CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 760
CRIV 51 COM 760
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DE L
'I
NTÉRIEUR
,
DES
A
FFAIRES
GÉNÉRALES ET DE LA
F
ONCTION PUBLIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
B
INNENLANDSE
Z
AKEN
,
DE ALGEMENE
Z
AKEN EN HET
O
PENBAAR
A
MBT
mercredi
woensdag
23-11-2005
23-11-2005
Après-midi
Namiddag
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu inté-
gral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit des
interventions ; les annexes se trouvent dans une brochure
séparée (PLEN: couverture blanche; COM: couverture
saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken; de
bijlagen zijn in een aparte brochure opgenomen
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
Plenum
COM
réunion de commission
COM
Commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 760
23/11/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i
SOMMAIRE
INHOUD
Question de Mme Muriel Gerkens au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "le suivi de la
pollution de la Meuse par des rejets de la centrale
nucléaire de Chooz en août 2004" (n° 8842)
1
Vraag van mevrouw Muriel Gerkens aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de follow-up van de vervuiling van de
Maas door lozingen van de kerncentrale van
Chooz in augustus 2004" (nr. 8842)
1
Orateurs: Muriel Gerkens, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Muriel Gerkens, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de Mme Inga Verhaert au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "l'application
par la Belgique du règlement européen 1683/95
établissant un modèle type de visa" (n° 8906)
4
Vraag van mevrouw Inga Verhaert aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de toepassing door België van de
Europese Verordening 1683/95 betreffende de
invoering van een uniform visummodel" (nr. 8906)
3
Orateurs: Inga Verhaert, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Inga Verhaert, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de M. Eric Massin au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "les pluies
abondantes du 29 juin 2005" (n° 8919)
6
Vraag van de heer Eric Massin aan de vice-eerste
minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"de overvloedige regenval van 29 juni 2005"
(nr. 8919)
6
Orateurs: Eric Massin, Patrick Dewael, vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Eric Massin, Patrick Dewael, vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken
Question de Mme Marie Nagy au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "le souhait de
ressortissants du Cachemire installés en Belgique
de venir en aide à leur famille touchée par le
tremblement de terre" (n° 8928)
7
Vraag van mevrouw Marie Nagy aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de wens van in ons land verblijvende
inwoners van Kasjmir om hun door de aardbeving
getroffen familie te helpen" (nr. 8928)
7
Orateurs: Marie Nagy, Patrick Dewael, vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Marie Nagy, Patrick Dewael, vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken
Question de M. Mark Verhaegen au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "les contrôles
routiers axés sur la consommation de drogue"
(n° 9106)
8
Vraag van de heer Mark Verhaegen aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de verkeerscontroles op druggebruik"
(nr. 9106)
8
Orateurs: Mark Verhaegen, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Mark Verhaegen, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de M. Koen T'Sijen au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "la protection
contre l'incendie dans les centres fermés et au
centre INAD" (n° 9110)
11
Vraag van de heer Koen T'Sijen aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de brandveiligheid in de gesloten
centra en het INAD-centrum" (nr. 9110)
11
Orateurs: Koen T'Sijen, Patrick Dewael, vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Koen T'Sijen, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de M. Dirk Claes au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "le lancement
de Securail" (n° 8896)
13
Vraag van de heer Dirk Claes aan de vice-eerste
minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"de opstart van Securail" (nr. 8896)
13
Orateurs: Dirk Claes, Patrick Dewael, vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Dirk Claes, Patrick Dewael, vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken
Question de M. Dirk Claes au vice-premier 15
Vraag van de heer Dirk Claes aan de vice-eerste 15
23/11/2005
CRIV 51
COM 760
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
ministre et ministre de l'Intérieur sur "le lancement
du CIC du Brabant flamand" (n° 9029)
minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"de opstart van het CIC Vlaams-Brabant"
(nr. 9029)
Orateurs: Dirk Claes, Patrick Dewael, vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Dirk Claes, Patrick Dewael, vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken
CRIV 51
COM 760
23/11/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DE L'INTÉRIEUR,
DES AFFAIRES GÉNÉRALES ET
DE LA FONCTION PUBLIQUE
COMMISSIE VOOR DE
BINNENLANDSE ZAKEN, DE
ALGEMENE ZAKEN EN HET
OPENBAAR AMBT
du
MERCREDI
23
NOVEMBRE
2005
Après-midi
______
van
WOENSDAG
23
NOVEMBER
2005
Namiddag
______
De vergadering wordt geopend om 16.24 uur door de heer Dirk Claes, voorzitter.
La séance est ouverte à 16.24 heures par M. Dirk Claes, président.
De voorzitter: De antwoorden op vraag 8838 van mevrouw Lanjri, vraag 8937 van mevrouw Van der
Auwera en vraag 9059 van mevrouw Lanjri werden schriftelijk bezorgd aan de betrokken parlementsleden
voor wie dit voldoende is.
01 Question de Mme Muriel Gerkens au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le suivi de
la pollution de la Meuse par des rejets de la centrale nucléaire de Chooz en août 2004" (n° 8842)
01 Vraag van mevrouw Muriel Gerkens aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de follow-up van de vervuiling van de Maas door lozingen van de kerncentrale van Chooz
in augustus 2004" (nr. 8842)
01.01 Muriel Gerkens (ECOLO): Monsieur le président, monsieur le
ministre, en réponse à ma question écrite du 23 juin dernier, vous
reconnaissiez qu'il y a bien eu une concentration de tritium dans les
eaux de la Meuse suite à des rejets de la centrale nucléaire de
Chooz.
Ma question aujourd'hui a pour but d'obtenir des éléments
d'information supplémentaires. En effet, du 26 au 28 août 2004 une
augmentation de tritium dans les eaux de la Meuse a bien été
constatée. Le taux atteint dépassait celui figurant dans les accords
conclus entre la Belgique et la France. En effet, la limite autorisée est
de 80 becquerels par litre (Bq/l) alors que, durant cette période, on
avait atteint 130 Bq/l, niveau à partir duquel l'Union européenne
demande que des études soient effectuées en matière de santé.
Dans votre réponse, vous stipuliez et c'est heureux - que l'eau de la
Meuse avait été diluée après Dinant grâce au confluent de la Lesse,
faisant ainsi retomber les taux de tritium. C'est ainsi que l'eau arrivée
dans les robinets bruxellois n'avait pas un taux excessif de tritium.
Néanmoins, votre réponse contient quelques éléments inquiétants.
Ainsi, cette concentration a été constatée du 26 au 28 août. Toutefois,
c'est seulement le 2 septembre que les services français préviennent
l'Agence fédérale de contrôle nucléaire, qui prévient à son tour l'IRE
et la CIBE-Bruxelles. Vous expliquiez que c'était sans doute dû à un
changement de personnel à la centrale de Chooz et vous continuiez
en disant que cette problématique était inscrite à l'ordre du jour des
réunions franco-belges des autorités de sûreté nucléaire, pour suivi.
01.01 Muriel Gerkens (ECOLO):
In antwoord op mijn schriftelijke
vraag nr. 664 van 23 juni
jongstleden, stelde u dat van 26 tot
28 augustus 2004 het
tritiumgehalte in de Maas ten
gevolge van lozingen van
afvalwater van de centrale van
Chooz inderdaad zodanig hoog
was dat de grenswaarden werden
overschreden. U preciseerde dat
het water van de Maas na Dinant
werd gemengd: dank zij de
samenvloeiiing met de Lesse werd
er geen vervuild water
geconsumeerd.
Uw antwoord bevat echter
onrustwekkende elementen.
Het systeem voor de uitwisseling
van informatie, waarin de
Belgisch-Franse akkoorden met
betrekking tot de centrale van
Chooz voorzien, heeft blijkbaar
niet goed gewerkt wegens een
personeelswissel in de centrale
van Chooz. Pas op 2 september
23/11/2005
CRIV 51
COM 760
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
Des dispositions ont-elles été envisagées au cours de ces réunions
afin que ce genre de problème ne se reproduise plus?
Par ailleurs, vous dites également que le tritium est un émetteur bêta,
qu'il n'est donc pas détectable par le système Télérad et qu'il faut
donc se baser sur les échantillons prélevés et analysés de manière
hebdomadaire comme c'est le cas à Heer Agimont. Cependant, on a
constaté que l'analyse de ces échantillons n'avait pu être
communiquée que le 6 septembre, notamment à la CIBE, donc
encore après que les autorités françaises aient signalé le problème.
Monsieur le ministre, ne faudrait-il pas imaginer un système d'analyse
des échantillons plus performant que celui qui existe actuellement?
En effet, si la dilution n'avait pas été suffisante, l'eau contaminée se
serait retrouvée dans les verres bruxellois sans que personne ne s'en
soit rendu compte. Je rappelle que notre système n'a pas pu corriger
l'erreur française.
werden het IRE en de BIWM van
die anomalie op de hoogte
gebracht. U stelde dat de "follow-
up" van die disfunctie "op de
agenda stond" van de vergadering
van de Belgische en Franse
autoriteiten. Hoe zit het daarmee?
De resultaten van de Belgische
metingen waren pas op 6
september beschikbaar. Zou men
geen werk moeten maken van een
efficiënter analysesysteem?
01.02 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, chère
collègue, avant de répondre aux deux questions posées, je vous
renvoie à la réponse très détaillée que j'ai donnée à votre question
écrite du 23 juin dernier.
Quelques clarifications préalables me semblent nécessaires. Les
niveaux maximums rejetés ont été de 130 becquerels par litre en aval
de Chooz en France et cette valeur ne pouvait entraîner un problème
de radioprotection et donc de santé des populations. La diminution de
la concentration en tritium par un facteur deux, grâce à la dilution de
la contamination dans l'eau de la Meuse par le débit supplémentaire
de la Lesse, n'est pas tellement importante en termes de
radioprotection.
Il convient également de remarquer que le niveau de 100 becquerels
par litre constitue une valeur paramétrique ponctuellement
dépassable de la directive européenne 98/83/CE relative à la qualité
des eaux destinées à la consommation humaine. En cas de
dépassement, l'Etat membre doit tout mettre en oeuvre pour éviter
tout problème de santé pour les consommateurs. Enfin, cette norme
de 100 becquerels par litre est particulièrement conservatrice d'un
point de vue de radioprotection.
L'Organisation Mondiale de la Santé (OMS) indique, dans sa
recommandation de 1993, un seuil de presque 8.000 becquerels par
litre comme concentration maximum pour l'eau potable.
Enfin, il ne faut pas confondre un programme de surveillance
radiologique du territoire avec un système d'alerte rapide comme l'est
le réseau Télérad pour les émetteurs gamma éventuellement
présents dans les eaux de surface. La finalité du programme de
surveillance radiologique du territoire, qui repose sur une obligation
légale nationale, européenne et internationale, est de vérifier en
routine et a posteriori la bonne qualité radiologique de l'ensemble de
l'environnement. Cela repose sur des campagnes d'échantillonnages
qui conduisent à une préparation parfois longue des échantillons
avant l'obtention des mesures de radioactivité.
Cela dit, voici les réponses aux questions posées.
01.02 Minister Patrick Dewael:
Aan mijn antwoord op uw
schriftelijke vraag van 23 juni kan
ik toevoegen dat de waarde van
130 becquerel per liter die
stroomafwaarts van Chooz werd
gemeten, geen problemen op het
stuk van de stralingsbescherming
kon meebrengen. De norm van
100 becquerel per liter is uiterst
conservatief opgevat, vermits de
WGO 8.000 becquerel per liter
vooropstelt. Een programma voor
radiologisch toezicht controleert de
kwaliteit van het leefmilieu op een
routineuze manier en a posteriori,
in tegenstelling tot een snel
alarmsysteem.
Frankrijk heeft ons verzekerd dat
de interne procedure in Chooz zal
worden herzien. Omdat een
systeem met dagelijkse controles
ondoeltreffend zou zijn, is in een
wekelijkse controle door België
voorzien. Die zal door het FANC
worden uitgevoerd op grond van
stalen die dagelijks op vijf plaatsen
worden genomen en die wekelijks
worden onderzocht.
De BIWM onderzoekt dagelijks het
tritiumgehalte van het water in
Tailfer. Indien de normen worden
overschreden, worden de
zuiveringsinstallaties stilgelegd en
wordt het FANC ingelicht.
CRIV 51
COM 760
23/11/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
En ce qui concerne le suivi de l'accord franco-belge, suite aux
interventions de l'Agence, la France a donné toutes les assurances
que la procédure interne à la centrale de Chooz serait revue afin de
pallier les manquements constatés. Ce point sera régulièrement remis
à l'ordre du jour des prochaines réunions franco-belges.
En ce qui concerne le système quotidien de prise d'échantillons et
d'examens, même un tel système ne constituerait pas une garantie
absolue car quelques heures sont nécessaires pour obtenir une
mesure représentative de tritium et un contrôle journalier pourrait
s'avérer inefficace ou inadéquat. De plus, un système automatique
n'est techniquement pas envisageable.
Par contre, les accords franco-belges prévoient un contrôle
hebdomadaire des eaux par la Belgique, avec entre autres des
mesures de tritium en laboratoire. Cet accord est parfaitement
appliqué par l'Agence dans la mesure où son programme de
surveillance radiologique met en oeuvre en cinq endroits des
échantillonnages représentatifs de 24 heures: Heer-Agimont,
Andenne, Huy, Ampsin et Lixhe. Ces échantillons journaliers sont
récoltés hebdomadairement pour être analysés en laboratoire.
En cas de dépassement, le laboratoire prévient immédiatement
l'Agence.
Enfin, la CIBE, en tant que producteur d'eau, mesure journellement le
tritium dans ses installations de traitement d'eau de Meuse de Tailfer.
En cas de dépassement des normes, les installations de traitement
seraient mises à l'arrêt et l'Agence serait prévenue.
01.03 Muriel Gerkens (ECOLO): Monsieur le ministre, la CIBE
mesure-t-elle quotidiennement ...
01.04 Patrick Dewael, ministre: Journellement.
01.05 Muriel Gerkens (ECOLO): Elle teste quotidiennement la
qualité de l'eau.
Je vous remercie pour ces réponses. Il est positif que l'on discute du
fonctionnement des installations lors des réunions qui se tiennent
régulièrement entre la Belgique et la France.
En ce qui concerne l'examen des échantillons, il est vrai que le
problème s'est posé au mois d'août et qu'il ne s'est plus manifesté
depuis. On ne peut pas dire que ce soit un phénomène qui se produit
régulièrement, étant donné qu'il date de plus d'un an. Néanmoins, il
me semble que l'examen hebdomadaire laisse des failles en cas de
problème mais si la CIBE mesure tous les jours, il est possible de
rectifier le tir au cas où un problème surviendrait entre deux examens
hebdomadaires.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Vraag van mevrouw Inga Verhaert aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "de toepassing door België van de Europese Verordening 1683/95 betreffende de invoering van
een uniform visummodel" (nr. 8906)
02 Question de Mme Inga Verhaert au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "l'application
23/11/2005
CRIV 51
COM 760
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
par la Belgique du règlement européen 1683/95 établissant un modèle type de visa" (n° 8906)
02.01 Inga Verhaert (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, collega's, mijn vraag betreft de omzetting van de Europese
Verordening 1683/95, die handelt over de invoer van een uniform
visummodel en een eenvormig visaformaat voor alle EU-lidstaten.
De voornaamste doelstelling van de maatregel was de verdere
harmonisering van de visapolitiek van verschillende lidstaten, om zo
het vrije verkeer van personen binnen de Europese Unie te
vereenvoudigen.
In 2003 heeft de Europese Raad gesteld dat voor het gebruik van
biometrische kenmerken voor de beveiliging van EU-visumstickers en
verblijfsdocumenten van EU-lidstaten, ook gezichtsherkenning en
twee vingerafdrukken door middel van een contactloze chip zouden
worden opgenomen in de visa en de verblijfstitels. Ook werd beslist
om de integratie van een digitale foto op de visumsticker te
vervroegen van 2007 naar 3 juni 2005 en die van de foto op het
verblijfsdocument naar 14 augustus 2005.
Toen ik de vraag opstelde, was er bij mijn weten nog geen toepassing
daarvan op de Belgische visa en verblijfsdocumenten. Eigenlijk is de
vraag heel eenvoudig.
Hoever staat het daarmee? Kunt u ons meedelen wanneer de
maatregelen zullen worden toegepast?
02.01 Inga Verhaert (sp.a-spirit):
L'UE veut harmoniser la politique
des Etats membres en matière de
visas. En 2003, le Conseil
européen a décidé que, dans le
cadre de l'utilisation des données
biométriques destinées à la
sécurisation des visas autocollants
et des documents de séjour, une
image du visage et les empreintes
digitales seraient dorénavant
stockées au moyen d'une puce
sans contact. L'insertion d'une
photo digitale dans le visa
autocollant serait avancée de 2007
au 23 juin 2005 et celle de la photo
sur le document de séjour de 2007
au 14 août 2005.
Quand ces mesures
s'appliqueront-elles aux
documents belges?
02.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, ten eerste, op
24 september 2003 formuleerde de Europese Commissie inderdaad
een voorstel van verordening tot wijziging van de verordening
betreffende de invoering van een uniform visummodel en ook tot
wijziging van de verordening betreffende de invoering van een uniform
model voor verblijfstitels voor onderdanen van derde landen.
De verordening werd nog niet gepubliceerd in het Europees
Publicatieblad. Het Europees Parlement vormde er echter reeds zijn
mening over. De lidstaten hebben er ondertussen ook mee
ingestemd.
Concreet wordt met de verordening geopteerd om in een eerste fase
een met het oog zichtbare foto te integreren in de visumsticker en in
het verblijfsdocument, respectievelijk tegen 3 juni 2005 en 14
augustus 2005. In een tweede fase zal dan de gezichtsopname
worden opgenomen als elektronisch leesbaar biometrisch gegeven.
Wat de eerste fase betreft, moet ik opmerken dat vandaag al is
voorzien in de toekomstige integratie van een foto in het Europees
vastgesteld model van visumstickers. Bovendien bevatten de huidige
Belgische verblijfsdocumenten nu ook reeds een foto.
Met betrekking tot de tweede fase moet worden gewezen op het feit
dat de gezichtsopname respectievelijk moet gebeuren twee jaar en
drie jaar nadat terzake de nodige, Europese, technische maatregelen
werden vastgelegd. Een vergevorderd ontwerp van de technische
standaarden werd onlangs uitgewerkt, maar kon nog altijd niet worden
gefinaliseerd. Een eenzijdige, Belgische actie op dat vlak lijkt mij
dienvolgens niet wenselijk.
02.02 Patrick Dewael, ministre:
En septembre 2003, la
Commission européenne a en
effet formulé une proposition de
règlement en matière
d'instauration d'un modèle de visa
unique et d'un modèle unique de
titre de séjour pour les
ressortissants de pays tiers. Ce
règlement n'a pas encore paru au
Journal officiel européen. Le
Parlement européen y a pourtant
déjà consacré un débat et la
proposition a obtenu l'assentiment
de tous les Etats membres.
Dans une première phase, une
photo visible à l'oeil nu sera
intégrée au visa autocollant et au
titre de séjour, respectivement
pour le 3 juin 2005 et le 14 août
2005. Dans une seconde phase, le
cliché du visage sera une donnée
biométrique lisible
électroniquement.
On a déjà prévu l'intégration future
d'une photo dans le modèle
européen de visa autocollant. Les
documents de séjour belges
CRIV 51
COM 760
23/11/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
Ten tweede, wat de verblijfsdocumenten betreft, wil ik nog opmerken
dat de Europese Verordening 1030/2002 bepaalt dat iedere
vergunning die door de autoriteiten van een lidstaat wordt verstrekt
aan een onderdaan van een derde land om legaal op het grondgebied
te verblijven, volgens een uniform model moet worden opgesteld. Ook
de bewijzen van inschrijving in het vreemdelingenregister en de
identiteitskaarten voor de vreemdelingen zullen volgens het uniform
model worden afgeleverd.
Hoewel de verordening enkel betrekking heeft op niet-EU-
onderdanen, zullen de kaarten die eventueel aan de burgers van de
lidstaten zullen worden afgeleverd, eveneens volgens het
elektronische type worden opgesteld.
Ook aan kinderen die jonger zijn dan twaalf jaar, zal een uniforme
verblijfstitel worden afgeleverd met het oog op een betere bestrijding
van de kinderhandel en van de kinderontvoering en ook met het oog
op de vereenvoudiging van het onderzoek in geval van verdwijning.
De geharmoniseerde verblijfstitels zullen een gelijkaardige vorm
hebben als de identiteitskaarten voor de Belgen. Zij zullen voldoen
aan strenge, Europese veiligheidsnormen.
Momenteel worden de nodige juridische en technische elementen van
het dossier uitgewerkt. In de begroting 2006 is alleszins in een bedrag
voorzien om een technische studie terzake te ondernemen.
actuels comportent d'ores et déjà
une photo.
Le cliché du visage sera intégré de
deux à trois ans après la
détermination des spécifications
techniques. La conception d'un
modèle standard est cependant
toujours en cours.
Depuis 2002, l'Europe exige que
toutes les autorisations de séjour
octroyées, dans un État membre,
à un ressortissant d'un pays tiers,
soient établies selon un modèle
uniforme. Cette uniformisation
s'applique également à la preuve
d'inscription au registre des
étrangers et aux cartes d'identité
pour étrangers. Bien que le
règlement ne s'applique qu'aux
ressortissants hors UE, les titres
de séjour éventuellement délivrés
à des citoyens des Etats membres
seront également établis selon le
modèle électronique.
Un titre de séjour uniforme sera
également délivré aux enfants de
moins de douze ans dans le cadre
d'une amélioration de la lutte
contre la traite des enfants et de la
simplification de l'enquête en cas
de disparition.
Les documents de séjour
harmonisés auront la même forme
que les cartes d'identité belges et
ils satisferont aux normes de
sécurité les plus strictes.
Les caractéristiques juridiques et
techniques du dossier sont encore
développées actuellement. Un
montant sera inscrit au budget
2006 pour réaliser une étude
technique.
02.03 Inga Verhaert (sp.a-spirit): Mag ik daaruit concluderen dat er
effectief gewacht zal worden tot al die studies rond zijn, of zal men
bijvoorbeeld al met een kleinere groep een soort pilootproject
uitwerken? Hoe ziet u dat?
02.03 Inga Verhaert (sp.a-spirit):
Des projets pilotes de petite taille
seront-ils mis en oeuvre ou
attendra-t-on la fin de l'ensemble
des études?
02.04 Minister Patrick Dewael: Ik heb in het eerste gedeelte van mijn
antwoord gezegd dat de nodige Europese, technische maatregelen
eerst moeten worden vastgesteld. Het heeft niet veel zin om daarin
eenzijdig stappen te ondernemen. Men moet wachten tot het geheel
02.04 Patrick Dewael, ministre:
Les mesures techniques néces-
saires doivent être prises au
niveau européen. Il faudra de toute
23/11/2005
CRIV 51
COM 760
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
kan worden geïmplementeerd.
façon les attendre.
02.05 Inga Verhaert (sp.a-spirit): Het gebeurt wel eens vaker dat
een aantal landen in een soort pilootproject al de nodige stappen
onderneemt. Het is een mogelijkheid, maar misschien bent u die niet
genegen.
02.06 Minister Patrick Dewael: Op dit ogenblik wordt daaraan niet
gedacht. Ik sluit het niet helemaal uit. Ik wil het niet helemaal
afblokken, maar de wenselijkheid bestaat natuurlijk erin om het met
zijn allen te kunnen doen, want een pilootproject heeft natuurlijk alleen
maar zin als men de gekozen standaarden ook nadien kan
veralgemenen naar de andere, anders moet men van vooraf aan
herbeginnen.
02.06 Patrick Dewael, ministre:
Des projets pilotes ne sont pas
envisagés pour l'instant. Je ne les
exclus toutefois pas. Un projet
pilote n'a évidemment de sens que
si les normes peuvent être
généralisées par la suite, sans
quoi il faudra recommencer dès le
début.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
03 Question de M. Eric Massin au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les pluies
03 Vraag van de heer Eric Massin aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "de overvloedige regenval van 29 juni 2005" (nr. 8919)
03.01 Eric Massin (PS): Monsieur le président, monsieur le vice-
premier ministre, j'ai déjà eu l'occasion de vous poser une question
concernant les intempéries à Charleroi. Malheureusement, les
informations qui m'avaient été données étaient mauvaises puisque
j'avais envisagé les pluies des 3 et 4 juillet pour lesquelles vous aviez
déjà pris un arrêté royal qui les considérait comme une calamité
publique.
En fait ma question concernait plutôt les pluies du 29 juin 2005. Je
vous précise que dans certains quartiers, le niveau d'eau a
rapidement atteint un mètre, allant jusqu'à submerger des voitures. Le
service des pompiers carolorégiens a enregistré quelque 2.500
appels. Deux hôpitaux ont été touchés, dont un a subi des
inondations. Nous avons donc affaire à une situation particulièrement
dramatique.
D'après mes informations, vous avez pris un projet d'arrêté royal
considérant comme calamité publique les pluies du 29 juin 2005 et ce
projet délimite l'étendue géographique de cette calamité.
Pouvez-vous me renseigner sur les raisons de la reconnaissance
tardive de ces pluies? En fait, l'arrêté royal concernant les pluies des
3 et 4 juillet a précédé celui concernant les pluies du 29 juin.
D'un autre côté, Charleroi figure-t-elle parmi les villes qui pourront
bénéficier de l'intervention du Fonds des calamités? Dans
l'affirmative, est-ce l'ensemble de la ville qui sera concerné ou
seulement certains quartiers? Je dois le reconnaître, certains
quartiers ont été moins touchés que d'autres. Si c'était ce dernier cas,
quels seraient les quartiers visés?
03.01 Eric Massin (PS): De
regenval van 3 en 4 juli werd met
een koninklijk besluit van 28 juli
2005 als natuurramp erkend. Hoe
verklaart u dat het ontwerp van
koninklijk besluit dat hetzelfde
beoogt voor de hevige regenval
van 29 juni pas op 21 oktober
jongstleden door de ministerraad
werd goedgekeurd?
Zal Charleroi in zijn geheel, of
enkel bepaalde wijken, een beroep
op het Rampenfonds kunnen
doen?
03.02 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, cher
collègue, je rappelle que pour être reconnues en tant que calamité,
03.02 Minister Patrick Dewael:
Het vergt tijd om aan de criteria
CRIV 51
COM 760
23/11/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
des pluies abondantes doivent satisfaire à certains critères définis par
une circulaire ministérielle du 30 novembre 2001. Cela implique que
des informations doivent être rassemblées par les gouverneurs de
province quant au nombre des sinistrés et à l'ampleur des
dommages. Cela implique aussi que l'IRM rende un avis circonstancié
sur le caractère exceptionnel du phénomène et précise les zones qu'il
a touchées. Tout cela demande du temps, a fortiori quand plusieurs
procédures se déroulent en même temps, ce qui est le cas.
La ville de Charleroi dans son ensemble est reconnue comme zone
sinistrée par l'arrêté royal du 25 octobre 2005 qui reconnaît en tant
que calamité publique les pluies abondantes du 29 juin 2005.
van de omzendbrief van 30
november 2001 te voldoen, vooral
als er tegelijkertijd verscheidene
procedures lopen.
Charleroi wordt in zijn geheel tot
rampgebied uitgeroepen in het
koninklijk besluit van 25 oktober
2005 betreffende de regenval van
29 juni.
03.03 Eric Massin (PS): Monsieur le vice-premier ministre, je peux
comprendre que recueillir les informations puisse prendre quelquefois
un temps très important. Je ne mettais bien évidemment pas vos
services ou vous-même en cause. Je m'étonnais simplement qu'un
arrêté ait précédé l'autre.
Votre réponse est tout à fait satisfaisante et certainement conforme à
la réalité.
Je ne peux que me réjouir du fait que la ville de Charleroi soit
reconnue et je vous en remercie.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
04 Question de Mme Marie Nagy au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le souhait de
ressortissants du Cachemire installés en Belgique de venir en aide à leur famille touchée par le
tremblement de terre" (n° 8928)
04 Vraag van mevrouw Marie Nagy aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "de wens van in ons land verblijvende inwoners van Kasjmir om hun door de aardbeving
getroffen familie te helpen" (nr. 8928)
04.01 Marie Nagy (ECOLO): Monsieur le président, monsieur le
ministre, le 8 octobre dernier est survenu près de la frontière entre
l'Inde et le Pakistan, dans la zone du Cachemire, un séisme d'une
magnitude de 7,6 sur l'échelle de Richter. Son épicentre était situé
dans la région du Cachemire à environ 95 km au nord-est
d'Islamabad. Les effets se sont fait ressentir sur un rayon de 400 km
dans le nord-ouest de l'Inde, le nord du Pakistan et dans
l'Afghanistan. Des régions tout entières sont détruites, et le
tremblement de terre a causé un nombre important de morts.
Les ressortissants de ces régions qui vivent en Belgique souhaitent
ardemment pouvoir aider leurs familles et les membres de leur
communauté sur place par l'envoi d'argent. Or nombreux parmi eux
sont dans l'attente d'une décision par rapport à leur demande de
régularisation sur base de l'article 9, alinéa 3 de la loi du 15 décembre
1980. Leur situation administrative actuelle ne leur permet pas de
travailler.
Ma question est dès lors la suivante: ne serait-il pas envisageable de
traiter rapidement leur demande de régularisation afin que ceux qui
peuvent être régularisés se voient offrir la possibilité de travailler et de
fournir une aide humanitaire à leur communauté par l'envoi d'argent?
04.01 Marie Nagy (ECOLO):
Kunnen de regularisatieaanvragen
van de vluchtelingen uit het door
de aardbeving getroffen gebied in
Kasjmir op grond van artikel 9, 3
e
lid, van de wet van 12 december
1980 niet versneld worden
afgehandeld? Na de regularisatie
van hun dossier mogen ze in ons
land werken en kunnen ze hun
familie humanitaire hulp bieden.
23/11/2005
CRIV 51
COM 760
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
04.02 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, ma réponse
sera brève.
Tout d'abord, vous savez que mon objectif est que toutes les
demandes d'autorisation de séjour introduites sur la base de
l'article 9, alinéa 3 de la loi du 15 décembre 1980 soient traitées très
rapidement.
Le service qui examine ces demandes au sein de l'Office des
étrangers a d'ailleurs été renforcé dans ce but précis.
Je peux vous garantir qu'un nombre important des demandes de
séjour émanant de ressortissants pakistanais et indiens a déjà été
examiné.
04.02 Minister Patrick Dewael:
Het is mijn bedoeling dat alle
aanvragen snel worden
behandeld. De betrokken afdeling
van de Dienst Vreemdelingen-
zaken werd daartoe trouwens
uitgebreid.
04.03 Marie Nagy (ECOLO): Monsieur le ministre, je vous remercie
pour votre réponse, malheureusement fort peu précise. J'imagine que
cela ne sert à rien d'essayer de recevoir des renseignements sur les
modalités et le nombre de personnes ayant obtenu un titre de séjour
sur base de l'article 9 par rapport aux situations humanitaires dont je
parlais.
04.03 Marie Nagy (ECOLO): Uw
antwoord is erg vaag. Graag had
ik geval per geval een antwoord
gekregen.
04.04 Patrick Dewael, ministre: Vous envisagez quelque chose de
collectif?
04.05 Marie Nagy (ECOLO): Non.
04.06 Patrick Dewael, ministre: Dans ce cadre, cela ne se trouve
pas dans mon vocabulaire.
04.07 Marie Nagy (ECOLO): Non, je vous posais la question de
l'examen je n'ai pas dit dossier par dossier et je vous le précise si
vous ne l'avez pas compris comme tel , des demandes selon
l'article 9, alinéa 3 puisque nous savons que, malgré votre bonne
volonté, il reste un retard important, quelque 11.000 dossiers en
souffrance concernant cet article, si ma mémoire est bonne.
C'est donc une affaire à suivre. Votre réponse n'était pas très précise:
vous me dites que vous avez l'intention d'aller vite, mais cela fait trois
ans qu'on le dit!
04.07 Marie Nagy (ECOLO): Er
liggen immers nog bijna 11.000
dossiers te wachten. Ik zal die
zaak in elk geval blijven volgen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: De vragen nrs. 8933, 8934 en 8935 van de heer Moriau worden omgezet in schriftelijke
vragen.
05 Vraag van de heer Mark Verhaegen aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de verkeerscontroles op druggebruik" (nr. 9106)
05 Question de M. Mark Verhaegen au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les contrôles
routiers axés sur la consommation de drogue" (n° 9106)
05.01 Mark Verhaegen (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, mijn vraag gaat over verkeerscontroles naar druggebruik.
Men kan niet onder stoelen of banken steken dat het druggebruik
gestaag toeneemt. Dat bewijzen cijfers van de VAD, de Vlaamse
Vereniging voor Alcohol- en andere Drugproblemen. Ook de politie
heeft resultaten bekendgemaakt. Er zijn meer en meer meldingen
05.01 Mark Verhaegen (CD&V):
La police a fait savoir que de plus
en plus de personnes conduisent
sous l'emprise de la drogue. Dans
le sud de la Campine aussi, où les
contrôles sont fréquents, la police
CRIV 51
COM 760
23/11/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
bekend van drugs in het verkeer.
Ik heb een antwoord gekregen op een schriftelijke vraag die ik op 2
maart gesteld heb. Deze bevestigt dit in zekere zin, wat de controles
betreft. Op plaatsen waar geregeld verkeerscontroles naar drugs
uitgevoerd worden, dat zijn spijtig genoeg niet veel zones, in
Vlaanderen zijn het enkele zones, zijn er een groot aantal positieve
vaststellingen. In mijn zone, Zuiderkempen, gebeuren regelmatig
controles. Het waren er 29 in 2003 en 68 in 2004. Daarbij liepen
tientallen druggebruikers tegen de lamp. Daarom is er inderdaad een
probleem. Dat probleem wordt blijkbaar niet onderkend. Dat is
aberrant.
Ik val misschien in herhaling, maar als wij een vergelijking maken
tussen het noorden en het zuiden van het land, ook wat betreft de
snelheidscontroles, dan stellen wij vast dat de Waalse politiezones
meestal "geen" of "onbekend" vermelden bij verkeerscontroles naar
drugs, enkele uitzonderingen niet te na gesproken. Luik had in 2003
ongeveer vier controles en in 2004 ongeveer vijf controles. In de
provincies Waals-Brabant en Henegouwen gebeurde echter geen
enkele verkeerscontrole naar drugs in 2003 noch in 2004. Zelfs in het
Brussels Hoofdstedelijk Gewest heeft alleen de politiezone
Schaarbeek-Evere-Sint-Joost-ten-Node blijkbaar enkele positieve
controles gedaan. Voor de rest is er niets gebeurd. Bij de Europese
hoofdstad Brussel stond er "onbekend". Er waren geen positieve
controles.
Het probleem wordt ofwel niet aangepakt ofwel doodgezwegen.
Mijnheer de minister, daarom wil ik vier gerichte vragen stellen.
Ten eerste, bent u zich bewust van het probleem van veiligheid door
het gebruik van drugs in het verkeer?
Ten tweede, zo ja, zijn er cijfers bekend die een correlatie aanduiden
tussen druggebruik en verkeersslachtoffers?
Ten derde, welke concrete initiatieven zult u nemen om drugcontroles
in het verkeer op te voeren?
Ten slotte, welke maatregelen zult u nemen om het afnemen van
drugcontroles in het verkeer en op het terrein, te vereenvoudigen voor
de politiefunctionarissen? Ik heb immers begrepen dat ook daar
problemen schuilen.
arrête des toxicomanes par
dizaines. Les zones de police
wallonnes effectuent beaucoup
moins de contrôles, de sorte que
les constats y sont beaucoup
moins
nombreux. Même à
Bruxelles, capitale de l'Europe, on
ignore si les conducteurs sont
nombreux à consommer de la
drogue. Nous avons le sentiment
qu'on ne s'attaque pas au
problème ou qu'on refuse d'en
parler.
Le ministre est-il conscient de la
gravité du problème? Dispose-t-on
de statistiques concernant la
corrélation entre la consommation
de drogues et les accidents de la
route? Quelles initiatives le
ministre propose-t-il? Que va-t-on
faire pour simplifier les méthodes
de contrôle?
05.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, collega, ik heb
in antwoord op uw vraag van 3 maart inderdaad meegedeeld hoeveel
verkeerscontroles naar drugs in 2003 en 2004 door de politie
uitgevoerd werden.
U besluit uit die gegevens dat er nagenoeg geen dergelijke controles
werden uitgevoerd. In 2003 werden er door de lokale politie 905
controles uitgevoerd door 34 zones; 52 zones verklaarden dat ze
geen dergelijke controles uitvoerden en de overige 110 zones
verstrekten geen gegevens. Ik zou willen opmerken dat die gegevens
manueel moeten worden ingezameld en dat ze dus wellicht niet overal
met evenveel zorg worden bijgehouden.
In 2004 werden door de lokale politie 1758 soortgelijke controles
05.02 Patrick Dewael, ministre:
En 2003, 905 contrôles ont été
effectués par 34 zones de police
locales, tandis que 52 zones ont
déclaré ne pas effectuer ce type
de contrôles. Les 110 autres
zones n'ont pas fourni de
données. Ces dernières doivent
être collectées manuellement et
ne sont probablement pas
conservées partout avec le même
soin.
En 2004, 48 zones de police locale
23/11/2005
CRIV 51
COM 760
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
uitgevoerd door 48 zones; 36 zones verklaarden dat ze geen
dergelijke controles uitvoerden en de overige 112 zones verstrekten
geen informatie.
In 2003 verrichtte de federale politie 325 controles. In 2004 waren er
dat 534. In 2004 besteedde de federale politie daar 4.988 manuren
aan.
Ik stel dus vast dat de beschikbare cijfers toch aantonen dat we
tussen 2003 en 2004 van 1.230 naar 2.292 drugscontroles in het
verkeer zijn gegaan. Dat is een stijging met 86% op een jaar. Die
stijging is een duidelijke illustratie van het feit dat de politiediensten
zich inderdaad bewust zijn van de problemen die drugs in het verkeer
veroorzaken. Daarbij mag ook niet uit het oog worden verloren dat de
huidige procedure heel veel tijd in beslag neemt. Wat dat aspect in
het verkeer betreft, verwijs ik u graag naar het antwoord dat ik
verstrekte op de schriftelijke vraag nr. 452 van de heer Koen T'Sijen
hier aanwezig van 7 december 2004 met betrekking tot de drugtest
voor automobilisten.
Ten tweede, in de periode 1995-1996 is er een studie verricht op
basis van cijfergegevens die gedurende een periode van 18 maanden
werden verzameld. Er werden 2.053 bestuurders gecontroleerd die bij
een verkeersongeval overleden of gewond waren. Die studie wees uit
dat 19% van die bestuurders onder invloed was van drugs en 27%
onder invloed van alcohol. Die cijfers zijn uiteraard niet meer actueel,
het gaat over de periode 1995-1996.
Zoals ik echter ook heb geantwoord op de vraag nr. 525 van gewezen
collega Daan Schalck, is de politie van het wegverkeer een
basisfunctie van de lokale politie. In het raam van de
verkeersveiligheidsovereenkomsten behoren de drugscontroles tot de
prioritaire doelstellingen. Daardoor is financiering door middel van het
verkeersveiligheidsfonds mogelijk. Ik zal nogmaals de aandacht van
de lokale verantwoordelijken op het belang van die controles vestigen.
Ten vierde, er bestaan verschillende Europese projecten die
alternatieven uittesten voor de actuele procedure drugs in het verkeer,
of minstens voor een deel ervan. In het bijzonder betreft het
speekseltesten. Het project ROSITA 1 is afgesloten en het project
ROSITA 2 zal in de loop van het eerste semester van 2006 resultaten
kunnen voorleggen. Het project DRUID zal waarschijnlijk gedurende
het eerste semester van 2006 worden opgestart. Tot op heden
kunnen we stellen dat de tests onvoldoende accuraat en betrouwbaar
zijn om de huidige procedures te vervangen. Pas onder die
voorwaarden kan de huidige procedure worden vereenvoudigd door
toepassing van de nieuwe techniek.
ont procédé à 1.758 contrôles de
ce type. Un total de 36 zones ont
déclaré la même année ne pas
avoir procédé à des contrôles anti-
drogue. Les 112 autres zones
n'ont pas communiqué
d'informations en la matière.
La police fédérale a effectué 325
contrôles en 2003 et 534 en 2004.
Elle y a consacré environ 5.000
heures-homme en 2004.
Le nombre de contrôles a
augmenté de 86% de 2003 à
2004, malgré le fait que la
procédure prenne énormément de
temps. La police est effectivement
consciente du problème de la
consommation de drogue par des
conducteurs de voiture.
Selon une étude de 1995-1996,
19% des conducteurs blessés ou
tués dans un accident étaient sous
l'influence de la drogue et 27%
sous l'influence de l'alcool. Il s'agit
évidemment de chiffres anciens.
Les contrôles en matière de
consommation de drogues consti-
tuent un objectif prioritaire et le
Fonds de la sécurité routière peut
dès lors les financer. Je rappellerai
l'importance de ces contrôles aux
autorités locales.
Plusieurs projets européens
relatifs à la recherche de tests de
substitution de détection de
drogue sont actuellement en
cours. Le plus important est le test
de la salive. Une série de résultats
sera disponible au cours du
premier semestre de 2006. Aucun
test de substitution n'est
actuellement assez fiable pour
remplacer le précédent.
05.03 Mark Verhaegen (CD&V): Ik dank de minister uiteraard voor
zijn antwoord. Natuurlijk verschillen we van mening. Hij zegt dat er
2.300 drugscontroles zijn in het hele land op een jaar tijd. Voor hem
lijkt dat veel, maar mij lijkt het veel te weinig, te meer omdat de
controles - en dit blijkt duidelijk uit de cijfers en tabellen - vooral in de
Vlaamse politiezones plaatsvinden. Bijvoorbeeld in de volledige
provincie Henegouwen, met de overlaststad Charleroi, was er geen
enkele controle. Ook in heel Brussel was er geen enkele controle.
Daar moet dus zeker iets aan gebeuren, daar ben ik van overtuigd.
05.03 Mark Verhaegen (CD&V):
J'estime qu'à peine 2.300
contrôles par an et pour
l'ensemble du pays constitue un
nombre extrêmement bas. Aucun
contrôle n'est en outre effectué
dans des villes telles que Charleroi
et Bruxelles, ce qui est
inacceptable. Le talon d'Achille de
CRIV 51
COM 760
23/11/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
Voorts wil ik graag de antwoorden lezen op de schriftelijke vragen die
u net heeft vermeld. Ik zal die antwoorden in alle rust nakijken.
Mijns inziens is de omslachtigheid van de controles de achillespees.
Ik zie dat de mensen op het terrein moeilijkheden ondervinden bij het
afnemen van de controles: ze moeten de mensen bij wijze van
spreken over een rechte lijn laten lopen en een plasje laten doen. Ik
denk dat dat veel eenvoudiger kan en er zijn wetsvoorstellen die
daartoe een aanzet kunnen geven.
ces contrôles se situe au niveau
de leur complexité. Il faut les
simplifier.
05.04 Minister Patrick Dewael: De tests zijn lopende. Ik ben het
ermee eens dat wij over aangepaste mogelijkheden moeten
beschikken. Wat het cijfer betreft, ik heb niet gezegd dat het veel is. Ik
heb gezegd dat het op een jaar tijd gestegen is met 86%, waarmee ik
niet wil zeggen dat het huidige cijfer dat wij bereikt hebben mij
voldoet. Ik kan alleen maar vaststellen dat het bijna een verdubbeling
is in vergelijking met vorig jaar.
05.04 Patrick Dewael, ministre:
Les études sur des méthodes de
test plus simples sont en cours. Je
n'affirme pas que de nombreux
contrôles sont effectués, mais ils
ont tout de même doublé par
rapport à l'année passée.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van de heer Koen T'Sijen aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "de brandveiligheid in de gesloten centra en het INAD-centrum" (nr. 9110)
06 Question de M. Koen T'Sijen au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la protection
contre l'incendie dans les centres fermés et au centre INAD" (n° 9110)
06.01 Koen T'Sijen (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, naar aanleiding van de tragische gebeurtenissen in het
gesloten centrum in Schiphol rijzen een aantal vragen in verband met
de brandveiligheid in de gesloten centra en in het INAD-centrum.
In de pers werd door een woordvoerder van uw kabinet gemeld dat in
de cellen op de luchthaven van Zaventem alles in het werk wordt
gesteld om de veiligheid van de opgeslotenen te garanderen. Er werd
ook gemeld dat er brandwerend materiaal aanwezig is. Nochtans leert
een analyse van de feiten op Schiphol dat de brand zich niet in de
luchthaven zelf voordeed maar in een gesloten centrum waar 350
mensen zitten. Uit het fotomateriaal blijkt dat het eerder om een
centrum gaat dat kan worden vergeleken met het centrum 127 in
Melsbroek dat uit prefabmateriaal bestaat. Over de gesloten centra in
België en het INAD-centrum werd echter niets gemeld door uw
woordvoerder. Het KB van 2 augustus 2002 op de werking van de
gesloten centra bepaalt in artikel 118 dat minstens een keer per jaar
alarm- en evacuatieoefeningen moeten worden georganiseerd in die
gesloten centra.
Ik heb een aantal vragen terzake. Op welke tijdstippen, gedurende de
laatste drie jaar, hebben deze oefeningen in de centra 127, 127bis,
Brugge, Merksplas en Vottem plaatsgevonden? Aangezien het KB
van augustus 2002 niet van toepassing is op het INAD-centrum rijst
de vraag of ook oefeningen worden georganiseerd in dat centrum. Dit
centrum, dat zich op de luchthaven bevindt, verdient mijns inziens
extra aandacht inzake brandveiligheid. Welke procedure is er
voorzien voor de isolatiecellen in de diverse gesloten centra? 's
Nachts bevinden zich daar immers ook mensen. Welke evacuatieplan
is er voorzien bij brand? Wat het centrum 127 betreft, werd reeds in
1997 door de toenmalige minister van Binnenlandse Zaken beloofd
06.01 Koen T'Sijen (sp.a-spirit):
L'incendie à Schiphol nous amène
à nous inquiéter de la protection
contre l'incendie dans nos centres
fermés et au centre INAD. Un
porte-parole du cabinet de
l'Intérieur a tenu des propos
rassurants sur les cellules situées
à l'aéroport de Zaventem mais il
n'a fourni aucune information
concernant les centres fermés et
le centre INAD. L'article 118 de
l'arrêté royal du 2 août 2002
dispose que des exercices d'alerte
et d'évacuation doivent avoir lieu
une fois par an au moins dans ces
centres fermés.
Quand ces exercices ont-ils eu
lieu dans les centres 127, 127bis,
à Bruges, à Merksplas et à Vottem
au cours des trois dernières
années? Sont-ils aussi organisés
au centre INAD? Quelle est la
procédure pour les cellules
d'isolement dans les centres
fermés? Quels sont les plans
d'évacuation? Le centre 127 offre-
t-il une protection contre l'incendie
suffisante et des solutions de
remplacement sont-elles toujours
23/11/2005
CRIV 51
COM 760
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
aan het Comité ter preventie van folteringen, opgericht in de schoot
van de Raad van Europa, dat er naar een andere locatie zou worden
gezocht. Het is bekend dat het nooit de bedoeling is geweest om het
huidige centrum 127 lang te gebruiken als gesloten centrum. Is dit
centrum voldoende brandveilig en worden er nog naar alternatieven
gezocht?
recherchées pour ce centre?
06.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, ik wil de heer
T'Sijen eerst meedelen dat de Belgische gesloten centra, in
tegenstelling tot het centrum in Schiphol in Nederland, een
groepsregime kennen. De bewoners blijven overdag noch 's nachts in
een afgesloten kamer op individuele basis. Dat is uitzonderlijk wel
mogelijk voor een korte periode, bijvoorbeeld om medische redenen
of als ordemaatregel.
Op de vraag naar de tijdstippen waarop de laatste 3 jaren
brandoefeningen werden gehouden in gesloten centra zal ik
antwoorden met een bijlage die ik kan overhandigen. Het personeel in
het centrum wordt sinds kort ingeschakeld in de door BIAC
georganiseerde brandevacuatieoefeningen en -opleidingen. De
laatste evacuatieoefeningen vonden plaats op 14 en 16 november
2005.
De procedure voor de isolatiecellen is conform de gangbare brand- en
evacuatieprocedure. Isolatiecellen zijn door middel van first alerts
gekoppeld aan een branddetectiecentrale. De centrale bevindt zich op
een vaste post die de klok rond wordt bemand. Bij brand kan worden
afgelezen waar deze zich precies voordoet, ten einde de evacuatie
accuraat te kunnen starten. De isolatiecellen zijn beveiligd met deuren
met een brandweerstand van minimum een half uur. De deuren
worden manueel geopend door de vaste verantwoordelijke.
De levensduur van de containergebouwen in transitcentrum 127 is
overschreden, waardoor er regelmatig ook aanpassingen en
herstellingen noodzakelijk zijn. Het centrum kan op zeer korte termijn
toch geëvacueerd worden, aangezien slechts een enkele deur moet
worden geopend naar de binnenplaats. Ook in transitcentrum 127
geldt het groepsregime en wordt in slaapzalen geslapen. Tevens
bevindt de brandweerkazerne op de luchthaven Brussel-Nationaal
zich vlak naast het centrum.
Er kan worden gemeld dat DVZ, naar aanleiding van recent overleg
met de Regie der Gebouwen en BIAC, nieuwe feedback verwacht van
BIAC over de eventuele mogelijkheden om het bestaande
transitcentrum op het luchthaventerrein te herlokaliseren. Eind 2005
zou intern bij BIAC meer duidelijkheid worden geschapen over de
herbestemming van diverse terreinen op de luchthaven Brussel-
Nationaal. Ook voor de zone waar het transitcentrum is gelegen wordt
volgens BIAC een volledige nieuwe inplanting opgemaakt en kan door
BIAC een andere locatie worden voorgesteld. Een van de denkpistes
daarbij is om het INAD-centrum en het transitcentrum 127 samen te
voegen voor zover dat logistiek haalbaar is.
06.02 Patrick Dewael, ministre:
Contrairement au centre de
Schiphol, les centres fermés
belges appliquent un régime de
groupe. Les résidants ne
séjournent qu'exceptionnellement
en chambre individuelle séparée.
Je vous transmets une annexe où
figurent tous les exercices
incendie des trois dernières
années. Les derniers exercices
d'évacuation ont eu lieu les 14 et
16 novembre 2005.
La procédure s'appliquant aux
cellules d'isolation est conforme à
la procédure habituelle en cas
d'incendie et d'évacuation. Les
cellules sont reliées à une centrale
de détection incendie par le biais
de first alerts. Les portes offrent
une résistance au feu d'au moins
une demi-heure et sont ouvertes
manuellement.
Le centre de transit 127 peut être
évacué très rapidement étant
donné qu'une seule porte doit être
ouverte sur la cour. Là aussi, on
applique le régime de groupe et
les personnes couchent dans des
dortoirs. La caserne des pompiers
de l'aéroport jouxte le centre.
Depuis une récente concertation,
l'Office des étrangers attend les
propositions de BIAC pour le
déménagement du centre de
transit. Une des pistes envisagées
serait la fusion du centre INAD et
du centre de transit 127.
06.03 Koen T'Sijen (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, ik dank de
minister voor het duidelijk antwoord.
Is in een timing voorzien voor de nieuwe gebouwen?
06.03 Koen T'Sijen (sp.a-spirit):
Un échéancier est-t-il déjà prévu
concernant les nouveaux
bâtiments?
CRIV 51
COM 760
23/11/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
06.04 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, ik heb
geantwoord alleszins te wachten op de voorstellen van BIAC dat me
verzekerd heeft dat ze voor het einde van het jaar zullen worden
opgemaakt.
06.04 Patrick Dewael, ministre:
BIAC m'a assuré que les
propositions seraient prêtes avant
la fin de l'année.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Voorzitter: Koen T'Sijen.
Président: Koen T'Sijen.
07 Vraag van de heer Dirk Claes aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"de opstart van Securail" (nr. 8896)
07 Question de M. Dirk Claes au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le lancement de
07.01 Dirk Claes (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, in verschillende media werd onlangs aangekondigd dat
Securail zijn definitieve start zou kennen op 1 november 2005. Daarbij
zou een aparte dienst van interne veiligheidsmensen instaan voor de
veiligheid van de medewerkers en de reizigers van de NMBS. Zij
zouden kunnen beschikken over een beperkt aantal bevoegdheden
en middelen zoals handboeien en pepperspray.
Het wettelijk kader, een toevoeging van een hoofdstuk 3bis van de
wet van 10 april 1990, werd eind vorig jaar geregeld via de
programmawet. Daarin stond echter genoteerd dat na overleg over
twee punten in de Ministerraad een KB zal worden opgesteld. Ten
eerste, het model en de inhoud van de spuitbus die de
veiligheidsagenten mogen dragen alsook de omstandigheden waarin
ze mag worden gebruikt. Ten tweede, de gebruiksvoorwaarden van
de handboeien en de omstandigheden waarin ze mogen worden
gedragen alsook het type en model. Tot dan blijft de vigerende
wetgeving van kracht of de grijze zone waarover de minister het had
tijdens de bespreking van de programmawet.
Bovendien zou er bij elke tussenkomst van de veiligheidsdiensten een
formulier worden ingevuld met de nodige informatie over de
vaststellingen en de betrokkenen. Het model van dit formulier zou ook
door de minister worden bepaald.
Mijnheer de minister, zijn de vermelde KB's reeds verschenen?
Wanneer zijn ze gepubliceerd en wat is de inhoud ervan? Als ze nog
niet zijn gepubliceerd, waarom dan niet? Wanneer kunnen wij ze dan
verwachten? Wat is dan nu de vigerende regelgeving die van
toepassing is op Securail? Welke uitrusting en bevoegdheden hebben
de diensten van Securail op dit moment? Gebruiken ze nu
daadwerkelijk spuitbussen en handboeien?
07.01 Dirk Claes (CD&V): J'ai
appris par les médias que Securail
entamerait ses activités au 1
er
novembre 2005. Ce service
distinct de sécurité interne
disposerait de compétences et de
moyens restreints, comme des
menottes et des sprays au poivre.
La loi-programme de fin 2004
disposait qu'après concertation en
Conseil des ministres, un arrêté
royal fixerait le modèle, le contenu
et les utilisations du spray, ainsi
que le type et les conditions
d'utilisation des menottes. Une
zone floue subsistera tant que cet
arrêté royal n'aura pas été
promulgué. Par ailleurs, le ministre
devait aussi définir le modèle du
formulaire à remplir lors de chaque
intervention.
Les arrêtés royaux ont-ils été
publiés? Dans l'affirmative, quel
en est le contenu et, dans la
négative, pourquoi ne sont-ils
toujours pas publiés? Dans ce
cas, quelles dispositions
s'appliquent actuellement à
Securail? Des sprays et des
menottes sont-ils utilisés à l'heure
actuelle?
07.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, ik zou van
deze gelegenheid willen gebruikmaken om het onderscheid tussen de
verschillende veiligheidsdiensten van de NMBS even toe te lichten.
De NMBS beschikt al jaren over een interne bewakingsdienst, B-
Security.
Naar aanleiding van de incidenten die in 2004 plaatsvonden, nam
toenmalig minister Vande Lanotte het initiatief om naast B-Security
07.02 Patrick Dewael, ministre:
La SNCB dispose de longue date
d'un service interne de
gardiennage, B-Security. Après les
incidents survenus en 2004, le
ministre, M. Vande Lanotte, a
décidé de créer aussi un service
de sécurité spécifique. Securail se
compose d'agents assermentés
23/11/2005
CRIV 51
COM 760
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
ook een specifieke veiligheidsdienst op te richten. Securail bestaat uit
beëdigde agenten die onder meer belast zijn met de controle op de
naleving van de spoorwetgeving door de reizigers.
In tegenstelling tot B-Security, die als interne bewakingsdienst onder
de wet inzake private veiligheid valt, werd Securail opgericht
overeenkomstig een specifieke regelgeving die hoofdzakelijk afhangt
van de minister die bevoegd is voor de overheidsbedrijven.
Die specifieke regelgeving voorziet erin dat de veiligheidsagenten van
Securair sprays en handboeien kunnen gebruiken en een opleiding ad
hoc zullen volgen.
Daar ook andere vervoermaatschappijen zoals de MIVB vragende
partij waren voor een dergelijke veiligheidsdienst met bijzondere
bevoegdheden, is dan in het kader van de programmawet van 27
december van vorig jaar beslist om een eenvormig wettelijk kader te
creëren dat alle vervoermaatschappijen de mogelijkheid biedt om een
veiligheidsdienst met bijzondere bevoegdheden zoals Securair op te
richten. Er werd dan ook afgesproken dat Securair zich in het nieuwe
wettelijke kader zou inschrijven.
Collega Vande Lanotte wou sneller gaan, natuurlijk ten gevolge van
de evenementen in 2004. Hij heeft dat dan geregeld via een koninklijk
besluit. Ik heb hem gezegd dat het op die basis kon, maar dat
achteraf alles moest worden gekaderd in een uniforme wetgeving,
waardoor ook andere vervoermaatschappijen diensten zouden
kunnen oprichten op basis van die wetgeving om bijkomende
instrumenten ik zeg altijd sprays, handboeien en dergelijke meer
te kunnen gebruiken.
Om het goede verloop van de veiligheidshandhaving bij de
spoorwegen niet te belemmeren is dan ook in de nieuwe wet
ingeschreven dat de bestaande regelgeving van 2004 op Securair van
kracht blijft tot de uitvoeringsbesluiten van de nieuwe wetgeving in
werking zullen getreden zijn. Dat is inderdaad tot op vandaag nog niet
het geval. De verklaringen in de pers hebben dus nog altijd betrekking
op de oorspronkelijke regelgeving van september-oktober 2004.
De uitvoeringsbesluiten zijn er nog niet, maar de inhoudelijke
krachtlijnen liggen wel vast. Mijn administratie legt momenteel de
laatste hand aan de redactie van de ontwerpbesluiten. Dat heeft tijd in
beslag genomen maar u zult begrijpen dat ik in de delicate materie
waarbij burgerpersoneel bepaalde politiebevoegdheden toegekend
krijgt, alle noodzakelijke voorzorgsmaatregelen wil nemen om te
komen tot een gerechtvaardigd evenwicht tussen de
veiligheidsbelangen en de bescherming van de rechten en de
integriteit van de burgers. Het is dus alleszins mijn betrachting om de
uitvoeringsbesluiten met betrekking tot het gebruik van sprays en
handboeien en het modelformulier nog vóór het einde van het jaar
aan de Ministerraad voor te leggen. Het is dus een delicate en niet
gemakkelijke opgave, maar ik denk dat we ermee rond zullen zijn
voor het einde van het jaar.
qui doivent veiller, entre autres, au
respect par les passagers de la
réglementation relative au rail.
Contrairement à B-Security,
Securail ne relève pas de la loi
relative à la sécurité privée. Il
s'agit de dispositions spécifiques
qui dépendent surtout du ministre
compétent en matière d'entre-
prises publiques. Les agents de
Securail pourront utiliser des
sprays et des menottes; ils
bénéficieront d'une formation
appropriée.
Un cadre légal uniforme a été mis
en place par la loi-programme du
27 décembre 2004 parce que
d'autres sociétés de transport
souhaitaient également pouvoir
disposer d'un service de sécurité
doté de compétences spéciales. Il
a été convenu que Securail
souscrirait au nouveau cadre.
Désireux de réagir promptement
aux événements de 2004, le
ministre Vande Lanotte a réglé le
problème par la voie d'un arrêté
royal. À l'époque déjà, je lui avais
indiqué que l'ensemble devrait
ensuite être inséré dans une
législation uniforme.
Pour ne pas entraver le maintien
de la sécurité, la nouvelle loi
dispose que Securail serait
soumise à la réglementation de
2004 jusqu'à l'entrée en vigueur
des arrêtés d'exécution de la
nouvelle loi, ce qui n'est pas
encore le cas. Les déclarations
dans la presse concernent donc la
réglementation initiale.
Les lignes de force des projets
d'arrêté ont été définies et la
rédaction est en voie de
finalisation. Étant donné que des
compétences policières seront
attribuées à du personnel civil, je
souhaitais prendre les mesures de
précaution requises. Il s'agit d'une
matière délicate. Je souhaite
réaliser un juste équilibre entre la
sécurité et la protection des droits
du citoyen. J'ai l'intention de
CRIV 51
COM 760
23/11/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
soumettre les arrêtés d'exécution
au Conseil des ministres d'ici à la
fin de l'année.
07.03 Dirk Claes (CD&V): Mijnheer de minister, enerzijds zijn de
beëdigde agenten van Securair natuurlijk begonnen op 1 november.
Ik weet niet juist hoeveel er begonnen zijn.
Anderzijds hebben ze nog geen bevoegdheden. Geeft dat geen
problemen bij hun functioneren? Kunnen zij dan wel in voldoende
veilige omstandigheden functioneren? Ik denk, bijvoorbeeld, dat ze
nog geen spuitbussen en handboeien mogen gebruiken. Ze zullen wel
een aantal andere middelen hebben, maar die zijn dan toch zeer
beperkt.
07.03 Dirk Claes (CD&V): Les
agents de Securail sont en
fonction depuis le 1
er
novembre
mais ils ne disposent encore
d'aucune compétence. Peuvent-ils
dès lors travailler dans des
conditions de sécurité suffisantes?
Leurs moyens sont très limités.
07.04 Minister Patrick Dewael: Zij functioneren op basis van het van
toepassing zijnde koninklijk besluit dat door mijn collega Vande
Lanotte is genomen in afwachting ik zeg het nog eens dat de
nieuwe wet in uitvoering treedt.
07.04 Patrick Dewael, ministre:
En attendant l'adoption de la
nouvelle loi, ils travaillent sur la
base de l'arrêté royal pris par M.
Vande Lanotte.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Vraag van de heer Dirk Claes aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"de opstart van het CIC Vlaams-Brabant" (nr. 9029)
08 Question de M. Dirk Claes au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le lancement du
08.01 Dirk Claes (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, begin november werd het CIC in Leuven door de gouverneur
voorgesteld aan de media. Alle 101-oproepen zullen daardoor in dat
dispatchingcentrum toekomen. Alsook zullen, op één na, alle
politiezones er gecoördineerd worden. Informaticasystemen zullen
daarbij de hulpverlening sneller en efficiënter sturen, wat natuurlijk
een groot voordeel is.
Bij de voorstelling bleek echter dat de politiezone Leuven liever met
haar eigen dispatching alleen bleef werken. Dat betekent dat alle
oproepen van die zone eerst toekomen op de CIC en daar ter
opvolging doorgestuurd worden naar de dispatching van de zone
Leuven.
Ook de wegenpolitie Brabant stapt niet mee in de nieuwe opstelling
en kiest ervoor om met haar oude dispatching te blijven werken.
Mijnheer de minister, welke mogelijke gevolgen kan die situatie
hebben voor de politionele hulpverlening in de zone Leuven?
Bent u er zich van bewust dat er vertraging zal voorkomen in de
verwerking van de 101-oproepen in de zone Leuven? Dat is natuurlijk
meer een gevolg voor de zone Leuven als er vertragingen zijn, dat
begrijp ik ook wel.
Hebt u daarover overleg gehad met de leiding van de politiezone van
Leuven, zowel als met de leiding van de wegenpolitie Vlaams-
Brabant?
08.01 Dirk Claes (CD&V): Le CIC
de Louvain a été présenté à la
presse au début du mois de
novembre. La zone de police de
Louvain ainsi que la police routière
du Brabant continuent toutefois à
travailler avec l'ancien système de
dispatching.
Quelles seront les conséquences
pour les interventions de secours
dans la zone de Louvain? Le
ministre est-il conscient des
retards dans le traitement des
appels 101 dans la zone de
Louvain? Une concertation a-t-elle
été organisée avec la zone de
police de Louvain et la police
routière du Brabant flamand?
Que pense le ministre de la
proposition du gouverneur de
créer une police routière du
Brabant flamand?
Les CIC traiteront-ils également
les appels 100 et 112 à l'avenir?
Comment la concertation se
déroule-t-elle en l'occurrence?
23/11/2005
CRIV 51
COM 760
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
Wat is uw opinie omtrent het voorstel van de Vlaams-Brabantse
gouverneur om een Vlaams-Brabantse wegenpolitie op te richten?
Zijn er daarvoor al enige stappen ondernomen?
Voorlopig behandelen de verschillende CIC's enkel de 101-oproepen.
Zullen in de toekomst ook de 100 en 112-oproepen behandeld
worden door de CIC's? Hoever staat het met het overleg met de
verschillende bevoegde instanties in dat dossier?
08.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, wat de lokale
politie Leuven betreft, is er op het vlak van de verwerking van de
oproepen-101 in feite weinig veranderd. Vóór de opstart van het CIC
kwamen de 101-oproepen, bestemd voor de politiezone Leuven, toe
op het communicatiecentrum van de coördinatie- en steundienst te
Leuven. Ze werden dan via het IPOG-systeem getransfereerd naar de
eigen dispatching van de zone. De vervanging in die procedure van
het communicatiecentrum van de coördinatie- en steundienst door het
CIC verandert dus eigenlijk weinig of niets aan de vroegere manier
van werken, zodat die vervanging geen nadelige gevolgen kan
hebben voor de hulpverlening in de zone Leuven.
De wegenpolitie, die met een van haar afdelingen zowel het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest als de provincies Vlaams- en Waals-Brabant
bestrijkt en dus een organisatie heeft die drie provincies groepeert,
heeft er om operationele redenen voor gekozen om door slechts één
CIC rechtstreeks te worden gedispatched, namelijk het CIC te
Brussel. De keuze houdt geen enkel nadeel in ten opzichte van de
vorige situatie.
Ten tweede, de aangepaste werkwijze kan dan in principe ook geen
vertraging in de verwerking van de oproepen met zich meebrengen.
Ten derde, sedert 2001 staan provinciale beleidsteams onder leiding
van gouverneurs in voor de opvolging van de implementatie van
ASTRID. Daarenboven werd ingevolge een aanbeveling van de
commissie ter begeleiding van de politiehervorming op lokaal niveau,
de dirco belast met een concrete coördinatie en begeleiding van de
uitwerking van de aanbeveling met betrekking tot ASTRID. Via die
beleidsteams volgen we de situatie in de verschillende provincies op
de voet. Ik weet dat de zone Leuven destijds heeft beslist om haar
autonomie en eigen werkwijze te behouden, dit ondanks de grote
capaciteitswinst die een integratie in het CIC zou opleveren. Blijkbaar
is men in Leuven niet overtuigd van die voordelen. Ik hoop dat die
mening, nu het CIC is opgestart, misschien zou kunnen worden
herzien.
Ten vierde, de federale politie heeft mij eind 2003 verschillende
voorstellen met betrekking tot de afbakening van het
bevoegdheidsgebied van de verkeerspolitie bezorgd. Die voorstellen
werden voor advies voorgelegd aan de ministers van Mobiliteit en
Justitie en ook aan de gouverneurs. Bij die gelegenheid heeft de
gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant inderdaad gepleit voor
een afzonderlijke PVE voor Vlaams-Brabant en uit die adviezen is een
voorkeur gebleken om de bevoegdheid van de federale wegpolitie af
te bakenen op de autosnelwegen en de wegen met dezelfde
kenmerken. Ik heb aan de federale politie opgedragen een
omzendbrief voor te bereiden die de bevoegdheidsafbakening zal
verduidelijken.
08.02 Patrick Dewael, ministre:
Pour la police locale de Louvain,
peu de choses ont changé dans le
traitement des appels 101. Le
service de coordination et d'appui
qui recevait et transférait les
appels par le passé a simplement
été remplacé par le CIC.
Etant donné qu'elle couvre tant
Bruxelles que le Brabant flamand
et le Brabant wallon, la police
routière a opté pour un système de
dispatching direct, le CIC à
Bruxelles. Cette méthode de
travail n'entraîne aucun retard.
Nous savons par le biais des
équipes dirigeantes provinciales
chargées de la mise en oeuvre
d'ASTRID depuis 2001 que la
zone de Louvain a décidé de
conserver son autonomie et sa
méthode de travail. J'espère
qu'elle reverra son point de vue à
présent que le CIC a démarré et
que ses avantages apparaissent
évidents.
En 2003, la police fédérale a
formulé plusieurs propositions
relatives à la délimitation des
zones de compétence de la police
routière. Dans l'avis qu'il a rendu
sur ce sujet, le gouverneur du
Brabant flamand s'est
effectivement prononcé en faveur
d'une police routière propre à sa
province. Il est également ressorti
des avis qu'il est préférable de
limiter la compétence de la police
routière aux autoroutes et aux
voies assimilées. La police
fédérale prépare une circulaire
pour préciser ces compétences.
Des changements pourraient aussi
intervenir en matière
d'organisation territoriale de la
police fédérale.
CRIV 51
COM 760
23/11/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
Samen met die omzendbrief zal de federale politie mij voorstellen
doen met betrekking tot haar territoriale organisatie.
Ik sluit dus niet uit dat er wijzigingen zullen komen aan de bestaande
territoriale organisatie.
Ten vijfde, zoals ik op 26 oktober 2005 al antwoordde op een vraag
van collega Arens over de call-taking, zijn de voorbereidingen aan de
gang om de provinciale 100-centrales naar ASTRID over te brengen
en beide noodcentrales op provinciaal niveau te fusioneren. Er kan
nog geen precieze datum voor integratie worden gegeven.
Des préparatifs sont en cours pour
intégrer les centraux 100 au
réseau ASTRID et donc pour
fusionner les deux centraux
d'urgence provinciaux.
08.03 Dirk Claes (CD&V): Mijnheer de minister, het stemt mij
hoopvol dat er toch wordt gedacht aan een Vlaams-Brabantse
provinciale verkeerseenheid in de toekomst.
Wat betreft de huidige wegenpolitie die wordt gestuurd vanuit het CIC-
Brussel, kan ik enkel zeggen dat het in de praktijk toch wel moeilijk
wordt wanneer er zich bijvoorbeeld in Vlaams-Brabant een ongeval
voordoet dat zowel betrekking heeft op de autosnelwegen als de
gewone wegen. Zowel CIC-Leuven als CIC-Brussel zal daarbij dan
moeten worden betrokken. Het zou volgens mij beter zijn indien
slechts één CIC de zaak zou coördineren.
08.03 Dirk Claes (CD&V): Je me
réjouis que l'instauration d'une
police de la circulation routière
pour le Brabant flamand soit
envisagée.
A mes yeux, la coordination
actuelle de la police de la
circulation routière ne manquera
pas de poser problème. Dans
certains cas, il faudra appeler tant
le CIC de Louvain que celui de
Bruxelles. Il serait préférable que
la coordination soit confiée à un
seul CIC.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 17.13 uur.
La réunion publique de commission est levée à 17.13 heures.