CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 734
CRIV 51 COM 734
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DE LA
J
USTICE
C
OMMISSIE VOOR DE
J
USTITIE
mardi
dinsdag
08-11-2005
08-11-2005
Matin
Voormiddag
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu inté-
gral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit des
interventions ; les annexes se trouvent dans une brochure
séparée (PLEN: couverture blanche; COM: couverture
saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken; de
bijlagen zijn in een aparte brochure opgenomen
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
Plenum
COM
réunion de commission
COM
Commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 734
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i
SOMMAIRE
INHOUD
Question de M. Bert Schoofs à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "le conseil
donné par un service de police de ne pas rendre
public un fait punissable" (n° 8366)
1
Vraag van de heer Bert Schoofs aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "het
advies van een politiedienst om een strafbaar feit
niet te melden aan het publiek" (nr. 8366)
1
Orateurs: Bert Schoofs, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Bert Schoofs, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Justitie
Question de M. Walter Muls à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "les
personnes condamnées à de longues peines
d'emprisonnement" (n° 8755)
3
Vraag van de heer Walter Muls aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
langgestraften" (nr. 8755)
3
Orateurs: Walter Muls, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Walter Muls, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Justitie
Question de M. Walter Muls à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "le personnel
de l'ISW à Merksplas" (n° 8756)
5
Vraag van de heer Walter Muls aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
personeelsbezetting van de ISW in Merksplas"
(nr. 8756)
5
Orateurs: Walter Muls, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Walter Muls, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Justitie
Question de M. Walter Muls à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "le cadre du
personnel des tribunaux de police" (n° 8757)
6
Vraag van de heer Walter Muls aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
personeelsformatie van de politierechtbanken"
(nr. 8757)
6
Orateurs: Walter Muls, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Walter Muls, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Justitie
Question de M. Alain Courtois à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "la mise en
application de la loi du 23 mai 2003 modifiant les
articles 173, 182 et 185 du Code judiciaire"
(n° 8785)
7
Vraag van de heer Alain Courtois aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
tenuitvoerlegging van de wet van 23 mei 2003 tot
wijziging van de artikelen 173, 182 en 185 van het
Gerechtelijk Wetboek" (nr. 8785)
7
Orateurs: Alain Courtois, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Alain Courtois, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Justitie
Interpellation de M. Bart Laeremans à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "la
politique irresponsable du parquet de Bruxelles en
matière de remise en liberté" (n° 698)
9
Interpellatie van de heer Bart Laeremans tot de
vice-eerste minister en minister van Justitie over
"het onverantwoorde vrijlatingsbeleid van het
Brussels parket" (nr. 698)
9
Orateurs:
Bart Laeremans, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers:
Bart Laeremans, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Interpellations jointes de
12
Samengevoegde interpellaties van
11
- M. Tony Van Parys à la vice-première ministre et
ministre de la Justice sur "la position incertaine
des magistrats" (n° 708)
- de heer Tony Van Parys tot de vice-eerste
minister en minister van Justitie over "de
onzekere positie van de magistraten" (nr. 708)
- M. Bart Laeremans à la vice-première ministre et
ministre de la Justice sur "l'exécution du plan
Themis et l'adaptation des mandats des chefs de
corps" (n° 712)
- de heer Bart Laeremans tot de vice-eerste
minister en minister van Justitie over "de
uitvoering van het Themisplan en de aanpassing
van de mandaten van de korpsoversten" (nr. 712)
Orateurs: Tony Van Parys, Bart Laeremans,
Laurette Onkelinx, vice-première ministre et
ministre de la Justice
Sprekers: Tony Van Parys, Bart Laeremans,
Laurette Onkelinx, vice-eerste minister en
minister van Justitie
Motions
20
Moties
20
Orateur: Bart Laeremans
Spreker: Bart Laeremans
Question de M. Melchior Wathelet à la vice-
21
Vraag van de heer Melchior Wathelet aan de vice-
21
08/11/2005
CRIV 51
COM 734
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
première ministre et ministre de la Justice sur "les
conséquences du projet de loi modifiant la
législation relative à la protection de la jeunesse
et à la prise en charge des mineurs ayant commis
un fait qualifié d'infraction" (n° 8700)
eerste minister en minister van Justitie over "de
gevolgen van het wetsontwerp tot wijziging van de
wetgeving betreffende de jeugdbescherming en
het ten laste nemen van minderjarigen die een als
misdrijf omschreven feit hebben gepleegd"
(nr. 8700)
Orateurs: Melchior Wathelet, président du
groupe cdH, Laurette Onkelinx, vice-
première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Melchior Wathelet, voorzitter van
de cdH-fractie, Laurette Onkelinx, vice-eerste
minister en minister van Justitie
Question de Mme Hilde Claes à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "la possibilité
de mener des interrogatoires par
vidéoconférence" (n° 8748)
25
Vraag van mevrouw Hilde Claes aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
mogelijkheid van ondervraging via
videoconferentie" (nr. 8748)
25
Orateurs: Hilde Claes, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Hilde Claes, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Justitie
Question de Mme Hilde Claes à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur " 'l'extraction'
d'un détenu pour des raisons médicales"
(n° 8749)
27
Vraag van mevrouw Hilde Claes aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
'uithaling' van een gedetineerde om medische
redenen" (nr. 8749)
27
Orateurs: Hilde Claes, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Hilde Claes, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Justitie
Question de Mme Greet van Gool à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "la
possiblilité de prendre des mesures contre les
magistrats dont les déclarations manquent de
neutralité" (n° 8809)
28
Vraag van mevrouw Greet van Gool aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
mogelijkheid om tegen magistraten op te treden
naar aanleiding van niet-neutrale uitspraken"
(nr. 8809)
28
Orateurs:
Greet van Gool, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers:
Greet van Gool, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de M. Tony Van Parys à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "le
suivi de certaines recommandations de la
deuxième commission d'enquête sur les tueurs du
Brabant" (n° 8812)
30
Vraag van de heer Tony Van Parys aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
opvolging van sommige aanbevelingen van de
onderzoekscommissie 'bis' omtrent het onderzoek
naar de Bende van Nijvel" (nr. 8812)
30
Orateurs:
Tony Van Parys, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers: Tony Van Parys, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de M. Tony Van Parys à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "la
non-occupation de la section réservée aux
femmes de la nouvelle prison de Hasselt"
(n° 8813)
33
Vraag van de heer Tony Van Parys aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
leegstand van de vrouwenafdeling in de nieuwe
gevangenis te Hasselt" (nr. 8813)
33
Orateurs:
Tony Van Parys, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers: Tony Van Parys, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de M. Stijn Bex à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "la
modernisation annoncée du Registre central des
armes" (n° 8845)
34
Vraag van de heer Stijn Bex aan de vice-eerste
minister en minister van Justitie over "de
aangekondigde modernisering van het Centraal
Wapenregister" (nr. 8845)
34
Orateurs: Stijn Bex, Laurette Onkelinx, vice-
première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Stijn Bex, Laurette Onkelinx, vice-
eerste minister en minister van Justitie
Question de M. Stijn Bex à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "les récents
accidents de chasse" (n° 8846)
36
Vraag van de heer Stijn Bex aan de vice-eerste
minister en minister van Justitie over "de recente
jachtongevallen" (nr. 8846)
36
Orateurs: Stijn Bex, Laurette Onkelinx, vice-
première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Stijn Bex, Laurette Onkelinx, vice-
eerste minister en minister van Justitie
CRIV 51
COM 734
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DE LA JUSTICE
COMMISSIE VOOR DE JUSTITIE
du
MARDI
8
NOVEMBRE
2005
Matin
______
van
DINSDAG
8
NOVEMBER
2005
Voormiddag
______
De vergadering wordt geopend om 10.23 uur door de heer Tony Van Parys, voorzitter.
La séance est ouverte à 10.23 heures par M. Tony Van Parys, président.
De voorzitter: De voorzitter van deze commissie, de heer Borginon, heeft mij gevraagd om hem in het
begin van deze vergadering te vervangen.
Ik moet u ook aankondigen dat de commissievergadering van deze namiddag pas zal aanvangen om
14.30 uur.
Vraag nr. 8230 van de heer De Padt werd omgezet in een schriftelijke vraag.
01 Vraag van de heer Bert Schoofs aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "het
advies van een politiedienst om een strafbaar feit niet te melden aan het publiek" (nr. 8366)
01 Question de M. Bert Schoofs à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "le conseil
donné par un service de police de ne pas rendre public un fait punissable" (n° 8366)
01.01 Bert Schoofs (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
mevrouw de minister, collega's, deze vraag is in feite een beetje
gedateerd, maar ze blijft toch actualiteitswaarde hebben. Bij het begin
van het parlementaire jaar heb ik mij tot de minister van Binnenlandse
Zaken gewend en hij heeft me naar u moeten doorverwijzen. Ik ben
een tijdje uithuizig geweest en kan de vraag dus nu pas stellen.
Op 2 september werd in de gemeente Leopoldsburg een minderjarig
meisje gewelddadig aangerand door twee allochtone meerderjarigen.
De familie van het slachtoffer behoort zelf tot een groep die en dat
weten ze zelf ook gekwalificeerd kan worden als `sociaal zwakker'.
Die mensen hebben de koe onmiddellijk bij de horens gevat. Ze zijn
het immers gewoon om op maatschappelijk vlak in het hoekje te
worden gedrukt en lieten de feiten dus niet over hun kant gaan. Ze
hebben er in de eerste plaats zelf voor moeten zorgen dat de politie
de aanranders ging vatten. Eén dader bleef een tijdje aangehouden,
ik weet niet precies voor hoelang.
Feit is echter dat het slachtoffer en de familie erg werden getroffen.
Ze werden nog meer getroffen op het ogenblik dat ze vaststelden dat
de feiten die de daders voorafgaandelijk hadden gepleegd, namelijk
het in brand steken van een vuilnisbak, de pers haalden, terwijl de
feiten waarvan hun dochter, respectievelijk kleindochter, het
slachtoffer werd, helemaal de pers niet haalden. Uiteraard was het
niet de bedoeling van die mensen om met naam en toenaam in de
pers te komen. Dat is trouwens verboden, recent werd daarin nog
klaarheid geschapen.
In elk geval inspireerden deze feiten en de uitleg van die mensen me
01.01 Bert Schoofs (Vlaams
Belang): Deux allochtones
majeurs ont agressé une jeune
fille le 2 septembre à Bourg-
Léopold. La presse a relaté les
faits qui ont précédé le viol
l'incendie d'une poubelle et n'a
rien mentionné du viol, ce qui
constitue un mauvais signal pour
les auteurs qui pensent qu'ils
peuvent dès lors continuer à agir
de la sorte. Quels sont les faits
que le parquet est et n'est pas
autorisé à rendre publics? Existe-t-
il un code en l'occurrence?
08/11/2005
CRIV 51
COM 734
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
ertoe om te vragen hoe het eigenlijk in zijn werk gaat wanneer
dergelijke feiten zich voordoen. Wat mag het parket melden en wat
niet? Werd er een bepaalde code opgesteld over bepaalde feiten die
wel en bepaalde feiten die niet kunnen worden gemeld? Hier zitten we
immers duidelijk met een anomalie: het in brand steken van een
vuilnisbak wordt gemeld, maar wat niet wordt gemeld is een veel
straffer feit, namelijk de aanranding van een minderjarige.
De politie heeft gezegd dat men dat niet moet doen, dat men moet
vermijden paniek te zaaien. Ondertussen kunnen zulke kerels hun
daden natuurlijk voortzetten. Zij merken immers duidelijk dat er geen
ruchtbaarheid aan wordt gegeven en dat er zogezegd geen
veiligheidsprobleem is.
Mevrouw de minister, hoe gaan de parketten daarmee om en welke
instructies bestaan er terzake, onder meer van uw hand?
01.02 Minister Laurette Onkelinx: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Schoofs, de gemeenschappelijke omzendbrief van de minister van
Justitie en het College van procureurs-generaal, over de
informatieverstrekking aan de pers door de gerechtelijke overheden
en de politiediensten gedurende het vooronderzoek, bevat een
regeling voor de parketten, en desgevallend voor de politiediensten,
met betrekking tot de berichtgeving aan de pers.
Het betreft de Col. 7/99 waarin een praktische en uniforme regeling
wordt gegeven aan het wettelijke kader dat was gecreëerd door de
wet van 12 maart 1998. Die omzendbrief herhaalt het wettelijke
principe dat de parketten de bevoegdheid hebben te communiceren
met de pers omtrent gebeurde feiten, maar laat binnen bepaalde
grenzen toe dat per dossier of op permanente basis dat recht wordt
gedelegeerd aan de optredende politiedienst.
Ieder parket heeft terzake een eigen regeling uitgewerkt die haar het
beste past. Voor zedenmisdrijven geldt de regel dat de politie geen
mededelingen mag doen, behoudens een specifieke delegatie
vanwege de procureur des Konings.
Voor alle mededelingen door de politie of het parket geldt dat de
verstrekte informatie objectief en correct dient te zijn. De
berichtgeving dient tevens gereserveerd te gebeuren. Details over het
slachtoffer mogen nooit worden gegeven. Persoonsgegevens inzake
etnische afkomst, nationaliteit en seksuele geaardheid kunnen alleen
worden gegeven wanneer zij relevant zijn.
In bepaalde uitzonderlijke omstandigheden is het mogelijk een
embargo af te spreken met of op te leggen aan de media. Dit is
bijvoorbeeld mogelijk wanneer een lopend onderzoek ernstig gevaar
zou lopen bij de mediatisering van het feit. Een dergelijk embargo
bestaat niet ten opzichte van een slachtoffer. Dit neemt echter niet
weg dat het voor een slachtoffer soms aangeraden kan zijn geen
ruchtbaarheid te geven aan hetgeen hem of haar is overkomen.
Politie of parket kunnen echter alleen het slachtoffer afraden, maar
nooit verbieden zich tot de pers te wenden. Ook hier telt voornamelijk
het belang van het onderzoek.
Terzake rijzen er geen problemen. Meestal zijn het de slachtoffers die
vragen dat er geen persmededeling zou worden gedaan door politie of
01.02
Laurette Onkelinx,
ministre: La circulaire commune
de la ministre de la Justice et du
Collège des procureurs généraux
concernant la diffusion
de
l'information à la presse, Col. 7/97,
confirme le principe légal
autorisant les parquets à informer
les médias de faits précis. D'après
cette circulaire, ce droit peut être
délégué à un service de police.
Chaque parquet a développé le
système qui lui convient le mieux.
En ce qui concerne les faits de
moeurs, la police ne peut procéder
à aucune communication, à une
exception près. La règle générale
dispose que l'information diffusée
doit être objective et correcte.
L'origine ethnique, la nationalité et
l'orientation sexuelle des
personnes ne peuvent être
communiquées que si ces
informations sont pertinentes.
Dans des circonstances
exceptionnelles, il est possible
d'imposer un embargo aux
médias. Entre-temps, une victime
peut naturellement décider elle-
même de l'opportunité ou non de
donner de la publicité à l'affaire. La
plupart du temps, les victimes
demandent d'ailleurs elles-mêmes
à la police de ne pas faire de
communiqué de presse.
CRIV 51
COM 734
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
parket over het gepleegd misdrijf.
01.03 Bert Schoofs (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
mevrouw de minister, ik dank u voor uw uitvoerig en grondig
gemotiveerd antwoord.
Mevrouw de minister, ik wil u nog even de feiten meegeven die zich
hebben voorgedaan.
Slachtoffers vragen inderdaad vaak dat de zaken de pers niet halen,
zeker in delicate zaken als zedenmisdrijven. In dit geval is jammer
genoeg het volgende gebeurd. Het meisje komt terug naar school,
wordt door de directrice afgehaald en door haar opnieuw naar huis
gebracht. Zij blijft echter maar een halve dag thuis. Zij lijdt immers
sterk onder de feiten maar wil geen leerachterstand oplopen.
Bovendien komt zij ook al uit een sociaal zwakker milieu. Op school
wordt zij echter geculpabiliseerd door vrienden en vriendinnen van de
daders.
Vanuit het parket en ook vanwege Slachtofferhulp wordt er blijkbaar te
weinig gedaan om die mensen een zekere genoegdoening te
schenken door hen te zeggen dat de wereld hiervan op de hoogte is
en dit misschien in de toekomst kan worden voorkomen. Er werd
blijkbaar een beoordelingsfout gemaakt door het parket en ik zal via
de geëigende kanalen proberen die mensen genoegdoening te
schenken en het parket tevens laten weten dat men misschien wat
vaker korter op de bal moet spelen, zeker wat slachtofferhulp betreft
aangezien hieraan wellicht wat heeft geschort.
01.03 Bert Schoofs (Vlaams
Belang): Je pense que le service
d'aide aux victimes a failli dans ce
dossier. La victime a le sentiment
d'être totalement laissée pour
compte, alors que les auteurs
pensent s'en tirer impunément.
J'informerai en tout cas le parquet
de cette situation.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Le président: La question n° 8557 de M. Fournaux est de nouveau reportée. Conformément au
Règlement, on fera parvenir la réponse à M. Fournaux et aux collègues.
Vraag nr. 8597 van de heer Tastenhoye werd reeds gesteld in de commissie en staat dus ten onrechte op
de agenda. Vraag nr. 8637 van de heer Marinower wordt uitgesteld.
02 Vraag van de heer Walter Muls aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
langgestraften" (nr. 8755)
02 Question de M. Walter Muls à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "les personnes
condamnées à de longues peines d'emprisonnement" (n° 8755)
02.01 Walter Muls (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, gedetineerden die hun straf uitzitten, kunnen vervroegd
vrijkomen, naargelang het geval na het uitzitten van een derde, de
helft of tweederde van hun straf.
Sedert de installatie van de commissie voorwaardelijke
invrijheidsstelling is er bij de verschillende justitiële actoren een
aanvoelen dat gedetineerden langer in de gevangenis verblijven dan
vroeger het geval was.
Ik verneem dat bij seksuele delinquenten zelfs de tendens bestaat dat
zij er bewust voor kiezen hun straf volledig uit te zitten. Aldus dienen
zij zich niet te onderwerpen aan voorwaarden die worden gesteld aan
de voorwaardelijke invrijheidstelling. Dat is een gevaarlijke tendens,
doordat de kans op recidieven natuurlijk veel groter is als er geen
02.01 Walter Muls (sp.a-spirit):
Certains détenus, essentiellement
des délinquants sexuels,
choisissent sciemment de purger
leur peine jusqu'au bout pour
échapper à l'accompagnement
psychologique et médical
obligatoire en cas de libération
conditionnelle.
L'administration dispose-t-elle de
chiffres à cet égard? Existe-t-il un
système informatique qui
enregistre la durée des peines
pour chaque détenu? Quelles sont
08/11/2005
CRIV 51
COM 734
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
begeleiding is geweest op psychologisch en eventueel medisch vlak.
Zoals ik reeds zei, is er een aanvoelen bij de verschillende actoren. Ik
had dat graag horen bevestigen of tegenspreken, met de nodige
cijfers.
Mevrouw de minister, op 1 maart 2005 heb ik u verschillende
schriftelijke vragen desbetreffend gesteld. Half september hebben uw
diensten daarop geantwoord dat dergelijk cijfermateriaal niet
voorhanden is. Ik vind dat zeer verwonderlijk, want een eenvoudig
telefoontje naar een willekeurige gevangenis heeft mij onmiddellijk het
nodige cijfermateriaal opgeleverd.
Ik had dan ook graag van u een antwoord gekregen op de volgende
vragen.
Ten eerste, beschikt uw administratie niet over alle cijfers die men bij
de gevangenisadministratie wel heeft? Zo niet, hoe komt dat?
Ten tweede, bestaat er een informaticasysteem dat de duurtijd van de
straffen per gedetineerde bijhoudt?
Ten derde, welke statistieken worden er bijgehouden door de
commissies voorwaardelijke invrijheidstelling?
Ten vierde, hoeveel maal gemiddeld verschijnt een gedetineerde die
in aanmerking komt om door de commissie voorwaardelijke
invrijheidstelling vrij te worden gelaten, voor de personeelscolleges in
de gevangenissen van Brugge, Gent, Antwerpen, Leuven, Doornik,
Sint-Gillis, Andenne, Lantin, Verviers, Ittre, alvorens effectief voor de
commissie te verschijnen? Zoals u weet, kan het personeelscollege
een aantal malen negatief beoordelen, of onmiddellijk positief,
waardoor het dossier onmiddellijk naar de CVI verschuift.
les statistiques tenues par les
commissions de libération
conditionnelle? Combien de fois
un détenu doit-il comparaître en
moyenne devant les conférences
du personnel des différentes
prisons avant d'être libéré
anticipativement?
02.02 Minister Laurette Onkelinx: Mijnheer de voorzitter, de
antwoorden die gegeven werden op de schriftelijke parlementaire
vragen zijn juist. De becijferde informatie die werd gevraagd over de
datum van de voorwaardelijke invrijheidstelling van gedetineerden is
niet beschikbaar.
Mijnheer Muls, ik ben, net als mijn administratie, verbaasd over het
feit dat u telefonisch van een gevangenis precieze, volledige en juiste
informatie zou kunnen hebben ontvangen. Er is geen
informaticasysteem dat het mogelijk maakt om voor elke
gedetineerde de duur te berekenen van de straf die hij daadwerkelijk
heeft uitgezeten. De commissies voorwaardelijke invrijheidstelling die
in platform vergaderen, stellen jaarlijks een verslag op van hun
activiteiten. Dit verslag is beschikbaar op de site van de Federale
Overheidsdienst Justitie. Dit verslag bevat een luik statistieken.
Deze informatie heeft met name betrekking op de volgende
gegevens: het aantal verschijningen voor de personeelsconferentie,
het aantal gunstige of ongunstige adviezen dat werd verstrekt door de
personeelsconferentie en de dienst individuele gevallen, de
beslissingen genomen door de verschillende commissies
voorwaardelijke invrijheidstelling, het aantal toekenningen of
weigeringen van invrijheidstelling, het aantal herroepingen, het aantal
herzieningen, enzovoort.
02.02
Laurette Onkelinx,
ministre: Les informations
demandées ne sont pas
disponibles au sein de mes
services. Il n'existe pas davantage
de système informatique qui
calcule la durée de la peine
effectivement purgée pour chaque
détenu. Les commissions de
libération conditionnelle rédigent
chaque année un rapport qui peut
être consulté sur le site internet du
SPF Justice. Ce rapport présente
quelques statistiques ainsi qu'un
tableau récapitulatif des décisions
des différentes commissions. Il est
impossible de déterminer combien
de comparutions ont eu lieu
devant les différentes conférences
de personnel.
CRIV 51
COM 734
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
Tot slot bevat dit verslag een samenvattende tabel van de
beslissingen van de commissies voorwaardelijke invrijheidstelling. Zo
kan men zien dat in 2003 - het verslag voor 2004 is nog niet
beschikbaar - voor heel België de volgende beslissingen werden
genomen: 698 beslissingen van toekenning van voorwaardelijke
invrijheidstelling, 480 beslissingen van verwerpen van voorwaardelijke
invrijheidstelling, 39 beslissingen van aanpassing van de
voorwaarden, 108 beslissingen van opschorting van voorwaardelijke
invrijheidstelling, 113 beslissingen van herziening van de
voorwaarden, 292 beslissingen van herroeping van voorwaardelijke
invrijheidstelling.
Onze gegevensbanken maken het niet mogelijk te bepalen hoeveel
verschijningen er waren voor de personeelsconferentie, voorafgaand
aan een verschijning voor de commissie Voorwaardelijke
Invrijheidstelling. Dergelijke informatie zou alleen kunnen worden
verzameld in het kader van een omvangrijk werk, dat veel weg heeft
van een wetenschappelijk werk.
02.03 Walter Muls (sp.a-spirit): Ik dank mevrouw de minister voor
haar antwoord. Op mijn beurt verwondert het mij dat het de minister
en de administratie verwondert dat ik cijfers van een gevangenis heb
gekregen. Dat betekent alleen maar dat de cijfers bestaan.
Het feit dat personeelscolleges in de ene gevangenis dossiers anders
beoordelen dan in een andere gevangenis, lijkt mij als gegeven
belangrijk genoeg om daar cijfers van bij te houden. Bij gedetineerden
leeft het gevoel dat men daarmee in bepaalde gevangenissen veel
strenger en restrictiever omgaat dan in andere gevangenissen. Er zou
dus een tendens kunnen bestaan van vragen tot mutatie van de ene
gevangenis naar de andere, teneinde de kansen te verhogen om
vroeger vrij te komen.
Ik meen dat het bijhouden van zulke cijfergegevens toch wel van
belang kan zijn om een serieus strafrechterlijk beleid te kunnen
voeren.
02.03 Walter Muls (sp.a-spirit):
Le fait que les différents collèges
du personnel évaluent de manière
différente des dossiers similaires
nous paraît assez important pour
qu'on tienne des statistiques à
jour, sans quoi les détenus
pourraient demander une mutation
pour accroître leurs chances de
libération anticipée.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van de heer Walter Muls aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
personeelsbezetting van de ISW in Merksplas" (nr. 8756)
03 Question de M. Walter Muls à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "le personnel
03.01 Walter Muls (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijn vraag is
zeer kort. Ik heb vernomen dat een psychiater die nog maar een paar
maanden verbonden was aan de instelling in Merksplas de instelling
terug heeft verlaten. U weet hoe problematisch het medisch
personeelsbestand in Merksplas is, zeker op het niveau van
psychiaters.
Kan de minister toelichting geven bij dit verloop van psychiaters in
Merksplas?
03.01 Walter Muls (sp.a-spirit):
L'établissement psychiatrique de
Merksplas connaît des problèmes
en ce qui concerne
les
mouvements de personnel. Ainsi,
récemment, un psychiatre qui
venait d'être engagé serait déjà
reparti. La ministre peut-elle
apporter quelques explications à
cette situation?
03.02 Minister Laurette Onkelinx: Er is een einde gesteld aan de 03.02
Laurette Onkelinx,
08/11/2005
CRIV 51
COM 734
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
tijdelijke detachering van een psychiater. De betrokkene is na een
periode van acht maanden teruggekeerd naar de gevangenis te Sint-
Gillis waaraan hij verbonden is.
De andere psychiaters die verbonden waren aan de strafinrichting te
Merksplas zijn nog in dienst.
ministre: Le psychiatre en question
n'a été détaché à Merksplas que
temporairement. Après huit mois, il
est retourné à la prison de Saint-
Gilles, où il exerce normalement.
Pour leur part, les autres
psychiatres sont toujours en poste
à Merksplas.
03.03 Walter Muls (sp.a-spirit): Ik dank de minister voor haar
antwoord.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van de heer Walter Muls aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
personeelsformatie van de politierechtbanken" (nr. 8757)
04 Question de M. Walter Muls à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "le cadre du
04.01 Walter Muls (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, de tabel in het enig artikel van de wet van 16 juli 1970 tot
vaststelling van de personeelsformatie van de politierechtbanken
bepaalt de formatie voor het arrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde
als volgt: voor Brussel zeven, voor Halle één en voor Vilvoorde twee.
Ik stel vast dat in die rechtbanken zeer belangrijke achterstanden
bestaan. In burgerlijke zaken bijvoorbeeld worden verzoeken tot
vaststelling voor pleidooien gevolgd met een pleitdatum die twee jaar
later ligt. Als men vandaag een datum aanvraagt, mag men komen
pleiten binnen twee tot twee en een half jaar, inzake
verkeersongevallen.
Dat is uiteraard weinig bevorderlijk voor het geloof in justitie voor een
burger die is verzeild geraakt in een betwisting naar aanleiding van
een verkeersongeval. Het wordt eigenlijk nog erger wanneer er
lichamelijke schade is en men wacht op de aanstelling van een
wetsdokter. Als er betwisting is en men de aanstelling van een
wetsdokter vraagt, duurt het twee en een half jaar voor men daarover
kan pleiten. Nadien komt de expertise. Daarna moet men een nieuwe
pleitdatum vragen. Eigenlijk is men dus vertrokken voor minstens vijf
jaar.
Ten eerste, bent u op de hoogte van die feiten, van die lange
termijnen?
Ten tweede, wat is de oorzaak van die achterstand? Is het kader
onvoldoende? Is de werklast te hoog?
Ten derde, hoe denkt u dit probleem te verhelpen?
04.01 Walter Muls (sp.a-spirit):
Le cadre du personnel des
tribunaux de police de Bruxelles-
Hal-Vilvorde stipule qu'il doit y
avoir sept juges à Bruxelles, un à
Hal et un à Vilvorde. Or, ces
tribunaux sont confrontés à des
arriérés de deux à cinq ans. La
ministre est-elle au courant de ce
problème? Quelle est la cause de
cet arriéré? Le cadre est-il
insuffisant ou la charge de travail
est-elle trop lourde? Comment la
ministre a-t-elle l'intention de
résoudre ce problème?
04.02 Minister Laurette Onkelinx: Mijnheer de voorzitter, in de loop
van dit jaar hebben verschillende instanties mijn aandacht gevestigd
op de verontrustende toestand van de politierechtbanken van Brussel-
Halle-Vilvoorde. Men moet erkennen dat de rechtbank te maken
kreeg met twee gebeurtenissen van overmacht: de politierechter, de
heer Costa, is overleden en een andere magistraat is sinds enige tijd
afwezig wegens ziekte.
04.02
Laurette Onkelinx,
ministre: Les tribunaux de police
concernés ont dû faire face
simultanément au décès du juge
de police M. Costa et à l'absence
prolongée pour cause de maladie
d'un autre magistrat.
CRIV 51
COM 734
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
De situatie van de gewone magistraten op 1 november 2005 is de
volgende. Op het vlak van effectieven zijn er zeven rechters voor de
politierechtbank en vijf toegevoegde rechters. Voor de rechtbank van
Halle is er één rechter en één toegevoegde rechter. Voor de
politierechtbank van Vilvoorde zijn er twee rechters en één
toegevoegde rechter voor 50%. De overige 50% wordt gepresteerd
door de politierechtbank van Halle. Er is ook een toegevoegde rechter
die zijn tijd verdeelt tussen de drie rechtbanken van Brussel, Halle en
Vilvoorde.
Over de hele bezetting is er dus één ambt van rechter dat gedurende
twaalf maanden openstond en de langdurige afwezigheid van een
magistraat sinds meerdere jaren.
De toegevoegde rechter, die tot gewoon rechter benoemd is, werd dit
bij koninklijk besluit van 10 augustus 2005 en de vacature is
gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 12 september.
Het feit dat de ploeg van magistraten sinds zeer geruime tijd
onvolledig is, brengt ongetwijfeld ernstige ontregelingen met zich mee.
Wat de magistraat met ziekteverlof betreft, heb ik een nieuwe
verschijning gevraagd voor de commissie pensioenen van de FOD
Volksgezondheid. Als die laatste het verzoek van de betrokkene
inwilligt om met pensioen te gaan, zal de betrokkene vervangen
kunnen worden.
De ploeg van de griffie zal versterkt worden. Ik heb inderdaad mijn
akkoord verleend aan de delegatie die door de gerechtelijke
autoriteiten was gevraagd.
Ik zal zeer binnenkort de Brusselse gerechtelijke autoriteiten
ontmoeten om de stand van zaken te bepalen over de zorgwekkende
toestand van die rechtbank.
A Bruxelles, il y a sept juges
effectifs et cinq juges de
complément. A Hal, il y a un juge
effectif et un juge de complément.
A Vilvorde, il y a deux juges
effectifs et un juge de complément
présent à mi-temps, l'autre mi-
temps étant presté à Hal. Un autre
juge de complément partage
également son temps de travail
entre Bruxelles, Hal et Vilvorde.
Il y a donc eu une vacance
pendant douze mois et une
absence de longue durée pour
cause de maladie. Le juge de
complément a été nommé par
arrêté royal du 10 août 2005. Le
magistrat en congé de maladie ne
pourra être remplacé qu'au
moment où il prendra sa retraite.
L'équipe du greffe doit
effectivement être renforcée. Je
rencontrerai prochainement les
autorités judiciaires bruxelloises à
ce propos.
04.03 Walter Muls (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, ik dank de
minister voor haar antwoord.
Ik denk dat er inderdaad dringend werk gemaakt moet worden van
een uitbreiding van dat kader. Als ik mij niet vergis, is het niet de
eerste keer dat een magistraat bij de politierechtbank in Brussel ziek
geworden is wegens de werkoverlast, wat uiteraard de vicieuze cirkel
nog sneller doet draaien.
Ik hoop dus dat de minister zeer vlug tot een akkoord kan komen en
een oplossing kan vinden voor dat probleem.
04.03 Walter Muls (sp.a-spirit):
Nous nous réjouissons du projet
de la ministre d'étendre le cadre
du personnel à Bruxelles.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Collega Courtois moet ons wat vroeger verlaten. Kunnen zijn vragen eerst aan de orde
komen? (Instemming)
05 Question de M. Alain Courtois à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "la mise en
application de la loi du 23 mai 2003 modifiant les articles 173, 182 et 185 du Code judiciaire" (n° 8785)
05 Vraag van de heer Alain Courtois aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
tenuitvoerlegging van de wet van 23 mei 2003 tot wijziging van de artikelen 173, 182 en 185 van het
08/11/2005
CRIV 51
COM 734
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
Gerechtelijk Wetboek" (nr. 8785)
05.01 Alain Courtois (MR): Monsieur le président, madame la
ministre, la loi du 23 mai 2003 a pour objectif de mettre sur pied au
sein de l'Ordre judiciaire un plan de gestion d'archives. L'article 173
du Code judiciaire modifié par cette loi énumère d'ailleurs les tâches
du greffier. L'article 182 qui traite des secrétariats auprès des
parquets est modifié par cette loi pour prévoir que le secrétaire de
parquet est tenu de garder tous les documents d'archives reçus ou
produits par le parquet. Le Roi est chargé de déterminer les modalités
d'application de ces dispositions.
A l'occasion des incidents au palais de justice de Bruxelles et nous
en avions parlé en séance plénière où on s'est aperçu qu'un cabinet
d'instruction avait été incendié, l'attention avait été attirée sur le fait de
savoir comment procéder avec les archives et de savoir si la gestion
des documents soumis aux autorités judiciaires est efficace.
Quand les arrêtés d'exécution prévus seront-ils pris?
Comment pouvez-vous assurer que les archives soient bien
conservées dans de bonnes conditions dans les parquets?
05.01 Alain Courtois (MR): De
wet van 23 mei 2003 voert een
archiefbeheersplan voor de
rechterlijke orde in. Naar
aanleiding van de brand in een
onderzoekskabinet in het
gerechtsgebouw te Brussel rijst de
vraag of de gerechtelijke
overheden hun documenten wel
goed beheren. Wanneer zullen de
uitvoeringsbesluiten van
voornoemde wet genomen
worden? Hoe kunnen de archieven
in goede omstandigheden worden
bewaard?
05.02 Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur le président, le 8 février
2002, après avoir recueilli l'avis du Collège des procureurs généraux,
mon prédécesseur a adressé aux services judiciaires une circulaire
intitulée "directive relative aux archives du pouvoir judiciaire, tableau
de tri et délais de conservation", énumérant pour toutes les catégories
d'archives sous forme de papier la destination définitive de ces
documents: s'ils doivent être détruits ou conservés, transférés aux
Archives générales du Royaume éventuellement après un tri
supplémentaire. Cette circulaire prévoyait aussi le délai de
conservation minimum à l'issue duquel ces archives pouvaient être
triées et transférées.
A l'époque, des mesures appropriées ont été prises dans tous les
ressorts afin d'exécuter cette circulaire, notamment grâce au
recrutement de personnel contractuel supplémentaire. Il s'agit des
fameuses équipes mobiles d'archivage chargées du tri, du traitement
matériel, du classement, de l'inventaire et du conditionnement des
archives. La coordination des activités de ces équipes d'archivage
était assurée par la direction générale de l'organisation judiciaire et
pouvait bénéficier de l'appui des archivistes des différentes Archives
de l'Etat.
Les résultats de ces travaux varient suivant les ressorts. Divers
facteurs peuvent l'expliquer: les efforts financiers considérables que
nécessite l'achat de fardes et de boîtes non acides en vue du
conditionnement des archives destinées à la conservation
permanente et surtout le fait que ces travailleurs temporaires ont,
entre-temps, intégré le cadre des greffes et parquets par le biais
d'examens.
Il me semble souhaitable de dresser, conjointement avec les
responsables de l'Ordre judiciaire et des représentants des Archives
générales du Royaume, un état de la situation au niveau de
l'exécution de cette circulaire et de préparer, conformément à la
directive de 2002, la première révision quinquennale du tableau de tri
05.02 Minister Laurette Onkelinx:
Op 8 februari 2002 heeft mijn
voorganger een circulaire
betreffende het archiefbeheer naar
de gerechtelijke diensten
gestuurd. Er werden maatregelen
getroffen om hieraan uitvoering te
geven, onder meer via de werving
van bijkomend contractueel
personeel. Het betreft mobiele
archiveringsteams waarvan de
werking door het directoraat-
generaal rechterlijke organisatie
werd gecoördineerd.
De resultaten van die
werkzaamheden variëren
naargelang van de ressorten.
Het lijkt me wenselijk dat er een
balans van de uitvoering van die
circulaire wordt gemaakt en dat de
eerste vijfjaarlijkse herziening van
de selectielijst die erin wordt
voorgesteld, wordt voorbereid.
Er werd nog geen enkel
uitvoeringsbesluit van de wet van
23 mei 2003 uitgevaardigd omdat
een commissie voor de archieven,
die in 2003 in het kader van het
Phenix-project werd opgericht,
zich over bepaalde richtlijnen op
het stuk van de elektronische
archivering van de
CRIV 51
COM 734
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
proposé dans l'introduction de la circulaire évoquée.
Deuxièmement, la raison pour laquelle aucun arrêté d'exécution n'a
encore été pris depuis l'entrée en vigueur de la loi du 23 mai 2003 est
liée au projet Phénix. Dans le cadre de ce projet, une commission
relative aux archives a été créée en 2003. Elle s'est notamment
penchée sur certaines directives en matière d'archivage électronique
des banques de données du pouvoir judiciaire.
L'accent s'étant déplacé vers la problématique de la conservation à
long terme des informations numériques de la Justice, la préparation
des arrêtés d'exécution portant des conditions minimales de qualité
concernant le bon ordre, le classement et l'accessibilité de l'ensemble
des archives sous forme de papier et électroniques a été
postposée.
Je me propose de consulter le groupe de pilotage Phénix et de
charger mon administration de préparer un projet d'arrêté royal en
étroite concertation avec les services des Archives générales du
Royaume.
gegevensbanken van de
rechterlijke macht heeft gebogen.
Ik zal de Phenix-stuurgroep
raadplegen en in nauw overleg
met het Algemeen Rijksarchief
een ontwerp-koninklijk besluit
betreffende de papieren en de
digitale archieven voorbereiden.
05.03 Alain Courtois (MR): Je vous remercie, madame la ministre.
Monsieur le président, pour ne pas troubler l'ordre de la séance, je
reporterai ma deuxième question à la semaine prochaine.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Interpellatie van de heer Bart Laeremans tot de vice-eerste minister en minister van Justitie over
"het onverantwoorde vrijlatingsbeleid van het Brussels parket" (nr. 698)
06 Interpellation de M. Bart Laeremans à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "la
politique irresponsable du parquet de Bruxelles en matière de remise en liberté" (n° 698)
06.01 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
mevrouw de minister, dit is een deels herwerkte interpellatie nadat
een aantal individuele elementen die oorspronkelijk erin zaten, er
werden uitgehaald. U heeft toen geweigerd daarop te antwoorden.
Dat was nochtans een vreemde reactie van u, mevrouw de minister,
omdat die individuele elementen een zodanig publiek karakter hadden
gekregen door de manifestatie van politieagenten tegen het parket.
Dit was een ongezien gebeuren zodat er zeker reden was om op die
vragen te antwoorden.
Wij werden recent geconfronteerd met een zoveelste staaltje van het
onverantwoorde vrijlatingsbeleid van het Brusselse parket. Een
illegale Senegalees, die op 4 oktober een politieagent tijdens een
metrocontrole had neergestoken met een truweel, werd zomaar
vrijgelaten. De agent werd bij het voorval ernstig gewond. Toch vond
het parket er niets beter op dan de betrokkene door te sturen naar de
Dienst Vreemdelingenzaken. De crimineel kreeg uiteindelijk een
briefje, het klassieke briefje om het land binnen de zoveel dagen te
verlaten. Dit stuitte natuurlijk op een immense verontwaardiging bij de
politiediensten die dan ook hebben betoogd op 5 oktober aan de zetel
van het parket. Dit is een uiterst zelden geziene gebeurtenis, maar die
politiemensen voelen zich door dit soort absurde beslissingen in de
steek gelaten. Zij voelen zich als het ware vogelvrij verklaard, alsof
alle mogelijke geweld tegen hen mag worden gepleegd zonder dat
daartegen op een ernstige manier wordt opgetreden.
06.01 Bart Laeremans (Vlaams
Belang): La ministre avait refusé
de répondre à une première
interpellation sur ce sujet qui avait
trait, selon elle, à un dossier
individuel. Mais il se trouve que ce
dossier a pris entre-temps une
dimension publique dans la
mesure où il a donné lieu à une
manifestation policière.
Le 4 octobre, un Sénégalais en
séjour illégal dans notre pays avait
blessé grièvement, lors d'un
contrôle de routine dans le métro,
un agent de police au moyen
d'une truelle. Il avait pourtant été
relâché immédiatement par le
parquet puis transféré à l'Office
des étrangers qui lui avait intimé
l'ordre de quitter le territoire dans
les cinq jours.
Cet incident a profondément
indigné les agents de police qui
08/11/2005
CRIV 51
COM 734
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
Mijn vraag is op welke manier gevaarlijke mensen die illegaal in het
land verblijven en die politiemensen fysiek bedreigen en verwonden,
zomaar worden vrijgelaten en dit ondanks het feit dat zij zich met
zekerheid zullen onttrekken aan het onderzoek aangezien zij illegaal
zijn en dus geen vaste verblijfplaats hebben in dit land. De
voorwaarden voor voorlopige hechtenis zijn perfect vervuld en toch
laat men dit soort mensen vrij. Het is zeker niet de eerste keer. Mocht
dit nu een uitzondering, een soort vergissing zijn dan zou men dit voor
één keer kunnen aanvaarden. Het is echter de zoveelste keer dat wij
moeten vaststellen dat illegalen door het Brusselse parket worden
vrijgelaten nadat zij criminele feiten hebben gepleegd.
Werden er maatregelen getroffen door de Brusselse procureur
tegenover magistraten die dit soort van onverantwoorde beslissingen
nemen? Behoort dit volgens u tot het normale beleid van het parket?
Hoe reageert u op deze manier van handelen? Worden onze
politiemensen op die manier niet vogelvrij verklaard? Heeft u reeds
instructies gegeven aan de parketten om criminele illegalen vast te
houden tot aan de veroordeling of tot aan de daadwerkelijke
uitwijzing? Dit is volgens mij het enige logische en rechtvaardige
beleid dat men van een minister van Justitie mag verwachten.
sont allés jusqu'à manifester leur
mécontentement devant le siège
du parquet de Bruxelles le 5
octobre. La police se sent exposée
à toutes les menaces. A
l'évidence, en effet, on peut
impunément faire usage de
violence contre un agent.
Pourquoi libère-t-on sans autre
formalité des illégaux qui
menacent physiquement et vont
jusqu'à blesser des agents de
police alors que toutes les
conditions de la détention
préventive sont remplies? Quelle
position adoptent le procureur et la
ministre à l'égard de cette pratique
du parquet?
06.02 Minister Laurette Onkelinx: Het is de verantwoordelijkheid van
het parket om voor al de dossiers afzonderlijk een afweging te maken
van alle elementen van het dossier en van de wettelijke voorwaarden
vooraleer een onderzoeksrechter te vorderen met het oog op de
aflevering van een bevel tot aanhouding.
Het is vervolgens de verantwoordelijkheid van de betrokken
onderzoeksrechter om al dan niet gevolg te geven aan de vraag van
het parket. Terzake spelen er geen andere motieven.
In het dossier waarnaar u verwijst wordt door de leiding van het
Brusselse parket onderzocht of de betrokken parketmagistraat een
goede afweging heeft gemaakt.
Als minister heb ik geen commentaar te geven op de beslissing die
werd genomen in dit precieze dossier. Het komt in de eerste plaats
toe aan de lokale verantwoordelijken om een onderzoek in te stellen
en niet aan mij. Wanneer de korpsleiding van oordeel is dat geen
goede beslissing werd genomen, zullen zeker maatregelen worden
genomen om een herhaling te voorkomen.
Het is niet aan de minister van Justitie om opdracht te geven om
mensen al dan niet langer op te sluiten. In een rechtsstaat ligt deze
bevoegdheid gelukkig bij de rechterlijke orde en niet bij de
uitvoerende macht.
06.02
Laurette Onkelinx,
ministre: Il est de la responsabilité
du parquet d'effectuer, pour
chaque dossier séparément, une
pondération de tous les éléments
avant de requérir un juge
d'instruction pour décerner un
mandat d'arrêt. Le juge
d'instruction peut alors donner
suite ou non à la réquisition du
parquet.
Dans le dossier auquel se réfère
M. Laeremans, la direction du
parquet de Bruxelles examine
actuellement si le magistrat
concerné a examiné correctement
les éléments en cause. Il
n'appartient pas au ministre de
s'immiscer dans cet examen. Si la
direction du parquet estime que le
magistrat n'a pas pris une bonne
décision, il prend des mesures
pour éviter une récidive.
Dans un Etat de droit, la décision
de détenir ou non les personnes
arrêtées appartient au pouvoir
judiciaire et non au pouvoir
exécutif.
06.03 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Ik vind dat de minister zich
er zeer gemakkelijk van af maakt waarbij zij eigenlijk zegt dat het
volledig de verantwoordelijkheid is van het parket en dat de minister
van Justitie daar niets mee te maken heeft. Mevrouw de minister, er
06.03 Bart Laeremans (Vlaams
Belang): La ministre cherche à se
tirer d'affaire par une pirouette.
Elle rejette entièrement la
CRIV 51
COM 734
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
bestaat ook zoiets als een positief injunctierecht en er bestaat ook
zoiets als het feit dat het openbaar ministerie toch niet helemaal op
dezelfde voet kan geschakeld worden als gewone magistraten. Ik
weet het wel, in individuele dossiers hebben zij uiteraard een zekere
vrijheid maar wanneer die leidt tot een totaal ongeoorloofde beslissing
waarbij...
En het is werkelijk een beleid van het parket want daarom heb ik de
vraag ook duidelijk in bredere zin gesteld, mevrouw de minister. Bij
het parket van Brussel heeft men al herhaaldelijk moeten vaststellen
dat mensen die niet eens een vaste verblijfplaats hebben en ernstige
misdrijven begaan, of het nu gaat om een systematische, bij herhaling
vastgestelde koperdiefstal in Halle waar ik u voorganger nog over heb
ondervraagd of hier over het verwonden van politieagenten, wij
moeten vaststellen dat het parket extreem laks omgaat met illegalen
waarvan men met zekerheid op voorhand al weet dat men ze nooit
meer kan vervolgen.
Daar zou u als minister van Justitie toch uw verantwoordelijkheid
moeten nemen en richtlijnen kunnen geven. U heeft als minister van
Justitie het recht om aan de parketten en aan het openbaar ministerie
richtlijnen te geven, zeker wanneer het fout loopt.
Mevrouw de minister, ik begrijp die politieagenten wanneer ze met
tientallen aan de deur van het parket staan om te zeggen dat dit de
spuigaten uitloopt, dat dit er echt op neerkomt dat agenten vogelvrij
worden verklaard. We komen hier tot een incident tussen
Binnenlandse Zaken en tussen Justitie, tot een ernstig conflict tussen
politie en parket en u wast uw handen in onschuld, u heeft er niets
mee te maken en u zegt dat het allemaal de verantwoordelijkheid van
het parket is.
Mevrouw de minister, ik heb de indruk dat u de illegalen, de criminele
illegalen, op die manier de hand boven het hoofd houdt. Als ze
morgen met brandbommen komen vanuit Parijs dan zou het mij niet
verwonderen dat u opnieuw hetzelfde doet. U zegt dan opnieuw laat
het parket maar doen, laat ze maar terugsturen, laat ze maar
teruglopen naar Parijs, we gaan ze niet vervolgen want ze wonen hier
toch niet. We steken de kop in het zand.
U neemt uw verantwoordelijkheid niet op. Op die manier moedigt u,
als minister van Justitie, de criminaliteit aan in plaats van ze te
bestrijden. Ik vind dit eigenlijk ongehoord en ben zeer diep bedroefd
over het soort justitie dat we hier moeten meemaken.
responsabilité sur le parquet.
Toutefois, si tel ou tel parquet se
montre particulièrement laxiste
envers des illégaux qui se sont
rendus coupables de faits
criminels, la ministre de la Justice
doit réagir et promulguer des
directives, et non donner
l'impression qu'une manifestation
policière devant le parquet n'est
rien de plus, à ses yeux, qu' un
simple fait divers.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Vraag nr. 8605 van mevrouw Turtelboom wordt omgezet in een schriftelijke vraag. De heer
Wathelet is niet aanwezig voor vraag nr. 8700.
Voorzitter: Hilde Claes.
Présidente: Hilde Claes.
07 Samengevoegde interpellaties van
- de heer Tony Van Parys tot de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de onzekere positie
van de magistraten" (nr. 708)
- de heer Bart Laeremans tot de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de uitvoering van
08/11/2005
CRIV 51
COM 734
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
het Themisplan en de aanpassing van de mandaten van de korpsoversten" (nr. 712)
07 Interpellations jointes de
- M. Tony Van Parys à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "la position incertaine des
magistrats" (n° 708)
- M. Bart Laeremans à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "l'exécution du plan
Themis et l'adaptation des mandats des chefs de corps" (n° 712)
07.01 Tony Van Parys (CD&V): Mevrouw de voorzitter, mevrouw de
vice-eerste minister, er leeft grote onzekerheid bij de magistraten en
dit om diverse redenen.
Ten eerste is er het Themisplan. Het blijkt dat er fundamentele
bezwaren zijn, niet alleen vanwege het openbaar ministerie, maar ook
vanwege de vaste vergadering van de korpschefs, tegen het
Themisplan of een aantal bepalingen ervan. Dat betekent dat zowel
het parket als de zetel unaniem fundamentele bezwaren hebben.
Er zijn wettelijke en grondwettelijke bezwaren tegen het Themisplan.
Het eerste fundamenteel bezwaar betreft het collegiaal bestuur over
de rechtbank en het parket, door het parket en de voorzitter van de
rechtbank. Dat betekent dat het openbaar ministerie en de zetel
samen collegiaal zullen beslissen over personeelsaangelegenheden,
over materiële uitrusting, over de gebouwen en over de logistiek. Daar
is het wettelijk en grondwettelijk bezwaar dat dit strijdig is met de
onafhankelijkheid van de rechter. De rechter kan niet samen zitten
met een procespartij en het openbaar ministerie is een procespartij.
Wanneer het openbaar ministerie en de zetel samen beslissen over
personeel, materiële uitrusting, logistiek en gebouwen, dan is er
vermenging tussen het openbaar ministerie en de zetel. Dit is niet
alleen strijdig met de Grondwet, maar ook strijdig met het Europees
Verdrag voor de Rechten van de Mens. Eerste probleem dus: het
collegiaal bestuur van zetel en parket over de rechtbanken en de
parketten en uiteraard ook over de hoven en de parketten-generaal.
Tweede fundamenteel bezwaar vanwege de magistratuur is ten
aanzien van de figuur van de beheersdirecteur die het laatste woord
zal krijgen in het beheer. In de mate dat die beheersdirecteur in
onenigheid is met de magistraten, met de korpsoverste, zal de
minister het laatste woord krijgen. Dat betekent dus eigenlijk dat de
vertegenwoordiger van de minister of de minister zelf het laatste
woord krijgen in aangelegenheden die het bestuur van de rechtbank
en het parket betreffen. Hier is dus het fundamentele bezwaar de
inmenging vanwege de uitvoerende macht in aangelegenheden die de
rechterlijke macht betreffen. De vraag is wat er in dergelijke
omstandigheden zal gebeuren met de pilootprojecten die
normalerwijze starten op 1 december? Gelet op de fundamentele
bezwaren van de magistratuur is de vraag of deze pilootprojecten op
1 december zullen kunnen starten.
Een tweede element van ongenoegen betreft de hele operatie van de
vernieuwing van de top van de magistratuur. Het is een gigantische
operatie waarbij ongeveer 100 mandaten moeten worden vernieuwd.
Ze moeten ingaan op 31 maart 2007.
Het probleem, en de reden van ongerustheid, is dat u hebt
aangekondigd dat voor deze mandaten de vacatures reeds vanaf 1
januari gepubliceerd zullen kunnen worden. Het gevolg hiervan is dat
zij die zich vanaf 1 januari kandidaat zullen kunnen stellen eigenlijk
07.01 Tony Van Parys (CD&V):
Tant les magistrats du siège que
ceux du parquet formulent des
objections majeures à l'encontre
du plan Themis. L'administration
collégiale du tribunal par le
ministère public et le siège
conjointement est contraire au
principe de l'indépendance du
juge. Ce dernier ne peut siéger en
même temps qu'une partie au
procès, ce qu'est manifestement
le ministère public. Cette
proposition est en contradiction
avec la Constitution et la CEDH.
Une deuxième objection
fondamentale concerne le
directeur d'administration qui aura
le dernier mot dans la gestion. En
cas de désaccord entre le
directeur d'administration et les
magistrats, c'est le ministre qui
prend les décisions relatives à
l'administration du tribunal. Il s'agit
d'une ingérence du pouvoir
exécutif dans des matières
ressortissant au pouvoir judiciaire.
Dans ces circonstances,
qu'adviendra-t-il des projets pilotes
qui devraient être lancés le 1
er
décembre?
Le deuxième élément
d'insatisfaction concerne
l'opération de renouvellement du
sommet de la magistrature. La
ministre a annoncé qu'une
centaine d'offres d'emploi pourront
être publiées dès le 1
er
janvier. Les
candidats ne sont toutefois pas
informés du contenu de la mission
du chef de corps, de son statut et
des modalités de son mandat. Le
plan Themis n'est pas clair à ce
sujet.
La ministre a déclaré en
commission que le projet serait
porté à l'ordre du jour du conseil
des ministres pour le 31 décembre
CRIV 51
COM 734
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
helemaal niet weten waarvoor zij zullen postuleren. Er is absolute
onduidelijkheid over de jobinhoud voor de korpsverantwoordelijken,
gelet op het Themisplan en de onzekerheid over wat de rol van de
korpsoverste zal zijn in het bestuur van de rechtbank of het parket.
Een tweede element van onzekerheid op dit ogenblik is dat
belangrijk zijn het statuut en de modaliteiten van deze mandaten.
Men weet op dit ogenblik helemaal niet wat de duurtijd van deze
mandaten zal zijn, of deze mandaten verlengbaar zullen zijn en of er
een evaluatie zal komen. Wetende dat die vacatures vanaf 1 januari
gepubliceerd kunnen worden, staat op dit ogenblik helemaal niet vast
wat de duurtijd zal zijn, of ze verlengd zullen kunnen worden en of er
een evaluatie zal kunnen komen.
Op 25 oktober hebt u in de commissie voor de Justitie van de Kamer
gezegd dat de regering met een ontwerp zou komen naar de
Ministerraad tegen 31 december 2005. Als dit juist is, dan betekent dit
dat er nog een advies van de Raad van State moet komen en dat de
Kamer en de Senaat het nog moeten bespreken. Het is evident dat
deze wettelijke regeling omtrent de modaliteiten van de mandaten er
niet zal zijn op het ogenblik dat er reeds vacatures gepubliceerd zullen
kunnen worden. Het gegeven dat men zich kandidaat zal moeten
stellen zonder te weten waarvoor men zich eigenlijk kandidaat stelt,
noch qua inhoud, noch qua modaliteit, is een element van
onzekerheid.
Een derde element van onzekerheid is de werklastmeting. U weet dat
het begeleidingsproject dat men Möbius noemt zeer binnenkort
eindigt en dat dankzij dit begeleidingsproject de werkprocessen op de
parketten in kaart werden gebracht. Men zou dit gegeven nu zeer
dringend operationeel moeten maken. Om die werklastmeting
operationeel te maken is er deskundige bijstand nodig en zou het
Möbius-begeleidingsproject verlengd moeten kunnen worden, anders
kan de werklastmeting helemaal niet van start gaan. Blijkbaar blijft de
beslissing om de deskundige bijstand van Möbius mogelijk te maken
uit. Daardoor dreigt de werklastmeting in het gedrang te komen.
Een vierde element van onzekerheid, mevrouw de voorzitter,
mevrouw de minister, is de onzekerheid omtrent het statuut van de
magistraten.
Dat brengt mij tot de volgende vragen.
Ten eerste, in verband met het Themis-project, wat zult u doen met
de wettelijke en grondwettelijke bezwaren die officieel aan u werden
bezorgd door de magistraten? Zullen de pilootprojecten starten op 1
december? Hoe zult u het Parlement betrekken bij deze
besluitvorming?
Ten tweede, wat betreft de hele operatie rond de vernieuwing van de
mandaten, wat is het standpunt van de magistraten ten aanzien van
de duurtijd, de verlengbaarheid en de evaluatie van de mandaten,
wetende dat ze vanaf 1 januari gepubliceerd zullen kunnen worden?
Op welke wijze zult u rekening houden met het standpunt van de
magistraten? Hoe zult u concreet de duurtijd, de evaluatie en de
verlengbaarheid van de mandaten invullen? Hoe zult u daaraan een
wettelijke basis geven?
2005. Le Conseil d'État doit
ensuite encore rendre son avis et
la Chambre et le Sénat devront se
prononcer, alors que les offres
d'emploi seront déjà publiées sans
informations précises sur le
contenu de la fonction.
Le projet d'accompagnement
relatif à la mesure de la charge de
travail des parquets arrive très
prochainement à terme. Pour que
la mesure de la charge de travail
soit opérationnel, l'assistance d'un
expert est indispensable et le
projet d'accompagnement devrait
être poursuivi. Mais aucune
décision n'est manifestement prise
à ce sujet.
Quelle attitude la ministre adopte-
t-elle à l'égard des objections
légales, constitutionnelles et
pratiques de la magistrature à
l'encontre du plan Themis? Les
projets pilotes prévus
commenceront-ils le
1
er
décembre? Comment le
Parlement sera-t-il associé au
processus décisionnel? Comment
la ministre déterminera-t-elle
concrètement la durée des
mandats, leur évaluation et la
possibilité de les prolonger? Le
projet d'accompagnement relatif à
la mesure de la charge de travail
se poursuivra-t-il? Quand et
comment la mesure de la charge
de travail sera-t-elle rendue
opérationnelle?
08/11/2005
CRIV 51
COM 734
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
Ten slotte, wat betreft de werklastmeting, zal het Möbius-
begeleidingsproject voortgezet worden? Hoe en wanneer zal de
werklastmeting operationeel worden?
Mevrouw de minister, dit zijn de vragen die ik in het kader van deze
interpellatie aan u wil stellen, vaststellende dat de onzekerheid bij de
magistraten bijzonder groot is.
07.02 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Mevrouw de voorzitter, er
rijzen inderdaad heel wat bedenkingen bij het Themisplan van de
minister en vooral bij de wijze waarop het nu versneld zal worden
uitgevoerd, in de vorm van pilootprojecten, zeker na de zeer
negatieve adviezen vanwege de magistratuur. Met name het advies
van het openbaar ministerie is bijzonder scherp. Ik heb het advies zelf
niet gezien, maar ik baseer mij op enkele krantenartikelen, onder
meer in De Tijd.
Men stelt daarin dat een en ander in strijd is met de onafhankelijkheid
van de magistratuur. Men verwijt de minister ook een gebrek aan
communicatie en overleg. Men zegt letterlijk: "Als het overleg er was
geweest voor de goedkeuring van het Themisplan, moesten wij het nu
niet bekritiseren". Mevrouw de minister, het is toch schrijnend dat uw
eigen dienst, het openbaar ministerie, zulke uitspraken moet doen.
De parketten verzetten zich tegen een collegiaal bestuursmodel of
beheersmodel, waarbij het parket en de zetel samen moeten
beslissen. Zij hebben immers een heel andere finaliteit, andere taken
en grondwettelijke verschillen. Zij pleiten voor een duaal
beheersmodel en geen collegiaal beheersmodel.
Zij zeggen ook terecht dat die managers niet op hetzelfde niveau
mogen staan als de korpschefs, maar een uitvoerende functie moeten
hebben. Anders dreigt een daadwerkelijke en ongeoorloofde
inmenging in de werking van de rechterlijke macht. Zo citeert De Tijd
op 24 oktober het advies van het parket. Dat zijn toch zeer
belangwekkende en zwaarwichtige woorden.
Mevrouw de minister, het is evident dat wij zo spoedig mogelijk in
kennis moeten worden gesteld liefst vandaag van dat advies en
de eventueel andere voorgelegde adviezen. Eigenlijk wordt u ervan
beschuldigd een machtsgreep te plegen op het beheer en de werking
van de rechtbanken en als minister heel zwaar te interfereren in de
derde macht. Dat is toch ongezien en zeer verregaand.
Mijn vragen daarover luiden als volgt. Welke adviezen zijn er intussen
binnengekomen inzake het Themisplan? Kunnen wij die adviezen, en
zeker dat van het openbaar ministerie, zien? Door wie werd dat
laatste advies trouwens precies uitgebracht? Was dat het College van
procureurs-generaal of waren dat alleen individuele leden van het
openbaar ministerie of de Raad van procureurs? Dat is niet helemaal
duidelijk.
Werd er reeds een advies uitgebracht door de Hoge Raad voor de
Justitie? Het schijnt dat u daarop wacht, alvorens te starten met het
pilootproject. Volgens mij is het pilootproject helemaal nog niet aan
aanvatten toe, gezien het zwaarwichtige advies van het openbaar
ministerie.
07.02 Bart Laeremans (Vlaams
Belang): La mise en oeuvre
accélérée du plan Thémis soulève
effectivement de nombreuses
objections. Ainsi, le ministère
public reproche à la ministre un
manque de communication et de
concertation préalable. En outre,
les parquets s'opposent à un
modèle d'administration collégial
et constatent à juste titre que les
managers ne peuvent se situer au
même niveau que les chefs de
corps.
Quels avis la ministre a-t-elle déjà
reçus concernant le plan Thémis?
Pouvons-nous consulter ces avis?
Est-ce le Collège des procureurs
généraux dans son ensemble qui
a rendu un avis ou seulement des
membres individuels? Le Conseil
supérieur de la Justice a-t-il déjà
rendu un avis? Ces avis peuvent-
ils encore être examinés avant le
démarrage des projets pilotes à
Gand et à Mons? Sur quelle
période s'étendront-ils? Sur la
base de quels critères les
managers pilotes seront-ils
désignés? Quelle est la procédure
à suivre pour poser sa candidature
à ces fonctions? Les vacances
ont-elles déjà été pourvues ?
Quelles sont les compétences des
managers pilotes?
Comment se fait-il que les
managers à l'essai qui doivent
prendre leurs fonctions à Gand et
à Mons le 1
er
décembre ne sont
pas encore connus? Comment les
projets pilotes sont-ils préparés?
Comment la ministre réagit-elle à
la critique concernant le manque
de communication? Peut-elle
apporter des précisions au sujet
des mandats des chefs de corps?
Comment explique-t-elle le fait que
le projet ne sera pas encore
CRIV 51
COM 734
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
Kunnen wij die adviezen vooraf aan de invoering van de
proefprojecten in Gent en Bergen bespreken? Het lijkt mij voor de
hand te liggen dat wij eerst daarover een grondig en ernstig debat
kunnen hebben. Ik wil daarmee de pilootprojecten zelfs niet vertragen.
Dat kan, als u dat wil, nu, volgende week of de week nadien. Wij zijn
dan nog altijd niet begin december.
Hoever staat het trouwens met de voorbereiding van die
pilootprojecten? Wanneer gaan zij van start? Hoelang zullen zij
duren?
Hoe zult u de proefmanagers aanwijzen en op grond van welke
criteria? Als u pilootprojecten lanceert, moet u toch ook
pilootmanagers naar voren schuiven. Komen zij uit de centrale
administratie? Hoe kan men ervoor solliciteren? Kan men nog
solliciteren of zijn die plaatsen al ingevuld? Wat zijn de bevoegdheden
van betrokkenen? Zijn er nog andere personeelsleden bij betrokken of
gaat het enkel om die vijf zogenaamde managers?
Hoe komt het dat in Gent en in Bergen de managers, die dan toch
vanaf 1 december 2005 van start zouden gaan, nog niet eens zijn
gekend, zodat voorbereiding nauwelijks mogelijk is?
Op welke wijze worden de proefprojecten voorbereid?
Wat is het antwoord van de minister op de kritiek dat er veel te weinig
communicatie over de hele problematiek bestaat?
Ten tweede, intussen is er nog geen duidelijkheid over de kwestie van
de mandaten van de korpschefs, namelijk over de duurtijd, de
verlengbaarheid, de evaluatie van de mandaten en over het tijdstip
waarop er kan worden verlengd.
Mevrouw de minister, eigenlijk is dat alles bijzonder straf. Vanaf 1
januari 2006 we hebben het voor de vakantie nog besproken
kunnen de vacatures worden gepubliceerd. Op dat moment zal het
Parlement echter nog niet eens begonnen zijn met de bespreking van
uw ontwerpen, als ze er al zijn. U heeft immers nog helemaal geen
duidelijkheid geschapen over de vraag of er al een voorontwerp
binnen de regering wordt besproken. Er moet daarna nog advies
worden gevraagd aan de Raad van State. Het voorontwerp moet dan
eventueel nog worden aangepast. Volgens mij zal uw ontwerp eind
december 2005 nog niet eens op de banken van het Parlement
liggen, terwijl begin januari 2006 korpschefs al zouden mogen
solliciteren voor een job waarop zij nog niet eens zicht hebben.
Zij hebben bijvoorbeeld ook nog geen zicht op de omvang van de
diverse arrondissementen. Ook daarover bestaat nog helemaal geen
duidelijkheid.
U geraakt in vreselijke tijdnood. Dat euvel heeft u helemaal aan uzelf
te danken. Als u sneller met uw voorontwerp en met uw plannen naar
buiten was gekomen, zou dat allemaal niet zijn gebeurd.
Blijkbaar is er ook een immens gebrek aan overleg met de
magistraten en de korpsoversten geweest. Zij hebben u dat tijdens de
zomervakantie al verweten. Op de eerste zitting na de vakantie, op 21
september 2005, heb ik u al ondervraagd over de hele
soumis au Parlement fin
décembre 2005, alors que les
chefs de corps pourront déjà poser
leur candidature à partir de janvier
2006 ? Comment les mandats des
chefs de corps seront-ils
prolongés, comment l'évaluation
se déroulera-t-elle et quand les
emplois vacants seront-ils
publiées?
08/11/2005
CRIV 51
COM 734
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
mandatenkwestie. U hebt toen echter geen antwoord gegeven.
Wij, de leden van de commissie voor de Justitie, hebben eindelijk
recht op informatie over de krachtlijnen van uw plannen met de
mandaten van de korpschefs: hoe zullen ze worden verlengd, hoe zal
de evaluatie verlopen, wanneer juist zullen de vacatures worden
gepubliceerd? Kan u daarover vandaag eindelijk duidelijkheid geven?
De magistraten en het Parlement hebben er recht op.
07.03 Minister Laurette Onkelinx: Mevrouw de voorzitter, mijnheer
Laeremans, ten eerste, wat de Themis-hervorming betreft, deze zal
worden voortgezet in de loop van het jaar 2006 zoals de eerste
minister heeft aangekondigd.
We ontvingen de adviezen die werden gevraagd vóór de gerechtelijke
vakantie. Ik wacht nog op het advies van de Hoge Raad voor de
Justitie, verdaagd naar 16 november.
Het is moeilijk om u via dit antwoord de kern mee te delen van de
verschillende adviezen die werden gegeven. Ik kan u enkel zeggen
dat het merendeel van de verenigingen voorbehoud maakt inzake de
opties die de regering heeft weerhouden.
Ik onderzoek de meningsverschillen aandachtig en sluit uiteraard niet
uit dat er binnenkort verbeteringen zullen worden aangebracht aan de
naar voren geschoven oriënteringen. Op basis van die oriënteringen
zullen de pilootprojecten van start gaan in Bergen en in Gent. Zoals ik
reeds te kennen gaf, zullen we gebruik maken van het jaar 2006 om
de budgetten van de verschillende entiteiten te bepalen.
Andere vragen zullen antwoorden vinden, met name deze die
betrekking hebben op het profiel en de bekwaamheden van de
managers. Wat de pilootsites betreft, zullen lokale vergaderingen
worden georganiseerd in de loop van de volgende weken.
Ik kan de kritiek niet aanvaarden dat de communicatie op dit vlak is
tekortgeschoten. Ik meen daarentegen dat wij hebben
gecommuniceerd. Wij hebben adviezen gevraagd en in de
pilootjurisdicties zullen besprekingen aan de gang blijven gedurende
het hele jaar 2006.
Ten tweede, ik werd reeds geïnterpelleerd over het mandaat van de
korpschefs. Ik had de gelegenheid duidelijk te stellen dat ik vóór
31 december 2005 een voorontwerp van wet zal voorleggen aan de
regering. De vragen die u mij stelt, zijn derhalve voorbarig aangezien
er nog een regeringsdiscussie moet plaatsvinden.
Ten derde, dit punt maakt het voorwerp uit van een uitweiding in de
beleidsnota die op 28 oktober laatstleden werd ingediend. Er is
bepaald dat, en ik citeer: "het instrument zelf van de werklastmeting
werd geconcipieerd." Momenteel zijn er nog enkele
uitvoeringsmoeilijkheden. Hieraan wordt echter gewerkt. Daarnaast is
het nog wachten op de Duitse vertaling van de titels, schermen,
enzovoort.
In de politieparketten is de uitwerking het verst gevorderd. Vanaf
eind 2005 moet het mogelijk zijn het instrument te testen op basis van
07.03
Laurette Onkelinx,
ministre: La réforme Thémis sera
poursuivie en 2006. Entre-temps,
nous avons reçu les avis
demandés, à l'exception de celui
du Conseil supérieur de la Justice
qui sera rendu le 16 novembre. La
majorité des avis expriment des
réserves sur une série d'options
de la réforme. Les commentaires
sont actuellement étudiés en détail
et pourront éventuellement mener
à des adaptations. Des questions
ont été posées, entre autres, sur le
profil des managers et sur les sites
pilotes. Je rejette la critique selon
laquelle notre communication à ce
niveau serait déficiente.
En ce qui concerne le mandat du
chef de corps, un avant-projet de
loi sera présenté au gouvernement
d'ici fin 2005. Je ne peux donc pas
encore répondre aux questions sur
ce sujet.
L'instrument de mesure de la
charge de travail a été mis au
point. Quelques difficultés
entravent encore sa mise en
oeuvre mais on s'en occupe
activement. C'est au niveau des
parquets de police que son
élaboration est la plus avancée et
l'instrument de mesure y sera
testé dès la fin de cette année sur
la base des données du premier
semestre 2005. Pour les autres
parties du parquet et les parquets
généraux, les premières données
fiables seront disponibles au
printemps 2006. A partir de ce
moment, les chefs de corps
pourront disposer d'un instrument
de management à part entière qui
leur permettra, le cas échéant, de
redresser la barre là où elle doit
l'être.
CRIV 51
COM 734
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
de cijfers van de eerste zes maanden van dit jaar. Voor de andere
parketonderdelen - correctioneel parket, jeugdparket en burgerlijk
parket - en voor de parketten-generaal zullen de eerste betrouwbare
en gevalideerde cijfers in het voorjaar van 2006 voorhanden zijn.
Vanaf dat ogenblik zullen alle korpschefs van het openbaar ministerie
beschikken over een valabel middel dat de werklast meet, maar
tevens over een managementinstrument dat hun moet toelaten meer
sturing te geven aan hun organisatie.
Door de uittekening van de vele procesonderdelen en de vaststelling
van de geobjectiveerde verschillen tussen de verschillende parketten
zal het bovendien mogelijk zijn om meer uniforme werkmethodes te
hanteren. Dit zal zeker leiden tot een rationaliseringinzet van de
beschikbare middelen.
Wat de zetel betreft, heeft de werkgroep die in het begin van de
regeerperiode werd opgericht de verhoopte resultaten jammer genoeg
niet kunnen bereiken. Ik heb het overlegproces derhalve weer op
gang gebracht door een vergadering te beleggen met de voorzitter
van de eerste voorzitters van de hoven van beroep en met
Nederlandstalige en Franstalige voorzitters van de voorzitters van de
rechtbanken van eerste aanleg. Als gevolg van deze ontmoeting denk
ik dat het wenselijk is dat men zich oriënteert in de richting van het
instellen van een specifieke formule, onder meer op basis van een
evaluatie van alle ervaringen waarover we reeds beschikken: Munas,
time sheets en het werktuig dat werd ingesteld voor het openbaar
ministerie. De pilootwerkzaamheden zullen worden toevertrouwd aan
hoge magistraten van de zetel.
Ten vierde, u weet dat ik voor het statuut van de magistraten een
werk heb toevertrouwd aan de heer Joël Hubin, eerste voorzitter van
het arbeidshof te Luik. De resultaten zouden me binnenkort moeten
worden bezorgd. Op basis van deze werkzaamheden zal ik ertoe
komen een beslissing te nemen. U begrijpt dat uw vraag ook hier wat
voorbarig is.
En ce qui concerne la charge de
travail, la constatation de
différences objectives entre les
différents parquets permettra
d'uniformiser davantage les
méthodes de travail et d'utiliser
plus rationnellement les moyens
disponibles.
Pour ce qui est du siège, le groupe
de travail créé il y a quelques
années n'a hélas pas donné de
résultats mais j'ai l'intention de
relancer la concertation. J'estime
souhaitable de rechercher une
formule spécifique, sur la base
notamment de l'expérience du
ministère public. C'est aux hauts
magistrats du siège que sera
confiée la tâche de procéder aux
tests nécessaires.
A propos du statut des magistrats,
j'ai demandé une étude à M.
Hubin, premier président de la
cour du travail de Liège. J'en
recevrai très prochainement les
résultats.
07.04 Tony Van Parys (CD&V): Mevrouw de voorzitter, mevrouw de
vice-eerste minister, ik wil een aantal elementen van repliek in het
debat brengen.
Ten eerste wil ik het hebben over het Themisplan. U zegt dat de
magistraten wat voorbehoud hebben gemaakt. Ik vind dat u dat nogal
minimaliseert. De magistraten blijken namelijk niet alleen wettelijke,
maar ook grondwettelijke bezwaren te hebben geformuleerd. Ik leid
uit uw antwoord wel af dat het Themisplan aangepast zal worden aan
de bezwaren van de magistraten, wat naar mijn aanvoelen een
belangrijk gegeven is. Ik geloof inderdaad dat aan die grondwettelijke
en wettelijke bezwaren tegemoetgekomen moet worden, in die zin dat
volgens mij de korpsoversten de verantwoordelijkheid moeten dragen
en die de bijstand moeten krijgen van financiële beheerders die
weliswaar onder toezicht van de korpsoversten functioneren en
waarbij de scheiding van het openbaar ministerie en de zetel moet
worden gerespecteerd. Wij zijn dus hoopvol over de verbeteringen die
u zult aanbrengen aan het Themisplan, want die zijn absoluut
noodzakelijk.
Ik leid uit uw antwoord ook af dat de pilootprojecten niet zullen starten
op 1 december, zoals aangekondigd, maar wel in de loop van 2006.
07.04 Tony Van Parys (CD&V): Il
est en tout cas positif que le plan
Themis sera adapté sur la base
des objections légales et
constitutionnelles des magistrats.
Il est également positif que les
projets pilotes ne débuteront que
dans le courant de 2006.
Je ne puis toutefois pas approuver
la réponse de la ministre en ce qui
concerne le système des mandats.
Elle affirme que la question est
prématurée alors que nous
sommes déjà largement en retard.
Il convient de définir d'abord la
nature de la fonction, ensuite le
profil des candidats et ce n'est
qu'alors qu'il pourra être procédé à
la publication de l'emploi vacant.
En ce qui concerne la mesure de
08/11/2005
CRIV 51
COM 734
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
Ten tweede, wat het mandatensysteem betreft, mag u mij niet kwalijk
nemen dat ik het echt niet eens kan zijn met uw antwoord. U zegt dat
mijn vraag voorbarig is, wegens van het feit dat u een voorontwerp
van wet aan de regering zult voorleggen omtrent de duurtijd van de
mandaten, de evaluatie en verlengbaarheid, tegen 31 december. Mijn
vraag is natuurlijk niet voorbarig, integendeel: we zijn al veel te laat
wegens het feit dat u in het wetsontwerp houdende diverse
bepalingen voor de justitie, hebt gezet dat vanaf 1 januari de
vacatures gepubliceerd zullen kunnen worden. Het is dan toch evident
dat voordien de modaliteiten bepaald moeten zijn. Men kan toch niet
postuleren voor een plaats waarvan men niet weet wat de inhoud en
de modaliteiten zullen zijn. Dat is eigenlijk precies het
tegenovergestelde van een goed personeelsbeleid. Een goed
personeelsbeleid veronderstelt dat eerst de jobinhoud wordt bepaald,
daarna het profiel van de kandidaten en dat dan de vacatures worden
gepubliceerd. Nu doet u precies het tegenovergestelde: u publiceert
de vacature, en nadien zult u bepalen wat de jobinhoud is en wat het
profiel is. Het gaat over de hele groep van de magistratuur die een
beleidsplan moet indienen. Er zal een virtueel beleidsplan ingediend
moeten worden. Het beleidsplan kan nergens op slaan, want die
mensen weten gewoon niet welk beleid ze moeten voeren, waarover
en over wie.
Ten derde, de werklastmeting. De eerste absoluut dringende
maatregel die u moet nemen, is de verlenging van het
begeleidingsproject Möbius. Zodra die professionele bijstand stopt
het loopt af in de volgende weken zal heel die operatie en al dat
voorbereidend werk voor niets zijn geweest. Ik vraag u daaromtrent
zeer concrete engagementen.
Ten slotte, wat het statuut betreft, hoop ik inderdaad dat de werkgroep
met de eerste voorzitter, de heer Hubin, tot resultaten kan leiden.
Ik heb een motie van aanbeveling voorbereid waarmee ik de regering
verzoek dat rekening zou worden gehouden met de wettelijke en de
grondwettelijke bezwaren tegen het Themisplan en dat de
pilootprojecten in afwachting daarvan zouden worden verdaagd. Ten
tweede vraag ik dat er geen vacatures gepubliceerd zouden worden
voor de mandaten van korpschefs, alvorens bij wet de inhoud en de
modaliteiten van de mandaten zijn bepaald. Ten derde vraag ik dat
het begeleidingsproject voor de werklastmeting wordt voortgezet,
zodat die werklastmeting zeer snel operationeel kan worden.
la charge de travail, nous
demandons à la ministre de
prolonger immédiatement le projet
d'accompagnement Moebius.
Nous espérons ensuite que le
groupe de travail sur le statut
produira des résultats. J'ai préparé
une motion de recommandation à
cet effet.
07.05 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Mevrouw de voorzitter, in
verband met het Themisplan ben ik nog helemaal niet zo zeker dat de
minister alles zo op de lange baan gaat schuiven wat betreft die
proefprojecten. Ik heb begrepen dat ze hoe dan ook wil doorgaan met
proefprojecten en dat er inderdaad een aantal adviezen is
binnengekomen waarin voorbehoud wordt gemaakt, dat een aantal
oriënteringen zou aangepast worden maar dat u niettemin zou
doorgaan met de proefprojecten. Ik vind het toch nogal
onvoorstelbaar. U gaat dus in het ijle beginnen experimenteren,
mevrouw de minister, met iets dat toch wel aan de fundamenten van
onze rechtsstaat raakt.
Ik zou u ten zeerste willen vragen om dat niet te doen en in elk geval
die proefprojecten op te schorten, sine die, tot er duidelijkheid is over
07.05 Bart Laeremans (Vlaams
Belang): La ministre souhaite
manifestement faire démarrer les
projets pilotes. Elle va donc
expérimenter dans le vide, alors
que ce sont les fondements même
de notre Etat de droit qui sont en
jeu. J'insiste pour que la ministre
suspende les projets pilotes
jusqu'à ce que nous sachions à
quoi nous en tenir sur les
orientations du plan Thémis. Le
Parlement a le droit de connaître
la teneur des avis du ministère
CRIV 51
COM 734
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
die oriëntering en tot wij ook een ernstig debat hebben gehad over die
oriënteringen. Wij hebben toch als commissie voor Justitie het recht
om te weten wat het openbaar ministerie, wat de magistraten, wat de
Hoge Raad voor Justitie uitbrengen aan adviezen in zo'n belangrijke
zaak vooraleer u gaat onderhandelen met magistraten over de
uitvoering daarvan. U draait eigenlijk de volgorde gewoon om. Het is
toch altijd eerst het Parlement dat minstens over de krachtlijnen moet
kunnen debatteren. Ik wil de concrete uitvoering en het in wetten
gieten nog even in het midden laten. Ik kan ermee akkoord gaan dat
dat in een latere fase komt bij zo'n proefproject. Er moet echter
minstens duidelijkheid zijn over alle adviezen en moeten we daar een
ernstig debat over kunnen hebben in de schoot van deze commissie.
In een motie vragen wij u dan ook, ten eerste, dat alles wordt
opgeschort sine die, ten tweede, dat alle adviezen ons worden
bezorgd en, ten derde, dat er een debat voorafgaandelijk aan elk
experiment en aan elke proefopstelling of proefproject zou
plaatsvinden voordat ieder project zou gerealiseerd worden.
Eigenlijk is dat toch nogal evident. Het is nogal vreemd dat wij als
Parlement moeten vragen dat u zo goed zou willen zijn om een debat
aan te gaan met deze commissie over de inhoud van uw Themisplan.
Dat is toch eigenlijk wel verregaand. U zet eigenlijk het Parlement
buitenspel in deze zaak.
Wat de mandaten betreft, zegt u opnieuw u hebt hetzelfde gezegd
op mijn vraag van 21 september dat het allemaal voorbarig is. Ik
kan daar enkel en alleen uit besluiten, mevrouw de minister, dat u de
chaos aan het organiseren bent ten aanzien van de magistraten. U
vraagt binnenkort dat zij zouden gaan solliciteren voor een mandaat
dat misschien niet eens openvalt wanneer de huidige korpschef zijn
mandaat zou willen verlengen. Een aantal magistraten wil dan
misschien niet eens solliciteren om de huidige, zittende korpschef niet
te bruuskeren en omdat ze vinden dat hij eigenlijk de beste persoon is
om het nog vijf jaar vol te houden.
U zorgt dus voor grote onzekerheid voor de mensen uit de betrokken
sector, niet zomaar de eerste de beste magistraten maar de
korpsoversten of de aspirant-korpsoversten. Ik vind dat allemaal heel
verregaand.
Op 1 januari zouden die vacatures kunnen gepubliceerd worden en u
weet al maanden dat die zaak dringend is, dat er een wetswijziging
moet komen. U bent daar al maanden in overleg over geweest met de
magistraten maar in de loop van de vakantie hebt u plots alle overleg
gestopt. Sindsdien zegt u niets meer, noch aan de magistraten, noch
aan het Parlement en heeft u niet eens geantwoord op onze vraag
hoever het nu staat met uw voorontwerp. Is het al in de schoot van de
regering besproken? Is het al meegedeeld? Kan het naar de Raad
van State gaan?
Ik geloof inderdaad dat u tegen eind december niet eens een kant en
klaar ontwerp hier in het Parlement gaat kunnen indienen en begin
januari kunnen die vacatures gepubliceerd worden. U bent zelf
verantwoordelijk voor die onbegrijpelijke traagheid, mevrouw de
minister. Ik snap niet dat u daar in dergelijke belangrijke zaken met
zoveel lichtvoetigheid overheen gaat.
public, des magistrats et du
Conseil supérieur de la justice
avant que la ministre n'entame les
négociations avec la magistrature
sur l'exécution de son plan. Nous
réclamons un débat sérieux en
commission à ce sujet et
déposons une motion à cet effet.
En ce qui concerne les mandats,
la ministre affirme que notre
inquiétude est prématurée mais
organise dans l'intervalle le chaos.
Elle demande qu'un magistrat
pose sa candidature pour un
mandat qui ne deviendra peut-être
même pas vacant si l'actuel chef
de corps entend prolonger son
mandat. La ministre sait depuis
longtemps qu'une modification de
la loi s'impose d'urgence mais,
après s'être concertée pendant
des mois avec la magistrature, elle
cesse à présent toute
concertation. Depuis lors, c'est
l'incertitude la plus totale quant
aux plans de la ministre. Or, les
vacances seront publiées le 1er
janvier. Qu'en est-il de l'avant-
projet?
08/11/2005
CRIV 51
COM 734
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
Moties
Motions
Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.
En conclusion de cette discussion les motions suivantes ont été déposées.
Een eerste motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Bart Laeremans en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellaties van de heren Tony Van Parys en Bart Laeremans
en het antwoord van de vice-eerste minister en minister van Justitie,
vraagt de regering
- de proefprojecten inzake het Themisplan voor onbepaalde tijd op te schorten;
- alle adviezen terzake meteen over te maken aan het Parlement;
- een debat aan te gaan met de commissie Justitie over de krachtlijnen van het Themisplan en over de
adviezen."
Une première motion de recommandation a été déposée par M. Bart Laeremans et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de MM. Tony Van Parys et Bart Laeremans
et la réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice,
demande au gouvernement
- de suspendre les projets pilotes relatifs au plan Themis pour une durée indéterminée;
- de transmettre immédiatement tout avis en la matière au Parlement;
- d'ouvrir un débat au sein de la commission de la Justice à propos des lignes de force de ce plan Themis
et des avis."
Een tweede motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Tony Van Parys en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellaties van de heren Tony Van Parys en Bart Laeremans
en het antwoord van de vice-eerste minister en minister van Justitie,
verzoekt de regering
1. rekening te houden met de wettelijke en grondwettelijke bezwaren tegen het Themisplan en de
pilootprojecten te verdagen tot wanneer hieraan tegemoet is gekomen;
2. geen vacatures te publiceren voor de mandaten van de korpschefs, vooraleer bij wet de inhoud en de
modaliteiten van de mandaten zijn bepaald;
3. het begeleidingsproject voor de werklastmeting verder te zetten zodat deze zeer snel operationeel kan
worden."
Une deuxième motion de recommandation a été déposée par M. Tony Van Parys et est libellée comme
suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de MM. Tony Van Parys et Bart Laeremans
et la réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice,
demande au gouvernement
1. de tenir compte des objections légales et constitutionnelles à l'égard du plan Themis et de reporter les
projets pilotes jusqu'à ce que cette condition soit remplie;
2. de ne publier aucune vacance pour les mandats des chefs de corps avant que le contenu et les
modalités des mandats soient déterminés par une loi;
3. de poursuivre le projet d'accompagnement relatif à la mesure de la charge de travail pour qu'il soit
rapidement opérationnel."
Een eenvoudige motie werd ingediend door de dames Hilde Claes en Valérie Déom en door de heer Alain
Courtois.
Une motion pure et simple a été déposée par Mmes Hilde Claes et Valérie Déom et par M. Alain Courtois.
Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.
CRIV 51
COM 734
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21
07.06 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Mevrouw de voorzitter, de
heer Courtois was niet meer aanwezig tijdens dit debat. Ik vind het
nogal verregaand dat voorgedrukte formulieren hier zomaar
circuleren.
07.06 Bart Laeremans (Vlaams
Belang): Comment M. Courtois
peut-il signer une motion pure et
simple sans même avoir assisté à
la discussion de l'interpellation?
Selon moi, cette motion n'est pas
valable.
De voorzitter: Dan kan de eenvoudige motie nog steeds perfect
ondertekend zijn door mevrouw Déom en mijzelf.
Le président: Elle est valable
même sans M. Courtois, puisque
deux signatures figurent au bas de
la motion, celle de Mme Déom et
la mienne.
07.07 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Mevrouw de voorzitter, ik
stel vast dat die motie ongeldig is.
Voorzitter: Tony Van Parys.
Président: Tony Van Parys.
08 Question de M. Melchior Wathelet à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "les
conséquences du projet de loi modifiant la législation relative à la protection de la jeunesse et à la
prise en charge des mineurs ayant commis un fait qualifié d'infraction" (n° 8700)
08 Vraag van de heer Melchior Wathelet aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
gevolgen van het wetsontwerp tot wijziging van de wetgeving betreffende de jeugdbescherming en
het ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd"
(nr. 8700)
08.01 Melchior Wathelet (cdH): Monsieur le président, madame la
ministre, je reviens sur un sujet que nous avons déjà eu l'occasion
d'aborder en commission, en janvier 2004. En effet, le Service de
Réaction rapide de Verviers avait pris certaines initiatives concernant
la prise en charge des mineurs. La nouvelle loi, réformant la loi de
1965 relative à la protection de la jeunesse, pose certaines questions.
En vue de pouvoir clarifier la situation ainsi que la légalité et
l'opportunité de pratiques qui se font à Verviers certaines ayant
d'ailleurs fait leurs preuves , je me permets de relayer certaines
questions.
En effet, le projet de loi prévoit des mesures à disposition du
procureur du Roi en début de phase, c'est-à-dire lorsque uniquement
le parquet est saisi:
- l'envoi du dossier vers une médiation;
- la possibilité de proposer aux personnes qui exercent l'autorité
parentale sur un mineur, ne niant pas avoir commis un fait qualifié
d'infraction et qui manifestent un désintérêt caractérisé à l'égard de la
délinquance, d'accomplir le stage parental dont on a beaucoup parlé
en commission;
- la possibilité pour le procureur du Roi d'adresser à l'auteur présumé
du fait qualifié d'infraction une lettre d'avertissement, d'en informer
ses représentants légaux, de convoquer l'auteur et ses représentants
légaux et de leur notifier un rappel à la loi.
Il semble cependant que certaines actions du Service de Réaction
rapide de Verviers vont plus loin et s'inspirent de pratiques
développées en France. Le parquet bruxellois s'est également inspiré
de certaines actions menées à Verviers, en vue de les pratiquer aussi
08.01 Melchior Wathelet (cdH):
Ik kom terug op een onderwerp
dat al in januari 2004 in de
commissie werd aangekaart. De
dienst bij het parket van Verviers
die kort op de bal speelt in
gevallen van jeugddelinquentie
had initiatieven genomen inzake
het ten laste nemen van
minderjarigen (Beknopt verslag nr.
111 van 5 januari 2004, p. 7 en 8).
De nieuwe wet die de wet van
1965 betreffende de
jeugdbescherming hervormt, doet
hieromtrent vragen rijzen. De
nieuwe wet voorziet immers in de
beginfase, namelijk wanneer het
parket wordt ingeschakeld, in
maatregelen voor de procureur
des Konings: het versturen van het
dossier naar een bemiddelaar; de
mogelijkheid om de ouders of
gelijkgestelde vertegenwoordigers
van een minderjarige die niet
ontkent een overtreding te hebben
begaan, voor te stellen een
ouderstage te doorlopen; de
mogelijkheid voor de procureur
08/11/2005
CRIV 51
COM 734
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22
sur le terrain bruxellois.
Madame la ministre, mes question sont les suivantes.
Le projet de loi qui a été voté à la Chambre et qui est actuellement en
discussion au Sénat menace-t-il, en tant que tel, les actions menées
par le Service de Réaction rapide verviétois ou les structures de type
SRR, présentes ailleurs qu'à Verviers et notamment à Bruxelles?
Les trois mesures à disposition du parquet (la médiation, le stage
parental et la mesure relative à la lettre d'avertissement, à
l'information des représentants légaux, à la convocation de l'auteur et
au rappel à la loi) sont-elles limitatives? En particulier, les mesures
appliquées par le SRR verviétois au niveau du parquet, telles que les
modules de formation (prévention des assuétudes, communication
non violente, citoyenneté, suivi individuel) et les prestations
communautaires ou micro-prestations qui pouvaient être utilisées
comme alternatives au classement sans suite ou la saisine du juge de
la jeunesse peuvent-elles encore être exercées?
Aux questions que je vous avais posées le 5 janvier 2004 concernant
ces pratiques, vous aviez répondu que vous vous réjouissiez du
dynamisme verviétois concernant les primo-déliquants et vous
annonciez également que la future loi concernant la délinquance
juvénile encadrerait, dans un prescrit légal, les différentes
expériences déjà réalisées dans différents arrondissements. Or, il
semble que ce cadre légal n'est pas prévu.
La crainte du parquet de Verviers est qu'une nouvelle législation trop
limitative ait pour conséquence de compromettre les multiples
possibilités d'action développées avec succès, pour la plupart par
le SRR.
Aux questions que je vous avais posées le 5 janvier 2004, vous
indiquiez également que vous alliez demander à votre administration
de dresser un relevé et une évaluation des différentes mesures
pratiquées dans les différents arrondissements en réponse aux
problèmes posés par les primo-délinquants. J'ai à nouveau parcouru
l'analyse du projet de loi sur la protection de la jeunesse et je n'ai pas
retrouvé de chiffres. Pourriez-vous dès lors me dire, madame la
ministre, si ce relevé ou cette évaluation ont été réalisés et m'en
communiquer les résultats?
een waarschuwingsbrief te sturen
of de minderjarige op te roepen,
diens wettelijke
vertegenwoordigers op de hoogte
te brengen en in een verwittiging
aan de wet te herinneren.
Sommige handelingen van die
dienst bij het parket van Verviers
gaan echter veel verder en zijn
ingegeven door gebruiken uit
Frankrijk. Het parket van Brussel
heeft ook bepaalde handelingen
uit Verviers overgenomen.
Brengt het in de Kamer
goedgekeurde wetsontwerp, dat
momenteel in de Senaat voorligt,
de door de bewuste dienst van
Verviers gevoerde handelingen en
de in Brussel opgerichte structuren
van dat type in het gedrang?
Zijn de genoemde drie
maatregelen van het parket
beperkend? Kunnen de door die
dienst in Verviers toegepaste
maatregelen, zoals de
opleidingsmodules en de
dienstverlening voor de
gemeenschap of de kleine
opdrachten voor dienstverlening
nog worden uitgevoerd?
Op mijn vragen van 5 januari 2004
hebt u geantwoord dat u blij was
met het dynamisme van Verviers
en hebt u aangekondigd dat de
toekomstige wet de experimenten
van de arrondissementen in een
wettelijk kader zou gieten. Maar
dat is blijkbaar niet gebeurd. Het
parket van Verviers vreest dat een
beperkende nieuwe wetgeving de
maatregelen van de dienst die
terzake kort op de bal wil spelen in
het gedrang zal brengen.
U had ook gezegd dat u uw
administratie om een overzicht en
een evaluatie van de door de
verschillende arrondissementen
genomen maatregelen zou
vragen. Ik heb in uw wetsvoorstel
geen cijfers gevonden. Werd die
evaluatie uitgevoerd en wat zijn de
resultaten ervan?
CRIV 51
COM 734
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
23
08.02 Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur le président, chers
collègues, comme vous le savez puisque nous en avons longuement
discuté, le projet du gouvernement de réforme de la loi de 1965 vise à
limiter les interventions du parquet à ses missions légales, qui ne
peuvent pas aller à l'encontre de la présomption d'innocence. Ce
principe est, entre autres, repris à l'article 40 de la Convention
internationale des droits de l'enfant.
Depuis des années, il existe des discussions en la matière. Comme
j'y ai été invitée par tous les spécialistes en matière de droit de la
défense lors de différentes discussions et par vous-même, monsieur
Wathelet, lors de la discussion du projet en commission de la Justice
notamment quand nous avons parlé de travaux d'intérêt général
comme proposition du parquet , j'ai opté pour une limitation de ces
interventions à celles qui n'anticipent pas le jugement. Ceci implique
qu'il n'y aura pas de base légale pour les mesures de diversion, c'est-
à-dire les réactions avant toute condamnation donnée au niveau du
parquet.
J'invite ces initiatives à se réorienter afin de s'inscrire soit dans la
médiation au niveau du parquet, soit dans les mesures au niveau du
juge et du tribunal de la jeunesse. Une réaction rapide est nécessaire
mais doit toujours se situer au bon niveau. Il est inacceptable qu'une
réaction ait lieu avant que les faits aient été objectivement constatés.
Certaines initiatives ne s'inscrivent en revanche pas nécessairement
exclusivement dans la lutte contre la délinquance juvénile et pourront
donc subsister dans un autre cadre, par exemple, la lutte contre
l'absentéisme scolaire.
Je respecte l'idée que l'objectif est de se limiter aux mesures qui
seront inscrites dans la loi. En tout cas, il n'y aura pas de financement
d'autres mesures. Dès le début de mes initiatives en vue de cette
réforme, j'ai annoncé que certaines pratiques prétoriennes
obtiendraient une base légale. Pour les raisons que je viens
d'énoncer, les réactions avant condamnation doivent être limitées.
En ce qui concerne les mesures de diversion actuellement
subventionnées par le plan global, il s'agit de 39 projets dont 8 sont
exclusivement destinés à des mineurs.
On dénombre 783 dossiers concernant des projets d'activités d'intérêt
général, 885 relatifs à des projets de formation-traitement, 42 à des
groupes de parole et 719 concernant des projets médiation. Cela
donne un total de 2.429 dossiers dont 1.049 dossiers concernent
Anvers, 334 Bruxelles, 278 Hasselt, 234 Tongres, 211 Louvain, 127
Turnhout, 81 Mechelen, 75 Bruges, 15 Liège, 14 Gent et 11
Oudenaerde.
08.02 Minister Laurette Onkelinx:
Het regeringsontwerp tot
hervorming van de wet van 1965
strekt ertoe het optreden van het
parket tot zijn wettelijke
opdrachten te beperken. Daarbij
mag het vermoeden van onschuld
niet in het gedrang komen. Dat
beginsel is onder meer vervat in
artikel 40 van het Internationaal
Verdrag inzake de rechten van het
kind.
Het debat daarover woedt al jaren.
Op vraag van een aantal
specialisten, heb ik de
handelingen van het parket
beperkt tot diegene die niet op de
uitspraak vooruitlopen. Er zal dus
geen wettelijke basis zijn voor de
diversiemaatregelen (maatregelen
uitgevaardigd door het parket voor
van enige veroordeling sprake is).
Dat soort initiatieven zou moeten
worden vervangen door
bemiddeling of door maatregelen
uitgevaardigd door de rechter en
de jeugdrechtbank. De reactie
moet zich op het juiste niveau
situeren. Ze is onaanvaardbaar
vóór de feiten op een objectieve
manier werden vastgesteld.
Een aantal initiatieven kadert niet
in de strijd tegen de
jeugddelinquentie en kan dus in
een ander kader worden
voortgezet (de strijd tegen
spijbelen, bijvoorbeeld). De
bedoeling is dat de parketten zich
beperken tot de bij wet
voorgeschreven maatregelen.
Andere maatregelen zullen hoe
dan ook niet worden gefinancierd.
Voor de diversiemaatregelen die
via het globaal plan worden
gesubsidieerd, zijn er 39 projecten,
waarvan 8 op jongeren zijn gericht.
Van de dossiers hebben 783
betrekking op projecten inzake
gemeenschapsdienst, 885 op
projecten inzake opleiding-
behandeling, 42 op praatgroepen
en 719 op bemiddelingsprojecten.
In totaal gaat het dus om 2 429
dossiers (1 049 in Antwerpen, 334
08/11/2005
CRIV 51
COM 734
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24
in Brussel, 278 in Hasselt, 234 in
Tongeren, 211 in Leuven, 127 in
Turnhout, 81 in Mechelen, 75 in
Brugge, 15 in Luik, 14 in Gent en
11 in Oudenaarde).
08.03 Melchior Wathelet (cdH): Madame la ministre, ma question
est basée sur des actions positives qui ont été menées, notamment à
Verviers dans le cadre du Service de Réaction rapide. Les choses se
passent donc plutôt bien.
Or vous semblez dire que de telles actions ne peuvent être menées
que dans le cadre de la médiation. Mais les mesures de prévention
aux assuétudes, par exemple, ou des communications non violentes,
citoyennes, le suivi individuel, toutes les actions menées par le biais
du parquet ainsi que les prestations communautaires menées à
Verviers n'ont plus de base légale. Elles ont pourtant donné de bons
résultats.
08.03 Melchior Wathelet (cdH): U
lijkt te suggereren dat dergelijke
acties in het kader van de
bemiddeling thuis horen. Maar de
maatregelen waartoe in Verviers
werd besloten, hebben geen
wettelijke basis meer. Ze hebben
nochtans goede resultaten
opgeleverd.
08.04 Laurette Onkelinx, ministre: Je vous rappelle la discussion
que nous avons eue sur les travaux d'intérêt général dans le cadre de
la médiation. J'ai déjà été obligée de "forcer" la commission.
08.04 Minister Laurette Onkelinx:
Ik verwijs u naar de bespreking
van de dienstverlening in het kader
van de bemiddeling. Ik was toen al
genoodzaakt de commissie onder
druk te zetten.
08.05 Melchior Wathelet (cdH): C'est vrai, on a beaucoup parlé de
ces fameuses heures en commission.
Pourtant, une introduction a déjà eu lieu devant le tribunal de la
jeunesse. Cela ne peut donc être initié directement par le parquet
comme c'est le cas pour les mini-prestations communautaires ou les
actions menées par le Service de Réaction rapide de Verviers, par
exemple.
08.05 Melchior Wathelet (cdH):
De zaak werd reeds ingeleid voor
de jeugdrechtbank. Het kan dus
niet door het parket worden gelast,
zoals dit wel het geval is bij
beperkte gemeenschapsdiensten
of bij de acties die uitgaan van de
dienst bij het parket van Verviers
die een lik-op-stuk-beleid voert.
08.06 Laurette Onkelinx, ministre: Il faut réorienter soit vers la
médiation soit vers le juge du fond, soit dans le cadre de projets
généraux de prévention qui ne relèvent pas directement de mes
compétences en termes de financement.
08.06 Minister Laurette Onkelinx:
We moeten een oplossing zoeken
in het kader van algemene
preventieprojecten die ik echter
niet kan financieren, ofwel moeten
we ons heil zoeken bij de
bemiddeling of de feitenrechter.
08.07 Melchior Wathelet (cdH): Madame la ministre, les projets
dont vous avez parlé à la fin de votre intervention, sont-ils des projets
déposés par le parquet?
08.08 Laurette Onkelinx, ministre: Lesquels?
08.09 Melchior Wathelet (cdH): Les projets de prévention. Ces
derniers relèvent-ils bien du parquet?
08.09 Melchior Wathelet (cdH):
Maar het parket is wel degelijk
bevoegd voor de
preventieprojecten?
08.10 Laurette Onkelinx, ministre: Tout à fait.
08.10 Minister Laurette Onkelinx:
Ja.
CRIV 51
COM 734
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09 Vraag van mevrouw Hilde Claes aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
mogelijkheid van ondervraging via videoconferentie" (nr. 8748)
09 Question de Mme Hilde Claes à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "la possibilité
de mener des interrogatoires par vidéoconférence" (n° 8748)
09.01 Hilde Claes (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, collega's, ik wil graag even terugkomen op de vragen die ik u
in het vorig parlementair jaar heb gesteld in verband met het verhoor
via videoconferentie. Dat is een techniek waarbij het voor een
gedetineerde mogelijk is om vanuit de gevangenis deel te nemen aan
de zitting van de raadkamer, en waarbij perfect een oplossing wordt
geboden aan het probleem van de overbrenging van de gedetineerde.
Bij zo'n transport moet immers steeds begeleiding worden voorzien
en die begeleiding is tijdrovend en vrij duur.
In de vorige legislatuur werden er twee proefprojecten voor verhoor
via videoconferentie geïnstalleerd: een in Charleroi en een in Leuven.
De installatie staat er en is een tijd operationeel geweest, maar men
heeft het moeten stilleggen na een arrest van de KI van Bergen
waarin geoordeeld werd dat de nodige wettelijke basis voor die
proefprojecten niet aanwezig was.
Op eerder gestelde vragen antwoordde u dat u enerzijds eerst het
advies wou inwinnen van zowel de Nederlandstalige als de
Franstalige balies en anderzijds een rechtsvergelijkende studie had
besteld om na te gaan of men in andere landen binnen de EU het
verhoor per videoconferentie mogelijk maakt.
Om de stand van zaken te kennen had ik u graag volgende drie
vragen gesteld.
Ten eerste, wat is het officiële standpunt van de orde van de Vlaamse
en Franstalige balies inzake videoconferentie?
Ten tweede, wat is het resultaat van de rechtsvergelijkende studie
betreffende het gebruik van die videoconferentie in andere landen van
de Europese Unie?
Ten derde, bent u bereid om de proefprojecten in Leuven en Charleroi
een wettelijke basis te geven? Zo ja, hoe en wanneer zal u dat doen?
09.01 Hilde Claes (sp.a-spirit):
Sous la législature précédente,
deux projets-pilotes
d'interrogatoire par
vidéoconférence avaient été
lancés à Charleroi et à la prison
auxiliaire de Louvain. Toutefois,
ces projets ont été stoppés après
un arrêt aux termes duquel la base
légale requise faisait défaut.
Quelle position adoptent
officiellement les ordres des
barreaux flamand et francophone
en matière d'interrogatoire par
vidéoconférence? A quel résultat a
abouti l'étude comparative
consacrée à cette question dans
d'autres pays de l'Union
européenne? La ministre est-elle
disposée à conférer un fondement
légal aux projets-pilotes existants?
Comment compte-t-elle s'y
prendre et quand s'y emploiera-t-
elle?
09.02 Minister Laurette Onkelinx: Mijnheer de voorzitter, uit de
brieven die ik kreeg, blijkt dat zowel de Orde van Vlaamse Balies als
de Ordre des barreaux francophones et germanophones de Belgique
zeer terughoudend, zelfs afwijzend staan tegenover het systeem van
de videoconferentie. Beide groepen van advocaten zijn dan ook geen
voorstander van een wettelijke regeling die het mogelijk maakt dat de
verdachten of beklaagden verschijnen voor de raadkamer of voor een
vonnisgerecht. Zij vertrekken van de stelling dat elkeen het recht moet
hebben om persoonlijk voor een onafhankelijke rechter te verschijnen.
Daarom beweren zij dat, ingeval een wettelijke regeling tussenkomt,
het systeem van de verschijning via videoconferentie enkel mag
worden toegepast mits de verdachte daartoe verzoekt of minstens zijn
toestemming hiervoor geeft.
09.02
Laurette Onkelinx,
ministre: Les barreaux flamand et
francophone sont catégoriquement
opposés au principe de
l'interrogatoire par
vidéoconférence. Ils estiment que
chacun doit pouvoir comparaître
devant un juge indépendant. Ainsi,
il ne peut être recouru au système
de la vidéoconférence que si le
suspect le demande ou au moins
marque son accord. L'étude
comparative montre que
l'interrogatoire par
08/11/2005
CRIV 51
COM 734
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
26
De rechtsvergelijkende studie omtrent het gebruik van de
videoconferentie in het strafrecht werd mij ondertussen bezorgd. De
volgende conclusies kunnen hieruit worden getrokken. Talrijke
Europese landen voorzien de mogelijkheid om gebruik te maken van
verhoren via videoconferentie of zelfs via audioconferentie. Inzake de
partijen bij een rechtszaak, die betrokken zijn bij deze maatregel,
merkt men dat het meestal over getuigen gaat, beschermde Raad
van Europa, Verenigde Naties, Luxemburg, Groot-Brittannië, Italië
of niet-beschermde Raad van Europa, Europese Unie, Verenigde
Naties, Frankrijk, Luxemburg, Portugal, Groot-Brittannië, Canada en
over experts Raad van Europa, Europese Unie, Verenigde Naties,
Frankrijk, Luxemburg.
Bepaalde wetgevingen geven evenwel deze mogelijkheid aan andere
actoren zoals de slachtoffers Europese Unie , de burgerlijke
partijen Frankrijk -, de tolken Frankrijk -, de justitiemedewerkers
Italië en de advocaten Canada.
Bepaalde wetgevingen bieden ook aan de persoon die strafrechterlijk
wordt vervolgd, de mogelijkheid om via videoconferentie te
verschijnen Luxemburg, Italië, Canada, Nederland maar niet altijd
via audioconferentie, teneinde het principe van de tegenspraak te
respecteren Raad van Europa, Europese Unie, Luxemburg,
Nederland. In Frankrijk en Canada is videoconferentie onder
bepaalde voorwaarden eveneens toegelaten voor gedetineerde
personen.
Wat betreft de toestemming van de betrokken personen, die is
verplicht voor het verhoren via videoconferentie van de persoon die
strafrechterlijk wordt vervolgd Raad van Europa, Canada en voor
het verhoren via audioconferentie van experts, getuigen en soms zelfs
voor alle personen. Dit laatste is het geval in Luxemburg. In
Nederland voorziet de nieuwe wet niet in de toestemming van de
betrokken persoon. Het is bovendien niet mogelijk beroep aan te
tekenen tegen de beslissing om gebruik te maken van
videoconferentie. Er is alleen een a posteriori-controle.
Op enkele uitzonderingen na is er dus terughoudendheid om
beklaagden, verdachten of gedetineerden middels een
videoconferentiesysteem voor een rechtbank te laten verschijnen.
Deze vaststellingen en de terughoudendheid die ik ook hier in België
registreer, hebben mij overtuigd om geen wettelijke regeling te
voorzien op grond waarvan een verdachte via videoconferentie voor
een raadkamer kan verschijnen.
De projecten van Leuven en Charleroi zullen dan ook niet worden
heropgestart.
vidéoconférence ou par
audioconférence est utilisé dans
de nombreux pays européens. Il
s'agit alors généralement de
l'audition de témoins protégés ou
non. Ces méthodes sont
également utilisées dans certains
pays pour interroger d'autres
acteurs. En France et au Canada,
la possibilité de recourir à
l'interrogatoire par
vidéoconférence est même offerte
aux détenus. Selon le cas,
l'autorisation des intéressés peut
être requise pour toute la
procédure, comme au
Luxembourg, ou ne pas l'être du
tout, comme aux Pays-Bas. Il n'est
toutefois pas possible d'y interjeter
appel par vidéoconférence.
L'utilisation de la vidéoconférence
se heurte donc d'une manière
générale à une grande réserve.
C'est pourquoi je ne légaliserai
pas ce système et les projets
pilotes menés à Charleroi et à
Louvain ne seront pas reconduits.
09.03 Hilde Claes (sp.a-spirit): Ik dank mevrouw de minister voor
haar antwoord. Uiteraard betreur ik ten zeerste dat de minister geen
wettelijke regeling zal voorzien om in de toekomst verhoor per
videoconferentie mogelijk te maken.
Mevrouw de minister, velen hebben de mond vol over efficiëntie, over
kostenbesparing, over meer veiligheid in Justitie. Ik denk dat dit een
van de middelen was geweest om daarop in te gaan, meer oor te
hebben voor veiligheid en kostenbesparend te werken, te meer daar
in dezen toch de investeringen al zijn gebeurd: heel de installatie is ter
09.03 Hilde Claes (sp.a-spirit): Il
est dommage que la ministre ne
soit pas disposée à conférer un
fondement légal au système,
parce que cela constituerait
surtout une étape importante dans
le sens de l'efficacité, de la
sécurité et de la réduction des
coûts.
CRIV 51
COM 734
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
27
plaatse.
Ik heb uw antwoord vernomen, maar ik deel uw mening terzake niet.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
10 Vraag van mevrouw Hilde Claes aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
'uithaling' van een gedetineerde om medische redenen" (nr. 8749)
10 Question de Mme Hilde Claes à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur " 'l'extraction'
d'un détenu pour des raisons médicales" (n° 8749)
10.01 Hilde Claes (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, ik heb een korte vraag over het transport van gedetineerden
in het geval van verplaatsing om medische of familiale redenen.
Volgens de gegevens waarover ik beschik, zou in geval van het
transport van een gedetineerde om familiale en medische redenen het
transport moeten gebeuren door de politiediensten van de plaats van
de bestemming.
Even een concreet voorbeeld. Voor een gedetineerde die zich in
Brugge bevindt en toelating krijgt om zijn zieke vader te gaan
bezoeken in het ziekenhuis in Hasselt, moeten de politiediensten van
Hasselt voor het transport instaan. Dat zou betekenen dat men van
Hasselt naar Brugge moet rijden, terug naar Hasselt en daarna
opnieuw naar Brugge en terug naar Hasselt. Dat lijkt mij absurd. Het
zou veel gemakkelijker en efficiënter kunnen door het transport te
laten gebeuren door de politie van de plaats waar de gedetineerde
zich bevindt. Dan moet men immers slechts de helft van de
verplaatsingen afleggen. Dat betekent dus ook maar de helft van de
kosten en ook de helft van de risico's omdat men maar half zo lang
onderweg is.
Ik heb hierover drie vragen. Ten eerste, wordt de begeleiding van
gedetineerden die een verplaatsing om familiale of medische redenen
vragen inderdaad verplichtend opgelegd aan de politie van de plaats
van de bestemming? Zo ja, welke richtlijn schrijft dat voor? Er is mij
gezegd dat er terzake een dwingende richtlijn zou bestaan.
Ten tweede, acht u het niet beter om de begeleiding van
gedetineerden op te leggen aan het politiekorps van de zone waarin
de gedetineerde zich bevindt?
Ten derde, zo ja, bent u bereid de bewuste richtlijn in die zin te
herzien?
10.01 Hilde Claes (sp.a-spirit):
Selon une directive ministérielle,
tout transport de détenus pour des
raisons médicales ou familiales
doit être escorté par la police du
lieu de destination. Nous pensons
que cette escorte pourrait être
beaucoup plus aisée et efficace si
elle était assurée par la police du
lieu de départ, ce qui contribuerait
en outre à réduire de moitié le
nombre de déplacements des
agents ainsi que les coûts liés à
ces déplacements.
La ministre est-elle disposée à
adapter sa directive dans ce sens?
10.02 Minister Laurette Onkelinx: Mijnheer de voorzitter, de uithaling
van gedetineerden om familiale of medische redenen is tot op heden
specifiek geregeld door de richtlijn van 13 december 2001, die mijn
voorganger uitvaardigde op basis van de artikelen 61 en 62 van de
wet van december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde
politiedienst, gestructureerd op twee niveaus.
De dwingende richtlijn inzake het verzekeren van de openbare orde in
hoven en rechtbanken, het overbrengen van gevangenen en het
handhaven van de orde en de veiligheid in de gevangenissen in geval
van oproer of onlusten, heet MFO-1.
10.02
Laurette Onkelinx,
ministre: L'extraction de détenus
pour des raisons familiales,
sociales ou médicales est régie
par la directive MFO-1 du 13
décembre 2001 qui est basée sur
la loi de décembre 1998. Il y est
stipulé qu'il doit être procédé à ces
extractions sur réquisition de la
direction générale des
Etablissements pénitentiaires.
Actuellement, c'est la police locale
08/11/2005
CRIV 51
COM 734
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
28
De richtlijn stipuleert in punt 3.1.4 dat, in uitvoering van artikel 23, §4,
tweede lid, van de wet op het politieambt, de penitentiaire uithalingen
om sociale, familiale of medische redenen gebeuren op vordering van
het directoraat-generaal strafinrichtingen, beschermd door de lokale
politie die bevoegd is voor de plaats van bestemming.
U moet weten dat het vastleggen van de regels en het werk dat werd
verricht om uiteindelijk de richtlijn te kunnen opstellen, meerdere
maanden in beslag namen, teneinde het akkoord van alle actoren op
het terrein te verkrijgen over dit onderwerp.
Ik heb echter besloten de inhoud van de tekst te herzien. Het is
immers nodig dat het veiligheidskorps in de tekst wordt geïntegreerd.
Ik ben ook van mening dat de voorschriften van de tekst moeten
worden verduidelijkt. De problematiek van de uithaling van
gedetineerden om sociale, familiale of medische redenen maakt
daarvan deel uit. Ik heb gevraagd dat een multidisciplinaire
werkgroep, geleid door de FOD Justitie en de dienst Strafrechtelijk
Beleid, mij amendementen aan de tekst voorstelt tegen het eerste
trimester van 2006.
Ik zal niet nalaten u daarover te informeren.
qui est responsable du lieu de
destination.
Toutefois, la teneur de la directive
sera revue afin de clarifier les
règles et d'y intégrer le corps de
sécurité. Un groupe de travail sous
la direction du SPF Justice et du
Service de politique criminelle
proposera des amendements au
cours du premier trimestre de
2006.
10.03 Hilde Claes (sp.a-spirit): Mevrouw de minister, ik dank u voor
uw antwoord waaruit inderdaad blijkt dat de informatie waarover ik
beschik, correct is. Ik ben echter blij vandaag te vernemen dat u
bereid bent om de tekst van de bewuste, dwingende richtlijn te
herzien.
Er is mij evenwel nog iets niet helemaal duidelijk. U antwoordt dat de
tekst moet worden herzien, omdat, ten eerste, het veiligheidskorps
moet worden geïntegreerd en, ten tweede, de voorschriften moeten
worden verduidelijkt. Ik hoop dat het ook duidelijk de bedoeling is om
de tekst zodanig te wijzigen dat in de toekomst de politiediensten van
de plaats van bestemming niet langer zullen moeten instaan voor het
transport, maar wel de politiediensten van de plaats waar de
gedetineerde zich bevindt.
10.03 Hilde Claes (sp.a-spirit): Je
me réjouis que la ministre adapte
la directive. Il est à espérer que
par la même occasion, elle
réglemente aussi l'escorte
policière plus efficacement.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
11 Vraag van mevrouw Greet van Gool aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
mogelijkheid om tegen magistraten op te treden naar aanleiding van niet-neutrale uitspraken"
(nr. 8809)
11 Question de Mme Greet van Gool à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "la
possiblilité de prendre des mesures contre les magistrats dont les déclarations manquent de
neutralité" (n° 8809)
11.01 Greet van Gool (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mevrouw
de minister, een paar weken geleden heeft de heer Swennen u reeds
ondervraagd over de mogelijkheden die bestaan om op te treden
tegen magistraten die zich niet neutraal uitlaten over een bepaald
onderwerp. Een tijdje geleden is er het voorbeeld geweest van een
rechter die homofobe uitspraken deed. Meer recent was er het
voorbeeld van een rechter die meent uitspraken te moeten doen over
de kwaliteit in de verschillende onderwijsnetten, waarbij hij zegt dat er
gerust gesteld mag worden dat het katholieke onderwijsnet en de
universiteiten veruit het meest kwaliteitsvolle onderwijs leveren. Dat is
11.01 Greet van Gool (sp.a-
spirit): Voici quelques semaines,
M. Swennen a interrogé la ministre
concernant la possibilité de
sanctionner les magistrats qui,
dans les jugements qu'ils
prononcent, enfreignent le devoir
de neutralité auquel ils sont tenus,
comme tel juge ayant tenu des
propos homophobes ou tel juge
CRIV 51
COM 734
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
29
een uitspraak die flagrant in tegenspraak is met wetenschappelijke
studies en onderzoeken waaruit juist blijkt dat er geen significant
verschil is tussen de onderwijsnetten en dat integendeel de leerlingen
het meeste leernis boeken in het gemeenschapsonderwijs.
In antwoord op de vraag van collega Swennen hebt u gezegd dat u
zelf in de huidige stand van zaken niet kan optreden tegen
magistraten die dergelijke uitspraken doen. Het gaat er
vanzelfsprekend niet om de onafhankelijkheid van de rechterlijke
macht in te perken. Die is grondwettelijk vastgelegd. Persoonlijke
uitspraken evenwel over ethische, filosofische of politieke kwesties
horen niet thuis in rechterlijke uitspraken waar een zekere neutraliteit
gewenst is.
Mevrouw de minister, overweegt u maatregelen om toch zelf op te
treden in zaken waar de objectiviteit en de neutraliteit flagrant met
voeten worden getreden?
ayant estimé que l'enseignement
catholique était de meilleure
qualité.
La ministre a répondu qu'elle ne
pouvait sanctionner les magistrats
tenant de tels propos. Certes,
l'indépendance du pouvoir
judiciaire est consacrée par la
Constitution mais à notre sens, un
juge doit absolument se garder de
manifester ses convictions
morales, philosophiques ou
politiques personnelles.
La ministre envisage-t-elle de
prendre des mesures de façon à
pouvoir sanctionner à l'avenir les
magistrats ayant failli à leur devoir
d'objectivité?
11.02 Minister Laurette Onkelinx: De onafhankelijkheid van de
rechter vormt hier de kern van de zaak. Die rechterlijke
onafhankelijkheid uit zich voornamelijk in de opmaak van de
vonnissen. Zoals u zeer terecht onderstreept is de rechter verplicht
zich neutraal en terughoudend op te stellen. Hij moet die verplichting
dus verenigen met zijn onafhankelijkheid die door de Grondwet tot
regel is verheven.
Inzake het geval dat u aanhaalt, heb ik de voorzitter van de rechtbank
van eerste aanleg van Dendermonde geïnterpelleerd teneinde te
vernemen of hij van mening is dat het hier om een kwestie van tucht
gaat. Indien dat het geval zou zijn, is het aan hem om de
tuchtprocedure in werking te stellen tegen de magistraat die
bewoordingen gebruikte die op zijn minst bekritiseerbaar zijn. Als
minister van Justitie is het niet aan mij om me daarin te mengen.
Het is onmisbaar dat de beroepsopleiding die wordt georganiseerd
door de Hoge Raad voor de Justitie niet alleen betrekking heeft op de
rechten, maar ook op de plichten van de rechter bij het uitoefenen van
zijn functie. In die optiek is het dus een werk van lange adem, op
korte termijn is het aan de korpschefs van de jurisdictie om de hier
aangehaalde regel te doen respecteren. Het is hun
verantwoordelijkheid en die moeten ze dan ook opnemen
11.02
Laurette Onkelinx,
ministre: L'indépendance des
juges, érigée en règle par la
Constitution, se manifeste
principalement dans la rédaction
des jugements. Le juge doit, par
ailleurs, faire preuve de neutralité
et de réserve. J'ai demandé au
président du tribunal de première
instance de Termonde si cet
incident devait, à son estime,
donner lieu à l'ouverture d'un
dossier disciplinaire. Dans cette
hypothèse, il lui appartient de
lancer la procédure, dans laquelle
je n'ai pas à intervenir.
La formation professionnelle du
Conseil supérieur de la Justice doit
porter autant sur les devoirs que
sur les droits des intéressés. Il
s'agit donc d'un travail de longue
haleine. A court terme, les chefs
de corps de la juridiction doivent
faire respecter les règles.
11.03 Greet van Gool (sp.a-spirit): Mevrouw de minister, u hebt
inderdaad het heeft in de krant gestaan de voorzitter van de
rechtbank op zijn verantwoordelijkheid gewezen of toch alleszins
gevraagd hoe het zit met de tuchtmaatregel. Ik veronderstel dat u zijn
antwoord afwacht en zelf momenteel niet over de mogelijkheid
beschikt om anders op te treden, wat u ook al heeft gezegd aan
collega Swennen.
Moest inderdaad blijken dat de voorzitter van de rechtbank niet of
anders zou oordelen, overweegt u dan nog om eventueel toch nog
maatregelen te nemen? U hebt ook een beetje open gelaten in het
11.03 Greet van Gool (sp.a-
spirit): La ministre a rappelé au
président du tribunal la
responsabilité qui est la sienne. Je
présume qu'en attendant sa
réponse, elle ne peut intervenir. Si
le président ne réagit pas, la
ministre envisagerait-elle de
prendre des initiatives? Va-t-elle
vérifier s'il existe d'autres
possibilités pour réagir à des abus
08/11/2005
CRIV 51
COM 734
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
30
antwoord aan collega Swennen, dat u, als het echt gaat over flagrante
misbruiken, zou onderzoeken of er toch een andere mogelijkheid zou
zijn om in de toekomst op te treden.
flagrants?
Het incident is gesloten.
L'incident est clos
De voorzitter: Mevrouw de minister, als u geen bezwaar hebt, zal ik mijn vragen van hieruit stellen, vermits
blijkbaar niemand nog in aanmerking komt om voorzitter te zijn.
12 Vraag van de heer Tony Van Parys aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
opvolging van sommige aanbevelingen van de onderzoekscommissie 'bis' omtrent het onderzoek
naar de Bende van Nijvel" (nr. 8812)
12 Question de M. Tony Van Parys à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "le suivi de
certaines recommandations de la deuxième commission d'enquête sur les tueurs du Brabant"
(n° 8812)
12.01 Tony Van Parys (CD&V): Mevrouw de minister, precies
vandaag is het twintig jaar geleden dat de laatste overval is gepleegd
die men heeft toegeschreven aan de zogenaamde Bende van Nijvel.
Toen werden acht personen gedood en zeven zwaargewond. Ik denk
dat het passend is bij wijze van deze vraag even stil te staan bij de
slachtoffers, uiteraard niet alleen die van de overval te Aalst, maar alle
slachtoffers van de feiten die men aan de Bende van Nijvel toeschrijft.
Dat zijn er achtentwintig in totaal. Het blijft natuurlijk een gruwelijke
vaststelling dat dat is kunnen gebeuren, dat het dossier tot op dit
ogenblik geen oplossing heeft gekregen en dat men de daders niet
heeft kunnen vinden.
In de media werd de thesis geopperd dat de zogenaamde doder van
Aalst zelf om het leven zou zijn gekomen bij de feiten. De magistraten
en speurders van Jumet hebben daarover heel wat onderzoekswerk
verricht. Zijn er aanwijzingen dat de doder van Aalst inderdaad om het
leven zou zijn gekomen naar aanleiding van de laatste overval twintig
jaar geleden?
Mijn tweede vraag heeft betrekking op een aantal aanbevelingen die
wij in de onderzoekscommissie hebben gedaan, hier in het Parlement.
Wij hebben toen gezegd dat het nuttig zou zijn een aantal sporen
bijkomend te onderzoeken.
Heeft men verder onderzoek verricht naar het spoor van de practical
shooting clubs, de schietclubs, en naar de stay behind networks, het
zogenaamde Gladio-netwerk?
Heeft men nader onderzoek verricht naar het verband tussen de
gewezen rijkswachters Bouhouche en Beyer, de helers van de
wapens die waren gestolen bij de groep-Diane, en de zogenaamde
Bende van Nijvel?
Er is ook een specifieke vraag die weinig aan bod is gekomen en die
naar mijn aanvoelen cruciaal was in de vaststellingen van de
onderzoekscommissie. Wat is de rol geweest van de toenmalige BOB
van Brussel? De onderzoekscommissie heeft met name vastgesteld
dat de hypothese zeer reëel is dat sommige leden van de toenmalige
BOB van Brussel het onderzoek weg van de daders kunnen hebben
gemanipuleerd. Daarom werd in de onderzoekscommissie gevraagd
daarover nader onderzoek te verrichten.
12.01 Tony Van Parys (CD&V):
L'enquête sur les attaques
commises par les tueurs du
Brabant n'est toujours pas
clôturée. Selon certaines
informations diffusées par les
médias, le tueur de la bande aurait
perdu la vie au cours de la
dernière attaque menée à Alost.
Quels éléments permettent de
lancer une telle affirmation?
Les recommandations de la
commission d'enquête ont-elles
été exécutées? Les pistes des
practical shooting clubs et du
réseau Gladio ont-elles été
explorées plus avant? A-t-on
enquêté sur les liens pouvant
exister entre les anciens
gendarmes Bouhouche et Beijer et
les tueurs du Brabant? A-t-on
tenté de savoir si la BSR de
Bruxelles avait manipulé
l'enquête? A-t-on enquêté sur les
similitudes entre les tueurs du
Brabant, la bande à Haemers, De
Staercke et la bande des Borains?
A-t-on abouti à certains résultats?
La cellule de Jumet demeure-t-elle
active?
CRIV 51
COM 734
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
31
Ten slotte, is er vergelijkend onderzoek gebeurd tussen het dossier
van de Bende van Nijvel en het onderzoek naar de bende van de
Borains, de bende van De Staerke en de bende van Haemers? Het is
mij bekend dat de magistraten en de speurders van heel nabij de
werkzaamheden van de onderzoekscommissie hebben gevolgd. Zij
hebben ook heel degelijk werk verricht. Kunnen de daarnet geciteerde
verbanden worden uitgesloten op basis van het geleverde
onderzoekswerk?
Ontvangt de cel-Jumet op dit ogenblik nog steeds informatie over de
feiten? Zult u de cel-Jumet de nodige middelen ter beschikking blijven
stellen die nodig zijn voor al het onderzoekswerk?
Mevrouw de minister, dat zijn mijn vragen naar aanleiding van de
droevige verjaardag van de feiten in Aalst.
12.02 Minister Laurette Onkelinx: Ten eerste wil ik preciseren dat
alle leden, magistraten en niet-magistraten, van de cel-Jumet, het
bewijs leveren van absoluut respect voor de slachtoffers en hun
naasten. Ik kan hen alleen feliciteren voor de uitstekende contacten
die zij met de slachtoffers onderhouden.
Dat kon trouwens worden vastgesteld bij de vergadering slachtoffers
die op 25 oktober jongstleden plaatsvond. Naar aanleiding van die
vergadering werd alle nuttige informatie verstrekt en meer in het
bijzonder inzake de aan de gang zijnde onderzoeksverrichtingen. Ik
denk daarbij aan de profiling en de geomatica. Voorzitter Lacroix heeft
die verrichtingen voorgesteld, er daarbij op lettend geen ijdele
verwachtingen te doen ontstaan. Hij wilde ook aantonen dat het
onderzoekswerk zonder enig a priori voortgaat.
Ik meen mij te herinneren dat u na afloop van de werkzaamheden van
de onderzoekscommissie bis samen met de experts van de
commissie bij de cel Waals-Brabant ontvangen werd voor een
uitgebreide gedachtewisseling, zowel inzake de te volgen pistes als
over het verdere verloop van het onderzoek en over de middelen die
men daartoe zal gebruiken.
Alle aanbevelingen van de commissie en alle vermelde pistes werden
gevolgd en maximaal geëxploiteerd. Dat is met name het geval voor
de practical shooting clubs en de stay-behind netwerken - Gladio -, de
links tussen de ex-rijkswachters Bouhouche en Beyer en elk van de
aan de bende van Nijvel toegeschreven feiten, de criminele bendes
van de jaren '80, waaronder de bende van de Borains, de bende De
Staercke en de bende Haemers. Alle bruikbare onderzoeksmethodes,
zoals de leugendetector, werden aangewend. Er kon echter geen
enkel verband worden gelegd die een inbeschuldigingstelling mogelijk
zou maken.
Het onderzoek gaat niettemin vastberaden verder, want de
magistraten en de speurders kunnen zich niet neerleggen bij een
mislukking. Zolang de daders niet gevat worden, kan niets worden
uitgesloten.
De gerechtelijke autoriteiten hebben mij gepreciseerd dat een beroep
doen op de voor ons land innoverende techniek van de profiling
samen met die van de geomatica, momenteel uitzicht bieden op de
12.02
Laurette Onkelinx,
ministre: Tous les membres de la
cellule Jumet ont fait preuve d'un
respect absolu des victimes et de
leur proches, ce dont je tiens à les
féliciter. Lors de la réunion du 25
octobre, toutes les informations
utiles sur les devoirs d'enquête et
notamment le profiling et la
géomatique ont été
communiquées. Toutes les
recommandations de la
commission d'enquête-bis ont été
suivies ; toutes les pistes ont été
exploitées au maximum et toutes
les méthodes d'enquête utiles ont
été mises en oeuvre. Aucun lien
justifiant une mise en accusation
n'a cependant pu être établi. Mais
l'enquête continue. Les techniques
novatrices de profiling et de
géomatique offrent actuellement
un espoir de pouvoir rouvrir
certaines parties de l'enquête.
L'hypothèse de la cessation des
faits en raison du décès de
l'auteur dans le bain de sang
d'Alost du 9 novembre 1985 est
aujourd'hui considérée comme
plausible. Viennent notamment
étayer cette hypothèse la
déclaration d'un policier qui a tiré
sur l'auteur, un témoignage sur le
véhicule utilisé pour prendre la
fuite et plusieurs autres
témoignages recueillis sous
hypnose. Toutes les informations
disponibles ont été contrôlées par
la cellule du Brabant wallon. Les
moyens accordés et utilisés l'ont
08/11/2005
CRIV 51
COM 734
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
32
heropening van bepaalde richtingen die het onderzoek is uitgegaan.
Een en ander wordt momenteel bestudeerd.
De hypothese volgens dewelke de feiten gestopt zouden zijn na het
bloedbad van Aalst op 9 november 1985 als gevolg van het overlijden
van de doder, wordt aannemelijk door een reeks van feiten die in de
pers verschenen.
Het gaat om een verklaring van een politieman die naar de dader
schoot, een getuigenis inzake het vluchtvoertuig, getuigenissen
afgenomen onder hypnose, waaruit zou blijken dat die getuigen de
nacht van de feiten in het Bois de la Houssière een massa zouden
hebben aanzien voor een Golf.
Telkens in de pers iets verschijnt over dit dossier komt er informatie
toe bij de cel Waals-Brabant. Die informatie wordt zonder uitzondering
nagetrokken.
Wat de middelen betreft, werden deze steeds toegestaan naargelang
de behoeften.
été en fonction des besoins.
12.03 Tony Van Parys (CD&V): Mevrouw de minister, ik dank u voor
uw antwoord.
Ik wil mij eerst en vooral bij u aansluiten waar u de inzet prijst van de
magistraten en de speurders en de inspanningen voor de slachtoffers.
Ik deel volkomen uw mening dat daar zeer degelijk en menselijk werk
wordt geleverd en dat het inderdaad belangrijk is dat deze mensen
het werk verder kunnen zetten. Zolang het dossier niet is opgelost,
geloof ik dat de middelen moeten worden ingezet die nodig zijn om
toch desgevallend nog resultaten te kunnen boeken.
Ik wilde er in het kader van uw antwoord nog even op wijzen dat het
inderdaad aannemelijk overkomt dat de feiten na Aalst zijn gestopt
omdat een van de daders wel eens het leven zou kunnen gelaten
hebben. Er zijn inderdaad elementen die daar op wijzen. Ik geloof dat
uw antwoord dat bevestigt. Ik wilde u alleen nog het volgende vragen,
misschien ook met het verzoek dit aan de speurders te bezorgen. Het
is een element uit de aanbevelingen van de onderzoekscommissie
dat eigenlijk nauwelijks kenbaar is gemaakt.
Er is uitdrukkelijk vastgesteld in het onderzoek dat in het Parlement is
gevoerd dat er aanwijzingen zijn dat de toenmalige BOB van Brussel
die bestaat nu niet meer of een aantal leden daarvan
mogelijkerwijze het onderzoek zouden hebben gemanipuleerd, weg
van de daders. Ik geloof dat het heel belangrijk is dat men daar nog
eens heel grondig onderzoek over voert, omwille van het feit dat het
merkwaardig blijft dat er op dit ogenblik geen resultaten zijn. Men
moet dan ook eens kunnen onderzoeken of er in het kader van het
onderzoek op een bepaald ogenblik niet een aantal mensen
initiatieven zou hebben genomen om te voorkomen dat de daders
zouden worden gevat.
Ik verwijs naar het rapport van de parlementaire
onderzoekscommissie. In mijn schriftelijke vraag heb ik de referentie
uitdrukkelijk vermeld. Ik zou u willen vragen om dit nog eens grondig
te laten onderzoeken, want dit is intrigerend op basis van wat de
onderzoekscommissie heeft vastgesteld. Zou u dit even als gegeven
12.03 Tony Van Parys (CD&V):
Je me joins bien évidemment aux
éloges à l'adresse des magistrats
et des enquêteurs. Tant que le
dossier n'est pas clos, tout doit
être mis en oeuvre pour le faire
aboutir.
Il n'est pas à exclure qu'aucun fait
criminel nouveau ne se soit plus
produit après les événements
d'Alost en raison de la mort d'un
des auteurs. La réponse de la
ministre semble aller dans ce
sens.
La commission d'enquête
parlementaire avait suggéré par le
passé que l'enquête aurait pu être
manipulée par certains membres
de la BSR de Bruxelles. Cette
piste mérite assurément d'être
approfondie.
CRIV 51
COM 734
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
33
kunnen bezorgen? Het komt uiteraard aan het parket en het parket-
generaal toe om te doen wat ze moeten doen. Ik denk dat het nuttig
zou zijn, moest u dit kunnen bevestigen.
(Instemming)
Dank u wel, mevrouw de minister
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
13 Vraag van de heer Tony Van Parys aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
leegstand van de vrouwenafdeling in de nieuwe gevangenis te Hasselt" (nr. 8813)
13 Question de M. Tony Van Parys à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "la non-
occupation de la section réservée aux femmes de la nouvelle prison de Hasselt" (n° 8813)
13.01 Tony Van Parys (CD&V): Mevrouw de minister, u weet dat de
overbevolking van de gevangenissen een bijzonder zwaar probleem
is. Dat probleem doet zich ook voor in de vrouwenafdelingen van de
gevangenissen in ons land. Het is dan ook onbegrijpelijk dat de
vrouwenafdeling in de nieuwe gevangenis van Hasselt vandaag nog
altijd leegstaat. Die gevangenis is geopend op 3 februari. Dat is 9
maanden geleden. Vandaag is daar nog steeds geen enkele
vrouwelijke gedetineerde opgenomen, ondanks het feit dat er
personeel aanwezig is. De mensen zijn daar, de gevangenis is er,
maar de vrouwenafdeling blijft nu al 9 maanden leegstaan, terwijl
andere vrouwenafdelingen in gevangenissen in ons land overbevolkt
zijn.
Mevrouw de minister, kunt u dat bevestigen? Kunt u niet alles in het
werk stellen om aan die onbegrijpelijke situatie een einde te maken?
Het kan toch immers niet dat de ene gevangenis overbevolkt is en de
andere gevangenis leegstaat.
Wat is de situatie van de overbevolking in de vrouwenafdelingen in de
gevangenissen in ons land?
Waarom staat de volledige vrouwenafdeling met 30 beschikbare
bedden in de nieuwe gevangenis in Hasselt leeg?
Wat was het budget voor de exploitatie van de nieuwe gevangenis in
Hasselt? In hoeverre zijn die kredieten op 1 november 2005
aangewend? Kunnen de nodige aankopen worden gefinancierd?
Worden de leveranciers stipt betaald? Wat is desgevallend het
bedrag van de achterstallige betalingen?
Hoeveel kredieten zijn er op 1 november 2005 daadwerkelijk
beschikbaar voor de exploitatie van de vrouwenafdeling? Tot daar
mijn vragen over de leegstand in de vrouwenafdeling in Hasselt.
13.01 Tony Van Parys (CD&V) :
Le problème de la surpopulation
dans les prisons est
particulièrement aigu. Il est dès
lors incompréhensible que le
quartier des femmes de la
nouvelle prison de Hasselt soit
toujours inoccupé. La prison est
ouverte depuis le 3 février mais
n'a encore accueilli aucune femme
alors que les quartiers des
femmes des autres prisons belges
sont surpeuplés. Comment
expliquez-vous cette situation?
Quel est le montant des crédits
disponibles au 1
er
novembre 2005
pour l'exploitation du quartier des
femmes?
13.02 Minister Laurette Onkelinx: Het probleem van de
overbevolking bij vrouwelijke gedetineerden in bepaalde
gevangenissen is een zeer recent fenomeen. Momenteel verblijven er
in de Belgische gevangenissen 404 vrouwelijke gedetineerden, voor
een celcapaciteit van 383 cellen. Hiervan verblijven er 193 in Vlaamse
gevangenissen, voor een celcapaciteit van 211 cellen.
In de gevangenis van Gent verblijven momenteel 49 vrouwelijke
13.02
Laurette Onkelinx,
ministre: Le problème de la
surpopulation des quartiers
féminins des prisons est très
récent. Les femmes détenues sont
actuellement au nombre de 404
pour une capacité cellulaire de
383. La prison de Gand compte
08/11/2005
CRIV 51
COM 734
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
34
gedetineerden. De voorziene capaciteit bedraagt 39 cellen.
De gevangenis van Hasselt werd gefaseerd in gebruik genomen. In
eerste instantie werden de mannenafdelingen geopend, omdat de
urgentie het hoogst was voor die categorie, gelet op de overbevolking
in verschillende gevangenissen en met name in Antwerpen. Op 1
december zal de vrouwenafdeling van de gevangenis te Hasselt
geopend worden.
Momenteel zijn alle vastgelegde kredieten voor de opening van de
gevangenis te Hasselt aangewend. Er werd meer uitgegeven dan het
geraamde budget, gelet op de onvoorziene meerkosten die de
ingebruikname van een nieuwe gevangenis kan meebrengen. Voor de
vrouwenafdeling zal op het krediet van 2005 nog het strikt
noodzakelijke worden aangekocht.
dix détenues de trop.
Le quartier des hommes de la
prison de Hasselt a été utilisé en
premier lieu parce que les besoins
y étaient les plus pressants. Le
quartier des femmes s'ouvrira le
1
er
décembre. Tous les crédits ont
été affectés et le budget a déjà été
dépassé. Pour le quartier des
femmes, les acquisitions seront
limitées au strict nécessaire et
financées au moyen des crédits de
2005.
13.03 Tony Van Parys (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, uit uw antwoord wil ik een aantal conclusies trekken.
De gevangenis in Hasselt zal op 1 december openen. Dit is tien
maanden te laat. Men stelt vast dat er in Gent op dit ogenblik 49
vrouwelijke gedetineerden zijn voor 39 plaatsen. Het is absoluut
noodzakelijk om de capaciteit onmiddellijk te gebruiken. Ik herhaal het
nog eens. De gevangenis was er en is er. Het personeel was en is er
en heeft dus gedurende 10 maanden gewacht op gedetineerden die
er in overvloed zijn.
U geeft dan in uw antwoord de perfecte reden en de oorzaak van het
probleem. Men heeft dus blijkbaar te weinig kredieten uitgetrokken
zodat men de opening van de gevangenis heeft uitgesteld om aan dat
probleem van een tekort aan kredieten tegemoet te komen. Dit is wel
een heel opvallende vaststelling. Het kan toch niet dat men bij gebrek
aan kredieten de opening van een gevangenis of een gedeelte van
een gevangenis moet uitstellen. Ik moet zeggen dat ik mij niet kan
terugvinden in dergelijk beleid.
13.03 Tony Van Parys (CD&V) :
Le quartier des femmes de la
prison de Hasselt s'ouvre donc
avec dix mois de retard. La prison
est pourtant prête et le personnel
est en poste. Le nombre de places
nécessaires est élevé alors que
les crédits sont insuffisants. Je ne
peux approuver une telle politique.
13.04 Laurette Onkelinx, ministre: Il s'agit surtout de discuter avec
les travailleurs sur place à Hasselt pour que tout se passe dans le
calme, dans l'ordre et par phases. C'est avant tout cette question-là
qui a été avancée lors des négociations avec l'administration et les
organisations syndicales.
13.04 Minister Laurette Onkelinx:
Het is vooral de bedoeling om
gesprekken met de werknemers
ter plaatse in Hasselt te voeren
opdat een en ander rustig, ordelijk
en gefaseerd zou verlopen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
14 Vraag van de heer Stijn Bex aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
aangekondigde modernisering van het Centraal Wapenregister" (nr. 8845)
14 Question de M. Stijn Bex à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "la modernisation
annoncée du Registre central des armes" (n° 8845)
14.01 Stijn Bex (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, deze vraag heeft betrekking op de vorderingen inzake de
modernisering van het Centraal Wapenregister. We hopen tijdens
deze legislatuur alsnog een gevoelige verstrenging van de wapenwet
te kunnen goedkeuren in dit Parlement. Het zou goed zijn mocht er op
dat ogenblik ook effectief sprake zijn van een performant
wapenregister. Die performantie u hebt dit zelf reeds aangegeven in
14.01 Stijn Bex (sp.a-spirit) :
Nous espérons pouvoir adopter
encore au cours de cette
législature une loi sur les armes
nettement plus sévère. Dans ce
cas, un registre central des armes
digne de ce nom devrait aussi
CRIV 51
COM 734
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
35
antwoord op een vroegere vraag werd ter discussie gesteld door
UNACT. Er is effectief een probleem met de wapenregistratie in ons
land.
Mevrouw de minister, ik peil naar de stand van zaken met betrekking
tot het moderniseringsproject van het Centraal Wapenregister met
een aantal concrete vragen.
Ten eerste, in welke mate volgen de bevoegde lokale politiediensten
en de provinciale diensten hun invoerplicht thans correcter op in
vergelijking met de situatie van ongeveer een jaar geleden en destijds
werd aangeklaagd?
Ten tweede, is de invoering van de dienstwapens door de
politiediensten reeds voltooid?
Ten derde, heeft de lokale politie het rondzenden van het Centraal
Wapenregister opgevolgd met betrekking tot de overleden personen
die nog geregistreerd staan als personen die een wapen in hun bezit
hebben. Ik verwijs terzake naar mijn stad Leuven waar de lokale
politiediensten via de wijkagenten huisbezoeken afleggen en mensen
aansporen om dergelijke wapens in te leveren. Het kan nuttig zijn
deze praktijk onder de loep te nemen en ernaar te streven dat dit in
het hele land op die manier zou worden opgevolgd.
exister. L'Union nationale des
fabricants d'armes, des chasseurs
et des tireurs sportifs (UNACT)
estime que ce n'est pas le cas à
présent.
Où en est la modernisation du
registre central des armes? Dans
quelle mesure la police locale et
les services provinciaux
observent-ils plus correctement
qu'il y a un an l'obligation
d'inscription? Les services de
police ont-ils procédé entre-temps
à l'enregistrement de leurs armes
de service? La police locale
s'occupe-t-elle du problème des
personnes décédées qui sont
toujours enregistrées en tant que
détentrices d'armes? Il
conviendrait peut-être de suivre
dans tout le pays l'exemple de
Louvain, où les agents de
quartiers incitent les citoyens à
remettre ces armes.
14.02 Minister Laurette Onkelinx: Mijnheer de voorzitter, collega's,
ingevolge een ontmoeting tussen mijn medewerkers en de
beheerders van het dossier Centraal Wapenregister in oktober 2005
kan ik meedelen dat het dossier nieuwe CWRCA goed gevorderd is.
Alle opmerkingen en deze van de werkgroep die werd opgericht
werden opgenomen. De werkgroep is onder meer samengesteld uit
lokale bestuurders, federale politie, directie van de telematica, directie
van de nationale gegevensbank, diensten van de gouverneurs, lokale
politie, proefbank van Luik.
Technisch gesproken is de recuperatie van de actuele gegevens nu
mogelijk. De software wordt thans door de informatici geschreven. Er
is een test gepland in de lente van 2006. De implementering is
gepland voor september 2006.
Wat het materiaal betreft zijn er geen moeilijkheden van aankoop,
zowel qua software als qua pc's, vermits het gaat om een centrale
toepassing via de portaalsite.
Wat het personeel betreft, de lokale politiediensten van de
gouverneurs en de proefbank te Luik, is er in een opleiding voorzien
en die is gepland. Lokalen met didactisch materiaal zijn klaar te
Brussel.
Rest nog het corrigeren van de registratie en de aanpassing ervan
tegen november/december 2006 met de nieuwe wetgeving op de
wapens. Het zal inderdaad belangrijk zijn om de structuur aan te
passen aan de nieuwe bepalingen van de wet, bijvoorbeeld de nieuwe
indeling van de vuurwapens.
14.02
Laurette Onkelinx,
ministre: En octobre 2005, une
rencontre avec les gestionnaires
du registre central des armes a
montré que le dossier évolue
favorablement. Toutes les
observations, y compris celles du
groupe de travail spécialement
institué, ont été notées. Ce groupe
de travail se compose entre autres
d'administrateurs locaux, de la
police locale et fédérale, des
services des gouverneurs, de la
direction
télématique, de la
direction de la base de données
nationale et du banc d'épreuves
de Liège.
Les informaticiens réalisent
actuellement des programmes qui
permettront de récupérer les
données actuelles. Un test sera
effectué au printemps 2006 et la
mise en oeuvre aura lieu en
septembre 2006. Étant donné qu'il
s'agit d'une application centrale du
site portail, l'achat des logiciels et
des pc ne pose pas de problèmes.
Une formation est prévue pour le
personnel de la police locale, pour
les services des gouverneurs et
pour le banc d'épreuves. Des
08/11/2005
CRIV 51
COM 734
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
36
locaux et du matériel didactique
sont disponibles à Bruxelles.
Il reste encore à corriger
l'enregistrement et à l'adapter à la
nouvelle législation d'ici à
novembre ou décembre 2006. La
structure doit notamment être
adaptée à la classification des
armes à feu.
14.03 Stijn Bex (sp.a-spirit): Ik dank de minister voor haar antwoord
en ik noteer dat we met het Centraal Wapenregister, op het moment
dat we effectief de nieuwe wapenwet hebben, ook met een
performante wapenregistratie zullen werken. Ik denk dat dat een
goede zaak is.
14.03 Stijn Bex (sp.a-spirit) : La
nouvelle loi sur les armes et un
enregistrement fiable des armes
iront donc de pair, ce qui est une
bonne chose.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
15 Vraag van de heer Stijn Bex aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de recente
jachtongevallen" (nr. 8846)
15 Question de M. Stijn Bex à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "les récents
15.01 Stijn Bex (sp.a-spirit): Mevrouw de minister, dit is een zeer
korte vraag naar aanleiding van drie recente jachtongevallen waarbij
mensen licht- tot zwaargewond zijn geraakt. Het gaat met name over
een kind van vier dat op 6 november in West-Vlaanderen mee op
jacht was met de vader. Op 30 oktober werd een autobestuurster in
haar auto in het been getroffen tijdens een jacht op everzwijnen. Op
22 oktober gebeurde in Vlaams-Brabant een jachtongeval waarbij een
jonge vrouw in het gezicht werd getroffen.
Klopt de indruk die er leeft dat er zich dit jaar meer jachtongevallen
voordoen in vergelijking met andere jaren? Indien dit het geval zou
zijn, zou ik u willen vragen hoe wij hiertegen iets kunnen doen. Ik las
in een artikel dat er zich tegenwoordig minder jagers aandienen maar
dat er meer vrouwelijke jagers zijn. Het zou ons natuurlijk te ver leiden
om te denken dat die toename van het aantal jachtongevallen
daaraan te wijten is. Ik denk dat de regels die tijdens de jacht moeten
worden gehanteerd, duidelijk zijn. Blijkbaar worden die regels niet
gerespecteerd of toch onvoldoende. Is het niet nodig om samen met
jachtverenigingen de jagers nog eens heel duidelijk te maken op
welke manier ze hun wapen moeten hanteren tijdens de jacht om
ongevallen te vermijden?
15.01 Stijn Bex (sp.a-spirit) : Ces
dernières semaines, au moins
trois accidents de chasse ont été à
déplorer. Est-ce une fausse
impression ou ce genre
d'accidents est-il de plus en plus
fréquent? Veillez-vous
suffisamment au respect des
règles auxquelles sont soumis les
chasseurs? Envisagez-vous de
rencontrer les représentants des
associations de chasseurs afin de
leur rappeler ces règles?
15.02 Minister Laurette Onkelinx: Mijnheer de voorzitter, het is mij
binnen een zo korte tijdspanne niet mogelijk deze vraag te
beantwoorden. De jachtongevallen worden immers niet als dusdanig
geïnventariseerd. Het onderzoek moet gebeuren op het niveau van
elke provincie en elk gerechtelijk arrondissement.
De gelukkig lage frequentie van dergelijke ongevallen rechtvaardigt
tot nu toe geen specifieke codering. Dit wil echter niet zeggen dat er
via de instellingen die de jacht beheren, met name de Gewesten,
geen bewustwordingscampagnes worden ontwikkeld inzake de
veiligheid wanneer men een vuurwapen hanteert.
15.02
Laurette Onkelinx,
ministre: Je ne puis répondre à
votre question ici. Les accidents
de chasse ne font pas l'objet d'un
enregistrement spécifique.
L'enquête doit être menée dans
chaque province et dans chaque
arrondissement judiciaire.
Heureusement, la fréquence de ce
type d'accidents est très faible.
CRIV 51
COM 734
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
37
Néanmoins, il ne serait pas
mauvais d'organiser des
campagnes de sensibilisation par
l'entremise des Régions puisque
celles-ci ont la chasse dans leurs
attributions. Ainsi, tous les
chasseurs connaîtraient les
risques inhérents au maniement
d'armes de chasse.
Je propose que vous me posiez la question statistique par écrit. Je
pourrais ainsi interroger tous les arrondissements et vous
communiquer ces statistiques par écrit.
Het antwoord op de vraag in
verband met statistieken zou beter
in het Bulletin van Schriftelijke
Vragen en Antwoorden worden
gepubliceerd, want het zal u pas
kunnen worden gegeven nadat de
diverse arrondissementen ter zake
zullen zijn geraadpleegd.
15.03 Stijn Bex (sp.a-spirit): Mevrouw de minister, ik dank u voor uw
antwoord.
Ik zal mijn vraag schriftelijk indienen na afloop van het jachtseizoen.
We zullen op dat ogenblik een analyse kunnen maken van de feiten
die zich tijdens dit jachtseizoen hebben voorgedaan. We kunnen ook
bij de bespreking van de wapenwet nagaan in welke mate er
bijkomende nood is aan preventie op dit vlak.
15.03 Stijn Bex (sp.a-spirit) : Je
déposerai à la fin de la saison de
chasse une question écrite afin
d'obtenir des données chiffrées. Il
peut être examiné, dans le cadre
de la discussion de la loi sur les
armes, dans quelle mesure il
conviendrait de renforcer la
prévention.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Vraag nr. 8836 van mevrouw Nahima Lanjri en vraag nr. 8832 van mevrouw Nancy Caslo
worden uitgesteld.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 12.25 uur.
La réunion publique de commission est levée à 12.25 heures.