IC716_FIN.doc

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

cdH

centre démocrate Humaniste

CD&V

Christen-Democratisch en Vlaams

ECOLO

Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales

Front National

Mouvement réformateur

N-VA

Nieuw-Vlaamse Alliantie

Parti socialiste

sp.a-spirit

Socialistische Partij Anders Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht

Vlaams Belang

VLD

Vlaamse Liberalen en Democraten

Abréviations dans la numérotation des publications :

Afkortingen bij de nummering van de publicaties :

DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de

base et du n° consécutif

DOC 51 0000/000

Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer

QRVA

Questions et Réponses écrites

QRVA

Schriftelijke Vragen en Antwoorden

CRIV

version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV

voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)

CRABV

Compte Rendu Analytique (couverture bleue)

CRABV

Beknopt Verslag (blauwe kaft)

CRIV

Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu inté-
gral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit des
interventions ; les annexes se trouvent dans une brochure
séparée (PLEN: couverture blanche; COM: couverture
saumon)

CRIV

Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken; de
bijlagen zijn in een aparte brochure opgenomen
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)

PLEN

séance plénière

PLEN

Plenum

COM

réunion de commission

COM

Commissievergadering

MOT

motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT

moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)

Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :

publications@laChambre.be

Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :

publicaties@deKamer.be

CRIV 51

COM 716

19/10/2005

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

SOMMAIRE

INHOUD

Question de M. Joseph Arens au ministre de la
Mobilité sur "la vitesse des camions sur
autoroute" (n° 7540)

Vraag van de heer Joseph Arens aan de minister
van Mobiliteit over "de snelheid van vrachtwagens
op de snelwegen" (nr. 7540)

Orateurs: Joseph Arens, Renaat Landuyt,
ministre de la Mobilité

Sprekers: Joseph Arens, Renaat Landuyt,
minister van Mobiliteit

Question de Mme Colette Burgeon à la ministre
de l'Emploi sur "les droits des passagers aériens"
(n° 8244)

Vraag van mevrouw Colette Burgeon aan de
minister van Werk over "de rechten van
luchtreizigers" (nr. 8244)

Orateurs: Colette Burgeon, Renaat Landuyt,
ministre de la Mobilité, Melchior Wathelet,
président du groupe cdH

Sprekers: Colette Burgeon, Renaat Landuyt,
minister van Mobiliteit, Melchior Wathelet,
voorzitter van de cdH-fractie

Question de M. Melchior Wathelet au ministre de
la Mobilité sur "la réforme des règles relatives aux
examens pratiques et théoriques du permis de
conduire" (n° 8204)

Vraag van de heer Melchior Wathelet aan de
minister van Mobiliteit over "de hervorming van de
regels met betrekking tot de praktische en
theoretische proeven van het rijexamen"
(nr. 8204)

Orateurs: Melchior Wathelet, président du
groupe cdH, Renaat Landuyt, ministre de la
Mobilité

Sprekers: Melchior Wathelet, voorzitter van
de cdH-fractie, Renaat Landuyt, minister van
Mobiliteit

Question de M. Walter Muls au ministre de la
Mobilité sur "la conduite automobile respectueuse
de l'environnement" (n° 8257)

Vraag van de heer Walter Muls aan de minister
van Mobiliteit over "het milieuvriendelijk rijden"
(nr. 8257)

Orateurs: Walter Muls, Renaat Landuyt,
ministre de la Mobilité

Sprekers: Walter Muls, Renaat Landuyt,
minister van Mobiliteit

Question de M. Jef Van den Bergh au ministre de
la Mobilité sur "le repérage de détecteurs de
radars par les services de police" (n° 8387)

Vraag van de heer Jef Van den Bergh aan de
minister van Mobiliteit over "de opsporing van
radardetectoren door de politiediensten"
(nr. 8387)

Orateurs: Jef Van den Bergh, Renaat
Landuyt, ministre de la Mobilité

Sprekers: Jef Van den Bergh, Renaat
Landuyt, minister van Mobiliteit

Question de Mme Talbia Belhouari au ministre de
la Mobilité sur "la transposition en droit belge des
sanctions applicables aux compagnies de voyage
en cas d'infraction au règlement européen"
(n° 8471)

Vraag van mevrouw Talbia Belhouari aan de
minister van Mobiliteit over "de omzetting in
Belgisch recht van de sancties voor reisbureaus
in geval van niet-naleving van de Europese
verordening" (nr. 8471)

Orateurs: Talbia Belhouari, Renaat Landuyt,
ministre de la Mobilité

Sprekers: Talbia Belhouari, Renaat Landuyt,
minister van Mobiliteit

Question de M. François Bellot au ministre de la
Mobilité sur "la loi modifiant les lois coordonnées
du 16 mars 1968 relative à la police de circulation
routière" (n° 8474)

Vraag van de heer François Bellot aan de minister
van Mobiliteit over "de wet tot wijziging van de
gecoördineerde wetten van 16 maart 1968
betreffende de politie over het wegverkeer"
(nr. 8474)

Orateurs: François Bellot, Renaat Landuyt,
ministre de la Mobilité, Greet van Gool

Sprekers: François Bellot, Renaat Landuyt,
minister van Mobiliteit, Greet van Gool

Question de M. Jef Van den Bergh au ministre de
la Mobilité sur "les sites franchissables réservés
aux bus" (n° 8507)

Vraag van de heer Jef Van den Bergh aan de
minister van Mobiliteit over "de overrijdbare
busbeddingen" (nr. 8507)

Orateurs: Jef Van den Bergh, Renaat
Landuyt, ministre de la Mobilité

Sprekers: Jef Van den Bergh, Renaat
Landuyt, minister van Mobiliteit

Question de M. Joseph Arens au ministre de la
Mobilité sur "l'absence de mention du projet
Eurocap-Rail dans la contribution de la Belgique à

Vraag van de heer Joseph Arens aan de minister
van Mobiliteit over "het niet opnemen van het
project Eurocap-Rail in de Belgische bijdrage tot

CRIV 51

COM 716

19/10/2005

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

COMMISSION DE

L'INFRASTRUCTURE, DES

COMMUNICATIONS ET DES

ENTREPRISES PUBLIQUES

COMMISSIE VOOR DE

INFRASTRUCTUUR, HET

VERKEER EN DE

OVERHEIDSBEDRIJVEN

MERCREDI

OCTOBRE

2005

Après-midi

______

van

WOENSDAG

OKTOBER

2005

Namiddag

______

De vragen en interpellaties vangen aan om 15.11 uur.
Voorzitter: de heer Francis Van den Eynde.
Les questions et les interpellations commencent à 15.11 heures.
Président: M. Francis Van den Eynde.

01 Question de M. Joseph Arens au ministre de la Mobilité sur "la vitesse des camions sur autoroute"

(n° 7540)

01 Vraag van de heer Joseph Arens aan de minister van Mobiliteit over "de snelheid van

vrachtwagens op de snelwegen" (nr. 7540)

01.01 Joseph Arens (cdH): Monsieur le président, monsieur le

ministre, ce n'est pas la première fois que je vous interroge sur la
problématique relative à la vitesse des poids lourds sur les routes et
autoroutes.

Suite à plusieurs accidents, mon attention a été attirée par plusieurs
services de police qui s'inquiètent du peu de mesures prises à l'égard
des transporteurs routiers qui ne respectent pas les prescriptions du
Code de la route.

De nombreux accidents de la route ont en effet pour cause directe ou
indirecte soit une vitesse trop élevée des poids lourds, soit nous
pouvons nous en rendre compte chaque jour - des dépassements
dangereux et inappropriés.

Il y a un an, vous m'aviez dit que des initiatives étaient en cours. Vous
aviez même largement entamé la réflexion sur cette problématique.

Aujourd'hui, ma question est celle-ci: envisagez-vous de prendre, à
l'instar de votre collègue du gouvernement flamand, Kathleen Van
Brempt, des mesures concrètes? Ou préférez-vous attendre des
initiatives parlementaires pour faire évoluer ce dossier?

01.01 Joseph Arens (cdH): Er

worden maar weinig maatregelen
getroffen ten aanzien van
wegvervoerders die zich niet aan
het verkeersreglement houden en
daardoor tal van ongevallen
veroorzaken.

Een jaar geleden hebt u mij
gezegd dat er initiatieven op stapel
stonden. Overweegt u concrete
maatregelen te treffen of wacht u
op parlementaire initiatieven?

01.02 Renaat Landuyt, ministre: Monsieur le président, monsieur

Arens, comme vous l'avez très justement mentionné, les
dépassements dangereux et inappropriés des camions ainsi que les
excès de vitesse de certains chauffeurs posent un réel problème en
termes de sécurité routière.

En ce qui concerne les dépassements, il ne me semble pas adéquat
d'instaurer une interdiction générale de dépassement pour les

01.02 Minister Renaat Landuyt:

Het zeer reëel probleem van de
snelheid van en het inhalen door
vrachtwagens wordt thans met de
gewestelijke instanties en met de
betrokken sector besproken. Wij
verkiezen ter zake tot een akkoord
met die gesprekspartners te

19/10/2005

CRIV 51

COM 716

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

camions sur les voies qui ne comprennent que deux bandes de
circulation, sauf si une décision à ce sujet devait être prise à
l'occasion des négociations qui ont lieu avec le secteur et mes
collègues des Régions. En effet, la problématique de la vitesse et des
dépassements des camions fait l'objet de discussions avec les
instances régionales et ledit secteur.

Suite à la proposition de ma collègue de la Région flamande, des
études ont été entamées concernant les 80 km/h.

Par ailleurs, en ce qui concerne les dépassements et l'autorisation de
rouler à plus de 80 km/heure, nous tentons de voir s'il est possible de
prendre des dispositions dans le cadre de projets en cours.

J'hésite à lancer des règles générales. Si l'on peut trouver une
solution en accord avec le secteur et avec les Régions, ce sera un
pas en avant!

komen boven het eenzijdig
opleggen van regels. Naar
aanleiding van een voorstel van
mijn collega van de Vlaamse
regering, werden studies aangevat
in verband met een snelheid van
80 km/uur.

01.03 Joseph Arens (cdH): Monsieur le président, je remercie le

ministre pour cette réponse quasi identique à la réponse formulée il y
a un an, à pareille époque. Cela signifie qu'en un an, le dossier n'a
pas évolué. Lorsque je vois le nombre d'accidents liés à ces deux,
trois éléments, je souhaiterais vraiment que nous puissions, en
termes de sécurité routière, faire un pas en avant sur nos routes et
autoroutes. J'espère que des initiatives nous parviendront bientôt de
la part du gouvernement.

01.03 Joseph Arens (cdH): Ik

krijg hetzelfde antwoord als een
jaar geleden, het dossier is dus
niet geëvolueerd en wij kunnen
dus alleen maar hopen.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

Le président: Chers collègues, étant donné l'absence de Mme Galant, Mme De Clercq, M. Wathelet et M.
Chastel, nous passons directement au point 8 de notre agenda.

02 Question de Mme Colette Burgeon à la ministre de l'Emploi sur "les droits des passagers aériens"

(n° 8244)

02 Vraag van mevrouw Colette Burgeon aan de minister van Werk over "de rechten van

luchtreizigers" (nr. 8244)

02.01 Colette Burgeon (PS): Monsieur le président, monsieur le

ministre, le règlement CEE 261/2004 du Parlement européen et du
Conseil européen du 11 février 2004 établissant des règles
communes en matière d'indemnisation et d'assistance des passagers
en cas de refus d'embarquement et d'annulation ou de retard
important d'un vol est entré en vigueur le 17 février 2005.

Il abroge le règlement CEE 295/91 et accorde aux passagers une
protection accrue en cas de refus d'embarquement, d'annulation ou
de retard important d'un vol.

Ce nouveau règlement s'applique à l'ensemble des vols
compagnies low cost et charters inclus des compagnies
européennes en provenance ou à destination d'un aéroport européen,
ainsi qu'à tout vol en provenance de l'Union européenne. De plus, il
oblige les transporteurs aériens à informer les passagers de leurs
droits.

Monsieur le ministre, mes questions sont les suivantes.

02.01 Colette Burgeon (PS): De

verordening CE 261/2004 van het
Europees Parlement en van de
Raad van Europa van 11 februari
2004 is in werking getreden op 17
februari 2005. Het biedt een betere
bescherming aan passagiers
wanneer ze niet aan boord worden
toegelaten, of bij annulatie of
vertraging van de vlucht. Het
reglement is van toepassing op
alle vluchten.

Wat is uw evaluatie? Worden de
luchtvaartmaatschappijen hierop
aangesproken? Zo ja, hoe zullen
ze bestraft worden? Respecteren
de luchtvaartmaatschappijen die
vanaf Belgisch grondgebied
werken of die in het Belgisch

CRIV 51

COM 716

19/10/2005

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

1. Plus de six mois après l'entrée en vigueur de ce nouveau
règlement et après le rush annuel des grandes vacances, quel bilan
vos services peuvent-ils tirer au départ des aéroports belges? Le
nombre de plaintes s'est-il accru?

2. Si oui, des compagnies aériennes peuvent-elles être plus
particulièrement pointées du doigt? Dans ce cas, de quelle manière
seront-elles sanctionnées?

3. Les transporteurs aériens exerçant au départ du territoire belge ou
opérant dans l'espace aérien national respectent-ils l'obligation
d'informer les passagers des droits que leur confère la directive
CE 261/2004?

4. Qu'en est-il, au niveau de l'Union européenne, de la transposition
de ce règlement vis-à-vis du transport maritime et du transport par
voie ferrée?

luchtruim operationeel zijn de
verplichting om de passagiers in te
lichten over de rechten die zij
krachtens deze richtlijn genieten?
Hoe zit het anderzijds, op
Europees niveau, met de
omzetting van deze verordening
naar de scheepvaart en het
spoorwegvervoer?

02.02 Renaat Landuyt, ministre: Monsieur le président, chère

collègue, en ce qui concerne votre première question, à la différence
des litiges entre les voyagistes et les clients qui concernent les
voyages à forfait, lesquels relèvent de la compétence de la
Commission des litiges voyages instaurée au sein du département
des Affaires économiques, les plaintes de passagers pour refus
d'embarquement et annulation ou retard important d'un vol ont été
confiées aux soins de la direction générale du transport aérien
(DGTA) de mon département.

Cette direction a rédigé un rapport d'évaluation portant sur les six
premiers mois d'application du règlement en question. Il expose le
contexte du règlement, présente les chiffres, émet des observations,
offre des suggestions et tire des conclusions provisoires. Ce rapport a
déjà reçu un large écho dans la presse quotidienne. Avant d'en être
personnellement informé, j'en ai déjà pris connaissance par voie de
presse. Si mes services ont tout fait pour avoir un large écho dans la
presse quotidienne, je leur signalerai, une fois de plus, que j'aime
recevoir les rapports avant de les parcourir dans la presse. Je mets à
la disposition de l'honorable membre la mouture originale de ce
rapport.

Sous le régime de 1991, mon administration n'avait pas à connaître
ce problème jugé essentiellement contractuel à l'époque et donc
intéressant uniquement les parties au contrat de transport. Je
m'explique. Du fait de ce règlement, mon département se soucie pour
la première fois, non seulement de la qualité de l'avion mais surtout
de la qualité du service. Cette manière de penser davantage au
consommateur qu'auparavant témoigne d'un changement de culture
et d'une ouverture d'esprit en la matière. Espérons qu'elle s'applique
au consommateur et pas seulement au lecteur des journaux.

En ce qui concerne votre deuxième question, les compagnies
aériennes de l'Union européenne qui sont visées par ces plaintes ne
se partagent pas particulièrement en lignes régulières et charters ni
en sociétés classiques et sociétés à bas tarifs.

Lorsqu'une compagnie se distinguera par des performances
douteuses, l'inspection devra y porter l'attention nécessaire. Le seul
problème réside dans le domaine des sanctions qui nécessitent une

02.02 Minister Renaat Landuyt:

De klachten die de passagiers
indienden omdat ze niet aan boord
mogen of omdat hun vlucht
geannuleerd wordt of grote
vertraging oploopt, werden
doorgestuurd naar het directoraat-
generaal Luchtvaart van mijn
departement dat een
evaluatieverslag heeft opgesteld
over de eerste zes maanden
gedurende dewelke het reglement
van toepassing was. Ik kan u dit
verslag bezorgen. Het is de eerste
keer dat mijn departement niet
enkel toeziet op de kwaliteit van de
vliegtuigen maar ook op de
kwaliteit van de dienstverlening.
Het feit dat men meer rekening
houdt met de consument, getuigt
van een mentaliteitswijziging.

De luchtvaartmaatschappijen in de
EU waartegen die klachten zijn
ingediend, kan je niet
onderverdelen in lijnvluchten of
charters, noch in gewone of low-
costluchtvaartmaatschappijen.

Wanneer een maatschappij opvalt
door tekortkomingen of een
falende service, moet de inspectie
dit onderzoeken. Het probleem zijn
de sancties. Daarvoor is immers
een wijziging van de wet
betreffende de burgerluchtvaart
nodig, overwegend een
bijzondere strafwet. Ik heb de
Europese Commissie geantwoord
dat het federale Parlement het

19/10/2005

CRIV 51

COM 716

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

modification de la loi sur l'aviation civile, elle-même étant pour une
grande partie une loi pénale spéciale. Le gouvernement a voulu
modifier l'article spécifique et le soumettre au parlement avant les
vacances parlementaires de cette année, mais j'ignore l'état
d'avancement de la procédure en la matière. J'ai répondu à la
Commission européenne que je m'attendais à ce que le Parlement
fédéral vote le projet en question au cours du quatrième trimestre de
cette année. J'espère que nous aurons l'occasion d'en parler, car une
structure visant à protéger l'usager est en cours d'élaboration. A cet
égard, il faut toujours faire le nécessaire pour protéger non seulement
l'homme d'affaires mais tous les passagers.

En ce qui concerne votre troisième question, en général, les
compagnies aériennes connaissent bien la nouvelle réglementation et
l'appliquent correctement: 21 décisions leur ont été favorables contre
4 aux passagers. Les compagnies ne sont d'ailleurs pas les seules à
porter ce règlement à la connaissance du public. En effet, l'internet a
été mis à contribution. Des affiches ont été apposées et des dépliants
distribués dans les aéroports européens, notamment par l'entremise
de la Commission européenne.

La DGTA renseigne, pour sa part, quotidiennement les intéressés par
des informations envoyées par la poste, par e-mail et souvent en
temps réel lors du premier contact téléphonique. Comme je l'ai dit, le
rapport est d'abord transmis aux quotidiens et ensuite au ministre!

Quatrième question. Une fois de plus, le transport aérien aura servi
de laboratoire pour l'élaboration d'une réglementation visant à
équilibrer les intérêts opposés entre parties inégales. Ce n'est pas la
première fois qu'on parle de discrimination entre modes de transport.
Ce règlement fait d'ailleurs, sur ce point notamment, l'objet d'un
recours porté devant la Cour de justice de Luxembourg par les
groupements d'intérêt de l'industrie du transport aérien. Une future
transposition de ces normes vers d'autres moyens de transport est
envisageable (et même plus en ce qui concerne le transport par rail)
pour autant qu'on parvienne, au niveau de l'Union européenne, à
établir une adéquation acceptable entre tous les éléments de
comparaison. Mais dans l'atmosphère de la libéralisation, il est fort
important de faire en sorte que les droits des consommateurs soient
garantis avant que tous puissent offrir un service.

betreffende ontwerp naar alle
waarschijnlijkheid in het laatste
kwartaal van dit jaar zou
aannemen.

De luchtvaartmaatschappijen
kennen de nieuwe reglementering
in de regel goed, en ze passen ze
ook correct toe.

Het DGLV houdt de betrokkenen
dagelijks op de hoogte.

Het luchtvervoer heeft als
proeftuin gediend voor de
opstelling van een reglementering.
Belangengroepen van de
luchtvaartindustrie zijn trouwens bij
het Hof van Justitie te Luxemburg
precies tegen dit onderdeel van
die reglementering in beroep
gegaan. We kunnen eventueel
later die normen op andere
vervoermiddelen toepassen.

02.03 Colette Burgeon (PS): Je suis évidemment intéressée par le

contenu de ce rapport car, même si on le dévoile à la presse, on ne
sait pas tout. Je suis contente que vous parliez de la protection de
l'usager, c'est un peu pour cette raison que je vous ai posé la
question. Justement, il y a eu beaucoup plus d'usagers qui ont pris
l'avion pendant les vacances et donc c'est important. Je vous
remercie surtout d'être très attentif à cette protection des usagers,
même si Mme Van den Bossche est fort intéressée par la protection
des consommateurs, à quelque niveau que ce soit.

02.04 Renaat Landuyt, ministre: Je vais vous donner mon rapport

car ce qu'on nomme le rapport donné à la presse, ce sont 5 pages
transmises par l'administration. Cela vous donnera peut-être de
l'inspiration pour me poser d'autres questions.

02.05 Colette Burgeon (PS): Je ne veux pas vous faire perdre trop

de temps. A moins que vous vouliez qu'on en parle dans la presse

CRIV 51

COM 716

19/10/2005

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

dès le lendemain.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

Le président: Monsieur Wathelet, vous avez la parole pour votre question n° 7790 concernant "les coûts
d'avocats générés par la défense de l'Etat belge à la suite de la décision de disperser les nuisances des
avions à Bruxelles"

02.06 Melchior Wathelet (cdH): Monsieur le ministre, je pense qu'il y

a eu un petit problème étant donné que je vous ai posé la question
précédemment. Je m'étais adressé à vous par le biais d'une question
écrite à laquelle vous avez répondu. Cette question a été redéposée
par erreur. D'un autre côté, si, entre-temps, vous disposez de
nouveaux chiffres ce qui m'étonnerait n'hésitez pas à me les
communiquer!

02.07 Renaat Landuyt, ministre: Monsieur le président, ceux qui

hésitent à devenir avocat doivent lire les réponses!

Le président: Le ministre fait de la publicité pour sa corporation!

03 Question de M. Melchior Wathelet au ministre de la Mobilité sur "la réforme des règles relatives aux

examens pratiques et théoriques du permis de conduire" (n° 8204)

03 Vraag van de heer Melchior Wathelet aan de minister van Mobiliteit over "de hervorming van de

regels met betrekking tot de praktische en theoretische proeven van het rijexamen" (nr. 8204)

03.01 Melchior Wathelet (cdH): Monsieur le ministre, j'ai pu lire

dans la presse plusieurs interviews vous concernant, annonçant toute
une série de réformes essentiellement liées au permis théorique et au
permis de conduire d'une manière plus générale. Certains points me
surprenaient et suscitaient chez moi nombre d'interrogations.

Premièrement, il s'agit de la suppression des infractions graves dans
le cadre de ce permis théorique. En fait, un candidat peut très bien
réussir son permis s'il ne respecte pas les injonctions d'un agent
qualifié, s'il roule en sens contraire sur un giratoire, s'il roule à 60
km/h dans une zone 30, s'il brûle un feu rouge ou s'il franchit une
ligne blanche. Il sera crédité d'un excellent score de 45 sur 50. En
effet, il a fait cinq fautes, il n'y a plus de faute grave. Il est donc
largement au-dessus des 41 points sur 50 et il peut à ce titre recevoir
son permis théorique. Cela me semble pour le moins problématique.

Avant, il existait au moins cette différence entre les fautes graves et
les autres. On estimait qu'il était bon pour l'ensemble des usagers de
la route de ne pas être confrontés à des personnes sous licence, qui
apprennent à conduire mais qui pourraient constituer des dangers
sérieux étant donné les infractions qu'elles peuvent se permettre de
commettre dans le cadre du permis théorique. Je rappelle que pour la
plupart, les infractions que j'ai citées impliquent chacune un possible
retrait du permis. Leur addition permet d'obtenir le permis alors que
l'infraction à une seule d'entre elles justifie le retrait du permis ce
que je trouve logique. Il y a là un paradoxe.

Deuxièmement, on peut désormais passer l'examen théorique autant
de fois qu'on veut sans devoir reprendre des cours. Je suppose que
vous avez également eu connaissance de ce fait: à Liège, une
personne a raté son permis 37 fois. Mais attention: plus de dix

03.01 Melchior Wathelet (cdH):

Ik heb in de pers gelezen dat er
een aantal hervormingen met
betrekking tot het rijbewijs worden
aangekondigd. Ik ben vooreerst
verwonderd door de afschaffing
van de zware overtredingen in het
kader van het theoretisch
rijexamen. Vervolgens verbaast
het mij ook dat men het
theoretisch rijexamen voortaan
een onbeperkt aantal keer zal
mogen afleggen zonder dat men
verplicht zal zijn bijkomende
cursussen te volgen. Ik
veronderstel dat u er eveneens
van op de hoogte bent dat er in
Luik iemand 37 keer gezakt is voor
het rijexamen!

19/10/2005

CRIV 51

COM 716

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

personnes l'ont passé vingt fois, douze l'ont passé entre 23 et 24 fois.
Elles ont fini par l'obtenir.

03.02 Renaat Landuyt, ministre: (...)

03.03 Melchior Wathelet (cdH): Oui, c'est peut-être parce que ce

sont des Liégeois.

03.03 Melchior Wathelet (cdH):

Ja: het is misschien omdat het een
Luikenaar is.

03.04 Renaat Landuyt, ministre: Vous vous faites le porte-parole

des écoles en étant moins soucieux de la qualité de leur
enseignement que de leurs recettes.

03.04 Minister Renaat Landuyt:

U treedt op als spreekbuis van de
autorijscholen, maar u bent minder
bekommerd om de kwaliteit van
hun cursussen dan om hun
inkomsten!

03.05 Melchior Wathelet (cdH): Je pensais avoir le droit de finir ma

question mais puisque vous me lancez sur le sujet, je ne fais
absolument pas de publicité pour les auto-écoles. Mais cela
m'interpelle de voir que des personnes peuvent passer leur permis
autant de fois qu'elles le veulent et qui l'obtiennent à la 38

fois. Quel

crédit peut-on accorder à ce type de permis? Vous dites qu'il s'agit
d'un petit nombre de personnes. Or sur les 130.000, il y en a plus de
10.000 qui l'ont raté au moins quatre fois!

03.05 Melchior Wathelet (cdH):

Ik maak absoluut geen reclame
voor de autorijscholen, maar men
mag niet om het even wie op de
openbare weg laten rijden. Men
doet dat aan de hand van een
vergunning en dat moet op een
verantwoorde manier gebeuren.

03.06 Renaat Landuyt, ministre: C'était déjà comme cela avant le

changement de réglementation: rien n'a changé.

03.07 Melchior Wathelet (cdH): Je me pose des questions à ce

sujet. Vous avez l'air de trouver tout cela très bien, tant mieux pour
vous. Ici, on ne joue pas, cela concerne la sécurité des gens. On ne
peut pas mettre n'importe qui sur la route. On le fait au moyen d'une
licence et cela doit se faire d'une manière responsable.

Autre point interpellant, sans lien avec l'auto-école - vous allez devoir
trouver autre chose -, c'est que vous avez inséré dans l'examen
théorique toute une série de nouveaux points: pouvoir contrôler le
niveau d'huile, remplir le lave-glace, etc. Personnellement, cela me
dérange pas. Ce qui me dérange plus, c'est que cela se fait au
détriment d'une manoeuvre qui me semblait importante, à savoir
l'entrée dans un garage. Je pense que c'est une manoeuvre
importante... je vois que vous rigolez, cela passe au-dessus de votre
tête?

03.08 Renaat Landuyt, ministre: Ce sont les spécialistes du secteur

qui ont décidé ce genre de choses.

03.09 Melchior Wathelet (cdH): Franchement, donner une priorité

au niveau d'huile, à l'emplacement du lave-glace par rapport à une
manoeuvre qu'on va devoir faire continuellement sur la route! Il y a là
un problème au niveau des priorités.

03.10 Renaat Landuyt, ministre: Manoeuvrer dans son garage, c'est

protéger sa voiture. Rouler sans huile sur la route, c'est dangereux
pour tout le monde.

03.11 Melchior Wathelet (cdH): Je pense que vous commettez une

CRIV 51

COM 716

19/10/2005

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

erreur. Il ne s'agit pas seulement de rentrer dans votre garage, vous
pouvez être amené à faire ce type de manoeuvre partout. Vous
pouvez avoir un comportement dangereux pour votre voiture mais
aussi pour les autres, si vous faites mal la manoeuvre ou trop
lentement ou de manière incorrecte.

Les nouvelles mesures qui visent à regarder son niveau d'huile ou à
regarder son niveau de lave-glace ne posent pas de problèmes. Mais
que cela se fasse au détriment d'autres mesures qui sont aussi
importantes pour la sécurité routière, là il y a un problème.

En ce qui concerne le permis de conduire A3, pour les vélomoteurs,
ce sont les seuls qui, aujourd'hui, ne sont pas confrontés à une mise
en application pratique. Or, ce sont les plus jeunes et les plus
vulnérables qui roulent à une vitesse nettement différente des autres.
Ce sont ceux qui sont les moins protégés et ce sont les seuls qui ne
doivent pas satisfaire à un examen.

Monsieur le ministre, je ne demande pas qu'ils passent par une auto-
école. Ce n'est pas mon propos. Vous allez encore me taxer de
défenseur des auto-écoles! Je veux qu'ils aient, tout comme
quelqu'un passant son permis voiture, un permis pratique en vue de
les responsabiliser et de s'assurer qu'ils sont bien conscients de
l'ensemble des dangers que peut représenter la route.

Voilà, monsieur le ministre, les questions que je voulais vous poser:
les fautes graves, la réintroduction du nombre total autorisé de
tentatives du permis théorique, la suppression d'une des manoeuvres
qui me semble importante au profit d'autres qui me semblent tout
aussi importantes. Vous avez entendu les questions concernant la
formation professionnelle et les cyclomoteurs. J'aurais voulu avoir
votre point de vue sur tous ces éléments.

03.12 Renaat Landuyt, ministre: Monsieur le président, monsieur

Wathelet, je vais vous donner raison en ce qui concerne vos
remarques.

Toutefois, je ne vois pas comment il m'est possible de prendre une
décision à ce sujet. En effet, la législation européenne nous oblige à
changer nos règles ainsi que le partage des points.

Par ailleurs, toutes les problématiques dont vous avez fait état sont
réglées par l'arrêté royal du 15 juillet 2004. Si je ne me trompe, c'était
trois jours avant que je ne prenne mes fonctions. A cette époque, M.
Anciaux était donc encore compétent.

Pour l'instant, nous revoyons la totalité du système. En effet, selon
moi, la sécurité routière est un élément primordial. Toutefois, j'estime
qu'il faut établir une différence entre les arguments relatifs à une
meilleure protection et ceux qui ont réellement trait à la sécurité
routière. Dans ce contexte, je suis prêt à entendre toutes les
remarques. J'ai donc l'intention de suivre vos suggestions et
d'examiner les changements qui peuvent être opérés en la matière.

03.12 Minister Renaat Landuyt:

Volgens mij valt dit buiten mijn
bevoegdheid vermits de Europese
wetgeving ons ertoe verplicht onze
regels en de puntenverdeling aan
te passen.

Alle kwesties waar u het over
heeft, worden door het koninklijk
besluit van 15 juli 2004 geregeld.
Op dat ogenblik was de heer
Anciaux dus nog bevoegd.

Momenteel bekijken we het
systeem opnieuw in zijn geheel.
We kunnen een optimale
bescherming niet zomaar met
verkeersveiligheid gelijkschakelen.
Het ligt in mijn bedoeling om uw
voorstellen over te nemen en te
onderzoeken welke wijzigingen we
terzake kunnen aanbrengen.

03.13 Melchior Wathelet (cdH): Monsieur le ministre, je vous

remercie pour votre attitude constructive. Si nécessaire, je vous

19/10/2005

CRIV 51

COM 716

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

interrogerai à nouveau!

03.14 Renaat Landuyt, ministre: Je connais le système!

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

04 Vraag van de heer Walter Muls aan de minister van Mobiliteit over "het milieuvriendelijk rijden"

(nr. 8257)

04 Question de M. Walter Muls au ministre de la Mobilité sur "la conduite automobile respectueuse de

l'environnement" (n° 8257)

04.01 Walter Muls (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de

minister, ik moet eerst verwijzen naar uw collega Tobback. In de Gids
van de Schone Auto heeft hij het volgende laten schrijven of heeft hij
het volgende zelf geschreven: "Het correct gebruik van de wagen, het
geregeld onderhoud en een aangepaste rijstijl kunnen het
brandstofverbruik behoorlijk doen dalen. Bovendien biedt een
aangepast milieuvriendelijk rijgedrag ook meer veiligheid, meer
comfort, minder slijtage en daardoor ook lagere onderhouds- en
schadekosten en vooral aanzienlijke emissiereducties."
Emissiereducties was net hetgeen waarmee Freya Van den Bossche
een tijdje geleden problemen had. Zoals u zich zal herinneren was het
de discussie met de Gewesten over Kyoto.

Ik kom nu aan uw bevoegdheid. Sinds 5 september zijn er nieuwe
richtlijnen van kracht voor zowel het theoretische als het praktische
rijexamen. Wij hebben dat daarnet ook reeds gehoord van collega
Wathelet. Dat is het gevolg van de omzetting van een Europese
richtlijn. Bijkomende thema's zijn nu onder meer de regels voor het
milieuvriendelijk en zuinig gebruik van het voertuig.

Ten eerste, ik had dan ook graag van u vernomen in welke mate
tijdens de rijopleiding aandacht wordt besteed aan dit milieuvriendelijk
rijden. Hebben de rijscholen hieromtrent van uw administratie
richtlijnen ontvangen? Zo ja, welke richtlijnen hebben zij ontvangen?

Ten tweede, in welke mate zijn rij-instructeurs opgeleid om een
milieuvriendelijke rijstijl aan te leren aan kandidaat-chauffeurs?
Volgden zij hiervoor een bijscholing?

Ten derde, op welke manier en in welke mate wordt bij de beoordeling
van het praktische rijexamen rekening gehouden met de vaardigheid
van de kandidaat-chauffeurs om milieuvriendelijk te rijden?

Ten vierde, zijn er in ons land rijscholen waar ervaren chauffeurs zich
kunnen bijscholen in dit milieuvriendelijk rijden? Zo ja, welke
rijscholen zijn dit? Hoeveel personen hebben reeds een bijscholing
milieuvriendelijk rijden gevolgd, uiteraard in de veronderstelling dat
men zich kan bijscholen als men reeds een rijbewijs heeft?

Ten slotte, staan er nog initiatieven op het programma om de
milieuvriendelijke rijstijl te verspreiden onder de bevolking? Zo ja, over
welke initiatieven gaat het?

04.01 Walter Muls (sp.a-spirit):

On peut lire dans le Guide de la
voiture propre que si on utilise bien
sa voiture, effectue les entretiens
régulièrement et adopte un style
de conduite adapté, on peut faire
baisser très sensiblement sa
consommation de carburant et
réduire par la même occasion ses
émissions polluantes. Sera-t-il
tenu compte de ces considérations
dans les nouvelles directives
relatives à l'examen théorique et
pratique pour l'obtention du permis
de conduire? Les auto-écoles ont-
elles reçu des directives censées
promouvoir un style de conduite
respectueux de l'environnement?
Les instructeurs seront-ils formés
pour inculquer ce style de conduite
à leurs élèves? Quelle pondération
donnera-t-on à l'aptitude à adopter
ce style de conduite dans les
notes attribuées à l'issue de
l'examen pratique? Existe-t-il des
auto-écoles où des conducteurs
peuvent, dans le cadre d'un
recyclage, être formés à la
conduite respectueuse de
l'environnement? De quelles auto-
écoles s'agit-il et combien de
candidats se sont-ils présentés?
D'autres initiatives sont-elles
préparées afin de promouvoir la
conduite respectueuse de
l'environnement?

04.02 Minister Renaat Landuyt: Mijnheer de voorzitter, collega's, het

milieuvriendelijk en veilig rijden maakt reeds enige tijd deel uit van het
opleidingspakket dat wordt gegeven in erkende rijscholen. Dat slaat

04.02 Renaat Landuyt, ministre:

La conduite prudente et
respectueuse de l'environnement

CRIV 51

COM 716

19/10/2005

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

echter maar op een deel van de kandidaten aangezien men zich ook
via de vrije begeleiding kan voorbereiden op het rijexamen.

Verder zijn er enkele recente initiatieven waarin de aandacht wordt
gevestigd op het milieuvriendelijk rijden. Ik verwijs naar het in
Vlaanderen bestaande opleidingspakket "Bewust Economisch en
milieuvriendelijk rijden" - BEM - van Vlaams minister Van Brempt dat
geënt is op het Europees Ecodrive-concept. Deze opleiding werd in
het voorjaar van 2005 via Cevora, het opleidingscentrum van het
aanvullend nationaal paritair comité voor bedienden, aangeboden aan
alle Nederlandstalige rijscholen. De Vlaamse Stichting voor
Verkeerskunde en de FAB -Federatie van Autorijscholen - hebben
tevens samenwerkingsverbanden gesloten over milieuvriendelijk
rijden, verkeersveiligheid in ondernemingen en opfrissingscursussen
voor senioren.

Wat uw tweede vraag betreft, al enkele jaren wordt in de
opleidingscursussen van rijschoollesgevers het aspect van het
milieuvriendelijk rijden aangeleerd. Momenteel hebben een
honderd vijftigtal rijschoollesgevers de BEM-opleiding gevolgd en in
het najaar zullen er nog een honderdtal volgen. Verder volgen dit jaar
tevens vierentwintig examinatoren dezelfde vorming. Het is de
bedoeling dat in de nabije toekomst alle lesgevers en examinatoren in
België deze opleiding volgen.

Wat uw derde vraag betreft, naast het feit dat tijdens het theoretisch
examen vragen worden gesteld over ecodriving, is ecologisch en
economisch rijden ook een beoordelingselement tijdens het praktisch
examen. Wanneer de kandidaat geen rekening houdt met het
economisch en milieuvriendelijk rijden; zal de examinator hem op het
einde van het examen daarop wijzen, met als doel zijn rijstijl te
verbeteren; zonder dat de fout evenwel een effectieve beoordeling
oplevert.

De evaluatie maakt deel uit van de rubrieken bediening van het
voertuig en defensief rijden, die tijdens het gedeelte op de openbare
weg van het praktisch rijexamen worden beoordeeld.

In antwoord op de vierde vraag kan ik het volgende antwoorden.
Volgende rijscholen hebben tot op heden lesgevers laten opleiden in
het kader van het BEM-rijden: de Kortrijkse Rijschool, Rijschool
Topper, Rijschool Merelbeke, Rijscholen Sanderus, de
Dendermondse Rijschool, Rijscholen Emmo, Rijscholen Kara,
Rijschool Klein-Brabant, Rijschool Hendriks, Rijschool Hendriks J & L,
Rijschool De Schepper en Rijschool Flament. Het zijn allemaal kmo's.

Wat het tweede deel van de vraag betreft, mijn diensten nemen zich
voor om, naarmate het BEM-rijden zich meer concretiseert,
hieromtrent statistische gegevens te verzamelen bij de deelnemende
rijscholen.

In antwoord op de vijfde vraag kan ik het volgende antwoorden. Op
initiatief van de Bond Beter Leefmilieu wordt momenteel het
pilootproject Wijs op Weg, in samenwerking met de federatie van
autorijscholen, opgestart in elf Vlaamse rijscholen. Er is ook een
website, www.wijsopweg.be. Het doel is om een vijftig tot honderd
kandidaten die het systeem model 2 volgen, een extra gratis opleiding
milieuvriendelijk rijden aan te bieden, gekoppeld aan een theorie- en

fait déjà partie depuis quelque
temps du programme de formation
des écoles de conduite agréées.
Pour le moment, ces principes ne
sont pas inculqués aux candidats
qui se préparent à l'examen par la
filière libre. En Flandre, le centre
de formation Cevora propose
depuis le début de cette année à
toutes les auto-écoles flamandes
un programme de formation pour
apprendre à conduire de manière
économique et respectueuse de
l'environnement. La Vlaamse
Stichting voor Verkeerskunde
(Fondation flamande pour la
circulation routière) et la
Fédération des auto-écoles ont
par ailleurs conclu des accords de
coopération dans des domaines
tels que la conduite automobile
respectueuse de l'environnement,
la sécurité routière dans les
entreprises et les recyclages
destinés aux seniors. Enfin, la
conduite automobile respectueuse
de l'environnement fait partie
depuis plusieurs années déjà de la
formation des moniteurs d'auto-
écoles. Actuellement, cent
cinquante moniteurs
néerlandophones ont déjà suivi le
programme de formation du
Cevora et cent autres s'y
ajouteront cet automne. Vingt-
quatre examinateurs suivent
également cette formation, qui
devra à terme toucher l'ensemble
des examinateurs. Enfin, la
conduite de manière économique
et respectueuse de
l'environnement constitue un des
éléments d'appréciation de
l'examen pratique du permis de
conduire.

L'évaluation de la conduite
respectueuse de l'environnement
fait partie des rubriques
"commande du véhicule" et
"conduite défensive". Les auto-
écoles ayant déjà formé des
instructeurs à la conduite
respectueuse de l'environnement
sont toutes des PME. Mes
services continueront de collecter
des données statistiques auprès
des auto-écoles participantes. En

19/10/2005

CRIV 51

COM 716

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

praktijktest in het examencentrum. Met Wijs op Weg worden de
kandidaten de optimale manier van verplaatsen en de allernieuwste
technieken van het autorijden aangeleerd.

In december 2005 maakt de Bond Beter Leefmilieu een eindevaluatie
op, die zal dienen ter ondersteuning van het voorstel om het
milieuvriendelijk rijden als verplicht onderdeel te integreren in de
rijopleiding. Daarop wil ik zeker nog niet vooruitlopen.

Voorts start in mijn departement binnenkort een cursus economisch
rijden voor alle medewerkers die beroepshalve veel met de wagen
onderweg zijn, met name de wegcontroleurs en de inspectiediensten
van de verschillende directoraten-generaal. Het voornaamste is
echter dat de wegcontroleurs en de inspectiediensten op de juiste
plaats geraken om effectief hun werk te doen.

outre, le projet pilote "Wijs op weg"
(rouler intelligent) est actuellement
lancé dans onze auto-écoles
flamandes. Je signale aussi le site
web www.wijsopweg.be. Le but
visé est d'offrir à un nombre de
candidats oscillant entre cinquante
et cent une formation
supplémentaire gratuite à la
conduite respectueuse de
l'environnement. L'organisateur de
ce projet, le "Bond Beter
Leefmilieu" (association pour un
meilleur environnement),
procédera à une évaluation fin
2005. Par ailleurs, un cours de
conduite économique sera
proposé sous peu à tous les
collaborateurs des pouvoirs
publics qui conduisent beaucoup
pour des raisons professionnelles,
par exemple les contrôleurs de la
route et les services d'inspection.

04.03 Walter Muls (sp.a-spirit): Mijnheer de minister, ik dank u voor

uw antwoord. Toen u de autorijscholen opnoemde, dacht ik even een
reclameblok te horen. Wat mij opviel was dat het allemaal kmo's zijn,
de grote rijscholen ontbreken blijkbaar. Dat vind ik een beetje bizar,
maar goed.

Voor het overige kan ik, als vreemde eend in de bijt in deze
commissie en na het horen van de discussie over de
werkzaamheden, enkel vaststellen dat dit een wet zal zijn die niet in
een commissie of een werkgroep op haar werking zal moeten worden
geëvalueerd. U hebt immers duidelijk aangetoond dat het wel degelijk
in de praktijk wordt toegepast.

04.03 Walter Muls (sp.a-spirit):

On peut en effet observer que les
écoles de conduite citées sont
toutes des PME et que manquent
à première vue les grandes écoles
de conduite. Mais le ministre a
clairement démontré que la loi
était appliquée dans la pratique.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

05 Vraag van de heer Jef Van den Bergh aan de minister van Mobiliteit over "de opsporing van

radardetectoren door de politiediensten" (nr. 8387)

05 Question de M. Jef Van den Bergh au ministre de la Mobilité sur "le repérage de détecteurs de

radars par les services de police" (n° 8387)

05.01 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de minister, collega's, in

Nederland gebruikt men in de strijd tegen overdreven snelheid het
instrument van de radardetector-detectoren, afgekort RDD. Hiermee
kan men toestelletjes in de wagen die snelheidscamera's en
dergelijke detecteren opsporen waardoor men dan de gebruikers kan
betrappen op iets wat eigenlijk illegaal is.

Ten eerste, wordt in België ook actief gezocht naar het gebruik van
radardetectoren in wagens en zijn er al veel vaststellingen gebeurd?
Zo ja, hoeveel vaststellingen waren dat dan wel?

Ten tweede; gebruikt de politie dergelijke RDD's - radardetector-
detectoren, moeilijk woord - zoals die in Nederland courant zijn

05.01 Jef Van den Bergh

(CD&V): Aux Pays-Bas, on
dispose de détecteurs capables de
repérer les détecteurs de radars
installés dans les véhicules.
S'emploie-t-on également dans
notre pays à repérer activement
les détecteurs de radars dans les
véhicules? Nos services de police
disposent-ils d'appareils de
détection des détecteurs de
radars? Dans l'affirmative, de
combien? Prévoit-on d'acquérir de

CRIV 51

COM 716

19/10/2005

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

blijkbaar? Zo ja, hoeveel zijn er daarvan beschikbaar bij de politie? Zo
neen, waarom gebruikt men ze niet? Bestaan er plannen om ze
eventueel toch aan te kopen?

Ten derde, moeten dergelijke toestellen gehomologeerd worden door
de dienst voor Metrologie?

Ten vierde, hoe zit het met de regelgeving daarrond?

tels appareils? Ceux-ci doivent-ils
être homologués par le Service de
la Métrologie? Existe-t-il une
réglementation en la matière?

05.02 Minister Renaat Landuyt: Mijnheer de voorzitter, collega, wat

uw eerste vraag betreft, er gebeurt geen gestructureerde registratie bij
de federale of lokale politie inzake de bewuste inbreuk van artikel
62bis van de wegverkeerswet. Ik heb terzake dan ook cijfergegevens
opgevraagd vanaf 1997 de wijzigingswet dateert van 4 augustus
1996 - bij mijn collega van Justitie op basis van de instroom van de
processen-verbaal in die materie. Ik heb de tabellen daarvan mee.
Volledigheidshalve wil ik er toch op wijzen dat reeds het uitrusten van
het voertuig met of het bij zich hebben van een radardetector
strafbaar is, zonder dat er daarom al gebruik van moet gemaakt
worden.

Dan wat uw tweede vraag betreft, de federale politie beschikt niet over
die zogenaamde RDD's, radardetector-detectoren. Bij gerichte acties
terzake of bij toezicht op bepaalde evenementen men denke aan de
Gumball Races laatst doet de federale verkeerspolitie op dit
ogenblik een beroep op en werkt samen met het Belgisch Instituut
voor Postdiensten en Telecommunicatie, het BIPT, dat eveneens
bevoegd is voor het opsporen van radardetectoren. Eén enkele lokale
politiezone beschikt over een RDD in het kader van een proefproject.
Ik ben evenwel de naam van die zone vergeten. Bij wijze van proef en
in samenwerking met het parket werd het toestel reeds enkel malen
succesvol gebruikt zegt men mij. Uiteraard vinden alle politiediensten
het zinvol om verder opzoekingswerk te doen. Eens het proefproject
afgerond en geëvalueerd neem ik mij dan ook voor om met zowel de
federale politie als de politiezones in het kader van de
verkeersveiligheidsovereenkomst te gaan kijken of het al dan niet
nuttig is om RDD's aan te kopen. Stel u voor dat door het
radargebruik de bestuurder zich automatisch houdt aan de
verkeersregels. Dan hebt u daar geen bezwaar tegen. We moeten
ook oppassen dat we de doelstelling nooit uit het oog verliezen. Het
zijn niet de boetes die belangrijk zijn, belangrijk is dat men zich houdt
aan de snelheid. Sommige mensen nemen zichzelf beet door met een
radardetector te rijden zo snel als ze mogen, maar zo beantwoorden
ze eigenlijk aan de doelstelling van de wet, met name niet sneller
rijden dan voorzien. Op zich moeten we oppassen dat we in de drang
om daarover een strategie op te bouwen niet de doelstelling omkeren.
Niet de boete is belangrijk, wel dat men zich houdt aan de regels.

Wat uw derde vraag betreft, een radardetectordetector, een RDD, is
een toestel dat in staat is radardetectoren op te sporen, vandaar de
benaming radardetectordetector. Een RDD is een zeer gevoelige
microgolfontvanger en meet de lekkage van de oscillator van een
radardetector, die gebruikt wordt om snelheidscontroles te lokaliseren.

Een RDD is in feite een zuivere ontvanger. Hierdoor is het gebruik van
een RDD in elk geval al vrij van vergunning, zoals bepaald in de wet
van 30 juli 1979 betreffende de radioberichtgeving. Het is wel zo dat,
aangezien een RDD een ontvanger van radiosignalen is, het toestel

05.02 Renaat Landuyt, ministre:

Le simple fait d'équiper un
véhicule d'un détecteur de radar,
même inutilisé, est punissable.

La police fédérale ne dispose pas
d'appareils de détection des
détecteurs de radars. Lors
d'actions ciblées, une collaboration
est mise sur pied avec l'Institut
belge des services postaux et des
télécommunications (IBPT),
compétent pour le repérage des
détecteurs de radars. Une zone de
police locale dispose d'un appareil
de ce type dans le cadre d'un
projet pilote qui est actuellement
en cours. Après l'évaluation de ce
projet, je jugerai avec la police
fédérale et les zones de police de
l'opportunité d'acquérir de tels
appareils. Nous ne pouvons en
effet perdre de vue l'objectif : si un
conducteur respecte les règles
grâce à l'utilisation de son
détecteur de radar, c'est une
bonne chose.

Le RDD est un dispositif de
dépistage des détecteurs de radar,
un détecteur de détecteur de
radars donc. Il s'agit d'un simple
récepteur qui n'est pas soumis à
autorisation. Le dispositif doit
néanmoins répondre à la directive
RTT européenne et doit dès lors
afficher le traditionnel marquage
CE. Il ne peut par ailleurs pas
perturber le fonctionnement
d'autres appareils radio. Ce sont
les seules exigences et l'appareil a
pour unique but de détecter les
détecteurs de radars.

19/10/2005

CRIV 51

COM 716

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

moet voldoen aan alle voorwaarden opgelegd door de Europese
richtlijn terzake, 1999/5/EG, de zogenaamde RTT-richtlijn. Het toestel
moet bijgevolg onder meer voorzien zijn van de gebruikelijke
markering van de Europese Unie. De toestellen moeten immers
voldoen aan de voorwaarden die geldig zijn voor het op de markt
brengen van commerciële toestellen, teneinde de markt niet te
verstoren door een eventueel commercieel voordeel te verlenen. De
conformiteit met de RTT-richtlijn garandeert tevens dat het toestel
geen andere toestellen stoort. Voor de rest zijn er geen bijzondere
vereisten. De bedoeling is natuurlijk dat men detecteert wie een
radartoestel in zijn wagen heeft. Iets anders hoeft er niet te worden
gedetecteerd. Men moet gewoon ervoor zorgen dat het materiaal op
de markt mag komen, dat het mag gebruikt worden en dat het geen
andere radiosignalen verstoort.

Wat uw vierde vraag betreft, om volledig te zijn, verwijs ik naar mijn
antwoorden op vragen twee en drie. Ik zal terzake alert blijven.

05.03 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de minister, ik dank u

voor het antwoord en uw engagement om alert te blijven. Ik heb niet
zo goed begrepen of u nu al dan niet cijfers hebt, of dat u ze verwacht
van het ministerie van Justitie.

05.03 Jef Van den Bergh

(CD&V): Le ministre dispose-t-il de
données chiffrées?

05.04 Minister Renaat Landuyt: Ik heb die in bijlage mee. Ik kan u

zeer gedetailleerde cijfers geven per regio en per jaar. U mag dat
hebben.

05.04 Renaat Landuyt, ministre:

Oui, je puis immédiatement vous
fournir les chiffres par Région et
par année.

05.05 Jef Van den Bergh (CD&V): Alvast bedankt daarvoor.

Ik heb nog een klein vraagje. U verwees naar gerichte acties bij
bepaalde evenementen. De Gumball Race is dan een evident
voorbeeld. Bestaan er andere voorbeelden of was dat eenmalig?

05.05 Jef Van den Bergh

(CD&V): Existe-t-il d'autres actions
ciblées hormis celle de la Gumball
Race?

05.06 Minister Renaat Landuyt: Nee, dat is het meest bekende

voorbeeld. Als men grote acties doet, vooral naar aanleiding van
evenementen waarvan men voelt dat er aan hoge snelheid zal worden
gereden en die apparaatjes dus gebruikt zullen worden, zorgt men dat
er iemand van het BIPT aanwezig is om dat effectief te kunnen
inschatten.

05.06 Renaat Landuyt, ministre:

Oui, lors de tous les événements à
l'occasion desquels ce type
d'appareils est censé être utilisé,
l'IBPT envoie un agent.

05.07 Jef Van den Bergh (CD&V): De hele discussie gaat over de

vraag of bestuurders zich daardoor aan de snelheden houden.
Moeten camera's worden aangekondigd? Moeten controles worden
aangekondigd? Wij zijn ervan overtuigd dat er een combinatie van
beide nodig is: enerzijds sensibilisering door zichtbare camera's en
anderzijds stiekeme controles. Om dat tweesporenbeleid mogelijk te
houden, is het volgens mij wenselijk dat men probeert die detectoren
uit het verkeer te houden. Ik ben blij dat u attent zal zijn.

05.07 Jef Van den Bergh

(CD&V): Pour conserver l'effet
combiné de la sensibilisation et
des contrôles inopinés,
l'interdiction des détecteurs doit
être maintenue.

05.08 Minister Renaat Landuyt: De enige nuance die ik aanbreng, is

dat iemand met een dergelijke radar in de auto de intentie heeft om
boetes te omzeilen. Dat wijst op een zekere intentie. Anderzijds is de
hoofdzorg van het verkeersveiligheidsbeleid het bewaken van de
snelheid en niet het vinden van die radars.

05.08 Renaat Landuyt, ministre:

Le contrôle de la vitesse reste bien
entendu la principale
préoccupation de la politique de
sécurité routière, non la recherche
de ces détecteurs.

L'incident est clos.

CRIV 51

COM 716

19/10/2005

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Het incident is gesloten.

06 Question de Mme Talbia Belhouari au ministre de la Mobilité sur "la transposition en droit belge

des sanctions applicables aux compagnies de voyage en cas d'infraction au règlement européen"
(n° 8471)

06 Vraag van mevrouw Talbia Belhouari aan de minister van Mobiliteit over "de omzetting in Belgisch

recht van de sancties voor reisbureaus in geval van niet-naleving van de Europese verordening"
(nr. 8471)

06.01 Talbia Belhouari (PS): Monsieur le président, monsieur le

ministre, cette question aurait pu être jointe à celle posée par ma
collègue Mme Burgeon puisqu'elle porte sur le même objet.

En mars dernier, j'ai posé une question concernant les droits des
voyageurs à votre collègue Mme Van den Bossche. Elle portait sur la
protection des droits des voyageurs et les moyens mis à leur
disposition par le ministère de l'Economie en cas de litige. En effet, un
règlement européen sur cette matière est effectif depuis le 17 février
2004. Il établit les règles précises qui doivent être appliquées en cas
de surréservation, d'annulation ou de retard important d'un vol. J'ai
interpellé le 20 septembre dernier votre collègue M. Verwilghen, qui a
précisé que les applications de ce règlement relèvent de vos
compétences et non des siennes, et qui s'est engagé devant la
commission à vous faire part de mon interpellation.

Monsieur le ministre, sachant que la Commission européenne a établi
une procédure d'infraction contre les pays en retard de remplir leurs
obligations en regard de ce règlement, dans quels délais envisagez-
vous de prendre les mesures pour transposer le règlement européen
sur l'indemnisation des passagers aériens en droit belge?

Deuxième question: si cela est déjà fait, quelles sont les mesures que
vous avez prises pour informer le public des voyageurs sur l'adoption
de ce règlement et des démarches qu'ils peuvent entreprendre en cas
de litige?

Sur base de ce que vous avez dit tout à l'heure, je voudrais ajouter
qu'il est dommage que le gros coup de pub de février 2005 - quand
l'Union européenne a distribué des dépliants à l'aéroport de Zaventem
- ne se soit pas poursuivi à la veille et au cours de l'été, qui est le
moment de "rush" par excellence et le moment où l'on rencontre le
plus de problèmes.

J'ai constaté qu'il y avait dans certains aéroports un grand panneau
qui reprend les informations utiles pour les voyageurs. A mon sens,
cela manque à Zaventem.

A la lecture du rapport, j'ai constaté une diminution des plaintes. On
pourrait s'en réjouir, mais je suis sûre et certaine que bon nombre de
voyageurs, découragés par avance, ne prennent pas la peine de faire
toutes les démarches nécessaires. Je pense que notre Etat pourrait
faire davantage de publicité à ce niveau, surtout dans les moments
surchargés.

06.01 Talbia Belhouari (PS):

Wanneer zal u een wetgevend
initiatief nemen om de Europese
verordening inzake de vergoeding
van vliegtuigpassagiers in Belgisch
recht om te zetten? Indien dit al
gebeurd is, hoe heeft u het publiek
op de hoogte gesteld van de
procedure die het bij een geschil
moet volgen?

In sommige luchthavens werden
grote borden met de gewenste
informatie voor de reizigers
aangebracht. In Zaventem is dat
niet het geval. Ik ben er zeker van
dat de vastgestelde daling van het
aantal klachten te wijten is aan het
feit dat tal van reizigers ertegen
opzien om alle nodige stappen te
ondernemen. We zouden er meer
ruchtbaarheid aan moeten geven.

06.02 Renaat Landuyt, ministre: Je vous renvoie premièrement à la

réponse à la question de Mme Burgeon mais j'ajoute et je souligne,
en ce qui concerne les règles européennes, que la Belgique n'a fait
l'objet d'aucune critique. Il y a une instance nationale chargée de

06.02 Minister Renaat Landuyt:

België heeft geen opmerkingen
gekregen in verband met de
Europese regels. Een nationale

19/10/2005

CRIV 51

COM 716

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

surveiller le respect des droits, c'est notamment notre direction
générale des transports qui assume cette tâche. D'un autre côté, il y a
encore un problème à régler concernant les sanctions. La loi doit
encore être changée, comme je l'ai déjà dit.

Vu que je dispose d'un rapport, son évaluation consistera en une
comparaison ou une combinaison avec une autre réglementation qui
est de la compétence de M. Verwilghen, notamment pour ce qui
concerne les voyages organisés pour lesquels beaucoup de
consommateurs doivent s'orienter vers une autre instance. Nous
devrons donc nous concerter pour mieux les informer car il faut être
conscient du contexte dans lequel nous sommes actuellement en ce
qui concerne les plaintes déposées. Je comprends donc bien que la
situation soit un peu complexe pour l'instant.

instantie ziet toe op de naleving
van de rechten. De wet moet op
het stuk van de sancties nog
worden aangepast.

Ik zal samen met minister
Verwilghen, bevoegd voor de
georganiseerde reizen,
onderzoeken hoe we het publiek
beter kunnen voorlichten. De
huidige context zit nogal
ingewikkeld in elkaar.

06.03 Talbia Belhouari (PS): Monsieur le ministre, je vous remercie

pour votre réponse. J'ai moi aussi découvert en me penchant
davantage sur cette matière qu'elle est complexe en ce qui concerne
la répartition des compétences puisque pas moins de trois ministres
doivent intervenir au niveau de cette problématique. Pensons dès lors
à l'usager qui se trouve complètement perdu et, en plus, affolé! Je ne
peux que vous encourager vivement à travailler ensemble pour
simplifier les choses.

06.03 Talbia Belhouari (PS): Het

feit dat drie ministers voor die
materie bevoegd zijn, maakt de
zaak niet eenvoudiger. De
gebruiker weet niet meer van welk
hout pijlen maken. Laten we
samen de zaken vereenvoudigen.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

07 Question de M. François Bellot au ministre de la Mobilité sur "la loi modifiant les lois coordonnées

du 16 mars 1968 relative à la police de circulation routière" (n° 8474)

07 Vraag van de heer François Bellot aan de minister van Mobiliteit over "de wet tot wijziging van de

gecoördineerde wetten van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer" (nr. 8474)

07.01 François Bellot (MR): Monsieur le président, monsieur le

ministre, lors des débats que nous avons eus aux mois de mai et juin,
lorsque nous examinions le projet de loi modifiant les lois
coordonnées du 16 mars 1968 relatives à la police de circulation
routière ayant abouti au vote de la loi du 30 juin, nous avons attiré
votre attention sur l'insécurité juridique de certaines dispositions qui
nous paraissaient contraires soit au Code pénal, soit aux pratiques
des cours et tribunaux.

La Cour d'arbitrage a confirmé récemment dans deux arrêts sa
position concernant la nouvelle loi sur la sécurité routière de 2003. La
Cour estime que certaines de ces dispositions violent la Constitution.

Rédigé comme il l'est, il nous apparaît que l'article 31 de la loi du 30
juin 2005 subira le même sort.

M. le ministre peut-il nous indiquer ses intentions quant à la correction
de cet article 31 qui ne permet pas aux juges, conformément à
l'article 2 du Code pénal, de faire bénéficier l'auteur de l'infraction de
la condamnation la moins sévère entre l'ancienne et la nouvelle loi?
Plus précisément, comptez-vous corriger cette disposition notamment
par le biais de la loi-programme?

07.01 François Bellot (MR): In

twee recente arresten heeft het
Arbitragehof bevestigd dat een
aantal bepalingen uit de nieuwe
verkeersveiligheidswet van 2003
ongrondwettig zijn. In zijn huidige
vorm lijkt ons artikel 31 van de wet
van 30 juni 2005 hetzelfde lot
beschoren.

In afwijking van artikel 2 van het
Strafwetboek stelt artikel 31 van
voornoemde wet de rechters
namelijk niet in de mogelijkheid de
dader van het misdrijf de minst
zware straf op te leggen indien de
oude en de nieuwe wetten in
verschillende strafmaten voorzien.
Is u van plan dit artikel 31 te
herschrijven? Meer bepaald zou ik
willen vernemen of u die bepaling
via het ontwerp van
programmawet wil verbeteren?

07.02 Renaat Landuyt, ministre: Monsieur le président, monsieur

Bellot, l'article 31 de la nouvelle loi sur la circulation routière du 20

07.02 Minister Renaat Landuyt:

Met artikel 31 van de nieuwe

CRIV 51

COM 716

19/10/2005

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

juillet évite que les avocats ralentissent délibérément les affaires en
cours en vue de l'entrée en vigueur de la nouvelle réglementation.

Différents juges de police ont insisté sur l'insertion d'un tel article. En
ce qui concerne la légalité, conformément à la hiérarchie des normes,
l'article 2 du Code pénal ne prédomine pas sur l'article 31 de la
nouvelle loi sur la circulation routière du 20 juillet 2005. Dans les deux
cas, il s'agit d'une loi approuvée à la majorité simple au parlement.
Etant donné que nous avons affaire à des normes du même niveau,
les adages "lex posterior derogat legi priori" et "lex specialis derogat
legi generali" sont donc valables.

Par ailleurs, l'article 31 de la loi sur la circulation routière n'est pas en
contradiction avec l'article 7 de la Convention européenne des droits
de l'homme. L'article 7 de la Convention européenne ne contient
qu'une interdiction d'introduire des peines plus lourdes de manière
rétroactive.

L'article 31 de la nouvelle loi sur la circulation routière n'introduit pas
de peines plus lourdes avec rétroactivité.

verkeerswet van 20 juli willen we
voorkomen dat de advocaten de
lopende dossiers opzettelijk
vertragen totdat de nieuwe
reglementering in werking treedt.

Verscheidene politierechters
hebben erop aangedrongen dat
een dergelijke bepaling in de wet
zou worden opgenomen.
Overeenkomstig de
normenhiërarchie heeft artikel 2
van het Strafwetboek geen
voorrang op artikel 31 van de
nieuwe verkeerswet. In beide
gevallen gaat het om een wet die
het Parlement met een gewone
meerderheid heeft aangenomen.

Artikel 31 van de verkeerswet is
trouwens niet strijdig met artikel 7
van het Europees Verdrag tot
bescherming van de rechten van
de mens dat enkel verbiedt
zwaardere straffen met
terugwerkende

kracht op te

leggen.

07.03 François Bellot (MR): J'ose espérer que la Cour d'arbitrage

l'interprétera de cette façon mais je n'en suis pas certain. En effet,
des juges des tribunaux de police sont prêts à utiliser les dispositions
reprises dans la nouvelle loi pour appliquer des peines relatives à des
faits constatés avant l'adoption de la loi.

Selon moi, on rencontrera certains soucis. S'agira-t-il de recours
devant la Cour d'arbitrage ou de recours en appel pour indiquer que
des faits constatés avant la nouvelle loi ont été sanctionnés en
application de la nouvelle loi? Je l'ignore. Sur le plan juridique, les
juges des tribunaux de police se posent des questions.

07.03 François Bellot (MR): Ik

durf te hopen dat het Arbitragehof
de tekst zal interpreteren, maar
dat is niet zeker. De politierechters
zijn immers bereid de bepalingen
van de nieuwe wet aan te wenden
om feiten die vóór de goedkeuring
van de wet werden vastgesteld, te
bestraffen.

Zal er beroep worden ingesteld bij
het Arbitragehof, of zal er in hoger
beroep gegaan worden om
duidelijk te maken dat feiten die
vóór de inwerkingtreding van de
nieuwe wet vastgesteld werden, al
overeenkomstig de nieuwe wet
bestraft werden? De
politierechters hebben hier toch
een aantal juridische vragen over.

07.04 Renaat Landuyt, ministre: En tant que législateur, vous devez

les soulager!

07.04 Minister Renaat Landuyt:

Als wetgever moet u hun
vraagtekens wegnemen.

07.05 François Bellot (MR): Ils ne se sentent pas soulagés!

07.05 François Bellot (MR): Ze

blijven anders nog altijd met
vraagtekens zitten.

07.06 Renaat Landuyt, ministre: Dans une démocratie, le 07.06 Minister Renaat Landuyt:

19/10/2005

CRIV 51

COM 716

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

parlement, composé de représentants du peuple, a le dernier mot.

In een democratie heeft het
Parlement, dat uit
vertegenwoordigers van het volk
bestaat, het laatste woord.

07.07 François Bellot (MR): C'est la Cour d'arbitrage qui a le dernier

mot.

07.07 François Bellot (MR): En

het is het Arbitragehof dat het
laatste woord heeft.

07.08 Renaat Landuyt, ministre: Seulement sur la question qui lui

est posée.

07.09 François Bellot (MR): Nous verrons en fonction des

situations.

Je ne vais pas recommencer le débat que nous avons eu au mois de
mai. Je ne suis pas juriste; je suis réaliste. Quand j'observe parfois la
manière dont nos lois sont détricotées ...

07.10 Renaat Landuyt, ministre: Dans une démocratie, on ne peut

pas demander au parlement d'être une assemblée de juristes.

07.10 Minister Renaat Landuyt:

In een democratie kan je niet van
het Parlement verwachten dat het
een assemblee van juristen is.

07.11 François Bellot (MR): Monsieur le ministre, tel est pourtant le

cas!

07.12 Renaat Landuyt, ministre: Non, puisque vous n'êtes pas

juriste.

Dire qu'une loi doit être un "machin" juridique n'est pas correct. Une
loi doit être un "machin" démocratique. Cela signifie que le texte est la
transposition de ce que vous pensez, en tant que représentant du
peuple. Il faut s'inquiéter si le juridique bloque la démocratie.

07.12 Minister Renaat Landuyt:

Je mag niet zeggen dat een wet
een juridisch "ding" moet zijn. Een
wet moet een democratisch "ding"
zijn. Dat wil zeggen dat de
wettekst de omzetting is van uw
zienswijze als volksvertegen-
woordiger. Als het recht de
democratie in de wielen gaat
rijden, moeten we ons zorgen
beginnen te maken.

07.13 François Bellot (MR): Je suis pour des règles simples,

compréhensibles pour tout le monde. Pas simplistes, simples!

07.13 François Bellot (MR): Ik

ben voorstander van eenvoudige,
voor iedereen begrijpelijke regels.

07.14 Renaat Landuyt, ministre: Les juristes ne sont pas toujours

simples!

07.15 François Bellot (MR): Si vous le désirez, je vous expliquerai

un jour en aparté comment des règlements communaux qui
s'écrivaient sur 300 pages sont devenus des règlements communaux
de 50 pages. Tout le monde les comprend et nous ne recevons plus
de contestations. Quand quelqu'un se fait prendre, il sait qu'il n'y a
pas de virgule, ni de ligne qui lui permettra de s'en sortir.

Ce qui s'énonce très simplement, s'applique très simplement! Je
l'observe sur le terrain.

07.15 François Bellot (MR): Wat

erg eenvoudig kan worden
verwoord, kan ook op een erg
eenvoudige manier worden
toegepast! Ik zie wat er in de
praktijk gebeurt.

Le président: Et les mots pour le dire viennent aisément aussi.

CRIV 51

COM 716

19/10/2005

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

07.16 François Bellot (MR): Au niveau communal, nous sommes

parfois confrontés à des règlements communaux insupportables.
Nous avons réduit les mêmes règlements à peu de choses.
Auparavant, pour expliquer que des haies ne peuvent pas couper la
visibilité, il fallait trois pages; aujourd'hui, quatre lignes suffisent!

07.16 François Bellot (MR): We

stellen vast dat sommige
gemeentelijke reglementen
onverteerbaar zijn. Die
reglementen hebben we drastisch
ingeperkt.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

De voorzitter: Ook is er nog de vraag van mevrouw van Gool, wiens vraag niet op de agenda staat. Dat
was evenwel een vergissing en we hebben haar beloofd dat ze haar vraag alsnog vandaag kan stellen.

07.17 Minister Renaat Landuyt: Mijnheer de voorzitter, die vraag

stond niet op de agenda waardoor wij geen antwoord hebben kunnen
samenstellen.

07.18 Greet van Gool (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, wanneer

vergadert deze commissie volgende week?

De voorzitter: Volgende week maandag. Mijnheer de minister, bent u er zeker van dat u de elementen niet
bij hebt?

07.19 Greet van Gool (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, ik wil mijn

vraag wel uitstellen, maar wil ook graag weten wanneer de volgende
vergadering gepland is.

07.20 Minister Renaat Landuyt: Mevrouw van Gool, ik ben ermee

verveeld dat mijn antwoord onvolledig is.

De voorzitter: Mijnheer de minister, u zult de vraag van mevrouw van Gool dus woensdag beantwoorden?

Mijn vraag nr. 8558 stond ook aan de agenda, maar werd reeds drie tot vier maanden geleden ingediend.
Als u mij het antwoord schriftelijk bezorgt, ben ik ook tevreden.

07.21 Minister Renaat Landuyt: Mijnheer de voorzitter, dat zal ik

doen. Mevrouw van Gool, hebt u ook liever een schriftelijk antwoord
op uw vraag?

07.22 Greet van Gool (sp.a-spirit): Ik ben woensdag toch aanwezig

in het Parlement. U mag mij echter ook schriftelijk antwoorden, zolang
ik maar snel over uw antwoord beschik.

08 Vraag van de heer Jef Van den Bergh aan de minister van Mobiliteit over "de overrijdbare

busbeddingen" (nr. 8507)

08 Question de M. Jef Van den Bergh au ministre de la Mobilité sur "les sites franchissables réservés

aux bus" (n° 8507)

08.01 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer

de minister, dit is een behoorlijk technische vraag. We hadden het
daarnet over juridische zaken. Dit is hiervan een voorbeeld.

Artikel 72, punt 6 van het Verkeersreglement stelt dat andere
voertuigen een overrijdbare busbedding slechts mogen dwarsen op
een kruispunt of om een eigendom te bereiken. Over dat artikel is
blijkbaar discussie ontstaan. Volgens bepaalde politiediensten mag
iedereen die gelijk welke eigendom wil bereiken, zo'n bedding

08.01 Jef Van den Bergh

(CD&V): L'article 72, point 6, du
code de la route dispose que les
véhicules autres que les bus ne
peuvent traverser un site propre
franchissable qu'aux carrefours ou
pour accéder à une propriété.
L'interprétation de la notion de
`propriété' suscite un débat.

19/10/2005

CRIV 51

COM 716

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

oversteken. Volgens Vlaams minister Van Brempt moet een andere
interpretatie worden gegeven aan het artikel. Zij stelt dat alleen
degenen die zijn eigen erf wil oprijden, de overrijdbare busbedding
mag dwarsen buiten het kruispunt.

In de tekst spreekt men van "een eigendom" met onbepaald lidwoord.
Daarop afgaand kan men stellen dat iedereen de overrijdbare
busbedding mag dwarsen voor het bereiken van gelijk welk
eigendom. Die interpretatie wordt nog versterkt door het feit dat, als
men de interpretatie van mevrouw Van Brempt volgt, de busbedding
wel zou mogen worden gedwarst indien men eigenaar is, maar niet
als men de eigendom huurt. Dat is ook onzin.

We kunnen minister Van Brempt evenwel begrijpen, omdat een ruime
interpretatie van het begrip overrijdbare busbedding het systeem
dreigt uit te hollen.

Daarom wens ik van de minister te vernemen hoe hij, als eminent
jurist en democraat, punt 6 van artikel 72 interpreteert. Is het nodig de
betreffende tekst helderder te formuleren?

Certains en déduisent que tout un
chacun peut donc traverser un site
propre pour accéder à une
propriété, quelle qu'elle soit. Cette
interprétation vide de son sens la
notion de site propre
franchissable.

D'après la ministre flamande,
Mme Van Brempt, seul le
conducteur souhaitant accéder à
sa propriété est autorisé à franchir
le site propre. Elle précise
d'ailleurs que cette autorisation ne
concerne que les propriétaires et
non les locataires. Comment le
ministre interprète-t-il le point 6 de
l'article 72?

08.02 Minister Renaat Landuyt: Mijnheer de voorzitter, collega's,

busstroken mogen er niet toe leiden dat eigendommen in termen
van de wet erven - niet meer bereikbaar zouden zijn noch voor de
eigenaar, noch voor de gebruikers van het erf.

Ik verwijs daarvoor naar artikel 682 van het Burgerlijk Wetboek dat
elke eigenaar en gebruiker het recht geeft op voldoende toegang tot
de openbare weg. Eigenaar en gebruiker hebben het recht een uitweg
te vorderen voor het normale gebruik van hun eigendom, uiteraard
volgens de bestemming ervan.

Datzelfde principe ligt aan de grondslag van artikel 72, 6 van het
wegverkeerreglement, waarin bepaald wordt dat voertuigen de
bedding mogen dwarsen om een aanpalende eigendom te verlaten of
te bereiken.

Dat is geen vrijgeleide om honderden meters lang op een busstrook
te rijden. Het is enkel een vrijgeleide om een busstrook te dwarsen,
teneinde het erf op of af te rijden. Dat geldt zowel voor de eigenaars
als voor de gebruikers van het erf.

De tekst van artikel 72, 6 lijkt mij duidelijk en behoeft geen
herformulering.

08.02 Renaat Landuyt, ministre:

Les sites propres ne peuvent
empêcher la personne qui
possède ou occupe un bien d'y
accéder.

Conformément à l'article 682 du
Code civil, le propriétaire et
l'utilisateur ont le droit d'exiger un
passage pour l'usage normal de
leur propriété. Ce même principe
figure également sous le point 6
de l'article 72. Cela ne veut pas
dire pour autant qu'il est autorisé
de rouler plusieurs centaines de
mètres sur une bande réservée au
bus.

08.03 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de minister, ik dank u

voor uw antwoord.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

09 Question de M. Joseph Arens au ministre de la Mobilité sur "l'absence de mention du projet

Eurocap-Rail dans la contribution de la Belgique à l'évaluation de la politique européenne des
transports" (n° 8564)

09 Vraag van de heer Joseph Arens aan de minister van Mobiliteit over "het niet opnemen van het

project Eurocap-Rail in de Belgische bijdrage tot de evaluatie over het Europees vervoerbeleid"
(nr. 8564)

CRIV 51

COM 716

19/10/2005

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

09.01 Joseph Arens (cdH): Monsieur le président, monsieur le

ministre, la présidence britannique de l'Union européenne aurait pris
l'initiative de consulter les Etats membres afin de faire le point sur la
politique des transports au sein de l'Union, à mi-terme sur le Livre
blanc relatif à la politique européenne des transports à l'horizon 2010
via un site internet accessible aux ministres des Transports. La
contribution de la Belgique devait être remise pour la mi-septembre
2005.

Il nous revient que la contribution de la Belgique que vous avez
rédigée met l'accent sur deux objectifs: la mobilité durable par le
rééquilibrage modal et la résorption de congestion et la sécurité des
transports. Toutefois, elle n'aborde pas la question des
investissements d'infrastructure.

Bien qu'une demande en ce sens vous ait été faite par le ministre
wallon des Transports, vous n'avez pas fait mention de votre
contribution au projet Eurocap-Rail, qui est pourtant un projet
ferroviaire d'intérêt européen qui a été retenu dans la liste des trente-
cinq projets prioritaires du réseau de transport transeuropéen.

Il me semble pourtant essentiel que la Belgique présente un tel projet
comme une priorité en matière de transports et ce, en vue de
permettre à ce projet d'obtenir des aides provenant du budget
communautaire à travers le budget des réseaux transeuropéens.

Monsieur le ministre, je souhaiterais connaître les raisons qui justifient
qu'il n'ait pas été fait mention, dans la contribution de la Belgique, du
caractère prioritaire du projet Eurocap-Rail, alors qu'une demande en
ce sens vous avait été adressée par le ministre wallon des
Transports.

Pourriez-vous me confirmer que la Commission européenne soutient
le projet Eurocap-Rail auprès des instances européennes ainsi que
des autres Etats de l'Union? Pourriez-vous également me faire
connaître la situation exacte de ce dossier au niveau du
gouvernement fédéral et des gouvernements régionaux?

09.01 Joseph Arens (cdH): Op

initiatief van het Britse
voorzitterschap van de Europese
Unie zouden de lidstaten worden
geraadpleegd om het Europese
transportbeleid in kaart te
brengen. België diende zijn
bijdrage tegen half september
2005 in te dienen.

Ons land zou twee doelstellingen
in de kijker zetten: duurzame
mobiliteit via het beter op elkaar
afstemmen van de verschillende
vervoerswijzen en het
terugdringen van de
verkeersoverlast en daarnaast de
veiligheid van de transporten. De
investeringen in infrastructuur
komen in de bijdrage echter niet
aan bod.

Ondanks het verzoek van de
Waalse minister van Vervoer heeft
u uw bijdrage tot het project
Eurocap-rail niet vermeld. Dit
belangrijk Europees spoorproject
werd onder de 35 prioritaire
projecten voor het transeuropees
vervoersnet uitgekozen.

Het is absoluut noodzakelijk dat
ons land een dergelijk project in de
schijnwerpers plaatst zodat het
aanspraak kan maken op
communautaire hulp uit de
begroting voor de transeuropese
netten.

Waarom wordt in de Belgische
bijdrage het project Eurocap-rail
niet als een prioriteit voorgesteld
hoewel de Waalse minister van
Vervoer hierom heeft verzocht?

Steunt de Europese Commissie dit
project bij de Europese instellingen
en de andere lidstaten?

Hoe staan de federale regering en
de gewestregeringen tegenover dit
dossier?

09.02 Renaat Landuyt, ministre: Merci, monsieur le président, de

me donner la parole tout en téléphonant à quelqu'un d'autre.

Cher collègue, le 31 juillet 2005, la Belgique a transmis à la
Commission sa contribution pour l'évaluation à mi-parcours du Livre

09.02 Minister Renaat Landuyt:

Op 31 juli 2005 bezorgde België
zijn bijdrage tot de beoordeling van
het Witboek Transport aan de
Commissie. Het Waals Gewest

19/10/2005

CRIV 51

COM 716

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

blanc sur le transport. La Région wallonne a alors fourni une courte
contribution. Le projet Eurocap-Rail n'était pas mentionné dans la
contribution wallonne. La présidence britannique a ensuite lancé une
nouvelle initiative, à savoir un débat ministériel sur internet. Pour la
première fois, il y a eu un débat sur internet entre ministres. Cette
discussion a eu lieu du 12 au 16 septembre 2005. L'objet de cette
discussion ministérielle était d'insister encore sur les grandes lignes
de la contribution introduite auparavant. À cette occasion, la Belgique
a mis l'accent sur la mobilité durable, la sécurité et la sûreté. Le 30
août, la Région wallonne a demandé d'inscrire le projet Eurocap-Rail
dans cette discussion en tant que projet prioritaire pour la Belgique.
J'ai alors fait savoir que ma contribution au débat s'était limitée aux
principales priorités telles que mentionnées plus haut.

Le projet Eurocap-Rail reste inscrit dans la liste des 30 projets
prioritaires en vue de la réalisation d'un "réseau transeuropéen pour le
transport". La Belgique et le Luxembourg mettront tout en oeuvre pour
recevoir autant de subventions européennes que possible pour ce
projet Eurocap-Rail.

Lors du comité de concertation du 11 octobre, il a été confirmé que
les travaux pour la modernisation de la ligne 161/162 et pour
l'augmentation de la vitesse de la ligne Bruxelles-Luxembourg à
160 km/h, comme prévu dans le plan d'investissement 2005-2007,
commenceront au plus tard en 2007.

Le comité de concertation a également pris connaissance de l'étude
relative à la faisabilité d'une collaboration privé/public pour la ligne
Bruxelles-Luxembourg, dans laquelle il était indiqué que les conditions
pour une collaboration privé/public n'avaient pas été réunies. Il a donc
été décidé de revenir à la formule de préfinancement par la Région
wallonne, comme décidé lors du comité de concertation de septembre
2003. La modernisation de cette ligne coûterait 459 millions d'euros.

En outre, des enquêtes ont aussi été effectuées par rapport à une
extension potentielle de ce projet avec un train à grande vitesse entre
Ciney et Libramont. Une étude récente a montré que l'augmentation
des passagers serait plutôt limitée.

On peut donc se poser la question de la rationalité économique de
ces investissements.

Cette décision fera encore l'objet de discussions dans le cadre d'un
nouveau plan d'investissement pour la SNCB pour la période 2008-
2012.

leverde een korte bijdrage waarin
het Eurocap-Railproject niet was
vermeld. Het Britse
voorzitterschap lanceerde
vervolgens een nieuw initiatief:
een ministerieel debat via het
internet van 12 tot 16 september,
over de krachtlijnen van de
bijdrage van elk land. België
onderstreepte het belang van de
duurzame mobiliteit, de beveiliging
en de veiligheid. Op 30 augustus
vroeg het Waals Gewest om het
Eurocap-Railproject als prioritair
project voor België in te schrijven.
Ik heb dan laten weten dat mijn
bijdrage tot de voornoemde
voornaamste prioriteiten beperkt
was gebleven.

Het Eurocap-Railproject blijft
behouden als een van dertig
prioritaire projecten in het kader
van de uitbouw van een
"transeuropees transportnetwerk".
België en Luxemburg zullen alles
in het werk stellen om zoveel
mogelijk Europese subsidies voor
dit project te verkrijgen.

Tijdens het overlegcomité van 11
oktober werd bevestigd dat de
werken met het oog op de
modernisering van de lijn 161-162
en de verhoging van de snelheid
op de lijn Brussel-Luxemburg tot
160 km/u ten laatste in 2007 van
start zullen gaan.

Het overlegcomité heeft tevens
kennis genomen van een
haalbaarheidsstudie inzake de
samenwerking tussen de privé- en
de openbare sector voor de lijn
Brussel-Luxemburg. Uit die studie
blijkt dat niet aan de voorwaarden
was voldaan om die
samenwerking tot een goed einde
te brengen. Er werd beslist om
opnieuw voor de prefinanciering
door het Waals Gewest te opteren;
de modernisering van die lijn zou
459 miljoen euro kosten.

Bovendien werd onderzoek
gevoerd naar de mogelijke
uitbreiding van dit project met een
hogesnelheidstrein tussen Ciney

CRIV 51

COM 716

19/10/2005

CHAMBRE

-4

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2005

2006

KAMER

-4

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

en Libramont. Uit een recente
studie is gebleken dat de toename
van het aantal passagiers eerder
beperkt zou zijn.

Men kan zich dus afvragen of die
investeringen rationeel zijn.

Die beslissing zal nog worden
besproken in het kader van het
nieuwe investeringsplan 2008-
2012 van de NMBS.

09.03 Joseph Arens (cdH): Monsieur le président, je remercie le

ministre pour cette réponse, en insistant quand même sur le fait que
cette ligne relie Strasbourg et Luxembourg à Bruxelles, en passant
par Arlon, Namur, etc. Nous comptons sur la priorité donnée tant par
l'Europe que par la Belgique, ainsi que par le Grand-Duché de
Luxembourg qui insiste pour la modernisation.

09.03 Joseph Arens (cdH): Die

lijn verbindt Straatsburg,
Luxemburg en Brussel en gaat via
Aarlen, Namen, enz. Wij rekenen
erop dat er voorrang aan wordt
gegeven.

09.04 Renaat Landuyt, ministre: J'ai eu un contact le 5 octobre

dernier.

09.04 Minister Renaat Landuyt:

Ik heb op 5 oktober jongstleden
een gesprek gehad.

09.05 Joseph Arens (cdH): Avec le ministre Lux, d'après ce que j'ai

pu lire dans les journaux de ce pays. J'espère que ces contacts
seront fructueux et qu'on verra évoluer ce dossier plus rapidement
qu'il n'a évolué jusqu'à présent.

09.05 Joseph Arens (cdH): Ik

hoop dat uw gesprekken vruchten
zullen afwerpen en dat het dossier
in de toekomst sneller kan
evolueren.

09.06 Renaat Landuyt, ministre: Je ferai tout mon possible en la

matière.

09.06 Minister Renaat Landuyt:

Ik zal doen wat ik kan.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

La réunion publique de commission est levée à 16.23 heures.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 16.23 uur.