe
asielprocedure zal komen.
U hebt gevraagd wat de rol van de DVZ zal zijn? De DVZ zal niet
langer het ontvankelijkheidonderzoek voeren. Vreemdelingenzaken
03.02 Patrick Dewael, ministre:
Hier, le Conseil des ministres
restreint a approuvé dans les
grandes lignes les avant-projets
de loi modifiant la procédure
d'asile et la procédure devant le
Conseil d'État. Il ne nous reste
plus qu'à vérifier quelques
éléments techniques. Nous en
poursuivrons la discussion lors du
prochain Conseil des ministres.
L'Office des étrangers ne
procédera plus à l'examen de la
recevabilité et se bornera au
contrôle des demandes multiples
et des demandes ayant trait à un
problème d'ordre public. Le
Commissaire général aux
Réfugiés prendra la décision
07/12/2005
CRIV 51
COM 784
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
beperkt zich tot de dubbelingcontrole, met name de controle van de
meervoudige aanvragen en alle asielaanvragen met een problematiek
van openbare orde. U hebt daar zelf ook naar verwezen. Daartoe zal
de rol van DVZ zich beperken.
Het is de commissaris-generaal die de asielbeslissing zal nemen. Die
beslissingen zullen aanvechtbaar zijn. Dat is de beroepsinstantie. Dat
wordt de nieuwe raad voor vreemdelingenbetwistingen. Er is dus altijd
een jurisdictionele controlemogelijkheid. Dat spruit trouwens voort uit
internationale verplichtingen en verbintenissen, namelijk dat in een
daadwerkelijke beroepsinstantie moet worden voorzien.
Er komt ook een versnelde asielprocedure dat is ook een
nieuwigheid voor onderdanen van EU-lidstaten of kandidaat-EU-
lidstaten. Dat zijn landen zoals Bulgarije en Roemenië die in januari
2007 daadwerkelijk van de EU deel zullen uitmaken.
Dat is een snelrechtprocedure, zo u wil, waarbij in een tijdsspanne
van maximum 5 dagen een beslissing moet worden genomen door
het Commissariaat-generaal. Eens de beslissing genomen is er
uiteraard altijd een mogelijkheid tot beroep. Dat beroep werkt echter
niet opschortend. Binnen de 5 dagen wordt immers via een onderzoek
prima facie, uitspraak gedaan over die aanvragen.
U weet dat de Conventie van Genève altijd toelaat een asielaanvraag
in te dienen. Het komt er slechts op aan het principe te laten gelden
dat in de Europese Unie, waar men toch kan spreken over Europese
medeburgers uit Europese lidstaten, in die landen van oorsprong, de
criteria, de normen van de Conventie van Genève zouden worden
gerespecteerd.
Ten tweede, de richtlijn inzake de gezinshereniging. Voor
gezinsvormers wordt de leeftijd om van gezinshereniging te kunnen
genieten opgetrokken van 18 naar 21 jaar. Dat doet geen afbreuk aan
het recht om te huwen: dat blijft bestaan. De leeftijd waarop men kan
huwen verandert niet: het gaat alleen maar om het verblijfsrechtelijke
aspect. Als men spreekt over het optrekken van de leeftijd van 18
naar 21 jaar, begrijpen sommigen dat de leeftijd om te kunnen huwen
wordt opgetrokken naar 21 jaar. Nee, men kan op vroegere leeftijd
huwen, maar de leeftijd die in aanmerking wordt genomen om in
België van een verblijfsrechtelijk voordeel te kunnen genieten, wordt
opgetrokken naar 21 jaar.
Voor ascendenten, dus in opgaande lijn, wordt de voorwaarde
ingevoerd dat de persoon die aan de basis ligt van de
gezinshereniging, moet kunnen beschikken over regelmatige,
voldoende en stabiele bestaansmiddelen. Deze regel zal niet alleen
gelden voor onderdanen van buiten de Europese Unie, maar ook van
binnen de Unie. Inzake het regime voor kinderen en partners in geval
van gezinsvorming en -hereniging, beperken wij ons tot bijkomende
voorwaarden van woonst en ziekteverzekering. Dat is een bewuste
keuze die wij hebben gemaakt, omdat de positie van kinderen ten
opzichte van gezin en samenleving op een andere manier moet
worden bekeken.
In onze aanpak gaat het om voorwaarden van financiële
onafhankelijkheid die men moet verstrekken wanneer het gaat om
ascendenten in opgaande lijn zoals vaders, moeders, grootvaders en
d'accorder ou non l'asile. Cette
décision sera susceptible d'appel
auprès d'un Conseil du
contentieux des étrangers, organe
qui n'existe pas encore à ce jour.
Ce contrôle juridictionnel est
obligatoire sur la base
d'engagements internationaux.
Pour les ressortissants UE et ceux
des pays candidats à l'adhésion à
l'UE, il y aura une procédure
accélérée de cinq jours maximum
dont le résultat pourra également
faire l'objet d'un recours même si,
dans ce cas-ci, ce recours ne sera
pas suspensif.
Aux termes de la Convention de
Genève, il est toujours possible
d'introduire une demande d'asile. Il
est évidemment important que les
pays européens d'origine
respectent la Convention de
Genève.
L'âge requis pour le regroupement
familial est porté de 18 à 21 ans.
Le droit de se marier reste
inchangé: le relèvement de l'âge
ne concerne que le droit de séjour.
Pour un regroupement familial
avec des ascendants, il faut
disposer de ressources suffisantes
et stables. Cette règle s'applique
aux citoyens de l'UE comme aux
autres. Pour le regroupement avec
les enfants, il suffit d'un logement
et d'une assurance-maladie.
Un contrôle de trois ans est
maintenu. Durant les deux
premières années, on vérifie s'il y
a cohabitation. La troisième
année, il faut qu'il y ait aussi des
indices de fraude pour pouvoir
retirer le droit de séjour.
L'assurance maladie et un
logement adaptés seront
obligatoires pour le regroupement
familial.
Ces mesures respectent le cadre
de la directive européenne.
Le Conseil du contentieux des
étrangers reprendra les missions
CRIV 51
COM 784
07/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
grootmoeders en niet in neergaande lijn. Voor kinderen is er de
beperking tot ziekteverzekering en woonst omwille van de evidente
redenen die ik heb aangehaald.
Ten derde, nadat men op die basis een verblijfsrecht verwerft, volgt
een controleperiode die maximaal drie jaar kan bedragen. Indien
tijdens de eerste twee jaar een einde wordt gesteld aan het
verblijfsrecht, kan dit onder meer omdat wordt vastgesteld dat er geen
samenwoonst is en er aanwijzingen zijn dat een schijntoestand wordt
gecreëerd. Kortom, er is een controleperiode van twee jaar voor de
verplichting tot samenwonen. In het derde jaar geldt niet alleen de
verplichting tot samenwoonst maar moet er ook een indicatie zijn van
het creëren van een schijntoestand zoals fraude, valse documenten of
dies meer. De ziekteverzekering wordt verplicht en een aangepaste
woning wordt ook als regel vooropgesteld bij een gezinshereniging.
Kortom, de leeftijd niet om te huwen maar om een verblijfsrechtelijk
voordeel te hebben is vastgelegd op 21 jaar. Ten tweede,
ascendenten, dit is in opgaande lijn, moeten financiële garanties
verstrekken dat men over de middelen van bestaan beschikt om de
gezinshereniging effectief te kunnen concretiseren. In derde instantie
het optrekken van de controleperiode tot drie jaar waarbij we ons in
de twee eerste jaren fixeren op effectief samenwonen. In het derde
jaar moeten er elementen aan het licht komen die zouden wijzen op
fraude of gebruik van valse documenten. In dat geval wordt uiteraard
een einde gesteld aan het verblijfsrecht. Op die manier blijven we
binnen het kader van de Europese richtlijn en hebben we een aantal
keuzen gemaakt.
Collega Claes, u hebt ook een aantal vragen gesteld over de Vaste
Beroepscommissie. De Raad voor Vreemdelingenbetwistingen zal het
beperkte takenpakket van de Vaste Beroepscommissie voor
Vluchtelingen overnemen. De magistraten en de personeelsleden van
dat rechtscollege zullen op termijn via een aantal
overgangsmaatregelen worden geïncorporeerd in de nieuwe Raad
voor Vreemdelingenbetwistingen.
Er wordt momenteel ook bijzondere aandacht besteed aan het
wegwerken van de hangende dossiers. Dat was ook een element in
uw vraagstelling. Ik zou er nogmaals willen op wijzen dat de
achterstand in de dossierbehandeling bij de diensten van de
commissaris-generaal is teruggelopen. Ik denk dat ik u de cijfers
gegeven heb bij de bespreking van de begroting: van 20.089 dossiers
tot 11.845, in minder dan een jaar tijd.
Bij de Vaste Beroepscommissie zullen begin 2006 nog twee extra
magistraten in dienst treden, samen met een aantal ondersteunende
personeelsleden, om de achterstand bij dat rechtscollege te helpen
wegwerken. Daarnaast merk ik op dat de wetswijziging die dit jaar
werd doorgevoerd, en de magistraten toeliet om in meer zaken alleen
te zetelen, ook een gunstig effect heeft op het aantal genomen
beslissingen.
Ik kom tot het laatste element van mijn antwoord. Een algemene
regularisatie van alle hangende dossiers, waar u naar peilt - ik neem
niet aan dat u ze vraagt -, is ik blijf het uitentreuren herhalen totaal
niet aan de orde.
de la Commission permanente de
recours. Á terme, les magistrats et
le personnel seront intégrés dans
ce nouvel organisme. L'on
s'attache aujourd'hui à résorber
l'arriéré des dossiers pendants. Le
nombre de dossiers en traitement
auprès des services du
commissaire général est passé de
20.089 à 11.845 en moins d'un an.
La modification de la loi qui permet
aux magistrats de siéger plus
souvent seuls a contribué à ce
résultat. Deux magistrats
supplémentaires et une série
d'autres collaborateurs seront
engagés à la Commission
permanente de recours au début
de 2006.
Il ne peut pas être question d'une
régularisation générale de tous les
dossiers.
07/12/2005
CRIV 51
COM 784
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
Mijnheer de voorzitter, dit was een reeks van antwoorden op de
vragen van de heer Claes. Ik dacht aan de heer De Crem, omdat hij
zo veel commentaar aan het geven was, maar hij is weggegaan en de
stilte in de commissie is teruggekeerd.
03.03 Dirk Claes (CD&V): Mijnheer de minister, ik heb nog een
bijkomende vraag.
Geldt voor de descendent bij de gezinshereniging ook een bepaalde
leeftijd of is de leeftijd voor hem vrij?
03.03 Dirk Claes (CD&V): Une
limite d'âge est-elle applicable
pour les enfants dans le cadre du
regroupement familial?
03.04 Minister Patrick Dewael: Iemand is een kind of niet. Ik plak
daar geen bepaalde leeftijd op. Die ruimte is er trouwens niet.
03.04 Patrick Dewael, ministre:
Non.
03.05 Dirk Claes (CD&V): Mijnheer de minister, CD&V is ook
vragende partij om de asielprocedure te vereenvoudigen en
doorzichtiger te maken. Vooral het pendelen van dossiers van de ene
dienst naar de andere heeft in het verleden tot serieuze, ellenlange
lijdenswegen geleid. Het gevolg was vaak dat de betrokkenen vier tot
vijf jaar moesten wachten op de uitspraak. Op dat moment is het
moeilijk en tamelijk inhumaan om hen zomaar het land uit te zetten.
Dat beseffen wij ook wel.
Wij hebben dan ook geruime tijd geleden een voorstel ingediend in de
Kamer. Op het eerste gezicht zijn er een aantal gelijkenissen met het
ontwerp dat de regering nu klaarheeft. In dat opzicht kunnen wij ons
over het ontwerp tevreden stellen. Wij kunnen zeggen dat wij de lijn
willen doortrekken.
Wij moeten natuurlijk nog de tekst van het ontwerp naar waarde
schatten. Wij hopen ook op een snelle behandeling in het Parlement.
Ons standpunt over de achterstallige dossiers blijft evenwel
ongewijzigd. Een individuele behandeling tot regularisatie moet steeds
mogelijk blijven. Een globale regularisatie is en blijft echter
onaanvaardbaar, gewoon omdat er dan opnieuw een stroom van
asielzoekers naar ons land zou komen.
Als de minister zegt dat daaromtrent ondertussen de nodige
jurisprudentie is ontstaan hij heeft de vraag in dat verband niet echt
beantwoord , dan kan dat de procedure in artikel 9, 3° alleen maar
duidelijker maken. Het schept alvast voor de betrokkenen een beter
kader om in te schatten of hun dossier al dan niet voor regularisatie
om humanitaire redenen in aanmerking kan komen.
Wij zullen dan ook een motie indienen met de vraag om zo spoedig
mogelijk tot de behandeling van het geheel over te gaan.
03.05 Dirk Claes (CD&V): Il est
inhumain de devoir procéder à des
expulsions après quatre ou cinq
ans. C'est pourquoi il est important
de prévoir une procédure d'asile
simplifiée et rapide. Nous avons
d'ailleurs déposé une proposition
en ce sens il y a quelque temps et
nous constatons aujourd'hui que le
projet du gouvernement présente
des similitudes avec cette
proposition. Nous sommes donc
satisfaits, bien que nous devions
encore étudier le texte.
Une régularisation individuelle doit
rester possible à nos yeux, mais
nous ne sommes absolument pas
favorables à une régularisation
générale.
Il est positif que les intéressés
puissent mieux évaluer la
probabilité que leur dossier
bénéficie d'une régularisation pour
des raisons humanitaires.
Nous déposons une motion pour
inciter le gouvernement à faire
preuve de diligence.
Moties
Motions
Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.
En conclusion de cette discussion les motions suivantes ont été déposées.
Een motie van aanbeveling werd ingediend door mevrouw Katrien Schryvers en door de heren Dirk Claes
en Pieter De Crem en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellatie van de heer Dirk Claes
en het antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken,
CRIV 51
COM 784
07/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
beveelt de regering aan
- het ontwerp tot aanpassing van de asielprocedure zo snel mogelijk in het Parlement ter bespreking voor te
leggen;
- de nodige overgangsmaatregelen voor de reeds in behandeling zijnde dossiers te voorzien na de
inwerkingtreding van de nieuwe procedure."
Une motion de recommandation a été déposée par Mme Katrien Schryvers et par MM. Dirk Claes et Pieter
De Crem et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de M. Dirk Claes
et la réponse du vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur,
recommande au gouvernement
- de soumettre le projet de réforme de la procédure d'asile à l'examen du Parlement dans les meilleurs
délais;
- de prévoir, pour les dossiers en cours de traitement, les mesures transitoires nécessaires après l'entrée
en vigueur de la nouvelle procédure."
Een eenvoudige motie werd ingediend door door de heren Mohammed Boukourna en Willy Cortois.
Une motion pure et simple a été déposée par MM. Mohammed Boukourna et Willy Cortois.
Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.
04 Question de M. Charles Michel au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le système de
04 Vraag van de heer Charles Michel aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "het telepolitiesysteem" (nr. 9171)
04.01 Charles Michel (MR): Monsieur le président, monsieur le
ministre, je voudrais évoquer brièvement le système de télé-police,
sur lequel une première question avait déjà été formulée et pour
laquelle vous aviez eu la gentillesse de me transmettre une réponse
sous forme écrite.
Le système de télé-police porte sur un mécanisme qui permet, en
particulier à des commerçants, de se situer en relation directe avec
des commissariats de police. Il constitue un dispositif essentiellement
préventif et permet à tout le moins au commissariat, si une agression
intervient, d'entendre ce qui se passe dans le local commercial et de
réagir aussi vite que possible.
Ce système existe déjà dans certaines zones de police, comme à
Bruxelles et peut-être dans certaines communes de Flandre.
Aujourd'hui, il semble qu'une difficulté porte sur l'interprétation de
certains textes, notamment une circulaire relative à la possibilité pour
les zones de police de conclure avec des sociétés privées qui offrent
ces dispositifs sur le marché belge.
Vous avez déjà eu la gentillesse de répondre à mes diverses
interrogations, mais la réponse que vous avez exprimée soulève
encore une question complémentaire.
Je vous remercie d'avoir éclairci des éléments quant à l'application de
la législation, en particulier dès lors que vous avez explicité l'idée que
l'agrément était nécessaire. En d'autres termes, la vente de systèmes
d'alarme, munis d'un bouton d'alarme que la victime peut pousser en
cas d'agression, ne tombe pas sous l'application de la loi du 10 avril
1990 sur le gardiennage et la sécurité privée, aviez-vous dit. La vente
04.01 Charles Michel (MR): Wat
het telepolitiesysteem betreft, kan
de omzendbrief die politiezones de
mogelijkheid biedt om overeen-
komsten met privé-bedrijven af te
sluiten, op uiteenlopende
manieren worden geïnterpreteerd.
Op een van mijn voorgaande
vragen antwoordde u dat voor de
verkoop van systemen met een
alarmknop geen erkenning is
vereist. Voor het beheer van de
alarmsignalen die door dergelijke
systemen worden doorgestuurd, is
dan weer wel een erkenning
vereist, teneinde een overbelasting
van de politiediensten te
voorkomen.
Ik begrijp niet waarom men de
politiezones niet zelf laat beslissen
of een tussenpersoon al dan niet
vereist is.
In Wallonië zou een aantal
politiezones al sinds enkele
maanden en in vrij interessante
omstandigheden van het
telepolitiesysteem gebruik kunnen
maken, maar als gevolg van die
07/12/2005
CRIV 51
COM 784
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
de tels systèmes d'alarme est par conséquent libre et aucun
agrément préalable n'est exigé. Par contre et c'est la difficulté , il
en est autrement pour la gestion des signaux d'alarme générés via de
tels systèmes. Les entreprises offrant de tels services devaient, elles,
être agréées.
Vous avez déclaré qu'il n'était pas exclu que certains appels émis via
le bouton d'alarme doivent à l'avenir être filtrés et dirigés par
l'intermédiaire d'une centrale d'alarme, en fonction des risques, et ce,
en vue d'éviter la submersion des services de police.
Je partage sans la moindre réserve l'inquiétude légitime quant à l'idée
que, par la généralisation de tels systèmes, on pourrait inonder les
services de police. De façon plus pragmatique, je suis étonné peut-
être ai-je mal compris les premières réponses fournies que l'on ne
donne pas la capacité aux zones de police, en toute autonomie, de
déterminer elles-mêmes, en fonction de leurs risques spécifiques, la
nécessité ou non d'un intermédiaire.
Je ne reviens plus sur l'élément de l'agrément. Votre réponse a eu le
mérite de clarifier la situation. Cela ne fait pas nécessairement plaisir
à certaines de nos sociétés privées, mais peu importe!
Je reviens sur l'élément du filtrage des appels, de l'intermédiaire entre
les appels. J'avais le sentiment, dans un souci pragmatique, que l'on
pouvait peut-être donner un message aux zones de police leur
permettant, en toute autonomie, d'apprécier si un intermédiaire était
nécessaire ou non, ce afin d'au moins régler la deuxième question qui
était posée. Pour l'instant, en Wallonie en tout cas je n'ai pas
d'informations pour ce qui concerne les communes flamandes
depuis plusieurs mois, des zones de police pourraient engager le
processus et le système de télé-police dans des conditions
relativement intéressantes sur le plan financier, mais elles sont
bloquées en raison des deux questions que je viens d'évoquer.
Vous avez répondu à la question de l'agrément et je vous en
remercie. J'insiste donc plus particulièrement sur la question de
l'intermédiaire entre le commerçant et le service de police par le biais
du système en question.
D'avance, je vous remercie des éclaircissements que vous voudrez
bien donner. Si une réponse précise n'était pas possible aujourd'hui,
je demanderai qu'au moins les collaborateurs puissent recevoir un
certain nombre de responsables des zones de police concernées
pour se faire expliquer, de façon détaillée, le problème tel qu'il est
posé et nous permette d'adopter une position définitive sur la
question.
problemen kunnen ze er niet mee
starten.
Indien de minister vandaag geen
precies antwoord kan geven,
zouden zijn medewerkers op zijn
minst een aantal bestuurders van
de betrokken politiezones kunnen
ontvangen.
04.02 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, chers
collègues, il est exact que la vente ou la mise à disposition de
systèmes d'alarme munis d'un bouton d'alarme ne tombe pas sous le
champ d'application de la loi de la sécurité privée. Aucun agrément
préalable n'est exigé. Par contre, il en est autrement pour la gestion
des signaux d'alarme qui seraient générés via de tels systèmes. Si la
gestion est faite, même partiellement, par une firme privée, celle-ci
doit être autorisée en tant qu'entreprise de gardiennage. Si la gestion
est faite par les services de police, aucun agrément n'est exigé.
04.02 Minister Patrick Dewael:
In de toekomst zouden bepaalde,
door de drukknop van het
telepolitiesysteem in gang gezette
oproepen kunnen worden gefilterd
waarna zij door een centrale op
grond van het ingeschatte risico
zouden worden beheerd zodat de
politiediensten niet met niet-
dringende of onverantwoorde
CRIV 51
COM 784
07/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
J'ai déclaré qu'il n'était pas exclu que certains appels émis par le
bouton-poussoir du système de télé-police seraient à l'avenir filtrés et
gérés par une centrale en fonction des risques, ceci afin d'éviter que
les services de police ne soient submergés par des appels non
urgents ou abusifs.
Je suis bien sûr conscient du fait que le système de télé-police est un
moyen de secours, qui permet de contacter les services de police en
cas d'extrême urgence, tel que le service 101. J'ai quand même
certaines craintes.
Premièrement, il faut faire la distinction entre le système de télé-police
actuel uniquement relié à certains types de commerces et un système
similaire qui serait mis à la disposition de tous les citoyens.
Les deux systèmes nécessitent sans aucun doute une gestion
différente, ne fût-ce que pour des raisons techniques. En effet, le
système de télé-police nécessite l'implantation d'une borne, d'où
proviennent les appels silencieux gérés par les services de police. Il
semble qu'une seule borne, dont le coût d'acquisition n'est pas
négligeable, peut gérer au maximum 180 à 200 connexions. Elle
nécessite une gestion permanente 24 heures sur 24 par un policier,
étant donné qu'elle peut recevoir jusqu'à trois appels simultanés.
C'est la raison pour laquelle, dès le départ, ce système avait été limité
à certains types de commerce dits "à risque", à savoir les pharmacies,
les bijouteries, les librairies et les pompes à essence, particulièrement
en proie aux attaques à main armée.
Il est évident que les appels silencieux relayés à la borne télé-police
sont traités en toute urgence et dans tous les cas, comme pour les
appels sans réponse qui arrivent via le service 101.
Généraliser un tel système et le mettre à la disposition du citoyen ne
poserait pas seulement des problèmes techniques; nous pourrions
également rencontrer des problèmes tels que nous les avons connus
avec les systèmes d'alerte "cambriolage". Des boutons "hold-up"
causent en pratique des fausses alertes, par exemple, quand un
employé active inconsciemment le bouton. Une expansion du
système pourrait mener à une augmentation des fausses alertes. Or,
chaque patrouille en route pour une fausse alerte ne peut pas
intervenir pour de vrais appels.
Par ailleurs, on peut considérer qu'un tel système, mis à la disposition
du citoyen, ne serait qu'une variante du système 101 et ne ferait que
submerger totalement les services de police. C'est la raison pour
laquelle j'ai demandé à mes services de suivre cette problématique
de près. Une concertation sera organisée ce mois-ci avec les
représentants de la police fédérale et locale. Lorsqu'il apparaîtra que
les services de police sont submergés, j'envisagerai impérativement
certaines mesures, comme la possibilité de filtrer certains appels et
de les faire gérer par une centrale d'alarme en fonction des risques.
L'expérience avec les systèmes d'alarme nous a d'ailleurs appris
qu'une vérification préalable par une centrale de gardiennage
autorisée ne mène nullement à une perte de temps. Bien au contraire,
de telles centrales disposent d'une large expérience et d'une grande
expertise en ce qui concerne la distinction entre de vraies et de
fausses alertes. Elles sont équipées de manière optimale à ce sujet et
oproepen worden bedolven.
Er dient een onderscheid te
worden gemaakt tussen het
huidige telepolitiesysteem en een
gelijksoortig systeem dat ter
beschikking van alle burgers zou
worden gesteld. Het
telepolitiesysteem vereist immers
de plaatsing van een dure mast
die maximaal tweehonderd
verbindingen kan beheren en
permanent door een politieman
moet worden beheerd. Daarom
werd dat systeem tot de
zogenaamde risicohandelszaken
beperkt. De via de telepolitiemast
ontvangen stille oproepen worden
bij hoogdringendheid en in altijd
behandeld.
Als we dit systeem ter beschikking
van de burger zouden stellen, zou
het in weinig van de dienst 101
verschillen en bovendien de
politiediensten met oproepen
overspoelen.
Wanneer een erkende
alarmcentrale met de nodige
expertise de oproepen zou kunnen
filteren, zou de politie enkel in
noodgevallen moeten optreden en
efficiënt kunnen werken.
Deze maand zullen we met de
vertegenwoordigers van de
federale en lokale politie overleg
plegen.
In het kader van ASTRID kunnen
we onderzoeken wat we moeten
doen om de communicatie tussen
de alarmcentrale en de politie
sneller te laten verlopen.
07/12/2005
CRIV 51
COM 784
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
elles peuvent directement lier les appels d'alerte à toutes les données
de base utiles De qui s'agit-il? Quelle activité effectue-t-on? Quel est
le risque existant? Qui est exposé au risque? Grâce à ces
informations, la police peut accorder son intervention aux cas urgents
et intervenir de manière efficace.
Par ailleurs, dans le cadre des chambres d'appel provinciales
ASTRID, on peut vérifier comment accélérer la communication entre
les centrales d'alerte et les services policiers.
Monsieur le président, tels étaient les éléments de réponse à cette
problématique intéressante.
04.03 Charles Michel (MR): Monsieur le ministre, je vous remercie
pour la réponse que vous avez communiquée mais peut-être la
question n'était-elle pas suffisamment claire. Il ne s'agit pas du tout ici
de demander, de suggérer ou a fortiori de plaider pour l'extension du
système à toute la population. Il est bien entendu qu'il faut définir un
périmètre restrictif dans le cadre duquel le système de télé-police peut
intervenir pour permettre aux zones de police de gérer les demandes
sans être submergées. La question, c'est de savoir si les zones de
police peuvent identifier quelques commerces vous avez donné des
exemples pertinents du genre de commerces concernés comme des
stations-service, des bijouteries, des pharmacies, des librairies qui
peuvent avoir recours à un système de télé-police ne nécessitant pas
de centrale d'appel mais permettant une liaison directe.
Ma question est donc très simple et pragmatique: soit vous indiquez
vous-même au moyen d'une circulaire aux zones de police pour quels
types de commerces il n'est pas nécessaire de filtrer les appels par
une centrale, soit vous laissez une autonomie aux zones de police
pour déterminer quels sont les commerces qui ne requièrent pas de
filtre particulier, en fonction des spécificités des zones et en gardant à
l'esprit la nécessité de ne pas les submerger. Je réexplique parce que
je crains de ne pas m'être exprimé très clairement la première fois.
04.03 Charles Michel (MR): Ik
wil er niet voor pleiten om het
systeem tot de hele bevolking uit
te breiden. Ofwel geeft u door
middel van een circulaire aan voor
welk soort handelszaken het niet
nodig is om de oproepen via een
centrale te filteren, ofwel geeft u
de zones een zekere autonomie
om te beslissen voor welke
handelszaken er geen filter vereist
is.
04.04 Patrick Dewael, ministre: Monsieur Michel, je vous renvoie à
la concertation qui aura lieu et qui permettra de dégager des éléments
de réponse à cette question.
04.04 Minister Patrick Dewael: Ik
verwijs u naar het geplande
overleg waar we naar een
oplossing van het probleem zullen
zoeken.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
Le président: Mme Tilmans ayant retiré son interpellation n
o
725, M. le ministre de l'Intérieur en a terminé
pour aujourd'hui. Nous le remercions.
05 Question de M. Olivier Maingain au ministre de la Fonction publique, de l'Intégration sociale, de la
Politique des grandes villes et de l'Égalité des chances sur "la promotion du bilinguisme dans le
supplément 'Métiers de la fonction publique belge et européenne' diffusé dans les journaux
francophones" (n° 9235)
05 Vraag van de heer Olivier Maingain aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke
Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen over "het promoten van de tweetaligheid in de bijlage
'Métiers de la fonction publique belge et européenne' van de Franstalige kranten" (nr. 9235)
05.01 Olivier Maingain (MR): Monsieur le président, monsieur le
ministre, ma question porte sur une insertion dans la presse d'un avis
05.01 Olivier Maingain (MR): In
de pers is een bericht van Selor
CRIV 51
COM 784
07/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
du Selor.
Ainsi, il y a quelques jours à la fin du mois de novembre, un
supplément consacré aux métiers de la fonction publique belge et
européenne, réalisé par la Régie générale de publicité, était joint à
certains quotidiens francophones.
Dans ce supplément, il était notamment question des procédures
pour postuler à l'administration fédérale, des barèmes en vigueur,
d'une présentation du Selor, de la carrière à la Communauté
française ou au sein des institutions de l'Union européenne, mais
également des épreuves de connaissance linguistique sous le titre
"Le bilinguisme à l'honneur".
La lecture attentive du passage consacré aux examens linguistiques
organisés par le Selor laisse à penser que les agents de
l'administration publique fédérale (administration centrale dans les
services publics fédéraux et, comme on les appelait autrefois,
parastataux) doivent être bilingues pour faire carrière dans
l'administration alors que on le sait - conformément aux lois sur
l'emploi des langues en matière administrative, cela n'est pas exact.
En effet, le régime applicable à ces agents est et reste celui que l'on
qualifie généralement de l'unilinguisme des agents et de bilinguisme
des services, à l'exception des fonctions définies par la loi en son
article 43 ter, §7, qui nécessite d'ailleurs encore l'adoption d'un arrêté
d'exécution.
Des précisions en la matière auraient été judicieuses, au moment où
beaucoup de gens s'interrogent quant à l'attrait de la fonction
publique. Loin de moi l'idée de plaider uniquement pour l'unilinguisme
dans les services publics, mais si dans certains cas le bilinguisme est
une nécessité, dans d'autres, rien ne justifie qu'il soit imposé.
M. le ministre peut-il me faire savoir:
- si ses services ont participé à l'élaboration de ce supplément, et plus
particulièrement à la page consacrée à cet avis du Selor?
- si son département est à l'initiative de cette publication et, dans
l'affirmative, quel en a été le coût?
- s'il existe une brochure spécifique, réalisée par ses services ou par
le Selor, qui explique de manière précise les connaissances
linguistiques à exiger des fonctionnaires dans les différentes
administrations?
verschenen waarin de indruk wordt
gewekt dat de ambtenaren van de
federale overheidsdiensten
tweetalig moeten zijn om carrière
te kunnen maken. Op een
ogenblik waarop tal van mensen
zich afvragen of het openbaar
ambt wel aantrekkelijk is, ware het
nuttig geweest dat men ter zake
meer toelichtingen zou hebben
verstrekt. Hebben uw diensten aan
dat extra katern meegewerkt?
Hoeveel heeft dat gekost? Bestaat
er een specifieke brochure waarin
precies wordt uitgelegd welke
talenkennis er van de ambtenaren
in de diverse administraties wordt
geëist?
05.02 Christian Dupont, ministre: Monsieur le président, monsieur
Maingain, le passage auquel vous faites référence stipulait in extenso:
"En Belgique, la connaissance du français et du néerlandais est
souvent une condition incontournable pour obtenir un emploi.
Toutefois, en ce qui concerne un emploi dans l'administration
publique, le bilinguisme ne sera exigé que pour quelques fonctions
spécifiques comme pour travailler dans la diplomatie où un certain
niveau de connaissance de l'autre langue nationale sera exigé. Une
fois en poste, de nombreuses opportunités d'apprentissage de l'autre
langue seront offertes aux agents de l'Etat, sans toutefois aucune
obligation.
05.02 Minister Christian Dupont:
Om toegang tot bepaalde posten
of voordelen te krijgen, zal men
een bepaald niveau van kennis
van de andere taal moeten
bewijzen. Een taalbrevet zal
vereist zijn voor wie toegang wil
krijgen tot verschillende posten in
de openbare diensten. Tenzij ik mij
vergis, lees ik in de betrokken
passage niets dat impliceert dat de
ambtenaren tweetalig moeten zijn
om voor een bevordering in
07/12/2005
CRIV 51
COM 784
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
Pour accéder à certains postes ou avantages, un certain niveau de
connaissance de l'autre langue devra être prouvé. Un brevet
linguistique sera exigé pour accéder à différents postes dans les
services publics. Ainsi plusieurs fonctions, notamment au sein des
communes et des CPAS de la Région de Bruxelles-Capitale, ne sont
accessibles qu'aux candidats pouvant apporter la preuve d'un niveau
déterminé de connaissance de l'autre langue. La possession d'un
brevet linguistique permet également d'obtenir certains avantages en
tant que fonctionnaire. Il pourra, le cas échéant, ouvrir plus facilement
les portes à des emplois dans le secteur privé.
En plus, toute personne, fonctionnaire ou non, peut participer
gratuitement à un test linguistique permettant d'évaluer et de certifier
le niveau de sa connaissance de l'autre langue.
Le service linguistique du Selor propose des tests de langue afin de
permettre de vérifier le niveau de connaissance. Pour préparer le
candidat activement aux examens linguistiques, le Selor offre le
programme d'auto-évaluation et de préparation Atlas, qui peut être
téléchargé gratuitement", etc.
Sauf erreur de ma part, je ne vois rien dans ce passage qui stipule
que les fonctionnaires doivent être bilingues pour pouvoir évoluer
dans leur carrière. Bien au contraire, alors que dans le secteur privé
en Belgique, les employeurs exigent souvent le bilinguisme de leurs
employés, l'administration fédérale ne l'exige pas, et ne pourrait
d'ailleurs l'exiger, à l'exception de quelques fonctions spécifiques,
comme les diplomates.
Cependant, il est vrai que pour bénéficier d'une prime de bilinguisme,
les fonctionnaires doivent être porteurs d'un certificat de
connaissance linguistique délivré par Selor.
En ce qui concerne plus spécifiquement vos questions, je peux vous
répondre ce qui suit.
Selor a en effet collaboré à la rédaction de ce supplément dans le
sens où il avait un droit de regard sur le passage qui le concernait. A
ma connaissance, pour ce qui est du passage sur le bilinguisme,
seule la rédaction de "La Libre Belgique" en est responsable.
Par ailleurs, ce supplément est une initiative de "La Libre Belgique",
Selor n'a absolument pas participé financièrement à la publication de
ce supplément, nous encore moins.
Pour l'instant, il n'existe aucune brochure éditée par mon département
définissant le niveau de connaissance linguistique exigé dans les
différentes administrations. La raison en est simple et la législation
linguistique est claire à ce sujet: les administrations fédérales sont
bilingues et les agents sont unilingues, sauf exception comme les
diplomates, par exemple.
Pour ce qui est des autres niveaux de pouvoir, comme les
communes, cela n'entre pas dans le champ de mes compétences.
Par ailleurs, je vous rappelle que c'est au ministre de l'Intérieur
qu'incombe la charge de faire respecter les lois sur l'emploi des
aanmerking te komen.
Selor heeft inderdaad aan die
krantenbijlage meegewerkt en had
een recht van inzage op het deel
dat over Selor handelde. Voor
zover ik weet is de redactie van
"La Libre Belgique" als enige
verantwoordelijk voor de tekst over
de tweetaligheid. Selor heeft die
bijlage niet mede gefinancierd en
wij nog minder.
Tot op heden heeft mijn
departement geen brochure
uitgegeven waarin de in de
verschillende administraties
vereiste taalkennis wordt
uiteengezet. De taalwetgeving is
duidelijk. De federale administra-
ties zijn tweetalig en de
ambtenaren zijn
met
uitzondering van sommige
categorieën, zoals de diplomaten -
eentalig. De andere
bevoegdheidsniveaus vallen niet
onder mijn verantwoordelijkheid.
CRIV 51
COM 784
07/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
langues en matière administrative et non au ministre de la Fonction
publique.
J'espère avoir répondu à vos inquiétudes et j'espère avoir été clair
quant au rôle joué par Selor dans la présentation de cet article.
05.03 Olivier Maingain (MR): Monsieur le président, je remercie le
ministre pour sa réponse très complète. Il m'a, pour une large part,
expliqué les circonstances et je constate que ni son administration ni
Selor n'auraient directement apporté leur concours, en tout cas pas
financier.
Je me permets d'insister sur le dernier point de ma question. Les lois
sur l'emploi des langues en matière administrative sont certes claires,
si ce n'est que ce n'est pas évident pour le citoyen ordinaire, le
quidam, de pouvoir comprendre ce qui est exigé en termes de
connaissances linguistiques, selon le type d'emploi et d'administration
auxquels on postule (dans la fonction publique ou dans les
administrations).
Or, je continue à penser que le principe de l'unilinguisme des agents
et du bilinguisme des services est, dans un certain nombre de cas,
une mesure tout à fait appropriée pour une bonne gestion du rapport
avec les citoyens. Donc, faire connaître les possibilités d'obtenir un
emploi sans exigence linguistique dans la fonction publique peut être,
notamment pour des personnes confrontées à la difficulté de la
maîtrise de l'une ou l'autre langue, une bonne manière de leur donner
une chance d'obtenir un emploi et, de surcroît, grâce aux formations
offertes dans la fonction publique sur le plan linguistique, d'acquérir
un bagage linguistique qui leur permettra de progresser
éventuellement dans leur carrière administrative.
J'insisterai pour que, à un moment donné, via une campagne
d'information, dont les modalités doivent êtres appréciées par M. le
ministre, on attire à nouveau l'attention d'une partie d'un public,
éventuellement avec le concours des organismes de placement de
chômeurs, sur la possibilité de faire carrière sans être confronté à ce
qui est souvent un écueil pour un certain nombre de personnes: la
réussite d'un examen linguistique.
05.03 Olivier Maingain (MR): De
wetgeving op het gebruik van de
talen in bestuurszaken is duidelijk,
maar begrijpen wat er wordt
vereist op het vlak van taalkennis
is niet vanzelfsprekend.
Ik denk nog steeds dat het
principe van de eentaligheid van
het personeel en de tweetaligheid
van de diensten in sommige
gevallen een uiterst geschikte
maatregel is. De mogelijkheden
bekend maken om een baan te
vinden bij de overheid waar geen
taalvereisten aan verbonden zijn
kan een goede manier zijn om
mensen een kans te bieden een
baan te vinden en taalkennis te
verwerven.
05.04 Christian Dupont, ministre: Monsieur le président, je
comprends tout à fait la préoccupation de M. Maingain. Sur l'entrée
dans la carrière de la fonction publique, je pense qu'il y a un certain
nombre de contre-vérités qui circulent, dont celle qu'il vaut mieux être
bilingue. C'est une des choses que nous avons remarquées lorsque
nous avons fait le plan "Diversité" pour les personnes d'origine
étrangère. Ce type d'idées existe et constitue un obstacle
supplémentaire pour l'entrée dans la carrière.
Vous avez raison, monsieur Maingain, il faut être attentif et bien ou
mieux informer sur les possibilités d'entrée dans la carrière, sachant,
comme vous le dites, que la carrière permet toutes les ouvertures
pour ceux qui le souhaitent.
Vous et moi trouvons que c'est un enrichissement de connaître une
langue étrangère.
05.04 Minister Christian
Dupont: Ik denk dat er over de
toegang tot een loopbaan in
overheidsdienst bepaalde onwaar-
heden de ronde doen, waaronder
het feit dat men beter tweetalig
kan zijn. We moeten opletten en
goed of beter informeren over de
mogelijkheden om in de
ambtenarenloopbaan te stappen,
wetende, zoals u zegt, dat de
loopbaan alle kansen biedt voor
wie dat wenst. U en ik zijn van
mening dat kennis van een
vreemde taal verrijkend is.
L'incident est clos.
07/12/2005
CRIV 51
COM 784
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
Het incident is gesloten.
La réunion publique de commission est levée à 15.32 heures.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 15.32 uur.