CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 744
CRIV 51 COM 744
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DE LA
D
ÉFENSE NATIONALE
C
OMMISSIE VOOR DE
L
ANDSVERDEDIGING
mercredi
woensdag
16-11-2005
16-11-2005
Matin
Voormiddag
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu inté-
gral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit des
interventions ; les annexes se trouvent dans une brochure
séparée (PLEN: couverture blanche; COM: couverture
saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken; de
bijlagen zijn in een aparte brochure opgenomen
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
Plenum
COM
réunion de commission
COM
Commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 744
16/11/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i
SOMMAIRE
INHOUD
Interpellation de M. Luc Sevenhans au ministre de
la Défense sur "la suspension du chef de service
du Centre des grands brûlés de l'Hôpital militaire"
(n° 703)
1
Interpellatie van de heer Luc Sevenhans tot de
minister van Landsverdediging over "de schorsing
van het diensthoofd van het
Brandwondencentrum van het Militair Hospitaal"
(nr. 703)
1
Orateurs: Luc Sevenhans, André Flahaut,
ministre de la Défense
Sprekers: Luc Sevenhans, André Flahaut,
minister van Landsverdediging
Motions
3
Moties
3
Orateur: Luc Sevenhans
Spreker: Luc Sevenhans
Question de Mme Ingrid Meeus au ministre de la
Défense sur "les travaux d'infrastructure dans le
quartier Westakkers" (n° 8801)
4
Vraag van mevrouw Ingrid Meeus aan de minister
van Landsverdediging over "infrastructuurwerken
in het kwartier Westakkers" (nr. 8801)
4
Orateurs: Ingrid Meeus, André Flahaut,
ministre de la Défense
Sprekers: Ingrid Meeus, André Flahaut,
minister van Landsverdediging
Question de Mme Ingrid Meeus au ministre de la
Défense sur "un Forum européen pour la
destruction de munitions" (n° 8873)
5
Vraag van mevrouw Ingrid Meeus aan de minister
van Landsverdediging over "een European Forum
for Ammunition Destruction" (nr. 8873)
5
Orateurs: Ingrid Meeus, André Flahaut,
ministre de la Défense
Sprekers: Ingrid Meeus, André Flahaut,
minister van Landsverdediging
Question de Mme Dalila Douifi au ministre de la
Défense sur "le Mess continental à Middelkerke"
(n° 8754)
7
Vraag van mevrouw Dalila Douifi aan de minister
van Landsverdediging over "de Mess continental
te Middelkerke" (nr. 8754)
7
Orateurs: Dalila Douifi, André Flahaut,
ministre de la Défense
Sprekers: Dalila Douifi, André Flahaut,
minister van Landsverdediging
Interpellation de M. Luc Sevenhans au ministre de
la Défense sur "le conseil de direction de l'INIG"
(n° 713)
9
Interpellatie van de heer Luc Sevenhans tot de
minister van Landsverdediging over "de
directieraad van het NIOOO" (nr. 713)
9
Orateurs: Luc Sevenhans, André Flahaut,
ministre de la Défense
Sprekers: Luc Sevenhans, André Flahaut,
minister van Landsverdediging
Motions
12
Moties
12
Question et interpellation jointes de
13
Samengevoegde vraag en interpellatie van
12
- M. Luc Sevenhans au ministre de la Défense sur
"les conséquences de l'absence de cadres
linguistiques à l'INIG" (n° 8917)
13
- de heer Luc Sevenhans aan de minister van
Landsverdediging over "de gevolgen van het
ontbreken van taalkaders bij het NIOOO"
(nr. 8917)
13
- M. Luc Sevenhans au ministre de la Défense sur
"la nomination d'un administrateur général adjoint
à l'INIG" (n° 714)
13
- de heer Luc Sevenhans tot de minister van
Landsverdediging over "de benoeming van een
adjunct-administrateur generaal voor het NIOOO"
(nr. 714)
13
Orateurs: Luc Sevenhans, André Flahaut,
ministre de la Défense
Sprekers: Luc Sevenhans, André Flahaut,
minister van Landsverdediging
Question de M. Luc Sevenhans au ministre de la
Défense sur "l'aide à la population pakistanaise"
(n° 8897)
16
Vraag van de heer Luc Sevenhans aan de
minister van Landsverdediging over "de steun aan
de Pakistaanse bevolking" (nr. 8897)
16
Orateurs: Luc Sevenhans, André Flahaut,
ministre de la Défense
Sprekers: Luc Sevenhans, André Flahaut,
minister van Landsverdediging
Question de M. Luc Sevenhans au ministre de la
Défense sur "la fusion des services sociaux au
sein du département de la Défense" (n° 8918)
18
Vraag van de heer Luc Sevenhans aan de
minister van Landsverdediging over "de
samensmelting van de sociale diensten binnen
Defensie" (nr. 8918)
18
Orateurs: Luc Sevenhans, André Flahaut,
Sprekers: Luc Sevenhans, André Flahaut,
16/11/2005
CRIV 51
COM 744
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
ministre de la Défense
minister van Landsverdediging
Question de M. Luc Sevenhans au ministre de la
Défense sur "l'assurance collective pour les
militaires en opération" (n° 8924)
20
Vraag van de heer Luc Sevenhans aan de
minister van Landsverdediging over "de
collectieve verzekering voor militairen in
operaties" (nr. 8924)
20
Orateurs: Luc Sevenhans, André Flahaut,
ministre de la Défense, Theo Kelchtermans
Sprekers: Luc Sevenhans, André Flahaut,
minister van Landsverdediging, Theo
Kelchtermans
Question de M. Theo Kelchtermans au ministre de
la Défense sur "l'école de troupes blindées de la
Cavalerie de Bourg-Léopold" (n° 8930)
22
Vraag van de heer Theo Kelchtermans aan de
minister van Landsverdediging over "de
pantserschool van de Cavalerie in Leopoldsburg"
(nr. 8930)
22
Orateurs:
Theo Kelchtermans, André
Flahaut, ministre de la Défense
Sprekers:
Theo Kelchtermans, André
Flahaut, minister van Landsverdediging
Question de M. Theo Kelchtermans au ministre de
la Défense sur "la fermeture de la caserne de
Helchteren" (n° 8932)
23
Vraag van de heer Theo Kelchtermans aan de
minister van Landsverdediging over "de sluiting
van de kazerne te Helchteren" (nr. 8932)
23
Orateurs:
Theo Kelchtermans, André
Flahaut, ministre de la Défense
Sprekers:
Theo Kelchtermans, André
Flahaut, minister van Landsverdediging
Question de M. Luc Sevenhans au ministre de la
Défense sur "les bénéficiaires de l'OCASC"
(n° 8936)
25
Vraag van de heer Luc Sevenhans aan de
minister van Landsverdediging over "de
gerechtigden van CDSCA" (nr. 8936)
25
Orateurs: Luc Sevenhans, André Flahaut,
ministre de la Défense
Sprekers: Luc Sevenhans, André Flahaut,
minister van Landsverdediging
Question de M. David Geerts au ministre de la
Défense sur "les vols d'entraînement de F-16 au-
dessus de la Campine" (n° 8902)
26
Vraag van de heer David Geerts aan de minister
van Landsverdediging over "de oefenvluchten van
F-16's boven de Kempen" (nr. 8902)
26
Orateurs: David Geerts, André Flahaut,
ministre de la Défense, Luc Sevenhans
Sprekers: David Geerts, André Flahaut,
minister van Landsverdediging, Luc
Sevenhans
Questions jointes de
28
Samengevoegde vragen van
28
- M. Theo Kelchtermans au ministre de la Défense
sur "la concession relative à l'aérodrome de
Brustem" (n° 8931)
28
- de heer Theo Kelchtermans aan de minister van
Landsverdediging over "de concessie voor het
vliegveld van Brustem" (nr. 8931)
28
- Mme Marleen Govaerts au ministre de la
Défense sur "l'aérodrome de Brustem près de
Saint-Trond" (n° 8938)
28
- mevrouw Marleen Govaerts aan de minister van
Landsverdediging over "het vliegveld van Brustem
bij Sint-Truiden" (nr. 8938)
28
Orateurs: Theo Kelchtermans, Marleen
Govaerts, André Flahaut, ministre de la
Défense
Sprekers: Theo Kelchtermans, Marleen
Govaerts, André Flahaut, minister van
Landsverdediging
CRIV 51
COM 744
16/11/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DE LA DEFENSE
NATIONALE
COMMISSIE VOOR DE
LANDSVERDEDIGING
du
MERCREDI
16
NOVEMBRE
2005
Matin
______
van
WOENSDAG
16
NOVEMBER
2005
Voormiddag
______
La séance est ouverte à 10.03 heures par M. Philippe Monfils, président.
De vergadering wordt geopend om 10.03 uur door de heer Philippe Monfils, voorzitter.
01 Interpellatie van de heer Luc Sevenhans tot de minister van Landsverdediging over "de schorsing
van het diensthoofd van het Brandwondencentrum van het Militair Hospitaal" (nr. 703)
01 Interpellation de M. Luc Sevenhans au ministre de la Défense sur "la suspension du chef de service
du Centre des grands brûlés de l'Hôpital militaire" (n° 703)
01.01 Luc Sevenhans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, collega's, dit is aflevering 2.500 over het Militair
Hospitaal. De doorlichting van het Militair Hospitaal door twee
inspecteurs van het RIZIV tijdens de zomermaanden werd afgesloten
met de opstelling van een proces-verbaal van vaststelling waarin het
RIZIV een bedrag van 8,1 miljoen euro terugvordert van uw
departement.
De inspecteurs hebben vier onregelmatigheden in de werking van het
brandwondencentrum vastgesteld. Twee ervan zijn reeds lang gekend
door de leden van de commissie en werden u meermaals gemeld,
echter zonder enige reactie van uwentwege.
Ten eerste, het diensthoofd van het centrum is niet in het bezit van de
vereiste kwalificatie van geneesheer-specialist in de heelkunde of in
de inwendige geneeskunde met bijzondere bekwaming in de
intensieve zorg.
Ten tweede, de dienst beschikt niet over drie voltijdse chirurgen met
opleiding in de traumatologie, noch over drie voltijdse internisten die
de opleiding infectiologie hebben gevolgd.
De twee andere waren ons nog niet bekend en kunnen toch als een
ernstige fraude ten aanzien van het RIZIV worden beschouwd.
Ten eerste, voor het brandwondencentrum werd de geldige
verpleegdagprijs aangerekend voor patiënten die niet in het centrum
maar in een gewone hospitalisatiekamer verbleven.
Ten tweede, die verpleegdagprijs werd eveneens aangerekend voor
patiënten die niet eens werden opgenomen en enkel ambulante
wondverzorging kregen.
We wisten al dat het diensthoofd van het brandwondencentrum een
man is met wie elke vorm van samenwerking onmogelijk is. We weten
nu dat hij er niet voor terugdeinst om zelfs het RIZIV op te lichten om
zijn dienst te financieren. Het onderzoek van de twee inspecteurs van
01.01 Luc Sevenhans (Vlaams
Belang): Pendant les mois d'été,
deux inspecteurs de l'INAMI ont
analysé en détail la situation du
Centre des grands brûlés de
l'hôpital militaire. Ils ont ensuite
établi un procès-verbal de constat
en vertu duquel l'INAMI récupère
8 104 214 euros auprès du
département de la Défense. Pas
moins de quatre irrégularités ont
été constatées. Nul n'ignorait plus
que le chef de service ne possède
pas les qualifications requises et
que le service ne dispose pas de
trois chirurgiens à temps plein
ayant suivi une formation en
traumatologie, ni de trois
internistes à temps plein ayant
suivi une formation en
infectiologie. Les inspecteurs ont
néanmoins révélé deux faits
nouveaux d'importance: des
journées d'hospitalisation ont été
facturées à des patients qui n'ont
séjourné ni au Centre des grands
brûlés, ni dans une chambre
d'hôpital normale. Cette
irrégularité a par ailleurs été
constatée pour des patients qui
n'ont même pas été hospitalisés et
qui n'ont reçu que des soins
ambulatoires à la suite d'une
blessure. Le chef de service du
Centre des grands brûlés ne
recule manifestement pas devant
16/11/2005
CRIV 51
COM 744
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
het RIZIV ging over de periode 1 juli 2003 tot 31 maart 2005.
Aangezien de toestand binnen het brandwondencentrum sindsdien
volgens mijn informatie ongewijzigd is, lijkt het logisch dat een
tweede terugvordering nog te verwachten valt, namelijk voor de
periode na 1 april 2005.
Op basis van het voorgaande wens ik u dan ook volgende vragen te
stellen.
Op welke begrotingspost zal deze onvoorziene uitgave aangerekend
worden? Iemand zal immers moeten betalen.
Heeft u al maatregelen getroffen om aan deze toestand te verhelpen?
Is het geen nieuw bewijs dat er binnen uw departement, blijkbaar met
uw goedkeuring, domeinen bestaan waar onrecht heerst en waar
sommigen zich alles mogen veroorloven? Vreest u niet dat uw
departement onbeheersbaar zal worden mocht iedereen zich durven
veroorloven wat het diensthoofd van het brandwondencentrum
blijkbaar tot dusver mag?
Het is mijns inziens overduidelijk dat deze persoon zich schuldig heeft
gemaakt aan frauduleuze praktijken en dat hij het RIZIV heeft
opgelicht. Het was wel niet voor zijn eigen zak, maar het is een
praktijk die we niet kunnen tolereren. Ik denk dat uw departement de
laatste jaren al genoeg schade heeft opgelopen. Bij een van de vorige
interpellaties tijdens de vergadering van 11 maart 2004 heeft u
trouwens het volgende gezegd:
les pratiques frauduleuses pour
financer son service.
L'enquête des inspecteurs de
l'INAMI porte sur la période du 1
er
juillet 2003 au 31 mars 2005. La
situation au Centre des grands
brûlés n'ayant pas changé depuis,
un recouvrement supplémentaire
peut être escompté pour la
période débutant le 1
er
avril 2005.
A quel poste budgétaire ces
dépenses imprévues seront-elles
imputées? Le ministre prendra-t-il
des mesures pour réagir à cet
énième problème de mauvaise
gestion au Centre des grands
brûlés? Combien de temps encore
le chef de service pourra-t-il se
livrer impunément à des pratiques
frauduleuses? En mars 2004,
lorsque ce problème a été abordé
en commission, le ministre a
promis qu'il sévirait rapidement et
fermement à la moindre
présomption de pratiques
punissables. Tiendra-t-il
également cette promesse dans le
cadre du présent dossier?
"S'il y a la moindre preuve ou le moindre doute, je serai sans pitié et je
frapperai tout de suite. Que les choses soient claires!"
Bent u nu van plan om uw bekende slogan "je fais ce que je dis, je dis
ce que je fais" in dit dossier in de praktijk te brengen? Graag verneem
ik eveneens welke maatregelen u zult treffen tegen het diensthoofd?
Het treft mij inderdaad dat u niet hebt getwijfeld om officieren,
verdacht van verduisteringen in de staf Defensie, preventief te
schorsen, terecht, zonder te wachten op de resultaten van het
gerechtelijk onderzoek. Er werd onmiddellijk geschorst. Ik begrijp niet
waarom u dit in dit dossier niet doet. U zou er immers van kunnen
worden beticht met twee maten en twee gewichten te werken.
01.02 Minister André Flahaut: Mijnheer de voorzitter, zoals reeds
meegedeeld in antwoord op interpellatie nr. 700 van 24 oktober is er
op dit ogenblik nog geen sprake van een terugvordering vanwege het
RIZIV. Mijn departement heeft enkel een proces-verbaal van
vaststelling van het RIZIV ontvangen op 6 oktober van dit jaar, waarin
mij gevraagd werd mijn eventuele opmerkingen naar het RIZIV te
sturen. Dit zal ook gebeuren na grondige analyse van het dossier.
Ik herhaal eveneens dat de betrokken patiënten wel degelijk
brandwonden vertoonden die beantwoorden aan de voorwaarden voor
tussenkomst van het RIZIV in de verpleegdagprijs van een eenheid
voor de behandeling van zwaar verbranden, die bepaald zijn in het
koninklijk besluit van 19 september 1999, en dat alle gefactureerde
zorgen effectief toegediend werden in overeenkomstig met de
01.02 André Flahaut, ministre:
L'INAMI n'exige pas encore pour
l'instant de remboursements. A ce
jour, la Défense n'a reçu qu'un
procès-verbal de constat par
lequel il lui est demandé de faire
part de ses objections éventuelles
à l'INAMI. Ces objections seront
transmises après une analyse
détaillée du dossier.
Les patients concernés souffraient
effectivement de brûlures qui
répondaient aux conditions de
CRIV 51
COM 744
16/11/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
geldende kwaliteitsnormen. De medische resultaten die bereikt
werden dankzij de zorgen toegediend in het brandwondencentrum
getuigen ervan, evenzeer als de patiënten zelf trouwens.
Voor uw tweede vraag refereer ik naar mijn eerste antwoord.
Op uw derde vraag kan ik antwoorden dat er in de huidige stand van
zaken geen gevolgen zijn voor het functioneren van het diensthoofd
van het brandwondencentrum.
remboursement par l'INAMI,
conformément à l'arrêté royal du
19 septembre 1999. Tous les
soins facturés ont réellement été
prodigués. Les patients peuvent
en témoigner eux-mêmes.
À ce stade, aucune mesure n'a été
prise en ce qui concerne le
fonctionnement du chef de service
du Centre des grands brûlés.
01.03 Luc Sevenhans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, ik had dit antwoord verwacht. U mag in dit
Parlement antwoorden wat u wilt, u kunt niets veranderen aan het
rapport van het RIZIV dat binnen een paar weken definitief zal
worden. U zult de rekening dan toch gepresenteerd krijgen.
Ik herhaal dat u hier mag komen vertellen wat u wilt en het
diensthoofd nog een paar maanden de hand boven het hoofd kan
blijven houden. Het rapport is duidelijk. De wet is niet toegepast. Als
minister moet u, mijns inziens, optreden. In andere dossiers waar
militairen de wet niet respecteren bent u wel opgetreden. Waarom
blijft u in dit dossier de betrokkene steeds opnieuw de hand boven het
hoofd houden? Dit breekt u thans reeds zuur op en het zal u zuur
blijven opbreken, zeker op het ogenblik dat de factuur op uw
departement belandt. Wordt zeker nog vervolgd.
01.03 Luc Sevenhans (Vlaams
Belang): Je m'attendais à cette
réponse. Lorsque le ministre aura
été saisi du rapport définitif de
l'INAMI, le ministre ne pourra plus
l'ignorer. La facture sera alors
particulièrement indigeste.
Moties
Motions
Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.
En conclusion de cette discussion les motions suivantes ont été déposées.
Een motie van aanbeveling werd ingediend door de heren Luc Sevenhans en Staf Neel en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellatie van de heer Luc Sevenhans
en het antwoord van de minister van Landsverdediging,
vraagt de regering
initiatieven te nemen om de wettelijkheid te garanderen in het Militair Hospitaal."
Une motion de recommandation a été déposée par MM. Luc Sevenhans et Staf Neel et est libellée comme
suit:
"La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de M. Luc Sevenhans
et la réponse du ministre de la Défense,
demande au gouvernement
de prendre des initiatives en vue de garantir la légalité au sein de l'Hôpital militaire."
Een eenvoudige motie werd ingediend door de heren Jean-Pol Henry en Philippe Monfils.
Une motion pure et simple a été déposée par MM. Jean-Pol Henry et Philippe Monfils.
Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.
Le président: Chers collègues, je tiens à attirer votre attention sur le
fait que la première partie de l'interpellation avait déjà fait l'objet d'une
De voorzitter: Men is het
misschien niet eens met het
16/11/2005
CRIV 51
COM 744
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
question, il y a quelque temps. A l'heure actuelle, l'important est de
savoir si le dossier a ou non évolué. Il ne faudrait pas que, lors de
notre prochaine réunion, une question porte à nouveau sur l'attitude
du gouvernement et du ministre de la Défense concernant cette
situation. Aujourd'hui, sa réponse consiste à dire que l'on attend. On
approuve ou non cette réponse. Ce n'est pas une raison pour
interroger le ministre sur le même sujet chaque semaine. Une
nouvelle question sur le thème n'aurait de sens que si un élément
nouveau devait se présenter. J'insiste sur ce point. Je rappelle qu'une
question portant sur la même problématique avait déjà été posée lors
de notre avant-dernière réunion.
antwoord van de minister, maar
daarom moet men hem nog niet
week in week uit over hetzelfde
onderwerp vragen stellen. Een
nieuwe vraag over dit thema heeft
enkel zin als er zich een nieuwe
ontwikkeling voordoet.
01.04 Luc Sevenhans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, het
nieuwe element is het feit dat er nu een rapport van het RIZIV op het
ministerie ligt. In dit rapport wordt een aantal zaken aangeklaagd. Ik
heb de minister daarover nog niet kunnen ondervragen. Dit is een
nieuw element. Het volgende nieuwe element zal de neerlegging van
het definitieve verslag op het ministerie zijn.
01.04 Luc Sevenhans (Vlaams
Belang): Mon interpellation
comprend bien un élément
nouveau, à savoir le procès-verbal
de constat de l'INAMI. Le rapport
de l'INAMI constituera alors un
autre élément nouveau.
Le président: On ne peut prévoir la réaction du ministre; il l'a dit lui-
même, il attend. Nous verrons comment les choses évolueront durant
les semaines à venir.
De voorzitter: De minister wacht.
We zullen zien hoe de zaken
evolueren.
02 Vraag van mevrouw Ingrid Meeus aan de minister van Landsverdediging over
"infrastructuurwerken in het kwartier Westakkers" (nr. 8801)
02 Question de Mme Ingrid Meeus au ministre de la Défense sur "les travaux d'infrastructure dans le
02.01 Ingrid Meeus (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, het kwartier Westakkers in Sint-Niklaas ligt mij na aan het
hart. In Oost-Vlaanderen is dit kwartier met ongeveer
400 manschappen de grootste kazerne. Als men weet dat er in Oost-
Vlaanderen slechts een duizendtal manschappen actief is bij
Defensie, wil dit toch wel wat zeggen.
Net zoals bij veel kazernes in België is dit kwartier echter dringend
aan renovatie toe. De infrastructuur in deze kazerne kan wel een
opknapbeurt gebruiken. Bovendien zouden deze oude gebouwen
energieverslindend zijn, wat door een aantal ingrepen vermeden zou
kunnen worden.
Ik heb vernomen dat bij de hogere instanties reeds verschillende
malen werd aangedrongen op de vernieuwing van deze infrastructuur.
Omdat het budget van Infrastructuur nu eenmaal beperkt is, kon tot
op heden nog niet op die vraag worden ingegaan. Ik heb eveneens
vernomen dat in de budgetten voor infrastructuur voor 2006 geen
renovatiewerken voor het kwartier Westakkers zijn voorzien.
Mijnheer de minister, ik heb daarom de volgende vragen.
Zijn er in het verleden reeds infrastructuurwerken uitgevoerd? Indien
ja, voor welke budgetten?
De belangrijkste vraag is of er in 2006 toch infrastructurele werken
voorzien zijn in het kwartier Westakkers? Indien ja, over welke werken
zou het gaan en wanneer zouden deze van start gaan? Indien neen,
is er eventueel een planning om het kwartier Westakkers vooralsnog
02.01 Ingrid Meeus (VLD):
L'effectif du quartier Westakkers,
à Sint-Niklaas, comprend 300
personnes, ce qui en fait la plus
grande caserne de Flandre
orientale sur le plan de l'emploi.
Les bâtiments doivent être
rénovés d'urgence. A ce jour, les
moyens requis n'ont toujours pas
été dégagés. Aucune rénovation
n'est prévue non plus au budget
de 2006.
Quels travaux d'infrastructure ont
été effectués au cours des dix
dernières années au quartier
Westakkers? Es-il prévu de
procéder à une rénovation
fondamentale de cette caserne?
CRIV 51
COM 744
16/11/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
te renoveren en hoe zal deze planning op termijn verlopen?
02.02 Minister André Flahaut: Mijnheer de voorzitter, in de periode
1995-2005 werden voor ongeveer 9,45 miljoen euro
infrastructuurwerken uitgevoerd. Het betreft vooral renovatie en
herstelling van gebouwen. Wegenis-en rioleringswerken zullen
normaliter starten in het eerste semester van 2006. De aanpassing
van de afzuiginstallatie van de werkplaats polyester en de grondige
renovatie van het gebouw MG4 zullen wellicht in het tweede semester
van start gaan.
02.02 André Flahaut, ministre: Au
cours de la période 1995-2005 ont
été effectués au quartier
Westakkers des travaux
d'infrastructure pour un montant
d'environ 9,45 millions d'euros. Il
s'agit essentiellement de travaux
de rénovation et de réparation. Au
cours du premier semestre de
2006 débuteront les travaux de
voirie et d'égouttage. Durant le
second semestre seront entrepris
les travaux d'adaptation de
l'installation d'aspiration de l'atelier
polyester ainsi que les travaux de
rénovation approfondie du
bâtiment MG4.
02.03 Ingrid Meeus (VLD): Mijnheer de voorzitter, ik dank de
minister dat hij een deel van de infrastructuurwerken van start zal
laten gaan.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van mevrouw Ingrid Meeus aan de minister van Landsverdediging over "een European
Forum for Ammunition Destruction" (nr. 8873)
03 Question de Mme Ingrid Meeus au ministre de la Défense sur "un Forum européen pour la
03.01 Ingrid Meeus (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, deze vraag kwam er toen de mensen van de KHID hier
waren. U moest toen echter weg en ik heb gezegd dat ik u de vraag
rechtstreeks zou stellen.
In het strategisch plan voor de modernisering van de krijgsmacht
wordt gesteld dat op Belgisch initiatief een European Forum for
Ammunition Destruction zal worden opgericht. Dat forum heeft vooral
tot doel informatie uit te wisselen over technieken, ervaringen en
reglementeringen van de Europese landen die geconfronteerd worden
met de noodzaak van het elimineren van geërfde munitie, vaak uit de
Eerste Wereldoorlog. Defensie wil in projecten als deze samenwerken
met verschillende Europese landen en vooral de expertise op het
gebied van munitie waarover het Belgisch leger beschikt, ten volle
benutten.
Vandaar dat volgende vragen werden gesteld. Hoever staat het met
de oprichting van het forum? Wanneer zal het operationeel zijn? Met
welke andere departementen en bevriende landen wordt er
momenteel reeds samengewerkt in het kader van ammunition
destruction? Wat is het potentieel voor een verdere en nog meer
diepgaande samenwerking? Welk tijdspad wordt er gevolgd?
Onder welke vorm zou het forum, indien het nog niet bestaat, worden
opgericht? Wordt het een organisme met een permanente bezetting?
Of wordt het een forum dat vooral geënt is op een bestaande
03.01 Ingrid Meeus (VLD): Le
plan stratégique pour la
modernisation des forces armées
prévoit la création d'un « Forum
européen pour la Destruction des
munitions » dans le cadre duquel
les pays qui doivent éliminer des
munitions généralement héritées
de la première guerre mondiale
échangeraient des informations.
Par le biais de ce type de projet, la
Défense veut favoriser la
collaboration entre les pays et les
organisations européens et mettre
pleinement à profit le savoir-faire
de l'armée belge.
Quand ce forum sera-t-il
opérationnel? Quels départements
et pays amis y collaborent déjà?
Quel est le calendrier? Y aura-t-il
un effectif permanent? Le Forum
sera-t-il greffé sur une structure
existante? S'agira-t-il d'une
assemblée où il sera procédé à
l'échange d'idées?
16/11/2005
CRIV 51
COM 744
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
structuur, zoals de Europese Unie, en onder de vorm van een
vergadering als gedachte-uitwisseling?
03.02 Minister André Flahaut: Mijnheer de voorzitter, op Belgisch
initiatief, zoals in het Strategisch Plan Plus van 2003, werd een
Europees Forum voor vernietiging van munitie opgericht in het kader
van de WEAG, de Western European Armaments Group. Het
samenwerkingsakkoord werd ondertekend in 2004. Op dit ogenblik
maken er vijf landen deel van uit: Duitsland, België, Frankrijk, het
Verenigd Koninkrijk en Luxemburg. Het blijkt dat ook andere landen,
meer bepaald Spanje en Portugal, interesse vertonen voor dat
initiatief.
Het akkoord voorziet in een verkennende fase, waarin elke staat op
nationale basis een studie uitvoert om projecten voor te stellen die in
aanmerking kunnen komen voor gezamenlijke uitvoering. Die fase
loopt momenteel.
Er dient te worden opgemerkt dat de WEAG in mei van dit jaar werd
ontbonden. Het overhevelen van bepaalde activiteiten naar het
Europees Defensieagentschap maakt deel uit van de lopende
onderhandelingen. De samenstelling van die twee organisaties is
immers niet gelijkaardig.
Het is duidelijk dat de overheveling tijd vergt, om tegemoet te komen
aan de belangen van alle betrokken partijen. Dat is de reden waarom
het op dit ogenblik niet mogelijk is een kalender vast te leggen. Het
forum maakt inderdaad integraal deel uit van de overheveling en kan
dus niet losstaand worden behandeld.
Om het bestaande elan in de formele contacten tussen de partners te
behouden, werd Talex IEX13 opnieuw geactiveerd, hoewel Duitsland
er geen deel van uitmaakt. Dat oudere forum is meer restrictief en is
officieel gelimiteerd tot de uitwisseling van informatie over toxische
munitie. Het laat wel toe voort te werken zonder tijd te verliezen.
De volgende vergadering vindt plaats op 8 december 2005 onder
leiding van de Koninklijke Militaire School.
Op dit moment is de budgettaire impact van het Forum voor
vernietiging van munitie beperkt tot de kosten voor de organisatie van
de vergadering van het Stuurcomité, zoals vastgelegd in het
raamakkoord.
Ten slotte kan ik u bevestigen dat alle contacten en uitwisseling van
expertise op het domein van de vernietiging van munitie meer
intensief gebeuren op bilaterale basis, en dat hoofdzakelijk met
Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk. Het handelt hier voornamelijk
over de uitwisseling van expertise bij de verwerving van
detonatiekamers door Frankrijk en Duitsland en over de ontwikkeling
van een vergassingsproces geleid door België en het Verenigd
Koninkrijk.
03.02 André Flahaut, ministre:
Comme le prévoit la Plan
stratégique + de 2003, un forum
européen pour la destruction de
munitions a été créé dans le cadre
du Western European Armement
Group (GAEO). L'accord de
coopération a été signé en 2004.
L'Allemagne, la Belgique, la
France, le Luxembourg et le
Royaume-Uni font déjà partie du
Forum mais l'Espagne et le
Portugal témoignent également de
l'intérêt. Au cours d'une phase
exploratoire, chaque État doit
procéder à une étude susceptible
de générer des projets qui seront
alors exécutés conjointement.
Cette phase est en cours.
Le GAEO a été dissous en mai
2005. Des négociations sont
menées à propos du transfert des
activités à l'Agence européenne
de Défense. Les deux
organisations ne sont pas
composées de la même manière.
Le transfert demande du temps
parce que l'on veut préserver les
intérêts de toutes les parties. C'est
également la raison pour laquelle il
n'est pas possible d'arrêter un
calendrier. Le forum fait partie
intégrante du transfert.
Afin de maintenir les contacts
officiels entre les partenaires, nous
avons réactivé Thalex IEX 1 dont
l'Allemagne ne fait cependant pas
partie. L'ancien forum se borne à
échanger des informations sur les
munitions toxiques mais il nous
permet néanmoins de continuer à
travailler sans perte de temps. Le
8 décembre 2005, une réunion
sera organisée sous l'égide de
l'Ecole Royale Militaire.
Actuellement, les frais
occasionnés par le Forum pour la
destruction des munitions sont
limités à ceux nécessités par
l'organisation des réunions du
comité d'experts.
CRIV 51
COM 744
16/11/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
Sur le plan bilatéral, les contacts
se sont intensifiés dans le
domaine de la destruction des
munitions, surtout avec la France
et le Royaume-Uni. Avec ces
pays, il est principalement procédé
à des échanges d'informations
relevant de l'expertise relative à
l'acquisition de chambres
explosives par la France et
l'Allemagne, et ayant trait au
développement d'un procédé de
vitrification par la Belgique et le
Royaume-Uni.
03.03 Ingrid Meeus (VLD): Mijnheer de voorzitter, ik dank de
minister voor zijn antwoord.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Le président: Dans le même ordre d'idées, je vous signale que vous recevrez prochainement une lettre qui
contient une invitation à la Conférence interparlementaire sur le renforcement de l'action européenne pour
la non-prolifération et le démantèlement des armes et des matériels de destruction massive, armes
légères, petits calibres et débris de guerre explosifs. Cette conférence se tiendra les 7 décembre à partir de
17.30 heures et 8 décembre de 9 heures à 12.30 heures. C'est évidemment un sujet qui vous intéressera.
Ceux qui veulent s'inscrire le feront. On nous impose toutefois un maximum: trois membres du parlement
et un membre du personnel accompagnant.
Le secrétaire de commission vous communiquera les documents. Les premiers inscrits seront, comme
partout ailleurs, les premiers servis.
04 Vraag van mevrouw Dalila Douifi aan de minister van Landsverdediging over "de Mess continental
te Middelkerke" (nr. 8754)
04 Question de Mme Dalila Douifi au ministre de la Défense sur "le Mess continental à Middelkerke"
04.01 Dalila Douifi (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, u weet dat ik dicht bij de kust woon.
(...): Vous avez de la chance!
04.02 Dalila Douifi (sp.a-spirit): Oui car même en hiver, ça fait du
bien!
Ik werd al meermaals aangesproken over de Mess Continental te
Middelkerke waarvan wij allemaal weten dat daar een sluiting dreigt.
Ik wil u dan ook een aantal vragen stellen, mijnheer de minister.
Kunt u nog eens zeggen wat de problematiek terzake is? Waarom
dreigt er een sluiting voor de mess te Middelkerke?
Men zegt mij dat de zaken daar goed gaan en dat er veel volk komt.
Kunt u mij een idee geven over het omzetcijfer van de Mess
Continental te Middelkerke?
Een derde vraag heeft betrekking op de toekomst van het personeel.
Uit mijn contacten ervaar ik dat het personeel zeer gemotiveerd is en
04.02 Dalila Douifi (sp.a-spirit):
Le centre de vacances Mess
Continental à Middelkerke est
menacé de fermeture. Pourquoi?
Quel est son chiffre d'affaires?
Personnel et visiteurs sont très
motivés. Que va-t-il advenir du
personnel? Le groupe de travail
qui doit se pencher sur l'avenir et
la pérennité du centre Mess s'est-il
déjà réuni? Quelle en est la
mission précise? Quand le
ministre pense-t-il que le sort du
centre devrait être fixé? Quand le
centre de vacances devrait-il
fermer ses portes?
16/11/2005
CRIV 51
COM 744
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
blijft ondanks de mogelijke sluiting. Hoe ziet de toekomst voor het
personeel er uit?
Ten slotte, ik weet dat er een task force werd gevormd om zich te
ontfermen over de toekomst, het voortbestaan en de verdere
ontwikkeling of de sluiting van de mess te Middelkerke. Is die task
force al samengekomen? Welke opdracht heeft u precies gegeven
aan die task force?
Wanneer verwacht u uitsluitsel over de verdere bestemming van de
mess te Middelkerke? Behoort het tot de taken van de task force om
daaraan concrete invulling te geven?
Kunt u in uw antwoord een timing voor de sluiting geven? Wanneer
gaat het hotel sluiten?
04.03 Minister André Flahaut: Mijnheer de voorzitter, in het kader
van de optimalisatie van het gebruik van de militaire infrastructuur,
wordt actueel een studie uitgevoerd waarbij geheel Defensie wordt
doorgelicht om op die manier de werkingskosten van het departement
te drukken.
In 2004 werd een bedrag van ongeveer 541.000 euro ontvangen uit
de horeca-activiteiten.
Zoals dat steeds het geval is, wordt het personeel bij overplaatsing
van een eenheid geraadpleegd om zo veel mogelijk te kunnen
voldoen aan hun desiderata en zo de sociale en familiale
ongemakken tot een minimum te herleiden.
Een aparte werkgroep werd belast met de analyse van een aantal
specifieke gevallen, waaronder ook de Mess in Middelkerke. Die
werkgroep werd onlangs opgestart en zal op korte termijn haar eerste
resultaten voorleggen aan de bevoegde autoriteiten voor beslissing.
Het is dus voorbarig om reeds te stellen dat de Mess gesloten zou
worden.
04.03 André Flahaut, ministre:
Nous réaliserons une étude pour
radiographier l'ensemble du
département de la Défense en vue
d'optimiser l'utilisation des
infrastructures militaires. Nous
entendons ainsi comprimer nos
frais de fonctionnement. En 2004,
les activités horeca ont généré
quelque 541 000 euros. En cas de
déplacement d'une unité, le
personnel est toujours consulté.
Nous voulons satisfaire au
maximum tous les desiderata et
réduire au minimum les
désagréments sociaux et
familiaux. Le groupe de travail ad
hoc chargé d'analyser entre autres
le Mess continental à Middelkerke
a entamé ses travaux récemment.
A brève échéance, il remettra ses
premiers résultats aux autorités
compétentes. Conclure dès à
présent que le Mess doit fermer
serait prématuré.
04.04 Dalila Douifi (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, indien het inderdaad voorbarig is tot dit besluit te komen,
wens ik nog een bijkomende vraag te stellen. Is het correct dat de
Mess in Middelkerke open zou blijven tot op zijn minst het jaar 2010?
04.04 Dalila Douifi (sp.a-spirit):
Est-il exact qu'il restera ouvert
jusqu'en 2010 au moins?
04.05 André Flahaut, ministre: Madame Douifi, je ne sais pas
répondre à votre question.
La situation fait aujourd'hui l'objet d'une analyse. Il ne faut pas
seulement examiner ce que cela rapporte, il faut également voir ce
que cela coûte en personnel, le coût lié à l'amélioration des
infrastructures, notamment en termes de sécurité. Sur ces bases, il
faudra alors voir si la rentabilité est suffisante et si d'autres lieux ne
peuvent être utilisés. A la côte, il y a la question des campings et celle
des infrastructures à Lombardsijde qui sont énormes.
04.05 Minister André Flahaut: Op
dit ogenblik wordt de toestand
onderzocht. Die mess was
voordien enkel eigendom van de
Landmacht. Vandaag is alles
samengevoegd. We moeten nu
onderzoeken wat we er verder
kunnen of willen mee aanvangen,
zonder de kosten uit het oog te
verliezen.
CRIV 51
COM 744
16/11/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
Je suis déjà allé à ce mess. Il appartenait auparavant à la seule Force
terrestre.
Aujourd'hui, tout a été regroupé. Nous disposons d'une infrastructure.
Nous devons maintenant examiner ce que nous pouvons ou voulons
en faire en tenant compte du coût.
04.06 Dalila Douifi (sp.a-spirit): Trouvez-vous qu'une telle institution
soit encore utile?
04.06 Dalila Douifi (sp.a-spirit):
Heeft die instelling nog wel nut?
04.07 André Flahaut, ministre: Votre question a trait à la politique
que l'on entend développer à l'égard du personnel.
Une entreprise comme la Défense doit maintenir une série
d'infrastructures en place et de services offerts à son personnel. Cela
doit-il être géré par notre département ou cela doit-il est confié à
l'OCASC ou à l'ensemble des services sociaux? Pour ma part,
j'estime qu'il vaudrait mieux confier l'ensemble de la gestion de ces
infrastructures à l'OCASC. Tout serait ainsi regroupé. L'OCASC a un
conseil d'administration indépendant, une comptabilité indépendante
et un conseil de gestion où siègent notamment les représentants du
personnel.
Vous savez que l'on va vers une fusion des services sociaux. La
question des vacances et notamment les vacances des enfants de
nos militaires m'intéresse.
Nous devons considérer cette question comme une activité de
l'OCASC. Mais nous devons également tenir compte de son rôle en
matière d'habitation, de logement et nous assurer que ce soient les
militaires qui en ont besoin qui en soient les bénéficiaires.
En conclusion, il y a de la place pour une activité comme celle-là. Le
tout est d'établir le rapport entre les investissements à consentir,
autrement dit le coût que cela représente, et la rentabilité que l'on
peut attendre.
Cela ne signifie pas qu'il faut que les activités sociales proposées au
personnel doivent absolument être rentables pour le département.
Cependant, il faut raison garder.
04.07 Minister André Flahaut:
Defensie moet een deel van de
infrastructuur en van de diensten
die ze aan haar personeel
aanbiedt behouden. Het beheer
van die diensten komt naar mijn
aanvoelen toe aan de CDSCA, die
een onafhankelijke raad van
bestuur heeft, een zelfstandige
boekhouding en een beheerraad
waarin ook personeelsleden zitting
hebben.
We moeten ons er ook van
vergewissen dat de militairen die
nood hebben aan deze diensten er
effectief gebruik van kunnen
maken.
We mogen besluiten dat er ruimte
is voor een dergelijke dienst. Het
komt er alleen op aan de
rendabiliteit ervan aan te tonen;
zelfs al is het zo dat niet alle
sociale activiteiten per se rendabel
hoeven te zijn.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Interpellatie van de heer Luc Sevenhans tot de minister van Landsverdediging over "de
directieraad van het NIOOO" (nr. 713)
05 Interpellation de M. Luc Sevenhans au ministre de la Défense sur "le conseil de direction de l'INIG"
05.01 Luc Sevenhans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, ik
stel voor dat ik mijn interpellatie nr. 713 inderdaad apart houd en dan
mijn volgende vraag en interpellatie nr. 714 samen. Die hangen een
beetje samen. Ik zou niet de oorzaak ervan willen zijn dat de minister
iets vergeet te antwoorden. Anders wordt het een beetje een soepje.
Le président: Je vous en prie.
05.02 Luc Sevenhans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, 05.02 Luc Sevenhans (Vlaams
16/11/2005
CRIV 51
COM 744
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
mijnheer de minister, het koninklijk besluit van 4 augustus 2004
betreffende de loopbaan van niveau A van het rijkspersoneel,
verschenen in het Staatsblad van 16 augustus 2004, bepaalt in artikel
99 het volgende. Ik citeer: "Behoudens bijzondere bepalingen,
genomen door de minister die het toezicht uitoefent, bestaat de
directieraad uit de ambtenaren die zijn ingedeeld in de klassen A4 en
A5. Indien de directieraad niet ten minste drie ambtenaren van de
bovenvermelde klassen telt, voegt de minister er een of meer
personeelsleden van klasse A3 aan toe, van wie het mandaat met
een duur van twee jaar, hernieuwbaar is."
Het NIOOO telde op dat ogenblik, dus in 2004 die toestand is
volgens mij nog steeds niet veranderd , slechts één ambtenaar van
klasse A5, met name de administrateur-generaal van het instituut,
ondertussen wereldberoemd geworden. Een uitbreiding van de
directieraad drong zich aldus op, die door het ministerieel besluit van
7 maart 2005 werd verwezenlijkt. Twee ambtenaren van de klasse A3
werden aan de directieraad toegevoegd, met een hernieuwbaar
mandaat van twee jaar.
Wie het reilen en zeilen van het instituut van nabij volgt, zou zich
daarover verbaasd hebben. Een van die twee ambtenaren had
namelijk al lang zijn pensioen aangevraagd, dat op 1 april 2004, hetzij
tien weken later, zou ingaan. Toen hij daarover in de directieraad van
21 maart 2005 werd geïnterpelleerd, kaatste de administrateur-
generaal de bal onmiddellijk terug. Het was de voogdijminister, u dus,
minister Flahaut, die zelf een keuze tussen de ambtenaren van klasse
A3 van het instituut had gemaakt, op basis van een namenlijst die aan
uw kabinet was bezorgd. Hijzelf, de administrateur-generaal, was op
geen enkele wijze bij de gemaakte keuze betrokken.
Dat is toch een vrij vreemd initiatief vanwege een voogdijminister, die,
overeenkomstig de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op
sommige instellingen van openbaar nut, een controle- maar geen
beheersbevoegdheid heeft over het organisme van de parastatale van
categorie B.
Mijnheer de minister, ik het de notulen bij, als u ze wilt inkijken, maar
wellicht hebt u ze ook. De administrateur-generaal heeft ze naar het
schijnt nooit verspreid, maar ik neem aan dat hij ze toch niet aan u
onthouden zou hebben. Het blijkt dat hij op de raad van beheer van 1
augustus 2005 het bestaan van die notulen zelfs ontkend zou hebben.
Vreemd, want ik heb ze.
Sindsdien is de directieraad van het instituut, een nochtans wettelijk
verplicht bestuursorgaan, niet meer geldig samengesteld. Toen die
wantoestand tijdens de raad van beheer van 1 augustus jongstleden
werd aangeklaagd, vond de commissaris van de regering, de heer
Jaupart van uw kabinet, dat die situatie zeer voorlopig was en dat er
niet overhaast moest worden overgegaan tot de benoeming van een
nieuw lid. Dat is ook een vrij eigenaardige gedachtegang.
Overeenkomstig de beginselen van behoorlijk bestuur zou toch
vooropgesteld mogen worden dat een manifest onwettige toestand
zou snel mogelijk moet worden geregulariseerd? Dat lijkt mij toch
logisch. Daartoe heeft de wetgever toch in een door de
voogdijminister uit te oefenen administratief toezicht voorzien.
De benoemings- en bevorderingsprocedures van de agenten van
Belang): Conformément à l'arrêté
royal du 4 août 2004, deux
fonctionnaires de classe A3 ont
rejoint le conseil de direction de
l'INIG. Cependant, l'un de ces
deux agents devait semble-t-il
prendre sa retraite dix semaines
plus tard. L'administrateur général
a indiqué à ce sujet que tel était le
choix du ministre de tutelle.
Depuis, le conseil de direction de
l'INIG n'est plus valablement
constitué mais le ministre ne prend
pas d'initiative pour rectifier la
situation.
Pourquoi le conseil de direction de
l'INIG n'a-t-il été légalement
constitué qu'en avril 2005? Le
ministre peut-il confirmer qu'il a
désigné lui-même les
fonctionnaires concernés? N'est-
ce pas contraire à la loi du 16
mars 1954? Cette désignation ne
doit-elle pas d'abord être
approuvée par le conseil
d'administration de l'INIG? Quand
cette approbation a-t-elle été
donnée? Une concertation
syndicale ne doit-elle pas être
organisée au préalable? Un avis
favorable et unanime a-t-il été
recueilli? Comment un
fonctionnaire peut-il être désigné
pour un mandat de deux ans alors
qu'il est à dix semaines de prendre
sa retraite? Comment le ministre
fera-t-il en sorte que la
composition du conseil de
direction de l'INIG soit durable,
équilibrée et équitable?
CRIV 51
COM 744
16/11/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
niveau A, waarin de directieraad een belangrijke rol dient te spelen,
zullen dus nog even moeten wachten.
Zoals u zelf schreef in uw Strategisch Plan, uw Stuurplan en andere
opeenvolgende plannen, is de eerste rijkdom van Defensie het
menselijk kapitaal.
Als ik alles op een rijtje zet, moet ik vaststellen dat, in een tijdsspanne
van veertien maanden na het verschijnen van het koninklijk besluit
van 4 augustus 2004, de directieraad slechts voor een periode van
tien weken wettig was samengesteld. Als dat een voorbeeld moet zijn
van corporate governance, zijn we goed bezig.
Mijnheer de minister, op basis van het voorgaande wens ik de
volgende vragen te stellen. Waarom werd de directieraad van het
NIOOO pas in april 2005 wettig samengesteld, hetzij acht maanden
na het verschijnen van het koninklijk besluit van 4 augustus 2004?
Kunt u de bewering van de administrateur-generaal van het NIOOO
bevestigen als zou u zelf de leden van de directieraad hebben
aangeduid? Indien ja, is dit initiatief dan niet in overtreding met de wet
van 16 maart 1954 die u geen beheersbevoegdheid in het Instituut
toekent?
Diende de aanstelling van deze ambtenaren niet eerst te worden
goedgekeurd door de raad van beheer van het Instituut? Indien ja,
wanneer heeft deze raad zijn goedkeuring gegeven?
Diende er ook geen syndicaal overleg plaats te vinden? Ik dacht dat
dit ook noodzakelijk was. Indien het heeft plaatsgevonden, wanneer
was dat? Werd er een advies gegeven?
Hoe kan de aanstelling van een ambtenaar voor een mandaat van
twee jaar worden gerechtvaardigd als op voorhand geweten is dat hij
tien weken later met pensioen gaat?
Hoe bent u van plan de directieraad van het NIOOO op een
duurzame, evenwichtige en eerlijke manier samen te stellen?
05.03 Minister André Flahaut: Mijnheer de voorzitter, de
problematiek van de samenstelling van de directieraad van het
NIOOO is mij bekend.
Op mijn aanvraag heeft de administrateur-generaal van het instituut in
toepassing van de beschikking in artikel 99 van het koninklijk besluit
van 4 augustus 2004 betreffende de loopbanen van niveau A van het
Rijkspersoneel mij de benoeming in de directieraad voorgesteld van
een ambtenaar van de klasse A3. Een ministerieel besluit in die zin
werd ondertekend en zal binnenkort worden gepubliceerd.
Het selectiecriterium dat werd gebruikt is, zoals voorheen, de
anciënniteit van de ambtenaar. De lectuur van artikel 99 van
voornoemd koninklijk besluit zal u toelaten vast te stellen dat noch de
raad van bestuur van het instituut noch de representatieve vereniging
van het personeel bevoegd zijn in deze materie.
05.03 André Flahaut, ministre: Je
suis au courant du problème de la
composition du conseil de
direction de l'INIG. À ma
demande, l'administrateur général
m'a proposé la nomination d'un
fonctionnaire de classe A3.
L'arrêté ministériel en question a
été signé et sera publié bientôt.
L'ancienneté du fonctionnaire a
servi de critère de sélection. Ni le
conseil d'administration, ni les
syndicats ne sont compétents en
la matière.
05.04 Luc Sevenhans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, ik
zal volgende keer ook een vraag moeten stellen over de
05.04 Luc Sevenhans (Vlaams
Belang): La brièveté de la réponse
16/11/2005
CRIV 51
COM 744
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
officiersmess. In dat geval krijg ik een vrij omstandig antwoord. Als we
over een serieus probleem een vraag stellen, is het antwoord zo kort
en zo beknopt mogelijk.
Mijnheer de minister, u was in een vorig leven minister van Openbaar
Ambt. U hebt dus blijkbaar enige kennis hoe een en ander werkt bij de
parastatalen en de diverse administraties. Er is opnieuw een
eigenaardige kronkel in uw redenering. Dat ben ik echter gewoon,
wanneer het over het NIOOO gaat.
Het is misschien niet het meest sexy departement onder uw
bevoegdheid. Het bezorgt u ook regelmatig grijze haren, veronderstel
ik. U hebt het echter allemaal aan uzelf te danken. Als u immers
telkenmale op deze manier werkt, hoeft u ook niet verbaasd te zijn dat
de kwestie telkens opnieuw op de agenda komt. Uw manier van
antwoorden zet immers aan tot steeds meer vragen.
Mijnheer de minister, ik zal het beknopte antwoord eens onder de
loep nemen. Desgevallend behoud ik mij het recht voor om op de
zaak terug te komen. Het is een vrij kort antwoord. Ik ben de manier
van werken van de minister gewoon. We zullen straks bekijken of we
daarop nog zullen reageren.
Ik dien in elk geval een motie in waarin hem wordt verzocht om op
een deftige manier te werken, zodat wordt vermeden dat de
problemen steeds terugkomen.
du ministre est inversement
proportionnelle à la complexité des
problèmes évoqués. J'y reviendrai
certainement et je dépose une
motion.
Moties
Motions
Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.
En conclusion de cette discussion les motions suivantes ont été déposées.
Een motie van aanbeveling werd ingediend door de heren Luc Sevenhans en Staf Neel en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellatie van de heer Luc Sevenhans
en het antwoord van de minister van Landsverdediging,
vraagt de regering
de minister van Landsverdediging opdracht te geven de nodige initiatieven te nemen om de werking van het
Instituut conform de wet te laten verlopen."
Une motion de recommandation a été déposée par MM. Luc Sevenhans et Staf Neel et est libellée comme
suit:
"La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de M. Luc Sevenhans
et la réponse du ministre de la Défense,
demande au gouvernement
de charger le ministre de la Défense de prendre les initiatives nécessaires pour assurer un fonctionnement
de l'Institut qui soit conforme à la loi."
Een eenvoudige motie werd ingediend door mevrouw Dalila Douifi en door de heer Jean-Pol Henry.
Une motion pure et simple a été déposée par Mme Dalila Douifi et par M. Jean-Pol Henry.
Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.
06 Samengevoegde vraag en interpellatie van
- de heer Luc Sevenhans aan de minister van Landsverdediging over "de gevolgen van het ontbreken
CRIV 51
COM 744
16/11/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
van taalkaders bij het NIOOO" (nr. 8917)
- de heer Luc Sevenhans tot de minister van Landsverdediging over "de benoeming van een adjunct-
administrateur generaal voor het NIOOO" (nr. 714)
06 Question et interpellation jointes de
- M. Luc Sevenhans au ministre de la Défense sur "les conséquences de l'absence de cadres
linguistiques à l'INIG" (n° 8917)
- M. Luc Sevenhans au ministre de la Défense sur "la nomination d'un administrateur général adjoint à
l'INIG" (n° 714)
06.01 Luc Sevenhans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, ik zal de vraag en de interpellatie samen stellen.
Ze gaan immers beide over het taalkader binnen het instituut.
Artikel 43 van de wet op het gebruik van de taal in bestuurszaken,
gecoördineerd op 18 juli 1966 en aangevuld door de wet van 12 juni
2002, voorziet dat de ambtenaren van de centrale diensten van de
ministeries of Federale Overheidsdiensten verdeeld worden over
verschillende taalkaders.
In toepassing van deze wettelijke bepaling werden de
personeelsformatie en de taalkaders van het NIOOO in twee
koninklijke besluiten van 11 maart 1998 vastgesteld.
In de schoot van Copernicus verscheen het koninklijk besluit van 4
augustus 2004 betreffende de loopbaan van niveau A van het
rijkspersoneel. Dat spoorde de administraties aan om hun
personeelsformatie door een personeelsplan te vervangen. Als gevolg
daarvan waren de taalkaders eveneens verouderd en dienden ze
aangepast te worden.
De praktische informatie aangaande het personeelsplan werd echter
reeds op 5 maart 2004 met omzendbrief nr. 544 van de FOD
Personeel en Organisatie verspreid. Dat personeelsplan is des te
belangrijker omdat de Vaste Commissie voor Taaltoezicht dit plan
voortaan eist om zijn advies over een ontwerp van taalkader te
kunnen formuleren.
Ondanks deze voorzorg moet ik vandaag vaststellen dat het
personeelsplan van het NIOOO, dat door de raad van beheer van het
instituut op 27 juni werd goedgekeurd, nog steeds niet verschenen is
in het Staatsblad en aldus officieel onbestaande is. Dit plan beperkt
zich bovendien tot het statutair personeel en dient aldus te worden
aangevuld met het contractueel personeel. Daar komt nog bij dat er
binnen het instituut geen enkele stap werd ondernomen om nieuwe
taalkaders op te stellen die met dat personeelsplan overeen zouden
stemmen.
Een recente brief van de Vaste Commissie voor Taaltoezicht heeft de
aandacht van de leidende ambtenaar op de gevaren van deze situatie
gevestigd. Zonder taalkaders zal elke betwiste benoeming door de
Raad van State vernietigd kunnen worden.
Ten slotte, het koninklijk besluit van 19 september 2005 voorziet voor
de ambtenaren van het ministerie voor Defensie alsook voor deze van
het NIOOO dat de betrekkingen die overeenstemmen met de functies
van klasse A4 en A5 eenzelfde trap van hiërarchie vormen. Het is
bijgevolg duidelijk dat de reglementering inzake de taalkaders
eveneens toepasselijk is op de functies van administrateur-generaal
06.01 Luc Sevenhans (Vlaams
Belang) : Le plan du personnel de
l'INIG n'a toujours pas été publié
au Moniteur et n'a dès lors aucune
existence officielle. Par ailleurs, ce
plan se limite au personnel
statutaire et l'INIG ne prend
aucune initiative pour désigner de
nouveaux cadres linguistiques,
conformément à ce plan du
personnel. Néanmoins, en
l'absence de cadres linguistiques,
toute nomination contestée peut
être annulée par le Conseil d'État.
Les cadres linguistiques
concernent également les
fonctions d'administrateur général
et d'administrateur général adjoint.
Pourquoi les cadres linguistiques
et le plan de personnel n'ont-ils
pas encore été publiés? Comment
la procédure de nomination d'un
administrateur général adjoint se
déroulera-t-elle tant que les
nouveaux cadres linguistiques ne
sont pas parus au Moniteur?
On constate en effet que le profil
de fonction des candidats, qui
avait été approuvé par le conseil
d'administration de l'INIG, a été
modifié par le cabinet en vue de la
publication au Moniteur. Les
diplômes et certificats requis ne
figurent pas dans ce profil ; le délai
de dépôt des candidatures est de
dix jours seulement et les
candidatures ne doivent pas être
adressées à l'INIG mais au
cabinet. Le Conseil d'État se
prononcera sans aucun doute
bientôt à ce sujet.
Comment et par qui les dossiers
des candidats seront-il évalués?
Des critères d'évaluation objectifs
ont-ils été définis à l'avance et
présentés au conseil
16/11/2005
CRIV 51
COM 744
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
en van de adjunct-administrateur-generaal van het NIOOO.
Op basis van het voorgaande wens ik volgende vragen te stellen.
Waarom zijn 15 maanden na het verschijnen van de reglementering
terzake het personeelsplan en de geldige taalkaders van het NIOOO
nog steeds niet verschenen in het Staatsblad?
Rekening houdend met het koninklijk besluit van 19 september 2005,
hoe zal de procedure van aanwerving van de adjunct-administrateur-
generaal, waarvan de oproep aan de kandidaten in het Staatsblad van
19 oktober jongstleden is verschenen, verder verlopen, zolang de
nieuwe taalkaders van het NIOOO nog niet zijn verschenen in het
Staatsblad? U zou orde op zaken stellen in het NIOOO, maar
blijkbaar loopt het daar nog steeds even vierkant als de voorgaande
jaren.
Ik sluit hierbij ineens aan met mijn interpellatie over de benoeming
van een adjunct-administrateur-generaal bij het instituut.
Deze benoeming blijft mijn aandacht trekken. U zult zich wellicht
herinneren dat ik u op 5 oktober over dit onderwerp reeds
ondervraagd heb. Ik was nogal verontrust omdat het vereiste
functieprofiel voor deze functie onder meer door een potentiële
kandidaat die werkzaam is op uw kabinet, was opgesteld. Op de
laconieke wijze u eigen hebt u geantwoord dat de
benoemingsprocedure alle van toepassingzijnde wettelijke
beschikkingen zal naleven, in de eerste plaats de beschikkingen van
de wet van 8 augustus 1981 houdende oprichting van het Instituut.
Mijnheer de minister, ik beschik thans over informatie die erop wijst
dat dit mooie voornemen dode letter zal blijven. Ik stel vast dat het
functieprofiel van de kandidaten zoals door de raad van beheer van
het beheer op 1 augustus goedgekeurd en u op 4 augustus
toegezonden, binnen uw kabinet gewijzigd werd voor de publicatie
ervan in het Belgisch Staatsblad van 19 oktober 2005. Een vreemd
initiatief van een voogdijminister aan wie de wet van 16 maart 1954
betreffende controle op sommige instellingen van openbaar nut een
controle en geen beheersbevoegdheid over dit organisme van
categorie B toekent. Ik heb hierop reeds gewezen.
In een brief van 11 oktober aan de raad van beheer van het instituut
probeert u dat gesjoemel zo noem ik dat te rechtvaardigen door te
stellen dat dit profiel evenwel enigszins diende gewijzigd te worden in
de mate dat, gelet op de opeenvolgende wijzigingen en herroepingen,
het wetgevend en reglementair arsenaal bijzonder complex is en de
toepasselijke bepalingen niet gemakkelijk op de voorgrond te stellen
zijn. Dat is een hele mond vol!
Eigenaardig genoeg voorziet het verschenen functieprofiel niet eens
erin dat kandidaten over diploma's of getuigschriften moeten
beschikken van het niveau dat toegang geeft tot een betrekking van
niveau A van het Openbaar Ambt. Eigenaardig ik herhaal het -voor
een functie van rang A 4.
Ik stel eveneens vast dat potentiële kandidaten over een termijn van
tien werkdagen beschikken om hun kandidatuurdossier in te dienen
terwijl de raad van beheer van het instituut tijdens zijn vergadering van
d'administration? Sinon, comment
éviter que les critères soient
adaptés a posteriori, en fonction
des résultats recherchés?
Ayant encore en mémoire les
positions contradictoires des
commissaires successifs du
gouvernement, je me demande
sur quels points le conseil
d'administration devra se
prononcer. Devra-t-il opérer un
classement des candidats comme
lors de la réunion du 26 février
2001; va-t-il se limiter à déclarer
recevables certaines candidatures,
comme l'avait exigé le
commissaire du gouvernement le
29 octobre 2001; ou va-t-il
formuler une proposition de
promotion et présenter un seul
candidat, comme lors de la
réunion du 19 mars 2004?
Le vote au sein du conseil
d'administration sera-t-il écrit et
anonyme ou sera-t-il dérogé à la
procédure? Quel serait le
fondement juridique de cette
dérogation et pourquoi cette
mesure? Quelles dispositions
juridiques permettent de clôturer la
procédure de nomination d'un
administrateur général adjoint
lorsque l'arrêté royal relatif aux
cadres linguistiques de l'Institut
n'est pas paru?
CRIV 51
COM 744
16/11/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
1 augustus jongstleden deze termijn veel te kort achtte en een termijn
van eenentwintig werkdagen vastlegde.
Ten slotte, lijkt het me abnormaal, overeenkomstig de wet van 1954
betreffende de controle op sommige instellingen, dat de
kandidatendossiers rechtstreeks aan u en niet aan het instituut
moeten worden gezonden.
Mijnheer de minister, ik vermoed dat we deze zaak binnenkort en na
opmerkingen de Raad van State opnieuw zullen kunnen bespreken.
Op basis van deze inleiding wens ik u volgende vragen te stellen.
Hoe en door wie zullen de ingediende kandidatendossiers
geëvalueerd worden? Zijn er op voorhand gewogen en objectieve
criteria vastgelegd? Zo ja, werden deze criteria voorafgaandelijk aan
de raad van beheer voorgelegd? Zo niet, hoe zal de objectiviteit van
de evaluatie gewaarborgd worden? Met andere woorden, hoe kan
worden vermeden dat de evaluatiecriteria a posteriori in functie van de
gewenste uitslag worden aangepast?
Mijnheer de minister, u zult begrijpen dat we u in dit soort zaken niet
meer op uw woord kunnen geloven. In het licht van uw contradictoire
om niet te zeggen opportunistische standpunten terzake die door uw
opeenvolgende regeringscommissarissen in het verleden werden
ingenomen, stel ik de vraag waarover de raad van beheer precies zal
moeten beraadslagen? Zal de raad een rangschikking van de
kandidaten moeten opstellen zoals tijdens de werkvergadering van 26
februari 2001?
Of zal men zich moeten beperken tot het ontvankelijk verklaren van
bepaalde kandidaturen, zoals op 29 oktober 2001 door uw
regeringscommissaris werd geëist? Of zal de raad een
bevorderingsvoorstel doen en één kandidaat voorstellen, zoals tijdens
de vergadering van 19 maart 2004?
Zal de stemming in de beheerraad schriftelijk, en aangezien het om
een persoonsgebonden onderwerp gaat, op anonieme wijze
verlopen? Of bent u van plan de raad van deze procedure te doen
afwijken? Zo ja, op welke rechtsgrond en om welke redenen? Op
welke rechtsgrond kan de benoemingsprocedure van een adjunct-
administrateur-generaal worden afgesloten, zolang het KB met de
taalkaders van het instituut niet is verschenen, zoals ik heb
uiteengezet in mijn vraag?
Ik heb deze interpellatie gesteld om te vermijden dat wij dezelfde weg
opgaan als met de vorige administrateur-generaal. Het is misschien
allemaal een beetje moeilijk, maar u herinnert zich nog de rekening
van 350.000 euro van de vorige. Daar heb ik ook gelijk in gekregen. Ik
denk dat men hier de kiemen aan het zaaien is voor een volgende
procedure.
Mijnheer de minister, graag uw antwoord en liefst een duidelijk
antwoord.
06.02 Minister André Flahaut: Mijnheer de voorzitter, in tegenstelling
tot wat de heer Sevenhans stelt in zijn vraag, was het niet mogelijk het
nieuwe taalkader van het Instituut voor te bereiden zonder de
06.02 André Flahaut, ministre:
Sans la publication de l'arrêté royal
contenant les dispositions à
16/11/2005
CRIV 51
COM 744
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
publicatie door de FOD Personeel en Organisatie, van het besluit met
de toe te passen beschikkingen. Dit besluit werd op 19 september van
dit jaar ondertekend en is op 30 september in het Belgisch Staatsblad
verschenen.
De administratie is bezig met de voorbereiding van het nieuwe
taalkader dat in de nabije toekomst aan de Vaste Commissie voor
Taaltoezicht zal voorgelegd worden.
Wat de problematiek van de taalrol van de leidende ambtenaren van
het Instituut betreft, moet opgemerkt worden dat de wet van 8
augustus 1981 houdende oprichting van het Instituut, bepaalt dat de
leidende ambtenaren en de adjunct-leidende ambtenaren tot een
verschillende taalrol moeten behoren. Aangezien de leidende
ambtenaar tot de Nederlandse taalrol behoort, moet de adjunct-
leidende ambtenaar wettelijk tot de Franstalige taalrol behoren.
Zoals ik u al heb gemeld, zal de benoemingsprocedure van de
adjunct-leidende ambtenaar van het Instituut voor Veteranen -
Nationaal Instituut voor Oorlogsinvaliden, Oud-strijders en
Oorlogsslachtoffers - allerhande van toepassing zijnde wettelijke
beschikkingen naleven, allereerst de beschikkingen van de wet van 8
augustus 1981 houdende oprichting van het Instituut.
Wat de tussenkomst van de raad van bestuur in de procedure betreft,
ben ik zo vrij u te verwijzen naar artikel 13, §2 van de wet houdende
oprichting van het Instituut.
appliquer, il était impossible de
préparer le nouveau cadre
linguistique de l'Institut. L'arrêté en
question a été publié le 30
septembre 2005. Le nouveau
cadre linguistique, dont la
préparation est en cours au sein
de l'administration, sera soumis
sous peu à la Commission
permanente de contrôle
linguistique.
Etant donné que le fonctionnaire
dirigeant appartient au rôle
linguistique néerlandais, son
adjoint doit - conformément à la loi
du 8 août 1981 portant création de
l'Institut - appartenir au rôle
linguistique français.
La procédure de nomination du
fonctionnaire dirigeant adjoint de
l'Institut se déroulera
conformément à la loi en question.
L'article 13, paragraphe 2, fixe le
rôle du conseil d'administration
dans le cadre de la procédure.
06.03 Luc Sevenhans (Vlaams Belang): Ik heb deze interpellatie
ingediend omdat ik met mijn ellebogen aanvoel dat er iets op komst
is. Dat is het belangrijkste van deze interpellatie, want ik neem aan
dat wij nog eens op dit onderwerp zullen moeten terugkomen, als de
eerste klachten binnenkomen.
Ik heb een aantal vragen gesteld. Ze staan op papier, mijnheer de
minister. U draait handig rond de problematiek heen. Dat zal dus
opnieuw aanleiding geven tot een volgende interpellatie, mijnheer de
voorzitter. U moet mij dat niet kwalijk nemen, het ligt aan de minister
zelf.
Ik zal uw antwoord nog eens goed nalezen, mijnheer de minister. U
beweert dat er niets aan de hand is. Dat beweerde u de vorige keer
ook, toen ik de eerste keer over het instituut begon en over de
procedure betreffende de adjunct-administrateur-generaal.
Naderhand heb ik ook gelijk gekregen. Ik meen dat ik in dit dossier op
termijn ook wel gelijk zal krijgen. Over enkele maanden zullen wij
waarschijnlijk nog een mooi eindspektakel meemaken.
Mijnheer de minister, als u koppig op deze weg wilt blijven voortgaan,
dan wens ik u veel succes.
06.03 Luc Sevenhans (Vlaams
Belang) : J'ai déposé ma demande
d'interpellation parce que j'ai le
sentiment que des problèmes vont
se poser. Je reviendrai sur la
question dès le dépôt des
premières plaintes. Dans sa
réponse, le ministre élude en effet
le véritable problème. Il prétend
qu'il n'y en a pas, tout comme lors
de la nomination du précédent
administrateur général adjoint.
Comme la dernière fois, je finirai
également par obtenir gain de
cause dans ce dossier.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Vraag van de heer Luc Sevenhans aan de minister van Landsverdediging over "de steun aan de
Pakistaanse bevolking" (nr. 8897)
07 Question de M. Luc Sevenhans au ministre de la Défense sur "l'aide à la population pakistanaise"
CRIV 51
COM 744
16/11/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
07.01 Luc Sevenhans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, de aardbeving die India en Pakistan onlangs
heeft getroffen, heeft in bepaalde gebieden van beide landen absolute
armoede veroorzaakt die dagelijks in de media wordt belicht. Enkele
jaren geleden werd door de Belgische regering de gouvernementele
structuur B-Fast opgericht. Dit team was bestemd om via een snelle
tussenkomst een efficiënt antwoord te bieden op dit soort rampen. B-
Fast heeft in enkele jaren tijd een internationale faam verworven.
In het huidige dossier werden de waarnemers echter zeer verrast
door de trage reactie van B-Fast. Zo kon men vaststellen dat landen
als Groot-Brittannië, Frankrijk of Nederland al teams en middelen ter
plaatse hadden gestuurd toen men hierover in België nog maar pas
begon na te denken. Terwijl iedereen weet dat B-Fast een van uw
favoriete mediaspeelgoedjes is, heeft niemand u hierover gehoord.
Behalve met een aantal vliegtuigen, die werden ingeschakeld om een
civiele ziekenhuisploeg te vervoeren, is Defensie totaal afwezig
gebleven in deze operatie.
Zoals u weet zijn tussenkomsten van civiele geneeskundige ploegen,
hoe opmerkelijk ze ook zijn, altijd van korte duur. De ploeg van het UZ
Antwerpen is juist terug terwijl paradoxaal genoeg de vraag naar
internationale hulp, vooral op geneeskundig vlak, blijft stijgen. Als de
geneeskundige, menselijke middelen ontbreken, sust het ter
beschikking stellen van financiële middelen het geweten maar het
biedt zeker geen bevredigend antwoord op de rechtstreekse behoefte
van de getroffen bevolking.
Op 10 oktober 2005 heeft u in deze commissie nochtans al eens
verklaard dat uw departement over drie veldziekenhuizen beschikt
die, als het nodig is, onmiddellijk over de weg, per vliegtuig of zelfs
per helikopter kunnen worden vervoerd om ter plekke te worden
ontplooid. Ik vraag mij dan ook af waarom niet een van deze
ziekenhuizen werd aangeboden aan de Pakistaanse en/of Indiase
autoriteiten.
Op basis van het voorgaande wens ik volgende vragen te stellen.
Waarom is B-Fast bij deze ramp zo laat in actie gekomen? Is daar
een verklaring voor?
Waarom wacht de regering om een of meerdere van de beschikbare
veldziekenhuizen van Defensie bijvoorbeeld onder de vlag van B-Fast
of onder een andere vlag naar Pakistan of India te sturen aangezien
de nood daar nog steeds zeer hoog is?
07.01 Luc Sevenhans (Vlaams
Belang): Le tremblement de terre
qui a frappé l'Inde et le Pakistan a
engendré une pauvreté absolue
dans les régions touchées. La
structure gouvernementale B-
FAST a été créée il y a quelques
années pour apporter une réponse
efficace à ce type de catastrophes
grâce à une intervention rapide.
En quelques années, B-FAST
s'est forgée une solide réputation
internationale. Les observateurs
ont dès lors été particulièrement
surpris par la lenteur de sa
réaction à ce tremblement de
terre. Au moment où nos voisins
avaient déjà envoyé des équipes
sur place, la Belgique était
seulement en train d'y réfléchir.
La Défense a brillé par son
absence totale lors de cette
opération. Elle s'est contentée de
fournir des avions pour le transport
d'une équipe médicale civile.
Malheureusement, de telles
missions sont toujours de courte
durée. L'équipe de l'hôpital
universitaire d'Anvers vient de
rentrer alors que la demande
d'aide internationale ne fait que
croître. La mise à disposition de
moyens financiers n'apporte pas
une réponse satisfaisante aux
besoins immédiats des
populations touchées, tels que des
soins médicaux.
Le 10 octobre 2005, le ministre a
déclaré devant cette commission
que la Défense possède trois
hôpitaux de campagne qui
peuvent être dépêchés
immédiatement sur place en cas
de catastrophes. Pourquoi n'ont-ils
pas été mobilisés au Pakistan et
en Inde? Pourquoi la structure B-
FAST est-elle intervenue si
tardivement?
07.02 Minister André Flahaut: Mijnheer Sevenhans, alvorens tot een
inzet van de permanente interdepartementale dienst B-Fast te
beslissen, wordt krachtens het koninklijk besluit van 28 februari 2003
de coördinatieraad bijeengeroepen onder het voorzitterschap van de
FOD Buitenlandse Zaken, die tevens het permanente secretariaat van
07.02 André Flahaut, ministre:
Préalablement à la décision de
mise en oeuvre de B-FAST,
l'arrêté royal du 28 février 2003
prévoit la convocation du conseil
16/11/2005
CRIV 51
COM 744
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
B-Fast verzorgt.
Het bijeenroepen van de coördinatieraad gebeurt trouwens op initiatief
van het permanente secretariaat. De coördinatieraad is samengesteld
uit de gemandateerde leden van de FOD's Buitenlandse Zaken,
Binnenlandse Zaken, Volksgezondheid, Begroting,
Ontwikkelingssamenwerking, en van het departement
Landsverdediging. Zij beslissen gezamenlijk over de aanpak en de in
te zetten middelen.
Voor de aardbeving in Pakistan werd er beslist naast het ter
beschikking stellen van fondsen enkel civiele geneeskundige ploegen
met bijhorend veldhospitaal in te zetten. Van de inzet van militaire
veldhospitalen is er geen sprake geweest op de
coördinatieraadsvergadering.
Het geld dat werd overgemaakt, dient om in Pakistan en in India
tenten en materiaal aan te kopen voor de noodlijdende bevolking. De
opvolging daarvan, alsook het ter plaatse brengen van die noodhulp,
gebeurt door het permanente secretariaat B-Fast.
Op multilateraal vlak ondersteunt België de internationale initiatieven
van de NAVO door het inzetten van twee Belgische militairen van de
NAVO-bevelvoeringstructuur in de geteisterde zone.
de coordination par le SPF
Affaires étrangères. Ce conseil,
qui se compose des membres
mandatés des SPF Affaires
étrangères et Coopération au
Développement, Intérieur, Santé
publique, Budget et Défense,
décide de l'approche à adopter et
des moyens à mettre en oeuvre.
Pour ce tremblement de terre, il a
été décidé de ne recourir qu'à des
équipes médicales civiles, outre
les fonds mis à disposition. Il n'a
pas été question du déploiement
d'hôpitaux militaires de campagne.
Les fonds sont destinés à l'achat
de tentes et de matériel au
Pakistan et en Inde. Le suivi est
assuré par le secrétariat
permanent de B-FAST.
La Belgique soutient les initiatives
internationales de l'OTAN par la
mise en oeuvre de deux militaires
de la structure de commandement
de l'OTAN dans la zone touchée.
07.03 Luc Sevenhans (Vlaams Belang): Mijnheer de minister, ik
neem nota van uw antwoord.
Ik vind het alleen een beetje spijtig dat we wat laat hebben
gereageerd. Eerst dacht ik dat er een probleem was: eventueel een
spanning tussen onze aanwezigheid in Afghanistan en onze
hulpverlening in Pakistan. Dat blijkt echter niet de oorzaak te zijn.
Misschien hadden we deze keer iets meer mogen doen. De
aardbeving in Pakistan heeft niet dezelfde schokgolf veroorzaakt als
de tsunami, die heel wat teweegbracht. Het is een beetje spijtig dat er
niet meer aandacht aan werd besteed. Van mensen ter plaatse heb ik
immers vernomen dat de toestand er nog steeds erg schrijnend is. Ik
wil er dus op aandringen om het niet uit het zicht te verliezen en er,
met de hulp van Defensie, voldoende aandacht aan te besteden.
07.03 Luc Sevenhans (Vlaams
Belang): Cette réaction très tardive
est regrettable. La réponse
n'explique pas les raisons de ce
retard. Il aurait fallu faire plus car
ceux qui se sont rendus sur place
évoquent une situation d'urgence.
J'espère que la Défense fera tout
pour venir en aide aux populations
touchées.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Le président: Pour la question n° 8916 de M. Wathelet, celui-ci étant absent, il demande si les autres
auteurs sont d'accord de la reporter. Mme Govaerts souhaite également renvoyer sa question (n° 8938) au
mercredi après-midi de la semaine prochaine. M. Kelchtermans n'étant pas là, il fera évidemment de
même. Les questions jointes sont renvoyées à mercredi après-midi, puisque la commission Défense
tiendra une réunion toute la journée: budget le matin; questions et interpellations l'après-midi.
08 Vraag van de heer Luc Sevenhans aan de minister van Landsverdediging over "de samensmelting
van de sociale diensten binnen Defensie" (nr. 8918)
08 Question de M. Luc Sevenhans au ministre de la Défense sur "la fusion des services sociaux au
CRIV 51
COM 744
16/11/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
08.01 Luc Sevenhans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, deze vraag ligt op een ander terrein.
In toepassing van artikel 2 van het koninklijk besluit van 10 januari
1978 tot vaststelling van de taken en tot regeling van de organisatie
en de werkwijze van de Centrale Dienst voor Sociale en Culturele
Acties, CDSCA, ten behoeve van de leden van de militaire
gemeenschap zijn de Belgische burgerlijke personeelsleden van het
departement Defensie op de activiteiten van CDSCA gerechtigd.
Tevens zijn dezelfde personeelsleden gerechtigden van de burgerlijke
sociale dienst van het departement Landsverdediging, een door het
koninklijk besluit van 4 juni 1964 opgerichte en door de CCOD en de
ACOD, en binnenkort ook het VSOA, bestuurde VZW.
Twee verschillende sociale diensten, die zich tot hetzelfde personeel
richten, is iets dat aanleiding geeft tot social shopping. Het is met
andere woorden een beetje van het goede te veel. Het is mijns inziens
geen gezonde situatie. In de huidige context van rationalisatie en
besparing op alle niveaus zou daaraan misschien wel eens iets
mogen gebeuren.
Mijnheer de minister, u hebt terecht beslist dat deze twee organismen
beter zouden samensmelten. Dat is ook een juiste beslissing. U ziet
dat ik mij soms kan terugvinden in uw beleid. U hebt beslist dat ze
moeten samensmelten.
Over de uitvoering ben ik uiteraard iets minder enthousiast. Wie aan
de heilige huisjes van de kameraden wil raken weet op voorhand dat
hij voor een zware klus staat. Het resultaat is dat er tot op heden
inzake deze samensmelting wel veel gepraat is, maar weinig op het
terrein zichtbaar is. Het is blijkbaar toch een moeilijk dossier.
Mijnheer de minister, ik zou u graag een paar vragen stellen.
Hoe ver staat het nu juist met de samensmelting van deze twee
sociale diensten?
Is er reeds een datum vooropgesteld wanneer deze samensmelting
effectief zou worden?
Het volgende is uiteraard zeer belangrijk. Hoe zal het beheerscomité
van de toekomstige dienst samengesteld worden? Zal voor de
samenstelling van dat comité een politieke vakorganisatie beschouwd
worden als één organisatie die het belang van de burgers én van de
militairen behartigt of als twee afzonderlijke? Daar wringt het
schoentje blijkbaar.
Het personeel van Defensie is allesomvattend, dat zijn zowel
militairen als burgers. Men moet dan geen vakorganisatie gaan
creëren voor burgers en een voor militairen. Dan gaat men immers
ongelijkheid creëren. Ik weet dat u vindt dat alle personeelsleden van
Defensie gelijk moeten behandeld worden. Ook daarop had ik dus
graag een duidelijk antwoord gekregen. Telt een vakorganisatie alleen
voor burgers en alleen voor militairen of voor allen samen?
Mijnheer de minister, dit is uiteraard een dossier dat u zeer na aan het
hart ligt en waarover u uiteraard een zeer uitgebreid antwoord gaat
08.01 Luc Sevenhans (Vlaams
Belang): Conformément à l'article
2 de l'arrêté royal du 10 janvier
1978, les membres belges du
personnel civil relevant du
ministère de la Défense sont
autorisés à participer aux activités
organisées par l'Office central
d'action sociale et culturelle
(OCASC). Ils sont également
bénéficiaires du Service social civil
du ministère de la Défense.
Dans le contexte actuel
d'économies et de rationalisations,
j'estime qu'il est malsain que deux
services sociaux différents
s'adressent au même personnel.
Le ministre a dès lors décidé à
juste titre de procéder à la fusion
de ces deux organisations.
Toutefois, les discussions vont
bon train mais peu ou prou n'a
encore été accompli à ce jour.
Où en est la fusion de ces deux
services? Quand aura-t-elle
effectivement lieu? Quelle sera la
composition du comité de gestion
du futur service? Quelle est la
situation avant la fusion? Y aura-t-
il un organe syndical unique
chargé de défendre les intérêts
des civils et des militaires ou deux
organes distincts s'adressant l'un
aux civils et l'autre aux militaires?
16/11/2005
CRIV 51
COM 744
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
geven.
08.02 Minister André Flahaut: Mijnheer de voorzitter, het ontwerp
van koninklijk besluit tot regeling van de fusie van de Burgerlijke
Sociale Dienst van het Ministerie van Landsverdediging met de
Centrale Dienst voor Sociale en Culturele Actie van het Ministerie van
Landsverdediging zal in de nabije toekomst aan het syndicale overleg
worden voorgesteld. Het beheercomité van de CDSCA en de raad
van beheer van de Burgerlijke Sociale Dienst gaven inmiddels een
gunstig advies. De vooropstelde datum van samensmelting is 1
januari 2006. Alles zal in het werk worden gesteld om deze datum te
respecteren.
Teneinde de vertegenwoordiging van het burgerpersoneel van
Landsverdediging bij de beheersorganen van de CDSCA mogelijk te
maken, werd artikel 5 van de organieke wet van CDSCA van 10 april
1973 gewijzigd door de programmawet van 2 augustus 2002. Van
zodra de fusie gerealiseerd zal zijn, zullen vertegenwoordigers van de
representatieve vakorganisaties van het burgerpersoneel van
Landsverdediging, alsmede de leden van het burgerpersoneel van
Defensie, kunnen worden aangeduid als leden van het beheerscomité
van de CDSCA, zonder dat daarbij evenwel het aantal
vertegenwoordigers in dit comité van de militaire overheid - acht - en
de representatieve vakorganisaties - twee maal vier - zal worden
gewijzigd.
Het komt de representatieve politieke en professionele
vakorganisaties toe om twee vertegenwoordigers aan te duiden in
toepassing van de vigerende wetgeving.
08.02 André Flahaut, ministre: Le
projet d'arrêté royal relatif à la
fusion du Service social civil (SSC)
et de l'Office central d'action
sociale et culturelle (OCASC) sera
bientôt discuté en concertation
syndicale. Le comité de gestion de
l'OCASC et le conseil
d'administration du SSC ont émis
un avis favorable. L'objectif
clairement affirmé est la fusion
des deux services au 1
er
janvier
2006. En vertu de la loi-
programme du 2 août 2002, le
personnel civil de la Défense peut
à présent disposer de
représentants au sein des organes
de gestion de l'OCASC. Après la
fusion, des représentants des
organisations syndicales
représentatives du personnel civil
de la Défense et des membres du
personnel civil de la Défense
pourront être désignés en qualité
de membres du comité de gestion
de l'OCASC. Le nombre de
représentants de l'autorité militaire
et des organisations syndicales
représentatives n'est dès lors pas
modifié. Conformément aux
dispositions légales, les
organisations syndicales politiques
et professionnelles représentatives
peuvent désigner librement deux
représentants.
08.03 Luc Sevenhans (Vlaams Belang): Mijnheer de minister, de
nabije toekomst is 1 januari 2006. Die twee maanden zullen er nog
wel bij kunnen. Ik zal met veel interesse kijken of die datum haalbaar
is. Ik noteer ook dat er twee vertegenwoordigers per vakbond zullen in
komen en niet meer. Dat is ook een interessant aspect van uw
antwoord.
Ik wens u veel succes met dit dossier en hoop dat het zo snel
mogelijk wordt afgerond, ten laatste op 1 januari 2006.
08.03 Luc Sevenhans (Vlaams
Belang): Je resterai attentif à ce
que la date prévue soit
effectivement respectée.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09 Vraag van de heer Luc Sevenhans aan de minister van Landsverdediging over "de collectieve
verzekering voor militairen in operaties" (nr. 8924)
09 Question de M. Luc Sevenhans au ministre de la Défense sur "l'assurance collective pour les
09.01 Luc Sevenhans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, sinds een paar jaar heeft het departement
09.01 Luc Sevenhans (Vlaams
Belang): Depuis quelques années,
CRIV 51
COM 744
16/11/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21
Defensie een collectieve verzekering gesloten ten voordele van de
militairen die aan een operatie deelnemen. Hierdoor worden deze
militairen gedekt tegen ongevallen en ziektes die het overlijden of een
permanente invaliditeit van de betrokkene tot gevolg zouden kunnen
hebben.
Ik zou hierover graag wat meer informatie krijgen, mijnheer de
minister. Bij welke verzekeringmaatschappij werd deze collectieve
verzekering gesloten? Wat zijn de looptijden van deze polis?
Wanneer wordt de markt opnieuw opengesteld voor deze
overheidsopdracht, of wordt hij automatisch voortgezet? Wat zijn de
premies? Welke vorm van operationele inzet dekt deze polis?
Daarover is er namelijk soms ook discussie. Zijn de militairen in de
volle omstandigheden gedekt? Ik geef een paar voorbeelden: een
deelnemer aan een humanitaire operatie, het lenigen van de nood van
de bevolking, een opdracht van hulpverlening, enzovoort.
Dekt deze polis de militairen die in het kader van B-FAST ingezet
worden? Ik heb begrepen dat er in dat verband ook een probleem is.
Ik meen dat u dat probleem ook wel zult kennen. Zijn er geografische
beperkingen? Verzekeringsmaatschappijen zijn daarin gewoonlijk
heel goed gespecialiseerd. Geldt deze polis eveneens op het
Belgische grondgebied? Dat is ook belangrijk, want de militairen
moeten niet alleen in het buitenland humanitaire opdrachten vervullen.
Werden al schadedossiers ingediend bij deze
verzekeringsmaatschappij?
le département de la Défense
souscrit une assurance collective
pour les militaires participant à des
opérations.
Auprès de quelle compagnie cette
assurance a-t-elle été contractée?
Quel en est le terme? Le contrat
sera-t-il automatiquement
reconduit ou fera-t-il l'objet d'une
nouvelle adjudication? A combien
s'élève la prime annuelle? Dans
quelles circonstances les militaires
sont-ils couverts? L'assurance
couvre-t-elle les opérations de B-
FAST? Des restrictions
géographiques sont-elles
prévues? La police d'assurance
est-elle valable en Belgique? Des
dossiers d'indemnisation ont-ils
déjà été introduits?
09.02 Minister André Flahaut: De verzekeringsmaatschappij is
AGPM Leven, een Franse onderlinge verzekeringsmaatschappij uit
Toulon. De verzekering is afgesloten sedert 11 december 2002 tot 31
december van dit jaar. De nieuwe overheidsopdracht werd op 19
september van dit jaar om 14 uur geopend. De som van de
verzekeringspremie bedraagt 536.250 euro voor 2002 en 448.136
euro voor 2004. De basiseenheidspremie bedroeg 9,75 euro per
persoon en per week.
De verzekeringspolis dekt de activiteit van de verzekerden die
deelnemen aan een operationele inzet voor waarneming en
bescherming, passief gewapende inzet, actief gewapende inzet
alsook deelname aan een hulpverleningsopdracht in het buitenland
om de noden van de bevolking te verlichten als gevolg van een
beslissing van de regering of van de minister van Landsverdediging.
De militaire opdrachten voor B-Fast zijn gedekt door de verzekering.
De verzekering dekt de volledige wereld en de garanties beginnen te
lopen op de dag van het vertrek op zending. Het gevolgde traject
vanaf de woonplaats van de verzekerde is daarbij inbegrepen. De
dekking loopt tot het einde van de zending. Het traject naar de
woonplaats is eveneens inbegrepen. Op 31 oktober werden 7.434
militairen en 67 burgers CDSK en federaal parket inbegrepen
gedekt. Tot nu toe werden drie schadegevallen aangegeven.
09.02 André Flahaut, ministre: La
société d'assurance est la société
française AGPM Vie. L'assurance
a été contractée pour la période du
11 décembre 2002 au
31 décembre 2005. La nouvelle
adjudication a été lancée le
19 septembre 2005 à 14 heures.
La somme des primes
d'assurance s'élève à 536 250
euros pour les trois semaines de
2002 et l'année 2003 et à 448 136
euros pour 2004. La prime unitaire
de base s'élevait à 9,75 euros par
personne et par semaine. La
police d'assurance couvre les
activités d'observation, de
protection, l'intervention armée
passive et active et la participation
à une mission d'aide à l'étranger
dans le but de satisfaire les
besoins de la population en la
matière. L'assurance couvre les
opérations de B-FAST et est
valable partout dans le monde. La
couverture court du début à la fin
de la mission, en ce compris le
trajet depuis le domicile et vers
celui-ci. Le 31 octobre 2005, 7 434
militaires et 67 civils ont été
couverts par l'assurance. Trois
16/11/2005
CRIV 51
COM 744
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22
dossiers d'indemnisation ont été
introduits jusqu'à présent.
09.03 Luc Sevenhans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, ik
dank de minister voor het antwoord.
Le président: Pour une fois que vous obtenez les détails, monsieur Sevenhans, je constate que vous êtes
logique avec vous-même.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Le président: La parole est à M. Kelchtermans pour poser sa question sur l'école de la cavalerie blindée de
Bourg-Léopold (n° 8930).
09.04 Theo Kelchtermans (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mag ik
voorafgaandelijk vragen wat er met de vraag met betrekking tot de
concessie van Brustem gebeurt? Die had ik ook graag gesteld.
Le président: Monsieur Kelchtermans, il faudrait que les membres arrivent au moment de poser leur
question. Il n'est plus possible de gérer une commission avec des collègues qui arrivent un quart d'heure
en retard. J'ai dit qu'on renvoyait cette question à la semaine prochaine parce que vous n'étiez pas là; Mme
Govaerts a demandé le renvoi de sa question ainsi que M. Wathelet, qui s'est excusé.
Je veux bien accepter cela pour la dernière fois. Vous allez d'ailleurs recevoir une lettre du secrétariat
disant que désormais, le collègue qui n'est pas là au moment où il doit poser sa question ou son
interpellation, voit ces dernières renvoyées à la séance suivante sauf, bien entendu, s'il s'est excusé auprès
du président ou du secrétariat. Autrement, l'agenda est ingérable. Je vous signale aussi que d'autres
commissions procèdent de la sorte, vous le savez, notamment celle de la Santé. C'est donc très clair, vous
serez averti. Il n'y aura pas de piège, celui qui n'est pas là pour poser sa question, la verra renvoyée à la
semaine suivante. On ne peut pas passer d'une question à l'autre, il faut suivre l'agenda.
Je veux bien accepter de revenir au point 8, mais c'est la dernière fois, et il sera traité en fin de réunion.
Monsieur Kelchtermans, vous avez encore des questions sur l'école de cavalerie blindée et sur la fermeture
de la caserne de Houthalen-Helchteren et M. Sevenhans a encore une question sur les ayants-droit de
l'OCASC. Puisque M. Geerts l'a demandé, nous passerons ensuite à sa question puis nous reviendrons à
votre question et à celle de Mme Govaerts sur l'aéroport de Brustem.
Pour la prochaine fois, il faudra respecter l'ordre sinon on n'arrivera plus à avancer sérieusement dans le
travail de la commission. On peut être très libéral, ce que je suis, et je ne critique jamais le temps de parole
des collègues, mais, à un moment donné, il faut savoir être présent au moment opportun, sauf, bien
entendu, si l'on s'est excusé auprès du secrétariat ou du président.
10 Vraag van de heer Theo Kelchtermans aan de minister van Landsverdediging over "de
pantserschool van de Cavalerie in Leopoldsburg" (nr. 8930)
10 Question de M. Theo Kelchtermans au ministre de la Défense sur "l'école de troupes blindées de la
10.01 Theo Kelchtermans (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, ik heb een heel eenvoudige vraag. Ik vraag aan de
minister dat hij hierover de grootst mogelijk duidelijkheid creëert in zijn
antwoord. Vorige keer stond er naar aanleiding van de vraag van de
heer T'Sijen, in de krant getiteld: "Sociale ramp voor zeshonderd
militairen".
Ik weet ook dat dit achteraf werd gespecificeerd. Uit de mond van de
minister hebben wij die geruststelling dat het hier over een zeer
beperkt aantal mensen gaat echter niet gehoord. Men heeft het over
10.01 Theo Kelchtermans
(CD&V): A la suite d'une question
orale de mon collègue T'Sijen,
l'avenir de l'École de cavalerie de
Bourg-Léopold a fait couler
beaucoup d'encre. Il est important
que le ministre fournisse quelques
explications complémentaires à ce
sujet.
CRIV 51
COM 744
16/11/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
23
maximum honderd vijftig mensen van de zeshonderd die hierbij zijn
betrokken.
Mijn vraag wil met de commotie die is ontstaan bij de mondelinge
vraag van de heer T'Sijen komaf maken. Mijnheer de minister,
hoeveel mensen zullen met de verhuis naar Stockem meegaan? Wat
is het totaal aantal van de mensen van de cavalerieschool die in
Leopoldsburg blijven? Is het juist, dat hebt u reeds ontkend maar ik
vraag het nogmaals, dat de Defensiestaf in 2001 het omgekeerde
adviseerde van wat u nu hebt beslist?
Combien de personnes vont-elles
déménager à Stockem? Combien
vont rester à Bourg-Léopold?
L'état-major de la Défense a-t-il
rendu un avis contraire à la
décision actuelle du ministre?
10.02 André Flahaut, ministre: Tout d'abord, je ne suis pas
responsable de ce que les journaux écrivent.
Zoals onderstreept werd in het antwoord op de mondelinge
parlementaire vraag van volksvertegenwoordiger T'Sijen betreffende
de fusie van de pantsercavalerieschool met de infanterieschool te
Stokkem, ligt de organisatietabel van de toekomstige school van de
infanterie en de pantsercavalerie momenteel nog voor ter studie. De
resultaten van bovenvermelde studie zullen pas in juni 2006 gekend
zijn. Het is bijgevolg onmogelijk om het juiste aantal militairen te
geven dat een mutatie zal moeten ondergaan.
Momenteel bedraagt het aantal instructeurs in de
pantsercavalerieschool 67 militairen. Het zijn enkel de
Nederlandstalige en Franstalige instructeurs die naar Stokkem zullen
worden gemuteerd, voor een periode van maximum drie jaar. De
keuze van de woonplaats is uiteraard vrij.
De inplanting van de toekomstige scholen van de infanterie en de
pantsercavalerie te Leopoldsburg maakte in 2001 zonder meer deel
uit van de hypothese. De beslissing om Stokkem te kiezen is het
resultaat van een doorgedreven studie waarin alle realistische
beoordelingsfactoren in aanmerking werden genomen. Er waren
nieuwe rapporten in 2003, na het nieuwe strategisch plan plus van
Defensie, met een nieuwe beslissing over Stokkem.
Het gaat echter niet om 600 militairen, maar om maximum 67
Franstalige en Nederlandstalige militaire instructeurs, voor een korte
periode van maximum drie jaar. Dat is de informatie waarover ik op
heden beschik.
10.02 André Flahaut, ministre:
Le futur tableau organique de la
future école d'infanterie et de
cavalerie blindée fait l'objet d'une
étude dont on ne connaîtra les
résultats qu'en juin 2006. Il est
donc impossible actuellement de
vous communiquer le nombre
exact de mutations. Pour l'instant,
il y a 67 instructeurs militaires à
Bourg-Léopold. Ces 67 personnes
sont les seules qui sont
susceptibles d'être mutées, pour
un maximum de trois ans, à
Stockem. Elles pourront choisir
librement leur domicile.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
11 Vraag van de heer Theo Kelchtermans aan de minister van Landsverdediging over "de sluiting van
de kazerne te Helchteren" (nr. 8932)
11 Question de M. Theo Kelchtermans au ministre de la Défense sur "la fermeture de la caserne de
11.01 Theo Kelchtermans (CD&V): Mijnheer de voorzitter, deze
vraag is van dezelfde orde. Ik verwijs daarin naar vroegere discussies
over de sluiting die we in de commissie hebben gehad.
De minister heeft op dat ogenblik gezegd dat er een uitgebreide
bevraging van het personeel zou komen en dat maximaal rekening
zou worden gehouden met de voorkeuren. Het was een antwoord op
de interne bevraging die syndicale organisaties bij het personeel
11.01 Theo Kelchtermans
(CD&V) : Qu'en est-il en ce qui
concerne le calendrier de
fermeture de la caserne de
Houthalen-Helchteren? Le
personnel a-t-il déjà été consulté
en ce qui concerne ses
préférences dans le cadre des
16/11/2005
CRIV 51
COM 744
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24
hadden gedaan. De minister vond toen dat deze bevraging niet
relevant was voor de echte keuzes.
Daarom heb ik drie heel concrete vragen.
Wat is thans de concrete stand van zaken inzake het vooropgestelde
sluitingsschema? Wordt dat schema nog in stand gehouden? In dat
verband werden er een tweetal keer verschillende data genoemd.
Wat heeft de vroeger toegezegde bevraging van het militair personeel
naar de concrete voorkeur uitgewezen? Is de uitkomst ook al in
uitvoering?
Welke stappen werden of zullen worden ondernomen inzake de
toekomstige bestemming van de kazerne?
mutations à venir? Quelle sera la
nouvelle affectation de la caserne?
11.02 Minister André Flahaut: Mijnheer de voorzitter, de studie is nog
niet afgerond en het is dus niet mogelijk nu reeds een juiste timing te
geven voor de sluiting van de kazerne in Helchteren. Er heeft nog
geen officiële bevraging plaatsgevonden. Dat zal gebeuren ongeveer
anderhalf jaar voor de sluiting. Op dat ogenblik zal het personeel drie
voorkeuren kenbaar kunnen maken voor de toekomstige plaats van
tewerkstelling, evenals eventuele sociale en andere problemen. De
kazerne zal overgedragen worden aan de FOD Financiën die zal
instaan voor de vervreemding. De gemeente Houthalen-Helchteren
zal tijdig door Defensie worden ingelicht over de datum van de sluiting
van de kazerne.
11.02 André Flahaut, ministre:
L'étude relative à la fermeture de
la caserne n'étant pas encore
terminée, je ne puis vous
communiquer aujourd'hui de date
définitive de fermeture. L'avis du
personnel n'a pas encore été
demandé officiellement. Il le sera
environ un an et demi avant la
fermeture. Ensuite, il sera permis
aux membres du personnel de
désigner trois lieux de mutation
possibles et de signaler tout
problème social ou autre auquel ils
seraient éventuellement
confrontés. La caserne sera
transférée au SPF Finances pour
être aliénée. La commune de
Houthalen-Helchteren sera
informée en temps opportun de la
fermeture de la caserne.
11.03 Theo Kelchtermans (CD&V): Mijnheer de minister, de
einddatum van 2014 was de uitvoeringstermijn.
11.04 Minister André Flahaut: In het plan is de datum van 2015
vooropgesteld, maar er is nog geen definitieve beslissing terzake
genomen.
11.05 Theo Kelchtermans (CD&V): Het is dus niet zeker dat het zal
worden gesloten?
11.05
Theo Kelchtermans
(CD&V) : Est-il déjà établi que la
caserne sera fermée?
11.06 Minister André Flahaut: Dat weet ik niet.
11.06 André Flahaut, ministre: Je
n'en sais rien.
11.07 Theo Kelchtermans (CD&V): Ik zal het blijven opvolgen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
12 Vraag van de heer Luc Sevenhans aan de minister van Landsverdediging over "de gerechtigden
CRIV 51
COM 744
16/11/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25
van CDSCA" (nr. 8936)
12 Question de M. Luc Sevenhans au ministre de la Défense sur "les bénéficiaires de l'OCASC"
12.01 Luc Sevenhans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, artikel 142 van de programmawet van 2
augustus 2002 die de wet van 10 april 1973 houdende oprichting van
CDSCA wijzigt, stelt dat CDSCA tot opdracht heeft te voorzien in de
sociale en culturele behoeften van het personeel van het ministerie
van Landsverdediging en van de instellingen van openbaar nut die
onder dit ministerie ressorteren, alsook van hun gezin.
Indien mijn informatie correct is, werd deze bepaling nog niet vertaald
in het koninklijk besluit van 10 januari 1978 tot vaststelling van de
taken van CDSCA? De lijst van de gerechtigden van de centrale
dienst, vermeld in artikel 2 van het KB, sluit de personeelsleden van
het NIOOO
uit van activiteiten van de centrale dienst.
Mijnheer de minister, ik wil graag eens iets positief doen voor het
NIOOO en verdedig graag dat deze mensen dezelfde voordelen
zouden krijgen als de personeelsleden die in het ministerie
tewerkgesteld zijn. Vier jaar na de goedkeuring van de wet van 2002
een redelijke termijn, mijns inziens werd nog steeds geen praktische
uitvoering aan de wet gegeven.
Waaraan is deze vertraging te wijten, mijnheer de minister? Het kan
toch niet zo moeilijk zijn om deze wet uit te voeren! Wanneer denkt u
het KB te kunnen aanpassen? Welke concrete maatregelen hebt u
genomen of bent u van plan te treffen om aan het personeel van het
NIOOO deze voordelen effectief toe te kennen?
12.01 Luc Sevenhans (Vlaams
Belang) : L'article 142 de la loi-
programme du 2 août 2002
modifie la loi du 10 avril 1973
portant création de l'Office central
d'Action sociale et culturelle
(OCASC) en ce qui concerne le
personnel du ministère de la
Défense et des organismes
d'intérêt public relevant de ce
ministère. L'arrêté royal du 10
janvier 1978 énumère l'ensemble
des missions de l'OCASC et
comprend également la liste des
ayants droit. Celle-ci n'inclut
toutefois pas les membres du
personnel de l'Institut national des
invalides de guerre, anciens
combattants et victimes de la
guerre (INIG).
Quand le ministre adaptera-t-il
l'arrêté royal de 1978 à la loi-
programme de 2002? Quelles
mesures concrètes seront prises
pour octroyer au personnel de
l'INIG les avantages auxquels il a
droit conformément à la loi-
programme de 2002?
12.02 Minister André Flahaut: Mijnheer de voorzitter, kort na de
publicatie van de programmawet van augustus 2002 in Het Belgisch
Staatsblad van 29 augustus 2002, werd gestart met de aanpassing
van het koninklijk besluit van 10 januari 1978 tot vaststelling van de
taak en tot regeling van de organisatie en de werkwijze van de
Centrale Dienst voor Sociale en Culturele Actie van het Ministerie van
Landsverdediging. De concretisering van de plannen tot het
fusioneren van de CDSCA en de Burgerlijke Sociale Dienst, in
uitvoering van het sectoraal akkoord van het departement Defensie
van 16 juli 2004, zorgde voor een eerste vertraging.
Eind 2005 vervalt de beheersovereenkomst 2003-2005 tussen het
departement van Defensie en de Centrale Dienst voor Sociale en
Culturele Actie van het Ministerie. De aan de gang zijnde opstelling
van de nieuwe beheersovereenkomst 2006-2008 is een tweede
dossier dat de aanpassing van het koninklijk besluit van 10 januari
1978 kan beïnvloeden. Na publicatie van het aangepaste koninklijk
besluit worden de personeelsleden van het NIOOO volwaardige
gerechtigden op de activiteiten van de Centrale Dienst voor Sociale
en Culturele Actie. Voor de sociale dienstverlening geldt echter dat
CDSCA slechts tussenbeide komt voor zover de personeelsleden niet
in aanmerking komen voor een stelsel van steun dat specifiek is voor
hen.
12.02 André Flahaut, ministre:
Dès la publication de la loi-
programme du 2 août 2002, on a
entamé l'adaptation de l'arrêté
royal du 10 janvier 1978. Le
premier retard résultait de la fusion
de l'OCASC et du service social
civil, en exécution de l'accord
sectoriel du 16 juillet 2004. Le
contrat de gestion 2003-2005
entre la Défense et l'OCASC vient
à échéance à la fin de l'année. Un
deuxième retard dans l`adaptation
résulte de la rédaction,
actuellement en cours, du contrat
de gestion 2006-2008.
Après la publication de l'arrêté
royal adapté, les membres du
personnel de l'INIG seront des
bénéficiaires à part entière dans le
cadre de toutes les activités de
l'OCASC. En ce qui concerne les
services sociaux, l'OCASC
16/11/2005
CRIV 51
COM 744
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
26
n'intervient que pour autant que
les membres du personnel
n'entrent pas dans les conditions
d'un système de soutien qui leur
est spécifiquement réservé.
12.03 Luc Sevenhans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, ik wil
de vergadering positief beëindigen, door te zeggen: dank u, mijnheer
de minister.
Le président: Ça, c'est nouveau!
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
13 Vraag van de heer David Geerts aan de minister van Landsverdediging over "de oefenvluchten van
F-16's boven de Kempen" (nr. 8902)
13 Question de M. David Geerts au ministre de la Défense sur "les vols d'entraînement de F-16 au-
13.01 David Geerts (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik zou graag een vraag stellen aangaande het aantal
oefenvluchten van F-16's boven de Kempen. Ik denk niet dat die
oefeningen gecontesteerd zijn, want om de luchtmacht te kunnen
onderhouden, dient ze te oefenen. Dat sommige oefeningen
geluidshinder met zich brengen, kan niet vermeden worden. Dat geldt
zeker en vast voor de oefeningen waarin gevechten en/of
bombardementen worden gesimuleerd. Het snel optrekken kan
blijkbaar een knal veroorzaken door de naverbranding.
Uit andere informatie heb ik vernomen dat er in België momenteel
nog drie grote gebieden zijn waar dergelijke oefeningen worden
gehouden, met name een deel van de Westhoek, een stukje
Ardennen en een deel van de Kempen. Daarnaast wordt er ook vrij
vaak in het buitenland geoefend.
Ik zou heel kort een aantal vragen willen stellen.
Ten eerste, wat is de verdeelsleutel tussen binnenlandse en
buitenlandse oefeningen?
Ten tweede, hoeveel oefeningen werden in 2004 respectievelijk in de
drie zones gehouden? Worden de bewoners van die oefeningen in
kennis gesteld? Worden de oefeningen met naverbranding bij
voorkeur in niet-bewoonde zones gepland? Klopt het dat ons
luchtruim ook wordt gebruikt door andere NAVO-landen?
Ten slotte dit hangt hiermee samen heeft de verhoging van de
luchtmachtcapaciteit in Eindhoven door de geplande sluiting van de
basis in Twente, gevolgen voor het luchtruim boven de Kempen?
13.01 David Geerts (sp.a-spirit) :
Il est inévitable que les vols
d'entraînement de la Composante
aérienne de nos forces armées
provoquent parfois des nuisances
sonores. En Belgique, ces vols
sont concentrés dans certaines
parties du Westhoek, des
Ardennes et de la Campine. Des
vols ont aussi lieu régulièrement à
l'étranger.
Quelle est la proportion de vols
d'entraînement effectués en
Belgique et à l'étranger? Combien
de vols d'entraînement ont eu lieu
au-dessus de notre pays en 2004?
Les habitants des zones survolées
en sont-ils informés? Notre espace
aérien est-il également utilisé pour
les vols d'entraînement d'autres
pays membres de l'OTAN?
L'augmentation de la capacité de
vol à Eindhoven aura-t-elle des
conséquences pour l'espace
aérien campinois?
13.02 Minister André Flahaut: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Geerts, een derde van de F-16-vluchten vindt plaats in het buitenland.
De oefenvluchten in de Belgische zone geschieden voor het grootste
deel - 80% - op middelgrote hoogte. Uitgedrukt in uren werd tijdens
het jaar 2004 de oefenzone boven de Kempen gedurende 2.393 uren
bezet en de zone boven de Ardennen gedurende 7.937 uren. De zone
boven een gedeelte van West-Vlaanderen werd zelden gebruikt voor
13.02 André Flahaut, ministre: Un
tiers des vols d'entraînement de F-
16 s'effectuent à l'étranger. Quatre
vols d'entraînement sur cinq
effectués dans le ciel belge ont
lieu à moyenne altitude. En 2004, il
y a eu 2.393 heures de vols au-
CRIV 51
COM 744
16/11/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
27
de F-16.
Sinds het ongeval van december 2004 wordt de bevolking
systematisch op de hoogte gesteld van alle oefeningen op lage
hoogte boven het nationaal grondgebied via de internetsite mil.be.
Indien de Luchtcomponent een buitengewone oefening organiseert op
een van zijn bases wordt de lokale bevolking bovendien
gewaarschuwd door onze dienst Publieke Relaties.
Het gebruik van naverbranding wordt enkel toegelaten boven
tienduizend voet, ongeveer 3,3 kilometers, behalve in noodgevallen.
De enige vluchtfase op lage hoogte waarbij naverbranding wordt
gebruikt, is tijdens het opstijgen. Dit wordt evenwel beperkt in tijd en
beïnvloedt slechts de onmiddellijke nabijheid van een vliegbasis. Het
gebruik van naverbranding op middelgrote hoogte veroorzaakt slechts
een knal indien een vliegtuig de geluidsbarrière doorbreekt.
Supersonische vluchten zijn verboden boven België, behalve tijdens
een zeer korte fase van noodzakelijke testvluchten op zeer grote
hoogte, namelijk 12 kilometer. Oefeningen met naverbranding op lage
hoogte worden ofwel boven woestijngebieden in het buitenland ofwel
boven de zeeën gepland.
Het Belgische luchtruim wordt inderdaad door toestellen van andere
NAVO-landen gebruikt. De verhoging van de vliegcapaciteit in
Eindhoven heeft geen gevolgen voor het Kempens luchtruim.
dessus de la Campine et 7.937
au-dessus de l'Ardenne. Il est
extrêmement rare que les F-16
soient utilisés dans l'espace aérien
du Westhoek.
Depuis l'accident de décembre
2004, la population locale est
systématiquement informée des
vols d'entraînement à basse
altitude par le biais du site wet
www.mil.be
. Lorsque la
Composante Air programme un
exercice extraordinaire sur l'une
de ses bases, le service des
Relations publiques de l'armée
avertit en outre les riverains.
La postcombustion n'est autorisée
qu'au-delà de 3,3 km, sauf en cas
d'urgence. Le décollage est la
seule phase de vol au cours de
laquelle la postcombustion est
utilisée. Il est évident que cela se
produit très brièvement et influe
uniquement sur l'environnement
immédiat de la base. La
postcombustion à moyenne
altitude ne produit de détonation
que si l'on franchit le mur du son,
mais les vols supersoniques sont
interdits au-dessus de notre pays
sauf pendant une période
extrêmement courte de vols
d'essai et à partir d'une altitude de
12 km. Les exercices avec
postcombustion à faible altitude
ont lieu uniquement au-dessus de
zones désertiques à l'étranger et
au-dessus de la mer.
Les avions d'autres États
membres de l'OTAN peuvent
aussi survoler notre territoire.
L'augmentation de la capacité de
vol à Eindhoven n'influera pas sur
l'espace aérien campinois.
13.03 David Geerts (sp.a-spirit): Mijnheer de minister, ik dank u voor
uw antwoord.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
Le président: En ce qui concerne les questions relatives à la présence de sociétés commerciales sur la
base de Brustem, seul un questionneur/intervenant sur les trois est présent.
16/11/2005
CRIV 51
COM 744
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
28
Monsieur Kelchtermans, souhaitez-vous intervenir?
13.04 Luc Sevenhans (Vlaams Belang): Ik heb mevrouw Govaerts
laten verwittigen. Zij zal hier onmiddellijk aankomen. Zij zit voor een
aantal vragen in de commissie voor de Financiën. Zij komt
onmiddellijk.
Le président: Nous attendons donc Mme Govaerts; elle est jeune et dynamique, elle doit pouvoir se rendre
rapidement d'une commission à l'autre!
14 Questions jointes de
- M. Theo Kelchtermans au ministre de la Défense sur "la concession relative à l'aérodrome de
Brustem" (n° 8931)
- Mme Marleen Govaerts au ministre de la Défense sur "l'aérodrome de Brustem près de Saint-Trond"
(n° 8938)
14 Samengevoegde vragen van
- de heer Theo Kelchtermans aan de minister van Landsverdediging over "de concessie voor het
vliegveld van Brustem" (nr. 8931)
- mevrouw Marleen Govaerts aan de minister van Landsverdediging over "het vliegveld van Brustem
bij Sint-Truiden" (nr. 8938)
14.01 Theo Kelchtermans (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, ik heb hierover in het verleden reeds vragen gesteld. Ze
waren soms geanimeerd, door de betwiste wijze waarop deze
concessieovereenkomst tot stand is gekomen, op maat van de stad
Sint-Truiden, bij monde van haar burgemeester.
Het verrast mij enigszins dat ik geruchten hoor dat deze
concessieovereenkomst omtrent het maatwerk werden toen terecht
vragen gesteld opnieuw in vraag wordt gesteld. Wat een
burgemeester schrijft, blijft niet geheim. Hij schrijft in een brief: " Zoals
u weet is het plan om met de huidige concessiehouders van het
vliegveld Brustem-Sint-Truiden duurzame werkgelegenheid te
scheppen, mislukt". Het grote plan indertijd van de concessie,
duurzame werkgelegenheid, is blijkbaar op een sisser afgelopen.
Hij schrijft: "Het is ons inziens opportuun de geldende concessie van
de BVBA Vliegveld Sint-Truiden in te trekken." Ik zal de hele brief niet
voorlezen, maar ik kom tot de essentie van de vraag. Hij zegt dat een
achttal bedrijven zich heeft gemeld. Zij willen opnieuw
luchtvaartactiviteiten en economische activiteiten ontwikkelen. Hij
noemt ze ook op, maar ik zal ze niet voorlezen, want de brief is aan u
gericht. "Het stadsbestuur van Sint-Truiden", zo eindigt hij, "steunt
deze industriële en industriegebonden luchtvaartactiviteiten, omdat ze
beantwoorden aan het door ons gevraagd industrieel profiel en de
daarmee verbonden duurzame werkgelegenheid. Graag hadden wij
met uw medewerkers en de bewuste bedrijven op korte termijn een
dialoog gestart om de bestaande concessie op het gebruik van de
startbaan open te trekken naar deze bedrijven."
Ik begrijp dat niet helemaal. Hij vraagt dus om de concessie in te
trekken en uiteindelijk eindigt hij met te schrijven dat de concessie
behouden moet blijven, maar dat ze opengetrokken moet worden
naar de bewuste bedrijven. Dat is voor een deel opnieuw maatwerk.
Mijn vragen zijn de volgende. Klopt dit? Is de commotie terecht? Blijft
u bij de concessie, zoals ze verleend werd? Denkt u aan een beperkte
uitbreiding? Wat moet ik hiervan denken?
14.01
Theo Kelchtermans
(CD&V) : Il a de nouveau été
beaucoup question récemment de
l'accord de concession conclu à
l'époque pour l'utilisation d'une
partie de la base aérienne
désaffectée de Saint-Trond-
Brustem. Le bourgmestre de
Saint-Trond aurait demandé
l'annulation de la convention étant
donné que les investissements
économiques annoncés tardent à
se concrétiser. Huit entreprises
auraient entre-temps manifesté
leur intérêt pour la concession.
Le ministre pourrait-il nous fournir
des précisions quant à l'avenir de
l'aérodrome de Brustem?
CRIV 51
COM 744
16/11/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
29
14.02 Marleen Govaerts (Vlaams Belang): Mijnheer de minister, ik
moet aansluiten bij collega Kelchtermans. Als inwoner van Sint-
Truiden ben ik heel bezorgd om de werkgelegenheid in mijn stad waar
eigenlijk nog niets bijgekomen is. Er zijn alleen bedrijven weggegaan
en er komen er maar geen bij. Bovendien is Sint-Truiden
onbereikbaar met de wagen en moeten we het via de lucht proberen
te doen. Daarom had ik ook graag geweten van u of het inderdaad zo
is dat onze burgemeester Ludwig Vandenhove gevraagd heeft om de
concessie in te trekken. Mogen wij weten wat hij juist gevraagd heeft
en wat er beslist is in verband met het vliegveld van Brustem en de
uitbating?
14.02 Marleen Govaerts (Vlaams
Belang) : Le bourgmestre de
Saint-Trond, M. Vandenhove, a-t-il
instamment demandé au ministre
la résiliation de la concession en
cours? Dans l'affirmative, quelle
est la motivation de cette
demande et quelle suite la
Défense y réservera-t-elle le cas
échéant?
14.03 Minister André Flahaut: Mijnheer de voorzitter, ik denk dat dit
vragen zijn voor de burgemeester van Sint-Truiden en niet voor de
minister van Landsverdediging. Ik ben nog geen burgemeester van
Sint-Truiden. Nog niet.
Een gedeelte van het voormalig militair vliegveld werd in 2000
onteigend door de stad Sint-Truiden voor het inrichten van een
industriezone. De nabijheid van een piste wekte de interesse van
bepaalde bedrijven die zich bezighouden met luchtvaartgebonden
activiteiten. In afwachting van een vestiging in de vermelde
industriezone werd door de bedrijven aan Defensie gevraagd een
vergunning te geven voor het gebruik van de bestaande militaire
infrastructuur. Elke beslissing terzake wordt genomen in overleg met
de stad Sint-Truiden gezien het hier vooral gaat over economische
aspecten voor de regio en de stad die uiteraard de belangen van
Defensie overstijgen. Ik denk dat dit vragen zijn voor de stad Sint-
Truiden.
14.03 André Flahaut, ministre: Il
faut poser ces questions au
bourgmestre de Saint-Trond !
En 2002, la ville a exproprié une
partie de l'aérodrome qui existait à
l'époque pour y aménager une
zone industrielle. La proximité
d'une piste d'atterrissage a suscité
l'intérêt des entreprises liées au
secteur aéronautique. En
attendant de s'établir dans cette
zone, elles ont demandé à la
Défense l'autorisation d'utiliser les
infrastructures militaires
existantes. Chaque décision est
prise en concertation avec la ville
car ce sont principalement les
aspects économiques de la région
et de la ville qui sont ici en jeu.
14.04 Theo Kelchtermans (CD&V): Ik heb hier een brief die gericht
is aan de minister en waar de minister het antwoord moet geven op
de vragen. Ik vind dat u de bal probeert terug te kaatsen door te
zeggen dat men dat aan de burgemeester van Sint-Truiden moet
vragen. Neen. De burgemeester van Sint-Truiden heeft aan u
gevraagd om die concessieovereenkomst in te trekken. Tegelijkertijd
vraagt hij om ze te hernieuwen en ze opnieuw op maat te maken van
3 of 4 van zijn dossiers.
Mijn vraag aan de minister is dus of hij bereidt is om dat
pingpongspelletje opnieuw te lanceren. Of zegt de minister dat er een
ruime concessieovereenkomst is waarbinnen de stad Sint-Truiden
moet doen wat ze wil? Het zal ons trouwens ook beletten om hier te
pas en te onpas met kleine onnozele dingen te moeten komen.
14.04 Theo Kelchtermans
(CD&V) : Le bourgmestre de
Saint-Trond a bel et bien adressé
une lettre au ministre. Celui-ci doit
donc donner une réponse. Le
bourgmestre a demandé le retrait
de la concession et son
renouvellement subséquent selon
des modalités convenant plus
particulièrement pour certains
dossiers. Le ministre estime-t-il
qu'il existe une convention de
concession au cadre suffisamment
large et dans lequel la ville de
Saint-Trond doit s'inscrire?
14.05 Marleen Govaerts (Vlaams Belang): Mijnheer de minister, het
is al goed dat de economische belangen boven het belang van
Defensie gaan.
Ik beschik niet over de brief, in tegenstelling tot de heer
Kelchtermans. Ik heb echter de indruk dat de burgemeester van Sint-
Truiden een concessie op maat wil, wat hem misschien het best
uitkomt, terwijl hij het pas onlangs een belangrijke investeerder
14.05 Marleen Govaerts (Vlaams
Belang): Il est bon que les intérêts
économiques priment les intérêts
de la Défense mais encore faut-il
que cela se vérifie sur le terrain.
Je ne dispose pas de la lettre dont
parle M. Kelchtermans mais j'ai
l'impression que le bourgmestre
16/11/2005
CRIV 51
COM 744
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
30
onmogelijk heeft gemaakt om een industrie te beginnen waardoor wij
meer werkgelegenheid in Sint-Truiden hadden kunnen krijgen.
Wat het economisch belang en het belang voor Defensie betreft, dat
wil ik nog zien in de praktijk.
veut une convention taillée sur
mesure. Il a pourtant empêché
récemment un investisseur
important de démarrer une activité
créatrice d'emplois.
14.06 Theo Kelchtermans (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik dien
mijn vraag opnieuw in bij de volgende commissie voor de
Landsverdediging.
14.06
Theo Kelchtermans
(CD&V): J'ai l'intention de
redéposer ma question.
14.07 Marleen Govaerts (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, ik
ook.
14.07
Marleen Govaerts
(Vlaams Belang) : Moi aussi.
Le président: J'espère que vous ne déposerez pas la même
question. Il faudra que vous ayez quand même quelques éléments
nouveaux, sinon elle sera déclarée irrecevable. On ne peut
éternellement poser la même question, même si vous n'êtes pas
satisfaits des réponses du ministre. Une fois la question posée, on n'y
revient pas une deuxième fois, sauf fait nouveau patent; sans cela, on
patine pendant des mois. Veillez donc bien à ce que votre prochaine
question soit différente de celle-ci.
De voorzitter: Als die vragen
geen enkel nieuw element
bevatten, zullen ze onontvankelijk
worden verklaard.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
La réunion publique de commission est levée à 11.33 heures.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 11.33 uur.