CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 743
CRIV 51 COM 743
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DE L
'E
CONOMIE
,
DE LA
P
OLITIQUE
SCIENTIFIQUE
,
DE L
'E
DUCATION
,
DES
I
NSTITUTIONS SCIENTIFIQUES ET CULTURELLES
NATIONALES
,
DES
C
LASSES MOYENNES ET DE
L
'A
GRICULTURE
C
OMMISSIE VOOR HET
B
EDRIJFSLEVEN
,
HET
W
ETENSCHAPSBELEID
,
HET
O
NDERWIJS
,
DE
N
ATIONALE WETENSCHAPPELIJKE EN
CULTURELE
I
NSTELLINGEN
,
DE
M
IDDENSTAND
EN DE
L
ANDBOUW
mercredi
woensdag
16-11-2005
16-11-2005
Matin
Voormiddag
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu inté-
gral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit des
interventions ; les annexes se trouvent dans une brochure
séparée (PLEN: couverture blanche; COM: couverture
saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken; de
bijlagen zijn in een aparte brochure opgenomen
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
Plenum
COM
réunion de commission
COM
Commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 743
16/11/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i
SOMMAIRE
INHOUD
Question de Mme Annemie Roppe au ministre de
l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "la discrimination
à l'égard des patients psychiatriques dans le
secteur des assurances" (n° 8735)
1
Vraag van mevrouw Annemie Roppe aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "de
discriminatie ten opzichte van psychiatrische
patiënten in de verzekeringssector" (nr. 8735)
1
Orateurs:
Annemie Roppe, Marc
Verwilghen, ministre de l'Economie, de
l'Energie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique
Sprekers:
Annemie Roppe, Marc
Verwilghen, minister van Economie, Energie,
Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid
Question de Mme Zoé Genot au ministre de
l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "les brevets
logiciels et le brevet communautaire" (n° 8714)
4
Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de minister
van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de softwareoctrooien
en het Europees octrooi" (nr. 8714)
4
Orateurs: Zoé Genot, Marc Verwilghen,
ministre de l'Economie, de l'Energie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique
Sprekers: Zoé Genot, Marc Verwilghen,
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid
Question de Mme Trees Pieters au ministre de
l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "les tarifs réduits
de l'électricité pendant le week-end pour les PME"
(n° 8776)
7
Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de minister
van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de goedkopere
stroomtarieven voor KMO's tijdens het weekend"
(nr. 8776)
7
Orateurs: Trees Pieters, Marc Verwilghen,
ministre de l'Economie, de l'Energie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique
Sprekers: Trees Pieters, Marc Verwilghen,
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid
Question de Mme Trees Pieters au ministre de
l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "l'accord de
coopération relatif au fonds d'assainissement des
citernes à mazout" (n° 8778)
10
Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de minister
van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de
samenwerkingsovereenkomst voor het
stookolietankssaneringsfonds" (nr. 8778)
10
Orateurs: Trees Pieters, Marc Verwilghen,
ministre de l'Economie, de l'Energie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique
Sprekers: Trees Pieters, Marc Verwilghen,
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid
Question de M. Mark Verhaegen au ministre de
l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "l'élaboration
d'un plan stratégique pour l'approvisionnement en
énergie" (n° 8950)
11
Vraag van de heer Mark Verhaegen aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "het opstellen
van een strategisch plan voor energievoorziening"
(nr. 8950)
11
Orateurs:
Mark Verhaegen, Marc
Verwilghen, ministre de l'Economie, de
l'Energie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique
Sprekers:
Mark Verhaegen, Marc
Verwilghen, minister van Economie, Energie,
Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid
Question de Mme Ingrid Meeus au ministre de
l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "la participation
de la Belgique au projet KEO" (n° 8967)
13
Vraag van mevrouw Ingrid Meeus aan de minister
van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de deelname van
België aan het KEO-project" (nr. 8967)
13
Orateurs: Ingrid Meeus, Marc Verwilghen,
ministre de l'Economie, de l'Energie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique
Sprekers: Ingrid Meeus, Marc Verwilghen,
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid
CRIV 51
COM 743
16/11/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DE L'ECONOMIE,
DE LA POLITIQUE SCIENTIFIQUE,
DE L'EDUCATION, DES
INSTITUTIONS SCIENTIFIQUES
ET CULTURELLES NATIONALES,
DES CLASSES MOYENNES ET DE
L'AGRICULTURE
COMMISSIE VOOR HET
BEDRIJFSLEVEN, HET
WETENSCHAPSBELEID, HET
ONDERWIJS, DE NATIONALE
WETENSCHAPPELIJKE EN
CULTURELE INSTELLINGEN, DE
MIDDENSTAND EN DE
LANDBOUW
du
MERCREDI
16
NOVEMBRE
2005
Matin
______
van
WOENSDAG
16
NOVEMBER
2005
Voormiddag
______
De vergadering wordt geopend om 10.09 uur door de heer Paul Tant, voorzitter.
La séance est ouverte à 10.09 heures par M. Paul Tant, président.
De voorzitter: Collega's, mijnheer de minister, ik stel voor, daar de hoofdrolspelers voor de eerste punten
reeds hier zijn, van wal te steken. Mevrouw Roppe, ik geef u dus meteen het woord voor uw vraag aan de
minister.
01 Vraag van mevrouw Annemie Roppe aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel
en Wetenschapsbeleid over "de discriminatie ten opzichte van psychiatrische patiënten in de
verzekeringssector" (nr. 8735)
01 Question de Mme Annemie Roppe au ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "la discrimination à l'égard des patients psychiatriques dans le
secteur des assurances" (n° 8735)
01.01 Annemie Roppe (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, ik voel
mij zeer vereerd dat u mij een van de hoofdrolspelers noemt.
Mijnheer de minister, ik verwijs graag naar mijn vraag die ik vroeger in
deze commissie heb mogen stellen, op 27 april 2004, aan de
toenmalige minister van Economie. Daarin heb ik de problemen
aangekaart in verband met de hospitalisatieverzekering voor
psychiatrische patiënten. Er was toen wel degelijk sprake van een
discriminatie, en die is er nog steeds. Die discriminatie wordt zelfs
toegegeven door de verzekeringssector zelf en ook door de
ziekenfondsen.
Ik heb toen van de minister het antwoord gekregen dat mijn vraag in
algemene bewoordingen was gesteld en dat het niet erg duidelijk was
over welke discriminaties het precies ging. Nochtans had ik het heel
specifiek gehad over de hospitalisatieverzekering, die psychiatrische
patiënten na 12 maanden niet meer verzekert, en dat in tegenstelling
tot andere situaties of andere ziektes.
Graag of niet, ook de minister erkende dat chronisch zieken en
gehandicapten wel degelijk geconfronteerd worden met problemen op
verzekeringsvlak. Die zouden opgelost worden via een wet die de
01.01 Annemie Roppe (sp.a-
spirit): Les malades chroniques,
les personnes handicapées et plus
particulièrement les patients
psychiatriques connaissent des
problèmes en matière
d'assurance. Lors du Conseil des
ministres à Ostende, une série de
décisions qui devaient être
coulées dans une loi ont été prises
à cet égard. Il s'agissait de
l'allongement à vie de certaines
assurances, du droit des assurés
de prolonger à titre individuel une
assurance de groupe et du fait
qu'en cas d'omission involontaire
ou de communication fautive
involontaire certaines assurances
conserveraient leur caractère
incontestable.
Depuis, le projet de loi en question
16/11/2005
CRIV 51
COM 743
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
beslissingen zou omzetten die nog genomen werden op de
Ministerraad te Oostende. Ik herhaal toch nog even de beslissingen
die daar genomen werden.
Ten eerste, was er het levenslang maken van sommige
verzekeringen, onder meer de hospitalisatieverzekering; ten tweede,
de invoering van het recht van de verzekerde in een
groepsverzekering om die om te zetten op individuele basis wanneer
de collectieve verzekering een einde neemt wegens pensionering of
jobverlies en ten derde, de onbetwistbaarheid van de
hospitalisatieverzekering, de aanvullende ziekteverzekering, de
aanvullende arbeidsongeschiktheidsverzekering, de aanvullende
invaliditeitsverzekering en de verzekering gewaarborgd inkomen voor
de onopzettelijke verzwijgingen of onopzettelijke onjuiste mededeling
van medische gegevens twee jaar na de inwerkingtreding van de
genoemde verzekeringsovereenkomst.
Voor alle andere problemen zou een werkgroep opgericht worden die
voorstellen en conclusies zou neerleggen tegen einde 2004.
Het wetsontwerp is er gekomen, de werkgroep niet. Op het kabinet
van de minister hebben wij wel vernomen dat het wetsontwerp werd
voorgelegd aan de verbruikers- en patiëntenverenigingen, die zich
daarin niet konden vinden. Beide belangengroepen zouden nog
beraadslagen en hun advies bekendmaken aan de minister.
Ook mochten wij vernemen dat de werkgroep niet van start zou gaan
zonder een duidelijke afbakening van de drie voornoemde punten in
het wetsontwerp, en ook van de overige problemen die die werkgroep
zou aanpakken.
Mijnheer de minister, wat is de stand van zaken in dat dossier? Meer
bepaald, welk advies hebt u precies van de belangengroepen
gekregen op dat wetsontwerp?
Op welke manier kunt en zult u aan de bezwaren tegemoetkomen?
Binnen welke termijn plant u een wetsontwerp in te dienen in de
Kamer?
Hoe zal de discriminatie van psychiatrische patiënten met betrekking
tot de hospitalisatieverzekering in dat wetsontwerp worden
aangepakt? Hoe zult u die discriminatie anders aanpakken?
Wanneer zal de werkgroep, belast met de overige problemen, nog
van start gaan?
Ik dank u op voorhand al voor uw antwoord.
a été soumis aux associations de
consommateurs et de patients.
Est-il exact que le ministre a reçu
un avis négatif? En tiendra-t-il
compte? D'ici à quand peut-on
s'attendre à un projet définitif? Un
groupe de travail sera-t-il chargé
de traiter les problèmes qui
subsistent?
01.02 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer de voorzitter, mevrouw
Roppe, vier groepen werden geraadpleegd: het Vlaams
Patiëntenplatform, la Ligue des Usagers des Services de Santé
(LUSS), Test-Aankoop en Assuralia.
Ik verheel u niet dat voor mij om onbegrijpelijke redenen de beide
patiëntenverenigingen en Test-Aankoop gekant zijn tegen de in het
vooruitzicht gestelde reglementering, namelijk het levenslang maken
van de ziekteverzekeringsovereenkomst en het onbetwistbaar maken
01.02 Marc Verwilghen, ministre:
Pour des raisons
incompréhensibles, les deux
associations de patients qui ont
été consultées, de même que
Test-Achats, sont opposés aux
mesures proposées. Ces
organisations estiment que la
nouvelle réglementation est
CRIV 51
COM 743
16/11/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
van de ziekteverzekeringsovereenkomsten twee jaar na haar
inwerkingtreding. Dat zijn duidelijk beschermingsmaatregelen. Ik stel
echter vast dat de geraadpleegde groepen, op Assuralia na, van
oordeel zijn dat die reglementering overbodig is en zelfs een stap
achteruit zou zijn. Eerlijkheidshalve moet ik u zeggen dat dat voor mij
juridisch gezien onbegrijpelijk is.
Mijn kabinet heeft dat enkele maanden geleden op een
overlegvergadering aan de betrokken belangengroepen dan ook
omstandig uiteengezet en heeft gevraagd om, in het belang van de
zieken en de gehandicapten die men via het wetsontwerp vooruit wil
helpen, zich extra over de reglementering te beraden.
Wat de individuele voortzetting van de collectieve verzekering betreft,
waren er minder fundamentele bezwaren. Iedereen is het grosso
modo eens met het principe. Wat dat betreft, denk ik dat we vooruit
kunnen gaan.
Intussen heeft Test-Aankoop recentelijk zijn voorstel geconcretiseerd
om een wat zij noemen "vergrijzingsreserve" die in het kader van de
collectieve verzekering aangelegd wordt, mee te kunnen nemen
wanneer overgestapt wordt naar individuele verzekering. Dat voorstel
wordt nu technisch onderzocht maar dat heeft in elk geval een
perspectief en een opening geboden.
Voor het overige wacht ik nog altijd op het standpunt van de twee
belangengroepen na de hoger vermelde overlegvergadering. Ik wacht
tevens op de door het Vlaams Patiëntenplatform beloofde lijst van
verzekeraars die nu reeds een kortere termijn dan twee jaar zouden
hanteren op het vlak van de onbetwistbaarheid van de
ziekteverzekeringsovereenkomst.
Het wetsontwerp strekt ertoe de verzekerden beter te beschermen.
Het lijkt mij dan ook evident dat deze beschermingsregeling zowel
toepasselijk moet zijn op ziekteverzekeringsproducten aangeboden
door de verzekeringsondernemingen als op de aanvullende
ziekteverzekeringsproducten die aangeboden worden door de
mutualiteiten. Zieken en gehandicapten dienen aan dezelfde
beschermingsregeling onderworpen te zijn, ongeacht of zij nu bij een
verzekeringsmaatschappij dan wel bij een mutualiteit zijn aangesloten.
Test-Aankoop en het Vlaams Patiëntenplatform lijken om niet nader
omschreven redenen daarover een andere mening te hebben.
In de gegeven omstandigheden is het ook voor mij moeilijk om een
timing voorop te stellen. Dit is iets waarmee ik zeer graag vooruit zou
gaan, maar ik moet de gegevens nog krijgen. Test-Aankoop heeft ze
nu gegeven. Ik hoop dat ook de belangenverenigingen van de
patiënten dit doen.
Wat in het bijzonder uw vraag betreft inzake de psychiatrische
patiënten, sedert de antidiscriminatiewet van 25 februari 2003 is er
geen rechtstreekse of onrechtstreekse discriminatie meer mogelijk
tenzij de verschillende behandeling van die patiënten objectief en
redelijkerwijze gerechtvaardigd kan worden. De bewijslast voor dit
laatste rust, zoals u weet, bij de verzekeraar. Dat maakt het eigenlijk
nog een stuk eenvoudiger.
Het heeft ook geen zin de werkgroep belast met het bestuderen van
superflue et qu'elle signifie même
un retour en arrière. L'idée de la
poursuite individuelle d'une
assurance collective bénéficie par
contre de leur soutien. Mon
cabinet a demandé aux différentes
parties concernées de se pencher
à nouveau sur ce dossier.
Test-Achats a formulé entre-temps
une proposition tendant à convertir
l'assurance collective en une
assurance individuelle. Il convient
à présent d'étudier la faisabilité
d'une telle mesure sur le plan
technique. Pour le reste, j'attends
la position qu'adopteront les
groupements d'intérêts à l'issue
d'une nouvelle réunion de
concertation.
Le projet de loi entend mieux
protéger les assurés, c'est
pourquoi les nouvelles règles
devraient être imposées tant aux
compagnies d'assurances qu'aux
mutualités. Test-Achats et le
«Vlaams Patiëntenforum» ne sont
cependant pas d'accord avec ce
principe. Dans ces conditions, il ne
m'est pas encore possible de fixer
un calendrier.
Les patients psychiatriques ont vu
leur situation s'améliorer depuis la
loi anti-discrimination de 2003
parce que depuis lors, ils doivent
être traités comme les autres
patients.
Réunir le groupe de travail n'aura
de sens que lorsque tous ces
problèmes auront été résolus.
16/11/2005
CRIV 51
COM 743
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
andere verzekeringsproblemen opnieuw samen te roepen zolang de
hierboven aangehaalde problemen niet geregeld zijn. Ik heb hun dat
ook uitdrukkelijk laten weten. Deze problemen belemmerden precies
de werking van de werkgroep die zei dat het geen zin had dat ze
verder samen zouden komen zolang daarover niet beslist was.
Ik hoop dus dat misschien door uw vraag dit dossier opnieuw in een
stroomversnelling kan worden gebracht en dat de
patiëntenverenigingen inzien dat ze hun deel van het huiswerk ook
moeten volbrengen.
01.03 Annemie Roppe (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, ik dank
de minister voor zijn antwoord. Als er door mijn vraag een
stroomversnelling komt, zal ik zeer blij zijn. Het zou toch nuttig zijn dat
ook het kabinet er bij de patiëntenverenigingen op aandringt om daar
snel een uitspraak over te doen.
Voorts verbaast het mij nog altijd dat de problematiek, specifiek voor
de psychiatrische patiënten, verbonden wordt aan het andere
wetsontwerp. De discriminatie ter zake is immers duidelijk. Eigenlijk
zou daarvoor, los van het wetsontwerp dat wordt voorbereid, een
oplossing kunnen worden gezocht.
01.03 Annemie Roppe (sp.a-
spirit): Il me paraît utile que le
cabinet insiste auprès des
associations de patients pour
qu'elles se prononcent.
Je suis surprise d'entendre que le
problème des patients
psychiatriques est associé à la loi
anti-discrimination. Les patients
doivent dès lors prendre eux-
mêmes l'initiative. Ne peut-on
trouver une solution qui ne soit pas
liée à cette loi?
01.04 Minister Marc Verwilghen: Mevrouw Roppe, men weet dat
men gebruik kan maken van de wet op de antidiscriminatie. Men kan
dus de nodige stappen zetten in het geval van een discriminatie en in
sommige gevallen zijn er toch aanwijzingen in die richting.
01.05 Annemie Roppe (sp.a-spirit): U zegt dat "men" de nodige
stappen kan zetten. Bedoelt u daarmee de patiënt zelf of de
patiëntenverenigingen?
01.06 Minister Marc Verwilghen: De antidiscriminatiewet is zo
opgevat dat de gediscrimineerde het initiatief neemt. Men heeft het
nog gemakkelijk gemaakt door de bewijslast ten laste van de
verzekeraar te leggen. Ik denk dus dat er terzake geen enkel obstakel
meer is.
01.06 Marc Verwilghen, ministre:
Les personnes discriminées
doivent prendre l'initiative, mais la
charge de la preuve incombe
toutefois à l'assureur.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
02 Question de Mme Zoé Genot au ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur et de
la Politique scientifique sur "les brevets logiciels et le brevet communautaire" (n° 8714)
02 Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de softwareoctrooien en het Europees octrooi" (nr. 8714)
02.01 Zoé Genot (ECOLO): Monsieur le président, monsieur le
ministre, nous avons déjà eu l'occasion de discuter du brevetage des
logiciels et il serait intéressant de voir maintenant dans quelle
direction nous avançons.
Le commissaire européen aux Entreprises et à l'Industrie, M. Günter
Verheugen, a récemment laissé entendre que la Commission pourrait
bientôt relancer une proposition sur le brevet communautaire. Le
précédent texte sur le brevet communautaire prévoyait de mettre en
02.01 Zoé Genot (ECOLO): De
heer Günter Verheugen, Europees
Commissaris voor ondernemingen
en industrie, zou opnieuw een
voorstel met betrekking tot het
Gemeenschapsoctrooi indienen.
De vorige tekst voorzag in de
invoering van een drietalig octrooi
geldig voor de Europese Unie.
CRIV 51
COM 743
16/11/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
place un système de brevet unique pour l'Union européenne, en trois
langues, afin de le rendre plus accessible et moins cher pour les
entreprises.
Toutefois, selon ce texte, le brevet communautaire devrait appliquer
la jurisprudence que l'Office européen des brevets a développée pour
le brevet européen. Ceci inclut l'octroi de brevets sur des logiciels,
toujours selon les récentes pratiques de l'Office européen des
brevets, déviant de l'esprit et de la lettre de la Convention sur le
brevet européen signée à Munich en 1973, pratiques que l'Office
européen des brevets justifie difficilement par une différence abusive
entre un "logiciel" et un "logiciel en tant que tel". Cette interprétation
douteuse de la Convention sur le brevet européen a été fortement
rejetée par le Parlement européen le 6 juillet dernier à une majorité
écrasante de 648 voix sur 680. Le texte en question, selon l'avis de
plusieurs experts juridiques indépendants et de l'aveu même de la
Commission, validait les pratiques de l'Office européen des brevets
en ce qui concerne les brevets logiciels.
Déjà en 1998, dans un mémo interne, la Commission européenne
invitait les Etats membres signataires de la Convention sur le brevet
européen à s'entendre pour supprimer l'article 52.2 de la convention
qui excluait les logiciels du champ du brevetable.
Nous sommes un peu inquiets puisqu'il semblerait que, malgré ce
vote très clair du Parlement européen, le commissaire ait des velléités
de faire avancer un texte qui, peut-être, prévoirait quand même ce
brevetage des logiciels.
J'aurais donc voulu savoir comment la Belgique allait être associée à
cette réflexion et comment nous allions nous y opposer.
Y a-t-il, sur le projet de brevet communautaire, une continuité ou un
changement quant à la doctrine suivie jusqu'ici par la Commission
européenne visant à légaliser la jurisprudence de l'Office européen
des brevets en ce qui concerne les brevets délivrés sur des logiciels
ou sur des méthodes d'affaires?
En fonction de la position prise par la délégation belge en 2004 et
2005 sur la directive "brevets de logiciels", pouvez-vous vous engager
à refuser de donner votre soutien à toute proposition validant les
pratiques de l'Office européen des brevets en matière de brevets
logiciels? Je souligne, par ailleurs, qu'il y a toute une série de travaux
de simplification effectués par l'Office européen des brevets qui nous
paraissent néanmoins intéressants.
Volgens die tekst zou het
Gemeenschapsoctrooi de
rechtspraak moeten volgen die het
Europees Octrooibureau voor het
Europees octrooi had ontwikkeld,
met inbegrip bij de toekenning van
softwareoctrooien, en die afwijkt
van de letter en de geest van het
Europese Octrooiverdrag dat in
1973 in München werd
ondertekend. De twijfelachtige
interpretatie gebaseerd op het
onderscheid tussen "software" en
"software als dusdanig" werd op 6
juli jongstleden met 648 op 680
stemmen door het Europees
Parlement verworpen.
In 1998 heeft de Commissie de
lidstaten reeds verzocht artikel
52.2 van het Verdrag te
schrappen.
Neemt de Europese Commissie
thans een andere houding aan ten
aanzien van het ontwerp inzake
het Gemeenschapsoctrooi of blijft
ze bij haar oude standpunt?
Zal u elk voorstel verwerpen dat
de praktijken van het Europees
Octrooibureau inzake de
softwareoctrooien bekrachtigt?
02.02 Marc Verwilghen, ministre: Monsieur le président, chère
collègue, pour répondre à votre première question, il convient de
rappeler que, d'une part, l'Union européenne n'a pas abandonné
l'objectif de voir adopter un règlement sur le brevet communautaire en
tant qu'instrument qui, dans le cadre de l'Agenda de Lisbonne,
permettra de promouvoir l'innovation et la compétitivité de l'économie
européenne et que, d'autre part, la Belgique est, par principe,
favorable à l'adoption d'un tel instrument.
Comme vous le savez, la dernière version du projet de règlement sur
le brevet communautaire soumise au Conseil Compétitivité date du 11
mars 2004. Ma réponse se fonde sur ce texte et est formulée sous
02.02 Minister Marc Verwilghen:
De Europese Unie overweegt nog
steeds om een verordening
betreffende het
Gemeenschapsoctrooi uit te
vaardigen. België is daar in
principe niet tegen gekant.
Mijn antwoord is gestoeld op de
laatste versie van het ontwerp van
verordening inzake het
Gemeenschapsoctrooi die aan de
16/11/2005
CRIV 51
COM 743
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
réserve d'un éventuel nouveau texte que je ne connais pas encore.
L'article 28.1.a) du projet de règlement sur le brevet communautaire
prévoit que "le brevet communautaire ne peut être déclaré nul que
pour les motifs suivants: a) L'objet du brevet n'est pas brevetable
selon les articles 52 à 57 de la Convention sur le brevet européen. Or,
l'article 52.2.c de cette convention dispose que ne sont pas
considérées comme des inventions au sens de l'article 52.1 les
programmes d'ordinateur".
Ce renvoi à l'article 52.2.c de la Convention implique une exclusion de
la brevetabilité des programmes d'ordinateur en tant que tels. En
outre, l'article 9.i du projet de règlement sur le brevet communautaire
prévoit que, je cite: "les droits conférés par le brevet communautaire
ne s'étendent pas aux actes autorisés en vertu des articles 5 et 6 de
la directive de 1991 concernant la protection juridique des
programmes d'ordinateur par un droit d'auteur, en particulier en vertu
des dispositions relatives à des compilations et à l'interopérabilité".
Ces éléments correspondent à la position de la délégation belge dans
le cadre du débat européen relatif à la brevetabilité des inventions
mises en oeuvre par ordinateur.
En outre, si l'Union européenne se dotait d'un brevet communautaire,
la validité de celui-ci devrait relever de la compétence des juridictions
communautaires. Cela signifie que la Cour de justice des
Communautés européennes devrait, in fine, pouvoir se prononcer sur
la portée de l'exclusion de la brevetabilité des programmes
d'ordinateur.
Il ressort de ce qui précède que le projet de règlement sur le brevet
communautaire ne modifie rien et n'ajoute rien aux conditions de
brevetabilité des inventions telles qu'elles sont actuellement définies
par la Convention. Il ne se prononce donc pas spécifiquement sur les
pratiques de l'OEB en matière de brevetabilité des inventions mises
en oeuvre par ordinateur.
Pour votre deuxième question, il ressort des éléments donnés en
réponse à votre première question que le projet de règlement sur le
brevet communautaire ne se prononce pas sur les pratiques de
l'Office en matière de brevetabilité des inventions mises en oeuvre par
ordinateur.
Si, à l'avenir, dans le cadre d'une éventuelle reprise des discussions
sur le projet de règlement relatif au brevet communautaire, des
dispositions spécifiques étaient proposées afin de valider les
pratiques de l'Office en la matière - ce qui n'est pas le cas jusqu'à
présent - le gouvernement belge examinerait ces propositions au
regard de sa position concernant la brevetabilité des inventions mises
en oeuvre par ordinateur. Donc, la position que nous avons toujours
défendue ne bouge pas.
Raad Concurrentievermogen van
11 maart 2004 werd voorgelegd.
Artikel 28, 1. a) van dat ontwerp
bepaalt dat "het
Gemeenschapsoctrooi slechts
nietig kan worden verklaard indien
het voorwerp van het octrooi op
grond van de artikelen 52 tot en
met 57 van het Verdrag inzake het
Gemeenschapsoctrooi niet
octrooieerbaar is". Artikel 52, 2. c)
bepaalt echter dat
computerprogramma's niet als
uitvindingen worden beschouwd.
Bovendien stelt artikel 9 i) dat "de
uit een Gemeenschapsoctrooi
voortvloeiende rechten zich niet
uitstrekken tot de handelingen die
zijn toegestaan krachtens de
artikelen 5 en 6 van de richtlijn van
1991 betreffende de bescherming
van computerprogramma's door
een auteursrecht, met name
krachtens de bepalingen inzake
compilaties en interoperabiliteit".
Die elementen stemmen overeen
met het standpunt dat België in het
debat betreffende de
octrooieerbaarheid van in
computers geïmplementeerde
uitvindingen inneemt.
Als de Europese Unie een
Gemeenschapsoctrooi invoert,
moeten de rechterlijke instanties
van de Unie, met name het Hof
van Justitie van de Europese
Gemeenschappen, over de
rechtsgeldigheid ervan beslissen.
Het ontwerp van verordening
betreffende het
Gemeenschapsoctrooi wijzigt dus
geenszins de huidige voorwaarden
van het verdrag inzake de
octrooieerbaarheid van
uitvindingen en spreekt zich
evenmin uit over het optreden van
het Europees Octrooibureau ter
zake.
Op uw tweede vraag kan ik
antwoorden dat het ontwerp van
verordening met betrekking tot het
Gemeenschapsoctrooi zich niet
uitspreekt over de praktijken van
het Europees Octrooibureau
inzake de octrooieerbaarheid van
in computers geïmplementeerde
CRIV 51
COM 743
16/11/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
uitvindingen.
Indien in het kader van een
eventuele hervatting van de
besprekingen over het ontwerp
van verordening met betrekking tot
het Gemeenschapsoctrooi
maatregelen worden voorgesteld
om de praktijken van het
Octrooibureau terzake te
bekrachtigen, zullen we ze
onderzoeken in het licht van ons
standpunt
over de
octrooieerbaarheid van in
computers geïmplementeerde
uitvindingen. Met andere woorden,
we blijven bij ons standpunt.
02.03 Zoé Genot (ECOLO): Je suis donc rassurée d'apprendre que
nous continuons de travailler sur un texte basé sur la Convention sur
le brevet européen, et pas sur les pratiques de l'Office européen des
brevets, et de savoir que la Belgique continuera sur cette voie,
puisque nous avions maintenu cette ligne lors des précédentes
discussions, au lieu de tenir une position plus souple sur la
brevetabilité des logiciels.
02.03 Zoé Genot (ECOLO): Het
stelt me gerust dat we doorgaan
met een tekst die gebaseerd is op
het Europese Octrooiverdrag en
dat we op de ingeslagen weg
verder gaan.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
03 Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de goedkopere stroomtarieven voor KMO's tijdens het weekend" (nr. 8776)
03 Question de Mme Trees Pieters au ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur et
de la Politique scientifique sur "les tarifs réduits de l'électricité pendant le week-end pour les PME"
(n° 8776)
03.01 Trees Pieters (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, de Vlaamse regering keurde een voorontwerp van besluit
goed om laagspanningsklanten uitgerust met een dag- en nachtmeter
ook in de daguren van het weekend te laten genieten van het lagere
nachttarief.
Vlaams minister van Energie Kris Peeters nam hiertoe het initiatief om
zodoende de kostprijs van energie voor zelfstandigen en KMO's
gevoelig te verlagen. Dat voorontwerp van besluit werd aan de Raad
van State overgemaakt en werd door deze verworpen omdat het
volgens de Raad om een federale materie gaat.
Het zou hier nochtans gaan over 450.000 kleine professionele
verbruikers met een tweevoudige tariefmeter die zouden kunnen
genieten van een prijsdaling. Ook op het vlak van energiebesparing
heeft dit Vlaams voorontwerp van besluit zijn verdiensten. De regeling
biedt KMO's de kans om hun elektriciteitsverbruik gedeeltelijk te
verschuiven naar de stille uren. Daardoor wordt het afnameprofiel van
het elektriciteitsverbruik afgevlakt zodat de elektriciteitscentrales
efficiënter en energiezuiniger kunnen werken.
Mijnheer de minister, ik wil u twee vragen stellen. Hebt u als bevoegd
federaal minister plannen om een initiatief te nemen voor een
dergelijke regeling? Zult u hiertoe overleg plegen met de Vlaamse
03.01 Trees Pieters (CD&V): Un
avant-projet de décret du
gouvernement flamand tendant à
accorder aux PME, pendant les
week-ends aussi, les tarifs
d'électricité réduits appliqués de
nuit, a été rejeté par le Conseil
d'État parce que la tarification
constitue une compétence
fédérale.
Une réglementation sera-t-elle
élaborée au niveau fédéral? Le
ministre se concertera-t-il sur le
sujet avec le gouvernement
flamand? Une concertation
régulière est-elle organisée entre
ces deux niveaux de décision en
matière d'énergie?
16/11/2005
CRIV 51
COM 743
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
regering? In hoeverre vindt er regelmatig overleg plaats tussen beide
beleidsniveaus omtrent energie?
03.02 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer de voorzitter, mevrouw
Pieters, u zult mij toelaten bij mijn antwoord tegelijkertijd de vraag
gesteld door de heer De Padt - die nu niet aanwezig is - te betrekken
omdat dit een volledig beeld schetst van de problematiek in kwestie.
De Vlaamse regering heeft reeds enige tijd geleden - op
28 mei 2004 - een wetgevend initiatief genomen om het nachttarief uit
te breiden tot het weekend. De Vlaamse regering verpakte die
maatregel in de openbare dienstverplichtingen. De Raad van State
oordeelde echter dat de maatregel een grove schending was van de
door de wet opgelegde bevoegdheidsverdeling. De tarieven zijn
immers een federale bevoegdheid. Daarover is geen discussie
mogelijk.
Het Vlaams wetsontwerp werd dan ook door de Raad van State
afgeschoten. Ik had op dat ogenblik dan ook verwacht dat de
Vlaamse regering met betrekking tot dit voor haar toch belangrijk
dossier een formele vraag zou hebben gericht tot het federaal niveau
om de zaak te onderzoeken. Ik heb geen reactie gekregen, maar ben
echter niet bij de pakken blijven zitten.
Ik heb zelf de CREG op 3 augustus 2005 verzocht, onmiddellijk na het
advies van de Raad van State, te onderzoeken wat de onmiddellijke
impact van een dergelijke maatregel zou zijn voor de netgebruikers en
ook of er een impact is op de directe of indirecte kosten voor
leveranciers, distributienetbeheerders en afnemers. Daarnaast vroeg
ik de regulator ook na te gaan of er op geen enkele wijze een
mogelijke prijsverhogend effect kan optreden voor de andere
categorieën van afnemers. Ik denk in dat geval aan een
controversiële maatregel inzake gratis stroom, die vroeger al eens
was genomen. De CREG berekende dat de maatregel de afnemers
meer kost dan wat hij opbrengt.
Op 6 oktober 2005 is mij een studie bezorgd door de CREG. Ik ben
van oordeel dat die studie onvoldoende cijfers bevat waaruit kan
blijken hoe groot een mogelijk kostenverhogend effect kan zijn en wat
dit per verbruikerscategorie betekent. Ik wil daar nog iets aan
toevoegen. De toevoeging van een extra maatregel in de tekst op
Vlaams niveau, namelijk het feit dat een eventuele prijsverhoging,
gelet op de hogere kosten, niet kan worden gerecupereerd via het
dagtarief van netgebruikers met een enkelvoudige uurmeter, maar
alleen via netgebruikers met een tweevoudige meter, kan ertoe leiden
dat de netbeheerders en de leveranciers hun dag- en nachttarieven
zullen moeten verhogen. Dit zal alleen terechtkomen op afnemers met
een dubbel tarief. De CREG geeft aan dat het voordeel van de
voorgestelde maatregel op dat moment volledig wordt tenietgedaan.
Dat blijkt wel uit de studie die reeds werd bezorgd.
De tarieven van de netbeheerders zijn onderworpen aan de
goedkeuring van de CREG, maar dit is niet het geval voor de tarieven
van leveranciers die, zoals u weet, volledig vrij zijn.
Samengevat komt het erop neer dat, ten eerste, de invoering zou
kunnen, maar dat levert alleen voor de netgebruikers met een
tweevoudige teller een mogelijk voordeel op. Ten tweede, de
03.02 Marc Verwilghen, ministre:
Je m'étais attendu à une demande
formelle du gouvernement
flamand après le rejet de l'avant-
projet de décret par le Conseil
d'État. Cette demande n'a pas été
formulée, mais cela ne m'a pas
empêché de charger la CREG de
mener une étude sur l'incidence
financière de cette mesure. J'ai
aussi demandé au régulateur si un
tel tarif préférentiel ne risquait pas
d'entraîner une hausse des tarifs
pour les autres catégories de
consommateurs.
L'importance de la hausse des
coûts ne ressort pas assez
clairement de l'étude que j'ai reçue
le 6 octobre 2005 de la CREG. De
plus, l'avant-projet flamand
comporte une clause stipulant que
l'augmentation de prix ne peut être
récupérée que par le biais des
utilisateurs du réseau disposant
d'un compteur bi-horaire. Or, il
s'agit précisément des
bénéficiaires de la mesure, ce qui
en annule l'avantage selon la
CREG.
Les tarifs des gestionnaires de
réseau sont soumis à
l'approbation de la CREG mais
cette disposition ne s'applique pas
aux tarifs des fournisseurs.
En résumé, l'élargissement du tarif
de nuit au week-end ne profitera
qu'aux utilisateurs qui disposent
d'un compteur bi-horaire. C'est
l'utilisateur qui supporte
entièrement le coût de l'installation
d'un tel compteur. Si tous les
utilisateurs participent au coût de
l'élargissement du tarif réduit, ceux
ne disposant que d'un compteur
ordinaire seront également mis à
contribution. Avec la proposition
flamande, les avantages de
l'élargissement du tarif de nuit au
week-end disparaissent d'ailleurs
entièrement.
CRIV 51
COM 743
16/11/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
netgebruikers met een enkelvoudige teller moeten een tweevoudige
uurmeter plaatsen om van de maatregel te kunnen genieten. De
installatiekosten worden dan volledig gedragen door de netgebruiker
zelf. Daar moeten wij rekening mee houden.
Ten derde, de voorgestelde Vlaamse maatregel om de extra kosten
van deze maatregel enkel te laten dragen door zij die van de
maatregel genieten houdt in dat de voordelen van de uitbreiding van
het nachttarief naar het weekend volledig komen te vervallen.
Ten vierde, men kan natuurlijk stellen dat iedereen moet meebetalen
voor deze maatregelen maar dat betekent dat netgebruikers met een
enkelvoudige teller meebetalen via een tariefverhoging voor het
voordeel dat enkel door netgebruikers met een tweevoudige teller
wordt genoten.
Ik ga na ontvangst van verdere cijfergegevens van de CREG de zaak
verder onderzoeken en ik zal daar hoe dan ook de Gewesten bij
betrekken. Ik kan u zeggen dat ik een initiatief heb genomen, namelijk
de studie die ik juist heb toegelicht.
Wat uw tweede vraag betreft, ik verwacht van de betrokken Gewesten
een actieve medewerking in dit dossier. Bij een eventueel voorstel
wens ik hun advies te bekomen. Ik wil immers weten of zij er akkoord
mee kunnen gaan dat zoals door de CREG is aangegeven bij een
uitbreiding van het nachttarief tot het weekend voor dezelfde categorie
netgebruikers mogelijk een tariefverhoging tijdens de dag optreedt.
Er is ook een regelmatig overleg voor energie dat plaatsgrijpt. Er is
ten eerste Enover, het formeel energieoverleg. Daarnaast is er ook
het maandelijks overleg tussen de federale en de gewestelijke
energieregulator. Dat is een tweede kanaal. Een derde kanaal vormen
de interministeriële conferenties.
Ik moet u wel zeggen dat u zich van dat laatste niet te veel moet
voorstellen want ik kan u enkele voorbeelden geven waarin er een
absoluut gebrek aan samenwerking is, niettegenstaande initiatieven
die door mij ondernomen zijn.
Ik stuurde een ontwerp van samenwerkingsovereenkomst voor het
kabel- en leidingeninfopunt om te weten waar de kabels en de
leidingen liggen. Ghislengien heeft ons daartoe gebracht. Het
resultaat was dat er geen antwoord kwam.
Ik riep de regio's tot driemaal toe samen om rond de tafel te zitten met
betrekking tot de invoering van heffingen op energie, om deze te
kunnen plafonneren. Het resultaat was dat er geen respons kwam.
We pleitten ook voor de harmonisatie van isolatienormen in de
Gewesten. Geen medewerking.
Ik verzocht de Gewesten mee te werken aan de oprichting van de
ombudsdienst voor energie. Geen constructieve houding.
We verzochten de Gewesten de politiek inzake de groene-
stroomcertificaten te harmoniseren. Geen positieve beweging. Wat
dat laatste betreft, kan ik het alleen maar betreuren.
Je demande la collaboration active
des Régions. Elles devraient, par
exemple, clairement marquer leur
accord sur le fait que
l'élargissement du tarif réduit peut
entraîner une augmentation du
tarif de jour.
Il existe plusieurs types de
concertation en matière
énergétique : la concertation
Concere entre l'État et les
Régions, une concertation
mensuelle entre les régulateurs
fédéraux et régionaux de l'énergie
et les conférences
interministérielles. Cette dernière
forme de collaboration pourrait
être largement améliorée : j'ai déjà
pris plusieurs initiatives mais la
réponse est toujours
particulièrement timide.
16/11/2005
CRIV 51
COM 743
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
Ik viseer niet een Gewest, het is een algemene vaststelling die ik
moet maken. Er zou toch een minimum aan inspanningen moeten
worden geleverd, een soort van synergie tussen het federale niveau
en de Gewesten, om daarin een stap voorwaarts te kunnen zetten.
Wat dat betreft ben ik dus gerust bereid om samen te werken maar
dan verwacht ik, zoals in een huwelijk, evenveel liefde van de andere
kant.
03.03 Trees Pieters (CD&V): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw
antwoord, hoewel er geen oplossing wordt geboden voor de situatie
van zelfstandigen en KMO's die in de volledige oplossing die de
regering begin september heeft uitgedokterd inzake de tariefverlaging
niet aan bod zijn gekomen. U zegt mij dat u nog verdere gegevens
hebt gevraagd aan de CREG. Als u die hebt ontvangen, kunt u een
volledig antwoord geven. Ik denk dat het belangrijk is om te kijken of
er voor die sectoren niets kan worden gedaan.
Wij hebben vanmorgen een schrijnende oproep gehoord vanuit het
onderwijs. Daar wordt men ook geconfronteerd met een derde
tariefverhoging van energie. Iedereen zal ermee worden
geconfronteerd en zal de vraag aan de beleidsinstanties richten.
Voorts zal ik uw antwoord over de samenwerking tussen het federale
en het Vlaamse niveau aan de collega's van de Vlaamse regering
bezorgen. Ik vraag toch dat er op deze punten verduidelijking komt en
waarom op bepaalde vragen niet werd gereageerd.
03.03 Trees Pieters (CD&V):
L'augmentation des coûts
énergétiques constitue une
énorme charge pour les
indépendants et les PME. J'espère
que le ministre utilisera les
données du CREG à bon escient.
Je demanderai en tout cas au
gouvernement flamand de prendre
au sérieux la coopération en
matière d'énergie avec le niveau
fédéral.
03.04 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer de voorzitter, er is
natuurlijk het degressieve tarief dat we hier hebben goedgekeurd en
dat van toepassing wordt op een aantal sectoren. Voor mij spreekt het
vanzelf dat, indien uit de studie van de CREG zou blijken dat de
maatregelen effectief een voordeel opleveren voor de sectoren die
men viseert, we er alle belang bij hebben om die stap te zetten.
03.04 Marc Verwilghen, ministre:
Le tarif dégressif est bien
d'application dans certains
secteurs.
Si l'étude de la CREG s'avère
positive, je prendrai les mesures
nécessaires.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos
De voorzitter: Ik geef mevrouw Pieters nu het woord voor haar tweede vraag. In principe had ook de heer
Depoortere een vraag moeten stellen over dit onderwerp maar hij is hier niet. U zult het dus alleen moeten
doen, mevrouw Pieters.
04 Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de samenwerkingsovereenkomst voor het stookolietankssaneringsfonds"
(nr. 8778)
04 Question de Mme Trees Pieters au ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur et
de la Politique scientifique sur "l'accord de coopération relatif au fonds d'assainissement des citernes
à mazout" (n° 8778)
04.01 Trees Pieters (CD&V): Mijnheer de voorzitter, deze vraag
kadert een beetje in dezelfde sfeer. Het gaat over de samenwerking
tussen de diverse niveaus in dit land.
Op 20 mei 2005 hebben de bevoegde ministers van de drie Gewesten
en de federale regering een protocol afgesloten om een fonds op te
richten dat in tussenkomsten voorziet in de financiële lasten die het
gevolg zijn van bodemverontreiniging door particuliere stookolietanks.
04.01 Trees Pieters (CD&V): Les
ministres régionaux et fédéral
compétents ont conclu le 20 mai
2005 un accord visant à la création
d'un fonds pour les charges
financières découlant de la
pollution du sol due aux citernes à
mazout des particuliers. Le
CRIV 51
COM 743
16/11/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
In het protocol hebben de ministers zich ertoe verbonden om ten
laatste op 30 juni 2005 de principes van het protocol in een
samenwerkingsovereenkomst uit te werken. Voor zover ik weet mijn
vraag dateert van 28 oktober en is gebaseerd op een verhaal dat
dateert van 25 oktober is er tot op vandaag nog niets in huis
gekomen van die samenwerkingsovereenkomst. Gezinnen die met
problemen kampen, worden dus aan hun lot overgelaten.
Het was aanvankelijk de bedoeling dat het fonds ten laatste op 1
augustus 2002 in werking zou treden om de kosten van eventuele
lekken te helpen opvangen. Vanaf dat moment moeten de
consumenten bewijzen dat hun ondergrondse gasolietank lekdicht is.
Mijnheer de minister, waar blijft die samenwerkingsovereenkomst?
Wanneer mogen we die verwachten? Hoe komt het dat die op dit
ogenblik nog altijd niet ondertekend is? Tenzij ik verkeerd ben
ingelicht of de zaak ondertussen is gewijzigd.
protocole précise qu'un accord de
coopération en la matière devait
être élaboré pour le 30 juin 2005
au plus tard. Pourquoi cet accord
n'a-t-il pas encore été conclu?
04.02 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer de voorzitter, mevrouw
Pieters, jammer genoeg bent u correct ingelicht. Ik had het ook liever
anders gehad. U weet dat we op 20 mei 2005 een protocol hebben
onderschreven met de gewestelijke ministers van Milieu. Op dit
ogenblik kent de uitvoering van dit protocol weerstand bij de minister
van Leefmilieu van het Brussels Gewest, mevrouw Huytebroeck.
De inkomsten van dit fonds zijn gebaseerd op het
mutualiseringsprincipe van de gebruikers die op gasolie verwarmen.
Juridisch advies terzake luidt dat in dit geval deze consumenten
maximaal kunnen genieten van het fonds. Na ondertekening van het
protocol kwam aan het licht dat mevrouw Huytebroeck het
saneringsdossier in het Brussels Gewest wenste te gebruiken als
promotie om consumenten aan te zetten om over te schakelen op
gas. Dat is totaal onaanvaardbaar voor de sector van de distributie
van gasolie. Dit heeft ons in een totale impasse gebracht.
Om het dossier te deblokkeren heb ik mevrouw Huyttebroek
uitgenodigd voor overleg. Mocht dit geen oplossing bieden, zal ik mijn
diensten opdracht geven overleg te plegen met de sector van de
stookoliedistributie om vooralsnog tot de oprichting van het bewuste
fonds te komen, weliswaar op een andere manier dan tot op heden
geconcipieerd was.
04.02 Marc Verwilghen, ministre:
Après la signature du protocole, il
est apparu que la ministre
bruxelloise de l'Environnement
voulait utiliser ce dossier en
Région bruxelloise pour inciter les
consommateurs à passer au gaz
naturel. Cette situation est
inacceptable pour le secteur de la
distribution de mazout.
Je vais inviter la ministre
bruxelloise à une entrevue. Si
celle-ci ne débouche pas sur une
solution, je me concerterai avec le
secteur de la distribution pour
examiner les possibilités de créer
néanmoins ce fonds.
04.03 Trees Pieters (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, uw gekozen methode is de goede weg. Het kan niet dat één
Gewest dwarsligt en alzo twee andere Gewesten verhindert fatsoenlijk
te laten werken. Er moet, mijns inziens, ferm worden opgetreden.
04.03 Trees Pieters (CD&V): Il
faut intervenir de façon ferme. Il
n'est en effet pas acceptable
qu'une Région empêche les deux
autres de travailler
convenablement.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van de heer Mark Verhaegen aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel
en Wetenschapsbeleid over "het opstellen van een strategisch plan voor energievoorziening"
(nr. 8950)
05 Question de M. Mark Verhaegen au ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur et
de la Politique scientifique sur "l'élaboration d'un plan stratégique pour l'approvisionnement en
énergie" (n° 8950)
16/11/2005
CRIV 51
COM 743
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
05.01 Mark Verhaegen (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, u weet dat de voorbije week de Senaatscommissie voor
Financiën en Economie op bezoek ging naar de Kempen, naar het
Studiecentrum voor Kernenergie in Mol en naar het bedrijf
Belgonucleaire in Dessel.
Commissievoorzitter Jean-Marie Dedecker deed daar nogal boude
uitspraken. Dat is zijn stijl natuurlijk. Hij zei dat het moratorium op
kernenergie niet langer houdbaar was. Hij voegde eraan toe dat het
tijd werd dat ook andere politieke partijen dat eindelijk eens zouden
inzien.
Ook wij hebben altijd gesteld dat een vervroegde en ondoordachte
uitstap uit de kernenergie een grote vergissing is. Wij wensen echter
ook de problematiek geïncorporeerd te zien in een echt, strategisch
plan in samenwerking met de verschillende actoren uit de
economische sector. Uiteindelijk moet dat leiden tot een soort
uitrustingsplan inzake energievoorziening voor de komende jaren ik
zou bijna zeggen naar Frans model onder de benaming
"Oriëntatiewet over energie voor de komende decennia".
Daaraan is een brede consultatie van de bevolking voorafgegaan.
Hetzelfde is in Nederland gebeurd.
De huidige regering subsidieert wel hernieuwbare energiebronnen,
waarvan in de verste verte niet vaststaat of ze ooit economisch
rendabel zullen zijn. Ik denk daarbij aan zon en wind. Ook is nu al
dat is de positieve kant een aantal kosten en effectieve oplossingen
bekend met directe resultaten, bijvoorbeeld warmtekrachtcentrales
met hoog rendement. Er moet echter volgens ons een
voorafspiegeling van de toekomst komen. De vrijmaking van de
energiemarkt moet volgens ons ook worden bijgestuurd, zeker met
het oog op een grotere bevoorradingszekerheid in eigen land,
voldoende productie en concurrentiële prijzen.Daarom wens ik de
minister twee vragen te stellen.
Ten eerste, is de minister ook van mening dat het moratorium op
kernenergie niet langer houdbaar is?
Ten tweede, is de minister bereid om een groot maatschappelijk
debat te voeren met alle actoren van de economie rond een soort
strategisch energieplan op lange termijn, zoals dat ook in de
buurlanden is gebeurd?
05.01 Mark Verhaegen (CD&V) :
En tant que président de la
commission des Finances et des
Affaires économiques du Sénat,
M. Jean-Marie Dedecker a déclaré
que le moratoire sur l'énergie
nucléaire n'était pas tenable. Le
CD&V l'affirme depuis plus
longtemps déjà. Nous sommes
partisans d'un plan stratégique
avec tous les acteurs du secteur
économique. Cela devrait
permettre d'aboutir à un plan
d'équipement pour
l'approvisionnement énergétique à
long terme.
Le ministre pense-t-il également
que le moratoire sur l'énergie
nucléaire n'est pas tenable? Est-il
prêt à mener un grand débat de
société à propos d'un plan
stratégique à long terme en
matière d'énergie?
05.02 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Verhaegen, er is in deze commissie al een aantal keren een vraag
gesteld met dezelfde draagwijdte. Het is meestal mevrouw Creyf die
mij daarover even aan de tand voelt. Ik zal dus herhalen wat ik reeds
eerder heb gezegd.
Ten eerste, sinds de wet houdende de geleidelijke uitstap uit de
kernenergie voor industriële elektriciteitsproductie van 31 januari 2003
is er geen nieuwe politieke beslissing genomen.
Ten tweede, vooraleer men een nieuwe politieke beslissing zou
kunnen nemen, heb ik het Federaal Planbureau de opdracht gegeven
een wetenschappelijke en economische studie te maken over de
05.02 Marc Verwilghen, ministre:
Le gouvernement n'a pas encore
pris de décision politique depuis
l'adoption de la loi du 31 janvier
2003 sur la sortie progressive du
nucléaire.
J'ai chargé le Bureau fédéral du
Plan de mener une étude sur les
perspectives énergétiques
jusqu'en 2030. Le Bureau du Plan
est secondé par la commission
Énergie 2030, où siègent de
CRIV 51
COM 743
16/11/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
energieperspectieven tot 2030. Dat is een langetermijnvisie, wat tot op
heden nooit is gebeurd. Het Planbureau wordt voor deze taak
gestuurd en begeleid door de commissie Energie 2030. Die bestaat
uit Belgische en buitenlandse experts met een zeer sterke knowhow
op dat domein.
De conclusies van deze commissie worden verwacht in de loop van
2006 en zullen het voorwerp uitmaken, daartoe heb ik mij al
geëngageerd, van een debat met de verschillende actoren van de
industrie, de sociale partners, de regulatoren en milieudeskundigen
om op dat ogenblik een discussie te kunnen voeren met kennis van
zaken. Wie weet tot wat die discussie zal leiden. Misschien ligt daarin
ook het antwoord vervat op de vraag die u nu stelt. Dan zullen we die
met kennis van zaken kunnen beantwoorden.
nombreux experts. Les
conclusions de cette étude sont
attendues d'ici à la fin de 2006 et
seront suivies d'un vaste débat de
société.
05.03 Mark Verhaegen (CD&V): Mijnheer de minister, ik dank u voor
uw antwoord en ook voor het feit dat u het Federaal Planbureau een
toekomstprognose laat maken. Wij hopen dan ook dat die snel klaar
is zodat wij daarover ook een uitvoerig maatschappelijk debat kunnen
houden. Op die manier kunnen krachtlijnen voor de komende
generatie definitief worden vastgelegd.
Wij maken ons immers zorgen over het feit dat er jaren niet wordt
geïnvesteerd in bepaalde sectoren. Als men niet investeert, zullen er
risico's voor de productie zijn en wordt de kans groter op
stroomonderbrekingen. Ik wil daarmee alleen zeggen dat er snel moet
worden gehandeld en dat wij snel duidelijkheid moeten hebben over
de toekomst van het geheel van de energie voor de komende jaren.
Wij hebben vroeger reeds in die zin initiatieven genomen en vragen
gesteld in de plenaire vergadering. Wij zijn verheugd dat er een
strategisch plan voor de toekomst wordt gemaakt, zoals mevrouw
Creyf reeds verschillende keren had gevraagd. Ik dank u.
05.03 Mark Verhaegen (CD&V):
Nous espérons pouvoir disposer
rapidement des prévisions du
Bureau du Plan, de telle sorte que
les lignes directrices pour les
générations à venir puissent être
définies dans le cadre d'un débat
de société. L'on s'expose à des
risques en s'abstenant d'investir
dans le secteur énergétique
pendant plusieurs années. Il
convient donc de prendre
rapidement des décisions.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: De heer Casaer kan niet aanwezig zijn en vraagt zijn vragen nrs. 8958 en 8959 uit te stellen.
06 Vraag van mevrouw Ingrid Meeus aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de deelname van België aan het KEO-project" (nr. 8967)
06 Question de Mme Ingrid Meeus au ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur et
de la Politique scientifique sur "la participation de la Belgique au projet KEO" (n° 8967)
06.01 Ingrid Meeus (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, mijn vraag gaat over het KEO-project. In de 48
ste
zitting van
de VN op 15 juni werd het project KEO voorgesteld. Dit project
bestaat erin een satelliet te lanceren die gedurende tienduizenden
jaren - er wordt 50.000 jaar voorgesteld in een baan rond de aarde
zou circuleren om daarna opnieuw op aarde te landen met alle
informatie die deze satelliet meedraagt zodat na de terugkeer in de
atmosfeer de verborgen schat zou worden prijsgegeven aan onze
verre nakomelingen die zich alomvattend een beeld zouden kunnen
vormen van de huidige beschaving.
Daartoe wordt aan boord van deze satelliet DNA, lucht water en
grondstalen, alsook geschreven en op cd-rom gegraveerde
boodschappen meegenomen. In zijn geheugen zal satelliet KEO
ongeveer 6 miljard boodschappen van 4 bladzijden elk kunnen
06.01 Ingrid Meeus (VLD): Le
projet KEO de l'ONU consiste à
lancer un satellite qui gravitera
autour de la terre pendant 50 000
ans. Outre des échantillons
d'ADN, d'air, d'eau et de terre, le
satellite emportera également des
messages gravés sur CD-ROM.
Tout qui souhaite laisser un
message pour la postérité peut
envoyer aux initiateurs du projet
KEO un texte de maximum quatre
pages, rédigé dans sa propre
langue.
16/11/2005
CRIV 51
COM 743
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
opslaan. Deze satelliet zal vermoedelijk in 2007-2008 worden
gelanceerd.
Elkeen, hetzij individueel of in groepsverband, die een boodschap
voor de mensheid binnen 50.000 jaar wil brengen, mag vrijblijvend
deze boodschap in zijn eigen taal, bestaande uit maximum 5
bladzijden, versturen naar het KEO-project. Deze boodschap zal
ingebrand worden op de cd-rom en meegestuurd worden in de ruimte.
Het project KEO dat de Unesco tot project van de 21
ste
eeuw heeft
verkozen, is thans nog op zoek naar financiële en politieke steun om
dit Europees initiatief een echte universele dimensie te geven.
Vandaar mijn vragen, mijnheer de minister.
Ten eerste, geeft België voor dit heel interessant project zijn politieke
en financiële steun? Zo ja, welk budget zal hieraan gespendeerd
worden?
Ten tweede, zal het Federaal Parlement samen met de regering een
boodschap voor onze nakomelingen meegeven? Hoe zal dat
georganiseerd worden?
Ten derde, hoe zal de sensibilisatie rond dit project verlopen? Dit is
een project dat tot de verbeelding van de jeugd en schoolgaande
kinderen spreekt. Het zou een ideale gelegenheid zijn om in de school
meer informatie over de ruimte aan kinderen mee te geven, zoals
onder meer het Galileo-project. Via dit project kunnen jongeren
gesensibiliseerd worden voor de ruimtevaart. Kan aan dit project
enige ruchtbaarheid worden gegeven, zeker met betrekking tot
scholen en verenigingen?
Les initiateurs du projet sont
encore à la recherche d'un soutien
financier et politique pour conférer
une dimension universelle à cette
initiative européenne. La Belgique
soutient-elle ce projet? Quel
budget y a-t-on affecté? Le
Parlement fédéral et le
gouvernement fédéral laisseront-
ils un message pour la postérité?
Pourrait-on faire une quelconque
publicité à ce projet auprès des
écoles et des associations?
06.02 Minister Marc Verwilghen: Collega Meeus, dat ruimte en
ruimtevaart jonge mensen nog steeds aanspreken hebben we
gisteren nog kunnen ervaren, naar aanleiding van het feest van de
Dynastie waarbij het ging over Belgen in de ruimte en waarvoor toch
een vrij ruime belangstelling van scholen en jongeren kon worden
genoteerd. Het KEO-project bestaat erin om een aantal
boodschappen en gegevens voor de mensheid in de toekomst mee te
geven door middel van een satelliet. Bij zijn terugkeer naar de aarde
na zovele jaren zou die kunnen worden beschouwd als een soort van
archeologisch cadeau voor de nakomelingen.
Ten eerste, uit de informatie over KEO blijkt dat het vooral de scholen
en de jongeren zijn die in de eerste plaats worden aangesproken om
de boodschap te formuleren. Als minister van Wetenschapsbeleid
hecht ik veel belang aan initiatieven die het soms vage concept van
de ruimtevaart concretiseren en die jongeren enthousiast maken voor
dit beleidsdomein. Om die reden heb ik onder impuls van burggraaf
Frimout mijn steun toegezegd aan de organisatie in 2006 van de
zogenaamde parabolische vluchten voor leerlingen van het vijfde en
het zesde jaar van het secundair onderwijs. De budgettaire
inspanningen in 2006 zullen in zeer grote mate geleverd worden voor
de organisatie en ondersteuning van deze vluchten in micrograviteit.
Dat is een keuze die gemaakt is en die aansluit bij het project.
Ten tweede, volgens mij dienen niet alleen de federale overheid maar
ook de drie Gemeenschappen en de verenigingen uit de zogenaamde
06.02 Marc Verwilghen, ministre:
La demande d'envoyer des
messages à la postérité s'adresse
surtout aux jeunes. En ma qualité
de ministre de la Politique
scientifique, j'attache beaucoup
d'importance aux initiatives pour la
promotion de la navigation spatiale
auprès de la jeunesse. C'est la
raison pour laquelle j'ai accordé
mon soutien à l'organisation de
vols paraboliques pour les élèves
de cinquième et sixième
secondaire.
J'estime que ce sont surtout les
Communautés et les associations
du secteur informel qui doivent se
sentir concernées par ce projet.
J'ai demandé au forum Espace et
Enseignement du Fonds Prince
Philippe, au sein duquel une
concertation est organisée entre
les représentants du secteur de la
navigation spatiale et de
l'enseignement, d'accorder toute
CRIV 51
COM 743
16/11/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
informele sector voor het project te worden aangesproken. Er kan
ruchtbaarheid worden gegeven aan het KEO-project op plaatsen waar
er overleg is tussen de vertegenwoordigers van de ruimtevaartsector
en de mensen uit het onderwijs. Meer bepaald in het forum
Ruimtevaart en Onderwijs dat in de schoot van het Prins Filipfonds is
opgericht, kan het project worden besproken in een van de vijf
werkgroepen. Ik heb trouwens ook een initiatief genomen om dat daar
op gang te kunnen brengen.
Wat de eventuele deelname betreft van de leden van het Federaal
Parlement, denk ik dat de werkgroep Ruimtevaart van de Senaat het
best geplaatst is om hierin een voortrekkersrol te spelen. Wat dat
betreft zou ik u dus aanraden om de voorzitter, de heer Roelants du
Vivier, daaromtrent aan te spreken.
l'attention nécessaire à ce dossier.
En ce qui concerne la participation
du Parlement fédéral, il me semble
que le groupe de travail «Espace»
du Sénat est le mieux placé pour
jouer un rôle de pionnier dans ce
domaine.
06.03 Ingrid Meeus (VLD): Mijnheer de voorzitter, ik dank alvast de
minister omdat hij steun verleent aan dit prachtige project. Ik zal zelf
ook de middelbare scholen in mijn omgeving de nodige documentatie
bezorgen. Als zij geïnteresseerd zijn kunnen zij dan eventueel contact
opnemen met het kabinet om in dit nieuwe project te stappen. Dank u.
06.03 Ingrid Meeus (VLD): Je
remercie le ministre pour son
soutien au projet. J'essaierai pour
ma part de sensibiliser les
responsables des écoles dans ma
région.
De voorzitter: Daarmee blijven we trouwens in de lijn van de festiviteiten van gisteren waar het ook al
uitdrukkelijk over ruimtevaart ging en dit dan nog in de Kamer, niettegenstaande de specialisatie die de
Senaat beoogt.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De bespreking van de vragen en interpellaties eindigt om 10.53 uur.
La discussion des questions et interpellations se termine à 10.53 heures.