CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 750
CRIV 51 COM 750
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DES
A
FFAIRES SOCIALES
C
OMMISSIE VOOR DE
S
OCIALE
Z
AKEN
mardi
dinsdag
22-11-2005
22-11-2005
Matin
Voormiddag
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu inté-
gral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit des
interventions ; les annexes se trouvent dans une brochure
séparée (PLEN: couverture blanche; COM: couverture
saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken; de
bijlagen zijn in een aparte brochure opgenomen
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
Plenum
COM
réunion de commission
COM
Commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 750
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i
SOMMAIRE
INHOUD
Question de Mme Nahima Lanjri au ministre de
l'Environnement et ministre des Pensions sur "la
différence entre la prépension dont bénéficient les
travailleurs belges et celle des travailleurs
provenant de pays de l'Espace économique
européen" (n° 8834)
1
Vraag van mevrouw Nahima Lanjri aan de
minister van Leefmilieu en minister van
Pensioenen over "het verschil in brugpensioen
van werknemers uit België en werknemers uit
landen van de Europese Economische Ruimte"
(nr. 8834)
1
Orateurs:
Nahima Lanjri, Peter
Vanvelthoven, ministre de l'Emploi
Sprekers:
Nahima Lanjri, Peter
Vanvelthoven, minister van Werk
Question de M. Patrick De Groote au ministre de
l'Emploi sur "le délai de préavis dans le cadre du
régime du crédit-temps" (n° 8858)
3
Vraag van de heer Patrick De Groote aan de
minister van Werk over "de opzegtermijn bij
tijdskrediet" (nr. 8858)
3
Orateurs:
Patrick De Groote, Peter
Vanvelthoven, ministre de l'Emploi
Sprekers:
Patrick De Groote, Peter
Vanvelthoven, minister van Werk
Question de M. Guy D'haeseleer au ministre de
l'Emploi sur "le statut unique pour les ouvriers et
employés" (n° 8952)
5
Vraag van de heer Guy D'haeseleer aan de
minister van Werk over "het eenheidsstatuut voor
arbeiders en bedienden" (nr. 8952)
5
Orateurs:
Guy D'haeseleer, Peter
Vanvelthoven, ministre de l'Emploi
Sprekers:
Guy D'haeseleer, Peter
Vanvelthoven, minister van Werk
Question de M. Guy D'haeseleer au ministre de
l'Emploi sur "le fonctionnement du 'Conseil
consultatif de la main-d'oeuvre étrangère'"
(n° 8961)
7
Vraag van de heer Guy D'haeseleer aan de
minister van Werk over "de werking van de
'Adviesraad voor buitenlandse arbeidskrachten'"
(nr. 8961)
7
Orateurs:
Guy D'haeseleer, Peter
Vanvelthoven, ministre de l'Emploi
Sprekers:
Guy D'haeseleer, Peter
Vanvelthoven, minister van Werk
Question de Mme Trees Pieters au ministre de
l'Emploi sur "la diffusion annoncée d'un dépliant
présentant les nouvelles mesures en matière de
coordination de la sécurité" (n° 9074)
8
Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de minister
van Werk over "de belofte om een folder met de
nieuwe maatregelen omtrent
veiligheidscoördinatie te verspreiden" (nr. 9074)
8
Orateurs:
Trees Pieters, Peter
Vanvelthoven, ministre de l'Emploi
Sprekers:
Trees Pieters, Peter
Vanvelthoven, minister van Werk
Question de Mme Greta D'hondt au ministre de
l'Emploi sur "l'évaluation de la note du
gouvernement 'Respect de la solidarité sociale'"
(n° 9076)
10
Vraag van mevrouw Greta D'hondt aan de
minister van Werk over "de evaluatie van de
regeringsnota 'Respect voor sociale solidariteit'"
(nr. 9076)
10
Orateurs:
Greta D'hondt, Peter
Vanvelthoven, ministre de l'Emploi
Sprekers:
Greta D'hondt, Peter
Vanvelthoven, minister van Werk
CRIV 51
COM 750
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DES AFFAIRES
SOCIALES
COMMISSIE VOOR DE SOCIALE
ZAKEN
du
MARDI
22
NOVEMBRE
2005
Matin
______
van
DINSDAG
22
NOVEMBER
2005
Voormiddag
______
De vergadering wordt geopend om 10.23 uur door de heer Hans Bonte, voorzitter.
La séance est ouverte à 10.23 heures par M. Hans Bonte, président.
De voorzitter: Vraag nr. 8665 van de heer Drèze wordt uitgesteld.
01 Vraag van mevrouw Nahima Lanjri aan de minister van Leefmilieu en minister van Pensioenen over
"het verschil in brugpensioen van werknemers uit België en werknemers uit landen van de Europese
Economische Ruimte" (nr. 8834)
01 Question de Mme Nahima Lanjri au ministre de l'Environnement et ministre des Pensions sur "la
différence entre la prépension dont bénéficient les travailleurs belges et celle des travailleurs
provenant de pays de l'Espace économique européen" (n° 8834)
01.01 Nahima Lanjri (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, naar aanleiding van een stage bij een bedrijf in het noorden
van Antwerpen ik meen dat veel mensen uit het Parlement stage
volgen heb ik het volgende opgemerkt.
In het bedrijf werken ook een aantal Nederlanders. Wanneer zij met
brugpensioen gaan, dan krijgen zij een heel andere vergoeding dan
de Belgen. Dit heeft niet te maken met het feit dat er vanuit het bedrijf
een verschillende aanpassing of bijpassing is, want voor beide
soorten van werknemers is die gelijk. Ik heb een tabel met de cijfers.
Het heeft wel te maken met het feit dat er een groot verschil is tussen
Nederland en België voor het deel dat de overheid bijpast vanuit de
werkloosheid. Ik geef een voorbeeld. Iemand die in de dagploeg
werkt, heeft in België een werkloosheidsvergoeding van 1.025 euro en
een bijpassing van het bedrijf van, afgerond, 750 euro. Dit betekent
een totaal maandbedrag van 1.775 euro. Wanneer een Nederlandse
collega met evenveel jaren dienst met brugpensioen gaat, dan krijgt
hij van het bedrijf dezelfde bijpassing, namelijk 750 euro, maar de
werkloosheidsvergoeding in Nederland ligt veel hoger: 2.364 euro. Hij
of zij ontvangt dus 3.113 euro, wat bijna het dubbele is van zijn of
haar Belgische collega. Dit leidt tot een discriminatie.
Dit is een voorbeeld uit een bedrijf. Dit doet zich wellicht meer voor bij
Nederlanders die in de grensstreek of elders in België komen werken
en vervroegd met pensioen gaan.
Bent u van plan om daaraan iets te doen? Zo ja, hoe?
Ik neem aan dat het mogelijk moet zijn om in de CAO's toe te laten
om die discriminatie weg te werken of op zijn minst te verkleinen, om
uiteindelijk hetzelfde resultaat te krijgen, namelijk dat zij een min of
meer gelijkaardig pensioen krijgen of recht hebben op dezelfde
01.01 Nahima Lanjri (CD&V):
Pendant le stage que j'ai accompli
dans une entreprise dans le nord
de la province d'Anvers, j'ai pu
constater que les Néerlandais qui
partent à la prépension touchent
une indemnité supérieure à celle
des Belges. Cette situation
s'explique par la différence
importante entre les montants
respectifs pris en charge par les
autorités néerlandaises et belges.
Les Néerlandais touchent souvent
un montant jusqu'à deux fois plus
élevé que celui octroyé à leurs
homologues belges. Le ministre
envisage-t-il de mettre fin à cette
discrimination?
22/11/2005
CRIV 51
COM 750
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
vergoeding, zonder dat het op weerwerk botst van de
arbeidsrechtbank.
Ik veronderstel dat daarvoor wetgevend werk nodig is van uw kant of
eventueel vanuit het Parlement, maar in ieder geval dat er eerst een
wetgevend kader voor nodig is. Ik stel u die vraag om te weten wat u
van plan bent om dat probleem te verhelpen.
Het gaat niet over enkele mensen. Ik noemde slechts een voorbeeld
en ook de cijfers. Soms zijn er nog grotere verschillen. Daar moet
zeker iets aan gedaan worden.
01.02 Minister Peter Vanvelthoven: Mijnheer de voorzitter, collega,
zoals u weet, bestaat het conventioneel brugpensioen uit enerzijds
een Belgische werkloosheidsuitkering ten laste van de RVA en
anderzijds een aanvullende vergoeding ten laste van de ex-werkgever
of ten laste van een fonds.
Een aanvullende vergoeding kan enkel worden toegekend in het
kader van een Belgische CAO, met andere woorden aan werknemers
die gewerkt hebben voor een werkgever die gebonden is door een
Belgische CAO.
Om een dergelijke aanvullende vergoeding te kunnen genieten, moet
de werknemer ook Belgische werkloosheidsuitkeringen genieten. Dat
betekent concreet dat hij onder meer moet verblijven op het Belgisch
grondgebied. Het recht op die regeling is dus slechts in beperkte mate
exporteerbaar.
Vroeger was het niet mogelijk om een aanvullende vergoeding
brugpensioen te genieten voor een werknemer woonachtig in het
buitenland, maar werkzaam voor een werkgever gebonden door de
Belgische CAO, omdat hij geen Belgische werkloosheidsuitkering
genoot.
Daarom heeft de Nationale Arbeidsraad in zijn CAO 17 vicies sexies
van 7 oktober 2003 het volgende bepaald. Een werknemer die zijn
hoofdverblijfplaats heeft in een lidstaat van de Europese
Economische Ruimte, maar die gewerkt heeft voor een werkgever
gebonden door een Belgische CAO, kan ook een aanvullende
vergoeding genieten ten laste van de ex-werkgever van de
werknemer of van een fonds indien hij geen Belgische
werkloosheidsuitkering kan genieten omdat hij zijn hoofdverblijfplaats
niet in België heeft. Die aanvullende vergoeding wordt dan toegekend
bovenop een buitenlandse werkloosheidsuitkering. Ze wordt wel
berekend rekening houdende met de fictieve Belgische
werkloosheidsuitkering die de betrokkene zou ontvangen indien hij in
België woonachtig zou zijn.
Het brugpensioen is als dusdanig een specifiek Belgisch systeem. In
het concrete geval dat een aanvullende vergoeding wordt betaald
zonder dat er recht is op werkloosheidsuitkeringen in België, is er dus
geen sprake van een conventioneel brugpensioen naar Belgisch
recht. Er wordt immers wel een aanvullende vergoeding betaald door
de werkgever of het fonds, maar geen werkloosheidsuitkering door
een Belgische instelling, in casu de RVA.
Elke lidstaat van de EER kan zijn werkloosheidsverzekering naar
01.02 Peter Vanvelthoven,
ministre: Une prépension
conventionnelle se compose d'une
allocation de chômage belge et
d'une indemnité complémentaire à
charge de l'ex-employeur ou d'un
fonds sectoriel. Seuls les
employés travaillant pour un
employeur lié par une CCT belge
peuvent recevoir cette indemnité
complémentaire.
Les travailleurs désireux de
bénéficier de cette indemnité
complémentaire doivent donc
recevoir une allocation de
chômage belge. Auparavant, un
travailleur résidant à l'étranger et
travaillant pour un employeur lié à
une CCT belge ne pouvait donc
pas, logiquement, être admis à la
prépension. C'est pour cette
raison que le Conseil national du
Travail a décidé dans sa CCT 17
vicies sexies du 7 octobre 2003
que les travailleurs dont la
résidence principale se situe au
sein de l'Espace économique
européen peuvent combiner cette
indemnité complémentaire avec
une allocation de chômage
étrangère.
La prépension est un système
spécifiquement belge. Les
Néerlandais en question ne
bénéficient donc pas d'une
prépension conventionnelle de
droit belge et combinent leur
indemnité complémentaire avec
une allocation de chômage
néerlandaise. Chaque État
membre de l'Espace économique
européen organise l'assurance
chômage comme il l'entend. On
n'envisage pas d'harmoniser les
CRIV 51
COM 750
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
eigen inzicht organiseren. De Europese regels bepalen enkel dat een
bepaalde instelling werknemers van een andere nationaliteit niet mag
discrimineren ten opzichte van werknemers van de eigen nationaliteit,
maar beogen geen harmonisering van de verschillende stelsels. Het
is dus perfect mogelijk dat een werknemer die ten laste valt van een
buitenlandse instelling een hogere of een lagere
werkloosheidsuitkering zal ontvangen, die al dan niet beperkt is in de
tijd. De Belgische wetgever kan daarop geen invloed uitoefenen.
différents systèmes.
01.03 Nahima Lanjri (CD&V): Ik weet dat de werkloosheidsuitkering
wordt betaald door de respectievelijke diensten in België en
Nederland, maar ik heb het hier zelfs over gevallen waarbij mensen
van dezelfde leeftijd met pensioen gaan en er toch een verschil is. Ik
weet dat CAO 17 een minimumloon vooropstelt dat de bedrijven
moeten betalen. Het is dus ook evident dat het begrensde referteloon
behouden blijft.
De vraag is of de bedrijven, naast het minimum dat zij minstens
moeten doen, toch worden vrijgelaten in wat zij bijkomend doen en
aanpassingen kunnen doen om het verschil met andere werknemers
die dezelfde carrière hebben gehad en op dezelfde leeftijd met
pensioen zijn gegaan weg te werken.
Mijnheer de minister, ik hoop dat u dit nog verder wil onderzoeken en
mij dit schriftelijk wil bezorgen.
01.03 Nahima Lanjri (CD&V):
Cette CCT 17 vicies sexies
indique le salaire minimum que
doivent payer les entreprises.
N'est-il donc pas évident que le
plafond du salaire de référence
doit être maintenu? Les
entreprises peuvent-elles combler
les différences avec les autres
salariés sur une base volontaire?
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Vraag van de heer Patrick De Groote aan de minister van Werk over "de opzegtermijn bij
tijdskrediet" (nr. 8858)
02 Question de M. Patrick De Groote au ministre de l'Emploi sur "le délai de préavis dans le cadre du
02.01 Patrick De Groote (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, het betreft een individueel geval, waarbij een persoon in
2001 voltijds tijdskrediet opnam. Door een wijziging in de regelgeving
in 2004 betreffende tijdskrediet, kan deze persoon niet meer
rechtstreeks overstappen van voltijds tijdskrediet naar de
brugpensioenregeling.
In de programmawet van 9 juli 2004, titel X, Werk en Pensioenen,
hoofdstuk IV, artikelen 266 tot 268, werd de wet aangepast. Daardoor
wordt de opzegtermijn, gegeven tijdens het voltijds tijdskrediet,
geschorst en dient hij derhalve te worden gepresteerd na het voltijdse
tijdskrediet. Dus in geval van opzegging door de werkgever, loopt de
opzegtermijn niet gedurende de volledige schorsing van de uitvoering
van de arbeidsovereenkomst, bedoeld in de artikelen 100 en 100bis
en in het kader van de onderafdeling 3bis.
Door het feit dat de werkneemster sinds 1971 in hetzelfde bedrijf
werkt, loopt de opzegtermijn tot 34 maanden en minimaal 21
maanden wettelijke opzegtermijn. Nochtans zal de persoon bij het
aflopen van het tijdskrediet in 2006 eigenlijk ruim voldoen aan de
voorwaarden, met name het hebben bereikt van de leeftijd van 58 jaar
en 40 dienstjaren
Mijnheer de minister, ik stel mijn vragen om wat meer duidelijkheid te
02.01 Patrick De Groote (N-VA):
En vertu d'une modification de la
réglementation relative au crédit-
temps intervenue l'an passé, un
travailleur qui a utilisé un crédit-
temps à temps plein en 2001, ne
peut plus passer à un régime de
prépension.
La loi-programme du 9 juillet 2004
suspend le délai de préavis signifié
pendant le crédit-temps à temps
plein, de sorte que celui-ci doit être
accompli après la période de
crédit-temps. Si le préavis est
donné par l'employeur, le délai ne
court pas pendant toute la période
de suspension de l'exécution du
contrat de travail.
Il m'est revenu un cas concret
d'une salariée travaillant dans une
entreprise déterminée depuis
1971: le délai de préavis est de 34
22/11/2005
CRIV 51
COM 750
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
hebben. Gezien het brugpensioen bestaat uit twee componenten, met
name een deel werkloosheidsuitkering en een deel vergoeding door
de werkgever, mag de werkneemster zelf de opzeg niet aanvragen.
Anders verliest zij het recht op werkloosheidsuitkering en dus de
rechtstreekse overgang naar brugpensioen. In hoeverre klopt die
analyse?
Welke was de eigenlijke motivatie van de vooropgestelde
wetswijziging? Lag die motivatie in de bescherming van de
werknemer? Of was het de bedoeling het volledige tijdskrediet af te
bouwen of onaantrekkelijk te maken?
Ten derde, vindt u het rechtvaardig dat door een onrechtstreeks
gevolg van een wetswijziging, iemand des te langer moet wachten op
de mogelijkheid om op brugpensioen te gaan na tijdskrediet naarmate
hij of zij langer in hetzelfde bedrijf werkt?
Ik kom tot mijn laatste vraag. In zijn advies stelde de Raad van State
dat de wijziging niet van aard mag zijn in te grijpen in de rechten die
de betrokkenen door de huidige bepalingen hebben verworven. Met
dit advies wordt er eigenlijk geen rekening gehouden. Aangezien de
persoon in kwestie bij de aanvang van het tijdskrediet in 2001 het
recht had om na het opnemen van het tijdskrediet gewoon over te
gaan naar het brugpensioen, is hier het principe van het niet afnemen
van rechten met terugwerkende kracht eigenlijk geschonden.
Bent u het eens met deze stelling of hebt u daar een andere mening
over?
mois, avec un minimum de 21
mois de préavis légal. A l'issue de
sa période de crédit-temps, en
2006, l'intéressée satisfera à
toutes les conditions: âgée de 58
ans, elle comptera quarante
années de carrière. Elle ne peut
demander elle-même le préavis,
au risque de perdre son droit aux
allocations de chômage et donc à
une transition concrète vers la
prépension.
En fait, pourquoi la loi-programme
de 1994 a-t-elle modifié la
réglementation?
Trouvez-vous juste que pour un
employé ayant pris un crédit-
temps, le temps d'attente
nécessaire pour accéder à la
prépension est d'autant plus long
que l'employé concerné a travaillé
longtemps au sein de la même
entreprise?
Selon le Conseil d'État, une
modification de la loi ne peut
affecter les droits que l'employé a
acquis en vertu des dispositions
en vigueur. Dans le cas présent,
ce droit est clairement foulé aux
pieds. Le ministre en est-il
conscient?
02.02 Minister Peter Vanvelthoven: Mijnheer de voorzitter, collega,
wat uw eerste vraag betreft, kan ik bevestigen dat uw analyse klopt.
Indien de werknemer zelf ontslag neemt, zal hij het recht op een
werkloosheidsuitkering verliezen. Brugpensioen is in principe het
gevolg van een initiatief van de werkgever. Bij brugpensioen moet de
werkgever een opleg betalen aan een oudere werknemer die hij
ontslaat. Brugpensioen is dus een vergoeding voor het slachtoffer van
een ontslag.
Ik kom op uw tweede vraag. Deze wetswijziging is in 2004 ingevoerd
op vraag van de vakbonden. De reden voor de wetswijziging was het
ontslag van werknemers bij langdurige ziekte. Ziekte schorst immers
de arbeidsovereenkomst. Sommige werkgevers gaven tijdens deze
langdurige ziekte het ontslag, waarbij de periode van schorsing van
de arbeidsovereenkomst als opzeggingstermijn werd gekwalificeerd.
De vakbonden vroegen ter bescherming van de werknemer dat de
periodes van schorsing, zoals tijdskrediet en langdurige ziekte, de
opzeggingstermijn niet zouden inkorten. De regeling is dus ter
bescherming van de werknemer ingevoerd. Indien de werkgever
overgaat tot ontslag, behoudt de werknemer dus nog recht op zijn
opzeggingstermijn. Deze regeling bestond voordien voor het stelsel
van loopbaanonderbreking. De motieven voor de wetswijziging zijn
dus ingegeven ter bescherming van de werknemer en zeker niet om
02.02 Peter Vanvelthoven,
ministre: Il est exact qu'un
employé qui démissionne perd son
droit à la prépension. La
prépension découle d'une initiative
de l'employeur, qui doit payer un
supplément à un employé licencié
plus âgé en guise de
compensation pour ce
licenciement.
La modification de la loi intervenue
en 2004 a été introduite à la
demande des syndicats, qui ne
voulaient pas que les périodes de
suspension, telles que des congés
de maladie de longue durée ou
des périodes de crédit-temps,
raccourcissent le préavis. Cette
modification a donc été introduite
afin de protéger les travailleurs. Si
l'employeur licencie un membre de
son personnel, celui-ci conserve
CRIV 51
COM 750
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
het voltijds tijdskrediet onaantrekkelijk te maken.
Op uw derde vraag kan ik het volgende antwoorden. In principe is die
regeling van 2004 gunstiger voor de werknemer.
In het door u aangehaalde geval heeft de betrokkene recht op zijn
opzeggingstermijn en is hij dus langer beschermd vooraleer op
brugpensioen te gaan. Het brugpensioen moet men beschouwen als
een vergoeding ten aanzien van een ontslagen werknemer omdat de
werkgever het ontslag heeft gegeven. Indien de werknemer ontslagen
wordt, heeft hij, met andere woorden, gedurende de tijd van de
opzegtermijn tijd om een nieuwe job te zoeken. Dat is rechtvaardig
ten aanzien van de werknemer.
In dit specifieke geval zal de werknemer in kwestie wellicht zijn
loopbaan willen beëindigen en wellicht niet meer voltijds willen
werken. De enige mogelijke oplossing in die situatie is dat de
werkgever de werknemer ontslaat na de periode van tijdskrediet en
overeenkomt dat de werknemer zijn opzegperiode niet meer moet
blijven werken.
Wat uw laatste vraag betreft, de opmerking van de Raad van State
ging uitsluitend over een voorlopige regeling. Men kan niet
terugkomen op verworven rechten en niet over de toepassing in de
toekomst. Het feit dat de werknemer reeds sedert 2001 voltijds
tijdskrediet opneemt, staat los van de rechten die gelden in 2006.
son droit au préavis. La même
réglementation existait déjà
auparavant dans le régime de
l'interruption de carrière.
En principe, le nouveau régime est
plus intéressant pour le travailleur.
Dans le cas concret évoqué par M.
De Groote, l'intéressée a droit à
son délai de préavis, et elle
bénéficie d'une protection plus
longue avant d'accéder à la
prépension. Quand un travailleur
est licencié, il a le temps de
chercher un nouveau travail durant
son délai de préavis. Dans le cas
qui nous occupe, la travailleuse
voudra probablement mettre fin à
sa carrière. La seule solution à
adopter est que l'employeur
licencie la travailleuse à l'issue de
la période de crédit-temps et qu'il
convienne qu'elle ne doit pas
continuer à travailler jusqu'à la fin
de la période de préavis.
La remarque du Conseil d'État
portait exclusivement sur un
règlement provisoire. On ne peut
revenir sur des droits acquis ni sur
leur application. Le fait que la
travailleuse en question soit en
situation de crédit-temps à temps
plein depuis 2001 ne détermine
aucunement ses droits à l'avenir.
02.03 Patrick De Groote (N-VA): Mijnheer de minister, dank u wel
voor uw antwoord.
Het is voor een burger niet altijd gemakkelijk te aanvaarden.
Uiteindelijk gaat een vooropgestelde levensverwachting niet door. Als
men in 2001 beslist om tijdskrediet te nemen en er op dat ogenblik
geen probleem was om over te schakelen naar het systeem van
brugpensioen maar door een wetswijziging in 2004 de wet verandert,
ontstaan er heel wat problemen. Mensen zien hun toekomstbeeld
vervagen. Vandaar ook mijn vraag.
Ik dank u nogmaals voor uw antwoord dat ik zeker zal doorspelen.
02.03 Patrick De Groote (N-VA):
Cette modification de loi implique
pour de nombreux travailleurs
l'obligation de revoir leurs
perspectives d'avenir, et ce n'est
pas toujours aisé.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van de heer Guy D'haeseleer aan de minister van Werk over "het eenheidsstatuut voor
arbeiders en bedienden" (nr. 8952)
03 Question de M. Guy D'haeseleer au ministre de l'Emploi sur "le statut unique pour les ouvriers et
03.01 Guy D'haeseleer (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, 03.01 Guy D'haeseleer (Vlaams
22/11/2005
CRIV 51
COM 750
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
mijnheer de minister, er wordt reeds jaren gepraat over de opheffing
van het onderscheid tussen het statuut van arbeiders en bedienden.
Deze problematiek werd ook reeds meermaals besproken tijdens de
onderhandelingen in het kader van de laatste interprofessionele
akkoorden. Ook in het laatste IPA 2005-2006 lezen we opnieuw, ik
citeer: "De toenadering tussen het arbeiders- en bediendenstatuut zal
op termijn tot een nieuw, gemeenschappelijk statuut moeten leiden in
het kader van een nieuw, globaal evenwicht. De sociale partners zijn
het best geplaatst om dit op een passende wijze te laten verlopen met
maatregelen die in principe op de toekomst zullen slaan. Zij zullen
zich laten bijstaan door een door de sociale partners samengestelde
commissie, onder leiding van een onafhankelijk voorzitter met
secretariaat, die tegen eind 2005 een verslag met betrekking tot een
nieuw statuut zal uitwerken.
Mijn vragen zijn de volgende, mijnheer de minister. Wat is de
samenstelling van deze commissie? Hoe dikwijls kwam deze
commissie al samen? Hebt u zicht op de werkzaamheden? Verwacht
u tegen eind 2005 een definitief verslag? Wat indien u geen antwoord
krijgt van deze commissie? Zult u dan zelf het initiatief nemen om tot
een voorstel te komen? Wat is de timing van de minister om met
betrekking tot deze problematiek eindelijk tot een oplossing te
komen?
Belang): La question de la
suppression de la distinction entre
ouvriers et employés fait l'objet de
discussions depuis des années
déjà. Cet objectif a encore été
confirmé dans le cadre du dernier
accord interprofessionnel.
Une commission constituée par
les partenaires sociaux devait
élaborer un statut commun pour la
fin de l'année 2005. Quelle est la
composition de cette commission?
A combien de reprises s'est-elle
déjà réunie? Le ministre espère-t-il
obtenir un rapport pour la fin
2005? Formulera-t-il alors une
proposition?
03.02 Minister Peter Vanvelthoven: Mijnheer de voorzitter, collega,
het klopt dat in het ontwerp van IPA is opgenomen dat er op termijn
een nieuw statuut moet komen voor de werknemers. De regering
heeft die bepaling overgenomen en de partners werd gevraagd een
commissie samen te stellen onder leiding van een onafhankelijke
voorzitter.
De partners hebben ondertussen in de schoot van de Nationale
Arbeidsraad een commissie opgestart. Zij staat onder leiding van
professor Othmar Vanachter, een door iedereen erkend specialist in
arbeidsrecht. Naast de sociale partners zijn verder lid van de
commissie, de professoren Blain, Sels, Demaret en Lamberts. De
leden zijn door de partners gekozen omwille van hun bekwaamheid in
de materie.
Omdat de commissie in volle onafhankelijkheid moet kunnen werken,
wordt geen tussentijds verslag uitgebracht. In de afspraken was
begrepen dat de conclusie vóór eind 2005 zou worden geformuleerd.
Ik heb geen officiële melding van vertraging maar ik kan me
voorstellen dat de discussies over het Generatiepact het moeilijk
zullen maken om die deadline te halen. Ik ga er voorlopig van uit dat
de partners in staat zijn om zelf een oplossing te bereiken maar ik laat
niet na dit punt uit het ontwerp-IPA met de grootste aandacht te
volgen. Indien blijkt dat de commissie op geen enkele manier tot een
resultaat komt, zal ik ongetwijfeld een initiatief nemen om uit de
impasse te geraken. Ik wens me vandaag evenwel niet op te sluiten in
wat voor initiatief dit moet zijn of het tijdstip waarop dit moet worden
genomen.
03.02 Peter Vanvelthoven,
ministre: Les partenaires sociaux
ont institué au sein du CNT une
commission dirigée par le
professeur Vanachter. Outre les
partenaires sociaux, siègent dans
cette commission les professeurs
Blain, Sels, Demaret et Lamberts.
Ils ont été choisis par les
partenaires sociaux pour leur
expertise dans la matière
concernée.
Je n'ai pas été informé d'un
quelconque retard dans les
travaux mais je puis m'imaginer
que les discussions entourant le
pacte de solidarité entre les
générations rendront difficile le
respect du délai imparti. Je pense
que les partenaires sont capables
de trouver eux-mêmes une
solution mais je continue à suivre
de près ce point de l'accord
interprofessionnel. S'il devait
apparaître que la commission ne
parvient pas à aboutir à un
résultat, je prendrai sans aucun
doute une initiative pour sortir de
l'impasse mais il est trop tôt pour
parler de cela.
03.03 Guy D'haeseleer (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, het is in ieder geval positief dat die commissie al
03.03 Guy D'haeseleer (Vlaams
Belang): Je me réjouis
CRIV 51
COM 750
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
is samengesteld en haar werkzaamheden heeft aangevat.
Het zal heel moeilijk zijn om de deadline van eind 2005 te halen. U
zegt dat als de commissie tot geen besluit komt, u zelf een initiatief
zult nemen. Wat is voor u persoonlijk de deadline? Welke timing hebt
u voor uzelf vooropgesteld? Dit dossier werd immers al verscheidene
keren op de lange baan geschoven. De motie van de heer Bonte is
ondertussen al meer dan vijf jaar oud en hij zal zich dat nog levendig
herinneren.
U weet ook dat het water tussen de sociale partners te diep is en dat
er geen vooruitgang is. We denken allemaal dat de sociale partners
niet tot een akkoord zullen komen. Ik hoop dat dit geen nieuw uitstel
betekent, dat dit dossier niet opnieuw op de lange baan wordt
geschoven en dat u begin 2006 zult proberen tot een definitieve
oplossing te komen. De commissie voor de Sociale Zaken is daarvoor
vragende partij.
d'apprendre que la commission
est composée et a entamé ses
travaux.
Il sera en effet difficile de
respecter l'échéance fixée. Quel
calendrier le ministre s'est-il fixé?
Ce dossier traîne depuis trop
longtemps. Le fossé entre les
partenaires sociaux est trop
profond et nous pensons tous
qu'ils ne parviendront pas à un
accord. J'espère que le dossier ne
sera pas renvoyé aux calendes
grecques.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van de heer Guy D'haeseleer aan de minister van Werk over "de werking van de 'Adviesraad
voor buitenlandse arbeidskrachten'" (nr. 8961)
04 Question de M. Guy D'haeseleer au ministre de l'Emploi sur "le fonctionnement du 'Conseil
consultatif de la main-d'oeuvre étrangère'" (n° 8961)
04.01 Guy D'haeseleer (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, op 1 mei van vorig jaar zijn tien nieuwe landen
toegetreden tot de Europese Unie. Gezien de reeds bestaande
vrijstelling voor onderdanen van de landen binnen de EU, zouden
logischerwijze ook de onderdanen van die nieuwe lidstaten vrijgesteld
moeten zijn van de verplichting tot het bekomen van arbeidskaarten
en vergunningen. België heeft evenwel gebruikgemaakt van de
mogelijkheid die in de toetredingsakten werd voorzien om tijdens een
overgangsperiode de vrije toegang tot de eigen arbeidsmarkt te
beperken. Enkel voor de onderdanen van Cyprus en Malta geldt reeds
het volledig vrij verkeer van werknemers.
Die overgangsmaatregelen werden vastgelegd in het koninklijk besluit
van 12 april 2004 tot wijziging van het koninklijk besluit van 9 juni
1999 houdende de uitvoering van de wet van 30 april 1999
betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers naar
aanleiding van de toetreding tot de Europese Unie van nieuwe
lidstaten.
Het wegvallen van de overgangsmaatregelen op 1 mei 2006 zal een
toevloed van goedkope arbeidskrachten uit Polen en andere Midden-
Europese landen tot gevolg hebben, zoals wij reeds kunnen
meemaken. Het is dan ook dringend noodzakelijk dat de discussie
over dat onderwerp op gang getrokken wordt. Wij denken daarbij aan
de recente problemen rond de Poolse interimarbeiders in Stabroek en
Schoten.
Bij de behandeling van die problematiek dient de adviesraad voor de
tewerkstelling van buitenlandse werknemers te worden geraadpleegd.
In zijn statuten staat immers dat de adviesraad als opdracht heeft uit
eigen beweging of op verzoek van de minister van Tewerkstelling en
Arbeid studies te wijden aan en adviezen te verstrekken over sociaal-
04.01 Guy D'haeseleer (Vlaams
Belang): Le 1
er
mai 2004, dix
nouveaux pays adhéraient à
l'Union européenne. Durant une
période transitoire, le libre accès
au marché du travail belge est
limité pour les ressortissants de
ces nouveaux Etats membres. La
fin de la période transitoire au 1er
mai 2006 entraînera un afflux de
main d'oeuvre bon marché en
provenance des pays en question.
Il est aussi urgent que nécessaire
d'initier un débat sur la question et
de demander l'avis du conseil
consultatif pour l'emploi de main
d'oeuvre étrangère.
A combien de reprises ce conseil
consultatif s'est-il réuni au cours
des dernières années? Quand
s'est-il réuni pour la dernière fois?
A-t-il été invité à donner un avis
sur la présence de travailleurs
d'Europe de l'Est et sur la fin des
mesures restrictives du 12 avril
2004?
22/11/2005
CRIV 51
COM 750
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
economische en administratieve problemen in verband met de
tewerkstelling van buitenlandse arbeidskrachten en inzonderheid het
onderzoeken van de maatregelen om de immigratie van de
werknemers onder de beste omstandigheden te laten verlopen, het
onderzoeken van de criteria die aan de basis liggen van de
reglementering betreffende de afgifte van arbeidskaarten enzovoort.
Mijnheer de minister, ik heb dan ook de volgende vragen.
Hoeveel keer is de adviesraad de voorbije twaalf maanden
samengekomen?
Wanneer vond de recentste vergadering van de adviesraad plaats?
Werd advies gevraagd aan de adviesraad voor buitenlandse
werknemers over de aanwezigheid van Oost-Europese arbeiders op
de Belgische arbeidsmarkt? Zo neen, waarom niet? Zo ja, wat is de
inhoud van dat advies?
Werd ook al advies gevraagd aan de adviesraad voor buitenlandse
werknemers in verband met het wegvallen van de beperkende
maatregelen die vastgelegd werden in het koninklijk besluit van 12
april 2004?
04.02 Minister Peter Vanvelthoven: Mijnheer de voorzitter, collega, ik
kan u meedelen dat de adviesraad in de voorbije twaalf maanden niet
is samengekomen. Daaruit volgt dat er derhalve ook geen advies
gevraagd is over de overgangsmaatregelen voor de nieuwe lidstaten
van de EU.
Ik kan u wel zeggen dat op dit ogenblik hard gewerkt wordt aan een
regeling voor die overgangsmaatregelen.
Uiteraard zal de adviesraad gevraagd worden daaromtrent uitspraak
te doen en advies te verstrekken. De adviesraad zal tijdig
bijeengeroepen worden om advies te geven over het al dan niet
behouden van de overgangsmaatregelen.
Zoals gezegd, is er nog geen beslissing genomen over de
overgangsmaatregelen. Eenmaal die beslissing valt, is het dan ook de
bedoeling om die snel te communiceren.
04.02 Peter Vanvelthoven,
ministre: Le conseil consultatif ne
s'est pas réuni au cours des douze
derniers mois. Il n'a donc pas été
invité à donner son avis sur les
mesures transitoires concernant
les nouveaux Etats membres de
l'UE. Nous cherchons toutefois
activement une solution en ce qui
concerne les mesures transitoires.
Le conseil consultatif sera alors
convoqué pour donner un avis.
Aucune décision n'a dès lors
encore été prise en ce qui
concerne les mesures transitoires.
Lorsque cela sera le cas, je vous
en ferai part immédiatement.
04.03 Guy D'haeseleer (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, het
antwoord van de minister volstaat.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Vraag nr. 9015 van de heer Drèze is op zijn verzoek ingetrokken.
05 Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de minister van Werk over "de belofte om een folder met de
nieuwe maatregelen omtrent veiligheidscoördinatie te verspreiden" (nr. 9074)
05 Question de Mme Trees Pieters au ministre de l'Emploi sur "la diffusion annoncée d'un dépliant
présentant les nouvelles mesures en matière de coordination de la sécurité" (n° 9074)
05.01 Trees Pieters (CD&V): Mijnheer de minister, ik heb op 26 april
2005 een mondelinge vraag gesteld aan uw voorganger, mevrouw
Van den Bossche, over de problematiek van de veiligheidscoördinatie.
05.01 Trees Pieters (CD&V):
Après la question que j'avais
posée au ministre précédent le 26
CRIV 51
COM 750
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
Sindsdien is voor mij een aantal zaken onopgelost gebleven.
Samen met mevrouw De Block heb ik erop aangedrongen om onder
meer een folder met de nieuwe maatregelen die door de minister
waren vooropgesteld in het kader van de veiligheidscoördinatie op
ruime schaal te verspreiden. Immers, op het terrein bleek dat de
operatie die door de regering de vereenvoudiging van de
veiligheidscoördinatie werd genoemd allerminst klaarheid in de
duisternis had gebracht. Veel architecten, aannemers en
veiligheidscoördinatoren klaagden over de chaos die er heerste sinds
de nieuwe regeling. Ondanks de vereenvoudiging beschikten zij nog
steeds niet over eenvoudige, eenduidige wetteksten. Een
informatiecampagne zou dus geen overbodige luxe zijn.
De minister heeft op onze vraag geantwoord dat op Batibouw 5.000
folders werden uitgedeeld. Zij erkende meteen dat 5.000 folders niet
voldoende waren om de betrokken sector volledig te informeren. Zij
moest ook toegeven dat de folder een aantal fouten en
onduidelijkheden bevatte. Zij heeft in april 2005 beloofd dat zij de
folder zou herwerken zodat tegen de zomer een uitgebreidere en
correctere brochure op grotere schaal beschikbaar zou zijn.
Vandaar mijn vragen, mijnheer de minister.
Is de folder ondertussen herwerkt tot een informatiever en juister
document? Is deze nieuwe versie reeds beschikbaar? Is ze reeds
beschikbaar in voldoende exemplaren?
Voorts erkende de toenmalige minister van Werk in haar antwoord
van april dat nog een aantal wijzigingen aan het KB zou worden
aangebracht omdat het nog een aantal onduidelijkheden bevatte. Het
KB was bijzonder verwarrend over het feit dat de verplichte certificatie
niet geldt voor de coördinatoren die bouwplaatsen met een totale
oppervlakte kleiner dan 500m² begeleiden.
Mijnheer de minister, ik heb geen weet van een correctie die gebeurd
zou zijn op dat vlak sinds april 2005, vandaar mijn vraag. Werd het KB
ondertussen al aangepast? Zo nee, waarom niet en wanneer mogen
wij dan wel een aanpassing verwachten?
avril 2005 à propos de la
coordination en matière de
sécurité, un certain nombre de
points demeuraient obscurs.
A l'époque, parce que les
intéressés se plaignaient du chaos
qu'entraînait la nouvelle
réglementation, je suis intervenu
avec Mme De Block pour insister
sur la diffusion à grande échelle
d'une brochure. La ministre Van
den Bossche avait répondu, à
l'époque, que 5.000 brochures
avaient été distribuées à Batibouw.
Elle avait néanmoins reconnu que
ce nombre était insuffisant pour
informer l'ensemble du secteur,
ceci d'autant plus que la brochure
contenait plusieurs fautes et
imprécisions. Elle avait promis,
toujours à l'époque, de revoir la
brochure avant l'été.
Cette brochure a-t-elle été entre-
temps retravaillée en un document
plus informatif? La nouvelle
version est-elle déjà disponible en
un nombre suffisant
d'exemplaires? La ministre a-t-elle
reconnu que l'arrêté royal aussi
contenait des imprécisions.
L'arrêté royal a-t-il été adapté
depuis?
05.02 Minister Peter Vanvelthoven: Mijnheer de voorzitter, collega,
uw eerste vraag betreft de folder waarin heel kort de nieuwe
beschikkingen inzake veiligheidscoördinatie bij bouwactiviteiten werd
uitgelegd. Deze folder werd destijds aangepast door het overplakken
van het onduidelijke gedeelte van de tekst met een aangepaste
versie.
De folder is pas sedert korte tijd uitgeput. De inhoud ervan wordt
thans herzien, met het oog op een herdruk over enkele weken. U hebt
gelijk als u zegt dat er nood was en is aan uitgebreidere
communicatie. De medewerkers van de beleidscel en de administratie
van de FOD WASO hebben een groot aantal vagen van particulieren
beantwoord. Deze waren vaak erg specifiek.
De inhoud van de verklarende tekst op de website van de FOD
WASO werd in, de mate van het mogelijke, aangepast om te
anticiperen op veel voorkomende vragen. De vragen zijn sedertdien
duidelijk afgenomen. Een beperkt aantal vragen komt nog van
05.02 Peter Vanvelthoven,
ministre: La brochure a été
adaptée à l'époque. Une nouvelle
version du texte a été collée sur
les parties obscures de la
brochure. Celle-ci n'est épuisée
que depuis peu. Son contenu est
actuellement revu une nouvelle
fois, de sorte que la brochure
pourra être réimprimée d'ici
quelques semaines.
Une communication plus
importante était en effet
nécessaire. Les collaborateurs de
la cellule politique et du SPF
Emploi, Travail et Concertation
sociale ont répondu à un grand
22/11/2005
CRIV 51
COM 750
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
individuele bouwers, maar niet meer van bijvoorbeeld architecten. De
verklarende tekst op de website lijkt ons, samen met het
beantwoorden van individuele vragen, totnogtoe de beste manier om
te communiceren.
Uw tweede vraag betreft de aangekondigde aanpassingen van het
koninklijk besluit. Een ontwerp van KB werd aan de Hoge Raad voor
Preventie en Bescherming voorgelegd voor advies. Het advies werd
uitgebracht op 4 november laatstleden. De administratie herwerkt
thans het ontwerp van KB, rekening houdend met het advies. Het
ontwerp van KB gaat eerstdaags naar de Raad van State voor advies.
In de loop van de maand januari zou het aangepaste KB in het
Staatsblad kunnen verschijnen.
nombre de questions, souvent
spécifiques, posées par les
particuliers. Le site web du SPF a
été adapté et le nombre de
questions a dès lors diminué. Les
questions provenant encore des
constructeurs individuels se font
plus rares.
Le 4 novembre, le Conseil
supérieur pour la prévention et la
protection du travail a rendu son
avis sur le projet d'arrêté royal.
L'administration adapte le projet
conformément à cet avis. Le projet
sera prochainement soumis à
l'avis du Conseil d'État. La version
adaptée du projet pourrait paraître
au Moniteur belge en janvier 2006.
05.03 Trees Pieters (CD&V): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw
antwoord. Ik zal het verder opvolgen en zien of de voorgestelde timing
wordt nageleefd.
05.03 Trees Pieters (CD&V): Je
vérifierai si le calendrier est
respecté.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van mevrouw Greta D'hondt aan de minister van Werk over "de evaluatie van de
regeringsnota 'Respect voor sociale solidariteit'" (nr. 9076)
06 Question de Mme Greta D'hondt au ministre de l'Emploi sur "l'évaluation de la note du
gouvernement 'Respect de la solidarité sociale'" (n° 9076)
06.01 Greta D'hondt (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, collega's, op de Ministerraad van Gembloux van 17 januari
2004 werd de nota "Respect voor sociale solidariteit" goedgekeurd.
Die nota was en is een verzameling van diverse maatregelen die de
sociale fraude en het zwartwerk moeten bestrijden. Ik zal de
maatregelen uit die nota Respect voor sociale solidariteit, die de
punten van aanpak moesten zijn, even opsommen.
Een van die maatregelen is het komen tot een betere samenwerking
tussen de inspectiediensten met de oprichting van de Federale Raad.
Verder werd in een personeelsuitbreiding van de inspectiediensten
voorzien: de helft zou in 2004 en de andere helft in 2005 worden
aangeworven. Op heden hadden de aanwervingen dus rond moeten
zijn en had de versterking van de inspectiediensten een feit moeten
zijn.
Een ander punt in de nota was een centrale aansturing en een
jaarlijks rapport van de activiteiten tegen zwartwerk en sociale fraude.
Vermits de nota dateert van januari 2004 zou er reeds minstens één
jaarlijks rapport moeten zijn. Ik heb het tenzij ik het ergens verkeerd
zou hebben gelegd alleszins niet gelezen.
Een ander punt was de uitbreiding en versterking van databanken.
OASIS, het datawarehouse van de drie inspecties, en MERI, in
verband met de mensenhandel, en ook een gezamenlijk
informaticaplatform zouden worden uitgewerkt.
06.01 Greta D'hondt (CD&V):
Dans la note gouvernementale
intitulée `Respect de la solidarité
sociale' figurent diverses mesures
de lutte contre la fraude sociale et
le travail au noir. J'en énumère
quelques-unes : une meilleure
collaboration entre les services
d'inspection grâce à la création du
Conseil fédéral, un renforcement
du personnel des services
d'inspection, une coordination
centrale des mesures de lutte
contre le travail au noir et la fraude
fiscale ainsi qu'un rapport annuel
relatif à ces mesures,
l'élargissement et le renforcement
des banques de données, la
révision de la législation relative à
l'inspection du travail et un
meilleur échange d'informations
entre les services d'inspection.
L'accent a été mis sur le maintien
de la solidarité, la simplification de
la législation et un droit pénal
social efficace. Par ailleurs, la note
CRIV 51
COM 750
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
Een ander punt was de aanpassing van de arbeidsinspectiewetgeving
en een volgend punt was de betere informatiedoorstroming tussen de
inspecties.
Ook werd het accent gelegd op de noodzaak aan bewustmaking van
de sociale handhaving, een vereenvoudiging van de wetgeving en een
doeltreffend sociaal strafrecht. Inzake het strafrecht was er inderdaad
een ontwerp.
Verder stonden er in de nota ook een reeks maatregelen voor
doelgroepen die betrekking hadden op het misbruik van
terbeschikkingstelling, de combinatie van arbeid en uitkeringen en ook
de schijnzelfstandigheid. Zeker die twee laatste punten zijn de
voorbije maanden niet uit de actualiteit geweest, mede omwille van de
problematiek van de tewerkstelling van buitenlandse arbeidskrachten
hier en de onduidelijkheid over het statuut waaronder dat gebeurde.
Ik dacht, mijnheer de minister, dat bijna twee jaar na die fameuze
Ministerraad en de afkondiging van die nota "Respect voor de sociale
solidariteit" het misschien toch wel eens goed was om een evaluatie
te maken en te kijken hoever we op elk van die punten staan. Om die
reden durf ik deze vraag hier stellen. Hoever staan we met deze
punten? Wat is er vandaag uitgevoerd? Wat zit er in de pijplijn? Waar
is men nog niet aan begonnen?
présentait des mesures relatives
au recours abusif à la mise à
disposition, au cumul du travail et
des allocations et aux faux
indépendants.
Le gouvernement a adopté cette
note le 17 janvier 2004. Qu'en est-
il aujourd'hui de ces mesures?
06.02 Minister Peter Vanvelthoven: Mijnheer de voorzitter, u zult het
mij niet kwalijk nemen dat ik hiervoor iets meer tijd moet uittrekken.
Ik kan u het volgende zeggen. Het eerste punt betreft de verbetering
van de samenwerking tussen de inspectiediensten. Het Federaal
Coördinatiecomité is werkzaam sinds juli 2004, de Federale Raad
voor de strijd tegen de illegale arbeid en de sociale fraude sinds
oktober 2004. Op 4 juli 2005 werd het koninklijk besluit goedgekeurd
dat de uitbreiding van het Federaal Coördinatiecomité beoogt met een
ambtenaar van de FOD Financiën. De selectieprocedure daarvoor is
momenteel bezig.
De opdracht van het Federaal Coördinatiecomité is inderdaad de
controle- en opsporingsactiviteiten van de inspectiediensten centraal
aan te sturen. Daartoe is het Federaal Coördinatiecomité momenteel
bezig met de coördinatie van de werkzaamheden van de
inspectiediensten, het verrichten van studies onder andere inzake
uitkeringsfraude het verlenen van bijstand aan de inspectiediensten,
het opzetten van acties, het leggen van contacten met buitenlandse
inspectiediensten bijvoorbeeld met Frankrijk, Duitsland, Nederland,
Luxemburg, het Verenigd Koninkrijk, Tsjechië, Estland, Letland en
Litouwen -, het voeren van een beleid inzake inzameling en de
uitwisseling van informatie in het bijzonder van geïnformatiseerde
inlichtingen bijvoorbeeld inzake het misbruik van uitkeringen.
Wat de versterking van de sociale inspectiediensten betreft, zal ik
uiteraard enkel antwoord geven voor de diensten die onder mijn
bevoegdheid ressorteren. Voor de overige diensten wil ik u graag
verwijzen naar de minister van Sociale Zaken.
Het grootste gedeelte van de aanwervingen is gerealiseerd.
06.02 Peter Vanvelthoven,
ministre: Le Comité fédéral de
coordination est opérationnel
depuis le mois de juillet 2004 alors
que le Conseil fédéral de lutte
contre le travail illégal et la fraude
sociale l'est depuis le mois
d'octobre de la même année.
L'arrêté royal stipulant que ce
comité doit être élargi à un
fonctionnaire du service public
fédéral Finances a été approuvé le
4 juillet 2005. La mission du
Comité fédéral de coordination est
en effet la direction centrale des
activités de contrôle et de
recherche des services
d'inspection.
En ce qui concerne le
renforcement des services
d'inspection qui ressortissent à ma
compétence, la majeure partie des
recrutements est terminée.
Concernant le contrôle du bien-
être au travail, un problème
demeure néanmoins au niveau
des médecins et des ingénieurs
civils.
En ce qui concerne
l'informatisation du service
22/11/2005
CRIV 51
COM 750
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
Toezicht op de sociale wetten, het grootste gedeelte van de
betrekkingen is hier ingevuld. Enkele betrekkingen, meer in het
bijzonder twee, werden nog niet ingevuld omdat er geen geslaagden
waren voor het taalexamen, vooral in het kader van de vereiste
tweetaligheid.
In verband met de studiedienst van FOD WASO kan ik u het volgende
zeggen. De wervingen werden hier gerealiseerd.
In verband met het toezicht op het welzijn op het werk is er alleen nog
een probleem voor de geneesheren en voor de burgerlijke ingenieurs.
Voor de geneesheren waren er slechts twee geslaagden. Deze
hebben echter afgezegd zodat opnieuw vanaf nul zal moeten worden
begonnen. Voor de burgerlijke ingenieurs is het examen nog lopende.
Ten derde is er de informatisering van de inspectiedienst. Inzake
Genesis kan ik u meedelen dat de eerste module, het synthetisch
kadaster van de onderzoeken, in gebruik is sinds 22 maart 2005. De
ingebruikname van de tweede module is voorzien op 1 januari 2006.
Voor de databanken OASIS en MERI verwijs ik u naar de minister van
Sociale Zaken aangezien deze bij de Sociale Inspectie zijn ingedeeld
en deze inspectiedienst onder de bevoegdheid van deze minister
ressorteert.
Ten vierde, voor de vereenvoudiging van de reglementering verwijs ik
u naar de werkzaamheden inzake de vereenvoudiging van de sociale
documenten in de horeca en de tuinbouw en de vereenvoudiging van
het loonbegrip in de sociale zekerheid en de fiscaliteit.
Vanaf 1 januari 2006 wordt een aangepaste DIMONA-aangifte
ingevoerd voor het gelegenheidspersoneel in de tuinbouw, de horeca
en de landbouw alsook voor de interimkrachten die als
gelegenheidswerknemer in een van deze sectoren worden
tewerkgesteld.
Vanaf 1 januari 2006 worden de betrokken werkgevers ook vrijgesteld
van de verplichting om een aanwezigheidsregister en een individueel
aanwezigheidsboekje bij te houden. Ik verwijs u in dit verband naar
het koninklijk besluit van 14 oktober 2005 betreffende het bijhouden
van een aanwezigheidsregister in bepaalde bedrijfstakken en
houdende de wijziging van het koninklijk besluit van 5 november 2002
tot invoering van een onmiddellijke aangifte van tewerkstelling met
toepassing van artikel 38 van de wet van 26 juli 1996 tot
modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de
leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels en van het koninklijk
besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni
1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944
betreffende de maatschappelijke zekerheid van arbeiders.
Verder het ministerieel besluit van 14 oktober 2005 tot vaststelling van
het model, de toekenningsvoorwaarden en de wijze van bijhouden
van een gelegenheidsformulier in de tuinbouwsector, de
landbouwsector en de sector van het hotelbedrijf.
Voor de vereenvoudiging van het loonbegrip in de sociale zekerheid
en de fiscaliteit, kan ik u meedelen dat in de werkgroep Modernisering
van het beheer van de sociale zekerheid, opgericht bij beslissing van
d'inspection, le premier module de
Genesis est opérationnel depuis
mars 2005. Le deuxième module
le sera à compter du 1
er
janvier
2006. Les bases de données
OASIS et MERI ressortissent à la
compétence du ministre des
Affaires sociales.
Il a
été procédé à une
simplification des documents
sociaux dans le secteur horeca et
dans le secteur horticole ainsi qu'à
une simplification de la notion de
rémunération dans les domaines
de la sécurité sociale et de la
fiscalité.
A compter du 1
er
janvier 2006, on
disposera d'une déclaration
Dimona adaptée pour le personnel
occasionnel dans l'horticulture,
l'horeca et l'agriculture ainsi que
pour les intérimaires dans ces
secteurs. A compter du 1
er
janvier
2006, les employeurs concernés
ne seront plus non plus obligés de
tenir un registre des présences et
un carnet des présences
individuel.
Le groupe de travail
"Modernisation de la gestion de la
sécurité sociale" a créé quatre
sous-groupes de travail. L'objectif
consiste à mener tout d'abord un
audit sur le fonctionnement actuel.
Le groupe de travail fera rapport à
ce sujet au Conseil des ministres.
Pour ce qui concerne le contrôle
des abus en rapport avec les
organismes de sécurité sociale,
une confrontation à plus grande
échelle est opérée depuis fin 2004
entre les allocations de chômage
payées et la déclaration Dimona :
25.000 dossiers ont déjà fait l'objet
d'un examen plus approfondi.
Cette opération devrait rapporter 6
à 8 millions d'euros. Fin de cette
année, 25.000 dossiers
supplémentaires feront de
nouveau l'objet d'un examen
approfondi.
Dans l'intervalle, le Comité fédéral
de coordination examine quelles
CRIV 51
COM 750
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
de Ministerraad van 22 april 2005, vier subwerkgroepen werden
opgericht. De bedoeling hiervan is om, net zoals destijds met
betrekking tot DIMONA, DMFA en ASR, eerst een audit te laten
uitvoeren met betrekking tot de wederzijdse gegevensuitwisseling,
een afstemming van het begrippenkader en de informatieveiligheid.
Het betreft hier een werk van aanzienlijke omvang. De rapportering
aan de Ministerraad gebeurt via de werkgroep Modernisering van het
beheer van de sociale zekerheid.
Ten vijfde, voor de controle van misbruiken met
socialezekerheidsinstellingen, kan ik u meedelen dat er sinds het
einde van 2004 op grotere schaal confrontaties worden uitgevoerd
tussen de historiek van de betaalde werkloosheidsuitkeringen en de
DIMONA-aangifte. Dit jaar werden op basis van deze confrontaties
circa 25.000 dossiers aan een grondiger onderzoek onderworpen,
waarvan 4.858 dossiers met een niet toegelaten cumul. Verwacht
wordt dat deze operatie 6 tot 8 miljoen euro zal opbrengen.
Eind dit jaar zal een nieuwe selectie van 25.000 tot 30.000 dossiers
aan een grondiger onderzoek worden onderworpen.
In uitvoering van de beslissingen van de Ministerraad wordt door het
Federaal Coördinatiecomité, in samenwerking met de bevoegde
socialezekerheidsinstellingen, tevens nagegaan welke aanpassingen
van de bestaande gegevens of welke bijkomende gegevensstromen
nodig zijn.
Ten zesde, voor het beleid inzake sociaal strafrecht, verwijs ik u naar
de minister van Justitie.
Inzake de schijnzelfstandigen is gedurende maanden een intensief
overleg gevoerd tussen de ministers van Sociale Zaken, van
Middenstand en van Werk. De bedoeling van dit overleg was om tot
een juridische oplossing te komen waarbij én een oplossing wordt
geboden aan de rechtspraak van het Hof van Cassatie, én aan de
partijen een zekere vorm van rechtszekerheid wordt gegeven, én de
inspectiediensten opnieuw in staat worden gesteld om in te grijpen.
Dat overleg leverde tot op heden nog geen resultaat op.
Ten slotte kan ik u nog zeggen dat verder zal worden gewerkt aan de
uitvoering van de nota "Respect voor sociale solidariteit". Eventueel
bijkomende maatregelen die worden genomen, zullen zich ook binnen
dat kader situeren.
adaptations il convient d'apporter
aux données existantes ou quels
flux de données supplémentaires
sont nécessaires.
Pour ce qui est de la politique en
matière de droit pénal social, il
convient de s'adresser à la
ministre de la Justice.
Les ministres des Affaires
sociales, des Classes moyennes
et de l'Emploi se sont concertés
intensivement pendant des mois
sur les faux indépendants, dans le
but de trouver une solution
juridique cohérente. A ce jour,
cette concertation n'a encore
fourni aucun résultat.
Nous continuerons en tout cas à
oeuvrer à l'application de la note
"Respect pour la solidarité
sociale".
06.03 Greta D'hondt (CD&V): Mijnheer de minister, ik zal voor de
werking van de inspectiediensten en de gerealiseerde aanwervingen
inderdaad een soortgelijke vraag stellen aan minister Demotte. Wat
Werkgelegenheid betreft, blijf ik ondanks de concrete antwoorden
over data en deelonderwerpen toch met de enorme vraag zitten over
de bestaffing van, de samenwerking tussen en de wettelijke
werkinstrumenten voor de inspectiediensten en dit vooral ook gelet op
het openen van de grenzen en het vergroten van het vrije verkeer van
mensen.
Wanneer je met ambtenaren van de inspectiediensten praat dan blijkt
dat zij willen werken. Dit geldt zowel voor de ambtenaren van Sociale
Zaken als die van Werk. Je merkt dat naast de enorme inzet en de wil
06.03 Greta D'hondt (CD&V): De
nombreux fonctionnaires des
services d'inspection me font
savoir qu'ils s'acquittent de leur
tâche avec zèle, mais qu'ils
manquent d'instruments adéquats
et modernes pour lutter contre les
tentatives de contournement de la
législation sur le travail. Ils en
conçoivent une grande frustration.
Nous devons d'urgence faire en
sorte que nos services
d'inspection puissent intervenir
22/11/2005
CRIV 51
COM 750
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
van die mensen ook een enorme frustratie aanwezig is, mijnheer de
minister, omdat zij niet beschikken over aangepaste, hedendaagse
instrumenten om op te treden tegen hedendaagse pogingen om de
arbeidswetgeving in dit land te omzeilen.
Ik denk dat wij daar meer werk van moeten maken. Misschien moet
er concreter worden gewerkt dan in het plan "Respect voor sociale
solidariteit" in 2004 stond. Ondertussen heeft de tijd immers niet stil
gestaan. Als ik zie wat er gebeurt op de binnenlandse markt en met
mensen die binnenkomen vanuit de nieuwe landen van Europa, dan
wil ik toch uw aandacht vestigen op het feit dat onze inspectiediensten
daartegen niet echt accuraat kunnen optreden.
Mijnheer de minister, u zegt dat we ook op het gebied van
schijnzelfstandigheid nergens staan. Ik betreur dat eigenlijk heel erg.
Wat de schijnzelfstandigheid betreft, hebben wij het voorbije jaar wel
problemen gekend over de vraag of advocaten zelfstandigen dan wel
schijnzelfstandigen zijn. Ik vind dat echter nog niet de kern van de
zaak. Dat moet bekeken worden.
De kern van de zaak is dat in dit land het instrument zelfstandigheid,
dat een zeer goed economisch begrip is, misbruikt wordt, gewoon
omwille van kosten, arbeidskosten en zaken van loonkosten. Dat
werd al misbruikt door Belgen. Nu wordt dat instrument gebruikt
vanuit de nieuwe landen van Europa.
In bilaterale akkoorden moeten wij ons kunnen voorzien van controle-
instrumenten die aantonen dat iemand die in ons land komt werken
als zelfstandige, ook reeds zelfstandige roots had in het buitenland.
Als wij die controle-instrumenten niet kunnen voorzien, dan vrees ik
dat wij aan het dweilen zijn met de kraan open.
Mijn pleidooi naar aanleiding van mijn vraag over de evaluatie van de
regeringsnota, luidt dat wij niet alleen de aanwervingen doen, maar
dat wij ook onze inspectiediensten voorzien van, ten eerste,
informaticaondersteuning en, ten tweede, van wetsaanpassingen die
hun toelaten om inderdaad in die nieuwe markt concreet te opereren.
Ik vind het zo verschrikkelijk, als ik met de inspectiediensten spreek,
te horen hoe groot de frustratie is naast de hele grote bereidheid tot
inzet van die mensen. Zij kennen het terrein. De verhalen die zij
vertellen, zijn bijna hallucinant. Ik denk dat men echt zeer
gemotiveerd moet zijn, als inspecteur, om steeds weer dingen vast te
stellen maar er gewoon niet tegen te kunnen optreden.
Mijnheer de minister, ik besluit met een vraag, waarbij ik mij ook tot
de voorzitter richt. Kunnen wij, naar aanleiding van deze problematiek,
waarmee niet alleen de nieuwe landen van Europa, maar ook de
binnenlandse markt worden geconfronteerd, een vergadering met de
inspectiediensten op de agenda plaatsen? We zouden dan kunnen
nagaan welke nieuwe instrumenten wij hen, als wetgever, kunnen
aanreiken opdat zij hun taak naar behoren zouden kunnen uitvoeren
in de totaal gewijzigde context van de arbeidsmarkt.
avec précision.
Il est particulièrement regrettable
que nous ne soyons encore nulle
part en ce qui concerne les faux
indépendants. On abuse du statut
d'indépendant en Belgique pour
réduire les coûts salariaux. Les
étrangers qui viennent travailler
dans notre pays en abusent
également. Nous avons besoin
d'instruments de contrôle
permettant de vérifier si une
personne qui s'installe comme
indépendant dans notre pays,
exerçait également une activité
d'indépendant à l'étranger.
Je plaide en faveur d'un soutien
informatique suffisant pour nos
services d'inspection et d'une
adaptation de la loi leur permettant
d'agir effectivement. Il est
hallucinant de voir qu'ils sont
actuellement obligés de constater
régulièrement des abus sans être
en mesure d'y remédier. Ne serait-
il pas possible d'organiser une
réunion avec les services
d'inspection? Les instruments que
le législateur pourrait mettre à leur
disposition pour qu'ils puissent
accomplir leur tâche sur le marché
du travail pourraient ainsi être
définis.
De voorzitter: Ik wil een eerste reactie geven op uw uitnodiging om
een globaal debat te organiseren over de efficiëntie van de
inspectiediensten.
Le président: Un débat avec les
services d'inspection serait en
effet utile. Nous devons planifier
nos travaux à long terme.
CRIV 51
COM 750
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
Ik heb er ook de vorige vergadering op gewezen dat er heel wat
ontwerpen op komst zijn, waaronder de begroting en wellicht ook het
Generatiepact. Ik heb een rondschrijven gericht aan de
fractievoorzitters om opnieuw hun prioriteiten te vragen wat
wetgevend werk betreft. We moeten onze werkzaamheden in de loop
van de komende weken op een iets langere termijn regelen, met
inbegrip van zogenaamde themavergaderingen die we kunnen
organiseren.
Mevrouw D'hondt, ik deel in elk geval uw mening dat het wellicht
opportuun is, ook ter voorbereiding van beslissingen die de regering
moet nemen, om de inspectiediensten uit te nodigen. Dat zal echter
afhangen van de manier waarop de commissie haar werkzaamheden
regelt.
06.04 Greta D'hondt (CD&V): Mijnheer de voorzitter, als we
daarvoor moeten terugkomen tussen kerst en nieuwjaar, dan ben ik
daartoe bereid. Voor al het overige ben ik daartoe niet bereid.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Vraag nr. 9093 van mevrouw Véronique Ghenne wordt op haar verzoek uitgesteld. De
interpellatie nr. 702 van de heer Guido Tastenhoye en vraag nr. 8811 van de heer Servais Verherstraeten
vervallen, aangezien zij niets hebben laten weten.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 11.10 uur.
La réunion publique de commission est levée à 11.10 heures.