CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 751
CRIV 51 COM 751
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DE LA
S
ANTÉ PUBLIQUE
,
DE
L
'E
NVIRONNEMENT ET DU
R
ENOUVEAU DE LA
S
OCIÉTÉ
C
OMMISSIE VOOR DE
V
OLKSGEZONDHEID
,
HET
L
EEFMILIEU EN DE MAATSCHAPPELIJKE
H
ERNIEUWING
mardi
dinsdag
22-11-2005
22-11-2005
Matin
Voormiddag
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE






























cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders ­ Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu inté-
gral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit des
interventions ; les annexes se trouvent dans une brochure
séparée (PLEN: couverture blanche; COM: couverture
saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken; de
bijlagen zijn in een aparte brochure opgenomen
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
Plenum
COM
réunion de commission
COM
Commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 751
22/11/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i

SOMMAIRE
INHOUD
Question de Mme Jacqueline Galant au ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"la campagne de sensibilisation du public scolaire
aux dons d'organes" (n° 7946)
1
Vraag van mevrouw Jacqueline Galant aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de sensibilisatiecampagne voor
orgaandonatie in scholen" (nr. 7946)
1
Orateurs: Jacqueline Galant, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Jacqueline Galant, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de Mme Jacqueline Galant au ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"le soutien aux victimes d'accidents de la route"
(n° 7958)
3
Vraag van mevrouw Jacqueline Galant aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de steun aan verkeersslachtoffers"
(nr. 7958)
3
Orateurs: Jacqueline Galant, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Jacqueline Galant, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de M. Mark Verhaegen au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "les
notices de médicaments à peine
compréhensibles" (n° 8292)
4
Vraag van de heer Mark Verhaegen aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de nauwelijks verstaanbare bijsluiters"
(nr. 8292)
4
Orateurs: Mark Verhaegen, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique, Koen Bultinck
Sprekers: Mark Verhaegen, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, Koen Bultinck
Question de M. Jean-Jacques Viseur au ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"les nouveaux critères d'attribution de la sous-
partie B8 du budget des moyens financiers aux
hôpitaux" (n° 8373)
6
Vraag van de heer Jean-Jacques Viseur aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de nieuwe criteria voor de toekenning van
het onderdeel B8 van het budget van financiële
middelen aan de ziekenhuizen" (nr. 8373)
6
Orateurs:
Jean-Jacques Viseur, Rudy
Demotte, ministre des Affaires sociales et de
la Santé publique
Sprekers: Jean-Jacques Viseur, Rudy
Demotte
, minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Questions jointes de
10
Samengevoegde vragen van
10
- Mme Karin Jiroflée au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "les équipes
de liaison dans le domaine de l'oncologie
infantile" (n° 8403)
10
- mevrouw Karin Jiroflée aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
liaisonequipes in de kinderoncologie" (nr. 8403)
10
- Mme Annelies Storms au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "les équipes
de liaison dans le cadre de l'oncologie infantile"
(n° 8430)
10
- mevrouw Annelies Storms aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
liaisonequipes in de kinderoncologie" (nr. 8430)
10
Orateurs: Karin Jiroflée, Annelies Storms,
Rudy Demotte
, ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique
Sprekers: Karin Jiroflée, Annelies Storms,
Rudy Demotte
, minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Interpellation et questions jointes de
12
Samengevoegde interpellatie en vragen van
12
- M. Luc Sevenhans au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "le
remboursement par le département de la Défense
des interventions dans le prix de la journée
d'entretien demandé par le Centre des grands
brûlés de l'Hôpital militaire" (n° 691)
12
- de heer Luc Sevenhans tot de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
terugbetaling door het Departement Defensie van
de tegemoetkomingen in de ligdagprijs van het
Brandwondencentrum van het Militair Hospitaal"
(nr. 691)
12
- Mme Marie-Christine Marghem au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "la
réclamation par l'Inami de sommes indûment
remboursées pour des prestations au Centre des
grands brûlés de l'Hôpital militaire" (n° 8503)
12
- mevrouw Marie-Christine Marghem aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de terugvordering door het Riziv van
onterecht terugbetaalde bedragen voor
verstrekkingen in het Brandwondencentrum van
het Militair Hospitaal" (nr. 8503)
12
- M. Luc Sevenhans au ministre des Affaires 12
- de heer Luc Sevenhans aan de minister van 12
22/11/2005
CRIV 51
COM 751
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
sociales et de la Santé publique sur "une fraude
éventuelle lors de la facturation de journées
d'hospitalisation à l'Hôpital militaire" (n° 8614)
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "een
mogelijke fraude bij de aanrekening van
verpleegdagprijzen in het Militair Hospitaal"
(nr. 8614)
Orateurs: Luc Sevenhans, Marie-Christine
Marghem, Rudy Demotte
, ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique
Sprekers: Luc Sevenhans, Marie-Christine
Marghem, Rudy Demotte
, minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid
Motions
21
Moties
21
Question de M. Koen Bultinck au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "le
sevrage tabagique des femmes enceintes et de
leur conjoint" (n° 8431)
21
Vraag van de heer Koen Bultinck aan de minister
van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
tabaksontwenning bij zwangere vrouwen en hun
partner" (nr. 8431)
21
Orateurs: Koen Bultinck, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Koen Bultinck, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
CRIV 51
COM 751
22/11/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DE LA SANTÉ
PUBLIQUE, DE
L'ENVIRONNEMENT ET DU
RENOUVEAU DE LA SOCIÉTÉ
COMMISSIE VOOR DE
VOLKSGEZONDHEID, HET
LEEFMILIEU EN DE
MAATSCHAPPELIJKE
HERNIEUWING
du
MARDI
22
NOVEMBRE
2005
Matin
______
van
DINSDAG
22
NOVEMBER
2005
Voormiddag
______

De vragen en interpellaties vangen aan om 11.13 uur.
Voorzitter: mevrouw Maya Detiège.
Les questions et les interpellations commencent à 11.13 heures.
Presidente: Mme Maya Detiège.
01 Question de Mme Jacqueline Galant au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"la campagne de sensibilisation du public scolaire aux dons d'organes" (n° 7946)
01 Vraag van mevrouw Jacqueline Galant aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over
"de sensibilisatiecampagne voor orgaandonatie in scholen" (nr. 7946)
01.01 Jacqueline Galant (MR): Madame la présidente, monsieur le
ministre, il y a quelques temps, un collègue parlementaire wallon de la
province du Hainaut occidental, que vous connaissez bien, avait
interpellé votre collègue à la Région wallonne, la ministre Arena, à
propos de la sensibilisation des écoliers aux dons d'organes.

Selon certaines sources, vous auriez déclaré, à l'époque, que vous
mettriez du matériel didactique à disposition afin que l'on inscrive au
moins une heure d'information obligatoire dans le cursus de
l'enseignement secondaire. Vous auriez même expliqué que cette
sensibilisation deviendrait une matière obligatoire. Mme Arena
dément avoir été contactée, à ce propos, par le ministre fédéral de la
Santé.

Monsieur le ministre, puis-je vous demander ce qu'il en est
exactement? Avez-vous effectivement contacté la ministre régionale?
Si oui, quelle est la teneur de sa réponse? Comptez-vous demander à
la Communauté française, via un comité de concertation, de rendre
cette matière obligatoire?

Par ailleurs, je sais que vous avez lancé une campagne nationale à
ce propos. Avez-vous déjà connaissance des répercussions sur le
public? Disposez-vous de chiffres en matière de dons d'organes et de
l'évolution au fil des ans?
01.01 Jacqueline Galant (MR):
Mijnheer de Minister, heeft u in
tegenstelling tot wat zij beweert,
contact opgenomen met minister
Arena over de sensibilisering van
scholieren voor orgaandonatie?
Wat was haar antwoord? Zal u
daarvan een verplicht thema
maken in het middelbaar
onderwijs?

Wat zijn de effecten van uw
nationale campagne
dienaangaande? Beschikt u over
cijfers in verband met
orgaandonatie en de evolutie
ervan doorheen de tijd?

01.02 Rudy Demotte, ministre: Madame la présidente, madame
Galant, en raison de l'allongement et de la surcharge des listes
d'attente en matière de transplantations, sans que le nombre de dons
d'organes n'augmente proportionnellement, j'ai organisé ­ vous le
savez ­ une vaste campagne de sensibilisation aux dons d'organes.
01.02 Minister Rudy Demotte:
Pas tijdens de tweede fase van de
sensibiliseringscampagne zal
contact worden opgenomen met
de ministers van Onderwijs met
22/11/2005
CRIV 51
COM 751
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
Elle se déroule en deux phases différentes.

La première a eu lieu en juin dernier. Elle s'est surtout traduite par la
mise en place d'un site internet spécialisé, beldonor.be.

La deuxième phase sera orientée vers le grand public, les jeunes et
les professionnels de la santé. A partir de cette phase, un contact
sera pris avec les divers ministres ayant l'enseignement dans leurs
compétences ­ les jeunes visés ont entre 16 et 18 ans ­ pour
développer une action coordonnée, notamment en matière
d'information obligatoire au niveau des écoles.

Il est évident que, dans ce cadre, le matériel didactique nécessaire
sera déterminé et mis à disposition. Mais nous n'en sommes pas
encore là puisque cette deuxième phase n'est pas encore entamée.

Ce qui est clair, c'est que notre volonté est de passer de la première
phase qui était très généraliste à une deuxième phase qui est
davantage ciblée sur des publics déterminés. La négociation en cours
se fera dans les mois qui précèdent la mise en place précise de cette
deuxième phase, raison pour laquelle Mme Arena a dit très justement
que le contact n'a pas encore été établi puisque nous ne sommes pas
encore entrés dans la phase de détermination des matériaux
didactiques nécessaires.

Les premiers résultats - c'est le deuxième volet de votre question -,
qui concernent l'enregistrement de la volonté expresse d'un don
d'organes auprès de l'administration communale, sont, on peut le dire,
encourageants. En effet 1.508 citoyens se sont inscrits comme
donneurs d'organes soit, si l'on regarde la période précédente, 4,5%
d'augmentation sur deux mois, tandis que le nombre d'oppositions
aux dons n'évolue pas. On est à peu près à 0,1% de la population qui
a expressément dit: "nous ne voulons pas faire de dons d'organes".

Le nombre annuel de donneurs effectivement prélevés en Belgique
est passé de 263 en 2000 à 198 en 2004 avec une moyenne de 3,5
organes prélevés. En 2004, 790 organes d'origine Eurotransplant ont
pu être transplantés en Belgique. Je vous ai ainsi donné l'ensemble
des chiffres.
het oog op een gecoördineerde
actie, zoals een verplichte
informatiesessie. In de eerste fase
werd de site www.beldonor.be
opgestart.

Het aantal verklaringen van
uitdrukkelijke wilsbeschikking
betreffende orgaandonatie is in
twee maanden tijd met 4,5 procent
tot 1 508 gestegen. In 2000
werden bij 263 donoren organen
weggenomen, in 2004 bij 198
donoren. In datzelfde jaar werden
790 door Eurotransplant
toegewezen organen in België
getransplanteerd.

01.03 Jacqueline Galant (MR): Monsieur le ministre, je vous
remercie pour la précision de votre réponse. Avez-vous déjà une idée
du calendrier pour la deuxième phase?
01.03 Jacqueline Galant (MR):
Hoe staat het met de timing van
de tweede fase?
01.04 Rudy Demotte, ministre: Nous n'avons pas encore fixé de
calendrier, pour des raisons liées notamment à des problèmes de
communication. Il ne faut pas avoir une campagne qui viendrait à un
moment donné entrer en conflit avec une autre: l'image en deviendrait
dès lors illisible. Si nous lancions demain une campagne sur une
meilleure prescription en matière d'antibiotiques et, en même temps,
sur le don d'organes, cela entraînerait évidemment des complications.
On brouille le message et on ne touche pas le public visé. Nous
n'avons pas encore déterminé cela parce que nous terminons
actuellement le phasage des campagnes 2006.
01.04 Minister Rudy Demotte: De
timing ligt nog niet vast, want het is
natuurlijk niet de bedoeling dat
campagnes elkaar overlappen.
Daar wordt nog aan gewerkt.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
CRIV 51
COM 751
22/11/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
02 Question de Mme Jacqueline Galant au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"le soutien aux victimes d'accidents de la route" (n° 7958)
02 Vraag van mevrouw Jacqueline Galant aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over
"de steun aan verkeersslachtoffers" (nr. 7958)
02.01 Jacqueline Galant (MR): Madame la présidente, monsieur le
ministre, les accidents de la route entraînent des séquelles physiques
et psychologiques indéniables tant pour les victimes que pour leur
entourage. En général, peu de soutien est accordé à ces personnes
impliquées dans des accidents aux conséquences souvent lourdes.

Un groupe de réflexion qui vous a déjà contacté, le Groupement pour
l'action routière, a développé un projet très intéressant, qui consiste
en la création d'une cellule d'accompagnement d'assistance et de
soutien psychologique aux victimes. La constitution de cette cellule
nécessite des moyens financiers relativement peu importants au
regard de l'intérêt de celle-ci. Néanmoins, je sais que votre
département ne dispose pas d'un budget extensible comme les autres
départements de votre gouvernement.

Dès lors, n'existe-t-il pas une solution permettant d'aider ce
groupement à constituer une cellule que tous attendent avec
impatience? Depuis plusieurs années, de telles cellules
d'accompagnement existent en France et sont un appui précieux pour
les victimes. Ne pourrait-on envisager, comme cela a été le cas chez
nos voisins, de prélever une partie, même infime, des amendes
infligées aux automobilistes imprudents? N'est-il pas possible
d'intégrer cette cellule dans un contexte médical d'aide psychologique
et ainsi, lui faire bénéficier de subsides?
02.01 Jacqueline Galant (MR):
De Groupement pour l'action
routière wil een cel voor
begeleiding, bijstand en
psychologische steun voor
verkeersslachtoffers oprichten.

Het is van kapitaal belang dat die
organisatie de luttele middelen die
ze nodig heeft, van uw
departementen krijgt.

Kan er geen constructie bedacht
worden, zoals die in Frankrijk
bestaat, waarbij een klein
percentage van de boeten die
onvoorzichtige automobilisten
moeten betalen, aangewend wordt
voor de financiering van zo'n cel,
en waarbij deze cellen in een
medisch kader van
psychologische hulpverlening
worden geïntegreerd zodat ze
subsidie kunnen krijgen?
02.02 Rudy Demotte, ministre: Madame Galant, le soutien aux
victimes et à l'entourage est en toutes circonstances nécessaire et
même fondamental dans le cadre d'une reconstruction psychologique
des personnes qui ont été marquées par un accident aux
conséquences qui peuvent être parfois irréversibles; nous en avons
tous fait l'expérience dans notre entourage propre (amis ou famille).
D'aucuns, souvent des proches ou des parents de victimes qui ont
vécu cette situation, ont d'ailleurs pris l'initiative de créer des
groupements, des associations, dont l'objet est d'apporter une aide
psychologique, mais aussi une assistance administrative. En effet,
beaucoup de choses ont déjà été faites. Donc, l'expérience de
certains peut en inspirer d'autres.

Ainsi, à côté de services tels que l'accueil des victimes au sein des
parquets ou encore les numéros gratuits d'aide aux victimes, il y a
une série d'associations qui entendent et aident les victimes ou leur
entourage dans leur parcours post-accidentel. Si l'encadrement
psychologique est assuré dans certains établissements de soins, tels
que les centres de revalidation et de réadaptation, il peut parfois, aux
yeux de certains, être ressenti ou qualifié comme insuffisant.

C'est pourquoi la piste que vous proposez afin d'améliorer le suivi des
accidentés de la route mérite sans doute d'être examinée. Quant à la
création d'une structure de suivi spécifique des victimes de la route,
qui serait financée dans le cadre des soins de santé via un
prélèvement sur les amendes, la question devrait être examinée avec
mes collègues de la Mobilité et de la Justice. En effet, il ne
m'appartient pas de juger seul de l'opportunité d'une telle formule
02.02 Minister Rudy Demotte:
Naast de diensten voor
slachtofferhulp bij de parketten en
de gratis nummers waar
slachtoffers terechtkunnen voor
steun, bestaan er diverse
verenigingen die slachtoffers en
hun naaste familieleden bijstaan.
In sommige
verzorgingsinstellingen wordt
psychologische bijstand verleend.
Uw denkpiste is evenwel het
overwegen waard.

Ik moet uw suggestie om een
specifieke structuur op te richten
voor de follow-up van
verkeersslachtoffers en die
structuur in het kader van de
gezondheidszorg te financieren via
een heffing op verkeersboeten,
samen met mijn collega's van
Mobiliteit en Justitie bekijken.
22/11/2005
CRIV 51
COM 751
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
centralisée ni de son mode de financement.
02.03 Jacqueline Galant (MR): Madame la présidente, monsieur le
ministre, je pense que le Groupement pour l'action routière a déjà
contacté les différents départements que vous avez cités.

Ne serait-il pas intéressant qu'il reçoive une réponse et que la réunion
de concertation avec les différents départements soit organisée afin
d'obtenir un minimum de réponse cohérente? En effet, les membres
du Groupement ont l'impression d'être rejetés d'un coin à l'autre sans
jamais obtenir de réponse.
02.03 Jacqueline Galant (MR): Ik
denk dat de Groupement pour
l'action routière reeds contact
heeft opgenomen met de
verschillende departementen die u
heeft aangehaald.

Ware het niet interessant om de
overlegronde met de verschillende
departementen te organiseren,
teneinde toch minstens een
samenhangend antwoord te
verkrijgen? Mag ik hen voorstellen
om contact met u op te nemen?
02.04 Rudy Demotte, ministre: C'est noté. Cela me paraît une
évidence.
02.05 Jacqueline Galant (MR): Monsieur le ministre, je peux leur
dire de prendre contact avec vous?
02.06 Rudy Demotte, ministre: Oui, proposez-leur de prendre
contact avec mon cabinet. Je suis demandeur de jouer un rôle de
médiation si cela peut faire progresser les choses.
02.06 Minister Rudy Demotte:
Dat spreekt voor zich. Ik ben
bereid als bemiddelaar op te
treden als dat het dossier kan
voorthelpen.
02.07 Jacqueline Galant (MR): Je vous remercie, monsieur le
ministre.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van de heer Mark Verhaegen aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over
"de nauwelijks verstaanbare bijsluiters" (nr. 8292)
03 Question de M. Mark Verhaegen au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "les
notices de médicaments à peine compréhensibles" (n° 8292)
03.01 Mark Verhaegen (CD&V): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de
minister, de eerste verantwoordelijkheid voor de inhoud en de
begrijpelijkheid van de bijsluiters van geneesmiddelen ligt uiteraard bij
de producenten. Bij de aanvraag tot registratie van het medicament
moet deze ook het ontwerp van bijsluiter bijvoegen en voorleggen. De
wettelijke bepalingen voor die bijsluiters zijn versnipperd over diverse
KB's, Europese richtlijnen en zo meer. Er is het KB van 3 juli 1969
betreffende de registratie van geneesmiddelen en het KB van 7 april
1995 betreffende voorlichting en reclame. Daarnaast zijn er nog
Europese richtlijnen uit 1992, 2001 en 2004. Men ziet door de bomen
het bos niet meer.

In 2003 stuurde het Directoraat-generaal van Geneesmiddelen nog
een rondzendbrief naar de farmaceutische bedrijven met een
herinnering aan de wettelijke bepalingen en richtsnoeren voor het
opstellen van bijsluiters. Er zijn alsmaar meer terechte klachten over
de eentaligheid van sommige bijsluiters. Ik denk hierbij aan het
product Transvercid dat wordt gefabriceerd in Boulogne en dat
03.01 Mark Verhaegen (CD&V):
Les fabricants de médicaments
sont responsables des notices.
Toute demande d'enregistrement
d'un médicament, doit être
accompagnée de sa notice. Les
dispositions légales relatives aux
notices sont réparties entre
plusieurs arrêtés royaux et
directives européennes. En 2003,
la direction générale Médicaments
a envoyé aux sociétés
pharmaceutiques une circulaire
qui contenait un aperçu des
dispositions légales et directives
relatives à l'élaboration des
notices.
CRIV 51
COM 751
22/11/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
blijkbaar een bijsluiter heeft met alleen de taal van Molière. Voor ons
is dat een stuk te weinig.

Er is ook onduidelijkheid over omzendbrief nr. 423 over het
taalgebruik. Onder de noemer "Bijzondere specificaties" vermeldt die
brief dat tenminste de landstalen ­ Nederlands, Frans en Duits ­
moeten worden gebruikt. Hierbij wordt echter geen melding gemaakt
van het KB of andere verordeningen waarin dit terug is te vinden. Er is
ook niet geweten of dit slaat op de verpakking, het etiket of de
bijsluiter van het geneesmiddel.

U merkt dat de onduidelijkheid troef is en daarom heb ik de volgende
vragen. Overweegt de minister punt 1 van de omzendbrief te
verduidelijken? Welke Belgische wetgeving bepaalt het taalgebruik
van de bijsluiter? Welke dienst binnen het Directoraat-generaal van
Geneesmiddelen controleert de bijsluiters? Hoe werkt die
controleprocedure eigenlijk? Is de Europese richtlijn 2004/27EG van
31 maart 2004 tot wijziging van de richtlijn van 2001 tot vaststelling
van het communautaire wetboek ondertussen in Belgisch recht
omgezet? U hebt gezegd dat dit vóór november zou gebeuren. Zal
meer bepaald artikel 48 over het gebruik van officiële talen van het
land waarin het product in de handel is, strikt worden overgenomen?

Ik heb nog een klein vraagje dat niet in de schriftelijke versie van mijn
vraag stond, maar het vergt geen voorbereiding. Heeft de minister
kennis van klachten over bijsluiters? Ik denk niet dat u deze laatste
vraag moet voorbereiden. U kunt dit uit het hoofd beantwoorden.
De plus en plus de plaintes sont
enregistrées concernant des
notices unilingues. La circulaire
stipule que la notice doit être
disponible au moins dans les
langues nationales mais ne
mentionne pas l'arrêté royal le
stipulant et ne dit pas si cela
concerne l'emballage, l'étiquette
ou la notice.

Le ministre envisage-t-il de
préciser la circulaire? Quelle
législation règle l'usage des
langues en ce qui concerne les
notices? Quel service contrôle les
notices et comment fonctionne la
procédure de contrôle? La
directive européenne du 31 mars
2004 instituant un code
communautaire est-elle déjà
transposée dans le droit belge? Le
ministre a-t-il connaissance de
plaintes concernant les notices?

03.02 Minister Rudy Demotte: Mijnheer Verhaegen, ten eerste, het
koninklijk besluit van 3 juli 1969 betreffende de registratie van
geneesmiddelen specificeert duidelijk in de artikelen 2sexies over de
geneesmiddelen voor menselijk gebruik en in 2septies over de
geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik dat de bijsluiters in
de drie landstalen en in begrijpbare termen moeten zijn opgesteld.
Met de herziening van de communautaire wetten zullen deze
bepalingen ook worden vermeld in de wet van 25 maart 1964 op de
geneesmiddelen. Daarentegen voorziet het communautair wetboek
dat een geneesmiddel dat niet rechtstreeks voor patiënten bestemd
is, geen drietalige bijsluiter moet hebben.

Ten tweede. Het departement voor registratie controleert de
bijsluiters. Wanneer de inspecteurs een overtreding vaststellen,
gebruiken ze de middelen die hen ter beschikking worden gesteld
door de wet op de geneesmiddelen: een pv of een administratieve
boete.

Ten derde. Het wetsontwerp ter omzetting van de herzieningsrichtlijn
inzake geneesmiddelen voor menselijk en diergeneeskundig gebruik,
dus richtlijnen 2004/27 en 2004/28, werd goedgekeurd in de
ministerraad van 23 september 2005 en wordt momenteel aangepast
in functie van het voorlopig advies van de Raad van State. Het
definitief advies is nog niet klaar. Het wetsontwerp zal vervolgens voor
een tweede lezing aan de ministerraad worden voorgelegd, vooraleer
het aan het Parlement wordt voorgelegd.

De omzetting zal dus niet tijdig plaatsvinden, maar de vertraging is
relatief klein als we rekening houden met de omzettingstermijn van 18
maanden die wordt toegestaan door Europa en met de vaststelling
03.02 Rudy Demotte, ministre:
L'arrêté royal du 3 juillet 1969
précise que les notices des
médicaments doivent être
rédigées dans les trois langues
nationales et en des termes
compréhensibles. À la suite de la
révision des lois communautaires,
cette disposition sera également
inscrite dans la loi du 25 mars
1964 sur les médicaments. Un
médicament qui n'est pas destiné
directement aux patients ne devra
pas contenir de notice trilingue.

Le département contrôle les
notices en vue de
l'enregistrement. Lorsqu'une
infraction est constatée, un
procès-verbal peut être dressé ou
une amende administrative peut
être infligée

Le projet de loi transposant la
directive de révision européenne a
été adopté lors du Conseil des
ministres du 23 septembre 2005 et
est actuellement adapté en
fonction de l'avis provisoire du
Conseil d'État. Il sera déposé au
22/11/2005
CRIV 51
COM 751
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
dat de andere lidstaten allemaal een zekere vertraging zullen oplopen.
Het spreekt voor zich dat de richtlijn zeer strikt zal worden omgezet en
toegepast, ook wat de talen op de bijsluiters betreft.

Wat uw laatste vraag over de klachten betreft, heb ik geen informatie.
Tot nu toe zijn er wel klachten. Die gaan echter niet over de
begrijpbaarheid van de verschillende bijsluiters, maar wel over de
grootte van de karakters. Oude mensen kunnen natuurlijk ­ net zoals
ik ­ zonder bril de kleine karakters niet goed lezen. De verschillende
klachten worden overgemaakt aan de firma's, zodat zij de karakters
corrigeren.
Parlement après une deuxième
lecture en Conseil des ministres.
La transposition a donc pris un
léger retard, tout comme dans les
autres États membres. La directive
fera l'objet d'une transposition
stricte.

Je n'ai reçu des plaintes que
concernant la taille des caractères.
Elles ont été transmises aux
firmes.
03.03 Mark Verhaegen (CD&V): Mevrouw de voorzitter, ik dank
uiteraard de minister voor zijn antwoord. Er is inderdaad dat koninklijk
besluit uit 1969. Dat is natuurlijk cruciaal. Ik heb de indruk dat de
situatie op het terrein een beetje verwaterd is. Het voorbeeld dat ik
gegeven heb is niet uit de lucht gegrepen.

Ik ben er ook van overtuigd dat de praktijkcontrole heel belangrijk is.
Ik stel ook vast dat het niet systematisch het model van de bijsluiter is
dat uiteindelijk in het doosje dat in het registratiedossier voorkomt,
terechtkomt. Het gebeurt soms dat dit twee verschillende briefjes zijn,
dat het twee verschillende instructies zijn.

U zegt ook dat de boodschap goed leesbaar moet zijn, dat ze niet te
klein gedrukt mag zijn. Dat is ook een klacht die ik regelmatig hoor.
Men mag inderdaad geen vergrootglas nodig hebben. De taal moet
ook begrijpelijk zijn. Men mag geen schriftgeleerde moeten zijn om te
begrijpen wat erin staat in verband met nevenwerkingen en dergelijke
meer. Dat zijn belangrijke zaken. Er mogen echter ook vooral op het
vlak van taal geen fouten gebeuren. Dat is cruciaal.

Mijnheer de minister, anderzijds ben ik ook blij dat u aankondigt dat
de Europese richtlijn van 2004 snel zal omgezet worden. Snel is
natuurlijk een relatief begrip. U zegt dat de laattijdigheid hier bijna
ingebouwd is omdat de termijn kort is. Ik hoop dat er in de toekomst
ook rekening mee gehouden zal worden en dat de Europese
termijnen zo goed als mogelijk worden gehandhaafd.
03.03 Mark Verhaegen (CD&V):
L'arrêté royal n'est toujours pas
appliqué sur le terrain. Le contrôle
est très important. Ce n'est pas
toujours le modèle de notice
présenté que l'on retrouvera
finalement dans le
conditionnement. De nombreuses
personnes se plaignent du fait que
les caractères sont trop petits. Les
notices doivent également être
rédigées de manière
compréhensible, et cela dans les
trois langues nationales.

Je me réjouis de la déclaration du
ministre selon laquelle la directive
européenne sera rapidement
transposée. J'espère qu'à l'avenir
les délais de transposition seront
respectés dans toute la mesure du
possible.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03.04 Koen Bultinck (Vlaams Belang): Mevrouw de voorzitter, ik
heb een praktische vraag in verband met de regeling der
werkzaamheden. Mijnheer de minister, het zou handig zijn als wij
allemaal zouden weten hoe lang u vanmiddag kan blijven.
03.05 Minister Rudy Demotte: Mevrouw de voorzitter, ik kan tot
12.30 uur blijven.
04 Question de M. Jean-Jacques Viseur au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"les nouveaux critères d'attribution de la sous-partie B8 du budget des moyens financiers aux
hôpitaux" (n° 8373)
04 Vraag van de heer Jean-Jacques Viseur aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de nieuwe criteria voor de toekenning van het onderdeel B8 van het budget van financiële
middelen aan de ziekenhuizen" (nr. 8373)
CRIV 51
COM 751
22/11/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
04.01 Jean-Jacques Viseur (cdH): Madame la présidente, monsieur
le ministre, je trouve que, dans la réforme de votre prédécesseur,
l'introduction de la sous-partie B8 dans le budget des hôpitaux était un
vrai progrès. Je me souviens que, dans les débats, j'avais cité cet
exemple assez frappant, à savoir que l'on avait donné comme
"benchmark", pour la durée d'une hospitalisation dans le cadre d'un
accouchement, le fait que la princesse Diana était rentrée chez elle le
lendemain de son hospitalisation. J'avais signalé que la princesse
Diana rentrait chez elle avec, sur place, une infirmière et un
encadrement suffisant et que, hélas, ce n'était pas le cas de 90% des
accouchements qui se déroulaient, par exemple, dans un hôpital que
je connais bien à Charleroi.

L'idée d'introduire, dans le budget des moyens financiers, des
montants pour compenser les coûts spécifiques générés par les
hôpitaux ayant un profil de patients très faible sur le plan socio-
économique et entraînant des charges supplémentaires en matière
de service social et de soins, avec notamment une durée de séjour
plus longue, des pathologies plus complexes, moins de possibilités
d'hospitalisation de jour du fait de l'isolement social, était
certainement un progrès important dans le financement des hôpitaux.
Cela faisait d'ailleurs suite à plusieurs études qui avaient indiqué que
le niveau socio-économique des patients jouait un rôle, notamment en
raison de leurs revenus, de leur situation d'emploi ­ le chômage joue
un rôle tout à fait négatif ­ du statut préférentiel ou non, du taux
d'isolement et du taux de logement précaire.

L'arrêté royal du 11 juillet 2005 avait d'ailleurs bien traduit cette
situation avec quatre critères de classement des hôpitaux:
- ratio du nombre d'admissions relatives à des patients bénéficiant au
sein de la franchise sociale d'une protection particulière;
- ratio du nombre de patients isolés par rapport au nombre total
d'admissions;
- ratio du nombre de patients bénéficiant de la franchise sociale par
rapport au nombre total d'admissions et
- ratio du nombre de patients ayant des revenus inférieurs à 10.000
euros par rapport au total des patients.

La pondération était égale pour tous ces ratios sauf le ratio de
patients bénéficiant de la franchise sociale qui était surpondéré et qui
lui a valu comme attribution 60% du budget pour les vingt hôpitaux
dont le score était le plus élevé, et à l'intérieur de ces 60%, 70% sur
les dix premiers hôpitaux.

L'application de cet arrêté royal du 25 avril 2002 a démontré qu'il y
avait bien des différences, parfois marquantes, entre les clientèles
des hôpitaux. Je pense que, sur la base de ces critères objectifs, on a
pu vraiment pointer du doigt les hôpitaux qui devaient recevoir un
soutien particulier parce qu'ils avaient une clientèle très pauvre.

Je rappelle que l'hôpital qui s'est classé premier dans ce classement,
ce qui est loin d'être agréable, mais très révélateur de la situation, est
l'hôpital d'Hornu, encore au niveau du Moyen Age.

L'arrêté royal du 11 juillet 2005 bouleverse ces critères et en retient
seulement trois.

D'abord, le ratio du nombre d'admissions relatives aux patients qui
04.01
Jean-Jacques Viseur
(cdH): Met het koninklijk besluit
van 11 juli 2005 werden de criteria
gewijzigd op grond waarvan het
onderdeel B8 van de
ziekenhuisbegroting wordt
verdeeld. Dat onderdeel dient om
de specifieke kosten te
compenseren van ziekenhuizen
van wie de patiënten vanuit
sociaal-economisch oogpunt erg
zwak staan en die bijkomende
kosten inzake verzorging en
maatschappelijke dienstverlening
genereren.

De begrotingsmiddelen die in het
onderdeel B8 zijn ondergebracht,
zijn echter uitermate volatiel. Dat
valt toe te schrijven aan het feit dat
de rangschikking van de
ziekenhuizen erg onstabiel is,
terwijl het profiel van hun patiënten
daarom niet verschilt.

Bovendien wordt een verschillend
gewicht toegekend aan de drie
nieuwe criteria, zonder dat het
verband met het sociaal-
economisch profiel van het
patiëntenbestand meteen duidelijk
is.

We stellen immers vast dat het
criterium van de verhouding van
het aantal dossiers van mensen
zonder onderstanddomicilie, van
wie de ziekenhuiskosten door de
Programmatorische
overheidsdienst maatschappelijke
integratie, armoedebestrijding en
sociale economie aan de OCMW's
worden terugbetaald, tot het totaal
aantal ziekenhuisopnames de
overhand heeft. Maar de OCMW's
dienen niet altijd een vordering in,
waardoor het aantal
geregistreerde opnames daalt
terwijl het patiëntenbestand niet is
veranderd.

Op welke elementen stoelen de
nieuwe criteria? Waarom werden
ze gewijzigd? Welk bedrag wordt
in het kader van de begroting B8
voor en na de wijziging aan elk
ziekenhuis toegekend?
22/11/2005
CRIV 51
COM 751
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
remplissent les conditions pour bénéficier du MAF (maximum à
facturer) social. Ensuite, le ratio du nombre d'admissions relatives aux
patients bénéficiant du MAF bas revenus et qui sont isolés par rapport
au nombre d'admissions relevant des organismes assureurs, repris à
l'article 99. Enfin, le ratio du nombre de dossiers de personnes sans
domicile de secours dont les coûts d'hospitalisation sont remboursés
aux CPAS par le service public de programmation Intégration sociale,
Lutte contre la pauvreté et Economie sociale par rapport au nombre
total d'admissions.

Dans ces trois ratios, l'un a été surpondéré, à savoir ce troisième
critère.

On peut s'en étonner. En effet, ce troisième critère est manifestement
un critère peu objectif, ne serait-ce que parce qu'un certain nombre
de CPAS refusent de délivrer des réquisitoires en faveur d'hôpitaux
qui, soit ne dépendent pas du CPAS, soit ne dépendent pas
directement du pouvoir public concerné. C'est particulièrement vrai en
Région bruxelloise. Ce critère ne dépend donc pas uniquement de la
qualité réelle des patients, mais également d'une politique menée par
certains CPAS.

Les résultats ne se sont pas fait attendre.

Prenons deux cliniques de l'agglomération bruxelloise qui ne
bénéficient pas de ce type de réquisitoire: l'une est passée de la 6
e
à
la 69
e
place et l'autre de la 10
e
à la 77
e
place, alors que leur clientèle
n'a pas changé. Au contraire, ce troisième critère permet aux hôpitaux
concernés de bénéficier évidemment de la couverture des frais
relatifs aux personnes les plus pauvres, puisque les CPAS paient.
Ces hôpitaux subissent donc moins de cas d'impossibilité de
récupérer auprès des patients les plus pauvres les montants exposés,
car notre pays, heureusement, ne refuse jamais les patients.

On ne peut donc affirmer que ces deux hôpitaux de la Région
bruxelloise ont vu brusquement leur clientèle devenir beaucoup plus
riche; on le saurait en observant la diminution du nombre de
personnes au chômage, du nombre de personnes isolées ou du
nombre de personnes à faibles revenus et bénéficiant d'un statut
préférentiel.

Il y a donc là un total déséquilibre par rapport aux critères
précédemment retenus et qui avaient été considérés comme
rejoignant l'objectif du B8.

Selon moi, le nouveau classement montre qu'il ne correspond pas
tout à fait à la réalité des situations vécues. Ainsi, l'hôpital de
Charleroi, que je connais bien, passe de la 17
e
à la 67
e
place alors
que sa clientèle n'a pas changé.

Monsieur le ministre, les deux questions que je pose sont assez
simples.

- Pourquoi avoir choisi ces nouveaux critères de répartition alors que
les autres avaient donné une vision assez claire de la situation des
différents hôpitaux?

- Pourriez-vous me communiquer les montants exacts de la sous-

CRIV 51
COM 751
22/11/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
partie B8 affectés à chaque hôpital avant et après la modification des
critères de répartition? Vous pouvez bien entendu répondre à cette
question par écrit car cela concerne plus de 150 hôpitaux.
04.02 Rudy Demotte, ministre: Madame la présidente, monsieur
Viseur, l'arrêté royal du 11 juillet 2005 a, en effet, modifié les critères
de fixation et de répartition de la sous-partie B8 du budget des
hôpitaux sur la base notamment de l'avis remis en date du 29
septembre 2004 par la section financement du CNEH.

L'avis de cette section contenait, notamment les suggestions et
considérations suivantes:
- l'abandon des paramètres dits "proxis" relatifs aux patients isolés et
aux revenus inférieurs;
- le maintien du seul critère MAF social incluant les isolés et les
personnes à faibles revenus;
- la pertinence du critère "patients illégaux".

En ce qui concerne votre demande visant à obtenir les montants de la
participation du B8 avant et après la modification des critères, soit au
1
er
juillet 2004 et 2005, je ne peux vous communiquer que les
montants au 1
er
juillet 2004, compte tenu du fait que les dossiers 2005
n'ont pas encore fait l'objet d'une approbation par la section
financement des établissements hospitaliers.

Pour terminer, je tiens à vous informer qu'une étude, visant à
introduire un indice de correction social dans le financement
hospitalier, est actuellement en cours et que celui-ci devrait être
progressivement mis en place à partir de l'exercice débutant le 1
er
juillet 2006. Je vous transmettrai dans un instant le document chiffré
que j'ai sous les yeux.
04.02 Minister Rudy Demotte:
Het koninklijk besluit van 11 juli
2005 is onder andere gebaseerd
op het advies dat de afdeling
financiering van de NRZV ons op
29 september 2004 heeft bezorgd.
Daarin worden de volgende drie
krachtlijnen geformuleerd: de
afschaffing van de parameters in
verband met de alleenstaande
patiënten en de lage inkomens,
het behoud van het criterium van
de sociale MAF die ook voor
alleenstaanden en mensen met
een laag inkomen geldt, en de
relevantie van het criterium
"illegale patiënten".

Wat de herverdeling van de
bedragen na de aanpassing
betreft, kan ik u enkel de bedragen
op 1 juli 2004 meedelen. De
dossiers van 2005 werden immers
nog niet door de afdeling
ziekenhuisfinanciering
goedgekeurd.

We onderzoeken momenteel de
sociale correctie-index die vanaf 1
juli 2006 stapsgewijs zal worden
ingevoerd.
04.03 Jean-Jacques Viseur (cdH): Monsieur le ministre, je voudrais
insister sur deux points.

Premièrement, le B8 est vraiment important, même essentiel, dans la
logique que l'on peut avoir par rapport aux coûts supplémentaires qui
doivent être pris en charge par les hôpitaux car la fonction sociale de
l'hôpital peut ainsi s'exprimer pleinement.

Je prends un seul critère, la durée de séjour; encore une fois, celle-ci
est très liée à ces éléments.

Deuxièmement, à la base de la modification, il y a le fait ­ et ce n'est
pas un hasard ­ que la plupart des 20 premiers hôpitaux dans le
classement du B8 se trouvaient dans une partie du pays qui possède
des habitants dont les revenus sont manifestement plus faibles.

Je pense qu'il faut affiner constamment les critères pour aboutir à
réellement rencontrer les situations les plus difficiles. Mais ma
conviction est que surpondérer un critère qui est aussi étranger à la
population qui fréquente les différents hôpitaux, c'est créer un
déséquilibre.
04.03
Jean-Jacques Viseur
(cdH): Het onderdeel B8 is van
groot belang vermits het de
ziekenhuizen toelaat hun
maatschappelijke functie geheel te
vervullen.

Door een te groot gewicht te
geven aan een criterium dat niets
met de ziekenhuispopulatie te
maken heeft, verstoort men het
evenwicht. Ik wens dat men
wanneer men de criteria verfijnt en
de resultaten van 2005 analyseert,
meer rekening houdt met de
ziekenhuizen die moeilijkheden
ondervinden omdat ze
economisch zwakkere patiënten
behandelen. Voor hen werd
uiteindelijk het onderdeel B8 in de
begroting opgenomen.
22/11/2005
CRIV 51
COM 751
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
Ce que je souhaite, c'est que, sur la base de l'affinement des critères
et de l'analyse des résultats pour l'année 2005, on en arrive à tenir
mieux compte de ce qui est finalement l'objet même de ce B8, à
savoir les hôpitaux dans une situation plus difficile parce qu'ils ont une
population plus faible sur le plan économique que d'autres.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De voorzitter: De heer Goutry heeft gebeld om te zeggen dat hij deze namiddag komt. Ik stel dan ook voor
dat we zijn vraag verplaatsen naar deze namiddag.
05 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Karin Jiroflée aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
liaisonequipes in de kinderoncologie" (nr. 8403)
- mevrouw Annelies Storms aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
liaisonequipes in de kinderoncologie" (nr. 8430)
05 Questions jointes de
- Mme Karin Jiroflée au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "les équipes de
liaison dans le domaine de l'oncologie infantile" (n° 8403)
- Mme Annelies Storms au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "les équipes de
liaison dans le cadre de l'oncologie infantile" (n° 8430)
05.01 Karin Jiroflée (sp.a-spirit): Mijnheer de minister, vorig jaar
diende ik onder andere samen met mijn collega Annelies Storms van
sp.a-spirit een resolutie in rond de liaisonequipes in de
kinderoncologie. Deze equipes zorgen ervoor dat kinderen met
kanker veel meer dan vroeger en veel beter dan vroeger thuis kunnen
worden verzorgd. Het gaat hier eigenlijk over het verlengde van de
ziekenhuiszorg. De zorg wordt echter thuis toegediend door
eerstelijnsverzorgers maar met zware ondersteuning uit het
ziekenhuis door middel van die genoemde equipes. Deze werkwijze ­
daar is iedereen het over eens ­ bevordert het genezingsproces en/of
maakt de palliatieve fase psychologisch een stuk draaglijker, zowel
voor de patiënt als voor de omgeving.

Deze equipes genieten echter geen enkele structurele financiering en
draaien, in Vlaanderen althans, bij gratie van het Kinderkankerfonds
en/of Kom op tegen Kanker. U weet ook dat het niet over grote
bedragen gaat. Er is een equipe van drie personen. Het gaat dus over
een equipe van tweeënhalf personen. Nu, op 1 februari 2005 hebben
we in deze commissie de resolutie besproken en uit de discussie
bleek toen dat in Wallonië een dergelijk pilootproject wel al werd
gefinancierd. U hebt echter ­ en daar waren we zeer verheugd over ­
bij deze gelegenheid toegezegd diezelfde inspanning te zullen doen
voor Vlaanderen. Meer bepaald ging het dan over de equipes van het
UZ Leuven en het UZ Gent. De resolutie werd uiteindelijk in deze
commissie op 15 februari goedgekeurd en op 10 maart gebeurde dat
in de plenaire zitting.

Mijnheer de minister, ondertussen zijn wij helaas acht maanden
verder en is er in dit dossier nog geen voortgang gemaakt. De
mensen van het UZ Leuven, onder andere dokter Anne Uyttebroeck,
kinderoncoloog, hebben in maart van dit jaar een gesprek gehad met
een van uw medewerkers. Er werd toen beloofd het dossier te
onderzoeken. Sindsdien echter niets meer.

Mijn vragen zijn dan ook de volgende: is de minister nog steeds van
05.01 Karin Jiroflée (sp.a-spirit):
Les équipes de liaison permettent
aux enfants cancéreux d'être
soignés à domicile, ce qui peut
éventuellement favoriser le
processus de guérison et rendre
plus supportable la phase
palliative. En Flandre, ces équipes
fonctionnent grâce à des
interventions du
"Kinderkankerfonds" et de "Kom
op tegen Kanker" alors qu'en
Wallonie un projet pilote bénéficie
déjà d'un financement. C'est la
raison pour laquelle j'ai déposé
une résolution l'année dernière
avec Mme Storms. Malgré les
promesses qui avaient été faites
de financer notamment les
équipes de Gand et de Louvain,
aucun progrès n'a encore été
réalisé dans ce dossier.

Le ministre s'occupera-t-il
activement de ce dossier? Quand?
Comment sera assuré le
financement? Comment les
milieux concernés seront-ils
informés?

CRIV 51
COM 751
22/11/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
plan hiervan werk te maken? Zo neen, waarom niet? Zo ja, wat ik
hoop, op welke termijn denkt u dat dan te kunnen doen? Op welke
manier zal de financiering dan verlopen? Op welke manier worden de
betrokkenen hiervan in kennis gesteld?
05.02 Annelies Storms (sp.a-spirit): Mijnheer de minister, ik kan
heel kort zijn. De voorgeschiedenis is uiteraard dezelfde. Ik was
mede-indiener van de resolutie. Wij hebben trouwens op voorhand
zowel het project in Leuven als dat in Gent samen bezocht. Wij waren
heel erg onder de indruk van het werk dat daar werd verricht.

Wat Gent betreft, het Koester-project, dat door het UZ-Gent onder
leiding van professor Benoit werkt, heeft op 3 maart een aanvraag
ingediend en heeft daarop geen reactie gekregen. Het heeft op 4 juli
opnieuw de brief verstuurd naar uw kabinet en heeft daarop, voor
zover ik goed ben ingelicht, nog steeds geen reactie gekregen.

Mijn vraag is gelijklopend aan deze van mijn collega. Hoever staat het
met onderzoek van deze aanvragen? Bent u van plan om het Koester-
project te financieren? Voor welk bedrag? Vanaf wanneer? Op welke
wijze zal de financiering gebeuren?
05.02 Annelies Storms (sp.a-
spirit): Le projet Koester, à Gand,
n'a toujours pas obtenu de
réponse à sa demande datant du
3 mars, ainsi qu'à la nouvelle
demande introduite le 4 juillet. Où
en est l'examen de ces
demandes? Le projet Koester
sera-t-il financé? Pour quel
montant et à partir de quelle date?
Comment le projet sera-t-il
financé?

05.03 Minister Rudy Demotte: Mevrouw de voorzitter, collega's
Jiroflée en Storms, de beslissing om verbindingsequipes in de
kinderoncologie te steunen, zowel in het Franstalige als het
Nederlandstalige gebied van ons land is definitief en bindend.

Er werden budgetten vrijgemaakt om deze activiteit te financieren en
dit zowel voor het Franstalige als het Nederlandstalige gebied. De
financiering zal verlopen in het kader van samenwerkingscontracten
inzake onderzoek en ontwikkeling van de FOD Volksgezondheid,
Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu.

De bedragen zullen worden toegekend via het onderdeel B4 van het
budget voor ziekenhuizen. Heet gaat hier om pilootprojecten voor een
periode van twee jaar.

Drie ziekenhuizen in Wallonië verdelen dan een bedrag van 186.000
euro per jaar. Het betreft de CHR de Citadelle de Liège, het
Kinderziekenhuis Koningin Fabiola in Brussel en het Universitair
Ziekenhuis Saint-Luc in Woluwe.

Voor het Nederlandstalige gedeelte van ons land zal er eenzelfde
bedrag van 186.000 euro verdeeld worden onder UZ Antwerpen, UZ
Gent, AZ-VUB te Brussel en UZ Leuven.

Deze contracten worden momenteel opgesteld. Er moet nog worden
bekeken of het opportuun is om aan alle equipes te vragen een
gezamenlijk rapport op te stellen met daarin een analyse van de
gerealiseerde activiteiten en de kosten, alsook met aanbevelingen
voor het toekomstig beleid. De equipes zullen op de hoogte worden
gehouden en de contracten zullen de volgende maanden ter
ondertekening worden voorgelegd.
05.03 Rudy Demotte, ministre: La
décision de financer ces équipes
en Wallonie et en Flandre est
définitive et contraignante. Les
budgets requis ont été libérés et le
financement aura lieu dans le
cadre de contrats de coopération
en matière de recherche et
développement du SPF Santé
publique. Les montants seront
attribués par le biais de la sous-
partie B4 du budget des hôpitaux.
Il s'agit de projets pilotes d'une
durée de deux ans. En Wallonie et
à Bruxelles, un montant annuel de
186 000 euros sera réparti à
chaque fois. La rédaction des
contrats est en cours. Ils seront
soumis à la signature au cours des
prochains mois.

05.04 Karin Jiroflée (sp.a-spirit): Mevrouw de voorzitter, ik dank de
minister voor zijn antwoord. Ik ben verheugd te horen dat er blijkbaar,
ondanks het feit dat wij dat niet wisten, toch wel enige voortgang is
gemaakt.
05.04 Karin Jiroflée (sp.a-spirit):
Nous nous réjouissons des
progrès réalisés malgré tout dans
ce dossier. Un budget de 186 000
22/11/2005
CRIV 51
COM 751
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12

186.000 euro per jaar is een mooi begin. Als wij dat over vier
ziekenhuizen moeten spreiden is dat uiteraard geen wondermiddel. Ik
denk echter dat de mensen, die daar nu al jaren zonder enige
structurele financiering werken, toch tevreden zullen zijn dat er iets
gebeurt.

Ik pleit er dan ook voor heel snel voortgang te maken en die mensen
heel snel op de hoogte te stellen en dat heel snel dat
samenwerkingscontract wordt gesloten.

Mijnheer de minister, ik ben ervan overtuigd dat men hier, na de
afloop van dit pilootproject zeker een gunstige evaluatie zal
aanhangen. Immers, het is al bewezen ­ daar zijn voldoende
onderzoeken gebeurd ­ dat dit een goede methodiek is. Ik pleit er dan
ook voor dat in de volgende begrotingsrondes wordt nagedacht om
daarvoor eventueel meer middelen te voorzien.
euros est un bon début mais ce
n'est pas une panacée. Je suis
favorable à une conclusion rapide
des contrats de coopération.
J'espère que le budget sera
encore augmenté à l'occasion d'un
prochain cycle de négociations
budgétaires.

05.05 Annelies Storms (sp.a-spirit): Mevrouw de voorzitter,
uiteraard ben ik tevreden dat het in orde is gekomen, ook voor het
Vlaamse gedeelte van onze land.

Ik hoop wel dat dit slechts een eerste stap is. Kijken wij even naar de
geschiedenis van het Koester-project. Het is opgestart in 1990, is in
de periode 1992-1998 gefinancierd onder de projecten Palliatieve
zorgen van minister Busquin, is daar nadien eigenlijk uitgevallen,
wordt nu ook niet via de palliatieve zorgen opgenomen.
Kinderprojecten vallen daar totaal uit de boot. Ik denk dat ook
kinderen recht hebben op palliatieve zorgen, hoewel dit Koester-
project wel verder gaat dan enkel palliatieve zorgen. Ik hoop dat
daarover in de toekomst zal worden nagedacht om te bekijken of dat
niet op een structurele manier kan worden gefinancierd eventueel
onder het luik van de palliatieve zorgen.
05.05 Annelies Storms (sp.a-
spirit): Que le financement soit
également possible en Flandre est
un point positif. J'espère que ce
n'est qu'un premier pas dans la
bonne direction. A l'avenir, il nous
faudra en effet tenter de trouver
une formule de financement
structurel, le cas échéant dans le
secteur des soins palliatifs.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Samengevoegde interpellatie en vragen van
- de heer Luc Sevenhans tot de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de terugbetaling
door het Departement Defensie van de tegemoetkomingen in de ligdagprijs van het
Brandwondencentrum van het Militair Hospitaal" (nr. 691)
- mevrouw Marie-Christine Marghem aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
terugvordering door het Riziv van onterecht terugbetaalde bedragen voor verstrekkingen in het
Brandwondencentrum van het Militair Hospitaal" (nr. 8503)
- de heer Luc Sevenhans aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "een mogelijke
fraude bij de aanrekening van verpleegdagprijzen in het Militair Hospitaal" (nr. 8614)
06 Interpellation et questions jointes de
- M. Luc Sevenhans au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "le remboursement
par le département de la Défense des interventions dans le prix de la journée d'entretien demandé par
le Centre des grands brûlés de l'Hôpital militaire" (n° 691)
- Mme Marie-Christine Marghem au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "la
réclamation par l'Inami de sommes indûment remboursées pour des prestations au Centre des grands
brûlés de l'Hôpital militaire" (n° 8503)
- M. Luc Sevenhans au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "une fraude
éventuelle lors de la facturation de journées d'hospitalisation à l'Hôpital militaire" (n° 8614)
06.01 Luc Sevenhans (Vlaams Belang): Mevrouw de voorzitter,
mijnheer de minister, het doet me echt genoegen u uiteindelijk te
06.01 Luc Sevenhans (Vlaams
Belang): Depuis la désignation de
CRIV 51
COM 751
22/11/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
kunnen interpelleren. Mijn verzoek werd ingediend op 7 oktober,
eventjes geleden. Wellicht zal er enige evolutie in het dossier zijn,
vermits u op 5 oktober meegedeeld hebt dat u binnen zes weken
antwoord zou hebben. De zes weken zijn voorbij. Misschien mogen
we vandaag een volledig antwoord verwachten.

Alle gekheid op een stokje. Het vroegere antwoord heeft me niet
vrolijk gestemd.

Wat is het probleem? Sinds de aanstelling van het huidige
diensthoofd van het Brandwondencentrum van het Militair Hospitaal
beantwoordt deze dienst niet meer aan de financieringscriteria van het
ministerieel besluit van 30 december 1993. Hierover werd u reeds op
12 juli en 5 oktober door andere collega's en mezelf geïnterpelleerd.

Op 12 juli hebt u ons een onderzoek door het RIZIV beloofd. Dat
onderzoek is er ook gekomen. Op 5 oktober hebt u geantwoord dat u
nog geen uitspraak kon doen omdat u nog niet in het bezit was van
het volledig verslag van het RIZIV en dat u slechts over zes weken
met een volledig verslag zou worden geconfronteerd.

Groot was mijn verbazing te moeten merken dat het middagjournaal
van RTBF ­ ik ben geen regelmatige kijker van deze zender maar ik
was verwittigd ­ een interview van u gaf dat op 4 oktober was
opgenomen, een dagje vroeger dan onze commissie van 5 oktober.

Uit uw antwoord kon ik afleiden dat u wel wist wat er met het Militair
Hospitaal en de financieringscriteria aan de hand was. Ik heb
genoteerd dat u zei dat de situatie te wijten was aan een vergissing bij
het schrijven van de wet waarin bepaalde categorieën van
geneesheren gewoonweg vergeten waren. Deze situatie kon worden
verholpen door een nieuw KB te schrijven. Kortom, snel de
financieringscriteria van het RIZIV wijzigen in functie van het Militair
Hospitaal. U zou de zaak proberen te regulariseren. Misschien een
slecht signaal voor andere ziekenhuizen? Indien zij ooit in de
problemen komen, hoop ik dat u dezelfde handelwijze zal toepassen.
Dit is wel niet de juiste weg die wij moeten bewandelen.

Het RTBF-journaal sprak ook over een som van 29 miljoen euro die
zou moeten worden terugbetaald. Later werd dit afgezwakt tot 8
miljoen euro, nog steeds een vrij groot bedrag.

Mijnheer de minister, graag vernam ik vandaag waarom u deze
commissie op 5 oktober ­ ik druk me diplomatisch en vriendelijk uit -
om de tuin hebt geleid? U hebt ons foute informatie gegeven. U was
immers op de hoogte. Dat u mij, iemand van een slechte partij, om de
tuin probeert te leiden, zou ik nog kunnen begrijpen. Doch, u hebt een
andere collega,de heer Vandeurzen, partijvoorzitter van CD&V, een
beleidspartij op Vlaams niveau, met dezelfde foute informatie om de
oren geslagen.

Mijnheer de minister, iedereen heeft recht op een tweede kans, u ook.
Ik zal u vandaag nog eens de vragen stellen. Misschien hebt u
ondertussen uw geheugen kunnen opfrissen. U hebt daarvoor zes
weken tijd gehad.

Hoe komt het dat u blijkbaar enkele data door elkaar haalde of
verkeerde informatie gaf op vragen van collega's? Wanneer werd u
l'actuel chef de service du Centre
des grands brûlés de l'hôpital
militaire, ce service ne répond plus
aux critères de financement de
l'arrêté ministériel du 30 décembre
1993. Le 12 juillet dernier, le
ministre avait promis que l'Inami
mènerait une enquête. Le 5
octobre, il a indiqué qu'il faudrait
probablement encore attendre six
semaines avant qu'il ne puisse
faire une déclaration. Dans
l'intervalle, la RTBF a diffusé une
interview du ministre du 4 octobre,
dont il ressortait qu'il entendait
régulariser la situation par le biais
d'un nouvel arrêté royal. Il était
également question de la somme
à rembourser.

Pourquoi le ministre a-t-il ainsi
trompé la commission le 5
octobre?

Quand le ministre a-t-il été
informé? Comment explique-t-il sa
réponse précédente? Comment le
Centre des grands brûlés peut-il
travailler sans la moindre maîtrise
des critères de financement?

Je m'interroge par ailleurs sur la
fraude dans le calcul des tarifs des
journées d'hospitalisation à
l'hôpital militaire. L'intervention de
l'Inami s'élève actuellement à
1 250 euros par patient et par jour
pour les patients soignés pour des
brûlures graves. Cette intervention
ne s'applique pas aux patients
hospitalisés au service de
médecine générale. A l'hôpital
militaire, il relève toutefois de la
pratique courante que ces patients
soient quand même considérés
comme des patients souffrant de
graves brûlures. Des centaines de
journées d'hospitalisation
frauduleuses auraient ainsi été
portées en compte rien que pour
l'année 2004.

Le colonel Villet, qui était le chef
de service responsable de
l'époque, a déjà admis les faits.
Les inspecteurs de l'Inami, qui ont
fait une radioscopie de l'hôpital
militaire en juillet 2005, ont
22/11/2005
CRIV 51
COM 751
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
precies ingelicht? Hoe verklaart u uw antwoord van de vorige keer? Ik
heb zes weken geleden de vraag gesteld waar het verschil was
tussen de 29 miljoen en de 8 miljoen euro. Ondertussen weet ik dat
ook. Men kan maar twee jaar teruggaan en niet verder. Men ontsnapt
dus aan wat daarvoor gebeurde. Wij missen dus toevallig 21 miljoen
euro. De belastingbetaler zal het in dit geval dan wel betalen. Acht
miljoen euro zal wellicht door Defensie betaald moeten worden.

Ik zou uiteraard ook wel eens willen weten hoe het kan dat het
brandwondencentrum van het Militair Hospitaal zonder enige controle
op het naleven van de financieringscriteria heeft kunnen werken.

Ik heb ook gevraagd naar het verslag van de inspecteurs van het
RIZIV. Ondertussen heb ik het gekregen, via het kabinet van Flahaut,
weliswaar niet met zijn toestemming. Die vraag is dus ook al
achterhaald.

Ik kom thans tot mijn aansluitende vraag, mevrouw de voorzitter.

Het betreft een fraude die zou zijn vastgesteld bij de aanrekening van
de verpleegdagprijzen in het Militair Hospitaal, op een hallucinant
verhaal.

Het ministerieel besluit van 2 juli 1990 stelt de forfaitaire
tegemoetkoming vast van het RIZIV in de verpleegdagprijs van een
opneming in het brandwondencentrum van het Militair Hospitaal.
Rekening houdend met de opeenvolgende herzieningen en
indexeringen van het in dat besluit vermelde bedrag, bedraagt deze
tegemoetkoming op dit ogenblik ongeveer 1.250 euro per patiënt per
dag.

Dit forfaitaire bedrag kan alleen aangerekend worden indien de
patiënt in een behandelingseenheid voor zware brandwonden wordt
opgenomen, die aan de financieringscriteria van het ministerieel
besluit van 30 december 1993 beantwoordt. Deze criteria slaan onder
andere op de infrastructuur en de omkadering door medisch
verplegend en verzorgend personeel. Voor deze laatste
personeelscategorie is de omkaderingsnorm veel hoger dan in een
klassieke hospitalisatie-eenheid. Dat is vrij logisch.

Voor een opname in de dienst algemene heelkunde van het Militair
Hospitaal voorziet het RIZIV in geen enkele tegemoetkoming. Het is
mij ter ore gekomen ­ de twee inspecteurs van het RIZIV hebben dit
ook in het proces-verbaal vermeld, u hebt het kunnen lezen ­ dat het
in het Militair Hospitaal gangbaar is dat patiënten die brandwonden
vertonen, officieel in het brandwondencentrum worden opgenomen,
en aangerekend als dusdanig, terwijl zij in werkelijkheid in de dienst
algemene heelkunde opgenomen en verzorgd worden. Dat werd
vastgesteld.

De aanrekening van een opname in de dienst algemene heelkunde
aan de verpleegdagprijs van het brandwondencentrum is zonder
twijfel een frauduleuze praktijk die sinds meerdere jaren zou worden
toegepast. Voor 2004 alleen spreekt men al van honderden
frauduleuze hospitalisatiedagen.

Dat werd ook toegegeven door het toen nog verantwoordelijke
diensthoofd, kolonel Villet.
également découvert cette fraude
qui se chiffre en millions.

Le responsable de la fraude a-t-il
été identifié entre-temps ? Quelles
les sanctions financières et
pénales ce dernier devra-t-il
encourir ?

L'Inami récupère 8 millions
d'euros. D'où provient cette
somme ? Correspond-elle au
montant estimé de la fraude ?

CRIV 51
COM 751
22/11/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15

Het lijkt ondenkbeeldig dat de twee inspecteurs van het RIZIV die het
Militair Hospitaal in juli 2005 hebben doorgelicht, deze fraude die voor
het RIZIV een schade van miljoenen euro betekent, niet zouden
hebben ontdekt. Zij hebben ze ontdenkt dan ook ontdekt.

Mijnheer de minister, op basis van het voorgaande wens ik u een
aantal vragen te stellen. Werd de verantwoordelijke voor deze fraude
ondertussen geïdentificeerd? Welke financiële en strafrechtelijke
sancties werden of zullen worden genomen ten overstaan van deze
verantwoordelijke?

Minister Flahaut blijft zijn goede vriend, de kolonel, de hand boven het
hoofd houden. Waarom weet ik niet. Wellicht hebt u daarover, in een
andere functie, iets meer zeggenschap en zult u optreden. Minister
Flahaut treedt immers niet op. Met welke fractie van het door het
RIZIV teruggevorderd bedrag van 8 miljoen euro stemt deze fraude
overeen? Ik heb immers begrepen dat die 8 miljoen euro uit
verschillende bronnen komt. Hebt u er eventueel een idee van hoe het
bedrag van 8 miljoen verdeeld is?
06.02 Marie-Christine Marghem (MR): Madame la présidente,
monsieur le ministre, ma question avait été déposée le 13 octobre
dernier et en raison des débats sur la grippe aviaire, toutes les
questions qui portaient sur le sujet abordé précédemment par mon
collègue ont été reportées à la séance de ce jour, c'est-à-dire
quelques semaines plus tard. Entre-temps, l'actualité a donc dû se
développer et la question que je pose est un peu décalée par rapport
aux développements de cette actualité. Cependant, nous en saurons
plus lorsque vous serez amené à répondre.

La presse avait révélé à cette époque que l'INAMI réclamait au
ministère de la Défense le remboursement de 8 millions d'euros
correspondant à des remboursements de prestations au Centre des
grands brûlés de l'Hôpital militaire. Ces remboursements auraient été
effectués indûment puisque le chef de service ne disposait pas ­ et
ne dispose toujours pas, mais cela est un grand classique de la
commission de la Défense ­ des titres requis par l'arrêté royal de
1990, à savoir une qualification de chirurgien ou d'urgentiste. Au-delà
du non-respect par le département de la Défense de cet arrêté royal,
je m'interrogeais à l'époque sur les raisons qui avaient conduit à ce
que de tels montants aient été payés indûment.

J'apprends par mon collègue, qui a pu lire le procès-verbal et/ou le
pro justitia dressé par l'INAMI, qu'il s'agirait de fraudes puisqu'on
aurait attribué au Centre des grands brûlés des malades qui en réalité
se trouvaient dans un autre département de l'hôpital en question.

Au-delà de cela, je sais que le Centre des grands brûlés fonctionne
avec un système de remboursement forfaitaire qui a été négocié à
plusieurs reprises et indexé et que c'est pratiquement la seule unité
dans cet hôpital qui fonctionne de cette manière; l'hôpital de Neder-
over-Heembeek faisant l'objet de l'exception Défense. Et le seul lien
avec la société civile, c'est le Centre des grands brûlés.

Ce serait donc un impératif financier qui aurait pu guider les
personnes qui se seraient rendues coupables de ces fraudes. Je ne
prends ici la défense de personne mais j'imagine bien que dans un
06.02 Marie-Christine Marghem
(MR): Ik had deze vraag op 13
oktober ingediend, maar ze werd
uitgesteld als gevolg van het debat
over de vogelgriep. Volgens
persberichten zou het RIZIV het
ministerie van Defensie vragen 8
miljoen euro terug te betalen voor
geneeskundige verstrekkingen in
het Brandwondencentrum van het
militair hospitaal. Die
verstrekkingen zouden
onrechtmatig zijn terugbetaald,
aangezien het diensthoofd niet
over de door het koninklijk besluit
van 1990 voorgeschreven
diploma's van chirurg en
urgentiearts beschikte.

Hoe is het mogelijk dat zo'n grote
bedragen ten onrechte werden
betaald? Volgens een collega, die
het door het RIZIV opgestelde
proces-verbaal heeft kunnen
inkijken, zou het om een
fraudezaak gaan: men zou
patiënten die in een andere
afdeling van het militair hospitaal
verbleven, aan het
Brandwondencentrum hebben
toegewezen.

Het Brandwondencentrum werkt
met een regeling van forfaitaire
terugbetaling, waarover
onderhandeld wordt en waarvan
het bedrag wordt geïndexeerd. Het
22/11/2005
CRIV 51
COM 751
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
ensemble global, on a dû essayer, à un moment donné, de trouver
des moyens de financement et qu'on les a trouvés de cette manière.

Bien entendu, c'est déjà un problème en soi de faire des glissements
budgétaires de cet ordre-là, mais c'est également un problème plus
global. En effet, j'ai posé à plusieurs reprises au ministre de la
Défense une question au sujet de la problématique du Centre des
grands brûlés en lui demandant s'il était bien certain que ce centre
fonctionne, au vu des critères de l'INAMI, dans le cadre d'un hôpital
général, c'est-à-dire un hôpital qui regroupe toutes les fonctions
classiques d'un hôpital général au sens de la loi qui concerne les
hôpitaux civils.

La réponse du ministre a évidemment été évasive pendant un certain
temps. Par la suite, il est arrivé avec son projet de fusion avec l'hôpital
Brugmann. Dans ce cadre-là, il a laissé échapper, à l'occasion d'une
commission antérieure, qu'effectivement le Centre des grands brûlés,
grâce à la fusion envisagée, fonctionnerait dans le cadre d'un hôpital
général. Cela sous-entend évidemment que ce n'était pas le cas
auparavant.

J'imagine que c'est une série de raisons, et j'attends votre réponse à
cet égard, qui font qu'aujourd'hui les chiffres qui avaient été avancés,
à savoir 28 millions d'euros, ont été ramenés à 8 millions, à moins
que je ne me trompe; auquel cas vous ne manquerez certainement
pas de m'apporter des précisions.

Monsieur le ministre, les questions subsidiaires que je poserai sont
toutes simples et vont dans le même sens.

- Dans quelle mesure le service qui ordonnait le remboursement a-t-il
procédé aux vérifications nécessaires?
- A quel moment l'INAMI s'est-il rendu compte du non-respect des
réglementations? Combien de temps l'INAMI a-t-il mis à réagir?
- Les patients soignés au Centre des grands brûlés doivent-ils
craindre que l'Hôpital militaire leur réclame l'intégralité des coûts de
leur traitement?
- Si des personnes sont identifiées comme responsables de fraudes
dans ce cadre-là, votre département, ou éventuellement celui de la
Défense, va-t-il se constituer partie civile à l'encontre de ces
personnes, sachant que les patients qui ont bénéficié de ces
remboursements indus seront également touchés par des
réclamations de façon subséquente?
ziekenhuis van Neder-over-
Heembeek valt onder de
uitzondering "Defensie" en het
Brandwondencentrum vormt dus
de enige band met de
burgermaatschappij. Zonder
iemands verdediging te willen
opnemen, denk ik dus dat de
personen die zich aan fraude
zouden hebben bezondigd wellicht
uit financiële noodzaak hebben
gehandeld.

Toen ik de minister vroeg of hij wel
zeker was dat het Centrum ­
rekening houdend met de criteria
van het RIZIV ­ als een algemeen
ziekenhuis in de zin van de wet op
de burgerziekenhuizen werkte, gaf
hij aanvankelijk een ontwijkend
antwoord. Later kwam hij op de
proppen met het fusieproject met
het Brugmannziekenhuis, dat
ervoor zou zorgen dat het Centrum
als een algemeen ziekenhuis zou
kunnen werken ­ wat betekent dat
zulks tevoren niet het geval was.

Graag uw reactie op de
aangehaalde cijfers en in verband
met mijn vermoedens betreffende
de eigenlijke toedracht.
Wat heeft de dienst die de
terugbetaling verordend heeft,
precies geverifieerd? Wanneer is
het RIZIV tot de vaststelling
gekomen dat de regels niet
nageleefd werden? Moeten de
patiënten nu bang zijn dat het
militair hospitaal hun de kosten
van hun behandeling zal
aanrekenen? Als aangetoond
wordt dat de verantwoordelijkheid
voor de fraude bij bepaalde
personen ligt, zal uw departement
of het departement Defensie zich
dan burgerlijke partij stellen, in het
besef dat de patiënten aan wie
onterecht bedragen werden
terugbetaald later ook een eis tot
genoegdoening mogen
verwachten?
06.03 Minister Rudy Demotte: Mijnheer Sevenhans, madame
Marghem, zoals ik al gezegd heb, beschikte ik op 5 oktober 2005 niet
over het definitieve rapport van het RIZIV. Het RIZIV heeft een
proces-verbaal opgemaakt tegen de instelling op 1 oktober 2005. Dat
06.03 Rudy Demotte, ministre:
Le 5 octobre je ne disposais pas
encore du rapport définitif de
l'Inami. Le 1
er
octobre, l'Inami a
CRIV 51
COM 751
22/11/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
proces-verbaal werd onmiddellijk bezorgd aan het Militair Hospitaal,
aan de minister van Defensie en aan de stafchef van de krijgsmacht.
Het is pas onlangs dat mij, op mijn verzoek, een kopie bezorgd is.

Het terug te vorderen bedrag, 8,104 miljoen euro, gaat over de
periode van 1 juli 2003 tot 31 maart 2005.

Ten eerste, het rapport van het RIZIV vermeldt inderdaad dat dokter
Pirson niet beantwoordt aan de criteria die werden vastgelegd door
het ministerieel besluit van 2 juni 1990 dat de dienst onder het bestuur
van een specialist in de chirurgie of een internist met bijzondere
kwalificaties in intensieve zorgen geplaatst moet worden.

Ten tweede, buiten het voornoemde punt, beantwoordt het Militair
Hospitaal niet aan de medische omkadering, zijnde: per 6 bedden 2
voltijds equivalente geneesheren, waaronder een chirurg die opgeleid
is in traumatologie en een geneesheer-internist die een
opleidingscyclus infectiologie gevolgd heeft.

Bovendien werd enerzijds, de dagprijs aangerekend aan sommige
patiënten die niet tot de eenheid werden toegelaten maar die
extramurale zorgen kregen toegediend. Anderzijds, werd de dagprijs
aangerekend aan sommige patiënten die niet in de eenheid
"Brandwondencentrum" verbleven maar in een gewone
ziekenhuiskamer.

Ten derde, ik zal u het volledige RIZIV-rapport bezorgen. Omwille van
het medisch geheim is het deel in verband met de patiënten niet
beschikbaar.

Ik zal hier gebruik van maken u eveneens het rapport van de FOD
Volksgezondheid te bezorgen. Naar dat rapport heb ik verwezen in
mijn antwoord van 5 oktober.

Ten vierde, zoals ik reeds gezegd heb, kon de dienst als gevolg van
het partnership tussen het UVC Brugmann en Defensie gebruikmaken
van de omkadering en van de expertise van de geneesheren van
Brugmann, zodat aan de vereiste criteria voldaan kan worden.

Ik wil opmerken dat er op dit ogenblik geen erkenningsnormen
bestaan voor klassieke ziekenhuizen wat brandwondencentra betreft.
Er bestaan alleen financieringscriteria, die vermeld zijn in bijlage 1 van
het koninklijk besluit van 25 april 2005 inzake de vaststelling en de
betaling van het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen.

Ze betreffen de vaststelling en de betaling van het budget van
financiële middelen van de ziekenhuizen.

Die criteria zijn hernomen in het ministerieel besluit van 2 juli 1990 tot
vaststelling van de tegemoetkoming van de verplichte ziekte- en
invaliditeitsverzekering in de verpleegdagprijs van een opneming in de
dienst van een militair hospitaal, die speciaal uitgerust is om personen
met ernstige brandwonden die er zijn opgenomen, te verzorgen.

Dat heeft als gevolg, wat de klassieke ziekenhuizen betreft, dat er
geen enkele erkenning werd gegeven voor de brandwondencentra, in
tegenstelling tot de andere diensten, en dat er in geen enkele
systematische inspectie is voorzien om te verifiëren of aan de criteria
dressé un procès-verbal mettant
en cause l'hôpital militaire dont je
n'ai pris connaissance que
récemment. Le montant de 8,104
millions d'euros à récupérer
concerne la période du 1
er
juin
2003 au 31 mars 2005.

Le rapport de l'Inami a en effet
confirmé que le Docteur Pirson ne
satisfaisait pas aux critères fixés.
L'encadrement médical de l'hôpital
militaire ne répondait pas aux
normes en la matière et les prix de
la journée avaient été fixés de
manière erronée. Je fournirai pus
tard le rapport complet de l'Inami
ainsi que le rapport du SPF Santé
publique. Le fait que l'hôpital
militaire pouvait utiliser
l'encadrement et l'expertise des
médecins de Brugmann lui
permettait néanmoins de satisfaire
aux critères fixés.

Il n'existe pas actuellement de
normes d'agrément des centres
pour grands brûlés dans les
hôpitaux classiques, uniquement
des critères de financement.

Ces critères concernent la fixation
et le paiement du budget des
hôpitaux. Ils ont été inscrits dans
l'arrêté ministériel du 2 juillet 1990.
Il n'existe toutefois pas de normes
d'agrément pour les centres de
grands brûlés. J'ai chargé le
CNEH d'élaborer ces critères.

Le comité du Service d'évaluation
et de contrôle médicaux
déterminera les responsabilités
dans ce dossier. Les infractions
commises par les médecins-
inspecteurs se rapportent au non-
respect du cadre médical en ce
qui concerne la qualification et le
nombre de médecins ainsi qu'à
une facturation erronée du prix de
la journée d'hospitalisation.

Ledit comité obligera l'hôpital
militaire à rembourser les
montants acquis de manière
illicite. Une amende allant de 1 à
150 % de ce montant sera
éventuellement infligée à l'hôpital.
22/11/2005
CRIV 51
COM 751
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
beantwoord wordt.

Ik heb ook aan de NRZV gevraagd om binnen de maand een advies
te verlenen over de normen waaraan de brandwondencentra moeten
voldoen om erkend te worden. Ik heb gevraagd bijzondere aandacht
te besteden aan de omkaderingsnormen, zowel wat het medisch als
het verplegend personeel betreft, met daarin vervat de vereiste
kwalificaties. De NRZV zal moeten uitmaken of de
financieringscriteria beschouwd kunnen worden als kwaliteitscriteria.

Wat betreft uw verwijzing naar informatie uitgebracht door de dienst
voor geneeskundige evaluatie en controle van het RIZIV, stelt u twee
vragen.

Ten eerste, het comité van de dienst voor geneeskundige evaluatie
en controle zal de verantwoordelijkheden in dit dossier bepalen.

Ten tweede, de vaststelling van overtreding door geneesheren-
inspecteurs betreft het niet respecteren van het medisch kader, zowel
qua kwalificatie als qua aantal geneesheren, de facturering van
dagprijzen voor niet-gehospitaliseerde patiënten die ambulante
zorgen krijgen en de facturering van de dagprijzen voor een patiënt
die op een andere dienst dan de brandwondendienst verbleven heeft.

In functie van de elementen van het dossier en voornamelijk in functie
van de argumenten ter verdediging ingeroepen door de
verantwoordelijken voor de facturering van het militair ziekenhuis, zal
voornoemd comité het instituut verplichten de onrechtmatig verworven
bedragen terug te storten aan de verplichte verzekering. Deze
sommen bedragen 8.104.214,30 euro. Indien het comité dit nodig
acht, zal het een boete uitschrijven van 1 tot 150 procent van dit
bedrag, mogelijk met een totale of gedeeltelijke opschorting van
maximum drie jaar in toepassing van de bepalingen in artikel 141 §5,
punt b van de ZIV-wet gecoördineerd op 14 juli.

U werd reeds het rapport bezorgd van de inspecteurs van het RIZIV.
Daarin wordt enkel een vermelding gemaakt van disfunctioneel
gedrag aan het diensthoofd van het brandwondencentrum.


Le rapport des inspecteurs de
l'Inami fait uniquement état d'un
dysfonctionnement
dans le
comportement du chef de service
du Centre des grands brûlés.

En réponse à votre question relative à l'infectiologie, comme je l'ai
déjà signalé, le Centre des grands brûlés et l'hôpital Brugmann se
sont engagés, dans l'accord intervenu, à répondre à toutes les
normes, en ce compris le recours à l'infectiologie.

Par ailleurs, j'ai demandé un avis au CNEH sur les normes
d'agrément auxquelles les centres de grands brûlés devraient
répondre. Pour ce faire, un groupe de travail sera créé; il a déjà été
décidé de solliciter l'expertise de la "Belgian Association for Burn
Injuries".

A l'heure actuelle, certains critères posent problème à pratiquement
tous les centres de grands brûlés, ce que j'avais déjà dit lors de ma
réponse précédente, partiellement en néerlandais, à Mme Marghem.
Ni la formation en traumatologie, ni celle en infectiologie, mentionnées
dans l'arrêté ministériel, ne sont spécifiquement reprises dans les
qualifications médicales. J'entends ici les spécialités, les sous-
spécialités ou les compétences particulières reconnues actuellement
par l'INAMI.
Het Brandwondencentrum en het
Brugmannziekenhuis hebben zich
ertoe verbonden aan alle normen
te voldoen, ook wat het
inschakelen van infectiologen
betreft.

Ik heb de NRZV verzocht advies
uit te brengen over de
erkenningsnormen die voor de
brandwondencentra van
toepassing zouden moeten zijn. Er
zal een werkgroep worden
opgericht en men zal een beroep
doen op de deskundigheid van de
«Belgian Association for Burn
Injuries».

Sommige criteria zijn voor zowat
CRIV 51
COM 751
22/11/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19

Le procès-verbal de constat de l'infraction dressé à charge du
ministère de la Défense nationale, s'élève à 8,1 millions d'euros. Ce
constat sera prochainement évalué sur la base d'un rapport à
l'intention du comité du service d'évaluation et de contrôles médicaux.
Après avoir pris connaissance des justifications éventuelles produites
par le ministère et les dispensateurs de soins concernés, ce comité
jugera dans quelle mesure les griefs sont fondés et pourra provoquer
une récupération des sommes indues augmentées, s'il échet, d'une
amende administrative assortie ou non d'un sursis, dont j'ai déjà défini
les montants.

En réponse à votre seconde question, il n'est pas question, en
l'occurrence, de services ordonnant le remboursement des dépenses.
En réalité, les dépenses relatives aux soins prodigués à des grands
brûlés sont facturées aux mutuelles auxquelles sont affiliés les
patients. Ces organismes assureurs ne paraissent pas avoir vérifié
que le chef de service disposait des qualifications requises par l'arrêté
royal du 2 juillet 1999.

Votre troisième question porte sur l'infraction susvisée ainsi que sur
les autres manquements, tel que celui de disposer du nombre requis
de spécialistes en traumatologie et en médecine interne. Cela a été
constaté à l'occasion de l'enquête menée dans le courant du mois de
juillet 2005.

En ce qui concerne votre quatrième question, il ne saurait être
question de réclamer aux patients le tout ou partie des coûts de leur
traitement.

C'est une sécurité importante à préciser ici. L'article 164 de la loi
coordonnée du 14 juillet 1994 stipule clairement que la valeur des
prestations octroyées indûment à un bénéficiaire est remboursée par
le dispensateur qui ne possède pas la qualification requise ou qui ne
s'est pas conformé aux dispositions légales ou réglementaires.

Madame Marghem, je pense ainsi avoir répondu à l'ensemble des
questions que vous m'avez posées.
alle brandwondencentra moeilijk
haalbaar. Noch de opleiding in de
traumatologie, noch die in de
infectiologie, die in het ministerieel
besluit zijn vermeld, komen
specifiek in de medische
kwalificaties aan bod. Onder die
laatste versta ik de
hoofdspecialismen, de bijkomende
specialismen en de bijzondere
vaardigheden die momenteel door
het RIZIV worden erkend.

Het proces-verbaal tot vaststelling
van de overtreding dat ten laste
van de minister van
Landsverdediging werd
opgemaakt, beloopt 8,1 miljoen
euro. Die vaststelling wordt weldra
beoordeeld op grond van een
verslag dat aan het comité van de
Dienst voor geneeskundige
evaluatie en controle is gericht.
Dat comité zal bepalen in hoeverre
de klachten gegrond zijn en kan
gelasten dat de onterecht
ontvangen bedragen, eventueel
verhoogd met een administratieve
boete, worden gerecupereerd.

De kosten voor de verzorging van
patiënten met brandwonden
worden aangerekend aan de
ziekenfondsen waarbij ze zijn
aangesloten. Die lijken echter niet
te hebben nagegaan of het
diensthoofd over de volgens het
koninklijk van 2 juli 1999 vereiste
kwalificaties beschikte. Er zijn dus
geen diensten die tot de
terugbetaling van de kosten
gelasten.

De overtreding en de overige
nalatigheden werden vastgesteld
tijdens het onderzoek dat in de
loop van juli 2005 werd gevoerd.

De patiënten (een gedeelte van)
de kosten van hun behandeling
laten terugbetalen, is geen optie.

Artikel 164 van de gecoördineerde
wet van 14 juli 1994 bepaalt dat de
waarde van de prestaties die een
rechthebbende ten onrechte heeft
ontvangen, wordt vergoed door de
zorgverlener die niet over de
22/11/2005
CRIV 51
COM 751
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
vereiste kwalificatie beschikt of
zich niet aan de wets- of
verordeningsbepalingen heeft
gehouden.
06.04 Luc Sevenhans (Vlaams Belang): Ik denk dat het goed is dat
ook mijn vraag nr. 8981 werd behandeld door de minister.

Mijnheer de minister, ik ben minister Flahaut gewoon. Ik ben het niet
gewoon om een antwoord te krijgen. Nu heb ik wel een antwoord
gekregen, waarvoor mijn dank, maar ik ga u een beetje steunen met
een motie. Minister Flahaut weigert op te treden. Ik en andere
collega's, onder meer de heer De Crem, hebben hem verschillende
keren gevraagd om op te treden. Ik ga dan ook mijn hoop op u
vestigen.

Ik hoop dat u als minister van Volksgezondheid in dit dossier eindelijk
eens de Augiasstal zult uitmesten. De reputatie van het Militair
Hospitaal wordt nu al lang genoeg te grabbel gegooid. Niemand heeft
daar enig belang bij. Ik ben altijd een verdediger geweest van het
Militair Hospitaal. Zoals het daar nu momenteel aan toegaat, kan het
niet langer. Dit is niet goed voor het blazoen van Defensie. Collega
Marghem zal ongetwijfeld haar reactie ook in die zin formuleren.

Niemand heeft er belang bij dat het zo blijft voortduren. Ik heb nooit
begrepen waarom minister Flahaut weigert op te treden. Hij zegt dat
hij niet kan omdat hij gebonden is door de Raad van State. Hij zegt
dat hij geprobeerd heeft maar dat er meer aan de hand is.

De rekening is binnen en de rekening is hoog. Dat is erg. Ik besluit
met te zeggen dat er niemand bij gebaat is dat deze vaudeville zolang
heeft geduurd. Ik dank u echter voor uw antwoord.
06.04 Luc Sevenhans (Vlaams
Belang): Il est positif que ma
question ait été traitée par le
ministre Demotte. J'ai à présent au
moins obtenu une réponse, que
j'appuierai encore par une motion.
Le ministre Flahaut refuse en effet
avec entêtement d'intervenir dans
ce dossier. J'espère que M.
Demotte mettra enfin de l'ordre
dans cette affaire.

06.05 Marie-Christine Marghem (MR): Monsieur le ministre, je dirai,
sans flagornerie aucune, que vous n'avez manifestement pas le
même profil que votre collègue. Vos réponses sont fouillées et
témoignent d'une volonté de progresser, d'éclaircir et de trouver des
solutions par rapport à des questions que nous estimons essentielles.
C'est beaucoup plus agréable pour nous.

Ce n'est en effet pas la première fois qu'en commission de la
Défense, nous posons des questions sur l'avenir de l'Hôpital militaire,
qui nous tient à coeur et pour lequel nous n'avions pas
nécessairement ­ mais c'est un autre débat ­ le même projet que le
ministre, à savoir de régler la situation en mettant la charrue avant les
boeufs et en projetant cette fusion avec l'hôpital Brugmann sans avoir
clairement étudié la question.

Cela étant dit, quand je pose la question: "Le service qui a ordonné le
remboursement a-t-il procédé aux vérifications nécessaires?", je veux
bien évidemment parler du service de la Défense. Ainsi que vous
l'avez indiqué dans votre réponse, celui-ci est responsable de
l'indûment payé, et ce lorsque l'enquête aura été clôturée, lorsque les
services compétents se seront penchés sur la responsabilité et auront
décidé si oui ou non il y avait matière à remboursement et dans quelle
mesure.

Par ailleurs, je m'étonne que les mutuelles eussent dû vérifier les
06.05 Marie-Christine Marghem
(MR): U bent duidelijk uit ander
hout gesneden dan uw collega.
Uw antwoorden getuigen van een
wil om oplossingen te vinden.

Wanneer ik vraag of de dienst die
opdracht heeft gegeven tot
terugbetaling, de nodige controles
heeft uitgevoerd, heb ik het
uiteraard over de dienst Defensie
die verantwoordelijk is voor de
onrechtmatige betaling.

Bovendien verwondert het mij dat
de ziekenfondsen de
mogelijkheden van de instelling
moesten controleren.

CRIV 51
COM 751
22/11/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21
capacités de l'organisme. J'ignorais totalement cet état de fait. A
priori, elles reçoivent une demande de remboursement et elles sont
donc obligées de vérifier à qui et dans quelles conditions elles
adressent le remboursement. Il y a donc à tout le moins deux
partenaires.

Moties
Motions

Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.
En conclusion de cette discussion les motions suivantes ont été déposées.

Een motie van aanbeveling werd ingediend door de heren Luc Sevenhans en Koen Bultinck en door
mevrouv Frieda Van Themsche en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellatie van de heer Luc Sevenhans
en het antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid,
vraagt de regering
orde op zaken te stellen in het Militair Hospitaal in het algemeen en het Brandwondencentrum in het
bijzonder, aangezien de minister van Landsverdediging duidelijk in gebreke blijft."

Une motion de recommandation a été déposée par MM. Luc Sevenhans et Koen Bultinck et par Mme
Frieda Van Themsche et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de M. Luc Sevenhans
et la réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique,
demande au gouvernement
de mettre bon ordre à la situation qui règne à l'Hôpital militaire en général et au Centre des grands brûlés
en particulier dès lors que le ministre de la Défense est manifestement en défaut."

Een eenvoudige motie werd ingediend door mevrouw Talbia Belhouari.

Une motion pure et simple a été déposée par Mme Talbia Belhouari.

Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.
07 Vraag van de heer Koen Bultinck aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
tabaksontwenning bij zwangere vrouwen en hun partner" (nr. 8431)
07 Question de M. Koen Bultinck au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "le
sevrage tabagique des femmes enceintes et de leur conjoint" (n° 8431)
07.01 Koen Bultinck (Vlaams Belang): Mevrouw de voorzitter,
mijnheer de minister, af en toe is het als politicus nuttig om het
Belgisch Staatsblad te lezen.

Mevrouw de voorzitter, ik neem ook akte van het feit dat het moeilijk
wordt om de actualiteit te volgen bij het stellen van mondelinge
vragen. Ik zie op mijn blad immers dat deze mondelinge vraag reeds
op 11 oktober werd ingediend. Wij zullen er ook in deze commissie
iets op moeten vinden om iets meer de actualiteit te kunnen volgen.

Mijnheer de minister, de essentie van de zaak is het volgende. In het
Staatsblad van 7 oktober verscheen het fameuze KB van 17
september tot vaststelling van de voorwaarden van de
tegemoetkoming van de verplichte verzekering voor de
geneeskundige verzorging en uitkeringen in de tabaksontwenning bij
zwangere vrouwen en hun partner.
07.01 Koen Bultinck (Vlaams
Belang): Il serait bon de suivre
davantage l'actualité au sein de
cette commission : cette question
a été posée le 11 octobre déjà.

Le ministre a annoncé à l'automne
2004 un vaste plan anti-tabac
prévoyant notamment le
remboursement aux femmes
enceintes et à leur partenaire des
frais d'accompagnement à la
désaccoutumance au tabac. Le
budget 2005 prévoit des moyens
pour la mise en oeuvre de ce plan
du 1
er
septembre au 31 décembre.
22/11/2005
CRIV 51
COM 751
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22

Mijnheer de minister, u zal zich ongetwijfeld herinneren dat u in het
najaar van 2004 uitpakte met een fameus groot anti-tabaksplan. In die
aankondiging zat ook de rookstopbegeleiding die u zou willen
terugbetalen met betrekking tot zwangere vrouwen en hun partner.
Daarvoor is in de begroting van 2005 een budget voorzien voor de
periode van 1 september tot 31 december.

Mijnheer de minister, u had echter pech, voor zover mijn inlichtingen
juist zijn. Het advies van het verzekeringscomité van de
ziekteverzekering was op zijn zachtst uitgedrukt niet echt positief. Ik
zou het zelfs durven omschrijven als een vrij negatief advies. Mijnheer
de minister, niettegenstaande dat gegeven hebt u toch volhard en
hebt u het betrokken KB toch laten publiceren.

Mijn eerste zeer concrete vraag is de volgende. Waarom hebt u hier
geen rekening gehouden met het betrokken advies van het
verzekeringscomité en bent u toch overgegaan tot de publicatie van
het betrokken KB?

Niet alleen het advies van het verzekeringscomité was vrij negatief.
Ook de ziekenfondsen, als betrokken partij, klaagden, op zijn zachtst
uitgedrukt, over de vaagheid van de procedure voor terugbetaling.

Ook hier heb ik een zeer duidelijke, concrete vraag. Kan u ons eens
verklaren waarom die procedure tot terugbetaling zo vaag gehouden
is? Ik moet u eerlijk het volgende zeggen. Ik heb het betrokken KB
ook bij. Ik heb het van de eerste tot de laatste letter nagelezen. Dit KB
blinkt uit in wollig taalgebruik. Vaagheid is in dit KB troef. In de
ettelijke jaren die ik ondertussen in deze Kamer heb doorgebracht,
heb ik veel concretere KB's gelezen dan dit.

Mijnheer de minister, na de ziekenfondsen was het plaatje van
mensen die u met dat KB een beetje kwamen pesten nog niet
gedaan. Ook de artsenvertegenwoordigers klaagden over de duurte
van het plan. Het zou wel eens goed zijn als wij vandaag het exacte
bedrag krijgen dat er voor de periode van 1 september tot 31
december 2005 werd opgeplakt.

Als u mij toestaat, ik zou u daar even naar iets willen polsen. Het is
interessant om te weten. Wij weten nochtans dat wij theoretisch niet
mogen polsen naar uw intenties. Wij kunnen daarop ook terugkomen
tijdens de begrotingsbespreking over de ziekteverzekering. Bent u
echter ook in dezen zinnens om het project voort te zetten in 2006?

Mijnheer de minister, de conclusie is dat de erkenning van de
fameuze tabacologen bijzonder vaag is gebleven. Ik zou het
appreciëren indien u dat vandaag zou concretiseren. Na lezing van
het KB ben ik immers niet veel wijzer geworden. Het zou goed zijn dat
u met uw gekende goodwill een eenvoudig Kamerlid wat meer uitleg
zou verschaffen.

Door de laattijdigheid waarmee vragen hier worden behandeld, lopen
wij weer achter op de feiten. Veertien dagen geleden heb ik u in volle
glorie zien verschijnen op alle tv-schermen met andermaal een
nieuwe persconferentie over tabaksontwenning. Ik vermoed dus dat u
op mijn laatste vraag over de eenmalige informatiecampagne voor
tabaksontwenning uit het KB zult antwoorden dat het over de
Alors que l'avis du Comité de
l'assurance était assez négatif, le
ministre n'en a aucunement tenu
compte. L'arrêté royal a été publié
au Moniteur Belge le 7 octobre.
Les mutualités ont également
dénoncé le manque de clarté de la
procédure de remboursement.
Pourquoi ce texte est-il si vague?
Les représentants des médecins
se sont inquiétés du caractère
onéreux de ce plan. Je voudrais
connaître le montant exact
débloqué pour la période du 1
er
septembre au 31 décembre. Le
ministre entend-il poursuivre le
projet en 2006?

La reconnaissance des fameux
tabacologues est restée vague.
Nous avons aussi une longueur de
retard, puisque le ministre a de
nouveau organisé une conférence
de presse voici quinze jours.

CRIV 51
COM 751
22/11/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
23
campagne gaat die u zeer recent in de pers hebt aangekondigd. Het
zou handig zijn ons het prijsplaatje te laten kennen.
07.02 Minister Rudy Demotte: Mevrouw de voorzitter, mijnheer
Bultinck, ik heb ten minste gedeeltelijk rekening gehouden met het
advies van het verzekeringscomité, vooral inzake het onderdeel over
de behandeling van de zwangere vrouw met geneesmiddelen. Het
besluit in kwestie beperkt voor zwangere vrouwen de bijdrage door de
gezondheidsverzekering tot psychologische bijstand. Dat is in
overeenstemming met de vraag van de verzekeringsinstellingen.

Sommigen hebben de strijd tegen nicotinevergiftiging van de
zwangere vrouw afgedaan als niet-prioritair in vergelijking met andere
behoeften waarin het budget niet zou voorzien. Met betrekking tot dat
bezwaar merk ik op dat er in het Parlement werd gedebatteerd over
de opportuniteit van de lancering van een initiatief voor
tabaksontwenning bij zwangere vrouwen en hun partners. Het is dan
ook daar dat de wet van 27 december 2004 tot uitvoering van het
betreffende besluit werd goedgekeurd.

Ik zal niet terugkomen op de feiten die de regering ertoe hebben
aangezet een federaal actieplan tegen tabaksverslaving aan te
nemen. Ik heb het met name over de kwalijke gevolgen van actieve
en passieve nicotinevergiftiging en de kosten die hiermee verbonden
zijn.

Ik wil wel enkele cijfers herhalen. Meer dan 75% van de rokende
zwangere vrouwen wenst te stoppen met roken.

De helft van die vrouwen denkt daarbij hulp nodig te hebben. De
gerealiseerde studies, alsook de praktijk van tabacologen, tonen
duidelijk aan dat een psychologische begeleiding, alsook een
begeleiding met geneesmiddelen, de kans op een definitieve
tabaksontwenning aanzienlijk verhoogt. Die bevestigingen sluiten aan
op de conclusies van de studie van het Federaal Kenniscentrum voor
de Gezondheidszorg, waarop in 2004 onderzoek werd uitgevoerd. De
auteurs van die studie bevestigen bovendien de rendabiliteit van het
beleid voor tabaksontwenning.

Ten tweede, mijn diensten zijn een omzendbrief aan het opstellen
waarin de praktische modaliteiten van deze maatregelen heel
concreet zullen worden uitgewerkt. Verder wil ik opmerken dat de
communicatiecampagne die in dit kader is voorzien voornamelijk op
de praktische modaliteiten van de terugbetaling zal zijn gericht. Die
campagne is immers bedoeld om de bevolking te sensibiliseren voor
de noodzaak van een tabaksontwenning tijdens een zwangerschap,
maar ook om de maatregelen in kwestie uit te leggen.

Ten derde, in de begroting is in een jaarlijks bedrag van 3.011.250
euro voorzien. Voor het jaar 2005, op basis van een inwerkingtreding
per 1 september, kost de maatregel 1 miljoen euro, waaraan een
eenmalig budget van 450.000 euro voor een informatiecampagne
wordt toegevoegd. In totaal kost deze maatregel dus 1.450.083 euro.
De tussenkomst is hier forfaitair, net zoals wat voorzien is voor de
andere domeinen van de gezondheidszorgverzekering. Voor de
psychologische behandeling van de zwangere vrouw en haar partner
is in een forfaitbedrag van 120 euro voorzien, verbonden aan een
minimum van prestaties. Voor de behandeling met geneesmiddelen
07.02 Rudy Demotte, ministre:
J'ai partiellement tenu compte de
l'avis du Comité de l'assurance,
surtout pour la partie relative au
traitement médicamenteux des
femmes enceintes. Ainsi,
l'intervention de l'assurance-soins
de santé est limitée à l'aide
psychologique, comme demandé
par les compagnies d'assurance.

Il a été débattu de l'opportunité de
cette initiative au Parlement et la
loi du 27 décembre 2004 a été
adoptée. Je ne reviendrai pas
dans le détail sur les raisons qui
justifient un plan d'action fédéral
contre l'assuétude au tabac,
comme les effets du tabagisme
actif et passif et les coûts qui y
sont liés.

Plus des trois quarts des femmes
enceintes qui fument souhaitent
mettre un terme à cette
dépendance et la moitié d'entre
elles demandent de l'aide à cet
effet. Des études et la pratique
indiquent qu'une assistance
psychologique et médicale
augmente considérablement les
chances de désaccoutumance
définitive. Une étude du Centre
d'expertise fédéral pour les soins
de santé réalisée en 2004
confirme ce constat et souligne la
rentabilité de la politique.

Mes services préparent une
circulaire relative à l'application
des modalités pratiques.
Parallèlement à l'information du
public, une campagne de
communication doit également
mettre l'accent sur les modalités
de remboursement pratiques.

Le budget réserve un montant
annuel d'environ trois millions
d'euros à cet effet. Étant donné
que cette mesure n'entre en
vigueur qu'en septembre 2005, un
million d'euros seulement sera
nécessaire cette année. Une
enveloppe unique de 450 000
22/11/2005
CRIV 51
COM 751
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24
van enkel de partner is in een forfaitbedrag van 55 euro voorzien. Ook
voor 2006 is er een budget van 3 miljoen euro uitgetrokken.

Ten vierde, de tabacologen zijn ofwel de zorgverstrekkers beoogd in
het KB nr. 78 van 10 november 1967 met betrekking tot de uitvoering
van de gezondheidszorgberoepen, ofwel licentiaten psychologie.

Beiden moeten, naast hun initiële opleiding, een specifieke opleiding
omtrent nicotineverslaving hebben gevolgd. Deze opleiding wordt
reeds een aantal jaar georganiseerd door de FARES voor de
Franstalige Gemeenschap en door de VRGT voor de Vlaamse
Gemeenschap. De twee opleidingen worden georganiseerd in
samenwerking met de zeven geneeskundefaculteiten van de
Belgische universiteiten en met de Belgische Federatie tegen Kanker.

Momenteel voldoen reeds 150 personen aan de voorwaarden om
tabacoloog te zijn. Aan de lijst zullen personen worden toegevoegd
die, zonder de specifieke opleiding te hebben gevolgd, op de datum
van inwerkingtreding van het koninklijk besluit een professionele
ervaring van minstens vijf jaar hebben met nicotineverslaving.

Dat deze professionele ervaring gelijkwaardig is aan voornoemde
opleiding, zal slechts kunnen worden erkend door het
wetenschappelijk comité FARES/VRGT, na rechtvaardiging van de
ervaring en beschrijving van de gebruikte methodologie.

Ten vijfde, er wordt een nationale informatiecampagne voorbereid. Ze
doelt op de medische zorgverstrekkers die gerechtigd zijn om een
zwangerschap te begeleiden, zoals huisartsen, gynaecologen en
verloskundigen, alsook op zwangere vrouwen en hun partner.

De campagne naar de zorgverstrekkers toe zal bestaan uit mailings,
artikels in de medische pers en brochures. Het grote publiek zal
worden geïnformeerd door radiospots, affiches en folders in de
ruimtes voor raadpleging alsook door artikels in de algemene pers. Er
wordt eveneens een website aangeboden die gewijd is aan de
tabaksproblematiek bij zwangere vrouwen.

De kosten bedragen, zoals ik al zei, 450.000 euro in 2005.

Mijnheer Bultinck, ik denk dat dit een volledig antwoord was.
euros est également prévue pour
la campagne d'information.
Comme pour d'autres aspects
relevant des soins de santé,
l'intervention est forfaitaire. Un
montant de 120 euros est prévu
pour l'accompagnement
psychologique de la femme et de
son partenaire et un montant de
55 euros pour le traitement
médicamenteux du partenaire.

Les tabacologues sont soit des
prestataires de soins, au sens de
l'arrêté royal du 10 novembre
1967, soit des licenciés en
psychologie.

Ils doivent avoir suivi une
formation spécifique dans le
domaine de l'assuétude à la
nicotine, organisée par le Fonds
des Affections
Respiratoires
(FARES) et la « Vlaamse
Vereniging voor Respiratoire
Gezondheidszorg en
Tuberculosebestrijding » (VRGT)
en collaboration avec les facultés
de médecine et la Fédération
belge contre le cancer.

Actuellement, 150 personnes
remplissent les conditions pour
devenir tabacologue. Quant à
celles et ceux qui n'auront pas
suivi de formation spécifique, ils
devront avoir au moins cinq ans
d'expérience dans le domaine de
l'assuétude à la nicotine et être
agréés par le FARES ou la VRGT.

Nous préparons en ce moment
une campagne d'information
destinée aux prestataires de soins
et qui consistera en mailings, en
articles dans la presse médicale et
en brochures. Le grand public sera
informé par des spots radio, des
affiches, des dépliants et des
articles de presse. Nous
concevrons également un site web
consacré aux problèmes de
tabagisme chez les femmes
enceintes.

07.03 Koen Bultinck (Vlaams Belang): Mijnheer de minister, ik wil u
uitdrukkelijk bedanken. Achteraf gezien ben ik tevreden over de
07.03 Koen Bultinck (Vlaams
Belang): Cette réponse
CRIV 51
COM 751
22/11/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25
inhoud van het antwoord. Het heeft de zaak, na de lectuur van het
koninklijk besluit, voor een eenvoudig Kamerlid heel wat duidelijker
gemaakt.

In die zin heb ik meer dan voldoende materiaal om het dossier verder
op te volgen. Mocht het nuttig zijn, kunnen we tijdens de bespreking
van de begroting voor de ziekteverzekering ongetwijfeld nog op de
kwestie terugkomen.
ministérielle me satisfait car elle a
clarifié les choses. Je continuerai
de suivre ce dossier de près et j'y
reviendrai éventuellement lors de
l'examen du budget.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 12.35 uur.
La réunion publique de commission est levée à 12.35 heures.