CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 775
CRIV 51 COM 775
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DES
R
ELATIONS EXTÉRIEURES
C
OMMISSIE VOOR DE
B
UITENLANDSE
B
ETREKKINGEN
mercredi
woensdag
30-11-2005
30-11-2005
Après-midi
Namiddag
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu inté-
gral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit des
interventions ; les annexes se trouvent dans une brochure
séparée (PLEN: couverture blanche; COM: couverture
saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken; de
bijlagen zijn in een aparte brochure opgenomen
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
Plenum
COM
réunion de commission
COM
Commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 775
30/11/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i
SOMMAIRE
INHOUD
Question de M. Guido Tastenhoye au secrétaire
d'État aux Affaires européennes, adjoint au
ministre des Affaires étrangères sur "la retraite
anticipée de 340 fonctionnaires européens"
(n° 8401)
1
Vraag van de heer Guido Tastenhoye aan de
staatssecretaris voor Europese Zaken,
toegevoegd aan de minister van Buitenlandse
Zaken over "het vervroegd pensioen voor 340
euroambtenaren" (nr. 8401)
1
Orateurs: Guido Tastenhoye, Didier Donfut,
secrétaire d''Etat aux Affaires européennes
Sprekers: Guido Tastenhoye, Didier Donfut,
staatssecretaris voor Europese Zaken
Questions jointes de
2
Samengevoegde vragen van
2
- M. Guido Tastenhoye au secrétaire d'État aux
Affaires européennes, adjoint au ministre des
Affaires étrangères sur "l'état d'avancement en ce
qui concerne l'établissement du budget
pluriannuel 2007-2013 de l'Union européenne "
(n° 8418)
2
- de heer Guido Tastenhoye aan de
staatssecretaris voor Europese Zaken,
toegevoegd aan de minister van Buitenlandse
Zaken over "de stand van zaken met betrekking
tot het opstellen van een meerjarenbegroting
2007-2013 van de Europese Unie" (nr. 8418)
2
- Mme Camille Dieu au secrétaire d'État aux
Affaires européennes, adjoint au ministre des
Affaires étrangères sur "les perspectives
financières 2007-2013 de l'Union européenne"
(n° 9176)
2
- mevrouw Camille Dieu aan de staatssecretaris
voor Europese Zaken, toegevoegd aan de
minister van Buitenlandse Zaken over "de
financiële vooruitzichten van de Europese Unie
voor de periode 2007-2013" (nr. 9176)
2
Orateurs: Camille Dieu, Guido Tastenhoye,
Didier Donfut, secrétaire d''Etat aux Affaires
européennes
Sprekers: Camille Dieu, Guido Tastenhoye,
Didier Donfut, staatssecretaris voor Europese
Zaken
Question de Mme Camille Dieu au secrétaire
d'État aux Affaires européennes, adjoint au
ministre des Affaires étrangères sur "la
communication de la Commission européenne sur
la stratégie pour la simplification de la
réglementation" (n° 9003)
8
Vraag van mevrouw Camille Dieu aan de
staatssecretaris voor Europese Zaken,
toegevoegd aan de minister van Buitenlandse
Zaken over "de mededeling van de Europese
Commissie over de strategie ter vereenvoudiging
van de reglementering" (nr. 9003)
8
Orateurs: Camille Dieu, Didier Donfut,
secrétaire d''Etat aux Affaires européennes
Sprekers: Camille Dieu, Didier Donfut,
staatssecretaris voor Europese Zaken
CRIV 51
COM 775
30/11/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DES RELATIONS
EXTÉRIEURES
COMMISSIE VOOR DE
BUITENLANDSE BETREKKINGEN
du
MERCREDI
30
NOVEMBRE
2005
Après-midi
______
van
WOENSDAG
30
NOVEMBER
2005
Namiddag
______
De vergadering wordt geopend om 15.03 uur door de heer Karel Pinxten, voorzitter.
La séance est ouverte à 15.03 heures par M. Karel Pinxten, président.
01 Vraag van de heer Guido Tastenhoye aan de staatssecretaris voor Europese Zaken, toegevoegd
aan de minister van Buitenlandse Zaken over "het vervroegd pensioen voor 340 euroambtenaren"
(nr. 8401)
01 Question de M. Guido Tastenhoye au secrétaire d'État aux Affaires européennes, adjoint au
ministre des Affaires étrangères sur "la retraite anticipée de 340 fonctionnaires européens" (n° 8401)
01.01 Guido Tastenhoye (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de staatssecretaris, uit de pers hebben we vernomen dat in
2005 340 euroambtenaren vanaf hun vijftigste met vervroegd
pensioen zouden gaan, en dat met een pensioen van maar liefst
9.000 euro per maand.
De bedoeling zou zijn om ambtenaren uit de nieuwe lidstaten, zoals
Polen, Estland en Malta, aan te trekken, waarbij ambtenaren uit de
"oude" lidstaten, zoals Duitsland, Frankrijk en België, plaats zouden
moeten ruimen.
Op een ogenblik waarop eraan wordt gedacht om het brugpensioen in
België op te trekken tot 60 jaar, stuurt de Europese Unie dus
ambtenaren vanaf hun vijftigste met vervroegd pensioen, met een
superuitkering erbovenop.
Daarom stel ik de volgende vragen.
Kan de staatssecretaris deze informatie bevestigen?
Ten tweede, welke nationaliteiten hebben de betrokken EU-
ambtenaren?
Ten derde, indien de informatie klopt, heeft de staatssecretaris dan al
stappen gezet om tegen deze gang van zaken te protesteren?
01.01 Guido Tastenhoye
(Vlaams Belang): Selon la presse,
340 fonctionnaires européens
devraient partir en retraite
anticipée à partir de 50 ans cette
année et ils bénéficieraient d'une
pension de 9.000 euros par mois.
Des emplois occupés par les
fonctionnaires des anciens États
membres seraient ainsi libérés au
profit de fonctionnaires des
nouveaux États membres.
Cette information est-elle exacte?
Quelle est la nationalité de ces
fonctionnaires? Le secrétaire
d'État a-t-il déjà protesté contre
cette manière de procéder?
01.02 Staatssecretaris Didier Donfut: Mijnheer de voorzitter,
mijnheer Tastenhoye, ik heb drie punten van antwoord.
Ten eerste, de inlichtingen waarnaar verwezen wordt in de vraag, zijn
slechts zeer gedeeltelijk juist. In 2002 werd een hervorming van het
statuut van het personeel van de Europese instellingen aangenomen.
In het kader van deze hervorming werd op een eenmalige manier
overgegaan tot de afvloeiingen van hoger personeel over een periode
van vier jaar. De regeling was in ieder geval duidelijk van tijdelijke
01.02 Didier Donfut, secrétaire
d'État: Les renseignements que
vous donnez dans le cadre de
votre question ne sont que très
partiellement exacts. Une réforme
du statut du personnel des
institutions européennes a été
adoptée en 2002. Il a été décidé
de réduire, à titre unique, les
30/11/2005
CRIV 51
COM 775
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
aard. In 2005 vond de laatste van de afvloeiingen plaats.
Reglement 1746/2002 dat het vertrek regelt, bepaalt dat de maatregel
enkel ambtenaren betreft die de leeftijd van 55 jaar, niet 50 jaar,
bereikt hebben. Het bepaalt ook duidelijk dat het om een tijdelijke
maatregel gaat die geen enkel budgettair gevolg mag hebben.
Ten tweede, de doelstelling van de maatregel was niet om plaats te
maken voor ambtenaren afkomstig uit de nieuwe lidstaten, maar wel
om de nieuwe basis te creëren voor de inwerkingtreding van het
nieuwe statuut. Geen enkele nationaliteit werd hierbij geviseerd.
Ten derde, de som van 9.000 euro per maand stemt niet overeen met
de vergelijkbaarheid inzake de pensioenen die Europese ambtenaren
met uitvoering van het reglement naar aanleiding van hun
pensionering ontvangen. De som betreft immers een theoretisch
bedrag dat een A3-ambtenaar, de hoogste categorie die in
aanmerking komt voor de afvloeiingsoperatie, met een maximaal
aantal jaar anciënniteit van 35 jaar, bij zijn pensionering zou
ontvangen.
effectifs du personnel de niveau
supérieur durant une période de
quatre ans. Cette mesure, qui
prend fin en 2005, ne doit avoir
aucune conséquence budgétaire
et ne peut concerner que des
fonctionnaires ayant atteint l'âge
de 55 ans. L'objectif est non pas
de céder la place à des
fonctionnaires provenant des
nouveaux États membres mais de
préparer l'entrée en vigueur du
nouveau statut. Aucune nationalité
n'a été visée en particulier. Le
montant de 9.000 euros ne revêt
qu'un caractère théorique, car il ne
s'applique qu'à la catégorie la plus
élevée de fonctionnaires entrant
en ligne de compte pour ce type
de départ, et seulement après une
carrière complète de 35 ans.
01.03 Guido Tastenhoye (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, ik
dank de minister voor zijn antwoord.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Samengevoegde vragen van
- de heer Guido Tastenhoye aan de staatssecretaris voor Europese Zaken, toegevoegd aan de minister
van Buitenlandse Zaken over "de stand van zaken met betrekking tot het opstellen van een
meerjarenbegroting 2007-2013 van de Europese Unie" (nr. 8418)
- mevrouw Camille Dieu aan de staatssecretaris voor Europese Zaken, toegevoegd aan de minister
van Buitenlandse Zaken over "de financiële vooruitzichten van de Europese Unie voor de periode
2007-2013" (nr. 9176)
02 Questions jointes de
- M. Guido Tastenhoye au secrétaire d'État aux Affaires européennes, adjoint au ministre des Affaires
étrangères sur "l'état d'avancement en ce qui concerne l'établissement du budget pluriannuel 2007-
2013 de l'Union européenne " (n° 8418)
- Mme Camille Dieu au secrétaire d'État aux Affaires européennes, adjoint au ministre des Affaires
étrangères sur "les perspectives financières 2007-2013 de l'Union européenne" (n° 9176)
02.01 Camille Dieu (PS): Monsieur le ministre, le lundi 21 novembre
2005, les ministres des Affaires étrangères de l'Union européenne se
sont réunis à Bruxelles, dans le cadre des négociations sur les
perspectives budgétaires 2007-2013.
Plusieurs pays se sont montrés pessimistes quant à l'issue de ces
négociations et aux chances d'aboutir à un accord. A l'époque, les
déclarations de M. Straw laissaient présager que des modifications
seraient apportées par le président actuel, M. Blair, au compromis
intervenu en juin sous la présidence luxembourgeoise. A cet égard,
des difficultés sont déjà survenues en juin entre la Grande-Bretagne
et la France, concernant aussi bien la politique agricole commune
(PAC) que le "rebate", c'est-à-dire le rabais de l'apport financier de la
Grande-Bretagne à l'Europe.
Au moment où j'ai rédigé ma question, on était déjà au courant de ces
02.01 Camille Dieu (PS): Op 21
november 2005 zijn de ministers
van Buitenlandse Zaken van de
Europese Unie bijeengekomen in
het kader van de
onderhandelingen over de
begrotingsvooruitzichten voor
2007-2013.
Verscheidene landen schatten de
kansen om tot een overeenkomt te
komen laag in. In juni waren er al
wrijvingen tussen Groot-Brittannië
en Frankrijk, zowel over het
gemeenschappelijk landbouw-
beleid als over de "rebate", de
CRIV 51
COM 775
30/11/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
faits et j'avais une série de trois questions à ce propos qui restent
d'actualité. En effet, dans les journaux "Le Soir" et "Le Monde" de ce
matin, on a pu lire l'état d'avancement des modifications proposées.
Monsieur le ministre, pouvez-vous nous donner davantage
d'éclaircissements sur ces modifications que voulait apporter M.
Blair? On connaît à présent les propositions chiffrées. Quels étaient
les changements significatifs annoncés?
Il fut suggéré qu'en cas d'échec au Conseil européen des 15 et 16
décembre 2005, les 25 pourraient essayer de trouver un accord au
moins sur l'enveloppe budgétaire des actions structurelles 2007-2013.
Quelle compensation aurait pu être accordée aux nouveaux pays
membres de l'Union, qui risqueraient de ne pas bénéficier des fonds à
partir du 1
er
janvier 2007?
Un report de l'accord sur les perspectives financières entraînerait une
grande instabilité financière pour les collectivités locales et régionales
de l'Union européenne. Une compensation est-elle prévue à cet
égard? Quelle était donc la position de la Belgique en la matière?
Nous savons donc aujourd'hui que la proposition de M. Blair va dans
le sens d'une diminution, de 1,06 à 1,03 par rapport au PIB de l'Union
européenne. Cette diminution importante (10% du budget) porte bien
entendu atteinte à la situation des dix nouveaux Etats membres tout
comme aux anciens Etats membres dans toutes sortes de domaines.
Je dirais donc que la situation est pire que jamais. Comment pouvez-
vous nous éclairer à ce propos et quelle position comptez-vous
défendre?
vermindering van de financiële
bijdrage van Groot-Brittannië.
Welke belangrijke wijzigingen
heeft premier Blair aangekondigd?
Er werd geopperd dat, indien de
Europese Raad van 15 en 16
december niet tot een doorbraak
zou leiden, de 25 zouden kunnen
proberen tot een akkoord te
komen over de
begrotingsmiddelen voor de
structurele maatregelen in de
periode 2007-2013. Welke
compensatie zou de nieuwe
lidstaten kunnen worden
toegekend, die de middelen
waarop ze normaal gezien met
ingang van 1 januari 2007 recht
zouden hebben, dreigen te
mislopen?
Indien het akkoord wordt
uitgesteld, komen de lokale en
regionale overheden in een erg
onzekere financiële situatie
terecht. Is in een compensatie
voorzien? Welk standpunt had
België ingenomen?
De heer Blair stelt een verlaging
van 1,06 naar 1,03 in verhouding
tot het BBP van de Europese Unie
voor, een ingrijpende wijziging
waarbij de lidstaten nadeel
hebben. Kan u ons hier meer
uitleg over geven? Welk standpunt
zal u ter zake verdedigen?
02.02 Guido Tastenhoye (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
mijn vragen gaan uiteraard in dezelfde richting.
Tijdens de bespreking van de meerjarenbegroting 2007-2013 van de
Europese Unie op de Top in juni van dit jaar konden de 25 EU-
lidstaten helaas niet tot een akkoord komen. Problemen waren onder
meer de Britse rebate - de vermindering die Margaret Thatcher in
1984 uit de brand sleepte en die niet meer houdbaar is -, de
landbouwsubsidies voor Frankrijk, het extra geld voor de 10 nieuwe
lidstaten via de structuurfondsen en dit ten nadele van de "rijke" EU-
15, en het percentage van de totale EU-begroting ten opzichte van het
totale bruto nationaal product van de gehele Europese Unie.
Zolang de regeringscrisis in Duitsland duurde, mocht men in dit
dossier geen doorbraak verwachten. Groot-Brittannië zou nu de
ambitie koesteren om het dossier te willen afronden, maar het is de
vraag of dit wel mogelijk zal zijn. Bovendien zal men ook rekening
moeten houden met de wensen van de nieuw aangesloten landen,
02.02
Guido Tastenhoye
(Vlaams Belang): Lors du sommet
européen de juin, aucun accord
n'a pu être obtenu à propos du
budget pluriannuel 2007-2013,
notamment en raison du "rebate"
britannique. La Grande-Bretagne,
qui assure actuellement la
présidence de l'Union, aurait
l'ambition de boucler ce dossier,
mais il devra en tout état de cause
être tenu compte des aspirations
des nouveaux États membres et
de l'adhésion imminente de la
Roumanie et de la Bulgarie.
Quel est l'état d'avancement du
budget pluriannuel? Quels points
30/11/2005
CRIV 51
COM 775
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
alsook met het feit dat binnenkort Roemenië en Bulgarije aansluiten
en dat ook daarvoor in fondsen zal moeten worden voorzien.
Ik heb dan ook volgende vragen. Ten eerste, kan de staatssecretaris
een overzicht geven van de stand van zaken met betrekking tot de
meerjarenbegroting 2007-2013 van de Europese Unie. Ten tweede,
welke zijn de belangrijke aandachtspunten voor België in dit dossier?
retiennent particulièrement
l'attention de la Belgique dans ce
dossier?
02.03 Didier Donfut, secrétaire d'Etat: Monsieur Tastenhoye,
madame Dieu, je peux répondre librement à ces deux questions très
importantes et intéressantes sur l'actualité politique européenne.
Comme vous l'avez rappelé, les négociations sur l'adoption du
budget, tel que proposé par la présidence luxembourgeoise, ont
échoué au mois de juin. Nous verrons si nous pourrons aboutir à un
accord sur une nouvelle proposition déposée par la présidence
britannique au sommet des 15 et 16 décembre prochains.
La presse nous fournit quelques indications. Comme les membres du
parlement, les membres du gouvernement suivent les informations à
travers la presse car, officiellement, techniquement parlant, aucun
document n'a été déposé par la présidence britannique pour ces
réunions relatives à la négociation sur le budget 2007-2013. On nous
annonce un document le 5 décembre, peut-être le 6. Un conclave
informel est prévu le 7 décembre, auquel Karel De Gucht et moi-
même participerons. Nous tenons un Conseil Affaires générales le 12
décembre, préalablement au Conseil européen des 15 et 16
décembre, auquel je me rendrai avec le premier ministre puisque M.
De Gucht est à l'OMC à Hong Kong.
Je partage l'avis de M. Tastenhoye selon lequel il est important que le
parlement soit pleinement informé en temps réel des éléments que
nous recevons sur cette négociation et de ses conséquences pour la
Belgique.
Il ressort des différents Conseils Affaires générales une volonté,
exprimée par tous les Etats, d'obtenir un accord en décembre. En
effet, les anciens pays de l'Union européenne, les Quinze, aiment
avoir un budget en temps et heure pour pouvoir stabiliser l'Union
européenne. Par ailleurs, un accord est également fondamental pour
les dix nouveaux Etats partenaires, ainsi que pour la Roumanie et la
Bulgarie dont l'adhésion est prévue en 2007 et 2008, car ils doivent
commencer la préparation de leur programme dans le cadre des
fonds de cohésion et cela prend beaucoup de temps.
Tout le monde souhaite un compromis en décembre. Quels sont les
problèmes? Il faut se repositionner dans la négociation du mois de
juin où il y a eu un blocage, malgré le travail important accompli par
Jean-Claude Juncker au niveau de la présidence luxembourgeoise,
malgré un compromis sur une proposition luxembourgeoise dont tout
le monde reconnaît aujourd'hui l'intérêt, même certains États qui
avaient dit non en juin. Plusieurs facteurs ont contribué à ce blocage,
notamment la volonté britannique de préserver leur "rebate". Comme
cela a été rappelé, il a été octroyé en 1984 du temps de Mme
Thatcher pour la raison principale que le poids de la politique agricole
commune était immense dans le budget de l'époque. Les
Britanniques qui étaient un contributeur net important n'avaient
pratiquement aucun retour de la politique agricole. Forte de cela,
Mme Thatcher a négocié ce "rebate".
02.03 Staatssecretaris Didier
Donfut: In juni zijn de
onderhandelingen over de door
het Luxemburgs voorzitterschap
voorgestelde begroting
afgeblazen. Wij zullen zien of we
op de top van 15 en 16 december
tot een akkoord over het Brits
voorstel kunnen komen.
De regering volgt de informatie in
de pers vermits officieel geen
enkel document is neergelegd. Op
5 of 6 december zou naar verluidt
een document worden
bekendgemaakt. Op 7 december
volgt een informeel conclaaf. Op
12 december houden wij een raad
Algemene Zaken. Ik deel de
mening van de heer Tastenhoye
dat het Parlement "in real time"
moet worden ingelicht.
Uit de verschillende Raden
Algemene Zaken blijkt dat alle
Staten in december een akkoord
willen bereiken dat voor iedereen
van wezenlijk belang is.
In juni liepen de besprekingen om
verscheidene redenen vast, onder
meer omdat Groot-Brittannië
vasthoudt aan de "rebate" die in
1984 aan dat land werd toegekend
omdat de middelen voor het
gemeenschappelijk landbouw-
beleid destijds een aanzienlijk deel
van de begrotingsmiddelen
uitmaakten en de Britten op
nagenoeg geen return konden
rekenen.
Anderzijds is Groot-Brittannië veel
rijker dan twintig jaar geleden. Het
zou dus vrij logisch zijn dat het
land ermee instemt van die
"rebate" af te zien. In het licht van
het politieke debat dat in Groot-
Brittannië en ook binnen de
Labourpartij woedt, wordt echter
CRIV 51
COM 775
30/11/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
Un nouvel élément dans le débat est la réussite britannique en termes
de richesse, de prospérité. Le Royaume-Uni est devenu un pays bien
plus riche qu'il y a vingt ans. Il serait assez logique, au regard de la
solidarité européenne qui sous-tend les budgets européens, que les
Britanniques consentent à réaliser un "phasing out" pour sortir de ce
"rebate". Aujourd'hui, en raison de l'opinion publique, du débat
politique au Royaume-Uni et même du débat à l'intérieur du Labour
Party entre Brown et Blair, la position adoptée est radicale et rend
cette sortie difficile à envisager.
Que veulent faire les Britanniques par rapport à la dernière "boîte de
négociations" déposée par Juncker? C'est simple: ils veulent diviser
pour régner. Ils ont à peu près tout le monde en face d'eux et ils
essaient de voir comment sortir sans trop de difficultés de cette
négociation. Ce qu'ils proposent aujourd'hui, on le sait par les
ambassadeurs, on le sait à présent par la presse.
Actuellement, M. Blair se trouve dans les pays baltes et, dans 48
heures, il se rendra dans les pays d'ex-Europe de l'Est. Il va leur dire
qu'en ce qui concerne les fonds de cohésion, la rubrique 1B qui leur
était réservée dans la proposition de Juncker est trop importante et
qu'il faut la réduire de 10%.
Il est clair que les fonds de cohésion, les fonds structurels donnent
lieu à un financement de l'Europe, c'est bien le budget européen,
mais il y a en même temps un cofinancement du pays. Et, ce que M.
Blair veut expliquer à tous ces pays, c'est qu'ils n'ont pas la capacité
financière d'assurer le cofinancement des fonds tels qu'ils ont été
fixés dans le cadre de la proposition luxembourgeoise. D'abord, ils
n'ont pas assez de moyens budgétaires. Ensuite, la mise en oeuvre
doit respecter les règles européennes, notamment la règle N+2 qui
impose un délai pour concrétiser un programme de fonds structurels.
Or, ce délai étant tellement court, cette mise en oeuvre leur sera
techniquement et budgétairement impossible à réaliser.
Aujourd'hui, M. Blair va tenter de convaincre les nouveaux partenaires
que, d'une part, leur enveloppe sera réduite de 10% mais que, d'autre
part, les règles de mise en oeuvre des programmes structurels seront
allégées afin qu'ils puissent véritablement dépenser 90%.
Comme l'a dit M. Juncker lors de la réunion belgo-luxembourgeoise
de ce matin et les différents pays réagissent déjà dans la presse
c'est une forme d'humiliation vis-à-vis des nouveaux partenaires: on
leur dit qu'ils ne sont pas capables de payer ou de mettre en oeuvre
leur programme. De plus, en juin, lors de la dernière nuit des
négociations - M. De Gucht, M. Verhofstadt et moi-même étions
présents -, ces pays, conscients du blocage de la part d'un certain
nombre d'autres pays, avaient clairement dit qu'ils étaient prêts à
renoncer à une partie de leur enveloppe. Ils l'ont dit en juin!
Aujourd'hui, les Britanniques utilisent, de manière légèrement
hypocrite et cynique, ce qu'ont affirmé ces nouveaux partenaires
européens pour diminuer leur enveloppe de 10%. Voilà qui est
humiliant!
Peut-être les nouveaux partenaires diront-ils, lors des négociations
des mois prochains, qu'il vaut mieux 90% plutôt qu'un report de
een radicaal standpunt ingenomen
en is het weinig waarschijnlijk dat
van de "rebate" wordt afgezien.
De Britten gaan uit van het
beginsel "verdeel en heers". Ze
staan er nagenoeg alleen voor en
gaan na hoe ze zonder al te veel
kleerscheuren uit de
onderhandelingen kunnen komen.
De heer Blair wil de Baltische
staten en de voormalige
Oostbloklanden ervan overtuigen
dat de cohesiefondsen waarin het
voorstel Juncker voorziet, te
uitgebreid zijn en dat zij
onvoldoende draagkracht hebben
om ze mee te financieren. De heer
Blair zal hen voorstellen om hun
enveloppe met tien procent te
verminderen, maar tegelijkertijd de
toepassingsregels van de
programma's te verlichten, zodat
zij in werkelijkheid negentig
procent kunnen spenderen.
Tijdens de Belgisch-Luxemburgse
vergadering van vanmorgen
noemde de heer Juncker dat een
vernederende behandeling van de
nieuwe lidstaten. Ik kan hem
daarin bijtreden de betrokken
landen hebben trouwens al in de
pers gereageerd.
Bovendien hadden die landen in
juni duidelijk gesteld dat zij bereid
waren om van een gedeelte van
hun enveloppe af te zien. Vandaag
maken de Britten gebruik van die
verbintenis om de enveloppe van
die landen met tien procent terug
te brengen.
Misschien verkiezen de nieuwe
lidstaten een enveloppe van
negentig procent boven enkele
maanden uitstel. Dat argument
wordt door de Britten uitgespeeld.
Tegelijkertijd wordt vooral tussen
Groot-Brittannië en Frankrijk het
debat gevoerd over het belang van
de begrotingsmiddelen voor
landbouw. De Britten willen de
begrotingsmiddelen die voor het
gemeenschappelijk landbouw-
30/11/2005
CRIV 51
COM 775
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
plusieurs mois. C'est sur ce point que les Britanniques jouent!
En même temps, les Britanniques veulent prendre des mesures au
sujet de la politique agricole. Deuxième problème, un débat se
déroule principalement entre les Britanniques et les Français sur le
poids budgétaire de la politique agricole. Les Britanniques veulent
donc trouver des modifications dans les budgets de la PAC en
ventilant certains crédits dans des politiques de développement et
ainsi diminuer l'impact budgétaire de la PAC.
Selon la proposition de la cinquième "boîte de négociations" de
Juncker, le montant global s'élevait à 1,056% du budget. Les
Britanniques désirent maintenant qu'il s'élève à 1,03%. Et Juncker
nous disait ce matin que, tout compte fait, les Britanniques visaient un
rabais à 1,02%. N'oublions pas que leur objectif de départ n'était pas
un budget de 1,24% comme la Commission le proposait, ni de 1,16%
comme la Belgique l'a proposé à un certain moment. Les six pays les
plus durs prônaient 1% du budget de l'UE! Progressivement, nous
nous acheminons vers ce 1%, ce qui est un élément politique majeur
pour que les Pays-Bas, la Suède, la Grande-Bretagne acceptent le
budget 2007-2013.
Donc, la stratégie est de réduire le budget. Mais il ne faudra parier à
ce sujet que si, demain, dans les derniers jours, les nouveaux
partenaires acceptent la réduction de 10% du volet 1B. En effet, il
convient de garder à l'esprit que si nous pouvons peut-être accepter
une réduction de 10%, ce qui vaut pour nous vaut également pour les
autres.
A cet égard, l'impact sera inévitable au niveau de la Belgique, très
attachée au volet 1A, qui concerne tous les fonds relatifs à Lisbonne:
la recherche, le développement, la technologie, la formation, etc.
Parallèlement à cela, la Flandre, Bruxelles et la Wallonie sont
intéressées aussi par le volet 1B et les fonds de cohésion, puisque
l'Objectif 2 concerne la Flandre et Bruxelles, et l'Objectif 1, le Hainaut!
Aussi, à un moment donné de la négociation, il pourrait en résulter
une discussion, au cours de laquelle on nous demandera si nous
approuvons la proposition britannique, entraînant une réduction
relativement importante (10, 15 ou 20%) des fonds de cohésion pour
les anciens partenaires, car, au départ, les six pays prônant un
prélèvement de 1% du budget estimaient que les fonds de cohésion
ne devaient plus aller aux anciens partenaires de l'Union européenne
mais devaient être réservés aux nouveaux. Nous verrons!
Mais il est fort possible que nous soyons les seuls à maintenir cette
position. L'Italie aura sans doute comme nous un intérêt à s'opposer
mais dans le retour que le budget européen procure à la Belgique, on
peut être relativement isolés dans les négociations.
Que se passerait-il en l'absence d'accord? D'abord, certains pays ont
déjà fait des remarques sur la méthode utilisée par les Britanniques
Karel De Gucht a été très clair à ce sujet au Conseil Affaires
générales de la semaine dernière. En effet, nous sommes aujourd'hui
le 30 novembre et nous n'avons encore eu aucune réunion politique
bilatérale entre la présidence britannique et le gouvernement belge. Et
ce qui est vrai pour la Belgique l'est pour pratiquement tous les États.
Les Britanniques ne font pas comme les Luxembourgeois des
beleid bestemd zijn wijzigen en
bepaalde kredieten in een aantal
domeinen van het
ontwikkelingsbeleid onderbrengen,
zodat het gewicht van het
gemeenschappelijk landbouw-
beleid op de begroting afneemt.
Volgens het voorstel van de vijfde
onderhandelingsbox van Juncker
zou het totale bedrag van de
middelen voor landbouw 1,056
procent van de begroting
vertegenwoordigen. De Britten
pleiten voor 1,03 procent. Deze
ochtend zei Juncker ons dat ze tot
1,02 procent willen gaan. De zes
landen van de harde lijn willen de
middelen voor het
gemeenschappelijk landbouw-
beleid tot 1 procent van de EU-
begroting beperken. We gaan
geleidelijk naar 1 procent en de
strategie is dus op een inkrimping
van de begrotingsmiddelen
gericht.
Indien de nieuwkomers echter de
vermindering met 10 procent van
hun begroting aanvaarden, zullen
ze willen dat in alle lidstaten
dezelfde spelregels worden
nageleefd. Dat zal onvermijdelijk
gevolgen hebben voor ons land,
dat erg gehecht is aan de fondsen
in het kader van de strategie van
Lissabon en aan de
cohesiefondsen. Het Britse
voorstel zou voor de andere
partners tot een vrij belangrijke
inkrimping van de cohesiefondsen
kunnen leiden.
Het is dus best mogelijk dat wij als
enig land bij dit standpunt blijven.
Bepaalde landen hebben al
opmerkingen gemaakt over de
door de Britten gebruikte
werkwijze. Karel De Gucht is
daarover zeer duidelijk geweest. In
tegenstelling tot de Luxemburgers
voeren de Britten niet voortdurend
bilaterale besprekingen. In de
laatste 48 of 72 uren zullen zij een
voorstel indienen om te proberen
iedereen voor het blok te zetten.
Als bepaalde staten dan van
CRIV 51
COM 775
30/11/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
bilatérales en permanence on a vu Juncker je ne sais combien de
fois pendant le premier semestre. En fait, ils amènent tout le monde
dans la dernière ligne droite et ils déposeront ensuite une proposition
dans les dernières 48 ou 72 heures pour essayer de mettre tout le
monde au pied du mur.
C'est un problème pour nous. Si jamais certains États, comme peut-
être le Luxembourg, estimaient cette méthode de négociation
inacceptable et la rejettaient, cela repartirait sous la responsabilité de
la présidence autrichienne. Je suis allé voir les Autrichiens il y a un
mois et demi pour discuter de la possibilité qu'ils doivent assumer au
printemps la négociation sur le budget 2007-2013. Ils s'y préparent. Si
Blair voit qu'il ne pourra pas se sortir de la négociation sans qu'on y
touche au "rebate" et qu'il est mis en difficulté par rapport à son
opinion publique, il risque de reporter le problème vers les
Autrichiens.
Si jamais il n'y avait aucune solution, on sortirait à ce moment-là de
l'accord interinstitutionnel qui a mis en chantier cette programmation
budgétaire de plusieurs années et on reviendrait à un budget annuel
négocié en phase avec le Parlement européen. On sait combien il
était déjà difficile d'établir un budget chaque année au niveau
européen quand nous étions neuf ou douze États: s'il faut établir ce
budget à vingt-cinq ou vingt-sept pays, vous pouvez imaginer la
difficulté politique devant laquelle nous allons nous trouver.
Monsieur le président, je reste à votre disposition pour continuer à
vous informer en temps réel des négociations. Ce ne sera pas facile
car il est fort à parier, malheureusement, comme je vous l'ai dit, que
nous soyons informés au tout dernier moment des propositions
écrites officielles des Britanniques. Cela va donc se jouer pendant
deux jours ou deux nuits au cours d'une négociation au finish. Tant
que faire se peut, j'essaierai de venir devant le parlement pour
l'informer des éléments en notre possession.
mening zijn dat deze
onderhandelingsmethode onaan-
vaardbaar is, zal de
onderhandeling tot het Oostenrijks
voorzitterschap moeten uitgesteld
worden.
Als Blair vaststelt dat hij niet uit de
onderhandeling kan geraken
zonder dat aan de "rebate" wordt
gesleuteld en dat hij in een
moeilijk parket dreigt terecht te
komen ten aanzien van zijn
publieke opinie, zal hij
waarschijnlijk proberen het
probleem door te schuiven naar
het Oostenrijks voorzitterschap.
Bij gebrek aan oplossing zou
worden teruggekeerd naar een
jaarlijkse begroting die in
samenspraak met het Europees
Parlement wordt onderhandeld. U
kunt zich heel gemakkelijk
voorstellen met welke politieke
moeilijkheden wij dan te kampen
zouden hebben.
Spijtig genoeg zullen wij
hoogstwaarschijnlijk op het
allerlaatste ogenblik worden
ingelicht over de officiële
voorstellen van de Britten. In de
mate van het mogelijke zal ik
echter trachten het Parlement op
de hoogte te houden.
02.04 Camille Dieu (PS): Monsieur le président, je remercie le
ministre pour sa réponse pédagogique. Je le remercie également de
bien vouloir revenir nous informer.
Finalement, à l'entendre, on ne sait pas ce qui est mieux car M. Blair
aurait dit qu'en 2013, il serait prêt à discuter d'un "rebate" pour lui
mais à condition qu'on revoie la politique agricole commune, ce qui
fâche déjà la France. Et si cela fâche la France, peut-être qu'il n'y
aura pas de décision réelle à prendre le 15 décembre.
Mais il semble quand même que l'Autriche soit plus favorable à nos
thèses que les Britanniques aujourd'hui. Même s'il est difficile d'établir
un budget dans ces conditions, il serait peut-être mieux pour nous
que l'on discute des budgets de 2007 à 2013 sous la présidence
autrichienne au printemps.
02.04 Camille Dieu (PS): De
heer Blair zou gezegd hebben dat
hij in 2013 bereid zou zijn over de
"rebate" te praten op voorwaarde
echter dat het GLB wordt herzien,
zodat Frankrijk al ontstemd is.
Misschien wordt er op 15
december niet echt beslist.
Het ziet ernaar uit dat Oostenrijk
ons standpunt meer genegen is.
Ook al is het in deze
omstandigheden moeilijk om een
begroting op te stellen, zou het
voor ons wellicht beter zijn dat de
begrotingen 2007-2013 onder het
Oostenrijks voorzitterschap
worden besproken.
02.05 Guido Tastenhoye (Vlaams Belang): Mijnheer de
staatssecretaris, ik dank u voor uw uitvoerige uitleg.
02.05
Guido Tastenhoye
(Vlaams Belang): Notre constat
30/11/2005
CRIV 51
COM 775
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
Wat mij evenwel verontrust is dat er vandaag, 30 november, nog
steeds geen voorstellen zijn ingediend en dat er zelfs nog geen
bilaterale gesprekken zijn geweest zoals u zelf hebt gezegd. Wat is de
strategie van de Britten? Spelen zij op het verrassingseffect? Willen
zij de laatste 48 uur met een voorstel komen en dan iedereen het mes
op de keel zetten, bij wijze van spreken? Het is mogelijk.
Ik hoop alleen dat het geen nachtwerk en geen geknoei wordt, maar
dat het een degelijk en doordacht werkstuk wordt en dat er degelijke
beslissingen worden genomen die rechtvaardig zijn voor alle landen
en die ook de evolutie tot 2013 met de nieuwe gegevens die erbij
komen, kan doorstaan. Wij hopen dat de Belgische regering op deze
manier ook haar steentje zal bijdragen.
est simple: à ce jour, aucune
proposition n'a été formulée et
aucun entretien bilatéral n'a
démarré. Quelle stratégie les
Britanniques souhaitent-ils mettre
en oeuvre? Attendent-ils les
derniers jours pour imposer une
proposition-surprise? Le travail
mal ficelé ne sert les intérêts de
personne. Une décision correcte,
juste et réaliste doit être prise.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
03 Question de Mme Camille Dieu au secrétaire d'État aux Affaires européennes, adjoint au ministre
des Affaires étrangères sur "la communication de la Commission européenne sur la stratégie pour la
simplification de la réglementation" (n° 9003)
03 Vraag van mevrouw Camille Dieu aan de staatssecretaris voor Europese Zaken, toegevoegd aan de
minister van Buitenlandse Zaken over "de mededeling van de Europese Commissie over de strategie
ter vereenvoudiging van de reglementering" (nr. 9003)
03.01 Camille Dieu (PS): Monsieur le président, monsieur le
ministre, la Commission européenne vient d'annoncer qu'elle
entendait retirer du circuit législatif européen de nombreuses
propositions de directive et de règlement qu'elle jugeait soit obsolètes,
soit coincées par la mécanique communautaire, soit encore nuisibles
à la compétitivité des entreprises.
La Commission annonce par ailleurs qu'elle souhaite procéder à un
passage en revue, un screening des propositions pendantes - en vue
d'un éventuel retrait -, de même qu'à un exercice de "simplification"
de l'acquis communautaire sur une base régulière.
Pour nous, il s'agit d'un signal inquiétant dans la mesure où cet
exercice s'apparente de plus en plus à un processus de dérégulation
de l'Union européenne qui s'exerce souvent sans consultation
préalable du Parlement européen et du Conseil.
La Commission, tout en s'abstenant d'initiatives législatives
significatives ces derniers temps, estime que toute règle européenne
ou nationale est susceptible d'affecter l'activité économique de tout
citoyen ou entreprise de l'Union, et souhaite donc impliquer les Etats
dans cet exercice de "simplification" et d'"abstention" réglementaire,
c'est-à-dire de dérégulation.
Cette pratique nous apparaît dangereuse et il nous semble urgent de
réagir. En effet, certains impératifs d'intérêt général, tels que la santé,
la sécurité, la protection des travailleurs et des consommateurs ou
encore la protection de l'environnement, ne devraient pas être
considérés comme de secondes priorités, derrière la compétitivité;
c'est d'ailleurs ce langage que nous tenons depuis longtemps dans
notre groupe. Ils ne peuvent dans certains cas être rencontrés de
manière efficace que par la réglementation, que ce soit au niveau
national ou au niveau communautaire.
03.01 Camille Dieu (PS): De
Europese Commissie kondigt aan
dat zij tal van voorstellen van
richtlijnen en verordeningen uit het
wetgevend circuit wil terugtrekken
omdat zij vindt dat zij verouderd
zijn, dat zij in het communautaire
raderwerk verstrikt zitten of dat zij
de concurrentiekracht van de
ondernemingen aantasten. Voorts
kondigt de Commissie aan dat zij
alle hangende voorstellen wil
overlopen om ze eventueel in te
trekken.
Die operatie heeft veel weg van
een deregulering van de Europese
Unie, die vaak zonder
voorafgaande raadpleging van het
Europees Parlement en van de
Raad gebeurt.
Alhoewel de Commissie geen
belangrijk wetgevend initiatief
neemt, is zij van oordeel dat elk
Europees of nationaal voorschrift
het economisch bedrijf kan
beïnvloeden en wenst zij dan ook
de lidstaten bij dat
vereenvoudigings- en
dereguleringsproces te betrekken.
Die praktijk is ons inziens
CRIV 51
COM 775
30/11/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
L'amélioration de l'environnement communautaire ne peut que
bénéficier tant aux opérateurs économiques qu'aux citoyens et aux
autorités; c'est une question de stabilité prévisible. Mais cette
amélioration ne peut s'identifier à une pure simplification quantitative
ni se faire au détriment de l'intérêt général.
Monsieur le ministre, pouvez-vous nous préciser la position de la
Belgique vis-à-vis de cette situation?
Comment nous préparons-nous à défendre la capacité de régulation
des Etats membres?
gevaarlijk. Wij zijn immers de
mening toegedaan dat bepaalde
voorschriften van algemeen nut
niet als tweederangs prioriteiten,
na de concurrentiekracht, kunnen
worden beschouwd.
Wat is het standpunt van België
ter zake? Hoe bereiden wij ons
voor op het verdedigen van het
regulerend vermogen van de
lidstaten?
03.02 Didier Donfut, secrétaire d'Etat: Monsieur le président,
madame Dieu, je tiens tout d'abord à vous remercier pour votre
question qui évoque une situation qui préoccupe énormément le
gouvernement.
Il est incontestable qu'il reste possible et souhaitable d'améliorer
l'environnement réglementaire en Europe et en Belgique c'est
d'ailleurs ce à quoi s'emploie notre gouvernement et en particulier le
secrétaire d'Etat à la Simplification administrative et de travailler à
plus de clarté, de simplicité, d'efficacité et de prévisibilité. Il en va de
l'intérêt de tous. On a d'ailleurs pu voir proliférer tant chez nous qu'au
niveau européen des initiatives allant dans ce sens.
Cependant, qu'il faille simplifier autant que possible la réglementation,
tenir compte des charges, notamment administratives et financières,
qu'elle peut impliquer et évaluer soigneusement ses impacts
potentiels, ne doit pas servir d'alibi à des tentatives de dérégulation et
de mise en cause du principe même de la réglementation ou de ses
objectifs légitimes.
La Belgique a maintes fois rappelé ce message dans le cadre des
discussions sur l'amélioration de l'environnement réglementaire en
insistant pour que l'acquis communautaire soit préservé, que la
Commission exerce résolument son rôle moteur et que, tant dans la
décision de réglementer ou de ne pas le faire que dans les modalités
de cet exercice, une fois les décisions prises, ce soit l'ensemble des
considérations économiques, sociales et environnementales, qui
guide l'action.
En effet, c'est l'intérêt général qui doit être au centre du processus
réglementaire avec, comme objectif, la compétitivité, la santé, la
sécurité physique, matérielle et juridique des travailleurs, des
consommateurs et des citoyens.
Cette protection contre les aléas économiques, sociaux et
environnementaux, c'est ce que le citoyen attend, que ce soit du
niveau communautaire, car c'est souvent devenu le niveau pertinent
et efficace, ou du niveau national lorsqu'il est le plus approprié ou en
cas d'inertie communautaire. Et la réponse qu'il recevra conditionnera
dans une très large mesure son adhésion à l'idéal de la construction
européenne. Rien ne serait plus dangereux pour l'opinion publique
que le spectacle de l'Union et de ses Etats membres se renvoyant la
balle en cas de désastre, ou un discours qui reviendrait à dire: "Nous
n'avons rien pu faire parce que l'Union ou les Etats membres ne le
permettent pas".
03.02 Staatssecretaris Didier
Donfut: De regering maakt zich
grote zorgen over die situatie. Het
is ontegensprekelijk mogelijk en
wenselijk om de regelgeving te
vereenvoudigen, maar dat mag
niet dienen als voorwendsel voor
pogingen om tot een deregulering
te komen en het principe van de
regelgeving of haar legitieme
doelstellingen ter discussie te
stellen.
Het algemeen belang moet
centraal staan in het regelgevend
proces, met als doelstellingen de
concurrentiekracht, de
gezondheid, de fysieke, materiële
en juridische veiligheid van de
werknemers, de consumenten en
de burgers. De burger wil worden
beschermd tegen de
economische, sociale en
bestuurlijke wisselvalligheden. Er
is niets gevaarlijkers dan een
situatie waarbij de Unie of de
lidstaten elkaar de schuld geven
wanneer de zaken verkeerd lopen.
Het is in dat licht dat men het
debat over de subsidiariteit moet
bekijken, en niet in de zin van een
minimalistische visie inzake
Europa die sommigen aanhangen.
Dat is de reden waarom de
legitimiteit van de regelgeving,
zowel op Europees als op
nationaal vlak, moet worden
verdedigd.
Ik heb vorige week in Den Haag
aan een Europese vergadering
over de subsidiariteit deelgenomen
en ik heb de indruk dat sommige
Angelsaksische landen en onze
30/11/2005
CRIV 51
COM 775
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
C'est à cette lumière qu'il faut comprendre le débat sur la subsidiarité
et non dans le sens, comme certains le voudraient, d'une vision
minimaliste de l'Europe. C'est pourquoi, il convient de défendre la
légitimité de la réglementation, que ce soit au niveau national ou
communautaire.
Ce fut le cas, pour donner des exemples récents, à l'occasion de la
transposition belge de la directive sur les services dans le marché
intérieur, ou du souhait de notre pays de ne pas voir abandonnée la
discussion sur la société mutuelle européenne et l'association
européenne.
Par ailleurs, j'ai eu l'occasion de me rendre à La Haye la semaine
dernière à une réunion européenne sur la subsidiarité. J'ai le
sentiment que certains pays anglo-saxons, mais aussi nos amis
hollandais, veulent sous ce même prétexte de "better regulation",
revenir sur la subsidiarité en essayant de retirer de l'Europe une série
de compétences. Comment? En supprimant des directives et en
ramenant le débat à l'échelle nationale pour anéantir la dynamique
européenne.
Concrètement, il ressort de cette réunion de La Haye que les
Britanniques et les Hollandais veulent retirer du Traité constitutionnel
la possibilité donnée aux parlements nationaux à l'initiative d'un tiers
des Etats d'alerter la Commission, dans le cadre de la subsidiarité,
d'un "excès d'Europe" dans la législation. Ils veulent pouvoir appliquer
cette mesure maintenant. Néanmoins, ils oublient qu'un des contre-
poids de cette possibilité, donnée aux parlements nationaux dans le
traité, est, par exemple, l'extension de la codécision du parlement
européen à un nombre plus élevé de matières. Aujourd'hui, le traité
constitue un équilibre permanent entre des thèses
intergouvernementales prônées par certains Etats et des thèses pro-
européennes, défendues par la Belgique depuis longtemps.
Derrière cette notion de "better regulation", on constate donc une
offensive en matière de subsidiarité. On assiste à une stratégie, une
tactique de démantèlement des compétences européennes qui
permettent de trouver des solutions. Pour être très clair, je tiens à
préciser que la Belgique a pris position sur ce point. Nous estimons
que la subsidiarité consiste avant tout à définir la meilleure décision à
prendre, au meilleur niveau. Il se peut que, parfois, cela signifie
donner plus de responsabilité à l'échelon national, l'échelon sous-
régional, voire l'échelon communal. En revanche, on admet qu'il
faudrait plus d'Europe dans un plus grand nombre de compétences.
Pour illustrer mes propos, je citerais notamment le sommet de
Hampton Court, durant lequel on a évoqué le problème de l'énergie.
On se rend compte que les Etats seuls ne sont absolument plus
capables de faire face à la problématique de l'énergie dans un
marché complètement libéralisé par des directives européennes
relativement importantes. Et par exemple, il y a lieu, dans certains
cas, de continuer à prendre des compétences à l'échelle nationale et
les porter, afin qu'elles soient mieux gérées, à l'échelon européen.
Nederlandse vrienden de
subsidiariteit ter discussie willen
stellen door richtlijnen af te
schaffen en het debat tot het
nationale niveau te verengen
teneinde de Europese dynamiek te
ondergraven.
De Britten en de Nederlanders
willen de mogelijkheid die aan de
nationale parlementen wordt
geboden om op initiatief van één
derde van de lidstaten, de
Commissie op een "teveel aan
Europa" in de wetgeving te wijzen,
uit het Grondwettelijk Verdrag
lichten. Zij willen die bepaling nu
kunnen toepassen. Zij vergeten
dat een van de tegenwichten van
die mogelijkheid die aan de
nationale parlementen wordt
geboden, bijvoorbeeld de
uitbreiding van het
medebeslissingsrecht van het
Europees Parlement in een groter
aantal aangelegenheden is.
Vandaag vormt het Verdrag een
evenwicht tussen de
intergouvernementele en de pro-
Europese theses.
België is de mening toegedaan dat
de subsidiariteit er in de eerste
plaats in bestaat te bepalen welke
beslissing het best kan worden
genomen, op het meest geschikte
niveau. Ik verwijs met name naar
de top van Hampton Court, tijdens
welke het energieprobleem werd
besproken.
De lidstaten alleen zijn niet meer
bij machte om de
energieproblemen in een volledig
geliberaliseerde markt aan te
pakken. In sommige gevallen
moet men bevoegdheden van het
nationale niveau naar het
Europese niveau blijven
overhevelen.
03.03 Camille Dieu (PS): Monsieur le président, nous partageons la
position que vient de défendre le ministre au nom du gouvernement.
Nous sommes évidemment favorables au principe de subsidiarité;
03.03 Camille Dieu (PS): Wij zijn
voorstander van het
subsidiariteitsbeginsel, maar ook
CRIV 51
COM 775
30/11/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
nous l'avons déjà exprimé au parlement et je me souviens d'ailleurs
de l'avoir défendu en séance plénière.
Mais, dans le même temps, nous sommes aussi pour la construction
européenne. Donc, il faut évidemment trouver un équilibre à cet égard
car on ne peut vouloir à la fois une Europe économique, sociale,
environnementale et de la défense sans souhaiter une Europe
politique qui prendra les décisions. Monsieur le ministre, je pense que
vous avez raison de dire que cet équilibre peut être trouvé par une
réglementation claire, qui ne peut pas être démantelée aussi
aisément. Il y va de la protection des travailleurs et des
consommateurs.
Ce genre de choses mériterait un véritable débat en commission, et
pas seulement un jeu de questions-réponses. Je crois qu'il serait
intéressant que l'on puisse mettre cela à l'ordre du jour de la
commission.
van de Europese eenwording. Men
kan geen voorstander zijn van
eengemaakt Europa op
economisch, sociaal en milieuvlak
en inzake defensie zonder een
politiek Europa na te streven dat
beslissingen neemt. En dat
evenwicht kan inderdaad worden
bereikt dank zij een duidelijke
regelgeving, die niet makkelijk kan
worden ontmanteld.
Het ware interessant om dat debat
op de agenda van de commissie
te plaatsen.
Le président: Merci, madame Dieu, c'est une bonne suggestion.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
La discussion des questions et interpellations se termine à 15.41 heures.
De bespreking van de vragen en interpellaties eindigt om 15.41 uur.