CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 715
CRIV 51 COM 715
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DES
A
FFAIRES SOCIALES
C
OMMISSIE VOOR DE
S
OCIALE
Z
AKEN
mercredi
woensdag
19-10-2005
19-10-2005
Après-midi
Namiddag
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu inté-
gral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit des
interventions ; les annexes se trouvent dans une brochure
séparée (PLEN: couverture blanche; COM: couverture
saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken; de
bijlagen zijn in een aparte brochure opgenomen
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
Plenum
COM
réunion de commission
COM
Commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 715
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i
SOMMAIRE
INHOUD
Question de Mme Yolande Avontroodt au ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"l'affiliation à une mutuelle d'enfants adoptés
disposant d'un visa d'entrée provisoire" (n° 8195)
1
Vraag van mevrouw Yolande Avontroodt aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de inschrijving in het ziekenfonds van
adoptiekinderen met een voorlopig inreisvisum"
(nr. 8195)
1
Orateurs:
Yolande Avontroodt, Rudy
Demotte, ministre des Affaires sociales et de
la Santé publique
Sprekers:
Yolande Avontroodt, Rudy
Demotte, minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de M. Koen Bultinck au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "le
nouveau déséquilibre créé en matière
d'allocations familiales" (n° 8225)
2
Vraag van de heer Koen Bultinck aan de minister
van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
nieuwe scheeftrekking in de kinderbijslag"
(nr. 8225)
2
Orateurs: Koen Bultinck, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique, Carl Devlies
Sprekers: Koen Bultinck, Rudy Demotte,
minister van
Sociale Zaken en
Volksgezondheid, Carl Devlies
Questions jointes de
5
Samengevoegde vragen van
5
- Mme Annemie Turtelboom au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "les
allocations familiales majorées" (n° 8261)
5
- mevrouw Annemie Turtelboom aan de minister
van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
verhoogde kinderbijslag" (nr. 8261)
5
- M. Benoît Drèze au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "les
problèmes administratifs qui se posent dans le
cadre d'une demande d'allocation familiale
majorée" (n° 8321)
5
- de heer Benoît Drèze aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
administratieve problemen die zich naar
aanleiding van een aanvraag tot toekenning van
verhoogde kinderbijslag voordoen" (nr. 8321)
5
Orateurs: Annemie Turtelboom, Benoît
Drèze, Rudy Demotte, ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique
Sprekers: Annemie Turtelboom, Benoît
Drèze, Rudy Demotte, minister van Sociale
Zaken en Volksgezondheid
Question de M. Koen Bultinck au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "les
assurances maladie complémentaires" (n° 8374)
11
Vraag van de heer Koen Bultinck aan de minister
van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
aanvullende ziekteverzekeringen" (nr. 8374)
11
Orateurs: Koen Bultinck, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Koen Bultinck, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de M. Carl Devlies au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "le
rapport sur l'enquête de l'ONSS auprès des clubs
de football" (n° 7779)
13
Vraag van de heer Carl Devlies aan de minister
van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "het
verslag over het RSZ-onderzoek bij voetbalclubs"
(nr. 7779)
13
Orateurs: Carl Devlies, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Carl Devlies, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de M. Benoît Drèze au ministre de
l'Emploi sur "la réduction des charges sociales
dues par les employeurs pendant le temps
d'attente des routiers" (n° 8376)
14
Vraag van de heer Benoît Drèze aan de minister
van Werk over "de verlaging van de sociale lasten
die de werkgevers tijdens de wachttijd van de
vrachtwagenbestuurders verschuldigd zijn"
(nr. 8376)
14
Orateurs: Benoît Drèze, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Benoît Drèze, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de M. Servais Verherstraeten au
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "le vide juridique dans lequel se
trouvent les candidats à l'adoption depuis l'entrée
en vigueur de la nouvelle loi sur l'adoption"
15
Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "het juridisch vacuüm waarin kandidaat-
adoptanten zich bevinden sinds de
inwerkingtreding van de nieuwe adoptiewet"
15
19/10/2005
CRIV 51
COM 715
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
(n° 8476)
(nr. 8476)
Orateurs: Servais Verherstraeten, Rudy
Demotte, ministre des Affaires sociales et de
la Santé publique
Sprekers: Servais Verherstraeten, Rudy
Demotte, minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de M. Servais Verherstraeten au
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "le financement des soins
psychiatriques en milieu familial" (n° 8570)
16
Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de financiële regeling voor de plaatsen
psychiatrische gezinsverpleging" (nr. 8570)
16
Orateurs: Servais Verherstraeten, Rudy
Demotte, ministre des Affaires sociales et de
la Santé publique
Sprekers: Servais Verherstraeten, Rudy
Demotte, minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
CRIV 51
COM 715
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DES AFFAIRES
SOCIALES
COMMISSIE VOOR DE SOCIALE
ZAKEN
du
MERCREDI
19
OCTOBRE
2005
Après-midi
______
van
WOENSDAG
19
OKTOBER
2005
Namiddag
______
De vergadering wordt geopend om 14.20 uur door de heer Hans Bonte, voorzitter.
La séance est ouverte à 14.20 heures par M. Hans Bonte, président.
De voorzitter: Collega's, u zult gemerkt hebben op de agenda dat wij tot ten allerlaatste 16.30 uur kunnen
doorwerken in deze commissie, maar ik meen dat de twaalf vragen die nog op onze agenda staan in die
tijdspanne kunnen worden afgehandeld.
01 Vraag van mevrouw Yolande Avontroodt aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de inschrijving in het ziekenfonds van adoptiekinderen met een voorlopig inreisvisum"
(nr. 8195)
01 Question de Mme Yolande Avontroodt au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"l'affiliation à une mutuelle d'enfants adoptés disposant d'un visa d'entrée provisoire" (n° 8195)
01.01 Yolande Avontroodt (VLD): Mijnheer de minister, mijn vraag
betreft de hopelijk tijdelijke situatie voor personen in een
adoptieprocedure, die nu worden geconfronteerd met de nieuwe
wetgeving. De nieuwe wetgeving is in werking getreden op 1
september 2005. In de praktijk zijn er, naast juridische problemen,
waarbij de betrokkenen onder andere naar de rechtbank moeten, ook
problemen die te maken hebben met uw bevoegdheden. Zo is er de
moeilijkheid voor de adoptiekinderen om te worden ingeschreven en
dus recht te krijgen op de ziekteverzekering.
De concrete moeilijkheden zijn de volgende. Sommige ouders hebben
de adoptieprocedure doorlopen en kunnen dan hun kind gaan halen.
Ingevolge de nieuwe wet zijn er echter nieuwe verplichtingen en die
dossiers lopen vertraging op. Naar verluidt zou er - die informatie
krijgen de betrokkenen - een overgangssysteem uitgewerkt zijn,
informeel weliswaar, waarbij de ambassades voor het adoptiekind van
de betrokken ouders een voorlopig inreisvisum verlenen. Wij hebben
die discussie reeds vroeger eens gevoerd, omdat men die procedure
ook ten aanzien van Nederlandse inwoners had ingevoerd. Destijds
heeft de minister gezegd dat daarover een rondzendbrief opgemaakt
zou worden voor de ziekenfondsen om dat euvel te verhelpen. Ik weet
niet of dat inmiddels gebeurd is of niet.
Alleszins zou men die kinderen met zo'n visum niet als verwanten
inschrijven. Dat wil dus zeggen dat die kinderen ingeschreven worden
in het vreemdelingenregister en daardoor het statuut krijgen van
alleenstaande zonder inkomen, zoals destijds ook de Nederlandse
kinderen door bepaalde ziekenfondsen ingeschreven werden.
Het kind heeft dan echter en dat is in deze materie bijzonder pijnlijk
geen enkele wettelijke relatie met zijn adoptieouders en wordt
01.01 Yolande Avontroodt
(VLD): La nouvelle loi sur
l'adoption est entrée en vigueur le
1er septembre 2005. Les parents
candidats à l'adoption qui arrivent
en fin de procédure éprouvent des
difficultés en ce qui concerne
l'inscription de leur enfant à
l'assurance-maladie, difficultés qui
sont susceptibles de retarder
l'avancement de leur dossier.
Il ne s'agit peut-être que d'un
problème temporaire dû à un
système de transition dans le
cadre duquel l'ambassade
accorde à l'enfant adopté un visa
d'entrée provisoire, qui ne permet
pas son inscription à la mutuelle
en qualité de parent. La seule
solution consiste à faire inscrire
l'enfant au registre des étrangers,
ce qui permet ensuite de l'inscrire
à la mutuelle en qualité d'isolé
sans revenu et ceci sous son nom
initial. Quelle solution le ministre
propose-t-il dans ce cadre?
19/10/2005
CRIV 51
COM 715
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
bovendien ingeschreven op zijn originele, oorspronkelijke naam, en
niet op die van de adoptieouder. Het betreft een uitdovend probleem,
behoudens de andere problemen, waarover verschillende
parlementsleden, elk in hun regio, aangeschreven werden. Er zou
terzake toch een concrete oplossing moeten geboden worden.
Mijnheer de minister, welke oplossing biedt u formeel aan?
01.02 Minister Rudy Demotte: Mijnheer de voorzitter, de
reglementering betreffende de verplichte verzekering voor
geneeskundige verzorging biedt reeds een oplossing voor de situatie
van kinderen voor wie een adoptieprocedure loopt. Deze kinderen
kunnen namelijk worden ingeschreven als personen ten laste op basis
van artikel 123 3f van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot
uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor
geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli
1994.
Dat artikel bepaalt dat de hoedanigheid van persoon ten laste wordt
toegewezen aan kinderen die hun hoofdverblijfplaats in België hebben
en niet geviseerd zijn onder de punten a tot e, voor wie de
gerechtigde, de echtgenoot van de gerechtigde of de samenwonende
partner of ascendant ten laste van de gerechtigde, instaat voor het
onderhoud in de plaats van de vader, moeder of andere persoon die
zulks normaal zou moeten doen.
Het feit dat er een voorlopige erkenning van de adoptie is, toont aan
dat de adoptieouders instaan voor het onderhoud van het kind.
Het bewijs van de verblijfplaats in België volgt uit de informatie die is
gekregen bij het rijksregister of uit alle bewijsmiddelen afgeleverd
door een Belgische overheid en als dusdanig erkend door de leidend
ambtenaar van de dienst voor Administratieve Controle. De kinderen
die gemachtigd zijn om meer dan drie maanden in het rijk te verblijven
worden ingeschreven in het rijksregister op basis van artikel 12 van
de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het
grondgebied. Tot daar mij antwoord.
01.02 Rudy Demotte, ministre:
La réglementation relative à
l'assurance maladie obligatoire
offre d'ores et déjà une solution
pour les enfants qui font l'objet
d'une procédure d'adoption. Ces
enfants peuvent être inscrits
comme personne à charge en
vertu de l'article 123, 3f de l'arrêté
royal du 3 juillet 1996. L'existence
d'une reconnaissance d'adoption
provisoire atteste que les parents
adoptifs assurent l'entretien de
l'enfant, ce qui suffit pour l'inscrire
auprès de l'assurance maladie.
Les enfants autorisés à séjourner
plus de trois mois à l'étranger sont
inscrits au registre national,
conformément à la loi du 15
décembre 1980. La preuve de
l'existence d'une résidence en
Belgique, requise pour l'inscription
auprès de l'assurance maladie, est
ainsi apportée.
01.03 Yolande Avontroodt (VLD): Mijnheer de minister, ik ga het
heel kort houden. Minister Onkelinx, in antwoord op de vragen van
verschillende collega's, onder meer collega Verherstraeten en collega
Turtelboom, had ernaar verwezen dat ze met u en met mevrouw
Laruelle contact ging opnemen om die zaak te formaliseren. Ik zal dit
nu meenemen en aan de betrokken ouders doorgeven. Ik hoop dat
heel de miserie die ontstaan is door de nieuwe adoptiewet vlug zal
opgelost zijn.
01.03 Yolande Avontroodt
(VLD): Mme Onkelinx a renvoyé à
la réponse fournie par Mme
Laruelle à une question écrite
adressée à M. Demotte, en
s'engageant à prendre contact
avec ses deux collègues.
Je communiquerai cette
information aux parents
concernés.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Vraag van de heer Koen Bultinck aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
nieuwe scheeftrekking in de kinderbijslag" (nr. 8225)
02 Question de M. Koen Bultinck au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "le
nouveau déséquilibre créé en matière d'allocations familiales" (n° 8225)
02.01 Koen Bultinck (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, 02.01 Koen Bultinck (Vlaams
CRIV 51
COM 715
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
mijnheer de minister, ik trap uiteraard een open deur in wanneer ik
stel dat binnen Europa op dit ogenblik alle universitaire opleidingen
worden aangepast. Wij belanden dan bij het verhaal van de bachelor-
en masterstructuur, die overal in het hoger onderwijs werd ingevoerd.
Als gevolg van deze wijzigingen moesten ook de administratieve
spelregels voor kinderbijslag worden aangepast. We zijn nu
terechtgekomen in een soort puntensysteem, zonder dat ik daarover
in alle details moet treden. We hebben de voorbije maanden de
bespreking daarvan gevoerd naar aanleiding van een aantal
programmawetten.
In het merendeel van de landen wordt gekozen voor de
bacheloropleiding, die in eerste orde klassiek drie jaar duurt. Voor het
tweede deel zijn er twee tendensen. De meeste landen kiezen voor
het tweede deel voor een bijkomende opleiding van twee jaar. We
komen zo op een structuur van drie plus twee jaar. Er zijn evenwel
een aantal uitzonderingen. Ik vermeld Zweden, Vlaanderen en ook
Nederland, waar wordt gesteld dat voor het tweede deel een
bijkomende opleiding van één jaar ruimschoots voldoende is. We
komen dan terecht in een structuur van drie plus één jaar.
Mijnheer de minister, er is een pikant detail. U zal zeggen: "Daar is hij
weer." Een van de perverse neveneffecten van de situatie is echter
dat, heel concreet, op die manier op het terrein Franstalige jongeren
een jaartje langer van kinderbijslag zullen kunnen genieten dan hun
Vlaamse collega's.
Belang): Les pays européens
n'appliquent pas tous de la même
manière la nouvelle structure
bachelier-master. Dans notre
pays, la Communauté française
privilégie les formations 'trois ans
plus deux ans', contrairement à la
Communauté flamande qui
favorise les formations 'trois ans
plus un an'. Cette différence
pourra avoir comme conséquence
que les jeunes francophones
percevront des allocations
familiales une année de plus que
les étudiants flamands.
02.02 Minister Rudy Demotte: (...)
02.03 Koen Bultinck (Vlaams Belang): Mijnheer de minister, ik ben
blij dat u zelf de cynische opmerking maakt. Mocht ze uit mijn mond
komen, zou ze waarschijnlijk iets minder worden geapprecieerd.
Zonder dat ik echt stout wil zijn, zou ik toch willen zeggen dat ik al blij
ben dat de Franstalige jongeren studeren. Het is niet altijd zo positief.
Ik kom terzake. Het perverse neveneffect is wel degelijk dat er een
verschil zal zijn omwille van dat jaartje langer studeren. De
beheerders van de sociale zekerheid zwijgen daarover uiteraard in
alle talen. Hoe kan het ook anders?
Mijnheer de minister, ik heb twee concrete vragen.
Bent u op de hoogte van het probleem? Ik hoop dat op deze vraag het
antwoord positief is en dat u mij concreet iets meer kan zeggen over
de stand van zaken.
Logisch volgend uit de vorige vraag: welke maatregelen hebt u reeds
genomen om laat het ons maar zeggen de ongelijke behandeling
te verhelpen u hoort mij niet spreken over misbruik, het gaat hier
duidelijk over een ongelijke behandeling of om eraan te sleutelen?
02.03 Koen Bultinck (Vlaams
Belang): Le ministre est-il au
courant de ce problème? Quelles
mesures a-t-il déjà prises pour
mettre fin à une telle
discrimination?
02.04 Minister Rudy Demotte: Mijnheer de voorzitter, ten aanzien
van het hoger onderwijs zou de Franse Gemeenschap vooral kiezen
voor een opleiding van 3 plus 2 jaar, terwijl de Vlaamse
Gemeenschap vooral kiest voor een opleiding van 3 plus 1 jaar. Het
onderwijs is een materie die behoort tot de bevoegdheid van de
Gemeenschappen. De Gemeenschappen zijn bijgevolg vrij om te
beslissen over hoe zij het onderwijs inrichten. Wat betreft de
02.04 Rudy Demotte, ministre:
L'enseignement ressortit à la
compétence des Communautés et
ce sont donc ces dernières qui
décident comment elles organisent
leur enseignement. Les
dispositions fédérales relatives
19/10/2005
CRIV 51
COM 715
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
kinderbijslagregeling die een federale materie is, is men verplicht
dezelfde regels toe te passen voor beide Gemeenschappen.
Het Bologna-akkoord, dat het bachelor-master systeem invoerde in
het hoger onderwijs, voorziet in een grote soepelheid voor de student
om de studiebelasting naar eigen inzicht te doseren. De studenten
van beide gemeenschappen kunnen hierdoor hun studietraject om
een diploma te behalen, met een of meerdere jaren verlengen.
De student in het hoger onderwijs zal overeenkomstig artikel 9 van
het koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden waaronder
kinderbijslag wordt verleend ten behoeve van het kind dat onderwijs
volgt of een vorming doorloopt, het recht geven op kinderbijslag in de
mate dat hij een of meer vormingen doorloopt met een totaal van
minstens 27 studiepunten per academiejaar. Een studiepunt is in dit
verband een Europees bepaalde eenheid van studiebelasting. Er is
bovendien een duidelijke tendens merkbaar bij jongeren om na het
behalen van hun diploma in het hoger onderwijs nog een
specialisatiejaar of studies voor een tweede diploma aan te vatten. Na
de leeftijd van 25 jaar heeft de student evenwel niet langer het recht
op kinderbijslag.
Ik ben dan ook de mening toegedaan dat er geen sprake is van een
scheeftrekking in de kinderbijslagregeling.
aux allocations familiales sont
appliquées de la même manière
dans les deux Communautés. La
Déclaration de Bologne permet
aux étudiants d'organiser leur
charge d'étude à leur gré et d'ainsi
prolonger la durée d'obtention de
leur diplôme d'une ou de plusieurs
années et ceci dans les deux
Communautés. Si l'étudiant
obtient au moins 27 points d'étude
par année académique, il
conserve le droit aux allocations
familiales. Un point d'étude
correspond à une unité de charge
d'étude donnée. On note
actuellement chez les jeunes une
tendance à se spécialiser ou à
entamer de nouvelles études
après l'obtention de leur diplôme.
Après l'âge de 25 ans, les
étudiants n'ont plus droit aux
allocations familiales. On ne peut
donc pas parler de distorsion.
02.05 Koen Bultinck (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, kan het antwoord nog eufemistischer zijn? Ik
had het antwoord zelfs in uw plaats kunnen opstellen door het braaf
aflezen van de correcte wetgeving. Met dit antwoord kom ik politiek
echter geen stap verder.
U zult zeggen dat die stoute Vlaams Belanger daar opnieuw is, maar
u kunt toch niet om het perverse neveneffect heen dat er - ongewild
daarover zijn wij het eens en u hoorde mij niets zeggen over misbruik
- ergens een bijkomende scheeftrekking zal groeien. Ik denk dat we
dit dossier zullen moeten opvolgen. Ik verwijs bijvoorbeeld naar de
toestand van verhoogde kinderbijslag gekoppeld aan invaliditeit,
waarbij het probleem duidelijk blijkt.
Ik denk dat we het dossier politiek zullen moeten blijven volgen. Het is
toch weer een nieuwe creatie zonder opzettelijke bedoeling,
daarover zijn we het eens van een bijkomende transfer. Dat kan
toch niet de bedoeling zijn. U weet hoe wij dat soort problemen
zouden oplossen: door een consistent, homogeen geheel te maken.
Als onderwijs op het niveau van de Gemeenschappen zit, dan zou het
logisch zijn dat ook kinderbijslag volgt. Dan zal ik u ook niet meer met
dat soort vragen lastig komen vallen hier.
02.05 Koen Bultinck (Vlaams
Belang): Sans le vouloir, il y aura
forcément une distorsion qui, non
intentionnellement, entraînera un
transfert supplémentaire. Pour des
raisons d'homogénéité, les
allocations familiales devraient
donc être une matière
communautaire.
02.06 Minister Rudy Demotte: Ik geef een ietwat meer politiek
antwoord wanneer ik zeg dat ik hier voor een paradox sta. Mochten
de jongeren in het Vlaams Gewest en de Franse Gemeenschap
hebben gekozen voor kortere studies, dan zouden ze misschien
zonder goed diploma en zonder werk vroeger een
werkloosheidsuitkering moeten krijgen. Dan zou de heer Bultinck
zeggen: "Die Walen profiteren van het stelsel van de
werkloosheidsuitkering". Dat is een paradox. Overigens, cynisch
gezegd, kinderbijslagen kosten toch wat minder.
02.06 Rudy Demotte, ministre: Si
la Communauté française avait
opté pour des formations plus
courtes et que les jeunes auraient
dès lors bénéficié plus tôt
d'allocations de chômage, M.
Bultinck aurait également pu poser
une question à ce sujet. Pour ce
qui concerne Bologne, la Flandre
se trouve dans une position
CRIV 51
COM 715
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
Ten tweede, wat een serieuze aanpak van de problematiek betreft,
moet men toch ook beseffen dat Vlaanderen tot de minderheid van de
Europese landen behoort. In Vlaanderen heeft men naar aanleiding
van de Bologna-beslissing gekozen voor de "3 + 1"-
onderwijsloopbaan, terwijl in de grote meerderheid van de Europese
landen men voor de "3 + 2" gekozen heeft.
minoritaire en Europe. La grande
majorité a opté pour une formation
3+2.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Wij komen thans aan vraag nr. 7779 van de heer Devlies.
02.07 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, in het voorbije parlementaire jaar hebben wij enkele malen
de gelegenheid gehad om van gedachten te wisselen over de RSZ.
02.08 Minister Rudy Demotte: Mijnheer de voorzitter, ik vraag om
een beetje geduld. Ik heb dat antwoord niet meer bij. Ik dacht dat die
vraag deze namiddag niet meer aan bod zou komen. Als u een
kwartiertje wacht, dan kan ik ondertussen het antwoord naar hier laten
brengen, zodat ik op basis van mijn tekst een antwoord geef.
Mijnheer Devlies, anders zult u, vrees ik, gefrustreerd zijn.
02.09 Carl Devlies (CD&V): Ik dacht dat een minister dat allemaal uit
het hoofd kende.
De voorzitter: Mijnheer Devlies, een beetje geduld, alstublieft. U bent een beetje het slachtoffer van het
grote duiventilgehalte van deze commissie deze voormiddag. Wij komen straks op uw vraag terug.
Mevrouw D'hondt blijft afwezig, ook voor vraag nr. 8003.
03 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Annemie Turtelboom aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
verhoogde kinderbijslag" (nr. 8261)
- de heer Benoît Drèze aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
administratieve problemen die zich naar aanleiding van een aanvraag tot toekenning van verhoogde
kinderbijslag voordoen" (nr. 8321)
03 Questions jointes de
- Mme Annemie Turtelboom au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "les
allocations familiales majorées" (n° 8261)
- M. Benoît Drèze au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "les problèmes
administratifs qui se posent dans le cadre d'une demande d'allocation familiale majorée" (n° 8321)
03.01 Annemie Turtelboom (VLD): Mijnheer de minister, mijn vraag
handelt over een specifiek geval waarin men verhoogde kinderbijslag
kan aanvragen. Er werden me de voorbije maanden terzake heel wat
klachten gesignaleerd. Wie een verhoogde kinderbijslag wil
aanvragen, wordt gezien door een aangestelde geneesheer-
inspecteur, vaak gewone huisartsen die een zekere neutraliteit
hebben om te oordelen of iemand effectief recht heeft op verhoogde
kinderbijslag.
Blijkbaar doen zich in bepaalde regio's, misschien zelfs in heel
Vlaanderen, problemen voor met geneesheren-inspecteurs die niet
altijd goed op de hoogte zijn van sommige handicaps. Het volgende
probleem werd me reeds meermaals gesignaleerd. Ouders met een
kind met autisme die verhoogd kindergeld aanvragen en een
03.01 Annemie Turtelboom
(VLD): Lors d'une demande
d'allocations familiales majorées, il
arrive que le médecin inspecteur
soit insuffisamment informé de
certains handicaps, tel l'autisme.
Des parents se voient alors
opposer un refus.
Se justifie-t-il qu'un médecin
inspecteur appelé à se prononcer
sur un dossier ne le connaisse
pas? Peut-on admettre qu'il ignore
un diagnostic précis? Une
19/10/2005
CRIV 51
COM 715
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
diagnose kunnen voorleggen van het Centrum voor
Ontwikkelingsstoornissen en/of van een kinderpsychiater zien de
verhoogde kinderbijslag geweigerd. Dat is enigszins begrijpelijk als
men de handicap op zichzelf niet zo goed kent. Als men de handicap
niet zo goed kent, is hij niet altijd makkelijk te detecteren. Dat ligt
anders bij verlammingen of blindheid. Bij autisme zit de handicap
meer verdoken.
Mijnheer de minister, ik kom tot mijn vragen.
Ten eerste, vindt u het aanvaardbaar dat een geneesheer-inspecteur
die moet oordelen over de medische toestand van een kind in het
kader van een verhoogde kinderbijslag, niet op de hoogte is van
bepaalde handicaps zoals autisme?
Ten tweede, is het aanvaardbaar dat een duidelijke diagnose van een
specialist of van een Centrum voor Ontwikkelingsstoornissen door
een geneesheer-inspecteur naast zich neer wordt gelegd?
Ten derde, krijgen geneesheren-inspecteurs die optreden in een
procedure voor het verlenen van verhoogde kinderbijslag een
specifieke vorming met betrekking tot verschillende handicaps, de
gevolgen voor de kinderen en de belasting van die handicap voor het
kind?
formation spécifique est-elle
prévue pour les médecins
inspecteurs?
03.02 Benoît Drèze (cdH): Monsieur le ministre, en Wallonie aussi,
"La Dernière Heure" du 27 septembre 2005 en a fait écho dans un
article mais il me revient, par ailleurs, que certains parents d'enfants
handicapés nous apprennent l'existence de problèmes administratifs
survenant dans le cadre de la procédure d'octroi d'allocations
familiales majorées. Ces problèmes administratifs entraîneraient,
dans de nombreux cas, des délais importants, de l'ordre de huit mois
à un an, entre une demande d'allocations familiales majorées et son
paiement.
La procédure appliquée est déjà lourde en soi; elle implique des
échanges de dossiers entre les différents interlocuteurs: parents,
caisse d'allocations familiales, centre provincial, ministère, médecin-
contrôle et autres prestataires de soins. La lourdeur de la procédure
entraîne un allongement des délais par elle-même. Par ailleurs, les
médecins-contrôles dans les centres provinciaux seraient en nombre
insuffisant pour traiter les dossiers dans les délais acceptables.
Les difficultés en la matière se cumulent enfin à celles qui existent
pour l'octroi du statut VIPO et des majorations de prestations sociales
qui lui sont liées et de la carte de parking pour handicapé.
La situation des familles confrontées au handicap de leur enfant est
en soi difficile à vivre, notamment sur le plan psychologique. Notre
système de protection sociale doit offrir tout au moins une aide
financière et matérielle, efficace et rapide.
Monsieur le ministre, pourriez-vous décrire, avec une relative
précision, la procédure qui est d'application entre une demande
d'allocations familiales majorées pour enfant handicapé et son octroi,
en mettant en lumière les étapes et les raisons qui provoquent un
allongement injustifié des délais?
03.02 Benoît Drèze (cdH):
Sommige ouders van
gehandicapte kinderen hebben
melding gemaakt van bepaalde
administratieve problemen bij de
procedure voor de toekenning van
verhoogde kinderbijslag. Gevolg
hiervan is een aanzienlijke
wachttijd - van een tot acht jaar
tussen de datum van aanvraag en
de uitbetaling.
De procedure is reeds omslachtig
op zich, en bovendien zouden er
onvoldoende controle-artsen zijn in
de provinciale centra.
Deze problemen komen dan nog
eens boven op de andere
problemen met betrekking tot de
toekenning van het WIGW-statuut,
van de verhoging van de daaraan
verbonden sociale uitkeringen en
van de parkeerkaart voor
gehandicapten.
Hoe lang duurt de normale
procedure tussen de aanvraag
voor verhoogde kinderbijslag voor
een gehandicapt kind en de
toekenning en waarom zijn er nu
onverantwoord lange wachttijden?
CRIV 51
COM 715
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
La manière idéale de résoudre le problème pourrait être d'accorder à
titre provisionnel les allocations familiales majorées ainsi que le statut
VIPO, la carte de stationnement et les autres avantages liés, dès
réception par le ministère d'une demande suffisamment crédible
d'allocations majorées. La situation pourrait, dans ce cas, être
corrigée a posteriori, après vérification. Une autre mesure à prendre
pourrait être d'augmenter le nombre de médecins-contrôles
compétents dans les services provinciaux.
Que pensez-vous de ces pistes d'action? Quelles autres mesures
avez-vous prises ou comptez-vous prendre pour résoudre ces
difficultés?
Het probleem kan opgelost
worden door de verhoogde
kinderbijslag, het WIGW-statuut,
de parkeerkaart en de andere
voordelen voorlopig toe te kennen
vanaf het moment dat een
voldoende geloofwaardige
aanvraag wordt ingediend. Nadien
kan men, na de nodige controle,
de behandeling bijsturen.
Een andere maatregel bestaat erin
om het aantal controle-artsen in de
provinciale centra te verhogen.
Wat denkt u ervan? Welke
maatregelen heeft u getroffen of
bent u van plan te treffen om die
problemen op te lossen?
03.03 Minister Rudy Demotte: Mevrouw Turtelboom, ten eerste, het
probleem van autisme en de gevolgen voor het dagelijks leven van
het kind vormen een moeilijk en complex vraagstuk waarbij
geneesheren en specialisten op het gebied van kinderpsychiatrie zelf
vragen hebben over de diagnose en de definitie ervan. Het lijkt mij
onwaarschijnlijk dat een geneesheer-inspecteur een dergelijke
handicap niet kent en geen rekening houdt met de gevolgen hiervan
voor de ontwikkeling en zelfstandigheid van het kind. Het onderwerp
wordt thans onderzocht bij de medische dienst van de FOD en de
resultaten hiervan zullen worden opgenomen in een uitgebreid
schriftelijk antwoord, dat u over enkele dagen zal worden bezorgd.
Ondertussen kan ik u eraan herinneren dat de geneesheren van de
FOD de gevolgen van een aandoening evalueren ongeacht de aard of
oorsprong ervan overeenkomstig de wettelijke criteria als bijlage bij de
KB's van 3 mei 1991 en 28 maart 2003. De geneesheren passen die
criteria toe op basis van het onderzoek van het kind en van het
onderhoud met de ouders. Ze moeten ook rekening houden met
verslagen van de specialisten.
Ten tweede, de geneesheren van de FOD en de geneesheer-
specialist kunnen in sommige gevallen tijdens de evaluatie van
mening verschillen over de manier waarop de wettelijke criteria in
verband met een aandoening en de gevolgen ervan kunnen
geïnterpreteerd worden. In dat geval kan het advies van een
onafhankelijke geneesheer-deskundige gevraagd worden door middel
van een verzoekschrift bij de arbeidsrechtbank. De procedure valt ten
laste van de sociale instelling en is dus kosteloos voor de ouders.
Wanneer ze de kennisgeving van de sociale instelling ontvangen,
wordt de ouders verzocht de procedure aan te vragen wanneer ze niet
akkoord gaan met de beslissing van de FOD.
Ongeveer 3% van de evaluaties die ieder jaar door de artsen van de
FOD worden uitgevoerd, geeft aanleiding tot een beroep bij de
arbeidsrechtbank. We mogen niet uit het oog verliezen dat elke
geneesheer zijn eigen competentiedomein heeft. Als de
behandelende arts of de specialist die de ziekte van het kind op de
voet volgt, een uitgebreide kennis heeft van de medische aspecten
03.03 Rudy Demotte, ministre:
Le diagnostic et la définition de
l'autisme constituent une question
complexe mais il me paraît
improbable qu'un médecin
inspecteur ignore un tel handicap.
Les résultats des analyses
effectuées par le service médical
du SPF figureront dans la réponse
écrite que Mme Turtelboom
recevra dans quelques jours. Les
médecins du SPF évaluent les
conséquences d'une affection,
quelles qu'en soient la nature et
l'origine. Ils appliquent des critères
légaux sur la base de l'examen de
l'enfant et de l'entretien avec les
parents. Ils doivent également
tenir compte des rapports des
spécialistes.
Si, lors de l'évaluation, les
médecins du SPF et le médecin
spécialiste divergent de vues à
propos de l'interprétation des
critères légaux, l'avis d'un
médecin expert indépendant peut
être demandé par la voie d'une
requête devant le tribunal du
travail. Cette procédure, qui est
gratuite pour les parents, est à
charge de l'organisme social. La
communication adressée par cet
organisme aux parents précise à
l'intention de ces derniers qu'ils
peuvent demander cette
procédure s'ils contestent la
décision du SPF. Environ 3% des
19/10/2005
CRIV 51
COM 715
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
hiervan, is de evaluerende arts het meest geschikt om een
evaluatiediagnose te stellen. Een reële uitwisseling tussen de twee
specialisten is dus meer dan wenselijk.
Ten derde, wat het antwoord op uw volgende vraag betreft zal ik
ervoor zorgen dat de informatie over de specifieke vorming van
geneesheren-inspecteurs inzake handicaps en de gevolgen daarvan,
u zal worden bezorgd.
évaluations débouchent sur une
procédure en recours.
Je fournirai à Mme Turtelboom
des informations sur la formation
spécifique des médecins
inspecteurs en ce qui concerne les
handicaps.
En ce qui concerne les questions portant cette fois sur les procédures
d'octroi. Une allocation familiale majorée en faveur d'un enfant
handicapé comporte plusieurs étapes administratives et médicales.
Les organismes qui paient les allocations familiales, caisses
d'allocations ou organismes compétents, traitent les étapes
administratives des demandes et des modifications de la famille. Des
expertises médicales sont effectuées par le service médical du SPF à
la demande de ces organismes. Le service médical du SPF intervient
donc comme prestataire d'une décision médicale auprès des caisses
d'allocations familiales qui sont les gestionnaires effectifs des
demandes d'une allocation familiale supplémentaire de la part de la
famille.
Quelles sont les étapes de la demande, c'est la question posée par M.
Drèze?
Premièrement, la demande est introduite par les parents auprès de
l'organisme qui paie les allocations familiales. Ce dernier enregistre la
demande et envoie aux parents un accusé de réception, lui-même
accompagné d'un formulaire de renseignements médicaux qui est à
faire compléter par le médecin de leur choix ainsi qu'un questionnaire
sur les aspects psycho-sociaux des difficultés de l'enfant.
Deuxièmement, les parents envoient ces documents complétés à la
direction générale Personnes handicapées, à Bruxelles, qui enregistre
la demande et ouvre alors un dossier médical. Celui-ci est transmis
au centre médical du SPF de la région de l'intéressé où un médecin
est désigné pour être chargé du dossier de l'enfant.
Troisièmement, le médecin responsable du dossier médical pour le
SPF invite les parents, accompagnés de l'enfant, à un entretien et un
examen médical. Ce dernier permet de confirmer et de documenter
les éléments du diagnostic, les traitements, ainsi que d'apprécier les
conséquences concrètes de l'affection ou du handicap de l'enfant. En
effet, ces éléments sont appréciés par le médecin du SPF par rapport
aux critères légaux spécifiques qui déterminent l'octroi de l'allocation
familiale majorée. Après cette première visite, il est courant que le
médecin sollicite des rapports complémentaires auprès des
spécialistes qui traitent l'enfant.
Quatrièmement, sur base de toute l'information collectée, c'est-à-dire
l'histoire de l'affection, la durée et la nature du traitement, l'impact sur
la vie de l'enfant, l'organisation de la vie à la maison par les parents,
etc., le médecin conclut alors à une évaluation en terme de
pourcentage d'incapacité ou de points sur une échelle d'autonomie ou
sur une échelle médico-sociale. Cette évaluation conduit à une
décision médicale.
Cinquièmement, cette décision est transmise et enregistrée à la
Bij de toekenning van verhoogde
kinderbijslag ten gunste van een
gehandicapt kind wordt de
volgende procedure doorlopen: de
ouders dienen een aanvraag in bij
het organisme dat de kinderbijslag
uitbetaalt, dit organisme registreert
de aanvraag en overhandigt hen
een ontvangstbewijs, vergezeld
van een formulier waarop de
behandelende arts medische
informatie moet invullen en van
een vragenlijst over de
psychosociale aspecten van de
aandoening van het kind.
De ouders moeten de ingevulde
documenten terugsturen naar de
Directie-generaal Personen met
een handicap in Brussel, die een
medisch dossier opent. Dat wordt
overgemaakt aan het gewestelijk
medisch centrum van de FOD,
waar een arts met het
dossierbeheer wordt belast.
Die arts nodigt de ouders en het
kind uit voor een onderhoud en
een medisch onderzoek. Zijn
diagnose wordt getoetst aan de
specifieke wettelijke bepalingen op
grond waarvan tot de toekenning
van verhoogde kinderbijslag kan
worden besloten. Het gebeurt dat
de arts na dat bezoek aanvullende
rapporten opvraagt bij specialisten.
Op grond van al die informatie
beoordeelt de arts de graad van
ongeschiktheid, die hij uitdrukt in
een percentage of in punten op
een medisch-sociale schaal of een
schaal van zelfredzaamheid. Die
beoordeling wordt vervolgens in
een medische beslissing vertaald,
die wordt overgemaakt aan de
Directie-generaal Personen met
een handicap van de FOD, die ze
op haar beurt registreert.
CRIV 51
COM 715
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
direction générale Personnes handicapées du SPF à Bruxelles.
Sixièmement, le SPF notifie la décision, d'une part, à l'organisme
compétent qui a demandé l'expertise médicale et, d'autre part, aux
parents, via une attestation qui précise si oui ou non l'incapacité
atteint le seuil de 66%. Enfin, à son tour, l'organisme compétent
notifie la décision aux parents et, le cas échéant, les montants alloués
ainsi que les voies de recours éventuelles. Les montants sont
ordinairement payés à partir du mois qui suit la notification.
Quels sont les motifs de retard qui peuvent apparaître selon les
étapes de la procédure? En début de procédure, les documents être
incomplets ou erronés. Ces documents peuvent alors être renvoyés
soit à l'organisme, soit aux parents. On pense que cette cause de
retard peut représenter de 5 à 25% des cas.
Ensuite, des retards peuvent être liés à l'encodage, à l'envoi tardif du
dossier médical dans les centres médicaux. Ce risque est accru à
certaines périodes de l'année. La procédure d'expertise peut être
ralentie en raison d'événements aussi divers que le déménagement
des parents, des hospitalisations fréquentes de l'enfant, l'absence de
réponse à des courriers médicaux. Dans ce cas, un dossier ne peut
être clôturé qu'après un rappel demeuré sans réponse.
Une autre source fréquente de délai supplémentaire est celle d'envois
tardifs de renseignements médicaux complémentaires au médecin
évaluateur par des intervenants du secteur social ou thérapeutique
ainsi que du secteur éducatif.
Voilà l'essentiel des causes de retard, le reste relevant de
l'accessoire.
Les données statistiques indiquent que sur 13.430 demandes
introduites entre janvier 2004 et avril 2005, dans les rythmes
d'exécution, 60% des demandes sont traitées en moins de trois mois,
92% dans les dix mois. Seuls 5% des demandes nécessitent des
délais de traitement plus longs. J'ai donné quelques éléments
d'explication à ce sujet.
En ce qui concerne les affections graves, comme les maladies
cancéreuses, qui justifient une intervention rapide, les délais ne sont
pas longs, puisque 94% des demandes sont traitées en moins de six
mois et plus de la moitié d'ailleurs en moins de trois mois.
Eu égard aux mesures envisagées, il est vrai que 15% des demandes
qui nécessitent un délai de cinq mois ou plus méritent une
amélioration dans la vitesse de traitement des dossiers. Ces mesures
sont envisagées. Comment? Par un suivi du délai de réponse des
médecins et une amélioration des échanges de données entre le
secteur thérapeutique et le médecin évaluateur; une amélioration
dans le traitement des dossiers transmis par les allocations familiales,
le traitement prioritaire des dossiers de révision d'office pour éviter la
suspension d'allocations; la sensibilisation du secteur thérapeutique à
fournir, dès la demande, des données médicales nécessaires aux
médecins évaluateurs.
En ce qui concerne votre suggestion d'intervenir sur la base d'une
décision provisoire établie en fonction de renseignements incomplets,
De FOD meldt de beslissing aan
het organisme dat om het medisch
onderzoek heeft verzocht en aan
de ouders, door middel van een
attest waarin wordt aangegeven of
de graad van ongeschiktheid de
drempel van 66 procent al dan niet
bereikt. Ten slotte deelt het
bevoegde organisme de beslissing
mee aan de ouders, evenals het
bedrag van de kinderbijslag en de
eventuele beroepsmiddelen.
Waaraan is de vertraging te
wijten? In het begin van de
procedure kunnen de documenten
onvolledig of foutief zijn (deze
oorzaak kan 5 tot 25procent van
de vertraging verklaren). De
vertraging kan te wijten zijn aan de
codering of het laattijdig versturen
van het medisch dossier. De
procedure kan vertraging oplopen
door verhuis van de ouders,
frequente hospitalisering,
onbeantwoorde post of laattijdig
versturen van aanvullende
medische inlichtingen naar de
beoordelende arts.
Van de 13.430 aanvragen tussen
januari 2004 en april 2005 werd
60 procent in minder dan drie
maand verwerkt en 92 procent
binnen de tien maand. Voor
slechts 5 procent was een langere
verwerkingstermijn nodig.
Dossiers betreffende ernstige
aandoeningen, die snel moeten
worden behandeld, worden snel
verwerkt: 94 procent van de
aanvragen wordt in minder dan
zes maand verwerkt en meer dan
de helft in minder dan drie maand.
De 15 procent aanvragen
waarvoor vijf of meer maanden
nodig zijn, moeten inderdaad
sneller worden verwerkt. Hiervoor
worden maatregelen overwogen:
opvolging van de antwoordtermijn
van de artsen en verbetering van
de gegevensuitwisseling tussen de
therapeutische sector en de
beoordelende arts; betere
verwerking van de door het
kinderbijslagfonds doorgestuurde
dossiers, prioritaire behandeling
19/10/2005
CRIV 51
COM 715
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
elle présente un important risque d'octroi. En effet, l'appréciation sans
critères précis d'une demande suffisamment crédible est une
estimation entachée de subjectivité par l'évaluateur et laisse donc la
place à une grande marge d'erreur. L'octroi indu entraîne des
procédures pénibles de récupération par les caisses d'allocations
familiales. La préférence va donc à l'ensemble des mesures ci-
dessus énoncées, qui présentent de ce point de vue un plus grand
degré de sécurité.
Par ailleurs, un monitoring des délais est prévu pour évaluer
l'ensemble de ces mesures sous l'angle de l'efficacité.
Voilà, monsieur le président, pour ma réponse que j'estime complète.
van te herziene dossiers om de
schorsing van uitkeringen op te
heffen, sensibilisering van de
therapeutische sector om de
nodige gegevens snel aan de
beoordelende artsen te bezorgen.
Uw voorstel om tegemoet te
komen op grond van een
voorlopige beslissing gestoeld op
onvolledige inlichtingen houdt een
groot risico in. De beoordeling van
een dergelijke aanvraag zonder
nauwkeurige criteria is subjectief
en leidt tot een brede
foutenmarge. Indien een
tegemoetkoming ten onrechte
werd verleend, moet het
kinderbijslagfonds een procedure
tot terugvordering starten. Mijn
voorkeur gaat dus uit naar de
genoemde, veiligere maatregelen.
Er werd gepland de termijnen
onder de loep te nemen om de
efficiëntie van de maatregelen te
beoordelen.
03.04 Annemie Turtelboom (VLD): Mijnheer de minister, ik ken de
procedure en de beroepsmogelijkheden. Ik weet dat dit gratis is,
behalve als de ouders zich laten bijstaan door een advocaat.
Wat ik terzake belangrijk vind is het volgende. Er is het fundamentele
probleem dat een kind met een vaak relatief onzichtbare handicap
behalve als er ook mentale retardatie is, want dan is het veel
duidelijker; als het er niet bijzit, is het vaak een onzichtbare handicap
moet worden getest op 15 minuten in een dokterspraktijk. Dat is net
de moeilijkheid, want men test eigenlijk op zelfredzaamheid. Die
kinderen kunnen misschien wel zelfredzaam zijn op een aantal
punten, maar het probleem is dat de handicap, zeker voor kinderen
met een normale begaafdheid, vrij onzichtbaar is.
Ik ken een heel aantal gevallen die mij werden gesignaleerd waarbij
de kinderen GON-begeleiding hebben op dit ogenblik. Zij werden in
een MPI geplaatst, volgen onderwijs in een auti-klas en krijgen ze
thuisbegeleiding vanuit een autismecentrale. Toch is de verhoogde
kinderbijslag niet toegekend, ook niet na een beroep voor de
arbeidsrechtbank. Vandaar dat ik de problematiek onder de aandacht
wil brengen. Voor een aantal categorieën is de handicap onzichtbaar,
zeker als het gaat om hoogbegaafde kinderen. Zij kunnen veel
gemakkelijker hun zelfredzaamheid verdoezelen, terwijl in de praktijk
hun noden aan extra opvang, aan kinesitherapie, aan logopedie of
aan thuisbegeleiding even groot zijn.
De wachtlijsten voor centra lopen gemakkelijk op tot 8 of 9 maanden.
Afhankelijk van waar men zich kan laten testen, kost het meer of
minder. Het probleem is eigenlijk dat al die mensen die het mij
gesignaleerd hebben, officiële rapporten hebben met een officieel
gestelde diagnose, waarvoor het kind bijvoorbeeld 2, 3 tot 4 dagen
03.04 Annemie Turtelboom
(VLD): La procédure et les
possibilités de recours sont
connues. Le problème est
toutefois que certains handicaps
demeurent invisibles, à plus forte
raison lorsqu'ils doivent être
constatés par un généraliste lors
d'un examen qui dure à peine un
quart d'heure. Dans les cas
d'autisme et de surdouance, une
structure d'accueil supplémentaire
peut par exemple être nécessaire,
sans que l'autonomie de l'enfant
constitue pour autant une
indication directe à cet égard. Il est
en tout cas positif que
l'administration soit attentive à la
question des allocations familiales
majorées.
CRIV 51
COM 715
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
werd getest. Toch kan een geneesheer-inspecteur, op nauwelijks een
kwartier, bepalen dat het kind geen recht heeft op verhoogde
kinderbijslag. In sommige gevallen zegt hij zelfs bijzonder weinig te
kennen van die problematiek. Dat is een heel schrijnende toestand.
Ik ben blij dat u in uw eerste antwoord zegt dat u de FOD in dat
verband nog onderzoek zult laten doen. Op een aantal plaatsen loopt
het perfect, maar op een aantal andere plaatsen niet. Sensibilisering
en opleiding zijn van belang, vooral als mensen al een officiële
diagnose hebben, soms na 2 tot 3 dagen tot stand gekomen of bij een
tweede of derde hertesting. Dat leidt tot schrijnende situaties.
03.05 Benoît Drèze (cdH): Monsieur le ministre, je vous remercie
d'avoir détaillé avec beaucoup de précisions les huit étapes de la
procédure.
J'entends que vous estimez que 15% des cas méritent des
améliorations. J'espère que cette intention sera suivie d'effet sur le
terrain.
Je comprends que la proposition d'octroi provisoire comporte certains
risques mais ne pourriez-vous pas réfléchir je ne vous demande
pas de répondre maintenant à la fixation d'un délai raisonnable au-
delà duquel un octroi provisoire serait accordé? On pourrait par
exemple imaginer que si le dossier n'est pas clôturé au-delà de six
mois puisque dans 60% des cas la décision est prise avant trois
mois et dans 90% avant dix mois, six mois, cela semble être un délai
raisonnable , un octroi provisoire soit accordé. Cela a été prévu dans
un certain nombre de législations pour inviter les différents acteurs à
respecter chacun les délais qui leur sont impartis.
Je ne citerai qu'un exemple: la loi sur les volontaires dont nous avons
longuement parlé ce matin. Un chômeur doit nécessairement
demander l'autorisation de l'ONEM pour pouvoir prester
bénévolement. La loi prévoit et dans ce cas, c'est très heureux un
délai au-delà duquel l'autorisation est réputée accordée. Cela n'enlève
pas à l'ONEM la possibilité de revoir son jugement par après mais
l'intéressé est protégé par un délai.
Je vous demande donc de réfléchir plus longuement sur cette
articulation dans le cadre du dossier des allocations familiales
majorées.
03.05 Benoît Drèze (cdH): U stelt
dat in 15 procent van de gevallen
de toestand kan worden verbeterd.
Ik hoop dat uw voornemens tot
resultaten leiden.
De voorlopige toekenning is
misschien niet zonder gevaren,
maar kan men geen redelijke
termijn vastleggen zes maanden
bijvoorbeeld waarna men het
bedrag voorlopig zou kunnen
toekennen? Bij wijze van
voorbeeld verwijs ik u naar de wet
op de vrijwilligers die een identieke
termijn invoert voor de werkloze
die vrijwilligerswerk wil leveren.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van de heer Koen Bultinck aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
aanvullende ziekteverzekeringen" (nr. 8374)
04 Question de M. Koen Bultinck au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "les
assurances maladie complémentaires" (n° 8374)
04.01 Koen Bultinck (Vlaams Belang): Mijnheer de minister, het
gaat over de problematiek van de aanvullende ziekteverzekering. Mij
is een aantal berichten ter ore gekomen als zou het controlecomité
werken aan een voorontwerp van wet dat de concurrentie tussen de
ziekenfondsen aardig zou bemoeilijken.
Waar gaat het concreet over? Men zou werken aan een model
04.01 Koen Bultinck (Vlaams
Belang): Il semblerait que le
comité de contrôle prépare un
modèle unique d'assurances libres
complémentaires auquel les
membres seront obligés de
s'affilier. La concurrence entre les
19/10/2005
CRIV 51
COM 715
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
specifiek voor de aanvullende vrije verzekering. Blijkbaar zou men
ook vergelijkende reclame tussen de ziekenfondsen onderling aardig
bemoeilijken. In bijkomende orde zou de aanvullende vrije
verzekering het klinkt wat moeilijk ook nog een verplichte
aangelegenheid worden: de leden van de ziekenfondsen zouden
worden verplicht zich aan te sluiten.
Ondertussen zal u waarschijnlijk net als ik akte hebben genomen van
een lezersbrief van de 3 kleurenziekenfondsen, liberale, socialistische
en christelijke, samen waarin zij het ontwerp waaraan wordt gewerkt
in het controlecomité, verdedigen. Zij komen, al dan niet ongewild,
een beetje in een conflictsituatie met de twee andere, niet-gekleurde
grote landsbonden van ziekenfondsen, de neutrale en de
onafhankelijke ziekenfondsen. Vandaar een aantal zeer concrete
vragen, mijnheer de minister.
Kunt u mij dat bevestigen en mij zeer concreet een stand van zaken
geven? Uit een aantal zeer recente gegevens zou blijken dat het
dossier even weer in de koelkast gegaan is. Werkt men inderdaad
aan een eenduidig model voor de aanvullende vrije verzekering?
In tweede orde, ziet het er inderdaad naar uit dat de aanvullende vrije
verzekering het zou dan een contradictio in terminis worden
verplicht zou worden? Ik kan moeilijk volgen, eerlijk gezegd. Wat is de
concrete stand van zaken?
Uiteraard - en dit is dan de politieke vraag - zou ik wel eens willen
polsen naar uw mening, mijnheer de minister.
mutualités pourrait ainsi être
considérablement freinée. Où en
est ce dossier? Un modèle unique
de ce type verra-t-il le jour? Sera-t-
il obligatoire? Quelle est la position
du ministre?
04.02 Minister Rudy Demotte: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Bultinck, de controledienst voor de ziekenfondsen heeft mij
meegedeeld dat hij inderdaad aan het technisch comité, een
adviesorgaan waarin de verschillende landsbonden van
ziekenfondsen vertegenwoordigd zijn, verschillende voorstellen heeft
voorgelegd tot wijziging van de wet van 6 augustus 1990 betreffende
de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen.
Deze teksten vinden hun oorsprong in een aantal voorstellen die
afkomstig zijn van het Nationaal Intermutualistisch College en aan de
controledienst werden bezorgd. Een van de voorstellen strekte in het
bijzonder ertoe een onderscheid te maken tussen drie types van
diensten van de vrije en aanvullende verzekering: de diensten die een
ziekenfonds moet inrichten en waarbij het geheel van de leden is
aangesloten, de diensten die een ziekenfonds mag inrichten en
waarbij de leden zich moeten aansluiten en de diensten die een
ziekenfonds mag inrichten en waarbij de leden zich kunnen
aansluiten. Het technisch comité heeft nog geen advies terzake
uitgebracht. Het is dus slechts nadat dit advies bekend zal zijn dat de
raad van de controledienst een definitief standpunt terzake zal
innemen.
De voorstellen die door de raad van de controledienst desgevallend in
overweging worden genomen, zullen vervolgens voor een eventueel
vervolg van de procedure aan mij worden bezorgd. Hieruit volgt dat
het betreffende document in de huidige stand van zaken slechts een
werkdocument is waarvan de inhoud nog zeker niet definitief is.
04.02 Rudy Demotte, ministre:
L'office de contrôle des mutualités
demande actuellement l'examen
par le comité technique de
quelques propositions de
modification de la loi du 6 août
1990. L'une de ces propositions
porte sur la distinction entre trois
types de services de l'assurance
libre et complémentaire: les
services qu'une mutualité doit
organiser et auxquels les
membres doivent s'affilier, les
services qu'une mutualité peut
organiser et auxquels les
membres doivent s'affilier et les
services qu'une mutualité peut
organiser et auxquels les
membres peuvent s'affilier. Ce
n'est qu'après l'avis du comité
technique que l'office de contrôle
adoptera une position définitive et
me la communiquera ensuite. Il ne
s'agit donc que d'un document de
travail.
04.03 Koen Bultinck (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, 04.03 Koen Bultinck (Vlaams
CRIV 51
COM 715
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
mijnheer de minister, ik dank u voor uw technisch zeer interessant
antwoord. Ik meen dat het enige duidelijkheid brengt en een beetje
orde op zaken stelt in de verwarring die recentelijk bij de
ziekenfondsen was ontstaan. Mag ik, tegen mijn gewoonte in, zo stout
zijn om nog even een klassieke politieke vraag te stellen? Hebt u zicht
op de timing? Wanneer zou het advies klaar zijn? Dit is voor de
verdere opvolging van het dossier uiteraard niet onbelangrijk.
Belang): Le ministre est-il par
ailleurs informé du calendrier
prévu pour la formulation de l'avis?
04.04 Minister Rudy Demotte: Het spijt mij, maar ik kan daarop geen
antwoord geven.
04.04 Rudy Demotte, ministre:
Je ne dispose d'aucune indication
à ce sujet.
04.05 Koen Bultinck (Vlaams Belang): Mijnheer de minister, zou u
mij dit antwoord schriftelijk kunnen bezorgen? Zo kan ik de commissie
een mondelinge opvolgingsvraag besparen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van de heer Carl Devlies aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "het
verslag over het RSZ-onderzoek bij voetbalclubs" (nr. 7779)
05 Question de M. Carl Devlies au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "le rapport
sur l'enquête de l'ONSS auprès des clubs de football" (n° 7779)
05.01 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, deze vraag ligt een beetje in het verlengde van een aantal
vragen die ik u tijdens het voorbije parlementaire werkjaar heb gesteld
over de RSZ-situatie van voetbalclubs in derde nationale.
De laatste keer dat wij daarover in commissie gesproken hebben was
op 1 juni. U zei mij toen dat u een nota zou opvragen over het
onderzoek dat op dat moment door de RSZ werd gevoerd met
betrekking tot de situatie in de derde nationale van het Belgisch
voetbal.
Wij waren toen overeengekomen dat ik dit punt terug zou agenderen
vóór het parlementaire reces zodoende dat u op basis van mijn vraag
de gelegenheid kreeg om verslag uit te brengen. Wij zijn ondertussen
enkele maanden verder. Ik veronderstel dat u inmiddels in het bezit
bent van het verslag en dat u wat toelichting kunt geven over de
bevindingen van het onderzoek dat door de RSZ werd gevoerd.
05.01 Carl Devlies (CD&V): Au
cours de la réunion de la
commission du 1er juin 2005, le
ministre a annoncé qu'il
demanderait une note à l'ONSS
concernant l'enquête réalisée sur
la situation en troisième division
nationale belge de football. Peut-il
faire rapport à ce sujet et
communiquer les chiffres pour le
premier trimestre de 2005?
05.02 Minister Rudy Demotte: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Devlies, ik kan u zeggen dat de Rijksdienst voor de Sociale Zekerheid
samengewerkt heeft met de sociale inspectie van de Federale
Overheidsdienst Sociale Zekerheid om de controle van 12
voetbalclubs in derde nationale uit te voeren.
Ik kan u reeds op de hoogte brengen van de volgende resultaten.
Ten eerste, voor twee clubs werden er regularisatieaanvragen
ingediend. Deze zijn overgedragen aan de controledienst van de
Rijksdienst. Het gaat over een bedrag van 83.595 euro.
Ten tweede, voor twee andere clubs werd het onderzoek afgesloten
daar er besloten werd dat er geen regularisatie moest gebeuren.
Ten derde, aan de andere clubs werd bijkomende informatie
05.02 Rudy Demotte, ministre:
L'ONSS et l'inspection sociale de
la Sécurité sociale ont examiné la
situation de douze clubs de
troisième division nationale. Deux
clubs ont fait une demande de
régularisation. Il a été décidé à
propos de deux autres qu'il n'y
avait pas lieu de faire une telle
demande. Un complément
d'information est requis pour les
clubs restants. Pour ce qui est des
chiffres du premier trimestre de
2005, je fournirai un tableau à M.
Devlies.
19/10/2005
CRIV 51
COM 715
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
gevraagd. Deze onderzoeken zijn nog niet afgesloten.
Bij deze kan ik u ook de cijfers geven van de aangegeven
werknemers in het eerste kwartaal van 2005. Ik heb de tabellen hier.
Het zou zeer lang duren om ze voor te lezen. Ik zal u de tabellen
bezorgen.
05.03 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, kunt u bijzondere conclusies trekken uit dat onderzoek?
05.03 Carl Devlies (CD&V): Le
ministre est-il déjà en mesure de
tirer des conclusions?
05.04 Minister Rudy Demotte: Tot nu toe heb ik dat nog niet. Wij
wachten af tot wij alle resultaten hebben.
05.04 Rudy Demotte, ministre:
Cela ne me sera possible que
lorsque tous les résultats seront
connus.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
06 Question de M. Benoît Drèze au ministre de l'Emploi sur "la réduction des charges sociales dues
par les employeurs pendant le temps d'attente des routiers" (n° 8376)
06 Vraag van de heer Benoît Drèze aan de minister van Werk over "de verlaging van de sociale lasten
die de werkgevers tijdens de wachttijd van de vrachtwagenbestuurders verschuldigd zijn" (nr. 8376)
06.01 Benoît Drèze (cdH): Monsieur le ministre, vous êtes vraiment
incontournable parce que cette question concerne trois ministres et
deux secrétaires d'État; elle a été adressée à l'un de vos collègues et
c'est chez vous qu'elle aboutit. Le 15 septembre dernier, les
secrétaires d'État Hervé Jamar et Vincent Van Quickenborne se sont
engagés au nom du gouvernement à répondre à la demande de
l'Union des transporteurs routiers, l'UPTR, de réduire les charges
patronales lorsque les chauffeurs attendent l'autorisation de charger
ou de décharger leur véhicule. Un groupe de travail composé des
ministres de l'Emploi, des Affaires sociales et des Classes moyennes
devait se réunir. Mes questions sont simples. Qu'en est-il aujourd'hui,
un mois plus tard? Ce groupe de travail s'est-il réuni? Quelles sont les
pistes envisagées? Quelles sont les capacités de l'ONSS à contrôler
et à isoler le temps d'attente des routiers du temps de travail
productif?
06.01 Benoît Drèze (cdH): Op 15
september verbonden de
staatssecretarissen Jamar en Van
Quickenborne zich ertoe in te gaan
op de vraag van de Unie van
transporteurs en routiers om de
werkgeversbijdragen te
verminderen wanneer de
chauffeurs wachten op de
toelating om het voertuig te laden
of te lossen. Een werkgroep met
de ministers van Werk, Sociale
Zaken en Middenstand zou
bijeen worden geroepen. Is dat
ook gebeurd? Welke denkpistes
zijn er op dit ogenblik? Op welke
manier kan de RSZ die
wachttijden van de routiers
controleren en afbakenen?
06.02 Rudy Demotte, ministre: Monsieur Drèze, le gouvernement
n'a pas décidé de créer un groupe de travail pour examiner la
réduction des cotisations de sécurité sociale sur le temps d'attente
des routiers. Actuellement, la réglementation relative à la sécurité
sociale prévoit que la rémunération afférente aux heures d'attente -
aussi appelée "temps d'attente" ou, dans le cadre de la convention du
27 janvier 2005 conclue au sein de la commission paritaire du
transport, "temps de disponibilité" - est soumise aux cotisations de
sécurité sociale normales. Toutefois, afin de ne pas pénaliser les
transporteurs, il est prévu que la rémunération afférente à ces temps
d'attente fait l'objet d'une déclaration sous un code spécifique. La
rémunération afférente au temps d'attente n'est pas prise en
considération pour l'octroi de la réduction de cotisations "bas
salaires"". L'ONSS isole donc cet élément de la rémunération.
06.02 Minister Rudy Demotte:
De regering heeft niet beslist zo
een werkgroep op te richten. De
regelgeving bepaalt op dit ogenblik
dat het loon met betrekking tot de
wachttijden onderworpen is aan de
normale socialezekerheids-
bijdragen. Om de transporteurs
echter niet te benadelen moet dat
deel van het loon onder een
specifieke code worden
aangegeven. Dat deel van het loon
wordt niet in aanmerking genomen
voor de toekenning van de
CRIV 51
COM 715
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
J'attire votre attention sur le fait qu'octroyer une réduction de
cotisations de sécurité sociale aussi ciblée donnerait lieu à des
problèmes avec la Commission européenne. L'expérience que notre
pays a connue avec les aides Maribel bis et ter nous incite à la plus
grande prudence. Je n'envisage donc pas d'octroyer une réduction de
cotisations sociales spécifique pour le secteur du transport routier.
J'attire également votre attention sur le fait que le problème ne se
pose pas uniquement dans le secteur du transport routier pour
compte de tiers, secteur dans lequel l'UPTR est une organisation
patronale représentative, mais aussi pour le secteur du transport pour
compte propre, ce qui démontre que la politique à suivre est plus
générale.
bijdragevermindering voor lage
lonen. De RSZ beschouwt dat deel
van het loon dus afzonderlijk.
Een zo gerichte vermindering van
socialezekerheidsbijdragen zou tot
problemen met de Europese
Commissie leiden. De ervaring
met de steunmaatregelen Maribel-
bis en -ter noopt ons tot
voorzichtigheid. Ik ben niet van
plan de sector een specifieke
vermindering van sociale bijdragen
toe te kennen. Dat probleem
bestaat trouwens niet alleen in de
sector van het transport voor
rekening van een derde, maar ook
voor zelfstandige transporteurs,
wat aantoont dat algemenen
beleidsmaatregelen nodig zijn.
06.03 Benoît Drèze (cdH): Votre réponse ne m'étonne pas. De deux
choses l'une, ou bien l'UPTR n'a pas compris ou bien ils ont été un
peu roulés. Je comprends et je soutiens totalement vos réserves et
votre prudence par rapport à la Commission européenne. Je me suis
exprimé sur ce sujet la semaine dernière par rapport aux aides
renforcées au travail de nuit ou d'équipe. Il faut être extrêmement
prudent: comme on l'a connu avec Maribel, et certains anciens du
cabinet du ministre Miet Smet s'en rappellent parfaitement, les
rectificatifs imposés après coup par la Commission peuvent être très
lourds.
06.03 Benoît Drèze (cdH): Of de
UPTR heeft het niet goed
begrepen, of ze werd in de luren
gelegd. Ik steun uw voorzichtige
houding ten aanzien van de
Europese Commissie: zoals is
gebleken met de Maribelsteun,
kunnen rechtzettingen die achteraf
door de Commissie worden
opgelegd zwaar aankomen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Door de afwezigheid van mevrouw D'hondt, die haar vragen laat uitstellen, komen we bij
punt 24 op de agenda.
07 Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "het juridisch vacuüm waarin kandidaat-adoptanten zich bevinden sinds de inwerkingtreding van
de nieuwe adoptiewet" (nr. 8476)
07 Question de M. Servais Verherstraeten au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"le vide juridique dans lequel se trouvent les candidats à l'adoption depuis l'entrée en vigueur de la
nouvelle loi sur l'adoption" (n° 8476)
07.01 Servais Verherstraeten (CD&V): Sedert de inwerkingtreding
van de nieuwe wet op de adoptie, namelijk 1 september 2005, doen
er zich wat overgangsproblemen voor, waarover ik van gedachten
gewisseld heb met onder meer uw collega, de minister van Justitie.
De minister van Justitie heeft enkele praktische oplossingen
uitgedokterd bijvoorbeeld met betrekking tot de afgifte van een
voorlopig visum, waarmee een adoptiekind reeds naar België kan
komen. Het is de intentie van de commissie voor de Justitie, met
goedkeuring van de minister van Justitie, om aan de problematiek ook
een definitieve oplossing te geven. De kans zit er dus in dat het
probleem op korte termijn maatschappelijk wordt opgelost.
Ondertussen zijn er nog dossiers in verband met de sociale
07.01 Servais Verherstraeten
(CD&V): La loi de réforme de
l'adoption est entrée en vigueur le
1
er
septembre 2005. Pour
répondre aux problèmes pratiques
posés par cette loi, la ministre de
la Justice a décidé de délivrer un
visa provisoire aux enfants
adoptifs pour lesquels la
procédure est encore en cours afin
qu'ils puissent séjourner dans
notre pays. La ministre examine
une solution définitive dans
19/10/2005
CRIV 51
COM 715
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
zekerheid, waarvoor u bevoegd bent, waarover ik een paar vragen
heb. De toelating tot het Belgisch grondgebied gebeurt onder
voorbehoud van een later geschiktheidsvonnis en in dit soort
casussen hebben we te maken met een voorlopig visum, in plaats van
met een definitief visum. Vanaf wanneer kan een adoptiekind dat met
een voorlopig visum naar België is overgekomen, worden
ingeschreven in het ziekenfonds? Is het gerechtigd?
Kunnen adoptanten een recht op adoptieverlof uitoefenen zodra het
adoptiekind zich in ons land bevindt op basis van het voorlopige
visum, of dienen zij te wachten tot de definitieve erkenning?
l'intervalle. Peut-être les
problèmes seront-ils dès lors
résolus rapidement.
A quel moment l'enfant adoptif
arrivé en Belgique avec un visa
provisoire peut-il être inscrit à la
mutualité? Les parents adoptifs
peuvent-ils exercer leur droit au
congé d'adoption dès que l'enfant
adoptif séjourne dans notre pays
avec un visa provisoire?
07.02 Minister Rudy Demotte: Ik heb die vraag reeds gedeeltelijk
beantwoord aan mevrouw Avontroodt, maar ik herhaal het graag.
Wat uw eerste vraag betreft, het kind moet worden ingeschreven in
het vreemdelingenregister. Die inschrijving in de bevolkingsregisters
vormt inderdaad een noodzakelijke voorwaarde voor de inschrijving
als kind ten laste bij de ziekenfondsen.
Sinds de inwerkingtreding van de nieuwe adoptiewet kan een kind dat
na voorlopige erkenning van adoptie in België aankomt met een
visum D, voor kort verblijf, in dat register worden ingeschreven. Vanaf
dat ogenblik zijn er geen problemen meer omtrent de sociale dekking.
Uw tweede vraag kan ik niet beantwoorden, want die valt onder de
bevoegdheid van mijn collega, de minister van Werk.
07.02 Rudy Demotte, ministre:
Avant toute chose, je souhaite me
référer à la réponse à la question
de Mme Avontroodt. Un enfant
adoptif muni d'un visa provisoire
peut être inscrit à la mutualité en
tant qu'enfant à charge, à la
condition qu'il soit d'abord inscrit
au registre des étrangers. Depuis
l'entrée en vigueur de la nouvelle
loi, les enfants adoptifs peuvent
parfaitement être inscrits à la
mutualité avec un visa provisoire,
étant donné que les parents
reconnaissent ainsi provisoirement
l'enfant. Le congé d'adoption est
une compétence qui relève du
ministre de l'Emploi.
07.03 Servais Verherstraeten (CD&V): Ik dank de minister voor zijn
antwoord en bied mijn verontschuldigen aan, want het was me
ontgaan dat collega Avontroodt deze vraag reeds had gesteld.
Wat het laatste betreft, zo ziet u maar dat ik u meer bevoegdheden
toedicht en toewens.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de financiële regeling voor de plaatsen psychiatrische gezinsverpleging" (nr. 8570)
08 Question de M. Servais Verherstraeten au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"le financement des soins psychiatriques en milieu familial" (n° 8570)
08.01 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de minister, in de
Kempen en meer specifiek in de stad Geel is al onnoembare tijd de
gezinsverpleging actief. Ze is een parel aan de kroon van de stad en
heeft in de feiten de overheid ook een pak besparingen opgeleverd,
aangezien gezinnen psychiatrische patiënten opnemen. Zij doen dat
met heel veel emoties en liefde en met een heel goed resultaat voor
de betrokken patiënten, levenslang en soms van generatie op
generatie. Het strekt hen tot eer.
Over de problematiek heb ik met u op 30 juni 2004 nog van
gedachten gewisseld en ik verwijs er ook naar. Op dit ogenblik krijgen
08.01 Servais Verherstraeten
(CD&V): Le 30 juin 2004, j'ai
interrogé le ministre sur le
financement des soins
psychiatriques en milieu familial.
Une famille qui procure le gîte et le
couvert à un ou plusieurs patients
perçoit une allocation plafonnée à
16,55 euros par jour. Je trouve
que c'est vraiment très peu,
d'autant plus que le coût social de
CRIV 51
COM 715
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
de gezinnen een vergoeding van 16,55 euro per dag om kost en
inwoon te geven aan een psychiatrische patiënt. Mijnheer de minister,
de vergoeding houdt bovendien zelfs op, zodra de patiënt even naar
het ziekenhuis moet. Nochtans dienen het gezin dan nog taken te
vervullen, zoals bezoek, wat zij met veel plezier doen, maar ook de
was en de plas. De taken lopen door.
De vergoedingen zijn dermate laag dat hoe langer hoe minder
gezinnen interesse betonen om op die manier in opvang te voorzien.
Wij moeten dan een beroep doen op het reguliere circuit, waar ook
kwaliteitszorg wordt gegeven daar twijfel ik niet aan , maar
waarvan de kosten voor de samenleving heel wat verschillen.
Ik heb destijds de suggestie gedaan om te onderzoeken of de
bedragen konden worden opgetrokken, teneinde het sluipende proces
van de uitdoving van de gezinsverpleging, dat nu gaande is, een halt
toe te roepen. U antwoordde toen dat u de vraag aan een werkgroep
ad hoc van de Nationale Raad voor Ziekenhuisvoorzieningen had
doorgespeeld om daarover advies te geven en een voorstel te
formuleren in het licht van prioriteiten en beschikbare ruimte.
Mijnheer de minister, een jaar later heb ik dan ook de volgende
vragen voor u.
Werd mijn suggestie inderdaad besproken in de werkgroep ad hoc?
Wat zijn de resultaten van de gesprekken?
Werd desgevallend een advies uitgebracht?
Werd desgevallend een concreet voorstel geformuleerd om de
forfaitaire bedragen voor psychiatrische gezinsverpleging op te
trekken?
Welke timing hebt u in het dossier?
l'accueil de ces mêmes patients
dans les structures habituelles est
de loin supérieur.
Le ministre m'a répondu qu'il
soumettrait ce problème à un
groupe de travail ad hoc du
Conseil national des
établissements hospitaliers. Ce
groupe de travail a-t-il déjà étudié
la question et quel avis a-t-il
rendu? A-t-il formulé une
proposition concrète en vue
d'augmenter les forfaits?
08.02 Minister Rudy Demotte: Mijnheer Verherstraeten, ten eerste,
omtrent de door u aangehaalde problematiek werd er nog geen
adviesvraag bezorgd aan de Nationale Raad voor
Ziekenhuisvoorzieningen. Er werd dus ook geen advies terzake
geformuleerd.
Ten tweede, zoals u weet, dienen er bij het vastleggen van de
budgetten bepaalde prioriteiten te worden gelegd. Daar er voor het
optrekken van de forfaitaire bedragen voor psychiatrische
gezinsverpleging geen beschikbare ruimte is, wordt er geen verhoging
vooropgesteld in het budget 2006.
Uw vraag zal nu zijn of het de bedoeling is om de problematiek te
laten bestuderen door een groep ad hoc. Daarop kan ik nog geen
antwoord geven, want ik denk dat mijn administratie daarover nog
geen standpunt heeft. Het is een kwestie van financiële middelen en
van prioriteiten. Tot nu toe liggen de prioriteiten bij andere takken van
onze sociale zekerheid.
08.02 Rudy Demotte, ministre:
Ce problème n'a pas été abordé
au Conseil national et aucun avis
n'a donc été émis. L'allocation
journalière ne peut être majorée
parce que le budget ne le permet
pas. Au fond, tout est une question
de priorités.
08.03 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de minister, ik dank
u voor uw antwoord. Ik heb uiteraard respect voor de budgettaire
contraintes, waarmee zeker een minister van Volksgezondheid
geconfronteerd wordt, maar anderzijds zou een onderzoek van uw
08.03 Servais Verherstraeten
(CD&V): Je respecte la position du
ministre quand il dit qu'il doit tenir
compte des restrictions
19/10/2005
CRIV 51
COM 715
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
administratie toch tot de bevinding kunnen komen dat het hier niet
gaat over een astronomische kostprijs.
Ik moet vaststellen dat er een geruime tijd geleden bijvoorbeeld in de
stad Geel een duizendtal gezinnen waren. Op dit ogenblik zijn het er
nog 500. Ik schrijf dat uiteraard niet alleen toe aan de dagvergoeding.
Dat zou niet correct en niet eerlijk zijn. Het heeft ook met andere
sociologische omstandigheden te maken, maar hoe kleiner het
aanbod is van gezinnen die zulke patiënten willen opvangen, hoe
meer die patiënten in het reguliere circuit terechtkomen. Het is mijn
absolute overtuiging dat de kostprijs daarvan veel hoger is dan de
kostprijs in de particuliere gezinnen. Het is een prachtinitiatief,
waarmee wij een voorbeeld zijn voor zeer veel landen. Men komt naar
Geel kijken hoe het systeem werkt. Ik heb veeleer de indruk, mijnheer
de minister, dat het op termijn kostenbesparend zou kunnen zijn,
zonder nog maar te spreken van het historische en emotionele motief
dat hier speelt.
Mijnheer de minister, ik wil u beleefd verzoeken uw administratie
opdracht te geven om daar werk van te maken en elkaar rendez-vous
te geven tijdens de begrotingsbesprekingen in 2007, zodat u
ondertussen calculaties zou kunnen maken van het verschil in
kostprijs tussen de twee en wat het zou kunnen opbrengen.
Aangezien u toch iets minder bevoegdheden hebt dan ik had
vermoed, mijnheer de minister, wil ik graag de burgemeester van de
stad Geel vragen om u, als minister van Volksgezondheid, uit te
nodigen om ter plaatste de fantastische initiatieven te gaan bekijken.
budgétaires mais j'aimerais
souligner que les montants
concernés ne sont pas
astronomiques. A Geel, le nombre
de familles d'accueil a diminué de
1000 à 500. Si un plus grand
nombre de patients devaient être
pris en charge dans le circuit légal,
le coût de l'accueil s'en trouverait
fortement augmenté. Donc,
augmenter l'allocation journalière
pourrait permettre des économies
de coût. Evidemment, si nous
encourageons le traitement des
jeunes dans un contexte familial,
c'est aussi pour des raisons
historiques et affectives.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 15.18 uur.
La réunion publique de commission est levée à 15.18 heures.